Grondig 2 - 2015

Page 1

18 - STERK WERK; OLYMPISCH KILVEREN 10 - HUUR EN LEASE ZET BANK BUITENSPEL 34 - FLEETMANAGEMENT HUSQVARNA 44 - DE NIEUWE T7 78 - VERVOER MET TREKKER MAG ALTIJD

Februari 2015

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

2


“Hogere melkopbrengsten en lagere voerkosten? Met LG 30.211 en LG 30.218, de meest voerefficiënte maïs van Nederland, zijn we er klaar voor. De winst zit ‘m in de topverteerbaarheid van kolf én restplant. En dat zie je direct terug in de pens: extra VEM’s en energie voor aantoonbaar méér melk.”

Wij zijn klaar voor de toekomst Ben en Wim van der Heijden, Bladel

GRATIS proefzak* van de nieuwe 211 of 218 bij je maïszaadbestelling! Doe mee en kijk snel op: www.lganimalnutrition.nl

GRATIS

GRATIS

ZEER VROEG

* 12.500 korrels (1/4 eenheid) van de nieuwe LG 31.211 of LG 31.218

VROEG

20 ton drogestof in 2020 2015!

NIEUW LG 30.248 middenvroeg

22,2 ton ds/ha 22.464 kVEM/ha

NOOIT MEER EEN E LEGE SMARTPHON

LG 30.224

+ 800 kVEM/ha*

middenvroeg - vroeg

21,4 ton ds/ha 21.736 kVEM/ha bron: Rassenlijst / Rassenbulletin 2015 (CSAR)

UW WINST = 1.800 kg extra melk/ha

gratis oplader bij uw bestelling op www.massamais.nl

* t.o.v. gemiddelde

Super verteerbare massamaïs die uw ruwvoerambities in 2015 al waar maakt!


Voordeel voor het oprapen AL 10 JAAR DE BESTE ZWADEN 10 jaar 10 meter

De luchtige en regelmatige zwaden van de Hibiscus 1015 CD Profi garanderen een flinke capaciteitswinst bij het oprapen en snijden. Dat bewijst deze hark al ruim 10 jaar! Profiteer nu zelf en maak gebruik van de aantrekkelijke jubileumaanbieding.

extra korting

Interesse? Kijk voor een dealer in de buurt op www.lely.com of mail naar nederland@lely.com

10%

HARVEST RESULTS. www.lely.com

innovators in agriculture


Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Druk Concept & Design, Soest (onderdeel van Practicum Grafimedia Groep BV) Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.

REDACTIONEEL Het bezit voorbij “Vroeger kochten we als student oudjes, wat toen nog kon dankzij de toen nog niet bestaande apk. Dat gold niet alleen voor auto’s, maar ook voor banken, koelkasten en dergelijke. Voor een prikkie, maar wel kopen. Bezit gaf immers status. En zo’n goedkoop ding was later wel weer te verpatsen aan ‘groentjes’. Tegenwoordig gaat dat anders. De huidige generatie least of huurt. Wasmachines, tv’s of deelauto’s. Geld wordt besteed aan een mooi avondje uit en het beperken van de studiekosten. In de maatschappij begint leasen een gewone zaak te worden. Leasen vanuit kracht en niet vanuit een kramp omdat je geen geld meer krijgt. Heldere woorden van Clemens van der Aa in het artikel over de toenemende trend in onze sector om machines te leasen of zelfs te huren. Het illustreert de tendens dat eigendom minder belangrijk is en dat er wordt gekozen voor flexibiliteit. In de particuliere markt zie je dat mensen leasen of zelfs kiezen voor een deelauto. Het is het nieuwe fenomeen van de deeleconomie, waar het niet meer gaat om het bezit, maar om zorgenvrij de beschikking hebben over goederen. In de cumelasector is hetzelfde gaande. Opvallend is de toename van de huur. Iets wat vijf jaar geleden ondenkbaar was, groeit als kool. Het is te danken aan ondernemers die noodgedwongen scherper calculeren. Zij beseffen dat het mooi is om een machine te bezitten, maar dat het nog mooier is om daar geld mee te verdienen. En dat valt niet mee als je na die ene mooie klus weer stil staat of te horen krijgt dat alleen machines met de laatste emissie-eisen worden toegelaten. Huren van een machine is dan in veel gevallen goedkoper dan een machine die (na verloop van tijd) te veel en steeds meer uren stil staat en meer diesel verbruikt. Om over het onderhoud nog maar te zwijgen. Naast het huren groeit ook de leasemarkt. Deels noodgedwongen, omdat banken ondanks hun mooie woorden over het midden- en kleinbedrijf de hand stevig op de knip houden. Een houding die veel bedrijven ook een kramp bezorgt, want te vaak horen ze dat ergens plotseling de kredietlimiet is verlaagd. Om zich daartegen te wapenen, is lease een krachtig alternatief, want de bank is niet nodig en de inruil kun je gebruiken om de rekening courant wat op te hogen. Dan sta je meteen sterker als door opdrachtgevers kredietwaardigheid wordt geëist. “Het bezit is het einde van het vermaak” is een bekende gevleugelde uitspraak. Welkom in de nieuwe deeleconomie, waar bedrijven flexibele oplossingen zoeken en samen delen en uitwisselen als het past. Net als onze kinderen die slim de hand op de knip houden voor het grote festival, waar ze samen naar toe reizen in een allerhipste ‘huurtje’.

Kosten abonnement Nederland € 85,- per jaar / Buitenland € 111,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

4

GRONDIG - 2 2015

Janurai 2015 Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke


INHOUD

ngt Grondig 3 ontva

6 9 10 14 18

Bedrijf in Actie: Verhart Groen BV Commentaar Huur en lease zetten bank buitenspel Ondernemerslessen: Jaap Hermans Sterk Werk: Loonbedrijf Veldman

22 28 30 34 36 40 44 48 50 58 60

ProďŹ leren: De Waard BV en Mechielsen Oldehove BV Praktijkproef Airman en Cormidi-rupsladerdumper Nieuwe Bobcat-minigraafmachines Managementvolgsysteem Husqvarna Doosan op Morooka-rupsen Grondig.com New-Holland T7-trekkers Graslandbewerking Stappenplan maĎŠsteelt deel 2 Compacttrekkers van Kubota ATB-banden voor mobiele kranen

62 63 66 67 68 70 71 72 75 76 77 78 80 82

Economie Recht(t)erzijde Cumelaria Gekruid Provinciaal bestuur: Overijssel Cumela.nl Voorzitter Sectorplan Agrarisch en Groen Afname schades door Klic App Toolbox: leren van ongevallen In kort bestek Grondtransport met landbouwtrekkers Nieuwe eisen zuivelindustrie Bedrijvig

u vrijdag 3 april!

Ondernemen met

mensen

Ondernemen met

vaktechniek

Ondernemen met

cumela

GRONDIG - 2 2015

5


ondernemen met

mensen

6

BEDRIJF IN ACTIE

GRONDIG - 2 2015


Werken aan oplossing muizenplaag Keihard werd vorige week nog gewerkt aan de oplossing die Peter Verhart uit Montfoort net na het afsluiten van dit nummer presenteerde voor de aanpak van de muizenplaag. Op de laatste dagen voor de presentatie van het systeem, waren nog vijf mensen bezig om de hele constructie bedrijfsklaar te maken. Samen met de collega’s van zijn tweede bedrijf Ruvoma, dat zich bezig houdt met de bestrijding van ongedierte, bedacht Verhart een manier om de muizen te vergassen. Daarvoor wordt met een zeil van dertig bij vijftig meter een soort afgesloten ruimte gecreëerd. Tijdens de behandeling wordt vanuit een giertank die het sleepdoek voorttrekt continu CO2 onder het zeil gepompt. Een tweede platte wagen die ernaast rijdt, zorgt voor de aanvoer van CO2. Het gas laat het zeil opbollen en creëert daardoor een hovercraft-effect, waardoor de constructie ondanks een gewicht van 1500 kilogram gemakkelijk voort te trekken is. Het geheel rijdt met een snelheid van ongeveer 1,5 kilometer per uur over het land, voldoende om alle muizen die zich hieronder bevinden te vergassen. Om van perceel naar perceel te gaan, kan het geheel worden opgevouwen of door een sloot worden getrokken. De ruim twee minuten die de muizen onder het doek verblijven, zijn voldoende lang om een zeer hoog percentage van de aanwezige muizen te doden. Daarbij worden niet alleen de muizen die aan de oppervlakte zijn aangepakt, ook de muizen die in de holen tot dertig centimeter diep in de grond zitten, worden bereikt. Dat is het grote voordeel ten opzichte van frezen, stelt Verhart. “Zo diep kom je met die methode nooit.” Speciaal voor deze toepassing vroeg Verhart ontheffing aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Deze verkreeg hij omdat de methode zeker in de openlucht verder niet gevaarlijk is. “Ook bij containers mogen we na behandeling de deuren gewoon opentrekken. Het enige is dat er wel altijd een vergassingsleider bij aanwezig moet zijn. ” Met de nieuwe techniek wil Verhart een oplossing bieden voor de enorme plaag die zich in Friesland en Overijssel heeft ontwikkeld, maar die ook in zijn omgeving toeneemt. “De eerste percelen beginnen hier ook te verkleuren en als je het land in loopt, zie je op veel plaatsen al de ronde gaatjes van de muizenholen. “ Een goedkope methode zal het vergassen niet zijn, waarschuwt Verhart. Hij verwacht dat de kostprijs ergens tussen de 400 en 600 euro per hectare zal zijn. “Natuurlijk, een fors bedrag, maar als je niets doet, is het probleem nog groter. Dan kun je wel opnieuw inzaaien, maar blijft het probleem. Deze methode lost het probleem echt op.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

GRONDIG - 2 2015

7


Groen, grond en infra producten In verband met schade in veel grasland percelen is dit betaalbare grasmengsel samengesteld. Graslandherstel is een speciaal mengsel voor het herinzaaien en doorzaaien en van percelen.

T I E T I L KWA pe prijs n scher e e r o o v

grasmengsel

Graslandherstel Advies zaaihoeveelheid:

Kenmerken van Graslandherstel

• Herinzaaien 45 - 55 kg • Doorzaaien 20 - 25 kg

• Kwaliteit voor een scherpe prijs • Juiste verhouding tetraploïde en diploïde Engels raaigras • Hoge opbrengst • Hoge roestresistentie gem. score > 8 • Behandeld met kiemversneller headstart

Graslandherstel bestaat voor 70% uit tetraploïd Engels raaigras en 30% uit diploïd Engels raaigras. Tetraploïd gras kiemt sneller en vestigt zich agressiever ook tussen bestaand gras. Dit verbetert het resultaat van herinzaai en doorzaaien.

Nijemirdum

|

Tel.: 0514 - 57 18 26

|

www.buma.com

|

info@buma.com


ondernemen met

mensen

COMMENTAAR Volop kansen Afgelopen periode is er een tweetal rapporten verschenen waarin wordt ingezoomd op de positie van het midden- en kleinbedrijf. Beide rapporten hebben gemeen dat het herstel van de economie en de rol van aanjager in de banenmarkt in handen ligt van deze bedrijven. Waardering voor deze ondernemingen - vaak familiebedrijven - voor hun overlevingsdrang spreekt uit deze rapportages. Toch worstelen ook deze bedrijven met knelpunten. Wat kunnen bedrijven zelf, de overheid en brancheorganisaties bijdragen aan een goed werkbaar midden- en kleinbedrijf? Ondernemerschap biedt vrijheid en vraagt verantwoordelijkheid. Deze mogelijkheden passen uitstekend bij een samenleving waarin het model van tweeverdieners de plaats heeft overgenomen van het kostwinnersmodel. We zien dat steeds meer mensen kiezen voor ondernemerschap. Een keuze soms uit noodzaak, maar meestal om de vrijheid te hebben te kiezen voor de klussen die je ambieert en deze uit te voeren op de tijdstippen dat het past. Uit deze rapporten blijkt dat de gevestigde ondernemer in het midden- en kleinbedrijf qua omvang redelijk vergelijkbaar is met de onderneming in de cumelasector, waar we gemiddeld ruim elf werkenden tellen. Overigens is er een grote herkenbaarheid met de uitkomsten uit het onderzoek. De groep koplopers en de middenmoot vormen samen bijna zestig procent van de totale ondernemingen. De resterende veertig procent vormt de achterhoede. Achterhoedebedrijven zijn bijvoorbeeld ondernemingen die niet of onvoldoende meegaan met de technologische ontwikkelingen, niet voldoende inspelen op de noodzakelijke flexibiliteit en ook duurzaamheid niet hebben ge誰mplementeerd in de dagelijks bedrijfsvoering. Achterhoedebedrijven hebben moeite te anticiperen op deze ontwikkelingen. De ondernemer binnen deze bedrijven is een vijftigplusser die (nog) niet weet of er een bedrijfsopvolger beschikbaar is. Voor deze groep ondernemers is het belangrijk dat ze zich ervan bewust zijn dat er voor hen wel terdege kansen liggen. Zij doen er verstandig aan een strategisch plan op te stellen voor de toekomst van hun bedrijf. Dit kan zijn: geleidelijk afbouwen, samenwerking zoeken met een collega, verkopen of op zoek gaan naar jonge, enthousiaste mensen die het bedrijf nieuwe impulsen kan geven. Met al deze keuzes kan CUMELA u bijstaan. Voor de kopgroep en middenmoot worden diverse strategische aanbevelingen gedaan. Enkele daarvan lijken open deuren te zijn. Maar hoe frequent bevraagt u uw klanten over de ontwikkelingen die bij hen gaande zijn? Of heeft u er wel eens aan gedacht een tegenwicht te zoeken binnen uw bedrijf, zoals bijvoorbeeld een adviseur of commissaris waarmee u kunt sparren? En als de banken alleen u niet voldoende kunnen bijstaan, kan een combinatie van financieringen met bijvoorbeeld leveranciers, afnemers en banken dan een optie zijn? Denk niet alleen vanuit bestaande structuren, maar benut het innovatieve talent dat cumelabedrijven eigen is. Er liggen voldoende perspectieven voor een kansrijke toekomst in de markt voor het midden- en kleinbedrijf.

Hannie Zweverink, algemeen directeur CUMELA Nederland

GRONDIG 2 2015

9


HOOFDARTIKEL Krediet of niet

ondernemen met

mensen

Huren en leasen van bedrijfsmiddelen neemt toe Noodgedwongen door kritische banken of aangetrokken door lage leasetarieven en flexibiliteit kiezen steeds met cumelaondernemers voor het huren van machines. Om zo meer te kunnen inspelen op de grote variatie in werk waarmee ze te maken hebben en om het dichtdraaien van de kredietkranen door voorzichtige banken op te vangen. “De bank wil niets meer. Ik krijg geen geld en kan niet meer investeren, terwijl mijn resultaten niet minder zijn dan andere jaren.” Het is inmiddels een veel gehoorde klacht bij de buitendienst van CUMELA Nederland. Klagende ondernemers die plotseling minder ruimte krijgen op de rekening courant of die plotseling allerlei plannen moeten aanleveren om krediet te krijgen voor investeringen in nieuwe machines. Dieuwer Heins, binnen CUMELA Nederland verantwoordelijk voor de bedrijfseconomische advisering, merkt dat er steeds meer vragen binnen komen. “Van verschillende ondernemers krijgen we vragen over het maken van investeringsplannen, liquiditeitsbegrotingen en de hele financiële planning. Het heeft alles te maken met het aangescherpte risicobeheer bij de banken. Je merkt dat ze veel meer inzicht willen in de bedrijven en zeer terughoudend zijn in de investeringen.” Het is een beeld dat Teake de Boer, voorzitter van de sectie Grondverzet en cultuurtechniek en zelf ondernemer in Rijpwetering, wel herkent. “Van verschillende ondernemers in de branche hoor ik dat de banken terughoudend zijn, dat ondernemers meer onderpand moeten bieden en dat het vooral gaat om zekerheid.” Als voormalig commissaris van Rabobank ergert het hem wel eens dat de bank zo star geworden is. “Het gaat alleen maar over zekerheid, zekerheid en zekerheid. Sinds een aantal jaren merk je dat het beleid is veranderd en dat de bank zichzelf aan het indekken is. De bank denkt alleen aan zichzelf en de ondernemer is de dupe.” Voor Henk Wetering van het gelijknamige loon- en transportbedrijf uit het Overijsselse Den Ham is de terughoudendheid van banken reden om de investeringen anders te benaderen. “Ik krijg zelfs het gevoel dat ze je richting lease sturen. Dat

Bij Pon merken Kamps en Voesenek dat ze steeds gemakkelijker bij bedrijven binnenkomen omdat huren steeds meer wordt geaccepteerd.

10

GRONDIG - 2 2015

gaat namelijk niet ten koste van hun zekerheden”, zegt hij. De ondernemer ziet lease zelf momenteel als een aantrekkelijk alternatief. “Met leasepercentages van ruim onder de drie procent is het zeker niet duur meer. Met als voordeel dat je veel gemakkelijker afspraken kunt maken over aflossingstermijnen. Lease kun je heel gemakkelijk gelijk laten lopen met het seizoen. Dus voor een hakselaar kun je afspreken dat je pas in mei begint met betalen en dat dit doorloopt tot eind oktober. Op die manier volg je de geldstroom die bij de machine hoort. Het voordeel is ook dat je ook sterk wordt geconfronteerd met de kosten die bij een machine horen.”

Meer huren De tendens naar meer lease en meer huren speelt misschien nog wel sterker in de bouw dan in de landbouw. Waar machines voor de landbouw door het seizoensmatige karakter moeilijk te verhuren zijn, omdat ze nu alleen maar in het seizoen inzetbaar zijn, is in de bouw duidelijk sprake van een stijgende tendens, stellen Huib Kamps en Theo Voesenek van Pon Equipment Rental vast. “We merken de laatste jaren dat er duidelijk meer sprake is van het huren van machines. Dat is bijvoorbeeld te merken aan de groeiende omvang van onze huurvloot. Alleen al hier op de vestiging Valkenswaard is sprake van een forse uitbreiding van de huurvloot met meer dan 10 machines. Die groei hebben we nodig om aan de vraag te kunnen voldoen.” De keuze voor het meer inhuren van machines komt volgens Kamps en Voesenek niet alleen van banken die moeilijk doen. “We merken ook dat bedrijven heel anders met verhuur omgaan. Zeker bij jongere ondernemers zie je dat die daar veel meer voor open staan. Vijf jaar geleden werd je bij wijze van spreken nog van het erf gejaagd als je over verhuur begon, nu is het voor veel bedrijven een serieuze optie. Natuurlijk kost het nog veel moeite om dat goed uit te leggen. Je merkt dat ondernemers het moeten ontdekken en beter nog ervaren.” De grotere bewustwording over de kostprijs van een machine speelt daarin een flinke rol, merkt Kamps. “We merken dat mensen beseffen dat ze niet meer voor elke klus een speciale machine kunnen aanschaffen, maar je merkt ook dat mensen meer calculeren. Waar ze vroeger als ze een dertigtons machine nodig hadden maar aan het werk gingen met de twintigtons machine die ze hadden, kiezen ze vaker voor een machine op maat. Gewoon omdat dat toch goedkoper is dan


een machine die het niet aan kan of - omgekeerd - te groot is.” Een andere reden voor die stijgende belangstelling voor verhuur is volgens hem ook het toenemend bewustzijn over de kostprijs. “We merken dat bedrijven zuiverder rekenen. Als een machine aan zijn uren is, wordt er toch meer nagedacht over het aantal uren dat die werkelijk maakt. Dan kun je ook gemakkelijker het rekensommetje maken. Natuurlijk, als je echt 1500 uur met een machine maakt, is kopen of leasen aantrekkelijker. Maar als je eerlijk bent: hoeveel uren maak je dan werkelijk? Ga je dan met bijvoorbeeld 1000 uur rekenen, dan is huur zeker als je over een periode van een maand of tot enkele maanden praat nauwelijks duurder. Terwijl je dan geen risico loopt en ook weet dat je financieel geen last meer van de machine hebt als de huur is afgelopen.”

Fabrikanten stimuleren De andere manier waarop ondernemers de aanschaf van machines benaderen, is iets wat ook Rabobank ziet. Sectormanager loonwerk Clemens van der Aa onderschrijft direct de tendens dat bedrijven steeds meer machines leasen en huren. “Fabrikanten stimuleren dat ook door met heel aantrekkelijke tarieven bedrijven over te halen om in nieuwe trekkers te investeren. Prima, maar als ondernemer moet je wel in de gaten houden dat ze vaak wel heel korte aflossingstermijnen hanteren. In twee of drie jaar moet een groot deel zijn afbetaald. Dat kan een enorm beslag op de liquiditeit geven.” Juist die liquiditeit is iets wat bij Rabobank steeds meer aan-

dacht krijgt. “Voor een goed draaiende onderneming is het geen probleem. Dan is lease met een korte termijn een uiting van kracht. Maar als je voor lease kiest omdat de bank niet wil financieren, is het uit een kramp. Dat is iets wat we sterk ontraden. Dat is ook de reden dat we bij een financiering kijken naar de hele onderneming. Voor ons is de cashflow het belangrijkst, dus wat is er beschikbaar uit afschrijving en winst van de onderneming. Wie meer wil investeren, zal dat moeten onderbouwen of krijgt onherroepelijk extra vragen.” Van der Aa kan niet ontkennen dat de bank in de ogen van veel ondernemingen kritischer is geworden. “We kijken vooral naar rentabiliteit op lange termijn, zeker nu nu in de markt sprake is van overcapaciteit. Zeker bij duurdere machines waarbij een ondernemer gemakkelijk weer groter wil en zijn capaciteit uitbreidt. Te gemakkelijk wordt nu geroepen dat ze er wat extra klanten bij nemen of proberen het aantal hectares per machine uit te breiden. In dat soort gevallen wordt nu veel vaker naar de onderbouwing gevraagd: hoe denkt de klant dat te doen, hoe wil hij de nieuwe machine rendabel maken? Pas als daar een goed verhaal onder ligt, willen we meegaan. Want onze insteek is wel dat er voor goede plannen altijd geld beschikbaar is.” Het meer vragen naar cijfers is een trend die De Boer direct herkent. “Je merkt dat de bank meer vragen stelt en dat je als ondernemer meer moet weten. Op zich is dat niet verkeerd, want in deze tijd is het belangrijk dat je bijna dagelijks op de hoogte bent van je cijfers. Ik vind ook dat je dat mag ver-

Of huren aantrekkelijk is, hang af van een eerlijk antwoord op de vraag; hoeveel uur maakt een machine werkelijk.

GRONDIG - 2 2015

11


ondernemen met

mensen

wachten van een ondernemer, dat hij weet hoe hij draait en dat hij kan vertellen waar hij heen wil.” Wat hem dan irriteert, is dat er zo strak met limieten wordt gewerkt. “Vroeger had je een rekening-courantkrediet, maar kon je daar af en toe wel wat overheen gaan. Nu is die limiet in beton gegoten. Terwijl we wel te maken hebben met bedrijven en overheden die steeds trager betalen. Dat moeten we wel financieren. Het is dan helemaal ergerlijk dat de bank debiteuren die langer dan drie maanden open staan niet meer wil meetellen in je liquiditeitsbegroting. Dat zet je nog extra klem.” Van der Aa spreekt tegen dat het beleid op dit gebied is gewijzigd. “Debiteuren ouder dan drie maanden telden al nooit mee. Wat we wel meer aandacht krijgt, is dat we vinden dat voldoende liquiditeit binnen elk bedrijf cruciaal is. Een goede liquiditeitsplanning is daarom een must en geeft rust. Een goede kennis van je eigen kasstromen zorgt ervoor dat je kansen kunt benutten en risico’s beter kunt managen. Onze ervaring is dat het laten oplopen van debiteuren risico’s met zich meebrengt. Dat zou je als ondernemer ook niet moeten willen.”

Mantellease Rabobank speelt zelf in op de behoefte aan lease door samen met dochter De Lage Landen verschillende leaseconstructies aan te bieden. In opkomst is volgens Van der Aa de mantellease. In deze constructie krijgt de ondernemer de beschikking over een vast budget per jaar om te investeren. “Een mooie constructie, die ondernemers veel duidelijkheid en flexibiliteit geeft. Ze weten precies hoeveel ze kunnen investeren, waarbij we in de aflossing kijken naar de economische levensduur. Op die manier kunnen we beter aansluiten bij de praktijk dan de lease door leveranciers, die vaak in twee of drie jaar klaar willen zijn.” Een ander alternatief dat hij vindt passen bij de cumelabedrijven is de seizoenslease, waarbij de

Henk Wetering gebruikt lease vooral om de liquiditeitspositie te verbeteren. Inruil wordt contant afgerekend, nieuwe machines gaan volledig in de lease met de huidige aantrekkelijke tarieven.

aflossingen samenvallen met de inzet van de machines. De Boer merkt dat vooral problemen met liquiditeit bedrijven aanzet tot het anders investeren. “De maand mei, als we het vakantiegeld moeten betalen, is wat dat betreft berucht. Om dat op te vangen, heb je gezien dat bedrijven de laatste jaren meerdere machines inruilen voor één nieuwe. Op die manier creëren ze wat extra geld. Nu zie je dat ze gaan leasen en de inruil laten uitbetalen. Een nieuwe kunstgreep om meer liquiditeit te krijgen.” Het kiezen voor lease is een strategie die Wetering ook heeft gekozen. Niet om liquiditeitsproblemen op te vangen, maar vooral om de afhankelijkheid van de bank te verminderen. “Ik probeer een steeds groter deel van mijn machinepark in de lease te krijgen. Daardoor worden mijn financieringslasten lager en krijg ik ruimte om de rekening courant te ontlasten. Want als ik een machine inruil, laat ik de inruilwaarde contant uitbetalen. Dat geld gebruik ik om financieel meer ruimte te krijgen. Op die manier ben ik de banken voor en houd ik de hele financiering in eigen hand.”

TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok advertentie

Vernieuwen.. De groene optie! • Goedkoper dan nieuwe banden • Zelfde kwaliteit als nieuwe band • Profielgarantie • Milieubesparend • Maatwerk profielen mogelijk

12

GRONDIG - 2 2015

T 0523 - 25 13 32

www.obo.nl


samen winnen stoppelbehandeling

GRATIS GALAXY tablet bij aankoop van 200 liter vat

Als u zeker wilt zijn van een effectieve bestrijding van onkruid, kiest u voor Roundup Ultimate. Roundup Ultimate is al regenvast na 1 uur, waar®

®

door u veel tijdwinst behaalt. Maak een ultieme start voor een goede oogst

IMPROVED Performance

480

Improved Performance dankzij de unieke samenstelling Zeer geconcentreerde, vloeibare formulering met 480 g werkzame stof

van uitstekende kwaliteit met de laagste bestrijdingskosten per hectare. Samen sterk tegen onkruid, samen winnen: GRATIS GALAXY Tab3 Lite Wi-Fi tablet bij aankoop van 200 liter vat. Info: www.roundup.nl

Ca2+

Zeer goede werking, zelfs bij ongunstige omstandigheden CLEAN

www.roundup.nl • T. 0800 023 41 65

Roundup® Ultimate is een gedeponeerd handelsmerk van Monsanto. Toelatingsnummer 13865N, 480 g/l glyfosaat. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

Zeer goede werking, ook in hard water

Clean label: gunstige gebruiksvoorschriften en -voorwaarden


ondernemen met

mensen

ONDERNEMERSLESSEN

“Na tien jaar moet je de boel opnieuw organiseren” Jaap Hermans, Gebroeders Hermans, Maasbree Hoe hou je jezelf scherp? Dat is een belangrijke vraag die Jaap Hermans, bedrijfsleider op het bedrijf dat hij samen met zijn broer en neef runt, zichzelf regelmatig stelt. Nu ze gezamenlijk het bedrijf al ruim tien jaar runnen, is het volgens hem tijd om weer eens goed te kijken of de manier waarop wordt gewerkt nog logisch is.

LES 1 Mensen moeten elkaar corrigeren “Hier in het bedrijf hebben we, al werken we met twintig mensen, een heel platte organisatie. Het betekent dat iedereen een grote eigen verantwoordelijkheid heeft. Dat past ook wel, want we hebben een grote groep trouwe werknemers, die hier al jaren actief zijn. De gemiddelde leeftijd van ons personeelsbestand is daarom met veertig jaar relatief hoog. Maar daar past dus ook veel zelfstandigheid bij. Met werknemers die gespecialiseerd zijn in bepaalde werkzaamheden, bij ons noodzakelijk, omdat we als tuinbouwloonbedrijf met heel veel bijzondere machines werken. Om die goed te bedienen, moet je veel kennis hebben. Het gevolg is wel dat veel mensen veel meer van de machines weten dan ik zelf. Met het uitvoeren van werkzaamheden hoef en kan ik me dus niet bemoeien. Maar juist daarom is het zo belangrijk dat ze veel van elkaar leren. Dat ze elkaar ook corrigeren als zaken niet gaan zoals het moet. In het begin was dat voor mij wel lastig. Na het zeer plotseling overlijden van mijn vader moesten we met zijn drieën - Joop, Arno en ik - plotseling het bedrijf overnemen. Als jonkie is dat best lastig tussen al die ervaren mensen, want ik kon best wel trekker rijden, maar hoe dat in de praktijk ging, wist ik ook niet.”

LES 2 Na tien jaar is het tijd voor een frisse wind “Inmiddels doe ik alweer meer dan tien jaar het bedrijf samen met mijn broer en neef. We zijn dus al weer aardig vastgeroest in de manier waarop we werken. In het begin verander je veel omdat je nieuw bent en je nieuwe ideeën meebrengt. Maar nu we tien jaar verder zijn, merk je dat je vastgroeit in de manier waarop je werkt. Ik merk dat het heel moeilijk is om dat te doorbreken, terwijl iets wat je tien jaar geleden hebt bedacht als beste systeem dat nu helemaal niet meer hoeft te zijn. Maar als iedereen gewend is om op

14

GRONDIG - 2 2015

een bepaalde manier te werken, is het heel lastig om dat te veranderen.” “Het is wel iets waar we nu veel over nadenken. Misschien dat het invoeren van een digitale werkbon een aanleiding kan zijn om het anders aan te pakken. Dan moet je toch opnieuw de hele werkwijze bekijken en kun je zaken misschien aanpassen. Voor ons zou het wel goed zijn, want je merkt dat het anders moeilijk is om zo’n stap te zetten. Het is dan toch te gemakkelijk om gewoon op dezelfde manier door te gaan.”

LES 3 Overleggen doen we gewoon tussendoor “De werkorganisatie zoals we die nu hebben, is vanzelf zo gegroeid. Toen ik in het bedrijf kwam nadat mijn vader was overleden, had ik nog geen idee wat ik wilde gaan doen. Ik kwam net van school en ging in het bedrijf om mijn moeder te helpen. Die deed de administratie en daar kwam ze gewoon een handje te kort. Zo ben ik op kantoor terecht gekomen, terwijl mijn broer Arno veel meer de technische man is en vooral de werkplaats doet en met de machines bezig is. Onze neef Joop, de derde vennoot in het bedrijf, zit vooral op de weg. Die gaat veel klanten langs en is belangrijk voor het binnenhalen van werk. Maar als het nodig is, zitten zij ook gewoon op de trekker. Het is namelijk wel ontzettend belangrijk dat we onze eigen mensen zoveel mogelijk aan het werk hebben. Zelf ben ik eigenlijk de enige die daar niet aan toe komt.” “Hoewel we dus een duidelijke scheiding hebben van het werk dat we doen, hebben we geen vaste overlegmomenten. Dat gaat allemaal een beetje tussendoor. En dan bespreken we best veel. Al merk je ook wel eens dat het ook niet altijd werkt. Dan moet je iets bespreken, maar dan komt het er niet van. Als het dan op tafel komt, denk je wel: dit had eerder moeten gebeuren. Een gezamenlijk overleg plannen we eigenlijk nooit. En toch weten we wel goed waar we naar


toe willen. Maar echt plannen maken, over waar we over een paar jaar willen staan, daar komen we niet aan toe. Daarvoor zou het misschien wel goed zijn om toch af en toe op een afgesproken moment bij elkaar te gaan zitten.”

concurrent voor je bedrijf. Wat we daaraan doen? Proberen om ze slim in te huren en te zorgen dat ze op de tijd dat ze anders concurreren bij jou aan de slag zijn. Op die manier kun je als bedrijf toch de toegevoegde waarde houden.”

LES 4

LES 5

In tien jaar is het aantal klanten gehalveerd en dat gaat door

Wij moeten anderen werk uit handen nemen

“De komende jaren moet er niet alleen in het bedrijf veel veranderen, ook bij onze klanten verandert er veel. We zien dat de schaalvergroting heel hard gaat. Dat is tegenwoordig al geen rechte lijn meer, maar gewoon een curve die omhoog loopt. Voor ons is dat soms wel eens een probleem, want bedrijven komen op een omslagpunt dat ze zo groot worden dat ze werkzaamheden zelf gaan doen. Ze hebben dan het personeel en ook de kennis. Dan rekenen ze gemakkelijk naar zichzelf toe en schaffen toch die machine aan. We zien dat nu bij de aspergeteelt. Bedrijven die daar boven de vijf hectare komen, zijn zo groot dat ze zich heel anders moeten organiseren met personeel en uitvoering van het werk. Als ze die slag hebben gemaakt, gaan ze gauw een stap verder en groeien ze door. Als ze dan ook nog met veel subsidie apparatuur met GPS daarop kunnen aanschaffen, is de investering gauw gedaan. Vooral als ze dan ook nog gemakkelijk de zzp’er die kennis heeft van de apparatuur gemakkelijk kunnen inhuren. Voor ons is dat wel eens lastig, want vroeger was dat vakkundige personeel één van de dingen waarmee je je kon onderscheiden. Nu profiteren we zelf ook regelmatig van zzp’ers die gaten kunnen vullen, maar tegelijk vormen ze ook een

Een systeem dat tien jaar geleden het beste was, hoeft dat nu helemaal niet meer te zijn.

“De specialisatie van bedrijven is een bedreiging, maar geeft ons ook kansen. Daar zijn we ook echt mee bezig. Joop, die veel op de weg zit, is bij de bedrijven echt op zoek naar de werkzaamheden waarmee we het bedrijf kunnen helpen. Daar zijn ook mogelijkheden voor nu bedrijven groter worden en zich steeds meer concentreren op hun core business. Daar verliezen we dan misschien werk, maar er ontstaan ook mogelijkheden. Een mooi voorbeeld is de bietenteelt. Heel veel bedrijven hebben in hun vruchtwisseling nog bieten, maar hebben daar geen aandacht voor. Dat is iets wat we op verschillende bedrijven helemaal uit handen hebben genomen. Van de zaaibedbereiding tot het oogsten doen we het dan helemaal in eigen beheer. Voor ons een mooie manier om hen werk uit handen te nemen en werk naar ons toe te halen. Dat luistert best nauw, want zeker in de bieten moet je met de onkruidbestrijding rekening houden met de volgteelten. Daarom is dat iets wat we helemaal aan de werknemer over laten. Die regelt het allemaal zelf en heeft ook overleg met de vertegenwoordigers van de handel over de beste middelen. Dat is iets wat we wel hebben moeten leren. Dat als er vertegenwoordigers zijn, we ook de mannen van de spuitmachine erbij halen, zodat zij direct geïnformeerd worden.”

GRONDIG - 2 2015

15


Jaap Hermans Na het plotseling overlijden van zijn vader in 2001 kreeg Jaap Hermans die net klaar was met school en zich in het bedrijf aan het oriënteren was, de bedrijfsleiding vanzelf in handen. Al snel was hij degene die op kantoor zijn moeder assisteerde. In 2002 nam hij samen met zijn broer Arno en neef Joop het bedrijf echt over van zijn moeder en oom. Het bedrijf is gevestigd in Maasbree en gespecialiseerd in de vollegrondsgroenteteelt. De laatste jaren breidt het werkgebied zich uit door de bedrijven die zich specialiseren en in een groter gebied land huren. Tot in Duitsland worden de klanten achterna gereisd.

LES 6 Kennis van grond benutten “De komende jaren zal de relatie met de klant wel veranderen. Niet alleen omdat ze groter worden, maar ook omdat we steeds meer informatie gaan verzamelen die we kunnen gebruiken. We onderzoeken nu al de mogelijkheden om op perceelsniveau allerlei gegevens vast te leggen. Dat kun je dan gebruiken om de klant te adviseren en werk nog beter op de grond af te stemmen. Voor ons zal de kunst zijn om die kennis van de grond en de teelt te benutten. Je ziet dat nu ontstaan bij de bemesting in combinatie met de bodemscan. Dat moeten we de komende jaren zeker kunnen uitbreiden.”

LES 7 Zo lang er overmechanisatie is, blijft de prijs onder druk “Naast het overnemen van de teelt proberen we ook door samenwerken een betere positie te krijgen om onze verdiensten op peil te houden. Zo hebben we voor het rooien een samenwerking met loonbedrijf Reintjes uit Veulen. Dat huurt onze machine als er daar moet worden gerooid. Het mooie is dat dit bedrijf net in een andere regio zit en dus in een andere ophaalronde valt. We kunnen de machine daardoor veel efficiënter inzetten. Als sector zullen we de komende jaren veel meer moeten samenwerken of fusies aan moeten gaan, want als we blijven concurreren, redden we het niet. Vooral samenwerken is vaak lastig, want dat betekent geven en nemen. Vooral het geven blijkt vaak moeilijk. Daar zie je heel veel samenwerkingen op stranden. Toch zal het wel moeten, wil je overleven. Als we dat niet doen, blijft de overmechanisatie in stand en weet je dat je blijft concurreren en dat de prijs onder druk blijft. Gelukkig merk je nu wel dat de samenwerking tussen bedrijven al veel beter is dan vroeger.”

LES 9 Een prijsdaling van twintig procent wordt zo geaccepteerd, maar wij moeten vechten voor een procent meer.

Elders in de keten wordt het geld verdiend

“Wat ik wel eens moeilijk te verteren vind, is het gemak waarmee telers zich schikken naar de afnemers, terwijl wij voor elke procent een gevecht moeten leveren. Nu zie je dat ook weer bij de aardappelen. Ik was pas bij een teler die klaagde dat de contractprijs voor zijn aardappelen van tien naar acht cent ging. Een prijsverlaging van twintig procent. Dat wordt zo geaccepteerd onder het motto ‘anders raak ik ze niet kwijt’, terwijl wij voor één of twee procent meer de strijd aan moeten. Gelukkig zijn er ook die het wel waarderen en die kwaliteit en zekerheid vooropstellen en het nooit over prijs hebben. Daar is het altijd prettig werken.”

“Een probleem is natuurlijk dat klanten van loonwerkers verwend zijn. Er is zoveel concurrentie dat het serviceniveau

TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

LES 8

16

heel hoog is. Zeker bij machines waar een grote overcapaciteit is, weet je dat de prijs laag is. Daarin gaan we soms ook wel te veel mee met de klanten. Wat dat aangaat, zitten we ook een beetje in hetzelfde schuitje. Je weet dat als je geld wilt verdienen je helemaal voor of helemaal achter in de keten moet zitten. Bij ons betekent het dat de zaadbedrijven en de plantenkwekers en achteraan de grootwinkelbedrijven het geld verdienen. Alles daar tussenin zit klem en moet het scherp doen.” “Voor ons is het de kunst om het werk zo efficiënt mogelijk te doen. Dat houdt in zoveel mogelijk uren per machine maken, ook al betekent dit dat een klant soms moet wachten. Het vervelende is natuurlijk dat dan altijd de meegaande klanten het slachtoffer zijn. Die willen meedenken, maar het betekent dat degenen die wat harder piepen beter af zijn. Daar moet je wel op letten en toch zorgen dat je soms die meegaande klant gewoon op een mooi punt in de planning houdt.” “Bij de planning is het ook zo als ik al eens iemand in Grondig heb zien zeggen: een goede planning moet moeizaam gaan, anders is er overcapaciteit. Dus als je moeite moet doen om met je machines en mensen al het werk gedaan te krijgen, gaat het goed. Ook al moeten klanten dan soms inschikken.”

GRONDIG - 2 2015


De vooruitgang ervaren. De mobiele graafmachines van Liebherr.  Meest efficiënte machines door innovatieve technologieën  Betrouwbare machines met maximale productiviteit  Hoogwaardige Liebherr componenten uit eigen productie  Veel aandacht voor ergonomie en goed zicht op het werk

Wynmalen & Hausmann Import N.V. Ressenerbroek 7 6666 MP Heteren, Nederland Tel.: +31 26 47 90 531 E-mail: info@wynmalenhausmann.nl www.facebook.com/LiebherrConstruction www.wynmalenhausmann.nl

Bedrijvengroep


STERK WERK Olympisch kilveren

ondernemen met

mensen

Loonbedrijf Veldman, Obdam Tot op de millimeter nauwkeurig kilveren is het specialisme dat Arthur Veldman heeft ontwikkeld. Met zijn zelf ontworpen en gebouwde kilvercombinaties weet hij aan de strengste keuringen van NOC-NSF te voldoen. Dankzij deze topsportaanpak werkt hij nu mee aan de renovatie van de atletiekbaan van het Olympisch Stadion, vooruitlopend op het EK atletiek 2016.

Met de voet wrijft Arthur Veldman een pluk compost uit elkaar. Compost van de klant zelf die hij met zijn zelf aangepaste compacte vierkuubs strooier net heeft uitgereden in de kas. Die klant belde tijdens deze klus op. Er kwam te veel ammoniaklucht vrij en dus is er vrees voor schade aan de ernaast staande bloemenplanten. Arthur schakelde direct, dus even geen tijd voor een journalist, in de auto, ter plekke polshoogte nemen en een plan doorspreken. Dat plan was snel getrokken: de compost zo snel mogelijk inwerken met een spitfrees. Bellen, bellen, bellen en direct een mannetje vrijgemaakt om met de spitcombinatie te komen. Snel schakelen hoort bij topsport, evenals nadenken om dergelijke situaties de volgende keer te voorkomen. Dus daarna polshoogte nemen bij een andere klant, waar een medewerker van Veldman een vergelijkbare composthoop aan het omzetten is. “Toch te veel lang spul. Even over nadenken en

18

GRONDIG 2 2015

met de klanten bespreken hoe we dit in het vervolg kunnen voorkomen�, zegt Arthur. Daar kwamen we in eerste instantie niet voor. Het loonwerk in kassen is wel een belangrijke poot voor Veldman. Hij heeft een trouwe klantenkring, die hij met specialistische machines bedient. Deze manier van handelen kenmerkt ook de tak waarvoor wij komen, het gespecialiseerde kilverwerk.

Millimeterwerk Arthur heeft van jongs af aan het kilverwerk zelf gedaan. Hij ging maar wat graag voor de spreekwoordelijke tien op pad. In de loop der jaren ontwikkelden zich de inzichten en besloot Arthur zelf kilverbakken te bouwen. Hij heeft zich gespecialiseerd in het compacte materieel. Hij heeft nu kilverbakken met breedtes van 1,80, 2,20 en 2,40 meter draaien met een vaste ploeg gespecialiseerde medewerkers met de-


zelfde genen. Hij heeft de kilverbakken volledig naar eigen inzichten in de eigen werkplaats gebouwd. Dus niet alleen de bak zelf, maar ook de bediening en alles wat er verder rondom de trekker is gebouwd, inclusief aanpassingen aan de trekker zelf. “Het gaat om het complete span”, vertelt Arthur. De 2,40 meter versie is zelfs uitgerust met Trimble 3D dat ook op de laser kan werken. “We hebben niet altijd 3Dklussen op Total Station. Je moet dan beide kunnen.” Dit is de combinatie waarmee Arthur het echte topsportwerk aflevert. De keurmeesters van NOC-NSF keuren heel streng, tot op de millimeter. Niet alleen bij de toplaag, maar ook bij de onderbaan, de zandbaan en eventuele tussenlagen waar bijvoorbeeld kunstgras op komt. Bij de toplaag heb je het dan vaak over mengsels van rubber-lavamengsel. Probeer dat maar eens op de millimeter nauwkeurig en strak te egaliseren. “Om dergelijke eisen te halen, moet je honderd procent kwaliteit afleveren. Kilverborden voor dit segment zijn niet standaard te koop”, vertelt Arthur.

Precisie kilvercombinaties Dat brengt ons bij de klus waar Veldmans 3D-combinatie dit jaar voor wordt ingeschakeld, het opknappen van de atletiekbaan in het Olympisch Stadion in Amsterdam in aanloop naar het EK atletiek 2016 Amsterdam. De nieuwe baan krijgt een volkunststof toplaag. Die nieuwe toplaag is steviger, gaat daardoor langer mee en is hiermee beter geschikt voor multifunctioneel gebruik. Naast de vervanging van de baan wordt het Olympisch Stadion ook anders ingedeeld. Zo worden de spring- en werponderdelen verplaatst. De werkzaamheden worden uitgevoerd door Antea Group Sport, dat op zijn beurt Veldman inschakelt voor het egalisatiewerk. Begin januari heeft Veldman al de onderbaan van een deel van het atletiekterrein heel precies getrokken. Op de foto is medewerker Vince bezig met het egaliseren van de toplaag. Goed is te zien hoe vernuftig hij de rondingen volgt en hoe

Naast het kilveren voert Veldman ook ander grondverzetwerk uit. Soms gaan het grondverzet en het kilveren samen, zoals hier een klus die op de laser wordt afgewerkt.

Loonbedrijf Veldman Arthur en Fiona Veldman runnen samen loonbedrijf Veldman. Zij zijn de derde generatie op een bedrijf dat al in 1922 in Heerhugowaard is begonnen. Fiona doet het kantoorwerk en Arthur zorgt voor het operationele werk. Het bedrijf is van oudsher sterk in het compacte werk in kassen en tuinbouw in de regio. Met de tweede grote tak, het gespecialiseerde kilverwerk, werkt het bedrijf in heel Nederland. Een derde tak is het berm- en slotenonderhoud en het onderhouden en verbeteren van sportvelden in de regio. Ten slotte zijn er nog wat overige werkzaamheden, zoals grondverzet. Veldman heeft tien vaste medewerkers en huurt in pieken extra krachten in. Het bedrijf is VCA*-gecertificeerd. Meer informatie: www.loonbedrijfveldman.nl.

fijntjes hier wordt geëgaliseerd. Het gaat hier om precisie en met geduld de baan in meerdere bewerkingen op de millimeter nauwkeurig afwerken met een constante dichtheid en hardheid. De kilver werkt niet alleen heel precies op hoogte vanwege de 3D-aansturing, maar is ook zo geconstrueerd dat bij wisselende belasting over de hele breedte geen millimeter afwijking is en dat de bak in alle omstandigheden razendsnel en direct reageert. Bij deze klus zijn de frontschuif en de woelers niet nodig, maar ook deze voorzieningen werken met dezelfde precisie via een uitgekiende bediening van ‘alles in één’ op een daarvoor op maat aangepaste trekker. Dit is inderdaad topsportwerk, waarbij de medewerkers met plezier een olympische prestatie afleveren. Minder spannend, maar treffend was een klus onlangs bij een mestbassin. Op afschot leggen van rond bij het mestbassin naar vierkant recht aan de buitenkanten. “Dat red je niet met de laser en ook niet op de hand. Dat gaat alleen met 3D”, aldus Arthur. 3D zet hij ook vaak in bij rotondes en lastige op- en afritten. “Daar loont deze specialiteit. Onze inzet is dat als we klaar zijn de bovenlaag direct strak kan worden gelegd”, zegt hij. Daarnaast trekken de medewerkers met evenveel toewijding en precisie banen in wegenbouw en infrawerken op de laser.

GRONDIG 2 2015

19


Nieuwbouw loont In 2013 is Veldman verhuisd naar deze nieuwe locatie in Obdam, omdat de oude plek geen uitbreidingsmogelijkheden kende. Het nieuwe pand en de inrichting hebben topsportkenmerken: een ruim kantoor met aparte vergaderruimte en een flinke kantine, alles ordelijk en netjes uitgevoerd, en een ruime werkplaats met een apart smeerhok, een onderdelenmagazijn en een apart verwarmde en geventileerde ruimte voor de laserapparatuur. Natuurlijk is er een opslagloods met de machines die met naam en toenaam (bordjes) goed bereikbaar op vaste plekken staan. Arthur en Fiona Veldman zijn goed te spreken over het effect van een nieuw pand. Het laat zich niet becijferen, maar het is volgens de ondernemers op termijn lonend in efficiëntie.

Met de kilverbak alleen is het verhaal niet rond. Het werk moet ook duurzaam zijn. “Als wij komen, zorgen we niet alleen dat het profiel aan de bovenkant klopt, maar ook dat de verdichting overal gelijkwaardig en goed is”, vertelt Arthur. Hij gaat hierin nog een stap verder. “Als er te veel aan mankeert, gaan we het gesprek met de opdrachtgever aan. Het is wel eens voorgekomen dat de onderbaan er opnieuw in ging.”

Mensenwerk Zeker zo belangrijk in dit spel zijn de mensen in zijn bedrijf, mensen met dezelfde werkmentaliteit. “We hebben jongens die het gevoel, het vakmanschap en de rust hebben dergelijke werken goed uit te voeren. Dat is een stukje geschiedenis van dit bedrijf. Mijn vader heeft altijd zo gewerkt en mijn opa ook. Dat is onze bedrijfscultuur. Dat trekt automa-

Precisie vind je terug in de hele bedrijfsvoering. Mooi voorbeeld is de opslag van machines en materiaal in de loods, met bordjes gemerkt strak gerangschikt op een vaste plaats.

20

GRONDIG 2 2015

tisch ook medewerkers aan met dezelfde genen”, vertelt de ondernemer. Veldman heeft daarom de medewerkers met foto en naam als specialisten op de site vermeld. “Dat schept verplichtingen en verantwoordelijkheden, ook bij de medewerkers als onderdeel van een team dat kilveren als topsport bedrijft. Er zijn meer bedrijven die goed kilverwerk afleveren. Wij gaan voor het topsegment en hebben een klantenkring opgebouwd in heel Nederland voor sportterreinen en weg- en infrawerken. Daar hoort een topsportmentaliteit van alle medewerkers bij”, aldus Arthur. Het meewerken aan de nieuwe atletiekbaan in het Olympisch Stadion is dan een passende referentie. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Klaas van Langen, Vreemann

Het loonwerk in kassen is een belangrijke poot voor Veldman. Hier de rotorkopeg die compost inwerkt. Hier gaat het om goed overleg met de klant en meedenkende medewerkers.


?

WAAR IS KEES? WAAR IS KEES? WAAR IS KEES?

WAAR IS KEES? WAAR IS KEES?

DAAR IS KEES! LAAT LAAT ZIEN ZIEN WAAR WAAR KEES KEES IS IS EN EN WIN WIN EEN EEN IPAD! IPAD!

LAAT ZIEN WAAR KEES IS EN WIN EEN IPAD!

Het basismiddel tegen onkruiden in maïs.

Binnenkort krijgt u via de post een Calaris Kees sticker. Plak Calaris Kees op een leuke plek en maak er een foto van. De leukste foto wint een Ipad! Bekijk de foto’s op www.calariskees.nl

• Flexibel en gemakkelijk • Veilig • Snel en breedwerkend • Lange duurwerking

Ps: Heeft u over een paar weken de sticker nog niet gekregen? Vraag ’m dan aan via mais.info@syngenta.com

www.calariskees.nl

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl. Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code). Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/ TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.

TM


ondernemen met

vaktechniek

PROFILEREN

Bewust stroomopwaarts

Inrichting ecologische zone Marumerlage In de aanbesteding van het beeksysteem Dwarsdiep in het natuurgebied Marumerlage stond het respecteren van flora en fauna en het kwetsbare veengebied met hoofdletters geschreven. De combinatie De Waard BV en Mechielsen Oldehove BV mocht het project uitvoeren, mede dankzij een uitgekiend plan van aanpak.

22

GRONDIG 2 2015


Uitvoerder Jan Rosema van Mechielsen Oldehove was verantwoordelijk voor het project. “Omdat wij begaan zijn met de natuur verliep de samenwerking met opdrachtgevers en toezichthouders soepel. Dat had een positieve invloed op de kwaliteit en de voorgang van het project.”

Project: inrichting ecologische zone Marumerlage Opdrachtgever Waterschap Noorderzijlvest in samenwerking met de provincie Groningen, Staatsbosbeheer en de gemeente Marum Looptijd augustus 2014 tot en met december 2014 Aanneemsom € 539.000,Directie: Royal HaskoningDHV. Uitvoerende partij aanneemcombinatie De Waard BV en Mechielsen Oldehove BV Werkzaamheden. aanleggen 20 tot 25 hectare groot moerasgebied. Opnieuw aanleggen oorspronkelijk vier kilometer lang beektraject Dwarsdiep. Dempen sloten, aanbrengen van natuurlijke ophogingen en waterwerken voor waterberging en waterbeheersing. Realiseren van een vispassage, een wandelroute en een uitkijkheuvel.

Marumerlage, zoals de naam al zegt, is een 75 hectare omvattend laaggelegen veengebied waardoor vroeger het riviertje Dwarsdiep kronkelde. Tijdens de ontginning ten behoeve van de landbouw werd het riviertje gekanaliseerd met dwars erop allemaal slootjes om de percelen begaanbaar te maken. Desondanks bleek het gebied de afgelopen decennia te nat voor professionele veeteelt, met als gevolg dat het kleinschalige natte gebied met zijn vele veengaten en slootjes met de schaalvergroting in onbruik was geraakt. In het kader van de Ecologische Hoofdstructuur is het gebied toegewezen als een interessant reservaat, onder andere bekend vanwege de vele (trek)vogels en vissoorten. Om de functie in het kader van de Ecologische Hoofstructuur te versterken, besloot het waterschap Noorderzijlvest met Europees geld de oude beekloop te herstellen, de landbouwgronden af te graven en het gebied te omzomen voor waterberging. En - niet onbelangrijk - het gebied te benutten voor het winnen van schoner water. In de aanbesteding op uitnodiging aan vijf regionale aannemers vroeg waterschap Noorderzijlvest via EMVI een uitgekiend plan om de flora en fauna te respecteren. Ook mocht er beslist niet op de laaggeleden veengebieden en weiden worden gereden, met uitzondering van de voertuigbewegingen langs te dempen sloten en watergangen.

In combinatie Mechielsen Oldehove voerde in onderaanneming al diverse werken uit voor het waterschap Noorderzijlvest. Voor Marumerlage had het bedrijf niet voldoende referentieprojecten en bovendien legt Mechielsen zich toe op onderaanneming. Eén van de opdrachtgevers waarmee Mechielsen veel samenwerkt en voor werkt, is De Waard BV. Dat bedrijf had wel de gewenste referentiewerken in hoofdaanneming. In goed onderling overleg is het project gezamenlijk aangenomen, waarbij de regie en het grondwerk bij Mechielsen kwamen en De Waard de waterwerken uitvoerde. Projectleider Jan Rosema van Mechielsen Oldehove: “Goed samenwerken met opdrachtgevers maakt je sterker. Met deze samenwerking konden we toch inschrijven op dit project en dat maakt het mogelijk om dit project als referentieproject te krijgen”, zegt hij. Via een uitgekiend plan lukte het voldoende scherp in te schrijven. Het binnenhalen ervan zat hem uiteindelijk in het plan dat de bedrijven presenteerden om de natuur zo weinig mogelijk te verstoren. De ingrediënten om het gebied gemakkelijker af te graven en de watergangen te dempen, waren aanwezig. Door het gebied komt een bypass in de vorm van de nieuw te graven beek, dus was de meest eenvoudige oplossing

GRONDIG 2 2015

23


1. Machinisten met oog voor de natuur weten wanneer ze het ontwerp moeten volgen of juist afwijken om de natuurwaarden optimaal de kans te bieden om zich te ontwikkelen. 2. Door in september onder droge omstandigheden aan de natte kant te beginnen, kon bijna al het grondverzet met kippers en dumpers worden gerealiseerd. 3 Het project is met de laser en GPS afgewerkt. Blind graven was er niet bij, maar juist extra aandacht in verband met mogelijke waardevolle archeologische vondsten. 4 Het dempen van de oude sloten was één van de taken. Deze routes werden ook slim benut voor het afzetten van vrijkomende gronden om de zijkanten op te hogen.

1

2

3

om eerst die bypass aan te leggen en daarna het traject van het gekanaliseerde Dwarsdiep bij de inlaat te dempen. Dan zou het gebied grotendeels droogvallen. De combinatie De Waard-Mechielsen koos juist voor de andere route. Jan Rosema: “Ons idee was om juist stroomopwaarts te gaan werken: een fase afdammen en vervolgens de te graven beek realiseren, hierna het water inclusief aanwezige vissen en amfibieën in het nieuw aangelegde leefgebied te laten stromen en de werken verder uitvoeren. Daarmee verstoor je de visstand niet en breng je het gebied van onder af meteen op peil zonder verlaging van de waterstand”, aldus de projectleider. Dit trapsgewijs stroomopwaarts uitvoeren betekent ook dat je continu net op het droge blijft.

Passend in de tijd In dit plan speelde de factor tijd ook een belangrijke rol. “Het project startte half september en de waterwerken en afgravingen moesten eind 2014 worden afgeleverd”, zegt Jan Rosema. “Met de wetenschap dat het normaal gesproken in het najaar steeds natter wordt, werk je dan ook naar de hoger gelegen drogere zandkoppen toe, die vooral aan het inlaatkanaal van het project zitten.”

24

GRONDIG 2 2015

4 In de novembermaand waren ze al aangekomen bij de hoger gelegen gebieden. “Door deze aanpak en mede dankzij een prachtig najaar hebben we bijna het hele project kunnen afwerken met trekker-dumpercombinaties. Pas op het laatst zijn er rupsdumpers ingezet. Jan geeft aan dat ze bij de hogere zandkoppen extra tijd hadden gerekend voor archeologisch onderzoek. Ook de aanwezigheid van een vrij zeldzame pingo (een verveende gletsjerkrater met waardevolle informatie over vegetaties uit de oertijd) speelde hierin een rol. “Achteraf viel het archeologische werk erg mee”, zegt Jan. Wel vonden ze uiteraard enkele flinke zwerfkeien en de medewerkers diepten uit de waterpartijen een eikenstam op die na onderzoek ruim 4000 jaar oud bleek te zijn. “Daar hebben we in overleg met het waterschap een monument van gemaakt.”

Passie voor de natuur De ogen van Jan Rosema twinkelen als hij dit vertelt. Dat is te begrijpen, want als natuurliefhebber en met de aanwezige kennis op het gebied van ecologie is Jan echt begaan met de natuur. Dat heeft ook zijn uitwerking op de medewerkers in het veld. “Wij proberen echt rekening te houden


5 Hier het eindresultaat van waterpeilbeheersing samen met deze vistrap. Het natuurgebied krijgt ook een functie als waterbuffer. 6 De waterbeheersing is ook zichtbaar bij de inlaat. Naast het gebied met de oude watergang is er parallel een sloot die omliggende watergangen aansluit. 7 Ondanks het gunstige najaar moest op het eind de rupsdumper toch nog worden ingezet. Dan wel deze met zijn 90 graden draaibare bak om sneller te werken en minder te draaien.

5

8 In het gebied is deze uitkijkpost gerealiseerd. Daarop is later het monument van veldkeien en de 4000 jaar oude eiken stam gerealiseerd. Een mooi visitekaartje.

6

7

met natuur en natuurwaarden. Dat zien de toezichthouders en de ecologen ook. Je merkt dat daardoor de gesprekken gemakkelijker gaan. Dat heeft een positief effect op de voortgang van het project en de onderlinge samenwerking.” Jan bedoelt daarmee dat rekening wordt gehouden met wensen en eisen van bijvoorbeeld ecologen door aangepast te werken ten opzichte van ‘zoveel kuub per dag willen verzetten’. In eerste instantie lijkt dat tijd te kosten, maar volgens hem levert het aan het eind van de streep juist een plus op in zowel de productiviteit als de onderlinge relatie met opdrachtgevers. “Het voorkomt discussies, stilleggen en onnodig oponthoud. Opdrachtgevers en toezichthouders weten dat wij rekening houden met hun wensen en dat geeft ons weer de ruimte binnen die grenzen op eigen inzicht het werk zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Zij zien echt wel of medewerkers zo snel mogelijk afgraven of juist heel precies de bodem en de voormalige rivierbodemcontouren proberen te volgen. Dat laatste vinden we juist leuk.” Door te werken met kranen die zijn uitgerust met GPS kon het ontwerp van het beekdal nauwkeurig worden uitgevoerd. Hierbij werd altijd

8 rekening gehouden met de grondslag en grondsoorten die je in het veld tegenkomt, waardoor je soms moet afwijken van het ontwerp om de natuurwaarden optimaal de kans te bieden om zich te kunnen ontwikkelen.

Slim afvoeren Dat zie je ook terug aan de manier waarop de afgegraven teeltlaag aan de zijkanten van het project is afgezet. “We mochten niet over de weilanden rijden, maar we moesten wel de sloten dempen. We hebben een belangrijke efficiëntieslag geslagen door gelijktijdig met het dempen van de sloten de afgegraven teeltlaag aan de zijkanten af te zetten, deels in depot, om het daarna (deels later) aan de zijkanten te profileren zonder dat er vervoers­ bewegingen nodig waren over de percelen of we om moesten rijden.” Dankzij de slimme samenwerking met De Waard BV, echt oog voor de natuur en de efficiënte werkwijzen hebben De Waard en Mechielsen Oldehove er deze prachtige referentie bij. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Mechielsen, Vreemann

GRONDIG 2 2015

25


NEW HOLLAND FR HAKSELKWALITEIT VAN DE BOVENSTE PLANK

OVERTUIG UZELF & REGISTREER U OP WWW.NEWHOLLANDDEMO.NL

E

MEER PRODUCTIVITEIT De breedste messentrommel en gewaskneuzer met de grootste diameter op de markt staan garant voor maximale productiviteit en perfecte hakselkwaliteit.

HAKSELKWALITEIT NAAR WENS

ONGEËVENAARD RIJCOMFORT

MEER HAKSELEN MET MINDER KOSTEN

Met het HydrolockTM-aandrijfsysteem van de invoerrollen kan de snijlengte traploos, tijdens het rijden direct worden aangepast aan uw wensen.

Het 360° panoramisch zicht en de bediening vanuit de cabine bieden u het ultieme rijcomfort.

Dankzij het VariflowTM-systeem vermindert u het energieverbruik met ongeveer 30 kW bij het werken in grasgewassen. Met het Power CruiseTM-systeem bespaart u gemiddeld tot 10% brandstof.

Speciale actieprijzen en financieringsvoorwaarden. Ga snel langs bij uw New Holland dealer!

U vindt alle New Holland acties op www.newhollandaction.nl


Millesim Fao 240

Gebruiker van Agro IT software…?? …maar nog geen lid van gebruikersvereniging OLGA? Overweeg dan nu een lidmaatschap! > OLGA behartigt de belangen van gebruikers bij Agro IT > OLGA zorgt voor deponering van broncodes, sources en listings van programmatuur bij een notaris (escrow) > OLGA organiseert gebruikersdagen voor en door haar leden waarbij telkens andere modules/thema's worden behandeld

Top Quality Maïs! De meeste melk van eigen voer!

> OLGA leden krijgen korting op de software onderhoudsfactuur van Agro IT. De korting bedraagt 1% van uw listprijs

✓ Silomaïs / CCM / Geplette maïs

meer informatie? www.olga-nederland.nl

✓ Middenvroegrijp ✓ Top korrelmaïsopbrengst (+10%) ✓ Als silomaïs: - Top voederwaardeopbrengst (+10%) - Top zetmeelopbrengst

✓ Goede stay-green ✓ Goede oogstzekerheid ✓ Goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte

Alle maïskennis binnen handbereik. Download gratis de App www.kws-maismanager.nl www.kws-maismanager.be

Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 23 517 www.kwsbenelux.com

Stronger than the rest De Samson tanks kunnen geleverd worden van 15.000 ltr. tot en met 25.000 ltr. en zijn volledig computer gestuurd. De tanks kunnen met vele extra’s worden uitgerust. Samson levert ook zodenbemesters en bouwland injecteurs in diverse werkbreedtes. Samson meststrooiers zijn ideaal voor bedrijven die hoge eisen stellen aan bedrijfszekerheid en lage onderhoudskosten. Leverbaar zijn de types SP 9-11-12 en 15 met verticale walsen. En de types Flex en 16 enkelas en Flex 20 tandemas met horizontale walsen en breedstrooi unit.

Importeur: Samex Benelux Oranjekanaal zz 17 • 9415 PR • Hijken Vert. Gerry Wasse tel: 06-53428536 en/of Vert. Wouter Truin tel: 06-50436447 I www.wasse.nl • T 0593-524066


ondernemen met

vaktechniek

PRAKTIJKPROEF AIRMAN AX33U-6A EN

Zwembad uitgraven

120 kuub uitgraven voor een zwembad op zware grond met geringe draagkracht. Voor deze opdracht hebben onze Belgische collega’s een Cormidi 200-rupslader en een Airman Ax33u-6A-minigraver uitgeprobeerd. Hun bevindingen in vogelvlucht. De pas geïntroduceerde drietons Airman Ax33u-6A en de tweetons Cormidi-rupsdumper met laadschop hebben we als duo aan het werk gezet voor het uitgraven van een zwembad van tien bij zes meter en bij benadering twee meter diepte. We gebruikten de Cormidi met eigen laadbak als transportmiddel en laadden hem met de Airman-minigraver. 120 kubieke meter grond en 62 liter diesel verder was de klus geklaard.

moest worden gegraven. Met de lange arm kon de machine ver genoeg om in één beweging vlot te kunnen werken met een minimum aan verplaatsing. Vooral bij nivelleerwerk betekent deze lange arm een grote plus. Een ander klein detail is de afgeronde vorm van het dozerblad. De plaatsing ervan is goed afgestemd op de graafbak, zodat mooi schoon kan worden afgewerkt.

De Airman

Aan de ergonomie van deze mingraver is duidelijk gewerkt: een airco en een ontwasemingssysteem, gericht op de hoeken die voor het zicht op het werk belangrijk zijn, een logische plaatsing van de bedieningsknoppen en een ruime cabine met een voorruit die hoog genoeg is om in de hoogte vrij zicht te houden. De spiegel achter aan de cabine liet duidelijk zien tot hoe ver het kontje van de machine komt.

De 18 kW (24 pk) sterke Airman Ax33u-6A binnendraaier had hiervan 37 liter diesel nodig. Omgerekend is dat 2,93 liter per uur bij een combinatie van volgas en een aandeel stationair. Het eerste gevoel dat we bij de Airman hadden, was de pittigheid waarmee hij reageerde op de commando’s van de joysticks: snelheid als de belasting miniem was, kracht als er

28

GRONDIG 2 2015


CORMIDI 200-RUPSLADERDUMPER Elektronische motorregeling

De Cormidi 200

Deze minigraver gaat dankzij de elektronische motorregeling na vier seconden niet bedienen automatisch naar stationair toerental. Een autostop die instelbaar is van drie tot vijftien minuten onbelast draaien zit er ook op. Volgens Airman bespaart deze elektronica meer dan twintig procent brandstof. Een cijfer dat op zijn Vlaams gezegd ‘zeker niet met de haren getrokken is’. Een troef bij lichtere minigravers, die in de praktijk vaak nodeloos op hoog toerental draaien. De bestuurder kan bij het werk kiezen tussen Eco- of Power-mode: in het eerste geval gaat de prioriteit naar brandstofbesparing, in het tweede geval wordt aangestuurd op maximale graafprestaties. Met de potentiometer aan de rechterkant kan het maximum motortoerental worden ingesteld.

We zetten de Cormidi in als transportmiddel en vulden deze met de minigraver. Om onze 120 kubieke meter grond weg te voeren en in een straal van vijftig meter te storten, hebben we 9,78 uur gewerkt en 25 liter diesel (2,44 liter per uur) verbruikt. Deze zelfladende rupsdumper van Italiaanse makelij maakt hierbij op het eerste zicht een robuuste indruk. De tweetonner is 1,26 meter breed en dat is vrij handig. De rupsen zijn doordacht geconstrueerd; de zijkanten worden door vier oscillerende rolletjes naar buiten en beneden gedrukt. Dat geeft volgens de fabrikant zo’n dertig procent meer draagvlak, vooral op oneffen ondergrond. De rupsen zijn vooraan iets taps oplopend, zodat de machine constant ‘uit’ de grond wil kruipen. Door het lage zwaartepunt is de Cormidi lekker stabiel. De bak is zodanig gevormd dat ook plakkerige grond goed lost. Voor ons belangrijk, omdat onder de teeltlaag natte leemgrond zat. Dat goed lossen vormde voor ons het sterkste punt van deze Cormidi. Omdat we onder erg natte omstandigheden werkten, hadden we vooraf twijfels over de beperkte bodemvrijheid. De rupsmotoren zitten namelijk vrij laag. Voor de rest functioneerde de Cormidi beter dan we hadden verwacht. De machine is goed te rijden en te bedienen. De insporing bij een overladen laadbak was gering, maar op gras was het wel zaak rustig te draaien. De maximumsnelheid is met 7,5 km/u toereikend om met een goedgevulde laadbak over een terrein te crossen. Het bakje kan over 180 graden kippen en dit duurt, ongeacht het gewicht van de lading, maar enkele seconden.

Krachtige hydrauliek Hoge hydrauliekprestaties, dus snel kunnen nivelleren en afwerken én snel verplaatsen, dat is samengevat het resultaat van het hydraulisch systeem met één tandwielpomp en twee plunjerpompen. Samen zijn ze goed voor een opbrengst van 100 liter per minuut. Op de hoofdcilinder op de arm zit een hydraulisch terugwinsysteem, waarbij vrijkomende olie van de ene cilinder wordt gebruikt om een andere te vullen. Dat geeft een winst in snelheid en uiteindelijk brandstofbesparing. Op de schuifbladbediening zit een drukknop voor de hoog-laagschakeling (0 tot 2,8 en 0 tot 4,3 km/u). Daardoor kan er met één hand worden geschakeld tijdens het bedienen van het schuifblad. Een uitbreiding hiervan is automatische snelheidsaanpassing: als de machine in de hoge stand een helling op moet of veel weerstand ondervindt, schakelt hij automatisch terug naar de lagere snelheid tot de weerstand weg is. De Japanners zijn erin geslaagd de machine voor onderhoud goed toegankelijk te maken. De motorkap en de servicepanelen aan de zijkant kunnen ver open. Nadat we diep in de modder hadden gezeten, bleek er opvallend weinig modder achter hoeken en kanten van de onderwagen te zitten. Geen minpuntjes dan? We hebben toch wat gevonden. Bij het werken met de arm aan de rechterkant wordt het zicht bij de meeste graafmachines beperkt door de combinatie van cabinestijl en arm en dan is het te betreuren dat bij de Airman hier nog eens de hydraulische slangen bovenop liggen. Dat had de fabrikant bij zo’n verder goed afgewerkte machine beslist beter kunnen doen.

De nieuwe Airman is goed toegankelijk voor onderhoud. De leidingen op de giek hadden van ons beter kunnen worden weggewerkt.

De laadschop De Cormidi had ook een eigen laadschop. Voor het werken hiermee is enige gewenning vereist. Als je dat onder de knie hebt, kun je met de laadschop dankzij de zweefstand op de hefcilinders ook nivelleren. In dat geval moet je wel een effen ondergrond hebben. In de praktijk is de laadschop een handig hulpmiddel om te kunnen laden als er niets anders voorhanden is. In vaste, vers uitgegraven grond duurt het te lang eer de bak is gevuld. Wie in capaciteit denkt, zorgt dat er een minigraver aanwezig is. Met deze constatering hebben we de klus naar tevredenheid uitgevoerd. En daar word je tenslotte op afgerekend. TEKST EN FOTO’S: Peter Menten, GreenTechPower

De Cormidi vervulde zijn rol als transporter goed, mede dankzij de fijne bak en het uitgekiende rupswerk. Het zelf laden raden we hier af.

GRONDIG 2 2015

29


ondernemen met

vaktechniek

NIEUWE BOBCAT-MINIGRAAFMACHINES

Kiezen tussen E20 en E19 Bobcat lanceerde afgelopen najaar compleet nieuwe minigraafmachines in de tweetons klasse, waaronder de opvallende E20binnendraaier. We bekeken bij Inter-Techno in Apeldoorn de nieuwkomers en wisselden van gedachten over de keuze tussen de E19 en de E20. Volgens ons kan dit een leuke discussie opleveren tussen ondernemer en machinist. Hier alvast een voorzetje. Je hebt geen grote brillenglazen nodig om te zien dat Bobcat nieuwe graafmachines heeft ontwikkeld voor de tweetons klasse: een compleet nieuwe cabine met een geheel nieuw interieur en een nieuwe boven- en onderwagen. De giek lijkt nog het meest op die van de laatste serie Bobcat-minigravers. We hebben het over de E17-, E19- en E20-graafmachines, die volledig in Europa zijn ontwikkeld en worden gebouwd in de Bobcat-fabriek in het Tsjechische Dobris. Zoals de typeaanduidingen al doen vermoeden, gaat het hier om respectievelijk 1,8, 1,9- en 2,0-tons machines met cabine. De conventionele E19 en de E20-binnendraaier liggen dus vlak bij elkaar, zelfs nog meer dan je aan de hand van de typeaanduidingen zou denken. Ze hebben namelijk dezelfde motorprestaties, dezelfde hydrauliekuitrusting, dezelfde giek en dezelfde graaf- en rijprestaties. Het verschil zit hem puur in wel of geen binnendraaier.

30

GRONDIG 2 2015

Echte binnendraaier De E20 is een echte binnendraaier. De achterpartij en de giekverstellingscilinder blijven binnen de zwenkradius, goed voor 320 graden zero tail swing. Bobcat claimt hiermee (met cabine) uniek te zijn in de tweetons klasse. Opvallend is dat Bobcat bij deze machine exact dezelfde graafkracht opgeeft als bij de 19E met een conventionele, 22 centimeter overstekende achterpartij. Bobcat bereikt dezelfde stabiliteit door wat zwaardere contragewichten in de achterpartij van de E20 in combinatie met veertien centimeter langere (naar voren) rupsen. Dat verklaart ook het onderlinge gewichtsverschil. Het dozerblad steekt even ver vooruit. Wie hierop afsteunt of zijwaarts werkt, zal met de E19 dus meer kunnen tillen. Met de E20 als echte binnendraaier kunt u als ondernemer op dus krappe plekken beter uit de voeten dan met een vergelijk-


IN DE TWEETONS KLASSE baar presterende en net zo stabiele conventionele machine, zoals de E19. Dat is een argument dat de keuze theoretisch niet moeilijk maakt.

Nieuwe cabine Als je instapt en gaat zitten, merk je geen verschil tussen de beide modellen. Je hebt een ruimer portier en een prima zetel, er is voldoende beenruimte voor langere mensen, de voetpedalen zijn wegklapbaar, er is heel veel glas, je hebt fijne armsteunen aan beide zijden en joysticks die in de hand liggen zoals je dat verwacht. In dat opzicht is er geen onderscheid tussen beide machines. Het verschil zit hem achter je. Bij de E20 zit het raam vlak achter de stoel, terwijl er bij de E19 nog circa 25 centimeter diepte resteert om een tas of vrij ondiepe koelbox mee te nemen of zaken als handschoenen, helm, veiligheidshesje, wat schrijfspullen en dergelijke een plaatsje te geven. Eigenlijk een must voor de machinist. Vanuit dit oogpunt zal menig machinist dus liever de gewone E19 pakken. Dat het geen echte binnendraaier is, zal vaak geen belemmering zijn. Een beetje machinist redt zich daar wel mee.

De compleet nieuwe cabine is van Europese makelij. Hij is stiller, ruimer, meer zicht, beter afgewerkt en voorzien van een nieuw display.

Genoeg nieuws De cabine is compleet nieuw en van Europese makelij. Die is duidelijk ruimer, heeft dunne stijlen, is beter afgewerkt en ook nog stiller. De cabine heeft een fijne voorruitbediening met een gasveer. Rechts zie je nu een modern display en een infocenter. De machine heeft een automatische motorstop, een automatische uitschakeling van de verlichting en een automatische verwarmingsregeling. Starten doe je zonder sleutel. De machine heeft joystickbesturing van de giekverstelling via de scrolknop en hulphydrauliek. Er zijn drie modi voor de hulphydrauliek, passend bij verschillende aanbouwdelen. De achterpartij heeft een botsbestendige ombouw met geĂŻntegreerde stalen inspectiedeuren aan de achterzijde en zijkanten. Bij de E19 is de toegankelijkheid dankzij grotere deuren beter. Tanken doe je opzij. De machine is voorzien van een automatische signalering als de negentien-liter-brandstoftank vol is. Het hydrauliekoliepeil kun je via een peilglas aan de linker buitenkant controleren. Verder is er een massaschakelaar en kan de gebruiker desgewenst kiezen voor een bewegingsmelder als diefstalpreventie. De motor is de bekende 9,9 kW (14 pk) Kubota-driecilinder. De E19 en E20 hebben beide een loadsensing-hydrauliekpomp in combinatie met een tandempomp. De graafprestaties van beide zijn met een graafkracht van 10.371 newton, een graafbereik van 4,30 meter vanuit het hart van de machine en een uitstorthoogte van 3,50 meter gelijk aan die van de voorgaande Bobcats. De giek en de lepel met oversized cilinders en door de giek lopende hydrauliekslangen zijn ook vrijwel identiek gebleven. Het nieuwe onderstel heeft twee snelheden, die je via de drukknop op de pook schakelt. Bobcat claimt flink wat kracht aan de rupsen in de lage versnelling. De breedteverstelling van de rupsen is nu minder storingsgevoelig dankzij twee achter elkaar liggende kokers. Ingetrokken blijft de machine net binnen de meter.

De toegankelijkheid van achteren en van opzij voor inspectie en onderhoud is bij beide modellen in orde. Bij de E19 is er meer ruimte.

Proeven Al met al zijn de Bobcats compleet nieuw. Voor de machinist is de cabine echt een flinke stap voorwaarts. De E20 is als echte binnendraaier een troef in dit segment. Als ondernemer kun je daar in deze krappe tijden in voorkomende gevallen net het verschil mee maken. Bobcat verwacht er veel van. De machinist zal de extra ruimte achter in de E19 waarderen. Het zal ons niet verrassen dat de E19 daarom minstens zo goed zal gaan lopen. Daarom die toch maar even op de voorgrond gezet, met de E20 als baas boven baas. TEKST EN FOTO’S: Gert Vreemann

Uniek aan de E20 is dat het in de tweetons klasse een echte binnendraaier is, met gelijkwaardige prestaties aan de even zware E19 met achterpartij.

GRONDIG 2 2015

31


Wat dekken we eigenlijk niet? De CUMELA Compleet-machinepolis Wij verzekeren al uw werkmateriaal goed en betaalbaar. Ook als schade ontstaat tijdens graafwerkzaamheden bieden wij een zeer complete dekking:

in heel West-Europa ongeacht het gebruik directe schade en gevolgschade is verzekerd en zonder KLIC-clausule U meldt en wij regelen de schade voor u. Snel, deskundig en zonder gezeur.

CUMELA Verzekeringen kent als geen ander de wereld van agrarisch loonwerk, grondverzet, infra- en cultuurtechnische werken. Doorgewinterd in de praktijk, wijs door schade en schande en uitstekend op de hoogte van wetgeving en modern risicomanagement. Daarom is CUMELA Verzekeringen bij uitstek in staat om verzekeringen te ontwikkelen voor u en uw onderneming, uw mensen, middelen en materieel.

Vraag onze adviseurs naar de CUMELA Compleet-machinepolis. Want voor hetzelfde geld bent u gewoon beter verzekerd bij CUMELA Verzekeringen.

Meer weten? Bel (0)33 247 49 60 of mail naar verzekeringen@cumela.nl. www.cumelaverzekeringen.nl

CUMELA Verzekeringen. Al uw belangen goed verzekerd!

CUMELA Verzekeringen: de beste keuze!

VERZEKERINGEN BV

sten in i l a i c e p n infra e Vo o r s d n o r groen, g Bezoekadres: Nijverheidsstraat 13 te Nijkerk E-mail verzekeringen@cumela.nl Website www.cumelaverzekeringen.nl AFM vergunningsnummer 12004236

Correspondentieadres: Postbus 1156 3860 BD Nijkerk Tel. (033) 247 49 60 Fax (033) 247 49 61


RoAd BV | Harselaarseweg 105-107 | 3771 MA Barneveld | +31 (0) 342 - 41 61 08 | info@roadbarneveld.nl

WWW.ROADBARNEVELD.COM

meststoffen

groei door kennis Kiemvoeding voor een vlotte start Quickstart meststoffen zijn speciaal ontwikkeld voor de kiemvoeding van fijnzadige gewassen en mais. Fijnzadige gewassen hebben weinig voedsel bij zich en moeten relatief kort na de kieming al grote hoeveelheden mineralen uit de grond halen om te kunnen groeien. Quickstart kiemmeststoffen zorgen ervoor dat fijne zaden en mais direct beschikken over opneembare voeding. Quickstart kiemmeststoffen zijn verkrijgbaar bij de CropSolutions aangesloten bedrijven. Inlichtingen en bestellingen: www.cropsolutions.eu

• Vloeibare meststof toegepast in breedbladige gewassen zoals zaaiuien, peen en cichorei (quickstart PK) en in mais (quickstart NP). • Dosering direct op het zaad bij het zaaien • Direct opneembare voedingsstoffen: vlotte start • Hoger opkomstpercentage resulterend in een homogeen, hoogproductief gewas • Bewezen in proeven in binnen- en buitenland

CropSolutions is een kwaliteitskeurmerk voor de plantaardige sector waarbij onderstaande bedrijven kennis delen, inkoop bundelen en groeiproducten leveren:


ondernemen met

vaktechniek

EFFECTIEF

Omdat mensen meer kosten Husqvarna introduceert managementvolgsysteem Fleet Services voor handgedragen machines Een flinke bosmaaier, bladblazer of motorkettingzaag uitrusten met een volgsysteem lijkt overdreven, omdat die machines in vergelijking met onze zware machines weinig kosten. Toch zet Husqvarna een dergelijk systeem in de markt. De reden: uw mensen in het veld kosten wél veel geld. Een volgsysteem verhoogt de effectiviteit en zorgt voor minder uitval. Jaloers op de jongens in het veld die met de bosmaaier de hele dag de overgebleven stukken moeten maaien, bent u vast niet. De hele dag zwaaien met een circa negen kilogram zware 545XT is flink werken, ook al heeft Husqvarna voor deze professionele machines een speciaal ergonomisch draagvest en zijn ze uitgerust met vibratiedempers. In termen van kosten hebben we het ten opzichte van zware maaicombinaties natuurlijk over peanuts. Een Kantonnier met opbouw levert een heel ander kostenplaatje op. Dus… een extra bosmaaier in de bus, voor het geval dat. Daar zit het grote geld niet en daar heb je niet direct een voertuigvolgsysteem voor nodig. Einde discussie? Daar denkt Husqvarna genuanceerder over. Het merk zag te veel inefficiënt gebruik en nalatigheid op het gebied van onderhoud. Dit aanpakken met een fleetmanagementsysteem geeft voor de ondernemer een rendementsverhoging. Vier jaar geleden werden er succesvol pilots uitgezet in een aantal landen en afgelopen najaar werd het Fleet Services-voertuigvolgsysteem officieel gelanceerd.

Meten is weten De kern van het systeem is een pulsopnemer die het hoogspanningscircuit van de ontsteking meet. Die opnemer meet alleen het toerental van de motor. Deze meting is gekoppeld aan een automatische tijdmodule. De waarden tijd en toerental worden doorgegeven aan een basisstation. In de praktijk is dat basisstation gesitueerd bij de werkplaats, de opslag of het kantoor. De gegevens worden dan bij thuiskomst geregistreerd. Desgewenst is het systeem uit te breiden met een ID-kaart om de machine te koppelen aan een specifieke gebruiker. De meetgegevens kunnen worden uitgelezen met behulp van een inlogcode en worden gebruikt in het bedrijfsmanagementsysteem voor verdere analyse. Door deze registratie is precies te zien hoeveel een machine of een ploeg met verschillende maaiers heeft gemaaid. Vaak schrikt een ondernemer van de getallen. Vier uur op een dag effectief draaien met een bosmaaier is een goede score; pauzes, tanken, draad vernieuwen, even niets voor de bek, loopafstanden, wachten op, u kent het. Het systeem geeft een eerste inzicht in wat uw manschappen precies presteren. U ziet de verschillen tussen de ijverige en de ‘minder ijverige’ medewerkers en kunt ze daarmee confronteren. U kunt met

34

GRONDIG 2 2015


Hier een uitdraai van wat u op uw computerscherm te zien krijgt. Husqvarna werkt met kleuren, zodat u en uw medewerkers in één oogopslag het aandeel goed en fout (rood) kunnen zien.

de medewerkers werken aan efficiëntere werkmethoden om meer effectieve maaiuren te scoren. Zeker op afstand met ingehuurde menskracht kan dat behoorlijke verschillen opleveren. Husqvarna heeft op basis van eerdere pilots vastgesteld dat je zo tien procent verschil pakt en in gevallen van een aandeel minder gemotiveerde medewerkers meer. De verkregen productiviteitscijfers van uw handwerkers kunt u bij uw calculaties weer benutten.

Machinegebruik De toerentallen worden weergegeven in stationair, koppelen, normaal en hoog. Het aandeel stationair valt bij bosmaaiers wel mee. De belangrijkste afwijkingen zijn een te laag of een te hoog toerental. Daaraan kun je zien of de machines passen bij de klus en vakkundig worden bediend. Een te hoog aandeel hoog toerental kan duiden op een te zware machine voor de klus, iets wat volgens Husqvarna vaak het geval is. Ondernemers kiezen er vaak voor om de maaiploeg op pad te sturen met oversized modellen om alles aan te kunnen. Over de toeren jagen betekent dus ook meer trillingen en de hele dag ook nog zo’n anderhalf tot twee kilogram meer meetorsen dan bij een slag lichtere machine. De medewerkers in voorkomende gevallen met een lichtere machine op

pad sturen, verhoogt vaak de productiviteit. Vijf tot tien procent pak je zo. Een te laag of juist een te hoog toerental kan een indicatie zijn van onoordeelkundig gebruik. Je weet dan dat je de persoon in kwestie moet instrueren. Medewerkers de uitkomsten laten vergelijken, werkte in pilots behoorlijk stimulerend op de prestaties en op vakkundiger gebruik. Aan de hand van toerental en tijd berekent het fleetmanagementsysteem aan hoeveel trillingen de medewerker is blootgesteld. Als de machine over de grenswaarde gaat, wordt dat weergegeven. U weet dan dat u de desbetreffende medewerker moet instrueren of hem een lichtere machine moet meegeven. Aan de andere kant kunt u hiermee aantonen dat uw mensen niet blootgesteld zijn aan te veel trillingen. Het systeem registreert het aantal draaiuren en geeft dus ook tijdig aan wanneer onderhoud nodig is. Dat voorkomt uitval. De machinekosten zijn te overzien, maar vaak zijn dan meerdere personen niet productief. Dat tikt harder door dan de kosten van bijvoorbeeld een trekkoord of terugslagveer. Een actueel punt, omdat veel bedrijven pas onderhoud plegen wanneer er iets kapot gaat. Naast het beperken van uitval verlengt dat ook de levensduur. Niet de grootste klap.

Kosten relateren Husqvarna vraagt € 89,- per machine voor de opnemer (machinespecifiek gecodeerd) en eenmalig € 500,- voor het basisstation met het gekoppelde internetgebruik. Een ID-kaart per werknemer kost € 59,-. Een beetje maaier maait rond de 200 uur effectief op jaarbasis en gaat twee tot drie jaar mee. De opnemer is niet overdraagbaar. Los van het basisstation kost het systeem inclusief ID-kaart zo rond de € 30,- per jaar. De kosten van het basisstation hangen af van het aantal machines. Op effectief vijftien handwerkers en drie jaar afschrijven kom je op circa € 15,- per jaar per machine. Stel dat het complete systeem u per handwerker rond de € 50,- per jaar kost, dan moet daar slechts ongeveer één procent rendementswinst tegenover staan. Anders gerekend: vijf procent rendementswinst in een 40-urige werkweek is twee uur in de plus à € 25,-. Dan is het al terugverdiend. Blijft staan dat het mooi zou zijn als Husqvarna hier nog een volgsysteem aan zou koppelen, zodat je online kunt zien of en waar uw medewerkers bezig zijn. De fabrikant liet doorschemeren dat dergelijke ontwikkelingen op termijn te verwachten zijn.

De kern van het fleetmanagementsysteem is deze pulsopnemer, die door de dealer uniek wordt gecodeerd voor de desbetreffende machine.

TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Husqvarna

GRONDIG 2 2015

35


ondernemen met

vaktechniek

SPECIALISMEN

‘Roadliner’-rupsmobiel

Anema zet vijftientons Doosan op Morooka-rupsen Een bijzondere aanwinst voor Jelle Bijlsma BV in Giekerk, deze Doosan DX140LCR op Morooka 2200-rupsen. Machinehandel Anema koos in overleg met Jelle Bijlsma voor deze smalle variant. Bijlsma gaat hem inzetten in stedelijke gebieden en voor ‘nattere’ werkzaamheden. Anema heeft inmiddels al meer belangstelling ondervonden voor deze bijzondere vijftientons rupsmobiel. Als het aan Siep Anema van de gelijknamige machinehandel in Arum ligt, blijft dit zeker niet de enige Doosan DX140LCR op rubberen rupsen. Er is al meer belangstelling voor getoond. Deze eerste gaat naar Jelle Bijlsma BV in Giekerk. Dat bedrijf is een erkend ‘natte omstandigheden’-specialist en bekend van onder andere de Challenger-rupsdumpers. Anema heeft eerst met Bijlsma om tafel gezeten om te kijken of de combinatie op vier rupsen van zijn Challengers kon worden gezet. Daar is van afgestapt omdat het rubberoppervlak

36

GRONDIG 2 2015

niet groot genoeg was en de stabiliteit een probleem zou kunnen worden. Anema had zich al verdiept in deze materie omdat hij al meerdere aanvragen had gehad naar een slag zwaardere rupsmobiele graafmachines dan de bekende midigraafmachines in de klasse tot negen ton. Hij had al een aantal opties bestudeerd en doorgerekend. Zelf iets ontwikkelen ziet hij niet zitten, omdat dat altijd een dure optie is en omdat dat voor de service en onderdelenlevering ook niet de gunstigste oplossing is.


Anema heeft het spanwiel en het sprocketwiel naar beneden gebracht en de rupsstellen aan de onderwagen van de Doosan gelast.

Morooka’s Uiteindelijk koos hij voor Morooka-rupsonderstellen. Die hebben zich allang bewezen en Morooka geeft bij inzet als rupsdumper voor de rupsen een levensduur op van circa 5000 uur. Voor de inzet als mobiele graafmachine mag je volgens Anema gevoelsmatig rekenen op het dubbele. Daarbij zijn de rupsen los te verkrijgen en zijn er revisiesetjes beschikbaar. Datzelfde geldt natuurlijk voor het rijwerk. Anema koos voor de rupsen van de 22-tons Morooka MST 2200. Voor meer stabiliteit in lengterichting bracht hij het sprocket- en het spanwiel naar beneden. Dit was een relatief eenvoudige ingreep aan het bestaande onderstel. Daarmee verkrijgt de machine een loopoppervlak van 4,08 meter in de lengterichting bij 80 centimeter brede rupsen. Sprocket en spanwiel staan daarbij net iets vrij van de bodem om wringingsarmer te kunnen manoeuvreren. Een tweede aanpassing betreft het vervangen van de Morooka-aandrijving door de hydromotoren van de Doosan-rupsgraafmachine. Dat had als voordeel dat Anema niets hoefde te wijzigen aan de Doosan-aandrijving. De machine krijgt met de grotere sprockets een iets grotere rijsnelheid (circa 9 km/u) dan de standaarduitvoering van de Doosan DX140LCR. Anema kan een tweede set sprocketwielen leveren voor een lagere rijsnelheid en evenredig meer trekkracht. De driedelige sprocketwielen zijn relatief gemakkelijk te verwisselen. Met deze optie kan Jelle Bijlsma de machine op projecten met slecht draagkrachtige gronden desgewenst extra trekkracht geven.

Stabiel genoeg De Doosan-onderwagen is bij de rupsstellen doorgeslepen. De Morooka-rupsstellen zijn aan de framedelen van de Doosan-onderwagen gelast, zodanig dat de combinatie op wens van Bijlsma zo smal mogelijk is. Binnen de drie meter, zo luidde de eis in verband met nauwe waterschapsdoorgangen. Dat is met buitenwerks 2,70 meter gelukt. Anema wilde voor de zijwaartse stabiliteit de machine in eerste instantie breder op de rupsen zetten. Uit de uitgevoerde hijslastproeven is gebleken dat de machine op deze

Mooi tachtig centimeter brede rupsen en dan toch buitenwerks slechts 2,70 meter breed. De bovenwagen past zo bijzonder goed, getuige de zeer geringe oversteek.

breedte al gelijkwaardig scoort aan de originele Doosan DX140LCR. Dat komt doordat de Morooka-rupsen van zichzelf behoorlijk stijf zijn en breed steunen op dubbele tussenloopwielen. De machine komt natuurlijk wel wat hoger te staan. De onderkant van de cabine komt met 1,15 meter nagenoeg uit op dezelfde hoogte als de mobiele DX140W.

Stedelijke gebieden Bijlsma gaat de machine inzetten voor berm- en slootwerk in stedelijke gebieden. Het voordeel van deze combinatie is dat ermee op verhardingen kan worden gereden en in voorkomende gevallen in niet al te diepe watergangen en vaarten. Dankzij de korte achterkant steekt het contragewicht maar tien centimeter buiten de rupsen. Ten opzichte van midi’s verwacht Jelle Bijlsma met een vijf meter maaikorf flink meer capaciteit te halen en het scheelt hem ten opzichte van (ijzeren) rupsmachines een transportcombinatie. En hij heeft natuurlijk een bijzonder mobiele rupscombinatie voor minder draagkrachtig terrein. Vanwege de keuze voor een standaard Morooka-rupsonderstel zijn de aanschafkosten van de rupsen en de ombouwkosten redelijk beperkt. Hij verwacht dat de aanschafprijs van een Doosan DX140LCR ‘Roadliner’ net iets boven de prijs van een mobiele Doosan DX140W zal uitkomen.

Mobiel betekent ook verkeerswaardig. Ook dat heeft Anema geregeld, getuige deze verlichting en driehoek op de achterkant.

TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann

GRONDIG 2 2015

37


L/ I M VA IA / M A EI

fendt.com

Meer efficiëntie Meer trekkracht Meer Fendt De zware vermogenstractoren Fendt 800 en 900 Vario kunnen meer: – Hoog koppel en een laag brandstofverbruik door twee turboladers, SCR en passief dieselpartikelfilter – Perfectie in het veld: Fendt Variotronic elektronische oplossingen van spoorgeleiding tot gegevensverwerking. Ervaar kracht en dynamiek met de Fendt 800 en 900 Vario. Informeer bij uw Fendt dealer.

Fendt VarioGrip

De Fendt VarioGrip regelt de bandenspanning optimaal in elke situatie op het veld en bij het transport op de weg. Verhoog uw “Grip” en profiteer van: • tot 15% meer tractie 1) • tot 10% brandstofbesparing 2) VarioGrip is een exclusieve Fendt oplossing, waarbij het bandendrukregelsysteem als eerste volledig is geïntegreerd in het voertuigconcept. 1) 2)

Lehrstuhl für Agrarsystemtechnik der TU München, Weihenstephan Fachhochschule Südwestfalen, Agrarwirtschaft Soest (D)

Fendt is een wereldwijd merk van AGCO.

Importeur voor Limburg, Noord- en Midden Nederland: Mechan Groep, tel.: 0342-459 541, www.mechangroep.nl Importeur voor Noord-Brabant, Zeeland, Het Rijk van Nijmegen, Het Land van Maas & Waal: Abemec b.v., tel.: 0413-382 465, www.abemec.nl


MEKOS MACHINEBOUW BRENGT U OP VOORSPRONG!

Unieke egaliseer machines welke voor u per stuk op maat gebouwd worden van klein tot onbeperkt groot: de Mekos Kilver en de Mekos Transport Dozer voorzien van een bodemplaat met hierop een hydraulisch schuifbord.

Partners:

Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net


ondernemen met

vaktechniek

GRONDIG.COM

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

COMPACTE POWERSCREEN WARRIOR 600 GELANCEERD

NIEUWE STAGE IV-CASE IH PUMA GELANCEERD

Fabrikant Powerscreen breidt de bekende Warrior-serie naar onderen uit met de compacte twaalftons Powerscreen Warrior 600 op drie meter brede rupsen. Net als alle Powerscreen Warriors is de Warrior 600 uitgevoerd met een dubbeldeks zeefbox. Die zeefbox is 2,34 meter lang en 1,17 meter breed en heeft een vaste hoek van veertien graden. De machine kan worden uitgevoerd met een maximale zeefuitslag van elf millimeter, waarmee zeer agressief met een kracht tot 6G kan worden gezeefd. Verder heeft de 600 een 3,40 meter brede bunker met een inhoud van drie kuub en drie afvoerbanden. De fijne en middenfractie hebben een afvoerhoogte van bijna drie meter. De overmaat wordt via een één meter brede band afgevoerd.

Afgelopen week onthulde Case IH de nieuwe Puma met Stage IV-motor. Case IH heeft de styling niet ingrijpend veranderd. In grote lijnen bestaan de verdere vernieuwingen uit de 6,7-liter NEF-motoren met Hi-eSCR-technologie, een nieuw ontworpen cabinedak in Magnum-stijl met led-verlichting (2000 lumen), een nieuw HMC II-kopakkermanagement, meer aansturingsmogelijkheden voor hydraulische ventielen met de multicontroller en het AFS Pro 700-scherm, Isobus III, nieuwe bestuurderstoelen met als topmodel de laagfrequente semi-actieve Grammer Maximo Evolution met meedraaibare rugleuning, langer doorlopende voorspatborden, lampenvrije handgrepen aan de cabinestijl en een voorruit uit één deel. ABS-beremming was al leverbaar op de Puma Stage IIIb-modellen. Case IH geeft voor de Puma in de typeaanduiding het motorvermogen in pk’s zonder powerboost (plus of min 45 pk) weer. De Puma-serie omvat zeven modellen: 150, 165, 175 (standaard wielbasis) en 185, 200, 220 en 240 (lange wielbasis).

STERKERE MITAS-FLOTATIONBANDEN Mitas zet dit voorjaar een nieuwe serie Agriterra-flotationbanden op de markt. De nieuwe Agriterra’s hebben een stalen gordelconstructie voor een hoger draagvermogen, een betere stabiliteit bij snelheden boven 30 km/u, een grotere weerstand tegen inrijdingen en brede profielgroeven voor een beter zelfreinigend vermogen. Mitas claimt een contactoppervlak dat elf procent groter is en zelfs 22 procent groter vergeleken met tractieprofiel van de concurrent. De fabrikant meldt op basis van onafhankelijke metingen in vergelijking met premiumconcurrenten een acht procent lager brandstofverbruik bij wegtransport (30 km/u) en een negen procent lager verbruik in het veld bij 10 km/u. De 850/50R30.5 IMP Agriterra 02 is de grootste in een reeks van twaalf maten.

VOORRUITPROJECTIE Geen kleine schermpjes rechts, maar gewoon midden in beeld de contourlijn die je moet volgen. Het is een nieuwe techniek die op de Sima is getoond. Een projector projecteert verschillende beelden op de voorruit. Onder het rijden zie je recht voor je niet alleen bijvoorbeeld de motortoerentallen of de snelheid, maar kun je ook beelden projecteren van een camera op het werktuig. Deze nieuwe technologie is afkomstig van Agrotronix, een Frans bedrijf dat is gespecialiseerd in GPS-systemen. Het is zelfs mogelijk om beelden van meerdere camera’s op bijvoorbeeld een aardappelrooier op de ruit te projecteren.

40

GRONDIG - 2 2015


DIEGAFUEL-LPG-INJECTIESYSTEEM VOOR DIESELMOTOREN

PALLETVORK VOOR RIJPLATEN

Kern van het Diegafuel-systeem is de mogelijkheid om in een bestaande dieselmotor circa 25 procent lpg te injecteren bij de verbranding. Door beperkt lpg toe te voegen, verbrandt de dieselbrandstof beter, waardoor het rendement van de motor volgens Diegafuel toeneemt. Het bedrijf claimt brandstofbesparingen van vijftien tot twintig procent (het lpgverbruik meegerekend) en een koppeltoename bij vollast vanwege een betere verbranding en de extra lpg-injectie. Het systeem kan worden opgebouwd zonder aanpassingen aan de motor en zonder elektronische ingrepen aan het motormanagement. Diegafuel wil graag proefdraaien bij één of enkele cumelabedrijven die serieus meten en registreren om harde cijfers te krijgen.

Gezien op Infra Relatiedagen Hardenberg, deze palletvork voor rijplaten van Van der Flier BV uit Winschoten. Je pakt er rijplaten vast mee op zonder dat ze wiebelen of verschuiven op de palletvork. Bij de palletvork van Van der Flier wordt de rijplaat via hydraulische klemmen met rubberen blokken stevig op de palletvorken vastgedrukt, zodat er geen beweging meer in zit. Je kunt er zelfs de platen verticaal mee optillen. Van der Flier heeft deze in eigen werkplaats ontwikkelde vinding in de praktijk met goed gevolg getest.

SLIM SCHERM BIJ MANITOU Een scherm dat automatisch mee verandert met het werk is één van de slimme noviteiten op de nieuwe modellen van Manitou. De fabrikant lijkt hiermee een oplossing gevonden te hebben voor het probleem waarmee veel fabrikanten van trekkers en aanbouwmachines worstelen: wat laat je op het hoofdscherm zien en hoe verander je dat mee met de wijziging van functie? Bij de verreikers van Manitou krijg je vier verschillende schermen in beeld. Rijdend zie je bijvoorbeeld een toerenteller, de snelheid en indien van belang de versnelling. Bij het aanraken van de joystick krijg je de lastbeveiliging in beeld. Als eerste zijn de nieuwe grote roterende verreikers en de gewone negentons verreikers hiermee uitgerust.

MAGNI MET RADIOGRAFISCHE AFSTANDSBEDIENING

PELLENC CITY CUT Op de open dag van het nieuwe Stierman De Leeuw in Apeldoorn toonde de importeur de nieuwe Pellenc City Cut-maaikop voor spatloos werken in stedelijke gebieden bij bomen, stoepen en straatranden. De nieuwe Pellenc City Cut-maaikop is zo ontworpen dat je zonder bescherming spatvrij kunt maaien. Je kunt ermee tegen stoepranden en bomen maaien en in grond en grind.

Importeur Collé Rental & Sales presenteert de eerste roterende Magni-verreiker met radiografische afstandsbediening. Het rijden, de afstempeling en alle hydraulische functies worden met die afstandsbediening bediend. Op zijn vernieuwde website presenteert Collé in de nieuwssectie een video waarin de werking van de afstandsbediening wordt getoond. Uiteraard werkt die ook volledig in combinatie met de werkbak, maar kan er dan vanuit veiligheidsoverwegingen alleen in transportstand worden gereden. De radiografische afstandsbediening is optioneel mogelijk bij alle Magni-modellen.

GRONDIG - 2 2015

41


7250 TTV WARRIOR. LIMITED EDITION. UNLIMITED PERFORMANCE.

Voel het vermogen. Neem de controle over! De 7250 TTV WARRIOR is een limited-edition speciaal ontwikkelt voor de agrarische ondernemers, met de hoogste standaard op het gebied van technologie, design en kwaliteit. De legendarische DEUTZ-motoren met maximaal 263 pk (194 kW) geven de 7250 TTV WARRIOR superieure tractie. De continu variabele ZF transmissie maakt ongeëvenaard soepele controle van de rij- en bedieningsfuncties - en een optimaal brandstofverbruik mogelijk. De 7250 TTV WARRIOR is ontworpen voor de zwaarste toepassingen in het veld en op de weg. De exclusieve extra‘s van de WARRIOR uitvoeringen: briljant zwarte kleur (ook verkrijgbaar in klassiek DEUTZ-FAHR groen), roestvrij stalen cover om de uitlaat, WARRIOR lichtpakket, exclusieve lederen bestuurdersstoel, WARRIOR vloermat, hydraulische topstang, SAUERMANN trekhaken en een garantie van drie jaar, zijn alleen beschikbaar voor de limited-edition van de DEUTZ-FAHR 7250 TTV WARRIOR.

deutz-fahr.com DEUTZ-FAHR is een merk van

Beter licht meer zicht: het WARRIOR licht pakket.

Een exclusief design: de controle post.


Ricardinio Fao 220

Voorkom onkruid ® met Toki

Rangorde aan diggelen... ook in 2014 bevestigd!!!

Onkruidbestrijding op onbeteelde terreinen

Superieur ten opzichte van alle rassen, op alle lijsten.

✓ Vroeg rijp (Fao 220) ✓ Gebruiksdoel: vroege silomaïs,

CCM/geplette maïs, droge korrelmaïs

✓ Nr. 1 in korrelopbrengst, voederwaardeopbrengst

en zetmeelopbrengst/ha als vroegrijpe maïs (+10%)

✓ Nr. 1 als vroegrijpe silomaïs (+10% voederwaardeopbrengst) ✓ Top voederwaarde (Energie-index 56) ✓ Goede stay-green ✓ Goede stevigheid ✓ Goede tolerantie bladvlekkenziekte

Alle maïskennis binnen handbereik. Download gratis de App www.kws-maismanager.nl www.kws-maismanager.be

Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 23 517 www.kwsbenelux.com

Kijk op www.agro.basf.nl


NIEUWE STAGE IV-NEW HOLLAND T7 GEL De A van Agressie en Acht

ondernemen met

vaktechniek

Afgelopen week onthulde New Holland de nieuwe T7-trekker met Stage IV-motor. Zoals verwacht is die laatste een emissiegeneratie verder in efficiënte AdBlue-SCR-technologie van FPT. Wat meteen opvalt, is het agressieve nieuwe uiterlijk, met kenmerken van de T8. Er is nog meer aangepast. De belangrijkste feiten op een rij. Het was geen geheim dat New Holland op de Sima de nieuwe T7-serie zou onthullen. Op YouTube was al een mooi filmpje te vinden waarin de contouren van de vernieuwde styling werden vrijgegeven. New Holland wilde voor de Sima niets kwijt. Toch lukte het ons om voor deze uitgave de vingers achter de belangrijkste feiten en wat beeldmateriaal te krijgen. Daaruit blijkt dat New Holland bij de nieuwe T7 meer heeft gedaan dan een 6,7-liter-FPT-motor van een emissiegeneratie verder te monteren met een bijpassend nieuwe smoel.

Frissere smoel Met de rechtere motorkap en de voor deze trekker kenmerkende doorlopende grille lijkt de T7 meer op de bestaande T8-serie dan op zijn voorganger in de T7-serie. De trekker straalt met zijn priemende ogen en nieuwe vormgeving meer agressie uit. Daar koopt u niets voor, maar het is wel leuk en verfrissend. De voor New Holland typerende kattenogen-lampen zijn gehandhaafd, maar dat is nu wel sterkere led-verlichting. Ook de slankere daklijn van de cabine heeft nu priemende led-werklampen gekregen, die individueel te bedienen en te verstellen zijn. Individueel omdat ze veel meer licht geven, zodat je er één kunt uitschakelen om de chauffeur van de maaidorser of maïshakselaar niet te verblinden. De motorkap loopt verder door en heeft nieuwe ventilatieopeningen aan de zijkant gekregen. Smoelt wel. De bekende 6,7-liter-FPT-zescilinders hebben opnieuw SCRtechnologie met AdBlue zonder uitlaatgasregeneratie en zonder roetfilter om aan de Stage IV-eisen te voldoen. In dit geval het zogenaamde EcoBlue Hi-eSCR. Dankzij het doorontwikkelen van motor- en emissietechniek hebben de lichtere modellen acht procent meer vermogen en de zwaardere (lange wielbasis) modellen vijf procent. De bekende grote powerboost is gebleven; New Holland geeft in de typeaanduiding het vermogen aan met powerboost. De T7.270 is dus 240 pk met 30 pk powerboost. Andersom: ondanks de groeiende populariteit van de pittige viercilinder-T6-serie zijn er nog heel wat loonwerkers die maar wat graag de 140 pk (170 pk met powerboost) T7.170zescilinder willen. Schokkende veranderingen ten opzichte van de bestaande T7-serie zijn er niet. Hooguit is er sprake van een iets hoger AdBlue-verbruik bij een gelijkwaardig dieselverbruik.

Meer automatiek De transmissiekeuzes en achterbrug zijn gelijk gebleven. Enkel de trekhaakuitvoering is wat breder, voor een betere toegankelijkheid. Toch zijn er wel een aantal wijzigin-

44

GRONDIG 2 2015


ANCEERD OP DE SIMA gen doorgevoerd. Denk bijvoorbeeld aan nu standaard 710/70R38-banden vanaf de T7.190 en een sterkere fronthef en frontaftakas. De belangrijkste wijzigingen vinden we in de elektronica. De T7-serie heeft een nieuwe (tweede) generatie kopakkermanagement gekregen. Met de zogenaamde Headland Turn Sequencer II vanaf het nu standaard aanwezige IntelliView-touchscreen kunnen nu ingewikkelde kopakkermanoeuvres worden opgenomen door een manoeuvre ‘live’ op te nemen of door acties en interventiepunten uit een menu te selecteren. Alles is programmeerbaar en bewerkbaar, van het kiezen van de snelheid van de Auto Commandtransmissie tot bijvoorbeeld het overschakelen naar een camerabeeld vanaf het werktuig. Vervolgens kun je dat onder een knop onderbrengen. Verder is de T7 voorzien van Isobus klasse III, waarmee werktuigen zoals de Big Baler de trekker kunnen aansturen. Andere extra elektronische functies zijn de afstelling van het inschakelmoment van de Power Shuttle-omkeerkoppeling en het beheer van de regelventielen. Bij de nieuwe T7 kunnen twee hydraulische regelventielen aan de vier-standenschakelaar op de CommandGrip-multihendel worden toegewezen.

Meer remmen New Holland speelt in op de vraag uit onze sector naar trekkers die veiliger kunnen deelnemen aan het wegverkeer. Daarvoor heeft de T7-serie ABS-beremming gekregen vanaf de T 7.230. Daarbij is de beremming per wiel geregeld, zodat op gladde ondergrond de wielen gelijkwaardig remmen. Deze trekkers hebben achter ook een ABS-aansluiting voor aanhangers met ABS-remsystemen. In het veld (kopakker) remt het binnenste achterwiel met ABS SuperSteer automatisch bij het nemen van scherpe bochten. Een motorrem is een optie om de remmen te sparen. In hooflijnen heeft de T7 dezelfde cabine, maar in details is er toch het één en ander gebeurd, bijvoorbeeld desgewenst voor- en achterruitverwarming. Hij heeft ruitenwissers met sproeiers in combinatie met langer doorlopende voorspatborden, de voorruit is nu uit één stuk en hij heeft een lampenvrije handgreep aan de cabinestijl. New Holland biedt de T7 aan in drie comfortniveaus, waarvan de luxe versie is uitgerust met Auto Comfort-stoel. Deze meest luxe Grammer die er is, heeft geïntegreerde temperatuurregeling, verlaagt het trillingsniveau met veertig procent ten opzichte van standaardmodellen, heeft lichaamsvochtafzuiging en een meedraaiende rugsteun. De nieuwe T7 omvat acht modellen: T7.175, T7.190, T7.210 T7.225 (standaard wielbasis) T7.230, T7.245, T7.260, T7.270 (lange wielbasis). Last but not least: de topmodellen zijn ook in Blue Power-uitvoering leverbaar. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: New Holland

GRONDIG 2 2015

45


Ontdek het Laudis effect:

krachtig, snel en veilig!

Zeer krachtig maïsherbicide • breed werkingsspectrum • gewasveilig • snelle werking • snel regenvast Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.


Wilt u uw machines online verkopen ? Dan is TROOSTWIJK VEILINGEN B.V. úw partner. Wij organiseren online veilingen voor een (inter)nationaal publiek. Met kantoren door heel Europa en een uitgebreide database bereiken wij de koper(s) voor uw machines !

T: 073-503 25 27 F: 073-503 27 04 E. info@steenbergen-bouw.nl Kistenbewaring

Bulkopslag

Hout en beton

Wilt u de waarde weten van uw machines ? Bij TROOSTWIJK WAARDERING & ADVIES B.V. kunt u terecht voor een professionele taxatie door een Beëdigd RegisterTaxateur. Voor een persoonlijk advies kunt u contact opnemen met onze specialist Stef Hooijman 06 53 54 16 31 e-mail: s.hooijman@twa.nl

www.steenbergen-bouw.nl

Troostwijk is hét grootste industriële online veilinghuis van Europa en draagt haar klanten al meer dan 80 jaar op handen !

uw specialist in bewaringen - loodsen

www.TroostwijkAuctions.com

adv 98 x 134.indd 1

Geijkt weegsysteem op uw bestaande VMA/VOCOL mestoplegger? 16-12-13 13:07

Veel mest transport trailers zijn (nog) niet voorzien van een geijkt weegsysteem. Van den Broek Mechanisatie en Machinebouw kan dit in samenwerking met Welvaarts Weegsystemen voor u verzorgen voor een zeer voordelige prijs!

Neem contact op met Van den Broek voor informatie of een prijsopgave.

Middelweg 16 a 2841 LA Moordrecht Tel: (0182) 37 28 99

Fax: (0182) 37 36 14 info@djvdbroek.nl www.djvdbroek.nl


AFSLUITING PRAKTIJKNETWERK Grasland bewerken altijd goed

ondernemen met

vaktechniek

Het bewerken van grasland in het voorjaar heeft bijna altijd een positief effect. Door dit te combineren met doorzaaien is in veel situaties ook een extra positief resultaat te halen. Dit waren de belangrijkste eindconclusies bij de afsluiting van het Praktijknetwerk Graslandverjonging. Bij loonwerkers is dat al te zien, want zij mogen steeds meer hectares doorzaaien. Al enkele jaren groeit de populariteit van het doorzaaien van grasland als alternatief voor herinzaaien, zeker nu dat laatste in veel gebieden nog maar een beperkt deel van het jaar is toegestaan. Met doorzaaien willen de veehouders voorkomen dat open plekken vollopen met slechte grassen en onkruid en tegelijkertijd bereiken dat er nieuwe genetica in de mat komt om zo de productie te verhogen. Of dat werkt, was de afgelopen twee jaar onderdeel van het Praktijknetwerk Graslandverjonging. Hieraan namen zestig veehouders deel, die op een deel van hun bedrijf het doorzaaien hebben uitgeprobeerd. Bijna allemaal zijn ze bij de afsluiting positief, vooral omdat ze in de wei het effect zien. Een veel gehoorde opmerking bij de afsluiting was dat doorgezaaide percelen of stroken veel groener waren, frisser oogden en dat er voor het gevoel meer gras stond.

Weersinvloed Het aantonen dat er echt meeropbrengst wordt behaald, bleek in het praktijknetwerk niet gemakkelijk. Doordat dat slechts twee jaar liep, was de invloed van het weer groot, stelde Wim van de Geest van K&G Advies, één van de begeleiders. Terwijl 2013 een koud en laat voorjaar had, was 2014 namelijk precies omgekeerd. Vorig jaar groeide het gras zo

48

GRONDIG 2 2015

snel dat wie te laat was met doorzaaien te maken kreeg met het overgroeien van het kiemplantje. Doordat er vaak ook een zware eerste snede werd geoogst, was er soms weinig van terug te zien. Toch bleek bij tellingen, afgelopen najaar uitgevoerd door medewerkers van proefboerderij De Marke, dat er vaak wel sprake is van een betere grassenbezetting, vertelde bedrijfsleider Gerjan Hilhorst. “Vooral op percelen waar het aandeel Engels raaigras laag is, zie je dat doorzaaien wel een positief effect geeft. Al moet je je dan altijd wel afvragen waardoor dat bestand zo laag is en of er geen andere maatregelen nodig zijn om de oorzaak van dat slechte grassenbestand weg te nemen. ” Een ander opvallende constatering van Hilhorst bij het onderzoeken van het grasland was dat het aandeel goede grassen vaak bijzonder tegenviel. “Daar schrokken veel veehouders wel van. In sommige gevallen liep het aandeel slechte grassen op tot wel vijftig procent. Vooral in percelen met veel ruwbeemd was het voordeel van doorzaaien goed te zien door de toename van de hoeveelheid Engels raaigras.” Hoewel het dus moeilijk is om snel een verbetering te zien van het grassenbestand concludeerde Van de Geest bij de afsluiting wel dat uit verschillende proeven bleek dat het bewerken van het grasland een duidelijk positief effect heeft op


de opbrengst. “Bij een vergelijking van de opbrengst bij het twee jaar doorzaaien bleek er telkens wel een extra meeropbrengst te ontstaan. Het moeilijke is alleen dat we niet kunnen zien of dat van het doorzaaien komt of dat het alleen een effect is van het bewerken van het grasland.”

40 35 30 25 2013

20

2014

15 10 5

Lucht in de grond Nadrukkelijk gaf Van de Geest aan dat er wel een duidelijk positief effect is van het stevig eggen. “Dat blijkt ook uit de proef op De Marke, waarbij alleen is geëgd. Gemiddeld gaf dat een vier procent hogere opbrengst. Uit de machinevergelijking komt daarbij nog naar voren dat doorzaaien hier wat aan kan toevoegen, alleen bleek dat niet elk jaar bij elke machine gelijk. Dat laat zien dat tijdstip en methode nog nauw luisteren”, aldus Van de Geest. Voor De Marke is de conclusie in elk geval helder, zei Hilhorst. “Wij gaan vanaf nu in elk geval alle percelen in het voorjaar eggen. Het is namelijk wel duidelijk dat het een positief effect heeft als je zorgt dat er lucht in de grond komt en slechte grassen lostrekt.” Van de Geest stelde vast dat het dan ook zin heeft om wat bij te zaaien. “Dat hoeft geen dertig kilogram te zijn, want met vijftien kilogram zaaizaad per hectare bereik je ook al een mooi resultaat. Het gaat erom dat er op een open plek die je creëert goed zaad ligt dat kan kiemen en ruimte heeft om zich te ontwikkelen. Met doorzaaien geef je de goede soorten de ruimte. Doe je niets, dan moet je maar afwachten wat er groeit. Dat kan dan ook onkruid zijn. Daarom adviseer ik loonwerkers ook om dit altijd te doen.” Uit de enquête die afgelopen najaar is gehouden onder de leden van CUMELA Nederland over het doorzaaien van grasland blijkt duidelijk dat deze markt zich sterk ontwikkelt. Geschat wordt dat tussen de 25 en 30 procent van de bedrijven in Nederland die werkzaam zijn met doorzaaimachines hebben gereageerd. Een grote meerderheid (85 procent) van deze respondenten geeft aan vanaf 2011 een toename te zien in het doorgezaaide areaal. Bijna dertig loonwerkers ervaren een sterke toename. Als belangrijkste reden noemen zij dat melkveehouders meer het belang inzien van voldoende ruwvoer en goed grasland.

0

0 - 50 ha

50 - 100 ha

100 - 250 ha

250 - 500 ha

> 500 ha

50 45 40 35 35 30 30 25 25 20 20 15 15 10 10 5 5 0 0

Zandgrond Zandgrond

Zeeklei Zeeklei

Rivierklei Rivierklei

Veen/klei op veen Veen/klei op veen

Loss Loss

45 45 40 40 35 35 30 30 25 25 20 20 15 15 10 10 5 5 0 0

Tijdstip van doorzaaien De melkveehouders die laten doorzaaien, blijken een redelijke vaste groep klanten te zijn. De meeste melkveebedrijven kiezen voor het voorjaar om door te zaaien. Loonwerkers zien ook dat

TEKST: Toon van der Stok en André Hulscher FOTO: Toon van der Stok

Hoewel vruchtwisseling op zandgronden belangrijk is voor de vernieuwing van grasland blijken vooral loonwerkers op de zandgronden in Gelderland en Noord-Brabant actief te zijn met doorzaaien. Bijna vijftig procent van het doorgezaaide areaal ligt op zandgrond. Waar in 2013 nog gemiddeld 72 hectare werd doorgezaaid, was dit in 2014 al gestegen naar gemiddeld 107 hectare. Het aantal doorgezaaide hectares loopt sterk uiteen per loonwerker. Sommigen bewerken op jaarbasis meer dan 300 hectare. Opvallend is het aantal bedrijven dat investeerde in een machine met een grotere capaciteit. Een zes meter brede machine is veruit het populairst. Hierbij horen dan de machines van Vredo met de Agri Twin en van Evers Agro met de Grass Profi.

Het areaal per loonwerker neemt toe. De meerderheid zaait jaarlijks meer dan vijftig hectare grasland door. Het grootste doorgezaaide areaal ligt op zandgrond in Gelderland en NoordBrabant.

Bijna veertig respondenten gebruiken een Vredo-machine, waarvan er vijftien nog geen tien jaar oud zijn. De Evers Gras Profi is een goede tweede met vijftien machines.

40 40 35 35 30 30 25 25 20 20 15 15 10 10 5 5 0

vooral wiedeggen in het voorjaar positief uitwerkt: je pakt de 2013 2013 slechte grassen aan en goede grassen worden gestimuleerd.2014 Als 2014 belangrijkste redenen voor doorzaaien in het voorjaar worden genoemd de open zode en opbrengstverhoging. In onderzoek 0 - 50 ha 50 - 100 ha 100 - 250 ha 250 - 500 ha wordt > 500het ha 0 van het Praktijknetwerk Graslandverjonging positie0 - 50 ha 50 - 100 ha 100 - 250 ha 250 - 500 ha > 500 ha ve bewerkingseffect in het voorjaar bevestigd. Voor succesvol doorzaaien wordt door de ondervraagde loonwerkers vaak het najaar aangeprezen: de concurrentie van de bestaande grasmat is minder groot, de bodemtemperatuur hoger en de kans op neerslag groter dan in het voorjaar. Door de geënquêteerde loonwerkers worden de periode en de weersomstandigheden tijdens het doorzaaien terecht als belangrijkste succesfactoren genoemd. Een ruime meerderheid geeft aan dat de klanten tevreden zijn over het resultaat. Slechts twee respondenten geven aan dat hun klanten niet altijd tevreden zijn over het doorzaaien. De loonwerkers zelf zijn ook overtuigd van een positief effect op de opbrengst. De helft van de respondenten verwacht dat een opbrengstverhoging tussen nul tot tien procent of zelfs meer dan tien procent mogelijk is. Met grasland doorzaaien verwacht een meerderheid van de respondenten het vernieuwen van grasland met minimaal enkele jaren te kunnen uitstellen.

Vooral op zandgrond

De meeste loonwerkers zien een toename in de vraag naar grasland doorzaaien.

GRONDIG 2 2015

49


MEER GRAS, MINDER AMMONIAK Water bij de mest

ondernemen met

cumela

Veehouders en overheid hebben beide belang bij reductie van de ammoniakemissie en verhoging van de stikstofefficiëntie op melkveebedrijven. De sleepvoetmethode leidt al tot een forse reductie van ammoniakemissie op veen- en zware kleigrond ten opzichte van bovengronds uitrijden, maar een verdere emissiereductie is in de toekomst vereist. Wageningen UR is samen met VIC Zegveld en Dairy Campus afgelopen jaren nieuw onderzoek gestart naar verdergaande emissiearme bemestingstechnieken en -methoden voor veen- en kleigrasland. Het onderzoek wordt gefinancierd door het Productschap Zuivel, het ministerie van Economische Zaken en de provincies Zuid-Holland en Friesland. Binnen het project wordt emissieonderzoek bij het uitrijden van verdunde mest met de sleepvoetenmachine op klei- en veengrond uitgevoerd. Daarnaast wordt verkennend onderzoek uitgevoerd waarin nieuwe innovatieve emissiearme aanwendingsmethoden worden ‘gescreend’ op basis van de stikstofbenutting door het gewas. Het project wordt begeleid door een commissie waarin CUMELA Nederland, LTO-Noord en twee melkveehouders zijn vertegenwoordigd. Uit de resultaten blijkt dat verdunnen van mest een forse reductie geeft van de ammoniakemissie en bij aanwenden in de zomer de grasopbrengst en stikstofbenutting duidelijk verbetert in de snede na aanwenden. Ook afdekken van de strookjes mest met een vloeibaar middel lijkt perspectief te bieden voor de stikstofbenutting. Deze methode moet echter nog verder worden ontwikkeld voor die in de praktijk toepasbaar is.

Ammoniakemissie verlagen Het verdunnen van de mest is al gangbaar bij mesttoediening in het voorjaar waarbij de mest wordt aangevoerd met

een sleepslangsysteem. Het wordt dan gedaan om de mest goed te kunnen verpompen. Het verdunnen draagt bij aan de vermindering van de ammoniakemissie, omdat de mest zo beter kan infiltreren in de bodem en de ammoniumconcentratie in de mest wordt verlaagd. Aan de andere kant leidt het verdunnen tot een hogere gift (kubieke meters van mest plus water per hectare) als een zelfde stikstofgift wordt nagestreefd. Dit kan ertoe leiden dat de mest meer uitvloeit en niet meer netjes op stroken wordt toegediend, waardoor de toediening een hogere emissie kan geven. De afgelopen twee jaar zijn emissiemetingen uitgevoerd bij het uitrijden van de mest, waarbij de emissie bij verdunde mest die werd uitgereden met een sleepvoet werd vergeleken met niet-verdunde mest die werd uitgereden met een sleepvoet. De metingen werden uitgevoerd bij mesttoediening op klei- en veengrond en gespreid over de verschillende momenten van uitrijden in het voorjaar (voor en na de eerste snede). De mest werd bij aanwenden verdund met water in een verhouding van één deel mest op één deel water in 2013 of twee delen mest op één deel water in 2014. Door het verdunnen in beide jaren lijkt een gemiddelde emissiereductie van 40 procent bij een sleepvoetenmachine mogelijk.

Foto 1. Voor het afdekken van de strookjes mest werden er verschillende producten met behulp van ketsplaatjes op de strookjes mest gebracht.

Foto 2. Afdekken van strookjes mest met zetmeel.

50

GRONDIG 2 2015

1

2


Figuur 1. Grasopbrengsten en stikstofbenutting bij verschillende varianten van mesttoediening met de sleepvoetenmachine en bij de Triple Spray in de snede na aanwenden op Dairy Campus.

1

Stikstofbenutting verbeteren In twee veldproeven op grasland met de sleepvoetenmachine in de omgeving van Nieuwkoop en op Dairy Campus (Leeuwarden) werd onderzocht of de stikstofbenutting uit de mest toeneemt wanneer de mest wordt verdund met water in verschillende verdunningen. Daarnaast werden behandelingen meegenomen waarbij de strookjes mest werden afgedekt met water, vloeibaar tarwezetmeel, raapolie of verdund citroenzuur. Op de sleepvoetenmachine van KTC Zegveld werden daarvoor kleine ketsplaatjes gemonteerd om de verschillende middelen op de strookjes mest te kunnen aanbrengen (zie foto 1 en 2). Op Dairy Campus werd daarnaast nog de zogenaamde Triple Spray-methode (ontwikkeld door Slootsmid Laren) meegenomen. Met deze methode wordt water eerst verneveld aangebracht op het gewas. Vervolgens wordt de mest op het gewas gebracht. Ten slotte wordt de mest van het gewas afgespoten. Het waterverbruik bij deze methode was circa 1500 liter per hectare. Op Dairy Campus gaf het verdunnen van de mest een duidelijk hogere grasopbrengst en stikstofbenutting van de mest ten opzichte van het niet verdunnen (figuur 1). Verdunning van de mest in een verhouding van twee delen mest op één deel water gaf een twaalf procent hogere opbrengst en verdunning in een verhouding van één deel mest op één deel water gaf zelfs een 25 procent hogere opbrengst. De stikstofbenutting ging omhoog van veertien procent bij onverdunde mest naar twintig respectievelijk vierentwintig procent. Ook het afdekken met water, zetmeel en verdund citroenzuur had een positief effect op de opbrengst en stikstofbenutting. De grasopbrengst van deze behandelingen was circa tien procent hoger dan bij onbehandelde mest en de stikstofbenutting werd verhoogd van veertien naar ongeveer twintig procent. Het afdekken van de strookjes mest met raapolie had een negatief effect op de grasopbrengst, doordat de groei van het gras dat in aanraking kwam met de raapolie sterk werd geremd. Ook de opbrengst van de Triple Spray bleef achter ten opzichte van de sleepvoet met onbehandelde mest, omdat de bovengronds verspreide mest onvoldoende van het gras werd afgespoeld.

2

Figuur 2. Grasopbrengsten en stikstofbenutting bij verschillende varianten van mesttoediening met de sleepvoetenmachine in de snede na aanwenden in Nieuwkoop.

Op de locatie Nieuwkoop was het opbrengstniveau van het gras als gevolg van de droge groeiperiode wat lager dan op Dairy Campus (figuur 2). Daarnaast was de stikstofbenutting duidelijk lager. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk het hogere organische-stofgehalte van de bodem. Dat was in Nieuwkoop ruim vier procent hoger dan op Dairy Campus. Hierdoor komt er vanuit de mineralisatie meer stikstof beschikbaar voor de plant, waardoor de bemesting een kleiner effect heeft op de grasopbrengst. Desondanks had het verdunnen van mest een positief effect op de grasopbrengst. Verdunning van de mest in een verhouding van één deel mest op één deel water gaf een twintig procent hogere opbrengst en ook werd de stikstofbenutting verhoogd van drie naar dertien procent. Verdunning van de mest in een verhouding van twee delen mest op één deel water gaf een minder duidelijke verhoging van de grasopbrengst en stikstofbenutting. Het afdekken van de strookjes mest met water, zetmeel en verdund citroenzuur had op deze locatie geen positief effect op de opbrengst en stikstofbenutting. Het afdekken met raapolie had evenals op locatie Dairy Campus een negatief effect op de grasopbrengst.

Meer onderzoek nodig Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat het verdunnen van de mest leidt tot meer opbrengst en een hogere stikstofbenutting. Ook de ammoniakemissie is duidelijk lager dan bij het gebruik van onverdunde mest bij de sleepvoettechniek. De emissiereductie was bij beide verdunningen wel gelijk, maar het effect op de gewasopbrengst en stikstofbenutting was al ongeveer de helft bij twee delen mest op één deel water ten opzichte van de situatie met één deel mest op één deel water. Er is dus meer onderzoek gewenst, ook naar het effect van minder vergaande verdunningen (die bij het gebruik van de slangaanvoer gebruikelijker zijn). Voor de praktijk volgt hieruit het advies om ook bij de bemesting voor de tweede en latere snedes te werken met verdunde mest. TEKST: Herman van Schooten en Jan Huijsmans (Wageningen URl)

GRONDIG 2 2015

51


NA-OPKOMST HERBICIDE IN MAÏS

Nu nog krachtiger door verbeterde formulering !    

Snellere aanvangswerking Sneller regenvast Booster in de mix Beste grassenbestrijder

Samson® Extra 6% OD (12987 N - 60 g/l nicosulfuron) is een product van ISK Biosciences N.V. Lees aandachtig het etiket vóór gebruik.

www.belchim.nl


De Stenenmaat 15, 7071 ED, Ulft (Gld), Tel. 0315-695470

w w w. w e l l i n k c a e s a r. n l

Multi-hydraulische functies & lage bodemdruk Hydrostatische & mechanische aandrijving DE ENIGE ECHTE MULTITOOLER

Gezamenlijke importeurs

LMC Gennep BV Voor oost NL. 0485 - 511 605 www. lmcgennep.nl

Jamo BV Voor west NL. 0184 - 642 112 www.jamo-lmb.nl

Nu ook silagevorken bij LMC Gennep BV

LLEN S! E D MO RKER E K CIFIE OONWE E P S EL TERRAFLEX XXL D R O VO

TERRADISC

TERRAFLEX XXL & TERRADISC

Beter omgewerkte grond (Terraflex XXL) Werkbreedtes 6 - 6,80 - 7,60m (Terraflex XXL) Kwaliteitsvolle stoppelbewerking (Terradisc) 2 rijen gekartelde schijven - Ă˜ 510mm (Terradisc)

Tel: 0032 43 77 35 45 www.joskin.com

JAAR 3 GARANTIE


ondernemen met

vaktechniek

STAPPENPLAN MAÏSTEELT DEEL 2

Groenbemester noodzakelijk voor topopbrengst

Nu voor de maïsteelt steeds minder mest en kunstmest beschikbaar zijn, is het noodzakelijk om zoveel mogelijk uit de natuur te halen. Het is een manier om toch in de buurt van de maximalae opbrengst te komen. Een goede groenbemester speelt daarin een essentiële rol. In deel 2 van het stappenplan maïsteelt alles over het telen van een goede groenbemester.

54

GRONDIG 2 2015

Maïs is in de landbouw een bijzonder gewas. Het groeit in relatief korte tijd en neemt ook maar in zeer beperkte tijd mineralen op uit de bodem. Grofweg kun je zeggen dat maïs vanaf begin juni tot begin augustus mineralen nodig heeft om te groeien en om korrels te produceren. Voor de groei tot begin juni gebruikt het plantje vooral de voedingsstoffen in de korrel en een klein beetje meststoffen uit de omgeving rond de eerste gevormde wortels. Pas daarna wordt er een beroep gedaan op de bodemvoorraad. Dat neemt alweer sterk af wanneer de plant gaat bloeien, in de tweede helft van juli. Op dat moment begint de plant de opgeslagen stoffen in blad en stengel naar de korrel te transporteren. Een klein deel komt nog uit de bodem.

Die korte groeicyclus van maïs maakt het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat voedingsstoffen ook op dat moment beschikbaar zijn. Met de aangescherpte bemestingsnormen - er mag minder worden bemest dan de maïs nodig heeft - speelt een groenbemester daarin een belangrijke rol. Na de oogst van de maïs benut de groenbemester de stikstof, fosfaat en kali die de maïs heeft achtergelaten in de bodem en slaat deze op. Na het onderploegen in het voorjaar worden deze nutriënten in de bodem vastgelegd en komen ze vrij door mineralisatie. De kunst is nu om dat hele proces op een goede manier te sturen. In het tweede deel van ons stappenplan voor de maïsteelt behandelen we de teelt van een goede groenbemester en dus ook goede maïs.

Een groenbemester kan het best worden ondergeploegd, zeker als er een grasgewas staat. Zonder ploegen groeien de overblijvende pollen snel weer uit tot een grasmat die met de maïs concurreert.

Met behulp van GPS kan de maïs eenvoudig boven de strook mest worden gezaaid om te komen tot een maximale benutting van de aanwezige mest.


Stap 1: vernietigen en onderwerken In het voorjaar is het belangrijk om op tijd de juiste teeltmaatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de nutriënten die in de groenbemester zijn opgeslagen op tijd voor de maïs beschikbaar komen. De basisregel is heel simpel: de groenbemester moet vóór 1 april zijn ondergewerkt, zodat de vertering tijdig kan beginnen.

Onderploegen of oogsten? Soms wordt ervoor gekozen de groenbemester te laten doorgroeien en te oogsten. Een nadeel is dat de groenbemester vocht en nutriënten onttrekt, die de maïs vervolgens te kort zal of kan komen. Zeker op droogtegevoelige grond moet u uw klant adviseren dit niet te doen. Ook voor de aanvoer van organische stof en het naleveren van nutriënten is het oogsten van de groenbemester niet gewenst. De oogst van de groenbemester is vaak pas in mei of juni. Daardoor zal de stoppel te laat verteren, waardoor de nutriënten te laat beschikbaar komen voor de maïs. Het laatste nadeel is dat de inzaai van de maïs wordt vertraagd en daarmee de opbrengst lager is. Vervolgens komt in het najaar het zaaien van een geslaagde groenbemester in het gedrang. Het enige alternatief is dan het zaaien van een ultravroeg of zeer vroeg ras en zeker kiezen voor onderzaai van de groenbemester. In dat geval is de totale drogestofopbrengst van groenbemester en maïs nog redelijk op niveau.

pakker, zodat het perceel in één bewerking zaaiklaar ligt. In principe hebben we hier een vals zaaibed, omdat het op z’n minst nog drie weken duurt voordat de maïs wordt gezaaid. Het eerste onkruid begint dan al te kiemen. Vlak voor of vlak na het zaaien kan dit onkruid door middel van eggen of bij nat weer met een lage dosering worden doodgespoten. Het is ook mogelijk te ploegen zonder vorenpakker. Dit moet u zeker doen bij strokenbemesting. Strokenbemesting moet twee weken voor aanvang van de maïszaai worden gedaan, waarna het perceel aansluitend oppervlakkig zaaiklaar kan worden gelegd. Ook hier kan met een vals zaaibed worden gewerkt. Houd er rekening mee dat een vals zaaibed minimaal twee weken moet liggen voor een goed resultaat. Een voordeel van het tijdig ploegen en zaaiklaar leggen is dat de grond sneller opwarmt, waardoor er minder problemen ontstaan bij de opkomst en de beginontwikkeling. Dat resulteert uiteindelijk in een hogere maïsopbrengst. Zeker in situaties met een kort groeiseizoen is een tijdige opwarming van de grond zeer belangrijk. De aanwending van de drijfmest speelt natuurlijk ook een rol bij de keuze voor grondbewerking en zaaiklaar maken, waarover in deel 1 (Grondig 1/2015) het één en ander is vermeld.

Stap 3: keuze groenbemester 3a. Welk gewas en wanneer inzaaien?

De groenbemester moet eind maart worden ondergeploegd. Er kan hier worden gekozen voor het ploegen met een voren-

De inzet van geslaagde groenbemesters is wellicht het belangrijkste onderdeel van de maïsteelt anno 2015, zeker bij de continuteelt van maïs. Het levert organische stof en de benodigde nutriënten voor een hogere opbrengst. De keuze is gedurende de maïsteelt zaaien (onderzaai) of na de maïsoogst zaaien (nazaai). Onderzaai met gras geeft de grootste kans op een geslaagd vanggewas, maar dit vraagt wel de nodige aandacht voor de toepassing van bodemherbiciden bij de onkruidbestrijding (zie stap 4). Bij onderzaai is de keuze: zaaien van een traag groeiend rietzwenkgras (15 tot 20 kilogram per hectare) tegelijk met het zaaien van de maïs óf onderzaai van Italiaans raaigras (25 tot 30 kilogram per hectare) als de maïs kniehoog is. De laatste lijkt wat interessanter, omdat de groeipotentie en daarmee de toelevering van organische stof en nutriënten hoger is. Het zaaien van een groenbemester tegelijk met de maïs heeft als voordeel dat je in één keer klaar bent en gedurende het groeiseizoen niet meer afhankelijk bent van het weer of de ontwikkeling van de snijmaïs. Tevens kan rietzwenkgras (Proterra) tegen lage doseringen van bodemherbiciden.

Wanneer maïs en b.v. Proterra gelijk worden gezaaid, ontwikkelen deze zich gelijktijdig. Door onkruidbestrijding wordt de Proterra stil­ gezet en groeit de maïs verder. De kleur van de maïs komt door de kou.

Bij onderzaai van een groenbemester in de loop van juni begint het gewas zich vaak al tijdens het afrijpen te ontwikkelen. Tijdens de oogst kan het zelfs nog wat extra stevigheid geven.

Mechanisch of chemisch kapot maken? Minder ontwikkelde groenbemesters kunnen in één keer worden ondergeploegd, maar de vraag is of dit wel een geslaagde groenbemester is. Een sterk ontwikkelde grasgroenbemester kan het best rond half maart worden doodgespoten met glyfosaat of Milagro/Samson. Hergroei van gras zorgt voor een zeer sterke concurrentie met maïs, dus dit moet te allen tijde worden voorkomen. Bij rogge speelt dit minder. Bosjes rogge vormen geen zode, gras doet dat wel. Gras onttrekt dan veel vocht en nutriënten en de maïs kan er zeker in een koud voorjaar gemakkelijk onder verstikken. Bij sterk ontwikkelde rogge kan ervoor worden gekozen deze al rond half maart mechanisch kapot te maken en iets in te werken. Wel ploegen met een voorschaar.

Stap 2: grondbewerking en zaaiklaar maken

GRONDIG 2 2015

55


ondernemen met

vaktechniek

Bij het zaaien van een groenbemester na de oogst is de keuze vaak rogge of gras. Bij tijdige zaai heeft gras de voorkeur, bij een late oogst kun je beter rogge gebruiken. Rogge heeft het voordeel dat het in het voorjaar beter kapot te maken is. Er kan vanuit het oogpunt van risicospreiding ook worden gekozen voor een gras-roggemengsel. Bij nazaai met graszaad 35 kilogram per hectare gebruiken en bij rogge 100 kilogram per hectare. Bij nazaai moet de inzaai van de groenbemester een onderdeel zijn van de maïsoogst. Elke dag later zaaien gaat ten koste van de slagingskans van de groenbemester, dus de maïs oogsten en de volgende dag de groenbemester inzaaien. U zou het oogsten van de maïs en het zaaien van de groenbemester in één pakket moeten aanbieden.

3b. Groenbemester en rassenkeuze maïs Al bij de rassenkeuze van maïs in het voorjaar is het belangrijk om na te denken welke groenbemester zal worden gebruikt en of er wordt gekozen voor maïs in vruchtwisseling met gras. In de maïsteelt anno 2015 is het van zeer groot belang dat er een ras wordt gekozen met de juiste vroegheid. Dit is al besproken in het eerste artikel over dit onderwerp in Grondig 1. Om de slagingskans van een na de maïsoogst (nazaai) gezaaide groenbemester te vergroten, moet bij de maïs in NoordNederland rond 10 tot 15 september en in Zuid-Nederland rond 15 tot 20 september worden geoogst. Dan heeft de groenbemester daarna nog de tijd om een mooi gewas te vormen als deze direct na de maïsoogst wordt ingezaaid. Voor een goede groenbemester is het dus absoluut noodzakelijk om een voldoende vroeg ras te kiezen. Uit de rassenlijst blijkt dat dit wel een gering negatief effect heeft op de opbrengst. Een goede groenbemester brengt echter extra mineralen en organische stof, waardoor de bodemkwaliteit en de nutriëntenbeschikbaarheid toenemen. Deze effecten zullen het negatieve effect op de opbrengst van een vroeger ras - zeker op termijn - ruim compenseren. Bij onderzaai kan de maïs ongeveer één tot anderhalve week later worden geoogst. Het gras heeft zich al gevormd en kan gelijk na de maïsoogst doorgroeien. Ju kunt dan een iets later maïsras met een hogere opbrengst kiezen. Bij grasonderzaai kan het best worden gekozen voor een maïsras met een snelle grondbedekking, dat zich later niet te massaal ontwikkelt. Het gras kan zich daardoor onder de maïs handhaven en na de oogst meteen een goede start maken. Een voldoende vroeg ras is eveneens gewenst als je na de maïs nieuw grasland wilt inzaaien. Kun je rond 15 tot 20 sep-

tember nog gras zaaien, dan is het mogelijke om in het voorjaar al een mooie eerste snede te oogsten.

Stap 4: onkruidbestrijding Met een vals zaaibed is de eerste onkruiddruk na de maïszaai aanzienlijk te verlagen. Zoals aangegeven kan het onkruid op het valse zaaibed worden geëgd. Ook bestaat de mogelijkheid om vóór de opkomst van de maïs het onkruid te spuiten met een mix van contact- en bodemherbiciden in lage dosering. De bodemherbicide, zoals in Merlin, Dual Gold, Frontier Optima, Gardo Gold of Akris, zal het nieuw kiemende onkruid nog goed bestrijden. Zeker in situaties met lage onkruiddruk is het mogelijk dat de maïs niet meer hoeft te worden gespoten. Dat betekent dat de maïs geen herbiciden op de kop krijgt en daardoor ongestoord kan doorgroeien. Uit onderzoek is gebleken dat hiermee een opbrengstreductie van vijf tot tien procent kan worden voorkomen. In een situatie waarin varkensgras, zwaluwtong en natuurlijk haagwinde op het perceel voorkomen, zal dit zeker geen afdoende resultaat opleveren. Er zal zeker nog een keer moeten worden gespoten, maar de mix van middelen kan mogelijk beperkt blijven.

Gewasbescherming en onderzaai Bij grasonderzaai dient de teler rekening te houden met de onkruidbestrijding. Italiaans raaigras is namelijk erg gevoelig voor bodemherbiciden. De beste werkwijze in dat geval is om voor het onderzaaien van gras met een contactmiddel de grasachtige onkruiden te bestrijden en daarna te schoffelen in combinatie met het zaaien van gras. Rietzwenkgras is minder gevoelig voor bodemherbiciden. Er kan na opkomst van het gras een lage dosering van een bodemherbicide worden toegepast. Bij een goede groei is dit zelfs noodzakelijk om het rietzwenkgras niet te concurrerend te laten worden. Bij aanwezigheid van veel grasachtige onkruiden is het daarom wellicht verstandiger om rietzwenkgras onder te zaaien. Is de onkruiddruk op het perceel zwaar, dan doet de teler er wellicht beter aan om de groenbemester pas na de maïsoogst te zaaien. Bij aanwezigheid van haagwinde moet er sowieso twee à drie keer worden gespoten, met een laatste bespuiting als de maïs acht tot tien bladeren heeft. Dan wel spuiten met luchtondersteuning of via onderbladbespuiting. TEKST: Jos Groten, onderzoeker maïs en voedergewassen Wageningen UR. FOTO: Wageningen UR en CUMELA Communicatie

Stappenplan De twee artikelen over een goede en duurzame maïsteelt in Grondig 1 en in dit nummer zijn tot stand gekomen in samenwerking met het project ‘Grondig Boeren met Maïs’, waarin de provincie Drenthe als initiatiefnemer steun biedt via een subsidieregeling van de Europese Unie. De projectpartners Agrifirm en Wageningen UR werken samen met Nordic Maize breeding, telers en loonwerkers aan een goed bodembeheer in de maïsteelt. Bij gebruik van een rietzwenkgras kunnen beide gewassen gelijktijdig worden gezaaid.

56

GRONDIG 2 2015


Werkelijk goed werk. Tractoren van CLAAS.

Naam Geo-data

Stefan Naef 47째16.202 09째09.663

Land Bedrijf

Zwitserland 34 ha weidegrond met 20 melkkoeien

Gr체ezi uit Zwitserland. Met 20 melkkoeien zijn wij een groot bedrijf. Nieuwsgierig? Bezoek ons: tractoren.claas.com


KUBOTA MEER DAN EEN TREKKER Compacte full-liner

ondernemen met

vaktechniek

Kubota maakt in de landbouw een stormachtige ontwikkeling door. Niet alleen is er nu in Nederland een eigen fabrieksvestiging, ook komt het bedrijf met een grote range werktuigen voor de compacttrekkers. Tegelijk is er de introductie van een viertal nieuwe series, nieuwe modellen en is het nog wachten op de landbouw. Kortom, Kubota gaat vol zelfvertrouwen zelfstandig de markt op.

Jaren had Kubota voor zijn landbouwafdeling een veilig onderkomen bij De Vor in Achterveld. Naast Fendt was het een mooi tweede merk met een eigen positie. Door de sterkere focus op de Agco-merken was daar geen plaats meer en in combinatie met de ambities van Kubota greep het Japanse merk deze mogelijkheid aan om voor een heel andere structuur te kiezen. Niet langer is er een importeur, maar is er een fabrieksvestiging die de dealers ondersteunt, waarbij de dealers veel meer zullen moeten optreden als servicecentrum en zelf zorg moeten dragen voor het afleverklaar maken van de machines. Die stap past volgens verkoopleider Mark Mocking, die mee is overgegaan, perfect in de strategie van Kubota. “Bij Kubota is het uitgangspunt dat er een sterk dealernetwerk moet zijn,

Landbouw: nog afwachten Hoe de dealerstructuur voor de landbouwmachines eruit moet gaan zien, moet de komende maanden bekend worden. Doordat Kubota relatief vaak als tweede merk naast Fendt en Valtra werd verkocht en deze dealers dat niet meer mogen, moeten er veel nieuwe dealers worden aangesteld. Daarvoor is ruim belangstelling, liet Mocking weten. “Al ruim meer dan tien dealers die nu nog andere merken verkopen, hebben zich gemeld”, vertelt hij. Niet zo verwonderlijk, want Kubota heeft al aangekondigd vanaf volgend jaar ook in Nederland Kubota-werktuigen te gaan verkopen. Het betekent dat dealers de beschikking krijgen over bijna een compleet pakket van trekkers en werktuigen. Meer over de nieuwe trekkers en werktuigen op www.grondig.com.

58

GRONDIG 2 2015

dat de mogelijkheid heeft om wat te verdienen. Daarom wil Kubota sterke zelfstandige dealers die in hun regio voor het product zorgen. Niet alleen voor de verkoop, maar ook voor het geven van service en technische ondersteuning.” Bij die structuur past een kleine landelijk organisatie, die nu een nieuwe vestiging heeft gekregen in Ede. In het voormalige pand van een Mercedes-dealer staan nu de oranje Kubota’s. Er is een kleine kantoorruimte, een trainingsruimte en een plek waar technische ondersteuning wordt gegeven. “Hier gaan we de monteurs van onze dealers trainen, want zij moeten straks zoveel mogelijk zelf doen. Van het assembleren van nieuwe machines tot al het technisch onderhoud. Alleen voor moeilijke gevallen hebben wij twee medewerkers die ter plaatse technische ondersteuning geven. Maar machines gaan we zeker niet meer heen en weer rijden.”

Kubota-werktuigen Opvallend in de showroom zijn een groot aantal oranje werktuigen van Kubota. Deze zijn vanaf dit jaar nieuw in het Kubota-assortiment. Het bedrijf maakt er geen geheim van dat deze bij een zevental fabrikanten worden ingekocht, want een grote sticker op de machine laat zien wie de fabrikant is. Het is volgens Mocking een strategie die is gekozen omdat Kubota er niet in slaagde om fabrikanten over te nemen die een compleet pakket konden leveren. “Terwijl dat wel uitdrukkelijk tot de strategie van Kubota behoort. De filosofie is daar dat ze een full-liner willen zijn. Bij de grotere machines is dat gelukt door Kverneland over te nemen. Bij het compacte


Tegelijk met de werktuigen introduceerde Kubota ook vier nieuwe series. Belangrijk voor de Nederlandse markt is de nieuwe STW-serie, die de STV vervangt. Die heeft als belangrijkste nieuws een grotere en in het ontwerp geïntegreerde cabine.

materieel is dus uiteindelijk een andere weg gekozen.” Kubota vond de oplossing in het sluiten van contracten met fabrikanten die aan de kwaliteitseisen voldoen voor de levering van hun machines onder het Kubota-merk. Op de stickers prijken min of meer bekende namen als Sigma, Caroni, Peruzzo, R2 en Ferri, fabrikanten die vaak nu al een importeur in Nederland hebben. Toch verwacht Mocking weinig moeite om de werktuigen bij zijn dertig dealers van com-

pacte trekkers onder te brengen. “Voor een dealer is er niets mooier dan naast de trekkers ook een compleet pakket werktuigen van dezelfde fabrikant te kunnen aanbieden. Vaak is de trekker nu eenmaal maar een deel van de vraag voor een combinatie.” Ook financieel lijkt de lijn interessant voor de dealers en klanten, want door de nieuwe organisatievorm dalen de prijzen flink bij Kubota. Voor de trekkers geldt dat deze op een tien tot vijftien procent lager prijsniveau komen dan vorig jaar met een importeur. Ook de werktuigen zullen volgens Mocking een lagere brutoprijs hebben dan nu via de importeur onder het huidige merk. “Dat geeft ons de mogelijkheid om nu volop te groeien en onze nummer-één-positie terug te veroveren.” TEKST & FOTO’S:: Toon van der Stok

Een indrukwekkend rijtje compacte werktuigen in de nieuwe showroom in Ede.

advertentie

Compleet in spoorelementen

Gratis app voor mengbaarheid

Yaravita omvat een complete lijn spoorelementenmeststoffen. Voor elke spoorelement en secundair element is er een enkelvoudige vloeibare meststof beschikbaar. Ideaal om op het juiste moment exact de juiste dosering toe te passen. En makkelijk mengbaar met gewasbeschermingsmiddelen.

AgroCentrum crop nutrients & adjuvants

Importeur: AgroCentrum B.V. | Postbus 76 | 4650 AB Steenbergen, Nederland T. +31 (0)167 - 563 150 | F. +31 (0)167 - 563 983 | info@agrocentrum.nl | www.agrocentrum.nl

GRONDIG 2 2015

59


SPECIAAL VOOR MOBIELE KRANEN De betere band

ondernemen met

vaktechniek

Speciaal voor de zwaardere mobiele kranen tot 22 ton heeft het Belgische ATB een compleet nieuwe band voor dubbele montage ontwikkeld. Tot nu toe staan de meeste machines op banden die vernieuwd zijn. De nieuwe Trexcavator is de eerste nieuwe band die speciaal voor dit segment wordt opgebouwd. Onbewust hebben sommige ontwikkelingen in de vrachtwagenwereld soms een positieve invloed op de grondverzetsector. Op zoek naar mogelijkheden om meer volume mee te nemen, zijn veel vrachtwagenfabrikanten naar een iets kleinere band gegaan: 315/70R22.5 in plaats van de vroeger veel gebruikte 315/80R22.5. Wat heeft dat dan met de banden voor mobiele kranen te maken, zult u denken. Wel, alles, vertelt Jan van der Heiden van ATB. “Die 315/80R22.5’s zijn altijd de basis geweest voor de vernieuwde banden - coverbanden - die voor de mobiele kranen werden gemaakt. Door de verandering komen er voor ons steeds minder goede karkassen beschikbaar. Meegaan met de verkleining is voor ons geen alternatief, omdat dit het draagvermogen en de trekkracht beperkt en door de kleinere omvang ook de maximumsnelheid omlaag brengt.”

Banden zijn moe Een tweede reden voor ATB om een eigen band te ontwikkelen, waren de steeds zwaardere lasten die de banden moeten dragen. “Dat past niet bij banden die al 350.000 tot 500.000 kilometer achter de kiezen hebben”, stelt Van der Heiden. “Die banden zijn moe. Als gebruiker zie je dat terug. De kans dat een band spontaan kapot gaat in de eerste maanden is daardoor altijd aanwezig, hoe goed wij de karkassen ook controleren. Omdat er toch een zwakke plek in zit, bijvoorbeeld van een eerdere reparatie. Voor een klant heeft dat geen negatieve gevolgen, want die band vervangen we, maar je hebt er wel last van”, zegt hij. Daar komt bij dat je daarna ook relatief te vaak te maken hebt met problemen die vooraf niet te herkennen zijn. Ook al lossen we dat op, het kost toch geld. De

60

GRONDIG 2 2015

kraan staat een tijdje stil en deze kosten zitten niet in de prijs van de band die moet worden vervangen.” Voor ATB waren de problemen met de beschikbaarheid en de kwaliteit reden om na te denken over de mogelijkheden om zelf een nieuwe band te maken. “In het verleden hadden we al de speciale uitvoering voor mobiele kranen bedacht met een eigen profiel en een speciale opgebouwde rubberen protectiering waar de banden tegen elkaar komen. Door de ring komen de kwetsbare wangen niet tegen elkaar. Steentjes en dergelijke kunnen geen schade aanrichten en ook niet tussen de band vast komen te zitten, omdat de protectiering een flink stuk onder het loopvlak is aangebracht. In de nieuwe Trexcavator hebben we dat nog verbeterd door de opgebouwde ring van onderuit schuin te laten toelopen. Hierdoor is het mogelijk om de banden nog beter tegen elkaar te drukken en de ruimte tussen de banden nog beter af te sluiten.”

Overlopende nokken Andere veranderingen die in het profiel zijn aangebracht, zijn nog verder overlopende nokken, die ook een meer conische vorm hebben gekregen. “De overlopende nokken zorgen ervoor dat een meer afgesleten band toch zijn grip blijft behouden. In die hoeken blijft altijd profiel staan. Door de conische vorm lossen de banden beter. Tevens hebben wij in de praktijk al meegekregen dat de protectiering extra bescherming aan de wangen geeft. De ring zorgt er onder meer voor dat stoepranden geen schade toebrengen aan de band en dat inrijdingen veel minder kans hebben om de zijkant te beschadigen.” Een belangrijk extra effect van het laten maken van een volledig nieuwe band is een aanzienlijk hoger draagvermogen. In vergelijking met de vernieuwde banden mogen deze per stuk minimaal 500 kilogram meer dragen. Op acht banden betekent dat een vier ton hoger draagvermogen. “En in de praktijk is het nog hoger”, vertelt Van der Heiden. “Alleen bestaan daarvoor bij deze banden geen tabellen. Op papier blijft het dus bij die vier ton.” Door de opbouw van de wangen is ook de stabiliteit van de kraan nog beter, blijkt in de praktijk, terwijl door de speciale opbouw van het profiel de band toch zijn souplesse behoudt.

Dubbele levensduur Voor de gebruiker heeft de nieuwe band ook als voordeel dat hij een veel langere levensduur heeft. “Wij denken dat deze dan ook een twee keer langere levensduur heeft ten opzichte


van veel vernieuwde banden. In combinatie met minder problemen als klapbanden geeft dat een lagere kostprijs per uur.” Voor die lagere kostprijs moet een afnemer per acht banden wel ongeveer duizend euro meer neerleggen dan voor vernieuwde banden. Dat verdien je volgens Van der Heiden echter gemakkelijk terug. Ook bij de leveranciers van bandenkranen oogst het bedrijf al enthousiasme voor het nieuwe model. Tijdens de grote Europese dealermeeting van Doosan bij Staad was de mobiele kraan met de Trexcavator-banden één van de grote aandachtstrekkers. Intussen hebben al meerdere verdelers toegezegd deze banden te monteren onder een demokraan en zijn er bij alle belangrijke fabrikanten als Caterpillar, Volvo en JCB proeven voorzien door de fabrikanten. Nog maar acht banden van de eerste 200 stuks die er zijn geproduceerd, zijn nog op het terrein van ATB in Vrasene aanwezig. Die gaan nu naar Engeland voor een uitgebreide test door JCB. Hierna wordt er gekeken om deze direct af-fabriek te monteren. Wie nieuwe banden wil, hoeft niet te vrezen, want de komende twee maanden zullen er elke maand zeker 200 worden gemaakt. De overlopende nokken en de sluitring maken de dubbele montage volgens ATB bijna onverslijtbaar.

TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Toon van der Stok, ATB

Door de stootring schuin toe te laten lopen, klemmen de banden nog strakker en mooier tegen elkaar.

advertentie

The Power of Green KRONE BiG M Nieuwe ruimere comfortcabine Hoogste bedieningsgemak Nieuwe MAN motor met 420 pk Nieuwe koeling met actieve reiniging

Maschinenfabrik Bernard KRONE GmbH Voor Noord-Nederland Martijn van Middelkoop 0651 346841

Voor Zuid-Nederland Ad vd Hurk 0653 241918

GRONDIG 2 2015

61


ondernemen met

vaktechniek

ECONOMIE

Eerste resultaten beter Bijna twee op de drie ondernemers heeft afgelopen jaar duidelijk beter gepresteerd dan in 2013. Dit blijkt uit een analyse van de eerste cijfers van bedrijven die hun jaarcijfers over 2014 gereed hebben. Voor deze bedrijven zijn de resultaten vergeleken met die van een jaar eerder. De eerste tendens naar iets betere resultaten komt overeen met de geluiden die we afgelopen maanden van ondernemers uit de praktijk vernamen. Met name de goede weersomstandigheden zonder veel extremen werkten positief door. Bij de eerste achttien representatieve deelnemers valt op dat met name de bedrijven die actief zijn in het grondverzet allemaal een beter resultaat hebben dan in het jaar ervoor. Bij de gemengde bedrijven en agrarische loonbedrijven zien we op dit moment een veel wisselender beeld. Bij de bedrijven zien we dat de omzet is gestegen van gemiddeld € 1.798.000,- in 2013 naar € 1.977.000,- in 2014. Het werk in het grond-

verzet kwam door de zachte winter 2013-2014 direct goed op gang. Ook het groeiseizoen kwam snel, wat we terugzien in het aantal grassneden. Het mooie najaar leidde tot een goed oogstseizoen, met relatief weinig kosten aan brandstof en reparaties. In het grondverzet was het werkaanbod tot in december goed. De hogere omzet leidde wel tot hogere kosten voor werk door derden en inkoop hulpstoffen. De bruto marge, de omzet met eigen personeel en machines, steeg met 4,7 procent naar € 1.467.000,-.

advertentie

Het grotere aantal gemaakte uren leidde tot hogere kosten voor arbeid, reparatie en onderhoud en brandstof. De afschrijvingen en rentekosten zien we nog dalen. Desondanks is er afgelopen jaar weer flink geïnvesteerd. In 2014 was dit al 140 procent van de afschrijvingen. Een forse stijging, want in 2013 investeerden deze bedrijven maar 84 procent van de afschrijvingen. Dankzij de gestegen omzet haalden de bedrijven voor het eerst in jaren weer een positief bedrijfseconomisch resultaat van € 8000,- (dit is inclusief vergoeding arbeid ondernemer en geïnvesteerd vermogen). Nog steeds slechts een schamele 0,5 procent van de totale omzet. In 2013 was het bedrijfseconomisch rendement nog minus 0,8 procent van de omzet. De gemiddelde cashflow is met € 8575,- gestegen naar € 204.567,-.

FARMAX SPITMACHINES voor het betere spitwerk FARMAX LRP PROFI

FARMAX KRG DIEPSPITTER

De nieuwe generatie Farmax Spitmachines gemaakt in de fabriek uit Denekamp (nl) en zijn ontwikkeld voor de professionele akkerbouwer en loonwerker. De Farmax spitmachines zijn leverbaar in diverse werkbreedtes en uitvoeringen.

KENGETALLEN CUMELA-KOMPAS ANALYSE 2014

Farmax SRP Farmax DRP-Perfect Farmax LRP Profi Farmax Rapide 2 Farmax LRG Diepspitter Farmax KRG Diepspitter

euro % bruto euro % bruto marge marge Omzet 1.977.077 134,7% 1.798.533 128,3% Inkoop hulpstoffen 303.699 20,7% 251.859 18,0% Werk door derden 205.573 14,0% 144.800 10,3% Bruto marge 1.467.805 100,0% 1.401.874 100,0% Kosten 1.459.804 99,5% 1.413.758 100,8% Resultaat 8.002 0,5% -11.884 -0,8%

vanaf 30 Pk. vanaf 80 Pk. vanaf 120 Pk. vanaf 140 Pk. 0.50 – 1.00 mtr. 0.85 – 1.30 mtr.

Voor informatie en folders: Wasse B.V. • Oranjekanaal zz. 17 9514 PR Hijken • Tel: 0593-52406 www.wasse.nl Verkoop: Gerry Wasse 06-53428536

62

VEEL GEÏNVESTEERD

GRONDIG - 2 2015

2014

Aantal bedrijven 18

2013 18


IN KORT BESTEK Eigen verklaring en bewijsstukken uitsluitingsgronden

CUMELA-KOMPAS ANALYSE: VASTHOUDEN FINANCIËLE POSITIE

Beste Helmy,

50.000

Onlangs had ik bij een aanbesteding een hele mooi werk toegewezen gekregen. Na een week werd ik toch afgewezen. Ik moest de bewijsstukken betreffende de ‘Eigen verklaring’ binnen zeven dagen overhandigen, maar de levertijd van de ‘gedragsverklaring aanbesteden’ is vier tot zes weken. Ik werd afgewezen en de klus ging naar de opvolger.

40.000 30.000 20.000 10.000 0 -10.000

2010

2011

2012

2013

-20.000 Fiscaal resultaat

Ontwikkeling werkkapitaal

Fiscaal resultaat en ontwikkeling werkkapitaal 2010-2013 (euro’s)

Ondanks de behoorlijke fiscale winst van cumelabedrijven in 2013 is de ontwikkeling van het werkkapitaal met minus € 5000,negatief. De belangrijkste oorzaak: de investeringen in 2013 trokken weer wat aan, terwijl de leningen juist afnamen. Ook groeide het vastgelegde eigen vermogen in het bedrijf met gemiddeld € 43.000,-. Wanneer we kijken naar de periode 2010-2013, dan zien we dat het werkkapitaal over al deze jaren ongeveer gelijk blijft. Wel zien we duidelijke verschillen tussen de jaren. In 2012 nam het werkkapitaal met € 20.000,- toe, hoewel het fiscaal resultaat minder was dan in 2011 en 2013. Dat illustreert duidelijk dat er dat jaar weinig is geïnvesteerd, waardoor uit de afschrijvingen werkkapitaal vrijkomt. Ook zien we in de cijfers dat een groter deel van de investeringen met langlopende leningen is gefinancierd. De hoogte van langlopende leningen nam in de periode 20102013 met € 30.000,- een fractie af en bedroeg eind 2013 gemiddeld € 847.000,-. Zoals bekend waren de investeringen in deze jaren beperkt en lagen die met 99 procent zelfs een fractie onder de hoogte van afschrijvingen. De conclusie is dan ook dat het gemiddelde cumelabedrijf ondanks slechtere marktomstandigheden door een terughoudend investeringsbeleid de financiële positie heeft kunnen consolideren. De grafiek is opgesteld op basis van 206 bedrijven die voor de periode 2010 tot en met 2013 hebben deelgenomen aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de CUMELA-Kompas Analyse. Of wilt u aan de slag met het opstellen van een financiële planning? Neem dan contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.

Beste aannemer, Nog steeds en te vaak bereiken mij berichten dat een inschrijver is afgewezen omdat hij de bewijsstukken betreffende de Eigen verklaring niet op tijd of ‘over de datum’ heeft aangeleverd. Een inschrijver verklaart door ondertekening van de Uniforme Eigen verklaring dat geen van de genoemde situaties op hem van toepassing zijn. De formele bewijsstukken genoemd in de vragenlijst worden pas overlegd na een verzoek daartoe. Om welke bewijsstukken gaat het dan, wat is de houdbaarheid en hoe kom ik eraan? - Non-faillissementsverklaring: een gegadigde of inschrijver kan door middel van een uittreksel uit het handelsregister dat op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan drie maanden aantonen dat de uitsluitingsgrond van artikel 2.87, onderdeel a, op hem niet van toepassing is. Op te vragen bij de Kamer van Koophandel, de levertijd bedraagt circa twee werkdagen. - Gedragsverklaring aanbesteden: een gegadigde of inschrijver kan door middel van deze verklaring, die op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder mag zijn dan twee jaar, aantonen dat de uitsluitingsgronden bedoeld in de artikelen 2.86 en 2.87, onderdelen b en c, op hem niet van toepassing zijn. Op te vragen bij het ministerie van Veiligheid en Justitie (Justis), de levertijd is circa vier tot zes weken. - Verklaring van de Belastingdienst: een gegadigde of inschrijver kan door middel van een ‘verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen’ die op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan drie maanden aantonen dat de uitsluitingsgrond bedoeld in artikel 2.87, onderdeel d, niet op hem van toepassing is. Op te vragen bij de Belastingdienst, de levertijd bedraagt circa één week. Zorg ervoor dat uw bewijsstukken actueel zijn en houd rekening met de levertijden!

Helmy Coenen, Adviseur GWW.

GRONDIG - 2 2015

63


Lastige onkruiden vragen om de kracht van Peak of Casper ®

Peak, tegen lastige breedbladige onkruiden • IJzersterk op o.a. kamille en zwaluwtong • Goede werking op haagwinde • Zeer veilig voor de maïs • Flexibel en makkelijk in het gebruik

®

Casper, de oplossing tegen haagwinde • Sterk op haagwinde en lastige breedbladige onkruiden • Werkt tot diep in de onkruidwortels • Veilig voor de maïs • Draagt bij aan een snelle onkruidbestrijding

Peak en Casper zijn ideaal te combineren met o.a. Calaris®, Callisto®, Milagro® en Gardo® Gold.

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl. Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code). Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/ TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.

TM


Advies inzake milieu en omgeving Uw juridisch adviseur omgevingsrecht helpt u goed op weg Op zoek naar een deskundige die u ondersteunt bij handhavingskwesties, vergunningen, bestemmingsplannen etc.?

Uw juridisch adviseur omgevingsrecht helpt en begeleidt o.a. bij: > Vergroten bedrijfsoppervlakte en/of uitbreiding gebouwen > Milieumeldingen en/of milieuvergunningen > Het adviseren in geval van handhaving > Ruimtelijke ontwikkelingen in uw omgeving > Beoordelen bestemmingsplannen

Meer informatie Neem contact op met CUMELA Advies via telefoonnummer (033) 247 49 40 of advies@cumela.nl. Wij helpen u graag goed op weg.

ONTWIKKELD VOOR B-E RIJBEWIJS Iveco

Daily 35C17 Euro 5 - 3,0 liter TDI 166 Pk - 6 versnellingsbak - 8 T trekgewicht

Veldhuizen

Semi-dieplader Oplegger - 2 x 3350 kg as - bakmaat 9,5 x 2,33 mtr. - 5,7 T netto laadvermogen

Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 | www.veldhuizen.eu | info@veldhuizen.eu SemiSchuin3grasmGrondig.indd 1

10-2-2015 14:25:38


ondernemen met

cumela

CUMELARIA

DEN BAKKER BEDRIJVEN OPENT FEESTELIJK NIEUWE PAND Vanwege de geschikte locatie en de expansiedrift kocht van Den Bakker Bedrijven een voormalige sanitairwinkel aan de Christiaan Huygensweg in Hellevoetsluis. Daarna is de locatie flink omgebouwd tot kantoor, werkplaats en een grote loods. Op 15 januari werd het pand spectaculair en feestelijk geopend. De moeder en de echtgenote van Jacob den Bakker brachten de schaar, Den Bakker zelf kwam door een waas van rook aanrijden in een oldtimervrachtwagen en de vier dochters knipten de ballonnen los. Jacob heeft het bedrijf uitgebouwd met onder andere het internationale specialisme stofbestrijding in de industrie. Na de officiële opening was er natuurlijk even tijd voor een familieportret, waarbij de roots van het bedrijf ook prominent aanwezig waren.

HAZ GROEN, GROND EN INFRA BV VERDER IN RADEWIJK Het zat er na de overname van Loon- en Aannemingsbedrijf H. Piel BV in Tweede Exloërmond in september 2013 natuurlijk al aan te komen: een eigen pand voor HAZ Groen, Grond en Infra BV. De vestiging op het gehuurde terrein in Tweede Exloërmond was te klein en dat gold ook voor de vertrouwde locatie in Hasselt. Met het beschikbaar komen van de vestiging van aannemingsbedrijf Eggengoor in Radewijk vonden Harmen en Ary Zielman een geschikte locatie voor hun expanderende bedrijfsactiviteiten. Tot dusver huurde HAZ het terrein in Tweede Exloërmond. Begin dit jaar werden mens en materieel ondergebracht in dit pand en sindsdien worden de bedrijfsactiviteiten van HAZ vanuit deze locatie uitgevoerd. HAZ houdt een nevenvestiging in Hasselt aan. Onlangs is het nieuwe lichtbord aangebracht om de nieuwe locatie letterlijk meer eigen glans te geven.

COLLEGIAAL UIT Zaterdag 10 januari was er weer het jaarlijkse bedrijfsuitje van de loonbedrijven De Weer in Bornerbroek, Ten Cate in Wierden en Broeze in Nijverdal. Gewoon gezellig uit met eerst een partijtje bowlen en daarna lekker eten, waarbij er lustig ‘kalkgereden’ is met poedersuiker. De outfit van één medewerker was ineens heel ‘winters’. Daarna werd er nog een hele tijd gezellig bijgepraat onder het genot van een glaasje bier. Mooi om zo collegiaal met elkaar om te gaan.

ZEVEN DAGEN RACEN VOOR HET GOEDE DOEL

In zeven dagen werd een afstand van 7600 kilometer afgelegd door maar liefst negen verschillende landen! Navigate North is groot een avontuur naar mooie plekken. Team ‘Het Kan Anders’ met cumelaondernemer Frank Hoogendoorn (HKA-Nieuwkoop) en gepensioneerd John Deere-verkoper Aad Wijsman gingen deze uitdaging onlangs aan. Ze reden een mooi bedrag bij elkaar voor het goede doel ‘Make-AWish’, waarmee kinderwensen kunnen worden vervuld. Dit dankzij vele sponsors uit de landbouw- en grondverzetsector.

PUBLIEKSPRIJS VOOR POLAND “De stemmen waren al een aantal dagen geteld, de spanning liep daarmee op, maar geloof het of niet, we hebben de overwinning te pakken. Heel trots zijn we op de stemmen van onze klanten en uiteraard de medewerkers die de goede indruk bij de stemmers/klanten achterlaten. De publieksprijs Ondernemers 2014. Geweldig.” Dat staat op de Facebookpagina van Loonbedrijf Poland. Poland won de publieksprijs NHD Schager Courant Lezersprijs, Schager ondernemer van het jaar 2014. Een mooi resultaat en een passend visitekaartje voor onze sector.

66

GRONDIG - 2 2015


GEKRUID TIEN JAAR MULDER-EYKELKAMP BV Het was tien jaar geleden best spannend voor Frans Eykelkamp en Theo Mulder toen de bedrijven van het tweetal fuseerden tot Mulder-Eykelkamp. Niet alleen voor hen, maar ook voor medewerkers en natuurlijk klanten. Nu, tien jaar verder, blijkt het een goede zet geweest te zijn. Het bedrijf is uitgegroeid tot een veelzijdig loon- en verhuurbedrijf met sterke poten en 48 medewerkers. Op de open dag op 9 januari kregen de twee compagnons de zilveren CUMELA-speld uitgereikt door bedrijvenconsulent Dieuwer Heins. Frans en Theo roemen vooral de kwaliteit van de medewerkers. “Zij bepalen de kwaliteit van het werk.” Dus samen met het personeel op de foto als bekroning van tien jaar hechte samenwerking.

Niet langer hofleverancier Al jaren worden er op ons bedrijf praalwagens gebouwd. Het begon zo’n tien jaar geleden met de wagen van Peter. Samen met zijn vrienden bouwden ze er al maanden van tevoren op los. Iedereen bracht wat in, wij zorgden dan voor de kar en de trekker. Met elkaar werd er elke keer weer een prachtige praalwagen gebouwd. Met de jaren kwamen er meer karren bij en zo wil het dat er in onze loodsen de maanden voor carnaval diverse praalwagens staan. Al deze activiteiten zorgen ervoor dat het elk jaar zo rond december een gezellige boel is op ons erf. De mannen blijven vaak nog even hangen in de kantine, de mooiste verhalen van voorgaande jaren komen weer naar boven en dit jaar is er in onze kantine zelfs een heus carnavalslied geschreven. Het bouwen van zoveel praalwagens in onze loodsen heeft ook zo zijn nadelen. Het is altijd een rommel in de werkplaats, de machines staan buiten en we moeten de boel nog wel eens midden in de nacht afsluiten, omdat de mannen van een andere carnavalsvereniging nog even in de kantine napraten terwijl wij eigenlijk wel willen gaan slapen. We hebben dan ook besloten dat 2015 het laatste jaar was dat er bij ons praalwagens worden gebouwd. Vanaf nu zijn we ‘hofleverancier’ af…

OBO-PRIMEUR VOOR KRING OVERIJSSEL Tachtig cumelaondernemers die de jaarlijkse contactdag kring Overijssel bezochten kregen bij OBO Banden een leerzame dag over bandenvernieuwing. De gasten kregen een rondleiding in de fabriek en kregen een toelichting op de verschillende technieken voor bandvernieuwing, reparatie en rubberkwaliteit. Frederik Zandman, technisch manager bij OBO, had tot slot een aangename verrassing. In maart introduceert OBO Banden zijn eerste echte nieuwe band, een op basis van een nieuw karkas ontwikkelde 24R20.5 Transport HD met een extra 24 millimeter diep open center-profiel, het hoogste geclaimde draagvermogen in zijn klasse (178D/7500 kilogram) en slijtvast rubber. Bingo.

De verenigingen hebben een jaar de tijd iets anders te zoeken, maar Peter en zijn vrienden blijven de praalwagen gelukkig wel bij ons bouwen. Carnaval is voor mij niet zozeer die vier dagen echt carnaval vieren, maar de periode van gezelligheid en reuring op ons bedrijf voorafgaand aan het echte feest. Dat is voor mij ook carnaval en dat wil ik echt niet missen! Voor nu gaan we de boel weer opruimen, nog weken napraten over de fantastische dagen die we hebben gehad, plannen maken voor volgend jaar en over tot de orde van de dag… Werken!

Marjan Straver, Straver & Zn., IJsselstein

GRONDIG - 2 2015

67


ondernemen met

cumela

PROVINCIAAL BESTUUR: OVERIJSSEL

Behalve het dagelijks bestuur kent CUMELA ook haar provinciale besturen, bestaande uit gedreven cumelaondernemers. Toch weten leden nog niet altijd de weg naar deze besturen te vinden. Vandaar deze serie. De provinciale besturen per provincie uitgelicht.

“Bestuur zorgt voor regionale verbondenheid” Niet zeuren, maar doorgaan, dat karakteriseert de Overijsselse cumelasector, stelt voorzitter Jan Nico Reimink, maar daar zit ook een schaduwzijde aan. “We worden als bestuur maar weinig ingeschakeld als er problemen zijn.” De provincie Overijssel weet haar plaatselijke cumelasector sinds een paar jaar goed te vinden. Het provinciaal bestuur van CUMELA wordt steeds vaker van tevoren benaderd als er provinciale wijzigingen in het verschiet liggen. “Denk aan het aanpassen van een brug”, zegt voorzitter Jan Nico Reimink. “Wij worden dan gevraagd mee te denken over het tonnage en de breedte. Dat is prettig. Korte lijnen zijn belangrijk. Zo kunnen we een vinger aan de pols houden en opkomen voor onze leden.” Toch staan die leden niet in de rij als het gaat om advies. “Als bestuur willen we een luisterend oor bieden en we bekijken elk probleem dat wordt aangekaart. Ik snap dat je met financiële vraagstukken niet naar je collega stapt, maar liever met Nijkerk belt. Toch zou het goed zijn als onze leden ons meer benaderen. We proberen de samenstelling van het bestuur zo te organiseren dat er in de regio altijd een aanspreekpunt is voor de leden. Samen kunnen we meer bereiken. Vaak gaat het namelijk om problematiek waar meer collega’s tegenaan lopen. Niet zeuren, maar doorgaan, klinkt sterk, maar het kan ook tegen je werken.”

Efficiënt Voor Reimink was het gezamenlijk kunnen optrekken één van de redenen om ‘ja’ te zeggen toen hij vier jaar geleden als voorzitter werd gevraagd. “Maar persoonlijk steek ik er ook veel van op en hoor ik snel wat er gaande is. Dat is ook in het voordeel van mijn eigen bedrijf.”

Bestuur • J an Nico Reimink, Reimink Den Ham, Den Ham (voorzitter) •G uus Altena, Loon- en grondverzetbedrijf Altena VOF, Nijeveen • L aura Antuma, Loon- en grondverzetbedrijf K. Antuma, Dedemsvaart •D inant Lammertink, Loonbedrijf Lammertink, Markelo •R obert Breukers, Breukers VOF, Haaksbergen

68

GRONDIG 2 2015


De voorzitter vindt het jammer dat regionale vergaderingen een lage opkomst kennen. “Ik snap dat velen al druk genoeg zijn en als ze tijd hebben liever aandacht aan hun gezin besteden dan die avond naar een vergadering gaan. Toch doe je daar heel veel kennis op, die je weer kunt investeren in je bedrijf.” Zelf probeert het provinciaal bestuur zijn tijd efficiënt te plannen. “Vanaf dit jaar vergaderen we daarom niet drie keer, maar vier keer per jaar. Voorheen liepen onze vergaderingen altijd uit tot na elven. We redden het gewoonweg niet in twee uur, ook niet met een planning. Vandaar dat we hebben besloten vier keer per jaar te gaan vergaderen, waardoor we ons wel aan die twee uur kunnen houden. Ook zorgen we er nu voor dat we ons voor de vergadering al ingelezen hebben, zodat we dat niet tijdens de vergadering hoeven te bespreken. Dat scheelt enorm veel tijd.” Daarnaast kiest de voorzitter er ook specifiek voor de kerstboom niet te veel op te tuigen. “We kiezen liever een paar onderwerpen waar we ons echt helemaal hard voor kunnen maken dan veel onderwerpen waaraan we maar oppervlakkig aandacht kunnen besteden.”

Lange adem Om die reden heeft elk bestuurslid ook een eigen taak en onderwerp. De belangrijkste onderwerpen in de provincie zijn verkeer en scholing. Het bestuur maakt zich hard voor het rijden met trekkers op 80 km/u-wegen om de verkeersveiligheid in dorpskernen te verhogen. Enkele voorbeelden zijn Fleringen en Hardenberg. “We hebben ons er sterk voor ingezet om hier verandering in gang te zetten. De provincie ziet nu beter in waarom landbouwverkeer op de rondweg zou moeten. We trekken hierin samen op met de lokale LTO-afdeling. Het is alleen jammer dat verandering van wetgeving zo lang op zich laat wachten.” Scholing is ook een belangrijk aandachtspunt, al zijn ook hier nog niet heel concrete verbeterpunten te zien. “Het is iets van de lange adem. We zijn wel zo ver dat elk bestuurslid één of twee middelbare scholen onder zijn hoede heeft genomen en daar regelmatig contact mee heeft. We hopen hierdoor meer informatie te kunnen brengen, maar ook te kunnen halen.” Op deze manier probeert de sector invloed uit te oefenen op het lesmateriaal. Toch is het lastig dit tot in de praktijk door te voeren, merkt Reimink. “Zo vinden wij dat er in het onderwijs veel meer aandacht zou moeten zijn voor theoretische bodemkennis, maar de school heeft daar gewoonweg geen uren voor. Ook had ik een tijd terug een oude trekker kapot. Ik heb aangeboden hem op school neer te zetten, het handje onderdelen dat ervoor nodig was te bezorgen, zodat de leerlingen eraan konden sleutelen. Ik had die trekker de komende vier maanden

Tijdens de Contactdag Overijssel in 2014 nam het regionale bestuur plaats in de bestuurskamer van voetbalclub FC Twente!

toch niet nodig. Maar met een paar uur techniek in de week gingen die leerlingen dat niet eens in twee jaar redden.” Toch zet het bestuur door. “Een goede opleiding voor die jongelui is ontzettend belangrijk voor onze sector.”

Jonge ondernemers betrekken Niet alleen via de school, maar ook in het veld zelf wil Reimink de aandacht focussen op de jonge ondernemer. Het bestuur probeert daarom de jaarlijkse contactdag ook interessant genoeg te maken voor de jongere generatie. Zo werd vorig jaar FC Twente bezocht en staat er dit jaar een bedrijfsbezoek aan een bedrijf buiten de sector op de planning. “Het is goed om verder te kijken dan je eigen bedrijf. Dat willen we de jonge ondernemers meegeven. Ik zie dat ook terug in mijn werk als voorzitter. Je vergroot je netwerk, doet nieuwe kennis op. Dat is alleen maar in je eigen voordeel. Zo stap ik nu ook gemakkelijker naar een wethouder toe als het gaat om mijn eigen bedrijf. Ik ken hem nu eenmaal vanuit mijn functie binnen het bestuur van CUMELA Overijssel.” TEKST & FOTO’S: Marjolein van Woerkom

Cumelabedrijven Overijssel Deze afdeling heeft 182 leden. 9,4 procent van de leden van CUMELA Nederland is gevestigd in Overijssel. De gemiddelde omzet per bedrijf in Overijssel is € 2.841.000,-. Dit is 43 procent meer dan het landelijke gemiddelde.

GRONDIG 2 2015

69


ondernemen met

cumela

CUMELA.NL

CONTACTDAGEN 2015 De afgelopen weken vonden er diverse contactdagen plaats. De algemene ledenvergaderingen werden gecombineerd met vele interessante presentaties, excursies en bedrijfsbezoeken. Hieronder ziet u een sfeer­ impressie van de diverse contactdagen.

Deelnemers aan de Contactdag Gelderland gingen op excursie naar het Binnenhof

Voorafgaande aan de vergadering konden de bezoekers van de Contactdag Zeeland een rondleiding krijgen bij Jac. Rijk BV in Ritthem.

De CUMELA-leden uit NoordBrabant gingen voorafgaand aan de Contactdag op excursie naar Kuhn Geldrop BV of de Staad Groep.

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

GOEDE SNIJMAÏS TELEN BIJ LAGERE BEMESTINGSNORMEN

VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL

Ondanks de lagere bemestingsnormen is het mogelijk om een goed gewas te telen. De meest effectieve maatregelen daarvoor zijn het bemesten met organische mest in de rij, het telen van een geslaagd vanggewas en zorgen dat naast stikstof en fosfaat ook de overige elementen en omstandigheden optimaal zijn. Pas de teelt van snijmaïs dus akkerbouwmatig aan. Tijdens een studiemiddag van de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen werd een overzicht gegeven van het onderzoek dat hiervoor is gedaan. Extra meerwaarde waren drie cumelabedrijven die vanuit de praktijk aangaven hoe zijn bezig zijn met professionele maïsteelt. In een web-only artikel deze week in de nieuwsbrief van Grondig gaan we verder in op de mogelijkheden om deze maatregelen in te passen in de bedrijfsvoering.

• In Duitsland wordt een Sachkundenachweis (spuitlicentie) ingevoerd. Wat betekent dat voor mijn spuitwerk in Duitsland? • Mag ik buiten het uitrijseizoen mest transpor­ teren op basis van de boer-boervoorwaarden? • Mijn medewerker verzet zonder toestemming een auto of een machine van een opdracht­ gever. Is een eventuele schade verzekerd? • Tot wanneer kan ik nog een trekkercertificaat halen? • Als er bij een werk van stoffelijke aard ook transportwerk wordt gedaan, geldt voor dat transportwerk dan ook de btw-verleggingsregeling?

REGISTRATIEPLICHT WERKZAAMHEDEN IN DUITSLAND Werknemers die tijdelijk vanuit Nederland (detachering) worden uitgezonden naar Duitsland voor het verrichten van werkzaamheden moeten vanaf 1 januari 2015 in Duitsland worden geregistreerd bij de Zoll. De verplichting is echter per 1 januari 2015 uitgebreid naar andere branches en werkzaamheden, waaronder ook agrarische en andere groene/cultuurtechnische (inclusief tuinen) werken. Een dergelijke registratie is al langer bekend bij het werken op een bouwplaats. Deze verplichting hangt samen met het verder invoeren van wettelijke minimumlonen in Duitsland.

OOK OP CUMELA.NL

De deelnemers aan de Contactdag Overijssel hebben bedrijfsbezoeken gebracht aan Prima Equipment en OBO Banden.

70

GRONDIG 2 2015

• Kort verslag vergadering sectie Meststoffendistributie van 2 februari 2015 • Wijziging SVMS-013: eisen aan slooplocatie • Kenteken goedkoper • Laboratoria mogen mestmonsters weer in behandeling nemen • Noord-Holland past ruimtelijke verordening aan

CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN Deze digitale Grondig-artikelen lezen leden gratis op Cumela.nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt downloaden en printen. • Gezonde werknemers op vervuilde grond. Inspectie SZW is campagne gestart om de gezondheid van werknemers te waarborgen. • CUMELA Nederland biedt meer dan u denkt • Kink in de kabel, deel 1. Wie is verantwoordelijk voor graafschade? • Kink in de kabel, deel 2. Wie betaalt de rekening bij graafschade? • Kies het juiste contract. Veranderingen in het arbeidsrecht

VRIJSTELLING CODE 95 VOOR OUDERE CHAUFFEURS VERVALT De vrijstelling van code 95 voor beroepschauffeurs met vrachtauto- (C) en/of busrijbewijs (D) die zijn geboren vóór 1 juli 1955 komt per 1 juni 2015 te vervallen. Tot op heden kregen deze chauffeurs de code 95 automatisch bijgeschreven op het rijbewijs. De Europese Commissie heeft Nederland opgedragen om uiterlijk per 1 juni 2015 de regelgeving aan te passen, omdat de huidige regelgeving in strijd is met de Europese Richtlijn Vakbekwaamheid.


VOORZITTER NIEUWE LEDEN De afgelopen periode hebben zich tien nieuwe leden ingeschreven bij CUMELA Nederland. • Johan Briels Grondverzetbedrijf Roggel • Schuurmans Helvoirt Verhuur BV Helvoirt • Fa. P. Muntjewerf en Co. Breezand • Frank Slots Kessel • P.W.P.M. van Beers BV Vessem • Mulder Groenvoorziening VOF Dalerveen • Reijm Nieuwerkerk BV Nieuwerkerk aan den IJssel • Bas Wilms Merselo • Kooyman BV De Kwakel • Raaijmakers Mestdistributie Schoondijke

25 JAAR KRING ALBLASSERWAARD-VIJFHEERENLANDEN

In elk nummer van Grondig op deze plaats een column van één van de sectievoorzitters van CUMELA Nederland. Deze keer Teake de Boer, voorzitter van de sectie Grondverzet en cultuurtechniek.

Wegens bewezen onbekwaamheid Wie ondernemingen vergelijkt met de grote keizerrijken van vroeger merkt al gauw dat er sterke overeenkomsten zijn. Het Romeinse imperium kende vier fasen: ontstaan, top, verval en einde. Geen enkel bedrijf haalt de eeuwigheid of zelfs een fractie daarvan. Het bedrijfsleven noemt het managementdecadentie. Wat zien we met een treurig voorspelbare regelmaat telkens en telkens weer gebeuren? Een bedrijf ontstaat, beleeft een groei, stagneert daarna en vervolgens is het puinruimen. Waarom die noodlottige parabool? Een groot deel van het antwoord ligt besloten in het management. Dat creëert in fasen zijn eigen ondergang. Managers zijn ook maar mensen, dus behept met angsten, vooroordelen, begrensde kwaliteiten, ambities, paranoia, stress en vermoeidheid. Vaak zijn het de medewerkers die ambitieus, ijverig en gehoorzaam zijn.

Ter gelegenheid van het vijfde lustrum had het bestuur van Kring Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een prima verzorgde dagtrip georganiseerd. Meer dan veertig collega’s stapten donderdag 5 februari in de bus naar de Claas-Fabriek in Duitsland. Na een voorspoedige terugreis sloten nog eens vijftien collega’s aan voor het afsluitende diner. Later dit jaar wordt het jubileum nog een keer gevierd met een barbecue voor de leden van de kring.

Te vaak zijn managers te allen tijde bereid om de hielen van de meester te likken en af te schermen van de werkvloer. Wie benoemt hem of haar? De directe superieur. Waarom? Niet omdat de beoogde kandidaat zo geschikt is gebleken, maar juist vanwege het omgekeerde. De manager vertegenwoordigt geen enkel gevaar. Hij wordt bedrijfslang veroordeeld tot dankbaarheid en hondentrouw en zal nimmer het baasje overvleugelen. Vanwege bewezen onbekwaamheid wordt hij voortdurend gepromoveerd. Wanneer dit mechanisme in werking treedt, begint de ondergang van het bedrijf. Het gaat verder met middelmatigen. Maar het kan ook anders. Werkelijk talent dat kritisch is, dat de nek durft uit te steken, dat visie vertoont, dat enige strategische notie heeft, heeft de toekomst. Laten we dus niet in de valkuil stappen van de ambitieloze manager. Geef, hoe moeilijk het ook is, medewerkers een kans om zich te bewijzen.

ACTIEF IN GEWASBESCHERMING IN DUITSLAND? VRAAG UW SACHKUNDENACHWEIS AAN VOOR 26 MEI! Zoals elke Europese lidstaat voert ook Duitsland dit jaar een ‘spuitlicentie’ in voor personen die werkzaamheden verrichten met gewasbeschermingsmiddelen: het zogeheten Sachkundenachweis (SKN). Na 26 november 2015 is het dus niet meer mogelijk om zonder SKN werkzaamheden met gewasbeschermingsmiddelen te verrichten in Duitsland. Ook kunt u na deze datum niet meer voor professioneel gebruik in Duitsland toegelaten middelen ophalen zonder het SKN te tonen. Op cumela.nl leest u hoe u dit Sachkundenachweis kunt aanvragen.

Teake de Boer Voorzitter sectie Grondverzet en cultuurtechniek CUMELA Nederland

GRONDIG 2 2015

71


ondernemen met

cumela

SECTORPLAN AGRARISCH EN GROEN

“Leerlingen moeten weer volwaardig gekwalificeerd van school komen” Voortvloeiend uit het sectorplan Agrarisch en Groen gaat CUMELA Nederland nu ook met maatregel 4 en 5 aan de slag. Die richten zich op het verhogen van de kwaliteit van leerlingen en jonge medewerkers. Het sectorplan Agrarisch en Groen kent in totaal zes maatregelen, waarvan er drie betrekking hebben op de deelsector Loonwerk (zie kader). De eerste maatregel in deze deelsector, levensfasebewust personeelsbeleid, is gericht op werkgevers en werknemers en vindt plaats op individuele bedrijven (zie Grondig 1). De andere twee maatregelen focussen zich vooral op de kwalificatiedriehoek school-leerling-leerbedrijf, waarbij de leerling het uitgangspunt is. “In tegenstelling tot het verleden worden werkgevers regelmatig geconfronteerd met een te grote afstand tussen hetgeen de leerling op school leert en de praktijk op het bedrijf en de cultuur van de sector. Dat zorgt ervoor dat het lastig is voor werkgevers en jonge medewerkers om succesvol samen te werken”, stelt

Jannie Takkebos, projectleider van het sectorplan loonwerk. “We zien dat leerlingen nu niet volwaardig gekwalificeerd van school komen, waardoor de aansluiting op de praktijk moeizaam gaat. Daarnaast is uitval van leerlingen tijdens de opleiding een groot risico. Dat is een gemiste kans, want jongeren zijn hard nodig gezien de economische omstandigheden en met het oog op de naderende vergrijzing.”

Meer praktijkbegeleiding CUMELA Nederland gaat zich daarom, in samenwerking met de sociale partners, inzetten om deze kloof te dichten. De eerste maatregel, maatregel 4 uit het sectorplan, betreft extra praktijkbegeleiding van jonge medewerkers. Deze richt zich op de BBL-leerling van met name het eerste leerjaar die vier dagen in de week werkzaam is op een bedrijf en één dag in de week naar school gaat. “We merken dat deze leerling soms onvoldoende wordt begeleid en gestimuleerd, bijvoorbeeld om door te stromen naar een hoger niveau”, zegt Takkebos. “De scholen staan ook onder druk. Zo bezoekt de stagebegeleider in het gunstigste geval de leerling twee keer per jaar op het leerbedrijf, maar door de veranderde omstandigheden staat de kwaliteit van deze bezoeken soms onder druk. Daarnaast kijkt de stagebegeleider vaak alleen naar het functioneren van de leerling.” Ook het leerbedrijf zelf heeft echter vaak niet de tijd of de mogelijkheden om de leerling verder te ontwikkelen naar een hoger niveau of om hem te helpen bij zijn loopbaanontwikkeling, weet Takkebos uit ervaring.

Ondersteuning De extra praktijkbegeleiding wordt in de vierde maatregel vormgegeven door de inzet van externe praktijkbegeleiders, die de kwalificatiedriehoek school-leerling-leerbedrijf moeten gaan ondersteunen. “Hierdoor kunnen we ervoor zorgen dat de leerling in plaats van twee keer vier keer per jaar wordt bezocht op het leerbedrijf. Daarnaast kijkt de externe praktijkbegeleider niet alleen naar de leerling, maar ook naar de kwaliteit van het leerbedrijf”, legt de projectcoördinator uit.

72

GRONDIG 2 2015


Het inzetten van externe praktijkbegeleiders zorgt voor winst op meerdere vlakken. Behalve dat hij de leerling kan ondersteunen in de uit te voeren opdrachten kan hij ook zo nodig helpen de relatie tussen leerbedrijf en school te verbeteren en knelpunten op te lossen die zich eventueel tussen leerling en leerbedrijf voordoen. Daarnaast kan de externe praktijkbegeleider, door zijn of haar ervaring, optreden als examinator bij de proeven van bekwaamheid bij andere leerlingen en medewerkers. Ook kan deze begeleider de leerling begeleiden bij zijn loopbaanontwikkeling. “Stel dat een leerbedrijf niet de tijd en machines heeft om de leerling bepaalde vaardigheden aan te leren”, geeft Takkebos als voorbeeld. “Wellicht dat het leerbedrijf de stagiair dan kan uitlenen aan een collega-leerbedrijf, zodat de leerling ook ervaring opdoet met een ander specialisme en zo eens in de keuken kijkt van een ander bedrijf.” Het is wel de bedoeling dat de externe praktijkbegeleider een aanvullende rol gaat spelen, benadrukt ze, en dus niet het werk overneemt van de stagebegeleider van de school.

Toetsing De verwachting is dat deze vierde maatregel uiteindelijk zorgt voor een betere motivatie van de leerling, waardoor uitval vermindert en de leerling volwaardig gekwalificeerd van school komt. Daarnaast wordt de ondernemer gestimuleerd om een optimaal leerbedrijf te zijn en de begeleider wordt ondersteund in het uitvoeren van zijn taken. Of deze resultaten ook daadwerkelijk worden behaald, is afwachten. Tijdens de projectperiode, die tot september 2016 loopt, wordt getoetst of de inzet van externe praktijkbegeleiders toegevoegde waarde heeft. Het project wordt onder 350 BBL-leerlingen uitgevoerd.

Extra praktijkdagen Maatregel 5 uit het sectorplan betreft diezelfde kwalificatiedriehoek. Ook daar is het doel de leerling volwaardig gekwalificeerd van school te laten komen, hierbij met de inzet van extra praktijkdagen. “Scholen en leerbedrijven hebben vaak moeite met het aanbieden van voldoende beroepspraktijkvorming”, zegt Takkebos. “Regelmatig hebben scholen niet de mogelijkheid om op eigen locatie leerlingen te leren werken met bijvoorbeeld oogstmachines of hen cultuurtechnisch werk te laten verrichten, en dit lukt ook niet op het leerbedrijf. Soms kan dit worden opgelost door aanvullende trainingen op bijvoorbeeld een praktijkschool, maar gezien het feit dat de praktijkleergelden verdwijnen, blijven er voor de leerlingen steeds minder mogelijkheden over om ruime praktijkervaring op te doen. Daardoor ronden leerlingen hun opleiding af zonder de specifieke vaardigheden te bezitten die nodig zijn in de sector, zoals het bedienen van zware machines. De nieuwe werkgever moet daar dan weer in investeren en heeft daar niet altijd de tijd en de financiële middelen voor.”

Langer gezond en productief doorwerken Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is in april 2013 met een plan­ gekomenompersectordeNederlandsearbeidsmarktklaartemakenvoordetoekomst. De sectoren Agrarisch en Groen werden hierbij samengevoegd en van de betrokken sociale partners werd verwacht met een sectorplan te komen. Omdat elke deelsector, zoals Loonwerk, zijn eigen specifieke knelpunten heeft en eigen oplossingsrichtingen behoeft, zijn er in het uiteindelijk sectorplan Agrarisch en Groen drie maatregelen opgenomen die van toepassing zijn op de loonwerksector. Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat medewerkers in de cumelasector langer gezond en productief kunnendoorwerkentotaandepensioengerechtigdeleeftijd.Scholingenontwikkeling moeten een basis leggen voor een goede toekomst voor de huidige werkenden in de sector en voor jonge, nieuwe werknemers die aan het begin van hun loopbaan staan. CUMELA Nederland werkt hierbij samen met CNV Vakmensen, Het Zwarte Corps en FNV Bondgenoten onder de paraplu van Colland.

Nieuwe praktijklocaties gezocht Met extra praktijkdagen, vijf per jaar, moet de kwaliteit van de leerlingen naar een hoger niveau worden getild. Om dit te kunnen realiseren, is Takkebos op zoek naar nieuwe praktijklocaties bij bedrijven in de sector. Ze doet daarvoor een oproep aan alle bedrijven die onder de CAO-LEO vallen. “We zoeken bedrijven die graag een bijdrage leveren om (groepen) jonge mensen het vak te leren. Het zou prachtig zijn als er bedrijven reageren die al een trainingsruimte, machines en een instructeur ter beschikking hebben, maar reageer ook als de omstandigheden het mogelijk maken om dit met enige ondersteuning op korte termijn te realiseren. We zoeken dus bedrijven die al snel een praktijklocatie zouden kunnen zijn. Leerlingen zouden dan op deze bedrijven trainingen kunnen volgen.” Daarbij zijn er een aantal specifieke thema’s uitgelicht waarop de trainingen zich kunnen focussen, zoals werken met grondverzetmachines, werken met GPS, grote oogstmachines en veilig langs de weg werken. “Stel dat een bedrijf gespecialiseerd is in het aanleggen en onderhouden van sportvelden, een praktijkruimte heeft en een iemand beschikbaar heeft die uitleg kan geven, dan kan dit bedrijf zich aanmelden. Ik kom dan langs, bekijk of het bedrijf inderdaad geschikt is en wat de mogelijkheden zijn”, legt Takkebos uit. Voor het desbetreffende bedrijf biedt dit ook kansen in de vorm van een nieuwe inkomstenbron. “Logischerwijs staat hier een financiële vergoeding tegenover. We komen alleen tot een duurzame oplossing als de inzet van mensen en machines voldoende wordt betaald.” Voor zowel voor maatregel 4 als 5 kunnen geïnteresseerde leerbedrijven die onder de CAO-LEO vallen zich aanmelden bij projectleider Jannie Takkebos via e-mail jannietakkebos@hotmail.com of bellen naar 06-13546996. TEKST: Marjolein van Woerkom FOTO: CUMELA Communicatie

GRONDIG 2 2015

73


De

els van s g n e m s a r g e best

Nederland

Door zaaiMax

mperaturen goed kiemt. te m de bo ge la j bi al t da el Het mengs

Postbus 1 • 4420 AA Kapelle • Tel. +31 (0)113 347 911 • Fax +31 (0)113 330 110 • www.innoseeds.nl • info@innoseeds.nl


GRAAFSCHADE Afname schades door gebruik van Klic App

ondernemen met

cumela

Na een periode van een minimale afname van het aantal graafschades kwam enige tijd geleden eindelijk het lang verwachte positieve bericht. Vier grote netbeheerders noteerden over de eerste acht maanden van 2014 veel lagere schadecijfers dan anders. De cijfers zijn zeven tot drieëntwintig procent lager dan in voorgaande jaren. Gebr. Van Vijfeijken uit Someren heeft het aantal schades kunnen beperken met het gebruik van de speciale Klic App. Al jaren worden er campagnes gevoerd om het aantal schades aan ondergrondse netten te verminderen. De sleutel ligt volgens Twan Joosten van CUMELA-lid Gebr. Van Vijf­eijken in Someren echter niet alleen bij bewustwording of het opleggen van een werkwijze. Je moet het de mensen aan de sleuf ook gemakkelijker maken met tools die ze uit eigen beweging gebruiken. En juist in dat laatste is, volgens Joosten, GOconnectIT met de Klic App geslaagd.

Echt gebruikt GOconnectIT is een bedrijf dat ICT-oplossingen biedt voor grondroerders. Omdat het bedrijf is opgestart door mensen die zelf aannemer zijn geweest, sluiten de oplossingen aan bij de praktijk. De onderneming heeft nu dus een oplossing ontwikkeld die zowel de mensen op kantoor als de mensen in het veld daadwerkelijk ondersteunt. Met de Klic App staat een Klic-melding binnen enkele minuten op je tablet of smartphone. Vervolgens ziet de gebruiker in het veld met behulp van het GPS in zijn apparaat zijn actuele positie in de tekening. Vooral bij werkzaamheden zonder vaste referentiepunten is dit erg waardevol. Daarnaast is het mogelijk afstanden te meten met behulp van het digitale meetlint wanneer maatvoering ontbreekt. Zo kan worden gemeten uit bijvoorbeeld een slootkant, inrit, dam of andere op de tekening zichtbare punten. De gebruiker kan lagen aan- en uitzetten en op de tekeningen inzoomen. Wanneer er contact moet worden opgenomen met

Preventie Service Inmiddels heeft GOconnectIT een uitbreiding gelanceerd, de Preventie Service. Hiermee kunnen in het veld preventiemaatregelen worden geregistreerd, op basis waarvan vanuit kantoor actief kan worden gestuurd. Zo wordt de GPSpositie van de gebruiker om de paar seconden automatisch opgeslagen, is het mogelijk afwijkende situaties te registreren en kunnen proefsleuven direct met een foto en opmerkingen worden vastgelegd. Tevens biedt de Preventie Service als extra hulpmiddel een overzicht wat er in de proefsleuf zou moet worden aangetroffen. Zo wordt de gebruiker actief op de hoogte gebracht wanneer een kabel niet wordt gevonden.

een netbeheerder zijn de gegevens daarvan direct in de Klic App te zien. Met deze functionaliteit zorgt de Klic App ervoor dat de Klic-gegevens door alle belanghebbenden in een project daadwerkelijk worden gebruikt. Dit in tegenstelling tot de papieren Klic-gegevens, die in veel gevallen voornamelijk aanwezig zijn om geen boete van Agentschap Telecom te krijgen.

Kosten Naast de functionaliteit past ook het commerciële model volledig bij de markt: betalen puur op basis van gebruik, dus geen investeringen in softwarelicenties. Het gebruik van de Klic App kost circa € 10,- per graafmelding. Maar, zegt Joosten, daar staan aanzienlijke besparingen tegenover. Zo hoef je de informatie niet meer te printen. Bij een iets grotere klus gaat het al om meerdere pakketjes, wat enorm veel tijd en papier kost. Maar, zegt hij ook, veel belangrijker is het dat de medewerkers de informatie altijd bij zich hebben; ze hoeven niet eerst naar de keet te lopen. En doordat je de informatie aan de sleuf hebt, je positie kunt bepalen, kunt meten en kunt inzoomen, dring je het aantal schades terug. TEKST: Jan van der Leij secretaris grondverzet en cultuurtechniek

GRONDIG 2 2015

75


ondernemen met

cumela

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

TOOLBOX: LEREN VAN ONGEVALLEN Voorkom ongevallen met maaibalken Leren van ongevallen is een nieuwe loot in de serie toolboxen die af en toe voorbij zullen komen. Daarin behandelen we een aantal ongevallen en wat de gevolgen waren voor werkgever en werknemer. Als eerste een tragisch ongeval in 2013. Situatie Op 19 juni 2013 vond er een afschuwelijk verkeersongeval plaats. Op een oversteekplaats, zonder zebrapad, werden twee vrouwen van 88 en 85 jaar aangereden door een trekker met maaibalk. Zij zijn beiden ter plaatse overleden. De trekker was aan de voorkant voorzien van een giek met een maaibalk (zoals op de foto). De trekker mocht maximaal 25 kilometer per uur rijden. De trekkerchauffeur reed met een snelheid van ongeveer 40 kilometer per uur (zonder af te remmen) op de oversteekplaats voor voetgangers af. De slachtoffers bevonden zich al op die oversteekplaat. Het zicht werd voor de trekkerchauffeur ernstig beperkt door de giek met maaibalk. De trekkerchauffeur heeft de slachtoffers niet gezien, totdat zij, enkele meters voor hij die oversteekplaats bereikte, recht voor zijn trekker liepen. Door het beperkte zicht door de giek kon hij ze ook niet zien.

Zicht vanuit trekker wanneer maaiarm in transportstand hangt.

Feiten De rechtbank concludeert dat de trekkerchauffeur erg onvoorzichtig heeft gereden. Hij reed harder dan hij mocht en de chauffeur heeft niet gecontroleerd of er zich iemand

Wees jezelf ervan bewust dat andere weggebruikers niet door hebben wat jouw zicht vanuit de trekker is.

voor zijn trekker bevond. (door opzij te buigen en op die manier langs de giek te kijken). De verdachte reed met een heel groot voertuig, had beperkt zicht en reed met een te hoge snelheid, terwijl hij moest begrijpen dat hij hiermee een groter risico op een ongeval liep.

Beslissing rechtbank De rechtbank heeft de trekkerchauffeur veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, een taakstraf voor de duur van 240 uur en een rijontzegging van ĂŠĂŠn jaar.

Wat kun je leren van dit ongeval? Kijk eens eerlijk naar je eigen rijgedrag. Minder jij vaart als je een oversteekplaats nadert? Rijd je wel eens te hard? Ook op plaatsen waar dat eigenlijk niet kan? Of als je beperkt zicht hebt? Had dit ongeval jou ook kunnen overkomen? Wat kun je doen om te zorgen dat dit jou niet overkomt?

76

GRONDIG 2 2015


Cursus Veilig rijden Menselijke fouten veroorzaken de meeste ongelukken in het verkeer. Veilig deelnemen aan het verkeer met (land) bouwvoertuigen begint wat CUMELA Nederland betreft met veilig en goed herkenbaar materieel. De brancheorganisatie wil de verkeersveiligheid van (land)bouwvoertuigen in de sector verhogen. CUMELA Nederland onderzoekt op welke manier een cursus Veilig rijden met (Land)bouwvoertuigen en grondverzetmachines moet worden ontwikkeld om inzicht te geven en bewustwording te creëren in het gedrag van de chauffeur. In een pilot, met een ervaren opleider, is onlangs onderzocht welke onderwerpen, welke theorie en situaties hier het beste bij passen. De pilot is bij Harthoorn BV in Vlissingen in de praktijk uitgevoerd. CUMELA Nederland onderzoekt momenteel welke mogelijkheden er zijn om een cursus veilig rijden te ondersteunen met e-learning.

Steekt een verwisselbaar uitrustingsstuk meer dan één meter uit, voorzie deze dan van lengtemarkering.

Tips en adviezen • Rijd altijd voorzichtig. Dit geldt zeker in situaties met beperkt zicht. • Houd je aan de snelheid en pas je rijsnelheid aan, aan de combinatie waarmee je op pad gaat, maar ook aan de verkeersituatie. • Blijf continu opletten, laat je niet afleiden door bijvoorbeeld je telefoon of andere dingen. Veel handelingen doen we onbewust. Realiseer je dat wij maar aan één ding bewust tegelijkertijd kunnen denken. • Medeweggebruikers beseffen niet dat de giek jou het zicht (enigszins) belemmert. Ga er niet van uit dat zij daar rekening mee houden. • Rem tijdig af, kijk om de giek heen en overtuig je zelf dat de weg vrij is als je een situatie zoals hierboven beschreven nadert. • Kies de meest gunstige route naar een bestemming. Kies die route waar de minste verkeersdeelnemers worden verwacht, de wegen overzichtelijk zijn et cetera. • Voorkom haast door een goede (ruime) planning. Neem contact op met je leidinggevende als het niet lukt om de planning te halen. Gejaagd rijden levert over het algemeen maar weinig tijdwinst op en helpt dus niet bij een planning die in de soep loopt. • Verwisselbare uitrustingsstukken die meer dan één meter voor het voertuig uitsteken, moeten aan de voorzijde zijn voorzien van een lengtemarkering.

RECHT(T)ERZIJDE Concurrentiebeding Door de nieuwe arbeidswetgeving (Wet werk en zekerheid) worden de mogelijkheden voor het opnemen van een concurrentiebeding beperkt. In arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (in de CAOLEO een los dienstverband genoemd) die op 1 januari 2015 of een latere datum worden aangegaan, kan geen concurrentiebeding meer worden opgenomen, tenzij dat concurrentiebeding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen. Concurrentiebedingen in op 1 januari 2015 al lopende tijdelijke contracten blijven nog wel geldig. Als een werkgever vanaf 1 januari 2015 in een tijdelijke arbeidsovereenkomst toch een concurrentiebeding wil opnemen, moet hij schriftelijk motiveren om welke belangen het gaat en waarom die belangen opname van het concurrentiebeding noodzakelijk maken. Volgens de toelichting op de Wet werk en zekerheid moet het daarbij gaan om tijdelijke specifieke werkzaamheden of om specifieke functies die maken dat het voordeel van de werkgever bij opname van het concurrentiebeding opweegt tegen het nadeel daarvan voor de werknemer. Concrete voorbeelden van dergelijke zwaarwegende belangen geeft de regering niet, maar ik kan mij voorstellen dat een bedrijf dat concurrentiegevoelige werkzaamheden uitvoert best een concurrentiebeding kan opnemen. Het concurrentiebeding zal aan bovenstaande voorwaarden moeten voldoen zowel op het moment waarop het is overeengekomen als op het moment waarop de werkgever een beroep doet op het beding. Volgens de nieuwe regeling kan een concurrentiebeding in een tijdelijk contract in drie situaties ongeldig zijn: de motivering ontbreekt, het beding is volgens de rechter niet noodzakelijk met het oog op de door de werkgever vermelde belangen of de werknemer wordt volgens de rechter te zeer benadeeld door het concurrentiebeding. Bij de behandeling van het wetsvoorstel is het relatiebeding niet ter sprake gekomen. Omdat de rechter het relatiebeding als een vorm van het concurrentiebeding beschouwt, lijkt het raadzaam om een relatiebeding op dezelfde wijze te motiveren als het concurrentiebeding.

Sander van Meer TEKST: Peter Bredius Stigas-preventieadviseur en hoger veiligheidskudige

Advocaat CUMELA Nederland

GRONDIG 2 2015

77


VERKEER EN VERVOER Grondtransport met landbouwtrekkers

ondernemen met

mensen

Regelmatig wordt bij aanbestedingen voor grondverzetwerkzaamheden de inzet van landbouwtrekkers met kippers en knikdumpers uitgesloten. Reden is de misvatting dat grondtransporten met deze voertuigen niet zijn toegestaan. Een hardnekkig misverstand is namelijk nog steeds dat trekkers alleen voor agrarische doeleinden mogen worden ingezet. Nog los van het feit dat het misschien in strijd is met de Aanbestedingswet. De aanleiding hiervoor komt door de oude wet- en regelgeving, namelijk de Wegenverkeerswet 1935 en het Wegenverkeersreglement 1950 (WVR). In 1995 zijn deze vervangen door de Wegenverkeerswet 1994 en het Voertuigreglement. Er was onder de oude verkeerswetgeving geen vergaand onderscheid gemaakt tussen categorieën voertuigen. Het WVR kende alleen de categorieën motorrijtuigen en aanhangwagens. Het soort gebruik dat er van de voertuigen werd gemaakt, was bepalend voor de technische eisen die aan de voertuigen werden gesteld. Afhankelijk van het soort gebruik kon een landbouwtrekker een landbouwvoertuig zijn, maar ook een vrachtauto. Door de statusverandering kon opeens een rijbewijs opeens wel verplicht zijn, een andere maximum snelheid gelden of witte diesel moeten worden getankt.

Gebruik buiten de weg Artikel 18 van het oude WVR heeft betrekking op motorrijtuigen bestemd voor gebruik buiten de wegen. Hierin staan de minimale eisen waaraan deze motorrijtuigen moe-

Aanbestedingswet Eisen en/of bepalingen in een bestek mogen niet in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel. Immers, één van de grondbeginselen van de Aanbestedingswet is ‘non-discriminatoir’. Dit betekent dat het uitsluiten van specifieke vervoermiddelen, bijvoorbeeld een landbouwtrekker met kipper, niet is toegestaan en moet worden gezien als een inbreuk op de vrijheid van de aannemer om zijn werk zelf te organiseren. De keuze van het vervoermiddel wordt door een aannemer gedaan op basis van specifieke extra kwaliteiten van het vervoermiddel; noodzakelijk voor en passend bij de uitvoering. Een bestek heeft tot doel een werk tot stand te brengen met een bepaalde kwaliteit. De keuze van de in te zetten bedrijfsmiddelen is daarvoor meestal niet bepalend. Zou dat wel het geval zijn, dan dient dit functioneel in het bestek beschreven te staan. Er kunnen omstandigheden zijn, bijvoorbeeld met het oog op het wegbeheer, dat bepaalde vervoermiddelen niet wenselijk zijn. We kunnen ons een situatie voorstellen dat in de bebouwde kom met smalle straten beperkingen aan de afmetingen en aslasten worden gesteld. Dit kan, indien gemotiveerd, ook zo in een bestek omschreven zijn.

78

GRONDIG 2 2015

ten voldoen. Daarbij moest de eigenaar of houder van het motorrijtuig aantonen dat het voertuig zich op de openbare weg bevond om buiten de weg te worden gebruikt of wordt gebruikt ten behoeve van landbouwbedrijven. Vanzelfsprekend vielen voertuigen voor gebruik door land- en tuinbouwbedrijven eronder, maar ook motorvoertuigen van loonbedrijven en verveningsbedrijven worden gezien als ten behoeve van het landbouwbedrijf. Ook zelfrijdende werktuigen zoals maaidorsers en mobiele graafmachines vielen onder voertuigen voor gebruik buiten de wegen. Er was in het WVR geen onderscheid tussen landbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid, zoals we die nu kennen. Bijzonder was dus dat in het WVR de status van het voertuig afhing van het soort gebruik.

Eisen aan landbouwtrekkers en hun aanhangwagens: Landbouwtrekker Lengte Breedte Hoogte Aslast (aangedreven) Aslast (niet-aangedreven) Massa (tweeasser) Aanhangwagen Lengte Breedte Hoogte Aslast

12,00 m 3,00 m 4,00 m 11,5 ton 10,0 ton 18,0 ton 12,00 m 3,00 m* 4,00 m 10,0 ton

* Vanaf 2025 mag de opbouw maximaal 2,55 meter breed zijn en de breedte over de banden maximaal 3,00 meter

Voertuigcombinatie met lading Lengte 18,00 m Massa 50,0 ton Aslast (aangedreven) 11,5 ton Aslast (niet-aangedreven) 10,0 ton Zwaailicht Verplicht wanneer het voertuig breder is dan 2,60 meter


Vaste status voertuig In het Voertuigreglement dat in 1995 van kracht werd, zijn de voertuigeisen bewust losgekoppeld van het soort gebruik van voertuigen. Het is immers merkwaardig dat de toegestane afmetingen en massa’s voor een voertuig afhangen van het soort gebruik. Met het Voertuigreglement kwamen er een groot aantal categorieën voertuigen. De categorie ‘motorvoertuigen voor gebruik buiten de wegen’ uit het WVR is vervallen en daarvoor zijn de categorieën ‘landbouwtrekkers’ en ‘motorrijtuigen met beperkte snelheid’ gekomen. Voertuigen die voldoen aan de definitie van landbouwtrekker moeten voldoen aan de voor landbouwtrekkers geldende eisen. Die eisen gelden ongeacht het gebruik dat van het voertuig wordt gemaakt. De status van het voertuig staat derhalve vast.

Landbouwtrekker Inmiddels is het Voertuigreglement op 1 mei 2009 vervangen door de Regeling voertuigen. Daarin staat een uitgebreide definitie van een landbouw- of bosbouwtrekker, namelijk: “Voertuig van de voertuigcategorie T of motorvoertuig op rupsbanden, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig of motorrijtuig met beperkte snelheid, met ten minste twee assen en een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet minder dan 6 km/u, dat voornamelijk voor tractiedoeleinden is bestemd en in het bijzonder is ontworpen voor het trekken, duwen, dragen of in beweging brengen van bepaalde verwisselbare uitrustingsstukken die voor gebruik in de land- of bosbouw zijn bestemd, of voor het trekken van aanhangwagens voor de land- of bosbouw; het voertuig kan zijn ingericht om een lading te vervoeren voor landbouw- of bosbouwdoeleinden of kan worden uitgerust met zitplaatsen voor meerijders.” In deze definitie staat enkelen malen ‘voor gebruik of doeleinden in de land- of bosbouw’, maar dat is alleen om vast te stellen of het voertuig een landbouwtrekker is. Het zegt echter

niets over het toegestane gebruik van de landbouwtrekker. Vanaf 1995 is, met de invoering van de toenmalige Regeling voertuigen, het soort gebruik dat er van een landbouwtrekker wordt gemaakt dus niet meer bepalend voor de status van het voertuig. Landbouwtrekkers mogen dan ook gewoon gebruik maken van de openbare weg, ook al worden ze niet voor agrarische doeleinden ingezet. Wordt er met een landbouwtrekker grond of zand vervoerd, voor grondverzetwerkzaamheden in de civiele sector, dan is dat toegestaan. De voertuigcombinatie moet dan voldoen aan de technische eisen voor landbouwtrekkers en voor aanhangwagens achter landbouwtrekkers.

Eisen Voor de trekkerbestuurder is de minimumleeftijd zestien jaar. Minderjarige trekkerchauffeurs van zestien of zeventien jaar moeten voor het werken en rijden op de openbare weg een trekkercertificaat hebben. Vanaf 1 juli 2015 moeten alle trekkerbestuurders een T-rijbewijs hebben. Tot 2025 geeft een B-rijbewijs behaald voor 1 juli 2015 ook het recht om een trekker, knikdumper of grondverzetmachine te besturen. Grondtransporten uitgevoerd in opdracht van derden vallen onder beroepstransport. Het loon- of grondverzetbedrijf dat hiervoor landbouwtrekkers of knikdumpers inzet, moet dan beschikken over een Eurovergunning of een binnenlandse vergunning beroepsvervoer. In elk voertuig moet er dan een zogenaamd Eurovergunningbewijs aanwezig zijn. Dat is een door de NIWO gewaarmerkte kopie van de Eurovergunning. De chauffeur moet bij beroepsvervoer in het bezit zijn van een verklaring van dienstbetrekking (werkgeversverklaring). Verder dient er een verzekeringsbewijs aanwezig te zijn, om aan te tonen dat het voertuig een WAM-verzekering heeft.

TEKST: Hero Dijkema Beleidsadviseur verkeer en vervoer

GRONDIG 2 2015

79


NIEUWE EISEN ZUIVELINDUSTRIE Eisen aan leveren van voedermiddelen

ondernemen met

cumela

Voor bedrijven die handelen in voedermiddelen dreigt zeer waarschijnlijk een forse toename van de kosten per 2016 als gevolg van aangescherpte eisen vanuit de zuivelindustrie. CUMELA Nederland is in gesprek met andere ketenpartijen over de consequenties hiervan en adviseert haar leden het resultaat hiervan af te wachten en zich voorlopig niet aan te sluiten bij SecureFeed.

Cumelabedrijven die ruwvoeders en enkelvoudige voeders (snijmaïs, stro, et cetera ) leveren aan een veehouder moeten nu onder andere GMP+ B3-gecertificeerd zijn. Deze cumelabedrijven krijgen zeer waarschijnlijk te maken met aangescherpte eisen vanuit de zuivelindustrie. Naar verwachting gaat die met ingang van 2016 in haar leveringsvoorwaarden opnemen dat diervoederleveranciers moeten zijn aangesloten bij SecureFeed of moeten voorzien in een gelijkwaardige borging.

SecureFeed SecureFeed is een onafhankelijke organisatie voor de borging van de veiligheid van diervoeders en is ontstaan vanuit de mengvoer- en fouragebranche. Ze is opgericht om een antwoord te bieden op en vertrouwen te genereren naar aanleiding van problemen met de veevoerkwaliteit (onder andere de recente aflatoxine-affaire). SecureFeed is de opvolger van TrustFeed, een stichting waarbinnen voorname-

80

GRONDIG 2 2015

lijk mengvoederbedrijven samenwerkten en die is gericht op alle voedermiddelen en grondstoffen die op het veehouderijbedrijf worden aangekocht. Duidelijk is reeds dat telerveehouderleveranties niet binnen de reikwijdte van SecureFeed vallen. SecureFeed is wel gericht op de handel (inkoop en verkoop) in ruwvoeders. Met dit initiatief komen de veiligheid van alle aangekochte diervoeders op het veehouderijbedrijf onder de controle van één nieuwe organisatie. De bestaande programma’s - zoals TrustFeed in de mengvoerindustrie en het CBV-programma (collectief monitoringsprogramma) van de Hisfa - worden geïntegreerd in de nieuwe organisatie. De zuivelindustrie (NZO) ondersteunt de uitgangspunten.

Eisen van zuivelindustrie Tot op dit moment eist de zuivelindustrie van voerleveranciers dat zij zijn vermeld op de zogenaamde ‘witte lijst’. Op deze lijst wordt een voerleverancier opgenomen wanneer


Overige eisen Naast de eisen die de zuivelindustrie stelt, zult u als diervoederleverancier onder andere ook moeten voldoen aan onderstaande wettelijke eisen: deze GMP+-gecertificeerd is en een productaansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten conform de gestelde eisen vanuit de zuivelindustrie en deze heeft laten toetsen door een door de zuivelindustrie aangewezen partij. Wat in de praktijk soms wordt waargenomen, is dat een cumelabedrijf wel GMP+-gecertificeerd is, maar niet heeft voorzien in een getoetste productaansprakelijkheidsverzekering. Dit heeft als gevolg dat de melkveehouder bij de jaarlijkse controle op het naleven van het kwaliteitssysteem van de zuivelindustrie een afwijking - oftewel korting - op de melkprijs kan krijgen wanneer blijkt dat zijn voerleverancier niet staat vermeld op de zogenaamde ‘witte lijst’. Vanaf 1 januari 2016 eist de zuivelindustrie van voerleveranciers nog steeds dat zij opgenomen zijn op de zogenaamde ‘witte lijst’. Vanaf diezelfde datum zal een voerleverancier zeer waarschijnlijk echter pas op de ‘witte lijst’ worden opgenomen wanneer deze SecureFeed-gecertificeerd is. CUMELA is in gesprek met SecureFeed onder welke condities cumelabedrijven kunnen deelnemen aan SecureFeed.

Controle-audit Het SecureFeed-certificaat kan worden gezien als een verzamelcertificaat waardoor de verschillende door de zuivelindustrie gestelde eisen worden geborgd. Bedrijven die SecureFeed-gecertificeerd zijn, worden dan ook elk jaar gecontroleerd c.q. ge-audit conform het SecureFeed-certifi-

Insteek CUMELA Nederland CUMELA Nederland constateert dat er steeds meer eisen van kracht worden door aanpassingen in de diervoederwetgeving en initiatieven vanuit het bedrijfsleven. Het belang van diervoederkwaliteit dient in de keten voorop te staan. Toch kan CUMELA Nederland zich niet aan de indruk onttrekken dat er sprake is van overlap. Dit acht ze onwenselijk, omdat dit ook onnodige kosten met zich meebrengt. De cumelasector is met name actief bij de productie en levering van lokaal en regionaal geteeld ruwvoeder, waarbij weinig schakels in de keten actief zijn, de leverancier en afnemer elkaar ook kennen én vertrouwen een grote rol speelt. Monitoringseisen van diervoederkwaliteit zouden dan ook moeten zijn gebaseerd op daadwerkelijke risico’s met betrekking tot het geleverde diervoeder. CUMELA Nederland heeft contact met andere partijen (SecureFeed en FrieslandCampina) in de keten over bovenstaande onderwerpen, niet alleen om zekerheden te kunnen bieden aan afnemers in de keten, maar ook om overlap te voorkomen. We adviseren GMP+-gecertificeerde cumelabedrijven de uitkomsten van de gesprekken af te wachten en nog niet over te gaan tot certificering via SecureFeed.

Registratie bij NVWA De Europese hygiënewetgeving schrijft voor dat diervoederbedrijven en hun toeleveranciers geregistreerd moeten zijn. De overheid heeft op deze manier een volledig en actueel beeld van bedrijven die zich bezighouden met diervoeders. De informatieplicht is een verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven zelf. Elk bedrijf dat diervoeders produceert, verwerkt, opslaat, transporteert of verhandelt, moet de vestigingen die bij het bedrijf horen laten registreren. Registratie geschiedt bij de NVWA, zie www.nvwa.nl (ga via ‘Erkenningen’ onder ‘Registratie’ naar ‘Registratieformulier diervoederbedrijven’. Aanleveren geleverde hoeveelheid diervoeders bij RVO Voor diervoederleveranciers geldt een wettelijke verplichting om jaarlijks aan RVO door te geven welke hoeveelheden diervoeder rechtstreeks zijn geleverd aan veehouders. Het gaat dus niet om leveranties aan andere diervoederleveranciers. Het betreft diervoeders die zijn geleverd aan landbouwbedrijven met staldieren (pluimvee, witvleeskalveren, varkens) en/of rundvee. Als diervoederleverancier zult u zich moeten registreren. Ga daarvoor naar: https://mijn.rvo.nl/voergegevens-diervoederleverancier. U geeft dan jaarlijks voor 1 februari de volgende gegevens door via mijn.rvo.nl: • Jaar van levering. • Naam, adres en relatienummer van de afnemer. • Hoeveelheden geleverd mengvoer per staldiersoort. • Hoeveelheden geleverd mengvoer per rundveesoort. • Hoeveelheden geleverd ruwvoer en enkelvoudig diervoeder, stikstof en fosfaat.

catieschema. Bij een dergelijke controle-audit wordt onder meer gecontroleerd of: • het bedrijf GMP+-gecertificeerd is en of de scope van de certificering overeenkomt met de werkelijke activiteiten; • het bedrijf is voorzien van een getoetste productaansprakelijkheidsverzekering • het bedrijf is voorzien van de juiste wettelijke erkenning (registratie bij NVWA); • het bedrijf voldoet aan de voorwaarden voor tracking en tracing, oftewel herkomst en verspreiding van het verhandelde product binnen twaalf uur na melding kan herleiden. In de praktijk betekent dit dat u moet blijven voldoen aan dezelfde eisen zoals die nu al aan de handel in voedermiddelen worden gesteld, maar dat SecureFeed een extra certificaat (en daarmee kosten) betekent. Uit een grove berekening die CUMELA Nederland heeft gemaakt, betekent deze huidige deelnemersbijdrage voor het merendeel van de cumelabedrijven die handelen in voedermiddelen (dit betreft bedrijven die circa 2000 tot 5000 ton ruwvoer per jaar verhandelen) een verdubbeling van de kosten om handel te mogen verrichten. Deze kosten bedragen nu gemiddeld € 1,- per ton en zullen oplopen naar circa € 2,- per ton. Voor meer algemene informatie verwijzen we u naar de website www.securefeed.eu. TEKST EN FOTO: Richard Wolting Adviseur managementsystemen

GRONDIG 2 2015

81


ondernemen met

cumela

BEDRIJVIG

CUMELA Nederland

Feit of fabel? FEIT: Na Noord- en Zuid-Holland erkent ook Utrecht op 13 januari 2015 dankzij CUMELA een aantal bijzondere positieve vestigingseisen voor cumelabedrijven in het buitengebied. FEIT: CUMELA heeft samen met een aantal leden de knelpunten voor landbouwverkeer in de gemeente Moerdijk in kaart gebracht. Vanuit onze eigen praktijk dragen we bij aan een oplossing. FEIT: Er zijn een nieuwe minimumloonwet en aangescherpte registratieplicht voor werken in Duitsland. CUMELA volgt in Duitsland de voor­ lichtingsbijeenkomsten om u goed te kunnen informeren. FEIT: Chauffeurs geboren vóór 1 juli 1955 zijn vrijgesteld voor code 95. Dit was inderdaad zo, maar is inmiddels van een feit in een fabel veranderd. Op verzoek van de Europese Unie moet Nederland deze vrijstelling opgeven. FEIT: Mede door de inzet van CUMELA Nederland is het nieuwe sectorplan tot stand gekomen, dit is belangrijk voor de kwaliteit van het praktijkonderwijs en voor een juiste begeleiding van leerlingen en leerbedrijven. FEIT: Met een goede structuur voor de juridische en fiscale aanpak van een bedrijfsoverdracht vorm je de piketpaaltjes voor de toekomst. Vooraf goed in kaart brengen van opties met één van onze bedrijfskundig adviseurs voorkomt dat je in het bos van bedrijfsopvolging verdwaalt.

Bedrijfsopvolging is een keuze, en om die keuze te kunnen maken moet je de kans krijgen. CUMELA wil u helpen om die kans te creëren.

Bedrijvig Begin februari kwam er een gesprek binnen bij de infolijn. Het bedrijf had serieuze problemen met een werknemer en zat met de handen in het haar. De eerste hulp bij ondernemen werd via de infolijn door mijn collega verleend en de volgende dag zat ik aan tafel om samen een gesprek met de bewuste medewerker (John) te voeren. Het volgende was aan de hand: het rijbewijs van John was ingenomen en binnenkort moest hij naar de rechtbank om uitleg te geven. Hij werd nu dagelijks door een collega opgehaald en thuisgebracht, maar dat was verre van ideaal. De grootste zorg zat echter in het structureel worden van dit soort problemen bij John. Sinds de relatie met zijn vriendin was verbroken, was het niet de eerste keer dat hij met alcohol op achter het stuur zat en een ongeluk veroorzaakte. Gelukkig zonder persoonlijk letsel, maar wel met materiële schade. Werkgever en collega’s hadden voorheen nooit iets gemerkt van zijn alcoholprobleem en rekenden zichzelf dit ook aan. Ze wilden hem niet laten vallen, maar vonden dit gedrag echt onacceptabel. Zijn werk leed eronder, collega’s lieten hem links liggen en naar de klanten toe was zijn gedrag ook

82

GRONDIG 2 2015

geen reclame. Mijn collega had een waarschuwingsbrief opgesteld voor het bedrijf met daarin duidelijk het probleem en de mogelijke gevolgen. Deze brief werd tijdens ons gesprek aan John overhandigd. De inhoud was duidelijk: per direct volledig alcoholvrij op het werk verschijnen en niet meer bij dit soort situaties betrokken raken. Als de rijontzegging gehandhaafd zou blijven en er daardoor geen werk meer voor hem was, werd hij onbetaald naar huis gestuurd. Daarnaast werd hem professionele hulp aangeboden. De ondernemer had erg opgezien tegen het gesprek en dus ons gevraagd aanwezig te zijn. Hij wilde dat het John duidelijk zou worden dat het echt ernst was. John begreep dat het zo niet verder kon en accepteerde bovendien de professionele hulp. Hij zal moeten vechten tegen zijn verslaving, maar heeft nog wel een laatste kans gekregen van zijn werkgever en zijn collega’s.

Ans de Bie Teamleider bedrijvenadviseurs


breng s t p o l e r r o k p o t ngs t e r b p o l e e m t top ze vroegrijp s tay green

FAO 230

S I L A I N E G vroege ï silo ma

vroege kor r elmaïs

Voor een geniaal maïssaldo! ✓ ✓ ✓ ✓

Silomaïs / CCM / Geplette maïs / MKS Vroegrijp Top korrel (= zetmeel) opbrengst Als silomaïs: - Top zetmeelopbrengst - Top voederwaardeopbrengst ✓ Goede stay-green ✓ Goede oogstzekerheid ✓ Goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte

Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 23 517 www.kwsbenelux.com

Download gratis de App www.kws-maismanager.nl www.kws-maismanager.be


De lente komt eraan!

John Deere 7230R 6 cilinder max. 269 pk 40 km/h e23 transmissie TLS geveerde vooras 650/85R38 + 540/65R34 Luchtgeveerde stoel 7” touchscreen bediening JDLink Ultimate telematica promotie Hydraulische aanhangwagenrem Pneumatische aanhangwagenrem Basisneusgewicht

g F in a n c i e r in ** vanaf 0,0%

Baanbrekende efficientie met de nieuwe e23 transmissie. Netto vanaf € 124.900,- * * Prijzen en aanbiedingen zijn exclusief BTW en zijn geldig t/m 30 april 2015. Getoonde afbeelding kan afwijken van de werkelijke uitvoering. Exclusief trekhaak en exclusief klaarmaak kosten. ** De fi nancieringsactie is geldig t/m 30 april 2015 voor nieuwe tractoren. De fi nancieringsinformatie is vrijblijvend, hieruit ontstaan geen contractuele verplichtingen. Uitsluitend voor zakelijke klanten in Nederland. Fouten, aanvullingen, modifi catie en herroeping voorbehouden. Eventuele kosten die zouden kunnen ontstaan, zijn buiten beschouwing gelaten. Alle aanbiedingen zijn onder voorbehoud van acceptatie door John Deere Financial, ‘s-Hertogenbosch. John Deere Financial is een handelsnaam van BNP Paribas Leasing Solutions N.V.

JohnDeere.com

AC90045.1DUT_NL

– – – – – – – – – –


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.