Grondig 2 - 2017

Page 1

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

29 - THEMA: BAND EN BODEM 10 - ONTWERPER MOET KLIC’EN 14 - NIEUWE DIRECTEUR JANNEKE WIJNIA 42 - EÉN BAR WINST 58 - PLANBASE WORDT PLANPROF 72 - REKEN OP RENDEMENT

2 2017


NIEUW in middenvroeg 2017

Ga ook voor een gezonde productie met onze nieuwe generatie 31-maïs Volgens veeartsen bevordert de 31-maïsgeneratie van LG een stabiel pensmilieu. Dat komt door de hoge celwandverteerbaarheid en de bufferende werking die daar vanuit gaat. Zo wordt een overdaad aan zetmeel voorkomen en ontstaat een evenwichtig energieaanbod uit kolf én restplant. Met als resultaat een hoge, constante melkproductie. De nieuwe 31 maïsgeneratie is verkrijgbaar in zeer vroeg, vroeg en middenvroeg.

www.LG31mais.nl

Elke keer beter, altijd de beste.


Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Print Management BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.

REDACTIONEEL Brede sloffen, echte liefde Tja, u kent het, of weet het vast nog: een mooie schone ten dans vragen. Je let dan toch vooral op het schone en hebt minder aandacht voor het schoeisel. Als het dan in een zwierige, niet helemaal tiptop uitgevoerde draai even misgaat, ontdek je dat het moois zich wel op erg kleine hakken beweegt. Het fijne onderbuikgevoel is dan ineens pijnlijk anders en dreunt nog lang na. Op het land gaat het al niet veel anders. Uiteraard ziet u met genoegen dat de steeds grotere machines de gewassen steeds vlotter, efficiënter en beter oogsten. Goed voor de kostprijs van u en de klant. Maïs, gras, graan, aardappelen en bieten, de hectares ‘vliegen’ eraf. Die machines zijn de laatste jaren flink zwaarder geworden. Banden groeien mee dankzij sterkere VF- en IF-karkassen. Dat spelletje is al jaren hetzelfde. Als bandenfabrikanten met betere banden komen, breiden we de capaciteit weer uit. Veertien kuub wordt dan zestien kuub, enzovoort. Alleen blijven de kippers van u en vooral ook die van de boeren achter. Met een bandenspanning van rond de vier bar om ook over de weg te kunnen, zijn ze waarschijnlijk de grootste boosdoeners als het om structuurschade gaat. Daar kun je je mooi achter verstoppen als je uitlegt dat jouw oogstmachine dankzij de brede, hoge sloffen minder belastend zijn, ook al staan ze ruim boven de één bar. Dat werkt echter niet meer als de akkerbouwers ook de slag naar betere en hogere banden maken of zelfs kippers van het land weren. Te begrijpen als je hoort dat ze tegenwoordig met een dubbele frees aardappelland op zware kleigrond nog amper pootklaar kunnen krijgen. Dat er iets gaande is, blijkt namelijk wel als je hoort dat Novifarm, dat de nieuwe Alliances test, al onderzoek heeft gedaan naar de verschillen in opbrengst bij het gebruik van een rupstrekker, een zelfrijder op brede banden en een trekker op dubbele cultuurbanden bij het aardappelpoten. Zo ver gaan dergelijke akkerbouwers al. Op zandgronden en onder rundvee- en varkenshouders maakt men zich nog niet zo druk, maar ook daar groeit het besef dat we de grond beter moeten beheren om aan ons schaarse ruwvoer te komen. Daar ligt de uitdaging voor de toekomst: het vinden van de juiste balans tussen capaciteit, aandacht voor de bodem en kostprijs. Wie dat het beste voor elkaar heeft, blijft met een goed gevoel dansen.

Kosten abonnement Nederland € 89,- per jaar / Buitenland € 124,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke

GRONDIG 2 2017

3


VELE BANDEN MAKEN LICHT WERK − Gewichtsverdeling 50% voor, 50% achter (beladen) − Speciale hoge banden 205 of 215 cm − Bandenspanning 1,3 bar in het veld, zeer bodemvriendelijk − Hoogste efficiëntie door traploze CMATIC aandrijving − Bredere inzetbaarheid jaarrond door verdere toepassingsmogelijkheden − Krachtige Mercedes motoren

kampsdewild.nl


INHOUD 3 6 9 10 14 18

Redactioneel In Actie: Hoedemakers BV, Ulestraten Commentaar Ontwerper moet Klic’en Portret Janneke Wijnia Sterk Werk: Gebr. Reintjes en Timmermans Agri-Service

Ondernemen met

mensen 22 29 36 40 42 46 48 50 54 58 61 61

Profileren: Den Ouden Aannemingsbedrijf Inspiratiemiddag Bodem en ALV Vent &Visie: Jan van den Akker Onderhoud grasland Mitas 1250/50R32 SFT scoort Alliance introduceert Flotation VF-banden Michelin EvoBib op proef in Brabant Nieuwe landbouwbanden van Magna Tyres en OBO Grondig.com Planbase wordt PlanProf Economie In kort bestek

62 63 64 66 67 68 72 76 77 80 82

Cumelaria Gekruid Praktijkdagen leerlingen Groen, Grond & Infra onder druk Cumela.nl Voorzitter Toolbox: veilig werken met de kettingzaag Reken op rendement Premiekortingen 2017 CAO & Zo Veel gemaakte missers bij VKL-controle Bedrijvig

Ondernemen met

vaktechniek

Ondernemen met

cumela

Grondig 3 ontvangt u vrijdag 7 april!

GRONDIG 2 2017

5


ondernemen met

mensen

6

GRONDIG 2 2017

BEDRIJF IN ACTIE


Een etage meer Om bij de verbouwing van de oude Sphinx-fabriek in Maastricht de bovenste etage te halen, moest John Hoedemakers uit Ulestraten fors investeren. De 32,50 meter die nodig was voor het halen van de bovenste etage betekende een nieuwe verreiker in een nieuwe categorie. Daarmee werd het bedrijf de eerste gebruiker van een Magni 5.35. Deze roterende verreiker kan op 35 meter hoogte maximaal vijf ton wegzetten. De verreiker staat deze maanden regelmatig bij de bouwplaats van het nieuwe Eijffelgebouw. De vroegere fabriek wordt vanbinnen volledig nieuw ingericht en omgevormd tot een studentenhotel. Hoedemakers is ingehuurd voor een bijzondere klus. Het afzetten van 480 badkamers op de juiste etage. Deze badkamers zijn volledig geprefabriceerd en worden compleet in de nieuwe woning geplaatst. Het is werk waarbij de verreiker onmisbaar is door zijn mogelijkheid om de lading ook horizontaal te verplaatsen. “Hoogte is met een telekraan natuurlijk geen probleem, maar je kunt niet iets bijna letterlijk naar binnen schuiven.” Voor Hoedemakers betekende het opnieuw investeren in een verreiker. Dat werd bijna vanzelfsprekend weer een Magni, voor het bedrijf de vijfde in drie jaar. De stap naar de 35-metercategorie betekende wel dat hij met een heel ander type machine te maken kreeg. Van 30 - wat tot nu toe het hoogste was wat hij kon halen naar 35 meter is de overgang tussen twee series. Het is te zien aan de machine, die overal zwaarder is uitgevoerd. Ook veranderde de plaats van de cabine. Deze bevindt zich niet meer tussen de wielen, maar zit veel verder naar voren. Voor vaste chauffeur Raf Opsteijn was dat even wennen, maar inmiddels is het allemaal vertrouwd voor hem. “Het werkt grotendeels hetzelfde als bij de andere series. Met vier verschillende programma’s kun je ook automatisch inspelen op het werk dat je moet doen.” Behalve badkamers moet hij ook alle bouwmaterialen zoals gipsplaten, montagemateriaal en steigerdelen omhoog brengen. Het betekent dat de verreiker regelmatig een aantal dagen op de bouw staat. Tussendoor zijn er dan weer andere klussen. Voor Hoedemakers is deze Magni de negende verreiker. “We profiteren hier mooi van onze ligging vlak bij een grote stad als als Maastricht, maar ook steden als Heerlen en Sittard. Je merkt dat aannemers steeds meer in de gaten krijgen dat het een goed en goedkoper alternatief is voor een telekraan. Vooral als je zoals wij een groot aantal hulpstukken mee kunt leveren zoals vorken, uitschuifbare jib, roterende vorken, roteremde gipskantelbak, betonkubel, grondbak, werkkooi, dakkooi , glaszuiger en diverse evenaars.” Hoedemakers is vooral te spreken over het rendement van deze machines. “Het is materieel dat je ook in december en januari, als veel ander spul stil staat, nog goed kwijt kunt. Het voordeel is dat het ook normaal is dat de aan- en afvoer wordt betaald. Samen met een goed uurtarief maakt dit een interessantere investering van rond de drie ton dan veel andere machines. Al moet je wel telkens blijven investeren, want het is telkens de vraag naar de overtreffende trap waaraan je moet voldoen. Iedereen wil telkens een etage hoger.” TEKST EN FOTO'S: Toon van der Stok

GRONDIG 2 2017

7


Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als onderdeel van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel u werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Onze polisvoorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.

“Grip op risico’s en verlaging van uw kosten, dat is onze inzet!” Wim Nummerdor, verzekeringsadviseur Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade

website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60


ondernemen met

mensen

COMMENTAAR Gouden bodem De bodem is voor de cumelasector de basis voor het bestaan. Alles wat we doen, heeft direct of indirect met de bodem te maken. Het is een thema dat over alle werkzaamheden in onze sector ligt. De verbindende schakel voor alle leden is dat zij met mensen en machines werken op, aan of in de bodem. Vanzelfsprekend moeten we hierop zuinig zijn. Niet alleen voor de huidige generatie, maar meer nog voor toekomstige generaties. Gebruikers moeten de erfenis zodanig beheren dat die beter wordt achtergelaten dan die is ontvangen. Met de juiste kennis en aandacht is dat mogelijk. Reden waarom ‘bodem’ de komende jaren een speerpunt is voor CUMELA. Op de algemene ledenvergadering op 28 maart geven we met de infomarkt Bodem de aftrap. Daar moet u bij aanwezig zijn! In de afgelopen jaren zijn we ons door de klimaatveranderingen steeds duidelijker gaan realiseren dat de bodem een belangrijke waterbergingsfunctie heeft. Bodems met een hoger organische-stofpercentage, met meer bodemleven en een losse structuur kunnen bij ernstige regenval meer water opnemen. Dat resulteert in gezondere en sterkere gewassen en een hogere natuurwaarde. Bij infrastructurele projecten voor wegen en wonen zijn trends ontstaan van meer verharding. Hier moet ook meer aandacht zijn voor de effecten van de klimaatverandering. Meer ‘gezond’ groen kan ook hier bijdragen aan goede oplossingen. Uiteraard is daarvoor een gezonde bodem een vereiste.

Hannie Zweverink, algemeen directeur CUMELA Nederland

U kunt ervoor kiezen uit te voeren wat door anderen is bedacht. U kunt ook zelf bijdragen aan het ontwikkelen van goede plannen en ideeën. Dat vraagt kennis en die kennis kunnen wij exploiteren. Heeft u deze kennis nog onvoldoende, laat u dan informeren op de infomarkt Bodem hoe en waar u die kennis kunt vinden. Op de infomarkt laten we u een preview zien van de e-learning die voor het beroepsonderwijs wordt ontwikkeld, zodat nieuwkomers in onze sector ook weer over voldoende basiskennis van de bodem beschikken. En… wanneer u het wenst, kan de e-learning ook voor en door werkenden worden gebruikt om hun kennis bij te spijkeren of op te frissen. Wij zijn benieuwd naar uw reacties! Een goede bodem is cruciaal voor de toekomst van Nederland en voor onze sector. Advisering en kennis worden steeds belangrijker. CUMELA wil voor de leden binnen alle secties de vraagbaak zijn. Door het thema bodem bij onze dienstverlening tot een vast gespreksonderwerp te maken, zorgen we voor het behoud van de waarde. We werken met goud en daar moeten we zuinig op zijn!

GRONDIG 2 2017

9


HOOFDARTIKEL Ontwerper moet Klic’en

ondernemen met

mensen

Hoofdaannemer verplicht om grondroerder te instrueren Minder schade en vooral minder stagnatie, dat is het doel van de nieuwe CROW-richtlijn Veilig graven. Met een rigoureuze ­verandering van werkwijze: de ontwerper is nu verplicht om eerst kabels en leidingen in beeld te brengen, inclusief het graven van proefsleuven. De hoofdaannemer (grondroerder) is verplicht om de feitelijk graver, ook al is het een onderaannemer, te ­instrueren over de ligging van kabels en leidingen.

Een jaar had de werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van netbeheerders, aannemers en ministeries en andere overheden nodig om nieuwe afspraken te maken over andere werkwijzen om schade aan kabels en leidingen te verminderen. Inderdaad, bijzonder snel, beaamt Jan van der Leij, die namens CUMELA Nederland aan het overleg deelnam. “Maar iedereen was ook overtuigd van de noodzaak om dit ­probleem nu eens goed aan te pakken.” Dat probleem is groter dan alleen de directe kosten door het sneuvelen van kabels en leidingen tijdens graafwerkzaamheden, besefte de hele projectgroep. “De grootste financiële schade is waarschijnlijk de stagnatie die optreedt in de uitvoering omdat bij aanvang van het werk opeens blijkt dat er geen rekening is gehouden met de kabels en leidingen. Hoe vaak lees je niet in de krant dat een werk nog niet kan beginnen of stil ligt omdat er problemen zijn met de kabels en leidingen.” Voor de werkgroep was een korte analyse van de problemen voldoende om te beseffen dat de werkwijze bij werkzaamheden in en op de ondergrond rigoureus anders moet. Dat heeft zich vertaald in een nieuw advies, dat afgelopen najaar

RISICOANALYSE

De ontwerper zegt: DAT gaan we anders doen! maar éérst een KLIC melding!

C

RM

10

GRONDIG 2 2017

is vastgelegd in de CROW 500. Daarin zijn nieuwe afspraken gemaakt over het in kaart brengen van kabels en leidingen en de verantwoordelijkheden van alle partijen in het proces, van ontwerp tot uitvoering.

Naar het begin van het proces De belangrijkste wijziging is dat het opsporen van kabels en leidingen helemaal naar het begin van het proces is gebracht. Afspraak is dat de ontwerpers van werk waarbij grond moet worden geroerd beginnen met de Klic-melding en het ter plaatse lokaliseren van de ondergrondse infrastructuur. “Dat is compleet anders dan tot nu toe”, bevestigt Van der Leij. “Waar tot nu toe in de meeste gevallen pas bij aanvang van het werk de ondergrondse infrastructuur werd bekeken, is het nu de ontwerper die moet gaan Klic’en. En dat is inclusief het maken van proefsleuven of scannen van de bodem om te kijken of alles ook op dezelfde plaats en diepte ligt als op de kaart aangegeven.” Als voorbeeld noemt Van der Leij het veranderen van een kruispunt in een rotonde. “In de nieuwe situatie moet de


ontwerper die voor de gemeente of provincie aan het werk is eerst aan het graven. Het resultaat daarvan wordt vastgelegd op de ontwerptekening, waarna ook kan worden bepaald of er kabels en leidingen moeten worden omgelegd.”

Ontwerper regelt omleggen Deze werkwijze betekent dat op dat moment de ontwerper al in overleg kan met de desbetreffende netbeheerder om indien nodig te zorgen dat het omleggen van kabels en leidingen wordt ingepland. Het klinkt nu inderdaad nog wat utopisch, vermoedt ook Van der Leij, maar het moet straks wel praktijk worden. “Dat is ook voor de opdrachtgever gunstig, want hij krijgt veel meer vat op de uitvoering van het project. Het voorkomt dat de start of uitvoering stil valt, omdat er plotseling blijkt dat kabels en leidingen moeten worden omgelegd.” In de richtlijn wordt van de netbeheerder een actiever gedrag verwacht dan voorheen. Hij is verplicht mee te werken aan het helder krijgen van informatie bij onduidelijkheden. Ook als in het veld kabels en leidingen niet kunnen worden gevonden, wordt van de netbeheerder verwacht dat hij zijn expertise inzet bij het zoeken.

Alles in bestek Afspraak in de nieuwe handelwijze is dat in de ontwerp­ tekening een overzicht is opgenomen van de ligging van de kabels en leidingen. In het bestek waar een aannemer op inschrijft, staat dus precies aangegeven waar de uitvoerder rekening mee moet houden. Een groot verschil ten opzichte van de huidige gang van zaken, waarbij de inschrijver eerst zelf onderzoek moet doen. “Dat betekent dus dat het voorkomt dat vijf keer voor hetzelfde gebied een Klic-voormelding wordt gedaan als vijf aannemers willen inschrijven. Ook qua administratieve lasten is dit dus een grote verbetering”, aldus Van der Leij. Nieuw is ook de afspraak dat in het bestek een risicoanalyse en maatregelenplan wordt opgenomen. Dit geeft de inschrijver direct inzicht in welke extra maatregelen in het werk nodig zijn om schade te voorkomen. Denk bijvoor-

Ingang richtlijn De nieuwe richtlijn CROW 500 is sinds 1 januari 2017 van kracht. Dit betekent dat de grondroerder vanaf begin dit jaar mag verwachten dat de hoofdaannemer hem een zorgvuldige graafinstructie geeft, inclusief kaarten met daarop de ligging van kabels en leidingen. De hoofdaannemer is daarbij verplicht de instructie te verzorgen. Besteedt hij het werk uit aan een onderaannemer, dan moet hij ook hem instrueren. Daarbij moet de onderaannemer weer de feitelijke graver instrueren. Daarbij maakt het niet uit of dat een eigen werknemer is of een ingehuurde kracht of bedrijf. Voor een cumelabedrijf dat zelf werk aanneemt, betekent de nieuwe werkwijze ook een duidelijke verandering. Ook zij zullen, wanneer ze eerst een ontwerp maken, dus moeten starten met een Klicmelding en het lokaliseren van kabels en leidingen.

beeld aan een asbestcement leiding die vlak langs een te graven sleuf ligt. In dat geval weet de aannemer dat er maatregelen nodig zijn. Als het goed is, zullen deze ook als aparte bestekspost in het bestek worden opgenomen.

Aannemer moet instrueren Een tweede belangrijke wijziging in de nieuwe richtlijn veilig graven is de nieuwe rol van de (hoofd)aannemer. Hij is namelijk verplicht om op basis van de kabel- en leidinginformatie de feitelijke graver te instrueren. Zijn werk begint na aanneming van het werk met het doen van een nieuwe Klic-melding. “Noodzakelijk, omdat er vaak een lange tijd zit tussen begin ontwerp en uitvoering. Met een nieuwe Klic-melding controleer je of er niet iemand tussentijds nog bijvoorbeeld een glasvezel- of CAI-kabel heeft ingegraven.”

De verantwoordelijkheid ligt nu waar hij hoort; bij de hoofdaannemer Aan de hand van deze nieuwe melding en de gegevens over de exacte ligging die de ontwerper heeft aangeleverd, moet de hoofdaannemer daarna zijn mensen instrueren. Harde afspraak is dat de hoofdaannemer zorgt dat hij zelf of zijn uitvoerder verantwoordelijk is voor het geven van aanwijzingen

GRONDIG 2 2017

11


ondernemen met

mensen

aan de man op de graafmachine. Daarbij maakt het niet uit of dat een eigen man is of bijvoorbeeld een ingehuurde onderaannemer. Bij de instructie hoort ook het maken van een proefsleuf, maar als het goed is, kan worden volstaan met een klein gat, stelt Van der Leij. “Door het lokaliseren in de ontwerpfase moet je de leiding of kabel snel kunnen vinden. Al moet je natuurlijk altijd wel rekening houden met de omstandigheden. Als er oude bomen staan, moet je als professional weten dat daar sprake kan zijn van een afwijkende ligging.” Vooral voor de onderaannemer of zzp’er die op het laatste moment wordt ingehuurd, is dit een forse verandering. Niet langer hoeft hij zelf een graafmelding te doen, maar kan hij erop rekenen dat hij van zijn opdrachtgever een instructie krijgt en een tekening met de ligging van de ondergrondse infrastructuur. “Feitelijk zijn ze daarna samen verantwoordelijk voor het lokaliseren van de leiding”, benadrukt Van der Leij. Wat zo bijzonder is aan de nieuwe regeling is het verdwijnen van de feitelijk graver in de regelgeving. “Een grote verandering voor cumelabedrijven die nu vaak als onderaannemer worden ingehuurd. Waar zij eerst alle verantwoordelijkheid kregen, zijn ze nu helemaal buiten beeld. De verantwoordelijkheid ligt nu helemaal waar dit hoort, namelijk bij de hoofdaannemer. Die moet zorgen dat hij de machinisten die hij aan het werk zet goed instrueert. Bij elk nieuw deelproject moet dat ook opnieuw gebeuren.” Natuurlijk is dit een verandering die niet direct merkbaar is, erkent de sectiesecretaris van de sectie en Grondverzet en cultuurtechniek van CUMELA Nederland. “Veel werk dat nu in uitvoering is, is nog tijdens de vorige regelgeving aanbesteed en in uitvoering genomen. De komende tijd zullen aannemers echter toch deze nieuwe rol op zich moeten nemen. Feitelijk zijn ze dat sinds 1 januari ook verplicht. Voor veel bedrijven in onze sector zal het betekenen dat machinisten moeten leren om te eisen dat ze bij aanvang van het werk een goede instructie krijgen. En anders: niet beginnen.” Hoewel hij beseft dat

12

GRONDIG 2 2017

Aansprakelijkheid Het is nog onduidelijk welke invloed de invoering van de nieuwe richtlijn zal hebben op de afwikkeling van schades, stelt Herman Arissen van CUMELA Verzekeringen. “De vraag is hoe de schadepraktijk zich zal ontwikkelen en op welke manier rechters de richtlijn zullen gebruiken om de aansprakelijkheid te beoordelen. Duidelijk is dat er meer verantwoordelijkheid wordt gelegd bij de (hoofd)aannemer. In het geval van schade zullen wij deze partijen hierop net als voorheen aanspreken”, aldus Arissen. Hij hoopt dat de verzekerden zich ­gesteund weten door de richtlijn en beter voor zichzelf opkomen, zowel voor en tijdens de werkzaamheden als achteraf in geval van schade. “Los daarvan blijft een g ­ ravende partij verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag. Als een (goede) instructie ontbreekt of als de situatie in de ondergrond niet (meer) duidelijk is, moet hij niet graven of daarmee stoppen.”

Voorlichting CROW 500 CUMELA Nederland organiseert in samenwerking met collega-branche­ organisaties de komende periode landelijk diverse voorlichtingsbijeenkomsten. Daarbij wordt u uitgenodigd uw directe partner (opdrachtgever of hoofd­ aannemer) mee te n ­ emen. De data van de voorlichtingsbijeenkomsten worden ­binnekort op de website van CUMELA Nederland bekend gemaakt.

onderaannemers dat moeilijk vol zullen houden tegenover grote aannemers verwacht Van der Leij dat deze toch hun werkwijze zullen aanpassen. “Agentschap Telecom krijgt ­namelijk veel meer mogelijkheden om opdrachtgevers aan te pakken, want nu is vastgelegd dat zij verantwoordelijk zijn. Blijkt dat ze niet doen wat wettelijk is vastgelegd, dan kunnen ze tegen forse boetes oplopen. Voor grote bedrijven als KWS en Heijmans is dat € 25.000,- per overtreding. Ik hoop dat dat voldoende is om ze hun verantwoordelijkheid te laten nemen, zodat we er echt in slagen om de schade aan kabels en leidingen nog verder terug te brengen.”

TEKST: Toon van der Stok ILLUSTRATIE: Rob Mulder


R F e w u De nie

T R E D N A R E V

S L E G E R DE SPEL

Boek nu uw demo met een tractor of oogstmachine op WWW.NEWHOLLANDDEMO.NL

FR650: BESTE VAN ZIJN KLASSE

BRANDSTOFEFFICIËNTIE Brandstofverbruik en doorvoer in graan

0,5 LITER/TON graan 8 mm haksellengte

GEAVANCEERDE MOTOREN, HOGERE PRODUCTIVITEIT, MINDER BRANDSTOF: HAKSELEN VOLGENS NIEUWE REGELS. De nieuwe FR Forage Cruiser legt de lat hoger. Door verder te bouwen op de vermaarde New Holland-functies bieden we u de hakselaar van de nieuwe generatie. Aangedreven door nieuwe krachtbronnen: de Tier 4B-conforme Cursor 13 en de ECOBlue™ HI-eSCR Cursor 16 ‘Motor van het Jaar 2014’. In de nieuwe ultracomfortabele cabine bedient u alles met de vingertoppen. Het nieuwe verlichtingspakket laat u de klok rond werken en zowel overdag als ‘s nachts hakselen. De nieuwe PowerCruise™ met Ecostand doet u brandstof besparen door het toerental automatisch te verlagen wanneer het tempo zakt, op de wendakker of in lichte gewassen. De nieuwe Forage Cruiser levert u 5% meer capaciteit met 21% minder brandstof*. De beste hakselkwaliteit in zijn klasse. *Nieuwe FR650 vs. vorige FR700

NEW HOLLAND TOP SERVICE 00800 64 111 111


ondernemen met

mensen

PORTRET JANNEKE WIJNIA

“Laat me netwerken en ondernemers ontmoeten” Op 28 maart aanstaande wordt Janneke Wijnia tijdens de algemene ledenvergadering in Harderwijk bij de leden van CUMELA Nederland voorgedragen als nieuwe algemeen directeur, als opvolger van Hannie Zweverink. Daarom in deze Grondig een kennismaking met haar. Stel jezelf eens voor aan onze leden…

En hoe kom je terecht in de windmolens?

“Janneke Wijnia-Lemstra, opgegroeid in de Noordoostpolder. Getrouwd met Jack Wijnia, die samen met zijn broer Wierd een akkerbouwbedrijf voert in Espel, waar we ook wonen. Jack en ik hebben twee kinderen: Laura (21), die plantenwetenschappen studeert in Wageningen, en Jacco (19), die is begonnen aan zijn studie Agrarisch ondernemerschap Tuin- en akkerbouw in Dronten. Zelf heb ik een fiscaal-juridische achtergrond. Na het vwo en een Schoevers-opleiding vond ik het tijd om te gaan werken. Na een paar maanden bij een aannemersbedrijf dacht ik: is dit alles? Ik kan meer dan dit. Dus heb ik de baan opgezegd, me ingeschreven in Utrecht en ben daar rechten gaan studeren. Omdat ik tijdens de studie Jack leerde kennen, was ik met grote regelmaat in de Noordoostpolder te vinden. Meewerken op het akkerbouwbedrijf ligt voor de hand, maar was niet noodzakelijk. Jack heeft me altijd gestimuleerd en gesteund om een eigen loopbaan te volgen.”

“Eind jaren negentig besloot de gemeente om in te zetten op grootschalige windenergie langs de dijken aan de westkant van de Noordoostpolder. Een groep boeren wilde hierin graag deelnemen. Daar ben ik hen bij gaan helpen, met alles wat daarbij komt kijken: financiering, subsidies, politieke lobby, samenwerken met een energiemaatschappij… Veel geduld hebben, kleine stapjes vooruit en soms terug. Veel overheden en milieugroeperingen waren op positieve wijze betrokken, maar er was ook tegenstand. Ik vond het leuk werk en raakte steeds meer betrokken. Na verloop van tijd werd ik - naast mijn werk - ook secretaris voor het initiatief en vervolgens voorzitter van de Koepel Windenergie Noordoostpolder. Voor de bouwfase ben ik gevraagd om financieel directeur bij NOP Agrowind te worden. Een collega ging het projectmatige deel van de directietaken vervullen.”

“Revolutie of evolutie? Door evolutie krijg je zaken beter bedacht en gerealiseerd. Revoluties beschadigen vooral. Vaak onherstelbaar.” De volgende stap? “Na de studie ging ik aan de slag bij een wetenschappelijke uitgeverij in Lelystad. Eerst als redacteur voor juridische uitgaven, na verloop van tijd als adjunct-uitgever en vervolgens als organisator van congressen. Daar heb ik geleerd om met veel en zeer diverse mensen om te gaan. De Gibo Groep, tegenwoordig Flynth adviseurs & accountants, werd mijn volgende werkgever. De kinderen waren jong en ik wilde me vanwege mijn werk meer inhoudelijk verdiepen in mijn vak. Daarom ben ik - naast drie dagen in de week werken - in Tilburg postdoctoraal belastingkunde gaan studeren. Een heel georganiseer, maar het is gelukt.”

Wat neem je mee van jullie boerderij? “Dat er hard moet worden gewerkt, maar ook de liefde voor het vak. Ook al zit het soms tegen door de grillen van de natuur, er wordt hier met plezier gewerkt. Jack en zijn broer hebben het bedrijf overgenomen van hun vader en vaak gaat het bij ons aan de eettafel - met de kinderen erbij - over het bedrijf en de volgende generatie. Onze zoon lijkt interesse te hebben om het over te nemen, maar hij is nog jong. Onze dochter sluit ook niet uit dat ze in het akkerbouwbedrijf aan de slag wil, maar zou daarnaast ook graag een eigen loopbaan willen.”

14

GRONDIG 2 2017

Wat hebben jullie gerealiseerd? “Samen met onze dertig boerenbedrijven - in totaal honderd personen - hebben we in de afgelopen tijd 26 van de in totaal 86 windmolens van het Windpark Noordoostpolder gebouwd. Het is een project dat voor een groot deel in lokale handen is gebleven en waarvan de revenuen terugvloeien naar onze streek.”

Als anderen over je spreken, welke drie sterke eigenschappen komen er op tafel? Na even nadenken komen hard werken, een coöperatief karakter, betrokken en verantwoordelijk op tafel. Dat zijn er dus vier…

Waarom pas jij goed bij CUMELA? Eerste reactie: “Mijn agrarische thuis en mijn voorliefde om met ondernemers samen te werken…” Janneke vult dat aan met haar netwerk in Flevoland en vanuit bestuursfuncties die ze invulde bij VNO-NCW Flevoland en als commissaris bij de Rabobank. Haar scoop is breder dan agrarisch. Ze kent diverse ondernemers in de cultuurtechniek, in de bouw, in het grondverzet. “Ik voel me goed bij betrokken collega’s, bij mensen met een nuchtere en praktische kijk op zaken doen. Op ondernemers die vooruit willen. Juist voor deze op-en-top ondernemers is het van groot belang om de cumelasector nog beter op de kaart te krijgen bij beleidsmakers, ambtenaren en politici. Via netwerken zoals binnen VNO-NCW, in Europa, maar ook in de regio. Ik vind het bijvoorbeeld geweldig dat CUMELA sterk focust op de bodem. Daar liggen kansen voor onze sector. De bodem is écht een onderwerp waarbij cumelaondernemers zich kunnen onderscheiden naar hun klanten. Waar ze hun meerwaarde in kunnen bewijzen. Het is belangrijk om daar de komende jaren sterk op in te zetten!”


Waar kijk je naar uit bij CUMELA? “Ik zie het echt als geweldige uitdaging. Anders dan wat ik gedaan heb, al realiseer ik me wel dat ik het één en ander meeneem dat voor CUMELA interessant is. De financiële en juridische achtergrond is van belang in de nieuwe functie, waarin ik ook verantwoordelijk ben voor CUMELA Verzekeringen. Daar wil ik mede leiding aan geven en de komende jaren ingroeien in de ins en outs van een eigentijdse brancheorganisatie. Ik kijk echter ook uit naar opnieuw samenwerken. Naar het positieve gevoel om gezamenlijk - de organisatie en haar leden - belangrijke zaken tot stand te brengen. Ik wil zeker niet alleen op kantoor zitten. Naast de organisatorische verantwoordelijkheid zijn netwerken, ondernemers ontmoeten en luisteren naar hun praktijk mijn ambities. Informatie verkrijgen die belangrijk is om mee te nemen in sectorprofilering, in de externe vertegenwoordiging.”

“Of er werk is waar ik een hekel aan heb? Als het moet gebeuren, dan moet het gebeuren. Simpel. Gewoon aanpakken. Des te eerder kun je verder met de leuke en waardevolle zaken.” En in je vrije tijd? “Dan ben ik het liefst lekker buiten. In de tuin, sporten. En omdat Jack in de zomer zijn handen vol heeft aan ons akkerbouwbedrijf maken we in de winter tijd om op vakantie te gaan. Skiën, met onze kinderen, met vrienden.”

Wat is je levensmotto? “Leer door te leven en leef door te leren!” Dat legt Janneke uit: “Dat moet gewoon. Tenminste, dat wil ik. Niet alleen het leren in de schoolbanken of via cursussen. Ook van alles wat je doet, moet je willen leren. Dat geldt zeker ook voor ondernemers en medewerkers in de cumelasector.”

Met internet en sociale media, alles is zichtbaar en vindbaar. Is er voor de komende generatie nog een rol voor een brancheorganisatie? Janneke, stellig: “Ja, alles lijkt beschikbaar. Maar wie komt met de echte antwoorden, de concrete oplossingen? Wie zorgt dat de juiste boodschap bij de juiste ontvanger terecht komt? Wie zorgt voor platforms waar je elkaar kunt ontmoeten, waar je met andere ondernemers of bedrijfsopvolgers in contact komt en blijft? Waar je van elkaar leert? Ik denk dat we jongeren moeten helpen om te ontdekken dat er meer is dan internet. Dat er een partij is die zich voor jou inzet. Die jouw belangen voor ogen heeft.”

Wat moet er op 28 maart gebeuren als je wordt voorgedragen? “Ik hoop dat de leden positief zijn over mijn benoeming, dus de vingers in de lucht! Ik heb een hekel aan haantjes en dus ga ik niet voor de titel of het aanzien. Ik weet echter dat ik binnen CUMELA een goede bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van de sector, van de leden en van de brancheorganisatie. Dienend, maar ook sturend. Met elkaar.” TEKST: Michiel Pouwels FOTO: Evelien fotografie

GRONDIG 2 2017

15


U wilt toch ook weten wat er in de mest zit? Dat kan met de NIR techniek van Zunhammer, de VAN-Control 2.0.

VAN-CONTROL 2.0: • Isobus compatible • Ervaring sinds 2005 • Patent op pompregeling • Aansturing op basis van taakkaarten • Geschikt voor sleepslang • Scherp geprijsd • Demo NIR sensor beschikbaar

Neem voor meer informatie contact op met RosierGreidanus, importeur van Zunhammer mesttanken van Benelux. www.rosiergreidanus.nl Wietze Rosier: 06-52505725 Siebren Greidanus: 06-19502344

De VAN-CONTROL kan meten wat er in de mest zit aan Drogestof gehalte, Stikstof, Fosfaat, Kali & Ammonium Door de combinatie van de unieke pompregeling en de VAN-CONTROL 2.0 kan realtime de gift worden afgestemd op de hoeveelheid stikstof in de mest. Hierdoor wordt de opbrengst verhoogd van het gewas, dit kan oplopen tot wel 10 tot 15 %.

ING FINANCIER %* VANAF 0,99

ONTDEK HET NU ZELF: BLAUW WERKT!

* informeer naar de voorwaarden

Hallo, wat kunnen wij doen voor u? Netjes dat we dit vragen toch, vindt u niet? Voor ons is dit vanzelfsprekend! Bij LEMKEN neemt u als loonwerkers een heel bijzondere plaats in. Wij zijn geïnteresseerd in uw mening en staan open voor suggesties en wensen! Juist daarom zijn onze landbouwmachines zoals ze nu zijn: efficiënt, veelzijdig en hoogwaardig. Overtuig uzelf! En ontdek wat veel loonwerkers al lang weten: Blauw werkt!

lemken.com

Geld sparen – Kemper fahren nt! Vroeg beslissen loo

Wereldwijd de nr. 1 bij maïsbekken

Maak nu gebruik van de voorverkoop korting: Fred van der Eijk | Telefoon: +31 610 93 43 53 info@kemper-stadtlohn.de


De vooruitgang ervaren.

Liebherr wielladers L 550 XPower® - L 586 XPower® Brandstofbesparing tot 30 % door Liebherr-XPower aandrijflijn met Liebherr-Power-Efficiency (LPE) Maximale efficiëntie bij alle toepassingen dankzij seriematige combinatie van hydrostatische en mechanische aandrijflijn Comfortabel en veilig werken dankzij ontwerp van cabine en motorkap voor optimaal zicht Wynmalen & Hausmann Import N.V. Ressenerbroek 7 6666 MP Heteren Tel.: +31 26 47 90 531 E-mail: info@wynmalenhausmann.nl www.facebook.com/LiebherrConstruction www.wynmalenhausmann.nl


STERK WERK Samen sterker

ondernemen met

mensen

Samenwerking Gebr. Reintjes en Timmermans Agri-Service Zelf specialiseren, elkaar niet in het vaarwater zitten en zo samen sterker opereren onder de deels overlappende klantengroep, dat is wat Gebr. Reintjes en Timmermans Agri-Service sterker maakt. Die samenwerking kreeg afgelopen najaar een extra stimulans door de deelname aan Alpe d’HuZes, een missie met een bijzondere maar ook pijnlijke lading vanwege kanker in eigen kring. Wat dat losmaakt, is bijzonder. Om maar met de deur in huis te vallen: u moet even kijken naar het filmpje dat Frank Reintjes en Harm Timmermans op de Facebook-pagina’s van Gebr. Reintjes en Timmermans Agri-Service BV hebben gezet. Het is heel treffend voor de samenwerking en de extra band die is ontstaan. Het was bedoeld als leuke opwarmer voor het AlpduFest op 11 maart als één van de afsluitende acties om geld binnen te halen voor hun Big Challenge 23-Agrifac-loonwerkteam. Het filmpje is op ludieke wijze uitgevoerd met een leuke uitsmijter en tegelijk treffend voor de saamhorigheid, die nog is versterkt door de deelname aan Alpe D’HuZes. Voor

18

GRONDIG 2 2017

het team is het letterlijk voor de naasten rijden, omdat Carla Timmermans, de vrouw van Harm, al enige tijd vecht tegen alvleesklierkanker en het vanwege de onvoorspelbaarheid van de ziekte niet eens zeker is of zij Harm en hun gezin kan bijstaan met deze uitdaging. Tegelijkertijd is Carla één van de trekkers van het Alpe d’HuZes-team. De gezamenlijke inzet van het hele team, inclusief Carla, is om geld (het streefbedrag is € 45.000,-) binnen te halen voor de kankerbestrijding. Wanneer het Carla niet meer baat, hoopt het team in elk geval dat er op termijn anderen wel mee worden geholpen.


De twee bedrijven Timmermans Agri-Service BV in America is een gespecialiseerd gewasverzorgingsbedrijf met een aparte bloembollenspoelerij en een bemestingsadviestak. Het heeft ook niet-chemische onkruidbestrijding op verhardingen opgepakt, voert teeltgrondverbeteringen uit en heeft een tak plaatsspecifieke bemesting. Het bedrijf, geleid door Harm en Connie Timmermans, heeft twaalf vaste medewerkers. Het bedrijf is ISO 9001-, VKL*- en CDG-gecertificeerd. Gebr. Reintjes BV is een sterk op de landbouw georiënteerd loonbedrijf in het Limburgse Veulen, gespecialiseerd in gras, mest en maïs. Het heeft een mesttransporttak voor het regionaal transporteren van mest naar de mestverwerkers in de regio. Daarnaast verricht het ook grond- en rioleringswerk. De mannen van Reintjes BV zijn handige uitvinders en landelijk bekend van de Silage Eater. Het bedrijf, gerund door de neven Henri en Frank Reintjes, heeft twaalf vaste medewerkers. Het bedrijf is VKL*-gecertificeerd.

Samenwerking gegroeid De bedrijven Gebr. Reintjes in Veulen en Timmermans AgriService in America liggen dicht bij elkaar en er is dus een grote overlap in de regio waar ze werken. Timmermans Agri-Service heeft zich al jaren gespecialiseerd als gewasverzorgingsbedrijf. Het heeft zeven zelfrijdende Agrifac-spuiten draaien, doet aan bodembemonstering met bijbehorend bemestingsadvies en dito toediening en heeft daarnaast nog een bloembollenspoelerij. Gebr. Reintjes, gerund door de neven Frank en Henri, is een veelzijdig, breed georiënteerd landbouwloonbedrijf, dat zich de laatste jaren heeft gespecialiseerd in mest, gras, maïs, grond- en rioolwerk. Beide bedrijven hebben ervoor gekozen om elkaar niet te beconcurreren, maar juist samen te werken en daarin keuzes te maken. Een onderdeel van de samenwerking is wel dat Reintjes een aantal jaren geleden zijn zelfrijdende spuit heeft verkocht aan Timmermans en de gewasverzorging nu geheel aan Timmermans overlaat. Aan de andere kant is Reintjes zijn partner in onder meer de afname en het afzetten van zwarte grond die vrijkomt bij het wassen van de bollen. Beide ondernemers zijn bijzonder te spreken over de effecten van deze manier van samenwerking. “Het geeft ons de mogelijkheid onze specialismen sterker te maken, vooral bij ons op het gebied van mesttransport en -verwerking”, zegt Frank: “We hebben hierbij geen concurrentie van Timmermans, maar kunnen de specialiteiten van dat bedrijf wel inzetten.” Harm wijst ook op het niet samenvallen van de piekperiode. “Gebr. Reintjes heeft de grootste piek in het vroege voorjaar, wij daarna. In die periodes wisselen we personeel uit”, aldus de ondernemer. Beide heren wijzen ook nadrukkelijk op de positieve uitwerking op deze vorm van samenwerking. “De klanten kennen de rolverdeling en spelen ons dus, voor zover dat van toepassing zou kunnen zijn, ook niet tegen elkaar uit”, stelt Harm vast. “Eerder het tegendeel. Nu ze het weten, bellen ze rechtstreeks naar ons of naar Reintjes.” Dat beide bedrijven zich verder specialiseren, is onder andere te zien aan het pilotproject Mineralenconcentraat met mestcode 120 waaraan Reintjes deelneemt. Het bedrijf heeft er al een uitrijdcombinatie voor ontwikkeld. Timmermans Agri-Service BV is volop bezig met het doorontwikkelen en

implementeren van het toedienen van vloeibare kunstmest met de zelfrijdende spuit. Dit wordt gekoppeld aan zijn bodemanalyses en bemestingsadviezen, desgewenst plaatsspecifiek.

Loonwerkteam Harm Timmermans en Frank Reintjes zijn beiden sportief aangelegd. Beide heren komen elkaar ook tegen op de plaatselijke mountainbikeclub. Frank had het meedoen aan Alpe d’HuZes al op zijn bucketlist staan. Dat was bij Harm niet het geval, maar de ziekte van Carla was de aanleiding om te gaan trainen voor Alpe d’HuZes. Het idee kwam in een stroomversnelling toen ze eind vorig jaar in contact kwamen met de Big Challenge-organisatie, die voor Alpe d’HuZes

Op naar een sectorteam Het Big Challenge 23-Agrifacteam van Frank Reintjes en Harm Timmermans bevat, naast diverse vrijwilligers, zeventien leden die de Alpe d’Huez gaan bedwingen. Het team van Frank en Harm ziet het voorlopig als een eenmalige actie, waarbij er vooral regionaal geld bij elkaar is gebracht. Frank en Harm hopen dat andere bedrijven in onze sector het voortouw gaan nemen voor een landelijk sectorteam met dito bereik om sponsorgelden te genereren. Onder de slogan ‘Niet komen is geen optie’ organiseert het team zelf op 11 maart als één van de afsluitende activiteiten het AlpduFest. Dit feest zal plaatsvinden bij Timmermans Agri-Service. Frank en Harm zien dit als een feest voor iedereen die een steentje wil bijdragen en zich wil oriënteren voor een volgende editie.

GRONDIG 2 2017

19


ondernemen met

mensen

Gebroeders Reintjes zijn bekende ontwikkelaars van hulpmiddelen, zoals de Silage Eater die door Flingk wordt vermarkt en deze speciale silagevork voor trekkers met omkeerinrichting.

Mest is een speerpunt bij Reintjes, waaronder transport naar en van de mestverwerkingsinstallaties. Reintjes doet mee aan het pilotproject Mineralenconcentraat met mestcode 120.

Timmermans ziet als gespecialiseerd gewasverzorgingsbedrijf het toedienen van vloeibare mest doorzetten. Hiervoor zet het bedrijf al een zelfrijdende spuit in met een Yara-N-sensor.

Timmermans verzorgt voor bedrijven bodemanalyses, geeft bemestingsadviezen, voert teeltgrondverbeteringen uit en dient meststoffen desgewenst plaatsspecifiek toe.

teams met een agrarische achtergrond organiseert. Er was nog geen loonwerkersteam. Beide heren vermoedden dat er ook in onze sector genoeg mensen zijn die in zijn voor zo’n evenement, zich willen inzetten voor de kankerbestrijding en zo onze sector ook nadrukkelijker op de kaart willen zetten. Agrifac stapte meteen in als hoofdsponsor. Het pakte al snel anders uit. “Toen de omgeving hoorde dat wij het Big Challenge Agrifac 23-team wilden oprichten, hadden we het team zo vol”, vertelt Harm. De ziekte van Carla speelt daarin een belangrijke rol. Het is daarmee meer het Timmermans en Reintjes-team, aangevuld met vrienden, kennissen en relaties uit de omgeving. “We hebben nog wel wat reacties elders uit Nederland gehad, maar de respons was laag. Erg vonden we dat niet, omdat we het team in de eigen regio snel vol hadden”, aldus Timmermans. Dat had ook een keerzijde. Je moet toch € 45.000,- als sponsorgelden bij elkaar zien te krijgen in die beperktere regio. Onder het motto ‘opgeven is geen optie’ werden de schouders eronder gezet om de laatste middelen bij elkaar te krijgen, met als één van de belangrijkste gangmaaksters Carla zelf.

20

GRONDIG 2 2017

Verwondering Wat er daarna in de regio gebeurde, was voor het hele team een warme douche. Frank en Harm zijn daar eensluidend over. “Het is onvoorstelbaar als je ziet wat mensen uit de omgeving, waaronder ook collega-loonbedrijven, bedrijfsleven en klanten, doen om de middelen bij elkaar te brengen”, vertelt Frank. “Dat alleen is voor ons al een kroon op het werk en een grote steun voor Carla. Plus natuurlijk het meeleven en het meedoen van het personeel van de beide bedrijven. Vanuit dat oogpunt hebben we ons doel natuurlijk allang bereikt. Dat we gaan fietsen en wandelen, is niet eens meer het belangrijkste. Het belangrijkste is de speciale band die er in de directe omgeving is ontstaan om de strijd tegen kanker aan te gaan en de bijzondere steun voor de strijd die Carla met de ziekte aangaat. Op deze manier hebben we onmacht omgezet in kracht.” TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Reintjes, Timmermans, Vreemann


* In rt d st a form eer bij uw Physio

de d et

i

bu

op inve stering granul aatstro oier*

te ur naa r

retour

ails.

250,r ist

grow, care and share Timac Agro Nederland B.V. Tel. +31 (0)10 204 55 53 timacagronederland@roullier.com

www.physiostart.nl www.timac-agro.nl


ondernemen met

vaktechniek

PROFILEREN

Beek omgelegd Den Ouden Aannemingsbedrijf realiseert Ligne-project in Sittard

Met een ambitieus opknapproject wil Sittard de stad een oppepper geven. Een belangrijk onderdeel daarvan is het Ligne-project. Den Ouden Aannemingsbedrijf kreeg de opdracht voor het herinrichten van de openbare ruimte met het beste idee om de Geleensebeek ongehinderd door te kunnen laten stromen. Ook al was zelfs die omleiding niet bestand tegen de watervloed van juni vorig jaar.

22

GRONDIG 2 2017


Project: Opdrachtgever: Aanneemsom: Looptijd: Werkzaamheden:

realisatie Ligne-gebied, Sittard gemeente Sittard 5,5 miljoen euro augustus 2015 tot juli 2017 complete herinrichting Ligne-gebied in Sittard, inclusief aanleg riool, verleggen kabels en leidingen en aanbrengen van bestrating in nieuwbouwgebied. Daarnaast herstellen waterloop Geleenbeek en aanleg natuurlijke oever.

Teamleider Marco van Laarhoven wil vooral samen met zijn mensen zorgen voor een optimale uitvoering van het werk. Iedereen heeft daarin zijn eigen verantwoordelijkheid.

In de keet van Den Ouden Aannemingsbedrijf, een onderdeel van familiebedrijf Den Ouden Groep uit Schijndel, hangt een mooi whiteboard. ‘Verbeterbord’ staat er boven. Hoewel er nu niets op staat, wil dat niet zeggen dat het niet werkt, stelt uitvoerder Marco van Laarhoven “Toen we hier anderhalf jaar geleden begonnen, stonden er elke week wel een aantal opmerkingen en ideeën op. Daar is het ook voor bedoeld. We willen de mensen graag laten meedenken over hoe we een werk zo goed en slim mogelijk kunnen uitvoeren. Zeker in het begin loop je tegen allerlei onverwachte zaken aan. Dan is het mooi als je dat met elkaar op kunt oplossen. Vaak hebben de mensen die aan het werk zijn namelijk de beste ideeën.” De kans op onverwachte zaken is extra groot als je zo’n project wat verder van huis hebt, weet Van Laarhoven. “Het betekent dat je de omgeving niet kent, onbekend bent met de bodem en je niet even snel iets op de zaak kunt halen. Het is dus van belang dat je continu goed nadenkt over hoe je de dagen daarna verder moet.” Het project dat Van Laarhoven onder zijn hoede heeft, is even groot als ambitieus. Het staat in Sittard bekend als het Ligne-project. Het betreft het opknappen van het westelijk deel van het stadshart. Op de plaats waar nu wordt gewerkt, stond eerst een oude, vervallen supermarkt. Die is gesloopt en daarna zijn er een bibliotheek, een vestiging van de Hogeschool, een cultuurhuis en diverse winkels en woningen gerealiseerd. Na deze grootschalige nieuwbouw kreeg Den Ouden Aannemingsbedrijf de herinrichting van het openbaar gebied om deze gebouwen gegund, een order met een aanneemsom van 5,5 miljoen euro. Dit betrof niet alleen het bestraten van de wegen en pleintjes in het gebied, maar ook het opnieuw zichtbaar maken van de Geleenbeek, in de volksmond ook bekend als de Keutelbeek. Deze beek loopt in een enkele honderden meters lange koker onzichtbaar onder Sittard door. Ter hoogte van het Ligne-project moest deze koker worden verwijderd en moest er een nieuw natuurlijk stroomgebied worden aangelegd.

Wild stromend riviertje Vooral de oplossing die Den Ouden Aannemingsbedrijf bedacht om deze beek ongehinderd door te kunnen laten stromen, leverde in dit EMVI-bestek veel bonuspunten op. Gealarmeerd door berichten dat dit stroompje de Keutelbeek wel een lieflijk klinkende naam heeft, maar ook kan uitgroeien tot een wild stromend riviertje, besloot het bedrijf een complete omleiding in het plan op te nemen. “Waar andere bedrijven met pompen en leidingen aan de slag wilden, besloten wij om een complete bypass in het programma op te nemen. Met damwanden hebben we vanaf het nieuwe eindpunt van de koker een nieuw afvoerkanaal aangelegd. Deze eindigt bij het oude einde van de koker.” Hoe belangrijk deze oplossing was, bleek vorig jaar juni. In de periode dat in Limburg en Brabant akkers onder water liepen, hagelstenen daken en gewassen vernielden en overal noodpompen stonden, begon ook de Geleenbeek te stijgen. Er kwam zoveel water dat de koker van boven tot onder was gevuld met water. Zoveel dat zelfs het tijdelijk afvoerkanaal niet meer toereikend bleek, herinnert Van Laarhoven zich met ontzag. “Het is niet normaal wat een water er dan plotseling via zo’n beekje naar beneden komt. Het waterpeil steeg zo ver dat het over de damwand heen toch in onze werkput liep.

GRONDIG 2 2017

23


1 Tegen de damwand ondernemen met die de fundering van de gebouwen opsluit, ­worden nieuwe kade­ muren opgehangen. De hoogwerker fungeert als zekerheid om terugkippen te voorkomen.

vaktechniek

2 In het werk is het telkens zoeken naar de beste uitvoering. Van Laarhoven maakt daarvoor graag gebruik van de ervaring en ideeën van de werkers in het veld.

1

2

3 Vanaf de koker krijgt de beek straks zijn oude vorm. Links is de kadermuur te herkennen, waarin het profiel al is gemonteerd. Waar nu de beek stroomt komt straks weer een leemlaag. 4 In de directiekeet hangt het Verbeterbord. Iedereen kan daar alles op kwijt over aanpassingen die het werk kunnen versnellen of vereenvoudigen. Het bord zorgt dat er niets wordt vergeten.

3

Op een gegeven moment stond alles onder water. Door het afvoerkanaal kon het water echter wel weg. Dat moest ook wel, want anders zou het voor Sittard blijven staan en zou de hele stad onder water lopen. Dan zie je ook hoe belangrijk het is om juist met het water in deze plannen rekening te houden. Met pompen had je dat nooit gered.”

Zonder grote overlast Nu, begin februari, is daar niets meer van te merken. De beek stroomt weer lieflijk en de bodem van de oude koker is nu de werkvloer voor de mensen die bezig zijn om tegen de gebouwen de nieuwe kademuren aan te brengen. Hoewel deze deel lijken uit te maken van de gebouwen die er boven staan, behoort dit deel niet tot de utiliteitsbouw, maar is het onderdeel van de herinrichting van de openbare ruimte. Het betekent voorzichtig manoeuvreren om met een telekraan de grote betonnen platen op hun plaats te krijgen. Deze worden gemonteerd en vormen daarna direct de kade waar de beek langs stroomt. Tegelijkertijd worden ook de bruggen gebouwd die straks de verbinding vormen tussen het winkelgebied en het tegenoverliggende recreatieterrein. De brughoofden worden nu gebouwd, waarna de bruggen worden aangebracht en vervolgens de grond rond de

24

GRONDIG 2 2017

4 bruggenhoofden wordt weggegraven. Dan begint ook de afwerking van de andere oever, die een veel natuurlijker karakter moet krijgen, met groenstroken en een gedeelte met een soort kasseienbekleding. Als al het kadewerk is gedaan, wordt ook de bodem van de oude koker gesloopt en krijgt de rivierbedding zijn definitieve vorm. Het betekent het aanbrengen van een leemlaag met daarin wat kleine eilanden van stenen om het een natuurlijk karakter te geven. Doel is om het hele project voor de bouwvak gerealiseerd te hebben. Nu een groot deel van het werk is gerealiseerd, blijkt het gebied al te leven. Rond de Hogeschool en de bibliotheek is het al een komen en gaan van mensen. Vol trots loopt Van Laarhoven over het stuk dat al is opgeleverd. Daarbij zijn vooral onder de grond kunststukjes gerealiseerd, zoals drie nieuwe riolen onder de doorgaande zuidelijke rijksweg die de noordgrens van het gebied vormt. Deze weg met een lengte van 800 meter is in drie maanden tijd volledig opnieuw ingericht. Den Ouden Aannemingsbedrijf bedacht daarvoor een oplossing die omwonenden en winkeliers aanstond. Door het werk links en rechts te scheiden, bleef er ruimte voor het doorgaande fietsverkeer. Met een strakke planning bleek het mogelijk om binnen het gestelde tijdsschema en zonder grote overlast de weg geheel nieuw in te richten.


5 Onder het nieuwe Cultuurplein ligt een enorme verzameling mantelbuizen. Ondanks het grote aantal zijn ze nu al bijna allemaal in gebruik. In speciale putten kunnen kabels via verschillende mantelbuizen naar de plaats van bestemming.

5

6

7

6 Onder in de bypass is een werkvloer gestort om te voorkomen dat de beek de bodem nog verder uit zou slijten. Na herstel van de beekbedding wordt deze weer verwijderd. 7 In het recreatieterrein komt een speciaal karrenspoor voor de bevoorrading van achterliggende winkels.

8 Kunststukjes Rondom de nieuwe gebouwen liggen ondergronds nog een aantal andere kunststukjes. Zo is er onder het Ligne-plein een parkeergarage waarvan het dak vlak onder de straat ligt. Het betekent dat in een heel dunne laag alle riolen en mantelbuizen moesten worden weggewerkt. Om schade door vorst te voorkomen, ligt er ook drainage om het zand onder alle omstandigheden zo droog te houden dat de kans op opvriezen nihil is. Een grote hoeveelheid mantelbuizen met op strategische knooppunten verbindingsputten moet voorkomen dat het straatwerk de komende jaren weer herhaaldelijk open gaat. Projectleider Geert-Jan Aalbers is trots op de prestatie die Marco en zijn team hebben geleverd, maar wijst ook op de goede samenwerking die het team heeft met Gemeente Sittard. “In de voorfase kun je mooie oplossingen bedenken, maar in de uitvoering maak je samen met elkaar een project wat moet leiden tot het gewenste eindresultaat.”

9

Oudere werknemers Op het werk valt ook iets anders op: het ontbreken van jongere medewerkers. Alle mensen die bezig zijn met rioolputten, bruggenhoofden en het maken van aansluitingen behoren tot de groep dertigplussers. Een ontwikkeling die Van Laarhoven zorgen baart. “Er zijn niet veel jongeren meer die dit werk willen doen. Als dat zo doorgaat is de grondwerker over vijftien jaar bijna niet meer te vinden, terwijl dit het mooiste werk is wat er is. Elke dag maak je namelijk wat anders. Van het metselen van putten tot het aanbrengen van een brug en van het aanleggen van een riool tot het maken van het straatwerk. We zullen de jeugd bewust moeten maken dat hier binnen ons vakgebied prachtige uitdagingen liggen.”

8 Aan de noordkant van het gebied is in de eerste fase een doorgaande straat vernieuwd. Door een strakke planning kon deze klus in drie maanden worden geklaard, waarbij er ruimte bleef voor het langzame verkeer. 9 Op sommige plaatsen zijn in het werk rioolputten gemetseld om een aansluiting te maken van het nieuwe op het bestaande riool. Mooie klussen voor de grondwerkers.

TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Toon van der Stok, Marco van Laarhoven

GRONDIG 2 2017

25


We delen uw passie voor duurzame landbouw die uw gewassen waardevoller maakt.Het bereik van de nieuwe Trelleborg TM1060 biedt een hogere efficiĂŤntie voor trekkers van 80 tot meer dan 300 pk. Het vrijwaart uw bodem van verdichting en maakt uw activiteiten productiever. Bescherm uw gewassen als edelstenen. www.trelleborg.com/wheels/nl

Die wil alleen maar harken

www.krone-nederland.nl

KRONE Swadro harken

Complete programma harken met werkbreedtes vanaf 3,5 tot 20 meter DuraMax geharde curvebaan met 3 jaar garantie Kogelgelagerde tandarmen uit 1 stuk = onderhoudsvrij en spelingvrij KRONE Jet-effect = heffen en laten zakken van de elementen zonder gewas verontreiniging KRONE Lift-tanden = sneller harken en minder verontreiniging Perfecte vierkant zwadvorm en schoon harkwerk

Zuid-Nederland: Ad van den Hurk 0653-241918

Noord-Nederland: Martijn van Middelkoop 0651-346841


Calaris , het vertrouwde middel waarmee Kees zo klaar is ®

Calaris, hét basismiddel tegen onkruiden in maïs. • Flexibel en gemakkelijk • Veilig • Snel en breedwerkend Bij gladvin gergras • Vroeg s • Lange duurwerking puit en: 2-3 blad m aïs • Hogere dosering: 1,5 l/ha

www.calariskees.nl

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl. Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code). Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/ TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.


I nspIratIemIddag bodem

d Insdag 28 maart 2017

BODEM IS DE BASIS Op dinsdag 28 maart 2017 organiseert CUMELA Nederland haar ALV en de Inspiratiemiddag Bodem, met sessies rond het centrale thema de

NEDERLAND

ialisten isatie voor spec Brancheorgan fra in en d in groen, gron

>> BOUW & INFRAPARK

bodem is de basis. De bodem is van groot belang zowel in het agrarische als in het cultuurtechnische werk. Wilt u kennismaken met de nieuwste technieken en adviesproducten? Kom dan naar deze exclusieve informatiemarkt voor lidbedrijven van CUMELA Nederland en bezoek de leerzame themasessies.

>> HARDERWIJK >> 12.30 UUR

De Inspiratiemiddag bodem wordt mede mogelijk gemaakt door:

ADVIES

aanmelden vIa: www.cumela.nl/InspIratIemIddagbodem

deelname Is gratIs!


ondernemen met

cumela

De bodem is de basis Inspiratiemiddag Bodem Alle activiteiten in de cumelasector hebben de bodem als basis. Maar weet u wel voldoende over de bodem? Tijdens de Inspiratiemiddag Bodem op 28 maart kunt u uw bodemkennis vergroten. Op de informatiemarkt staan standhouders met een brede variatie aan kennis en producten en er worden twaalf tot zestien interessante themasessies georganiseerd waarin u op de hoogte wordt gebracht van de actuele ontwikkelingen.

De standhouders zijn allemaal werkzaam rond, in of met de bodem. Stuk voor stuk ontwikkelen zij diensten en producten om een ideale bodemsituatie te creĂŤren. Deze aanbieders leveren (advies)producten rond het gebruik van de bodem en bodemtechniek, diverse analysemogelijkheden, drone- en remote-technieken, bemestingsproducten en grondbewerkingstechnieken en u vindt er ingenieursbureaus en opleiders. Gezamenlijk zijn zij een enorme kennis- en inspiratiebron. U ziet immers de laatste ontwikkelingen en welke producten en diensten er op de markt zijn.

Programma Aan de Inspiratiemiddag op het Bouw & Infrapark in Harderwijk hebben we enkele activiteiten gekoppeld. U wordt vanaf 12.30 uur verwelkomd met een heerlijke lunch. Hierna krijgt u een presentatie van de bekende weerman Reinier van den Berg over klimaatverandering en de bodem. Na zijn presentatie vindt de algemene ledenvergadering van CUMELA Nederland plaats, waarin Janneke Wijnia-Lemstra zal worden voorgedragen als opvolger van Hannie Zweverink. Vanaf 14.45 uur kunt u zich laten inspireren en informeren over de bodem tijdens de Inspiratiemiddag. Aan het eind van de middag staat er een buffet voor u klaar, zodat u niet met een lege maag naar huis hoeft.

PROGRAMMA

Aanmelden

12.30 uur Welkom in Harderwijk: inloop met lunch 13.30 uur Inleiding Reinier van den Berg over klimaatverandering en bodem 14.15 uur Algemene ledenvergadering CUMELA Nederland 15.45 uur Einde algemene ledenvergadering 15.45 uur OfficiĂŤle start Inspiratiemiddag Bodem 16.00 uur 1e serie themasessies tot 16.30 uur 17.00 uur 2e serie themasessies tot 17.30 uur 17.30 uur Start buffet op verschillende uitgiftepunten 18.00 uur 3e serie themasessies tot 18.30 uur 19.30 uur Einde inspiratiemiddag

U meldt zich snel en eenvoudig aan via de website www.cumela.nl/ inspiratiemiddagbodem. Deelname aan deze ledenbijeenkomst is kosteloos.

GRONDIG 2 2017

29


Reinier van den Berg Als tienjarige jongen wist hij het al: later wilde hij weerpresentator worden. Na de middelbare school en de Universiteit Wageningen was hij nauw betrokken bij de oprichting van Meteo Consult en vanaf 1989 kwam hij op tv, bij RTL4 als weerpresentator. Hoe meer kennis hij kreeg van weer en klimaat, des te dieper hij zich vastbeet in de wereld van duurzaamheid. Klimaat en duurzaamheid, het heeft immers alles met elkaar te maken. Vroeger was het hoofdonderwerp van zijn presentaties het weer, soms in de meest extreme vormen. Tornado’s bijvoorbeeld. Tegenwoordig inspireert hij het publiek op het gebied van duurzaamheid. Op welke vijf pijlers kunnen we een robuust duurzaam beleid bouwen, wat zijn de kansen en de uitdagingen? Wat is de kracht van ‘de ander te groen af zijn’? De slotconclusie is helder: yes, we can! Daar spreekt Reinier zich heel duidelijk over uit.

Themasessies Terwijl gedurende de middag de informatiemarkt plaatsvindt, kunt u ook deelnemen aan de thema-sessies. Er worden twaalf tot zestien verschillende sessies verzorgd door standhouders en diverse kennispartners. In dertig minuten hoort u daar meer over een principe of werkwijze ten aanzien van de bodem. Via de website en de digitale nieuwsbrief ontvangt u de definitieve indeling, zodat u weet welke themasessies voor u interessant zijn.

VREDESTEIN Vredestein is in Nederland bekend geworden als producent van de meest slijtvaste landbouwband. De Traxiontrekkerbanden, die gemakkelijk herkenbaar zijn aan de gebogen nokvorm, worden daarnaast geroemd om tractie en comfort. Minder bekend is dat Vredestein veel aandacht besteedt aan de bodemvriendelijkheid van zijn banden. Van elke band die nieuw wordt ontwikkeld, worden de grootte en drukverdeling van het contactvlak met de nieuwste technologie gemeten. Aan de hand van afbeeldingen die met deze metingen worden verkregen, zal tijdens de Inspiratiemiddag Bodem worden besproken waarop kan worden gelet om een zo laag mogelijke bodemdruk te verkrijgen.Omdat er bij Vredestein veel vragen binnenkomen over nieuwe technologieën die in landbouwbandenland beschikbaar zijn, zal hier eveneens aandacht aan worden besteed. Wat is het nut van IF- en VF-banden ten opzichte van standaardbanden, eventueel in combinatie met een luchtdrukwisselsysteem? Wat levert een investering in deze technologie op voor de bodem? Wat is het effect op de kosten en de prestaties voor de loonwerker?

Kennispartners Naast standhouders zijn er ook kennispartners aanwezig om uw bodemkennis te vergroten. Aeres Hogeschool zal doormiddel van zijn lectoraat Duurzaam bodembeheer een workshop invullen. Dit lectoraat richt zich op het gebruik van reststromen (biobased), het ontwikkelen van bruikbare gereedschappen en het overbrengen van kennis in de praktijk. Jan van den Akker, onderzoeker bij Wageningen Environmental Research, zal tijdens zijn workshop aandacht vragen voor het onderwerp ‘Risico op ondergrondverdichting op landbouwgronden en natuurterreinen’ en de rol daarin van de mechanisatie.

Standhouders Inmiddels hebben zich 24 standhouders aangemeld voor de informatiemarkt. Op deze en de volgende pagina's presenteren zij zichzelf.

30

GRONDIG 2 2017

NIDIM/AEQUATOR NIDIM is een landmeetkundig ingenieursbureau, dat naast de standaard ook werkt met drones. Er wordt al jaren veel gesproken over de enorme potentie van deze drones in de agrarische sector, maar waar zit deze potentie nu echt? Multispectrale drone-opnames kunnen ons veel vertellen over variaties binnen een veld, maar zeggen ons (nog) niets over de oorzaak of het gevolg van de variatie. Multispectrale beelden kunnen snel verkeerd worden geïnterpreteerd, met alle teleurstellingen van dien. NIDIM heeft samen met Aequator Groen&Ruimte & Geocycli de Greenbox ontwikkeld. Daarin worden multispectrale beelden gecombineerd met andere data, zoals bodemonderzoeken, plantsapmetingen, weergegevens, opbrengstdata et cetera. Door geautomatiseerd relaties te zoeken tussen reflectiewaarden uit dronebeelden en andere data ontstaat er een overzicht van relaties tussen deze datalagen en ontstaat er meer inzicht. Binnen de Greenbox zijn dronebeelden niet het doel, maar slechts een middel om meer informatie te krijgen over de staat van het gewas.


KONGSKILDE Kongskilde is een full-line-leverancier van landbouwmachines voor zowel de akkerbouw, de veehouderij als de loonwerksector. Het van oudsher Deense bedrijf behoort sinds 1 februari tot de CNH Industrial groep, die ook bekend is van onder meer New Holland, Case, Steyr en Iveco. Kongskilde heeft expertise op het gebied van bodembeheer en ontwikkelt machines die aansluiten bij de wensen op het gebied van goed omgaan met de grond. Onlangs werd bijvoorbeeld het nieuwe XLD-rister geïntroduceerd, dat prima ploegwerk levert op de klei- en zandgronden in Nederland. Ook de Kongskilde Paragrubber is al meer dan vijftien jaar bekend op de Nederlandse markt, net als de bouwvoorlichter die de bodem goed belucht en daarnaast een lage vermogensbehoefte heeft. Dit is met name te danken aan de unieke gebogen Kongskilde-tand. Deze machine is onder andere zeer goed toepasbaar in de niet-kerende grondbewerking (NKG).

BK INGENIEURS Welke plannen u ook heeft, het begint bij de basis: de bodem, drager van verschillende functies. De bodemkwaliteit vormt te allen tijde een uitdagend vraagstuk. Bij de herinrichting van een woonerf, de aanleg van een parkeerkelder of een onroerendgoedtransactie kan uit verkennend bodemonderzoek blijken dat bodemsanering nodig is. Als één van de grootste organisaties op bodemgebied in Nederland heeft BK ingenieurs alle kennis en ervaring in huis om u in dit traject bij te staan: eigen veldteams, tekenaars, milieukundig begeleiders, machinale boorstellingen en veld-xrf-apparatuur. Ook op het gebied van veiligheidsaspecten en risicomanagement beschikt BK ingenieurs over de nodige ervaring. Als de risico’s zijn geïnventariseerd, kunnen er maatregelen worden opgesteld om de risico’s te verkleinen. In alle gevallen geldt dat een goede samenwerking met uw opdrachtgever begint bij het bespreekbaar maken van de risico’s die beide partijen lopen. Transparantie van die risico’s leidt tot betere inzichten vooraf, maar het maakt ook dat het signaleren van risico’s tijdens de uitvoeringsfase sneller plaatsvindt. Een situatie waarvan alle betrokkenen uiteindelijk hun voordeel hebben.

TOPCON NEDERLAND Topcon ontwikkelt, produceert en distribueert producten en oplossingen op het gebied van nauwkeurige positiebepaling voor gebruik bij landmeting, bouw, landbouw en civiele techniek. Andere toepassingen zijn BIM, mapping en GIS, asset-management en mobiel beheer.

ZUIDBERG De ontwikkeling van de mechanisatie in land-, tuin- en bosbouw is gericht op efficiëntie en vergroting van de capaciteit. Trekkers en machines worden steeds groter, zowel qua omvang als qua gewicht. Bij een natte bodem zijn machines in veel gevallen zelfs niet meer in staat om het land te berijden. Daarnaast wordt de kwaliteit van de grond minder door de verhoogde bodemdruk. Hiervoor bieden de tracksystemen van Zuidberg Tracks een oplossing. Daarmee kunnen trekkers en oogstmachines eenvoudig worden omgebouwd tot een krachtig en flexibel rupsvoertuig. Elk type ondergrond, droog of nat, egaal of hobbelig, kan zo probleemloos worden bereden. Ook onder extreme omstandigheden kan het land worden bewerkt. Minder draagkrachtige gronden zijn eerder en langer berijdbaar, waardoor het groeiseizoen kan worden verlengd. Bovenal wordt met Zuidbergtracksystemen een lagere bodemdruk gerealiseerd, waardoor de bodemstructuur beter intact blijft. Praktijkonderzoek heeft dit aangetoond.

TIMAC AGRO Timac Agro is specialist op het gebied van diervoeding, bodemverbetering en bemesting in de agrarische sector.

AERES HOGESCHOOL, LECTORAAT DUURZAAM BODEMBEHEER Hoe behouden we de kwaliteit van onze bodem, zodat ook volgende generaties er gebruik van kunnen maken? Dat is de overkoepelende vraag binnen het lectoraat Duurzaam bodembeheer van Aeres Hogeschool. Het lectoraat Duurzaam bodembeheer richt zich op het gebruik van reststromen (biobased), het ontwikkelen van bruikbare tools en het overbrengen van kennis in de praktijk. Het zorgt er ook voor dat bodemkennis een belangrijke plek krijgt in de studieprofielen van studenten van de hogeschool.

DEN BAKKER DRONE SURVEY Den Bakker Drone Survey richt zich op het verbeteren van de bodem en gewasopbrengst met behulp van precisielandbouw. Het in kaart brengen van de bodem met een bodemscan en het verzamelen van gewasdata met een drone zijn de hoofdactiviteiten van het bedrijf. Met de drone van PrecisionHawk is Den Bakker in staat biomassa, bladactiviteit, plantaantallen en vele andere algoritmes toe te passen. Daarnaast houdt het bedrijf zich bezig met dataverwerking en het aanleveren van taakkaarten voor het plaatsspecifiek toepassen van machines en middelen. Deze taakkaarten kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om variabel compost te strooien en zo de potentie van de bodem te optimaliseren. Benodigde producten, zoals compost, kan Den Bakker ook aanleveren.

DRONEWERKERS Dronewerkers is het platform voor de moderne akkerbouwer. Precisielandbouw is hierin het toverwoord en om de data goed in beeld te krijgen, is er maar één juiste methode: kijken van bovenaf! Met behulp van eBee-drones kan Dronewerkers snel en flexibel opereren. Door het landelijk dekkende netwerk kan het bedrijf reageren op aanvragen van klanten en zijn we in staat om overal in Nederland vluchten uit te voeren. Zo krijgt u binnen een korte periode de gegevens van uw percelen in kaart teruggestuurd, waarmee u uw percelen plaatsspecifiek kunt bewerken. Denk hierbij aan bemesting, gewasbescherming en grondbewerking.

EVERS AGRO BV Evers Agro BV is specialist in de ontwikkeling en productie van niet-aangedreven bodembewerkingsmachines.

GRONDIG 2 2017

31


EUROFINS AGRO Eurofins Agro is uw informatieleverancier en kennispartner voor de akkeren tuinbouw, melkveehouderij en glastuinbouwsector. Het bedrijf helpt u om belangrijke gegevens te verzamelen en de juiste verbanden te leggen, zodat u inzicht krijgt in uw bodem- en gewasgezondheid, bemesting en voedselveiligheid. Met een compleet pakket van monstername, innovatieve analyses en heldere adviezen op maat kunt u het productieproces op uw bedrijf bijsturen. Zo krijgt uw gewas of teelt exact dát wat echt nodig is en bent u verzekerd van een zo hoog mogelijke opbrengst en kwaliteit.

FLIEGL (LUDO PAUWELS) Ludo Pauwels wil met Fliegl de focus leggen op twee dingen die belangrijk zijn voor het behoud van de bodem. Het eerste is overladen met een Fliegl-afschuifwagen. Deze wagen kan dan worden uitgevoerd met een bandendrukwisselsysteem. Hierdoor is het mogelijk om met een wagen op het land te rijden en zo min mogelijk beschadigingen aan de bodem aan te brengen. Een tweede product dat Pauwels onder de aandacht wil brengen, is de Fliegl Polyline, een kunststof tank. Kunststof is een product dat veel lichter is dan staal. Hierdoor is het mogelijk met veel minder gewicht toch de mest op het land te brengen. Hierdoor wordt de bodem veel minder verdicht. Ook deze tank kan worden uitgerust met een luchtdrukwisselsysteem, maar eventueel ook met telescoopassen. Deze assen kun je uit elkaar schuiven, om zo de bodembelasting per vierkante centimeter te verkleinen. advertentie

Meer grip, minder bodemdruk, onder alle omstandigheden

• Ideaal voor loonwerk • Combineren van werkgangen • Perfect zaaibed, snelle start gewas • Hoge efficiëntie en kwaliteit

Probeer nog dit voorjaar! • Test een Imants spitmachine • Ervaar het zelf, meldt u vrijblijvend aan voor een demo • Samen zoeken we naar uw optimale grondbewerking

Ontdek de nieuwe mogelijkheden: • • • • •

Bezoek onze sta nd op de Inspiratied ag Bodem op 23 ma art

www.zuidbergtracks.com

32

GRONDIG 2 2017

Geïntrigeerde woelpoten Van grof tot fijn zaaibed Extra rol en / of verschillende rol opties 100 tot 350 pk 1 tot 3 hectare per uur

+31 (0)497642433 demo@imants.nl

www.imants.nl


IMANTS Imants BV is specialist in mechanische grondbewerking met een hoge capaciteit, mogelijkheden voor het combineren van werkgangen en lage kosten, waarbij arbeidsvreugde en kwaliteit zeer belangrijk zijn. Imants streeft ernaar om samen met de grondgebruiker te kijken welke (spit)machine er bij zijn wensen en omstandigheden past. Bij Imants is er veel aandacht voor innovatie. Dit heeft ertoe geleid dat het bedrijf voor veel verschillende grondomstandigheden en wensen de juiste machine kan samenstellen. Om een juist beeld te krijgen van deze mogelijkheden op uw grond kunt u een praktijk demonstratie aanvragen. Imants heeft vele jaren ervaring in het bewerken van verschillende soorten grond in binnen- en buitenland. Deze ervaringen combineert de fabrikant met de huidige behoefte om zo de juiste machines te bouwen die passen bij de resultaatgerichte ondernemer.

MIRAMAG Miramag Europe is importeur van Miramag Superfine en Mirabox. Miramag Superfine is een zeer fijne, honderd procent natuurzuivere vochtige meststof van relatief jong en poreus magnesiumcalciumcarbonaat met een hoge werkingssnelheid. Een neutraliserende waarde van minimaal 52, een gehalte aan magnesium van minimaal zeventien procent en een unieke fijnheid (100 procent door een zeef van 0,16 millimeter) zorgen voor een snelle pH-verhoging met een zichtbaar beter resultaat. Miramag Superfine heeft een afgewogen aantal natuurlijke sporenelementen (mangaan, koper en borium) en bevat geen stikstof

en fosfaten. Mirabox is een zuiver droog natuurlijk steenmeel dat geschikt is als boxstrooisel in de stal. Door zijn unieke grote poreusheid en fijnheid neemt het snel vocht op en geeft het weer af aan de lucht. Door de verhoging van de pH stopt het voor een groot deel de ontwikkeling van de bacteriën in de stal. Mirabox is GMP-gecertificeerd en is net als Miramag Superfine toegestaan in de biologische landbouw conform EU 889/2008, Bijlage I, A.

CURSUSCENTRUM CUMELA NEDERLAND Het cursuscentrum van CUMELA Nederland verzorgt jaarlijks voor meer dan duizend deelnemers ruim veertig verschillende cursussen. Bijna de helft daarvan is specifiek voor de cumelasector samengesteld door het cursuscentrum. Mooie voorbeelden daarvan zijn de Bedrijfsleercursussen, ‘Planner - schakel tussen klant en collega’, ‘Sturen op kengetallen’ en ‘Acquisitie kun je leren!’. Ook op het gebied van kennis en gebruik van de bodem biedt het cursuscentrum cursussen aan. Op dit moment zijn dat ‘Basis Bodemkunde’ en ‘Partner in ruwvoer’, twee cursussen waarmee cumelaondernemers een verdiepingsslag maken in hun kennis en ervaring op het gebied van bodem en ruwvoer. Zo heeft uw opdrachtgever een ijzersterke partner!

AGROMETIUS Agrometius is een technisch handelsbedrijf en dienstverlenende organisatie die is gespecialiseerd in GPS-techniek en precisielandbouw.

advertentie

OMDAT DE BODEM EEN VERHAAL VAN UITDAGINGEN IS !

DE BODEM IS HET KAPITAAL VAN DE LANDBOUWER. Daarom moeten wij er zorgvuldig mee omspringen. Met MICHELIN Ultraflex technologie heeft u die zekerheid!

Voor meer informatie, ga naar landbouw.michelin.nl

GRONDIG 2 2017

33


AGRIVER

DUTCH SPROUTS

AgriVer is een onderlinge verzekeraar die tegen kostprijs verzekeringen aanbiedt voor boeren en tuinders. De laatste jaren ziet AgriVer met name in de brede weersverzekering een groei in zijn portefeuille. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de buien op 23 juni vorig jaar in ZuidoostNederland. Steeds meer agrariërs beseffen dat dit soort excessen ook hen kan overkomen. De brede weersverzekering is een calamiteitenverzekering waarvoor de akkerbouwer een aanzienlijke subsidie van de overheid kan ontvangen. AgriVer kan elke akkerbouwer hiervoor maatwerk bieden. Ook kunnen agrariërs bij AgriVer terecht voor de traditionele hagelverzekering.

Met SoilCares’ producten en services kun je slim, betaalbaar en eenvoudig nutriënten in grond monitoren en analyseren. Ze zijn nu ook beschikbaar op de Nederlandse markt: voor uitgebreide analyses van zowel macro- als micronutriënten en een bijbehorend bemestingsadvies kan gebruik worden gemaakt van Lab-in-a-box-services. HLB in Wijster biedt deze service nu aan voor de Nederlandse markt. Laat je meer dan 5000 monsters per jaar analyseren, dan is een eigen Lab-in-abox een betaalbare en eenvoudige oplossing. Naast deze volledige analyse met bijbehorend bemestingsadvies kun je straks ook in het veld, binnen tien minuten met behulp van de SoilCaresscanner je grond monitoren: gedurende het groeiseizoen en op exact die plaatsen die je wilt meten. Met de scanner en een smartphone kun je de pH van de grond en de belangrijkste elementen die de groei van gewassen beïnvloeden meten: stikstof, fosfaat, kali en het gehalte aan organische stof. Daarbij ontvang je ook nog een bijbehorend bemestingsadvies.

MICHELIN Als fabrikant van landbouwbanden stond Michelin aan de wieg van lagedrukbanden die de bodem ontzien. Het bedrijf heeft altijd het belang van een lage bodemdruk voor ogen gehad bij de ontwikkeling van zijn banden. Dat resulteerde in 2004 in een revolutionaire bandentechnologie. Deze banden staan beter bekend als Michelin Ultraflex-banden. Inmiddels dekt Michelin met zes verschillende typen Ultraflex-banden voor trekkend en getrokken materieel de gehele teeltcyclus af. advertentie

Vredo Agri Twin

100

Verdeling %

Kieming %

80

Kwaliteit én Kwantiteit Een hogere opbrengst is niet alleen 80 maar het uitgangspunt van goed % graslandmanagement. Het verhogen 6040 van de voederwaardes van het gras % (VEM & DVE )is net zo belangrijk.Duur 40 krachtvoer wordt aangeschaft omdat 20 gras kwalitatief tekort schiet. 20 Bedrijven welke hun koeien kunnen Voor het zaaien van kwaliteitsgras voeren met eigen kwaliteitsgras, 0 0 scoren bedrijfseconomisch vaak A A B C DC B beter. D A: Handzaaien Handzaaien B:A: Zaadstrooier Vredo Dodewaard BV C:B: Zaadstrooier Dubbele schijf +31 (0)488 411 254 D: Wiedeg + zaadstrooier + achterrol verkoop@vredo.nl C: Dubbele schijf www.vredo.nl 100

Verdeling %

Kieming %

60

D: Wiedeg + zaadstrooier + achterrol

Vredo ontwikkelt, produceert en verkoopt:

De beste in het veld MestTracs

34

Zodenbemesters

GRONDIG 2 2017

Snijfilters

Doorzaaimachines


CLM/WAGENINGEN ENVIRONMENTAL RESEARCH Wageningen Environmental Research en CLM presenteren de resultaten van het onderzoek dat ze voor de provincies (IPO) hebben uitgevoerd naar het risico op ondergrondverdichting op landbouwgronden en natuurterreinen. In een vervolgonderzoek is in een steekproef onderzocht hoe vaak verdichting van de ondergrond voorkomt. Met een enquête is vastgesteld hoe het zit met de kennis en bewustwording van melkveehouders en akkerbouwers wat betreft ondergrondverdichting. De uitkomst gaf aanleiding om deze bewustwording te verbeteren door de samenstelling van een informatiepakket over de oorzaken en effecten van ondergrondverdichting en hoe deze te voorkomen. Als vervolg starten CUMELA Nederland, Wageningen Environmental Research en CLM in 2017 met loonwerkers en agrarische ondernemers in Flevoland een kennis- en demonstratieprogramma ‘Bodemstructuur en ondergrondverdichting’. Wageningen Environmental Research (Alterra) is hét kennisinstituut voor de groene leefomgeving. CLM is een onafhankelijk kennis- en adviesbureau op het gebied van landbouw, voedsel, natuur en milieu.

VISSCHERHOLLAND VisscherHolland is het verlengstuk van de agrarische sector, in de eerste plaats door het veelal uit voorraad leveren van een brede range aan kwaliteitsproducten. Dit uitgebalanceerde productengamma is het resultaat van kennis van en ervaring met de sector. Daarnaast biedt het bedrijf oplossingen, zoals het concept ‘Meer melk per hectare’. Deze en andere innovatieve en duurzame oplossingen zijn in strategische

samenwerkingen met internationale laboratoria ontwikkeld. Eén van deze innovaties zijn de mycorrhiza’s voor in de bodem. Bacteriën en schimmels zijn de motor van de plant om een goede opbrengst te behalen. De goede wortelschimmels (mycorrhiza) zorgen ervoor dat planten de benodigde mineralen en water beter kunnen opnemen, waardoor die beter groeien en ook weerbaarder zijn.

AGRIFIRM PLANT Bodemvruchtbaarheid is de basis voor een gezonde gewasgroei. Randvoorwaarden hiervan zijn de juiste bodem-pH en de aanvoer van gevarieerde bronnen van organische stof. Per perceel moet dit kloppen. Agrifirm Plant werkt perceelsadviezen verder uit naar onderbouwde plaatsspecifieke adviezen binnen percelen. Kennis en kunde worden steeds nauwkeuriger ingezet. Biologisch, fysisch en chemisch zijn de drie pijlers die verband houden met de bodemvruchtbaarheid, waartussen organische stof de verbindende schakel is. Afbraak van organische stof levert immers nutriënten (chemisch), organische stof is het cement voor bodemstructuur (fysisch) en is voedsel voor het bodemleven (biologisch). De verbanden zijn complex, maar werken aan bodemvruchtbaarheid maakt de bodem op termijn robuust en weerbaar. Agrifirm Plant brengt kennis en innovatie naar zijn klanten in de akkeren tuinbouw en de loonwerksector. Relevante praktijkvragen worden in samenwerking met de R&D-afdeling getoetst in proeven. FOTO’S: Joost Ooijman, CUMELA Communicatie

advertentie

meststoffen

groei door kennis Rijenbemesting in mais: keihard de beste! Vanwege de huidige bemestingsnormen staat er veel op het spel bij de juiste rijenbemesting van mais. Om de maximale opbrengst te halen is de juiste productkeuze van de rijenbemesting nog belangrijker. De korrelvorm en -kwaliteit van maismaster zijn verder verbeterd en de formules zijn geoptimaliseerd. De maismaster meststoffenkorrels zijn uniform van grootte. Iedere korrel bevat de omschreven samenstelling. Uit CropSolutions proeven wordt keer op keer bevestigd dat de hoogste drogestofopbrengsten worden behaald met maismaster producten. Inlichtingen en bestellingen: www.maismaster.eu

• Vijf gekorrelde samenstellingen en drie vloeibare formules • Voldoende aanvulling van borium • Kwaliteitskorrels die uniform, hard en stofvrij zijn • Fosfaat is 90% oplosbaar in water • Financieel het beste resultaat • Informeer bij uw teeltspecialist naar een advies op maat

CropSolutions is een kwaliteitskeurmerk voor de plantaardige sector waarbij onderstaande bedrijven kennis delen, inkoop bundelen en groeiproducten leveren:

GRONDIG 2 2017

35


ondernemen met

mensen

VENT & VISIE

De loonwerker zit al snel in het verdachtenbankje als het gaat om bodemverdichting. Met grote machines lijkt hij al gauw de boosdoener. Maar is dat terecht? Bodemdeskundige Jan van den Akker plaatst kanttekeningen. “Het slechtste voor de bodem is het rijden in de open voor tijdens het ploegen. Dan ben je de ondergrond direct aan het verdichten.”

Bodemverdichting voorkom je onder de grond Jan van den Akker, bodemonderzoeker Wageningen Environmental Research Bodemverdichting is al enkele jaren het thema waar in Europees verband veel aandacht aan wordt besteed. Daarbij wordt gesproken over opbrengstverliezen van tien procent. Het is echter een discussie die nuance behoeft, blijkt als je het bodemonderzoeker Jan van den Akker van Wageningen Environmental Research vraagt. “Op zand en lichte zavel herstelt een verdichte ondergrond nauwelijks en moet actief worden ingegrepen. Maar op gronden met een natuurlijk herstellende vermogen zoals klei kan door verdere verdichting te voorkomen ondergrondverdichting grotendeels worden verholpen en verliezen beperkt.": Vraag je hem naar de belangrijkste oorzaken van verdichting, dan komt hij direct met een verrassend antwoord. “Door de open voor rijden tijdens het ploegen is het slechtste wat er is. Dan ben je direct bezig met het verdichten van de ondergrond”, Een bijzonder effect van een bewerking die juist is bedoeld om verdichting in de toplaag op te heffen. Zijn

“Jammer dat betere bandentechnologie is gebruikt om machines groter en zwaarder te maken.” advies om dat probleem te voorkomen, is helder. “Ploeg bovenover, dan kun je een groot deel van die verdichting voorkomen. Of kies voor spitten of NKG (niet kerende grondbewerking).” Vooral op zand en lichte zavel is het effect van verdichting kwalijk, stelt Van den Akker. “Klei en grondsoorten met veel organische stof hebben een natuurlijk herstellend vermogen. Onder invloed van vocht en droogte zwelt en krimpt de grond en dat lost op den duur een verdichting deels weer op. Op zand en lichte zavel treedt dat proces niet op. Het is dan veel moeilijker om de grond weer goed doorlatend en bewortelbaar te krijgen”, aldus Van den Akker. Een oplossing zou volgens hem zijn het telen van gewassen die veel dieper en agressiever wortelen. “We doen nu bijvoorbeeld proeven met sorghum, een gewas dat in opbrengst en voederwaarde zou passen in rotatie met maïs.” Zorg voor de ondergrond, is één van de thema’s die in het gesprek steeds terugkomen. Voorkomen van verdichting begint met goed plannen en zorg voor de bodem, benadrukt hij. “Verdichting is namelijk afhankelijk van een groot aantal factoren, maar vocht speelt daarin een grote rol. Droge grond heeft nu eenmaal veel meer draagvermogen dan een met vocht verzadigde grond.”

36

GRONDIG 2 2017

Wie verdichting wil voorkomen en toch maximaal van zijn grond gebruik wil blijven maken, moet in eerste instantie niet boven de grond kijken wat erover rijdt, maar vooral naar de ondergrond vindt hij. “Het begint met het goed onderhouden van je drainage, essentieel voor de vochtafvoer in natte perioden. Nu kwaliteit en opbrengst steeds belangrijker worden, begint zorg voor de bodem daar. Ik ken boeren die ervoor kiezen om extra te gaan draineren, met elke zes meter een tussendrainage tussen de bestaande waterafvoer. Op die manier maak je de grond eerder berijdbaar en verklein je de kans op verdichting. Bovendien bevorder je krimp en diepere beworteling en daarmee het natuurlijk herstel.” Een tweede aandachtspunt dat hij noemt, is de eerder genoemde organische-stofvoorziening. “Wie de grond gezond wil houden, zorgt met organische stof en diep wortelende gewassen voor het ontstaan van natuurlijke afwaterkanaaltjes die helpen om vocht snel af te voeren.” Blijft de vraag of al dat soort maatregelen voldoende zijn om zonder problemen met zware voertuigen als bietenrooiers, maïshakselaars en mestcombinaties het veld in te gaan. Is daarbij de één bar grondspanning regel leidend of moet je misschien nog wel verder zakken? Het blijft de vraag waar Van den Akker genuanceerd op antwoordt. “Alles hangt af van de omstandigheden. Droge grond kan wel meer dan 1 bar hebben, natte grond in het voorjaar maar de helft. Verdichting in natte omstandigheden treedt nu eenmaal eerder op waarbij ook de grond vervormt en de structuur wordt verpest. De grond is daarbij te vergelijken met een spons. Hoe meer vocht er in zit, hoe eerder je het eruit knijpt en de grond als het ware modder wordt.” Herhaald belasten speelt volgens hem ook een rol als de eerste wiellast al zo groot is dat ondergrond al wordt verdicht. Ook de volgende wiellast zal dan te veel zijn en de ondergrond verder verdichten. "Echter, als de ondergrond de eerste wiellast al kan dragen, dan zal deze ook een tweede wiellast kunnen dragen zonder ondergrondverdichting. Let daarbij wel op dat dit moet gelden voor de hele combinatie", waarschuwt hij. We zien wel eens dat wordt overgestapt van een enkelasser naar een tandem of tridem, maar dat de banden van achterwielen van de trekker niet worden aangepast. Daar treden dan de hoogste bodemdrukken op. Dat kan soms net fataal zijn," Dat betekent in dat geval dus een pleidooi voor de hondengang, driewieler of bijvoorbeeld het niet telkens door het zelfde spoor rijden bij de oogst? “Dat zijn inderdaad mogelijkheden om bij te natte grond verdichting te beperken. Al heb je dan wel het probleem dat je de hele bovenlaag van de bodem vast kunt drukken.”


De belasting per wiel is het laatste onderwerp dat een rol speelt in de kans op bodemverdichting. Daarbij speelt meer dan de druk in de band, benadrukt Van den Akker. “Ten onrechte wordt de druk in de band vaak gelijkgesteld met de druk in de bodem. Dat is niet zo, omdat je ook te maken hebt met de druk om de band te vervormen. In de praktijk betekent dit dat je bij drukken tussen de 1,2 en 2,5 bar de druk in de band met 1,2 moet vermenigvuldigen om de gemiddelde druk op de bodem in het contactvlak te krijgen." Die vaak vergeten vermenigvuldigingsfactor laat nog eens zien hoe belangrijk het is om met de spanning naar een zo laag mogelijk niveau te gaan, waarbij ook de bekende uienringen nog een rol spelen. Dat wil zeggen dat onder een brede band de belasting juist dieper doordringt. Daarom is de één-bar-bandenspanningregel ook zo belangrijk, benadrukt Van den Akker. “Daarmee blijf je in de buurt van de belasting die de grond onder goede omstandigheden aan kan. Wat dat betreft is het jammer dat de verbetering in de bandentechnologie de afgelopen jaren vooral is gebruikt om machines weer groter te maken in plaats van het verlagen van de bodemdruk.”

“Een trekker met kipper kan schadelijker zijn dan de bietenrooier.”

Een positieve ontwikkeling is in zijn ogen wel het toenemend gebruik van drukwisselsystemen. “Daarmee kun je op het veld in elk geval naar veel lagere drukken. Op die manier ontlast je de bodem en haal je uit een band het maximale wat mogelijk is”, zegt Van den Akker. Ook het gebruik van rupsen is een alternatief stelt hij. “Al heeft het ook beperkingen, want zo’n rupsonderstel heeft een behoorlijk eigen gewicht. De totale belasting neemt wel toe. In proeven blijkt echter wel dat je in natte omstandigheden met rupsen de ondergrond flink kunt ontlasten.” Rest ten slotte de vraag of het nu de bietenrooier of hakselaar is die in het najaar de verdichting veroorzaakt of de kipper of silagewagen die er naast rijdt met een druk van 2,0 bar of meer vanwege ook het vervolgtransport over de weg. Een vraag die Van den Akker opnieuw tot relativeren noopt. “Het hangt allemaal af van de belasting. Met kleine wagens en kleine trekkers met brede banden kan het meevallen, maar met een grote kipper en bijbehorende trekker kan het veel schadelijker zijn. Ook dat hangt echter weer af van het type band, de belasting per wiel en de omstandigheden.” Voor wie dat zelf wil bepalen, heeft Van den Akker wel een tip. Ga naar www.soilcompaction.eu een website met het programma Terranimo waar je per voertuig kunt invullen welke banden er onder liggen, met welke spanning wordt gewerkt en wat het maximum gewicht is. In een mooie grafische weergave is dan te zien waar grenswaarden worden overschreden. Een mooi hulpmiddel om samen met de klant te kijken waar de belasting kritisch is en wat daar aan te doen is. Om zo samen verdichting te voorkomen. TEKST & FOTO: Toon van der Stok

GRONDIG 2 2017

37


: S R E P M U TREKKERB ! P O R O O V D I E H G I VEIL

per: m u b r e k k e r t et een m k o o u n n e Wij rijd Groot, Hillegom Loonbedrijf Gebr. De VOF, Groningen Mulder Loonbedrijf lft rhuurbedrijf, Assende Kramer Loon- en ve De Zilk

Fa. J.H. van Steijn,

arhoven BV, Beek en

Loonbedrijf Van La

Donk

s, Doesburg

Loonbedrijf Seeger

chielsgestel

Kapteijns BV, St. Mi

, Geffen

zetbedrijf Van Erp

Loon- en grondver

ngen

zetbedrijf A. van Do

Loon- en grondver en Zn. BV, Made

300 200 135

500 400

port Postel BV, Till

igte

200 135

30 3 0

g-Capelle

Van Wijlen BV, Spran

30

VEILIG

gen, Onstwedde

Folkers Rijopleidin

r (land)bouwverkee

Praktisch en robuust, maar bovenal veilig! Al ruim drieĂŤnhalf jaar is Fons Janssen onder de naam Tractorbumper bezig met het bouwen van trekkerbumpers. Janssen was al vroeg in zijn vakantietijd te vinden als hulp bij een naburige loonwerker, waarna hij verschillende jaren fulltime aan het werk ging als constructeur bij een landbouwmachinefabrikant. Als chauffeur van (land)bouwvoertuigen is het natuurlijk super om te rijden met de grootste machines, maar als automobilist kwam Janssen er al snel achter dat met name in het donker (land)bouwvoertuigen van een afstand niet goed te herkennen zijn. Met zijn ervaring als constructeur is hij begonnen met zijn project. In gesprek met verschillende loonwerkers heeft Janssen zijn eerste bumper te gerealiseerd. Door een praktische en robuuste, maar bovenal een veilige bumper te ontwikkelen, wist Janssen de interesse van dealers en gebruikers te wekken. Vooral de combinatiebumper met frontgewicht, dus een veilig frontgewicht, is erg praktisch en daardoor is er ook veel vraag naar. Zijn businessplan voor de toekomst wist Janssen dankzij zijn vertrouwen in zijn eigen product te overtreffen. Veiligheid bovenal, maar het oog wil ook wat, beseft Janssen maar al te goed. Janssen wil zijn Tractorbumper blijven ontwikkelen. In zijn eigen provincie Noord-Brabant verschijnen al veel trekkerbumpers op de weg. Trots op zijn resultaat is hij zeker, maar in Nederland en in het buitenland is er nog terrein te winnen. Genoeg te doen dus!

400

300

Loonwerk & Trans Aannemersbedrijf

Tussen

stand deelnemers

500

Vergroot de veiligheid, rij met een trekkerbumper. CUMELA Nederland ondersteunt de aanschaf van 500 bumpers met een vergoeding van â‚Ź 500,-. Kijk op www.cumela.nl/ trekkerbumpers voor de deelnemende leveranciers en de spelregels en voorwaarden.


 EC 9045

Chippers

 EC 10075 Direct snij snij- en werpconcept  Excellente chipkwaliteit  Minder stofaandeel  Minder slijtdelen

Postbus 16 – 7070 AA Ulft - Tel 0315 695470 – info@wellinkcaesar.nl www.wellinkcaesar.nl – Dave ter Voert 06 53 79 84 95

Meer opbrengsten van eigen bodem Betere bodemstructuur | Betere benutting meststoffen

KWETSBAAR

Geen enkele landbouwer heeft het weer in de hand. En dat maakt hem kwetsbaar. Want weer of geen weer, het werk houdt niet op. Net om die reden heeft Alliance banden ontworpen voor alle weersomstandigheden. Het maakt niet uit of het om tractoren, maaidorsers, karren of aanhangwagens gaat, we hebben een oplossing voor alle toepassingen en elk terrein. Fantastische kwaliteit voor een schappelijke prijs. En zeker dat laatste spreekt elke landbouwer aan. Want als het erop neerkomt, halen ze allemaal het onderste uit de kan.

KIES SLIM. KRIJG WAAR VOOR JE GELD.

Alliance Tire Europe BV

meer dan 50 jaar ervaring

www.eversagro.nl

De Entree 59, 1101 BH Amsterdam-Zuidoost, Netherlands Tel: +31 (0) 20 2184 770, Fax: +31 (0) 20 2184 771 Contact: info.europe@atgtire.com, www.atgtire.com


WOELER SLUITSTUK GRASMANAGMENT Lucht onder de zode

ondernemen met

vaktechniek

Met een meer akkerbouwmatige kijk op de grasproductie stijgt ook de populariteit van de graslandwoeler. Een wondermachine is het niet. Onderzoek van Wageningen UR laat geen hogere grasopbrengsten zien, maar op sterk verdichte percelen bewijst de machine wel degelijk zijn waarde.

Op sterk verdichte zavelgrond bleek woelen tot een duidelijk hogere opbrengst te leiden. Elders was er nauwelijks een positief effect.

40

GRONDIG 2 2017

“Woelen? Ik ga mijn gras niet lopen vernielen.” Wilco van den Brink ontmoet nog altijd veel vooroordelen als het gaat om de graslandwoeler. In 2014 schafte de loonwerker uit Renswoude zijn vijftands Evers-machine aan en heeft daar inmiddels een kleine, maar vaste groep klanten voor. Het zijn vooral de grotere veehouders die boven op hun ruwvoerteelt zitten die hem inhuren. Van den Brink is overtuigd van het nut van de bewerking. “Je ziet op de streep af waar je bent geweest. Daar komt het gras eerder aan de groei en is het beter op kleur. Het is een verschil van dag en nacht.” Van den Brink voert de bewerking normaal gesproken eind september of begin oktober uit. Meestal laat hij de tanden ongeveer 25 centimeter diep onder het maaiveld doorgaan, maar dat is afhankelijk van waar de storende laag zit.

Pakkerwalselementen drukken de ontstane sleuf weer aan. Om het af te maken gaat hij er de dag erna nog even met een rol overheen. “Dan weet je zeker dat alles netjes vlak ligt. Daarna hoef je er de hele winter in principe niet meer bij.” Nieuw is het idee van de graslandwoeler niet. Evers bouwde zijn eerste prototype al in 1988 en oogstte er sindsdien vooral succes mee in Engeland. Pas de laatste jaren merken ze bij Evers dat in Nederland de belangstelling ook toeneemt. Veehouders willen de grasproductie meer akkerbouwmatig aanpakken en daar past de machine bij. Er is inmiddels van twee kanten concurrentie: de Grass Tiller van het Deense He-Va en de Shakaerator van McConnel. De laatste machine is uitgerust met een aftakasaangedreven vibratie-unit, die ervoor moet zorgen dat de grasmat minder wordt verstoord.


Tijdelijk effect

Liefst in najaar Eén van de gedachten achter de graslandcultivator is dat wortels van de grasmat de kans krijgen om de opengebroken laag binnen te dringen, waardoor de bodemstructuur er blijvend beter van wordt. Er kleeft echter ook een gevaar aan. De kans op herverdichten is aanwezig en vooral wanneer je aan diepere lagen komt, kunnen de problemen nog heviger terugkomen. Ook het moment van bewerken steekt nauw. Als de grond erg droog is, trek je brokken naar boven en beschadig je de grasmat. Een bewerking in hartje zomer wordt door de leveranciers dan ook afgeraden. Over de vraag wat het beste moment is voor de bewerking verschillen de meningen. Er zijn mensen die goede ervaring hebben met een voorjaarsbewerking, bijvoorbeeld vlak na het mestrijden. Voorwaarde is wel dat het niet te nat is en de bovenlaag niet te vet is geworden van het mestrijden, in verband met slip. De meeste gebruikers geven de voorkeur aan het najaar. De kans op schade is dan klein en de bodemtemperatuur is nog hoog genoeg voor de wortels om nog een poosje door te groeien. De ontstane holtes blijven als afwatering intact.

Probleemplekken In het voorjaar is het effect duidelijk te zien. De grasgroei komt op de bewerkte percelen sneller op gang en steekt vaak frisgroen af tegen onbehandelde delen. Toch doen het intensief berijden van grasland of het weiden van koeien het effect gauw weer teniet. Volgens de leveranciers kiezen de veehouders die baat hebben bij het systeem ervoor om ongeveer eens per drie jaar de verdichte laag weer open te trekken, afhankelijk van hoe de weersomstandigheden zijn geweest. Gerard Abbink, van adviesbureau Groeikracht in Winterswijk, adviseert een bewerking met de woeler vooral bij probleemplekken. Plekken waar anders nog wel eens plassen blijven staan, drogen in het voorjaar sneller op. Ook ziet hij dat de machine vaak succesvol wordt ingezet op nieuw ingezaaid grasland. Vooral percelen die in gebruik zijn geweest voor rooivruchten, zoals aardappelen, hebben de neiging om wat in te klinken. “Met een bewerking help je het gras om de bouwvoor volledig te doorwortelen. Daarna is het klaar”, is de ervaring van Abbink. Voor een standaard periodieke onderhoudsbewerking ziet hij geen aanleiding.

Geen hogere grasopbrengst Onafhankelijk onderzoek naar de inzet van woelers is schaars. Wageningen UR heeft er de afgelopen jaren enkele proeven mee gedaan. Na twee jaar onderzoek op zand stellen de onderzoekers voorzichtig vast dat een bewerking met de woeler geen blijvende verbetering van de bodemstructuur oplevert. De grasopbrengst en de stikstofbenutting nemen op

Wageningen UR doet samen met het Louis Bolk Instituut onderzoek naar grasland woelen, gefinancierd door de melkveehouderijsector. In 2014 en 2015 ­gebeurde dat op een perceel matig verdichte zandgrond in Brabant. Daarbij is onder andere gekeken naar de beworteling, stikstofbenutting, bodemstructuur, droge-stofopbrengst en botanische samenstelling. Woelen (in het najaar) gaf tijdelijk een meetbare verbetering van de bodemstructuur; de indringingsweerstand werd kleiner en dat effect was ook na een jaar nog te zien. Ook de grasopbrengst en de stikstofbenutting verbeterden, maar dat effect ebde geleidelijk weg. Over de tweejarige proefperiode bezien was er geen meetbaar verschil. In 2016 en 2017 vindt een soortgelijke proef plaats op een kleiperceel en op sterk verdichte zavelgrond in Friesland. Na een jaar lijkt het effect op het humusrijke perceel zware klei averechts; de bewerking verergerde de droogteschade. Op het zavelperceel leverde de bewerking afgelopen jaar ongeveer 900 kilogram droge stof per hectare extra op. Als je die op waarde zet, bijvoorbeeld € 0,20 cent per ­kilogram droge stof, heeft de klant de bewerking snel terugverdiend. Dit jaar moet blijken of er sprake is van een blijvend effect. Aanbevelingen vanuit Wageningen UR: • Beoordeel de mate van verdichting. • Alleen woelen bij echte verdichting. • Woelen in het najaar lijkt het meest gunstig. • Houd rekening met risico op schade door woelen.

de langere termijn ook niet toe. “De mooie groene kleur vlak na het woelen is goed te verklaren”, zegt onderzoeker Herman de Boer van Wageningen UR. “Omdat je lucht in de grond brengt, komen de grasgroei en de mineralisatie van stikstof beter op gang. Bij de eerste snede hebben we inderdaad een hogere opbrengst vastgesteld, maar dat effect was slechts tijdelijk. Later in het seizoen zag je dat geleidelijk uitdoven en over het hele seizoen gezien waren er geen verschillen.” Momenteel lopen er twee proeven op lichte en zware klei in het noorden van Nederland. Op de zware klei lijkt de bewerking meer schade te doen dan goed en leidde de bewerking tot extra droogtescheuren. Op het sterk verdichte zavelperceel is het effect na één jaar nog wel positief. “Woelen kan in sommige gevallen wel zin hebben, maar je moet uitkijken dat je niet bezig bent met symptoombestrijding”, zegt De Boer. “In het volvelds woelen van matig verdicht grasland zien wij geen voordelen. Voorkomen van bodemverdichting is beter dan genezen. Een veehouder kan zijn geld beter steken in het aanpakken van de oorzaken, zoals het verhogen van het gehalte organische stof, een betere ontwatering of lagere wiellasten. Maar is een perceel of een plek flink verdicht, dan kan het een goede noodmaatregel zijn.” Van den Brink merkt dat woelen soms een alternatief is voor graslandvernieuwing, zeker nu melkveehouders op de kosten moeten letten. “Grasland vernieuwen is prijzig. Zeker als je wilt kilveren, praat je al gauw over een investering van € 700,à € 1000,- per hectare. Zulke uitgaven worden uitgesteld. Voor woelen of doorzaaien is altijd ruimte. Als je dat gericht doet, is die investering snel terugverdiend.” TEKST: Egbert Jonkheer FOTO’S: Evers

GRONDIG 2 2017

41


MITAS 1250/50R32 SFT SCOORT Eén bar winst

ondernemen met

vaktechniek

Twee jaar geleden introduceerde Mitas de 1250/50R32-band als breder alternatief met meer draagkracht voor de bekende 1050/50R32. De bandenfabrikant verwachtte vooral afzet in grootschalige gebieden, waar voertuigbreedte geen groot item is. Inmiddels blijkt deze band ook in de Benelux verrassend goed te scoren. Als het om de breedte mogelijk is, scheelt het één bar.

De sleepslangbemester van Sloot BV uit Aert achter met 1250/50R32 op één bar bandenspanning aan het werk. Dat hoef je niet uit te leggen. Het is echter niet het oorspronkelijke vertrekpunt van Mitas geweest, omdat de fabrikant niet had verwacht dat de banden op voertuigen zouden komen die er te breed voor zouden worden. Daar is wat aan te doen, zo leest u verderop. Typerend aansluitend aan het verwachtingspatroon van Mitas is de Joskin Cobra 2-tank, voorgesteld op AgroTechniek 2016 in Biddinghuizen. Met zestien kuub inhoud is hierbij duidelijk ingezet op loonwerkers die capaciteit in het veld willen draaien. De nieuwkomer staat op Mitas 1250/50R32banden in combinatie met een nieuw ontwikkelde 30-tons Veldhuizen-schuifas. Joskin geeft aan dat voor deze banden een speciaal smaller chassis is gebouwd om bij transport over de weg aan de wettelijke eisen van maximaal drie meter breedte te voldoen. Dat is gelukt en inmiddels is er dusdanig veel belangstelling voor dat Joskin aangeeft door

42

GRONDIG 2 2017

te gaan met de Cobra 2. De Mitas 1250/50R32-banden met hun grotere draagkracht zijn hierbij een must. De enkelassige getrokken Cobra 1-tanks op 1050/50R32-banden zijn met inhouden van 10,0 tot 12,5 kuub een flinke slag kleiner.

Het vergelijk Mitas heeft de 1250/50R32-band ontwikkeld op dezelfde basis als de 1050/50R32-band, dus een radiaalband met dezelfde eigenschappen in het veld als een 1050’er. Daarom kun je de banden rechtstreeks vergelijken. Mitas heeft door het onderzoeksinstituut Agroscope Reckenholz-Tanikonen Research Station ART in het Zwitserse Reckenhausen een vergelijking laten uitvoeren op druk per vierkante centimeter en bodemverdichting bij een gelijke aslast. Er is vertrokken op gelijke aslast omdat je primair een grotere band kiest om bij een gelijke aslast naar lagere drukken toe te kunnen. Het beeld in de tabel is helder. De 1250 heeft met 1,02 kg/cm2 een ongeveer achttien procent lagere druk


per vierkante centimeter dan de 1,23 kg/cm2 van de 1050. Daarbij is er ook gekeken naar verdichting in diepere lagen. De onderzoekers concludeerden dat de bredere band in de breedte een egaler verdeelde verdichting geeft dan de 1050. De 1050 verdicht in het midden in verhouding iets meer. Daarbij merkt Mitas wel op dat je bij een heel lage bandenspanning (flink onder de 1,0 bar) een averechts effect kunt hebben, omdat de band dan meer op de wangen gaat lopen en dan in het midden minder drukt. Dat geldt dan in mindere mate voor de 1050. Andersom zullen de bredere banden bij een hoge bandenspanning meer bollen en dus relatief meer in het midden verdichten. In het veld is dat geen item, omdat u met een zo laag mogelijke bandenspanning werkt. Nu de vertaling naar aslasten. Uitgaande van een mestcombinatie met een last van circa tien ton per band zie je in de tabel meteen de winst. Op de 1050 kom je in het veld uit op 2,4 bar, tegenover 1,3 bar voor de 1250. Op de weg (40 km/u) is de 1250 officieel vrijgegeven voor tien ton aslast bij 40 km/u en een bandenspanning van 2,4 bar. De normale 1050 is bij de maximale bandenspanning van 2,4 bar vrijgegeven voor 7,5 ton. In de praktijk is de belasting bij mestcombinaties vaak tien ton per band (vol, met geheven bemester) of hoger. Een kwestie van uw eigen combinatie wegen en de tabellen ernaast leggen.

Op AgroTechniek Holland toonde Joskin de Mitas 1250 op de enkelassige zestienkuubs Cobra 2-tank met schuifas. Joskin ontwikkelde hiervoor een smaller chassis om binnen de drie meter te blijven.

Vervaet pas de velgen iets aan, zodat de ­machine buitenwerks net binnen de 3,50 ­meter blijft. Het chassis en de wielkasten ­bieden voldoende ruimte.

Met breedteontheffing Je verwacht dat de 1250 niet direct een band voor de vervangingsmarkt is, zoals voor de Vervaet Hydro Trike, omdat de meeste potentiële machines zijn gebouwd voor een 1050/50R32-band. Een chassis krap vijftig centimeter smaller maken om binnen de 3,00 meter te blijven, zoals fabrikant Joskin bij zijn Cobra 2-tanks heeft gedaan, is niet iets wat je even doet. Mitas verwachtte dus dat de band een aanloopperiode zou kennen, omdat fabrikanten er eerst hun producten in nieuwbouw op moeten afstemmen. De praktijk van de zelfrijders is dat fabrikanten en gebruikers toch al kiezen voor de 1250 in combinatie met een breedteontheffing. Zelfrijders zijn gebouwd voor de 1050/50R32-banden. Als ze net binnen de 3,50 meter vallen, kan een loonwerker met een breedteontheffing gewoon aan de slag. In principe is er voor (land)bouwvoertuigen tot 3,50 meter breed een breedteontheffing van de wegbeheerder nodig. Breder dan 3,50 meter valt onder speciaal transport. Bovendien moet je in de routing even extra oog hebben voor alle (vernauwende) verkeersobstakels. U zult ze kennen.

Zelfrijders ook Fabrikant Vredo bespeurt al markt, vooral ook omdat zijn machine standaard met 1050-banden minder dan 3,00 meter breed is en dus met de 1250-banden net binnen de 3,50 meter breedte blijft. Op dit moment heeft Vredo al een VT5518 met Tebbe-strooier op deze banden draaien in ­Engeland. Dit voorjaar worden een drieassige VT7028-3 voor Denemarken en een VT7028-2 voor Finland uitgeleverd. Die klanten kiezen volgens Vredo voor deze banden omdat ze op slecht draagkrachtige gronden werken. Vredo ziet voor loonwerkers in Nederland ook kansen om zodevriendelijker te werken, omdat de combinatie dan in het veld op circa 1,2 bar kan.

Het profiel is standaard te grof voor grasland en net ingezaaid tarweland. Een kwestie van af laten draaien, zoals hier voor een Vredo VT7028-3.

Luchtdrukwisselsystemen zijn vaak al aanwezig om de ­banden voor transport (vol) op hogere spanning te zetten. Vervaet draait al drie jaar proef met deze band en geeft aan tot dusver goede ervaringen te hebben. De band is volgens de fabrikant voldoende soepel en houdt zich toch goed. Wel laat Vervaet de nokken afdraaien en afschuinen, omdat die te hoog en te agressief zijn. Zoals op de openingsplaat te zien is, draaien de eerste Vervaets ook al; met name de sleepslangcombinaties, omdat de band het hier relatief gemakkelijker heeft. Vervaet blijft binnen de 3,50 meter door andere velgen met het hart iets uit het midden te monteren. De eerste gewone Hydro Trike wordt binnenkort ook voorzien van deze Mitas 1250-banden. Van Vervaet mag Mitas ook met een alternatief voor zijn voorband komen,

GRONDIG 2 2017

43


ondernemen met

vaktechniek

MITAS 1250/50R32 SFT Aslastvergelijking Vergelijking van de last per band bij 10 km/u en 40 km/u bij verschillende bandenspanningen voor de Mitas 1050/50R32 en de Mitas 1250/50R32. Maat

1050/50R32

1250/50R32

Loadindex

178 A8/B

188 A8/185 B

Diameter

189 cm

202 cm

Breedte

101,5 cm

122,0 cm

0,6 bar

5,5 ton

6,6 ton

1,0 bar

6,6 ton

8,7 ton

1,6 bar

8,5 ton

11,9 ton

2,4 bar

9,8 ton

14,0 ton

0,6 bar

4,2 ton

4,7 ton

1,0 bar

5,1 ton

6,2 ton

1,6 bar

6,5 ton

8,5 ton

2,4 bar

7,5 ton

10,0 ton

Snelheid 10 km/u

Vredo heeft de 1250’ers al ­succesvol in Engeland draaien in combinatie met een Tebbe-strooier.

Dewulf monteert de 1250 op wens onder zijn nieuwe Kwatro-rooier om zo met volle bunker op 1,0 bar te ­kunnen rijden.

maar voor de belasting is dat volgens Vervaet niet nodig, ­omdat die band nog steeds over heeft en met de 1250’ers in de pas blijft lopen. Wel staat de machine nu iets voorover door de hogere Mitas 1250’ers. De nieuwe Dewulf Kwatro-rooier is niet alleen in totaliteit vijftien procent lichter gebouwd dan zijn voorganger. Achter biedt Dewulf de klant nu ook de keuze tussen de 1050/50R32 en de Mitas 1250/50R32-band. Dewulf voert als argument voor de brede Mitas aan dat de machine dan in het veld (met volle bunker 9,3 ton op het achterwiel) op 1,0 bar kan rijden. Voor transport (25 km/u, 8,3 ton belasting met lege bunker) moet de band op 1,4 bar. Ter vergelijking: de 1050’ers ­moeten op de weg op circa 2,4 bar. De Dewulf staat voor op de ­bekende 90 centimeter brede Claas-rupsen.

Flinke afzet Deze banden worden uiteraard ingezet voor combinaties die vooral in het veld werken en zo weinig mogelijk over de weg. Dat verklaart mede waarom Mitas in de Benelux al goed heeft gescoord met de 1250. In totaal zijn er afgelopen seizoen al ruim dertig verkocht. Te begrijpen als het om de breedte kan.

Snelheid 40 km/u

Voetprintvergelijking Voetprintvergelijking uitgevoerd door onderzoeksinstituut Agroscope Reckenholz-Tanikonen in Zwitserland bij een gelijke aslast. Maat

1050/50R32

1250/50R32

Aslast

7,5 ton

7,5 ton

Spanning

1,4 bar

0,8 bar

Voetprint

5985 cm2

7194 cm2

Druk

1,23 kg/cm2

1,02 kg/cm2

Naast het hogere draagvermogen is voor mestinjectie het scherpe trekkerprofiel met de flinke nokken gunstig voor de trekkracht. Voor zodevriendelijk werken en bemesting in ­granen is het raadzaam de nokken af te draaien en af te ­ronden, zoals Vervaet en Vredo dat al laten doen. De 1250 is circa twintig procent duurder dan de Mitas 1050, maar Mitas claimt dat ze in de handel ongeveer even duur zijn als de bekende Michelin 1050/50R32-band. Dit jaar komt de fabrikant naast de bestaande 1250/50R32 met een ­sterkere versie. Sterker houdt in dat hogere maximale bandenspanningen en hogere lasten bij die spanningen mogelijk zijn. De waarden bij lagere bandenspanningen en snelheden zijn gelijk aan die van de bestaande band.

TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Fabrikanten

44

GRONDIG 2 2017


meststoffen

groei door kennis Kiemvoeding voor een vlotte start Quickstart meststoffen zijn speciaal ontwikkeld voor de kiemvoeding van fijnzadige gewassen en mais. Fijnzadige gewassen hebben weinig voedsel bij zich en moeten relatief kort na de kieming al grote hoeveelheden mineralen uit de grond halen om te kunnen groeien. Quickstart kiemmeststoffen zorgen ervoor dat fijne zaden en mais direct beschikken over opneembare voeding. Quickstart kiemmeststoffen zijn verkrijgbaar bij de CropSolutions aangesloten bedrijven. Inlichtingen en bestellingen: www.cropsolutions.eu

• Vloeibare meststof toegepast in breedbladige gewassen zoals zaaiuien, peen en cichorei (quickstart PK) en in mais (quickstart NP) • Dosering direct op het zaad bij het zaaien • Direct opneembare voedingsstoffen: vlotte start • Hoger opkomstpercentage resulterend in een homogeen, hoogproductief gewas • Bewezen in proeven in binnen- en buitenland

CropSolutions is een kwaliteitskeurmerk voor de plantaardige sector waarbij onderstaande bedrijven kennis delen, inkoop bundelen en groeiproducten leveren:

„G’day how are you“ uit Australië.

Wij hebben 30.000 hectare en 100.000 runderen. Wij werken onder moeilijke omstandigheden,moeten flexibel zijn om ons op de wereldmarkt te handhaven. Meer hierover in de video en het verslag onder: tractoren.claas.com

Werkelijk goed werk. Tractoren van CLAAS.


FLOTATION VF-BANDEN Kippers op lagere bandenspanning

ondernemen met

vaktechniek

Trekkers kunnen dankzij IF- en VF-banden al op een lagere bandenspanning worden gezet, maar kippers en ander getrokken materieel blijven achter. Alliance zet een flinke stap voorwaarts met een nieuwe serie Flotation VF-banden, die op de Sima officieel zijn voorgesteld. We bezochten Novifarm in Numansdorp, dat al twee jaar draait met prototypen. Het leverde een heldere boodschap voor loonwerkers op.

Bijna verontschuldigend wijst Leon Noordam van Novifarm in Numansdorp op de testbanden. “Wij zijn inmiddels een stap verder, wij willen eigenlijk naar 1,85 meter hoge Flotation-banden (800/60R32; red.) toe en overwegen een drukwisselsysteem op de kippers om in het land op maximaal één bar te kunnen rijden.” Daarop volgt de relativerende opmerking dat de asafstand bij deze twintigtons Beco’s daar net te krap voor is. Nieuwsgierig neemt hij met Jeroen Reedijk van Alliance de komende ontwikkelingen door. De nieuwste tabel met maten voor het komende seizoen heeft meer zijn interesse dan de gemonteerde 650/55R26.5-banden, omdat die in zijn ogen te klein zijn voor de Beco 2000-kipper waar ze onder liggen. Vooral de nog in ontwikkeling 750/60R30.5 lijkt een optie.

46

GRONDIG 2 2017

Een derde meer Alliance-productspecialist Jeroen Reedijk is daar helder in. “Die grotere maten zijn er wel in normale uitvoering, maar de VF-variant is nog in ontwikkeling. Daar zijn dus ook nog geen tabellen van. Ga er maar van uit dat de winst gelijkwaardig zal zijn aan die van de gemonteerde testbanden ten opzichte van de standaard Alliances”, aldus Reedijk. De nieuwe VF’s kunnen volgens Alliance een dertig procent hogere belasting aan of omgekeerd bij dezelfde aslast met een dertig procent lagere bandenspanning toe. Daarbij wel de kanttekening dat bij spanningen flink onder de één bar de banden dichter bij elkaar komen, omdat je dan tegen grenzen aanloopt. Ze gaan dan namelijk op de wangen lopen en in het midden wat hol staan. De nieuwe VF’s mogen op maximaal 2,8 bar (ook voor


transport). In de tabel hebben we de nieuwe 650/55R26.5 naast de nieuwe 650/55R26.5 VF gezet. Als je die verhoudingen omrekent bij de tabel van de grotere 750R30.5, dan is redelijk in te schatten wat de komende 750/60R30.5 VF kan hebben. Reedijk heeft in overleg met Novifarm bewust voor deze grote Beco 2000-kipper gekozen, omdat de banden dan flink worden getest.

De testbanden De Alliance 650/55R26-testbanden van Alliance onder de twintigtons Beco 2000-kipper hebben nog niet het definitieve profiel, maar wel het definitieve karkas. Ze hebben bij Novifarm gewoon meegedraaid. Leon Noordam geeft aan dat in de oogst de kippers gewoon worden benut, los of er testbanden of andere onder liggen. “We hebben ze op een zo laag mogelijke spanning gezet. Dat wil zeggen: zo laag dat het met transport op de weg nog net gaat”, aldus Noordam. Novifarm heeft de circa 750 hectare grond in een straal van achttien kilometer liggen en dus wordt er veel getransporteerd over de weg. Bij een volle vracht rust er ongeveer 24 ton op het gedwongen gestuurde pendeltandem. “Als je naar de portemonnee kijkt, is het aandeel transport verreweg het grootst”, zegt Leon. “Vanuit dat oogpunt zouden we een hogere bandenspanning moeten hanteren, maar dat doen we niet, omdat de zorg voor de bodem en het tegengaan van structuurschade de hoogste prioriteit hebben.”

Vaste spanning De banden hebben al die tijd vast op circa 2,3 bar gestaan en hebben zich probleemloos gehouden. “We hebben er ook grond mee gereden. Bij de hogere aslasten kwamen we toen gevoelsmatig op grenzen, maar het is goed gegaan”, vertelt Leon. Hij geeft aan dat de band ten opzichte van normale Alliances op vier bar minder stabiel is bij transportwerk. “Een kwestie van even wennen, maar dan gaat dat wel”, zegt hij daarover. In het veld is er wel de winst van de lagere bandenspanning. “Wij weten dat het werkt, dat de verdichting minder is, maar echt gemeten hebben we dat niet. Harde uitspraken doen is dan lastig.” Novifarm is blij met de winst, maar zal dus in de toekomst liever een grotere maat VF-banden monteren, bijvoorbeeld een 750/60R30.5. Met de standaard 750/60R30.5 kan met een drukwisselsysteem de doelstelling van maximaal één bar in het veld worden gehaald. Met de toekomstige VF-banden zal het bij volle vracht op ruim een bar op transport waarschijnlijk net gaan. Er komt ook een 800/60R32 beschikbaar in VF-uitvoering, maar daarvoor is de asafstand van dit tandemstel te klein.

Heldere boodschap Leon heeft vanuit zijn zorg om de bodem naar loonwerkers en fabrikanten een heldere boodschap. “Gebruik de hogere draagkrachten niet om grotere machines te maken bij dezelfde drukken, maar ga toe naar die lagere drukken”, aldus de ondernemer. Hij verwacht dat akkerbouwers en op termijn ook veehouders met alle moderne meettechnieken in toenemende mate zullen becijferen dat bodemverdichting op

termijn te schadelijk is. Zelf onderzoekt het bedrijf al volop de effecten van de structuurschade. “Loonwerkers zullen mee moeten in het bodemvriendelijk denken in plaats van capaciteit voorop zetten”, aldus Leon. De Alliances VF hebben zich onder de kippers goed gehouden, maar voor dergelijke bedrijven kunnen de grotere Alliance VF-maten dus niet snel genoeg komen.

TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

Naast de loadspeedindex zet Alliance de maximum last met de bijbehorende ­spanning op de band.

De verschillen We hebben de originele 650/55R26.5 naast de nieuwe 650/65R26.5 VF gezet plus voor deze kipper de grootste variant van de standaard 380-serie die er net op zou kunnen, de 750/60R30.5. Deze komt in de loop van dit jaar beschikbaar in VF-uitvoering. De lasttabel is nog niet beschikbaar, maar ga maar uit van ruwweg dezelfde verhoudingen als de standaard-VT. De waarde van 2,8 bar is toegevoegd omdat dat de maximale toegestane druk is voor de VF-band.

Band 650/55R26.5 Diameter 1,36 m Loadindex 167 E Maximale belasting bij 10 km/u Spanning Belasting 0,8 bar 4,0 ton 1,7 bar 6,2 ton 2,5 bar 7,8 ton 2,8 bar 4,0 bar 10,3 ton Maximale belasting bij 40 km/u Spanning Belasting 0,8 bar 3,1 ton 1,7 bar 4,8 ton 2,5 bar 6,0 ton 2,8 bar 8,4 ton 4,0 bar 7,93 ton

650/55R26.5 VF 1,39 m 171 D

750/60R30.5 1,68 m 181 D

4,7 ton 7,5 ton 10,1 ton 11,1 ton -

5,8 ton 8,5 ton 11,3 ton 12,1 ton 14,8 ton

3,5 ton 5,7 ton 7,6 ton 9,1 ton -

4,3 ton 6,8 ton 8,5 ton 11,2 ton

Andere maten Alliance heeft de nieuwe 389 VF Flotation-band officieel op de Sima voorgesteld. De definitieve versie heeft hetzelfde karkas, maar een iets ander profiel gekregen. In juni 2017 komen de 650/55R26.5 VF en in augustus de 600/55R26.5 VF en de 750/45R26.5 VF op de markt. Diverse andere maten, waaronder 30.5-maten, volgen daarna.

GRONDIG 2 2017

47


EVOBIB OP PROEF IN BRABANT Bijzonder bandenconcept

ondernemen met

vaktechniek

Loonbedrijf Kennes uit Bavel en Strijbeek test op verzoek van Michelin de nieuwe EvoBib-banden van het Franse merk, die deze week op de Sima worden geĂŻntroduceerd. Die band moet de beste eigenschappen voor het veld combineren met de beste eigenschappen voor de weg. Op de Sima kreeg het bedrijf een gouden medaille voor het innovatieve karakter van deze nieuwe band.

Michelin presenteerde deze week op de Sima de EvoBibtrekkerband en kreeg hiervoor een Gouden Innovatie Award. De eigenschappen van de band zijn bijzonder, namelijk smal waar het kan en breed waar het moet. Het moet zo het beste voor het veld koppelen aan het beste voor de weg. De band is speciaal ontwikkeld voor het gebruik met een luchtdrukwisselsysteem. Op hoge spanning, maximaal twee bar, loopt de band op het middensegment. In het veld kan de spanning tot 0,6 bar worden verlaagd en op dat moment plooien de buitenste nokken naar buiten, zodat die meehelpen met het vormen van een groot contactoppervlak. Michelin kwam in een eigen test tot een twintig procent groter contactoppervlak. Daarbij vergeleek het merk een EvoBib in de maat 710/70R42 met een AxioBib in dezelfde maat, op een spanning van 0,8 bar en een last van 5,6 ton. De vergroting van het contactoppervlak zit hem niet alleen in de lengte, maar ook in de breedte. Minder insporing en behoud van de bodemstructuur zijn het resultaat. Volgens de Franse fabrikant leidt dit grotere contactoppervlak echter ook tot 20 pk meer trekkracht, afhankelijk van de bodemomstandigheden.

Smal op de weg, breed in het veld Op de weg trekt de band als het ware de buitenste nokken op als een scharnier wanneer de spanning richting twee bar gaat. Het contactoppervlak wordt daardoor smaller. De band heeft echter een rij nokken in het midden, die samen een bijna

ononderbroken middenring vormen. Hierdoor heeft de band niet alleen meer rubber aan de grond, wat de slijtage binnen de perken houdt, maar houdt de band ook voortdurend contact met de grond. Dit moet meer comfort geven en de rolweerstand en daarmee het brandstofverbruik beperken. Michelin zegt zelf dat het brandstofverbruik op de weg vijf procent lager is. Michelin denkt dat de band ook veiliger is dan traditionele banden. Dat komt doordat het karkas speciaal gevormd is. De band heeft extra rubber op de plaatsen waar het nodig is. Hierdoor treedt minder vermoeidheid op in het rubber als gevolg van het veelvuldig doorbuigen bij lage druk. Dit verlaagt het risico op vroegtijdige uitval. Een ander resultaat van het nieuwe karkas is volgens Michelin dat de band bij lage druk minder snel doordraait op de velg. Een band die niet speciaal voor een luchtdrukwisselsysteem is gemaakt, heeft daar eerder last van, aldus Michelin. De band is er nu alleen nog in de maten 710/70R42 en 600/70R30. Volgend jaar komt hij er ook in 710/75R42 en 650/65R34. De band heeft speedindex D, wat wil zeggen dat hij een snelheid aan kan tot 65 km/u. De minimale spanning in de band is, afhankelijk van de belasting, 0,6 bar en op de weg adviseert Michelin een spanning van 2,0 bar. TEKST EN FOTO’S: Arend Jan Blomsma

Bij een spanning van 0,8 bar in het veld zie je dat ook de buitenste nokken gaan dragen.

Op de weg geeft de band volgens de fabrikant, dankzij de middenring, een hoog rijcomfort en een laag brandstofverbruik.

48

GRONDIG 2 2017


Incognito op proef bij Kennes In Nederland heeft Loonbedrijf Kennes, met vestigingen in Bavel en Strijbeek, de banden op proef. Dat wil zeggen: alleen de achterbanden in de maat 710/70R42. De voorbanden ­komen naar verwachting in juni naar Brabant. De band is nog enigszins incognito, want in plaats van de naam EvoBib op de zijkant staat er nog AxioBib op. Kennes monteerde de banden op een Fendt 826, die tot het maïsseizoen vast voor een 22-kuubs Schuitemaker-tank staat. Net als voor eigenlijk elke loonwerker is vermindering van insporing voor Karel Kennes belangrijk. “We hadden voorheen een achttienkuubs tank met 24R20.5-banden. Toen we deze tank kochten met schuifas, 800/60R32-banden op tandem en een drukwisselsysteem was de insporing al veel minder. Een jaar later hebben we er deze trekker voorgezet, op 710/70R42 met het VarioGrip-drukwisselsysteem van Fendt, en hebben we weer een stap gezet. We zullen nu eens zien of we met deze Michelin-banden opnieuw een stap kunnen maken. Michelin zocht voor het testen van de banden een trekker met drukwissel op alle vier banden. Dat heeft onze Fendt. Bovendien zitten we met deze combinatie ook vrij veel op de weg, omdat de tank ook kan wegen en monsteren. Ik ben echter vooral benieuwd of de band in het veld goed lost. We hebben nu de zodenbemester aan de tank hangen, maar later in het seizoen komt er een bouwlandinjecteur achter.” Na vier dagen rijden is chauffeur Peter van Loon enthousiast over de eerste ervaringen. Op de weg rijdt hij op 2,3 bar en merkt hij dat de band mooi stabiel is. “Hij loopt dan echt op de middelste nokken en in de bochten merk je dat hij minder gaat zoeken. Vooral omdat we veel op de weg zitten, is dat gunstig. Dan moet je ook het voordeel halen met minder slijtage.” In het veld mag de combinatie nu op 1,1 bar rijden. Dat heeft alles te maken met de flinke belasting op de achteras van [[[[..]]]] ton. “Maar dan zakt hij al mooi breed uit en heb je over de volle breedte de nokken aan de grond. Je moet alleen wel geduld hebben, want de band moet een eind leeg zijn voor je

De band op hoge druk op de verharding. De buitenste nokken zijn hoog opgetrokken.

echt op de buitenste nokken gaat rijden.” Hij merkt wel dat de lagere druk en het uitdijen van de band een voordeel heeft. “Op gras merk je dat hij bij het optrekken minder wil slippen en veel sneller oppakt zonder de zode te beschadigen.” We gaan met de combinatie - met lege tank - even het veld in. Voordat we op pad gaan, meten we de breedte van het contactvlak bij twee bar op de verharding. Dat is ongeveer 55 centimeter. Vervolgens zetten we de combinatie in de wei en daar zien we bij één bar nauwelijks insporing. We kijken ook op een maïsperceel. Dit is vrij zacht en daar zien we wel wat ondiepe insporing. We meten hier bij een relatief lage belasting al een contactbreedte van 80 centimeter. Als vaste chauffeur Van Loon de banden weer op twee bar heeft gebracht, zien we duidelijk diepere sporen. Dat is ook geen wonder, omdat de band dan eigenlijk nog maar 55 centimeter breed is.

Karel Kennes (rechts) probeert de EvoBib op zijn bedrijf. Peter van Loon is de chauffeur van de trekker waar ze onder liggen.

Het oppompen en aflaten van de banden gaat niet veel sneller dan met de traditionele banden en dat is wel een nadeel, want dat duurt - zeker gevoelsmatig - vrij lang. Een paar minuten heb je toch wel nodig. Om wachten te voorkomen, begint hij bij het leegrijden op het eind al met het oppompen van de banden. “Door de spanningsmeter in de banden kun je in de cabine op de terminal zien hoe hoog je zit met de spanning en die al verhogen als de tank bijna leeg is; dan blijft de druk op de bodem toch gelijk. Dat is een voordeel van het VarioGrip-drukwisselsysteem en dat helpt om alle mogelijkheden te benutten.”

Bij een spanning van 0,8 bar raken de ­buitenste nokken nog net niet de ver­harding. In het veld dragen ze volop mee.

Kennes heeft VarioGrip op zijn trekker en kan daarmee vanuit de trekkerstoel zowel de voor- als de achterbanden op de juiste spanning zetten.

GRONDIG 2 2017

49


MAGNA EN OBO TYRES SAMEN OP DE SIMA Magna profileert zich

ondernemen met

vaktechniek

De afgelopen week presenteerden Magna Tyres en OBO op de Sima samen hun nieuwe landbouwbanden. Een logisch vervolg op de overname van OBO Banden door Magna Tyres Group, samen met de lancering van een lijn landbouwbanden door Magna. We gingen op bezoek en concludeerden dat Magna een snel groeiende Nederlandse bandenfabrikant is, die ook in de landbouw voet aan de grond begint te krijgen, met slijtvastheid als belangrijk verkoopargument. Zoals zo vaak draaien de eerste proefbanden bij cumela­ bedrijven. Zo ook de nieuwe trekkerbanden. ‘Product of Holland’ staat er groot op de Magna-banden, die desondanks in onze sector nog niet zo bekend zijn. Oké, het merk stond voor het eerst op AgroTechniek Holland op de stand van OBO Tyres, dat toen was aangesteld als de Nederlandse distributeur. Op de TKD was het merk uiteraard ook present, want in die wereld opereert Magna al langer. Wie op de Bauma is geweest en de stand van Magna heeft bezocht, weet dat het inmiddels een erkende speler is in deze sector, met name voor zware toepassingen voor dumpers, shovels, kranen en allerhande machines in de overslag (havens, mijnen en recycling). Merken als Terex, Sennebogen en diverse telekraanmerken monteren Magna in de eerste montage. Met de introductie van landbouwtrekkerbanden vorig jaar en begin dit jaar de

50

GRONDIG 2 2017

overname van OBO Tyres in Hardenberg manifesteert Magna zich nadrukkelijker in ons marktsegment.

Geschiedenis In 1974 richtte de familie De Ruijter in Waalwijk het bedrijf De Ruijter International BV op. Na het verdwijnen van de schoenen leerindustrie, waarin De Ruijter toeleverancier was van onder meer rubber, legde de firma zich toe op de verwerking van rubber grondstoffen. Vanuit die oorsprong werd elf jaar geleden Magna Tyres in Waalwijk opgericht, een op zichzelf staand bedrijf met één van de De Ruijters als directeur. De kennis en knowhow van rubbercompounds voor onder andere de bandenindustrie, met name van slijtvaste varianten, was aanwezig om volrubberen banden voor overslag en recycling te maken. Dat vormde de start van Magna Tyres.


Van het één kwam het ander en zo werden er vanuit deze start ook diagonale en radiale luchtbanden ontwikkeld voor machines voor de overslag (havens), telekranen, grondverzeten industriemachines, trucks en nu ook landbouwtrekkers. Peter Philipsen, directeur van Magna Tyres Nederland, benadrukt dat Magna primair een wereldspeler is, die mikt op de volumemarkten. Hij geeft aan dat Magna Tyres in landbouwbanden is gestapt omdat globaal de vraag naar voedsel blijft groeien en dus het landbouwareaal intensief zal moeten worden bewerkt. Dat geeft een potentieel sterke markt met een perspectief op de langere termijn. Mede dankzij het bestaande internationale netwerk van De Ruijter heeft Magna Tyres de afgelopen elf jaar snel een internationaal netwerk ontwikkeld, met eigen vestigingen in onder meer Polen, Canada, Chili, Hongkong, China, Indonesië, Korea en sinds kort Dubai. Het verkoopnetwerk beslaat inmiddels circa 110 landen. De rode draad van de afzet wordt gevormd door heavy offroad- en heavy onroad-toepassingen, waarbij slijtvastheid en een hoge mate van resistentie tegen inrijding speerpunten vormen. Dat argument wordt ook aangevoerd voor de landbouwbanden. Geen spectaculaire maten en VF/ IF-techniek, maar juist slijtvaste banden die goed bestand zijn tegen inrijdingen.

Nederlandse ontwikkelingen De productie is in China gevestigd, omdat dit goedkoper is dan in Europa. “Het is gezien het loonniveau ondenkbaar om in Europa een bandenfabriek op te starten”, aldus Philipsen. Hij benadrukt dat het daarmee geen Chinese band is. “De ontwikkelingsafdeling zit in Waalwijk en de fabriek in China wordt door eigen mensen aangestuurd”, vertelt hij. Philipsen vindt dat een belangrijk verschil, omdat Magna daarmee grip heeft op de kwaliteitscontrole. “We zijn daarmee geen premiumbrand met de meest exclusieve banden voor nichemarkten, maar we zijn ook geen goedkoop C-merk. De positie tussen beide zien we als het grootste marktsegment wereldwijd, omdat het grootste deel van de markt gewoon een goede band wil die probleemloos lang meegaat voor een redelijke prijs”, aldus Philipsen. Dat is waar Magna al volop mee scoort buiten de landbouw en die insteek kiest het merk dus ook voor de landbouwbanden.

Magna is al enige tijd actief in de grondverzetsector met bijvoorbeeld deze wielladerbanden, waarvan er ook in onze sector al een aantal draaien in de sloop en recycling.

Overname OBO past De overname van OBO past Magna Tyres goed, omdat ook Magna Tyres wordt geconfronteerd met een toenemende vraag naar het vernieuwen van grondverzet- en industriebanden. Daarnaast heeft OBO veel kennis van de landbouw en heeft het hier al een netwerk. OBO kan vanuit dit oogpunt het nodige testwerk doen en kennis inbrengen. Die overname is begin januari officieel gerealiseerd. OBO blijft net als voor de overname de distributeur voor Nederland van de Magnalandbouwbandenlijn, maar uiteraard kunt u bij OBO Tyres ook terecht voor de andere Magna-producten.

Peter Philipsen, ­directeur van Magna Tyres ­Nederland, benadrukt dat de kenmerken allround, slijtvast en goed bestand tegen inrijdingen ook in Nederland sterke argumenten zijn.

Peter Schrijver, de kersverse general manager van OBO, geeft aan dat OBO de landbouwbanden beperkt gaat uitzetten om testuren te realiseren. Daarnaast gaat het bedrijf samen met Magna werken aan het completeren van de lijn banden. “Het begin is er, voor de grootschalige landbouw en de cumelasector gaan we het aanbod nog uitbreiden met grotere maten”, vertelt Schrijver. Magna produceert nu drie series banden. De 85-serie omvat negen maten, vanaf 280/85R24 tot en met 520/85R38. De 70-serie omvat zeven maten, vanaf 380/70R24 tot en met 710/70R30. De voor ons belangrijke 65-serie omvat nu negen maten, vanaf 540/65R25 tot en met 650/65R38. Alle series kenmerken zich door een slijtvast profiel met robuuste nokken. Hoe snel het zich allemaal zal ontwikkelen, is uiteraard nog koffiedik kijken, maar het is wel duidelijk dat deze Nederlandse bandenfabrikant uit Waalwijk een serieuze wereldspeler wil zijn. OBO blijft voor ons ook onder de Magna-vlag het bekende bandenvernieuwingsadres. Dat gaat gewoon door. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann

Magna is groot geworden met de levering van volrubberen en luchtbanden voor zware overslagmachines in onder meer havens.

Magna heeft het kantoor in Waalwijk staan. Hier is naast de opslag en distributie ook de ontwikkelingsafdeling gevestigd.

GRONDIG 2 2017

51


SIM Holland B.V. Trapezium 250 3364 DL SLIEDRECHT T: 078-641 80 00 info@sim-holland.nl www.simholland.nl

Sterk in beweging

De Reck Kuilverdeler en de SIM Agrotip Kuilverdichter Reck Jumbo II Kuilverdelers Krachtig en robuust Capaciteit op de kuil Hydraulisch of aftakas

SIM Agrotip Kuilverdichters Zwaar dus sneller werken Verdicht 10% per mÂł Werkbreedtes van 2,10 tot 4,0 meter

RoAd BV | Harselaarseweg 105-107 | 3771 MA Barneveld | +31 (0) 342 - 41 61 08 | info@roadbarneveld.nl

WWW.ROADBARNEVELD.COM


BANDEN VAN TOPFORMAAT – TERUG VAN WEGGEWEEST

TREKKERBANDEN | OOGSTMACHINEBANDEN | PLOEGBANDEN | GAZONBANDEN Het A-merk GOODYEAR heeft meer dan 100 jaar expertise op het gebied van banden voor de landbouw. GOODYEAR is een onderdeel van Titan Inc. uit Amerika en BIGTYRE is de exclusieve importeur voor Nederland en België. GOODYEAR is jarenlang een populair product geweest op de Europese landbouwbandenmarkt. Bekend zijn met name de echte GOODYEAR ploegbanden en de slijtvaste OPTITRAC lijn. Deze banden van topformaat zijn vanaf heden weer beschikbaar. De banden voldoen aan de hoge prestatie-eisen van machinebouwers, dealers, loonwerkers, landbouwers en andere eindgebruikers. Een geweldig pakket landbouwbanden.

NEEM VOOR PRODUCTADVIES EN BESCHIKBAARHEID CONTACT OP MET UW LOKALE BANDENVAKHANDEL

Industrieweg 20 | 3286 BW Klaaswaal | T +31 (0)186 741 741 E info@bigtyre.nl | I www.bigtyre.nl


GRONDIG.COM

ondernemen met

vaktechniek

AIRTER OP GROENE SECTOR VAKBEURS Eén van de opvallende noviteiten op de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg vormde de Novoter Airter. Deze grasmatbeluchter steekt pennen in de grond en blaast daar lucht door in de grond, zodat de gehele ondergrond tot 25 centimeter wordt belucht. Naast een homogene beluchting heeft het als nevenvoordeel dat clubs de softheid van hun grasmat kunnen afstemmen op de tegenstanders. De Novoter Airter heeft een bed met 26 injectietanden op een frame, dat stapsgewijs in één keer injecteert. De ­machine wordt dit voorjaar in Nederland ingezet.

HUESKER FLEXCOVER COMBI-MESTZAK IN KIPPER Een kipper ook kunnen inzetten voor mesttransport, dat is de achtergrond van de Huesker Flexcover Combi. Het gaat om een pompmodule inclusief een mestzak op maat voor de desbetreffende kipper, die in korte tijd achter aan de kipper kan worden gemonteerd. Fabrikant Huesker in het Duitse Gesher toonde deze unit in de praktijk op een 31-kuubs Krampe Big Body

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

500-drieasser met een circa 26-kuubs mestzak. Met een heftruck kan de pompunit worden ingehangen en vastgezet. De mestpomp wordt door de trekkerhydrauliek aangedreven. Voor het lossen wordt de kipper licht (circa tien ­graden) open geklapt. De unit weegt ongeveer 700 kilogram en kost rond de € 25.000,-.

KLEINERE KVERNELAND-ZELFRIJDER De zelfrijdende spuitmachine van Kverneland komt er in een kleinere uitvoering. Dit jaar komt het bedrijf met de iXdrive 4180, een machine met een tankinhoud van 4000 liter en een 30 centimeter kleinere wielbasis dan zijn grote broer. De transportbreedte op de weg is 2,55 meter. Door de kortere wielbasis heeft de nieuwe zelfrijder een draaicirkel van maar 3,90 meter. De gewichtsverdeling is ook bij deze machine 50/50. Met deze machine wil Kverneland vooral een alternatief bieden voor gebruikers van zelfrijders in regio’s met veel kleinere percelen. De spoorbreedte is hydraulisch te verstellen. Qua uitvoering heeft de gebruiker dezelfde mogelijkheden als die van de grotere versie.

advertentie

EEN SPRONG VOORUIT DE NIEUWE VERREIKERS VAN BOBCAT • 360˚ zichtveld • De snelste giekcyclustijden in de markt

Bekijk alle modellen op www.mechangroep.nl/merken/bobcat

54

GRONDIG 2 2017


TRAXX LANCEERT KLIMAATNEUTRALE DIESEL Brandstofleverancier Traxx brengt onder de naam Traxx Zero een klimaatneutrale versie van zijn diesel op de markt. De eerste stap om de CO2-uitstoot te reduceren, is het verminderen van het brandstofverbruik. De tweede stap is het compenseren van de resterende CO2-emissie door te investeren in gecertificeerde duurzame-energieprojecten. Deze combinatie levert een klimaatneutrale diesel op. Bedrijven die de brandstof gebruiken, krijgen een bewijs (gecertificeerde goedkeur) van de gerealiseerde CO2-compensatie. Traxx Zero kost drie cent per liter meer dan gewone diesel.

JCB ECOMAX ZONDER UITLAATGASNABEHANDELING Afgelopen maand presenteerden de motorenbouwers van JCB de nieuwe 3,0-liter-Ecomax-motor. Deze voldoet aan de Stage IV-normen zonder nabehandeling. Hij heeft dus geen roetfilter of AdBlue nodig om de normen te halen. De nieuwe compacte viercilindermotor, die bedoeld is voor de kleinere machines, heeft in de eerste gepre-

senteerde uitvoering een maximum vermogen van 54 kW (74 pk) en een maximum koppel van 400 Nm bij 1300 toeren per minuut. Door het ontbreken van de nabehandeling is er minder inbouwruimte nodig en is de motor ook acht procent zuiniger dan de huidige 4,4-liter-Ecomax-motor. Leuk detail: de motor heeft zelfstellende kleppen.

NIEUWE CASE-MINI’S Kort na de aankondiging van de samenwerking met Hyundai op het gebied van minigraafmachines heeft Case de complete lijn minigraafmachines van 1,7 tot 6,0 ton vernieuwd. De nieuwe serie mini’s bestaat uit zes modellen. Op één model na voldoen alle motoren die zijn gebruikt aan de Stage IV-normen. Een belangrijke nieuwe feature op de machines is de beter afleesbare monitor, waarop nu een groot aantal controlefuncties direct zichtbaar zijn. Ook is er standaard een startbeveiliging om diefstal tegen te gaan. Handig zijn de standaard snelkoppeling en de elektrisch pomp voor het tanken van diesel. Ook de slangbreukbeveiliging is standaard op deze machine, net als een achteruitkijkcamera.

advertentie

www.forrez.nl Forrez Nederland is officiële importeur van Nokian Heavy Tyres. Continue innovaties en vernieuwingen maken van Nokian dé bandenspecialist voor alle landbouw- en industrie toepassingen. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen via telefoonnummer: +31(0)416 69 33 55 of per email: nederland@forrez.com.

ct

excavator UW IE

N Forrez Nederland • Middelkampseweg 7 • 5311 PC Gameren T +31(0)416 69 33 55 • F +31(0)416 34 72 72 • nederland@forrez.com

GRONDIG 2 2017

55


WIM VAN BREDA IMPORTEERT AUSA URBAN Wim van Breda BV is met ingang van ­januari 2017 officieel importeur en dealer van het Spaanse merk Ausa. Het gaat daarbij om de Ausa Urban-range, die voornamelijk bestaat uit veegmachines voor wegen en trottoirs. In eerste instantie zullen de B 200 H, B 200 H iLink en de B 400 H worden aangeboden op de ­Nederlandse markt. De B 200 H zal zowel in de standaard- als in de iLink-uitvoering leverbaar zijn in varianten die voldoen aan de Euro 5- en Euro 6-emissienormen. Uniek bij Ausa is het iLink-systeem, een opbouwsysteem dat de mogelijkheid biedt om de veegmachine multifunctioneel in te zetten.

VEEL VRAAG NAAR OBO’S VERNIEUWDE RUPSEN Afgelopen najaar toonde OBO Tyres de eerste vernieuwde rups. Het bedrijf heeft al veel orders genoteerd, mede doordat een vernieuwde rups ongeveer 60 procent kost van een nieuwe. Inmiddels is OBO nagenoeg klaar om het vernieuwen op te starten. Het bedrijf wijst erop dat klanten wel verder moeten kijken dan alleen de bovenkant van de rupsen.

De loopwielen slijten onder specifieke omstandigheden (met scherpe stenen) ook versneld en dat kan schade geven aan de onderkant van de rupsen. OBO Tyres vernieuwt ook de loopwielen en onderzoekt of de ­binnenkant van de rupsen te repareren of te vernieuwen is.

DERTIGTONNERS GEZOCHT Peter Boer uit Ridderkerk heeft onlangs via Kemp in De Meern deze nieuwe Kobelco SK300LC-10-rupsgraafmachine in ontvangst genomen. Voor ons alweer een bericht met een aflevering van een dertigtons kraan. We zoeken gebruikers van deze machines voor de komende uitgave van Grondig. Heeft u ook bewust gekozen voor een dertigtonner of zet u deze machine specifiek in? Dan horen we dat graag van u. Een mooie foto, een paar steekwoorden en een telefoonnummer naar grondig@cumela.nl mailen is voldoende. Eén van de specifieke kenmerken van deze Kobelco is het nieuwe Arm Interflow System op de graafarm. Dat zorgt voor een efficiëntere doorstroming van de hydraulische vloeistof.

advertentie

g! o o hement antie r e Vw rend r gar

u

Scariflex

• Hogere weide-rendementen

a 3 ja

• Betere smakelijkheid van het gras • Snelle opkomst van jong gras • Van 2,40 m t/m 9,60 m breed

www.joskin.com Zaaimachine als optie

56

GRONDIG 2 2017

Moduleerbaar gamma : R6S5, R5S3, ...

tel : +32 43 77 35 45


Ontdek De nieuwe koers voor onkruidbestrijding in mais • Zeer brede werking tegen grassen en breedbladige onkruiden in mais • Ideale basis voor iedere tankmix • Uniek tegen kamille en zwaluwtong, nevenwerking tegen haagwinde • Ingebouwd resistentiemanagement

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.


CUMELAONDERNEMERS GAAN VERDER Planbase wordt PlanProf

ondernemen met

vaktechniek

Wat doe je als de leverancier van je planningssoftware failliet gaat? Niet naar een ander programma, besloten cumelaondernemers Jan Verboon en Roel de Klerk. Zij kochten de rechten van Planbase uit de boedel en runnen nu samen met de ontwikkelaar hun eigen softwarebedrijf om de in hun ogen best passende planningssoftware te behouden en door te ontwikkelen. Inclusief een eigen digitale werkbon. Het is een vrolijk gezelschap dat aan tafel zit: twee cumela­ ondernemers en een softwareontwikkelaar. Het zijn drie ondernemers met een nieuwe missie, namelijk het veiligstellen van het in hun ogen het mooiste planningsprogramma voor de sector. De reden van de oprichting van het nieuwe bedrijf is wat minder vrolijk. Vorig jaar ging PlanBee failliet, het bedrijf dat eigenaar was van Planbase. De bedrijven kwamen toen in een situatie waarin ze nu nooit meer verzeild willen raken. Plotseling was er voor Planbase geen helpdesk meer, lag de ontwikkeling van de software stil en wisten een heleboel klanten van niets. Al bewijst dat misschien wel de degelijkheid van het programma, lachen ze nu aan tafel. “Want sommige klanten hadden niets in de gaten, tot er eindelijk na maanden een brief van de curator kwam dat er een nieuwe eigenaar was.” Die nieuwe eigenaren zijn de cumelaondernemers Jan Verboon uit Den Haag, Roel de Klerk uit Lisse en softwarebouwer Ron Kroon. Met elkaar stralen ze uit dat ze het nu gewoon leuk vinden om het nieuwe bedrijf te runnen. “We zijn alle drie eigenaar, gebruiker en verkoper”, stelt Verboon. “Daarbij is het ons doel om te zorgen dat ons planningsprogramma, dat het hart vormt van onze bedrijfsvoering, een gezonde basis heeft.”

De drie onder­ nemers achter PlanProf. Van links naar rechts Jan ­Verboon, Ron Kroon en Roel de Klerk.

58

Nieuwe gebruikers Wat ze willen, is vooral op basis van minimale kosten waarborgen dat Planbase of straks PlanProf beschikbaar blijft voor de sector en liefst ook nog nieuwe gebruikers krijgt. “Daar hebben wij geen groot kantoor of dure leaseauto’s voor nodig. Een kantoor hebben we allemaal al en het werk moet óf bij de klanten óf gewoon thuis achter het bureau gebeuren”, benadrukt De Klerk. “We willen ook geen extra dure programmeurs in dienst. Wij willen geen ontwikkelaars die ontwikkelen om het ontwikkelen. Wij hebben afspraken met zelfstandige experts, die we pas inhuren om de software aan te passen als we een aanpassing of verbetering nuttig vinden. Met de deelname van Ron Kroon is de geestelijk vader van Planbase weer betrokken. Hij schreef ooit de eerste versie van Planbase. Dat werd samen met Jan Verboon van het gelijknamige cumelabedrijf doorontwikkeld tot een planningsprogramma dat precies past bij een cumelaonderneming. “Dat heeft uren en weekeinden gekost om zover te komen, maar uiteindelijk hadden we een perfect programma waarmee je mensen, machines, uitrustingsstukken en andere middelen kon plannen en administreren”, aldus Verboon. Voor hem en een andere gebruiker van het eerste uur, Roel de Klerk, was de aankondiging dat Planbase zou stoppen reden om in actie te komen. “Want als er één ding was dat we niet wilden, was dat het programma zou verdwijnen. Onze hele bedrijfsvoering is gekoppeld aan dat programma.” Samen legden ze contact met Kroon, die inmiddels weer eigenaar was van de software die hij ooit zelf had ontwikkeld. Lachend: “PlanBee had zo’n geldhonger dat het vorig jaar graag inging op mijn aanbod om het programma terug te kopen. Het gaf mij de gelegenheid om het programma om te bouwen naar de modernste standaarden van deze tijd”, aldus Kroon (voor kenners: 64-bits en SQL).

Gebruikers

Cumelaondernemers zetten bedrijf voort

In de cumelasector zijn diverse vaste en enthousiaste g ­ ebruikers, onder meer: • Gebr. Kok, Bakkeveen (met zes vestigingen) • Aannemings- en verhuurbedrijf J. Hoondert & Zn., ‘s-Heerenhoek • Loonbedrijf A.N. van Impelen, Werkhoven • Den Bakker Bedrijven, Hellevoetsluis • G.M. Damsteegt BV, Oud-Alblas

Het eerste doel van de nieuwe onderneming is het ondersteunen van alle bestaande klanten. De volgende stap is het imple­ menteren van de nieuwe versie. Het doel is om iedereen in 2017 over te hebben van het huidige Planbase naar het nieuwe PlanProf. “Dat moet kunnen”, meent Kroon. “Voor de gebruiker is de look and feel grotendeels hetzelfde gebleven. Het ziet er wat mooier en moderner uit en er zijn wat extra mogelijkheden toegevoegd. Alle gegevens gaan ook gewoon over.”

GRONDIG 2 2017


Hoe werkt PlanProf? Het planningsprogramma PlanProf is opgebouwd met een mappenstructuur. Onder het digitale planbord staan in verschillende mapjes bijvoorbeeld de mensen, de machines, de uitrustingsstukken, de goederen en bijvoorbeeld de opdrachtgevers. De gebruiker kan via klikken en slepen vanuit deze bakjes een opdracht inplannen. Daarbij kan aan elke machine, machinist of klant een opmerking worden gekoppeld, zoals op machine X ‘Alleen machinist Piet, Klaas of Iwan’ of bij klant Z ‘Eist zorgvuldig werken, dus machinist Jan of Marien’. Bijzonder is ook de mogelijkheid om te kiezen voor alleen een machinetype, bijvoorbeeld een trekker. Dan hoeft de planner niet alles precies uit te zoeken, maar weet iedereen wel welke hij moet kiezen. Ook aan bedrijven die veelvuldig materieel en mensen inhuren, is gedacht. Nadat een bedrijf of zelfstandige eenmalig is aangemaakt, kunnen deze meelopen in de planning, zelfs op machine- en persoonsniveau. Via een speciale selectie zijn de facturen later eenvoudig te controleren. Gebruikers hebben de mogelijkheid om binnen het programma vanuit één centrale planning verschillende bedrijven te plannen en te ­registreren of vanuit verschillende bedrijven het gezamenlijke materieel te ­plannen en beheren. Tevens beschikt de software over een onderhoudsmodule voor het materieel. Bijzonder is ook de manier waarop

­ ebruikers betalen. Er zijn geen aanschafkosten, alleen een abonneg ment per gebruiker per maand. Nieuwe gebruikers moeten wel be­talen voor het implementeren in het bedrijf. Gemiddeld kost dat rond de € 4000,-, weten de mannen uit ervaring. Per persoon die het programma gebruikt, zoals administratie, planner en calculatie, geldt een abonnementsbedrag van gemiddeld € 65,- per maand. De meeste bedrijven komen op maandelijkse kosten van € 300,- tot € 350,-. Voor gebruikers van de digitale werkbon zal daar nog een klein bedrag per gebruiker per maand bij komen. Hoewel het pakket is opgezet voor GWW-gerichte ­bedrijven past het ook goed bij bedrijven met een landbouwtak. Zelfs een registratie van werkzaamheden op perceelsniveau moet in de toekomst mogelijk worden.

Digitale werkbon

Speciaal voor cumelasector

Een belangrijke toevoeging aan PlanProf is de mogelijkheid om de werkbon digitaal naar de werknemer te sturen. Opvallend is dat het bedrijf geen gebruik maakt van een app, maar de werknemer via de website laat inloggen op het systeem. “Een bewuste keuze”, aldus Kroon. “Een app is veel ingewikkelder. Die moet je op maat maken voor elk besturingssysteem en elke keer weer updaten als er een nieuwe versie is. Als je inlogt op een website heb je dat allemaal niet. Dan maakt het niet uit welke telefoon je hebt. Het enige wat je nodig hebt, is een snelkoppeling op je telefoon en een pincode om in te loggen. Na één keer inloggen ter identificatie is zelfs dat niet meer nodig en ziet een gebruiker na het aanklikken van de link direct de gegevens.” Wie dat doet, krijgt direct zijn werkbon te zien, met daarop de machine, het werkadres, de contactpersoon en alle extra opdrachten. Aan het eind van de dag fungeert dezelfde bon als basis voor het urenbriefje. De werknemer bevestigt of hij het werk volgens afspraak heeft gedaan of dat hij langer of korter is bezig geweest. Dat slaat hij op en de werkelijke uren komen daarmee direct in het systeem terug. Daarna is het aan de planner of de controller om de gegevens eventueel via een aantal aanpassingen in de administratie te verwerken.

Nu het programma draait, willen de ondernemers vooral de basis verbreden. “We richten ons daarbij exclusief op de cumelasector. Daar is dit programma voor bedoeld en daar willen we het een bredere basis geven”, aldus De Klerk. Ze beseffen dat gebruikers van de software wellicht bang zijn dat hun collega’s nu misschien in hun administratie mee kunnen kijken. Om dat te voorkomen, is de afspraak gemaakt dat de achterliggende data alleen door Kroon en zijn medesoftwareontwikkelaars kan worden bekeken. Verboon en De Klerk willen ondernemers vooral helpen. “Wij denken mee bij het starten en kunnen aanwijzingen geven hoe wij het doen. Op die manier kunnen we vanuit de praktijk helpen om er praktisch mee aan de slag te gaan. Volgens ons de beste manier om dit programma groot te maken in de sector.”

Op het scherm van de mobiele telefoon krijgt de gebruiker net als in een app precies te zien wat zijn opdracht is, waar hij moet zijn en welke extra’s nodig zijn.

TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Toon van der Stok, PlanProf

GRONDIG 2 2017

59


GRATIS VREDESTEIN FARM MODEL bij aankoop van Vredestein Traxion85, Traxion+, TraxionXXL, Traxion Harvest of Flotation Trac banden. Kies maar liefst uit 13 verschillende miniaturen! VOOR ACTIEVOORWAARDEN: GA NAAR WWW.VREDESTEIN.NL/GRATISMINIATUUR

Deze actie is geldig van 1 februari tot en met 31 maart 2017.


ondernemen met

vaktechniek

ECONOMIE

IN KORT BESTEK Afwijken van UAV-gc-aanbieding

CUMELA Kompas Analyse: Positieve ontwikkeling EBITDA

Beste Jan, Ik heb een UAV-gc afgesloten. Bij de aanbieding hebben we een voorlopig ontwerp aangeboden met daarin een houten beschoeiing. Ik heb kunststof beschoeiing kunnen kopen van gelijkwaardige kwaliteit en wil die gaan toepassen. De opdrachtgever gaat daarmee echter niet akkoord, maar ik houd mij toch aan het oorspronkelijke programma van eisen?

EBITDA 2014-2015 (euro’s)

500.000 450.000 400.000 350.000 300.000

Beste aannemer,

250.000 200.000 Grondverzet

Gemengd 2015

Agrarisch

Cumelasector

2014

EBITDA is een kengetal dat door onder meer banken wordt gehanteerd om de operationele kasstroom te benoemen. De vraag is nu: wat is de EBITDA als we kijken naar de cumelasector en hoe ontwikkelt deze zich? Kijken we naar de EBITDA van een gemiddeld cumelabedrijf, dan bedroeg deze in 2014 € 303.304,- en in 2015 € 322.383,-. Dat is een stijging van € 19.078,-. Dit betekent dat de cumelasector in 2015 te maken had met een verbeterde operationele kasstroom. Met andere woorden: de geldstroom was groter door een betere bedrijfsvoering. Dit gold voor alle typen bedrijven, waarbij de meeste vooruitgang werd geboekt door de gemengde bedrijven. EBITDA betekent Earnings Before Interest, Tax, Depreciation and Amortisation, ofwel winst voor aftrek van rente, belasting, afschrijving en afboekingen. In tabel 1 is voor 2015 weergegeven hoe het bedrijfsresultaat, de afschrijvingen, de rentekosten en de EBITDA zijn voor de cumelasector. Het bedrijfsresultaat is inclusief een eventuele berekende arbeidsvergoeding voor de ondernemer.

Tabel 1. Bedrijfsresultaat, afschrijvingen, rentekosten en EBITDA in 2015 (euro’s). Bedrijfsresultaat voor belastingen Afschrijvingen Rentekosten EBITDA

Grondverzet

Gemengd

66.971

79.422

Agrarisch Cumelasector 58.396

67.750

159.390

254.380

238.312

212.752

32.173

49.670

46.343

41.881

258.534

383.472

343.051

322.383

Wat opvalt in de grafiek is dat de verschillen tussen grondverzetbedrijven, ­gemengde bedrijven en agrarische loonbedrijven groot zijn. Weliswaar be­ halen grondverzetbedrijven een omzet die vergelijkbaar is met het sectorgemiddelde, maar kijken we naar de EBITDA, dan is die fors lager dan die van gemengde bedrijven en agrarische loonbedrijven. Betekent dit dat deze bedrijven een minder goede operationele geldstroom hebben? Het antwoord is nee! De ­operationele geldstroom is weliswaar lager, maar dit laat zich eenvoudig verklaren. Van de drie verschillende typen bedrijven zijn de bedrijven in het grond­ verzet duidelijk het minst kapitaalintensief. Dit betekent een lagere boekwaarde van het machinepark en dus minder afschrijvingen en rente­kosten, met een lagere EBITDA als gevolg. Andersom geldt voor de agrarische loon­bedrijven dat deze het meest kapitaalintensief zijn. De gemengde bedrijven zitten hier tussenin. Dat deze bedrijven een hogere EBITDA hebben, komt doordat deze bedrijven groter zijn in omvang. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallen­ vergelijking CUMELA Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.

Steeds vaker kiezen opdrachtgevers ervoor om slechts één partij te contracteren voor de realisatie van een project, het geïntegreerd contracteren. De voordelen kunnen zijn het verminderen van faseringsrisico’s, een betere prijs-kwaliteitverhouding, kortere doorlooptijden en meer innovatie in projecten. In uw geval hebt u zich verbonden tot zowel het vervaardigen van het ontwerp als het uitvoeren van dat werk. Bij een UAV-gc (contract) wordt na de gunning het voorlopige ontwerp vertaald naar een definitief ontwerp. Uw opdrachtgever heeft dit plan getoetst en geaccepteerd. Accepteren is in UAV-gc overigens geen goedkeuren! De vraag is nu: mag de opdrachtgever een wijziging weigeren na de gunning. De jurisprudentie is niet eenduidig. Arbiters hebben in een vergelijkbare zaak aangegeven dat het voorlopig ontwerp onderdeel is geworden van de overeenkomst. De leden 1 en 2 van paragraaf 15 UAV-GC 2005 (wijzigingen op initiatief van de opdrachtnemer) zijn om die reden niet van toepassing. Lid 3 stelt echter dat u wijzigingen ter acceptatie kunt voorleggen. Het ongemotiveerd weigeren, zo stellen deze arbiters, van de voorgestelde wijziging is echter niet toegestaan, omdat het geen wijziging van ‘de eisen opgenomen in de overeenkomst’ zou zijn, maar een wijziging van het voorlopig ontwerp. In een andere zaak concluderen arbiters dat het plan van aanpak en daarmee het voorlopig ontwerp al was geaccepteerd voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst (lees: bij gunning). Daarom moet het voorlopig ontwerp worden gekwalificeerd als ‘eisen opgenomen in de overeenkomst’ (paragraaf 15 lid 3 sub a UAVGC 2005). Als je die redenering volgt, is het de opdrachtgever zelfs toegestaan de wijzigingen zonder opgaaf van redenen te weigeren (paragraaf 15 lid 4 UAV-GC 2005). Toch vind ik dat, lettend op redelijkheid en billijkheid, u wel sterke papieren heeft. Uw wijziging komt geheel overeen met de oorspronkelijke technische eisen. Sterker, uw aanbieding betreft een materiaalsoort die een langere levensduur heeft en dus ten voordele is van de opdrachtgever. De afwijzing is gebaseerd op een esthetisch waardeoordeel, hout versus kunststof, en daarover was niets opgenomen in de oorspronkelijke uitvraag. Advies: arbitrage.

Jan van der Leij Beleidsmedewerker GWW CUMELA Nederland

GRONDIG 2 2017

61


ondernemen met

cumela

CUMELARIA STUDIECLUB KRING SCHAGEN: HET HEFT IN EIGEN HANDEN

VEERTIGJARIG JUBILEUM OOSTERHUIS

Ruim vijftig belangstellenden kwamen op woensdag 18 januari 2017 af op de studieclubdag van Kring Schagen. Voor het thema ‘Hoe houd ik als ondernemer het heft in eigen handen?’ besprak André de Swart van CUMELA zijn visie over financieringen in de sector. Belangrijke punten die aan de orde kwamen, waren inzicht in cijfers en CUMELA Kompas Analyse, waar zet je de piketpaaltjes en informatie over subsidies en fiscale regelingen. Vervolgens gaf Jorchy Pollemans van DLL zijn visie op leasen en kwam de stand van zaken rond dat onderwerp aan de orde. Het middagprogramma was gevuld met een minimarkt over het actuele onderwerp de digitale werkbon. Na afloop van de studieclubdag was er voldoende tijd en stof tot napraten in café ’t Geveltje.

“Veul wark verzett’n in éémpies tied.” Een typerende zin van Aannemersbedrijf Oosterhuis BV uit Nijeveen. Voor het open huis ter gelegenheid van het veertigjarig bedrijfsjubileum was ook ‘even’ flink werk verzet. Met succes, want met meer dan 2000 bezoekers kan Oosterhuis BV terugkijken op een zeer goed bezochte open dag. Ondernemers Derk, Henk, Jan, Mark en Erik Oosterhuis ontvingen als grote verrassing uit handen van Jan Nico Reimink, voorzitter van het CUMELA-afdelingsbestuur Overijssel, een zilveren speld. Derk Oosterhuis begon als eenmanszaak, Nu zijn alle vijf kinderen Oosterhuis in het familiebedrijf werkzaam en sinds 2003 maken de drie zonen deel uit van de directie. Momenteel zijn er ongeveer zestig medewerkers in dienst, aangevuld met zzp’ers en uitzendkrachten in drukke perioden.

PRACHTIGE OPBRENGST VOOR PINK RIBBON In 2016 heeft wikkelfolie-leverancier VisscherHolland samen met vele loonwerkers en melkveehouders het Nederlandse landschap roze weten te kleuren. Roze ronde balen werden gemaakt om de organisatie Pink Ribbon financieel te steunen. Er zijn vele roze balen gemaakt en de reacties erop waren overweldigend. Van elke gebruikte rol roze folie ging er een bijdrage naar Pink Ribbon. Dinsdag 14 februari 2017 heeft VisscherHolland tijdens het Ondernemerscongres de cheque overhandigd aan Pink Ribbon. Hierop stond een bedrag van € 10.250,! Een prachtige donatie aan Pink Ribbon, waarop deze organisatie ook enthousiast reageerde. VisscherHolland bedankt via deze weg van harte de participerende loonwerkers voor hun inzet.

STUDIECLUB KRING UTRECHT: STUDIEAVOND BODEM Op donderdag 9 februari organiseerde de studieclub Kring Utrecht een studieavond met als thema ‘Bodem’ bij Cultuurtechniek H.G. Dorresteijn BV in Soest, een zeer passende locatie wanneer het gaat om bodemverbetering. Gastspreker Hans van der Staak van de Den Ouden Groep liet op zeer inspirerende wijze de aanwezigen nadenken over bodemvruchtbaarheid en hoe die kan worden verbeterd. Daarin werd meermaals de verwijzing gemaakt naar de producten die Dorresteijn en Den Ouden produceren. Aansluitend konden de aanwezigen het bedrijf van Dorresteijn en uiteraard de producten bekijken. Een mooie afsluiting van een inspirerende studieavond.

62

GRONDIG 2 2017


GEKRUID Handleiding voor leerlingen

BEDANKJES VRIJKAARTEN ZWOLLE We ontvingen een aantal attente bedankjes van de winnaars van vrijkaarten voor indoor-tractorpulling Zwolle, eind januari. Eén van hen was Henry Grotenhuis, die als motivatie aangaf: “Mijn zoontje zal helemaal uit zijn dak gaan als hij samen met zijn vader op een mooie zaterdag de indoor-tractorpulling live mee mag maken.” Hij wist ook het antwoord op de vraag welke klasse nieuw was toegevoegd op de vrijdagavond. Dat bleek voor velen een lastige, maar dat was de truckklasse. Ook Willem Hoekstra uit Ten Boer stuurde een bedankje voor de mooie dag. Hij bezocht het evenement samen met een collega en maakte in de pits nog even een passend plaatje.

AMERIKAANSE TOPPERS IN AHOY De organisatie van de European Superpull heeft de absolute top weten te strikken. De Amerikaanse Grand National superstockkampioen GALOT 2 komt samen met de vrijwel identieke stalgenoot GALOT op zaterdag 18 maart 2017 naar Rotterdam Ahoy om deel te nemen aan de European Superpull. De twee super stocks van Earl en Peggy Wells uit Clinton, North Carolina, zijn voorzien van het plaatwerk van een Agco DT225, waaronder een circa 4500 pk sterke alcoholgestookte zescilinder met drie turbo’s schuil gaat. In Amerika rijden deze machines in ‘dragracekill-stand’. Dat betekent dat na een finale-toprun alle vitale onderdelen moeten worden vervangen: drijfstangen, zuigers, kleppen en krukas. Het team doet ook aan dragracing. Meer info op www.europeansuperpull.nl.

Bij ons bedrijf hebben we een breed pakket aan werkzaamheden op het gebied van natuurbeheer, cultuurtechniek, groenvoorziening en biomassa. Hierdoor hebben we verschillende soorten collega’s, zoals chauffeurs, machinisten, hoveniers en door ons grote machinepark ook monteurs. Dit betekent dat wij op veel gebieden leerlingen kunnen laten instromen en voor mij dat ik met meerdere scholen contacten mag onderhouden, elk met zijn eigen ‘gebruikshandleiding’. Ik merk dat ik een beetje zoekende ben naar een betere structuur van begeleiden. Je kent het vast wel: het is druk, je spreekt elkaar regelmatig op de gang, dagelijks stuur je bij, maar echte één-opééngesprekken schieten er soms bij in. In mijn geval - ik werk niet mee buiten - ben ik dus afhankelijk van onze praktijkopleiders om te horen hoe het gaat. Communicatie naar mij over hoe het gaat, wordt echter niet altijd noodzakelijk gevonden. Als je niets hoort, gaat het toch goed? Meestal heb ik na een half jaar contact met de praktijkbegeleider van school. Informatie van school hoe het met onze leerling gaat, krijg ik niet automatisch. Er is nu ook de Wet op privacy, waardoor scholen niet meer mogen communiceren over cijfers als de leerlingen ouder zijn dan achttien jaar. Als ik dus niet geregeld naar de punten vraag, kunnen we op het laatste moment voor verrassingen komen te staan. Praktijkopdrachten? Ja, die zitten in ‘de map’. Scholen vinden gemiddeld genomen dat het de verantwoordelijkheid is van de leerlingen dat ze aan het eind alle opdrachten af hebben. Omdat ze leerling zijn, hebben zij echter niet altijd het overzicht wanneer welke praktijkopdracht kan worden gedaan, in verband met ons seizoenswerk. Bij het kennismakingsgesprek komen de opdrachten wel aan de orde, maar dan heb ik ze nog niet. De praktijkovereenkomst en BPV die de leerlingen bij de start van de stage moeten hebben, kunnen lastig zijn, zo merk ik. Een maand hierop moeten , zeker als hij al met zijn schooljaar is begonnen. Ja, ik denk dat ik toch maar eens een uitgebreidere handleiding ga schrijven. Wat verwacht ik van de school, de praktijkbegeleider, de leerling en onze praktijkopleider? En wat kunnen ze van ons verwachten en wat is daarvoor nodig? Jep, ik ga ermee aan de slag!

Merel van Stipdonk-van Riel Van Stipdonk Landschapsinrichting BV

GRONDIG 2 2017

63


ondernemen met

mensen cumela

25 JAAR LOONWERKONDERWIJS ‘Praktijk is een heel belangrijke component’ Praktijkdagen voor leerlingen Groen, Grond & Infra staan onder druk Nu het sectorplan is afgelopen, staan de praktijkdagen voor leerlingen Groen, Grond & Infra onder druk. Sommige scholen hebben er hun eigen draai aan gegeven en gaan door, zoals het Groenhorst College in Barneveld. De sociale partners willen een doorstart. Minikranen, een shovel, enkele trekkers van mechanisatiebedrijven uit de buurt, bosmaaiers, kettingzagen en een eigen magazijn vol gereedschap. De werkplaats van de opleiding Groen, Grond & Infra op het Groenhorst College in Barneveld is ruim uitgerust om de leerlingen een indruk te geven van de loonwerkpraktijk. Er is een buitenruimte van 1,5 hectare beschikbaar, een heuse spuitplaats en de leerlingen onderhouden een shortgolfbaan en een recreatieterrein in de buurt. “Praktijk is een heel belangrijke component van de opleiding”, stelt coördinator Armin Satter. Samen met drie andere collega’s geeft hij de opleiding Groen, Grond & Infra op zijn school vorm. “Zeker nu de instroom toch minder b ­ asiskennis heeft dan vroeger - nieuwe leerlingen hebben vaak geen agrarische of cultuurtechnische achtergrond meer - is praktijk op school nog belangrijker geworden. Ze moeten veilig leren manoeuvreren met een trekker, veilig aan- en afkoppelen, de basisafstellingen en -elementen l­eren. Op school bieden we ze de ruimte om te oefenen.” Het Groenhorst College is daarin vooruitstrevend. Behalve een praktijkruimte op school werkt het al zo’n zeven jaar samen met een vijf- tot zevental leerbedrijven in de buurt. “Hier is deels het succes van onze opleiding op gebaseerd. Leerlingen kunnen op deze bedrijven ervaring opdoen in de échte praktijk. De docent heeft daardoor wekelijks contact met het bedrijfsleven en in een zogeheten bedrijfsadviescommissie wisselen we ervaringen uit, waardoor we de ­opleiding blijven verbeteren.”

25 jaar loonwerkonderwijs Het loonwerkonderwijs bestond vorig jaar een kwart eeuw. In die 25 jaar is er veel veranderd en nog steeds is er verandering gaande. Het onderwijs probeert daar continu op aan te sluiten, maar dat is geen eenvoudige taak. Daarnaast moet ook de moderne werkgever zijn werknemers blijven opleiden. Reden ­genoeg dus om aandacht te b ­ esteden aan de toekomst van morgen. Leren stopt nooit.

64

GRONDIG 2 2017

Voor de school is dit netwerk een betere oplossing dan ­samenwerken met een praktijkschool. “Het was rendabeler de praktijkleergelden in te zetten bij de leerbedrijven dan bij een praktijkschool. We konden daardoor meer begeleide draaiuren per machine per leerling aanbieden.”

Welkome aanvulling Het sectorplan, dat drie jaar geleden in het leven werd geroepen, was daarop een welkome aanvulling. Er kwam extra geld beschikbaar om leerlingen meer praktijkdagen te laten volgen. “Het was echt een succes”, stelt Satter. “Leerlingen waardeerden het zeer, zo bleek uit evaluaties. Het was een verbreding van hun stage. Ze kwamen hierdoor met veel meer verschillende werkzaamheden in aanraking.” Tot eind vorig jaar. Het sectorplan liep af, waardoor het praktijkleren op veel opleidingen Groen, Grond & Infra onder druk is komen te staan. Zo ook op het Groenhorst College. “Hoewel we nog steeds samenwerken met de leerbedrijven is het niet meer wat het geweest is”, zegt Satter, ook voorzitter van het Landelijk Overleg Loonwerk (LOL). “Zonder financiële steun krijgen veel scholen de praktijkdagen niet meer georganiseerd.” Op zijn eigen opleiding lukt dat nog wel vanwege het netwerk van bedrijven dat de school om zich heen heeft, maar in mindere mate. In plaats van zestien weken een dagdeel per week op een praktijkbedrijf kunnen leerlingen nu nog maar tien weken een dagdeel per week op een leerbedrijf terecht. “Het is echt zonde. Het sectorplan is een goed format. Iedereen is er enthousiast over.” Satter ziet het echter niet somber in. “Meer scholen hebben hierdoor een netwerk van bedrijven om zich heen gekregen. Bedrijven zijn meer betrokken bij het onderwijs en de vrijblijvendheid is eraf. We staan nu voor de gezamenlijke uitdaging om met de sociale partners een oplossing te vinden en het project aan het draaien te houden.”

Nut en noodzaak Bart van Wijlen ziet op zijn bedrijf, Aannemersbedrijf Van Wijlen in Sprang-Capelle, sinds januari minder leerlingen


Praktijkdagen-nieuwe stijl Het sectorplan liep eind 2016 af en daarmee zijn de praktijkdagen voor leerlingen Groen, Grond & Infra ook ten einde gekomen, maar niet voorgoed. “De praktijk­ dagen zijn bij alle partijen zo goed bevallen dat we een doorstart willen maken”, zegt Dick Klop van CUMELA. “Door de praktijkdagen zijn leerlingen echt met de praktijk in aanraking gekomen en dat moeten we in de lucht houden.” Hij ziet de praktijkdagen op de leerbedrijven dan ook als noodzakelijk voor een goede op­ leiding. “Scholen kunnen de praktijk niet nabootsen en de praktijkdagen verhogen het niveau van de opleiding. Het leidt de leerlingen breder op. De school heeft een grote rol in de basisvaardigheden, maar de specifiekere werkzaamheden kan het onderwijs niet oppakken. Daarvoor zijn de praktijkdagen perfect.” Hoe de doorstart er concreet gaat uitzien, is nog niet duidelijk, maar wel zijn de sociale partners het eens dat het project navolging moet krijgen. “Scholen hebben te weinig praktijkgelden, dus we willen dat ze een bijdrage krijgen vanuit de sociale partners. Het overige deel zal de school zelf bij moeten leggen”, aldus Klop. Of de overheid hier ook een rol in gaat spelen, is nog onzeker. Het ideale plaatje is dat elke school een netwerk aan praktijkbedrijven, het liefst met verschillende disciplines, om zich heen krijgt waar de leerlingen terecht kunnen, stelt Klop. “Daar schortte het nog aan in het sectorplan. De scholen hadden te weinig direct contact met de bedrijven. Dat willen we ook anders gaan inrichten. Het moet een coproductie worden.” De praktijkdagen-nieuwe stijl staan gepland voor het schooljaar 2017-2018.

Groen, Grond & Infra. Nu het sectorplan is stopgezet, zijn ook daar de praktijkdagen flink verminderd. “Dat is erg jammer. Praktijkdagen hebben gewoonweg nut en noodzaak. Nut omdat de praktijkdagen ervoor zorgen dat leerlingen in aanraking komen met werkzaamheden waaraan ze op hun stagebedrijf wellicht niet toekomen. Noodzaak omdat leerlingen door de praktijkdagen veilig leren werken. We werken in onze sector met zulke grote machines, daar kun je niet zomaar een ongeoefende jongen op zetten. Dat risico is te groot en de machines zijn te duur.” Hijzelf klopte naar aanleiding van het sectorplan bij CUMELA aan. “Het niveau van de bedrijven wordt steeds hoger en het niveau van de jongens die instromen steeds lager. Ik vind dat als je iets niet goed ziet gaan niet alleen commentaar moet leveren, maar ook zelf actie moet ondernemen.” Van Wijlen zelf werkt sinds 2012 al samen met het Prinsentuin College in Andel. “We zijn dus gewend om praktijklessen hier op het bedrijf te geven. We hebben zo’n acht leermeesters rondlopen.”

Met het sectorplan breidden de praktijkdagen op het bedrijf zich uit. Onderwerpen als veilig hijsen en het opsporen van kabels en leidingen kwamen aan de orde. “We zetten dat in scène. Een leerling moet gewoon een keer in een praktijkles ervaren hoe het is om een kabel kapot te trekken om schade in de échte praktijk te voorkomen. Dat leren ze niet uit een boekje.” Hoewel het sectorplan nu is stopgezet, blijft het bedrijf ­samenwerken met het Prinsentuin College, alleen zijn er minder praktijkdagen. De school neemt de kosten op zich. “Ik hoop wel dat we hier een oplossing voor vinden. Goed personeel vinden, wordt in de toekomst echt een grotere uitdaging dan voldoende werk aannemen. Jonge mensen blijven opleiden, is dan ook het belangrijkste voor het voortbestaan van de sector.”

Docenten Robert Peterman, Armin Satter, Robert-Jan Groot en Pieter de Pater van de op­leiding Groen Grond & Infra op het Groenhorst ­College in ­Barneveld zijn ervan overtuigd dat praktijk is een heel belangrijke component is van de opleiding.

TEKST & FOTO'S: Marjolein van Woerkom

Bart van Wijlen: “Goed personeel vinden wordt in de toekomst echt een grotere uitdaging dan voldoende werk aannemen.”

GRONDIG 2 2017

65


ondernemen met

cumela

CUMELA.NL

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

CONTACTDAGEN De afgelopen weken vonden er diverse Contactdagen plaats. Tijdens deze provinciale bijeenkomsten wordt er kennis gedeeld, worden er collega’s uit de regio ontmoet en is er veel tijd om te netwerken. Hieronder een korte impressie van deze Contactdagen.

Flevoland

Noord-Brabant

Tijdens de algemene ledenvergadering werd afscheid genomen van bestuurslid Erik Wieringa. Hij werd bedankt voor alle vele jaren inzet. De excursie bij Zuidberg Frontline Systems in Ens ging door de verschillende bedrijfshallen van het begin van het snijden en schuren van het staal tot aan de verschillende eindproducten, van fronthef­ systemen, tracks en dergelijke tot de welbekende trekkerbumper.

De Contactdag Brabant begon met een excursie naar Baetsen in Son en Breugel, waar de leden werden rondgeleid door de verwerkingsinstallatie van resthout, grof huishoudelijk afval en puin. De algemene ledenvergadering werd opgeluisterd door Alfons van der Belt met zijn workshop ‘Wat ziet mijn klant en wat zie ik?’ En natuurlijk kon de jaarlijkse tonproater niet ontbreken. Dit jaar was dat Berry Knapen als trouwambtenaar.

dat twitterde gedeputeerde Eddy van Hijum na afloop van zijn bezoek aan de contactdag Overijssel. Er is tijdens een gesprek met panelleden een goede basis gelegd om de komende periode vervolgafspraken te maken. Na het dinerbuffet werden de leden ontvangen door AP Machinebouw in Espel. Na een inleiding met de titel ‘De drie werelden van AP’ door mede-directeur Wout Elshof werd er een rondleiding gegeven en konden de deelnemers proefrijden.

Groningen

Noord-Holland

Zuid-Holland

De aftrap van de dag vond plaats in de Boerenbox in het Noordlease Stadion in Groningen, alwaar Peter Wieringa zijn voor­ zittershamer overdroeg aan Cor Michielsen, de nieuwe voorzitter van het bestuur van Groningen. Daarna volgde een bevlogen betoog van Hans Nijland, algemeen directeur van FC Groningen, over de aan- en verkoop van spelers en andere clubbesognes.

105 leden uit Noord-Holland togen voor de contactdag naar Spaansen Tuin- en Bestratingsmaterialen in Winkel. Per touringcar ging het ook nog naar de werkplaats van Spaansen Transport en Logistiek en naar het Spaansen-museum. Terug in Winkel gaf directeur Johan Spaansen een presentatie over de historie van het familiebedrijf, waarna het speciaal ingerichte bruine café ‘De oude trechter’ werd geopend.

De leden van Zuid-Holland bezochten VanderHelm in Berkel en Rodenrijs. De werkwijze van dit cumelabedrijf met ‘bodembrede dienstverlening’ werd duidelijk door een bevlogen presentatie van directeur Gijs van der Helm. Robier van der Sande, lid van het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, nodigde de deelnemers uit om in contact te gaan met de provincie en gaf zijn visie op de cumela­ sector in Zuid-Holland. Tijdens de algemene ledenvergadering nam Nico Willemsen afscheid als bedrijvenadviseur.

Overijssel “Een mooie kennismaking met de cumelasector, de grootste werkgever van het platteland”,

66

GRONDIG 2 2017


VOORZITTER CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN Leden kunnen deze digitale Grondig-artikelen gratis lezen op Cumela.nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt downloaden en printen. • Stand van zaken Omgevingswet. Straks nog maar één loket en één vergunning • Hoe risicovol is een project? Twaalf soorten risico’s om rekening te houden bij de uitvoering van werken • Het feest kan beginnen… • Netbeheerder aan te spreken op foutief kaartmateriaal. Grondroerder niet altijd aansprakelijk voor schade door afwijkende ligging kabels • De onafhankelijke monsternemer. Acht veelgestelde vragen over de nieuwe regelgeving

LEDENPANEL CUMELA NEDERLAND CUMELA Nederland zoekt deelnemers voor een ledenpanel. Als deelnemer aan het panel vragen wij u maximaal zes keer per jaar mee te doen aan onderzoeken ten behoeve van de organisatie. U hoeft niet aan elk onderzoek mee te doen. Uiteraard gaan wij vertrouwelijk met uw persoons- en contactgegevens om. Deelnemen? Ga naar www.cumela.nl/ledenpanel.

VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL

• Waarom wordt in de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse gerekend met een rentevergoeding van vijf procent op het gemiddeld eigen vermogen? • Hoe heb ik als deelnemer aan de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse op elk gewenst moment toegang tot mijn resultaten? • Werkt de bedrijfsmonitor alleen met de webbrowser Internet Explorer of ook met andere browsers, zoals Firefox en Chrome? • Moet ik weegapparatuur jaarlijks laten ijken? • Is een spanband over de rupsen van mijn rupskraan voldoende bij transport?

DIGITAAL FACTUREREN CUMELA Nederland start met digitaal factureren. Dat betekent dat u al onze facturen voortaan per e-mail ontvangt (contributie, betaalde dienstverlening, cursussen enzovoort). De leden zijn hierover op 16 februari per e-mail ingelicht. Wanneer u vragen of opmerkingen heeft, kunt u een e-mail sturen naar info@cumela.nl.

Persoonlijk contact Vorige week kwam ik op zondagochtend om negen uur de voetbalkantine binnen gerend. Ik kwam net op tijd, want als we te laat zijn, moet er een boete worden betaald. Er zaten meerdere personen weggedoken achter het telefoonscherm. Eigenlijk best raar hoe deze ‘secundaire’ social-mediawereld zich de laatste vijf jaren heeft ontwikkeld. Mensen creëren onbewust een enorme afstand tot elkaar. Echt live contact is bijna niet meer aan de orde, alles wat er wordt verteld, moet worden onderbouwd met foto’s en filmpjes op de telefoon. En waarheid en onzin zijn soms bijna niet meer te onderscheiden. Het is allemaal zo gewoon geworden, dat het bijna raar is als je vraagt of ze de telefoon even weg willen doen. Op de Jongerendagen werd het nog eens uitgelegd: wat is de waarde van woorden binnen communicatie? Het overbrengen van een boodschap gebeurt voor tachtig procent met lichaamstaal en maar voor twintig procent daadwerkelijk met woorden. Dus met hoeveel mooie woorden een bericht ook wordt geschreven, de boodschap zal nooit zo overkomen als wanneer hij gewoon aan tafel wordt verteld. In de praktijk wordt het steeds meer duidelijk: beste vrienden krijgen app-ruzies. En het gat dat ze hiermee onderling creëren, wordt onbewust zo groot dat ze een enorme drempel creëren om weer bij elkaar binnen te lopen. Kinderen worden al jong beschadigd omdat het anonieme pesten zo gemakkelijk gaat. Dus hoe sociaal zijn deze media eigenlijk? Dit is wel de generatie die straks (of soms nu al) bij ons aan het werk gaat. Het lijkt erop dat er binnen het goed werkgeverschap wat van ons wordt verwacht. Persoonlijk contact tussen mensen is in mijn ogen zo ontzettend belangrijk. Een klop op de schouder, een arm om iemand heen als het eens nodig is. Dat gaat niet via social media. Dat zijn namelijk wel de blijvende herinneringen, terwijl een appje morgen vaak alweer vergeten is. En ruzies die aan tafel ontstaan, worden uitgesproken voor we opstaan. Ik zou er heel wat voor over hebben als we gewoon in de kantine ook die telefoons in onze zak houden en gewoon met elkaar kletsen en lachen om de verhalen die we vertellen. Niet om appjes die we aan elkaar doorsturen terwijl we naast elkaar zitten. Gewoon als collega’s.

OOK OP CUMELA.NL

• Indexen 2017 en handleiding kostprijsberekening • Achtste publicatie Cumelasector in Cijfers • Wees voorbereid op de komst inspectie SZW • Toename controles op samenvoegen van grond zonder BRL 9335erkenning • Arbowet wijzigt op 1 juli: het meeste is al voor onze sector geregeld • E-learning module ‘Veilig mest mixen en pompen’ • Overgangsperiode voor AGR/GPS voor vaste verwerkte mest duurt tot 1 maart 2017

Frans Ploegmakers voorzitter Jongerenbestuur

GRONDIG 2 2017

67


ondernemen met

cumela

TOOLBOX Veilig werken met de kettingzaag Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

Een motorzaag is een relatief kleine machine, maar de risico’s die erbij horen, zijn niet gering. Draaiende delen kunnen niet worden afgeschermd en bevinden zich ook nog eens erg dicht bij je lichaam. Goede bescherming is een must! Zagen in je voet of been kun je voorkomen door met een goed onderhouden machine op de juiste wijze te werken. Een cursus op dit gebied is aan te raden. Zagen zonder opleiding of instructie mag niet!

KICKBACK ZONE

Opleiding Neem contact op met het cursuscentrum van CUMELA Nederland voor meer informatie. Medewerkers moeten aantoonbaar zijn opgeleid en geïnstrueerd voor het zagen met een kettingzaag. Het zagen van hout onder spanning vraagt nog meer vaardigheden.

PERSOONLIJKE BESCHERMING Persoonlijke beschermingsmiddelen moeten altijd worden gedragen, ook bij een klein klusje. • Zaagkleding: biedt bescherming tegen verwondingen door een draaiende ketting. • Zaagschoenen: werkschoenen zijn geen zaagschoenen! Zaagschoenen hebben een speciale flap die de wreef beschermt tegen het zagen in je voet en geven bovendien bescherming net boven je enkel. Werkschoenen doen dat niet. Zorg voor schoenen met veel grip. • Handschoenen: moeten soepel zijn en de handen warm houden.

68

GRONDIG 2 2017

• Helm en gehoorbescherming: voor jezelf, maar ook voor personen in de directe omgeving. • Gelaatbescherming. • Signaalkleding: langs of op wegen. Persoonlijke beschermingsmiddelen moeten voldoen aan de geldende norm voor beschermende zaagkleding en overige persoonlijke beschermingsmiddelen (En 381 en soms EN397)


ONDERHOUD EN AFSTELLEN ZAAG Volg voor het onderhoud en het afstellen van de zaag nauwkeurig de aanwijzingen en instructies van de fabrikant op. Zorg voor een scherpe en goed onderhouden ketting. Blijf niet doorzagen met een zaag die niet soepel zaagt of slecht loopt.

Veel voorkomende ongevallen bij het zagen

Voorkomen door

Tijdens vellen of korten: ongecontroleerd vrij komen van houtspanning. Het hout slaat tegen je hoofd of ander lichaamsdeel.

Goed inschatten van de houtspanning. Toepassen van de juiste zaagtechniek. Een stam omtrekken met beheerste kracht. (niet te veel kracht)

Houd afstand tot derden of neem maatregelen om derden Personen in de directe omgeving worden geraakt door vallend hout, wegzwiepende takken of door de kettingzaag te beschermen. Werk zonder ‘hulpje’! die uit het hout schiet. Door struikelen of vallen in aanraking komen met de ­draaiende ketting.

Verken vooraf de plaatsen waar je gaat staan en creëer een goede werkruimte.

Zagen in je voet bij het vellen of het samenwerken om de boom de goede kant op te duwen.

Gebruik juiste schoenen. Aannemen van de juiste zaaghouding: bij het uitsnoeien de voeten niet onder de stam zetten, maar naast de stam, met voeting richting de top van de boom. Gebruik de juiste hulpmiddelen zoals een velhevel of ­wiggen. Zorg ervoor dat er geen ‘hulpje’ in het werkgebied staat.

Geen ongeval, maar wel pijnlijk: verkeerde werkhouding.

Voorkom rug-, nek- en schouderklachten door in de juiste houding te werken. Zo min mogelijk draaien met de rug, knieën buigen en de zaag zo dichtbij mogelijk houden.

Werk met een rechte rug (in de heupen naar voren gebogen) en ­gebogen knieën. Plaats nooit je voeten onder de stam.

TIPS EN VUISTREGELS

• Draag de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen! Dat is

• Houd afstand tot derden. Wegslingerende steentjes, hout

altijd belangrijk, maar zeker bij het zagen met de kettingzaag. Werkschoenen zijn niet geschikt, zaagschoenen wel. • Kies een zaag met een passende capaciteit. Een zwaardere zaag dan nodig geeft een onnodig zware fysieke belasting. Een tophendelzaag mag niet worden gebruikt op de grond. • Verken de omgeving en voorkom dat je valt. • Gebruik bij het tanken emissie-arme brandstof, zodat je zo min mogelijk schadelijke uitlaatgassen inademt. • Beoordeel de houtspanning: de hangrichting van de boom is bepalend voor de uitvoering en volgorde van de zaagsnedes. • Start de zaag niet op dezelfde plaats als waar net is getankt. • Zaag alleen met een scherpe en goed geslepen ketting met de juiste spanning. Controleer de ketting voordat je begint te werken. • Gebruik de kettingrem, loop nooit met een draaiende ketting. • Een zaag moet stationair goed blijven lopen en niet afslaan. Gebeurt dit toch, stel dan de zaag direct opnieuw af.

en takken kunnen anderen raken. Stop met zagen als ­iemand tijdens het zagen in de buurt komt. Zorg dat er geen personen zijn in het gebied waar takken of bomen kunnen vallen. • Houd de kettingzaag met twee handen vast. Dat maakt het onmogelijk om in je handen te zagen. • Houd de zaag dicht bij het lichaam, zaag niet boven ­schouderhoogte en reik niet verder dan de onderarmlengte. • Laat de zaag het werk doen, druk de zaag nooit door het hout. De kans op wegslaan van de zaag wordt hiermee ­groter. Een kickback kan ook ontstaan door het zagen met de punt van de geleider. • Gebruik een kettingzaag nooit op een ladder.

TEKST: Corina van Zoest-Meester FOTO’S: Praktijk Centrum Bomen

GRONDIG 2 2017

69


LANDBOUWASSEN

+31(0)592 37 27 19 info@middelbos.nl www.middelbos.nl

BEZOE K ONZE WEBSH OP

162 Adv_Landbouwassen_98x64_Grondig.indd 1

! NIEUhW oud n tanki 3 4m van 1

Import en Groothandel

Duport pomptankwagen PTW14

08-07-16 12:0

Tandem-onderstel voor minimale bodemdruk

Plaatsspecifiek mest uitrijden

ISOBUS aansturing voor precisielandbouw

Hoog bedieningsgemak

Dedemsvaart T. 0523 613 493 Duport.nl

Maak van uw wiellader een motorgrader

Mekos dozerbladen: volautomatisch werkende profileer machines, voorzien van automatisering door middel van laser techniek, total station of gps. De Mekos machines zijn uniek, sterk en duurzaam, geschikt voor zand en korrelbanen. Werkbreedte tot 4 mtr.

(op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)

Partners:

Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net


NIEUWE 6 SERIE RCSHIFT. SCHAKELTECHNOLOGIE MET HOOGSTE COMFORT.

6 Serie Agrotron. Nu met volautomatische comfortshift transmissie. Voor vele inzetprofielen is het bedienings- en schakelcomfort van cruciaal belang. Met de nieuwe 6 RCshift serie (6 modellen van 156 tot 226 pk) heeft DEUTZ-FAHR het schakelcomfort in deze klasse opnieuw gedefinieerd. De nieuwe volautomatische RCshift-transmissie biedt hetzelfde schakelcomfort als die van een personenwagen. Er is keuze uit drie rijstrategieĂŤn: handbediend, semi-automatisch voor veldwerkzaamheden en volautomatisch voor wegtransport. De maximale rijsnelheid wordet in ECO of SUPERECO modus bereikt bij een sterk gereduceerd motortoerental (50 km/u 1.480 omw/min). Extreem efficient zijn de nieuwe DEUTZ 6.1 Tier4 Final motoren. Extreem veilig rijdt u met de geveerde vooras en het unieke DEUTZ-FAHR remconcept. Bij het cabinecomfort kunt u kiezen tussen de Maxivision of Maxivision 2 cabine. Wanneer u snel en comfortabel schakelen wil, contacteer dan uw DEUTZ-FAHR dealer. Ontdek meer op deutz-fahr.com.

DEUTZ-FAHR een merk van


KOSTPRIJSBEREKENING Reken op rendement

ondernemen met

cumela

Houd uw kostprijs nauwlettend in de gaten De afdeling Bedrijfskundige zaken van CUMELA analyseert elk jaar ongeveer 500 jaarrekeningen die zijn aangeleverd door de leden. Uit de analyse van de jaarrekeningen van het jaar 2015 blijkt dat 51 procent van de deelnemers een positief bedrijfseconomisch rendement heeft gehaald. Het betekent ook dat 49 procent dat dus niet heeft gedaan. Hiernaast blijkt er een erg groot verschil in rendement te zijn tussen de best en minst presterende bedrijven. Een verklaring voor deze grote verschillen is niet gemakkelijk aan te geven. Er zijn echter wel een aantal zaken die het rendement positief kunnen beïnvloeden. Die zaken zullen we hier beschrijven.

De kostprijs

Kun je 25 procent meer bieten rooien, dan daalt de kostprijs met ongeveer 75 euro per ha.

72

GRONDIG 2 2017

Kent u de kostprijs van uw (grootste) machines en diensten? Door het kostprijsmodel van CUMELA in te vullen (te vinden op onze website via de zoekterm ‘indexen’), komt u niet alleen de kostprijs te weten, maar ook hoe deze is opgebouwd. Deze kennis is nuttig om te werken naar een lagere kostprijs. Dit is met een praktijkvoorbeeld duidelijk te maken. Eén van onze leden heeft een zelfrijdende bietenrooier. De aanschafwaarde van deze rooier is € 485.000,- en de restwaarde is na acht seizoenen nog € 110.000,-. De rooicapaciteit inclusief verplaatsingen is één hectare per uur en de machine gebruikt elk uur 50 liter

diesel. Afgelopen seizoen is er 300 hectare met deze m ­ achine gerooid. Als je deze gegevens invult in het kostprijsmodel en aanvult met standaardgetallen voor onderhoud, rente en dergelijke, dan volgt hieruit een kostprijs van € 467,- per hectare. Het tarief dat de ondernemer berekent, is € 360,- per hectare. Dat betekent dus een tekort van € 107,- per gerooide hectare. Tenzij er andere motieven zijn, lijkt dat niet de bedoeling.

Kostprijs verlagen Er zijn diverse manieren om de kostprijs te verlagen.

Een groter areaal oogsten In 2017 verdwijnt de Europese suikermarktordening en COSUN verwacht daardoor een areaalstijging van 25 procent. Voor het rekenvoorbeeld betekent dit een stijging van 300 naar 375 hectare. Vul je dit in het kostprijsmodel in, dan blijkt de kostprijs nog € 390,- te zijn.


Sommige bedrijven hebben meerdere bietenrooiers. Dat is gemakkelijk, vooral bij moeizame oogstomstandigheden. Anderzijds is het inruilen van dit soort reservemachines een efficiënte manier om de kosten te verlagen. COSUN rekent met zestig rooibare dagen per seizoen. Theoretisch kan de rooier uit ons voorbeeld dan 60 x acht uur x 1,0 hectare = 480 hectare per seizoen rooien. Dat is ruimschoots voldoende en indien nodig is het aantal uren rooien per dag nog uit te breiden.

De uurcapaciteit vergroten Het aantal bietentelers neemt af, terwijl het bietenareaal toeneemt. Gemiddeld zullen de te oogsten percelen groter zijn, wat weer gunstig is voor de rooicapaciteit. Verhoog je de capaciteit van 1,0 naar 1,1 hectare per uur, dan daalt de kostprijs met € 7,- naar € 383,-. Soms blijkt de afvoer van de bieten beperkend te zijn voor de rooicapaciteit. In het Zuidwesten worden de bieten steeds vaker ook door de loonwerker afgevoerd, waardoor wachttijden voor de rooier worden voorkomen. Omdat deze overlaadwagens vaak zijn uitgerust met brede banden of rupsen leidt de inzet ook tot minder structuurschade. Ook een GPS-toepassing kan leiden tot een hogere capaciteit. Of dat een rendabele investering is, kun je ook uitrekenen in het model.

De afschrijving verlagen Je kunt ook tien in plaats van acht jaar met de rooier rijden. Stel dat je dan geen € 110.000,- maar € 100.000 aan inruilwaarde terug krijgt, dan leidt dit tot een kostprijs van € 360,-. Bij een tarief van € 360,- per hectare leidt dit tot een neutraal bedrijfseconomisch resultaat. Bovenstaande berekening is een voorbeeld. Je kunt ook andere variabelen in het kostprijsmodel invullen. Het is vooral van belang dat dit soort sommetjes leiden tot een beter inzicht in de kostenstructuur.

Hoogte van het tarief Het doorberekenen van een kostendekkend tarief is niet alleen voor u, maar ook voor uw klanten van belang. Ook uw klanten hebben belang bij een stabiele en langjarige relatie met u als opdrachtnemer. Vanwege de toenemende schaalvergroting en ketenvorming, informatisering en integratie van werkzaamheden zal het belang van een goede relatie tussen u en uw klanten alleen maar toenemen. Reken daarom een ­tarief dat past bij uw prestaties en dat voldoende is om een positief bedrijfseconomisch resultaat te kunnen bereiken. De klantenkring van de meeste cumelabedrijven is redelijk stabiel. Dat betekent dat er soms meer ruimte is voor redelijke t­ arieven dan sommige ondernemers veronderstellen. Een standvastig beleid op dit vlak leidt tot de minste discussies.

De structuur van het tarief In veel gevallen worden oogsttarieven per hectare afgesproken. Goed beschouwd is dat niet erg logisch. Het oogsten van een gewas met een lage opbrengst zal bijvoorbeeld vaak ­minder tijd en inspanning kosten dan een gewas met een hoge opbrengst. Daarom wordt er wel gekeken naar alternatieve tariefstructuren, elk met hun voor- en nadelen.

• Een tarief vaststellen op basis van de gewasopbrengst in tonnen kan pas achteraf. Bovendien moeten er ook mogelijkheden zijn om de opbrengst vast te stellen en ook dat kost geld. • Een uurtarief sluit prima aan bij de geleverde inspanningen van de loonwerker. Klanten merken echter vaak op dat hier geen druk zit voor de loonwerker om capaciteit te halen. Hoewel het in de grasoogst al gebruikelijk is, lijkt er voor de invoering van een uurtarief voor bijvoorbeeld de aardappelen maïsoogst nog onvoldoende draagvlak te zijn. • Een gecombineerd hectare-uurtarief kan mooi aansluiten bij wisselende oogstomstandigheden en beloont de loonwerker voor een hogere oogstcapaciteit. Het advies is om het te hanteren uurtarief te baseren op de variabele kosten (personeelskosten, brandstof, 33 procent van afschrijving en reparatiekosten) en het hectaretarief te baseren op de vaste kosten (66 procent afschrijving en reparatie, huisvesting, rente en algemene kosten).

ZELFRIJDER:

6 RIJIGE BIETENROOIER

Omschrijving

Uitgangspunten

vermogen vervangingswaarde

kW of in PK:

restwaarde in % of EUR gebruiksuren

0 kW

€ 485.000

485.000,00 of in €

300

afschrijving in % of jaren

110.000 110.000,00

uur van VW of

8 jaar

afschrijving / jaar

8 jaar 46.875,00

in procenten

of

in euro’s

rente

5,0%

van VW

14.875,00

reparatie en onderhoud

5,0%

van VW

24.250,00

banden

van VW

arbeid eigen onderhoud

van VW

0,00 € 5.000,00

5.000,00

onroerend goed

1,5%

van VW

7.275,00

verzekering

1,3%

van VW

6.305,00

algemene kosten

2,2%

van VW

10.670,00

totaal per jaar

115.250,00

kosten per uur

384,17 berekend

belastingspercentage of liters

0,0

brandstofgebruik eigen waarde 50,0 liter

per uur brandstof prijs smeermiddelen

€ 0,85/ liter 10%

brandstof + smeermid. arbeidskosten bedrijfsleidingverg. subtotaal 2: bedrijfsrisico tarief afgerond tarief per uur:

46,75 € 33,00 € 3,00 euro’s of in %

36,00 466,92 0,00 466,92 € 467,00

GRONDIG 2 2017

73


ondernemen met

cumela

• In een aantal gevallen is de tariefstelling gebaseerd op de behaalde gewasopbrengst of melkproductie. De achterliggende gedachte hierbij is dat grond een erg duur productiemiddel is, dat maximaal moet worden benut. In deze situaties neemt de loonwerker alle veldwerkzaamheden van de klant over en voert die naar eigen inzicht uit. Naarmate dit leidt tot hogere opbrengsten of een hogere productie is de uitbe­ taling hoger.

Een tarief verkopen Wanneer je kunt uitleggen waarom een bepaald tarief wordt gehanteerd, zal het gemakkelijker worden geaccepteerd door de klanten. Inzicht in de kostenstructuur van de geleverde dienst is hierbij onmisbaar. Steeds meer leden passen een jaarlijkse indexering op de tarieven toe die is gebaseerd op

de CUMELA-index. Deze wordt jaarlijks gepubliceerd en is te vinden op www.cumela.nl met de zoekterm ‘index’. Het gaat er niet alleen om wat iets kost, maar ook wat daarvoor wordt gepresteerd. Het is handig dat u uw technische prestaties kent en kunt toelichten. Een goed werkende bietenrooier zal de tarra en de rooiverliezen onder de gegeven omstandigheden zo laag mogelijk kunnen houden. Het aanleveren van tarra kost ongeveer € 10,- per p ­ rocent per hectare. Een hectare suikerbieten heeft een waarde van ongeveer € 4400,-. Elke procent minder verlies is dus € 44,- opbrengst. Kun je op tarra en op verlies vijf procent beter presteren, dan betekent dat een besparing voor de klant van € 270,- per ­hectare. Kortom, een hoger tarief is voor een technisch goed presterende rooier zeker verantwoord.

Bedrijfsresultaat Met het kostprijsmodel krijgt u inzicht in het financieel presteren per machine. Om een goed inzicht te krijgen in de financiële cijfers van uw gehele bedrijf is deelname aan CUMELA Kompas Analyse een prima mogelijkheid. Deze analyse geschiedt op basis van de fiscale jaarrekening. Na analyse krijgt u op basis van zestig kengetallen inzicht in uw financiële presteren door de jaren heen en kunt u uw cijfers vergelijken met een groep collega-bedrijven die vergelijkbare activiteiten uitvoeren. Aan deze analyse nemen inmiddeld elk jaar zo’n 500 CUMELA-leden deel. De analyse is voor deze leden gratis. Uiteraard gaat CUMELA zorgvuldig en discreet met uw gegevens om.

advertentie

Advies

Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.

Het is belangrijk om een breed en betrouwbaar inzicht te hebben in de cijfers van uw bedrijf. Door het berekenen van de kostprijs van uw grootste machines en/of diensten en deelnemen aan CUMELA Kompas Analyse kunt u uw kennis op dat vlak op een eenvoudige manier vergroten. Daarnaast is het nuttig om eens kritisch naar de door u gehanteerde tarieven te kijken. Sluit de opbouw aan bij de structuur en zijn ze hoog genoeg om ook op langere termijn bestaansrecht te houden? Ga regelmatig met uw klanten om tafel en bespreek uw sterke punten en geef zonodig toelichting op de gehanteerde tarieven.

UW SPECIALIST IN BEWARINGEN EN LOODSEN Kistenbewaring

Bulkopslag

Hout en beton

Wilt u meer informatie, dan kunt u bellen met uw bedrijvenadviseur, met de infolijn op (033) 247 49 99 of e-mailen naar kengetallen@cumela.nl.

T 073-503 25 27 F 073-503 27 04 info@steenbergen-bouw.nl

WWW.STEENBERGEN-BOUW.NL

74

GRONDIG adv grondig 2016.indd 1

2 2017

TEKST: John Augustijn, bedrijvenadviseur FOTO: CUMELA Communicatie

05-01-16 10:10


www.hissink-oeken.nl

Buurtweg 42 6971 KM Oeken tel. 0575 476 555 info@hissink-oeken.nl

Lange sleutel Online bestellen: buma.com info@buma.com 0514 571826

Nieuw in het assortiment!

SLEEPSLANG GEEL EXTRA De ultieme uitvoering voor de zwaarste omstandigheden. High end PU in combinatie met de best verkrijgbare polyester inlage. Vernieuwde open structuur van de inlage voor een maximale hechting van de materialen. Maximale druk en treksterkte, bewezen in de praktijk.

Slangbrug

Groen producten

Grond producten

Infra producten


STELSEL PREMIEKORTINGEN 2017 Heeft u alle kortingen goed in zicht?

ondernemen met

cumela

Premiekortingen maken onderdeel uit van stimuleringsmaatregelen van de overheid om het werkgevers aantrekkelijker te maken een werknemer met een bepaalde afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen. Deze kortingen kunnen op jaarbasis oplopen van € 2000,- tot € 7000,-. In dit artikel een overzicht van de mogelijkheden. Bij het aannemen van nieuwe werknemers is het belangrijk om te checken of ze mogelijk in aanmerking komen voor een ­premiekorting. Zo zal een werknemer ouder dan 56 jaar die vanuit de WW bij u komt werken een premiekorting opleveren van € 7000,- op jaarbasis. Daarnaast is het verstandig om uw huidige personeelsbestand door te nemen om te beoordelen of u wellicht in de afgelopen jaren met terugwerkende kracht recht had op premiekortingen.

Premiekorting oudere werknemer De premiekorting oudere werknemer geldt voor werknemers van 56 jaar of ouder die direct voordat zij in dienst kwamen recht hadden op één van de volgende uitkeringen: • Werkloosheidsuitkering (WW, IOW, wachtgeld). • Arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, Wet Wajong, Waz, Wamil). • Nabestaandenuitkering (ten minste twee jaar een Anw-­ uitkering zonder arbeidsinkomen). • Inkomensondersteuning Wet Wajong. • Bijstandsuitkering (WWB, IOAW, IOAZ). • Uitkeringen op grond van de Algemene pensioenwet ­politieke ambtsdragers.

Premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer In 2017 geldt de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer voor de volgende twee groepen. Groep één betreft werknemers die vallen onder de doelgroep banenafspraak en groep twee bestaat uit arbeidsgehandicapte werknemers die niet vallen onder de doelgroep-banenafspraak. Werknemers die vallen onder de doelgroep-banenafspraak Voor deze groep kunt u maximaal € 2000,- per jaar (op basis van 36 uur per week) aan premiekorting toepassen. Het gaat dan om de volgende groepen werknemers die u in dienst neemt: • Mensen met een Wajong-uitkering (oude Wajong of Wajong 2010) • Mensen met een WSW-indicatie. • Mensen met een WIW-baan. • Mensen met een ID-baan.

76

GRONDIG 2 2017

• Mensen die onder de Participatiewet vallen en van wie het UWV vaststelt dat zij niet het wettelijk minimumloon ­kunnen verdienen. • Mensen die tussen 10 september 2014 en 1 juli 2015 zijn ­afgewezen voor de Wajong. • Schoolverlaters van het voortgezet speciaal onderwijs die na 1 april 2016 bij het UWV een verzoek hebben ingediend om te worden opgenomen in het doelgroepregister • Schoolverlaters van het schooljaar 2014-2015 van het praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en de ­entree-opleiding in het mbo die tussen 1 juli 2015 en 1 okto­ ber 2015 door hun school aan het UWV zijn doorgegeven. • Mensen die zonder een voorziening niet het wettelijk ­minimumloon kunnen verdienen. Of uw (toekomstige) werknemer onder de doelgroep-­ banenafspraak valt, kunt u zien via het doelgroepregister van het UWV of de kandidatenverkenner banenafspraak van het UWV. Arbeidsgehandicapte werknemers die niet vallen onder de ­doelgroep-banenafspraak Voor deze groep kan voor maximaal € 7000,- per jaar (op ­basis van 36 uur per week) de premiekorting worden toegepast. Het gaat dan om de volgende groepen werknemers: • Werknemer die recht hebben op een WIA-uitkering (een WGA- of een IVA-uitkering). • De specifieke groep arbeidsgehandicapte werknemers die niet onder de doelgroep-banenafspraak vallen (zie voor meer informatie de webversie van dit artikel). Het kan zijn dat uw werknemer u niet heeft verteld dat hij een ziekte of handicap heeft. Als de werknemer twee maanden bij u in dienst is, mag u hem hiernaar vragen. Uw werknemer is dan verplicht om openheid van zaken te geven.

Premiekorting jongere werknemer (vervalt 31 december 2017) De premiekorting kan worden toegepast voor werknemers van 18 tot en met 26 jaar die in 2014 of 2015 in dienst kwamen ­vanuit


Stelsel premiekortingen wordt langzaam gewijzigd De huidige premiekortingen die het voor werkgevers financieel aantrekkelijk maken om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen, gaan op de schop. Vanaf 2017 werkt de overheid met een stelsel van loonkostenvoordelen onder de nieuwe Wet tegemoetkoming loondomein. De nieuwe werkwijze zoals hierboven benoemd (LIV), is hierin de eerste stap.

Uitgebreide versie Een uitgebreide versie van dit artikel verschijnt op 3 maart als artikel van de week in de nieuwsbrief van Grondig en is daarna ook te vinden op Cumela. nl. Daarin leest u ook precies wat u moet doen om voor een subsidie in aanmerking te komen. In dat artikel ook een verwijzing naar een digitale rekenhulp die u kunt gebruiken om te beoordelen of u recht heeft op een kortingsregeling.

een uitkeringssituatie met een dienstverband van m ­ inimaal 24 uur per week en een duur van minimaal zes maanden. De korting bedraagt € 3500,- per jaar voor maximaal twee jaar en kan tot uiterlijk eind 2017 worden toegepast. Vanaf 2016 komen nieuwe werknemers niet meer in aanmerking voor deze korting.

Lage-inkomensvoordeel Vanaf 1 januari 2017 kunt u een tegemoetkoming in de loonkosten krijgen voor werknemers met een laag loon. Door deze financiële bijdrage blijven de loonkosten voor werknemers die tussen 100 en 125 procent van het minimumloon (van een 23-jarige) verdienen laag. De Belastingdienst keert op basis van ge­ gevens van het UWV in 2018 automatisch de vergoeding over 2017 aan u uit. Het lage-inkomensvoordeel (LIV) kan boven op de eerder genoemde subsidieregelingen komen. U heeft recht op dit voordeel voor elke werknemer die voldoet aan deze drie voorwaarden: • De werknemer heeft een gemiddeld uurloon van minimaal 100 en maximaal 125 procent van het wettelijk minimumloon voor werknemers van 23 jaar en ouder. • De werknemer heeft ten minste 1.248 verloonde uren per jaar. • De werknemer heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt. Het lage-inkomensvoordeel kan oplopen tot € 2000,- per werknemer per jaar. Hoeveel uw voordeel precies is, hangt af van het aantal verloonde uren van de werknemer en van zijn gemiddelde uurloon (jaarloon gedeeld door het aantal verloonde uren). Let dus op dat u bij de aangifte het aantal verloonde uren goed invult. Gemiddeld uurloon over 2017

LIV per werknemer per verloond uur

Maximale LIV per ­werknemer per jaar (bij een 40-urige werkweek)

€ 9,54 tot maximaal € 10,49

€ 1,01

€ 2000,-

€ 10,50 tot maximaal € 11,92

€ 0,51

€ 1000,-

CAO & ZO Laaggeletterdheid Onlangs kopten de nieuwsberichten ‘Dyslexie komt door slecht onderwijs’. Te veel kinderen krijgen het etiket dyslectisch ­opgeplakt. Slechts enkele kinderen zijn werkelijk niet in staat om goed te lezen. De overige kinderen zijn gebaat bij oefening en herhaling. Maar hoe zit dat eigenlijk bij volwassenen? Cijfers geven aan dat veertien procent van de Nederlanders moeite heeft met lezen en schrijven. Daarvan heeft 57 procent werk. Heeft u zich wel eens afgevraagd of een collega van u moeite heeft met lezen en schrijven? De kans is groot dat dat niet het geval is. Laaggeletterdheid is vaak een verborgen probleem. We gaan er immers van uit dat elke collega kan lezen. Hoe zou hij of zij anders zijn aangenomen? Je zult toch een brief moeten schrijven of je bij een uitzendbureau moeten inschrijven? Laaggeletterden weten met trucjes zulke situaties vaak te ­omzeilen. Ze zoeken thuis al uit wat ze straks zullen moeten opschrijven en nemen een hulpbriefje mee. Of ze zijn toevallig hun leesbril vergeten. Het kan dus heel goed zijn dat de omgeving niet eens weet dat ze een taalprobleem hebben. Uit angst of schaamte durven laaggeletterden vaak niet voor hun probleem uit te komen. “Ze zullen me wel dom vinden.” Ook een werkgever kan denken dat laaggeletterdheid geen probleem is. Als een werknemer zijn werk maar doet. Maar wist u dat het kunnen lezen en schrijven ook invloed heeft op het welzijn van een werknemer? Zo iemand voelt zich beter, zit l­ekkerder in zijn vel. Hij heeft minder last van stress, omdat hij geen smoesjes meer hoeft te verzinnen. En wist u dat circa tien procent van de arbeidsongevallen ontstaat naar aanleiding van een taalprobleem? Uit een promotieonderzoek van Paul ­Lindhout bleek dat het taalniveau van werkinstructies vaak te hoog is en niet aansluit bij het taalniveau van de gebruiker. Meer dan genoeg redenen dus om dit jaar laaggeletterdheid tot één van onze speerpunten te benoemen. Wij gaan ermee aan de slag! U ook? Neem gerust contact met ons op.

Sander van Meer TEKST: Marie-José Lamers, Adviseur personeelsmanagement

teamleider beleidsmedewerkers

GRONDIG 2 2017

77


• Lange levensduur • Hoge inruilwaarde • Ervaring door gebruik op eigen bedrijf!

ALASCO Agelerweg 11, 7667 SE Reutum Kwaliteit oet Twente!

Uw adres voor nieuw, gebruikt en verhuur van gronddumpers!

Tel. 06 - 53845030

www.alasco-poppink.nl

W W W . L M C G E N N E P. N L

Hoogveld 3 • 6598 BL Heijen • T: 0485 - 511605

Profiteer nu van onze vroegboekkorting!

www.lmcgennep.nl

Uw extra voordeel: November: December: Januari: Februari:

5% 4% 3% 2%

Symen van der Veen · NL-9219 VJ De Tike · T +31 651572523

www.agroliner.de


Ontdek het Laudis effect:

krachtig, snel en veilig!

advies Aangepast gergras in v d la g g in bestrijd Dosering: 2,25 l/ha 1,5 l/ha Timing: 2-3 blad d la b 6 3-

Zeer krachtig maïsherbicide Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

• breed werkingsspectrum • gewasveilig • snelle werking • snel regenvast


VOEDSEL KWALITEIT LOONWERK Veel gemaakte missers bij VKL controle

ondernemen met

cumela

Het certificaat VoedselKwaliteit Loonwerk garandeert de akkerbouwer en de voedselindustrie dat bij de werkzaamheden van de loonwerker op een voedselveilige manier wordt gewerkt. In VKL zijn ook eisen van de grote supermarktketens opgenomen. Daarom gaan de eisen niet alleen over voedselkwaliteit en voedselveiligheid, maar ook over sociale veiligheid en arbeidsveiligheid voor mensen die in de voedselproductie werken. In dit artikel beschrijven we enkele aangepaste eisen en geven we informatie over een aantal veel gemaakte fouten. Het Akkerbouwcertificeringsoverleg heeft een discussie ­gevoerd over het gebruik van compost in de gecertificeerde teelten. Aanleiding voor de discussie was het gegeven dat in een deel van de compost ook luiers en incontinentiemate­ riaal mee worden gecomposteerd. De sector akkerbouw en de afnemers van de akkerbouwproducten vinden dit niet wenselijk. Daarnaast is ook een discussie gevoerd over de vervuiling van compost met glas, steen en overige verontreinigingen. Na overleg met de beheerder van het certificaat voor Keur­compost is geconcludeerd dat de eisen voor compost moeten worden aangescherpt. Voor gebruik van compost in de akkerbouw gelden nu de volgende eisen: groen- en gft-compost is bij voorkeur gecertificeerd volgens het branchekeurmerk Keurcompost. Met ingang van 2017 zijn alleen nog de klassen A en B toegestaan. Bedrijven en locaties zijn te vinden op www.keurcompost.nl. Daarnaast geven ook de volgende certificaten voldoende

80

GRONDIG 2 2017

borging: RHP, BGK (bij Duitse herkomst) en het Keuringsattest van Vlaco op basis van bepalingen van Vlarema (bij ­Belgische herkomst). Gft- en groencompost die niet is gecertificeerd volgens Keurcompost of de genoemde equivalente certificatieschema’s is alleen toegestaan indien aan de volgende eisen wordt voldaan:

Bemonstering en analyse • De monstername geschiedt door een onafhankelijke monsternemer. De datum van monstername en de (bedrijfs) naam van de monsternemer moeten op het analyserapport zijn vermeld. • Het laboratorium van afgifte van het analyserapport is NENEN-ISO/IEC 17025:2005 erkend door een accreditatie-instelling (bijvoorbeeld RvA). • De partijgrootte per analyse is maximaal 1000 ton verse compost. De partijgrootte moet op het analyserapport zijn vermeld.


• Het analyserapport bevat een verklaring of een overzicht van resultaten waaruit blijkt dat de compost is onderzocht op de parameters genoemd in, en voldoet aan de normen die gelden voor Keurcompost klasse B (tabel 2.1 van BRL Keurcompost). • Samenvoegen en mengen van geanalyseerde partijen mag alleen als elke partij (volgens het analyserapport) aan de gestelde normen voldoet en de traceerbaarheid administratief geborgd is.

Veel gemaakte fouten Uit een analyse van de uitgevoerde audits bij één van de certificerende instellingen is gebleken over welke controlepunten van VKL de meeste opmerkingen worden gemaakt of tekort­komingen worden geconstateerd. Hieronder geven we de fouten weer die in meer dan vier procent van de audits voorkomen, met een korte beschrijving hoe u aan deze controlepunten kunt voldoen.

• Het bedrijf heeft verzuimd om jaarlijks vast te stellen of de risico-inventari-

Grondstof • Bij gft-compost moet de grondstof vrij zijn van incontinentiemateriaal en (wegwerp)luiers). Hierover zijn afspraken gemaakt met de betrokken gemeenten en composteerbedrijven. Per 1 januari 2017 is het afnemen van compost waarin ook incontinentiemateriaal en/of (wegwerp)luiers is verwerkt niet meer toegestaan.

satie en -evaluatie (RI&E) nog actueel is. Het is niet voldoende om één keer een RI&E te maken. Jaarlijks moet worden gecontroleerd of deze nog actueel is. Dit doe je daar te beoordelen of de beschreven risico’s in de RI&E in de loop van de tijd niet zijn gewijzigd. Het is handig om in de zelfbeoordelingslijst bij dit punt aan te tekenen wanneer deze ­beoordeling heeft plaatsgevonden.

• De directie heeft verzuimd om jaarlijks een zelfbeoordeling uit te voeren om

Normen voor glas, steen en overige verontreinigingen Vanaf 1 januari 2017

Toelichting

Glas (2-20 mm)

max. 0,10% (m/m, op ds)

glas > 20 mm niet toegestaan

Steen (5-20 mm)

max. 2,00% (m/m, op ds)

steen > 20 mm niet toegestaan

Overige ­verontreiniging (2-20 mm)

max. 0,10% (m/m, op ds)

verontreiniging > 20 mm niet ­toegestaan

Gebruik van reinigingsmiddelen In het Harmonisatieoverleg VKL is de vraag aan de orde gesteld in welke gevallen gebruik moet worden gemaakt van een ‘foodgrade’ reinigingsmiddel voor het schoonmaken van machines die met het (geoogste) product in aanraking kunnen komen. De auditoren formuleerden hiervoor een behoorlijk soepele interpretatie. Bij overleg met de afnemende industrieën (aardappelverwerkende industrie, suikerindustrie en conservenindustrie) in het Platform VKL werd echter duidelijk dat de afnemers van de producten niet akkoord wilden gaan met deze soepele interpretatie van de norm. Zij hechten veel waarde aan het gebruik van ‘foodgrade’ schoonmaakmiddelen voor het schoonmaken van alle machines die met het product in aanraking kunnen komen. Daarnaast heeft het Platform VKL aan het secretariaat van de Stichting Pro aCt (de beheerder van de norm VKL) gevraagd om te onderzoeken wat de consequentie is als bij deze machines ook alle smeervetten ‘foodgrade’ zouden moeten zijn. Als de consequentie niet te groot zijn, wil het platform ook dat verplicht stellen. Concreet betekent dit dat bij het schoonmaken van oogstmachines, transportmaterieel voor producten en alle andere machines die met het product in aanraking komen (ook als het nog op het land staat) een ‘foodgrade’ schoonmaak­ product moet worden gebruikt. TEKST: Hans Verkerk, secretarissectieMeststoffendistributie FOTO: CUMELA Communicatie

te toetsen of het bedrijf aan alle eisen van de VKL-norm voldoet. Een belangrijk instrument om je voor te bereiden op de jaarlijkse audit door de certificerende instelling is het invullen van de zelfbeoordelingslijst. Begin hier tijdig mee, zodat eventuele zaken die nog aandacht nodig hebben ook voor de audit kunnen worden uitgevoerd.

• Er is niet aantoonbaar dat de acties naar aanleiding van de zelfbeoordeling zijn uitgevoerd. Als bij de zelfbeoordeling blijkt dat u op een onderdeel niet voldoet aan de eis, zorg dan dat u dat herstelt en noteer op de zelfbeoordelingslijst wanneer u dit heeft uitgevoerd.

• Gewasbeschermingsmiddelen staan niet op niet-absorberende planken. Sinds 2016 geldt dat gewasbeschermingsmiddelen op niet-­absorberende planken moeten staan. Planken van bijvoorbeeld onbehandeld hout zijn dus niet meer toegestaan. U kunt dit eenvoudig aanpassen door de planken te verven of te voorzien van zogenaamde plakfolie. • Binnen het bedrijf is niet bekend wie als bedrijfshulpverlener is aangewezen. Voor elk VKL-gecertificeerd bedrijf geldt dat een bedrijfshulpverlener (BHV’er) aangewezen moet zijn. Dit geldt ook bij bedrijven waar uitsluitend de ondernemer werkt en geen personeel is. Ook in die situaties komen er soms klanten, vertegenwoordigers of andere mensen langs. De BHVfunctie moet daarvoor aangewezen zijn. Het is niet noodzakelijk dat de ondernemer dit zelf is. Er mag ook een BHV’er worden aangewezen die in de directe omgeving woont of werkt. • Er worden niet uitsluitend goedgekeurde machines gebruikt. U moet jaarlijks alle machines die worden gebruikt keuren. Dit moet u ook registeren. Machines die u niet meer gebruikt, voorziet u van een bordje of andere aanduiding dat de machine buiten bedrijf is gesteld. • De machine is niet zodanig gekenmerkt dat het voor de gebruiker duidelijk is dat de machine is goedgekeurd voor gebruik. Na de keuring van een machine legt u de keuring vast in de administratie, maar u dient ook een keuringssticker met de jaaraanduiding op de machine te plakken. Er zijn verschillende websites waar u keuringsstickers kunt bestellen.

GRONDIG 2 2017

81


ondernemen met

cumela

BEDRIJVIG Activiteiten­ rapport

NIEUWE LEDEN

• Er

De afgelopen periode hebben twaalf bedrijven zich ingeschreven als lid van CUMELA Nederland.

• SVD Grondwerken VENHUIZEN • Van de Kieboom Loon- en Grondwerken HOEVEN • Duijn & VarWijn BV ELSLOO • De Ruijter Infra POLSBROEK • Loonbedrijf Wesseling VLAGTWEDDE • John de Bruijn Onderhoud en Reparatie HAPS • Vossebeld Bedrijven OLDENZAAL • De Kuiper Infrabouw HARDINXVELDGIESSENDAM • Muller Grondverzet EMMERCOMPASCUUM • Loon- en Verhuurbedrijf Cor Smit GRAFT • Van Ginneken BV OOSTERHOUT • Schlepers Cultuurtechniek BANT

waren maar liefst 130 bezoekers aanwezig op de studie­ clubavond Digitale werkbon van de studieclubs in de provincies Overijssel, Drenthe, Flevoland en de studieclub Achterhoek. • De provincie Utrecht blijft sterk terughoudend om landbouw­ verkeer toe te laten op N-wegen. • De bomenrij langs de N819 in Gelderland verdwijnt, nadat er enkele jaren intensief overleg met wegbeheerders heeft plaatsgevonden. • De regionale damesdagen Zuid vinden dit jaar plaats in maart. • We werkgroep Citaverde Roermond gaat door met een wisseling van de deelnemende leden. Het doel van deze werkgroep is de communicatie bevorderen tussen leerling, leerbedrijf en opleider. • Het aantal deelnemers aan CUMELA Kompas Analyse stijgt, doordat leden steeds beter de meerwaarde van deze grondige analyse ervaren. • Het aantal deelnemers aan provinciale contactdagen stijgt dankzij betrokken deelnemers en goede mond-tot-mondreclame. • De meerwaarde van een lidmaatschap wordt steeds beter zicht­ baar. De afgelopen maand hebben we maar liefst twaalf nieuwe leden mogen verwelkomen!

NIVEA, OEN, ANNA en LSD Natuurlijk praat u met uw zoon of dochter en andersom. Maar, hoe goed kent u elkaars wensen en drijfveren echt? Weet u of uw kinderen de zaak willen voortzetten en op wat voor een wijze? Weten uw kinderen op wat voor een leeftijd u wilt terug­ treden en wat u daarna nog wil gaan doen in het bedrijf? En wat biedt u uw kinderen aan die niet in de zaak verder willen? Recent ben ik bij een bezoek geconfronteerd met bovenstaande situatie en was de conclusie dat er wel werd gepraat, maar elkaars wensen onvoldoende werden gehoord. Hierdoor ontstond er een groot risico voor de continuïteit van de onderneming en de onderlinge verstandhoudingen in de familie. Alle belang dus om dit te voorkomen. De volgende twee zinnen komt misschien ietwat misplaatst over, maar boden handige ezelbruggetjes bij de gesprekken. “OEN, gebruik NIVEA en luister naar OMA en ANNA”. En - u zult het niet geloven - “Vergeet de LSD niet.” Samen met de ondernemer zijn we aan de slag gegaan met Open vragen, is er Eerlijk - maar wel diplomatiek - gereageerd en iedereen toonde oprechte Nieuwsgierigheid naar zakelijke en privéwensen. De NIVEA hebben we ingezet om ervoor te zorgen dat we Niets Invullen Voor Een Ander. Hierdoor ontstond er een onverwachte

82

GRONDIG 2 2017

taak­verdeling. De ‘machine-zoon’ wil zich meer op kantoortaken gaan richten. Zo blijkt maar weer: denk niet vooraf dat u de wensen van uw gesprekspartner kent. OMA zorgde ervoor dat Oordelen, Meningen en Aannames achterwege bleven. Ook het lievelingsnichtje ANNA was welkom. Haar initialen staan voor het Altijd Navragen (toetsen, wat bedoel je eigenlijk?) en Nooit klakkeloos Aannemen. LSD is als drug illegaal en heeft heel veel vervelende gevolgen en bijwerkingen, maar deze LSD hielp in de afsluiting om goed te Luisteren, Samenvatten en Door te vragen. Kortom, door dit gesprek met z’n allen met een open mind aan te gaan, kunnen er stappen worden gezet in de bedrijfsoverdracht. Tot slot: binnen CUMELA Nederland is er veel ervaring aanwezig om u met deze en andere ingrijpende gesprekken verder te helpen. Desgewenst schuift een specialist bij u aan tafel. Vraag ernaar bij uw bedrijvenadviseur.

Gerwin Otten, bedrijvenadviseur


De meeste en goedkoopste melk komt uit deze zakken Figaro

agro Polis

Havelio

FAO 240

Benedictio

FAO 230

FAO 220

coryPHee FAO 180

Kroissans FAO 250

torres FAO 230

FAO 230

su s uc cc cees ss so or agro Fides

Maxilio

genialis

FAO 190

FAO 220

FAO 230

FAO 230

staBil

Megusto

FAO 230

Walterinio

MillesiM

FAO 260

FAO 240

FAO 220

Juvento FAO 220

ricardinio FAO 220

riiv va alld diin niio o

HyPerion

FAO 230

laFeelliic ciitta a FAO 220

co c ollis iseeee

atletico FAO 270

FAO 215

KoMPetens FAO 230

FAO 190

Nummer 1 Korrelopbrengst & Voederwaardeopbrengst ■ ■ ■ ■

Nummer 1 in korrelopbrengst in iedere vroegrijpheid Nummer 1 in voederwaardeopbrengst als silomaïs Goede oogstzekerheid Tijdig rijp in de korrel

Zeker van uw beste maïssaldo Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 23 517 www.kwsbenelux.com

SEEDING THE FUTURE SINCE 1856


“WIDE SPREAD” met lage onderhoudskosten

AROCS 44-45 WSG - 13 liter 330 KW - totaalgewicht 44 ton - laadvermogen 24,5 ton - draaicirkel 20 meter

VELDHUIZEN heeft een onderhoudsarm “Wide Spread” asstel ontwikkeld voor bouwvoertuigen. Om het hoge laadvermogen te combineren met lage onderhoudskosten, veert het asstel op de originele bladveren. Ook gebruiken wij geen kwetsbare hydraulische en elektrische systemen. Onze “Wide Spread” oplossingen zijn leverbaar voor DAF, Iveco en Mercedes in 3, 4 en 5 assige uitvoering.

Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 |

www.veldhuizen.nl

| info@veldhuizen.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.