vakblad voor specialisten in groen, grond en infra
10 - OPBRENGST WORDT CRUCIAAL 26 - GEBRUIKERSERVARING HITACHI ZX-5 32 - KOMATSU OP DE KUIL 46 - LEGAAL LANGS DE SNELWEG 46 - OPEN OVER BURNOUT
5 2015
DUURZAAM WATERBEHEER MET SHELL GTL FUEL
SHELL FELICITEERT AANNEMINGSBEDRIJF BERKHOUT SCHIPLUIDEN MET DE OVERSTAP NAAR DE INNOVATIEVE BRANDSTOF SHELL GTL FUEL Berkhout Schipluiden investeert in groen & duurzaam met Shell GTL Fuel! In juli 2014 is het bedrijf overgestapt op de innovatieve brandstof Shell GTL Fuel voor onderhoudsprojecten voor het Hoogheemraadschap van Delfland. Shell GTL Fuel, een vloeibare brandstof gemaakt van aardgas, verbrandt schoner, is vrijwel geheel biologisch afbreekbaar en kan een bijdrage leveren aan een beter milieu. Berkhout Schipluiden richt zich op bagger-, maai- en snoeiwerkzaamheden en wil tijdens haar werkzaamheden zoveel mogelijk een positieve impact hebben op een betere wateren luchtkwaliteit. Met Shell GTL Fuel helpt Berkhout Schipluiden het Hoogheemraadschap van Delfland om een duurzaam waterbeheer te realiseren.
www.shell.nl/gtl
ROLLANT PRO hydraulisch neerklapbare messenbodem
PERMANENT GESMEERD ZWADKLOK
VARIPOWER tot 40 km/h
DE PROFESSIONAL VOOR UW OOGST! Uw oogst in veilige handen met de complete lijn CLAAS voederwinningstechniek, zoals bijv. CLAAS persen en SCORPION telescoopladers.
kampsdewild.nl
Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Grafimedia Groep BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.
REDACTIONEEL Een groepsappie Wat later terug van de afspraak, trein gemist, file onderweg, het gaat allemaal in de familieapp, zodat iedereen weer weet hoe laat we aan tafel kunnen. Met tegenwoordig zelfs de nodige verontwaardiging als iemand niet even meldt dat hij of zij vertraging heeft. In heel veel huishoudens heeft de familie-app de plaats ingenomen van het belletje of sms-je dat je wat later bent. Je weet eigenlijk al niet meer hoe dat ging voor we deze moderne communicatiemiddelen hadden. Bijna vanzelfsprekend heeft de app een vaste plaats in de familie- en vriendencommunicatie ingenomen. In het werk zijn het afdelingen die zo met elkaar communiceren. In relaties met klanten komen we het nog veel minder tegen. Toch was het slim inzetten van een groepsapp één van de redenen dat Loonbedrijf Hofmeijer een mooie klus binnenhaalde, zoals in het Profileren-verhaal in dit nummer te lezen is. Het voorstel om een app te maken met daarin alle belanghebbenden - maar ook alle meekijkers, zoals milieuorganisaties en zeldzame-dierenbewakers - was mede de reden dat het bedrijf aan de slag kon. Het leverde een snelle en directe communicatie op, waarbij elke bijzonderheid gewoon even werd gefotografeerd en gedeeld met iedereen die bij het project betrokken was. Achteraf een gouden greep, constateert Hofmeijer, want elke stap kon worden gedeeld met iedereen, zodat er nooit gezeur achteraf was. Een mooi voorbeeld hoe je de moderne communicatiemiddelen kunt inzetten om mensen betrokken te houden. Op alle manieren zorgen mogelijkheden als internet, Instagram, Twitter en Facebook nu voor razendsnelle communicatie, waarbij het nieuws sneller gaat dan sommige bedrijven zouden willen. Want terwijl wij machines staan te bekijken waarover pas over enkele maanden mag worden geschreven, vliegt de foto van dezelfde machine al over Facebook, omdat een bedrijf een nulserie-exemplaar heeft. Facebook en Instagram geven ook de mogelijkheid om nieuws actief te verspreiden, zoals veel loonwerkers al doen. Ook Grondig is te vinden op Facebook en heeft al bijna 500 volgers. Op die plaats willen wij de groepsapp voor cumelabedrijven zijn, waarin we leuke activiteiten, foto’s en filmpjes van mooie werkzaamheden graag delen met onze sector. Maar om dat te zien, is wel een actieve houding nodig en moeten we weten dat u bestaat. Like daarom als bedrijf onze Facebook-pagina en wij zorgen dat u in ons groepje komt. Dan delen wij wel de berichten met de rest van Nederland. Voor leuke berichten, slimme werkzaamheden, nieuwe machines en alles wat er speelt. Net als de groepsapp. Waar nuttige berichten rondgaan, maar ook het leuke nieuws van de dag. Zodat ook het gespreksonderwerp aan tafel al vaststaat.
Kosten abonnement Nederland € 86,- per jaar / Buitenland € 121,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.
4
GRONDIG 5 2015
Maand 2014 Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke
INHOUD 6 In Actie: Loonbedrijf Van der Vegt 9 Commentaar 10 KringloopWijzer laat prestaties zien 14 Vent en Visie: Ko Francke en Ton Hendrickx, CZAV 16 Sterk werk: Eijva
Ondernemen met
mensen 20 Profileren: Hofmeijer Civiel- en cultuurtechniek BV 26 Hitachi ZX-5-rupsgraafmachines 30 Grondig.com 31 Rechtterzijde 32 Komatsu WA 270-7 36 Grip krijgen op de grasopbrengst 40 Zuiniger met mineralen 42 Resultaten Retengo Plus of Quilt Xcel 46 Unimog U 430-combinatie 48 Tebbe met GPS-gestuurde afgiftecomputer
Ondernemen met
vaktechniek 51 Economie 51 In kort bestek 52 Cumelaria 53 Gekruid 54 Stress: “Work hard, play hard, rest hard� 58 Cumela.nl 59 Voorzitter 60 Toolbox: Goed voorbeeld doet goed volgen 63 Aanbesteding beoordeeld 64 Sectorinitiatief Sturen op CO2 66 Bedrijvig
Ondernemen met
cumela Grondig 6 ontvangt u vrijdag 17 juli!
GRONDIG 5 2015
5
ondernemen met
mensen
6
GRONDIG 5 2015
BEDRIJF IN ACTIE
Tussendoor schuiven De eerste snede is weg, dus mooi even tijd om weer een aantal kilometers zandpaden te profileren. Een vaste klus van Loonbedrijf Van der Vegt uit Mariënheem voor de gemeente Raalte. Het is een bezigheid die binnen de gestelde termijnen flexibel in te passen is, maar ook één met kanttekeningen. Onverharde wegen profileren is namelijk een klus apart, die vraagt om een bekwame machinist die de paden kent, het werk zonder beschreven bestek ter plekke weet in te schatten, met de gemeente meedenkt en als geen ander met de machine kan omgaan. Verder eist de gemeente goed werk, omdat die niet zit te wachten op klachten van omwonenden. Die zorg ligt rechtstreeks op het bord van Van der Vegt. Het bedrijf heeft al sinds de jaren tachtig een schuifcombinatie en verhuurde deze jarenlang zonder chauffeur aan de gemeente Raalte. De laatste jaren is het inclusief machinist geworden. Dat was reden voor Van der Vegt om de Case IH 745-Hendré-combinatie een opknapbeurt te geven en medewerker Paul Kieftenbeld als vaste machinist aan te stellen. Paul mag dit werk graag doen en heeft het in de vingers. Hij schaaft ogenschijnlijk gemakkelijk in twee werkgangen eerst op en vervolgens in twee gangen in één keer strak in profiel terug; nooit te veel voor de schuif, nooit te weinig en mooi constant. Hij ‘speelt’ met de beide hydrauliekhendels (hoogte links en rechts) en heeft continu aandacht voor het resultaat. De Inter tokkelt rustig in twee hoog en in een uurtje ligt ruim een kilometer zandweg in profiel. Paul heeft ook te maken met lastiger stukken, met flinke bomen langs de zijkant en met puinwegen. Dan is het oppassen en speelt kennis van de wegen een belangrijke rol. Flinke wortels wijken niet, beleid is hier vereist om schade aan bomen en machine te voorkomen. Puinbanen worden vaak eerst opengetrokken of hersteld met zelf ontwikkelde apparatuur. Van der Vegt ziet deze aparte tak van zijn bedrijf als een schakel in een totaalpakket dat hij aanbiedt aan de gemeente Raalte. Bij het profileren hoort vaak ook het herstel en onderhoud van wegen, bermen en sloten. Voor alleen het schuiven van circa veertig kilometer onverharde wegen kan hij de combinatie niet kopen. Maar wegdoen is geen item. Het werk past te mooi in het totaalplaatje en in de arbeidsfilm. En het is nog één van de klussen waar het gaat om puur vakmanschap. Wat kan werken toch mooi zijn. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann
GRONDIG 5 2015
7
Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als dochter van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel u werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Ons advies en onze voorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.
“Ik vind het belangrijk om naast het bedrijf ook de ondernemer te kennen. Pas dan kun je het verschil maken.” Peter de Wit, verzekeringsadviseur
Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade
website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60
ondernemen met
mensen
COMMENTAAR Je net werkt! We hebben er onze mond van vol, die regionale belangenbehartiging. En terecht, want de resultaten uit de enquête aan onze leden in Flevoland, Gelderland, Noord- en ZuidHolland, Overijssel en Utrecht bieden prima aanknopingspunten om vanuit de provincies meer actief de sectorbelangen te kunnen vertegenwoordigen. Ga maar na: 31 procent van de ondernemers reageert en dat is veel. Vervolgens geeft twee derde van deze ondernemers een positief antwoord op de vraag of we hen mogen inschakelen of hun contacten mogen gebruiken ten behoeve van regionale belangenbehartiging. Daarmee beschikken we ineens over een ‘netwerk’ van 180 namen van ondernemers in die zes provincies. Een opsteker voor het bestuur, dat zijn netwerk zo ziet groeien, maar bovenal een opsteker voor de leden in die provincies: er is meer mens- en daadkracht beschikbaar om regionale zaken op te pakken en verder te brengen. Nu beschik je als afdelingsbestuur bijvoorbeeld over een extra ondernemer die affiniteit heeft met scholing of die contacten heeft met wethouders over landbouwverkeer. Soms is die ook lid van een ondernemersvereniging of heeft die bestuurlijke ervaring. Misschien zitten er uitstekende nieuwe bestuursleden bij... Dit is dé manier om ze te leren kennen.
Michiel Pouwels, directeur belangenbehartiging CUMELA Nederland
Natuurlijk… we moeten het verder organiseren en uitwerken, maar dit begin is een goede basis om op verder te bouwen. Bovendien bieden de resultaten zicht op andere netwerken van de respondenten. Zo is bijna dertig procent van onze lidbedrijven ook lid van boerenorganisatie LTO-Noord of van vervoerdersorganisatie EVO en sommigen zijn daar bestuurlijk bij betrokken. Belangrijk voor ons om te weten. Bijna dertig procent is lid van een lokale ondernemersvereniging, bijna zeven procent van u is lid van MKB-Infra. U zult kunnen begrijpen dat we in de startblokken staan om ook in Noord- en Zuid-Nederland te enquêteren, want dan kunnen we ook daar onze start van regionale belangenbehartiging goed voorbereiden met de afdelingsbestuurders en onze bedrijvenadviseurs. Wellicht bent u één van de respondenten die met ‘ja’ heeft geantwoord op onze vraag of we van uw hulp gebruik mogen maken. In dat geval past ons een hartelijk dankuwel! U zorgt er immers voor dat ons net ook werkelijk ‘werkt’. Dat wij en onze bestuurders kunnen beschikken over een actief netwerk van betrokken ondernemers in groen, grond en infra. Waarmee we in de provincie samen optrekken om aandacht te vragen voor de wensen en noden van de cumelasector.
GRONDIG 5 2015
9
ondernemen met
mensen
Opbrengst wordt cruciaal KringloopWijzer laat prestaties zien Met meer koeien, meer melk en dus meer mest krijgt de melkveehouder behoefte aan meer voer van eigen grond, maar produceert hij ook meer mest. Via de KringloopWijzer moet hij op termijn een deel van die extra mest op eigen land kunnen aanwenden. Essentieel daarin is de gewasproductie. Die kan vaak hoger en de loonwerker kan daarin een belangrijke rol spelen. De halverwege mei gepubliceerde cijfers van het CBS over de Nederlandse mestproductie veroorzaakten een flinke schrikreactie. De melkveehouderij ging al over het zelf ingestelde plafond en ook de totale Nederlandse mestproductie zit vlak bij het met Brussel afgesproken maximum. Het is dus alle hens aan dek om de groei van de melkveestapel te combineren met meer ruimte voor mest op eigen land. Dat is ook de reden dat de KringloopWijzer sinds twee jaar aan een snelle opmars bezig is. Het systeem brengt op een bedrijf in kaart hoeveel mineralen het bedrijf op komen via voer, kunstmest en overige producten en kijkt ook hoeveel via melk en vlees het bedrijf verlaat. Inderdaad, een systeem dat erg lijkt op het vroegere Minas. Via de KringloopWijzer krijgt het systeem een tweede kans, alleen dan een stuk ingewikkelder. Nu worden aan het systeem namelijk allerlei andere kenmerken gekoppeld, zoals voerefficiĂŤntie, melkproductie per hectare en stikstof- en fosfaatbalans. Het levert de veehouder een veelheid aan cijfers op, waarbij een veelgehoorde klacht is dat het zo ingewikkeld is. Toch is het systeem omarmd door LTO en zui-
10
GRONDIG 5 2015
velindustrie als redding om bij de stijgende melkproducties en dus mesthoeveelheid toch zoveel mogelijk mest op eigen grond geplaatst te krijgen.
Plaatsingsruimte vergroten Om de plaatsingsruimte van mest te vergroten, wordt in het systeem gekeken naar de hoeveelheid voer die van het land komt. De gedachte is dat wie veel oogst ook veel mest mag plaatsen. Een probleem is dat die opbrengst in 99 procent van de gevallen bij de oogst niet wordt bepaald. Dus zit er nu in het systeem een schatting aan de hand van de grootte van de kuilhopen of het aantal balen. Het gevolg van die methode is dat veehouders nauwelijks echt zicht krijgen op hun gras- en maĂŻsproductie en dus geen stimulans krijgen om daar aandacht aan besteden. Proeven die de laatste jaren zijn gedaan, laten zien dat er tussen schatting en werkelijkheid grote verschillen kunnen zitten. Niet verwonderlijk, vindt Louis Claessens van Loonbedrijf Volkerink uit Heino. Hij deed afgelopen jaar op eigen initiatief in het kader van een praktijknetwerk een proef met
Wegen lastig Voor het wegen van de opbrengst van grasland gebruikt Volkerink nu een set mobiele weegplaten. Hier rijdt de combinatie overheen, waarna de chauffeur de opbrengst registreert. Volgens Claessens is dit de enige methode die goed werkt. “Er zijn wel heel veel opraap- of silagewagens die met weegcellen zijn uitgerust, maar van niemand heb ik een bewijs gezien dat het voldoende nauwkeurig is. Bewijs vind ik dat gedurende een aantal weken alle vrachten zowel via de weegcel als via de weegbrug zijn gewogen. Pas als je daar goede resultaten heb, weet je dat je een betrouwbaar systeem hebt. Dat heb je nodig, want fouten van vijf procent of meer kun je je niet permitteren. Dan kun je namelijk nog geen goede verschillen meten.”
de gewasopbrengst op vier KringloopWijzerbedrijven. “Wij hebben daarvoor bij elk bedrijf van één perceel alle opraapwagens die van het veld kwamen gewogen. Dan zie je pas hoe groot de verschillen zijn. De inhoud bleek namelijk te variëren van drie tot achttien ton per wagen. Dat zijn verschillen die je niet kunt schatten als je het op een hoop rijdt.” Het demoproject dat Claessens uitvoerde, was bedoeld om te laten zien hoe groot de verschillen zijn en zo boeren te overtuigen van de noodzaak om meer aandacht te besteden aan de gewasproductie. De verschillen waren flink. Op grasland varieerde de opbrengst van 12,0 tot 14,5 ton droge stof per hectare. Een verschil van 2,5 ton droge stof per hectare of bijna twintig procent meer of minder. Bijna vergelijkbaar was de hoeveelheid eiwit die van een hectare kwam. Dit liep van 2001 tot 2316 kilogram per hectare. In voederwaarde waren de opbrengsten 10,4 tot 13,7 kVem, een verschil van bijna dertig procent. Claessens erkent direct dat een deel van deze verschillen ook te maken hebben met de bodemvruchtbaarheid. “Iedereen weet dat het ene perceel het beter doet dan het andere, maar hoeveel dat is, weet ook niemand.”
Besef leeft niet De grote verschillen in opbrengst hebben ook hun uitwerking op de KringloopWijzer, want je mag ervan uitgaan dat iemand die veel gras oogst ook minder voer hoeft aan te kopen. Toch lijkt het besef hiervan bij boeren nog nauwelijks te leven. Althans, dat is de ervaring van Claessens. “Dit voorjaar heb ik de klanten aangeboden om bij de eerste snede gratis gebruik te maken van de weegcel om de opbrengsten te bepalen. Tot nu toe heeft niemand daarop gereageerd. Elders in het land lijkt die belangstelling er wel te zijn, want verschillende loonbedrijven melden wel behoefte te ervaren voor meer opbrengstgegevens per hectare. Zo huurde een collega van Volkerink de weegapparatuur omdat hij wel een klant had die wilde wegen. Ook in het zuiden van het land zijn er loonwerkers die hun weeggegevens goed kwijt kunnen. Opvallend is dat ook bij de Koeien en Kansen-bedrijven, die feitelijk tot de voorlopers behoren op het gebied van de mineralenkringloop, er nog beperkt belangstelling is. Afgelopen voorjaar vond bij drie bedrijven een gesprek plaats tussen de bedrijven en hun loonwerker over de mogelijkhe-
den om in het veld de resultaten te verbeteren. De bedrijven die in Koeien en Kansen opereren, meenden daarbij dat de loonwerker bij de teeltadvisering weinig toegevoegde waarde zou hebben, een visie die Koos Verloop als begeleider van het project zeker niet zou willen trekken. “Deze bedrijven halen lang nog niet alles uit hun land. Ze zien het alleen niet wanneer ze achterblijven. Daarvoor zou een meetsysteem echt handig zijn.” Om toch meer inzicht in productie te krijgen, gaan deze zomer twee koppels van loonwerkers met verschillende melkveehouders de opbrengst meten. “Op die manier krijgen we ook meer zicht of onze berekeningen in de KringloopWijzer kloppen”, stelt Verloop. Binnen het project Koeien en Kansen wordt nu met behulp van graslandhoogtemeters wel schattingen gedaan van de opbrengst, maar echt gewogen is er nog niet.
Negatieve fosfaatbalans Opbrengstgegevens zijn vooral binnen Koeien en Kansen belangrijk, omdat hier nadrukkelijk wordt gekeken naar de mogelijkheden om te komen naar evenwichtsbemesting, waarbij bedrijven die een hogere productie per hectare halen en dus meer fosfaat en stikstof afvoeren ook meer mogen bemesten. Dat dit ruimte kan geven, blijkt wel uit de gegevens van de afgelopen twee jaar. Van de zestien bedrijven bleken er in 2013 vier en in 2014 zelfs elf een negatieve fosfaatbalans te hebben. Dat wil zeggen dat er meer fosfaat werd afgevoerd dan er via de mest werd aangevoerd. Het is een beeld dat Claessens ook zag in het project dat hij vorig jaar deed. Bij de proefpercelen varieerde de fosfaatbalans van één bedrijf dat dertien kilogram overhield tot drie bedrijven die fosfaat te kort kwamen, waarbij de best presterende zelfs 44 kilogram te kort kwam. Bij de stikstof was de
Speciale poster Bij dit nummer ontvangt u een poster met 8 tips voor loonwerkers om prestaties bij veehouders te kunnen verbeteren. Deze zijn voortgekomen uit het praktijknetwerk van Volkerink Heino.
GRONDIG 5 2015
11
ondernemen met
mensen
afvoer nog duidelijker negatief: van 2 tot 148 kilogram meer afvoer dan aanvoer. Het maakt volgens hem duidelijk dat de huidige mestnormen onherroepelijk leiden tot een lagere gewasopbrengst. “We zien dat ook in de maïs, want terwijl het groeiseizoen vorig jaar super was, haalden we toch nog geen topopbrengst.”
Extra aandacht voor teelt Dat er ondanks de beperkte bemesting nog goede opbrengsten worden gehaald, is volgens Claessens te danken aan alle extra teeltmaatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen. “We merken dat de aandacht die hieraan is besteed begint te landen. We krijgen steeds meer vragen voor het bekalken en je merkt ook dat het gebruik van kali een vaste plaats heeft gekregen. Bedrijven merken langzamerhand dat het nodig is om alles te doen om een goede opbrengst te krijgen.” Een rol speelt daarin volgens hem zijn in 2011 gestarte proef met standaard in de maïs opbrengstmeting op de hakselaar. “Die gegevens krijgen klanten elk jaar bij de factuur. Later combineer ik dat nog met de uitslag van het voederwaardeonderzoek. In een winterpresentatie nodig ik iedereen uit en bespreek dan de resultaten. Nu we dit vier jaar hebben gedaan, zien we ook de resultaten. We krijgen zelf cijfers op
Maatregelen om de groei te versnellen De behoefte om hogere opbrengsten op grasland te halen, leidt ook tot verschillende nieuwe ideeën om de productie te verbeteren. Al enkele jaren neemt de aandacht voor doorzaaien sterk toe, maar daar zijn dit jaar nog twee andere ideeën aan toegevoegd, die we hier kort bespreken. Het zijn methoden waarbij loonwerkers nieuwe producten toepassen om betere resultaten te halen. Wat het effect is, zal nog moeten blijken. Nitrificatieremmer In Grondig 1 schreven we er al uitgebreid over N-Lock, de nitrificatieremmer van Dow AgroSciences. Dit is een stof die aan de mest wordt toegevoegd om de omzetting van ammoniumstikstof in nitraat te remmen. Als gevolg hiervan is de kans op uitspoeling van stikstof in het voorjaar kleiner. De stof breekt langzaam af in de bodem, waarna de ammoniumstikstof toch wordt omgezet. Bij maïs heeft dit als voordeel dat de stikstof veel meer beschikbaar komt als de plant die ook nodig heeft. Groeistimulator Nufarm is dit voorjaar een proef gestart met SmartGrass. Dit is een groeistimulator op basis van gibberellinezuur, een planteigen stof. De plant maakt deze aan om de celprocessen te stimuleren. In het voorjaar is deze stof nog maar beperkt aanwezig, waardoor de grasgroei langzaam op gang komt. Toediening van SmartGrass in de loop van
12
GRONDIG 5 2015
basis waarvan we conclusies kunnen trekken en ook klanten leren ermee omgaan”, aldus Claessens. Hij merkt dat dit ook duidelijk effect heeft op de manier waarop bedrijven de teelt bekijken. “Je ziet meer aandacht voor grondbewerking en een goede zaaibedbereiding. Langzaam merk je dat het kwartje hier valt.” Ondanks de terughoudendheid van zijn klanten verwacht Claessens ook bij het inkuilen meer aandacht voor de opbrengst. “We merken al dat er beter wordt gereageerd op nieuwe initiatieven. Zo heeft doorzaaien hier een vaste plaats bij veel bedrijven en is er ook veel meer vraag naar onkruidbestrijding in grasland.” Voor hem is duidelijk dat dit de loonwerker kansen biedt. “Als bedrijf hebben we de mogelijkheid om klanten te helpen om hun ruwvoerproductie te verhogen. Waarbij we geen andere belang hebben, zoals veevoerfabrikanten, dan het beste resultaat. Daarom is het jammer dat het nog niet lukt om het nut van de opbrengstbepaling in beeld te brengen, want juist daarmee ervaren de boeren wat er werkelijk wordt geoogst. Pas als ze dat zien, gaat het echt leven. Daar kunnen we als sector op termijn echt van profiteren.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok
maart versnelt volgens Nufarm de belangrijke voorjaarsgroei. Uit proeven blijkt dit in de eerste snede tot 700 kilogram droge stof extra te kunnen leiden. Je kunt ook stellen dat de eerste snede eerder kan worden gemaaid, waarna er weer eerder hergroei is. Op twee demovelden was het effect dit voorjaar goed te zien. Daarbij bleek het ook goed mogelijk om de stof in combinatie met de onkruidbestrijding toe te dienen. Lopend langs de veldjes was er duidelijk een verschil tussen behandeld en onbehandeld, waarbij ook het tijdstip verschil leek te maken. Hoe het allemaal in de praktijk uitkomt, zal deze zomer bij verwerking van de resultaten moeten blijken.
PROFESSIONELE
MAAIARMEN van 2 tot 8 m
Zeer geschikt voor het maaien van taluds, slootkanten, wegbermen, struiken, hagen, boomtoppen, enzovoort. Buurtweg 42 6971 KM Oeken tel. 0575 476 555
www.hissink-oeken.nl
IN SLEEVE VERPAKKING
Groen, grond en infra producten
速Baletite netvervangende folie
Nijemirdum N ije
|
Tel.: 0514 - 57 18 26
|
www.buma.com
|
info@buma.com
ondernemen met
mensen
VENT EN VISIE
Terwijl Nederland het door Europa in gestelde fosfaatplafond nadert, berekende CZAV dat in de akkerbouw een groot tekort aan fosfaat en organische stof ontstaat door veel te strenge normen. Een wrange situatie, constateren Ko Francke en Ton Hendrickx. “In het Jaar van de Bodem moeten wij vaststellen dat de Nederlandse overheid zulke strenge normen oplegt dat de bodemvruchtbaarheid achteruit holt.”
Zeeland komt 1 miljoen kilogram fosfaat te kort Ko Francke en Ton Hendrickx, CZAV Het is het wereldwijde Jaar van de Bodem, maar in Nederland hebben we een beleid dat de bodemvruchtbaarheid op het spel zet. Een wrange constatering, stellen Ko Francke, adjunct-directeur van CZAV (Coöperatieve Zuidelijke Aan- en Verkoopvereniging U.A.), en Ton Hendrickx, bemestingsspecialist bij Crop Solutions, vast. “Samen met een studiegroep hebben we afgelopen winter een mineralen- en organische-stofbalans voor de provincie Zeeland opgesteld. Van de uitkomst zijn we flink geschrokken. Daaruit blijkt dat we over de hele provincie 1 miljoen kilogram fosfaat meer afvoeren dan er op het land komt. Per hectare komen we minimaal twaalf kilogram fosfaat te kort. Bij de organische-stofbalans was het resultaat nog slechter. Daar blijkt dat we inmiddels twintig procent minder aanvoeren dan er in een seizoen afgebroken wordt.” Het zijn cijfers die Francke zich doen afvragen wat de overheid dan bedoelt als ze het in het beleid heeft over een duurzame landbouw. “Wat hier gebeurt, is het tegenovergestelde. We krijgen zulke strenge normen opgelegd dat we de bodem juist aan het uitmergelen zijn.” Daar komt bij, vult Hendrickx aan, dat we ook de potentie van de bodem niet meer benutten. “We weten dat bij sommige gewassen de bemesting inmiddels de beperkende factor is als het gaat om de gewasproductie. Dat geldt met name bij aardappelen en tarwe. Bij tarwe zie je dat heel duidelijk in de stikstoftrappenproeven die we zelf doen. We kunnen daar heel gemakkelijk naar opbrengsten van vijftien ton, maar dan moet je wel meer stikstof geven dan nu is toegestaan. Het bewijst een oude wijsheid die onderzoeker Darwinkel al liet zien: voor elke duizend kilogram tarwe is 23 kilogram stikstof nodig. Nu de nieuwe rassen gemakkelijk vijftien ton kunnen produceren, is het zonde dat we dit niet mogen want die stikstof wordt gewoon opgenomen en vormt geen enkel milieurisico. Zonde, want we willen wel voedselzekerheid en een sterke boerenstand. Die mogelijkheden ontnemen we de agrarische sector.” Als gevolg van de strenge normen zien de bemestingsadviseurs van CZAV de bodemvruchtbaarheid teruglopen. “Sinds een aantal jaren zie je de Pwgetallen achteruitgaan. Niet verwonderlijk, want al jaren is bekend dat voor elke 55 kilogram fosfaat die je te kort komt het Pw-getal met één punt daalt”, zegt Francke. Het is een direct gevolg van de huidige norm van maximaal 50 -75 kilogram fosfaat per hectare terwijl gewassen als bieten en granen makkelijk 100 kg onttrekken. Die strenge norm is ook één van de oorzaken dat de aanvoer van organische stof steeds verder achter loopt bij de afvoer.
14
GRONDIG 5 2015
“Dat komt vooral doordat de ruimte om dierlijke mest aan te wenden steeds kleiner wordt. Feitelijk kan dat alleen nog in het voorjaar, omdat je na 1 september al niets meer mag.” Tegelijk belemmeren de strenge stikstofnormen ook de teelt van een goede groenbemester. “Daar mogen we nog maar 60 kilogram stikstof geven, terwijl bekend is dat je met een gift van 100 kilogram een veel hogere organische stof productie haalt. Maar ook dat mag niet en dus loopt de bodemvruchtbaarheid achteruit.” Het steekt de organisatie vooral dat er in het beleid geen enkele rekening wordt gehouden met de regionale verschillen. Waar er bij de stikstofbemesting nog verschillende normen zijn, is er voor fosfaat namelijk alleen een generieke norm. Een norm die in de akkerbouw en groenteteelt dus helemaal niet past, stellen de deskundigen vast. “Wij komen gewoon heel veel fosfaat te kort. Dat geeft nu op gronden met voldoende buffer nog niet direct opbrengstschade, maar je verarmt de bodem wel en op de lange termijn kost het wel opbrengst. Want je kunt wel zeggen dat je 120 kilogram P2O5 mag gebruiken als het Pw-getal onder de 25 komt, maar dan lijd je al opbrengstschade. Uit onderzoek is bekend dat bij een Pw-getal van 25 een gift van 120 kilogram nog een lagere opbrengst geeft dan helemaal geen fosfaat bij een fosfaatgetal rond de 50. Daarom kun je nu beter zorgen dat je voldoende mest kunt aanvoeren dan dat je later moet repareren, maar wel met
“Wat hier gebeurt, is het tegenovergestelde. De normen zijn zo streng dat we de bodem uitmergelen.” opbrengstverliezen zit.” Francke hekelt vooral het ontbreken van normen die passen bij de productiemogelijkheden van de grond. “Waarom maak je daar niet net als bij de stikstof onderscheid tussen klei en zand? Dan kun je de gebieden met echt hoge fosfaatgetallen ook specifiek aanpakken.” De aandacht voor bodemvruchtbaarheid is bij CZAV een direct gevolg van de rol die de organisatie zich heeft aangemeten richting de akkerbouw. Al sinds vele jaren is ze bezig met het adviseren en promoten van het gebruik van dierlijke mest. Dat doet ze tegenwoordig door twee keer per jaar op be-
drijven door te rekenen hoeveel ruimte er nog is in het bemestingsplan. Daarin speelt dierlijke mest altijd een belangrijke rol, vertelt Hendrickx. “Ons streven is de beste oplossing te vinden voor de akkerbouw. Daarom zijn we al heel snel dierlijke mest gaan adviseren en waren we ook de eersten om het gebruik van drijfmest met sleepslangen in de tarwe te promoten, gewoon omdat dit de goedkoopste oplossing is.” In het gebruik van dierlijke mest heeft CZAV een eigen positie gekozen. Dat betekent dat de organisatie voor de akkerbouw de hele aanvoer en aanwending regelt. “Natuurlijk gaat dat in overleg en maken we afspraken met de loonwerker die de klant wil, maar wij nemen het hele logistieke proces voor onze rekening. Dat betekent afspraken maken met de distributeur, de prijs vastleggen waarvoor de mest wordt geleverd, zorgen voor de administratieve afhandeling en het afrekenen.”
“Ons belang is anders dan dat van mestleveranciers. Die zoeken toch vooral mogelijkheden om zoveel van hun soort mest kwijt te raken.” Wat CZAV niet doet, is het uitrijmoment bepalen. Dat is een zaak tussen boer en loonwerker. “Daar willen we ook niet tussen komen, want zij moeten bepalen wanneer het land bekwaam is om de mest uit te rijden. De loonwerker moet dan ook met de distributeur zorgen dat de mest op het juiste moment daar is.” CZAV, actief in Zuid Holland, Zeeland en Noord Brabant merkt dat er nog steeds capaciteit en ruimte niet wordt benut. “Regionaal zouden we nog veel kunnen winnen als loonwerkers beter zouden samenwerken en bereid zouden zijn elkaars capaciteit te benutten. Nu zit er soms een limiet in de mest die we kunnen gebruiken doordat er geen capaciteit is om uit te rijden als het weer kritisch is. Het is jammer dat het dan bijna niet mogelijk is om bedrijven voor elkaar te laten werken, zodat je de goede dagen en omstandigheden maximaal benut.” In de rol van adviseur voor de akkerbouwer denkt CZAV ook een betere positie te hebben dan distributeurs die zelf de advisering doen. “Ons belang is anders dan dat van mestleveranciers. Die zijn toch vooral op zoek naar mogelijkheden om zoveel mogelijk van het product dat zij hebben kwijt te raken. Wij kijken naar het complete bedrijf van de akkerbouwer en bepalen dan welke mest het beste past en het voordeligste bemestingsplaatje oplevert. Daarvoor maken we dan een plan om de mogelijkheden zo goed mogelijk te benutten. Daarom rekenen we dit ook twee keer per jaar door. Eerst in het najaar en de winter om een bemestingsplan te maken en in juni nog een keer om te kijken hoeveel ruimte er is. Op die manier kunnen we maximaal mest plaatsen en voor onze klanten de beste en goedkoopste oplossing realiseren. Daar profiteren ook de veehouder en loonwerker van.”
TEKST & FOTO: Toon van der Stok
GRONDIG 5 2015
15
STERK WERK Groen ondernemen
ondernemen met
mensen
Eijva, Nijkerkerveen Van twee samenwerkende zzp’ers in vijftien jaar naar een gezamenlijke onderneming met twintig man personeel. Het is een stormachtige ontwikkeling dankzij goede jaren in de bouw. Nu is het vooral tijd voor het verbeteren van het rendement en strategische keuzes, zo vinden de eigenaren Mark Eijbergen en Sander van Valkenhoef. Het is een bijzondere plek waar het bedrijf van Eijva is gevestigd. Vanaf het erf kun je nog drie collegabedrijven zien liggen en aan de noordkant is het industriegebied van Nijkerk te zien. Daar verrijst op een afstand van enkele honderden meters een bedrijfsgebouw met een hoogte van geschat twaalf meter. Een beetje jaloers kijkt Mark Eijbergen wel eens die kant op als hij vertelt van zijn strijd met de gemeente om op het terrein nog een nieuw bedrijfsgebouw op te trekken met een wat grotere goothoogte dan het bestemmingsplan toelaat. “We willen graag naar een nieuw onderkomen, omdat we al het onderhoud zelf doen. Dat heeft ook te maken met onze verhuurtak, waardoor we veel materieel terugkrijgen dat elke keer ook moet worden nagekeken.” De onderhoudstak is een direct uitvloeisel vanuit het verleden, toen Sander zelf nog veel in de werkplaats te vinden
16
GRONDIG 5 2015
was. Nog steeds wordt ook voor derden onderhoud gedaan. “We hebben ook heel wat kleine machines in de verhuur en daar komt eveneens het nodige werk uit.” Een deel van de verhuur vloeit voort uit de opgezette groenverwerking. Op het bedrijf zamelt het bedrijf voor collegabedrijven en hoveniers groenafval in. Dit wordt verwerkt en verkleind. Een deel van de apparatuur heeft Eijva zelf, zoals een zeef die ook in de verhuur zit, en een chipper. Voor het verkleinen van boomstobben wordt af en toe materieel ingehuurd, vertelt Mark. “Zelf kunnen we het dan chippen en een eindproduct maken dat past bij onze afnemers. Gaat het naar de verbranding, dan maken we mooie egale chips, maar we doen ook veel richting boomkwekers en die hebben graag een combinatie van uitgezeefde grond met daarin houtresten. Op die manier kunnen we iedereen op maat bedienen.”
Eijva, Nijkerkerveen De start van Eijva was best bijzonder. De twee vennoten Mark Eijenberg en Sander van Valkenhoef werkten beiden als zzp’er af en toe voor loonbedrijf Horst in Amersfoort toen hen de vraag werd voorgelegd of ze het bedrijf wilden overnemen. Die kans grepen ze met beide handen aan en zo werd gestart met drie man personeel in het agrarisch loonwerk. Met de toename van het werk in het grondverzet groeide het bedrijf snel mee tot nu twintig man personeel. Naast grondverzet doet het bedrijf aan verhuur van machines en is er een biomassarotonde op het bedrijf. Het bedrijf is inmiddels gevestigd in Nijkerkerveen, net naast het industriegebied van Nijkerk.
Eigen voorstellen Voor de toekomst zou Eijva ook graag zijn eigen biomassa omzetten in energie via een verbrandingskachel. Ook is het plan om op de nieuwe hal zonnepanelen te leggen om de eigen CO2-balans in evenwicht te brengen. Het plan voor eigen energieopwekking zou bij Eijva prachtig passen in de ontwikkeling tot een bedrijf dat probeert de CO2-productie zo veel mogelijk te beperken. Twee jaar geleden hebben Eijbergen en Van Valkenhoef de eerste stappen gezet op de CO2-prestatieladder, een instrument om als bedrijf aan te tonen dat je bezig bent met het verlagen van je CO2-footprint in het kader van duurzaam ondernemen. Een opdracht die ook veel opdrachtgevers, zoals gemeenten, waterschappen en andere overheden, tegenwoordig meenemen in hun bestekken. De eerste stap is een paar jaar geleden gezet, omdat Volker Wessel als één van de opdrachtgevers dit van zijn onderaannemers vroeg. “Gelukkig was inventariseren en een doelstelling formuleren al voldoende, want ook dit leverde al een enorme hoeveelheid papierwerk op. Eén van onze kantoormedewerkers is hier al aardig druk mee.” Van Valkenhoef waarschuwt wel dat je met het formuleren van doelstellingen moet uitkijken. “Die moet je zo laag mogelijk houden, want er zijn zoveel factoren waarop je geen grip hebt. Dat hadden wij afgelopen jaar, toen we onze doelstelling niet haalden. Dat mag, maar je moet het wel allemaal uitleggen. Dus moet je aantonen dat je nu veel meer eigen werk hebt gedaan, dat je weinig op werken hebt staan draaien waar je op het werk kunt tanken en dat je relatief veel agrarisch werk had, omdat het zulk groeizaam weer was.” Teleurstellend vinden de ondernemers ook het uitblijven van vragen op dit gebied van andere aanbesteders van werk. “Behalve van Volker Wessels hebben we nog van niemand vragen gehad of gemerkt dat wij het werk mochten doen
omdat we hieraan meedoen. Bij allemaal is het nog de laagste prijs die telt, laat staan dat ze er extra geld voor over hebben omdat je een certificaat hebt gehaald.”
Veel kantoorwerk
Het toegenomen papierwerk en de regeldruk zijn zaken die de ondernemers zien als kenmerkend voor de afgelopen vijftien jaar dat ze het bedrijf runnen. “Als je kijkt hoeveel man we al op kantoor hebben om alles te regelen, dan zie je dat dit enorm is uitgebreid. We hebben er nu gewoon een dagtaak aan om alles vast te leggen en te checken of we alles goed doorberekenen.” Toch is juist die aangescherpte administratie een grote winst, zo hebben de ondernemers ervaren. “Nu slagen we erin om bijna dagelijks het uitgevoerde werk goed vast te leggen en hebben we ook snel de factuur eruit. Dat was een paar jaar geleden wel anders. Toen waren we vooral bezig om het werk gedaan te krijgen en was de administratie een bijkomend iets. Als we daar nu op terugkijken, beseffen we wel dat we toen veel geld hebben laten liggen. Dat is wel een voordeel van deze tijd: dat je als bedrijf de zaken beter op een rijtje krijgt.”
Agrarisch werk niet rendabel Dat scherper rekenen en nagaan of een project wel rendabel is, confronteert Eijva nog vaker met de moeilijke ontwikkelingen in de agrarische markt. “Daar merk je dat de prijzen onder druk blijven staan, terwijl de kosten blijven toenemen. Reken je daar alles door, dan zie je dat heel veel klussen niet rendabel zijn. Zeker als je de uren rekent die je er in moet steken die ook nog extra betaald moeten worden. Doorberekenen is dan lastig, want je wilt zelf ook in de avond door om de machines rendabel te krijgen, maar het klopt feitelijk niet.” Het moeilijk rendabel rekenen maakt dat ze zich wel eens af-
GRONDIG 5 2015
17
Verhuur machines Naast het gewone werk in landbouw en grondverzet heeft Eijva ook een verhuurafdeling. Daarin zit klein spul, zoals trilplaten en minishovels, maar ook grotere machines, zoals Hitachi-rupsdumpers die 360 graden kunnen draaien met daarnaast ook een afschuifdumper om bijvoorbeeld onder viaducten te kunnen werken. Ook is er een graafmachine met een lange giek. Deze is net als alle eigen machines voorzien van GPS om zo mee te kunnen draaien in allerlei projecten. Daarnaast verhuurt het bedrijf ook een elektrische Terra Select-trommelzeef voor het uitzeven van de aangevoerde en verwerkte biomassa. Op het bedrijf is een chipper aanwezig, maar voor het verkleinen van boomstobben huurt Eijva zelf ook weer machines in.
vragen of het zin heeft om met het agrarisch loonwerk door te gaan. Toch bewijzen twee nieuwe Claas-opraapwagens en meerdere andere agrarische machines dat het recente antwoord ‘ja’ is geweest. Ook via andere investeringen die de laatste jaren zijn gedaan, probeert het bedrijf een eigen positie in de agrarische markt te behouden. “We werken bijvoorbeeld al bijna tien jaar met silagewagens met aangedreven assen. Daardoor kunnen wij in het land gemakkelijker vooruit en veroorzaken we minder schade. Op de kuil zorgt het juist dat je gemakkelijk boven komt en het opzetten minder tijd kost. We kunnen dus meer aandacht besteden aan het vastrijden. Sinds twee jaar is de New Holland-hakselaar ook voorzien van apparatuur om de opbrengst te bepalen en het drogestofgehalte te bepalen.” Het zijn volgens Eijbergen investeringen die noodzakelijk zijn om bij de moderne agrarische ondernemers mee te kunnen blijven doen. Ondanks de smalle marges willen ze het agrarische werk niet missen. “Het is toch een kwart van onze omzet en er hangt ook veel mee samen. Omdat je agrarisch actief bent, krijg je namelijk ook klussen als het uitgraven van een stal of het zetten van sleufsilo’s. Dat is toch weer een mooi beetje werk. Juist in deze tijd is het prettig als je op meerdere pijlers kunt blijven rusten. Daarom hebben we ook alle vertrouwen in de toekomst.” TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Toon van der Stok, Eijva
18
GRONDIG 5 2015
Sinds 2011 is Eijva actief in het verwerken van groenafval. Om zoveel mogelijk te hergebruiken, wordt soms ter plaatse gesnipperd in de container voor afvoer naar de verbranding.
Naast het plaatsen van sleufsilo’s is het af en toe ook slopen. Ook dat hoort bij de werkzaamheden die regelmatig worden uitgevoerd.
In het agrarische werk probeert Eijva voorop te lopen met aangedreven assen onder de Joskin-wagens, opbrengst- en drogestofbepaling op de hakselaar en sinds afgelopen seizoen GPS-apparatuur voor het zaaien en spuiten.
Wilt u uw machines online verkopen ? Dan is TROOSTWIJK VEILINGEN B.V. úw partner. Wij organiseren online veilingen voor een (inter)nationaal publiek. Met kantoren door heel Europa en een uitgebreide database bereiken wij de koper(s) voor uw machines !
T: 073-503 25 27 F: 073-503 27 04 E. info@steenbergen-bouw.nl Kistenbewaring
Bulkopslag
Hout en beton
Wilt u de waarde weten van uw machines ? Bij TROOSTWIJK WAARDERING & ADVIES B.V. kunt u terecht voor een professionele taxatie door een Beëdigd RegisterTaxateur. Voor een persoonlijk advies kunt u contact opnemen met onze specialist Stef Hooijman 06 53 54 16 31 e-mail: s.hooijman@twa.nl Troostwijk is hét grootste industriële online veilinghuis van Europa en draagt haar klanten al meer dan 80 jaar op handen !
www.steenbergen-bouw.nl uw specialist in bewaringen - loodsen
www.TroostwijkAuctions.com adv 98 x 134.indd 1
16-12-13 13:07
GROOT IN DE VERHUUR VAN MACHINES IN DE GROND-, WEG- EN WATERBOUW EN RECYCLING
Westeinde 46 • 2969 BM • Oud-Alblas • Tel 0184 69 27 67 • Fax 0184 69 21 40 E-mail info@gmdamsteegt.nl www.gmdamsteegt.nl
PROFILEREN De stroming in stand houden
ondernemen met
vaktechniek
Hofmeijer Civiel- en cultuurtechniek BV, Voorst De Heelsumse Beek wordt aangepast en verlegd om de stroomsnelheid van het water te verhogen. De beek wordt hierdoor een aantrekkelijker leefgebied voor vissen vanuit de Rijn. Een veelzijdig project, dat Hofmeijer uit Voorst uitvoerde met een uitgekiend plan om via een bypassleiding het water altijd te laten stromen. Een groepsapp zorgde voor snelle communicatie met alle partijen.
20
GRONDIG - Grondig 5 2015
Project: aanpassen Heelsumse Beek Opdrachtgever: Waterschap Vallei en Veluwe samen met Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, Gemeente Renkum. Looptijd: februari 2015 tot oktober 2015 Aanneemsom: € 368.000,Directie: Eelerwoude Uitvoerende partij: Hofmeijer Civiel- en cultuurtechniek BV, Voorst Werkzaamheden: aanleg van 2,1 kilometer nieuwe slingerende beek met een kleipakket op bodem en zijwanden plus een dunne zandlaag. Uitgraven slib en herstellen van te handhaven delen van de oude loop. Afdammen en dempen van de niet te gebruiken oude loop. Aanbrengen dammen, Projectleider Wilbert Hogeweij: “Het gegund krijgen van zo’n project is afoverstortplekken, grote vistrap, bruggen en op hankelijk van veel puzzelstukjes. De Heelsumse Beek-app bleek een goede hoogte brengen van duikers. Realisatie van een vondst om effectief en adequaat te reageren op de omstandigheden.” oeverzwaluwwand. Ten zuidoosten van Renkum stroomt de Heelsumse Beek in de Nederrijn. Het is een beek die is ontstaan uit natuurlijke bronnen. Vanwege de historie, het kraakheldere bronwater en natuurlijk de bijpassende flora en fauna valt deze onder het hoogste ecologische niveau. De beek voldeed niet meer aan de doelstellingen die de Europese Kaderrichtlijn Water stelt. Daarom besloten Waterschap Vallei en Veluwe, Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat de monding van de beek in de uiterwaarden aan te passen.
Moeras overwinnen Het grootste probleem van dit project is dat de beek hier uitmondt in een dichtgeslibt moerassig gebied en daarna vrij direct (in het verleden rechtdoor gekanaliseerd) de Nederrijn instroomt. Dit werkt belemmerend op stromingminnende vissen die vanaf de Rijn stroomopwaarts zwemmen en zich aldaar voortplanten, zoals de winde, de rivierprik en de forel. Om de vereiste hogere stroomsnelheid aan het water te geven, besloten de opdrachtgevers het bestaande traject te kanaliseren en de beek te verleggen, waarbij deze grotendeels wordt teruggebracht in de oude kronkelende loop, met de uitmonding ongeveer een kilometer verderop richting Renkum. Omdat dit deel van de beek zich in de uiterwaarden bevindt, moeten er ook de nodige overstorten en watertrappen worden gebouwd. In totaal gaat het om een traject van ruim twee kilometer, waarvan ongeveer de helft de bestaande (grotendeels dichtgeslibde) loop betreft. De uitvoerende partij moest hier rekening houden met de waterstromen, de structuurgevoelige grondgesteldheid, de waterstand van de Rijn, de aangrenzende percelen met vee van Staatsbosbeheer en natuurlijk de rijke flora en fauna in het gebied. Ook werd een hoge precisiegraad gevraagd, omdat dit gebied een paringsgebied voor de genoemde vissoorten moet worden. Deels droogvallen is uit den boze.
Bypass aanleggen Het project werd in onderaanbesteding door waterschap Vallei en Veluwe aan vier partijen onder EMVI aangeboden. Naast de prijs was het beste plan van aanpak heel belangrijk. Projectleider Wilbert Hogeweij van Hofmeijer: “Het lastige van dit project vormde het uitbaggeren en kanaliseren van het moerasgebied in het eerste deel. Om dat goed te doen, moest de waterloop worden afgedamd en omgeleid om aan de eis van het niet belemmeren van de waterstroom te voldoen. Wij hebben de oplossing aangedragen om het water via leidingen om het gebied te leiden en de benodigde grond aan te voeren van de verderop te graven nieuwe loop.” Dit plan bespaarde veel transport- en graafbewegingen. Natuurlijk moest er een pompstation worden gerealiseerd, maar dat was goed te doen. “Dit idee was nog niet eens zo ingewikkeld, maar het paste de opdrachtgevers goed”, vertelt Ho-
GRONDIG - Grondig 5 2015
21
1 Belangrijk in een vlotte en goede communicatie vormde de groepsapp, aangemaakt door Hofmeijer voor dit project. 2 Voor de eis van bodemvriendelijk werken huurde Hofmeijer rupsdumpers in. Het project werkte met een gesloten grondbalans. 3 Voor het omzeilen van het moerasgebied installeerde Hofmeijer dit pompstation. Het was een belangrijke pion in het gegund krijgen van dit project.
1
2
4 Vanwege het sterk kunnen wisselen van de waterstand realiseerde Hofmeijer ook dit soort natuurlijke overstortwerken.
3 geweij. Het omleiden van de beek kon met kunststof buizen worden uitgevoerd.
Veel meerwerk Het traject is op voorhand onderzocht (door Armaex) op explosieven en vrijgegeven. Deels was het niet mogelijk om de toplaag van de grond te onderzoeken vanwege de vele puinresten. Daarom is deze toplaag op voorhand in depot gezet, die Hofmeijer weer moesten verwerken met een gepantserde kraan. Ook moesten er op diverse locatie nog onderzoekswerkzaamheden worden uitgevoerd naar de aanwezigheid van explosieven. Er waren echter meer eisen. “Een heel belangrijke was zo bodemvriendelijk mogelijk te werken om de klei aldaar niet onnodig veel te verdichten. Dit werd door ons ondervangen door in te schrijven met grondtransport met rupsdumpers. Verder mocht er alleen worden gewerkt bij een acceptabel lage waterstand. Gelukkig hebben we een droge periode gehad. Het werk heeft slechts drie weken stilgelegen.” Zoals altijd zijn er in dergelijke gebieden verrassingen. “De grootste ver-
22
GRONDIG - Grondig 5 2015
4 rassing vormde de aanwezigheid van zandlagen in het nieuw te graven traject”, vertelt Hogeweij. Dat betekende extra werk. Het probleem werd opgelost door de zandlagen af te graven en langs de zijkanten af te zetten en daarna de beekbedding aan te vullen met een circa veertig centimeter dik pakket klei. “Wel moet er op de beekbodem nog een klein laagje zand worden aangebracht. Dit zand is vereist voor een goed paringsgebied van de vissen. Mooi precisiewerkje voor de jongens.” Die hoogste precisie-eisen waren ook opgenomen in het bestek. Hofmeijer speelde hierop in door het hele traject met 3D-GPS aan te pakken. “Wij zijn daarbij uitgegaan van de digitale 2D-kaarten van de opdrachtgever en hebben die zelf omgezet naar 3D-tekeningen en de aansturing voor onze graafmachines.”
Beek-app Dat brengt ons bij een op het eerste gezicht onbelangrijk lijkende factor in dit samenspel, maar één die in de inschrijving en in de voorgang van het hele traject erg belangrijk is gebleken. Hogeweij: “We hebben ingeschreven met onder andere het aanmaken van een eigen Heelsum-
5 Een deel hier in de afrondende fase. Duidelijk te zien de slingerende beek met helder water en een kleibedding met iets zand. 6 Het aanbrengen en op goede hoogte stellen van bestaande duikers was één van de opdrachten. Hofmeijer realiseerde alles met 3D-GPS-aansturing (DigPilot). 7 In de loop zijn diverse overstortwerken gerealiseerd. Vanwege het kleipakket zijn die ruim bemeten, met later een bufferzone voor de overstort.
5
8 Uiteraard oog voor de natuur. Plekken met zeldzame planten en nesten van dieren werden met lint afgezet.
6
7
se Beek-app voor alle betrokkenen om snel en gemakkelijk te kunnen communiceren. Achteraf bleek deze simpele communicatieoplossing ook een rol gespeeld te hebben in de toewijzing”, aldus de projectleider. Hij geeft aan dat ze veel profijt hebben gehad van die speciale app. “We hebben te maken met veel partijen: het waterschap als opdrachtgever, Staatsbosbeheer als grondeigenaar, Rijkswaterstaat, de gemeente Renkum, ecologen, landhuurders. Bij elke twijfel of wat dan ook appen onze medewerkers en maken ze desgewenst meteen een foto, zodat iedereen meteen kan reageren. Dat werkt fantastisch, zorgt voor een open dialoog en voorkomt constateringen achteraf”, stelt hij vast. Als bewijs toont hij een simpel appje met daarop de mededeling dat de paarden net naar een ander perceel zijn gebracht en of de medewerkers daar even rekening mee willen houden. “Ook de aanwezigheid van een beverpaar heeft de nodige appjes opgeleverd.”
Vistrappen Tijdens ons bezoek is het eerste deel van het project gerealiseerd. De oude loop met een overstort naar de Nederrijn en het nieuwe kronke-
8 lige deel zijn bijna klaar. Op het laatste traject moet de vistrap nog worden aangelegd. “Dit is nog een hele klus. We hebben te maken met een oude duiker, vanaf daar moet het via vistrappen nog 1,30 meter naar beneden. In samenspraak met de opdrachtgever komen hier speciale vistrapduikers met doorlaten in de betonkeringen, plus een extra hoger gelegen bypassbuis bij grote wateraanvoer. Dankzij die relatief kleine doorlaten valt de vistrap minder snel droog bij wisselende waterstanden.” Dit deel wordt komende zomer gerealiseerd en dan sluit Hofmeijer een mooi project af. Een project dat op papier ‘slechts’ het graven van een 2,1 kilometer lange smalle beek betrof, maar dat in de praktijk een boeiend project was. Alle werkzaamheden lagen onder een vergrootglas en dankzij de groepsapp kon iedereen altijd adequaat en snel inspelen op veranderende situaties. En dankzij GPS stroomt er voortaan altijd en overal genoeg water door de Heelsumse Beek. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Hofmeijer, Vreemann
GRONDIG - Grondig 5 2015
23
Schakel om naar vol vermogen AARDAPPEL OVERLAAD- EN REINIGINGSBAND “POM-OVER”
ZO ZIET DE AARDAPPELOOGST VANDAAG ER UIT Maak van uw Fliegl afschuifwagen een overlaadwagen !
Sterk werk - Pöttinger opraapwagens
g Eenvoudi uw aar op uitbreidb en ASW wag afschuif van Fliegl
Pöttinger hooibouwmachines
Pöttinger grondbewerking
Meer sterk werk? Oordeel zelf!
✆ : +32 477 504 236 * ludopauwels@skynet.be
www.duport.nl
www.fliegl.com
www.molconinterwheels.com
Nederland Molcon Interwheels BV Zwake 5 NL-4451 HH Heinkenszand
T: +31 (0) 113 56 95 00 F: +31 (0) 113 56 36 23 E: sales.nl@molconinterwheels.com
“2500 UUR OP DE KLOK EN NOG GEEN SECONDE SPIJT. IK VERTEL JE GRAAG WAAROM.” — Ron Mak, Mak Grondwerken B.V.
MEER WETEN? BEL ZELF MET RON
06 22 959 357 Mobiele graafmachine R140W-9A •
Brandstofverbruik: 7 liter per uur
Zuinig
•
6-cilinder ultrastille dieselmotor
Comfortabel
•
Scherpe aanschafprijs, hoge restwaarde
Rendabel
•
Rijsnelheid: 40 km/uur
Efficiënt
•
Proportionele functies met scroll-buttons
Comfortabel
•
Geen roetfilter nodig
Rendabel
•
Lage onderhoudskosten
Rendabel
•
Van der Spek staat erachter
Zekerheid
Build a better future
SNELWEG NAAR SERVICE EN SUPPORT www.vanderspek.nl
GEBRUIKERSERVARING Weer goed
ondernemen met
vaktechniek
Gebruikerservaring Hitachi ZX-5-rupsgraafmachines Hitachi staat met de ZX-5-machines weer waar het merk moet staan. Dat is wat de gebruikers aangeven. De machines zijn weer goed en betrouwbaar en zijn dankzij het Trias-hydraulieksysteem bovendien zuiniger, sneller en nauwkeuriger dan hun voorgangers uit de 3-serie. We bezochten Niek Konijn in Wijdewormer en vatten de ervaringen van enkele andere gebruikers samen. Niek Konijn van het gelijknamige loon- en verhuurbedrijf in Wijdewormer hoef je niets wijs te maken over Hitachi’s. Hij werkt er al jaren mee en verhandelt de machines wereldwijd via zijn aparte handelstak. Op het erf staan een aantal inruilers te wachten op kopers en een aantal in blinkende staat gereed voor verzending. Niet alleen serie-3- en serie-1-machines, maar ook oudere EX-en. Konijn grinnikt. “Ja, daar staan mooie machines bij en die kunnen we wereldwijd prima kwijt. Er zijn altijd plekken waar wel wat gebeurt”, aldus de Noord-Hollander. Hij geeft aan dat Hitachi internationaal zeer gewild is. Dat was in het verleden met de EX100’s en EX200’s al zo en dat is eigenlijk altijd zo gebleven.
26
GRONDIG 5 2015
Konijn geeft aan dat ze niet alleen uit Nederland komen, maar dat hij internationaal via zijn netwerk mooie exemplaren opspoort die ook wel in Nederland als jong gebruikt worden verkocht. “Dan moet je de machines goed kennen.” Hitachi levert de ZX-5-serie rupsmachines met het nieuwe Trias-hydraulieksysteem in het segment van 19 tot 35 ton. Trias staat voor het driepompensysteem waarmee Hitachi claimt in Power-mode circa achttien procent en in Eco mode zelfs 25 procent efficiënter te draaien. Bovendien zorgt dit systeem voor een soepeler handling en een snellere respons. We zijn benieuwd of Hitachi dit waar kan maken.
Voordeel van de twijfel Konijn heeft in zijn eigen verhuurvloot drie serie-5-rupsmachines draaien: een ZX225USLC en een ZX250LC met circa 1300 uur op de klok en een ZX290LC met circa 2000 uur op de klok. “Het zou niet best zijn als hier al wat mee zou zijn”, grinnikt Niek, maar hij geeft aan dat de keuze wel even kritisch is geweest. Hij vertelt dat de serie-1-machines met de zescilinder-Isuzu erg goed waren. De -3 was volgens hem echter even een ander verhaal. “We hebben getwijfeld of we verder moesten gaan of dat we zouden overschakelen op andere merken”, meldt hij daarover. Op het erf is te zien dat Konijn bekend is met andere merken. “Dankzij de goede service en de correcte afhandeling door Hitachi Oosterhout hebben we het merk het voordeel van de twijfel gegeven. Elke fabrikant heeft wel eens een mindere serie”, aldus Konijn. Hij geeft aan dat hij daar wel fel op is. “De markt laat nu stilstand niet toe. Altijd door kunnen draaien en goed werk afleveren, is ons motto. Daarvoor voeren wij een sterk preventief beleid. Wij verwachten van een moderne graafmachine dat die bij dit beleid doordraait. Dat is nummer één.”
Serie -3 Konijn geeft aan dat bij de serie-3-machine de viercilinder-Isuzu’s het niet aan konden en dat gaf motorproblemen. “Dat verwacht je niet van Isuzu, omdat de reputatie van de Isuzu in de serie-1-machines zeer goed was. Hitachi heeft dat echter altijd keurig en zonder rekening opgelost. Wie doet het merk dat na?” Na enige tijd zijn de motoren gemodificeerd (onder andere sterkere zuigers) en daarna was het probleem volgens hem verholpen. “Ze zijn vrijwel allemaal gemodificeerd. Bij twijfel checken we bij Hitachi in Oosterhout het serienummer en dan weten we het. Gemodificeerde machines zijn namelijk wel goed”, stelt hij vast. Een tweede punt betrof het hydraulisch systeem. “De hoofdoorzaak van klachten kwamen volgens ons omdat de hydrauliekolie te heet wordt. Dan krijg je storingen en lekkages, verhardt rubber te snel en dergelijke. Daarnaast werkten ze in het begin niet fijn genoeg bij het afwerken. Wij hebben daarom bij de zwaardere machines een extra koeler gemonteerd en hoogwaardige hydrauliekolie toegepast. Dat hielp afdoende. We hebben het gevoel dat het minder goed afwerken een kwestie van het inlopen van het ventielenblok was.”
Beter en zuiniger Dat brengt ons bij zijn nieuwe -5-machines, ook met Isuzu-viercilinder. “We hebben geen problemen gehad en we verwachten die ook niet, omdat de gemodificeerde motoren in de serie -3 al goed zijn”, vertelt Konijn. De grootste winst zit volgens hem in het nieuwe Trias-hydraulieksysteem. “Dat is echt een vooruitgang. De machines draaien soepeler, preciezer en sneller en er zijn geen problemen meer met de hydrauliek”, stelt hij vast. Konijn zoekt de oorzaak in de verbeterde olieflow. “De olie blijft ook onder zware werkomstandigheden veel beter koel.” Natuurlijk heeft hij ook het brandstofverbruik geregistreerd. “We weten het niet achter de komma voor de -3-machines, maar wel dat deze rond de 20 tot 22 liter per uur verbruiken bij wisselend werk in de verhuur. De vergelijkbare serie-5-machines zijn duidelijk zuiniger”, zegt Konijn. De uitdraai toont voor de 225-5 gemiddeld afgerond 14,3 liter per uur. De 250-5 en 290-5 scoren gemiddeld 17,3 en 17,7 liter per uur. De 225-5
Goede afzetmogelijkheden en een dito restwaarde vormen voor Niek Konijn belangrijke argumenten om Hitachi trouw te blijven. Hij verhandelt Hitachi’s internationaal via zijn aparte handelstak. Een prima werkplek en prima bediening, zo beoordelen ondernemers de cabine. Volgens de ondernemers is die voldoende comfortabel voor de machinisten. De onderwagen en het rijwerk kent bij normaal gebruik geen storingen of mankementen. Konijn geeft aan dat periodieke check (bij mobiel) belangrijk is om storingen te voorkomen.
Gerust 20.000 uur met de originele pennen en bussen als je de bak wel altijd goed vergrendelt. Op het erf staat een EX 215 met 20.000 uur op de teller als levend bewijs. De viercilinder in de serie-3-machines kende problemen. Hitachi heeft deze intussen gemodificeerd. Volgens Konijn zijn de problemen daarmee verholpen en verwacht hij ze dus ook niet in de serie-5-machines.
GRONDIG 5 2015
27
Trias hydraulieksysteem Het grote verschil tussen het HIOS III-hydraulieksysteem op de serie -3-machines en het Trias-systeem op de serie-5-machines is de extra hydrauliekpomp bij Trias. Bij HIOS III voedt de ene pomp de giek en de bak en is de andere pomp voor de lepelsteel en het draaien. Dat geeft restricties op de lepel en de bak bij graven en draaien. Die laatste functies hebben namelijk prioriteit. Bij Trias heb je dus drie pompen, waarvan de extra pomp hoofdzakelijk is voor het draaien. Daarbij ondersteunt deze pomp de andere twee pompen op het moment als er niet wordt gedraaid. Daarbij zijn extra en grotere doorgangen in het besturingsblok gemaakt, waardoor de restricties worden verminderd. Zo kunnen naast de prioriteit de drukken en de liters ook efficiënter worden afgestemd op de vraag. Op de website van Hitachi vindt u een filmpje. Trias is vooralsnog alleen leverbaar op de rupskranen in de klasse van 19 tot 35 ton.
Overige gebruikers Andere gebruikers bevestigen het verhaal van Konijn. De -5 is echt een klasse beter dan de -3-serie en is daarmee weer op het niveau dat je van Hitachi op basis van de -1-machines verwacht. De eerste exemplaren draaien nu probleemloos zo tussen de 2500 en 3500 uur. Ze kunnen volgens de gebruikers meedraaien met de beste in deze klasse. Een vaste Hitachi-gebruiker geeft aan dat er na 2700 uur nog geen sleutel aan is geweest en dat de machinist er prima over te spreken is. Een ander heeft ze naast verschillende andere merken draaien en geeft aan dat de Hitachi’s “goed meedoen”. Dat geldt voor het zware grondverzet, maar ook voor het afwerken en leidingwerk in het riool en voor de Gasunie. De gebruikers bevestigen de problemen met de vorige serie -3 en onderschrijven dat Hitachi die netjes heeft opgelost. Voor velen een belangrijke reden Hitachi trouw te blijven. Gebruikers die ook nog met een -3 draaien, bevestigen dat de motor na de update het weer goed doet. Eén van hen geeft aan dat hij vanwege de ervaringen met Hitachi onlangs een rebuilt -3 voor de overslag heeft gekocht bij Hitachi, omdat hij weet dat het nu goed zit. De brandstofverbruikscijfers lopen parallel met de bevindingen van Konijn, bij normaal werk zo rond de 15,0 tot 17,5 liter per uur. Daarmee zijn ze inderdaad zo’n vijftien tot twintig procent zuiniger dan de -3-modellen. Hitteproblemen bij de hydrauliek komen bij de -5-machines niet voor en de gebruikers onderschrijven dat deze machines sneller reageren en soepeler draaien. Eén gebuiker meldt expliciet dat hij de medewerkers met vaste regelmaat de radiateurs preventief schoon laat blazen en dat je dan vaak schrikt hoeveel stof eruit komt.
schommelt tussen de tien en achttien liter en komt niet boven de twintig liter per uur. De 290-5 scoort in zwaar werk maximaal 25 liter per uur. Konijn laat merken dat daarmee de door Hitachi gestelde besparingen volgens hem kloppen. “Dat zijn we van Hitachi ook gewend.”
Gerustgesteld En de rest? “Het rijwerk geeft nooit problemen. Pennen en bussen zijn bij een Hitachi bijna onverslijtbaar. Kijk, hier een oude EX met 20.000 uur op de teller. Loopt nog als een zonnetje en daar zitten de eerste pennen en bussen nog in”, vertelt Konijn. In de werkplaats staat de eerste van vijf splinternieuwe mobiele ZX140’s die Konijn onlangs heeft aangeschaft. “We hadden ze gerust zonder garantie durven kopen, want we weten dat ze goed zijn en net als de rupsgraafmachines een goede inruilwaarde behouden. Daarmee is het plaatje compleet.” Hij voegt eraan toe dat ze van hem vandaag nog het nieuwe Trias-hydraulieksysteem mogen inbouwen in de mobiele kranen. Hij eindigt met de opmerking dat hij met de serie-5-rupsmachines zijn machinisten met een gerust hart op pad kan sturen. “Die zijn goed en bedrijfszeker. Daarmee voldoet Hitachi weer aan mijn hoofddoelstelling.”
TEKSTS: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Hitachi, gebruikers
28
GRONDIG 5 2015
MEKOS MACHINEBOUW BRENGT U OP VOORSPRONG!
Unieke egaliseer machines welke voor u per stuk op maat gebouwd worden van klein tot onbeperkt groot: de Mekos Kilver en de Mekos Transport Dozer voorzien van een bodemplaat met hierop een hydraulisch schuifbord.
Partners:
Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net
AMAZONE grondbewerking AMAZONE is de uitvinder van het Cost Cutting Concept. Dit concept gaat uit van een conserverende grondbewerking, waarbij het bodemleven zoveel mogelijk met rust gelaten wordt. Meerjarige proeven hebben wetenschappelijk bewezen, dat de opbrengsten zeker niet lager zijn dan bij conventionele bewerkingsmethoden, maar dat de input aan energie (brandstof), arbeid en machinekosten veel lager is. Dat betekent dat de akkerbouwer aan de kostenzijde behoorlijk bespaart, zonder concessies te doen aan de hoogte en de kwaliteit van de oogst.
kampsdewild.nl
589317 c - KdW adv Amazone grondbewerking Grondig.indd 1
10-04-14 12:40
ondernemen met
vaktechniek
GRONDIG.COM
GESPOT: NIEUWE KRONE ZX-DUBBELDOELWAGEN
Krone draait in de praktijk volop proef met een nieuwe generatie ZX-dubbeldoelwagens. Een oplettende lezer spotte deze wagen in Duitsland achter een dikke Fendt uit de 900-serie. Wij kregen al meldingen van enkele Nederlandse loonwerkers dat de eerste wagens ook in Nederland draaien. Krone bevestigt dat het werkt aan een nieuwe generatie extra zware en sterke opraapwagens, waarvan de eerste nulseriemodellen dit jaar beperkt zijn uitgeleverd. De fabrikant benadrukt dat het geheel nieuwe ontwikkelde wagens betreft, die boven de huidige ZX-wagens worden gepositioneerd.
30
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
AUTOMATISCHE SNELWISSELAAR VAN ROTAQ RotaQ is het nieuwe automatische snelwisselsysteem voor autolaadkranen. Geen gedoe meer met slangen en pennen, maar in enkele seconden en zonder oliemorsen vanaf de bedieningsplek aan- en afkoppelen van hulpstukken, inclusief de hydrauliekaansluitingen. Ontwikkelaar Bleekman Beek BV toonde de 4,5tons Rotar 45 op de Demo Dagen van Jan Veenhuis. Het systeem werkt met een roterende bovenplaat met sleufpennen en een vaste onderplaat waarin je de pennen als het ware vastdraait door de bovenplaat te roteren.
UITBREIDING SERIE KOBELCO-MINI’S Op de Intermat waren ze al te zien, maar nu zijn ze ook te bestellen en vanaf het derde kwartaal leverbaar: de nieuwe serie minigraafmachines van Kobelco. Van de zeven vernieuwde machines zijn er vier afkomstig van Yanmar. Kobelco is hiervoor de samenwerking met deze fabrikant aangegaan. Van de nieuwe range komen de bekende binnendraaiers nog steeds uit de Kobelco-fabriek. Kobelco krijgt zo in de range tot drie ton een complete lijn conventionele machines met Yanmar-motoren. Net als op de bekende binnendraaiers hebben deze een voor deze markt relatief ruime cabine.
NIEUWE DUPORT-POMPTANKWAGEN
NEW DAILY 4X4-GELANCEERD
Duport heeft onlangs aan Loonbedrijf Epema in Rijperkerk deze compleet uitgeruste 14.000-liter-pomptankwagen afgeleverd, een eerste exemplaar van de nieuwe generatie tweeassers van Duport. De basis is de nieuwe dragende tank met geïntegreerde ronde wielkasten. De pomptankwagen is standaard uitgerust met het nieuwe Isobus-bedieningssysteem van Duport. Met de nieuwe Isobus-bedieningsunit zijn met één druk op de knop meerdere hydraulische functies tegelijkertijd te schakelen. De voorste as is een schuifas met aslift. De achterste as is gedwongen gestuurd. Hij staat op Vredestein 850/50R30.5-banden. De tank heeft een 8000-liter-BSA-pomp in combinatie met een L20.000-snijfilter. Er is een reductiebak gemonteerd om met een zuiniger 1400 motortoeren te kunnen werken. De zuigarm is ook te gebruiken voor het lossen.
Op de beurs Transpotec Logitec 2015 in het Italiaanse Verona heeft Iveco de nieuwe New Daily 4x4 gelanceerd. De nieuwkomer is uitgerust met een 3,0-liter-viercilindermotor met een maximaal vermogen van 170 pk (125 kW) en een maximaal koppel van 400 Nm. De New Daily 4x4 kent twee basisversies, met enkele of dubbele cabine. De New Daily 4x4 is beschikbaar in een 3,5-tons en een 5,5-tons variant en er is ook een versie met gestript chassis, voor specifieke uitrustingen op maat.
GRONDIG 5 2015
RECHT(T)ERZIJDE Kantonrechter vaker als mediator AUTOMATISCHE VOORWIELAANDRIJVING BIJ VOLVO TRUCKS De nieuwe Automatic Traction Control van Volvo Trucks activeert automatisch de aandrijving op de vooras als de truck vast dreigt te komen zitten. Deze automatische inschakeling is afkomstig vanuit de (dumper)techniek van Volvo Construction Equipment. Volvo Trucks claimt de eerste truckfabrikant ter wereld te zijn die automatische voorwielaandrijving op alle voorwielen aanbiedt voor bouwtrucks.
OREGON-MAAIDRAAD OP DISKS
Per 1 juli 2015 gaat er door de Wet werk en zekerheid veel veranderen binnen het ontslagrecht. Zo vervalt de kantonrechtersformule en wordt het ontslaan van een disfunctionerende werknemer moeilijker. Vanaf die datum is het zeer risicovol om met een slecht of matig opgebouwde disfunctioneringsdossier naar de kantonrechter te stappen om ontbinding te forceren. Nu is dat nog wel mogelijk. Stel nu dat een werknemer al vijftien jaar bij een werkgever werkt en dat er sinds een half jaar sprake is van (min of meer) disfunctioneren. Nu heeft deze werkgever de mogelijkheid om met een - al dan niet speciaal voor die procedure opgebouwd dossier - naar de kantonrechter te gaan en tot ontbinding te verzoeken. De kantonrechter zal dan de beroerdste niet zijn en deze ontbinding uitspreken. Natuurlijk zal hij niet aan het gebrekkige dossier voorbij kunnen gaan en dit vertalen in een hogere ontslagvergoeding. Hij heeft de ontslagvergoeding als Haarlemmerolie. De kantonrechter heeft na 1 juli 2015 echter niet meer de mogelijkheid om de ontslagvergoeding te gebruiken als wisselgeld voor een slecht opgebouwd functioneringsdossier. Hij mag alleen bij een volledig ‘voldragen’ dossier overgaan tot ontbinding en moet daarbij een door de wetgever vastgestelde vergoeding toewijzen (de transitievergoeding).
Pyro, zo noemt Oregon zijn nieuwe maaidraad. Door een nieuwe draadvorm heeft de fabrikant het voor elkaar gekregen dat de draad extra compact kan worden opgerold. Hierdoor heeft Oregon de maaidraadverpakking weten te verkleinen naar een disk. Elke Spyro-disk heeft de vulling van een maaikop, waardoor afmeten en op lengte afknippen van de maaidraad tot het verleden behoort.
HESSENBERGER-NETEG OOK VOOR OPENBAAR GROEN EN SPORTVELDEN Frato introduceert deze nieuwe Hessenberger-neteg. Deze kenmerkt zich door sterk vibrerende tanden met een extra grove tandzetting, waardoor deze de dode bovenlaag, onkruiden en muur verwijdert en de grasmat belucht. Frato bespeurt een toenemende belangstelling voor deze neteg voor onderhoud aan sportvelden en openbaar groen.
De Nederlandse Vereniging van Arbeidsrecht Advocaten heeft dit probleem aan de minister voorgelegd en hem erop gewezen dat hij de rechter het smeermiddel ontneemt als het dossier niet volledig is. De minister antwoordde daarop: “Als in dit verband onder ‘niet geheel voldragen’ dossier wordt bedoeld dat uit het dossier niet blijkt dat er een redelijke grond is voor ontslag, dan is het evident dat de rechter de arbeidsovereenkomst niet zal kunnen ontbinden.” Zoals gezegd mag de rechter dus niet ontbinden als het dossier niet sluitend is. Ik voorspel dat veel rechters zich dan als mediator zullen gedragen. De rechter zal partijen voorhouden dat hij de verzochte ontbinding niet kan uitspreken wegens gebrek aan een ‘voldragen’ dossier. Daarop zal hij de partijen adviseren om alsnog (al dan niet met een zetje van hem) tot een minnelijke regeling te komen en erop wijzen dat als hij een (afwijzend) vonnis wijst dit tevens vatbaar is voor hoger beroep.
Sander van Meer Advocaat CUMELA Advies
GRONDIG 5 2015
31
KOMATSU
ondernemen met
vaktechniek
1400-toerenmachine Eerste indruk van de nieuwe Komatsu WA 270-7 op de kuil Met een flinke Holaras-kuilverdeler werd de Komatsu WA 270-7 ingezet om de eerste voorjaarskuilen te maken. Na een dag van ruim tien uur flink inkuilen op vooral 1400 motortoeren met amper stationair draaien noteerde de nieuwkomer een brandstofverbruik van 110 liter. Voor Loon- en Grondverzetbedrijf Olminkhof in Neede een bevestiging dat een wiellader op de kuil de juiste keuze is. We reden even mee. “Het schijnt de tweede in Nederland te zijn. Ervaringen zijn er dus nog niet, maar Komatsu heeft natuurlijk wel aangegeven wat de machine kan en we hebben hem vooraf uitgeprobeerd”, aldus Jeroen Olminkhof. Hij heeft zelf de tweede dag met de nieuwkomer gereden. Vandaag is dag nummer drie. De Komatsu is echt nieuw voor het bedrijf, want het had eerder een Caterpillar-wiellader en daarvoor een Liebherr. Jeroen geeft aan dat ze serieus bezig zijn geweest met de vraag of er een trekker of een shovel op de kuil moest om brandstof te besparen. “Ruim twintig liter per uur voor een machine met vierbak en koppelomvormer vinden we te veel. Daarom is er een paar jaar geleden voor gekozen te gaan vastrijden met een zware
32
GRONDIG 5 2015
trekker. Komatsu gaf aan dat zijn wiellader het dankzij de hydrostaatbak kan opnemen tegen een trekker. Onze oude shovel was aan vervanging toe en als het brandstofverhaal klopte, zou de keus voor ons niet moeilijk zijn: een wiellader”, vertelt Olminkhof. Hij geeft aan dat een wendbare wiellader sneller werkt, voor de chauffeur prettiger is omdat je alles voor je hebt en beter verdicht. Het bedrijf liet een paar merken proefdraaien en koos uiteindelijk voor deze Komatsu. “Een hoge bodemvrijheid, een hoge aandrijfas om het omwikkelen van gras te voorkomen, een hoge kont, een flinke storthoogte voor het laden in het grondverzet, goed zicht, een stille, comfortabele cabine en heel wat mans”, somt Jeroen de pluspunten op.
Meteen kracht De WA 270-7 heeft vier keuzestanden voor de aandrijving. Dit gebeurt door één hydrauliekpomp in combinatie met twee hydromotoren. In de eerste stand kun je met een draaiknop de snelheid exact instellen. Chauffeur Rogier ten Elsen zet hem op 2 km/u en programmeert de extra functie voor de verdeler op 100 liter per minuut. “In deze omstandigheden is dat ruim voldoende en dan draait de machine lekker rustig op 1400 toeren van de motor”, legt hij uit. Hij geeft aan dat verhogen naar 150 liter duidelijk extra kracht en dus brandstof kost. Rogier bevestigt dat de machine inderdaad vanaf 0 km/u meteen sterk is aan de wielen. “Dat voel je meteen”, zegt hij. Op deze kuilhoop is dat niet zo’n item, omdat die nog niet hoog is en er op de hoop wordt gelost. Rogier wijst verder op het lage geluidsniveau in de cabine en op de multihendel, waarin de omkeerschakeling en de bediening van de derde functie zijn geïntegreerd. “Voor de balenklem moet ik even de schakelaar op het zijpaneel omzetten om de tweede extra functie te pakken, verder kan ik het af met de multihendel”, vertelt de chauffeur. Hij is de tweede dag duidelijk al gewend aan de nieuwkomer. “Heerlijk, rustig werken, geen volgas meer en aanmerkelijk zuiniger.”
Machinist Rogier ten Elsen heeft de machine snel onder de knie. Fijne eenhendelbediening en volgens hem sterk aan de wielen.
Dankzij deze grote Mitas-23.5R25banden heeft de wiellader extra bodemvrijheid op de kuil en haalt deze de 40 km/u met een gereduceerd motortoerental.
Grote banden Olminkhof heeft de WA 270-7 op flinke Mitas-23.5R25-banden laten zetten. Daardoor loopt de machine ruim meer dan 40 km/u. “Ik heb het zelf geprobeerd, je kunt 40 km/u rijden rond 1500 motortoeren. Dat is wat we de jongens meegeven”, zegt Jeroen daarover. De grote banden vertalen zich in een extra grote bodemvrijheid van 51 centimeter. “Dat scheelt zo’n tien centimeter met andere wielladers en dat is heel veel. Het is al met al met 16,2 ton inclusief dubbele montering en Holaras-verdeler wel een zware geworden, maar dat verdicht ook beter.” Verder moet de machine zich natuurlijk nog bewijzen. “We hebben Komtrax en dus weten we na een paar dagen al aardig hoe het zit: een brandstofverbruik van rond de tien tot twaalf liter per uur zonder stationair draaien. De eerste dag inclusief een laag aandeel stationair zelfs net onder de tien liter per uur in deze omstandigheden, dat zegt ons genoeg”, concludeert Jeroen. Voor onderhoud en extra kosten is hij niet bang. “Komatsu is een gerenommeerd A-merk”, klinkt het beslist. In de koop zit twee keer vervangen van het roetfilter (4500 en 9000 uur of maximaal vijf jaar) inbegrepen. Het verhaal dat een trekker op de kuil altijd zuiniger is, is voor Jeroen in elk geval verleden tijd.
Komatsu WA 270-7 De Komatsu WA 270-7 is standaard een dertientons machine met een 117 kW (153 pk) sterke Stage IIIb-Komatsu-motor met roetfilter, maar zonder AdBlue. Het roetfilter regenereert automatisch zonder dat je stil hoeft te staan. Bij de Komatsu-7-wielladers wordt het motorvermogen aangepast aan de gevraagde belasting. De bekende HST-hydrostaatbak heeft vier groepen vooruit en achteruit in combinatie met twee hydrauliekmotoren. Bij veel (opbreek)kracht worden ze automatisch lastafhankelijk beide ingeschakeld. In de laagste versnelling is de rijsnelheid traploos instelbaar met een draaiknop. Voor transport wordt één hydrauliekmotor vrijgeschakeld. Standaard zitten er 20.5R25-banden op. De maximum snelheid is dan 38 km/u bij 2000 motortoeren. Het hydraulisch systeem, Komatsu’s CLLS-loadsensingsysteem, heeft een maximum opbrengst van 150 liter per minuut. De multifunctionele PPC-hendel met elektronische aansturing van de extra functie is standaard. Het laadframe kan statisch recht circa tien ton tillen. De kiphoogte is drie meter en bij 45 graden bedraagt de reikwijdte één meter. Meer op Grondig.com.
TEKST EN FOTO’S: Gert Vreemann
GRONDIG 5 2015
33
Werkelijk goed werk. Tractoren van CLAAS.
Naam
Tormod Eitrheim
Geo-data
60°50.430 08°27.330
Land
Noorwegen
Bedrijf
Loonbedrijf
Hei uit Noorwegen. Tot – 40 °C en een dikke huid. Nieuwsgierig? Bezoek ons: tractoren.claas.com
Bekijk hier de video ‘Werkelijk goed Werk!‘
traktor.claas.com
MOBIELE OPBRENGSTBEPALING Grip krijgen op de grasopbrengst
ondernemen met
vaktechniek
Hoeveel gras komt er van een hectare? Het lijkt zo’n simpele vraag, maar een betrouwbare schatting maken van de drogestofhoeveelheden valt in de praktijk nog niet mee. Zelfs bij gebruik van de meest geavanceerde technieken is het meer dan een simpele druk op de knop.
Mogen melkveehouders straks meer mest gebruiken bij hogere ruwvoeropbrengsten? Het is nog allerminst zeker. Toch lijken de ontwikkelingen rond de KringloopWijzer de belangstelling voor opbrengstmetingen in ruwvoer flink aan te wakkeren. Die belangstelling was er al bij een kleine voorhoede van melkveehouders, die met plaatsspecifieke gegevens percelen willen verbeteren en mest efficiënter willen benutten. Naast de loonbedrijven die met deze veehouders samenwerken, is er inmiddels een snel groeiende groep die zich ook aan het voorbereiden is op zijn rol als dataleverancier. Fabrikanten van oogstapparatuur merken dat in de vraag. Krone verkoopt de laatste tijd bijvoorbeeld meer silagewagens en balenpersen mét een weeginrichting dan zonder. En omdat versgewichten op zich niet veel zeggen, experimenteren ook de merken die dat nog niet deden sinds kort volop met metingen aan droge stof. Daarbij krijgen ze hulp van loonbedrijven die hun nek uitsteken, al wordt er soms ook bewust even aan de rem getrokken. “Er is een soort hype aan het ontstaan”, constateert Frans Ploegmakers van loonbedrijf Ploegmakers in De Rips. Het bedrijf heeft alle wagens inmiddels voorzien van een weeginrichting en geeft dit jaar bij wijze van kennismaking de versgewichten aan de klant door. “Dat moeten natuurlijk hoeveelheden droge stof worden, maar zo ver zijn we nog niet. Die gegevens moeten kloppen, anders houd je elkaar voor de gek.”
36
GRONDIG 5 2015
NIR heeft beste papieren Voor een nauwkeurige bepaling van het vochtgehalte heeft de nabij-infraroodtechniek (NIRS oftewel Near Infra-Red Spectroscopy) de beste papieren. Dit systeem is al langer verkrijgbaar op de hakselaars van John Deere, Claas en New Holland en sinds kort ook bij Krone leverbaar. John Deere heeft de opbrengstmeting ook gekoppeld aan de drogestofmeting, zodat per perceel de totale drogestofopbrengst en drogestofopbrengstkaarten beschikbaar zijn. Het systeem werkt aan de hand van een spectrometer en een lichtbron. In de lospijp van de hakselaar absorbeert en reflecteert de gewasstroom delen van de lichtbundel. Het gereflecteerde deel wordt opgevangen via een prismaglas, waarmee het systeem de verdeling van de kleuren in kaart brengt. Bij elke kleurencombinatie hoort een ander vochtgehalte. De relatieve waarden die het systeem levert, worden via ijklijnen omgerekend naar actuele vochtigheid. Omdat temperatuur een grote invloed heeft op de nauwkeurigheid van de NIRS-metingen heeft John Deere tevens een automatische interne referentiemeting ontwikkeld en ingebouwd in zijn HarvestLab-sensor om de invloed van temperatuurwisselingen uit te sluiten. Onafhankelijke tests door de Duitse DLG laten zien dat de afwijking van deze techniek in maïs hooguit enkele procenten bedraagt. “Ook in gras is het op dit moment de beste meet-
methode”, zegt Herman Krebbers, precisielandbouwspecialist bij DLV Plant. “Het enige probleem is dat in suikerrijk gras een plakkerige film over de sensor ontstaat. Dat geeft vertekende waarden.” Fabrikanten erkennen dat dit probleem speelt, maar voegen er aan toe dat bij een juiste installatie van de meetapparatuur en regelmatig schoonmaken de invloed op de metingen minimaal is.
Vrij vocht Wisselende ervaringen zijn er met vochtmeters die werken op basis van geleidbaarheid. Ze zijn beduidend goedkoper dan de NIR-meters en zijn daardoor nog niet uit beeld voor gebruik op pakkenpersen en opraapwagens. In hooi-achtig materiaal werkt de techniek bovendien feilloos. Eén van de moeilijkheden bij kuilgras is de aanwezigheid van vrij vocht. Bij het invoeren van het zwad in de machine wordt water uit het gras naar buiten gedrukt in de richting van de sensor. Dit verstoort de meting. Vanwege de grote variatie in de vullingsgraad van de pickup valt daar niet met een simpele omrekening voor te corrigeren. Bij de NIRS-meting speelt dit probleem minder. Over het toepassen van NIRS-meters op opraapwagens wordt echter verschillend gedacht. Bij Krone zien ze het er nog niet zo gauw van komen. Verkoopmanager Ad van den Hurk: “Alles kan natuurlijk, maar je praat wel over een sensor van meer dan € 5000,-. Eén schuddertand tegen het glaasje en de sensor is kapot.” Bij Schuitemaker laten ze zich er niet door weerhouden. Op twee plekken in Nederland doet het bedrijf dit jaar ervaring op met een NIR-sensor van het Italiaanse merk Dynamica, geplaatst in het voorbord van de wagen. Die doet tweehonderd tot driehonderd metingen per vracht. Schuitemaker is onder andere benieuwd hoe de ijkwaarden die de fabrikant meelevert zich verhouden met de Nederlandse omstandigheden. Slaagt de proef, dan is er - nog even los van wat het allemaal moet kosten - een systeem dat per wagenlading de gewenste gegevens oplevert. In combinatie met GPS zelfs ook naar zones op een perceel.
Continu ijken De chauffeur van de veldhakselaar wordt het ondertussen steeds gemakkelijker gemaakt om gewichten te kalibreren. Om de opbrengstmeting op de hakselaar zo nauwkeurig mogelijk te houden, is regelmatig ijken nodig. In maïs gaat de opbrengstmeting, die gebaseerd is op de ruimte tussen de invoerrollen, vaak wel goed, maar in gras verstoren onregelmatige zwaden en proppen het meten van het productvolu-
Ruwvoerdagen 2015 in Dronten Onder het motto ‘Meer ruwvoer, meer melk’ vinden op 17 en 18 juni bij Aeres Praktijkcentrum Dronten de Ruwvoerdagen 2015 plaats. Tijdens de dagen zal onder meer worden stilgestaan bij de mogelijkheden van opbrengstmetingen op grasland. De organisatoren hebben vijftien demoveldjes aangelegd met verschillende mengsels van gras, klaver en luzerne, waarop studenten van CAH Vilentum dit groeiseizoen doorlopend de groei en opbrengst meten. De veldjes dienen als testobject voor verschillende meetsystemen, waaronder de NIRS-meting voor droge stof, spectraalmetingen met een drone en diverse beweidingstools. Ook graslandonderhoud en precisiebemesting komen op de Ruwvoerdagen aan de orde. De organisatie is in handen van Aeres Praktijkcentrum Dronten, CAH Vilentum en DLV Plant, in samenwerking met diverse leveranciers. Voor meer informatie zie www.ruwvoerdagen.nl.
me. Door aanpassingen aan de software en het plaatsen van meerdere sensoren wordt geprobeerd dit probleem te ondervangen. Toch raden ook de fabrikanten aan om regelmatig de werkelijke inhoud van de naastrijdende wagen door te geven aan de boordcomputer van de hakselaar. Dat kan de chauffeur handmatig doen, maar er zijn inmiddels ook automatische systemen die de gegevens van de wagen synchroniseren met die van de hakselaar. Zo heeft John Deere samen met Fliegl een systeem ontwikkeld voor draadloze communicatie, waarmee het voor klanten aantrekkelijker moet worden om één of meerdere wagens met weeginrichting in de vloot op te nemen. Ook Krone kan zijn hakselaar al draadloos met Krone-wagens laten communiceren en werkt eraan om de achterliggende techniek beschikbaar te maken in de universele communicatiestandaard Iso-xml, zodat straks ook andere merken wagens probleemloos te koppelen zijn.
Meten voor het maaien Ondanks deze knappe staaltjes techniek hebben de metingen van de wageninhoud voor precisielandbouwdoeleinden op zich nog niet veel waarde. Als je meer over een perceel te weten wilt komen, zul je voorafgaand aan het maaien al een inschatting moeten maken van de grasopbrengst, meent Herman Krebbers. “Want dat gras op de wiers, waar komt dat vandaan? Reken maar dat je er al snel enkele tientallen meters naast zit.” In een praktijknetwerk met veehouders en loonwerkers neemt hij daarom een aantal simpele beweidingstools onder de loep. Eén daarvan is de Pasture Reader, die de grashoogte meet met behulp van ultrasoontechniek. Melkveehouders Piet Jan Thi-
Wageningen UR is met een testapparaat bezig ijklijnen te ontwikkelen voor de pasture reader.
Dit seizoen wordt ook onderzocht in hoeverre met een NIRS-sensor in het veld de opbrengsten te bepalen zijn.
GRONDIG 5 2015
37
Prachtige informatie Dit jaar werken de veehouders Piet Jan Thibaudier en Arjan Vulsman voor het tweede jaar met de Pasture Reader. Voor deze uitvinding uit Nieuw-Zeeland hebben zij de importeursrechten verworven. Het is een systeem waarbij op basis van de weerkaatsing van geluidsgolven de grashoogte wordt gemeten. “Dat gaat tot op een halve centimeter nauwkeurig”, vertelt Thibaudier. “Wat je op het oog niet ziet, zie je hiermee wel. Verschillen van één of twee centimeter kunnen we in combinatie met een GPS-systeem in kaart brengen en zo zie je direct waar de opbrengst minder is. Daarmee kun je gaan kijken wat er aan de hand is. Ganzenschade kun je bijvoorbeeld ook perfect vaststellen.” In samenwerking met Herman Krebbers en Wageningen UR wordt nu gezocht naar de mogelijkheden om de lengte te koppelen aan de hoeveelheid droge stof die is gegroeid. “Daar hopen we dit jaar goede referentiegegevens voor te krijgen, zodat we volgend jaar echte opbrengstkaarten kunnen maken.” Hoopgevend voor de praktijk is dat het systeem relatief goedkoop is. De sensor zal rond de € 4000,- kosten, exclusief opbouw en een GPS-systeem om plaatsspecifiek te werken.
baudier en Arjan Vulsman uit Lemmer monteerden de NieuwZeelandse vinding afgelopen jaar op hun maaier en zoeken samen met onderzoekers van Wageningen UR uit wat de waarde is van de metingen aan de hand van geluidsgolven. Samen met studenten uit Dronten neemt Krebbers ook de mogelijkheden van near-sensing in gras onder de loep. In de akkerbouw is dit de aangewezen techniek om vegetatieindexen te maken. Optische sensoren meten via reflectie de hoeveelheid bladgroen, waardoor de relatieve verschillen in biomassa in beeld worden gebracht. Dit kan vanuit de lucht, vanaf het dak van de trekker of met een apparaat in de hand. Bij voldoende resolutie kun je hiermee echt tot op de vierkante meter percelen onder de loep nemen.
Data verwerken Uiteindelijk komt altijd weer de vraag: wat doe je met alle informatie? Krebbers: “Als je een verschil meet tussen drie of vier ton droge stof per hectare wil je weten waar dat vandaan komt. In de interpretatie van de data zit de waarde voor de veehouder. Daar kan een loonbedrijf een rol in spelen, door samen met de klant de verschillen tussen percelen of tussen
Met een sensor op de blaaspijp kan John Deere niet alleen het drogestof percentage maar ook eiwit en zetmeel gehalte bepalen.
38
GRONDIG 5 2015
Schuitemaker experimenteert dit jaar met een sensor net na de invoer. Dit als alternatief voor het wegen.
snedes te analyseren. In elk geval moet hij ervoor zorgen dat hij bruikbare en dus precieze data aanlevert.” Uiteindelijk moet de klant de gegevens van de opbrengstmeting kunnen koppelen aan zijn administratiesysteem. De veehouder kan dan vervolgens veldonderzoek doen naar oorzaken en gericht verbeteracties ondernemen om de ruwvoerproductie en efficiëntie van mestgebruik te verbeteren. Daaruit betalen zich de extra kosten snel terug. Ploegmakers blijft de ontwikkelingen op de voet volgen en blijft voorlopig balanceren tussen volop instappen en rustig voorbereiden op de techniek: “Het is prachtig wat er allemaal kan, maar ik waak voor emotie-investeringen. Hoeveel mensen rijden er niet rond met apparatuur waar ze nog geen klanten voor hebben. Dat zijn gevaarlijke investeringen. Je stopt er nu € 10.000,- in en over drie jaar kun je het er weer afpakken. De klant moet er geld mee kunnen verdienen. Pas dan kunnen wij dat ook.”
TEKST: Egbert Jonkheer, bijdrage: Toon van der Stok FOTO’S: Herman Krebbers, fabrikanten
John Deere meet voederwaarde Naast het drogestofgehalte leent de NIRS-techniek zich ook om uitspraken te doen over de voederwaarde. John Deere heeft voor zijn HarvestLab-sensor inmiddels ijklijnen beschikbaar waarmee de meetwaarden kunnen worden omgerekend naar onder andere ruw eiwit, zetmeelgehalte, hoeveelheid suiker, ruwe celstof en de algehele energie-inhoud. Dit systeem wordt nu ook op de Schuitemaker-opraapwagens getest.
Goed tot uw recht komen! De advocaat van de cumelasector Een vraag, een geschil of behoefte aan een goed gesprek over juridische zaken? Zoekt u een advocaat die zaken pragmatisch en helder aanpakt en ook in groen, grond en infra heer en meester is? Dan bent u bij ons aan het goede adres. > Ondernemingsrecht > Arbeidsrecht > Huurrecht > Algemene voorwaarden > Contractenrecht > Faillissementen > Mediation
Meer informatie Neem voor meer informatie a.u.b. rechtstreeks contact op met mr. drs. Sander van Meer via telefoonnummer (033) 247 49 40 of svmeer@cumela.nl
BIGAB® haakarmtrailers – De marktleider in Europa
BIGAB – ER IS MAAR ÈÈN DE ECHTE BIGAB 17–20
BIGAB 15–19
Importeur voor Nederland 6971 KM OEKEN (Brummen) Fabrikant: info@forsmw.com • www.forsmw.com
Tel. 0031 575 476 555 info@hissink-oeken.nl www.hissink-oeken.nl
BIGAB 12–15
ZUINIGER MET MINERALEN KringloopWijzer moet inspireren
ondernemen met
vaktechniek
De komende jaren moeten melkveehouders verplicht gaan werken met de KringloopWijzer. Dat heeft als doel ze bewuster te maken van hun bedrijfsprestaties en de manier waarop ze de mineralenstroom kunnen sturen. In dit artikel leggen de grondleggers van het systeem uit hoe de KringloopWijzer werkt en waarom dit voor loonbedrijven van belang is. Wageningen UR heeft met de KringloopWijzer een bedrijfsspecifieke rekenwijze ontwikkeld om milieukengetallen en gewasopbrengsten voor vrijwel elk melkveebedrijf betrouwbaar te bepalen. Hiermee kan een melkveebedrijf verantwoording afleggen over zijn eigen milieuprestatie, zicht krijgen op de eigen gewasopbrengsten en inspiratie krijgen voor verbetering van de eigen prestatie. Om de melkveesector te stimuleren goede (milieu)prestaties te realiseren, heeft de zuivelindustrie het invullen van de KringloopWijzer verplicht voor alle melkveebedrijven met een fosfaatoverschot. Hoewel de ontwikkeling nog volop gaande is, blijkt het instrument nu al uniek. Nog niet eerder konden deze prestaties namelijk tegelijk voor individuele melkveebedrijven in de praktijk worden getoond.
Kengetallen Op het melkveebedrijf zijn de plantaardige en dierlijke tak sterk met elkaar verweven. De meststoffen voor de weide- en voederbouw bestaan voor 65 procent (stikstof) tot 100 procent (fosfor) uit excretieproducten (mest) van de eigen veestapel. We herkennen daarin sterke kringlopen: voer wordt mest en mest wordt voer. Naarmate voer en meststoffen beter worden benut, zijn de verliezen naar het milieu minder en hoeft minder te worden aangekocht. De efficiëntie wordt deels bepaald door omstandigheden waarop de melkveehouder geen invloed heeft, zoals grondsoort of weersomstandigheden. Zijn management is in de regel echter de belangrijkste factor. Denk bijvoorbeeld aan het zorgvuldig inkuilen om verliezen te voorkomen of het op de juiste wijze en juiste moment bemesten. Wageningen UR ontwikkelt het instrument KringloopWijzer om stikstof-, fosfaat- en koolstofkringlopen wetenschappelijk verantwoord, integraal, eenduidig en fraudebestendig in beeld te brengen. Dat resulteert in kengetallen waarmee de melkvee-
40
GRONDIG 5 2015
houder zijn bedrijfsvoering kan verantwoorden naar overheden en melkverwerkers. Tegelijk geeft het hem mogelijkheden om zijn management te optimaliseren, bijvoorbeeld doordat bedrijven deze kengetallen kunnen vergelijken.
Mineralenkringlopen Een kringloop laat zien waar de sterke en zwakke punten in het melkveebedrijf zitten als het gaat om mineralenbenutting. Een efficiënt mineralengebruik leidt tot hogere gewasopbrengsten of minder verliezen van mineralen. De uiteindelijke KringloopWijzer brengt voor een specifiek bedrijf eenvoudig de mineralenkringlopen in beeld. Dit resulteert in kringloopscores als excreties van stikstof en fosfaat in de mest, overschotten van stikstof en fosfaat op het bedrijf, benutting van mineralen op het bedrijf, ammoniakemissie, nitraatuitspoeling en broeikasgasemissies. De BEX is de basis van de KringloopWijzer en daarin volledig geïntegreerd. Zie het kader voor een verdere toelichting van de BEX en de werkwijze van de KringloopWijzer.
Belang van hoge opbrengsten Een belangrijk resultaat van de KringloopWijzer is dat gewasopbrengsten van gras en maïs in beeld komen. Voorheen kreeg de melkveehouder het inzicht niet, dus buiten zijn eigen globale inschattingen had hij geen beeld van zijn gewasopbrengsten. En dit inzicht is toch wel relevant voor de melkveehouder, want hoe meer voer er van het eigen bedrijf komt, hoe minder voer er hoeft te worden aangekocht. Een hoge drogestofopbrengst bespaart dus kosten, niet verwaarloosbaar bij deze tijden met een lage melkprijs. Daarnaast is een hoge gewasopbrengst een indicatie voor een goede benutting van meststoffen. Het geeft een hoge onttrekking aan de bodem, wat betekent dat de bodem ook weer mag worden gevoed met (diezelfde) hoge hoe-
veelheid stikstof en fosfaat. Dus bij aantoonbare hoge gewasopbrengsten zouden de bemestingsnormen hoger kunnen zijn. De overheid staat open voor deze benadering, maar daarmee is het nog niet direct geaccepteerd. De systematiek moet wel borgbaar zijn, wil die geaccepteerd worden door de overheid. Hier wordt ook onderzoek naar verricht.
Perspectief Voor de overheid bieden de scores van de KringloopWijzer mogelijkheden om generieke wetgeving deels te vervangen door maatwerk, waardoor de veehouder meer vrijheid krijgt in de bedrijfsvoering. Voor de melkverwerker is het wellicht mogelijk de met zijn melkveehouders afgesproken duurzaamheidsstrategie te concretiseren. Het gebruik van de KringloopWijzer kan helpen om het management te verbeteren. Die brengt sterke en zwakke punten van de mineralenkringloop in beeld. Verbetering van de zwakke punten leidt tot hogere gewasopbrengsten of minder verliezen van mineralen. Hierdoor kan een melkveehouder dus zijn bedrijfsvoering verbeteren en kosten besparen. De melkveehouderijsector onderkent de waarde van de KringloopWijzer. In het sectorplan dat op 1 juli 2013 is aangeboden aan de staatssecretaris van Landbouw is een intentieverklaring ‘Sturen op mineralenefficiëntie met de KringloopWijzer’ meegestuurd. NZO, LTO, Nevedi en VLB beschrijven hiermee dat ze onder andere via het gebruik van de KringloopWijzer willen werken aan een efficiënt gebruik van mineralen in de melkveehouderij. Vanaf 2015 zijn alle melkveebedrijven met een mestoverschot al verplicht om met de KringloopWijzer te gaan werken. TEKST: Michel de Haan, Frans Aarts, medewerkers Wageningen UR FOTO’S: werkgroep KringloopWijzer
BEX en KringloopWijzer De BEX is de basis van de KringloopWijzer en is volledig geïntegreerd in het systeem. Hiermee wordt bepaald hoeveel stikstof en fosfaat de veestapel met de mest produceert (excretie). Tweederde deel van de Nederlandse melkveehouders gebruikt de BEX om de bedrijfsspecifieke stikstof- en fosfaatexcretie te bepalen. De BEX is geaccepteerd door de overheid om af te wijken van de forfaitaire stikstof- en fosfaatexcretie en betekent voor melkveebedrijven vaak dat er minder mestafvoer nodig is dan met de algemene normen. De BEX vormt het hart van de overige modules van de KringloopWijzer die de complete kringloop van het melkveebedrijf in beeld brengen. De module BEA brengt de bemesting in beeld, samen met de ammoniakemissie. Via BEP wordt de onttrekking van fosfaat aan de bodem bedrijfsspecifiek bepaald. BEN berekent de nitraatuitspoeling en de lachgasemissie en BEC bepaalt de emissie van methaan, kooldioxide en de organische-stofbalans in de
Loonwerker en KringloopWijzer Veel loonwerkers verzorgen de bemesting en mestafzet bij melkveehouders. Daarnaast verzorgen loonwerkers vaak de teelt van maïs, maar ook de oogst van gras en maïs. Loonwerkers hebben dus een belangrijke rol bij het mineralenmanagement van een melkveebedrijf. Het is goed om te weten dat de melkveehouder via de BEX bepaalt hoeveel stikstof en fosfaat hij via mest moet afvoeren. Belangrijker nog zijn echter de teelt en de oogst van gewassen. Een nauwkeurige bemesting, een zorgvuldige oogst
en een goede conservering van het geoogste voer zijn cruciaal bij het benutten van zoveel mogelijk mineralen. Dus de mest netjes in de grond, liefst bij een hoge luchtvochtigheid en weinig straling. Vervolgens verspilling bij de gewasoogst voorkomen en goed vastrijden tijdens inkuilen voor de beste conservering. Door de opbrengst meer perceelsspecifiek te registreren, is het wellicht ook mogelijk om bemesting nog meer op behoefte af te stemmen en zo de prestaties te verbeteren.
GRONDIG 5 2015
41
ondernemen met
vaktechniek
MIDDELEN HEBBEN ZICH BEWEZEN
Onderzoek is klaar Twee jaar is het nu mogelijk om in de maïs te spuiten tegen blad- en schimmelziekten. In de voorafgaande periode en de afgelopen twee jaar is veel onderzoek gedaan naar de effecten. Die zijn onverminderd positief. Het is nu een kwestie van de markt overtuigen. Dat gaat langzaam. Niemand wil het, maar feitelijk zou een najaar met hoge ziektedruk nodig zijn om de ogen van de veehouders te openen.
Uit de ervaring de eerste jaren blijkt dat het aantal platgereden planten erg meevalt.
Tientallen proeven zijn er al gedaan om het effect van het spuiten tegen bladvlekken- en afrijpingsziekten bij maïs te onderzoeken. Keer op keer laten ze zien dat het inzetten van deze bespuiting een positief effect heeft op de opbrengst, al is dat soms met het blote oog niet zichtbaar en moet je het veld in en kolven plukken om het echt te zien. Of proefvelden bekijken waar in herhaling wordt gewerkt en het effect zichtbaar wordt in de resultaten van het onderzoek door opbrengstbepalingen en analyse naar de voederwaarde van een behandeling ten opzichte van onbehandeld. Wat uit al die proeven naar voren komt, is dat het gebruik van Retengo Plus of Quilt Xcel een extra opbrengst geeft in zetmeel van vijf tot zes procent. In proeven van PPO kwam naar voren dat er gemiddeld 40 VEM per kilogram droge stof extra wordt geoogst.
Spuiten in middag en avond De praktijkervaring leert dat het beste moment om te spuiten met de minste kans op knakkende planten de middag of avond is. Bergmans van Basf verklaart dit uit de groei. “In de nacht zuigen de planten zich vol met water en knakken daardoor eerder. Later op de dag zijn ze iets slapper en is de schade minder, ook al blijft die in beide gevallen zeer beperkt.”
42
GRONDIG 5 2015
Door PPO Vredepeel wordt komend seizoen in opdracht van AgroTechnics opnieuw een onderzoek gedaan, waarbij het effect ook op verschillende rassen wordt onderzocht. Toch zal dat geen veel ander beeld geven, denkt Guus Bergmans van Basf. “Wij zien in alle proeven telkens hetzelfde effect, alleen is het bij het ene ras beter zichtbaar dan bij het andere. Dat heeft echter ook met ziektedruk te maken. Afgelopen jaar, toen we een lage ziektedruk hadden, was het in het veld moeilijker te zien. Je ziet het wel als je twee stroken naast elkaar hebt. Dan zie je dat de plant onderin groener blijft. Het echte effect zie je als je naar de kolven kijkt. Daar waar gespoten is, zijn de kolven beter gevuld en dus ook zwaarder. Dat zijn resultaten die in het voederwaardeonderzoek naar voren komen.” Voor Basf is het onderzoek naar de effecten ook wel afgerond, stelt Bergmans. “Feitelijk zijn we gewoon klaar. We hebben alle soorten proeven in verschillende herhalingen gedaan. Daar komt telkens hetzelfde uit. Afgelopen jaar zijn we nog een stap verder gegaan en hebben we ook een onderzoek gedaan op Schothorst Feed Research naar het effect op de melkgift (zie kader; red.). Een duur onderzoek, maar ook dat bewijst het effect. Het enige wat we nu moeten, is de praktijk overtuigen dat een behandeling met Retengo Plus loont.” Voor het overtuigen van de praktijk zijn dit jaar twee bedrijven actief, want afgelopen zomer kreeg ook Syngenta een toelating voor Quilt Xcel (zie kader). Dit middel geeft een vergelijkbaar effect als Retengo, stelt André ten Heggeler van Syngenta. “We zien duidelijk een hogere opbrengst bij de behandelde velden en een hogere kwaliteit met duidelijk minder fusarium als er een sterke aantasting is.” Net als Basf worstelt Syngenta met de vraag hoe je de veehouders zo ver krijgt dat ze deze extra investering in hun gewas doen. “We zullen ze veel meer akkerbouwmatig moeten leren denken. Als leverancier, maar ook als loonwerker, zullen we de veehouder duidelijk moeten maken dat als ze meer investeren, ze ook meer in de kuil krijgen. In de akkerbouw is dat rendementsdenken groot. Daar spuiten ze gemakkelijk voor vijftig euro aan middel per hectare om honderd euro extra opbrengst te halen. Zo ver zijn we in de veehouderij nog lang niet. Toch zal dat nodig zijn om aan de behoefte aan meer en beter ruwvoer te voldoen. Samen met de loonwerkers zullen we dat duidelijk moeten maken.” TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Fabrikanten
Pas als je een behandeld met een onbehandeld gewas vergelijkt, zie je de verschillen.
Meer melk op Schothorst Naast een groot aantal veldproeven met Retengo Plus heeft Basf afgelopen jaar ook een onderzoek laten verrichten naar het effect op de melkproductie. Daarvoor is op proefbedrijf Schothorst Feed Research een uitgebreide proef gedaan, waarbij de resultaten bij twee koppels koeien zijn vergeleken. De ene helft kreeg niet-behandelde maïs in het voer, de andere helft maïs die tijdens het groeiseizoen beschermd was tegen bladschimmels met het middel Retengo Plus. Voor het overige bleven alle variabelen gelijk. De resultaten waren opvallend. Koeien die behandelde maïs in het rantsoen hadden, produceerden per dag 0,53 kilogram melk meer. Het betekent dat deze koeien een betere voerefficiëntie hebben. In plaats van 1,60 kilogram leverden deze 1,63 kilogram melk per kilogram droge stof. Als je dit soort getallen doorrekent, zie je dat een bespuiting met Retengo Plus een groot positief financieel effect heeft, stelt Guus Bergmans van Basf. “Een halve kilogram meer per koe
per dag is 180 liter per koe per jaar. Zelfs bij de huidige melkprijs van € 0,30 is dat ruim € 50,-. Bij honderd koeien heb je het dan al over € 5000,-. Dat is ruim voldoende om een bespuiting van ongeveer € 100,- per hectare terug te verdienen.” Bergmans merkt wel dat het in de markt moeilijk is om dit te verkopen. “Jammer, want de praktijk doet zich daarmee te kort. We zien echter dat er een groep is die twijfelt. Concurrentie om over de juiste spuitapparatuur te beschikken, kan een reden zijn, maar daarmee laat je een kans liggen op omzet en de mogelijkheid de maïsproductie te verbeteren. Zeker als je het bijvoorbeeld combineert met een bespuiting met bladmeststoffen of een insecticide. Deze gecombineerde behandelingen zijn ook eerder kostendekkend en daarmee gemakkelijker om de veehouder te overtuigen.”
Quilt Xcel Vlak voor de zomer van 2014 kreeg Syngenta toelating voor Quilt Xcel. Te laat om het dat seizoen nog commercieel in te zetten, maar wel op tijd om het middel grootschalig te testen in het veld. Dit jaar zet Syngenta echter volledig in op het ontwikkelen van de markt voor het aanpakken van afrijpingsziekten in maïs. Quilt Xcel is een combinatie van Amistar en Tilt, twee middelen die in Nederland en Europa ook in de graanteelt worden gebruikt. De werkzame stoffen, azoxystrobin en propiconazool, zijn langwerkende schimmelbestrijders die tot zes weken bescherming geven, waarbij de propiconazool ook nog curatief werkt. Behalve tegen bladvlekkenziekte werkt de stof ook tegen fusarium, de schimmel die mycotoxines veroorzaakt. Minder mycotoxines (minder DON) geeft gezonder voer. In veldproeven blijkt het middel niet alleen te beschermen tegen ziekten, maar bespoten planten hebben ook een duidelijk
steviger stengel, volgens technisch adviseur ten Heggeler van Syngenta. “Daarnaast zie je dat bespoten percelen langer groener blad houden en dus langer blijven produceren. Dat zie je terug in de kolf, want in twintig praktijkproeven die afgelopen jaar zijn uitgevoerd, is deze gemiddeld 26 gram zwaarder. Dat is twaalf procent meer kolfgewicht, wat je direct terug ziet in de voederwaarde.” Het beste moment om te spuiten is volgens Syngenta vanaf het moment dat de pluim voelbaar is in de stengel. “Je rijdt altijd wat planten plat, maar dat is marginaal op de 100.000 planten die op een hectare staan. De opbrengsten stijgen veel harder. In situaties met ziektedruk vonden we gemiddeld 1500 kilogram extra droge stof per hectare, met uitschieters tot maximaal 3500 kilogram. Daar ligt de winst voor de teler.”
GRONDIG 5 2015
43
Openbare aanbesteding winterdienst gemeente Eindhoven De winterdienst omvat alle werkzaamheden die nodig zijn om de wegen in het strooiprogramma veilig en begaanbaar te houden, tijdens winterse omstandigheden. → Periode: 3 winterseizoenen vanaf 16 oktober 2015. → Verlenging mogelijk met één tot maximaal drie winterseizoenen. → Aanbesteding: tenderned.nl & eindhoven.nl
The Power of Green KRONE Comprima Krachtige ronde balenpersen voor professioneel gebruik Robuuste NovoGrip elevator met dwarsstaven die de baal altijd ronddraaien, hoogste perskracht en baaldichtheid Leverbaar als pers-wikkelcombinatie met snelle wikkelaar om de geperste balen direct te wikkelen De zware X-treme uitvoering voor maximale capaciteit onder de zwaarste omstandigheden
Maschinenfabrik Bernard KRONE GmbH Voor Noord-Nederland Martijn van Middelkoop 0651 346841
Voor Zuid-Nederland Ad vd Hurk 0653 241918
ondernemen met
vaktechniek
UNIMOG
Mercedes-Benz Nederland zet speciale Unimog U 430-combinatie in de markt
Legaal langs de snelweg Legaal bermenmaaien langs auto- en autosnelwegen met professionele apparatuur en de overige tijden andere werkzaamheden verrichten, dat is waar Mercedes-Benz Nederland samen met de partners op inzet. Basis is de door de afdeling Special Trucks ontwikkelde Unimog U 430 Euro 6 met een voertuigbreedte van 2,15 meter in combinatie met een Staja-aanhangwagen met 37-kuubs silageopbouw. Het project bevindt zich in de afrondende fase. Aannemers willen legaal langs snelwegen werken met een gekentekend voertuig dat keurig 1,10 meter uit de rijbaan blijft, zodat op de vluchtstrook veel kan worden gewerkt zonder afgekruiste rijbanen of begeleidende voertuigen. Ze willen dan wel graag een machine met capaciteit en met een officieel Nederlands kenteken, zodat ook legaal over de snelweg kan worden gereden. Met dat huiswerk is projectleider Joop Hoenderboom van Mercedes-Benz Nederland, afdeling Special Trucks, twee jaar geleden van start gegaan. De basis is een speciaal hiervoor aangepaste 220 kW (299 pk) Unimog U 430 BlueTec Euro 6. Verder zijn er met de partners Staja, Mulag, D端cker, Herder, Aebi Schmidt en Wave op- en aanbouwcombinaties ontwikkeld om de veertientons machine het hele jaar rond te kunnen inzetten. Daar kunt u uw eigen andere toepassingsmogelijkheden nog bij optellen, zoals
46
GRONDIG 5 2015
transportwerk, rolbezem, laadkraan, hoogwerker, houtversnipperaarcombinatie, heggensnoei- en knipunit.
Meteen maatwerk De combinatie is zo gebouwd dat de Unimog zelf maximaal 2,15 meter breed is en op normale vrachtwagenbanden (maat 315/80R22.5) staat; dit in combinatie met velgen met het hart relatief ver naar buiten, waardoor de banden buitenwerks binnen 2,10 meter staan. Verder heeft deze U 430 standaard een 8V/6R-automaatbak (0-90 km/u) in combinatie met een traploos hydrostaatgedeelte (0-50 km/u) voor het werken langs de weg. De U 430 heeft een subframe met kogelsnelkoppelingen voor de werktuigen. In de getoonde afbeelding is alleen de Mulag-blazer gemonteerd, maar in de praktijk kan natuurlijk ook de Mulag-maaicombinatie worden
aangebouwd. De Unimog wordt standaard uitgerust met hydropneumatische vering. Hiermee kan de maaikant worden gestabiliseerd zonder dat een buitenliggende hydraulische asafsteuning (zoals Mulag die in Duitsland opbouwt) nodig is. De hydropneumatische vering maakt bovendien het gemakkelijk afzetten van de opbouw op steunpoten mogelijk. Verder is deze Unimog uitgerust met een tweekrings loadsensing-hydraulieksysteem met een opbrengst van tweemaal 125 liter per minuut en een mechanisch aangedreven 160 kW (218 pk) frontaftakas. Zoals bekend heeft de Unimog verder de snelschuifmogelijkheid Vario Pilot van de besturing naar links of rechts. Tevens zijn er extra camera’s, waaronder één bij het linker voorwiel om te controleren of er op de rand van de verharding wordt gereden. Voor deze Unimog heeft fabrikant Mulag een frontunit ontwikkeld waarbij het frame binnen de 2,15 meter blijft. Mercedes heeft voor Mulag gekozen omdat de fabrikant voor de Unimog een driedelige maaiunit heeft met twee frontmaaiers (berm, paaltjes) en een zijmaaier, waarbij de zijmaaier het maaisel van de beide frontmaaiers opneemt. Ook Herder en Dücker hebben inmiddels al aangepaste varianten klaar.
Speciale Staja-aanhangwagen Achter de Unimog komt een speciaal door Staja ontwikkelde twintigtons middenas-aanhangwagen voor een afzetbare 37-kuubs silageopbouw met een breedte van 2,15 meter. Staja en Mercedes-Benz hebben bewust voor deze grootte gekozen omdat hiermee normaal gesproken in een nacht- of dagshift in één keer kan worden doorgewerkt. Dat betekent niet tussentijds lossen (en later weer moeten ophalen), maar na de shift de opbouwbak direct afvoeren of afzetten (en later ophalen met de Unimog of een andere vrachtwagen). Verder biedt dit onderstel via twistlocks opnamemogelijkheden voor een andere opbouw, zoals een in de planning staande vijftienkuubs Aebi Schmidt-Straliq-waterwagen (tevens pekelsproeier), een Dücker-tunnelreiniger of de Waveonkruidbestrijdingsunit. Het onderstel is ook geschikt voor andere afneembare units via twistlocks, zoals twintigvoets containers of bakken van vergelijkbare lengte. De aanhangwagen heeft Mercedes-snelverkeersassen met Wabco EBS-remregeling voor een universele service. De assen zijn luchtgeveerd, zodat de bovenbouw kan worden afgezet. De beide assen zitten relatief ver uit elkaar voor een goede gewichtsverdeling. Hiervoor is een automatische lastafhankelijke asdrukregeling van de voorste aanhangeras gerealiseerd. Deze zorgt ervoor dat van de start tot het eind een koppelingsdruk van circa 1000 kilogram wordt gehandhaafd. Door deze koppelingsdruk hoeft achter op de Unimog geen extra contragewicht te worden gemonteerd. Verder is deze twintigtons aanhangwagen zo gemaakt dat hij vrijwel spoorvolgend rijdt. Hiervoor is een gedwongen gestuurde disseldraaikrans onder het frame aangebracht en is ook de achterste as (draaikrans) elektrohydraulisch gestuurd.
Voor de draaikrans is gekozen omdat je dan, vooral doordat de wagen eerst achterin wordt geladen, koersvaster bent. Concreet steekt de wagen iets binnendoor, zodat de achterkant buitenwerks niet buiten de buitenwerkse draaicirkel van de Unimog komt. De wagen heeft een aansluiting voor de blaasbuis en een dubbele bodemketting. Desgewenst wordt de wagen geleverd met een geijkt Welvaarts-weegsysteem. Last but not least is de combinatie voorbereid op een geleidingssysteem voor trein-, tram- en metrorails.
Meten is weten Er wordt nog gewerkt aan de implementatie van het Mercedes-Benz Fleetboard-voertuigvolgsysteem. Hiermee kan de dealer op afstand alles volgen en alle parameters uitlezen. Mercedes-Benz Nederland heeft de gespecialiseerde truckdealers Gomes Schiphol en Wensink Doetinchem aangesteld voor het Unimog-programma, omdat deze beide bedrijven ervaring hebben met Special Truck-activiteiten. Unimog en Staja willen de combinatie op GroenTechniek Holland laten zien. De gesprekken met partners Mulag, Dücker, Aebi Schmidt, Wave zijn ook in de afrondende fase. MercedesBenz Nederland en Staja denken met deze combinatie een uiterst flexibel, efficiënt, alternatief voor het beheer van openbaar groen en infrastructuur te bieden, waarmee legaal op snelwegen kan worden gereden. Er komt wat op ons af. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Mercedes-Benz
Naast de wegversie komt er ook een spoorvariant beschikbaar. De tankwagen kan worden ingezet in combinatie met een Wave-unit.
Als basis is gekozen voor een speciaal uitgeruste Unimog U 430 Euro 6 met hydropneumatische vering.
GRONDIG 5 2015
47
ondernemen met
vaktechniek
Tebbe met GPS-gestuurde afgiftecomputer
Meer dan plaatsspecifiek Een grote lelieteler klopte bij Loonbedrijf Us Bilang in Hoornsterzwaag aan met de vraag of het bedrijf plaatsspecifiek kalk en compost kon uitrijden op basis van bodemkaarten. Een goede basis voor Us Bilang om deze Tebbe met GPS-gestuurde afgiftecomputer te kopen. We zochten het bedrijf op en hoorden dat het enig voorwerk vergt om de het juiste aantal kilogrammen te strooien, maar dat het systeem daarna precies werkt en bovendien voordelen biedt voor niet-GPS-klanten.
Het klinkt allemaal eenvoudig, plaatsspecifiek strooien. In Amerika gebeurt dat al decennia lang. Er is achter de schermen door LMC Gennep in samenwerking met Tebbe echter heel wat werk verzet om een universele GPS-gestuurde afgiftecomputer te ontwikkelen voor Nederlandse inzet die werkt op basis van Nederlandse bodemscans en bodemkaarten. Het systeem mocht niet afhankelijk zijn van andere (trekker)systemen. Dit voorjaar zijn de eerste Tebbes met de nieuwe afgiftecomputer uitgeleverd. LMC Gennep nodigde ons uit bij loonbedrijf Us Bilang, dat dit voorjaar volop heeft gedraaid met de nieuwe versie. Deels gebeurde dat voor een grote lelieteler, die op 75 hectare kalk en compost plaatsspecifiek uitgereden wilde hebben op basis van Verisbodemscans. Tijdens ons bezoek rijdt de combinatie net een partij mest en maaisel uit voor een klant waarvoor het niet zo precies hoeft. Desalniettemin is de conclusie na een voorjaar
48
GRONDIG 5 2015
vrijwel continu op pad met de nieuwe aanwinst al helder: Us Bilang gaat scoren met de nieuwe afgiftecomputer.
Juiste gegevens invoeren De ingegeven strooihoeveelheid kan eenvoudig per hectare worden ingesteld of vanaf de bodemkaarten worden ingelezen. Dat inlezen gaat door de op de thuiscomputer opgeslagen gegevens op een usb-stick of geheugenkaart te zetten en deze in de strooicomputer te steken. Voor elke meststof moeten de gegevens op een aparte usb-stick worden gezet, in de praktijk meestal voor compost en voor kalkmeststof. Door middel van een eigen GPS-antenne kan de strooier plaatsspecifiek strooien. Daarvoor moet de dosering wel kloppen. Daar zijn meer gegevens voor nodig. Het werkt als volgt: de computer rekent de snelheid van de bodemketting uit door middel van de
ingegeven strooibreedte, de doseerschuifstand, de slipfactor van het materiaal ten opzichte van de bodemketting, de soortelijke massa en de ingegeven strooihoeveelheid. De strooier heeft een weeginrichting, maar omdat je nooit precies weet hoeveel kuub er in de bak zit, moet je de soortelijke massa wel vooraf zelf invoeren. Bij kalk is dat een kwestie van vooraf apart meten. Bij compost is dat iets lastiger, omdat een monster niet altijd honderd procent klopt. Vaak wordt de soortelijke massa door de leverancier opgegeven of is deze op te vragen. De slipfactor kan door de machine zelf worden berekend gedurende het strooien, maar ook door middel van een stilstaande afdraaiproef. In de praktijk is het dus een kwestie van een afdraaiproef in kalk en een paar ton strooien bij compost en dan via de computer de actuele slipfactor laten berekenen, corrigeren en vastleggen.
Hier een voorbeeld van een vooraf ingegeven perceel met verschillende kleuren voor de gehaltes om compost of kalk plaatsspecifiek te strooien.
De praktijk Vaste chauffeur Jan Wouda van Us Bilang heeft vanaf het begin van dit seizoen continu met de machine gedraaid. Hij geeft aan dat de slipfactor vooraf goed in te schatten is en dat het dus meestal om een kleine correctie gaat. Bij kalk weegt hij een monster voor de bepaling van de soortelijke massa en simuleert hij het uitrijden bij de bult, zodat er geen strooifouten worden gemaakt. Bij compost is dat volgens hem niet nodig. Op ervaring is dat vooraf goed in te schatten en is er vaak maar een kleine correctie nodig. De soortelijke massa wordt vaak door de leverancier opgegeven en is op basis van een volle bak vrij eenvoudig en redelijk nauwkeurig in te schatten. De weeginrichting wordt niet alleen gebruikt voor het berekenen van de slipfactor. Jan geeft aan dat je dan ook mooi kunt zien hoeveel je uitrijdt als er niet plaatsspecifiek wordt uitgereden. Dat is een meerwaarde voor klanten. Hij vertelt dat het wel zaak is om zelf goed op afstand te rijden, in dit geval op de John Deere AutoPilot. Het doseersysteem corrigeert werkbreedte en gift niet bij overlappingen. Hij stipt en passant het bijkomende voordeel aan dat je met behulp van het systeem kunt zien waar al is gestrooid. Een koppeling tussen de twee systemen, waarbij de strooibreedte en het automatisch aan- en uitschakelen worden aangestuurd, is er niet. Hier heeft Tebbe nog een weg te gaan.
De wagen heeft een regelkast, een Isobus-aansluiting en een weeginrichting. Verder is het vooral de bekende Tebbe-wagen. Vaste chauffeur Jan Wouda van Us Bilang geeft aan dat het systeem goed werkt en dat op basis van ervaring de soortelijke massa en de slipfactor vooraf best goed in te schatten is. De Tebbe werkt met een eigen antenne voor het plaatsspecifiek uitrijden. Het doseren is niet te koppelen aan - in dit geval - het John Deere AutoPilot-systeem.
Toenemende vraag Desondanks is Us Bilang goed tevreden over de nieuwe GPSdosering. Jan heeft kort voor ons bezoek op een middag nog 95 ton kalk plaatsspecifiek uitgereden, met giften variërend van krap een ton tot ruim vier ton per hectare. Op het eind van de klus zat er nog geen halve ton verschil tussen theoretisch en praktisch uitgereden. Volgens Jan is dat representatief voor de nauwkeurigheid van het systeem. Bedrijfsleider Anne Dijk van Us Bilang heeft geïnvesteerd in de nieuwe Tebbe met GPS naar aanleiding van de grote bollenteler. Volgens hem is 75 hectare een prima instapdrempel en is de investering financieel te overzien, omdat zijn ingeruilde drie jaar oude Tebbe een hoge restwaarde had. De meerprijs (circa € 16.000,- voor het weeg-en GPS-doseersysteem) hoopt hij op termijn terug te verdienen door een aangepast tarief en meer omzet. De vraag neemt volgens
Anne Dijk onder bollentelers en in de akkerbouw toe en er zijn weinig aanbieders. Hij ziet die machines vooralsnog nog niet snel bij veehouderijbedrijven verschijnen, ook al liggen daar volgens hem kansen voor boeren die de ruwvoerteelt willen optimaliseren. Deze dag is het plaatsspecifiek strooien even anders. Slooten bermmaaisel, oude voerresten en dergelijke: of Jan dat plaatsspecifiek wat van de randen af over het perceel wil verdelen. Dat hoort er ook bij. TEKST EN FOTO’S: Gert Vreemann
GRONDIG 5 2015
49
Trias systeem:
lager brandstofverbruik hoge efficiĂŤntie
De middenklasse graafmachines van Hitachi (ZX190LC-5 t/m ZX350LC-5) zijn uitgevoerd met het unieke Trias hydraulisch systeem met 3 pompen, wat zorgt voor een hogere productiviteit en lagere brandstofkosten. Daarnaast biedt Hitachi momenteel 5 jaar garantie op haar machines. Vraag uw lokale vertegenwoordiger naar de voorwaarden.
Hitachi Construction Machinery (Europe) NV Souvereinstraat 20, 4903 RH Oosterhout, Postbus 404, 4900 AK Oosterhout, T: +31 (0)162 484 310, www.hcme.nl
ondernemen met
vaktechniek
ECONOMIE
IN KORT BESTEK
CUMELA-Kompas Analyse: arbeids- en machinekosten
Beste Jan,
90
Als ik op elektronische wijze heb ingeschreven, kan de aanbestedende dienst mijn inschrijving dan negeren als ik een kleine fout heb gemaakt?
80 % machinekosten per BM
Negeren elektronische inschrijving
70
Beste aannemer,
60 50 40 30 20 10 0 20
30
40
50
60
70
% arbeidskosten per BM Cumelabedrijf (deelnemer Kompas Analyse)
De belangrijkste voorwaarden voor een goed resultaat zijn een goede benutting van eigen arbeid en machines. In de komende edities van Grondig zullen we het effect ervan op het rendement laten zien. Twee belangrijke kengetallen om inzicht in de arbeids- en machinebenutting te krijgen, zijn de arbeidskosten ten opzichte van de bruto marge en de machinekosten in verhouding tot de bruto marge. In deze editie gaan we in op het duidelijke verband dat er tussen beide kengetallen is. Bijgaande grafiek laat dit zien. Bedrijven met hoge machinekosten per bruto marge hebben juist lage arbeidskosten per bruto marge en andersom. De belangrijkste reden daarvoor is het feit dat kapitaalintensieve bedrijven relatieve hoge machinekosten en juist lage arbeidskosten hebben. Het aandeel machinekosten in het tarief is hier fors hoger. Neem als voorbeeld een bietenrooier met een tarief van € 300,- per uur. Uitgaande van € 30,- arbeidskosten per uur is het aandeel arbeid slechts tien procent. Voor een stratenmaker (kapitaalextensief) geldt juist het tegenovergestelde. Het aandeel arbeidskosten is hier misschien wel 95 procent. Om kengetallen goed te kunnen vergelijken, worden binnen CUMELAKompas Analyse op hoofdlijnen drie groepen onderscheiden: agrarische loonbedrijven (kapitaalintensief), gemengde bedrijven (gemiddeld kapitaalintensief) en grondverzetbedrijven (kapitaalextensief). Bij de agrarische loonbedrijven zien we hoge machinekosten en lage arbeidskosten. Dit is bij de grondverzetbedrijven precies andersom. Binnen een groep van bedrijven in de kengetallenvergelijking CUMELAKompas Analyse beoordelen we niet alleen de arbeids- en machinebenutting afzonderlijk, maar kijken we ook naar het totaal van beide kengetallen. Een bedrijf mag binnen een groep hogere arbeidskosten hebben, mits de machinekosten dan lager zijn. In elk geval moet de totale benutting van arbeid en machines op orde zijn voor een goed rendement. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.
In de jurisprudentie wordt aanvaard dat in uitzonderlijke gevallen inschrijvingen op aanbestedingen kunnen worden verbeterd of aangevuld. Het moet dan gaan om een klaarblijkelijk eenvoudige precisering of om kennelijke materiële fouten recht te zetten. Daarbij geldt wel dat deze wijziging er niet toe mag leiden dat in werkelijkheid een nieuwe inschrijving wordt voorgesteld. Let op: in het SAG-arrest uit 2012 is ook uitgesproken dat het hierbij gaat om een bevoegdheid van de aanbestedende dienst, niet om een verplichting. Aanbestedende diensten kiezen er soms voor een expliciete uitsluitingssanctie op te nemen in de aanbestedingsstukken op het niet voldoen aan bepaalde eisen of voorwaarden. In dat geval is er dus geheel geen recht op herstelmogelijkheden. In die lijn heeft de rechter ook recent geoordeeld dat een aanbestedende dienst vrij is om zijn elektronische aanbestedingsprocedure op zodanige wijze in te richten dat inschrijving niet mogelijk is als een formulier niet goed is ingevuld. In dit geval had de aannemer zijn stukken geüpload. Het bleek echter dat de inschrijving inhoudelijk niet was beoordeeld en terzijde was gelegd. De reden: de inschrijver was vergeten zijn faxnummer in te vullen. Een omissie dus van zeer eenvoudige en louter administratieve aard. Je zou zeggen: de inschrijvingsdocumenten zijn geüpload en bevinden zich dus in het bezit van de gemeente Rotterdam. De crux zit hem in het feit dat de inschrijvingsdocumenten niet zijn ontvangen op de daartoe door de gemeente Rotterdam aangewezen plaats. Aan die eis is niet voldaan. Deze situatie is daarmee anders dan wanneer een faxnummer niet is ingevuld in een inschrijving op papier die wél tijdig op de daartoe aangewezen plaats is ingediend. De meeste elektronische inschrijfsystemen helpen u om dergelijke kennelijk dus niet herstelbare fouten te voorkomen. Het is aan u om die signalen niet te negeren. Vaak verschijnt (pas) onder aan elk tabblad een groene streep nadat alle vereiste gegevens op dat blad zijn ingevuld. Maar ook al zou u dat over het hoofd zien: het elektronisch systeem stuurt u ook nog een ontvangstbevestiging wanneer de inschrijving succesvol is verlopen. De rechter heeft geoordeeld dat met een op dergelijke wijze ingericht systeem voldoende rekening is gehouden met de belangen van de minder oplettende inschrijvers. U bent dus gewaarschuwd.
Jan van der Leij Beleidsmedewerker GWW CUMELA Nederland
GRONDIG 5 2015
51
ondernemen met
cumela
CUMELARIA
SPECIALE RONDRIT VOOR B & W BOXMEER Op dinsdag 26 mei waren burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer te gast op loonbedrijf Gebr. Van Gelder in Oeffelt. Zij waren door Jan van Gelder uitgenodigd om een keer mee te rijden op de grote landbouwvoertuigen van zijn bedrijf en van loonbedrijf Peters uit Haps om zo zelf te ervaren welke uitwerking verkeersmaatregelen hebben op de dagelijkse werkzaamheden. Deze actie heeft geleid tot een stukje bewustwording bij de bestuurders van de situatie waarin onze leden werken. Ook het aanbod van CUMELA om in de toekomst mee te denken bij de wijzigingen in het wegennetwerk binnen de gemeente werd warm ontvangen.
55 JAAR LOONBEDRIJF DAAMEN
ZESMAAL TIGO AFGELEVERD
Sedert 1600 is de familie Daamen als agrarisch ondernemer gevestigd in Kekerdom. De laatste 55 jaar is Dorus Daamen actief als loonwerker en bij dit jubileum stonden de ondernemers stil. Mooi weer en een drukke feesttent met genodigden vormden op zaterdag 23 mei het decor voor het uitreiken van de gouden CUMELA-speldjes aan de ondernemers in de Ooijpolder. Naast het 55-jarig jubileum vierden de aanwezigen en familie de zeventigste verjaardag van Dorus Daamen en de bedrijfsoverdracht aan Rutger Daamen en Anneke DaamenKoster. Gerwin Otten, bedrijvenadviseur van CUMELA Nederland, stond in zijn speech stil bij de zorgvuldige afwikkeling van de bedrijfsoverdracht bij de familie Daamen. De jubilerende ondernemers ontvingen uit handen van Gerwin Otten en Marie-JosĂŠ Lamers de gouden CUMELA-speld.
Een bijzondere afleveringsdag bij landbouwmechanisatiebedrijf De Bruin. Het bedrijf uit Bodegraven demonstreerde afgelopen seizoen volop met de Lely Tigoopraapwagens. Met succes: afgelopen winter verkocht De Bruin zes van deze Lely Tigo 65 XR-combiwagens aan drie loonbedrijven: Loonbedrijf W. Verburg, Loonbedrijf Van der Post en Loonbedrijf Stigter. Daar werd uiteraard een passend plaatje van gemaakt. Dan zie je pas hoe groot die wagens zijn. U zult begrijpen dat deze wagens de eerste snede inmiddels achter de kiezen hebben.
CONCERT TIJDENS ZESTIGJARIG JUBILEUM VAN AAKEN In het hemelvaartsweekeinde vierde Van Aaken in Eersel de opening van de nieuwe locatie ĂŠn het zestigjarig bestaan van het bedrijf. Op zaterdag 16 mei was er een grandioze feestavond voor genodigden, met een spetterend concert van fanfare/drumband Sint Willibrordus (waarvan de familie Van Aaken lid is) samen met coverband Motion, aangevuld met zangers en zangeressen en danseressen. Hiervoor was de werkplaats compleet verbouwd tot een heuse concertzaal. Tijdens de open dag waren er op het eigen demoterrein demonstraties door de medewerkers. Uiteraard werden ook de kinderen in stijl vermaakt. Een hapje en een drankje en het zonnetje maakten het feest compleet.
52
GRONDIG 5 2015
OPENING NIEUW BEDRIJFSCOMPLEX STASSEN Een mooie opening van het nieuwe bedrijfscomplex van Mestrecycling & Transport Stassen in Born. Het officiële gedeelte onder leiding van de heer Gilbert Petit (buutreedner uit Limburg) was smaakvol.
GEKRUID Gemakkelijk scoren De verhalen kent iedereen. Ondernemers die te maken hebben met diefstal, daders die bekend zijn, maar waar de politie niets aan doet. Je denkt dat kan niet waar zijn, tot het jezelf overkomt. Het begon bij ons met een telefoontje van een uitvoerder. Verontwaardigd: “Er zijn rijplaten weg, we staan met vijf machines stil en kunnen niet verder. Wie doet zoiets?” Conclusie: 25 rijplaten weg, 25 keer € 750,- schade. Na wat sporenonderzoek blijken er bandensporen in het zand te staan, zeer waarschijnlijk van degene die de platen heeft ontvreemd. Duidelijk is te zien dat de vrachtwagen in het zand is weggezakt en met enige moeite net is weggekomen.
Hij zette de oprichter Ghislain Stassen in het zonnetje vanwege zijn tachtigste verjaardag. Daarnaast feliciteerde hij de familie Stassen met hun kwaliteiten om mest als groeizaam product te zien en hiermee het bedrijf te laten groeien. Ger Koopmans, gedeputeerde van Limburg met een agrarische achtergrond, verzorgde een spectaculaire opening met één van de vrachtwagens. Het zestigjarig jubileum werd tijdens de twee open dagen op 30 en 31 mei gevierd. Ghislain verkreeg een gouden speld en zijn zonen werden ook gehuldigd en voorzien van zilveren speldjes.
JUBILEUM TOERING: OP NAAR DE HONDERD
Een week later word ik getipt door één van mijn werknemers. Er zijn op een andere plek rijplaten gestolen, ook met een vrachtwagen met een laadkraan. Er staan foto’s op internet. Hier is de vrachtauto niet ontsnapt en is hij door de volle lading echt weggezakt in het zand. De chauffeur is opgepakt, de rijplaten zijn weer teruggelegd en de schade is verhaald op de chauffeur. De diefstal lijkt verdacht veel op de werkwijze bij ons. Reden om contact op te nemen met de politie. De agent is blij met onze opmerking en wil de zaken naast elkaar leggen. De aangifte wordt doorgemaild, foto’s van de situatie bijgevoegd en de zaak lijkt zo te kunnen worden opgelost. De volgende dag weer contact. De diender geeft aan dat hij de gegevens heeft ontvangen en nog bezig is met de zaak, maar hierbij wel enkele overeenkomsten ziet. Twee dagen later word ik nieuwsgierig en bel ik maar weer eens met de agent die de zaak in behandeling heeft. Dan breekt de spreekwoordelijke klomp. Hij vertelt mij dat er best wel overeenkomsten zijn, dat hij de verdachte nog verder wilde verhoren en dat hij de onze foto’s wilde gaan vergelijken met die van de vrachtwagen, maar dat de verdachte inmiddels weer vrij rond loopt en dat hij ook zijn vrachtwagen mee heeft gekregen. Hij zegt ook dat hij zich zelf niet meer met de zaak bezig mag houden van zijn leidinggevende en dat deze zaak geen prioriteit meer heeft.
Met zeker 300 gasten op de vrijdagavond en veel relaties, buren, belangstellenden en familieleden op de zaterdag vierden Gretha en Peter Toering van het gelijknamige loon- en grondverzetbedrijf in Oudega het vijftigjarig bedrijfsjubileum. In aanwezigheid van de oprichters Willem, Wietze en Tsjitske Toering, die door hun vitaliteit reclame maken voor de cumelasector, werden Peter en Gretha Toering namens CUMELA Nederland toegesproken door directeur Michiel Pouwels en vervolgens gehuldigd met respectievelijk de gouden speld en de gouden hanger. De familie Toering pakte stevig uit op deze speciale dag in mei, waarin ze het publiek trakteerde met onder andere een prachtige film. Daarin waren hun mensen en machines volop in actie te zien en werd duidelijk gemaakt dat er - als het aan de familie Toering ligt - over vijftig jaar nog steeds een loonbedrijf met die naam bestaat.
Daar sta je dan, € 20.000,- lichter qua materiaal en oponthoud op het werk, en geen ondersteuning van de overheid, in welke vorm dan ook. Is het dan vreemd dat je vervolgens ontploft als je een paar dagen later een envelop in de bus krijgt omdat je tien kilometer te hard hebt gereden. Lekker gemakkelijk scoren dus. Maar hoe zou het toch komen dat steeds meer mensen alle vertrouwen in een betrouwbare en rechtvaardige overheid verliezen?
Herman van Lenthe
GRONDIG 5 2015
53
STRESS “Work hard, play hard, rest hard”
ondernemen met
cumela
Wiel Seelen kan nu wel zijn grenzen aangeven Met een mentaliteit van ‘werken, werken, werken’ ligt een burn-out op de loer. Het is zelfs voorspeld dat dit over vijf jaar volksziekte nummer één is in Nederland. Waarom zou je immers rust nemen als je een bedrijf te runnen hebt? Wiel Seelen van het gelijknamige loonbedrijf in Maasbree ging eraan onderdoor, maar klimt nu krachtig uit het dal.
“Is Wiel alweer binnen in huis?” “Heeft hij er geen zin meer in?” Het waren twee van de vele onbeantwoorde vragen van het personeel die vorig jaar de bom deden barsten op loonbedrijf Seelen in het Limburgse Maasbree. Wiel zelf sliep al nachtenlang niet meer. Lukte het wel, dan werd hij wakker met gebalde vuisten. Het werk waar hij normaal gesproken tien uur over deed, kostte hem nu veertien uur tijd. Hij reageerde kortaf op vragen van het personeel en belde klanten niet meer terug. En hij voelde zich moe, zo moe. Elk moment dat hij kon, sloop hij over het erf van kantoor naar huis om even op die bank te kunnen gaan liggen. Ondertussen stond zijn vriendin op het punt te bevallen van een derde kind en zijn zoon Guus zat met een gebroken been in een rolstoel. “Toen dacht ik opeens: ik trek het niet meer”, zegt Wiel Seelen zelf. “Ik voelde me enorm eenzaam. Ik werkte me kapot, maar zag tegelijkertijd dat ik het niet redde. Ik ben hulp gaan zoeken.” “Ik had het in de gaten”, voegt zijn vriendin Lottie Smedts eraan toe. “De symptomen kwamen me heel erg bekend voor. Mijn vader had het ook gehad. Ik heb de iPad gepakt en ben gaan zoeken naar hulp. Ik vond CIRAN, Centra voor Integrale Revalidatie
54
GRONDIG 5 2015
en Arbeidsactivering Nederland. Daar kon hij terecht in een reintegratietraject. Ook hebben we de bedrijfscoach van CUMELA ingeschakeld.” De diagnose luidde: een burn-out.
Mentaliteit Achteraf is het hoe en waarom logisch te verklaren. Van huis uit was de mentaliteit, zoals op veel loonbedrijven, altijd geweest: werken, werken, werken. Zo leerde Seelen ook het vak. Zijn vader stuurde hem met de graafmachine weg of zette hem op de bie-
Zijn de beschrijvingen in dit artikel voor u herkenbaar? Wilt u weten hoe u er zelf voor staat? En wat u kunt doen om bij te sturen en af te remmen? Kijkt u dan eens in de toolkit ‘Vlammen zonder afbranden’ (www.cumela.nl/toolkitstress). Hier vindt u informatie over hoe u stress, overbelasting en een burn-out kunt herkennen en vooral hoe u ze kunt voorkomen en aanpakken.
Tijdig bijsturen Negeren van signalen is als het uitstellen van het onvermijdelijke. Ook al wilt u de spreekwoordelijke muur niet zien, op een gegeven moment knalt u er keihard tegenaan. Langdurige stress in combinatie met onvoldoende rust en ontspanning kan uitmonden in lichamelijke en geestelijke klachten. Houdt de ongezonde stress lang aan, dan kunnen de stressklachten leiden tot lichamelijke schade en een burn-out, een situatie van continu vermoeid, uitgeput en ‘opgebrand’ zijn. Alleen door tijdig bij te sturen of af te remmen, kunt u het onvermijdelijk voorkomen. Heeft u de muur dan toch geraakt, dan hebben wij de volgende vijf tips voor u:
die nodig zijn voor herstel. Bijvoorbeeld over welke taken u wanneer hervat, wie de andere taken oppakt en welke ondersteuning u hierbij krijgt.
Marlies Kamps, adviseur arbeid en organisatie bij Stigas.
1. Professionele steun Omdat een burn-out lichamelijke schade met zich meebrengt, kan het herstel enkele jaren duren. Terugval in oude patronen treedt makkelijk op. Schakel professionele hulp in om het herstel te bespoedigen. 2. Maak afspraken Praat met uw partner, huisarts en coach en maak afspraken over de stappen tenrooier en hij moest zichzelf maar zien te redden. In 2008 nam Seelen het loonbedrijf van zijn vader over. Hij zette een andere koers in, maar de mentaliteit bleef hetzelfde. “Ik wilde de pieken uit het werk halen en het hele jaar vol van zeven tot zeven draaien. Het doel was zoveel mogelijk betaalde uren maken”, vertelt hij. Het bedrijf stootte niet-winstgevende werkzaamheden af en ging zich, naast de agrarische werkzaamheden, meer richten op het cultuurtechnische werk. Ook specialiseerde Seelen zich door zelf machines te bouwen. Zo ontwierp hij een machine voor biologische grondontsmetting en een machine om worteldoek te leggen op ruggen voor de bessenteelt. Seelens ondernemersgeest wierp vruchten af. Het jaar erna maakte hij al winst, het jaar daarna nog meer. In 2011 draaide hij supergoed. Werk in overvloed en het bedrijf behaalde zelfs de derde plek in CUMELAKompas Analyse. Ondertussen deed hij alles zelf. Zijn twee zussen, in loondienst, deden dan wel de boekhouding, maar hij regelde de planning, stuurde de vijftien medewerkers aan, haalde werk binnen en zat zo nu en dan ook nog zelf op de trekker als het nodig was. “Ik was een marathon aan het rennen. Een atleet stopt na 42 kilometer, maar ik rende door”, ziet hij nu zelf in. “Ik kende geen grens. Vroeg de klant om een 7,5, dan wilde ik een 9 scoren. Lag de lat hoog, dan legde ik hem nog hoger. Ik voelde het als falen als ik minder rendement zou hebben dan het voorgaande jaar.” Vakanties waren een ramp, zegt zijn vriendin nu. “We konden net een weekje per jaar gaan. Ik regelde alles, zorgde voor de kinderen en pakte alle spullen in. Ik stopte met de auto voor kantoor. Wiel sprong al bellend in de auto en had geen idee waar we naar op vakantie gingen. Zijn vader nam die week wel de planning over, maar Wiel bleef continu contact houden met thuis.”
Grenzen stellen Totdat de bom barstte en Wiel besloot een re-integratietraject in te gaan, met de focus op psychologische hulp en sport. “De eerste keer bij die trainer moest ik links een trap op en weer naar
3. Leer van een terugval Bewaak dat u niet opnieuw die dingen gaat doen waardoor uw burn-out is ontstaan. Het belangrijkste is dat u dit helder voor ogen hebt en uw eigen grenzen bewaakt. Schrijf - liefst dagelijks - op of het gelukt is u aan uw doelen en grenzen te houden. Waarom lukte dit? En waarom niet? Gebruik dit boekje als input voor het gesprek met uw coach.
4. Blijf in balans Houd bij van wat en wie u energie krijgt. En wanneer en waarom iets energie slurpt. Bekijk geregeld (bijvoorbeeld wekelijks) of dit met elkaar in balans is. Zijn er zaken die anders moeten? En hoe dan? 5. Extra aandacht voor leefstijl Dagelijks bewegen, ontspannen en gezond eten bevordert uw genezingsproces. Neem hier de tijd voor.
beneden en rechts een trap op en weer naar beneden. Drie keer. Hij had niet gezegd dat ik hoefde te rennen, maar ik dacht: ik laat me niet kennen. Ik sprong met drie treden tegelijk. Daarna was ik bekaf. Zei die trainer: ‘Nu mag je dit nog acht keer doen.’ Ik keek hem aan en zei: ‘Ho even, ik kan echt niet meer.’ De trainer lachte. ‘Heel goed. Dat is grenzen stellen’, zei hij.”
Voor jezelf zorgen Het hele traject duurde uiteindelijk zestien weken, tien uur per week. “Ik heb beter geleerd mijn grenzen aan te geven, al blijft dat lastig. Tegen een klant zeggen ‘Dat lukt me vandaag niet meer’ is moeilijk. Maar ik ben wel gaan beseffen dat ik energie moet overhouden voor wat nog kan komen. Dus geen 120 procent geven, maar 80, zodat je het langer volhoudt.” Sporten doet hij nu elke week. Boksen is zijn uitlaatklep, waar hij energie van krijgt. Ook gaat hij vaker wandelen. “Ik heb vroeger zelfs nog gedacht een hond aan te schaffen, zodat ik een excuus had om even een ommetje te maken. Ik maakte me heel druk om wat mensen zouden denken, want je hebt als eigenaar van een loonbedrijf toch wel wat beters te doen dan een wandelingetje te maken, maar die fase ben ik voorbij. Ook ik moet mijn rust pakken. Als ik goed voor mezelf zorg, kan ik daarna ook beter voor anderen zorgen. Daarnaast ben ik me ervan bewust geworden dat contact met personeel heel belangrijk is. Als je niet goed communiceert, gaan dingen een eigen leven leiden en dat zorgt voor frustraties en onbegrip.” Ook heeft hij de taken beter weten te verdelen. Hij heeft nu fulltime een planner op kantoor, waardoor zijn telefoon wat minder vaak rinkelt en waardoor hij de rust heeft om ruimte aan zijn creatieve geest te geven. “Ik wil graag een goed draaiend bedrijf. Naast mijn gezin ligt daar mijn hart. Maar ik wil ook plezier in mijn werk blijven houden. Dat is mogelijk, heb ik nu geleerd, maar wel onder voorwaarden: work hard, play hard, rest hard.’ TEKST & FOTO’S: Marjolein van Woerkom
GRONDIG 5 2015
55
Maak een berg van uw kuil met Quilt Xcel ®
• Voorkomt bladziekten in maïs door een lange en brede werking • Geeft een hogere opbrengst met een betere voederwaarde
Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, Fax 0164 225 502, www.syngenta.nl. Syngenta stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken. Zie www.syngenta.nl/operationpollinator (of scan de QR code). Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/ TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.
TM
Gezamenlijke importeurs
LMC Gennep BV Voor oost NL. 0485 - 511 605 www. lmcgennep.nl
Jamo BV Voor west NL. 0184 - 642 112 www.jamo-lmb.nl
Nu ook silagevorken bij LMC Gennep BV
eid veiligh iteit kwal aa m duurz en ndig desku uwbaar betro
veilig werken in het grondverzet
www.bmwt.nl
BMWT-Verenigingslogo
Polyvalente uitdraaiwagen
DRAKKAR
Silagewagen
SILO-SPACE
www.joskin.com
BIJZONDERE AANBIEDINGEN...
WACHT NIET TE LANG!
Tel: 0032 43 77 35 45
ondernemen met
cumela
CUMELA.NL
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
NETWERK CUMELA-LEDEN IN BEELD
Top-vijf andere brancheorganisaties dan CUMELA Nederland:
Begin dit jaar zijn de CUMELA-leden in West- en Oost-Nederland ondervraagd over hun eigen netwerken. Zijn ze lid van andere brancheorganisaties? Ondernemersverenigingen? Of actief in de politiek of in waterschappen? Meer dan zeventig procent van de respondenten reageerde positief op onze vraag of we een beroep op hen mogen doen. Later dit jaar wordt de enquête ook uitgezet in Noord- en Zuid-Nederland en dan hebben we voor heel Nederland zicht op de netwerken van CUMELA-leden.
1. EVO 29,5 procent 2. LTO-Noord 29,2 procent 3. TLN 3,1 procent 4. Metaalunie 2,5 procent 5. MKB-infra (regio) 2,4 procent
276 van de 892 uitgestuurde enquêtes zijn ingevuld.
1. 29,9 procent is lid van een lokale ondernemersvereniging 2. 6,8 procent is lid van MKB Nederland (gewest) 3. 1 procent is lid van een andere ondernemersvereniging
Lid van één of meer andere brancheorganisaties:
Bestuurlijke activiteit onder de leden:
a. 33,7 procent is lid van één of meer brancheorganisaties in de agrarische sector b. 6 procent is lid van één of meer brancheorganisaties in de bouw- en aanverwante sectoren c. 3,2 procent is lid van één of meer brancheorganisaties in de cultuurtechnische sector d. 32,6 procent is lid van één of meer brancheorganisaties in de transportsector e. 3,3 procent is lid van één of meer brancheorganisaties in overige sectoren
9,4 procent is naast lid ook bestuurlijk actief bij een brancheorganisatie of ondernemersvereniging.
Aantal respondenten: 31 procent
VOMOL IN NOORD-HOLLAND Op 17 april gaven wethouder Elly Deutekom van de gemeente Opmeer en de voorzitter van CUMELA NoordHolland, Jack van Diepen, het startsein voor het lesproject Veilig Omgaan Met Opvallend Landbouwverkeer (VOMOL) in Noord-Holland. De gemeente Opmeer, het Clusius College uit Hoorn en CUMELA Nederland gingen - letterlijk - terug naar de schoolbanken om aandacht te vragen voor de combinatie landbouwverkeer en fietsende kinderen. Circa honderd leerlingen van de basisscholen van de Stichting Allure hebben deze dag enthousiast deelgenomen aan de praktijkdag met trekkers en machines. Het project wordt nu verder uitgerold in de provincie. advertentie
58
Lid van een ondernemersvereniging:
GRONDIG 5 2015
Bestuurlijk actief in de politiek of bij een waterschap (ondernemer, vennoot, partner): a. Politiek actief: 6,5 procent b. Waterschap: 1,2 procent
VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL • Hoe dienen de feestdagen in mei 2015 te worden beloond? • Hoe moet ik AdBlue opslaan? • Een zzp’er heeft als ingehuurde chauffeur schade veroorzaakt aan mijn auto en aan de auto van een derde. Kan ik die schade op hem verhalen? • Ik heb gehoord dat ik me bij de Duitse douane moeten melden als ik werk ga doen in Duitsland. Klopt dat? • Hoe heb ik als deelnemer aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse op elk gewenst moment toegang tot mijn resultaten?
VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de sectievoorzitters van CUMELA Nederland. Deze maand Wim van Mourik, voorzitter van de vereniging.
CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN Deze digitale Grondig-artikelen lezen leden gratis op Cumela.nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt downloaden en printen.
Uw investeringen financieel goed gepland. De bank een stapje voor Een goed financieel inzicht en daarbij behorende planning zijn belangrijk om te bepalen wat uw investeringsruimte is en op welke wijze de financiering het best kan worden geregeld.
Risico’s beperken. Probeer missers met stagiairs te voorkomen
Jaarlijks verleent de bedrijfstak stageplaatsen aan een groot aantal leerlingen van de diverse op de beroepsgroep gerichte opleidingen. Soms gaat er echter ook wel eens wat mis.
Komt de PAS voor u van pas? Programmatische Aanpak Stikstof treedt binnenkort in werking
De Programmatische Aanpak Stikstof treedt waarschijnlijk op 1 juli 2015 in werking. Wat is de PAS eigenlijk, waarom is die zo belangrijk en wat zijn de gevolgen voor uw bedrijf?
Meld uitbreidingsplannen tijdig. Bestemmingsplannen worden frequenter geactualiseerd Veel gemeenten hebben in de afgelopen jaren een groot deel van hun bestemmingsplannen herzien.
Wat zijn uw ondernemerskwaliteiten en -vaardigheden? Dagelijkse beslissingen bepalen het succes van een cumelabedrijf Om een succesvolle ondernemer te zijn, heeft u een aantal ondernemerskwaliteiten nodig, maar ook is een aantal ondernemersvaardigheden onmisbaar.
OOK OP CUMELA.NL • Gewijzigde afvalstoffenlijst • Controles gebruik gewasbeschermingsmiddelen • Indexen 2015 en handleiding kostprijsberekening • Spuitdoppenkeuze.nl • Overgangstermijn AGR/GPS vaste mest
Waar zijn we van? Wie de klucht rondom het voorzitterschap van de FIFA heeft gevolgd, zal regelmatig verbaasd om zich heen hebben gekeken. Hoe kan dit? Hoe kun je zó machtsbelust zijn dat je willens en wetens bezig bent om het voetbal te gronde te richten. Of waren ze in Zürich vergeten dat juist het voetbal in hun organisatie centraal moest staan? Gelukkig is er dan een buitenwereld om in te grijpen, weten we nu. Binnen de besturen en de organisatie van CUMELA Nederland stellen we onszelf met regelmaat de vraag: waar zijn we van? Inmiddels weten we allemaal - de bestuursleden en de medewerkers van CUMELA - precies wat we met die vraag bedoelen. Waar zijn we van? Oftewel: wie zijn onze leden? Wat zijn hun activiteiten? Welke wensen en vragen hebben ze? Hoe kunnen we die leden optimaal adviseren en informeren? Hoe zorgen we ervoor dat we met onze diensten een bijdrage leveren in de ontwikkeling van deze ondernemers? De vraag ‘Waar zijn we van?’ helpt ons bijzonder goed om bij de les te blijven. Om onze activiteiten te blijven afstemmen op onze leden en onze cumelasector. Want om helder antwoord op die vraag te geven: wij zijn van u. En voor u. En - als je naar de bestuurlijke organisatie kijkt - ook door u. Bijna honderd ondernemers zijn actief in afdelings- en sectiebesturen. En dan spreken we nog niet over studieclubs, werkgroepen en commissies waar weer andere leden zich sterk maken om het cumelageluid te laten klinken. Kortom: wij weten waar we van zijn en we werken eraan dat dat ook zo blijft. Want u moet er toch niet aan denken dat zonnekoningen als Blatter uw belangen behartigen… Ik tenminste niet.
advertentie
Wim van Mourik, Voorzitter CUMELA Nederland
GRONDIG 5 2015
59
ondernemen met
cumela
TOOLBOX Goed voorbeeld doet goed volgen Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting
Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl
60
GRONDIG 5 2015
Hoe jij je gedraagt, heb je onbewust gekopieerd van anderen die een voorbeeld voor je zijn geweest, zoals je ouders of andere familie, meesters, juffen et cetera. Zo is het ook in je werk. Het gedrag van je werkgever bepaalt hoe jij je gedraagt. En zo ben jij ook weer een voorbeeld voor je collega’s!
GOED VOORBEELD
FEEDBACK
Geef zelf altijd het goede voorbeeld! Als jij geen gehoorbescherming draagt terwijl dat wel zou moeten, denkt een ander: o, hij draagt die niet, dan doe ik het ook niet. Of: het zal wel met deze machine gaan, terwijl je eigenlijk wel weet dat je beter een andere kunt pakken. Je kunt iemand nog zo vaak zeggen dat hij iets op een bepaalde manier moet doen, maar als je zelf het goede voorbeeld niet geeft, zal het niet gebeuren. Deze toolbox is een goede gelegenheid om met elkaar vast te stellen welk gedrag veilig is en welk gedrag niet kan. Wat gaat goed en wat kan beter bij jullie in het bedrijf? Als jullie het daarover eens zijn, wordt van iedereen verwacht dat je je aan de afspraken houdt. Als collega’s zich toch niet aan de afspraken houden, moet je daar wat van zeggen. Het gaat immers om de veiligheid en gezondheid van jullie allemaal. Niets zeggen kan jezelf of de ander schaden.
De opmerking “Jij doet dit en dat altijd fout” zal niet veel veranderen aan het gedrag van de ander. Hij weet nog steeds niet hoe het wel moet en bovendien weet hij wel dat hij het altijd fout doet. Kortom, de ander voelt zich ellendig en er verandert niets. Feedback is geen kritiek. Feedback is een kans om je werk beter uit te voeren. Het is dan wel handig dat je luistert naar wat de ander zegt. Het is ook handig dat de ander de boodschap zo brengt dat je er wat aan hebt. Feedback ontvang je om beter te worden, maar feedback kun je ook ontvangen om te horen dat je vooral zo moet doorgaan.
HOE GEEF JE DE ANDER FEEDBACK? Beschrijf de situatie. Wat heb je gezien? Zeg vervolgens wat je ervan vindt en hoe je je daarbij voelt . Geef de ander kans
GEDRAG
GEWENST
Feedback
GEVOEL
GEVOLG
Door de juiste opbouw van een gesprek door middel van de 4Gmethode zorg je ervoor dat je feedback goed onderbouwd is.
om te reageren. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat jouw spiegels niet goed staan afgesteld. Ik vind dat gevaarlijk, omdat je daardoor een groot gedeelte niet ziet.” Laat zien wat je niet ziet. ”Ik zou me dan niet veilig voelen. Als je ze zo afstelt, kun je veel meer zien. Zie je wel?” Dat klinkt heel anders dan: “Zet je spiegels eens goed, man!” Dus: • Ik zie/hoor... • Ik vind/voel... • Wat vind jij daarvan? Zorg dat de ander kan reageren en luister! Ook al lijkt het van niet, de ander heeft misschien wel een goede reden waarom zijn spiegels niet goed staan. Laat de ander dus altijd in zijn waarde. Jullie gezamenlijke doel is veilig werken en een fijne werksfeer.
HOE ONTVANG JE FEEDBACK? Besef dat degene die jou aanspreekt de moeite neemt om je aan te spreken. Hij bedoelt het goed en vertelt je hoe je beter kunt worden in je werk. Het gaat niet om jouw persoonlijkheid. Als je iets beter kunt doen, betekent dat niet dat jij een sukkel bent of dat je alles verkeerd doet. Het is geen aanval op jou. Luister naar wat de ander te zeggen heeft, zonder te veel bezig te zijn met het feit dat iets niet goed is gegaan. Als je de feedback niet begrijpt, vraag dan om uitleg. Beoordeel de feedback: is deze terecht of niet? Vertel de ander waarom je iets op een bepaalde manier hebt gedaan. Zo kun je er samen uitkomen hoe het in de toekomst beter kan. Het is geen zaak van: “Ik weet het beter dan jij.”
VALKUILEN BIJ HET GEVEN VAN FEEDBACK
Geef het goede voorbeeld! Als jij geen beschermende kleding draagt, zal je collega dat ook niet snel doen.
Vermijd woorden zoals ‘niemand’, ‘altijd’, ‘allemaal’ en ‘nooit’. Deze woorden schieten snel in het verkeerde keelgat, terwijl de woordenwisseling zijn doel voorbij schiet. Het gaat om deze specifieke situatie en wat anderen doen, doet er even niet toe. Bijvoorbeeld niet zo: “Jij ruimt ook nooit je rotzooi op, het is altijd het zelfde liedje. ik moet het weer alleen doen.” Maar: “Net als gisteren zie ik dat je mij de rommel alleen laat opruimen. Dat vind ik niet leuk. Is het een idee om het samen te doen?”
TIPS EN VUISTREGELS 1. Z org dat je weet wat afgesproken is over veilig en onveilig gedrag. 2. Geef zelf het goede voorbeeld. 3. Zeg er iets van als anderen zich onveilig gedragen en zeg het zo dat de ander ermee verder kan. 4. Als iets juist goed gaat, geef dan een compliment! 5. Benader de ander zoals ook jij zou willen worden benaderd. 6. Kom je er samen niet uit, schakel dan je leidinggevende in. 7. Meld ongevallen en incidenten en leer ervan.
Feedback ontvang je om beter te worden of om te horen dat je vooral zo moet doorgaan.
TEKST: Peter Bredius, Stigas preventieadviseur en hoger veiligheidskundige
GRONDIG 5 2015
61
Retengo Plus
Voor betere voerefficiënti e Meer zetmeel Betere kolfvulling Effectief tegen vele schimmels
De juiste chemie voor gezonde maïs BASF Nederland B.V. Divisie Agro | Postbus 1019 | 6801 MC Arnhem T. (026) 371 72 71 | www.agro.basf.nl | Twitter: @BASFagronl Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
www.retengoplus.nl
ondernemen met
cumela
AANBESTEDING BEOORDEELD
Objectiviteit bij EMVI kan worden verbeterd Harro Veerman en Maarten de Jonge hebben in het kader van hun studie aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen onderzoek gedaan naar het effect van anonimiteit bij de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). Beiden zijn werkzaam in de civiele techniek en hebben in hun dagelijks werk regelmatig te maken met aanbestedingen. Daarbij hebben ze ervaren dat aanbestedende diensten subjectieve beoordelingen toekennen aan plannen van aanpak. Om een bijdrage te leveren aan objectievere beoordelingen door aanbestedende diensten tijdens de EMVI-aanbestedingsprocedure is een petitie opgesteld. De brancheorganisaties Vereniging van Waterbouwers, Bouwend Nederland en CUMELA Nederland wordt gevraagd om bij aanbestedende diensten de onderstaande vier verbetervoorstellen onder de aandacht te brengen om te komen tot objectievere beoordelingen: • In de Aanbestedingswet 2012 dient een artikel te worden opgenomen om het geanonimiseerd aanbesteden verplicht te stellen. Om de aanbestedende diensten de mogelijkheid te bieden om hiervan gemotiveerd af te wijken, zou een tweede artikel moeten worden opgenomen. Dit in uniformiteit met het gemotiveerd mogen afwijken van het gunnen op de Economisch Meest Voordelige Inschrijving. • De EMVI-criteria dienen SMART opgenomen te worden in de uitvraag, waarbij de aannemers de ruimte moeten krijgen om innovatieve, creatieve en onderscheidende oplossingen in te dienen. • De inschrijvers dienen bij geanonimiseerde aanbestedingen hun inschrijving daadwerkelijk anoniem te houden. • Door een beoordelingscommissie samen te stellen uit een mix van personen bestaande uit vertegenwoordigers van de opdrachtgever en deskundige externe personen, bijvoorbeeld van ingenieursbureaus, wordt de objectiviteit van de beoordeling geëffectueerd.
Moeite met criteria Michiel Pouwels geeft aan dat CUMELA Nederland constateert dat de aanbesteders soms grote moeite hebben goede EMVIcriteria te formuleren. De bedrijven waren aanvankelijk blij met EMVI, want je zou je ermee kunnen onderscheiden. De praktijk is echter dat die ruimte juist vaak niet wordt gegeven. Je wordt alleen maar afgerekend op het hebben van keurmerken, ladders en certificaten. De administratieve lastendruk is aanzienlijk toegenomen, zo be-
toogt Pouwels. Denk maar eens aan al die plannen van aanpak die moeten worden geschreven. Het vraagt veel tijd en energie. Ook de aanbestedende diensten hebben het er druk mee en moeten kosten maken, want zij moeten al die plannen objectief beoordelen. Beoordelen is een subjectieve belevenis. Nu is dat nog niet zo erg als je meerdere beoordelaars hebt, zo geeft Michiel Pouwels aan. Maar dan moeten die er wel zijn.
Vooroordeel Veel erger vindt Pouwels wat de studie heeft aangetoond. Gesignaleerd is een vorm van subjectiviteit die Pouwels kenschetst als vooroordeel. Niet zelden zien we dat een plan van aanpak niet wordt beoordeeld op ‘Wat er is geschreven?’, maar op ‘Wie heeft het geschreven?’. Niet zelden zien we dat een nietszeggend plan van een ‘bekend’ bedrijf goed scoort, waarbij de beoordelaar zelf invult wat er niet staat: “Wij weten wat hij kan” en “Wij weten wat hij bedoelt, al staat het er niet met zoveel woorden.” En niet zelden zien we een plan goed scoren waarbij wij de stellige indruk hebben dat de lage prijs de beoordelaar toch wel erg goed smaakt. CUMELA Nederland kan zich vinden in de in de petitie geboden remedie tegen deze bevooroordeelde beoordelingen: het geanonimiseerd aanbesteden. Het onderzoek heeft aangetoond dat het indienen van een geanonimiseerd plan van aanpak de subjectieve beoordelingen door de aanbestedende diensten vermindert. Namens CUMELA Nederland zegt Michiel Pouwels toe de petitie onder de aandacht te brengen van aanbestedende diensten en in te brengen bij de evaluatie van de Aanbestedingswet.
TEKST: Jan van der Leij, beleidsmedewerker GWW FOTO: CUMELA Communicatie
GRONDIG 5 2015
63
SECTORINITIATIEF ‘STUREN OP CO2’ Drie CO2-besparende keten initiatieven worden uitgewerkt
ondernemen met
cumela
De CO2-prestatieladder is een instrument dat bedrijven helpt bij het reduceren van de CO2-uitstoot, Binnen de bedrijfsvoering, in projecten én in de keten kan nog veel winst worden behaald in energiebesparing, het efficiënt gebruik van materieel en duurzame energie. CUMELA Nederland ondersteunt haar leden hiermee met het sectorinitiatief ‘Sturen op CO2’.
Het doel van de prestatieladder is om bedrijven te stimuleren om de eigen CO2-uitstoot - en die van hun leveranciers te kennen en permanent te zoeken naar nieuwe mogelijkheden om de uitstoot als gevolg van de eigen bedrijfsvoering en de eigen projecten terug te dringen. De ladder stimuleert bedrijven vervolgens om die maatregelen daadwerkelijk uit te voeren en bovendien de verworven kennis transparant te delen en samen met collega’s, kennisinstellingen, maatschappelijke partijen en overheden actief te zoeken naar mogelijkheden om de uitstoot gezamenlijk verder terug te dringen. In de cumelasector wordt 95 procent van de CO2uitstoot veroorzaakt door dieselbrandstof. CUMELA Nederland organiseert sinds 2014 voor haar leden het sectorinitiatief ‘Sturen op CO2’. Cumelabedrijven die gecertificeerd zijn of bezig zijn met certificeren voor de CO2prestatieladder kunnen deelnemer worden aan dit speciale sectorinitiatief. Het doel van het initiatief is tweeledig: allereerst ondersteuning bij het reduceren van de CO2-emissie en zo te voldoen aan de richtlijnen van de SKAO en daarnaast in de keten een gezamenlijke reductie van de CO2-emissie te realiseren. Door actief deel te nemen, krijgt de deelnemer een uitgebreide stroom aan informatie, nieuwe ideeën en zicht op de benodigde documenten om de CO2-sturing te verbeteren.
Sectorinitiatief CUMELA Op woensdag 17 september waren 33 enthousiaste CUMELA-leden aanwezig bij de eerste bijeenkomst van het sectorinitiatief ‘Sturen op CO2’. Op dat moment waren er ongeveer 115 cumelabedrijven gecertificeerd of bezig met certificeren. Michiel Pouwels, directeur belangenbehartiging, sprak alle deelnemers toe: “We zijn er trots op dat de CO2-prestatieladder leeft in de sector. Met de ladder is het mogelijk om naast milieuwinst ook een efficiëntieslag te behalen. Dit ondersteunt CUMELA Nederland graag.” Gijs Termeer, manager CO2-prestatieladder van de SKAO, sprak over hoe de ladder is ontstaan en wat de toekomstige ontwikkelingen zijn van de ladder. Eli van Tijn van TÜV Ne-
64
GRONDIG 5 2015
Keteninitiatieven Onderstaande initiatieven worden door de deelnemers uitgewerkt om tot CO2-reductie te komen. Het nieuwe stallen Uitgangspunt bij ‘Het nieuwe stallen’ is dat cumelabedrijven die een werk hebben op behoorlijke afstand van de thuisbasis het materieel stallen bij een collega-ondernemer. Vanuit de norm gezien (gezamenlijk initiatief) is dit een uitstekend voorbeeld van een gezamenlijke aanpak. Tijdens de discussie binnen de verschillende groepen in het land kwam een aantal kritische vragen naar boven wat betreft de uitvoerbaarheid van dit initiatief. De meerderheid van alle deelnemers was van mening dat wij hiermee door moeten gaan en wil dit na de zomer gaan activeren. Er wordt in groepsverband met elkaar onderzocht wat de haken en ogen zijn van een dergelijk initiatief, zoals verzekering, organisatie en logistiek, vergoeding, toegang, aansprakelijkheid, aftanken, onderhoud, schade, standaardovereenkomst, et cetera. Gedragsverandering en gedragsbeïnvloeding Alle deelnemers waren tijdens de drie groepsbijeenkomsten in het land van mening dat dit onderwerp van groot belang is. Op welke wijze kunt u de medewerkers zo goed mogelijk stimuleren en enthousiast krijgen om aan de gang te gaan met de door u vastgestelde doelen op het gebied van brandstofbesparing. Hierbij gaat het er niet alleen om dat uw medewerkers doen wat u ze vraagt; ze moeten het een geweldig idee vinden om ermee aan de gang te gaan. Tijdens de junibij-
derland vertelde wat hij als auditor wil zien: “Realiseer je dat jullie initiatief niet wordt getoetst, maar de deelnemende bedrijven worden getoetst. Bij de CO2-prestatieladder niveau 3 zul je de sector iets moeten brengen in plaats van halen.” Tijdens de tweede bijeenkomsten, in oktober 2014, stond het workshoponderdeel ‘Inzicht’ op het programma. De prestatieladder kent de invalshoeken ‘Inzicht’, ‘Reductie’, ‘Transparantie’ (is gelijk aan communicatie) en ‘Participatie’. In november 2014 zijn de deelnemers in drie regionale groepen voor de eerste keer bij elkaar gekomen. Centraal stond de invalshoek ‘Inzicht’. Gastspreker Kees Harrewijn (Harrewijn-brandstofmanagement) viel direct met de deur in huis; tussen de theorie van optimale beheersing en uw beroepspraktijk stelde hij enkele simpele, doch confronterende vragen: wordt mijn diesel gestolen, wat verbruiken mijn machines en hoe kan het met minder diesel? Het grootste deel van de aanwezigen beschikt over inzicht in de CO2-emissies door een ingevulde footprint. Het inzicht in de eigen verbruiksgegevens is over het algemeen geba-
eenkomsten staat dit thema centraal. Communicatie-expert Lambertus Vogelzang (Motivaxion) geeft dan een inspirerende workshop. Technische toepassingen en brandstofadditieven Hier was ook animo voor en kwamen twee onderwerpen nadrukkelijk naar voren: retrofit-startstopsystemen en brandstof. De volgende stap die nu gaat plaatsvinden, is of en zo ja welke retrofit-start-stopsystemen er op de markt zijn die zullen werken op de meeste gangbare machines en merken in Nederland, wat deze kosten (let op de mogelijke verschillen voor de verschillende merken), wat het rendement is en daarmee de mogelijke besparing. In juni wordt tijdens de groepsbijeenkomsten een eerste verkenning gehouden, waarna een werkgroep zich verder gaat verdiepen in dit onderwerp. Veel machines worden al met veel brandstofbesparende techniek geleverd. Een werkgroep gaat uitzoeken hoe deze techniek werkt, welke mate van brandstofbesparing dit mogelijk kan opleveren, waarom dit niet wordt gebruikt en hoe ervoor kan worden gezegd dat de bestaande techniek beter en efficiënter wordt gebruikt. Er zijn diverse brandstoffen die dienen als toevoeging op diesel of als vervanging van diesel en die veel schoner zijn als het gaat om de uitstoot. Dat zijn onder meer GTL (gas to liquid) en BTL (biogas to liquid) en mogelijk zijn er nog andere alternatieven. We gaan in juni met een groep aan de gang wat deze toevoegingen zijn, hoe deze minder uitstoot veroorzaken (in gebruik dan wel in productie) en of dit een goede toepassing is voor de motoren.
seerd op de jaarfacturen van energie- en olieleveranciers. Het is echter noodzakelijk deze gegevens te verfijnen door eigen opnames en metingen en het verbruik toe te wijzen aan materieel, bedrijfsauto’s en projecten. Tijdens de bijeenkomst in maart 2015 is er uitgebreid bij stilgestaan dat de norm vereist dat de deelnemers aantoonbaar actief moeten deelnemen, dus niet alleen aanwezig zijn en luisteren. Notulen van het sectorinitiatief omzetten in praktisch toepasbare acties op het bedrijf en met alle personeelsleden een brainstorm houden over waarop kan worden bespaard, zijn enkele voorbeelden van actieve deelname. Hiernaast zijn tijdens de regionale groepsbijeenkomsten een drietal initiatieven benoemd die door de deelnemende ondernemers zullen worden uitgewerkt in concrete acties (zie kader).
TEKST: Helmy Coenen, adviseur GWW FOTO: CUMELA Communicatie
GRONDIG 5 2015
65
ondernemen met
cumela
BEDRIJVIG
Fraude mestmonsters aangepakt De NVWA en RVO treden op tegen mesttransporteurs die mestmonsters aanleveren met onwaarschijnlijk hoge gehalten. Bij te hoge afwijkende gehalten kan dit betekenen dat de uitslag niet wordt meegenomen in de verantwoording van de mestafvoer. Beide maatregelen zijn aangekondigd in een brief van staatssecretaris Dijksma aan CUMELA Nederland. Het is een reactie op een al in maart ingediend verzoek om wat te doen aan deze op het oog frauderende mestleveranciers en -transporteurs. CUMELA is erg blij met de aankondiging dat bedrijven waarbij dit soort afwijkingen voorkomen een meldplicht opgelegd krijgen, waarbij ze het transport 24 uur van tevoren moeten melden bij RVO.
NIEUWE LEDEN De afgelopen periode hebben zich zes nieuwe leden ingeschreven bij CUMELA Nederland.
• F.P.H. Ploegmakers BV Vinkel • VAK Maarsbergen Maarsbergen • Frans Evers advies en bemiddeling Zelhem
• Tonnie Pannekoek Grondverzet Nijbroek
Voor het transport van vaste mest geldt sinds 1 april dat ook een AGR/GPS-systeem aanwezig moet zijn. Tot 1 september van dit jaar geldt een overgangstermijn, waarin nog controle op bezit van het systeem zal plaatsvinden. Na die datum zal de NVWA wel handhavend gaan optreden, zo waarschuwt Dijksma.
• Fa. Jac. van Zeijl & Zonen Naaldwijk • Loonbedrijf Van Roekel Lunteren
Te mooi om waar te zijn Vaak spreek ik ondernemers die vragen of CUMELA ook meer weet over subsidies, fiscale maatregelen, scholingsfondsen en dergelijke. Natuurlijk is het antwoord volmondig ja! CUMELA Nederland informeert haar leden hierover namelijk veelvuldig. Zo had laatst iemand het resultaat van een subsidieonderzoek op tafel liggen (kosten meer dan € 2000,-!). De adviseur van het adviesbureau had in zijn verkooppraatje gezegd: “Als het u niets oplevert, kost het u ook niets.” Het was een uitgebreid rapport met een opsomming van voor mij bijna allemaal bekende subsidies, zoals de subsidieregeling praktijkleren, MIA, Vamil, een Wajonger in dienst nemen, de versnelde afschrijving (crisisregeling) en dergelijke. In Grondig of op Cumela.nl zijn ze allemaal meer dan eens langs gekomen. Voor de ondernemer zat er volgens hem niets van zijn gading tussen. Hij wilde daarom zijn geld terug. Het was hem alleen nog niet gelukt de verkoper te bereiken om hem dit te vertellen. In het onderliggende contract las ik echter dat terugbetaling van de kosten zou geschieden als er geen advisering mogelijk was. Aangezien het advies met dit rapport al op tafel lag,
66
GRONDIG 5 2015
sprak ik mijn vermoeden uit dat hij het geld waarschijnlijk kwijt is. Bovendien vroeg het adviesbureau nog een zeer riant percentage van de eventueel toegekende subsidies. Commerciële adviesbureaus spelen handig in op de typische kenmerken van de gemiddelde cumelaondernemer. Die is liever bezig met zijn werk dan met papier. Of het nu om subsidies, verzekeringen of certificering gaat, u bent kennelijk een eenvoudig ‘slachtoffer’ voor deze schijnbaar goede adviezen. Ik raad u daarom van harte aan te vertrouwen op uw instinct. Denkt u: dit is bijna te mooi om waar te zijn? Laat dan CUMELA Nederland eerst even over uw schouder meekijken. Wij scheiden voor u het kaf van het koren. Ook begeleiden we u door te adviseren wat wel of niet relevant is, hoe u het moet aanvragen (eventueel met behulp van een handleiding of stappenplan) en waar u moet zijn.
Nico Willemsen bedrijvenadviseur
Oprijvrachtwagens van 7 tot 22 ton Oprij CF 28-79 88 cm laadvloerhoogte 17,5 ton laadvermogen
huurprijs â‚Ź 2.000 ,=/maand
VELDHUIZEN heeft een OPRIJ CF ontwikkeld voor transport van zware machines in stedelijke gebieden. Om gemakkelijk machines te laden, wordt zowel de voor- als achteras uitgevoerd met luchtveren. Hierdoor zakt de oprijhoogte naar 45 cm. De 2,30 mtr. lange oprij goten zijn gemaakt van hoge sterkte staal en in breedte tegen elkaar te schuiven. Voor een lichte bediening zijn de Domex oprijgoten uitgevoerd met balans drukveren. Specifiek voor hoogwerkers en heftrucks is er een uitvoering met een bodem van roosterprofielen en met opvouwbare Domex oprij kleppen voor maximale tractie.
Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 |
www.veldhuizen.eu | info@veldhuizen.eu
Het topmodel uit Mannheim Financiering voor 1 jaar * vanaf
0,00%
Tijdelijk speciale aanbieding 6215R ■ Sterk en wendbaar, met maximaal 259 pk (met IPM) en verbeterde vermogensdichtheid (pk/kg) voor betere prestaties. ■ Met het nieuwe, moderne en geavanceerde generatie 4 Command Center heeft u de touwtjes comfortabel in handen, voor een betere bedrijfszekerheid. Ga vandaag nog naar uw John Deere dealer voor een demonstratie van de nieuwe 6R en vraag naar de aantrekkelijk geprijsde 6215R.
* Deze actie en de financieringsactie zijn geldig t/m 31 juli 2015 voor alle nieuwe tractoren. De financieringsinformatie is vrijblijvend, hieruit ontstaan geen contractuele verplichtingen. Uitsluitend voor zakelijk klanten in Nederland. Fouten, aanvullingen, modificatie en herroeping voorbehouden. Eventuele kosten die zouden kunnen ontstaan, zijn buiten beschouwing gelaten. Alle aanbiedingen zijn onder voorbehoud van acceptatie door John Deere Financial, ’s-Hertogenbosch. John Deere Financial is een handelsnaam van BNP Paribas leasing Solutions N.V.
MIA/ VAMIL!
JohnDeere.nl