Talent voor de stad - mbo in Amsterdam

Page 1

Deze bijlage valt niet onder de verantwoordelijkheid van de hoofdredactie van De Telegraaf

DINSDAG 5 APRIL 2016

voor de stad TALENT INHOUD

MBO IN

AMSTE RDAM

P.2 HOTEL SLAAT HANDEN INEEN MET OPLEIDING Investering in vakmensen

P.3 WAT DOET AMSTERDAM VOOR MBO-STUDENTEN? Wethouder Simone Kukenheim aan het woord

P.4/5 BIJZONDERE INITIATIEVEN

Van serious gaming tot Amsterdamse College Tour

P.6 OPLEIDEN VOOR HET ECHTE WERK

Betere aansluiting op arbeidsmarkt

P.7 RONDLEIDING DOOR DE WERELD VAN TECHNIEK

Verslag van de Techniek Experience day in het NEMO

P.8 AMSTERDAMS LESGEVEN Buiten de kaders denken

Hoofdprijs Skills Heroes De Amsterdamse mbostudent Hotel­management Daan van Splunteren (19) mag zich officieel de beste hotelreceptionist van ons land noemen. Hij won afgelopen maand tijdens Skills Heroes de hoofdprijs bij het onderdeel Front office. Daan weet zelf al een tijdje dat de hotellerie het vak is waar hij thuishoort.

Het besef kwam tijdens een stage in het best Western Hotel in Miami. “Ineens werd mijn naam genoemd op Tripadvisor en kreeg ik complimenten over de manier waarop ik mensen aan de balie had geholpen.” Zijn teamleidster vroeg hem zelfs of hij nog een half jaar langer wilde blijven. Tijdens de driedaagse vakwedstrijden van Skills Heroes kregen mbo’ers zoals ieder

jaar een podium om uit te blinken en het beroepsonderwijs naar een hoger niveau te tillen. Van kappers tot automonteurs, van schoonheidsspecialistes tot koks en van grafisch ontwerpers tot en ict-beheerders: 157 mbo’ers lieten ook dit jaar het betere vakwerk zien tijdens de spannende finale van Skills Heroes. Lees verder op pagina 4 en 5.

Daan van Splunteren: de beste hotelreceptionist van ons land.


02

TALENT VOOR DE STAD

Opleiding bundelt krachten met hotel ervoor dat het niveau op peil blijft. Akalai: “De hotelbranche in Amsterdam is de afgelopen jaren fors gegroeid. Goed nieuws voor studenten, die daardoor een nog grotere kans op een leuke baan hebben. Maar tegelijk is de branche aan het veranderen. Daar moeten wij op inspelen. Dat kan alleen door het bedrijfsleven actief op te zoeken en samen onderwijs te ontwikkelen. Co-creatie noemen wij dat bij het ROC van Amsterdam.” “De school zoekt die samenwerking onder meer door docenten vrij te roosteren voor bedrijfsbezoeken”, vervolgt ze. “Ook wordt eens per kwartaal een ‘talking dinner’ georganiseerd. Docenten, studenten en mensen uit het hotelwezen komen daar samen om ervaringen uit te wisselen. We spreken wederzijdse verwachtingen uit. Want ook wij stellen eisen. Onze studenten zijn niet alleen extra handjes voor een bedrijf. Ik verwacht een goede begeleiding van een stagebedrijf. Onze studenten moeten er wel iets leren!” Van de Wouw onderstreept die stelling. “Goed en gekwalificeerd personeel is de sleutel tot ons succes. Zonder hen ben je nergens als hotel. Daarom moet je in

Opleiden is tegenwoordig niet meer alleen het domein van de school. Ook bedrijven investeren steeds vaker in goede vakmensen. Steeds vaker slaan mbo-opleidingen de handen ineen met het bedrijfsleven om de overstap van studie naar ‘het echte leven’ zo klein mogelijk te houden. Aan het woord: stage-coördinator Fatima Akalai en HR-directeur van het Sheraton Elly van de Wouw. Als het aan het Sheraton en ROC van Amsterdam MBO College Centrum ligt, wordt de service op terrassen en in restaurants en hotels de komende jaren nóg beter. Om dat voor elkaar te krijgen, bundelen de mbo-opleider en het luxueuze hotel hun krachten. Samen stomen ze jongeren klaar voor een baan in de

‘Onze studenten zijn niet alleen extra handjes voor een bedrijf’ horeca. Zodat toekomstige ‘horecadieren’ bij afstuderen exact voldoen aan wat de markt van hen verlangt. Een goede samenwerking bestond al. Stage-coördinator Hotelmanagement Fatima Akalai en Elly van de Wouw, HRdirecteur van het Sheraton Amsterdam

Fatima Akalai: “De hotelbranche groeit, maar verandert tegelijkertijd. Daar spelen we als opleidingsinstituut op in.”

Airport Hotel, kunnen met elkaar lezen en schrijven. Beide dames kenmerken zich door hun pragmatische instelling. Beiden houden de lijntjes tussen leerbedrijf en hotelschool liefst zo kort mogelijk. Want

opleiden is anno 2016 niet louter meer het domein van de school, zo vinden ze. Ook bedrijven moeten in onderwijs investeren wanneer zij zich willen verzekeren van goede vakkrachten. Samen zorgen zij

TOPPER

Sjoerd Vroonland (31) is inmiddels een gevestigde naam in de designwereld. Zijn meubels, lampen en spiegels zijn gewilde objecten. Niet slecht voor een jongen die ooit de grootste moeite had met lezen en schrijven.

Een goede leerling kon je mij niet noemen. Taal, rekenen; ik ben er gewoon niet voor gemaakt. Alleen tijdens handarbeid bloeide ik op. Het was al gauw duidelijk dat ik iets met mijn handen moest gaan doen. Diverse leraren adviseerden mij door te stromen naar het HMC Niveau 2 Basis Meubelmaker. Die opleiding lag me inderdaad goed. Na al die jaren was het fijn om eindelijk ergens in uit te blinken! Aanvankelijk was ik wat huiverig om door te studeren. Bang dat de benodigde theorie mij zou opbreken. Maar docenten zagen de potentie en stimuleerden mij een stap vooruit te zetten naar HMC Niveau 4, Kaderfunctionaris

Meubel. Een slimme zet. Vooral mijn stage bij designer Richard Hutten was een eyeopener. Tot dusver had ik vooral geleerd meubels op maat te maken. Maar als ontwerper kun je zelf je route uitstippelen. Vijf jaar geleden startte ik met mijn eigen designlabel. Eerst samen met een partner, inmiddels alleen. De ene helft van de week werk ik aan mijn eigen collectie van tafels, stoelen en lampen. De resterende tijd werk ik in opdracht voor grote internationale meubelmerken. Tussendoor begeleid ik ook nog stagiaires. Ik heb zelf zoveel opgestoken van mijn stages, dat ik anderen diezelfde kans niet wil onthouden.”

Gekwalificeerd personeel is de sleutel tot succes.

stagiaires investeren: zij zijn je toekomstig kapitaal. Bij mijn aantreden heb ik direct de banden aangehaald met de Nederlandse horecaopleidingen. Zo organiseren we regelmatig meeloopstages en workshops voor docenten. Ze voelen dan terplekke waar het bij ons om draait. Die kennis kunnen docenten vervolgens overdragen aan potentiële stagiaires, die daardoor precies weten wat er van hen wordt verwacht.”

Colofon Dit is een commerciële bijlage van Custom Publishing. Deze valt niet onder de verantwoordelijkheid van de hoofdredactie van De Telegraaf. Projectmanager: Maarten Knibbe Coördinatie: Isabel Michelotti Redactie: Paul Poley, Ilja Post, Antje Veld Vormgeving: Lydia de Vries Voor meer informatie over de themakranten of als u zelf een idee heeft voor een uitgave kunt u contact opnemen met Dennis Lanson, 088 824 2898


03

TALENT VOOR DE STAD

Amsterdam draait op mbo’ers mbo gestart. Hierdoor kan er vanuit de school ondersteuning geboden worden bij problemen.” Amsterdam is een diverse stad. Ook het mbo heeft te maken met veel culturen en nationaliteiten. Welke uitdagingen brengt dit met zich mee? “In het mbo tref je inderdaad allerlei culturen en nationaliteiten aan. Zowel aan de kant van leraren als aan bij de studenten. Daarom is er veel aandacht voor de pedagogisch-didactische vaardigheden van de docent. Het is heel belangrijk dat docenten goed zijn toegerust om met alle verschillen in de klas om te gaan. College West van ROCvA is bijvoorbeeld met onderzoeker Ilias El Hadioui bezig om leraren nog beter in staat te stellen om te gaan met verschillen in straat-, thuis- en schoolcultuur (lees hier meer over op pagina 8, red.). Tegelijkertijd is het belangrijk dat jongeren weerbaar worden voor de uitdagingen die de samenleving en de arbeidsmarkt aan hen stelt. Ook daarin moeten ze goed worden begeleid. Maar ik ben vooral onder de indruk van onze mbo-studenten. Ik had laatst nog een gesprek met de vertegenwoordigers van de verschillende studentenraden. Wat een gedrevenheid zie je bij die jongeren. Ze zijn trots op wat ze kunnen en leren en willen dit graag laten zien. Maar ze zijn ook kritisch. Het onderwijs kan altijd beter en daar denken ze graag over mee.”

Wethouder Simone Kukenheim reikte tijdens Skills Heroes de eerste prijs uit aan de Amsterdamse student hotelmanagement Daan van Splunteren.

De gemeente Amsterdam heeft samen met de mbo-instellingen in de stad een MBO-Agenda gelanceerd en investeert daarmee ruim negentien miljoen euro om de kwaliteit van het beroepsonderwijs en de aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren. Simone Kukenheim, wethouder van Onderwijs, Jeugd, Diversiteit, legt uit hoe dat werkt. Wat betekent het mbo voor Amsterdam? “Het mbo is heel belangrijk voor de stad. Je zou het de motor van onze stad kunnen noemen. Zo’n 27.000 jonge Amsterdammers volgen een mbo-opleiding. Het mbo voorziet daarmee in een belangrijk deel van de arbeidsmarkt. Onze economie draait op mbo’ers. Denk aan de vele hotels, horeca en winkels. Amsterdam groeit: er worden veel woningen gebouwd en ook daar zien we de vraag

“Voor de meeste studenten is het niet lastig een stageplek te vinden.”

naar mbo-opgeleide vakmensen stijgen. Kenmerkend voor Amsterdam zijn de vele kleine ambachtelijke bedrijven. Dit is niet de stad van de grote productielijnen, maar juist van de wat kleinere creatieve bedrijven, waarin mbo’ers heel actief zijn. Ze hebben niet alleen hun vak onder de knie, maar ze moeten ook iets van boekhouding, leiderschap en ondernemerschap snappen. Dat leren ze allemaal op hun opleiding.”

gen en zich bijscholen. Voor onderwijsteams is er de scholenbeurs, die bijvoorbeeld kan worden ingezet om de pedagogisch-didactische vaardigheden van het hele team te verbeteren. Een groot succes. Bijna een derde van alle teams in de stad heeft een scholenbeurs aangevraagd. We zien nu al dat er dankzij het extra

Wat doet Amsterdam voor de mbostudenten? En wat zien we daarvan terug in de scholen? “In de eerste plaats moet de kwaliteit van de opleidingen hoog zijn. Daarom werken we aan de kwaliteit van leraren. Dat doen we door hen in staat te stellen zichzelf te “Het mbo is de motor van de stad.”

‘Ik ben vooral onder de indruk van onze mbo-studenten. Wat een gedrevenheid zie je bij die jongeren’ blijven ontwikkelen. Sinds vorig jaar hebben we de Amsterdamse lerarenbeurs. Als een leraar zegt: ‘Ik wil meer weten van digitalisering in mijn vakgebied, want het beroep waar ik les in geef ontwikkelt snel’, dan kan hij een lerarenbeurs aanvra-

geld dat we beschikbaar stellen, meer ruimte komt voor leraren en teams om de verbinding te zoeken met het bedrijfsleven om school en praktijk beter op elkaar aan te laten sluiten. Ook is er veel aandacht voor persoonlijke begeleiding van studenten. We hebben in Amsterdam een relatief grote groep kwetsbare jongeren, veel van hen zitten op het mbo. Juist voor deze groep is het onderwijs extreem belangrijk voor een goed toekomstperspectief. Om te zorgen dat ook deze jongeren hun opleiding succesvol kunnen afronden, wordt bijvoorbeeld gewerkt met kleine klassen, vinden lessen bij een bedrijf plaats en krijgen leraren extra tijd voor deze jongeren. Ook zijn we in Amsterdam met een jeugdteam

Klopt het dat lang niet alle studenten een goede stageplek vinden? “De opleidingen gaan over vakmanschap, wat je uiteindelijk in de praktijk moet leren. Daarom is een goede stageplek heel erg belangrijk. Daarbij is ook goede begeleiding noodzakelijk, zowel vanuit school als vanuit het stagebedrijf. Beide moeten daarin goed samenwerken. De VU is bijvoorbeeld samen met ROC TOP een opleiding begonnen en hetzelfde geldt voor Schiphol. Wij geven mensen tijd en geld om dat soort samenwerkingen mogelijk te maken. Het is voor de meeste studenten gelukkig niet lastig om een stage te vinden. Soms kan het ingewikkeld zijn. Scholen moeten dus een netwerk hebben en zorgen dat de studenten dingen leren die aansluiten bij hun stagepraktijk. Daarnaast hebben studenten soms te maken met discrimina-

“Er is veel aandacht voor persoonlijke begeleiding.”

tie. Dat is echt onacceptabel. We moeten dat meer bespreekbaar maken. Je kunt het misschien niet altijd bewijzen, maar je moet het als opleiding wel altijd benoemen en daarbij steeds het gesprek met bedrijven aangaan.”


04

TALENT VOOR DE STAD

Bijzondere initiatieven VAN EEN AMSTERDAMSE COLLEGETOUR TOT SERIOUS GAMING Voor de stad Amsterdam, met al haar bedrijvigheid, creativiteit, nieuwbouw, horeca en hotels zijn mbo’ers zijn onmisbaar: zij zijn de vakmensen van de toekomst. De kwaliteit van onderwijs is dus van groot belang, evenals aansluiting op de arbeidsmarkt. Gelukkig zijn er tal van prachtige initiatieven, projecten en events die het onderwijs naar een nog hoger niveau tillen en jongeren inspireren, stimuleren en motiveren. Een greep uit het aanbod.

SKILLS HEROES

Strijd om titel bij mbo-vakwedstrijden Sinds eind vorige maand is ons land weer 29 vak-kampioenen rijker: op 19 maart was de ontknoping van Skills Heroes in de Amsterdamse RAI. Tijdens deze driedaagse vakwedstrijden kregen mbo’ers zoals ieder jaar een podium om uit te blinken – en het beroepsonderwijs naar een hoger niveau te tillen.

Van kappers tot automonteurs, van schoonheidsspecialistes tot koks en van grafisch ontwerpers tot en ict-beheerders: 157 mbo’ers lieten tijdens deze editie van Skills Heroes opnieuw het betere vakwerk zien tijdens de spannende finale. De deelnemende jongeren waren afkomstig van 47 verschillende mboscholen. De Amsterdamse mbo’er Daan van Splunteren (19)

ging er vandoor met de hoofdprijs in het onderdeel ‘Front Office.’ Het wedstrijdonderdeel waarin lastige klanten aan de balie komen – hier was een acteur voor ingehuurd – ging hem goed af: “Je moet nooit beginnen te stressen”, aldus Daan. “Blijf rustig, bied je excuses aan en bied compensatie. Een vuistregel in de hotellerie.” Hij gaf een taxiritje, een upgrade van de kamer en een drankje weg: “Het kost meer voor een hotel als je de klant laat weglopen en zo boekingen misloopt.” Met Skills Heroes benadrukken stichting Skills Netherlands, de mbo-scholen, brancheorganisaties en het Ministerie van OCW het belang van vakmanschap. Behalve Skills Heroes organiseert Skills Netherlands ook vakwedstrijden voor leerlingen uit groep 7 en 8 van de basisschool (Skills Juniors) en vakwedstrijden voor vmbo’ers (Skills Talents). Skills Netherlands begeleidt ook Team Nederland naar EuroSkills en WorldSkills, de Europese en wereldkampioenschappen voor beroepen.

PLAY2WORK

Grotere kans op fijne baan Met innovatieve games werken aan je persoonlijke competenties om zo sneller een baan te vinden? Met het platform Play2Work krijgen jongeren door gaming inzicht in hun kwaliteiten, terwijl ze worden geholpen door experts in arbeidsmiddeling. Een gegamificeerd arbeidsbemiddelingsplatform voor mbo-schoolverlaters klinkt misschien niet zo sexy, maar het is wél precies wat Play2Work met ingang van komend schooljaar biedt. En het hoopt jongeren met een mbo-diploma sneller aan een baan te helpen. Max Boodie, CEO van Play2Work: “We helpen deze jongeren met behulp van games. Denk daarbij niet aan Angry Birds of Grand Theft Auto, maar aan zogeheten serious games: een computerspel met een bijzondere technologie dat iets leert over iemands persoonlijkheid. Veel werkgevers selecteren iemand puur op basis van zijn diploma en cv. Maar iemand is meer dan zijn cv. Hoe weet je als werkgever of

iemands gedrag, karakter, mentaliteit en sociale vaardigheden passen bij jouw organisatie? Andersom geldt dat veel jonge mensen zichzelf op dat gebied niet goed genoeg kennen. Precies dat soort dingen komen goed naar voren bij serious gaming. Vergelijk het met een langdurig assessment.” Boodie benadrukt dat Play2Work niet iets vrijblijvends is voor iedereen. “Het is een platform voor jonge mensen die écht iets willen, het vraagt om inspanning van hun kant. Maar in ruil daarvoor krijgen ze duidelijk en eerlijk inzicht in hun kwaliteiten, daarbij geholpen door experts in arbeidsbemiddeling. De zichtbare beloning aan het eind van het gamingtraject: een grotere kans op een passende baan!”

PROCEDURE STUDIEADVIES

Gesprekken gaan schooluitval tegen Minder schoolverlaters, enthousiastere studenten. Dat is de insteek van de procedure studieadvies. Een reeks verplichte studieadviesgesprekken die mogelijke uitvallers alsnog binnenboord moet houden. Ze zijn er, weet ook Annette Schoenmaker, zorgcoördinator team toerisme bij het ROC van Amsterdam. “Mbo’ers die het soms even niet meer zien zitten op school. Omdat het thuis even niet lekker gaat. Omdat ze twijfelen of ze de juiste studiekeuze hebben gemaakt. Of door een andere reden motivatieproblemen hebben.” “Lessen missen is vaak een eerste indicatie dat er iets mis is”, zegt ze. “En dus ga je als school het gesprek aan, in de hoop studenten alsnog binnenboord te houden. Deze gesprekken waren voorheen te vrijblijvend en daardoor niet altijd even succesvol. In dit kader is de procedure studieadvies ingezet. Dit middel wordt gebruikt als gewone gesprekken niet werken.” “Bij de studieadviezen wordt het plan in overleg met de student gemaakt”, vervolgt Schoenmaker. “Samen gaan we op zoek: hoe komt het dat het op school niet goed gaat? Wat kan de student zelf doen om te verbeteren? Maar ook: wat kan de school doen? Is er extra begeleiding nodig? De procedure bestaat uit drie stappen: een eerste studieadvies, een tweede studieadvies en (eventueel) een bindend studieadvies. “Op die manier zetten we nog intensiever in op de begeleiding van de studieloopbaan van de individuele student”, aldus collega-docent Miriam Leus. “Studenten ervaren de nieuwe aanpak als positief, maar ook als minder vrijblijvend. Kwantitatief lijkt het verzuim te zijn gedaald onder de deelnemende teams. En kwalitatief – daar zit belangrijke winst – worden de studieprestaties steeds meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de school én student.”


05

TALENT VOOR DE STAD

Inspir at VOO ie

STUDE R NTEN

Amsterdamse Collegetour Het populaire tv-programma College Tour laat hbo- en universitaire studenten vragen stellen aan beroemdheden. Dat kunnen we ook voor een zaal met 150 mbo’ers organiseren, zo dachten ze bij de Amsterdamse Collegetour, een gezamenlijk initiatief van studenten van het ROC van Amsterdam, ROC TOP, het Mediacollege Amsterdam en het HMC (de mbo-vakschool voor hout, meubel en interieur).

Een spontane actie van Seedorf zorgde voor een persoonlijke sfeer tijdens de Amsterdamse Collegetour.

Betrokken bij deze Amsterdamse Collegetour is student Jordy Maas: “Ik zit in de programmaraad, samen met zeven andere studenten. Wij worden ondersteund door de gemeente Amsterdam en het flowburo, dat evenementen voor onder meer het ROC van Amsterdam organiseert. Wij bedenken welke gasten we willen, we benaderen ze, hebben contact met Jan Versteegh, ontwikkelen een uitnodigingsflyer; al dat soort werkzaamheden komen er aan te pas.” Momenteel zijn de studenten druk met de voorbereiding van de Collegetour met Humberto Tan, die hopelijk even succesvol wordt als de eerste editie met Clarence Seedorf. Monique Hauwert, studente van het HMC, zat evenals Jordy in de organisatie van deze Collegetour. “Het was een superleuke middag. Vooraf dacht ik dat alles goed was voorbereid, maar Seedorf bedacht iets anders. Hij wilde dat alle vragen die via internet waren gesteld, zouden worden geschrapt, omdat hij heel graag met de leerlingen zelf in gesprek wilde. Hierdoor werd de sfeer in de zaal een stuk persoonlijker. Seedorf heeft het voor elkaar gekregen om iedereen twee uur lang geïnteresseerd te houden.” De gemeente Amsterdam financiert de Amsterdamse Collegetour. Jordy: “Het doel is de mbostudenten te laten inspireren door de gasten. Om uiteindelijk te komen waar onze gasten na hard werken óók zijn gekomen.” Niet per se rijk, beroemd of aan de top, maar wel op een plek dat ze hun eigen talent hebben gevonden en alles uit zichzelf kunnen halen. “Hopelijk zijn de studenten na zo’n middag enthousiast geraakt om hun school goed af te maken.”

TOPPER

PRACTORAAT SOCIALE MEDIA

Minder uitval door social media Hoe kun je social media slim inzetten om het mbo-onderwijs te verbeteren? Het Mediacollege Amsterdam (Ma) ontwikkelde het Practoraat Sociale Media. “Het woord ‘practoraat’ is een knipoog naar het lectoraat in het hbo, een plek waar onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven samenkomen. Wij hebben deze term bedacht voor het vmbo en het mbo,” verklaart Jorick Scheerens, projectleider Practoraat Sociale Media bij het Ma, de taalvondst. Grote vraag voor Scheerens en zijn team: hoe pas je de vele mogelijkheden van sociale media slim toe in het onderwijs? “Op allerlei gebieden: van docenten professionaliseren en betere stagebegeleiding tot een verbeterde doorstroom tussen vmbo, mbo en hbo.” “Een groot probleem bij de doorstroom van vmbo naar mbo is de uitval van studenten. Iemand aan het eind van zijn vmbo-opleiding

schrijft zich in op het mbo en komt vervolgens niet of nauwelijks opdagen. Dat willen we voorkomen door diegene, bijvoorbeeld via een speciale Facebook-groep, te koppelen aan een student die idealiter op hetzelfde vmbo heeft gezeten en nu de betreffende mbo-opleiding volgt. Deze student, een buddy eigenlijk, kan hem of haar dan motiveren en stimuleren. En verwachtingen managen, vertellen hoe de mbo-opleiding nu écht is.” Het Practoraat Sociale Media houdt alle resultaten van de experimenten met sociale media niet voor zichzelf. Scheerens: “Via de website Mbomediawijs.nl delen we alles met andere scholen, zodat zij ervan kunnen leren.”

JULIAN VAN DEN BOOGAARD (18)

had lange tijd geen idee wat hij wilde worden. Maar na een snuffelstage bij het installatiebedrijf van zijn achter-oom wist hij het: ik word loodgieter.

Een boekenwurm ben ik niet. Nooit geweest. Dus een opleiding waarbij je veel theoretische kennis moet opdoen, is niets voor mij. Via-via hoorde ik van de beroepsbegeleidende leerweg, een combinatie van werken en leren.

Dat leek me wel wat. Direct de handen uit de mouwen. De niveau 2 opleiding Monteur Installatietechniek is gelukkig erg praktijkgericht. Inmiddels volg ik 1 of 2 dagen in de week lessen op MBO College Westerpoort. De rest van de week loop ik stage bij Technisch Buro Klomp BV uit Amsterdam Noord. De eerste weken was het vooral meelopen en meekijken. Maar je mag al snel veel klusjes zelfstandig uitvoeren: kabels aanleggen, ventilatie- en verwarmingssystemen plaatsen; you name it! Geen dag of klus is hetzelfde. Daar leer je veel van. De belangrijkste les: als monteur ben je het visitekaartje van je bedrijf. Een klant afsnauwen of krakkemikkig werk afleveren, is geen optie. Daarmee heb je alleen jezelf. Ik probeer me dan ook zo servicegericht mogelijk op te stellen. Ooit hoop ik mijn eigen installatiebedrijf op te starten.”


06

TALENT VOOR DE STAD

Opleiden voor het echte werk Het is de grote uitdaging voor elke onderwijsinstelling: zorgen dat het onderwijs goed aansluit op wat de arbeidsmarkt vraagt. In Amsterdam wordt hard aan de weg getimmerd – met resultaat. Om de overstap van opleiding naar ‘het echte werk’ te verkleinen, is het belangrijk dat leerlingen al tijdens hun studie in aanraking komen met die beroepspraktijk. Bij het HMC, de mbo-vakschool voor hout, meubel en interieur, gaan de leerlingen al vanaf het eerste jaar op stage. Deze stageplekken zijn beschikbaar doordat de school een breed netwerk onder bedrijven heeft. Werkgevers werken ook mee aan sollicitatietrainingen die de school organiseert om leerlingen goed voor te bereiden op hun eerste stage. José Oudejans, sinds 6 jaar werkzaam op het HMC: “Voor station Sloterdijk ontwierpen de leerlingen in samenwerking met de gemeente een grote bank. Ook maakten ze meubilair en een trappartij

voor café Bret. En meubelen van onze leerlingen zijn te koop bij TOON, een podiumwinkel in de Jan Evertsenstraat in A’dam West. Van dat soort projecten leren studenten heel veel: niet alleen vakmatig, maar ook op het gebied van ondernemerschap, samenwerking, houding en gedrag.” De school ontwikkelde – dankzij de Amsterdamse MBO-agenda (lees daar meer over op pagina 3, red.) – een projectportal op internet, waar vraag en aanbod

samenkomen: “Er komen heel veel opdrachten binnen. Laatst nog van meubelfabriek De Linde te Volkel, waarmee we een ontwerpwedstrijd voor leerlingen uitschrijven.” Docenten kijken mee naar wat binnen komt. “Waar mogelijk, maken we er een schoolopdracht van. De projecten die we op school niet kunnen uitvoeren, sluizen we vaak al door naar oud-leerlingen.”

TOPPER

Tijdens Obama’s bezoek aan Amsterdam trok Giulia Turnu (18), studente aan ROC TOP, al eens de stoute schoenen aan door hem te vragen het jaarboek van haar school te signeren. Diezelfde stoutmoedigheid leverde haar tegen alle verwachtingen in een droomstage bij club Jimmy Woo op.

De kans dat ik bij Jimmy Woo binnen zou komen, was minimaal. Zelfs docenten van de opleiding Medewerker Marketing, Communicatie en Evenementenorganisatie zeiden me dat dergelijke stageplekken meestal niet naar mbo’ers gaan. Maar niet geschoten is altijd mis. President Obama schreef boven zijn handtekening destijds niet voor niets ‘Dream big dreams.’ Ik besloot gewoon te mailen. Dezelfde dag nog hing de Jimmy Woo aan de lijn. Een week later had ik

mijn stage op zak. In mei mag ik beginnen. Ik kan haast niet wachten. De stage, maar eigenlijk de hele opleiding, is mij op het lijf geschreven. Vanuit mijn bijbaantje in de horeca zie ik veel evenementen voorbij komen. Het lijkt me geweldig om die ooit zelf te organiseren. Ook de marketingkant spreekt me erg aan. Ik weet nog niet precies welk beroep ik later wil gaan uitoefenen. Eerst nog een hbodiploma halen. En natuurlijk een killer-stage neerzetten bij de Woo.”

Broedplaats voor de jeanswereld

Amsterdam is een jeansstad: de jeansbranche is goed voor 5 miljard euro omzet per jaar. Daarnaast heeft Amsterdam een heuse Jean School en een inspirerende broedplaats voor de jeanswereld: Denim City in De Hallen Amsterdam. Wie denim en Amsterdam zegt, zegt James Veenhoff. Hij staat aan de wieg staat van beide initiatieven. Veenhoff: “Met allerlei mogelijke experts ben ik in gesprek gegaan over mogelijkheden om jeansstad Amsterdam slimmer en schoner te maken. De uitkomst: er moest een centrale plek komen voor onderwijs, onderzoek, ondernemerschap en ontmoeting. Dat werd Denim City. Een

werkplaats in een oude tramremise, vol naaimachines, rollen denim, innovatielabs en netwerkplekken. Onderwijs en bedrijfsleven staan op volstrekt gelijke voet. Hier staan ceo’s van Calvin Klein en Tommy Hilfiger zij aan zij met studenten om iets nieuws in onze wasserij te bekijken.”

De studenten komen van de door Veenhoff geïnitieerde Jean School, in samenwerking met het ROC van Amsterdam. De Jean School is een driejarig mboonderwijsprogramma dat opleidt tot Denim Developer. Zo’n 20 tot 25 mbostudenten per jaar nemen deel. “Geen typische modestudenten, maar veelal ruige chicks en gasten met baarden.” Een baard heeft hij niet, maar student Mike van de Zanden heeft geen seconde spijt van dat hij met deze opleiding begon: “De ene week krijgen we een gastles van G-Star, dan weer krijgen we van een deskundige van een chemicaliënbedrijf les in jeans wassen. Steeds meer bedrijven komen voor een project of opdracht naar ons als studenten in plaats van andersom.” Veenhoff: “Studenten vinden het prachtig, want ze zitten op de enige Jean School ter wereld en kunnen stage lopen van Osaka tot Valencia. Eenmaal afgestudeerd krijgen de meesten een supergave baan bij een van de bedrijven. Geen enkel bedrijf haakt af en krijgen we steeds meer nieuwe partners. Ook het ROC van Amsterdam is enthousiast.”

Gastlessen en sollicitatie­ trainingen Vroeger was de situatie grofweg zo. Gesloten bolwerk 1: de mbo-instelling. Gesloten bolwerk 2: de arbeidsmarkt. Dat is verleden tijd. Het onderwijs stelt zich steeds meer open voor de arbeidsmarkt en vice versa. Dit betekent betere kansen op een baan voor studenten, maar ook geschiktere medewerkers voor de bedrijven. Het ROC van Amsterdam sloeg de handen ineen met de onderwijstak van KPN.

De leverancier van telecommunicatie- en ICT-diensten heeft een speciale onderwijstak die contact zocht met het ROC van Amsterdam. Bram Lankreijer, adviseur Onderwijs bij KPN Consulting: “Als werkgever hebben wij belang bij goed onderwijs. Daarom stelden we het ROC van Amsterdam voor om eens kritisch mee te kijken bij hun ICT-onderwijs.”

‘Volgens KPN hadden we totaal geen visie op ons ICT-onderwijs’ Missie

Het ROC van Amsterdam stond daar welwillend tegenover, al was de uiteindelijke conclusie van KPN vrij expliciet. Jacco van de Ven, opleidingsmanager ICT bij het ROC van Amsterdam: “Volgens KPN hadden we totaal geen visie op ons ICT-onderwijs. Met dat antwoord hebben we meteen wat gedaan. We formuleerden een heldere missie: studenten die een diploma bij ons halen, moeten binnen drie maanden een baan op de arbeidsmarkt hebben gevonden.” Bij het ROC van Amsterdam veranderde er nogal wat: bedrijven gingen gastlessen geven, bijvoorbeeld via Skype, of live, zoals in het geval van KPN. Uitzendbureaus startten met sollicitatietrainingen voor stages. De manier van werken werd letterlijk een stuk bedrijfsmatiger. De samenwerking verkleinde niet alleen de kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt, maar de tevredenheid (van studenten, ROC-medewerkers én bedrijven) bleek significant te zijn gegroeid.


07

TALENT VOOR DE STAD

Dergelijke ‘crossover-projecten’ blijken vaker voor te komen in het mbo. Neem die slimme inkt op Hoekstra’s overall. Dat is het resultaat van een samenwerking tussen de mbo-opleidingen Analist, Art & Design en Elektrotechniek. Chemisch analisten van de opleiding Laboratoriumtechniek Teus, Ronja en Tugba maakten de warmtegevoelige verf. Studenten Art & Design tekenden het ontwerp van de overall. En Amira, studente Elektrotechniek, zorgde op haar beurt dat de LED-lampjes in de met zonnepanelen geïntegreerde kleding ook daadwerkelijk licht geven. “Supertof toch?”, showt Tugba haar glow-in-the-dark jurk aan al die haar kraampje voorbij lopen. “Ook dat is techniek!” Jeroen en Danique met hun zelfgebouwde e-kart: “Behalve het technische gedeelte leren we ook hoe je een businessplan moet opstellen.” FOTO: FEMMY WEIJS

Ontdekkingstocht door techniek Een lekkermakertje voor vmbo‘ers op zoek naar een toffe vervolgstudie. Dat is Techniek Experience Day, georganiseerd door ROC van Amsterdam - MBO College Westpoort, ten voeten uit. Voor het vierde jaar op rij konden leerlingen zich in Science Center NEMO vergapen aan al wat het mbo hen te bieden heeft op het gebied van techniek, technologie en mobiliteit.

Ze zijn er nog. Mensen die denken dat het middelbaar beroepsonderwijs het domein is van stoffige vakscholen waar je enkel leert timmeren of een muurtje metselen. Maar die mensen hebben dan duidelijk al een tijd geen school van binnen meer gezien, aldus Judith Hoekstra van het ROC van Amsterdam. “Het huidige mbo is hipper en moderner dan ooit. Met toekomstgerichte opleidingen, waar nieuwe technologieën als robotica en 3D-printen volledig in de lesstof zijn verweven.” Met open mond van verbazing liepen de honderden vmbo’ers die ook dit jaar TEday bezochten alle verdiepingen van NEMO af voor een ware ontdekkingstocht door de mogelijkheden van techniek. Van elektrische auto en CAD-tekening tot robotdino en zelfgebouwde kart: bijna alles mochten de leerlingen bekijken, voelen of proberen. Hoekstra speelt de rol van gastvrouw met verve. Gehuld in een overall beschil-

derd met ‘slimme inkt’ (“Maar daarover later meer”), loodst ze de jonge bezoekers en hun begeleiders langs het beste wat het mbo te bieden heeft. Eerste stop is de stand van MBO College Airport. Een school die het concept ‘levensecht leren’ eigenhandig naar een heel ander niveau tilt, blijkt uit het verhaal van docent Jan Meerman. “Zo beschikken wij over het grootste leslokaal van Europa: de vliegtuighangar. Daar sleutelen de vliegtuigtechnici van morgen aan ruim tien kleine en grotere vliegtuigen en helikopters, waaronder een onlangs aangeschafte Boeing 737.”

ook een businessplan opstellen. Handig voor later.”

TOPPER

Na zijn studie tot Game artist bij het Mediacollege Amsterdam (Ma) richtte Sam Ooms (20) zijn eigen bedrijf op, OO! VR. Met behulp van virtual reality helpt hij event organizers met de visualisatie van de aankleding, huisstijl en lay-out van een show of concertzaal.

Even verderop staan ‘student-ambassadeurs’ Danique en Jeroen glunderend naast hun zelfgebouwde e-kart.

‘Het huidige mbo is hipper en moderner dan ooit’ Een populair ding, gezien de menigte die zich eromheen heeft verzameld. Ook de vierdejaars Elektrotechniek zelf raken er maar niet op uitgekeken. Jeroen: “Deze kart is onze inzending voor de First Elektro League. Een landelijke competitie, waarbij je met klasgenoten een raceteam vormt rond een elektrisch aangedreven superkart.” “Een enorm leerzame buitenschoolse activiteit”, voegt Danique toe. “Het raceteam bestaat uit coureurs, monteurs, een teamleider en PR-medewerkers die voor publiciteit en sponsors zorgen. Behalve het onderhoud en aanbrengen van technische verbeteringen leer je bijvoorbeeld

Gezien de animo blijkt robotica echter het meest tot de verbeelding sprekende stukje techniek op de TEday. Zo ook voor de klas van Daphne van den Ende, techniekdocent op het Vechtstede College uit Weesp. Zelf een ras-techneut (“Mijn wieg stond op de gereedschapsbank”) probeert ze haar leerlingen waar ze kan de lol van techniek bij te brengen. Haar groepje is dan ook zo’n beetje de laatste die NEMO verlaat. Een geslaagde dag, zo blijkt uit de stapel evaluatieformulieren in haar hand. “Geen leerling geeft de dag een score onder de 7.” Een dikke voldoende dus.

Als kind wilde ik altijd architect worden. Ik hou ervan om dingen te maken. Maar als architect ben je alsnog beperkt in je materiaalkeuze. Ik wilde meer creëren, meer vrijheid. De opleiding Game artist bij het Mediacollege Amsterdam sloot daar naadloos op aan. Als game artist ben je een soort God in je eigen universum. Je kunt hele steden ontwerpen. Virtual reality geeft je diezelfde vrijheid. Je simuleert een omgeving via een computer om een gebruiker via diverse zintuigen onder te dompelen in een ervaring. Op school ben ik hier flink mee gaan experimenteren. Zo heb ik Jumbo geholpen het zestig jaar oude bordspel Stratego nieuw leven in te blazen. En ook voor Defensie heb ik computer gesimuleerde omgevingen gemaakt.

Dat sprak blijkbaar aan. Want tijdens een vakbeurs voor professionals en studenten toonde SFX Entertainment, eigenaar van de tien grootste dancefestivals in Nederland, interesse in mij. Inmiddels werk ik via OO! VR samen met een dochterbedrijf van hen, QDance. De door ons bedachte toepassing voor de HTC Vive, een VR-bril die je onderdompelt in de virtuele wereld, maakt het mogelijk om plannen voor belichting en special effects van concertzalen real time te visualiseren. Maar daar houdt het niet op. Onderzoek heeft aangetoond dat virtual reality veel onverwachte toepassingsmogelijkheden heeft, bijvoorbeeld pijnbestrijding. Daar wil ik me in de toekomst op gaan richten.”


08

TALENT VOOR DE STAD

Klas op z’n kop Bij nieuwe manieren van les­ geven hoort ook experimenteren met nieuwe technologieën. Timme Stols geeft les op ROC TOP en creëerde de afgelopen maanden via Google+ een online community waarmee hij leerlingen op afstand lesgeeft.

Het onderwijs in de stad is enorm in beweging.

Amsterdams lesgeven OOG VOOR DYNAMIEK VAN DE GROTE STAD In Amsterdam kunnen we ons, als het om diversiteit gaat, meten met wereldsteden als Londen en New York. Met 180 nationaliteiten is er zelfs sprake van ‘super-diversiteit’. Dat zie je terug in het mbo-onderwijs van Amsterdam: een mix van culturen waarin niemand is oververtegenwoordigd, volgens beleidsmedewerker Liesbeth Gamadia. “Mensen van buiten de stad vragen me soms: ‘Is het niet gevaarlijk, daar in Nieuw West?’ Maar is het is juist ontzettend boeiend. En ons onderwijs is enorm in beweging.” Gamadia, beleidsmedewerker onderwijs en communicatie van het ROC van Amsterdam – 350 docenten en 3800 mbostudenten –vertelt over de dynamische wijze waarop ze hun onderwijs steeds beter laten aansluiten op de grootstedelijke dynamiek. Dit onderwijs wordt gesteund door wetenschappelijk onderzoek van socioloog Iliass El Hadioui, verbonden aan de Erasmus Universiteit. “Uitgangspunt van zijn gedachtengoed is, in het kort, de ‘Pedagogische driehoek’ van straat-, thuis- en schoolcultuur. Op school zien we voortdurend uitingen van straatcultuur : jas aan in de klas, grof taalgebruik, rappen in de pauze, voeten op tafel. ‘Dat hoort er nu eenmaal bij,’ wordt vaak gedacht. Maar om school interessant te houden en leerlingen te stimuleren het beste uit zichzelf te halen, is het noodzakelijk dat ‘school’ echt school is en ‘straat’ straat – en vervolgens die schoolcultuur aantrekkelijk te maken.” Grootstedelijke jongeren groeien op in verschillende werelden. De code van de straat conflicteert met het leven op

school, wat vaak zorgt voor overlast in de klas, lager opleidingsniveau en een grotere kans op vroegtijdig schoolverlaten. Gamadia: “Iliass verzorgde een masterclass dynamiek en zijn team observeerde docenten in de klas. Heel nuttig: zo’n cultuurshift gebeurt immers niet in het management, maar in de klas. Iedereen speelt een rol, van conciërge tot directie. Door de mentale en praktische ‘switch’ krijgen ook jongeren met een ‘straatsocialisatie’ gelijke kansen en komen docenten weer toe aan de kern van hun vak: inhoudelijke kennisoverdracht.” Ook docent Meriam Meiland ziet de voordelen van een transformatie naar schoolcultuur. “Vroeger zei je wel: doe je jas uit in de klas”, maar we hadden niet scherp wat straatcultuur was, soms voelden we ons meer een politieagent. Nu is het doel helder: zodra je de draaideuren doorkomt, ben je op school. Hier gelden andere codes dan thuis of op straat.” “In de klas heb ik uitgelegd waar wij als docenten mee bezig zijn, de driehoek op

‘Zodra je de draaideuren doorkomt, ben je op school. Hier gelden andere codes dan thuis of op straat’ het bord getekend. Als ik iets bemerk wat straat- of thuiscultuur is, wijs ik ze daarop. Stel, iemand zegt: ‘Juf, mag ik een pen?’ Dan zeg ik: in welke cultuur is dat een gepaste vraag? Dat zou je eerder aan je moeder vragen of in elk geval thuis als normaal beschouwen, toch? Zo corrigeren de leerlingen elkaar nu ook onderling.” Het is de uitdaging vervolgens de schoolcultuur aantrekkelijk te maken. “Waarom zou je iemand die uitblinkt niet belonen, bijvoorbeeld door met cijfers te werken? Nu is alles tussen de 5,5 en 8 een voldoende. Wat is dan het nut van een 8? Door studenten te belonen, stimuleer en motiveer je en geef je ruimte om te excelleren.”

TOPPER

Felitciano Burnett volgde in 2015 de opleiding Zorg en Welzijn bij ROC TOP. Een zwaar jaar, omdat hij midden in zijn examenperiode ook nog eens in een muziektour zat. Inmiddels heeft hij zijn diploma en doet hij een vervolgopleiding.

Ik speel in de door mijzelf opgerichte band The Royalrootsband. We bestaan uit vijf man. We begeleiden veel bekende artiesten, zowel in Nederland als in het buitenland. Denk aan Kenny B, Mitchel Brunings en Giovanca. Dit jaar treden we vanaf begin april in bijna heel Nederland op met het project Rootriders. Met dat project hebben we het afgelopen jaar in De Wereld Draait Door gestaan en in het programma van Giel Beelen bij Radio 3FM. Tot 2015 volgde ik de opleiding Zorg en Welzijn bij ROC TOP.

Ondertussen moest ik voor de tour veel reizen, ook naar het buitenland. Vaak nam ik mijn boeken mee om onderweg door te leren. Maar met veel hulp en ondersteuning van ROC TOP heb ik uiteindelijk toch mijn diploma gehaald! Inmiddels ben ik bezig met een vervolgopleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg, ook bij ROC TOP. Nog steeds combineer ik mijn studie met mijn muzikale carrière. Mijn doel voor de toekomst is om samen met jongeren aan de slag te gaan om hun talenten te ontwikkelen.”

Timme Stols: “Leerlingen kunnen vragen stellen via de chat.”

“Op de community staat alle content voor de les: opdrachten, instructies en ondersteunende filmpjes van Youtube en Vimeo. Ik heb direct contact met de leerlingen via Google Hang­ outs. Leerlingen melden zich online en kunnen via de chat vragen stellen aan de docent. Via het Gmailaccount mailen ze voor de les hun plan van aanpak. Aan het einde van de les mailen ze de gemaakte opdrachten. Volgend jaar willen we dit gaan combineren met het concept ‘Flipping the Classroom’.” Bij dit concept wordt de klassikale instructie online aangeboden met bijvoorbeeld een video-instructie. De lestijd wordt dus efficiënter gebruikt: leerlingen kunnen de instructies thuis in hun eigen tempo doornemen waardoor er in de klas meer ruimte komt voor (extra) uitleg op maat, interactieve opdrachten en verdieping.”

Docent op stage Stages voor docenten: de wereld op zijn kop? Absoluut niet, zegt Nico Kraeima, Programmaleider bij de opleidingen Podium-, Evene­ menten- en Geluidstechnicus bij het Mediacollege Amsterdam. Up-to-date blijven is cruciaal voor vakdocenten. Daar plukken de studenten de vruchten van. “Bij mijn afdeling hebben we geluk: 8 op de 10 docenten die praktijkvakken voor podium-, evenementen- en geluidstechniek geven, werkt daarnaast in het werkveld. Ook ik heb nog altijd een eigen bedrijf in lichtontwerpen. Voor docenten die dat niet hebben, zijn docentstages een perfecte manier om op de hoogte te blijven van de nieuwste technische ontwikkelingen en de mores in het werkveld. Docentstages zorgen ervoor dat ook leerkrachten die niet langer werkzaam zijn in het vak up-to-date blijven. Zo is ondernemerschap de laatste jaren steeds belangrijker geworden in onze branche. Door studenten daar nu al op te trainen, stromen ze beter voorbereid de arbeidsmarkt op.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.