7 minute read
De rede zal ons niet redden
from SPUI 49
by UvA Alumni
tekst Hugo van Dam en Bram van Vulpen
Wantrouwen ten opzichte van de wetenschap neemt vele vormen aan en wetenschappelijke zekerheden worden openlijk betwist. De zuivere rede biedt hier onvoldoende antwoord op. We moeten oog hebben voor de irrationele kanten van de mens en de ruimte bieden om te experimenteren.
Advertisement
In de kurkdroge woestijn van Californië stuift een zelfgebouwde raket de lucht in. Aan boord zit de Amerikaanse zestiger ‘Mad Mike’ Hughes. Op de raket prijken de woorden: Research Flat Earth. Deze lancering is niet zomaar voor de kick. Hughes is aangesloten bij de Flat Earth-beweging, die ervan overtuigd is dat de aarde de vorm heeft van een frisbee. Hij wil wetenschappelijk bewijzen dat de aarde plat is.
In zijn garage bouwde Hughes daartoe op eigen houtje een stoomraket, die vanaf een lanceerinstallatie op zijn camper kon opstijgen om zo van grote hoogte de ware vorm van de aarde te kunnen waarnemen. Voor zijn onderzoek wist Hughes via crowdfunding enkele duizenden dollars binnen te slepen. De andere helft betaalde hij uit eigen zak, van zijn inkomsten als chauffeur van een limousine. Na wat opstartproblemen vond begin 2018 een succesvolle lancering plaats. In luttele seconden steeg de gezagvoerder tot bijna zeshonderd meter hoogte.
Deze dappere vliegstunt staat niet op zichzelf. Afgelopen jaar zijn we getuige geweest van meerdere pogingen om een wetenschappelijke consensus te ontkrachten. Anti-vaccinatiesentimenten winnen aan kracht in het publieke debat, actievoerders in de Oostvaardersplassen lappen de wetenschappelijke adviezen voor het natuurgebied aan hun laars en de Amerikaanse president zet vraagtekens bij de menselijke rol in klimaatverandering. De strijd over de waarheid wordt breed uitgemeten in de media, met termen als fake news en alternatieve feiten. Een algemeen geaccepteerde waarheid onder de mensen zou zijn verdwenen in het zogenoemde post truth-tijdperk. Het wantrouwen in de wetenschap baart onderzoekers, politici, activisten en burgers zorgen.
Op de Roeterseilandcampus van de UvA houdt universitair docent psychologie Bastiaan Rutjens de wetenschapsscepsis nauwlettend in de gaten. Rutjens promoveerde in 2012 cum laude aan de UvA op het proefschrift Start making sense: Compensatory responses to control- and meaning threats. Hij is aangesloten bij de onderzoeksgroep Uncertainty Lab, waar hij samen met collega’s onderzoek doet naar risicopercepties, vertrouwen in instituties, en naar hoe attitudes worden vormgegeven en hoe mensen beslissingen nemen. Samen met Mark Brandt van Tilburg University bracht Rutjens onlangs een bundel uit over post truth-tendensen vanuit psychologisch perspectief. Belief systems and the perception of reality gaat in op de invloed van ideologie op de menselijke waarneming van de werkelijkheid.
Wat kunnen vondsten uit de psychologie ons vertellen over het wantrouwen in de wetenschap? Daarover spreken we Rutjens in een van de vele hippe koffietentjes die Amsterdam- Oost rijk is. Hij is amper een week vader en glundert van trots. Van enig slaapgebrek merken we niks. De laatste jaren is hij veel bezig geweest met de psychologische antecedenten van wetenschapsscepsis, vertelt hij. ‘Welke psychologische variabele draagt bij aan klimaatscepsis, vaccinatiescepsis of het wantrouwen ten aanzien van genetisch gemodificeerde organismen? Dit zijn allemaal controversiële wetenschappelijke onderwerpen waarover twijfel bestaat, net zoals de evolutietheorie en nanotechnologie. Ik wil proberen te achterhalen hoe het vanuit een psychologisch perspectief te verklaren valt dat mensen deze scepsis ervaren.’
Met kwantitatieve analyses, onder meer op basis van vragenlijsten, probeert Rutjens intra-individuele verschillen in waarheidspercepties te verklaren op basis van ideologie. Want hoe kan het dat mensen feiten totaal anders zien? Zien mensen überhaupt of er zoiets bestaat als ongelijkheid of een klimaatprobleem? Rutjens: ‘Dan kom je bij de perceptie van feiten. Wat zijn de feiten? En hoe kan het dat mensen feiten radicaal anders zien? Dat is waar het boek over gaat.’
Belief systems and the perception of reality is een literatuurverkenning waarin een internationale groep psychologen een aantal politieke discussies analyseert in het kader van post truth. Zij constateren dat retoriek en realiteit ver uit elkaar liggen in het huidige politieke tijdperk, zoals bij discussies over complottheorieën, genderongelijkheid en de dreiging van migranten. Wetenschappelijke resultaten worden op basis van vooringenomenheid betwijfeld door aanhangers van verschillende ideologieën.
Wantrouwen ten opzichte van de wetenschap is volgens Rutjens erg divers. ‘Wetenschapsscepsis is heterogeen, de ene vorm van scepsis is de andere niet. Je ziet dat klimaatscepsis door politieke ideologie wordt gedreven, maar dat bijvoorbeeld vaccinatiescepsis in de Verenigde Staten, anders dan in Nederland, vooral door religiositeit kan worden verklaard. En scepsis tegenover genetisch gemodificeerde organismen (GMO’s) wordt door geen van beide gedreven maar heeft meer te maken met een gebrek aan kennis over genen, wat genen zijn en hoe genetische modificatie werkt. Een beetje kort door de bocht kun je zeggen dat hoe minder verstand je van wetenschap hebt, hoe sceptischer je bent.’
Twijfels over de wetenschap hebben al langer de aandacht van UvA-onderzoekers. In 2011 publiceerden Huub Dijstelbloem en Rob Hagendijk Onzekerheid Troef: Het betwiste gezag van de wetenschap. Ruim tien wetenschappers verdiepen zich in deze bundel in de debatten over onder andere vaccinatie tegen baarmoederhalskanker en het vertrouwen in de economische wetenschap en de modellen die zij voortbrengt. Overkoepelend stellen zij de vraag hoe om te gaan met onzekerheid in wetenschap, politiek en samenleving. Dijstelbloem en Hagendijk concluderen onder meer dat wetenschappers nog wel eens over het hoofd zien dat zij geen allesbepalende rol spelen. Het gaat in de eerste plaats om maatschappelijke kwesties, waarbij burgers nog wel eens buiten spel worden gezet.
Waarheidsproductie
Er bestaan diverse waarheidspercepties in de samenleving en daar hebben wetenschappers mee om te gaan. Hoe is dat zo gekomen? Volgens socioloog Jaron Harambam omdat de waarheid op losse schroeven is komen te staan. In het café van cultureel studentencentrum CREA vertelt hij ons over zijn onderzoekservaringen met wetenschapssceptici. ‘De wetenschap heeft niet langer het alleenrecht op waarheidsproductie. Dat heeft niet alleen maar te maken met het dalende vertrouwen in de wetenschap. Er is een open markt voor waarheid ontstaan en verschillende partijen met verschillende achtergronden, ideologieën en onderzoekspraktijken spelen daar nu een rol in.’
Op die markt van waarheid en kennis, met als spelers onder meer burgers, politici, wetenschappers en activisten, is volgens Harambam meer competitie gekomen. ‘De opkomst van internet heeft dat gefaciliteerd. Mensen zijn zelf veel actiever op zoek naar waarheden.’
Harambam is postdoctoraal onderzoeker aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid bij het Fair News Project. Hij studeerde sociologie en volgde de onderzoeksmaster Social Sciences aan de UvA. Vorig jaar promoveerde hij cum laude aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het proefschrift The Truth is Out There: Conspiracy Culture in an Age of Epistemic Instability. In zijn promotieonderzoek bracht hij de belevingswereld van complotdenkers nauwgezet in kaart. Hij keerde dit jaar terug naar de UvA en onderzoekt nu de rol van algoritmes in de verspreiding van (nep-)nieuws op internet.
Harambam haalt zijn inspiratie uit het werk van de Franse filosoof Bruno Latour, die met een baanbrekend onderzoek het proces van wetenschappelijke waarheidsproductie deconstrueerde. In de jaren tachtig bracht Latour daar veel controverse mee teweeg, door te stellen dat wetenschappelijke waarheid een kwestie van oorlog en strijd is, verklaard vanuit zijn Actor-Netwerk Theorie. Latour wordt verweten dat zijn constructivistische ideeën de autoriteit van de wetenschap ondermijnen. Harambam ziet dat anders: ‘Ik denk juist dat vasthouden aan het positivistische wetenschapsideaal de wetenschap ondermijnt. Het geeft een vals beeld van wat wetenschap is.’ Het positivisme gaat uit van een objectieve wereld, waar feiten kenbaar zijn door empirisch onderzoek. Volgens Harambam is ‘consensus over de basisfeiten – wat die ook mogen zijn – geen noodzakelijke voorwaarde voor democratie. Je kan juist discussie hebben over de feiten.’ Hij vindt het in dit licht niet gek dat steeds meer wetenschappelijke zekerheden openlijk worden betwist. De Flat Earth-beweging is hiervan een duidelijk voorbeeld, met de zelfgebouwde raket van Hughes als hoogtepunt.
Maar hoe dienen wetenschappers om te gaan met sceptici die beweren de échte waarheid achter bijvoorbeeld vaccineren te onthullen? In Nederland speelt al langere tijd een discussie rondom de effecten van het vaccineren van baby’s en kinderen. Anti-vaxxers worden meestal weggezet als mensen die het niet begrijpen. Zij krijgen als remedie voor hun ‘waanideeën’ meer en betere informatie. In hun bundel pleiten Rutjens en Brandt voor ‘een op feiten gebaseerd sociaal en politiek discours’. Afwijkende percepties dienen te worden gecorrigeerd. Dit past binnen de ‘purificatiestrategie’ waar ook Dijstelbloem en Hagendijk aan refereren: irrationaliteit en onverantwoordelijkheid uitbannen met zuivere rede.
In ons gesprek stelt Rutjens dat beeld bij. ‘Meer informatie over vaccinatie helpt niet bij oprecht bezorgde antivaxxers. Je moet proberen om mee te gaan met hun ideologie en intuïties. De jiujitsu-benadering: meerollen en het zo framen dat vaccinaties opeens wel passen in hun ideologische of morele werkelijkheid.’ Dat is echter ingewikkelder bij kwesties waarbij gebrek aan consensus over een geaccepteerde waarheid grote gevolgen kan hebben, zoals klimaatverandering. De angst van wetenschappers en beleidsmakers voor strijd over de waarheid is volgens Harambam overdreven. ‘Mensen hebben zorgen en twijfels. Die zien een overheid die steeds meer de richting op gaat van het verplicht vaccineren van kinderen, en ze zien op internet video’s van moeders met kinderen die autistisch zijn geworden nadat ze zijn gevaccineerd. Als de dokter bij een consult tegen hen zegt dat hun zorgen onzin zijn, voedt dat hun scepsis.’
Harambam pleit ervoor die zorgen te erkennen. ‘Dan denk ik dat voor heel veel mensen de vaccinatieangst weggaat.’ De zuivere rede zal ons niet redden, klinkt het door in het verhaal van Harambam. We moeten juist meer oog hebben voor de diverse invullingen die mensen geven aan de waarheid. Ook moeten we niet pretenderen dat alleen de wetenschap eigenaar is van de rede en iedereen die daar niet in meegaat irrationeel is. ‘Als we de zorgen van mensen niet serieus nemen, dan groeit het wantrouwen alleen maar.’
Celbioloog
Hoewel het vertrouwen in de wetenschap in de Verenigde Staten daalt, stelt een rapport van het Rathenau Instituut dat afgelopen zomer verscheen, dat dit vertrouwen in Nederland de laatste jaren ‘onverminderd hoog’ blijft. Ten opzichte van instituties als de rechtspraak, kranten en de regering doet de wetenschap het goed in ons land. Zorgen over het tanende gezag van de wetenschap lijken onnodig.
Volgens Rutjens zit het probleem vooral in het wantrouwen jegens specifieke vormen van wetenschap en wetenschappers. ‘Mensen kunnen de wetenschap als instituut vertrouwen maar een diep wantrouwen koesteren jegens de celbioloog die met genen aan het prutsen is.’ In bepaalde domeinen van de wetenschap ziet Rutjens echter wel dat het vertrouwen afkalft. ‘Als het gaat om klimaat, GMO en vaccinatie zie je echt dat bepaalde mensen daar een enorm wantrouwen tegen koesteren. Daar komt ook een confirmation bias bij kijken: ik geloof al dat GMO’s slecht zijn en je kan de wetenschap dus niet vertrouwen als die zegt dat er eigenlijk niks aan de hand is.’
Ook Harambam ziet dat wantrouwen vaker betrekking heeft op wetenschappers dan op de wetenschap. 'Uit mijn promotieonderzoek bleek dat er wellicht minder vertrouwen is in de wetenschap als instituut en de mensen die erin werken, maar tegelijkertijd bleek dat er juist veel vertrouwen was in de wetenschappelijke methode als manier om kennis te vergaren. Er is sprake van een science confidence gap – een term die ik leen van de Tilburgse hoogleraar Peter Achterberg.’
De Flat Earthers die met semiwetenschappelijke methodes en zelfgebouwde instrumenten proberen te bewijzen dat de aarde plat is, lijken daar een voorbeeld van. Het is een uitdaging voor de wetenschap om ook sceptici zoals ‘Mad Mike’ Hughes de ruimte te geven.