10 - GRONDIG DIGITAAL 14 - NIEUWE RUBRIEK; ONDERNEMERSLESSEN 32 - STATIONAIRE POMP VOOR SLEEPSLANGSYSTEEM 48 - EXCLUSIEF: STAGE IV MACHINES VOLVO
April 2014
vakblad voor specialisten in groen, grond en infra
4
ONAFHANKELIJKE VOEDERPROEVEN LEVEREN HET BEWIJS
LG HAVERA-GRAS GOED VOOR 1,4 LITER MEER MELK! Wie grasland vernieuwt met de hoogverteerbare weidemengsels van LG Havera kan veel geld verdienen voor zijn melkveeklanten! Dat blijkt overduidelijk uit voederproeven van Schothorst Feed Research met hoogproductief melkvee. Per kilogram drogestof zorgt LG Havera-grasvoor de meeste melk in de tank, oplopend tot wel 1,4 liter per koe per dag meer dan een bestaande standaardweide.
NIEUW!
De winst zit in de hogere opbrengst met meer voederwaarde, een plus van zo’n 3.000 kVEM per hectare per jaar! LG Havera is namelijk primair geselecteerd op melkdrijvende nutriënten zoals eiwitten, suikers en verteerbare celwanden. Hierdoor bereiken veehouders een hogere voerefficiëntie die goed is voor een extra rendement van a168,- per koe per jaar!
LG HAVERA MENGSELWIJZER HAVERA 1 HOOGPRODUCTIEF*
Melkdrijvend
HAVERA 2 ROTATIE
Kortdurend
HAVERA 3 DOORZAAI
Doorzaaien
Download het onderzoeksverslag op:
www.meermelkuitgras.nl
HAVERA 4 HOOGPRODUCTIEF met timothee* Melkdrijvend HAVERA 5 EFFICIËNT
Grasklaver
HAVERA 6 MAAILAND
Maaien
HAVERA 7 STRUCTUUR
Structuur
*ook als EKO-mengsel verkrijgbaar
LIMAGRAIN1413 Adv LG Havera 200x270.indd 1
03-03-14 14:25
DE BESTE IN ZIJN KLASSE!
Nieuwe DEUTZ-FAHR C9000 serie.
Kracht en betrouwbaarheid gecombineerd met stijl. Superieure kracht en betrouwbaarheid van DEUTZ-FAHR gecombineerd met elegante styling door Giugiaro in de nieuwe C9000 serie, welke kenmerken en eigenschappen verenigd in een ongeëvenaarde productiviteit en multifunctionele mogelijkheden in een breed scala van toepassingen. • 7.8 liter DEUTZ TCD L6 T4i motor met vermogens van 334 - 395 pk: maximaal vermogen en betrouwbaarheid • Vernieuwd invoerkanaal met interne pennenrotor en nieuw maaibord tot 9 meter: buitengewone oogstcapaciteit • Maxicrop dorssysteem met turbo seperator en dubbele graan retour (DGR) op de voorbereidingsbodem: overtreffende dorsresultaten in alle omstandigheden • Royaal bemeten vleugeldeuren en schuifdeuren: uitstekende bereikbaarheid voor onderhoud en controle • Nieuwe ergonomische cabine: superieur comfort, zelfs tijdens de langste werkdag De C9000 serie - technologie en innovatie helpt u uw werk nog beter uit te voeren. Beschikbare modellen: C9205 TS - C9205 TSB - C9206 TS - C9206 TSB
Het gebruik van originele smeer - en koelmiddelen wordt aanbevolen DEUTZ-FAHR LUBRICANTS
DEUTZ-FAHR is een merk van deutz-fahr.com
Agritechnica 2013 onderscheiding voor technische innovatie. Voor meer informatie bezoek onze website.
Colofon Grondig is het vakblad voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland, de branche organisatie voor ondernemers in cultuur- technische werken, grondverzet, meststoffen-distributie en agrarisch loonwerk. Leden van CUMELA Nederland ontvangen bij vakblad Grondig exclusief het katern Cumelactief. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00 fax (033) 247 49 01 CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / info@cumela.nl / www.cumela.nl Adres Grondig / CUMELA Communicatie Postbus 1156 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 50 fax (033) 247 49 51 www.grondig.com / grondig@cumela.nl Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur) Gert Vreemann,, Marijke Dorresteijn Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving De Drie Poorten Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof Druk SMGB, Doetinchem
REDACTIONEEL Wij werken driemaal Grondig Nagevraagd hebben we het nooit, maar ongetwijfeld zal de afgelopen jaren het bezoekersaantal van de website grondig.nl fors zijn gestegen. Wie zocht naar de website van Grondig kwam daar terecht. Of op grondig.com, het webadres dat wel bij ons blad hoorde. Al sinds de start in voorbereiding. We hebben gewacht tot dit moment omdat de digitalisering in een stroomversnelling raakt, zoals we in ons openingsverhaal laten zien. Daarmee is het volgens ons tijd om in te haken. Met vanaf nu een eigen website Grondig. com en heel binnenkort ook een eigen nieuwsbrief Grondig Actueel, waarmee we elke week actuele zaken in de (digitale) brievenbus posten. En wie wil, kan dagelijks nieuws voor de sector vinden op de website. Grote veranderingen die we niet naast het bestaande doen. Vanaf dit nummer is Grondig nog meer een lees- en achtergrondmagazine, met unieke verhalen voor en over ondernemers. Bedoeld om onze lezers rust te geven door ze weg te trekken van het beeldscherm. Met goede achtergrondverhalen, die kunnen ondersteunen bij de bedrijfsvoering, die aanzetten tot nadenken en die je als ondernemer scherpen. En natuurlijk verhalen die je gewoon met belangstelling en plezier leest. In de nieuwe opzet heeft Grondig een unieke driedeling. Met als eerste het deel ‘Ondernemen met mensen’. Met verhalen over de ondernemers in de sector. Over hoe zij het doen, over het werk dat ze uitvoeren, over de manier van ondernemen en met visie op ontwikkelingen die komen. Het middendeel is voor ‘Ondernemen met vaktechniek’, met gebruikerservaringen, nieuwe ontwikkelingen, nieuwe machines die een uitgebreide beschrijving verdienen en natuurlijk vaktechniek. Tot slot is er ‘Ondernemen met CUMELA’, met natuurlijk de Toolbox, verhalen van medewerkers van CUMELA Nederland die problemen die ze in de praktijk tegenkomen bespreken en uitleggen hoe te handelen. En natuurlijk is er de ontspanning met Cumelaria en af en toe Zijwegen. Wie zich zorgen maakt over wanneer dat allemaal moet worden gelezen, kunnen we geruststellen. Grondig komt voortaan niet om de vier, maar om de vijf weken. En op de website en in de nieuwsbrief beperken we ons tot de kern van de zaak. We zijn ervan overtuigd dat binnen enkele maanden Grondig.com, Grondig Actueel en Grondig 2.0 net zo vertrouwd zijn als de huidige Grondig. We horen graag uw reactie, want ook dat is tegenwoordig eenvoudiger dan ooit. Een mailtje en u ligt in onze brievenbus.
Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn. Kosten abonnement Nederland € 85,- per jaar Buitenland € 111,- per jaar Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260
Maand 2014 Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke
4
GRONDIG - April 2014
INHOUD
6 Bedrijf in actie: Enzerink BV 9 Commentaar 10 Digitale techniek zet ook in de cumelawereld door 14 Ondernemerslessen: Harm Timmermans 20 Directie & Visie: directie CUMELA Nederland 22 Sterk werk: Loonbedrijf Van Gastel
26 32 36 38 40 44 48 50 53 54 56
Profileren: project Dwingelderveld Gebruikerservaring: brandstofverbruik verlagen Grondig.com New Holland T6.160 Besparen bij grondbewerking Conexpo 2014 Volvo Stage IV-E-serie-rupsgraafmachines Kennismaken: JCB 8020 CTS Graslandvernieuwing Succes met Retengo Plus Update gewasbescherming
60 61 62 66 67 68 69 70 72 74 76 78 79 81 82
Economie In kort bestek Politiek Ondernemend: Joost Korte Cumelaria Gekruid Cumela.nl Recht(t)erzijde Algemene ledenvergadering met afscheid Jan Maris Verzekeren werkmaterieel Cursus Veilig en zorgvuldig graven Toolbox: werken met de hogedrukreiniger Vitale cumelavrouwen Column voorzitter Gevaren mestgassen onderschat Uitsmijter
Ondernemen met
mensen
Ondernemen met
vaktechniek
Ondernemen met
cumela
GRONDIG - April 2014
5
ondernemen met
mensen
6
BEDRIJF IN ACTIE
GRONDIG - April 2014
Enzerink BV Het is vandaag een rustige dag op het terrein en dus is er alle tijd en ruimte om volledig te focussen op het uitgraven van 25.000 vierkante meter voor de uitbreiding van transportbedrijf Müller in Holten. Dit project is door Enzerink BV uit Hengelo (Gld.) aangenomen. Vaste machinist Harry Horstman is met zijn Komatsu 210 LC en samen met grondwerker Henk Schottink geconcentreerd bezig om het terrein in één keer strak op diepte af te graven. De zwarte grond wordt even op depot gezet, omdat de shovelmachinist en de trekkerchauffeur er deze dag niet zijn. Harry is de vaste machinist op het project en tegelijk stand-in-uitvoerder, getuige de kaarten en omschrijvingen die hij in zijn cabine annex kantoor bij zich heeft. Hij toont de kaart met daarop de oprit, de twee gebouwen met parkeer- en manoeuvreerruimte. Daar omheen komt de waterberging en overstort. “Een mooie, veelzijdige klus, waarbij we alle grond- en straatwerk doen. In overleg met de uitvoerder kan ik veel werken naar eigen inzicht uitvoeren”, vertelt Harry. Hij legt uit dat Enzerink werkt met zelfstandig personeel dat veel taken van de uitvoerder kan overnemen. “Dat heeft als voordeel dat de uitvoerder alleen aan het eind van de dag even langs hoeft te komen om de voortgang van het werk kort door te nemen.” Vandaag hoeft Harry enkel een leerling van het Soma College, die even verderop heel geconcentreerd de geul trekt voor de regenwaterafvoerleiding, te begeleiden. “Die is goed bezig”, constateert hij. Harry graaft niet met 3D-GPS. “Gewoon op de laser met een dieptemeter en een paar piketjes, dan red ik het prima hier”, zegt hij. Het bewijs zien we aan de al strak getrokken waterberging. “Jammer dat het talud 1 : 1 moest, ik had liever 1 : 1,5 getrokken, omdat het dan langer strak blijft.” De Komatsu is inmiddels ruim over de 8000 uur heen. “Ik werk meestal op de ACC-stand, omdat ik hier nog wel eens verwissel van bak”, vertelt Harry. Hij geeft aan dat er Comtrax op zit, maar dat daar daarmee weinig wordt gedaan. “Ik weet dat hij met circa 21 liter per uur verbruik iets minder zuinig is dan de voorganger”, zegt de machinist. Dan is het even oppassen bij de lantaarnpalen voor leidingen. Met het nodige aan kabels in de berm is de grondwerker geen overbodige luxe constateert hij. Toch weet hij de oprit aan het eind van de middag schoon op te leveren. Klaar om de puinbaan aan te leggen. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann
GRONDIG - April 2014
7
Wat dekken we eigenlijk niet? De CUMELA Compleet-machinepolis Wij verzekeren al uw werkmateriaal goed en betaalbaar. Ook als schade ontstaat tijdens graafwerkzaamheden bieden wij een zeer complete dekking:
! E I T C A S ORJAAR
in heel West-Europa
O het gebruik V ongeacht
TI N G R O K E K J K E LisIverzekerd K directeN schade enEgevolgschade R T A A KING K E D E D en zonder R B E TE R V EKLIC-clausule EN
A A RD W R O O V E D deskundig en zonder gezeur. AA U meldt en wijA schade voorRu. Snel, A Gde N V R regelen CUMELA Verzekeringen kent als geen ander de wereld van agrarisch loonwerk, grondverzet, infra- en cultuurtechnische werken. Doorgewinterd in de praktijk, wijs door schade en schande en uitstekend op de hoogte van wetgeving en modern risicomanagement. Daarom is CUMELA Verzekeringen bij uitstek in staat om verzekeringen te ontwikkelen voor u en uw onderneming, uw mensen, middelen en materieel.
Vraag onze adviseurs naar de CUMELA Compleet-machinepolis. Want voor hetzelfde geld bent u gewoon beter verzekerd bij CUMELA Verzekeringen.
Meer weten? Bel (0)33 247 49 60 of mail naar verzekeringen@cumela.nl. www.cumelaverzekeringen.nl
CUMELA Verzekeringen. Al uw belangen goed verzekerd!
CUMELA Verzekeringen: de beste keuze!
VERZEKERINGEN BV
ten in s i l a i c e infra n e Vo o r s p d n o r groen, g Bezoekadres: Nijverheidsstraat 13 te Nijkerk E-mail verzekeringen@cumela.nl Website www.cumelaverzekeringen.nl AFM vergunningsnummer 12004236
Correspondentieadres: Postbus 1156 3860 BD Nijkerk Tel. (033) 247 49 60 Fax (033) 247 49 61
ondernemen met
mensen
COMMENTAAR Ruim twee jaar geleden startten we onze thema-aanpak door nadrukkelijk het accent te leggen op veilig (land)bouwverkeer. Met dit thema kwamen we met en namens de cumelasector in beeld bij opdrachtgevers, overheden, politici, beleidsmakers, collegabrancheorganisaties, vakbonden en andere relaties. Veel activiteiten (beurzen, voorlichtingsbrochures, de praktijkproef met trekkerbumpers, het VOMOL-project en het symposium) waren erop afgestemd en gedurende de campagne boekten we voortgang met het positioneren en profileren van de cumelasector. Voorlopig is er nog genoeg te doen voor de positie van het landbouwverkeer. Toch zullen we voor 2014 en 2015 onze aandacht ook richten op andere beleidsvoornemens en ontwikkelingen. Neem nu de arbeidsmarkt, waar we aandacht geven aan levensfasebewust personeelsbeleid, gezondheid en welzijn, arbeidsomstandigheden, de instroom van nieuwe medewerkers (Mooi Vak Man!) en bedrijfsopvolgers, maar ook aan het op peil houden van kennis door middel van onderwijs, trainingen en scholing. Hoe maak je van ‘verplicht’ doorwerken tot hogere leeftijd een kans om de medewerkers langer inzetbaar en betrokken te houden? Hoe implementeer je nieuwe technieken en zorg je dat medewerkers de voordelen ervan kunnen realiseren? Hoe organiseer je kennisoverdracht en zorg je voor scholing en opleidingen die aansluiten op de vraag? De arbeidsmarkt biedt uitdagende onderwerpen, waar we steviger op willen focussen, zodat we interessante werkgevers blijven. Een ander ambitieus onderwerp: kostenbewustzijn en kostenbeheersing bij werkgever en werknemer. Niet alleen afval scheiden, led-verlichting installeren en brandstof besparen onder het mom van CO2-prestatiemanagement. Nee, ook kijken naar uw organisatie, de planning, de routing, de betrokkenheid van medewerkers en kijken naar goed werkgeverschap. Zelfs in de economische crisis lijken nog onvoldoende ondernemers ervan overtuigd dat kritisch kijken naar de eigen prestaties het ondernemingsresultaat kan verbeteren. Dat daar het verschil kan liggen tussen winst en verlies. Hoe zorgen we ervoor dat de cumelasector duurzaam financieel gezonder wordt? Dat het niet alleen leuk is, maar dat het ook loont om te ondernemen? In overleg met bestuur en collega’s is besloten de bovengenoemde onderwerpen tot speerpunten te benoemen voor 2014 en 2015. En dat vraagt om een nieuw thema. Herkenbaar, aansprekend, uitdagend maar realistisch, toekomstgericht maar bereikbaar, prikkelend maar noodzakelijk. Daarom wordt ‘IJzersterk naar morgen’ ons thema voor de komende jaren. Met in ‘ijzersterk’ een knipoog naar de sterke machines en de mentaliteit van ondernemers en medewerkers, maar juist door de combinatie van de woorden ‘ijzersterk naar morgen’ en de beleving ervan doelend op de toekomst. Een gezonde toekomst. Met gezonde medewerkers en ondernemers en een gezonde bedrijfsvoering. Een toekomst die al is begonnen, voor cumelabedrijven met uitstekende perspectieven in groen, grond en infra. Een thema dat in onze beleving ook aansluit bij onze ambitie als nieuwe directie van CUMELA Nederland. Gesterkt door uw vertrouwen staan ook wij te trappelen om met u ijzersterk naar morgen te koersen.
Hannie Zweverink & Michiel Pouwels, directie CUMELA Nederland
GRONDIG - April 2014
9
ondernemen met
mensen
ANALYSE
Aanhaken of achterblijven? Digitale techniek ook in de cumelawereld in stroomversnelling Het digitaal lezen en werken neemt een steeds grotere plaats in ons leven in. Thuis zitten we met een tablet op de bank om het laatste nieuws te lezen, op kantoor verwerken we alles op de computer en zoeken we op de site van onze brancheorganisatie en in het veld kijken we op onze smartphone en klikken we een app aan voor de laatste informatie. Ook voor de cumelasector stijgt het aantal apps en andere toepassingen snel. In die wereld verandert ook Grondig. Wie nu op een groter project bij een graafmachine de cabine instapt, heeft grote kans een scherm aan te treffen waarop precies is weergegeven waar te graven, hoe diep en hoe het talud moet worden afgewerkt. Het is een stille revolutie die de afgelopen jaren het werken in het veld grondig heeft veranderd. Waar eens de piketpaaltjes zijn verzet, staat nu hooguit een basisstation voor het RTK-GPS. In de trekkers van de landbouwloonwerkers voltrekt zich hetzelfde proces. Naast de schermen die de fabrikanten zelf aanbieden, komt vaak nog een tweede of derde scherm voor de bediening van de extra functies, de apparatuur om op de centimeter recht te rijden of om GPS-gestuurd zaai- en spuitmachines te bedienen. Op de Agritechnica waren de eerste ontwikkelingen te zien van de nieuwe trend in dat systeem:
10
GRONDIG - April 2014
het gebruik van een tablet als scherm dat ook overal mee naar toe te nemen is en dat dus ook op elke plaats is te programmeren of in te stellen. Diezelfde tablet speelt ook een rol in de nieuwste ontwikkeling bij het digitaal werken op de bouwplaats. Het KlicGISprogramma is in staat om niet alleen ondergrondkaarten vanuit de Klic-melding in te lezen, maar dit ook te combineren met de bestektekeningen van de uit te voeren opdracht. Staande in de straat met de tablet in de hand kan de uitvoerder in ĂŠĂŠn oogopslag zien wat er moet gebeuren en dat ook aan de man aan de schop laten zien (zie kader). Het naar buiten brengen van de bestektekeningen op een supertablet is de eerste stap om ook gegevens vanuit kantoor naar de uitvoerder te brengen. Een nieuwe ontwikke-
Grondig nieuwe stijl en website Met het verschijnen van dit nummer heeft Grondig ook een eigen actuele website, Grondig.com. Bezoekers vinden daar elke dag het laatste nieuws uit of rond de cumelasector. Vakkundig geschreven - net als de artikelen in ons vakblad - en direct tot de kern van de zaak. Met Grondig.com hebben we een website die zowel op de pc, de tablet als de smartphone in dezelfde vorm kan worden bekeken en gelezen.
ling, want tot nu toe was het vooral informatie van buiten die naar binnen komt. In het grondverzet is dat een ontwikkeling die al enige jaren gaande is. Dat begon met het Komtrax-systeem van Komatsu, dat alle machinegegevens beschikbaar maakt voor de man of vrouw op kantoor. Dankzij de mobiele telefonie en het internet kan de eigenaar nu precies zien hoe de machine in het veld wordt gebruikt, ook al staat hij weken op een locatie tientallen kilometers van huis. Op de Conexpo koppelde John Deere dit aan een analyse van oliën, filters en termperatuurbewaking, zodat elk moment de conditie van de motor wordt gevolgd, zonder dat de machinist het merkt. De werkplaats krijgt tijdig een seintje. In de landbouw gaat dit opvallend genoeg veel langzamer. Pas de afgelopen twee jaar komen er voorzichtig wat systemen op de markt om de gegevens vanuit het veld draadloos door te sturen naar kantoor. John Deere heeft daarvoor het JDLink-programma, waarmee afgelopen jaar veel nieuw afgeleverde trekkers zijn uitgerust. Plotseling krijgen de gebruikers precies inzicht in het brandstofverbruik en de vele uren die de trekker waarschijnlijk nutteloos stationair draait. Vergelijkbaar is het initiatief waarmee Claas de markt opgaat. Opvallend genoeg zijn beide systemen ooit uitgedacht voor de grote landbouwbedrijven om daar het werk en het machinebeheer inzichtelijk te houden, maar vinden ze in ons land bijna de eerste ingang. Toen Twan Gubbels bij loonbedrijf Jansen Wijhe aan de slag ging met het Claas Telematicssysteem stonden na enkele maanden de ontwikkelaars uit Duitsland namelijk verlekkerd op de stoep om te zien wat deze Nederlandse loonwerker allemaal met het systeem deed (zie kader volgende pagina). Ondanks deze voorlopers en de techniek die beschikbaar
Het betekent dagelijks vers nieuws uit en voor de sector, geschreven door dezelfde redactie, bestaande uit Toon van der Stok en Gert Vreemann en sinds vorig jaar ook met Marijke Dorresteijn als redacteur en specialist op het gebied van webredactie en sociale media bij CUMELA Nederland. De komst van de website betekent dat er het nodige verandert. Grondig krijgt meer een achtergrondkarakter en Cumelactief verdwijnt. Die artikelen komen deels via Grondig en deels rechtstreeks via de nieuwsbrief Grondig Actueel, die binnenkort aan het Grondig-palet wordt toegevoegd. Tegelijkertijd wordt de verschijningsfrequentie van Grondig iets aangepast. In plaats van elke vier weken ontvangt u voortaan elke vijf weken een Grondig. Die is dan dikker, met meer ruimte voor achtergrond en beeld. Daarmee willen we elke vijf weken een volwaardig vakblad maken dat recht doet aan de wensen van onze 20.000 lezers in de sector. Ons systeem is zo ingericht dat wie straks vanuit de Grondig Actueel doorklikt op een bericht direct op de website terecht komt. Daar komen vier balken in beeld waar al het nieuws is gegroepeerd. Het team van CUMELA Communicatie heeft de afgelopen maanden hard gewerkt om dit op te starten. Wij gaan de nieuwe tijd in en hopen net als in het verleden met een scherp oog te selecteren om niet alleen het beste vakblad voor de sector te maken, maar ook de beste website. Kijk maar eens op Grondig.com.
is, wordt er in de cumelasector maar sporadisch gebruik van gemaakt. Hoewel alle nieuwe grondverzetmachines de mogelijkheid hebben om ze op kantoor te volgen en uit te lezen, lijken de meeste bedrijven namelijk nauwelijks geïnteresseerd. En ook in de landbouw klagen fabrikanten dat juist de loonwerkers achterlopen met investeringen in GPSsystemen. Het uitblijven van die echte doorbraak van het gebruik van computers lijkt te wijten aan de beperkte aandacht die veel ondernemers hebben voor de kantoorautomatisering. Het is niet hun ding, blijkt vaak in de praktijk. Bedrijven investeren nu eenmaal liever in ijzer dan in een computer. Al kunnen sommigen niet wachten tot er een goed systeem komt van tijdregistratie via de smartphone. Dat zou namelijk wel enorm veel handwerk schelen, de nauwkeurigheid sterk verbeteren en de faalkosten verminderen. Voor de werknemers zal het geen probleem zijn, want die zijn al massaal voorzien van een smartphone. Net als veel ondernemers overigens, want op elke CUMELA-vergadering klinkt regelmatig het modernste riedeltje van deze telefoons. En thuis op de bank zal net als overal elders een tablet liggen. Ongetwijfeld zal de komende jaren op dat vlak veel gebeuren. Het is aan de ondernemers om daar op in te haken en er tijdig tijd en geld aan te besteden, want net als bij het graven en rijden op GPS zal die wereld snel veranderen. Wie tijdig de bakens verzet, zal kunnen blijven aanhaken en mee voorop lopen. Wie dat niet doet, moet hopen dat hij de achterstand nog goed kan maken. TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: CUMELA Communicatie
GRONDIG - April 2014
11
ondernemen met
mensen
ANALYSE
Claas Telematics Tijdens de jaarvergadering van CUMELA konden belangstellenden kennis maken met de ontwikkelingen waar Twan Gubbels als bedrijfsleider landbouw bij loonbedrijf Jansen Wijhe aan werkt. Enkele jaren geleden heeft hij al alle percelen van zijn klanten ingetekend in Google Earth. Die gegevens worden nu dankbaar gebruikt nu hij met het Claas Agrocom-systeem werkt. In dit systeem worden er per perceel gegevens bijgehouden. Doordat alle percelen al gemarkeerd zijn, weet een trekker of hakselaar die met het systeem is uitgerust automatisch waar hij zich bevindt. Alle gegevens worden daar dan op geregistreerd, zoals uitgevoerde werkzaamheden, tijdstip van werk en het belangrijkste: de opbrengst. Gubbels gebruikt dit om klanten bij het winterbezoek precies te laten zien wat de opbrengst is geweest van een perceel. Daar wordt gretig gebruik van gemaakt, omdat hij ook een kaartje maakt waarop plaatsspecifiek de opbrengst wordt aangegeven. “Daar zijn klanten gek op en het is een mooie basis voor nieuwe afspraken.” Gubbels gebruikt het Agrocom-systeem ook om zijn machines te volgen. Zo kon hij afgelopen jaar precies zien wat het verschil was in efficiency van twee chauffeurs. “Daar zat toch bijna tien procent tussen. Dat is dan een mooie aanleiding om te bespreken hoe de werkwijze kan worden veranderd om zo als bedrijf een beter rendement te halen.” Meer informatie: www.kampsdewild.nl.
12
Op dit scherm zijn alle in kaart gebrachte percelen met nr te zien.
App KlicGIS
Mestverwerkingsplicht.nl
Inmiddels zijn er al meerdere apps die de kabel- en leidinginformatie van de Klic-melding verwerken tot een digitaal bestand voor de tablet of smartphone. Handig, maar het ging aannemersbedrijf Van Boekel niet ver genoeg. Waarom zou je in diezelfde tekening namelijk ook niet alle bestekinformatie opnemen, zodat je niet in de ene hand een tablet hebt en in de andere en berg tekeningen. Of twee tablets naast elkaar, zoals nog vaak de praktijk is. Het eigen zusterbedrijf Ecoflight werd aan het werk gezet en ontwikkelde een systeem dat alle informatie vertaalt naar leesbare bestanden binnen Google Earth. Het resultaat is prachtig. Een uitvoerder kan met de tablet in de hand op straat gaan staan en via Google Earth hetzelfde beeld op zijn tablet laten zien, maar dan met alle leidingen ingetekend. Een machinist die dat op zijn scherm heeft, ziet dus precies waar alle leidingen lopen. Nu nog moet alles wel handmatig worden uitgezet om de nauwkeurige ligging te bepalen, maar het bedrijf werkt al aan de volgende applicatie. Doel is het omzetten van de gegevens in GPS-coördinaten, waarna met een digitale roverstok de kabels zo uit te lopen zijn en gemarkeerd kunnen worden. Enige onnauwkeurigheid is geen probleem, want die is op de kaarten vaak toch nog veel groter.
Door snel een eigen website te lanceren voor de verplichte mestverwerking die hoort bij de nieuwe Mestwet wil Agro Limburg daar actief een eigen positie houden. Via de website kunnen veehouders vervangende verwerkingsovereenkomsten sluiten, hetzij als aanbieder, hetzij als vrager. Op deze manier wil Agro Limburg, dat al 25 jaar actief is in de mest, inspelen op de nieuwe mogelijkheden van de Mestwet en de meststromen zo organiseren dat de meest geschikte mestsoorten ook worden verwerkt. Directeur John Hendriks is ervan overtuigd dat internet daarvoor tegenwoordig het meest geschikte instrument is. “Doordat wij vraag en aanbod samen laten komen en zelf mest verwerken, kunnen we komen tot een transparante werkwijze, waarbij iedereen de prijsvorming altijd op de voet kan volgen.” Agro Limburg heeft ervoor gekozen niet zelf als partij op te treden, maar alleen de administratieve afhandeling te verzorgen. Daarvoor rekent het bedrijf € 0,75 per contract. En natuurlijk hoopt het op een aandeel in de meststroom die uiteindelijk wel wordt verwerkt. Meer informatie: www.mestverwerkingsplicht.nl.
GRONDIG - April 2014
Groen, grond en infra producten
NU IN SLEEVE VERPAKKING wikkelfolie Bekijk het filmpje op www.buma.com/sleeveverpakking of scan de QR code
Nijemirdum
|
Tel.: 0514 - 57 18 26
|
www.buma.com b
|
info@buma.com
ondernemen met
mensen
ONDERNEMERSLESSEN
“Een plan hebben we nooit gehad, we zijn gewoon begonnen” Harm Timmermans, America Vijf jaar geleden waren Gerton en Harm Timmermans de trotse winnaars van de verkiezing van de CUMELA Onderneming van het Jaar. Ruim een jaar daarna verongelukte Gerton tijdens het testen van een machine. Nu, bijna vier jaar later, denkt Harm het bedrijf weer op de rails te hebben, maar het ondernemen zal volgens hem nooit meer hetzelfde worden. “Het bedrijf waren we samen, dat komt nooit meer terug. Maar het gaat wel op een andere manier verder.”
LES 1 “We zijn er nog, dat was de afgelopen jaren het allerbelangrijkste” “Dat we de afgelopen maand ons 25-jarig bestaan konden vieren, is mooi. Vooraf twijfelde ik of we het wel moesten doen. Voor mij is Timmermans Agri Service sinds het ongeluk waarbij Gerton verongelukte (hij raakte bij het testen van een spitmachine bekneld; red.) nooit meer echt Timmermans Agri Service geweest. We zijn het bedrijf 25 jaar geleden samen gestart en deden alles samen. Als je mede-ondernemer wegvalt, stort je hele wereld in, maar ook dat van mijn gezin en het gezin van mijn broer. Het bedrijf heeft me in die periode wel gered. Dat, plus de mensen om me heen, was de enige reden dat ik uit bed kwam. Nu, drieënhalf jaar verder, kan ik zeggen: we zijn er nog, dat was de afgelopen jaren het allerbelangrijkste. Dat heeft moeite gekost en het kost me nog steeds moeite, want ik mis Gerton elke dag. Alles deden we samen, nu moest ik alles alleen doen. Natuurlijk, onze vrouwen waren minstens zo belangrijk, maar uiteindelijk waren wij het die de beslissingen over het bedrijf namen.”
LES 2 “We wisten 25 jaar geleden al dat gewasverzorging anders moest” “Toen we 25 jaar geleden begonnen, was ons al duidelijk dat het spuiten en de hele gewasverzorging anders moesten. Eerst bij Taco, waar we een paar jaar hadden gewerkt, en daarna bij Ploegmakers merkten we dat het spuiten er maar gewoon een
14
GRONDIG - April 2014
beetje bij hing. Wat dat betreft is er bij veel bedrijven nog niet veel veranderd. Het gebeurde elke keer dat we aan het eind van de dag om vijf uur nog met de spuit op pad werden gestuurd. Feitelijk altijd last-minute-werk, want je ging pas op pad als de boer belde. Te laat, want op dat moment had je er al moeten zijn. Het gekke was dat Ploegmakers destijds voor de bieten wel aan teeltbegeleiding deed. Daar zagen we hoe het ook kon. Daar werd wel op tijd gespoten.”
LES 3 “Laat zien dat je het anders doet” “Echt een plan hoe onze onderneming eruit moest zien, hebben we nooit gehad. We zijn eigenlijk gewoon begonnen. Ik weet nog dat we op een zondag met z’n vieren, met Gerton, Connie, mijn tweelingbroer Peter en ik, naar Frissen zijn gereden omdat daar een zelfrijder, toen een spuit op een MB-Trac, te koop stond. Toen we die hadden gekocht, kwam de vraag wie er mee gingen doen. Omdat Peter niet meedeed, zijn we samen aan de slag gegaan. Gewoon door klanten te benaderen, onze diensten aan te bieden en vooral goed werk te leveren. Mond-tot-mondreclame doet dan heel veel. We deden het ook anders dan alle anderen, want wij gingen ook elke dag kijken om als het nodig was er dan ook de volgende dag te staan. Op die manier wisten we veel vertrouwen te verwerven. Dat versterkten we door regelmatig te demonstreren. Toen we onze eerste Cebeco-spuit hadden gekocht, hebben we bijvoorbeeld een demo gegeven om te laten zien wat wij anders deden dan anderen. Met die spuit konden we demonstreren dat we door het gebruik van bredere banden veel minder in-
sporing veroorzaakten. Daarmee heb je dan een binnenkomer. Maar ook de open dag van laatst was daar een middel voor. Je krijgt je klanten dan toch een keer op het bedrijf en kunt laten zien wat je allemaal doet. Vanaf het begin hebben we de samenwerking gezocht met bedrijven uit de omgeving, zoals Loonbedrijf Hendrix & Smits, Loonbedrijf De Mulder & Strijbos en Loonbedrijf Jenniskens. Dat lukte ook omdat wij vooral werk deden waar ze zelf niet aan toe kwamen of weinig belangstelling voor hadden. Doordat wij bijvoorbeeld niet hakselden of mest uitreden, waren we ook geen concurrenten. Zo is het nog steeds. In 2011 zijn we ook gaan samenwerken met Gebr. Reintjes, hier anderhalve kilometer verderop. Het bijzondere is dat je door zo’n specialisatie ook een heel andere positie krijgt. Ik weet dat sommige fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen ons nu als uithangbord gebruiken. Ze gebruiken het feit dat ze bij klanten van Timmermans komen om proeven aan te leggen voor nieuwe middelen. Het is voor ons het bewijs dat we de goede lijn te pakken hebben.”
LES 4 “Maak je ondergeschikt aan het bedrijf” “De formule die we hanteren, is eigenlijk heel simpel. We vragen de teler wat de zaaidatum is en eventueel het teeltdoel en de rest verzorgen wij, van bemesting tot gewasbescherming. Alleen oogsten en zaaien doen we niet, daar zijn andere bedrijven voor. Voor ons betekent dit regelmatig kijken hoe de situatie in het veld is. Ik denk dat wij negentig procent van de percelen eerst bekijken voor we gaan spuiten. Het voordeel
voor ons en de klant is dat wij ons echt in de gewassen en de teelt verdiepen. In het begin moesten we die kennis opbouwen, maar inmiddels zijn we echt specialisten. Dat is voor ons geen enkel probleem, omdat we er dagelijks in zitten. Natuurlijk kost dat veel tijd, omdat je er eigenlijk altijd mee bezig bent, maar als ondernemer vind je dat geen probleem. Dan maak je jezelf altijd ondergeschikt aan het bedrijf. Veel dingen kun je doen omdat je het leuk vindt, maar het betekent ook veel uren maken en soms ook dingen die je niet leuk vindt.”
LES 5 “Over zo’n ongeluk kun je je niet heenzetten, dat kan alleen maar slijten” “Onze samenwerking was wel bijzonder. Gerton ging de baan op en ik zorgde op het bedrijf dat alles liep. Hij had het contact met de klanten, samen discussieerden we over de strategie, of dat nu het bedrijf was of de aanpak van een probleem, samen regelden we alles op het bedrijf. Dat viel allemaal weg toen hij kwam te overlijden. Plotseling sta je er helemaal alleen voor. Het is namelijk niet alleen je broer die plotseling overlijdt, het is ook je partner en maat. Vanaf ons zestiende waren we altijd samen bezig. Dat maakt het nog veel moeilijker dan zo’n ongeluk waarbij je zelf betrokken bent al is. Het blijft je dagelijks achtervolgen en confronteert je er dagelijks mee. Ik merk ook dat je jezelf er niet overheen kunt zetten. Het kan alleen maar slijten. Nu we drieënhalf jaar verder zijn, heb ik pas het gevoel dat de boel weer een beetje op de rails staat. Onze partners, Carla en Connie, hebben het bedrijf geweldig mee opgepakt. De afgelopen jaren was het vooral
GRONDIG - April 2014
15
Harm Timmermans Samen met zijn broer Gerton begon Harm Timmermans 25 jaar geleden zijn eigen spuitbedrijf, Timmermans Agri Service. Het bedrijf heeft nu tien mensen in dienst en verricht werkzaamheden in de wijde omgeving van het Limburgse America. Naast gewas- en omgevingsverzorging en bollenspoelen vormen plaatsspecifiek grondonderzoek en de bijbehorende bemesting een belangrijk onderdeel van het bedrijf. In de zomer van 2010 kwam Gerton om het leven bij een ongeval met een spitmachine. Zijn vrouw is nu één van de vennoten in het bedrijf. In 2009 was het bedrijf CUMELA Onderneming van het Jaar.
overleven. Proberen het bedrijf aan de gang te houden en zorgen dat alles weer wordt opgepakt. Pas nu heb ik het gevoel dat we weer verder kunnen en dat we weer plannen maken.”
LES 6 “Als een ondernemer overlijdt, zijn er twee mensen nodig om dat op te vullen” “Mijn gezin heeft flink geleden van de afgelopen jaren. Het verdriet om het verlies van mijn broer, partner en maat hield me zo bezig dat ik geen oog meer had voor anderen. Het enige wat dan nog telt, is het draaiende houden van je toko en je eigen problemen. Onze gezinnen zijn op sociaal gebied ook nauw verbonden. Dat maakt dat het privé op veel plaatsen ook confronterend is. Voor het gezin heb je dan helemaal geen oog. Ze deden alles om mij te helpen, maar ik kon niets teruggeven. Je hebt een paar oogkleppen op en ziet alleen je eigen verdriet. Terwijl het voor hen ook niet gemakkelijk is. Pas toen mijn vrouw me wakker wist te schudden, is het wat omgekeerd. Toen wist ze het besef te brengen dat ik met de levenden verder moest en niet met de doden. Als je alles altijd samen hebt gedaan, moet je leren om met anderen te gaan samenwerken. Omdat Connie, de vrouw van Gerton, in het bedrijf is gebleven, zijn we vooral veel met zijn drieën gaan bespreken. Maar het blijft anders. Eerst probeer je nog veel alleen te doen, maar dat lukt niet als je altijd een klankbord hebt gehad. Dan moet je aanvaarden dat je het niet alleen kunt. Nu werd ik plotseling het gezicht van het bedrijf. Dat vond ik nog niet het grootste probleem, veel moeilijker was het om zaken die ik altijd deed aan anderen over te doen. We hadden al snel een teeltadviseur in dienst genomen om de taak van Gerton over te nemen. Dan denk je dat je al een eind bent, maar zo is het niet. Als iemand overlijdt, merk je pas hoeveel werk je verzet als ondernemer. Wij merken nu dat er twee mensen nodig zijn om alle taken over te nemen. Zelf ga je altijd door. Als het dreigt te gaan regenen, drink je geen
16
GRONDIG - April 2014
koffie, maar spring je op de spuit om zo snel mogelijk aan het werk te gaan.”
LES 7 “Elke medewerker heeft zijn eigen kwaliteiten; de kunst is om daar één geheel van te maken” “Ons personeel heeft ons in de afgelopen jaren enorm geholpen. Eén keer vragen was voldoende om ze op een vrije dag toch aan het werk te krijgen. Dat heeft ons zeker door de moeilijke tijd geholpen. Soms merk je dat ze in hun streven om het bij elkaar te houden en nog beter te doen te kritisch worden. Daar heb ik wel eens moeite mee. Dan hebben ze kritiek op elkaar omdat het in hun eigen ogen beter kan, terwijl iemand het fantastisch heeft gedaan. Dan zou ik willen dat het wat meer opbouwend is en dat ze accepteren dat iedereen zijn eigen aanpak heeft. Werknemers daar doorheen te laten kijken, vind ik één van de moeilijkste dingen. Waar het om gaat, is dat elke medewerker zijn eigen kwaliteiten heeft. Het is voor mij de kunst om daar één geheel van te maken. Een open dag zoals we die pas hebben gehad, helpt daar wel bij. Het is mooi om daar met de hele club naar toe te werken. Hoewel het voor mij nog niet hoefde, zag ik wel de noodzaak ervan in. We werken met gewasbeschermingsmiddelen en daar is iedereen toch kritisch over. Dan laat ik de omgeving graag zien wat we doen. We hebben hier niets te verbergen. Je hebt het ook nodig om te beseffen wat je in al die jaren hebt opgebouwd. Ik weet nog dat ik vlak daarvoor op een ochtend vroeg met een chagrijnige kop op kantoor zat en dat mijn zoon binnen kwam. Hij stond hier, keek naar buiten en vroeg me toen of ik niet ontzettend trots was als ik zag wat er allemaal aan machines buiten stond. Dat brengt je dan weer helemaal terug en laat zien dat je weer moet leren genieten van wat je samen hebt opgebouwd.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok
Schoon de kuil in OPTIMALE BODEMVOLGING De 3D-beweging van de Lely Hibiscus rotoren zorgen voor een optimale bodemvolging en hoge capaciteit. Dit resulteert in een laag ruwe as gehalte en dus smakelijk voer. Vraag het gratis informatiepakket aan via nederland@lely.com
HARVEST RESULTS. www.lely.com
innovators in agriculture
Nu € 600 korting bij aankoop van een nieuwe Greenstar 3 2630 display*
Uw bedrijf groeit en uw uitdagingen ook. Daarom is het zinvol te investeren in een display, waarin de toekomst al is ingebouwd: het nieuwe GreenStar 2630 touchscreen. Dit fantastische kleurendisplay biedt u volledige controle en bediening over alle oplossingen waarvan u gebruik maakt in uw trekker, pers, maaidorser of veldspuit. Van documentatie tot prestatiemeting en met geavanceerde ISOBUS conformiteit, is de GreenStar 2630 toonaangevend voor gemak, comfort en efficiëntie. * Ontvang € 600 korting op de bruto prijs als u nu een nieuwe GreenStar 2630 Display besteld voor 30 april 2014.
JohnDeere.com
Onderhoud aan olieafscheiders volgens het Activiteitenbesluit Halfjaarlijkse laagdiktemeting olie-water-slib Ledigen en reinigen van olieafscheiders en zandvangers Vijfjaarlijks onderhoud volgens NEN-EN 858-2 Verzorgen van alle vereiste rapportages en begeleidingsbrieven Verzorgen capaciteitsberekening van de olieafscheider Reparatie, onderhoud en vervanging van olieafscheiders Eigen verwerkingsinstallatie voor alle ingenomen afvalstoffen Teeuwissen is KIWA gecertificeerd voor onderhoud aan olieafscheiders Bestevaer 50, 1271 ZA Huizen Tel. 035 - 525 23 19 Fax 035 - 524 09 82 Mercuriusweg 39, 3771 NC Barneveld Tel. 0342 - 425 678 Fax 0342 - 425 677
www.teeuwissen.com
Lastige onkruiden vragen om de kracht van Peak of Casper ®
Peak, tegen lastige breedbladige onkruiden • IJzersterk op o.a. kamille en zwaluwtong • Goede werking op haagwinde • Zeer veilig voor de maïs • Flexibel en makkelijk in het gebruik
®
Casper, de oplossing tegen haagwinde • Sterk op haagwinde en lastige breedbladige onkruiden • Werkt tot diep in de onkruidwortels • Veilig voor de maïs • Draagt bij aan een snelle onkruidbestrijding
Peak en Casper zijn ideaal te combineren met o.a. Calaris®, Callisto®, Milagro® en Gardo® Gold.
Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl. Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code). Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/ TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.
TM
ondernemen met
mensen
DIRECTIE EN VISIE
Na het vertrek van Jan Maris vormen Hannie Zweverink en Michiel Pouwels de nieuwe tweehoofdige directie én het gezicht van CUMELA Nederland. Grote koersveranderingen hoeven de leden niet te verwachten, kondigen ze aan bij een gesprek over hun visie op de toekomst. Beiden vinden het belangrijk de komende jaren de binding met de leden te versterken en als organisatie in beeld te komen bij potentiële leden en vooral opdrachtgevers en overheden.
In beeld komen Hannie Zweverink en Michiel Pouwels, directie CUMELA Nederland Ergens in het gesprek grijpen Pouwels en Zweverink met enthousiasme terug op een moment uit de algemene ledenvergadering in maart waar het ging over landbouwverkeer. Het illustreert volgens beiden precies waar ze de komende jaren de nadruk op willen leggen. “Het was mooi om daar uit de mond van Daan Kool te horen hoe hij als bestuurder, door alert te zijn en actief contact te leggen met lokale en regionale overheden, zijn probleem op de kaart weet te zetten. Met als resultaat dat hij als ondernemer met de omgeving in overleg gaat om het probleem op te lossen. Een goed voorbeeld van regionale of zelfs lokale belangenbehartiging.” Pouwels haalt het voorbeeld aan om uit te leggen hoe ze als directie CUMELA Nederland vooral in de regio beter zichtbaar willen maken. “Als organisatie doen we ons best, maar we kunnen niet uitsluitend vanuit Nijkerk volgen wat er regionaal aan beleid wordt gemaakt. Leden zullen ook zelf moeten opletten en contact moeten leggen en houden met overheden om te zorgen dat we bijvoorbeeld onze plek op de weg houden of dat leden hun bedrijf kunnen blijven uitoefenen in het buitengebied.”
Als leden niet de accountant bellen, maar ons, hebben ze de contributie er in een jaar uit. Voor de komende jaren is het versterken van de regionale belangenbehartiging één van de kernpunten uit de beleidsdoelstellingen van de nieuwe directie, met Michiel Pouwels in de functie van directeur belangenbehartiging en Hannie Zweverink als algemeen directeur. “Op landelijke schaal zijn we voor veel partijen een goede en gerespecteerde gesprekspartner, maar regionaal kan het beter. Daar zijn we als cumelasector onvoldoende bekend. Om dat te versterken, willen we juist dat provinciale besturen en leden zich nadrukkelijk in discussies en beleidsvraagstukken mengen. Vooral daar merken we dat te veel opdrachtgevers, lokale overheden en collega-bedrijven niet in de gaten hebben dat onze sector goed is voor bijvoorbeeld zeventig procent van het grondverzetwerk.” Duidelijk maken waar CUMELA Nederland voor staat, zal de komende jaren een kernpunt van de organisatie blijven, benadrukken Zweverink en Pouwels. “Dat blijven we doen, door gewoon op te komen voor de belangen van onze leden en door constructief mee te blijven denken.
20
GRONDIG - April 2014
We zitten heel graag aan tafel, maar willen dan ook verder komen. Alleen maar aan tafel zitten om ‘tegen’ te roepen, is niet ons ding. Net als onze leden kiezen we er liever voor om oplossingen aan te dragen.” De setting van ons gesprek illustreert die houding misschien wel het best: in het kantoor van Hannie, op de plek waar ze al zit sinds CUMELA Nederland zijn intrek nam in Nijkerk. En alhoewel ze nu algemeen directeur is, zag ze geen reden om naar de grotere kamer dichter bij de ingang te verhuizen. Hannie blijft in haar kantoor voor in het pand. Als extra bewijs dat het niet de plek is die je succes bepaalt, maar dat het gaat om gewoon goed je werk doen voor de sector. Dan komt het succes vanzelf. Beiden zijn daarom prima tevreden met de kantoorlocatie op een industrieterrein in Nijkerk. “Het past niet bij onze organisatie om in een groot en bijzonder luxueus kantoorpand aan de Zuidas te gaan zitten. Dat past niet bij onze bedrijfstak, die wars is van uiterlijk vertoon en vooral gericht is op goed en slim je werk doen.” Toch hindert dat gebrek aan uitstraling de organisatie ook wel eens, erkennen beiden als wordt gewezen op het nieuwe mestbeleid, waar CUMELA Nederland pas na veel druk vanuit de organisatie mocht aanschuiven. Zweverink: “Dat was vervelend, maar onderdeel van het politieke spel. En daarin heeft LTO nog steeds iets meer macht dan wij. Aan de andere kant zal iedereen binnen het ministerie die je daar nu naar vraagt erkennen dat het beleid er is gekomen dankzij CUMELA. Want net zoals wij het mestprobleem voor de veehouderij tot nu toe hebben opgelost, is er dankzij onze bijdrage uitvoerbare regelgeving gekomen. Door constructief mee te blijven denken en vanuit de praktijk oplossingen aan te dragen en te zoeken naar mogelijkheden om eisen en wensen in een goede regelgeving onder te brengen. Waarbij je moet bedenken dat wij inmiddels een complete serie informatieavonden hebben georganiseerd waarop we meer dan 500 van onze leden hebben gezien, terwijl LTO richting de boeren nog helemaal niets heeft gedaan. Wie doet er dan aan belangenbehartiging?” Een ander aandachtspunt dat beiden noemen voor de komende jaren is het betrokken houden van de leden. “We hebben een grote groep leden die zich niet eens afvragen hoe ze een probleem moeten oplossen, maar gewoon met het kantoor in Nijkerk bellen. Helaas is er ook een groep die we nauwelijks spreken. Jammer, want vaak zien we dat ze voor hun dienstverlening een beroep doen op hun accountant. Terwijl die de specialistische kennis soms ook gewoon bij CUMELA Nederland
haalt, moeten zij een rekening betalen van de accountant. Zo’n bedrijf zou, door in plaats van de accountant ons kantoor te bellen, alleen daarmee de contributie kunnen terugverdienen.” Om de laagdrempeligheid en de betrokkenheid bij en met leden hoog te houden, willen Pouwels en Zweverink prioriteit blijven geven aan de doelstelling om elk lid minimaal één keer per jaar te bezoeken door een bedrijvenadviseur. “Daarin zijn we uniek in Nederland en dat willen we zo houden. De waardering daarvoor zien we, denken wij, ook wel terug in ons ledental. Vorig jaar hebben we voor het eerst een kleine daling gezien, maar dat komt niet doordat er meer dan anders ontevreden leden opzeggen. De daling komt vooral door fusies, enkele faillissementen en bedrijfsbeëindigingen. De komende jaren verwachten we dan ook zeker de stijgende lijn weer te pakken te krijgen.”
Dankzij onze praktijkkennis is er uitvoerbare mestwetgeving gekomen.” Organisaties als de BVOR en de BSNC zien Zweverink en Pouwels niet als bedreiging, hoewel ze de laatste jaren nadrukkelijk met een aantal activiteiten leden aan zich weten te binden. Zweverink: “Je ziet toch dat deze organisaties vooral gericht zijn op het vergaren en delen van kennis over een bepaald werkveld. Ze hebben niet net als wij een organisatie waar mensen voor ondersteuning voor alle ondernemersvraagstukken terecht kunnen. Maar het is knap dat ze daarvoor soms een hogere contributie weten te vragen dan wij.” Moet je daar als organisatie niet van leren en ook meer van dit soort activiteiten organiseren? Een felle Zweverink: “Op sommige terreinen doen we dat al, bijvoorbeeld via de jaarlijkse bijeenkomsten voor glastuinbouw-loonbedrijven. Of kijk naar de bijeenkomst die we samen met de BVOR hebben georganiseerd over compost en mest. Nu zijn we bezig met de bedrijven die zich bezig houden met graafzuigen. Een deel van die bedrijven heeft het idee dat ze juist een aparte organisatie moeten oprichten. Dan vraag ik me af: wat maakt je als bedrijfstak nu zo speciaal dat je daar een eigen organisatie voor nodig hebt. Organiseer samen een kennisbijeenkomst, maar benut de brede kennis van de CUMELA-organisatie voor alle andere zaken. Want of het nu gaat om Klic-meldingen of personeelszaken, dat moet je toch niet zelf willen opzetten voor een beperkt aantal lidbedrijven.” Bij een mogelijk verdere groei van CUMELA Nederland denken beiden niet direct aan een fusie met andere organisaties. Zweverink: “Wie goed heeft geluisterd, heeft bij het afscheid van Jan Maris duidelijk gehoord dat we graag willen samenwerken met organisaties die in hetzelfde speelveld als wij actief zijn. Voor ons is duidelijk dat we de ideale belangenbehartiger willen zijn voor alle bedrijven die actief zijn met machines en werken op, in of met grond. Dat is wat ons bindt.” TEKST: Toon van der Stok FOTO: Robert Koelewijn
GRONDIG - April 2014
21
ondernemen met
mensen
STERK WERK
Altijd in contact Loonbedrijf Van Gastel, Wouwse Plantage Je kunt een duur systeem aanschaffen, maar je kunt ook eenvoudig met de mogelijkheden van de Apple iPad en iPhone een perfect communicatiesysteem opzetten. Van Gastel draait nu twee jaar succesvol met deze methode. De chauffeurs en machinisten staan continu in contact met elkaar, de basis, de planning en de klanten. Met alle voordelen van dien.
Op zich zijn de iPhone en de iPad van Apple natuurlijk niet nieuw. We zien via persberichten steeds meer applicaties van fabrikanten opduiken voor deze telefoons en tablets. Wie zelf hiermee werkt, kent ook de voordelen. Je kunt zonder de computer op te starten razendsnel het netwerk raadplegen, contact met elkaar hebben, foto’s maken en uploaden, agenda’s en informatie delen en ga zo maar door. Dat is ook de manier waarop Martijn en Lizette van Gastel van het gelijknamige loonbedrijf in Wouwse Plantage ernaar keken. Het bedrijf is gespecialiseerd in het uitrijden van vaste en vloeibare mest, bieten rooien, zaaiklaar maken van land
22
GRONDIG - April 2014
en kilveren. Met een klein, specialistisch team wordt het werk rondgezet. Het bedrijf heeft een steeds groter werkgebied, waar je als gespecialiseerd loonbedrijf niet een extra planner op kunt zetten. De iPad, met alle mogelijkheden die Apple ‘voor een drol’ aanbiedt, fungeert als oplossing voor de communicatie. Enige zorgen waren er vooraf over de kwetsbaarheid van de tablets in de cabine. Inmiddels is vastgesteld dat dit geen probleem is. En, zoals Martijn het treffend uitlegt: “Als ze eens allemaal tegelijk in de sloot belanden, is alle informatie in iCloud opgeslagen.”
Loonbedrijf Van Gastel Loonbedrijf Van Gastel is in 1993 gestart met het uitrijden van mest met een tienkuubs Vervaet Hydro Trike. Daarna is het bedrijf gestaag doorgegroeid, met altijd een sterke focus op specialistisch werk in een wat groter werkgebied. Het bedrijf werkt in een groot gebied in West-Brabant en Zeeland, ruwweg tussen Antwerpen en Rotterdam. Martijn en Lizette van Gastel runnen samen het bedrijf. Lizette doet het papierwerk, Martijn stuurt de medewerkers aan en doet het relatiewerk plus uitvoerende werkzaamheden. De werkzaamheden bestaan uit sleepslang- en bouwlandbemesten, vaste mest strooien, mesttransport, spitten en zaaien, kilveren en bietenrooien. Het bedrijf heeft vijf vaste medewerkers, die zelfstandig opereren. De vader van Martijn levert hand- en spandiensten. Het bedrijf is VKL-gecertificeerd? Meer informatie: www.loonbedrijfvangastel.nl.
De praktijk Martijn zoekt via de app ‘Zoek mijn iPad’ sleepslangchauffeur Richard van der Baan op. Die blijkt bezig te zijn in de buurt van Heiningen. “Ik weet dat niet altijd, hij regelt zelf zijn planning. Mede dankzij de tablet heeft hij zijn kantoor in de cabine.” Even Buienradar erbij. “Vandaag mooi zonnig, geen regen op komst.” Routeplanner pakken. “Die gebruikt hij om de handigste route te pakken of om bij een nieuwe klant via Maps even mee te kijken waar het perceel precies ligt. Dat komt goed over bij klanten.” Aangekomen is Richard al een mooi eind op streek. 1600 kuub moet hij op aardappelland uitrijden met de voor dit seizoen volledig in eigen huis afgelopen winter rebuilt Vervaet Hydro Trike met vierkuubs buffertank. Die update deelt Van Gastel via Facebook. “Dan zien onze klanten ook dat wij in hen investeren. En hopelijk hebben ze dan wat meer begrip voor de tarieven”, vertelt de ondernemer. Public relations is volgens Martijn en Lizette ook belangrijk voor het bedrijf. “We zien dat internetpagina’s langzamerhand ondergeschikt worden aan het snellere Facebook. Met de tablet kunnen onze medewerkers altijd en overal foto’s maken en zo houden we onze Facebook-pagina actueel.”
Rijdend overleg De sleepslangbemester is bezig op mooie grote, rechte percelen, met een goed geplande, regelmatige mestaanvoer. Chauffeur Richard heeft dankzij de stuurautomaat de handen vrij voor zijn planningswerkzaamheden. Als we meerijden, tikt hij op de tablet net het vaste-meststrooien in. “Even
kijken wat mijn collega met de vijfwieler vandaag heeft kunnen afwerken”, zegt hij. Op de tablet tikt hij het vaste-mestklantenbestand aan. Hij kan precies zien welke opdrachten zijn afgevinkt en welke nog open staan. Tijdens het checken van de lijst komt er een bericht binnen met een opdracht. “Veel plekken zijn te nat (begin maart; red.). Hopelijk houden we bestendig droog weer, want er is nog heel veel te strooien in Zeeland.” Hij checkt de lijst en overlegt even later met de chauffeur van de vaste-mestverspreider over de mogelijkheden. “Ik zal zo een paar boeren bellen om te kijken of we überhaupt ergens terecht kunnen”, zegt hij. Via het klantenbestand roept hij de contactgegevens op. Het bemesten gaat intussen ongehinderd door. Richard werkt dagelijks zo en weet zijn aandacht gericht te verdelen. “Bij het sleepslangen speelt er niet zoveel, maar als we bijvoorbeeld bij het strooien van vaste mest dikke keien of ijzer tegenkomen, maken we meteen een foto en mailen die door. Dan weet de klant per direct wat er heeft gespeeld.”
Mannetje minder Richard is naast de vaste chauffeur op de sleepslangcombinatie de coördinator van de meststromen. Hij houdt contact met boeren, leveranciers van mest en opdrachtgevers, plant zelf de routes en spreekt aanpassingen met klanten door. Martijn en Lizette hoeven hier in principe niets aan te doen. ”Als er echt iets aan de knikker is, kom ik in beeld, omdat ik dan beslissingen moet nemen die de jongens niet kunnen nemen”, vertelt Martijn. “Ik kijk via mijn tablet wel mee. Als
GRONDIG - April 2014
23
Efficiënter kilveren Van Gastel heeft via AP Machinebouw het AGS 210 GPS-systeem van Topcon aangeschaft om sneller een veld te kunnen inmeten. De chauffeur kan door middel van een touchscreen een ontwerp maken van hoe het nieuwe veld erbij moet liggen en weet dan ook direct hoeveel grond er te verzetten is. Aan de kleuren in het scherm kan hij zien waar te veel en/of te weinig grond ligt. Dit past in de filosofie van efficiënter werken en de chauffeur zelf zaken laten regelen. Van Gastel werkt hiervoor met een Challenger 765 met veertienkuubs Bos-scraperbak.
het goed loopt, hoef ik mij er niet mee te bemoeien. Dat scheelt ons gewoon een planner op kantoor. De klanten bellen rechtstreeks met Richard.” Richard gaat nog een stap verder. “Je weet hoe dat gaat: dan belt die en dan die. Even snel een notitie op een blokje, met de kans dat dat dan ergens in de cabine ‘verdwijnt’. Nu tik ik de boodschap direct in en heb het altijd bij de hand. Fouten worden zo voorkomen en we hebben altijd harde notities. Heel prettig werken zo.”
Dagstaten blijven De winst aan de voorkant is helder. Alle medewerkers staan continu in contact met elkaar en met Martijn en Lizette. De planning is altijd actueel en voor iedereen zichtbaar. Daardoor hebben Martijn en Lizette meer tijd voor hun kerntaken. Martijn heeft de algehele leiding en het relatiebeheer en Lizette doet het papieren werk. Mooi zou zijn als dit systeem zou zijn te koppelen aan de verwerking van de dagstaten en de boekhouding. Martijn geeft aan dat hier wel naar is gekeken. “Een formulier per klant opmaken en oproepen is geen probleem, maar de jongens moeten dan alle gegevens intikken. Dat werkt niet. Dat moet automatisch, maar dat gaat nog niet”, aldus de ondernemer. Een tweede euvel dat hij constateert, is dat opdrachten niet altijd helemaal (per dag) worden afgewerkt. “In dit geval levert het twee dagstaten op. Hoe ga je dat dan splitsen. Of bijvoorbeeld als je eruit regent. Hoe moet dat dan?” Lizette geeft aan dat dit vanuit VKL ook niet gewenst is. “We hebben altijd harde bewijslast nodig. De dagstaten met de gegevens erop heel nauwkeurig bijhouden en opslaan, is daarvoor nog altijd de gewenste oplossing”, zegt ze. Lizette vertelt dat het voordeel van de dagstaten ook is dat je ze in de handen hebt en dus ook precies weet wat er echt is gebeurd. “Zaken die nog om actie vragen, liggen hier op een aparte stapel. Heel tastbaar en dan vergeet je ook niets”, aldus Lizette. Koppelen aan de facturering is nog een stap verder. “Dat zou een mooie slag zijn, maar zover is het nog niet. Maar wij schatten in dat ook dit in de toekomst mogelijk zal worden.” TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Van Gastel
Dankzij een stuurautomaat heeft chauffeur Richard van der Baan tijd om te communiceren met klanten en medewerkers. De iPad heeft een prominente plek op de rechtervoorstijl.
‘Sleepslang’ aantoetsen en Richard ziet meteen hoeveel opdrachten er nog open staan en welke opdrachten het zijn. Per klant kan hij de contactgegevens oproepen.
De iPad is ook handig voor het raadplegen van Buienradar en Maps of zoals hier voor het direct maken van een foto van een dikke kei in de vaste mest en die naar de mestleverancier te mailen.
GRONDIG - April 2014
25
Oprijvrachtwagens van 7 - 22 ton Oprij LF 17-72 L laadvloerhoogte 58 / 35 cm 11,5 ton laadvermogen
huurprijs â‚Ź 2.450,=/maand
Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 | www.veldhuizen.eu | info@veldhuizen.eu
PLUS
ondernemen met
vaktechniek
PROFILEREN
Natuurlijk aanpassingsvermogen beproefd Project Dwingelderveld Volgende maand levert Oosterhuis BV het prestigieuze project Nationaal Park Dwingelderveld op. Het project in Drenthe betreft het ontgraven, herstellen en inrichten van circa 120 hectare landbouwgrond tot natuurgebied met alle bijkomende disciplines. Wat theoretisch in ruim een half jaar flink doorpakken zou kunnen, werd door een langere planning en tal van factoren ruim drie jaar. Oosterhuis BV slaagde dankzij een sterk aanpassingsvermogen.
26
GRONDIG - April 2014
Bedrijfsleider Adrie Masteling (links) heeft samen met de permanent aanwezige uitvoerder Erwin Been veel - on the go - overleg moeten voeren.
Project: Natuurgebied Dwingelderveld Drenthe Looptijd: januari 2011 tot mei 2014 Opdrachtgever: Dienst Landelijk Gebied, provincie Drenthe Controle: Oranjewoud (tegenwoordig Antea Group) Uitvoerder: Oosterhuis BV, Nijeveen Werkzaamheden: 120 hectare teellaag afgraven 800.000 kuub teellaag aan een geluidswal zetten Waterwerken voor 1,3 miljoen kuub waterberging Fiets- en wandelpaden en parkeerplaatsen aanleggen
Mooi, zo’n groot reclamebord op de aangelegde geluidswal langs de A28 ter hoogte van Motel Spier. In september vorig jaar zou het project klaar moeten zijn. Het werd dit voorjaar, onder meer doordat er aanpassingen nodig waren vanwege het niet tijdig binnen zijn van vergunningen. Het is typerend voor een dergelijk dynamisch en prestigieus project. Nationaal Park Dwingelderveld behoort met aangrenzende natuurgebieden tot Europa’s grootste natte-heide-natuurterreinen. Omdat er ‘on the go’ nog zaken moeten worden beslist en geregeld, vergde het een groot aanpassingsvermogen. Zoals tijdens ons bezoek het graven van deze watergang om overtollig water af te voeren uit het immense natuurgebied. Die was vooraf niet voorzien, maar werd op aanraden van Oosterhuis toegevoegd. In overleg werd de watergang op het oog natuurlijk meanderend, maar in werkelijkheid met de laser precies op diepte uitgevoerd. Bedrijfsleider Adrie Masteling van Oosterhuis BV in Nijeveen is hier heel helder in. “Als je denkt in ‘een hek eromheen’ en ongehinderd werken met veel graafmachines en knikdumpers is deze klus in een droge periode theoretisch in een half jaar uit te voeren, maar zo gaat dat niet bij dergelijke projecten. Het gebied moest permanent toegankelijk blijven voor bezoekers. Niet alle plannen waren rond en er werd meedenk- en pioniersvermogen verwacht.”
Vakmanschap vereist Het ontgraven van het voormalige landbouwgebied vereiste een uitgekiende strategie. In droge tijden de natste plekken, rekening houdend met flora en fauna en weersomstandigheden en met een zodanige routing dat zo weinig mogelijk op afgegraven gronden en niet op (definitieve) natuur zou worden gereden. Plus de eis van de opdrachtgever dat de machinisten zelf
GRONDIG - April 2014
27
1. 120 hectare heel precies op vakmanschap afschrapen op wisselende dieptes was de hoofdopdracht van het project. 2. Oosterhuis heeft deze drie meter brede knikdumpers stil moeten zetten omdat hij geen ontheffing kreeg om ermee op de openbare weg te rijden. 3. 800.000 kuub teeltlaag is aangrenzend aan het natuurgebied aan een circa zes kilometer lange geluidswal langs de A28 gezet.
1
2
4. Het puin dat vrijkwam van de te saneren asfaltweg is ter plekke gebroken en hergebruikt voor aan te leggen paden.
3 2
de natuurlijke bodem moesten zoeken, maar absoluut niet door de leemlaag mochten steken. Verder moest elke vorm van beschadiging van bestaand natuurterrein worden geminimaliseerd c.q. vermeden. In het bestek was vastgelegd dat de controlerende partij (Oranjewoud) dit telkens per afgegraven deel controleerde en dit dan pas vrijgaf. De organisatie ging daarbij uit van oude, vooroorlogse kaarten waarop de oude natuurlopen met watergangen, poelen en hoogteverschillen redelijk te zien waren. Niet dus gemiddeld 36 centimeter bouwvoor weghalen, maar op vakmanschap nauwkeurig 120 hectare afschrapen op wisselende dieptes. Gezien het goede eerste herstel is dit prima gelukt.
Omschakelen Oosterhuis BV werkt bewust met drie meter brede drieassige knikdumpers op 1050/50R32-banden omdat deze volgens het bedrijf bodemvriendelijker en economisch rendabeler zijn dan rupsdumpers en trekker-dumpercombinaties. Er moest deels over de openbare weg worden gereden, omdat de geluidswal vanwege de natuureisen niet
28
GRONDIG - April 2014
4
rechtstreeks door het natuurgebied kon worden bereikt. De brede knikdumpers mochten echter niet op de openbare weg worden gebruikt. “Volgens ons valt deze dumper binnen de wettelijke kaders. We hadden echter geen keus, omdat wel duidelijk was dat we geen ontheffing zouden krijgen en de volgende overtreding als misdrijf zou worden aangemerkt. Toen zijn we noodgedwongen overgestapt op trekkers met dumpers”, aldus Masteling. De gevolgen zien we aan een zandpad dat dit najaar compleet aan gort is gereden. Los van meer schade in het terrein kostte het ook capaciteit en brandstof. Masteling stelt dat klagen dan niet helpt. “Snel schakelen is dan de vereiste, omdat het door moet. Dat hebben we gedaan.” Vanwege het sterk weersafhankelijke werk is er bij goede omstandigheden flink doorgewerkt. Tot soms wel dertig manschappen waren er op hoogtijdagen in het veld actief, maar Oosterhuis schakelde ook net zo snel terug naar een paar man in natte perioden. Het terrein droogt vanwege een leemlaag maar langzaam op. “In overleg zoeken we oplossingen om dan werkzaamheden te verrichten op plekken waar dat wel
5. Onder deze brug is een waterkering gebouwd voor het getrapt afvoeren van overtollig regenwater. 6. De natuur trok zich weinig van de werkzaamheden aan. Er was meer aandacht nodig voor bezoekers, die niet altijd rekening wilden houden met de werkzaamheden. 7. Het gebied heeft een groot waterbergende functie, getuige deze aangelegde overstort met hoogteregeling plus een extra overstort.
5
8. De prijs van het gedwongen overschakelen op trekkerdumpercombinaties zien we aan dit pad. Dit moet nog even worden hersteld.
6
7
gaat. Het vergt een grote flexibiliteit van onze organisatie in inzetbaarheid van mensen, maar dat wisten we van tevoren”, zegt Masteling. De doelstelling om alle grond voor september 2013 af te graven en te transporteren, is ondanks een heel lastig nat jaar keurig gehaald. Een paar jaar afwachten moest het bedrijf toen er bezwaar kwam tegen het kappen van 400 eiken langs de te saneren asfaltweg. Toen er afgelopen zomer eindelijk ‘groen’ licht kwam, heeft Oosterhuis de kapklus in één dag geklaard. “Het is dan verstandig even flink door te pakken, om nieuwe bezwaren voor te zijn”, vertelt Masteling. Het puin onder het asfalt zou net als het asfalt moeten worden afgevoerd en er moest gebroken puin komen voor aan te leggen paden. In goed overleg heeft Oosterhuis het voor elkaar gekregen om het vrijkomende puin ter plekke te breken voor hergebruik.
Mensenwerk Het terrein is continu toegankelijk is geweest, waardoor Oosterhuis steeds te maken heeft gehad met bezoekers. Bij een prestigieus pro-
8
ject als dit liggen alle bewegingen onder een vergrootglas. “Je ziet dat die bezoekers lang niet altijd oog en begrip hebben voor onze werkzaamheden. Ze nemen gerust afgezette paden er zijn er die naar kansen speuren om werkzaamheden stil te leggen of te verhinderen”, zegt Masteling. Om die reden heeft Oosterhuis een groot gebied een aantal weken continu gesleept om te voorkomen dat vogels daar zouden gaan nestelen. “Het grappige aan dergelijke projecten is dat het niet de natuur zelf is die zich aan je stoort”, zegt Masteling. “Onze machinisten hebben de herten om de graafmachines zien lopen, hebben vogels gehad tot vlakbij het werk, op zoek naar lekkernijen. Het zijn de mensen die het meeste aanpassingsvermogen vragen. Als het dan lukt, heb je des te meer eer van je werk. Wij leveren komende maand samen met onze partners met een goed gevoel een prestigieus Europees project op.” TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Oosterhuis
GRONDIG - April 2014
29
DELVANO veldspuiten
Gemaakt vóór en door professionals Bel ons voor de dichtstbijzijnde dealer.
NV-SA
Informeer ook naar ons ruime aanbod gebruikte veldspuiten!
Zelfrijdende, getrokken en gedragen veldspuiten
Zuidweg 13-15 • Postbus 52 • 4413 ZH Krabbendijke T 0113 - 50 26 10 • F 0113 - 50 61 46 I www.gebrweststrate.nl • E info@gebrweststrate.nl Verkoper: Ko Smalheer, 06 - 53 24 90 27
BANDEN VOOR PROFESSIONALS
Flotation Pro
Traxion+
Flotation Trac
Traxion 85
Flotation+
RUIM MATENPAKKET, UITSTEKENDE PRESTATIES, HOOG RENDEMENT, KWALITEIT, TOP IMAGO.
W W W.V R E D E S T E I N . N L
id7_VSTEIN_2662108_001.indd 1
24-3-2014 20:45:53
Laagste verbruik ooit! ARION 650
Beste resultaat van brandstofverbruik in de klasse 135 - 200 PK*
272 g/kWh
AXION 850
Beste resultaat van brandstofverbruik in de klasse 200 - 270 PK*
248 g/kWh
AXION 950
Beste resultaat van trekwerkzaamheden in de klasse boven 300 PK*
251 g/kWh
*max. vermogen naar ECE R 120
kampsdewild.nl
ondernemen met
vaktechniek
GEBRUIKERSERVARING
Zo snel en efficiënt mogelijk Zoeken naar laagste brandstofverbruik per kuub bij sleepslangbemesten Het bemesten met de sleepslang ontwikkelt zich nog steeds. Eén van de ontwikkelingen van de laatste jaren is het gebruik van een stationaire, op afstand bedienbare pomp bij de stal. Ook bij het uitrijden zien we nieuwe oplossingen: een complete unit met eigen slanghaspels op een Challenger, die juist in het veenweidegebied geen problemen geeft. Op zoek naar meer efficiëntie bij het verpompen van mest via sleepslangen is een aantal loonbedrijven de afgelopen jaren gaan experimenteren met stationaire motoren bij de mestput. Het voordeel is dat de pomp direct door de motor wordt aangedreven en er geen verliezen meer optreden in een versnellingsbak die bij een trekker hoort. Het biedt daar-
Nog zuiniger Heeft u een idee om het nog zuiniger te doen of tips om het brandstofverbruik te verlagen, laat het ons weten. We zijn benieuwd wie nog onder de 0,3 liter per kubieke meter komt. En komen graag langs om het te bekijken.
32
naast de mogelijkheid om een complete unit te bouwen, waarop alle voorzieningen voor het mestpompen bij elkaar zijn gebracht. Eén van de leveranciers is Agrometer uit Denemarken. De eerste pompunits draaien bij verschillende bedrijven in Nederland. Eén daarvan is loonbedrijf Verboom en De Kwaadsteniet in Zegveld. Bij de mestput staat een motorpompwagen die is voorzien van een John Deere-7,1litermotor. Deze zescilinder drijft een Bauer-centrifugaalpomp aan die rechtstreeks aan de motor is gekoppeld. Naast de pomp drijft de motor ook een hydrauliekpomp en een luchtcompressor aan. Wanneer de pomp op vol vermogen kan draaien, draait de motor op een toerental van 1900 omwentelingen per minuut. Het is iets wat George Laan van dealer Van den Broek uit Moordrecht graag omlaag zou brengen. “Alleen dan moet je de pomp aanpassen aan een lager toerental en daar is Bauer nog niet aan toe. Dus moeten we nu op dit toerental werken.”
Meer beelden?
Laag niveau
Op onze website meer foto’s van de combinatie en een filmpje van het oprollen van de slangen en het draaien op het kopeind. www.grondig.com
Het gevolg is dat het brandstofverbruik nog niet op het laagst mogelijke niveau ligt. Toch is Bert-Jan Verboom tevreden over het resultaat. Gemiddeld heeft hij per kubieke meter verpompte mest 0,3 liter diesel nodig. Dit is inclusief transport, Terragator en waterpomptrekker. Het
GRONDIG - April 2014
is een waarde die een aantal andere gebruikers van de pompunit bevestigen. Ook zij hebben de ervaring dat het mogelijk is mest met een verbruik van 0,25 tot 0,35 liter per kuub te verpompen. Om die lage gebruikscijfers te halen, heeft Verboom veel meer maatregelen genomen dan alleen een aparte pompunit. Verboom is continu aan het kijken naar mogelijkheden om het brandstofverbruik terug te brengen. Daarvoor houdt hij van elke maatregel bij welk effect het heeft op het brandstofverbruik. Onderzocht heeft hij bijvoorbeeld wat het effect is van de vulpomp die hij op de zuigleiding heeft gemonteerd. Uit alle proeven weet hij dat het beste resultaat is te bereiken is door te zorgen dat de vulpomp de mest op een druk van nul bar bij de centrifugaalpomp brengt. Meer heeft geen zin, omdat dit niet leidt tot een lager brandstofverbruik. Bijzonder is de manier waarop het water wordt bijgemengd. Dit wordt voor de aanzuigopening in de meststroom gebracht. Het water wordt daarvoor naar de vulopening gepompt en via een cirkelvormige opening van alle zijden aan de meststroom toegevoegd. Dat geeft volgens Laan een smerende werking en laat de mest gemakkelijker stromen. In het veld werkt Verboom met dikke slangen om de weerstand zo klein mogelijk te maken. De eerste kilometers van zijn aanvoerslang zijn daarom zesduims. Afhankelijk van de lengte waarover hij de mest moet pompen, gaat hij dan naar vijfduims of naar zijn vierenhalfduims sleepslang. Achter de pomp heeft Verboom een drukcompensatievat geplaatst. Dat houdt de druk direct achter de pomp altijd op minimaal vier bar. Dit voorkomt cavitatie als gevolg van drukwisselingen die ontstaan als de pomp wordt uitgezet om te draaien op een kopeind of om van perceel te wisselen. Op de pompunit is een terugpompcirculaatie gebouwd . Deze kan ge bruikt wordenom de mest terug de put in te pompen als daar een verstopping bij de invoer is ontstaan. Nuttig, zeker als je op afstand bediend werkt. Voor de afstandsbediening maakt Agrometer gebruik van een speciale golflengte voor de radiosignalen. Uit ervaring weet Verboom dat dit tot op drie kilometer uitstekend werkt. Ook heeft hij geen last gehad van andere gebruikers waardoor het signaal wegviel. Volgens Agrometer moet het signaal zelfs tot tien kilometer goed werken.
Tot 280 kuub per uur De capaciteit die Verboom met het systeem kan halen, is enorm. Tijdens het werk komt hij op pieken van een kleine 300 kubieke meter mest per uur. Toch is hij blij als hij gemiddeld boven de 100 kuub per uur weet te verpompen, dat is dan wel inclusief transporttijd. De praktijk is nu eenmaal dat er veel tijd verloren gaat met het oprollen van slangen, het afwerken van een perceel op een smalle strook en natuurlijk het draaien op de kopeinden en verplaatsen naar het volgende perceel. Die capaciteit is door het gebruik van een stationaire motor wel toegenomen, stelt Verboom. “De tweede man zit nu niet meer doelloos op de trekker, maar kan in het veld voorbereidend en afrondend werk doen. Hij kan nieuwe slangen uitrollen, de sleepslang verplaatsen en zorgen dat alles draaiend blijft”, aldus Verboom. Doordat hij nu efficiënt met twee mensen kan werken, is de stationaire pomp ook rendabel te maken, meent de ondernemer. Nodig, want het systeem vraagt wel een forse investering van bijna € 150.000,- in de pompunit incusief afstandbedieing. In het veld werkt Verboom met de nieuwste Agrometer-bemester. Ook
Op de TerraGator heeft de combinatie een perfecte gewichtsverdeling over beide assen. Ondanks de relatief zware bemester is de bodemdruk lager dan op een trekker, claimt het bedrijf.
De uitklapbare haspels kunnen de slang netjes oprollen als je ze iets naar binnen en buiten beweegt.
Dankzij de stationaire pomp kan de tweede man het systeem bewaken en slangen uit- en oprollen.
Door de lange trekpijp is het mogelijk bij het draaien op het kopeind onder de slang door te werken.
De stationaire pomp wordt gevoed met een hydraulische opvoerpomp, waarbij op de aanzuigopening ook water wordt toegevoegd.
GRONDIG - April 2014
33
ondernemen met
vaktechniek
GEBRUIKERSERVARING
Chalenger-opbouw Vorig voorjaar verraste Verboom en de Kwaadsteniet zijn klanten door plotseling met een Challenger te verschijnen voor het mestpompen. Bewust zonder aankondiging om te voorkomen dat er vooraf weerstand zou ontstaan met het idee dat er een bijzonder en groot, voertuig kwam. Het bedrijf wilde geen onrust vooraf, maar direct laten zien dat dit beter is om mest met minder rijschade uit te rijden. Die overvaltactiek was succesvol, want nadat bij de eerste klanten het bemesten succesvol was verlopen, kon hij ook zonder problemen elders terecht. Daarmee had hij zijn doel bereikt, want Verboom wilde graag naar een zelfrijder om de bodemdruk te verlagen. Dit is mogelijk doordat bij de zelfrijder veel meer gewicht op de vooras drukt. Dat was ook de reden om voor een Challenger te kiezen omdat de motor zich boven de vooras bevindt. Het netto resultaat is volgens Verboom dat nu tijdens het bemesten en op bijvoorbeeld het kopeind het gewicht mooi over alle vier de wielen is verdeeld. Het betekent dat de druk per cm2 erg laag
is omdat de Challenger is uitgerust met vier 1050 banden, hondegang en een luchtdrukwisselsysteem om de druk tot 0,6 bar te verlagen. Met ook nog een gewichtsverdeling die ongeveer 50 50 is. Dat betekent max 3,75 ton per wiel. Op de Challenger heeft Verboom zelf twee haspels gebouwd die in een frame hangen dat naar buiten kan klappen. Ideaal bij het slangen oprollen, weet hij. “Ze klappen uit naast de zelfrijder en door ze iets naar binnen of buiten te klappen, kun je de slang mooi over de haspel verdelen, ook al sta je stil. Dit voorjaar is de combinatie, inmiddels gespoten in bedrijfskleuren en bijna compleet afgewerkt, op 16 februari direct weer aan het werk gegaan. Het enige wat Verboom nog wel wil aanpassen, is de plaatsing van de draaikrans waarop de aanvoerslang is gekoppeld. Deze wil hij voor de achteras plaatsen, om zo nog sneller te kunnen draaien. “ Daarmee moeten we de capaciteit nog verder kunnen verhogen.”
Verboom heeft voor het transport van de trike een speciaal frame gemaakt, waarmee deze voor transport boven de haspel wordt geheven.
Het bedrijf houdt niet van handwerk, dus is voor het oprollen van de waterslang ook een speciale haspel op een tuinbouwtrekker gemaakt.
34
GRONDIG - April 2014
deze is onderwerp van veel testen en studies om tot een goede werking te komen. Deze bemester heeft zijn bemestingselementen op 18,75 centimeter afstand en is daarmee ook geschikt voor rijenbemesting, doordat alle elementen per twee kunnen worden in- en uitgeschakeld. Op de zware uitvoering die hij heeft, is het mogelijk de druk traploos op te voeren van 0 tot 150 kilogram per schijf. Over het algemeen stelt Verboom de druk zo in dat hij net het gras doorsnijdt en heel licht de bovenkant van de zode. Het doorsnijden van het gras is volgens hem belangrijk om de mest goed tussen het gras te leggen. Dat lukt ondanks het stroeve gras van eind augustus - wanneer we de combinatie voor de eerste keer bekijken - uitstekend. De mest ligt keurig op en lichtjes in de grond. Opvallend is dat zelfs de strookjes mest van de vorige bemestingsronde op sommige plaatsen nog op de grond te zien zijn. Als bewijs dat de mest niet is ‘meegegroeid’, maar echt tussen het gras lag. Om nauwkeurig te blijven, heeft hij op zijn injecteur niet alleen sectieafsluiters, zodat hij deze per twee elementen kan afsluiten, maar is ook het Nutrient Management System van Challenger gebleven. Daarmee ziet hij of hij de rijsnelheid moet aanpassen of het toerental van de pomp wat omlaag moet brengen. Beide zijn mogelijk, al gaat hij liever wat sneller rijden. “Uit metingen weten we dat we het beste resultaat halen met een druk van onder de tien bar. Daar zijn we op gekomen nadat we theoretisch hadden bekeken wat ideaal is en dat daarna in de pratkijk getest hadden. Dat is dus waar we naar streven, want alleen zo halen we het maximale rendement. En daar gaat het om.”
TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok
“Spraakmakend nieuws uit de maïswereld: Gardo Gold!” ®
Gardo Gold: het super bodemherbicide tegen onkruiden in maïs. • Pakt onkruiden snel, breed én langdurig aan • Sterk op o.a. ooievaarsbek én gladvingergras • Veilig voor het gewas en makkelijk en flexibel in gebruik • Perfect te combineren met Milagro® en/of Callisto® Ga voor meer informatie naar www.spraakmakendnieuws.nl
Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl. Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code). Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/ TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.
TM
ondernemen met
vaktechniek
TECHNIEK GRONDIG.COM RELOADER-OVERLAADSTATION
MULTI TOOL TRAC KOMT MET ELEKTRISCHE TREKKER
Grote transportafstanden tussen velden en opslagplaats hoeven geen probleem meer te zijn dankzij deze Reloader H5 van Eurobagging. Het betreft hier een mobiel overlaadstation waarmee materiaal van het veld kan worden overgeladen naar de vrachtwagen. Het overlaadstation wordt via de trekkerhydrauliek aangedreven. De Reloader zelf is in vijf minuten inklapbaar tot buitenwerks 2,85 meter transportbreedte. De Reloader is vrijgegeven voor 40 km/u.
Onder de leus ‘De eerste elektrische tractor voor duurzame landbouw’ introduceert het Nederlandse Osse Equipment Manufacturing Group de Multi Tool Trac, een in eigen huis ontwikkelde elektrische trekker. De trekker heeft spoorbreedteverstelling van 2,25 tot 3,25 meter, GPS-RTK-besturing, een extra lang aanbouwframe (wielbasis 5,50 meter), vierwielbesturing in combinatie met individuele wielaandrijving, vijf op- en aanbouwmogelijkheden en een traploos verschuifbare cabine. De zelf ontwikkelde wielmotoren worden aangedreven via een 136 kW (185 pk) motor-generatorunit. Er wordt de komende maanden proefgedraaid met de Multi Tool Trac.
KOBELCO SCHAKELT DOOR Kobelco introduceert drie nieuwe serie-9-rupsgraafmachines, bestaande uit de SK260LC-9, de SK350LC-9 en de SK500LC-9, speciaal gemaakt voor de Europese markt. Het gaat hier om Stage IIIb- machines (Kobelco flext tot 2015) met Hinomotoren met een variabele turbo, gekoelde EGR en dieseloxidatiekatalysator/roetfilter-unit. De cabine is ook nieuw en de hydrauliekuitrusting is op Europees niveau gebracht op het gebied van prestaties en zuinigheid. Kobelco zet de machines per direct in de markt.
Advertentie
Wettelijke arbo-keuring… BMWT-Keur altijd deskundigheid …met de BMWTDe wettelijke Arbo-keuringsplicht vereist periodieke keuringen door deskundige, onafhankelijke keurmeesters die minimaal 1x per jaar plaatsvinden. Deskundigheid impliceert o.a. expertise van specifieke merken, fabriekstrainingen, de beschikking over actuele manuals en merkgerelateerde meetapparatuur.
De onafhankelijkheid wordt gewaarborgd door steekproefsgewijs toezicht door derden en de mogelijkheid van een second opinion. Dankzij het BMWT-Keur zijn al uw Arbo-veiligheidseisen op deze wijze volledig verzekerd. Meer weten, kijk op www.bmwt.nl
BMWT-KEUR
www.bmwt.nl
36
GRONDIG - April 2014
TERUGROEPACTIE SCHUITEMAKER
CARRARO INTRODUCEERT MACH 2
Schuitemaker Machines heeft een terugroepactie voor de Vario-spoor-spreidas-tanks Robusta 116, 130 en 220 uit de periode 2001-2010 voor controle van de assen. In de praktijk is gebleken dat bij veelvuldig gebruik (vooral transport) bij een aantal machines scheurvorming optreedt, met kans op afbreken van de assen. Als hier sprake van is, zal de as op kosten van Schuitemaker in de fabriek worden vervangen. Het betreft de serienummers: 116xx381 tot 116xx395, 130xx306 tot 130xx360 en 220xx301 tot 220xx323.
Naast de Mach 4-kniktrekker met vier rupsstellen heeft Antonio Carraro op de Fieragola-beurs deze Mach 2 gelanceerd. Het betreft hier een fuseebestuurde trekker met voor 20-inchwielen en achter rupsstellen. De 2,9 ton zware en buitenwerks 1,44 meter brede Mach 2 is uitgerust met een 64 kW (87 pk) Yanmar-diesel. De Mach 2 heeft een maximale transportsnelheid van 35 km/u. Verdere kenmerken zijn een aangepaste aandrijflijn en achterbrug voor de rupsaandrijving en een laag zwaartepunt ten opzichte van wieltrekkers.
TRIMBLE CONTRACTOR Trimble lanceert met Trimble Contractor een nieuw ‘mobiel kantoor’ voor bedrijven als de onze. Met de smartphone of tablet kan de gebruiker van allerlei zaken ter plekke regelen. Trimble geeft aan dat managers van dergelijke bedrijven vaak op pad zijn en daardoor relatief weinig tijd voor het ‘papieren’ werk op kantoor hebben.
ZWENKARM OP DE VERVAET Loonbedrijf Bongers in Tiel liet deze zwenkarm op de tussentank van zijn Vervaet Hydro Trike bouwen. De zwenkarm is ontwikkeld door Oudman in Tesinge. Bongers gaf hier de voorkeur aan vanwege geringere krachten ten opzichte van railoplossingen en omdat dit systeem natuurlijk supereenvoudig is op de kopeinden. Scheeftrekken op de kopeinden blijkt geen item te zijn.
Advertentie
et, i n t uw ERT ! d , iet RTE n t Kip NSPO A TR
Snel, regelmatig en veilig lossen Geschikt voor elk type materiaal Beperkt leeggewicht
Tel: 0032 43 77 35 45 – www.joskin.com
GRONDIG - April 2014
37
ondernemen met
vaktechniek
NIEUWE COMBINATIE
“ Kwaliteit leveren staat voorop” New Holland T6.160 met Kverneland Monopill-zaaimachine Bietenzaaien bij Jimmink Kolhorn met de kersverse New Holland T6.160-trekker met Auto Command-transmissie. We reden even mee en ontdekten dat de nieuwe telg naadloos aansluit bij de T7 Auto Command-serie. Het gesprek ging over de kwaliteit van de trekker en over de nieuwe manier van bietenzaaien met de Kverneland Monopill met dubbele snijschijven. Onder een prachtige zon en bij een straffe wind - het zit wel eens mee - is Gerard Jimmink helder over de keuze voor deze nieuwe New Holland T 6.160 met Auto Command-transmissie. “Wij hebben afgelopen jaar samen met enkele andere loonwerkers al proefgereden met een prototype. Na vijf minuten wist ik het. Goede verhoudingen, mooi compact en licht en een transmissie die zich heel soepel laat bedienen. Die zal goed passen op ons bedrijf”, zegt Gerard. Die trekker kwam er dus ook. “Maar dan wel de Blue Power-uitvoering. Die ga ik voortaan altijd kopen. Dat heeft uitstraling en ik vind het mooi. Trekkers die niet in Blue Power worden geleverd, laat ik voortaan in die kleuren spuiten. Dat verdient zich op termijn bij inruil wel terug.”
38
GRONDIG - April 2014
Langer doorrijden Zorgen over de betrouwbaarheid van de nieuwkomer heeft Gerard niet. “New Holland heeft de laatste jaren flink aan kwaliteit gewonnen. De nieuwe T7-trekkers zijn probleemloze trekkers geworden. De Iveco-krachtbon heeft zich al jaren bewezen als erg goed. We hebben nog nooit problemen met motoren gehad, dus bang voor een viercilinder met maximaal 160 pk ben ik niet.” Over de bak en de bediening maakt hij zich ook geen zorgen. “Die zijn rechtstreeks afgeleid van de T7-serie. Wij meten hier transmissie- en achterastemperaturen. Bij de huidige generatie New Holland-trekkers krijg ik de temperaturen bij hoge belasting niet meer boven de 50 graden. Dan weet je dat het
goed zit”, aldus Gerard. De trekker moet zich natuurlijk nog bewijzen, maar daar maakt de gedreven ondernemer zich niet druk om. Hij geeft aan dat hij met de New Hollands standaard naar 7000 tot 10.000 uur toe wil. “We ruilden altijd jong in - circa 5000 uur - om met een flinke restwaarde in te ruilen. Met de kwaliteitssprong die New Holland heeft gemaakt, kan ik gerust probleemloos naar 7000 uur of meer toe met behoud van een goede restwaarde. Dat drukt de kosten per draaiuur.”
Anders zaaien Gerard gaat zelf mee om de eerste baantjes met de nieuwe elektrisch aangedreven, twaalfrijige Kverneland Monopill SE-zaaimachine persoonlijk te beoordelen. “Bij deze is het Farmflex-frontwiel vervangen door twee snijschijven. Daar zien wij voordelen in. Ik ben benieuwd hoe het nu gaat op de dit jaar extreem harde, kluiterige kleigrond”, zegt hij. Op het perceel in Middenmeer beoordeelt hij eerst samen met de boer het zaaiwerk. Tevreden knikken ze. Mooi constant op diepte, een heel regelmatige afleg en goed afgedekt met de snijschijven in combinatie met aandrukrollen. “Buitje erover en dit zit goed. Een kouter reageert meer op dergelijke kluiten. Met de snijschijven heb je daar geen last van”, aldus Gerard. Hij vertelt dat hij deze zaaimachine vooral heeft gekocht om bieten te kunnen zaaien direct door geklepelde groenbemester. “Dat kan met deze machine omdat hij snijdt. Dat scheelt de boer een ploegbewerking”, legt hij uit. Gerard geeft aan dat er in aardappelland ook minder kans op stropen is. Kritiek heeft hij desondanks nog wel. “De zaaimachine heeft een eigen scherm. Wij hadden liever gehad dat deze machine rechtstreeks zou communiceren met het Trimblescherm en met onze New Holland.”
Meerijden Daarna is de trekker aan de beurt. Die is inderdaad mooi compact en in grote lijnen sprekend de T7. De instap is iets smaller en chauffeur Jeroen van der Tuin heeft de uitslag van het portier begrensd om niet tegen de dubbele montering te komen. Binnenin is alles herkenbaar als T7 met de SideWinder II-armleuningbediening. “In bediening is hij precies hetzelfde, ik rij er zo mee weg”, zegt Jeroen. Op een paar details is de trekker wel anders. Het stuurwiel is dikker uitgevoerd, de knopjes op de multihendel lichten in het donker op en de radio zit nu recht boven in de dakconsole. “Prettiger, met twee opbergvakken erbij daar.” Jeroen concentreert zich vervolgens op de markeur bij het inzetten en activeert daarna de Trimble om handsfree verder te gaan. “Voor de eerste keer toch de markeur erbij om fouten te voorkomen. Ook even gemakkelijker bij het inzetten”, vertelt hij. De motor knort heerlijk op 1000 toeren en op de cruisecontrol rijdend zaait hij in de tweede groep aangenaam stil - maximaal 71 dB(A) wordt er opgegeven - met 6,3 km/u. In de cabine treffen we inderdaad drie schermen. “Met
de nieuwe Trimble kunnen we thuis het perceel al inladen. Op het veld moeten we de AB-lijnen wel checken en dan is het gaan en weten we later voor het bietenrooien exact of er geren zijn en waar we moeten doorsteken”, aldus Jeroen. Dat er drie schermen zijn, vindt hij niet erg. “Ruimte genoeg, al zie je nu wel dat de Trimble en de Kverneland overlappen. Hier is nog een communicatieslag te maken.”
Blindelings Echt grote opmerkingen zijn er de eerste werkdag niet. Los van de draaicirkel dan. “We hebben nog wat slag over, maar dat stellen we later wel bij. Dan zal hij waarschijnlijk scherp genoeg draaien. Daar is nog geen tijd voor geweest. Voor de komende dagen is er regen voorspeld. Dan is er tijd voor dit soort zaken en dan kan ook de Jimmink-sticker op de trekker worden geplakt.” Het is ons duidelijk dat de nieuwe T6 Auto Command een New Holland is waar een T7-rijder ‘blindelings’ mee kan wegrijden. Maar dan wel een mooi compact pittig ding, dat in Blue Power-outfit gezien mag worden. En dus wil Coen, de zoon van de boer, ook graag even op de foto met de trekker. Ook al rijden ze daar groen. TEKST EN FOTO’S: Gert Vreemann
In comfort en bediening gelijkwaardig aan de T7 Auto Command. In de computercommunicatie (New Holland-, Trimbleen Kvernelandscherm) is nog een slag te maken.
Jimmink heeft een Kverneland Monopill met snijschijven gekocht om direct te kunnen doorzaaien op geklepelde groenbemester. Ook hier, op grond met harde kluiten, geeft dit systeem een beter zaairesultaat.
GRONDIG - April 2014
39
ondernemen met
vaktechniek
BESPAREN BIJ GRONDBEWERKING
Het omkijken waard Breder is beter dan sneller. Dat is de eenvoudige conclusie van praktijkonderzoek van de universiteit van Dresden naar de verschillende invloedfactoren van grondbewerking op het brandstofverbruik. Maar er telt meer. Met een beetje loonwerkersverstand, goed afstellen en gedegen onderhoud valt er brandstof te besparen.
Een vertrouwd beeld: met zo’n 15 km/u rijdt een trekker met cultivator over het veld. Daarmee stuift een combinatie gemiddeld dubbel zo snel over het veld als vijftig jaar geleden. “De kracht die de trekker nu moet leveren om het werktuig door de grond te trekken, is niet zoals je zou vermoeden verdubbeld, maar is zelfs drie keer hoger geworden”, vertelt professor André Grosa van de universiteit van Dresden. “Trekkrachtmetingen op middelzware leemgrond met een drie meter brede starre cultivator geven 27 kN trekkracht bij 8 km/uur en 80 kN bij 16 km/uur.” Deze progressieve stijging zit in de berekeningsformule voor de benodigde trekkracht. Hierin zitten naast werkbreedte, werkdiepte en specifieke bodemweerstand ook de vorm van het werktuig en de snelheid ervan. Bij de specifieke bodemweerstand wordt gewerkt met de belangrijke constante ‘dynamisch trekken’. Deze constante is - in vergelijking met de beter gestileerde ploeg - niet gunstig en wordt bij toenemende snelheid nog ongunstiger. “Bij een cultivator is het dus extra belangrijk dat je met de ‘ontworpen’ rijsnelheid
40
GRONDIG - April 2014
rijdt. De ervaring leert dat als je de werkbreedte verdubbelt in plaats van de werksnelheid, je bij eenzelfde bewerkte oppervlakte een dieselbesparing van dertig procent realiseert.”
Zwaarder Het gewicht van de machine is sinds 1960 jaarlijks met vijf tot tien kilogram per meter werkbreedte toegenomen. Alleen daardoor al is het brandstofverbruik met een factor 1,5 gestegen. “Om een volledig beeld te krijgen, volstaat het in elk geval niet om het brandstofverbruik alleen maar naar de bewerkte oppervlakte te relateren”, meent dr. Gerhard Moitzi van de Universität für Bodenkultur in Wenen. Er moet ook worden gelet op de gewenste graad van het losmaken van de bodem en daardoor dus ook de werkdiepte. Onderzoek wees uit dat een vermindering van de bewerkingsdiepte van dertig naar twintig centimeter bij testritten met de ploeg het dieselverbruik terugbracht van 17,5 naar 13,2 liter per hectare. “Een mooie winst, maar per centimeter werkdiepte kom je energetisch ongunstiger uit.”
Goed afstellen
Passend vermogen
Bij de drierijige cultivator grijpt de eerste tandenrij in de vaste bodem, pakt de tweede de voor een deel losgemaakte bodem aan en verwerkt de derde rij de tweezijdig losgemaakte bodem. In dat verband werken daar ook de krachten. Als het evenwicht is verstoord door slecht aangekoppelde werktuigen, gebroken tanden of versleten scharen ontstaat er een zijwaartse trekkracht op de cultivator. De kwaliteit van de grondbewerking is ondermaats en het verbruik gaat omhoog. Hetzelfde geldt voor de schijveneg, waarbij het echt ‘uit de hand loopt’ als de laatste schijvenrij precies achter de eerste loopt: bij de testen liep daar een opgebouwde (loslopende) schijveneg een halve meter uit het spoor. Bij schijveneggen die via hun frame rechtstreeks in de driepuntshef zijn opgehangen, worden deze optredende dwarskrachten op de trekker overgedragen en zorgen die daar voor een aanzienlijke extra belasting. Enkele constructeurs bieden de mogelijkheid om door een fijnregeling het verstek van de schijvenrijen tegenover elkaar af te stellen. Hier zit volgens praktijkmensen in elk geval nog extra potentieel voor afstelling en dus ook brandstofbesparing. Harde getallen zijn hier moeilijk te geven.
Een juiste verhouding tussen het vermogen van de trekker en het werktuig draagt eveneens bij aan een gunstig brandstofverbruik. Als de trekker voortdurend ‘naar lucht moet happen’, gaat er meer diesel door de uitlaat dan nodig. Hetzelfde geldt voor een trekker die te veel vermogen heeft voor een grondbewerkingscombinatie. Bij die laatste zorgt de neiging om sneller te gaan rijden dan nog eens voor extra slijtage aan de tanden of schijven van het werktuig. “Hoe sterk het brandstofverbruik bij afwijking van dit optimale punt kan toenemen, hebben we tijdens testritten met een combinatie van een trekker en een universele cultivator gemeten”, zegt Moitzi. “In onze test liet de chauffeur de snelheid toenemen van 6 tot 8 km/u zonder te schakelen. Daarbij nam het brandstofverbruik met een derde toe, van 7,5 tot 10,1 liter per hectare.” Omdat in de praktijk niet altijd de passende trekker voorhanden is, bieden de constructeurs voor het diep bewerken van zware grond combinaties aan waarbij de ‘strijkafstand’ - door het omhoog brengen van elke tweede tand - kan worden verdubbeld. Er bestaan ook cultivatoren die met in- of uitgeklapte zijdelen werken en waarbij zo onder zware omstandigheden de trekweerstand aan het vermogen van de trekker kan worden aangepast.
Volle breedte exact Een verdere stap naar energie-efficiënt werken is het aanhouden van een exacte werkdiepte over de volle machinebreedte. Bij combinaties met starre werktuigen blijkt uit de praktijk dat hoe langer een machine in gebruik is, hoe onregelmatiger de diepte van de machine over de volle werkbreedte wordt aangehouden. Terwijl de middelste tanden bij cultivators nog op de ingestelde werkdiepte werken, blijken de buitenste helemaal niet meer op dezelfde diepte te lopen. Bij opklapbare combinaties werkt de toenemende speling op de scharnierpunten bovendien nog extra negatief, waardoor de buitenste tanden links en rechts de neiging hebben om naar buiten te trekken. Dat tanden vandaag de dag wezenlijk sneller slijten dan vroeger is ook een neveneffect van sneller rijden op het veld. Deze slijtage verloopt niet gelijkmatig, maar is afhankelijk van de plaats van de tanden in het chassis en daardoor van het onderling werken van de tanden. Door de tanden op te lassen, is het vrij eenvoudig mogelijk om ongelijke slijtage van de tanden sterk terug te dringen. In de praktijk blijkt dat de gebruiker - als hij het doormengen nog niet voldoende vindt - de cultivator over de volle werkbreedte bijstelt, waardoor de middelste rijen eigenlijk te diep lopen en bijgevolg te veel brandstof vragen. Dit euvel kan volgens de onderzoekers worden opgelost door aparte steunwielen voor de afzonderlijk opklapbare delen te monteren.
TEKST: Wolfgang Rudolph, Peter Menten FOTO’S: Carmen Rudolph
De testcultivator van de universiteit van Dresden registreerde via sensoren aan de koppelpunten en aan de tanden alle optredende krachten en koppels. Het gaat volgens de onderzoekers om de goede verhoudingen tussen vermogen, breedte, werkdiepte en de aanbevolen snelheid. Hier is de cultivator duidelijk te smal.
GRONDIG - April 2014
41
Tankmix
™
Gratis app voor mengbaarheid
Remove the guesswork Met Tankmix™ kunt u informatie opzoeken over de mengbaarheid van
Bekijk mengbaarheid YaraVita™ producten
YaraVita™ bladmeststoffen met gewasbeschermingsmiddelen. Dit geeft u meer
Meer gebruiksgemak
gebruiksgemak en komt de gewasveiligheid ten goede. Tankmix™ is gratis
Minder risico op gewasschade
toegankelijk voor iedereen en zorgt voor een betere planning van spuitschema’s. Elke tankmixtest is uitgevoerd in onze laboratoria onder gecontroleerde
Gratis online beschikbaar en als app voor iPhone, Android en Blackberry
omstandigheden volgens BS EN ISO 9001:2000 richtlijnen en geeft een indicatie
www.tankmix.com
voor de prestaties van elke gemaakte mix.
AgroCentrum crop nutrients & adjuvants
Importeur: AgroCentrum B.V., Postbus 76, 4650 AB Steenbergen, Nederland Tel.: +31 (0)167–563 150, Fax: +31 (0)167–563 983, info@agrocentrum.nl, www.agrocentrum.nl
Nieuw digitaal handboek Certificering Bespaar tijd en geld met werken in “the cloud” CUMELA Advies heeft een webbased handboek voor haar klanten beschikbaar dat digitaal wordt beheerd. Wijzigingen kunnen sneller en eenvoudiger doorgevoerd worden. De distributie gebeurt via internet, waardoor het papieren document- en gegevensbeheer komt te vervallen. Wilt u af van papieren rompslomp? Dan is dit voor u de oplossing.
U kunt bij onswww.tankmix.com terecht voor advies over o.a.: > > > > > > > > >
ISO 9001 (kwaliteit) Groenkeur VCA VKL GMP ISO 14001 (milieu) CO2-prestatieladder BRL 7000 (bodemsanering) BRL 9335 (grondbank)
Meer informatie Wilt u meer informatie over certificering of andere diensten van CUMELA Advies, bel naar (033) 247 49 40 of stuur een e-mail: advies@cumela.nl
14-01 GWW 1-2L.indd 1
27-3-2014 12:31:07
teerie n re 0 s af
n Va
0 n5 % e 0 00 bij
3
fendt.com
Spotlights – motor en transmissie Fendt oplossingen die een Fendt 100% Fendt maken. Bekijk onderstaand naar twee van de vele Fendt spotlights van de geniale 500 Vario:
Gemakkelijke toegang tot de motor
Fendt Spotlights Bijzonder. Beter. Een Fendt onderscheidt zich omdat hij door Fendt ingenieurs tot in het kleinste detail doordacht is. Het resultaat heeft geleid tot oplossingen die op het eerste gezicht misschien niet altijd opvallend zijn, maar er in de praktijk voor zorgen dat u meer werk verzet! Vergelijk en let op de details die het verschil maken. Investeer in de beste totaaloplossing!
Fendt is een wereldwijd merk van AGCO.
De motor is zeer goed toegankelijk, ook wanneer voorladerelementen zijn gemonteerd. De eendelige motorkap, met twee afzonderlijke zij-elementen, is zonder gereedschap te openen. Hierdoor kosten controle en onderhoud weinig tijd.
Brandstofverbruiksindicator
De 500 Vario is uitgerust met brandstofverbruiksindicatie. Daarmee is niet alleen controle van het actuele verbruik mogelijk, maar ook registratie van het verbruik bij verschillende trekkerwerkzaamheden. Bovendien helpt deze indicator de bestuurder om efficiĂŤnter te rijden.
Importeur Importeur Importeur Importeur Importeur Importeur voor voor voor voor Limburg, voor voor Limburg, Limburg, Limburg, Limburg, NoordLimburg, NoordNoorden NoordMidden Noorden Midden en Noorden Nederland: Midden en Midden Nederland: Midden en Nederland: Gebr. Nederland: Gebr. Midden Nederland: De Vor De Achterveld Vor Gebr Gebr Achterveld Nederland: Gebr .. De De b.v., .Vor b.v., De tel.:Achterveld Achterveld Vor tel.: 0342-459 Gebr 0342-459 Achterveld 541, . b.v., De b.v., 541, www.devor.nl Vor tel.: b.v., www.devor.nl tel.:0342-459 Achterveld tel.: 0342-459 0342-459 541, 541, b.v., www.devor.nl 541, www.devor.nl tel.: www.devor.nl 0342-459 541, www.devor.nl
I
Importeur Importeur Importeur Importeur Importeur Importeur voor voor voor voor Noord-Brabant, voor voor Noord-Brabant, Noord-Brabant, Noord-Brabant, Noord-Brabant, Noord-Brabant, Zeeland, Zeeland, Zeeland, Het Zeeland, Zeeland, Rijk Het Rijk van Het Zeeland, Het van Nijmegen, Rijk Het Nijmegen, RijkRijk van van Het Het van Nijmegen, Land Het Nijmegen, Land van Nijmegen, Rijk van MaasMaas van Het & Waal: & Land Land Het Nijmegen, Waal: Abemec Land van van Abemec Maas b.v., van Maas b.v., tel.: Maas & Het &tel.: Waal: 0413-382 Waal: & 0413-382 Land Waal: Abemec Abemec 465, van 465, Abemec www.abemec.nl b.v., www.abemec.nl Maas b.v., tel.: b.v., tel.: & 0413-382 tel.: Waal: 0413-382 0413-382 465, Abemec 465, www.abemec.nl 465, www.abemec.nl b.v., www.abemec.nl tel.: 0413-382 465, www.abemI
ondernemen ondernemenmet met
vaktechniek vaktechniek
CONEXPO 2014
Focus op Stage IV De intrede van de Stage IV-motoren vormde het hoofdthema op de Conexpo in Las Vegas. Fabrikanten toonden daar oplossingen die ze dit of volgend jaar ook in Nederland gaan tonen. Deze laatste emissiestap heeft duidelijk prioriteit gekregen ten opzichte van alternatieve brandstofbesparende oplossingen. Een rondje ‘Amerikaanse Bauma’ met een korte tussenstand bij de hybride oplossingen.
Een recessie in de bouw en het grondverzet kennen ze in Amerika ook, maar blijkbaar begint de zon weer wat te gloren. Volgens de Conexpo registreerden de standhouders een opvallend grotere kooplust dan verwacht, ten teken dat ondernemers weer kansen zien en enig herstel van de markt verwachten. Dan is het zaak om kansen te pakken, zeker als je herintreder bent, zoals Kobelco. Die pakte met een heuse arena, ‘The Beast’ en deze speciaal gespoten Stage IV-machine flink uit. Dat gebeurde dit keer voor een groter publiek. De Conexpo in Las Vegas, die werd gehouden van 4 tot en met 8 maart, trok met 130.000 bezoekers (van wie ruim 30.000 van buiten de Verenigde Staten) bijna tien procent meer bezoekers dan de vorige editie. De beurs zelf was met 22 hectare en 2400 standhouders ook groter dan ooit.
44
GRONDIG - April 2014
Het grote nieuws was natuurlijk de intrede van de Stage IVmotoren in het zwaardere segment voor motoren in de klasse van 130 tot 560 kW (177 tot 762 pk), al zijn er veel fabrikanten die (in Europa) richting volgend jaar flexen. Meestal wordt een combinatie van een dieseloxidatiekatalysator of roetfilter en SCR (AdBlue) toegepast, met nuanceverschillen. We hebben er eerder over bericht in Grondig en pikken elders in dit nummer Volvo al mee. Vaak worden deze motoren gepresenteerd met efficiëntere en slimmere hydrauliekoplossingen, intelligentere aansturingssystemen en efficiëntere aandrijflijnen. Over de gehele breedte wordt gesproken van circa vijf procent zuiniger machines. De grote inspanningen die de fabrikanten hebben moeten leveren om deze finale eisen te halen, hebben uiteraard hun weerslag op andere ontwikkelingen. De verwachte sterke groei van hybride oplossingen is mede daardoor niet in die mate gekomen als was verwacht. Volgens de organisatie ligt onze sector daarmee achter op de onroadsectoren. Ze waren er natuurlijk wel. Uiteraard was Komatsu er met alweer de derde generatie HB215LC-2-rupsgraafmachines. Hiervan zijn er inmiddels 2500 geproduceerd. Ook Caterpillar toonde zijn 336F Hybrid als logische opvolger van de 336E. Verbreding van de range om een groter publiek te bereiken, was er echter niet. Dat geldt ook voor de Hyundai R220-LC Hi-Poss, waarbij het hybride gedeelte bestaat uit het opslaan van hydraulische energie in een buffer. Ook hier weer ging het om een enkel model. John Deere Construction introduceerde naast de bestaande hybride wiellader 644K wel een grotere 944K. Een interessante ontwikkeling is de hydraulische Spice Boosthybride van Dana Spicer, waarmee volop wordt getest. Deze werkt met accumulatoren om energie op te slaan. Fabrikant Oerlikon toonde een hybride wiellader waarbij het laadframe normaal hydraulisch werkt en de wielen puur elektrisch worden aangedreven via een hybridemodule. Fabrikant Ricardo slaat met het TorqStor-vliegwielsysteem een andere weg in. Dit vliegwiel slaat energie op en geeft die later weer af. Volgens Ricardo is het systeem eenvoudiger en goedkoper. De eerste deals zijn inmiddels gesloten. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: leveranciers
Amerikaans chauvinisme ten top is de campagne ‘I make Amerika’, waaraan ruim 900 Amerikaanse fabrikanten meedoen. Op de stand van Terex kleurden bezoekers de Amerikaanse landkaart fraai in. Alles is te zien op de site www.imakeamerica.com. Op de eigen ‘I make Amerika’-stand stond deze Harley-Davidson, die je kon winnen. Een idee voor de ‘Europese’ Bauma of voor onze sector op de TKD?
De intelligente Machine Control op de D 61i-23 bulldozer met standaard ingebouwde GPS/GNSS, waarbij het blad automatisch wordt aangestuurd en je op het scherm in 3D kunt kijken, is ook geïntroduceerd op de D37EXi/ PXi-23. Die zal dit voorjaar ook naar Europa komen. Komatsu toonde dit prototype van de PC 210LCi-10 met soortgelijke geïntegreerde intelligente machinebesturing.
Volvo toonde deze conceptuele elektrische minigraafmachine, GaiaX genaamd. Naast een houten ‘anti-trilling’-stoel is er afstandsbesturing via de tablet om veiliger te kunnen werken in combinatie met camera’s. De machine werkt op batterijen of via een externe ‘plug and play’. Volvo ziet de GaiaX als realistisch voor 2030 en geeft aan dat een aantal technieken mogelijk eerder zullen verschijnen.
‘Moving you from land to sea’. Onder die leus toonde Hyundai als eerste fabrikant af fabriek deze zelf ontwikkelde AMP-floating-machine op basis van de bekende 220 LC-9A. Exacte afmetingen van de in breedte uitschuifbare drijvers voor meer stabiliteit in het water zijn niet opgegeven, wel dat de machine twintig ton weegt. Hyundai toonde ook een nieuwe 60-tons R520LC-9A-sloopgraafmachine met een reikhoogte van 26 meter.
Kobelco heeft in zes maanden tijd in de USA ruim vijftig dealers aangesteld. Die kwamen met klanten naar de Kobelco-arena om deze limited edition SK350LC te bekijken, uitgevoerd in patriottisch en deels militair design. Vijf worden er gebouwd. Kobelco zal 100.000 dollar doneren aan het Wounded Warrior Project. Er stond ook een SK55SRX in Stage IV-uitvoering. Die komt dit najaar bij ons.
Volgend jaar in Europa, maar nu al op de Conexpo, deze nieuwe CX350Drupsgraafmachine met Stage IV-FPT-krachtbron; zoals bekend met SCR plus AdBlue en dieseloxidatiekatalysator, maar zonder roetfilter. In combinatie met de verbeterde hydrauliek en meer graafkracht claimt Case tot tien procent brandstofbesparing. Stage IV toonde Case ook in de F-serie wielladers, de M-serie bulldozers en een achttien meter CX250C LongReach.
GRONDIG - April 2014
45
46
Er waren er tal van demo’s, acties en wedstrijden. B We pikten Case eruit, omdat daar veel te doen was. Je kon bij een haardvuurtje zitten met countryzanger Kip Moore. Er stond een Ram Laramie Longhorn-pick-up met een graaflaadcombinatie in dezelfde stijl. Case deelde op de stand Caseveiligheidshesjes en -caps uit. Wie op de beurs in deze outfit werd opgespoord, maakte kans op prijzen, waaronder 100-dollarbiljetten. Dat leverde blije gezichten op.
Caterpillar had natuurlijk ook veel nieuws op Stage IV-gebied. Een verrassing vormde deze 914K, die samen met de 910K de opvolgers is van de 914G2 and IT14G2. Het betreft hier zeven- en achtttons wielladers met 93 pk (69 kW) Stage IIIb-Cat 3.8-motoren met roetfilter, een tweetraps hydrostaatbak (40 km/u) met vernieuwde cabine en tal van verbeteringen, waaronder veel automaatfuncties en een ecomode.
JCB toonde deze JCB 67-midigraafmachine als voorloper van drie nieuwe modellen, de 85Z-1, de 86C-1 en de 67C-1. De nieuwe Stage IV-Kohler-motor zonder roetfilter zit niet meer opzij, maar aan de achterkant. De machines hebben een nieuwe, sterkere H-onderwagen met 30 graden draaibaar schuifblad, een nieuwe cabine, een nieuwe graafarm, desgewenst een knikgiek en nieuwe Bosch-hydrauliek. Ze zijn ook leverbaar als binnendraaier.
Motorenfabrikant Hatz toonde deze geheel nieuw ontwikkelde 55 kW (75 pk) sterke compacte tweeliter-viercilinder die de Stage IV-emissie-eisen haalt met EGR en een dieseloxidatiekatalysator, dus zonder roetfilter en zonder EGR en AdBlue. Met 173 kilogram schoon aan de haak claimt Hatz verreweg de lichtste motor te hebben in de vermogensklasse tot 56 kW (76 pk). Hij zou maar liefst 90 kilogram lichter zijn dan de lichtste concurrent.
Moest toch even: OBMtecs Barracuda in Morbark-outfit. Zoals u ziet op tijd klaar voor de Conexpo. Met succes, want Morbark heeft naar eigen zeggen leuke orders geschreven in Amerika en Canada. Ook OBMtec schreef in Las Vegas orders voor Europese klanten voor de eigen versie. Dat benadrukt nog maar eens het internationale karakter van de beurs.
Als ‘Unstoppable’ toonde Bobcat deze gelimiteerde One-Millionth Bobcat. Via de Bobcat-dealers is die dit jaar beperkt leverbaar. In Europa wordt komend voorjaar ook actie verwacht rondom de miljoenste. Bobcat toonde ook de nieuwe Doosan-krachtbron, die medio 2015 in Europa wordt gelanceerd. Doosan zelf toonde met de kreet ‘SCR only’ de Stage IV-oplossing met dieseloxidatiekatalysator.
GRONDIG - April 2014
Met de Ultimate Uptime-truck trok John Deere aandacht voor zijn nieuwste Telematic-oplossingen. Naast het JD Link Ultimate Telematics-voertuigvolgsysteem omvat Ultimate Uptime een machineconditie-diagnosesysteem waarbij via vloeistofanalyses en machinedata de conditie wordt gerapporteerd. Ook is er een functie waarbij de dealer op afstand foutcodes kan uitlezen en de machine desgewenst kan resetten.
Wacker Neuson demonstreerde de nieuwe schrankladers SW 24, SW 28, ST 35 en ST 45. Interessant voor Nederland is de nieuwe 3,8-tons EZ 38-minikraan. Dit is een volledige binnendraaier met een kantelbare, gemakkelijk afneembare cabine, de motor aan de zijkant en Wacker Neusons Vertical Digging Systeem, waarbij de bovenwagen waterpas wordt gezet op ongelijk terrein tot 27 graden helling.
Even een maatje groter introduceerde Allu onder de leus ‘It’s a Monster’ deze nieuwe M-serie-brekerbak in mijnbouwuitvoering, leverbaar in vier- en zevenkuubs uitvoering. Hij wordt aangedreven door twee 70 kW (85 pk) hydromotoren en is goed voor capaciteiten tot 600 ton per uur in ‘softrocks’. Het scheelt in de mijnbouw werkgangen en vergroot de transportcapaciteit.
JLG introduceerde een hybride hoogwerker, een negentien (!) verdiepingen hoog reikende mobiele 1850 SJ en voor de verhuur de 3614RS (3,6 ton en veertien meter) en 4017RS (vier ton en zeventien meter) verreikers. Centrale thema’s vormen eenvoud in bediening en onderhoud. Denk aan enkelvoudige joystickbediening, de elektronica aan de buitenkant in plaats van aan de binnenkant van de boom en een enkele compensatie-hefcilinder.
Natuurlijk was er ook groot spul op de beurs. Als aanvulling naar boven in het topsegment toonde Hitachi deze nieuwe 45-tons EH 1100-5-dumptruck met 41,5-kuubs bak met naar wens een 567 kW (760 pk) Cummins QSB- of MTU 2000-motor in combinatie met een Allison-automaatbak. Ook hier via de computer volledige voertuigdiagnose en registratie van de transportprestaties.
In de wandelgangen Stage V-oplossing genoemd. We hebben het over Cummins Core Plus-motor-generator-unit die direct achter de motor tussen vliegwiel en koppeling/bak kan worden gezet bij trucks of andere offroadvoertuigen. Hij kan 90 kW (122 pk) genereren en deze energie opslaan in batterijen of desgewenst hydraulisch. Het systeem is op te bouwen op bestaande en nieuwe voertuigen.
GRONDIG - April 2014
47
ondernemen met
vaktechniek
VOLVO STAGE IV
New arrivals Wat is een snelle manier om informatie in te winnen over de nieuwe Volvo-modellen? Dit keer, heel verrassend, via de merchandise-shop. Daar kwamen we deze nieuwe EC480E tegen, als voorbode van een nieuwe serie. Kuiken bevestigde dat het inderdaad op korte termijn Stage IV E-serie-rupsgraafmachines gaat leveren. Alvast een tipje van de sluier opgelicht.
Je komt wel eens iets tegen als je een cadeautje zoekt voor een kennis met een voorliefde voor Volvo-graafmachines. In de merchandising-shop van Kuiken stuitten we op deze EC480E. Zo op het eerste gezicht een replica van de bekende grote 480-graafmachine, maar… zitten we niet op D? Wat beter kijkend lijkt de belijning ook iets anders. Zou dit een voorbode zijn van? Het is immers niet de eerste keer dat een miniatuur eerder op de markt is dan de machine zelf. Bovendien zijn begin dit jaar de Stage IV-eisen voor Europa al ingegaan voor de zwaardere motoren. Volvo loopt meestal vooraan in het opvolgen ervan. Dus… Kuiken was open in zijn reactie. “Het is inderdaad een miniatuur van de nieuwste generatie E-serie rupsgraafmachines met Stage IV-motoren zoals we die binnenkort gaan leveren. De Nederlandse introductie zal op de TKD zijn, maar hij is officieel net gelanceerd in Amerika. Geheim is het dus niet meer”, zegt Kuiken. Het bedrijf voegt daaraan toe dat het zelf nog geen machines binnen heeft gekregen.
48
GRONDIG - April 2014
CO2-prestatie-georiënteerd Managing director Jelle Bosscha van Kuiken NV is klip en klaar over het introductiemoment en de verwachtingen over de nieuwe machines van Volvo Construction Equipment. “We verwachten de eerste machines binnenkort te ontvangen. We denken zelfs al voor de TKD exemplaren te kunnen afleveren bij de eerste klanten”, aldus Bosscha. Hij geeft aan dat de nieuwe E-serie rupsgraafmachines in het zware segment op de TKD officieel zullen worden voorgesteld en daarna direct in de verkoop gaan. “Maar we hebben op voorhand al machines verkocht aan klanten die met het oog op de CO2prestaties de schoonste willen hebben. Deze zullen, zodra ze binnen zijn, direct worden uitgeleverd”, vertelt Bosscha. Hij benadrukt dat hij bij steeds meer klanten merkt dat ze graag de nieuwste en schoonste series willen hebben om daarmee sterker te staan bij aanbestedingen. Bang voor hogere kosten is hij niet. “Volvo heeft aangegeven dat de nieuwste generatie Stage IV-machines efficiënter en zuiniger zijn dan
hun voorgangers. De onderhoudskosten zijn door langere regeneratie-intervallen - 500 uur - voor de roetfilters ook veel lager geworden”, aldus Bosscha. Hij voegt eraan toe dat hij blij is dat klanten zoveel vertrouwen in Volvo hebben dat ze deze machines al ongezien hebben aangeschaft. Hij benadrukt dat het Zweedse merk bewust bij de intrede van nieuwe emissie-eisen ook meteen instapt en dus niet flext. “Volvo wil vooroplopen, daar hoort het meteen leveren van de schoonste generatie motoren bij. Dat geldt niet alleen voor de rupsgraafmachines, maar op korte termijn kun je ook de H-serie wielladers en de F-serie knikdumpers verwachten. Ook die hebben we nog niet binnen, maar zullen hun intrede maken voor de zomer”, aldus Bosscha. De snelle introductie past ook bij de aanpak van Kuiken. In december 2012 was Kuiken immers ook de eerste in de branche die de Lean & Green Award in de wacht sleepte.
Hier een doorsneetekening van hoe de Stage IV-motoren met dieseloxidatiekatalysator, roetfilter en AdBlue-unit worden uitgevoerd.
Deze foto van de 380E is vrijgegeven. Let op andere belijning, meer grijs, meer veiligheidsbeugels, de betere toegankelijkheid voor checks en onderhoud en de verplaatste koelers.
Conexpo-lancering Na wat speurwerk op de Volvo CE-site komen we er al snel achter hoe het zit. Speerpunt van Volvo op de Conexpo was de officiële introductie van de Stage IV-motoren die zijn ingebouwd in de eerste machines. Het betreft hier de complete Volvo V-ACT-motorenserie, van de 4,1-liter-D4-viercilinders tot en met de 16,1-liter-D16-zescilindermotoren. Volvo claimt dat deze motoren tot circa vijf procent minder brandstof verbruiken dan hun voorgangers en dat de kosten per draaiuur zijn verlaagd. Om de Stage IV-eisen te halen, heeft Volvo een SCR-module toegevoegd. De D13 en D16 hebben opnieuw een enkele turbo met variabele geometrie en de andere series hebben een wastegate-turbo. Is het verhaal hiermee over? Nee. Een belangrijke vernieuwing betreft de langere levensduur van het roetfilter. Dankzij het plaatsen van een dieseloxidatiekatalysator vóór het roetfilter wordt dat veel minder belast. In plaats van dagelijks regenereren hoeft dat nu nog maar eens in de circa 500 uur. Dat alleen al scheelt een paar procent brandstof. Voor het verwisselen van het roetfilter geeft Volvo CE nog wel rond de 5000 uur voor de zware motoren en 6000 uur voor de lichtere motorseries op. Gevoelsmatig zou dit nog wel eens kunnen opschuiven. Dat zal de tijd leren. Verder is het motormanagementsysteem aangepast en zijn er uiteraard verfijningen doorgevoerd aan de motor zelf. En... de motoren zijn allemaal sterker geworden. Voor de graafmachines is er meer power en meer koppel bij gelijke toerentallen. Voor rijdend materieel zijn het maximum koppel en het maximum vermogen bij een laag toerental beschikbaar. Bij de D13 wordt het maximum vermogen al geleverd bij 1300 toeren, het maximum koppel is al beschikbaar bij 1000 toeren. Zaken als het automatisch terugregelen van het motortoerental naar stationair bij het niet werken en een start-stopsysteem blijven gehandhaafd, evenals standaard het CareTrack-voertuigvolgsysteem. Volvo sprak op de Conexpo over circa zes procent brandstofbesparing bij de zware rupsgraafmachines. “Reken je AdBlue mee, dan kun je als vuistregel een besparing
van een euro per draaiuur op de totale brandstofkosten aanhouden ten opzichte van de zuinige D-serie. Wij komen gebruikswaarden bij de EC380 tegen van gemiddeld zeventien liter per uur, uitzonderingen daargelaten.”
In fases De Stage IV-eisen zijn voor ons en in Amerika (daar Tier IV Final genaamd) op 1 januari van dit jaar ingegaan voor zware motoren in de klasse van 130 tot 560 kW (177 tot 762 pk). Bij Volvo geldt dat dit jaar dus voor de rupsgraafmachines vanaf de EC220, de wielladers vanaf de L110 en voor alle knikdumpers. Lichtere wielladers en graafmachines volgen de komende jaren. En de graafmachines zelf dan? Het model is mooi gedetailleerd uitgevoerd, maar je kunt er niet in kijken. Het antwoord daarop is ook helder. Er is meer verbeterd. Koelers zijn verplaatst, er is bij de opstap een AdBlue-vulpunt gekomen, de cabine is aangepast, er zit een groter display in de cabine met een andere lay-out, de onderwagen is sterker en zo zijn er nog wel meer detailverbeteringen. Dat zijn zaken die je met een loep niet kunt bekijken. Daar moeten we dus nog even geduld mee hebben. “Even geduld, op de TKD willen we de nieuwe series tonen.” Oké, maar wij kunnen buiten al wel even graven met de ‘first arrived’. Wie het kleine niet eert… TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Volvo CE
GRONDIG - April 2014
49
ondernemen met
vaktechniek
KENNISMAKEN
Nieuwe short pitch-rupsen met de kenmerkende kortere, in verstek geplaatste geleidingsnokken voor trillingarm rijcomfort. De wielmotoren zijn twintig procent sterker geworden. De 8020 heeft een tweetraps kickdown-aandrijfmotor.
Sterker en degelijker Het verder naar voren geplaatste dozerblad heeft een achttien centimeter grotere slag gekregen en is robuuster uitgevoerd. De zijdelen kunnen nu handig worden vergrendeld voor het nemen van nauwe doorgangen met het in ingetrokken toestand 98 centimeter brede onderstel.
Wijzigingen in de cabine betreft details, waarvan het omwisselen van de voetpedaalfuncties het belangrijkste is. De knop voor de kickdown zit op de rijhendel. De machines kunnen als optie worden uitgerust met een beperkt LiveLink-voertuigvolgsysteem.
50
GRONDIG - April 2014
JCB 8020 CTS JCB heeft na de lancering van de 1,5-tons klasse minigraafmachines op de Intermat 2012 een groot gebruikersonderzoek gehouden onder grote verhuurbedrijven. Daaruit bleek dat degelijkheid een belangrijk item vormt. Ook wil de gebruiker altijd ‘wat meer dan een ander’ kunnen. Over de cabine waren de verhuurders tevreden. Reden genoeg voor JCB reden om een complete vernieuwingsronde in te zetten, met als gevolg een nieuwe range mini’s; de 8014, 8016, 8018 en 8020. Voor Nederland gaat het dan voornamelijk om de 1,8-tons 8018 CTS en de 2,0-tons 8020 CTS met 36 centimeter verstelbare onderwagen. We bekeken de 8020 CTS bij Bouwmachines Midden-Nederland in Scherpenzeel. Dee nieuwe graafarm bestaat niet meer uit een buisconstructie, maar uit een degelijke gelaste giek met bovenliggende, zwaardere graafcilinders en stalen pennen en bussen (dus geen kunststof bussen meer). De nieuwe graafarm kan 52 procent meer last aan dan zijn voorgangers en het geheel, inclusief een zwaarder draaistuk, is slijtvaster. De bovenliggende giekcilinder was een harde eis vanuit de verhuurwereld. Dat de zwenkradius is verkort en het graafbereik iets is toegenomen, is mooi meegenomen. Het dozerblad is ook compleet vernieuwd. Het is zwaarder uitgevoerd, heeft een betere vorm en een achttien centimeter grotere slag. De inklapbare zijdelen zijn nu handig vergrendelbaar. De vernieuwde bovenwagen heeft nu een heel degelijke stalen kontpartij en een ‘mokervaste’, degelijke stalen
De nieuwe, sterkere gelaste giek met voor de 8020 nagenoeg hetzelfde graafbereik (vier procent meer). De cilinders zijn zwaarder uitgevoerd en nu boven op de giek gemonteerd om beschadigingen te voorkomen. JCB werkt nu met stalen pennen en bussen.
motorkap en een stalen grille. Het kan letterlijk tegen een stootje. De cabine, al één van de ruimste in zijn klasse, is niet noemenswaardig veranderd. De grootste wijziging betreft hier het omwisselen van de voetpedaalbediening. Rechts is nu zwenken. Een voor de verhuur belangrijke wijziging betreft het vernieuwde ventielenblok, waarbij bij tegelijk zwenken en rijden de zwenkbewegingen absoluut geen invloed hebben op het rijden. De 8014, 8016 en 8018 hebben een drietraps tandempomp, terwijl de 8020 beschikt over een verstelbare axiaalpomp. De onderwagen is versterkt en voorzien van nieuwe ‘short pitch’-rupsen. Die zorgen voor minder trillingen bij het rijden. De rijmotoren zijn zwaarder uitgevoerd, voor meer kracht aan de rupsen. De kleine modellen hebben een enkele rijsnelheid. De 8018 en 8020 hebben twee snelheden, bij de 8018 manueel schakelbaar en bij de 8020 via auto-kickdown geschakeld. De machines worden optioneel geleverd met een beperkt LiveLink-voertuigvolgsysteem. In feite gaat het hierbij puur om diefstalpreventie. De machines zijn vorig jaar gepresenteerd en de eerste exemplaren zijn inmiddels uitgeleverd. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann
De grootste wens van grote materieelverhuurders was een degelijker machine. Inspelend daarop is de bovenwagen vervaardigd van degelijk dik staalplaat, is de motorkap dikker en dus ‘slagvaster’ uitgevoerd en is het onderste deel van het portier desgewenst in staal uit te voeren.
De bekende Perkins-motor achterin is onveranderd gebleven. De hydrauliek is krachtiger dankzij een grotere axiaalpomp en een vernieuwd hydrauliekventiel, waarbij zwenkbewegingen geen enkele invloed meer hebben op het rijgedeelte.
GRONDIG - April 2014
51
Ontdek het Laudis effect:
krachtig, snel en veilig!
Zeer krachtig maïsherbicide • breed werkingsspectrum • gewasveilig • snelle werking • snel regenvast www.bayercropscience.nl
Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig.
ondernemen met
vaktechniek
GRASLANDVERNIEUWING Beter gras: meer melk Nu de belangstelling voor herinzaai en doorzaai toeneemt, probeert Limagrain daarover ook weer nieuwe cijfers boven tafel te krijgen. Afgelopen jaar is daarvoor een onderzoek gestart bij Schothorst Feed Research. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de grasopbrengst, maar ook naar het effect van beter gras op de melkproductie. Met opvallende resultaten. Dankzij de huidige schaarste aan ruwvoer en de stijgende prijzen is er weer meer aandacht voor graslandvernieuwing, een thema dat de laatste jaren wat is versloft doordat de meeste veehouders voer genoeg hadden. Daarmee ontbrak de noodzaak om daaraan geld te besteden. Dat ging vooral in quotum en nieuwe stallen. Sinds twee jaar begint daar verandering in te komen. Door de hoge prijzen voor akkerbouwproducten, de vraag vanuit Duitse vergistingsinstallaties en slechte groeiseizoenen dringt het besef weer door dat goed gras goud waard is. De eerste signalen waren de afgelopen twee jaar de vele investeringen in doorzaaimachines. Om het nut van doorzaaien aan te tonen, is Limagrain afgelopen jaar ook weer een nieuw onderzoek gestart. Ten opzichte van onderzoeken in het verleden heeft Limagrain daar een element aan toegevoegd. Analoog aan een eerder onderzoek in de snijmaïs heeft het bedrijf veevoedkundig onderzoekscentrum Schothorst Feed Research laten beproeven wat het effect is van kuilgras met de beste nieuwe rassen ten opzichte van een bestaande grasmat. Voor het onderzoek zijn in de herfst van 2012 op het onderzoekscentrum in Lelystad drie verschillende mengsels ingezaaid. Deze zijn vergeleken met een bestaande wei die in 2006 voor het laatst is vernieuwd. In die proef zijn de mengsels Havera 4, 5 en 7 ingezaaid. Kenmerk van deze mengsels is dat ze voor het grootste deel uit tetraploïd Engels raaigras bestaan. Bij
het onderzoek is allereerst gekeken naar het opbrengsteffect. Daarbij bleek het nieuw ingezaaide gras het eerste jaar 3000 kilogram droge stof meer te produceren. Ook in kVem was de productie ongeveer 3000 kVem hoger. Behalve meer voederwaarde bevatte dit gras ook 2,4 procent meer verteerbare organische stof en was de NDF-verteerbaarheid bijna zes procent hoger. In voederwaarde berekent Limagrain dat dit een meeropbrengst is van € 405,-.
Voederproef Om te onderzoeken of het nieuwe gras ook een effect heeft op de melkproductie is een proef gedaan met twee groepen koeien. De ene groep kreeg het gras van het oude grasland, de andere kreeg kuil van de weide met Havera 4. Het effect was verrassend. Gemiddeld gaven de koeien die het nieuwe gras kregen 1,4 liter melk meer bij een gelijk rantsoen. Op jaarbasis zou dit bij een melkprijs van € 0,40 betekenen dat het financieel rendement per jaar € 168,- is. Bij een veebezetting van twee koeien per hectare betekent dit een extra rendement van ruim € 335,-. Deze gegevens geven aan dat er een mooie meerwaarde is te halen uit graslandvernieuwing. De extra grasopbrengst en de melkproductie geven alleen al een extra opbrengst van ruim € 700,-. Natuurlijk zal dat niet elk jaar gelden, omdat de kwaliteit van de grasmat langzaam weer afneemt. Het is in de ogen van Limagrain echter ruim voldoende om de kosten van ongeveer € 800,- goed te maken. Op basis van deze gegevens stelt het bedrijf dat je al in het tweede jaar geld gaat verdienen als je grasland vernieuwt. Een mooie basis om dit werk weer op te pakken. TEKST: Toon van der Stok FOTO: Limagrain
Doorzaaien is ook een mogelijkheid om grasland te vernieuwen. Goed recent onderzoek naar de meerwaarde daarvan is echter niet beschikbaar.
GRONDIG - April 2014
53
ondernemen met
vaktechniek
GEWASBESCHERMING
Succes met Retengo Plus In de zomer van 2013 mocht in Nederland voor het eerst Retengo Plus in de maïs worden ingezet tegen schimmelziekten. Door de mooie zomer leek dit overbodig, omdat er weinig schimmeldruk was. De proeven die werden gedaan, wijzen echter anders uit. Telers en loonwerkers registreerden duidelijk gezondere gewassen en betere opbrengsten.
De mogelijkheid om tegen afrijpingingsziekten te spuiten, is een nieuwe ontwikkeling in de maïsteelt. Analoog aan de granen komt er een mogelijkheid om in de periode net voor de bloei nog een schimmelbestrijding uit te voeren. Voor loonwerkers een mooie kans, omdat dit betekent dat er een extra spuitronde komt in de maïs. Afgelopen jaar is daar al op redelijke schaal mee geëxperimenteerd, stelt Guus Bergmans van Basf, dat het middel Retengo Plus sinds vorig jaar op de markt mag brengen. “Het gaat nog maar om een klein areaal, maar we zien wel dat er door veel loonwerkers mee is geëxperimenteerd. Overal is wel een paar hectare of een strook gespoten.”
Spontane reacties Wat Bergmans vooral opvallend vindt, is het grote aantal spontane reacties afgelopen najaar. “We hebben eigenlijk nog nooit meegemaakt, dat klanten ons bellen om te vragen om te komen kijken of met kuiluitslagen komen die duidelijk verschil laten zien tussen behandeld en onbehandeld”. Eén van die enthousiaste gebruikers was coöperatie Us Bilang in Hoornsterzwaag. Die heeft afgelopen zomer op ongeveer 80 van de 900 hectare waar ze de maïsteelt verzorgt Retengo Plus gespoten. Met zichtbaar resultaat, stelt eigenaar Arne Dijk van het loonbedrijf. “We hebben op heel veel percelen een deel niet gespoten om het verschil te kunnen laten zien. Overal kon je op het eind op de streep af zien waar wel of niet was gespoten.”
AgCelence-effect Het gegeven dat middelen een positief effect hebben op de plantgroei is al sinds 2005 bekend. Toen ontdekten telers in Brazilië dat percelen gespoten met een strobilurine duidelijk gezonder waren en langer doorgroeiden. Bij maïs is een effect dat gewassen beter afrijpen, waardoor de korrels losser in de kolf komen te zitten. Bij een test op een bedrijf van 405 hectare in Amerika leverde dit duidelijk resultaten op. Door de beter afgerijpte mais kon de combine in een bespoten perceel 8 km/u rijden tegenover 4,8 km/u op een niet behandeld perceel. Dit resulteerde in 55 uur minder combine-inzet, een besparing van 2900 liter brandstof en een totale kostenbesparing van ongeveer € 7000,-. Dit naast de extra opbrengst.
54
GRONDIG - April 2014
Het beste bewijs dat het werkte, kreeg hij van een veehouder die van de behandelde en de onbehandelde maïs toevallig twee verschillende kuilen had gemaakt. “Ik ben altijd voorzichtig met dit soort resultaten, omdat het maar één proef is, maar als dit breed wordt bevestigd, weet ik zeker dat we veel meer gaan spuiten. Voor deze veehouder is het geen vraag meer. Die heeft al aangegeven dat we komend jaar alles mogen spuiten.
Lage ziektedruk De resultaten van de klant van Us Bilang worden bevestigd door een zestal proeven die Basf afgelopen jaar deed. In die proeven hadden de behandelde velden zes procent meer zetmeel, zes procent meer droge stof en zelfs acht procent meer opbrengst. Bergmans: “Dat bevestigt de resultaten die we Europees al in honderden proeven over meerdere jaren hebben gezien. Waarbij je moet bedenken dat we vorig jaar te maken hadden met een jaar met een relatief lage ziektedruk.” De betere opbrengsten, ondanks een lage ziektedruk, bewijzen volgens Bergmans het bijeffect dat het middel heeft op het gewas. “Naast de bescherming tegen ziektes is er ook het effect op de plant, dat wij het AgCelence-effect noemen. De strobilurines in het middel zijn een soort activator voor de plant. Het belangrijkste effect is dat ze ervoor zorgen dat de plant beter bestand is tegen stressfactoren, doordat het chlo-
rofyl langer actief blijft. Het effect zie je het beste in de laatste dagen voor het hakselen, als niet gespoten gewassen snel beginnen af te rijpen en duidelijk bruin verkleuren. Waar wel is gespoten, zie je dat het gewas groener is en dus beter afrijpt.”
Extra spuitronde Voor loonwerkers en veehouders betekent de inzet van Retengo Plus dat in de maïs een extra spuitronde nodig is. Het praktijkadvies van Basf is dat er zeven tot tien dagen voor het in de pluim komen van de maïs moet worden gespoten. Het juiste moment is sterk afhankelijk van het weer, maar Bergmans verwacht dat het gemiddeld rond half juli zal zijn. “Het is vooral een kwestie van regelmatig kijken op de vroegste percelen. Als je daar de pluim in de koker ziet, of wanneer je hem voelt, kun je gaan spuiten. Heb je eenmaal het moment bepaald, dan kun je beginnen met spuiten, omdat dan alle percelen snel volgen.” Voor het spuiten heeft Us Bilang gewoon gebruik gemaakt van de eigen John Deere met opbouwspuit. Hoewel het gewas op dat moment al tegen de twee meter is, leverde dat geen problemen op, stelt Dijk. “We hadden al investeringsplannen voor een andere spuit, maar hebben besloten het eerst gewoon te proberen. Dat blijkt geen probleem. De schade in het gewas was minimaal.” Dat bevestigt de visie van Basf hierop stelt Bergmans. “Wat je niet moet doen, is achteruit gaan rijden. Bedrijven die dat hebben gedaan, geven nu al aan dat ze dat nooit meer doen. Dat kan het gewas niet aan. Je moet dus gewoon doorrijden en niet kritisch zijn op de hoeken.”
Zelf kar trekken Het grootste probleem om van Retengo Plus een succes te maken, is volgens Dijk het meekrijgen van de veehouders. “Je moet zelf de kar trekken als je hiermee aan de slag wilt. Ik ben alle telers bij wie ik verwachtte dat ik succes zou kunnen boeken zelf af geweest. Daar moet je het verhaal vertellen en zaken laten zien. Daarom hebben we ook op veel plaatsen een strook niet gedaan om het verschil duidelijk te maken”, vertelt Dijk. Hij is wel overtuigd dat dit gaat doorzetten. “Ik vergelijk het met de bieten. Daar werd tien jaar geleden ook nooit tegen schimmelziekten gespoten. Nu doen sommigen dat al drie keer per jaar. En als een akkerbouwer dat doet, weet je dat het wat oplevert. Het verschil is alleen dat je het bij bieten direct op de afrekening ziet, bij maïs is er alleen een kuiluitslag.” Ondanks die moeilijk zichtbare resultaten verwacht Basf dat de groei zeker zal doorzetten. “Bij korrelmaïs is het soms al in de contracten opgenomen. Daar is de handel wel overtuigd van de meeropbrengst. Bij veehouders zullen we het verhaal gewoon moeten vertellen. Die zullen langzaam moeten worden overtuigd. Maar onze verwachting blijft dat een dergelijke bespuiting over een aantal jaren standaard is.” TEKST: Toon van der Stok FOTO: Basf
Door PPO is drie jaar onderzoek gedaan naar het effect van Retengo Plus op onder meer de zetmeelopbrengst. Zowel in situaties met een lage als een hoge ziektedruk blijkt een behandeling een aantoonbaar positief effect te hebben.
Op dit perceel was vlak voor de oogst op de streep af te zien waar wel en niet was gespoten.
Loonbedrijf Us Bilang spoot gewoon met deze John Deere met opbouwspuit. Van schade in het gewas was nauwelijks sprake volgens eigenaar Dijk.
Het effect van wel of niet spuiten is te zien door vlak voor de oogst wat kolven te plukken. Bij deze willekeurig geplukte kolven zie je dat de kolfvulling beter is.
GRONDIG - April 2014
55
ondernemen met
vaktechniek
UPDATE GEWASBESCHERMING AARDAPPELOPSLAG WORDT PROBLEEM
Door het vroege voorjaar ontwikkelt de aardappelopslag nu al snel. In de tarwe is de eerste opslag al opgedoken, als voorbode van wat in de mais nog komt als aardappelen de voorvrucht was.
De zachte winter zal dit jaar ongetwijfeld zorgen voor de nodige problemen met aardappelopslag. In maïs is daar wat aan te doen, maar dat vraagt in veel gevallen een dubbele bespuiting. Op grond van eerdere proeven komt Dow AgroSciences tot een advies dat bestaat uit het twee keer spuiten van Kart. De eerste bespuiting moet worden gedaan wanneer de aardappelplant 15 tot 25 centimeter groot is. Wordt er gespoten als de plant groter is, dan lukt het niet meer om deze geheel te doden, omdat deze dan doorgroeit op de eerste gevormde knollen. Doordat je in dit geval redelijk vroeg moet spuiten - teeltadviseur Wim Boudeling verwacht in het vier- tot vijfbladstadium van de maïs - moet je dan een keer terug om de later kiemende opslag te bestrijden. Het advies is om in de eerste ronde te kiezen voor 0,7 liter Kart naast een triketone. In plaats van Kart kan op dit moment ook worden gekozen voor Banvel. In de tweede ronde moet dan opnieuw een triketone met 0,5 liter Kart worden gecombineerd. Let wel op dat veel triketonen maar één keer per seizoen mogen worden gespoten. Wie in de eerste ronde dus Laudis gebruikt, moet de tweede bespuiting Calaris of Callisto pakken en omgekeerd. Van alle beschikbare triketonen is mesotrione (deze stof zit in Calaris en Callisto) in de praktijk de sterkste op aardappelopslag gebleken. Wellicht dat Sulcogan hier nog een alternatief kan zijn. Een alternatief dat dit jaar beschikbaar is, is Xinca. Dit is een middel van Nufarm dat kan worden gezien als opvolger van Emblem. Het bevat bromoxynil, dat oorspronkelijk bekend staat als loofdoder van aardappelen. Het is daarnaast zeer sterk op kamille, wat maakt dat Bart de Vroome van Nufarm het wel als een alternatief zit voor Kart in geval van kamilleproblemen. Een voordeel van deze verplichte tweede bespuiting is dat haagwinde ook goed kan worden aangepakt. Zeker als toch een tweede rondgang wordt gemaakt, kan het goed zijn om zeker ook de plekken met haagwinde aan te pakken. Ook bij die aanpak zou Xinca goed passen, meent De Vroome. Door in de eerste ronde Xinca te gebruiken in plaats van Kart kun je dan de aanwezige haagwinde afbranden, waarna de plant weer gaat groeien en je deze in de tweede ronde echt effectief kunt aanpakken. Spuit je de eerste keer met Kart, dan zie je dat de plant gaat kwarren en stilvalt, maar niet verdwijnt. Doordat de groei eruit is, raak je hem ook niet echt met een tweede bespuiting.”
CIRRAN NIEUW VOOR GRASLAND Sinds vorig voorjaar is voor de onkruidbestrijding op grasland Cirran beschikbaar. Dit middel is een combinatie van MCPA met 2,4 D. Die laatste toevoeging maakt het middel een stuk sterker op met name wortelonkruiden en onkruiden die een sterk wortelgestel vormen, zoals paardenbloemen, distels en zuring. Het krachtige effect komt doordat het middel wordt opgenomen door de plant en daarna ook naar de wortelpunten wordt getransporteerd. In proeven blijkt dat de combinatie van Cirran met Primstar een duidelijk sterker effect heeft dan de combinatie van Primstar met U 46 MCPA. Vooral bij paardenbloem en sint-jacobskruiskruid werd in de vergelijkingsproef een duidelijk sterkere werking gevonden. Uit recent marktonderzoek naar het spuitgedrag van loonwerkers en boeren blijkt dat vooral een aantal loonwerkers afgelopen jaar al behoorlijk wat Cirran heeft geprobeerd. Dit middel heeft het voordeel dat het ook later in het jaar mag worden gebruikt en sluit daarmee volgens De Vroome aan op de tendens dat er op grasland steeds vaker ook in het seizoen wordt gespoten. Concentreerde de onkruidbestrijding zich in het verleden vooral op het voorjaar, nu zien de leveranciers dat er ook na de eerste snede en in de zomer aandacht is voor schoon grasland. De enige beperking die voor Cirran geldt, is dat het middel na 1 september niet in grondwaterbeschermingsgebieden mag worden gebruikt. Ook op eerstejaars grasland is het verboden in verband met de kans op uitspoeling. De prijs van Cirran ligt iets hoger dan die van U 46 MCPA. Het basisadvies voor onkruidbestrijding op grasland is 2,0 liter Cirran en 1,5 liter Primstar per hectare.
56
GRONDIG - April 2014
SULCOGAN, NIEUWE NAAM, BEKEND MIDDEL Voor de liefhebbers van het vroegere Mikado is er goed nieuws. Onder de naam Sulcogan komt de werkzame stof sulcotrione uit Mikado weer op de markt. Fabrikant Makhteshim Agan, een Israëlisch bedrijf, produceert weer sulcotrione. Het betekent dat er komend jaar weer een triketone bij is, als basismiddel in de mix. Kees Jacobs van fabrikant Makhteshim Agan beseft dat hij hiermee nog geen groot marktaandeel zal halen. “We rekenen vooral op de plaatsen waar problemen zijn met melganzenvoet. Daarvoor is Sulcogan nog steeds bij uitstek het middel. Verder denken we markt te kunnen winnen bij bedrijven die ter afwisseling wat anders willen dan Calaris of Laudis.” De etiketdosering van Sulcogan is maximaal 1,1 liter per hectare. In de mix is het advies 0,8 liter per hectare naast een nicosulforon en een bodemherbicide. Wanneer er in geval van gladvingergras Clio bij gaat, kan de dosering Sulcogan zakken naar 0,6 liter per hectare. Het beste toepassingsmoment is het twee- tot vierbladstadium van de maïs. Angst voor effecten in de volgteelten is volgens Jacobs niet nodig. “We hebben veel proeven gedaan, maar met doseringen tot 0,8 liter per hectare nog nooit wat gezien”, verklaart hij. Voorlopig zal het middel beperkt ingezet blijven, beseft Jacobs. “Daarom werken we ook aan kant-en-klare combinaties met andere actieve stoffen. Als we dat voor elkaar hebben, zijn we wel uniek en kunnen we echt bouwen aan onze marktpositie”, aldus Jacobs. Even afwachten dus.
SYNGENTA: KIJKEN NAAR OPBRENGST Nu opbrengst een steeds grotere rol gaat spelen, legt Syngenta in de advisering de nadruk op de effecten van de onkruidbestrijding op de opbrengst. “Het is de reden dat we al jaren adviseren om op tijd te spuiten”, stelt adviseur André ten Heggeler. “Wat ons betreft gaan loonbedrijven daar nu nog scherper naar kijken. We weten dat vroeg spuiten in combinatie met een lage dosering de minste gewasreactie geeft. Dat zou een overweging kunnen zijn om in twee keer te spuiten, zeker als je toch een haagwinde- of aardappelopslagprobleem hebt en weet dat je nog een keer terug moet. De extra kosten van de bespuiting moet je dan goed kunnen maken met een hogere opbrengst. Een tijdelijk probleem voor een dubbele bespuiting is wel dat momenteel de meeste maïsmiddelen, ook al worden ze ingezet in een lagedoseringensysteem, maar eenmaal per seizoen mogen worden ingezet. Komend seizoen zal er dus nog niet zoveel kunnen veranderen en zal meestal in het drie- tot vijfbladstadium een mix van Calaris en Milagro plus een bodemherbicide of Callisto en Gardo Gold plus Milagro worden ingezet. Regelmatig zal aan de mix nog een vierde middel worden toegevoegd. Hiervoor kunnen Peak (sterk op kamille en andere lastige breedbladigen) en Casper (tegen haagwinde en overige breedbladigen) worden gebruikt. Afgelopen seizoen zijn door loonwerkers zeer goede ervaringen opgedaan met deze twee nieuwe middelen. “In het geval dat toch voor een dubbele bespuiting wordt gekozen, adviseert Ten Heggeler om in de eerste ronde (voor of kort na opkomst) bijvoorbeeld Gardo Gold in te zetten. In de tweede ronde kan dan voor de gebruikelijke combinatie van een Calaris- of Callisto-mix worden gekozen, die dan afhankelijk van de onkruiddruk in samenstelling kan worden aangepast of in dosering kan worden verlaagd. “Om dit soort bewerkingen uit te voeren, is het volgens Ten Heggeler vooral belangrijk om als loonbedrijf meer planmatig te gaan werken. “Het halen van goede opbrengsten betekent dat je vooraf nadenkt over de teeltmaatregelen. Als je dat doet, kun je ook plannen en zaken en onkruiden gericht aanpakken. Dat dit opbrengst oplevert, toont hij aan met een proef van enkele jaren geleden (zie grafiek). Daar bleek dat één week later bespuiten een verlies van één ton droge stof per hectare betekende. Tot dat planmatige werken hoort volgens Syngenta ook nadenken over het uitvoeren van een schimmelbestrijding. “Verschillende proeven laten zien dat je hiermee de kans op een goede oogst sterk vergroot, dus dat zou reden moeten zijn om dat in je aanpak op te nemen”, aldus Ten Heggeler. Hoewel Syngenta verwacht net voor het toepassingsseizoen ook een toelating te krijgen voor een schimmelbestrijdingsmiddel in de maïs zal het bedrijf dat dit seizoen niet meer op de markt brengen. “Daar wordt de voorbereiding sowieso te kort voor.”
GRONDIG - April 2014
57
ondernemen met
vaktechniek
UPDATE GEWASBESCHERMING BASF: LET OP TIMING Elk jaar brengt weer nieuwe kennis. Bij Basf werd vorig jaar bevestigd dat Clio nog steeds het enige goede middel is tegen gladvingergras, maar ook dat je niet te vroeg moet zijn. Dat probleem ontstond vorig jaar doordat als gevolg van het droge, koude en late voorjaar veel onkruiden laat kiemden, vertelt specialist Guus Bermans. “We hebben toen vastgesteld dat te vroeg spuiten met Clio tot gevolg kan hebben dat het er nog onderuit komt. Dat speelde vooral op percelen die vorig jaar rond eind mei zijn gespoten. Op die percelen kiemde in een laat stadium nog gladvingergras en dat ontsnapte. Een ander punt waarop Bergmans de aandacht wil vestigen, is het moment van adviseren en spuiten. “Het gaat nog wel eens mis als er te lang zit tussen het moment waarop een adviesdosering is bepaald en het werkelijke moment van spuiten. We geven altijd de waarschuwing mee dat een advies maar 48 uur geldig is. Daarna kan de situatie al zo veranderd zijn dat je de dosering moet aanpassen. Niet alleen bij het spuiten, ook bij de advisering is timing dus vreselijk belangrijk.” Net als timing is de juiste dosering ook iets om in de gaten te houden, stelt Bergmans. “We merken nog wel eens dat veehouders maar voor een bepaald bedrag aan middelen willen spuiten. Dan moeten ze zich ook realiseren dat ze maar voor datzelfde bedrag aan werking krijgen.” Datzelfde geldt volgens hem voor de aanpak van haagwinde. Wie daar vanaf wil, zal twee keer moeten spuiten, is zijn heldere advies. “Natuurlijk kost dat extra geld. Maar als je niet meer geld uitgeeft, weet je zeker dat je nog meer geld laat liggen. Dan verspeel je opbrengst en kwaliteit.”
BAYER: VOORKOMEN VAN RESISTENTIE NIEUWE MILAGRO Dit jaar komt bij Syngenta ook de nieuwe Milagro 240OD beschikbaar. Dit middel bevat dezelfde werkzame stof, maar dan in een zes keer hogere concentratie. Het betekent dat er per hectare nog maar 125 tot bij een zware kweekbezetting 170 milliliter per hectare nodig is. Om verwisseling met de oude Milagro te voorkomen, is het middel dit seizoen alleen in een één-literverpakking beschikbaar en zal er een duidelijk extra label aan de fles hangen dat aandacht schenkt aan de dosering. Een verpakking van één liter is dus genoeg voor gemiddeld acht hectare. Voor de gebruiker is het voordeel vooral dat er veel minder middel hoeft te worden meegenomen en er minder lege verpakkingen moeten worden gereinigd en afgevoerd.
TEKSTEN: Toon van der Stok FOTO’S: CUMELA Nederland, fabrikanten
58
GRONDIG - April 2014
Voederopbrengst is duidelijk een thema waarop ook de gewasbeschermingsmiddelfabrikanten zich gaan richten. Jos Pauwels van Bayer wijst in dat verband op de noodzaak om de onkruidbestrijding tijdig uit te voeren met snel werkende middelen die de groei en ontwikkeling van onkruiden stilzetten. “We hebben nog eens een aantal proeven nagekeken en dan zie je dat ook relatief klein onkruid al snel veel schade doet. Ook al lijkt de maïs niet gehinderd door het onkruid, toch zien we in korrelmaïsproeven die in Duitsland zijn uitgevoerd dat de opbrengstschade kan oplopen tot tien procent. Dat komt vooral door de concurrentie op meststoffen en water die ontstaat. Maar het kan ook het gevolg zijn van het licht dat niet door het gewas kan worden benut, maar wordt geabsorbeerd door het onkruid. Daarom is het zo belangrijk om zo vroeg mogelijk, liefst in het twee- tot vierbladstadium al te spuiten. Eerst eggen kan dan ook een goed alternatief zijn om later een homogene opkomst van onkruiden te krijgen.” Een ander punt dat om aandacht begint te vragen, is de resistentieontwikkeling die op sommige plaatsen tegen sulfonylurea’s wordt gevonden. In Nederland en Vlaanderen is op enkele plaatsen vastgesteld dat er kamilleplanten zijn die een verminderde gevoeligheid of resistentie hebben tegen middelen als Ally SX en Atlantis die in het graan worden gebruikt. In Oostenrijk zijn volgens Pauwels ook problemen met hanenpootresistentie in maïs tegen sulfonylurea’s opgedoken. “In Nederland kennen we dat nog niet, maar met onze massale één-op-éénteelt van maïs is ons land wel hét grootste potentiële risicogebied binnen Europa!” Om problemen met resistentie te voorkomen, is het volgens hem aan te bevelen om bij de onkruidbestrijding gebruik te maken van een mix met verschillende werkingsmechanismen die werken tegen de aanwezige onkruiden. “Dat zorgt er sowieso voor dat de kans op resistentie kleiner wordt. Wij weten uit onze proeven dat een combinatie met Laudis bijvoorbeeld altijd zorgt voor een honderd procent doding van de hanenpoot. Dat geeft de hanenpoot dus geen kans om resistentie te ontwikkelen tegen bijvoorbeeld sulfonylurea’s, die we zo langer goed kunnen gebruiken voor onder meer de bestrijding van kweek en raaigrassen in de mix”, aldus Pauwels. Wat volgens hem ook in het voordeel van Laudis werkt, is dat het middel snel regenvast is en ook snel werkt. “Het betekent dat de kans dat een bespuiting mislukt feitelijk nihil is. Ontsnappers zijn namelijk altijd risicovol in het kader van resistentieontwikkeling. Een snelle werking draagt bij aan een snelle afdoding van onkruiden en daarmee aan een maximale voederopbrengst!”
WILT U UW MACHINES ONLINE VERKOPEN ? Dan is TROOSTWIJK VEILINGEN B.V. úw partner. Wij organiseren online veilingen voor een (inter)nationaal publiek. Met kantoren door heel Europa en een uitgebreide database bereiken wij de koper(s) voor uw machines !
Sterk werk - Pöttinger opraapwagens WILT U DE WAARDE WETEN VAN UW MACHINES ? Bij TROOSTWIJK WAARDERING & ADVIES B.V. kunt u terecht voor een professionele taxatie door een Beëdigd RegisterTaxateur. Voor een persoonlijk advies kunt u contact opnemen met onze agrarisch specialist Stef Hooijman 06 53 54 16 31 e-mail: s.hooijman@twa.nl
Pöttinger hooibouwmachines
Troostwijk is hét grootste industriële online veilinghuis van Europa en draagt haar klanten al meer dan 80 jaar op handen !
www.TroostwijkAuctions.com
an v s r e i a pelma
le Sterke k
Buurtweg 42 6971 KM Oeken tel. 0575 476555 www.hissink-oeken.nl
Pöttinger grondbewerking
Meer sterk werk? Oordeel zelf!
www.duport.nl
ondernemen met
vaktechniek
ECONOMIE
Holmer gaat alle rooiers bouwen Na de overname van eerst Agrifac en daarna Holmer door de Exel-groep was er lang onduidelijkheid over de koers van deze groep bij de productie van bietenrooiers. Bij een exclusieve persontmoeting in Numansdorp gaf Holmer-directeur Wolfgang Bergmann uitsluitsel. “Op de middellange termijn wordt de hele productie geconcentreerd op onze vestiging in Schierling.”
Directeur Wolgang Bergmann verwacht dat Holmer binnen enkele jaren ook de Agrifac rooiers bouwt.
60
Sinds de overname van Holmer vorig jaar zomer door de Exel-groep en de introductie van het Exxact-merk voor de bietenrooiers op de Agritechnica gonst het van geruchten rond de productie van bietenrooiers. Kort na de overname van Holmer verklaarde Agrifac-directeur Peter Millenaar onder meer in Grondig dat Agrifac in Nederland verantwoordelijk zou blijven voor de bouw en verkoop van rooimachines. Het leidde tot onduidelijkheid over de positie van Holmerimporteur Van Gemeren in Numansdorp. Alle reden voor Holmer-directeur Bergmann om twee weken geleden over te komen naar Nederland om duidelijkheid te verschaffen. De locatie bij Van Gemeren liet er al geen twijfel over bestaan wie deze strijd heeft gewonnen, al is het minder hard dan het lijkt, zo benadrukte Bergmann. “Daaraan zie je dat we geen Duits moederbedrijf hebben. In dat geval was de knoop doorgehakt en was de hele productie nu bij Holmer ondergebracht. De ondernemingscultuur bij onze Franse moeder is wat anders. Die laat dat langzaam groeien en zich op een natuurlijke manier ontwikkelen. Dat past ons nu beter, want het geeft ons de tijd om de unieke Agrifac-producten, de Optitraxx en de Lighttraxx, te integreren. Eerst door ze binnen het Holmer-concept verder te ontwikkelen en in te passen in ons productieproces. Als het leveringsprogramma van Agrifac en Holmer is samengevoegd, volgt op termijn vanzelf
GRONDIG - April 2014
de verplaatsing van de productie om de fabricage zo efficiënt mogelijk te maken.” Over het moment waarop de productie uit Steenwijk verdwijnt, wil Bergmann geen harde uitspraken doen. “Dat is afhankelijk van de ontwikkeling van de markt voor spuitmachines. Daar maakt Agrifac nu een enorme groei door en daar moet het merk zich specialiseren. Zoals het nu gaat, moet dat binnen enkele jaren mogelijk zijn en blijft daar ook de werkgelegenheid behouden.” Geen onduidelijkheid mag er dan zijn over wie dan de importeur is, vindt Bergmann. “We hebben al jaren een zeer goede relatie met Van Gemeren en dat zal zeker zo blijven. Niet alleen omdat het bedrijf een goed verkoopteam heeft, maar nog veel meer omdat Van Gemeren het belangrijkste aspect om te komen tot een herhalingsaankoop, de service, goed voor elkaar heeft. Dat is in deze branche namelijk het allerbelangrijkste, zorgen voor een goede aftersales.” Bergmann, die als CEO van Holmer ook deel uitmaakt van het managementteam van de Exel-groep, is na negen maanden onder leiding van dit familiebedrijf enthousiast over het nieuwe elan dat dit heeft gebracht. “Voor het eerst in tien jaar wordt er weer echt geïnvesteerd in het bedrijf. Zo is de afgelopen maanden een heel nieuw distributiecentrum gebouwd, ter waarde van 1,7 miljoen euro. Dat is het grote verschil met de afgelopen tien jaar, toen we in handen waren van private investeringsmaatschappijen. Die waren alleen gericht op de korte termijn en wilden zo veel mogelijk geld uit het bedrijf halen. Investeringen zijn er dan alleen in de hoogstnodige ontwikkelingen. Nu kunnen we echt weer werken aan nieuwe producten, die ons de komende jaren een sterke positie in de markt kunnen geven.” Die mogelijkheid om te ontwikkelen, is één van de weinige zaken die moedermaatschappij Exel bepaalt, stelt Bergmann. “Exel geeft aan hoeveel geld er beschikbaar is om de nieuwe Stage IIIb-motoren in te bouwen. Bij ons is dat rendabel, omdat wij gemiddeld minstens 130 rooiers per jaar bouwen, naast de lademuis Terra Fellis en onze zelfrijder, de Terra Variant. Daarom zal Agrifac geld krijgen voor aanpassing van de spuitmachines. Zo kan de Exel-groep ook in zelfstandig opererende bedrijven sturen, hoe lastig dat soms ook is.” TEKST EN FOTO: Toon van der Stok
IN KORT BESTEK CUMELA-KOMPAS ANALYSE: FISCAAL RESULTAAT KLEINE EN GROTE BEDRIJVEN POSITIEF In Grondig 3 constateerden wij dat de berekende vergoeding voor het eigen vermogen en de niet-betaalde ondernemer bij de kleinere bedrijven zwaarder doorweegt. Die kleinere bedrijven hebben hierdoor een duidelijk lager bedrijfseconomisch rendement. Bijgaande grafiek laat dit duidelijk zien. De 25 procent kleinste bedrijven hebben gemiddeld een bruto marge van ruim € 370.000,- en een bedrijfseconomisch rendement van min negen procent van de bruto marge. Bij deze bedrijven ligt de berekende vergoeding voor de niet-betaalde ondernemer en ingezet kapitaal op 18,1 procent. Het fiscaal rendement is hier 10,8 procent. Bij de 25 procent grootste bedrijven liggen het bedrijfseconomisch rendement op min 1,4 procent, de berekende kosten op 3,6 procent en het fiscaal rendement op 3,4 procent. Let wel, bij het duidelijk positieve fiscale rendement van de kleinste bedrijven is het salaris van de ondernemer en de meewerkende gezinsleden nog niet betaald. In CUMELA-Kompas Analyse is hiervoor een bedrag van ruim € 52.000,- berekend. De berekende rentevergoeding op het eigen vermogen is een bedrag van ruim € 14.000,-. Zolang de ondernemer en zijn gezin deze bedragen niet uitgeven, is de continuïteit niet in gevaar. De bestedingsruimte ligt hier op € 40.000,-. Het rendabel maken van arbeid en machines is zeker ook bij de kleine bedrijven een aandachtspunt. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op tel. (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.
FISCAAL RESULTAAT OVERAL POSITIEF
Zekerheidstelling Beste Jan, De aanbestedende dienst verlangt van mij dat ik bij de inschrijving een bereidheidverklaring van de bank voeg. Wat is het verschil met een bankgarantie? De dienst vraagt tien procent, maar is dat niet overdreven; weet ze wel wat dat voor mijn bedrijf betekent?
Beste aannemer, Met een zekerheidstelling - meestal een bankgarantie, maar dit kan ook een verklaring van een waarborgfonds zijn - wordt de opdrachtgever beschermd tegen de gevolgen van het niet voltooien van het aangenomen werk. Regel is dat na de aanbesteding, doch voorafgaand aan de gunning, de door u genoemde bereidheidverklaring van een borginstelling tot het verlenen van een zekerheidstelling moet worden afgegeven. Pas na de gunning dient op naam van de opdrachtgever een zekerheidstelling te worden afgegeven. Een zekerheidstelling, soms zelfs een bereidverklaring, legt een beslag op de liquiditeit van een onderneming. De bank zal namelijk een zekerheid willen hebben en bevriest een tegoed ter grootte van de bankgarantie of verlaagt de kredietlimiet met het bedrag. Bovendien zitten er voor de inschrijvers hoge kosten aan het verkrijgen van een dergelijke zekerheidstelling. Deze kosten lopen door zolang de garantie nog niet is beëindigd. Eén tot twee procent op jaarbasis als jaarprovisie is bij een financieel gezond bedrijf normaal. Vanwege die kosten geeft de Gids Proportionaliteit aan dat slechts een zekerheidstelling kan worden bedongen als dat voor de uitvoering van de concrete opdracht strikt noodzakelijk is. Als proportioneel wordt maximaal vijf procent van de opdrachtwaarde aangemerkt. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan (mits deugdelijk gemotiveerd) van deze richtlijn worden afgeweken; een maaibestek is niet zo’n geval. Dubbele zekerheidstellingen (bijvoorbeeld een bankgarantie en een inhouding van betalingen) zijn vanzelfsprekend helemaal niet proportioneel. De hoogte van de zekerheidstelling zou volgens ons moeten kunnen worden afgebouwd als een substantieel deel van de opdracht is afgerond. Laat een zekerheidstelling ook niet langer lopen dan nodig; die belemmert immers uw financiële armslag. Met de Aanbestedingswet is er een uniforme eigen verklaring ingevoerd die als doel heeft dat u bij de inschrijving juist geen documenten hoeft bij te voegen. In uw geval is het daarom verstandig dat u bezwaar maakt tegen het feit dat u al bij de inschrijving de bereidheidverklaring moet inleveren. Omdat tien procent in dit geval echt disproportioneel is, kunt u ook daartegen bezwaar maken.
Jan van der Leij Beleidsmedewerker GWW
GRONDIG - April 2014
61
ondernemen met
cumela
POLITIEK ONDERNEMEND
“ Vernieuwd GLB biedt een goed perspectief” Joost Korte, directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling in Brussel De gemeenteraadsverkiezingen zijn nog maar net achter de rug of de verkiezingen voor het Europees Parlement staan in mei alweer voor de deur. In deze vijfde aflevering van de serie draaien we de rollen om. Welke invloed heeft de politiek op de cumelasector? Joost Korte, als adjunct-directeur-generaal verantwoordelijk voor drie directies van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Europese Commissie, geeft zijn visie.
Zeventien jaar is hij weggeweest, maar sinds begin dit jaar zit Joost Korte opnieuw in het kantoor van het directoraatgeneraal voor Landbouw en plattelandsontwikkeling aan de Wetstraat in Brussel. De nieuwe adjunct directeur-generaal voelt zich er op zijn plek. Met zichtbaar enthousiasme spreekt hij over zijn beleidsterreinen. “Landbouw is één van de meest interessante werkgebieden hier in Brussel. Het is operationeel, het is actief. Daarin ligt voor mij de uitdaging. Brussel is ver weg van alles, behalve van de landbouw. Europese beslissingen hebben meteen impact op de bedrijven zelf.” Als adjunct directeur-generaal is hij verantwoordelijk voor drie directies; een directie voor agrarisch marktbeleid, een directie voor rechtstreekse betalingen en een directie voor economische analyse & communicatie, in Brussels jargon C, D en E genoemd. In zijn kantoor voert de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB), die sinds dit jaar wordt geïmplementeerd, de boventoon. “Het GLB biedt een goed perspectief voor de Europese landbouw. Door geen quota’s meer te hebben, wordt de oriëntatie op de markt sterker. We krijgen hierdoor een actievere internationale handel en de koppeling met het milieubeleid (elke boer die vergroeningsmaatregelen treft, krijgt dertig procent boven op zijn basishectaretoeslag; red.) zie ik positief in.” Hij is daarin niet de enige. Uit de Eurobarometer bleek onlangs dat meer dan driekwart van de Europeanen van mening is dat het vernieuwde GLB alle burgers van de Europese Unie ten goede komt. Ruim negentig procent zelfs onderschrijft de krachtlijnen van het nieuwe GLB. “Verbazend toch na al die discussie? Het is mooi dat we met 28 landen één landbouwbeleid hebben weten op te stellen, terwijl de sector in elk land weer anders is.”
Ongelijkheid Daar zit ook meteen één van de struikelblokken, want on-
62
GRONDIG - April 2014
danks één beleid is er veel ongelijkheid. Waarom wordt Nederland afgerekend op een te hoge concentratie glyfosaat die vanuit het buitenland via rivieren bij onze innamepunten van drinkwater wordt gevonden? Of denk aan het gewasbeschermingsbeleid. Nederland is wat dat betreft zeer streng en dat zorgt voor ongelijkheid aan de grens. Wat op het ene perceel wel mag, is op het perceel ernaast streng verboden. “We kunnen niet alles regelen”, zegt Korte. “Alle Nederlandse politieke partijen, behalve D66 dan, willen dat de Europese Unie terugtreedt. De wil om alles tot in de details Europees vast te leggen, is er dus niet. Eén van de nadelen daarvan is die ongelijkheid tussen lidstaten. Als Europese Unie geven we de lidstaten alleen een menu, een kader. De rest mogen ze zelf invullen.” Wonderbaarlijk genoeg is juist het vernieuwde GLB een vreemde eend in de bijt als het gaat om een terugtredende overheid. Een maatregel als de financiële steun aan agrariërs voor het volgen van milieuvriendelijke landbouwmethoden, bijvoorbeeld, zorgt voor meer verplichtingen, dus voor meer controle, dus voor meer complexiteit. “Hier is inderdaad geen sprake van een terugtredende Europese Unie. Toch hebben alle lidstaten ermee ingestemd.”
Territoriale cohesie Dat betekent niet dat de politieke discussie hieromtrent is gevoerd. Zo wil Nederland in dit overgangsjaar graag soepeler regels rond melkquota, zodat melkveehouders geleidelijk kunnen uitbreiden en minder boetes hoeven te betalen. Minder concurrerende melkveelanden willen de superheffing juist zo lang mogelijk behouden. Ook de subsidie voor plattelandsontwikkeling zorgt voor de nodige ophef. Want waarom geldt die subsidie wel voor boeren, maar niet voor loonwerkers? Betekent dit dat boeren goedkoop een machine kunnen aanschaffen, terwijl boeren die daar via een loonwerker gebruik van maken - en dus fei-
telijk efficiënter zijn - duurder uit zijn? Korte heeft daar wel een antwoord op: “Deze subsidie is breder georiënteerd. Kijk naar pijler 2. De subsidie gaat naar investeringen en projecten die de werkgelegenheid op het platteland stimuleren. Ook willen we hiermee de leefbaarheid op het platteland in stand houden. Territoriale cohesie, heet dat hier. Daar kunnen loonbedrijven ook aan bijdragen, binnen de kaders van het plattelandsontwikkelingsprogramma zoals Nederland dat vaststelt. Welke maatregelen uit het plattelandsbeleid Nederland gaat toepassen, zal staan in het Nederlandse plattelandsontwikkelingsprogramma. Dat is nog in ontwikkeling. Daarom is het nu nog niet mogelijk om te zeggen wat de exacte mogelijkheden zijn voor loonwerkers.” De leefbaarheid op het platteland is sowieso een groot thema, stelt Korte. “Ons uitgangspunt is ’back to our roots’. We willen dat het platteland niet leegloopt. Niet voor niets komt de helft van het inkomen van de boer uit de Europese Unie.” Maar hoe leefbaar blijft het platteland als het GLB gaat werken met hectaretoeslagen? Bedrijven zullen hierdoor alleen maar groter worden. Dat klinkt als een bedreiging voor het traditionele familiebedrijf en ook de consument zit hier niet op te wachten. “Schaalvergroting is inderdaad gaande, maar ik zie dat als een positieve ontwikkeling”, zegt Korte. “Grotere agrarische bedrijven zijn nodig om het evenwicht te behouden tussen de andere sectoren in de Europese Unie. We willen deze sector niet afschermen. En hoe groot is een groot bedrijf? De gemiddelde bedrijfsomvang in de Europese Unie bedraagt slechts veertien hectare.”
Kansen De adjunct-directeur-generaal kijkt positief naar de toekomst. “De Europese landbouw heeft de wereld veel te bieden. Door de bevolkingsgroei zal de vraag naar voedsel met een hoge toegevoegde waarde alleen maar toenemen en ook de klimaatverandering zal kansen bieden. Daar moet Europa op inspelen. Bulkproducten moeten we overlaten aan landen buiten Europa, zoals Amerika en Argentinië, wij moeten ons richten op hoogwaardig voedsel. Denk aan de uitvoer van zuivelproducten, zoals kazen. Dat is een groeimarkt. Of olijfolie. Europa is daarin wereldleider. Daarnaast lopen wij voorop als het gaat om kennis. Hoeveel meer van een hectare suikerbieten haalt Nederland wel niet vergeleken met andere landen? Daar ligt onze kracht. Als Europese Commissie willen we dat maar wat graag ondersteunen met ons onderzoeksbeleid voor de landbouw.” Een terugtredende Europese Unie vindt hij daarom ook geen goede ontwikkeling. “Europa heeft ons sinds zijn oprichting zoveel gebracht. Natuurlijk ging niet alles perfect, maar zeker Nederland zou moeten weten dat onze welvaart afhankelijk is van het buitenland. Daar zouden Haagse politici meer op moeten hameren. Nu hoor je alleen de Euro-sceptische partijen, maar dat is niet reëel. Lidstaten hebben alleen een kans door samen te werken. Kijk naar wat er nu in Oekraïne gebeurt om te zien wat er op het spel staat. Hopelijk worden we hierdoor met onze neus op de feiten gedrukt en heeft het effect op hoe mensen straks gaan stemmen.” TEKST & FOTO: Marjolein van Woerkom
GRONDIG - April 2014
63
UW BANNER OP GRONDIG.COM? Vroegbestelkorting
tot 8% !
Hoe eerder U bestelt, hoe meer U bespaart!
Masterdrill:
Pneumatische zaaimachine, met dubbel Schijfs-zaaischaren.
Nieuw:
WXH 400 rister, trekt licht en geeft een brede open voor. Vario of vaste drie punts of On-land uitvoering.
Voor meer informatie: Lisette Kerkhof T 033 - 247 49 50 | E lkerkhof@cumela.nl Profi-Drill:
website voor specialisten in groen, grond en infra
14-04 Stopper Grondig.indd 1
Rotor kopeg:
Stalen zaaihuis, 3 fasen nokkenrad, dubbel Schijfszaaischaren en optie Drillmat met spuitspoor schakeling.
27-3-2014 12:04:46
Arterra serie tot 8.00m Conische lager, 34cm lange tanden.
Rayon zuid
Rayon noord
// Mark van der Heuvel
// Jan Roelofs
// T. 06 - 511 73 646
// T. 06 - 514 07 223
BIGAB® haakarmtrailers – De marktleider in Europa
BIGAB – ER IS MAAR ÈÈN DE ECHTE BIGAB 12–15
BIGAB 20–24
BIGAB 15–19
Importeur voor Nederland 6971 KM OEKEN (Brummen) Fabrikant: info@forsmw.com • www.forsmw.com
AS_FORS_MW_GRONDIG_200x134_140324.indd 1
Tel. 0031 575 476 555 info@hissink-oeken.nl www.hissink-oeken.nl
2014-03-17 11:07
ondernemen met
cumela
CUMELARIA
WASSINK/VAN DE SCHOTMAN VIJFTIG LENTES JONG Het jaar 2014 begon goed met het vijftigjarig bestaan van Loonbedrijf Wassink/ Van de Schotman uit Halle. Mooi gepoetste machines, goed gehumeurde ondernemers en in groten getale aanwezige genodigden zorgden voor een feestelijke dag. Zaterdag 1 februari vierde de derde generatie ondernemers, André Visschers en Sandra Wassink-Visschers, samen met de tweede generatie, Gert Wassink, het jubileum van Wassink/Van de Schotman. CUMELA Nederland, vertegenwoordigd door bedrijvenadviseur Gerwin Otten en bestuurslid van de afdeling Gelderland Ina Freriks, reikte het huidige ondernemerskoppel de gouden speld en hanger uit. Gert Wassink ontving de zilveren CUMELA-pen. Op naar de volgende vijftig jaar!
WIM TEN KLOOSTER GROEN GROND INFRA 45 JAAR
NIEUW KRACHTPATSER ONDERWEG Van Eijck heeft de pro stock Mud Patrol verkocht, omdat het team verder wil in deze prestigieuze klasse. Verkocht wil zeggen: alles behalve de paardenkrachten. Daarna gingen de mannen uit Alphen op zoek naar een betere vervanger voor het te zware oude chassis. Dus reisden ze af naar Amerika om te shoppen, met als resultaat een hypermodern ultralicht, flexibel componentenframe voor een lager zwaartepunt, meer verplaatsbaar gewicht en een betere werking. Als alles volgens plan verloopt, is het chassis nu onderweg. Misschien wel in deze truck, gekiekt door Van Eijck. Dat zou overigens een mooi vervoermiddel voor de pro stock zijn. De nieuwe look blijft een verrassing, maar het zal ongetwijfeld weer John Deere worden.
Tijdens een druk bezochte receptie vierde het grondbedrijf Wim ten Klooster Groen Grond Infra op 17 januari 2014 twee feiten: het 45-jarig bestaan van het bedrijf en de formele overdracht van het bedrijf van vader Wim op zoon Harmen ten Klooster. Wim ten Klooster memoreerde in zijn toespraak hoe het bedrijf in 1969 als loonbedrijf begon met één trekker en een kraan en doorgroeide. In 1996 kwam ook zoon Harmen in de zaak. Met zijn aantreden kwam er een specialisatie bij: het machinaal vacuümbestraten. Wim ten Klooster bedankte in zijn toespraak de vele aanwezige relaties voor het vertrouwen, temeer omdat het dankzij hen in deze tijden goed gaat met het bedrijf. De naam van het bedrijf blijft Wim ten Klooster. Jan Maris overhandigde namens CUMELA Nederland Wim en zoon Harmen de zilveren onderscheiding.
66
GRONDIG - April 2014
OPEN DAG BIJ LOONBEDRIJF VAN GINNEKEN STEENBERGEN Begin vorig jaar namen Henk en Christ van Ginneken Loonbedrijf Muijs in Steenbergen over. Op zaterdag 8 februari organiseerde Van Ginneken Steenbergen een open dag om klanten en relaties de gelegenheid te geven om het bedrijf te bezichtigen en onder het genot van een hapje en een drankje kennis te maken met de medewerkers. Ongeveer 1200 bezoekers maakten gebruik van deze gelegenheid. Het was een prima moment voor een groepsfoto en bovendien een mooie start van het nieuwe seizoen.
GEKRUID ALS DE BRANDWEER We kennen allemaal de risico’s van mestgassen. Toch is en blijft het de moeite waard om er extra aandacht aan te besteden. Dat deed studieclub Achterhoek op een studieavond. De club combineerde het met een optreden van de brandweer Doesburg. U begrijpt: de aanwezigen werden ‘als de brandweer’ bijgepraat over praktische en leerzame zaken.
DEUTZ-FAHR TREKT “Beleef het nieuwe Deutz-Fahr-land”, was de prikkelende tekst op de uitnodiging van de Deutz-Fahr Agroshow in Apeldoorn op een doordeweekse avond, eind februari. Blijkbaar wekte de in de spotlights gestelde nieuwe Deutz-Fahr met dansende dame op de achtergrond nieuwsgierigheid op, want die avond zat de Amerikahal veel voller dan verwacht. Deutz-Fahr had aanvankelijk gehoopt op 1500 bezoekers, maar het aantal ging over de 2000 heen. Onder hen bevonden zich veel loonwerkers en loonwerkersmedewerkers. Ze werden getrakteerd op een informatieve en leuke show met daarin de onthulling van de nieuwste zwaarste Deutz-Fahrkrachtpatser. En na afloop was er tijd genoeg voor netwerken onder het genot van een drankje. Voor herhaling vatbaar.
Vrij Het afgelopen jaar kenmerkte zich door allerlei feesten en jubilea, dus waren we ook in onze vrije tijd druk bezet, onder meer met het maken van Abrahams en het timmeren van erepoorten. Nu zijn wij niet vies van een feestje hoor, maar iets moet me daarbij van het hart. Misschien herkent u het wel. Het gebeurt namelijk nogal vaak dat we, als we op een feestje zijn, worden aangesproken met de woorden: “Zo, heb je wel tijd?” Of: “Ben je ook eens een keer vrij?” Of: “Kan ik morgen nog wat gasolie bij je tanken?” En: “Wat kost de gasolie op het moment?” Allemaal vragen die niets meer met gezelligheid te maken hebben, maar je gelijk weer terugzetten in het leven van alle dag. En wij wilden juist vrij zijn. Natuurlijk bedoelen de mensen het niet kwaad, maar het wekt wel eens wrevel; alsof er geen andere gespreksonderwerpen zijn! Bovendien komen wij op een feestje als buren, vrienden of familie en niet als ‘ambulante loonwerker’. Natuurlijk praten boeren graag met elkaar over hun bedrijf, maar dat is op basis van gelijkheid. Als mensen bij elkaar komen is het een natuurlijke gewoonte om de actualiteit te bespreken, de meningen worden gepeild, maar daarna gaat het algauw over andere onderwerpen. Geen mens komt op het idee een schilder, gymleraar of werkloze te vragen of hij of zij wel tijd heeft voor dit feestje. In onze vrije tijd gaan we graag met het gezin of samen op pad buiten de regio. Het noorden van het land, de IJsselmeerpolders en ’de andere kant van de IJssel’ (De Veluwe voor ons) hebben daarbij onze voorkeur. Natuurlijk kijken we ook wel met een ‘loonwerkersbril’ naar de omgeving. Als echte loonwerkers zien we elke trekker rijden of kijken we wat die graafmachine daar aan het maken is. Soms ook zijn de uitjes deels gerelateerd aan ons vak, maar daar ligt ook onze belangstelling. Toch gaat die bril na verloop van tijd echt wel af om te genieten van de andere omgeving, de stad, de natuur en de mensen, voor wie we gewoon gasten zijn. Dan zijn we echt vrij, en ja… dan hebben wij alle tijd van de wereld.
Heleen van der Vegt, Loonbedrijf Van der Vegt, Mariënheem
GRONDIG - April 2014
67
ondernemen met
cumela
CUMELA.NL
CONTROLES DOUANE OP AANKOOP EN VERBRUIK RODE DIESEL Sinds 1 januari 2013 is in Nederland alleen de blanke, hoogbelaste halfzware olie en gasolie te koop. De laagbelaste rode diesel is alleen nog toegestaan voor de beroepsscheepvaart. In Nederland is het bezit en verbruik van rode diesel definitief verboden, op enkele uitzonderingen na. In België mag onder bepaalde voorwaarden wel rode diesel worden getankt en verbruikt als de rode diesel in de normale brandstoftank van het bedrijfsvoertuig zit en als voor dit bedrijfsvoertuig het gebruik van rode diesel in dat land is toegestaan. Over de rode diesel hoeft u in Nederland geen accijns te betalen en u mag die in Nederland oprijden. Wel moet u kunnen aantonen dat de brandstof in het desbetreffende land is gekocht.
BRANDBRIEF VERPLICHTE MESTVERWERKING CUMELA Nederland maakt zich grote zorgen over het uitblijven van antwoorden en oplossingen voor knelpunten bij de verplichte mestverwerking. Hoewel meerdere malen op allerlei ambtelijke niveaus is toegezegd dat er een antwoord komt, blijft dit tot op heden uit. In een brandbrief aan de Tweede Kamer vraagt CUMELA de Kamer staatssecretaris Dijksma aan te zetten tot actie. Grote problemen heeft de organisatie met het uitblijven van erkenning van de productie van mestkorrels en champignonsubstraat als mestverwerking. Hoewel CUMELA Nederland al herhaalde malen heeft aangegeven hoe dit probleem kan worden opgelost, blijven beslissingen uit. Tot slot heeft CUMELA grote moeite met het uitblijven van een antwoord op de vraag hoe er moet worden gehandeld als bij de verwerking van mest meer dan drie partijen betrokken zijn.
CUMELA NEDERLAND TEKENT OVEREENKOMST VERMINDERING AMMONIAKUITSTOOT Het agrarisch bedrijfsleven, waaronder CUMELA Nederland, heeft samen met staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken afspraken gemaakt over de uitstoot van ammoniak. Een vermindering van de uitstoot zorgt ervoor dat boerenbedrijven zich kunnen ontwikkelen en de natuurkwaliteit verbetert. De afspraken zijn onderdeel van een overeenkomst in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS).
NIEUW: AANZEGTERMIJN BIJ EEN ARBEIDSOVEREENKOMST Zeer waarschijnlijk gaat per 1 juli aanstaande de aanzegtermijn in. U dient dan de werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft voor bepaalde tijd van zes maanden of langer minimaal een maand voordat zijn contract afloopt schriftelijk te informeren of u het contract gaat voortzetten of niet. Bent u te laat met het aanzeggen van de beëindiging of verlenging of vergeet u de aanzegtermijn helemaal, dan moet u de werknemer een vergoeding (boete) betalen van één maandsalaris naar rato. Als u aangeeft het contract te willen voorzetten, moet u ook aangeven tegen welke voorwaarden u dit wilt doen. Laat u dit achterwege, dan wordt het contract geacht te zijn voortgezet voor dezelfde tijd en tegen dezelfde voorwaarden, doch voor ten hoogste een jaar.
VOORLOPIGE RESULTATEN 2013 Aan de hand van de eerste 51 deelnemers aan de CUMELA-Kompas Analyse zijn de voorlopige resultaten van 2013 te lezen. De investeringen van cumelabedrijven zijn in 2013 gedaald. Een kengetal om de investeringen in beeld te brengen, zijn de netto investeringen in verhouding tot de afschrijvingen. In 2011 bedroeg dit nog 114 procent, in 2012 was dit 116 procent en in 2013 is dit gedaald naar 95 procent. Het machinepark is een fractie verouderd. Het gaat hier om de netto investeringen. De werkelijke investeringen zullen in de praktijk hoger liggen. Voor de investeringen wordt uitgegaan van machines, gebouwen en overige activa. Wilt ook deelnemen aan de aan de kengetallenvergelijking, neem dan contact op met CUMELA Nederland.
68
GRONDIG - April 2014
RECHT(T)ERZIJDE CAO BOUW ONGEWIJZIGD VERLENGD De CAO Bouw is ongewijzigd verlengd tot en met 31 december 2014. Er is geen loonsverhoging afgesproken. Om oneerlijk concurrentie te voorkomen, is daarnaast afgesproken dat: • partijen gemeenschappelijke voorlichting geven om naleving van de cao te bevorderen; • de meldings- en nalevingprocedures van het Bureau Naleving breder bekend worden gemaakt. Daar waar nodig worden ze aangescherpt en verduidelijkt; • partijen bij de overheid en politiek pleiten voor samenwerking en informatie-uitwisseling; • partijen aan de politiek voorstellen doen om schijnzelfstandigheid te bestrijden.
DE DIGI-RI&E IS WEER ACTUEEL. MAAK ER GEBRUIK VAN! De bonden en werkgevers hebben, in samenwerking met de veiligheidsdeskundige van Stigas, de digi-RI&E geactualiseerd. Met de digitale risico-inventarisatie en -evaluatie kunt u de veiligheids-en gezondheidsrisico’s in kaart brengen.
De schuldbekentenis Stel: u runt een groot bedrijf en heeft sinds 2008 een verkoper in dienst. Omdat u deze verkoper verdenkt van diefstal stelt u een onderzoek naar hem in. U schakelt daarvoor een bedrijfsrechercheur in en enkele weken later blijkt dat uw verkoper inderdaad goederen van u steelt. Maar wel goederen met een flinke waarde, want bij het opmaken van de rekening kwam een bedrag van meer dan vijf nullen in beeld. U nodigt uw verkoper uit voor een gesprek en daarin confronteert u hem, samen met de bedrijfsrechercheur, met de camerabeelden. De verkoper erkent dat hij regelmatig goederen verduistert en aan de hand van deze verklaringen wordt berekend dat het om € 115.000,gaat. De verkoper tekent een schuldbekentenis voor dit bedrag. Het totale gesprek duurt ongeveer vijftien minuten. Helaas is het echt gebeurd: de rechter (het hof in Amsterdam) heeft de vordering van de werkgever grotendeels afgewezen omdat hij de verkoper niet op deze wijze om een schuldbekentenis had mogen vragen. De verkoper bevond zich namelijk in een afhankelijke positie (hij kwam tegenover een leidinggevende en een bedrijfsrechercheur te staan) en was zich bovendien niet bewust van de impact van de schuldbekentenis. Op zichzelf begrijp ik de overwegingen van de rechter wel; met een enkele handtekening teken je je eigen ondergang. De werkgever had beter de verkoper kunnen adviseren een advocaat in te schakelen). Als ik dit echter afzet tegen een uitspraak eerder dit jaar, waarbij een medewerker (ruim dertig jaar in dienst!) op staande voet werd ontslagen omdat hij bekende gedurende drie weken twee blikjes cola per week te hebben gestolen van zijn werkgever (een ziekenhuis), bekruipt mij wel een gevoel van ongelijkheid. Ook voor deze medewerker was de impact van zijn bekentenis nogal groot (ontslag op staande voet). Gelet op zijn eenzijdige arbeidsverleden en leeftijd komt hij mogelijk nergens meer aan de slag. Was hier dan bijvoorbeeld een waarschuwing niet meer op zijn plaats geweest? Wat vindt u?
OOK OP WWW.CUMELA.NL: • N360 tijdelijk gehele dag toegankelijk voor landbouwverkeer • Omgevingsloket online gaat over op eHerkenning niveau 2 • Handleiding en kengetallen kostprijsberekening 2013 beschikbaar • Wim Claessens nieuwe voorzitter Stichting Kwaliteitseisen Landbouwtechniek (SKL) • Diverse bestemmingsplannen liggen ter inzage • Inspectie SZW blijft controleren op stofvrij werken in de bouw • Nieuwe workshop: faalkosten terugdringen
Sander van Meer Advocaat CUMELA Advies
GRONDIG - April 2014
69
ondernemen met
cumela
CUMELA
Jan Maris uitgezwaaid Afscheid overheerst op algemene ledenvergadering In twee druk bezochte evenementen werd afgelopen maand afscheid genomen van Jan Maris als directeur van CUMELA Nederland. Naast een uitgebreid afscheid op de jaarlijkse algemene ledenvergadering was er ook een aparte bijeenkomst voor externe relaties. Het afscheid van Jan Maris is de afsluiting van een proces dat al op de vorige algemene ledenvergadering in gang is gezet. Toen kregen de leden al te horen dat het aftreden aanstaande was en werden de nieuwe kandidaten bekendgemaakt. Na een jaar van bezinning stemden tijdens de algemene ledenvergadering van CUMELA Nederland alle leden in met de benoeming van Hannie Zweverink en Michiel Pouwels als
nieuw directieteam. Een uitdaging die ze beiden met veel enthousiasme aannemen, verklaarden ze tijdens de vergadering. Door de instemming van de vergadering met de benoeming van de nieuwe directie kon aan het eind van de middag ook de afscheidsbijeenkomst van Jan Maris gewoon doorgaan. Vier verschillende oud- voorzitters spraken Jan toe en haalden herinneringen op uit het verleden. Ze maakten duidelijk hoe Jan door de jaren heen de organisatie een plaats wist te geven en een plek aan de onderhandelingstafel wist te krijgen. Een plaats die volgens Maas van den Heuvel onder andere is verdiend ten tijde van de varkenspest. “Toen konden wij door onze praktische insteek organiseren dat het mestprobleem ondanks alle vervoersverboden toch werd opgelost”, stelde hij vast. Mede dankzij de inzet van Maris groeide de organisatie in de jaren dat hij aan het bewind was tot een organisatie met bijna 2000 leden en een staforganisatie die ruim zestig mensen groot is, zo stelde de huidige voorzitter Wim van Mourik. De receptie vormde de afsluiting van een dag die begon met een zestal workshops waaruit bedrijven een keuze konden maken. Bijzonder goed scoorden de bijeenkomst over bedrijfsopvolging en de bijeenkomst over ‘Mooi Vak Man!’, waar werd ingegaan op levensfasebewust personeelsbeleid. Na het formele deel eindigde de dag met een uurtje trekkers en bumpers kijken in het heerlijke voorjaarszonnetje. De uitkomst daarvan vindt u in het aparte kader bij dit artikel. Natuurlijk was er goed eten en drinken. Laat en gezellig werd het daarna bij twee optredens in de feestzalen. Met discussies over draaikantelstukken, bakhoeken, bedrijvenbezoeken, vergaderingen in de provincie, buitenlandse reizen en veel meer loonwerkers-wel-en-wee. Wie denkt wat gemist te hebben, heeft gelijk en krijgt volgend jaar een nieuwe kans. Want dan is er vast en zeker weer een nieuwe algemene ledenvergadering. Maar wel voor het eerst zonder Jan Maris op het podium.
TEKST: CUMELA-medewerkers FOTO’S: Hero Dijkema, Toon van der Stok, Marijke Dorresteijn
70
GRONDIG - April 2014
Aftrap van vervolg praktijkproef trekkerbumpers Tijdens de algemene ledenvergadering presenteerden vier fabrikanten verbeterde versies van hun trekkerbumpers. Hiermee werd de aftrap gegeven voor het vervolg op de praktijkproef met trekkerbumpers. In 2012 zijn er overrijdbeveiligingen voor trekkers uitgezet bij elf cumelabedrijven om ervaring op te doen in de praktijk. Dit heeft allerlei praktische verbeterpunten opgeleverd, die zijn verwerkt in de getoonde bumpers. De bumpers moeten niet alleen de verkeersveiligheid verbeteren, maar moeten ook praktisch in gebruik zijn. De getoonde bumpers zullen bij twee groepen van elk vier bedrijven worden ingezet gedurende telkens een periode van drie maanden. De bumpers rouleren zo tussen de be-
drijven, zodat iedereen met elke bumper ervaring opdoet. Elk concept van de vier bumpers is anders. Zo is de Alasco-bumper de enige die zonder fronthef direct aan het chassis wordt gekoppeld. De adapters voor de koppeling verschillen per trekkermerk. De bumpers van Peecon en Tractorbumper worden in de fronthef gedragen en zijn met extra frontgewichten uit te rusten. De Tractorbumper heeft een bak die zonder frontgewicht dienst doet als werkbak voor kettingen en dergelijke. De Agribumper wordt aan het frame van de fronthef bevestigd, waardoor de heflatten nog vrij zijn en er nog een machine aan kan worden gekoppeld.
Buiten is het lente, ook in de sector In de week na de algemene ledenvergadering namen ook relaties van belangenorganisaties, vakbonden, besturen, vertegenwoordigers uit het beroepsonderwijs en overige samenwerkende partijen afscheid van Jan Maris als algemeen directeur van CUMELA Nederland. Het werd een goed bezochte bijeenkomst, waarbij velen van de gelegenheid gebruik maakten om Jan Maris persoonlijk te bedanken voor zijn inzet en doorzettingsvermogen. Een speciaal dankwoord werd gesproken door voorzitter Bernard Wientjes, van VNO-NCW. Hij bedankte Jan Maris voor zijn vele jaren inzet en Jans positief-kritische rol in zijn bestuur: “Jan heeft zich jarenlang sterk gemaakt voor de specifieke belangen van de cumelasector binnen VNO-
Trots toont Ali Maris één van de cadeaus: een levenslang abonnement voor Jan op zijn lijfblad Trouw.
NCW”, vertelde hij. Wientjes koppelde de weersomstandigheden aan de lentekriebels in de economie met: “Buiten is het lente, maar ook in de cumelasector wordt het binnenkort lente. Er zijn steeds meer signalen dat de economie weer aantrekt.” Vervolgens werd Jan toegesproken door Hannie Zweverink, de nieuwe algemeen directeur van CUMELA Nederland. “Vanaf 1984 gaf jij invulling aan belangenbehartiging voor de cumelasector. De sector ligt je na aan het hart en jij hebt die naar een hoger plan gebracht. We spreken tegenwoordig over de cumelasector, die aan de basis staat van ten minste drie van de negen topsectoren in Nederland. Een innovatieve sector met 3000 bedrijven en 30.000 medewerkers die steeds weer kansen ziet.”
De afscheidsreceptie voor externe relaties vond dankzij het mooie weer vooral buiten plaats, waar voorbijrijdende trekkers met mesttanks voor het passende decor zorgden.
Nog één keer kon Jan Maris VNO-NCW-voorzitter Wientjes uitleggen hoe het precies zit met de regelgeving voor de cumelasector.
GRONDIG - April 2014
71
ondernemen met
cumela
VERZEKEREN WERKMATERIEEL
Verzeker alleen schade die je niet kunt dragen Regelmatig krijgen de medewerkers van CUMELA Verzekeringen vragen naar mogelijkheden om op verzekeringen te besparen. Dat kan, maar vaak betekent een goedkopere verzekering ook een lagere dekking. Wie wil bezuinigen, kan beter kijken of elke verzekering echt noodzakelijk is. Soms is het beter en voordeliger om zelf het risico te dragen of te kiezen voor een hoger eigen risico. Van elke euro die aan een verzekeraar wordt betaald, is tegenwoordig nog maar een kleine zestig procent beschikbaar om uit te keren voor het doel van een verzekering: schade aan het verzekerde object. Vooral door de verhoging van de assurantiebelasting naar 21 procent is het rendement van verzekeringen sterk gedaald (zie grafiek 1). Daarom is het verstandig niet klakkeloos alles te verzekeren, maar ook te kijken of het risico zelf te dragen is. Elke euro die je namelijk niet uitgeeft aan premie inclusief belasting is te gebruiken als compensatie voor materieelschade. Bovendien bestaat ook nog de kans dat er helemaal geen schade ontstaat. Dan blijven de euro’s dus in de eigen zak. Waarom dan toch verzekeren, zou je zeggen? Simpel gezegd: soms is de schade gewoon te groot om direct zelf te betalen. Het komt erop neer dat het de beste keuze is om alleen die zaken te verzekeren die je zelf niet kunt dragen en bijvoorbeeld te kiezen voor hogere eigen risico’s om zodoende premie te besparen. Laten we eens kijken wat de mogelijkheden zijn binnen de verschillende schadecategorieën.
Grafiek 1. Op elke € 1000,- aan premie komt nog eens 21 procent aan assurantiebelasting. Dit betekent dat van elke € 1210,- die je aan de verzekeraar betaalt (na aftrek van kosten en winst) er circa € 650,- overblijft voor de betaling van schades. Wie dat geld opzij zet, heeft zelf € 1210,- om schade op te vangen.
72
GRONDIG - April 2014
Catastroferisico’s Allereerst zijn er de zogenaamde catastroferisico’s, namelijk totaalverlies door brand, diefstal en vandalisme, aanrijding, kantelen, te water raken, et cetera. Als een dergelijke gebeurtenis plaatsvindt, is reparatie geen optie meer en moet er een nieuwe (vergelijkbare) machine worden aangeschaft. Het ligt voor de hand dat de meeste midden- en kleinbedrijven ervoor kiezen deze risico’s in elk geval af te dekken, omdat het financiële risico te groot is. Specifiek bij brand speelt ook nog het cumulatierisico een rol. Hiervan is sprake wanneer bijvoorbeeld een groot aantal machines (risico’s) bij elkaar staan. Door één enkele gebeurtenis ontstaat de kans op een enorme schade. Zelfs bij een ouder machinepark zal dit risico meestal niet te dragen zijn. Sommige ondernemers kiezen er toch voor ook het brandrisico niet (helemaal) op de werkmaterieelverzekering af te dekken. Bij een dergelijke keuze is het des te belangrijker dat de verzekerde som van de inventaris- of machinelijst van de algemene brandverzekering op orde is. Een goede afstemming met uw verzekeringsadviseur is een vereiste.
Eigen gebrek Bedrijven in de cumelasector kiezen er vaak voor om ook ‘eigen gebreken’ te verzekeren. Verzekeringstechnisch gaat het dan om breuk, materiaal- en constructiefouten en overige gebreken die in het object zelf zitten en dus niet worden veroorzaakt door een oorzaak van buiten het object. Hierbij geldt dat de kans op een grote schade vooral aanwezig is bij dure machines. Voor de kleinere objecten geldt meestal: wat is het duurste onderdeel dat kapot kan gaan met eventuele gevolgschade en wat kost reparatie dan? Neem in de overweging ook mee hoe groot uw bedrijf is. Bij een bedrijf met een flink machinepark is de kans klein dat aan al deze machines tegelijk grote schade ontstaat. De premie die u uitspaart door niet of minder te verzekeren, zal sneller voldoende zijn om in het geval van een eigen-gebrekschade de kosten af te dekken. Ook hier kan het lonend zijn om te kiezen voor een hoger eigen risico.
Κoppakking + revisie kop + over. delen Αrbeidsloon Subtotaal Af: normale slijtage Totaal, exclusief btw Af: eigen risico Uit te keren
€ 1.013,52 € 948,09 € 1.961,61 € 400,00 € 1.561,61 € 500,00 € 1.061,61
Hoe zorgvuldig we ook zijn in het schadetraject, teleurstelling valt niet altijd te voorkomen. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat de ondernemer in geval van schade met veel meer kosten te maken krijgt dan alleen die van de reparatie. Zoals gezegd speelt de aftrek voor slijtage een rol, maar daarnaast ook de kosten van bijvoorbeeld stilstand, inhuur van vervangend materieel, doorbetaling van personeel, et cetera. Het werk moet ten slotte doorgaan of op een later tijdstip alsnog worden gedaan, dus ook kosten van overwerk. Al deze kosten komen dan toch nog enigszins onverwacht boven op het eigen risico dat de ondernemer dacht wel te kunnen dragen. Kortom, het lastige zit hem in de stapeling van kosten. In grafiek 2 ziet u wat dit betekent voor een ‘gemiddelde schade’. Gaat het om een oudere machine of zit u midden in het drukke seizoen, dan kan het in zo’n geval nog slechter uitpakken. U moet afwegen of de kosten van een verzekering opwegen tegen het uitkeringsbedrag bij een schade.
Voorbeeld: van de totale reparatie à € 1961,61 wordt € 900,- niet vergoed. Daarnaast heeft de ondernemer te maken met kosten van stilstand en eventueel van een vervangende machine.
Grafiek 2. Kosten van een schadeval in procenten.
Aftrek wegens slijtage
Zelf schade dragen
Cascoverzekeringen voor werkmaterieel kennen de bepaling dat er op het schadebedrag bij slijtagegevoelige delen een aftrek zal worden toegepast. Voor veel ondernemers levert dit fenomeen een ergernis of teleurstelling op. Regelmatig horen wij in geval van schade: “Nu heb ik eens wat en dan gaat er zoveel van af dat ik nog met de kosten blijf zitten!” Vooral bij oudere machines wordt deze aftrek steeds hoger. Er is dan natuurlijk ook sprake van meer slijtage, maar toch. Overigens mag de klant van de verzekeraar verwachten dat de aftrek ‘redelijk’ is en daardoor ook valt uit te leggen. Leg je dit als verzekeringsadviseur op voorhand aan een ondernemer uit, dan zal hij hier over het algemeen begrip voor tonen.
Het klinkt natuurlijk gemakkelijk: alleen die schade verzekeren die je zelf niet kunt dragen. Toch zit hierin een belangrijke valkuil. Het zijn immers voor velen economisch ongunstige tijden. De vermogenspositie van een onderneming kan dan ook snel veranderen. Wat je het ene moment nog dacht zelf te kunnen dragen, kan op een ander moment voor grote problemen zorgen. Al met al betekent dit een extra risicofactor waarmee rekening dient te worden gehouden bij het verzekeren van ondraagbare risico’s. Uw verzekeringsadviseur kan u hierbij ondersteunen. TEKST: Ralph de Hart FOTO: CUMELA Communicatie
GRONDIG - April 2014
73
ondernemen met
cumela
SCHOLING
Met een Klic-melding ben je er nog niet Cursus Veilig en zorgvuldig graven bestaat uit kennis, vaardigheden én communicatie Jaarlijks vinden er 40.000 beschadigingen plaats aan kabels en leidingen, met gevaarlijke situaties en een miljoenenschade tot gevolg. Hoe kan het dat er ondanks alle systemen, informatie en voorlichting toch nog zoveel mis gaat? Is het een voorbeeld van ‘waar gehakt wordt, vallen spaanders’, is het pure pech of is het een kwestie van te weinig kennis, verkeerde zuinigheid of onzorgvuldigheid? Eén ding is zeker: het probleem is te groot om er zomaar aan voorbij te gaan. Met deze gedachte is eind vorig jaar de nieuwe training Veilig en zorgvuldig graven ontwikkeld. Nu zijn er al veel cursussen op het gebied van kabels en leidingen. Ook vanuit CUMELA Nederland bieden we al een aantal
jaren een cursus over dit onderwerp aan. Wat is er nu dan anders? De vraag uit de inleiding waarom het toch nog zo vaak mis gaat, was aanleiding om na te denken of met de aangeboden cursussen het juiste resultaat wordt bereikt. De cursussen hebben voornamelijk een technische insteek: de Klic-melding, tekening lezen, gebruik van opsporingsapparatuur, proefsleuven maken, enzovoort. Belangrijke en noodzakelijke onderwerpen om goed voorbereid aan het werk te kunnen, maar één onderwerp kwam nauwelijks aan bod: communicatie. Met alleen kennis kom je er niet. Onze indruk is dat juist onduidelijke communicatie of misschien zelfs het ontbreken daarvan in veel gevallen een belangrijke oorzaak is van het ontstaan van de schade. Krijgt u de juiste en eenduidige instructies en documenten als u naar een klus gaat of moet u het doen met een snel schetsje en mag u het verder zelf uitzoeken? Wat zegt u tegen een uitvoerder die zegt “Niet zo zeuren, man, ik zeg toch dat er niets ligt”? Weet u wie u moet waarschuwen als er iets mis gaat? Is de communicatie op uw werk open genoeg om te durven zeggen dat er een kabel is beschadigd of gooit u de sleuf maar snel dicht in de hoop dat niemand iets merkt? Is het duidelijk wat uw verantwoordelijkheden zijn en wat niet?
Andere aanpak Samen met IPC Groene Ruimte is er een training ontwikkeld waarbij naast kennis en vaardigheden communicatie een belangrijke rol speelt. De training wordt uitgevoerd door twee trainers, een specialist op het gebied van kabels en leidingen en een communicatietrainer. Door deze geïntegreerde aanpak komen beide onderdelen in zowel theorie als praktijk aan bod. De beoordeling of de gekozen aanpak werkt, kan het best worden overgelaten aan de direct betrokkenen. Daarom laten we de deelnemers, hun werkgevers en de trainers aan het woord. TEKST: Dick Klop
74
GRONDIG - April 2014
Alinda van der Heijden van VOF Van der Heijden uit Kapel Avezaath (Buren) “We hebben deze cursus gevolgd omdat het een actueel onderwerp is en er steeds meer verantwoordelijkheid wordt verwacht van de machinist. Ten opzichte van andere cursussen was er veel praktijk buiten, zodat de theorie meteen kon worden toegepast. Doordat nu duidelijker is waar de verantwoordelijkheden liggen, is het zelfvertrouwen toegenomen. De verwachtingen die we vooraf over deze cursus hadden, zijn helemaal uitgekomen. We verwachten zeker dat hiermee een stap is gezet naar minder graafschades.”
Michiel van de Zee, Sjors Nauta, Hendrik Sijtsma en Jan Dijk van M. Westra BV uit Franeker “We hebben de cursus allemaal als positief ervaren, vooral omdat de theorie werd gecombineerd met de praktijk. De presentaties die je moet geven en waarbij je feedback krijgt van de trainers, leveren belangrijke informatie op. We werden ons bewust van het belang van samenwerking en onderlinge communicatie. Door de feedback van de communicatietrainer worden de deelnemers zich meer bewust van mogelijke problemen en hoe ze hiermee moeten omgaan. De meeste fouten, ongelukken en schades zijn te wijten aan communicatieproblemen en ik zie hier ook voor ons bedrijf verbeteringsmogelijkheden. Van het onderdeel communicatie heb ik dan ook het meest geleerd. Ik kan de cursus zeker aanbevelen. Alle stappen van veilig en zorgvuldig graven komen aan bod. Je kunt met meerdere collega’s meedoen, zodat je de onderlinge samenwerking versterkt en ieder zich bewust wordt van de verantwoordelijkheden bij de eigen werkzaamheden binnen het bedrijf.”
Pim de Jonge, trainer bij IPC Groene Ruimte “Vooral tekening lezen, terugmelden van een afwijkende situatie, toepassing van de Klic-app en de WION waren onderwerpen waarvan de deelnemers weinig kennis hadden. Doordat Leon Blom, de communicatietrainer, de deelnemers tijdens praktijkoefeningen verschillende rollen gaf, zoals uitvoerder, opdrachtgever, gemeenteambtenaar of inspecteur van Agentschap Telecom, was er veel interactie. Door het onderling praten en discussiëren over het nut van zorgvuldig werken versterkten de deelnemers elkaar en staken ze veel van elkaar op. Ik vond het opvallend dat een gebrek aan goede grondwerkers vaak werd genoemd. Een ander opmerkelijke reactie was: ‘Al jaren hebben we een kabeldetector op de zaak en nu snap ik pas hoe zo’n ding werkt’…”
Leon Blom, trainer en eigenaar van Natuurlijk werken “Nadruk in de communicatie wordt gelegd op het duidelijk en gestructureerd kunnen uitleggen wat je hebt gedaan. Hierbij is er ook aandacht voor houding en stem- en taalgebruik. Dit is vooral belangrijk bij controles of bij graafschade, waarbij je moet kunnen uitleggen wat er precies allemaal is gedaan. Bij één van de trainingen was een vertegenwoordiger van Agentschap Telecom aanwezig. De vraag die hij stelt bij controles is: ‘Waar sta je nu?’. Van de machinist wordt verwacht dat hij zijn positie kent (daar wordt ook uitgebreid aandacht aan besteed in de training) en op basis daarvan een samenhangend en duidelijk antwoord kan geven. Vaagheid wordt daarbij niet gewaardeerd. Mooi is wel - en dat is ook opvallend - dat in een aantal gevallen deelnemers al na de eerste dag contact opnemen met hun bedrijf, omdat ze willen praten over wat ze hebben gehoord en meegemaakt en welke verbetermogelijkheden zij zien om graafschade te voorkomen. Na de tweede dag hebben de meesten het voornemen om zaken in gesprek te brengen. Het is een heerlijke training om te geven; een mooi en actueel onderwerp, waarmee veel te winnen valt, en werken met mensen die voor hun vak staan. De setting is ook een pluspunt. Vrijwel weersonafhankelijk kan er worden gewerkt.”
Erna Berends-Dijk, coördinator scholing CUMELA Nederland “Het is altijd spannend om een nieuwe training te lanceren. Dit was een bijzonder traject, waarbij we input van onze leden, CUMELA Verzekeringen, netbeheerders en het KLO-overleg hebben verwerkt in deze training. De deelnemers en de werkgevers zijn enthousiast over de inhoud en de aanpak van deze training. Een aanpak van een nieuwe manier van samenwerken met verschillende partijen om zo samen het beste voor onze leden te bieden. Nu op naar minder graafschades. En op naar de volgende cursus, waarbij we benieuwd zijn naar de behoefte van onze leden.”
GRONDIG - April 2014
75
ondernemen met
cumela
TOOLBOX
Werken met de hogedrukreiniger Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl
Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting Door de felle dunne waterstraal van de hogedrukreiniger wordt van alles en nog wat weer mooi schoon. Diezelfde waterstraal kan echter nare verwondingen veroorzaken als per ongeluk een lichaamsdeel wordt geraakt. Die verwondingen zijn vergelijkbaar met de verwonding door een vuurwapen! Werken met een
Corina van Zoest Adviseur Arbo
76
hogedrukreiniger mag daarom nooit zonder de juiste persoonlijke bescherming.
RISICO’S
WETGEVING
• Verwonding van jezelf (of anderen) door de waterstraal. • Verwonding door wegslaand spuitgereedschap en materiaal of vuil dat wordt weggespoten. • Klachten door de reactiekracht van de spuitlans op de arm en schouder. • B lootstelling aan lawaai en trillingen. • Inademen van vuildeeltjes via de nevel.
Voor hogedrukreinigers gelden speciale regels als de werkdruk hoger is dan 250 bar. Deze druk wordt in de cumelasector niet gehaald. Wel moet rekening worden gehouden met de algemene regels, zoals de hoeveelheid lawaai (van de waterstraal op de machine) en de hoeveelheid trillingen waaraan je wordt blootgesteld.
GRONDIG - April 2014
VERWONDING DOOR HOGEDRUKREINIGER Een verwonding door de waterstraal van de hogedrukreiniger ziet er meestal niet spectaculair uit, maar moet altijd door een arts worden beoordeeld. De niet zichtbare verwonding kan aanzienlijk zijn en bovendien dringen lichaamsvreemde stoffen diep het lichaam binnen. Denk daarbij aan zeep, olie, vetten en vuil. Een onzorgvuldige behandeling van een wond door hoge druk kan amputatie tot gevolg hebben.
TIPS EN VUISTREGELS Vooraf 1. Controleer voor dat je begint met je werkzaamheden of de hogedrukspuit in orde is. • Is de slang vrij van scheuren, knikken en knopen? • Zitten alle koppelingen goed vast? • Is de nozzle vrij van verstoppingen? 2. Werk op een stroeve ondergrond, zonder obstakels. 3. Zorg dat je niet op losse dingen kunt spuiten. Zet ze indien nodig vast of haal ze weg. 4. Draag persoonlijke beschermingsmiddelen, in elk geval een spuitpak, spuitlaarzen handschoenen, gehoorbescherming en een gelaatsmarker en eventueel kniebescherming (voor het afspuiten van de onderkant van een machine). Als je te maken hebt met gevaarlijke stoffen, draag dan ook adembescherming. Een regenpak beschermt alleen tegen nat worden en is niet voldoende! 5. Bedenk van tevoren hoe de druk en de temperatuur moeten worden ingesteld en hoe het vuil en water weer weg moeten. 6. Weet waar de oogspoeldouche is, zodat je - mocht het nodig zijn - snel je ogen kunt uitspoelen.
19. N iet iedereen mag met een hogedrukreiniger werken. Voor jongeren (zestien en zeventien jaar) gelden speciale regels. Er zijn hogedrukreinigers waarmee jongeren niet mogen werken vanwege de hoeveelheid lawaai of trillingen. Er zijn er ook bij waarmee dat wel kan. Weet waarmee je werkt! Kijk voor meer informatie in de arbocatalogus mechanisch loonwerk op www.agroarbo.nl. De foto’s bij dit artikel zijn onderdeel van de toolbox ‘Stoflongen’. Om de hele toolbox te bekijken, ga naar het dossier ‘Toolboxen’ op www.cumela.nl.
Tijdens de werkzaamheden 7. Z org voor een passende druk en voorkom het werken met een onnodig hoge druk. 8. Zorg dat je stabiel staat om de terugslag op te vangen. Werk als het kan niet vanaf een ladder of trap. 9. Spuit van het lichaam weg en met de wind mee. 10. S puit bij voorkeur onder een hoek van 45 graden 11. Spuit nooit op elektrische leidingen of lagers en ook niet op de hogedrukreiniger zelf. 12. Als je tijdens het spuiten ontdekt dat de slang kapot is, stop dan je werkzaamheden (met tape of een hand op het lek toch je klus afmaken is uit den boze!). Als de slang is vervangen, kun je weer verder. 13. Voorkom dat slangen lek gaan door ze op te ruimen. Een slang gaat zeker weten kapot als er telkens overheen wordt gereden. 14. Als je werkt met warm water, pas dan op voor de hete slang. Ga er niet op staan. 15. Als je werkt met een stoomcleaner in een inpandige wasplaats, zorg dan voor voldoende ventilatie (vanwege het inademen van de eventuele dieseluitlaatgassen, maar ook het inademen van de nevel met deeltjes machinevuil). Zet wanneer dat mogelijk is de stoomcleaner op diesel buiten. 16. Blokkeer de bedieningshendel van het pistool niet. 17. Reinig schoenen en kleren nooit met hoge druk. 18. Werken met een breedstraalnozzle mag maximaal acht uur per dag, met een roterende nozzle één uur per dag.
Wind tegen: de druppeltjes met fijnstof waaien op u af. U wordt vuil vanbinnen en vanbuiten. Draai de machine even om, want dan ademt u geen nevel in.
Wind mee: de druppeltjes met fijnstof waaien van u af.
GRONDIG - April 2014
77
ondernemen met
cumela
VITALE CUMELAVROUWEN
Vitaliteit, een apk voor jezelf Vrouwen van de cumelaondernemer zijn vaak de hele dag aan het multitasken. Kinderen naar school brengen, de financiële administratie bijwerken en ondertussen de bedrijfstelefoon opnemen. Hierbij cijferen ze zichzelf nogal eens weg. Hoe vitaal is de cumelavrouw eigenlijk? Tijdens de jaarlijkse Vrouwendagen stond dit thema centraal in een inspirerende workshop. Cumelavrouwen laten zich vaak meeslepen door de drukte van de dag en verliezen soms uit het oog wat ze zelf belangrijk vinden of zouden willen doen. Simpele constateringen van Karola Schröder en Rita Buiting die direct tot veel instemmend geknik leidden bij de vrouwen die tijdens de CUMELA Vrouwendagen de workshop ‘Vitaliteit, een apk voor jezelf!’ volgden. Het doel van die workshop: je als ondernemersvrouw leren om in alle drukte toch te blijven genieten en daarin bewust meer te kiezen voor jezelf, voor je eigen vitaliteit. Om dit te bereiken, ‘keurden’ de vrouwen hun eigen vitaliteit. Hoe vitaal ben je? Maar ook: hoe vitaal zou je willen zijn? Hoe voorkom je stress en hoe blijf je tevreden over lijf en conditie? Vitaliteit is op verschillende niveaus onder te verdelen. Het fysieke niveau wordt bepaald door de mate van fitheid van je lichaam. Met behulp van korte interactieve balansoefeningen werden de deelnemers door Schröder en Buiting uitgedaagd om elkaar uit balans te halen. Waar haal je je kracht vandaan? Hoe kun je je kracht optimaal inzetten? Tijdens de oefeningen kwamen ongekende krachten naar boven en werd de fysieke mentaliteit goed getest.
Zingevingsniveau
De vier niveaus van vitaliteit 1. Fysiek niveau Ik voel me meestal fit. Ik heb geen last van pijntjes. 2. Zingevingsniveau Ik leef vanuit mijn kernwaarden. Ik werk vanuit passie. 3. Mentaal niveau Ik heb vaak kritische gedachten over mezelf. Als het even tegenzit, spreek ik mezelf bemoedigend toe. 4. Emotioneel niveau Ik voel me vaak onzeker. Ik benoem mijn gevoelens naar anderen.
78
GRONDIG - April 2014
Het zingevingsniveau wordt bepaald door je persoonlijke waarden en normen, ook wel je kernwaarden genoemd. Het zijn de overtuigingen die je beeld bepalen over anderen. Wat vind je belangrijk en waarom handel je zoals je doet? Van een lijst met vijftig kernwaarden hebben de cumelavrouwen de tien persoonlijk meest aansprekende omcirkeld. De waarden varieerden van erkenning, betrouwbaarheid en zekerheid tot vakmanschap. Deze persoonlijke kernwaarden werden vervolgens onderling besproken. In de gesprekken lieten Schröder en Buiting duidelijk zien hoe je deze kernwaarden toepast in privéleven en in werksituaties. Buiting: “Iedereen vult deze waarden in verschillende situaties anders in, waarbij de basis - de kernwaarden - altijd gelijk blijft. Zo kan de kernwaarde ‘Eerlijkheid’ zakelijk zorgen voor gelijke lonen voor personeelsleden en privé tot een eerlijke verdeling van de vrije avonden met je partner.”
Vitaliteit Om vitaal te blijven, is het van belang om jezelf niet voorbij te lopen. Je zorgt hiervoor door soms ‘nee’ te zeggen op verzoeken. “Begin klein door een keer zonder schuldgevoel ‘nee’ te zeggen”, zei Buiting. Zorg goed voor jezelf. Maak steeds kleine stapjes om je vitaliteit te verbeteren. Eén deelneemster heeft het zelf ervaren: “Je hoeft niet alles zelf te regelen. De personeelsleden kunnen zelf ook olie bestellen als deze op is.”
VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de sectievoorzitters van CUMELA Nederland. Deze maand Wim van Mourik, voorzitter van de vereniging.
Recept om in de puree te raken Tijdens de workshop werden de vrouwen uitgedaagd om negatieve gedachten op papier te zetten. Hierbij werden er recepten voor anderen geschreven, vanuit hun eigen ervaring. Om het recept mag gelachen worden! Denk bijvoorbeeld aan: waarom is sporten slecht? Of: waarom kan ik niet loslaten? Recept om nergens mee te starten: • Ik begin er maar niet aan, de telefoon gaat toch zo… Recept om je werk nooit af te krijgen: • Begin met het bekijken van je stapels en zucht eens diep. • Sorteer je stapels in diverse nieuwe stapels (inkoop, bank, moet nog wat mee). • Zorg dat je steeds weer een brief tegenkomt waar je direct iets mee moet. • Leg die dan weer op een andere stapel. • Zorg dat je bureau overstroomt door stapels en laat dan iemand binnenkomen die iets uit een stapel zoekt. • Gooi alle stapels weer op een hoop om gemakkelijker te kunnen vinden wat je zoekt • Blijven herhalen tot het tijd is om de kinderen van school te halen. • Vergeet niet ondertussen steeds te denken dat je het toch nooit af krijgt. De recepten waren erg herkenbaar en zorgden voor veel hilariteit. Met deze negatieve gedachten raak je inderdaad eenvoudig in de puree.
Helemaal vitaal Aan het einde van de workshop hadden alle deelneemsters inzicht gekregen in hun vitaliteit. Met behulp van tijdschriften, scharen, lijm en een groot blanco vel papier werden ze uitgedaagd om een toekomstbord te maken. Met foto’s en teksten uit de tijdschriften hebben ze een collage gemaakt van hun ideale toekomstbeeld. Er kwam foto’s voorbij van iemand op een ligbed met een glaasje wijn onder een mooie grote veranda, maar ook een foto van een sporter met een flesje water in de hand. In kleine groepjes werden de borden besproken. Waarom zijn bepaalde beelden en teksten gekozen? Wat valt er op aan de toekomstborden van anderen? Aan het einde werd iedereen uitgedaagd om een eerste concrete stap te maken. Buiting: “Wat ga jij ondernemen om je vitaliteit te verbeteren? Formuleer een eerste concrete stap om jouw vitaliteit te verbeteren.” Deelnemers kwamen met plannen zoals: “Morgen ga ik de sportschool bellen om mezelf in te laten schrijven.” Of: “Als ik thuiskom, ga ik gelijk een vakantie met mijn man plannen.” Maar ook: “Ik ga alleen nog maar in het weekend snoepen.” Door het maken van deze kleine stapjes is de kans het grootst om het uiteindelijke grotere doel te behalen: het verbeteren van je vitaliteit.
Naar de ALV, ja of nee? Velen van u zullen dit hebben gedacht op 8 maart. Ik hoor u denken: hoe krijgen ze het bedacht om binnen te gaan zitten, terwijl het geweldig weer is om de mest in de grond te rijden. En als ondernemer begrijp ik dat. Het zal ook zo blijven dat u de afweging moet maken: naar de ALV, ja of nee? Voor diegenen die er niet waren een korte samenvatting. In de morgen waren er workshops, na de middag een korte en bondige jaarvergadering. We begonnen zoals gewoonlijk met terugblikken en vooruitkijken. In 2013 had de cumelasector het niet gemakkelijk, maar door onze veerkracht deden we het ‘bovenmodaal’ goed. 2014 biedt goede vooruitzichten, de economie begint een evenwichtiger beeld te vertonen. Niet alleen de export zorgt voor dynamiek, ook de binnenlandse economie haakt volgens CBS-ramingen aan. Cijfers laten zien dat de verwachtingen voor de groei met 0,75 procent mager zijn, maar de beweging zet waarschijnlijk in 2015 door met 1,25 procent. Te danken aan bedrijfsinvesteringen, die naar verwachting met 4,75 procent zullen toenemen en volgend jaar met nog eens 3,25 procent. Dit zwengelt de economie aan, het consumentenvertrouwen groeit en de consumptieve bestedingen stijgen voorzichtig. Het begrotingstekort in Nederland blijft dit en volgend jaar waarschijnlijk onder de grens van drie procent. Waarschijnlijk betekent dit niet verder bezuinigen, maar we geven nog altijd twaalf miljard meer uit dan we binnenkrijgen en daaruit concludeer ik dat lastenverlichting voor het bedrijfsleven er voorlopig niet in zit. Jammer, want die zou bijdragen aan nieuwe werkgelegenheid, bestedingen en verder economisch herstel. Op deze vergadering werd Hannie Zweverink unaniem gekozen als nieuwe algemeen directeur van CUMELA Nederland. Na het cijferwerk, de contributiebijdrage en de rondvraag werd het tijd voor de afscheidsbijeenkomst van Jan Maris. Met sketches, muziek en toespraken gaven we Jan het afscheid dat hij verdiende. Waarom? Omdat Jan samen met Hannie CUMELA Nederland écht heeft neergezet: een sterke, daadkrachtige en financieel gezonde organisatie. Welke brancheorganisatie kan zich meten met onze vereniging? Dicht bij de leden, met kennis van zaken, bereikbaar en op de hoogte van wat er speelt binnen de bedrijven. Helemaal anders dan bij andere brancheorganisaties. CUMELA Nederland heeft geen mannetjes met grote ego’s en geen kantoor op de Zuidas. Er wordt hard gewerkt, net als bij de sectorbedrijven. Daarom voelt het voor ons zo goed. En dat is voor het grootste gedeelte de verdienste van Jan! En voor Jan - die nu niet meer moet, maar mag - komt volgend jaar net als voor u de vraag: naar de ALV, ja of nee?
Wim van Mourik, Voorzitter CUMELA Nederland
TEKST EN FOTO: Marijke Dorresteijn
GRONDIG - April 2014
79
Goed geraakt!
De juiste chemie voor contact- en bodemwerking BASF Nederland B.V., Divisie Agro, Postbus 1019, 6801 MC Arnhem. Telefoon (026) 371 72 71, www.agro.basf.nl Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
VEILIGHEID
ondernemen met
cumela
Gevaren onderschat De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft afgelopen maand zijn rapport over het ongeval met de mestopslag in Makkinga gepubliceerd. Naast een grondige analyse van het ongeval wordt ook een reeks andere ernstige ongevallen met mestgassen beschreven. Hieruit blijkt dat de gevaren van mestgassen nog steeds worden onderschat.
Ook in de cumelasector zijn de afgelopen jaren zeer ernstige ongelukken met mestgassen gebeurd. CUMELA Nederland is daarom blij met de grondige analyse van de Onderzoeksraad. De raad geeft in zijn rapport ook een aantal aanbevelingen. De eerste daarvan is ook van toepassing op onze organisatie. De Onderzoeksraad adviseert namelijk om met de landbouworganisaties samen een platform te vormen om kennis te verzamelen en lessen te leren uit ongevallen. CUMELA Nederland is daartoe van harte bereid en heeft hierover al
contact gehad met LTO Nederland. Vooruitlopend op de tweede aanbeveling van de Onderzoeksraad hebben wij al een traject in werking gezet om samen met Stigas betere en concretere voorschriften op te nemen in de arbocatalogus. Het volledige onderzoeksrapport leest u op www.onderzoeksraad.nl. In onderstaande infographic vindt u een samenvatting van de bevindingen. In bijgaande illustratie is te zien waar de meeste ongelukken plaatsvinden en welke veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn.
Slachtoffers mestongevallen Jaarlijks tenminste 3 ongevallen met ernstig gewonden en/of doden Hoofdoorzaak: onderschatting risico’s mestgassen Vaak extra slachtoffers door impulsief te hulp schieten
Mestongevallen 1980-2013 met gewonden/doden
GEVAREN MESTGASSEN
door schuimvorming in tank in silo
4
5
1 14
in kelder
VERGIFTIGING
OORZAKEN
bij mixen
Besloten ruimtes Onbeschermd ‘even snel’ kelder of tank binnengaan
KELDER
TANK
SILO
Geen geschikte veiligheidsmaatregelen (adembescherming, ventilatie, etc)
VERSTIKKING
11 Gevolgen:
acute bewusteloosheid ernstig letsel overlijden
Bij hoge concentraties kan één ademteug al leiden tot acute bewusteloosheid met mogelijk dodelijke gevolgen. Bij mixen/bewerken mest kunnen concentraties plotseling plaatselijk hoog worden door vrijkomen opgehoopte gassen.
Geen reddingsmaterieel (zoals takel)
Hoge concentratie waterstofsulfide verlamt reukvermogen. Gassen zijn deels zwaarder dan lucht, blijven boven de mest hangen. Bijmengen stoffen (zoals spuiwater) kan vorming mestgassen verergeren. Samenstelling o.a.:
Tijdens mixen Onvoldoende ventilatie stal Te lang niet mixen (koekvorming en gasophoping) Personen en dieren op roosters Onbeschermd bij mixgat
Reddingspogingen Niet voorbereid op acute noodsituaties
H2S
Waterstofsulfide
CO2
Kooldioxide
NH3
Ammoniak
CH4
Methaan
Menselijke impuls tot direct ingrijpen Zonder bescherming gevaarlijke ruimte ingaan Geen reddingsmaterieel
HCN
Blauwzuurgas
Deze infographic is gebaseerd op het rapport ‘Dodelijk ongeval in mestsilo te Makkinga’. Zie www.onderzoeksraad.nl.
GRONDIG - April 2014
81
uitsmijter
Wel of geen gordel om? Laat het ons weten!
Inspectie SZW heeft een boete uitgedeeld naar aanleiding van een ongeval met een open trekker. De werknemer droeg geen gordel, die ook niet op de trekker aanwezig was. De medewerker was bezig met opruimwerkzaamheden op een sportcomplex. Hij reed tegen een stoeprandje en werd daarbij zelf gelanceerd. Vervolgens kwam hij onder het achterwiel van de trekker terecht. Vanwege de ernst van het letsel moest Inspectie SZW worden ingelicht. Die doet onderzoek en stelt het volgende vast: • De werkgever heeft een actuele risicoinventarisatie en -evaluatie. • Er is in de risico-inventarisatie en -evaluatie niet ingeschat dat er kantelgevaar of aanrijdgevaar was; het terrein kende geen oneffenheden, kuilen of taluds en er reed geen ander verkeer of andere machines. • Er zijn niet voldoende maatregelen genomen om dit ongeval te voorkomen, zoals het monteren van een gordel; alleen een kantelbeveiliging was daarvoor niet genoeg.
Het resultaat is dat de werkgever een boete van duizenden euro’s krijgt, omdat er onvoldoende maatregelen zijn genomen om het ongeval te voorkomen. Als een veiligheidsgordel niet aanwezig is, wil het niet zeggen dat deze niet hoeft te worden gedragen. Wees u ervan bewust dat als iemand door botsen, kantelen of andere oorzaken uit zijn stoel kan schieten, een gordel veel leed kan voorkomen. Dat geldt bij een heftruck of open minishovel, maar net zo goed bij een trekker met een cabine. Inspectie SZW is stellig in haar oordeel. Het letsel had kunnen worden voorkomen door het dragen van een gordel, dus werd een boete opgelegd. Het bedrijf heeft bezwaar aangetekend. De uitslag hiervan moet nog komen. In de praktijk is het dragen van een gordel niet altijd een werkzame oplossing. Laat ons weten wanneer het dragen van een gordel goed kan en wanneer dat irritant is. In mei is een vergadering van de klankbordgroep arbocatalogus
gepland en zal dit onderwerp worden besproken. In de arbocatalogus kunnen we opnemen wanneer een gordel wel en wanneer een gordel niet zou moeten worden gedragen. Inspectie SZW zal toetsen volgens de richtlijnen die in de arbocatalogus zijn opgenomen. Het is van het grootste belang dat in de arbocatalogus werkzame oplossingen staan. Help mee! Graag horen we uw mening: stuur een e-mail naar cvzoest@cumela.nl.
Je kunt allee tijd verspillen n je vergeet er , als va te genieten n
Parkeercamera Van mijn autodealer kreeg ik laatst een aanbieding om mijn personen-
zijn nekwervels over. Hij kon zijn hoofd zeer beperkt draaien en dreigde
auto in te ruilen. Hij kon mij een fantastische aanbieding doen. Hij had
daardoor zijn beroep als trekkerchauffeur niet meer te kunnen uitoefe-
een beperkt aantal auto’s staan die al op kenteken stonden en volge-
nen. Op advies van de bedrijfsarts werd er een camera in de trekker van
laden waren met accessoires. Eén van die accessoires is een parkeerca-
Sjoerd geplaatst. Daardoor kon Sjoerd in elk geval zijn werkzaamheden
mera. Het nut zag ik er eerst niet van in, maar nadat ik een proefrit had
weer oppakken. En het mooie is dat CUMELA Verzekeringen, de verzuim-
gemaakt, moet ik zeggen dat zo’n ding toch wel erg handig is. Je kunt
verzekeraar van het loonbedrijf, bereid werd gevonden de camera vol-
met zo’n camera meer zien dan ik dacht. Vooral de ruimte achter de auto
ledig te vergoeden. Dit omdat door de aanschaf van de camera Sjoerd
is hiermee goed in te schatten. Dat deed mij trouwens denken aan de
hersteld kon worden gemeld en de verzekeraar niet meer hoefde uit te
ziekmelding die ik laatst van cumelabedrijf De Cumelaar kreeg. Werk-
keren.
nemer Sjoerd van Barneveld had een ongeluk met zijn brommer gehad.
82
De gevolgen van dit ongeluk waren nogal ingrijpend. Naast het feit dat
Frank Diele
de brommer direct naar de sloop kon, hield Sjoerd blijvend letsel aan
medewerker inkomensverzekeringen CUMELA Verzekeringen
GRONDIG - April 2014
Een hele graankorrel ...
W-serie
T-serie
S-serie
Quadro-Flo reiniging
... Geef de consument de beste kwaliteit van producten en u het beste resultaat. John Deere maaidorsers hebben absoluut het meest zachtaardige dorssysteem en zijn allemaal uitgerust met het unieke en zeer effectief werkende EvenMax en Quadra-Flo reinigingssystemen. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde dealer om te kijken naar de oplossing voor de beste graan kwaliteit.
JohnDeere.com
Twin luchtondersteuning Onmisbaar voor de professionele akkerbouwer en loonwerker. Verhoging van de capaciteit: meer spuituren per dag én meer hectares per tankvulling. 50 - 90% winddriftreductie. Betere dosering én indringing in dicht gewas.
‘Dankzij Twin luchtondersteuning bespaar ik jaarlijks 20.000 euro op spuitkosten.’ precies wat nodig is
Tel. +31 (0)58 257 15 55 www.homburg-holland.com