8 minute read

Denkstap 5 Is vrijheid nep?

Next Article
EUREKA

EUREKA

DENKSTAP 5 Is vrijheid nep?

Het probleem van vrije wil is tot op de dag van vandaag een veelbesproken thema. Wanneer is er echt sprake van vrije wil en wanneer niet? In de vorige denkstap heb je al uitzonderingen besproken, zoals keuzes onder dwang. Maar kan het zijn dat al onze keuzes onder dwang gebeuren? 1 Handel je zoals je wilt handelen? a Je maakt dagelijks veel keuzes en stelt veel handelingen, maar het zijn niet allemaal dezelfde soort keuzes en handelingen. 1→ Heb jij al eens spijt gehad van een keuze? Wat zegt die spijt over jouw visie op vrije wil? 2→ Wat is volgens jou een overtuigend voorbeeld van een handeling uit vrije wil? 3→ Wat is een overtuigend voorbeeld van een handeling die niet uit vrije wil gemaakt is? 4→ Probeer ook zelf een voorbeeld te bedenken van een twijfelgeval. 5→ Wat is het verschil tussen de drie voorbeelden? Je hebt als mens ongetwijfeld het gevoel dat je wél een vrije wil hebt. Je voelt dat je controle hebt over de handelingen die je uitvoert en dat je niet gedwongen wordt om die handelingen te stellen. Maar Spinoza zou zeggen dat het idee van vrije wil ontstaat uit onwetendheid. Oorzaak-gevolg De reden daarvoor is de complexiteit van de lange oorzaak-gevolgketen. Een oorzaak is telkens weer het gevolg van een andere oorzaak. Zeker bij Vrije wil is onwetendheid 3.7 Vrije wil is een illusie! ©VAN IN mensen lijkt het moeilijk om bij te houden wat de oorzaken zijn van de gevolgen. Net omdat mensen die oorzaken zo moeilijk kunnen achterhalen,

HOOFDSTUK 3 schrijven ze zichzelf een vrije wil toe, aldus Spinoza. Zijn monisme laat geen enkele ruimte voor iets als een vrije wil. Daarom kan het idee van de vrije wil volgens hem enkel uit de onwetendheid ontstaan zijn. Mensen zeggen dat ze een vrije wil hebben, omdat ze niet

kunnen inzien welke oorzaken er echt liggen achter hun handelingen.

b Lees het fragment van Spinoza uit zijn werk Ethica. Beantwoord vervolgens de vragen onder de tekst.

Stelling 32:

De wil kan niet een vrije, maar alleen een noodzakelijke oorzaak worden genoemd. De wil is zoals het verstand niet meer dan een verschijningsvorm van het denken. Daarom kan elke wilshandeling alleen maar bestaan en tot het uitvoeren van handelingen worden gedwongen door een andere oorzaak, en deze op haar beurt weer door een andere, enzovoorts tot in het oneindige. Bron: Ethica, Spinoza 1→ Wat is de visie van Spinoza op vrije wil? 2→ Waarom denken mensen volgens Spinoza toch dat ze een vrije wil hebben? c Lees het artikel. Kun je het verbinden met de visie van Spinoza op vrije wil? BESTAAT VRIJE WIL? Kwebbeldoos De Nederlandse hersenwetenschapper Victor Lamme (Universiteit van Amsterdam), auteur van De vrije wil bestaat niet, voert nog andere studies aan die het bestaan van de vrije wil ondermijnen. Zo gaven Amerikaanse wetenschappers proefpersonen uitleg over het belang van bescherming tegen de zon, terwijl ze in een hersenscanner lagen. Vervolgens werd hen gevraagd of ze van plan waren zich goed in te smeren en werden ze met een dosis zonnebrandcrème naar huis gestuurd. Toen de wetenschappers hen een week later vroegen of ze zich goed hadden beschermd tegen de zon, vonden ze slechts een zwak verband met wat de proefpersonen hadden gezegd te zullen doen, maar een sterk verband met de activiteit in de hersengebieden precuneus en de mediale prefrontale cortex (mPFC) op het moment dat ze geïnformeerd werden. ‘De scanner weet beter wat je wilt dan jij zelf’, besluit Lamme. ‘De precuneus is onder meer betrokken bij het schenken van aandacht. Hoe meer aandacht iets trekt, hoe waarschijnlijker dat het iets teweegbrengt. De mPFC speelt een rol bij de evaluatie van emoties, die vaak de doorslag geven bij beslissingen.’ Lamme wijst verder op de invloed van allerlei onbewuste attitudes. Zo blijkt uit verschillende ©VAN IN studies dat we racistischer zijn dan we denken. ‘Die attitudes hebben een impact op ons gedrag.’ Lamme noemt ons brein een ‘kwebbeldoos’, die rationele verklaringen verzint voor beslissingen die al lang onbewust zijn genomen. Onze daden volgen niet onze gedachten, het is precies andersom. Bron: EOS Wetenschap HOOFDSTUK 3

2 Op de vraag naar vrije wil zijn er talrijke antwoorden mogelijk. Bekijk de filmpjes bij het onlinelesmateriaal en beantwoord de vragen.

a Bekijk het antwoord van Dirk De Wachter. Hoe kijkt hij naar vrije wil?

b Bekijk het antwoord van Jean-Paul Van Bendegem. Hoe kijkt hij naar vrije wil? c Bekijk het antwoord van Aaron Malinsky. Hoe kijkt hij naar vrije wil? 3 Op zoek naar vrije wil a Lees het experiment van Benjamin Libet en beantwoord de vragen. HET EXPERIMENT VAN LIBET Tijdens Libets experiment keken proefpersonen naar een speciale klok, met een zeer snel draaiende wijzer waarop heel precies een tijdstip was af te lezen. De proefpersoon werd gevraagd om op een zelf gekozen moment zijn pols te bewegen. Ook werd de proefpersoon gevraagd om na ieder experiment het tijdstip (op de klok) te rapporteren waarop hij zich bewust werd van de gedachte om zijn pols te gaan bewegen (‘En nu ga ik het doen’). Het moment waarop de proefpersoon zijn pols bewoog, werd gemeten met elektroden die aan zijn pols waren bevestigd. Ook aan het hoofd van de proefpersonen waren elektroden bevestigd. Hiermee werd de zogenaamde bereidheidspotentiaal gemeten. Die bereidheidspotentiaal is een bepaalde activiteit in de hersenen waarvan andere onderzoekers al hadden aangetoond dat die voorafgaat aan doelmatige bewegingen. Libet wilde weten of de bewuste gedachte eerder of later ontstaat dan de bereidheidspotentiaal. Het tijdstip waarop de proefpersonen naar eigen zeggen de bewuste gedachte kregen dat ze met de beweging wilden beginnen, bleek gemiddeld 200 milliseconden voor het tijdstip te liggen waarop ze hun pols begonnen te bewegen. De bereidheidspotentiaal bleek echter gemiddeld 550 milliseconden voor de polsbeweging te ontstaan. De voorbereiding van de beweging is in de hersenen dus gemiddeld meer dan 300 milliseconden eerder begonnen dan de bewuste gedachte. Bron: Tjeerd van de Laar en Sander Voerman, Vrije wil, Lemniscaat 2011 ©VAN IN

HOOFDSTUK 3

1→ Wat denk je van het experiment van Libet? Zegt dit experiment iets over vrije wil?

2→ Libet voerde nog een tweede experiment uit. Het verschil met het voorgaande is dat de proefpersoon nu moest proberen om zijn pols toch niet te bewegen na de bewuste gedachte te hebben om de pols te bewegen. Dit lukte. Na bewust te beslissen om de pols te bewegen, slaagden de proefpersonen erin de pols toch niet te laten bewegen. Zegt dit experiment iets over vrije wil? b Meerdere filosofen stellen dat het niet mogelijk is om uitspraken te doen over vrije wil aan de hand van het experiment van Libet. Lees het artikel. Beantwoord vervolgens de vragen onder de tekst. Markeer in de tekst de informatie die je gebruikt in je antwoord. WAAROM FILOSOFE LIEKE ASMA HET OPNEEMT VOOR DE VRIJE WIL [...] De bekendste aanval op de vrije wil kwam begin jaren tachtig van neurowetenschapper Benjamin Libet. […] Uit dit experiment trekken neurowetenschappers de conclusie dat onze beslissingen op voorhand zijn genomen in de hersenen en dat we ons er pas later bewust van worden. Die conclusie gaat echter niet op, vindt Asma, want Libet en andere wetenschappers na hem doen volgens Asma onderzoek naar de vrije wil op basis van een verkeerde definitie. "Ze hanteren de opvatting dat er voor vrije wil geen enkele oorzaak mag zijn voor wat je doet. Er mag geen enkele reden zijn om te handelen, dat moet spontaan gebeuren als je de drang voelt. Met mijn proefschrift wil ik laten zien dat wetenschappers aannames doen over vrije wil waar geen goede argumenten voor zijn." Die verkeerde definitie van de vrije wil leidt volgens Asma tot een verkeerde setting van het experiment van Libet. "In het experiment laten ze alle dingen weg waarover mensen zouden kunnen reflecteren of waar ze intenties over zouden kunnen hebben. Er is geen enkele reden om de knop op een bepaald moment in te drukken. Dat moeten ze totaal spontaan doen. Vervolgens vinden wetenschappers hersenactiviteit en zeggen ze dat de hersenactiviteit de handeling heeft veroorzaakt. Maar er zijn ook geen redenen die de handelingen kunnen veroorzaken. Er blijft geen oorzaak over behalve die hersenactiviteit." Met een reden De filosofie heeft een ander uitgangspunt voor de vrije wil. "Voor een vrije handeling zijn meerdere voorwaarden nodig, maar filosofen zeggen: een handeling is vrij als je er een reden voor hebt en redenen tegen elkaar kunt afwegen. Bijvoorbeeld: ik heb zin in brood, dus loop ik naar de supermarkt. Of ik neem een baan in het buitenland omdat dat goed is voor mijn carrière. In het experiment ontneemt Libet zijn proefpersonen de kans om te reflecteren en te handelen op basis van redenen. Mijn belangrijkste punt is dat Libet het onmogelijk maakt om te laten zien dat mensen vrij zijn." ©VAN IN Daar komt volgens Asma bij dat het niet altijd nodig is om een afweging te maken voor een bepaalde handeling. Zelfs als er hersenactiviteit aan een bewuste handeling voorafgaat, sluit HOOFDSTUK 3

dat niet uit dat een bewuste intentie een rol heeft gespeeld, beargumenteert ze. Bijvoorbeeld: je hebt ooit een bepaalde baan geaccepteerd (een bewuste afweging) en daarvoor moet je 's ochtends de deur uit. "Als je iets elke dag doet, zoals je schoenen aantrekken, hoef je niet 1→ Welke definitie van vrije wil hanteerde Libet volgens Asma? 2→ Wat is er volgens Asma mis met het experiment? 3→ Welk uitgangspunt vind je in de filosofie terug volgens Asma? c Voer in duo een filosofisch gesprek. Wat is een handeling uit vrije wil? Probeer tot een definitie te komen waar jullie het beiden over eens zijn. Bespreek daarna klassikaal de definities. Welke definities passen samen? Welke zijn niet verzoenbaar met elkaar? af te wegen hoe je dat gaat doen. Je bent gewoon klaar om te vertrekken. Misschien zou een hersenwetenschapper kort daarvoor activiteit in mijn hersenen meten en zien dat ik mijn schoenen ga aandoen. Maar die handeling is nog steeds intentioneel." Bron: Trouw ©VAN IN

HOOFDSTUK 3

This article is from: