6 minute read

Denkstap 1 Heb je een lichaam?

Next Article
EUREKA

EUREKA

DENKPARCOURS

DENKSTAP 1 Heb je een lichaam? Je bent een denkend ding. Je hebt met andere woorden dus een bewustzijn. Maar wat met je lichaam? Hoe verhoudt jouw lichaam zich tot jouw bewustzijn? Descartes zou zeggen dat je een geest bent die een lichaam controleert, maar niet alle filosofen zijn het eens met Descartes. 1 Wat is een lichaam? a Stel dat er elke avond iemand langskomt terwijl je slaapt. Elke keer opnieuw vervangt die persoon, zonder je wakker te maken, een heel klein deeltje van jou door een apparaat dat precies dezelfde functie heeft. 1→ Wanneer stop je een mens te zijn en wanneer word je een robot? 2→ Hou je dan in plaats van een mens een denkende robot over? b Bekijk het filmpje over donoren bij het onlinelesmateriaal. 1→ Zou jij orgaandonor willen zijn? 2→ Wat gebeurt er met je als je doodgaat? Gaat enkel je lichaam dood en leeft je ziel verder? 3→ Ben jij je geest, je lichaam, of allebei? ©VAN IN

HOOFDSTUK 3

Good to know

White Christmas

In de aflevering White Christmas van de Netflix-serie Black Mirror wordt het bewustzijn van een vrouw gekopieerd naar een apparaat

c Op je smartphone heb je toegang tot allerlei afbeeldingen, muziek en video’s. Je kunt een hele wereld zien terwijl je alleen naar wat data kijkt. Zou het mogelijk zijn om je bewustzijn ook op je smartphone op te slaan zoals in het voorbeeld uit Black Mirror? 2 Lees het fragment van Descartes. Beantwoord vervolgens de vragen onder de tekst. Markeer in de tekst de informatie die je kunt gebruiken in je antwoord. a Waarvan kan Descartes zich inbeelden dat het niet bestaat? b Wat kan hij zich niet inbeelden?

dat werkt als een stemassistent, zoals Alexa of Siri. De kopie van haar bewustzijn zit dus in dat apparaatje opgesloten. Dankzij het apparaatje heeft de vrouw controle over allerlei zaken in huis. Zo kan ze ontbijt laten maken, de verwarming controleren, een agenda laten opstellen en nog veel meer. Maar de kopie wilt al die taken helemaal niet doen. De makers van het apparaatje straffen de kopie van het bewustzijn door haar ervaring van tijd te vertragen. Zo lijkt een seconde wel tien tot honderden jaren te duren voor de kopie, die al die tijd moet doorbrengen in een witte ruimte zonder enige impulsen. Voor de kopie is dit ondraaglijk en dus besluit ze toch te doen wat er van haar gevraagd wordt. Toen ik me vervolgens boog over de vraag wat ik ben, en besefte dat ik kon doen alsof ik geen lichaam had, en alsof de wereld niet bestond, en alsof ik nergens was, maar dat ik daarom nog niet kon doen alsof ik zelf niet bestond, dat integendeel uit het feit dat ik aan al het andere kon twijfelen, op zeer evidente en zekere wijze volgde dat ik bestond, concludeerde ik daaruit dat ik een substantie was waarvan heel het wezen of de natuur, slechts is dat ze denkt en die om te bestaan geen plaats nodig heeft, noch afhankelijk is van enig stoffelijk ding. Zodat dit ik, dat wil zeggen, de ziel waardoor ik ben wat ik ben, volledig van het lichaam onderscheiden is en zelfs gemakkelijker kan worden gekend dan het lichaam; en dat zelfs als het hele lichaam niet zou bestaan, de ziel toch alles zou zijn wat ze is. Bron: Over de methode, Descartes ©VAN IN c Welke conclusie trekt Descartes daaruit? HOOFDSTUK 3

De grote splitsing van jezelf

3.1

Descartes heeft dankzij zijn stelling (‘ik twijfel, dus ik denk, dus ik ben’) bewijs voor zijn bestaan, maar vraagt zich af wát hij dan is. Hij beseft dat hij kan doen alsof hij geen lichaam heeft of alsof hij nergens is. Maar doen alsof hij zelf niet bestaat, dat kan hij niet. Vervolgens trekt Descartes hier de conclusie uit dat zijn geest geen materie zoals het lichaam kan zijn. Hij kan immers al het materiële wegdenken, maar niet het denken zelf. Voor Descartes vindt hier de grote splitsing plaats. Enerzijds heb je de geest, het immateriële of de ziel. Die kan niet uit gewone materie bestaan, zoals al het andere in de wereld. Anderzijds heb je het lichaam, het materiële of het stoffelijke, dat wel uit materie bestaat. Geest en lichaam zijn dus twee verschillende substanties volgens Descartes. Met substanties bedoelt hij ‘soorten van bestaan’. Zowel de geest als het lichaam bestaan volgens hem, maar niet op dezelfde manier. De twee substanties volgen beiden aparte wetten. Het lichaam volgt de wetten van de natuurkunde en werkt op een mechanische manier. De geest volgt deze wetten niet en werkt daarom niet mechanisch. Een dergelijke tweescheiding noemt men dualisme. Daarom is de visie van Descartes een substantiedualisme. Het denkende ding is voor Descartes enkel de geest. Je bént een geest en je hébt een lichaam, maar je bént je lichaam niet. Lichaam en geest zijn twee fundamenteel verschillende substanties, aldus Descartes. = + Je bént niet je lichaam, je hébt een lichaam. ©VAN IN

HOOFDSTUK 3

d Lees het Good to know-kader en bekijk vervolgens het filmpje over Marina Abramovic bij het onlinelesmateriaal. Kun je de kunstvoorstelling Rhythm 0 verbinden met het dualisme van Descartes?

Leg uit.

f Zet de volgende woorden op de juiste plaats in de tabel volgens de visie van Descartes.

e Beschrijf de visie van Descartes aan de hand van deze meme. Good to know Marina Abramovic’s Rhythm 0 Marina Abramovic voerde in 1974 een kunstvoorstelling uit genaamd Rhythm 0. Daarin maakte ze een sterk onderscheid tussen lichaam en geest. De toeschouwers mochten doen wat ze wilden met haar lichaam. Ze sloot haar geest af door alles te laten gebeuren zonder erop te reageren. De toeschouwers moesten haar volledig als een object beschouwen en sneden haar zelfs met een schaar. Nadat de tijd verstreken was, bewoog ze en werd ze terug zichzelf. Daarop vluchtten de toeschouwers weg, omdat ze haar plots weer als mens zagen en niet enkel als object. stoffelijk – immaterieel – onstoffelijk – mechanisch – materieel – niet mechanisch Lichaam Geest ©VAN IN HOOFDSTUK 3

g Een onstoffelijke geest is dus geen materie volgens Descartes. Bekijk de trailer van The Prestige bij het onlinelesmateriaal en beantwoord de onderstaande vragen.

Good to know

The Prestige The Prestige is een film uit 2006 van regisseur Christopher Nolan. De film gaat over de concurrentie tussen twee illusionisten, Robert en Alfred. Alfred heeft een geweldige teleportatieillusie en Robert kan maar niet achterhalen hoe Alfred te werk gaat. Robert gaat daarom te rade bij Nikola Tesla, die een teleportatiemachine heeft uitgevonden. Met die machine kun je alle materie waaruit je bestaat ergens anders laten verschijnen. De materie wordt exact weer opgebouwd zoals het oorspronkelijke model. Robert besluit de machine in te zetten voor zijn truc en wordt al snel populair met zijn ‘illusie’. Wat blijkt nu? De machine teleporteert Robert niet, maar maakt een exacte kopie van Robert op een nieuwe plaats. Dat betekent dus dat er twee versies zijn van Robert iedere keer dat hij de machine gebruikt. Robert bedenkt daarom een manier om een van de versies te vermoorden zodat zijn act volmaakt zou zijn. Meteen na de ‘teleportatie’, valt de eerste Robert in een tank met water onder het podium en verdrinkt, zonder dat het publiek dat kan zien. De nieuwe Robert stapt aan de andere kant van de machine uit. Die herhaalt in een volgende voorstelling op zijn beurt de act waarbij ook hij verdrinkt. Zo zet de lus zich eindeloos verder, met telkens een nieuwe kopie. 1→ Zou jij de teleportatiemachine gebruiken? Waarom wel/niet? 2→ Stel dat je de machine gebruikt, maar beide versies overleven. Wie is dan de echte jij en waarom? 3→ Als je uitgaat van Descartes’ dualisme tussen lichaam en ziel, wat betekent de illusie van Robert dan voor de ziel? ©VAN IN

HOOFDSTUK 3

This article is from: