Robert Ballard over zijn werk als onderwaterarcheoloog
IE WINACT EER TERUGK DE IEF NA AR L BOEK
Het is tijd voor halofyten Onze waterige kosmos
VOOR DE PADDENSTOELEN! P. 64
De onverkende aarde Land zonder water
Omslagthema:
De geest van water
THEOPTIMIST.NL € 9,75 NOVEMBER/DECEMBER 2018 / NR. 183
Meer: Een eerlijk Aarde-aandeel • U kunt geen gedachten lezen • Welke rechten hebben buitenaardse wezens? • Bullshit Jobs • Duurzame energie van de maan • Troostrijke paddenstoelen
BP
Het thema van Purpose Day 2018 is ‘Claim it!’. En dat is niet voor niets, want we kennen de verhalen nu wel dat we te veel verspillen, te veel vervuilen, te veel mensen aan hun lot overlaten. Wat gaan we eraan doen? Daarom gaan we op Purpose Day 2018 zoveel mogelijk onze eigen ‘purpose’ claimen, toeëigenen. Met in de ochtend aansprekende keynotesprekers, zoals Raj Sisodia (Conscious Capitalism), Ruud Koornstra (Nederlands ambassadeur energie-transitie) en David Katz (Plastic Bank). Zij zullen het hebben over de kansen om te veranderen, om binnen bedrijven en organisaties het roer om te gooien. Of zoals David Katz ergens zegt in het boek Claim it! dat op Purpose Day 2018 verschijnt: ‘The knowing that business fails by investing in what is and not what will be. And that is one of the great challenges of business today. Not in supporting what is, but supporting in what will be.’ Op Purpose Day 2018 zullen we niet alleen naar verhalen gaan luisteren. Verhalen van de keynotesprekers, verhalen van de mensen die workshops geven, we zullen vooral ook zelf aan de slag gaan. In die workshops waar de nadruk zal liggen op wat jij nu kan en gaat doen. Met Volkert Engelsman (Eosta), Henk Jan Beltman (Tony’s Chocolonely), Saskia Bouter (The Hunger Project), Han Hendriks (Kirkman Company), Michael van Loenen (YouBeDo), Guido Frenken (Engie), en nog veel meer. Naast de workshops organiseren we ook Purpose Tafels. Aan deze Purpose Tafels schuiven mensen uit bedrijven aan die dezelfde middag hun eigen purpose zullen gaan claimen. Sterker nog, die purpose zal op die speciaal gemaakte Tafel gefreesd worden, want die Purpose Tafel gaat met hen mee de verschillende bestuurskamers in. Daar zal nog hard worden gewerkt, samen met de mensen van Purpose Day 2018, om die claims ook wáár te gaan maken. Kom luisteren, kom meepraten, kom je eigen claim maken op Purpose Day 2018.
www.purposeday.nl
WELKOM
Gecommitteerd
FOTO: PIETER DE SWART
Zo nu en dan stel ik mezelf in gedachten de vraag hoe het verder moet met de wereld. Ja, hij draait voorlopig door, maar het is misschien eerder ondanks in plaats van dankzij de mens. En net als ik op het punt sta te verzuchten dat we als mensheid wel erg hardleers zijn, is er een sprankje hoop, een prachtig initiatief of een positief gebaar om blij van te worden. Soms is het iets kleins, soms iets groots, maar altijd iets optimistisch. Eén van die grote dingen was de Global Climate Action Summit in San Francisco, waar ik onlangs samen met hoofdredacteur Lisette Weber-Ziere bij mocht zijn. Het liep er over van de bekende en minder bekende wereldburgers: Al Gore, Unilever’s CEO Paul Polman, een groot aantal Climate Change functionarissen uit diverse landen, de acteur Harrison Ford, onze eigen staatssecretaris van Infrastructuur en waterstaat: Stientje van Veldhoven. Waarbij we vooral de vele minder bekende mensen niet mogen vergeten. Mensen die vol passie en met visie bijdragen aan de vele initiatieven die maken dat ook in de toekomst onze planeet gezond blijft. Het kernwoord van de bijeenkomst was commitment, zowel van individuen als van landen, overheden, bedrijven en instellingen. Geen loze beloftes, maar werkelijke, beoogde inspanningen om het klimaatakkoord van Parijs te bekrachtigen. De ambitie was om op vijf gebieden een verschil én vaart te maken: gezonde energiesystemen, inclusieve economische groei, duurzame leefomgevingen, rentmeesterschap voor land en zee en transformerende klimaatinvesteringen. Stuk voor stuk onderwerpen waar The Optimist graag over schrijft. En daar was opeens dat sprankje hoop. Kort voordat de Summit begon, sleepte Boyan Slat’s team van The Ocean Cleanup zijn eerste bouwsel uit de haven van San Francisco voor de plasticopruim-primeur. Simpelweg om water schoner te maken. Het gevaarte dat onder de Golden Gate-brug doorvoer, leek wel een enorme slinger van David, die op weg was om de plastic Goliath te trotseren. Dat er nu wordt gepoogd de ‘plastic soep’ een kopje kleiner te maken, is een loffelijk streven. Een heus commitment. Want dat water is voor alles van levensbelang. Reden te meer om eens met een andere bril naar water te kijken, zoals we in het omslagthema uitgebreid doen vanaf pagina 26.
Gastredacteurs Robert Ballard Robert Duane Ballard (1942) is oceanograaf en onderwaterarcheoloog. Hij werd beroemd met zijn ontdekkingen van de wrakken van de Titanic in 1985 en de Bismarck in 1989. In 2004 werd hij aan de Amerikaanse University of Rhode Island aangesteld als professor in oceanologie. Tegenwoordig leidt hij een wat rustiger leven, maar promoot hij nog steeds onderzoek in en naar het water.
Ineke Haisma Ineke Haisma is orthomoleculair therapeut en heeft haar praktijk in Marum. Daarnaast is ze auteur van diverse boeken en geeft ze lezingen en cursussen. Ze is er stellig van overtuigd dat eerlijke voeding zorgt dat het lichaam gezond blijft en dat zeventig procent van alle gezondheidsklachten voedinggerelateerd is. Haar motto is dan ook: Eerst voeding, dan medicijnen. Samen met The Optimist werkt zij aan de verspreiding van een belangrijke, nieuwe term: NoCx.
Roland Pluut, uitgever rp@theoptimist.nl P.S.: Soms zijn het kleine dingen die groot worden, die helpen optimistisch te blijven. Want u weet hoe het met Goliath afliep. Denkt u daar, net als ik, even aan als u weer een slokje water neemt? NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 5
Optimaliseer uw
leven, elke dag! Het The Optimist lidmaatschap brengt oplossingsgericht nieuws en digitale inspiratie.
PROFI TEER NU!
NU € 7, 50 pe of € 84 r maand ,- per ja ar
Het COMPLETELY abonnement bestaat uit: 6x per jaar The Optimist magazine 3x per week positief nieuws uit binnen- en buitenland Gratis toegang tot het volledige online archief Toegang tot speciale ledenevenementen
Ervaar de voordelen van een abonnement. Nog geen lid? Meld u dan nu aan via www.theoptimist.nl/nu
26 OMSLAGTHEMA
De geest van het water Water is overal. Niet alleen in ons Nederland of zelfs maar op onze planeet. Maar wat betekent water nou echt voor het leven? Waar zouden we zijn zonder water? En bestaat er ook zoiets als te veel water?
14 Bullshit Jobs
18 Naar footprint justice
22 Duurzame energie komt van de maan
8 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
INHOUD
November/december 2018
64 De troostrijke paddenstoel
70 De rechten van buitenaardsen VERHALEN
REPORTAGE
22 Duurzame energie
komt van de maan
Onze getijden zouden wel eens de energiebron van de toekomst kunnen zijn.
OMSLAGTHEMA:
DE GEEST VAN HET WATER
26 Introductie
Water – Zo veel meer dan alleen H2O.
28 Onze waterige kosmos
Water is de meest voorkomende stof in het universum, zonder water zou leven zelfs niet mogelijk zijn. Maar wat als er te veel water is?
33 Het is tijd voor halofyten
Deze zoutwaterplanten zouden wel eens het antwoord kunnen zijn op de vraag die niemand stelt.
38 Een land zonder water
Als een land vooral bestaat uit zon en zand, kan het vinden van water een grote uitdaging zijn. Maar het biedt ook kansen.
42 De geest van water
Van de oude Grieken, via de verspreiding van cholera naar gestructureerd water. Brian de Mello neemt u mee op een reis door de geschiedenis van het water.
46 De onontdekte aarde
ACHTERGROND
We verkennen de ruimte, maar een groot gedeelte van onze eigen planeet blijft een mysterie. Robert Ballard hoopt daar verandering in te brengen.
buitenaardsen
BEELDVERHAAL
50 Mooi of lelijk?
Met de komst van de drone kunnen we onze planeet vanuit een ander perspectief bekijken. De Rotterdamse fotograaf Mark de Rooij maakt met behulp van zijn DJI drone de mooiste beelden vanuit de lucht.
ACHTERGROND
56 Nee, u kunt geen
gedachten lezen
We denken vaak dat we de beweegredenen van een ander wel kunnen begrijpen. Maar wat als dat nou eens niet mogelijk is? Roland Pluut neemt de Theory of Mind onder de loep.
BOEKFRAGMENT
64 De troostrijke paddenstoel In De weg terug naar het leven vertelt de Noorse, van oorsprong Maleisische, antropologe Long Litt Woon over haar ontdekkingsreis in de wereld van paddenstoelen, nadat zij onverwachts haar man verloor.
70 De rechten van
Waarschijnlijk zullen we in de komende tien jaar buitenaards leven ontdekken. Daarom is het belangrijk de ethische discussie over hun rechtspositie nu alvast te voeren.
12 ONDERSTROOM, MET ONDER MEER:
Slim Opgewekt zet in op het realiseren van impact Bullshit jobs – Het veelbesproken boek van David Graeber over ‘onzinbanen’ Naar Footprint Justice – Het pleidooi van Jan Juffermans voor een Eerlijk Aarde-aandeel
76 KEUZE, MET ONDER MEER:
Boeken Het NoCx-vrije kerstdiner
VASTE RUBRIEKEN
8 Dialoog 63 Column: Annette ‘Nobuntu’ Mul 69 Column: Harry Starren 80 Column: Govert Derix 81 Het beste uit… 82 Lezer in beeld: Mérène Rouma
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 9
Colofon
Dialoog
De Nederlandstalige The Optimist wordt gemaakt door: Uitgever: Roland Pluut. Hoofdredactie: Lisette Weber-Ziere. Redactie: Laura Boeters, Yildiz Celie, Brian de Mello. Vormgeving: Irma Theunisse.
Met medewerking van: Mark Anderson, Govert Derix, Tim Folger, Ineke Haisma, Sabina Knezevic, Max Michelsen, Annette ‘Nobuntu’ Mul, Harry Starren, Lizzie Wade en Long Litt Woon.
En met dank aan: Fahad Al-Attiya, Robert Ballard, David Graeber, Dennis Heijn, Jan Juffermans, Lise Nooteboom, Organisatie Purpose Day en Mérène Rouma.
En natuurlijk met dank aan alle inspirerende waterdragers. Praktische informatie De jaarprijs voor het lidmaatschap is € 84,00. Kijk voor de verschillende lidmaatschapsvormen en de voorwaarden op onze website, www.theoptimist.nl/lidmaatschap. Voor meer informatie: bel 010–7988010 of mail naar abonnementen@theoptimist.nl.
Heijn en Starren
COLUMN
Column
Harry Starren schreef – zoals
Harry Starren Spreker, dagvoorzitter en publicist rond thema’s als strategie, leiderschap en ondernemerschap. www.harrystarren.com
Excellent onderwijs, wie bepaalt dat?
gebruikelijk – voor dit blad een pittige column, getiteld ‘Excellent onderwijs,
Kvk nummer: 59366303
Advertenties Informatie: advertenties@theoptimist.nl
Bestellingen Het nieuwste nummer is, naast bij 1.200 verkooppunten in het land, ook online verkrijgbaar. Ook oude nummers zijn na te bestellen (€ 9,75 per exemplaar, excl. € 3,50 verzendkosten binnen Nederland) via www.theoptimist.nl/shop. © 2018 Uitgeverij The Optimist B.V. of de individuele auteurs
10 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
wie bepaalt dat?’ (TO181). Lezer en auteur Dennis Heijn reageerde
FOTO: MURIEL JANSSEN
U kunt zich aanmelden voor een lidmaatschap op www.theoptimist.nl/lidmaatschap of per mail via abonnementen@theoptimist.nl. Tevens kunt u zich aanmelden per post: Antwoordnummer 91088, 2509 VC Den Haag. t 010–7988010 (kantooruren)
Niet zo lang geleden maakte Paul Rosenmöller van de VO-raad, dat zijn de werkgevers in het voortgezet onderwijs, zijn bezwaren bekend tegen de aanduiding ‘Excellente School’. Dat is een aanduiding die je kunt krijgen van de onderwijsinspectie. Een school die zo wil worden aangeduid krijgt bezoek van een commissie. Die beoordeelt dan of een sectie (want daar gaat het om) op een bijzondere en bovengemiddelde manier onderwijs geeft. De héle school is wel wat veel. Rosenmöller noemt de term verwarrend, ook omdat scholen die de term niét dragen, door ouders meteen als minder goed worden gezien. Een conclusie die lang niet altijd juist is. Rosenmöller mist een belangrijk punt. De manier waarop excellentie wordt vastgesteld gaat ervan uit dat experts het beste oordeel hebben. Zij die weten wat goed onderwijs is. De hotemetoten. Bij Michelin zijn dat culinaire specialisten die weten wat goed is. Eten is hun vak. Wij gewone stervelingen eten maar wat. Nu wil ik aan die deskundigheid van de experts niets afdoen. Maar echt van deze tijd is het niet. Het doet me te veel denken aan het jaarlijkse beoordelingsgesprek. Dat hopeloze gesprek dat vaak werd uitgesteld. En dat voor menigeen uitliep op een teleurstelling. Want echt gezien werd je niet. Om over beloning maar niet te spreken. Top-down. Het woord zegt het eigenlijk al. De nieuwe manier is die van Zoover, TripAdvisor, van Uber, Airbnb en Booking.com. Het is de opgetelde score van klanten vooral. En als de uitvoerders het goed doen en volgens de regels van het spel: van alle betrokkenen. Airbnb doet dat bijvoorbeeld heel goed. (Al blijft vals spelen altijd mogelijk, maar dat geldt voor elk spel.)
‘Mensen komen er zelf wel uit.’
Zo zou het ook voor scholen kunnen. Eindelijk gerechtigheid. Niet alleen de leerlingen een cijfer geven, maar ook de leraar en zijn lessen, niet alleen de directeur het woord geven maar ook zijn volgzame gehoor een stem geven. En dat allemaal met de smartphone. Die is toch bij de hand. Daar komt vanzelf een rating uit. Dan kunnen die deskundigen weer echt aan de slag en de helpende hand uitsteken (en hun oordeel thuis laten), dan kunnen de commissies naar huis en de presentiegelden in de pot blijven, dan kan de verwarring stoppen of het vak of de school beoordeeld wordt en dan kan net als bij Airbnb en Booking.com de waardering gestaag omhoog. Want wie niet wint is af. Het beoordelingssysteem van de gebruikerskring werkt als een dolle. De aanbieders kijken af. Ze nemen elkaars verbeteringen over en de kwaliteit van de dienstverlening gaat met sprongen omhoog. Het is gebaseerd op de wisdom of the crowd. Het is de optelsom van echte ervaringen. Zeker: je wordt kwetsbaar en rusteloos. Maar ook krachtiger als je tenminste mee wilt blijven doen. Realtime. En er zit niemand tussen. Het is meer dan tellen. Het is óók vertellen. Toelichtingen die het verhaal vertellen en de ervaring delen. Voor ik naar een Airbnb-bestemming ga, lees ik de reviews. Daar zijn ze voor bestemd. Dit zou mijn (voorlopige) conclusie zijn: Als het om excellentie gaat komen we er zelf wel uit. Want het gaat om professionele organisaties. Dat zijn organisaties waar de basis de baas is. En de top? Die moet zorgen dat dat zo blijft en, waar het nog ontbreekt, dat het zo wordt. Mensen komen er zelf wel uit. Zorg simpelweg voor een systeem dat leerlingen, ouders en leraren een stem geeft. Daar zijn de onderwijsinspectie én de VO-raad niet voor nodig. Hun bijdrage? Niet in de weg gaan staan.
•
JULI/AUGUSTUS 2018 THEOPTIMIST.NL 75
geprikkeld op de column van zijn vriend. Wij vroegen beide heren om hun dialoog met ons te delen. Het resultaat leest u hieronder.
Beste Harry, Hoe gaat het met je? Ik lees net je column, zoals altijd, in The Optimist. Interessant dat jij als ‘summum’ ziet dat bij beoordelingen ‘er niemand tussen zit’. Ik vind dat juist een enge ontwikkeling. Tuurlijk is het goed om de beoordelingen van je klanten mee te nemen. Cruciaal zelfs. Maar ik hoorde laatst het verhaal dat stewardessen (van ik geloof Emirates) ook beoordeeld worden via een app (à la Uber); drie slechte beoordelingen and you are out, zonder tussenkomst van mensen. Scary. Driemaal een dronken passagier die zijn pinda’s niet op tijd krijgt en daar ga je. Die dame was supergestrest. Doodsbang.
DIALOOG
‘Door elkaar eindeloos te beoordelen, beperken we elkaars ruimte.’ HARRY STARREN
Dat kan toch niet de toekomst van werken zijn? Het menselijk welzijn overlaten aan de wisdom of the crowd is niet zaligmakend. Kijk wat die ‘wisdom’ aan machthebbers in het zadel helpt. Maak er wel gebruik van, laat zeker niet een (willekeurige) elite bepalen wat wel en niet goed is. Maar houdt wel mensen in the loop. :) Beste Dennis, Nu lees ik je tekst. En ben het met je eens. Het liefst zou ik mijn column verscheuren en opnieuw beginnen. Niet alles weggooien maar ook de achterkant beschrijven. Dat we aan elkaar overgeleverd zijn. En dat we liefdeloos elkaars toekomst kunnen bederven. Misschien moeten we niet oordelen en afwijzen maar delen wat we zien en elkaar trouw blijven in ons pogen er iets van te maken. Nu goed. Het is gedaan. Ik moet er niet achter staan. Maar naast. Je verhaal is scherp en pijnlijk. Het snijdt me door de ziel. Zou het fijn vinden als de redactie van The Optimist er iets mee zou willen doen. En dan wil ik wel ervoor door de knieën – want het spreekt me aan.
Beste Harry, Dank voor je mooie en oprechte antwoord. Ik ben blij dat dat ik je geraakt heb met mijn observatie, zoals jij mij nu raakt met weer de jouwe. Het is er inderdaad naast staan en de lezer zijn of haar ding mee laten doen. Dat is de taak van de columnist en dat is je gelukt! Het is zo fascinerend en complex om zowel de zegening als de vloek van de voortschrijdende technologie te duiden. Zo had laatst iemand die veel optrekt met Silicon Valley mijn boek gelezen (The Fearless Monkey), en hij vond het top maar miste een beetje de nieuwe dingen, zoals AI (kunstmatige intelligentie), Machine Learning et cetera. Ik heb gereageerd met: ‘De wereld om je heen proberen te begrijpen, en wat dit betekent voor jou en je directe omgeving (en je organisatie) is al duizenden jaren oud en zal altijd relevant blijven; nu is de context een beetje anders’. Hij antwoordde: ‘Ja! Als je het in die context plaatst, dat is gaaf.’ Kortom, genoeg om over te reflecteren. Beste Dennis, Wie wil leren moet zijn oordeel uitstellen. Wie dat eindeloos wil doen moet zijn oordeel eindeloos uitstellen. Eenmaal een oordeel, stopt het leren. We vormen ons een mening, we formuleren een antwoord: we zijn er uit. Door elkaar eindeloos te beoordelen, beperken we elkaars ruimte. Zo versta ik je kritiek op al de feedbacksystemen. Ze duwen ons een richting in. En stoten ons uit als gedrag niet bevalt. Was vroeger een enkeling de baas, nu is iedereen de baas. Over de ander. In ons gesprek gaf je aan hoe zelfs als je naar de wc bent gegaan op een vliegveld, er om je mening wordt gevraagd. Als we hebben gegeten of NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 11
DIALOOG
geslapen, gebeurt hetzelfde. In zekere zin gebeurt het ook bij boeken. Alleen wat op de bestsellerlijst staat, telt mee. Het lokt eindeloos manipuleren uit. Recensies op Amazon die niet door lezers zijn geschreven, bezoeken op internet die worden uitgelokt. Ik ben banger voor trollen dan voor robots, tot je beseft dat trollen robots zijn. Als je naar veel van de Netflix-series kijkt, valt op hoeveel ervan over manipulatie gaan. Een cynisch mensbeeld doemt op. De mens is een wolf. In de strijd om de plek in de roedel zijn wij niet alleen tot alles in staat, maar ook tot alles bereid. Doel is elkaar te verslaven, tot onmatig gebruik te verleiden. De bestelling bij McDonalds die voor slechts één euro kan worden uitgebreid, de wereld van de eenmalige korting voor wie een paar stuks extra bestelt, de belachelijk lage prijzen voor een ticket voor wie op tijd boekt. We raken verstrikt in een web. Een onpersoonlijk web, dat over ons oordeelt, ons duwt en tot aanpassing dwingt en ons voortdurend verleidt. Tot we geen kant meer op kunnen. De kant van anders is onmogelijk begaanbaar. De enige kant die we op kunnen is die van méér. Er zijn nu mensen die niet worden aangenomen in een baan omdat er op internet niets over ze te vinden was óf omdat wat er te vinden was, de baas of de opdrachtgever niet beviel. Je merkt het wel, Dennis. Onbehagen en onvrede. Achterdocht. Maar ik kan deze gedachten niet loslaten. Ik zit ook in mijn eigen opvattingen gevangen. 12 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
Beste Harry, Zonder oordelen leven, nergens een mening over hebben, is extreem moeilijk zo niet onmogelijk. Dat is ook niet erg, zolang je maar beseft dat het tijdelijk is, een voorlopige mening, open voor een verbeterde versie. Dat is leren. En dat je in de tussentijd je mening dan ergens over ventileert is prima en dat kan meerdere doelen hebben, prikkelen, informeren, helpen een richting te kiezen, duiden of anderszins. Vaak wordt op het moment dat je je mening opschrijft eigenlijk pas duidelijk, ook voor jezelf, wat je nou eigenlijk ergens van vindt. En op het moment dat je dit deelt met anderen stel je je kwetsbaar op. Men kan gaan schieten… We moeten wel uitkijken dat we (onbewust) niet steeds bevestigd worden in onze overtuigingen. Het voorschotelen (via een zoekmachine of Netflix of websites) van datgene wat ik leuk of interessant vind en er zodoende steeds wordt bevestigd in mijn eigen beeld van hoe ik denk dat de realiteit in elkaar steekt, is een hele enge ontwikkeling en dat zal het leren wel degelijk in de weg staan. Erachter komen in hoeverre we nog daadwerkelijk via het internet ongemanipuleerd aan de slag kunnen, zou wel eens heel ontnuchterend kunnen werken. Ondertussen moeten we toch niet bang zijn om een oordeel te geven. Vaak hoor je mensen zeggen: ‘ik geef geen waardeoordeel hoor, ik wil alleen maar zeggen dat…’ Zo bang om elkaar te kwetsen. Op het werk zijn je collega’s ingehuurd om met hun kennis van zaken wel degelijk een waardeoordeel te geven van je plannen of van de resultaten. Dat goed met elkaar bespreken en daar conclusies uit trekken is de manier om samen te leren en vooruit te komen. Peerreviews zijn in principe goed. Het is fijn om te lezen hoe andere klanten het product of de service ervaren hebben. Dat voelt authentieker dan de reclameboodschappen. ‘Wij van WC-eend…’ Echter, hoe kunnen we weten dat wat we lezen ook echt door ‘peers’ geschreven is en niet toch door eigen mensen of door eigen ‘bots’. Dat is beangstigend, want dan worden we gemanipuleerd en zelfs als het echt is maar ze laten de slechte reviews weg, dan ben je ook misleid. Dus je gevoel van onbehagen en achterdocht deel ik absoluut en waarschijnlijk velen met jou. Mijn zoontje van 10 die voor de lol na het verlaten van een wc op het vliegveld op het rode sippe
DIALOOG
plaatje drukt in plaats van de groene smiley, beseft niet dat hij de schoonmaker in de problemen kan brengen. Zonder een gezonde interpretatie van reviews wordt het gevaarlijk. En vooralsnog denk ik dat hiervoor goedwillende mensen nodig zijn voor deze interpretatie en hetzelfde geldt voor het gebruik van ‘big data’ en bijvoorbeeld het interpreteren van de internetgegevens van potentiële werknemers. Dat is de grote uitdaging: hoe gaan we gebruik maken van al deze nieuwe technologische ontwikkelingen met het welzijn van de mens als begin- en eindpunt. Beste Dennis, We leggen elkaar in onze samenleving voortdurend het vuur aan de schenen. En zo ontstaat spanning tussen iedereen over alles. Wat mij opvalt is dat steeds vaker evaluaties verschijnen waarin ‘wat vind je’, plaats maakt voor de vraag ‘wat zag je, wat is er in jouw ogen gebeurd?’. Het vergt het vermogen om kennis te nemen van elkaars ervaringen zonder meteen in oordelen en cijfers te vervallen. Oordelen staan leren in de weg en maakt angstig om avonturen aan te gaan. Als we elkaar voortdurend cijfers geven, maken we elkaar kopschuw. Als we niet oppassen, voorkomen we de ontmoeting en het goede gesprek, en menen we aan ratings genoeg te hebben. Het nadeel openbaart zich.
Ik betrap me erop niet naar een film te gaan die een lage rating heeft en boeken die niet minstens vier sterren hebben, niet meer te lezen. Dan verarmt ons bestaan en dreigt eenvormigheid. En dan ontstaat een vreemde ironie. Door van alles ‘het beste’ te willen We zijn benieuwd hebben, gaat alles op elkaar lijken. In naar uw mening onze drang te willen winnen, verliezen over deze editie. Schrijf ons! we het ongedachte en onverwachte. redactie@ theoptimist.nl En dwingen we het afwijkende naar de marge. Dat zou zonde zijn.
Superfoods hebben er een concurrent bij: moringa. Het is een klein plantje uit India vol met eiwitten, aminozuren en welgeteld 27 vitamines en 46 antioxidanten. Lisa Curtis van Kuli Kuli Foods heeft het product vermarkt en ze bestrijdt er armoede mee. Naarmate we ouder worden neemt het enzym elastane in de huid af, waardoor we sneller rimpels krijgen. Wetenschappers hebben echter ontdekt dat het extract van de esdoornbladeren, Maplifa (spreek uit: meep-LIEFuh), de afname vermindert. Dit zou zomaar het alternatief kunnen zijn voor synthetische antirimpelcrèmes. Wetenschappers hebben een revolutionaire geneeswijze ontdekt. Een korte wandeling van 20 minuten bleek namelijk net zo effectief als een dosis ADHD-medicatie. Door die dosis groen konden kinderen tijdens het onderzoek veel makkelijker puzzels oplossen. Natuur als medicijn dus. Bankieren zonder dat er een bank aan te pas komt. Met de mobiel bankieren app van SoFi kan het. Het bedrijf verdient zijn geld daarbij niet op basis van transacties, maar met het vergaren van data. Zo weet u tevens hoe gelijkgestemde gebruikers met hun geld omgaan en zij weten dit ook van u natuurlijk. Particulieren shoppen steeds vaker tweedehands. In ieder geval bij het online verkoopplatform United Wardrode. In het eerste half jaar verkocht het platform een half miljoen kledingstukken, terwijl dit volume in 2017 over het gehele jaar werd behaald. Over 2018 verwachten ze nu 250 procent groei te behalen. Nieuwe zonwering kan op basis van de techniek van DENNENAPPELS worden gemaakt. Dennenappels weten namelijk precies wanneer ze hun zaden moeten blootleggen of wanneer niet. Een dame werkte het principe uit als postdoctoraal student aan de ETH Zurich’s Institute for Building Materials. Leerlingen op een middelbare school in India leerden bedrijven een lesje door ze te confronteren met hun eigen geproduceerde afval. Ze verzamelden 20.224 wikkels die ze terugstuurden met het verzoek om de verpakkingen eco-vriendelijk te maken. MEER GOED NIEUWS OP DE VOLGENDE PAGINA >
Goed nieuws
•
•
•
•
•
•
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 13
ODE AAN...
Ode aan No NoCx Er is een nieuw woord in omloop: NoCx (spreek uit: noks). Het woord is een acroniem voor No Communication Xenobiotica en slaat op alle stoffen die niet in ons lichaam thuishoren en daardoor bijdragen aan gezondheidsproblemen. Als u niet weet wat NoCx zijn en wat ze doen, herkent u ze niet bij het boodschappen doen en kunt u ze niet vermijden. We eten ons dan ziek. De vrouw die het woord in het leven riep, orthomoleculair therapeut Ineke Haisma, schreef er al verschillende boeken over. Haar missie is duidelijk: zorgen dat het woord ‘NoCx’ in de Van Dale komt en dat wij met z’n allen kiezen voor ‘No NoCx’. Op pagina 78-79 leest u haar ingrediënten voor een NoCx-vrij kerstdiner. | DE REDACTIE
14 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
MAATSCHAPPIJ ONDERSTROOM
Slim Opgewekt zet in op het realiseren van impact
Een opvallend initiatief is duurzaamheidsversneller Slim Opgewekt, dat een betere wereld wil achterlaten voor de volgende generatie. Om dat te bereiken, treedt Slim Opgewekt op als ‘verduurzamingspartner’, gericht op meer bewustwording en gedragsverandering rondom klimaatverandering en -verbetering. Medeoprichter Leonn Sekender: ‘Wij geloven dat we een betere wereld creëren door het daadwerkelijk realiseren van duurzaamheid. We kijken waarom het nu niet gebeurt en heffen deze drempels op.’ Het daadwerkelijk realiseren van duurzaamheid is dus de bepalende factor.
Slim Opgewekt verduurzaamt maat schappelijk vastgoed (scholen, sport clubs en zorginstellingen) via procesbegeleiding; van strategisch advies en financiering, tot inkoop, realisatie en beheer. De aanpak bestaat uit een helder financieel plan, het enthousiasmeren en bewustmaken van leerlingen, medewerkers en/of cliënten, het realiseren van zonnestroom en de installatie van een ledlichtsysteem (de zogenaamde Educube). Deze koplopers zijn ervan overtuigd dat de meeste impact wordt bereikt via bewustwording en vervolgens gedragsverandering van alle betrokkenen. Om die reden organiseren zij ludieke acties, lesprogramma’s en educatieve workshops voor leerlingen, docenten, medewerkers en cliënten. ‘We bereiken de meeste impact door niet alleen techniek in te zetten, maar ook mensen bewust te maken van duurzaamheid en daarmee hun gedrag te veranderen. Daarom is bewustwording en daaruit voortvloeiend gedragsverandering voor ons even
belangrijk als duurzame techniek’, aldus medeoprichter Hilde van Dijk. Een belangrijke randvoorwaarde is de financiële haalbaarheid. ‘Een duurzame oplossing is ook financieel duurzaam en niet belastend voor de toekomstige generatie’, voegt derde oprichter Rob Wieggers toe. Daar worden we opgewekt van. | BRIAN DE MELLO
Over Slim Opgewekt Slim Opgewekt bestaat uit Slim Opgewekt Scholen, dat in 2012 is opgericht. In 2014 is Sportief Opgewekt ontstaan, deze tak is volledig gericht op sportclubs. Onze Zorg is Opgewekt – voor zorginstellingen – bestaat sinds 2016. De afgelopen jaren is Slim Opgewekt gegroeid van vier Arnhemse ondernemers tot ruim veertig teamleden. Dit jaar zijn ruim 114 locaties verduurzaamd, ruim 90.000 mensen bereikt en is er actief bijgedragen aan 1,6 miljoen kilo CO2-reductie. Meer informatie: www.slimopgewekt.nl
De stad Vaxjo is het schoolvoorbeeld voor het terugdringen van broeikasgassen. De stad met 66.000 inwoners drong de CO2 terug met 58 procent in de periode van 1993 tot 2016. Gemiddeld is dit een vermindering van 3,7 procent per jaar. Ook bleef de economie groeien met 1,33 procent per jaar. IKEA komt op de markt met een opzetstuk voor kraan, waarmee 98 procent water kan worden bespaard. De bedenker is de Zweedse hoogleraar Kaj Mickos. Hij vond het hoog tijd om de waterverspilling aan te pakken. Ruim honderdduizend Nederlandse bedrijven die meer dan 50.000 kWh stroom of 25.000 m3 gas verbruiken, zijn volgend jaar verplicht energiebesparende maatregelen te treffen en dit te melden. De regionale milieudiensten hebben daarbij het bevoegd gezag om ondernemers vanaf 1 juli 2019 te controleren. Bent u al op plastic dieet? Door simpelweg niet voor plastic verpakkingen te kiezen, laat u uw stem horen aan de industrie. Bovendien is plasticvrij leven gezonder. Plastics lekken namelijk in ons voedsel. Wist u dat de Glycemische Index (GI) heeft veel zegt over ons eten? Eten met een lage GI zorgt voor minder bloedsuikerpieken en evenwichtigere bloedsuikers. Goed voor mensen met diabetes maar ook als u op dieet wilt. Vergelijk de voeding met een lage GI maar met een Mediterraans dieet. De schadelijke koraalduivel kan binnenkort wellicht automatisch verdreven worden. Studenten hebben een ‘selflearning’ robot ontwikkeld die de smakelijke dieren kan vangen voor de verkoop. Tegelijk worden daarmee de lokale vissen beschermd. Geef uw hersenen een oppepper met een kopje groene of witte thee. Ook koffie helpt ter bevordering van de concentratie. Wilt u helemaal een ‘boost’ om u te concentreren, dan werken ginseng en ginkgo (ook samen) erg goed. Invloedrijke miljardairs zoals Bill Gates en Mark Zuckerberg investeren in twee nieuwe ENERGIEOPSLAGBEDRIJVEN. Met behulp van het door hen opgerichte fonds Breakthrough Energy Ventures (BEV) werken ze – vooralsnog zonder winstoogmerk – aan de techniek voor de opslag van energie.
Goed nieuws
•
•
•
•
•
•
•
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 15
ONDERSTROOM BOEKEN
U had vroeger waarschijnlijk ook een Bullshit Job
Hij raakte in 2000 betrokken bij de Global Justice Movement en sindsdien wordt hij gezien als prediker van verzet, ook al noemt hij zichzelf een conventionele docent antropologie aan de London School of Economics. David Graeber kreeg al eens het predikaat professor of resistance and revolution (professor van verzet en revolutie) toebedeeld en hij stond aan de wieg van de Occupybeweging van 2011. DOOR: BRIAN
DE MELLO
Zijn Amerikaanse broodheren waren niet blij met Graebers betrokkenheid en zijn tegendraadse opstelling; hij werd, zoals hij zelf zegt, ‘de VS uitgeschopt’ en zocht zijn heil in Londen. Daar schreef hij onlangs het 16 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
boek Bullshit Jobs, dat deze zomer uitkwam in het Nederlands. Wij zochten hem op tijdens de boekpresentatie in Amsterdam. In het Leidsepleinse straatbeeld valt hij niet op; een gewone, blanke
man van middelbare leeftijd, met een overhemd dat deels uit de broek hangt, haartjes niet recent gekamd. Wie zou vermoeden dat hier een aanjager van verandering staat die anderen aanzet om grondig na te denken over hun bestaan, hun werk en hun missie in het leven? Graeber voelt zich thuis in Amsterdam, maakt grapjes met zijn publiek en laat zien dat hij het geven van kritiek heeft verheven tot een kunst. De oorsprong hiervan ligt mogelijk in het feit dat hij zich altijd een outsider heeft gevoeld in de academische wereld. Hij is niet de standaard antropoloog die die wereld bekijkt, analyseert, beschrijft en doorgaat naar het volgende project. Graeber ziet, graaft en stelt aan de
BOEKEN ONDERSTROOM
‘We leven in een idioot systeem en dat moet veranderen.’
kaak – vaak tot zijn eigen verbazing op revolutionaire wijze.
Viraal artikel Zo ontstond ook zijn nieuwste boek. Tijdens bijeenkomsten kwam hij steeds vaker mensen tegen die, wanneer hij ze vroeg wat ze voor de kost deden, in alle eerlijkheid zeiden: ‘Eigenlijk niks. Ik update m’n Facebookprofiel, stuur wat e-mails, surf op het web. Ik zou mijn weektaak in twee uur kunnen doen, maar zeg dat maar niet tegen m’n baas!’ Dat bracht hem ertoe om vooral kantoorwerkers te vragen naar hun dagelijkse werk. De antwoorden die hij kreeg vielen met regelmaat in de categorieën: ik doe niets, ik doe niets zinnigs of mijn werk is te automatiseren. Toen
een bevriende uitgever hem vroeg een artikel voor een nieuw tijdschrift te schrijven, besloot hij – bijna voor de grap – het onderwerp Bullshit Jobs te belichten. Waar komt dit fenomeen vandaan? ‘Honderd jaar geleden voorspelde econoom John Maynard Keynes dat we honderd jaar later in vrijheid en weelde zouden leven omdat het meeste werk geautomatiseerd zou zijn’, legt Graeber uit. ‘De mens zou hooguit vijftien uur per week hoeven werken en verder kunnen genieten van een relaxt leven. En waar staan we nu? Feitelijk is veel van het werk uit de jaren dertig van de vorige eeuw geautomatiseerd, maar toch zit iedereen vol in een baan. Het lijkt wel of er een kwade genius is opgestaan
die allerlei administratieve, management- en supervisiebanen heeft gecreëerd. We zitten opgezadeld met het idee dat mensen continu zouden moeten werken, omdat het fout is om niets te doen.’ Voordat hij het wist ging zijn artikel viral. Binnen enkele weken werd het over de hele wereld vertaald, kranten publiceerden erover en mensen stuurden hun bekentenissen in: ook zij hadden een bs-job. Onderzoekers kwamen erachter dat in het Verenigd Koninkrijk 37 procent van de werkers hun baan als betekenisloos omschreef. In Nederland was dit zelfs veertig procent. Graeber: ‘Via Twitter vroeg ik mensen met een Bullshit Job om mij te vertellen wat hun werk inhield. Ik ontving 300 verhalen. Van bewakers in musea die in een lege zaal moesten surveilleren tot bedrijfsjuristen die oprecht vonden dat hun bijdrage aan de maatschappij nul komma nul was. Verbazingwekkend was het om te horen dat mensen met “echte” beroepen, zoals basisschoolleraren en hoveniers, hadden besloten om over te stappen naar een beter betaalde kantoorbaan, maar er vervolgens achter kwamen dat ze zinloos werk deden.’
Soorten nutteloos werk Naarmate het onderzoek vorderde en zijn inzicht groeide, kwam Graeber tot een classificatie van verschillende soorten Bullshit Job. Allereerst zijn er de Flunkies. Mensen met zo’n baan NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 17
ONDERSTROOM BOEKEN
zijn er louter en alleen om iemand anders een zekere status te geven of om hem/haar er goed uit te laten zien. Binnen grote organisaties ontlenen managers en directeuren hun aanzien vaak aan het aantal medewerkers dat ze ‘onder zich’ hebben. Er is dan ook geen enkele prikkel om met minder mensen hetzelfde werk te doen, laat staan om overbodig voetvolk te ontslaan. Als tweede groep zijn er de Goons; die hebben een baan, omdat de concurrentie ook gebruikmaakt van zulke functionarissen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan telefonische acquisiteurs en bedrijfsjuristen. Omdat anderen jagen, moeten wij ook jagen. Op zich nuttig werk voor het bedrijf als zodanig, maar het liefst zou de hele beroepsgroep niet moeten bestaan. Als derde categorie zijn er de Duct tapers. Zij lossen problemen op die er eigenlijk niet zouden moeten zijn; de servicemedewerker die wordt aangenomen om klagende klanten te antwoorden dat er te weinig monteurs beschikbaar zijn. Waarom werd er niet een extra monteur ingehuurd in diens plaats? Box tickers, de werkers van groep vier, zijn aangenomen zodat organisaties kunnen zeggen dat ze iets doen wat ze eigenlijk niet doen. Een onderzoekscommissie die niets onderzoekt, compliancemedewerkers die de indruk moeten wekken dat er aan regelgeving wordt voldaan. Tenslotte zijn er Taskmas18 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
ters, de mensen die onnodige supervisie op werkers uitoefenen of bs-jobs bedenken voor anderen. Dat mensen die vonden dat ze in een bs-job vastzaten zich vaker depressief voelen, verbaast Graeber niet. ‘We denken vaak dat mensen rationele economische denkers zijn die met de minste inspanning een maximale opbrengst nastreven en daar gelukkig van worden. Maar als je je werk zinloos vindt en er toch voor wordt beloond, begint dat te schuren. Nutteloosheid en depressiviteit hangen met elkaar samen. Het is bijna alsof bs-jobs opzettelijk proberen de ervaring van depressie te creëren. En alhoewel er nog geen onderzoek is gedaan naar het oorzakelijk verband, is wel al uitgebreid aangetoond dat in consumptiemaatschappijen depressie vaker voorkomt.’ Wie bepaalt of je een bs-job hebt? ‘Dat ben jezelf’, aldus Graeber. ‘Ik ben niet de persoon om te bepalen dat jij wel een zinvolle baan hebt en hij niet. Wat mij boeit is dat mensen dat over zichzelf zeggen, en waarom ze dat doen.’ Op de vraag of je gelukkig kunt zijn met een bs-job antwoordt hij stellig: ‘Ja, het kan, maar het is niet gebruikelijk. In Nederland zegt slechts zes procent dat ze blij zijn met hun bs-job. Dit zijn vaak mensen die – zonder zich al te veel illusies te maken – heel bewust kozen voor hun baan, leuke collega’s hebben en niet op hun vingers worden gekeken door een baas. Dan kun
je inderdaad gelukkig zijn.’ Opvallend is dat wanneer mensen wordt gevraagd of ze op dit moment een bs-job hebben, slechts tien tot vijftien procent hier ‘ja’ op antwoordt. Veel mensen geven hun baan als zodanig niet de kwalificatie ‘volledig nutteloos’, maar vrijwel iedereen vindt een deel van zijn of haar werkzaamheden zinloos. ‘Dat percentage ligt al gauw rond de veertig procent’, bevestigt Graeber. ‘Denk aan mensen in de verpleging, die veel tijd kwijt zijn met papierwerk terwijl hun hart ligt bij de zorg voor patiënten. Automatisering en digitalisering hebben natuurlijk een belangrijke rol gespeeld in het verminderen van saai werk en het verhogen van efficiency, maar ik ben bang dat het per saldo heeft geleid tot meer bs-jobs.’
Revolutionaire antwoorden Waar ligt het antwoord op de vraag hoe we ervoor kunnen waken in een bs-job te belanden? Volgens Graeber
BOEKEN ONDERSTROOM
‘Als je je werk zinloos vindt en er toch voor wordt beloond, begint dat te schuren.’
komt al het zinvolle werk voort uit caring labour, de zorg voor anderen. ‘Zelfs het bouwen van een brug kan je zien als een zorgtaak, want je wilt ervoor zòrgen dat mensen veilig een rivier kunnen oversteken.’ Graeber geeft hiermee een mooi voorbeeld, maar het klinkt achteraf gezien nogal wrang als een paar maanden later het brugdrama in Genua plaatsvindt – en sommige Italiaanse constructeurs en controleurs zich realiseren dat ze geen bs-job hadden. Tot slot de hamvragen: hoe heeft het zover kunnen komen en wat kunnen we als maatschappij eraan doen? Graeber ziet een verandering in de wijze waarop we zijn gaan kijken naar de zin van ons bestaan. ‘In de negentiende eeuw werd werk gezien als bron voor de creatie van welvaart. Werk was waardevol vanwege de productiviteit en dat gaf het leven zin. Rond de overgang naar de twintigste eeuw kwam er een omslag en zeiden we tegen elkaar dat niet werken hetgeen was waar we ons bestaan mee moesten rechtvaardigen, maar
het consumeren. En daarmee groeide het aantal bs-jobs. We leven in een idioot systeem en dat moet veranderen. Het verbaast me dat mensen dat ontkennen. Ze zouden er goed aan doen om zich te realiseren in welke omstandigheden ze leven en werken. Het lijkt soms wel alsof het wordt aangeleerd om het niet te zien, terwijl ze intuïtief wel het besef hebben dat er iets mankeert. In die zin is mijn boek een mooi excuus om mensen te laten praten over iets wat ze eigenlijk allang weten.’ En met een knipoog: ‘Je kunt het ook cadeau geven aan een vriend die volgens jou een bs-job heeft, om de discussie op te starten – zodat er iets verandert.’ David Graeber beschouwt het als de hoogste prioriteit dat we het probleem niet groter maken dan het al is. Dat betekent vooral: de overwoekerende bureaucratie aanpakken. Er zijn volgens hem twee mogelijke manieren om dat te doen. ‘De eerste is om bij wet een lager aantal werkuren per week vast te stellen. De gedachte is dat je organisaties daarmee dwingt om het zinloze werk achterwege te laten en te focussen op het zinvolle werk. Ik heb daar wel mijn twijfels over. Bedrijven zouden dan misschien meer mensen voor minder uren per week aannemen en terloops afscheid nemen van degenen die ze als nutteloos bestempelen. Dat is een ongewenst bijeffect. De tweede optie heeft mijn voorkeur: geef iedereen
een basisinkomen. We zouden een onderscheid moeten maken tussen werk en levensonderhoud. De enige reden waarom mensen doorgaan met het “werken” in een bs-job, is dat ze daarmee geld verdienen om de huur of hypotheek te kunnen betalen. Als de noodzaak daarvoor verdwijnt, zullen ze stoppen met zinloos werk doen. De huidige experimenten met het basisinkomen zijn nog gering in omvang maar wel positief. Alle bezwaren zijn van tafel te vegen, dus ik geloof echt in het nut van het basisinkomen. Daar zouden we wereldwijd naartoe moeten, een universeel basisinkomen, maar dat is een beleidskeuze. Wat we vooral nodig hebben is een fundamentele, morele en conceptuele revolutie in ons denken over de waarde van werk. Een verschuiving van het productie-denken naar het zorg-denken is volgens mij essentieel om tot verandering te komen. Ga maar na: het meeste werk gaat niet over het produceren van iets, maar over het onderhouden en verzorgen van iets; een mens, een dier, een plant, een ding. Ik zeg altijd: een kopje maak je één keer en je wast het duizend keer af. Werk draait om het in standhouden, het verzorgen van elkaar en onze omgeving. Dit alles vraagt om een drastische politieke wijziging. Maar ach, ik ben per slot van rekening altijd wel “in” voor een revolutie.’
•
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 19
ONDERSTROOM MILIEU
Naar Footprint Justice De wereldbevolking is in de afgelopen honderd jaar gegroeid van een kleine twee miljard naar ruim 7,6 miljard mensen. De mens-onterende armoede is nog steeds de wereld niet uit en we worden geplaagd door toenemende ecologische schade met grote sociale gevolgen. Klimaatontwrichting, de sterke afname van de biodiversiteit, vervuiling van de lucht en oceanen en teruglopende voedselopbrengsten als gevolg van een verdorrende aarde. Geen wonder dat meer dan vijftienduizend wetenschappers uit 184 landen onlangs de noodklok luidden. DOOR: ROLAND
PLUUT
Jan Juffermans, lid van de Werkgroep Voetafdruk Nederland en de Wereld Federalisten Beweging Nederland (WFBN), heeft een creatieve manier gevonden om dit probleem op te lossen. Iedereen krijgt een aandeel in de Aarde*. Hij noemt het een ‘rechtvaardige ingreep om de Aarde leefbaar te houden’. 20 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
Hoe bent u op het idee van een Aarde-aandeel gekomen?
Getallen over de wereldwijde, scheve verdeling van grondstoffen hadden me al rond 1970 wakker geschud. Het bleef me bezighouden en op basis van het Brundtland-rapport van 1987 publiceerde ik in 1989 een artikel in de Volkskrant over het feit
dat de rijke landen met hun onevenredig grote claims op de mondiale grondstoffen de mensenrechten schonden. De situatie is daarna nog verergerd, maar er wordt vreemd genoeg nog steeds geen mensenrechtenkwestie van gemaakt. Eind 2016 mocht ik de Domela Nieuwenhuislezing houden. Domela Nieuwenhuis
MILIEU ONDERSTROOM
was in zijn tijd de uitgever van het tijdschrift ‘Recht voor Allen’. Dat stimuleerde me om in die traditie mijn zoektocht te presenteren naar het recht op een Eerlijk Aarde-aandeel, een Fair Earth Share, termen die verbonden zijn aan het model van de Mondiale Voetafdruk. Wat is een Eerlijk Aarde-aandeel?
Volgens de liberale filosoof John Locke (1632-1704) mag een individu niet ongelimiteerd stukken natuur voor zichzelf claimen, omdat de planeet eindig is. Je mag voor eigen behoefte een gedeelte van de vruchten van de natuur gebruiken, zolang er voor anderen genoeg en van dezelfde kwaliteit over blijft. Niemand kan méér aanspraak maken op de natuur dan een ander, want de mogelijkheden die de natuur biedt, zijn niemands persoonlijke verdienste, zo redeneerde hij. Maar inmiddels gebruikt twintig procent van de wereldbevolking ruim tachtig procent van de wereldwijd beschikbare hulpbronnen. Hierdoor blijft er weinig over voor de rest van de wereldbevolking. Dat moet stoppen en alle bewoners van de Aarde horen evenveel te krijgen. Dat is een Eerlijk Aarde-aandeel. Maar hoe zouden we dat kunnen doen?
Eigenlijk staan we voor de eenvoudige vraag hoe we tien appels moeten verdelen onder tien kinderen. Het antwoord is overduidelijk, maar nu gaat het in de praktijk nog zo dat twee kinderen al direct acht appelen pakken. De andere acht kinderen moeten maar zien hoe ze onderling het restant verdelen. Als we dit vertalen naar de wereldsituatie, is het nog wat erger. Met ‘ontwikkelingssamenwerking’ wordt formeel nog
wat geholpen om de ergste nood hier en daar te lenigen, maar intussen is gebleken dat we een veelvoud aan geld uit die landen weten weg te halen via slimme belastingconstructies, manipulatie met prijzen binnen multinationals en veel te lage prijzen voor grondstoffen en producten. Dat wordt ‘omgekeerde ontwikkelingshulp’ genoemd. Professor Jan Tinbergen berekende ongeveer vijftig jaar geleden al dat de rijke landen eigenlijk twee procent van hun bruto nationaal product zouden moeten investeren in arme landen om binnen afzienbare tijd tot een gelijk niveau te kunnen komen. Het werd in de praktijk maar 0,7 procent en wordt nu – ook in Nederland – steeds minder. Ik vind dus niet alleen dat er meer ontwikkelingssamenwerking moet komen. Ik vind dat we meer van ‘onze’ rijkdom moeten delen.
‘Een Eerlijk Aarde-aandeel is een Mensenrecht.’ Wat is uw eigen Aarde-aandeel?
Door bijna vijftig jaar ervaring is mijn huidige voetafdruk ongeveer 1,9 gha (mondiale hectare). Mijn huis werd in 2015 gasvrij en energieneutraal gemaakt; ik leef nu geheel van de zon. Ik heb zelfs een elektrische fiets. Ook heb ik al sinds 1980 geen auto meer en ik vlieg sinds 1978 niet meer voor mijn plezier of voor vakantie. Door mijn werk was ik een enkele keer genoodzaakt toch het vliegtuig te nemen, maar dat deed ik alleen als het echt niet anders kon. Sinds 1975 eet ik vegetarisch. De NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 21
ONDERSTROOM MILIEU
Wereldmaaltijd (zie pagina 48, The Optimist 178) is ook een goed voorbeeld van leven binnen het eigen Aarde-aandeel. Ik ken de Wereldmaaltijd goed en heb er diverse malen van genoten. Ik was ook betrokken bij de plannen en hield er wel eens een lezing over in Den Haag. Het paste helemaal bij het werk van De Kleine Aarde. Ik eet dus met smaak en ik maak nog steeds prachtige reizen. In 2004 reisde ik bijvoorbeeld geheel over land naar China, via de zijderoute. Daarna reisde ik met de Mongoliëen Trans-Siberië-expres terug naar Nederland. Die reis duurde in totaal drie maanden en was fantastisch. U zei dat u vindt dat de oneerlijke verdeling een schending van de mensenrechten is. Kunt u dat toelichten?
In 2006 kwam mijn boek uit over de Mondiale Voetafdruk met daarin een speciaal hoofdstuk over mensenrechten en voetafdrukken. Ik ging toen een exemplaar van het boek
aanbieden aan Amnesty International in Amsterdam en wees vooral op dat mensenrechten-hoofdstuk. Mijn voorstel was dat in hun jaarlijkse rapportages ook de schendingen van de rijke landen zouden worden opgenomen, vanwege hun onrechtmatige grote Mondiale Voetafdruk. Dat zou tevens de rapportages evenwichtiger maken, want doorgaans zijn het vooral de minder rijke landen waarover mensenrechtenschendingen worden gemeld. Pas na enige maanden kreeg ik per brief het bericht dat men het voorstel niet kon oppakken. Jaren later heb ik het ook nog geprobeerd via het hoofdkantoor van Amnesty International in Londen, maar ook daar viel het idee helaas niet in goede aarde. Gelukkig is er ook een grote groep mensen die mijn gedachtengoed deelt. De mensen om mij heen, vrienden, bekenden en familie helpen me. Maar ook met de Liga voor de Rechten van de Mens, het Platform Duurzame en Solidaire Economie en de Werkgroep Voetafdruk Nederland onderhoud ik warme contacten. Ik heb inmiddels zelfs contact met het Vredespaleis.
In welke richting moeten we het dan zoeken? Hoe kunnen we de overbelasting van de Aarde verminderen en tegelijk een rechtvaardige verdeling bereiken?
Met de Werkgroep Voetafdruk Nederland hebben we daar voorstellen voor uitgewerkt in een nota. Je komt uit bij quotering, dat effectief is én rechtvaardig. Het is rantsoenering waarbij iedereen gelijk wordt bedeeld. En tegelijk wordt uitgegaan van veilige plafonds (bijvoorbeeld voor de uitstoot van CO2) en duurzaam beschikbare hoeveelheden van grondstoffen. Voor CO2 is door de Engelsman David Fleming al een slim systeem uitgewerkt met Tradable Energy Quotas. In het stappenplan van onze quoteringsnota stellen we voor daarmee te beginnen. Omdat ons gebruik meer behelst dan energie, en ook het gevaar bestaat dat er een vlucht komt naar nog meer landgebruik voor schadelijke energieteelten (zoals koolzaad, maïs en palmolie), stellen we voor om vervolgens naar quotering van voetafdrukken te gaan. We kunnen bijvoorbeeld via een elektronisch betaalsysteem iedereen een jaarlijks quotum geven van 25.000 vierkante meter. Bij elke aankoop wordt dan een paar vierkante meter afgeboekt. Een dergelijk ‘Balansgeldsysteem’ is door Bert Vink beschreven. Op Europees niveau zijn er al diverse conferenties geweest over quotering, en met name in België, Engeland, Hongarije en Spanje zijn er collegagroepen ook mee bezig. Dat kan toch nooit werken? In het westen wil men hier vast niet aan.
Ik snap dat mensen dat denken. Maar wij denken dat een derge22 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
MILIEU ONDERSTROOM
met mensenrechten. Mijn voorstel is om er in 2019 maar eens een punt van te maken, een effectief punt. Want het ‘Recht voor Allen’ is nog ver te zoeken. Het is de hoogste tijd voor Voetafdrukrechtvaardigheid, ofwel Footprint Justice. Waarschijnlijk moeten er weer rechters aan te pas komen, net als bij de klimaatzaak van Urgenda.
‘Twintig procent van de wereldbevolking gebruikt tachtig procent van de hulpbronnen.’ lijk plan wel degelijk opgepakt zal worden zodra mensen massaal in opstand komen als de prijzen van bijvoorbeeld energie, vlees en vliegen zo hoog worden dat alleen de rijken het nog kunnen betalen. Dan moet er een goed quoteringsplan op de plank liggen. Eigenlijk zou quotering niet nodig moeten zijn. Iedere wereldburger heeft immers al recht op voedsel, huisvesting, kleding, water, onderwijs en dergelijke via de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Voor al die rechten heb je nou eenmaal enige ruimte op Aarde nodig, dus in principe bestaat het mensenrecht op een eerlijk Aardeaandeel al! Er zullen helaas juristen aan te pas moeten komen om dergelijke rechten ook afgedwongen te krijgen. Iedereen kan natuurlijk ook zelf al werken aan een eerlijke voetafdruk. Want de getallen van het Mondiale Voetafdruk-model laten
nuchter zien hoe de verhoudingen liggen en waar we zelf ongeveer recht op hebben. Het model geeft gelukkig wel de vrijheid om invulling te geven aan je eigen leven, mits er voor anderen maar genoeg en van dezelfde kwaliteit overblijft. Natuurlijk komt voor ieder individu meer ruimte beschikbaar wanneer we erin slagen om de wereldbevolking én de veel te grote voetafdrukken te verkleinen. Hoe reageert het College voor de Rechten van de Mens op deze plannen?
In 2015 stuurde ik, op hun uitnodiging, een zienswijze over mensenrechten en voetafdrukken naar het College voor de Rechten van de Mens, met een verwijzing naar het Living Planet Report, waarin alle landen staan met hun voetafdruk. Daarna bleef het lang stil, en bij navraag bleek dat er met mijn zienswijze niets was gedaan. Op mijn verzoek om een inhoudelijke reactie werd niet ingegaan. Ook op een vriendelijk voorstel tot een gesprek in 2017 werd niet gereageerd. Op basis van de beschreven ervaringen moet ik dus helaas concluderen dat velen nog wegkijken bij de confrontatie met de cijfers van onze grote Mondiale Voetafdruk en de relatie
Jan Juffermans (Oegstgeest, 1945) werkte na en tijdens enkele jaren studie marketing, sociologie en filosofie op de afdeling Publiciteit van AKZO/Sikkens in Sassenheim. Daarna werkte hij enige tijd als adjunct-directeur bij de microficheuitgeverij Inter Documentation Company in Leiden. In 1978 ging hij als hoofdredacteur/uitgever naar het Ecocentrum De Kleine Aarde in Boxtel, waar hij in verschillende functies tot zijn pensioen in 2010 bleef werken. Zijn inzet voor de intussen opgerichte Werkgroep Voetafdruk Nederland (www.voetafdruk.eu) en het Platform Duurzame en Solidaire Economie (www.platformDSE.org) ging na zijn pensioen gewoon door. Hij is ook actief voor de lokale werkgroep Transitie Boxtel en de mondiale campagne Fossil Free.
•
* Juffermans pleit voor het gebruik van een hoofdletter in het woord Aarde, als we hiermee onze planeet aanduiden. Andere planeten worden immers ook met een hoofdletter geschreven. Onze eigen planeet verdient hetzelfde respect, volgens Juffermans. The Optimist volgt de standaard spellingsregels van het Genootschap Onze Taal, maar gebruikt in dit artikel – uit waardering voor Dhr. Juffermans – ook een hoofdletter.
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 23
Duurzame energie komt
van de maan De uitdaging waar we voor staan is gigantisch. ZeeĂŤn beuken in op onze kustlijnen en bedreigen het land, zeelui worden al eeuwenlang meegevoerd door de golven. Maar de beloning van de zee is even groot. De zee zou wel eens enorme hoeveelheden schone, betrouwbare en duurzame elektriciteit kunnen opwekken. DOOR: LISETTE
WEBER-ZIERE
24 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
REPORTAGE
De mensen die deze handschoen opnemen, moeten wel beschikken over een flinke dosis doorzettingsvermogen. Werken in een ongekend woeste, vernietigende omgeving is alleen voor de allersterksten weggelegd. De kosten zijn bovendien hoog, zoals wel blijkt uit het feit dat de Britse regering een investeringsplan van 1,3 miljard pond in een getijdeproject bij Swansea eerder dit jaar afwees. Maar de oceaan-energiesector zit vol met ideeën. Honderden bedrijven ontwikkelen allerlei bijzondere apparaten en mogen op miljarden dollars en euro’s aan financiële steun rekenen. Onder de meest serieuze opties is een apparaat dat gebruikmaakt van de getijden door middel van een soort onderwatervlieger van twaalf meter breed, die meebeweegt met het water.
Getijdenenergie ‘Wij vliegen mee op de getijden’, zegt Martin Eklund. Hij werkt bij Minesto, een bedrijf dat voor 25 miljoen pond dergelijke vliegers installeert in het noorden van Wales. ‘Het belangrijkste voordeel is dat we energie kunnen “oogsten” bij zelfs de kleinste hoeveelheid stroming. Die stroming is overal in overvloed aanwezig.’ Volgens de grootste supporters van oceaanenergie is het belangrijk dat we deze energiebron aanboren. De temperaturen lopen immers op en alle landen hebben steeds meer behoefte aan schone energie. Hoewel de productie van wind- en zonne-energie tussen 2013 en 2016 met ongeveer 75 procent is toegenomen, vormt het nog steeds slechts tien procent van de totale wereldelektriciteitsproductie en zelfs nog minder van de totale energiebehoefte. We hebben daarom alle vormen van duurzame energie nodig die er maar zijn. Daar valt ook zee-energie onder, zodat we kunnen blijven reizen, onze huizen verwarmen en nog veel meer. Een coalitie van 25 zeevarende landen, genaamd de Ocean Energy Systems, schat in dat de oceaan ons ongeveer 750 gigawatt aan energie kan opleveren in 2050. Dat is twee keer zoveel als nucleaire energie nu oplevert. De EU maakte een voorzichtigere inschatting met honderd gigawatt, genoeg voor tien procent van de Europese elektriciteitsbehoefte.
Golfenergie Veel landen, van Ierland tot Zuid-Korea, maken nu plannen om getijden- en golfenergie te gebruiken. In 2017 verdubbelde de hoeveelheid op deze manier opgewekte energie zelfs. Maar de totale hoeveelheid blijft in vergelijking met andere duurzame bronnen klein. China investeerde sinds 2019 al 200 miljoen dollar in oceaanenergie en de EU investeerde gezamenlijk drie miljard euro. Het gebruik van getijdenenergie is een geavanceerde technologie. Er wordt gebruikgemaakt van gigantische turbines die de stromingen van de getijden opvangen op dezelfde manier als windmolens dat doen. De eerste plek waar op die manier wordt gewerkt ligt bij Pentland Firth in het uiterste noorden van Schotland. Daar wordt inmiddels energie aan het netwerk geleverd. Maar in tegenstelling tot windmolens die met drie bladen het beste functioneren, kunnen de getijdenmolens ook met vier en zes bladen werken. En ook andere methodes worden onderzocht. Zo wordt op dit moment in Canada een systeem getest met bladen die als een soort spaken vanuit een ronde buitenkant naar binnen wijzen. Er zijn zelfs verticale turbines die spiraalvormig werken. NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 25
REPORTAGE
In Frankrijk ligt zo’n system voor de kust en ook China test die methode. Het opvangen van de kracht van golven is zelfs nog moeilijker. Zo’n systeem moet namelijk heel wat geweld kunnen overleven. Een technicus legt uit: ‘De kosten om iets te bouwen dat deze extreme omstandigheden kan weerstaan is eigenlijk het enige dat de technologie tegenhoudt.’ Er zijn op dit moment meerdere veelbelovende technologieën op dat gebied. Zo is er een systeem dat werkt met een soort spuitgat, zoals walvissen ook hebben. Een ander systeem maakt gebruik van boeien, die langs een paal op en neer bewegen. Als er een storm op komst is, kunnen de boeien duiken zodat ze niet beschadigd raken. Een vreemd gevormd apparaat, genaamd de pinguïn, maakt gebruik van een totaal andere methode. Het draait onder invloed van de golven in het rond. De makers zijn trots, want de pinguïn heeft al heel wat stormen overleefd en kan zelfs een jaar op zee blijven zonder onderhoud nodig te hebben. De WaveRoller maakt gebruik van gebruik van iets wat lijkt op roeispanen, lange flippers die onder de golven heen en weer bewegen. De Wave Piston maakt ook gebruik van roeispanen, maar dan in een buis van 185 meter lang, waar water (onder druk) door een generator beweegt. Maar al deze systemen werken op open zee. Nog bijna 26 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
niemand maakt gebruik van de getijdenwerking in lagunes. Daar zouden dan dammen moeten worden gebouwd die bij vloed het zeewater vasthouden en dan langzaam loslaten door turbines als het eb wordt. Alleen in Frankrijk en Zuid-Korea zijn tot op heden zogenaamde zeemuren gebouwd. Die muren werden niet specifiek voor dit doel gebouwd, maar men kon de de technologie toevallig toepassen in een muur die voor een ander doel werd neergezet.
Subsidies Welke technologie het uiteindelijk gaat worden in deze nieuwe industrie, moeten we nog afwachten. Nu al mag deze nieuwe energiesector rekenen op steun uit alle hoeken: van China tot Canada en Europa. Schone, duurzame energie van de zee is precies wat we nodig hebben, volgens eurocommissaris Karmenu Vella. ‘Het is een vernieuwende industrie met veel potentieel voor nieuwe banen en economische waarde. De wereld wordt bedreigd door de verwoestende effecten van het veranderende klimaat. Energie die we zelf kunnen opwekken helpt bovendien bij het reduceren van onze CO2-uitstoot.’ Denemarken is het grote voorbeeld in deze industrie. Dat land was een van de eerste die windturbines begon te ge-
REPORTAGE
volgens een voorspelbaar patroon lopen. Of zoals een van de ontwikkelaars zegt: ‘Zolang de maan rond de aarde beweegt, zal er getijdenenergie zijn. Maar je kunt soms dagenlang geen enkele wind hebben.’
‘Het is een vernieuwende industrie met veel potentieel voor nieuwe banen en economische waarde.’ bruiken en nam daarmee een grote voorsprong. Andere landen willen graag op het gebied van zee-energie het volgende Denemarken zijn. Het grootste obstakel in de commercialisatie van zee-energie is duidelijk zichtbaar langs de meeste kustlijnen. ‘Nu de kosten van windmolenparken op zee zo zijn gedaald, zijn er steeds meer van. Die industrie is inmiddels volwassen geworden, terwijl zee-energie zijn eerste stapjes nog moet nemen’, zegt eurocommissaris Vella. Dat is ook waarom de subsidiegelden eerder naar windmolenparken gaan dan naar zee-energie. Zonder subsidies blijft de technologie hangen tussen succesvolle testen en toepassing op grote schaal. Sommige ontwikkelaars vallen daarmee tussen wal en schip. Toch zijn er landen die nog steeds geloven in zee-energietechnologie. Canada betaalt iedereen die gebruik maakt van deze technologie een kleine toelage en van Frankrijk wordt binnenkort een belangrijke aanbesteding op dit gebied verwacht. De supporters van zee-energie hameren op de combinatie van wind- en zee-energie. Zij benoemen met name het feit dat de toevoeging van zee-energie aan het arsenaal van duurzame energievormen een belangrijke bijdrage gaat leveren aan de CO2-vrije wereld die we nastreven. Zeker omdat – in tegenstelling tot wind – de getijden
Voor de volledigheid, er is nog een laatste bron van energie in de oceanen die we niet hebben aangeboord: het verschil tussen warm en koud water. Dat temperatuurverschil kan namelijk ook elektriciteit opwekken. Net als de andere technologieën is deze methode van energie-opwekking nu al concurrerend met de dure dieselgeneratoren die afgelegen gemeenschappen nu gebruiken. Tevens is de seizoensgebonden grootte van de allergrootste golven nuttig. De stormen in de winter zijn bijvoorbeeld energierijker dan die in de zomer. Dat komt goed uit, want in de winter is doorgaans meer energie nodig dan in de zomer. Een belangrijke horde die nog moet worden genomen om deze technologie wereldwijd verspreid te krijgen, betreft niet alleen de prijs voor de turbines. Er moeten ook oplossingen komen voor het zeeleven rond de turbines. Zij mogen immers geen schade ondervinden van de apparatuur in zee. Tot op heden lijkt dat overigens mee te vallen; dolfijnen, zeehonden en vissen ontwijken de turbines uit zichzelf al. Dan is de enige vraag nog of zee-energie een grote nieuwe bron van duurzame energie zal worden in de komende jaren. Sommigen twijfelen nog. Anderen denken dat het alleen nog een kwestie van schaalgrootte is. Zo golven ook de meningen heen en weer, dag in, dag uit.
•
DIT ARTIKEL IS TOT STAND GEKOMEN MET HULP VAN AEON.CO
Aanvullingen en kosten
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 27
Het water aan de lippen Beukend tegen vliezen Maar al wat zij zag Haar vocht van tranen Vreugde uit de bron De gil die bevrijdt Op golven varende Liefde En het leven stroomt door FONS PHYTÉ
OMSLAGTHEMA
Water DOOR: DE
REDACTIE
Het is overal om ons heen, we bestaan er voor zeventig procent zelf uit en we lusten er wel pap van: water. Sinds honderden jaren is het in onze westerse wereld zo ingeburgerd, dat het met een simpele handbeweging uit de kraan komt. Warm of koud, kokend of bruisend zelfs. Een primaire levensbehoefte waar sommigen hun zwembad mee vullen, terwijl anderen wakker liggen van een lekkende kraan die de hele nacht blijft doordruppelen. Heeft u wel eens naast een serieuze waterval gestaan? Het geweld gehoord en gevoeld van een stortval aan water en u afgevraagd waar het vandaan komt, waar het naartoe gaat en wat er onder water allemaal gebeurt? Of heeft u stilgestaan bij de vanzelfsprekende oneindigheid van een oceaan? Maar wat als water niet zo vanzelfsprekend is? Als we er een ruimtereis voor moeten maken om het te vinden? Of als het in een land gewoon te heet is om in overvloed aanwezig te zijn? Of te zout om te drinken? Onze vindingrijkheid lijkt op alles een antwoord te kunnen vinden. Zelfs als we ons afvragen of water gewoon maar water is. Want hoe zit het met de onzichtbare dimensie van water? Is water altijd hetzelfde? Sommigen geloven heilig in de geest van water en de magische kracht die erin schuilt. Wij gingen op zoek en brengen een paar bijzondere verhalen voor u‌ boven water. •
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 29
OMSLAGTHEMA
Onze waterige kosmos Het grootste en diepste water dat we kennen, is nog nooit bevaren. Het heeft geen eilanden en geen kust, er zijn geen golven en de zon weerkaatst niet in het wateroppervlak. Deze donkere oceaan ligt dan ook niet op aarde. DOOR: TIM
FOLGER
Hij ligt op ongeveer 450 miljoen kilometer afstand, op Europa. Europa is in dit geval niet het continent op aarde, maar een van de 69 manen van Jupiter. Als we de ruimtesonde Galileo mogen geloven, is Europa bedekt met een immense zoute zee die vlak onder de gladde ijskappen ligt. Galileo vloog tussen 1995 en 2003 wel elf keer om Europa heen en ontdekte dit mysterieuze water. Waarschijnlijk is Europa’s oceaan meer dan negentig kilometer diep (dat is acht keer dieper dan het diepste punt van onze oceaan) en bevat het drie keer zoveel water als al het water van de aarde bij elkaar opgeteld. Europa is overigens bepaald geen unicum met zijn oceanen. Twee andere manen van Jupiter (Ganimedes en Callisto) hebben ook oceanen onder hun oppervlaktes. Titan en Mimas, manen van Saturnus, huisvesten waarschijnlijk ook oceanen. Van Enceladus, ook een maan van Saturnus, weten we inmiddels zeker dat er vloeibaar water onder de ijskorst ligt. Dat bewijs kwam van de Cassini ruimtesonde. Die wist beelden te maken van de geisers’ enorme, zoute waterfontein die zijn ijs en waterdamp enkele honderden kilometers de ruimte in sproeide. Cassini vloog er in oktober 2015 zelfs recht doorheen toen hij op een afstand van 45 kilometer boven het ijsoppervlak zweefde om monsters te verzamelen.
‘Niemand had verwacht dat er onder het oppervlak een oceaan zou liggen.’ 30 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
Water is overal Als we zeggen dat de overvloed en alomtegenwoordigheid van water in de buitenste ringen van ons zonnestelsel tegen de verwachtingen van wetenschappers in ging, doet dat geen recht aan de enormiteit van deze ontdekking. Voordat Cassini, Galileo en andere ruimtesondes hun bevindingen naar de aarde stuurden, was de consensus in de wetenschapsgemeenschap duidelijk: de manen rond Jupiter en Saturnus zijn net als onze maan en die van Mars – rotsig, met diepe kraters en droog. Leven heeft er geen enkele kans. ‘Niemand had verwacht dat er onder het oppervlak een oceaan zou liggen’, zegt Seth Shostark, astronoom bij SETI (Search for Extra Terrestrial Intelligence). ‘Dit ging voorbij de bestaande ideeën van welk land bewoonbaar is en waar leven mogelijk is. We zouden leven kunnen vinden op plaatsen waar we dat niet hadden verwacht. Ik denk dat er in ons zonnestelsel zeven plekken bestaan waar leven zou kunnen zijn. Daar zijn althans de voorwaarden voor leven aanwezig. Zeven! En de meeste zijn manen!’ Als er alleen al in onze uithoek van de kosmos zoveel water is, is het bijna zeker dat talloze andere planeten ook water bevatten. En dan zijn er ook nog de ontelbare manen rond die planeten. Astronomen hebben voorzichtig al een aantal ‘waterwerelden’ aangewezen voorbij ons eigen zonnestelsel. Dat zijn dus planeten zonder droog land. Achteraf gezien had de aanwezigheid van buitenaardse oceanen ons helemaal niet zo hoeven te verrassen. Waterstof vormt namelijk 74 procent van alle materie in het universum. Zuurstof is het op twee na meest voorkomende element. Als we de twee combineren krijgen we H2O, water dus. Astronomen hebben tot op heden sporen gevonden van bevroren water op onze eigen maan
OMSLAGTHEMA
en zelfs op Mercurius, de planeet die het dichtst bij de zon ligt. Water komt ook veelvuldig voor in de wolken tussen zonnestelsels en in schijfvormige, pasgeboren planetenstelsels. Zelfs de atmosferen van gigantische exoplaneten (planeten die niet om onze zon draaien) bevatten water. ‘De bestudering van exoplaneten heeft een explosieve groei doorgemaakt’ zegt Bonnie Meinke, wetenschapper bij de NASA. ‘In de afgelopen twintig jaar zijn we gegaan van een handjevol ontdekte exoplaneten naar enkele duizenden. We weten dat elke ster die we zien aan de hemel, één of meerdere planeten heeft. Ik denk dat we mogen verwachten dat de meeste van de planeten rond die sterren een vorm van water bevatten.’
Water = leven? Waar water is, zou leven kunnen zijn. ‘Volg het water’ is daarom al lange tijd de slogan van astrobiologen. Maar waarom is water zo essentieel? Dat heeft te maken met de chemische reacties die de ‘motor van het leven’ aandrijven. Die reacties hebben een vloeistof nodig om moleculen op te lossen en te transporteren door een cel. Water is een van de beste oplosmiddelen die we kennen. Het blijft vloeibaar onder veel temperatuuromstandigheden, meer dan welke andere stof dan ook. Het is in theorie mogelijk dat een andere vloeistof de rol van water overneemt in een nog onbekende levensvorm. Zo zijn er bijvoorbeeld op Titan meren van vloeibaar methaan gevonden. Maar tot op heden zijn er nog geen uitzonderingen gevonden op de ‘leven heeft water nodig’-regel. Dat brengt ons bij de vraag of planeten die geheel bedekt zijn met water de ideale plekken voor leven zijn.
Recent onderzoek wijst erop dat dat anders ligt. Veel planeten hebben juist te veel water voor het ontstaan en overleven van leven. ‘Meer is niet altijd beter’, volgens astrofysicus Steven Desch. Hij en zijn collega’s hebben computersimulaties gemaakt van de exotische geografie en atmosferen van exoplaneten. Zij hoopten daarmee een soort planetaire veldgids te maken voor toekomstige generaties ‘planetenjagers’. Hij noemt het resultaat het ‘periodiek systeem der planeten’. Desch rangschikte de diverse werelden op basis van de waarschijnlijkheid dat ze leven bevatten aan de hand van de moleculen in hun atmosfeer, zoals zuurstof en methaan. De verwachting is dat die gassen in de toekomst met behulp van nog betere telescopen te zien zullen zijn. Desch: ‘We moeten prioriteit geven aan de observatie van planeten die de beste aanwijzingen voor leven hebben.’ Waterwerelden, zo blijkt nu, zijn misschien wel de slechtste plek om te kijken. Het team van Desch maakte een computermodel van een planeet die in vrijwel elk opzicht
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 31
OMSLAGTHEMA
op de aarde lijkt. De grootte, de afstand tot de zon en de warmte van de aarde werden allemaal overgenomen. Daarna ‘verdronken’ ze de planeet. In de simulatie werd ongeveer vijf tot zeven keer meer water op die aarde gesimuleerd dan er in werkelijkheid is. Alle continenten zouden onder water staan en zelfs Mount Everest zou onder water liggen. Door de planeet met water te bedekken elimineerden ze de kans op een essentieel proces: het vergaan van rotsen.
Fosfor = leven! Zonder regen of stromend water om de rots te eroderen, bevatten de zeeën maar heel weinig fosfor, een van de bouwstenen van het leven op aarde. Het zoute zeewater is niet zuur genoeg om fosfor op te lossen, terwijl zoet water dat wel kan. Maar zonder fosfor kan er nauwelijks leven ontstaan, want zowel DNA als RNA (de twee macromoleculen die samen met eiwitten essentieel zijn voor alle bekende levensvormen) worden hiermee gemaakt. Fosfor is ook deel van ATP, het molecuul dat energie transporteert in vrijwel elk biochemisch proces. De biochemie op aarde kan simpelweg niet functioneren zonder fosfor. De wetenschappers die de simulatie maakten benadrukken dat hun model het leven op andere planeten niet uitsluit. Zeeën en oceanen op andere planeten zouden wel wat fosfor kunnen bevatten, maar niet genoeg om leven op een dusdanig grote schaal mogelijk te maken dat het zijn sporen nalaat in de atmosfeer. Een dergelijke planeet zou volgens de onderzoekers niet de dertig procent zuurstof in de atmosfeer hebben die we op aarde kennen. Zij stellen: ‘Het is best mogelijk dat een planeet die geheel bedekt is met water leven kan bevatten. Het zal alleen zo weinig en zo klein zijn dat de kans dat we dat kunnen zien – met technologie die in de nabije toekomst beschikbaar zal komen – heel klein is.’ Waarschijnlijk bestaan er ook planeten met zoveel water dat leven er echt onmogelijk is. Volgens het team van Desch zijn er planeten met het formaat van de aarde, maar met tien procent van de totale massa in de vorm van water. Die planeten zijn volledig levenloos. Daar is namelijk 400 keer meer water aanwezig dan in de oceanen van de aarde. De druk op de bodem van die oceanen zou zo gigantisch zijn dat er een extreme vorm van ijskristallen ontstaat: ijs VI en ijs VII. Daardoor is er geen chemische interactie meer mogelijk tussen het water en het gesteente. 32 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
IJsplaneten Hoewel die omstandigheden bijzonder exotisch en extreem klinken, komen ze waarschijnlijk vaker voor dan water-rotsplaneten zoals de aarde. Water en rotsen komen naar verwachting heel veel voor in de planetenstelsels in het universum, maar een combinatie van die twee kunnen we nog niet vinden. In de buitenste ring van ons eigen zonnestelsel, na Pluto, zijn er kometen, manen en de bevroren deeltjes van de Kuiperriem. Die bestaan uit rots en ijs. ‘De buitenliggende exoplaneten bestaan voor ongeveer vijftig procent uit ijs’, volgens Desch. ‘Dat is normaal. Wat niet normaal is, is hoe droog de aarde is.’ Vanuit ons perspectief is de aarde een natte planeet. Astronauten hebben onze planeet liefhebbend de pale blue dot (het lichtblauwe stipje) genoemd. We worden gedomineerd door de zeeën. Maar al dat water vormt eigenlijk maar een dun laagje aan het oppervlak van de planeet. Water maakt slechts 0,025 procent uit van de totale massa van de aarde. Als wij vanaf de aarde naar een exoplaneet zoals de aarde zouden kijken, zouden de astronomen niet kunnen zeggen of we überhaupt wel water hebben. Dat komt doordat zij twee technieken gebruiken om de samenstelling van planeten vast te stellen. Als eerste bekijken ze het formaat van de planeet door te bepalen hoeveel licht wordt geblokkeerd als die langs zijn ster beweegt. Daarna meten ze hoeveel de ster ‘wiebelt’ als gevolg van die massa. Door de massa te delen door het volume kunnen ze de dichtheid bepalen. Die dichtheid geeft de astronomen een grof idee van hoeveel gas, gesteente en water de planeet bevat. ‘Denk even na over hoe dun onze oceanen zijn’, vraagt Desch. ‘Op dit moment kunnen astronomen alleen zien dat een planeet water bevat als het ongeveer tien procent van de totale massa vormt. Dat is dus 400 keer meer dan dat van de aarde en bovendien te veel om leven te kunnen bevatten. De enige waterplaneten die we kunnen vinden met de huidige technologie zijn dus ook de planeten die geen leven kunnen bevatten.’
OMSLAGTHEMA
formaat van Neptunus (57 keer de aarde) te analyseren en misschien zelfs super-aardes ontdekken. Die ‘aardes’ hebben een massa van twee tot tien aardes. Helaas is de telescoop te ‘bijziend’ om de atmosfeer en oceanen van die werelden te kunnen zien.
De goede telescoop
‘Die planeten zijn voor astronomen een spannend fenomeen.’ Niet te nat, niet te droog Zeven van zulke planeten draaien rond Trappist-1, een ster op 49 lichtjaar van de aarde. De Belgische ontdekkers vernoemden deze ster naar hun favoriete bier. Alle zeven planeten zijn ongeveer net zo groot als de aarde en drie van die planeten liggen op een afstand van de ster die maakt dat het water er vloeibaar kan zijn. Die planeten zijn voor astronomen een spannend fenomeen, omdat ze zo op de aarde lijken – ook al zijn ze wellicht te nat of is er te veel ijs om leven te kunnen bevatten. Het inschatten van de samenstelling van een planeet – op basis van een paar pixels aan waargenomen licht door een telescoop – is bepaald geen exacte wetenschap. Ondanks die beperking schatten Desch en zijn collega’s dat de buitenste planeten van Trappist-1 voor ongeveer vijftig procent uit ijs bestaan, de binnenste bestaan waarschijnlijk uit tien procent water en ijs. ‘Dat is ver voorbij het niveau waarmee je continenten bedekt. Je zou honderden, misschien wel duizenden kilometers aan hogedruk-ijs aantreffen op de bodem van de oceaan. Dat zijn dode planeten’, aldus Desch. Maar wat is er dan nodig om een ‘levende’ planeet te vinden met een aarde-achtige mix van continenten en zeeën? Niet te nat, niet te droog. Gezien de enorme variatie in mogelijke planeten, moeten er heel veel van zulke planeten bestaan. Hoe vinden we die? Als de James Webb Space Telescoop in 2020 zijn tien jaar lange missie begint, zal hij ongetwijfeld met nieuwe informatie de astronomie gaan domineren. Die telescoop zal in staat zijn om de atmosfeer van gigantische planeten van het
‘Het is heel moeilijk om naar iets heel kleins te kijken, zoals een planeet van aardeformaat die langs de ster beweegt, en dan ook nog dat kleine glimpje van de atmosfeer op te pikken’, stelt Meinke, de NASA-wetenschapper. ‘Er zijn plannen voor toekomstige telescopen die dat wel zullen kunnen. Ik doe alvast deze voorspelling: ik denk dat we dat zullen kunnen doen binnen mijn professionele carrière. Maar Webb zal niet kunnen bevestigen of er water is op een aarde-achtige planeet.’ Telescopen die in staat zijn om oceanen en landmassa’s in beeld te brengen op een andere planeet liggen nog wel enkele tientallen jaren verder in de toekomst. Zelfs dan is de resolutie van dat beeld waarschijnlijk niet meer dan twee pixels per planeet. Wel is het mogelijk om onder die omstandigheden te zien of die planeet op de aarde lijkt. De kleur van de pixel zal namelijk veranderen van blauw naar bruin terwijl de planeet om zijn as draait. We zien dan afwisselend land (bruin) en zee (blauw). Voordat we zover zijn, zouden we ook al tekenen van leven kunnen vinden in exo-oceanen dichter bij de aarde. De meest toegankelijke oceaan ligt op Enceladus, de zesde maan van Saturnus. Daar zijn schijnbaar alle omstandigheden voor leven aanwezig. Toen de Cassinisonde voorbij kwam, dook het door een pluim van ijswater. De meetinstrumenten registreerden waterstof, CO2 en methaan. Dat is het bewijs dat deze maan
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 33
OMSLAGTHEMA
zee is ontstaan? ‘Er zou bacterieel leven in de oceanen onder de oppervlakte van die manen kunnen bestaan, maar de energiebronnen om een complexere levensvorm te ondersteunen zijn er niet. Organismes die voedsel nodig hebben zijn waarschijnlijk een brug te ver’, volgens SETI-astronoom Shostak. ‘Dat betekent niet dat het niet zou kunnen gebeuren. Die manen zijn er al 4,5 miljard jaar, dus misschien zijn er wel meercellige organismes, maar ik betwijfel of er zoiets zwemt als een tonijn.’
Chemische energie De aanwezigheid van waterstof is in het bijzonder een teken dat er chemische reacties plaatsvinden tussen heet gesteente en het zoute water op de bodem van de zee op Enceladus. Blijkbaar wordt daar water opgebroken in zijn twee losse elementen: zuurstof en waterstof. Normaalgesproken heeft een klein hemellichaam als Enceladus namelijk helemaal geen meetbare hoeveelheden waterstof. Dat element is zo licht dat het ontsnapt naar de ruimte. Het is dus aannemelijk dat de hoeveelheid waterstof op Enceladus op de een of andere manier continu wordt aangevuld. De meest waarschijnlijke bron is in dit geval een chemische reactie. Glein vervolgt: ‘Toen we eenmaal de waterstof hadden gevonden, konden we concluderen dat er blijkbaar heel veel chemische energie aanwezig is. Dat is exact het type energie waarmee organismes diep in de aarde en in de hydrothermale schoorstenen zichzelf van energie voorzien.’ Methanogenen zijn een miljarden jaren oude soort bacteriën die voornamelijk worden gevonden rond de hydrothermale schoorstenen van de aarde. Dat type bacterie combineert waterstof met CO2. Tijdens die chemische reactie komt energie vrij die ze kunnen gebruiken voor hun metabolisme. Methaan komt als afvalproduct ook vrij daarbij. Zulke simpele organismes hebben de eerste oceanen van de aarde bevolkt. Zelfs nu, miljarden jaren nadat ze voor het eerst ontstonden, leven methanogenen zonder enige vorm van zonlicht of zelfs maar zuurstof. Is het mogelijk dat er een vorm van complexer leven dan bacteriën op Enceladus, Europa of in een andere maan34 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
Nieuwe missies De enige manier om die vraag te beantwoorden is door de werelden te bezoeken. NASA heeft de Europa Clippermissie voor 2024 al goedgekeurd. Na lancering zou die sonde rond 2030 bij Jupiter kunnen aankomen. Op dit moment is het plan dat dat ruimteschip 45 keer over Europa zal vliegen op een afstand van ongeveer 25 kilometer boven het oppervlak. Toekomstige missies, die ook daadwerkelijk op Europa, Enceladus of Titan zullen landen, kunnen dan zoeken naar complexe aminozuren en andere bio-moleculen die alleen door levende wezens kunnen worden gemaakt. Met maar één vorm van leven als voorbeeld, die op aarde, is het onmogelijk te zeggen of leven iets heel gewoons is of juist een onmogelijk kleine kans op kosmische schaal. ‘Over het algemeen wordt aangenomen dat, op basis van fossiel en chemisch bewijs, het leven heel ver teruggaat in de tijd, het leven op aarde al heel vroeg is begonnen. Mensen hebben dat geïnterpreteerd als het feit dat het ontstaan van leven heel gemakkelijk gaat’, aldus Glein. Moeilijk, makkelijk of ergens ertussenin, we weten inmiddels één ding zeker: als leven water nodig heeft om te kunnen ontstaan, is er zeker geen gebrek aan in de kosmos. ‘Als we denken aan de benodigdheden voor leven, is water – als deel van die puzzel – vrijwel overal in ons zonnestelsel beschikbaar’, stelt Glein. ‘En naar we aannemen is het ook beschikbaar in het hele universum’.
•
DIT ARTIKEL IS TOT STAND GEKOMEN MET HULP VAN AEON.CO
waarschijnlijk dezelfde hydrothermale schoorstenen, diep in de zee heeft als de aarde. ‘We waren zo dicht bij de oceaan op Enceladus, dat we de zee konden proeven’, juicht Christopher Glein, een van de bij Cassini betrokken wetenschappers.
Tim Folger is wetenschaps- en natuurkundig journalist. Hij schrijft voor verschillende toonaangevende tijdschriften en zijn artikelen verschenen onder meer in National Geographic en het Smithsonian magazine. Hij won in 2007 de American Institute of Physics Science Writing Award en woont in New Mexico (VS).
OMSLAGTHEMA
Het is tijd voor halofyten Deze zoutwaterplanten zouden wel eens het antwoord kunnen zijn op de vraag die niemand stelt. DOOR: MARK
ANDERSON
Al sinds de oudheid is het zouten van de aarde een extreme en ernstige manier om een bevolking te straffen. Neem nou de Romeinse generaal Scipio Africanus de Jongere. Hij begon aan de derde Punische oorlog in 146 voor Christus door Carthago te vernietigen, de bevolking tot slaven te maken en door al hun landbouwgrond te zouten. In de bijbel valt in het boek Richteren over de brute en schromeloze koning Abimelech te lezen die de stad Shechem in Kanaän belegerde. ‘Voorts streed Abimelech tegen de stad dienzelven gansen dag, en nam de stad in, en doodde het volk, dat daarin was; en hij brak de stad af, en bezaaide haar met zout.’ (Statenvertaling) Zout doodt de meeste planten. Dat doet het min of meer op dezelfde manier waarop koolstofmonoxide (CO) dat bij mensen doet. Als mensen koolstofmonoxidevergiftiging hebben, putten de CO-moleculen het vermogen van de rode bloedcellen uit om zuurstof door het lichaam te brengen. In plaats van zuurstof dragen ze CO. Zonder zuurstof gaan we dood. De meeste landplanten nemen het natrium en de natriumchloride in het zout veel sneller op dan ze andere voedingsstoffen kunnen opnemen. Maar zonder die andere voedingsstoffen sterven ze. Door zout op akkers te strooien weet je dus zeker dat de oogst dat jaar zal mislukken.
Geschikt zout water Meer dan 97 procent van het water op aarde is zout. Dat betekent dat de natuur het zo bepaald heeft dat het merendeel van het essentiële water op de aarde in een vorm vastzit die geen enkele plant kan gebruiken. Toch? Welnee! De natuur is veel slimmer dan dat. Bedektzadige planten zijn de soorten plant die bloemen, vruchten en zaden maken zoals tarwe, tomaten en appels. De meeste van die planten kunnen niet tegen zout water. Maar van de circa vierhonderdduizend bedektzadige planten op aarde zijn er 2.600 die prima om kunnen gaan met het zoute zeewater. Dit zijn de planten die we halofyten noemen, letterlijk: zoutplant. Die planten zouden wel eens het antwoord kunnen zijn op een vraag die verrassend weinig mensen zich stellen: ‘hoe kunnen we die enorme hoeveelheid zout water beter benutten?’. Die vraag moeten we ons wel stellen. Want nu het zeeniveau stijgt en we vaker te maken hebben met droogte en overstromingen, komt er steeds minder land beschikbaar waarop we met zoet water nog landbouw kunnen plegen. Zelfs het grondwater wordt steeds zouter. Neem nou de Ogallala aquifer. Die watervoerende grondlaag verzorgt voor ongeveer een kwart van alle landbouwgrond in de VS het water. Boeren irrigeren hun akkers door dit water op te pompen. Van die akkers komt een enorme hoeveelheid tarwe en maïs. Maar de Ogallala aquifer wordt steeds zouter. Als die laag te zout wordt, wordt een kwart van de Amerikaanse landbouwgrond onbruikbaar. Dat is een enorme bedreiging. Ook in Europa lopen we risico. Een zesde van de totale wereldbevolking is afhankelijk van de Eurazische rivieren die terug te leiden zijn tot de gletsjers van de Himalaya. Die gletsjers zijn aan het verdwijnen door de opwarming van de aarde. Wat is landbouwgrond waard als er geen water is? NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 35
OMSLAGTHEMA
‘Het heeft achtduizend jaar geduurd om maïs te ontwikkelen uit het Mexicaanse wilde gras teosinte. Ik heb zoveel tijd niet.’ Hoewel er steeds minder vruchtbaar land is, blijft de vraag ernaar groeien. De VN heeft berekend dat – als we in 2050 negen miljard mensen moeten voeden – we de productie in de landbouw moeten opvoeren met zeventig procent. Hoe moeten we dat doen? Misschien ontdekken we een nieuw gewas of komt er een super-efficiënte en productieve nieuwe techniek op de markt. Dat kan, het is eerder voorgekomen. Maar zelfs als dat lukt, moeten onze gewassen nog steeds het nieuwe, extremere weer en de klimaatveranderingen kunnen weerstaan. Ondertussen werken we hard aan het vervangen van fossiele brandstoffen door duurzame bio-alternatieven. Om dat probleem te begrijpen moeten we kijken naar het probleem van fossiele brandstof. Dat is niet zozeer het brandstof deel. Het gaat om het fossiele deel. Want in die fossielen lag heel veel koolstof opgeslagen. Door ze nu te verbranden komt er koolstof terug in de atmosfeer die we al miljoenen jaren niet meer hadden. In biobrandstof zit ook koolstof, maar die koolstof zat al in de atmosfeer. We voegen dus niets toe. Sterker nog: het is belangrijk dat die koolstof weer in de atmosfeer komt, want anders hebben de bomen en planten niets ‘te eten’. Er is maar één kanttekening: die koolstof komt van planten die we eerst moeten kweken. Maar omdat we weinig vruchtbaar land en steeds minder zoet water hebben, moeten de biobrandstofgewassen concurreren met gewassen die we zelf eten. Ze concurreren om ruimte, voedsel en water. Hoe je het ook wendt of keert, we komen plek tekort. Dat is waar de halofyten komen kijken. Edward Glenn is een milieuwetenschapper, verbonden aan de universiteit van Arizona. Hij probeert deze plantjes al bijna twintig jaar aan de man te brengen. Boven alles ziet hij halofyten als een effectieve manier om de klimaatveranderingen aan te pakken. Ontbossing zorgt voor een verbijsterende twintig procent van de uitstoot van broeikasgassen 36 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
vandaag de dag. Dat is meer dan de uitstoot van auto’s, vrachtwagens, schepen en vliegtuigen bij elkaar. De meeste bossen worden gekapt om plaats te maken voor landbouwgrond. Glenn: ‘Als je nieuwe landbouwgrond kunt ontwikkelen op basis van zeewater, zout water en in de dorre gebieden langs de kusten, kan je al die bosgrond behouden. Daarmee lever je echt een bijdrage aan de balans in de hoeveelheid koolstof en dus beïnvloed je klimaatverandering ten goede.’ Er is niet méér landbouwgrond nodig, we moeten de grond die we hebben beter benutten. Een van de hoofdwetenschappers bij het Langley onderzoekscentrum van de NASA, Dennis Bushnell, deelt Glenn’s enthousiasme over deze planten. Hoewel hij een ander aspect wil benadrukken. Bushnell is namelijk een van de ‘grote denkers’ bij NASA. Hij houdt zich niet alleen bezig met raketlanceringen, maar ook met problemen die gevolgen hebben voor de hele planeet. Hij voorspelt dat we door het ontwikkelen van zoute landbouw, in gebieden die nu niet geschikt zijn voor landbouw, we ons waterprobleem ‘binnen vijftien tot twintig jaar’ onder controle kunnen hebben. Daarmee zou dan zeventig procent van het water dat we nu gebruiken voor landbouw, beschikbaar komen voor andere doeleinden. ‘De kracht van halofyten is dat je ze overal kunt kweken waar land en zout water is. En dat is precies waar we op aarde een overvloed aan hebben.’
OMSLAGTHEMA
Kosteletzkya pentacarpos Die inschattingen zijn hoopgevend, maar wat we echt nodig hebben is een concreet, zakelijk plan van aanpak. Een mogelijk plan is dat van onderzoekers John Gallagher en Denise Seliskar, verbonden aan de Amerikaanse universiteit van Delaware. Volgens hen is de vaste plant Kosteletzkya pentacarpos (een op het Amerikaanse continent voorkomende soort uit de kaasjeskruidfamilie) geschikt voor verbouwing in woestijnen en op de zoute gronden van Noord-Amerika, het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië en het westen van Australië. Kosteletzkya kan groeien in zoute grond en kan daarbij zeewaterirrigatie weerstaan. Het is geen woekerende plant en verdringt andere plantensoorten niet. Bovendien kan de plant zowel droogte als overstromingen aan. De zaden van de Kosteletzkya bestaan voor achttien tot twintig procent uit olie. Daarmee is de plant geschikt voor gebruik als biobrandstof. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Gallagher en Seliskar grote voorstanders zijn van de Kosteletzkya-plant. In 2017 publiceerden zij samen met het Amerikaanse ministerie van Landbouw een rapport in het blad Renewable Energy. Daarin analyseerden zij de potentie van de plant als een biodiesel en als een bron van ethanol. Volgens hun berekeningen is Kosteletzkya ongeveer gelijkwaardig aan soja. Soja is op dit moment een van de meest voorkomende bronnen van biobrandstof. In een
ander artikel werd gekeken naar de steel van de Kosteletzkya plant. Het absorberend vermogen van die steel toont aan dat de plant ook geschikt is als compost, als middel om erosie tegen te gaan en zelfs als kattenbakkorrel en strooisel in stallen. Die variatie in mogelijkheden met de plant is belangrijk. Gallagher legt uit waarom: ‘Het staat als een paal boven water dat deze plant economisch niet kan slagen als je alleen maar de olie kunt gebruiken. Het heeft achtduizend jaar geduurd om maïs te ontwikkelen uit het Mexicaanse wilde gras teosinte. Ik heb zoveel tijd niet. Daarom bedachten we allerlei verschillende dingen die we met de plant kunnen doen.’ Hij en zijn collega Seliskar schatten in dat, als de gehele plant gebruikt wordt, deze kan concurreren met de meer traditionele gewassen. De binnenkant van de steel is met name handig als absorberend stallenstrooisel en concurreert dan met stro. De buiten-
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 37
OMSLAGTHEMA
kant van de steel kan tot draad worden verwerkt, net zoals hennep, bamboe en katoen. De zaden kunnen worden gebruikt voor ethanol en biodiesel, terwijl het meel dat uit die zaden kan worden gewonnen allerlei aminozuren bevat die het geschikt maken als diervoeder. De wortels, bladeren en bloemen zijn een bron van biopolymeren die allerlei toepassingen kunnen hebben, van kauwgom tot industriële chemicaliën. Kosteletzkya is ook relatief eenvoudig te cultiveren. Als Gallagher en Seliskar hun idee presenteren aan geïnteresseerde boeren hebben ze het over de plant als ‘het neefje van katoen’. De plant voelt zich thuis in brakke moerassen en in zompige, zoute grond. Ze is daarom bijzonder geschikt voor boeren met grond in de buurt van riviermondingen, duinen en deltagebieden. Die gebieden raken nu al steeds vaker en sneller ongeschikt voor traditionele landbouw. Om Kosteletzkya te planten kunnen de boeren dezelfde gereedschappen gebruiken als die voor soja of maïs. Ook oogsten kan met dezelfde combines. Het is bijna te mooi om waar te zijn. Waarom lopen boeren dan de deur niet plat bij het duo?
Een nieuwe markt Want ondanks de prachtige belofte die de halofyten inhouden, moeten de voorstanders al heel lang geduldig zijn. Dat komt volgens Jeanette Hoek, directeur van het Nederlandse bedrijf OceanDesertFood, doordat er nog geen markt bestaat voor voedsel, diervoeder en producten afkomstig van halofyten. Haar bedrijf sluit daarom contracten af met Mexicaanse boerderijen die een ‘nieuwe’ groente – salicornia – kweken. Nieuwe groente? Nee hoor. In Nederland kennen we het al tijden: het is gewoon zeekraal. In andere landen is zeekraal echter weinig
bekend. Haar bedrijf maakt van deze zoute groente onder andere crackers en chips. Hoek: ‘Als boeren zien dat ze iets kunnen verkopen, doen ze het. Maar als ze dat niet zien, zullen ze hun twijfels houden.’ Edward Glenn prees twintig jaar geleden al de halo fyten aan. Hij schreef in 1998 een belangrijk artikel over zoutwaterlandbouw. Toch is hij niet verbaasd dat alle ambitieuze plannen van hem en zijn collega’s nog geen bewaarheid zijn geworden. ‘Dit soort technologieën kost meer tijd dan mensen denken. Maar als je de technologie en middelen ontwikkelt – en er een plaats voor ze is – worden ze uiteindelijk gebruikt.’ De gedachte is dat landbouw al zo oud is als de mensheid. Dan is het bijna inherent dat ontwikkelingen de tijd mogen nemen. Desondanks zijn er ook moderne redenen waarom de adoptie van de techniek langzaam zou moeten verlopen. De grootste kans voor halofyten, zowel commercieel als op milieugebied, is ze te gebruiken als brandstof. Maar om biobrandstof uit halofyten op commerciële schaal te produceren, daarvoor is de steun van de grote energiemaatschappijen nodig. Meer dan dat: de steun van grote landbouwbedrijven is een vereiste. ‘De oliemaatschappijen zouden dan landbouwbedrijven moeten worden, in plaats van bedrijven die gaten boren’, volgens NASA’s grote denker Bushnell. Daarvoor moeten ze wel eerst ver buiten hun comfort zone stappen. ‘We hebben met verschillende maatschappijen contact gehad en mijn indruk van de grote energiebedrijven is dat ze proberen het laatste beetje omzet uit hun gemaakte kosten en investeringen te knijpen. Maar in de achterkamertjes zijn ze er wel mee bezig. Ze proberen te zoeken naar “de nieuwe olie”. Ze kijken dus zeker naar halofyten.’
Doorontwikkelen Kosteletzkya krijgt nog maar weinig aandacht op het gebied van subsidies. Het blijft een veelbelovende basis voor biodiesel en ethanol, maar het wil maar niet doorbreken. Niemand verwacht dat het plantje binnenkort een plaats krijgt tussen de spruitjes en boerenkool van de Hollandse polders. Maar aan de andere kant zouden we wel een stuk land kunnen zoeken dat nu toch niet voor landbouw wordt gebruikt omdat het er te zout is. Er is al een aantal pilots op niet-landbouwgronden gaande. Als die succesvol zijn, zou er subsidie beschikbaar kunnen komen. In Amerika zou het gewas langs militaire bases, snelwegen en in de buurt van vliegvelden kunnen wor38 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
‘Oliemaatschappijen zouden dan landbouwbedrijven moeten worden.’ den geplant. In Nederland kunnen we ze in de buurt van de kust verbouwen. Vliegverkeer zou wel eens de aanjager van halofytenbrandstof kunnen zijn. Vliegtuigen verbruikten in 2015 ruim 283 miljard liter vliegtuigbrandstof. Naar verwachting zal dat verbruik in de komende twintig jaar nog jaarlijks met drie à vier procent toenemen. Een collega van Bushnell bij NASA, Bilal Bomani, runt het Green Lab. Dat onderzoekerscentrum onderzoekt op dit moment biobrandstoffen afkomstig van algen en van halofyten voor gebruik in de luchtvaart. Hij schat in dat de verwachte tekorten de industrie zullen dwingen om op zoek te gaan naar nieuwe brandstoffen. ‘We hebben niet genoeg brandstof voor de komende vijftig jaar. Je moet er nu onderzoek naar doen, want anders wordt je later gedwongen het te doen. Het is een lange-termijnproject. Je hoeft de komende twee of drie jaar nog geen vliegtuigen te verwachten die werken op deze brandstof. Maar over vijf tot tien jaar? Absoluut, zeker weten van wel.’
Volgens Edward Glenn lijkt de huidige situatie op een ander zoutwater-avontuur waar niemand in het begin aandacht aan besteedde, totdat het plotseling de hele industrie overnam. Eind Jaren zeventig werkte hij voor een garnalenkwekerij in Mexico. ‘Postdoctorale studenten kwamen daar ‘s avonds bij elkaar na het werk en zeiden dan dingen als “Ach, dit is hopeloos. Kweekvissen gaan nooit de wildvisserij vervangen”. Maar nu zijn kweekvissen een wereldwijde, multimiljarden-industrie. De meeste vissen worden tegenwoordig gekweekt. Veranderingen gaan langzaam, maar ze zijn mogelijk.’ Glenn wijst terecht op de mogelijkheid van synergie tussen kweekvisserij en het verbouwen van halofyten. Garnalenkwekerijen produceren immers enorme hoeveelheden afvalwater. Als dat water zomaar terug in de zee wordt gepompt kan dat heel gevaarlijk zijn. Het water kan ook niet klakkeloos over het land worden gesproeid, want het is zout water. De meeste gewassen zouden stikken als ze dit water zouden moeten verwerken. Maar voor het verbouwen van halofyten is dit water juist per-
fect. Het is niet alleen gratis irrigatie, het zit ook nog eens vol met voedingsstoffen. Die symbiotische relatie maakt halofyten voor de garnalenkwekerijen van Zuidoost-Azië heel interessant. Voordat u te enthousiast wordt: zelfs als halofyten het helemaal worden, is het geen toverstokje waarmee we kunnen zwaaien zodat ons klimaatprobleem opgelost is. Halofyten gaan de planeet net zo min redden als zonnepanelen, genetische modificatie of waterkrachtcentrales. Het is geen kwestie van ‘of’, het is een kwestie van ‘en’. Halofyten zijn echter wel een sleutel tot het probleem van het gebrek aan landbouwgrond. Als we halofyten zouden gaan kweken, hebben we er plotseling veertig procent meer landbouwgrond bij. Dat verdient aandacht. Zoute gronden waren ooit synoniem met ernstige en dodelijke vergeldingen. We denken nu over klimaatveranderingen op min of meer dezelfde manier. Volgens mij is het de straf die we van de aarde krijgen voor ons industriële verleden. Hoewel we die straf niet kunnen ontlopen, kunnen we de klap wel wat verzachten.
•
DIT ARTIKEL IS TOT STAND GEKOMEN MET HULP VAN AEON.CO
Synergie
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 39
OMSLAGTHEMA
Een land zonder water Als een land vooral bestaat uit zon en zand, kan het vinden van water een grote uitdaging zijn. In Qatar is dat precies het geval, maar een vooruitstrevend leider wil juist een duurzaam, waterrijk gidsland creëren. Zodat de inwoners daar – letterlijk en figuurlijk – de vruchten van kunnen plukken en de wereld er met bewondering naar kan kijken. OPGETEKEND DOOR: LISETTE
WEBER-ZIERE
Qatar is een klein emiraat op een schiereiland in de Perzische Zee, dat in het zuiden grenst aan SaoediArabië. Ten westen ligt Bahrein, ten noorden Iran. Het beslaat ongeveer 11.600 vierkante kilometer, of een kwart van Nederland, en het is een vlak woestijnland; de hoogste heuvel haalt net de honderd meter. Qatar is extreem droog en planten en dieren zijn schaars. Er wonen al sinds 600 voor Christus mensen, maar het land is pas sinds 1971 onafhankelijk van Groot-Brittannië. De afgelopen zestig jaar heeft Qatar een ware transformatie ondergaan. De bevolking nam extreem toe, met potentiele water- en voedseltekorten als gevolg. Fahad Al-Attiya is tot en met 2020 verantwoordelijk voor de voedselvoorziening van Qatar. De emir heeft aangegeven dat hij wil dat Qatar in 2030 in dat opzicht geheel zelfvoorzienend is. Al-Attiya denkt dat ze dat gaan halen. Qatar is een van de rijkste landen ter wereld en kan dat geld inzetten om hun nationale doel voor 2030 te realiseren: het modelland worden voor duurzame, milieuvriendelijke landbouw in dorre regio’s. In de hoofdstad Doha spreekt hij een verzamelde menigte toe over zijn master plan voor de komende tien jaar en hoe hij dat wil gaan uitvoeren.
‘Misschien wilden we dat eerdere gebrek aan water compenseren.’ 40 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
Het land van vroeger Fahad Al-Attiya is nog een jonge man, veel ouder dan veertig kan hij niet zijn. Toch kent hij de geschiedenis van zijn land goed. ‘In het Qatar van de jaren veertig was er geen water. Er leefden ongeveer 11.000 mensen hier zonder elektriciteit, olie, auto’s of eigenlijk wat dan ook. De mensen woonden in kleine kuststadjes en leefden van de visserij. De rest leefde als nomaden op zoek naar water in de woestijn. De glitter en glamour die u nu in Qatar en onze hoofdstad Doha ziet, was er niet. Ook de andere steden van de Verenigde Arabische Emiraten zoals Dubai, Abu Dhabi, Koeweit en Riaad bestonden niet. Dat was niet omdat we geen steden konden bouwen. Dat konden we best. Het was omdat we de grondstoffen en bronnen niet hadden om ze te ontwikkelen. Bovendien was de levensverwachting van de inwoners van Qatar niet hoog, de meeste mensen stierven rond hun vijftigste.’ De verandering naar het huidige Qatar werd ingezet toen er in 1939 olie werd ontdekt. In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog kon dat nog niet commercieel worden geëxploiteerd, maar daarna veranderde het landje drastisch. Al-Attiya: ‘Daarmee veranderde het aanzien van ons land compleet. Al die mensen die door de woestijn zwierven op zoek naar water en voedsel terwijl ze probeerden hun vee te onderhouden, die trokken naar de stad.’ Dat had verrassende gevolgen. Mensen die elkaar nooit troffen werden plotseling buren. Al-Attiya licht toe: ‘Dit zal u misschien vreemd in de oren klinken, maar we hebben allemaal een ander accent. Er woonden omstreeks de tijd dat mijn ouders elkaar ontmoetten inmiddels 300.000 mensen in Qatar, maar ze hadden wel
OMSLAGTHEMA
zes verschillende accenten. Dat is omdat we zo verspreid leefden. Mijn vader en moeder spreken dezelfde taal, maar elk met totaal andere accenten. Mensen konden vroeger ook niet geconcentreerd op één plek leven. Er waren geen bronnen en geen middelen om dat te doen, we zouden dan niet overleven.’ Maar toen de olie kwam begon Qatar allerlei technologieën te ontwikkelen. Voor de oliewinning was het immers nodig mensen te concentreren op een plek. Mensen leerden elkaar kennen, leerden nieuwe mensen kennen. Al-Attiya: ‘Toen realiseerden we ons pas dat er verschillen waren in onze accenten.’
Het nieuwe Qatar Enkele decennia later is Qatar nog verder veranderd. Door alleen al naar de skyline van Doha te kijken is dat meer dan duidelijk. Vandaag de dag wonen er 1,7 miljoen mensen in Qatar. In iets meer dan zestig jaar is de bevolking 155 keer vermenigvuldigd. De populatie bestaat ook allang niet meer uit geboren Qatarezen, zij vormen nog slechts twintig procent van de bevolking.
De rest van de inwoners is voornamelijk afkomstig uit Zuidoost-Aziatische landen zoals Pakistan, India, Sri Lanka, Bangladesh, Nepal, de Filipijnen en Indonesië. Al-Attiya: ‘Onze economie is de afgelopen vijf jaar met ongeveer vijftien procent per jaar gegroeid. Mensen leven inmiddels ook veel langer, gemiddeld tot 78 jaar. Maar ook onze waterconsumptie is enorm toegenomen, tot wel 430 liter per persoon per dag. Daarmee verbruiken we bijna het meeste water ter wereld. We zijn gegaan van het hebben van geen water naar een gigantisch verbruik. Misschien wilden we dat eerdere gebrek compenseren?’ Toch is de explosieve snelheid niet wat zo bijzonder is aan die groei. Het interessante is dat die groei heeft plaatsgevonden ‘zonder’ water. Dat is in historisch perspectief heel bijzonder. Voorheen konden hele beschavingen worden uitgeroeid als ze geen toegang hadden tot water. Steden zijn zo tot stof vergaan. Qatar schrijft hier geschiedenis. Niet alleen met de steden die ze bouwen, maar ook met de toegenomen kwaliteit van leven voor mensen in deze regio. Mensen willen nu wetenschapper
of arts worden. Ze willen een mooi huis bouwen, met behulp van een architect die hun huis voor ze ontwerpt. Die mensen zijn ervan overtuigd dat zij kunnen leven op een plek waar het zestig jaar geleden nog onleefbaar was. Maar daar is wel technologie voor nodig. In een land als Brazilië valt jaarlijks 1.782 millimeter regen, in Qatar 74, maar toch groeit het land. Hoe is dat mogelijk?
‘Olie is ons water’ Al-Attiya: ‘We hebben vrijwel geen water uit natuurlijke bronnen. Geen rivieren, meren of regenwater. Maar wat we wel hebben zijn gigantische ontziltingsmachines. De sleutel tot die machines is energie. Dat heeft alles veranderd. We pompen het op uit de grond, verbranden het en als u naar Doha reist, verbruikt u het hoogst waarschijnlijk ook. Olie is onze rivier, olie is ons water. Ontzilting is de beste technologie die deze regio ooit had kunnen overkomen.’ Maar fossiele brandstof is erg schadelijk voor het klimaat en bovendien ook geen onuitputtelijke bron. Het land zal daar niet altijd op kunnen blijven rekenen. Al-Attiya realiseert zich dat ook: ‘Daar maak ik mij natuurlijk zorgen om. Als we simpelweg naar de feiten kijken, is het besef er meteen: we moeten ons zorgen maken. Er is een groeiende vraag, een groeiende bevolking. Er wonen inmiddels zeven miljard mensen op de aarde. Een dergelijke hoeveelheid mensen vraagt om voedsel. Er zijn voorspellingen die stellen dat we met negen miljard zullen zijn in 2050. Een land zonder water moet zich ook zorgen maken om wat er voorbij zijn landsgrenzen gebeurt. Door de socio-economische groei veranderen de eetgewoontes van mensen. Ze beginnen bijvoorbeeld meer en vaker vlees te eten. Maar door de veranderingen 42 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
in het klimaat mislukken oogsten vaker. Beseffen we ons wel dat er een crisis aan zit te komen?’ Het scenario dat Al-Attiya schetst is ook de situatie waarin Qatar zich nu bevindt. Eerder gaf het land al toe een waterreserve van slechts twee dagen te hebben. Ze importeren negentig procent van hun voedsel en bewerken slechts ongeveer één procent van het land. Er is maar een heel beperkt aantal boeren en de meeste van hen zijn van hun land gejaagd door grote bedrijven als gevolg van de open markt en oneerlijke concurrentie. Het land ziet zich geconfronteerd met een aantal grote risico’s. Die zijn van directe invloed op de duurzaamheid en het voortbestaan van de natie. Toch is er een overduidelijke, duurzame oplossing. Al-Attiya: ‘De afgelopen twee jaar heb ik duizenden pagina’s aan technische documenten doorgeworsteld en ik heb de oplossing gevonden. Laten we beginnen met het water. We hebben energie nodig voor de ontzilting. Maar welke energie? Een uitputbare vorm? Fossiele brandstof? Of zouden we misschien iets anders kunnen gebruiken? Hebben we ergens misschien een concurrentievoordeel dat andere landen niet hebben? U heeft het vast al geraden. We hebben jaarlijks ruim driehonderd dagen zon. Die duurzame bron kunnen we gebruiken voor de energie die we nodig hebben. Met 1.800 megawatt aan zonnepanelen kunnen we 3,5 miljoen kuub water maken, dat is heel veel water.’ Dat water kan vervolgens naar de boeren gaan. Die gebruiken het om hun land te irrigeren en gewassen water te geven. Op die manier kan in theorie het dorre land van Qatar tot leven komen. Daarmee kunnen de lokale boeren in het voedsel van Qatar gaan voorzien. Om dat vol te houden, moet het land ook in andere projecten investeren. Er is groei nodig in technologie, in de scholing van mensen, er moeten meer onderzoeks- en ontwikkelingsgelden vrijkomen zodat de jonge industrieën en technologieën van een ontluikend Qatar zich kunnen ontwikkelen. Daardoor kan uiteindelijk ook de markt groeien. Volgens Al-Attiya kan dat alleen als ze daar beleid, wetten en regels voor maken. Al-Attiya: ‘Dat is dan ook mijn plan. Binnen twee jaar moet het rond zijn en kunnen we al die wetten en regels gaan uitvoeren. Uiteindelijk willen we een duizend jaar oude stad worden, net als Istanboel, Rome, Parijs en Caïro. We zijn pas zestig, maar we willen eeuwig leven, in vrede.’
•
DIT IS EEN NEDERLANDSE VERTALING VAN EEN TED TALK
OMSLAGTHEMA
‘Een land zonder water moet zich ook zorgen maken om wat er voorbij zijn landsgrenzen gebeurt.’
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 43
OMSLAGTHEMA
De geest van water Aan water wordt sinds mensenheugenis kracht toegeschreven. Oude culturen, van oost tot west en van noord tot zuid, spraken lang geleden al over de geest van het water. Dit fenomeen komt onder andere terug in Keltische, Afrikaanse, Slavische, Japanse en Romeinse mythen en sagen. Een zoektocht naar de geest die meesleurt, verkwikt, vernietigt en leven geeft. DOOR: BRIAN
DE MELLO
De oude Grieken wisten als geen ander raad met de bovenmenselijke rol van water. Zij geloofden dat het water mythologisch werd geregeerd door types als Nereus en Okeanos. Deze laatste hield er samen met zijn zus Thetys, met wie hij vanzelfsprekend getrouwd was, duizenden kinderen op na. Om precies te zijn drieduizend dochters, de Oceaniden ofwel waternimfen, verbonden aan het zoute water, en een schare Potamiden, die tot taak hadden de rivieren te beschermen. Dan hebben we het nog niet over de Naiaden (zoetwaternimfen) en Nereïden (zeenimfen), gelieerde halfgoddelijke geesten in verschillende soorten en maten. Je kon ze maar beter te vriend houden, want voor je het wist was het water, of de geest, goden en halfgoden die erin schuilgaan, je minder gunstig gezind.
Waterput Dichter bij huis, in mijn eigen familiekring, kennen we het verhaal van de geest bij de waterput. In de postkoloniale tropen, halverwege de vorige eeuw; een van de dienstmeisjes besloot uit luiheid zich de moeite van een wandeling naar het toilet te besparen door een snel plasje naast de waterput in de grote tuin te doen. Had
‘Behandel water met respect, of je zult ervan lusten.’ 44 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
ze dat nou maar niet gedaan. Binnen enkele uren wordt ze onverklaarbaar doodziek en in paniek roept men de hulp van de plaatselijke wonderdokter in. Deze komt al gauw achter de oorzaak van de misère: het dienstmeisje heeft pardoes op het hoofd van de inwonende watergeest geplast. Die is not amused en besluit een fikse straf uit te delen. Met de nodige excuses en boetedoening komt het koortsige kind er weer bovenop en de boodschap is voor iedereen duidelijk: behandel water en de bewaker ervan met respect, of je zult ervan lusten. Zo vormt water direct of indirect het medium voor voorspoed of ellende, en dat is vandaag de dag niet anders. Soms is het een barrière die overwonnen moet worden. Een groep Thaise voetballertjes kan erover meepraten, samen met hun coach. Ontsnappen uit een ondergelopen grot met behulp van duikers bleek wereldnieuws. Eén duiker moest zijn leven ervoor opofferen; de watergeest vraagt een prijs om getrotseerd te worden. Het jaarlijkse Thaise Loi Krathong festival zal eind november weer veel mensen ertoe bewegen om bladermandjes, gevuld met bloemen, wierook en een kaarsje, te laten wegglijden over de rivier. Een van oorsprong Hindoeïstisch ritueel dat in eerste instantie de bedoeling had de riviergoden te behagen, is verworden tot een gebed om kwaad te verdrijven en het goede binnen te laten. En in dit geval, dankbaarheid te tonen. Water speelt een symbolische rol en dat maakt het bij uitstek geschikt om er kracht aan te verbinden. Of dat nu het heilige wijwater in de katholieke kerk is om iets te
OMSLAGTHEMA
zegenen, of een sprong in de Amsterdamse grachten om steun te vergaren tegen de ziekte ALS; water helpt, water heelt, het overwinnen van water leidt tot heuse triomfgevoelens. Maar er is meer aan de hand met water. Een blik in de historie en wetenschap rond water levert bijzondere inzichten op.
Ziekteverspreider In 1582 was de London Bridge Waterworks Company de eerste maatschappij ter wereld die erin slaagde om water rechtstreeks naar enkele huizen te pompen. Het kleinschalig water uit de kraan was geboren, met behulp van een groot waterrad onder de fameuze London Bridge. Het was ook de eerste keer dat er een rekening werd gestuurd voor huishoudelijk watergebruik. Dat het water niet altijd even schoon was, werd helaas snel duidelijk. Hygiëne stond niet bovenaan het lijstje van onze Europese voorvaderen en er werd volop gedronken van hetzelfde water waar de uitwerpselen in rondzwierven. De spraakoefening voor een goed geprononceerde letter ‘D’ is niet uit de lucht komen vallen: ‘dertigduizend dikke damesdrollen dreven door de donkere Donau’. Pas in de 19e eeuw, toen de nood aan de man was, kwam daar verandering in. De Engelsman James Simpson ontdekte in 1825 per ongeluk het geheim om water te zuiveren, na klachten vanuit het Britse vorstenhuis dat het water walgelijk smaakte. Hij liet het vieze water door lagen zand filtreren met als resultaat: helder, puur water. Uiteindelijk bleek niet het zand, maar de groene
WELLCOME LIBRARY, LONDON
slijmlaag bovenop het zand de ziekmakende bacteriën te neutraliseren. Zandfiltratie is in de kern nog steeds het basisproces dat we tot op de dag van vandaag gebruiken om drinkwater te produceren. Ondanks deze waterzuivering en de minieme beginselen van kraanwater, werd er nog veelvuldig gebruikgemaakt van waterputten, regentonnen en vergaarbakken. In het Water and Steam Museum in Londen kom je de 19e-eeuwse ontdekkingsreis tegen van onderzoekers die speuren naar het antwoord op de vraag waar al het dood en verderf in de stad door veroorzaakt werd, in de vorm van de ziekte cholera. Aanvankelijk wordt gedacht aan overdracht van de ziekte via de lucht, door zogenaamde ‘kwade dampen’. Of iets praktischer: het was de straffe
OMSLAGTHEMA
Gods die mensen liet creperen en sterven aan ‘de blauwe dood’. Cholera werd in de volksmond zo genoemd vanwege de blauwgekleurde huid van de mensen die aan de ziekte bezweken. Doordat het lichaam vanwege onophoudelijk braken en diarree geen vocht meer kon vasthouden, droogde het uit en verstrakten huid en spieren. Daardoor knapten de haarvaten en lieten ze een blauwgekleurde huid achter. De oorsprong van de ziekte werd getraceerd tot in het Indiase Bengalen, om precies te zijn: Calcutta. In 1830 dook de ziekte op in Moskou. Talloze inwoners vluchtten in paniek de stad uit, waardoor de ziekte kans zag zich te verspreiden, allereerst over Oost-Europa. Alleen al in Rusland wordt deze ‘nieuwe pest’ bijna tweehonderdduizend inwoners fataal, en korte tijd later leggen ruim honderdduizend Hongaren het loodje. West-Europa volgt snel. In Amsterdam hield cholera vanaf 1832 stevig huis, via Scheveningse zeelui die de bacterie meebrachten van de vaart. Vanuit Scheveningen had de bacterie zich in sneltempo verspreid. Dat leidde alleen al in Amsterdam tot ongeveer 1.100 slachtoffers in een jaar.
Waterleiding Pas wanneer ene dr. John Snow zijn vermoeden weet te bewijzen dat het vieze water de drager is van dood en verderf, kan er daadwerkelijk iets aan de grote ‘outbreaks’ worden gedaan. Met de aanleg van goede waterleidingen en een werkend riool waardoor het drinkwater van de Theems niet meer vervuild wordt door afvalwater, komt er een einde aan de grote sterfte door cholera. Ondertussen had het talloze kunstenaars en artiesten geïnspireerd om het water af te beelden als een gevaarlijk goedje, waar allerlei boze geesten en monsters in vertoefden. De ontdekking van Snow in 1854 sijpelde gelukkig spoedig door naar Nederland, ook al werden zijn conclusies
19E-EEUWSE ‘MONSTER SOUP’ VAN THEEMS-WATER
‘De menselijke geest is in staat water te beïnvloeden.’ aanvankelijk met hoongelach ontvangen, ook door de medische stand. Enkele jaren daarvoor had de bekende schrijver en landsadvocaat Jacob van Lennep bedacht dat het erg prettig zou zijn om het verse duinwater uit Heemstede, waar hij zijn buitenverblijf had, te kunnen leveren aan het twintig kilometer verderop gelegen Amsterdam. Hij speelde dan ook een belangrijke rol bij de oprichting van het eerste drinkwaterbedrijf: de Amsterdamse Duinwater Maatschappij. Het eerste tappunt was bij de huidige Haarlemmerpoort. Hier verkocht men fris duinwater voor één cent per emmer. Vanaf 1853 pompte de Amsterdamse Duinwater Maatschappij vele liters schoon duinwater richting de hoofdstad. Het waren de lokale bierbrouwers die, geheel uit eigenbelang, een stimulans gaven aan het bouwen van een heerlijk helder waterleidingnetwerk, waarmee ook – onbedoeld – een ziekte als cholera werd bestreden. Voor de statistici: tegen het eind van de negentiende eeuw is het resultaat, van in totaal zes grote en kleine epidemieën, meer dan twintigduizend Nederlandse choleradoden. De laatste cholera-epidemie eindigt rond 1868. Het aantal drinkwaterbedrijven explodeerde rond die tijd: iedere zichzelf respecterende stad moest er een hebben. Al gauw waren dat er tweehonderd, die er hun eigen beleid op nahielden. Nu zijn dat er tien. Vanaf het begin van de 20ste eeuw nam de overheidsbemoeienis met de kwaliteit en beschikbaarheid van kraanwater toe, resulterend in de Waterleidingwet van 1957. In 2011 werd deze vervangen door de Drinkwaterwet. Dat betekent dat de overheid de zorgplicht op zich heeft genomen om de bronnen nu en in de toekomst goed te beschermen. U kunt wat dat betreft gerust gaan slapen (al dan niet op een waterbed), maar critici waarschuwen dat de chemische waterbewerking die momenteel gangbaar is, uiteindelijk niet bevorderlijk is voor onze gezondheid.
Wat als water méér is? Nu ziektekiemen in water zijn uit te roeien, richten sommige onderzoekers zich op een andere kant van water: de intrinsieke, helende kracht. Het watermolecuul H2O vormt onderwerp van studie op (sub)atomair niveau, en het leidt tot verschillende wetenschappelijke ‘stromingen’ – om maar in de juiste context te spreken. 46 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
Aan de ene kant zijn er de reguliere wetenschappers, die tegen water aankijken als een combinatie van atomen, met unieke eigenschappen die zich manifesteren bij verschillende toestanden. Bij vrieskou zet het water uit in de vorm van ijs, bij verhitting verdampt het en onder ‘gewone’ omstandigheden is het vloeibaar. Aan de andere kant zijn er onderzoekers die ervan overtuigd zijn dat er meer aan de hand is. Onze eigen Jurriaan Kamp schreef in 2016 over de visie van de Russische fysicus Yuri Kronn: ‘Slechts vier procent van de massa-energie van het universum komt voor rekening van atomaire materie en elektromagnetische energie. Na veertig jaar onderzoek is Kronn ervan overtuigd dat alles wordt bepaald door de onbekende en nauwelijks begrepen energieën van die 96 procent van onze werkelijkheid. Zijn experimenten leveren overtuigend bewijs op, maar sluiten nergens aan bij het heersende paradigma van de reguliere natuurwetenschap.’ Kronn noemt het ook wel de ‘subtiele energie’ of ‘donkere materie’ die overal invloed op uitoefent, dus ook op water. Daarbij gaat hij ervan uit dat er interactie mogelijk is tussen subtiele energie en het menselijk bewustzijn. Met andere woorden: de menselijke geest is in staat subtiele energie te sturen en zo kunnen wij bijvoorbeeld water beïnvloeden; van geest tot geest. Zo bleek uit Kronn’s experimenten water ‘een geheugen’ te hebben, zich anders te ‘gedragen’ en een andere werking op bijvoorbeeld voedingsstoffen uit te oefenen. De vele boeken die de Japanner Masaru Emoto begin deze eeuw schreef over de verborgen krachten van water, zijn daar een exponent van. Emoto was ervan overtuigd dat gedachten en intenties de vorm van waterkristallen kunnen beïnvloeden en legde dat fotografisch vast; positieve woorden zorgden voor mooie kristallen, negatieve woorden voor lelijke. Alhoewel er tal van sceptici zijn, die conform de regels van de westerse wetenschap deze conclusies naar het rijk der fabelen verwijzen, is er genoeg reden om met een open vizier naar dergelijke theorieën te luisteren. Simpelweg omdat bepaalde bevindingen niet-regulier verklaarbaar zijn. Iemand die daar praktisch mee omgegaan is, is de Amerikaanse onderzoeker en ondernemer Clayton Nolte. Hij kwam tijdens een onderzoeksproject voor het leger onbedoeld het fenomeen ‘structured water’ tegen en raakte erdoor gefascineerd. Multidimensionaal, is het woord dat hij gebruikt om gestructureerd water te karakteriseren. Hij ontwikkelde een techniek om het water te structureren door middel van snelle draaibewegingen. Zoals het water van een bergbeek allerlei bochten en omwentelin-
gen maakt, zo produceren Nolte’s apparaten gestructureerd water door ‘spinning’, het ronddraaien ervan. Dit beïnvloedt de mate waarin het waterstofatoom zich kan binden aan zijn omgeving en het creëert een zuurstofrijk geheel. Het uiteindelijke resultaat is dat gestructureerd water beter smaakt, gezonder is en dichter bij datgene komt, wat de mens en de natuur nodig hebben. Net als Emoto spreekt hij over hexagonale vormen van waterkristallen. Hij laat in het midden of dit ‘mooi’ of ‘lelijk’ is; het werkt simpelweg en het is volgens hem tot op de laatste milliliter te verklaren. Nolte is een van die waarschuwers: water heeft een geheugen en ‘slaat op’ waar het langs komt. Dus als het langs goedbedoelde zuiverende chemicaliën komt, onthoudt het dat totdat het in uw glas wordt ingeschonken. Proost. Nolte doet met behulp van de apparaten die hij produceert iets wat mensen als Lynne McTaggart, Petra Maartense en Hans Andeweg met intenties proberen te bereiken. De eerdergenoemde ‘donkere Donau’ is momenteel zelfs onder behandeling van Andeweg’s team. Hij vertelt: ‘De Donau stroomt door het ECOintentionproject in het Duna Ipoly National Park bij Budapest. Deze rivier en al het water in het park worden heel bewust meegenomen in de ECOintention balancering voor dit gebied. We doen dit vanuit Nederland door ECOintention Practitioners en aanvullend doen de Hongaarse beheerders speciale intenties voor de Donau. Ze werken in groepen volgens de methode van 8 van Lynne McTaggart. Het effect is voelbaar in Budapest en verder stroomafwaarts.’ Als daarmee het effect dat water op u en mij heeft, ons leven en welzijn verbetert, is er misschien toch sprake van een geest van water, die ons vooruit helpt. Zoals de oude Grieken geloofden in de suprematie van watergoden, zo zijn wij met onze eigen inventieve of geconcentreerde geest zelf in staat het water goddelijk te maken. Als het dat niet al van nature was.
•
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 47
OMSLAGTHEMA
De onontdekte aarde De VS is nog steeds op ontdekkingsreis. Daarvoor hebben ze twee programma’s. Het ene is heel beroemd, vrijwel iedereen kent het. Dit is het programma van NASA om het universum te verkennen, nieuwe planeten te ontdekken en de sterren te bestuderen. We hebben hiervoor de Hubble telescoop, het SETI-project en een klein karretje op Mars rondrijden. Maar er is nóg een programma, dat minstens zo belangrijk is, alleen vrijwel niemand heeft ervan gehoord. OPGETEKEND DOOR: LISETTE
WEBER-ZIERE
We spreken Robert Ballard, een Amerikaanse geofysicus. Hij belooft ons onder te dompelen in zijn wereld: NOAA. NOAA staat voor nationale oceanische en atmosferische administratie. Het is een programma dat kijkt naar de aarde en met name ons water.
Een tiende van een procent Ballard vertelt dat hij ooit leerde dat de continenten niet horizontaal en alleen verticaal verschoven in een proces dat ‘geosynclinale cyclus’ werd genoemd. Iets dat hij nu ‘klinkklare onzin’ noemt. Hij legt uit: ‘Alle dingen waarnaar we kijken in onze verkenningen en ontdekkingen van de oceanen zijn voornamelijk ontdekkingen die bij toeval zijn gedaan. We zochten iets en vonden iets anders. En alles waarover ik kan praten is een tiende deel van een procent, want meer hebben we nog niet gezien.’ Ballard laat een kaart zien. Het is een vreemd beeld om naar te kijken, want de kaart laat het landschap van de aarde zien, als er geen water was. Enorme gebieden zijn vlak. ‘Zijn daar dan geen bergen’, vragen we? Ballard glimlacht. Wat blijkt? De plekken mét bergen zijn de enige plekken waar ooit een schip is geweest. Van die vlakke gebieden hebben de wetenschappers geen benul hoe ze er uit zien. Het zuidelijk halfrond is bijvoorbeeld
48 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
vrijwel geheel onverkend. In de tijd van kapitein Cook waren er meer verkenningsschepen in dat gebied dan nu. ‘Ongelooflijk’, noemt Balllard het. ‘Want het is heel naïef om te denken dat er alleen natuurlijke bronnen op het land te vinden zijn.’ Ballard gelooft in het verrijken van de economie, ‘maar’ zo stelt hij, ‘we laten zoveel liggen: 72 procent van de planeet.’ En: ‘Er zijn meer gedetailleerde kaarten van Mars dan van het gedeelte van de VS dat onder water ligt’, spreekt Ballard verbijsterd uit.
Expeditie Ballard vertelt met liefde en passie over zijn vak. Hij begon al toen hij zeventien was met zijn eerste expeditie. Dat is inmiddels ruim vijftig jaar geleden. Ballard is inmiddels 76. Op die tocht werd het schip bijna overspoeld door een enorme golf. Ballard was te jong om het gevaar te begrijpen en bovendien surfte hij in zijn vrije tijd. Hij grijnst: ‘Ik dacht alleen maar, wow, wat een fantastische golf. We zonken bijna, maar ik raakte gefascineerd door expedities. Sindsdien ben ik op ruim honderd expedities geweest.’ Ballard wijst naar een andere kaart. Hierop is de midoceanische rug te zien. Omdat de mercatorprojectie is gebruikt, lijkt het een soort dunne naad over een bal. ‘Maar’, vertelt Ballard, ‘in werkelijkheid beslaat dit gebergte 23 procent van de aarde. Dat is bijna een kwart van de aarde. Toch ging Armstrong eerder naar de maan dan dat wij dit gebergte bezochten.’ Deze bergketen is niet alleen interessant omdat hij zo groot is. Het is ook belangrijk omdat het mogelijk een rol speelde bij het ontstaan van de aardkorst. Want de bergen liggen precies op een plek waar de tektonische platen uit elkaar drijven. Op die plek ligt de aarde open en komt er vloeibaar gesteente opgeborreld uit de aarde. Het stolt, vormt een nieuwe korst en beweegt opzij, zodat er nog meer gesteente omhoog komt.
De Riftvallei Toch was er tot 1973 nog nooit iemand gaan kijken op die plek, de Riftvallei. Ballard behoorde tot een van de mensen die er als eerste kwamen. Ze voeren op 2,7 kilometer diepte de Riftvallei in. Het was pikkedonker, want zo diep in de oceaan dringt geen enkel licht meer door. Hier is daarom ook geen warmte van de zon voelbaar. Zonder licht is er geen fotosynthese, dus er zijn ook geen planten. Zonder planten geen voedselbron voor dieren, dus waarschijnlijk zijn er ook geen dieren. Althans, dat dachten ze toen. Daarom werd dit gebied ook wel ‘de grens van creatie’ genoemd. De wetenschappers begrepen in 1973 nog niet waarom bergen uit elkaar worden getrokken. Een collega van Ballard maakte indertijd een onschuldige opmerking. Hij vergeleek de bergen met een hitteblaar. De bergen zijn dus een bel van warmte. Ballard: ‘De metingen klopten met die theorie, behalve op de as. Daar was juist heel weinig warmte. Het was er wel warm, maar het was niet heet genoeg. De ene daarop volgende theorie was nog exotischer dan de ander. Toch verklaarde niets waar die bergen nou vandaan kwamen. De enige logische conclusie was dat er ergens onder de zee een hete bron moest liggen. Maar waar waren ze dan?’
Leven Ballard en zijn collega’s gingen opnieuw op expeditie om de ‘ontbrekende hitte’ te vinden. Ter hoogte van de Galapagos eilanden vonden ze het. Het waren een soort enorme, onderzeese schoorstenen die ze met hun
‘We laten zoveel liggen: 72 procent van de planeet.’ duikboot bezochten. Het was er zo heet dat hun meetapparatuur het nauwelijks aankon. Met een knipoog zegt Ballard: ‘De bestuurder van de duikboot vatte het uitstekend samen: “Het is heet”.’ Het was zelfs zo heet dat de thermometer bijna smolt. De exacte temperatuur was 340 graden Celcius. Lood smelt bij die temperatuur. Ballard pakt er weer een afbeelding bij. Dit keer van de Juan de Fucarug. Hier deden hij en zijn collega’s de ontdekking van hun leven: ze ontdekten namelijk leven op een plek waar dat beslist niet mogelijk had moeten zijn. Ze vonden drie meter lange kokerwormen en een soort mosselen zonder mond of spijsverteringsstelsel. Later bleek dat het bacteriën zijn die een manier hadden gevonden om fotosynthese na te bootsen op een plek zonder licht. Dat proces had indertijd niet eens een naam, maar inmiddels noemen we het chemosynthese. De nieuwe levensvormen waren totaal ongekend. Niets had dit kunnen voorspellen, ze werden bij toeval gevonden.
Forenzen Elke dag waren de wetenschappers twee en een half uur onderweg om op hun werk te komen. Ze werkten daarna NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 49
OMSLAGTHEMA
Gezonken geschiedenis Onderwater is niet alleen maar natuurgeschiedenis te vinden. Er is ook menselijke geschiedenis. Denk maar aan de Titanic die op 3,8 kilometer diepte ligt. ‘De zeeën en oceanen zijn het grootste museum ter wereld’, meent Ballard. ‘Er ligt daar meer geschiedenis dan in alle musea bij elkaar. Toch kunnen we nu pas concluderen dat dit museum zijn stukken prima heeft geconserveerd. De Bismarck werd op 4,9 kilometer diepte aangetroffen. Daarna werd de Yorktown gevonden. Als mensen ons vragen hoe we wisten dat dit het juiste schip was, antwoord ik altijd: “Dat stond op de boeg”.’ Maar er ligt ook klassieke geschiedenis op de zeebodem. Zo werd er ongeveer tien jaar geleden een scheepswrak uit 100 voor Christus gevonden. In het wrak was een prefab Romeinse tempel aangetroffen, alsof ze net bij de Praxis waren weggevaren. Maar er is nog een ouder wrak gevonden: een uit de tijd van Homerus, die omstreeks 750 voor Christus leefde. Ook in de Zwarte Zee is gezocht. Daar is maar weinig zuurstof in het water aanwezig, waardoor er veel waterstofsulfide in het meer ligt opgeslagen. De schepen die daar zinken
50 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
worden perfect geconserveerd. Organische materie wordt compleet bewaard. De wrakken die we vinden vertonen nog steeds de tekenen van de timmerman, zelfs de bijenwas kan je nog zien druipen. Ballard is trots dat de NOAA inmiddels het Amerikaanse congres heeft kunnen overtuigen van het belang van zeeverkenning. Er is zelfs een lobby gestart. De NOAA wist zomaar een schip van de marine af te troggelen. Het schip kreeg een prachtige Amerikaanse missie: ‘te gaan waar niemand ooit geweest is’. Hij heeft de wateren bij Bermuda verkend, maar het schip ligt momenteel in de haven voor reparaties. Voorafgaand aan die missie hadden de wetenschappers geen idee wat ze moesten verwachten in het gedeelte van Amerika onder water. Er waren geen kaarten van dat gebied, maar wel van Venus. Misschien zouden ze scheepswrakken vinden, misschien een rotsformatie of nieuw leven. In de afgelopen acht jaar, waarin het schip actief was voor de NOAA, bleek het antwoord te zijn: alles, en meer. Er werd een negentiende eeuws scheepswrak gevonden in de Golf van Mexico, enorme gebieden werden voor het eerst in kaart gebracht en tal van nieuwe ontdekkingen werden gedaan rond talloze Amerikaanse gebieden waaronder Puerto Rico, Hawaiï en rond Canada. Ook daarbuiten werd belangrijk onderzoek verricht in bijvoorbeeld de elf kilometer diepe Marianentrog. Ballard beëindigt ons gesprek met een vraag. ‘Waarom kijken we niet hoe we naar zee kunnen verhuizen? Waarom hebben we programma’s voor het bewoonbaar maken van Mars, en programma’s die kijken naar het koloniseren van de maan, maar geen programma voor de kolonisatie van onze eigen planeet? De technologie is beschikbaar.’
•
DIT IS EEN NEDERLANDSE VERTALING VAN EEN TED TALK
drie uur en moesten dan dezelfde anderhalve kilometer weer afleggen in twee en een half uur. De wetenschappers wilden daarom al gauw af van hun dagelijkse ‘forenzenfrustraties’. ‘Werken op de zeebodem is een oefening in geduld’, lacht Ballard. Hij ontwikkelde daarom een nieuwe techniek voor telepresentie door middel van robots. Daarmee kon nog veel meer fenomenaal onderzoek worden gedaan. Er werd nog veel meer leven gevonden. Er werden zelfs ‘bouwwerken’ aangetroffen, die daar beslist niet werden verwacht. Ze noemden het de ‘Verloren Stad’. Die stad was niet door mensen gebouwd, maar gevormd als gevolg van geologische activiteit. Plekken waar het water bovendien het pH van gootsteenontstopper had. Waar hydrothermische bronnen heel zuur zijn, was het water hier juist basisch. En toch was er leven.
‘Er ligt daar meer geschiedenis dan in alle musea bij elkaar.’
Het water is de kijkfunctie van de aarde, haar gereedschap om de tijd mee af te lezen. PAUL CLAUDEL (1868-1955)
BEELDVERHAAL
Drones Drones zijn kleine, onbemande vliegtuigjes of helicopterachtige machines waar diverse apparatuur aan kan worden bevestigd. Dankzij deze uitvinding zijn er talloze nieuwe mogelijkheden bijgekomen voor onder andere de bouw, postbezorging en de verkenning van onze planeet. Mark de Rooij, een geroemd fotograaf uit Rotterdam, gebruikt ook drones. Met behulp van zijn DJI drone – een type drone speciaal geschikt voor het maken van foto’s – maakt hij de mooiste beelden. The Optimist laat graag drie van zijn favoriete foto’s zien.
•
Meer zien van Mark de Rooij of zelf zulke foto’s leren maken? Kijk op www.derooijfotografie.nl voor meer informatie over cursussen op verschillende locaties door heel Nederland en in België.
De Rooij: ‘Deze foto heb ik midden in een zoutvlakte gemaakt. Normaal gesproken zou je hiervoor over de vlakte moeten vliegen met een helikopter of vliegtuigje. Nu hoefde ik alleen maar even mijn drone te laten opstijgen. Dat scheelt enorm in de impact op de omgeving.’
52 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
DE ROOIJ NOVEMBER/DECEMBER 2018©MARK THEOPTIMIST.NL 53
©MARK DE ROOIJNOVEMBER/DECEMBER 2018 54 THEOPTIMIST.NL
BEELDVERHAAL
De Rooij: ‘Deze foto maakte ik in een bos. Daar kan ik onmogelijk iets neerzetten om dit bijzondere perspectief te bereiken. Drones maken heel nieuwe beelden mogelijk. De kijker kan zich nu plotseling inbeelden hoe het moet voelen om een vogel te zijn.’
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 55
BEELDVERHAAL
De Rooij: ‘In eerste instantie is deze foto bijna een abstract werk. Dit soort foto’s konden vroeger ook wel worden gemaakt, maar waren vaak een closeup. Nu we juist heel ver weg gaan staan, komen er weer heel nieuwe vormen en texturen naar voren.’
56 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
DE ROOIJ NOVEMBER/DECEMBER 2018©MARK THEOPTIMIST.NL 57
ACHTERGROND
Nee, u kunt geen
gedachten lezen Na de zoveelste schietpartij in de VS waren zijn buren stomverbaasd. Het was een lieve, vriendelijke man. Ondertussen noemen zijn voormalig klasgenoten en collega’s hem een tikkende tijdbom. Wie heeft er nu gelijk? De meest recente twittertirade van Trump is volgens zijn tegenstanders te wijten aan narcisme, dementie, zijn vader of zijn Machiavelli-karakter. Maar volgens anderen is het zijn absolute toewijding aan zijn doel: ‘Make America Great Again’. DOOR: ROLAND
PLUUT
58 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
ACHTERGROND
Al het menselijke gedrag kan verklaard worden. We gebruiken daar prachtige redeneringen voor. Maar daarbij nemen we altijd aan dat het mogelijk is om redelijk goed te kunnen weten wat er zich in het hoofd van een ander afspeelt. In de psychologie wordt dat de Theory of Mind (ToM) genoemd. Met ToM wordt bedoeld: ‘het vermogen om te begrijpen dat de ander een eigen geest heeft, los van de onze, waarin potentieel andere geloofssystemen, wensen en intenties aanwezig zijn.’ Het is een van de vermogens die ons onderscheidt van andere dieren. Althans, dat denken de aanhangers van deze theorie. Het is niet verrassend dat veel mensen denken dat ze weten wat zich in de geest van anderen afspeelt. We zijn namelijk van nature analisten van karakter, politieagenten van gedrag, bewonderaars en critici. We houden van gelijkgestemden en voeren oorlog tegen andersdenkenden. Het lezen van andermans gedachten is een soort sociale lijm, het leidt onze sociale interacties in goede banen. We zijn afhankelijk van onze gedachten over anderen. Als we moeten inschatten of de eigenaar van een pistool gewelddadig is, een psychiatrisch patiënt zelfmoordneigingen heeft of of die ene partijleider de waarheid spreekt, gebruiken we daar een vorm van gedachten lezen voor. Het lot van onze democratie hangt zelfs af van ons vermogen te accepteren dat er ook andere meningen bestaan. Toch toont ons onvermogen beleefd te blijven tijdens een publiek debat aan dat we dat maar slecht kunnen. We beschuldigen mensen met een andere mening van het hebben van een slecht karakter, vooroordelen, slechte opleiding, dat ze gehersenspoeld zijn en nog tal van andere ‘je zou beter moeten weten’-zaken. Maar er is nog een andere mogelijkheid. Het is misschien wat angstaanjagend, maar wat als we eigenlijk helemaal niet in staat zijn om de gedachtes van anderen te kennen?
Spiegelneuronen Om de ontwikkeling van het vermogen je te verplaatsen in een ander aan te tonen, wordt in de psychologie vaak een specifieke methode gebruikt. Daarbij begint een psycholoog een gesprek met een kind met behulp van twee handpoppen. We noemen de poppen Sophie en Anne. Sophie heeft een mandje en Anne een doos. Sophie stopt nu een knikker in haar mandje en loopt de kamer uit. Nu Sophie weg is, pakt Anne de knikker en stopt die in haar
doos. Als we nu aan het kind vragen waar Sophie naar haar knikker moet zoeken zal het antwoord verschillen. Kinderen tot vier jaar denken dat Sophie in haar mandje moet zoeken. Zij kunnen zich niet verplaatsen in de ander. Mensen met autisme komen vaak ook niet voorbij dit punt. Naarmate kinderen ouder worden kunnen ze zich beter in de situatie verplaatsen en gaan ze andere antwoorden geven. Dit wordt door sociaal wetenschappers gezien als hét bewijs dat we de gedachten van anderen kunnen kennen.
‘Het lezen van andermans gedachten is een soort sociale lijm. ’ Neurowetenschappers hebben allerlei theorieën over hoe onze hersenen dat voor elkaar krijgen. Giacomo Rizzolatti beschreef in 1992 een theorie over een hersenmechanisme dat hier mogelijk verantwoordelijk voor is. Hij ontdekte dat de synapsen van de prefrontale motor cortex van resusaapjes signalen begint af te vuren als ze naar eten reiken. Die cellen vuren ook signalen af als een van de onderzoekers naar het eten reikt. Zolang het aapje maar denkt dat het een bewust gebaar is en dat de onderzoeker van plan is om het op te eten, worden er signalen afgevuurd. Omdat dezelfde cellen betrokken zijn bij het zien en bij het initiëren van een handeling, werden die cellen ‘spiegelneuronen’ genoemd. Gezamenlijk vormen deze cellen het spiegelneuronensysteem. Omdat de aapjes konden opmerken of de beweging werd gemaakt om iets op te eten of er mee te spelen, dachten de onderzoekers dat het spiegelneuronensysteem intenties kan bespeuren. De aapjes zouden dan dus een theory of mind (ToM) hebben. Gedurende de daaropvolgende tien jaar werd het spiegelneuronensysteem aangewezen als de basis voor empathie, complexe sociale interacties, de evolutie van taal en de culturele vooruitgang van de moderne mens. Een van de gedragswetenschappers van die tijd dacht zelfs dat het spiegelneuronennetwerk net zo belangrijk zou zijn voor de psychologie, als DNA voor
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 59
ACHTERGROND
‘Hoe zeker ben je van je antwoord? Hoe weet je of je gelijk hebt?’ de biologie was. Nu we die neuronen kenden, was er een basis om zelfs de meest mysterieuze delen van de menselijke geest te begrijpen. Helaas, uiteindelijk bleek het toch niet zo simpel te liggen. Een van de eerste mensen in het nieuwe werkveld van de spiegelneuronen, Marco Iacoboni, paste zijn mening aan. Hij stelt nu dat het spiegelneuronennetwerk slechts op een laag niveau intenties en handelingen kan herkennen. Een beetje zoals wij zouden doen tijdens een spelletje poker. Stelt u zich voor: de persoon naast u maakt, op het moment dat u uw chips wilt inzetten, zich klaar om zijn eigen stapel chips naar voren te duwen. Dat kan betekenen dat hij dat ook echt gaat doen straks, omdat hij goede kaarten heeft. Maar het zou ook een afleidingsmanoeuvre kunnen zijn. Of misschien doet hij maar net alsof hij zichzelf nu verraden heeft, omdat hij daar later in het spel gebruik van wil maken. Er zijn allerlei mogelijke redenen voor een handeling. Zien en begrijpen dat de tegenspeler zijn chips naar voren gaat brengen, vertelt u niets over zijn doel.
Moeder Toch bleef de wetenschap met hetzelfde enthousiasme proberen om ToM te bewijzen. Nu de spiegelneuronen geen houdbare verklaring meer waren, werden er allerlei andere hersengebieden aangewezen als locatie van de ToM. Zo sprak een bekende gedragswetenschapper, Rebecca Saxe, in 2009 tijdens een TED Talk over de rechter temporopariëtale kruising (rTPJ). Dat is een hersengebied net achter het rechteroor. Zij stelt: ‘Het is een vrijwel compleet gespecialiseerd gebied. Het doet bijna niets anders dan nadenken over de gedachten van anderen. Verschillen in dit hersengebied kunnen verklaren waarom iedereen anders denkt en anders oordeelt over zijn omgeving.’ We weten dat het rTPJ-gebied ook de coördinator is van alle binnenkomende zintuigprikkels. Daarmee wordt een beeld van onszelf in de ruimte gevormd. Als dit hersengebied met magneetgolven wordt gestimuleerd, kunnen we het gevoel krijgen buiten ons lichaam te treden. Als het gebied door een beroerte of tumor aangetast is, raakt
60 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
ons zelfbewustzijn in de war. Soms beseffen mensen daardoor niet eens meer dat ze verlamd zijn. Desondanks denken wetenschappers nog steeds dat rTPJ nodig is om onszelf te onderscheiden van anderen. Daarmee ontstaat een vicieuze cirkel. We vragen een deel van de hersenen om een beeld van onszelf te vormen, maar ook om er buiten te treden en een onbevooroordeeld beeld te vormen van anderen. Je kan het niet winnen van een dergelijke hersenopbouw. Er zit dus een duidelijke tekortkoming in de huidige neurowetenschappelijke verklaringen van ToM. Het blijft tegelijkertijd ook lastig om dat gevoel af te schudden dat we toch in staat zijn om in het hoofd van een ander te kruipen. TED Talk wetenschapper Saxe begint haar presentatie daarom ook met de vraag waarom het zo makkelijk is om de gedachten van een ander te kennen. Ze laat twee foto’s zien. Een van een moeder die naar haar kind kijkt en een van een tienerjongen die van een hoge rots de zee in duikt. ‘Je hebt nauwelijks informatie nodig om te weten wat deze vrouw denkt en wie die jongen is.’ Als ik naar de moeder kijk, zie ik een combinatie van liefde en verbijstering. Maar als ik daar even over nadenk, realiseer ik me dat ik een aanname heb gedaan over iets dat mensen gemeen hebben en ze vervolgens in haar hoofd heb geplaatst. Ik kan helemaal niet weten of ze zich zorgen maakt over haar gebrek aan aandacht voor haar man, of ze nadenkt of het kindje straks naar het kinderdagverblijf moet als ze weer gaat werken, of dat ze nu alvast extra geniet van alle liefde omdat ze weet dat haar kind over een paar jaar in een rebellerende puber is veranderd. Ik maak gebruik van ingebakken en aangeleerde overtuigingen over de menselijke aard. Ik kan haar gedachten in algemene zin begrijpen, maar ik zal haar nooit specifiek kennen.
Onbevreesd Ook de foto van de tiener die van die rots springt, roept vragen op. Ik ben niet bekend met de geestelijke gesteldheid van jongens die van rotsen springen, maar ik ken wel een onderzoek dat gedaan werd naar een bergbeklimmer, de durfal Alex Honnold. Als je hem zonder touw of vangnet een driehonderd meter hoge klif ziet beklimmen, vraag je je toch af of hij niet bang is. Als hij naar beneden kijkt, voelt hij dan ook maar een klein beetje angst of terughoudendheid? Hoe zeker ben je van je antwoord? Hoe weet je of je gelijk hebt?
ACHTERGROND
In 2016 vergeleek de neurowetenschapper Jane Joseph de hersenen van Honnold met die van een andere bergbeklimmer. Terwijl zij in de MRI-scanner lagen, werden tweehonderd angstaanjagende afbeeldingen aan hen getoond. Dat zijn bijvoorbeeld afbeeldingen van gruwelijk verbrande of misvormde lichamen en slachtoffers van een ongeluk. Maar er werden ook afbeeldingen getoond van beroemde klimroutes waarvan bekend is dat ze erg risicovol zijn. De amygdala van de andere bergbeklimmer werd erg actief toen hem die beelden werd getoond. De amygdala is het gedeelte in de hersenen dat signalen van angst stuurt. Maar de amygdala van Honnold deed helemaal niets. Toen hem gevraagd werd naar een van de meest gruwelijke beelden reageerde Honnold verbaasd: ‘Ik weet het niet helemaal zeker, maar ik had er een beetje een “meh-gevoel” bij.’ Hij vond de foto’s er gedateerd en afgestompt uitzien. ‘Het is alsof ik naar een rariteitenkabinet kijk.’ Het is heel moeilijk om je een geestelijke gesteldheid voor te stellen die je nog nooit hebt gekend. Joseph denkt dat in de MRI te zien is dat Honnold geen normale, primaire reactie op bedreigingen heeft. Het lijkt wel alsof zijn angst volledig is uitgeschakeld. Desondanks vindt Honnold zichzelf niet onbevreesd. Hij kan zich verschillende enge gebeurtenissen herinneren, zowel op het gebied van bergbeklimmen als daarbuiten. Dat is waar we tegen een tweede probleem aanlopen. We moeten taal gebruiken bij een geestelijke gesteldheid. Honnold is een verstandige man, hij bekijkt en analyseert zijn klimroutes nauwkeurig. Hij erkent ook
dat vallen de dood betekent. Die mogelijkheid vindt hij angstaanjagend. Maar het is moeilijk te zeggen of dat het cognitief begrijpen van een gevaar betreft of een gevoelde emotie. Gezien zijn stille amygdala, is het ‘eng’ van Honnold waarschijnlijk niet dezelfde angst die andere mensen voelen als ze op het randje van een hoog gebouw staan. We kunnen waarschijnlijk ons net zo goed verplaatsen in de gevoelens van Honnold als we dat kunnen in de gevoelens van een vleermuis. Dat betekent niet dat we geen idee hebben van wat er in een ander omgaat. De hersenen kunnen heel goed patronen herkennen. Zo kunnen we bijvoorbeeld meestal correct beoordelen of iemand verdriet zal voelen bij een begrafenis, plezier tijdens een verjaardagsfeestje of boosheid als hij wordt afgesneden op de snelweg. We hebben vaak genoeg gelijk om te geloven dat anderen zich meestal voelen zoals wij ons voelen. Als je de TED Talk van Saxe bekijkt, voel je het publiek bijna terugdeinzen als ze de jongen van de rotsen zien springen. Maar als die jongen dezelfde stille amygdala heeft als Honnold, is dat gevoel helemaal niet nodig. Het onoverkomelijke probleem is dat we proberen ons in te leven in een emotie die we zelf nooit hebben gehad.
Voorspellen Misschien zit ik er helemaal naast met mijn theoretische weerlegging van de theory of mind. Misschien ligt er in het dagelijks leven een vorm van bewijs voor de theorie en kunnen we inderdaad de wensen en overtuigingen
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 61
ACHTERGROND
van elkaar kennen. Daarom wil ik graag een simpel experiment onder de aandacht brengen. Die met een leugendetector. Als we goed zijn in elkaars gedachten lezen, zouden we uitmuntende leugendetectors zijn. Maar in een onderzoek uit 2006 werd aangetoond dat we maar iets beter zijn (54 procent) dan pure kansberekening als het aankomt op het spotten van een leugen. Tien jaar later werd het experiment herhaald, en de bevindingen waren hetzelfde. Sterker nog: zelfs mensen die hier professioneel in zijn opgeleid (douanebeambten, politieagenten en psychologen) scoren niet beter dan mensen die gewoon maar wat gokken. Als we niet goed zijn in het doorzien van leugens, zijn we dan beter in het voorspellen van gewelddadig gedrag? Al in 1984 werd gerapporteerd dat het vermogen van psychiaters en psychologen om geweld te voorspellen werd overschat. Zelfs onder de beste omstandigheden – met meerdere multidisciplinaire evaluaties en bij mensen die eerder al gewelddadig gedrag hadden vertoond – hadden de psychologen en psychiaters het twee keer vaker fout dan goed. Toch vermeldde het rapport toen dat nieuwe methodes hun gedrag beter zouden kunnen voorspellen. Helaas; dertig jaar later concludeerde een groot Brits blad over gezondheidszorg: ‘Zelfs na dertig jaar ontwikkeling is de theorie dat lichamelijk en seksueel geweld kan worden voorspeld niet op enig bewijs gebaseerd.’ Stephen D. Hart is een van de psychologen die betrokken was bij de ontwikkeling van de huidige methode om geweld te voorspellen. Hij is net zo pessimistisch: ‘Er bestaat geen enkel instrument dat nuttig of bewezen werkt bij de identificatie van potentiële massamoordenaars zoals schutters op middelbare scholen. Er zijn zoveel dingen in het leven waar we simpelweg te weinig bewijsmiddelen voor hebben en dit is er een van.’ Voorspellen van zelfmoord dan? Nee. Volgens twee recente analyses zijn er de laatste veertig jaar geen verbeteringen geweest in de accuratesse van de middelen waarmee we het zelfmoordrisico inschatten. In de meeste landen wordt het gebruik van dergelijke methodes daarom ook afgeraden door de beroepsvereniging. Een goede theorie is een theorie die toekomstig gedrag kan voorspellen. Vroeg of laat is er immers bewijs nodig. Als experts niet kunnen inschatten wie er gewelddadig of suïcidaal zal worden, moeten we dan niet eens heroverwegen of er wellicht grenzen zijn in ons geloof in ToM? Ik had het eerder over de controversie rond de spiegel-
62 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
neuronen. Dat deed ik om te benadrukken dat er zich bepaalde processen op een laag niveau in de hersenen afspelen die lijken op functies op hoog niveau. Maar ze zijn het niet. Ik denk dat de Sophie-Anne testen, en andere vergelijkbare tests, ook in die categorie vallen. Ja, we weten dat anderen een eigen gevoelsleven hebben en dat hun wensen en behoeftes mogelijk anders zijn dan de onze. Maar jezelf in de schoenen van een ander plaatsen is niet hetzelfde als ook daadwerkelijk voelen en denken als de ander. Ik pas in de schoenen van bergbeklimmer Honnold, maar ik pas niet in zijn hoofd.
Data Nu ik dit zo allemaal opschrijf, wil ik zelf toch ook al dit bewijs niet accepteren. Ik kan het gevoel, dat er meer in leugendetectie zit dan in die studies is gevonden, niet van me afschudden. Toch moet ik toegeven dat ik als pokerspeler niet veel voorstel. Ik kan niet zien wanneer iemand bluft dus baseer ik mijn strategie op de patronen waarmee de ander zijn weddenschappen inzet. Daar ben ik bepaald niet de enige in. Gezien de faalkans van ToM kijken psychologen steeds vaker naar verzamelde data en niet naar het unieke individu. Een onderzoeksteam onder leiding van Stephan Ludwig in Londen heeft software ontwikkeld die meer dan achtduizend zakelijke e-mails heeft bekeken en ze vervolgens
ACHTERGROND
heeft geanalyseerd. De teksten van die mails gingen allemaal over inzendingen voor een bepaalde prijs, waarbij het bedrijf natuurlijk werd aangeprezen. Ze vergeleken de kansen van de software met de kansen van de jury om in die e-mails een leugen te vinden. Het programma overtrof de jury. De software had in zeventig procent van de gevallen gelijk, terwijl mensen – zoals bekend – net iets beter scoren dan pure kans. De onderzoekers hopen daarom dat hun programma op termijn kan worden ingezet om misleiding te spotten in alles, van visumaanvragen tot datingprofielen. In een ander onderzoek werden de gegevens van ruim vijfduizend patiënten met fysieke tekenen van zelfbeschadiging en zelfmoordgedachtes verzameld. Die werden gecombineerd met algemene gegevens zoals leeftijd, geslacht, postcode, medicatie en eerdere diagnoses. De patiënten werden zelf niet geïnterviewd. Toch kon de software vervolgens op basis van die gegevens met een accuratesse van tussen de tachtig en negentig procent voorspellen of die persoon in de komende twee jaar een zelfmoordpoging zou doen. De accuratesse liep zelfs op tot 92 procent als er voorspeld moest worden of de patiënt de komende week een zelfmoordpoging zou doen. Toen datzelfde model werd losgelaten op een willekeurig geselecteerde groep opgenomen patiënten met een geschiedenis van zelfmoordpogingen, kon het onderzoeksteam zelfs nog beter voorspellen. Met die bevindingen zal het niemand verbazen dat Facebook inmiddels een eigen algoritme heeft dat een verhoogd risico op zelfmoord kan bespeuren. Die mensen krijgen vervolgens advertenties te zien voor zelfmoord-hulplijnen en psychologen.
Patiëntenvoorbeelden De tekortkomingen van ToM zijn al langer deel van het publieke debat. Met name als het gaat om kritiek op de psychiatrie. Toch blijven de meesten denken dat het probleem ligt bij de psychologen en psychiaters en niet bij de aanname dat we kunnen weten wat de ander denkt en voelt. Ik sprak daarom een neuroloog over dit onderwerp. Hij geeft aan dat hij al vroeg in zijn carrière twijfels had over ToM. Hij illustreert die twijfels met een prachtig en verontrustend verhaal. ‘Ik sprak indertijd een jonge vrouw uit Jamaica die opgenomen was omdat ze haar achttien maanden oude dochtertje had gewurgd. Terwijl zij nog onder observatie stond had ze vervolgens de nek
‘Wat ik ook zou verzinnen, het zou pure fictie zijn.’ gebroken van een jammerende, invalide en dementerende vrouw. Die vrouw was als gevolg van haar verwondingen overleden. De rechtbank wilde weten of het gewelddadige gedrag van deze vrouw een neurologische reden had. Maar deze vrouw leek in niets op wat ik op basis van haar dossier had verwacht. Ze had een stralende glimlach, was goedlachs en had een vrolijk accent. Ze was vriendelijk. Ik kon me niet voorstellen dat deze vrouw zelfs maar een vlieg kwaad zou doen, laat staan haar eigen kind. Zoals te verwachten viel leverde het onderzoek geen enkele aanwijzing op om haar gedrag te verklaren. Voordat ik het gesprek beëindigde, trok ik de stoute schoenen aan. Ik vroeg haar of ze zelf wist waarom ze haar dochter had gewurgd en de oude vrouw had aangevallen. Ze bleef stil zitten en flapte er uiteindelijk uit: “ik heb een hekel aan gehuil”. Ze vouwde haar handen in haar schoot en staarde me aan, terwijl ze haar hoofd maar bleef schudden. We waren allebei sprakeloos, ik was diep bewust van de kloof die onoverbrugbaar tussen ons in lag. Ik was geschokt door het besef dat ik nooit zou begrijpen wat gehuil precies losmaakt in deze vrouw. Wat ik ook zou verzinnen, het zou pure fictie zijn. Het is alsof ik het onverklaarbare probeer te verklaren.’ Daar bleef het voor deze neuroloog niet bij. Gedurende zijn carrière heeft hij talloze keren versteld gestaan van de mensen tegenover hem. Zo vaak dat hij inmiddels volledig accepteert en erkent dat hij maar heel weinig weet van wat er in een mens omgaat. Hij vertelt: ‘Toen een van mijn patiënten volledig onverwacht overleed, vroeg ik zijn zoon om toestemming een autopsie te doen. Dat mocht, maar alleen als hij mocht kijken. Toen ik hem vroeg waarom hij er bij wilde zijn, was zijn enige verklaring: “Het is mijn vader”.’ Maar dit soort gevallen komt veel vaker voor: ‘Een vrouw van middelbare leeftijd stortte midden in de nacht plotseling in. Een scan toonde aan dat ze een enorme hersenbloeding had gehad die haar hoogst waarschijnlijk binnen een paar uur het leven zou kosten. Toen ik dat aan haar man vertelde, knipperde hij een paar keer. Daarna reageerde hij, zonder enig vertoon van emotie: “Oké, ik denk dat ik naar huis ga om te douchen.”’
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 63
ACHTERGROND
- ‘Je moet toch wel een vermoeden hebben.’ ‘Niet echt. Ik weet zelfs niets eens zeker of hij niet doet alsof.’ - ‘Als je alleen slaagt als je een diagnose zou stellen, wat zou je dan zeggen?’ ‘Sorry, maar dat zou echt giswerk zijn.’ - ‘Je mag gaan’, zei de psychiater met een blanco gezichtsuitdrukking waar niets uit af te leiden viel. Die avond, na het examen, kwam hij zijn examinator toevallig tegen. Hij was heel vrolijk. ‘Goed gedaan, je bent glanzend geslaagd.’ De neuroloog was stomverbaasd, hij was ervan overtuigd dat hij was gezakt. De examinator lachte. ‘Wat was er dan met hem aan de hand?’, vroeg de neuroloog. Zijn examinator reageerde: ‘Wie zal het weten? Hij is een van onze besten. We gebruiken hem voor heel veel examens in deze regio.’ Ik concludeerde dat de man dus een professioneel patiënt was. Maar dat bleek ook niet te kloppen. De neuroloog legde me uit dat hij wel ooit opgenomen is geweest, maar niemand wist toen wat er met hem aan de hand was. Toen hij op de afdeling verbleef pikte hij een vreemde vaardigheid op. Hij kan de meeste psychiatrische diagnoses perfect nabootsen. Dit keer was hem gevraagd om een onbetrouwbare patiënt na te doen die niet wil meewerken. ‘Dus hij heeft geen onderliggende geestelijke aandoening?’, had de neuroloog nog gevraagd. De examinator had geglimlacht en zijn schouders opgehaald. ‘Goede reis terug naar huis.’ Ik heb geconcludeerd dat tragedie onvoorstelbare reacties kan losmaken. Dat is beslist geen gedachten lezen. Het oproepen van een ander beeld van de wereld is een uniek talent waar een enorme hoeveelheid fantasie voor nodig is. Epische werken zoals Shakespeare’s Hamlet en Tolstoj’s Anna Karenina zijn artistieke unicums en niet gebaseerd op begrip, maar op de chocolade die we maken van elkaars intenties en motivaties. We verzinnen verhalen over onze echtgenoten, kinderen, leiders en vijanden. Het zijn inspirerende verhalen die ons helpen om door moeilijke tijden te komen. Maar we doen betere voorspellingen als we ons laten leiden door onpersoonlijke data dan als we ons laten leiden door de foutieve overtuiging dat we elkaars gedachten kunnen lezen.
•
64 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
DIT ARTIKEL IS TOT STAND GEKOMEN MET HULP VAN AEON.CO
Het voorbeeld dat de beperkingen van ToM het beste illustreert, overkwam hem toen hij tijdens zijn examens om arts te worden een onderdeel over psychiatrie moest afleggen. Zijn testpatiënt was een onverzorgde man die vagelijk naar schimmel rook. ‘Hoe lang bent u al in het ziekenhuis?’, begon hij. - ‘Drie maanden.’ Hij was verrast dat niemand de man even geholpen had. Dus vroeg hij het nog een keer. - ‘Een paar jaar ongeveer. De tijd ontglipt je als er niets gebeurt.’ Hij vroeg zijn patiënt om nog wat specifieker te zijn. - ‘Nou, nu je het zo vraagt denk ik dat ik hier ongeveer drie dagen ben.’ Daarna vroeg hij hem of hij een geschiedenis had met psychiatrie. - ‘Wie niet’, reageerde hij. ‘Andere familieleden ook?’, vroeg de neuroloog. - ‘Dat hangt er van af aan wie je het vraagt.’ ‘Weet u waarom u hier bent?’ - ‘Nee, u wel?’ ‘Ja, u bent mijn testpatiënt voor het psychiatriedeel van mijn neurologie-examens. Het zou helpen als u ten minste zou proberen om duidelijke antwoorden te geven.’ - ‘Persoonlijke antwoorden zijn nooit duidelijk. Je leert jezelf te beschermen met “ja”, “maar” en “misschien”. Je weet nooit of je nog eens wilt proberen om president te worden.’ Zo ging het gesprek verder. Dertig afschuwelijke minuten lang waarin hij zijn hoofd lichtjes bewoog en alle vragen ontweek. De examinerende psychiater die zijn beoordeling zou doen bleef maar vlijtig notities maken. Toen hij aangaf dat zijn tijd op was, mocht de patiënt de kamer verlaten. ‘En, wat denk je?’ vroeg de examinator. De neuroloog antwoordde: ‘Ik heb geen flauw idee, deze patiënt is volkomen onbetrouwbaar.’
‘Je weet nooit of je nog eens wilt proberen om president te worden.’
COLUMN
Column Annette ‘Nobuntu’ Mul Founder Ubuntu Society, voorzitter Stichting Ubuntu Nederland. www.ubuntusociety.nl
Eenders en Anders ‘Dis eenders én anders’ probeert Eureka Barnard mij duidelijk te maken. Zij is Zuid-Afrikaanse en directeur van het SASNEV: Suid Afrika Sentrum Nederland en Vlaanderen. Het is haar missie om alle Nederlands sprekende en verstaande mensen wereldwijd met elkaar te verbinden. In zeker opzicht spreken we dezelfde taal en toch zijn we zo verschillend: eenders en anders. Nederland, lang geleden 1970, ik ben tien jaar oud. Pake en Beppe uit Friesland zijn veertig jaar getrouwd. Zij komen uit de Joure, mijn tante en oom, nicht en twee neefjes uit Den Haag en wij, mijn ouders, broer en ik uit Limburg. We vieren het feest in Drenthe. De ober neemt onze bestelling op en slikt de gebruikelijke nn-en in. Mijn neefje van acht jaar uit Den Haag gooit er uit: ‘Ik begrèp eâh even nies van. Zodra iemand oâk mâh even buìtuh Duh Haag komt praat iedeâhrein toch zo raâhr!’ We moesten allemaal lachen. Zijn kokerdenken was toen schattig en toegestaan. Maar in hoeverre denken wij ook op volwassen leeftijd nog steeds te veel vanuit ons eigen perspectief? Het lijkt om taal te gaan, maar het negatieve oordeel over de ander die anders is en anders spreekt ligt in ons allemaal op de loer. In het kleinste land, de kleinste regio, de dichtstbijzijnde buurt, bij ons thuis. Laat staan tussen verschillende nationaliteiten. Mijn gedachten gaan naar alle vluchtelingen, alle kinderen van asielzoekers in ons land. ‘Eerst de taal leren’ is
‘Zijn kokerdenken was toen schattig en toegestaan.’
ons politieke devies. Natuurlijk, het leren van onze taal is een must! Maar … hoeveel woorden Turks, Marokkaans of Oekraïens spreken wij om hen een gevoel van welkom te geven? Hoe proeven we hun gerechten en wisselen we recepten uit? Hoe ontmoeten we elkaar gelijkwaardig? Het lijkt om taal te gaan, maar mijn reizen door Zuid-Afrika én de ontmoeting met Eureka maken me het verschil duidelijk tussen integratie en assimilatie. Het lijkt om taal te gaan, maar het is een fundamentele grondhouding in de ontmoeting met de ander. Onlangs logeerde mijn kleindochter van acht bij mij. Het dochtertje van mijn Oekraïense huishoudelijke steun en toeverlaat, ook acht jaar, speelde ook bij ons. ‘Ik praat niet so goed Nederlands’, is haar openingszin. Mijn maag krimpt ineen. Waarom niet zo goed Nederlands, als openingszin? ‘Lieve Varja, jij praat honderd keer beter Nederlands dan dat wij Oekraïens kunnen praten. Wil jij ons vandaag een paar woordjes leren?’ vraag ik. Ze bloost en groeit tien centimeter van zelfvertrouwen. Mijn kleindochter wil op haar beurt ook een duit in het zakje doen en ons enkele Maleise woordjes leren – haar oma van vaders kant komt uit Indonesië. De meisjes maken lijstjes met woorden vanuit het Nederlands naar het Maleis, naar het Oekraïens. Natuurlijk moeten het ook ‘vieze’ woorden zijn. Van billen naar pantat en poppa. Dus … zeg ik met een knipoog, het zijn de poppa van pappa? De grieten liggen dubbel van het lachen. Ze zijn vriendinnen geworden. Niet door de Nederlandse, Maleise of Oekraïense taal. Maar door het verlangen elkaar te begrijpen en samen te spelen.
•
BOEKFRAGMENT
De troostrijke
paddenstoel In De weg terug naar het leven vertelt de Noorse, van oorsprong Maleisische, antropologe Long Litt Woon over haar ontdekkingsreis in de wereld van paddenstoelen, nadat zij onverwachts haar man verloor. Het boek gaat over twee parallelle reizen: één door het paddenstoelenrijk en één door die van rouw en verdriet. Die samenhang, haar nieuwe interesse voor mycologie (de leer van schimmels en paddenstoelen) en de daaraan verbonden wandelingen blijken haar wonderwel over het verdriet heen te helpen. DOOR: BRIAN
DE MELLO
66 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
BOEKFRAGMENT
Dit is het verslag van een reis die begonnen is toen mijn leven van het ene moment op het andere op zijn kop kwam te staan: op een dag ging Eiolf naar zijn werk en kwam niet meer thuis. Nooit meer. Het leven zoals ik het kende was vanaf dat moment voorgoed voorbij. De wereld was voor altijd anders geworden. Ik was gebroken. Het enige wat ik nog van hem had, was het verdriet over het verlies. Ik was kapot maar wilde het verdriet niet met pijnstillers verdoven; ik wilde de hele marteling tot op het bot voelen, rauw als zij was. Het was een bevestiging dat hij geleefd had, dat hij mijn man was geweest. Dat mocht niet ook verdwijnen. Van een persoon die altijd alles onder controle had en grip op het bestaan wilde hebben, was ik tot een stuurloos wrak geworden. Onvrijwillig doolde ik rond in een onbekend land. Het zicht was slecht en ik had kaart noch kompas. Wat was boven en wat was onder? Vanwaaruit moest ik vertrekken? Waar moest ik mijn voet neerzetten? Alles was helemaal zwart. Door een stom toeval trof ik verrassend genoeg een antwoord waar ik het nooit verwacht had. Het was een miezerige herfstdag en oude bladeren die van de grote, eerbiedwaardige bomen in de botanische tuin in Oslo gevallen waren,
‘Eén paddenstoel geeft vreugde, twee paddenstoelen dubbele vreugde.’ begonnen te vergaan. De zomer was voorbij, de winter kondigde zich aan. Iemand wees me op een cursus, waarvoor ik me vervolgens zonder er verder over na te denken opgaf. Eiolf en ik hadden het er weleens over gehad, maar het was er nooit van gekomen. Zo kwam het dat ik me op een donkere herfstavond, zonder veel verwachtingen, meldde bij de kelder van het Natuurhistorisch Museum. Ik moest voorzichtig lopen; na de crematie van Eiolf was ik er al in geslaagd mijn enkel te breken. De angst om te vallen zat er na dat ongeluk nog goed in. Er was me verteld dat het een hele tijd duurt voordat een gebroken enkel weer heel is, maar of een gebroken hart ooit weer kon helen en hoe lang dat zou duren, kon niemand me vertellen. Verdriet en rouw hebben geen haast, ze nemen alle tijd die nodig is, zijn grillig en bewegen zich met horten en stoten in onvoorspelbare richtingen. Als iemand mij verteld had dat
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 67
BOEKFRAGMENT
‘De concentratie is aangescherpt en de spanning stijgt.’ paddenstoelen mijn redding zouden worden, zou ik raar hebben opgekeken. Wat hebben paddenstoelen en verdriet met elkaar te maken? En toch vond ik in de bemoste grond van de open bossen dat waarnaar ik op zoek was. Mijn ontdekkingsreis door het landschap van de paddenstoelen werd tegelijkertijd een tocht naar binnen, een via interna. Terwijl de concrete reis al tijd vroeg, was de innerlijke reis daarnaast ook nog turbulent en veeleisend. Voor mij stond het buiten kijf dat de mycologie me gestaag naar de uitgang van de tunnel van het verdriet leidde. Ze verzachtte de pijn en werd mijn pad uit de duisternis. Ze bood me onbekende perspectieven en bracht me langzamerhand naar een nieuwe positie. Pas achteraf werd me duidelijk hoe paddenstoelen mijn redding werden in het uur van de nood en hoe onderwerpen die ogenschijnlijk geen verwantschap hebben toch met elkaar kunnen samenhangen. Daar gaat dit boek over. […]
Adrenalineroes Waarom raakte ik helemaal verslaafd aan paddenstoelen? Vlak nadat we in het bos waren aangekomen zag ik een cluster met een stuk of acht kleverige knolamanieten. Ze zagen er gewoon maagdelijk en onschuldig uit, maar de aanblik van deze levensgevaarlijke soort deed me de koude rillingen over de rug lopen. Gelukkig kon ik mijn nieuwverworven kennis meteen gebruiken. Weten wat je wel en niet uit de natuur kunt eten, gaf me het gevoel iets vertrouwder te zijn met dat moeilijke onderwerp. Ik werd helemaal warm vanbinnen. Verder vond ik nog een enkele hoorn van overvloed, Craterellus cornucopioides, goed gecamoufleerd tussen oude bladeren en takken, een delicatesse die ik niet kende maar die door de cursusleider werd gedetermineerd. Hun aanvankelijk grijze en later zwarte uiterlijk verraste me enigszins, omdat ze er naar mijn toenmalige opvatting niet eetbaar uitzagen. Wat kun je toch de plank misslaan wanneer je je laat leiden door aannames in plaats van vakkennis. Ik had nog nooit aan een cursus deelgenomen waarbij verworven kennis meteen toegepast kon worden en ik raakte diep onder de indruk van de docenten van het ‘Genootschap voor paddenstoelen en nuttige gewassen in Oslo en omgeving’ (hierna ‘het Genootschap’). Ik
ging naar huis met een mandje vol eetbare paddenstoelen, tevreden met de oogst en met mijzelf. Toen ik na verloop van tijd de belangrijkste paddenstoelengeslachten had leren kennen, kwam er voor mij een beetje meer structuur in het gecompliceerde rijk der paddenstoelen. Misschien zou ik ooit nog eens de vijftien soorten van de cursus kunnen determineren. Voor het zogenaamde examen voor paddenstoelendeskundige moet je minstens honderdvijftig soorten bestuderen, maar hoe kun je ooit al die soorten uit elkaar houden als het al moeilijk genoeg is om er vijftien te herkennen? Het examen leek me een onmogelijke opgave. Je ervaart het bos heel anders wanneer je er met nieuwe kennis in rondwandelt, ook al is deze kennis nog zo beperkt. Plotseling zag ik overal paddenstoelen, exemplaren die ik vroeger over het hoofd zou hebben gezien omdat ze zo opgingen in hun omgeving. Nu doken de paddenstoelen in 3D op omdat ik met nieuwe ogen keek. Ik leerde ook veel over de Noorse flora, bijvoorbeeld dat leverbloempjes kalk nodig hebben. Als ik leverbloempjes vind is de kans groot dat ik ook paddenstoelen vind die het goed doen op kalkrijke bosgrond. Toen ik mijn eerste paddenstoelen herkende, kreeg het exotische Noor-
BOEKFRAGMENT
Long Litt Woon Long Litt Woon (1958) kwam als 18-jarige uitwisselingsstudent in Noorwegen terecht, waar ze haar
se bos een nieuwe betekenis voor mij. De donkergroene bossen trokken me langzamerhand steeds meer aan. Nu scan ik tijdens het lopen snel de bosgrond om een overzicht te krijgen van het terrein. Zouden hier misschien interessante paddenstoelen staan? Als je paddenstoelen wilt vinden moet je je mobieltje uitzetten, in de paddenstoelenmodus gaan en aanwezig zijn – in het bos. Later heb ik gelezen dat een boswandeling wonderen verricht; niet alleen voor lichaam en geest zoals gezondheidsprofeten prediken, maar ook voor de hersenen. Als kind kon je urenlang zitten turen naar vlijtige mieren en hoorde je niet wanneer je aan tafel geroepen werd. Het paddenstoelenavontuur is net zo betoverend. Het leven van alledag vervaagt wanneer je op paddenstoelenjacht bent. Je jager-verzamelaarsinstinct vlamt op en onmiddellijk kom je in een eigen betoverde wereld terecht. Je concentratie is aangescherpt en de spanning stijgt. Zullen we de paddenstoelenschat wel of niet vinden? Wanneer je dan eindelijk een stuk of twee sappige cantharellen hebt gevonden, kun je alleen maar verzuchten: ‘O, wat ben jij mooi!’ of zelfs: ‘Kom maar, lieverd!’ Helaas word ik vaak voor de gek gehouden door een geel berkenblad, dat kortstondig mijn hart sneller doet kloppen omdat ik denk goud in handen
echtgenoot Eiolf Olsen leerde kennen. Dit verhaal begint jaren later, op de dag dat haar leven voor altijd verandert. Midden in het verlammende verdriet om de plotselinge dood van haar man ontdekt Woon bij toeval de wondere wereld van paddenstoelen. In de natuur, op zoek naar de verschillende paddenstoelensoorten, vindt Long Litt Woon de rust en stilte die haar in een tijd van wanhoop en verdriet weer nieuwe kracht geven. In De weg terug naar het leven geeft Long haar kennis met humor en aanstekelijk enthousiasme door: een hoopvol en prachtig geschreven boek over de helende kracht van de natuur.
te hebben, terwijl het even later goud noch paddenstoel blijkt te zijn. Eén keer viel mijn laserblik toch maar mooi op wat achtergelaten papiergeld midden in het sparrenbos. Het is ongelooflijk wat je in een Noors bos kunt vinden als je je ogen eenmaal goed de kost geeft. Sporters hebben het er weleens over dat ze in een ‘flow’ raken. Al hun inspanningen en energie zijn dan gericht op de uit te voeren activiteit, alsof ze één zijn met hun sportinspanning, wat een enorm bevredigend gevoel geeft. Concentratie en onverdeelde aandacht brengen vreugde en enthousiasme met zich mee. Dat is de flow. Van oudsher spreekt men in het Oosten over het zenmoment, waarop je je, na veel
oefening, kunt overgeven aan de ervaring van vrijheid waarin het besef van tijd en plaats is opgeheven. Op veel manieren zijn flow en zen verwant. Je bevindt je in een geluksbubbel, terwijl ondertussen de wereld gewoon doordraait. In tegenstelling tot de flow van de atleet of het zenmoment van de monniken is de vreugde van het paddenstoelen plukken iets wat ik reeds als groentje mocht ervaren, zonder de tienduizend verplichte trainingsuren van sport of meditatie achter me te hebben. Ik kan me voorstellen dat het veel tijd kost om te leren skiën of om zeilen of andere hobby’s onder de knie te krijgen voordat je van soortgelijke positieve ervaringen kunt genieten. Bij pad-
BOEKFRAGMENT
denstoelen hoef je niet noodzakelijkerwijs iets te kunnen voordat je een adrenalineroes kunt ervaren. Je hebt genoeg aan een wandelingetje met een kenner. Voor paddenstoelengeluk is niet veel nodig, alleen maar een ‘flow light’. Sinds ik helemaal door paddenstoelen ben gegrepen heb ik een parallelle onzichtbare wereld ontdekt. Ze lag pal voor mijn neus, met haar eigen onbestuurbare logica en onbeheersbare levenskracht, een raadselachtige wereld waar ik vroeger geheel onwetend aan voorbij was gegaan. Wanneer ik paddenstoelen vind, kan ik het gevoel krijgen dat de tijd stilstaat. Ik ervaar flow en zen tegelijkertijd; welbehagen en het gevoel één te zijn met het universum geven innerlijke bevrediging en een geluksgevoel. Dan telt er maar één ding: precies zijn waar ik ben en doen wat ik doe. Dan denk ik er niet aan wat ik zal eten, of wat mensen van mijn kapsel vinden. Met mijn handen pluk ik paddenstoelen en onderga ik een sensuele ervaring. Eerst onderzoek je de weerstand in de paddenstoel. Enkele koppige exemplaren klampen zich vastberaden vast aan de aarde, andere zijn klaar om het bos te verlaten en we hoeven ze alleen maar vriendelijk toe te lachen om ze mee naar huis te mogen nemen. Wat een fantastisch ogenblik wanneer ik na
wat voorzichtig heen-en-weergewrik eindelijk de gouden vondst in handen heb, alsof ik gratis een winnend kraslot gekregen heb, een gratis geluksroes. Meer kennis en meer wandeltraining in de Noorse bossen versterken het gevoel van meesterschap, maar de beloning – de vreugderoes – komt altijd onverwacht. Mijn hart sloeg over van vreugde toen ik voor het eerst zelf een eetbare paddenstoel had gevonden. Was dit zoals vreugde voelde? Ik werd gewoon duizelig van het gevoel waarvan ik geloofde dat het na de dood van Eiolf voorgoed gestorven was, het was alsof een stoot multivitaminen rechtstreeks ingespoten werd. Wat een ervaring! Alle lichaamscellen tintelden. Een gouden lichtflits drong mijn ziel binnen. Hoe kon ik deze diepe vreugde ervaren terwijl eerder alles zo kleurloos en hopeloos leek? Wanneer je één paddenstoel vindt, is de kans groot dat er meer van dezelfde soort in de buurt zijn. Vindersvreugde is cumulatief: één paddenstoel geeft vreugde, twee paddenstoelen dubbele vreugde. Wat een feest! In dezelfde tijd als waarin het paddenstoelenuniversum zich voor mij opende, begreep ik dat ik de weg terug naar het leven gevonden had. Het ging eenvoudigweg om het verzamelen van deze sprankelende
‘Een gouden lichtflits drong mijn ziel binnen. Hoe kon ik deze diepe vreugde ervaren terwijl eerder alles zo kleurloos en hopeloos leek?’ en schitterende geneugten. Ik hoefde slechts het pad verder te volgen, ook al had ik er nog steeds geen idee van wat me te wachten stond. Wat zou ik vinden in dat grote avontuur dat voor mij lag? Wat verborg zich achter deze heuveltoppen, mist en bochten?
•
De weg terug naar het leven Long Litt Woon Uitgeverij Lev. ISBN: 9789400510524 304 pagina’s € 20,00
COLUMN
Column Harry Starren Spreker, dagvoorzitter en publicist rond thema’s als strategie, leiderschap en ondernemerschap. www.harrystarren.com
FOTO: MURIEL JANSSEN
Geld als water Geld gedraagt zich niet als water. Water stroomt naar het laagste punt. En geld neigt tot het omgekeerde. Tijdens grote verschuivingen zijn de inkomens en vermogensverschillen het grootst. In de periode van de industriële revolutie bijvoorbeeld in Engeland, en wat later in de VS. We spreken in de geschiedenis wel van roofkapitalisme. Geleidelijk worden de verhoudingen in de periode daarna weer rechtgetrokken. Vooral vakbonden speelden in het verleden daarbij een rol. We lijken ons opnieuw in een periode van scheve verhoudingen te bevinden. De vergoeding voor de factor arbeid is in de afgelopen decennia van 92 procent gedaald naar 73 procent. De vergoeding voor kapitaal is in dezelfde periode verdrievoudigd. En nu? De vakbonden, vertegenwoordigers van de arbeid, zijn in omvang en macht afgenomen. En het groeiend aantal zelfstandigen is vrijwel ongeorganiseerd. En dus machteloos. Maar er is meer gebeurd. Steeds meer mensen werken niet meer. Niet in de betekenis van de industriële tijd, toen arbeid een offer was. De tijd van mijn vader. Voor veel mensen, voor steeds meer mensen, is arbeid geen offer, maar een beloning: ‘je kunt jezelf er in kwijt’. En de gelukkigsten onder ons hoor ik wel eens zeggen: ‘ik zou het ook doen als ik er niét voor betaald werd’. Hoogleraren bijvoorbeeld werken vaak door na hun pensioen. En niet alleen hoogleraren.
‘Op termijn is betekenisloos werk net zo gevaarlijk als werken in de mijnen.’
Werk is steeds vaker een manier geworden waarmee je kunt ‘worden die je bent’. Om de grote Aristoteles maar eens te citeren. Mijn grootvader die in de mijnen werkte, ging dood aan zijn werk. Zijn kleinzoon gaat misschien wel dood als hij geen werk meer heeft. Moeten we dan niet zeuren? Nee, maar we moeten wel oppassen. De cultureel antropoloog Graeber (zie ook pagina 14) heeft ontdekt dat veel van het werk dat wij ‘ontplooiend’ noemen, bullshit is. Flauwekul banen. Functies vol dikdoenerij. Mensen die in commissies en projectgroepen meer tegenhouden dan bereiken. Die elkaar de maat nemen en beleidsnotities afscheiden, die obligate onderzoekjes doen en opinies vormen, standpunten innemen. We kunnen ons die bullshitbanen, zo stelt Graeber, in rijpe economieën kennelijk veroorloven. We verdienen dankzij de technologie (die ons het echte werk uit handen heeft genomen), geld als water. Maar er zit een schaduwzijde aan. Het onbehagen over de bullshitbanen groeit. Wat doen we eigenlijk? Wat dragen we bij? Graeber stelt dat mensen die zich bewust worden van de betekenisloosheid van hun werk, stress krijgen en depressief worden. Op termijn is het net zo gevaarlijk als werken in de mijnen. Het is een groeiend probleem. Verslaving aan rustgevers, pijnstillers en slaapmiddelen is het gevolg. Het is onwaardig en oneerlijk het op individuen af te schuiven. Daarvoor is het probleem inmiddels te groot. Wíj hebben een probleem. We hebben geld genoeg. Maar te weinig zinvolle arbeid. Alleen het geld eerlijker verdelen is dan de oplossing niet. Zinvol werk creëren wel. En kijk om je heen: er is genoeg te doen. En we kunnen het betalen. Makkelijk. We zouden er vandaag mee moeten beginnen.
•
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 71
ACHTERGROND
De rechten van
buitenaardsen Het was waarschijnlijk niet de schuld van de marsmannetjes dat hun planeet stierf. Als ze al ooit bestaan hebben, waren de marsmannetjes waarschijnlijk microben en leefden ze in een wereld die erg op die van ons lijkt. DOOR: LIZZIE
WADE
Er was een warme atmosfeer en het land werd doorkruist met rivieren. Maar Mars raakte zijn atmosfeer kwijt, misschien omdat de zwaartekracht niet sterk genoeg was om hem vast te houden nadat een asteroïde de planeet raakte. Of misschien werd de atmosfeer wel langzaam weggeblazen door zonnewinden. We weten het nog niet, de oorzaak is een mysterie. Maar het einde is overduidelijk: het water op Mars droogde op of bevroor in ijskappen. Het leven op Mars kwam zonder de belangrijkste basis voor leven te zitten. Alle eventuele marsmannetjes zijn het slachtoffer geworden van een planetaire natuurramp die ze nooit zagen aankomen en nooit hadden kunnen voorkomen. Wat betreft Chris McKay, als wetenschapper op het gebied van planeten verbonden aan NASA, zijn de morele implicaties duidelijk: we moeten onze buren helpen. Wij aardlingen hadden niets kunnen doen toen de marsmannetjes massaal uitstierven, we waren immers zelf ook pas microben. Maar nu, miljarden jaren later, kunnen we het misschien nog goedmaken. We hebben al uitgevogeld hoe we een planeet kunnen opwarmen. Daarvoor hoeven we alleen maar broeikasgassen zoals CO2 de atmosfeer in te pompen. McKay stelt zich voor hoe wij in de nabije toekomst machines kunnen plaatsen op Mars. We kunnen dan de koolstof en fluor die in de marskorst zit opgesloten omzetten in het isolerende chemische goedje chlorofluorcarbon (CFK), dat werkt als hartversterkertje voor de atmosfeer. ‘Op aarde zouden we dat luchtvervuiling noemen. Maar op Mars is het een medicijn’, legt McKay uit. Volgens zijn berekeningen zou Mars op die manier binnen honderd jaar warm genoeg zijn om vloeibaar water te bevatten én dus ook weer microben te kunnen bevatten.
72 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
Terraforming Als een dode, dorre wereld weer bewoonbaar wordt gemaakt, heet dat terraforming. In science fiction ziet u de aardlingen vaak andere planeten terraformen zodat wij ze kunnen bewonen. Meestal is dat nodig omdat we de aarde op een of andere manier onbewoonbaar hebben gemaakt. Er zijn talloze series te noemen die de mensheid zien als de nieuwe kolonisten, als pioniers van de terraforming. Maar als het op Mars aan komt is het volgens McKay meer ‘een kwestie van restauratie en niet van creatie’. Dat verschil maakt het project niet alleen mogelijk, maar volgens McKay ook ethisch verantwoord. ‘Als er marsmannetjes hebben bestaan, en ze nog steeds levensvatbaar zijn, dan is het naar mijn mening hun planeet.’ Op aarde is het wetenschappers al gelukt om bevroren en miljarden jaren in zoutkristallen gevangen gehouden bacteriën weer tot leven te wekken. Het is dus mogelijk dat de uitgestorven mars-microben helemaal niet uitgestorven hoeven te blijven. Als we Mars weer opwarmen
ACHTERGROND
zou de planeet zomaar weer tot leven kunnen komen. Maar alleen als aarde eerst ingrijpt. Het terraformingscenario van McKay roept de vraag op wat onze morele verplichtingen zijn jegens enig buitenaards leven dat we aantreffen. Wetenschappers van NASA hebben al eens gesteld dat het waarschijnlijk is dat we buitenaards leven zullen vinden, ergens in de komende tien tot twintig jaar. Misschien zelfs eerder. De eerste tekenen komen van Curiosity, het wagentje dat op dit moment Mars afstruint op zoek naar organische verbindingen. Maar ook de missie richting Europa, een maan van Jupiter, zou tekenen van leven kunnen opleveren. Europa zou vol met leven kunnen zitten, want er is volop water. Maar ook planeten buiten ons zonnestelsel zijn kanshebbers. Analyse toont aan dat er heel veel planeten zijn met chemische samenstellingen die leven mogelijk maken. Maar waar het ook vandaan zal komen, we zullen het waarschijnlijk snel zien. Dat moment is al heel vaak gerepeteerd in series en films. De manier waarop het verhaal loopt, is altijd hetzelfde. Een technologisch geavanceerde beschaving ontmoet een minder geavanceerde beschaving en legt het zijn wil op. De mensheid kan beide rollen spelen. Maar die verhalen putten uit een versimpeling van de menselijke geschiedenis. De mensen uit de Nieuwe Wereld maakten kennis met die uit de Oude Wereld. Op die ontmoeting volgde conflicten. Maar zo eenzijdig is het verhaal niet. De Spaanse conquistador Hernán Cortés keek omstreeks 1520 naar de vele kunstmatige eilandjes die de stad Tenochtitlán (het hedendaagse Mexico stad) vormden. Hij dacht toen beslist niet dat hij te maken had met een ‘minder geavanceerde beschaving’. Een ontmoeting tussen
‘Astronomen scannen op dit moment de lucht al af.’ beschavingen van twee planeten zou net zo genuanceerd kunnen verlopen. Hij is overigens ook net zo makkelijk te herschrijven als de conquistadores dat deden. Historische ontmoetingen kunnen ons heel wat leren over hoe we anderen (niet) moeten behandelen, zowel op aarde als daarbuiten. Maar dit specieke scenario zal zich waarschijnlijk niet gaan afspelen.
Microscopisch klein Realistisch gezien kan de ontdekking van buitenaards leven op twee manieren gaan. Geen van beide gaan overigens gepaard met een ‘cultuurbotsing’ tussen twee beschavingen. De eerste ontmoeting zou gaan om het vinden van een soort biologische handtekening van, bijvoorbeeld, zuurstof in de atmosfeer van een exoplaneet. Die zuurstof zou dan ontstaan zijn als gevolg van leven op die planeet. Dan gaat het dus om een soort langeafstandsontdekking van buitenaards leven. Astronomen scannen op dit moment de lucht al af op zoek naar die bio-handtekening. Er is dus geen ruimtesonde of robot voor nodig. De gevolgen van die ontdekking zijn puur theoretisch. We weten eindelijk zeker dat we niet alleen zijn, maar dat is het dan ook wel. We kunnen geen contact leggen en ze al helemaal niet ontmoeten. In elk geval de komende tijd niet. Wel zou er een aantal wetenschappelijke, filosofische en theologische debatten opnieuw gevoerd moeten worden. Hoe passen wij biologisch
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 73
ACHTERGROND
‘Het is eerder de ontdekking van een nieuwe grondstof.’
te transporteren naar de rest van ons zonnestelsel. We kunnen dus nu maar beter vast bedenken wat we met die verantwoordelijkheid gaan doen.
Filosofische vragen gezien in dit rijke universum? En hoe moeten we intellectueel en moreel denken over deze situatie? Maar die ethische kwesties zouden alleen ons, en onze plek in het universum betreffen. Het andere scenario zou zijn dat we microbiotisch of andersoortig leven zonder een bewustzijn ontdekken in ons eigen zonnestelsel. Daarbij is logistiek wat handiger geregeld. We zouden die planeet dan binnen een redelijke termijn kunnen bezoeken. We hoeven geen bijzondere ruimtevoertuigen uit te vinden en mensen hoeven geen bijzonder lange afstanden af te leggen. Als we zelfs planten zouden vinden, zullen die ons waarschijnlijk verrassen in hun complexiteit. Maar waarschijnlijk vinden we gewoon eencellige levensvormen of heel, héél misschien iets zoals een spons of worm. Voor wat betreft de ‘ontmoeting’ zijn wij zelf de bepalende factor. Dat elimineert natuurlijk niet de mogelijkheid dat buitenaards leven ons ontdekt. Maar als we NASA’s tijdslijn mogen geloven, heeft die andere beschaving nog maar enkele tientallen jaren voordat mensen niet langer een ontdekking, maar de ontdekker zijn. Met elke dag die verstrijkt wordt het waarschijnlijker dat dat ‘eerste contact’ geen intellectuele en morele conversatie zal worden. Het is eerder de ontdekking van een nieuwe grondstof of natuurlijke bron. Een die we misschien wel nuttig kunnen gebruiken. Het wordt geen ontmoeting, ontdekking of zelfs maar een verovering. Het wordt de volgende goudkoorts. Daarom is het nodig dat we nu alvast nadenken over de ethiek achter buitenaardse ontmoetingen. Voordat we er mee aan de slag gaan. De buitenaardse wezens die we vinden zouden ons kunnen noodzaken onze definities van ‘leven’ op te rekken. We zullen onszelf niet in hen herkennen. We zullen ons best moeten doen om hun werkelijkheid te begrijpen. Want wie van ons voelt nou nog echte empathie voor een worm die ergens in een verre, diepe oceaan vastgezogen zit aan een hydrothermale bron? Op aarde is de mensheid de sturende kracht achter het lot van die wezentjes geworden. Ondanks het feit dat we nauwelijks aan ze denken of – in sommige gevallen – we ze zelfs maar ontdekt hebben. Datzelfde zal gelden voor de nabijgelegen planeten. We staan op het punt het beste en slechtste van het huidige tijdperk 74 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
In 2017 kwamen wetenschappers en filosofen bij elkaar in de VS tijdens de American Association for the Advancement of Science (AAAS). Daar dachten ze na over de vraagstukken die onze maatschappij bezighoudt op het gebied van astrobiologie. De gesprekonderwerpen waren net zo divers als dit onontgonnen werkveld. De astronoom Chris Imprey besprak bijvoorbeeld de aankomende explosieve groei in commerciële ruimtevaart. Hij vergeleek daarbij het ‘manifest destiny’ gedachtengoed van de imperialisten van de VS in de negentiende eeuw met het doel van zijn bedrijf. Blijkbaar heeft het lot ook voor de ruimtevaart het een en ander voorbeschikt. Arsey Umur Aydinoglu, een Turkse socioloog, sprak over hoe wetenschappers in een interdisciplinair werkveld zoals astrobiologie kunnen samenwerken. Zelfs binnen de notoir verzuilde en bureaucratische kolos die NASA is. Synthetische biologie en kunstmatige intelligentie kwam ook veel ter sprake vanwege de parallellen met het begrijpen van leven met een andere herkomst en geschiedenis dan de onze. Maar het was de filosofe Sara Waller die het diepste inging op de vragen over ontdekkingen, eigenaarschap en uitbuiting. De antwoorden op die vragen zullen zich gaan afspelen op het moment dat steeds meer mensen de aarde verlaten. Ze nodigde haar toehoorders uit om eens te overwegen hoe wij zelf bepalen wie een bepaald gebied in eigendom heeft. Is het van de ontdekkers of van de mogendheid voor wie ze werken? Gaat het naar de ‘productieve’ kolonisten die hun ziel en zaligheid in het land stoppen? Of is het van de soort die het het meeste nodig heeft? Hoe bepalen we eigenlijk überhaupt wat ‘nodig heeft’ betekent? Als we een territorium claimen in een kapitalistisch systeem, zijn we dan eigenlijk wel te vertrouwen met de taak het gebied te behouden? De ethiek achter het aantreffen van buitenaardse wezens zonder bewustzijn komt volgens Waller neer op één kernprobleem: ‘Gaat het om conservatie en preservatie? Of gaat het om onze eigen wensen en behoeftes?’ Op aarde komt het slechtste naar boven in mensen als het gaat om de eigendomsvraag van de natuurlijke bronnen. Vroeger was het goud, inmiddels zijn het de olie- en gasvelden rond de Noordpool. Conquistadores roeiden hele
ACHTERGROND
beschavingen uit in hun zoektocht naar goud. Rusland leeft op gespannen voet met andere lidstaten van de VN over hun claim van het Arctische gebied. In Californië werden hele bergen opgeblazen met waterkanonnen om toegang te verkrijgen tot het goud. Het landschap draagt er nu nog de sporen van. Maar ook nu nog verwoest de mijnbouw in Zuid-Afrika het regenwoud en vergiftigt het de rivieren met kwik in hun wanhopige pogingen het allerlaatste beetje goud nog te vinden. We hebben tal van redenen om aan te nemen dat andere planeten ook vol zitten met grondstoffen en natuurlijke bronnen die we graag zouden willen gebruiken, zelfs als die vol zitten met microscopisch klein leven. Misschien wel juist als ze leven bevatten. Denk maar eens aan de dingen waarvoor we de kleine levensvormen op aarde gebruiken: we maken er voedsel mee, behandelen ziektes, en maken er drinkbaar water mee, om maar eens wat op te noemen. Stel je nu eens voor dat er een geheel nieuwe levensvorm bij komt, een vijfde tak aan de boom van levensvormen. Stel je de nieuwe antibiotica eens voor, aardse bacteriën zouden er nooit resistent voor kunnen worden. Of een beestje dat een duurzame brandstof uitscheidt die heter brandt dan olie. Wat voor geschifte soort kaas maakt dat mogelijk? Synthetische biologen hebben ineens een verveelvoudiging van hun gereedschappen, hoe meer takken aan de boom we vinden. Kunnen we onszelf dwingen te geven om de verwoesting van nog een planeet, vooral als er geen levensvormen met bewustzijn aanwezig zijn om bezwaar te maken?
Realisatie Het griezeligste facet aan de manier waarop wij eigendom claimen van natuurlijke grondstoffen en bronnen
is dat we onze acties nooit problematisch of kwaadaardig vinden als we er mee bezig zijn. Die realisatie komt pas later, als we ontdekken dat onder die verslechterde omstandigheden leven moeilijker is. Voor die tijd is het een ecologische en economische apenkooi. Ook nu zijn de commerciële ruimtevaartorganisaties bezig aan een ruimte race. De levensvatbare bedrijven kunnen alleen opereren dankzij de goedkeuring van NASA, omdat zij een of andere behoefte van die overheidsinstelling vervullen. Maar als kapitalisme de drijvende kracht achter ruimtevaart wordt (of dat nou een luxe vakantie op Mars, een safari naar de maan Europa is of een mijnexcursie in een asteroïdes is) moet er een balans worden gevonden tussen exploitatie en conservatie. Want als we die niet strikt definiëren en met kracht handhaven lopen we het risico dat de winstmarges van de ruimtevaartbedrijven de overhand krijgen. Als ze de kans krijgen, zou deze pas ontluikende industrie wel eens de volgende olie-industrie kunnen zijn. Ze harken het geld binnen door de omgeving te verwoesten met de stilzwijgende goedkeuring van de maatschappij. Op aarde is het in ons eigen voordeel om een ecologische ramp te voorkomen. Toch weigeren we nog steeds om te stoppen met de consumptie van fossiele brandstoffen. Het is daarom ook moeilijk voor te stellen dat we iets zouden geven om de verwoesting van het milieu op een andere planeet. Zeker als daar toch geen leven met een bewustzijn is en we er op aarde zo van profiteren. Misschien is conservatie niet onze ethische keuze als het op andere planeten aankomt. Laten we nog eens verder kijken naar die resistentie-proof antibiotica. Zouden we die kans echt laten liggen, terwijl mensen – onze eigen soortgenoten – moeten lijden en sterven, om een buitenNOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 75
ACHTERGROND
aards ecosysteem te beschermen? Als buitenaards leven geen bewustzijn heeft, ligt onze trouw waarschijnlijk bij onze mede-aardlingen. Het is helemaal niet vreemd of onethisch om onze medemensen meer waarde te geven bij het opmaken van die balans. Maar we moeten wel nu bereid zijn om te bespreken onder welke voorwaarden we buitenaards leven willen uitbuiten voor onze eigen doelen. Als we er maar blind aan beginnen zouden we een heel zonnestelsel kunnen veranderen en hele ecosystemen kunnen verwoesten, terwijl het op aarde niets opleverde. Volgens filosofe Sara Waller is er ook een gulden middenweg te vinden, tussen alles maar fanatiek willen conserveren en complete en totale uitbuiting. We zouden kunnen bestuderen hoe de buitenaardse grondstoffen en bronnen op aarde gebruikt kunnen worden, maar de drijvende kracht is dan kennis en geen winst. Dat lijkt ook op de droom van McKay over een florerend Mars. Hij stelt: ‘We maken een thuis voor leven, zodat mensen het kunnen bestuderen. Dat is waar terraforming op Mars om draait.’ Leven op Mars zou aan de oppervlakte erg op het leven op aarde kunnen lijken. Het kan vormen aannemen die we herkennen. Amoebes, bacteriën of de teddybeertjes van de meercelligen: tardigrada. Maar hun herkomst en evolutie zullen compleet anders zijn verlopen. Ze zouden veel van dezelfde dingen kunnen doen als de aardse levensvormen en zelfs herkenbaar zijn als ‘worm’ of ‘spons’. Hun programmering zal wel anders zijn. Het DNA van een marsmannetje ziet er waarschijnlijk in chemisch opzicht totaal anders uit. De bases zijn anders, of misschien hebben ze alleen maar RNA. Eindelijk hebben we dan iets om onszelf mee te vergelijken. Misschien 76 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
besluiten we wel dat hun manier beter werkt. Wie zal het zeggen? Vanuit het perspectief van een wetenschapper kunnen we de kans om compleet nieuwe biologie te bestuderen niet aan ons voorbij laten gaan. Dat zou onverantwoordelijk en misschien zelfs onredelijk zijn. Maar de vraag blijft dan of we onszelf wel kunnen beheersen.
Leren van Antarctica Gelukkig hebben we ook een positief voorbeeld van het claimen van nieuw territorium: Antarctica. Het Verdrag inzake Antarctica werd in 1959 getekend en geldt nog steeds. Het staat landen toe om zoveel wetenschappelijke bases neer te zetten als ze willen. Maar het is niet toegestaan het land en zijn bronnen te claimen. Sommige landen, waaronder Groot-Brittannië en Argentinië, hebben Antarctica geclaimd voor het verdrag inging. Het verdrag weerlegt of erkent hun claims niet, maar het is niet toegestaan om een nieuwe claim te maken. Ook zijn militaire activiteiten op Antarctica verboden. Die voorziening werd getroffen zodat de VS en Rusland beide onderzoeksstations konden plaatsen, zonder een doel te worden tijdens de Koude Oorlog. De enige mensen die er, naast wetenschappers, verder komen zijn kunstenaars. Zij leggen daar het harde leven, de overwinningen en vooral de realiteit vast. Antarctica wordt dan ook vaak vergeleken met een buitenaardse wereld. De vreemde en extreme levensvormen aldaar laten ons zien op welke manier we op andere planeten naar leven kunnen zoeken. Astrobiologen bezoeken Antarctica om die reden regelmatig. We kunnen onze toekomstige interacties met buitenaards leven alvast oefenen op Antarctica. We zijn er goed op weg. Er
ACHTERGROND
Leren zwemmen De wetenschap is onvoorspelbaar. Laten we daarom nog een keer terugkomen op het terraformen van Mars. Als we dat proces in gang zetten weten we niet wat de
uitkomst zal zijn. Eeuwenoude marsmannetjes zouden wakker kunnen worden uit hun sluimer, nieuw leven zou kunnen evolueren. Misschien hebben we per ongeluk nu al aardse microben op Mars geïntroduceerd toen Rover er landde. Misschien overwoekeren die microben nu al de bestaande Marssoorten, net als op Antarctica. Misschien gebeurt er wel helemaal niets en blijft Mars net zo levenloos als het nu is. Al die uitkomsten zijn het onderzoeken waard volgens Chris McKay. Wij aardlingen hebben geen gevestigde belangen in Mars, en niemand anders lijkt dat wel te hebben. Dus laten we het gewoon eens proberen. Als het op experimenteren aankomt is in het zwembad springen en zien of je kunt zwemmen min of meer het hele punt. Op sommige manieren is de ontdekking van buitenaards leven een singulariteit. Een punt in de geschiedenis waarna alles zo veranderd is, dat we de toekomst niet eens meer herkennen. We weten één ding zeker: we zijn daarna nog steeds mensen. We zullen nog steeds egoïstisch en kortzichtig zijn, maar ook in staat tot grote verandering. We evalueren onze acties in het moment zelf, maar dat sluit niet uit dat we er later toch spijt van krijgen. We zullen ons best doen en onderweg toch van gedachten veranderen. We zijn en blijven ontdekkers en we zullen het zonnestelsel vormen in ons eigen beeld. Of we dat beeld vervolgens mooi vinden, moeten we nog zien. Uiteindelijk zijn de enige vragen die er toe doen, dezelfde vragen waar we altijd al mee worstelden. Wanneer moeten mijn behoeftes wijken voor die van een ander? Hoe kunnen we ons eigen leven en dat van anderen verbeteren? Hoe kunnen we onze koers bijstellen als we beseffen dat we iets slechter hebben gemaakt? Door te bespreken hoe we die vragen gaan beantwoorden op het gebied van buitenaards leven is de grootste kans om te bepalen wie wij als soort willen zijn. Wat we beslissen – en wat we doen – zal onthullen wie we echt zijn.
•
DIT ARTIKEL IS TOT STAND GEKOMEN MET HULP VAN AEON.CO
zijn internationale regels die de introductie van invasieve soorten op Antarctica verbieden, die regels worden ook gevolgd bij ruimtereizen. Daarom nemen de wetenschappers ook allerlei maatregelen om ‘meeliftende’ microben van de aarde te elimineren. Als we onze blik nu op andere planeten richten, kan Antarctica als gids dienen. Het Verdrag inzake Antarctica, hoe fantastisch de benodigde samenwerking en bereidheid tot compromissen ook is, wordt bij de naleving geholpen door het continent zelf. Het is moeilijk om op Antarctica te komen en het is bijna onmogelijk om er te overleven. Er valt ook niet zoveel te doen daar. Het is alleen leuk als onderzoeksstation en als toeristische bestemming vanwege de extreme omstandigheden daar. Het is denkbaar dat de maan Europa of zelfs een geterraformd Mars hetzelfde zal zijn. Ontoegankelijk, onherbergzaam en alleen interessant voor een specifieke groep wetenschappers en bijkomende enthousiastelingen die het avontuur en de isolatie juist spannend vinden. Maar als die planeten dingen bevatten die we graag willen, zou het ideaal van Antarctica misschien snel verlaten worden. Toch moet het Verdrag inzake Antarctica het uitgangspunt zijn bij de internationale discussie van de ethiek bij contact met buitenaardse wezens. Zelfs als Mars, de maan Europa of andere biologisch rijke werelden aangewezen worden als wetenschappelijke reservaten, alleen geopend voor kritisch geselecteerde wetenschappers en weinig anderen, is het onmogelijk te weten waar die wetenschap ons zal brengen of hoe dat die gebieden zal beïnvloeden. De wetenschap kan bovendien ook meer kwaadaardige praktijken maskeren. In 2048 zal het Verdrag inzake Antarctica worden herzien. China en Argentinië zijn nu al bezig zich strategisch te positioneren om gebruik te maken van een ‘open Antarctica’. Als het verdrag niet wordt hernieuwd zou er mijnbouw en visserij kunnen plaatsvinden die het continent verwoest. Zelfs als we de regels wel volgen kunnen we de uitkomst niet altijd beheersen. Zelfs de beste reguleringen hebben niet kunnen voorkomen dat er inmiddels toch invasief gras op het continent terecht is gekomen. Die grassen beginnen nu in rap tempo de bewoonbare delen van Antarctica te bedekken.
‘Wij aardlingen hebben geen gevestigde belangen in Mars.’
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 77
KEUZE
Boeken voor een beter leven DOOR: YILDIZ
CELIE
Werkgeluk
Gezonder
Keukenkruid
Geluk is te trainen, volgens werkgelukdeskundigen. Auteur drs. Veronique Kilian zet in Geluk op het werk? Train je gelukcompetenties dan ook uiteen hoe je dit het beste kunt doen. Met dit praktische boek kunnen zowel werkgevers, managers als werknemers stapsgewijs leren om het geluk op het werk te vergroten. Het boek is bovendien met wetenschappelijke literatuur onderbouwd. Daarnaast hanteert Kilian een moderne benadering. Het is niet ‘presteren’, maar ‘flow’, of niet doorzettingsvermogen, maar herstellingsvermogen. Leer niet alleen het geluk beïnvloeden, maar verhoog ook het aantal gelukservaringen en blijf langer in de gelukstemming. Geluk is volgens de schrijfster meer dan een emotie.
Als arts en wetenschapper raakte dr. Bertil Marklund steeds meer geïnteresseerd in een gezondheidsbevorderende aanpak die zich niet richt op ziekte of sterfte, maar op manieren om de gezondheid te verbeteren. De auteur bundelde zijn kennis en ervaring in Drink meer koffie, en 9 andere tips om lang, gezond en gelukkig te leven. In het boek geeft hij informatie waarmee mensen op eenvoudige wijze hun levensverwachting kunnen verlengen, zelfs ‘met tien hele jaren’. Het is een pakkend relaas en naslagwerk, waarbij hij voorop stelt dat de overgang naar een gezonde leefstijl geen straf moet zijn, maar iets positiefs en zinvols is.
Het boek The Plant Pharmacy, koken met de kracht van de natuur is een pareltje. Auteur Lisette Kreischer neemt in haar kookboek kruiden als basis voor haar ‘plant based’ gerechten. Ze zet in het boek niet alleen de heilzame werking van kruiden uiteen. Ook zoomt ze in op dertien oeroude planten die in Nederland voorhanden zijn. Ze deelt daarnaast haar favoriete recepten die ze de afgelopen twintig jaar heeft ontwikkeld. Denk aan verwarmende boekweitpap, rozen-vliercappuccino of een botanische pesto. Planten veroveren met haar boek een rechtmatige plek in de keuken. Tegelijk is het een ondersteunend medicijn van seizoen tot seizoen.
Drink meer koffie Dr. Bertil Marklund
The Plant Pharmacy
Geluk op het werk?
Kosmos Uitgevers
Lisette Kreischer
Veronique Kilian
ISBN: 9789021569130
Kosmos Uitgevers
K-T Dynamics
€ 15,-
ISBN: 9789021566337
ISBN: 9789082555622 € 27,50
78 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
€ 24,99
KEUZE
Wonderlijk
Wijsheid
Liefdevol
De mens is een ritueel wezen door zijn blijvende interesse in rituelen en spiritualiteit. Op die manier proberen we ons volgens schrijver en emeritus hoogleraar Herman de Dijn te verhouden tot de wonderen van het leven. Toch worden spirituele of religieuze rituelen vandaag de dag gezien als instrumenten die we naar believen kunnen gebruiken. Maar blijven het wonder en de verwondering in die context wel overeind? In het prikkelende boek Rituelen – waarom we niet zonder kunnen zoekt de schrijver door middel van grote thema’s als verwondering en wetenschap, religie en spiritualiteit en vrijheid en gezag in een postmoderne wereld naar een antwoord.
Dat filosofie ook als leidraad kan dienen om ons bij te staan in het leven, bewijst schrijver en filosoof Lammert Kamphuis in Filosofie voor een weergaloos leven. Het is een toegankelijke bundel, waarbij herkenbare en dagelijkse facetten uit het leven al filosoferend worden besproken. De grote denkers hebben de wijsheid namelijk allang in pacht. Dit boek gaat over vrienden en vijanden, blinde vlekken en ook over werk en relaties, waarbij Diogenes je bijvoorbeeld helpt om vooral jezelf te zijn. Al met al een kort en boeiend relaas met verfrissende invalshoeken die wellicht tot meer rust en wederzijds begrip leiden.
We zijn geboren met de neiging om onze aandacht op liefde te richten, leidt Marianne Williamson haar boek Terugkeer naar Liefde – leven met principes van een cursus in wonderen in. Ze geeft vanuit haar geloofsovertuiging handvatten om terug te keren naar onszelf of eigenlijk: de liefde. Met haar analytische kijk bespreekt ze principes als de hel, god, overgave en wonderen, maar ook relaties, werk, het lichaam en de hemel.
Filosofie voor een weergaloos leven
Terugkeer naar liefde Marianne Williamson Uitgeverij AnkhHermes ISBN: 9789020214635 € 20,-
Rituelen – waarom we niet zonder kunnen
Lammert Kamphuis
Winactie
Herman de Dijn
De Bezige Bij
Kans maken op dit boek? The Optimist
Uitgeverij Polis
ISBN: 9789403127705
verloot drie exemplaren. Mail uw naam en
ISBN: 9789463103459
€ 17,99
adres naar redactie@theoptimist.nl en vertel
€ 22,50
waarom dit boek belangrijk voor u kan zijn.
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 79
KEUZE
NoCx-vrij kerstdiner DOOR: INEKE
HAISMA
Kommetje met sinaasappel
Gemberwortelsoep
Groene asperges en eiermimosa
Dat sinaasappel een bron is van vitamine C weet bijna iedereen. Maar hoe belangrijk vitamine C is, is nog niet zo goed bekend. Vitamine C is onderdeel van al onze bindweefsels, dus ook van de bloedvaten. Wij mensen kunnen zelf geen vitamine C maken, de meeste dieren wel. Een tekort aan vitamine C is bij velen de oorzaak van vaatproblemen. Door een tekort aan vitamine C gaat de wand van het bloedvat licht ontsteken. Het lichaam probeert de wand te repareren met suikermoleculen, omdat die in ons huidige leefpatroon in ruime mate aanwezig zijn, maar dat gaat niet goed en er ontstaan plaques. Vitamine C heeft verder heel veel functies in het lichaam. Rozemarijn is ook een fantastisch kruid. Rozemarijn zorgt voor een goede doorbloeding, werkt goed bij spierpijn en reumatische aandoeningen en helpt goed bij het ontgiften. Daarnaast gaat het lusteloosheid tegen en wordt je er blij van. Een mooi begin toch?
Gember kent een lange historie: 3.000 jaar voor Christus werd gember al ingezet tegen verkoudheid en griep. Gember hielp mee om de lichaamssappen te reinigen. Dit was het uitgaanspunt van oude geneesheren zoals Hippocrates (400 v. Chr.) maar ook de Duitse arts Reckeweg (1905-1985) baseerde zijn genezing op het ontdoen van afvalstoffen, zodat lichaamsvloeistoffen veel beter hun functie konden uitoefenen. Gember bevordert een goede bloedcirculatie en de ginerolen in de gemberwortel hebben een ontstekingsremmende werking. Wortelen zijn een belangrijke bron van vitamine A en dat zorgt voor reparatie en bescherming van je cellen. Verder is vitamine A onmisbaar voor een goed functionerend immuunsysteem. Daarnaast zitten er in wortelen een aantal andere belangrijke vitaminen, maar ook belangrijke vezels, die een positieve werking hebben op de bloedsuikerspiegel. Als tussendoortje zou men in plaats van fruit, vaker een wortel kunnen eten!
Asperges zijn een belangrijke bron van mineralen, vooral ook zink en selenium. Daarnaast bevatten asperges glutation. Glutation is onmisbaar in ons lichaam want het is een ontgiftende anti-oxidant en de stof zorgt ervoor dat de cel gezond blijft. Daardoor gaat glutation celdegeneratie tegen, maar krijgen ook kankercellen veel minder kans om zich te ontwikkelen. Zowel zink als selenium hebben hierin ook een belangrijke rol. Asperges werken ook vochtafdrijvend en daarom zijn asperges goed bij oedeem en hoge bloeddruk. In groene asperges zit meer chlorofyl dan in witte asperges. Chlorofyl is extreem gezond, beschermt tegen kanker en bevat veel magnesium. Eieren noem ik ook een superfood. Ze bevatten alle broodnodige aminozuren. Aminozuren zijn de bouwstenen van ons lichaam Naast de vele vitaminen bevat ei de stof choline. Choline is onderdeel van veel belangrijke functies in het lichaam. Een tekort aan choline heeft verband met meerdere westerse ziektebeelden zoals Alzheimer, leververvetting en hart- en vaatziekten.
80 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
KEUZE
Kip met een Indiaas tintje
Bleu de Wolvega Chocolademet chutney avocadotaartje
Over kip is al veel gesproken. Het vlees van eerlijke kippen is gezond, het is een hoogwaardig eiwit en licht verteerbaar. Mensen kregen vroeger bij ziekte vaak kippensoep of kippenbouillon. Deze echte kippensoep wordt van botten getrokken en levert een scala aan voedingstoffen, welke vooral erg goed zijn voor de spijsvertering. Mensen knappen sneller op, dat wist men vroeger al. Dat we alle onderdelen van de kip eten, vind ik belangrijk en niet alleen de filet. Wat dat betreft kunnen we nog veel leren van de Fransen. Bloemkool kent vele gezondheidseigenschappen. Naast de vele voedingsstoffen bevat bloemkool het stofje glucorafanine welke ontstekingsremmende werking heeft en aderverkalking tegen gaat. Ook het stofje sulforafaan in bloemkool helpt ontstekingen te voorkomen in maag en darmen en verder bevat het veel vezels die voor een goede spijsvertering zorgen. Liever een vegetarisch hoofdgerecht met shiitake? Kijk op www.theoptimist.nl
Bleu de Wolvega is een blauwschimmel-kaasje en juist die schimmel werkt ontstekingsremmend. In Franse kazen, maar ook in de kaas uit Wolvega zitten bepaalde soorten schimmels die een antibacteriële werking hebben. In Frankrijk is hier onderzoek naar gedaan en is bevestigd dat deze schimmelkaasjes goed zijn voor de gezondheid, mits met mate gebruikt. De chutney met veenbessen die voornamelijk groeien op Terschelling hebben een sterke geneeskrachtig werking. Veenbessen worden ook cranberries genoemd en de oorsprong van de cranberry ligt in de VS. Veenbessen helpen goed bij urineweginfecties. De bacterie die deze infectie veroorzaakt kan zich niet hechten aan de blaaswand en door veel te drinken en daardoor veel te plassen, verlaat de bacterie het lichaam. Ook op schepen werden vroeger vaak veenbessen meegenomen, om scheurbuik te voorkomen. Je zou kunnen zeggen dat scheurbuik ook de voorloper is van arteriosclerose en hart- en vaatziekten waaraan we tegenwoordig voor vijftig procent aan overlijden. Met de hoeveelheid vitamine C in dit menu, komt u ongetwijfeld de kerst door!
Een klein stukje taart met avocado, levert ons veel voedingsstoffen. Ze bevatten meer eiwitten dan andere fruitsoorten en ze leveren gezonde vetten, vezels en mineralen. Avocado’s komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en ze zijn zeer populair in salades of om spreads mee te maken voor op de boterham. Avocado’s zorgen voor goede cholesterolwaarden in het bloed en zorgen dat de balans tussen LDL en HDL juist is. Ook blijkt uit een studie in het tijdschrift Seminars in Cancer Biology dat de fytonutriënten in avocado er voor kunnen zorgen dat kankercellen stoppen met groeien en uiteindelijk sterven. Natuurlijk moet je naast avocado’s meer gezonde producten eten, maar via dit menu is dat geregeld. Pure chocolade is een bron van anti-oxidanten die je lichaamssysteem beschermen tegen vrije radicalen. Ook zit in deze pure chocola een stofje die je gelukshormoon dopamine activeert. Is dat geen mooie afsluiting?
Meer weten? Op www.theoptimist.nl vindt u meer informatie over NoCx en de recepten van dit NoCx-vrije kerstdiner.
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 81
COLUMN
Column Govert Derix Filosoof, adviseur en schrijver van de roman Mensheid is een brief aan jou www.govertderix.com
FOTO: JEAN-PIERRE GEUSENS
Mataquiri Jaren terug nam ik deel aan een brainstormsessie waarbij iedereen gevraagd werd naar zijn of haar favoriete plek op aarde. Ik hoefde niet lang na te denken. In een binnenland van het noordoosten van Brazilië was ik samen met mijn vrouw al een jaar of twintig de gelukkige bezitter van een paar hectare wildernis. Het was een overwoekerde cashewplantage, grenzend aan een meertje met uitzicht op de heuvel die, naar verluidt, het eerste was wat de Spaanse veroveraar Pinzón begin 1500 zag van dat land. Lange tijd vond ik niets heerlijker dan op de binnenband van een tractor op dat meertje drijven. Liefst in de uren voor zonsondergang. Van oever naar oever. Langs waterlelies. Onder een grote boom door. Kijkend naar hoge palmen. En naar die heuvel die luistert naar de inheemse naam Mataquiri. Een paar keer liep ik er naar boven en overzag de uitgestrekte binnenlanden en de verre witte duinen die de overgang van land en oceaan markeren. De heuvel ligt tien kilometer landinwaarts. Ooit vergezelde ik een visser met zijn jangada, zijn traditionele houten zeilbootje, tot op volle zee. Terugkerend ontdekte ik dat de Mataquiri inderdaad het eerste is wat een zeevaarder ziet als hij het continent nadert. Een borstvormige bult, dobberend op
‘Lange tijd vond ik niets heerlijker dan op de binnenband van een tractor op dat meertje drijven.’
het laken van de zee, lang voordat je beseft dat hij bij een landschap hoort dat achter de einder ligt. Vicente Yáñez Pinzón was in 1492 de kapitein van de Niña (een van de drie schepen waarmee Columbus voor het eerst overstak naar Amerika) en ontdekte Brazilië in 1500, enkele maanden vóór de officiële ontdekker Cabral. Maar het was niet vanwege zulke weetjes dat ik geboeid naar de Mataquiri keek. Jarenlang was het vooral de stilte, het geluid van vogels en insecten, van doodshoofdaapjes, van een kokosnoot die zich met een krak losmaakt van de boom en met een doffe plof op de grond valt. Alsof die stilte een echo was van een rust die duizenden jaren eigen was aan dit gebied. Totdat aan de horizon een paar zeilen verschenen en het Grote Gedonder van de westerse beschaving begon. Ook het binnenland rondom de Mataquiri ontkwam daar uiteindelijk niet aan. Het naburige stadje rukte op. Op de heuvel verschenen masten voor mobiele telefonie. Tussen het meertje en de heuvel ligt nu een snelweg. Intussen ontdekte ik een andere plek van waaraf ik de Mataquiri in alle rust kon waarnemen. Op de veranda van een boerderij, nog verder het binnenland in, las ik drie jaar geleden voor de zoveelste keer de Duineser Elegien van Rilke. Die poëzie gaat over de kringloop van het leven dat als het water in een fontein voortdurend opstijgt en terugvalt in zichzelf. Tijdens de lectuur ging ik in gedachten vaak terug naar het meertje verderop, met die rust die er alleen nog bestond in mijn herinnering. Zoals ik met deze woorden terugga naar een favoriete plek die in mijn hoofd – en misschien ook ergens in een andere tijdloze wereld – altijd blijft bestaan. Net als de terugkeer met de jangada waarbij de heuvel voor het eerst op de horizon verscheen.
•
HET BESTE UIT...
5 jaar geleden
Uit: The Optimist, november/december 2013
Leren doe je samen De Japanse onderwijzer Toshiro Kanamori haalt het leven binnen de muren van de school. Zijn lessen aan leerlingen en docenten zijn niets minder dan levenslessen. (…) Kanamori spreekt met zijn gezicht, met zijn handen, met zijn hele lijf. (…) Schoolkinderen moeten al volop in het leven staan. Het leven vormt de basis van het leerproces. (…) ‘Veel docenten zijn niet zichzelf en spelen de rol van docent. Maar door onszelf te zijn, kunnen kinderen leren over het
leven. Het lijkt alsof wij in het Nederlandse onderwijs dingen gescheiden houden die eigenlijk bij elkaar horen.’ In zijn boek Levenslessen van meester Kanamori schrijft hij: ‘Het is belangrijk dat kinderen zelf de boodschap meekrijgen, die zelf verwerken, verdiepen en ontwikkelen. Doordat zij hun reactie vervolgens weer terugspelen naar degene die haar ontlokt heeft, vindt er over en weer een leerproces plaats.’
10 jaar geleden
20 jaar geleden
Uit: Ode, november 2008
Uit: Ode, november/december 1998
De vergroening van Nederland
Van lust naar liefde
Duurzaamheid vind je tegenwoordig overal. Maar de urgentie om er concreet iets aan te doen, ontbreekt nog. De Urgenda combineert visie en actie en maakt van Nederland een duurzaam gidsland. Het klimaat verslechtert sneller dan de modellen aangeven, er is in ons land geen gevoel van urgentie en een internationaal klimaatbeleid komt niet van de grond. Conclusie: een klimaatcatastrofe dreigt. ‘We fungeren als versnellers en aanjagers. We zetten problemen en oplossingen op de agenda. Dat lukt best goed. Onze kracht is dat we grote partijen aan tafel brengen. Het ministerie van VROM, bijvoorbeeld, om de regels wat op te rekken, via een regelluwe experimenteerzone. Er is een ambtelijke en bestuurlijke jungle, maar onze autoriteit wordt steeds groter, de Urgenda kan dat doorbreken. Wat nu twintig jaar duurt om uit te voeren, zal straks tien jaar duren.’
Op de evolutie gezien is seks een tamelijk nieuw verschijnsel. Vandaar misschien dat we het nog niet helemaal onder de knie hebben. Toch zijn er vele manieren om met seksuele energie om te gaan. Ode gaat op zoek naar alternatieven voor dark-rooms en het geheim achter de Indiaase sekstempels. Een zoektocht die voert langs persoonlijke ervaringen van taoïsten, tantristen, seksverslaafden en geheelonthouders. Auteurs Jurriaan Kamp en Tijn Touber merken op dat ‘Intimiteit zich niet in het openbaar kan afspelen’ en dat ‘seks gevaarlijk is. Veilige seks is net zoiets als vreedzame kernwapens.’
NOVEMBER/DECEMBER 2018 THEOPTIMIST.NL 83
LEZER IN BEELD
Mérène Rouma, 60 jaar, Nijkerk, abonnee sinds 1995
We ontmoetten haar tijdens de Happy Spirit Days in Blaricum bij de stand van The Optimist. Een feest van herkenning: ‘Ik lees jullie blad al sinds 1995, toen het nog Ode heette!’ Reden genoeg om de diepte in te duiken met Mérène Rouma, lezeres van het eerste uur. ‘Ik kwam bij Ode terecht via Harry Starren, toen nog directeur van De Baak. Met mijn ervaring in de logopedie, waar ik veel met houding en stem heb gedaan, vroeg Harry mij om workshops hierover te organiseren voor zijn trainers. Ik was toen ook bezig met een tweejarige opleiding intuïtieve ontwikkeling, en alles kwam bij elkaar. Dankzij Harry kwam ik op het pad waar ik nu al bijna 25 jaar zit, healingcoaching. Dat doe ik voor zowel mensen individueel als voor teams.’ Rouma noemt het coaching in de onderstroom. ‘Tijdens intuïtieve ontwikkeling leer je mensen te readen, maar ook jezelf, je chakra’s. Naarmate ik daar meer in deed, kreeg ik er beelden en gevoelens bij in mezelf. Ik ging aan de slag met mijn derde chakra van eigenwaarde, en zo kwam ik van mijn eigen onzekerheid en minderwaardigheidsgevoelens af. Het werd steeds eenvoudiger om mensen via geleide visualisaties te helpen hun chakra’s op te bouwen en hen zo inzicht te geven in hun manier van communiceren en functioneren. En waarom bepaalde dingen in hun leven gebeuren. Door energetisch uit te leggen wat ik zag, kon ik hun verhaal toetsen en uitleggen waarom anderen op hen reageren zoals ze reageerden.’ De kennis en wijsheid die Rouma de afgelopen jaren zorgvuldig heeft 84 THEOPTIMIST.NL NOVEMBER/DECEMBER 2018
FOTO: HILMA TEN BOSKE
‘Ik ga op het gevoel zitten’
opgebouwd, tekent ze nu op in een boek waarin alles samenkomt. ‘Het is een handboek met oefeningen voor mensen die willen bouwen aan hun zeven chakra’s. Ik beschrijf dit ook in combinatie met mijn ervaring als hoogsensitief persoon. Als je hoogsensitief bent, staan veel chakra’s “open”. Dat betekent dat je heel veel uit je omgeving in je lichaam opvangt. Als je leert om andere kanalen te gebruiken om die signalen op te vangen, neemt de hoogsensitiviteit niet af maar je lijdt er minder onder. Ik leer mensen bijvoorbeeld om via visualisatie onrust en spanning te laten verdwijnen. Daar staat mijn boek vol van.’ Mérène Rouma geeft nog een laatste
advies ter afronding: ‘Wacht niet te lang om het op te lossen als je emotioneel ergens vastloopt. Hoe langer iets vastzit en blokkeert, hoe meer je systeem de blokkade overneemt. Veel mensen zoeken hun heil bij een psychiater; dan verloopt de hulp via het hoofd en de pillen. Dat is niet altijd de beste manier. Ik ga op het gevoel zitten, daar gaat het volgens mij om.’ Ze verzekert: ‘Alles zit in je; als je maar weet waar je naar kunt afdalen en wat er hoort te zitten, dan is dat de start van Wilt u op het helen.’ | OPGETEKEND deze pagina staan DOOR BRIAN DE MELLO
Meer informatie: www.merenerouma.nl
met uw verhaal? Laat het ons weten! redactie@ theoptimist.nl
In het volgende nummer van The Optimist:
Omslagthema: ontdek creativiteit
Creativiteit is meer dan knutselen. Zonder creativiteit zouden we de
• Elizabeth Gilbert: ‘ik gun u een creatieve genius’
berenvellen waarschijnlijk nooit zijn ontgroeid. Sterker nog: we
• Worden we creatiever
zouden niet eens in die berenvellen
door de computer, of is de
zijn geraakt. Maar wie zijn die
computer creatief?
creatievelingen en hoe gaan zij om met hun creativiteit? Ontdek samen met The Optimist wat
• Hulp bij de vraag: ‘ja, maar wat is dan kunst?!’
creativiteit is én leer het creatieve proces beter te begrijpen.
• En nog veel meer
Wat Wat betekent is uw creatieve water voor idee? u? Laat het ons weten via redactie@ theoptimist.nl
Het nieuwe nummer van The Optimist ligt op 19 december in de winkel
Medisch Centrum Balans Heeft u te maken met: Vermoeidheid ● Zwakke spijsvertering ● Hooikoorts ● Overgewicht Pijnklachten ● Depressie ● Onvervulde kinderwens ● Schildklierproblemen Acné ● Menopauzeklachten ● Slapeloosheid ● Chronische (pijn)klachten
Traditionele Chinese geneeskunde in combinatie met westerse medische deskundigheid kan ook voor u de oplossing zijn!
Bel voor een afspraak: +31 (0)70 3888 111 of stuur een e-mail: info@mcbalans.nl
Acupunctuurbehandelingen – TCM – Huisartsen – Beauty Stationsweg 23, 2515 BG Den Haag Openingstijden Ma t/m vr: 9.00 - 17.30 uur
WWW.MCBALANS.NL