1 minute read
HOOFDSTUK 7 MIJN CULTURELE IDENTITEIT
M
IJN CULTURELE IDENTITEIT
Cultuur vormt de inhoud van het samenleven. In dit hoofdstuk bekijk je kritisch hoe wij het begrip ‘cultuur’ gebruiken in onze dagelijkse taal en hoe sociologen dit gebruiken. Je past het begrip ‘cultuur’ toe in de meest beperkte betekenis in de omgangstaal én zoals de sociologen dit doen. Je beoordeelt diverse cultuurcomponenten in je omgeving: kennis, waarden, normen, symbolen en rituelen. Je past de begrippen ‘dominante cultuur’, ‘subcultuur’ en ‘tegencultuur’ toe op hedendaagse samenlevingen. WAAROVER GAAT DIT HOOFDSTUK? Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd. Ik onderzoek of mijn gedrag aantoont tot welke culturele groep ik behoor. Ik maak een onderscheid tussen het begrip ‘cultuur’ zoals het in de omgangstaal gebruikt wordt enerzijds en zoals het in de sociologie gebruikt wordt anderzijds. Ik zoek uit welke kenmerken typisch zijn voor westerse en niet-westerse culturen. Ik ontleed de cultuur van een samenleving in de cultuurcomponenten: kennis, waarden en normen, symbolen en rituelen. Ik bepaal wat in een samenleving de dominante cultuur, de subculturen en de tegenculturen zijn. WAT LEER IK IN DIT HOOFDSTUK? cultuur: in de omgangstaal en in de sociologie – cultuurcomponenten: waarden, normen, symbolen, rituelen, tradities, kennis – dominante cultuur – subcultuur – tegencultuur BEGRIPPEN HOOFDSTUK 7 ©VAN IN
THEMA 4