5 minute read
‘Estate planning is financieel mikado spelen’
met je vermogen gebeurt als je er niet meer bent.’
Experts in de financiële sector waarschuwen al enkele jaren voor iets wat ze met veel gevoel voor drama de Great Wealth Transfer noemen. Nu ondernemers uit de babyboomgeneratie de pensioenleeftijd naderen, zullen ze de komende tien tot twintig jaar hun vermogen massaal overdragen aan de volgende generatie. Volgens scha ingen van sommige banken zullen door die shift wereldwijd duizenden miljarden euro’s bij de kinderen en de kleinkinderen terechtkomen. De Belgische babyboomers nemen hun tijd om na te denken over wie hen zal opvolgen in hun bedrijf en wie hun privévermogen in handen krijgt na hun overlijden. Meer dan de helft van de familiale ondernemers ouder dan 60 zegt nog niets op punt te hebben gesteld voor de opvolging in hun zaak. Dat blijkt uit een recente enquête van het expertisecentrum Smart Organisations van de Hogeschool UCLL en de werkgeversorganisatie Voka.
Druk
Ondernemers die zich toch willen voorbereiden op de overdracht naar de volgende generatie hoeven geen gebrek aan aandacht te vrezen. De Belgische markt voor estate planning of vermogensplanning blijkt behoorlijk druk. Je hebt in de eerste plaats de traditionele private bankers en vermogensbeheerders. Maar ook advocatenkantoren, consultants, fiscalisten, boekhoudkantoren, notarissen en zelfstandige financiële planners zijn de jongste jaren almaar prominenter aanwezig in deze tak van de sport.
‘Je moet estate planning zien als de ruwbouw ze en van het vermogen dat je wil opbouwen’, zegt Vincent Lambrecht, directeur estate planning bij de vermogensbeheerder CapitalatWork. ‘Het heeft geen zin dat je jaarlijks hogere rendementen nastreeft als je bij je overlijden uiteindelijk 27 procent erfbelasting betaalt omdat je te weinig hebt nagedacht over wat
Hoe groter het vermogen, hoe complexer het wordt dat zo goed mogelijk gestructureerd te krijgen. ‘Vergelijk het met Mikado spelen’, zegt Lambrecht. ‘Als je dat speelt en je verlegt een stokje, gaat er vaak een ander meebewegen. Zo is dat vaak ook met grote vermogens. Een schenking of een verkoop kan juridische gevolgen hebben voor een ander deel van de investeringsportefeuille. Een vermogensplanner moet iemand zijn die tussen alles de juiste verbanden kan leggen. Hij moet het overzicht behouden voor de families waarmee hij werkt.’
‘De meerwaarde van ons beroep is dat we alles zeer objectief in kaart brengen en een stand van zaken kunnen geven van het familievermogen’, zegt Tillo Dumont, directeur estate planning bij de audit- en consultancyreus KPMG in België. ‘Je merkt vaak dat klanten aanvankelijk heel gefragmenteerd werken. Ze schakelen specifieke adviseurs in voor hun onderneming, maar voor hun privévermogen gaan ze voor de ene vraag naar de notaris, voor de andere wenden ze zich tot een boekhouder of de financieel directeur van hun bedrijf. Op den duur blijkt het familievermogen te weinig gestructureerd of blijken er beslissingen genomen die bepaalde keuzes in de toekomst kunnen bemoeilijken.’
‘Bij veel klanten zie je dat ze in de eerste plaats focussen op hun bedrijf’, zegt Dumont. ‘De structurering van hun privévermogen komt pas daarna. Vaak schieten ze pas in actie als er iets gebeurt in hun directe omgeving: een onverwacht overlijden of een scheiding van een bevriende ondernemer, bijvoorbeeld.’
Gedwongen professionalisering
Allicht met de Great Wealth Transfer in het achterhoofd legt een groeiend aantal bedrijven zich toe op de markt voor estate planning en advies aan families en familiebedrijven. Toch is dat niet voor iedereen weggelegd, zegt Johan Adriaens, die al jaren actief is als estate planner met zijn kantoor Adriaens & Partners. Volgens hem wordt estate planning meer en meer een business voor heel grote kantoren of middelgrote spelers die zich op een specifieke niche toeleggen.
‘Dat komt vooral omdat de regelgeving zo ingewikkeld is geworden’, legt Adriaens uit. ‘Je moet als estate planner niet alleen rekening houden met wat de Vlaamse overheid beslist. Wat als je cliënt een bedrijf in Vlaanderen heeft, maar in Brussel of Wallonië woont? Elk gewest werkt volgens zijn eigen fiscale regelgeving. Een boekhoudkantoor met veertig of vijftig personeelsleden kan het zich niet permitteren daar één iemand fulltime op te zetten. Bovendien zijn de geschikte mensen moeilijk te vinden en enorm duur.’ Dumont heeft het over een ‘gedwongen professionalisering’ van het beroep van estate planners. ‘Een overdracht van een bedrijf of een familievermogen structureren op basis van je buikgevoel, dat gaat er stilaan uit. Zowel op nationaal als internationaal is de regelgeving zo specifiek geworden dat je je door specialisten moet laten begeleiden.’ Hij geeft het voorbeeld een ondernemer die zijn bedrijf van Nederland naar België wil verplaatsen. ‘Een deel van de informatie over die transactie moet je melden bij de fiscus, die die informatie centraliseert in een Europese databank’, zegt Dumont. ‘Veel kmo’s hebben ook een internationaal profiel. Soms wonen er kinderen in het buitenland of is er vastgoed in andere landen. Bij een overdracht moet je dan ook met de buitenlandse wetgeving rekening houden. Een bankier of een notaris is daar minder snel van op de hoogte en moet dan in zijn omgeving specialisten zoeken die zijn klanten verder kunnen adviseren.’
De klanten gaan niet snel bij al die verschillende specialisten shoppen om advies in te winnen, zegt Vincent Lambrecht van CapitalatWork. ‘Het blijft iets zeer persoonlijks. Die mensen moeten uiteindelijk in het volste vertrouwen hun hele vermogen en familiesituatie uit de doeken doen. Dat willen ze niet vaak met anderen delen. Maar hoe groter het vermogen, hoe complexer het wordt om alles zo goed mogelijk te structureren en hoe meer nood je hebt aan verschillende specialisten. Het is de taak van de estate planner om als spelverdeler te zeggen: hiervoor heb je een notaris nodig, daarvoor moet je naar een advocaat.’
Vermogensplanners stellen een geleidelijke generatiewissel vast bij hun klanten. ‘Mensen beginnen vroeger na te denken over hoe ze hun successie moeten regelen’, zegt Lambrecht. ‘De coronacrisis heeft ook geleerd dat een ramp iedereen kan overkomen.’
Bejaarden op de trap
‘Ik schaamde me vroeger dat ik geen lift had. Vaak moest ik bejaarde klanten de trap naar mijn kantoor laten nemen’, lacht Adriaens. ‘Nu zie je toch dat klanten zich al op jongere leeftijd afvragen wat met hun vermogen zal gebeuren als ze overlijden.
Met een sudden death-verzekering en eventuele aanpassingen aan het huwelijkscontract kunnen jongere ondernemers dat probleem tijdelijk oplossen voor 4.000 à 5.000 euro.’
Ook bij een scheiding wordt vaak gedacht aan successieplanning, zegt Adriaens. ‘Het gebeurt dat jongere ondernemers van 35 tot 40 jaar hier langskomen met een minderjarig kind. Ze willen dan een constructie opze en zodat ze kunnen vermijden dat hun ex, de moeder van het kind, het volledige stemrecht krijgt over de aandelen van hun vennootschap.’
‘Het opstellen van een vermogensplanning blijft uiteindelijk iets dat de pater of de mater familias in gang moet ze en’, zegt Dumont. ‘Maar het gebeurt niet langer alleen top-down. De tijd dat de kinderen alleen hun handtekening moesten ze en is stilaan achter de rug. De jongere generatie is mondiger, alles wordt ook meer bespreekbaar.’
Het beste is tot een oplossing te komen die door iedereen wordt gedragen, beklemtoont Dumont. ‘Ik heb al gezien dat sommige kinderen niet willen meewerken als ze het gevoel krijgen dat hen iets wordt opgedrongen. Het risico bestaat dan dat de overlater de zaken weer voor zich uit begint te schuiven. Met duidelijke communicatie, transparantie en een goede voorbereiding behaal je meestal het gunstigste resultaat.’