HJK 9 - Mei 2014

Page 1

Vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen

Tijd voor seksuele

opvoeding!

Zo monitor je een

goede leesstart De rol van motoriek bij taalontwikkeling

Nr. 9 - Jaargang 41 – mei 2014

www.hjk-online.nl


Inhoud

Colofon nr 9 - mei 2014

sociaal-emotioneel

4

Uitgave ThiemeMeulenhoff, Amersfoort

Channah Zwiep

Help, ze spelen doktertje! Kleuters verkennen op hun eigen manier seksualiteit. Seksuele ontwikkeling roept de vraag op hoe je dit moet begeleiden. Deze zogenaamde handelingsverlegenheid vraagt om concrete pedagogische handvatten. Tijd voor seksuele opvoeding!

taal

10

Cor Aarnoutse en Aafke Bouwman

Monitoren van een goede leesstart Het realiseren van een goede leesstart voor alle leerlingen is dagelijks werk voor veel leerkrachten in groep 1 en 2. Hoe weet je of je aanpak effect heeft op de leesvoorwaarden van de kinderen?

rekenen

16

Diny van der Aalsvoort, Wina Bootsma en Larissa Odendaal

Hoe bevorder je ontluikende gecijferdheid?

Wat is een passende aanpak bij het aanbieden van activiteiten die ontluikende gecijferdheid bevorderen in verbinding met wetenschap en techniek in groep 1 en 2? motoriek

22

Ora Oudgenoeg-Paz

De rol van motoriek bij taalontwikkeling Recent onderzoek laat zien dat kinderen die eerder leren lopen ook sneller taal verwerven. Hoe kun je deze kennis gebruiken om de taalontwikkeling van jonge kinderen te bevorderen?

... en verder 15

Voordeel voor abonnees

28

Marjan van der Maas en Anneke Elenbaas van Ommen – Ieders talent verkend

34

Verwacht in HJK

HJK De wereld van het jonge kind Onafhankelijk vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen. Jaargang 41, nummer 9/2014 © 2014 – ISSN 0165-4772

Rubrieken 9 14 20 26 27 32

Aan de slag! Donderstenen PrentenboekIndruk Prentenboek van de maand BoekIndruk

Abonnementenadministratie HJK Abonneeservice Postbus 2238 5600 CE Eindhoven [T] 088 2265 242 [E] hjk@mijntijdschrift.com Abonnementsprijzen Regulier abonnement: € 67,95 Studentenabonnement: € 36,50 Proefabonnement (3 nummers): € 13,50 Los nummer: € 10,Extra thuisabonnement: € 50,Combi-abonnement HJK en JSW: € 105,Digitaal nummer: € 6,Proefabonnement (digitaal): € 10,Jaarabonnement (digitaal): € 39,Alle prijzen zijn incl. BTW en porti binnen Neder­land. Woont u in het buitenland? Neem dan contact op met abonnementenbeheer. Abon­ne­ menten kunnen op elk gewenst moment ingaan. Opzeggingen uiterlijk 1 maand voor het aflopen van het abonnementsjaar. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Hoofdredacteur Iris van den Berg Bureau- en webredactie Evelien de Lange Redactie Aleid Beets Kessens (voorzitter), Denise Bontje, Anneke Elenbaas van Ommen, Annika de Haan, Ad van der Heijden, Henrike van den Hurck Redactieassistent Nicole van Barneveld-Visser Redactieadres HJK Postbus 400 3800 AK Amersfoort [T] 033 448 34 54 [F] 033 448 3 999 [E] hjk@thiememeulenhoff.nl [I] www.hjk-online.nl Netwerkleden Diny van der Aalsvoort, Annerieke Boland, Ingrid van Bommel-Rutgers, Kees Both, Kim Freriks, Ruben Fukkink, Karin Hoogeveen, Sanne Huijbregts, Peter Nikken, Bea Pompert, Esther Ruel Engelman, Elly Singer, Dirk van der Straaten, Hilco van Stuyvenberg, Marianne Verhallen, Peter de Vries Omslagfoto Isabel Nabuurs Fotografie Ontwerp lay-out en vormgeving FIZZ reclame + communicatie – Meppel Druk Drukkerij Ten Brink Meppel Advertentie-exploitatie Joop Slor (joop@recent.nl) / Ray Aronds (ray@recent.nl) Postbus 17229 1001 JE Amsterdam [T] 020 330 89 98 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

Journaal

HJK mei 2014

3


sociaal-emotioneel

Tijd voor seksuele opvoeding

Giechelen om blote billen, ‘vieze’ woorden roepen of ‘doktertje’ spelen in de poppenhoek; iedere leerkracht heeft in zijn klas wel eens te maken met seksueel getint gedrag van kleuters. Logisch, want de seksuele ontwikkeling is een onderdeel van de algehele ontwikkeling. Kleuters verkennen daarbinnen ieder op hun eigen manier seksualiteit. Tegelijkertijd roept de seksuele ontwikkeling ook de vraag op hoe je dit moet begeleiden. Deze zogenaamde handelingsverlegenheid vraagt om concrete pedagogische handvatten. Tijd voor seksuele opvoeding!

Channah Zwiep (www.kind-enzo.nl) is gespecialiseerd in seksuele ontwikkeling en opvoeding van jonge kinderen. Zij ontwikkelt trainingen en ouder­avonden en is als docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam

M

anon (5 jaar) trekt haar onderbroek uit en vraagt haar vriendje Silver (4 jaar) haar onderbuik te kriebelen. Op het moment dat ook Silver giechelend zijn spijkerbroek wil uittrekken, komt juf Mira de gang op lopen. Seksueel getint gedrag is van alle generaties. Nieuwsgierigheid naar seksualiteit, maar ook naar lichamelijkheid en intimiteit, maken namelijk deel uit van de seksuele ontwikkeling. Toch kan seksueel getint gedrag van kleuters om meerdere redenen confronterend zijn voor opvoeders. Zo ligt de combinatie kinderen en seksualiteit bijvoorbeeld gevoelig door kennis over seksueel misbruik door volwassenen, maar ook door mediaberichten over ‘excessief’ seksueel gedrag van kinderen zelf. Ook door gebrek aan kennis over welk seksueel gedrag bij welke leeftijd hoort, reageren opvoeders vaak gealarmeerd als kinderen seksuele spelletjes doen (Zwiep, 2012a). Gelukkig is die bezorgdheid meestal niet nodig: veel seksueel getint gedrag van kinderen komt regelmatig voor en maakt deel uit van de seksuele ontwikkeling (Zwiep, 2012b).

Wat is ‘normaal’? De seksuele ontwikkeling start vanaf de geboorte. Kinderen verkennen intimiteit, lichamelijkheid en seksualiteit in elke leeftijdsfase op hun eigen manier en stapsgewijs. Door ervaringen op te doen leren zij hierover. Seksueel getint gedrag en vragen stellen over seksualiteit horen daar haast vanzelfsprekend bij (Zwiep, 2008; De Graaf, 2013). Op grond van onderzoek hiernaar kunnen we spreken van gemiddeld, oftewel regelmatig voorkomend, seksueel getint gedrag van kinderen. Kleuters verkennen hun eigen lichaam en dat van anderen. Ze ontwikkelen warme gevoelens voor leeftijdgenootjes en zijn al goed in staat zich in anderen te verplaatsen. Op deze leeftijd ontstaan dan ook soms heel hechte vriendschappen. 4

HJK mei 2014

Kleuters kunnen ook verliefd worden. Zij zijn daarin nog niet op één persoon gericht. Ze kunnen dan ook tegelijkertijd verliefd zijn op de juf en op hun vader, of op twee vriendjes van dezelfde sekse. Doordat in de kleuter­ leeftijd ook de fantasie zich ontwikkelt, zijn kleuters in staat tot allerlei sociale rollenspelen. Daarin verwerken ze een bezoek aan de huisarts en experimenteren met (seksuele) gevoelens, bijvoorbeeld in de vorm van ‘vadertje en moedertje’ of ‘doktertje’ spelen. Soms krijgt het spel gaandeweg een ‘erotisch’ tintje, zonder dat dit een vooropgesteld doel is. Kleuters kunnen in de ogen van volwassenen hierin heel ver gaan en bijvoorbeeld stokjes bij elkaar in de vagina of anus stoppen. Ze beseffen vaak niet dat dit gevaarlijk kan zijn en niet mag. Dit is vergelijkbaar met peuters die kralen in hun neus stoppen.

Er is geen relatie tussen de kinderen op de foto’s en de inhoud van dit artikel.

Help, ze spelen doktertje!

Kleuters zijn enorm nieuwsgierig en stellen veel vragen. Zij zijn bijvoorbeeld geïnteresseerd in hoe een baby uit de buik komt. De geboorte van een broertje of zusje kan hiervoor de aanleiding zijn. Hoewel zij vaak wel al weten dat dit niet gepast is, masturbeert een enkele kleuter nog in het openbaar. Sommigen bereiken daarbij ook een hoogtepunt. Rond zes jaar zijn kinderen wat introverter bezig met seksualiteit. Zij ontwikkelen besef van waarden en normen en soms een begin van schaamtebesef. Kinderen weten op deze leeftijd dat je bijvoorbeeld in het openbaar niet in je neus peutert of aan je billen krabt. Op het gebied van seksualiteit begrijpen zij dat je niet zomaar je broek naar beneden laat zakken. Kinderen van zes jaar hebben bovendien goed door dat seksualiteit voor veel mensen beladen is. Daardoor is het interessant om volwassenen uit te dagen door seksueel getinte moppen te vertellen of bijvoorbeeld blote lichamen of geslachtsdelen te tekenen.


taal

Verbeteren van het taal-leesonderwijs

Monitoren van een goede leesstart Het realiseren van een goede leesstart voor alle leerlingen is dagelijks werk voor veel leerkrachten in groep 1 en 2. Hoe weet je of je aanpak effect heeft op de leesvoorwaarden van de kinderen?

Cor Aarnoutse is emeritushoogleraar taal-lezen (po) en was directeur van het Expertisecentrum Nederlands in Nijmegen Aafke Bouwman is taalleesspecialist bij CPS Onderwijsontwikkeling en advies

Meester Jos leest in zijn groep 2 het prentenboek Rupsje Nooitgenoeg (Carle, 1990) voor. De kinderen kennen het boek. Jos heeft voorafgaand aan het lezen de opdracht gegeven: ‘als je “Rupsje Nooitgenoeg” hoort, steek je je duim omhoog’. Veel kinderen zitten op het puntje van hun stoel, want ze willen niet één keer missen. De duimen vliegen de lucht in steeds als meester Jos ‘Rupsje Nooitgenoeg’ zegt. Na afloop van het verhaal vraagt de meester wat de eerste letter is van ‘rupsje’ en van ‘nooitgenoeg’. Nadat er een aantal woorden door de kinderen zijn bedacht die beginnen met de ‘r’ en de ‘n’ en ook woorden waarin de ‘r’ of de ‘n’ voorkomen, mogen ze in de klas en de hal op zoek gaan naar dingen waarin ze een ‘r’ of een ‘n’ horen. Eenmaal terug in de kring mogen alle kinderen hun voorwerpen laten zien en de namen ervan uitspreken, zo mogelijk in stukjes. Alicia heeft een ring gevonden en zegt /r/ /i/ /ng/. Pieter vond een pen en zegt /pe/ /n/.

H

et verbeteren van het taal-leesonderwijs is al jaren de inzet van veel basisscholen in Nederland. Het realiseren van een goede leesstart voor alle leerlingen is daarmee dagelijks werk geworden voor leerkrachten in groep 1 en 2. Uitgaan van een betekenisvolle context is hierbij van belang. Hoe weet een leerkracht nu of zijn aanpak ook effect heeft op de leesvoorwaarden van de kinderen? Gaat een kind ook daadwerkelijk vlot(ter) en vloeiend(er) lezen in groep 3 en 4? In dit artikel worden enkele belangrijke uitkomsten belicht van drie onderzoeken waarin een aantal signaleringsinstrumenten op het gebied van beginnende geletterdheid zijn ontwikkeld. De kwaliteitsvraag ‘Doen we de goede dingen?’ wordt naast de vraag ‘Doen we de goede dingen goed genoeg?’ gezet. Daarom leggen we de uitkomsten naast het domein lezen uit de referentieniveaus Taal van het Ministerie van OCW (2009).

Het is verstandig niet alleen prentenboeken voor te lezen, maar ook informatieve boeken te behandelen

10

HJK mei 2014

Met succes leren lezen Onderzoekers, interne begeleiders en leerkrachten hebben zich in het verleden afgevraagd: wat zijn cruciale vaardigheden waarover kinderen aan het eind van groep 2 moeten beschikken om in groep 3 met succes te kunnen leren lezen? Deze cruciale vaardigheden worden ‘leesvoorwaarden’ genoemd. Deze vraag stond centraal in drie langlopende (longitudinale) onderzoeken, waarbij metingen bij dezelfde leerlingen op een aantal tijdstippen werden verricht (Aarnoutse, 2004; Verhagen, Aarnoutse & Van Leeuwe, 2006). Deze onderzoeken gingen uit van twee vragen: 1. welke vaardigheden in groep 1 en 2 zijn van belang voor het technisch leren lezen in groep 3? 2. welke groei of ontwikkeling laten die vaardig­ heden zien op het gebied van beginnende geletterdheid in de groepen 1, 2 en 3? Om deze vragen te beantwoorden zijn verschillende toetsen (signaleringsinstrumenten) voor het meten van de belangrijkste vaardigheden ontwikkeld. Bovendien is nagegaan op welke momenten die toetsen het beste konden worden afgenomen. Vaardigheden voor leren lezen Uit de drie onderzoeken blijkt dat twee aspecten van cruciaal belang zijn voor het leren lezen, namelijk: • het bewustzijn of besef bij kinderen dat woorden uit afzonderlijke klanken bestaan (fonemisch bewustzijn), • de snelheid waarmee kinderen bekende informatie uit het geheugen ophalen en benoemen (benoemsnelheid). Dit betekent dat kinderen die in groep 2 erg zwak zijn in het herkennen van klanken in woorden en in het samenvoegen van klanken tot hele woorden de kans lopen om in groep 3 ernstige problemen te krijgen met het leren lezen. Hetzelfde geldt voor kinderen die bekende informatie, zoals de namen van bekende cijfers of letters, niet snel uit hun geheugen kunnen ophalen en benoemen. Ook blijkt dat een toets voor fonemisch bewustzijn en een toets voor benoemsnelheid in groep


rekenen

Verbinding met wetenschap en techniek in groep 2

Hoe bevorder je ontluikende gecijferdheid?

Leerkrachten van meerdere basisscholen in Deventer en omgeving vroegen om assistentie bij het zoeken naar een passende aanpak bij het aanbieden van activiteiten die ontluikende gecijferdheid bevorderen in verbinding met wetenschap en techniek. Lees in dit artikel het verslag van hoe deze aanpak gevonden en geboden werd. Diny van der Aalsvoort is ontwikkelingspsycholoog en orthopedagoog. Zij is als associate lector Rekenwiskunde-didactiek verbonden aan Saxion Hogeschool Deventer, g.m.vanderaalsvoort@saxion.nl Wina Bootsma is ontwikkelingspsycholoog, zij studeerde in 2013 af aan de Rijksuniversiteit Groningen Larissa Odendaal is onderwijskundige, zij studeerde in 2012 af aan de Universiteit Twente

16

HJK mei 2014

B

egrip van tijd en ruimte, tellen van hoeveelheden, besef van grootte, vorm en aantal is al vroeg aanwezig bij kinderen. Naarmate een kind zich verder ontwikkelt is het in staat tot meer gedifferentieerd waarnemen en handelen en dit is zichtbaar in toenemende interesse voor zaken die met gecijferdheid te maken hebben (Nunes & Bryant, 2004). Van jou als leerkracht wordt verwacht dat je alert bent op situaties waarin kinderen met getallen bezig zijn. Leerkrachten in het basisonderwijs voelen zich echter vaak onmachtig als het gaat om het adequaat stimuleren van gecijferdheid bij de leerlingen van hun klas. Vooral in groepen 1 en 2 treedt twijfel op over hun doeltreffendheid. Er zijn wel methodes op de markt maar de meeste leerkrachten kiezen voor methodisch werken vanuit hun visie op de optimale manier om jonge leerlingen te begeleiden. In dat geval zoek je aanknopingspunten bij de leerlijnen zoals ze zijn uitgewerkt door onder andere SLO (2012) maar dat valt in de praktijk niet mee. Ook de veranderde normen van de nieuwe Citotoets Rekenen (Cito, 2010) spelen een rol: de toets poneert nieuwe rekendomeinen die de leerlingen nog niet vertrouwd zijn naast hogere normen dan waaraan ze gewend zijn. Deze eisen vallen ook niet zondermeer te rijmen met het toepassen van de eigen deskundigheid in de omgang met jonge leerlingen. Juist bij jonge leerlingen is het ontwikkelingsverloop zeer grillig zonder dat dit een voorspeller is van vaardigheden op latere leeftijd. Daar komt bij dat in het kader van opbrengstgericht werken de nadruk vanuit de overheid steeds meer is komen liggen op reken- en taalvaardigheid. Het is niet alleen lastig om aan de hogere eisen gelet op getalbegrip, meten en meetkunde te voldoen. Dat kost tijd en vraagt bijscholing om te kunnen omgaan met de nieuwere inzichten over de inhoud van rekenen en wiskunde. Er is ook sprake van toenemende druk om aan wetenschap en techniek aandacht te schenken in de onderbouw. Juist leerkrachten van jonge leerlingen zouden heel goed bij de spontane interesse van jonge

kinderen in natuurverschijnselen kunnen aansluiten. Omdat meten en meetkunde verband houden met natuurverschijnselen zou een combinatie van beide elementen mogelijk moeten zijn.

Vormgeven en uitproberen De volgende overwegingen zijn gebruikt om een mogelijk aanbod aan de Deventer leerkrachten vorm te geven en vervolgens zo systematisch mogelijk uit te proberen. Gecijferdheid Er is sprake van een toename in belangstelling voor gedrag dat naar ontluikende gecijferdheid verwijst. Dat komt voor een deel omdat uit onderzoek blijkt hoe kinderen profiteren van een omgeving waarin geletterdheid en gecijferdheid belangrijk worden gevonden (Kilday & Kinzie, 2009). Uit het onderzoek van Kilday en Kinzie blijkt dat het verwerven van getalbegrip zich voltrekt naast en tijdens het aanbod van formeel onderwijs. Het socialisatieproces dat zich voltrekt bij het ingevoerd raken in de geletterde wereld is ook van toepassing bij de wereld van getallen. Hoewel er in groep 1 en 2 geen formeel rekenonderwijs wordt aangeboden, zijn veel activiteiten op school gerelateerd aan het omgaan met getallen. Vooral taal waarin getallen voorkomen be誰nvloedt de constructie van getalbegrip, zoals het gebruik van rekentaal in het dagelijkse kringgesprek. Recent onderzoek laat zien dat dit genuanceerd ligt. Uit het onderzoek van Boonen, Kolkman en Kroesbergen (2011) blijkt dat er ook sprake kan zijn van teveel rekentaalaanbod. Kinderen profiteren er dan niet meer van. Het bijzondere van leren op jonge leeftijd is daarnaast dat veel spelend ontdekt en geleerd wordt. Dat lukt echter alleen als kinderen de activiteit die wordt aangereikt ervaren als zinvol en ruimte voor eigen inbreng geeft. Het vinden van een balans tussen leerervaringen uitlokken via activiteiten die leerlingen uitdagen en de activiteit als spel ervaren is lastig (Fisher, Hirsh-Pasek & Newcomber, 2010). Leerlingen blijken echter heel gemakkelijk betrokken te raken bij activiteiten waarin ze enige ruimte krijgen voor eigen gedachten, probeersels en tijd


motoriek

Taalverwerving bevorderen

De rol van motoriek bij taalontwikkeling Recent onderzoek laat zien dat kinderen die eerder leren lopen ook sneller taal verwerven. Hoe kun je deze kennis gebruiken om de taalontwikkeling van jonge kinderen te bevorderen?

• Human Touch Photo

Ora Oudgenoeg-Paz is promovenda voor vroege motorische en taalontwikkeling bij de afdeling Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht

22

HJK mei 2014

Met motorische vaardigheden, zoals bijvoorbeeld klimmen, verkennen kinderen de wereld om zich heen op een andere manier


Handelingsgericht werken aan een thema in groep 1 en 2

Ieders talent verkend Hoe kun je door middel van handelingsgericht werken (HGW) recht doen aan spelenderwijs leren van jonge kinderen? In dit artikel wordt een specifieke aanpak van HGW voor groep 1-2 belicht waarbij wordt uitgegaan van een doelgericht beredeneerd aanbod.

Anneke Elenbaas van Ommen is onderwijspedagoog en redactielid HJK. Daarnaast is zij senior adviseur bij KPC Groep

V

anuit onderzoek wordt het belang aangetoond dat de brede ontwikkeling van jonge kinderen gestimuleerd wordt en aansluit bij de ontwikkelingsbehoeften. Om jonge kinderen optimaal te laten profiteren van het onderwijsaanbod zal de onderwijsinhoud moeten worden afgestemd op de belevingswereld van het jonge kind. Betekenisvol onderwijs, met spel als basis. Op welke wijze kunnen de leerkrachten, zonder dat het onderwijs aan kleuters in het geding is, een beredeneerd onderwijsaanbod ontwikkelen dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de inspectie?

Betekenisvol onderwijs In de groepen 1-2 wordt met kleuters veelal ontwikkelingsgericht gewerkt vanuit een thematische aanpak (Elenbaas van Ommen en Van der Maas (1994); Bosch en Boomsma (2013)). In plaats van methodes zijn er thema’s waarbij ter inspiratie handleidingen van voorlopers van methoden, boeken en naslagwerken door de leerkracht als bronnenboek worden gehanteerd. Kleuters leren spelenderwijs. Al spelend doen ze ervaringen op. Vanuit deze wetenschap wordt de brede, totale ontwikkeling gestimuleerd, afgestemd op en passend bij de onderwijsbehoeften van ieder kind. Om optimaal te kunnen profiteren van het onderwijsaanbod zal de onderwijsinhoud moeten aansluiten bij de belevingswereld van het jonge kind. Betekenisvol onderwijs waarin spel de basis vormt van het activiteitenaanbod.

Door doelen te verbinden aan spelend leren wordt in het kleuteronderwijs aan een brede ontwikkeling gewerkt

Eigenheid De inspectie verlangt van elke leerkracht van groep 1-2 een beredeneerd aanbod. Maar hoe ziet dat er uit? De inspectie mag kleutertoetsen inmiddels niet meer verplicht stellen (regeringsbesluit 2013), maar in de rest van de school besteedt de inspectie steeds meer aandacht aan toetsbare resultaten. Het risico hiervan is dat dit 28

HJK mei 2014

leidt tot een verschoolsing van het aanbod in de groepen 1-2. De eigenheid van het kleuteronderwijs staat hiermee onder druk en spel en spelen verdwijnen steeds meer naar de achtergrond. De kleutergroep heeft haar eigen doelen, passend bij het specifieke karakter van kinderen die de kleuterleeftijd hebben en daar dient het onderwijs in groep 3 op aan te sluiten. Juist in de onderbouw wordt de basis gelegd voor groep 3 en hoger. Om de eigenheid van het onderwijs aan kleuters te kunnen bewaken, wordt de laatste jaren in heel veel scholen de aandacht specifiek gericht op het verbeteren van de spelkwaliteit van het onderwijs aan kleuters. Door de doelen te verbinden aan het spelend leren wordt aan een brede ontwikkeling gewerkt. De handelingsbekwaamheid om met kleuters doelgericht aan de slag te gaan vraagt motivatie, inzet, scholing en begeleiding van de leerkracht op de werkvloer.

Speciale aandacht In het kader van passend onderwijs is de afgelopen jaren het handelingsgericht werken vanuit de 1-zorgroute op veel basisscholen in alle groepen ingevoerd. Vanuit onderzoek naar de ervaringen met het werken met de 1-zorgroute in het basisonderwijs (Amsing en Van der Maas, 2009) is bekend dat de implemen­ tatie van het handelingsgericht werken in veel kleutergroepen speciale aandacht vraagt. De aanpak, kleuterdidactiek, materialen en middelen verschillen in de groepen 1-2 in vergelijking met die van groep 3 tot en met 8. Binnen een schoolbrede aanpak wordt er gedifferentieerd omgegaan met de invulling van het werken met groepsoverzichten en groepsplannen. Vanuit dat oogpunt gezien is het logisch dat ook de opzet en invulling van het groepsoverzicht en groepsplan een invulling vraagt, die aansluit en passend is bij het onderwijs in groep 1-2. Passend onderwijs door thema’s Vanuit een thematische en betekenisvolle context kan je als leerkracht spelenderwijs inhoud geven aan taal- en rekenwiskundige ontwikkeling van ieder kind, maar dit staat niet los

• Tom van Limpt

Marjan van der Maas is specialist Jonge Kind en adviseur bij KPC Groep


Verwacht in HJK © Ilse Vonder

Natuurrijk buiten spelen

In een natuurrijk speellandschap voelen kinderen zich veilig en uitgedaagd tot gevarieerd spel. Zeker kinderen met speciale zorgvragen. Voorbeelden van speciale aanpassingen en begeleiding.

HJK (De wereld van het jonge kind) bestaat al ruim 40 jaar en is het bekendste vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen. HJK biedt actuele en betrouwbare vakinformatie en maakt daarbij een koppeling tussen theorie en praktijk.

Intercultureel werken

Blik over de grens: een beschrijving van enkele interculturele methodieken die door studenten kleuter- en lager onderwijs uitgetest zijn in Vlaamse basisscholen.

Niet missen?

© Annerieke Boland

(On)opvallend gedrag

Kinderen die niet lekker in hun vel zitten en dat laten merken via hun (on)opvallende gedrag. Laat je hierdoor niet (af)leiden, maar ga op zoek naar de betekenis erachter.

Ontvangen jullie HJK wel op school, maar mis je het blad vaak? Neem dan een thuisabonnement voor slechts € 50,00. Kijk op: www.hjk-online.nl

Leren in beeld

Het Pen Green Centrum laat zien hoe zij samen met ouders het leren van jonge kinderen op beeld vastlegt en door micro-analyse gaandeweg begrijpt. Wat is van belang? Wat valt op?

Proefabonnement HJK Ook leuk voor thuis! 3x voor €13,50* Abonnement stopt automatisch!

Bouw en!

specia l

Vakblad voo en onde r ontwikkeli ng rwijs aa n jonge , opvoeding kinderen Vakblad voo en onderwr ontwikkeling, opv ijs aan jon oed ge kinder ing en Vakblad voor ontwik keling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen

Gedrag: eerst Ontwikkebegrijpe lingsprofi n, dan handeljt: Bouwen ! en

Rekenontwikkelin g S te van kleu rklaas Bters ouwin en en en taalonde

sociale

twikkelin rwijs Risicovol speonl op g het sch K en ool ple Co in gniti naar ef lereijk s n p m e et l bouwmatvan kleu Zo bevorder je eriaal ters autonomie bij kinderen

Meer dan

50% korting! Nr. 3 Ja

argang 41

www.h

ang 41 –

www.hjk-

HJK13_12

34_TDS_n

Nr. 5 - Jaargang

r3.indd

– nov. 20

jk-onlin

Nr. 4 - Ja arg

1

e.nl

13

dec. 2013

online.nl

41 – jan. 2014

www.hjk-online. nl

HJK13_1286

_TDS_nr4.in

dd 1

10-10-13

HJK13_1377_TDS_nr5

.indd 1

* De vermelde abonnementsprijzen zijn geldig t/m augustus 2014

07-11-13 05-12-13 14:19

Meer weten? Ga naar www.hjk-online.nl of bel 088-2265242 34

HJK mei 2014

11:47

10:41


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.