10 minute read

Onderzoek: Arabische bronnen over

Arabische Onderzoek: bronnen over de inname van Jeruzalem in 1099

Er zijn weinig historische gebeurtenissen waarover zoveel geschreven is als de kruistochten. Een gebeurtenis die vandaag nog tot de verbeelding spreekt, is de inname van Jeruzalem door de kruisvaarders in juli 1099. In het verleden hebben westerse historici vooral aandacht besteed aan westerse bronnen. In deze les bekijken we het onderwerp vanuit het andere standpunt.

Wat zeggen Arabische bronnen over het aantal slachtoffers bij de inname van de stad in 1099?

Kaartnr(s).

Naam: Klas: Nr.: Score:

1095

KRUISTOCHTEN NAAR HET MIDDEN-OOSTEN

1271

OPDRACHT 1

OPDRACHT 2 Situeer de historische vraag uit de inleiding in het referentiekader.

Tijd: Ruimte:

Domein:

Lees de inleidende teksten en de bronnen. Duid aan welke woorden je niet begrijpt en zoek de betekenis ervan op.

- De bronnen staan gegroepeerd in bronnen uit de 12e eeuw en bronnen uit de 13e eeuw. Bij de bronnen staat er telkens een inleidende tekst. Wat is de bedoeling daarvan?

- Vervolledig aan de hand van de bronnen de legende bij de kaart van Jeruzalem.

Vereenvoudigd stadsplan van Jeruzalem in 1099

4

1 2

3 1

2

3

4

Bronnen uit de 12e eeuw De bevrijding van Jeruzalem met de grafkerk is het einddoel van de kruisvaarders in 1099. Wanneer zij naar Jeruzalem trekken, komen zij in het Midden-Oosten in een onbekend gebied terecht. Zij weten weinig of niets over de bewoners en de machthebbers. Het omgekeerde is ook

waar: de moslims weten in het begin niet wie de kruisvaarders zijn, wat die daar doen en wat hen

drijft. Zij noemen de kruisvaarders vaak ‘Franken’.

Moslimtijdgenoten zien de inname van Jeruzalem in 1099 als een lokale gebeurtenis zonder

veel betekenis. Voor de tijdgenoten is de inname van de stad niet anders dan wat in de decennia daarvoor gebeurde. De stad is toen verschillende keren ingenomen: - In 1073 veroveren Seltsjoeken (soennitische Turken) Jeruzalem op de Fatimiden (sjiieten uit

Egypte). - In 1077 komt de bevolking van Jeruzalem in opstand en neemt de stad in handen, maar de stad wordt daarna terug ingenomen door de Seltsjoeken. - In 1098 veroveren de Fatimiden Jeruzalem opnieuw op de Seltsjoeken.

- In 1099 veroveren westerse kruisvaarders Jeruzalem op de Fatimiden.

Bron 2

De Heilig Grafkerk in Jeruzalem

De Heilig Grafkerk is de plaats waar volgens de traditie Jezus begraven werd. Het is voor christenen een van de heiligste plaatsen. De kerk is sinds de 4e eeuw een belangrijke

bedevaartplaats. Op de plaats van

de huidige kerk hebben meerdere kerken gestaan die tijdens oorlogen en branden verloren gaan. De Heilig Grafkerk wordt in de 11e eeuw compleet verwoest. Het huidige gebouw stamt uit de 12e eeuw.

De Franken vielen de stad aan en namen er bezit van. Een aantal inwoners trok zich terug in de Toren van David en velen werden gedood. De joden verzamelden zich in de synagoge en ze hebben die boven hun hoofd verbrand.

Uit: Ibn al-Qalānisī, Voortzetting van de kroniek van Damascus, ca. 1140-1150

De historicus Ibn al-Qalānisī is afkomstig uit Damascus (Syrië) waar hij als ambtenaar werkt. Er is weinig gekend over zijn leven. Hij schrijft een groot deel van zijn kroniek in dezelfde tijd als al-Azīmī of iets later. Hij noemt bijna nooit zijn bronnen, maar die lijken voor het grootste deel afkomstig te zijn uit Syrië en Egypte. Als ambtenaar had hij waarschijnlijk toegang tot officiële archieven en oudere kronieken. Zoals al-Azīmī is ook hij geen ooggetuige. De Toren van David is een oude verdedigingstoren van de stad.

Bron 3

492 Vervolgens richtten [de Franken] zich naar Jeruzalem en namen het in uit de handen van de Egyptenaren [sjiitische Fatimiden]. Godfried nam er bezit van en ze verbrandden de synagoge.

Uit: Mohammed al-Azīmī , De geschiedenis van Aleppo, ca. 1143-1144

De kroniek ‘De geschiedenis van Aleppo’ van al-Azīmī, is de oudst bewaarde Syrische bron over de kruistochten. De schrijver heeft het grootste deel van zijn leven in Aleppo doorgebracht. Hij voltooit het werk in 538/1143-44. Hij is geen ooggetuige van de gebeurtenissen.

Het jaar 492 is november 1098 - oktober 1099 in de westerse tijdrekening. Godfried van Bouillon

is een van de leiders van de kruistocht. Een synagoge is de plaats waar joden hun godsdienstige plechtigheden houden.

In het jaar 491 verschenen de Franken. Ze vielen aan en namen Antiochië en Tripoli in. In het jaar 492 namen ze bezit van Jeruzalem en het nabijgelegen Tyrus en Akko.

Uit: Ibn al-Azraq al-Fāriqī, Ahmad, De geschiedenis Mayyafariqin en Āmid, ca. 1164-1176

Ibn al-Azraq al-Fāriqī is een van de latere Syrische auteurs die over de kruistochten schrijft. Hij beschrijft heel kort de gebeurtenissen. Uiteraard is hij ook geen ooggetuige. Het jaar 491 is december 1097 - oktober 1098 in de westerse tijdrekening 491. Antiochië, Tripoli, Tyrus en Akko zijn kustplaatsen aan de Middellandse Zee.

Bronnen uit de 13e eeuw In de 12e eeuw zijn er regelmatig conflicten tussen de plaatselijke machthebbers, tussen moslims en christenen, maar het grootste deel van de tijd leven zij in vrede naast elkaar. Er zijn weinig onderlinge contacten. In de 13e eeuw verandert de situatie in het Midden-Oosten. Saladin wordt de nieuwe leider in het gebied en hij slaagt erin om de moslimwereld te verenigen. Het leger van Saladin verovert Jeruzalem in 1187: de moslimwereld heeft de kruisvaarders verslagen. De verovering van Jeruzalem in 1099 door de kruisvaarders wordt nu gezien als een botsing tussen de Franken en de moslimwereld als geheel.

Bron 5

Nadat ze bezit hadden genomen van Ramla belegerden ze Jeruzalem en vielen [de stad] aan. Ze namen haar in bezit, verzamelden de joden van de stad in een synagoge en staken die in brand. Ze doodden meer dan 70 000 moslims ...

Uit: Ibn Wasil, De geschiedenis van Salihi, ca. 1240

De historicus Ibn Wasil wordt geboren in een middenklasfamilie in de Syrische stad Hama. Hij is actief in het onderwijs maar ook in de politiek.

Ramla is een belangrijke handelsstad in de 11e eeuw, het ligt 50 km ten noordwesten van

Jeruzalem.

Bron 6a

De heilige stad werd langs de noordkant ingenomen, op vrijdagochtend, zeven dagen van Sha’ban. De bevolking sloeg dadelijk op de vlucht. De Franken bleven een week in de stad, de moslims uitmoordend. Een groep moslims verschanste zichzelf in de toren van David en vocht drie dagen door. De Franken gaven hen vrijgeleide (…). De Franken hielden hun woord, en de groep vertrok ‘s nachts naar Asjkelon. De Franken hebben meer dan 70 000 mensen

OPDRACHT 3

gedood in de al-Aqsamoskee, waaronder een groot aantal moslimimams en -geleerden, en ook vrome en ascetische mannen (…)

Uit: Ibn al-Athîr, De volledige geschiedenis, ca. 1231

Ibn al-Athîr is een zeer belangrijke Arabische (of Koerdische?) moslimhistoricus. Hij brengt zijn wetenschappelijke loopbaan door in Mosoel en bezoekt vaak Bagdad. Hij reist ook een tijd mee in het gezelschap van Saladin en is zo getuige van de inname van Jeruzalem in 1187. Daarna verblijft hij ook in Aleppo en Damascus en overlijdt in Mosoel. Zijn hoofdwerk is een geschiedenis van de wereld ‘al-Kamil fi at-Tarikh’. Daarvoor verzamelt hij het materiaal uit oude bronnen en tijdens zijn reizen. Ibn al-Athîr neemt zijn bronnen niet letterlijk over, maar bewerkt ze. Zijn geschiedenis is een geschiedenis van de machthebbers, zij zijn het die in zijn ogen de geschiedenis maken. Vanuit zijn eigen tijd kijkt hij naar het verleden. Hij ziet de verovering van Jeruzalem in 1099 als een aanslag van de Franken op de hele moslimwereld en niet als een lokaal conflict. Hij schrijft het boek rond 1231. Sha’ban is de achtste maand van de islamitische kalender. Asjkelon is een kuststad op ongeveer 75 km ten westen van Jeruzalem. De al-Aqsamoskee is de belangrijkste moskee van Jeruzalem, gelegen op het Tempelplein waar ook de rotskoepel staat.

Bron 6b Zittende man (mogelijk Saladin)

Uit: al-Jazari, Automata, kopie uit 1354, Freer Gallery of Art, Washington D.C.

Zijn de bronnen 2, 3, 4b, 5 en 6a primair of secundair voor ons onderzoek? Leg uit waarom.

In een leerwerkboek zijn bronnen dikwijls bewerkt. Geef daarvan twee voorbeelden voor deze les.

OPDRACHT 4

OPDRACHT 5 - Wat zeggen de bronnen over het aantal slachtoffers bij de inname van de stad? Plaats de geschreven bronnen in chronologische volgorde. Vul in wanneer de bron geschreven is en noteer bij elke bron het aantal slachtoffers.

- Welk groot verschil is er tussen de bronnen uit de 12e eeuw en die uit de 13e eeuw?

Bron Bron Bron Bron Bron

Bron

Wanneer tijdgenoten spreken over hun (…) legers, en wanneer zij zich bezighouden met discussies over moslim- of christelijke soldaten, (…), blijken zij over het algemeen te overdrijven, de grenzen van het gewone te overschrijden en te bezwijken voor de verleiding van het sensatiezuchtige (…) . De reden is eenvoudig. Het is het gemeenschappelijke verlangen naar sensatiezucht, het gemak waarmee men een hoger cijfer kan noemen (…).

Uit: Ibn Kahldun, Inleiding tot de geschiedenis, 1377, eigen vertaling

Ibn Kahldun (1332-1406) is een moslimgeleerde die op verschillende wetenschappelijke terreinen actief is. Hij wordt soms de vader van de moderne geschiedschrijving genoemd. Zijn belangrijkste werk is ‘al-Muqaddimah’ (‘Inleiding tot de geschiedenis’) uit 1377.

- Wat zegt Ibn Kahldun over het noemen van grote aantallen?

- Vergelijk bron 2 en bron 6a. Zijn de bronnen betrouwbaar om een antwoord te geven op de historische vraag?

OPDRACHT 6

Bron 2 Bron 6a

Wie is de auteur?

Wanneer is de bron gemaakt?

Is hij een ooggetuige?

Is hij een tijdgenoot?

Is er een groot tijdverschil met de gebeurtenissen die hij beschrijft?

Waar heeft hij de bron gemaakt?

Heeft hij andere bronnen gebruikt?

Wat is het doelpubliek?

Wat is de bedoeling van de bron? Omcirkel.

Hoeveel moslims worden gedood? informeren / ontspannen / ontroeren informeren / ontspannen / ontroeren

Waar worden zij gedood?

- Zoek op voor hoeveel personen er plaats is in de al-Aqsamoskee.

- Welke belangrijke gebeurtenis voor Jeruzalem heeft er plaatsgevonden op het eind van de 12e eeuw?

- Welke bron is volgens jou het meest betrouwbaar om de historische vraag te beantwoorden?

Geef drie argumenten.

- Hieronder volgen een aantal stellingen. Zijn ze juist of fout? Kruis aan.

OPDRACHT 7

a In 1099 veroveren de kruisvaarders Jeruzalem op de moslims. b In 1187 veroveren de moslims Jeruzalem op de kruisvaarders. c De Arabische kronieken uit de 12e eeuw besteden geen aandacht aan het aantal slachtoffers.

d De Arabische kronieken uit de 12e eeuw beschrijven de inname van

Jeruzalem als een gebeurtenis zonder grote betekenis. e De Arabische auteurs uit de 12e eeuw vonden het niet de moeite om de aantallen slachtoffers te noemen.

f De Arabische kronieken uit de 13e eeuw besteden geen aandacht aan het aantal slachtoffers.

g De Arabische auteurs uit de 13e eeuw vonden het waarschijnlijk niet de moeite om het aantal slachtoffers te noemen.

h Het is pas na de verovering van Jeruzalem door de moslims in 1187 dat de Arabische kronieken aantallen vermelden.

i Na de verovering van Jeruzalem door de christenen in 1187 geven zij een andere betekenis aan de inname in 1099.

j In de 13e eeuw zien Arabische auteurs de inname van Jeruzalem in 1099 als een conflict tussen de hele moslimwereld en de Franken. Juist Fout

Beantwoord de historische vraag van dit onderzoek: vervolledig de tekst over de inname van Jeruzalem in 1099.

BESLUIT

In deze les onderzochten wij

De vroegste Arabische kronieken besteden aandacht aan de inname

van Jeruzalem in 1099. Zij noemen aantallen. Het is voor hen een

conflict. In de eeuw wordt de inname van de stad in 1099 gezien als een conflict van de kruisvaarders met de hele . Kroniekschrijvers spreken dan over 70 000 doden, maar dat aantal is zeker .

Wij weten dus niet hoeveel veel dan 70 000. er gevallen zijn 1099, maar in ieder geval

Wat je na dit onderzoek moet kunnen:

KUNNEN

1 bronnen vergelijken 2 het tegenstrijdige karakter van twee bronnen verklaren 3 aantonen dat de beperkingen van bronnen gevolgen hebben op de historische beeldvorming 4 de eigen standplaatsgebondenheid of die van anderen toelichten 5 je inleven in historische fenomenen en afstand doen van je eigen waarden- en normenkader 6 de betrouwbaarheid van bronnen onderzoeken 7 historische beeldvorming aanvullen na kritische analyse van bronnen

Een aantal onderdeeltjes van ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kunt, zet je daar een kruisje voor.

This article is from: