12 HOOFDZAAK
SPUI 52 01 | 2020 alumni.uva.nl
tekst • Shirley Haasnoot beeld • Christoph van Balen (bachelor Economics and Business 2015) studeerde in 2013-2014 als uitwisselingsstudent in Chili. Tijdens dit jaar maakte hij deze foto in Bolivia voor de fotowedstrijd van BIS.
VIJFTIG JAAR STUDEREN IN HET BUITENLAND
GRENZEN VERLEGGEN Uitgerekend in het jaar waarin de UvA vijftig jaar internationale studentenmobiliteit viert, zijn door het coronavirus alle buitenlandse uitwisselingsprogramma’s opgeschort. Terwijl studenten noodgedwongen thuisblijven en festiviteiten worden uitgesteld, blikt SPUI terug op een halve eeuw academische reislust. Honderden over de grens studerende uitwisselingsstudenten aan de UvA kwamen dit voorjaar terug naar Nederland, soms halsoverkop met het laatste vliegtuig, voordat het coronavirus de wereld tot stilstand bracht. Ook de uitwisselingsstudenten uit het buitenland zijn in meerderheid naar huis vertrokken. Het zijn drukke tijden voor het Bureau Internationale Studentenzaken (BIS), bij veel alumni bekend als Bureau Buitenland, de naam die het tot begin jaren negentig had. Het bureau is een belangrijk aanspreekpunt voor ongeruste studenten en hun ouders en het is druk bezig met de planning van het komend academisch jaar. Vanwege de onzekerheden rond de verspreiding van het virus zullen de uitwisselingen in het eerste semester in ieder geval niet doorgaan, wat er in het tweede semester gebeurt is nog onduidelijk. Het BIS werd precies vijftig jaar geleden, op 1 juli 1970, opgericht maar stelt de eerder geplande feestelijkheden uit tot later dit jaar. Het is niet de eerste keer in het bestaan van het bureau dat een crisis tot noodmaatregelen leidt. Bij bijna alle grote gebeurtenissen in de wereld waren UvA-studenten aanwezig, van de Vietnamoorlog in de jaren zeventig tot de huidige studentenopstanden in Hong Kong, waar de UvA met vijf universiteiten samenwerkt en haar studenten dringend heeft verzocht om terug te keren. De afgelopen jaren vond er meer internationale uitwisseling plaats dan ooit tevoren. Dat is nog afgezien van de duizenden buitenlandse studenten vanuit de hele wereld, die tegenwoordig een volledig, veelal Engelstalig studieprogramma aan de UvA volgen. In de halve eeuw dat het bureau bestaat, vonden grote maatschappelijke veranderingen plaats, die ertoe leidden dat studeren over de grens steeds vanzelfsprekender is geworden. Reizen werd makkelijker en goedkoper, samenwerking tussen Europese landen bracht het Erasmusprogramma en de Engelse taal werd dominant in het internationale academische onderwijs. En ook de UvA veranderde, van een naar binnen gericht instituut dat als politiek links te boek stond, tot een internationaal georiënteerde universiteit die op veel gebieden meedoet met de wereldtop. In de afgelopen twintig jaar zijn naar schatting ruim vierenhalfduizend UvAuitwisselingsstudenten met begeleiding van Bureau Internationale Studentenzaken
naar het buitenland geweest. Daarnaast hebben bijna evenveel UvA-studenten via het Erasmusuitwisselingsprogramma aan een andere Europese universiteit gestudeerd. De studenten die de grens overgingen om stage te lopen of veldwerk in het buitenland te verrichten zijn daarbij niet meegerekend. Omgekeerd hebben naar schatting net zoveel buitenlandse studenten, via Erasmus of een ander uitwisselingsprogramma, tijdelijk aan de UvA gestudeerd.
KOUDE OORLOG Al sinds het ontstaan van het Athenaeum Illustre in 1632 hebben studenten en wetenschappers uit Amsterdam contact met universiteiten wereldwijd. Toen het bestuur van de UvA in 1968 voor het eerst een speciaal bureau voor internationalisering ter sprake bracht, studeerden jaarlijks zo’n driehonderd buitenlandse studenten aan de UvA, de studenten uit Suriname en de Nederlandse Antillen niet meegerekend. De helft kwam uit Indonesië, Duitsland en de Verenigde Staten en studeerde in grote meerderheid aan de faculteiten Geneeskunde en Letteren. Omgekeerd bezochten veel Amsterdamse studenten en onderzoekers korte of langere tijd universiteiten over de grens. Informatie uit de periode tot 1970 is vaak anekdotisch, aangezien uitwisselingen zeer gefragmenteerd georganiseerd werden en er geen aantallen zijn bijgehouden. Ook het verhaal over het ontstaan van het Bureau Buitenland heeft een hoog anekdotisch gehalte. In 1968, midden in de Koude Oorlog, bezochten enkele leden van de destijds sterk links georiënteerde Algemene Studenten Vereniging Amsterdam (ASVA) Moskou, waar ze contact hadden met een soortgelijke Russische studentenorganisatie. De ASVA-studenten kregen een warm onthaal waarna de Lomonosov Universiteit, de staatsuniversiteit van Moskou, ze een aanbod deed. Ieder jaar mochten zes of zeven UvA-studenten in de hoofdstad van de USSR een driemaandelijkse cursus Russisch volgen. In Amsterdam ging ASVA-bestuurslid Hans Brosse daarover in gesprek met de opleiding Slavische talen aan de UvA, waar men graag van het aanbod wilde gebruikmaken. Brosse vertelde later in een interview dat de ASVA hierna het College van Bestuur van de UvA voorstelde om een centraal Bureau Buitenland in te stellen.