3 minute read

SYNTHESE

Next Article
EUREKA

EUREKA

Dualisme

KENNISCLIP 3.1

Descartes concludeert dat zijn geest geen materie zoals het lichaam kan zijn. Hij kan immers al het materiële wegdenken, maar niet het denken zelf. Voor Descartes is er enerzijds de geest, het immateriële of de ziel. Die kan niet uit gewone materie bestaan, zoals al het andere in de wereld. Anderzijds heb je het lichaam, het materiële of het stoffelijke, dat wel uit materie bestaat. Geest en lichaam zijn dus twee verschillende substanties, volgens Descartes. Hij bedoelt met substanties ‘soorten van bestaan’. De twee substanties volgen beiden aparte wetten. Het lichaam volgt de wetten van de natuurkunde en werkt op een mechanische manier. De geest volgt deze wetten niet en werkt daarom niet mechanisch. Een dergelijke tweescheiding noemt men dualisme. Daarom is de visie van Descartes een substantiedualisme. Het denkende ding is voor Descartes enkel de geest. Je bént een geest en je hébt een lichaam, maar je bént je lichaam niet. Lichaam en geest zijn twee fundamenteel verschillende substanties, aldus Descartes.

Monisme

Baruch Spinoza is het niet eens met de visie van Descartes. Hij stelde de vraag: Hoe kan een geest bestaan die geen onderdeel is van de wereld die hij beïnvloedt? Dat zou ingaan tegen het mechanisch wereldbeeld. De geest kan geen aparte substantie zijn. Spinoza is geen dualist zoals Descartes, maar een monist. Een mens is geen lichaam en geest, een mens is een mens. Daarbij horen lichaam en geest samen, ze zijn onlosmakelijk verbonden. Deze visie heet het monisme. Je hébt niet een lichaam, je bént een lichaam.

Determinisme

De toestand van het heelal op een bepaald moment bepaalt de toestand op alle andere momenten. Dat noemt men determinisme. Het determinisme veronderstelt dat de toestand van het heden veroorzaakt is door eerdere gebeurtenissen volgens de wetten die de wereld regelen en beheersen. Alles wat gebeurt, is een gevolg van een voorgaande oorzaak. Ook Spinoza geloofde sterk in het determinisme. Alles gebeurt volgens Spinoza zoals het noodzakelijk moet gebeuren. Er is geen andere uitkomst mogelijk.

Vrije wil

Keuzes maken onder dwang lijkt dus niet te vallen onder vrije wil. Maar wanneer kun je echt spreken over dwang? Als je niet anders kunt handelen dan dat je handelt, zoals Spinoza zegt, zijn al onze keuzes dan niet onder dwang gemaakt? Volgens Spinoza zeggen mensen dat ze vrije wil hebben omdat ze niet kunnen inzien welke oorzaken er echt liggen achter hun handelingen. Een populaire definitie van vrije wil is een bewuste aansturing. Een handeling uit vrije wil is een handeling die wordt aangestuurd door een bewuste gedachte die je vlak voor de handeling hebt. Je handelt uit vrije wil wanneer je handeling het gevolg is van het feit dat je dacht: ‘En nu ga ik dit doen’. Met ‘vrije wil’ bedoelen we dus het vermogen om bewust je eigen lichaam in beweging te brengen.

3.2 3.43.3 3.63.5©VAN IN

HOOFDSTUK 3

Visies op vrije wil

3.7

Volgens Spinoza zeggen mensen dat ze vrije wil hebben omdat ze niet kunnen inzien welke oorzaken er echt liggen achter hun handelingen. Benjamin Libet stelt dat er geen vrije wil is aan de hand van zijn experiment. Maar Asma reageert hierop door te zeggen dat Libet geen correcte definitie van vrije wil hanteert. Zeker bij mensen lijkt het moeilijk om bij te houden wat de oorzaken zijn van de gevolgen. Net omdat mensen die oorzaken zo moeilijk kunnen achterhalen, schrijven ze zichzelf een vrije wil toe, aldus Spinoza. Zijn monisme laat geen enkele ruimte voor iets als een vrije wil. Daarom kan het idee van de vrije wil volgens hem enkel uit de onwetendheid ontstaan zijn. Bordschema Determinisme — oorzaak & gevolg — natuurwetten — voorspelbaar Dualisme — Descartes — tweedeling tussen lichaam en geest • lichaam: stoffelijk, materieel • geest: onstoffelijk, immaterieel Monisme — Spinoza — geen deling tussen lichaam en geest. • lichaam & geest: stoffelijk, materieel Vrije wil — illusie? — experiment van Libet — reactie van Asma ©VAN IN HOOFDSTUK 3

This article is from: