98 10 jsw juni

Page 1

Nummer 10, jaargang 98, juni 2014

w ww.jsw -o n lin e .n l Jeugd in School en Wereld Vakblad voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs en opleiding

Woordkennis toetsen: weet wat je meet De realisatie van een integraal kindcentrum Zo zorg je voor een rijke leeromgeving Hoe ga je om met selectief mutisme?


colofon JSW Jeugd in School en Wereld Onafhankelijk vakblad voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs en opleiding Jaargang 98, nummer 10/2014 ISSN 0165 – 6260 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2014 Redactieadres JSW Postbus 400 3800 AK Amersfoort [T] (033) 448 34 54 [F] (033) 448 39 99 [E] jsw@thiememeulenhoff.nl [I] www.jsw-online.nl Persberichten naar: jsw@thiememeulenhoff.nl Hoofdredacteur Iris van den Berg Bureau- en webredactie Evelien de Lange Redactieassistent Nicole van Barneveld-Visser Redactie Tjalling Brouwer (redactievoorzitter), Martin Bootsma, Michelle Clement, Karen van Kooten, Mark van der Pol, Magda van der Wulp Medewerkers Gerard Dümmer, Vincent Klabbers, Marieke Baselmans, Bianca Pannekoek, Joop Stoeldraijer Abonnementenadministratie JSW Abonneeservice Postbus 2238 5600 CE Eindhoven [T] 088 2265 243 [E] jsw@mijntijdschrift.com Abonnementsprijzen Regulier abonnement: € 67,95 Studentenabonnement: € 36,50 Proefabonnement (3 nummers): € 13,50 Los nummer: € 10,Digitaal nummer: € 6,Digitaal proefabonnement: € 10,Digitaal abonnement: € 39,Extra thuisabonnement: € 50,Combi-abonnement JSW en HJK: € 105,Alle prijzen zijn incl. BTW en porti binnen Nederland. Woont u in het buitenland? Neem dan contact op met abonnementenbeheer. Abonnementen kunnen op elk gewenst moment ingaan. Opzeggingen uiterlijk 1 maand voor het aflopen van het abonnements­jaar. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Advertenties Recent BV Joop Slor (joop@recent.nl) Ray Aronds (ray@recent.nl) Postbus 17229 1001 JE Amsterdam [T] 020 3308998 Ontwerp lay-out en vormgeving FIZZ reclame + communicatie – Meppel Foto omslag Vincent van den Hoogen Fotografie Druk Ten Brink – Meppel Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

6 Woordkennis toetsen: weet wat je meet

Maartje Hilte en Marianne Verhallen Waarom zou je als leerkracht zoveel tijd en energie besteden aan woordenschatonderwijs? Wat levert het op en kun je dat zichtbaar ma­ ken? Dit artikel gaat over meten, misvattingen, methodeafhankelijke en methodeonafhankelijke toetsen.

12

De realisatie van een integraal kindcentrum

Erno Mijland Ga er maar aan staan: een nieuwe school begin­ nen, in een nieuwe wijk, met een nieuw onderwijs­ concept en een nieuwe organisatievorm. Directeur en schoolleider Joke Tillemans deed het. Integraal kindcentrum Mondomijn in Helmond viert binnen­ kort haar eerste lustrum. Het team leert nog elke dag: ‘Als we het even niet meer weten, gaan we terug naar de vraag: wat heeft het kind nodig?’

Rubrieken Lezersactie 10 www.jsw 16 Uitgelicht 22 Praktijk 25 Schoolweek 30 Open boek 36 Van de stapel 39 Science in de basisschool 44 Gereedschap 46


Inhoudsopgave

32

18

Zo zorg je voor een rijke leeromgeving

Judith Hollenberg, Judith Vloedgraven en André de Jong Vrijwel elke leerkracht krijgt te maken met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Toetsen zijn een hulpmiddel om deze behoef­ ten in kaart te brengen. Cito ontwikkelde de ‘Toetsen voor speciale leerlingen’. Wat zijn de kenmerken van deze toetsen? En welke informatie kun je eruit halen?

Barbara Winkelhuyzen en Kees Vreugdenhil Het gemiddelde schoolgebouw stamt uit de vorige eeuw. Deze staan niet in verhouding tot hoe leerkrachten en leerlingen tegenwoordig werken en leren. Een gebouw zou de leerlingen optimaal moeten ondersteunen in hun ontwik­ kelproces en ingezet moeten worden als leer­ middel. Wat betekent een rijke leeromgeving voor het lerende kinderbrein? En wat is daarbij de rol van hoeken, ervaringsleren, bewegen, veiligheid, ICT en (buiten)ruimte?

Toetsen van speciale leerlingen

40

Hoe ga je om met selectief mutisme?

Paul Nijhof en Marleen Keeris Er zijn kinderen die niet durven praten op school. Ze lachen en huilen zelfs in stilte. De angst om klanken voort te brengen verstoort hun ontwikkeling. Als leerkracht kun je deze kinderen door planmatig handelen nieuwe kansen bieden. In dit artikel een succes­ volle aanpak van selectief mutisme op school.

Voordeel voor abonnees 11 Cadeau bij een abonnement 29 Verwacht in JSW 50

JSW 10 juni 2014

5


Taal

Werken aan woordkennis van leerlingen

Woordkennis toetsen: weet wat je meet Waarom zou je als leerkracht zoveel tijd en energie besteden aan woordenschatonderwijs? Wat levert het op en kun je dat zichtbaar maken? Dit artikel gaat over meten, misvattingen, methodeafhankelijke en methodeonafhankelijke toetsen.

Maartje Hilte (Cito) is Toetsdeskundige Taal bij Cito Marianne Verhallen (Rezulto OA) Toegepast Taalkundige, voorheen werkzaam bij de UvA, nu bij Rezulto Onderwijs Advies, ontwikkelt leerkracht­ materialen en geeft trainingen op het gebied van woordenschatonderwijs

Vaak sluit het taalgebruik in teksten niet goed aan op de woorden­schat van leerlingen

6

JSW 10 juni 2014

W

oordenschat is in veel klassen de laatste jaren hoog op het prioriteitenlijstje komen te staan. Vroeger was het woordenschatonder­ wijs beperkt tot een aantal invullesjes in de taal­ methode, maar steeds meer leerkrachten erva­ ren dat aparte woordenschatlessen niet voldoende zijn. Het belang van woordenschat Woordkennis speelt een belangrijke rol in elke onderwijsleersituatie. Van groep 1 tot en met 8, van half 9 tot de school uitgaat, in alle spreek-, luister-, lees-, schrijf- en leeractiviteiten staan het gebruiken en leren van woorden en de achter­ liggende betekenissen centraal. Stel je zit in de klas en de leerkracht begint de les als volgt: ‘We gaan het vandaag hebben over “osmose”, een proces op basis van diffusie waarbij een vloeistof, waarin stoffen zijn opgelost, door een semipermeabele wand stroomt’. Als je weet wat ‘diffusie’ betekent en het woord ‘semipermeabel’ begrijpt, dan zit je goed: je zult de les redelijk tot goed kunnen volgen. Maar als je deze twee moeilijke woorden niet kent, dan wordt het meteen een stuk lastiger. Veel kinderen lopen tegen dit probleem aan. Vaak sluit het taalgebruik in teksten niet goed aan bij hun woordenschat: het zijn dan niet zozeer de grammaticale constructies, maar de woorden als betekenisdragers die maken dat ze struikelen. Stel dat je ook nog eens woorden als ‘proces’, ‘op basis van’, ‘oplossen’ en ‘vloeistof’ niet goed kent! Dan is de kans groot dat je de inhoud van de les helemaal niet kunt bevatten: woordenschat speelt een centrale rol bij begrij­ pend luisteren en lezen (Hattie, 2009; Stahl & Nagy, 2006), maar ook bij spreken en schrij­ ven (Nation & Snowling, 2004). En dat niet alleen: Marzano (2013) laat zien dat een goede woordenschat leerlingen óók op andere manieren vooruit helpt. Het kennen van woord­

betekenissen en hun onderlinge betekenisrelaties creëert kennisnetwerken waaraan nieuwe leer­ stof en kennis wordt aangehaakt. Hoe meer voorkennis leerlingen hebben, hoe meer ze van de les opsteken en hoe beter ze de leerstof ont­ houden. Kinderen hebben veel woordkennis nodig om in onderwijsactiviteiten nieuwe kennis op te doen en nieuwe woorden aan te haken. Het is dus een terechte keuze als scholen inzetten op effec­ tief woordenschatonderwijs: werken aan woor­ denschat is werken aan schoolsucces. Enorme verschillen Voor scholen die gericht werken aan verbetering van woordenschat(onderwijs) is het zaak om de vooruitgang van hun leerlingen goed in beeld te brengen. Opbrengstgericht werken is tegen­ woordig een speerpunt in onderwijs. Toetsen zijn daarbij essentieel: om het niveau van een leerling te bepalen, het lesprogramma daarop af te stemmen en om de opbrengsten te meten. Het is belangrijk om het niveau van woordken­ nis te bepalen, omdat er grote verschillen zijn tussen leerlingen. Van jongs af aan bouwen kinderen een woor­ denschatnetwerk op door gesprekjes thuis. Al in 1995 constateerden Hart en Risley daarin enorme verschillen. Op vierjarige leeftijd heb­ ben kinderen uit hoge sociale milieus 30 mil­ joen meer woorden gehoord dan kinderen uit kansarme gezinnen, waardoor ze minder woordkennis hebben als ze hun intrede doen op school. De gevolgen zijn verreikend, want deze laatste groep kinderen blijkt op school hun woordenschat veel minder snel uit te breiden, waardoor verschillen steeds groter worden (Hart & Risley 1995; Biemiller, 2012). Dit pleit voor intensief woordenschatonderwijs in alle jaar­ groepen en regelmatig toetsen om de woorden­ schatgroei van de specifieke kinderen te bepa­


De realisatie van een integraal kindcentrum

‘De dagelijkse praktijk is onze leerschool’ Ga er maar aan staan: een nieuwe school beginnen, in een nieuwe wijk, met een nieuw onderwijsconcept en een nieuwe organisatievorm. Directeur en schoolleider Joke Tillemans deed het. Integraal kindcentrum Mondomijn in Helmond viert binnenkort haar eerste lustrum. Het team leert nog elke dag: ‘Als we het even niet meer weten, gaan we terug naar de vraag: wat heeft het kind nodig?’ Erno Mijland is onafhankelijk onderwijsjournalist en zelfstandig trainer/ adviseur op het gebied van toekomstgericht onderwijs met ICT

D

oor het raam van het noodgebouw waarin de school gevestigd is, kijk je uit op de nieuwbouw die eind van dit jaar in gebruik genomen gaat worden. Een stukje verderop staat een aantal nieuwe woningen in de steigers. De Helmondse wijk Brandevoort groeit nog steeds. Vijf jaar geleden begon Joke Tillemans hier met een klein team aan de opdracht van Qlic Primair en Korein Kinderopvang om een integraal kindcentrum (IKC) te realiseren voor kinderen in de wijk van 0 tot en met 13 jaar. Tillemans heeft een achtergrond als (beeldend) kunstenaar. En ja, ze heeft een lesbevoegdheid en de opleiding voor schooldirecteur op zak. Een vrouw met enorm veel passie en energie, zo blijkt al snel na de kennismaking. Iedere vraag wordt beantwoord met een stortvloed aan woor­ den. Het gesprek gaat over het onderwijscon­ cept van de school én over de vraag hoe je met je team vormgeeft aan innovatief, maar vooral ook kwalitatief goed onderwijs. Leerlijnen ‘Vanaf het begin wilden we met iets écht anders komen’, vertelt Tillemans. ‘We beseften dat de

Mondomijn in feiten en cijfers • Het kindcentrum is georganiseerd in 4 domeinen (‘domijnen’ in de taal van Mondomijn): 0-3 jaar, 3-6 jaar, 6-9 jaar en 9-13 jaar. Groepjes leerlingen per domein vormen stamgroepen van zo’n 10 kinderen. • Elk domein beschikt over een aantal lokalen, zoals een muzieklokaal, een stil­ teruimte en een atelier. Verder is er veel open ruimte, waar de kinderen elkaar kunnen treffen. • Op dit moment rennen en springen er dagelijks een kleine 250 kinderen rond. Mondomijn heeft 40 vaste medewerkers, een team dat voortdurend naar behoefte wordt aangevuld vanuit een flexibele schil. • Het IKC is 52 weken per jaar, elke werkdag van half 8 tot half 7 geopend. • Ouders kiezen arrangementen van onderwijs en/of opvang.

12

JSW 10 juni 2014

kleinsten die nu bij ons binnenkomen pas in 2080 met pensioen gaan. De wereld zal er dan totaal anders uitzien, dus vroegen we ons af: bereidt het traditionele onderwijs ze wel goed voor op de wereld? Wat hebben ze echt nodig? Van alle mensen om hen heen en op alle (levens)gebieden: leren, eten, bewegen, creativiteit, enzovoort.’ Tillemans verontschuldigt zich voor de college-achtige manier waarop ze het onderwijssysteem van het IKC begint uit te leggen. ‘We weten uit onderzoek dat als je alleen maar zendt in gesproken woord er maxi­ maal twintig procent van de uitleg blijft hangen.’ Dan vervolgt ze: ‘Per domein regisseert een team van professionals het onderwijs. Voor ieder kind is er een kindontwikkelplan en een programma op maat. Dat betekent dat je meer tijd besteedt aan wat je moeilijk vindt, en min­ der aan wat je gemakkelijk af gaat. Alle inhou­ den zijn beschreven in leerlijnen waarmee alle kerndoelen zijn gedekt (zie afbeelding ‘Neder­ lands schriftelijk onderwijs’ op pagina 14 voor een voorbeeld). De leermiddelen kunnen ver­ schillen: niet één methode, maar een keuze uit activiteiten en methoden. Kinderen leren vanaf het begin keuzes maken. Zo kiezen ze zelf de volgorde waarin ze hun taken voor de dag wil­ len doen. De één begint ‘s morgens het liefst met het moeilijkste werk, de ander plant die las­ tige taak liever in de middag. Met de stam­ groep is er twee keer per dag een vast moment om te reflecteren: wat heb je geleerd, hoe heb je het aangepakt? En ja, we bieden ook instruc­ ties. Maar die duren maximaal vijftien minuten en zijn voor maximaal tien kinderen. Zij kunnen intekenen op een instructiemoment, zodra ze daar behoefte aan hebben.’ Chinees ‘Veel groepswerk begint met een onderzoeksop­ dracht. We hebben ontdekt dat uitdagende


Passend onderwijs

Toetsen van speciale leerlingen Vrijwel elke leerkracht krijgt te maken met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Toetsen zijn een hulpmiddel om deze behoeften in kaart te brengen. Cito ontwikkelde de ‘Toetsen voor speciale leerlingen’. Wat zijn de kenmerken van deze toetsen? En welke informatie kun je eruit halen? Judith Hollenberg is toetsdeskundige bij Cito Judith Vloedgraven is toetsdeskundige bij Cito André de Jong is marktgroepmanager speciale leerlingen bij Cito

Bij leerlingen met extra onderwijs­ behoeften vragen ‘leren leren’ en sociaal-emotionele ontwikkeling om meer aandacht

18

JSW 10 juni 2014

Jurre zit in groep 6 van een reguliere basis­ school. Hij kwam in groep 3 met een leerach­ terstand binnen en hoewel hij vooruitgaat, gaat hij minder snel dan zijn leeftijdsgenoten. Jurre heeft moeite om zich te concentreren en heeft veel behoefte aan structuur. De leerkracht wil weten op welk niveau Jurre het beste kan werken. Zijn er nog specifieke onderdelen die om extra aandacht vragen? Hoewel de leerkracht weet dat Jurre een ach­ terstand heeft, heeft hij het idee dat Jurre meer kan dan hij bij methodeonafhankelijke toetsen laat zien. Aan het einde van een toets is Jur­ res aandacht vaak niet meer optimaal en maakt hij meer fouten. Ook is de vraagstelling voor Jurre niet altijd duidelijk. Doordat de toet­ sen onvoldoende aansluiten bij zijn onderwijs­ behoeften, geven ze geen goed beeld van het niveau van Jurre. Bij Jurre leveren de toet­ sen weinig bruikbare informatie op, terwijl de leerkracht juist op zoek is naar houvast om het onderwijs op Jurre af te stemmen.

D

oor passend onderwijs krijgt vrijwel elke leerkracht te maken met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Hierdoor vraagt het onderwijs steeds meer kennis en inspanning van leerkrachten. Welke lesstof past bij leerlin­ gen met uiteenlopende niveaus en uiteenlo­ pende onderwijsbehoeften? Hoe krijgt elke leer­ ling de kans om zich optimaal te ontwikkelen? Leerkrachten staan voor de uitdaging om aan alle onderwijsbehoeften in de klas tegemoet te komen en verzamelen daarvoor continu informa­ tie over leerlingen. Door observaties krijgen zij bijvoorbeeld een indruk van de sociaal-emotio­ nele ontwikkeling en door methodetoetsen zien ze of de leerling de lesstof voldoende oppikt.

Er is geen relatie tussen de kinderen op de foto’s en de inhoud van dit artikel.

Hulpmiddel om behoeften in kaart te brengen

De toetsen uit leerlingvolgsystemen vormen het aanvullende stukje van de puzzel en maken zo het beeld over een leerling compleet. De volgtoetsen zijn bruikbaar om de onderwijsbehoef­ ten wat betreft de cognitieve vakken in kaart te brengen en de klas zo te orga­ niseren dat iedere leerling zo goed mogelijk tot zijn recht komt. Voor leer­ lingen met extra onderwijsbehoeften stelt een school dikwijls een ontwikke­ lingsperspectief op, met als een van de onder­ delen de geplande vaardigheidsgroei. Ook voor het opstellen en volgen van de geplande vaardigheidsgroei zijn volgtoetsen onmisbaar. Om ook leerlingen met extra onderwijsbehoef­ ten eerlijk te kunnen toetsen, heeft Cito de ‘Toetsen speciale leerlingen’ ontwikkeld.

Waarom speciale leerlingen toetsen? Leerlingen zoals Jurre zijn geen uitzondering. Niet alleen in het speciaal basisonderwijs (SBO) en in het speciaal onderwijs (SO), maar ook in het reguliere basisonderwijs zitten veel leerlingen met een vertraagde ontwikkeling en/ of specifieke onderwijsbehoeften. Leerkrachten doen hun uiterste best om het onderwijs op deze leerlingen af te stemmen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Standaard lesaan­ bod is voor leerlingen met extra onderwijsbe­ hoeften niet voldoende, zij vragen om onderwijs op maat. Om de lesstof af te stemmen op de mogelijkheden van deze leerlingen is het belangrijk zuiver in beeld te hebben wat de leerlingen kunnen, hoeveel groei ze doormaken en welke specifieke onderdelen van het onder­ wijs om extra aandacht vragen. Bij leerlingen met extra onderwijsbehoeften vragen ‘leren


Professionalisering

Zo zorg je voor een rijke leeromgeving

School als leermiddel Het gemiddelde schoolgebouw stamt uit de vorige eeuw. Deze staan niet in verhouding tot hoe leerkrachten en leerlingen tegenwoordig werken en leren. Een gebouw zou de leerlingen optimaal moeten ondersteunen in hun ontwikkelproces en ingezet moeten worden als leermiddel. Wat betekent een rijke leeromgeving voor het lerende kinderbrein? En wat is daarbij de rol van hoeken, ervaringsleren, bewegen, veiligheid, ICT en (buiten)ruimte?

Barbara Winkelhuyzen is bouwkundige en inspireert en begeleidt schoolteams naar rijke leeromgevingen (www.barbarainspires.nl) Kees Vreugdenhil is ouddirecteur van APS en oud-lector. Hij geeft presentaties over het brein en leren (www.breinbewust-onderwijs.nl)

I

nspirerende speel- en leerhoeken zijn op veel scholen verdwenen en als je ze tegenkomt is dat vaak alleen in de kleutergroepen. Erg prikkelend zijn de lokalen vanaf groep 3 meestal niet. Uit­ spraken van kinderen die net in groep 3 terecht­ komen zijn dan ook: ‘Ik heb vuur aan mijn billen van al dat zitten’. Of: ‘Mama, wat moet ik toch lang wachten in de klas voordat ik weer mag spe­ len’. Is er een reden waarom deze splitsing er is en stimuleert dit het lerende kinderbrein optimaal? Kunstmatige drempels De ontwikkeling van kinderen houdt geen reke­ ning met kunstmatige drempels die we in onze scholen opwerpen. In de eerste plaats verloopt die ontwikkeling niet stapje voor stapje naar de

volgende fase. Er zitten sprongen voorwaarts in, vertragingen en stapjes terug. Zo rond hun zesde jaar beginnen kinderen cognitief gezien verbanden te leggen en begrippen te vormen. Hun vermogen om klanken te onderscheiden is al eerder aanwezig, zodat ze kunnen leren lezen. Die mogelijkheid moeten ze dan wel krij­ gen. Maar houdt er rekening mee dat kinderen ook weer kunnen terugzakken naar een vorig niveau. Spel blijft op alle niveaus belangrijk voor de ontwikkeling. Biedt hen die mogelijk­ heid. Spel is bovendien in meer formele leer­ processen, zoals bij lezen en rekenen, vaak een motiverende vorm van leren. Het daagt uit, is verrassend en prikkelt om te laten zien wat je kunt (competentiegevoel). Het advies is dan ook om voor alle leerjaren een inspirerende en rijke leeromgeving te creë­ ren. Met stimulerende hoeken om te leren op een spelende manier, als aanvulling op de les­ methode. Denk bijvoorbeeld aan: • Een getallenlijn op de grond, waar je kunt springen naar getallen of een hoek met meet­ instrumenten, maatbekers, meetlinten, weeg­ apparatuur, waar leerlingen zelf mee kunnen meten en wegen. • Een scrabblebord aan de muur of een alfabetvloerkleed waar al springend woorden gespeld worden. • Een echte techniekhoek met katrollen aan het plafond en materiaal om ruimtelijke figuren mee te maken, die vervolgens gemeten kunnen worden.

Marianne Rongen/Wittering.nl

32

JSW 10 juni 2014

een rijke Zorg juist ook in or voldoende leeromgeving vo n begeleiding e st va u o h r, u u struct


Sociaal-emotionele ontwikkeling

Hoe ga je om met selectief mutisme?

Stilte succesvol doorbreken Er zijn kinderen die niet durven praten op school. Ze lachen en huilen zelfs in stilte. De angst om klanken voort te brengen verstoort hun ontwikkeling. Als leerkracht kun je deze kinderen door planmatig handelen nieuwe kansen bieden. In dit artikel een succesvolle aanpak van selectief mutisme op school.

Paul Nijhof is als groepsleerkracht werkzaam op SBO de Toermalijn Marleen Keeris is als logopedist werkzaam op SBO de Toermalijn

M

ilan stelt zich aan zijn klasgenoten voor door middel van een schrijfblok. Pas wan­ neer de tienjarige na schooltijd bij zijn moeder in de auto zit, durft hij te praten: ‘Het was leuk.’ Deze reactie geeft zijn ouders hoop voor het nieuwe schooljaar. Ondanks dat er al veel is geprobeerd, liggen er weer kansen. De eerste ervaringen van Milan zijn daarbij belangrijk. Gaat hij zich veilig en geaccepteerd voelen? Dat is de basis voor het overwinnen van zijn angst. Veiligheid en acceptatie Milan weet vooraf al hoe hij zich aan de klas gaat voorstellen: dat doet hij net als vorig jaar met zijn kladblok. Die voorspelbaarheid neemt een stuk spanning weg. Hij weet ook dat mees­ ter Paul zijn situatie meteen aan de klas zal uit­ leggen: ‘Milan is aan het leren om te praten op school.’ Met concrete voorbeelden beschrijft de leer­ kracht hoe de kinderen dit proces kunnen bespoedigen: • Aan de klas vragen wie zou willen helpen als Milan iets op zijn kladblok heeft geschreven.

Selectief mutisme komt voor bij één tot twee op de duizend kinderen, meer bij meisjes dan bij jongens. We spreken van selectief mutisme als een kind ongeveer zes maanden in een spe­ cifieke situatie niet spreekt. Kinderen met selectief mutisme spreken vrijuit tegen een klein aantal mensen, bij wie ze zich op hun gemak voelen, en worden beschreven als introvert, gevoelig en verlegen. De exacte oorzaak van selectief mutisme is moeilijk vast te stellen, meestal is het een combinatie van constitutionele en omgevingsfactoren. Het komt voor bij kinde­ ren uit alle sociale milieus en met een wijde spreiding in IQ. Vroegtijdige interven­ tie geeft vaak de beste prognose op verbetering.

40

JSW 10 juni 2014

Bijvoorbeeld door de meester hierop te attende­ ren of het voor te lezen. De opgestoken vingers zijn voor Milan een concreet voorbeeld van de hulp die de klas wil bieden. • Aan de klas vragen wat zij moeilijk vinden en zou­ den willen leren op school. Zo merkt Milan dat hij niet de enige is die iets moeilijk vindt en deelt met anderen: ‘Wij vinden het in onze klas gewoon dat we iets moeilijk vinden en daar­ aan willen werken’. Die actieve bijdrage zorgt voor een positieve prikkeling van de klas. De reacties van de kinde­ ren zijn constructief en zorgen voor een belang­ rijke eerste stap in Milans gevoel van acceptatie. Alle collega’s op school zijn vanaf dag één op de hoogte van Milans problematiek. Hierdoor kunnen ook zij op adequate wijze contact met hem maken. Het voorkomt vervelende situaties op het schoolplein: ‘Waarom geef jij geen ant­ woord?’ Milan zit vooraan in de klas, naast de rustige en voorspelbare Bram en vlakbij de lessenaar. Dit stimuleert het gevoel van veiligheid en de inter­ actie met de leerkracht. Het werken aan de rela­ tie is belangrijk. Door middel van het kladblok leert de leerkracht Milan steeds beter kennen. De non-verbale com­ municatie tussen beiden wordt sterker: Milan glimlacht vaker en durft langer oogcontact te maken. Dit vertrouwen is essentieel om selectief mutisme aan te pakken.


Verwacht in JSW Lang zal je lezen!

De Kinderboekenweek bestaat 60 jaar. Het thema dit jaar is: ‘Feest!’ In het septembernummer van JSW vind je daarom diverse voorbeelden van boeken en tips voor activiteiten.

JSW informeert je over de laatste ontwikkelingen in het basisonderwijs en vertaalt deze naar de praktijk. Met iedere maand interessante vakinformatie, praktische tips, prikkelende columns, recensies en kant-en-klare lessen.

Feestelijk schrijven © CPNB

De boeken van Edward van de Vendel (Superguppie) zijn een feest om te lezen. Hoe ervaart hij het schrijven van zijn boeken? Ook als een feestje? Een interview met een feestelijk tintje.

Niet missen?

Klas in beeld

Ontvangen jullie JSW wel op school, maar mis je het blad vaak? Neem dan een thuisabonnement voor slechts € 50,-. Kijk op: www.jsw-online.nl

Met een grafiek kun je de werkelijkheid overzichtelijk in beeld brengen. Laat kinderen in je klas grafieken maken, bijvoorbeeld van hun lievelingskleuren, zakgeld of wat ze na school doen. © Ronald Keijzer

Alvast een fijne zomervakantie gewenst en een feestelijke start van het nieuwe schooljaar! – De Redactie

Proefabonnement JSW Ook leuk voor thuis! Nummer

Nummer

3, jaargan

2, jaarga

ng 98,

g 98, nov

oktober

2013

ember 201

3

Nummer 4, jaargan

g 98, december 2013

www .j sw -o n li n e Jeugd .n l w w w.j Vakblad invooSchool en Werel sw d het bas speciaal-o rnl onderw inison wijs, e.dernl ijs en opl Jeugd in eiding School en Wereld Vakblad voo ww w.j sw r het basi sonderw -on speciaal ijs, ond line .nl

3x voor €13,50*

erwijs en opleiding

Jeugd in Schoo l en Wereld Vakblad voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs en opleiding

Abonnement stopt automatisch!

Meer dan

SchRoeokleennen me ou t p saLe r mesevan ste ders lezieSpecial Een go a r onbeg rd ed reigkheen id k twikke in Wer Een effectie

50% korting!

k ve instr len an ou Zoen uctie derbetro voa er je effectie idid eo make ve sa ede re kkenvhe mengwoer Zo krij n g fl je e zich ng scoce Woordent op het ki iesgesp hct oo l en ore schataa leerpr Selectief mu kesn udker tism daces e metnsuc chtdoo en le rbre erbe ken inzicht verwerven hoeften in doorlopende lee rlijnen JSW13_1

192_TDS_

JSW13_128

5_TDS_nr3

kopie.indd

nr2 corr.i

ndd 1

1

26-09-13

JSW13_1317_TDS_nr4

.indd 1

* De vermelde abonnementsprijzen zijn geldig t/m augustus 2014

24-10-13 21-11-13 15:26

Meer weten? Ga naar www.jsw-online.nl of bel 088-2265243 50

JSW 10 juni 2014

12:21

11:57


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.