13 minute read
E5 De Guldensporenslag Ontdekplaat – Wapens en belegering
E5
De Guldensporenslag
Op 11 juli viert Vlaanderen zijn nationale feestdag. Op die dag, in 1302, vechten het Franse en het Vlaamse leger, samen met hun bondgenoten, tegen elkaar. In de 19e eeuw groeit er opnieuw belangstelling voor die historische veldslag.
Wat zijn de oorzaken van die veldslag en wat zijn de gevolgen? Hoe kijken mensen in de moderne en de hedendaagse tijd terug naar de Guldensporenslag? Welk beeld hebben zij van die veldslag?
Kaartnr(s).
± 3500 v.C.
PREHISTORIE OUDE NABIJE OOSTEN
± 800 v.C. ± 500 ± 1450 ± 1750± 1945
KLASSIEKE OUDHEID MIDDELEEUWEN
1302 Guldensporenslag HEDENDAAGSE TIJD
MODERNE TIJD VROEGMODERNE TIJD
1
De Vlaamse graaf strijdt tegen de Franse koning
De graaf van Vlaanderen is een leenman van de Franse koning, maar toch stelt hij zich op als
een bijna onafhankelijke vorst. Na 1000 vergroot de Franse monarchie haar macht. Verschillende lenen (zie les E1) komen opnieuw onder rechtstreekse controle van de Franse koning als deel van het kroondomein (zie les E3). In de 13e eeuw wil de Franse koning meer controle krijgen over het
rijke graafschap Vlaanderen. Dat leidt tot conflicten.
De Vlamingen kiezen bij conflicten tussen Frankrijk en Engeland vaak de kant van de Engelsen.
Die leveren immers de wol die nodig is voor de lakennijverheid. De Franse koning Filips IV de
Schone wil altijd nieuwe inkomsten en zet de Vlaamse graaf Gwij van Dampierre onder druk. Wanneer Gwij (Guy) van Dampierre in 1297 zijn eed van trouw opzegt en steun zoekt in Engeland, breekt er oorlog uit. De Vlaamse graaf verliest en wordt gevangengenomen.
Vlaanderen wordt bezet. Het verscherpt de tegenstellingen tussen het gewone volk en de rijke
stedelingen (patriciërs en een deel van de adel). Die laatsten zoeken steun bij de Franse koning. Filips IV steunt hen omdat hij in hen nuttige bondgenoten tegen de Vlaamse graaf ziet. De
aanhangers van de Franse koning worden leliaards genoemd (naar de lelie op het koninklijke
wapenschild). Het volk, de stedelijke ambachten voorop, kiest de zijde van graaf Gwij. Zijn
aanhangers gaan de geschiedenis in als klauwaards (naar de klauwende leeuw in het wapenschild van de graaf).
OPDRACHT 1
OPDRACHT 2 Brugge wordt het centrum van het verzet. Het volk heeft er zwaar te lijden onder de door de
koning opgelegde belasting. De leiders van de opstand zijn figuren uit het volk, met onder andere de wever Pieter de Coninck.
Lees de lestekst en vul bij elk standpunt de juiste groep of persoon in. Kies uit: de ambachten – de Franse koning – de Vlamingen – de Vlaamse graaf – de handelaars.
De eigen autonomie verdedigen
Nieuwe inkomsten verkrijgen uit Vlaanderen Steun zoeken bij de Franse koning tegen de graaf en tegen de ambachten
Steun zoeken bij de Vlaamse graaf tegen de patriciërs
Vlaanderen met buurlanden, 1302
Toon met behulp van de kaart aan dat het conflict geen strijd is tussen Franstaligen en Nederlandstaligen. Geef twee concrete argumenten.
Vul punt 1 van het schema op blz. 197 aan.
OPDRACHT 3
2
In de nacht van 17 op 18 mei 1302 brengen volksbendes in Brugge veel leliaards en Fransen om het leven. Die gebeurtenis gaat de geschiedenis in als de Brugse metten. De koning vreest een algemene opstand en stuurt een leger naar Vlaanderen. De kern van de Franse troepenmacht bestaat uit 2 500 goed geoefende adellijke ruiters. Dat moet de Fransen een beslissend voordeel
geven, aangezien een ruiterleger superieur wordt geacht ten opzichte van het voetvolk. Het
‘Vlaamse’ volksleger telt bijna uitsluitend voetvolk (een derde uit Brugge) en wordt geleid door de adellijke vrienden en familieleden van de graaf. Ook een aantal ‘Waalse’ strijders zijn daarbij. De graaf van Namen is immers een zoon van de Vlaamse graaf.
OPDRACHT 4
Op 11 juli 1302 staat het Vlaamse leger opgesteld achter beken en greppels voor de muren van Kortrijk op een veld: de Groeningekouter. De Franse bevelhebber Robert d’Artois volgt de raad niet op om rustig af te wachten. De Vlamingen kunnen immers niet eindeloos lang in volle zon op een aanval wachten en zouden uiteindelijk hun sterke posities moeten verlaten. Robert d’Artois kiest voor de aanval. Kort voor het middaguur breekt de hel los. De Fransen voeren met hun ruiters aanvallen uit, maar tegen alle verwachtingen in houden de Vlamingen stand. Met hun pieken en goedendags (steekwapens en slagwapens) werpen de Vlamingen honderden ridders van hun paard. Zij slachten de ridders en edelen af. Ook Robert d’Artois overleeft het bloedbad niet. Na enkele uren vluchten de Fransen weg. Ze moeten 500 paar vergulde ruitersporen achterlaten, vandaar de
benaming: Guldensporenslag.
Het graafschap Vlaanderen blijft voorlopig onafhankelijk. De Fransen slaan echter terug en de Vlaamse graaf aanvaardt in 1305 het Verdrag van Athis-sur-Orge. Het graafschap krijgt een zware belasting opgelegd en wordt opnieuw een Frans leen. Vlaanderen ontsnapt wel aan de aanhechting bij het Franse kroondomein.
- Lees de lestekst en bestudeer de kaart.
- Zijn de volgende stellingen juist of fout?
a De Vlamingen vangen de Franse aanval op achter twee beken.
b Het Vlaamse leger steunt vooral op ruiters.
c Het Franse leger steunt vooral op ruiters.
d Achter de Vlamingen heb je de Leie en aan hun rechterflank Kortrijk.
e Brabanders vechten mee aan Franse kant. Juist Fout
Ik zou een verhaal geven van feiten waarbij ikzelf aanwezig was of die ik gezien heb of met zekerheid heb horen vertellen van personen die erbij aanwezig waren. (…) Mijn bedoeling is de feiten zeer scherpzinnig en nauwgezet in detail uit te schrijven. Ik begon hieraan in het jaar 1308 in het minderbroederklooster van Gent, waar ik toen deel van uitmaakte. (...)
Toen de Fransen in het Vlaamssprekende gedeelte van Vlaanderen binnenrukten, wilden ze hun wreedheid tonen en de Vlamingen schrik aanjagen. Ze spaarden geen vrouwen, kinderen of bejaarden. Ze sloegen iedereen dood die ze konden vinden. Tot zelfs de heiligenbeelden in de kerken sloegen ze het hoofd af, alsof het levende mensen waren en ze hakten er ook andere ledematen van af. Dat feit schrikte de Vlamingen niet af. Het bezielde hen. Ze werden erdoor nog kwader, meer verontwaardigd en woedend, waardoor ze vastbesloten waren om vreselijk hard te vechten. (...)
Aldus, door God die alles bepaalt, stortte de krijgskunst ineen. De beste ridders met de krachtigste paarden verloren de strijd. Zij stonden tegenover wevers, (…), gewone stedelingen en voetvolk uit Vlaanderen. Die waren wel goed bewapend en dapper en ze werden door bekwame leiders geleid. De schoonheid en macht van het sterkste leger veranderde daar in een mesthoop. De glorie van de Fransen werd daar mest en wormen. De Vlamingen waren immers verbitterd door de wreedheid die de Fransen hadden getoond tussen Rijsel en Kortrijk en daarom spaarden ze de bezwijkende Fransen niet. Ze maakten hen en hun paarden op wrede wijze af, totdat ze absoluut zeker waren van de overwinning. De Vlaamse leiders hadden immers voor de slag bevolen dat al wie onder het gevecht één of ander kostbaar voorwerp rooft of een edelman, hoe voornaam ook, gevangenneemt dadelijk door
zijn makkers zou gedood worden. [De schrijver verwijst naar de gewoonte om ridders en edelen gevangen te nemen en voor hen losgeld te vragen.]
Vertaald uit: Annales Gandenses, 14e eeuw In deze Latijnse kroniek beschrijft een Gentse monnik de geschiedenis van het graafschap
Vlaanderen van 1296 tot in 1310. De auteur begint te schrijven vanaf 1308 op enkele stukken perkament die overblijven. De monnik kiest partij voor de klauwaards.
- De bron is bewerkt. Toon aan met twee voorbeelden.
Dit zijn mogelijke vragen om de bruikbaarheid, de betrouwbaarheid en de representativiteit van de bron vast te stellen. Denk aan de onderzoeksvragen: jullie onderzoeken wat er voor en tijdens de Guldensporenslag is gebeurd.
- Omcirkel het juiste antwoord.
Het is een primaire / secundaire bron.
- Waar haalt de auteur zijn informatie vandaan? Onderstreep in de bron.
- Wat is zijn bedoeling?
- Wat is je conclusie over de betrouwbaarheid en de bruikbaarheid van de bron?
- Wat zou je kunnen en moeten doen om de betrouwbaarheid van de ‘Annales Gandenses’ te beoordelen en te onderzoeken of onze Gentse monnik de waarheid vertelt? Denk even als een geschiedkundige of een journalist.
3
- Voor welke historische vraag is het een representatieve bron? Kruis aan.
Wat is het standpunt van de klauwaards ten opzichte van de Guldensporenslag? Wat is het standpunt van de Fransen of de leliaards ten opzichte van de Guldensporenslag?
- Welke informatie haal je uit de bron? Geef twee concrete zaken.
De Guldensporenslag gerecupereerd
Iedere Vlaming kent de Guldensporenslag. Die slag is een onderdeel geworden van onze
collectieve herinnering. Mensen verwijzen vaak naar het verleden vanuit bijvoorbeeld een gevoel van nationale trots. Het Verdrag van Athis-sur-Orge herinneren we ons bijvoorbeeld veel minder.
Historische gebeurtenissen worden soms gebruikt om aan te tonen dat we gelijk hebben. De Guldensporenslag krijgt zo doorheen de tijd verschillende betekenissen. In de 19e eeuw krijgt de jonge Belgische staat (ontstaan in 1830) af te rekenen met een dreigende Franse buur: de Fransen willen België onder controle krijgen. De schrijver Hendrik Conscience gebruikt in zijn boek ‘De Leeuw van Vlaanderen’ de feiten uit 1302 om aan te tonen dat onze gewesten in het verleden met succes de Fransen bestreden.
Het boek van Conscience wordt echter door veel Vlamingen anders geïnterpreteerd. De Belgische Nederlandstaligen, die men vanaf de 19e eeuw ‘Vlamingen’ noemt, worden namelijk gediscrimineerd. De Franstalige burgerij heeft de macht. Het boek van Conscience en de
Guldensporenslag geven de Vlamingen moed om die discriminatie aan te pakken. Conscience en
zijn vrienden willen meer taalrechten voor de Nederlandstaligen in België. Later wordt de veldslag
een symbool voor de emancipatie van de Nederlandstaligen in een door Franstaligen beheerst
België. En vandaag vieren we de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap op 11 juli, de datum van de Guldensporenslag.
Schilderij van de Antwerpse kunstenaar Nicaise de Keyser (1813-1887), 5 x 6 m
Het origineel is vernietigd door een bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat is een kleinere kopie van Hendrik De Pondt (Stedelijke musea Kortrijk, olieverf op doek, afmetingen: 76,5 x 105,5 cm). Nicaise stelt het schilderij tentoon tijdens het salon van Brussel in 1836. Op het doek zie je hoe de Franse legeraanvoerder wordt gedood.
- Uit welke eeuw stamt het schilderij?
- Beschrijf de afbeelding in enkele zinnen in je eigen woorden. Let daarbij op de emoties en de gezichtsuitdrukkingen.
HEDENDAAGSE VERTALING
Bron 2 Conscience over de Guldensporenslag
De Fransen gebruikten een goed middel om zich alles te bezorgen en zich tezelfdertijd bij de Vlamingen hatelijk te maken. Elk ogenblik vertrokken er grote benden soldeniers uit de verschansing, om het land af te lopen en alles te roven, te plunderen of te vernielen. Die boze krijgsknechten hadden de bedoeling van hun veldheer Robrecht d’Artois ten volle begrepen; om ze uit te voeren, begingen zij de gruwelijkste misdaden, welke men in de oorlog plegen kan. Ter teken van verwoesting, waarmee zij het land van Vlaanderen bedreigden, hadden zij allemaal kleine bezems aan hun speren gehangen; daarmee wilden ze te kennen geven, dat zij kwamen om Vlaanderen te keren [schoon te vegen] en te zuiveren. Inderdaad, zij verzuimden niets om dit voornemen te volbrengen; na weinige dagen stond er in het ganse zuidelijke gedeelte van het land geen enkel huis, niet één kerk, of slot, of klooster, ja zelfs geen boom meer recht ...
Uit: Hendrik Conscience, De Leeuw van Vlaanderen, 1838
Meer informatie over de bron vind je in de lestekst.
- Omcirkel het juiste antwoord. Conscience is voor / tegen de Vlamingen.
TIP Bekijk de lestekst.
- Vergelijk met de tekst van de Gentse monnik (zie opdracht 5). Welk beeld geven ze beide van de Fransen?
Bron 3 Koning Albert richt zich tot de Vlamingen
Aan mijn volk!
Ween niet mijn volk, mijn trouwen. Ween niet Uw Koning leeft! Ik weet dat God ons eenmaal Ons Vlaanderen Wedergeeft. Al is het thans vermorzeld, Vertrapt, verscheurd, vernield. De Vlaamsche Leeuw is levend Met leeuwenkracht bezield Houdt moed, mijn trouwe natie en nooit de plicht verzaakt! Eens zal verlossing komen. Ook uw Koninginne waakt!
Prentbriefkaart, augustus 1914, bij het begin van de Eerste Wereldoorlog
- Hoe gebruikt koning Albert de Vlaamse geschiedenis en de Guldensporenslag?
De Walen krijgen de opdracht om zich de 600 Franchimontezen te herinneren die zich in Luik verzetten tegen Karel de Stoute.
België is bekend om zijn striptekenaars die de geschiedenis vaak in hun verhalen verweven. De Guldensporenslag is een dankbaar onderwerp.
OPDRACHT 7
Bron 1
Bob De Moor, De Leeuw van Vlaanderen, als reeks verschenen in het stripweekblad Kuifje, 1949-1950
Het verhaal – met als hoogtepunt de Gulden sporenslag – is gebaseerd op het werk van Conscience.
R. Matton en C. Verhaeghe, Kroniek der Guldensporenslag, deel 3: De Lente. Kortrijk 1995
In de jaren ’90 (20e eeuw) verschijnt de ‘Kroniek der Guldensporenslag’ van Ronny Matton en Christian Verhaeghe. In vier delen vertellen ze het verhaal van de Franse koning Filips de Schone die in zijn nachtmerries ziet wat er met zijn leger zal gebeuren in 1302.
- Lees de volgende omschrijvingen. Duid aan of ze bij de tekening van De Moor of bij de tekening van Matton en Verhaeghe passen.
dapper
Vlaamsgezind
wreed en bloeddorstig De Moor Matton en Verhaeghe
verheerlijken van het nationale verleden
tegen oorlog
De Fransen zijn de vijand.
De Vlamingen zijn even erg als de Fransen.
avontuurlijk
- Vat de boodschap van De Moor in een zin samen.
- Vat de boodschap van Matton en Verhaeghe in een zin samen.
- Leg uit: De twee stripverhalen geven een verschillend beeld van de Vlamingen.
Wat je na deze les moet kennen en kunnen:
KENNEN
1 het begrip ‘monarchie’ en
‘collectieve herinnering’ uitleggen 2 de begrippen ‘patriciërs’,
‘kroondomein’, ‘klauwaard’ en
‘leliaard’ uitleggen 3 de oorzaken van het conflict tussen de Franse koning en de
Vlaamse graaf uitleggen 4 de verhoudingen tussen de verschillende partijen uitleggen 5 de overwinning van de Vlamingen verklaren 6 twee bepalingen uit het Verdrag van Athis-sur-Orge geven 7 aantonen dat in de 19e eeuw en in de 20e eeuw de Guldensporenslag een andere betekenis krijgt 8 de Brugse metten verklaren
KUNNEN
1 historische vragen beantwoorden 2 de betrouwbaarheid van een bron beoordelen in functie van een historische vraag 3 informatie uit bronnen en kaarten afleiden 4 bronnen vergelijken 5 de invloed van de eigen standplaatsgebondenheid en die van anderen op de historische beeldvorming van de
Guldensporenslag analyseren 6 de historische betekenis die doorheen de tijd gegeven wordt aan de Guldensporenslag analyseren
Een aantal onderdeeltjes van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op diddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeeltje kent of kunt, zet je daar een kruisje voor.
LES E5 SCHEMA
De Guldensporenslag
1 De Vlaamse graaf strijdt tegen de Franse koning
leliaards klauwaards
Franse troepen bezetten het graafschap Vlaanderen. Centrum van het verzet: Brugge
2 De Guldensporenslag wordt uitgevochten op 11 juli 1302
Brugse metten
Het Vlaamse en het Franse leger • Vlaamse leger steunt op voetvolk. • Franse leger steunt op ruiterij.
Leger van de Vlaamse graaf verslaat het Franse leger op 11 juli 1302.
Verdrag van Athis-sur-Orge • Vlaanderen moet een zware belasting betalen. • Graafschap blijft Frans leen, maar onder controle van een graaf.
3 De Guldensporenslag gerecupereerd
De Guldensporenslag in onze collectieve herinnering
Hendrik Conscience schrijft in 19e eeuw ‘De Leeuw van Vlaanderen’.
Doel: duidelijk maken dat België niet onder Franse controle mag komen.
Vlaamse beweging verwijst naar het boek.
Reden: Om hun verzet duidelijk te maken tegen de discriminatie van Nederlandstaligen door Franstaligen in België.
Vlaanderen viert zijn feestdag op 11 juli.