3 minute read
Column - Zoeken naar een paal
Tekst: Gerard Zwinkels
Deze maand is er ook bij mij aan de Krommedijk voor de deur een openbare laadpaal voor elektrische auto’s aan de straat geplaatst. De, gelukkig stoeptegelgrijze, paal blijkt vorig jaar door Vince, mijn bijna buurman, aangevraagd. En tien maanden later stond hij er toch maar mooi. Vince is er blij mee. Maar in mijn hoofd popt even de gedachte naar boven: Hè, wat vervelend, weer twee plekken van het toch al beperkt aantal gewone parkeerplaatsen in de buurt verdwenen. Maar dat klopt natuurlijk niet. Die E-rijders, hadden voorheen al een auto dus namen al een plekkie in. En nu zijn ze ook nog eens veroordeeld tot een nomadenbestaan; met het zoeken voor hun heilige koe naar een slaapplekkie voor de nacht. “Dat klopt”, zegt Vince. “Ik heb wel een app in mijn auto die mij vertelt welke palen vrij zijn. Maar het blijft behelpen met het vinden van een vrije plek. En als er dan nog illegaal op zo’n E-plaats wordt geparkeerd, zoals bij basisschool de Repelaer dan helpt dat niet natuurlijk. De politie treedt er niet meer tegenop. Er zou geen capaciteit voor zijn.”
Advertisement
In Dordrecht staan inmiddels zo’n 300 oplaadpalen. Niet bekend is hoeveel Dordtse elektrische autobezitters er zijn. Maar landelijke cijfers geven een verhouding van één laadpaal per vijf batterij-auto’s aan. Bovendien neemt het aantal elektrisch rijdende voertuigen snel toe en de groei van het aantal oplaadpunten blijft daarbij achter. Nu nog vechten om de paal dus.
Ik zit me wel hardop af te vragen hoe dat dan over een paar jaar gaat: Steeds meer elektrische auto’s, steeds minder op fossiele brandstof. Steeds meer laadpaalplekken. Iedereen veroordeeld tot het vinden van een eigen passende parkeerplaats. Je zoekt je een ongeluk. En in 2050 nog maar één plek in iedere straat voor een brandstofauto, maar wel met misschien een eigen benzinepompje?
Ach 2050, nog zover weg. Wat kan er allemaal nog in die tijd gebeuren. Dan ben ik 93 en rijdt iedereen op waterstof. Kunnen al die palen weer naar de schroot.
Voorlopig zullen E-auto’s niet langer dan noodzakelijk op de laadplek voor mijn deur blijven staan, vermoed ik. Hij ligt precies onder een reus van een Lindeboom, met in elk seizoen wel een of andere plaag in de vorm van takjes, blaadjes, gele stuifmeelzeeën, luizenkleefstof-sproeiregens of groen blauwpaarse duivenplakkaten op de glimmend gepoetste elektrische mobiel. Het leven van de E-automobilist gaat niet over rozen. Maar onze planeet wordt er gelukkig wel een beetje schoner van. Dankjewel E-rijder!