Grondig 3 - 2016

Page 1

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

22 - HOONDERT SLOOPT ALUMINIUM FABRIEK 10 - VEEHOUDERIJ AAN ZET 28 - VOORUITBLIK BAUMA 40 - GEEN CLIO WAT DAN? 72 - E-LEARNING (LAND)BOUWVERKEER GELANCEERD

3 2016


GRATIS ZAAIMACHINE* BIJ JE HAVERA-GRASZAADAANKOOP Ga je binnenkort grasland vernieuwen of doorzaaien? Dan ontvang je tot 1 juni a.s. bij elke volle pallet Havera-graszaad gratis de nieuwste Vredo in miniatuur. Ga naar www.grasactie.nl en doe mee! LG Havera is gras mét inhoud waarmee je melkveehouders direct plussen in kVEM en kDVE. Daardoor kunnen ze tot wel 1,4 liter méér melken per koe per dag, dat hebben voerspecialisten van Schothorst Feed Research aangetoond. * Siku-schaalmodel 1:32

www.grasactie.nl

verkrijgbaar in 7 samenstellingen


Bekijk hier de video ‘Werkelijk goed Werk!‘

tractoren.claas.com

Werkelijk goed werk. Tractoren van CLAAS.

Naam

Frederick North-Coombes

Geo-data

03°28‘38.95 S 37°19‘7.24 E Tanzania

Land Bedrijf

Tanganyika Planting Company Ltd.

Jambo uit Tanzania. 30.000 uur in 10 jaar: het leven van een tractor op onze suikerrietplantage in Tanzania. Bezoek ons: tractoren.claas.com


Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Grafimedia Groep BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.

REDACTIONEEL Milliliterwerk Een jaar of veertig geleden hebben wij ook nog met een stofjas in het scheikundelokaal gestaan. Met veiligheidsbril om allerlei chemische stofjes bij elkaar te voegen. Milli­ literwerk, want alleen bij de juiste verhouding werd bijvoorbeeld een troebele oplossing helder of omgekeerd. Wat je leerde, is dat met chemische stoffen een klein beetje te veel grote gevolgen kan hebben. Werkten we daar nog met milliliters, tegenwoordig gaat het bij chemische stoffen om nog veel kleinere hoeveelheden. Steeds betere meettechnieken maken het mogelijk om ongeveer elke stof in het water te detecteren. En daar ontstaat het huidige probleem bij de gewasbescherming. Zodra iets in het water komt, is het te vinden. Glyfosaat op verhardingen is de eerste stof die als gevolg daarvan sneuvelt. Gewoon om­ dat het wordt gevonden en de politiek meent dat die stoffen niet in het water horen. Dan kun je nog zo hard roepen dat het nodig is om op een goedkope en efficiënte manier een terrein onkruidvrij te houden en dat de gevonden concentratie absoluut niet giftig is, het helpt niet. Zelfs uitleggen dat de gevonden concentratie overeenkomt met een klontje suiker in een zwembad komt niet aan. Het hoort niet, punt uit. Zeker als het dan gaat om glyfosaat, een stof waar actiegroepen al jaren tegen te keer gaan en telkens met pseudowetenschappelijk onderzoek in het nieuws weten te brengen. Ondanks dat verbod op verhardingen mogen particulieren nog lekker hun gang gaan. Zonder licentie of opleiding. Fijn, want dan kunnen we ons erf ook makkelijk schoon hou­ den. Maar het blijft de vraag waar die particulieren hun restjes laten en hoe ze werken. Want deskundig gebruik is daar vaak ver te zoeken. Misschien hadden we dan toch beter de professionals het werk kunnen laten doen. Het verbod van glyfosaat is voor de landbouw een gevaarlijke ontwikkeling, want het laat zien dat het begrip voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen sterk tanende is. Ook het verbod op de neonicotinoïden is daar een gevolg van. Echt aangetoond is het schadelijke effect op bijen nog niet, maar uit voorzorg is het maar verboden. Nu de komende jaren het oppervlaktewater nog meer onder het vergrootglas komt, is dat een nieuwe bedreiging. De kans is groot dat straks elke overschrijding leidt tot zorgelijke reacties van waterschapbestuurders en drinkwaterbedrijven. Direct gevolgd door de po­ litiek die een verbod eist. Het betekent dat we als sector nog zorgvuldiger moeten gaan werken. Hoe dan ook voorkomen dat middelen rechtstreeks in de sloot belanden door bijvoorbeeld een stuurfoutje, drift, te dicht langs de sloot spuiten of bij het reinigen van de machine. Elke gevonden fout is munitie voor de tegenstanders. Willen we toekomst als gewasbeschermer houden, dan zullen we met scheikundige precisie te werk moeten gaan. Om elke milliliter daar te krijgen waar hij hoort. Alleen zo kunnen we het gebruik van chemie in stand houden voor een gezonde landbouw.

Kosten abonnement Nederland € 88,- per jaar / Buitenland € 121,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

4

GRONDIG 3 2016

Maand 2014 Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke


INHOUD 6 9 10 14 18

In Actie: Speld Bedrijven Commentaar Gezamenlijk mestprobleem oplossen Vent & Visie: Jo Ottenheim, Nefyto Sterk Werk: Fa. P. Muntjewerf & Co, Breezand

Ondernemen met

mensen 22 Profileren: Hoondert Groep 28 Bauma 32 JCB Hydradig 35 Grondig.com 36 New Holland T7.315 40 Onkruidbestrijding in maĂŻs 44 Vizuro houdt nitraat vast 47 Fosfaatmeststof op derogatiebedrijven 48 Precisieaanpak ruwvoerteelt 51 Monosem 52 Bietenareaal gaat groeien 55 Economie 55 In kort bestek 56 57 60 62 63 64 65 66 68 72 74

Cumelaria Gekruid Provinciaal bestuur: Friesland Cumela.nl Voorzitter Motiveren van medewerkers Adviespraktijk Toolbox: veilig werken in de buurt van scholen Reportage algemene ledenvergadering E-learning Veilig rijden met land-bouwverkeer Bedrijvig

Ondernemen met

vaktechniek

Ondernemen met

cumela

Grondig 4 ontvangt u vrijdag 13 mei!

GRONDIG 3 2016

5


ondernemen met

mensen

6

GRONDIG 3 2016

BEDRIJF IN ACTIE


Niet op de Bauma, wel bij Spelt Deze nieuwe Hyundai HX 300L-hybride zult u op de komende Bauma niet vinden. De machine draait wel voor het eerst bij Spelt Bedrijven in Nieuwveen. Dat komt doordat het hydraulische ­hybridesysteem van Eco’nergy niet door Hyundai zelf, maar door importeur Van der Spek in Vianen is opgebouwd. Bij het zakken van de giek wordt de hydrauliekolie van de giek­ cilinders naar een accumulator geleid. Bij het heffen wordt deze opgeslagen energie vrijgegeven. Deze accumulator is achter op de HX 300L geplaatst en natuurlijk zijn er de nodige hydraulie­ kleidingen aangesloten. Er is een regelunit die communiceert met de boordcomputer van de Hyundai om de juiste hoeveel­ heden en drukken te regelen. Daar zit het nodige inregelwerk in. Het is dus geen kwestie van even aansluiten, inpluggen en gaan. Omgekeerd geldt bij inruil hetzelfde. Dit systeem komt het best tot zijn recht als de slag van de hef­ cilinders zo groot mogelijk is. Dan bouwt het systeem maxima­ le druk op in de accumulator en zal het ook maximaal energie afgeven bij het heffen. Het grootste deel van de tijd wordt de machine bij Spelt ingezet voor het beladen van de puinbreek­ installatie en daarnaast voor het beladen van groenhout in de shredder. Vooral voor het werken bij de puinbreker (diep halen, hoog lossen) wordt de slag van de giekcilinders benut om het hybridesysteem volledig tot zijn recht te laten komen. Spelt heeft de machine afgelopen winter op proeve van goede werking laten komen. Daarbij is met in- en uitgeschakelde hybri­ de-unit getest. Er werd een brandstofbesparing van circa vijftien procent gerealiseerd. Daarnaast werkt de machine door extra kracht evenredig sneller en dat geeft een capaciteitsverhoging. Het is de vraag hoe sterk het effect terugloopt als de volledige slag van de giekcilinders minder wordt benut, zoals bij normale graafwerkzaamheden. Dat zal zich nog moeten uitwijzen. Voor de zwenksnelheid maakt het niets uit, omdat het systeem daar niet op is aangesloten. Voor de machinist telt natuurlijk de prak­ tijk. Hij heeft een nieuwe beter presterende machine met fijne touchscreenbediening en met het Allround View Monitor-viercamerasysteem zicht rondom en zelfs van bovenaf. Op de TKD zult u hem waarschijnlijk ook niet zien, maar daar zit Spelt niet mee. Het bedrijf heeft een nieuwe HX 300 L hybride, benut voor een meerprijs van circa € 20.000,- voor het hybride­ systeem de voordelen en heeft een machine die punten scoort voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en de CO2prestatieladder. Zo loopt Spelt mooi voor op de fabrikant zelf. TEKST: Gert Vreemann, FOTO‘S: Peter Voolstra

GRONDIG 3 2016

7


Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als dochter van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel u werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Ons advies en onze voorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.

“We staan midden in de sector en zijn op de hoogte van nieuwe regelgeving, maar ook van de nieuwste machines.” Marcel Elferink, verzekeringsadviseur

Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade

website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60


ondernemen met

mensen

COMMENTAAR Mannen van de bodem CUMELA­voorzitter Wim van Mourik haalde het tijdens de Inspiratiedagen én de algemene ledenvergadering van vorige week stevig aan door te zeggen: “Wij zijn de mannen van bodem!” Of u nu van groen, grond of infra bent, in grondverzet, cultuurtechniek, meststoffen en agrarisch loonwerk is er altijd een directe link naar de bodem. De bodem als productiemiddel van onze opdrachtgevers. Als drager van gewassen, van natuurgebied en sportvelden en van funderingen voor hoogbouw of infrastructurele werken. Omdat wij ­ met vakmensen en mobiele machines ­ altijd in relatie tot die bodem ons werk doen, zou je zonder meer mogen beweren dat ‘de bodem’ ons territorium is, ons speelveld. De plek waar cumelabedrijven kunnen excelleren. Maar realiseren we ons dat voldoende? Hebben we voldoende in de smiezen dat we met kennis over die bodem het verschil kunnen maken tussen ‘uitvoer­ ders’ en ‘partners’? Hebben we wel goed door dat we met kennis over bodem­ leven, bodemsamenstelling, bodemverdichting en hoe die te voorkomen of te verhelpen onszelf bij opdrachtgevers kunnen bevorderen tot een partij die meer biedt? Tot partner die niet meteen op de laagste prijs de maat wordt genomen? Een cumelabedrijf moet een partner zijn die naast service, meedenken en een klantgerichte plan­ ning échte meerwaarde biedt met oplossingen voor zijn opdrachtgevers. Tijdens het Jaar van de Bodem (2015) werd eens te meer duidelijk dat veel boeren hun productiemiddel grond jaar na jaar uitputten, zodat er minder gewassen groeien. Het zal beslist niet gemakkelijk zijn, maar is het dan geen zaak van ‘de mannen van de bodem’ om zo’n boer te helpen met het verbeteren daarvan. Met als succesfactoren meer opbrengst van ruwvoer en een snellere oogsttijd. Net zoals de mannen van de bodem op basis van hun vak­ manschap en kennis over bodemgesteldheid eerder in het bouwproces aan tafel moeten, omdat hun kennis kan leiden tot minder faalkosten, een betere logistiek of de inzet van de juiste machines en vakmensen. Of tot groenere sportvelden in de cultuurtechniek.

Michiel Pouwels Directeur belangenbehartiging CUMELA Nederland

Willen wij die sectorkwaliteit bij opdrachtgevers kunnen vermarkten, dan betekent het wel dat we onszelf die bodemkennis eigen moeten hebben gemaakt. Dus niet alleen zeggen dat we bodemdeskundig zijn, we moeten ook bewijzen dat we het zijn. Anders blijven we namelijk uitvoerders die géén ver­ schil maken en daar zijn er al zoveel van.

Hou ook onze website goed in de gaten over komende voorlichtingsbijeenkomsten over bodemkunde en kijk ook even naar startdata voor de cursussen Veldbodemkunde voor agrarische en cultuurtechnische bedrijven die CUMELA aanbiedt.

GRONDIG 3 2016

9


HOOFDARTIKEL Veehouders aan zet

ondernemen met

mensen

Gezamenlijk een oplossing vinden voor het mestprobleem is noodzakelijk De veehouders zullen, eventueel samen met de intermediairs en de mestverwerkers, een oplossing moeten vinden voor het mestprobleem. Dat was de conclusie van een dag praten over het mestprobleem op een congres dat werd georganiseerd door Boerderij. Geruststellende woorden waren er ook van Hans Verkerk van CUMELA Nederland. “De markt lijdt nu onder een hoog aanbod, maar de distributeurs zoeken al naar een uitweg. Als die er is, kan de prijs weer dalen.” Al dertig jaar zucht Nederland onder een mestprobleem. Althans op papier, want terwijl er op het congres dat week­ blad Boerderij organiseerde continu werd gesproken over een probleem dat dertig jaar geleden ontstond en over een tekort aan verwerkingscapaciteit bleef feitelijk onbenoemd dat de mest al die dertig jaren een plaats heeft gevonden; de eerste jaren van het probleem door de mest beter over het land te verdelen en vanaf 2009, toen er echt een niet in ­Nederland plaatsbaar overschot ontstond, door export naar het buitenland. Intermediairs hadden namelijk tijdig inge­ speeld op het probleem en waren al vroeg gestart om ook de markt in het buitenland te ontwikkelen en dat is gelukt. Met als resultaat zelfs vorig jaar nog voor elke kubieke meter mest een plekje (zie tabel 1). Dankzij distributie en export is de afgelopen jaren alle mest gewoon gebruikt en was er geen probleem.

10

GRONDIG 3 2016

Fors gedaald Het resultaat van die inspanning is in het milieu te zien, want zoals professor Oene Oenema van de Wageningen Universiteit liet weten, is de afgelopen jaren de uitspoeling van ­nitraat fors gedaald. “Op steeds meer plaatsen voldoet

Nederland aan de norm van maximaal 50 milligram nitraat per liter in het bovenste grondwater. Helaas zijn er ook nog steeds plaatsen waar dat niet wordt gehaald, maar daar wor­ den nu dus ook strengere normen gehanteerd. Daar is ook binnen de derogatie sprake van krappere normen.” Een plaatje van Oenema liet zien dat niet alleen Nederland last heeft van een mestprobleem. Ook in Frankrijk, Duitsland en Italië kleuren plekken op de kaart rood (zie afbeelding 1). “Inmiddels vindt nieuw onderzoek plaats en we zijn be­ nieuwd hoe de situatie is als er een volgend actieprogramma wordt opgesteld.” Het is echter niet alleen nitraat dat zorgt voor strenge eisen aan de bemesting, betoogde Oenema. “De Kaderrichtlijn Wa­ ter is inmiddels ook een Brusselse wet om rekening mee te houden. Daarin worden eisen gesteld aan het oppervlakte­ water en daar hebben we in Nederland op grote schaal mee te maken. In deze kaderrichtlijn worden eisen gesteld aan de maximumgehalten van fosfaat en stikstof in het oppervlak­ tewater en daar zullen we ook aan moeten voldoen”, aldus Oenema. Op een vraag uit de zaal erkende hij dat dit niet


alleen een landbouwkwestie is. “Naar schatting veertig tot zeventig procent van het probleem komt uit de landbouw, dus ook vanuit andere vervuilingsbronnen, zoals industrie en waterzuivering, moet daaraan worden gewerkt.”

Mestoverschot groeit Het gevolg van die eisen is dat er kritisch zal blijven worden gekeken naar het mestgebruik in de Nederlandse landbouw, vooral nu door de verdere aanscherping van de normen dit jaar en de uitbreiding van de melkveestapel het mestover­ schot verder is toegenomen. Hans Verkerk, spreker namens de sectie Meststoffendistributie van CUMELA Nederland, rekende de zaal voor dat elke kilo melk extra die de veehou­ ders produceren leidt tot 2,5 liter meer mest. “De 1.000.000 ton hogere melkproductie vorig jaar heeft alleen al geleid tot 2,5 miljoen ton mest extra. Dat zijn al 70.000 vrachtwagens met mest die een plekje op de markt moeten krijgen.” Het effect van die groeiende veestapel en dalende plaat­ singsruimte is te merken aan het huidige overschot dat boven de markt hangt. Schattingen van deskundigen gaan richting de 45 miljoen kilogram fosfaat voor dit jaar. Die hoe­ veelheid maakt gelijk duidelijk waarom de prijs momenteel zo hoog is, stelt Verkerk. “We zien dat de mestintermediairs elk jaar fantastische prestaties leveren door voor alle mest een plaatsje te vinden. Sinds 2010, toen de normen werden aanscherpt, is ook de export op gang gekomen en elk jaar fors gegroeid. Alleen al vorig jaar is er zes miljoen kilogram fosfaat extra op de buitenlandse markt afgezet”, vertelt Ver­ kerk (zie tabel 1). “Alleen is dat niet voldoende om de groei van het overschot bij te houden.” Het gegroeide overschot zorgt nu voor een enorme druk op de mestmarkt, omdat er niet alleen mest van vorig jaar naar dit jaar is doorgeschoven, maar ook voor dezelfde hoeveel­ heid mest meer hectares nodig zijn als gevolg van de ge­ daalde gebruiksnormen. Het is moeilijk om voor al die mest nu een plaatsje te vinden, met de genoemde hoge prijzen als gevolg.”

Hoge bedragen De hoge prijzen die de varkens­ en melkveehouders nu moe­ ten betalen, zijn tegen het zere been van Hans Huibers, por­ tefeuillehouder duurzaam ondernemen van LTO Nederland. In zijn bijdrage hekelde hij de hoge bedragen die intermedi­ airs vragen voor het ophalen van de mest. Daarbij verweet hij in een aantal bijzinnen de sector te frauderen bij de mest­ afzet en veel geld in de achterzak te steken. Hij verklaarde het onbegrijpelijk te vinden dat mestleveranciers worden geconfronteerd met sterk afwijkende gehaltes tussen ver­ schillende vrachten, iets wat in zijn ogen bewijst dat er wordt gefraudeerd door de distributeurs. Nadrukkelijk vroeg

In een groot aantal gebieden wordt in het grondwater de norm van maximaal 50 microgram per liter overschreden. De gegevens zijn inmiddels wel verouderd; dit jaar moet er een nieuwe rapportage komen.

hij de sector van distributeurs daarom waarom er niet werd gecertificeerd. “Ik durf als leverancier wel een verklaring te tekenen dat ik mest lever met normale gehaltes. Natuurlijk met een marge van tien procent naar boven of beneden, maar met die garantie wil ik de mest wel meegeven. Dat hebben we nodig ook, want we zullen de afnemers garanties moeten bieden over de gehalten in de mest. Akkerbouwers en andere afnemers accepteren niet langer dat ze dan mest met deze en dan met die gehalten krijgen.” Het was een uitspraak die bij Wim Kromwijk, zelfstandig ad­ viseur en vroeger ambtenaar op het ministerie van Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu, bijna van zijn stoel deed val­ len van verbazing. “Iedereen weet dat de gehalten in de put enorm variëren. We hebben vroeger al eens een put in een zeugenstal laag voor laag onderzocht en daarin vonden we grote verschillen van tot wel tien keer meer fosfaat in het ene deel dan in het andere. Dat probleem treedt zelfs op in een trailer na een transport van twee of drie uur. Dan is de mest al zo ontmengd dat onderin veel hogere gehalten worden aangetroffen dan bovenin. Wil je als varkenssector daarom garanties afgeven, dan moet je alle mest in een put doen, heel goed mixen en dan opzuigen. Dan kun je misschien een goede indicatie geven van de gehalten.”

Dan maar verwerken Blijkbaar nieuwe gegevens voor Huibers, die onmiddellijk zijn conclusie trok. “Dan moeten we alle varkensmest maar gaan verwerken”, stelde hij. Daarbij kwam hij bij het kernpro­ bleem van de middag. Verschillende sprekers lieten zien dat door de huidige regelgeving vooral varkensmest moet wor­ den verwerkt en dat dit op korte termijn problemen kan ge­ ven, omdat die verwerkingscapaciteit er nog niet is. Een rol daarbij speelt de moeilijke vergunningverlening, maar vol­ gens berekeningen van het MestinvesteringsFonds ook het ontbreken van plannen. Directeur corporate affairs van Agri­ firm Ruud Tijssens liet zien dat er weliswaar voor zeven mil­ joen kilogram fosfaat plannen liggen die in meer of mindere mate kansrijk zijn, maar rekende ook voor dat er nog zeker voor vier miljoen kilogram fosfaat aan verwerkingscapaciteit te kort is. “Natuurlijk dient niet iedereen zijn plannen bij ons

GRONDIG 3 2016

11


ondernemen met

mensen

in, dus zit er wellicht meer in de pijplijn dan wij weten, maar het laat ook zien dat er nog veel moet gebeuren.” Een probleem voor de varkenshouderij is volgens een aantal deskundigen het ontbreken van breed gedragen plannen, zo liet Johan Temmink van Agrifirm zien. Hij zette de per­ centages verplichte mestverwerking per sector naast de be­ schikbare capaciteit. Dat laat duidelijk zien dat de pluimvee­ houderij door zijn investering in de verbranding op Moerdijk zelf heeft gezorgd voor de oplossing van het probleem. “De sector verbrandt nu mest voor negen miljoen kilogram fosfaat en droogt en korrelt ook nog bijna vier miljoen kilo­ gram. Daarmee voldoet ze ruim aan de verplichting en zie je dat er ook geen druk is op de markt. De sector heeft door tijdig de handen ineen te slaan en werkelijk verplichtingen aan te gaan het voor zichzelf geregeld. Het probleem is dat de varkenshouderij daar maar niet in slaagt. Iedereen weet al dertig jaar dat de mest een probleem is, maar een ge­ zamenlijke oplossing is er nooit gekomen, omdat er altijd werd gedacht dat het op een andere manier goedkoper kon. Als je nu dan meer moet betalen, moet je niet zeuren, maar dat accepteren.”

Prijs normaliseert Ondanks het ontbreken van de verwerkingscapaciteit is niet iedereen helemaal negatief over de markt, al was dat in de fo­ rumdiscussie niet te merken. Daar kwam de nadruk te l­ iggen op de mogelijkheden om gezamenlijk tot een oplossing te komen, desnoods door samen in een crisishok te gaan zitten om een oplossing te bedenken en liefst ook ten uitvoer te brengen. Niemand wist echter te bedenken wie dan uitein­ delijk het heft in handen zou moeten nemen. Verkerk vroeg zich in zijn bijdrage ook af of dat nodig was. “De afgelopen jaren hebben we gezien dat na elke grote wijziging in de mestmarkt of meststoffenwet de prijzen opliepen, gewoon omdat er dan te veel mest op de markt komt die nog zijn weg moet vinden. Dat geeft druk bij de afnemers, dus gaat daar de prijs omhoog. Als na enige tijd de intermediairs weer nieuwe afzetmarkten hebben gevonden, normaliseert de prijs echter wel weer.”

Veehouders moeten door de druk op de markt nu veel betalen voor de afvoer van mest.

De enige onzekerheid voor de varkenshouders die zeker nog het komende jaar boven de markt hangt, is de hoeveelheid mest die uit de rundveehouderij komt. Nu de fosfaatwet pas in 2017 tot in elk geval een stabilisatie zal leiden, hangt er nog een onbekende hoeveelheid mest boven de markt. Mest die dankzij de gunstiger eigenschappen en betere beschikbaar­ heid van kapitaal gemakkelijker een weg op de afzetmarkt vindt. Voor de varkenshouders zal het dus vooral vertrouwen op vaste relaties zijn en sparen voor de afzet van mest. Want hoe waardevol het product ook is, zo lang de varkenshou­ ders achteraan in de rij staan, zullen ze moeten afwachten waar de mest heen kan. Want hoe zeer de intermediairs ook hun best doen, de laatste beschikbare hectares die in het buitenland moeten worden gevonden, zullen voorlopig de prijs bepalen. TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: CUMELA Communicatie

Tabel 1. Hoeveelheid geëxporteerde mest door intermediairs Jaar

Vrachten

Tonnen x 1000

Kilogram fosfaat x 1000

2010

68.552

1.945

25.623

2011

67.565

1.920

26.790

2012

76.553

2.268

28.116

2013

78.999

2.312

27.911

2014

88.546

2.562

32.048

2015

101.423

3.029

38.152

Nauwkeurig met NIR-sensor Hoe groot de behoefte is aan meer nauwkeurigheid bij het transport en uitrijden van mest blijkt wel uit de gretigheid van verschillende loonbedrijven om te starten met NIR-meetapparatuur om de gehalten in mest te bepalen. De drie aanbieders die de eerste werkende systemen hebben, Veenhuis, VMA en John Deere, ondervinden geen enkele moeite om deze in de praktijk weg te zetten. De apparatuur wordt dit seizoen gebruikt om bij het transport van de mest de gehalten te bepalen en bij een deel van de bedrijven om bij het uitrijden veel nauwkeuriger mest te kunnen toedienen. De grote bereidheid om hierin fors te investeren, is volgens Hans Verkerk een bewijs dat juist de intermediairs en loonwerkers er alles aan doen om de mest zo goed mogelijk te plaatsen en alle beschikbare ruimte te benutten.

12

GRONDIG 3 2016


HYUNDAI Minigraafmachinelijn:  Hyundai R16-9  Hyundai R25Z-9AK  Hyundai R35Z-9  Hyundai R55-9A

1.7 ton 2.6 ton 3.5 ton 5.5 ton

€ 18.500,00 € 24.750,00 € 30.800,00 € 44.900,00

Compleet uitgevoerd met:  Eurosteel hydraulische snelwissel  Extra hydraulische functie  Eén Eurosteel opschoonbak  Vanaf R35Z-9 slangbreukbeveiliging en airco  1 jaar of 1.500 uur garantie  Zeer scherpe leasetarieven

Investeer in een Hyundai en draai ook, net als inmiddels vele van uw collega’s, tegen de laagste kostprijs per uur. Vraag ook onze dealers naar de mogelijkheden

www.vanderspek.nl www.vanderspek.nl

SNELWEG NAAR SERVICE EN SUPPORT


ondernemen met

mensen

VENT & VISIE

Meer dan ooit ligt de gewasbescherming onder het vergrootglas, zelfs zodanig dat de Tweede Kamer op grond van emoties een verbod op middelen uitvaardigt. De gebruikers zullen daarom meer dan ooit met zorg met de middelen moeten omgaan, stelt Jo Ottenheim van Nefyto. “De laatste beoordeling is namelijk het gebruik in de praktijk. Worden daar normen overschreden, dan kan dit de toelating van een middel onder druk zetten.”

“Praktijk bepaalt toelating” Jo Ottenheim, secretaris Nefyto Een bijzonder moment, afgelopen maand, want voor het eerst werd het gebruik van een toegelaten gewasbeschermingsmiddelen verboden. Met de publicatie van de wijziging van de Gewasbeschermingswet was het verbod op onder meer het gebruik van glyfosaat op openbare terrei­ nen een feit. Voer voor juristen, volgens Jo Ottenheim, secretaris van Ne­ fyto, de organisatie van producenten van gewasbeschermingsmiddelen. “Voor het eerst wordt van een wettelijk toegelaten middel het gebruik in bepaalde situaties verboden. Een bijzonder vreemde ontwikkeling”, stelt Ottenheim. “De instantie die wettelijk is aangesteld om een onafhanke­ lijk oordeel te vormen, verklaart de toepassing van het middel veilig, dat mag ook op het etiket en daarna verbiedt het ministerie het gebruik”. Zodra het verbod van kracht is, zal er dan ook zeker een rechtszaak vol­ gen, voorspelt hij. “Dat is het probleem bij een dergelijk besluit. Vooraf kun je niets. Eerst moet de regelgeving van kracht zijn, daarna kun je een overtreding maken en de juridische ­procedure starten.”

“Het is een vreemde zaak dat het ministerie een veilig middel verbiedt” Voor loonwerkers die veel chemische onkruidbestrijding op verharding deden, betekent het in elk geval dat de quad met spuitapparatuur een tijd in de schuur moet blijven. Een procedure zal inclusief alle beroeps­ zaken zeker één tot twee jaar in beslag nemen, denkt Ottenheim. “Ge­ durende die periode mag je niets op verhardingen, dus heeft het ook geen zin om te hopen dat het gebruik terugkomt. Voor alle gemeenten betekent het verplicht branden, borstelen of heet water gebruiken.” De manier waarop het gebruik van glyfosaat verdwijnt, maakt hem wel ongerust over de toekomst van andere middelen als er niet zorgvuldig mee wordt omgegaan. “Wat hier is gebeurd, kan namelijk ook elders gebeuren. Uiteindelijk is dit verbod tot stand gekomen omdat ondanks toezeggingen van de sector en introductie van het DOB-systeem voor duurzaam onkruidbeheer op verhardingen de concentratie glyfosaat in het oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater te vaak boven de norm bleef. Natuurlijk kunnen we discussiëren over de gehanteerde norm, maar voor de landsadvocaat was dit een aangrijpingspunt om ­positief te adviseren over een verbod, vooral omdat er in eerste instantie afspraken waren gemaakt om tot een vermindering te komen." Het niet halen van die doelen gaf de Kamer volgens hem een vrijbrief om een verbod af te dwingen, waarbij ook een rol speelde dat de sector niet liet blijken een extra inspanning te willen leveren. "Achteraf denk ik dat

14

GRONDIG 3 2016

het verzet dat bijvoorbeeld ook CUMELA Nederland had tegen de certi­ ficering van bedrijven die werkten volgens de DOB-methode averechts heeft gewerkt. Het versterkte bij ambtenaren en Kamerleden het beeld dat de sector het probleem niet serieus wilde aanpakken. Voor ons wel een les voor de toekomst.”

Zou een verbod als dat voor glyfosaat ook voor toe­ passingen in de landbouw kunnen gebeuren? “Dat is iets waar we ons in algemene zin wel zorgen over maken, want uiteindelijk is het resultaat van de toepassing de laatste stap in de toela­ ting. Dan blijkt namelijk of de risico’s op bijvoorbeeld uit- of afspoeling zoals aangegeven in de toelatingsonderzoeken ook realiteit zijn. Vooral het oppervlaktewater is daarbij kwetsbaar, want daar worden de meeste middelen gevonden. Daarom is het zo belangrijk om zeer zorgvuldig te zijn bij de toepassing, dus de voorgeschreven teeltvrije zones aanhou­ den en vooral voorkomen dat je bijvoorbeeld met te veel drift spuit.” “Een ander belangrijk punt daarin is de erfemissie. Daarom zijn we ook zo druk met het promoten van de erfemissiescan, want het blijkt ge­ woon dat door afspoeling van de buitenkant van de tank of door het reinigen van de spuit nog te veel reststoffen in het water komen. Het zijn maatregelen die de sector zelf kan nemen om te voorkomen dat mid­ delen die misschien hard nodig zijn onder vuur komen. Het is jammer dat veel bedrijven, maar ook LTO Nederland, zich dat nog niet helemaal realiseren, want straks komt de toelating van meer middelen onder druk omdat ze in te grote hoeveelheden in het milieu worden gevonden.”

Kan Nefyto daar ook zelf wat aan doen? We gaan aan de slag om voor diverse middelen een emissiereductieplan op te stellen. In eerste aanleg gaat het om vijf stoffen die relatief veel op de emissielijsten voorkomen. Het doel is om straks om voor deze vijf stoffen met een gericht actieplan te gaan werken voor de vermindering van de belasting van het oppervlaktewater.” Naast de manier waarop nu naar de negatieve effecten van gewas­ bescherming wordt gekeken, is er volgens Ottenheim een nieuwe be­ dreiging. Namelijk de rigide uitleg die bij diverse beleidsambtenaren wordt gehanteerd over geïntegreerde bestrijding. Ottenheim: “In onze ogen is geïntegreerde bestrijding een aanpak waarbij je door allerlei maatregelen de milieubelasting door het gebruik van gewasbescher­ mingsmiddelen zoveel mogelijk probeert te beperken. Bij Nefyto mer­ ken we dat er in de politiek heel anders naar wordt gekeken. Daar is bij geïntegreerde bestrijding het uitgangspunt dat de inzet van middelen


alleen een uiterste redmiddel is. Daarom is de politiek ook kritisch over zaadbehandelingen, omdat die preventief zijn. Terwijl wij juist zeggen: met een klein beetje middel op het zaad kun je later juist de inzet van allerlei andere middelen voorkomen. We moeten dus oppassen dat geïntegreerde teelt straks wordt omgezet in gewasbescherming waarbij chemie pas op de laatste plaats komt. Dat helpt het milieu niet verder.”

Hoe kan het dan dat juist het particulier gebruik van bijvoorbeeld glyfosaat mag blijven, terwijl juist daar veel voorbeelden zijn van onoordeelkundig gebruik? “Feitelijk omdat daar de aangrijpingspunten ontbreken om het gebruik te verbieden zolang er een toelating is. Met de particuliere sector is na­ melijk nooit een route bewandeld voor duurzaam gebruik, zoals in het openbaar groen met de DOB­methode wel heeft plaatsgevonden. Ster­ ker, er zijn zelfs geen cijfers over eventuele millieubelasting vanuit het particulier gebruik. Daarmee heeft de staatssecretaris geen gronden om een verbod op het gebruik af te kondigen.”

Werkt dat illegaal gebruik niet in de hand?

“Kamerleden vergeten dat wij een onafhankelijk instituut hebben dat oordeelt over toelating.” “Natuurlijk zul je heel veel illegaal gebruik krijgen, maar niet alleen van glyfosaat. Heb je al eens gezien hoeveel azijnzuur er tegenwoordig over­ al wordt aangeboden. Dat is echt niet om de koffieapparaten te ontkal­ ken. Waarschijnlijk gebruiken particulieren en bedrijven het nu om on­ kruid zonder gif te bestrijden. Ook dat is echter illegaal, want daarvoor is het niet toegelaten. En dat zal het ook niet worden, want niemand dient daarvoor een dossier in bij het Ctgb.

Is dat iets wat de leden van de Tweede Kamer zich realiseren? “Waarschijnlijk niet, want daar overheerst de emotie. Je merkt dat Kamerleden gevoelig zijn voor de argumenten die actiegroepen naar voren brengen. Zonder zich te verdiepen in de materie gaan ze mee in de discussie. Neem bijvoorbeeld de ophef die er laatst was rond de kankerverwekkendheid van glyfosaat. Dat is een studie waarbij puur is gekeken naar de stof en niet naar hoe de stof wordt gebruikt. Glyfosaat is gekwalificeerd als ‘mogelijk kankerverwekkend’, terwijl tabak en alco­ hol zijn gekwalificeerd in een zwaardere categorie, kankerverwekkend.” “Wat sommige Kamerleden nog wel eens vergeten, is dat we in Neder­ land een Ctgb hebben dat een onafhankelijk oordeel geeft over de toe­ lating. Dat velt op basis van heldere criteria of een middel moet worden toegelaten. Daarover hebben we ook afgesproken dat de aanvrager de kosten betaalt, vanuit de gedachte dat hij bij toelating daar de vruch­ ten van plukt. Dan moet je als politicus echter niet gaan roepen dat de instantie niet onafhankelijk is, omdat bedrijven betalen. Die bedrijven leveren decimeters dikke dossiers aan voor een afgewogen oordeel. Het is toch niet de bedoeling dat we die straks bij de Kamerleden indienen.” TEKST & FOTO: Toon van der Stok

GRONDIG 3 2016

15


Lastige onkruiden vragen om de kracht van Peak of Casper ®

Peak, tegen lastige breedbladige onkruiden • IJzersterk op o.a. kamille en zwaluwtong • Goede werking op haagwinde • Zeer veilig voor de maïs • Flexibel en makkelijk in het gebruik

®

Casper, de oplossing tegen haagwinde • Sterk op haagwinde en lastige breedbladige onkruiden • Werkt tot diep in de onkruidwortels • Veilig voor de maïs • Draagt bij aan een snelle onkruidbestrijding

Peak en Casper zijn ideaal te combineren met o.a. Calaris®, Callisto®, Milagro® en Gardo® Gold.

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl. Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code). Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/ TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.

TM


vanaf € 63.900,-* Eye-catcher 65 11/14: Lorem ipsum dolor sit amet

CLAAS ARION 600 − − − − − −

158 tot 184 pk (107 tot 120 kW) 6 cilinder DPS motor TIER4i Pure Power HEXASHIFT transmissie met REVERSHIFT (volledig elektronisch) Multifunctionele armleuning Ruime, moderne 4-punts geveerde cabine met volglas voorruit Unieke CLAAS 50/50 gewichtsverdeling met lange wielbasis

Actie geldig tot 31-5-2016 *vraag uw dealer naar de voowaarden.

kampsdewild.nl


ondernemen met

mensen

STERK WERK

Compost verder opwaarderen

Fa P. Muntjewerf & Co, Breezand Met onder andere een zelf ontworpen compostfrees als hart van het bedrijf heeft Muntjewerf zich gespecialiseerd in compostering voor met name de omliggende bloembollenbedrijven. Het bedrijf wil de compost graag op maat verder verrijken met onder andere dierlijke mest, maar de mestwetgeving staat dit niet toe. Muntjewerf zet zich in om dit voor elkaar te krijgen.

Het is een mooi gezicht om deze MH 4212 met een capaciteit van circa acht kuub per strekkende meter aan het werk te zien, met op de achtergrond de speciale, door Anema ge­ leverde Doosan DX 180 met een onderwagen van een 350. Het composteren gaat nu langzamer, omdat bij deze ronde omzetten het taaie bermgras nog onvoldoende is verkleind. En dus neemt machinist Nan Spaans de tijd om met de frees het gras zoveel mogelijk te verkleinen. Vooraf is uiteraard de temperatuur gecheckt en één en ander doorgesproken met Frank Muntjewerf. Het bedrijf laat niets aan het toeval over. Composteren is voor Muntjewerf topsport.

18

GRONDIG 3 2016

Op maat Daarom staat er ook deze unieke, zelf uitgedachte zelf­ rijdende MH 4212. Muntjewerf wilde een extra degelijke zelfrijdende machine die ook over de weg kan rijden naar klanten die op het eigen bedrijf composteren. Muntjewerf gaat uit van ruim 1000 draaiuren op jaarbasis. Dat is voor een dergelijke machine heel veel. Hij klopte daarvoor aan bij Me­ chanisatie Haarlemmermeer, dat deze zelfrijder voor hem op maat bouwde. Voor transport (30 km/u) draaien de wielen en de cabine een kwartslag en schuift de cabine naar voren. De machine heeft een 456 kW (620 pk) Deutz­motor. Frame­


Fa. P. Muntjewerf & Co Frank Muntjewerf runt samen met zijn vrouw Leonna en vier vaste krachten het gespecialiseerde transport- en composteringsbedrijf. Frank is al de vijfde generatie Muntjewerf. Piet Muntjewerf ging in 1863 even verderop in Breezand van start met paard en wagen. In de beginperiode werd er veel werk verzet bij de inrichting van de Anna Paulownapolder. In 1919 werd een motorvlet aangeschaft, in 1939 verscheen de eerste vrachtauto en in 1950 de eerste dragline. Transportactiviteiten vormden daarna de hoofdmoot, waaronder aanvoer van vaste mest naar bollentelers. Vanaf 1978 is het bedrijf zich meer gaan richten op het transport van bouw- en sloopafval. Vanaf 1999 heeft Muntjewerf het composteren van bollenafval opgezet en heeft het bedrijf zich gespecialiseerd in mest en compost, de bijbehorende handel en de verhuur van containers. Meer informatie: www.famuntjewerf.nl.

delen doen dienst als brandstof- en hydrauliektank. De freesunit kan vier meter breed bij twee meter hoog aan en is dankzij handige koppelingen in zijn geheel in een dag te ver­ wijderen. Daarmee heeft Muntjewerf de gewenste ‘tool’ om op maat hoogwaardige compost te maken voor met name de bloembollentelers in de eigen regio. Muntjewerf heeft ontheffing om in de regio over de weg te kunnen rijden.

Bij de klant Dat laatste is belangrijk, want het bij de klanten composte­ ren is een belangrijk onderdeel. Er komt in de bollensector immers nogal wat groenafval vrij. Er zijn bloembollentelers die zo’n 2000 tot 5000 kuub hebben opgeslagen. Composte­ ren op het eigen bedrijf betekent in dat geval geen aan- en afvoer van meststoffen en het scheelt transportkosten. Het composteren moet wel goed gebeuren, om te zorgen dat de compost ziekte- en onkruidzaadvrij is. Frank Muntjewerf: “Natuurlijk kunnen we het materiaal met een mobiele graaf­ machine omzetten, maar dat kost veel tijd en geeft niet de kwaliteit die wij wensen. Wij zijn daar heel fel op. Verder is het groenafval natuurlijk relatief schimmelgevoelig en is vrij­ komend dekstro vaak juist droog. Het is zaak dit alles goed te vermengen om zo de juiste vochtigheid en samenstelling te krijgen”, aldus Frank. Hij geeft aan dat het daarom loont om

er met zo’n machine heen te rijden. “De kwekers ervaren de efficiency- en kwaliteitsslag. Daarmee kan ik deze machine vanuit een win-winsituatie rendabel maken.” Om de klanten op maat te voorzien van de juiste compost ver­ rijkt het bedrijf die ook met gemalen gips. “We stellen hoge eisen aan het gemalen gips om de kalkmeststof ­homogeen door de compost te mengen”, vertelt Frank. Verder heeft het composteren op het eigen bedrijf als voordeel dat elke partij is gemonsterd en elke vracht is gewogen. Muntjewerf werkt hiervoor samen met cumelabedrijven in de regio. “Voor het uitrijden ga ik zelf geen trekkers en strooiers aanschaffen. Veel cumelabedrijven hebben dat materieel met GPS en dan is het beter om samen te werken. Dan kan ik mij blijven con­ centreren op waar wij goed in zijn, compost maken”, aldus Frank. “GPS-aansturing bij het uitrijden is een onderdeel van het kwaliteitsdenken.”

Verrijken is beter Vanwege die regels kiezen akkerbouwers sinds de invoering van Minas massaal voor compost, niet alleen voor gunsti­ ger stikstof- en fosfaatnormen, maar ook om de grond vitaal te houden. “We hebben het hier over lage organische-stof­ gehaltes van rond de 1,5 procent. De intensieve bollenteelt vraagt veel van de grond en dus ook meststoffen. Vanuit dat

Nieuwbouw Aan het bedrijfspand is niet te zien dat het bedrijf al ruim 150 jaar bestaat. Dat komt doordat Muntjewerf vlak voor het jubileum het bedrijf heeft verplaatst. Opvallend is dat de werkplaats niet tegen het kantoor en de kantine is aangebouwd. Verder is die sleutelruimte voorzien van geluiddempende wanden. Muntjewerf heeft dit gedaan omdat dit minder geluidsoverlast op kantoor geeft, het onderhoud strikt gescheiden is en het voor het personeel ook prettiger werken is. Verder is het hele pand dubbel goed geïsoleerd en voorzien van vloerverwarming. Muntjewerf heeft de vloer in de stalling en de werkplaats bewust naar achteren laten aflopen om vrijkomend water af te voeren via een verzamelgoot. Dit met name voor de winterdiensten die het bedrijf ook uitvoert.

GRONDIG 3 2016

19


oogpunt is het logisch dat telers het eigen groen composteren op het­­eigen bedrijf en voor de aanvoer van meststoffen ­kiezen voor compost. Zij hebben echter graag wel een maat­ werkproduct. De compost opwaarderen met vaste mest of drijfmest geeft meerwaarde voor de klanten. Je kunt dan maatwerkcompost leveren, die met de meststrooier in één werkgang kan worden uitgereden.” Dat kan echter niet omdat de gehele partij dan als mest wordt aangemerkt. Frank vindt het niet uit te leggen dat als je bij wijze van spreken een ton mest verwerkt in honderd ton compost die partij dan ineens ‘mest’ is. “Als we op het eigen bedrijf van de klant mengen en uitrijden, dan kan het wel, dus waarom geen toestemming om mest en compost apart te registreren en die dan gemengd af te voeren om die in één werkgang uit te rijden”, zegt Muntjewerf. Volgens hem speelt dit landelijk ook in akkerbouwgebieden. “Hier is voor belangenbehartigers nog een slag te slaan. Vroeger voerden we als bedrijf grote partijen vaste mest aan. Nu hebben we de afgelopen periode slechts drie containers laten komen, terwijl er aanbod genoeg is en tuinders de compost graag verrijkt zien met organische mest.”

Muntjewerf heeft deze nieuwe negentientons Doosan DL 300 met Scania-Stage IVvijfcilindermotor en vijfkuubs AA-volumebak draaien. Volgens Muntjewerf met een prima prijs-kwaliteitsverhouding.

Grondstof grootste zorg Het zal helder zijn dat vanuit de mestwetgeving en het toe­ nemende besef om voldoende humus in de grond te hou­ den de vraag naar compost toeneemt. Muntjewerfs grootste zorg is daarom de aanvoer van geschikt uitgangsmateriaal om aan de kwaliteitsvraag te kunnen voldoen. “Het fijnste uitgangsmateriaal hout is nu beperkt, omdat we alleen nog de 0-20-fractie composteren. De rest wordt verstookt of gaat de bio-energie-industrie in”, vertelt Frank. Hij vindt het een verkeerde ontwikkeling dat het humusgehalte op de land- en tuinbouwgronden terugloopt omdat we kachels en energiecentrales CO2-neutraler willen stoken. “Wij voorzien dat de land- en tuinbouw in de toekomst de rekening ge­ presenteerd krijgt van het verder of zelfs te ver verschralen van landbouwgronden.” Nu vormen bermafval en slotenmaaisel de grote berg op het terrein. GFT maakt Muntjewerf niet op eigen terrein, maar wordt kant-en-klaar onder Keurcompost gekocht voor hoge kwaliteit en lagere vervuiling. Muntjewerf ziet liever dat er ruimte in de regelgeving komt dat hij op het eigen terrein en bij de klant compost en mest kan vermengen tot een kant-en-klaar product, waarbij het aandeel mest als zodanig wordt meegerekend voor de mestboekhouding. Plus uiter­ aard weer meer beschikbaar houtafval om aan de groeiende vraag naar compost te kunnen voldoen. “De energiebehoef­ te kunnen we gedekt krijgen met zonne- en windenergie en aardwarmte”, stelt Frank vast. En voor het verwerken heeft hij de zaken op orde, transparant en controleerbaar. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Muntjewerf

20

GRONDIG 3 2016

Naast composteren voert Muntjewerf ook andere diensten uit, zoals containerdiensten en gladheidbestrijding.

Op maat kwaliteit leveren, dus wordt indien gewenst dit fijngemalen gips door de compost gemengd.


CAT 926M WIELLADER

COMFORTABEL EN EFFICIËNT In de Cat 926M wiellader geniet u de hele dag van comfort. Neem plaats in de nieuwste wiellader uit de M-serie en geniet van de automatische temperatuurregeling, het lage geluidsniveau, uitstekend zicht rondom en ultralichte joystick die met u meebeweegt op een luchtgeveerde, verwarmde stoel. De grote en ruime werkomgeving van de machinist maakt dit de meest comfortabele plek op het werkterrein. ▪

EXTREEM LAAG GELUIDSNIVEAU (VOLGAS 1600 TOEREN PM)

MEER CAPACITEIT MET GEPATENTEERDE PERFORMANCE LAADBAK VOOR SNEL LADEN

HYSTATTM RIJAANDRIJVING, VOLLEDIG TRAPLOOS VARIËREN MET RIJSNELHEID

GEOPTIMALISEERDE Z-BAR (HOGE UITBREEKKRACHT EN PARALLEL LIFT)

EXCLUSIEVE RIDE CONTROL

Interesse in een demonstratie met de Cat 926M wiellader? Bel Rino Wink, 06 - 22 958 492 of mail rino.wink@pon-cat.com www.pon-cat.com


PROFILEREN Efficiënt op koers

ondernemen met

vaktechniek

Hoondert Groep uit ‘s-Heerenhoek sloopt aluminiumfabriek Zalco

22

GRONDIG 3 2016


Project: Opdrachtgever: Aanneemsom: Looptijd: Uitvoerende partij: Werkzaamheden:

sloop aluminiumfabriek Zalco Vlissingen investeerdersgroep UTB Utrecht niet vrijgegeven januari 2012 tot eind 2016 Hoondert Groep ‘s-Heerenhoek sloop fabriekshallen smelterij, asbestsanering, grondsanering, sloop infrastructuur

Projectleider Alfred Sturm heeft ervoor gezorgd dat de fabriek heel systematisch is ontmanteld en gesloopt, waarbij er voor de veiligheid altijd vanaf één kant is gewerkt.

Natuurlijk is het een mooie klus voor de Hoondert Groep in ’s­Heerenhoek, het slopen van een groot deel van de aluminiumfabriek Zalco (Zeeland Aluminium Company) in het havengebied van Vlissingen. Ooit was het een grote alumini­ umfabriek, met in de topdagen zo’n 700 medewerkers. Jan Hoondert: “Natuurlijk nemen wij graag sloopklussen aan, maar in dit geval ontstaat er wel een lege plek in het havengebied van Vlissingen. Dat is niet goed voor de streek. Wij slopen liever iets waarvoor wat anders in de plaats komt”, vertelt hij. Deze gevoelens vormden voor hem geen reden om niet mee te doen bij de aanbesteding. “Het werk moet worden gedaan. Wij hebben de expertise, de manschappen en het materieel om de klus te klaren. Bovendien is het een klus op korte afstand van onze bedrijven. Daarmee stonden we sterk bij de aanbesteding.” Jan Hoondert vertelt dat zijn bedrijf in 2013 de klus gegund heeft gekregen. “Dat was vooral op prijs, want de verdere spelregels waren vrij eenvoudig: slopen met alle lusten en lasten naar eigen inzicht en in het gefaseerde tempo van de inves­ teerder die het te slopen deel heeft overgenomen. Je snapt dat het spel dus zit in het juist inschatten van de hoeveelheden en de marktontwikkeling van staal­ en puinprijzen op langere termijn.”

Dertig hectare

Met het slopen zelf weten de mensen van Hoondert wel raad. Het voortraject was lastiger, omdat in dit geval de omvang moei­ lijk in te schatten was en ook het tijdsbestek

De Zalco­fabriek werd in 1969 in opdracht van de Franse multinational Pechiney gebouwd. De fabriek bestond uit drie grote afdelingen: de elektrolyse­afdeling waar uit aluinaarde door het elektrolytisch proces aluminium werd gewonnen, een gieterij en een afdeling die anodes produceerde voor de elektrolyseovens. De fabriek als geheel is gestopt in december 2011. De gieterij maakte medio 2012 een doorstart onder de naam Zalco BV en de anodefabriek werd later ook overgenomen en maakte een doorstart. De grote elektrolyseafdeling werd uit het faillissement opgekocht door investeringsmaatschappij UTB en wordt geheel gefaseerd gesloopt door de Hoondert Groep. Het gaat hier om een circa dertig hectare groot terrein met vier grote productiehallen met elk een lengte van circa 500 meter plus een bijbehorende krachtinstallatievoorziening met enorme trafo’s en de bijbehorende infrastructuur plus het onderhoudsgebouw voor de ovens. Er zijn ruim 500 smeltovens, zwaar gewapend gefundeerd met betondiktes tot twee meter, en silo’s tot 45 meter hoogte en met enorm veel staal, aluminium en asbest.

niet vaststond. Hoondert durfde het des­

Lastig schatten

ondanks aan om met een scherpe prijs de

Dat brengt ons meteen bij het lastige van de klus: de aanbesteding. Jan Hoondert is daar vrij helder over. “Voor de aanbesteding is het nauwkeurig inschatten van de hoeveelheden vrijkomend puin en metalen essentieel, evenals de prijsontwikke­ lingen van die producten. Dat was vrij lastig, omdat we dat toen, in 2012, moesten inventariseren bij een nog draaiende fabriek en de termijn langdurig en ongewis was. Je moet dan risico’s durven nemen”, aldus Hoondert. En het gaat ergens over. Ruwe schattingen geven aan dat de fabriek een waarde van enkele miljoenen euro’s aan metalen (aluminium, staal en koper) bevatte. Verder zijn er nog sane­ ringskosten voor grond, water en asbest. Ook hier gaat het volgens schattingen

sloop van de aluminiumfabriek Zalco in Vlis­ singen binnen te halen. Het grootste deel van de klus is inmiddels gedaan en Hoon­ dert ligt op koers met dit miljoenenproject.

GRONDIG 3 2016

23


1 De stalen ondernemen met fabriekshallen zijn hal voor hal systematisch vanaf één kant gesloopt. Het vrijkomende materieel is meteen gesorteerd.

vaktechniek

2 Overleg over werkwijzen en afvalstromen en oog voor veilig werken vormden belangrijke uitgangspunten om de klus efficiënt en verantwoord te kunnen klaren.

1

2

3 Zware ovens en silo’s zijn deels met eigen zware telekranen aangepast, deels op transport gezet en deels platgelegd om ze ter plekke te ontmantelen.

4 De panden bevatten dikke gewapende vloeren en funderingen. En dus was het een hele klus om al het puin staalvrij te krijgen.

3

vooraf over meer dan een miljoen euro. Daar komen dan ook nog de sloopkosten bij. Reken ook hier op enkele miljoenen. “Cijfers geven wij niet vrij en wij moeten nog een belangrijk deel slopen, namelijk het stroomtransformatiedeel”, zegt Jan Hoondert. Hij geeft wel aan dat zijn mensen de expertise hebben om de klus goed in te schatten. “Denk je even in hoe lastig dat is geweest in een draaiende fabriek met grote delen waar je vanwege de hitte niet bij kunt.” Hoondert geeft aan dat hij de klus ook aandurfde omdat zijn bedrijf goed is ingericht voor een dergelijke omvangrijke klus. “Wij hebben een eigen slooptak om schepen te ontmantelen, wij beschikken over zware overslagkranen tot 500 ton, die we ook elders in het havenge­ bied inzetten, en hebben zwaar breekmaterieel met scharen die tot 1,50 meter betondikte kunnen knippen. Verder hebben wij een eigen puinrecyclinglocatie. Deze sloop was heel goed in dit plaatje in te pas­ sen en bovendien kon het hoewel het gefaseerd wordt uitgevoerd ­redelijk flexibel worden ingepland. Je kunt voor zo’n klus niet investe­ ren in nieuwe machines van die omvang.” Eerst moest het asbest worden gesaneerd. Daar heeft Hoondert een gespecialiseerd bedrijf voor ingehuurd. “Dit traject heeft ongeveer een

24

GRONDIG 3 2016

4 jaar gekost. Daarna konden wij aan de slag met het leeghalen van de fabriek en het afbreken van de vier gebouwen. Eerst hebben we zoveel mogelijk het ijzer en staal aangepakt, omdat de prijzen toen nog op niveau waren.” Het afbreken van de gebouwen is ruim een jaar geleden gestart “Onze mensen hebben met zeer hoge attentie voor veiligheid de gebouwen ontmanteld en gesloopt. Daarbij is zeer nauwkeurig alles gescheiden”, aldus de ondernemer. Ook de grondsanering heeft Hoondert met de eigen gespecialiseerde saneringstak uitgevoerd.

Tevreden over voortgang Als we met één van de projectleiders rondkijken, zien we dat het ont­ mantelen van de vier grote gebouwen en het schoon opleveren bijna afgerond zijn. Twee flinke Komatsu PC 600-graafmachines zijn bezig de laatste betonnen funderingen van de gebouwen te slopen en een PC 450 is bezig beton ijzervrij te maken. Een zware overslagkraan is net even in onderhoud, waarvoor Hoondert een eigen servicewagen heeft, die goed is uitgerust. Op het terrein liggen netjes gesorteerd


5 Het slopen van het staal, de vloer en de funderingen ging redelijk samen op, maar wel zo dat de werkzaamheden geen hinder van elkaar hadden.

5

6

6 De shovelmachinist werkte het gesloopte terrein meteen af en zorgde dat vrachtwagens werden geladen. De grondsanering heeft Hoondert ook zelf gedaan. 7 Dit jaar moet de eigen krachtcentrale nog worden ont­ manteld. Aan het eind van 2016 hoopt Hoondert het miljoenenproject te hebben afgerond.

7

8 Er zit nog een flink depot met gebroken puin en er liggen nog hopen gebroken asfalt. Hiervoor zijn op dit moment goede afzetmogelijkheden.

8 het gebroken puin, het gebroken asfalt, een hoop polyester en uiteraard metaal. Een shovel zorgt ervoor dat het terrein direct netjes wordt afgewerkt en is standby om verhandeld gebroken puin te laden. De machinisten hebben allemaal trainingen Het Nieuwe Rijden gevolgd en hebben zichtbaar aandacht voor veilig werken. De sloop is gefaseerd en conse­ quent van één kant uitgevoerd om zo vellig en efficiënt mo­ gelijk te werken. Hoge silo’s heeft Hoondert laten vallen om ze veiliger te kunnen slopen. De circa 120 ton zware ovens zijn met eigen 600-tons kranen op de eigen dieplader gezet om ze bij het gespecialiseerde sloopbedrijf efficiënter te ver­ kleinen. Tot in detail is de efficiëntie doorgevoerd. Hoondert is tevreden over de voortgang. “We liggen op koers. We hebben het meeste metaal nog in de redelijk gun­ stige periode kunnen afzetten en verder hebben we nog een flinke hoeveelheid gebroken puin”, zegt hij. Volgens de ge­ dreven ondernemer zijn daar nu goede afzetmogelijkheden voor. “Ik moet er niet aan denken dat we de grote bulk meta­

len nu zouden moeten afzetten. De prijzen daarvoor zijn de afgelopen periode drastisch gedaald”, legt hij uit. Hoondert laat doorschemeren dat dit part of the game is. “Natuurlijk komt er nog een flinke hoeveelheid metaal vrij als we het krachtstroomgedeelte gaan slopen. We hopen uiteraard dat de prijzen dan weer beter zijn”, zegt hij daarover.

Miljoenen En dat is het moeilijke aan de klus. Wie het weet, is miljonair en hoeft niet meer te werken. Wie het verkeerd inschat, laat miljoenen liggen. “Maar we liggen op koers en hebben als dit is afgerond een belangrijke referentie toegevoegd aan onze lijst. Eind dit jaar hopen we het dertig hectare grote terrein schoon op te leveren. En nu maar hopen dat er nieuwe be­ drijvigheid komt op dit terrein, want dat is belangrijk voor deze streek.” TEKST: GERT VREEMANN FOTO’S: HOONDERT, VREEMANN

GRONDIG 3 2016

25


9 SERIE. KLAAR VOOR AKTIE.

Minimaliseer de inspanning. Maximaliseer het resultaat. Met de 9-serie, heeft DEUTZ-FAHR een ultramodern, zeer intelligente trekker ontwikkeld in de hoge vermogensklasse, die het werk makkelijker en sneller maakt dankzij het unieke bedieningscomfort. Geautomatiseerde routinefuncties en baanbrekende technologieën, met verbruik van minimale hulpstoffen. Elke component op de 9-serie is zeer innovatief en behorend tot één van de beste op de markt. Perfect op elkaar afgestemd in lijn met het ontwerp van Guigiaro, DEUTZ-FAHR biedt drie types in zijn 9-serie en helpen daarmee agrarische bedrijven en loonwerkers om de beste resultaten op een eenvoudige wijze te bereiken. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw DEUTZ-FAHR verkooppartner of bezoek deutz-fahr.com.

DEUTZ-FAHR is een merk van


ONLINE VEILING wegens verhuizing

ROLLING EQUIPMENT & MACHINERY Keilestraat 39 - 3029 BP Rotterdam

Agrarische en Grondbewerkingsmachines

REDENEN OM NÙ EEN HARDI VELDSPUIT TE KOPEN!

0 procent financiering 1, 2 of 3 jaar GRATIS AutoWash/AutoFill t.w.v. 3.150 euro* HARDI CONTROLLER 9500

20 VORKHEFTRUCKS elektr./diesel/LPG w.o. “Hyster”, “Linde”, “Dantruck”, “Toyota”, “Komatsu”; elektr. orderpickers “Toyota” en “Rocla”; (meeloop)pallettrucks, stapelaars; elektr. trekkers “Linde”, “Manitou”; vorkenborden; balenklemmen; WIELLADER

“Volvo” (2006); rupsgraafmachine “Hitachi”; 8 (rups) hoogwerkers w.o. “Manitou”, “JLG”, “Grove” en “MB-Ruthman”; midi kraanwagen “P&H”; oprijwagen “DAF”; bedrijfswagens “Mercedes-Benz” w.o. Vito en Sprinter (2011), “Volkswagen” Crafter (2011); BE-combinatie “Iveco” Daily (2006); aanhangers; metaal- en houtbewerkingsmachines; stroomgeneratoren “Caterpillar”, “Perkins”, “Detroit”, “MB”, “Pols”, “Atlas Copco”; compressoren; transformator “ABB”; power distributie containers; 20 lastransformatoren; hydro-units; stenenklemmen; betonkubels; zeecontainers; loopbruggen; 2 brugpontons; bunkertanks; halkranen; zwenkarmen; takels; elektromotoren; houten vloerdelen, etc.;

COMMANDER FORCE

ACTIE 2016

VAMIL/MIA mogelijk

AutoSectionControl Actieperiode: tot en met 30 juni 2016 *Als beste getest door TopAgrar i.s.m. Boerderij.

SLUITING: donderdag 14 APRIL Bezichtiging: woensdag 13 april van 10.00 tot 16.00 uur

MELD U AAN EN BIED NU op

www.TroostwijkAuctions.com

Tel. +31 (0)58 257 15 55 www.homburg-holland.com

Die wil alleen maar maaien

www.krone-nederland.nl

KRONE schijvenmaaiers

Rondom gelaste maaibalk: robuust en levensduur gesmeerd SafeCut: maaischijfbeveiliging DuoGrip: ophanging in het zwaartepunt met dubbele parallel geleiding voor alle achtermaaiers Intensief kneuzer met op grip staande stalen klepels voor een intensieve kneuzing van het gewas

Zuid-Nederland: Ad van den Hurk 0653-241918

Noord-Nederland: Martijn van Middelkoop 0651-346841


BEURS Bauma verandert skyline

ondernemen met

vaktechniek

Komende week staan München en wijde omgeving weer in het teken van de torenkranen, die de skyline van de stad een nieuw aanzien geven. Het zijn de herkenningspunten van de Bauma op het beursterrein. Het is de beurs van superlatieven, qua oppervlakte, qua bezoekers en qua aantallen machines. Wie wat zoekt in de grondverzetmarkt kan het daar vinden, als je er maar genoeg tijd voor neemt. Met een terrein van 600.000 vierkante meter dat zowel bin­ nen als buiten volledig is volgeboekt, kan de Bauma zich opmaken voor waarschijnlijk een nieuw recordjaar. Naar ver­ wachting zullen tussen 11 en 17 april opnieuw meer dan een half miljoen bezoekers naar München komen om een klein deel van de ruim 3500 standhouders te bezoeken. Niet te missen zijn de stands van de grote firma’s in de grondver­ zetsector, zoals Caterpillar, Volvo, Hitachi en in Duitsland Liebherr. De laatste bouwt weer een terrein van ruim één hectare vol met daarop een compleet kantoor en bezoekers­ centrum en een aantal van de grootste machines. Opvallend is dat Nederland tot de grootste landen behoort wat betreft aantal deelnemende standhouders. Met 120 bedrijven staat ons land op de zesde plaats wat betreft aantal deelnemers. Dat is zelfs nog boven Frankrijk.

28

GRONDIG 3 2016

Wie de beurs wil bezoeken, doet er goed aan dit scherp te plannen. Tijdens de beurs zijn in en rond München nauwelijks nog hotelkamers te krijgen. Zelfs tot op een uur rijden is veel volgeboekt en in prijs minimaal verdubbeld. De beurs is da­ gelijks geopend van 9.30 uur tot 18.30 uur. Alleen de laatste zondag sluit het terrein om 16.30 uur. Voor wie op de beurs overzicht wil houden, is er een speciale Bauma­app. Hierin staan een overzicht van de standhouders, een plattegrond en een digitale wegwijzer. Handig om op dit immense terrein de weg terug te vinden. Op deze pagina’s een vervolg van het noviteitenoverzicht. Een deel is ook in Grondig 2 te vinden. Meer informatie op www.bauma.de. TEKST: TOON VAN DER STOK FOTO’S: FABRIKANTEN


GROENE SENNEBOGEN

Op de Bauma 2016 introduceert Sennebogen de 850 E- en 870 Eoverslagkranen. Deze nieuw ontwikkelde machines hebben het innovatieve Green Hybrid-energieterugwinsysteem om zo zuinig mogelijk te kunnen werken. De Sennebogen Greenline 850 E en 870 E zijn uitgerust met een krachtige Cummins-dieselmotor van respectievelijk 224 kW (305 pk) en 261 kW (355 pk) die voldoet aan de Stage IV-emissienormen, inclusief automatische toerentalregeling en ecomode. Het innovatieve Green Hybrid-systeem bestaat uit een extra energieterugwincilinder die is gemonteerd op de giek tussen de twee hefcilinders. Deze extra hydraulische cilinder slaat bij de neer-

gaande beweging de energie op in gasgevulde accumulatoren die aan de achterzijde van de machine zijn geplaatst. Deze opgeslagen energie wordt teruggegeven tijdens het heffen. Het principe is vergelijkbaar met een veer die is samengedrukt en dan wordt losgelaten, waardoor de energie vrijkomt.

AUTOMATISCHE SMEERSYSTEEM

Groeneveld Lubrication Solutions toont op de Bauma in hal 4C op standnummer 133 zijn complete programma automatische

smeersystemen, Oilmaster-oliemanagement- en Greensight-veiligheidssystemen. Het unieke Twintweeleidingsmeersysteem neemt op de stand een belangrijke plaats in. Dat biedt belangrijke voordelen voor automatische smering van met name grotere grondverzet- en bouwmachines, die vaak onder zware omstandigheden moeten werken. Daarnaast toont Groeneveld zijn complete programma progressieve smeersystemen, waaronder de nieuwe EcoPlus met cartridgeconcept en de OnePlus New Generation, met unieke volgzuiger en eenvoudig instelbare smeerduur en -interval.

MACHINEBESTURING VOOR WIELLADERS

Trimble introduceert op de Bauma een machinebesturingssysteem voor wielladers, waarmee ook voor deze machines de mogelijkheid beschikbaar komt om automatisch in 3D te werken. De nieuwe techniek sluit aan op de eerder uitgebrachte systemen voor bijvoorbeeld graafmachines. Zowel nieuwe als bestaande gebruikers kunnen hun investering in technologie op deze manier beter en sneller terugverdienen, meent Trimble, omdat een bekende techniek op meer machi-

nes en in meer toepassingen is in te zetten. De nieuwe toepassing voor wielladers biedt aannemers de mogelijkheid de productiviteit van zowel fijn als ruw nivelleerwerk aanzienlijk te verhogen. De machinist kan precies bepalen met welke hoeveelheid materiaal wordt genivelleerd en kan de precisie en snelheid van het afwerken verbeteren en het risico van te veel uitgraven drastisch verminderen. Ook het ophogen verloopt met gebruik van deze

NIEUWE WIELKRAAN HYUNDAI

Op de Bauma start Hyundai met de introductie van de nieuwe mobiele machines met Stage IV-motor. De eerste is de Hyundai HW140, de ruim veertien ton wegende wielmobiele graafmachine. In de HW140 ligt een Cummins-zescilindermotor zonder roetfilter die naast een zeer laag brandstofverbruik er ook voor zorgt dat de machine zeer stil is en op de weg een snelheid van 40 km/u bereikt. De HW140 zal standaard worden geleverd met All Around View Monitoring (AAVM), het vier-camera-veiligheidssysteem met bovenaanzicht waarbij de machinist zicht heeft om de gehele

machine. Naast deze HW140 zal ook de nieuwe rupsmobiele Hyundai HX145LCR-binnendraaier worden voorgesteld. Van der Spek laat weten dat op de stand altijd een vertegenwoordiger aanwezig is.

BELL BINNEN

Op de Bauma zal Bell de nieuwe Bell B60E introduceren, die samen met de eveneens getoonde Bell B45E de E-serie zal complementeren. De nieuwe 60E is dankzij de knikbesturing zeer wendbaar en vooral geschikt voor minder toegankelijk terrein. Door zijn wendbaarheid is het nu ook mogelijk dumpers met grote laadcapaciteiten in te zetten

ALLES KEESTRACK

De Belgische fabrikant Keestrack gebruikt de Bauma om al zijn recyclingmachines van een nieuwe naam te voorzien. De sprekende namen als Destroyer, Argo en Novum verdwenen en worden vervangen door letters die het type machine aangeven. Daarachter komen de cijfers die een aandui-

bij industriĂŤle op- en overslagwerkzaamheden, wat zeker ook voor de Nederlands havens interessant kan zijn.

ding zijn voor de maat of capaciteit. Een doorsnee van de machines is te zien op de Bauma, met speciale aandacht voor een aantal nieuwe modellen, zoals de Keestrack C8/ K8-zeefinstallatie. Nieuw is ook de Keestrack D6-trommelzeef voor grond en ander organisch materiaal.

techniek veel efficiĂŤnter, doordat de gewenste hoogte telkens precies in beeld is. Bij het gebruik van een wiellader uitgerust met GCS900 kan de aannemer ook de hoeveelheid verplaatst materiaal bijhouden met behulp van een Trimble Loadriteweegsysteem. Door dit te combineren met een abonnement op VisionLink Project Monitoring is er continu een nauwkeurig en compleet beeld van de voortgang van een project.

GRONDIG 3 2016

29


ondernemen met

vaktechniek

ELEKTRISCHE POWERSCREEN

Powerscreen, wereldmarktleider op het gebied van mobiele zeef- en breekinstallaties, toont in München onder andere de nieuwe Power-

screen Warrior 1400XE, die geheel elektrisch is aangedreven en naast zijn eigen 72 kVA-generator ook op het stroomnet kan draaien. Met zijn 3,60 meter lange zeefbox en een eigengewicht van 30 ton is deze capaciteitsmaker ook nog eenvoudig te transporteren, zodat hij waar benodigd snel en efficiënt kan worden ingezet. Ook zal de nieuwe Powerscreen Premiertrak 600-kaakbreker worden geïntroduceerd. Door zijn grote kaakbreker met een opening van 120 bij 80 centimeter kan deze tot 600 ton per uur verwerken.

maken van lokale ontvangers op plaatsen waar slechte GPS-signalen zijn. Werken die wel goed, dan kan de machinist eenvoudig omschakelen. Het i-53-systeem is het nieuwste besturingssysteem voor bulldozers Daar wordt in dit systeem een GN 55-ontvanger toegevoegd om de bulldozer volledig te kunnen besturen ondanks de hoek van de machine of het af te werken profiel.

Geen spectaculair nieuws bij Doosan op de komende Bauma. Het nieuws dat deze fabrikant presenteert, bestaat vooral uit uitbreidingen in het middensegment van bestaande series, zoals de DX 165 W- en de DL 200-5-wielladers. Daarnaast is er ook een DX 140 op rupsen. Bij de mobiele graafmachines presenteert het bedrijf drie nieuwe modellen, de DX 140W, de DX 165W en de DX 195W. Meest opvallend aan deze serie zijn de nieuwe cabine en de aangepaste

GRONDIG 3 2016

dige andere vernieuwingen volgen. “Gedurende 2016 zullen wij nog vier nieuwe profielen en acht nieuwe maten grondverzetbanden introduceren, waaronder een aantal wielladerbanden.” Een belangrijke maat daarin is de 29.5R25 ERL-40. Deze is net als het gehele ERL/ERDgamma van Mitas uitgerust met een stalen karkas en stalen gordels. Deze band zal vanaf september van dit jaar leverbaar zijn.

ENERGIE OPSLAAN MET LIDURO

Het gebruik van elektriciteit voor de aandrijving van de machine en de opslag van energie lijken een stimulans te krijgen met het Lidurosysteem van Liebherr. Hierbij wordt de energie niet opgeslagen in accu’s, maar in speciale zogenaamde dubbellaags condensatoren. Het is een systeem waarbij de condensatoren vloeistofgekoeld zijn om de grote capaciteit aan energie te kunnen leveren. In het eerste model kan

UITBREIDINGEN BIJ DOOSAN

30

tijd van Deutz afkomstige motoren een eigen snelwisselsysteem. Op de Bauma worden drie nieuwe modellen getoond: de 140W, de 160W en de 180W en daarnaast de 140ZW in spoorweguitvoering. Voor de nieuwe serie is een compleet nieuwe cabine ontworpen, die extra ruimte biedt aan de machinist, met ook ruimte voor een koelbox.

EERSTE STARRE-DUMPERBAND VAN MITAS

Mitas blijft nieuwe markten betreden. Tijdens de Bauma presenteert de Tsjechische bandenfabrikant de eerste band voor starre dumpers. De ERD-45 serie heeft een versterkte zijwand en heeft volgens de fabrikant een grote weerstand tegen inrijdingen. Uitbreiding van dit gamma is gepland voor volgend jaar. Volgens Andrew Mabin, sales- en marketingdirecteur bij Mitas, zullen dit jaar nog de no-

NIEUWE MONITOR TOPCON

Een 6,5-inch-scherm en ledlampjes aan de zijkant zijn de opvallende kenmerken van de nieuwe Topconboordcomputer. De GX 55 is de nieuwe besturingsunit voor Topcon. Kenmerkend is de mogelijkheid om tijdens het werk de schermafbeeldingen met geluids- en visuele signalen te ondersteunen. Dat wil zeggen dat met piepjes of al dan niet brandende ledlampjes wordt aangegeven of de bak op diepte is. Dit heeft als voordeel dat ook bij sterk invallend licht het systeem eenvoudig te gebruiken is. Toch verwacht Topcon dat dit niet snel nodig zal zijn, omdat deze monitor één van de modernste lcd-touchscreens heeft. Aan deze controlebox kunnen twee nieuwe systemen worden gekoppeld. De X-52 en X-53 zijn nieuwe twee- en driedimensionale systemen. De X-53 is een systeem dat gebruik kan

ATLAS MET STAGE IV

Op het open huis van Hans van Driel waren ze afgelopen winter al even te zien, de nieuwe generatie mobiele machines van Atlas. Met de verplichte Stage IV-motor van Deutz, een aangepaste cabine en meer instelmogelijkheden voor uitrustingsstukken. Te zien op de Bauma en daarna leverbaar. Atlas grijpt de overgang naar de Stage IV-motoren aan om de hele lijn mobiele graafmachines te vernieuwen, met naast de nieuwe, zoals al-

1,5 megajoule worden opgeslagen. Het betekent dat 100 kW in vijftien seconden beschikbaar komt of kan worden opgeslagen. De eerste testen heeft Liebherr gedaan met een dieselelektrische portaalkraan die in de haven draait. Daar leverde het systeem een brandstofbesparing van veertig procent op. De komende tijd wil Liebherr de proefnemingen uitbreiden naar andere machines die veel hefbewegingen maken.

motorkap. Onder de kap ligt een nieuwe Stage IV-dieselmotor van Doosan met EGR en AdBlue om zonder roetfilter toch de normen te halen. In uitvoering zijn deze machines grotendeels gelijk aan de vorig jaar gepresenteerde DX 170W en DX 210W. Een belangrijke verandering ten opzichte van de 3-serie is een hogere druk in het hydraulisch systeem en de mogelijkheid de machines op afstand geheel elektronisch te volgen.


DEBUUT XPOWER-WIELLADER

Na meer dan 70.000 testuren durft Liebherr het aan om de nieuwe Xpowerwielladers de praktijk in te sturen. De zeer uitgebreide test was nodig omdat deze met een geheel nieuwe aandrijving zijn uitgerust. Afhankelijk van de aard van de werk wordt de wiellader namelijk hydrostatisch of mechanisch aangedreven. Een innovatief, door Liebherr ontwikkeld systeem dat nu op de grotere typen wielladers beschikbaar komt. Voordeel van het systeem is dat er op de korte stukjes via de hydrostatische aandrijving bij elke snelheid altijd maximaal vermogen beschikbaar is. Bij langer transport of bijvoorbeeld bergop schakelt de aandrijving meer naar de zuinige mechanische vorm. Liebherr claimt dat hiermee het brandstofverbruik ongeveer vijf liter per uur lager ligt dan bij vergelijkbare modellen van de concurrenten.

MECALAC VÓÓR JCB

omdat het één van de opvallendste noviteiten is op de komende Bauma hoort hij ook in dit overzicht. Kenmerkend is net als bij JCB het geheel nieuw ontwerp voor de onder- en bovenwagen van een mobiele machine. Een belangrijk aandachtspunt was het verlagen van het zwaartepunt. Als uitgangspunt gebruikte Mecalac daarbij de constructie van een verreiker, omdat stabiliteit hierbij essentieel is.

Ontwikkelingen komen nooit alleen. Dat bleek de afgelopen weken weer eens. Presenteerde eerst Mecalac begin januari de tekeningen van een geheel nieuw ontwerp voor een mobiele graafmachine, werd de fabrikant de afgelopen weken ingehaald door JCB. Dat merk presenteerde de afgelopen weken de Hydradig, die volgens hetzelfde idee is ontworpen. Op de website en in de vorige Grondig lieten we er ook al wat van zien, maar advertentie

IN SLEEVE VERPAKKING

Groen, grond en infra producten

®Baletite netvervangende folie

Nijemirdum N ije

|

Tel.: 0514 - 57 18 26

|

www.buma.com

|

info@buma.com

GRONDIG 3 2016

31


ondernemen met

vaktechniek

Vooral toolcarrier voor infrawerk JCB’s Project 710 op de Bauma gelanceerd als Hydradig Mede als reactie op het internationaal teruglopen van de markt voor graaflaadcombinaties heeft JCB de Hydradig gelanceerd. Het betreft een compacte mobiele graafmachine met kenmerken van een Loadall-verreiker in de onderwagen, gecombineerd met een ultracompacte bovenwagen. Volgens JCB is het voor de tientons klasse een unieke machine in compactheid en presta­ ties op het werk en bij transport. JCB en de graaflaadcombinatie zijn bijna synoniem. In GrootBrittannië wordt zo’n machine zelfs een ‘JCB’ genoemd. Die markt loopt echter terug en dus besloot JCB al een aantal jaren geleden onder de naam Project 710 iets geheel nieuws te ontwikkelen. Dat deed de fabrikant met name om in te spelen op veranderende wensen vanuit de graaflaadgebruikers, die met deze machine allerhande diensten verlenen in bouw en infra. Dat was de primaire opdracht. De machine moet compacter zijn, moet in het werk in alle omstandigheden binnen de staatmaten vallen, moet rondom kunnen graven zonder beperkingen in kracht, stabiliteit, omvang en zicht en moet snel en efficiënt van de ene naar de andere job kunnen, met de nodige tools in de bakkenwagen. Voor de rest moet hij natuurlijk gestrekt flink wat kunnen tillen, omdat in het infrawerk nogal wat op de plaats wordt gezet. Niet alleen leidingen leggen en putten zetten, maar (met name in ons land) ook met de vacuümlegger en de palletvork aan de slag. Onlangs heeft JCB in beperkte kring de eerste loot in Engeland voorgesteld: de tientons Hydradig.

32

GRONDIG 3 2016

Loadall als vertrekpunt Het vertrekpunt vormde het onderstel van de Loadallverreikerfamilie, puur omdat dit is gebouwd om stabiel te werken en omdat dat een krachtige aandrijflijn heeft. Voor de Hydradig is van daaruit dit nieuwe onderstel vervaardigd. Motor, dieseltank, hydrauliektank, hydraulische componenten en hydrostaat zijn ook hier in de onderwagen ingebouwd, vergelijkbaar met een verreiker. JCB heeft dit gedaan om de machine in het werk en bij transport vanwege het lage zwaartepunt stabieler te krijgen. De machine heeft een topsnelheid van ruim 40 km/u en is vrijgegeven voor het trekken van een 3,5 ton zware bakkenwagen (bij 40 km/u). Desgewenst levert JCB een eigen bakkenwagen voor de Hydradig en de fabrikant heeft ruim vijftig passende aanbouwdelen. Dankzij de wielbasis van 2,65 meter is de machine stabiel in transport en (zonder stempels) ook extra stabiel in het werk. Voor transport heeft de machine ook giekdemping. De machine staat in transportstand uiteraard op tweewielbesturing, maar JCB heeft voor de wendbaarheid


zonder afstempeling en op standaard dubbele montering met de driedelige giek gestrekt nog een ton tillen, afhankelijk van de tool natuurlijk. JCB levert de machine met eendelige monogiek, maar in Nederland zal standaard worden gekozen voor de driedelige verstelgiek. Deze is leverbaar met drie verschillende lepelstelen tot een maximaal graafbereik van acht meter en een graafdiepte van ruim vier meter om zo zeer compact te kunnen werken, beter uit de voeten te kunnen met een palletvork en fijner te kunnen werken met een vacuümmachine. De machine is voorbereid op verschillende tiltrotators en heeft snelkoppelingen en high­ flow­hydrauliek, inclusief een extra functie voor diverse tools. JCB heeft voor deze machine een nieuwe cabine ontwikkeld, waarin kenmerken van de wielladercabine terug te vinden zijn. Voor een mobiele graafmachine is deze dus relatief ruim. JCB geeft een geluidsniveau op van 69 dB(A). Dat lage geluidsniveau komt vooral doordat de motor en de hydrauliekcomponenten in de onderwagen zitten. Je hoort in de praktijk nauwelijks hydrauliekgefluit. De machine heeft een zeven inch grote monitor. Zaken als auto­idle, autostop en diefstalpreventie zijn inbegrepen, evenals het JCB­ voertuigvolgsysteem LiveLink.

de vierwielbesturing van de verreikers overgenomen. En wel zo dat naast vierwielbesturing ook hondengang aanwezig is en bij 180 graden zwenken de besturing met een knopdruk aan te passen is aan de rijrichting. JCB geeft een binnenwerkse draaicirkel op van vier meter. De hydrostaatbak is ook een reden dat de motor en de hydrauliekcomponenten in de onderwagen zitten. Plaatsen in de bovenwagen geeft altijd beperkingen in doorvoer, omdat de leidingen door het draaipunt moeten en het levert ook extra weerstand vanwege de langere weg. Nu is het een compacte unit met een aparte verstelpomp voor het rijden op de hydrostatische aandrijving en aparte pompen voor de werkhydrauliek. Beide assen zijn permanent aangedreven en hebben een beperkte­slipdifferentieel. Een middendifferentieel is niet voorzien. De machine wordt primair weggezet op dubbele ‘mobiele graafmachine’­ banden, maar er kunnen af­fabriek nu 550/45­22.5­flotations op. JCB Benelux gaat met name voor het slotenwerk kijken of er breder op kan. Voor de compactheid in stedelijk infrawerk zijn de optionele stempels naar voren en achter stempelend. In Nederland zal standaard voor een dozerblad worden gekozen. Ga ervan uit dat een dozerblad de standaard van JCB Benelux wordt.

Twee toepassingen

Compactere bovenwagen

Voorlopig gaat het om een enkel tien­ tot elftons model, uitgerust met de bekende 81 kW (109 pk) JCB Ecomax­ viercilindermotor. Voor Nederland zal de belangrijkste toepassing zitten in het infrawerk, zeker voor het werken met diverse tools in beperkte ruimten. Er zijn echter ook kansen voor het slotenwerk met een maaikorf. Wie even verder denkt, kan verwachten dat JCB deze lijn verder zal uitbreiden. Een dertien­ tot viertientons variant zal ons zeker ook passen. Welllicht is een roterende verreikeropbouw ook denkbaar, maar dat is toekomstmuziek. Voorlopig moeten we eerst deze machine in de praktijk zien. Dat kan voor het eerst tijdens de officiële presentatie op de Bauma. Daarna zal de machine op de TKD gaan draaien.

Het voordeel van het plaatsen van motor, brandstoftank en olietank plus hydrauliekcomponenten in de onderwagen is dat de bovenwagen extra compact kon worden gehouden. Dat geeft voor het stadswerk dankzij de afgeschuinde achterzijde en zijkant een bijzonder goed zicht op het werk. Je hebt zelfs zicht op de trekhaak voor het aankoppelen van de bakkenwagen. In vergelijking met conventionele tien­ tot elftons graafmachines heb je dus geen ‘dikke kont’ en kun je dus zonder camera’s toe. Daarbij is de bovenwagen zo compact gebouwd dat de achterzijde van het contragewicht slechts twaalf centimeter aan de zijkant oversteekt. Dat is toch bijna een derde minder dan bij vergelijkbare graafmachines (geen binnendraaiers). JCB geeft bij zijwaarts heffen drie procent meer laadvermogen op dan conventionele bandengraafmachines. Lees: de Hydradig kan zijwaarts

1

TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: JCB

2

1 De Hydradig is ontwikkeld voor comfortabel transport bij 40 km/u dankzij een grote wielbasis. De machine mag dan 3,5 ton trekken. 2 De Hydradig is duidelijk afgeleid van de verreiker, met als gevolg dat veel zaken beter toegankelijk zijn voor onderhoud. 3 Omdat de meeste componenten in de onderwagen zitten, is de bovenwagen zeer beperkt. Toch claimt JCB een grotere zijwaartse stabiliteit dan bij een conventionele graafmachine.

3

GRONDIG 3 2016

33


BETTER VALUE. SMARTER CHOICE.

RADIAAL BANDEN VOOR MODERNE TRACTOREN

BETTER VALUE.SMARTER CHOICE. Ontworpen voor iedere denkbare toepassing, voert Alliance’s toonaangevend assortiment het veld aan op het gebied van landbouwbanden. Alliance heeft tractorbanden voor veel verschillende soorten machines. FarmPRO II- en FarmPRO 70-banden zijn premium R-1W-banden voor moderne landbouwtractoren. Ze leveren uitstekende tractie en zijn uistekend zelfreinigend zodat de productiviteit in het veld hoog is. Met de nokoverlap in de middellijn zorgen ze ervoor dat de tractor stabiel op de weg ligt en dus soepel over harde oppervlakken rijdt. Het 365 Agristar assortiment daarentegen bestaat uit banden met geringe hoogte-breedteverhouding, zowel voor de voor- als de achteras van tractoren met motoren met vele PK’s. Uitstekende tractie, zelfreiniging, grote stabiliteit en prima wegprestaties zijn de kenmerken van dit soort banden. Door de radiale tractorbanden van Alliance krijgt de slimme boer meer waar voor zijn geld.

SPROEIMACHINE / 4WD Tractor SPUITMACHINE

FarmPRO II Alliance Tire Europe BV: De Entree 59

FarmPRO 70

MFWA

OOGSTMACHINE

365

1101 BH Amsterdam Zuidoost - The Netherlands. Tel: +31 (0) 20 2184 770 • Fax: +31 (0) 20 2184 771 Contact: info.europe@atgtire.com • www.atgtire.com


GRONDIG.COM

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

FOLIEBINDING VOOR KRONE-PERSEN De Comprima-rondebalenpersen van Krone kunnen sinds kort worden uitgerust met foliebinding. De gebruiker kan hierbij kiezen tussen net en folie. Voor persen vanaf 2014 is een ombouwkit beschikbaar. Bij gebruik werkt de folie zoals een net. Het betekent dat deze over de hele breedte wordt afgesneden aan het eind van het binden. Er ontstaat dus geen prop die onder de folie wordt gestopt. In het veld kan de gebruiker continu kiezen tussen net- en foliebinding. Het wisselen van het materiaal volstaat, zo meldt Krone.

OPSLAG DIKKE FRACTIE IN FOLIESLURF Inspelend op de vraag om de dikke fractie van mest­ scheiding te gebruiken als strooisel komt RBS Voertech­ niek te Nijemirdum met de oplossing voor de opslag, namelijk inslurven. Voordelen zijn geen broei, zoals bij opslag in de buitenlucht, en geen uitharding, zoals die bij een traditionele inkuilmethode ontstaat. Deze oplossing is trekkeraangedreven of leverbaar met een eigen motor op een 3,5-tons aanhanger voor snelverkeer. De machi­ nes zijn na ontsmetting ook te gebruiken voor het persen van vochtige bijproducten, snijmaïs en granen. De slurf heeft een diameter van 2,00 of 2,40 meter.

ORANGEGAS DUAL FUEL VOOR BEDRIJFSWAGENS Tijdens de vakbeurs Transport Compleet in Hardenberg presenteerde OrangeGas een Dual Fuel-oplossing voor bedrijfswagens. Bij dit systeem wordt cng (compressed natural gas) in de bestaande dieselmotor geïnjecteerd. Het voertuig houdt hetzelfde vermogen als op diesel, maar het dieselverbruik halveert volgens OrangeGas bijna. Er wordt dan circa dertig procent gas geïnjecteerd. Dual Fuel claimt een verlaging van de CO2-uitstoot van vijftien procent en een roetre­ ductie van tachtig pro­ cent. De auto blijft als diesel gekentekend.

ondernemen met

vaktechniek

SCANIA: EERSTE GRENSOVERSCHRIJDENDE AUTOMATISCHE TRUCKKONVOOIEN Op 29 maart begonnen drie extra lange trucks (tot 32 meter totale lengte) van Scania aan hun reis in een automa­ tisch konvooi vanuit het Zweedse Södertälje naar het Nederlandse Rotter­ dam. Het initiatief gaat uit van Nederland, dat als EU-voorzitter vaart wil zetten achter geautoma­ tiseerde truckkonvooien. Rijden in grote konvooi­ en verhoogt niet alleen de veiligheid, maar verlaagt ook het brandstofverbruik en de CO2uitstoot bij langeafstandstransport. Volgens Scania daalt zo de prijs per tonkilometer met veertig procent en de CO2-uitstoot met ruim een kwart.

NIEUWE VEENHUIS-HAAKARM Jan Veenhuis presenteerde op Transport Compleet in Hardenberg zijn nieuwe haakarm. De fabrikant is overgestapt op een Dulasta-haakarmsysteem. Dit is mede gedaan omdat deze leverancier uit Staphorst de haakarmen op maat aan Veenhuis kan leveren. De Raal­ ter fabrikant wilde namelijk wat zwaarder uitgevoerde haakarmen hebben dan dat ze volgens specificaties moeten zijn, omdat er in onze sector met regelmaat iets meer van een haakarm wordt gevraagd dan waar­ voor hij is ontworpen. Het eerste demo-exemplaar be­ treft een 22-tons versie op een tandemonderstel.

UITBREIDING CSHIFT-SERIE DEUTZ-FAHR Deutz-Fahr voegt twee nieuwe modellen toe aan de Cshift-serie. Met de 6130.4 en 6140.4 wordt de serie naar beneden uitgebreid met modellen van 96 en 103 kW (130 en 140 pk). Met de Cshift-transmissie blijft de trekker uitgerust met een mechanische transmissie, maar schakelt de trekker geheel automatisch. Een koppelingspedaal is niet meer nodig, omdat de bestuurder indien gewenst met de joystick handmatig kan schakelen. In het normale gebruik regelt de trekker zelf de op­ timale versnelling. De bestuurder gebruikt de in de armleuning geïn­ tegreerde joystick om de gewenste snelheid te kiezen.

GRONDIG 3 2016

35


ondernemen met

vaktechniek

Passend formaat Eerste New Holland T7.315 bij De Vries in Hallum

De T7.270 werd net te licht bevonden en de T8 te groot en te zwaar, dus vormt de nieuwe T7.315 Heavy Duty het passende alternatief voor Loonbedrijf De Vries in Hallum. Naast het formaat speelt de dubbele eco­aftakas een belangrijke rol; eindelijk een trekker waarmee je ook bij frontaanbouw in eco kunt werken. Voor de mestpomp bewijst de trekker al zijn meerwaarde in zuinigheid.

“Op 1 februari binnen voor het mestseizoen was onze harde eis. Het viel niet mee, maar hij was er.” Daarmee was Loonbedrijf De Vries in Hallum de eerste Europese eigenaar van de nieuwe T7.315. Uiteraard in terracotta­uitvoering, omdat alle trekkers bij De Vries terracotta gekleurd zijn. “Je kunt natuurlijk overstappen, maar één kleur vinden we mooier. Aangezien we vanuit het verleden goede ervaringen met FiatAgri hebben, houden we deze kleur voorlopig aan”, aldus De Vries. Gerrit Douwe de Vries wilde een trekker op maat voor de mestpomp en de triple­maaicombinatie en voor overige zware werkzaamheden, waaronder af en toe kilveren. “De T8 vinden we te lomp en te zwaar. Dat is hem niet voor ons. De T7.270 vinden we in vermogen net te krap en we wilden graag grotere banden. De nieuwe T7.315 past dan precies.”

36

GRONDIG 3 2016

Vroegkoop De Vries was begin vorig jaar al bezig een vervanger te zoeken voor de New Holland T7040. “Deze is voor de mestpomp van de sleepslang opgedraaid tot 265 pk. Hij moet dan als we voluit gaan wel op de tenen lopen. Deze was met ruim 10.000 uur aan inruil toe”, vertelt Gerrit Douwe. Hij wilde liever iets vermogen over hebben. “We waren vorig voorjaar bezig met een T7.270. We kwamen daar nog niet helemaal uit en toen kwam New Holland met de mededeling dat voor dit seizoen de nieuwe T7 Heavy Duty­serie zou komen. Ik heb die toen ongezien meteen gekocht”, aldus De Vries. Hij geeft aan dat hij daar wel vertrouwen in had. “Je kunt altijd een keer wat hebben, maar wij hebben de ervaring dat New Holland je goed voorthelpt als er eens wat is. Een trekker kun je overal kopen, maar daarna komt het er echt op aan. Die service is dan even belangrijker.”


In grote lijnen herkenbaar als T7. Er zijn natuurlijk wel detail­aanpassingen, zoals het draaiknopje om het toerental te drukken dat nu dicht bij de multihendel zit.

Belangrijk voor De Vries is dat de nieuwkomer wat vermogen over heeft, zodat hij voor alle werkzaamheden grotendeels met een lager motortoerental kan draaien. De nieuwe frontaftakas met ecoschakeling sprak hem daarom ook erg aan. “Fabrikanten zijn massaal vergeten om dit mee te nemen. Met deze New Holland kan ik met de triplemaaier (een vlindermaaier en een frontmaaier; GV) in ecostand maaien. Dat scheelt brandstof.”

Eerste ervaringen Bij De Vries hebben de medewerkers zo veel mogelijk een vaste trekker. Ook wordt het brandstofverbruik via geregistreerd tanken precies bijgehouden. “De medewerkers weten exact de verbruiken en de ontwikkelingen daarvan in de laatste jaren”, vertelt Gerrit Douwe. Een lijst toont aan dat dit gedrag elk jaar tot verdere besparingen leidt. “We hebben een kleine, gemotiveerde groep medewerkers, die elkaar stimuleren efficiënter te werken”, aldus de ondernemer. Inmiddels heeft de New Holland de eerste dagen voor de sleepslang gemaakt. “Met een verbruik van net onder de dertig liter per uur zien wij zien een besparing van ongeveer zeven liter per uur ten opzichte van de New Holland T7040. Daarbij hoeft de trekker niet op de tenen te lopen. Voor het grootste deel kan hij op 1500 toeren in de ecostand draaien. Alleen als er dicht bij de pomp zo’n 235 kuub per uur wordt uitgereden, moet hij op de gewone 1000 toeren. Dan heb je het vermogen wel nodig.” Vaste chauffeur Oane Kalsbeek geeft aan dat ze bij het sleepslangbemesten consequent maximum vijftien bar aanhouden. Verder is het Kalsbeek en De Vries opgevallen dat de trekker met de nieuwe voorasvering en de verplaatste cabinevering een aanmerkelijk beter rijcomfort op de weg heeft. “Verder moet de trekker zich natuurlijk bewijzen. Dat heeft tijd nodig.”

Belangrijke vernieuwingen zijn deze nieuwe fronthef- en aftakasunit met spaaraftakas en de nieuwe voorasvering met langere draagarmen en dubbele cilinders.

De nieuwe T7 Heavy Duty-serie De nieuwe T7 Heavy Duty-trekkers (T7.290 en T7.315) zijn boven de huidige T7 Long Wheel Base (tot T7.270) gezet. Ze zijn in Europa ontwikkeld. Nieuw wil zeggen een zwaardere FPT-Stage IV-motor met variabele turbo en SCR-DOC-unit, maar zonder EGR en roetfilter. Het is een motor met meer koppel onderin. Verder heeft de trekker een nieuwe, extra zware zelfdragende carterpan, een zwaardere AutoCommandtransmissie, een zwaardere vooras en een zwaardere achterbrug met een hefinrichting met elf ton hefvermogen. De vooras heeft nu een nieuwe ophanging en is afgesteund door twee cilinders voor een groter rijcomfort. De cabinevering achter is ook meer naar achteren en onder een hoek geplaatst. Een andere belangrijke ­wijziging is de aanwezigheid van een viertoerige aftakas achter en een 1000/1000-eco-­ frontaftakas. De fronthef- en aftakasunit wordt door New Holland zelf gebouwd. De T7 Heavy Duty kan op 2,15 meter hoge achterbanden worden gezet. Standaard liggen er 650/60R34- en 710/75R42-banden onder. De trekker weegt circa 10,5 ton. De T7 Heavy Duty gaat dit voorjaar op demotour.

T7.315 DLG-getest Inmiddels heeft de T7.315 in een officiële DLG-test bewezen op vrijwel alle meetpunten tot de zuinigste in zijn klasse te behoren. De T7.315 scoorde in het DLG ­testrapport 6304 (oktober 2015) een maximum aftakasvermogen van 220 kW (299 pk) bij 1800 motortoeren. Het maximum koppel ligt bij 1500 toeren. Het koppel is vrijwel constant 1200 Nm van 1800 tot 1200 motortoeren. Dat geldt ook voor het specifieke verbruik van 212 tot 214 gram per kilowattuur in dit traject (volbelast). In de deellastmetingen scoorde de New Holland een gemiddeld verbruik van 249 gram per kilowattuur bij een AdBlue-verbruik van zeven procent. Vollast komt het AdBlue-verbruik op acht procent. Voor de beeldvorming: de T7.270 scoorde in de DLG Powermix-meting vollast in het constant-koppeltraject een specifiek verbruik van rond de 225 gram per kilowattuur en in deellast een gemiddeld specifiek ­verbruik van 261 gram per kilowattuur.

TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann

GRONDIG 3 2016

37



Schakel om naar vol vermogen

VEILIG KIEPEN DOOR LAGER ZWAARTEPUNT ! Met de „Jumbo’s“ krijg je meer

DE PERFECT OPLOSSING

Van Wamel B.V.

KLEPELMAAIERS ring Jumbo uitvoe s, voor kieper nken , mengmestta ens en af schuifwag eiders stalmestspr ADS

✆ : +32 477 504 236  ludopauwels@skynet.be

Wij bouwen onze klepelmaaiers geheel in eigen beheer. Dit stelt ons in staat de veel geroemde kwaliteit en betrouwbaarheid van onze machines te garanderen, ook bij inzet onder de moeilijkste omstandigheden. Kies kwaliteit, kies PERFECT. Van Wamel B.V. | Beneden-Leeuwen T: +31 (0)487 59 29 44 | www.vanwamel.nl

www.fliegl.com

Maak van uw wiellader een motorgrader

Mekos dozerbladen: volautomatisch werkende profileer machines, voorzien van automatisering door middel van laser techniek, total station of gps. De Mekos machines zijn uniek, sterk en duurzaam, geschikt voor zand en korrelbanen. Werkbreedte tot 4 mtr.

(op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)

Partners:

Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net


ondernemen met

vaktechniek

Geen Clio, maar wat dan? Nieuwe uitdaging in de onkruidbestrijding in maïs Door het uitblijven van een herregistratie van Clio en het toenemende probleem van gladvingergras zal de onkruidbestrijding in maïs volgend jaar flink veranderen. Dit jaar mag de volop aanwezige Clio nog worden opgebruikt, maar is er ook de vraag: geen Clio, maar wat dan? Een vooruitblik op onkruidbestrijding zonder Clio. In de opslagruimten bij veel bedrijven staat dit jaar nog vol­ op Clio, vorig jaar ingekocht om dit jaar nog op de gewone manier gladvingergras te bestrijden. Het zal de verkoop­ statistieken van vorig jaar nog enigszins vertekenen, want volgens de insiders staat er zeker voor een areaal van 70.000 tot 100.000 hectare in de kast. Bij een gebruik van 0,15 liter per hectare betekent dat 10.000 tot 15.000 liter. Die voor­ raad werd ingekocht omdat Clio zekerheid geeft. Toevoegen aan de mix betekent gegarandeerd bijna gladvingergrasvrij. Daarmee is het bij veel loonwerkers in gebieden met glad­ vingergras een vaste waarde geworden in de tankmix. Nu de toelating niet is verlengd, mag het middel niet meer worden verkocht. Wel loopt de opgebruiktermijn tot eind van dit jaar, wat het mogelijk maakt om dit jaar het middel nog legaal te gebruiken.

40

GRONDIG 3 2016

De vraag die veel adviseurs nu bezig houdt, is: hoe verder? Wat moet je doen als je niet de gelukkige bezitter bent van een voorraadje Clio en helemaal: hoe moet het volgend jaar? Uiteindelijk zijn de vier experts van de belangrijkste leveran­ ciers van middelen voor de onkruidbestrijding in de maïsteelt het daar redelijk over eens. Allemaal benadrukken ze dat het moeilijk zal worden en vooral veel betekent voor de plan­ ning. Want zoals Guus Bergmans van Clio-leverancier Basf vaststelt: “Zo eenvoudig als het was, wordt het niet meer. Een goede aanpak van gladvingergras zal straks om een ­gerichte strategie vragen.”

Vroeg spuiten Het grote probleem dat volgend jaar gaat spelen, is het ont­ breken van mogelijkheden om gladvingergras te bestrijden


als deze het kiemstadium voorbij is. Waar Clio ook de grotere plantjes aanpakt, zijn de nieuwe mixen die als alternatief moeten komen alleen in de kiemfase werkzaam. Denk daar­ bij aan combinaties van Calaris, Callisto en Laudis met een bodemherbicide als Akris, Frontier Optima of Gardo Gold, waarbij ergens in de mix in elk geval ook terbuthylazine aan­ wezig moet zijn. Omdat deze combinaties gladvingergras alleen in het kiemstadium aanpakken, is het belangrijk om vroeg te spuiten en hogere doseringen te gebruiken. Het betekent dat de bespuiting volgens onder meer Sjors Leer­ makers van Bayer al in het twee- tot driebladstadium van de maïs moet plaatsvinden. “Op probleempercelen is het ­gebruik van bijvoorbeeld de volle dosering van 2,25 liter Laudis per hectare met Akris de enige manier om een goede bestrijding te krijgen.” Een aanpak die wordt gesteund door André ten Heggeler van Syngenta. “Een bestrijding werkt alleen als je er bent als het eerste blaadje van het gladvingergras net uit de grond komt. Dan kan een mix met Calaris of Callisto met Gardo Gold een goede aanpak zijn, maar het luistert zeer nauw. Wij verwachten daarom dat je op percelen met een zware aantasting niet meer ontkomt aan een dubbele bespuiting, met voor opkomst een bodemherbicide en dan later nog een ­na-opkomstbespuiting met een lichte dosering. Dan kun je ook wat extra doen richting haagwinde.”

Aanpak gladvingergras Guus Bermans, Basf “Onze nieuwe advies voor de aanpak van gladvingergras is een voor-opkomstbespuiting met Wing P. Dit is een nieuwe toegelaten bodemherbicide dat door de combinatie van Stomp en Frontier een perfecte werking heeft, ook op gladvingergras. Met een tweede bespuiting met een mix met in elk geval een beetje Frontier en wat contactherbiciden plus een nicosulfuron ruim je dan heel veel op. Wil je het in één keer, dan moet je in elk geval zorgen voor nog wat terbuthylazine in de mix.”

Planningperikelen De noodzaak om precies op het juiste moment te spuiten in combinatie met de drukte die dan bij veel loonspuiters heerst, maakt dat alle adviseurs ook nadrukkelijk spreken over de noodzaak om over te gaan tot een voor-opkomst­ bespuiting, vooral omdat spuiten tussen het twee- en vier­ bladstadium vaak samenvalt met de oogst van de eerste snede. Het is dus de tijd dat zowel veehouders als loonwer­ kers de focus vaak op het gras hebben. Door op een deel van het areaal een voor-opkomstbespuiting te doen, is de druk flink te verminderen, stelt Guus Bergmans van Basf. “Door een voor-opkomstbespuiting creëer je rust en ruimte in je planning. Door een deel voor opkomst te spuiten, kun je gemakkelijker op de rest van de percelen tijdig je rond­ je maken. Wel weet je zeker dat je op de percelen met een voor-opkomstbespuiting nog een keer terug moet, maar dit kan met een aangepaste mix. Dat komt dan echter achter de andere percelen aan. Voordeel is ook dat je bij die na-op­ komstbespuiting juist de haagwinde goed kunt aanpakken”, vertelt Bergmans. Een nadeel dat blijft spelen, is de kans op mislukken van de voor-opkomstbespuiting door droogte of juist overvloedige neerslag. Het andere nadeel dat blijft kleven aan de dubbele toe­ passing zijn de extra kosten. Al jaren blijkt het moeilijk om ­ondanks de bewezen voordelen een dubbele bespuiting

Sjors Leermakers, Bayer “Om in één keer het gladvingergras te bestrijden, zul je heel vroeg moeten spuiten. Gladvingergras kiemt snel als het warmer wordt, dus dan moet je erbij zijn. Een goede mix bevat dan in elk geval 2,25 liter Laudis met 2,0 liter Akris. Belangrijk is dat er voldoende terbuthylazine aanwezig is. We denken met Laudis en Akris toegepast in het twee- tot driebladstadium de beste papieren te hebben tegen gladvingergras. Deze combinatie is ook nog eens heel selectief voor de maïs. Lukt het niet om op tijd te zijn, dan zul je naar een voor-opkomstaanpak moeten, maar die is onder droge omstandigheden minder bedrijfszeker.”

André ten Heggeler, Syngenta “Wie op tijd weet te spuiten, kan gladvingergras na opkomst aanpakken, maar dan moet je echt in het twee- tot driebladstadium van de maïs spuiten. In plaats van Clio toevoegen, moet je dan 0,5 liter extra Calaris geven - dus totaal 1,5 liter per hectare - omdat een voldoende hoge dosering van een triketone nodig is. Kom je in het zes- tot achtbladstadium, dan raak je het gladvingergras niet meer kwijt. Daarvoor ben je dan te laat. Beter is om zeker op percelen met een zware besmetting te kiezen voor een voor-opkomstbespuiting met een mix van bijvoorbeeld Gardo Gold of Frontier of Dual Gold, gevolgd door een na-opkomstbespuiting met Calaris of Callisto.”

GRONDIG 3 2016

41


ondernemen met

vaktechniek

Oprukkende maïsstengelboorder De afgelopen twee jaar is in Zuid-Limburg de maïsstengelboorder op verschillende percelen aangetroffen. Niet zozeer gevaarlijk in deze verschijningsvorm, maar wel door de rups die uit de eitjes groeit. Deze vreet gangen in de maïsplant en de kolf. Legering en slecht ontwikkelde kolven met grote kans op schimmelvorming zijn het gevolg.

De twee ver­ schijningsvormen van de maisstengel-

De afgelopen jaren is in het gebied in Limburg op verschillende percelen dan ook gespoten tegen deze parasiet. In verschillende vallen in dit gebied werden vanaf begin juli zes tot tien motjes per week gevonden. Op dat moment moet dan een bespuiting worden uitgevoerd om de mot te bestrijden. In Nederland zijn daarvoor twee middelen toegelaten: Gladiator van Dow en Coragen van DuPont. Beide middelen moeten begin juli worden gespoten met voldoende water om een goede bladbedekking te krijgen. Waar gespoten moet worden, kan dit vaak worden gecombineerd met een bespuiting tegen afrijpingsziekten in de maïs. Daarvoor zijn nu Retengo en Quilt XL op de markt.

boorder. Het motje vliegt in de zomer en legt de eitjes in de stengel. De rups die zich daarna ontwikkelt veroorzaakt de echte schade.

Adviezen algemeen Guus Bergmans, Basf “Dit jaar verwachten we weinig verandering in de basismix. Waarschijnlijk zal de aanwezige Clio wat gerichter worden ingezet, door iets lagere doseringen of alleen op percelen waar het echt nodig is, maar daarmee is er voldoende om alle probleempercelen aan te pakken. Wie een alternatief wil gebruiken, adviseren wij om Wing P in te zetten. Dat kan in een voor-opkomstbespuiting, maar ook in de mix na opkomst. Voor opkomst pakt het alles aan. Gebruik je het na opkomst als vervanger van Frontier, dan moet je wel een mix hebben met een middel dat terbuthylazine bevat.”

André ten Heggeler, Syngenta “Wij verwachten dat voor opkomst 2,0 liter Gardo Gold per hectare of 0,9 liter Dual Gold per hectare een grotere rol gaat spelen. Met daarna een mix met Calaris of Callisto in combinatie met bijvoorbeeld Milagro en een beetje bodemherbide en wat Kart of Peak pak je dan alles aan. Dan weet je ook zeker dat je de haagwinde te pakken hebt.”

42

GRONDIG 3 2016

geaccepteerd te krijgen; niet alleen voor opkomst, ook bij een noodzakelijke tweede bespuiting om haagwinde aan te pakken. Alleen wanneer bedrijven er veel aandacht aan be­ steden, lijkt dit te lukken, waarbij ook het weer een handje moet helpen.

Opbrengstverliezen De kans is groot dat het daarom ook volgend jaar mis zal gaan, verwacht André ten Heggeler van Syngenta. “Volgend jaar verwacht ik zeker brokken bij de aanpak van gladvinger­ gras. Door schande en vooral schade zal dit besef gaan door­ dringen, maar dan heb je eerst een jaar dat je niet schoon bent, met alle opbrengstverliezen van dien”, aldus Ten Heg­ geler. Hij adviseert bedrijven die weten dat ze echte gladvin­ gergraspercelen hebben komend jaar al wat te proberen. “Nu kun je kijken en klanten laten zien hoe je dit met een alterna­ tieve aanpak toch kunt aanpakken.” Een extra stimulans daarvoor kan wellicht zijn dat deze aan­ pak ook een hogere opbrengst kan geven. Doordat in de maïs nog maar met een kleine dosering wordt gespoten, is de kans op groeiremming kleiner. Een proef van Agrotechnics op PPO Vredepeel met het nieuwe bodemherbicide Wing P laat dat ook zien. In een proef gaf het perceel met de dubbele bespuiting een ton hogere opbrengst per hectare dan een perceel dat met maar één bespuiting in een hogere dosering onkruidvrij werd gehouden. Het is een beeld dat ook in het verleden bij proeven met bodemherbiciden als Merlin al te

Sjors Leermakers, Bayer “Een onkruid om in de gaten te houden, is de stekelige hanepoot. Deze ontsnapt in een aantal standaardmixen, doordat dit onkruid niet gevoelig is voor die middelen. In onze proeven zien we dat een mix met Laudis wel goed werkt. Kom je dit onkruid tegen, dan kan dit een oplossing zijn. Het gebruik van Laudis in combinatie met Akris lijkt in een aantal proeven wat sterker te werken tegen aardappelopslag, vooral omdat je in deze mix ook gebruik maakt van de olieoplossing in de formulering van Laudis. Opbrengstproeven in Duitsland laten overigens ook zien dat een volle dosering Laudis absoluut veilig is en geen gewasschade geeft. Door de snelle doding van het onkruid is er soms zelf een opbrengstverhogend effect te zien.”

Wim Boudeling, Dow AgroScience “Komend jaar zien we weinig wijzigingen. Kart zal zijn positie behouden als toevoeging om de mix helemaal af te maken. Het probleem blijft de haagwinde en op sommige percelen aardappelopslag. Voor beide geldt feitelijk dat je het beste voor een gedeelde bespuiting kunt kiezen, met 0,7 liter in de eerste mix en daarna 0,5 liter in de tweede. Zowel voor haagwinde als voor aardappelopslag haal je daarmee het beste resultaat.”


Afrijpingsziekten

Op deze foto is na

Sinds twee jaar bestaat de mogelijkheid om een bestrijding tegen afrijpingsziekten bij maïs uit te voeren. Daarvoor zijn nu Retengo Plus van Basf en Quilt Xcel van Syngenta op de markt. Beide middelen moeten in de loop van juli worden gespoten. De afgelopen twee jaar waren er echter relatief weinig schimmelziekten die tot een aantasting van de gewassen leidden. Het gevolg is dat op de percelen die zijn behandeld de meeropbrengst beperkt is gebleven. Toch waren er duidelijk positieve effecten te zien, stelt André ten Heggeler van Quilt Xcel-leverancier Syngenta. “De behandelde percelen bleven duidelijk vitaler, wat zich uit in een groener gewas en een hogere opbrengst. Ook was er minder sprake van legering en fusarium in het gewas. Daarmee pak je ook in zo’n jaar een behoorlijk deel terug van de verzekeringspremie die het feitelijk is. Pas als je echt een jaar hebt met veel bladvlekkenziekte ga je het effect nog veel meer zien door de goede schimmelbestrijding.” Vergelijkbaar zijn de ervaringen van Basf met Retengo Plus, stelt

een nachtvorst goed het effect van een bespuiting tegen afrijpingsziekte te zien. Het behandelde

Guus Bergmans. “We zien een duidelijk groener gewas. Niet zozeer doordat de werkzame stof een ziekte bestrijdt, maar vooral door de plantstimulerende stof in het middel. Dat voorkomt stress van de plant door bijvoorbeeld droogte, ziektes of een tekort aan voedingsstoffen. Resultaat is dat de plant langer groen blijft, daardoor beter presteert, maar ook mooier in de kuil komt. Een groen, verser gewas is nu eenmaal gemakkelijker aan te rijden. In proeven zien we ook een duidelijk positief effect in combinatie met meststoffen die verschillende voor het vee belangrijke sporenelementen bevatten. Juist door die combinatie zie je het gewas gezonder blijven.”

gewas is veel vitaler en blijft daardoor groener.

zien was. Nu er extra aandacht is voor de opbrengsten van maïs (en ook gras) zou dat de dubbele bespuiting een duw in de rug kunnen geven, zodat het beste alternatief om het wegvallen van Clio te ondervangen ook werkelijk een kans krijgt. TEKST EN FOTO'S: Toon van der Stok ILLUSTRATIE: Cumela Communicatie

Nieuwe middelen Sinds vorig jaar mei zijn twee nieuwe middelen toegelaten in de maïsteelt. Vorig jaar kreeg Basf al een toelating voor Wing P. Dit is een combinatie van twee bekende werkzame stoffen in Stomp en Frontier. Het middel mag één keer per seizoen worden gebruikt en is in de basis een middel met een sterke duurwerking over de bodem. Belangrijk is dat bij toediening de grond voldoende fijn en vochtig is. Het middel vormt namelijk een filmlaagje over de bodem, maar heeft daarvoor wel vocht nodig. Is dat er en zijn er niet te grote kluiten, dan kan dit een mooie basis voor de onkruidbestrijding voor opkomst zijn. De combinatie is vooral sterk op breedbladige onkruiden en grassen. De dosering is dan 4,0 liter per hectare. In de na-opkomstbespuiting mag het middel ook worden gebruikt, dan in combinatie met een triketone en nog een contactherbicide als Kart. Per seizoen is maximaal één bespuiting per perceel mogelijk. Bij gebruik voor opkomst mag het dus niet nog een keer in de tweede bespuiting worden toegevoegd.

De tweede nieuwkomer is de afgelopen maand toegelaten Capreno van Bayer. Het bevat tembotrione (bekend uit de Laudis) en thiencarbazone, afgekort als TCM. Tembotrione, de werkzame stof uit Laudis, is een triketone die de fotosynthese stilzet. Thiencarbazone behoort tot de groep van ALSremmers. Dit zijn enzymremmers die na enkele dagen de groei stoppen. Bij enkelvoudig gebruik begint de plant daarna langzaam af te sterven. De thiencarbazone in het middel heeft ook een bodemwerking, waardoor deze de combinatie met een bodemherbicide versterkt. Het middel is sterk tegen zwaluwtong, kamille en breedbladige onkruiden. Tegen wortelonkruiden als haagwinde heeft Capreno in combinatie met middelen als Kart een beter effect. De middelen versterken elkaar als het ware. In de mix is 0,2 tot 0,29 liter Capreno een alternatief voor Laudis, Calaris of Callisto. Net als bij die middelen moet daar dan nog wel een beetje Samson of Milagro bij om een goede werking tegen straatgras of naaldaar te krijgen, en Akris of Gardo Gold is noodzakelijk om een goede bodemwerking te krijgen. Wanneer ook haagwinde een probleem is, kan nog bijvoorbeeld Kart of Peak worden toegevoegd.

GRONDIG 3 2016

43


NITRIFICATIE REMMEN Vizuro helpt stikstof de lente door

ondernemen met

techniek

Nu de bemestingsnormen steeds krapper worden, neemt de belangstelling voor mogelijkheden om de aanwezige stikstof beter te benutten toe. Eén van de mogelijkheden is voorkomen dat nitraat in het voorjaar uitspoelt. Dat kan door het gebruik van een nitrificatieremmer bij het uitrijden van de mest. De stikstof die je op het land brengt beter benutten, is volgens Guus Bergmans van Basf de uitdaging voor de komende jaren. Behalve toedienen op het juiste moment zijn daarvoor volgens hem nog verschillende andere mogelijkheden. “Het kan ook door het gebruik van zogenaamde groeiverbeteraars. Dat zijn geen meststoffen, maar stoffen die het omzettingsproces in de plant stimuleren of reguleren. Ons Excellence-effect in Retengo is daar ook een voorbeeld van. Het voorkomt dat de plant in een stresssituatie komt en daardoor stopt met groeien.” Een andere mogelijkheid die Basf onderzoekt, is het gebruik van nitrificatieremmers om te voorkomen dat met name nitraat uitspoelt voor de plant het kan opnemen. Het gaat daarbij om een natuurlijke stof die zorgt dat de omzetting van ammoniak naar nitraat en lachgas door een enzym wordt stilgelegd. Dit gebeurt op een natuurlijke manier door de werkzame stof uit het nieuwe middel Vizuro te laten hechten aan dit enzym. Zo lang deze stof aanwezig is, staat de omzetting van ammoniak stil. Het stopzetten verdwijnt langzaam als onder invloed van stijgende temperaturen de stof die het enzym stillegt weer wordt afgebroken. De vrijgekomen enzymen gaan dan weer aan het werk en zorgen ervoor dat de overgebleven ammoniak wordt omgezet in nitraat. Het grote voordeel van dit systeem is volgens Bergmans het vasthouden van stikstof die anders zou kunnen uitspoelen. “Dat is dit jaar natuurlijk ook gebeurd bij de mest die kort na 15 februari is uitgereden. Daarna is het zoveel gaan regenen dat er zeker een deel is verdwenen. In die gevallen heeft een nitrificatieremmer ook op grasland zin”, stelt Bergmans. Hoewel gras dus ook mogelijkheden biedt, ziet Bergmans vooral kansen bij aardappelen en maïs. “Dat zijn

N-lock verder testen Vorig jaar kwam Dow Agro al met de eerste nitrificatieremmer, N-lock, op de markt. Deze is afgelopen voorjaar al tot volle tevredenheid getest, maar over de inzet in de praktijk is fabrikant Dow Agro nog niet tevreden. Het eerste jaar bleek het lastig om de praktijk te overtuigen van de nieuwe regels die gelden voor stikstofbemesting in maïs en het nut van N-lock daarin. Komend seizoen wordt het middel daarom maar beperkt ingezet. Dat wordt gecombineerd met extra proeven om de effecten aan te tonen. Als die er zijn, hoopt Dow Agro dat ook de bereidheid om te investeren in deze producten toeneemt.

44

GRONDIG 3 2016

Schematische weergave van werking Vizuro

twee gewassen waar al vroeg in het voorjaar de mest wordt uitgereden, terwijl de planten pas in de loop van juni echt gaan groeien en de stikstof benutten.” Het principe van het gebruik van een nitrificatieremmer is in de landbouw niet nieuw. Met name in de tuinbouw wordt al op redelijke schaal gebruik gemaakt van Entec. Dat is een meststof waaraan dezelfde stof is toegevoegd als die in Vizuro om te zorgen voor langzaam vrijkomende stikstofbemesting. In verschillende proeven heeft deze meststof al laten zien dat er meeropbrengsten van 0 tot 8 procent mogelijk zijn. “Dat is ruim voldoende om de kosten goed te maken.” Wat die kosten zijn, laat Bergmans nog wat in het midden. “We zijn nu nog aan het uitzetten van proefpercelen en proefbedrijven die ermee aan de gang gaan. Die komen nu op € 25,- tot € 30,- per hectare bij een dosering van twee liter.” Deze bedrijven hebben van Basf een pompunit inclusief regelapparatuur gekregen om het in de praktijk te testen. In de bijbehorende waterdichte box zit een regelunit voor in de cabine en een kleine verdringerpomp die het zuur in de mestleiding pompt. Bij voorkeur bij het aanzuigen van de mest, omdat er dan nog een goede menging mogelijk is. Afhankelijk van de bodemtemperatuur zorgt Vizuro er dan voor dat de ammoniumstikstof acht tot veertien weken langer beschikbaar blijft. Proeven die afgelopen jaar zijn uitgevoerd, laten ook een bijwerking zien op de wortel. Bij het bekijken van de planten blijken de planten op een met Vizuro behandeld perceel


duidelijk meer wortelvorming te hebben. “Waarschijnlijk doordat de ammoniumstikstof geen verzurende werking heeft. Het effect van die extra wortelontwikkeling en de extra stikstof is in proeven een meeropbrengst van 600 kilogram droge stof per hectare of 1,75 ton maïs. Op basis van de huidige maïsprijzen is dat een meeropbrengst van rond de € 80,­. Veel belangrijker dan dat kan in de toekomst de betere uitkomst van de KringloopWijzer op het bedrijf zijn. Door hogere opbrengsten per hectare wordt de mineralenbalans gunstiger en hoeft het bedrijf minder mest af te voeren. Een factor die zeker na 2018 gaat tellen op melkveehouderijbedrijven. Het is om die reden dat Bergmans op termijn ook meer verwacht van dit soort stoffen die de plant beter in balans brengen. “Nu de bemestingsnormen vastliggen, gaat het erom bij de huidige mestgiften zo hoog mogelijke producties te halen. Stoffen die voorkomen dat de plant in een stresssituatie komt of die andere processen helpen, kunnen daarbij helpen. Die zullen we de komende jaren dus veel meer gaan zien.”

Door het remmen van de omzetting komt er meer stikstof beschikbaar als de plant die kan opnemen.

Fase 1 van precisiebemesting is het inbrengen van de mest in sleufjes. Een nitrificatieremmer zorgt ervoor dat de meststoffen ook op het goede moment beschikbaar zijn.

TEKST: Toon van der Stok AFBEELDINGEN: Basf advertentie

VERVAET De standaard in mestinjectie

Since 1974

Experiencing Quality

Frans Vervaet B.V. - Hoofdplaatseweg 1b - 4521PE - Biervliet - Nederland - WWW.VERVAET.NL - info@vervaet.nl - 0031 (0) 115 18 17 10

GRONDIG 3 2016

45


• Lange levensduur • Hoge inruilwaarde • Ervaring door gebruik op eigen bedrijf!

ALASCO Agelerweg 11, 7667 SE Reutum Kwaliteit oet Twente!

Uw adres voor nieuw, gebruikt en verhuur van gronddumpers!

Tel. 06 - 53845030

www.alasco-poppink.nl

eid veiligh iteit kwal aa m duurz en g i nd desku uwbaa r r t be o

veilig werken in het grondverzet

www.bmwt.nl

BMWT-Verenigingslogo

HAAL MEER RENDEMENT UIT UW GRAS Uw grond is een duur productiemiddel, daar wilt u het maximale uit halen. Hogere ruwvoeropbrengsten en meer rendement van uw grasland realiseert u met SmartGrass: een nieuw product dat gras daadwerkelijk sneller laat groeien.

meergrasmeermelk.nl


BEMESTING Fosfaatmeststof terug op derogatiebedrijven

ondernemen met

vaktechniek

Ambtelijke onderhandelingen maakten enkele jaren geleden een eind aan het gebruik van kunstmestfosfaat op derogatiebedrijven, met als gevolg dat ook de zeer nuttige startgift verdween. Een nieuwe grondstof en goed lobbywerk hebben er nu voor gezorgd dat dit seizoen een kleine gift weer mogelijk is. Breedwerpig, in de rij en naast het zaad of de knol. Bemesting wordt steeds nauwkeuriger uit­ gevoerd. De lagere en gerichte dosering die hoort bij rijen- en precisiebemesting past hele­ maal bij de strenge bemestingsnormen, maar kent zeker ook landbouwkundige voordelen. De toegevoegde waarde van snel beschikbaar kunstmestfosfaat dat naast het zaad ligt, is in­ middels aangetoond door vele proeven en ­jarenlange praktijk. In verschillende microgranu­ laten werden de bestanddelen voor een goede wortelontwikkeling en beginontwikkeling mee­ gezaaid, waardoor het kiemende zaadje d ­ irect de beschikking heeft over fosfaat, zwavel, stik­ stof, zink en een biostimulant die erbij ligt. Bij het verkrijgen van de huidige derogatiere­ gelgeving sneuvelde op een achternamiddag echter de rijenbemesting met kunstmest­ fosfaat. Plotseling werd het bedrijven met dero­ gatie verboden om nog kunstmestfosfaat in de rij toe te dienen. Als gevolg daarvan v­ erdwenen ook de toepassingen van verschillende micro­ granulaten, want ook deze bevatten een kleine hoeveelheid kunstmestfosfaat. Derogatiemaïs moest het doen zonder snel beschikbare ­fosfaat.

Producent Timac Agro ging over tot actie en begon de zoektocht naar een geschikte ­ fosfaatvorm als ingrediënt in de startmeststof ­Physiostart. Na een periode van anderhalf jaar van productontwikkeling, proefnemingen en vele gesprekken met wetgevende en adviserende instanties heeft Physiostart P Plus met herwonnen fosfaat een toestemming voor gebruik op derogatiebedrijven in de veehouderij gekregen.

Praktijkproeven Voor Physiostart P Plus geldt een advies van 30 kilogram per hectare. Met een gehalte van zestien procent fosfaat betekent dit dat ongeveer vijf kilogram fosfaat wordt gegeven. In het afgelopen jaar heeft de WUR/PPO proeven uitgevoerd in snijmaïs met reguliere Physiostart met mineraal fosfaat, Physiostart P Plus met herwonnen fosfaat en zonder startbemesting in de rij. Hieruit komen verschillende conclusies naar voren. Gemiddeld over de verschillende locaties voor de proef bleek een extra opbrengst van één ton droge stof per hectare te worden gehaald. In alle gevallen bleken de twee vormen van Physiostart gelijkwaardig aan elkaar als werd gekeken naar de vers- en drogestof­opbrengst.

Effect van startgift fosfaat op wortel- en plantontwikkeling. NP is reguliere Physiostart 8-28, P Plus is nieuwe Physiostart P Plus 6-16.

Physiostart is een zeer fijnkorrelige meststof.

Een extra reden voor de toestemming om het product te gaan gebruiken, is de vaststelling dat op percelen waar Physiostart P Plus is ge­ bruikt de stikstofbenutting met tien kilogram per hectare stijgt. Dit resulteerde ook in een ­significante afname van de hoeveelheid nitraat die kan uitspoelen naar het grondwater. Voor bedrijven die Physiostart gaan gebruiken, geldt dat het fosfaat dat wordt aangevoerd wel meetelt in de fosfaatbalans. Het kan dus bete­ kenen dat er bij een fosfaatoverschot op be­ drijfsniveau iets meer mest moet worden afge­ voerd. Financieel is het echter aantrekkelijk om te kiezen voor de extra opbrengst van maïs met Physiostart P Plus en de geringe hoeveelheid fosfaat in de drijfmest af te voeren. Wellicht kan de mestgift in maïs zelfs wat worden beperkt, zodat er meer mest beschikbaar is voor het grasland. TEKST: Hans Verkerk FOTO’S: CUMELA Communicatie

GRONDIG 3 2016

47


ondernemen met

vaktechniek

STAPPENPLAN

Precisieaanpak ruwvoerteelt De loonwerker is bij veel bedrijven essentieel in de ruwvoerteelt. Die rol kan hij versterken door meerwaarde te leveren met precisielandbouw. Er zijn namelijk nog veel mogelijkheden om te komen tot hogere gras- en maïsopbrengsten, zeker nu er steeds meer praktisch toepasbare precisiemachines komen. Die leveren echter alleen meerwaarde op als alle data integraal wordt gebruikt voor een ­gerichte advisering. In dit stappenplan wordt beschreven hoe je dat zou kunnen doen. Met ook nog een verdienmodel voor loonwerker en melkveehouder.

TEKST: Wim de Hoop (KCGG) en Hans Verkerk (CUMELA Nederland) FOTO’S: CUMELA Nederland, KCGG

48

GRONDIG 3 2016

Het nauwkeurig in kaart brengen van een perceel kan veel informatie geven over de manier waarop de opbrengst is te verbeteren.


Om de kansen van precisieaanpak te kunnen benutten, is het belangrijk je niet op één onderdeel te richten, maar een duidelijk stappenplan te hebben, waarbij de onderdelen goed op elkaar afgestemd zijn. Een integrale aanpak dus, die door de jaren heen ook zal terugkeren (zie schema 1). Het gaat dan om de volgende stappen:

1. Inzicht in de bodemkwaliteit Voor een optimale gewasproductie is de bodemkwaliteit cruciaal. Er zijn grote verschillen tussen percelen, maar ook binnen percelen. In het project ‘Ruwvoerteelt & Precisiebemesting’ bleken vrij grote verschillen in zuurtegraad en organische-stofgehalten van de bodem binnen een perceel te bestaan. Die veroorzaakten grote verschillen in opbrengsten. Ook andere parameters zijn van belang, zoals de verdichting, die redelijk eenvoudig te meten is. Bestaande grondanalyses van laboratoria kunnen beter worden gebruikt. Er zijn ook mobiele sensoren op de markt waarmee plaatsspecifiek diverse kengetallen kunnen worden gemeten. Hier zullen ook steeds meer technieken voor op de markt komen. Dat biedt kansen voor plaatsspecifieker bemesten, mits de bemesters hiervoor zijn uitgerust.

2. I nzicht in graszodekwaliteit, ­ gras- en maïs­rassen Bij achterblijvende zodekwaliteit kan worden besloten tot precisiedoorzaaien of herinzaaien. De keuze van het gras- en maïsras zal ook meer en meer afhankelijk zijn van hoe het in het voerrantsoen moet passen en het tijdstip waarop er kan en moet worden geoogst.

3. Opstellen van een integraal advies Veel boeren klagen erover dat precisielandbouw wel veel data levert, maar weinig concrete adviezen. Een integraal advies, op basis van al die data en kennis, is gewenst. Dit kan of de boer of de loonwerker opstellen, eventueel met inschakeling van een adviseur. Bij zo’n integraal advies helpt een overzicht van de score van de meest bepalende factoren (zie afbeelding 1).

4. A anpak voor precisiebemesting met ‘mest­keuken’ van dierlijke mest- en diverse kunstmestsoorten Er komen steeds meer machines beschikbaar voor precisiebemesting in de gras- en maïsteelt. Zo kan er plaatsspecifiek worden bemest met een combinatie van diverse dierlijke mest­

producten, mogelijk aangevuld met kunstmestproducten. Naast drijfmest kan er bijvoorbeeld in de ‘mestkeuken’ worden gecombineerd met dunne fractie, spuiwater of mineralenconcentraat. Hierdoor kan aanzienlijk worden bespaard op kunstmest en kunnen de gewassen toch optimaal worden bemest. Er komen ook steeds meer soorten kunstmest op de markt in vaste of vloeibare vorm. Die kunnen afhankelijk van het tijdstip in het jaar, het type gewas en de kwaliteit die men wil oogsten worden ingezet. In de maïsteelt kan de mest in de rij worden gelegd, zodat de gegeven stikstof, fosfaat en kali effectiever zijn (rond 25 procent hoger). Hierdoor kan de mestgift per hectare naar beneden bij gelijke of betere opbrengsten. Bij relatief lagere giften zagen we in het project ‘Ruwvoerteelt & Precisiebemesting’ wel tot tien procent hogere opbrengsten. Door mest uit te sparen bij de rijenbemesting in de maïs kan binnen de bemestingsnormen meer dierlijke mest naar het grasland. Dat is daar effectief en er kan worden bespaard op kunstmest.

1 7 6

2 3

8 5

4

5. I nzicht in verschillen in gewas­ opbrengsten, ook binnen percelen Doordat er vaak geen inzicht is in de verschillen in opbrengst tussen en binnen percelen is er ook weinig aanleiding om preciezer te gaan bemesten. Het meten van de opbrengsten met wagens met weeginstallatie of met aparte weging is dan ook vaak een eerste stap om de oorzaken van verschillen aan te pakken. Het kan aanleiding zijn om plaatsspecifieker te gaan bemesten.

6. M ogelijk een aanpak voor ­precisie-vers gras voeren In het project ‘Zo Groen als Gras’ is ervaring opgedaan met het voeren van beter en meer vers gras aan de koeien gedurende het groeiseizoen.

Dat leidde tot minder krachtvoerkosten en betere milieuresultaten, met minder fosfaatproductie in de mest. Die doorbraak werd bereikt door de inzet van een ureummeter op het bedrijf, waarmee tweemaal per dag het ureumgehalte in de melk werd gemeten en het gebruik van een installatie op de opraapwagen voor weging van de hoeveelheid vers gras. Met een aangepast voermodel kon het rantsoen snel worden aangepast. Het ureumgehalte in de melk blijkt namelijk zeer snel te reageren op de vaak sterk wisselende kwaliteit van het verse gras. De kwaliteit van vers gras is namelijk hoger dan van het gras na inkuilen. Zeker bij meer grondgebondenheid wordt het dan rendabeler om meer vers gras te gaan voeren, meer te gaan beweiden of een combinatie van beide. De loonwerker kan hierop inspelen met een precisieaanpak door het voeren van vers gras in loonwerk te gaan uitvoeren.

7. R esultaten evalueren en ­alternatieve be­mestingsstrategieën doorrekenen Bijvoorbeeld met de KringloopWijzer kan achteraf worden gezien hoe efficiënt de mineralenkringlopen binnen het bedrijf waren. In vergelijking met voorgaande jaren en in vergelijking met andere bedrijven kan dat worden geleerd. Daarnaast wil de boer vooraf inzicht in de effecten van verschillende alternatieven om beter te kunnen beslissen. Met de toename van het aantal mestproducten en met meer economische en technische factoren groeit de behoefte aan het doorrekenen van allerlei bemestingsstrategieën. Op elk bedrijf gelden specifieke omstandig­heden, waardoor het zoeken is naar de economisch en milieutechnisch optimale strategie voor het ­individuele bedrijf.

8. K euze van een transparant ­verdienmodel voor melkveehouder en loonwerker De loonwerker kan zich dus naast het verrichten van de gangbare werkzaamheden voor de ruwvoerteelt ook richten op het met precisiemachines en eventueel advies leveren van meerwaarde aan de melkveehouder. Dit slaagt alleen als zowel de boer als de loonwerker er een goed verdienmodel bij zien, zodat de loonwerker de extra kosten kan doorberekenen aan de klant. Het is dan zaak dat de loonwerker duidelijk kan maken dat zo’n aanpak meerwaarde heeft of dat de loonwerker het risico neemt voor die hogere gewasopbrengsten door zich te laten betalen op basis van de gerealiseerde hogere opbrengsten.

GRONDIG 3 2016

49


Sterk in beweging

SIM Holland B.V. Trapezium 250 3364 DL SLIEDRECHT T: 078-641 80 00 info@sim-holland.nl www.simholland.nl

De Reck Kuilverdeler en de SIM Agrotip Kuilverdichter Reck Jumbo Kuilverdelers

Superieure hakselkwaliteit begint bij de bek.

Krachtig en robuust Capaciteit op de kuil Hydraulisch of aftakas

SIM Agrotip Kuilverdichters Zwaar dus sneller werken Verdicht 10% per mÂł Werkbreedtes van 2,10 tot 4,0 meter

de Maak nu gebruik van g voorverkoop kortin Meer informatie: Fred van der Eijk | Telefoon: +31 610 93 43 53 | info@kemper-stadtlohn.de

www.kemper-stadtlohn.de | Telefoon: +49 2563-88-0

Vraagbaak GWW en aanbestedingen Uw CUMELA-Adviseur voor groen, grond en infra helpt u goed op weg Op zoek naar een deskundige die u ondersteunt bij een aanbesteding, een conflict tijdens uitvoering of bij de eindafrekening bij oplevering? Of naar goede begeleiding bij een Plan van Aanpak of CO2-certificaat?

Uw CUMELA-adviseur groen, grond en infra helpt en begeleidt bij: > Terugdringen faalkosten > Conflictbemiddeling bij aanbestedingen > Grondroerdersregeling en KLiCviewer > Ondersteuning bij inschrijving > Certificering CO2 en footprint

Meer informatie Neem contact op met ing. Helmy Coenen via telefoonnummer (033) 247 49 40 of hcoenen@cumela.nl. Hij helpt u graag goed op weg.


ondernemen met

vaktechniek

Simpele instelling van de zaaiafstand EasyGear-schakelkast voor Monosem-zaaimachine Om eenvoudiger de zaaiafstand te kunnen aanpassen, heeft Monosem de speciale EasyGear-schakelkast ontwikkeld tussen aandrijfas en zaaielement. Met het verstellen van drie hendels kunnen nu zonder het omleggen van kettingen of omzetten van tandwielen ­achttien verschillende zaaiafstanden worden ingesteld. Wie ooit met een precisiezaaimachine heeft gewerkt, kent het verhaal: om de zaaidichtheid aan te passen, moeten er verschillende kettin­ gen worden verlegd of zelfs tandwielen worden gewisseld, zodat de zaaiafstand kan w ­ orden aangepast aan de eisen van de teelt of het gezaaide ras. Om dit werk te vergemakke­lijken, ontwikkelde Monosem de EasyGear-schakel­ kast. Daarmee kan achteraan op de machine eenvoudig en snel van zaaiafstand worden veranderd door maximaal drie hendels om te zetten. Gereedschap is niet nodig en het risico op vergissingen is feitelijk nihil in vergelijking met de gangbare oplossingen.

Achttien zaaiafstanden De schakelkast met tandwielen is uitgerust met drie gemakkelijk te identificeren hendels (A, B en C) die elk tussen twee en vier posities heb­ ben. Met deze drie hendels zijn in een hand­ omdraai in totaal achttien verschillende zaai­ afstanden te creëren. Voor bieten en maïs kan de zaaiafstand bijvoorbeeld variëren van 10,1 tot 19,6 centimeter. Voor het verstellen van de instelling is het niet nodig om de aandrijfwielen van de machine in beweging te brengen en ook de aandrijf­ ketting blijft gewoon op zijn plaats. Het ver­ schuiven van de tandwielen met feitelijk de versnellingspook is voldoende. Een belangrijke toevoeging is dat de nieuwe schakelkast ook over een ‘neutrale’ positie beschikt. In dat geval wordt voor de desbetreffende zaaielementen de aandrijving uitgeschakeld en kunnen korte werkgangen gemakkelijker worden gezaaid en is overlapping gemakkelijk te voorkomen. Dat is vooral interessant voor precisiezaaimachines met een grotere werkbreedte.

Eenvoud siert Monosem ontwikkelde deze EasyGear-schakel­ kast speciaal voor gebruikers die een mecha­ nische aandrijving van hun precisiezaai­machine willen behouden, maar tegelijkertijd ook oplos­ singen zoeken om de afstelling van hun machi­ ne te vergemakkelijken. Dat geldt zeker als de zaaidichtheid regelmatig wordt aangepast, bij­ voorbeeld in functie van de verschillende rassen die worden ingezaaid of de verschillende per­ celen en/of grondsoorten. Deze mechanische oplossing is volgens Monosem ook aanzienlijk goedkoper dan een elektrische variant. De aan­ drijving met tandwielen in een oliebad vraagt bovendien ook geen specifiek onderhoud. De EasyGear neemt minder plaats in dan de traditionele schakelkast en kan dus worden ge­ bruikt vanaf een rijafstand van 37,5 centimeter. Om de afstellingen bij kleine rijafstanden te ver­ gemakkelijken, is er een speciaal hulpstuk om de hendels van achter de machine te verzetten. Monosem biedt de EasyGear-schakelkast standaard aan op alle machines in de nieuwe

De schakelkast is uitgerust met drie hendels (A, B en C) en kan worden gebruikt vanaf een rijafstand van 37,5 centimeter. In totaal kunnen via de EasyGear-schakelkast achttien verschillende zaaiafstanden worden ingesteld.

Monoshox NG Plus M-serie. Deze schakelkast komt ook als optie beschikbaar voor de precisiezaaimachines uit het NG Plus 4-gamma. Deze nieuwe schakelkast is een aanvulling op het vernieuwde Monosem-aanbod. De con­ structeur ontwikkelde onlangs ook de Ferti­ Drive VM-variator voor kunstmesttoediening en de MicroDrive VM-variator voor microgranulaat. TEKST: Peter Menten FOTO’S: Monosem

GRONDIG 3 2016

51


ondernemen met

vaktechniek

Bietenareaal gaat groeien Er gloort een nieuwe toekomst voor bieten Nog een jaartje geduld en dan zijn de Nederlandse akkerbouwers ook verlost van het laatste Europese quotum. Volgend jaar vervalt de suikerquotering en mag Europa weer zoveel suiker produceren als gewenst. Suiker Unie is hoopvol over de mogelijk­ heden. Het bedrijf verwacht dat de bietenteelt terug kan naar het niveau van 1993. ‘Bieten het nieuwe graan’. Het was de titel van een congres dat Agrifac onlangs organiseerde over de toekomst van de bietenteelt. Niet echt een goed perspectief, vonden veel sprekers. Niet alleen door de magere prijzen die nu voor graan worden betaald, maar ook omdat bieten in het bouwplan een andere rol vervullen. Daar had iedereen direct een punt. De sprekers die tegenstribbelden, keken vooral door een negatieve bril en zijn bang dat de bieten eenzelfde marktpositie krijgen als graan. Dat betekent produceren voor een markt met een groot overschot, een flinke buffer in de opslagsilo’s en dus weinig kans op hogere prijzen. Daar tegenover stonden de sprekers die vooral kansen zagen voor de bietenteelt. Niet alleen omdat de vraag naar suiker nog groeit, maar ook omdat er nieuwe toepassingsmogelijkheden komen.

Sterke groei areaal Optimistisch is vooral Gert Sikken van suikerproducent en -verwerker Suiker Unie. Hij kijkt hoopvol naar dit en volgend jaar, als de teelt weer flink kan groeien. Dit jaar is het areaal al fors uitgebreid, van 59.000 naar 71.000 hectare. Daarmee is de oppervlakte weer ongeveer op het niveau van twee jaar geleden. Goed nieuws voor bietenrooiende loonwerkers, want daarmee neemt het areaal per machine weer flink toe. De groei is mogelijk doordat Suiker Unie het overschot uit 2014 weer heeft weggewerkt en gaat voorsorteren op 2017. Dan vervalt de suikermarktordening en krijgt Europa de ruimte om meer zelf geproduceerde suiker te verwerken. Na komend seizoen is dankzij het wegvallen van de quotering volgens Sikken nog een flinke groei mogelijk. “Wij kunnen dan in onze afzet een deel van de rietsuiker die we nu nog moeten importeren vervangen door bietsuiker. De ruimte daarvoor hebben we de afgelopen jaren gecreëerd door bewust meer afzet te zoeken dan we aan suiker op basis van de quotering binnen kregen. Daarmee hebben we, als we straks weer extra bieten van onze eigen leden kunnen verwerken, al afzet gegarandeerd.”

52

GRONDIG 3 2016


Bieten alternatief verwerken

Terug naar 90.000 hectare Door de mogelijkheid om rietsuiker door bietsuiker te vervangen, verwacht Suiker Unie het areaal nog flink te kunnen laten groeien. Op basis van de huidige verwerkingscapaciteit van de fabrieken voorspelt Sikken dat in Nederland het areaal omhoog kan naar 84.000 tot 90.000 hectare in 2020. Daarmee zou de teelt in Nederland terug zijn op het niveau van voor het ingrijpen in de suikermarkt. Naast de extra hectares rekent Suiker Unie namelijk ook op een verder stijgende opbrengst per hectare. Ook over de verdeling van deze extra suiker onder haar leden heeft de coöperatie al nagedacht. Voorlopig is alle leden toegezegd dat ze straks twintig procent meer bieten mogen telen. In Europa lijkt ook ruimte aanwezig om die extra suiker te telen. Momenteel is de totale suikerconsumptie in de Europese Unie 17 miljoen ton. Daarvan is 13,5 miljoen ton afkomstig van de eigen suikerproductie uit bieten. De rest wordt momenteel geïmporteerd en betreft voornamelijk rietsuiker. Het is die markt waar Suiker Unie straks graag een deel van overneemt voor in Europa geproduceerde suiker. Of dat werkelijk zal kunnen, zal dan afhangen van de suikerprijs op de wereldmarkt. Ruud Schers, analist voor de suikermarkt bij Rabobank, is daar ondanks het huidige lage prijsniveau wel positief over. “De suikerconsumptie groeit wereldwijd jaarlijks met 1,5 tot 2,0 procent. De behoefte is dus sterk stijgend, maar desondanks is er momenteel nog een groot overschot. Daardoor zit de prijs nu op een laag niveau, maar het lijkt er nu op dat we de bodem hebben bereikt. Al doe ik nooit voorspellingen over het prijsverloop.”

Nederland zeer efficiënt Schers verwacht dat vanaf 2017 in verschillende landen de suikerproductie zal stijgen. “Frankrijk heeft daarbij de beste mogelijkheden. Wij verwachten dat de productie daar zeker met één miljoen ton zal toenemen. Ook Nederland heeft echter goede kansen, doordat er sprake is van een zeer efficiënte keten, met de hoogste hoeveelheid suiker die per fabriek wordt verwerkt en ook hoge opbrengsten per hectare. Wel zullen de telers rekening moeten houden met meer schommelingen in prijzen en wisselkoersen.” De schommelingen zijn in Nederland volgens Schers extra vervelend omdat de biet hier zo’n groot onderdeel van het bouwplan uitmaakt. “In Europa hebben we 98,5 miljoen hectare akkerbouwgrond. Daarvan wordt 1,5 procent gevuld met suikerbieten. Daar is men dus niet echt afhankelijk van de prijs. Hier is dat heel anders, want in Nederland maken bieten straks weer twintig procent van de bedrijfsoppervlakte uit. De prijs is dan heel bepalend voor het inkomen.”

Naast de groeiende mogelijkheden voor verwerking als suiker zullen er in de toekomst ook meer mogelijkheden komen voor de biet als alternatief voor olieproducten, voorspelt Eise Luitjens van de NOM, de Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland. Die doet onderzoek naar de mogelijkheden om de biet in te zetten in de circulaire economie. “In Nederland zoeken we naar gesloten systemen waarbij hele producten worden verwerkt. De biet is daarin heel kansrijk, omdat deze gemakkelijk helemaal is te verwerken. Suiker is daarbij een goede vorm van koolhydraten die kunnen dienen als basis voor allerlei chemische producten. De biet heeft daarbij zeker voordeel ten opzichte van zetmeel uit graan, omdat de productie veel hoger is.”

Conviso Smart Een nieuwe ontwikkeling die de bietenteelt nog rendabeler kan maken, is de komst van rassen die volledig tolerant zijn voor een nieuw onkruidbestrijdingsmiddel. Wanneer dat op de markt komt, is het de eerste keer dat bij het zoeken naar toepassingsmogelijkheden de omgekeerde weg is gebruikt. Worden normaal nieuwe stoffen getest op heel veel verschillende planten om te kijken of het werkt en welk type plant de bestrijding wel of niet overleeft, nu is een zeer breed werkend herbicide getest op honderdduizenden bieten. Toen daarbij één biet overleefde, is deze mutant gebruikt om de eigenschappen terug te kruisen in gewone rassen. Dat is nu gelukt en dit jaar lopen twee nieuwe rassen met een tolerantie tegen dit middel mee in het rassenonderzoek. KWS, dat dit onderzoek uitvoert, heeft dit systeem Conviso Smart genoemd. Als deze rassen op de markt komen, wordt het mogelijk om met maximaal twee bespuitingen de bieten volledig onkruidvrij te krijgen. Het resultaat is waarschijnlijk minder groeischade en dus een hogere opbrengst.

Schers noemt het uniek dat Suiker Unie ondanks de onduidelijkheid over de markt nu al een garantieprijs durft af te geven voor de extra geleverde bieten. In de afgelopen wintervergaderingen kregen de telers al de garantie dat het bedrijf in elk geval boven op de wereldmarktprijs van suikerbieten een plus van enkele euro’s kan uitbetalen. Sikken: “Dankzij onze investeringen in andere activiteiten, zoals aardappelverwerker Aviko, bijproducten via Duynie en kruiden en specerijen, maken we voldoende winst om een plus per ton bieten uit te betalen.” Voor de bietentelers betekent dit dat ze de ruimte krijgen om ook in de toekomst ruim bieten op te nemen in het bouwplan. Prettig, volgens Schers, want bieten zijn na aardappelen het best renderende gewas voor de akkerbouwer. “Uiteindelijk komt ook dat de rentabiliteit ten goede, want door te werken met grotere volumes kan de kostprijs nog verder omlaag. Dat is gunstig voor iedereen in de keten.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

GRONDIG 3 2016

53


het n

Klaa

ieuw

r voo

e sei

r

zoen

Pöt opra tinger apw agen s Pöttinger Combiline opraapwagens

www.duport.nl

?

Autocut messenslijpinrichting

meststoffen

groei door kennis Kiemvoeding voor een vlotte start Quickstart meststoffen zijn speciaal ontwikkeld voor de kiemvoeding van fijnzadige gewassen en mais. Fijnzadige gewassen hebben weinig voedsel bij zich en moeten relatief kort na de kieming al grote hoeveelheden mineralen uit de grond halen om te kunnen groeien. Quickstart kiemmeststoffen zorgen ervoor dat fijne zaden en mais direct beschikken over opneembare voeding. Quickstart kiemmeststoffen zijn verkrijgbaar bij de CropSolutions aangesloten bedrijven. Inlichtingen en bestellingen: www.cropsolutions.eu

• Vloeibare meststof toegepast in breedbladige gewassen zoals zaaiuien, peen en cichorei (quickstart PK) en in mais (quickstart NP) • Dosering direct op het zaad bij het zaaien • Direct opneembare voedingsstoffen: vlotte start • Hoger opkomstpercentage resulterend in een homogeen, hoogproductief gewas • Bewezen in proeven in binnen- en buitenland

CropSolutions is een kwaliteitskeurmerk voor de plantaardige sector waarbij onderstaande bedrijven kennis delen, inkoop bundelen en groeiproducten leveren:


ondernemen met

vaktechniek

ECONOMIE

CUMELA-Kompas Analyse: kosten arbeid dalen

IN KORT BESTEK Beste Jan, Mijn opdrachtgever/hoofdaannemer houdt de betaling van mijn laatste termijn tegen. Hij wil pas betalen als we het eens zijn over mijn meerwerknota.

Beste aannemer,

Arbeidskosten per bruto marge 2001-2014 (%) 55,0% 50,0% 45,0% 40,0% 35,0% 30,0%

20012002200320042005200620072008200920102011201220132014 Grondverzet

GG03_Economie_def

Gemengd

Agrarisch

Als ondernemer gaat u ervan uit dat na het afronden van een op­ dracht de facturen die u naar uw opdrachtgevers heeft gestuurd op tijd worden betaald. Toch krijgt bijna elke ondernemer te maken met te laat of niet betaalde facturen. Laat ik beginnen met wat bij wet is geregeld. Om ondernemers te be­ schermen tegen te late betalingen is sinds 16 maart 2013 de nieuwe Wet betalingstermijnen van kracht. Hierin is vastgelegd dat de be­ talingstermijn maximaal dertig dagen is, ook als er geen betalings­ termijn op de factuur staat vermeld. Er mag echter tussen bedrijven een langere betalingstermijn worden afgesproken, namelijk van maximaal zestig dagen. Dit moet dan wel vooraf door beide partijen zijn vastgelegd. Een betalingstermijn van langer dan zestig dagen is alleen toegestaan als kan worden aangetoond dat dit voor geen van beide partijen nadelig is.

De afgelopen jaren zijn de bedrijven in de cumelasector erin geslaagd om de omzet per arbeidskracht wat te ver­ Pagina 55 In de weerbarstige praktijk werkt dit natuurlijk niet zo. Hoofdaan­ groten. Dit is af te leiden uit de licht dalende kosten voor CUMELA-Kompas Analyse: nemers leggen eenzijdig een langere termijn op in hun inkoopvoor­ arbeid binnen de bruto marge.kosten arbeid dalen De jaren zijn bij de de bedrijven in deen cumelasector per Aan u de keuze of u de opdracht nog wilt. Nog kwalijker waarden. Dit afgelopen beeld is het sterkst gemengde agrarische erin geslaagd om de omzet arbeidskracht te vergroten. Dit is af te leidencapaci­ uit de licht dalende kosten voorisarbeid dat die hoofdaannemer tegen het einde van die zestig dagen uw loonbedrijven.wat Schaalvergroting en toe­ nemende binnen de bruto marge. Dit beeld is het sterkst bij de gemengde en agrarische loonbedrijven. terugstuurt met de mededeling “Ik ben het er niet mee eens” teit van machinesenvormen hiervoor een verklaring. De Schaalvergroting toenemende capaciteit van machines vormen hiervoor een factuur verklaring. De machines duurder en hebben een hogere capaciteit, wat tot gevolg heeftof dat degeldigheidstermijn van bijgevoegde documenten is verlopen”. “De machines zijn zijn duurder en hebben een hogere capaciteit, machinekosten een groter deel van de kostprijs vormen. Ook de fors gestegen In de Tweede Kamer zijn, mede door onze inspanningen, bij de be­ wat tot gevolg heeft de machinekosten eenervoor groterdat het aandeel arbeid in de brandstofkosten in dedat afgelopen jaren zorgden kostprijs handeling van de aan te passen Aanbestedingswet voorstellen ge­ deel van kostprijs vormen. Ook de fors gestegen daalde en de machinekosten juist toenamen. daan die het mogelijk moeten maken om de betaling van onderaan­ brandstofkosten in de afgelopen zorgden ook ervoor In de onderliggende cijfers is dezejaren ontwikkeling terug te zien. Dan blijkt dat de bruto marge fte van 2001intotde2014 per jaar meten 2,9deprocent bijnarechtstreeks € nemers door de opdrachtgever te laten verrichten. De dat hetper aandeel arbeid kostprijs daalde ma­ is gestegen. In cijfers van 78.000,- per fte in 2001 € 110.000,- in 2014. In diezelfde periode stegen de salariskosten per minister wil daar niet aan, mede omdat daarmee de kredietwaardig­ chinekosten juist toenamen. fte met 2,2 procent per jaar, van bijna € 35.000,- in 2001 naar ruim € 45.000,- in 2014. Het van hoofdaannemers onder druk zou komen te staan. Jazeker, betekent dat een gemiddelde werknemer in 2014 een bedrijf € 45.000,- kost en heid het bedrijf een oplevert van € 110.000,-. Natuurlijk ook is geen zozijn staat het er. In deomzet onderliggende cijfers is deze ontwikkeling te­ bedrijf hetzelfde, maar dit eenvoudige gegevens om te kijken hoe uw bedrijf presteert ten opzichte van het gemiddelde. rug te zien. Dan blijkt dat de bruto marge per fte van Wilt een2014 exactper beeld onderneming, Wat kunt u dan wel doen? In uw situatie helaas niet veel. U zult het 2001u tot jaar van metde 2,9eigen procent is gestegen.doe In dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw cijfers van bijna € 78.000,per fte in 2001 € 110.000,in bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naarmoeten uitonderhandelen. Wel kunt u een deel van de problemen kengetallen@cumela.nl. voorkomen. Spreek bij meerwerk of aanvullend werk altijd een prijs 2014. In diezelfde periode stegen de salariskosten per fte af en leg dat vast, desnoods eenzijdig. Vraag nog liever een opdracht. met 2,2 procent per jaar, van bijna € 35.000,- in 2001 naar Declareer vaste termijnen zodra het kan en volg de betaling op de ruim € 45.000,- in 2014. Het betekent dat een gemiddel­ voet. Declareer meerwerk of aanvullend de werknemer in 2014 een bedrijf € 45.000,- kost en het werk direct nadat het is uitgevoerd. Wacht bedrijf een omzet oplevert van € 110.000,-. Natuurlijk is niet tot de eindafrekening. geen bedrijf hetzelfde, maar dit zijn eenvoudige gege­ Ik las nog twee tips: een telefoontje werkt vens om te kijken hoe uw bedrijf presteert ten opzichte veel beter dan een schriftelijke herinne­ van het gemiddelde. ring en digitale facturen worden sneller betaald dan facturen die u per post ver­ Wilt u een exact beeld van de eigen onderneming, doe stuurt. dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kom­ pas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrij­ venadviseur, bel met de infolijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl. Jan van der Leij Grondig 3

Beleidsmedewerker GWW CUMELA Nederland

GRONDIG 3 2016

55


ondernemen met

cumela

CUMELARIA

VERRASSING VOOR LOONBEDRIJF LEENDERS Ter gelegenheid van het twintigjarig jubileum en de bouw van een nieuwe loods gaf Loonbedrijf Leenders uit Mariahout een feestavond en een open dag. Tijdens de feestavond ontvingen Freek en Miriam Leenders een prachtig naambord als cadeau van het personeel. Eén van de medewerkers gaf in een woordje aan dat hij en zijn collega’s het als prettig ervaren om voor het bedrijf werkzaam te zijn en dat ze zich samen met Freek en Miriam een team voelen. Het machinepark is modern en vooral het structureel vernieuwen daarvan staat bij het personeel hoog in het vaandel. Voor Freek en Miriam was de feestavond een ideaal moment om het nieuwe logo met ‘Leenders Loonbedrijf’ bekend te maken.

GOUDEN JUBILEUM KONIJN

25 JAAR AD BUIJS Op zaterdag 19 maart vierde Loonbedrijf Ad Buijs uit Hedikhuizen (Heusden) het 25-jarig jubileum. CUMELA Nederland maakte van deze gelegenheid gebruik om de vennoten Ad, Clazien en John Buijs in het zonnetje te zetten. Zij kregen de zilveren CUMELA-speld uitgereikt uit handen van Erik van Aaken, voorzitter van het bestuur van Brabant, en Wilco Emons, bedrijvenadviseur van CUMELA. Ook de Stichting Ploegvereniging Nederland sprak haar waardering uit voor de succesvolle inspanningen van Ad en John op nationaal en internationaal niveau.

56

GRONDIG 3 2016

Op het agrarisch loonbedrijf van M. Konijn BV in Sint Maartensvlotbrug was het op vrijdag 19 februari een gezellige drukte. Alle medewerkers en hun partners waren opgetogen, want in het kader van het jubileumjaar van het bedrijf gingen zij gezamenlijk per bus twee dagen naar Preston Palace in Almelo. Het vijftigjarig jubileum is de kroon op het werk van de grondlegger van het bedrijf, Martien Konijn, en zijn vrouw Anneke, maar ook van de tweede generatie, Vincent en Sylvia van Gijtenbeek. Voorzitter van het bestuur Noord-Holland Jack van Diepen en bedrijvenadviseur Ada Kieft spraken de ondernemers en de familie toe. Martien Konijn en Vincent van Gijtenbeek ontvingen gouden spelden en samen met bestuurslid van Noord-Holland Bram Dieleman werden de ondernemers en hun partners in de bloemetjes gezet. Voor alle relaties heeft het bedrijf een prachtige jubileumfolder laten maken met de titel ‘Al 50 jaar service en advies op maat’.

DE VEERTIGSTE ALS SPECIAAL VERVOERMIDDEL Een passend vervoermiddel voor de huwelijksdag en dan ook nog iets bijzonders. Dat was zeker het geval bij het huwelijk van Mark Witte en Chantal Florusse van Witte Landbouw-Loonbedrijf in Goedereede. Op vrijdag 4 maart haalde Mark zijn bruid op met de nieuwe New Holland T7.200 AC Blue Power. Deze trekker is de veertigste van het merk Ford/ New Holland op het bedrijf. Dat leverde uiteraard mooie beelden op. Mark en Chantal, van harte gefeliciteerd en veel voorspoed toegewenst!


GEKRUID VIJFTIG JAAR ALDENZEE Op 6 maart vierde cumelabedrijf Gebr. Aldenzee uit Deurne op feestelijke wijze het vijftigjarig bestaan. Eigenlijk bestaat het bedrijf al bijna tachtig jaar, als we de beginjaren van de grondlegger van het bedrijf, Johannes Aldenzee, erbij optellen. In 1966 namen zijn zonen Piet en Mies Aldenzee het bedrijf van hem over en in 1997 zetten hun zonen Arjan, John en Patrick, Hans, Mark en Dirk het bedrijf voort. Dat is in de loop der jaren uitgegroeid tot een veelzijdige onderneming met meerdere takken van sport. Op de jubileumviering sprak Pieter Sonnemans namens CUMELA Nederland de familie Aldenzee toe. Hij reikte de CUMELA-speld uit aan Mies, terwijl er CUMELA-kettinkjes waren voor zijn vrouw Riek en Annie, de vrouw van Piet. Daarnaast reikten bedrijvenadviseur Irma Gottenbos en bestuurder van Brabant Wijnand Snoeijen zilveren pennen uit aan de huidige generatie, Arjan, John, Patrick, Hans, Mark en Dirk.

ZESTIG JAAR POSTEL Mooie woorden voor familie en werknemers waren er van oud-eigenaar Johan Postel en ondernemer Marcel Postel bij de aftrap van de open dag ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan. Tevens werd ‘Het was een goede keuze’ gedraaid, een indrukwekkende film over het bedrijf Loonwerk & Transport Postel uit Tilligte. Schitterende beelden, waaruit blijkt dat iedereen trots mag zijn op dit nette bedrijf. Tijdens de open dag konden de bezoekers zien hoe breed inzetbaar het bedrijf in zestig jaar is geworden; van onder meer loonwerk tot transport en van afvalinzameling tot de nieuwe mechanisatietak die werd geopend. Johan en Marcel Postel ontvingen de gouden CUMELA-speld.

Rolverdeling Mij is gevraagd om af en toe voor het blad Grondig een column te schrijven. Om te laten zien wat er achter de schermen van een cumelabedrijf gebeurt en hoe de dagelijkse praktijk soms net wat anders is dan je je had voorgesteld. Maar laat ik beginnen met een korte introductie. Mijn man Peter en ik runnen een loon- en grondverzetbedrijf in het Friese Oudega. Ons bedrijf grenst aan het prachtige Nationaal Park ‘De Alde Feanen’. In het jaar 2015 mochten wij samen met de grondleggers van ons bedrijf, mijn lieve schoonouders en oom, het vijftigjarig bedrijfsjubileum vieren. We hebben volop genoten van twee prachtige feestdagen, waarbij we ons bedrijf aan al onze relaties konden presenteren. We zien de toekomst van ons bedrijf dan ook met vertrouwen tegemoet. Uiteraard kunnen wij het werk niet met ons tweeën af. Hiervoor hebben we vijftien medewerkers. ‘Onze toppers’ noemen we ze zelf altijd. Deze mannen staan dag en nacht klaar voor ons en voor onze opdrachtgevers. De rolverdeling tussen Peter en mij is heel erg duidelijk. Peter stuurt onze medewerkers aan en doet de planning, acquisitie, offertes, calculatie en dergelijke. Zelf ben ik dagelijks werkzaam op het kantoor. Eigenlijk alle voorkomende werkzaamheden vallen onder mijn verantwoordelijkheid, zoals het inboeken van de werkbonnen, factureren, uren- en salarisadministratie, personeelszaken, verzekeringen, financiële boekhouding, VCA-certificering en ga zo maar door. Samen denken we na over de strategie van ons bedrijf en over welke doelen we willen bereiken in het komende jaar en op de langere termijn. Peter denkt na over welke investeringen er moeten worden gedaan, maar vaak sparren we wel weer samen over het financiële plaatje. Zelf mag ik erg graag met de cijfers aan de slag, zoals maandrapportages, kengetallen en dergelijke. Ik houd dit allemaal maandelijks bij, zodat we weten waar we staan. Vanuit deze basis proberen we sturing te geven aan ons bedrijf. Maar ja, sommige dingen laten zich nu eenmaal niet sturen, zoals het weer. Helaas konden we vanwege de natte omstandigheden nog maar kort geleden op het land aan de slag. Onze agrarische klanten hebben de mestkelder vol, dus geeft dit veel druk op de planning. Gelukkig blijft Peter hier rustig onder en zal ook in 2016 de mest wel weer op het land komen. Fijn, want dan kan ik ook weer facturen versturen. Zijn we samen weer tevreden...

Gretha Toering Toering Loon- en Grondverzetbedrijf

GRONDIG 3 2016

57


Zeer krachtig maïsherbicide • breed werkingsspectrum • gewasveilig • snelle werking • snel regenvast

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.


Compleet in spoorelementen

Gratis app voor mengbaarheid

Yaravita omvat een complete lÄłn spoorelementenmeststoffen. Voor elke spoorelement en secundair element is er een enkelvoudige vloeibare meststof beschikbaar. Ideaal om op het juiste moment exact de juiste dosering toe te passen. En makkelÄłk mengbaar met gewasbeschermingsmiddelen.

AgroCentrum crop nutrients & adjuvants

Importeur: AgroCentrum B.V. | Postbus 76 | 4650 AB Steenbergen, Nederland T. +31 (0)167 - 563 150 | F. +31 (0)167 - 563 983 | info@agrocentrum.nl | www.agrocentrum.nl

an v s r e i lmaa

e p e l k Sterke

Buurtweg 42 6971 KM Oeken tel. 0575 476 555 www.hissink-oeken.nl


ondernemen met

cumela

PROVINCIAAL BESTUUR: FRIESLAND

Behalve het dagelijks bestuur kent CUMELA ook haar provinciale besturen, bestaande uit gedreven cumelaondernemers. Toch weten leden nog niet altijd de weg naar deze besturen te vinden. Vandaar deze serie: de provinciale besturen per provincie uitgelicht. Dit is de laatste aflevering.

“In gesprek gaan is dé oplossing” De cumelasector is één van de grootste werkgevers in Friesland. Het is dus belangrijk dat de sector bij overheden bekend is, maar het provinciaal bestuur merkt dat er nog een wereld te winnen is. Shared space-kruisingen in dorpskernen zijn populair bij de Friese gemeenten en provincie. Zeker nu er veel infrastructu­ rele aanpassingen aan provinciale wegen plaatsvinden, ziet provinciaal CUMELA-voorzitter Jelle Coen Bijlsma ze als pad­ denstoelen uit de grond schieten. “Ze lijken overzichtelijk, maar eigenlijk zijn ze levensgevaarlijk wanneer het gaat om een landbouwvoertuig of grondverzetmachine. Vanuit de ca­ bine heb je al weinig zicht, laat staan als je de rijbaan moet delen met fietsers. Het maakt het er niet verkeersveiliger op.” Een ander voorbeeld van ‘leuk in theorie, maar niet werkbaar in de praktijk’ zijn de vluchthavens voor landbouwverkeer langs de provinciale wegen. “Als een mobiele kraan uitvoegt op de vluchthaven om een auto te laten passeren, is het vaak zo druk met ‘normaal’ verkeer dat de kraanmachinist er he­ lemaal niet meer tussen komt op de doorgaande rijbaan. Chauffeurs maken er daarom liever geen gebruik van.”

60

GRONDIG 3 2016

De voorbeelden laten zien dat de Friese overheid zich nog niet genoeg bewust is van de cumelasector, merkt Bijlsma op. “Enkele maanden geleden was ik bij de provincie en som­ migen daar hadden van de term ‘cumela’ zelfs nog nooit ge­ hoord. Dan kom je daar voor overleg, maar dan moet je eerst uitleggen wie je precies bent. De provincie kent wel de term ‘loonbedrijf’ of ‘wegenbouw’, maar is zich er niet van bewust dat tachtig procent van de wegenbouwwerkzaamheden door cumelabedrijven wordt uitgevoerd.” De onwetendheid bij de overheid wijt Bijlsma niet zozeer aan die overheid zelf, maar hij zoekt de oorzaak bij de sector zelf. “Onze sector kenmerkt zich door bescheiden mensen die hard werken. De Friese cumelasector kenmerkt zich daarbij nog eens als extra bescheiden. Hierdoor laten we nauwelijks van ons horen. Daarmee doen we onszelf te kort. De cumela­ sector is één van de belangrijkste werkgevers van Friesland.”


Bestuursleden Jelle Coen Bijlsma (voorzitter) Jelle Bijlsma BV, Giekerk: economie, ruimtelijke ordening, interne organisatie Cor Buma loonbedrijf Gebr. Buma BV, It Heidenskip: agrarisch loonwerk, verkeer & vervoer Durk van der Wal Stienstra van der Wal BV, IJlst: civiele techniek Eelco Brouwer Brouwer & Brouwer BV, Eastermar: cultuurtechniek, grondverzet Jan Roelof Betten (vice-voorzitter) Loon- en aannemersbedrijf De Samenwerking BV, Elsloo: scholing, agrarisch loonwerk, verkeer & vervoer Ulbe Holwerda loonbedrijf Holwerda, Blije: gewasbescherming

In gesprek gaan ziet hij als dé oplossing. Onlangs zijn amb­ tenaren van zijn gemeente, Tytsjerksteradiel, bij hem op bezoek geweest. “Ik merkte dat ze erg enthousiast waren. Ambtenaren willen graag feeling houden met de bedrijven binnen hun gemeente, willen meer weten, willen meeden­ ken, zeker als het om werkgelegenheid gaat. Dit was voor hen, naast een leuk uitje, een mooie kans.” Hoewel het voor hem een investering was - het kost tijd en voorbereiding - vindt hij het wel de moeite waard. “Grotere loon- en grondverzetbedrijven worden toch vaak gezien als bedrijven die lawaai, stank en emissie veroorzaken. Omwo­ nenden klagen en voor je het weet, word je als ondernemer beperkt in je bewegingsvrijheid. Door je bedrijf open te stel­ len voor politici laat je de andere kant van het verhaal zien en je houdt er goede contacten aan over, die je op een later moment weer kunt gebruiken.” Momenteel zit de voorzitter om de tafel met de provincie over het aanbestedingsbeleid. “Grotere bouwbedrijven heb­ ben bij de provincie Friesland een voorkeurspositie en de provincie nodigt lokale cumelabedrijven te weinig uit bij aan­ bestedingen. Ook dit heeft te maken met onwetendheid. De provincie weet niet voldoende wat onze branche te bieden heeft. Ik vind het dus een taak van het bestuur om de sector meer zichtbaar te maken. Daarin zijn we al goed op weg.”

Interne taak Bijlsma is pas sinds februari dit jaar voorzitter. Daarvoor zat hij al wel ruim tweeënhalf jaar in het bestuur. “Wil je gehoord worden, dan moet je daarmee ook actief aan de slag. Toen ik werd gevraagd voor de functie van voorzitter ben ik dan ook akkoord gegaan. Het bestuur moet een gezicht hebben. Daarnaast hebben we met mijn bedrijf erbij - het is één van de grootste cumelabedrijven van Friesland - een nog steviger vertegenwoordiging van de sector naar buiten toe.” Behalve eerder om de tafel met de provincie en de gemeente intensief voorlichting geven over landbouwverkeer heeft hij zich als voorzitter een aantal doelen gesteld. Ten eerste wil hij de sector beter bekend maken bij overheden, burgers, dorps­ verenigingen en maatschappelijke organisaties. Ook intern ziet hij echter een opgave liggen. “We worden nog te weinig actief benaderd door onze leden. Ook de jaarlijkse contact­ dag mag beter worden bezocht”, zegt hij. Van de ruim hon­ derd leden kwamen dit jaar zo’n veertig bedrijven.

Cumelabedrijven in ­Groningen De afdeling Friesland heeft 149 bedrijven. Acht procent van de leden van CUMELA Nederland is gevestigd in Friesland. De gemiddelde omzet per bedrijf is deze provincie is € 1.583.000,-. Dit is twintig procent minder dan het landelijke gemiddelde.

Hij denkt dat dit vooral te maken heeft met de werkdruk en de vrij forse concurrentie binnen de Friese cumelasector. “De prijs­ druk in Friesland is hoog. Er zijn te veel machines en dat staat groei in de weg. Er is wel wederzijds respect naar elkaar, maar toch ook achterdocht. Niemand laat het achterste van zijn tong zien. Ik vind dat je de dagelijkse werkzaamheden moet zien als een wedstrijd. Je kunt winnen of verliezen, maar je moet het spel wel fair spelen. Op die manier houd je het leuk.” Meer bezoekers op de contactdag denkt hij vooral te realise­ ren door mond-tot-mondreclame. “De mensen moeten het leuk vinden en zo enthousiast zijn dat ze volgend jaar ande­ ren meenemen.” Daarvoor moet wel het hele plaatje van die dag kloppen, dus niet alleen een informatief programma, maar ook een leuke omlijsting, merkt hij op. “Ik zie de contactdag juist als een mooi klankbord. Het laat ineens zien dat je niet de enige bent op een eilandje die met allerlei problemen te maken heeft. Het is fijn om te horen dat anderen tegen dezelfde zaken aan­ lopen. Het is delen van kennis én emotie.” Voor de toekomst wil hij als bestuur meer actief iets gaan betekenen voor de CUMELA-leden. “We zijn al erg intensief bezig met het onderwerp scholing. We merkten dat het prak­ tijkonderwijs op het mbo niet voldeed aan onze verwachtin­ gen. Enkele leden leiden nu leerlingen op op de eigen locatie. We maken ons zorgen over de toekomst van onze toekom­ stige werknemers, maar we proberen op deze manier een op­ lossing te realiseren waar ook andere leden baat bij kunnen hebben.” Daarnaast is er de grip-app. Bijlsma heeft deze app ontwik­ keld en gebruikt hem bij zijn bedrijfsvoering. “Hierbij zijn alle werkprocessen gedigitaliseerd. Geen medewerker levert meer een papiertje in. Alles gaat via de smartphone. Ik zie dat als een efficiëntere manier van bedrijfsvoering, waar andere leden ook gebruik van kunnen maken.” Ook dat ziet hij als taak van het bestuur. “We zijn er om in­ formatie te verschaffen, maar dat gaat niet alleen over de nieuwste spuitmachine. We willen nieuwe ontwikkelingen bij de leden brengen. Daaronder vallen ook hulpmiddelen op bedrijfsniveau, waardoor onze leden net weer even mak­ kelijker of efficiënter kunnen werken. Hard werken doen we namelijk al genoeg.” TEKST & FOTO: Marjolein van Woerkom

GRONDIG 3 2016

61


ondernemen met

cumela

CUMELA.NL

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

KILOMETERHEFFING IN BELGIË

TREKKERCERTIFICAAT NU OMWISSELEN!

Sinds 1 april heeft België een kilometerheffing ingevoerd voor vrachtver­ keer. Nederlandse vrachtauto’s, maar ook Nederlandse landbouwtrek­ kers hebben hiermee te maken. Afhankelijk van het soort voertuig en het ­gebruik moet er een kilometerregistratiekastje zijn geïnstalleerd, een vrij­ stelling worden aangevraagd of hoeft u niets te ondernemen. BE-combi­ naties zijn vrijgesteld van kilometerheffing. Op cumela.nl leest u meer over deze regelgeving en de maatregelen die u moet nemen.

Bestuurders van landbouwtrekkers of zelfrijdende werktuigen die alleen een trekkercertificaat hebben, moeten dat vóór 1 juli 2016 omwisselen voor een T-rijbewijs. Omwisselen van het trekkercertificaat kan maanden duren, dus wacht niet met omwisselen en begin er nu direct aan.

CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN Deze digitale Grondig-artikelen lezen leden gratis op Cumela.nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt downloaden en printen. • P recisiebemesting. Vijf uitdagingen voor CUMELA Nederland • A anpassingen vragen serieuze aandacht. Wijzigingen VKL met ingang van 1 januari 2016 • M asterclasses ‘Vitale bedrijven hebben de toekomst’ • C E-gemarkeerde machine en toch niet veilig? Ondernemers moeten ­nieuwe machines zelf op veiligheid beoordelen • W aar gaat het fout? Top-vijf van bij de integrale milieucontrole gecon­ stateerde tekortkomingen

LAAT U BIJPRATEN OVER KLIC-WIN Het wordt steeds concreter welke veranderingen de komst van KLICWIN voor u als grondroerder betekenen. Om u hierover bij te praten en in te gaan op vragen die bij u leven, organiseert het programmateam van KLIC-WIN nog een viertal regionale bijeenkomsten. • D insdag 12 april in Egmond aan Zee van 13.00-16.00 uur • W oensdag 13 april in Groningen van 13.00-16.00 uur • D insdag 19 april in Eindhoven van 13.00-16.00 uur • W oensdag 20 april in Nijkerk van 15.30-18.30 uur Op Cumela.nl leest u hoe u kosteloos kunt deelnemen aan één van deze bijeenkomsten.

HET WEER STOND CENTRAAL TIJDENS CONTACTDAG FLEVOLAND Op de zonnige 19 februari stelde de weerman Robert de Vries de leden van de provincie Flevoland de vraag of de (mogelijk gaande) klimaat­ verandering alleen maar negatief is te noemen. Verder gaf hij het verschil aan tussen het weer en het klimaat. Daarnaast liet hij de aanwezigen diverse weermodellen zien en heel veel foto’s van het weer en de seizoenen in de voor de aanwezigen bekende ’voor- en achtertuin’. Na afloop van zijn presentatie waren de aanwezigen vooral nieuwsgierig of het een nat of droog voorjaar van 2016 wordt. Vooraf­ gaand aan de spreker was er de jaarlijkse provinciale ledenvergadering. Alle vier de bestuursleden waren aftredend en herkiesbaar en werden unaniem door de vergadering herkozen.

62

GRONDIG 3 2016

DAMESDAG ZUIDOOST-BRABANT IN HET TEKEN VAN EERSTE INDRUK Het thema van de Damesdag Zuidoost-Brabant was ‘De eerste indruk’. Hoe snel heb je die gevormd en hoe reageert ons onderbewustzijn op prikkels? Hoe maak je zelf een goede eerste indruk? Genoeg stof tot nadenken en toe te passen in de eigen situatie en het eigen bedrijf. De theorie kon direct worden toegepast door de 22 deelnemers. De bijeenkomst werd georganiseerd bij bed & breakfast ‘De Tomaat’, waar een heerlijk tomatenmenu werd geserveerd, met tomatensoep, -jam en de Tasty Tom! Hierna werd Vereijken Kwekerijen BV bezocht, een bedrijf dat is gespecialiseerd in het kweken en verpakken van de Tasty Tom-trostomaten. Medeoprichter Gerard Vereijken gaf een toelichting op de geschiedenis van het bedrijf, de groei van de tomaat, het nut van de insecten en het duurzaam (her)gebruik van water, energie, warmte en CO2. De avond werd afgesloten met een bijeenkomst over gezichtsverzorging.


VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL • • • • •

W elk werk mogen jeugdige werknemers doen en voor hoeveel uur per dag? I s het verplicht om een BHV’er op je bedrijf te hebben? W anneer is een heftruckcertificaat nodig? T ot wanneer kan ik mijn trekkercertificaat inwisselen voor een T-rijbewijs? I s Goede Vrijdag een vrije dag?

GVZHN-AVOND: ELKE MACHINE DRAAIT PER DAG EEN UUR TE VEEL Op maandag 7 april was de werkplaats van De Klerk BV Machineverhuur uit Lisse het toneel voor de tweede studieavond van de GVZHN. Roel de Klerk vertelde zelfverzekerd, helder en zakelijk over het bedrijf. Tijdens het bestuurlijke deel van de avond namen Aad van Hage en Frank Hoogendoorn afscheid als bestuurslid. Nieuw traden toe Corné Kamer van C. Kamer en Zn. BV uit Aarlanderveen en Wiebe Vollmüller van Gebr. Vollmüller BV uit Bergambacht. De avond stond in het teken van CO2-reductie, oftewel brandstofbesparing. De sprekers waren ervaringsdeskundigen uit de cumelasector. Jan Bergsma vertelde met zijn ervaring als KAM-coördinator over de voor- en nadelen van standkachels. Cor Mechielsen was uit het Hoge Noorden afgereisd om zijn collega’s te vertellen over de ervaringen met start-stopsystemen. Hij deed dit op zijn eigengereide en vermakelijke, maar leerzame wijze. De stelling van Cor: “Elke machine draait per dag een uur te veel.” Na afloop werd er om onder het genot van een hapje en drankje bijgepraat.

BEDANKT DAAN! WELKOM EN SUCCES ARJAN! Tijdens de contactdag Zuid-Holland heeft Daan Kool uit Lexmond na meer dan 25 jaar bestuurlijke betrokkenheid bij de CUMELA-organisatie afscheid genomen. Voorzitter André Baars memoreerde in zijn dankwoord Daan als een zeer betrokken en altijd positief-kritische collega. Uit handen van André ontving Daan als dank de gouden CUMELA-speld. Arjan Breure van Loonbedrijf Breure uit Klaaswaal nam het stokje van Daan over.

RVO GAAT BEGRIP ACTIEVE LANDBOUWER RUIMER OMSCHRIJVEN De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft bekend gemaakt dat ze het begrip ‘actieve landbouwer’ breder gaat uitleggen. CUMELA Nederland voorzag problemen voor agrarische loonbedrijven met een landbouwnevenactiviteit en heeft dit punt met succes aangekaart. Het ministerie heeft besloten ook de activiteit agrarisch loonwerk (SBI-codes die beginnen met 016 in het Handelsregister) onder het begrip ’actieve landbouwer’ te gaan scharen. Betalingsrechten die in 2015 zijn afgewezen omdat de SBI-codes die beginnen met 016 niet als landbouwactiviteit werden gezien, worden door RVO opnieuw beoordeeld.

OOK OP CUMELA.NL • W at kan er misgaan bij het spuiten van vloeibare kunstmest? • D oe mee aan taskforce Green Deal Sportvelden • I ndexen 2016 en handleiding kostprijsberekening

VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de voorzitters van CUMELA Nederland. Deze editie Corné Vinke, voorzitter van de sectie Agrarisch Loonwerk.

De Arena en big data Een beetje voetballiefhebber weet dat de grasmat van de ­Amsterdam Arena regelmatig moet worden vervangen. Het lukt ons blijkbaar wel om een multifunctioneel stadion te b­ouwen, maar om daar een fatsoenlijke grasmat in te ­kweken, is opeens te lastig. Wanneer die moet worden vervangen, is dat vanuit de nok van het stadion goed te zien. Vanuit de hoogte overzie je veel meer. Tot voor kort was een zitplaats in de spuitmachine altijd de hoogste plek om een gewas te bekijken. Tegenwoordig kun­ nen we óók vanuit de lucht de groeitoestand monitoren. Een drone vliegt razendsnel over een perceel en kan gegevens ­laten zien over bijvoorbeeld bladmassa en misschien wel zieke planten. Met deze data worden vervolgens een taakkaart en een advies opgesteld, zodat het gewas waar nodig kan ­worden bijgestuurd. Om de oorzaak van de verschillen in het gewas op te zoeken, kunnen we tegenwoordig de bodem scannen. Daaruit krijgen we informatie over bodemvruchtbaarheid, organische-stof­ gehalte en eventuele storende lagen. We kunnen dan met GPS-gestuurde machines de plantafstand variëren en midde­ len bijvoegen om bijvoorbeeld aaltjes plaatsgewijs te be­ strijden. De opbrengstmeting op de oogstmachine laat zien welke opbrengst op welke plaats is gerealiseerd, zodat we ­samen met de bodemkaart en de dronekaart een precies beeld hebben van de toestand van de kavel. Het zal nog wel enige jaren duren voordat we precies weten hoe we met deze big data moeten omgaan. Wel staat vast dat ondanks de schat aan informatie die we krijgen ons nuchtere boerenverstand moet blijven meekijken. Laatst vertelde een dronevlieger mij dat een bepaalde plek met meer bladmassa bleek veroorzaakt door veel meer onkruid in plaats van een beter groeiend gewas. En dat kun je alleen maar zien door modder aan je schoenen te krijgen en het veld in te gaan. Of de grasmat in de Arena met al deze technieken te helpen is, zal de toekomst moeten uitwijzen. Tot die tijd kijk ik wel vanaf een hoge zitplaats naar de grasmat en de 22 rennende p ­ oppetjes. En dat is zon­ der big data op zijn tijd ook leuk.

Corné Vinke Voorzitter sectie Agrarisch loonwerk

GRONDIG 3 2016

63


ondernemen met

cumela

Dit artikel is een samenvatting van het volledige artikel. In de digitale nieuwsbrief van Grondig leest u op 8 april het complete verhaal.

Rij je voorzichtig? Over de kunst van persoonlijke aandacht, enthousiasme en het vieren van successen “Kwaliteit staat bij ons hoog in het vaandel” Misschien wel de meest geschreven zin in een folder of op een website tussen de plaatjes van kranen en trekkers. Daarmee is het tegelijk misschien wel de grootste dooddoener, die van weinig creativiteit getuigt. Onderscheidend zijn en wérkelijk indruk maken, is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Toch zijn er genoeg cumelaondernemers die daarin slagen. Hoe doen ze dat?

De kop boven dit artikel deed u wellicht vermoeden dat het hier over landbouwverkeer gaat. Integendeel! Het was het laatste wat een CUMELA­lid tegen me zei na een goed tele­ foongesprek terwijl ik in de auto zat. Die zin gonsde lang na in mijn hoofd. Het gaf me een goed gevoel. Het gevoel dat iemand wérkelijk om me geeft. “Is dat zo vreemd, dan?”, vroeg ik me af. Kennelijk wel, want het viel me op dat dit anders was dan anders. De meeste telefoongesprekken zijn vaak kort en zakelijk. Tijd voor échte persoonlijke aandacht is er meestal niet. Is dat erg? Nee, natuurlijk niet. Het is de kunst om op het juiste moment net dat beetje meer persoonlijke aandacht te geven. En dat zit hem soms in kleine dingen. Ik deel mooie en leerzame praktijkvoorbeelden graag met u.

Maak mensen belangrijk Als je een cumelaondernemer vraagt naar zijn grootste kapi­ taal, zal er waarschijnlijk snel worden gedacht aan alle dure machines. Een ander groot en veel belangrijker kapitaal zijn de mensen. Het is van belang u daarvan bewust te zijn en dit bij voorkeur ook als zodanig uit te dragen. Allereerst naar uw mensen zelf. Laat uw personeel de signalen van (ontevreden) klanten oppikken, doorgeven en bedank hen. Vraag ze regel­ matig mee te denken in werk en geef hen verantwoording .

Vertel een enthousiast verhaal

In een recent gesprek met een jonge ondernemer vertelde hij dat de klantbezoeken die hij samen met zijn broer aflegde werkelijk resultaat opleverden. We spraken over de kostprijs en de te lage tarieven in de markt. Waarop hij volmondig zei: “Ik zou niet eens de goedkoopste willen zijn! Als je je alleen op prijs kunt onderscheiden, wat blijft er dan nog over?” Een overtuiging die hij niet alleen in woorden, maar met zijn hele lijf beleefde. Deze zelfverzekerdheid legt hem en zijn broer nu geen windeieren.

Doe meer van wat je leuk vindt Het werk ligt niet altijd voor het oprapen. Dus nee zeggen staat niet vaak in het woordenboek van een cumelaonder­ nemer. Toch ontmoette ik laatst weer iemand die erg blij was

64

GRONDIG 3 2016


ADVIESPRAKTIJK dat hij afscheid had genomen van een klant. De frustratie dat de klant in kwestie nooit tevreden was, werd te groot. In een tijd waarin de markt erg onder druk staat een dappere beslissing. Toch geeft het opluchting, ge­ motiveerder personeel, betere resultaten en meer écht tevreden klanten. Waar bovendien nog wat mag worden verdiend.

Vier successen stap voor stap Hoe hoog legt u de lat voor uzelf en voor uw personeel? En wanneer bent u tevreden? Als u zichzelf of anderen wilt motiveren, is het de kunst om re­ alistische doelen te stellen en niet direct te streven naar een tien. Door uzelf en anderen bewust te maken van het feit dat verbetering met kleine stap­ pen gaat en deze verbeteringen ook te benoemen, zal het uiteindelijk ­leiden tot een beter resultaat. Hierdoor zal iedereen zichzelf beter waarde­ ren en meer plezier beleven in het werk. Het is de kracht van de kleine ­succesjes. Door te vragen “Hoe leuk was het vandaag?” of “Waarover ben je tevreden vandaag?” ontstaat een voldaan gevoel van waaruit iedereen nog verder kan groeien. Stap voor stap.

Alles goed? Deze openingsvraag gebruiken we in de ontmoeting te pas en te onpas. Wil iemand echt weten hoe het met mij gaat of is hij gewoon beleefd en wil hij op een vriendelijke manier het gesprek openen om het vervolgens over iets heel anders te hebben? Zal ik reageren met “Ja hoor, lekker druk”? In het samenkomen van mensen is er voor een goed gesprek altijd eerst tijd nodig om ‘te landen’. De gemoedstoestand van de ander is van grote in­ vloed op zijn functioneren en ook op de kwaliteit en e­ ffectiviteit van een gesprek. Daarom is het van belang daar oog en oor voor te hebben. Daar­ om: hou het kort en zakelijk als het moet en vraag écht en welgemeend naar de ander als het kan. Gelukkig zijn er vele manieren waarop onder­ nemers hun mensen motiveren en hun doel be­reiken. Kijk om u heen en laat u inspireren door anderen. Neem mee wat u past en laat aan anderen wat niet bij u hoort. Van harte gun ik u veel wijsheid en plezier bij deze ­pittige, maar o zo mooie uitdaging. En rijdt u voorzichtig?

Tips • H eb oog voor onderlinge ongemakken. • Toon bij een meningsverschil begrip voor het standpunt van de ander. • Maak écht contact, want dat leidt tot een contract. • Overtref verwachtingen, niet door minder te beloven, maar door meer te leveren. • Houd successen bij en benoem ze. • Stel duidelijke, heldere, maar vooral realistische doelen. • Heb aandacht voor details. • Geef steun als mens.

Grote bedrijven, grote risico’s Je bent druk aan het werk, je doet je uiterste best en er gaat wel eens iets mis, maar de medewerkers lossen het wel op. Het is de dagelijkse praktijk, die soms slecht uitpakt. Neem de medewer­ kers van een loonbedrijf die gras aan het hakselen waren. Tijdens het hakselen kwam er een steen in de hakselaar. Enkele messen braken af. Na het monteren van een set nieuwe messen werd het werk voortgezet. Achteraf bleek dat de wagen met gras (met af­ gebroken messen) toch in de kuil terecht was gekomen. Niet han­ dig, maar het gebeurt. De veehouder stelde de loonwerker aan­ sprakelijk voor de dood van een paar koeien en eiste preventief onderzoek met een magneet van alle runderen. Een forse claim, omdat het een grote veestapel betrof. De loonwerker wilde de klant niet kwijt en kwam ondanks vraagtekens over zijn aanspra­ kelijkheid tot een schikking. Op het loonbedrijf werd vervolgens een toolboxmeeting gehou­ den over deze situatie. Afgesproken werd dat in een dergelijk ge­ val het gras naar de mesthoop gaat. Het bewijsmateriaal (stenen) zal worden bewaard en de afgebroken messen afgevoerd. De me­ dewerkers namen de situatie erg serieus. En je gelooft het niet, maar het gebeurde weer, bij dezelfde klant en weer door een steen in de hakselaar. De medewerkers volgden de instructies op: het gras werd apart gegooid en het bewijsmate­ riaal (de stenen) bewaard. Met deze boodschap werd aangeklopt bij de veehouder. Die kreeg de vraag wat hij met deze vracht gras wilde. Daarmee kwam de verantwoordelijkheid bij hem te liggen. De schade blijft op die manier beperkt tot maximaal de waarde van één vracht gras, waarschijnlijk niet meer dan € 150,-. Nu de veehouderijbedrijven steeds groter worden, nemen de risico’s toe, want één verkeerde vracht kan in het ergste geval betekenen dat een hele kuil waardeloos is. Niet alleen door afge­ broken hakselaarmessen, maar ook als er hard plastic (van bijvoor­ beeld drainagebuizen) in het gras zit. Of denk aan een vos, haas of eend die door de hakselaar gaat. Dit kan in een ernstig geval leiden tot botulisme. In al deze gevallen is het verstandiger om di­ rect met de klant te overleggen dan later klachten te krijgen over een hele kuil. Maak daarom goede afspraken met de medewer­ kers en vraag altijd aan de klant wat er moet gebeuren. Zo zorgt u dat kleine verontreinigingen geen grote schade veroorzaken.

André de Swart TEKST: Nico Willemsen Bedrijvenadviseur

Adviseur bedrijfskundige zaken

GRONDIG 3 2016

65


ondernemen met

cumela

TOOLBOX Veilig werken in de buurt van scholen Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

Werken bij scholen of op schoolpleinen is een vak apart. Het kan rustig zijn, maar het volgende moment krioelen er honderden kinderen om je heen. Een aantal daarvan zijn supergeïnteresseerd in wat je doet en nemen het niet zo nauw met de veiligheid.

66

GRONDIG 3 2016

GEDRAG KINDEREN

COMMUNICATIE

Over het algemeen willen kinderen zich aan de regels ­houden. Toch wordt dat moeilijk als iets heel erg aantrekke­ lijk is. En dat kun je een (graaf)machine wel noemen. Ze wil­ len precies weten hoe die werkt of met het bouwmateriaal spelen, zonder dat ze de risico’s kennen of het besef hebben dat het gevaarlijk zou kunnen zijn.

Zorg voor overleg met de school. Wat mogen kinderen wel en wat mogen ze niet? Waar mogen ze lopen en waar niet? Zorg dat ook de meester en juffen weten waarom iets wel of niet mag en laat ze voorlichting geven (ook aan de ou­ ders!) en toezicht houden op het plein. Het moet voor kin­ deren duidelijk zijn dat een machinist met zijn werk bezig is. Dat maakt het lastig om ook nog eens te controleren of er ­kinderen in de buurt zijn. Leg het ‘Zie jij mij, zie ik jou’principe uit en zorg dat ze de dode hoeken kennen. Uitein­ delijk zijn de school en het cumelabedrijf erbij gebaat dat het werk zo snel mogelijk gedaan is.


TIPS EN VUISTREGELS 1. T ien minuten voordat de school begint en als de school uitgaat, is er een hausse aan wandelaars, fietsers en ­automobilisten. Mijd als het kan deze drukke momenten. 2. Ken de standaardroutes die door de kinderen worden ­genomen om op school te komen. 3. Zet alles goed af (bouwhekken) en zorg voor aanwijzin­ gen die kinderen kunnen begrijpen. 4. Maak met de meesters en juffen afspraken. Zij kunnen aan de kinderen vertellen wat wel en wat niet mag. 5. Denk na over zo’n opstelling dat kinderen net iets verder bij je vandaan zijn of niet tegen de hekken kunnen gaan hangen. 6. Zorg ervoor dat spullen of afval zoveel mogelijk buiten het bereik van kinderen blijven. Niets is zo leuk als spelen met piepschuim, takken en afgezaagde bomen, stenen, pijpen et cetera. 7. Denk na over de plaatsing van het materiaal. Als de school bijvoorbeeld in een doodlopende straat staat en deze wordt grotendeels geblokkeerd op weinig strategische punten, dan veroorzaakt dat onnodig chaos. 8. Houd continu in de gaten of er toch een kind binnen het afgezette gebied is gekomen. 9. Als kinderen zich toch niet aan de regels houden, spreek ze dan hierop aan. Over het algemeen doet het eerste kind iets wat net niet mag en het volgende doet het een stapje erger.

Ga in overleg met de school. Wijs kinderen en ouders op het gevaar van ­(land)bouw­ machines.

Zet je werkzaamheden goed af en zorg voor aanwijzingen die kinderen kunnen begrijpen, zoals met de stickers ‘Zie jij mij, zie ik jou’.

Wat kan een kind? Om een verkeerssituatie te beoordelen, heb je ervaring nodig. Hoe ver is die auto nog weg? Hoe hard wordt er gereden? Een kind moet het nog leren. Verder zijn kinderen snel afgeleid; een poes, bal of bekende trekt de aandacht en ze steken onverwacht over. Ook iets om rekening mee te houden: kinderen zijn klein en kunnen niet zo gemakkelijk over auto’s heen kijken als een langere volwassene.

Magisch effect… Als werkzaamheden buiten schooltijden worden gepland, is dat het veiligst. Bij langdurige werkzaamheden is dat echter niet altijd mogelijk. Overweeg of het een optie is of de kinderen even de graafmachine kunnen aanraken als deze­ ­buiten bedrijf is. Dat vermindert het magische effect.

Kijk altijd goed in je spiegels bij het wegrijden. Zijn er kinderen in de buurt? Zij zijn snel afgeleid, dus wees extra waakzaam.

TEKST: Corina van Zoest-Meester, adviseur arbo FOTO’S: CUMELA Communicatie

GRONDIG 3 2016

67


LEDENVERGADERING 2016 Cultuur is bepalend

ondernemen met

cumela

Rond de thuisbasis van Van Berkel vond eind maart de algemene ledenvergadering van CUMELA Nederland plaats. Met een indrukwekkend bezoek aan de terminal van het bedrijf in Veghel en een inspirerend verhaal over de bedrijfsvoering van dit bedrijf. Het zette de toon voor een ledenvergadering die ook het motto van Van Berkel kon krijgen: Cultuur is bepalend.

‘Aanpakkers van nature’, een prachtige slogan die Van Berkel voert om het bedrijf te duiden. Een slogan die feitelijk voor de hele cumelasector kan gelden, want als er iets is wat de cume­ lasector kenmerkt, is het dat de sector vooral doorwerkt. Mis­ schien soms wel wat te veel zonder aandacht te besteden aan de eigen uitstraling, stelde voorzitter van Wim van Maurik vast. “We moeten nog meer laten zien waar we als sector voor staan: innovatief, professioneel en deskundig. Samen met de leden, maar vooral ook met de provinciebestuurders moeten we dat meer uitdragen. Om nog nadrukkelijker in beeld te komen bij lokale overheden en andere opdrachtgevers.” Een ander thema dat Van Mourik nadrukkelijk naar voren bracht, is de claim dat de bodem het domein is van de cume­ laondernemers. “De bodem is het productiemiddel waarin

E-learning Veilig rijden met land-bouwverkeer gestart Met een korte videoboodschap gaf Tjibbe Joustra, voorzitter van de Raad voor Verkeersveiligheid tijdens de jaarvergadering het startsignaal voor de e-learning Veilig rijden met land-bouwverkeer. Dit is een speciale website waarop iedereen die met een voertuig met beperkte snelheid de weg op gaat tips en aanwijzingen kan vinden voor een veilig gebruik van de weg. Meer over dit door CUMELA Nederland in samenwerking met de sociale partners ontwikkelde initiatief op pagina 72 en 73.

68

GRONDIG 3 2016

wij gespecialiseerd zijn. Of het nu gaat om ruwvoerwinning, wegenaanleg, cultuurtechnisch werk of toepassing van mest. Net zoals de hoveniers het groen geclaimd hebben en de af­ valverwerkers de recycling moeten wij de bodem claimen en ons opwerpen als de specialist van de bodem.” In dat verband vroeg hij zich wel af of de leden wel voldoende geïnteresseerd zijn in de bodem? “Moeten we ons niet veel meer verdiepen in bodemleven, bodemverdichting en het ver­ beteren van de bodem? Niet alleen in de landbouw, maar ook in het cultuurtechnische werk. De bodem biedt volop kansen om bij opdrachtgevers uit te groeien tot specialisten, maar dan moeten we er wel mee aan de slag. Als dat lukt, kunnen we ons verder ontwikkelen tot partners in ruwvoerwinning, cultuur­ techniek en grondverzet en mestaanwending. CUMELA Ne­ derland heeft om dat te realiseren al initiatieven opgestart op het gebied van ruwvoerwinning en veldbodemkunde, be­ doeld om onze leden op dat gebied verder te versterken.” Belangrijk voor CUMELA Nederland is volgens Van Mourik dat de organisatie vooral aan tafel zit. Niet om tegen te zijn, maar om als actieve sector kansen op te pakken en de sector be­ langrijker te maken. De presentatie van Hein van Berkel liet mooi zien hoe je met zo’n houding succes kunt hebben. In een inspirerend betoog liet hij zien hoe je als bedrijf door kansen te pakken kunt groeien. Door altijd een doel voor


Het bestuur leest mee in de notulen.

In een sfeervolle ruimte kon voorzitter Wim van Mourik in de ochtend al ruim 50 bestuursleden begroeten.

In verschillende workshops gingen de bestuurders in kleine groep aan de slag om na te denken over goed lobby werk.

Na afloop van de presentatie van de e-learning was er ruimte voor discussie met de ook aanwezige politie.

ogen te hebben, maar de flexibiliteit te hebben om de weg daar naar toe aan te passen aan de omstandigheden. Ook de manier van werken van Van Berkel kan voor de beleidsmakers van CUMELA Nederland en andere ondernemers een voorbeeld zijn. Helder gaf hij aan wat zijn vijf drijfveren zijn: durven ondernemen, doorzetten, eerlijk

Hein van Berkel hield een boeiende presentatie over de manier van werken in de Van Berkel groep. Volgens hem nog steeds een echt cumelabedrijf.

zijn en aanpakken. Een mooi motto, dat feitelijk de hele jaarvergadering typeerde. Niet te veel praten, even kritisch zijn en dan gewoon weer verder durven gaan. Dat is namelijk de cultuur van de organisatie en leden. TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok en Marijke Dorresteijn

Heldere boodschap

Van Berkel beeldbepalend

Hoe kun je als (regionaal) bestuurslid van CUMELA Nederland een goede lobby organiseren? Met die vraag gingen ruim vijftig bestuursleden aan de slag in het speciale ochtendprogramma dat zij hadden voorafgaand aan de ALV. Ron van Gent, directeur VNO-NCW/MKB Midden, gaf de aftrap met een presentatie van wat nodig is voor een goede lobby en wat je vooral niet moet doen. Nodig is volgens hem een heldere concrete en beknopte boodschap, waarbij het belangrijk is om een breed draagvalk te organiseren. Dit kan bijvoorbeeld door op onderwerpen samen te werken met andere brancheorganisaties. “Zorg dat je goed geïnformeerd bent en dat je feiten kloppen. Beheers je emoties en probeer altijd tot een persoonlijk gesprek te komen.” In workshops werd vervolgens geoefend met het beknopt formuleren van een boodschap en is nagedacht over de benodigde informatiebronnen en netwerken om die doelen te bereiken. Belangrijk om zo als bestuurder van een belangenbehartiger bij te dragen aan het beter kunnen functioneren van de hele sector.

Wie vanuit het noorden Veghel binnenkomt, kan het niet missen: de overslagterminal en de grote blauwe brugkraan met de naam Van Berkel om de containers op hun plaats te zetten. De terminal is inmiddels het grootste bedrijfsonderdeel van de Van Berkel-groep, een bedrijf dat 61 jaar geleden begon als loonbedrijf en nu is gegroeid tot een onderneming met 120 personeelsleden. Daar is wel afscheid genomen van het agrarisch loonwerk, maar met nog wel een bloeiende cultuurtechnische tak. Inmiddels is er ook een groot recyclingbedrijf met een eigen granulaatfabriek en dus de containerterminal. Deze is elf jaar geleden gestart als uitbreiding van het eigen bulkoverslagterrein. Met veel ups en downs, zo vertelde Hein van Berkel, maar nu sterk groeiend dankzij het Maximá-kanaal en de verbreding van de Zuid-Willemsvaart. “Maar dat wisten we toen nog niet. Terugkijkend zijn er voldoende momenten geweest dat we ons afvroegen: waar zijn we aan begonnen? Als we dat vooraf hadden geweten, waren we waarschijnlijk nooit gestart. Maar dat is het mooie van ondernemen. Door het doel voor ogen te houden en altijd een alternatief plan te hebben, kom je toch verder. Dat geldt niet alleen bij de containeroverslag, maar voor ons hele bedrijf.” Tijdens de busrit over het terrein met een demonstratie containers stapelen en laden kreeg iedereen een indruk van de grote logistieke operatie die hier plaatsvindt. Die helemaal op zijn plaats viel door de inspirerende bedrijfspresentatie van mede-eigenaar Hein van Berkel.

GRONDIG 3 2016

69


26 t/m 28 mei 2016 Nobelhors t, Almere www.TKD .nl

TKD: altijd in beweging


“De goedkoopste en de beste”

Daarom zijn onze lessen zo in trek! 5 praktijkuren + praktijkexamen

795,-

VanBuuren.nl

W W W . L M C G E N N E P. N L

Hoogveld 3 • 6598 BL Heijen • T: 0485 - 511605

fen l e z u fort n m o Gveunaard c garantie

eë ong

www.lmcgennep.nl

eit ! t i l i stab Trans-SPACE

r

3 jaa

Hardox bodemplaat

www.joskin.com NIEUW: valbreker voor aardappelen

Conische monocoque laadbak

tel : +32 43 77 35 45


VERKEER Rijd met verstand

ondernemen met

cumela

E-learning www.land-bouwverkeer.nl gelanceerd De E­learning www.land­bouwverkeer.nl is op 30 maart gelanceerd en telt meer dan dertig aansprekende filmpjes, zestig vragen en vijf toolboxen, vrij toegankelijk voor iedereen (werkgever, werknemer, bestuurder, leerling). Deze E­learning is tot stand gekomen op verzoek van en met behulp van leden van CUMELA Nederland en is gefinancierd met gelden van Colland Arbeidsmarkt namens de sociale partners.

In 2010 verscheen het rapport ‘Verkeersongevallen met Landbouwvoertuigen’ van de Onderzoeksraad voor Veilig­ heid. Jaarlijks vielen er destijds zestien doden en honderd ernstig gewonden door verkeersongevallen met (land)bouw­ voertuigen. Een reden om een onderzoek te starten en aan­ bevelingen te doen voor de sector. Eén van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid was: zorg voor permanente opleiding en voorlichting voor bestuurders van (land)bouwvoertuigen.

72

GRONDIG 3 2016

Deze E­learning voorziet hierin, informeert, laat oefenen en maakt bewust. Hij kan op verschillende manieren door werk­ gevers, werknemers en op scholen worden gebruikt. www.land­bouwverkeer.nl is een aantrekkelijk opgezette web­ site met meer dan dertig filmpjes. Werkgevers kunnen deze E­learning gebruiken tijdens een toolboxmeeting, bijvoor­ beeld over modder op de weg. Er zijn drie onderdelen die af­ zonderlijk van elkaar kunnen worden doorgenomen, namelijk ‘Veiliger voertuig’, ‘Veilige bestuurder’ en ‘Veilige omgeving’.


Veiliger voertuig Het is toch fantastisch om elke dag te mogen rijden met grote (land)bouwmachines met grote banden. Wie wil dat nou niet? Maar hoe doen we dat nu zo veilig mogelijk? Hoe zorgen we ervoor dat het voertuig zo veilig mogelijk is? Het onderdeel ‘Veiliger voertuig’ in de E­learning gaat over markering, bumpers, rem­ weg en belading. Ziet de bestuurder de motorrijder nog op tijd en wat had in deze situatie anders gekund? Eén van de voorbeelden uit de module over de bestuurder.

Wat is de vertrekcheck en hoe zorgen we ervoor dat we in het donker worden gezien. Aan de hand van filmpjes, foto’s en vragen leert de deelnemer tijdens de E­learning welke factoren belangrijk zijn voor een veilig voer­ tuig. In het donker wordt bijvoorbeeld de af­ stand tot (land)bouwverkeer regelmatig ver­ keerd ingeschat. In één van de filmpjes ziet de deelnemer hoe een tegemoetkomende auto­ mobilist de trekker waarneemt. En wat kun je bijvoorbeeld doen om ervoor te zorgen dat de combinatie beter zichtbaar is? En wat moet je doen wanneer de achterlichten van een trek­ ker niet zichtbaar zijn door een verwisselbaar uitrustingsstuk? Ook dit leert de deelnemer in deze module.

Dit soort momenten leert dat er nog veel te verbeteren valt en dat er veel van elkaar kan worden geleerd. De E­learning nodigt ook uit om met elkaar in gesprek te gaan over hoe er samen een veilige situatie kan worden gecreëerd. Daarbij moeten werkgevers meer aandacht geven aan verkeersveiligheid, vindt de Onder­ zoeksraad voor Veiligheid. Een goed moment om dit als werkgever samen met medewerkers te bespreken, is bijvoorbeeld voor de oogst­ tijd. In de oogsttijd is het druk. Er wordt veel gereden op smalle wegen, in het donker en met volle wagens. Het vergt dan extra aan­ dacht om alles veilig te houden. Het helpt de bestuurders om samen dit soort situaties in groepjes te bespreken en met elkaar te delen hoe het anders en veiliger kan, want daar leren we van. Maak afspraken met elkaar en stimu­ leer elkaar tot veilig rijgedrag. Iedereen wil namelijk graag veilig op weg. Het onderdeel bestuurder gaat over veiliger rij­ gedrag, de dode hoek, het beoordelen van risico’s, het afdekken van lading en modder op de weg.

Omgeving

Bestuurder Het tweede onderdeel in de E­learning gaat over de bestuurder. Welke situaties komt de bestuurder tegen en hoe gaat hij daar mee om? Onderstaande foto is uit het filmpje ‘Wat doe jij in deze situatie?’ Een filmpje dat toe­ vallig met een GoPro is opgenomen door een motorrijder. Hoe loopt dit af?

Het laatste onderdeel van de E­learning gaat over de omgeving. Bestuurders van grote (land)bouwvoertuigen merken vaak niet dat andere weggebruikers zich onveilig voelen in de buurt van hun imposante voertuig. Fietsers en wandelaar horen lawaai, zien immense

banden en schrikken. Daardoor gedragen ze zich onvoorspelbaar. Net als bijvoorbeeld de pubers die achterstevoren op de fiets zitten, of jongeren die met z’n drieën naast elkaar, met oortjes in, geen oog hebben voor de omge­ ving. Wat doe je dan als bestuurder? Ben je je bewust van het onvoorspelbare gedrag? Hoe ga je daar als bestuurder mee om? Blijf je achter hen rijden of probeer je hen toch te pas­ seren. En hoe reageren zij dan? Wees je bewust van de risicovolle situaties die je tegenkomt. Als bestuurder ben je gewend aan dat fantastische grote voertuig, maar reali­ seer je je als bestuurder elke dag opnieuw dat dit niet voor de andere verkeersdeelnemer geldt? En hoe zorg je ervoor dat je je hiervan bewust blijft? Aan de hand van filmpjes en vragen in dit onderdeel wordt de bestuurder zich bewust van de risicovolle situaties en wor­ den handreikingen gedaan om hier verstandig mee om te gaan. Als bestuurder ben je verant­ woordelijk, waar je ook rijdt, ook op het erf van een ander. Verantwoordelijk voor de dieren en de kinderen op het erf.

Rijden met verstand Rijden en werken met grote (land)bouw­ machines is een mooi vak, man! Dat willen we samen zo houden. We doen het niet altijd perfect, maar wel zo veilig mogelijk. En het kan nog wat veiliger. Deze E­learning helpt daarbij. Gebruik de e­learning en deel de e­learning. Hij is gratis en voor iedereen toegankelijk. www.land­bouwverkeer.nl Tip: bekijk de filmpjes en vragen in kleine groepjes. Discussie is veel waard en maakt je extra bewust!

TEKST: Erna Berends-Dijk, teamleider bedrijvenadviseurs

GRONDIG 3 2016

73


ondernemen met

cumela

BEDRIJVIG

NIEUWE LEDEN De afgelopen periode hebben acht bedrijven zich ingeschreven als lid van CUMELA Nederland.

• ALD Van Lankveld • Ven Agra Service • Ton Beks Grond-Sloopwerken & Sierbestratingen

GEMERT ZEELAND NUENEN

• Joost Albers Loon- en Grondverzet

• Loonbedrijf Schuttenbeld • Loonbedrijf Van Esch • Machinist- en Machineverhuur Tuinema

SCHAIJK BORNERBROEK ST. OEDENRODE SCHILDWOLDE

• W. Liesen Loon- en Grondverzetbedrijf

DONGEN

Activiteitenrapport • De bedrijvenadviseurs hebben in de eerste drie maanden van 2016 al een mooi resultaat op het gebied van ledenwerving gehaald. Zo’n 25 bedrijven meldden zich al aan als lid. • In de war door het verdwijnen van de VAR? Kijk op www.cumela.nl voor de modelovereenkomsten. • Er start een pilot ‘Functiecreatie’ in Zuid-Holland waaraan minimaal tien be­ drijven deelnemen. Bij deze ondernemingen wordt een quickscan uitgevoerd. Daarbij is de inzet om medewerkers uit het doelgroepenregister een garantie­ baan te kunnen bieden, zoals overeengekomen in de 100.000-deal. • De provincie Groningen en AOC Terra pakken de zaken behoorlijk goed aan. Vanaf de start in oktober 2015 worden er jaarlijks op tientallen scholen in de provincie VOMOL-projecten gehouden. • Regioleren en projectleren bij bedrijven in Friesland kent een actieve bijdrage van zeven betrokken leden bij het Nordwin College. Onderwerpen zijn bij­ voorbeeld zaaien, gewasbescherming, maaien en oogsten en werken met grondverzetmachines. WIlt u ook meedoen, neem dan contact op met gzijl­ stra@cumela.nl. • In Zuid-Holland werd tijdens de contactdag bij Yes!Delft (‘broedplaats’ voor tech­ nische startups) na de algemene ledenvergadering geluisterd naar drie boeien­ de pitches. Met de bedenkers van een nieuw soort drone, een multigasdetector en ook een amfibische peilboot werden interessante nieuwe contacten gelegd.

CUMELA… Wie? De brancheorganisatie voor agrarische loonbedrijven bestaat al bijna tachtig jaar. En zo’n vijftien jaar dient de organisatie de belangen van ondernemers in groen, grond en infra onder de naam CUMELA Nederland. De term ‘cumelabedrijf’ raakt lang­ zaam maar zeker steeds meer ingeburgerd, net als ‘horecaon­ derneming’. Toch hebben we nog een uitdaging als het gaat om onze naamsbekendheid. De provincie Zuid-Holland heeft de laatste jaren veel met CUMELA Nederland te maken gehad. Voor het dossier land­ bouwverkeer is er op bestuurlijk en ambtelijk niveau veel con­ tact. Dit begint ook zijn vruchten af te werpen. Gedeputeerde Verkeer Floor Vermeulen nodigde ons uit voor het Provinciaal Verkeer- en Vervoersberaad. En op 11 april vindt als gevolg hiervan een werkbezoek plaats, waarbij meer dan twintig wet­ houders nader kennismaken met de CUMELA-organisatie en de verkeersproblematiek. Ook Gedeputeerde Landbouw Han Weber maakte kennis met CUMELA tijdens een werkbezoek bij Jan Vrij in Wateringen. En de provinciale afdeling Ruimtelijke Ordening kent de cumelasector eveneens. Door het succes­ vol indienen van een zienswijze voor de Verordening Ruimte 2014 erkent Zuid-Holland dat cumelabedrijven een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling en het beheer van provinciaal

74

GRONDIG 3 2016

grondgebied. En dat cumelabedrijven gezien aard en functie in buitengebied ‘thuis horen’. Dat het nog niet vanzelfsprekend is dat CUMELA hierdoor in alle gelederen van de provincie bekend is, ondervonden we onlangs. In het kader van een MKB-vriendelijk aanbestedings­ beleid propageert de provincie graag in nauw contact te staan met het MKB-bedrijfsleven. Daarom heeft een bestuurlijke af­ vaardiging van Zuid-Holland, bestaande uit Arjo Klok, Aldert van der Spek en ondergetekende, een gesprek gevoerd met twee doorgewinterde inkopers van de inkoopafdeling GWW van Zuid-Holland. Beide heren waren goed bekend met loonen aannemingsbedrijven in de sector, maar de naam CUMELA Nederland was nieuw voor hen. Bij de eerstvolgende MKBmarktontmoeting met de provincie worden voortaan ook CU­ MELA-leden uitgenodigd. We leren hiervan dat het nog steeds om mensen draait. Daarom ook aan u de uitnodiging uw lid­ maatschap van CUMELA Nederland en de organisatie wijd en zijd te propageren. Samen met u gaan we graag die uitdaging aan.

Nico Willemsen, bedrijvenadviseur


Calaris , het vertrouwde middel waarmee Kees zo klaar is ®

Calaris, hét basismiddel tegen onkruiden in maïs. • Flexibel en gemakkelijk • Veilig • Snel en breedwerkend Bij gladvin gergras • Vroeg s • Lange duurwerking puit en: 2-3 blad m aïs • Hogere dosering: 1,5 l/ha

www.calariskees.nl

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl. Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code). Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/ TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.


Oprijvrachtwagens van 7 tot 27 ton Oprij CF 32-90 88 cm laadvloerhoogte 21 ton laadvermogen

huurprijs â‚Ź 2.900,=/maand

VELDHUIZEN heeft een OPRIJ CF ontwikkeld voor transport van zware machines in stedelijke gebieden. Om gemakkelijk machines te laden, wordt zowel de voor- als achteras uitgevoerd met luchtveren. Hierdoor zakt de oprijhoogte naar 45 cm. Bij vervoer van lange ladingen zijn de oprijkleppen horizontaal te vergrendelen. De oprijkleppen zijn uitgerust met stootbalk en verlichting. Zo ontstaat een compacte vrachtwagen waarmee ladingen tot 11 mtr. binnen wettelijke eisen kunnen worden vervoerd.

Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 |

www.veldhuizen.eu | info@veldhuizen.eu


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.