5 minute read

Stap 3 Ben ik een goede communicator?

Next Article
SYNTHESE

SYNTHESE

STAP 3 Ben ik een goede communicator?

Als je nu antwoordt ‘ja, want ik kan goed praten’ dan moet je toch eens verder doordenken. Praten is niet hetzelfde als communiceren. Bij communiceren komt veel meer kijken dan alleen woorden uitspreken. Ook een goede prater kan fouten maken en voor misverstanden zorgen. 1 Hebben we het wel over hetzelfde? Soms verbaast het ons dat anderen ons wel horen maar ons niet begrijpen. Soms begrijpen we niet dat iemand om een grapje goed kan lachen en een ander op hetzelfde grapje agressief reageert. a ’Het was maar om te plagen!’ Hoe vaak horen we dat niet bij gedrag waar de een de ander wat jent? Maar gaat het wel steeds om plagen? Of is het soms toch pesten? Wat bedoelt iemand met zijn of haar gedrag? Wat ervaart de ander door dat gedrag? Elk gedrag lokt gevoelens en emoties uit, en roept herinneringen en gedachten op. Wat versta jij onder ‘plagen’? En wat versta je onder ‘pesten’? Kruis hieronder aan of de uitspraak bij plagen of bij pesten hoort. Uitspraak Plagen Pesten Het duurt niet lang. Het gaat altijd over hetzelfde slachtoffer. Achteraf verloopt alles opnieuw normaal. Je blijft bij de groep horen. Je kunt je niet verdedigen. Je gaat je heel ongelukkig en eenzaam voelen. Het is maar voor de grap. Het gedrag is gemeen. De ene heeft veel meer macht dan de andere. Degene die het gedrag ondergaat, wordt gekwetst. Er staat een groep tegenover één slachtoffer. De sfeer in de groep wordt slecht. Nu eens de één, dan eens de ander. Er is geen winnaar of verliezer. Het speelt zich af tussen twee personen die gelijk zijn. Wanneer het niet meer leuk is, kun je het tegen elkaar zeggen. Communiceren HOOFDSTUK 5©VAN IN Het gebeurt vaak.

Bron uitspraken: Claevervelt, Krant voor ouders en leerlingen, Projectweek tegen pesten THEMA 3

2 Wat is dan communiceren?

Hoor jij ook ‘uni’ in het woord communiceren? Uni betekent ‘samen’, dus communiceren is een proces tussen twee of meer personen. Alles wat we communiceren is te herleiden tot een schema.

a Vul in het schema aan wat er precies gebeurt in elke stap van het communicatieproces.

zender boodschap ontvanger doel kanaal effect Maar hier eindigt de communicatie niet tussen de moeder en haar zoon. De moeder ontvangt dit bericht met een reden. Er zat een bedoeling achter de boodschap van de zender, die hij via een berichtje communiceerde. Hij wou zijn moeder iets laten doen, haar op het bericht laten reageren. Ze kon na het lezen van het bericht ook besluiten om niet te reageren. Maar niet reageren is ook reageren!

16 : 04 16 : 03 16 : 04 bus gemist kom je me halen? mama HOOFDSTUK 5 ©VAN IN

THEMA 3

b Stel je voor dat jij de zender bent van het bovenstaande berichtje. Vul in het schema aan wat je communiceert. Bedenk ook mogelijke reacties van je moeder op het berichtje. • Je binnenkant: Wat was jouw bedoeling? • Je buitenkant: Hoe heb je de boodschap gebracht? • De binnenkant van je moeder: Wat doet dit met je moeder? • De buitenkant van je moeder: Hoe heeft ze gereageerd? Zender (jij) Ontvanger (je moeder) Binnenkant Buitenkant Binnenkant ‘Bus gemist, haal je me op?’ Op het ogenblik dat je moeder reageert (buitenkant), wordt zij zender en word jij ontvanger. Ontvanger (jij) Zender (je moeder) Buitenkant Binnenkant Buitenkant 3 De ene binnenkant is de andere niet. a Stel dat jij aan iemand de vraag stelt: ‘Weet je hoe laat het is?’ Hoe kunnen vier verschillende mensen er vanuit hun binnenkant dan over denken? • Je moeder: • Een onbekende op straat: • Je leraar: • Je broer: b Formuleer bij elke persoon een buitenkant als reactie op zijn of haar binnenkant. • Je moeder: • Een onbekende op straat: • Je leraar: • Je broer: HOOFDSTUK 5©VAN IN THEMA 3

c Communicatie is dus een proces waarbij een zender codes uitstuurt, die vervolgens door een ontvanger moeten worden geïnterpreteerd of gedecodeerd. In dat proces kan er storing optreden.

We spreken dan van ruis in de communicatie. Ruis zorgt voor slecht gegeven boodschappen, slecht gedecodeerde boodschappen en dus foutief begrepen boodschappen.

zender boodschap ruis ontvanger decoderingdecodering codering boodschapruis ©VAN IN

THEMA 3

1→ Geef bij elke soort ruis in het schema hieronder mogelijke storingen in de communicatie aan. 2→ Heb je al meegemaakt dat die ruis zorgde voor een communicatieprobleem? Noteer kort. 3→ Wat kun je bij elke soort ruis doen om die ruis te beperken? 4→ Heb jij al zo’n soort ruis meegemaakt die de boodschap echt niet liet overkomen bij de zender? Wat doe je in zo’n geval? Soort ruis Heb je het al meegemaakt? Wat kun je eraan doen? Fysieke/mechanische ruis of kanaalruis (‘noise’): storing bij de fysieke transmissie van een signaal dat de communicatie verstoort Psychologische ruis: Interne gedachten maken de communicatie moeilijk. Semantische ruis: gebrek aan kennis of verkeerde interpretatie van gebruikte codes Fysiologische ruis: Je fysieke toestand maakt de communicatie moeilijk. HOOFDSTUK 5©VAN IN THEMA 3

d Bepaal bij de onderstaande situaties om welke soort ruis het gaat. Overleg met je buur wat jullie zouden doen opdat de communicatie niet fout loopt en noteer kort.

Situatie Soort ruis Hoe pakken jullie het aan?

Op het antwoordapparaat zegt iemand dat hij je de volgende dag komt bezoeken, maar toen hij zijn naam zei, was er storing op de lijn. kanaalruis psychologische ruis semantische ruis fysiologische ruis

Je leest op je gsm ‘varken’. Het is een bericht van je moeder die je vraagt om varkenslapjes mee te brengen, maar je denkt dat je van je kamer opnieuw een varkensstal hebt gemaakt. kanaalruis psychologische ruis semantische ruis fysiologische ruis

De leraar Nederlands wilt grappig doen en zegt: ‘De gevangene luisterde geboeid naar de rechter.’ Hij denkt dat de klas tegen hem is omdat niemand lacht, maar de leerlingen begrepen de woordspeling niet. kanaalruis psychologische ruis semantische ruis fysiologische ruis

De nieuwe leraar geschiedenis kwam de eerste les van het jaar de klas binnen en wou de leerlingen vragen welke les ze voordien hadden: ‘Wat hebben we voor geschiedenis?’ Een leerling zei goedbedoeld: ‘de prehistorie’. Hij begreep niet waarom hij dan een uitbrander kreeg van de leraar.

kanaalruis psychologische ruis semantische ruis fysiologische ruis HOOFDSTUK 5 ©VAN IN

THEMA 3

This article is from: