PrimaOnderwijs Passend onderwijs

Page 1

Onderwijsnl

Voor alle professionals in het onderwijs nummer 2 • maart 2014 • www.primaonderwijs.nl • verschijnt 6x per jaar •

Week van passend onderwijs Iedereen kan excelleren Omgaan met verschillen Differentiëren is te leren

&

Wereldburgers in de klas • Apple verleidt het onderwijs • Digitaal toetsen • 365 Happylines project • Meld je aan voor de Ververs Awards 2014 •

POnderwijs Cover Maart 2014.indd 1

13-02-14 16:33


Omgaan met verschillen in de klas

‘Zorg dat je weet wat een leerling kan en wat hij nodig heeft’

Geen klas die allemaal dezelfde kinderen herbergt. Leraren weten dat als geen ander. Maar met het toenemend aantal leerlingen met speciale onderwijsbehoeften, wordt het omgaan met de verschillen in de klas steeds ingewikkelder. Hoe pak je dat als leraar aan? tekst heleen de bruijn | beeld humantouchphoto, shutterstock

12

Omgaan met verschillen is een van de moeilijkere vaardigheden voor leraren, zo blijkt uit onderzoeken. Maar ze doen het eigenlijk allang, elk kind is immers anders. De invoering van de Wet passend onderwijs, waarbij scholen de plicht krijgen om voor leerlingen een passende onderwijsplek te zoeken (binnen of buiten de school) is alleen de trigger om nog eens heel goed na te denken over wat elk kind nu echt nodig heeft om optimaal te kunnen leren. ‘Toen de wet werd aangekondigd dachten velen dat er ineens busladingen vol gehandicapte kinderen naar het reguliere basisonderwijs zouden komen. Dat is echt niet zo’, zegt Guuske Ledoux, onderzoekster bij het Kohnstam Instituut. ‘Heel veel kinderen met een speciale leerbehoefte, zoals kinderen met adhd of autisme, zitten al op die reguliere scholen. Als je nu het speciaal onderwijs zou opheffen, zou elke leraar er, extreem geformuleerd, slechts een halve leerling bij krijgen!’ De inspectie constateert volgens Ledoux dat veel leraren echter nog niet zo heel erg goed zijn in het


DE WEEK VAN PASSEND ONDERWIJS De week van 24 t/m 28 maart staat in het teken van passend onderwijs. De boodschap: ga als leraar, ouder, leerling, schoolleider en bestuurder het gesprek aan met elkaar over hoe passend onderwijs op de werkvloer wordt georganiseerd. En laat zien welke mooie dingen al gebeuren. De week is bedoeld om elkaar te inspireren. Elkaar op weg te helpen en om samen te bespreken wat passend onderwijs precies betekent op school en in de klas. Op www.passendonderwijs.nl/

week-van-passend-onderwijs

staan talloze voorbeelden, mogelijke gespreksthema’s en tips om een eigen activiteit te organiseren. Denk bijvoorbeeld aan een voorlichtingsbijeenkomst voor ouders over de ondersteuningsfaciliteiten van de school of een bijeenkomst met een deskundige op school. Ook zijn er hulpmiddelen te vinden zoals een power point over passend onderwijs. Scholen kunnen zich met hun eigen activiteiten via de site aanmelden. De site biedt ook meer informatie over wat passend onderwijs inhoudt en hoe scholen hier invulling aangeven.

omgaan met verschillen. Er zou nog teveel klassikaal worden lesgegeven. Leraren lijken die constatering te onderschrijven. Uit een onderzoek van het Arbeidsmarktplatform PO blijkt dat ‘driekwart van de leraren in het primair onderwijs zich verder wil professionaliseren in het omgaan met verschillen in de klas. Zij voelen zich daarvoor meestal goed toegerust en competent, behalve als het gaat om onderwijs aan specifieke groepen kinderen, zoals zorgleerlingen en hoogbegaafde leerlingen’, zo staat in een recent persbericht over het onderzoek. En: ‘Leraren zien de meerwaarde van het opbrengstgericht werken als middel om, via het meten van prestaties en het leveren van maatwerk, het maximale uit kinderen te halen. Ze staan ook vaak positief tegenover het idee van passend onderwijs, maar hebben hun bedenkingen bij de invoering ervan. Zij ervaren grenzen bij het aansluiten op specifieke onderwijsbehoeften van individuele leerlingen in een groep.’

Guuske Ledoux: ‘Voorheen was het zo dat voor leerlingen met een speciale leerbehoefte een individueel handelingsplan werd gemaakt. Dat is niet meer haalbaar’, aldus Ledoux, als je nagaat dat over het algemeen, volgens leraren zelf, een kwart van de leerlingen op een of andere manier extra zorg nodig heeft bij het leren. ‘Teveel om voor ieder zo’n plan te maken. Dus worden op veel scholen klassen in groepen ingedeeld, op basis van wat leerlingen kunnen en wat niet. Dat vraagt echter om planmatig en systematisch werken en in de praktijk vinden leraren het moeilijk om die methodiek toe te passen. Het vraagt bovendien nogal wat administratie omdat je de leerprocessen van kinderen individueel in kaart moet brengen: hoe organiseer ik op basis daarvan de klas, zodat iedereen krijgt wat hij of zij nodig heeft. Een autistisch kind bijvoorbeeld, heeft vaak moeite met onvoorspelbaarheid. Die heeft dus structuur nodig. Zorg dan dat er duidelijkheid heerst over hoe en wat er in de klas moet worden gedaan. Soms moet je een leerling even apart nemen om het uit te leggen.’

Subgroepen Het lijkt dé manier om met die verschillen in de klas om te gaan. Maar volgens Katalin de Kleuver ben je er nog niet met een globale indeling in groepen.

➜ PrimaOnderwijs 13


OMMERKANAALSCHOOL, OMMERKANAAL ‘Naast maakwerk: aandacht, liefde en structuur’ Passend onderwijs? Op de Ommerkanaalschool tussen Ommen en Dedemsvaart, vinden ze dat al jaren heel normaal. De school heeft veel leerlingen uit alle delen van buurtschap Ommerkanaal. Iedereen gaat er heen, dus ook leerlingen met een ‘rugzakje’. Het percentage zorgleerlingen is derhalve percentueel groot, zo’n 45 procent. ‘Omgaan met verschillen in de klas, is hier heel gewoon’, vertelt directeur Jan Limbeck. ‘In een klas zitten vaak meerdere groepen. Je hebt dus te maken met niveauverschillen tussen leerlingen. Daarnaast biedt het kleine aantal leerlingen op school (72) ons de mogelijkheid om de kinderen de aandacht te geven die ze nodig hebben. Er is veel ruimte voor maatwerk. We gaan dan ook altijd met een kind in gesprek: wat heeft het nodig, wat wil een kind, wat zijn hun talenten. We zoeken net zolang nodig is naar een manier om een kind goed te laten leren.’

Geen excuus Volgens Limbeck kunnen grotere scholen dat ook. ‘Alles begint bij de bereidheid van de leerkracht om het gesprek met een kind aan te gaan. Geen tijd voor individuele aandacht is flauwekul. Je maakt maar tijd, dat is je vak.’

‘Het betekent soms wel dat je binnen de school moet overleggen: moeten we wel alles doen wat we doen? In het onderwijs wordt veel geadministreerd, dat niet noodzakelijk is. Zo maken we tegenwoordig handelingsplannen in een zelfontworpen digitaal systeem, waar binnen veel overbodige administratieve handelingen niet dubbel hoeven te worden gedaan. Ook het minder slaafs volgen van methoden levert tijd op. Focus op datgene wat de leerlingen nodig hebben om van de ene groep naar de andere te gaan. Kijk bijvoorbeeld naar rekenen: de methode schrijft voor dat er na een les breuken, een les klokkijken volgt. Maar als ik vind dat het nodig is om een aantal lessen met breuken aan de gang te blijven, dan leg ik die methode even naast me neer.’ Over omgaan met ongewenst gedrag van kinderen met adhd of asperger, is Jan Limbeck duidelijk. ‘Met maatwerk kom je een heel eind, maar een stoornis is geen excuus voor ongewenst gedrag. Deze kinderen moeten leren dat ook zij zich moeten aanpassen aan de samenleving. Je kunt eeuwig focussen op de problematiek, maar wij kijken liever naar de oplossing; naast maatwerk: aandacht, liefde en structuur.’

➜ De Kleuver is voorzitter van de stuurgroep passend onderwijs bij CNV Onderwijs. Ze is bovendien leerkracht en intern begeleider op een basisschool in Meteren. ‘Je kunt groepen indelen naar instructieniveau, maar ook binnen die groepen hebben kinderen andere leerbehoeften. De een is gebaat bij een koptelefoon om niet afgeleid te worden, de ander is gebaat bij opzoekboekjes (spiekboekjes) of een apart werkboek, en een derde heeft vooral vaak complimentjes nodig.’ De school waar De Kleuver lesgeeft, is daarom begonnen met het beschrijven van de specifieke leerbehoeften van elk kind. ‘Welk soort materiaal heeft het nodig, wat voor leraar, wat voor werkplek en welk maatje of klasgenootje. Die dingen werden bij ons eerder nooit zo specifiek benoemd. Wij dachten: dat kind heeft adhd en dan wisten we het wel ongeveer. Maar ook kinderen met adhd hebben verschillende onderwijsbehoeften, die overigens voor meer leerlingen in de klas kunnen

14

gelden.’ Dat het maken van dergelijke beschrijving een vette kluif is voor leraren, geeft ze toe. ‘Maar je doet dat één keer en het document wordt daarna doorgegeven aan de volgende leerkracht, die er trouwens ook weer dingen in kan wijzigen. Een leerling kan bijvoorbeeld in de ene klas wel een koptelefoon nodig hebben, maar in een volgende niet. Dat hangt onder andere af van de samenstelling van de groep.’

Cursussen Om beter beslagen ten ijs te komen, hoeven wat Guuske Ledoux betreft echt niet alle leraren terug naar de schoolbanken. ‘Als één iemand binnen de school bijvoorbeeld een master op dat gebied gaat doen, kom je al heel ver. Hij of zij kan de opgedane kennis binnen de school delen. En je kunt samen korte teamcursussen volgen. Een autismespecialist bijvoorbeeld kan in een middagje al veel uitleggen.’


E PR A K

T IP S E N

K1

T RI C K S  Straal uit wat je van een kind verwacht. Accepteer je dat een kind niet zo makkelijk mee kan komen met de rest, dan zal het zich ook niet maximaal inzetten. Geef het kind zelfvertrouwen, stimuleer het in de stappen die hij moet zetten. Zorg ook dat het zich veilig voelt in de klas, door een relatie met het kind aan te gaan.  Zorg voor specifieke kennis over een kind en weet wat het nodig heeft om goed te presteren.  Vraag intern begeleiders advies over hoe je de klas organiseert, bijvoorbeeld in groepen. Kennis van de leerprocessen van een kind is essentieel.  Zie ouders en kind als ervaringsdeskundigen en durf hen om raad te vragen.  Ga het gesprek aan met je collega’s, samen weet je meer dan alleen.  Geef je grenzen aan, je hoeft niet alles zelf te kunnen.  Wees positief naar het kind; als je het even niet ziet zitten, bedenk dan voordat je de dag begint iets positiefs over het kind (karakter, gebeurtenis of misschien iets wat je die dag met het kind kan doen).  Je kunt niet elke dag alles geven wat een kind nodig heeft. Schakel hulp in van andere kinderen of van een collega.

PrimaOnderwijs 15

T

Katalin de Kleuver is als intern begeleider de vraagbaak op haar eigen school. Zij ziet een intern begeleider als onmisbaar. ‘Je fungeert als een spin in het web. Ik coach leraren, maak samen met hen de verdeling van leerlingen in subgroepen en ik ben verantwoordelijk voor kinderen met een speciale onderwijsbehoefte. Heel soms haal ik kinderen even uit de klas als een kind dat hard nodig heeft. Maar dat doe ik liever niet te vaak. Ik ondersteun liever de leerkracht bij de begeleiding van kinderen en kijk af en toe mee in de klas. Met maximaal een half uurtje in de week kun je met een leerling apart niet veel bewerkstelligen, een leraar daarentegen ziet een kind dagelijks.’ Overigens worstelt ook Katalin, zelfs als intern begeleider, nog wel eens met de verschillen in de klas. ‘We hebben mooie idealen, maar het is een flinke zoektocht. Op papier staat het heel mooi, maar zie al die behoeften van leerlingen maar eens op één dag te vervullen. De praktijk is soms weerbarstig.’

IJ

PASSEND

ERWIJS D IN

D ON


PASSEN

D

D IN

DERWIJ S

K2

ON

PASCAL ZUID, ZAANDAM ‘Een praatje, een time-out of hulp bij het huiswerk’ De vmbo-school Pascal Zuid in Zaandam voerde aan het begin van dit schooljaar een trajectklas in, in het kader van passend onderwijs. Op deze school, die zo’n 650 leerlingen telt, zit een klein aantal kinderen dat extra aandacht nodig heeft. Elf hebben er een ‘rugzakje’, maar er zijn meer kinderen, die behoefte hebben aan extra begeleiding. Voor die leerlingen is er de trajectklas. ‘Het is een plek waar deze kinderen altijd terecht kunnen met vragen en waar ze zich veilig kunnen voelen. Het klaslokaal is ingericht als een soort huiskamer, met een bank, een grote keukentafel en wat computers’, vertellen Janneke van der Horst, psycholoog, en Willemijn Knot, orthopedagoog. Zij ‘runnen’ samen de trajectklas. ‘De kinderen volgen allemaal hun reguliere lessen, maar hier kunnen ze voor, tijdens en na school terecht voor extra begeleiding. Dat kan (vak)inhoudelijk zijn, zoals hulp bij het maken van huiswerk, maar soms is ook extra structuur nodig en bieden we hulp op sociaal-emotioneel gebied. De meeste kinderen komen, voordat de lessen beginnen, even langs voor een praatje, om hun boeken te pakken of om samen te bekijken wat ze die dag moeten doen. Ook in de pauze of onder schooltijd kunnen ze komen. Voor een time-out bijvoorbeeld. En na schooltijd komen ze hier hun huiswerk maken of bespreken.’

E PR A

K

Grote brij

‘Veel kinderen met speciale onderwijsbehoeften zitten al op reguliere scholen’

16

‘Voor sommige autistische kinderen of kinderen met adhd is het moeilijk hun weg te vinden in een grote school en in de grote brij van lessen en huiswerk. Wij helpen ze om daar structuur in te brengen, zodat ze precies weten wat ze op een dag moeten doen. Soms ook zijn de instructies te ingewikkeld of de opdrachten te groot om in één keer te maken. Wij coachen de docenten om met dit soort leerlingen net even iets anders om te gaan. Bijvoorbeeld door de opdrachten in kleinere stukjes op te knippen of door in de les individueel even te vragen of ze alles hebben begrepen. De trajectklas is eigenlijk een vervanging van de ambulant begeleiders. Elk kind had voorheen z’n eigen begeleider, maar die kwam en ging weer. Met de trajectklas blijft de opgebouwde kennis binnen de school, die vervolgens met docenten en mentoren wordt gedeeld.’


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.