Grondig 4 - 2016

Page 1

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

10 - WEGGEBRUIKERS POSITIEF OVER BUMPERS 28 - TKD SPECIAL 30 - ALLES OVER KENTEKENING 40 - ANEMA ONTWERPT WISSELGIEK 44 - UITSCHUIFDUMPER 62 - WERKNEMERS MAKEN RI-E

4 2016


Maak een berg van uw kuil met Quilt Xcel ®

• Voorkomt bladziekten in maïs door een lange en brede werking • Geeft een hogere opbrengst met een betere voederwaarde

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl. Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code). Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/ TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.

TM


CAT 926M WIELLADER

COMFORTABEL EN EFFICIËNT In de Cat 926M wiellader geniet u de hele dag van comfort. Neem plaats in de nieuwste wiellader uit de M-serie en geniet van de automatische temperatuurregeling, het lage geluidsniveau, uitstekend zicht rondom en ultralichte joystick die met u meebeweegt op een luchtgeveerde, verwarmde stoel. De grote en ruime werkomgeving van de machinist maakt dit de meest comfortabele plek op het werkterrein. ▪

EXTREEM LAAG GELUIDSNIVEAU (VOLGAS 1600 TOEREN PM)

MEER CAPACITEIT MET GEPATENTEERDE PERFORMANCE LAADBAK VOOR SNEL LADEN

HYSTATTM RIJAANDRIJVING, VOLLEDIG TRAPLOOS VARIËREN MET RIJSNELHEID

GEOPTIMALISEERDE Z-BAR (HOGE UITBREEKKRACHT EN PARALLEL LIFT)

EXCLUSIEVE RIDE CONTROL

Interesse? Kom dan langs tijdens de TKD op 26 - 28 mei 2016. U vindt Pon Equipment op kavel 115 www.pon-cat.com


Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Grafimedia Groep BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.

REDACTIONEEL Veiligheid voorop Geintje uit de jeugdjaren bij de eerste studentenauto: een fietsbel rechtsvoor binnen het spatbord van de auto. Als er dan eens wat moois fietste of liep even rinkelen. Heel onschuldig en op de buitenwegen ruim voldoende voor het gewenste effect. De dames zwierden wat minder breed over de weg en je kon er veilig langs. Bij trekkers zal die bel niet werken. Gelukkig heeft iedereen toch wel door dat er wat groots aan komt blazen, vanwege het imposante motorgeluid of het roffelen van de banden. Bij daglicht gaan ze echt aan de kant voor die grote banden. In het donker moet je maar hopen dat ze zich niet verkijken op die priemende koplampen dicht bij elkaar. In dit nummer van Grondig de evaluatie van de tweede praktijkproef met trekkerbumpers. Dat het nut en zin heeft, hoeven we niet uit te leggen. Waar je dan van schrikt, is dat de algemene teneur is dat de meesten - ook bestuursleden die de stimulerende activiteiten van CUMELA hebben geaccordeerd - die bumper graag achterwege laten. Niet verplicht, kost geld, lastig en hen overkomt het niet. Nee, dat dacht die boer uit Winterswijk die een autootje onder zijn trekker kreeg ook. Niet over nadenken wat er was gebeurd als dat voorwiel de auto ter hoogte van de bestuurder had geraakt. Veiligheid en zien en gezien worden, gaat echter niet alleen over de bumper. Wat dacht u van zicht. Moeten we ook niet meer gaan nadenken over camera’s voor in de neus of in het frontwerktuig van trekker of zelfrijder om het verkeer meteen aan te zien komen in plaats van al een paar meter de weg op te zijn met neus of giek voordat de chauffeur of machinist voorbij de bomenrij kan kijken. Of het gebruik van dodehoekcamera, zeker voor combinaties die dagelijks langs de weg rijden om de bermen mooi te houden. Dan ben je blij als je bij Steyr hoort dat er serieus werk wordt gemaakt van dit soort veiligheidsvoorzieningen. De evaluatie van trekkerbumpers maakt pijnlijk duidelijk dat het zonder dwang of verplichting lang gaat duren voor iedereen investeert in dit soort veiligheidsvoorzieningen. CUMELA kan wel werken aan een stimuleringsfonds, maar met de geschetste teneur blijft het moeilijk. Meer scoringskans is er waarschijnlijk door te proberen dit via lobbywerk bij opdrachtgevers in bestekken en opdrachten te krijgen, bijvoorbeeld door het werken met een bumper of camera te laten meetellen in een MVO-inschrijving. Als extra mogelijkheid om je te onderscheiden en beter te scoren. Met extra bonuspunten, want het gaat hier om levens. Het is tenslotte net wat anders dan voor de grap een jongedame bijna de greppel in rinkelen…

Kosten abonnement Nederland € 88,- per jaar / Buitenland € 121,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

4

GRONDIG 4 2016

Maand 2014 Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke


INHOUD 6 9 10 14

In Actie: Van Berkel Groep Commentaar Evaluatie tweede praktijkproef trekkerbumpers Ondernemerslessen: Gerard Jimmink, Jimmink Kolhorn

Ondernemen met

mensen 18 Sterk Werk: Loon- en grondverzetbedrijf Pelle 22 Profileren: Aannemersbedrijf Fa. Spoelstra 28 TKD 34 Verslag Bauma als vooruitblik op TKD 40 Snelwisselgieken Anema Arum 44 Uitschuifdumper Van Vliet 46 Volvo I-Shift met kruipversnellingen 47 JCB DualTech VT-transmissie 48 Grondig.com 50 Steyr Communal-lijn 52 Shredlage-hakselen 57 Economie 57 In kort bestek 30 Kentekening komt dichterbij 58 Cumelaria 59 Gekruid 62 Risico-inventarisatie en -evaluatie 64 Cumela.nl 65 Voorzitter 66 Controleren slibvangput en olieafscheider 67 CAO & Zo 68 Toolbox: veilig werken met een werkbak 71 Arbeidsongeschiktheidsverzekering 72 Participatiewet en het doelgroepregister 74 Bedrijvig

Ondernemen met

vaktechniek

Ondernemen met

cumela

Grondig 5 ontvangt u vrijdag 17 juni!

GRONDIG 4 2016

5


ondernemen met

mensen

6

GRONDIG 4 2016

BEDRIJF IN ACTIE


Van Berkel Groep

GPS voor teeltoptimalisatie Het zijn weer drukke tijden voor medewerkers van de agrotak van de Van Berkel Groep uit Schijndel. Dit jaar is het wennen, want er is volop geïnvesteerd in nieuwe technieken. In tegenstelling tot wat we in Grondig 3 abusievelijk meldden, neemt het bedrijf namelijk geen afscheid van het agrarisch loonwerk, maar wordt er juist volop doorontwikkeld. Dit jaar door breed te investeren in het gebruik van GPS, met de aanschaf van een nieuwe maïszaaimachine, een veldspuit voor de toepassing van onder andere vloeibare kunstmest en een nieuwe maïshakselaar. Met behulp van GPS wil het bedrijf de volledige teeltregistratie mogelijk maken; van bemesten tot oogsten. Van Berkel koos deze winter voor een nieuwe zaaimachine van Väderstad. “Vanwege de kwaliteit van het werk en de mogelijkheid om een stuk sneller te zaaien dan met de oude machine”, vertelt Tonio van Berkel. Door de perstechniek wordt de maïskorrel in de grond gedrukt, zodat deze direct goed in de vochtige grond ligt. Het zaaien met de nieuwe machine gebeurt met behulp van GPS. Automatisch wordt bij overlap of op de kopeinden een zaaielement in- of uitgeschakeld. De machine is nu zo ingesteld dat tussen het einde van een rij en de rij die voorlangs loopt een opening van twintig centimeter komt. Ondanks het zaaien op GPS werkt de chauffeur wel met markeurs. De reden is het ontbreken van een stuurautomaat. “Dan is het toch gemakkelijker om op een markeurspoor te rijden dan op een lijn op je scherm”, weet Van Berkel. GPS-sectieafsluiting zit ook op de aangeschafte veldspuit, om overlap te voorkomen. De basis voor deze nieuwe koers van Van Berkel is de nieuwe John Deere 7400-hakselaar, die ook op de investeringslijst stond. “De hakselaar is voorzien van GPS in combinatie met het NIRS-systeem waarmee de drogestofgehalte en straks de voederwaarde van het product kan worden bepaald”, vertelt Tonio van Berkel. Het bedrijf bekijkt ook de mogelijkheden van het toepassen van de NIRS-sensor op zijn Vervaet om mest nog preciezer toe te dienen. Een opmerkelijke machine die Van Berkel dit voorjaar in gebruik heeft genomen, is een stenenrooier, ontwikkeld om langs watergangen de vrijgekomen bagger steenvrij te maken. Op deze dag is hij bezig met een perceel waar bagger is gebruikt om het op te hogen en uit te vlakken. Met de bagger is een grote hoeveelheid zwerfstenen mee gekomen. De rooier, die geheel in eigen beheer is doorontwikkeld vanaf een buitenlandse machine, haalt daarbij een prachtige capaciteit, aldus Tonio van Berkel. “We kunnen met deze machine in één werkgang de grond zeven en zijn veel sneller klaar dan wanneer we alles met een mobiele zeef moeten doen. Als we nu klaar zijn, kan ook hier de maïs er zo weer in.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

GRONDIG 4 2016

7


Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als onderdeel van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel uw werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Onze polisvoorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.

“Niet alleen, de premie maar vooral ook de voorwaarden en het persoonlijk contact zijn belangrijk!” Willem van Duivenbode, relatiebeheerder Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade

website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60


ondernemen met

mensen

COMMENTAAR De nieuwe realiteit Na veel protesten van het bedrijfsleven is besloten het sociaal akkoord op enkele onderdelen aan te passen. Hopelijk is dit slechts een eerste stap in de reparatie van regelgeving die zijn doel volledig voorbij schiet, want werkgevers en werknemers laten zich niet door knellende wetgeving dwingen in een niet passend keurslijf. Eén van de doelstellingen van het sociaal akkoord was om vaste banen te creëren. De wens hiertoe werd ingegeven door het misbruik in bepaalde doelgroepen. Misbruik aanpassen is prima, maar beperk het sec tot het probleem en belemmer niet de noodzakelijke flexibele bedrijfsvoering van goedwillende ondernemers. Zou bij beleidsmakers werkelijk de gedachte bestaan dat een ondernemer zich bindt met een vast contract als dat niet passend is voor zijn bedrijf? Als daar dan nog ook nog eens extra kosten als een transitievergoeding bij komen, wordt de drempel alleen maar hoger. Logisch toch dat wordt gezocht naar alternatieven. Massaal was de oplossing gevonden door het inzetten van de ruim 900.000 zzp’ers die Nederland telt. De enorme groei van deze groep is mede ontstaan doordat overheidsinstanties werklozen hebben gestimuleerd te kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap. Nu wordt geconstateerd dat er veel ‘schijnzelfstandigen’ zijn. Blijkbaar lukt het dus niet heldere regels op te stellen zodat duidelijk is wanneer iemand wel of niet zelfstandig ondernemer is. De VAR gaf opdrachtgevers de gewenste zekerheden om met deze doelgroep zaken te kunnen doen en de gewenste flexibele schil te creëren. Zou men nu werkelijk denken dat met de afschaffing van de VAR werkgevers massaal vaste contracten gaan aanbieden? Vergeet het maar! Ondernemers gaan geen verplichtingen aan waarvan ze de lasten niet wensen te dragen of de risico’s niet kunnen overzien. Partijen zoeken en vinden met elkaar alternatieven.

Hannie Zweverink, algemeen directeur CUMELA Nederland

Belangrijk is het om het echte knelpunt bij de zzp’ers aan te pakken. Zorg dat er goede voorzieningen komen, zoals minimaal een arbeidsongeschiktheidsverzekering. En natuurlijk kan niemand leven van uitsluitend een AOWuitkering, dus een aanvullend inkomen vanuit een pensioenpot is eis nummer twee. Laat het overigens aan opdrachtgever en opdrachtnemer over om zelf de randvoorwaarden waaronder wordt samengewerkt af te spreken. Waarom moet de overheid daar voorwaarden aan stellen, die ze vervolgens toch niet kan handhaven? Van harte hoop ik dat we het komende jaar, waarin sprake is van een overgangssituatie, de knelpunten met de nieuwe DBA-regels duidelijk kunnen maken en dat ook hier voortschrijdend inzicht leidt tot bijstelling van de regels.

GRONDIG 4 2016

9


HOOFDARTIKEL Trekkerbumper wordt multifunctionele veiligheidsvoorziening

ondernemen met

mensen

Evaluatie tweede praktijkproef trekkerbumpers van CUMELA Nederland Deelnemers aan de tweede praktijkproef met trekkerbumpers ervaren op de weg positieve reacties over de preventieve werking. Vanuit dat oogpunt ontwikkelt de trekkerbumper zich door als multifunctionele veiligheidsvoorziening. Onbekendheid, praktische bezwaren en het ontbreken van een verplichting beperken nog de markt. CUMELA Nederland werkt aan een p ­ assend vervolg.

Andere verkeersdeelnemers anticiperen eerder en beter dan voorheen op de breedte van een trekker. Vracht­ wagenchauffeurs gaan zelf eerder en meer aan de kant en deelnemers krijgen positieve reacties uit de omgeving. De deelnemers aan de tweede praktijkproef met trekkerbumpers geven aan dat dit komt doordat medeweggebruikers door de trekkerbumper beter zien wat er op hen afkomt en vooral de breedte beter kunnen inschatten. Deze alledaagse praktijk geeft helder aan dat de trekkerbumper meerwaarde biedt, niet zozeer als ‘botsbumper’, maar vooral als preventief middel om ongelukken te voorkomen. Vanuit dat oog-

10

GRONDIG 4 2016

punt vinden alle deelnemers aan de praktijkproef een goede breedtemarkering belangrijk en voor de dagelijkse praktijk markeringsstangen op de hoeken van de bumper. Daarmee is het nut in de praktijk aangetoond en daarom zijn de eerste cumelabedrijven al om. Ze hebben aangegeven meerdere bumpers te willen gaan inzetten, omdat ze het noodzakelijk vinden om verkeersveiliger te werken. Verder zijn de eerste bruggen geslagen naar de trekkerfabrikanten en begint er ook in het buitenland interesse in de combinatie van veiligheid en doelmatigheid te ontstaan. Allemaal tekenen dat de trekkerbumper aan acceptatie wint.


Helder ontwikkelingstraject

Praktijkbezwaren

Het begon allemaal in 2011 met de eerste OBT (onderrijd­ beveiliging voor trekkers) bij cumelabedrijf Wolken in Nieuw-Schoonebeek. CUMELA Nederland zag de meerwaarde in voor de verkeersveiligheid en anticipeerde met een eerste praktijkproef. Na de introductie zijn er in 2012 onder elf cumelabedrijven Peecon-bumpers uitgezet. De evaluatie in 2013 leverde heldere gezichtspunten op. De breedte­ markering en -verlichting werden als positief ervaren, maar de chauffeurs vonden het nog te vaak ‘ondingen’. Ook wilden de gebruikers graag meer functionaliteit. CUMELA Nederland initieerde daarop in 2014 en 2015 een tweede praktijkproef met een nieuwe generatie trekkerbumpers van Peecon, Alasco, Tractorbumper en Agribumper. Het betreft hier doorontwikkelde bumpers die korter op de trekker zitten, meer functionaliteit hebben en zo zijn gebouwd dat ze vaker kunnen blijven zitten. Ze zijn ook niet ontwikkeld om de botsimpact op te vangen, waardoor ze simpeler, korter en goedkoper konden worden gehouden. In deze tweede ronde zijn deze vier merken bumpers uitgezet onder acht cumelabedrijven verspreid over Nederland. De praktijkervaringen zijn onlangs geëvalueerd.

De bumper mag van de gebruikers niet ten koste gaan van de functionaliteit van het werktuig (in de fronthef) en van het werken met de trekker. Dat betekent dat hij dus ook moet functioneren bij het benutten van de fronthef en -aftakas en dat hij bij werkzaamheden niet hinderlijk mag zijn. De draaicirkel mag er niet groter door worden (krappe inritten en draaien) en er mogen geen hoogtebeperkingen (inkuilen, diepe sporen bij natte omstandigheden en steile hellingen) zijn. De gebruikers vinden in zijn algemeenheid dat ondanks de kortere bouw van de tweede generatie de meeste bumpers nog steeds te ver voor de trekker zitten. Vooral bij achteruit manoeuvreren is er kans dat je wat ‘meepakt’, hoewel dat al wel een stuk beter is dan bij de eerste versie van de trekkerbumper. De gebruikers zien het liefst met de voorwielen meesturende bumper(delen), zodat er geen enkele beperking is. Zeg maar een soort van verlengd spatborddeel. Daarbij moet de bumper in de breedte volgens hen altijd tien centimeter binnen de band blijven. Markeringsstangen op de hoeken wordt zeer gewaardeerd, evenals knipperlichten. De bedrijven geven vanwege de kosten en baten aan dat, als er dan toch wat moet worden gemonteerd, de bumper dan nog meer functies moet hebben dan alleen als veiligheidsvoorziening. In dat kader wijzen ze op de frequente noodzaak van een frontgewicht (vast of in de fronthef). De bumper zou dan een combinatie van veiligheidsvoorziening en frontgewicht moeten zijn. Dat bespaart de aanschaf en het monteren van frontgewichten (à € 1,00 tot 1,50 per ­kilogram). Ook wijzen gebruikers op de variant met opbergruimte, liefst gecombineerd met frontgewichten. Vanuit dat oogpunt geven ze aan dat een trekkerbumper maximaal rond de € 1500,- tot € 2000,mag gaan kosten. Verder zijn er nog wel een aantal praktische vragen, zoals de exact toegestane hoogte (minimaal 40 centimeter boven het wegdek wordt aangegeven) en het daadwerkelijke effect bij een botsing. Ook willen gebruikers de bumpers universeel aan verschillende groottes (breedtes!) en merken trekkers kunnen monteren. De huidige generatie bumpers is vooral ont­worpen voor de zwaardere trekkers.

Heldere pro’s en contra’s De gebruikers geven verder aan dat de trekkerbumper inderdaad een goed (verkeersveiliger) imago heeft en dat ze uitstralen dat het desbetreffende bedrijf de verkeersveiligheid serieus neemt. De deelnemers vinden de trekkerbumper goed passen bij de aankomende snelheidsverhoging naar 40 km/u in 2017. De bedrijven geven aan dat de trekkerbumper er (voor de chauffeurs) onder het motto ‘een beetje bumper mag gezien worden’ best gelikt mag uitzien. Het mag een stoere uitstraling geven en de markering, verlichting en afwerking moeten tiptop zijn. Bovendien moet hij hufterproof zijn, dus zonder te lichte (kunststof) delen of kwetsbare tierelantijnen, niet te veel modder kunnen vasthouden en gemakkelijk te reinigen zijn. Enkele deelnemers verwachten dat de trekkerbumper op termijn verplicht zal worden. Vanuit de klanten zijn er ook veel reacties geweest. Boeren vragen vooral of het verplicht is en wat het kost. Ook aannemers reageren in het algemeen positief op de trekkerbumper. Haaks daarop staat dat de deelnemende bedrijven van gemeenten en waterschappen nog maar weinig reacties hebben gekregen. Ze proeven vanuit die hoek daarom nog geen aanleiding om trekkerbumpers te gaan verplichten. Het monteren van een bumper geeft dus nog niet direct meerwaarde in euro’s of in punten bij inschrijvingen. Verder staan trekkerchauffeurs ook bij de nieuwe generatie niet a­ llemaal te juichen en ervaren ze de bumpers nog regelmatig als lastig bij manoeuvreren. Dat betekent dat als de bumper er wordt afgehaald - om wat voor reden dan ook - hij er (zonder opdracht) niet vanzelf weer wordt opgezet. Ondernemers geven wel aan dat een aantal chauffeurs gewend begint te raken aan de bumper.

CUMELA wil door CUMELA Nederland ziet de trekkerbumpers als één van de middelen om bij wegbeheerders aan te tonen dat onze sector zich inzet voor een veiliger verkeersdeelname. Verder vindt ze dat er in de kosten-batenanalyse wordt voorbijgegaan aan de narigheid en ellende van ongelukken. Michiel Pouwels, directeur van CUMELA Nederland, ziet samen met beleidsadviseur (land)bouwverkeer Hero Dijkema geen noodzaak in nog een derde praktijkproef. Het zaad is gezaaid, de trekkerbumpers zijn voldoende praktijkrijp, worden nog verder doorontwikkeld, hebben zich bewezen en de ervaringen zijn voldoende uitgewisseld. De markt is nu aan zet en krijgt via het nieuwe voertuigreglement vanaf 2019 een enorme impuls. Toch wil CUMELA Nederland graag het in de markt zetten van de trekkerbumpers blijven stimuleren, zeker nu ook fabrikanten van trekkers het oor in de luisterstand hebben staan. CUMELA bestudeert, samen met andere organisaties een regeling om de instapdrempel voor aanschaf verder te verlagen.

GRONDIG 4 2016

11


ondernemen met

mensen

Toch groei

Dit ongeval gebeurde afgelopen maand in de buurt van Winterswijk. Het betrof een trekker zonder bumper met een mesttank. De bestuurster van de auto moest door de brandweer uit de beknelde situatie worden bevrijd. De traumahelicopter was uitgerukt, maar bleek gelukkig niet nodig.

Na al die jaren functioneren er naar schatting circa tachtig trekkerbumpers in de praktijk. Er is volgens de leveranciers sprake van groei, onder meer dankzij enkele voorlopers in onze cumelasector die aangeven vanuit het algemeen ­veiligheidsbelang, het imago van trekkers op de weg en de uitstraling van het eigen bedrijf te gaan investeren in trekkerbumpers. De bumperfabrikanten verwachten het komende jaar in totaal circa 150 bumpers te verkopen. De schattingen voor de jaren daarna zijn hoger, mede doordat er ook internationaal aandacht is gekomen en doordat fabrikanten als CNH en Deutz-Fahr het product al gaan opnemen als optie en gaan uitzetten onder de dealers. Agribumper, die internationaal behoorlijk aan de weg timmert, geeft aan dat in het buitenland minder in (economische) bezwaren en beperkingen wordt gedacht, maar dat vanuit het belang voor de

Evaluatie vier merken bumpers De vier merken zijn door de gebruikers kort geëvalueerd. De bumpers zijn intussen al weer doorontwikkeld. Hier de belangrijkste punten plus de ­opmerking van de fabrikanten over intussen doorgevoerde of voorgenomen aanpassingen.

Agribumper

Alasco

Mooi afgewerkt, robuuste uitstraling, ideaal voor transportwerk. PLUS: dicht op de trekker, fronthef te gebruiken, richtingaanwijzers, goede verlichting, valt erg goed op, breedteverstelling, frontgewichten mogelijk, gemakkelijk te reinigen. MIN: markeringen niet groot genoeg, lastig aan- en afkoppelen, kan in werk niet hoog genoeg, niet alle werktuigen kunnen in de fronthef, aftakas is niet te koppelen, voor een kleine trekker te breed, past niet op alle trekkermerken, eerste versie te dicht op trekker, geen markeringsstang, kunststof kapjes zijn kwetsbaar, reiniging kan beter.

Vaste, eenvoudige, robuuste bumper, meer boerenbumper, rijdende rijplaat. Met enige aanpassing kan de werking worden verbeterd. Denk aan de montage van frontge­wichten. PLUS: goedkoop, eenvoudig te monteren, dicht op trekker, goed te reinigen, grote markeringsborden, sterk genoeg bij aanrijdingen, breedtemarkeringslichten, chauffeurs hadden geen bezwaren. MIN: zit te hoog, niet verstelbaar in hoogte, geen sleepoog, alleen toepasbaar zonder frontgewicht, geen breedteverstelling, soms te breed, constructie moederblok niet sterk genoeg, scherpe delen, ­afwerking kan beter, te ver naar voren bij montage op frontgewicht.

Reactie Agribumper: “Nu is er een combinatie met variabele frontgewichten van 400 tot 1600 kilogram mogelijk door middel van een eenvoudige eenmalige montage. De bumper is ook te gebruiken zonder gewichten en kan dus blijven zitten. De aftakas is nu koppelbaar. Kunststof delen zijn vervangen door degelijk plaatstaal en ook zijn er nu markeringsstangen aanwezig. Een smallere versie voor kleinere trekkers is in de maak.”

12

GRONDIG 4 2016

Reactie Alasco: Geen opmerkingen


verkeersveiligheid er na de eerste vrijwel altijd meerdere volgen. Het bedrijf merkt zelfs afzet onder boeren om de bumper zo als extra frontgewicht bij een werktuig in de fronthef te kunnen benutten, bijvoorbeeld een zaadtank.

Verplichting breedtemarkering Er is geen verplichting voor de trekkerbumper en in de praktijk wordt hij als lastiger gezien dan zonder. Dus mag het ‘niets’ kosten en wil de gebruiker toch ‘alles’. Dat gaat natuurlijk niet. Een verplichting zal dus het meeste effect hebben en die lijkt er deels ook aan te komen. In de komende regelgeving voor landbouwverkeer 2019 is opgenomen dat alle trekkers, mobiele machines en aanhangwagens breder dan 2,55 meter vanaf 2017 mogen en nieuwe voertuigen vanaf 2019 af-fabriek moeten zijn voorzien van breedtemarkering, ook aan de voorzijde. Een andere invalshoek zou kunnen

zijn dat opdrachtgevers het in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen en verkeersveiligheid te gaan belonen in bestekken. Lobbywerk bij opdrachtgevers zou er toe kunnen leiden dat zij het gaan eisen. Dan zijn er harde argumenten en is de prijs minder relevant. Zolang er geen verplichting is, gaat het om het morele aspect: heb je er wat voor over om je in te zetten voor het algemeen belang - het landbouwverkeer op de weg houden - en een steentje bij te dragen aan veiliger verkeer of steek je de kop liever in het zand. Iedereen weet hoe groot de impact van een ernstig verkeersongeluk is voor de betrokkenen.

TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: fabrikanten, Gino Press, Hero Dijkema

Peecon

Tractorbumper

In basis een goed ontwerp. Handige, praktische, robuuste bumper, maar wel relatief veel uitstekende delen aan buitenkant. PLUS: goede herkenbaarheid door markeringsborden, makkelijk aan- en afkoppelen, gebruiksvriendelijk, frontgewichten goed aan te passen, verstelbaar in hoogte en breedte, verloop zijkanten instelbaar, steekt minder uit aan zijkant, vlakstelling met bouten goed te regelen, trekoog, oogt sterk. MIN: topstangbevestiging te licht uitgevoerd, topstang niet nodig bij aanpassen constructie, niet hufterproof, steekt te ver voor trekker uit, niet goed schoon te houden. Geen markeringsstangen op hoeken.

Mooi systeem, ziet er goed en degelijk uit, gelikte uitstraling, levert verschillende gewichtsblokken. PLUS: geen topstang, trekoog trekker bruikbaar, breedteverstelling, verstelbare zijkanten, goede herkenbaarheid door markeringsborden en extra ledlampen, frontgewicht is een blok in bak, 500-600 kilogram frontgewichten is goed, Tractorbumper Mass gaat tot 1500 kilogram, gemakkelijk aan en af te koppelen, steuntjes voor afkoppelen. MIN: steekt te ver voor de trekker uit (John Deere), breedtemarkeringsborden te laag op bumper gemonteerd, laag geplaatste ledlampen kwetsbaar, ledlampen moeten feller, zijkanten lastig te verstellen, geen markeringsstang op de hoeken, geen trekoog, steeds met frontgewicht rijden.

Reactie Peecon: “De OBT heeft al diverse veranderingen ondergaand sinds de eerste modellen uit 2011. Wij blijven producten (door)ontwikkelen. Ook deze praktijktest geeft ons weer extra info, waardoor het product aanpassingen zal krijgen. De markeringsstangen en een verbeterd topstangpunt zijn al verkrijgbaar; Bij voldoende vraag uit de markt zullen er smallere en kleinere versies komen.”

Reactie Tractorbumper: “Inmiddels zijn er fellere ledlampen gemonteerd en is de constructie om de zijkanten te verstellen aangepast. De markeringsstang op de hoeken is inmiddels standaard en het trekoog zit op de topstangplaten van de bumper. Er zijn diverse uitvoeringen leverbaar.”

GRONDIG 4 2016

13


ONDERNEMERSLESSEN “Ik leid mijn bedrijf als een topsporter”

ondernemen met

mensen

Gerard Jimmink, Jimmink Kolhorn Ooit was hij een gevierd motorcoureur, die nog steeds de beste prestatie van een Nederlander in Parijs-Dakar op zijn naam heeft staan. Nu heeft hij een florerend loon- en grondverzetbedrijf in de kop van Noord-Holland. In zijn bedrijfsvoering gebruikt hij veel kennis die hij heeft opgebouwd als topsporter. Het allerbelangrijkste wat hij heeft meegenomen: “Je materiaal moet honderd procent in orde zijn. Alleen dan kun je winnen.”

■ LES 1 Bij elk werk ga ik eerst kijken, want dat levert bijna altijd een goed idee op “Zoals we nu even naar een werk rijden om te gaan kijken hoe het gaat, ga ik bij een nieuwe klus altijd eerst kijken. Voor ik iets aanneem, wil ik namelijk hebben gezien wat er precies moet gebeuren, wat de omstandigheden zijn en welke mogelijkheden er zijn om het werk aan te pakken. Voor mij is dat belangrijk, want als je rondkijkt en overlegt, kom je altijd op goede ideeën waarmee je het verschil kunt maken.”

■ LES 2 Bij veel opdrachtgevers is een A4’tje met alle afspraken voldoende “Veel werk neem ik onderhands aan van de grote aannemers. Zo werken we aan de N241 in opdracht van Boskalis en zijn we bij Alkmaar voor de stadsuitbreiding bezig in opdracht van KWS. Dat zijn werken waar ik al het grondwerk aanneem. Zonder de kabels en leidingen, want dat past niet echt bij ons bedrijf. Daar kun je ook moeilijk een afspraak over maken, want je hebt met zoveel instanties te maken dat je nooit scherp kunt calculeren. Het is zo moeilijk om met deze (semi-) overheidsbedrijven afspraken te maken dat je eigenlijk niet kunt bepalen wat het moet kosten. Voor het grondwerk hoef ik met die aannemers geen ingewikkelde afspraken te maken. Ik heb een A4’tje waar alle overeenkomsten op staan, inclusief prijzen voor meer- of minderwerk. Verder leg ik niets vast. Dat kan echter alleen met betrouwbare aannemers en

Jongerendagen op bezoek Jonge cumelaondernemers krijgen op 4 juni zelf de kans om met Gerard Jimmink in discussie te gaan over zijn manier van werken. Tijdens de zomereditie van de Jongerendagen zal hij vertellen over zijn bedrijf en daarna met veel plezier discussiëren over het leiden van een onderneming. Iedereen tot 35 jaar is welkom. Aanmelden via het agenda-item op Cumela.nl.

14

GRONDIG 4 2016

klanten. Bedrijven waarderen dat. Ik merk om me heen dat er steeds meer opdrachtgevers zijn die mondelinge afspraken weer belangrijk vinden en zaken willen doen met een partij die alles voor ze kan doen, zonder al te veel papierwerk.”

■ LES 3 Te veel bedrijven vergeten zichzelf te belonen “Om me heen zie ik veel te veel bedrijven die allemaal mooi werk doen, die keihard werken, maar die vergeten zichzelf te belonen. Daarom adviseer ik bedrijven ook graag. Niet om ze de les te lezen, maar om ze te helpen om met ons mooie vak geld te verdienen. Waarom moet je voor een te lage prijs aan de slag gaan? En als je dat wel doet, moet je daarover niet zeuren. Dan heb je zelf te laag ingeschreven. Dat is ook zo bij het boerenwerk. Hartstikke mooi, maar het moet wel uit kunnen. Van alle machines die hier in de schuur staan, weet ik wat ze opbrengen. Met de afschrijvingstermijn die ik hanteer, is dat voldoende om er een goed rendement mee te halen. Maar ik laat niets staan omdat een beperkt aantal klanten daar om vraagt. Dan moeten ze maar bij een ander zijn.”

■ LES 4 Ben diep begonnen, heeft me sterk gemaakt “Het aan elk uur wat willen verdienen heb ik geleerd toen ik in 1999 mijn broer moest uitkopen omdat het samen niet ging. Daarvoor heb ik een fors bedrag betaald, waardoor ik heel diep kwam te zitten. Zo ver dat mijn vader zich grote zorgen maakte. Het heeft me echter wel sterk gemaakt, want vanaf dat moment was ik alleen maar bezig met rendement maken. Ik rekende van elk uur, elke dag, elke week en elke maand uit wat ik verdiende. Vanaf dat moment is mijn bedrijfsvoering een stuk scherper geworden. Ik reken alles na en wil ook dat elk uur wordt betaald. Als een machine tien uur weg is, dan moet er ook tien uur op de factuur staan. Als dat niet zo is, waren de zaken niet goed geregeld. Werkbonnen moeten op kantoor ook zo snel mogelijk worden verwerkt. Dan weet


iedereen nog waarom je ook alweer twee uur stil stond, omdat er bijvoorbeeld een telekraan zo nodig een hijsklus moest doen op jouw transportbaan. Wacht je daarmee, dan is iedereen het vergeten en wordt het lastig om de uren betaald te krijgen.”

■ LES 5 Rekening courant mag nooit beslissing bepalen “De belangrijkste les over ondernemen leerde ik van Dirk Burger. Ik kwam hem tijdens de rally Parijs-Dakar tegen in de woestijn en hij vertelde me dat hij altijd fan van me was. Maar ik was fan van hem door het succes van zijn bedrijf Buko. Dat leidde er toe dat hij me aanbood om me als ondernemer te helpen. De boeken gingen open en zijn conclusie was hard en duidelijk: ‘Je bent een echte boer. Je werkt hard, bent een eerlijke en oprechte ondernemer, maar de bank is de baas.’ Waar hij dat op baseerde? Op het feit dat onze rekening courant veel te hoog was. Zijn stelling is simpel: als je rood staat op je rekening courant ben je alleen maar bezig om die terug te brengen. Het gevolg is echter dat je beslissingen worden bepaald door de noodzaak om geld binnen te krijgen. Of je er dan nog wat aan verdient, wordt minder belangrijk. Burger leerde me dat je dan nooit als ondernemer kunt denken. Want als je kansen ziet, heb je daar geen mogelijkheden meer voor. Dan moet je langs de bank en die wil niet meedoen of het kost heel veel tijd. Dat belemmert je dus in het ondernemen. Sinds die tijd ben ik alles gaan leasen. Dan zie je direct wat een machine kost, maar veel belangrijker: je hoeft daar geen geld voor te lenen. Je houdt dus de vrijheid om je eigen beslissingen te nemen. Nu ben ik de baas en niet de bank.”

■ LES 6 Uit de sport heb ik geleerd: kies niet voor het geld, maar voor het beste “Eén ding dat ik uit de sport heb meegenomen, is dat alles draait om een goede machine. Zeker in rally’s als ParijsDakar moet je op het materiaal aan kunnen. Daarom kijk ik bij nieuwe machines niet alleen naar het geld, maar altijd ook naar de kwaliteit. In een wedstrijd verlies je namelijk als je stil staat, maar dat is ook in het bedrijf zo. Een machine die stil valt, kost altijd te veel geld. Er moet een monteur op stap en vaak staat niet alleen die ene machine stil, maar ook een heel treintje. Daarom moet alles tiptop in orde zijn.”

Door minder te lenen en meer te leasen ben ik zelf baas en niet de bank.

■ LES 7 Een onderhoudscontract geeft me heel veel rust “Voor zoveel mogelijk machines, waaronder alle Caterpillars, heb ik een onderhoudscontract. Dat lijkt op het eerste gezicht duur, maar het geeft enorm veel rust, want nu staat er soms een monteur voor we in de gaten hebben dat er iets aan de hand is. Dan hebben ze bij Pon al gezien dat er een storing in de machine zit en pakken ze dat gelijk mee als ze in de buurt zijn. Met Pon heb ik afspraken kunnen maken dat zijn monteur die hier in de buurt zit al mijn onderhoud doet. Met hem heb ik rechtstreeks contact en zo kan ik alles snel regelen. Als ondernemer geeft me dat een heerlijk gevoel, want ik hoef me niet meer druk te maken over de machines. Een voordeel is ook dat rekeningen nooit meer tegenvallen. Zo lang het contract loopt, weet je precies waar je aan toe bent.”

GRONDIG 4 2016

15


Gerard Jimmink Gerard Jimmink heeft in Barsingerhorn een loon- en grondverzetbedrijf met 25 vaste werknemers. Gedurende het jaar kunnen daar tot vijftien mensen los bij komen. Het bedrijf verricht een aantal gespecialiseerde akkerbouwwerkzaamheden, zoals maaidorsen en bieten rooien. In de veehouderij werkt het bedrijf samen met Poland voor de grasoogst. Jimmink heeft daarvoor een vierkantebalenpers en een graswagen. Het agrarische werk is ongeveer veertig procent van de omzet. De overige werkzaamheden bestaan uit cultuurtechnisch en grondverzetwerk. Jimmink werd in de jaren negentig bekend als motorcoureur. Daarbij haalde hij successen in verschillende endurowedstrijden (onder meer tweemaal derde in het WK enduro), maar ook in de rally Parijs-Dakar, waarin hij driemaal een etappe op zijn naam schreef. Bij deze wedstrijd is hij nog steeds de Nederlander met de hoogste eindklassering: een vierde plaats in 1997. Achter zijn kantoor in Barsingerhorn heeft hij nog een klein museum, waar drie motoren uit die periode staan en een ontelbare hoeveelheid bekers en medailles zijn te zien.

■ LES 8

■ LES 10

Een vetspuit is altijd te duur

Op elk werk is een machinist verantwoordelijk

“Al mijn machines zijn uitgerust met automatische smering. Dat heb ik geleerd van Nooteboom toen ik een dieplader wilde inruilen. Omdat er geen automatische smering op zat, ging de prijs voor de inruil gelijk € 12.000,- naar beneden. Het maakte niet uit dat ik riep dat we altijd alles keurig naliepen en er afspraken waren. En feitelijk moest ik Nooteboom gelijk geven, want uiteindelijk gebeurt het ondanks alle afspraken niet of worden er nippels overgeslagen. Welke chauffeur heeft na een lange dag immers nog zin om alles na te lopen? Sinds die tijd komt er hier niets meer binnen zonder automatische smering. De kosten verdien ik bij de inruil toch terug.”

“Die automatische smering past ook bij de manier waarop je met werknemers omgaat. Ze moeten vaak lange dagen maken, waarbij veel werk moet worden verzet. Dat wil ik ook, want elk uur dat ze maken, moet facturabel zijn. Op elk werk is daarom één van de machinisten verantwoordelijk. Die overlegt met de rest hoe het werk wordt gedaan en wat de beste aanpak is. Zo hoort het, want je kunt wel een planner alles laten sturen, maar die weet nooit precies hoe het loopt. Als hij alles stuurt, krijg je de situatie dat ze zich achter elkaar verschuilen en alleen dat doen wat is afgesproken. Terwijl ik wil dat ze het zelf op de beste manier aanpakken.”

■ LES 9 Dankzij het werken op GPS doe ik nooit meer onnodig werk “Sinds vijf jaar rust ik alle machines uit met GPS. Onze werkefficiëntie is daardoor met sprongen vooruitgegaan, want we doen nergens meer dubbel werk. Zodra een machinist begint, ziet hij op zijn scherm wat het eindresultaat moet zijn en kan daar direct op aan werken. Vroeger moesten we bijvoorbeeld als we zoals hier langs de N241 bezig zijn na de voorbelasting deze eerst weghalen waarna er piketpaaltjes konden worden gezet en we daarna de grond weer konden aanvullen. Nu kan hij in de bezakte grond gelijk het goede profiel graven. We hebben ook nooit meer discussie met de aannemer over de hoeveelheid grond die is verzet. Aan het begin doen we een nulmeting en bij oplevering kunnen we precies laten zien wat er is gebeurd. Dat vinden aannemers ook prettig, want ik merk dat ze graag zaken doen. Tegenwoordig word ik bij bijna elk klus hier gevraagd om mee te denken en mee te schrijven. Daar moet toch een reden voor zijn.”

16

GRONDIG 4 2016

■ LES 11 Het is goed dat we als CUMELA zorgen dat we overal aan tafel zitten “Bij het ontwerp van de N241 heb ik wel weer gemerkt is wat het belang is van een goede organisatie waar je een beroep op kunt doen. De provincie wilde namelijk gewoon het fietspad en de landbouwweg combineren. In haar ogen is dat allebei langzaam verkeer, dat zou prima samen kunnen. Door met de lokale loonwerkers en bestuursleden telkens bij het overleg aanwezig te zijn, hebben we duidelijk kunnen maken dat het geen goed idee was. Dan merk je dat het goed is dat er een landelijke organisatie is met specialisten zoals Hero Dijkema. Daar wordt toch meer naar geluisterd dan naar een lokale ondernemer.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok


fendtnl.nl

U heeft het beste met hem voor. Kies originele onderdelen.

Soms is alleen het beste goed genoeg. Daarom doet u geen concessies als het om reparatie of onderhoud van uw Fendt gaat. Laat reparaties en onderhoud uitvoeren door uw officiële Fendtdealer en kies uitsluitend originele AGCO-onderdelen. Die zijn van de hoogst mogelijke kwaliteit en specifiek ontworpen voor uw Fendt. Daar kunt u op vertrouwen. Wer Fendt fährt führt.


STERK WERK Staan voor duurzame relaties

ondernemen met

mensen

Loon- en grondverzetbedrijf Pelle, Hengevelde

De jongens maken het werk. Bij Pelle Hengevelde is dat letterlijk het geval. De machinisten worden verhuurd aan vaste opdrachtgevers. Daarbij komen dan de benodigde machines en tools. Pelle kiest bewust voor een machine met alles erop en eraan en met veel uitrustingsstukken. Met deze aanpak heeft Pelle zich een vaste plek verworven bij een aantal opdrachtgevers. Eén van de graafmachines van Pelle draait bij het prestigieuze project Waterboulevard Almelo. De eerste fase betreft het doortrekken van het kanaal naar het centrum. In dat tracé komt ook een ophaalbrug. Alle leidingen en kabels moeten daar uit het oude wegtracé worden gehaald en vervolgens worden verlegd onder het kanaal door. En het gaat om een paar leidingen en kabels. Voor dat werk is Van Heteren Wegen Waterbouw uit Hengelo ingeschakeld, één van de bedrijven die Pelle vrij vast inhuurt voor het nodige graafwerk. Dat wil zeggen machinist Coen Wolberink met zijn Kubota MX 080. Coen werkt al jaren veel voor Van Heteren en kent dus de kneepjes van de verschillende waterwerken en het verleggen van leidingen en kabels.

18

GRONDIG 4 2016

Even de schop pakken om te assisteren. Overleggen met de chauffeur van de knijperbakwagen over de beste laad- en losplek, meedenken met de uitvoerder over hoe één en ander het beste kan worden georganiseerd voor de volgende dag. En als het moet gerust even ‘in de drek’ om te assisteren. En nu even een tracé afwerken waar net de leidingen zijn gelegd. Machinist zijn is dan duidelijk meer dan het uitvoeren van voorkomende graafwerkzaamheden. Coen heeft altijd een compleet setje bij zich: palletvorken, stenenbak, stenenlegger, sorteergrijper, kantelbak, trilblok, en sloophamer. Meestal werkt hij met zijn vaste Kubota, maar als het beter uitkomt, zorgt Pelle dat er een grotere of kleinere graafmachine staat.


Even verderop in Almelo is machinist Roy Schartman bezig met de mobiele kraan om te assisteren op een bouw. Ook hij werkt vrij vast voor aannemer OTC Hengelo. Als dit klaar is, kan hij naar een volgende klus in Enschede. Hij kent de verschillende uitvoerders en de uitvoerders kennen hem. Nu is het even wat afwerken en met de palletvork wat bouwmaterieel op de plek zetten. Ook Roy heeft een bakkenwagen vol bij zich.

Positieve balans Rob Pelle is vrij helder over deze aanpak. “Natuurlijk hebben we op beide projecten complete graafmachines met alles erbij draaien voor een prijs waarvoor je normaal gesproken niet alle tools meelevert, maar wel voor een redelijke prijs”, zegt hij. Pelle geeft aan dat je de andere kant van het verhaal ook moet zien. “De machinist doet ook andere voorkomende werkzaamheden. Als je dan de balans opmaakt, kan het voor ons uit en heeft de opdrachtgever voor een nette prijs een machinist aan het werk die alles bij zich heeft, weet waar het over gaat en kan en wil assisteren bij werkzaamheden”, aldus Pelle. Zo ontstaat er volgens hem een win-winsituatie waarmee beide partijen uiteindelijk het best af zijn. Op termijn, want Pelle denkt zo in langdurige relaties. “Voor een enkele klus reken je voor een dergelijke ervaren machinist met zo’n complete graafmachine meer.” Zo heeft Pelle op de grondverzettak meerdere medewerkers die individueel voor vaste opdrachtgevers werken op een mini- of midigraafmachine en de mobiele kraan. Rob: “Dit zijn opdrachtgevers die waarde hechten aan een machinist die hun taal verstaat, meewerkt en meedenkt en past in hun team en werkwijze. Sommigen zijn zo bijna het jaar rond elders onder de pannen.” Een belangrijke basis voor de aanpak van Pelle is het werven van personeel met de juiste genen. Een tool daarin is het werken met stagiairs. Ook de samenwerking met het AOC om leerlingen een week te laten meedraaien op het bedrijf werkt zeer positief. Leerlingen komen van de opleiding om echt in de praktijk mee te draaien in een werkendlerenproject. “Wij hebben dat altijd met veel plezier gedaan en hebben daar goede ervaringen en arbeidskrachten aan overgehouden”, vertelt Pelle. Dit traject is echter grotendeels vervallen. “Ze moeten echt een week meewerken om te leren wat het is en die ruimte is er niet meer. Wij hopen dat dit terugkomt en dan zijn de leerlingen weer van harte welkom.”

Loon- en grondverzetbedrijf Pelle, Hengevelde Loon- en grondverzetbedrijf Pelle in Hengevelde is in 1934 gestart als loon- en dorsbedrijf. Nadat Jozef Pelle het bedrijf van zijn vader heeft overgenomen, werden al snel de grondverzetactiviteiten opgepakt. Sinds het overlijden van Jozef Pelle in 2013 runt Rob met zijn moeder Helma het bedrijf. De grondverzettak omvat allerhande diensten in onderverhuur met mini-, midi- en mobiele graafmachines, plus uiteraard wielladers en trekker-dumpercombinaties. Het bedrijf werkt veel voor opdrachtgevers in de GWW-sector. Er zijn veertien vaste medewerkers en er wordt in piektijden ingehuurd. Het bedrijf werkt veel samen met andere cumelabedrijven. Het bedrijf is VCA*-gecertificeerd en doet mee aan de CO2-footprint. Meer informatie: www.loonbedrijfpelle.nl.

Haybuster Bij Pelle stalt Loonvoermengbedrijf Botterhuis uit Haaksbergen zijn twee zelfrijdende voermengwagens. Pelle heeft de ruimte en de werkplaats en Botterhuis heeft dagelijks contact met een deel van de klanten van Pelle en andere veehouders uit de regio. Volgens Pelle een win-winsituatie. Botterhuis bespeurde een vraag naar het hakselen van stro om rantsoenen bij veehouders op maat te maken. Samen met Botterhuis is daarom deze Haybuster aangeschaft. Die verkleint stro tot een fijn product voor in het rantsoen of als strooisel. In de praktijk blijkt dat goed te bevallen. Deze machine wordt inmiddels zo’n anderhalve dag per week ingezet.

Weinig schuiven Rob Pelle geeft aan dat zijn aanpak wel consequenties heeft. Op het gecombineerde loon- en grondverzetbedrijf richt hij zich volledig op de planning en organisatie van de grondverzettak. “Dat is nodig, want je moet contact houden met de opdrachtgevers en de machinisten. Deze werkwijze houdt in dat je regelmatig even op de werken moet kijken”, legt hij uit.

GRONDIG 4 2016

19


ondernemen met

mensen

De nieuwe Liebherr met vaste machinist Roy Schartman draait voornamelijk voor vaste aannemers. Roy kent de uitvoerders en werkt er nauw mee samen, hier voor OTC Hengelo.

De Kubota waarvan Coen de vaste machinist is, draait voor Van Heteren Weg- en Waterbouw en trekt met deze opdrachtgever mee. Coen draait volop mee in de ploeg van Van Heteren.

De organisatie van de landbouwwerkzaamheden zijn gescheiden. Dat geldt ook voor de medewerkers, al wordt er in piektijden wel wat geschoven.

Zeker omdat het vaak gaat om een enkele machinist op een project. Hij geeft aan dat het landbouwdeel daarom bewust is gescheiden en de organisatie daarvan bij medewerker Jos Goselink ligt. “Wij denken dat je de grondverzettak anders niet altijd de aandacht kunt geven die deze nodig heeft”, vertet hij. In dat kader werkt hij zoveel mogelijk met vaste mensen op de grondverzettak en op de landbouw. “Natuurlijk wordt er wel iets geschoven in piektijden, maar zo min mogelijk.” Rob zou deze lijn ook graag doorgetrokken zien naar overheden en semi-overheden, maar daar gaat de vlieger niet op. “We hadden de afgelopen drie jaar een bestek binnengehaald in een gemeente voor een scherpe prijs. Na drie jaar moet je maar afwachten, terwijl je het dan goed kent”, aldus Pelle. Hij geeft aan dat bij dergelijk werk kennis van de verschillende tracés heel belangrijk is. “Het eerste jaar moet er meestal geld bij, na een paar jaar ken je het en dan komt de win-winsituatie. In goed overleg kun je dan scherper gaan werken en weet de opdrachtgever dat je het goed doet. Zo kun je samen werken aan betere, efficiëntere oplossingen. Die ruimte is er niet”, concludeert hij. Pelle snapt dat opdrachtgevers voor een scherpe prijs gaan. “Dat geldt ook voor bedrijven waarvoor wij nu werken. Die zien in dat ze met duurzame relaties uiteindelijk kosten besparen.”

20

GRONDIG 4 2016

Leveranciers ook Pelle trekt die lijn ook door naar de leveranciers van machines. Ook daar hecht hij aan een beperkte groep vaste leveranciers, waarmee hij liever wat verder kijkt dan vandaag. De mobiele kranen zijn van het merk Liebherr, de minigraafmachines van Kubota. Ook in de landbouwtak werkt Pelle met vaste hoofdrolspelers. “Natuurlijk gaat het om de prijs, maar wij vinden het belangrijk dat er een goede wisselwerking is.” Het in gesprek gaan met degelijke leveranciers heeft prioriteit boven beurzen of prijsjagers uitnodigen. “Ook wij zijn naar de Bauma geweest, maar dat is dan toch meer een uitje. Als het erom gaat, zit je bij je vaste leveranciers om tafel om te praten over levensduur, verwachtingen onderhoud, verzekeringen, ontwikkelingen, et cetera. Dat is de beste basis om te zorgen dat onze machinisten de verwachtingen bij de klanten waar kunnen maken. Niet spannend, niet spectaculair, maar wel duurzaam voor de klanten en voor ons”, aldus Pelle. En dan mogen de machinisten best een middagje naar de TKD. TEKST & FOTO’S:: Gert Vreemann


HYUNDAI Minigraafmachinelijn:  Hyundai R16-9  Hyundai R25Z-9AK  Hyundai R35Z-9  Hyundai R55-9A

1.7 ton 2.6 ton 3.5 ton 5.5 ton

€ 18.500,00 € 24.750,00 € 30.800,00 € 44.900,00

Compleet uitgevoerd met:  Eurosteel hydraulische snelwissel  Extra hydraulische functie  Eén Eurosteel opschoonbak  Vanaf R35Z-9 slangbreukbeveiliging en airco  1 jaar of 1.500 uur garantie  Zeer scherpe leasetarieven

Investeer in een Hyundai en draai ook, net als inmiddels vele van uw collega’s, tegen de laagste kostprijs per uur. Vraag ook onze dealers naar de mogelijkheden

www.vanderspek.nl www.vanderspek.nl

SNELWEG NAAR SERVICE EN SUPPORT


PROFILEREN Duinen bouwen

ondernemen met

vaktechniek

Aannemersbedrijf Fa. Spoelstra houdt zonnepanelen uit het zicht

Rondom de grootste zonneweide van Nederland mocht Aannemersbedrijf Fa. Spoelstra op Ameland een duinrand aanleggen, bedoeld om de zonnepanelen grotendeels aan het zicht van de bewoners en de toeristen te onttrekken. Voor Spoelstra was het een mooi klusje. Gewoon uit de losse pols een duingebied imiteren, daar is geen GPS voor nodig.

22

GRONDIG 4 2016


Project: Opdrachtgever: Aanneemsom: Looptijd: Uitvoerende partij: Werkzaamheden:

maken duinenrand langs zonneweide Zonnepark Ameland BV € 65.000,1 januari 2016 tot 1 maart 2016 en na het broedseizoen Fa. Spoelstra, Buren aanleggen kunstmatige duinrand langs een negen hectare groot zonnepanelenveld. Opgebouwd uit 25.000 kubieke meter eerder afgeplagde grond.

Bij het project werkten vader Anton en de twee zonen Gerjan en Willem Spoelstra met hun medewerkers allemaal samen om het binnen de gestelde tijd te realiseren.

Of het voor de toerist bedoeld is om toch te laten zien dat Ameland heel duurzaam is, weten vader Anton en zoon Gerjan Spoelstra niet, want als je de zonneweide nadert, zie je vanaf de doorgaande weg die over Ameland loopt nog net een randje zonnepanelen. Voldoende om te zien dat hier een zonneweide is, maar pas als je op de nieuwe duinen staat, zie je hoe groot dit enorme zonnepark is. Ruim negen hectare is vol gezet met 23.000 zonnepanelen, goed voor een verwachte jaarlijkse productie van 5,6 miljoen kilowattuur. Genoeg om te voorzien in twintig procent van de jaarlijkse stroombehoefte van Ameland. De aanleg is een uitvloeisel van het streven van het eiland om in 2020 zelfvoorzienend te zijn in de energiebehoefte. Hierin passen geen windmolens, weet Spoelstra. Enerzijds is het vreemd dat die windmolens er niet komen, hoewel die precies passen bij duurzame energie. “Bij helder weer zie je zo ook staan in Friesland. Alleen wil men ze hier niet vanwege de horizonvervuiling.” De toeristen zijn mede de reden dat er rond het nieuwe zonnepark een soort duinenrij is aangelegd. Een klus die Spoelstra kreeg via een meervoudig onderhandse aanbesteding. “Ook al zitten we op een eiland, bijna alle grote projecten gaan hier via een aanbesteding. Daar worden wij en onze collega op het eiland altijd voor uitgenodigd, maar meestal ook een paar aannemers van het vasteland. Toch zijn vaak de reistijden en reiskosten een barrière voor andere aannemers om naar het eiland te komen. Dit geldt overigens ook voor ons om werk aan te nemen op het vasteland.” Bij dit werk moest 25.000 kubieke meter grond die al nabij de locatie in depot lag langs de zonneweide worden gebracht en daar worden opgebouwd tot een duinenrij. Tot het werk behoort ook het maken van een plasdrasgebied en het omleggen en verbreden van een afwateringssloot die langs het terrein loopt. Dat werk mag echter pas na 1 juli gebeuren, want inmiddels is het broedseizoen begonnen en daar wordt streng rekening mee gehouden. Al bij de aanleg van de nieuwe duinenrij kreeg Spoelstra daarmee te maken. “We moesten hier voor 15 maart klaar zijn. De opdracht werd medio 2015 al verkregen, maar pas na de feitelijke oplevering van het bouwkundige deel van het zonnepark mocht worden gestart. Vervelend, want voor ons werd de tijd waarin we het werk konden doen steeds korter.” Hoewel het werk uiteindelijk binnen een maand moest worden uitgevoerd, lukte het ondanks de nattigheid om binnen de gestelde tijd de nieuwe duinenrij op te bouwen. “Het bouwterrein was erg nat, omdat het hele gebied afwatert op de hoek waar we aan het werk moesten. In eerste instantie werd daarom gedacht aan het aanleggen van een platenbaan om overal goed te kunnen komen, maar die kosten konden we besparen door voor een andere werkwijze te kiezen. We hebben eerst vanaf het depot tot het eind van de toekomstige duinenrand een werkpad aangelegd van ongeveer een meter hoog. Daardoor konden we met ingehuurde knikdumpers eerst de onderlaag aanleggen en daarna vanaf het einde weer terugwerken. Met een shovel konden we de weg vlak houden en zo relatief eenvoudig het duinlichaam opbouwen.”

GRONDIG 4 2016

23


1 De duinen zijn

ondernemen met

opgebouwd uit vaktechniek afgeplagde grond. De verwachting is dat oude plantenresten er snel voor zullen zorgen dat de kale grond snel begroeid raakt. 2 In totaal staat er negen hectare aan zonnepanelen, goed voor een productie van 5,6 miljoen kilowattuur per jaar.

1

2

3

4

3 In een hoek van het terrein komt een wat groter plasdrasgebied. Dat is op eigen gevoel door de mensen van Spoelstra aangelegd. 4 Voor het transport van het zand vanuit het depot naar de nieuwe duinenrij zijn knikdumpers ingehuurd om ondanks de nattigheid te kunnen doorwerken.

Dat blijkt goed gelukt nu de duinenrij klaar is. Er is een golvend patroon met lichte hoogteverschillen, breed en smal duin en aan de voet wat kleine geultjes, bedoeld om straks in het hele gebiedje achter de duinenrij een plasdras te laten ontstaan. Bij het bezoek, wanneer nog een paar kleine afwerkklusjes worden gedaan, blijkt al hoe op het eiland wordt meegekeken. Al snel is er namelijk al een telefoontje van een oplettende buurman die zich afvraagt wat er nog gebeurt nu het vogelseizoen van start is gegaan.

de natuur ons nieuw werk. De afgelopen jaren hebben we meerdere plagprojecten aangenomen. Het geld is beschikbaar gekomen van de kolencentrale in de Eemshaven. Vanwege de effecten op de natuur was er geld voor compensatiemaatregelen. Een deel daarvan is vorige jaren al gebruikt om op het eiland om een aantal grote natuurgebieden af te plaggen. De doelstelling hierbij is om de bovengrond, waarin stikstof is neergeslagen, te verarmen. Dat zijn mooie klussen, waarvan vorig jaar een partij afgeplagde grond al hier in depot is gereden. Nu hebben we dat in de volgende fase weer kunnen gebruiken om hier de duinenrij aan te leggen. Als sector kunnen we zo ook profiteren van allerlei duurzaamheidsmaatregelen. Aan de ene kant is er minder geld gekomen voor natuurontwikkeling, aan de andere kant komen er in het kader van duurzaamheid weer nieuwe mogelijkheden. Als sector kunnen we ook daar op inspelen en profijt van hebben.”

Voor Spoelstra zijn dit zaken die bij de nieuwe tijd horen. “Dat is soms lastig, maar aan de andere kant bezorgt juist die bezorgdheid over

TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Toon van der Stok, Spoelstra

Na de opbouw was het aan de kraanmachinisten, in dit geval mede door broer Willem Spoelstra, om er een natuurlijk geheel van te maken. “Ze zijn nog bezig geweest om in 3D een tekening te maken, maar uiteindelijk werkt dat niet. Het is toch aan de machinist om er een natuurlijk geheel van te maken.”

24

GRONDIG 4 2016


5 Vanuit de lucht is goed te zien hoe groot het zonnepark is dat is aangelegd op een ongebruikte hoek van het vliegveld. 6 In totaal werken

5

er op het bedrijf van Spoelstra tien mensen vast en worden in het seizoen nog verschillende losse

5

krachten ingehuurd. 7 De vorm van de duinenrij is gewoon in het werk gemaakt. Te doen volgens Gerjan, omdat er al veel ervaring is

6

met het werken in de natuur. Voor de aanvoer van grond is eerst een werkweg gemaakt op de plaats van de duinenrij. 8 De hele duinenrij en het plasdrasgebied zijn op gevoel gemaakt. Na het broedseizoen wordt de sloot achter het terrein

7

nog omgelegd en verbreed. Voor het opbouwen van de duinenrij was 25.000 kubieke meter grond beschikbaar. De kunst tijdens het maken was om dit zo te gebruiken dat alles werd gebruikt, maar dat er ook voldoende was voor de laatste meters zonder dubbel werk te moeten

8

verrichten.

GRONDIG 4 2016

25


Zwaar en licht tegelijk? Ja, dat is mogelijk met de nieuwe TM1000 High Power banden van Trelleborg. Deze banden beschikken over een extra breed contactoppervlak, waardoor de bodemdruk nog verder wordt verminderd, zodat uw productiviteit en de gewasopbrengsten stijgen. Bovendien rollen de banden zo gemakkelijk, dat het brandstofverbruik en de uitstoot omlaag gaan, om zo een bijdrage te leveren aan een duurzame productie. www.trelleborg.com/wheelsystems/nl

MEKOS MACHINEBOUW BRENGT U OP VOORSPRONG!

Unieke egaliseer machines welke voor u per stuk op maat gebouwd worden van klein tot onbeperkt groot: de Mekos Kilver en de Mekos Transport Dozer voorzien van een bodemplaat met hierop een hydraulisch schuifbord.

Partners:

Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net


vanaf € 55.900,Eye-catcher 65 11/14: Lorem ipsum dolor sit amet

CLAAS ARION 500 − − − − − −

145 tot 163 pk (107 tot 120 kW) 4 cilinder DPS motor TIER4i Pure Power HEXASHIFT transmissie met REVERSHIFT (volledig elektronisch) Multifunctionele armleuning Ruime, moderne 4-punts geveerde cabine met volglas voorruit Unieke CLAAS 50/50 gewichtsverdeling met lange wielbasis

Actie geldig tot 31-5-2016 *vraag uw dealer naar de voowaarden.

kampsdewild.nl


ondernemen met

vaktechniek GG techniek

TKD 26 - 28 MEI Tweede keer in Almere Net als twee jaar geleden is een toekomstige woonwijk bij Almere de thuisbasis voor de TKD. Met meer dan 160 standhouders en een beursterrein van twaalf hectare is het de grootste beurs voor de grondverzet­ branche in Nederland. De organisatie hoopt op 15.000 bezoekers. Twee jaar geleden streek de TKD neer in Almere en dat is zo goed bevallen dat hetzelfde terrein dit jaar opnieuw wordt ingericht voor de grootste bouw­machine­ beurs van Nederland, met als bijzonder kenmerk opnieuw de mogelijk­heid om zelf op de machines te draaien. Dat is mogelijk omdat het terrein bestaat uit opgespoten zand en er zeker tot één meter diep kan worden gegraven. Graafmachines en shovels kunnen daarom in hoofdzaak op de stands worden getest. Rijdend materieel, zoals dumpers, trekkers met kippers en vrachtwagens, heeft een eigen afgesloten terrein met opgebouwde zandbulten waar iedereen kan testrijden. Uitdrukkelijke voorwaarde is wel opstappen bij de centrale toegang.

Extra veilig Net als andere jaren is veiligheid een belangrijk thema op de beurs. Dit jaar is het verplicht om het terrein rond draaiend materieel af te zetten, zodat niemand per ongeluk in het draaibereik van een machine kan komen. Shovels mogen alleen rechtuit werken en moeten naar de looproute toe rijden. Bij elke draaiende machine moet een herkenbare medewerker van het desbetreffende bedrijf aanwezig zijn. Bij hem of haar kan dan een rondje draaien worden geregeld. Draaien is alleen toegestaan voor bezoekers met een TKD-badge. Deze zijn alleen verkrijgbaar voor bezoekers van achttien jaar en ouder. Jongeren mogen dus niet op de machine draaien.

Veldhuizen

Vegen met shovel

Op de TKD presenteert Veldhuizen voor het eerst het volledige programma WSG-voertuigen (Wide Spread Gestuurd). In het verleden bestond het programma alleen uit Iveco Trakkers met drie, vier of vijf assen met WSGbesturing. Dit waren de eerste auto’s met mechanische vering en mechanische sturing met het laadvermogen van een complex voertuig. Voordeel hiervan is dat de onderhoudskosten 30 tot 40 procent lager liggen dan bij auto’s met hydraulische vering en elektro-hydraulische sturing. Dit systeem van mechanische vering en sturing is nu ook ontwikkeld voor de merken DAF en Mercedes. De DAF Construction is leverbaar als drie-, vier- en vijfassige uitvoering van 32 tot 50 ton. Bij de Mercedes Arocs is een nog grotere modellenreeks beschikbaar en zijn alle versies leverbaar met of zonder voorwielaandrijving.

Holaras presenteert op stand 49 een compleet vernieuwde lijn veegmachines. Een belangrijke aanpassing is het volledig gegalvaniseerde frame en de mogelijkheid om het gekozen model eenvoudig met de gewenste opties uit te breiden. De nieuwe serie is leverbaar in de types Basic en Turbo. De Basic-uitvoering heeft borstelringen van 60 centimeter doorsnede, de Turbo-uitvoering is uitgerust met borstelringen van 80 centimeter. Standaard zijn deze veegmachines voorzien van een hydromotoraandrijving, maar op wens kan deze ook worden vervangen door aftakasaandrijving. Voor de hoogteverstelling zijn er massieve steunwielen, die met een spindel worden versteld. Voor de schuinstelling kan worden gekozen voor een mechanisch of hydraulisch bediende uitvoering. Als optie kunnen ook nog een opvangbak met steun­wielen, verlichting en mar­ kering, een zijborstel, een omkeerkast (opsteekkast), een extra steunwiel, een watersproei-installatie en elektro-hydraulische bediening worden besteld.

28

GRONDIG 4 2016


Draaien op GTL-diesel

Ontbijtsessie: vermarkten van toegevoegde waarde

Rond de zaterdag zullen de meeste machines op de TKD, als ze een keer zijn afgetankt, op GTL-diesel draaien. Dit is diesel die is geproduceerd uit aardgas dat via een speciaal procédé is omgevormd tot een vloeistof. Shell is bezig om deze brandstof te promoten en verkoopt deze tijdens de TKD voor een speciale prijs aan de standhouders. Het voordeel van GTL is dat de emissie van fijnstof en NOx verder wordt gereduceerd. Mede daardoor is minder AdBlue nodig om aan de emissienormen te voldoen. Voor de omstanders heeft GTL het voordeel dat het niet de kenmerkende dieselgeur heeft.

Op vrijdag 27 mei organiseert CUMELA Nederland tussen 8.00 en 10.00 uur voor alle ondernemers in groen, grond en infra een ontbijtsessie op de TKD. Tijdens de ontbijtsessie hoort u, onder het genot van broodjes en koffie, wat hoofdaannemers toegevoegde waarde vinden van cumelabedrijven. Sprekers gaan echter ook in op de vraag hoe je de toegevoegde waarde kun ‘vermarkten’ bij opdrachtgevers. Wat is daarvoor nodig? Hoe pak je het aan? U kunt zich via www.cumela.nl/ tkd aanmelden voor deze ontbijtsessie. Dan zorgen wij dat er ook voor u een prima ontbijt klaar staat. Graag tot ziens op 27 mei!

Openingstijden De TKD kent elke dag andere openingstijden. Donderdag is de beurs open van 10.00 tot 21.00 uur, op vrijdag van 10.00 tot 18.00 uur en op zaterdag van 8.00 tot 16.00 uur. De toegang is gratis, maar wel na registratie vooraf. Wie snel naar binnen wil, doet dat registreren al thuis via www.tkd.nl.

Route De TKD is eenvoudig te bereiken via afslag 37 van de A27. Borden leiden u dan naar de parkeerplaats. Via de navigatie is de Kievitsweg in Almere de beste optie. Het laatste stukje moet u dan wel de borden volgen en niet de navigatie. Uitgebreide informatie over de beurs vindt u verder op www.tkd. nl.

Extra info Op deze en volgende pagina’s vindt u uitgebreide informatie over de TKD en extra wetenswaardigheden. Ook is er aandacht voor een paar zeer speciale machines die voor het eerst op de TKD te zien zijn. En daarna zijn er nog een groot aantal nieuwe machines die op de Bauma al aan het publiek werden getoond en nu in Almere zijn te zien. Plus wat extra bijzondere nieuwe machines van eigen bodem.

Informatiepunt (land)bouwverkeer CUMELA Nederland opent op stand 164, vlakbij bij de ingang, een speciaal informatiepunt over (land)bouwverkeer. Medewerkers van de organisatie staan klaar om vragen van ondernemers, chauffeurs en machinisten te beantwoorden. Vragen als “Wanneer moet ik een T-rijbewijs (trekkerrijbewijs) hebben voor het rijden op een wiellader of graafmachine?”, “Moet ik ook een eigen kenteken aanvragen voor een aanhangwagen achter mijn graafmachine?”, “Hoe breed mag een voertuig zijn?” en “Geldt het T-rijbewijs ook voor heftrucks op de weg?” worden direct beantwoord. En mocht u toch een vraag hebben die de medewerkers niet kunnen beantwoorden, dan zoekt onze verkeersspecialist het uit. Uitgebreide informatie over de nieuwe wetgeving vindt u ook in het artikel over (land)bouwverkeer in deze TKD-special.

Hydraulische omkeerventilator

Schonere Giant-laders

Techno Air Benelux presenteert op stand 130 een nieuwe hydraulisch bediende omkeerventilator. Deze ventilator kan dankzij de hydraulische bediening eenvoudig worden ingebouwd in grondverzetmachines en trekkers. Inbouwen is vooral aantrekkelijk voor machines die veel in slechte, stoffige omgevingen moeten presteren. Door de mogelijkheid om in het werk de draairichting te wijzigen, kunnen de radiators zonder stilstand worden gereinigd. De Cleanfix is daarbij uniek omdat deze niet van draairichting verandert, maar alleen de ventilatorbladen van stand veranderen. Door deze traploze verstelmogelijkheid kan de capaciteit van de koeling ook precies op de behoefte worden afgestemd.

In elke klasse krijg je vroeg of laat te maken met strengere emissie-eisen en dus heeft ook Giant daarmee te maken. Op stand 16 toont de fabrikant de nieuwe versies van de V5003T- en V6004T-modellen. De 6000-serie verdwijnt en daarvoor komt nu een uitgebreide serie V5003-modellen. Deze zijn leverbaar in verschillende uitvoeringen, zoals de HD met extra zware aandrijfassen, een hydrostatische aandrijving met een maximale rijsnelheid van 28 km/u en een grotere trekkracht. Andere modellen zijn de X-tra HD, waarbij de hefarm is voorzien van de P-kinematiek, en de Tele HD met een hefarm die reikt tot een hoogte van 4, 30 meter. Fabrikant Tobroco gaat ook voor milieuvriendelijk met de eerste volledig elektrische skidsteer. Deze is op de TKD voor het eerst in Nederland te zien.

GRONDIG 4 2016

29


ondernemen met

cumela

VERKEER

Kentekening komt dichterbij Vanaf 2017 kentekens voor (land)bouwvoertuigen én maximumsnelheid naar 40 km/u De kentekening van (land)bouwvoertuigen op de openbare weg is voorzien vanaf 2017. In grote lijnen is inmiddels bekend op welke wijze dat gaat gebeuren. (Land)bouwvoertuigen met een kenteken mogen dan 40 km/h rijden. Invoering van de kentekenplicht hangt nog wel af van de goedkeuring van het wetsvoorstel door de Tweede en de Eerste Kamer. moet hebben. Ook historische trekkers of zelfrijdende werktuigen die op de openbare weg rijden, moeten een kenteken hebben. Landbouwvoertuigen die nooit op de openbare weg komen, zijn niet kentekenplichtig. Er zijn straks vier voertuigcategorieën die ­kentekenplichtig zijn • Landbouw- of bosbouwtrekkers. • Motorrijtuigen met beperkte snelheid. • Mobiele machines. • Aanhangwagens achter deze motor­ voertuigen. Vanaf 2017 komt er de nieuwe categorie mobiele machines, die in de plaats komt van de categorie motorrijtuigen met beperkte snelheid. Zelfrijdende werktuigen die na 1 januari 2017 nieuw in gebruik zijn genomen, heten dan mobiele machines.

Uitzonderingen De invoering van kentekens voor (land)bouwvoertuigen komt steeds dichterbij. Wanneer de Tweede Kamer dit jaar tijdig akkoord gaat met het wetsvoorstel kan de kentekenplicht op 1 januari 2017 worden ingevoerd. Tegelijkertijd gaat dan ook de maximumsnelheid van 25 naar 40 km/u. Zonder kenteken ook geen snelheidsverhoging. Met een kenteken mogen (land) bouwvoertuigen straks legaal 40 km/u op de weg rijden. Daardoor wordt het voor wegbeheerders mogelijk om (land)bouwvoertuigen meer op doorgaande wegen en rondwegen toe te laten, zodat ze niet meer door de bebouwde kom hoeven te rijden. Met een kenteken is er controle mogelijk op de technische eisen aan de (land)bouwvoertuigen, zoals de aanwezigheid van remmen. Een kenteken maakt een voertuig identificeerbaar en daardoor is eenduidiger handhaving mogelijk. Ook kan er worden gecontroleerd of een (land)bouwvoertuig is verzekerd voor wette­

30

GRONDIG 4 2016

lijke aansprakelijkheid. Het kenteken is nodig om vast te stellen of een landbouwtrekker al dan niet apk-plichtig is. En met een kenteken kan een systeem van gecentraliseerde ontheffingverlening voor (land)bouwvoertuigen wordt opgezet. Met een kenteken worden (land)bouwvoer­ tuigen straks op dezelfde wijze gereguleerd als andere motorvoertuigen. Het kenteken geeft daardoor status aan het voertuig en maakt duidelijk dat (land)bouwvoertuigen gewoon op de openbare weg mogen rijden. Uiteindelijk is een goede en blijvende toegang tot de openbare weg voor de cumela- en landbouw­sector essentieel. De invoering van het kenteken draagt hier in belangrijke mate aan bij.

Kentekenplicht De kentekenplicht gaat gelden voor alle (land) bouwvoertuigen die op de openbare weg rijden en waarvoor de bestuurder een T-rijbewijs

Er zijn wel enkele uitzonderingen. De volgende voertuigen zijn niet kentekenplichtig: • Voertuigen waarvoor de bestuurder geen ­T-rijbewijs nodig heeft. • Motorrijtuigen met beperkte snelheid of ­mobiele machines: - met een maximumconstructiesnelheid van minder dan 6 km/u; - op één as; - als asfalteermachine, wals, asfaltfrees of hoogwerker zonder zitplaats voor werkzaamheden op of aan de weg. • Aanhangwagens van minder dan 750 kilogram. • Aanhangwagens met een maximumconstructiesnelheid van niet meer dan 25 km/u (vanwege het niet kunnen voldoen aan technische eisen). • Verwisselbare uitrustingsstukken in de driepuntshefinrichting met één of meerdere (steun)wielen.


Nieuwe voertuigen De invoering van de kentekenplicht is voorzien vanaf 2017. De kentekening van nieuwe (land)bouwvoertuigen sluit aan bij de bestaande RDW-systematiek voor het toelaten, registeren en te naam stellen van voertuigen. Dit is het zogenaamde reguliere proces en voor nieuw verkochte (land)bouwvoertuigen gaat de kentekenplicht in op 1 januari 2017. Wanneer u vanaf die datum een landbouwtrekker, mobiele graafmachine of aanhangwagen die harder kan rijden 25 km/u koopt, is deze door de leverancier voorzien van een kenteken en op uw naam gezet.

Bestaande voertuigen Verder moeten ook alle bestaande (land)bouwvoertuigen die op de openbare weg rijden een kenteken krijgen. Uitgangspunt daarbij is dat deze voertuigen nu legaal op de weg rijden. Daarom is er geen goedkeuring van de bestaande voertuigen nodig voor toelating tot de weg. De bestaande voertuigen worden dan ook niet geschouwd of technisch gekeurd; de gegevens die de eigenaar over het voertuig verstrekt, zijn leidend bij de kentekenaanvraag. De kentekening van de bestaande (land)bouwvoertuigen loopt van 1 februari 2017 tot 20 mei 2018 en wordt het conversietraject genoemd. Om de inschrijving en tenaamstelling tijdig te kunnen afronden, eindigt de conversieperiode op 1 april 2018. Dit om te garanderen dat vanaf 20 mei 2018 alle (land)bouwvoertuigen met een kenteken op de openbare weg rijden. De inschatting van RDW is dat er 270.000 landbouwtrekkers, 130.000 motorrijtuigen met beperkte snelheid, 150.000 aanhangwagens, 20.000 voertuigen met een GV-kenteken en 10.000 voertuigen in een bedrijfsvoorraad moeten worden geregistreerd. Dat betekent dat er vanaf 1 februari 2017 binnen veertien maanden ongeveer 580.000 (land)bouwvoertuigen moeten worden geregistreerd en op naam moeten worden gezet.

Voertuiggegevens Tijdens het conversietraject moet de aanvrager van het ken­ teken de volgende gegevens van het voertuig aanleveren: • VIN (voertuigidentificatienummer). • Merk. • Type (indien bekend). • Handelsbenaming. • Nationale voertuigsoort • Europese voertuigcategorie. • Bouwjaar (voor mogelijke afgifte van historische kentekenplaten). • Maximumconstructiesnelheid. • Technische maximummassa’s. • Brandstof. • Vermelding of het voertuig ontheffingsplichtig is. • Vermelding of het voertuig een GV-kenteken heeft.

VIN Het voertuigidentificatienummer is zeer belangrijk; zonder VIN geen registratie. Van de landbouwtrekkers en de meeste motorrijtuigen met beperkte snelheid is dit te achterhalen. De inschatting is dat met name bij aanhangwagens het VIN niet altijd is aangebracht of bekend is. Wanneer het VIN ontbreekt, moet dit alsnog worden aangebracht. Dat kan door contact op te nemen met de fabrikant van het voertuig of door de RDW. Houd er rekening mee dat hieraan kosten zijn verbonden.

Met een aanhangwagen met witte kentekenplaat mag er niet harder dan 25 km/h worden gereden.

Bouwjaar Het bouwjaar is nodig om vast te stellen of het gaat om een historisch voertuig. Voertuigen die in gebruik zijn genomen vóór 1 januari 1978 mogen een donkerblauwe historische kentekenplaat voeren in plaats van de verplichte gele ken­ tekenplaat. Met een donkerblauwe kentekenplaat behoudt het voertuig meer zijn historische karakter.

Lange historie Over de kentekening van landbouwvoertuigen wordt al vele jaren gesproken. In 2001 heeft LTO Nederland de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat Tineke Netelenbos verzocht om kentekening van landbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid. De brief was een gezamenlijk initiatief van CUMELA Nederland, Federatie Agrotechniek, LTO Nederland, VHG, BMWT en VIANED (onderdeel van Bouwend Nederland) en ondersteund door EVO en IMAG. Bijna tien jaar geleden nam de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Karla Peijs, daarop het initiatief tot invoering van een T-rijbewijs, kentekening van landbouwvoertuigen en snelheidsverhoging naar 40 km/u. Door toedoen van de Tweede Kamer is dat toen niet doorgegaan. Pas met de motie Kuiken van februari 2013 wilde de Tweede Kamer kentekening van te benoemen trekkers en landbouwvoertuigen. Daarbij kwam nog de motie De Rouwe van november 2013 om de maximumsnelheid voor landbouwvoertuigen te verhogen naar 40 km/u op gebiedsontsluitingswegen en rondwegen zonder fietsers. Door deze moties kon het ministerie van Infrastructuur en Milieu voortvarend aan de slag om de kentekening en snelheidsverhoging te gaan invoeren. Inmiddels heeft minister Melanie Schultz van Haegen het wetsvoorstel kentekenplicht (land)bouwvoertuigen naar de Tweede Kamer gestuurd en dat wordt naar ­verwachting nog voor het zomerreces behandeld.

GRONDIG 4 2016

31


ondernemen met

cumela

VERKEER graafplichtig. Uitgezonderd van de tachograafplicht zijn voertuigen waarvan de toegestane maximumsnelheid niet meer dan 40 kilometer per uur bedraagt. Dit wordt bepaald door de maximumconstructiesnelheid van het voertuig. Daarnaast zijn landbouwtrekkers die binnen een straal van 100 kilo­ meter rond de vestigingsplaats van het bedrijf worden gebruikt voor land- of bosbouwwerkzaamheden uitgezonderd van de t­ achograafplicht. Anders wordt het als met landbouwtrekkers vervoer wordt gedaan buiten de landbouw, zoals grond of zand rijden voor een aannemer. Als grondtransporten worden gedaan met een gekentekende landbouwtrekker met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/h moet er vanaf 2017 een tachograaf zijn geïnstalleerd.

Ontheffingsplichtige voertuigen Ook mobiele graafmachines hebben vanaf 2017 een eigen kenteken nodig voor op de openbare weg.

Maximumconstructiesnelheid De maximumconstructiesnelheid is een zeer belangrijk registratie-item, vooral bij landbouwtrekkers. De maximumconstructiesnelheid bepaalt of een landbouwtrekker apk-plichtig wordt of tachograafplichtig. Op grond van de nieuwe Europese richtlijn 2014/45/EU zijn landbouwtrekkers met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/h straks apk-plichtig. Deze apk-richtlijn wordt op 20 mei 2018 van kracht, vandaar dat dit ook de einddatum van het conversietraject is. Door de registratie en kentekening is dan van alle landbouwtrekkers de maximumconstructiesnelheid bekend en of deze al dan niet apk-plichtig zijn. De apk-plicht gaat alleen gelden voor snelle trekkers die harder kunnen dan 40 km/u en niet voor motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines, aanhangwagens of verwisselbare getrokken uitrustingsstukken. Voertuigen met een toegestane massa van meer dan 3,5 ton waarmee goederen over de weg worden vervoerd, zijn tacho-

Voertuigen die de wettelijke toegestane afmetingen of massa’s overschrijden, hebben een ontheffing nodig om op de openbare weg te mogen rijden. (Land)bouwvoertuigen die permanent de maximale afmetingen of massa’s overschrijden, krijgen een speciaal kenteken, een ZZ- of een ZZZ-ken­teken. Hiermee is direct te zien dat het gaat om een voertuig dat alleen met een ontheffing op de weg mag rijden. Tijdens het conversietraject moet de aanvrager aangeven of het voertuig ontheffingsplichtig is. Dat is het geval als het voertuig breder is dan 3,00 meter, hoger dan 4,00 meter of langer dan 12,00 meter of maximummassa’s overschrijdt. Vooral onder motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines komen ontheffingsplichtige voertuigen voor. Een losse landbouwtrekker op normale banden is niet breder dan 3,00 meter en heeft dus geen ontheffing nodig en krijgt geen ZZ- of ZZZkenteken. Wanneer de landbouwtrekker door dubbellucht of een breed verwisselbaar uitrustingsstuk in de hef­inrichting breder is dan 3,00 meter, moet er naderhand wel een onthef-

Een grootpakpers moet een eigen kenteken hebben als harder dan 25 km/h wordt gereden.

32

GRONDIG 4 2016


fing worden aangevraagd. In dat geval wordt er een voertuiggebonden ontheffing afgegeven op het kenteken van het voertuig, maar krijgt dat voertuig geen ZZ- of ZZZ-kenteken. Door CUMELA Nederland, LTO Nederland, Bouwend Nederland, Fedecom en BMWT is bij minister Schultz van Haegen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu gepleit voor gecentraliseerde ontheffingverlening voor (land)bouwvoertuigen voor alle wegbeheerders bij de RDW afdeling Ontheffingen.

GV-kenteken Reeds afgegeven grensverkeerkentekens (GV-kentekens), nodig voor Nederlandse (land)bouwvoertuigen in het buitenland, blijven geldig. Wel worden er vanaf 2017 geen nieuwe GV-kentekens meer afgegeven; de nieuwe kentekens zijn dan ook in andere landen geldig. Wel zal er tijdens het conversietraject voor een GV-kenteken een nieuwe tenaamstelling moeten worden aangevraagd. In het huidige GV-kentekenbestand heeft namelijk geen formele tenaamstelling plaatsgevonden. Wanneer het huidige voertuig met GV-kenteken permanent de wettelijk toegestane afmetingen of massa’s overschrijdt, zal dat GV-kenteken worden omgezet in een zogenaamd ZZ- of ZZZ-kenteken.

Aanhangwagens Vanaf 2017 zijn er twee categorieën aanhangwagens; landbouw- of bosbouwaanhangwagens (voor transport) en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken (oftewel getrokken werktuigen). Wanneer er met een voertuigcombinatie harder dan 25 km/u wordt gereden, moet de aanhangwagen ook een zelfstandig kenteken hebben. Een eigen kenteken wordt alleen verstrekt wanneer de aanhangwagen met een technisch toegestane maximummassa van meer dan 750 kilogram is voorzien van een goed werkende reminrichting. Ook moet de aanhangwagen zijn voorzien van een goed werkende losbreekreminrichting of een hulpkoppeling. Via de kentekening van de aanhangwagens moet de aanvrager deze gegevens verstrekken. Voldoet de aanhangwagen niet aan deze eisen, dan wordt er geen zelfstandig kenteken verstrekt. Op de openbare weg moet de aanhangwagen dan een witte kentekenplaat voeren, vergelijkbaar met de witte kentekenplaat op een 750-kilogram-aanhangwagen achter een auto of een fietsendrager. Een witte kentekenplaat op een aanhangwagen betekent ook dat er met een dergelijke combinatie niet harder dan 25 km/h mag worden gereden. Het kenteken op de witte plaat hoeft daarbij niet hetzelfde kenteken te zijn als het kenteken van het trekkende voertuig. Wel moet het kenteken op de witte plaat hetzelfde zijn als die van een ander trekkend voertuig dat dezelfde eigenaar heeft als die van de aanhangwagen. Het is dus mogelijk om meerdere witte kentekenplaten met hetzelfde kenteken op aanhangwagens te monteren. Voordeel is dat de witte kentekenplaten bij een ander trekkend voertuig niet hoeft te worden verwisseld.

Digitale aanvraag De aanvraag van het kenteken kan zowel digitaal als op papier. Voor de digitale aanvraag dient de aanvrager te beschikken over een berichtenbox bij Mijn Overheid. Het is mogelijk om meerdere voertuigen in één keer te registreren. Het kentekenproces bestaat uit twee onderdelen; het eerste is de kentekenaanvraag, waarbij het voertuig wordt geregistreerd bij de RDW, en vervolgens is er de tenaamstelling, waardoor er een eigenaar/houder aan het kenteken wordt gekoppeld. Hiermee komt het voertuig op uw naam te staan. Na betaling van de kosten van de kentekenaanvraag en van de tenaamstelling en na acceptie van de registratieaanvraag door de RDW wordt de kentekencard naar de aanvrager gestuurd. Met de kentekencard kan een gele GAIK-plaat worden besteld. Er is één kentekenplaat nodig, die aan de achterzijde van het voertuig moet worden gemonteerd.

Gegevens van de constructieplaat van de trekker zijn nodig voor de aanvraag van een kentekenbewijs.

Kosten Vanaf 2017 bedragen de kosten van kentekenaanvraag en tenaamstelling voor een reeds vóór 2017 in gebruik genomen voertuig € 18,-. Verder moet er een gele kentekenplaat worden aangeschaft van ongeveer € 12,-. Daarmee komen de kosten van de kentekening op € 30,- per (land)bouwvoertuig. Bij de invoering van de kentekenplicht is er zeer sterk gestuurd op zo laag mogelijke kosten. De mogelijkheid van digitale tenaamstelling, zonder dat de eigenaar naar een postkantoor moet, wordt voor het eerst ingevoerd. Ook het niet schouwen of keuren van het voertuig door de RDW of een andere instantie en de keuze voor één kentekenplaat maken dat de kosten van kentekening zo laag mogelijk worden gehouden.

Vermelding van de maximumconstructiesnelheid van landbouwtrekkers bij onderdeel T van de kentekencard wordt een zeer belangrijk item.

Uitgebreidere versie Een uitgebreidere versie van dit artikel kunt u lezen in de digitale nieuwsbrief van Grondig op vrijdag 13 mei. Daarin wordt op nog meer aspecten van de kentekening ingegaan.

TEKST: Hero Dijkema, beleidsadviseur (land)bouwverkeer

GRONDIG 4 2016

33


ondernemen met

vaktechniek

BEURZEN

Bauma als vooruitblik op TKD In grootte, omvang en vorm is de TKD niet te vergelijken met de Bauma. Toch zijn er veel overeenkomsten, want veel machines die op de Bauma hun première beleefden, zullen over twee weken te zien zijn in Almere. Daarom als voorproefje een uitgebreid verslag van het machinenieuws van de Bauma. De getallen van de Bauma zijn enorm: bijna 580.000 bezoekers uit meer dan 200 landen, 3423 standhouders uit 58 landen en een beursoppervlakte van 60 hectare. Daarbij steekt de TKD wellicht wat schril af. Met twaalf hectare tentoonstellingsterrein en hopelijk 50.000 bezoekers is dat evenement een stuk kleiner. Dat kan ook niet anders, want de TKD is veel minder uitgebreid. Daar geen hallen vol mijnbouwmachines of apparatuur om uit beton allerlei eindproducten te maken. Op de TKD gaat het puur om grondverzetmachines en alles wat daarmee samenhangt. Wie zich op de Bauma op deze

34

GRONDIG 4 2016

machines concentreerde, vond veel dat straks ook in Almere te vinden is. Bij onze rondgang zagen we veel meer; dat is terug te vinden op onze website Grondig.com. Er was echter ook heel veel materieel dat we wel in Almere zullen zien. Op deze pagina’s een overzicht van dat machinenieuws en een tweetal opvallende ontwikkelingen die we er hebben uitgelicht. Als voorbereiding op een beurs waar de machines ook draaien en waar ook nog de ruimte is om rustig rond te kijken. Een verschil met München, want zelfs op 60 hectare kunnen de 80.000 bezoekers per dag je lelijk in de weg lopen.


ECHTE VERNIEUWING BIJ MECALAC EN JCB Het gebeurt niet vaak dat een beurs echt nieuw ontworpen machines kan presenteren. Des te opvallender is het dat op de Bauma zowel Mecalac als JCB met een geheel nieuwe versie van de mobiele kraan kwam. Niet meer een afgeleide van de rupsgraafmachine, waarbij de bovenwagen op een onderstel met wielen is geplaatst, maar een eigen ontwerp. Mecalac kwam als eerste met de gedachte naar buiten en kreeg op basis van de tekening al een innovatieprijs voor het design op de Bauma. JCB werkte in het diepste geheim tot vlak voor de beurs aan de eerste machine en kwam er enkele weken daarvoor mee naar buiten. De overeenkomst tussen beide is dat de boven- en onderwagen speciaal zijn ontworpen voor deze toepassing. Het

resultaat is in beide gevallen een werkplek voor de machinist met een geweldig overzicht. De cabine torent als een soort pausmobiel boven de onderbouw uit en alleen de giek belemmert nog enigszins het overzicht. Maar hoe dan ook, de machinist kan voor, naast en achter de machine perfect zien wat er gebeurt. Verschil is er ook tussen beide. Waar JCB zoveel mogelijk gewicht naar de onderwagen brengt, beperkt Mecalac dat tot de brandstoftank. Bij het ontwerp van Ahlmann is in het ontwerp alles gedaan om de draaikrans zo laag mogelijk te maken en de bovenwagen daar kort boven te bouwen, zodanig dat hij wel probleemloos over de wielen draait. De Nederlandse importeur Arjan van den Oord was nauw betrokken bij het ontwerp en is trots op het eindresultaat. “We wilden een machine waarbij de machinist veel dichter bij de grond zit. We merken namelijk dat deze machines vooral als handig bijdehandje worden gebruikt, om even wat uit te graven, snel te vlakken en om zaken te verplaatsen. Kortom, het is niet alleen veel in- en uitstappen, maar vaak ook veel communiceren met de mensen om de machine. Dan is het handig als je dicht bij de grond zit. Motor en hydrau-

Atlas heeft nu ook de Stage IV-versie van de mobiele graafmachine klaar. Hij was al even in Nederland te zien op de open dagen van Hans van Driel, maar krijgt na de Bauma op de TKD de echte Nederlandse première. Hij heeft een vernieuwde cabine en een relatief laag achterwerk.

liek zitten hier gewoon in de bovenwagen. Bewust, stelt Van Oord. “We wilden namelijk ook voldoende bodemvrijheid houden”, legt hij uit. Naar verwachting komen er drie modellen, van zeven, negen en elf ton. Waarschijnlijk zijn die begin volgend jaar beschikbaar. JCB heeft een iets andere weg gekozen, waarover u in het vorige nummer van Grondig al uitgebreid kon lezen. Hier is bewust veel gewicht naar de onderwagen gebracht, om zo een compacte machine te krijgen die toch een grote reikwijdte combineert met een behoorlijke graafcapaciteit. De Hydradig is echter ook echt ontworpen voor transport, met een 40 km/u-versie en een grote trekkracht. Bijzonder is ook het onderstel, waarbij de stand van de cabine bepaalt welke as er als stuuras functioneert.

Case heeft de serie wielladers uitgebreid met een aantal speciale modellen, zoals deze 721 F, die is bedoeld voor inzet in de recycling. Hij is uitgerust met extra bescherming van gevoelige delen, een overdrukcabine en extra afscherming van onderdelen die warm worden.

GRONDIG 4 2016

35


ondernemen met

vaktechniek

Doosan gaf ook een preview van de nieuwe mobiele graafmachine, de DX 165W.

Hoewel het aantal hybride machines wel langzaam toeneemt, blijft de echte doorbraak nog uit. De lage dieselprijs helpt daar ook niet aan mee, want de meerkosten blijven nog aanzienlijk. Volgend jaar verwacht Kobelco ook een machine klaar te hebben. Deze wint energie terug uit het remmen van de draaibeweging en slaat deze op in een accu om die weer terug te geven bij een nieuwe draaibeweging. Kobelco kiest voor een batterijpakket in plaats van een condensator, omdat de stroomopslag effectiever is. Bij veel draaiwerk kan de besparing op het brandstofverbruik oplopen tot vijftien procent.

Een speciale wiellader ook bij Doosan. Deze heeft een aangepaste kinematiek voor de inzet als transportvoertuig. Nodig is het niet, maar vanwege de bewezen zuinigheid heeft Lindner deze langzaam draaiende verkleiner uitgerust met een 566 kW (770 pk) ScaniaStage IV-motor. Deze door Van der Spek op de markt gebrachte machines hebben een goede reputatie dankzij hun zuinigheid, degelijkheid en vooral een lange levensduur door een uitgekiende bouw met zware lagers en speciale beitels.

Een stille demonstratie bij Bobcat met het prototype van de elektrische uitvoering van de E 10. Hij is voorzien van een accupakket, maar het is ook mogelijk om hem gewoon aan de stekker te leggen en dan binnen aan het werk te gaan.

36

GRONDIG 4 2016

Na de rupsgraafmachines is het nu tijd voor de vernieuwing van de mobiele kranen door Hyundai, met een nog ruimere cabine, Stage IV-motor en volledig vernieuwde hydrauliek. Bijzonder is het touchscreen, dat is opgebouwd als het scherm van een mobiele telefoon. Door het aanraken zijn functies te activeren en snel in te stellen, zoals oliedruk, olieopbrengst en standaardinstellingen voor wisselstukken. Natuurlijk hebben de machines standaard het 360-graden-camerasysteem.

Speciale aandacht bij Caterpillar voor de 926 Mwiellader, die nu ook in speciale Ag-uitvoering beschikbaar is, met Stage IV-motor en de bekende Z-bar-kinematiek. Hij wordt aangedreven door een hydrostaat, wat de mogelijkheid geeft om de agressiviteit van de bak aan te passen aan de werkzaamheden, zodat de machine in elke situatie zuinig omgaat met brandstof.

Hitachi is gestart met de vernieuwing van de mobiele graafmachines. De eerste machine in de -6-generatie is de ZX 145W-6. Deze heeft een verbeterd trekvermogen op hellingen, een zeven procent hogere graafcapaciteit en een lager brandstofverbruik. Ook het buitenwerk is aangepast, met een nieuw contragewicht en standaard ledlampen aan de achterzijde.


OPEN SYSTEEM VAN VOLVO

De Nox is het nieuwe draaikantelstuk van Kinshover. Hij is lichter en zit korter op de bak om zo minder capaciteit te verliezen en heeft een extra beveiliging tegen het onbedoeld loskoppelen van de bak. De Nox werd hier overigens gedemonstreerd met een speciale Kinshofer-bak om bijvoorbeeld sleuven gemakkelijk te kunnen afvullen.

Het principe is wel bekend uit de aardappel- en bietenrooiers, maar Backers heeft het nu toegepast op een sterrenzeefinstallatie. In plaats van het laden op een grof zeefdek dat enorm trilt, valt het materiaal nu op deze rollen die allemaal in dezelfde richting draaien. Grove stukken en stenen rollen er eenvoudig aan de achterkant af. Lopen ze vast, dan kan de draairichting worden omgekeerd. Om het systeem levensduur te geven, zijn de lagers een stuk naar het midden van de rol geplaatst.

Eén van de weinige fabrikanten die niet op de TKD verschijnt, is Volvo. Dat is jammer, want bij dat merk was een interessant idee te zien over de inzet van 3D-GPS-systemen. Op de Bauma toonde Volvo zijn visie op de machinebesturing met behulp van bouwplaatstechniek. De filosofie van het Zweedse merk is vrij simpel. Op de machine bouwt de fabrikant alles voor de 2D-techniek zelf in, inclusief sensors, aansturing en beeldscherm en de bijbehorende boordcomputer. Bij die voorziening trekt het bedrijf echter de grens, vertelt Koen Sips van Volvo. “Tot 2D gaat het om relatief eenvoudige techniek om de machinist te helpen zonder bijvoorbeeld piketpaaltjes een terrein af te werken. Wil je een stap verder, dus richting 3D, dan moet je met veel meer externe bronnen gaan werken. Dan kom je op het terrein van Trimble en Topcon, die daarvoor de aansturing van de machine gaan regelen. Mooie technieken, maar als koper zit je feitelijk wel vast aan één van deze systemen, waarbij je ook nog te maken hebt met de opdrachtgever. Is dat een bedrijf dat op de bouwplaats werkt met Trimble, dan heb je als Topcon-gebruiker vaak een uitdaging. Omgekeerd trouwens ook.” Om dat te voorkomen, kiest Volvo een andere weg. De fabrikant biedt bedrijven als Topcon, Trimble of DigPilot de mogelijkheid om een eigen app te maken voor op het Volvo-systeem. Sips: “Op deze manier kunnen ze hun systeem van machinebesturing koppelen aan onze hardware. Dat wil zeggen: wij doen alles wat bij de machine hoort, zoals sensoren en besturing, de andere leveranciers kunnen die via de software gebruiken. Voordeel voor de gebruiker is dat ze ongeacht welk systeem er op de bouwplaats wordt gebruikt er zeker van kunnen zijn dat het allemaal werkt.”

Engcon demonstreert een nieuw draaikantelstuk, waarbij extra aandacht is besteed aan de beveiliging. Dat is een belangrijk thema nu dat na een aantal ongevallen de aandacht heeft van de Europese veiligheidswaakhonden. Om missers te voorkomen, werkt Engcon niet met een knopje op de joystick, maar met een apart bedieningskastje. Dat voorkomt per ongeluk indrukken.

Sany blijft Europa zien als mogelijkheid om de tegenvallende afzet in China op te vangen. Het merk heeft een eigen Europees hoofdkantoor in Almere en alle machines hebben nu ook motoren die aan de Europese eisen voldoen. Sany heeft niet alleen de al wat langer bekende graafmachines, maar nu ook een serie shovels. Die zijn voorzien van een zelf ontwikkelde techniek voor tractieregeling. Bedieningskastje van Engcon voor de snelkoppeling.

TEKST & FOTO’S: TOON VAN DER STOK

GRONDIG 4 2016

37


Adverteren in Adverteren in Vakblad Grondig? Voor meer informatie: Lisette Kerkhof T 033 - 247 49 50 E lkerkhof@cumela.nl

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

Schakel om naar vol vermogen AARDAPPEL OVERLAAD- EN REINIGINGSBAND “POM-OVER”

ZO ZIET DE AARDAPPELOOGST VANDAAG ER UIT

Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.

Maak van uw Fliegl afschuifwagen een overlaadwagen !

g Eenvoudi uw aar op uitbreidb en ASW wag afschuif van Fliegl

UW SPECIALIST IN BEWARINGEN EN LOODSEN Kistenbewaring

Bulkopslag

Hout en beton

T 073-503 25 27 F 073-503 27 04 info@steenbergen-bouw.nl

WWW.STEENBERGEN-BOUW.NL

adv grondig 2016.indd 1

✆ : +32 477 504 236  ludopauwels@skynet.be

Anz ASW PomOVER 98x134 (NL).indd 1 05-01-16 10:10

www.fliegl.com

07.04.16 13:44


9 SERIE. KLAAR VOOR AKTIE.

Minimaliseer de inspanning. Maximaliseer het resultaat. Met de 9-serie, heeft DEUTZ-FAHR een ultramodern, zeer intelligente trekker ontwikkeld in de hoge vermogensklasse, die het werk makkelijker en sneller maakt dankzij het unieke bedieningscomfort. Geautomatiseerde routinefuncties en baanbrekende technologieën, met verbruik van minimale hulpstoffen. Elke component op de 9-serie is zeer innovatief en behorend tot één van de beste op de markt. Perfect op elkaar afgestemd in lijn met het ontwerp van Guigiaro, DEUTZ-FAHR biedt drie types in zijn 9-serie en helpen daarmee agrarische bedrijven en loonwerkers om de beste resultaten op een eenvoudige wijze te bereiken. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw DEUTZ-FAHR verkooppartner of bezoek deutz-fahr.com.

DEUTZ-FAHR is een merk van


ANEMA ARUM Eén en één is meer dan twee

ondernemen met

vaktechniek

Snelwisselgieken

Voor de eigen verhuurvloot gebouwd: deze Doosan DX 255 LC met een snelwisselgiek en een giekenset met een bereik van 12,50 en 17,50 meter. Uiteraard is de Doosan aangepast om de machine met long reach stabiel te houden. Ook is er een toolcarrier ontwikkeld om de gieken gemakkelijker te wisselen en mee te kunnen nemen. Dat dit niet eerder is bedacht.

Het idee is zo voor de hand liggend dat je je eigenlijk afvraagt waarom dit nog niet op de markt is. We hebben het dan niet over de mogelijkheid om gieken te wisselen, want dat kan natuurlijk allang. In de praktijk gebeurt dat echter zelden, omdat dat een heel gedoe is. Als die extra giek er niet is, moet bij gelegenheid een dure long reach-graafmachine worden ingehuurd, terwijl de eigen machine stilstaat. Of je koopt een extra long reach-machine die dan minder of te weinig uren maakt. Dat is waar Anema met de snelwisseloplossing op inspeelt. Het doel: dankzij de snelwisselgiek met de standaardmachine normale uren maken en als er werk voor is de langere giek aanpikken om dan ook nog eens een beter tarief te kunnen maken en op jaarbasis wellicht meer uren te draaien. Tel uit je winst.

40

GRONDIG 4 2016

Eigen werk Anema besloot deze eerste versie te bouwen voor de eigen verhuurvloot. De basismachine is een DX 255 met 5,80 meter monogiek. De monogiek is doorgeslepen en voorzien van een standaard CW45S-snelwisselsysteem. De giek wordt van onderaf opgepikt en vervolgens met de onderste vergrendeling hydraulisch vergrendeld. Een kwestie van netjes recht voorrijden en dan heb je hem er echt in een paar minuten aan hangen. De hydrauliekslangen en eventuele stekkerverbindingen moet je wel zelf aansluiten. Dat is nog het meeste werk. Anema kiest bewust voor hydrauliekschroefkoppelingen, omdat die de doorstroming veel minder belemmeren en omdat ze volgens het bedrijf betrouwbaarder en lekvrijer zijn dan snelkoppelsystemen. Zo vaak wissel je nu ook weer niet. De giek en de steel zijn beide krap


Voor het afzetten zijn de gieken voorzien van twee ogen. Achter rusten ze op een houder. De toolcarrier blijft op een Euro-dieplader onder de vier meter hoogte.

Anema zette de Doosans op meter brede rupsen voor meer stabiliteit en draagkracht bij het werken met de long reach.

Voor het snelwisselsysteem is een standaard-CW45S gebruikt. Dat geeft mogelijkheden om meerdere oplossingen voor het eigen bedrijf te creëren.

een meter verlengd, zodat het graafbereik op 12,50 meter tot aan het mes uitkomt. Ter compensatie van de extra lengte monteerde Anema een extra tussen contragewicht van circa 2,5 ton. Hiermee kan de machine dezelfde 1750-literbak aan. Voor extra stabiliteit en meer draagkracht is de machine op één meter brede rupsen met gebogen zijkanten gezet. Buitenwerks blijft de machine dan nog net binnen de 3,50 meter breedte. De long reach-giekenset is op dezelfde manier vervaardigd. Deze heeft een graafbereik van 17,50 meter tot aan het mes en kan (officieel getest) nog twee ton aan en ongeveer een 1000-literbak.

Met toolcarrier Met alleen een snelwisselsysteem en een set gieken kom je er niet, dus bouwde Anema ook een toolcarrier om de gieken te stallen en mee te kunnen nemen. Voor het afzetten zijn er twee ogen aan de giek gelast en is er een draagframe waarop de giek rust. Bij de ogen kan de giek met pennen worden vastgezet en bij het draagframe trek je hem voor transport met sjorbanden aan. De toolcarrier is zo uitgevoerd dat deze op een Euro-dieplader net onder de vier meter blijft.

Voor de stabiliteit monteerde Anema een extra 2,5-tons contragewicht. Dat moet voldoende zijn voor de long reach-giek.

Tijdens ons bezoek moest de machine nog worden gespoten en Anema gaat de machine nog uitrusten met 3D-GPS van Topcon (op beide gieken). Dit foto-moment is gekozen omdat je de veranderingen zo nog goed kunt zien. De machine was wel net goedgekeurd. En... last but not least: uiteraard zijn er al bedrijven die dit hebben gezien of gehoord. De eerste is al verkocht voordat Anema deze eerste versie klaar had. Dat bedrijf zet in op diverse specifieke tools voor zijn werk. Anema heeft nog niet exact gecalculeerd, maar schat in dat een enkele giek met snelwissel plus bijbehorend contragewicht en exclusief de bredere rupsen rond de € 30.000, tot € 35.000,- extra zal gaan kosten. Anema gaat het snelwisselsysteem alleen voor de eigen verhuurvloot bouwen en exclusief op nieuwe Doosans verkopen. Deze combinatie is binnenkort te huur. Heeft u mooi even de tijd om het gemak te proeven en na te denken wat u er aan wilt hangen. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann

GRONDIG 4 2016

41


W W W . L M C G E N N E P. N L

Hoogveld 3 • 6598 BL Heijen • T: 0485 - 511605

www.lmcgennep.nl

eid veiligh iteit kwal aa m duurz en ndig desku wbaa r u betro

veilig werken in het grondverzet

www.bmwt.nl

BMWT-Verenigingslogo

fen l e z u fort n m o Gveunaard c garantie

eë ong

eit ! t i l i stab Trans-SPACE

r

3 jaa

Hardox bodemplaat

www.joskin.com NIEUW: valbreker voor aardappelen

Conische monocoque laadbak

tel : +32 43 77 35 45


Zeer krachtig maïsherbicide • breed werkingsspectrum • gewasveilig • snelle werking • snel regenvast

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.


KENNISMAKEN Uitschuifdumper

ondernemen met

vaktechniek

Van Vliet bouwt eigen roterende uitschuifbare rupsdumper Op verzoek van een klant ontwierp Van Vliet een eigen roterende dumper, met een speciale voorziening om omkippen tijdens het lossen te voorkomen. Zijn oplossing: twee schuifbalken in het chassis waarmee de bovenwagen 70 centimeter ten opzichte van de draaikrans kan worden verplaatst. Een eerste kennismaking. Ongetwijfeld zal de nieuwe rupsdumper van Van Vliet uit Waddinxveen één van de aandachttrekkers zijn op de komende TKD. Het is een geheel eigen ontwerp om het gat in de markt te vullen. Na het stoppen van enkele andere fabrikanten zijn er geen grotere rupsdumpers verkrijgbaar met de mogelijkheid om naast de rupsen te kippen. Toen de mannen van Van Vliet de vraag kreeg of zij een alternatief konden maken, was dat voor hen reden om er serieus naar te kijken. Het werd meer dan dat, want inmiddels heeft zijn eigen rupsdumper de eerste vrachten vervoerd. In het veld komen de door Van Vliet bedachte bijzondere eigenschappen

44

GRONDIG 4 2016

pas echt tot hun recht. De belangrijkste vernieuwing is de ontwikkeling van een uitschuifframe om veel veiliger naast de rupsen te kippen. Dankzij dit frame kan de bovenwagen boven de draaikrans 80 centimeter naar voren schuiven. Het effect is dat je op 60 centimeter naast de rupsen kunt kippen. “Daarmee voorkom je één van de grootste problemen van deze roterende dumpers, namelijk dat ze veel te snel omvallen”, aldus Van Vliet. Ook bij het lossen op een omhooglopende helling is dit een praktisch hulpmiddel, zo blijkt uit proeven in het veld. “Als je dan de bovenwagen naar voren schuift, breng je het zwaartepunt zover naar voren dat die kans bijna nihil wordt.”


De nieuwe dumper is geheel door Van Vliet in eigen beheer ontworpen en gebouwd. Alleen VGM zal ook speciale bakken gaan maken. Maar van rupsonderstel tot bak en van hydrauliek tot cabine, alles is eigen ontwerp. Voor de aandrijving ligt er een zescilinder FPT-motor (Iveco) van 155 kW (210 pk) onder de kap. Deze draait op maximaal 1600 toeren om bij maximaal koppel te kunnen presteren bij een zo gunstig mogelijk brandstofverbruik. De standaardbak heeft een waterinhoud van zes kubieke meter en zal ongeveer tien kubieke meter grond kunnen laden. Het eigen gewicht ligt rond de 15.500 kilogram. De maximum rijsnelheid bedraagt 15 km/u. Achter de motor is alles Rexroth. In samenwerking met de Duitse fabrikant is het gehele hydraulische circuit ontwikkeld, met speciale pompen voor de rijmotoren en een aparte pomp voor het hydraulisch systeem voor het draaien, schuiven, kippen en voor de hydrostatische koelpomp. De complete bediening is ingebouwd in de twee joysticks, inclusief het regelen van het motortoerental. Mooi is de ingebouwde veiligheid bij het kippen naast de dumper. Zodra de bovenwagen haaks op de rupsen staat, gaat bij het kippen eerst de uitschuiffunctie in werking, waarna er pas kan worden gekipt. Ook in de aandrijving zijn de laatste Rexroth-technieken verwerkt. Zo is dit de eerste machine waarin de automatische rijsnelheidscorrectie is verwerkt. Dit wil zeggen dat een sensor meet wat de snelheid is ten opzichte van de beide rijmotoren. In een hobbelig terrein zal het systeem automatisch de snelheid corrigeren om recht te blijven rijden. De bestuurder hoeft dus niet meer te corrigeren met zijn joystick. Net als de rest is ook de cabine eigenbouw. Voordeel van eigenbouw is dat je hem zo kunt maken als je zelf wilt, glimlacht Van Vliet. “Wij hebben gekozen om hem breder te maken, zodat we toch een mooie ruime cabine hebben. Met als belangrijkste tweede voorwaarde een laag geluidsniveau.” Bovenwagen 70 centimeter naar voren.

Om dat te bereiken, is de cabine aan de achterzijde dubbel geïsoleerd. Niet alleen aan de binnenzijde, maar ook aan de buitenzijde is isolatiemateriaal aangebracht. Verder is de cabine standaard voorzien van overdruk en automatische klimaatregeling en zijn er een goede stereo - wat muziek­ liefhebber Van Vliet belangrijk vindt - en een 27mc-bakkie. Nu de eerste dumper klaar is, durft Van Vliet ook wat verder te kijken naar de toekomst. Een tweede dumper staat al in de werkplaats en voorzichtig denkt hij aan seriebouw. “Ons streven is om ze straks in sets van vijf stuks gelijk te bouwen. Dan kunnen we ook een concurrerend product maken dat in prijs tussen onze collega's in zit. Maar eerst maar eens kijken wat ze er op de TKD over zeggen. Want van op- en aanmerkingen van gebruikers leer je altijd het meeste.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

De cabine kan hydraulisch omhoog worden gekipt voor onderhoud aan het hydraulisch systeem en de motor.

In de cabine zijn drie schermen aanwezig: één voor de machinegegevens en twee voor de beide camera’s.

GRONDIG 4 2016

45


VOLVO Efficiënter in het veld en op de weg

ondernemen met

vaktechniek

Volvo I-Shift met kruipversnellingen Volvo Trucks haalt een belangrijke primeur naar Nederland: de Volvo FMX 8x6 met de nieuwe I-Shift met kruipversnellingen. Die maakt het mogelijk om uiterst langzaam achteruit te rijden en met een grote last vanuit stilstand weg te rijden. Bovendien kan daardoor de achterasoverbrenging worden afgestemd op wegtransport. Kruipversnellingen zijn nodig in het veld en geven de mogelijkheid om zuiniger te rijden, ook voor transportbedrijven die zware transporten uitvoeren op slechte ondergrond en regelmatig op de snelweg rijden. Met Volvo’s I-Shift met kruipversnellingen is het mogelijk om in extreme situaties te starten vanuit stilstand, gecombineerd met een geschikte achterasoverbrenging die is afgestemd op hoge transportsnelheden op de weg. In beide gevallen bespaar je brandstof ten opzichte van compromisoplossingen.

in de I-Shift-versnellingsbak. De transmissie is daardoor twaalf centimeter langer dan een conventionele I-Shift. De I-Shift met kruipversnellingen is beschikbaar voor de dertienen zestienlitermotoren in de FM, FMX, FH en FH16. Volvo Trucks in Beesd wil de I-Shift met kruip op de TKD laten draaien in 8x6uitvoering.

De I-Shift met kruipversnellingen is een doorontwikkeling van de automatische I-Shiftversnellingsbak van Volvo Trucks. De nieuwe transmissie is afgestemd op snelheden van 0,5 tot 2 km/u en wegrijden vanuit stilstand met een treingewicht van maximaal 325 ton. De versnellingsbak is beschikbaar als een directe aandrijving of als een versnellingsbak met overdrive met één of twee kruipversnellingen. Ook kunnen er twee kruipversnellingen voor achteruit rijden worden gespecificeerd. De lage kruipversnellingen zijn geïntegreerd

TEKST: Gert Vreemann FOTO: Volvo

IN SLEEVE VERPAKKING

Groen, grond en infra producten

®Baletite netvervangende folie

Nijemirdum N ije

46

GRONDIG 4 2016

|

Tel.: 0514 - 57 18 26

|

www.buma.com

|

info@buma.com


JCB Op rendement gecombineerd

ondernemen met

vaktechniek

JCB lanceert DualTech VT-transmissie voor verreikers Geen CVT, geen powershift, geen pure hydrostaat, maar wel een uitgekiende combinatie van hydrostaat en powershift voor een efficiënte, snel reagerende transmissie door het hele snelheidstraject van 0 tot 40 km/u. Onderin puur hydrostaat en bovenin een pure powershiftbak zonder koppelomvormer. JCB lanceerde onlangs deze bijzondere, in eigen huis ontwikkelde DualTech VT-transmissie voor de Agri Pro-verreikers.

Dankzij slechts drie powershift­ versnellingen en een hydrostaatunit is de transmissie relatief compact. De motor kon daardoor dwars in de verreiker ­worden geplaatst.

Puur een hydrostatische aandrijving van 0 tot 40 km/u heeft als nadeel dat je onderin en bovenin in het ongunstiger bereik van de hydrostaat komt. Dat is nadelig voor het rendement en de reactiegevoeligheid en levert de nodige terug te koelen hitte op. Een pure powershift heeft als nadeel dat deze niet traploos is en de gebruikelijke koppelomvormer in combinatie met een schakelbak is altijd minder efficiënt. De hydrostaat benutten voor transport in combinatie met de ­powershiftbak kost ook rendement. JCB bedacht een op­ lossing waarbij de hydrostaat is gecombineerd met een drietraps powershiftbak. Daarbij wordt er in het lage snelheidsbereik van 0 tot 19 km/u puur op de hydrostaat gereden. De powershiftbak doet dan niet mee. De hydrostaat wordt in zijn efficiënte bereik benut en je hebt een precieze bediening. Boven de 19 km/u wordt de powershiftbak automatisch ingeschakeld en de hydrostaat volledig uitgeschakeld. Je merkt daar niets van. Boven de 19 km/u rij je dus puur op de powershiftbak zonder koppelomvormer. Dat heeft als voordeel dat er bij snel load-and-carrywerk in het veld en bij transportwerk met een zware last altijd een efficiënte aandrijving is. Naast het normaal rijden op het (Drive-)rijpedaal, waarbij motor en transmissie zelf het optimum opzoeken, is er ook een Fleximodus. Daarin zijn het motortoerental en de rijsnelheid onafhankelijk van elkaar te regelen. Dit wordt benut bij het aan­ drijven van tools die flink wat olie (er is 110 liter per minuut

leverbaar voor de extra functie) nodig hebben. Je houdt het motortoerental dan constant en regelt de rijsnelheid met het pedaal. Een andere mogelijkheid is met de draaiknop de maximumsnelheid begrenzen, zodat je bij (herhalende) werkzaamheden gemakkelijk de optimale werksnelheid kunt instellen. Daarnaast zijn er een Power- en een Eco-modus om bij lage belasting zuiniger te kunnen werken. Verder schakelt de verreiker boven de 20 km/u automatisch over van vierwielaandrijving op tweewielaandrijving en omgekeerd. JCB heeft uiteraard het nodige testwerk met deze transmissie uitgevoerd. De fabrikant claimt in vergelijking met de vorige Agri Pro-verreikers (zestraps powershiftbak met koppelomvormer) vijfentwintig procent snellere laadcycli en zestien procent meer snelheid op de weg. Met de nieuwe laag­toerige (maximaal 1700 toeren, Eco-stand), 108 kW (145 pk) sterke JCB EcoMax-4,8-litermotor (Stage IV) en slimmere (Smart ­Hydraulic, met regeneratie) hydrauliek claimt JCB een brandstofbesparing tot vijftien procent ten opzichte van zijn voorganger. De DualTech VT is leverbaar op de Agri Pro-modellen 531-70, 536-70 en 541-70. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S EN ILLUSTRATIES: JCB

De aandrijflijn met de transmissie schematisch met aan de ene kant de drietraps powershift (M2, M3, M4) en aan de andere kant de ­hydostaatmotor die via H1 aandrijft.

GRONDIG 4 2016

47


ondernemen met

vaktechniek

GRONDIG.COM

CONVER LANCEERT C4-WERKTUIGENDRAGER

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

ZUIDBERG KOMT MET OVERRIJDBEVEILIGINGEN

Conver BV, onderdeel van Dutch Power Company, breidt zijn werktuigenlijn uit met de C4-werktuigendrager. Deze nieuwe knikgestuurde machine is ontwikkeld voor gebruik in stedelijk gebied. De machine wordt gebouwd in de fabriek in Giessen. De 2350 kilogram zware C4 heeft een 55 kW (75 pk) diesel. De cabine is standaard voorzien van airco. Voor de vierwielaangedreven zelfrijder wordt een draaicirkel van 4,50 meter opgegeven. De machine is 1,25 meter breed en 2,39 meter hoog. De C4 heeft 130 liter hydrauliekolie en een 100-liter-dieseltank.. De C4 is leverbaar met een sproei-installatie met een watertank van 100 liter.

NIEUWE TRANSMISSIEBEDIENING JOHN DEERE M-SERIE Voor de nieuwe 6M-serie heeft John Deere een extra transmissievariant ontwikkeld. Wie kiest voor Command Quad Plus krijgt de beschikking over een gewone versnellingsbak waarmee automatisch kan worden geschakeld. De nieuwe 6M-serie ligt in uitvoering onder de 6Rserie en is niet met een traploze transmissie te leveren. Om de gebruiker toch het gemak van automatisch schakelen te geven, is de Command Quad Plus-variant ontwikkeld. Wanneer de chauffeur de automaat inschakelt, kiest de boordcomputer zelf voor het schakelmoment en bij werkzaamheden voor de versnelling waarbij het werk met het laagste toerental kan worden uitgevoerd. Bij transport kan de motor bij 40 km/u terug naar 1600 toeren. Bij deze transmissie kan de chauffeur werken z­ onder koppeling.

48

GRONDIG 4 2016

Zuidberg Frontline Systems introduceert twee typen overrijdbeveiliging. De eerste ­variant is leverbaar in combinatie met een Zuidberg-frontgewicht van 850 of 1400 kilogram. De tweede kan zowel met de driepunts fronthef als met een snelkoppeldriehoek worden aangekoppeld. Alle varianten zijn voorzien van verstelbare breedtematen en (breedte)markering en verkrijgbaar in originele trekkerkleuren. Door middel van slimme techniek in de bumper wordt afbreken bij achteruitrijden voorkomen. Optioneel kunnen alle modellen worden voorzien van geïntegreerde ledsignalering. De variant met snelkoppeldriehoek is voorzien van een geïntegreerde trekhaak. Optioneel is deze versie te verzwaren met gewichten en een opbergruimte of toolbox.

NIEUWE NEW HOLLAND T5-TREKKERS De familielook van de zwaardere New Hollandtrekkers is doorgetrokken naar de nieuwe T5-trekkers, die onlangs officieel zijn voorgesteld. Het gaat voornamelijk om de emissiestap naar Stage IV, maar New Holland heeft de serie meteen op veel punten aangepakt. Denk aan meer koppelreserve, de TerraGlide-voorasophanging, een zwaarder frontladersysteem, verbeterde Electro Command-schakelfuncties, een sterkere hef en een nieuwe heavy duty-vooras voor 28-inchwielen. De nieuwe T5serie is leverbaar in drie modellen: de T5.100 met 73 kW (99 pk), de T5.110 met 79 kW (107 pk) en de T5.120 met 86 kW (117 pk). De Electro Command-transmissie heeft de automatische modi Auto Transport en Auto Field gekregen. Met de 40 km/u-Eco Electro Command-transmissie is ook een optionele kruipbak leverbaar. Door verbeteringen aan het chassis is het bruto voertuiggewicht verhoogd van 7,4 naar 8,0 ton.


AIRINOV LANDT IN NEDERLAND Het Franse Airinov start in Nederland met het maken van dronevluchten en de daaruit afgeleide taakkaarten. Mechan Precision Farming en CZAV zullen deze dienst via hun dealers en verkoopkantoren gaan aanbieden. Het Franse Airinov is volgens eigen ­zeggen momenteel wereldwijd koploper op het gebied van het maken van gewasanalyses met behulp van drones. In Frankrijk maken al meer dan 5000 akkerbouwers gebruik van de diensten van dit bedrijf. Voor het maken van taakkaarten gebruikt Airinov voor tarwe het model dat voor Frankrijk is ontwikkeld, waarbij dit is aangepast aan de Nederlandse omstandigheden.

DUITSE TEST MET ELEKTRISCHE TRUCKS Afgelopen maand startte de eerste Duitse test met een emissieloze vloot van elektrische trucks. Daarin werkt Fuso, een merk van Daimler, samen met de gemeente Stuttgart en logistiek bedrijf Hermes. In een proef in Portugal realiseerde de elektrische Fuso al ruim een halvering van de operationele kosten. De gemeente Stuttgart test over een periode van twaalf maanden vier zestons Fuso Canter E-Cells in de dagelijkse praktijk. Fuso is de grootste fabrikant van gedeeltelijk elektrische lichte vrachtwagens. Wereldwijd zijn er ongeveer 3000 Fuso Canter EcoHybrids in gebruik.

Eerste Pink Ribbon-balen Eind april heeft Loonbedrijf G. Altena uit Nijeveen ervoor gezorgd dat de eerste balen met roze wikkelfolie in Nederland een feit waren. VisscherHolland komt dit jaar in actie voor Pink Ribbon. Altena is een van de dertig cumelabedrijven die het initiatief al hebben opgepakt. VisscherHolland noteert een groeiende belangstelling.

ZHK IMPORTEERT FARM HITCH-SNELKOPPELSYSTEEM Sinds 1 maart 2016 importeert ZHE Heijningen BV het snelkoppelsysteem van het Ierse Farm Hitch voor landbouwwerktuigen. Het Farm Hitch-systeem maakt het mogelijk om zonder de trekkercabine te verlaten de aftakas, de hydrauliekaansluitingen en de verlichting van gedragen landbouwwerktuigen aan of af te koppelen. Het systeem bestaat uit twee delen: een trekkeraanbouwdeel en een machineaanbouwdeel.

COMPACTERE SCHUITEMAKER ROBUSTA Met name voor de export is er vraag naar een compacte, laaggebouwde mesttank voor een scherpe prijs. Schuitemaker speelt daarop in met de compacte Robusta 155 WKpomptankwagen met 15.500-litertank en een Borger-6000-literpomp met achttraps vertragingsbak en een FT 4100-snijfilter. Deze Robusta staat standaard op 750/60R30.5-Alliance-banden. Verder heeft de tank onderaankoppeling met Scharmüller K80-aanspanning en een hydraulisch geveerde trekdissel. Als optie is er de elektro-hydraulische Profi-bediening.

BRIGADE-RONDOMZICHT VOOR TREKKERS Brigade brengt de Backeye 360 Select op de markt. Het betreft hier 360-graden-rondomzicht via vier groothoekcamera’s, samengevat in één monitorbeeld. Daarmee wordt de dode hoek gereduceerd tot nul graden. Bij vrachtwagens zitten er twee camera’s aan de zijkanten, één voorop en één achterop. De camera’s communiceren draadloos met de monitor. Naast oplossingen voor vrachtwagens lanceert Brigade deze nu ook voor landbouw- en grondverzetmachines.

Inkuilen? Kijk gelijk op nieuws bij:

www.techno-air.com GRONDIG 4 2016

49


ondernemen met

vaktechniek

Totale combinatie doorrekenen Case IH Steyr Benelux aan de slag met Steyr Communal De meerwaarde van de Steyr Communal-lijn zit hem vooral in de specialisten die samen met fabrikanten van aanbouwdelen de totale combinatie doorrekenen. Steyr toonde dat samen met Dücker en Hydrac tijdens de presentatie in Hamburg. Samen met rondomzichtcamera’s heb je dan een uitgebalanceerde combinatie, waarmee je verantwoord langs en op de weg kunt. De manier waarop deze Steyr 6150 is uitgerust met de Dücker is veelzeggend voor de aanpak van de Communal-afdeling van Steyr. De gehele combinatie is samen met Dücker doorgerekend voor de juiste balans en de juiste voorasdruk, is voorzien van de nodige markeringen en heeft een Brigaderondomzichtcamera aan boord. We hebben het over de nieuwste Steyr 6150 in Communaluitvoering. Nieuw wil zeggen met een vernieuwd Communaldraagframe voorop en standaard op Nokian-banden. Los van kleur en veiligheidsuitrusting is de trekker verder identiek aan de gewone rood-witte Steyr-landbouwtrekkers. Steyr is daar heel helder over. Dankzij de vierstijlencabine, de ruime bijrijderszit en de CVT is er geen aanleiding de trekker verder aan te passen. Die aanbouwbok is wel belangrijk bij het monteren van bijvoorbeeld zo’n frontmaaier van Dücker, omdat er dan grote torsiekrachten moeten worden opgevangen en omdat de aslasten moeten kloppen. Deze Steyr is samen met de mensen van Dücker doorgerekend en de asafstempeling is zodanig dat de machine stabiel afsteunt. Verder is er gekozen voor de

50

GRONDIG 4 2016

zwaarste voorasuitvoering, de 4,2-ton-versie, en kon de Dücker worden uitgevoerd met de hydrauliekunit in de fronthef. Wel is er een contragewicht achter aangehangen om de combinatie goed in balans te houden. Dücker geeft aan dat bij de uitvoering met dubbele arm voorop de hydrauliekunit achterop komt, omdat anders de voorasdrukken worden overschreden. En dat is precies waar het om gaat. Je weet vooraf dat de totale combinatie af-fabriek is doorgerekend en toegelaten. Steyr geeft ook aan dat bij een dergelijke opbouw aan een standaardlandbouw-Steyr die zekerheid er niet is, omdat die niet dat extra frame heeft en omdat het geheel niet is doorgerekend.

Verschillende versies Het nieuwe Euro III-aanbouwframe is bestemd voor de 6150-6240. Het is leverbaar met drie typen universele DINaanbouwplaten, in 21-, 33- en 45-centimeter-uitvoering. De nieuwe versie kan meer torsiekrachten opnemen en is op wens voorzien van voorasafstempeling. Hij heeft standaard een geïntegreerde fronttrekhaak, is uitwisselbaar met de fronthef


1. Het nieuwe Communal-frame voor de 6150 is stijver uitgevoerd en is leverbaar met hydraulische asafstempeling.

1

2

2. Dücker levert desgewenst het Brigade-camerasysteem. Met deze camera’s voorop heb je direct zicht opzij en kun je veiliger oversteken. 3. De Dücker vouwt voor transport zo op dat hij binnen de 2,55 meter breedte blijft en de maaier niet direct in het zicht zit.

3

en bevat vier tot zes hydrauliekaansluitingen plus een drukloze retour en een snuffelaansluiting. Op wens is een tussenbak leverbaar voor een verlaagde frontafakas. Asafstempeling met een automatische vlakstellingsregeling is ook een optie. Naast de CVT zijn de Steyr Profi, Multi en Kompakt ook in Communal-uitvoering leverbaar. Deze hebben eigen aanbouwdelen. De nieuwe zware Terrus CVT is ook aan het Communal-programma toegevoegd. Daar hoort (nog) geen apart aanbouwframe bij, omdat deze trekker standaard een versterkt carterframe heeft en via de bestaande nieuwe voorasvering met dubbele cilinders eenvoudiger af te stempelen is. Steyr ziet voor deze trekker kansen voor zware bosbouwwerkzaamheden, versnipperwerk en (op de thuismarkt) voor het zware sneeuwruimwerk.

Rondomzicht Nieuw was de montage van een Brigade-rondomzichtsysteem. Het merk is al bekend in de truckwereld. Brigade Electronics heeft nu ook een landbouwuitvoering. Die is leverbaar in drie levels: van een eenvoudige terugkijkcamera tot de meest luxe versie met meerdere camera’s op de trekker en op het werktuig voor volledig rondomzicht in één beeld op de aparte monitor, desgewenst gecombineerd met een terugrijalarm. Bij de Steyr-Dücker-combinatie zaten er twee camera’s voor op de Dücker, zodat je niet alleen in het werk voor je kunt kijken, maar ook bij verkeersdeelname vanaf de neus langs obstakels en bij kruisingen eerder zicht hebt op verkeer van opzij. Dücker biedt vanaf nu de Brigade-oplossing als optie aan.

4

4. Voor een goede gewichtsverdeling levert Hydrac de strooiers en de sneeuwschuivers nu met een extra geveerd opgehangen zwenksteunwiel met instelbare druk.

Afsteunen bij winterdiensten De Terrus stond er met name omdat er voor het zware sneeuwruimwerk een groeiende markt voor is. Hydrac heeft de afgelopen winter gedraaid met een Steyr met grote sneeuwschuif. Voor het vrij frezen of schuiven van de Alpen-passen heb je het motorvermogen volgens Hydrac echt nodig. De fabrikant ziet een groeiende markt voor de inzet van trekkers ten opzichte van vrachtwagens, omdat de trekkers tegenwoordig snel genoeg zijn, goed zicht bieden, grotere banden hebben en met 50 km/u snel genoeg zijn. De Terrus is al één van de weinige in dit vermogenssegment die op 710/75R42-banden binnen een breedte van 2,55 meter blijft. Hydrac benadrukt dat ook hier goed moet worden gekeken naar het uitbalanceren van de combinatie. Voor de zware sneeuwschuif levert het merk nu direct achter de frontschuif een extra zwenkwiel om (via veerdruk instelbaar) een deel van de druk op te nemen voor een goede aslastverdeling. Voor de gedragen zoutstrooiers levert Hydrac een soortgelijke oplossing om voldoende voorasdruk te houden. Dat wordt volgens Hydrac in de praktijk ook vaak ‘vergeten’. Case IH Steyr Benelux gaat de Communal-lijn ook voeren, inclusief dus die ondersteuning. Dücker en Hydrac doen voor Nederland mee en Brigade heeft ook al een vestiging in Nederland. Er passen ongetwijfeld echter ook andere merken aan de Steyrs. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann

GRONDIG 4 2016

51


ondernemen met

vaktechniek

ANDERS KNEUZEN

Shredlage prikkelt veehouders Nieuwe techniek leidt tot investeringsgolf bij loonwerkers Is het een hype of een nieuwe mogelijkheid om het maïshakselen naar een hoger niveau te brengen? Na de eerste proeven van afgelopen najaar lijken veel veehouders en loonwerkers overtuigd van de mogelijkheden van het shredlage-hakselen. Importeur Kamps de Wild verwacht zelfs vijftien tot twintig systemen te verkopen. Maar wat is het nu precies en wat is het voordeel voor de veehouder? Prominent in de showroom van LMC Gennep staat een losse shredlage-kneuzerunit voor de Claas-hakselaar, met erbij een artikel uit Veeteelt over de nieuwe manier van maïshakselen. Regelmatig lopen veehouders en loonwerkers er omheen om te kijken wat dit nu is. Het gaat om shredlage, een nieuwe manier van kneuzen om de maïs nog beter geschikt te maken als ruwvoer met krachtvoereigenschappen voor de koeien. Eigenaar Robert Baggermans van LMC Gennep kwam met de techniek in aanraking door een verzoek van Jos de Visser uit Oss, een veehouder uit zijn werkgebied. Die had via zijn zoon gehoord dat er een demomachine van Claas met de shredlage-techniek in Nederland was en vroeg Baggermans of het mogelijk was die ook bij hem te demonstreren. “Dat is gelukt en vanaf dat moment ben ik me erin gaan verdiepen en ben ik er eigenlijk de hele winter druk mee geweest.”

Per ongeluk ontstaan De techniek waar het allemaal om draait, het zogenaamde shredlage, is afkomstig uit Amerika. Die werd daar ontwikkeld in overleg met een veehouder bij wie de maïs per ongeluk te lang was gehakseld. Toen hij deze ging voeren, merkte hij dat ondanks de grofheid de koeien goed reageerden en er in gezondheid op vooruitgingen. Dat was voor hem aanleiding om een techneut uit zijn omgeving te vragen om een kneuzer te ontwikkelen waarbij de maïs lang kon worden gehakseld, maar waarbij de korrels toch goed zouden worden gekneusd en de kuil nog goed was te verdichten. In zes jaar tijd leidde die ontwikkeling tot een techniek die door Claas is omarmd en waarvoor het merk vanaf het einde van het jaar de exclusieve rechten bezit.

Extra kosten € 50,- tot € 70,- per hectare Maïshakselen met shredlage betekent voor de veehouders een hogere factuur, verwacht Baggermans. “Wij schatten de extra kosten per hectare in op ongeveer € 50,- tot € 70,-. Deels is dat voor de investering in de nieuwe techniek, wat neerkomt op een bedrag tussen de € 4500,- als je een nieuwe machine ombouwt tot maximaal € 40.000,- als je een ouder type wilt aanpassen. Daarnaast moet je rekenen met een tweederde kortere standtijd voor de kneusrollen. Ook moet je rekening houden met extra transport, doordat de shredlage-maïs meer volume heeft en je meer moet vastrijden.” De € 50,- tot € 70,- zijn volgens hem goed terug te verdienen doordat veehouders minder stro of andere structuurrijke producten hoeven aan te kopen. Dat geeft een besparing in aankoopkosten en kan een voordeel zijn binnen de mineralenboekhouding. Meerwaarde is er ook voor de boeren doordat ze gezondere koeien hebben en wellicht iets hogere gehalten of meer melk. Voor De Visser is dat geen probleem. “Als mijn loonwerker dat voor € 50,- tot € 70,- per hectare doet, wil ik dat wel betalen. Want ik weet in elk geval wat voor voer ik krijg, terwijl ik als er stro uit Frankrijk komt maar moet afwachten welke kwaliteit ik krijg. Belangrijker is dat ik gezondere koeien heb met minder werk. Dat is mij het geld wel waard.”

52

GRONDIG 4 2016


Links de shredlage-maïs met langere stengeldelen die wel allemaal ook in de lengte zijn geraakt. Hier alleen de buitenkant van de korrels met daarop een klein laagje celinhoud.

Wat is shredlage-hakselen nu precies? De techniek begint met een aangepaste hakselkooi die de maïs op een lengte van 25 tot 30 millimeter kan hakselen. Dat is ruim twee keer zo grof als de huidige praktijk, waarbij veelal wordt gehakseld op zes tot tien millimeter. Achter de kooi zit het geheim, de speciale kneusunit. Deze bestaat uit twee kneusrollen met daarop een rij zaagtanden in plaats van doorlopende ribben. De rollen draaien net als gewone rollen tegen elkaar in, maar met een onderling toerentalverschil van 50 procent in plaats van de normale 30 procent. Door het hogere verschil in snelheid en doordat de tanden op de rol in een tegengestelde spiraalvorm staan, krijg je tussen de rollen spoedwerking. Het effect is dat de stukken stengel en de korrels tussen de tanden komen te liggen en uit elkaar worden getrokken: het zogenaamde shredderen, wat ook in de recycling wordt gebruikt. Op een animatiefilm die u op Grondig.com vindt, is de werking goed te zien. De stengels worden in de lengterichting uiteengereten en de korrels lijken uit elkaar te spatten. Wat overblijft, zijn de velletjes met een dunne laag zetmeel (korrelinhoud).

Bijzonder effect Het effect van deze behandeling is opmerkelijk, zo blijkt bij een simpel proefje met twee grote glazen vazen. Wanneer je in beide met water gevulde vazen een paar handen gewone fijne en shredlage-maïs gooit, ontstaat een enorm verschil. De normaal gehakselde maïs zakt binnen enkele seconden naar beneden en vormt een nieuwe laag op de bodem. De shredlage-maïs blijft juist bovenin hangen en zakt, zelfs al ga je roeren, nauwelijks naar beneden. Daar zit volgens Baggermans het grote voordeel voor de koe en dus de veehouder. “De maïs die bovenin blijft, is minder verfijnd en stimuleert de penswerking en zorgt dat de koe meer gaat herkauwen.” Of het in de pens echt zo werkt, weet melkveehouder De Visser, die twintig hectare liet shredlagen, niet, maar wat hij wel weet, is dat de theorie lijkt te kloppen. “Sinds ik deze maïs ben gaan voeren, voeg ik geen stro meer toe aan het rantsoen

en merk ik dat mijn koeien meer ruwvoer willen eten. Toen ik aan deze kuil begon, voerde ik net zo veel als in de weken daarvoor, alleen was nu alles aan het eind van de dag schoon op. Ik kon dus veel meer maïs voeren. Desondanks is de mest achter de koeien beter. Maïspitten vind ik helemaal niet meer en ik vind dat de koeien er beter uitzien.” Ondanks die hogere opname van maïs zag De Visser geen echt verschil in productie, wat je wel zou verwachten. “Ik ben er nog maar een paar weken van aan het voeren, mijn gehalten zijn wel iets beter, maar met 300 melkkoeien is mijn veestapel te groot om wat van de productie te zeggen.” Een licht verschil in productie vond wel loonwerker annex veehouder Toon Jennissen uit Den Dungen. Hij had een kleine partij laten shredlagen en vond toen hij dit ging voeren dat de koeien vaker de melkrobot bezochten, een duidelijk signaal dat ze gezonder zijn, want er is volgens de voederingsexperts sprake van een directe relatie tussen gezondheid en robotbezoek. Bij dit bedrijf was ook sprake van iets hogere gehalten en een iets betere productie bij een rantsoen met meer maïs en minder ruwvoer met weinig voederwaarde, zoals stro.

Opvallende verschillen als de twee soorten maïs in een vaas met water worden gegooid. Binnen enkele minuten zakt de fijn gehakselde maïs naar beneden, terwijl de shredlage-maïs grotendeels blijft drijven. Ook blijft er meer zetmeel in oplossing.

GRONDIG 4 2016

53


ondernemen met

vaktechniek

Shredlage versus andere technieken De shredlage-techniek van Claas is het antwoord op verschillende andere technieken van collega’s. Zo is John Deere enkele jaren geleden gestart met de Kernelstar-techniek. Dit zijn twee rollen met schijven waar de maïs tussendoor gaat voor een intensievere kneuzing. Dit resultaat moet worden behaald door het verschil in omwentelingssnelheid op de schijven.Bij dit systeem wordt echter niet met haksellengtes van 3 cm en meer gewerkt. Enigszins vergelijkbaar zijn de systemen die Krone en Fendt aanbieden. New Holland heeft niets op dit gebied. Het betekent feitelijk dat alleen Claas echt een alternatieve techniek heeft met beproefde voerresultaten, benadrukt Broekhuizen. “Het is ook belangrijk dat dit duidelijk blijft in de markt, want als mensen gaan roepen dat ze lang kunnen hakselen, kunnen ze nog geen shredlage maken. Daarmee kunnen ze de markt heel snel kapot maken. Dan krijg je een teleurstelling en is de kans steeds kleiner dat de veehouders de meerwaarde ervan inzien en daarvoor willen betalen.”

Op verzoek van Jos de Visser (links) ging Robert Baggermans zich verdiepen in de nieuwe manier van hakselen.

De zaagtanden van de shredlagerol staan in een spiraalvorm, waardoor stengel en korrel uit elkaar worden getrokken.

54

GRONDIG 4 2016

Eerste ervaringen goed

Structuurtekort

Cijfers uit Amerika, waar wel uitgebreid onderzoek is gedaan, laten volgens Baggermans zien dat je van deze maïs een hogere productie van één tot twee kilogram per koe per dag mag verwachten. Dat is een getal dat ook Wilfried van Straalen van Schothorst Feed Research, het instituut voor veevoederonderzoek, kent. “Zelf hebben we nog geen onderzoek gedaan, maar op basis van wat we weten en uit de praktijk horen, zijn de eerste ervaringen goed. Positief lijkt vooral dat de korrelinhoud veel beter door de kuil wordt verdeeld. De koe kan daardoor mogelijk het bestendig zetmeel beter verteren, wat met het conventionele hakselen soms problemen geeft.” Een positieve invloed verwacht hij ook van de grotere haksellengte. “Zeker in rantsoenen met veel maïs heeft dat een meerwaarde, omdat maïs met meer grovere en langere delen de koe stimuleert om te herkauwen. Dat is gunstig, omdat hoe meer de koe herkauwt, hoe meer ook voedingsstoffen uit de cellen worden vrijgemaakt”, aldus Van Straalen. Dat de maïs door de grovere lengte meer boven in de pens blijft drijven, gelooft hij niet. “In de huidige veehouderij hebben de koeien eigenlijk altijd een volledig gevulde pens. Het is een massa die continu in beweging is.”

Opvallend blijft dat ondanks het ontbreken van harde getallen over positieve effecten er toch zoveel belangstelling is, vindt Baggermans. “Het komt volgens mij doordat de maïs steeds meer van ruwvoer een soort krachtvoer is geworden. Door de hoge gehalten en goede vertering komt de veehouder in steeds meer rantsoenen structuur te kort. Dat gebeurt zelfs in rantsoenen met veel gras, omdat daar om de vier weken te jong gras wordt gemaaid met weinig structuur. Dat is ook de reden dat je merkt dat veehouders de maïs al minder kort willen hakselen. De mogelijkheid daarvoor bij shredlage en het goede kneuzen prikkelt ongetwijfeld de veehouders. Dat merk je ook, want wekelijks krijg ik vragen en staan er bij melkveehouder De Visser collega’s op de stoep.” Ook bij de loonwerkers leeft het, merkt regiomanager Tom Broekhuizen van Claas-importeur Kamps de Wild. “Wij hebben nu al negen hakselaars of hakselunits voor shredlage verkocht en gezien de vraag verwacht ik dat we dit jaar op vijftien tot twintig systemen komen. Opvallend is dat geen van de veehouders die het systeem het afgelopen jaar testten problemen hebben met de verdichting van de maïs. Ondanks de grove structuur lukt het toch om het product goed vast te krijgen. Dat komt volgens Tom Broekhuizen vooral doordat de stengel nu in de lengterichting is verkleind. “Je merkt dat het spul meer plakt, waarschijnlijk doordat de inhoud van de korrel meer op het blad zit. Doordat ook de spil en de harde stukken stengel zijn verkleind, lukt het juist beter om de boel vast te krijgen. Wel adviseren wij om voor het deel dat je in de zomer voert een broeiremmer toe te voegen.” Belangrijk is ook dat er extra goed wordt vastgereden, omdat het product luchtiger in de kuil komt. “Als loonwerker zul je daarom nog meer zorg aan de kuil moeten besteden. Dat moeten we ook doen, want anders kan het systeem zo weer worden afgeserveerd. Dat zou zonde zijn om daardoor een mooie nieuwe techniek te laten mislukken. Het gaat er nu om dat we met z’n allen de kansen grijpen en zo het voer van de klanten van de loonwerkers verder verbeteren.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok


Compleet in spoorelementen

Gratis app voor mengbaarheid

Yaravita omvat een complete lÄłn spoorelementenmeststoffen. Voor elke spoorelement en secundair element is er een enkelvoudige vloeibare meststof beschikbaar. Ideaal om op het juiste moment exact de juiste dosering toe te passen. En makkelÄłk mengbaar met gewasbeschermingsmiddelen.

AgroCentrum crop nutrients & adjuvants

Importeur: AgroCentrum B.V. | Postbus 76 | 4650 AB Steenbergen, Nederland T. +31 (0)167 - 563 150 | F. +31 (0)167 - 563 983 | info@agrocentrum.nl | www.agrocentrum.nl

Die wil alleen maar maaien

KRONE BiG Pack HighSpeed

Maximale capaciteit door ongestuurde Active Pick-up met actief aangedreven gewasrol HighSpeed = meer persslagen = meer capaciteit Goed gevormde en keiharde balen door de roterende voorkamer VFS en HDP technologie Dubbele knopers; dus geen belasting van het touw en de knoper tijdens het persen

Zuid-Nederland: Ad van den Hurk 0653-241918

Noord-Nederland: Martijn van Middelkoop 0651-346841

www.krone-nederland.nl


BETTER VALUE. SMARTER CHOICE.

RADIAAL BANDEN VOOR MODERNE TRACTOREN

BETTER VALUE.SMARTER CHOICE. Ontworpen voor iedere denkbare toepassing, voert Alliance’s toonaangevend assortiment het veld aan op het gebied van landbouwbanden. Alliance heeft tractorbanden voor veel verschillende soorten machines. FarmPRO II- en FarmPRO 70-banden zijn premium R-1W-banden voor moderne landbouwtractoren. Ze leveren uitstekende tractie en zijn uistekend zelfreinigend zodat de productiviteit in het veld hoog is. Met de nokoverlap in de middellijn zorgen ze ervoor dat de tractor stabiel op de weg ligt en dus soepel over harde oppervlakken rijdt. Het 365 Agristar assortiment daarentegen bestaat uit banden met geringe hoogte-breedteverhouding, zowel voor de voor- als de achteras van tractoren met motoren met vele PK’s. Uitstekende tractie, zelfreiniging, grote stabiliteit en prima wegprestaties zijn de kenmerken van dit soort banden. Door de radiale tractorbanden van Alliance krijgt de slimme boer meer waar voor zijn geld.

SPROEIMACHINE / 4WD Tractor SPUITMACHINE

FarmPRO II Alliance Tire Europe BV: De Entree 59

FarmPRO 70

MFWA

OOGSTMACHINE

365

1101 BH Amsterdam Zuidoost - The Netherlands. Tel: +31 (0) 20 2184 770 • Fax: +31 (0) 20 2184 771 Contact: info.europe@atgtire.com • www.atgtire.com


ondernemen met

vaktechniek

ECONOMIE

CUMELA-Kompas Analyse: schommelende machinekosten

IN KORT BESTEK Inschrijven is niet vrijblijvend Beste Helmy, Ik heb ingeschreven op een aanbesteding. Na opening van de enveloppen blijkt dat wij de laagste inschrijver zijn. Tot onze schrik is het verschil met de opvolger erg groot. Onmiddellijk daarna hebben wij intern onderzocht of er een calculatiefout gemaakt is. Dit blijkt inderdaad het geval te zijn. Kan ik mij zonder schade terugtrekken?�

Beste aannemer,

In de afgelopen veertien jaar zijn de machinekosten per bruto marge van de verschillende bedrijfstypen wat verder uit elkaar komen te liggen. Bij de agrarische loonbedrijven en gemengde bedrijven zien we dat deze met ongeveer vijf procent zijn gestegen, terwijl we bij de grondverzetbedrijven een daling met een vergelijkbaar percentage zien. Wat vooral opvalt, zijn de schommelingen door de jaren heen. In de laatste twee Ă drie jaar zien we een afname van de machinekosten. De belangrijkste verklaring hiervoor is het toegenomen werkaanbod, waardoor de machinekosten, die relatief stabiel zijn, op een grotere omzet drukken. Ook de beperkte investeringen van de laatste jaren spelen een rol, waardoor de afschrijvingen dalen. Wat duidelijk opvalt bij de grondverzetbedrijven zijn de flink lagere machinekosten in 2004 en 2014, telkens net na de economische crisis in respectievelijk 2002-2003 en 2008-2013. Het laat zien dat bij een tegenvallende omzet de machinekosten ook nog sterker op het resultaat drukken. Gecombineerd met lagere investeringen bij slechte marktomstandigheden zorgt dit ervoor dat in een jaar na een crisis, wanneer het werk aantrekt, ook de kosten flink dalen. Bij de agrarische en gemengde cumelabedrijven zien we in de machinekosten de ontwikkeling terug dat bedrijven kiezen voor duurdere machines met meer capaciteit. Als gevolg daarvan dalen de arbeidskosten, maar stijgen de machinekosten duidelijk. In dit overzicht bestaan de machinekosten uit afschrijvingen, reparatie en onderhoud, brandstof, verzekeringen, huur en overige machinekosten. Via de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse zijn veel gegevens over de periode 2001-2014 beschikbaar waarmee de bedrijfseconomische trends in de cumelasector kunnen worden vastgesteld. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELAKompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op telefoonnummer (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.

De aanbestedende dienst beoordeelt de inschrijving op rechtmatigheid. Op de eerste plaats gaat het dan om de inschrijfdocumenten en de inschrijvingsvereisten. Vervolgens controleert de aanbesteder de inschrijvingsstaat van de laagste inschrijver volgens artikel 01.01.04 van de RAW. Vrij vertaald staat er in dit artikel dat elke op te geven prijs per eenheid respectievelijk totaalbedrag van een resultaatsverplichting een afspiegeling moet zijn van de werkelijke kosten die moeten worden gemaakt. Als de aanbesteder hieraan twijfelt, kan hij contact opnemen en vragen om een verklaring, conform artikel 2.27.1. ARW. Geen goede onderbouwing kan leiden tot afwijzing! De aanbesteder heeft het recht om een abnormaal lage aanbieding af te wijzen, maar is dit niet verplicht. Wat echter als de opgegeven prijs niet exorbitant laag is, maar u bij nader inzien het werk toch niet voor de aanneemsom wilt uitvoeren. Een inschrijving wordt, na verloop van de inschrijftermijn, aangemerkt als een onherroepelijk aanbod als bedoeld in artikel 6:219 BW. Simpel gezegd: u kunt er niet meer van af! Als u weigert tot uitvoering over te gaan, is paragraaf 46, lid 1, van de UAV van toepassing. De opdrachtgever is hierbij gerechtigd het werk voor rekening van de aannemer te voltooien of te doen voltooien, onverminderd het recht van de opdrachtgever op schadevergoeding. De aanbesteder zal er dan vaak voor kiezen om het werk te laten uitvoeren door de opvolger bij de aanbesteding. Het verschil tussen beide inschrijfcijfers zal dan als schadevergoeding worden gevorderd van de oorspronkelijke aannemer. Hiermee voldoet de aanbesteder aan het gestelde in paragraaf 46, lid 6, van de UAV dat de kosten voor de aannemer voortvloeiend uit de toepassing van de bepalingen in paragraaf 46 binnen redelijke grenzen blijven. Kortom, inschrijven is niet vrijblijvend: u doet een onherroepelijk aanbod!

Helmy Coenen adviseur GWW

GRONDIG 4 2016

57


ondernemen met

cumela

CUMELARIA

ZILVER VOOR TROMP ZUIDERWOUDE Vanwege het 25-jarig bestaan van het bedrijf hadden Kees Tromp en zijn medewerkers het machinepark gepoetst en de deuren op 23 april opengesteld voor publiek. Daar werd door collega’s, klanten, buurtbewoners en belangstellenden volop gebruik van gemaakt. Bestuurslid en collega Kees Huiberts sprak de ondernemer toe, blikte terug op de oprichting van het bedrijf en vertelde hoe het bedrijf in de loop der jaren is gegroeid in werknemers, machinepark en klanten en opdrachtgevers. Als blijk van waardering en felicitatie met het 25-jarig jubileum spelde bedrijvenadviseur Ada Kieft de zilveren CUMELA-speld bij Kees Tromp op. De ondernemer en zijn partner Carla werden samen met bestuurslid van Noord-Holland Cindy Schilder in het zonnetje en in de bloemen gezet.

GEBR. VAN DE POEL VIERT JUBILEUM IN NIEUW PAND Voor het vieren van het vijftigjarig bestaan werd door Gebr. van de Poel BV uit Oud Ade gewacht tot het nieuwe bedrijfspand gereed was. Op vrijdagmiddag 15 april richtte Dammie van de Poel het woord tot de grote menigte die was gekomen voor de officiële openingshandeling. De dank die Dammie uitsprak aan zijn personeel en aan de grondleggers van het bedrijf, oom Bram en vader Dammes, ging gepaard met zichtbare emoties. Voor iedereen was dit het mooiste moment van de dag. De ondernemer maakte ook van de gelegenheid gebruik om afscheid te nemen van de oudste en trouwste werknemer. Jan van der Leijden ging na 47 jaar met pensioen. Dat Dammie ook nadenkt over de continuïteit van zijn bedrijf bleek uit het nieuws dat planner Jeroen Brugman medeeigenaar van het bedrijf wordt. Uit handen van bedrijvenadviseur Nico Willemsen ontving Dammie van de Poel de gouden CUMELA-speld.

KNOOP BAGGERWERKEN BV VIERT 25-JARIG BEDRIJFSJUBILEUM Jakob Knoop begon in 1990 samen zijn toenmalige compagnon Van der Es met baggerwerken. Vanaf 2001 ging Jakob verder onder de naam Knoop Baggerwerken. Het bedrijf in Tynaarlo ontwikkelde daarvoor in eigen beheer diverse specifieke machines. Jakobs vrouw Gea werd later ook werkzaam in de zaak. Zij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de groei en ontwikkeling van Knoop en Waterking. Nu staat er een holding met drie dochterondernemingen: Knoop Machinery, Waterking en Knoop Dredging. Uit handen van afdelingsvoorzitter Henk Bousema ontvingen Jakob en Gea de zilveren CUMELA-speld en -hanger. Als kers op de taart namen ze bij het jubileum een nieuw kantoorpand in gebruik.

BENNIE HOENINK 65 JAAR Bennie Hoenink werd afgelopen jaar 65 jaar en ook bestond het gelijknamige cumelabedrijf uit Enschede 65 jaar. Op 2 april 2016 werd dit door middel van een open dag gevierd. Vader Gerrit Hoenink startte met melkbussen rijden plus daarnaast overig loonwerk. Na twee jaar werd het melkrijden overgedaan aan een ander. Hoenink is nu actief in grondverzet, loonwerk (zoals gewasbescherming en balen maken) en gladheidbestrijding voor particulieren en bedrijven. Ook handelt het bedrijf onder meer in zand, stro en gewasbeschermingsmiddelen. Hoenink werkt met twee tot drie zzp’ers. Dankzij de aanpassing van de N18 heeft het bedrijf sinds januari van dit jaar een schitterende nieuwe locatie. Het speldje voor Bennie Hoenink werd uitgereikt tijdens de contactdag Overijssel. Jannie Wissink ontving op de open dag een gouden collier.

58

GRONDIG 4 2016


GEKRUID DAAN KOOL LID IN DE ORDE VAN ORANJE-NASSAU De gemeente Zederik telde op dinsdag 26 april vijf gedecoreerden. Daan Kool was één van hen. Nietsvermoedend was hij naar de uitreiking gelokt. De uitleg was helder: vrijwilliger van de Hervormde Gemeente Lexmond, van 19872008 ouderling en lid van het moderamen, sinds 1993 voorzitter van de Mannenvereniging Calvijn, sinds 2004 lid van het comité Psalmavonden, sinds 2008 bezoekbroeder en sinds 2010 lid van de kringraad. Daarnaast was Daan van 1990-1996 hoofd dijkwacht bij het Waterschap Rivierenland. Sinds 1990 is hij bestuurslid van CUMELA Nederland, kring Alblasserwaard-Vijfheerenlanden en sinds 2008 is hij penningmeester. Ook maakte hij twaalf jaar deel uit van het bestuur van de afdeling Zuid-Holland van CUMELA Nederland. Daan Kool wordt gekenschetst als verbinder van mensen en organisaties. Daan, van harte gefeliciteerd!

1 APRIL: 25 JAAR NIELS BES Op vrijdag 1 april vierde werknemer Niels Bes zijn 25-jarig dienstverband bij Loonbedrijf Fa. Gebr. Nannes in Warmenhuizen. Ter gelegenheid van dit heuglijke feit gingen werkgevers en werknemers en hun partners naar Strandpaviljoen Struin in Camperduin. Werkgever John Nannes sprak Niels Bes toe en vertelde een aantal leuke anekdotes. HIj sprak zijn dank uit voor het feit dat hij al die jaren op hem kon rekenen. Van bedrijvenadviseur Ada Kieft kreeg Niels de zilveren CUMELA-speld en bloemen voor 25 jaar trouwe dienst bij een werkgever in de cumelasector. Dat is een felicitatie waard!

Werkplekinspecties Enkele weken geleden waren de auditors voor de externe audit weer op bezoek op ons bedrijf. Bij het doornemen van de VCA-afspraken kwamen zij tot de conclusie dat we jaarlijks 120 werkplekinspecties zouden moeten doen. Voor één vaste uitvoerder binnen ons bedrijf is dat toch wel heel veel. Die interpretatie maakt het als bedrijf lastig om op voorhand goed voorbereid te zijn op een audit. Daar heb ik direct mee te maken, want binnen Van Stipdonk Landschapsinrichting mag ik alles wat betrekking heeft op onze certificaten ISO9001, VCA**, Groenkeur BRL Groenvoorziening, ErBO, PSO en tegenwoordig ook de CO2prestatieladder - oftewel ons handboek - up-to-date houden. De kunst is om tijdig weer de puntjes op de ‘i’ te zetten, zeker omdat ik ervan hou om ruim op tijd alles te hebben bijgewerkt en gecontroleerd. Hierbij ben ik wel deels afhankelijk van mijn collega’s. Daar wringt het dus ook wel, want de keuze tussen prioriteit geven aan werk voor onze klanten of prioriteit geven aan ons handboek is dan een lastige. Het werk buiten gaat altijd voor, toch? Maar ja, zonder handboek - ofwel het borgen van je kwaliteit en dergelijke geen certificaat, dan dus ook geen mogelijkheid om te voldoen aan de eisen van de opdrachtgevers, dus geen werk. Voor ons zijn het handboek en de daarbij behorende procedures en formulieren erg belangrijk om zo efficiënter en maatschappelijk verantwoord te werken en eenduidige communicatie naar alle betrokkenen met betrekking tot ons bedrijf en de werkzaamheden te bewerkstelligen. Het registreren en controleren van zaken die nodig zijn om een certificaat te behalen, doen we omdat het ons wat opbrengt. Het handboek moet dan wel werkbaar zijn en moet het ook blijven. Daarom zijn we de discussie met de auditors aangegaan om gezamenlijk tot een goede afspraak te komen over de werkplekinspecties. Door uit te leggen wat ons bedrijf precies doet en welke soorten werkzaamheden en welke seizoenen we kennen, kwamen we uiteindelijk uit op ongeveer 40 stuks per jaar. Dit is toch een minder grote belasting en ook praktischer, waarbij we nog zeker voldoende checken of onze mensen veilig werken. Anders wordt het voor ons gevoel meer een lijstje om af te vinken dan een werkbaar formulier en dat willen we niet.

Merel van Stipdonk-van Riel Van Stipdonk Landschapsinrichting BV, Geldrop

GRONDIG 4 2016

59


Advies inzake milieu en omgeving Uw juridisch adviseur omgevingsrecht helpt u goed op weg Op zoek naar een deskundige die u ondersteunt bij handhavingskwesties, vergunningen, bestemmingsplannen etc.?

Uw juridisch adviseur omgevingsrecht helpt en begeleidt o.a. bij: > Vergroten bedrijfsoppervlakte en/of uitbreiding gebouwen > Milieumeldingen en/of milieuvergunningen > Het adviseren in geval van handhaving > Ruimtelijke ontwikkelingen in uw omgeving > Beoordelen bestemmingsplannen

Meer informatie Neem contact op met CUMELA Advies via telefoonnummer (033) 247 49 40 of advies@cumela.nl. Wij helpen u graag goed op weg.

26 T/M 28 MEI 2016 stand nr. 143

RoAd BV | Harselaarseweg 105-107 | 3771 MA Barneveld | +31 (0) 342 - 41 61 08 | info@roadbarneveld.nl

WWW.ROADBARNEVELD.COM


26 t/m 28 mei 2016 Nobelhors t, Almere www.TKD .nl

TKD: altijd in beweging


ondernemen met

cumela

“Niet alle risico’s zijn uit te sluiten” Steeds meer cumelaondernemers worden zich bewust van het nut van de risico-inventarisatie & -evaluatie. Loon- en grondverzetbedrijf Fa. R. de Regt uit Etten-Leur betrekt de medewerkers er actief bij. “Dat zorgt voor betrokkenheid en draagt bij aan de veiligheid op het bedrijf.” zeggen: ‘Het gaat al twintig jaar goed zo’, maar toch kan het een keer verkeerd gaan. Ik probeer altijd met werkgevers in gesprek te gaan om ze te overtuigen van het nut. Een geblesseerde werknemer kost meer dan een slang verlengen.”

Wettelijk verplicht

Hij zat te dicht op de band van de waterwagen tijdens het bijpompen van een band. Een gewoonte. De slang is nu eenmaal niet langer, maar volgens de regels van de risico-inventarisatie & -evaluatie is dit wel degelijk een gevaarlijke situatie en moet de slang of langer zijn, of moet de band worden opgepompt in een aparte kooi. “Het blijft een lastige situatie”, zegt Conny de Regt van loon- en grondverzetbedrijf Fa R. de Regt in Etten-Leur, die met het geval werd geconfronteerd. “Vaak doen de jongens dit even tussendoor. Een kooi is een behoorlijke investering. We willen nu na de risico-inventarisatie wel de slang gaan verlengen, zodat de jongens achter de band kunnen blijven als ze aan het oppompen zijn. Dat maakt de situatie wel veiliger.” Afgelopen najaar kreeg het bedrijf veiligheidsdeskundige Peter Bredius van Stigas over de vloer om de risico’s van het bedrijf in kaart te brengen. Hij komt vaker dit soort situaties tegen. “Vaak worden dingen even snel zus of zo gedaan, maar toch brengt het een extra risico met zich mee. Sommigen

Risico-inventarisatie & -evaluatie Met een risico-inventarisatie & -evaluatie worden de gezondheids- en veiligheidsrisico’s op het bedrijf in kaart gebracht. De werkgever maakt deze voor de mensen die er werken, de gezinsleden en voor bezoekers. Veel risico’s zijn al met kleine aanpassingen en weinig kosten weg te nemen. Een risico-inventarisatie & -evaluatie voorkomt ongevallen, ziekteverzuim en langdurige arbeidsongeschiktheid. De risicoinventarisatie & -evaluatie is een wettelijke verplichting. Voor het cumelabedrijf moet die door een externe veiligheidsdeskundige worden getoetst als het bedrijf meer dan 25 medewerkers heeft of als dat nodig is voor VCA. Actualisatie dient te gebeuren om de vier jaar, bij VCA om de drie jaar, of als er een grote verandering heeft plaatsgevonden, zoals een verhuizing of de aanschaf van een nieuwe machine. Voor meer informatie: www.stigas.nl. Of bel met de servicedesk: (085) 044 07 00.

62

GRONDIG 4 2016

De risico-inventarisatie & -evaluatie is wettelijk verplicht (zie kader). Bij de meeste cumelabedrijven is VCA de grootste drijfveer. De risico-inventarisatie & -evaluatie is daar onderdeel van. Maar ook bij andere werkzaamheden wordt er steeds vaker om gevraagd. “Denk aan agrarische loonbedrijven”, stelt Bredius. “De risico-inventarisatie & -evaluatie maakt steeds vaker onderdeel uit van voedselveiligheidscertificaten.” Hij merkt dat het bewustzijn bij werkgevers de laatste jaren aan het toenemen is. “Een risico-inventarisatie is niet meer en niet minder dan op een rijtje zetten wat de potentiële risico’s voor veilig en gezond werken in je bedrijf zijn. Vervolgens komt het belangrijkste deel, namelijk het evalueren. Wat zijn de grootste risico’s, die je het eerste wilt aanpakken? Enkele jaren geleden werd de risico-inventarisatie & -evaluatie echt gezien als iets wat moest. Nu zien werkgevers de meerwaarde ervan in en zijn ze bereid om aandachtspunten voor verbetering op te pakken. Zo waren gehoorbeschermers tien jaar geleden nog een uitzondering, nu worden ze gezien als gemeengoed”, aldus Bredius. Dat komt deels door de nieuwe generatie cumelaondernemers, meent hij. “De nieuwe generatie krijgt arbeidsveiligheid ook als vak op school. Ze zijn gewend aan meer papierwerk dan de oudere generatie en staan er dan ook welwillender tegenover.”

In toolboxmeetings Bij De Regt wordt niet alleen gewerkt met het invullen van een standaardformulier, zoals bij veel bedrijven met minder dan 25 werknemers wordt gedaan. De Regt gebruikt toolboxmeetings om de risico-inventarisatie & -evaluatie onder de negen medewerkers toe te lichten en te bespreken. “Op deze manier zorgen we voor betrokkenheid onder de medewerkers, zodat ze zich ook daadwerkelijk aan de voorgenomen aanpassingen houden”, stelt Conny. “Daarnaast geven we op deze manier ook het personeel de mogelijkheid om te reageren en tips aan te dragen. Vaak worden er wel zaken tussen het werk door gezegd, maar dat vergeet je dan net op te schrijven. Bij toolboxmeetings wordt alles genoteerd.” Zo wordt er bij de aanschaf van nieuwe machines rekening gehouden met de wensen van het personeel: de net bestelde trekker is uitgerust met voorasvering. Ook merkt De Regt dat


RI-E helpt veiligheid

medewerkers elkaar onderling wijzen op veiligheid. “Ze wijzen elkaar op het opruimen van de spullen om de vloer schoon te houden. Ze zien in dat dat bijdraagt aan veiligheid.” Ook de planner van het bedrijf speelt een rol in de risicoinventarisatie & -evaluatie. Hij houdt rekening met de persoon op de kraan of trekker. “We hebben een medewerker met rugklachten. Een hele dag stil zitten op een kraan of trekker houdt hij niet vol. Onze planner probeert voor hem variatie in het werk te brengen, waardoor hij zo nu en dan voor een kort klusje even uit zijn kraan kan.”

Niet alles uit te sluiten Veel voorkomende risico’s liggen op het gebied van geluid, lichamelijke belasting en het afschermen van de aftakastussenas. Ook zelfbouw is echter een groot aandachtspunt in de cumelasector. “De sector staat toch bekend om veel zelfgebouwde of verbouwde machines. Deze zelfbouw maakt het werk misschien wel gemakkelijker, maar de machine voldoet vaak niet aan de verplichte machinerichtlijnen (CE) en veiligheidsaspecten. Het is belangrijk daarbij stil te staan en zo nodig aanpassingen te doen.” Het werken langs de weg, het hijsen met grondverzet­ machines en het keuren van machines zijn onderwerpen die vaak wel in orde zijn. “Als er iets moet veranderen, gaat het vaak om kleine aanpassingen, waardoor het toch weer een stukje veiliger wordt”, stelt Bredius. “Niet alles hoeft meteen te worden aangepast. Het plan van aanpak is een meer­ jarenplan. Het gaat om prioriteiten stellen.” Toch vallen niet alle risico’s uit te sluiten. Ook niet met een risico-inventarisatie & -evaluatie, weet Bredius. “We proberen alle risico’s in kaart te brengen op een bedrijf, maar je kunt niet alles inschatten. Laatst ben ik met een ondernemer meegegaan naar de rechtbank, omdat er bij zijn bedrijf een trilblok uit de graafmachine was gevallen was met dodelijke afloop. Dat risico stond niet beschreven in de risico-inventarisatie & -evaluatie. De vraag is altijd: hoever ga je? De Inspectie SZW heeft gemakkelijk praten, want die oordeelt achteraf. Wij moeten de risico’s van tevoren inschatten. Impliciet houdt het ook in dat je bepaalde kleine risico’s accepteert. Belangrijk is wel dat de medewerkers dan weten dat die risico’s er zijn en hoe zij daarmee moeten omgaan.” Sectorkennis is daarbij erg belangrijk, stelt hij. “Met een standaard vragenlijst breng je wel structuur aan, maar de sector is zo divers dat het belangrijk is om ook daarbuiten te kijken. Ik raad dan ook elke werkgever aan, ook al heeft hij minder dan 25 medewerkers, een externe veiligheidsdeskundige in te schakelen.” Voor De Regt was de actualisatie van de risico-inventarisatie & -evaluatie wel weer even een goed moment om alles onder de loep te nemen. “We kunnen nu weer de puntjes op de i zetten”, zegt Conny. “Zo blijft het afschermen van de aftakastussenas een aandachtspunt, maar met sommige dingen kun je niet meer doen dan ze aankondigen. Dat medewerkers gebruik kunnen maken van een bedrijfsarts bijvoorbeeld. Er gaat weinig mis, dus ik denk dat we al veel goed doen.”

Vloeibare kunstmest wordt standaard op een pallet gezet, zodat deze gemakkelijk met de shovel is te verplaatsen.

Lampje vervangen. Veiligheid en zichtbaar zijn in het verkeer zijn ook onderwerpen die te maken hebben met de risico-inventarisatie & -evaluatie.

De heftruck maakt het sjouwen gemakkelijker.

Aftakastussenassen zijn op veel loonbedrijven nog steeds een aandachtspunt.

TEKST: Marjolein van Woerkom FOTO’S: Marjolein van Woerkom en Stigas

GRONDIG 4 2016

63


ondernemen met

cumela

CUMELA.NL

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

VOORLICHTINGSBIJEENKOMSTEN ‘IN DE WAR ZONDER VAR?’ CUMELA Nederland organiseert drie voorlichtingsbijeenkomsten rond het verdwijnen van de VAR. De VAR heeft per 1 mei 2016 plaats gemaakt voor de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA). In de bijeenkomsten zetten we uiteen wat de gevolgen van deze nieuwe wet zijn. Daarnaast zal er volop ruimte zijn om uw vragen te stellen. Bent u ondernemer zonder personeel of huurt u regelmatig zzp’ers in? Dan adviseren wij u één van de bijeenkomsten te bezoeken. We ontmoeten u graag! Via ­Cumela. nl meldt u zich aan voor één van de bijeenkomsten in Uden (31 mei), Dordrecht (2 juni) of Heerenveen (6 juni).

OOK OP CUMELA.NL • Cao Bouw & Infra bindend verklaard • Arbocatalogus uitruimen van kassen • Verbod chemische onkruidbestrijding op verhard oppervlak • De nieuwe Wet natuurbescherming (WNB) • Politie controleert weer op landbouwverkeer

LEERLINGEN MET VEILIGHEIDSCERTIFICAAT OP STAGE Leerlingen die op een AOC een opleiding in de richting van groene ruimte, milieu of loonwerk volgen, worden in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan hun stageperiode hun B-VCA-certificaat te halen. Elke leerling krijgt voortaan tijdens zijn lessen op school de inhoud van het VCA certificaat. Met een B-VCA-diploma heeft de leerling basiskennis van VGM (Veiligheid, Gezondheid en Milieu) zoals die wordt geëist door VCA. Er bestond onduidelijkheid over wanneer het veiligheids­certificaat moest worden behaald en wie hiervoor verantwoordelijk was. In het convenant zijn hier nu afspraken over gemaakt. Branchevereniging VHG, CUMELA Nederland en AOC Raad tekenden dit convenant afgelopen week.

CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN Deze digitale Grondig-artikelen lezen leden gratis op Cumela.nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt downloaden en printen. • Leveren van voedermiddelen. Per 1 januari 2016 zijn er nieuwe eisen van kracht geworden. • Rij je voorzichtig? Over de kunst van persoonlijke aandacht, enthousiasme en het vieren van successen. • Grote bedrijven, grote risico’s. Risico’s bij het hakselen van gras. • Better safe than sorry. Het belang van een (werkende) back-upvoorziening. • Knolcyperus, een hardnekkig onkruid. Wat is er bekend en hoe bestrijd je het?

64

GRONDIG 4 2016

MACHINISTENKAMPIOENSCHAPPEN 2016 Op zaterdag 9 april vonden de machinistenkampioenschappen Alblasserwaard-Vijfheerenlanden plaats. Het was een zonnige dag met veel fanatieke deelnemers en geïnteresseerde bezoekers. De organisatie heeft de jeugd deze dag kunnen enthousiasmeren voor het mooie werk in onze sector. De wedstrijden waren weer onderverdeeld in drie categorieën deelnemers: de beroepsmachinisten, de leerlingmachinisten en een speciale categorie voor de jeugd. Tot het einde van de dag bleef het spannend wie de winnaar zou worden. Uiteindelijk was Jan de Groot van loonbedrijf A. van Kekem winnaar van de beroepsmachinisten. Op www.machinistenkampioenschap.nl leest u meer over het evenement en vindt u een uitgebreid fotoverslag.

AANPASSING WET WERK EN ZEKERHEID De vele protesten van werkgevers en werkgeversorganisaties, waaronder CUMELA Nederland, tegen elementen uit de Wet werk en zekerheid hebben minister Asscher doen besluiten een aantal wijzigingen aan te brengen. Belangrijk is dat de cao-partijen afspraken mogen maken over een gelijkwaardige voorziening voor de transitievergoeding en dat de tijd tussen twee contracten voor seizoenswerk wordt teruggebracht naar drie maanden. De verwachting is dat de wijzigingen (behalve die inzake de ketenregeling) per 1 januari 2018 zullen ingaan.


CAO LEO-ONDERHANDELINGSRESULTAAT CUMELA Nederland, FNV Agrarisch en Groen, CNV Vakmensen en Vakvereniging Het Zwarte Corps hebben een onderhandelingsakkoord voor een nieuwe CAO LEO afgesloten. Deze cao begint op 1 mei 2016 en eindigt op 30 juni 2017. Er zijn afspraken gemaakt over loonontwikkeling en er is overeenstemming bereikt over diverse aanvullende arbeidsvoorwaarden. Er wordt met deze cao uitvoering gegeven aan de Wet werk en zekerheid en het sociaal akkoord. Partijen hebben tevens afgesproken om de uitdagingen rondom arbeidstijden dit jaar nader te onderzoeken en uit te werken. De sociale partners gaan nu hun achterban informeren en raadplegen.

WERKBEZOEK MIDDEN-HOLLAND Gedeputeerde Floor Vermeulen bezocht samen met een groot aantal verkeerswethouders uit Zuid-Holland op maandag 11 april de Krimpenerwaard. Aanleiding was het rapport ‘Landbouw- en zwaar vrachtverkeer Midden-­Holland’. CUMELA Nederland had in samenwerking met Ligtermoet & Partners en de regio Midden-Holland een interactief programma samengesteld. Het was een informatief én actief werkbezoek, waarbij de bevindingen uit het rapport zijn toegelicht en de geconstateerde punten in de praktijk werden ervaren.

VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL • Hoeveel BHV’ers moeten er op een bedrijf aanwezig zijn? • Ik ben gebeten door een teek. Wat nu? • Hoe lang moet ik mijn arbeidsovereenkomsten bewaren zodat de Belastingdienst kan vaststellen of de WW-premie juist is afgedragen?

• Moet ik het btw- en KvK-nummer van mijn bedrijf op de website vermelden? • Onze werknemer is bij de vrijwillige brandweer. Hoe gaan we om met loonbetaling en eventuele arbeidsongeschiktheid als gevolg van een uitruk?

VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de voorzitters van CUMELA Nederland. Deze editie Wim van Mourik, voorzitter van CUMELA Nederland.

Profilering en imago Imago is het woord dat deze week twee keer aan mij voorbijkomt. De eerste keer bij een infra-uitvoerder die een projectleider van de bouw te woord stond. De bouwuitvoerder wilde dat iets direct werd uitgevoerd en wenste er eigenlijk niet voor betalen. Waarop de wegenbouwer antwoordde: “Als het snel en bijna voor niets moet, bel je maar een loonwerkertje.” Ik dacht: is dit het beeld, is dit ons imago? Imago is namelijk het beeld dat anderen van jou hebben. De tweede keer ging het over imago bij een artikel genaamd ‘Boerenverstand’ op Facebook, geschreven door een jonge agrariër over de teruggang van het aantal weidevogels, die werd toegeschreven aan boeren die nesten kapot maaien en onderploegen. Dat was het beeld wat anderen ervan hebben, terwijl dat natuurlijk niet zo is. Wij kennen onze agrarische klanten en maaien en ploegen tenslotte ook zelf. Imago: het beeld dat anderen van je hebben. Om dat te veranderen of om te voorkomen dat zo’n beeld ontstaat, moeten we ons beter profileren. Als je je profileert, presenteer je een bepaald beeld en benadruk je waarvoor je staat. Dat profileren mogen wij in de sector meer doen. Heeft u direct een antwoord op de vragen “Waar bent u van?”, “Waar staat u voor?” en “Wat doet een cumelabedrijf?” Ik wil u raden om aan een persoonlijke pitch te werken om zodoende vlot en duidelijk antwoord te kunnen geven op deze vragen. Dan profileert u zichzelf en werkt u aan uw imago. En als dat lukt, zou het mooi zijn als u in de toekomst nog verder gaat en een beeld kunt geven bij de hele cumelasector. Ik geef u vast wat feiten en cijfers: 3000 bedrijven in groen, grond en infra, 30.000 medewerkers, jaaromzet 4 miljard euro, maait 11.000 kilometer bermen en 140.000 kilometer sloten, verricht 70 procent van al het grondverzet, verzorgt de aanleg en het onderhoud van 10.000 hectare sportvelden, houdt 60 procent van alle wegen ijs- en sneeuwvrij, rooit 90 procent van alle bieten, oogst 60 procent van alle maïs en vervoert jaarlijks ruim 25 miljoen ton organische mest. Als we dit delen en uitstralen, werken we dus gezamenlijk aan een beeld zoals we gezien willen en ­mogen worden, een sector om rekening mee te houden. Dan werken we dus gezamenlijk aan onze profilering en ons imago.

VOORKOMEN VAN LONGZIEKTEN CUMELA Nederland is een samenwerking aangegaan met de Long Alliantie Nederland om longziekten in de cumelasector te voorkomen. Het project wordt gesubsidieerd door de overheid. De werkzaamheden in de cumelasector zijn divers. Daarbij worden zeer verschillende stoffen en gassen ingeademd. De komende tijd wordt aandacht besteed aan de bewustwording hiervan door middel van toolboxen.

Wim van Mourik Voorzitter CUMELA Nederland

GRONDIG 4 2016

65


MILIEU Slibvangput en olieafscheiders regelmatig controleren

ondernemen met

cumela

Veel bedrijven blijken de actuele regelgeving inzake olieafscheiders niet te kennen. Het niet naleven van de regels kan leiden tot forse sancties van het bevoegd gezag, zeker nu er meer op wordt gecontroleerd door speciaal opgeleide ambtenaren. Wat moet de ondernemer regelen zodat alles netjes voor elkaar is bij milieucontroles?

maken. Houd bij de aanleg rekening met het feit dat zowel de aanvoerleiding naar de olie- en afscheider als de verbindingen in de leiding dienen te worden uitgevoerd in een materiaal dat bestendig is tegen minerale oliën en vetten. Maak dus gebruik van HDPE/PE-buizen. PVC-buizen zijn namelijk niet bestendig tegen minerale oliën en vetten. Met uitzondering van tank­ stations stellen de algemene regels geen specifieke eisen aan het plaatsen van een olieafscheider, maar houd altijd rekening met de eisen zoals gesteld in de handleiding van het product.

Onderhoud Alle onderdelen van de olieafscheider die regulier moeten worden onderhouden, moeten altijd bereikbaar zijn. Onderhoud aan het systeem moet ten minste één keer per zes maanden worden uitgevoerd door vakkundig personeel. Het onderhoud moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en bevat ten minste de volgende onderdelen: • Slibvanggedeelte: bepaling slibvolume. • Afscheider: meting dikte olielaag, controle functionering automatische vlotter, controle van het waarschuwingsinstrument. • Bemonsteringsschacht: schoonmaken van het afvoerkanaal.

Bij het lozen van oliehoudend afvalwater in het vuilwaterriool is de standaardlozingseis (BBT) maximaal 20 milligram minerale olie per liter in enig steekmonster. Deze hoeveelheid komt overeen met één druppel olie in een emmer water. Het is dus heel weinig. Komt het water boven deze norm, dan is een slibvangput met olieafscheider noodzakelijk. Een combinatie van slibvangput en olieafscheider moet voldoen aan NEN-EN 858-1 (met wijzigingsblad A1) en -2. Voor aanschaf dient u bijvoorbeeld een capaciteitsberekening (ofwel doorstroomcapaciteit in liter per seconde) van de afscheider te

66

GRONDIG 4 2016

Olie en slib moeten zo nodig worden verwijderd. Als olie en slib zijn verwijderd, moet de afscheider worden gevuld met schoon water. Ledigen moet als de slibopvangruimte in de put voor 50 procent is gevuld met slib en/of de ruimte bedoeld voor olieopslag voor maximaal 80 procent. We noemen dit het slib of olie verzamelende vermogen van de installatie. Naar gelang de uitkomsten van het reguliere halfjaarlijkse onderhoud van de olieafscheider zoals dat in de NEN-EN 858-1 en 2 is omschreven, zal de afscheider dienen te worden geleegd. Het is dus niet noodzakelijk om elk half jaar de put te ledigen. Het onderhoud dient volgens NEN-EN 858-2 plaats te vinden door vakkundig personeel. Het enige criterium is dat de persoon in kwestie vakbekwaam is. Dat kan dus ook de ondernemer zelf zijn of een medewerker van het bedrijf. Uiteindelijk is het ter beoordeling van het bevoegd gezag of de persoon vakbekwaam is (zie kader).


CAO & ZO Vakbekwaam Noch het Activiteitenbesluit, noch NEN-EN 858(-2) stelt eisen aan de mensen die de werkzaamheden aan de olieafscheider moeten uitvoeren, behalve dat diegene ‘vakbekwaam’ moet zijn. Wanneer u deze kennis zelf niet heeft, zijn er natuurlijk gespecialiseerde bedrijven die (een deel van) de werkzaamheden uit handen kunnen nemen. Het aanschaffen van het juiste gereedschap is kostbaar en sommige werkzaamheden vragen veel kennis. Realiseer dat ­eigenaren c.q. gebruikers van olieafscheiders aansprakelijk zijn voor mogelijke bodemvervuiling als het gevolg van lekkage.

De inhoud van een olieafscheider (en van de bijbehorende slibvangput) is gevaarlijk afval en moet dan ook worden ingezameld door een erkende inzamelaar. De ondernemer mag de olieafscheider wel zelf leeg halen, maar het verdient de voorkeur om ook dit door de inzamelaar te laten doen. De ondernemer moet ­namelijk altijd kunnen aantonen wat er met het gevaarlijk afval (en dus ook de olie) gebeurt. Dit kan bijvoorbeeld door het overleggen van een onderhoudscontract met een erkende inzamelaar.

Registratie De NEN-EN stelt ook dat er van het onderhoud een registratie wordt bijge­houden, die beschikbaar is voor het bevoegd gezag. Het past ook binnen de zorgplicht dat van de ondernemer wordt verwacht dat hij bijhoudt wanneer de ­afscheider is geleegd en gereinigd en wanneer er onderhoud is gepleegd. Deze registratie kan gezien worden als een logboek en is dus via de NEN-EN wettelijk verplicht. In aanvulling op het halfjaarlijkse onderhoud staat er een vijfjaarlijkse controle in de NEN-EN 858-2. In intervals van maximaal één keer per vijf jaar moet de afscheider worden geleegd en aan een algemene controle worden onderworpen. Deze controle omvat de volgende aspecten: • Lekkage van het systeem. • Controle van de constructie. • Controle van eventueel aangebrachte coatings. • Het functioneren van de verschillende onderdelen. • Het functioneren van elektronische instrumenten en installaties. • Controle van de instelling van de automatische afsluiting, bijvoorbeeld drijvende bestanddelen.

Forse sancties Zorgelijk is dat bedrijven regels niet naleven: ze doen geen halfjaarlijkse inspecties, laat staan dat ze de installatie eens in de vijf jaar binnenstebuiten laten keren en laten testen op lekdichtheid. Sinds het ingaan van de NEN-EN 858 gold een relatief mild handhavingsklimaat, maar sinds het afgelopen jaar is dit veranderd. Milieudiensten zien nog maar weinig door de vingers en leggen overtreders forse sancties op. Wanneer bedrijven met een olie- en/of slibafscheider onder het NEN-EN 858-­regime vallen, moeten zij goed voorbereid zijn op een inspectiebezoek van het bevoegde gezag. Tegenwoordig heeft elke inspecteur zijn eigen specialisme met diepgaande theoretische en praktische kennis, waardoor de inspecties steeds grondiger worden uitgevoerd.

Arbeidstijdenmodel De huidige CAO-LEO loopt tot en met 30 april 2016. Op dit ­moment zijn we met de vakbonden in overleg over een opvolgende (nieuwe) cao. Naar verwachting zitten we in de afrondende gesprekken daarvan. Van werkgeverszijde zien we deze komende cao vooral als de opmaat tot een cao waarin we het mogelijk maken om arbeid meer flexibel in te zetten. In dat verband wordt ook wel gesproken over het jaarurenmodel. Dat is in de meest extreme uitleg een variant waarbij je niet uitgaat van een beschikbaar aantal uren per dag, maar van een beschikbaarheid per jaar. Dat maakt het mogelijk om in het hoogseizoen meer uren te maken en in het laagseizoen minder. Als werkgeversdelegatie spreken we zelf liever over een arbeidstijdenmodel. Alle varianten, waaronder een jaarurenmodel, zijn bespreekbaar. Het doel is vooral om flexibele inzet van arbeid mogelijk te maken. Of dat nu via een jaarurenmodel of op een andere wijze wordt gerealiseerd, is wat ons betreft om het even. De wens van werkgevers om te komen tot een arbeidstijden­ model is geen eenvoudige. Al vele jaren proberen we met de bonden hierover in gesprek te gaan. En eerlijk is eerlijk, dat is beslist niet eenvoudig geweest. Het heeft er zelfs toe geleid dat de verhoudingen met de bonden tijdens de cao-onderhandelingen in 2014 ‘koel’ waren. Als woordvoerder van de werkgeversdelegatie wil ik vooral voortuitkijken. Werkgevers en werknemerspartijen hebben veel geïnvesteerd om elkaar weer te begrijpen. Gezamenlijk hebben we besloten om een werkgroep te formeren die onderzoek doet naar de mogelijkheden van een arbeidstijdenmodel. Feitelijk staan daarbij drie vragen centraal: welke flexibiliteit heeft onze sector nodig? Biedt onze cao voldoende middelen om hieraan invulling te geven? En, als dat niet het geval is, welke aan­ passingen zijn dan nodig? De werkgroep zal eind 2016 zijn bevindingen presenteren aan de cao-partijen, zodat deze kunnen worden verwerkt in een daaropvolgende cao. Cao-onderhandelingen zijn niet altijd eenvoudig. Ik heb echter goede hoop op een snel akkoord en ben optimistisch over de werkzaamheden van de werkgroep Arbeidstijden. Laten we daarom weer aan de slag gaan. Ik wil deze maanden grote ­stappen zetten.

Sander van Meer TEKST: Richard Wolting, adviseur certificering, Milieu en RO

Teamleider Arbeidsmarkt

GRONDIG 4 2016

67


ondernemen met

cumela

TOOLBOX Veilig werken met een werkbak Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

Sommige werkzaamheden kunnen het best worden gedaan vanuit een werkbak. Dat geldt voor werkzaamheden die kort duren (maximaal vier uur) en die slechts enkele keren per jaar plaatsvinden. Denk hierbij aan het vervangen van tl-buizen in een loods of het schoonmaken van een goot. Als je vanuit een werkbak werkt, zorg er dan voor dat je niet kunt vallen. Je mag alleen vanuit een werkbak werken als je achttien jaar of ouder bent.

68

GRONDIG 4 2016

WERKPLEK

COMMUNICATIE

Een werkbak is een werkplek en mag nooit worden gebruikt om personen naar hoger gelegen plaatsen te vervoeren. Het is geen lift. In- en uitstappen mag alleen als de werkbak op een stevige en stabiele ondergrond staat (dit in verband met kantelgevaar). Op hoogte uitstappen is in principe niet toegestaan.

Stem af hoe je met elkaar communiceert en spreek af wie de bedieningsplaats continu bemant. Tussen de machinist en de personen in de werkbak moet altijd een onbelemmerde communicatie mogelijk zijn. Als het mogelijk is, zorg er dan voor dat je elkaar kunt blijven zien. Zolang iemand in de werkbak omhoog is, moet de bestuurder van het hefwerktuig op de bedieningsplaats blijven. De bestuurder mag geen andere werkzaamheden uitvoeren.


TIPS EN VUISTREGELS Vooraf controleren • Relingen, sluiting van het toegangshek, de mast, de noodstopvoorzieningen en de bevestiging van de bak aan het hijswerktuig. • De keuringsdatum. • Het olie-en brandstofpeil. • De bandenspanning. • De weersverwachting (werk niet boven windkracht 6). • De valbeveiliging. Dit moet een beveiliging zijn met een korte lijn, zodat je niet uit de werkbak kunt vallen. Maak de valbeveiliging vast aan de ogen die daarvoor bestemd zijn. • De belasting van de werkbak. Reken voor één persoon met gereedschap ongeveer 100 kilogram. Overschrijd de maximale belasting niet. • Is iedereen bekend met de arm- en handseinen tegen verkeerde bewegingen van de werkbak?

VALBEVEILIGING De valbeveiliging moet ervoor zorgen dat je in de werkbak blijft. Een werkbak is er niet op berekend dat jij bij een val aan de werkbak hangt. Hierdoor kunnen de bevestigingspunten breken of kan de combinatie kantelen. Zorg dus voor een korte lijn, zodat je niet over de rand kunt vallen. De lijn mag wel in lengte verstelbaar zijn. Het werken met een korte lijn zal niet altijd plezierig zijn, maar realiseer je dat als je uit de werkbak valt, je aan de lijn blijft hangen. Als je blijft hangen met je hoofd naar boven kan je bloedcirculatie blokkeren, waardoor je in shock raakt en overlijdt. Als je ondersteboven hangt, gaat alles sneller. Na drie minuten hangen word je duizelig, na vijf minuten raak je buiten bewustzijn en na vijftien tot veertig minuten hangen ben je overleden!

Opstellen

• Controleer de ondergrond op hardheid, putten, leidingen en kelders. • Controleer de borging. • Zet de plaats af waar voorwerpen van hoogte kunnen vallen, zodat je anderen niet verwondt. Uitvoeren werkzaamheden

• Zorg dat gereedschap en de te vervoeren materialen niet buiten de werkbak uitsteken. • Houd je handen binnenboord tijdens het hijsen. • Verplaats de kraan alleen met geringe snelheid (max 2,5 km/u) en zonder schokken of stoten. • Zorg dat de werkbak vrij kan bewegen en niet wordt belemmerd in zijn bewegingen door de giek, stroomkabels, luchtslangen et cetera. • Gebruik nooit trapjes of opstapjes in de werkbak. • Draag altijd een veiligheidshelm en handschoenen.

Dit is geen goede lijn, want hij werkt pas bij 4,00 meter hoogte, terwijl hier op zo’n 2,50 meter hoogte wordt gewerkt. Als er personen uit de bak vallen, komen ze op de grond terecht.

TEKST: Corina van Zoest-Meester, adviseur arbo FOTO’S: CUMELA Communicatie

GRONDIG 4 2016

69


Jan Veenhuis Machinefabriek B.V. Unieke Nederlandse zijwaarts kiepende container komt uit Raalte “Bij Jan Veenhuis heb je te maken met eigen volk, dat praat en werkt prettig,” vertelt John Bleekman, eigenaar van Bleekman BV. Het bedrijf werkt met een zijwaarts kiepende container, die op een speciale slede gemonteerd werd. Kipper-specialist Jan Veenhuis Complexe vraagstukken zijn ons op het lijf geschreven. Door nauw met de klant samen te werken, kunnen we in de ontwerpfase tot slimme toepassingen komen. Deze speciale constructie bestaat nog niet in Nederland en is dus een unieke aanvulling voor ze. De container kan zijwaarts gekiept worden en in combinatie met de hydraulisch bedienbare zijwand biedt dit veel mogelijkheden. Doordachte constructie “De containerslede met haakarm diende als basisframe waarop wij de constructie van het zijwaartse kippen hebben gebouwd. Dankzij de speciale vergrendelingshaken kunnen we de vol geladen container veilig zijwaarts kippen. Het zijwaarts kippen gebeurt door middel van twee korte telescoopcilinders die tussen de slede en kipbak zijn gemonteerd. Samen trots “Wij vonden het een mooie opdracht. Door een goede samenwerking konden wij tot een goed en mooi resultaat komen,” aldus Marc Veenhuis en John Bleekman.

Jan Veenhuis Machinefabriek B.V. Heesweg 45 8102 NB RAALTE tel: 0572 - 363629 www.jan-veenhuis.com info@jan-veenhuis.com


VERZEKERINGEN Kiezen voor zekerheid

ondernemen met

cumela

Arbeidsongeschiktheidsverzekering of toch maar een ongevallenverzekering? U heeft er ongetwijfeld al eens over nagedacht: wat nu als ik arbeidsongeschikt raak? Hoe zit dat met mijn inkomen en wat gebeurt er met mijn bedrijf? Kan ik mijn gezin blijven onderhouden? Gaat mijn pensioenopbouw door? Veel vragen waar u liever niet aan denkt, maar is dit terecht? Arbeidsongeschiktheid kán vele grote (private) financiële gevolgen hebben. Dit is onder meer afhankelijk van wat er met de omzet en winst van uw bedrijf gebeurt als dit u overkomt. Een oplossing voor dit grote financiële risico is een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Zo’n verzekering biedt u inkomen wanneer u door ziekte of ongeval niet meer of niet meer volledig kunt werken. Voor de beoordeling van de mate van uw arbeidsongeschiktheid en de bijbehorende vergoeding kunt u kiezen uit verschillende oplossingen en dekkingen met of zonder index.

Cijfers Even een paar cijfers (bron Reaal) Eén op de veertien zelfstandigen krijgt vroeg of laat te maken met arbeidsongeschiktheid. Ruim een derde van de ondernemers heeft helemaal niets geregeld bij arbeidsongeschiktheid. 50 procent van de ondernemers heeft géén arbeidsongeschiktheidsverzekering. 58 procent van de ondernemers vindt een arbeidsongeschiktheidsverzekering te duur.

• • • •

Behoort u tot de groep van 50 procent die geen arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft? Grote kans dat u ook vindt dat deze te duur is. Maar is duur ook echt duur? Wist u dat bijvoorbeeld een werknemer premies voor ziekte en arbeidsongeschiktheid afdraagt, terwijl u deze niet betaalt? Bovendien zijn de premies die u betaalt voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering fiscaal aftrekbaar.

Ongevallenverzekering Als alternatief voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt wel eens een ongevallenverzekering genoemd. Zo’n verzekering is immers een stuk goedkoper. U kunt zich echter afvragen of zo’n verzekering wel een (goed) alternatief is. Er zijn veel verschillen, maar de belangrijkste is dat een arbeidsongeschiktheidsverzekering bij arbeidsongeschiktheid maandelijks uitkeert tot aan de eindleeftijd. Een ongevallenverzekering keert slechts eenmalig uit en alleen als er sprake is van een ongeval. Daarom is een ongevallenverzekering in veruit de meeste gevallen geen

Voorbeeld Een loonwerker van 40 jaar heeft een jaarinkomen van € 40.000,-. In verband hiermee wil hij een verzekerd bedrag van € 32.000,- (80 procent van het inkomen). De bruto jaarpremie zal ongeveer € 4800,- bedragen. Een exacte premie is op voorhand niet te geven, omdat de hoogte daarvan afhankelijk is van veel factoren. Denk hierbij aan leeftijd, exacte werkzaamheden, wel of geen indexatie op de bedragen, eigen-risicotermijn en natuurlijk de hoogte van het verzekerde bedrag. Stel dat deze ondernemer van plan is door te werken tot 67 jaar, dan betekent dit dat de verzekeraar een risico loopt van 27 maal € 32.000,-. Oftewel, de ondernemer koopt voor € 4800,- bruto per jaar een risico van € 864.000,af! Uiteraard is dit wel het maximale bedrag; de hoogte van de uitkering is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid.

goed alternatief voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering, want wat als u nu arbeidsongeschikt wordt door bijvoorbeeld een ziekte? Trap daarom niet in de val van de lage prijs. Bij arbeidsongeschiktheid wilt u niet voor financiële verrassingen komen te staan, maar wilt u juist zekerheid. We lazen net dat de kans op arbeidsongeschiktheid één op veertien is. De kans op een woningbrand is ‘maar’ één op 65 en toch heeft bijna iedereen een opstal/inboedelverzekering. Waarom? Omdat het financiële risico te groot is om zelf te dragen! Wist u dat CUMELA Verzekeringen specialisten in huis heeft die voor u in kaart brengen wat de financiële risico’s van arbeidsongeschiktheid zijn en wat u hiertegen kunt doen? Goed om te weten dat er voor de ondernemers in de cumelasector speciale afspraken zijn. Meer info: CUMELA Verzekeringen, tel. (033) 247 49 60.

TEKST: Frank Diele,

medewerker inkomensverzekeringen, CUMELA Verzekeringen

GRONDIG 4 2016

71


SOCIALE ZAKEN Valt uw sollicitant onder de Participatiewet?

ondernemen met

cumela

Sinds 1 januari 2015 geldt de Participatiewet. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong).

Met de Participatiewet wil de overheid meer mensen met een ziekte of handicap aan het werk krijgen. Samen met werk­ gevers zijn er afspraken gemaakt om extra banen te creëren. Dit wordt geregeld in de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. De Participatiewet moet ervoor zorgen dat meer mensen met een ziekte of handicap een baan vinden. Als werkgever heeft u daarbij een actieve rol, bijvoorbeeld door te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn binnen uw organisatie. Als u iemand met een ziekte of handicap in dienst neemt, kunt u ondersteuning krijgen van UWV en gemeenten en zijn er diverse (subsidie)regelingen. Werkgevers moeten tot 2026 in totaal 100.000 banen realiseren voor mensen met een ziekte of handicap. De overheid doet dit voor 25.000 mensen met een ziekte of handicap. Dit heet de banenafspraak. Op 1 april 2015 is de Wet banen­ afspraak en quotum arbeidsbeperkten ingegaan. Deze wet bevestigt de afspraken in de banenafspraak.

72

GRONDIG 4 2016

Quotumheffing Volgens de nieuwe wet moeten werkgevers met meer dan 25 werknemers (of 40.575 verloonde uren) een bepaald percentage mensen met een ziekte of handicap in dienst te nemen: het quotum arbeidsbeperkten. In 2016 gaat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kijken of de afgesproken aantallen voor 2015 zijn gehaald. Voldoen deze werkgevers daar niet aan, dan kan het zijn dat zij vanaf 2018 een quotumheffing van € 5000 per niet-ingevulde arbeidsplaats per jaar moeten betalen. Wanneer uit de meting blijkt dat het quotum is behaald, wordt de quotumheffing niet ingesteld.

Doelgroepregister In het doelgroepregister staan gegevens van personen die onder de banenafspraak vallen. UWV beheert dit register. Deze gegevens worden regelmatig geactualiseerd. U moet er echter rekening mee houden dat u niet altijd de meest actuele informatie ontvangt wanneer u gegevens opvraagt uit het doelgroepregister.


Het College Bescherming Persoonsgegevens Uitgangspunt van de quotumwet en het daarbij behorende doelgroepregister is dat mensen met een arbeidsbeperking betere kansen maken op de arbeidsmarkt. Staatssecretaris Klijnsma wilde in haar oorspronkelijke plan mensen om toestemming vragen om opgenomen te worden in dit register. Het

College Bescherming Persoonsgegevens adviseerde haar dit niet te doen. Volgens het college kunnen mensen niet in vrije wil toestemming geven, omdat ze afhankelijk zijn van gemeenten en/of uitkeringsinstantie. Het college vindt dat vrije toestemming geven daarom niet mogelijk is en heeft de

Achter elke doelgroep staat tussen haakjes de datum tot wanneer de gegevens zijn geactualiseerd. Zo weet u hoe actueel de informatie is. De jaarlijkse actualisering vindt plaats op 1 mei. Dit betekent dat de gegevens op 1 mei 2016 geactualiseerd zijn tot 31 december 2015. In het doelgroepregister staan de gegevens van de volgende doelgroepen: • Mensen die onder de Participatiewet vallen en van wie UWV vaststellen dat zij niet 100 procent van het wettelijk minimumloon kunnen verdienen (maandelijks geactualiseerd). • Mensen met oude Wajong of Wajong 2010 die kunnen werken. Op dit moment zijn alle mensen met een Wajonguitkering opgenomen in het doelgroepregister. • Mensen met een WSW-indicatie. • Mensen met een WIW-baan. • Mensen met een ID-baan. • Mensen die zonder een voorziening niet het wettelijk minimumloon kunnen verdienen Blijkt na de beoordeling dat iemand géén arbeidsvermogen heeft? Dan haalt UWV de persoon uit het doelgroepregister. Mensen die in het doelgroepregister staan, vallen onder de doelgroep van de banenafspraak.

Opvragen registratie Wilt u weten of uw werknemer, sollicitant, uitzendkracht of gedetacheerde werknemer in het doelgroepregister staat, dan kunt u het formulier ‘Opvragen registratie in het doelgroepregister’ invullen. U heeft hiervoor het burgerservicenummer van uw werknemer, sollicitant, uitzendkracht of gedetacheerde werknemer nodig. Als UWV uw formulier heeft ontvangen, stuurt het u een overzicht toe. Hierop leest u of de desbetreffende persoon in het doelgroepregister staat. Het schriftelijk opvragen van gegevens zorgt bij UWV voor de nodige administratieve handelingen. Om die te beperken, heeft UWV het voor een werkgever mogelijk gemaakt om de informatie online op te vragen via het werkgeversportaal (https://werkgever-portaal.uwv.nl/werkgever/inloggen.aspx).

staatssecretaris geadviseerd mensen verplicht in het register op te nemen. Klijnsma heeft dit advies overgenomen. U vindt in het register dan ook geen namen van personen, maar achter het burgerservicenummer staat de grondslag (Wajong, Wsw, Participatiewet, WIW of ID) en de begindatum van de registratie weergegeven.

Hier kunt u met een burgerservicenummer zien of uw werknemer, sollicitant, uitzendkracht of gedetacheerde werknemer in het doelgroepregister is opgenomen en meetelt voor de banenafspraak. In de loop van 2016 zal het ook mogelijk zijn om informatie op te vragen met het loonheffingennummer. Het werkgeversportaal is een beveiligde omgeving voor werkgevers op www.uwv.nl. U logt in met uw persoonlijke account en komt daarna bij de informatie die voor u belangrijk is.

Tweeledig doel Het doel vanuit de overheid voor een registratie door middel van een doelgroepregister is tweeledig. Enerzijds is het bedoeld om werkgevers te kunnen informeren over de doelgroepenstatus van sollicitanten om daarmee de werkhervattingskans van mensen uit de doelgroep te bevorderen. Anderzijds is het door deze wijze van registratie mogelijk om het aantal extra banen voor mensen met een beperking te monitoren. UWV telt jaarlijks hoeveel personen uit het doelgroepregister er bij reguliere werkgevers in respectievelijk de marktsector en de overheidssector aan het werk zijn. Op basis hiervan wordt bepaald hoeveel extra banen er ten opzichte van de nulmeting van 1 januari 2013 zijn gerealiseerd.

Vacature melden Als u een vacature heeft voor een Wajonger, dan kunt u terecht bij een van de 35 regionale Werkbedrijven of één van de WerkgeversServicepunten (ga op www.werk.nl via ‘Wervings­ advies’ naar ‘WerkgeversServicepunt’. Het Werk­gevers­Servicepunt is een samenwerkingsverband van UWV en gemeenten en vaak ook onderwijsinstellingen en diverse kenniscentra.

TEKST: Marie-José Lamers, adviseur personeelsmanagement

GRONDIG 4 2016

73


ondernemen met

cumela

BEDRIJVIG Activiteitenrapport • De

NIEUWE LEDEN

De afgelopen periode hebben twee bedrijven zich ingeschreven als lid van CUMELA Nederland:

• Bas Wijlhuizen Van Zaaien Tot Maaien

DOESBURG

• Bulthuis

OLDENZAAL

Damesdagen Regio Oost en Noord waren leerzaam, ontspannend en verrassend. • Al meer dan 3000 mensen namen deel aan de e-learning op www.land-bouwverkeer.nl. • Er zullen gesprekken met gemeenten plaatsvinden om het landbouwroutenet Limburg compleet te maken. • De zomereditie van de Jongerendagen vindt plaats op zaterdag 4 juni, met als thema’s ‘Dakar maakt het leven boeiend’ en ‘Ondernemen is topsport’. • Het 100.000-banenproject, werk voor mensen met een arbeidsbeperking, is ook actueel in de cumelasector. • In Hoofddorp in de Haarlemmermeer ligt er sinds 2009 een plan om van de Bennebroekerweg, een drukke verkeersader voor zowel auto’s als langzaam verkeer, een 30-km/u-weg te maken. Mogelijk gevolg: veel drempels en afremmende bochten. Na intensieve gesprekken in 2015 en een rondrit met ambtenaren en medewerkers van een projectbureau in 2016 ligt er bij de gemeente nu het advies: 50 km/u met aandacht voor de kruisingen. Hopelijk is er voor de zomer uitsluitsel.

Loonwerker op de weegschaal Wat is in de toekomst de plaats van de loonwerker bij klanten? En waarom is hij eigenlijk loonwerker? Omdat hij lef heeft en durft te investeren? Of omdat hij passie heeft voor zijn vak? En omdat hij zijn machines rendabel weet te krijgen? Maar hoe zit dat in de toekomst? Gaat het dan alleen nog maar over machines of kan hij ook zijn kennis verkopen en zodoende zijn machines nog beter rendabel krijgen? Er is in de sector in de breedte gezien een tekort aan kennis. Dat is ook duidelijk te merken aan de interesse van de leden van CUMELA Nederland in het leer-werktraject Ruwvoer en de bijeenkomsten over bodemkunde. En wat te denken over de KringloopWijzer, de investeringen in GPS en de discussie over eigendom van gegevens. Om nog maar te zwijgen van de drone-loonwerkers, waarover in Grondig al eens werd bericht. Dus nogmaals: wat is in de toekomst de plaats van de loonwerker bij zijn klant? Kan hij aan tafel komen als adviseur van de opdrachtgever, of dat nu een agrarisch ondernemer is of een opdrachtgever in het grondverzet? Zit hij standaard aan tafel naast de adviseur van de voerleverancier en de accountant? Ik denk het wel, als deze loonwerker er zelf ook in durft te inves-

74

GRONDIG 4 2016

teren. De kennis is vaak al wel aanwezig, al wordt dat door de loonwerker zelf nog regelmatig onderschat. Bijspijkeren blijft belangrijk, maar daar kan CUMELA u mee helpen. Kijk maar naar de eerder genoemde leer-werktrajecten. En dan is er nog het commercieel uitbuiten van die informatie, bijvoorbeeld ten aanzien van bodemverbetering, oogstmethodes en nieuwe technieken. Het draait om de keuze voor de juiste machines of noviteiten en dat dan kunnen uitleggen aan de klant. Wellicht zijn de machines al aangeschaft, maar wordt de meerwaarde die de cumelaondernemer wel ziet door de klant nog niet onderkend. Die moet hij zien te verkopen; hij moet de klant overtuigen van de meerwaarde. Het is een weegschaal met aan de ene kant machines en aan de andere kant kennis. De balans ligt bij wat u in de markt kunt zetten. Momenteel zijn dat nog de machines, maar kennis zal voor de balans moeten gaan zorgen. De nieuwe loonwerker wordt naast ondernemer ook actief adviseur van zijn klant.

Wilco Emons, bedrijvenadviseur


TOT RUIM €8000 VOORDEEL OP HET T7 COMFORT PACK!

"Meer rijplezier en nog efficiënter werken. Mijn seizoen is nu al geslaagd."

T7 COMFORT PACK(1) MegaFlow pomp 16 LED lichten Dynamic Comfort Stoel met veiligheidsgordel* Dakraam Radio met Bluetooth Zwaailichten Automatische klimaatregeling** Telescopische spiegels met brede gezichtshoek** Isobus Klasse II*** Kopakkermanagementsysteem HTSII***

OP

T7 LANGE WIELBASIS EN T7 HEAVY DUTY

NU €799

TOT RUIM €5.800 VOORDEEL

OP

T7 HEAVY DUTY INCLUSIEF FRONTHEF

NU €2.799

TOT RUIM €8.000 VOORDEEL

(1) Geldig bij aankoop van een T7 lange wielbasis Tier 4B of een T7 Heavy Duty. * Niet op T7.270 Blue Power en T7.315 Blue Power: autocomfortstoel is standaard ** Standaard inbegrepen in het Heavy Duty gamma. *** Niet inbegrepen in het Classic gamma.

Actie geldig t.e.m. 30/06/2016. Ga snel langs bij uw New Holland dealer!


Oprijvrachtwagens van 7 tot 27 ton Oprij CF 32-90 88 cm laadvloerhoogte 21 ton laadvermogen

TKD / 26-28 mei

stand 63

VELDHUIZEN heeft een OPRIJ CF ontwikkeld voor transport van zware machines in stedelijke gebieden. Om gemakkelijk machines te laden, wordt zowel de voor- als achteras uitgevoerd met luchtveren. Hierdoor zakt de oprijhoogte naar 45 cm. Bij vervoer van lange ladingen zijn de oprijkleppen horizontaal te vergrendelen. De oprijkleppen zijn uitgerust met stootbalk en verlichting. Zo ontstaat een compacte vrachtwagen waarmee ladingen tot 11 mtr. binnen wettelijke eisen kunnen worden vervoerd.

Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 |

www.veldhuizen.eu | info@veldhuizen.eu


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.