HJK maart 2014 (41-07)

Page 1

Vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen

Spel met

betekenisvolle spelscripts Motivatie van

leerlingen meten Vanwaar die agressie? ‘De pester’ in beeld

Nr. 7 - Jaargang 41 – maart 2014

www.hjk-online.nl


Inhoud

Colofon nr 7 - maart 2014

spelen

4

Uitgave ThiemeMeulenhoff, Amersfoort

Mirella Raijmakers

Spel met betekenisvolle spelscripts Spel is een krachtig middel om jonge kinderen in ontwikkeling te brengen. Het gebruik van een spelscript kan een goede manier zijn om spel op gang te brengen en goed te laten verlopen.

sociaal-emotioneel

10

Diny van der Aalsvoort

Motivatie van leerlingen meten Het kan voor de leerkracht een uitdaging zijn om ieder kind te motiveren. Wat weten we over motivatie? Een vergelijking tussen gegevens over motivatie van Nederlandse en Finse vijfjarigen.

Zó doe

Ik dat

16

22

Corinne Meij-Boon

Een overzichtelijk verjaardagsritueel

Wilna Meijer

Weten waarvoor je naar school gaat Jonge kinderen zouden op een niet-schoolse manier benaderd moeten worden, waarbij het accent ligt op vrije activiteit in een rijke omgeving. Waarom is dit noodzakelijk? Waar zou de focus moeten liggen? Een betoog van Wilna Meijer.

... en verder 8

Cadeau bij een abonnement

15

Voordeel voor abonnees

28

Greet Caminada en Marcella Klamer – ‘De pester’ in beeld

34

Verwacht in HJK

Abonnementenadministratie HJK Abonneeservice Postbus 2238 5600 CE Eindhoven [T] 088 2265 242 [E] hjk@mijntijdschrift.com Abonnementsprijzen Regulier abonnement: € 67,95 Studentenabonnement: € 36,50 Proefabonnement (3 nummers): € 13,50 Los nummer: € 10,Extra thuisabonnement: € 50,Combi-abonnement HJK en JSW: € 105,Digitaal nummer: € 6,Proefabonnement (digitaal): € 10,Jaarabonnement (digitaal): € 39,Alle prijzen zijn incl. BTW en porti binnen Neder­land. Woont u in het buitenland? Neem dan contact op met abonnementenbeheer. Abon­ne­ menten kunnen op elk gewenst moment ingaan. Opzeggingen uiterlijk 1 maand voor het aflopen van het abonnementsjaar. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Hoofdredacteur Iris van den Berg Bureau- en webredactie Evelien de Lange Redactie Aleid Beets Kessens (voorzitter), Denise Bontje, Anneke Elenbaas, Annika de Haan, Ad van der Heijden, Henrike van den Hurck

In iedere groep zitten kinderen met specifieke begeleidings- en onderwijsbehoeften. Zij hebben behoefte aan duidelijkheid en structuur. Bijzondere activiteiten, zoals bijvoorbeeld het vieren van een verjaardag, vragen extra voorbereiding. Hoe pak je dat aan op een manier dat het voor elk kind prettig verloopt? beleid

HJK De wereld van het jonge kind Onafhankelijk vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen. Jaargang 41, nummer 7/2014 © 2014 – ISSN 0165-4772

Rubrieken 9 14 20 26 27 32

Aan de slag! Donderstenen PrentenboekIndruk Prentenboek van de maand BoekIndruk

Redactieassistent Nicole van Barneveld-Visser Redactieadres HJK Postbus 400 3800 AK Amersfoort [T] 033 448 34 54 [F] 033 448 3 999 [E] hjk@thiememeulenhoff.nl [I] www.hjk-online.nl Netwerkleden Diny van der Aalsvoort, Annerieke Boland, Kees Both, Kim Freriks, Karin Hoogeveen, Peter Nikken, Bea Pompert, Esther Ruel Engelman, Elly Singer, Dirk van der Straaten, Hilco van Stuyvenberg, Marianne Verhallen, Peter de Vries Omslagfoto Isabel Nabuurs Fotografie Ontwerp lay-out en vormgeving FIZZ reclame + communicatie – Meppel Druk Drukkerij Ten Brink Meppel Advertentie-exploitatie Joop Slor (joop@recent.nl) / Ray Aronds (ray@recent.nl) Postbus 17229 1001 JE Amsterdam [T] 020 330 89 98 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

Journaal

HJK maart 2014

3


spelen

Als spelen niet vanzelf gaat…

Spel is een krachtig middel om jonge kinderen in ontwikkeling te brengen. Het gebruik van een spelscript kan een goede manier zijn om spel op gang te brengen en goed te laten verlopen.

Mirella Raijmakers is Specialist Jonge Kind en Spelspecialist. Ze is onderbouwcoördinator en groepsleerkracht op basisschool De Brink in Melderslo

S

pel is een natuurlijk, spontaan proces en vindt plaats vanuit een innerlijke drang en motivatie. Maar wat doe je als spel te weinig op gang komt of gedurende een thema minder goed verloopt? Hoe kun je ervoor zorgen dat er groei is van eenvoudige rolgebonden handelingen naar volgroeid rollenspel? Welke impuls kun je als leerkracht geven die betekenisvol is voor kinderen? Spel is een krachtig middel om jonge kinderen in ontwikkeling te brengen en het gebruik van een spelscript kan hierbij een goed middel zijn.

Begeleiding van rollenspel Als leerkracht heb je een belangrijke taak om de spelontwikkeling van rolgebonden handelingen naar een hoog niveau van rollenspel te begeleiden en te stimuleren. Je kan als het ware de kinderen leren spelen. Bodrova (2008) noemt verschillende mogelijkheden om de kwaliteit van rollenspel systematisch te bevorderen. Ze noemt het belang om met kinderen de inhoud van een rol te onderzoeken: welke handelingen, welke taal en welke interactie hoort bij een bepaalde rol? Kinderen hebben kennis nodig van een bepaalde rol om deze goed te kunnen spelen. Deze kennis kunnen ze verkrijgen door met volwassenen bijvoorbeeld boeken te bekijken, gasten uit te nodigen en uitstapjes te maken. Gesprekken met kinderen geven informatie over welke betekenis dit voor hen heeft. Hierdoor krijgt je als leerkracht zicht op welke rollen kinderen binnen het thema al kennen en welke rollen nog uitgebreider besproken kunnen worden. Daarnaast biedt het gebruik van spelscripts kansen om de ontwikkeling te stimuleren en de spelkwaliteit te verhogen. Eerst verken je samen een rol en bespreek je de inhoud, als vervolgstap visualiseer je deze rol in een spelscript. Dit vraagt grote inzet van jou als leerkracht om kinderen te laten zien welke invulling aan rollen gegeven kan worden en deze in een spelscript weer te geven. Het effect van het gebruik van spelscripts is groter als kinderen actief kunnen meedenken en meebepalen hoe een spelscript eruit ziet. 4

HJK maart 2014

• Mirella Raijmakers

Betekenisvolle spelscripts Betekenisvol spelscript Wanneer hebben activiteiten betekenis voor kinderen? Volgens Janssen-Vos (2006) is betekenis hebben op twee manieren uit te leggen. Ten eerste door vragen te stellen zoals: is het onderwerp, het materiaal of de activiteit zinvol voor het kind? Heeft het kind interesse in deze activiteit? Wat is de motivatie voor het kind om hieraan te willen deelnemen? Welke betekenis heeft het voor dit kind waardoor het bij deze spelactiviteit een hoge betrokkenheid laat zien? Ten tweede doordat binnen deze motivatie van het kind de zone van naaste ontwikkeling ligt. Het kind laat in spel zien wat het wil leren, maar wat het nog niet zelfstandig kan. Door zicht te hebben op de zone van naaste ontwikkeling krijg je als leerkracht de kans om nieuwe spelimpulsen te geven, die het kind een stap verder brengen in de spelontwikkeling. Gebruik maken van een spelscript kan een impuls zijn, waarmee de leerkracht verschillende bedoelingen heeft. Van Baekel-Kan en Van Duin (2008) geven hiervoor meerdere mogelijkheden, bijvoorbeeld om nieuwe spelideeën op te doen of om tot zelfsturing te komen (zie kader op pagina 5). Een spelscript kan vooraf besproken worden, als reminder gebruikt worden tijdens het spelen en als middel om de rol na te bespreken en te evalueren. Een zinvolle manier is om een script onderdeel te laten zijn van de rol die een kind kan spelen. Het script heeft een functie binnen die spelrol en is een onderdeel van het spel. Een spelscript krijgt hierdoor een vanzelfsprekende, persoonlijke betekenis. Het natuurmuseum In groep 1/2 van basisschool De Brink is gestart met het thema ‘kriebelbeestjes’ en kinderen komen al snel op het idee om een museum te maken. In een gesprek kiezen de kinderen welke


sociaal-emotioneel

Vergelijking tussen Nederlandse en Finse vijfjarigen

Motivatie van leerlingen meten Het kan voor de leerkracht een uitdaging zijn om ieder kind te motiveren. Wat weten we over motivatie? Een vergelijking tussen gegevens over motivatie van Nederlandse en Finse vijfjarigen.

Diny van der Aalsvoort is ontwikkelingspsycholoog en orthopedagoog. Zij is als associate lector Reken-wiskundedidactiek verbonden aan Saxion Hogeschool Deventer, g.m.vanderaalsvoort@saxion.nl

W

e gaan er vaak van uit dat kinderen altijd zin hebben om te leren, als een natuurlijke behoefte waar ze aan toe willen geven. Toch weten we dat er kinderen zijn die om allerlei redenen bang reageren bij iets nieuws in de klas, ze ontwijken een opdracht, ze geven snel op, ze reageren bedrukt als ze een activiteit mogen kiezen. Je wilt als leerkracht graag ieder kind kunnen motiveren voor verschillende activiteiten. Gemotiveerd zijn voor een taak betekent dat het beter lukt om jezelf bij de taak te houden. Deze vaardigheid, ook wel zelfregulatie genoemd, is een goede voorspeller van schoolse vaardigheden. Opdrachten die een beroep doen op tellen of sorteren of kleuren binnen de lijnen bijvoorbeeld vinden kinderen niet vanzelf betekenisvol. Als dergelijke opdrachten aansluiten bij hun belevingswereld of wanneer de leerkracht het belang van de opdracht weet te verbinden aan de interessesfeer van de leerling versterkt de leerkracht de natuurlijke neiging van de leerling om zich in te zetten. Van leerkrachten vraagt dit om besef van de mate waarin een kind geneigd is dergelijke opdrachten uit te voeren.

Nederland vs. Finland Al in de jaren negentig van de vorige eeuw ontdekten de Finse onderzoeker Lepola en collega’s dat gemotiveerd zijn op jonge leeftijd een goede voorspeller is van latere lees- en rekenvaardigheid. Toen ik met hen kennis maakte en zag hoe zij motivatie van jonge leerlingen vaststelden was ik meteen geïnteresseerd. Ik wist niet beter dan dat motivatie op jonge leeftijd (zo rond een jaar of 5) nog niet volledig is ontwikkeld. Onderzoek van Stipek en collega’s (1992) had laten zien dat bij kinderen op deze leeftijd gedrag dat naar motivatie verwijst vooral wordt uitgelokt omdat ze hun juf aardig vinden: ze redeneren dat ze iets goed kunnen als de juf hen aardig vindt. Kinderen zijn op die leeftijd nog niet

Kinderen redeneren dat ze iets goed kunnen als de juf hen aardig vindt

10

HJK maart 2014

uit zichzelf gemotiveerd. Het besef dat de juf hen complimenteert omdat ze iets goed kunnen, hebben ze nog niet. Volgens Lepola is de inschatting van leerkrachten over gedrag dat naar motivatie verwijst een goede voorspeller van latere leerproblemen. Dat zou betekenen dat motivatie voor taken zich al eerder ontwikkelt. Dat gaf te denken. Zou het zo kunnen zijn dat dit voor kinderen in het Nederlandse onderwijssysteem ook zo is? Het Nederlandse onderwijssysteem vraagt van vijfjarigen immers al behoorlijk wat schoolse verplichtingen in tegenstelling tot het Finse onderwijssysteem waarbij van kinderen pas echt schoolse vaardigheden worden gevraagd rond het zevende jaar! Daarom lag een vergelijkende studie voor de hand. We kregen de beschikking over de vragenlijst, lieten diverse studenten van de pabo en van de richting pedagogiek van de Hogeschool Utrecht en de Rijksuniversiteit Groningen aan leerkrachten van zo’n honderd scholen vragen om de vragenlijst in te vullen en vergeleken die met de uitkomsten die mijn Finse collega verzameld had. In deze bijdrage staan de uitkomsten van de studie. We hopen met dit artikel aandacht te vragen voor gedrag dat naar motivatie verwijst en het belang om met deze informatie iets te doen in de klas.

Motivatie van jonge leerlingen Er wordt gesproken van motivatie als het gaat om gedrag dat leren bevordert bij een taak die een kind uitvoert. De kenmerken van motivatie komen naar voren op verschillende momenten en tijdens allerlei opdrachten. Deze worden zichtbaar als leerlingen zelf beginnen aan een taak, maar ook als ze hun gedrag zelf moeten reguleren bijvoorbeeld doordat ze keuzevrijheid hebben en de taak om inspanning en/of doorzettingsvermogen vraagt. De rol van de omgeving is echter erg groot. Je wordt niet gemotiveerd geboren: intrinsieke motivatie ontwikkelt zich onder invloed van de reacties van de omgeving op je gedrag tijdens het uitvoeren van een opdracht.


Zó doe

Ik dat

In deze rubriek wordt een activiteit beschreven

Verjaardagen van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften

Een overzichtelijk verjaardagsritueel In iedere groep zitten kinderen met specifieke begeleidings- en onderwijsbehoeften. Zij hebben behoefte aan duidelijkheid en structuur. Bijzondere activiteiten, zoals bijvoorbeeld het vieren van een verjaardag, vragen extra voorbereiding. Hoe pak je dat aan op een manier dat het voor elk kind prettig verloopt?

Corinne Meij-Boon is leerkracht groep 1/2 en bouwcoördinator op SBO De Wissel in Hoorn. Daarnaast bezoekt zij namens Centrum Passend Onderwijs van De Wissel basisscholen met hulpvragen over kleuters met specifieke onderwijsbehoeften, zij leidt deze collega’s op en geeft hen begeleiding

• Corinne Meij-Boon

Een vast ritueel: juf steekt de kaarsjes aan en de traktatie komt tevoorschijn

16

HJK maart 2014


beleid

Het accent op vrije activiteit in een rijke omgeving

Weten waarvoor je naar school gaat Jonge kinderen zouden op een niet-schoolse manier benaderd moeten worden, waarbij het accent ligt op vrije activiteit in een rijke omgeving. Waarom is dit noodzakelijk? Waar zou de focus moeten liggen? Een betoog van Wilna Meijer.

I

n 2013 verscheen mijn boek Onderwijs, weer weten waarom bij uitgeverij SWP. Om te beginnen zette ik daar de vernieuwingen in het onderwijs van de laatste decennia op een rij. In dat verband overdacht ik mijn eigen bijdragen aan discussies over die onderwijsvernieuwingen nog eens opnieuw, gedachten die in artikelen in Nederlandstalige, praktisch pedagogische tijdschriften verschenen, onder andere in dit tijdschrift. Toen ik alles een op een rij had, zag ik als rode draad een eigenaardige paradox, namelijk dat er een ontwikkeling is ingetreden van ontscholing van de school, maar tegelijkertijd van verschoolsing van het kinderleven. Voor het jonge kind dreigt door de toename van programmatisch werken vooral het gevaar van verschoolsing. Ik pleit voor een geheel eigen plaats en betekenis van het ‘onderwijs’ voor het jonge kind binnen het schoolsysteem als geheel: voor een niet-schoolse benadering (de aanduiding ‘kindergarten’ was zo gek nog niet) waarbij het accent ligt op vrije activiteit, dus op spel en informeel leren, in een rijke omgeving.

Paradox: ontscholing én verschoolsing In het leven van kinderen van vandaag is verschoolsing opgetreden. Zij brengen steeds meer tijd door op school. Ze gaan meer jaren naar school, omdat het op steeds vroegere leeftijd begint: de instructie, het toetsen, het opbrengstgericht werken, op vier-, maar liever zelfs nog op drie- of tweejarige leeftijd. Deze vorm van verschoolsing raakt dus peuters en kleuters. Maar ook in het leven van ‘schoolkinderen’ (zes jaar en ouder) is verschoolsing aan te wijzen, omdat ze steeds langere dagen op school maken. De verlengde schooldag, de kantoorurenschool of de brede school zijn tegenwoordig ingeburgerd. Op zo’n school kunnen kinderen van ’s morgens vroeg tot aan de avond blijven, zodat behalve in onderwijs ook in kinderopvang is voorzien gedurende de uren dat de ouders werken. Het lijkt mij tijd voor een vraagteken bij de vanzelfsprekendheid, het gemak, waarmee de vrijheid 22

HJK maart 2014

van kinderen op deze manier wordt ingeperkt. De school krijgt trekken van een total institution – het begrip van de socioloog Goffman waarvoor gevangenissen en psychiatrische inrichtingen model staan. Zo erg is het natuurlijk niet: kinderen zijn thuis voor het avondeten en slapen in hun eigen bed. Maar als we het idee een tikje afzwakken, zoals Lewis Coser met het begrip van Goffman deed, is het wel van toepassing. Deze scholen zijn voorbeelden van een gulzige institutie. Ze souperen heel veel tijd van de kinderen op. Hun eigen vrije tijd nadert op doordeweekse dagen nul.

• Tom van Limpt

Wilna Meijer is als universitair hoofddocent algemene pedagogiek werkzaam aan de Rijksuniversiteit Groningen

De instructie, het toetsen,


sociaal-emotioneel

De vaktherapeut beeldend geeft hulp

‘De pester’ in beeld Als het over pesten op school gaat is de focus vaak gericht op het slachtoffer en de hulp en steun die deze nodig heeft. Maar het gedrag van de pester komt meestal niet uit de lucht vallen. Naast de zorg van de leerkracht heeft de pester vaak extra begeleiding nodig. In dit artikel komen enkele voorbeelden aan bod van een vaktherapeut beeldend die op een basisschool hulp geeft aan kinderen in probleemsituaties.

Greet Caminada is psycholoog en pedagoog. Zij is ouddocente pabo en oudonderwijskundig medewerkster CPS Marcella Klamer is vaktherapeut beeldend, gecertificeerd DDS, RSiGE, RSiME, MBT. Als geregistreerd Vaktherapeut is zij opgenomen in het register voor Vaktherapeuten (SRVB)

Twee zesjarigen Perr (6 jaar) is een hoogbegaafde jongen die in de klas van juf Marrie heel goed kan meekomen, maar hij vertoont probleemgedrag. Hij heeft onverklaarbare woedeaanvallen, waarbij hij heftig uitvalt naar andere kinderen. Dan slaat en schopt hij en beleeft zichtbaar genoegen aan het pesten. Perr zegt vaak: ‘Ik vind pesten heel leuk’. Hij heeft geen vriendjes. Juf Elise maakt zich zorgen om Mark (net als Perr 6 jaar). Hij kan niet meekomen in de klas, wordt erg dik en valt steeds vaker en ernstiger andere kinderen lastig. Hij scheldt en vloekt en Elise verbaast zich vaak over de krachttermen die deze zesjarige gebruikt. Andere kinderen klagen dat hij pest. De laatste tijd is hij steeds minder aanspreekbaar op zijn gedrag en haalt zijn schouders op als hij een standje krijgt. Zijn klas- en leeftijdgenootjes gaan hem mijden en hij trekt vaker op met wat oudere kinderen die opvallen door negatief ‘stoer’ gedrag. Het is bekend dat zijn moeder is gestorven toen hij nog maar een half jaar oud was. Beide kinderen verschillen uiteraard van elkaar, elke situatie is anders, ‘de pester’ bestaat niet. Maar van beide kinderen vragen de leerkrachten zich af waar het gedrag vandaan komt en hoe het is op te lossen. Beiden worden aangemeld bij Lynn, de vaktherapeut beeldend die enkele dagdelen per week op de school werkzaam is. Ze weten dat zij onderzoek kan doen bij kinderen in probleemsituaties en specifieke adviezen ter ondersteuning kan geven. Lynn wil in de observatieperiode een zo breed mogelijk beeld krijgen van het kind en zijn systeem. Pas als ze dat duidelijk heeft volgt de behandeling.

Observatie en behandeling van Perr Perr komt op therapeut Lynn doortastend over en ziet er gezond en verzorgd uit. Hij is de oudste in een gezin met drie kinderen en heeft nog een broertje en een zusje. 28

HJK maart 2014

In het intakegesprek blijkt dat de ouders zeer betrokken zijn bij hun kinderen. Tijdens de observatieperiode werkt Perr samen met Lynn aan een schilderwerkstuk als zij met het kind in gesprek komt over wat hem bezig houdt. Perr zegt dat hij thuis niet mag schilderen. Dit verbaast Lynn omdat de ouders in het intakegesprek vertelden veel aan diverse creatieve werkvormen te doen. Zij vraagt door en Perr vertelt dat zijn zusje ‘achter’ is en dat ze daardoor zijn werkstukken kapot maakt. Als Lynn een opmerking maakt dat dat heel vervelend voor hem moet zijn verzucht hij: ‘Ja, maar ook voor papa en mama.’ Perr lacht nu niet meer en in het verdere gesprek wordt duidelijk dat hij zich zorgen maakt om zijn ouders. Ook valt op dat hij zijn boze gevoelens bedekt, het lijkt alsof hij zich ervoor schaamt. Hij wil er niet over praten en als Lynn het woord boosheid laat vallen kijkt hij weg en valt stil. Gedurende de volgende observatiesessies blijkt bovendien dat Perr opvallend veel behoefte heeft aan structuur. Als Marrie bijvoorbeeld zegt dat ze ’s middags naar de bibliotheek gaan, maakt Perr zich zorgen of het echt wel door zal gaan. Immers, Marrie heeft al vaker dingen beloofd die niet doorgingen. Hij vertelt dit aan Lynn maar zegt niets tegen zijn ouders en ook niet tegen Marrie. Wanneer Lynn deze mogelijkheden noemt, legt hij uit dat hij zijn ouders wil sparen en dat hij het moeilijk vindt om tegen Marrie te zeggen dat zij haar belofte niet na is gekomen. En misschien heeft hij daar wel gelijk in: omgaan met feedback is niet altijd gemakkelijk voor een leerkracht en zeker niet als die feedback komt van een kind. Na de observatieperiode van zes maal wekelijks drie kwartier, volgt de behandeling die bij Perr zo’n vijftien sessies duurt. In een van de eerste sessies stelt Lynn voor dat hij direct op de werktafel gaat schilderen. Dit werkt vaak goed voor kinderen die hun gevoelens willen wegdrukken, omdat ze het geschilderde steeds weer kunnen uitvegen, zo ook voor Perr. Hij schildert boosheid,


Verwacht in HJK Integraal Kind Centrum

Special: IKC

special

Een Integraal Kind Centrum (IKC) plaatst ontspanning, opvoeding en onderwijs in een professioneel kader, vanuit het perspectief van één pedagogische en didactische aanpak en werkwijze. Waar moet je rekening mee houden als je start met een IKC? Op welke wijze wordt de vertaalslag gemaakt naar de praktijk? In deze special vind je verschillende theorieën en praktijkvoorbeelden.

HJK (De wereld van het jonge kind) bestaat al 40 jaar en is het bekendste vakblad voor ont­wikkeling, opvoeding en onder­wijs aan jonge kinderen. HJK biedt actuele en betrouwbare vakinformatie en maakt daarbij een koppeling tussen theorie en praktijk.

Niet missen?

Succeservaringen

‘Gewenst gedrag’, ‘communicatie met ouders’, ‘nee zeggen’. Jan de Bas bespreekt drie vakboeken over succeservaringen.

Ontvangen jullie HJK wel op school, maar mis je het blad vaak? Neem dan een thuisabonnement voor slechts € 50,00. Kijk op: www.hjk-online.nl

Stress signaleren © Orlande Claercks – Visualisering signaleringsplan

Jonge kinderen met autisme ervaren veel stress. Door hen middels een signaleringsplan inzicht te geven in de verschillende fasen van stress kunnen ze leren deze te signaleren.

Proefabonnement HJK Ook leuk voor thuis! 3x voor €13,50* Abonnement stopt automatisch!

Bouw en!

specia l

Vakblad voo en onde r ontwikkeli ng rwijs aa n jonge , opvoeding kinderen Vakblad voo en onderwr ontwikkeling, opv ijs aan jon oed ge kinder ing en Vakblad voor ontwik keling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen

Gedrag: eerst Ontwikkebegrijpe lingsprofi n, dan handeljt: Bouwen ! en

Rekenontwikkelin g S te van kleu rklaas Bters ouwin en en en taalonde

sociale

twikkelin rwijs Risicovol speonl op g het sch K en ool ple Co in gniti naar ef lereijk s n p m e et l bouwmatvan kleu Zo bevorder je eriaal ters autonomie bij kinderen

Meer dan

50% korting! Nr. 3 Ja

argang 41

www.h

ang 41 –

www.hjk-

HJK13_12

34_TDS_n

Nr. 5 - Jaargang

r3.indd

1

307 Omslag Grip op de groep

– nov. 20

jk-onlin

Nr. 4 - Ja arg

e.nl

13

dec. 2013

online.nl

41 – jan. 2014

www.hjk-online. nl

HJK13_1286

_TDS_nr4.in

dd 1

10-10-13

HJK13_1377_TDS_nr5

.indd 1

* De vermelde abonnementsprijzen zijn geldig t/m augustus 2014

07-11-13 05-12-13 14:19

Meer weten? Ga naar www.hjk-online.nl of bel 088-2265242 34

HJK maart 2014

Grip o Van de Het bo leerkra ook an Hoe ga een go is, kun leerom In dit b een kla aan het method spelen kunt m Voor de zijn er v dat aan wat de De Vree voor de om kun Op de s tools te en zijn e onder an onderwi Ieder kin school te

11:47

10:41


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.