VOORWOORD
Ricardo Jupijn
Ik ben gewoon alweer twee jaar bezig met het maken van het Daily Indie Magazine. Ik besef ‘t me ineens als ik met een snelheid van 784 kilometer per uur op een hoogte van zo’n 11.582 meter vlieg en het buiten tientallen graden onder nul is. Ik zit in het vliegtuig richting huis, terug naar mijn heerlijke Utrecht. Ik kom uit Kopenhagen gevlogen voor een paar welverdiende vrije dagen en ik zit nog vol met alle nieuwe ervaringen die ik op heb gedaan. De Deense hoofdstad is een fascinerende, sociale, vriendelijke, nette en uiterst creatieve stad waar de DIY-tijden nog hoogtij vieren. De laatste tijd bezoek ik vrij veel Europese steden waar ik nog niet ben geweest en dat laatste valt me eigenlijk elke keer weer op. Ik vind het zo tof om te zien overal en ik word daar heel enthousiast van om zelf ook weer met van alles aan de slag te gaan. Er gebeurt op zich aardig veel in Nederland en het neemt ook wel toe, maar ik denk dat er nog genoeg ruimte is voor meer initiatieven. Het is nog lang niet wat het kan zijn naar mijn idee. Meer labeltjes, blogs, festivalletjes, bands, samenwerkingen, bladen, bandavondjes (of een mix daarvan) zou helemaal niet zo gek zijn. Meer initiatieven! Meer beweging in de underground.
The Daily Indie
foto Julia Hendriks Het is tegenwoordig hartstikke goed te doen om met een cool idee en een hele hoop werklust echt iets tofs op te zetten. Het hoeft helemaal niet zoveel (of geen) geld te kosten als je het slim speelt en er is in de Nederlandse scene nog genoeg ruimte om een mooi plekje te veroveren. Ik ken genoeg mensen met goede ideeën, maar waar het er helaas nooit van komt. Dus als je al lange tijd iets in je hoofd hebt wat je graag wilt doen:
GA HET DAN EENS DOEN! En wie weet heb je net als ik ook ineens een team van ruim twintig te gekke mensen om je heen en werk je met z’n allen aan allerlei toffe ideeën. Dus koop een kratje bier, een pakje peuken en ga met je vrienden eens lekker om de tafel zitten om iets tofs te maken waar je in gelooft. Wat heb je te verliezen? Behalve een hele hoop plezier dat je ontgaat als je het niet doet…
Issue 12
Colofon
Issue #12
Hoofdredactie Ricardo Jupijn Eindredactie Robin van Essel, Wessel van Hulssen & Ricardo Jupijn Redactie Dirk Baart, Stephen Bell, Ronald van Berkel, Arnout Coppieters, Tijs Delacroix, Ruben van Dijk, Robin van Essel, Cathelijne de Groen, Yoram van Hees, Wessel van Hulssen, Ricardo Jupijn, Robbert van Kortenhof, Jente Lammerts, Dion van Leeuwen, Jelmer Luimstra, Domenico Mangione, Wymer Praamstra, Liske Steenbergen, Rob Verkerk & Mabel Zwaan
#12
illustratie Sjors Driessen
Grafisch ontwerp Ricardo Jupijn & Kevin Smink Illustratie Jenna Arts & Sjors Driessen Fotografie Sanne Glasbergen, Julia Hendriks & Anne Steenbergen Special Thanks To CHEATERS, Alex Huis in ‘t veld, David Jupijn, Robin Kramer, Derko Laan, Tim Maarten Verheijen, Leonie Wenting & Kanye West Publishers Rising Step - www.risingstep.com
#11
#10
#09
#08
The Daily Indie Magazine Voor algemene informatie: ricardo@thedailyindie.nl Bezoek ons online www.thedailyindie.nl facebook.com/thedailyindie twitter.com/the_daily_indie Adverteren Adverteren in The Daily Indie? Ontdek de mogelijkheden van interactief adverteren via alex@thedailyindie.nl Š 2014 The Daily Indie Alle rechten voorhouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, kopie of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van The Daily Indie.
Klik hier om eerdere edities terug te lezen
#12
Coverstory
INTERVIEW
INTERVIEW
INTERVIEW
INTERVIEWS Conor Oberst / Glass Animals / Klaxons / Popstrangers / Woman’s Hour INTRODUCING Mountain States / Wolf Alice RUBRIEKEN Redactie Top 5 / New Music / Bands To Watch / Best of the Blog / Concertagenda / Albumrecensies / The Daily Video / Mixtape: CHEATERS / The Daily Literature / Column: Robin Kramer
redactie top vijf
1
SONG: THE NInjas - yeah yeah Elke issue hebben we wel één nummer dat ons door de laatste deadline-loodjes heen weet te trekken. Zet het nummer Yeah Yeah maar op en je begrijpt vanaf de eerste seconde wat het doet. We weten ook niet waar dit dan weer ineens vandaan komt, maar holy shit: The Ninjas! Heb je rechts al op het hoesje geklikt en het nummer aangezet? Mooi! Dan heeft de band uit Australische Brisbane je waarschijnlijk al flink bij de lurven gepakt op dit moment. Want wauw: dat refrein knalt er snel in en dan krijg je ‘m toch ook direct even lekker voor je kiezen. Heerlijk!
2 3
LABEL: eager waves records Nederland is weer een nieuw independent label rijker! Eager Waves Records is een label uit Amsterdam/Utrecht dat zich richt op de fijne en onontdekte bands. De eerste releases zijn Drinking Flowers uit Los Angeles en Technicolor Poets uit Mälmo. Eerstgenoemde band is uitgekomen als flexibook en de tweede verschijnt in de herfst op 12” vinyl. De heren hebben mooie plannen met Eager Waves, dus hou ze zeker in de gaten!
BLOG: BOWLEGS MUSIC REVIEW Op dagelijkse basis zitten wij onszelf helemaal gek te klikken en te luisteren, al zoekend naar de beste bands en nummers om met jou te delen via The Daily Indie. Laatst kwamen we langs een pareltje van een blog die we je niet kunnen onthouden (ook al hadden we het stiekem liever voor onszelf gehouden). Maar we willen je graag voorstellen aan Bowlegs, een zorgvuldige, compacte en heerlijke website om rustig in te grasduinen en op zoek te gaan naar kleine pareltjes.
4 5
Issue #12
magazine: SO YOUNG Als je van interviews met upcoming bands en te gekke illustraties houdt, check dan heel snel So Young Magazine! Met afstand één van de mooiste bladen die wij de laatste tijd hebben gezien. En voor vijf pond heb je ‘m binnen een paar dagen al in huis! In de laatste editie staan interviews met bands als Telegram, The Amazing Snakeheads, Peace, Fat White Family, The Creases, Howler, Childhood en Eagulls. Stuk voor stuk TDI-favorieten!
FESTIVAL: ROCK ZERKEGEM - HIGHTIME FESTIVAL Op 26 juli staat er een festival op de agenda waar we schandalig genoeg nog niet eerder van hadden gehoord. Want Rock Zerkegem Hightime Festival is een pareltje onder de kleinschalige garage-festivals in België! Met bands als Night Beats, Double Veterans, YAWNS, Mountainbike, Mind Rays en Alpha Whale scoort het festival met een prachtige line-up. Kaartjes kosten zeven euro en pintjes maar één euro (= bijna gratis)! En de camping kost je ook niks. Wij zijn erbij!
The Daily Indie
Issue 12
New MUSIC
Allah- Las / 501-415 We begonnen ze al te missen. Met hun onweerstaanbare surfpop veroverde Allah-Las de laatste jaren in razend tempo liefhebbers van zonnige muziek. Nu zijn ze terug met een nieuwe track en die konden we onmogelijk aan ons voorbij laten gaan. 501-415 (de netnummers van respectievelijk Little Rock en San Francisco) is de eerste single van het tweede album ‘Worship The Sun’ dat 16 september verschijnt. Naast een enigszins helderder studiogeluid is er op 501-415 weinig veranderd ten opzichte van twee jaar geleden. Innovatie lijkt niet de hoogste prioriteit voor Allah-Las. Gelukkig maar.
JAWS / Be Slowly We hebben weer zo’n band gevonden die parel na parel uitbrengt, hoor. JAWS is de naam van de band en we gaan je blijven bestoken tot je net zo overtuigt van deze band bent als wij (al zal dat niet zo heel moeilijk zijn). De lichte en zomerse grungeklanken van de band passen ongelooflijk goed bij de zachte zonnestralen die al weken over heel Nederland uit worden gestrooid. Ik weet niet of dit de feel van Birmingham is waar de band vandaan komt, maar ik voel ‘m hier zeer zeker. Het debuut laat nog even op zich wachten en komt 15 september via het label Rattle Pop. Tot dan kun je nog prima vooruit met hun laatste paar singles, waarvan Be Slowly weer een heel fijne is. Enjoy!
The Daily Indie
Issue 12
New MUSIC
Frankie & The Witch Fingers / Revival Frankie & The Witch Fingers is een relatief jonge band. Drie voormalige members van Triptides besloten dat het genoeg was, spoorden een vierde knaap op en vormden zo Frankie & The Witch Fingers. Eerder dit jaar bracht de band de single Bad Vibes uit. Absoluut een goede single, maar klinkt, haast onvermijdelijk, toch als Triptides 2.0. Inmiddels zijn we een tijdje verder en komen Frankie & The Witch Fingers met een nieuwe single op de proppen: Revival. Een nieuwe single waarme de jongens meteen af zijn van de Triptides 2.0 sound. Revival is een single die zijn roots duidelijk vindt in de vroegere garage-psych, maar door het moderne sausje dat de bandleden er overheen hebben gegoten klinkt het toch fris en vernieuwend.
L.A. Witch / Get Lost Chickband Deap Vally tipte ons onlangs de band L.A. Witch! De titelloze debuut-EP is in maart van dit jaar al uitgebracht maar deze voortreffelijke single zag nog niet zo lang geleden het levenslicht. Reden genoeg om daar als The Daily Indie wat aandacht aan te besteden! De psychy hoes complimenteert het nummer Get Lost, dat een heerlijke waas aan gitaren ten gehore brengt en waar een vrouwelijke variant van (eerder werk van) Black Rebel Motorcycle Club weerklinkt. De verdere EP brengt de nummers Heart of Darkness, een langzame americana-track met Lykke Li-achtige vocalen en You Love Nothing, dat met zijn baslijn je botten doet rammelen! Lo-fi surf-punk gemaakt door drie chicks, dat is lekker!
The Daily Indie
Issue 12
FEATURED SONG
White Fence / Like That
Tim Presley, AKA White Fence, is a busy and obsessed man. Dat blijkt wel uit zijn hoge output qua nieuw materiaal, maar werd nog eens bevestigd in een goed interview dat hij onlangs had met Interview Magazine. En weet je: gelukkig ook maar, want de psych-koning brengt parel na parel uit. Na zijn laatste plaat ‘Cyclops Reap’ komt op 22 juli de nieuwe plaat ‘To The Recently Found Innocent’ uit via Drag City, die geproduceerd is
The Daily Indie
door zijn grote buddy Ty Segall. Het eerste voorproefje van die plaat heet Like That en zet direct de toon voor zijn nieuwe werk. Nog steeds heel erg White Fence, alleen met een stuk betere sound en met meer dynamiek. Klik hierboven op de hoes om te begrijpen waar we het over hebben! To The Recently Found Innocent We hebben hier op de redactie ‘Innocent’ al talloze keren gedraaid en
we kunnen je vertellen dat dit lang niet het beste nummer is. Presley schrijft al jaren op een bijzonder hoog en eenzaam niveau en weet die lijn nog steeds door te trekken. Een prestatie van jewelste als je het ons vraagt. Hou ‘m in de gaten voor meer materiaal via zijn Facebook of hou gewoon even The Daily Indie in de gaten, want wij volgen Presley al jaren met veel plezier op de voet!
Issue 12
New MUSIC
COLD BEAT / Mirror
Neem de dromerige pop vocals van Beach House en laat Cloud Nothings de muziek inspelen. Zo is de muziek van COLD BEAT het best te beschrijven. Songschrijver Hannah Lew zweeft met haar stem constant op de stampende garage-pop van haar band en Mirror is hier geen uitzondering op. In tweeënhalve minuut staat het nummer als een huis. Een goed voorteken voor het aankomende album ‘Over Me’, want ook die plaat belooft een aaneenschakeling te worden van korte, energieke nummers. COLD BEAT zal misschien moeten waken voor eentonigheid, maar het blijft heerlijke no-nonsense muziek.
The Mystery Lights / What Happens When You Turn The Devil Down It’s got soul, it’s got groove, it’s got the right feeling, it’s got good sounds and it’s got hooks. It’s got everything I fuckin’ need! The Mystery Lights, een partijtje vago’s uit New York die verdomd lekkere muziek maken. Mensen hebben het over The Black Keys of zo, ‘t zal wel, ik zou naar The Mystery Lights luisteren als ik jou was. What Happens When You Turn The Devil Down? Ik heb geen idee. We houden ons dan ook meer bezig met de belachelijk lekker galmende gitaren, de stoffige drums en de zang die tot op ‘t bot gaat. Als een mix tussen sixties garage en seventies punk klinkt de band oprecht, gruizig en heeft het soul die je in geen enkele fancy studio kan kopen.
The Daily Indie
Issue 12
Featured album art
DZ Deathrays Black Rat The Daily Indie
Issue 12
New MUSIC
Darlia / Candyman
Met een grunge-sound van jewelste opent Darlia de single Candyman. Maar na een beukend intro hoor je al snel dat deze band niet uit Seattle komt, maar het mixt met haar eigen roots. De invloeden van deze Engelse band zijn namelijk verder heel erg duidelijk Brits. De band, uit Blackpool, wordt al heftig gesupport door NME en Radio 1 in Engeland en belooft ‘the next big thing’ te zijn als we allemaal zo zien en horen. Niet zo vreemd, Candyman is dan ook wel echt een heel erg lekker nummer. Scheurende distortion, een pakkend refrein en de heerlijke en overzichtelijke balans van een belachelijk lekker rockend power-trio.
Donovan Blanc / Hungry A Long Time
Alleen door het kijken naar de hoes en het zachtjes uitspreken van de bandnaam word je al aangetrokken tot Donovan Blanc. Wat zou het zijn, hoe zou het klinken?! En wat je krijgt op single Hungry A Long Time voldoet aan al je verwachtingen: fluweelzachte deuntjes die uit de jaren zestig lijken te zijn neergestreken in de studio van Donovan Blanc. Het vers bij Captured Tracks getekende duo uit New Jersey ging eerst onder de naam Honeydrum door het leven en bracht negen EP’s uit binnen twee jaar. Nu hebben ze besloten om het over een andere boeg te gooien en dat is een zeer goed idee geweest. Het zelfgetitelde debuutalbum is vanaf 24 juni uit via Captured Tracks.
The Daily Indie
Issue 12
The daily indie RADIO
cover Leonie Wenting
The Daily Indie Radio / Volg onze Soundcloud-pagina en beluister regelmatig nieuwe mixtapes. Vol met de beste en meest opwindende muziek die we dagelijks tegenkomen. Gegoten in ĂŠĂŠn lange en aangename mix. Sit Back And Relax. The Daily Indie
Issue 12
New MUSIC
Elephant Stone / Knock You From Yr Mountain
Heren Elephant Stone keren eind augustus na hun laatste album terug met de elpee ‘The Three Poisons’. Na eerdere single Three Poisons is op Knock You From Yr Mountain duidelijk te horen dat de band een andere richting heeft gekozen. Het nieuwe sprookje van Elephant Stone is een stuk donkerder. Het zonnetje dat altijd voor een luchtige sfeer rond de muziek zorgt is nu behoorlijk ver achter de horizon gezakt. De vier sjokken nu op hun olifanten door een koude woestijn, begeleidt door dreigende drums en hypnotiserende gitaarrifjes. Dit gaat er bijzonder goed in en maakt zeer nieuwsgierig naar meer nieuw werk!
Cerebral Ballzy / Lonley As America Heerlijk goor, ruig en hard. Dat zijn wel een paar kernwoorden waar Cerebral Ballzy sinds 2011 om bekend staat met hun destijds goed ontvangen debuutalbum. Sinds een paar weken is het eveneens smerig rammende ‘Jaded & Faded’ uit. Een potje bad ass punk met een portie perfect gedoseerde power. Zanger Honor Titus klinkt bijna als vanouds weer cool-as-fuck, overtuigend, raak en helder komen de nummers snoeihard door je speakers. Een opvolger om van te smullen. De plaat wordt uitgebracht op het label Cult Records, eigendom van hun grootste fan Julian Casablancas. De New Yorkers komen in oktober naar 013 in Tilburg, maar luister nu eerst maar eens naar Lonely As America.
The Daily Indie
Issue 12
Luister The Daily Indie terwijl je ‘m leest Klik op de cover om Issue #12 op Spotify te luisteren
The Daily Indie
Issue 12
Op dagelijkse basis krijgen we zoveel bands voor de kiezen, dat we zelf af en toe ook wel eens het overzicht verliezen. Eens in de zoveel tijd rapen we daarom alles bij elkaar en sorteren we de meest opwindende bandjes die je zeker eens zou moeten luisteren!
OUGHT Once in a while komt er zo’n band langs waar we op het eerste gehoor niet zo veel van begrijpen. Zo rauw, gestoord, buitenaards, ongrijpbaar en die uiteindelijk geniaal blijkt. Het laatste geldt zeker voor deze punkers uit Montréal. Met een debuutalbum ‘More Than Any Other Day’ waar je botten van gaan rammelen, je brein van op tilt slaat en dat voelt alsof het elk moment kan ontploffen. Een ijzersterke band met ongelooflijk veel vuur in zich. Tien augustus Paradiso! Voor fans van: Sonic Youth, Talking Heads, Parquet Courts
Zig Zags Als Ty Segall niet druk is om de ene na de andere plaat op te nemen, produceert hij ook zeer regelmatig andere bands in zijn eigen studio. Een voorbeeld daarvan zijn de langharige Californiërs van Zig Zags, die een mix van heavy seventies rock en protometal maakt met gierende riffs en moddervette bas en drums. Ze namen al eens een nummer op met Iggy Pop en bewijzen op hun laatste zelfgetitelde debuutplaat dat ze in hun eentje ook prima hun mannetje staan. Twaalf nummers lang gaan ze met een cirkelzaag te werk en knallen ze er lomp hard in. Zig Zags! Op 18 september overigens te zien in Paradiso!
The Daily Indie
Voor fans van: Fuzz, Metallica, Black Sabbath
Issue 12
Pastel Colours Deze Britse band bestaat pas een paar maanden en is er tot zover ook nog niet zoveel van ze te horen behalve het goddelijke nummer Hands Like Silk. In dit nummer zetten ze een heerlijke spacey psychrock-jam neer, met een weelderig, uitgestrekt gevoel dat naarmate het nummer vordert steeds intenser wordt en uitmondt in explosie van dromerige synths en fuzzy gitaarklanken. De eerste single van deze gloednieuwe band smaakt bijzonder goed en we kunnen niet wachten op meer! Voor fans van: TOY, Tame Impala, DIIV
Ben Khan
Klaus Johann Grobe
Bek Khan maakt niet per se ‘t type muziek waar wij vaak over berichten, maar ‘muziek is muziek’ en als het goed is, is het goed. En zijn muziek is simpelweg verschrikkelijk goed en uitermate lekker. Je zet ‘t op en het zit direct in je systeem, waar het voorlopig ook wel even zal blijven. Zijn EP ‘1992’ kwam onlangs uit en kun je net zo goed direct in je favorietenlijstje knallen. Zwoele synths, bijzonder subtiele en tegelijkertijd oversturende gitaren en beats waarop je uit het niets compleet los zult gaan. Het is zo groovy en ritmisch dat, of je het nou wilt of niet, je vanzelf mee gaat bewegen. Meedeinsen is een soort tweede natuur bij de futuristische neo-soul pop van deze gestroomlijnde Londenaar. Een debuut om je vingers bij af te likken en die je laat verlangen naar meer. Een hele hoop meer!
Je zou zeggen: wat zijn dit voor psychy Duitsers? Maar dit duo (Sevi Landolt & Daniel Bachmann) komt eigenlijk uit Zwitserland. En die zien we niet vaak. Vorig jaar kwamen we de band al op het Liverpool Psych Fest, maar door de belachelijk hoeveelheid sicke bands zijn we er nooit echt aan toegekomen op een of andere manier. Na een 7”-inch en een 10”-inch is nu eindelijk de eerste 12”-inch uit. ‘Im Sinne Der Zeit’ heet ‘ie en dat is een ervaring die we je niet willen onthouden. Het gaat van dansbare orgeltjes tot en met soul, jazz en zwoele sixties zomeravondmuziek en dan dus ook nog eens lekker in het Duits. Inmiddels heeft de band midden juli wat Nederlandse shows op het schema staan en spelen ze in september op Incubate. Draai dat orgel maar vast warm!
Voor fans van: Jungle, Darkside, Jai Paul
Voor fans van: Neu!, The Limiñanas, Stereolab
The Daily Indie
Issue 12
Twin Peaks
Alvvays
Palma Violets lijkt al voorzichtig ingepakt te hebben maar mogen nu zeker hun biezen pakken. Deze vier dudes van Twin Peaks uit Chicago doen wat de Britse jongens doen, maar dan eigenlijk net wat beter. Deze vier jonge, eigentijdse hippies weten onze aandacht te grijpen met hun rauwe, chaotische muziek vermengd met schreeuwerige zang. En zelfs een kort popgitaartjesmomentjes. Na hun optreden op SXSW was het even rustig, maar de band heeft de draad weer opgepakt en op 7 augustus ziet het nieuwe album ‘Wild Onion’ het licht. Ons geduld wordt opnieuw weer getest, maar gelukkig zijn er hier en daar al wat fijne singles te beluisteren om het gat te vullen.
Honingzoete indie-pop met een licht vleugje fuzz, romantische lyrics en een hele hoop catchy melodieën. Het Canadese Alvvays zorgt al een tijdje voor een lichte deining in de blogosphere met hun singles. Hun zelfgetitelde debuut staat op 18 juli gepland, komt uit via Transgressive Records, is geproduceerd door indie-goeroe/Daily Indielieveling Chad VanGaalen en gemixt door Holy Fuck’s Graham Walsh en John Agnello (Sonic Youth, Dinosaur Jr., Kurt Vile). Het zit dus eigenlijk met elk aspect van deze band wel goed. Om een beeld van de band te krijgen zou je eens naar Marchie, Marry Me en Adult Diversion moeten luisteren. You won’t be disappointed.
Voor fans van: The Orwells, Mikal Cronin, King Tuff
Voor fans van: Dum Dum Girls, Teenage Fanclub
Wand Alweer de negende release op God? Records (‘t label van Ty Segall, blijkt) en wat voor eentje: It will blow you away! Wand is een soort van psychedelische garage-kameleon. Het ene moment gaat het van recht-voor-jeraap-beukgitaren die doen denken aan Ty Segall en Fuzz, waarbij de band net zo makkelijk overschakelt op de meest heerlijke melodieën en harmonieën die gevuld met phasers, synthesizers en sixties zang doen denken aan de zweverige kanten van Temples en Tame Impala. Op 26 augustus komt de plaat ‘Ganglion Reef’ uit en als we één advies mogen geven na het luisteren van de plaat: hou dit heel goed in de gaten. Dit gaat ‘m helemaal worden dit jaar!
The Daily Indie
Voor fans van: Tame Impala, Ty Segall, Temples
Issue 12
INTRODUCING
Mountain States
tekst Liske Steenbergen foto Anne Steenbergen
Tijdens Unknown Pleasures (de tweemaandelijkse avond die TDI met het MC Theater organiseert) spreken wij de Nijmeegse band Mountain States die met hun gelijknamige EP begin dit jaar een kleine buzz veroorzaakte op zowel nationale als internationale muziekblogs. Waarbij vergelijkingen met Real Estate, Beach Fossils en DIIV snel werden gemaakt. De gruizige droompop met jaren ‘80 invloeden is de ultieme zomermuziek voor een roadtrip naar de Zuid-Europese kust. Zo, waar komen jullie opeens vandaan? Jeroen (bassist): “Alex (gitarist red.) en ik zijn broertjes en met Dennis (gitarist en zang red.) en Bart (drummer red.) zijn we eigenlijk al heel lang bevriend. We hebben al in meerdere bandjes, deels samen, gespeeld.” Bart: “Het begon eigenlijk met Niek die inmiddels in Barcelona woont en Dennis. Ik had mijn drumstel op Marktplaats gezet en toen zeiden zij: ho, snel er af halen want we willen muziek maken!” Dennis: “We speelden allemaal niet meer in een bandje en toen dachten we: we kunnen allemaal muziek maken, we zien elkaar vaak, waarom gaan we niet weer iets doen?”
The Daily Indie
Alex: “En er was ook weer toffe muziek die dat gevoel opriep, dat we muziek moesten maken.” En hoe zijn jullie begonnen? Bart: “Niek had ons ingeschreven voor een wedstrijd van 3voor12 in samenwerking met Galloway Studio waarmee je een gratis studio opname voor één song kon winnen. Dennis en ik wisten hier eigenlijk niets van af. Toen Niek naar Barcelona verhuisde kwamen Alex en Jeroen er bij. Toen onze EP klaar was hebben we deze eigenlijk meteen online gezet. We hebben geen moment uitgekozen, maar het gewoon online geknald. Veel mensen denken dat we al jaren optreden, maar dat is niet zo. Eigenlijk hebben we eerst een EP gemaakt en daarna zijn we pas gaan optreden. Vanavond is ons zesde optreden.” Hoe ontstaan jullie nummers? Alex: “Meestal beginnen we met een gitaarlijntje en bouwen we dat uit. Zo ontstaat een nummer eigenlijk. De tekst komt dan pas als laatste.” Dennis: “De basis is dat de muziek goed is en dan pas kijken we naar de zang.” Bart: “Het nummer Jura speelden we bijvoorbeeld al zo lang zonder tekst en alleen met de zang hoe die nu is
(ooh’s en aah’s), daar wilden we geen tekst meer bij maken. Dat hebben we gelaten zoals het was.” Dennis: “Dat past nu ook niet meer voor ons.” Wat kunnen we nog verwachten? Bart: “Waarschijnlijk komt er een EP. toch?” Jeroen: “Ja, dat vind jij heel cool (iedereen lacht). Nee, super vet.” Bart: “Onze ambitie is nu om veel te spelen. We krijgen heel veel aanvragen binnen, maar kunnen gewoon niet alles doen. Sowieso staan we op Valkhof Festival en in september, na lang geregel, op een Subbacultcha!avond.” Jeroen: “We willen heel graag iets fysieks uitbrengen en gewoon nieuwe muziek maken.” Bart: “We willen de EP graag op cassette uitbrengen en zijn daar nu ook mee bezig met het label Choking Pigeon Records. Ook gaan we aan de slag met een jonge filmmaker om een nieuwe clip te maken. Dus dan niet low-budget, of ja dat wel, maar niet met telefoons en oude camera’s opgenomen. We zitten verder nog niet bij een label of zo, het gaat nu zo geleidelijk dat het niet echt nodig is. Laat ons eerst maar groeien.”
Issue 12
INTRODUCING
Wolf Alice
tekst Yoram van Hees
Wolf Alice was één van de tips van de Britse band Peace toen The Daily Indie heb anderhalf jaar geleden vraagde om een aantal bands to watch door te geven. Ondertussen hebben deze twee bands ook samen getoerd, en anderhalf jaar na het optreden van Peace mag Wolf Alice nu ook spelen op hét festival voor nieuwe Britse muziek: London Calling. We onderscheppen de band net voor een enorme regenbui: ze hadden een uurtje om rond te wandelen waarin de helft de rij voor het Rijksmuseum in zich heeft opgenomen en de andere helft friet was gaan eten, dan wel kijken hoe de ander friet eet. Eén van de kleine rustpuntjes in het drukke schema van de band; na het optreden op het festival in Paradiso moeten ze naar hun verblijf in Loosdrecht (‘loosetrack’) en vervolgens terug naar Londen om de videoclip voor Moaning Lisa Smile op te nemen. Men lijkt er moeite mee te hebben om het geluid van Wolf Alice te duiden; folk meets grunge meets britrock, een kruising tussen The xx en Hole? Wanneer de band er zelf naar wordt gevraagd, is het simpelste antwoord ook het beste: Wolf Alice is een band die gitaarmuziek speelt met wat pop-
The Daily Indie
elementen en wat hardere stukken: “Het is leuk om live te zien en hopelijk is het ook interessant om het album te beluisteren”, aldus Theodore, de bassist en de meest spraakzame van de vier. Dat album moet alleen nog een klein jaartje wachten. Na het festivalseizoen wordt er begonnen met opnemen en begin 2015 komt het uit. ‘Creature Songs’, de tweede EP, is op het moment van schrijven zojuist uitgebracht en belichaamt de tweedeling binnen het bandgeluid. Enerzijds staan er nummers op met een ‘loud party vibe’, anderzijds laten ze een meer introspectieve kant van zich horen. Hoewel de band af en toe wordt bekritiseerd om deze twee verschillende spectra in hun geluid, begrijpen ze het ook wel. Zangeres/Gitarist Ellie: “Als je Leaving You, één van onze eerste demo’s naast Moaning Lisa Smile legt of als je onze single Bros vergelijkt met b-kantje Every Cloud, ja dan klinkt dat inderdaad wel anders. Wij proberen ook gewoon verschillende dingen uit, gebruiken verschillende inspiraties en dat willen we ook niet verbergen. Hopelijk zit er een consistent geluid in.” Verder wordt er niet zo grondig iets gepland of over de sound nagedacht, aldus Theo: “what hap-
pens happens.” “De EP is niet de belichaming van de band of hoe de band zou moeten klinken. Wij zijn heel erg tevreden over de EP en over de songs erop, maar hoe wij daarop klinken, beperkt ons niet in hoe de sound van ons als band is.” Het album zelf zal uiteindelijk een mengelmoes worden van eerder uitgebracht materiaal; geen diepere conceptualisering dus, maar wel “wall to wall bangers” grapt Theo. En die ‘bangers’ hebben ze wel, zo blijkt vanavond bij hun optreden. Moeiteloos zet dit kwartet de grote zaal van Paradiso naar hun hand. Het tempo wordt bewust hoog gehouden en dat is iets wat het London Callingpubliek zeer kan waarderen. Het is de vuigste band van de avond en in die vuigheid ruiken we stiekem tóch iets van die grunge-referentie. Maar dat kan aan ons hebben gelegen...
Issue 12
THE DAILY VIDEO samenstelling Yoram van Hees
MA
The Peach Kings Mojo Thunder
DI
Rats on Rafts Powder Monkey
WO
Craft Spells Nausea
DO
OK Go The Writing’s on the Wall
VR
Royal Blood Figure It Out
ZA
White Lung In Your Home
ZO
Broeder Dieleman Land van Verandering
Christopher Owens Nothing More Than Everything..
Klik op de preview om de video op YouTube te bekijken
INTERVIEW
tekst Jelmer Luimstra
Even een quiz-vraagje: wat heeft ervoor gezorgd dat Pearl Jam bekend is geworden? Juist, Kurt Cobain van Nirvana, die shirts van de band ging dragen tijdens gigs. Deze poples brengt ons naar de hardrock van het duo Royal Blood uit Brighton. Sinds Arctic Monkeys-drummer Matt Helders namelijk een shirt van die band droeg is het behoorlijk snel gegaan met Royal Blood. The Daily Indie spreekt zanger/bassist Mike Kerr en drummer Ben Thatcher in de kleedruimte van Paradiso voor hun optreden op London Calling.
Het verhaal van Royal Blood is er een van one in a million. Terwijl de band nog maar een dik jaar bestaat, werd het nu al genomineerd voor de BBC Sound of 2014, gaf het een show op SXSW en staat het deze zomer op het programma van zowel Lowlands als Glastonbury. Het laatstgenoemde popfestival was precies waar Kerr en Thatcher zich bevonden toen ze hoorden dat de Arctic Monkeys-drummer met een shirt van hen rondliep. “We waren daar gewoon als bezoeker”, vertelt Kerr. “En we kunnen je vertellen dat we enorm dronken zijn geworden toen we dat nieuws te horen kregen.” De vraag is natuurlijk: hoe heeft het zo snel kunnen komen? Kerr legt het bestaan van de band uit: “Ben en ik speelden eigenlijk al samen sinds we zestien zijn, maar telkens in andere bands. Ik ben vervolgens een
The Daily Indie
jaar weggegaan om te gaan reizen naar Australië.” Thatcher vult hem op ironische toon aan: “Ik bleef thuis en wachtte de dagen af tot Mike terug zou komen. Toen hij kwam, haalde ik hem van het vliegveld en besloten we een band te beginnen.” Het was hun idee om iets fris en nieuws te beginnen en ze besloten dat in eerste instantie als duo te doen, met het idee om later misschien nog meer bandleden toe te kunnen voegen. Niet dat dat er ooit van gekomen is: “Onze muziek klonk als duo al zo groots dat we de bezetting zo hebben gehouden”, legt Kerr uit. In plaats van de elektrische gitaar koos Kerr er in Royal Blood voor om basgitaar te gaan spelen: “Ik was benieuwd hoe ik de bas zo groots mogelijk kon laten klinken. Naar de top, als het ware. Slechts met een basgitaar werken vind ik een goede toevoeging. Zo
Issue 12
interview
geven we onze muziek een eigen handtekening.” Zodra het duo vijf tracks geschreven had, besloot het de studio in te duiken: “Het koste ons vijfhonderd euro voor een paar dagen opnemen bij een vriend en geld om onze nummers te masteren hadden we niet,” illustreert Kerr de do it yourself-begindagen van de band. Nadat de band zijn muziek online had gezet, duurde het slechts een maand voordat de muziekindustrie de nummers opmerkte en kregen de leden een droomaanbod om fulltime met deze band bezig te gaan. Royal Blood staat nu getekend bij Warner Bros. Records: “Het was echt een uitkomst,” blikt Kerr terug. “Als je een gewone baan hebt, ben je erg beperkt in de tijd die je in een band kunt stoppen. Dit gaf ons dus de mogelijkheid om in alle rust songs te schrijven. Deze recorddeal is eigenlijk wat ons heeft gebracht tot waar we nu zijn.” In een rommelige studio een paar tracks opnemen, een bekende rockster die je T-shirt draagt en opgemerkt worden door een grote platenmaatschappij: eigenlijk is het allemaal erg klassiek rock-‘n-roll. Net zo klassiek
The Daily Indie
Royal Blood
als de seventies-hardrock van het duo in feite klinkt. Over hun invloeden zijn de bandleden het snel eens: “Led Zeppelin, Queens of the Stone Age”, begint Thatcher. “Maar ook Jeff Buckley en alle zijprojecten van Jack White”, vult Kerr hem aan. Zie je de personen van Kerr en Thatcher als vaste bezoeker van de lokale classic rockbar in Brighton voor, dan ben je niet alleen. Niets is echter minder waar: “We gaan eigenlijk alleen naar discotheken”, begint Thatcher meteen. “Als we bandjes gaan kijken, gaan die op een gegeven moment namelijk teveel op elkaar lijken,” vult Kerr aan. Het zegt iets over hun kritische houding tegenover Britse rockbands anno 2014. Als we Kerr vragen naar zijn mening hierover, antwoordt hij dan ook: “do you know any?” Dat andere duo uit Brighton, Blood Red Shoes, kenden ze bovendien niet eens. “Ik had wel van ze gehoord”, vertelt Thatcher. “Maar ik wist simpelweg niet wat voor muziek ze maakten en dat zij überhaupt ook een band met twee leden waren.” Kerr concludeert: “Weet je, het duo-element is bij ons ook eigenlijk vrij irrelevant, want wij willen klinken als een vierkoppige band.”
Issue 12
Donderdag 14 augustus PRESENTS:
CHEaTERS PARADISO AMSTERDAM Elke issue vragen we een band om eens een lekkere mixtape te maken voor ons. Een speciale playlist die je op je gemak kunt beluisteren via Spotify. Voor de twaalfde editie van The Daily Indie hebben we de Amsterdamse band CHEATERS gevraagd, waar wij op de redactie al een tijdje flink fan van zijn. De band gaat bijzonder lekker op het moment en staat dit jaar onder andere op ‘t PITCH Festival met hun ziek aanstekelijke electro-pop. De lijst die de band heeft samengesteld gaat allerlei lekkere kanten op en neemt je mee van MĂ˜ naar FKA Twigs, The Child of Lov, Peaches, Grimes en Baths en Caribou. Klik snel op de mixtape om de hele lijst te luisteren en vergeet op 14 augustus zeker niet naar Paradiso te komen, want dan speelt de band op onze avond tijdens Dondergrondse!
E P TA X I M Klik hier voor de Spotify Mixtape!
interview
interview
tekst Robin van Essel foto’s Liam Cushing
Met je vrienden op de middelbare school zonder pretenties muziek gaan maken en wat nummers op MySpace gezet . Die worden opgepikt terwijl niemand weet wie je bent. Alle blogs willen wat van je, terwijl je in de studio van superproducer Paul Epworth zit voor je debuutplaat. Sounds familiar?
Het klinkt bijna te perfect, vindt ook Dave Bayley, frontman van Glass Animals, maar hij zweert dat de opkomst van zijn band geen slim geregisseerde marketingtruc op z’n Arctic Monkeys is. “We zetten wat songs online in 2010 en ineens begonnen er mensen contact op te nemen: heb je een advocaat nodig, of een manager? Nee, waarom zouden we die in godsnaam nodig hebben? We hebben toen de tracks maar offline gehaald om ons diploma te halen. We dachten: als mensen het nu vet vinden, dan over twee jaar ook nog wel. Toen begon het wel te dagen dat het vooruitzicht van een leven als muzikant geweldig is.” Het is Glass Animals op zijn dubbelzinnigst. Het zijn de aardigste jongens die je ooit zult spreken, maar je kan je niet aan het idee onttrekken dat ze je aan de lopende band in de zeik nemen. Wanneer je vraagt of de band de constante vergelijking met Alt-J vervelend vindt: “Wie? Ik heb er wel eens van gehoord, ja. Misschien moet ik er eens naar luisteren.” Of de oude bandnaam ‘Occult Bunny Lagoon’, die in veel interviews opduikt? “Geintje. Typisch The
The Daily Indie
Guardian die zijn feiten niet checkt.” Oxford Glass Animals werd in 2010 opgericht in Oxford – de universiteitsstad waar Radiohead, Supergrass en Foals ook vandaan komen. Bayley: “Er zijn daar zo veel goede bands en zalen, zoals de Zodiac en de Jericho Tavern. Daar stonden we met zijn vieren bij een van de allereerste shows van Foals.” Volgens Bayley had de stad ook bij Glass Animals invloed op de tegendraadsheid van de band: “Er wordt veel geëxperimenteerd, het is een intelligente stad. Mensen lezen boeken op straat, zijn een beetje excentriek. Worden wij dat ook genoemd? Haha, we zijn gewoon onszelf. Waarschijnlijk zijn we gewoon vrij weird, ja.” Die weirdness is tekstueel bezien misschien het gevolg van Bayley’s achtergrond. Hij studeerde af in de neurowetenschap en bracht voor zijn studie tijdens het schrijven van songs veel tijd door met psychiatrische patiënten: “Ik denk dat het voor veel mensen onmogelijk is om de wereld
Issue 12
interview
Glass Animals
“ Enige nadeel is dat mijn moeder teleurgesteld is dat ik geen neurowetenschapper ben geworden, haha.�
INTERVIEW
te zien zoals een psychiatrische patiënt dat doet. Ik vind het ronduit interessante mensen, ze hebben bizarre verhalen. Dat heeft veel invloed gehad op de debuutplaat.” ZABA Die debuutplaat heet ‘ZABA’, naar het boek ‘The ZABAjaba Jungle’ van William Steig, en kwam begin juni uit. Bayley: “We releasten de singles Black Mambo en Exxus en kregen een aanbod van labels. Toen zijn we gaan denken over een album. Het was vrij spontaan allemaal.” Glass Animals tekende uiteindelijk bij Wolf Tone, het label van superproducer Paul Epworth: “Hij heeft de albums gemaakt waardoor wij vrienden zijn geworden: Maxïmo Park, LCD Soundsystem, Bloc Party… Hij zei steeds dat dit een erg hands-off project was voor hem, dat hij ons getekend had omdat hij onze sound goed vond en hij die niet teveel wilde veranderen. Hij is natuurlijk ook superdruk met platen maken voor Adele, Coldplay en U2 en zo. Hij gaf ons wel het lef om te experimenteren en niet te veel te overanalyseren.”
The Daily Indie
Glass Animals
Weird random noises ‘ZABA’ klinkt inderdaad rauwer, minder overdacht dan het materiaal dat voor de release werd uitgebracht – al elf songs stonden er nog voor de release op Spotify. Maar vier daarvan haalden het album, maar werden wel opnieuw opgenomen: “Bij de eerste songs waren we aan het experimenteren, leren over de studio, instrumenten en wat we wilden maken. Dat hoorde je terug. Ik vind samenhang in albums belangrijk, daarom hebben we met het maken van een album gewacht tot we genoeg zelfvertrouwen hadden om ons niet meer te interesseren in wat andere mensen ervan zouden vinden.”
klooien met synths, net zo lang tot het klopte met wat er in mijn hoofd zat.” Bij de intense live-shows van Glass Animals gaat het er weliswaar bijzonder analoog aan toe: “Veel mensen zijn verbaast dat we zo veel instrumenten gebruiken ja, maar negentig procent van de songs begint akoestisch. We schrijven ook steeds meer samen. Het belangrijkste is dat we plezier hebben op het podium, absoluut. Het is geweldig om muzikant te zijn. Enige nadeel is dat mijn moeder teleurgesteld is dat ik geen neurowetenschapper ben geworden, haha.”
Het resultaat is een fascinerende mix van indietronica, hiphop, r&b en soundscapes. Bayley noemt steevast Burial, Flying Lotus en Madlib als de belangrijkste invloeden op het album: “We hebben allemaal nogal een brede smaak. Het was moeilijk om er samenhang in aan te brengen. Ik werd regelmatig midden in de nacht wakker met een melodie in mijn hoofd, om vervolgens uren lang verzamelingen weird random noises bij elkaar te
Issue 12
THE DAILY LITERATURE Samengesteld door Tim Maarten Verheijen
Omdat we bij The Daily Indie (af en toe) heus ook nog wel iets anders doen dan de hele dag onze gehoororganen afbeulen in onze zoektocht naar de nieuwste en beste muziek die deze wereld te bieden heeft, bieden we vanaf nu jou ook even je rustmomentje, een tussendoortje om even mee bij te komen van al dat muzikale geweld zodat je daarna weer kwiek en vol goede moed je kan storten op de nieuwste en beste muziek die deze wereld te bieden heeft. Oftewel: The Daily Lit! Een literair intermezzo bij deze audiovisuele queeste. Elke uitgave een feature over een meer of minder bekend genre, auteur of boek én een publicatie van een getalenteerde ongepubliceerde schrijver. Graag gedaan. #5 Ik hoorde een gesmoorde krak. Ik voelde hoe de botsplinters zich nestelden in het weefsel onder mijn linkerslaap, in een ruimte die er zojuist nog niet was. Ik zag rode spetters dansen met de witte verfspetters op de betonnen vloer. Ik rook het klamme zweet, de broeierig zoete Yves Saint Laurent. Ik proefde ijzer. Zware laarzen in verse sneeuw. Mijn hartslag sloeg tegen de muren van de benauwde ruimte. Ze bewoog niet. Ik kon niet anders: mijn handen zaten met een zeilknoop die ze nog kende van de scouting vastgebonden achter de rugleuning van de klapstoel. Ze zat onderuitgezakt met haar rug tegen de muur, haar benen lenig zijdelinks langs haar lichaam en haar handen over elkaar in haar schoot. Ze had parels op haar bovenlip en een ader klopte uitdagend op haar voorhoofd vanonder losgekomen plukjes van haar opgestoken haar. Het knotje prijkte nog parmantig op haar achterhoofd. Ze hoefde zich geen zorgen te maken. Ik was goed verzekerd: tandarts, aanvullend, the lot. Maar ze keek niet bezorgd; ze staarde met een flauw glimlachje om haar mond naar de grond. Content, bijna. Het zou wel weer vragen oproepen. Max zou het dit keer niet kunnen ne-
The Daily Indie
geren, en dat ik zo vaak van de trap sodemieterde geloofde hij al lang niet meer. Ik zag het al aan haar in het café, toen ze zorgvuldig en geconcentreerd het citroenpartje boven haar tonic uitkneep, het pitje in het glas liet liggen, haar wenkbrauwen in de knoop. Haar vet, wimpers klonterig, een vlek op haar kraag. Privé en werk gescheiden houden is ons devies, maar het sijpelt er in, wurmt zich door de kieren. Ze verslikte zich en spuugde de pit uit in de asbak op tafel. Met tranen in haar ogen keek ze me aan. Ik penetreer haar ook wel eens, als ze dat van me vraagt. Als haar witte huid blauw en rood opzwelt en nog strakker om haar vlees komt te zitten. Als ze genomen wilt worden, als lijdend voorwerp. Maar alleen als ik nog niet aan de beurt ben geweest, als ik nog de spanning van het vooruitzicht in mijn zenuwen heb zitten. Ik kom dan in haar gezicht en fotografeer haar. Er zijn ook foto’s van mij, hoewel ik niet meer zo goed weet hoe compromitterend die zijn. Maar dat is onze verzekering: de wetenschap dat we elkaars reputatie kunnen slopen met één druk op de knop. Lust heeft er niets mee te maken, erotiek ook niet. Het is werken, werkelijk. Noeste arbeid. Ik wil het niet, zij net zo min, maar het moet. Arbeit macht frei. En wij faciliteren elkaar daarin. Een keer was ze zwan-
ger. Je begrijpt dat dat niet lang heeft geduurd. Ik hoorde het pas later, toen ze het een keer quasi-terloops liet vallen. Wat ik er van moet geloven weet ik niet, ze zegt wel vaker stomme dingen. Om mijn letsel enigszins te maskeren liep ik met mijn zonnebril op naar mijn auto en stapte wat moeizaam in. De vriendelijke vrouwenstem groette mij en ik voerde het adres van het ziekenhuis in. Ik zuchtte één keer diep en bereidde me vast voor op het gesprek met Max. Het was maar een ongeluk, mijn eigen schuld, mijn nieuwe Oxfords, hij moest me vertrouwen; de gebruikelijke bullshit. Of moest hij vanavond tot laat werken? Door de pijn in mijn kaak kon ik mij slecht concentreren op de weg en ik mistte een paar keer een afslag. Er was nog een plek vrij dichtbij de ingang. Ik meldde me bij de poli en kreeg ondanks mijn gehavende voorkomen met dikke kaak en kapotte onderlip een speelse glimlach van een van de minder afzichtelijke broeders. Nog geen tien minuten later kwam dokter Willems al op mij afgelopen met uitgestoken hand en kwasterige lach. — Zo, meneer Verheijen, u maakt wel goed gebruik van uw eigen risico hè! Zegt u eens, wat is er gebeurd? — Ik ben gevallen. Tim Maarten Verheijen
Issue 12
interview
interview
tekst Cathelijne de Groen
Damon McMahon, de man achter Amen Dunes, heeft met zijn 33 jaar al een druk verleden achter de rug. Een verleden dat hem maakt tot wie hij nu is. Damon is een jaar of zeventien als hij begint met live-optredens tijdens ‘open mic’ avonden in de buurt van zijn school. Een paar jaar later begint hij samen met zijn broer en wat vrienden de band Inouk: “Dat was heel andere muziek, een beetje Roxy Music en Stone Roses.”
“De muziekindustrie was toen nog heel anders. Er ging veel geld in om en dat merkten wij ook. Er was een soort hype rond de band, iets wat je nu minder snel hebt. We hadden sjieke etentjes met advocaten enzo. Heel erg oppervlakkig allemaal. Maar het gebeurt nog steeds, als een platenmaatschappij besluit dat een band het gaat maken dan zorgen ze daarvoor. Ze laten mensen denken dat de muziek goed is, terwijl dat niet zo is.” Maar als Damon 26 jaar is vertrekt hij voor langere tijd naar China. Hij wil weg uit New York en weg van de muziek: “Ik was uitgeblust. Ik was destijds niet op de plek waar ik nu ben. Nu kan ik uit puur het maken van muziek voldoening halen, zonder dat ik de meest succesvolle persoon in de wereld hoef te zijn. Dat kon ik destijds niet, mijn ego kon dat niet aan. Ik was jong en voelde me als een mislukking.” Een aantal maanden voordat hij naar China vertrekt neemt hij zijn eerste Amen Dunes album op. Na twee jaar keert hij terug naar New
The Daily Indie
York, omdat er serieuze interesse is in zijn muziek: “Ik wilde niet terug naar New York, China was mijn uitvlucht. Maar ik werd overtuigd om terug naar New York te gaan en zo begon ik langzaam weer muziek te maken.” Eerlijk en persoonlijk Damon heeft een wat sombere jeugd gehad. Iets waar hij vaker openlijk over heeft verteld: “Ik denk dat het belangrijk is voor artiesten om zichzelf bloot te geven. Daarmee leg je je muziek uit. Ik vond het vroeger altijd geweldig om eerlijke en persoonlijke interviews te lezen. Ik las eens een heel lang en oprecht interview met Mick Jagger in Rolling Stone Magazine, ik vond het geweldig. Daarom probeer ik heel open te zijn, hoewel ik toch voorzichtig ben. Ik zou willen dat ik de ballen had om echt alles te zeggen over mijn verleden bijvoorbeeld, maar dat is wat ongepast. Als ik ouder ben komt dat wel. Maar dit album is heel erg persoonlijk. Als mensen de lyrics lezen, zullen ze ook veel begrijpen.
Issue 12
interview
“ Het album gaat vooral over het soort liefde waar artiesten die ik bewonder het over hebben: zoals Marvin Gaye, Elvis, Van Morrison�
Amen Dunes
interview
Amen Dunes
tekening Damon McMahon
INTERVIEW
Het eerste nummer op het nieuwe album White Child’ en gaat over mijn moeder. Mijn ouders hielden van me en zorgden goed voor me, maar mijn familie was behoorlijk fucked up. Ik heb een tijd geen contact met ze gehad, maar dat probeer ik nu weer te onderhouden. Het is toch je familie. Ze weten tegenwoordig zelfs hoe mijn band heet en mijn moeder is een maand geleden voor het eerst naar één van mijn optredens geweest.” ‘Love’ is het nieuwe album van Amen Dunes. ‘Love’ als albumtitel klinkt wat afgezaagd en hoewel het in zekere zin ook over liefde gaat, heeft Damon hiervoor gekozen omdat het lekker ‘punk’ klinkt, riskant en gedurfd is. Juist omdat het afgezaagd is: “Het album gaat vooral over het soort liefde waar artiesten die ik bewonder het over hebben: zoals Marvin Gaye, Elvis, Van Morrison. De liefde waar zij het over hebben is een soort toewijding. Een soort onbaatzuchtige liefde. Maar het gaat op de tweede plaats ook gewoon over geliefden, want ik
The Daily Indie
Amen Dunes
schreef het album net nadat mijn relatie was uitgegaan. Veel nummers gaan over die relatie en die persoon.” Literatuur Lyrics zijn enorm belangrijk voor Damon, al dan niet het belangrijkste: “Goede teksten laten zien dat iemand zorgvuldig is. En ik hou van lezen en van literatuur. Ik hou nog meer van literatuur dan van muziek. Ik bewonder goede schrijvers. En mijn muzikale helden zijn Bob Dylan, Alex Chilton, mensen die teksten erg serieus nemen. Het geeft betekenis aan een nummer.”
waardeer. Ik hou niet zo van de hedendaagse muziek, maar wat hij doet is fantastisch. Elias is echt een magische kerel. Zijn aanwezigheid, zijn energie, hij is charmant, intelligent, hij is echt geweldig!” En nu? “We toeren tot november. Daarna rond december/januari wil ik weer een nieuw album gaan opnemen.”
Op het nieuwe album zijn Colin Stetson en Elias Bender Rønnenfelt (Iceage) te horen: “Tijdens het samenwerken met Godspeed You! Black Emperor stelden zij voor om met Colin te werken. Ik kende hem niet, maar hij is een ontzettend goede muzikant. Hij kwam naar de studio en ik vroeg of hij zijn ding wilde doen bij de muziek. Maar Elias was al een goede vriend van me en een muzikant die ik enorm
Issue 12
COLUMN
Muziek Robin Kramer
‘Dat is hem,’ zeg ik. ‘Dat is hem gewoon, man.’ ‘Waar?’ vraagt Lourens. De Oudegracht stroomt onder ons door. Ik wijs, zo onopvallend mogelijk, naar Jeff Mangum van Neutral Milk Hotel. Hij heeft een baard – iets waar ik allang van op de hoogte was omdat ik in de weken daarvoor als een krankzinnige het schaarse aantal YouTube-filmpjes van zijn optredens uit 2013 en 2014 had bekeken – en loopt, een canvastas nonchalant over zijn linkerschouder bungelend, voor Tivoli langs. ‘Moeten we naar hem toe?’ vraag ik. ‘Nee,’ zegt Lourens. ‘Nee, dat gaan we niet doen.’ ‘Nee, dat is misschien maar beter.’ Wat we wel doen is, zo onopvallend mogelijk, zijn kant op lopen. Zodat we kunnen zien hoe hij verdwijnt, zoals hij dat vijftien jaar geleden ook had gedaan. Een aantal minuten later, iets bedaart, gaan we weer op ons bankje zitten en nemen we nerveuze slokjes bier. ‘Dat was Jeff Mangum,’ fluistert Lourens. ‘Ja,’ zeg ik. ‘Dat was Jeff Mangum. Van Neutral Milk Hotel.’ Maarten heeft zich inmiddels bij ons aangesloten. We kopen merch. De afspraak is dat we alle drie een ander t-shirt nemen, zodat niemand dezelfde heeft. Lourens heeft er eentje met een fladderende platenspeler, ik met twee muzikanten die drums als gezichten hebben, Maarten met een ballerina. ‘Zijn we niet een beetje aan het fangirlen?’ vraag ik. ‘We zijn ontzettend aan het fangirlen,’ zegt iemand anders. ‘Maar dat maakt me niets uit.’
Robin Kramer (1990) is schrijver en singer/songwriter. Meer over hem kun je vinden op www.robinkramer.nl en hij schrijft ook dingen in 140 tekens, daar kun je hem vinden onder @robinkramerr.
The Daily Indie
Na The War On Drugs – wat een snoozefest trouwens, alle nummers klinken hetzelfde, je hoort niet wat hij zingt door de overdreven galm, maar je weet wel dat het nét iets te veel als Dylan klinkt om nog gewoon een inspiratie genoemd te worden en aan het eind van elk nummer, élk nummer, laat hij zijn linkerhand naar de bovenste frets glijden om één of andere
vergeetbare solo te spelen – lopen we naar de voorkant van de zaal om dichtbij het podium te staan. Vlak voor aanvang, als iemand wil voordringen, zegt Maarten: ‘Jij blijft hier staan. Dit is belangrijk voor ons. Normaal gesproken vinden we het niet erg, maar het gaat nu niet gebeuren.’ ‘Hipsters,’ zeg ik en schud mijn hoofd, maar als ik naar mezelf kijk zie ik eigenlijk hetzelfde (alleen dan zonder baard want die kan ik nog steeds niet laten groeien). Ik wantrouw geluk. Van het lijden kun je in ieder geval zeggen dat zij eerlijk en onontkoombaar is. Met geluk is altijd iets vreemds aan de hand. Misschien omdat het alleen voor korte periodes bestaat en vervolgens het best te genieten is in retrospectief. Maar was ik gelukkig tijdens de show van Neutral Milk Hotel? Intens gelukkig. Buiten mezelf van geluk. Maar waarom? Is de muziek écht zo goed? Ja, ongetwijfeld. Maar er is meer aan de hand: als Jeff Mangum zingt dan zegt hij tegen mijn vrienden wat ik niet kan of durf te zeggen, ook als de liedjes totaal ergens anders over gaan. ‘In the Aeroplane over the Sea’ is meer dan de soundtrack van onze vriendschap: het is de common ground waarin we elkaar vinden, en weten dat het goed is, ook als we straks vijfendertig zijn en de ‘agenda’s naast elkaar moeten leggen’. Hetzelfde geldt voor ‘Kind of Blue’ van Miles Davis, wat ik niet kan horen zonder meteen iets te moeten schrijven. Of als ik Will The Circle Be Unbroken met mijn vader speel als ik een weekend bij mijn ouders thuis ben en ik het idee heb dat ik, in die drie minuten, hem meer over mezelf heb verteld dan in al die jaren daarvoor. Muziek is de taal van het onuitgesprokene, en dat klinkt cliché, natuurlijk, maar zo is het geluk nu eenmaal.
Issue 12
interview
interview
tekst Robin Kramer
Conor Oberst, frontman van bands als Bright Eyes en Desaparecidos, is terug met een nieuw solo-album: ‘Upside Down Mountain’. Reden genoeg voor The Daily Indie om hem te interviewen.
Ik heb veel naar je nieuwe plaat geluisterd en het viel me op dat je terug bent gegaan naar een meer conversational approach van schrijven, in tegenstelling tot de meer cryptische benadering op, bijvoorbeeld, ‘The People’s Key’. Was dat opzettelijk? “Ik denk dat een groot deel van mijn werk een reactie is op wat ik daar vlak voor aan het doen was. ‘The People’s Key’ en ‘Upside Down Mountain’ zijn daar een goed voorbeeld van. Zoals je al zei was ‘The People’s Key’ cryptischer en met opzettelijk, dichtgetimmerd taalgebruik. Hoewel het niet met opzet was, merkte ik me dat ik meer richting een conversationele schrijfstijl begon te bewegen op deze plaat. I guess that is just my restless nature shining through.” Jonathan Wilson heeft je geholpen met het opnemen en produceren van dit album – ik vroeg me af hoeveel je andere muzikanten een invloed laat hebben op je liedjes? Veranderen ze nog veel zodra je in de studio bent? Of zijn ze min of meer besloten? “Ze maken veel veranderingen door in de studio. Iedereen die op de plaat speelt,
The Daily Indie
draagt bij aan die veranderingen. Op wat voor een manier dan ook. Zoals met alles is het moeilijk om vast te stellen wanneer de liedjes af zijn en zoveel beslissingen, qua arrangement en compositie, zijn gemaakt tijdens het mixen door mijzelf en Jonathan. Maar er zijn ook andere vingerafdrukken op het album te vinden: Andy LeMaster, Blake Mills, Nate Walcott, de dames van First Aid Kid schieten me ook te binnen.” Je albums lijken altijd een gemeenschappelijk thema te hebben, terwijl de liedjes nog steeds sterk zijn als je afzonderlijk naar ze luistert – is dat iets dat je bewust doet? Ga je op zoek naar een thema of merk je dat het er is zodra de stapel liedjes zijn geschreven? “Dat is niet iets waar ik bewust naar op zoek ga. Maar ik merk wel dat als ik een stapel liedjes heb geschreven er patronen beginnen te verschijnen. Ik denk dat dit album minder conceptueel is dan een aantal andere die ik heb gemaakt, ook omdat de liedjes over een langere periode, drie jaar, zijn geschreven. Maar er zijn nog steeds thema’s te herkennen. Ik hou van dat soort platen, waarop de liedjes bij elkaar lijken te horen en elkaar verheffen als je het hele
Issue 12
interview
Conor Oberst
“Ik weet niet wat de toekomst brengt. Misschien dat de mensheid me nog verrast. Ik hoop het zeker.�
INTERVIEW
Conor Oberst
blijven op de plaatsen waar dat niet lukt.” Eén van mijn favoriete liedjes op de nieuwe plaat is Desert Island Questionairre. Het komt een beetje cynisch over, of misschien simpelweg bezorgd over de tijd waarin we leven. “Het is ook cynisch, en beangstigend. Ik kan niet zeggen dat ik optimistisch ben als het gaat om de inherente zelfzuchtigheid van het menselijk hart en waar zij kruist met de onbetwiste technologie, fanatieke religies en de afnemende hulpbronnen op aarde. Ik weet niet wat de toekomst brengt. Misschien dat de mensheid me nog verrast. Ik hoop het zeker. Momenteel zijn we in ieder geval verschrikkelijk voorspelbaar.” Op Enola Gay zing je over ‘mixing Charles Manson songs up with show tunes’. Ik ben ontzettend benieuwd hoe je zo’n line verzint… “Het is gewoon een speelse, kleine illustratie over de concurrerende manifestaties van de menselijke natuur. Het beste en het slechtste in ons en hoe snel die elkaar afwisselen en in elkaar overlopen, like a shitty mashup remix. Het is een beetje een jokey line, maar ik vind hem wel leuk.”
album in één keer luistert.” Eén van de thema’s op dit album, lijkt mij, is escapisme en iemand anders worden tegenover een thuis vinden en settlen – was die discrepantie aanwezig terwijl je dit materiaal schreef? “Escapisme is altijd al een thema van mij geweest. Ik denk dat dat deels door het ‘gras is altijd groener’-scenario komt. En zoeken naar betekenis en tevredenheid. Maar ik heb gemerkt dat er geluk kan worden gevonden in conflicterende gevoelens. Het verlangen naar geborgenheid en avontuur kunnen naast elkaar bestaan. Home and away. We leven allemaal in een constante stroom, dus moeten we troost proberen te vinden waar het kan bestaan en er niet naar op zoek
The Daily Indie
In één van je Bright Eyes-liedjes, If The Brakeman Turns My Way, zit de zin: ‘All this automatic writing I’ve tried to understand.’ Is dat hoe het werkt voor jou? Ik bedoel: ben je praktisch ingesteld als je liedjes schrijft of wacht je tot het je aan komt vliegen? “Ik denk een beetje van beide. Ik kan niet wanneer ik maar wil gaan zitten en een liedje schrijven. Dat is niet hoe het werkt. Zelfs na al deze jaren is er nog steeds geen methode. Het gaat erom dat je open bent en een vruchtbare, mentale omgeving voor jezelf creëert waar de liedjes uit voort kunnen komen. Maar zodra het eerste idee zich presenteert (en dat is het magische gedeelte) weet ik hoe ik verder moet tegenwoordig. Omdat ik het zoveel heb gedaan. Ik ben beter geworden in het redigeren van mijn eigen materiaal en mezelf te for-
Issue 12
INTERVIEW
ceren ideeën steeds opnieuw te bezoeken totdat ze, hopelijk, zo goed mogelijk worden.” Ik weet niet of je je dit herinnert maar, tijdens je solo-show in Paradiso van afgelopen jaar vroeg je het publiek of ze een oud of een nieuw liedje wilde horen. De meeste mensen vroegen om een oud liedje. Storen dat soort dingen je? Of begrijp je het ergens wel? “Ik begrijp het wel. Het doet me niet al te veel. Mensen willen dingen horen waar ze bekend mee zijn. Zo gaat het. Ik probeer altijd een balans te vinden tussen mijn nieuwe en oudere materiaal als ik optreed tegenwoordig. Then everybody wins.” Is het vreemd voor je om die oudere liedjes te zingen? Kun je nog steeds in die sfeer komen? “Sommige. Ik speel alleen de liedjes waar ik me nog goed over voel. Ik heb honderden liedjes dus ik ben allang blij dat ik er een aantal in het verleden kan laten, maar er zijn er nog steeds een heleboel waar ik me verbonden mee voel.” Je hebt een aantal vrij obsessieve fans die soms bijna naar je teksten lijken te leven. Heb je je zelf weleens zo gevoeld over een liedje of album?
The Daily Indie
Conor Oberst
“Ik ga door fases met bands en songwriters waarin ik behoorlijk geobsedeerd kan raken. Niet zozeer met de artiesten met maar met hun werk. Absoluut. Het is altijd een beetje een moving target maar dat maakt het ook fijn – er is zoveel muziek in de wereld om te ontdekken en jezelf in onder te dompelen.” Je noemt Hemingway op Common Knowledge. En je hebt in je carrière wel vaker aan literatuur gerefereerd: Don DeLillo op Gold Mine Gutted, Hunter S. Thompson op Roosevelt Room. Heb je zelf eigenlijk literaire aspiraties? “Niet echt. Ik geloof dat liedjes en fictie of poëzie schrijven behoorlijk verschillende disciplines zijn. Na twintig jaar heb ik het idee dat ik een aardig goede songwriter ben, maar ik denk niet dat dat meteen betekent dat ik ook een goede dichter of prozaschrijver zou zijn. It might be fun to try at some point. Met een beetje geluk leef ik lang genoeg om ooit nog eens aan dat soort hobby’s toe te geven.”
We hebben al een heleboel opgenomen. We hopen op een release ergens volgend jaar.” Het titel van je album is ‘Upside Down Mountain’, een berg in Frankrijk waarvan sommige mensen geloven dat het een geheime parkeerplaats is voor UFO’s. Betekent dit dat je nog steeds in je alienfase zit? “Ha! That’s an awesome question. Ja, ik zit voor altijd in mijn alienfase! Until they come, until they come! Maar ik wist dat eerlijk gezegd niet toen ik de albumtitel koos, maar toen ik er eenmaal achter kwam zag ik dat wel als een goed voorteken.”
Het is misschien een beetje vroeg om te vragen maar, zijn er plannen voor nieuwe Monsters of Folk of Desaparecidos-platen? “We zijn bezig met het afronden van een nieuwe Desaparecidos full-length.
Issue 12
The Daily Indie heeft een compleet vernieuwde website! Elke twee weken een nieuwe webzine met alles wat je van The Daily Indie gewend bent: interviews, albumrecensies, festival-specials, concertagenda en uiteraard een hoop nieuwe muziek. Check:
www.thedailyindie.nl
COVER STORY
COVER STORY
tekst Robin van Essel
Nope, er is niet bepaald een schrijnend tekort aan fijn krakende Californische garagerockbandjes. De stroom westcoastbands die de oversteek naar Europa maken, lijkt nog niet af te zwakken. Maar eens in de zoveel tijd steekt er één met kop en schouders bovenuit. Zo ook together PANGEA, een band die uitgerekend zijn best doet niet in dat rijtje opgenomen te worden.
We waren vorig jaar aangenaam verrast, toen de Californische blog Rollo & Grady een live-sessie plaatste van de band Pangea, met de aangenaam giftige single Snakedog. Pangea – de naam werd na een conflict met verschillende bands die dezelfde naam claimen omgedoopt naar ‘together PANGEA’ – bracht weliswaar al twee albums en een handvol EP’s uit. Uitgerekend de derde langspeler ‘Badillac’ zorgt nu voor de definitieve Europese doorbraak. Uitgerekend, want de plaat is nauwelijks representatief voor wat de band eerder deed. NCIS Geloof het of niet, de eerste keer dat Europa met terugwerkende kracht kennis maakte met together PANGEA was in een aflevering van NCIS. Het is best hilarisch om hoofdrolspeler LL Cool J als agent San Hanna bloedserieus te zien vertellen dat hij een achtjarig, ontvoerd meisje ooit leerde om Snakedog te drummen. “Let’s be clear: we hebben dit meisje haar leven gered”, lacht bassist Danny Bengston (dankzij de
The Daily Indie
plaat weet de NCIS-crew het meisje te vinden, red.) “Onze publisher heeft het geregeld. De serie wilde Metallica, maar die waren te duur. Het grappige is dat het meisje acht jaar oud is. Best ongepast om dan ‘my dick is soft’ mee te zingen, haha.” Die nu al legendarische zinssnede ‘my dick is soft’, uit het nummer Sick Shit, illustreert together PANGEA anno 2014 blijkbaar goed – de band verkoop condooms met de leus. Het is een nogal tegenstrijdig statement voor een band die twee albums maakte met testosteron-fueled garagepunk party-anthems. Maar al met al is ‘Badillac’ nauwelijks een partyplaat. Uitgerekend de single Snakedog, die zorgde voor de Europese doorbraak, is de link tussen tweede plaat ‘Living Dummy’ en het nieuwe werk van de band. De song staat dan ook niet op ‘Badillac’. “Het paste niet echt”, legt zanger William Keegan uit. “Het is een makkelijk rocknummer. We vinden het ook niet meer leuk
Issue 12
COVER STORY
Together Pangea
“ We hebben intentioneel voor minder positieve songs gekozen. We wilden een ambigue, donkere popplaat maken.�
COVER STORY
om live te spelen. Het is representatief voor ‘Living Dummy’. Het energielevel is zo anders. Het is ook anders in Europa. Hier kende niemand die plaat, maar thuis is-ie favoriet. Het is toch leuker spelen als mensen je songs kennen. Er veranderde wat toen we realiseerden dat er hier echt naar ‘Badillac’ werd geluisterd.” Veranderende dynamiek Het contrast tussen plaat twee en drie is inderdaad groot: ‘Badillac’ klinkt ook heerlijk krakend en schurend, maar wanneer je beter luistert, is het niet allemaal alcohol- en drugsgerelateerde zonneschijn. Keegan: “Ik zat in een verwarrende, verstikkende relatie. ‘Badillac’ is daarom nogal donker en pessimistisch. We begonnen met dertig songs. Tien daarvan waren echt ‘Living Dummy’ deel twee. De rest had een andere dynamiek, die beter paste bij onze smaak van die tijd. Je wil ook niet in herhaling vallen. We hebben intentioneel voor minder positieve songs gekozen. We wilden een ambigue, donkere popplaat maken.”
The Daily Indie
Together Pangea
“ Overigens vinden we ‘bubble grunge’ zelf de beste genreaanduiding, haha.” Garagerock Met bands als FIDLAR, Black Lips, The Oh Sees en The Growlers, die voor dit genre de weg in Europa plaveiden, was de timing voor together PANGEA precies goed. Bengston: “We dachten dat het lastig zou worden, maar de reacties zijn geweldig. Wat dat betreft voelt het hier als een tweede Amerika. Ik weet dat jullie het fijn vinden om zo genoemd te worden, haha! Maar serieus: natuurlijk helpt het om onderdeel van die scene te zijn, anders zou jij ons nu ook niet interviewen.”
Desondanks laat de band in interviews regelmatig weten niet gediend te zijn van het label ‘garagerock’. “We hadden op ‘Living Dummy’ de intentie om zo te klinken, maar nu niet meer. We hebben op zich niks tegen die scene, we zijn goede vrienden met veel bands. Maar we willen voorkomen dat we daarin gevangen komen te zitten. We willen ook songs kunnen schrijven die ver van garagerock afliggen, zonder dat we mensen afschrikken. Het gaat ook meer om die term. Het reduceert je tot een trend. Overigens vinden we ‘bubble
Issue 12
COVER STORY
grunge’ zelf de beste genreaanduiding, haha.”
Together Pangea
Seks, drugs en rock ‘n roll together PANGEA mag dan niet de zoveelste westcoastband zijn, dat betekent niet dat de band zijn tijd vult met serieuze, diepgaande filosofie. De bands videoclips spreken boekdelen en Keegan vertelde in meerdere interviews dat hij meestal stomdronken op het podium staat. “Sinds we in Europa zijn valt het mee”, zegt hij. “Eigenlijk pas één keer. De jetlag is ook killing. Sinds we op SXSW hebben gespeeld, zijn we wat verantwoordelijker. Na de show worden we trouwens wel altijd dronken.”
“Het is grappig”, zegt Bengston. “Een band als FIDLAR wordt altijd gezien als een stelletje dronken slackers, terwijl ik geen andere gasten ken die hun carrière zo serieus nemen als zij. Kledingstijl en songsteksten zijn aanleiding om een band zo te zien, ook bij ons. Het is niet per sé slecht om zo’n imago te hebben. Soms wil je niet alleen een band zien die technisch goed speelt. Dronken klojo’s die er een zooitje van maken op het podium kunnen ook leuk zijn. Ik denk dat indierock iets te serieus is geworden afgelopen jaren. Het publiek is dat zat en komt nu naar ons kijken. Dat worden ze ook weer zat en dan neemt triphop het weer over, haha!”
Zulke statements helpen niet bij het afwerpen van het garagerock-label, natuurlijk. De scene en de bijbehorende bands hebben niet het imago van brave huisvaders, maar dat is iets waar together PANGEA niet mee zit.
together PANGEA is dan muzikaal opgegroeid - wellicht precies de reden waarom de band nu doorbreekt in Europa: tijdens de hoogtijdagen van de westcoast-garagerock, waar de band dan weer net niet mee wil wor-
The Daily Indie
den geassocieerd. Maar de scene om de band is dus nog wel degelijk pure rock ’n roll. Keegan besluit: “Het is nu gewoon leuk. Misschien gaan we het uiteindelijk wat rustiger aan doen en onze verantwoordelijkheid nemen. Trouwens: je kan ook best fucked up on drugs zijn én verantwoordelijk!”
Issue 12
Omdat er dagelijks zoveel nieuwe muziek uitkomt, hebben we een aantal van onze favoriete nummers van de afgelopen tijd op een rijtje gezet in één overzichtelijke Soundcloud Playlist.
Twin Peaks Flavor
Gengahr Fill My Gums With Blood
Cate Le Bon Sisters
The Antlers Hotel
Velvet Morning Barrett Land
Eagle And The Worm Automatic
The Money Go Round Velvet Sky
The Skygreen Leopards My Friends
Dignan Porch Harshed
Avi Buffalo So What
Sinkane Hold Tight
GOAT Hide From The Sun
The Acid Fame
Wand Flying Golem
Ultimate Painting Ultimate Painting
Klik hier om naar de Soundcloud Playlist te gaan
The Daily Indie
Issue 10 12
interview
Passing Out Pieces of Gear with:
Passing Out Pieces of Gear with:
tekst Domenico Mangione / foto’s Vince King
Het is vijftien mei en The Daily Indie bevindt zich in de catacomben van de Melkweg zoekend naar Mac DeMarco, de jongen waar de gehele indie-rock wereld verliefd op is. Dit keer niet op zoek naar antwoorden achter de filosofische intriges in zijn woorden, maar iets simpelers, iets dichter bij de muziek: de instrumenten waarmee hij zijn muziek maakt.
Het eerste wat ons opviel toen ‘Mac DeMarco’ op ons netvlies brandde was je afgeranselde gitaar, wat kan je ons daar over vertellen? “Mijn gitaar is visueel het meest herkenbare wat ik bezit. Ik heb ‘m echt voor maar dertig dollar gekocht en is langzamerhand compleet gemodificeerd. De hals heb ik vervangen door een Mosrite-hals en de slagplaat is de gevelbedekking van het huis van een chassidische Jood. Die plank heb ik er af gesloopt omdat ik geen geld had voor een normale slagplaat”, grinnikt Mac. “Ik heb nog steeds geen flauw idee welk merk of model het is, waarschijnlijk is het een beginnersgitaar uit de jaren zestig of een zelfbouwproject. Een bastaard van een gitaar is het zeker weten, de actie is super hoog waardoor ik nu altijd met een capo speel. It plays reaaaally sketchy. Maar ze klinkt geweldig, een beetje raar, maar geweldig. Vooral door oude Fender Twin Reverb versterkers kan ik me niets beters voorstellen.” Ik durf het eigenlijk niet te vragen, maar wat als ‘ie gestolen wordt? “Ik heb geen andere elektrische gitaren,
The Daily Indie
zelfs geen reserve voor op tour. Toen ik voor het eerst naar Amerika ging leende ik gitaren, vandaar dat je foto’s van me kan vinden met andere gitaren. Maar dit is alles wat ik heb, ik hoop écht dat ‘ie niet gestolen wordt of verloren raakt tijdens het reizen… that would suck ass! Alhoewel ik dan vrij ben om een heel mooie gitaar te kopen. Waarschijnlijk zou ik een veel te fancy gitaar kopen!” Je zei al dat je het geluid van je gitaar door Fender Twin Reverbs geweldig vindt klinken. Zijn oude Twin Reverb versterkers je weapon of choice? “Ik heb een Silverface Fender Twin Reverb uit de jaren zeventig, die ik heb gekocht toen ik een tiener was. Je kunt ‘m zien in de Heatwave videoclip van Makeout Videotape bijvoorbeeld. Dat was toen het enige wat mijn gitaar zo raunchy deed klinken! Ik draaide letterlijk alle knoppen tot tien en liet het geluid heel erg fucked up en wavy klinken. Ik hou van Twin Reverbs, ze zijn chill en vooral een beetje gestoord. Ze zijn alleen véél te hard om mee op te nemen in m’n appartementje, dus gebruik ik
Issue 12
interview
Mac DeMarco
“ Die plank heb ik er af gesloopt, omdat ik geen geld had voor een normale slagplaat.�
INTERVIEW
Mac DeMarco
“ Toen ik ‘m kreeg dacht ik dat het een of andere shitty versterker was!” een oude Silverface Fender Vibro Champ die nog van m’n oma is geweest. Ze gebruikte die Vibro Champ om zangles met microfoon te geven. Toen ik ‘m kreeg dacht ik dat het een of andere shitty versterker was! Ik was helemaal gek van enorme Marshall versterkers, zoals elk veertienjarig kut kindje. Pas veel later realiseerde ik me hoe goed die versterker klonk.” Tegenwoordig zijn gitaristen bijna tapdansers vanwege de absurde hoeveelheid aan gitaareffecten die ze gebruiken. Gebruik jij effecten op je zang of gitaar? “Iedereen denkt dat ik geen effecten gebruik aangezien er bijna niets op de vloer ligt, maar ik gebruik meest-
The Daily Indie
al een Alesis MicroVerb IV wat een shitty rackeffect is. Ik heb die Alesis gekocht voor mijn eerste album en heb toen op alle nummers m’n gitaar door dit ding gejast. Ik rock gewoon de presets op dat ding, straight up rock ‘n roll! Nummer zevenendertig is Cooking Up Something Good en vierentachtig is Ode to Viceroy. Oh en deze gast, een Yamaha E1010, heb ik op bijna alle vocal tracks van ‘Salad Days’ gebruikt. Het is een soort vreemde digitale delay en klinkt een beetje als een tape delay. Ik wilde eerst een Roland Space Echo kopen, maar vond ze eigenlijk te duur dus heb ik deze gekocht. Ik heb ondertussen twee Roland Space Echo RE201’s thuis, maar ik hou ook van die Yamaha, man. Ik gebruik ‘m nu live voor m’n zang en thuis gebruik ik ‘m eigenlijk overal op, omdat ‘ie een soort chorus-achtige modulatie op de echo’s heeft zodat m’n gitaar eerst zuiver klinkt en dan ‘bweeeuheweewew’ doet. Als je ergens delay op mijn gitaar hoort is het deze guy. I love it, really good sounding shit right there!” Op ‘Salad Days’ introduceerde je met Passing Out Pieces en
Issue 12
interview
Mac DeMarco
INTERVIEW
Chamber of Reflection voor het eerst synthesizers in je nummers. Wat zorgde voor die introductie en welke synthesizers heb je op de plaat gebruikt? “Ik luisterde al veel Yellow Music Orchestra en na Tame Impala’s ‘Lonerism’ dacht ik why the hell not? Dus begon ik craigslist en eBay af te speuren voor synthesizers. Chamber of Reflection heb ik opgenomen op een Roland JX-3P en Passing Out Pieces met een Yamaha DX9, maar die was echt totally fried na onze tour in Amerika, dus heb ik een DX7 gekocht. Die DX7 is in principe het kleine broertje van de DX9 en heeft vergelijkbare geluiden. Waarschijnlijk koop ik wel weer een DX9 als ik weer terug ben in de States, want ik ben niet zo tevreden met dit ding.” Zijn die twee je belangrijkste synthesizers? “Dat zou je kunnen zeggen! Alhoewel ik nu een hoop erbij heb gekocht, zoals een Roland Juno-60 en een Sequential Circuits Prophet 05 die me echt vierduizend dollar kostte. Vooral die Juno-60 is echt m’n nieuwe baby, ze klinkt zó goed!”
The Daily Indie
Mac DeMarco
“ Vooral die Juno-60 is echt m’n nieuwe baby, ze klinkt zó goed!” Iedereen die de Pitchforkdocumentaire Pepperoni Playboy heeft gezien weet dat je zweert bij oude tape bandrecorders. Hoe neem jij je platen op en wat gebruik je daarvoor? “Ik heb alle Makeout Videotape nummers en zelfs mijn eerste album ‘Rock ’n Roll Nightclub’ opgenomen op een Tascam 244. Het is een kleine plastic viersporen cassetterecorder die met z’n gekleurde knopjes eruit ziet als speelgoed, maar dat ding klinkt absurd goed. Voor ‘2’ ben ik wat professioneler te werk gegaan en heb een oude Fostex A8 bandrecorder gekocht. Het is nog steeds een plastic ding, maar hij klinkt heel warm en gebruikt echte tapes!
Issue 12
interview
Mac DeMarco
INTERVIEW
Mac DeMarco Ik gooi alles altijd eerst door een mixer en neem dan spoor voor spoor op, zodat ik kan kloten met de pitch control. Dat is ook waarom ik geen computer gebruik, want het is zoveel makkelijker om de snelheid te veranderen met een fucking knop! De mixer die ik bij de Fostex kreeg is kapot gegaan, dus heb ik een Allen & Heath Zed 24 gekocht. Prima voor ‘Salad Days’, maar de EQ’s zijn wel echt kut. Op alles gebruik ik daarna een Alesis Micro Limiter, wat letterlijk een kleine versie van hun limiter is, net zoals mijn MicroVerb. Ik zwengel dat ding gewoon aan zodat de hele boel een stukje strakker klinkt. Niet te veel compressie natuurlijk, maar nét genoeg om alles wat beter te later klinken.” Waarom kies je ervoor om thuis op te nemen? “Ik heb wel vaker opgenomen in grote studio’s, maar ik ben nooit tevreden geweest met wat er uitkomt. Ik heb daarnaast ook nooit een nummer klaar liggen, opnemen is voor mij echt een onderdeel van het schrijfproces. Het klinkt misschien vreemd, maar uiteindelijk klinken de opnames uit een échte studio vaak een beetje saai, een beetje levenloos. Maar misschien hou ik gewoon van slechte muziek en slechte instrumenten!” lacht Mac. “Als je een van mijn instrumenten opzoekt op het internet vind je meestal recensies die klinken als: this thing is a piece of shit!”
The Daily Indie
Issue 12
Join Our Team!
Wij zijn op zoek naar: • schrijvers • fotografen • illustratoren • columnisten
Interesse? Mailen kan naar: ricardo@thedailyindie.nl
DAILY LITERATURE
#6
#6 Er zit tussen Café Restaurant Verheyden en de dansvereniging ertegenover niet meer dan anderhalve meter. Dat de Wezenstraat de Wezenstraat is en niet de Wezensteeg moeten ze me nog maar eens uitleggen. Als je op het terras zit, ben je praktisch al publiek voor de mensen die daar achter camouflageglas aan het dansen zijn. Je kunt alleen hun schimmen zien. De kleuren van een jurk, de beweging van een arm die de lucht in gaat – een vleeskleurige vlek die als een stompe klokwijzer het middaguur aangeeft. Het gedreun en gekras van salsamuziek, dat eventjes luider wordt als de postbode het klepje in de deur opent. Ooit heb ik daar uren gezeten met Maarten, fluitjes drinkend – we hadden allebei weer eens geen geld – en discussiërend over de beste manier om zoiets te omschrijven; door camouflageglas mensen te zien dansen. We waren toen misschien nog jong genoeg om te zeggen dat we ouder werden om erom te lachen, en bij onszelf te denken: jij misschien, ik niet. Maarten vertelde iets over Amos Oz. Ik luisterde niet. Misschien is dat wel vriendschap: dat je ook de tijd neemt om niet naar elkaar te luisteren. De keuze voor Verheyden was overigens snel gemaakt. Je kon er rustig zitten, in een zon die moeiteloos door de kruipruimte van de Wezenstraat kwam en je had geen last van andere mensen. En zo was het gegaan.
The Daily Indie
Totdat de danslessen waren afgelopen. Als schimmen mensen worden is dat een stuk enger dan wanneer mensen schimmen worden. Mensen worden doorgaans schimmen. Ik word bijna elke dag een schim. De gekleurde jurken hadden nu gezichten gekregen. Gezichten met rimpels en onnatuurlijke bruining. Mensen die zeggen dat ouderdom een keuze is en dat je altijd jong kunt blijven als je je jong blijft voelen, zijn meestal mensen die door ouderdom al aardig wat schade aan hun hersenen hebben opgelopen. We hoorden een gesprek over dakpannen. Een vrouw vroeg aan een andere vrouw: ‘Hoeveel dakpannen hebben jullie gekocht?’ Antwoord: ‘Driehonderdnegentig. Nee, wacht. Driehonderdnegenentachtig. Er is er eentje kapot gevallen onderweg.’ Een bekende uitspraak van Reve is dat hij niet meer dronk dan strikt noodzakelijk was. Ik dronk altijd net één glaasje meer. Maarten en ik keken elkaar aan, zuchtten en dronken en keken recht de zon in. Toen de danseressen waren vertrokken, bestelde ik een schaal oesters en twee vaasjes bier. Maarten keek mij aan. ‘Je moet altijd wat geld achter de hand houden voor noodgevallen,’ zei ik. Zo bleven we nog even zitten. Niet over Amos Oz pratend. Oesters slurpend. En ik dacht: het leven is toch het allermooiste achter camouflageglas. Robin Kramer
Issue 12
INTERVIEW
tekst Rob Verkerk
Op een zonnige middag zitten zus Fiona Jane Burgess en broer William Burgess op het terras te wachten om te spreken met The Daily Indie. Zij een watertje, hij een La Chouffe. Fiona gaat even naar de wc en het gesprek begint snel met het speciaalbier. William werkt in Engeland in een kroeg en weet er dus wel wat van. Voor ons een zeldzame keer dat we een Engelse jongeman aan iets anders zien zitten dan een schuimloze, lauwe halve liter. Fiona Jane keert terug en vraagt of we niet naar binnen kunnen gaan. Daar is het wat rustiger. Nadat we zo’n drie verschillende plekken hebben geprobeerd (teveel vliegen, teveel geroezemoes) kan het dan echt beginnen:
The Daily Indie
Vertel eens, wie is Woman’s Hour eigenlijk? Fiona Jane: “Onze namen weet je waarschijnlijk wel maar Nicolas (Graves) en Josh (Hunnisett) zitten nu nog in Londen. Met zijn vieren vormen we sinds drie jaar Woman’s Hour.’’
hou van Beyoncé, maar bijvoorbeeld ook van Wild Beasts. Daarnaast luisteren we alle vier naar andere muziek. Al die verschillende invloeden komen voor ons samen in Woman’s Hour, maar ik zou niet zozeer kunnen omschrijven wat dat dan moet zijn.’’
Oké, laat ik het anders proberen: Wat is Woman’s Hour? William: “Ha, ja goede vraag! Wij houden er niet zo van om ons zelf te omschrijven. We vinden dat een luisteraar van onze muziek er blanco in moet gaan en dan zelf een oordeel over mag vellen over de muziek.” Fiona: “Nou ja, het is niet zo dat we ons niet willen omschrijven. Ik vind het zelf gewoon erg moeilijk. Iemand die zijn hele leven metal luistert en vervolgens metal gaat maken kan makkelijk het label metal op zijn muziek plakken. Ik heb dat zelf niet erg. Ik
Dus de interpretatie van jullie muziek moet geheel vrij zijn. Jullie vinden het niet belangrijk om een bepaalde context mee te geven aan jullie muziek? William: “Nee daar zijn we niet echt op uit. We zijn volgens mij unaniem van mening dat niets hoeft af te leiden van onze muziek. Het maakt weinig uit wie we zijn, wat we doen of waarom we het doen. Als mensen dat dan tof vinden is mijn doel in ieder geval bereikt.” Toch lijkt jullie image wel goed
Issue 12
interview
doordacht. Alle foto’s zijn bijvoorbeeld zwart-wit, evenals jullie clips en artwork. Waarom is dat dan? Fiona: “Ik vorm samen met Oliver Chanarin een klein kunstenaarscollectief genaamd: Frank and Jane. Hiermee zijn we een tijd geleden begonnen met het uitpluizen van oude instructieboekjes, we zoomden in op de foto’s om er beelden uit te halen die helemaal niet zo bedoeld worden. Neem bijvoorbeeld de hoes van onze single Our Love Had No Rhythm. Iedereen die de foto ziet denkt dat het om een dansend stelletje gaat, die romantisch elkaars handen beethouden. Terwijl het een stukje is van een foto waarop een vrouw mogelijk wordt verkracht of vermoord. Het is een foto uit een oud handboek voor vrouwen om zich te verweren tegen ongewenste intimiteiten. Het leek me tof om mijn twee bezigheden te combineren en daar zagen de drie jongens geen enkel probleem in.’’ Nu schiet me ineens iets te binnen. Werden jullie op basis van die single in 2011 al niet gehyped in Engeland als de beste nieuwe band van dat moment? William: ‘’Ja, dat klopt. Toen zijn we
The Daily Indie
Woman’s Hour
onmiddellijk naar de achtergrond getreden. We waren toen nog maar een paar maanden bij elkaar en wisten helemaal niet welke kant we muzikaal op wilden en of we überhaupt samen verder gingen. We werden enorm gehyped als de beste nieuwe band uit Cumbria terwijl de band is ontstaan in Londen. Alleen maar omdat ik en mijn zus daar zijn geboren werd meteen aangenomen dat, dat onze muzikale roots waren maar ik durf te garanderen dat we zonder de verhuizing naar Londen hele andere muziek hadden gemaakt. Daarom hebben we gewacht tot de hypestorm was overgewaaid en zijn we vervolgens langzaam maar zeker aan het album gaan werken die we nu op ons eigen tempo kunnen uitbrengen met de steun van Secretly Canadian.
Aan zelfvertrouwen dus geen gebrek bij Woman’s Hour. De band wist op Best Kept Secret dan ook te overtuigen in een jammer genoeg halflege tent Three (de spotlight werd gestolen door Wild Beasts en Miles Kane die rond dezelfde tijd op andere podia speelden). Het debuutalbum ‘Conversations’ verschijnt op 15 juli. *Leuk weetje voor de oplettende muziekliefhebber: Fiona Jane is te bewonderen op de cover van het tweede Vaccines-album ‘Come Of Age’.
Nooit bang geweest dat de hype jullie shot-to-stardom is geweest en dat jullie nu hard moeten werken voor enige erkenning? Fiona: ‘’Nee, absoluut niet! Als ik hier nu niet had gezeten met mijn broer namens Woman’s Hour dan had ik je later dit jaar wel gesproken over een ander muzikaal project waar ik mee bezig had geweest.’’
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
Dub Thompson
albumrecensies
Issue #12 van Tijuana Panthers, refererend naar bijvoorbeeld NOBO en Money Jar. Kortom, ‘Wayne Interest’ is een aanstekelijk album met volle aandacht voor elke bas- en gitaarpartij, wat evengoed werkt bij een uurtje hardlopen als een laid-back dag op het strand. Jente Lammerts
Craft Spells
Tijuana Panthers
/ Nausea (Captured Tracks)
/ Wayne Interest (Innovative Leisure)
Craft Spells werd al opgericht in 2009 en pas in het jaar des heren 2014 komen ze een beetje aan de man in muziekland. Ze werden al opgepikt door indiebijbel Pitchfork en lijken klaar voor een (bescheiden) doorbraak. De plaat die voor die doorbraak moet gaan zorgen is ‘Nausea’. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we er toch aan twijfelen of dit wel de geschikte plaat is om die doorbraak te gaan forceren.
Het Californische trio Tijuana Panthers is al een flinke tijd muziek aan het maken. Na debuutplaat ‘Max Baker’ (2010) en het vorig jaar uitgekomen ‘Semi-Sweet’ is ‘Wayne Interest’, het derde en nieuwste album van de band, misschien wel de beste. Het leek alsof de mannen op weg waren naar het koningschap der surf-rock, maar deze plaat heeft meer neigingen naar garage dan eerder werk.
Niet omdat de plaat supergoed maar niet radiofähig is, ook niet omdat het slecht is, maar vooral omdat we dit soort songs toch al wel een aantal keer gehoord lijken te hebben bij een van die andere ‘dertien-in-een-dozijn’ indiebands. Zo springt de band niet uit de band (pun intended) in het hedendaagse muzieklandschap waar (originele) indiebands te pas en te onpas uit de grond schieten. Wel uitstekend en tegelijk hoogtepunt van de plaat is de single Breaking The Angle Against The Tide. Daarnaast is het gewoon een beetje afgezaagd, van songs zoals Changing Faces, Twirl en First Snow worden wij niet warm of koud, simple as that.
De aftrap van de plaat, het één minuut durende Four Horsemen, begint met een zeer up-tempo gitaarriffje wat in tegenstelling tot de andere platen een compleet andere vibe impliceert. Na deze korte introductie gooit het trio bij het tweede nummer het al over een compleet andere boeg. De tekst van het schreeuwerige Torpedo is vrijwel alleen maar de titel van het nummer, wat maakt dat je dit nummer na één luisterbeurt al onbewust meeblèrt. De schelle en overschreeuwende drumbeats zijn echter het (nog steeds erg kleine) minpunt van de plaat wat je al snel een aantal nummers doet skippen. Erg zonde, maar van de veertien nummers blijven er zeker een aantal vette over, vooral tegen het einde van de plaat.
Geen slechte plaat dus, maar wel een beetje braaf en dus niet helemaal geschikt bevonden voor de dienst. Arnout Coppieters
The Daily Indie
De onheilspellende en vage teksten blijven één van de sterke punten
Viet Cong / Cassette EP (Mexican Summer)
Het was nogal een klap toen de artrockband Women zo tragisch aan zijn einde kwam door de dood van gitarist Christopher Reimer. Voor de overige bandleden was het naar eigen zeggen een wake-up call, om de plannen die ze al jaren hadden, nu eens echt door te zetten. De mannen uit Calgary (plus leden uit Chad VanGaalen’s band) besluiten bij elkaar te komen en Viet Cong op te richten. Met het verse debuut ‘Cassette’ komt de band op een bijzonder krachtige manier terug met een ongehoorde mix van mathematische, spacey post-glampunk. Of zoiets. Muziek maken kunnen ze nog steeds als geen ander. Ze klinken op hun debuut als een post-punk Bowie. Luister bijvoorbeeld eens naar Unconscious Melody of Static Wall. Daar, en ik dacht dit nooit op te gaan schrijven, doen ze niet onder voor de grote meester. De plaat staat vol met waanzinnig mooie pareltjes waarop de band zich muzikaal helemaal laat gaan. Ricardo Jupijn
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
The Pains Of Being Pure At Heart / Days Of Abandon (Fierce Panda/V2) The Pains Of Being Pure At Heart begon voor veel mensen als een voltallige band met vijf leden. Wat veel mensen niet weten is dat frontman Kip Berman zijn band altijd al heeft gezien als zijn solo-project. Reden voor Kip om alle leden er zonder pardon uit te knikkeren en alleen door te gaan. Meestal betekent dat een muzikale onenigheid waarbij het recht van de sterkste wordt toegepast en waarbij muzikale omslag een gevolg is. Zo lijkt dit aanvankelijk ook op ‘Days Of Abandon’. In plaats van een gruizige shoegaze-track horen we op het openingsnummer Art Smock een zielig aandoend, klein liedje over (Kip’s favoriete
The Daily Indie
tekstonderwerp) een gebroken hart. Terwijl op de vorige platen de openingsnummers het shoegaze-gehalte onmiddellijk toonden is die sound op ‘Days Of Abandon’ ver te zoeken. Een vleugje distortion in de tracks Beautiful You, Eurydice en Until The Sun Explodes doet de hoop leven dat de band zijn kenmerkende gitaargeluid later in de plaat weer naar voren zal doen brengen. Helaas moeten de fans van de subtiele wall-of-sound van TPOBPAH de twee vorige platen daarvoor weer opduiken. Op ‘Days Of Abandon’ is namelijk vrij weinig ruimte voor het ruwere gitaarwerk. De plaat staat vol met zoetige TPOBPAH-liedjes die even wat draai-
beurten nodig hebben voordat het gevoel van de band tot je kan bezinken. Terwijl TPOBPAH als een van de kartrekkers wordt gezien van moderne shoegaze, oftewel nu-gaze, is de band met nummers als Kelly, Simple & Sure en Masokissed nu eerder de kant op gegaan van klassieke indie-pop. De onmiskenbare, softe stem van Kip zorgt voor een gemakkelijke herkenning waarmee de liedjes toch een echte Pains Of Being Pure At Heart-vibe met zich meedragen. De band is altijd al zoet geweest, maar dit is zoiets als een suikerspin met honing. ‘Days Of Abandon’ is een plaat voor de echte zoetekauw! Rob Verkerk
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
Het moge duidelijk zijn, ‘ZABA’ is een gepolijst sonisch spektakel dat als debuut van Glass Animals als het label Wolf Tone hoge verwachtingen voor de toekomst schept. Ronald van Berkel
andere indieband jaloers op zou zijn als ze er zo eentje in hun arsenaal hadden. Absoluut hoogtepunt van de plaat is komt na ongeveer vijfendertig minuten en luistert naar de naam Parade. Een eargasm avant la lettre. Naast de hier aangehaalde nummers zou ik eigenlijk ook alle andere nummers kunnen vernoemen, dus ik zeg: “Gewoon luisteren!” Arnout Coppieters
Glass Animals / ZABA (Wolf Tone)
Het uit Oxford afkomstige kwartet Glass Animals heeft de bejubelde eer om als eerste een album uit te brengen op Wolf Tone, het spiksplinternieuwe label van producer Paul Epworth. Prijs na prijs heeft Epworth al binnen gesleept voor zijn werk met Adele en Florence en The Machine. Maar zijn CV staat ook bomvol met indie klassiekers, waaronder werk van Bloc Party, Friendly Fires, Foster The People en Crystal Castles. Niet gek dat je in dit rijtje indie bands tegenkomt die flirten of zelf een vaste relatie hebben met elektronica en vanuit deze gedachtegang is ‘ZABA’ de perfect plaat om te debuteren op Wolf Tone. Glass Animals bewandeld met ‘ZABA’ een pad dat Alt-J, Young & Sick en Woodkid voor ze hebben gelegd. Een weg die artsy indie pop met vette en stroperige R ’n B verbindt. Het album staat vol met diepe bassen, aparte percussie partijen en gepolijste en intelligente melodieën. Van de dreigende climax in opener Flip, de spookachtige ondertoon in Intruxx, de pompende en aanstekelijke beat in single Gooey of de opzweperige jungle vibe die door Pools te horen is: alles op ‘ZABA’ is perfect uitgemeten en na elke luisterbeurt is er wel weer wat nieuws te horen. Gecomplimenteerd met de mysterieuze falsetto zang van Dave Bayley zijn bijna alle tracks op ‘ZABA’ spannend te noemen.
The Daily Indie
The Antlers / Familiars (Transgressive Records)
Tweak Bird / Any Ol’ Way (Records DK)
Ooit begon The Antlers als het soloproject van zanger/frontman Peter Silberman. Slaapkamermuziek die oorspronkelijk misschien zelfs niet bedoeld was om ooit het daglicht te aanschouwen. Ondertussen zijn we een aantal albums verder, is The Antlers een volwaardige band geworden en zijn we maar al te blij dat de muziek niet in de slaapkamer van Peter Silberman is gebleven.
Eindelijk, na vier jaar (en een EP tussendoor) hebben de eigengereide broertjes Bird van het psych-stoner-grunge duo Tweak Bird in de afgelopen meimaand hun nieuwe langspeler ‘Any Ol’ Way’ uitgepoept.
‘Familiars’ is de naam van hun recentste release. Een eerste vaststelling is dat het alweer geen plaat is waar je vrolijk van wordt. The Antlers grossieren nu eenmaal in het afleveren van parels van songs die niet van het opbeurende type zijn. De plaat telt amper negen songs, waarvan de kortste afklokken rond de vijf minuten. Meest in het oog springend zijn de vooruitgestuurde singles Palace en Hotel, waar Silberman zichzelf voor de zoveelste keer fileert en zijn diepste zielenroerselen aan de luisteraar aanbiedt. Ook Intruders en afsluiter Refuge zijn indierocksongs waar elke
Liefhebbers van moddervette, trage en repeterende gitaarriffs opgelet! Als je meegaat met hun prettige gestoordheid en het allemaal niet te serieus neemt, dan kun je weer een fijne trip verwachten. Over het bassige gitaargeluid met vaak een grandioos fuzzy distortion zingen ze weer hun mierzoete zanglijnen. Die bevatten nu nog wat meer catchy pop dan voorheen, waardoor ze nóg ironischer contrasteren met de lazy drums en ronkende gitaar. Prettig gestoord dus; alsof John Lennon tijdens een LSD-trip een deuntje meezingt met dronken Kyuss.
Issue 12
albumrecensies Tweak Bird schept soms verwarring door een onduidelijke richting in hun songs. Maar met die slordigheid lijken ze aan te geven zich niet door regels te laten beperken, en vooral grandioos te willen jammen op de kracht van eenvoud, terwijl ze regelmatig een UFO laten invliegen. Zo eindigt het album met Sunshine, wat niet een complete song lijkt, maar wel opnieuw de perfecte intro voor het heerlijk kolossaal groovende Greens. Kortom, het klinkt alsof het tweetal uit Los Angeles bij het maken van deze plaat lekker heeft gesnoept van een bijzondere drug, welke sinds kort te verkrijgen is onder de naam ‘Tweak Bird’. Teun Guichelaar
Issue #12
de stijl van Vivian Girls. Overall is het een zonnige pop-plaat met een rauw randje geworden. Helaas iets te weinig impact, vooral in de tragere nummers, om echt te imponeren, maar met meer dan voldoende kwaliteit om het gemis van Vivian Girls op te vangen. Wymer Praamstra
Alex Calder / Strange Dreams (Little League Records)
La Sera / Hour of The Dawn (Hardly Art)
In januari dit jaar ging de succesvolle vrouwenformatie van Vivian Girls uit elkaar. Daarvoor waren er al vele soloprojecten en andere bands waar de leden zich mee bezig hielden. Katy Goodman, bassist en zangeres bij Vivian Girls, had toen al op twee albums haar hart gelucht onder de naam La Sera. Nu is er een derde album dat ietwat breekt met de zoetsappigheid van de eerste twee. Op ‘Hour Of The Dawn’ staan een paar knallers, zoals het gedreven Running Wild in de stijl van Best Coast en het meerstemmige Kiss This Town Away wat teruggrijpt op
The Daily Indie
2008-2011, een periode die enigszins nietszeggend lijkt. Toch gebeurde er iets vreemds in Canada. Drie jongens werden groot met een nieuw soort muziek. De tieners die elkaar kenden uit Edmonton begonnen met het brouwen van lo-fi gegenereerde slackerrock, bomvol met overstuurde Fender-versterkers en echo producerende machines. Makeout Videotape was de noemer waaronder Mac DeMarco met onder andere Alex Calder een band begon. Hoewel ‘The Tape’ meer het kindje van Mac was, werd met ‘Time’ (Alex Calders eerste solo-EP), duidelijk dat hij een substantieel onderdeel was in het ontwikkelen van dit nieuwe geluid. Vreemder dan Mac DeMarco kan Alex Calder niet worden, toch? Fout, met exclamaties over het verlaten van zijn muzikantenbestaan om een (absurd slechte) kok te worden, het zoenen van opgezette herten, vermoord wor-
den door Mac in de videoclip van Passing Out Pieces en een instagram vol vieze half opgegeten gerechten, krijg je waarschijnlijk het vermoeden dat het kraanwater in Canada radioactief is. Naast de gelijkenis in absurditeit is er ook een grote gelijkenis op muzikaal vlak. ‘Time’ had veel weg van een langzamere Mac DeMarco plaat zonder glooiende riffjes. Zeker tof, maar heel bijzonder was het niet. Toch is ‘Strange Dreams’ anders. Hoewel de zang van Alex nog flink schuilt onder dikke plakkaten galm, heeft hij eindelijk meer zekerheid gekregen in zijn eigen werk. Hij is van de zelfbewuste jongen in de schaduw van zijn goede vriend eindelijk een echte muzikant geworden. Van een zoekende stem, onzeker over zuiverheid, naar iemand die vals durft te zingen. Wie maakt het toch in godsnaam uit? The Daily Indie niet in ieder geval, go Alex! En is het toeval dat het beste nummer op de plaat Life Purpose heet? Laten we hopen van niet en vooral genieten van dit album, gemaakt door een roodharige jongen met ziel en zekerheid in zichzelf. Domenico Mangione
Luistertip
The Fresh & Onlys / House Of Spirits (Mexican Summer)
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
DZ Deathrays / Black Rat (I OH YOU)
Een ADHD-trashpopduo uit Brisbane, dat gaat natuurlijk over DZ Deathrays. Na een drietal EP’s en tientallen houseparties plat te hebben gespeeld was het in 2012 dan echt tijd voor een volwaardige debuutplaat. ‘Bloodstreams’ bevatte een twaalftal nummers met een enorm springgehalte en weinig rustmomenten. Raggen en stompen was het devies. Een achttien maanden durende tour die in het teken stond van dat debuut was voor de twee heren één groot feest. Ze openden o.a. voor Blood Red Shoes, Fucked Up en zelfs Foo Fighters. Dit alles onder het genot van elk soort drank die voor het grijpen stond. Na een periode van stilte verschenen de gasten van DZ Deathrays een half
The Daily Indie
jaar geleden weer ten tonele met de nieuwe single Northern Lights. Een nummer waar de band zijn power even leek te zijn verloren. Niet dat Northern Lights slecht klonk, maar het ontbrak de powerballad in eerste instantie wel aan het authentieke DZ-gevoel. Gelukkig werd dit met vervolgsingle Gina Works At Hearts rechtgezet. Die klonk weer als een echte Deathrays-track en beschikte over een catchy refrein, rammende gitaren en enorm lekkere drums. Dat is namelijk waar de heren Shane Parsons (zang/gitaar) Simon Ridley (drums) in uitblinken. De twee weten als geen ander memorabele zanglijnen te combineren met absurd lekkere riffs en stompende drums. Luister maar
eens naar (de laatste single) Reflective Skull, Fixations of het nummer Ocean Exploder (een absolute facemelter). Hoewel het trashpopgenre niet achterwege is gelaten kent de plaat ‘Black Rat’ over de gehele linie wel meer rustpunten dan zijn voorganger, met als voornaamste break Northern Lights in het midden van de plaat. Hetgeen zorgt voor een fijne dynamiek en haalt samen met de strakkere productie het beste bij DZ Deathrays naar boven. Kort gezegd ligt ‘Black Rat’ in een logisch, volwassener verlengde van de toffe debuutplaat waarmee de band een erg fijn tweeluik tot stand heeft gebracht, die beide vol staan met underground party anthems. Rob Verkerk
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
Parquet Courts / Sunbathing Animal (Rough Trade) Raadsel: het is furieus, het swingt, het zit vol pakkende riffs en het klinkt nog fris ook? U raadt het nooit, het gaat hier inderdaad om Parquet Courts: Amerika’s rockhoop in bange dagen. De band onder leiding van Andrew Savage heeft twee jaar na hun debuut ‘Light Up Gold’ een nieuwe plaat klaar die luistert naar de naam ‘Sunbathing Animal’. Zoals de titel al aangeeft, klinkt de zon ook door in de songs op die nieuwe plaat. In tegenstelling tot hun debuutalbum halen de songs nu regelmatig meer dan drie minuten en draait de band zijn hand niet om voor een solo’tje meer of minder. De plaat trapt af met de lekker weg rockende songs
The Daily Indie
Bodies Made Of, Black & White en Dear Ramona. Een openingstrio dat kan tellen. De band houdt er een moordend tempo op na en ook in Vienna II, Always Back in Town en She’s Rolling klinkt het, swingt het en is het een waar genot om naar te luisteren. En net op het moment dat je denkt dat het allemaal voorbij is, passeert Instant Dissassembly. Zeven minuten lang een lust voor het oor. Mocht je het nog niet doorhebben, dit is een plaat die hen een niveau hoger in de rockhiërarchie tilt en die je absoluut moet beluisteren. Samen met together PANGEA de rockplaat van het jaar tot nu toe. Arnout Coppieters
Issue 12
albumrecensies
The KVB
Issue #12
klinkt, in vergelijking met de voorgeprogrammeerde beats die The KVB voornamelijk gebruikt.
New Boys) afgewisseld met nummers die tegen de psychedelica aanhikken (Ultras, Basorexia).
Toegegeven, dat klinkt niet bijzonder positief, maar zo bedoelen we het absoluut wel. Never change a wining team, right? The KVB heeft zich meester gemaakt van een heel eigen geluid binnen de shoegaze en ook al is ‘Out of Body’ niet bijzonder verrassend, het zijn wel weer zes nieuwe tracks van een super act. Ronald van Berkel
De plaat kent ook bijzondere gevallen: Armida is met uitstek het beste nummer dat het album te bieden heeft. Een nummer gezongen door een diepe vrouwenstem: half in het Zweeds, half in het Engels met een vleugje Haim in het refrein. Het album eindigt met de titelsong waarin al Lust for Youth’s nieuwe vrienden door elkaar heen praten met een duistere elektrobeat eronder. ‘International’ is een veelzijdig album waarbij je nooit weet wat je te wachten staat als het volgende nummer begint. Het is geen geheel, eerder een verzameling van singeltjes. Behoorlijk goede singeltjes, dat wel. Misschien betekent ‘International’ dan eindelijk Hannes Norvide’s internationale doorbraak. Mabel Zwaan
/ Out Of Body (A Records)
The KVB heeft een heerlijk apart geluid, wat zich kenmerkt door met reverb overgoten shoegaze, zeurderige en monotone zang en simpele, minimalistische elektronische toevoegingen. Het bleek een te gekke combi te zijn, waar we in 2010 achter kwamen toen Nicholas Wood en Kat Day als The KVB her en der wat cassettes, vinyl en digitale releases uitbrachten. Dat vermoeden werd bevestigd in 2012, toen het eerste full length album ‘Always Then’ op de planken verscheen en dat is alleen nog maar versterkt toen een jaar later ‘Minus One’ en ‘Visions’ verschenen. Na drie albums is het nu weer tijd voor EP en die gaat door onder de titel ‘Out of Body’. Het herkenbare geluid van The KVB is wederom alom vertegenwoordig door deze zes gebundelde nummers. Weer is het allemaal nét binnen de lijntjes, zoals op All Around You. Weer lijkt het alsof je net wakker wordt uit een wazige droom en die probeert te herinneren, zoals op Between Suns. Weer klinken Wood en Day verveeld en terughoudend, zoals op Heavy Eyes. Weer is het hypnotiserend werk en hebben de nummers een duidelijke (misschien soms simpele) hook, zoals in From Afar. Dit keer heeft het duo echter wel hulp ingeschakeld van drummer Joe Dilworth, waardoor het net even wat natuurlijker
The Daily Indie
Lust For Youth / International (Sacred Bones/ Konkurrent)
Luistertip
De vorige solo-albums van de Zweedse producer Hannes Norvide, AKA Lust for Youth, werden beschreven als donker, koud, gekweld, eenzaam en lower dan lo-fi. Bij dit derde album, ‘International’, zijn de lo-fi roots van Lust for Youth nog steeds door de synth-pop nummers heen geweven. Maar Norvide lijkt vrienden gevonden te hebben, hij is niet meer eenzaam of gekweld. ‘International’ staat bol van het gezelschap. Het eerste nummer Epoetin Alfa (een medicijn tegen bloedarmoede) heeft bijvoorbeeld Iceage’s gitarist Elias Bender-Rønnenfelt op visite met zijn subtiele gitaarspel. Het nummer klinkt zowaar als de introsong van een spannende misdaadserie. Een erg melodieus begin van een ongrijpbare plaat. Lieve, zoete, dancenummertjes (Illume,
How To Dress Well / What Is This Heart? (Domino/V2)
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
The Proper Ornaments / Wooden Head (Fortuna Pop!) In 2010 komen bij een toevallige ontmoeting in een Londense vintage schoenenwinkel de Argentijnse gitarist Max Claps (wiens kleptomanische vriendin een paar aan het stelen was) en Veronica Falls-gitarist Andrew Hoare elkaar tegen. Hoare leest een boek over The Velvet Underground, Claps begint een praatje en nu is er een debuut genaamd ‘Wooden Head’. Het heeft een tijdje geduurd, na wat losse EP’s en releases, maar sinds een paar maanden is er eindelijk wat wind in de zeilen van de band gekomen. Mede doordat The Proper Ornaments support-werkzaamheden verrichte bij bands als Real Estate, Woods, TOY, Metronomy en The Horrors. Maar ook vooral door hun nieuwe plaat ‘Wooden Head’, waarop een ge-
The Daily Indie
zonde en opwindende mix van sixties gitaarpopbands als The Byrds, Love, Beach Boys, Brian Jonestown Massacre en (vrolijkere) Velvet Underground is te horen. Alles samengevat is The Proper Ornaments misschien het best te omschrijven als het relaxte West Coast-broertje van Temples. De plaat begint bedaard met vredige en lazy guitar pop, maar versnelt gestaag naarmate de plaat vordert. Alsof je op vakantie rustig ontwaakt na een heerlijk nacht slaap met een goede bak koffie, een krantje en een warm ontbijt.
Claps en Hoare klinken op de plaat overtuigend en vloeiend, alsof ze zonder al te veel inspanning op hebben genomen. Die oprechte en ongedwongen stijl heeft ook zeker iets weg van The Velvet Underground, die dat als
geen ander geheel frank en vrij klonken. Dat is ook de kracht van de plaat, ‘Wooden Head’ is een charmant debuut dat je zonder moeite de hele dag door kunt/wilt draaien. Alle nummers zijn op zichzelf sterk, maar zijn op hun best als één geheel. Dat de meeste nummers zich ergens tussen de twee en drie minuten duren maakt het een vlot en afwisselend ensemble. Dat het duo haar muzikale invloeden af en toe wel heel duidelijk tentoonstelt, heeft de band toch een warme, zon geblakerde en distinctieve sound, die gemaakt lijkt te zijn voor zacht broeierig weer. ‘Wooden Head’ neemt je mee naar een slome en vredige wereld waar je nooit meer weg wilt gaan. Een plaat om lief te hebben. Ricardo Jupijn
Issue 12
albumrecensies
Total Control Typical System
Austra Habitat
Issue #12
Blackbird Blackbird Tangerine Sky
THE DAILY INDIE RADAR
TOWNS Get By
The Daily Indie
Jaded & Faded
WIFE What’s Between
The Skygreen Leopards
Brian Jonestown Massacre Revelation
Strand Of Oaks HEAL
Cerebral Ballzy
Family Crimes
The Vacant Lots
The Lay Llamas
Tigers Jaw
Departure
Ostro
Charmer Issue 12
albumrecensies
Issue #12
The Orwells / Disgraceland (Atlantic/Warner) “Opgroeien? Dacht het even niet.” Dat is wat de vijfkoppige band the Orwells moet hebben gedacht. Na hun speelse en ondeugende eerste album ‘Remember When’, uitgebracht in 2012, braken de uit West-Chicago afkomstige The Orwells door als de surfvriendjes van onder andere FIDLAR. Wanneer ze toen ook nog eens door de enige echte Arctic Monkeys werden gevraagd om mee op tour te gaan, ging alles in sneltreinvaart. En hier zijn ze dan, twee jaar na hun debuut. De tweede plaat ‘Disgraceland’ neemt je mee op een muzikale, relaxte trip met de gekste voorvallen. Beer, anyone? De eerste track Southern Comfort begint weer met de oppervlakkige problemen van de jongvolwassene in de
The Daily Indie
21ste eeuw. De jongens zijn zeker sterker geworden op muzikaal gebied, maar blijven tekstueel toch nog wat achter. Hoewel de knapen twee jaar terug nog ‘La la la’ als de meest inspirerende zin zagen, zijn de teksten toch wel ietwat volwassener, wat de band zeker ten goede komt. Vooralsnog houden the Orwells het bij de standaard sex, drugs and rock ‘n roll: ‘Gimme a smile and then put off your pants’ is absoluut typerend voor de teksten die zanger Mario Cuomo naar boven brengt op dit album. De eerder uitgekomen singles Dirty Sheets en Who Needs You zijn de hoogtepunten van ‘Disgraceland’. De aanstekelijke gitaardeuntjes en baslijntjes laten je al fantaseren over die
bierovergoten doch softe moshpit, en met ‘Drink all night ‘cause I’m such a mess’ is het overduidelijk dat de vijf van the Orwells ook niet vies zijn van een feestje. Wanneer het einde van de plaat nadert, komen de romantische nummers bovendrijven. De band droomt weg bij hun ideale meisjes, en vertellen in vol ornaat hoe goed ze voor die meisjes zullen zorgen als ze hen niet zouden verlaten. Een wending in het album die het geheel nóg completer maakt. Met afsluiters Blood Bubbles en North Ave ontpopt ‘Disgraceland’ zich als de lekkerste jonge-honden-zomerplaat van het jaar. Jente Lammerts
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
door de ingetogen doch bombastische vocalen. ‘Nabuma Rubberband’ is een album waar middelmatigheid de boventoon voert en waar geen verrassingen op verschijnen. Zoals zoveel bands heeft ook Little Dragon zichzelf opnieuw uitgevonden: van extraverte festival-act naar introverte popmuzikanten. Dion van Leeuwen
woorden die hier op het puntje van de tong liggen bij het beluisteren van deze plaat. Prima album zonder grensverleggend te zijn. Maar dat hoeft niet altijd, natuurlijk. Arnout Coppieters
Little Dragon / Nabuma Rubberband (Warner)
White Reaper Vanaf de debuutsingle Test in 2006 is Little Dragon altijd bestempeld als een doorgewinterde festival-act. Elke nieuwe single en elk nieuw album was een experimenteel feestje waar iedereen altijd van kon genieten. Acht jaar later is het vierde album van Yukimi Nagano en kompanen op de planken verschenen, waarbij van experimentele feestjes geen sprake meer is. Het vierde album, ‘Nabuma Rubberband’ genaamd, heeft niets meer te maken met de Little Dragon van vroeger. Enkele singles, zoals ‘Klapp Klapp’ vormen daarop de uitzondering, maar over het algemeen is het een album dat weinig verrassingen met zich mee weet te brengen. Het is een vrij constante stroom van bassdrums die versierd worden door wat synths eromheen. Gelukkig weet Nagano, die voor het Little Dragon-tijdperk al voor vele Zweedse DJ’s zong, het album met haar zalige zang nog enigszins van de ondergang te redden. Een perfect voorbeeld hiervan is de afsluitende track Let Go die instrumentaal klinkt alsof Trent Reznor en Skrillex een liefdesbaby hebben gekregen die ze SBTRKT hebben genoemd, maar desalniettemin best een aardig nummer is
The Daily Indie
White Lung / Deep Fantasy (Domino/V2)
Onbekend is niet altijd onbemind, wat de gelijkluidende zegswijze ook beweert. Het Canadese White Lung is dan ook de uitzondering die de regel bevestigt. Punk is sowieso al iets meer dan slechts een niche, maar White Lung staat er wel hoog aangeschreven. De band onder aanvoering van Mish Way is ondertussen alweer aan hun derde album toe, die uitkomt op Domino Records. De plaat heet ‘Deep Fantasy’. Onder het motto: ‘kort maar krachtig’ klokt het album net drieëntwintig minuten. Het tempo is dan ook bijzonder stevig en hoog. Van bij de start (Drown with the Monsters) tot aan het laatste nummer (In Your Home) vliegen de snedige riffs, mokerdrumslagen en stevige zanglijnen je om de oren. Hoogtepunten zijn Snake Jaw en Face Down. In deze songs neemt zangeres May je mee in haar eigen universum, net als de andere muzikanten gaat ze even helemaal tot op het bot. Precisie en efficiëntie zijn de twee
/ White Reaper EP (Polyvinyl)
De ene na de andere punkstroming en garageband vliegt je om de oren. En dat vinden wij eigenlijk helemaal niet zo erg, zeker niet als ‘t zo lekker wordt gedaan als White Reaper dat doet. Vers getekend door Polyvinyl Records hadden ze ons direct te pakken toen ze met hun furieuze en catchy single Half Bad kwamen. Gaaaaaannnnnn!! De band gaat het merendeel van de plaat gewoon snoeihard rechtdoor. Vuistje in de lucht en gaan, dat soort werk. Gemengd met wiebelende deuntjes die heerlijk tegen de Bass Drum Of Death-achtige gitaarlijnen aan schuren weet de band het telkens allemaal maar net bij elkaar te houden. Het kan elk moment gigantisch ontsporen, maar White Reaper balanceert gevaarlijk lekker op het randje. Van voor tot achter wordt het gaspedaal flink ingedrukt en knalt de band met gierende banden door de plaat die aanvoelt als een achtbaan. Eén van de leukste en pakkendste EP’s die we dit jaar hebben gehoord. Ricardo Jupijn
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
White Fence / For The Recently Found Innocent (Drag City) Tim Presley maakt liedjes. Échte liedjes. Sinds 2010 brengt hij onder de naam White Fence om de haverklap muziek uit: ‘For The Recently Found Innocent’ is zijn vijfde studioplaat en dan tellen we die samenwerking met garage-icoon Ty Segall en livealbum niet eens mee. In een brief aan niemand in het bijzonder liet Presley enkele maanden terug al weten dat hij aan iets nieuws toe was. De opnames voor de nieuwe plaat vonden plaats in de garage van Ty Segall en niet langer in zijn vertrouwde slaapkamer. Voor het eerst was het toegestaan voor ‘buitenstaanders’ om zich met de opname van een White Fence-plaat te bemoeien. Dat Segall, de reverb- en fuzzspecia-
The Daily Indie
list, achter de knoppen zat en ook nog eens het grootste deel van de drumpartijen heeft ingespeeld is echter nauwelijks te merken. White Fence klonk zelden helderder en toegankelijker. Wederom is er gegraven in het werk van The Beatles en meer dan op voorganger ‘Cyclops Reap’ zijn de harmonieuze vocalen en het gitaarspel van de fab four aanwezig. Van gebrek aan originaliteit en creativiteit is desondanks absoluut geen sprake. Presley kopieert niet, hij scant en breidt uit. Zo wordt er op Raven On White Cadillac geflirt met delta-blues en komen op Arrow Man stukjes van The Ramones en The Smiths om het hoekje kijken. Opvallend is het volle geluid waarop de luisteraar wordt getrakteerd. The
Light, Anger! Who Keeps You Under! en het eerdergenoemde Arrow Man zijn stuk voor stuk grootse songs met veel verschillende instrumenten en diverse sounds. Het klinkt wellicht als een normaliteit, maar het is wel hetgene dat deze plaat de volledige veertig minuten interessant houdt. Voor de nieuwe White Fence zijn er een aantal Grote Namen van stal gehaald. Dankzij de eindeloze creativiteit van Presley en de invloed van de minstens zo creatieve Segall is ‘For The Recently Found Innocent’ geen trip terug in de tijd geworden, maar een vol en interessant album dat zeker niet zal misstaan in de eindlijstjes. Ruben van Dijk
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
is meer Splashh, Childhood, Peace, JAWS. Kortom: meer Londens. ‘Fortuna’ komt alweer een jaar na het eerste en zeer goed ontvangen album ‘Antipodes’, maar weet binnen zo’n korte tijd een onbevangen, geïnnoveerde en geslaagde sound neer te zetten. Met nummers die helemaal niet zo ‘popvreemd’ zijn. Ricardo Jupijn
Popstrangers / Fortuna (Carpark Records)
De Nieuw-Zeelandse en inmiddels naar Londen verhuisde band Popstrangers komt met een verrassende blend op haar tweede langspeler ‘Fortuna’. De typerende Nieuw-Zeelandse/ Flying Nun Records jangle-klanken rammelen op de achtergrond nog lekker door, maar de nieuwe nummers zijn voorzien van een frisse, Britse voorjaarswind. Waar het op album nummer één nog grungen was geblazen alsof het de jaren negentig waren, opent album nummer twee subtiel en prikkelend met Sandstorm. De aangename clash tussen de twee eilanden komt naar voren op Don’t Be Afraid. Wiebelende gitaarlijnen met een opgekropte spanning die zo nu en dan loskomt in een gitaartokkel die klinkt als zonnige, Londense dag die zich langzaam ontvouwt in een vroege Nieuw-Zeelandse ochtend. Dan komt er vanuit het niets het opgetogen, pompende en zomerindiehitje in wording Distress om de hoek gezet en breekt de plaat los. Waarna het gelijk tijd is voor hoogtepunt Country Kills, met de nonchalante en niet-uit-je-kopte-krijgen zanglijn: ‘Oh my country will kill me now, but whatever, whatever.’ De band klinkt helder, toegankelijker en lichter. Tonight en Her zijn een sprankelend voorbeeld van de nieuwe air die de band over zich draagt. Het
The Daily Indie
en aandacht in zijn sound gestoken. En dat is meteen het grote plus- en minpunt van dit album. De songs klinken extreem goed. De mix van elektronica en de standaard band-instrumenten heeft niet eerder zo alive geklonken. Maar het niveau ligt over de hele linie iets lager. Slechte songs zitten er niet bij, maar écht uitzonderlijke tracks zijn helaas net zo afwezig. Deze plaat is (hopelijk) een overgangsplaat. De band heeft met succes zijn sound vernieuwd. Voor een volgend hoofdstuk kan de focus weer naar de afdeling songwriting. Want als één ding in het verleden wel is gebleken, is dat The Sunshine Underground goede songs schrijven zeker kan. Wessel van Hulssen
The Sunshine Underground / The Sunshine Underground (Lovers) The Sunshine Underground was in 2006 een van de vele opkomende Britse bands, in een periode waar onder andere bands als Franz Ferdinand en Arctic Monkeys zichzelf introduceerde. Maar echt doorbreken wilde The Sunshine Underground niet. Het platencontract met hun platenmaatschappij liep na het tweede album af, en de band besloot via crowdfunding het volgende project mogelijk te maken. Met succes, en daarmee zijn we nu belandt bij plaat nummer drie. Wat opvalt is de sound-switch die er is gemaakt. Met name op het tweede album waren er synthesizers aanwezig, maar bleven die vooral op de achtergrond actief. Op deze titelloze derde staan de synths nu volledig in de schijnwerpers. De dansbare vibe die al in de muziek aanwezig was pakt hiermee de hoofdrol. En het klinkt als een klok. De band heeft duidelijk veel tijd
Lower / Seek Warmer Climes (Matador Records)
Uit de harde, kale, duistere, rauwe en pissed-off punk-scene van de Kopenhaagse school komt Lower. Na een aantal 7”-singles en EP’s is het tijd voor een snoeihard en gierend debuut. En dat stelt niet teleur, tien nummers lang krijg je ‘m recht voor je raap. Je krijgt telkens het gevoel dat de band op ontploffen staat in nummers als Expanding Horizons en Lost Weight, Perfect Skin. Toch zijn het niet alleen maar grijze wolken die over de plaat hangen, het is een levendig, melodieus, gepassioneerd en zeer opwindend debuut van deze norse Denen. Ricardo Jupijn
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
Dub Thompson / 9 Songs (Dead Oceans/Konkurrent) Twee tieners van de Amerikaanse west coast die zich terugtrekken in een gruizig oefenhok en al hun wildste ideeën bij elkaar gooien. Ze trekken er een toffe, lokale producer bij (Jonathan Rado van Foxygen), tekenen bij een cool indie-label (Dead Oceans), creëren een overstuurde keldersound en zorgen voor een klein stormpje in de blogosphere. Klinkt inmiddels als een bekend en vrij veelvoorkomend verhaal, toch? Dit keer is het van toepassing op Dub Thompson, bestaande uit Matt Pulos en Evan Laffer. Als kinderen van het internet is het goed te horen dat het duo jarenlang de meest uiteenlopende muziek tegen is gekomen. ‘9 Songs’ is een soort muzi-
The Daily Indie
kale tijdmachine waarbij er wordt geflirt met eighties lo-fi pop en lichte noise, gescheurd met seventies post-punk en zelfs nog geschuifeld wordt met Krautrock en liftmuziek. Echt waar? Echt waar. Het is van tevoren simpelweg niet te voorspellen wat elk volgend nummer nu weer gaat brengen. Dat is aan de ene kant het toffe aan de plaat, maar daardoor is het soms ook moeilijk om ‘er lekker in te komen’. Het is per definitie een groeiplaat, ook wegens de soms wat surreële trekjes die vele nummers vertonen. Er is continu zoveel aan de hand op dat de intensiteit je bij de keel pakt en een flinke opdonder geeft. Met de vooral vele retro-invloeden is ‘9 Songs’ gelukkig geen Foxygen-
kopie geworden. Rado’s werk bij Dub Thompson is hier en daar zeker goed hoorbaar, maar het is eerder een gemene en bijtende tweelingbroer van zijn normale werk geworden. Hij heeft de twee jonge honden/ongeleide projectielen hun werk laten doen en heeft subtiel de hele boel bij elkaar weten te houden. Want Matt en Evan vliegen als hyperactieve en met cafeïne geïnjecteerde stuiterballen door de nummers heen. En daar houden we wel van, want het duo weet naast hun onuitputbare energie namelijk ook hoe je creatieve en sterke nummers maakt. Het duo heeft hiermee een erg sterke basis gelegd voor iets wat nog elke kanten op kan groeien de komende jaren. We blijven ze zeker volgen. Ricardo Jupijn
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
We gaan uiteraard ook op vakantie naar het prachtige Jupiter’s Garden. Een mini-muzikale trip, met ecoline en beamers in je hoofd en al. En ook deze track is te snel voorbij. Mabel Zwaan
Violet Swells / The Soft Focus (Eigen Beheer)
Violet Swells: zes jonge gasten uit het verre, verre Australië met een grote affectie voor de tijd van peace tekens, ecolinereflecties en joints. En liefde voor planeten. Dit jaar hebben zij hun vier nummers rijke EP ‘The Soft Focus’ de kosmos ingeschoten nadat ze hun single Jupiter’s Garden al hadden gelanceerd. The Soft Focus begint met het geluid van een opstijgende raket en dan zijn we los. Op de raket staat het gepimpte sixties broertje van de pringles man met een psychedelisch zuurtje in zijn oog afgebeeld. Ja, los zijn we zeker. Een wereld van psychedelica, lome rock en onverstaanbare zang gaat voor ons open. Violet Swells hebben een minuscuul planeetje gecreëerd waar zij zich met z’n zessen nog in de jaren 60 bevinden. Temples wonen een planeetje verder maar bevinden zich in de zelfde psychedelische sixties atmosfeer die het zo goed lijkt te doen tegenwoordig. Toch heeft Violet Swells een unieke sound weten te creëren. Miracles of a Clockwork Kingdom klinkt net zo geweldig mysterieus als dat de naam doet hopen. Je zou bijna hopen dat het klokje in dat koninkrijk nog wat langer doortikte, zo meeslepend zijn haar vage melodieën.
The Daily Indie
Donovan Blanc
Ariel Pink. Twaalf nummers lang neemt de breezy en polished debuutplaat je mee op een dromerige roadtrip vol met beeldschone liedjes die bestaan uit fabelachtige, lieflijke harmonieën die gevuld zijn met satijnzachte melodieën, nostalgische klanken en dromerige, muzikale lagen die zich veertig minuten lang heerlijk uitstrekken over het zelfgetitelde debuut van het duo. Het is geen ‘hoogtepunten-plaat’, maar eentje om lekker rustig van kant A tot en met kant B te beluisteren Het is dus al eerder gebleken dat de jongens in een hoog tempo schrijven, maar laat ze nog maar even wachten met album nummer twee: we willen optimaal kunnen genieten van deze eerste, want deze is nog jarenlang houdbaar. Ricardo Jupijn
/ Donovan Blanc (Captured Tracks)
Weggeblazen door schoonheid, dat waren we simpelweg toen we voor het eerst nietsvermoedend de single Hungry A Long Time aanklikte. Een onbeschrijfbare schoonheid die uit het niets je hele wereld op zijn kop zet. Wat is dit dan?! Het is Donovan Blanc uit het altijd sexy New Jersey, die op de radar van het gelouterde Captured Tracks zijn gekomen afgelopen jaar. De twee muzikanten, Joseph Black en Raymond Schwab, gingen eerder door het leven als Honeydrum, een studio-project waarmee ze negen EP’s uitbrachten tussen 2011 en 2013. Maar het werd tijd om door te pakken, te evolueren. In de plaats van de jangly gitaren komen nu mellotron, fluiten, zweverige vocalen, zoete akoestische gitaarpartijen die allemaal samenkomen in een fijne eighties indie pop sound. Een lekkere cocktail die samen is gesteld uit een goede bodem Real Estate, een scheutje Foxygen en een suikerrandje
Luistertip
Ought / More Than Any Other Day (Constellation)
Issue 12
albumrecensies
Issue #12
Pure X / Angel (Fat Possum Records)
Pure X, de naam van de uit Austin afkomstige band brandmerkt een intentie tot genotzucht. Met ‘Angel’, hun derde plaat én de eerste bij Fat Possum Records, is een nieuwe lyrische invalshoek geboren. Een lieflijke tocht naar het verlangen en ondergang van de perfecte vrouw, zoals Petrarca bijna zevenhonderd jaar geleden introduceerde. Minder psych, meer jingle jangle, minder chaos, meer gemoedsrust: Angel is een liefdesplaat pur sang. Niet alleen door de tekstuele inbreng maar ook door de zoete, trage gitaarlijnen die de kloppende harten van een verliefd stelletje lijken te verwoorden. Oftewel, de perfecte plaat om grijs te draaien den-
The Daily Indie
kende aan je nieuwe zomerliefde. Bijna kermend opent Angel met de woorden “show me the way to your love”, een ode aan de herkenbare twijfel van eenzijdige liefde. Zoals de bassist van Real Estate ‘off the record’ al tegen ons verklapte, was dit de plaat waar hij dit jaar het meest naar uitkeek. Nummers zoals de voorheen genoemde Starlight, maar ook Valley of Tears, Livin’ the Dream en Every Tomorrow geven hem groot gelijk. Het langzame karakter van de nummers wordt echter na Every Tomorrow, bijna zo zijig als een New Age yoga lerares van middelbare leeftijd. Pas als het tempo wordt hervat op Make You Want Me komt er
weer ziel in het album. Jammer dat dit nét te laat gebeurt, waardoor een cruciaal moment in de plaat verloren gaat. Zoetsappig is een oordeel dat sluimert bij een album vol liefdesliedjes, maar toch kan je dat over deze plaat niet zeggen. Hoewel liefde het kernthema is, blijft de plaat aan te horen voor de romantische sceptici onder ons. Het nummer Angel bevestigt dit maar weer eens, door de deinende en enigszins melodramatische zang schitteren heldere melodieën die een lichtbaken zijn in de golven van het album. Domenico Mangione
Issue 12
NL/BE recensies
Issue #12
NIKOO
Earth Mk. II
Yuko Yuko
/ FUNSPORTS (Subroutine Records)
/ Ocean Tears (Excelsior Recordings)
/ Babes EP (Yuko Yuko)
Noise-rock is een genre dat nog niet echt wil vlotten in ons kikkerlandje. NIKOO is een band die daar verandering in komt brengen. ‘Funsports’ is de derde EP van de band en de eerste in ruim vier jaar tijd.
Hugo van de Poel is poezenliefhebber, oud bandlid van Jacco Gardner en bovenal schrijver van fijne liedjes. Vorig jaar dook hij als Earth Mk. II op in de muziekwereld met zijn debuut Music for Mammals. De vergelijking met Jacco Gardner kon toen zeker niet uitblijven, toch kreeg hij substantieel minder aandacht dan zijn goede vriend. Het bagatelliseren van Earth Mk. II als reactie op het succes van Jacco Gardner lijkt logisch, maar is dat zeker niet.
De Eindhovenaren knallen in amper tien minuten vier snoeiharde tracks je oorschelp in en voor je het je realiseert is de EP alweer voorbij. Twee keer luisteren schept al wat meer orde in de chaos. Opener Jesse is zo catchy als mogelijk is bij dit soort noise-pop, Upsetter is snoeihard en vlijmscherp, D.F. is weloverwegen herrie en The Coast (met Dazzled Kid) is pure passie. NIKOO maakt muziek om dingen op te slopen, maar dan wel met stijl. Hoe rücksichtlos de mannen er na de eerste keer luisteren op los lijken te rammen, ze hebben duidelijk een sterk gevoel voor melodie. Dat onderscheidt ‘Funsports’ en dat zou hopelijk wel eens de bescheiden doorbraak van Nikoo kunnen betekenen. Ruben van Dijk
The Daily Indie
Earth Mk. II, ‘Music For Mammals’ en ‘Ocean Tears’ zijn allemaal titels die refereren naar de natuur, dus behoort het schrijven over ‘Ocean Tears’ in dezelfde beeldspraak. Een positieve involutie, een natuurlijke teruggaande ontwikkeling, dat is ‘Ocean Tears’. De teruggedrongen instrumentatie benadrukt de kracht en eenvoud van zijn nummers. Losgeslagen van de enorme hoeveelheid galm op ‘Music For Mammals’ valt plotseling op dat naast thematische onzekerheid Hugo ook onnodige vocale onzekerheid heeft. Hoewel die onzekerheid charmeert, blijft het jammer om te merken dat iemand die zo’n uiterst fijne EP maakt onnodige onzekerheid heeft. Domenico Mangione
Het lijkt muziek te regenen op planeet Yuko Yuko. De afgelopen maanden lanceerde de excentrieke Elias Elgersma track na track en beetje bij beetje groeit de interesse. Yuko Yuko maakt zwoele, spannende, originele muziek vol synths die uitermate lastig in een hokje te plaatsen zijn en nog het dichtst in de buurt komt van postdisco. Maar laat je niet te veel sturen door hokjes bij het beluisteren van ‘Babes’. Op zijn nieuwste EP zet Elgersma de trend van zijn eerdere werk voort: een basloopje en een ouderwetse drumcomputer vormen de sterke bodem van elke track en op elke track wordt een ander sausje over het geheel gegooid. Een grote inspiratiebron voor het nieuwe materiaal lijkt het land te zijn geweest waar Yuko Yuko ook door lijkt te gaan breken: Mexico. ‘Babes’ is zonniger en vrolijker van aard in vergelijking met voorganger ‘Cultlove’. Wat mij betreft mag het voorlopig nog wel songs blijven regenen op planeet Yuko Yuko. Het liefst in tropische hoosbuien, want dit zomerse halfuurtje is een van de tofste dingen die Yuko Yuko tot dusver heeft voortgebracht. Ruben van Dijk
Issue 12
NL/BE recensies
WOLVON / bother. (Subroutine Records)
Het Groningse noise-rock trio Wolvon is na goed ontvangen debuutalbum ‘folds.’ dat de band vorig jaar uitbracht weer terug met een uit vier nummers bestaande EP genaamd ‘bother.’ Binnen enkele seconden kun je horen dat Wolvon de term noise-rock erg letterlijk neemt, het eerste nummer BTHR gaat gelijk vol gas van start en zit vol met heerlijk ruizige gitaren. Op het daaropvolgende Fair Game blijft het tempo extreem hoog en lijkt het haast wel of de drummer z’n instrument kapot probeert te slaan. Het enige iets rustigere moment is het nummer Better Mammals, dat een stuk dreigender en afwachtender aanvoelt. Maar in de laatste paar minuten wordt ook hier de agressie er weer in gegooid. In het slotstuk, Smooth Skull, knallen ze weer vrolijk (nou, niet qua sfeer) verder en lijkt het alsof de eindsprint flink wordt ingezet. Ondanks dat de plaat maar een kwartiertje duurt, wordt er met ‘bother.’ toch een hele intense ervaring neergezet, vol met prachtige energie en agressie. Kort, maar enorm krachtig. Olaf Slootweg
The Daily Indie
Issue #12
The Windowsill
Bird On The Wire
/ Showboating (Shield Recodings/ Monster Zero)
/ Our Hands Meet On The Moon (Eigen Beheer)
Uit Rotterdam komen de fijne poppunkers van The Windowsill, die op hun nieuwe plaat ‘Showboating’ twaalf pakkende nummers bij elkaar hebben geschreven. Het is poppunk tot de max die je (haast nostalgisch) meeneemt naar je pubertijd waarin American Pie uitkwam en je dagenlang Tony Hawk aan het spelen was op de Playstation.
Ze lopen al een tijdje mee, want sinds 2010 heeft de band al zo’n honderd shows van Parijs, Amsterdam tot en met New York gespeeld. De Amsterdammers van Bird On The Wire groeien snel en laten hun evolutie horen op hun laatste plaat ‘Our Hands Meet On The Moon’. Een album dat liefhebbers van Warpaint, Sharon Van Etten en Angel Olsen erg zal bekoren.
In de band zijn ex-leden van The Apers te vinden en die weten wel hoe een goed nummer in elkaar steekt en hoe zoiets moet klinken. De sound op de plaat is dan ook kristalhelder en alles klinkt, je zou bijna zeggen, gelikt. Dat is op zich niet zo’n probleem, alleen zit er wel erg weinig variatie in en heb je na drie nummers hetzelfde gehoord als na de volledige twaalf nummers. Of je ‘Showboating’ op shuffle draait of van voor naar achter, je merkt het verschilt niet. En dan kan rechttoe rechtaan poppunk toch wel snel gaan vervelen. Goede plaat met nummers als In Riddels en Phone Call Away, maar misschien wat weinig afwisselend voor twaalf nummers. Ricardo Jupijn
Het debuut staat vol warme en mysterieuze liedjes die samen een bijzonder sterk geheel vormen. Het kan uitgestrekt, intiem, intrigerend en haast sensueel klinken. Het is niet dat het telkens allerlei kanten opschiet, want de band weet juist een prachtige balans te vinden in de rijke elementen die zij gebruiken. De sound is secuur afgewogen en elk uitstapje dat de band maakt valt precies lekker op zijn plek. ‘Our Hands Meet On The Moon’ zit vol subtiele geluidselementjes die de plaat vol laten klinken, interessant houden en waardoor het een plaat blijft die beter wordt naarmate je ‘m vaker hoort. Er zijn liedjes om bij weg te dromen en nummers waarin de band meer kracht toont en de spanning heerlijk weet op te bouwen. It’s all about dynamics - en dat heeft Bird On The Wire maar al te goed begrepen. Ricardo Jupijn
Issue 12
interview
interview
tekst Ricardo Jupijn
Na een goede ontvangst van hun eerste album ‘Antipodes’ en een aantal flinke tours besluiten de Nieuw-Zeelanders van Popstrangers te verhuizen naar een ander eiland. De heren pakken hun biezen en vertrekken naar Londen. Daar zitten ze wederom niet stil en een jaar na het debuut komt de band alweer met album nummer twee: ‘Fortuna’. Een plaat waarop de roots terug te horen zijn, maar waar tegenwoordig een luchtige en Londense bries doorheen waait. We spreken de band in Paradiso tijdens een korte tour waarop de band meerdere Nederlandse data heeft staan. Het duurt dan nog een maand voordat hun plaat uitkomt. Jullie zijn nu redelijk aan het toeren voordat de plaat überhaupt uit is. Wiens idee was dat? “Nou, eigenlijk is het ook nog een beetje een tour rondom ons debuut. Het was al geboekt voordat we de nieuwe plaat op gingen nemen. We hadden eigenlijk niet verwacht dat het nieuwe album zo snel uit zou komen. Maar op zich komt het ook wel weer goed uit, want mensen kennen ons misschien van het eerste album en krijgen nu direct een voorproefje van het tweede album.” Het nieuwe album hebben jullie ook vrij rap opgenomen, ik las dat jullie maar vijf dagen in de studio hebben gezeten? Nemen jullie altijd snel op of was het meer vanwege financiële factoren?
The Daily Indie
“Vooral het laatste toch wel, ja. We hebben het opgenomen bij een vriend van ons en hij had echt alleen die dagen vrij, anders zou het weer heel lang gaan duren. Dus we hebben ons goed voorbereid en alles eruit geknald binnen de dagen die we hadden.” Wat voor ideeën en gevoelens hadden jullie bij dit album toen jullie begonnen met schrijven? “Een hoop, eigenlijk. We zaten natuurlijk ook in de verhuizing naar Londen en dat heeft natuurlijk wel een grote impact op ons gehad. Maar we wilden vooral door blijven gaan en zien wat er telkens uitkomt. En ik denk dat deze plaat wel echt anders is dan de vorige.” Het debuut ging vooral over isolatie en het wonen op een eiland als NieuwZeeland. Waar gaat dit album over voor jullie? “Meer over vriendschap en, hoe karig het ook klinkt, de liefde. We hebben aardig wat meegemaakt het laatste jaar en dat
Issue 12
interview
Popstrangers
“We werken in een bar en proberen daarnaast zoveel mogelijk te toeren, oefenen en muziek te schrijven.�
INTERVIEW
komt wel naar voren, waardoor het tekstueel wel wat donkerder is geworden.” Nu zijn jullie als het ware ‘uitgebroken’ en zitten jullie hier in Europa. Vanwaar de keuze voor Londen? Zodat het makkelijk is om te toeren? “Dat is wel een belangrijke reden, ja. Het was voor ons bijna niet te doen om te toeren, gewoon omdat het zoveel kost elke keer.” Maar Londen is ook niet echt goedkoop, toch? “Nee, maar Auckland ook niet, dus dat scheelt weer, haha. We besparen nu wel veel geld op het reizen.” Hoe bevalt het verder? Was het een grote stap? “Tja, soms is het leuk, soms is het minder leuk. Maar goed, dat is altijd zo. Over het algemeen vind ik het erg tof om in Londen te wonen. Het voelde verder niet als een grote stap, vooral omdat we er niet te veel over na hebben gedacht, we hebben onze spullen gepakt en zijn gegaan. En het is ook weer niet zoveel anders dan
The Daily Indie
Popstrangers
Nieuw-Zeeland. We werken in een bar en proberen daarnaast zoveel mogelijk te toeren, oefenen en muziek te schrijven.” Op zich is het wel een goede volgorde, om daar op te groeien en dan nu hier te wonen. Nieuw-Zeeland heeft immers een bijzonder levendige muziek-scène. “Zeker weten, er gebeurt echt een hele hoop. En de bands van NieuwZeeland zijn net zo goed als bands van waar ook ter wereld, alleen je hoort er minder over. Toch omdat het ver weg is en vrij geïsoleerd ligt denk ik. Alhoewel Australië wel echt helemaal happening is de laatste paar jaren. En dat kan weer geen kwaad voor de bands uit Nieuw-Zeeland.”
boekers. Er zit meer druk op en meer lijn in, dat is wel goed voor ons.” Als laatste: omdat we nogal fan zijn van Nieuw-Zeelandse bandjes, hebben jullie nog wat goede tips voor ons? “We hebben veel vrienden in bands, maar ik zou dan zeker Deer Park en Rackets willen noemen. Maar we liggen ook wel een beetje uit het circuit nu daar niet meer zo vaak zijn. Zo gaat dat.”
Die scene is inderdaad onwijs gegroeid de laatste jaren, hoe zijn jullie als band gegroeid en geëvolueerd? “We zijn vooral harder gaan werken en we zijn harder voor onszelf geworden. Daarnaast is het ook wel goed voor ons geweest dat we wat concretere doelen hebben sinds er meer partijen bij zijn gekomen, zoals labels en
Issue 12
DAILY LITERATURE
#7 Eenmaal buiten het dorp wijken we af van het wandelpad. De kilo’s aan mijn nek trekken me bij elke stap naar de grond. Roelof huppelt de berg op en breekt zijn laatste pakje sigaretten aan. Op een hoogte waarop alles mooi lijkt hangt een stevige nevel die al snel in onze kleding trekt. Waar het gras hoger en natter is zetten we de tent op, die meer uit plakband dan tent bestaat, en danken God voor deze berg. We verkennen de omgeving. Ik verlies mijn sandaal in een ravijn en Roelof verzwikt zijn enkel in een bergstroompje. Jongens die hun beginnende jeugd aan computerspelletjes en vmbo-meisjes hebben besteed, beleven spelend hun midlifecrisis. We rapen hout om een vuur te stichten en zitten even later vermoeid aan de kant waar de minste rook waait. Roelof maakt brandnetelsoep met paardenbloemen en spinazie. Na de maaltijd trapt hij het vuur uit en kruipt de tent in. We hebben niets meer tegen elkaar gezegd sinds we van ons huis vertrokken, misschien omdat in ons huis teveel is gezegd. In de ochtend breken we af en lopen naar beneden. In de bergen zijn de voorbijgangers zo schaars, dat ze zich allemaal verantwoordelijk voelen om je te helpen. De jongen, van wie we een lift krijgen, vertelt dat zijn vader een plantage bezit waar we de volgende nacht mogen overnachten. Hij zet ons af bij een overwoekerde broeikas, een veld vol appelbomen en een kleine tuin met een treurwilg. De vader is nergens te bekennen en de jongen rijdt weer weg. We gooien onze tassen onder de wilg en klimmen erin. Even later arriveert het vadertje op zijn trekkertje. Hij kijkt naar de tassen, de boom en in onze ogen. Roelof dooft zijn sigaret tegen de schors. We klimmen naar beneden en drukken het vadertje een hand. Met gebarentaal verklaren we onze aanwezigheid en maakt hij duidelijk dat we op zijn land mogen logeren. Ook zijn we de volgende morgen welkom voor ontbijt.
The Daily Indie
#7
Hij vertrekt naar zijn glazen kas en wij lopen naar de appelbomen. Zodra de zon ondergaat leggen we ons in het tentje, die we bijna niet meer mogen aanraken. Bij zonsopgang ruiken we koffie en strompelen we naar de kas. De vader werkt hier niet alleen, hij woont hier ook. Tussen de lekkende leidingen vliegen vlinders en zwerven potjes en pannetjes. Tijdens het ontbijt vertelt vadertje dat hij nauwelijks kan rondkomen van de jam die hij maakt. We zitten aan een tafeltje die zich door de spullen en tafelgenoten in breekbaar evenwicht bevindt. In de warme, vochtige kas praten we stotterend over het zondagse brood, dat hij speciaal voor ons had gekocht. Ik probeer elk accent te ontwijken, omdat Roelof zei dat mijn Engels te Amerikaans klinkt. En iedereen haat Amerika. Even later staan we weer bepakt aan de kant van de weg. Ondanks het sterke ontbijt hebben we niets anders dan koffie gedronken. De warmte stijgt naar ons hoofd en er passeert geen enkele auto. In de verte zien we de Mont Blanc. Twee uur later zien we de eerste auto uit de verte opdoemen, en andersom heeft hij ons ook in de gaten. In de hoop dat we zijn luidsprekers niet beschadigen leggen we onze tassen achterin en schuiven op de achterbank. De man rijdt met een snelheid van negentig kilometer per uur door de haarspeldbochten waar de andere auto’s de dertig nog niet aandurven. Het hoogste dorpje op de Mont Blanc is Chamonix, de enige plaatsnaam waarbij de x in het Frans wordt uitgesproken. We stappen uit en lopen het bos in, gooien een dode boomstam over het pad en zetten onze tent op. We leggen onze bagage in de tent en kijken naar de berg die de zon blokkeert. De middag loopt op een einde, maar de Mont Blanc moet nog beklommen worden, als het aan Roelof ligt. Na een uur klimmen stelt Roelof als doel dat we eeuwige sneeuw moeten voelen. Ik zie geen enkel soort sneeuw, laat staan dat we het vandaag nog zullen voelen. Even later
eindigt het pad zelfs. We stappen over het bordje levensgevaarlijk terrein. De zon zakt nu voorgoed en ik voel er weinig voor om onze tocht voort te zetten. ‘Die eeuwige sneeuw kunnen we wel vergeten,’ mompel ik voorzichtig. ‘Hoe bedoel je?’ ‘We moeten ook nog terug, en ik zie hier nergens sneeuw.’ ‘Daar!’ ‘Wat bedoel je, daar?’ ‘Aan de overkant, die bergpas, die gletsjers… vol sneeuw!’ ‘Je bedoelt die rotsen met dat ijs?’ ‘Dat ijs, dat is sneeuw!’ ‘Oké, wat jij wilt.’ ‘Meen je nou echt dat je geen sneeuw ziet? Of wil je het gewoon niet toegeven?’ ‘Ik zie gewoon geen sneeuw en ik geloof niet dat het gladde daar iets anders is dan rots of ijs. Het is grijs, blauw en hard. Dat is geen sneeuw.” ‘De sneeuw is op elkaar gezakt en daardoor is het iets harder geworden. Dat blauwe en grijze komt door de reflectie.’ Roelof daalt af, de vallei in. ‘Wat ga je doen?’ ‘Ik zal het je bewijzen.’ Ik zwijg en zie hoe Roelof afdaalt langs losliggende stenen. Roelof moet vele meters klimmen om zijn standpunt te bewijzen. Ik gooi kleine steentjes naar beneden, in de hoop dat ik geen lawine veroorzaak. Roelof klimt aan de andere kant omhoog en bereikt de sneeuw, of het ijs, en hakt een stuk van het spul af. Hij pakt het op, draait zich om en begint enthousiast te zwaaien. Ik moet op deze afstand overtuigt zijn, maar laat niets merken. Roelof stopt een paar stukken in de zakken van zijn regenjas. Een half uur later is hij terug en overhandigt me met druipende en trillende vingers het half gesmolten spul. ‘Geloof je me nu?’ ‘Ik zou graag willen.’ ‘Dit meen je niet. Je kunt toch zien dat dit verharde sneeuw is?’ ‘Ja, ijs dus.’ Derko Laan
Issue 12
CONCERTAGENDA
Issue #12
Perfect Pussy + Big Ups / Vrijdag 08 augustus Tolhuistuin, Amsterdam
/ We staan nog wel eens na te trillen op onze benen als we terugdenken aan de show van Big Ups om drie uur ‘s nachts op Le Guess Who?. Gelukkig hoeven we niet zo lang te wachten om ze weer te zien. Maar ho ho, wacht even, want niet alleen Big Ups speelt op 8 augustus in de nieuwe Tolhuistuin-zaal in Amsterdam-Noord. Nee nee, want de snoeiharde punkbeukers van Perfect Pussy komen de avond headlinen. Maak je maar klaar voor een avondje snoeiharde New Yorkse punk waar je nog lang van na zult genieten. Dit zou stiekem zomaar één van de lekkerste avondjes van de zomer kunnen worden. Just sayin’...
concertagenda juli/ augustus
TEEN Donderdag 24 juli Paradiso, Amsterdam
The Drones Donderdag 31 juli Paradiso, Amsterdam
Neutral Milk Hotel Maandag 11 augustus Paradiso, Amsterdam
The UV Race Vrijdag 25 juli dB’s, Utrecht
Young Magic Zaterdag 02 augustus Nieuwe Anita, Amsterdam
Chelsea Wolfe Maandag 11 augustus Simplon, Groningen
The Soft Moon Dinsdag 29 juli Bitterzoet, Amsterdam
Protomartyr Zaterdag 09 augustus Nieuwe Anita, Amsterdam
CHEATERS Donderdag 14 augustus Paradiso, Amsterdam
The Chills Dinsdag 29 juli Paradiso, Amsterdam
Ought Zondag 10 augustus Paradiso, Amsterdam
Thurston Moore Band Dinsdag 19 augustus OCCII, Amsterdam
The Pains Of Being Pure At Heart / Maandag 18 augustus Vera, Groningen
/ The Pains Of Being Pure At Heart is één van die weinige bands die we niet alleen heel erg goed en tof vinden. Nee, dat is zo’n band waar we verliefd op zijn. Waar we net iets meer mee hebben dan welke band dan ook. Die eerste twee platen hebben een stukje in onze harten weten te veroveren. Op 13 mei kwam de band met haar nieuwe plaat ‘Days Of Abandon’. Of die plaat net zo mooi en tijdloos wordt als de voorgaande platen moet nog blijken. Heel erg lekker is die in ieder geval wel! In augustus komt de band weer eens spelen en wel in Vera. Op naar het hoge noorden, dus!
The Daily Indie
Issue 12
LIVE Ă„nimal DJ-sEts the daily indie dJ team Donderdag 24 juli 23.30-04.00 Paradiso Amsterdam Weteringschans 6-8
Entree: â‚Ź5,00 incl. daglidmaatschap Gratis met Paradisostudentenpas
Thee Oh Sees / Maandag 25 augustus Melkweg, Amsterdam
/ We zullen maar niet beginnen over die legendarische show van de Oh Sees in De Helling tijdens Le Guess Who?, wat geloven wij, zo’n beetje iedereen zijn favoriete show van vorig jaar was. Toen ineens nam de band pauze voor onbepaalde tijd en kwamen ze ook weer uit het niets met de nieuwe plaat ‘Drop’. Opnieuw een pareltje van een plaat, waarmee frontman John Dwyer weer een heel andere en interessante kant van zich laat horen. Je hebt nog even om je voor te bereiden, want de band is pas de 25ste van augustus in Amsterdam. Maar wij hebben het idee dat dat geen kwaad kan, evenals een goede cooling down na de show. Neem de volgende dag maar alvast vrij!
concertagenda augustus/ september
Kurt Vile Dinsdag 19 augustus Paradiso, Amsterdam
Other Lives Woensdag 20 augustus De Oosterpoort, Groningen
Mykki Blanco Woensdag 27 augustus OT301, Amsterdam
Cloud Nothings Dinsdag 19 augustus Rotown, Rotterdam
Nick Waterhouse Vrijdag 22 augustus Burgerweeshuis, Deventer
Woods Woensdag 03 september Paradiso, Amsterdam
Warpaint Dinsdag 19 augustus De Oosterpoort, Groningen
The Orwells Maandag 25 augustus Bitterzoet, Amsterdam
Ringo Deathstarr Woensdag 03 september OT301, Amsterdam
The Dodos Dinsdag 19 augustus 013, Tilburg
Lucius Dinsdag 26 augustus Rotown, Rotterdam
Sinkane Dinsdag 09 september Tivoli de Helling, Utrecht
The Growlers / Meerdere data Biddinghuizen, Rotterdam, Deventer & Groningen
/ The Growlers. Niet te missen geweest de afgelopen tijd en helemaal niet als je The Daily Indie een beetje hebt gevolgd het laatste jaar. Ze zijn binnenkort weer uitgebreid terug in ons land en wel om Rotown en Burgerweeshuis onveilig te maken, respectievelijk op woensdag 20 en donderdag 21 augustus. De band speelt daarnaast dit jaar ook op Lowlands en het Noorderzon-festival te Groningen. Als Los Growlers in de buurt zijn, dan weet je dat er naartoe moet gaan. De heupwiegende en zongeblakerde muziek is uitermate geschikt voor de zomer. Dus pak een lekker biertje en duik de venue in voor een lekker, plakkerig showtje van de heren. Op 29 september komt hun nieuwe plaat ‘Chinese Fountain’ uit, eerste single Big Toe is uit en te vinden in The Daily Indie Webpaper #05. The Daily Indie
Issue 12
LIVE CHEaTERS DJ-sEts THE daily indiE dJ TEaM Donderdag 14 augustus 22.00-04.00 Paradiso Amsterdam Weteringschans 6-8
Entree: â‚Ź5,00 incl. daglidmaatschap Gratis met Paradisostudentenpas
FOTOVERSLAG
A Dead Forest Index + ZZZ’s Sanne Glasbergen
05 mei 2014 Shacklewell Arms, London
The Daily Indie
Issue 12
FOTOVERSLAG
A Dead Forest Index + ZZZ’s
A Dead Forest Index
The Daily Indie
Issue 12
FOTOVERSLAG
A Dead Forest Index + ZZZ’s
A Dead Forest Index
The Daily Indie
Issue 12
FOTOVERSLAG
A Dead Forest Index + ZZZ’s
Gemma Thompson (Savages) Solo-set
The Daily Indie
Issue 12
FOTOVERSLAG
A Dead Forest Index + ZZZ’s
ZZZ’s
The Daily Indie
Issue 12
FOTOVERSLAG
A Dead Forest Index + ZZZ’s
ZZZ’s
The Daily Indie
Issue 12
FOTOVERSLAG
A Dead Forest Index + ZZZ’s
ZZZ’s
The Daily Indie
Issue 12
FOTOVERSLAG
A Dead Forest Index + ZZZ’s
ZZZ’s
The Daily Indie
Issue 12
interview
interview
tekst Cathelijne de Groen
Langs het IJ en naast het Eye in Amsterdam is een nieuw podium verrezen: de Tolhuistuinzaal. Overal staan nog hekken en een fatsoenlijke ingang is er nog niet. Binnen is het één grote lege ruimte waar een paar stoelen staan inclusief een dikke laag stof. Eerst even schoonmaken dus, want daar kun je de heren van Klaxons niet op ontvangen.
Klaxons begint in 2005 met de drie oprichtende bandleden Jamie Reynolds (zang/ basgitaar), James Righton (zang/keyboards) en Simon Taylor Davis (gitaar). Ze brengen hun debuutalbum ‘Myths Of The Near Future’ uit in 2007, wat direct een succes is. Een nieuw muziekgenre is geboren: new rave. Na een matig tweede album ‘Surfing The Void’ is inmiddels het nieuwe album ‘Love Frequency’ uit. Een interview met Jamie en Simon. Hoe gaat het met de tour? Jamie: “Het is geweldig!” Simon: “Erg cool!” Jamie: “Gisteren waren we in Berlijn, dat was een fantastische show. Daarvoor waren we in Parijs. Een week geleden waren we in Los Angeles om onze video op te nemen. We zitten overal.” Simon: “En morgen spelen we in Londen.” Nieuwe video opgenomen? Vertel? Simon: “Ja, in Amerika. Voor de nieuwe single ‘Show Me A Miracle’. Die komt waarschijnlijk ergens in de komende weken uit.
The Daily Indie
De regisseur is BRTHR, zij hebben de laatste maanden een aantal erg toffe video’s gemaakt.” [Jamie is aan het tekenen] Jamie: “Het is bijna klaar. Waarschijnlijk gaan mensen denken dat deze tekening is gemaakt door iemand die tussen de drie en vijf jaar oud is. Ach, daar zit ik nu ongeveer. Wat vind je ervan, Simon?” Simon: “Erg mooi!” Jamie: “Oké, dank je. Hij is klaar. Wil jij nog wat tekenen?” Simon: “Nee, ik wil hem niet verpesten.” Jamie: “Ik ben er blij mee, ik denk dat hij zo wel klaar is.” Je moet hem nog wel ondertekenen. Jamie: “O ja, natuurlijk. [sarcastisch naar Simon] Je hoeft niet te ondertekenen als je hem niet mooi vindt, hoor.” Simon: “Nee, ik vind ‘m mooi, hij is goed.” Simon: “Kinderen tekenen altijd enorme hoofden, omdat ze altijd omhoog moeten kijken naar mensen. Best interessant.” Jamie: “Nou, ik ben best lang, dus ik kijk neer op mensen. Ze zien er kleiner uit,
Issue 12
interview
Klaxons
“We zijn veel betrokken bij spiritueel psychedelische dingen, dat was een beetje het thema waar we mee bezig waren.”
interview
maar deze keer niet. Simon: “De armen zijn vrij lang.” Jamie: “Omdat ik wil laten zien hoe blij hij is.” Simon: “Weet je, als je tekeningen van kinderen vergelijkt zien ze er allemaal redelijk hetzelfde uit. Ze zien er vreemd uit omdat kinderen dus klein zijn.” Jamie: “Juist, ja.” [en kijkt mij stiekem lachend aan] Binnenkort komt jullie nieuwe album uit. Hoe denk je dat mensen erop zullen reageren? Jamie: “Gebaseerd op onze liveshows denk ik dat dat heel goed zal gaan. Tijdens onze live-shows spelen we al een tijdje zeven nieuwe nummers en iedereen wordt er helemaal wild van. Ze vinden het echt leuk.” Simon: “Het is moeilijk vooraf te zeggen hoe mensen erop zullen reageren, wij kunnen alleen afgaan op onze live-shows. Daar zijn de reacties erg positief.” Het is meer een dance-album dan jullie vorige album. Jamie: “Ja, klopt. Het zijn meer elektronische drums, synths en minder gi-
The Daily Indie
Klaxons
taren. We moesten van begin af aan leren om muziek te maken met computers. Toen zijn we gaan samenwerken met Tom Rowlands van de Chemical Brothers en moesten we op zijn niveau zien te komen.”
love.” Jamie: “Misschien nu we een album over liefde hebben gemaakt gebeurt er wel iets. Ik laat je over een paar maanden wel weten of het gewerkt heeft, haha.”
Hij gaat al een tijdje mee. Jamie: “Ja, wij zijn de eerste band die hij geproduceerd heeft, dus het was een hele spannende samenwerking. We waren al bevriend met Tom, omdat we het nummer All Rights Reversed hebben geschreven en gezongen voor het Chemical Brothers’ album ‘We Are The Night’. Dus we vroegen of hij met ons wilde samenwerken en hij zei ja. Toen hadden we zoiets van: ‘Wow!’.”
Waarom gaat het dan over liefde? Jamie: “We zijn veel betrokken bij spiritueel psychedelische dingen, dat was een beetje het thema waar we mee bezig waren. Liefde is het antwoord op alles. We wilden het album emotioneel heel open maken. Dit was voor ons een heel andere manier van muziek schrijven. Mensen zeiden dat we eerlijk moesten zijn over wat we voelen, dus dat zijn we gaan proberen.”
Het nieuwe album ‘Love Frequency’ gaat duidelijk over liefde. Heeft dat iets te maken met James’ recente huwelijk met Keira Knightley? Jamie: “Geen idee eigenlijk, daar heeft hij nooit op gereageerd of echt over gepraat.”
Welke muziek heeft jullie vroeger het meest beïnvloed? Jamie: “Voornamelijk popmuziek. Alles wat in de hitlijsten stond vanaf eind jaren tachtig tot nu. Vanaf 1994 werd het wat alternatiever, omdat het niet ‘cool’ was om muziek leuk te vinden uit de hitlijsten. Toen kwam de Britpop en elektronische muziek en nu staan we open voor alles.”
Zijn jullie dan happy in love? Jamie: “Hmm nee, eigenlijk niet.” Simon: “Nee. Happy wel, maar niet in
Issue 12
interview
Klaxons
tekening Jamie Reynolds
interview
Welke artiesten bewonderde je? Simon: “Meat Loaf! Dat was het eerste concert waar ik heen ben geweest. Maar vooral ook de grote sterren zoals Michael Jackson en Tina Turner dat mijn moeder draaide. Later luisterde ik veel naar Pixies en Sonic Youth.” Hoe denk je dat de muziekindustrie er over twintig jaar uitziet? Jamie: “Whoa! Ehm, zou men dan zelfvoorzienend kunnen zijn of heeft men nog geld nodig uit andere bronnen.” Simon: “Het zal er vooral aan liggen of muzikanten kunnen overleven. Is Spotify goed voor je als muzikant of niet. Zijn albums dan nog de belangrijkste inkomstenbron voor muzikanten of wordt optreden het primaire belang van een muzikant?”
The Daily Indie
Klaxons
Bestaat Klaxons dan ook nog? Jamie: “Over twintig jaar? Als we 53 zijn? Nou, waarom niet? Ik bedoel: hoe oud is New Order? Als mensen willen dat we muziek blijven maken, dan doen we dat. Misschien met tussenpozen, sommige artiesten hebben pieken en dalen, zoals James Murphy.” Simon: “LCD Soundsystem komt absoluut weer terug.” Jamie: “Ja, zeker weten.” Simon: “Dat was een goed gepland afscheid.”
De ArenA. Jamie: (lachend) “Cool, kun je regelen dat we daar kunnen spelen?”
Zouden jullie ooit grote stadionconcerten willen doen? Simon: “Zeker! Vooral met veel lichten en visuals, zoals U2 en Muse. We hopen dat echt ooit te kunnen doen.” Jamie: “Wat is het grootste stadion in Amsterdam?”
Issue 12
As far as i care, you can all die you can all die my snakedog