![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/488d073917ed208b2eba05d0bc3062f2.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
8 minute read
Stap 5 Wat weten we zeker als we communiceren met anderen?
STAP 5 Wat weten we zeker als we communiceren met anderen?
Tot nu toe oefenden we op enkele valkuilen waar het fout kan gaan als we er niet met ons verstand bij zijn. Er zijn echter vijf zekerheden waar je niet aan moet twijfelen. We gebruiken daarvoor een begrip uit de wiskunde: axioma’s. Een axioma is een stelling die zonder bewijs moet worden aangenomen. Als humane wetenschapper is dat misschien moeilijk om te aanvaarden, maar daar zul je na het lezen van deze stap anders over denken. Communicatie met anderen VIP "Het geloof dat onze eigen visie op de werkelijkheid de enige waarheid is, is de gevaarlijkste waan." Paul Watzlawick (1921-2007) was een Oostenrijkse psycholoog. Hij wordt beschouwd als een van de meest beroemde communicatiewetenschappers. Hij was ervan overtuigd dat effectieve communicatie van fundamenteel belang is voor het begrijpen en verbeteren van menselijke relaties, vooral op het niveau van familie. Vanuit analyse van die relaties kwam hij op zijn vijf axioma's. Hij geniet internationale bekendheid door zijn werk The Situation Is Hopeless, But Not Serious: The Pursuit of Unhappiness, gepubliceerd in 1983. Zijn vijf 5 axioma’s beschreef hij in zijn werk De pragmatische aspecten van de menselijke communicatie (1974). Deze niet-bewezen stellingen, die wel als grondslag worden aanvaard, zijn de basis voor iedere communicatie. Je kunt onmogelijk niet communiceren. Alles wat je doet, zelfs als je ‘niets’ doet, heeft invloed op anderen. Ieder gedrag is een boodschap die je uitstuurt, en dus een vorm van communicatie. Het is net als dit: LEES DIT NIET. Axioma 1 - Je kunt niet niet communiceren. 1 Elk gedrag is communicatie. a Lees de volgende situatie en beantwoord de vragen. Kasper stuurt een berichtje naar drie van zijn vrienden. Hij ziet het even niet zitten nu het vakantie is en er zo weinig contact is met hen. Hij wil hen uitnodigen voor een tochtje naar zee. De batterij van Maités gsm is al een aantal dagen plat, dus van haar krijgt Kasper geen antwoord. Mitch heeft het echt te druk met vakantiewerk en reageert ook niet. Mika antwoordt dat ze nu een vriendje heeft en dat er andere prioriteiten zijn dan HOOFDSTUK 5©VAN IN met Kasper naar zee te gaan. THEMA 3
Er zijn drie vormen van gedrag. Analyseer de drie ‘reacties’ en besluit of er communicatie is of niet. Denk aan het comunicatieproces en aan de binnen- en buitenkant van de vier personages.
1→ Maité:
Besluit: 2→ Mitch: Besluit: 3→ Mika: Besluit: b Heb je ook al meegemaakt dat je een negatieve opmerking krijgt van een leraar over je gedrag, zelfs als je niets hebt gedaan? Leg kort de situatie uit. Je herkent het beslist: Je zit rond 16.45 uur in de keuken en hoort gerommel in je buik. ‘Ik heb honger’, zeg je wat geërgerd. Je vader antwoordt ‘Ik ben je slaafje niet.’ Je staat op ontploffen … Axioma 2 - Iedere communicatie heeft een inhouds- en betrekkingsaspect. 2 Wie zegt wat waarom? Naast de inhoud van de interactie speelt ook altijd de relatie tussen de personen in de communicatie een rol. Als die goed is, dan is er meer wederzijds begrip en dat heeft invloed op de inhoud. Bekijk het filmpje ‘het kerstontbijt’ bij het onlinelesmateriaal. Hoe is de relatie tussen de drie leden van het gezin? Vul de tabel op de volgende bladzijde verder aan. HOOFDSTUK 5 ©VAN IN
THEMA 3
Personage Hoe zien ze zichzelf? Hoe ziet de ander hem of haar? Hoe zien ze de relatie tegenover elkaar?
Zoon
gelijkwaardig ongelijkwaardig zich op de ander afstemmend Vader gelijkwaardig ongelijkwaardig zich op de ander afstemmend Moeder gelijkwaardig ongelijkwaardig zich op de ander afstemmend Good to know De ene handdruk is de andere niet Je kunt op verschillende manieren elkaar de hand geven. Bekijk de beelden bij deze tekst. De inhoud is eigenlijk elke keer dezelfde: ze geven elkaar een hand. Maar je kunt nog veel meer aflezen uit de exacte manier waarop ze het doen. Die zegt veel over hoe de personen tegenover elkaar staan, hoe de relatie is tussen hen. Merk je dat ook bij jezelf? Herken jij je eigen stijl van een hand geven? HOOFDSTUK 5©VAN IN THEMA 3
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/67df08ad525ce68195ebc9ac1c9e6cb7.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/dc4b1904a9d17c25b179a601830c43ab.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/f1e782c7ff2dcdc1e81aef09f51728ce.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/5e8dcdf51f1a1adf1ccdfda5b98e96fa.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/6107b069baa1b0a05c348651beb0e6d7.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Axioma 3 - Ieder heeft zijn waarheid.
In onze interacties zijn we geneigd om de situatie vanuit ons eigen standpunt te bekijken. De zender en de ontvanger interpreteren hun eigen gedrag als een reactie op het gedrag van de ander. 3 ‘Ja, maar hij is begonnen!’ a Leg de onderstaande communicatie uit vanuit het axioma ‘ieder heeft zijn waarheid’. Y: ‘Waarom moet je zo boos zijn als je iets zegt?’ X: ‘Ik ben boos omdat jij boos bent.’ Y: ‘Ja, maar ik ben boos omdat jij te laat bent.’ X : ‘Maar moet je daarvoor zo boos zijn?’ Y: ‘Ja, want je bent altijd te laat!’ X: ‘Altijd? Gisteren was ik wel op tijd!’ Y: … b Beschrijf een communicatie, die je zelf hebt meegemaakt, vanuit dit axioma. Waarop legde jij het accent? Wat was voor jou de oorzaak van de fout gelopen communicatie? c We hernemen enkele situaties uit vorige stappen. Stel daarbij telkens de vragen ‘Wie heeft gelijk?’, ‘Wie zegt de waarheid?’ HOOFDSTUK 5 ©VAN IN
THEMA 3
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/3a4a0f747f398085d845e782c4671beb.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/90a4bdd306a43af28718f3f9339f385d.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Axioma 4 – We beïnvloeden elkaar digitaal én analoog.
4 Woorden en gebaren
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/be92d10e6bda4aec61299acd72e66279.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/34aa2142a151b912dd903b7b1eface03.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/fff372fadcdae13f5796f7808b210e29.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Communicatie gebeurt vaak met woorden of afgesproken tekens. Dat noemt men digitale communicatie. Maar ook zonder die woorden of signalen zeggen we veel. Dat heet dan analoge communicatie. a Geef aan om welke taal het gaat: analoge taal of digitale taal. b Leg uit waarom je dat zo benoemt. Axioma 5 - Communicatie verloopt symmetrisch of complementair. 5 Zijn we gelijken in de relatie of ongelijken? Dat praat anders! De manier waarop mensen communiceren zegt iets over hun relatie. Je kunt er in elke situatie uit afleiden of de mensen gelijkwaardig zijn aan elkaar of net niet. In dat laatste geval zijn ze aanvullend: — Als mensen in een communicatie als gelijken praten, dan zitten ze in een symmetrische relatie. Bijvoorbeeld: vrienden die echt goed overeenkomen. — Als mensen in een communicatie als ongelijken praten, dan zitten ze in een complementaire relatie. Bijvoorbeeld: een ouder en een kind. HOOFDSTUK 5©VAN IN THEMA 3
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/5f9570d7413b24f7b9e025c3cfad228f.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/0481ed824725995fab6aca6674d1d4a6.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/e014cb4cd55360729e5284cc30798b22.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
a De communicatie straalt steeds het soort relatie uit. Bekijk de foto’s hieronder en schrijf onder elke foto of de relatie symmetrisch of complementair is. Waaraan merk je dat? b Je taalgebruik is anders, afhankelijk van de relatie met je gesprekspartner. Welk tekstballonnetje met gedachten of uitspraken hoort bij welke illustratie?
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/fc0da4ee9310bdbead722485446e9916.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/e1b971edd1b8c166a265288db03ada5d.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Yes, dit deden we mooi samen. 2 Dankzij jou verloren we het spel. 3 Door jouw treuzelen waren we te 4 Ik zeg het jou een laatste keer: laat op de afspraak. doe dit nooit meer. 6 5 Goed dat we het eens tegen
Ons krijgen ze niet uit elkaar. elkaar kunnen zeggen. HOOFDSTUK 5
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/5df864ade2d5efdbf245c2018c5c8c98.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/00b33d503fbe83c331982132a12477d8.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/406c90fbbf1c34d0015e5e1b10a9b6df.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
1 ©VAN IN
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220404094504-1809fa011653a5382fb1dfb35c742484/v1/726f8bb5b2ec5ccfd17c17fecd67713a.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Axioma’s in de communicatie
5.6
1 Het is onmogelijk niet te communiceren Alles wat je doet, ook ‘niets’ doen, heeft betekenis voor de ander. Elk gedrag (ook slapen is gedrag!) is een vorm van communicatie. Er bestaat niet iets zoals ‘niet-gedrag’.
2 Elke communicatie heeft een inhoudsniveau én een betrekkingsniveau Inhoudsniveau = de letterlijke inhoud van de boodschap, wat er gezegd wordt. Betrekkingsniveau = de manier waarop iemand de boodschap moet opvatten, hoe iets gezegd wordt. 3 Door verschillend te interpreteren heeft ieder zijn waarheid De zender en de ontvanger interpreteren hun eigen gedrag als een reactie op het gedrag van de ander. Jouw reactie ontlokt bij de ander een reactie … en dat draait maar door. Communicatie is een circulair proces. In de communicatieleer spreekt men van interpunctie als men het heeft over oorzaak en gevolg in de communicatie bv. ‘Jij bent begonnen!’ tegenover ‘Neen, jij bent begonnen!’ 4 Mensen beïnvloeden elkaar zowel digitaal als analoog Digitale taal is communicatie die gebruikmaakt van tekens die door conventie vastgelegd zijn. Het gaat om woorden, symbolen en afgesproken gebaren. Digitale communicatie maakt gebruik van het verbale kanaal (woorden) en het non-verbale kanaal (tekens, symbolen). Je moet dit leren of iemand moet het je uitleggen. Analoge taal is communicatie die gebruikmaakt van tekens die niet door conventie zijn afgesproken. Men gebruikt die tekens niet altijd bewust. Analoge taal kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Dit kan leiden tot misverstanden in de communicatie. 5 Communicatie verloopt symmetrisch of complementair In een relatie hebben we een bepaalde positie die afhangt van de situatie. Ofwel ben je leidend, ofwel ben je volgend, ofwel ben je de gelijke. In de communicatieleer spreekt men van een symmetrische relatie wanneer twee personen eenzelfde positie innemen. — De zwijger in de klas kan maar de zwijger blijven als de leraar en de medeleerlingen de zwijger het zwijgen toelaten. Een complementaire relatie is een relatie waarin de ene persoon de leidende rol op zich neemt en de ander de rol van de volger. HOOFDSTUK 5©VAN IN THEMA 3