The Daily Indie | Issue #03

Page 1

Issue #03 www.thedailyindie.nl

TEMPLES | PEACE | LOCAL NATIVES


voorwoord

foto Julia Hendriks

Kanonnen, we zijn alweer bij editie nummer drie aanbeland! In eerste instantie had ik geen idee of er überhaupt een tweede editie zou komen, maar tijdens het schrijven van dit voorwoord hebben we de fotoshoot voor de cover van editie vier er alweer opzitten. En waarom ook niet? Het is veel te leuk om je eigen magazine te maken. Geld verdien je er niet mee, dat kost het. Maar daar gaat het gelukkig ook helemaal niet om. Het is te gek om elke keer met een heel team een magazine te maken, en te merken dat de lezers het een leuk blad vinden. En dat is ook niet geheel onbelangrijk, want ik doe het eigenlijk niet eens zozeer voor mezelf. De allereerste gedachte achter The Daily Indie is en blijft nog steeds om muziek te zoeken die onze volgers te gek vinden. Dat je bij ons je nieuwe, favoriete band kunt

The Daily Indie

ontdekken en er ook nog wat meer over kunt lezen. Via het blad, via de website, via Facebook, hoe dan ook. Ergens in 2010 begon ik, net als een hoop anderen, een .wordpress.com blogje en probeerde ik mensen op mijn site te krijgen. Niet om advertenties te kunnen plaatsen, maar zodat gelijkgestemden daar allerlei te gekke, nieuwe muziek konden ontdekken. En dat is nog steeds ‘het grote doel’, alleen is er uiteraard wel iets veranderd sinds die tijd. Want ja, het maken van zo’n ‘dik blad’ kost echt een belachelijke hoeveelheid tijd. Maar goed, als je een blad over nieuwe muziek wilt maken, moet je natuurlijk wel op de hoogte zijn van wat er allemaal speelt, en je wilt daarnaast natuurlijk ook zeker niets missen! Het is dus nog wel eens lastig om een balans te vinden tussen die twee. Zeker omdat The Daily Indie

natuurlijk niet het enige is waar ik mij mee bezig kan houden de hele week. Ik kan al die leuke, nieuwe liedjes van FIDLAR, Foxygen, Temples en Peace wel naar mijn huisbaas sturen, maar die ziet helaas toch liever iets anders. Een aantal (gelukkig erg leuke) bijbaantjes zijn dan ook onontkomtbaar. Zo kan ik dit, onder andere als barista bij de Coffee Company, nog allemaal enigszins combineren. En ach, ik hoef me in ieder geval niet te vervelen. Het houdt je van de straat. Het maken van dit magazine is elke keer weer een spannende zoektocht naar de juiste inhoud en een reis naar de perfecte formule. En naar onze smaak hebben we weer een prachtige editie weten te maken, met een hoop verse rubrieken, interessante interviews en natuurlijk een hele hoop nieuwe muziek. Enjoy your Daily Indie!

Issue 3


Colofon

Hoofdredacteur Ricardo Jupijn Grafisch Ontwerp Ricardo Jupijn, Kyra Neve, Kevin Smink & Laura Steenge Eindredactie Ricardo Jupijn & Sophie Westhiner Redactie Mark Bink, Robin van Essel, Annelotte de Graaf, Cathelijne de Groen, Yoram van Hees, Wessel van Hulssen, Lisa de Jongh, Ricardo Jupijn, Harm de Kleine, Maartje Knaap, Jelmer Luimstra, Bart Nijland, Roeland Rutgers, Liske Steenbergen, Rinze Voorberg & Sophie Westhiner Fotografen Remco Brinkhuis, Erik Drost, Julia Hendriks, Sanne Glasbergen, Victor van der Griendt (Mc klin), Melanie Marsman, Jaspar Moulijn & Kasper Vogelzang Special Thanks To Jan de Gier, Kim de Jong, Jorn & Julia, David Jupijn, Lonneke van der Loos, Natalie Menard, Bill Roe, Anne Soldaat, Leendert Sonnevelt & Leonie Wenting

Coverfoto Erik Drost

Publisher Rising Step www.risingstep.com The Daily Indie Magazine Voor algemene informatie: thedailyindie@gmail.com Bezoek Ons Online www.thedailyindie.nl facebook.com/thedailyindie twitter.com/the_daily_indie

Advertising advertising@thedailyindie.nl Promotiemateriaal promo@thedailyindie.nl


The Daily Indie

Issue 3


The Daily Indie

Issue 3


The Daily Indie

Issue 3


redactie top vijf

1-2-3-4-5

ALBUM: Vox Von Braun - Rich & On Wheels Op de valreep van 2012 komt er nog een album van het Groningse Vox Von Braun uit, genaamd ‘Rich & On Wheels’. In 2010 ging de band al naar Brighton om op te nemen met producer Matthew Twaites (The Electric Soft Parade) en wordt het album gemixt door Pater Hayes van Black Rebel Motorcycle Club. Het resultaat van al het bovenstaande is bijzonder sterk en verbluffend. Van het meer poppy You Look Real Neat tot stevigere nummers als A.R.T.I.S.T.S. Are Go, alles klinkt zorgvuldig en vooral erg lekker. We vroegen overigens aan de band om speciaal voor ons een Mixtape te maken, die lees/hoor je verderop in ‘t blad!

PHOTOGRAPHY: MWAH Paper Wat MWAH Paper op hun Tumblr doet, is eigenlijk het volgende: MWAH creates an unspoken visual dialog between two photographers who probably have never met, although their photos in very unusual approach are corresponding. Each set of pictures side by side are based on a personal narrative theme, but grounded in the pursuit of experimental thrills. The unexpected way of putting selected pictures together may bring smiles, a sentimental memory about a person, a place, or just creates a pure aesthetic image of two joined in surprising grace.

BLOG: Turntable Kitchen Eten en muziek. Twee kunstvormen die prachtig samen kunnen smelten als je ze goed combineert. Kasey en Matthew Hickey deden dat al jaren in hun eigen appartement in San Francisco en besloten daar meer mee te gaan doen. Het resultaat: Turntable Kitchen. Een website waarbij nieuwe muziek wordt gekoppeld aan een zelf samengesteld recept, en andersom. Met als doel om culinaire liefhebbers in aanraking te laten komen met nieuwe muziek, en muziekliefhebbers met lekkere recepten. Een online, muzikaal receptenboek dus. Luister smakelijk!

BAND: Savages We zijn al een tijdje in de ban van de bijtende en rauwe post-punk van Savages, waarvan we dit jaar nog veel meer gaan horen. Ze waren een tijdje in ons land en we zijn weken bezig geweest om een interview te regelen met de dames. We hebben iedereen geprobeerd die contact zou kunnen maken met de band, maar geen enkele respons... Eenmaal backstage tijdens London Calling zien we de band in de kleedkamer, en duiken we er direct op af: kunnen we jullie spreken?! Maar de tourmanager laat het al doorschemeren: de band geeft liever geen interviews. Om het allemaal wat mysterieuzer te houden. Een promotionele keuze of vinden ze dat gewoon cool? We weten het niet, maar het werkt wel...

MAGAZINE: Shindig! Een kwalitatief hoogstaand tijdschrift vol nieuwe én oude bands, met daarin onder andere interviews, recensies, nieuws en achtergrondverhalen over vintage muziek in de richting van psychedelica, garage, beat, acid folk rock en power pop. Dit is wat ze er zelf over zeggen: “To end mediocrity in music magazines... To bring the scope and knowledge of fanzines to a larger readership, quality journalism, columns, music and film history, exciting new bands. We have already inspired every major music mag... So let us inspire you too.”

The Daily Indie

Issue 3


foto v/d redactie

+ Issue #03 Playlist

Foto van de redactie Naast het zoeken naar de mooiste muziek, het interviewen van een hoop toffe artiesten en allerlei andere randzaken, waren er ook wat veranderingen op de redactie. Zo kwamen onder andere deze twee rakkers ons team versterken! (En dan vooral met een hoop afleiding.) Ze heten Freddie & George, zijn ongeveer zeven centimeter groot en vormen sinds korte tijd het nieuwe mascotte-duo van The Daily Indie. Tevreden zwemmen ze hun baantjes, liggen ze lekker te zonnen en zijn de twee gelukkig al ruimschoots gewend aan alle muziek die hier de hele dag door ‘het kantoor’ heen wordt geblazen. Onze indie-turtles wilden graag even ‘hallo’ zeggen en drongen ondertussen ook al gelijk aan op een speciale Facebook-pagina rondom hun dagelijkse bezigheden. Die geheel toepasselijk The Daily Turtle zou moeten gaan heten. Zover is het nog niet, want het is tijd om naar de orde van de dag over te gaan: Issue #03 van The Daily Indie!

Luister The Daily Indie terwijl je ‘m leest

Issue #03 www.thedailyindie.nl

Mac DEMarco | tEMplEs | local nativEs

Klik op de cover om The Daily Indie | Issue #03 op Spotify te beluisteren

The Daily Indie

Issue 3


new indie

Beak> & Swiss Alps

BEAK> - Mono Geoff Barrow, mastermind van Portishead, jamde tijdens het kerstfeestje van z’n label Invada Records eens met Billy Fuller en Matt Williams. De psychedelische kraut-pop die daaruit kwam bleek wel te werken en de drie besloten direct de studio in te duiken, de microfoons aan te zetten en op te gaan nemen wat er al jammend en improviserend ontstond. Na twee voortreffelijke albums kwam er nog een bizar aanstekelijke losse single uit: Mono. Met hypnotiserende synthesizers, een trippy brug en ongelooflijk catchy basloopjes.

Swiss Alps - EP // Het uit Pennsylvania afkomstige Swiss Alps weet in de stijl van DIIV, Beach Fossils en een vleugje Real Estate lo-fi van hoge kwaliteit te maken, die de band zelf omschrijft als ‘casette recorded surftwee’. Op de onlangs verschenen EP ‘EP //’ staan dan ook een aantal fijne lo-fi-pareltjes, zoals Penpals en Rangeboy: subtiele liedjes die zijn gebouwd op een laag van lichte ruis, dromerige gitaarpartijen, galmende zang en doffe drums. Afsluiter VHS Test houdt de EP met een psychedelisch/circus-achtig orgeltje ook nog eens afwisselend.

The Daily Indie

Issue 3


new indie

Jacco Gardner & Beach Fossils

Jacco Gardner - The Ballad Of Little Jane Van Jacco Gardner‘s aankomende debuut ‘Cabinet Of Curiosities’ verscheen onlangs een nieuw nummer: The Ballad Of Little Jane. Een prachtig en lieflijk barokliedje, vol met harpsichord, orgel, Beatles-achtige akkoordenschema’s en een bijzonder subtiele en sierlijke productie. Het is zo’n mooi liedje dat we er eigenlijk niet zoveel woorden voor kunnen vinden. Wij kunnen dan ook oprecht niet wachten tot zijn debuut op 11 februari 2013 in de winkels verschijnt en keer op keer te draaien. Muzikaal talent van hemels niveau.

Beach Fossils - Careless Het was min of meer al bekend dat de New Yorkers van Beach Fossils begin dit jaar met een nieuw album zoudenkomen, inmiddels is er een nieuw nummer uit en zijn er meer details bekend. De plaat zal ‘Clash The Truth’ gaan heten, 11 februari in de winkels liggen en het artwork ziet er als hierboven uit . Als voorproefje heeft de band Careless uitgebracht, een ouderwets lo-fi, maar tegelijkertijd toch up-tempo en stuwend nummer, met een hoop scherpe gitaarpartijen en een hoop lekkere bakken galm.

The Daily Indie

Issue 3


new indie

Girls Names & Wampire

Girls Names - Hypnotic Regression De vier, uit Belfast afkomstige, heren van Girls Names komen 18 februari met hun nieuwe plaat ‘The New Life’. Het jingly-jangly Hypnotic Regression is een fijn voorproefje van de nieuwe, meer gepolijste sound van de band. Vol glinsterende en echoënde gitaarpartijen, strakke en pakkende drums en zanglijnen die heerlijk op de muzikale golven dobberen. Als dit het geluid van gitaarbands anno 2013 wordt, gaan we een goed jaar tegemoet.

Wampire - The Hearse Spooky synthpop van het niveau John Maus en Ariel Pink, op die trede zitten de twee mannen van Wampire met hun nieuwe nummer The Hearse. Compleet met een achtervolgend horror-orgeltje, lo-fi drums, new wave basloopjes en een Cure-achtige sfeer is het ongelooflijk, haast verslavend, nummer geworden. Debuutalbum ‘Curiosity’ zal in mei verschijnen en is geproduceerd door Jake Portrait van Unknown Mortal Orchestra.

The Daily Indie

Issue 3


introducing

The Smoking Trees

door Ricardo Jupijn

The Smoking Trees maakt all out psychedelic pop, geheel gedecoreerd in een kleurrijk jaren zestigjasje. Debuutalbum ‘Acetates’ staat vol catchy hooks, echoënde harmonieën, clavecimbels, omgekeerd afgespeelde gitaren, sitars en stuwende drums. Wij willen graag meer weten over deze L.A.-band. Wie zijn precies de gasten achter The Smoking Trees? “The Smoking Trees is een duo dat bestaat uit mijzelf, Martin Nuñez, ook wel bekend als Sir Psych. De andere helft bestaat uit Al Rivera, ook wel bekend als L.A AL. We maken hier in Los Angeles samen muziek sinds 2001. Al speelt sinds begin jaren negentig in allerlei underground L.A. punkrockbands. Sinds begin jaren negentig maak en produceer ik muziek, van hiphop tot en met psychedelische muziek. Maar mijn muzikale uitkomsten hebben altijd een psychedelische sfeer gehad.” Wat voor platen kom je tegen als je in jouw platenkast zou snuffelen? “Poe, een hele hoop. Ik heb ze nooit geteld, maar ik heb er duizenden. Negentig procent daarvan is sixties psychedelica, maar ik heb een diverse smaak. Het ene moment luister ik sixties psych-pop en het volgende moment luister ik naar mariachimuziek.

The Daily Indie

I’m all over the place with sounds that enter my ears.” Hoe ben je muzikaal opgegroeid? “Ik ben grootgebracht op oldies radio. Hoewel ik een jaren tachtig-kind ben, luisterde ik vooral naar oudere muziek. Ik verbaasde mensen op acht- of negenjarige leeftijd doordat ik bij elk liedje de artiest, titel en het jaartal op kon noemen.” Waar hou je echt van in psychedelia en psychedelische muziek? “Het toffe aan psychedelische muziek vind ik het feit dat je nummers zo ontzettend over grenzen kunt trekken en naar zulke verschillende niveaus kunt brengen. Door in de studio bijvoorbeeld instrumenten samen te laten spelen die normaal niet echt bij elkaar passen. Ik begin vaak met gitaar, bas en toetsen en vanuit daar probeer ik er steeds meer kleur aan toe te voegen.” Wat is het leukste aan het spelen in The Smoking Trees? “Ik vind het fijn dat we een duo zijn en makkelijk besluiten kunnen nemen. En niet met een hele band werken, waarin iedereen zijn mening heeft over alles. Wel is het met z’n tweeën een stuk lastiger om live ons geluid te produceren, dus we gaan uiteindelijk wel op zoek naar meer live-muzikanten. Maar in de studio is het ideaal.”

Kun je iets vertellen over de nieuwe plaat ‘Acetates’? “Het zou eigenlijk een album worden met allerlei opgenomen materiaal van de laatste tien jaar. Dat idee hebben we losgelaten en begin 2012 zijn we nieuwe nummers op gaan nemen, maar we waren niet blij met de resultaten. In dezelfde tijd was ik thuis mijn solo-album ‘The Popsike World of Sir Psych’ aan het opnemen, en ik was erg blij met dat resultaat. En die werkwijze hebben we ook op dit album losgelaten. We hebben een vintage, maar toch origineel geluid weten te scheppen dat de vibe van 1968 heeft, maar dat we toch met hedendaagse technologieën hebben opgenomen.” Wat zijn de plannen voor 2013? “Vinyl is het plan voor 2013! Dat is toch hetgeen waar de meeste mensen in de psychedelische community naar verlangen, dus dat gaan we ze geven. Ik doe dat via mijn eigen label Colour Tree Records. Ik betaal alles zelf, dus we beginnen rustig met cd’s en downloads. We staan wel open om met andere labels te werken, zodat we hopelijk op den duur op een grotere schaal kunnen werken. Daarnaast komt er een solo-album van Sir Psych en van L.A. AL uit, en nog een aantal side projects. En ik denk ook nog wel een nieuw album van The Smoking Trees. In de zomer of herfst van 2013.”

Issue 3


introducing

Black Marble

door Ricardo Jupijn

De duistere minimal wave op debuutalbum ‘A Different Arrangement’ van Black Marble is spannend, duister en zorgt voor een diepe luister-ervaring. The Daily Indie is nieuwsgierig en interviewt oprichter Chris Stewart. Wie zijn jullie? “Black Marble bestaat uit mij en Ty Kube. Via vrienden van vrienden kennen wij elkaar nu zo’n zeven à acht jaar. Ik ben Black Marble gestart als een persoonlijk project, zonder de verwachting om eigenlijk shows te gaan spelen of bij een label te tekenen en dat soort dingen, maar alles werd eigenlijk steeds serieuzer. Ik vroeg Ty erbij toen hij een soort pauze had bij een andere band waarin hij speelde. We spelen nu ongeveer een jaar shows, en het jaar daarvoor ben ik bezig geweest om te kijken wat ik met Black Marble wilde doen en heb ik heel erg specifiek aan de sound gewerkt. Zonder de druk van het beoordeeld worden door anderen of mijn ideeën voor te leggen aan iemand anders. Daardoor kwam alles veel sneller van de grond en toen we uiteindelijk echt aan de slag konden gaan, was het hele idee van de band en de sound al uitgewerkt.” Alles was dus al uitgedacht voordat je begon. Wat had je in gedachten

The Daily Indie

toen je Black Marble begon? Waren er referenties? “Nou, in het begin was ik vooral veel aan het experimenteren met technologische dingen. Ik wist hiervoor helemaal niks van midi en additieve synthese, maar ik wist wel dat ik een gestripte drummachine en synthesizer wilde gebruiken. Wel met een analoge bas om een soort menselijke feel erin te houden. Waarschijnlijk door het luisteren naar oude Thomas Leerlaten. En het leek een goede balans en ook iets dat haalbaar was. Dus ik heb mezelf een jaar lang ingelezen over keyboards en drummachines en midi en geleerd met verschillende programma’s te werken. Daarna voelde ik me comfortabel genoeg om aan de slag te gaan en daarna ging alles vrij snel eigenlijk.” Wat is het leukste aan het spelen in Black Marble? “Het leukste vind ik, is dat we in staat zijn om met een reden in een vreemd land te zijn. Behalve sightseeing. Ik vind het niet leuk om voor een of ander monument te staan met een kaart in mij handen. Nu heb ik tenminste een goede reden om daar te zijn. Ik hou ook erg van de momenten wanneer ik nieuwe mensen leer kennen die onuitgeput enthousiast zijn over muziek. Het spelen in een band is een ‘shortcut’ naar dat soort mensen.

Wat is muziek die jullie allebei tof vinden en luisteren? “We luisteren meestal naar de iPod van degene die nog niet dood is. Dat verandert dagelijks. Bij de laatste tour, waar we meegingen met de Brooklynse band YOU, waren de favorieten Iron Curtain, 8 bit Nirvana, Foreigner en The Kinks.” Ja hoor! Natuurlijk Chris… Iets anders: wat zijn de plannen voor 2013? “We gaan veel toeren met de laatste plaat. Later dit jaar ga ik mezelf weer opsluiten om een follow-up te schrijven. Omdat we niet zoveel ‘mainstream persaandacht’ hebben gekregen, geeft het een hoop vrijheid om aan de nieuwe plaat te werken, er zijn niet zoveel verwachtingen. We hebben wel wat ‘underground buzz’ gehad, maar ik vind het wel fijn, ik heb ook alweer erg veel zin om aan die tweede te beginnen.” Is er nog iets anders dat we moeten weten over Black Marble? “Ja. Ty drinkt continu een mix van cola light met ijskoffie. Soms ook met Emergen-C erbij, dat zijn van die vitamine-pillen. Ik heb een plaatje van Mark Bavaro, die in de jaren tachtig bij de NY Giants speelde op mijn basversterker. Ik hou niet van de Giants, ik vind die naam gewoon cool. Bavaro.”

Issue 3


introducing

Mister & Mississippi

door Lisa de Jongh foto Alice Mahran

Ze komen pas net kijken, maar wat Mister & Mississippi het afgelopen jaar alleen al heeft bereikt belooft erg veel goeds voor de toekomst. De nog studerende indiefolkband uit Utrecht en Amsterdam brengt begin januari zijn debuut uit bij V2. We spreken Samgar Lemuël Jacobs (zang, percussie) en Maxime Barlag (zang, percussie) over het maken van het album. Mister & Mississippi bestaat niet uit twee personen, zoals de naam misschien doet vermoeden, maar is een voltallige vierkoppige band. De bandleden leerden elkaar kennen op de Herman Brood Academie te Utrecht, waar ze momenteel nog steeds studeren. Zangeres Maxime Barlag legt uit: “Een schooljaar bestaat uit vier blokken, waarin je een eigen band moet samenstellen. We hadden elkaar vrij snel gevonden, omdat we alle vier iets anders wilden doen dan de rest van de klas. We wilden folk maken, in een andere bezetting dan dat we gewend waren.” Barlag en de rest van de band, bestaande uit Samgar Lemuël Jacobs, Tom Broshuis en Danny van Tiggele, kropen met elkaar de oefenruimte in en er was direct een klik: “Het voelde als een soort chemie, een onbeschrijf-

The Daily Indie

lijk gevoel. Ik had dat nog nooit bij een andere band gehad”, sluit Barlag af. Bandleider Het titelloze debuutalbum werd geproduceerd door Reyn Ouwehand (Kane, A Balladeer), die de band uitnodigde in zijn bijzondere studio: “De studio is gebouwd in een kerk, en dat had veel invloed op het uiteindelijk geluid van het album. Je hoort veel ruimte en de mystieke sfeer die zo’n plek ademt”, vertelt Jacobs. Barlag vult aan: “De meeste stukken zijn live opgenomen. Je hoort dus ieder stoeltje kraken, het geluid is eerlijk en puur. Er zit veel gevoel in”. Het laatste geheime ingrediënt voor dit veelbelovende debuut, is volgens Jacobs de samenwerking en de communicatie onderling: “Het was voor mij echt een leermoment om zo nauw met de rest samen te werken. We hebben geen bandleider, of iemand die alle beslissingen neemt. Dat doen we met zijn vieren, en dat hebben we vanaf het begin gedaan. Op het podium willen we ook op één rij staan, niemand verdwijnt op de achtergrond”.

“Er zit nog veel meer in”, zegt Barlag. “We denken nu al veel na over het volgende album. We willen niet twee keer hetzelfde doen, maar toch moet het herkenbaar blijven. Ons geluid moeten we nog verder ontwikkelen.” En nog iets dat de gemoederen de komende tijd zal bezighouden, is de balans vinden tussen een carrière in de muziek en de collegebanken. Jacobs geeft toe: “Het begint steeds drukker te worden. Het is zwaar om de band en school even veel aandacht te geven. Gelukkig is daar wel begrip voor en steunen de leraren ons bij de eerste stappen.”

School Het viertal is tevreden over het eindproduct dat ze hebben afgeleverd, maar eindigen met een kritische noot.

Issue 3


introducing

Maston

door Ricardo Jupijn

De zonnige heuvels van Californië inspireren de psychedelische muziek op debuutalbum ‘Shadows’, dat 12 februari uitkomt. Wij spreken alvast met geestesvader Frank Maston, de maker van deze extreem fijn gelaagde psychpop-liedjes. Hi Frank! Wat ben je aan het doen op dit moment? “Ik ben een kopje koffie aan het drinken. Volgens mij heb ik ‘m een beetje te sterk gezet vandaag.” Was je al vroeg met muziek bezig? “Op vrij vroege leeftijd genoot ik al echt van muziek en ik was al vrij snel een muzikale smaak aan het ontwikkelen. Ik had mijn eigen cd-collectie voordat ik tien jaar oud was. En ik wist toen al dat ik muzikant wilde worden, maar aan die kant van de muziek kwam ik pas echt toen ik een tiener was. Voor mijn viertiende verjaardag kreeg ik een basgitaar en snel daarna ging begon ik ook met het spelen van gitaar en piano. And I never looked back.” Wat was het moment dat je echt in de psychedelische muziek dook? “Ik denk dat ik altijd wel van psychedelische muziek heb gehouden, maar dat ik daar nooit echt bewust over nadacht. Toen ik jong was, waren mijn favoriete Beatles-liedjes altijd de meer ‘psyched out ones’ als A Day In The Life, ook al had ik geen idee van de

The Daily Indie

chronologie of de context in hun catalogus. Ik denk dat ik heel erg wordt aangetrokken door unieke geluiden en muziek die de grenzen probeert te verleggen terwijl ze wel hun schoonheid behouden. Impressionistische componisten als Debussy en Ravel begonnen deze traditie eigenlijk.” Wat voor platen zijn er allemaal te vinden in jouw platenkast? “Ik heb alles alfabetisch geordend en chronologisch per artiest. De eerste die je dan tegenkomt is Burt Bacharach’s ‘Make It Easy On Yourself’. De laatste plaat is Neil Young’s ‘After The Gold Rush’. Daartussen in vind je van alles, van The Beach Boys, Bowie, Kate Bush, Chicago, Donovan, The Kinks, Nilsson, teveel om op te noemen eigenlijk. En ook een hele hoop tv- en filmsoundtracks. Wie zijn je grootste invloeden? Muzikaal of anderszins? “Op de manier hoe ik muziek benader, op het gebied van produceren, arrangeren en opnemen, zou ik zeggen Brian Wilson, Joe Meek en Phil Spector. Ik heb heel veel geleerd van het luisteren naar hun platen. Wanneer het aankomt op het schrijven van liedjes, structuren en melodieën, dan kan ik echt door alles worden beïnvloedt. Ook al is het niet honderd procent mijn smaak. Zo was ik afgelopen zomer heel erg geobsedeerd door de fantas-

tische productie van Prince’s Purple Rain. Dat nummer heeft doorgewerkt in het hele album, ook al klinkt het album niet als Purple Rain.” Ja, kun je wat vertellen over het tot stand komen van je nieuwe album? “Ik speelde in een andere band afgelopen jaar en Maston stond ‘on hold’ voor een tijd. De dag na onze UK-tour ben ik gelijk gaan schrijven en demo’s gaan maken. Ik heb heel veel ideeën en opnametechnieken uit kunnen proberen die daarvoor niet mogelijk waren. Begin oktober besloot ik om een hele plaat te gaan maken, tot en met midden november heb ik het allemaal geschreven en opgenomen. Ik heb alles zelf geschreven en opgenomen, behalve de harp. Ik ben er echt heel erg blij mee, alles klinkt precies zoals ik het in mijn hoofd had.” Wat zijn de plannen voor 2013? “2013 wordt een druk jaar voor Maston. De plaat kom 12 februari uit en daarna zal er een NoordAmerikaanse tour volgen en midden maart spelen we ook op SXSW. Ik hoop heel erg dat we naar Europa kunnen dit jaar, ik heb erg veel zin om op leuke festival te spelen dit jaar.” Wil je nog iets anders delen? “Ik wil graag iedereen bedanken die dit leest. I hope you dig the record en dat we snel eens langs kunnen komen voor een show!”

Issue 3


interview

foto Zen Sekizawa


interview

door Rinze Voorberg | foto’s Remco Brinkhuis

Na elk nieuw album is het weer raak op Wikipedia, want dan moet de digitale encyclopedie de beschrijving van Liars’ muziek opnieuw aanpassen. Het drietal uit Brooklyn bezorgt de genre-mierenneukers namelijk slapeloze nachten. Hun nieuwe, overwegend elektronische, ‘WIXIW’ (spreek uit: ‘wish you’) vindt weerklank bij fans en critici alom. Voor het laatste optreden van hun Europese tour, in de OT301 in Amsterdam, spreken we met de band over hun drijfveren voor deze plaat. Voor een band die aan het eind van een intensieve tourperiode is, ogen de heren kalm en relaxed (zonder dat er Amsterdamse specialiteiten aan te pas zijn gekomen. Schijnt het). Aan tafel zitten Angus Andrew (zang/elektronica/gitaar) en Aaron Hemphill (gitaar/elektronica/percussie). “Het eten in Milaan was het best”, antwoordt Angus wanneer hij naar het tourverloop wordt geïnformeerd. “Morgen vertrekken we naar Australië, we hebben een lange vlucht voor de boeg.” De geboren Australiër, compleet met onmiskenbaar accent, ziet er naar uit om voet op eigen bodem te zetten. Angus: “Het is jammer dat we niet zo vaak naar Australië kunnen komen als bijvoorbeeld Amerika of Europa. Het lijkt overigens wel of we in Europa iets beter begrepen worden dan in Amerika, het publiek is misschien wat meer openminded. Maar we hebben net een hele fijne Amerikaanse tour achter de rug, die de balans weer een beetje in evenwicht brengt.” WIXIW Een Liars-plaat maken gebeurt nooit zomaar. Voor de opnamesessies van ‘WIXIW’ besluit de band zich af te sluiten van de buitenwereld, “geen telefoons, geen

The Daily Indie

impulsen van buitenaf”, en als sardientjes in een blikje een studio te betrekken, maar het had een hele praktische reden: “Aaron en ik hebben gemerkt dat we onze beste resultaten boeken als we vanaf het allereerste begin bij elkaars creatieve proces betrokken zijn. Je kon letterlijk niets maken, of de ander kon het horen. Zo dwongen we onszelf tot interactie.” Aaron, die sinds kort geblondeerd door het leven gaat, haakt in: “Wij zijn graag extreem voorbereid. Maar met deze manier van werken was er geen plaats om comfortable te worden. Als je dat wordt, is het voor ons tijd om te stoppen en iets anders te ondernemen. Zolang je onzekerheden hebt, zolang je jezelf blijft testen, ben je aan het leren en ben je onderweg.” Comfort Zone Muzikaal masochisme, zou je denken. Toch klinkt ‘WIXIW’ gebalanceerd, voltooid, volwassen, maar ook haast on-Liars persoonlijk. Hoe krijg je dat voor elkaar als je comfort zone zich buiten je comfort zone bevindt? “De palindroom van de titel zegt het in feite al. Je kunt op een bepaald punt vertrekken en op dezelfde plek uitkomen, zonder dat je meer oplossingen hebt

Issue 3


interview

Liars

“Soms kom je op hetzelfde punt uit als waar je vertrokken bent, maar is het nog steeds een stap voorwaarts.�

The Daily Indie

Issue 3


interview

Liars

“ Ik heb nu niet minder moeite om met mensen te praten of zo.”

gevonden. Ook al is het niet evident, het is een stap voorwaarts”, legt Aaron uit. “Vanuit een creatief oogpunt was dit een heel belonend proces, maar als individu helpt het mij niet per se. We hebben veel persoonlijke dingen besproken en in de muziek gestopt, maar ik heb nu niet minder moeite om met mensen te praten of zo.” “Er is geen ander proces dat zoveel tijd in beslag neemt voor ons als het schrijven van de teksten”, vervolgt Angus. Aaron en Julian Gross (drums/ elektronica), die ondertussen is aangeschoven, knikken. “Misschien zijn we niet altijd even verstaanbaar, maar wij willen alleen iets zingen als wij er compleet achter staan. Als dat niet goed verstaan wordt, dan laat het een spanning over, die de luisteraar zelf in kan vullen. Soms versterkt de zang meer de algemene mood dan dat het duidelijk een boodschap overbrengt. We zullen nooit onze teksten in het cd-boekje zetten, maar we nemen het schrijven ervan erg serieus. Dit is ook ons eerste album waarbij er geen enkele keer geschreeuwd wordt, wat voor mij best een ding is.” Inderdaad, van debuutplaat ‘They Threw Us All In Trench And Stuck A Monument On Top’ (2001) tot aan ‘Sisterworld’ (2010) wordt er inderdaad altijd geschreeuwd. Eén van de weinige

The Daily Indie

constanten. Ook die is er dus niet meer… Geen verslapping Live laten ze het niet achterwege. Wanneer het drietal, na een ambient/soundscape-achtige set van The Haxan Cloak, die als warm-up act amper de temperatuur doet stijgen, het podium betreedt, gaat er een knop om in de OT301. De heren lijken kalm en geroutineerd, maar draaien absoluut geen kunstje af. Er zit vaart in, en na hun meest recente single Brats, die als tweede in de set langskomt, merk je dat er momentum wordt opgebouwd. Er valt geen punt van verslapping bij de band te bespeuren, die met zes studioalbums inmiddels ook genoeg back catalogue op zak heeft. Het publiek dendert welwillend mee, vooral met het materiaal van het in 2006 verschenen ‘Drums Not Dead’, waar een enkeling crowdsurfend nog een behoorlijke afstand weet af te leggen. Vooral Let’s not Wrestle Mt. Heart Attack! van laatstgenoemde levert veel respons op, maar ook Plaster Casts of Everything van ‘Liars’ (2007) staat als een huis. De visuals, een video van de band die hun studio uitruimt, sluit naadloos aan op de set en past uitstekend bij de feel van ‘WIXIW’: minimalistisch, bijtijds

grappig en bovenal erg persoonlijk. Wanneer Angus de afsluiter aankondigt en vertelt dat het nummer in Amsterdam is geschreven, houdt iedereen hun adem in voor The Other Side of Mt. Heart Attack. De band verlaat door het publiek de zaal, die nog een tijdje na blijft gonzen. Eén stap vooruit, één stap terug Als ik ’s avonds thuis kom, realiseer ik mij dat ik weer terug ben op hetzelfde punt ben waar ik ’s middags ben vertrokken. Ik ben niet evident verder, en heb weinig nieuwe oplossingen. Maar Liars bewijst dat het proces een grote stap voorwaarts kan zijn, niet alleen op ‘WIXIW’, maar ook live. Laten we hopen dat ze lang uit hun comfort zone blijven.

Issue 3


interview


interview

tekst Roeland Rutgers | foto Anna Palma

Na vijf jaar en drie solide albums is Yeasayer de status van ‘buzz-band’ wel ontstegen. Of je hun muziek nu omschrijft als ‘Middle Eastern psycho-gospel’ of ‘folked-outindie-pop’, de drie heren uit Brooklyn werken al zes jaar aan een eigenzinnig oeuvre. Na ‘All Hour Cymbals’ (2007) en ‘Odd Blood’ (2009) experimenteert de band op ‘Fragrant World’ verder in het spannende universum van de soulvolle psycho folk-pop. Daarbij tippen ze en passant ook nog even gevoelige onderwerpen als moraliteit en sterfelijkheid aan. The Daily Indie spreekt een openhartige frontman Chris Keating, die met ons zijn gedachten deelde over hun muzikale evolutie, fucking liberals en relevant blijven: “Ik ga er nog steeds van uit dat niemand er ene ruk om geeft!” Toen ik tijdens de soundcheck de zaal in keek leek het even of er een Tronruimteschip op het podium was geland? “Ja! De mannen van The Creators Project hebben onze muziek gekozen om hun visuele experimenten op uit te leven. Wij vinden het er erg gaaf uitzien; met kristallen driehoeken en lichtgevende vlakken zijn ze een verlengstuk van onze muziek. Het uiterlijk van het podium moet synchroon verlopen met de tijd en de plaats waarop de muziek wordt gecreëerd, dat is erg belangrijk. En daarbij, het maakt niet uit hoe fantastisch je podium eruit ziet, als het na drie jaar nog exact hetzelfde is dan valt dat hardcore fans wel op”, knipoogt Keating. Past de futuristische sfeer van het podium goed bij de muziek op ‘Fragrant World’? “We hebben de muziek en ritmes op dit album inderdaad donkerder en wat abstrac-

The Daily Indie

ter gemaakt. Zolang we maar niet bezig zijn met het schrijven van catchy popsongs staan we onszelf toe meer te experimenteren met geluidsstructuren. We luisteren de laatste jaren alle drie veel naar elektronische producers. We zijn altijd al meer bezig geweest met geluid, texturen en tonen dan met teksten. De luisteraar heeft geen idee, maar wat boeit het?” Keating legt een hand aan zijn oor. “Wat is dat? Is het een synth? Is het een gitaar? Is het een panfluit of toch een stem? Ik weet het niet maar: hee, het is wel mooi!” Catchy popsongs schrijven is geen doel op zich? “Nou, we schrijven nog steeds wel catchy popsongs! Weet je, iedereen kan niet steeds bezig zijn met proberen de volgende Drive My Car te schrijven. We moeten verder. Je moet wegwezen bij wat je de vorige keer aan het doen was. Dit proces blijft verder gaan, ook op ‘Fragrant World’. Maar er mag ook best gerelaxed worden. Ik zou tevreden als mensen bij ons laatste album denken: hee, laat ik dat eens heerlijk op mijn slaapkamer gaan beluisteren.” Is het lastig om als muzikant nog origineel en relevant te blijven? “Kijk, godzijdank kunnen wij ons eigen

Issue 3


interview

Yeasayer

níet waar kunnen maken. Maar zet dat tegenover de stroom gore, inhumane en big business-georiënteerde mentaliteit van the fucking liberal underbelly!”

foto Jason Frank Rothenberg

plan trekken. Als je naar onze muziek luistert hoor je waar wij als band op dat moment in ons leven waren. Voor mij is het maken van dit album echt één lange trip geweest. Het voelt alsof we er eindelijk in slagen het gat tussen soul en psychedelica, tussen analoog en digitaal te overbruggen. We moeten onszelf opnieuw blijven uitvinden, en gelukkig hebben we daar de tijd en de middelen voor!” Stelt jullie platenmaatschappij veel eisen aan de muziek? “Helemaal niet. Wij leveren iets in en zij zeggen: “That’s cool.” Dat is een van de voordelen van een onafhankelijk platenlabel. Geen A&R-guys, geen hijgende platenbonzen in onze nek. Stel je voor dat zo’n klojo de studio binnenkomt: ‘het spijt me verschrikkelijk, maar dit refrein kan catchier.’ Hallo nachtmerrie!” Is het doen van tours voor jullie dé manier om er nog wat aan te verdienen? “Ik ben erg blij dat ik dit leven als muzikant mag leiden, maar ik word er zeker niet rijk van. Maar dat is ook nooit ons doel geweest. Ik ga er nog steeds van uit dat niemand ene ruk om onze muziek geeft. Dat er niemand bij de show zal zijn, dat ons album niet verkoopt en dat ik snel weer terug zal

The Daily Indie

moeten keren naar mijn oude werk. Vormgever op tv- en filmsets... Nee, ik geniet van iedere seconde!” Welke muziek luister je veel op dit moment? “Nieuwe bands waar ik erg into ben, zijn nu bijvoorbeeld Purity Ring, hun laatste album is erg goed, op het minimalistische af. Ook de nieuwe Shabazz Palaces luister ik veel, net als Thee Satisfaction. De muziek van Delicate Steve is ook zeer checkwaardig: Todd Rundgren leeft nog steeds, om het zo maar te zeggen.” In de teksten van ‘Fragrant World’ laat Yeasayer zich van zijn gevoelige, menselijke kant zien. In de eerste single Henrietta bijvoorbeeld, heb je het over het idee van het menselijk leven dat verandert in een concept of product. Maak je je veel zorgen? “Als ik de krant lees blijf ik verward achter. Al die haat die er wordt verspreidt. Natuurlijk laat dat sporen na: het raakt mijn gemoed, het raakt aan mijn songwriting, het raakt aan alles! Volgens mij zitten we nog steeds in een overgangstijd naar een nieuwe wereldorde, het zijn erg interessante tijden. Thank God dat Obama aan het langste eind heeft getrokken. Obama heeft in zijn eerste vier jaar heel veel

Hoe het kan dat iets minder dan de helft van de Amerikanen toch stemt op een religieuze fanaat als Mitt Romney? Ik denk dat het met de Amerikaanse volksaard heeft te maken. De diepe overtuiging dat je moet vechten voor je veroveringen, en dat je die ook met hand en tand én gun mag verdedigen. Die civil war, die is gewelddadig geweest; en is nog steeds geïmpregneerd in hun hersenen. (de zanger zwaait wild met zijn armen om zich heen.) Wij hebben onze wapens nodig, de overheid vermoordt ons allemaal!” Zijn er ook positieve ontwikkelingen in de USA? De decriminalisatie van wiet in Washington en Colorado laat zien dat alles nog niet verloren is. Die hele War On Drugs is echt iets bizars. Het is meer een War On Mankind Wanting To Relax weet je. Amerika kan een fucked up land zijn. Dan hebben jullie het hier in Nederland toch maar mooi bekeken, en ik heb het niet alleen over drugs. Onze bassist zei het net nog in de kleedkamer: “Als ik ergens anders dan New York zou settelen, dan zou het hier in Nederland zijn.” And he wasn’t even kidding!”

Issue 3


Het Groningse Vox Von Braun bracht afgelopen december het sterke album ‘Rich & On Wheels’ uit. Op het album zijn een hoop toffe referenties terug te vinden, en wij vroegen ons bij The Daily Indie af wat de band zelf allemaal luistert. Dus vroegen we de Groningers een playlist samen te stellen op Spotify. Het resultaat is een twintig nummers tellende lijst die van The Black Lips tot en met BIllie Holiday gaat.

Klik op de foto om op de playlist te luisteren

The Daily Indie

Issue 3


interview


interview

tekst Jelmer Luimstra | foto’s Jennie Warren & Nick Walker

Met het gelijknamige debuutalbum van Allah-Las is het net of de tijd sinds 1967 stil is gaan staan. De plaat van de band uit Los Angeles staat namelijk vol met sixties gitaarpop, die sterk refereert aan bands als The Animals, The Rolling Stones en The Shadows. Zelf willen de mannen er echter niets van weten: “We zijn absoluut geen sixties revivalband”, vat zanger Miles Michaud het samen. High Fidelity Allah-Las staat bekend als een groep van relaxte surfers met een voorliefde voor harmonieuze sixtiespop. De bandhistorie kent een mooi High Fidelity-begin: de bandleden werkten namelijk allen in dezelfde platenwinkel en kwamen hier tot het idee om een band te starten. Matt Correia had zelfs nog nooit een drumstick aangeraakt, maar besloot dit voor de gelegenheid eens te gaan proberen. Het is allemaal geen verspilde moeite geweest, want Allah-Las is de sensatie van het moment onder muziekliefhebbers. De plaat haalde een hoop eindejaarslijstjes van tientallen Nederlandse muziekcritici en andere muziekliefhebbers. Des te opvallender is het dan ook dat de band in Vera een gratis show speelt in het voorprogramma van de lokale Groningse band The Swains. De wereld zit vreemd in elkaar, niet dat het de bandleden overigens iets kan schelen. Het plaatje van ‘relaxte surfdudes’ wordt meteen waargemaakt wanneer The Daily Indie Miles en Matt in hun kamer backstage aantreft. Ze liggen beide languit op bed te luisteren naar de nieuwe plaat van die andere retro-sensatie: Tame Impala. Bassist Spencer Dunham en gitarist Pedrum Siadatian sluiten zich snel aan, zodat het interview kan beginnen.

The Daily Indie

Geen retrogroep Voor het interview deed Allah-Las de soundcheck in de Vera, waarbij Pedrum plotseling Let it Loose van The Rolling Stones uit 1972 inzette. De link met de muziek van Allah-Las is natuurlijk snel gelegd: ze worden altijd gezien als een sixties retrogroep. De bandleden moeten opvallend genoeg niets hebben van deze vergelijking: “We luisteren wel naar The Rolling Stones en dat soort groepen, maar ook naar veel bands uit andere decennia”, geeft Miles aan. “Er zit dan ook veel meer in onze muziek dan slechts die jaren zestig-invloeden, alleen denk ik dat veel recensenten dat niet kunnen horen. Er wordt altijd over ons geschreven dat we een sixties revivalband zijn, maar dat zijn we absoluut niet.” Spencer vult hem aan: “Veel recensies van onze muziek beginnen met hetzelfde woord: retro. Maar we zien onszelf totaal niet als retrogroep.” Wanneer ik de band vertel dat mijn recensie van hun debuutplaat voor KindaMuzik begint met de woorden ‘retro, retro, retro’ kunnen ze – gelukkig – lachen. Ik leef nog. Close call. Maar het zijn niet alleen de nummers van het debuut die Allah-Las zo sixties maken. Ook de videoclip van Tell Me (What’s On Your Mind) is behoorlijk retro.

Issue 3


interview

Allah-Las

“In New York wordt cultuur geconsumeerd, maar in LA wordt muziek gecreëerd.”

The Daily Indie

Issue 3


interview

Allah-Las

“ Er zit dan ook veel meer in onze muziek dan slecht de sixtiesinvloeden.”

Zelfs de bandleden zijn het hierover eens. In de overigens zeer mooie video staan ze keurig in pak gekleed en schuin achter elkaar opgesteld te spelen. Het lijkt eigenlijk wel direct te zijn afgekeken van de videoclip van The House of the Rising Sun van The Animals. Daarnaast bevat de video van die typische psychedelische tripafbeeldingen. Pedrum: “We houden niet erg van deze video. Het was niet onze bedoeling om het zo sixties te laten overkomen, maar we waren overtuigd door een regisseur om het op deze manier te doen en we hadden nog niet genoeg zelfvertrouwen om de regisseur te sturen.” Los Angeles en surfen Waar de bandleden hun invloed wel vandaan halen is van hun stad Los Angeles: “LA heeft een ontzettend rijke cultuur aan muzikanten, zoals Ariel Pink”, benadrukt Matt. “Nu is hij groot, maar zeven jaar geleden speelde hij nog voor zaaltjes met soms slechts tien man. We hebben veel geluisterd

The Daily Indie

naar zijn platen en in het bijzonder zijn eerdere werk.” Los Angeles is wat de bandleden betreft hét alternatief voor New York: “In New York wordt cultuur geconsumeerd, maar in LA wordt muziek gecreëerd.” Ze worden door die LA-invloeden dan ook nogal eens gezien als een surfband: “Ook dat klopt niet helemaal, want Pedrum’s gitaarwerk bevat binnen deze band de meeste surfelementen, maar hij is de enige van ons die niet surft”, zegt Spencer. Miles: “Als je wordt geboren in Los Angeles, dan is het vanzelfsprekend om te surfen, vanwege het weer en de goede vibe. Niemand denkt daar echt bewust over na. We wilden ook niet bewust een surfplaat maken, maar ik denk wel dat we iets van die sfeer hebben weten over te brengen op de plaat.”

leden hebben er iets op gevonden. Wil je namelijk precies weten waar de groep de mosterd vandaan haalt, dan kun je luisteren naar hun podcasts, die ze iedere week voor reverberation.com maken: “Deze podcasts maken we samen met een groep gelijkgestemde vrienden en we laten hier onze favoriete muziek van het moment horen.” Podcasts? Retro.

Podcasts? Het zal het eeuwige onderwerp blijven voor Allah-Las: de vragen rondom hun muzikale invloeden. Maar de band-

Issue 3


de platenkast van...

2 wegwerpcamera’s met...

door Ricardo Jupijn

Sixties retro-band Allah-Las uit Los Angeles was voor aantal data in ons land en ging tussendoor nog naar Parijs om een show te spelen. Een goed moment voor The Daily Indie om de band een wegwerpcamera in de handen te drukken. Om zo, naast een interview met de vier heren, ook een zelfgeschoten inkijk in de wereld van de band. te krijgen.

The Daily Indie

Issue 2


The Daily Indie

Issue 3


The Daily Indie

Issue 3


The Daily Indie

Issue 3


The Daily Indie

Issue 3


The Daily Indie

Issue 3


interview


interview

tekst Ricardo Jupijn | foto’s Jaspar Moulijn

Spiernaakt op een podium met een drumstuk in je reet een cover van U2 zingen staan te zingen, is ook voor Mac DeMarco (22) een uitzondering. Toch overkomen dit soort gekke dingen de fijne Canadese songwriter wel vaker. Zijn debuutalbum, ‘2’ geheten, staat boordevol vrolijke en vreemde lo-fi liedjes. Die, net als Mac DeMarco een beetje gek zijn, maar wel lekker.

En ja, als je je nog afvroeg of er van die spiernaakte anekdote ook beeldmateriaal is. Jazeker, gewoon op YouTube de juiste zoektermen gebruiken… Inmiddels heeft de Canadese doerak plaatsgenomen aan de bar in De Nieuwe Anita, met een Subbacultcha-magazine in zijn borstzakje. De songwriter staat in vol ornaat in zijn onderbroek op de cover van het blad en binnenin met een nog uitgebreidere beeldreportage: “Ik heb wel wat foto’s gezien op internet, maar het is de eerste keer dat ik ze in het echt zie”, zegt de zanger al bladerend en lachend. Een beetje brak van een goede hoeveelheid wilde Europese nachten, vermaakt hij zich goed in ons continent: “It’s crazy. Mensen lijken ons hier veel toffer te vinden dan in Amerika. Kijk, in grote steden als New York, San Francisco en Los Angeles komen er altijd wel mensen naar de show. Maar we hebben net twee maanden getoerd door de States en daar speelden we het af en toe echt voor, euhm, niemand... Maar hier spelen we elke dag voor volle zalen. De eerste show van deze Europese tour was in Londen en die verkocht ook gelijk uit, dus ik had zoiets van: what the hell is going on?! Geen idee waar het aan ligt.”

The Daily Indie

Van altijd blut… DeMarco schrijft, speelt en neemt al zijn muziek zelf op. Om een beeld te krijgen van zijn muzikale ontwikkeling: waar is hij mee opgegroeid? “Toen ik nog heel jong was draaide mijn moeder altijd Leonard Cohen, The Beatles, Herman’s Hermits en allerlei klassieke jaren zestig-bands. Toen ik wat ouder werd ging ze meer countrypop draaien. Pfff, daar had ik zo’n ongelooflijke hekel aan! Maar door ‘Sgt. Pepper’ en andere Beatles-platen uit die late jaren zestig-periode ben ik echt geïnteresseerd geraakt in muziek. Het album waardoor ik echt zelf muziek wilde maken is ‘John Lennon/Plastic Ono Band’. That album is fuckin’ crazy, man!” Op zijn nieuwe plaat zingt DeMarco bijzonder regelmatig over zijn moeder, hij houdt nog wel van haar ondanks haar country-periode. Wat vindt zij eigenlijk van zijn muziek? “Ik denk dat ze het wel leuk vindt. Ik heb haar nog niet gezien sinds de plaat uit is, maar op mijn Facebook reageert ze echt op élk berichtje dat ik plaats, ha ha. Dus ze is er wel heel enthousiast over. Nee, over die ene video niet…” En wat zou je zoal tegenkomen in zijn eigen platenkast? “Ja, eigenlijk dus niet zo veel. Ik ben eigenlijk altijd blut.

Issue 3


interview

Mac DeMarco

“Zij betaalden mij 15.000 dollar om drie seconden van een nummer te gebruiken.� The Daily Indie

Issue 3


interview

Maar ik heb vooral veel oude platen die je goedkoop kunt kopen, Bowie en Beach Boys, dat soort werk. En aardig wat platen die ik geruild heb met andere bands.” …naar vijfduizend dollar per seconde verdienen Het imago van Mac DeMarco heeft weinig met goede hygiëne te maken. Ook vandaag ziet de muzikant eruit als een halve zwerver, met een bebloede duim en kapotte en vlekkerige kleren. Wat is ongeveer de huidige status, qua geur, in de bandbus? “Er begint zich wel een vervelende geur te ontwikkelen, maar het valt nog wel mee. Zeker vergeleken met de tour in de States, waar we met z’n vieren in een station wagon het land doortrokken. Dat was naar…” Los van vieze verhalen over de auto, zit er ook nog

The Daily Indie

Mac DeMarco

een grappig verhaal achter de auto. Want sinds vorig jaar heeft DeMarco het financieel iets breder. Hij scoorde namelijk een goede deal met een grote, Amerikaanse supermarktketen: “Ja, dat bedrijf heet Target, het is een soort Walmart, en zij betaalden mij 15.000 dollar om drie seconden van een nummer te gebruiken. Prima! Daar kon ik dus weer die Volvo van kopen.” 2 Eerder in 2012 kwam DeMarco met ‘Rock and Roll Night Club’, een EP met twaalf nummers. Officieel is ‘2’ dus zijn (tweede?) (debuut)album. Wat wilde hij bij ‘2’ anders doen dan bij de eerste? “Ik werd redelijk gek van die eerste plaat, want iedereen had het er telkens over dat ik ‘super sleezy’ klonk en op David Bowie en

Lou Reed leek. Dat is supergaaf, maar dat ben ik niet. Ik wilde eigenlijk dus weer een beetje terug naar de muziek die ik maakte met mijn vorige band Makeout Videotape.” De twee platen verschillen dan ook aardig van elkaar, ook omdat de sound op de eerste plaat niet helemaal van Mac zelf is: “Bijna alles op dat album heb ik vertraagd na het opnemen. Ik wilde eigenlijk echt een powerpop-album maken. Dus ik was allerlei supersnelle nummers aan het opnemen, en aan het gaan en het rammen. And they sounded like shit! Toen vertraagde ik de hele boel en klonk alles ineens heel cool.” Vandaar dus die laaaageee en laaaangzaaamee vocals van DeMarco. “Live kan ik die nummers inderdaad niet zo laag zingen als op de plaat, ha ha.”

Issue 3


interview

Mac DeMarco

“Toen vertraagde ik de hele boel en klonk alles ineens heel cool.� The Daily Indie

Issue 3


interview

Mac DeMarco sound erg opvallend en herkenbaar. Waar pikte hij het instrument voor het eerst op? “Ik wilde vroeger eigenlijk geen muziek gaan maken, want dat deed mijn hele familie al… Dus ik dacht: ‘screw it, I’ll do something else.’ Maar ja, toen ben ik toch gitaar gaan spelen op de middelbare school, omdat het eigenlijk wel heel cool is. Ik had vroeger allerlei mooie gitaren, maar nu ik heb alleen deze nog. Ik heb deze ooit voor dertig dollar ergens op de kop getikt. Hij dondert om de dag helemaal uit elkaar, maar dat heeft ook wel weer wat.” Het leven komt zoals het komt bij Mac, net als zijn vroegere bijbaantjes: “Toen ik studeerde was ik proefpersoon voor medische onderzoeken. They would put you in this dentist chair and shoot a high-powered magnet into your brain for twenty bucks. Dat soort dingen. Maar het gaat nu goed. Zolang we op tour zijn in ieder geval… Als we thuis zijn is het vaak weer: oooohh fuck!”

Het tempo waarin de songwriter zijn muziek schrijft ligt erg hoog, en dat zal dit jaar niet anders zijn: “Ik probeer in het voorjaar een EP te releasen en ergens in de zomer weer een album. Ik schrijf nooit op tour, dus ik hoop dat ik een maand heb om er even goed voor te kunnen gaan zitten. En als ik iets schrijf, dan neem ik het ook gelijk op, dus dat werkt lekker snel. Ik hoop dat ik een soort lucky week heb, dan schrijf ik zo weer een album bij elkaar.” DeMarco kan dan

The Daily Indie

ook erg vrij werken, want hij doet alles zelf: “Ik schrijf, mix en neem alles op met mijn tape-recorder in mijn woonkamer.” Ook drums? “Ja, daar zijn mijn buren inderdaad ook niet heel erg blij mee…” Screw it! Op de cover van het album staat DeMarco met zijn ongelooflijk crappy gitaar, die improviserend bij elkaar wordt gehouden door een houten plankje. Naast zijn gitaar is ook zijn

Issue 3


de platenkast van


interview

tekst Sophie Westhiner | foto’s Mcklin

Zangeres Roos Rebergen, oftewel Roosbeef, woont sinds drie maanden op een Antwerpse zolder. Ze was Nederland een beetje zat. “Ik ken de muziekscene daar nu wel. Daarnaast wonen veel vrienden van mij hier, wilde ik iets heel anders en vond ik Antwerpen altijd al een mooie stad.” Ze staat bij haar met theezakjes versierde kerstboom. “Alleen ballen is ook zo saai”, lacht ze. “Gister was de thee opeens op, toen had ik er gelukkig nog een paar in de boom hangen.” Nieuwe wereld Onder de wat aparte boom staat een kersthutje. Of beter gezegd: hondenhutje: “Dat is Bert z’n kerststal, inclusief kattenkoppen op het dak.” Bert, haar hond, ligt uitgeteld op de bank. Roos vertelt over haar platenverzameling die niet in een kast zit. Roos heeft al haar cd’s in cd-mappen zitten. “Een halfjaar geleden dacht ik ‘ik doe al die doosjes weg’. Ze lagen namelijk altijd verspreid door mijn kamer. Wel beetje stom van me, want ik vind die doosjes wel heel leuk. Maar ja, anders ziet alles er bij mij zo uit.” Ze houdt een cd omhoog, vol met krassen en vlekken: “Ik heb het heel lang geprobeerd, maar het werkt gewoon niet met die hoesjes. Ik heb ze wel bewaard hoor. Je moet daar gewoon een groter huis voor hebben, vind ik.” Ze drinkt haar koffie verder op en staat vervolgens op om de mok opnieuw vol te schenken: “Als ik alleen ben drink ik altijd koffie uit een soepkom. Maar met bezoek staat dat een beetje raar.” Drie volle mappen met cd’s heeft Roos, terwijl ze niet vaak albums koopt: “Ik weet nooit zo goed wat ik moet halen. Ik ben dan ook heel blij als ik weer eens iets koop dat ik heel lang kan draaien. Dat had ik voor het laatst met die laatste cd van Gillian Welch

The Daily Indie

(‘The Harrow & The Harvest’ uit 2011, red.), zo mooi! Ik kan ook niet zomaar iets kopen van een artiest want ik wil dan na een tijdje wel alles hebben. Zoals ik nu van Wilco en Rufus Wrainwright heb. Ik zou heel graag willen dat iemand mijn muzieksmaak kent en dan met nieuwe dingen komt waardoor een heel nieuwe wereld opengaat. Vorig jaar heb ik Bright Eyes ontdekt. Dat vind ik echt mooi. Toen ik twaalf was luisterde ik al naar die band maar toen vond ik het maar lawaai. Ik hield van gitaren en vrouwen die over hun verdriet zingen. Al het gedoe van Bright Eyes vond ik maar niks. Maar nu luister ik het graag en denk ik ‘woow, wat gebeurt er nu!’.” Roos vindt overigens dat ze nog erg weinig muziek kent: “Ik denk dat er nog heel veel muziek is die ik mooi kan vinden.” Mannen Wat opvalt in Roos haar cd-collectie is dat ze voornamelijk muziek heeft van mannen: Nick Cave, Tom Waits, Wilco... “Ik wil niet zeggen dat mannen betere muziek maken, maar ik denk dat er toch meer mannen-muziek is die ik mooi vind. Ik hou van mooie stemmen waar je de pijn in hoort. Bij mannen is het minder gekunsteld dan bij vrouwen of zo. Al vind ik oude

Issue 3


de platenkast van

Roosbeef

“Ik denk dat er nog heel veel muziek is die ik mooi kan vinden.�

The Daily Indie

Issue 3


de platenkast van

Roosbeef

“Ik hou van mooie stemmen waar je de pijn in hoort.”

The Daily Indie

Issue 3


de platenkast van

zangeressen wel mooi. Die zingen gewoon zoals ze zingen, verder niets anders erbij. Dat doe ik ook; ik zing zoals het eruit komt.” Ze aait Bert over zijn hoofdje. Hij is er ondertussen bij komen zitten, in de hoop dat we naar buiten gaan. “Maar eigenlijk maak ik heel andere muziek dan waar ik naar luister”, gaat Roos verder. “Enige overeenkomst is dat het allebei uit het hart komt. Ik krijg soms wel ideetjes van muziek waar ik naar luister. Dat had ik bij Raymond van het Groenewoud met Brussels By Night.” Roos zingt een stukje: “‘Brussels by night, allemaal lichtjes’, zingt hij dan, ha ha. Dat is gewoon een heel goed nummer, het zegt alles over Brussel. Ik denk dat als je daar woont je er heel veel in herkent. Bij mijn nummer Nachtauto wilde ik hetzelfde soort gevoel erin als in Brussels by Night. Ik wilde graag dat het een heel stuwend nummer werd. Dat is denk ik wel gelukt.” Geen vinyl Ondanks dat ze misschien geen uit-

The Daily Indie

Roosbeef

gebreide platencollectie heeft, is Roos wel heel blij met haar cd’s: “Het is zo fijn om muziek zelf te hebben. Ik heb ook wel een dat ik thuis kom en dan zin heb in een bepaald nummer. Dat kan ik dan opzetten want die cd heb ik gewoon. Soms speel ik voor dj voor mezelf, dan draai ik verschillende nummers van verschillende cd’s achter elkaar. Maar het allerfijnste is als je een cd helemaal kan luisteren, dat alle nummers goed zijn en je hem maanden achter elkaar kunt opzetten. Maar dat heb je niet zo vaak. Ik in ieder geval niet, en dat vind ik best jammer. Ik heb geen vinyl want dat vind ik niet bij nieuwe muziek passen. Dus als ik een keer met oude muziek begin ga ik denk ik wel vinyl kopen. Maar ik heb nu nog niet eens een platenspeler. Dat is ook de reden dat ik mijn muziek ook eigenlijk niet op plaat uitbreng maar gewoon op cd.”

dus. Bert vindt het maar niks: “Als ik aan het zingen ben, kijkt hij me wel eens aan met een blik van ‘oohh nee, niet weer dat nummer he!’”. Roos lacht. “Ook lijkt hij te denken ‘stop met je carrière en neem een gewone baan!’”. Bert kijkt haar verwachtingsvol aan. Gaan we nu naar buiten?

Bert is nog onrustiger geworden. Op het moment dat The Daily Indie binnenkwam zou hij eigenlijk met Roos naar buiten gaan. Nog even wachten

Issue 3


11 vragen

Anne Soldaat. Een muzikant die weinig uitleg nodig heeft. Eén van Nederlandse beste gitaristen en songwriters, die vorig jaar zijn nieuwe album ‘Anne Soldaat’ uitbracht. Wij willen graag graat wat meer weten van deze muzikale veteraan en legde onze ‘Elf Vragen’ aan hem voor. Mijn eerste album Ik denk dat dat die rode verzamel dubbel LP van de Beatles was.. , je had een blauwe (met later werk van de B beatles) en een rode met de vroege hits… Ik liet mijn dochter onlangs ook een cd uitzoeken in de platenzaak.. Ik dacht dat ze met Lady Gaga zou aankomen, maar ze kwam ook met een verzamelaar van de Beatles aan! Mijn eerste optreden Was op de middelbare school, ik mocht in de band met jongens van de hogere klassen, omdat ik kon spelen... We speelden punkcovers: nummers van de Sex Pistols, Stranglers, Ramones, Sham 69 en de UK Subs.. De punk was net overgewaaid uit Engeland... Het eerste liedje waar ik verliefd op werd King Kong – The Jimmy Castor Bunch. Het eerste singletje dat ik ooit bezat, voor mijn 11e verjaardag gekregen.. De mooiste albumhoes The Ramones – The Ramones. Want veel cooler wordt het niet. Het eerste nummer dat ik geleerd heb om te spelen is… Smoke on the Water, wat toch beter staat dan House of the Rising Sun... Toen ik 12 was luisterde ik naar… Tavares – Heaven Must Be Missing An Angel. Briljante popsong waar ik ademloos naar kon kijken (synchrone danspasjes) en luisteren. Op dit moment luister ik veel naar… Het suizen in mijn hoofd. Mijn favoriete bezit Epiphone Casino uit 1965, de gitaar om op te spelen wanneer ik thuis op de bank zit. Mijn favoriete tv-serie Hill Street Blues, maar Seinfeld, Cheers en Family Guy kan ik ook zeggen... Het boek dat mijn leven veranderde is… Honger – Knut Hamsun. Villa des Roses – Willem Elsschot. Mijn favoriete stad Amsterdam.

The Daily Indie

Issue 3


Het Utrechtse feestcollectief Les Animaux wordt eind 2011 opgericht en organiseert in 2012 een tiental succesvolle evenementen. The Daily Indie is nieuwsgierig naar de wie, wat en waar van dit collectief en vroeg ze daar iets over te schrijven.


uitgelicht

door Leendert Sonnevelt

Glinsterende spiegelbollen, futuristische filmbeelden en stoïcijns zwaaiende lucky cats – wie The ZOO betreedt wordt overladen met een overdaad aan eye candy. Het zijn echter niet de visuele prikkels waar het spektakel in de Spiegelbar daadwerkelijk om draait. Iets meer dan een jaar geleden bestond Les Animaux, het creatieve brein achter dit feest, nog niet eens. Een tiental succesvolle evenementen later is het tijd voor een nadere kennismaking met het Utrechtse feestcollectief dat slechts een ding op het oog heeft: “alternative dance!” Aan het einde van 2011 had Diederick van den Ende (20) even genoeg van het plaatselijke uitgaansleven: “In Utrecht hoorde je altijd en overal techno of de alom bekende electro, die al zo’n jaar of tien bestaat. De muziek die ik graag in clubs en cafés wilde horen, leek nergens voor te komen. Daarom ben ik iets nieuws gaan bedenken, iets dat in deze stad nog niet eerder was gedaan. Het werd een relaxt feestje met chillwave, synth- en electropop op zondagmiddag.” Geïnspireerd door het Parijse muziek- en modelabel Kitsuné, de Japanse term voor vos, doopte Diederick zijn evenement in de Utrechtse binnenstad tot Vossenfeest. Tijdens de eerste edities draaiden een aantal bevriende, lokale dj’s. Franse artiesten als Breakbot en Yelle, maar ook het Russische Tesla Boy en de mysterieuze Britten van Monarchy kregen eindelijk de aandacht die ze verdienden. Het Vossenfeest beperkte zich echter niet tot deze dj-sets. Zo waren BODY II BODY en Ravage! Ravage! te gast, zorgde vj Mick Harmeling (21) tijdens iedere editie voor unieke visuals en grafisch ontwerp, en schoot fotograaf Marit van den Berg (19) bij ieder feest haar ‘intergalactische’ partypics.

The Daily Indie

Wat begon als feest voor vernieuwende en veelal ontbrekende muziek, groeide al snel uit tot meer. Zo verplaatste het Vossenfeest zich in april 2012 naar Tape Bar voor een eenmalige Arnhemse editie. Voor de vaste dj’s van het feest betekende het succes van de middagen steeds meer boekingen op evenementen door heel Nederland. Zo stond Diederick, beter bekend als The Stress, in Studio 80 en TrouwAmsterdam en draaide Iris Loosman (22) onder haar pseudoniem Lucy RAFF tijdens het Nederlands Kampioenschap Golfsurfen in Scheveningen. Al deze uitstapjes leidden, bijna logischerwijs, tot een nieuwe ontwikkeling. De dj’s, vj en fotograaf voegden zich samen tot collectief, Les Animaux genaamd. En, zoals nachtdieren betaamt, verplaatste de groep jonge creatieven de aandacht naar een nieuw evenement – een heuse clubavond. Een van de aspecten waar Les Animaux zich bewust in onderscheidt is het grafisch ontwerp. Kleurrijke dierenprints en geometrische vormen, waaronder de herkenbare ruit, zijn terugkerende elementen in de posters, flyers en visuals van het collectief.

Issue 3


uitgelicht

The Daily Indie

Les Animaux

Issue 3


uitgelicht

Les Animaux

“ We kunnen en willen nog veel meer!” Diederick vertelt: “Behalve de plaatjes die we draaien, nemen wij ook alles daaromheen heel serieus. Mick, onze vj en grafisch ontwerper, krijgt dan ook een belangrijke rol tijdens de feestjes. Voor The ZOO lieten we twee speciale schermen maken, zodat zijn werk nu in de vorm van een ruit kan worden getoond. Heel tof!” De eerste editie van het feest in Tivoli kreeg “disco, house en indie-dance” als ondertitel. Een brede omschrijving die zeker een nadere uitleg verdient: “Voor de eerste editie hebben we Marius van NON Records uitgenodigd”, vertelt Diederick. “Dat was bij voorbaat natuurlijk al een succes! Tijdens de tweede editie stond de Nederlandse producer en dj Rimer London (Magnetron Music) op de flyer. En daarnaast draaien we zelf de nieuwste elektronische muziek. Veel disco, maar af en toe ook een experimentele houseplaat en zelfs Italo”, lacht hij. “De wansmaak mag niet ontbreken!” Twee stampvolle, uitverkochte edities van The ZOO heeft echter ook een schaduwzijde; Les Animaux is de sfeervolle Spiegelbar ontgroeid. Het collectief is momenteel bezig met een nieuwe locatie, maar waar het volgende feest zal plaatsvinden kan en mag nog niet worden verklapt, aldus Diederick. “Tijdens Le

The Daily Indie

Issue 3


uitgelicht

The Daily Indie

Les Animaux

Issue 3


uitgelicht

Les Animaux

Guess Who? hebben we samen met Subbacultcha! een evenement in de EKKO gehost. Wij verzorgden de dj’s en zij regelden de bandjes. Die samenwerking beviel ons heel goed!” De leden van Les Animaux beperken hun activiteiten niet alleen tot de eigen feestjes. Zo legde fotograaf Marit in de afgelopen maand haar dagelijks leven vast in opdracht van Glamcult en Canon, en fotografeerde ze in Chicago Social Club tijdens een evenement van Orthogon Wolf, een bevriend Amsterdams collectief: “In 2013 hopen we natuurlijk alleen nog maar groter te worden”, vertelt Diederick, die naast zijn wekelijkse dj-sets en werk voor Les Animaux ook nog studeert aan de Universiteit Utrecht. “We kunnen en willen nog veel meer”, stelt hij vastberaden. “En bovendien proberen we als vriendengroep zoveel mogelijk leuke feestjes te bezoeken en ontdekken. Ja, soms is het een beetje veel, maar Les Animaux is het gebrek aan nachtrust meer dan waard!”

The Daily Indie

Issue 3


advertentie

INDIE INDIE



muziek & kunst

Vera Artdivision

Poppodium Vera in Groningen zal bij de meeste lezers wel bekend zijn, dat gaan we dan ook niet uitleggen. Wel heeft het podium een heel bijzonder aspect dat wij graag uit willen lichten. Om precies te zijn: de Artdivision. Los van de illustere Vera-krant maakt deze divisie ook ontzettend gave concertposters. Een prachtige combinatie van muziek & kunst, waarover het podium zelf zegt: De Vera concertposters zagen eind jaren zeventig het levenslicht en worden sindsdien ontworpen en gedrukt door een enthousiaste groep ontwerpers. Deze posters worden met de hand gedrukt in onze eigen zeefdrukwerkplaats op Vera’s zolder. De Vera posters zijn unieke kunstwerkjes, die in een maximale oplage van 70 verschijnen. Hierdoor zijn het heuse ‘collector’s-items’. De posters worden daarom al vaak voor het concert van de muren getrokken. Op het moment heeft de zeefdrukgroep twaalf ontwerpers die elk ongeveer één poster per maand drukken. Om te beginnen, starten we met het tentoonstellen van een aantal mooie concertposters uit 2012.

The Daily Indie

Issue 3


muziek & kunst

februari Vera Artdivision

door Mirjam Dijkema The Daily Indie

Issue 3


muziek & kunst

februari Vera Artdivision

door Kunny van der Ploeg The Daily Indie

Issue 3


muziek & kunst

februari Vera Artdivision

door Stefan Sloot The Daily Indie

Issue 3


muziek & kunst

februari Vera Artdivision

door Kunny van der Ploeg The Daily Indie

Issue 3


muziek & kunst

februari Vera Artdivision

door Mirjam Dijkema The Daily Indie

Issue 3


muziek & kunst

februari Vera Artdivision

door Stefan Sloot

The Daily Indie

Issue 3


muziek & kunst

februari Vera Artdivision

door Kunny van der Ploeg The Daily Indie

Issue 3


muziek & kunst

februari Vera Artdivision

door Rommie Schilstra The Daily Indie

Issue 3


muziek & kunst

februari Vera Artdivision

door Mirjam Dijkema The Daily Indie

Issue 3


muziek & kunst

februari Vera Artdivision

door Stefan Sloot The Daily Indie

Issue 3


interview


interview

tekst Wessel van Hulssen | foto’s Erik Drost

Een witte Le Guess Who?. Wie had dat gedacht? Alsof Nederland voor FIDLAR niet al ver genoeg verwijderd is van hun comfort-zone, ligt er buiten dus ook nog eens een laag sneeuw. En het is koud, dat vooral.

“Wat voor alcohol hebben jullie?” FIDLAR komt uit Los Angeles en is sinds hun optreden op Le Guess Who?, de dag voor het interview, van nieuwe belofte gekatapulteerd naar sensatie. Tijdens de Fuzzbox-avond van het festival kwam de rauwe garagepunk van de band hard aan. Met een enthousiast publiek, lovende recensies en een snel uitverkochte merch-afdeling als gevolg: “Nog voordat ik alle platen en CD’s uitgestald had bij de merchandisestand was alles uitverkocht. Een nieuwe doos platen is al op weg naar Engeland, waar de jongens morgen optreden”, vertelt de tourmanager. “Wat voor alcohol hebben jullie?”, vraagt frontman Zac Carper aan de bediening van het hotel. The Daily Indie is als eerste aan de beurt voor een interview met FIDLAR. Ze zijn net binnen en hebben nog niet ontbeten. Een serieuze vraag was het niet, want de bestelling wordt: een glas water, twee koffie en een vruchtensap. Feesten en drinken “Bier? Misschien over paar uur. Alcohol lijkt me nu geen goed plan”, verklaart bassist Brandon Schwartzel. “Normaal zouden we wel al aan de alcohol gaan. Nu niet, daar is het even iets te koud en vroeg voor. En

The Daily Indie

gisteren ging er ook al wat in”, legt Zac uit, terwijl hij het menu voor de lunch bekijkt. “Ik ga wel eten, we hebben nog niet ontbeten. Broodje ei met bacon, kom maar op!” Feesten en drinken, dat is wat FIDLAR naast muziek maken het liefste doet en het beste kan. Hun comfort-zone is overal waar het warm en niet voor één uur ’s middags is. In een koud Nederland zijn ze nu al om 11:30 in touw voor een dag vol interviews. En dat in een fancy hotel waar drie van de vier bandleden van onder de indruk zijn: “Dit hotel is echt heel erg mooi, zijn we niet gewend. Vooral de hoge plafonds, het lijkt wel Minority Report, of Star Wars.” Elvis Keuhn, gitarist van de band, laat het allemaal langs zich heen gaan. Hij is moe, of brak. Of allebei. Goed doseren Over Le Guess Who? zijn de heren het eens: “Vanaf het begin was in één keer klap totale chaos. Heel veel kids die heel hard los gingen. We kregen enorm veel bier naar ons toe gegooid, op een goede manier”, aldus Brandon, die zichtbaar enthousiast terugdenkt aan de show. “Overdag deden we ook een sessie in een koffieshop. Zo eentje waar je koffie koopt, niet die andere soort koffieshop”, grapt Zac.

Issue 3


interview

FIDLAR

“Het internet is onze harde schijf, en iedereen mag meekijken en -luisteren.”

The Daily Indie

Issue 3


interview

Muziek, drank en drugs. Bekijk alleen al de tracklist van hun debuutalbum erbij, en je weet waar je mee te maken hebt. Paycheck, Cheap Beer, Cocaine, het zou zomaar een gemiddeld weekend van de band kunnen zijn. Hoewel Elvis er een beetje uitziet alsof dat gisteren allemaal plaats heeft gevonden, maakt Zac duidelijk dat de teksten die hij zingt niet allemaal uit ervaring opgetekend zijn: “Als we alles waar we over zingen ook echt hadden gedaan, waren we nu dood. De teksten gaan over situaties die echt zijn gebeurd, of gedaan door ons of waar we bij waren. Niet alles is autobiografisch. Het is niet zo dat we bij het wakker worden meteen aan de coke gaan. Er was een periode dat dat wel het geval was, maar als dat nu nog zo was zou FIDLAR niet kunnen bestaan. Zelfs een partyband moet kunnen doseren.” Brandon denk dat het feestgehalte van FIDLAR zelf niet hoger ligt dan iedere andere gemiddelde rockband: “Het is voor ons een van de meest gebruikte onderwerpen in lied-

The Daily Indie

FIDLAR

jes. Naast het spelen van shows, interviews doen, T-shirts maken, videos maken, heen- en weer reizen heeft een mens niet eens tijd om zo hard te feesten als wij zingen in onze songs. Slapen is dan prioriteit nummer één, ha ha.” YouTube als harde schijf En als ze thuis zijn? Dan gaan de partyremmen niet wat losser: “Zelfs als we thuis zijn tussen tours door hebben we het goed druk. Naast het schrijven van songs nemen we ze ook zelf op.” Hier duidt Zac de indie-instelling van FIDLAR perfect. Ze doen al het muzikale en creatieve werk zelf. “We schrijven constant, en we schrijven ongelooflijk veel. Voor veel van die songs maken we ook een videootje en zetten die dan op Youtube. Er staan inmiddels al bijna vijftig video’s online. Het internet is onze harde schijf, en iedereen mag meekijken en -luisteren.” Voor het maken van de debuutplaat was de werkwijze niet heel anders.

Geen hi-tech studio en productiemensen omdat het platencontract binnen was: “Het album is een uitgewerkte versie van alle demo’s en EP-opnames die we al hadden. We nemen alles zelf op en hadden dus eigenlijk alles al. Wake Bake Skate is op de plaat exact dezelfde opname als de demo maar dan met echte drums erbij en een andere mix. De meeste nummers op de plaat zijn 1.5 versies van de demo’s”, legt Zac uit. Max Keuhn, drummer, springt in: “Niet omdat we lui zijn, de basis van het materiaal dat we al hadden was goed.” Europese luxe Op dat moment komen de bestelde drankjes samen met het broodje ei van Zac aan. De aandacht van de band valt direct op de koppen koffie. De koffiemelk wordt geserveerd in een superklein kannetje, inclusief hendeltje, en dat wordt opgemerkt. Max ziet een link met de algemene gastvrijheid die de band in Europa ontvangt: “In Europa worden we heel

Issue 3


interview

FIDLAR

“Als we alles waar we over zingen ook echt hadden gedaan, waren we nu dood”

The Daily Indie

Issue 3


interview

gastvrij ontvangen. In Amerika mag je blij zijn wat bier te krijgen. Hier komen ze bij wijze van spreken met het bier en eten naar je toe rennen, ha ha.” Ondertussen zit Zac driftig zijn eibacon sandwich op te eten. Elvis, die begint met een glas water langzaam wakker te worden. “We zijn toen we support waren voor The Hives echt verwend. De band en crew waren enorm aardig, alles was iedere avond supergoed geregeld”, vertelt Brandon. Een paar maanden na hun eerste optredens werd FIDLAR namelijk gevraagd om support-act te zijn voor The Hives, waar ieder bandlid al jarenlang fan van is. Max leeft op: “Iedere avond dat we de support waren keken we mee vanuit het publiek. Elvis en ik waren twaalf jaar oud toen we al eens naar een show van The Hives geweest, toen ‘Tyrannosaurus Hives’ net uit was. Sinds we met ze getoerd hebben heeft hun muziek een meer nostalgische waarde gekregen. Good memories.”

The Daily Indie

FIDLAR

Door het enthousiasme van zijn broer lijkt Elvis definitief wakker te zijn geworden. Tijdens het Hives-verhaal kwam er zelfs meerdere malen een glimlach op zijn gezicht: “In welke stad is Lowlands?” vraagt hij uit het niets. “In the middle of nowhere, toch”, vraagt Brandon zich hardop af. “Heel erg gaaf festival, zou gaaf zijn om er weer een keer te staan.” Zac eet zijn laatste stuk sandwich op en haalt meteen herinneringen op. “Halverwege onze show ontstond verderop een enorm watergevecht. De rivier was dichterbij, na de show zijn we daar allemaal in gesprongen. Wat een hitte. Wel beter dan het weer van vandaag, ha ha.”

FIDLAR’s debuutalbum komt 4 februari uit via PIAS. LIVE: 3 maart, Melkweg, Amsterdam. 9 maart op Bruis At The Docks, Maastricht. 10 maart op Where The Wild Things Are Festival, Zeewolde.

L.A. weather “Wat was die L.A.-grap ook alweer? Die over de seizoenen”, vraagt Brandon. Max gaat ervoor zitten: “I like seasons. But the reason I moved to L.A. is because they skip all the shitty ones.”

Issue 3


interview

FIDLAR

CD van FIDLAR winnen? Stuur een mail met jouw naam en adres naar prijsvraag@thedailyindie.nl, met als onderwerp ‘FIDLAR’ *voor de cd kan je mailen tot en met 28 februari

3x FIDLAR FIDLAR The Daily Indie

Issue 3



live

tekst Ricardo Jupijn & Liske Steenbergen foto’s Erik Bremer

De laatste editie van London Calling had een bijzonder mooi en divers programma, waarin weer genoeg nieuws te ontdekken was. The Daily Indie was aanwezig en liep de vrijdag en zaterdag de volgende route door Paradiso. Vrijdag Hooded Fang Op de vorige London Calling rammelde de surfpop van Hooded Fang nog in de Bovenzaal, deze editie zijn ze de Canadezen gepromoveerd naar de Grote Zaal. Zonder nieuw materiaal te hebben uitgebracht in de tussentijd is het even afwachten of de up-tempo en poppy garagerock, die op de laatste plaat ‘Tosta Mista’ erg goed werkte, het verwachte niveau kan behalen. De band speelt vroeg op de avond en dat lijkt wel effect te hebben op de show. Het lijkt alsof de band net uit bed is gerold en nog even na moet denken wat ze aan het doen zijn. De snelle en met hooks geladen muziek komt dan ook niet uit de verf. Frontman Daniel Lee ziet er niet heel geïnteresseerd uit en mist met de rest van de band speelplezier. Er is geen spanning op het podium, de sfeer is iets te relaxt. En goede rammelende muziek moet alsnog strak en overtuigend worden gespeeld. En niet te vergeten: plezier! Haim Drie langharige zussen, variërend van 19 tot en met 24, die sexy en stoer over het podium paraderen en zijn opgevoed met ouderwetse mainstream rock. De energieke en groovy nummers van de meiden zijn

The Daily Indie

Hooded Fang

Issue 3


live Haim

doordrenkt met Fleetwood Macinvloeden (die ze ook nog eens coveren), vleugjes folk en R&B. Dat alles wordt live erg sterk en overtuigend gespeeld. Uiteraard spelen ze hun poppy liedjes Forever en Don’t Save Me, maar ze kunnen net zo goed losbarsten in heftige solo-explosies, waarbij zangeres/gitarist Danielle haar verbluffende gitaartechniek demonstreert. Een mix van Led Zeppelin, AC/DC en Wolfmother knalt door Paradiso en er gaat een voelbare ‘wauw‘ door de zaal heen. Het klinkt allemaal als een gouden optelsom, maar er mist toch nog wat in de formule. En dat is toch iets authentieks. Iets waardoor het niet zo gemaakt en geregisseerd overkomt. Iets waardoor de blote benen en jurkjes minder aandacht trekken dan de muziek.

London Calling

the best part is: het voelt niet nep, het voelt niet gemaakt, het voelt honderd procent authentiek. Nummer als The Golden Throne en Shelter Song klinken als ingevroren pareltjes uit de sixties, die zijn ontdooid door de jonge Londenaren. Alles klopt aan de band, waardoor het één van de hoogtepunten van het weekend is. Want live weet de band al geheel te overtuigen. Laat dat debuutalbum maar komen! Twin Shadow De eighties waren een tijdje razend in, maar beginnen langzamerhand toch weer terrein te verliezen. George Lewis Jr. (a.k.a. Twin Shadow) sluit de eerste dag van London Calling af met zijn vintage synthpop, die op plaat ontzettend overtuigend en groovy klinken. Het dromerige debuutalbum ‘Forget’ is een pareltje en ‘Confess’ (2012) heeft sterke momenten met nummers als Five Seconds, Golden Light en Run My Heart. Genoeg materiaal om de nacht in te duiken met een lekker danspartijtje. Zou je denken, want live komt het er vanavond helaas niet helemaal uit. De muziek komt niet echt tot zijn recht doordat het geluid niet lekker gebalanceerd is, de gitaren en synthesizers horen binnen het arrangement subtiel met elkaar te dansen, maar ze staan vooral op elkaars tenen. Ook het optreden zelf bevat niet bijster veel energie, er straalt weinig van het podium

af. Het is allemaal wel lekker, maar het had nog een stuk lekkerder gekund.

Zaterdag Savages Het leek een beetje voorbij, die hele postpunk-periode, maar Savages is een band die aantoont dat het genre altijd cool blijft. De band, geheel bestaande uit vrouwen en zwarte kledij, komt live als een rauwe orkaan over je heen. Overal waar de band speelt, maakt ze grote indruk, zo ook vanavond op de tweede dag van London Calling. De opgefokte muziek duwt, trekt en bijt. Frontvrouw Jehn kijkt maniakaal de zaal in en zit als een gereïncarneerde Ian Curtis in een complete trance. De bedwelmende muzikale basis wordt gecreëerd door een bijzonder strakke drum- en bassectie, die compleet wordt opgezweept door de galmende gitaarpartijen van gitariste Gemma. Savages is spannend, duister, aantrekkelijk en puur. Een bijna eng goede combinatie. Wild Nothing Dan is de beurt aan Wild Nothing, die eigenlijk doet wat Twin Shadow gisteren niet helemaal deed.

Temples

Temples Voor de gelegenheid speelt Temples vanavond met zijn drieën. Waarom? Omdat ze geen geld hebben om de toetsenist mee te nemen. Het is pas hun elfde show en hun eerste buiten de UK. En dat is precies de reden waarom je, zonder adem te kunnen halen, in een volgepakte Bovenzaal staat: voor een Londense band als Temples. Een band die je helemaal terugvoert naar de psychedelische periode van de sixties. De kleding, de instrumenten, de nummers, alles. And

The Daily Indie

Issue 3


live

London Calling

Savages

Haar stem is net iets te veel van het goede in dit kleine half uurtje. Jammer, want verder verzorgen Aleksa en haar man Devon prima, donkere droompop. De vele geluidseffecten zorgen voor bombastische en meeslepende nummers. Bij het nummer Passage van het gelijknamige album lijkt de band een lichtje in de duisternis te hebben gevonden. Deze band heeft alles in huis om een goed gevarieerd optreden te geven, alleen moet je dan wel houden van de doordringende zang die Aleksa op je afstuurt. Theme Park Na het duistere geweld van Exitmusic is het aan de heren van Theme Park om de Kleine Zaal weer leven in te blazen. En dat doen ze met hun vrolijke, springerige muziek die aan van alles en nog wat doet denken. Maar dat maakt niet uit, zolang de voeten van de vloer gaan en er gedanst kan worden! De vier heren maken er een echt feestje van waarbij ze trakteren op funky gitaargeluiden, aanzwellende synthesizers en mooie samenzang. Soms is het allemaal iets te veel van het goede en verloopt de samenzang niet helemaal flexibel, maar het is de vier heren vergeven. Dit optreden doet ons weer smachten naar de zomer.

Namelijk: een heerlijke eighties sound neerzetten, met de juiste liedjes en een sterk geluid. De band van Jack Tatum speelt strak, en weet eigenlijk zonder echte hits, de zaal op gang te krijgen. Wild Nothing creëert een heerlijke ‘dreampop-state-of-mind’, die je als vanzelf meevoert naar een andere plek, met de nummers van eerste plaat ‘Gemini’ (2010) en het sterke tweede album ‘Nocturne’ (2012). De gitaren nemen het voortouw, met daaronder subtiele, dunne en fijne synthpartijen, ontzettend groovy baspartijen

The Daily Indie

en drums die het geheel uitstekend bij elkaar houden. Toch mist de band nog wel even dat ‘ene nummer/die ene hit’, waardoor de band echt de Grote Zaal kan bespelen. Exitmusic Het wil niet helemaal lukken bij Exitmusic. De bas staat zo hard dat de neusvleugels ervan gaan trillen en ook de achtergrondmuziek blijft doorspelen. Nou klinkt The National op zich aantrekkelijker dan de vele uithalen van zangeres Aleksa Palladino.

Melody’s Echo Chamber Optreden na het weergaloze optreden van The Walkmen, we doen het Melody Prochet niet na. Maar zodra het schattige Franse meisje opkomt en zichzelf voorstelt in het Nederlands, is de knop om. Ruim een half uur lang dartelt Prochet over het podium, ondersteund door groovy baslijnen – die soms iets te hard staan- en fijne samples die het gevoel van haar cd weten te reproduceren. Het is jammer dat er geen drummer is, we hadden niet geklaagd als Kevin Parker op het podium zou staan. De betoverende zang zorgen voor een dromerige fieldtrip door Melody’s echo-kamer. Het is soms wat moeilijk te behappen na The Walkmen, maar het is zeker een goed slaapmutsje na een London Calling editie die de boeken in gaat als één van de beste ooit.

Issue 3


interview


interview

tekst Robin van Essel

Temples was afgelopen London Calling de naam op het affiche die gehuld ging in een zweem van mysterie. Want behalve wat nummers op YouTube en Soundcloud was er verdomd weinig over Temples te vinden op het wereldwijde web, behalve dat het om ene James en Thom uit Engeland zou gaan. De übercatchy, licht psychedelische 60’s-pop die de bovenzaal van Paradiso vervolgens te horen kreeg, wakkerde de ontstane buzz alleen maar aan. Wie zijn die gasten? Het handjevol songs dat James Bagshaw en Thom Warmsley, want dat zijn de namen die achter Temples schuilgaan, op internet gooiden, heeft niet alleen de programmeurs van London Calling geïmponeerd. @Johnny_Marr twitterde bij het horen van Shelter Song: ‘Well done, Temples!’ en het Britse Heavenly Recordings was er als de kippen bij om de jongens een contract onder de neus te schuiven. En dat terwijl de optredens van Temples nog op één hand te tellen zijn: London Calling is de eerste show buiten de UK. Eerste vraag: Hoe? In godsnaam! James: “It’s crazy. We hebben nog niet eens de kans gekregen om onszelf te laten zien. Maar alle reacties zijn positief. We kunnen niet wachten om te zien hoe het is na twintig shows.” James (gitaar, zang) en Thom (bas) groeien samen op in Kettering, een suburb van Noord-Londen. Ze spelen in verschillende bands voordat ze besluiten samen een aantal nummers op te nemen in de huiskamer van James, en die nummers op YouTube te zetten. Het duurt niet lang voordat de jongens worden gevraagd om te komen spelen op een festival in Wales. Jeugdvrienden Sam Toms (drums) en Adam Smith (keyboards) worden gevraagd, en zo is Temples een

The Daily Indie

feit. Dan gaat het snel: de dag na London Calling gaat de band mee als support op de Europese tour van Mystery Jets. Thom: “We doen het precies andersom, ja. Eerst live spelen, dan opnemen. Deze maand komt de single uit (Shelter Song is inmiddels uit, red.). Daarna hopelijk een album.” Tame Impala De songs van Temples laten psychedelische sixtiespop horen, die doet denken aan The Beatles in hun beste LSD-trip, maar met een onmiskenbare moderne twist. De eerste courante muzikale referentie: Tame Impala. Wat vindt de band zelf van dat nogal overhaast toegekende neo-psych-label? Thom: “Ze mogen ons noemen wat ze willen. Maar we willen geen pastiche van een sixties retroband zijn. Wij zitten met in het hoekje van Britse bands, vind ik. We worden geïnspireerd door The Byrds, maar dat zijn weer Amerikanen, ha ha. Verder Tyrannosaurus Rex, The Beatles, en nog wat obscuurdere psy-bands. Kaleidoscope, The Hollies...” James: “Het voordeel van die hele neo-psych hype is dat hele goede bands nu eindelijk erkenning krijgen, zoals Tame Impala, Pond... Het is niet slecht om daarmee vergeleken te worden. Zij bre-

Issue 3


london calling

Temples

“We hebben nog niet eens de kans gekregen om onszelf te laten zien. Maar alle reacties zijn positief. �

The Daily Indie

Issue 3


london calling

Temples

“ We willen die obscure, experimentele benadering naar het heden vertalen, maar wel met daaronder een popsong verborgen.”

ken een lans voor andere bands. Ik vind ons niet hetzelfde, maar als geheel, als een avond muziek, zou het wel werken. Oh, speelden ze hier vorige week? Dan zijn we te laat, ha ha.” Obscuriteit en experiment Waar komt die sixties sound dan vandaan? Thom: “Het is vooral wat wij zelf goed vinden. We willen refereren aan het grote geluid van bijvoorbeeld Phil Spector, die destijds tegen alle gewoontes inging. Dat soort producers waren pioniers, die het voor elkaar kregen een band een bepaalde song net iets anders dan anders op te nemen.” James: “Het is een misvatting dat een pro in een dure studio gelijk staat aan een goede opname. In de jaren vijftig en zestig namen bands op in hotelkamers op een simpele bandrecorder en die platen kunnen zich nog steeds meten met die van tegenwoordig. Het is een cliché, maar het gaat erom wat je ermee doet. Dat inspireert ons, maar we willen het niet klakkeloos kopiëren. We willen die obscure, experimentele benadering naar het heden vertalen, maar wel met daaronder een popsong verborgen.” “Heavenly staat daar positief tegenover,” aldus Thom. “We mogen het op onze manier doen. Ze juichen het toe.

The Daily Indie

We nemen nog steeds op bij James thuis, en de mastering wordt gedaan in een schuur door een hele goede technicus die dat hele back-to-basic idee wel aanspreekt.” Deze technicus blijkt Noel Summerville te zijn, die onder andere met The Clash en Sinead O’Connor werkte. Het tekent Temples. Deze jongens weten nauwelijks wat ze overkomt, maar zijn desondanks heel bewust van hun muziek en lijken precies te weten wat ze willen. De tempel Iets dergelijks wordt ook gesuggereerd door de albumhoes op internet, waarop het ietwat onheilspellende 19e-eeuwse schilderij Vernietiging van de tempel van Jeruzalem van Italiaanse schilder Fransesco Hayes te zien is. Wat is de boodschap van Temples? Thom: “We proberen onze muziek filmisch te laten klinken, en dan past dat soort grote, pompeuze beeldspraak.” James: “We snijden zeker religieus georiënteerde onderwerpen aan, maar we zijn niet een soort achttiende eeuws... Hoe zeg ik dat? Zwart-wit aan het preken. We willen een moderne interpretatie geven van dat soort beeldspraak.” Het is een tekenende paradox dat een band die Abrahams retro-mosterd dermate uit de jaren zestig haalt, zijn razend-

snelle opmars te danken heeft aan internet. Een bewuste keuze? Het lijkt mee te vallen. James: “We hebben geen formule, we nemen iedere dag als hij komt. We willen gewoon geen songs achterhouden. Als mensen ze willen luisteren, moeten ze te luisteren zijn. Dat is onze insteek. Plus, je houdt het toch niet van het internet af. Het gaat ons om het live spelen en als YouTube dat kan bewerkstelligen, is dat wat we willen als muzikant.” Thom: “Vanavond bijvoorbeeld. Het is een eer om tussen al deze bands te spelen. En de zaal staat vanaf het begin vol. Dat heb je in de UK niet, daar komt men alleen voor de headliner. Te gek. Ik kan niet wachten.”

Issue 3


interview


interview

tekst Ricardo Jupijn | foto’s Remco Brinkhuis

Met Hooded Fang kan het alle kanten op. Zo worden de Canadezen met hun eerste plaat ‘Album’ genomineerd voor de prestigieuze Polaris Prize (eerder gewonnen door o.a. Arcade Fire en Caribou). Bij hun tweede plaat ‘Tosta Mista’ besluit de band het roer volledig om te gooien voor een heerlijke lo-fi, surfy en sloppy garageplaat in de stijl van The Black Lips en The Drums. Wij zijn dan ook wel nieuwsgierig naar de plannen van de band. What’s next? We nemen even de lege kleedkamer van Twin Shadow over om de band, die vooral rondom Daniel Lee en April Aliermo draait, te spreken. Helaas kan April er zelf deze Europese tour om ‘bepaalde redenen’ niet bij zijn. Pikant detail: Daniel en April hebben lange tijd behalve een muzikale, ook een liefdesrelatie gehad. Deze eindigde voordat het tweede album werd geschreven, maar de twee schijnen in ieder geval nog prima door een deur te kunnen. Twee keer in één jaar Voor de tweede keer dit jaar speelt Hooded Fang op London Calling. Vorige keer speelde de band in de Bovenzaal, nu mogen ze aantreden in de Grote Zaal. Zien we een andere band vanavond? “We missen dus onze bassiste April, dat is wel erg jammer. Maar ik denk dat we live wel echt gegroeid zijn, door het vele toeren en zeker ook omdat we nu samen een plaat op hebben genomen.” De band voelt zich ook wel op hun gemak vanavond, want in een (niet Nederlands) interview zeiden ze dat Amsterdam hun favoriete Europese stad is: “We hebben natuurlijk niet zoveel tijd om de stad te verkennen, maar de laatste keer hebben we wat rondgelopen en hebben we hier in de buurt kunnen hangen. De sfeer

The Daily Indie

is gewoon fijn.” Toch blijven ze liever in Toronto: “Er is heel veel te doen in Toronto, het is echt een toffe stad. Er is veel gaande in de kunst en zeker ook op het gebied van muziek. Er komen veel goede bands vandaan, Slim Twig om maar een voorbeeld te noemen. Ook heeft de stad een paar toffe labels zoals Telephone Explosion en Pleasants, maar ook Daps Records, ons eigen label.” Want naast de band heeft Daniel samen met April en een aantal vrienden een eigen label opgericht. Waarom? “We begonnen eigenlijk met het uitgeven van Hooded Fang-platen. Maar we hebben ook een aantal side projects (o.a. Phèdre red.) die we ook uit konden brengen via Daps. En zo groeide het label langzaam, tot een punt waarop we ook andere, bevriende bands bij ons konden tekenen.” Nummer drie Op Facebook was al te zien dat de band de studio ingedoken was om nieuw materiaal op te nemen. Wat wordt het nu? “Het wordt wel weer anders inderdaad. Ik denk zelf dat het meer een mix tussen de eerste twee platen is. Er staan veel snelle nummers op en de surfy gitaren zijn er ook nog steeds wel. Het is in ieder geval het eerste album dat we met de hele band live

Issue 3


london calling

Hooded Fang

“We hadden echt het gevoel dat we terug waren gekomen van een of andere rare spiritiual journey.�

The Daily Indie

Issue 3


london calling

Hooded Fang

“ En dan was het afwachten hoeveel mensen ‘aaahh, fuck’ riepen na het afslaan, ha ha.” hebben opgenomen in de studio, dus dat was wel heel anders. We hebben alles gedaan op zo’n mooie, oude analoge tape-recorder. Tijdens het proces moest ik vaak aan The Feelies denken. Die hebben ook een redelijk cleane sound en het klinkt vooral alsof er verder niks aan de opnames is gedaan. Alsof je precies hoort wat er in de studio is gebeurd, hoe het daar klonk tijdens het opnemen. Dat er dus niet allerlei overdubs zijn ingespeeld of dat er achteraf veel is gesleuteld aan het geluid, vind ik cool.” Dat vrije en natuurlijke proces werkt goed voor de band: “Soms kreeg iemand ’s ochtends een idee, dan werkten we dat gelijk uit en stond het ’s avonds op de band. Soms waren daar wel eens veel takes voor nodig inderdaad, maar dan werden we vaak alleen maar opgefokter en energieker. We speelden gewoon het hele nummer in één keer en dan was het afwachten hoeveel mensen ‘aaahh, fuck’ riepen na het afslaan, ha ha.” De release duurt nog

The Daily Indie

even: “Ik gok dat de plaat in maart uit zal komen. Ergens in de lente, in ieder geval voor de zomer.” Stralend hoogtepunt De band is genoeg op pad geweest in 2012 en moet even nadenken over hun hoogtepunten van het afgelopen jaar. Eén bepaald (niet muzikaal) moment is ze toch wel het meest bijgebleven: “We zijn naar één van de noordelijkste plekken in Canada geweest deze zomer. Dat licht, dat scheen dus echt gewoon de hele dag. We zijn daar een dag of vier, vijf geweest. We hadden echt het gevoel dat we terug waren gekomen van een of andere rare spiritiual journey.” Voor 2013 hebben ze hoge verwachtingen: “Ik heb dus gehoord dat race-auto’s upside down kunnen rijden, ze hebben de kracht en de technologie om het gewoon te doen. Misschien is het iets voor onze tourbus, je weet maar nooit.” Je weet het inderdaad maar nooit met Hooded Fang.

Issue 3


interview


interview

tekst Yoram van Hees

Peace uit Birmingham is één van de onbekendere bands die op de twintigste verjaardag van het London Calling festival mogen spelen. De band opent de kleine zaal van Paradiso op de zaterdag en vooraf spreekt The Daily Indie met ze, over hun EP ‘Delicious’ en Twitter.

Ze komen fris van de boot en uit de bandbus gerold als uw verslaggever ze opwacht naast de Amsterdamse poptempel. Dit is hun eerste keer in ‘Glamsterdam’ en ze weten slechts dat het festival waar ze vanavond spelen iets is wat ze zouden moeten doen op dit punt in hun ‘carrière’. Afgelopen nacht waren ze op de boot gestapt om weer wakker te worden in Rotterdam. Ze hadden zelfs geen tijd om één van de lokale producten te scoren. Mark Wahlberg’s Cock Toch kijkt zanger/gitarist Harry nogal hyper uit zijn ogen in de kelder van Paradiso. Vol trots toont hij zijn nieuwe aanwinst: een Led Zeppelin t-shirt, waarschijnlijk van een Zuidoost-Aziatische tour. Hij heeft ook zojuist in de bus de film ‘Boogie Nights’ afgekeken en neuriet de hele tijd het gelijknamige disconummer van Heatwave. “Mark Wahlberg’s cock is toch wel het toppunt van rock ’n roll.” Helaas zit er voor de band geen ‘boogie night’ in vanavond: na afloop van hun optreden moeten ze vrijwel meteen weer de bus in voor een optreden in Londen de volgende dag. Debuut-EP ‘Delicious’ kwam twee maanden geleden uit bij major Columbia en

The Daily Indie

deze krijgt veel respons. Het geluid wat de band hierop laat horen wordt onder meer vergeleken met bands als Foals, Vampire Weekend, Wu Lyf en Primal Scream. Vooral met deze laatste band delen ze de veelzijdigheid (elk nummer van de EP klinkt weer als een andere band) en het flirten met elektronische muziek. Maar waar Primal Scream destijds een cross-over maakte tussen rock en dance, ontstond het geluid van Peace toen Harry vaak technofeesten bezocht in de Fabric te Londen: “De techno-invloed zitten hem vooral in de ritmes en spanningsopbouw van ieder nummer.” Zelf omschrijft de band hun muziek als ‘dark melodic indie techno’: vier termen die los van elkaar lijken te staan, maar toch elk van toepassing zijn op Peace. Four different things In de lente van 2013 zal de opvolger van deze EP verschijnen: het debuutalbum, dat nu op één nummer na al is opgenomen. Waarschijnlijk zal ook één nummer van de EP ook op het album verschijnen, maar welke dit zal zijn laten ze nog in het midden: het album kan dus nog vier verschillende richtingen op. Harry: “ Op de EP experimenteerden we meer met nummers en hoe deze konden klinken; het klinkt

Issue 3


london calling

meer als four different things. Het album zal juist one thing zijn, daarop klinken wij meer als een collectief.” Achter het debuut zal verder geen ‘grand idea’ zitten, gewoon de favoriete nummers van de band de afgelopen twee jaar. Al pratend stellen ze dat ieder nummer toch wel een eigen plaats binnen de korte (ze bestaan twee jaar) bandgeschiedenis en wordt er gefantaseerd over een tweet-along tijdens de lancering of zelfs het verbinden van een Facebook-tijdlijn aan het album zodat voor de luisteraar ieder nummer in een context kan worden geplaatst. De heren concluderen uiteindelijk dat hun marketingafdeling in ieder geval heel erg op dit idee zal geilen. Wat hun eigen vredelievendheid betreft: “We are peaceful, not political.” Ze leerden elkaar kennen op de middelbare school en tijdens de studie: “Een tijd waarin je vrede, of in ieder

The Daily Indie

Peace

geval het romantische idee van vrede, omarmt. Rond die tijd praatten we veel over dat onderwerp, maar we hadden niet de illusie dat wij daadwerkelijk iets konden betekenen. De bandnaam is dan ook not a bigger statement. Waarom zou je je band níet Peace noemen?”

tips voor het volgende muziekjaar betreft raden de jongens van Peace ons bands als Splashh, Virals, Wolf Alice en Carousels aan. Zelf komen ze volgend jaar graag óók nog een keer terug. Met een heus album op zak. En in de grote zaal natuurlijk.

Peace volgt vanavond het pad van andere ‘Brummie’ bands die eerder op London Calling spelen, zoals Editors en The Twang, maar noemen zelf liever Black Sabbath of zelfs Duran Duran. Harry: “De Birmingham scene is natuurlijk veel kleiner dan de Londense, maar er zijn veel muzikale initiatieven. Het valt ook op dat er steeds meer mensen van buitenaf in geïnteresseerd zijn: ”Bands als Swim Deep, Jaws, Love Actually, Wide Eyed en Troumaca worden door de jongens aanbevolen als tips voor de volgende editie van het (dan 21-jarige) London Calling Festival. Wat verdere

Issue 3


fotoshoot

foto’s Sanne Glasbergen

De Engelse Jessie Ware bracht afgelopen jaar haar bejubelde debuutalbum ‘Devotion’ uit, en speelde ook op London Calling. The Daily Indie sprak backstage af met de lieftallige Jessie om haar op de foto te zetten voor onze London Calling Special.

The Daily Indie

Issue 3






interview


interview

tekst Liske Steenbergen | foto’s Diane Sagnier

Met trots kunnen we weer een artiest van Nederlandse bodem bijvoegen: Melody Prochet is deels Hollands en sprak zelfs tot haar tiende onze taal. Melody wie? In het kort: dit Franse meisje ontmoette Kevin Parker van Tame Impala toen ze met haar band My Bee’s Garden toerde. Met een demo op zak wist ze zijn interesse te wekken en voor ze het wist was ze in zijn hometown Perth om in zijn studio haar cd op te nemen. Zo ontstond Melody’s Echo Chamber. Op London Calling spreken we haar in het befaamde American Hotel over haar nieuwe cd, uiteraard haar vriendje Kevin Parker en haar verleden. Van jongs af aan is Melody namelijk al bezig met muziek: “Mijn broer had een thuisstudio. Ik wilde dolgraag meedoen en zingen. Op radio Skyrock hoorden we vooral veel dance en Franse r&b. Dus dit maakten wij ook.” Ze lacht een beetje beschamend: “Toen we allebei naar Parijs verhuisden gingen we een andere kant op. Ik ontmoette andere muzikanten en producers en zo ontstond My Bee’s Garden, dit is de naam van ons oude vakantiehuis in Zuid-Frankrijk. We zijn echt in de mooiste studio’s van Parijs geweest maar uiteindelijk paste het niet zo goed bij me. De cd die we uitbrachten was ook een ghost record, het label ging failliet voordat de cd uitkwam dus we konden ook niks promoten of iets dergelijks. Maar goed, uiteindelijk is alles met een reden gebeurd. Nu heb ik Melody’s Echo Chamber en klopt het voor mijn gevoel.” Melody’s Echo Chamber Wat is er nu anders met Melody’s Echo Chamber? “Ik heb de juiste balans weten te

The Daily Indie

vinden tussen mijn klassieke achtergrond – ik speel viool – en juist het iets ruigere en wilde. Dit keer klopt het. Mensen omschrijven mijn muziek als futuristische retro-pop, psych pop. Ik denk dat het vooral heel erg gekleurd is, gelaagd eigenlijk. Door te experimenteren zijn er ontzettend veel lagen over elkaar gecreëerd. Het is ook heel persoonlijk, zo zijn er fragmenten van mijn oppaskinderen te horen, maar ook een film die ik vroeger altijd keek: La Boum met Sophie Marceau. Door bewust rare of foute dingen te doen is er een uniek geluid ontstaan.” Drie van de elf nummers zijn Frans: “Het schrijven van liedjes is heel erg therapeutisch voor me. Mijn diepste gedachten komen naar boven waarvan ik zelf vaak niet wist dat ik ze had. In Frankrijk schreef ik altijd in het Engels, ik denk zodat niemand echt begreep wat ik zong en dus voelde… Toen ik al enige tijd in Perth in de studio was begon ik ineens in het Frans te mompelen. Waarschijnlijk zodat zij dan niet zouden begrijpen wat ik zong. Uiteindelijk klonk dit goed en is zijn deze liedjes op de cd gekomen. Het is heel moeilijk om in het Frans te zingen, je hebt vaak veel woorden

Issue 3


london calling

Melody’s Echo Chamber

“We raakten vaak in een soort trance tijdens het experimenteren.”

The Daily Indie

Issue 3


london calling

nodig om iets te zeggen en het is moeilijk om het melodieus te houden. Mijn teksten zijn haast kinderlijk, heel poëtisch. Maar ik ben er erg blij mee.” Kevin Parker Dat het meesterbrein achter Tame Impala het album van Melody’s Echo Chamber geproduceerd heeft, is te horen. Maar wie denkt dat Melody alleen haar stem heeft uitgeleend, heeft het goed mis: “Ik heb de muziek en de teksten geschreven. Ik had een heel sterke visie in mijn hoofd, maar ik kreeg dit er niet uit. Kevin wist precies wat ik wilde en het lukte hem om het vaak met één take eruit te krijgen. Je hoort zijn vingerafdrukken goed in de gitaarlijnen en de bas, maar vooral in de drums. Hij is echt een ontzettend goede drummer! Het klinkt een beetje jaren zestig, maar ook weer modern. Voor de rest is het vooral echt mijn muziek, we gebruikten ook mijn keyboards, van die kleine goedkope. Hij is nog nooit echt eerder veel met syn-

The Daily Indie

Melody’s Echo Chamber

thesizers aan de slag geweest. Dus ik heb hem ook echt gepusht om meer te experimenteren.” “Zijn studio is echt anders dan ik ooit heb gezien. Er waren overal kabels en rotzooi, en hij vroeg heel trots: ‘wat vind je ervan?’. Maar uiteindelijk was het geweldig. We experimenteerden met geluiden, instrumenten en we hadden extreem veel lol. Het was een soort speeltuin. We raakten vaak in een soort trance tijdens het experimenteren, zo van ‘more explosions, yeah!’. Hij houdt van epische dingen. Kevin heeft me echt geholpen om het beste in mezelf naar boven te halen. Hij heeft een sterke mening, maar is ook heel kalm en kan je goed op je gemak stellen. In het begin was ik zo bang om mijn slechte, zelf opgenomen demo’s aan hem te laten horen. Hij is echt een muzikaal genie. Maar hij vond het interessant en heeft geprobeerd er zoveel mogelijk van over te houden. ”

Privé-leven Hoewel Melody niet graag over haar privé-leven praat, laat ze toch enkele dingen los. Zo spreken we over het vakantiehuis in Zuid-Frankrijk: “Ik ging elke vakantie naar dit huis. Het is bij het strand en dan kon ik uren zwemmen. Ik vind het enorm jammer dat het nu verkocht is, ik kon er ook niet heen gaan om het leeg te ruimen. Ik ben er nog wel geweest voor mijn clip I Follow You, die is daar opgenomen. Het zwemmen was ontzettend vermoeiend, maar uiteindelijk ben ik blij dat ik het gedaan heb. Nu is het huis altijd een beetje bij me. Het was altijd mijn favoriete plek, maar nu is dat het strand Margaret River in Perth. Ik heb daar uren gelegen, kijkend naar de zeehonden en dolfijnen, en al die tijd was het strand verlaten. Het klinkt cliché maar het was prachtig.” Hoe het nou precies zit tussen Melody en Kevin blijft vaag: “Hij woont ook in Parijs, maar hij heeft een eigen appar-

Issue 3


london calling

tement. Hij is enorm geïnspireerd geraakt door Parijs. Hij heeft zelfs ook de taal geleerd. Alleen is hij lui en is hij er nu mee opgehouden. Hij kan zich net verstaanbaar maken of mensen begrijpen, maar that’s it. Het is moeilijk om in een andere stad te wonen met een andere taal. Hij kent nu al mijn vrienden en gaat daar ook mee om.” Toekomst “Ik word nu heel veel gekoppeld aan Kevin, maar dat vind ik niet zo erg. Ik vind het zo mooi om samen iets te creëren, het is zo intens. Ik wil misschien weer iets gaan doen met rap, dus samenwerken met een rapper en er een heel trippy geheel van maken

The Daily Indie

Melody’s Echo Chamber

bijvoorbeeld. Ook het zingen in het Frans wil ik verder ontwikkelen. En het gebruik van mijn viool, hopelijk verdien ik nu genoeg geld zodat ik een fatsoenlijk instrument kan kopen. Daar wil ik zeker meer mee doen. Eigenlijk hou ik er niet van om nog een keer hetzelfde te maken dus mijn volgende cd wordt zeker weer anders. Ik ben al wel aan het schrijven ja. Ik moet gewoon niet denken aan de verwachtingen en doen wat ik leuk vind. Hier heb ik het ook veel met Kevin over gehad, die had daar natuurlijk ook last van. Er zullen altijd mensen zijn die je muziek niet leuk vinden. Zolang je er zelf plezier in hebt en er maar twee mensen zijn die het wel leuk vinden, is het goed.”

Issue 3


interview


interview

tekst Lisa de Jongh | foto’s Deirdre O’Callaghan

Tot voor kort had nog niemand van de Ierse band Kodaline gehoord. Misschien hier en daar in Dublin, maar nog lang niet in Nederland. Tot het tranentrekkende nummer All I Want voor het eerst op onze radiogolven te horen was. Met niemand minder dan Giel Beelen als ware ambassadeur van deze band kan een Nederlandse doorbraak dan natuurlijk niet uitblijven. Zijn de voorspellingen waar: wordt dit de nieuwe Coldplay? The Daily Indie doet het eerste interview met Kodaline op het Europese vasteland. Aan tafel schuiven gitarist Mark Pendergast en frontman Steven Garrigan bij, twee schoolvrienden uit Dublin die elkaar voor het eerst ontmoetten in het jeugdkoor van Dublin. Op hun zeventiende beginnen ze hun eerste serieuze band met drummer en vriend Vinny May: 21 Demands. Een bescheiden hit wordt binnen de landgrenzen gescoord, maar niets meer dan dat. Met de toevoeging van bassist Jason Boland werd het tijd om er vol voor te gaan. Ook Steven en Mark stoppen met school om zich volledig op hun muziekcarrière en nieuwe band Kodaline te richten. De eerste twee jaar van de band bevinden ze zich niet op de planken, maar binnen de muren van Stevens kamer. De liedjes moesten vol concentratie geschreven worden, maar zijn dan ook tot in de puntjes gearrangeerd. Nu treedt de band voor het eerst naar buiten, met de vier-nummerige EP ‘All I Want’, en worden alle verwachtingen overtroffen. Horen ze wel wat ik daar zing? “We kunnen het nog steeds niet bevatten”, vertelt Garrigan. “Het is zo snel gegaan in een korte tijd. We waren overal op de juiste plek, op het juiste moment.” Maar van toeval is geen sprake. De ambitieuze heren van Kodaline werken sinds de oprichting

The Daily Indie

hard en vol passie aan hun muziek. En hun beweegredenen zijn zo simpel als maar zijn kan: eerlijke muziek maken om hun eigen verhalen te delen met anderen, haast als therapie: “Het zijn persoonlijke verhalen, en daarom op sommige momenten moeilijk om te delen. Sinds kort zien we mensen uit het publiek meezingen, en dat zet me aan het denken. Horen ze wel wat ik daar zing? Hebben ze hetzelfde meegemaakt?” vraagt Garrigan. Zijn bandgenoot Mark geniet er alleen maar van: “Het feit dat ze meezingen betekent veel voor me. Deze mensen luisteren onze muziek, kopen onze muziek en komen naar shows. Meer kan ik niet wensen,” zegt hij. Misschien wel de grootste mijlpaal op de CV van Kodaline is de prachtige videoclip van de single All I Want, waarvan de teller inmiddels over de één miljoen views is gegaan. In de video wordt een kort verhaal verteld over een jongen met een misvormd gezicht, gebaseerd op Beauty and the Beast,. Hij wordt gevolgd op het werk, thuis en op straat, waar hij continu wordt bespot en geplaagd. Een video die je als oordelende mens toch wel aan het denken zet. Garrigan over de video: “Natuurlijk waren wij ook erg te spreken over het resultaat

Issue 3


london calling

Kodaline

“ Het zijn persoonlijke verhalen, en daarom op sommige momenten moeilijk om te delen.” van de video, maar deze respons hadden we niet verwacht. We hebben het immers met minimale middelen gemaakt. We spelen zelf een rol in de clip, samen met onze beste vrienden. We hadden geen geld voor figuranten. De video is bovendien geregisseerd door een vriend van ons, van school.” Korte films Pendergast vult aan: “Ondanks dat de videoclip niet meer het medium is dat het ooit was, tijdens de opkomst van MTV bijvoorbeeld, vind ik dat het een onmisbaar element is in muziek. De video complementeert het liedje. De perfecte balans tussen een lied en beelden kan zoveel meer betekenis toevoegen. Ik denk ook dat die balans in All I Want zo goed werkt.” Ook andere singles van Kodaline, zoals Lose Your Mind en Perfect World, zijn voorzien van verhalende video’s. Garrigan vertelt: “Een suffe video waarin je als

The Daily Indie

band je liedje playbackt kan iedereen maken. Dat voegt niets toe aan een nummer. Wij hebben het ook gedaan in het verleden, maar sinds we de resultaten hebben gezien van deze singles gaan we nooit meer terug. We willen korte films weergeven, dat is meer onze stijl.” Dus deze rol in je eigen video was eenmalig? “Ja, zeker weten,” lacht Pendergast.

voorprogramma van The Cranberries in Frankrijk. Ik ben benieuwd hoe dat werkt, of je de mensen kan bereiken die zo ver van je af zitten. Het is voor ons een uitdaging om deze mensen voor ons te winnen.” Misschien moeten we dat over een jaar maar weer aan Kodaline vragen, als zij zelf die stadions vullen.

De twee heren, beiden nog niet eens halverwege twintig, zien hun naam in de muziekwereld gestaag groeien. “We zijn in Nederland groter dan in Ierland”, lacht Garrigan. Maar ook Amerika ligt aan hun voeten, nadat All I Want werd gekozen tot soundtrack van het nieuwe seizoen van Grey’s Anatomy. En eerlijk is eerlijk, is Kodaline geen perfecte stadionbandnaam? “Ja, ik denk het. Sterker nog, binnenkort hebben we onze eerste arenatour”, beaamt Garrigan. “Als

Issue 3


interview


interview

tekst Ricardo Jupijn | foto’s Daniel McMahon

Onder de trap naar het podium van de Grote Zaal zitten de bandleden van Wild Nothing op elkaar gepropt in een klein productiekamertje. Tussen allerlei tassen, een koelkast, laptops en blikjes bier vinden we een soort plekje om met de geestesvader van de band te praten: Jack Tatum. Hij bracht met het album ‘Nocturne’ (2012) zijn tweede album uit na het (in indie-kringen) veelgeprezen debuut ‘Gemini’ (2010).

Alhoewel de band het podium betreedt met vijf man, is Tatum de artistiek leider van de band. Zijn eerste album schrijft hij in zijn eentje op zijn studentenkamer op Virginia Tech, waar hij alle liedjes vervolgens zonder enige verwachtingen op internet zet. Tot zijn grote verbazing slaat zijn dromerige, fuzzy en eighties gitaarsound aan bij het grote publiek en wordt hij opgepikt door een smaakmakend label: “Ik maakte dat album eigenlijk meer voor mezelf, ik had nooit gedacht dat het aanhang zou krijgen.” Zijn leven wordt in korte tijd totaal op zijn kop gezet. Tatum ging van een slaapkamerproject naar het spelen op Pitchfork Festival in Parijs en London Calling in Amsterdam in één weekend. Maar houdt hij eigenlijk meer van toeren of van het werken in de studio? “Het toeren gaat goed en is erg leuk, maar euhm, ja, ik denk toch dat ik meer thuis ben in de studio. Vooral omdat toeren een stuk minder creatief is. Je creëert natuurlijk wel iets, in de vorm van een show en zo, maar dat is toch anders.” Veel schrijven komt er on the road dan ook niet van: “Ik probeer wel eens om met mijn laptop ergens te gaan zitten, maar dat werkt niet echt. Uiteindelijk ben ik drukker met films en series kijken, ha ha.”

The Daily Indie

Tweede album Tijdens de Amerikaanse tour van Beach House afgelopen zomer speelde Wild Nothing als support. Daar kon Tatum de reacties op het nieuwe album een beetje peilen: “Die reacties zijn voor mij veel belangrijker dan recensies en losse meningen. Het gaat toch om de mensen die naar je show komen en wat zij ervan vinden.” Na een goed ontvangen debuut komt altijd die ‘lastige tweede’, had Tatum daar last van? “Misschien wel een beetje, ik dacht er wel over na, zeker. Want ik probeerde wel iets nieuws te doen, maar het moest ook een album worden dat de luisteraars die het eerste album goed vonden, nog steeds konden waarderen. En dat is gelukt denk ik. Het is een andere plaat, maar niet compleet anders, qua sound en kwaliteit is ‘Nocturne’ een stuk mooier. Ik heb meer kunnen experimenteren omdat ik nu in een studio kon werken.” Want ook in het opnameproces is tussen plaat één en twee erg veel veranderd. Waar Tatum ‘Gemini’ helemaal heeft opgenomen met GarageBand, een eenvoudig huis, tuin- en keuken opnameprogramma van Apple, werkte hij voor ‘Nocturne’

Issue 3


london calling

Wild Nothing foto Shawn Brackbill

“De nummers zijn het mooist als ze achter elkaar beluisterd worden. Vind ik.�

The Daily Indie

Issue 3


london calling

drie weken lang in een professionele studio met producer Nicolas Vernhes (o.a. Dirty Projectors, Deerhunter & Exitmusic). “Dat was echt te gek! Het was voor mij ook echt de eerste keer dat ik in een studio was, dus dat was sowieso al erg cool. Terwijl ik alles opnam, kwam er af en toe een drummer langs om wat in te spelen, maar verder waren we lekker met z’n tweeën aan het werk daar.” Mede door het werken in de studio met Vernhes is ‘Nocturne’ een meer samenhangend album geworden: “Tijdens het opnemen hebben we daar echt op gelet, en op de of andere manier voelt het ook echt alsof de nummers samen moeten zijn. De nummers zijn het mooist als ze achter elkaar beluisterd worden. Vind ik.” Nachtelijke sferen Een nocturne is een muzikale compositie die voortvloeit uit de sfeer die de nacht oproept. De plaat heet en klinkt dan ook niet voor niets zo: “Dat is wel het moment waarop ik het meest creatief ben. Het merendeel van de nummers schrijf ik dan ook ‘s nachts. Ik hou van de nacht, het heeft iets mystieks.” Deze uit de nacht ontsprongen nummers schrijft Tatum dus allemaal alleen, maar wanneer laat hij de nummers horen aan zijn band? “Vaak als ik wat demo’s heb of wat tus-

The Daily Indie

Wild Nothing

senversies uit de studio.” Ben je wel eens bang dat ze het niet tof vinden? “Ja, het is altijd wel een spannend moment! Maar het werkt voor mij wel goed zo, zeker in vergelijking met het eerste album. Toen moest ik heel het proces alleen doorlopen. Nu heb ik de band, maar ook het label. Dat vind ik fijn, want als je alles alleen doet kun je echt helemaal vastlopen of compleet geobsedeerd raken. Je moet het los kunnen laten op een zeker moment, want alleen blijf je mierenneuken over allerlei kleine dingen die de luisteraar vaak niet eens hoort. Die denkt heus niet na over of het EQ van het drumstel misschien anders had gekund. Maar ik vind dat nog steeds lastig hoor, ook met dit album heb ik het. Nog steeds zijn er stukjes waarvan ik denk: ah, dat kon toch net even anders of de sound had daar misschien beter zo of zo gekund. Maar ja, dat is dan maar zo.”

een toffe band en er komen veel goede artiesten vandaan. Maar je raakt er ook wel een beetje afgemat door: er is zoveel te doen dat het allemaal niet bij te houden is. Ik participeer niet heel erg in al die scenes en ontwikkelingen, daar hou ik me niet zo mee bezig.” Toch is Tatum niet helemaal afgesloten van de scene. Hij bracht een paar mooie bands aan het licht met zijn label Captured Tracks: “Ik heb regelmatig contact met Mike (labelbaas Captured Tracks red.) over nieuwe en ongetekende bands. Ik stuur hem wel eens wat door als ik iets nieuws hoor dat ik tof vind. Zoals Minks, dat vond ik direct heel erg gaaf. En ook Mac DeMarco trouwens, die hoorde ik toen ‘ie nog niet getekend was en ik zei tegen Mike: ‘you have to sign this guy!’. Maar dat is natuurlijk niet aan mij en ik zou mezelf geen talent scout willen noemen of iets, ha ha.” 2013 Staat er nog iets moois op de planning voor dit jaar? “We gaan naar Australië en hopelijk ook richting Japan en omstreken. Daar zijn we nog nooit geweest, dus daar kijken we wel naar uit.” Ook nog iets waar wij Hollanders nog iets aan hebben? “Ja, ik ben wel aan het denken om een EP op te nemen waarop ik wat anders kan proberen en meer experimentjes kan doen. Ik luister naar veel verschillende muziek, van The Byrds tot meer elektronische muziek, dus ik heb echt nog geen idee wat het gaat worden! Ik zie het vanzelf wel.” Fascinerend waar een slaapkamerproject je allemaal kan brengen.

Moving to New York Van Savannah, Georgia verhuisde Tatum naar de hippe New Yorkse wijk Brooklyn. Is het nu echt zo hip en happening zoals je overal leest en hoort? “Het bevalt me wel goed om daar te wonen, maar ik ben niet heel betrokken bij het muzikale en culturele gebeuren. Maar er gebeurt wel echt van alles. Er speelt elke dag wel

Issue 3


column

Jan de Gier (27) is soort van muzikant en tekstschrijver. Drumt, zingt en speelt gitaar in gezelschappen die meestal onopgemerkt blijven, en speelde van zijn 15de tot 22ste tientallen cassettebandjes vol met een Tascam 4-sporen recorder, de Commodore 64 onder de muziekprogramma’s. Nu heeft hij een kind. Wie vurig hoopt op een grote toekomst als rockster, hoort één bepaalde zinsnede liever niet uit de mond van zijn vriendin: “Ik ben nog steeds niet ongesteld.” Het overkwam ondergetekende drie jaar geleden. Inmiddels lach ik de veel te vruchtbare balletjes uit mijn broek. Blij sta ik middenin het avontuur, maar dat heeft wel even geduurd. Als je in een band speelt en ineens op je 25ste vader wordt, dan zakt heel Utopia onder je voeten vandaan. Het is echter je lot, dus je speurt naar acceptatie en bemoediging. Zo ben je geneigd te kijken of er nog meer fietsen met een kinderzitje bij de oefenruimte staan. Bij de Vechtclub in Utrecht bleek dat goddank het geval. Ik heb daar zelfs ooit een gesprek gehad over autostoeltjes voor twee-jarigen, terwijl mijn bandleden hoofdschuddend toekeken. “Is het verdomme al zó ver”, hoorde je ze denken. En je muzikale helden? Zitten daar eigenlijk vaders tussen? Misschien is dit wel het meeste trieste van allemaal, maar ik werd gerustgesteld toen ik ontdekte dat Dave Grohl ook gewoon dochters heeft die een kus van papa krijgen wanneer hij op tournee gaat. Of ze gaan lekker mee. Het kan dus. En

The Daily Indie

Rivers Cuomo van Weezer heeft zich ook voortgeplant. En toen ik een rock ‘n roll-speen kocht met een doodskop erop, werd ik op de achterkant van de verpakking toegelachen door de heren van Bon Jovi. Met een kind op de arm! Bon Jovi, dezelfde mannen die ooit zongen over vrouwen die de liefde een slechte naam bezorgen. Ook zij hebben dus soms van die vieze vlekken ter hoogte van hun sleutelbeen, de favoriete plek van baby’s om de lauwwarme moedermelk weer op te boeren. Over en uit Op Festival a/d Werf vorig jaar sprak ik een gitarist die op het punt stond vader te worden. Ik zag de herkenbare onzekerheid in zijn ogen. Bang dat straks alles over zal zijn, en dat je nooit meer kan drinken en toeren zonder dat je het gevoel hebt onverantwoord bezig te zijn. Zo negatief ben je soms, op de meest moedeloze momenten. Des avonds bijvoorbeeld, luttele weken na het huiveringwekkende nieuws. Bij een mooie maan, terwijl je jammerend de zogenaamde laatste wiet ooit wegzuigt. Want ook dat is straks allemaal klaar. Over en uit. En dan nog de dames die regelmatig tegen je vriendin en kersverse moe-

der zeggen: ‘Goh, hij is wel veel weg hè?’ Ten eerste bestaat er zoiets als NET5, en ten tweede zijn dat meestal de vrouwen die hun eigen amateurvoetballer twee avonden in de week moeten missen, en hem iedere zaterdagmiddag vernederd en ladderzat uit de clubkantine zien druipen. Inmiddels ben ik gestopt met de band Sur Nilsson, maar traden we een leuke veertig keer op het afgelopen jaar. Niet zelden zat ik dan om 03.00 uur ’s nachts met een slaperig mannetje te wiebelen in een schommelstoel. Het contrast met een paar uur daarvoor gonst op zo’n moment door je hoofd. Je ruikt de Splotsz in Roelofarendsveen nog, en het gestamp van alle muziek dendert na in de muisstille babykamer. Toch zit je stiekem te genieten. Omdat ik me bijvoorbeeld voorstel hoe zijn eerste dag in groep 1 eruit ziet. Tussen de kinderen van een stukadoor en een dermatoloog zit dan het kleine De Giertje. “En wat doet jouw papa?”, hoor ik de juf al vragen, uiteraard nog in katzwijm van de hitsige ontmoeting die ze met mij, de rockster van het dorp, heeft gehad die ochtend. “Rocken juf”, antwoordt ‘ie dan nonchalant, met zijn pink en wijsvinger in de lucht. “Keihard rocken.”

Issue 3


muziek & koffie


muziek & koffie

door Wessel van Hulssen

APRIL & The Daily Indie. Wegwerpcamera-foto’s in editie één en een Modereporters-fotoserie in editie twee. Nee, de Utrechtse indie-band is geen onbekende van ons. Maar, tot op heden bleef de samenwerking beperkt tot beelden. Binnenkort komt APRIL voor het eerst sinds 2011 met nieuw materiaal en presenteren ze op 23 februari in EKKO hun nieuwe single. In Amsterdam, halverwege de Utrechtsestraat, staat een van de oudste en nog steeds goed lopende platenwinkels van Nederland: Concerto. En als muziekliefhebbers naast muziek iets fijn vinden, is het wel een goede bak koffie. Sinds eind 2012 heeft Concerto dan ook een koffie-afdeling waar dit gehaald en gedronken kan worden. Onder het genot van een kop koffie en thee spreekt The Daily Indie met Jorn en Julia over hun komende release. Bestelling: 2 koffie, 1 thee. Volledig analoog APRIL is opgericht door Jorn en Julia uit Utrecht (En live versterkt drummer Tarek Zarroug het duo). Ze maken sinds april (natuurlijk) 2011 indie-pop in de puurste zin van het woord. Voor het eerst sinds hun eerste EP komt er nu nieuw materiaal uit: “Een single: The Rise And Fall hoeft alleen nog maar gemasterd te worden, dat gaat 2 januari gebeuren. We hebben alles op tape opgenomen. Wanneer alles eenmaal op vinyl staat is het geen moment digitaal geweest”, vertelt bassist/zanger Jorn. Een volledig analoge single is voor beiden een kans die ze niet wilden laten liggen: “Het is voor mij altijd wel een soort droom geweest om alles analoog op te nemen en alles zelf

The Daily Indie

te doen. Nu kwam het gelukkig zo uit dat we voor een schappelijke prijs zo’n nondigitale studio in konden. Er zijn niet zoveel studio’s meer die alles analoog doen. De EP was wel digitaal, daar hebben we ook wat timing- en vocalencorrecties bij gedaan. Dat kan op tape allemaal niet.” Jorn is een makkelijke prater en vertelt rustig verder waarom APRIL het digitale opnemen voor de single links heeft laten liggen: “Het is gewoon anders. Digitaal kan je alles recht zetten en controleren, bij analoog moet je gewoon goed spelen, een goede muzikant zijn.” Gitariste/zangeres Julia haakt in: “Je wordt er ook echt wel beter van. Zonder de mogelijkheid om fouten in de computer te corrigeren sta je veel meer op scherp. Je moet je nog meer focussen.” Jorn: “Op een heleboel oude platen staan ook oneffenheden, het hoorde er toen bij.” Julia: “Vooral zang is analoog ten opzichte van digitaal heel lastig, ook dat moet er in één keer op staan zoals je wilt.” De keuze voor analoog is duidelijk een artistieke keuze waar wel wat voorwaarden aan vast hangen. De flexibiliteit die verdwijnt wanneer er met tape gewerkt wordt zorgt wel voor extra spanning: “Ja, je staat er wel echt door op scherp. En dat zes dagen lang.” Jorn vult aan: “En dat dan voor twee liedjes, we namen onze tijd wel, ha ha.”

Issue 3


muziek & koffie

APRIL

“ Dit is de eerste keer dat we hier zijn, maar we komen zeker vaker terug”

The Daily Indie

Issue 3


muziek & koffie

The Daily Indie

APRIL

Issue 3


muziek & koffie

APRIL

“ Je debuutplaat moet wel echt het beste zijn wat je als band kunt maken.”

Veel compacter Jorn is het met Julia eens over de extra gecreëerde druk: “Die scherpte in de studio zet zich ook voort in de optredens. We hebben te horen gekregen dat we veel meer naar elkaar toe spelen, veel compacter. Dat was in mindere mate gebeurd als we digitaal waren gebleven.” “We zien onszelf wel meer als een live-band dan een studio-band. Maar in de studio leer je je eigen muziek wel echt het best kennen”, vat Julia mooi samen. Het is duidelijk dat de beste repetitie voor de live-shows de studio bleek te zijn. Jorn knikt instemmend: “Klopt, en de Popronde spelen. Gewoon ieder weekend het busje in en spelen, daar wordt je een band van. Elf shows in korte tijd werken echt.” Hoewel de Popronde voor APRIL een goede stap was, was het niet altijd even geweldig: “Ja, het beviel erg goed. Ons optreden in Delft was wel het minst, Moke speelde vlak voor onze zaal een gratis concert in een platenzaak. Iedereen die toevallig op weg was naar ons bleef daar haken, ha ha. Kan helaas wel eens gebeuren.” Debuutalbum Na het releasen van de single zet APRIL zichzelf voor hun grootste doel

The Daily Indie

tot nu toe. Jorn: “De bedoeling is dat er in 2014 een debuutalbum is. Wat duidelijk is, is dat we het zoveel mogelijk zelf willen doen, maar de invulling staat nog volledig open. Zeker is wel dat we niet op onze slaapkamer alles zelf gaan doen. Je debuutplaat moet wel echt het beste zijn wat je als band kunt maken.” Julia: “Ambitieus, maar daar werken we goed naartoe. We schrijven al aan nieuwe songs die daar hopelijk op zullen verschijnen.” Een album op de door hun aangenomen indie-werkwijze. Single The Rise And Fall zal een goed beeld geven van het geluid waar APRIL naartoe werkt. Jorn: “Komend jaar is het vooral de bedoeling om veel mensen bij de band te betrekken, veel te spelen voor veel mensen en onze sound blijven updaten. En heel veel nieuwe nummers schrijven, dat vooral.”

The xx staat wel echt als een huis. Die X, het feit dat water en olie niet mengen maar naast elkaar heen leven en dan de plaat ‘Coexist’ noemen. Geen speld tussen te krijgen.” Er staat een hoop gaafs tussen. Ook de complete Joy Division-afdeling, en dan met name de Warsaw-plaat, trekt de aandacht. Ook Julia gaat langs de LP’s van Concerto en haalt een Duran Duran album tevoorschijn: “Hee wat leuk, 22 euro voor een stuk karton.” doelend op een stuk onbedrukt karton wat in de cover geschoven is. Ondertussen heeft Jorn de laatste I Got You On Tape-plaat gevonden, waar Julia zich meteen bij voegt. “Dit is de eerste keer dat we hier zijn, maar we komen zeker vaker terug.”

Rondje Concerto Ondertussen zijn de koppen koffie en thee al ruimschoots leeg en besluiten we nog een rondje door de platenbakken te doen. Jorn en Julia zijn benieuwd, want ze blijken Concerto nog nooit eerder bezocht te hebben. Jorn kan zijn enthousiasme tijdens het snuffelen door de bakken LP’s niet verbergen: “Het visuele concept van

Issue 3


column

Harm de Kleine valt al jarenlang mensen in zijn directe omgeving lastig met liedjes ‘die je moet horen’ en bands ‘die echt te gek zijn’. Sinds 2007 probeert hij dat hysterische gedram onder woorden te brengen op zijn nog steeds niet volprezen muziekblog Apply Some Pressure. Zijn koffie drinkt-ie zwart en z’n boeken leest-ie van voor naar achteren. Voor The Daily Indie licht Harm acht bands uit die je ‘zou moeten horen’! New Gods New Gods EP

Cub Scouts Told You So EP

klik op de hoes om op Spotify te luisteren

We beginnen in Australië, beste lezers. Want daar gebeurt het tegenwoordig. De toffe bandjes zijn daar niet meer aan te slepen. De wereld op z’n kop. Neem bijvoorbeeld New Gods. Vernoemd naar die Meat Puppets-track (bonuspunten), hebben ze eind 2012 een verdraaid sterk debuut EP’tje afgeleverd. Een beetje new wave, een beetje bliepjes, een beetje boel tofheid. Zoals single On Your Side, een kneiter van een knoeperd. Zo’n liedje dat je wilt horen op de radio. En dan niet 1 keer, maar bijvoorbeeld 3x voor 12 uur. Ik roep maar iets raars.

The Daily Indie

We blijven nog even in Australië. Ik voel namelijk dat mijn lofzang op het momenteel heersende muzikale klimaat in dat knotsgekke land nog niet helemaal bij je binnen is gekomen. En dat is belangrijk bij schrijven: je publiek kennen. Daarom signeren schrijvers ook in boekhandels door het hele land als ze weer eens zo’n ingebonden stapeltje papier moeten verkopen. Lekker observeren wat voor lezers ze aantrekken. Want dat vinden ze leuk hè, die schrijvers: observeren. Afijn, we hadden het over Australië en leuke bandjes. Cub Scouts bijvoorbeeld. Een vrolijk vijftal uit Brisbane dat met ‘Told You So’ een erg fijn EP’tje heeft gemaakt. Zes liedjes waar je van gaat stuiteren als Skippy. Meer hoef je niet te weten. Draaien die handel.

Issue 3


column

Harm Tipt!

Night Beds Even If We Try b/w You Were Afraid (single)

Plaid Dragon Dog Physics

Ga je nu ook al singles lopen tippen? Ik hoor het mijn publiek al vragen. Maar inderdaad, ik tip nu dus een single. Wel eentje met een dubbele a-kant. Het niet uit Australië komende Night Beds is zo goed -en ik verwacht er zo veel van- dat ik het nu al wil aanstippen. Ik ga niet wachten op de langspeler die dit jaar uitkomt. Het Amerikaanse Night Beds combineert al het goede van Fleet Foxes en Bon Iver, gooit er een galmpje bij en pakt je in. Ik snap trouwens ook wel waarom het een dubbele a-kant is geworden: ik zou ook niet weten welk liedje het mooiste is. En mijn publiek, luister alstublieft ook naar het in augustus 2012 verschenen debuut EP’tje ‘Every Fire; Every Joy’ van ze. Echt, doe het nu.

Droompopfolk, die sticker plak ik op het debuut EP’tje Dog Physics van het Amerikaanse Plaid Dragon. Ik surfte er per ongeluk tegen aan en bleef hangen. Doe je niks aan. Mooie liedjes, mooie stem. Ze hebben het schijfje vernoemd naar het prijsnummer dat niet over de populariteit van natuurkunde onder honden gaat. Gelukkig maar, meer dan twee vervelende lolbroeken in dit stukje trekt u niet. Leer mij mijn publiek kennen.

Matthew E. White Big Inner

The 1975 Sex EP

Nog zo’n artiest waar uw schrijver veel van verwacht in 2013: Matthew E. White. Een man met een grote baard en een fantastisch debuutalbum: Big Inner. Officieel verschijntie pas dit jaar in Nederland, maar dankzij het nooit teleurstellende Spotify, kan je er al sinds een paar maanden non stop naar luisteren. En dat heb ik dus gedaan. Zou je Matthew met twee woorden willen omschrijven dan kan dat met funky soulgospelhippie. Dat doe ik ook. Luister eens naar prijsnummers ‘Big Love’, ‘Will You Love Me’ en ‘Brazos’ (TOETERS!) en weet dat dit de sound van 2013 is. Wat? Nee, gewoon uit Amerika.

Op het tweede scherm krijg ik net een vraag van iemand uit mijn publiek of er nog wat in Engeland gebeurt. Een heel goede vraag, RockerFockerDude89. En ja, er gebeurt nog wel wat daar. Neem het bijvoorbeeld het bandje The 1975, uit Manchester. Ze hebben het al een paar keer geprobeerd onder een andere naam (B I G S L E E P), maar als The 1975 lijkt het nu eindelijk voor ze te gaan gebeuren. Twee EP’tjes zijn er nu: Facedown en Sex. Laatstgenoemde bevat met de gelijknamige single een briljantje. Als je alleen die hit luistert, prop je ze meteen in het hokje met alle andere gitaarbandjes. En zo werkt het dus niet, RockerFockerDude89. Daar doe je ze te kort mee. The 1975 experimenteert veelvuldig met synthesizers en verschillende tempi waardoor een dit jaar verschijnende langspeler zeer waarschijnlijk erg interessant gaat worden.

The Daily Indie

Issue 3


column

Harm Tipt!

Money For Rope Money For Rope

Stillwave Isles

Vliegen we toch weer even terug naar Australië. Money For Rope moet ik namelijk ook nog even onder de aandacht brengen. Hun titelloze debuutalbum is een bijzonder fijne rockplaat met scheurende orgeltjes en schurende gitaarsolo’s. Begin maar eens met afsluiter Easy Way Out. Ik zou zeggen: smerige heerlijkheid in al zijn glorie. (Wat toevallig ook de titel is van mijn binnenkort verschijnende debuutroman. Ik zoek nog een pseudoniem. En een uitgever.)

En dan eindigen we in het Australië van Nederland: Utrecht. Daar speelt sinds kort het bandje Stillwave en dat trio heeft net een EP’tje uit: ‘Isles’. Een prima debuut met vier postpunk liedjes waarin de invloed van grote bands in het genre (vroege Editors, beetje Interpol, beetje Joy Division en misschien ook The National) nooit echt ver weg zijn. Mijn publiek snapt dan in welke hoek we zitten: donkere gitaarpartijen en doffe drumklappen. En verder is het vooral, vanwege de voorzichtige manier van zingen, Tindersticks die we horen. En het werkt allemaal en in prijsnummer Klocking In werkt het zelfs heel goed.

www.thedailyindie.nl The Daily Indie

Issue 2


interview


interview

tekst Liske Steenbergen | foto’s Bryan Sheffield

Fans van Local Natives kunnen opgelucht adem halen: het viertal uit Los Angeles is terug met een nieuwe plaat en bijbehorende tour. Voorafgaand aan hun eerste Nederlandse show sinds twee jaar, spreken we gitarist Ryan Hahn en toetsenist/ zanger Kelcey Ayer over de nieuwe cd ‘Hummingbird’, een volle agenda tot kerst en het vergeten van teksten. Hoofdstuk één Het eerste album, ‘Gorilla Manor’, stamt uit 2009 en zette de (toen nog) vijf heren uit Los Angeles op de kaart. Ze toerden bijna twee jaar non-stop totdat ze vorig jaar opeens van de aardbodem verdwenen leken te zijn. Een jaar lang was het stil: geen activiteit op de website, Twitter of Facebook. Gelukkig verscheen daar op vier september de tweet ‘Hello again’. Waarom? Kelcey: “We wilden het even uitschakelen terwijl we bezig waren met het schrijven van het nieuwe album zodat we ons konden focussen. Ik snap niet goed waarom we in de spotlight zouden moeten blijven staan, de focus moest voor ons op de muziek liggen.” Ryan: “We zagen dat sommige fans lichtelijk in paniek begonnen te raken dus toen besloten we om toch maar even ‘hallo’ te zeggen. Maar toen waren we ook net klaar met heel hard werken aan het nieuwe album. Ik zweer het, we hebben niet stilgezeten!” Wat hebben de mannen nog meer gedaan de afgelopen jaren? Ryan: “Het was één grote achtbaanrit de afgelopen jaren, er zijn zoveel hoogtepunten. We hebben onder andere met Arcade Fire en The National getoerd. Ook hebben we een concert gegeven in de Walt Disney Hall in L.A. met een orkest samen.” Ryan: “Dit was echt één van onze hoogtepunten. We zijn twee maanden

The Daily Indie

bezig geweest om de nummers van ‘Gorilla Manor’ zo te arrangeren dat we ze met dat orkest konden spelen. Dat voelde echt als het einde van hoofdstuk één, hierna zijn we hard aan de slag gegaan met het tweede album.” Hoofdstuk twee Ryan: “Toen we begonnen aan het tweede album is er veel gebeurd. Kelcey verloor zijn moeder, onze bassist stopte en dit maakte het moeilijk om te beginnen met schrijven. Maar toen we eenmaal in een flow kwamen zijn we non-stop bezig geweest. Na acht maanden schrijven zijn we naar Brooklyn gegaan om samen te werken met Aaron Dessner van The National. Hij heeft ons geholpen de plaat te produceren. Daar zijn we zo’n drie maanden mee bezig geweest.” Hoezo Aaron? “We wilden dit keer graag met een producer werken voor een blik van buitenaf. We hebben met meerdere producers gepraat, maar dit voelde niet juist. Met Aaron grapten we er vaak over toen we samen toerden dus we dachten ‘waarom niet?’ en stuurden hem onze demo’s. Vanaf het begin voelde het goed. Ik denk omdat hij eerder dingen geproduceerd heeft maar zelf geen producer is”, vertelt Kelcey. Ryan voegt toe: “Hij is een songwriter.” Kelcey: “En hij zit zelf al meer dan tien jaar in een band. Hij snapt de dynamiek: wanneer

Issue 3


interview

Local Natives

“Er gebeuren altijd nare dingen in je leven en die moet je te boven zien te komen.�

The Daily Indie

Issue 3


interview

je dieper moet gaan en wanneer je op moet houden. Het voelde gelijk goed, alsof hij een oudere broer van ons was.” Ryan: “We waren snel op het punt dat we grappen over elkaar konden maken en kritiek konden leveren.” Kelcey: “Ik weet nog heel goed dat ik een keer dacht een hele goede melodie te hebben en dat Aaron alleen maar lachte. Schaterend.” Waren jullie niet nerveus voor de reacties? Ryan: “Natuurlijk heeft iedereen wel eens die gedachten gehad maar we probeerden ons echt te richten op de muziek. Zolang wij daar met zijn vieren het over eens zijn en daar trots op zijn, is dat een big deal en zullen we wel de goede richting opgaan.” Het nieuwe album bevat een hoop emotie, zoals bij het nummer Colombia: ‘Am I giving enough, am I loving enough’. Een gevoelige snaar, blijkt. Kelcey: “Colombia gaat over de dood van mijn moeder. Ik had een melodie in mijn hoofd en wat teksten. Hiermee zijn we gaan schuiven en na drie maanden kwam dit nummer eruit.” Ryan: “We vertellen altijd dat het super met ons gaat en dat we zo dankbaar zijn met waar we nu zijn. Maar de realiteit is dat het niet altijd zo goed kan gaan. Je moet de juiste balans vinden. Er gebeuren altijd nare dingen in je leven en die moet je te boven zien te komen. En daar waren we mee bezig tijdens het schrijven van de nieuwe nummers, om

The Daily Indie

Local Natives

al die moeilijkheden te overkomen en weer een soort van vreugde te vinden. Dit album is daarom echt eerlijk en ook direct. We probeerden niks tegen te houden en juist heel persoonlijk en open te zijn.” Voelen deze liedjes dan ook meer natuurlijk? Kelcey: “ Ze voelen meer alsof ze staan voor waar we nu zijn in ons leven. De liedjes van de eerste cd vinden we nog steeds leuk maar we zijn nu meer naar de nieuwe gegroeid.” Hoe nu? Wat kunnen we nog verwachten van Local Natives? Ryan: “Tot nu toe hebben we nog maar minder dan tien shows gespeeld. Onze eerste show in de Bowery Ballroom was haast eng, we hadden ongeveer een jaar niet gespeeld. Gelukkig ging het goed en was het publiek erg enthousiast. We leren nu hoe we het beste de nummers live kunnen spelen en wat het beste werkt voor onze fans. Die hebben de nieuwe cd natuurlijk nog niet kunnen luisteren, maar de reacties zijn tot nu toe erg goed.” Kelcey: “Het is grappig omdat wij zo enthousiast zijn over de nieuwe liedjes, en het publiek juist enthousiast raakt van de oude nummers. Ik kan niet wachten totdat iedereen de nieuwe kent. Alhoewel ik niet had verwacht dat het publiek al zo goed zou reageren als bij de afgelopen shows.” En wie vergat nou de teksten van het bekende nummer Airplanes? Kelcey

lacht schuldbewust: “Ik was zo gefocust op de nieuwe cd dat ik de teksten van de eerste echt opnieuw moest leren. En het grappige is dat ik in 2008 een soortgelijk iets heb meegemaakt. We hadden het hele weekend gefeest en ik kende mijn eigen grenzen nog niet zo goed. Ons optreden was toen echt verschrikkelijk, alles ging fout: de stekkers vlogen eruit, mijn toetsenbord ging kapot en ik vergat de teksten van Airplanes. Ik kon wel door de grond zakken van schaamte. En nu, na zoveel jaren, terwijl we het idee hebben dat we ervaren zijn, vergeet ik wederom de teksten! Maar het was uiteindelijk heel grappig en alle fans lachten erom. Ik was ook even een mens en dat versterkte de connectie met publiek alleen maar. Het was nu een leuke ervaring in plaats van iets wat ik wou vergeten.” Wanneer zien we jullie weer? Ryan: “We zijn volgeboekt tot kerstmis, 2013 dus.” Kelcey: “Maar we komen zeker nog wel zo’n twee of drie keer terug! Sowieso staan we op het festival Where The Wild Things Are. Amsterdam is één van onze favoriete steden.” Ryan: “Hier was één van onze eerste grote shows. We voelden ons een kleine band uit L.A. en toen we hier kwamen brulden iedereen onze teksten mee, so awesome!”

Issue 3


interview


interview

tekst Lisa de Jongh | foto’s Neil Krug

Met de woorden: ‘Isolation will put a gun in your hand’, gaat ‘II’ van start, het tweede album van Unknown Mortal Orchestra. “Naar mijn idee had ik een vrolijk album gemaakt. Ik zat lekker in mijn vel, dacht niet te veel na over de teksten. Tot ik het album aan vrienden liet horen. Ze vroegen of het wel goed met me ging, omdat de liedjes zo depressief waren. Ze wezen vooral op de openingszin van het album. Stom dat ik me dat helemaal niet besefte”, lacht frontman en muzikaal brein Ruban Nielson. De destijds mysterieuze hype Unknown Mortal Orchestra liet voor het eerst van zich horen in 2011 met een interessant titelloos debuutalbum. Het nummer Ffunny Friends wordt wereldwijd opgepakt, en dus maar als single uitgebracht, maar vanuit de band bleef het stil. Wie was deze groep, wat waren überhaupt hun beweegredenen, waar kwamen ze vandaan? Frontman Ruban Nielson vertelt: “Na een lange periode te hebben gespeeld bij The Mint Chicks wilde ik niet meer in bands spelen. Ik vond het kinderachtig gedoe, ik had er geen zin meer in. Op een gegeven moment begon het te kriebelen, en begon ik in mijn eentje de muziek van Unknown Mortal Orchestra te schrijven. Ik wilde anoniem blijven, omdat ik onzeker was dat dit project zou overleven. Vandaar ook dat de eerste plaat geen ‘I’ heet, maar de tweede wel ‘II’.” Breuk En inderdaad: als je denkt dat Unknown Mortal Orchestra een nieuw jong bandje is, heb je het goed mis. Met The Mint Chicks was de 32-jarige Nieuw-Zeelander bijna een decennium actief, tot hij er een punt achter zette. Zijn broer Kody Nielson zat ook in de band en moest even slikken toen Ruban zijn vertrek aankondigde: “Ik dacht

The Daily Indie

eerlijk gezegd dat de band wel verder zou gaan zonder mij, maar dat gebeurde niet. Plotseling had ik de breuk van de groep op mijn geweten”, zegt hij. Kody Nielson is inmiddels weer actief met Opossom (te zien op de laatste London Calling) maar vindt het ook niet erg om zijn broer met Unknown Mortal Orchestra te helpen: “Ik heb op dit album de meeste instrumenten zelf ingespeeld, maar ik ben geen goede drummer. Dus toen heb ik de hulp van mijn broer ingeroepen. Ik doe vijf uur om een drumstukje onder de knie te krijgen, hij een paar minuten”, lacht Nielson. ‘II’ is een album geworden dat op veel vlakken ambitieuzer is dan zijn voorganger. Zo stapte Unknown Mortal Orchestra van label Fat Possum over naar JagJaguwar, bekend van releases als Bon Iver en Dinosaur Jr. Nielson vertelt: “Fat Possum is een leuk label, met een team vol gekke mensen. Maar het zijn geen zakenmensen. Bij JagJaguwar heb ik meer het idee dat ze me naar een hoger plan kunnen tillen.” Daarnaast zijn de nummers zelf ook flink gegroeid in productie en tekst: “Ik maakte het album in dezelfde gemoedstoestand en staat als de vorige plaat, dus het voelt als een deel twee. Het grootste verschil

Issue 3


interview

The Daily Indie

Unknown Mortal Orchestra

Issue 3


interview

Unknown Mortal Orchestra

“ Zolang ze mij maar niet beschuldigen van depressieve muziek.”

is dat ik meer heb meegemaakt, en dat dus de teksten wat interessanter zijn. Ik vertel verhalen over mijn leven als rondreizende muzikant, in de nacht, veelal onder invloed, en vooral eenzaam. Het woord ‘lonely’ komt denk ik wel vier keer voor op het album,” glimlacht hij. “Vervreemding is het centrale thema.” Vervreemding Daarvan is geen beter voorbeeld te vinden dan het nummer Swim and Sleep (Like a Shark), tevens de eerste officiële single van de plaat. ‘I wish that I could swim and sleep like a shark does. I would fall to the bottom and hide untill the end of time.’ Nielson vertelt dat het nummer gaat over het ontsnappen uit het leven, en uit de realiteit als vervreemding toeslaat, al is het maar voor eventjes: “Het nummer wordt soms verkeerd opgevat. Sommigen denken dat het over de dood gaat, zelfs Courtney Love zei dat op Twitter. Het maakt mij niet zoveel uit als mensen een

The Daily Indie

andere betekenis aan mijn teksten geven.” Lachend: “Zolang ze mij maar niet beschuldigen van depressieve muziek.” Over zijn songwriting-kunsten vertelt Nielson tenslotte: “Ik heb me voorgenomen om meer naar klassieke songwriters te luisteren dit jaar. Neil Young is één van de mensen waar ik naar op kijk. Aan de andere kant vind ik het ook leuk als teksten een onderliggende grappige betekenis hebben.”

goed geluisterd. Ik heb alles met moderne technieken opgenomen, ik gebruik ProTools en heb een laptop net als alle nieuwe muzikanten. Ik heb ook absoluut geen interesse om mijn muziek met taperecorders op te nemen. Maar ik grijp wel terug naar klassieke instrumenten. Drums, bas, gitaar en zang. Ik noem het liever oude geluiden op een moderne manier uitgevoerd. Dat klinkt wel geloofwaardig, toch?”

En zo kijkt Nielson vol enthousiasme uit naar 2013, het jaar waarin hij zich als songwriter, muzikant en producer nog meer zal gaan ontwikkelen. Muzikaal gezien blijft hij bij zijn eigen leest; Nielson maakt duidelijk geen uitbreidingen op het gebied van synthesizers, beats, electronica op de planning te hebben. “Dubstep is mijn ergste nachtmerrie. Dat is het toppunt van moderne muziek”, zegt hij. “Maar het is minstens zo erg als de term vintage, of nostalgia. Critici die mijn muziek zo noemen, hebben niet

Issue 3


Omdat er dagelijks zoveel nieuwe muziek uitkomt, hebben we een aantal van onze favoriete nummers van de afgelopen tijd op een rijtje gezet in een Soundcloud Playlist

Peace Wraith

Torches Someone Needs A Ritual

Blackie & The Oohoos Black Hole

The Babies Moonlight Mile

Team Ghost Dead Film Star

Fuzz This Time I Got A Reason

Parquet Courts Borrowed Time

Foxygen Shuggie

Local Natives Breakers

Grave Babies Over and Under Ground

Beachmen Trees For Days

Metz Dirty Shirt

Alex Calder Suki And Me

Novella Mary’s Gun

Parakeet Shonen Hearts

Twigs Breathe

Maston Young Hearts

Wavves Sail To The Sun

39th And The Nortons Don’t Look Back

The Walking Who Have You Seen The Colours?

Quailbones Crane Wilbur

Markarians Alligators

Widowspeak The Dark Age

Crying Boys Cafe Be So (Demo)

Klik hier om naar de Soundcloud Playlist te gaan


interview


interview

tekst Maartje Knaap | foto’s Kasper Vogelzang

Energiek en razend enthousiast, twee omschrijvingen die hand in hand gaan met zowel hun beruchte optredens als de karakters van de jongens van Traumahelikopter. Het wordt dan ook hoog tijd voor de nuchtere Groningers om hun debuutalbum uit te brengen. The Daily Indie spreekt ze bij Excelsior HQ, waar ze een heuse persdag in het vooruitzicht hebben. Toch blijven de jongens duidelijk met beide benen op de grond staan. ‘Ons’ Groningen “De drummer was deze persdag helaas vergeten en kan er dus niet bij zijn”, verontschuldigt Daan, de gitarist van de band zich meteen. “Hij lijkt nu wel op het buitenbeentje van de band, aangezien hij ook al niet uit het Miami van het Noorden der Nederlanden komt”, vult Mark, de zanger en tevens gitarist aan, doelend op Groningen. Dat ze trots zijn op deze stad is wel duidelijk. Ze hebben elkaar er dan ook leren kennen: “Ik ken Daan uit de tijd dat we nog serieus waren over studeren”, vertelt Mark. “En dan nog wel kunstgeschiedenis.” Maar dat zagen ze al snel niet meer zitten toen ze samen gingen wonen, een muzieksmaak bleken te delen en ook nog eens allebei gitaar speelden: “Waarom zouden we ons concentreren op de kunst van een steen, als we ook bier kunnen drinken en punk kunnen maken?” Aldus Daan. De beslissing was dus snel gemaakt, Mark ging zich focussen op het schrijven van nummers en beiden stopten met studeren. Het ontstaan van de naam Traumahelikopter ging al net zo spontaan: “Tijdens een Facebookchat begonnen we in een grappige bui rare dingen te typen en op een gegeven moment ramde ik met mijn voorhoofd op het toetsenbord. De uit-

The Daily Indie

komst was iets wat me deed denken aan Traumahelikopter”, vertelt Daan. “Toen we hier later aan terugdachten, vonden we het wel een ideale bandnaam.” Een inzet van honderd procent Rammen op het toetsenbord is niet het enige wat de jongens kunnen, rammen op de gestripte drum en de twee gitaren is namelijk ook iets waar ze goed in zijn: “Het hoeft van ons allemaal niet zo perfect”, zegt Mark. “We willen vooral heel eerlijk en direct zijn.We moeten en zullen op volle kracht spelen, wat voor een bepaalde charme zorgt. Onze optredens zijn dan ook nooit hetzelfde en we zetten ons altijd honderd procent in.” Hun niet-perfectionistische houding blijkt ook uit de snelheid van de opnames met Frans Hagenaars voor hun debuutalbum, op de eerste dag waren zeven nummers al geheel live ingespeeld. “Dat is nou de essentie van rock ’n roll!”, lacht Mark. Liefde voor compilatiealbums Volgens de jongens is rock ’n roll daarnaast de best mogelijke beschrijving van hun muziek, al vinden ze het wel moeilijk te definiëren: “Er moet natuurlijk ook gedacht worden aan punk- en garagerock. Mensen denken bij rock ’n roll namelijk vaak al

Issue 3


interview

Traumahelikopter

“ We hebben vaak genoeg gespeeld voor een kratje bier en benzine. Zolang we maar flink kunnen bewegen op het podium, vinden wij het wel prima.�

The Daily Indie

Issue 3


interview

aan Elvis Presley. Maar die is eigenlijk ook best cool”, geeft Mark toe. Daan ziet het heel simpel: “Eerst was er rhythm-and-blues, toen rockabilly, rock ’n roll, punk, new wave en toen kwam Traumahelikopter.” Zelf luisteren de jongens vooral naar minder bekende punkbands, die meestal één single hebben uitgebracht en verenigt zijn in compilatiealbums. En dan voornamelijk bands uit Amerika. Uiteraard kunnen The Ramones, The Replacements en The Kids ook niet uitblijven in het lijstje van hun inspiratiebronnen. Originele cassettebandjes Naast hun aankomende debuutalbum hebben de jongens voorheen al een aantal singles uitgegeven. Hun eerste single werd uitgegeven door een lokale platenzaak in Groningen, wat nog steeds één van de hoogtepunten uit hun muziekcarriere is: “Dat was voor ons pas een echte bevestiging dat we goed waren”, zegt

The Daily Indie

Traumahelikopter

Daan. Daarnaast was er ook nog een tijd een Traumahelikopter-cassette te koop: “Cassettebandjes zijn nou eenmaal goedkoop te produceren.” Toch was het niet ideaal: het telkens opnieuw opnemen per bandje was veel werk, als er iets fout ging moest het vaak helemaal opnieuw en de bandjes gingen helaas snel kapot: “We wilden niet zo commercieel en massaal beginnen, maar juist origineel”, vertelt Mark.

en benzine. Zolang we maar flink kunnen bewegen op het podium, vinden wij het wel prima.” En hoe het er nu voorstaat, met hun titelloze debuutalbum in het vooruitzicht en geplande optredens op onder andere Noorderslag en het festival Where The Wild Things Are, zullen de jongens gelukkig niet veel stil hoeven te zitten de komende tijd.

Energiek Als oplossing moesten ze dus maar heel vaak optreden, zodat mensen ook zonder cassettebandjes toch nog veel naar Traumahelikopter konden luisteren. “Optreden is geweldig. Vooral als de mensen je energie gaan overnemen. Het aantal mensen die daadwerkelijk komt opdagen maakt dan ook niet uit, als ze de muziek maar voelen en er een goede sfeer hangt”, zegt Daan. “We hebben vaak genoeg gespeeld voor een kratje bier

Issue 3


interview


interview

tekst Maartje Knaap | foto’s Julia Persson

Met een liefde voor whiskey, drugs, seks en romantische chick-flicks, hebben de Zweedse mannen van Holograms al een aardig imago opgebouwd. In de twee jaar tijd dat ze nu met elkaar spelen, hebben ze tijdens, zowel hun Europese als Amerikaanse tour, alles uit de kast gehaald om postpunk en new wave weer op te doen waaien. In juni 2012 speelden ze nog bij INDIE INDIE in Amsterdam, nu staan ze in Paradiso. Het is dan ook de hoogste tijd om eens kennis met ze te maken. Het begin Het begon allemaal op een middelbare school in de achterbuurten van Stockholm: “Ik was toen nog een gigantische computernerd en wilde heel graag bij de stoere jongens horen”, lacht Anton, de drummer. Daarom besloot hij een band te beginnen: “Ik leende een oude vintage synthsizer van een vriend, die kort daarna overleed aan een overdosis. De synth was nu van mij en ik wilde als eerbetoon dan ook dat dit het middelpunt van de muziek zou worden.” Best heftig dus, maar het idee sloeg wel aan. Zijn broer Filip vond het geluid van deze oude synth geweldig en trommelde een paar vrienden op die hij al kende van eerdere bands waarin hij heeft gespeeld. Holograms kon beginnen en afgelopen zomer kwam hun debuutalbum uit. Isolatie en verwoesting Hun inspiratie komt voornamelijk van heel uiteenlopende bands als The Gun Club en Bruce Springsteen, al vindt Anton dat het nu tijd is om Queen te luisteren... Ze vinden het erg zonde dat de populariteit van postpunk en new wave in Zweden op een laag pitje staat: “Diepgaande teksten vinden we belangrijk”, aldus leadzanger Andreas: “Zo kunnen we op onze eigen manier

The Daily Indie

onze mening uiten over voornamelijk de Zweedse maatschappij.” Zo wordt in het nummer ABC City continu gesproken over isolatie en verwoesting. Toch willen ze met hun muziek geen politieke acties aanwakkeren. Het ligt persoonlijker; opgegroeid in de armste wijken van Stockholm zijn deze teksten nou eenmaal een goede manier om hun gevoelens te delen. “We just want to make some fucking music!” Piece of crap De jongens zitten nog steeds krap bij kas. Geld voor een goede tourbus hebben ze dan ook niet, waardoor ze rond blijven rijden in een steeds verder aftakelend ‘piece of crap’. Amsterdam hebben ze nog net gehaald, al staat het oververhitte busje op het moment wel ergens af te koelen. Maar van het kapotgaan van de bus kijken ze niet zo vreemd meer op. “In Frankrijk crashte hij wel drie keer, waardoor we niet eens onze vorige Europese tour konden afmaken en we werden daar ook nog eens bestolen!”, vertelt Filip. Gelukkig was dat het enige wat tegenviel aan de tour. Roadtrip door Amerika Naast Europa heeft Holograms ook drie weken getourd door Amerika. Ze maken

Issue 3


interview

Holograms

“ Alsof we door de tijd waren gereisd. Ik voelde me net Skywalker uit Star Wars.” dan ook deel uit van de Amerikaanse platenmaatschappij Captured Tracks (van onder andere Mac DeMarco en Wild Nothing). Het was een droom die uitkwam, de jongens wilden altijd al een keer naar de Verenigde Staten. Ondanks wat gedoe met te laat aangevraagde visums, zijn ze er uiteindelijk toch aangekomen. Favoriet was toch wel de Niagara Falls, vooral Andreas was erg onder de indruk: “Het was zo spiritueel, alsof we door de tijd waren gereisd. Ik voelde me ook net Skywalker uit Star Wars.” Anton vond de roadtrips het leukst: “Het lijkt heel saai, soms dagen lang alleen maar onderweg zijn van het ene naar het andere optreden. Maar ik vond het geweldig! Net alsof ik me middenin een jaren zestig roadtrip movie bevond.” Hotels? Wat de tour daarnaast speciaal maakte was het nauwelijks gebruik maken

The Daily Indie

van hotels. De jongens hadden hier namelijk helemaal geen geld voor. Daarom kozen ze per optreden willekeurige mensen uit het publiek, die er wel uitzagen alsof ze nog een paar slaapplekken over hadden: “En het werkte perfect”, lacht Anton. “Het beste daarvan was nog wel dat we makkelijk in contact kwamen met de vrouwen.” Er volgt een enthousiast gesprek tussen de jongens over wie ook alweer wie regelde en wie de meeste vrouwen in bed heeft gekregen, tot Filip ingrijpt: “Even serieus, de Amerikaanse vrouwen waren helemaal niet zo knap als we hadden gedacht.”

ze het alle vier over eens. Toch moeten ze eerst maar eens hun schulden zien af te betalen en dan vooral eerst het geld dat ze geleend hebben van hun moeder. Inmiddels is de whiskey al bijna op en is het al bijna tijd voor Holograms om te gaan spelen. Maar dit kan natuurlijk niet gebeuren zonder hun motto nog even luidkeels te uiten: “Let’s get fucked up!”

Toekomst Nu hun Europese tour er ook weer bijna op zit, gaat Holograms nog wat shows doen in Zweden. Toch kijken ze niet per se uit naar de terugkomst in hun eigen land. In de toekomst zien ze zichzelf dan ook wonen in de Verenigde Staten: “Mét geld!” Daar zijn

Issue 3


fotoserie

Fotografe Melanie Marsman ging mee op de Engelse tour van de Engelse band Dry The River en kwam met een prachtige reeks foto’s thuis. Voor The Daily Indie selecteerde Marsman een aantal foto’s van deze serie. Voor de gehele fotoserie kun je op de foto hieronder klikken. foto’s Melanie Marsman

The Daily Indie

Issue 3


fotoserie

The Daily Indie

Dry The River

Issue 3


fotoserie

The Daily Indie

Dry The River

Issue 3


fotoserie

The Daily Indie

Dry The River

Issue 3


fotoserie

The Daily Indie

Dry The River

Issue 3


special

muziek & mode

An Audial Representation In Fashion In samenwerking met Natalie Menard, oprichter van An Audial Representation In Fashion, zijn we een nieuwe rubriek begonnen. Natalie legt uit hoe haar blog is begonnen: “Ik ben echt een muziekjunkie, dus ik probeer dagelijks nieuwe muziek te vinden die ik tof vind. Ik hou er erg van om ‘s ochtends muziek te horen terwijl ik mijn outfit voor die dag uitzoek. En dat is eigenlijk ook de basis van mijn blog: hoe muziek de kracht heeft om de meerdere zintuigen te beïnvloeden. Muziek verandert de cultuur, de mode, de kunst. Daarom vind ik het zo leuk om outfits samen te stellen die in kleding uitbeelden waar ik naar luister.”

Widowspeak - The Dark Age Natalie: “Widowspeak brengt op 22 januari haar nieuwe album ‘Almanca’ uit en ik kan niet wachten! Ik kijk al uit naar dit album sinds ik twee zomers geleden geobsedeerd raakte met hun eerste album.”

Natalie: “Dit is de outfit die ik samen heb gesteld om het romantische en donkere randje van het nummer te vangen.”

The Daily Indie

Issue 3


uitgelicht

Het label Trouble In Mind Records wordt in 2009 opgericht door het echtpaar Bill & Lisa Roe. Vanuit Chicago richten de twee zich op garagebands en op psychedelische indie-artiesten. Met bands als Ty Segall, Mikal Cronin, The Paperhead, Maston, The Fresh & Onlys, MMOSS en onze eigen Jacco Gardner hebben ze nu al een mooie catalogus opgebouwd. We praten met Bill over het algehele hoe en wat van Trouble In Mind, over muzikaal talent, zijn passie voor muziek, het internet en de huidige staat van de muziekindustrie.


interview

door Ricardo Jupijn

Wat deed je voordat je Trouble In Mind hebt opgericht? “Nou, ik heb in een groot aantal waardeloze winkels gewerkt en in allerlei restaurants. Maar ook in te gekke platenzaken, Lisa (Bill’s vrouw red.) en ik hebben nog een tijdje een eigen bedrijf gehad dat t-shirts drukte. Ik werk nu nog steeds in een platenzaak, want het label biedt ons nog niet het inkomen dat we er fulltime mee bezig kunnen zijn.” Waar is die liefde voor muziek ontstaan en wanneer kwam het punt dat je besloot om je leven eraan te wijden? “Poe, dat is moeilijk te zeggen… Het is altijd een deel van mijn leven geweest. Ik weet nog wel, toen ik nog een kind was, dat mijn vader altijd wat vertelde als er een nummer langskwam op de radio voorbij kwam: ‘Hoor je dat? Dat zijn The Rolling Stones, zij waren erg belangrijk omdat…’. Mijn tante gaf me een hele berg platen toen ik een jaar of tien à elf was, en dat heeft mijn wereld misschien wel voor altijd veranderd. Daar zaten allerlei platen bij van Black Sabbath, The Stones, Janis Joplin, Hendrix, Bloodrock en nog veel meer. Ik heb nog steeds haar Sabbath-platen.” Wanneer ben je begonnen met het opzetten van een eigen label? “De eerste release was de laatste 7-inch van onze eigen band CoCoComa’s, tegen het einde van 2009. We wilden eigenlijk The White Wires-single (TIM002) als eerste uitbrengen, maar we hadden het idee

The Daily Indie

dat onze band iets bekender was en dat we daardoor misschien de volgende release konden bekostigen. Dat deed het, en hier zijn we: 48 releases later.” Wat was de belangrijkste reden/noodzaak/drang om een label op te starten? “Ik denk dat het de impuls was die we kregen toen Lisa zwanger was van onze dochter Ronnie, en onze band een pauze nam na het opnemen van onze eerste single. We dachten dat het de juiste tijd was, want stel dat we nooit meer met de band zouden spelen, dan zou het voor ons nog steeds een manier zijn om echt met muziek bezig te zijn.“ Hoe start je een label? Waar begin je? “Euhm, eigenlijk besluit je dat je gaat doen en dan ga je het ook gewoon dóén. Dat is eigenlijk de manier waarop we het sinds dag één doen. We hadden natuurlijk het voordeel dat we veel gespeeld en getoerd hebben met CoCoComa en daardoor hebben we een groot netwerk van vrienden en collega’s opgebouwd, die ons heel erg hebben geholpen met allerlei open en eerlijke adviezen, en door antwoorden te geven op onze domme, domme vragen, ha ha” Wat is de belangrijkste focus van Trouble In Mind? Waar staat het label voor? “Hmmm, ik denk dat onze focus ligt op, wat onze verwrongen definitie is van, ‘popmuziek’. Ik weet niet waar wij voor ‘staan’, maar hopelijk is het TIMELESS en QUALITY RELEASES. Ha!”

Issue 3


uitgelicht

Trouble In Mind Records

“ Het meeste labelwerk doen we in de avond als de kinderen op bed liggen.” Mikal Cronin

‘Verpakt in fabriekshoezen, is het ons doel om de nadruk weer op de muziek te leggen en te bewijzen dat het tweeënhalve minuut durende popnummer nog steeds bestaat.’ Daar begon het naar jullie eigen zeggen mee. Is dat nog steeds iets waar het label achter staat? “We richten ons natuurlijk nu ook meer op albums dan op losse singles, maar het design van de fabriekshoezen speelt nog steeds een grote rol bij de esthetiek van het label. Toen we begonnen dacht ik er over na wat mij nou aantrok bij bepaalde labels, los van de muziek, en waarom ik die jarenlang trouw bleef volgen. In mijn jeugd kocht ik alles van labels als SST, Stiff, Sub Pop en toen In The Red etc. En het was het gevoel van een community de soort van ‘we’re all in this together’ houding. Daarnaast hadden veel van die labels, of dat nou nut had of niet, een soort kenmerkende esthetiek. Sub Pop in het bijzonder, dat vond ik erg aantrekkelijk. Als je in een platenzaak aan het rondsnuffelen was bij de singles, dan herkende je meteen alles van Sub Pop vanwege het sjabloon van hun artwork. Ik denk dat ik dezelfde soort interactie met klanten in een platenzaak wilde hebben. Of ze nou die single kopen of niet. En ik geloof nog

The Daily Indie

steeds dat popnummers van tweeënhalve minuut werken. Ik hou nog steeds van een goede single!” Hoe gaat het nu met het label? “Het label doet het nu goed genoeg om zichzelf overeind te houden en dat is alles waar we ooit op hebben gehoopt. Van de meeste releases verkocht de eerste persing uit en moesten we ze herdrukken. Ik heb nu ook wel het gevoel dat we een solide reputatie hebben, waarbij mensen ook naar ons toekomen om te kijken wat we uitbrengen, en dat vind ik heel erg cool!” Hoe is Trouble In Mind gegroeid? “Dat is een kwestie van goed nadenken wat je uitbrengt als label. Van de bands tot en met het drukken van de platen. Je moet je geld slim verdelen en daardoor zitten we financieel in de ‘zwarte cijfers’ met het label. Ik denk dat we realistisch willen blijven, maar tegelijkertijd wel optimistisch. En dat heeft tot nu toe in ons voordeel gewerkt.” Hoe ziet een typische dag op het Trouble In Mind kantoor eruit? “Ha ha, je bedoelt ons appartement? Afgezien van het getouwtrek met onze twee kinderen de hele dag, stuur ik overdag een mail of twee en doe ik

eens een update op onze social media. Het meeste labelwerk doen we in de avond als de kinderen op bed liggen. Then it’s label time!” Ben je er mentaal wel echt de hele dag mee bezig? Kan je nog een avondje niet aan het label denken? “Nee, het beheerst nog niet onze complete gedachtegang, maar ik denk er wel veel aan. Dat is niet te vermijden.” Waar vinden jullie nieuwe bands die bij het label passen? “Oeh, dat is een moeilijke. We houden gewoon onze oren open. Het helpt natuurlijk wel dat ik in eens platenzaak werk, want daar hoor je de hele tijd nieuwe muziek. Maar ik zoek vooral veel op blogs, Bandcamp, Facebook en we krijgen natuurlijk ook veel dingen binnen. Zo kwamen we bijvoorbeeld achter Jacco Gardner en Maston, via Bandcamp. Het is natuurlijk echt te gek dat zoiets nu kan in deze tijden. Als ik iets echt tof vindt klinken, dan laat ik het aan Lisa horen en andersom. Slechts twee keer heeft ingezonden muziek ons echt gepakt, dat was met The Night Beats en met The Paperhead. Beide bands stuurden ons uit het niets een aantal opnames waar we compleet door werden weggeblazen.

Issue 3


uitgelicht

Trouble In Mind Records

Trouble In Mind Records op Spotify

The Daily Indie

Issue 3


uitgelicht

Trouble In Mind Records

Ty Segall

“ Ik geloof echt dat elke release van ons te gek is.”

Zeker door The Paperhead, want die stuurden ons een heel album: compleet opgenomen, gemixt en gemastered, en die was helemaal perfect.” Als een willekeurige lezer van The Daily Indie een willekeurige band van Trouble In Mind zou beluisteren, wat kunnen zij dan verwachten? “Musical greatness. Ik geloof echt dat elke release van ons te gek is.” Heb je het idee dat er nog steeds een grote toekomst is voor muzieklabels? “Zeker weten. Ik denk dat de cultuur aan het veranderen is, uiteraard. De majors zijn aan het sterven en worden vervangen door de grote indielabels als Sub Pop, Matador, Merge etc. Die hen continu verslaan in hun eigen spel. Niet dat ik zoveel waarde hecht aan de Grammy Awards, máár het is toch wel wat dat Arcade Fire de award voor ‘Album van het Jaar’ heeft gewonnen. Want die plaat komt uit via Merge, wat officieel nog steeds een indie-label is. Ik denk dat de cultuur aan het verschuiven is, naar meer een soort boetiekstijl, waar je of heel erg kiest voor een niche. Zoals garage, punk of noise, en dat je daarbij heel erg slim nadenkt over wat je uitbrengt. Wij proberen dat laatste te ook te doen.”

The Daily Indie

Als je één album zou kunnen releasen via Trouble In Mind, maakt niet uit welke plaat, welke zou je dan kiezen? “Weer zo’n moeilijk vraag, ha ha. Euhm, dit antwoord zou elke dag weer anders kunnen zijn, maar voor nu zou ik ‘Forever Changes’ van Love zeggen. Dat is toch wel één van onze favoriete platen. Het raakt me nog steeds elke keer als ik het luister. Als ik dat toch uit zou kunnen brengen. Man-o-man…” Wat is het leukst aan het runnen van een indie-label? “Het openmaken van de eerste doos van een nieuwe release. It still makes me excited!” Wat zou je doen als je geen label aan het runnen was? “Waarschijnlijk in een platenzaak werken. Oh, wacht!”

nieuwe platen van The Paperhead en The Resonars, maar ook singles van onder andere Proto-Idio, Mirrorism en Marble Vanity. We weten nog niet precies wat 2013 gaat brengen, maar dat maakt het juist alleen maar spannend!” Laatste vraag: wat is jullie standpunt betreft het stickeren van cd’s en elpees? Want ik pulk die dingen er altijd af, en dan blijft er soms een lijmrestje zitten waardoor je de hoes beschadigd. “Ik vind dat stickers nooit op de cover zouden moeten worden geplakt, alleen op het folie. Ik heb toevallig gisteren nog een plaat gekocht waarbij de prijssticker op de cover zelf zat geplakt en die moest ik er inderdaad voorzichtig af lopen peuteren. I mean: C’MON!”

Wat kunnen we van het label verwachten in de toekomst? “In februari brengen we twee fulllenghts uit van een paar nieuwe artiesten waar we héél erg enthousiast over zijn: Jacco Gardner en Maston. Beide artiesten schrijven en nemen de muziek helemaal zelf op, dat is wel echt heel cool. Later in 2013 releasen we Jeffrey Novak’s derde soloalbum ‘Lemon Kid’. Hopelijk komen er

Issue 3


interview


interview

tekst Cathelijne de Groen

Courtney ligt onderuit gezakt op de bank van de backstage ruimte van De Helling. Zijn benen languit op tafel. Naast hem zit gitarist Peter Holmström heel beschaafd met zijn benen over elkaar. Courtney lijkt onder invloed van één van onze Nederlandse specialiteiten. Zijn haar in de war, hipsterbrilmontuurtje zonder glazen en een wazige blik in zijn ogen, terwijl Peter haast te nuchter oogt. The Dandy Warhols bestaan alweer achttien jaar en zijn dus echt afkomstig uit de nineties grunge-periode. Zanger en gitarist Courtney Taylor-Taylor en gitarist Peter Holmström richtten de band op in 1994 in de Amerikaanse stad Portland (Oregon). Al gauw werd de band aangevuld door drummer Eric Hedford en toetseniste Zia McCabe. De samenstelling van de band is bijna al die tijd hetzelfde gebleven, enkel drummer Eric Hedford verliet in 1998 de band en werd vervangen door Courtney’s neef Brent DeBoer. Bijna iedereen die de jaren negentig meemaakte en de alternatieve muziekscene een beetje volgde, kent The Dandy Warhols. Misschien niet direct van naam, maar dan toch zeker van hits als Every Day Should Be A Holiday, Not If You Were The Last Junkie On Earth, Boys Better, Get Off en met name Bohemian Like You dat alom bekend werd door de populaire Vodafonereclame. In april 2012 kwam hun achtste studioalbum ‘This Machine’ uit. “Dit album had geen speciaal thema. Het gaat over alles wat we de afgelopen twintig jaar hebben meegemaakt en gewoon bij elkaar geschraapte ervaringen”, legt Courtney

The Daily Indie

uit. Na jaren van optreden over de hele wereld is er geen sprake meer van zenuwen. “Maar we gebruiken praktisch antieke instrumenten, alles is al oud, dus het kost soms heel wat moeite om te zorgen dat alles goed werkt. Het kan dan wel stressvol zijn of er niets mis gaat tijdens een optreden. Hoewel dat ook weer zijn charme heeft.” Pitchfork Volgens Pitchfork’s albumreview van ‘This Machine’ klinkt Courtney erg verveeld. Dus zijn we erg benieuwd of Courtney het na acht studioalbums misschien beu begint te raken. Courtney: “Nee, natuurlijk niet. Ik zou dit nooit doen als het me verveelde. Het zegt meer over de persoon die het schrijft dan over mij. Misschien is hij verveeld. Ze zijn duidelijk míj wél beu.” Peter: “Dat is waarschijnlijk de reden ja.” Courtney: “Ja, nou, ik ben Pitchfork beu!” “Ja?” Courtney: “Nee, nee, ik lees die shit niet, kan me niets schelen.” Peter: “Ik probeer Pitchfork in de gaten te houden en te ontdekken en begrijpen wat zij doen. Maar ik ben erachter gekomen dat ik de bands die zij leuk vinden niet leuk vind. Het is een andere muzieksmaak.

Issue 3


interview

The Dandy Warhols

tekening Peter Holmstrรถm

The Daily Indie

Issue 3


interview

Ze kraken alle bands van mijn vrienden af.” Courtney: “Het grootste deel van de muziek in de wereld is stom, gênant en armzalig. Dat is het altijd al geweest. En precies altijd wat de massa leuk vind, vind ik niks. Behalve artiesten van eind jaren zestig.” Peter: “Pitchfork houdt veel van de juist níet-populaire muziek.” Courtney: “Ze moeten toch een groot publiek aanspreken.” Peter: “Veel van de muziek die ze geweldig vinden is zo obscuur dat daar toch niemand naar gaat luisteren.” Courtney: “Ze proberen mensen met de laagste IQ’s aan te spreken. Het gaat ze niet om de muziek, maar vooral om hoe smerig je kan zijn en dat zou dan grappig moeten zijn. Het is als Zach Galifinakis die Ben Stiller interviewt. Dat is gewoon niet grappig.” Geluk In een eerder interview met Pop ’stache zegt Courtney dat ze nooit geluk hebben gehad. Maar het feit dat ze nu in Utrecht zitten voor een optreden en de hele wereld over reizen zou

The Daily Indie

The Dandy Warhols

voor veel mensen wel degelijk geluk betekenen. Courtney: “Nee, het is geen geluk, het is de bereidheid om te lijden. Het is een lijdensweg, juist zodát je dit kunt doen. Soms zelfs wanneer je alles eraan hebt gedaan om uit te sluiten wat mis kan gaan, gaat er precies van alles mis. Nee, we hebben echt nooit geluk gehad. Ik kan me geen enkel moment herinneren dat ik dacht: ‘wow, wat een geluk!’. Ik ben graag thuis in mijn vertrouwde omgeving waar ik alles ken, maar de afwisseling van het werk is een verslaving. Iedere paar maanden wil ik er even tussenuit, touren voor een paar weken.” Peter: “Het is een soort vakantie waarbij je iets te doen hebt. En moe weer thuiskomt en aan vakantie toe bent…” David Bowie The Dandy Warhols werden persoonlijk door David Bowie geselecteerd om op het Londense Meldown Festival te spelen. Ieder jaar kiest het festival een gerenommeerde artiest die op zijn beurt muzikale acts kiest die op het festival mogen spelen. In 2002 was de eer aan David Bowie die naast The Dandy Warhols koos voor

o.a. Badly Drawn Boy, The Yeah Yeah Yeahs, Supergrass, Suede, Peaches en The Polyphonic Spree. Samen met Bowie speelden ze een vertolking van het nummer White Light/White Heat van The Velvet Underground. In 2003 stonden ze in het voorprogramma van Bowie tijdens zijn ‘A Reality Tour’. Op de vraag met welke artiest(en) ze graag nog zouden willen samenwerken antwoordt Courtney: “Jack White! Omdat hij zo’n coole gitarist is.” Peter: “En met Jack White’s kleermaker!”. Courtney: “Ja, om een hele nieuwe garderobe te ontwerpen voor ons.” Peter: “Verder zou ik graag met wat producers willen werken. Iemand die leuk is om mee te werken, dat is wel het allerbelangrijkste. Dan kunnen ze nog zo goed zijn, maar als de samenwerking niet leuk is, als het geen prettig persoon is, dan gaat het feest niet door.” Fans “We zijn geen entertainers, maar het hoort wel voor een deel bij het vak. Ik vind het altijd raar als mensen een lijst bijhouden van alles wat je doet, alles in de gaten houden en alles wat

Issue 3


interview

The Dandy Warhols

“ Het grootste deel van de muziek in de wereld is stom, gênant en armzalig. Dat is het altijd al geweest. En precies altijd wat de massa leuk vindt, vind ik niks. Behalve artiesten van eind jaren zestig.”

met ons te maken heeft willen hebben. Oh! En gisteren (tijdens het optreden in Londen) vroeg een kerel zijn vriendin ten huwelijk tijdens ons optreden. Hij was jaren geleden bij één van onze optredens geweest en was nadien nog een beetje blijven hangen. Blijkbaar heb ik hem toen mijn restant wiet gegeven, omdat ik het vliegtuig in moest. Dus nu jaren later stuurde hij ons een mail ‘Hey guys, dit klinkt vast heel raar, maar ik ga in Londen naar jullie show met mijn vriendin…’ en de rest van het verhaal. Tijdens de show hield hij contact met de tourmanager die weer contact met ons probeerde te houden om alles op het juiste moment in te plannen. Het was echt een krankzinnig moment. Hij ging op zijn knieën en er volgde een stilte en iemand schreeuwde: ‘don’t do it!’, haha. Maar ze heeft ja gezegd hoor. Het publiek was uitzinnig!” Toekomst Hoe de muziekindustrie er over twintig jaar uitziet hebben ze eigenzinnige ideeën. Peter: “We gaan zelf al bijna twintig jaar mee, dus hoe het er over twintig jaar uitziet…” Courtney: “Over twintig jaar heb je alleen nog maar een paar major-artiesten waar dan ook íedereen naar luistert. Eén hit het hele jaar lang. Alle andere artiesten zijn muziek aan het opnemen en sturen het naar hun vrienden. Misschien

The Daily Indie

dat alleen folkmuziek nog overeind blijft, vanwege de poëtische teksten. Mensen houden daarvan.” Nederland “Coffeeshops serveren wél koffie. En sinaasappelsap. Een geweldige combinatie! Eén van de mooiste dingen in het leven, naar Amsterdam gaan en langs de coffeeshop. Lekker wandelen, in de zomer of lente, als het mooi weer is. Het regenachtige weer van vandaag en niet te koud, van dat halfslachtige weer, is zo Portland, Oregon. Het herinnert me aan thuis”, vertelt Courtney met instemming van Peter. Maar er is meer Nederland te vinden in The Dandy Warhols, want Brent DeBoer, en neef van Courtney, heeft een vrij Nederlanse achternaam. Enthousiast legt Courtney uit dat zijn voorouders afkomstig zijn uit Nederland: “Brent’s vader en mijn moeder zijn neef en nicht. De familienaam van mijn moeder is Muyskens en haar familie komt oorspronkelijk van Terschelling. Hun ouders, dus mijn grootouders en Brent’s grootouders hadden allen iets van twaalf broers en zussen, een enorme familie! De familie Muyskens komt van Terschelling. De familie DeBoer waren oorspronkelijk ook boeren, maar kwamen terecht in het bankenbedrijf in Amsterdam. Daar zijn de Muyskens ook naartoe verhuisd, maar ik weet

niet wat zij daar voor werk deden. Ze trouwden en zijn allemaal verhuisd naar Holland, Minnesota en Blooming Prairie, Wisconsin. Ze werkten daar in de landbouw, maar door de Grote Depressie moesten ze ander werk vinden.” Het is duidelijk dat Courtney het één en ander heeft uitgezocht over zijn Nederlandse roots. Hij gaat zelfs rechtop zitten om enthousiast uit te leggen hoe de familie ongeveer in elkaar steekt: “Er zijn ook nog oude foto’s uit Nederland. De laatste is uit 1890-ergens van mijn voorouders, de Muyskens, in hun huis in Amsterdam. Maar het jammere is dat er geen adres bij staat, anders was ik wel gaan kijken of het huis er nog stond. Er is geen enkele manier meer om daar achter te komen.” The Dandy Warhols is dus stiekem ook een heel klein beetje van Nederland.

Issue 3


interview


interview

tekst Annelotte de Graaf

In januari 2013 ziet alweer het dertiende album van Yo la Tengo het daglicht. De band, die in 1985 wordt opgericht door gitarist Ira Kaplan en zijn vrouw/drumster Georgia Hubley, loopt dus alweer bijna dertig jaar mee. In de tussentijd zijn de Amerikanen ongeveer uitgegroeid tot een heuse cultband, en wordt vaak in een adem genoemd met bands als Sonic Youth. Wij spreken met Ira over geïnspireerd raken en blijven, het durven vertrouwen op anderen en kleine vieze tourbusjes. Jullie zijn inmiddels alweer zo’n dertig jaar bezig: hoe blijf je na al die jaren geïnspireerd? “Ha ha! Ik heb geen idee, we zijn het gewoon! Het blijft leuk en spannend… Soms hebben we na een jamsessie nog steeds zoiets van: ‘wow, where did that come from?!’. Het helpt misschien dat we niet zo’n traditioneel pad hebben bewandeld. De eerste twintig jaar waren we niet een band die een album maakte, op tour ging, nog een album maakte, weer toerde, etc. Ons pad meanderde meer. Wanneer we voelden dat het tijd was voor een nieuw album, maakten we een nieuw album. Er is wel veel druk, maar die komt vooral uit onszelf. We schrijven vooral voor elkaar (de drie bandleden, red.), niet voor iemand anders. Natuurlijk is het geweldig als iemand ons verteld dat hij onze muziek op zijn bruiloft heeft gedraaid, of dat hem door een moeilijke periode heeft geholpen, maar dat is niet waarom we schrijven. We proberen elkaar muzikaal te pleasen. En dan denk ik vaak: zo bijzonder zijn wij niet. Als deze muziek goed klinkt in onze oren kan iemand anders er vast ook wel wat mee.”

The Daily Indie

Hebben jullie gewerkt met een thema voor het nieuwe album? “Hmm, door de manier waarop we nummers schrijven is het antwoord denk ik nee. Nummer ontstaan vaak tijdens jamsessies, verdeeld over grote periodes tijd. Tijdens die sessies zijn we niet over thema’s of iets aan het nadenken. Maar de woorden komen meestal pas veel later, als de muziek al af is. Vaak is een nummer al helemaal opgenomen en schrijf ik dan pas de teksten, Doordat de teksten dus wel in een kortere periode geschreven worden kan het zijn dat daar wel meer thematiek in te vinden is. Als je er een thema in zoekt kan je het in ieder geval vast vinden. Verder wil ik hier nooit teveel specifieks over zeggen… Mensen mogen het interpreteren zoals ze willen. Ik hoef bijvoorbeeld ook niet te weten wat Bob Dylan met de titel ‘Blonde on Blonde’ bedoelde.” Dit is de eerste keer dat jullie met producer John McEntire werken. Hoe zijn jullie bij hem uitgekomen? “We kennen John al een lange tijd. In 1992 hebben we een tour door Europa gedaan samen met de band waar hij toen in drumde. Als je beide bands en crewleden bij

Issue 3


interview

Yo La Tengo

“ Ik hoef bijvoorbeeld ook niet te weten wat Bob Dylan met de titel ‘Blonde on Blonde’ bedoelde.”

elkaar optelde waren we met acht man, en we toerden in een busje waar je comfortabel met z’n vijven in zou passen. We hebben elkaar te goed leren kennen in die vier weken, ha ha. In de jaren daarop hebben we vaak gespeeld met bands waar hij in drumde. We kennen hem dus al lang, en hadden altijd al een goede klik. Toen we begonnen te denken aan de opnames van de nieuwe plaat opperde iemand dat we hem misschien konden benaderen. We hadden daarvoor alleen maar met hem gewerkt als muzikant, niet als producer. Maar we hadden er toch vertrouwen in. We spelen soms shows tijdens Chanoeka, waarbij we ook gastmuzikanten op het podium hebben, eigenlijk zonder te oefenen van tevoren. Als we weten dat iemand zijn instrument goed bespeelt hebben we er altijd vertrouwen in dat het in ieder geval interes-

The Daily Indie

sant wordt. Met John hadden we een beetje datzelfde. We mogen hem erg graag en dachten dat een samenwerking tussen ons vier wel iets interessants moest opleveren.”

gingen doen, of andersom. We proberen op beide momenten de nummers gewoon zo sterk mogelijk te presenteren.”

17 maart spelen jullie een show in Paradiso. Hoe benaderen jullie liveshows ten opzichte van een album? “Oh, de show zal niet klinken als het album! We weten nog niet hoe het gaat klinken, want we hebben de nummers nog niet echt live gespeeld. Het blijft dus nog even open wat we precies gaan doen. We gebruiken vast wat geluiden die we niet zelf maken, zoals van een iPad of een drumcomputer. Maar het resultaat zal in ieder geval niet klinken als het album! Het zijn natuurlijk wel dezelfde nummers, maar de uitvoering bedoel ik. We hebben nooit opgenomen en ons daarbij afgevraagd hoe we dat live

Issue 3


Join Our Team!

Wij zijn op zoek naar: • schrijvers • fotografen • columnisten • personal assistant

Interesse? Mailen: thedailyindie@gmail.com


interview


interview

tekst Yoram van Hees

Er staat een lange rij voor Paradiso, op deze vroege vrijdagavond staan mensen zich al te verkleumen voor het Amsterdamse poppaleis. The Spinto Band heeft namelijk album nummer zoveel uitgebracht en staat wederom op het podium in de kleine bovenzaal. Bijna alle wachtenden mogen echter niet naar binnen: ze hebben niet het goede kaartje. Di-rect treedt namelijk op in de grote zaal en tijdens dit optreden komt de rest van The Spinto Band ook de kleedkamer binnengelopen. Ze hebben een stukje bekeken van het optreden van de Haagse band en zijn vooral te spreken over de gitarist (Spike) die naar verluidt twee gitaren over elkaar heen had hangen en deze tegelijkertijd bespeelde. Verder waren ze niet onder de indruk. Vroeger Zes jaar geleden stond de band ook eenmaal op dat grote podium in het voorprogramma van The Kooks. 2006 was het jaar van The Spinto Band: ‘Nice and Nicely Done’ was hun eerste album bij een grote platenmaatschappij en deze werd wereldwijd uitgebracht. Dat jaar speelden ze voor het eerst in Amsterdam op het kleine podium van Paradiso, vervolgens het Metropolis-festival en uiteindelijk dus bovengenoemd optreden met The Kooks. The Spinto Band vormde de light-versie van Clap Your Hands Say Yeah die het jaar daarvoor internationaal waren doorgebroken met hun nerveuze, door de jaren negentig beïnvloedde rammelrock. We zijn zes jaar verder en vanavond staat de band uit Delaware voor de derde maal

The Daily Indie

in de Paradiso bovenzaal te spelen. De vorige keer (2008) was na de release van ‘Moonwinks’ en dit jaar kwam het ‘derde’ album ‘The Shy Pursuit’ uit. Als we zanger/ gitarist Nick Krill na het optreden spreken weet hij zelf eigenlijk ook niet hoeveelste album dit is: “Het is onze zevende of achtste plaat, ik ben eerlijk gezegd de tel kwijtgeraakt. Het is wel weer de eerste plaat na ’Moonwinks’ en ‘Nice and Nicely Done’ waarop wij alles in eigen handen hadden.” Volgens Wikipedia heeft de band sinds 1996 tien albums uitgebracht. De vraag of het onderhand niet tijd is voor een ‘greatest hits’ van The Spinto Band wordt aanvankelijk weggewuifd, maar later bekent Nick dat het wel interessant zou kunnen zijn om dat te doen met het materiaal dat de band tijdens hun high school four-track days uitbracht: “Onze eerste albums namen we op met een viersporenrecorder en die verspreidden we als cassettebandjes onder onze vrienden. Destijds waren we vooral aan het experimenteren, als je nu die opnames terugluistert hoor je duidelijk dat wij vooral al spelende aan het leren waren. Wat dat betreft was dit laatste album wel een reis terug in de tijd, het was wederom een leerervaring omdat we dit keer alle kennis konden toepasen die we met de vorige twee albums hadden opgedaan in professionele studio’s.”

Issue 3


interview

The Spinto Band

“ Het is onze zevende of achtste plaat, ik ben eerlijk gezegd de tel kwijtgeraakt.”

Eigen studio “Wij hebben speciaal een studio voor The Spinto Band gebouwd. In de studio’s waar wij voorheen opnamen was er veel meer druk, het was een vreemde plek en het hele proces was aan een bepaalde tijd gebonden. Nu konden wij onze eigen deadlines bepalen waardoor ieder bandlid zich vrijer voelde om zich te laten horen, we gingen meer samenwerken”, vertelt Nick, die zelf recording engineer bij NFL Films (National Football League) is (hij houdt zich dus bezig met sportuitzendingen), maar die baan komt op de tweede plaats. Niet bij iedereen, want sinds 2011 zijn er ook nog maar zes bandleden over: gitarist Jon Eaton verliet de band voor een carrière als leraar Engels. Niet veel bands hebben drie gitaristen in hun gelederen: “Tot dan was het telkens een gepuzzel om drie gitaarriffs elkaar aan te laten vullen binnen de songs. In de studio kunnen we natuurlijk nog steeds zoveel riffs opnemen als we willen, maar op het podium

The Daily Indie

klinken we nu wel meer gestroomlijnd. Bovendien is er nu meer bewegingsruimte!” Toch staan er vanavond even zeven man op het podium: de vader van (gitarist) Joe en (drummer) Jeff is door de band meegenomen en mag ook een nummertje (een bewerking van ‘Brazil’ van onze Venga Boys) meespelen. Nick: “Toen wij opgroeiden was Steve (de vader red.) altijd een grote steun en invloed. Hij heeft een eigen band, de Sin City Band, en vroeger konden wij apparatuur van hun lenen, overnemen en samen met hun optreden. Hij was nog nooit in Europa geweest dus besloten wij hem dit keer mee te nemen. Wat wij doen en kunnen doen is iets om dankbaar voor te zijn en op deze manier kunnen wij ook iets terugdoen.” Ondertussen ploft Steve zelf neer in één van de stoelen backstage. Hij zal achteraf ook met de band meesjokken door onze hoofdstad op zoek naar een coffeeshop. Nick vervolgt: “We zijn sowieso geen grote partyband. De eerste paar keren dat wij zelf aan het succes konden ruiken ontmoetten

we andere bands die helemaal full of themselves waren. Door dit soort dingen te doen houden we juist de boel in perspectief.” Niettemin zijn ze ondertussen al tien albums verder en begin februari verschijnt alweer album nummer elf: ‘Cool Cocoon’. Met slechts negen maanden tussen de albums kunnen we ervan uitgaan dat de nieuwe werkwijze zijn vruchten afwerpt. Het eerste nummer Shake It Off kan ondertussen al beluisterd worden.

Issue 3


albumrecensies

Foxygen Local Natives Unknown Mortal Orchestra FIDLAR Villagers Ducktails Avant La Lettre traumahelikopter Mister & Mississippi Most Unpleasant Men

The Daily Indie

Issue 3


albumrecensies

Local Natives Hummingbird (PIAS)

Issue #03

Na een jaar social media silence zijn Local Natives terug met het langverwachte album ‘Hummingbird’, dat uitkomt op 29 januari. Het vervolg op de goed ontvangen debuutplaat ‘Gorilla Manor’ uit 2009. De vier heren uit Los Angeles staan bekend om hun explosieve, vrolijke harmonieuze en met drum overladen nummers. Op de nieuwe cd is dit net even anders. Vanaf minuut één is het duidelijk dat Local Natives voor een ander geluid heeft gekozen. De nummers zijn rustiger, de drums werken meer ondersteunend en er zijn meer zwaar beladen teksten. Vooral Heavy Feet en Colombia grijpen je bij de keel. Het lijkt een logische stap voor een band die de afgelopen jaren zoveel heeft meegemaakt – denk aan toeren met The National en Arcade Fire, het verlies van een moeder en een bassist die de band heeft verlaten. De nieuwe nummers zijn echter nog steeds spannend en even gelaagd als de nummers voorheen. Misschien zal je niet in eerste instantie verliefd worden op deze nieuwe wending van de band, het is absoluut een plaat die meer luisterbeurten verdiend. De liedjes zijn rustiger dan die van de eerste cd, maar daardoor niet minder boeiend. Ze hebben meer de mogelijkheid je echt te grijpen en dagen bezig te houden. En daarmee is het nu al een hoogtepunt van 2013. Liske Steenbergen

Unknown Mortal Orchestra is het muzikale kindje van Ruban Nielson, oorspronkelijk uit Nieuw-Zeeland, nu woonachtig in Amerika. ‘II’ is de opvolger van het titelloze debuutalbum dat in 2011 vescheen, en zorgde voor een kleine hype rond UMO. Er is op het nieuwe album een grote vooruitgang geboekt: ‘II’ klinkt ambitieuzer en inventiever, en is zelfs naast zijn rammelende voorganger redelijk geordend en ruimtelijk te noemen. Het vintage geluid van UMO en het denkbeeldige laagje stof waar de liedjes onder liggen, worden netjes afgewisseld met modern muziekspel; de gitaarpartijen van Nielson zijn fris en licht, de drums klinken ver op de achtergrond. Om maar wat referentiekaders te schetsen: denk Tame Impala zonder de effectenbakken, of Smith Westerns zonder de scherpe hooks. De tien nummers op ‘II’ blinken uit in minimalisme en eenvoud, zonder een moment te leeg te worden. In tegendeel: Nielson heeft de perfecte balans gevonden tussen ouderwets en modern (So Good At Being At Trouble), aanstekelijk (Swim and Sleep Like A Shark), traag (Monki), experiment (Dawn) en recht door zee (Faded In The Morning). Het geheel, kijkend naar de productie-skills van Nielson zelf, klinkt echter een tikkeltje dof. Afgezien daarvan, zeker een kanshebber voor de jaarlijstjes.

Unknown Mortal Orchestra II (Jagjaguwar/Konkurrent)

Lisa de Jongh

The Daily Indie

Issue 3


albumrecensies

FIDLAR FIDLAR (PIAS)

Issue #03

FIDLAR is de nieuwste garagepunk-sensatie uit L.A. en omstreken. Wanneer je vlakbij de zee in een warm klimaat woont, zijn surf-invloeden nooit ver weg. Zet FIDLAR in het muzikale rijtje Wavves, No Age en Surfer Blood en niemand zal het met je oneens zijn. “I. Drink. Cheap. Beer. So. What. Fuck. You.” Het refrein van het openingsnummer knalt er qua tekst lekker in. En muzikaal knalt het nog harder. Bloed gaat sneller stromen wanneer deze plaat aanstaat. Het complete garagepunk-plaatje is aanwezig: hoog tempo, teksten worden bij vlagen geschreeuwd, het energieniveau ligt hoog. Heel hoog. Wie tijdens White On White stil kan blijven staan heeft een ijzeren inhoudingsvermogen dat een lintje verdient. Daarnaast injecteert FIDLAR in hun garagepunk-knallers op z’n minst met een beetje, en soms heel veel: Pop. Pop met een hoofdletter. Luister tracks als Blackout Stout en Gimme Something er maar op na. FIDLAR levert met deze debuutplaat een album af waar de adrenaline vanaf spat en oren van gaan klapperen. En gebruik de tracklist gerust als boodschappenlijst voor het gaafste feest ooit. Succes gegarandeerd. Wessel van Hulssen

De Ierse singer-songwriter Conor O’Brien gooit in 2010 hoge ogen met ‘Becoming A Jackal’, het debuut van zijn band Villagers. De plaat wordt genomineerd voor de Mercury Prize en topt de independent platenlijsten in zowel Ierland als in het Verenigd Koninkrijk. Na twee jaar te hebben getoerd met het debuut vindt O’Brien het wel even mooi geweest. Er moet nieuw materiaal komen. De songwriter trekt zich een aantal maanden terug om te gaan schrijven aan nieuwe nummers en experimenteert ondertussen ook met elektronica. Het resulteerde in ‘{Awayland}’, dat in eerste instantie een veel meer elektronische plaat is geworden dan ‘Becoming A Jackal’. De fans van de-man-met-gitaar hoeven echter niet te vrezen voor een David Guetta-versie van Villagers, want O’Brien besloot de meeste elektronica er uiteindelijk gewoon weer uit te gooien. Om zo tot de kern te komen: mooie liedjes. Enkel op single The Waves speelt de elektronica nog een prominente rol, maar voor de rest wordt vooral het bandgeluid opgezocht, waarbij de nummers soms zeer bombastisch eindigen (Earthly Pleasure, The Bell, Grateful Song). ‘{Awayland}’ klinkt bedachtzamer en bij vlagen duisterder dan het debuut. De plaat overtreft het debuut niet, maar O’Brien – een ware controlfreak - laat op succesvolle wijze zien dat hij ook in staat is een echte bandplaat te maken.

Villagers II (Domino Records/V2)

Jelmer Luimstra

The Daily Indie

Issue 3


albumrecensies

Foxygen We Are The 21st Century Ambassadors Of Peace & Magic (Jagjaguwar/Konkurrent)

Issue #03

Onze favoriete gereïncarneerde sixties/seventies-band heeft weer een LP bij elkaar geschreven. We zullen eerst het recept van de referentiesmoothie geven: je stopt muzikale grootheden als The Kinks, Stones, Velvet Underground en Bowie in een blender en daar doe je een klein snufje Ariel Pink, Beatles en MGMT bij. De geestesvaders van de band, Jonathan Rado en Sam France, hebben er wel een iets minder krakkemikkig en losgeslagen boel van gemaakt dan voorheen. Maar gelukkig is de typische Foxygen-gekkigheid nog wel aanwezig. De mannen zijn namelijk heer en meester in onvoorzienbare en uit het niets komende muzikale overgangen. Dat laten ze voor het eerst deze plaat horen op On Blue Mountain. Een heerlijk losgeslagen nummer met Ariel Pink-achtige trekjes, dat direct wordt gevolgd door een ander hoogtepunt: San Francisco. Een klein, lieflijk en mooi liedje, met onweerstaanbare melodieën en zanglijnen (dat de retro-perfectie nadert). En als je deze shot aan instant happiness hebt gehad, gaat de aangename trip nog even verder en kom je langs het gekke Shuggie, raak je langzaam onder invloed bij het rocky Oh Yeah, krijg je een groovy en trippy energy boost bij We Are The 21st Ambassadors…, waarna je vervolgens afscheid neemt met de semi-zielige afsluiter Oh No 2. Dijk van een plaat. Ricardo Jupijn

Gitarist Matthew Mondanile weet naast zijn andere band Real Estate altijd nog wel een gaatje in zijn agenda te vinden om weer een nieuwe Ducktails-plaat te maken. ‘The Flower Lane’ is alweer cd nummer vier en opnieuw een staaltje heerlijke ambient pop. Tien nummers, die in tegenstelling tot eerdere platen niet thuis, maar in een studio zijn opgenomen. Aan de intensiteit en de sfeer van de nummers is het niet te horen, aan de geluidskwaliteit wel. Neem bijvoorbeeld Under Cover en titelnummer The Flower Lane, die beide een heerlijk heldere en dromerige sound hebben, maar wel die easy-going-sfeer van een thuisopname in zich hebben. Het is een goede stap van de band geweest, want alles klinkt prachtig uitgebalanceerd en er is meer ruimte voor verdieping en experiment. Zoals de losgeslagen gitaar en delayende saxofoon op Under Cover, de vele freaky synthlijntjes op Assistant Director en (eigenlijk het hele) nummer Letter Of Intent. Dat wordt voorzien van zang door Jessa Farkas (Future Shuttle) en Ian Drennan (Big Troubles), ambient en ontzettend groovy synthpartijen van Daniel Lopatin (Oneohtrix Point’s Never) en een lekker luie baspartij van Joel Ford (Ford & Lopatin). Een ideale soundtrack voor een koude winter.

Ducktails The Flower Lane (Domino Records/V2)

Ricardo Jupijn

The Daily Indie

Issue 3


albumrecensies

Avant La Lettre In My Time (Rough Trade)

Avant La Lettre’s debuutplaat ‘Belief’ zorgde begin vorig jaar voor de nodige aandacht. Dan ga je touren en van de faam genieten. Zo niet deze Amsterdammers. Sterker nog: twee leden van het eerste uur stapten op. Overgebleven bandleden Laurens Radstake, Martin Beusker en Titus Zeldenrust doken weer de studio in, met ‘In My Time’ als resultaat. De opgedane ervaringen hebben Avant La Lettre duidelijk goed gedaan. ‘In My Time’ klinkt in alles gepolijster en beter overdacht dan zijn voorganger. Eerste single Peace Sign en nummers als Smoke Screen en In My Time laten gelaagde pop horen met een aangename, Coparckiaanse ongemakkelijkheid. Doorbraakpoging nummer twee. Robin van Essel

The Daily Indie

traumahelikopter traumahelikopter (Excelsior)

Met slechts twee gitaren en een gestripte drum maakt Traumahelikopter garagerock zoals we al gewend zijn van hun eerder uitgebrachte singles. Dit titelloze debuutalbum laat nog maar eens zien dat perfectie ook niet alles is; de drie Groningse jongens spelen de kantjes ervan af en zetten daardoor juist een origineel en vooral heel erg energiek album neer. Zoals garage dan ook hoort te zijn! Vooral het nummer Kids blijft op een positieve manier lange tijd in je hoofd hangen. Wat mij betreft kan iedereen met een gerust hart naar de winkel rennen! Maartje Knaap

nl recensies

Mister and Mississippi Mister and Mississippi (V2 Records)

Als deze vier muzikanten uit Utrecht elkaar in het voorjaar van 2011 leren kennen ontstaat het plan om iets ‘heel bijzonders’ te maken. Anderhalf jaar en veel optredens later is er het debuutalbum met elf prachtige folkpop liedjes. Met de (samen)zang van Maxime en Samgar, onder begeleiding van de warme gitaartonen van ‘Misters’ Danny en Tom, worden sfeervolle popliedjes gevormd om bij weg te dromen. Daarentegen voorkomen up-tempo en opbouwende nummers als Follow The Sun en Same Room, Different House dat je de aandacht verliest. Met haar debuut heeft Mister & Mississippi een hele fijne luisterplaat afgeleverd die in een koude winter warm aanvoelt. Ga het luisteren! Bart Nijland

Most Unpleasant Men Most Unpleasant Men (Cubicle Records)

Vier jaar na het debuut staan bij de Utrechtse band Most Unpleasant Men de kenmerken zorgvuldigheid, beheersing en balans nog steeds hoog op de lijst van muzikale aandachtspunten. Wat niet betekent dat de band hetzelfde klinkt, of saai. Ook een ander belangrijk aspect van de band is ook gebleven: melancholie. Maar dat is de basis, want de zelfgetitelde opvolger is ritmischer, bevat meer synthpartijen, is meer up-tempo, en schiet allerlei (prettige) kanten op. Van catchy nummers als Stairs en Everybody Does, naar meer vervreemdende nummers als It Ticks en Dead Cat tot het spannende Alibi en hoogtepunt Hole In The Ground. Waarmee het een plaat is geworden waarop Most Unpleasant Men laat zien waartoe zij in staat is. En dat is het maken van zeer diverse en sterke liedjes, die toch allemaal hun eigen MUM-stijl bevatten. Ricardo Jupijn

Issue 3


concertagenda

Jacco Gardner Vrijdag 08 februari 2013 dB’s Utrecht

The Daily Indie

Issue 3


concertagenda Grauzone Festival Vrijdag

01 februari

Melkweg, Amsterdam

Grauzone is een jong en obscuur festival waar liefhebbers van new wave muziek en kunst zich uitermate goed zullen vermaken. Van electro en synth pop tot goth rock: Grauzone is van alle markten thuis. Voor 35 euro bewonder je de Scandinavische punk van Iceage, Duitse post-punk van Fehlfarben, minimal electro van Newclear Waves en new wave bij Frank (just Frank). En en en: Echo & The Bunnymen! En er is natuurlijk nog veel meer!

februari

Trust

Woensdag 06 februari

Trouw, Amsterdam

Het muzikale platform Subbacultcha! zit altijd bovenop de nieuwste muziek en weet nu al wie het volgend jaar gaan maken. Het debuutalbum ‘TRST’ van het duo Trust kwam vorig jaar uit en staat vol met zwaarmoedige electro-hits met een hoop jaren tachtig-invloeden. Liefhebbers van Crystal Castles doen er goed aan om deze band te bekijken. Andere liefhebbers van hippe muziek trouwens ook.

Foxygen

Woensdag 06 februari

Bitterzoet, Amsterdam

Er mag gedanst worden bij de rauwe jaren zestig-pop van Foxygen. Sam France en Jonathan Rado maken een onweerstaanbare mix van artiesten als The Rolling Stones, The Velvet Underground, David Bowie en laat je volledig in de sixties wanen. Het tweede album ‘We Are the 21st Century Ambassadors of Peace and Magic’ komt op 22 januari uit en die kunnen we van harte aanbevelen.

Mister and Mississippi

Foals

De prachtige folk uit Utrecht trekt in februari en maart door het land. Zo zie je het viertal de 22ste van februari in De Unie in Rotterdam, de 23ste in Merleyn, Nijmegen. Dan schuiven we door naar 09 maart in de Supermarkt in Den Haag. Mezz, Breda op 14 maart, Burgerweeshuis, Deventer op 21 maart en Metropool, Hengelo op 23 maart. Genoeg kansen dus. Gaat dat zien!

De Britten komen op 11 februari terug met hun nieuwe album ‘Holy Fire’. Op zaterdag 16 maart worden de nieuwe, mathematische indie-nummers live gebracht in de poptempel. Met de catchy en ritmische voorproefjes van My Number en Inhaler ziet het ernaar uit dat je je heupen in kunt vetten en je dansschoenen wel mee kunt nemen voor wat hippe pasjes in Paradiso.

Maandag

20 februari

Paradiso, Amsterdam

Zaterdag

16 maart

Paradiso, Amsterdam

Unknown Mortal Orchestra Donderdag 07 februari

Paradiso, Amsterdam

De indiebelofte van 2013 worden ze wel genoemd: Unknown Mortal Orchestra. Het eerste album uit 2011 zorgde al voor een kleine stofwolk, II gaat daar zeker over heen. Indie met een psychedelisch sausje en een ouderwetse sound. Maar dan met mate: dus geen overdaad aan drum of synthesizers, maar precies goed.

The Daily Indie

Issue 3


concertagenda The Soft Pack

Woensdag 30 januari

Maria Minerva

Donderdag 31 januari

Broeder Dieleman

Vrijdag Zaterdag Zondag

01 februari 02 februari 03 februari

Paradiso, Amsterdam

EKKO, Utrecht

Paradiso, Amsterdam Patronaat, Haarlem Mezz, Breda

februari

Bloc Party Vrijdag

15 februari

Melkweg, Amsterdam

Cosmonauts + The Stilletos Vrijdag

15 februari

Area 51, Eindhoven

Breitner + The Maureens Vrijdag

15 februari

[PIAS] Nites Vrijdag

15 februari

Ducktails Zondag Maandag

17 februari 18 februari

ACU, Utrecht

Pllek, Amsterdam

Paradiso, Amsterdam Merleyn, Nijmegen

De band Real Estate is inmiddels redelijk bekend. Tijd voor een solo-project dus! Ditmaal is het gitarist Matthew Mondanile die de grenzen van zijn kunnen verkent. Hij begon met dromerige chillwave, maar is inmiddels bij indiepop beland. Zijn muziek wordt gekenmerkt door vrolijke gitaren en een wat lijzige stem zoals we gewend zijn van Real Estate. Een nieuw album komt 29 januari.

Jacco Gardner

Zaterdag Vrijdag Zaterdag Zaterdag Maandag

02 februari Manifesto, Hoorn 08 februari dB’s, Utrecht 09 februari Merleyn, Nijmegen 16 februari Supermarkt, Den Haag 18 februari 013, Tilburg

Dinosaur Jr. Vrijdag

08 februari

Paradiso, Amsterdam

Most Unpleasant Men

Vrijdag 08 februari Dinsdag 26 februari Woensdag 27 februari

Paul Banks Zondag

10 februari

Dog Is Dead

Maandag 11 februari

Radio Moscow

Woensdag 13 februari Vrijdag 15 februari Zaterdag 16 februari

The Daily Indie

De Unie, Rotterdam Paradiso, Amsterdam Luxor Live, Arnhem

Dignan Porch Zaterdag Zondag Maandag

16 februari 17 februari 18 februari

John Coffey

Zaterdag 16 februari Woensdag 27 februari

Dan Deacon

Dinsdag 19 februari Donderdag 21 februari

Dead Ghosts

Woensdag 20 februari Melkweg, Amsterdam

Biiterzoet, Amsterdam

Calexico

Donderdag 21 februari Vrijdag 22 februari

The Lumineers Merleyn, Nijmegen Podium Asteriks, Leeuwarden Burgerweeshuis, Deventer

Dinsdag

26 februari

De Nieuwe Anita, A’dam Vera, Groningen 013, Tilburg

Manifesto, Hoorn Paradiso, Amsterdam

Rotown, Rotterdam EKKO, Utrecht

Area51, Eindhoven

Paard van Troje, Den Haag Tivoli Oudegracht, Utrecht

Paradiso, Amsterdam

Issue 3


concertagenda Angel Haze Vrijdag

01 maart

Nelson Can Vrijdag

01 maart

maart

Jake Bugg

Paradiso, Amsterdam

Vrijdag Zondag

08 maart 10 maart

Mezz, Breda

Eins, Zwei & The Parellel Cinema Vrijdag

FIDLAR Zaterdag

02 maart

Melkweg, Amsterdam

Mozes & The Firstborn Zaterdag

02 maart

08 maart

Melkweg, Amsterdam Tivoli Oudegracht, Utrecht

Tivoli de Helling, Utrecht

Bruis@TheDocks

Weekend 08 + 09 maart Muziekgieterij, Maastricht O.a. FIDLAR, The Van Jets, I Am Kloot

Area51, Eindhoven

Where the Wild Things Are Festival

08-09-10 maart Center Parcs Zeewolde

Na de succesvolle eerste editie van Bungalup vorig jaar, waarbij dj’s Center Parcs een weekend volledig op zijn kop zette, kon een ‘bandjes-variant’ natuurlijk niet uitblijven. En ja hoor, bij de bekendmaking van de eerste naam (Of Monsters and Men) waren alle kaarten uitverkocht. En het programma liegt er niet om, met onder andere Local Natives, Traumahelikopter, John Coffey, Metz, Villagers en Mozes and the Firstborn op het affiche. En anders is er altijd zwemparadijs de Aqua Mundo nog…

Lucy Rose Zondag Maandag

03 maart 04 maart

Rotown, Rotterdam Paradiso, Amsterdam

Villagers Zaterdag

09 maart

Tivoli Oudegracht, Utrecht

Everything Everything

Iceage

Maandag

Woensdag 06 maart Donderdag 07 maart

Effenaar, Eindhoven Vera, Groningen

I Am Kloot Dinsdag

Chad Valley

Donderdag 07 maart

11 maart

12 maart

Bitterzoet, Amsterdam

Paradiso, Amsterdam

Tivoli Spiegelbar, Utrecht

Girls Names Zaterdag

09 maart De Nieuwe Anita, A’dam

Een naam verzinnen voor je band? Neem gewoon alle meisjesnamen die er bestaan! En die opgewekte gedachte lijkt ook op het album ‘Dead to Me’ door te gaan (op de naam na dan). Een beetje lo-fi surf indie met een stem alsof er net een nacht geblowd is. Al schijnt de band alweer een beetje van deze sound af te stappen sinds de komst van een vierde bandlid. Wij zijn benieuwd wat we kunnen verwachten!

The Daily Indie

Issue 3


concertagenda

februari

METZ

Maandag 04 februari 2013 Paradiso Amsterdam

The Daily Indie

Issue 3


The Daily Indie

Issue 3


fotoserie

De Duitse band Bonaparte speelde eind vorig jaar in Paradiso een bijzonder spectaculaire show. Fotografe Sanne Glasbergen volgde de band voor en na de show en maakte een indrukwekkend verslag van deze turbulente band. foto’s Sanne Glasbergen

The Daily Indie

Issue 3


fotoserie

The Daily Indie

Bonaparte

Issue 3


fotoserie

The Daily Indie

Bonaparte

Issue 3


fotoserie

The Daily Indie

Bonaparte

Issue 3


fotoserie

The Daily Indie

Bonaparte

Issue 3


fotoserie

The Daily Indie

Bonaparte

Issue 3


fotoserie

The Daily Indie

Bonaparte

Issue 3


fotoserie

The Daily Indie

Bonaparte

Issue 3


I!

DRINK!

CHEAP! BEER! SO! FUCK!

WHAT! YOU!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.