13 minute read
F2 De kruistochten
F2 Iedereen kent wel het woord ‘kruistochten’. Misschien heb je zelfs De kruistochten al een film gezien of een boek gelezen over de kruistochten. Maar wat zeggen historici over dit onderwerp?
Wat ging er vooraf aan de kruistochten? Welke motieven hebben de kruisvaarders? Wat is er gebeurd tijdens de kruistochten? Wat zijn de gevolgen geweest?
Kaartnr(s).
± 3500 v.C.
PREHISTORIE OUDE NABIJE OOSTEN
1
Wat voorafging
± 800 v.C.
KLASSIEKE OUDHEID
± 500 ± 1450 ± 1750± 1945
MIDDELEEUWEN HEDENDAAGSE TIJD
MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD
In het tweede jaar heb je geleerd dat het christendom in de 1e eeuw ontstaan is in Palestina. Van daaruit heeft het zich verspreid over het hele Romeinse Rijk en ook daarbuiten. In de
7e eeuw ontstaat op het Arabische schiereiland een nieuwe godsdienst, de islam. Op korte tijd
veroveren de Arabieren een groot rijk. De christelijke wereld en de moslimwereld zijn de volgende drie eeuwen regelmatig met elkaar in conflict. In de 11e eeuw begint in het westelijke deel van de Middellandse Zee de herovering van moslimgebieden in Spanje en Zuid-Italië (Sicilië) door de christenen. In het oostelijke Middellandse Zeegebied bedreigen de Seltsjoeken (Turken) vanaf de tweede helft van de 11e eeuw het Byzantijnse Rijk: dat rijk verliest een groot
deel van Klein-Azië. In 1071 veroveren de Turkse (soennitische) Seltsjoeken Jeruzalem op de
sjiitische Fatimiden. Als reactie op de bedreiging door de Seltsjoeken roept de Byzantijnse keizer het westen te hulp. De eerste oproep blijft zonder gevolg … Pas na een tweede keer heeft hij succes: het westen gaat in op de vraag tot hulp en start de eerste kruistocht.
OPDRACHT 1 Lees de lestekst en zet de gebeurtenissen in chronologische volgorde (nummer ze van oudst naar recentst).
Begin herovering moslimgebieden door christenen Ontstaan islam
De eerste kruistocht Ontstaan christendom
Byzantijnse keizer roept westen te hulp.
Seltsjoeken bedreigen Byzantijnse Rijk.
OPDRACHT 2 In de wereldopvatting van de middeleeuwer is Jeruzalem het centrum van de wereld. De stad is de plaats waar Jezus van Nazareth gekruisigd, gestorven en begraven is. Op het Concilie van
Clermont in 1095 houdt paus Urbanus II een belangrijke toespraak. Hij roept de christenen in West-Europa op om hun geloofsbroeders in het oosten te helpen in hun strijd tegen de
Seltsjoeken. Tegelijk doet hij een oproep om Jeruzalem te bevrijden van de moslims. Met zijn
oproep tot een kruistocht werpt Urbanus II zich op als leider van de westerse christenheid, boven
de politieke leiders. De toespraak vormt de aanleiding tot de eerste kruistocht.
Godsdienstige motieven spelen een hoofdrol: door op bedevaart naar Jeruzalem te gaan kunnen de deelnemers een aflaat verkrijgen en zo hun hemel verdienen. Dat de kruisvaarders vooral op
rijkdom uit zijn, is een fabeltje.
Duizenden mensen gaan enthousiast op de oproep van de paus in, zonder goed te weten waar ze aan beginnen.
Bron Wereldkaart
- Waar ligt Jeruzalem op deze kaart?
- Wie staat er bovenaan de kaart?
- Waaraan kun je zien dat het niet de bedoeling was om een aardrijkskundige kaart te maken?
Wereldkaart uit Psalterium, hoogte 9,5 cm, ca. 1260, British Library, Londen
Deze Engelse kaart is een typische 'mappa mundi' (wereldkaart) die niet alleen de geografische en historische kennis laat zien, maar die ook in het kader van de Bijbelse geschiedenis plaatst. Op de kaarten van de christelijke middeleeuwen staat het oosten bovenaan de kaart. Jezus Christus verschijnt dus in het oosten. Hij geeft een zegen met zijn rechterhand. Jeruzalem ligt in het centrum, de Rode Zee is rood gekleurd en de Britse eilanden liggen linksonder.
OPDRACHT 4 - Golgota is de plaats waar Jezus gekruisigd is. Hoe wordt die plaats op de kaart aangeduid?
- Waar ligt Golgota? Omcirkel het juiste antwoord.
NW – NO – ZW – ZO
- Identificeer de twee grote figuren te paard onderaan op de kaart.
Kaart van Jeruzalem, uit Psalmboek, NoordwestFrankrijk of Vlaanderen, eind 12e eeuw, Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Oude kaarten zijn vaak anders georiënteerd dan
onze kaarten. Als je de betekenis van het woord ‘Oriënt’ kent, weet je waar het noorden op deze kaart ligt. Ken je de betekenis? Oriënt is ‘oosten’. Het noorden ligt aan de linkerkant.
Bron Pelgrims in Jeruzalem
Pelgrims voor de Heilig Grafkerk te Jeruzalem. Uit: Le Livre des merveilles, les histoires écrites par Marco Polo. Manuscript geïllustreerd door de Meester van Boucicaut en de Meester van Bedford, 1410, Nationale Bibliotheek, Parijs
3
OPDRACHT 5
VERHAAL
Het verloop van de kruistochten
Een eerste golf mensen vertrekt al in het voorjaar van 1096. Dat is de zogenaamde volkskruistocht. Die tocht loopt op een complete mislukking uit. De eigenlijke kruistocht, de zogenaamde ridderkruistocht, begint in de zomer van dat jaar. De leiding is in handen van een aantal edelen (onder andere Godfried van Bouillon) en de pauselijke afgevaardigde. Na een lange tocht bereiken zij Jeruzalem en veroveren de stad in 1099.
Een belangrijke reden waarom de kruisvaarders succes hebben en erin slagen om Jeruzalem te veroveren, is de verdeeldheid binnen de moslimwereld. De verovering van de stad leidt ook nauwelijks tot reacties in het grote moslimrijk. Er worden vier kruisvaarderstaatjes opgericht, maar de meeste kruisridders gaan terug naar huis. In de kruisvaardergebieden zijn de christenen vrij verdraagzaam tegenover moslims en joden. Die krijgen een positie die vergelijkbaar is met de positie van christenen en joden in islamgebieden: moslims mogen hun geloof belijden maar hebben dan minder rechten.
De tegenreactie van de moslimwereld komt slechts langzaam op gang. Geleidelijk aan heroveren de moslims meer en meer gebieden die de kruisvaarders hadden ingenomen. In 1187 verslaat de Koerd Saladin (Salah el-Din) het kruisvaarderleger en herovert Jeruzalem. De vierde kruistocht bereikt nooit Palestina, en eindigt met de plundering van Constantinopel in 1204. In 1291 verliezen de christenen hun laatste stukje grond in de streek. De islam heeft het pleit gewonnen. Maar de droom om Jeruzalem te heroveren, blijft in het westen nog lang verderbestaan.
Een oorlog is altijd gruwelijk en op het vlak van geweld moeten christenen en moslims tijdens de
kruistochten voor elkaar niet onderdoen. Toch hebben de christenen en moslims in die periode
meer met elkaar in vrede geleefd dan in oorlog.
Beluister het verhaal ‘De lans’ van Dirk Bracke.
- Hieronder lees je een aantal uitspraken over de tekst. Zijn de uitspraken juist of fout? Kruis aan.
a De kruisvaarders hebben veel honger geleden. b Zij twijfelen soms aan hun onderneming. c Dat ze de lans vinden, geeft hun moed om verder te doen. d De kruisvaarders zijn alleen in geld geïnteresseerd. Juist Fout
Toen ik Jeruzalem bezocht, had ik de gewoonte om de al-Aqsamoskee binnen te gaan. Aan de zijkant daarvan bevindt zich een kleine gebedsruimte waarvan de Franken [de vaak gebruikte
naam voor kruisvaarders bij toenmalige moslims] een kerk hadden gemaakt. Toen ik nu de al-
Aqsamoskee betrad, waar mijn vrienden de Tempeliers zaten, stelden zij mij die gebedsplaats
ter beschikking om er mijn gebeden te doen. [Moslims bidden in de richting mekka.] Op een dag ging ik naar binnen, zei de openingsformule Allah akbar en ging staan om mijn gebed te beginnen, toen een Frank mij van achteren vastpakte en mijn gezicht naar het oosten keerde, terwijl hij zei: 'Zo moet je bidden.' Onmiddellijk kwamen enkele Tempeliers tussenbeide. Zij namen hem vast en verwijderden hem, terwijl ik me omkeerde om mijn gebed af te maken. Maar, gebruikmakend van een ogenblik dat zij niet opletten, pakte hij mij opnieuw van achteren vast, draaide mijn gezicht naar het oosten en herhaalde: 'Zo moet je bidden.' Opnieuw kwamen de Tempeliers tussenbeide, verwijderden hem, en verontschuldigden zich bij mij: Het is een vreemdeling die onlangs uit het Frankenland gekomen is.
Uit: Usama ibn Munqidh, Het boek van leren door voorbeeld. ca. 1183
Usama ibn Munqidh (1095-1188), is een dichter, militair en politicus. Zijn belangrijkste overgeleverde werk is zijn autobiografie ‘Kitab al-I’tibar’ (‘Het boek van leren door voorbeelden’). Dat boek bevat levendige beschrijvingen van het dagelijkse leven in Syrië en van zijn ontmoetingen met kruisvaarders; sommigen beschouwt hij zelfs als zijn vrienden. Het boek is bedoeld als een geschenk voor Saladin.
- De Frank draait Usama naar het oosten. Waarom vergist hij zich?
- Geeft de bron informatie waarom hij Usama naar het oosten draait?
- Wat zou een reden kunnen geweest zijn?
- Kunnen wij op basis van de bron zeggen dat moslims vrij hun geloof kunnen beleven tijdens de periode van de kruistochten? Waarom (niet)? Beargumenteer je antwoord.
- Welke historische vraag zou je aan de bron kunnen stellen?
Terwijl de overwinnaars in hoog tempo de veroverde stad plunderden, die hun volgens het oorlogsrecht was toegevallen, begon abt Martinus aan zijn eigen buit te denken. Uit vrees met lege handen te staan terwijl ieder ander rijk werd, besloot hij zijn gewijde handen voor roof te gebruiken. Omdat hij het ongepast vond met diezelfde handen wereldlijke buit aan te
raken, dacht hij na hoe hij voor zichzelf een deel van die relikwieën van heiligen bijeen kon
krijgen. Die waren er in grote aantallen. (…) Martinus, (…) koos een heel afgelegen gewijde plek die de voorwerpen leek te herbergen die hij zo vurig wenste. [Martinus bedreigde een oude priester die hem een kistje vol relikwieën toonde]. Toen hij dat zag, stak de abt haastig en begerig zijn beide handen erin en zowel hij als de kapelaan vulden de plooien van hun pij met heilig roofgoed.
Uit: Gunther van Pairis, Geschiedenis van Constantinopel, ca. 1208
De Vierde Kruistocht (1202-1204) wordt oorspronkelijk gestart om Jeruzalem te heroveren via een inval in Egypte. In plaats daarvan geraken de westerse kruisvaarders niet verder dan Constantinopel, hoofdstad van het Byzantijnse Rijk. De stad wordt op gruwelijke wijze geplunderd in april 1204. Tijdens die plundering verliest Constantinopel heel veel relikwieën. De meeste schrijvers zwijgen over de roof of minimaliseren die. Een uitzondering is het verslag van abt Martinus van Pairis van de plundering. Martin was de abt van het cisterciënzerklooster van Pairis in de Elzas. Het verslag is opgetekend door de monnik Gunther van Pairis in zijn Geschiedenis van Constantinopel uit ca. 1208.
- Hoe wordt de plundering gerechtvaardigd?
- Waarom zwijgen de meeste schrijvers over de roof?
- Hoe kun je te weten komen of je antwoord op de vorige vraag juist is?
4
De gevolgen van de kruistochten
Historici verschillen nogal van mening over de gevolgen van de kruistochten. Het gezag van de paus als leider van de westerse christenheid wordt versterkt. De economie wordt nog
internationaler: Italiaanse steden zoals Genua en Venetië beheersen de handel met het oosten.
Het westen leert de Arabische levenswijze en cultuur beter kennen. Maar het komt niet tot een echte uitwisseling. Het is giswerk of bijvoorbeeld de spitsboog, heraldische wapenschilden en andere oosterse culturele uitingen via de kruistochten tot ons zijn gekomen.
Het moderne Midden-Oosten komt niet voort uit die middeleeuwse oorlogen. Toch roepen de kruistochten in de Arabische wereld vandaag vaak heel emotionele reacties op. Het gaat al lang niet meer om het verleden zelf: de kruistochten worden gebruikt en misbruikt om hedendaagse conflicten in de streek te rechtvaardigen.
- Bedoelde en onbedoelde gevolgen zijn historische redeneerwijzen. Voeg die toe op het schema van historisch denken op de uitvouwbare tijdlijn.
OPDRACHT 9
Bron De kruistochten toen en nu
Meer dan in het westen zijn in het oosten de kruistochten levendig aanwezig. Het is onzin om te zeggen dat iedere Arabier in
de Levant na een kwartier direct over het
onrecht van de kruistochten begint te spreken; zoals hier willen de meeste mensen daar gewoon een beetje gelukkig zijn en in vrede leven (...) Saladin is voor velen in de regio wel een groot voorbeeld, zowel bij de gewone man als bij politici. (...) Herinneringspostzegels verwijzen soms naar de geschiedenis en illustreren daarmee dat de gememoriseerde gebeurtenis nog betekenis heeft: Zo worden in 1987 o.a. in Jordanië, Egypte, Saoedie-Arabië en Jemen postzegels uitgegeven die de Slag bij Hattin uit 1187 herdenken. Bij mijn weten zijn er geen herinneringspostzegels in de westerse wereld uitgegeven in 1999 die de inname van Jeruzalem herdenken.
Uit: J. Philips, Godfried van Bouillon vs. Saladin: de schurk vs. de held? In: Hermes, 2011
De auteur, een leraar geschiedenis, schrijft voor Hermes, het tijdschrift van de Vlaamse Vereniging voor Leraren Geschiedenis. Enkele maanden voor de inname van Jeruzalem in 1187 werden de kruisvaarders verpletterend verlagen in Hattin. Daarmee was het lot van de stad bezegeld.
- Gaat het hier over een bron of over een werk?
- Zijn er redenen om aan te nemen dat de bron betrouwbaar is?
- Herinneringspostzegels illustreren dat de gebeurtenis die herdacht wordt nog altijd betekenis heeft. Leg uit aan de hand van de kruistochten.
De westerse bronnen die de inname van Jeruzalem in 1099 beschrijven, zijn heel plastisch in hun taalgebruik. Volgens een anonieme schrijver is die inname zo bloedig ‘dat de onzen tot hun enkels in het bloed waadden…’. Bij een andere auteur klinkt het dan weer: ‘Indien je hier zou geweest zijn, dan zouden je voeten tot aan de enkels rood gekleurd zijn met het bloed van de verslagenen’. En bij een derde auteur wordt het nog spectaculairder: ‘Als ik het vertel, zult u het niet geloven. Laat het volstaan om te zeggen dat de ridders … tot aan hun knieën in het bloed reden en tot aan de teugels van een paard’. De paarden die toen gebruikt werden, zouden wij vandaag paardjes of pony’s noemen, zo klein waren ze, maar dan nog is die laatste beschrijving toch wel echt spectaculair. Kun jij berekenen hoeveel bloed er nodig zou zijn om tot je enkels of je knieën in het bloed te staan of te rijden? Bereken het maar eens voor een oppervlakte van 10 vierkante meter … In heel de omgeving van Jeruzalem woonden niet zoveel mensen. Overdrijven konden ze wel, die schrijvers van toen… Maar geef toe, hun beschrijvingen spreken tot de verbeelding.
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN
1 de begrippen ‘tijdrekening’,
‘periode’, ‘westers’ en ‘niet-westers’ uitleggen 2 de begrippen ‘islam’, ‘Klein-Azië’ en
‘motief’ uitleggen 3 de aanleiding, bedoelde gevolgen en onbedoelde gevolgen van de kruistochten benoemen 4 de voorgeschiedenis van de kruistochten uitleggen 5 de eerste kruistocht vanaf de toespraak van paus Urbanus schetsen 6 het verdere verloop van de westerse aanwezigheid in het
Midden-Oosten uitleggen 7 de gevolgen van de kruistochten opnoemen 8 verschillen in interpretatie van de kruistochten tussen vroeger en nu opnoemen 9 kenmerken van culturele contacten tussen christenen en moslims in de middeleeuwen toelichten
KUNNEN
1 een symbolische kaart analyseren 2 informatie uit historische bronnen afleiden 3 de betrouwbaarheid van een historische bron beoordelen in functie van een historische vraag 4 bronnen met elkaar vergelijken om een historische vraag te beantwoorden 5 de kruistochten bestuderen vanuit verschillende perspectieven 6 historische vragen stellen
Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.