30 - WEGEN VOOR KRINGLOOPWIJZER 10 - RUNDVEEMEST VERDRINGT VARKENSMEST 48 - VOLVO PRESENTEERT STAGE IV MODELLEN 70 - IPAD HANDIG HULPMIDDEL
Juni 2014
vakblad voor specialisten in groen, grond en infra
6
6R Evolution. Bent u R klaar voor?
* technische gegevens afhankelijk van model
Ontwerp met volledig frame, met een wielbasis tot 2,8 m*
Actief oliebeheer voor de hoogst mogelijke efficiëntie
Triple Link voorasvering - TLS PLus
Nieuw zelf-centrerend frontgewichtontwerp voor eenvoudige bevestiging en tot 1800 kg gewicht
Geïntegreerde fronthefinrichting en zware frontaftakas
Optionele 6RE voor de hoogst mogelijke nauwkeurigheid door de levering van 30 kW elektrisch vermogen tijdens het rijden
Gedeeld koelsysteem voor een zo efficiënt mogelijke koeling, van een combi koeler en een inlaatkoeler
Nieuwe, slanke familievormgeving
Unieke vermogen/gewicht verhouding dankzij compact design en enorm vermogen
CommandCenter display voor eenvoudige bediening van alle trekkerfuncties en optionele touchscreen functionaliteit
Ergonomische ComfortView cabine met toonaangevend comfort, panoramische voorruit en panoramische deuren voor een uniek zicht
360˚ verlichting en optionele xenon lampen
De John Deere FarmSight strategie zorgt voor volledige integratie van intelligente Agro Management Systemen, zoals JDLink telemetrie of AutoTrac met SF1, SF2 of RTK
JohnDeere.com
DieselOnly systeem met uitlaatgascirculatie en zelfreinigend dieseldeeltjesfilter, met marginaal brandstofverbruik van 1g/kWh voor regeneratie, en onderhoudskosten van 10 cent/u
PowerTech PVX motoren met vermogens van 92 kW tot 177 kW (125 pk tot 240 pk) met Intelligent Power Management
Royale inhoud brandstoftank tot 455 l voor lange werkdagen
DirectDrive transmissie met dubbele koppeling, die uniek comfort en toonaangevende efficiëntie biedt
Keuze uit vier transmissies PowrQuad Plus, AutoQuad Plus, DirectDrive en AutoPowr
Optionele steek as voor snelle en eenvoudige instellingen van de spoorbreedte
Adaptieve hydraulische cabinevering (Hydraulic Cab Suspension Plus) - HCS PLus
Wagenrem geactiveerd door parkeerrem en efficiënte compressor met koppeling
Hoger hefvermogen met sterke prestaties door hele heftraject
Tot 2 m spoorbreedte en optioneel grote bandenmaten - tot 2,05 m*
Volledig afdekkende spatborden
Achteraftakas met 3 snelheden en optionele 1000E
Sterkere hydrauliek met olieafnamecapaciteit tot 55 liter*
Easy Guide topstang
Optioneel panoramisch dak voor uitstekend zicht bij voorladerwerkzaamheden
Opvolger van Europa’s meest succesvolle trekker, met meer dan 550.000 verkochte eenheden
DE NIEUWE FR Top haksElkWalITEIT looNT
KLANTEN wiNNEN woRdT mAKKELijKER dANKzij coNsTANTE oogsTKwALiTEiT EN gRoTE cApAciTEiT • FR450: FPT Cursor 9 (6Cil) (1939 Nm bij 1500 t/m) 449 pk • FR500: FPT Cursor 13 (6Cil) (2272 Nm bij 1500 t/m) 516 pk • FR600: FPT Cursor 13 Turbo Compound (6Cil) (2590 Nm bij 1500 t/m) 600 pk • FR700: Caterpillar C18 (6Cil) (2957 Nm bij 1500 t/m) 685 pk • FR850: FPT Vector 20 (V8) (3584 Nm bij 1500 t/m) 824 pk NEW HOLLAND TOp SErvicE 00800 64 111 111
| www.newholland.com
24/7 ondersteuning en informatie. Uw oproep is gratis vanaf een vaste lijn. Vraag op voorhand aan uw telecomoperator of er kosten worden aangerekend.
Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving De Drie Poorten Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.
REDACTIONEEL Knollenveldbeheer “Ja, maar op zo’n veld kun je niet spelen…” Zelfs bij het WK voetbal, het grote voetbalfeest dat vorige week is begonnen, waren er al voor de aftrap van de openingswedstrijd klachten over de velden. Inmiddels zijn de eerste feestjes alweer gevierd en de eerste nederlagen genoteerd. De verliezers hebben ongetwijfeld als excuus naar het veld gewezen. Veld en scheidsrechter zijn bij voetballers nu eenmaal al snel de zondebok. En dat terwijl een voetbalveld er in vergelijking met wat de koeien voor de kiezen krijgen bij ligt als een tapijtje om ‘u’ tegen te zeggen. Toch leert het verhaal in de rubriek Profileren in deze uitgave dat een ogenschijnlijk goed bespeelbaar veld minder goede kwaliteiten kan hebben. Zaken die je aan de oppervlakte niet altijd ziet: te veel straatgras, storende lagen in de ondergrond, slecht functionerende drainage, onjuiste bemesting et cetera. Iets waar de mensen van de plaatselijke voetbalclub ongetwijfeld kijk op hebben, maar niet het fijne van weten. De manier van werken van de gemeente Almere, die het hele onderhoud van de sportterreinen geheel bij Berdi en S.C.O. heeft neergelegd, is voorbeeldig. Heel bewust is hier gekozen voor het benutten van de specialismen van de uitvoerende partijen, waarbij de gemeente wordt ontzorgd. Kijk eens met die bril op rond in Nederland. Hoeveel procent van de weilanden scoort een voldoende als je ze echt gaat analyseren op zaken als grasbezetting, onkruidbezetting, aandeel gewenste en ongewenste grassen, bemestingstoestand en bodemstructuur? Moet de boer dat allemaal weten? Dat kan, maar kijkt die daar niet met dezelfde ogen naar als de ‘voetballer’ van de plaatselijke voetbalclub? De inmiddels uitgevoerde pilots met de Kringloopwijzer - zie ook deze uitgave - leren ons dat boeren niet echt weten hoeveel kilogram droge stof ze per hectare oogsten, wat de gehalten zijn en welke maatregelen er nodig zijn om het grasland weer op niveau te krijgen. Sterker nog, in de afgelopen dertig jaar was de vooruitgang in opbrengst nul. Hier liggen kansen voor onze sector. Niet alleen door zoals nu uitsluitend het uitvoerende werk te doen, maar door het overnemen van het gehele beheer. Met registratie als basis, maar ook met advies en teeltbegeleiding om de productie naar een hoger niveau te brengen. Het ingekuilde voer is er nu duur genoeg voor. Het is te vergelijken met het sportveldenbeheer zoals Berdi dat nu voor de gemeente Almere doet: heldere doelen stellen, alle percelen inventariseren en een plan opstellen om de targets te halen, met meten, registreren en regelen. Een mooie en kansrijke uitdaging voor de komende jaren. En reken maar: met minder kritikasters dan bij sportterreinen. Bang voor boegeroep hoeft u niet te zijn. De koeien, uiteindelijk uw grootste supporters, staan bij dergelijke bedrijven toch op stal.
Kosten abonnement Nederland € 85,- per jaar / Buitenland € 111,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.
4
GRONDIG - Juni 2014
Maand 2014 Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke
INHOUD
6 Bedrijf in Actie: De Struunhoeve 9 Commentaar 10 Mestquotum stroomt vol 14 Ondernemerslessen: Johan Mostert 18 Vent & Visie: Frans Aarts 20 Sterk Werk: Peter Ziel Agrarische Dienstverlening 40 Paul van Ham, initiator Multi Tool Trac
24 28 30 34 36 44 48 52 54 55
Profileren: sportveldonderhoud Almere Uitleg Kringloopwijzer Praktijkervaring Kringloopwijzer Studiedag afstellen bemester Grondig.com TKD succesvol in Almere Volvo Stage IV Veenhuis Seppi-M-chopper Economie In kort bestek
56 57 60 61 62 64 66 68 70 73 73 74
Cumelaria Gekruid Cumela.nl Column voorzitter Het gaat om balans Sociale zaken: geweldig om je kinderen te zien opgroeien Eisen mestverwerking Toolbox: gewasbeschermingsmiddelen Slim inzetten tablet Consequenties mestfraude zijn groot Recht(t)erzijde Uitsmijter: snelwisselsysteem
Ondernemen met
mensen
Ondernemen met
vaktechniek
Ondernemen met
cumela
GRONDIG - Juni 2014
5
ondernemen met
mensen
6
BEDRIJF IN ACTIE
GRONDIG - Juni 2014
De Struunhoeve Onder toeziend oog van Peter Meijers van Conver maakt Martin Selhorst van loonbedrijf De Struunhoeve de eerste meters met de nieuwe maaiboot. Het is de duizendste boot die Conver sinds de doorstart in 2007 heeft gebouwd. De nieuwe maaiboot is aangeschaft om efficiënter te kunnen werken in de harde concurrentiestrijd die gaande is in de maaibestekken. Directeur Martin Koole van De Struunhoeve hekelt de tendens om steeds verder te zakken met de prijzen waarvoor het werk wordt aangenomen. “Het gevolg is dat je steeds minder aandacht aan het werk kunt besteden en net voldoende doet om aan de eisen te voldoen om nog wat te kunnen verdienen. Maar het is niet de manier waarop wij willen werken”, zegt hij. Koole voorspelt dat de opdrachtgever uiteindelijk ook slechter af is. “Je kunt nu wel zaken laten zitten, maar uiteindelijk keert dat zich op de lange termijn tegen je, omdat je met veel achterstallig onderhoud komt te zitten.” De nieuwe maaiboot is uitgerust met een Yanmar-Stage IIIbmotor en dat levert De Struunhoeve weer wat extra punten op voor de CO2-prestatieladder. Dat scheelt bij het inschrijven weer wat procenten. De nieuwe generatie van Conver is voorzien van een nieuw type hydraulische elementen, die de boot stiller en zuiniger maken. Voor de Struunhoeve is een speciale frontmaaier gebouwd waarmee de onder water afgemaaide waterplanten direct in een soort maaikorf worden gevangen. Daarna kunnen ze door middel van het hooglos-kipsysteem ver op de oever worden gedeponeerd. De zijmaaier rechts in de boot is uitgevoerd met een hydraulisch uitschuifbare arm voor veel bereik in brede rietkragen. Om riet direct uit het water te kunnen verwijderen, is een licht harkje boven de maaibalk gemonteerd. De speciale voorzieningen zijn gemaakt voor het werk in Waterland-Oost, waar De Struunhoeve al het onderhoud heeft. Koole heeft van de tewaterlating een bijzonder feestje gemaakt door de touwtrekvereniging uit Monnickendam uit te nodigen om de oude boot uit het water te trekken. Afgelopen voorjaar werd dit team op het WK indoor in Ierland derde van de wereld. Over twee jaar is het WK in Volendam en de teams zijn nu al in training om daar wereldkampioen te worden.. Koole heeft een bijzondere reden om de ploeg te sponsoren, want twee leden van het team werken vast op zijn bedrijf en twee anderen huurt hij regelmatig in. Mooi vindt hij ook, dat net als in de cumelasector het samenspel van kracht en techniek van groot belang is om succes te oogsten. TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok
GRONDIG - Juni 2014
7
EXPORTWAARDIGE MESTPRODUCTEN Elsinga maakt het mogelijk Elsinga beleidsplanning en innovatie bv is expert op het gebied van hygienisatie van mest in verschillende processen. Bovendien zijn wij een geaccrediteerd inspectiebureau voor het uitvoeren van benodigde toetsen voor het verkrijgen van een erkenning van de NVWA. Wij ondersteunen uw project graag bij: - Systeemkeuze - Uitvoeren van een bacteriologisch reductieonderzoek - Uitvoeren van verblijftijdsonderzoek - Opstellen van een HACCP document
Mest
Aanvoer
HygiĂŤnisatie Pasteuriseren
Elsinga beschikt over uitgebreide ervaring. Ruim 30 bedrijven in Nederland en BelgiĂŤ gingen u voor en zijn reeds door ons gevalideerd. Het gehele reductieonderzoek (dus niet alleen de microbiologische analyse) wordt onder Europees erkende accreditatie uitgevoerd. Hierdoor heeft u een sterk dossier en zijn zowel de handhavers (NVWA inspecteurs) als u verzekerd van een kwalitatief hoogstaand onderzoek.
Drogen
Composteren
Export
Elsinga beleidsplanning en innovatie BV, Horsterweg 127, 3853 JA Ermelo T 0341-564112 F 0341-564116 info@beleidsplanning.nl www.beleidsplanning.nl Inschrijving handelsregister Kamer van Koophandel nr. 08150537
Vergisten
ondernemen met
mensen
COMMENTAAR Glokalisering Steeds vaker ervaren wij dat er juist op regionaal niveau belangen van en voor het midden- en kleinbedrijf en dus ook de cumelasector te behartigen zijn. Waar ooit globaliseren het credo was, blijkt tegenwoordig ‘glokaliseren’ letterlijk en figuurlijk dichter bij huis te liggen. Het midden- en kleinbedrijf vormt immers de belangrijkste groep ondernemingen voor de Nederlandse, maar vooral ook voor de regionale economie: vanwege de werkgelegenheid en het feit dat deze bedrijven geworteld zijn in de regionale samenleving. Door onder andere de terugtredende overheid - beslissingen worden meer en meer aan lokale overheden overgelaten - is het ook voor het midden- en kleinbedrijf belangrijk om te focussen op de regio. Voor een landelijk actieve brancheorganisaties als de onze - of beter gezegd: de uwe - betekent dat, dat je in de provincie, de regio of de gemeente tijdig aangesloten en betrokken moet zijn. Zodat je niet achteraf brandjes hoeft te blussen omdat beslissingen zonder u en ons werden genomen. Overigens volgen we vanuit Nijkerk proactief de landelijke ontwikkelingen op het gebied van verkeer, ruimtelijke ordening, milieu en aanbestedingen en houden we contact met beleidsmakers, ambtenaren die regelgeving voorbereiden en politici en overheden die besluiten nemen. Die lijn willen we steviger doortrekken naar de regio. We worden daarbij al geholpen door ondernemers die zich willen aansluiten bij netwerken waar ondernemers elkaar ontmoeten. De regio’s van VNO-NCW bijvoorbeeld, maar ook lokale initiatieven op het gebied van schoon water. Ook verstevigen momenteel regionale en sectiebesturen hun wortels in de regio. Een aantal bestuursleden is politiek actief of heeft zitting in regionale ondernemersverenigingen of bezoekt vergaderingen van waterschappen. En nogal wat provinciebestuurders willen een meer actieve rol spelen. Een goede ontwikkeling, die we in de districtsvergaderingen (begin juni) met onze bestuurders hebben besproken en waar we vervolg aan geven. Daarmee zijn we er niet. Regionale belangenbehartiging kan alleen succesvol worden als we samen opereren. Onze provincie- en sectiebestuurders, onze specialisten in Nijkerk én onze leden. U hebt als ondernemer natuurlijk meer aan uw hoofd, maar om als cumelasector in de regio een rol van betekenis te kunnen spelen, mogen leden niet wegduiken achter hun brancheorganisatie of bestuur. U bent namelijk zelf een belangrijke schakel in de adequate belangenbehartiging in de regio. Soms in eigen bedrijfsbelang, een andere keer als sectorbelang. U hoort en leest als eerste wat er speelt in uw regio en welke kansen en bedreigingen dat vormt. Dus als het om plaatselijke, regionale, provinciale of sectorale ontwikkelingen gaat die de cumelasector raken, is het belangrijk dat u een signaal afgeeft naar uw bedrijvenadviseur en/of naar het secretariaat in Nijkerk. Dan komen we graag in actie. Het liefst mét u en uw collega’s, in uw aller belang.
Hannie Zweverink, algemeen directeur CUMELA Nederland
P.S. Eerlijk is eerlijk: de prachtige term ‘glokalisering’ werd in de vergadering van district Oost gebruikt door bestuurslid Laura Antuma (ook statenlid in de provincie Overijssel) toen we spraken over regionale belangenbehartiging.
GRONDIG - April 2014
9
ACHTERGROND Mestquotum stroomt vol
ondernemen met
mensen
Door groeiende melkveebedrijven nadert het productieplafond razendsnel Het wegvallen van het melkquotum in 2015 heeft nu al grote invloed op de mestmarkt. Vorig jaar steeg de productie van rundveedrijfmest al tot 81 miljoen kilogram fosfaat, nog maar vier miljoen kilogram van het zelf ingestelde productieplafond. Om evenwicht op de markt te houden, is het volgens Jaap Uenk nodig dat melkveehouders via vervangende verwerkingsovereenkomsten varkenshouders helpen bij de start van de noodzakelijke mestverwerking. Het was een veel gehoorde opmerking afgelopen voorjaar bij contacten met mesttransporteurs: de rundveedrijfmest verdringt de varkensmest. Het waren de eerste signalen dat de mestputten bij de melkveehouders voller waren dan andere jaren. Feitelijk is dat een kwestie van één plus één is twee, want al het gehele jaar was te lezen dat de melkveehouders ruim boven hun quotum aan het produceren waren. Bijna vijf miljoen kilogram fosfaat meer in één jaar maakt duidelijk dat er ruim drie miljoen ton rundveemest is bijgekomen. De gestegen melkproductie kwam duidelijk niet alleen van hogere producties per koe. Uit de cijfers van het CBS over 2013 blijkt dat er in totaal 70.000 melkkoeien meer waren dan een jaar eerder. Een verdere uitbreiding ontstaat doordat veehouders aan het voorsorteren zijn op de nieuwe situatie in april 2015, als het melkquotum verdwijnt. Afgelopen jaar stonden er in de gehele melkveehouderij ook 56.000 stuks jongvee extra op stal. Het gevolg; extra mest in de put, want ook jongvee produceert behoorlijk wat mest. De cijfers die het CBS onlangs bekend maakte, zijn veelzeggend. Vorig jaar steeg de fosfaatproductie in de melkveehouderij naar 81,1 miljoen kilogram fosfaat
Onverwacht snel Deze groei van de mestproductie komt niet onverwacht, maar wel onverwacht snel. Afgelopen jaar is daardoor op de mestmarkt al een opmerkelijk omslag geweest. Voor het eerst was het aanbod rundveedrijfmest groter dan die van vleesvarkensmest. In 2012 was dat nog gelijk op 7 miljoen ton. Velen hadden erop gerekend dat deze situatie pas in 2015 zou gaan ontstaan, met dit jaar een kleine stijging. Ook de sector zelf had hier rekening mee gehouden, net als de ambtenaren op het ministerie van Economische Zaken. In de nieuwe Mestwet is daarom nadrukkelijk een plafond opgenomen voor de productie van rundveedrijfmest. Het was één van de voorwaarden die staatssecretaris Dijksma stelde in de discussie met het landbouwbedrijfsleven over het al dan niet instellen van dierrechten in de melkveehouderij. Om te voorkomen dat Nederland met een nog groter mestoverschot te maken zou krijgen, werd er nadrukkelijk afgesproken dat de mestproductie van de melkveehouderij niet boven de 85 miljoen kilogram fosfaat mocht komen. Daarvoor werden verschillende afspraken gemaakt, zoals die met de veevoederindustrie, die zou werken aan een verlaging van het fosforgehalte in het voer. Uit cijfers van het CBS over 2013 blijkt dat daar nog niets van terecht is gekomen. Gemiddeld zat er afgelopen jaar 4,6 gram fosfaat in een kilogram krachtvoer, terwijl dit in 2012 nog 4,3 gram per kilogram was. Wie bedenkt dat er ongetwijfeld meer voer naar de sector is gegaan om die gestegen melkproductie te
10
GRONDIG - Juni 2014
halen, realiseert zich dat er via de veevoederbedrijven flink meer fosfaat naar de landbouwbedrijven is gegaan.
Door het plafond De enorme stijging van de mestproductie in de melkveehouderij in één jaar tijd is iets wat Jaap Uenk, voorzitter van de sectie Meststoffendistributie van CUMELA Nederland, wel zorgen baart. “Als de stijging dit jaar net zo hard gaat als afgelopen jaar schieten we dit jaar al door het productieplafond heen. Daarom is het noodzakelijk dat de veevoederindustrie in elk geval snel komt tot een verlaging van het fosforgehalte in het voer. Dat is de enige manier om van buitenaf iets te kunnen doen.”
Het aanbod rundveemest is nu al groter dan van vleesvarkensmest. Wel heeft de staatssecretaris ook nog een kleine slag geslagen door de fosfaatbemesting in de snijmaïs helemaal uit te bannen, constateert hij. “In de rijenbemesting ging toch zes tot dertien kilogram kunstmestfosfaat per hectare. Over 150.000 hectare in de derogatie is dat toch ruim één miljoen kilogram fosfaat die minder naar de melkveehouderij gaat.” Het grote probleem dat Uenk ziet ontstaan, is dat de individuele melkveehouder geen enkele stimulans heeft om op zijn bedrijf te komen tot een verlaging van de fosfaatproductie. “Melkveehouders hebben vaak maar een beperkt overschot aan mest en kunnen dat relatief gemakkelijk kwijt, omdat veel afnemers vanwege de organische stof en het relatief lage fosforgehalte liever rundveedrijfmest hebben dan varkensmest.” Deze situatie wordt nog versterkt door de huidige, relatief hoge melkprijs, die het rekensommetje voor de melkveehouder simpel maakt. De kosten van de afzet van extra mest vallen in het niet bij de extra opbrengst van 1000 kilogram melk. Dat levert hem bruto rond de € 400,- op. Daar staat dan 4150 kilogram mest tegenover. Bij een prijs van € 10,- per ton voor afzet in de omgeving betekent dit ongeveer € 40,- aan afzetkosten. Zelfs bij een prijs van € 15,- per ton is dit voor de meeste melkveehouders geen probleem en blijft de extra melk hen netto geld opleveren.
Collectief aanpakken Het gevolg van deze situatie zal zijn dat de mestproductie in de melkveehouderij hard door zal blijven groeien, voorspelt Uenk. “Het probleem is dat een individuele boer zich niet stoort aan het landelijke plafond. Die
kijkt naar zijn eigen bedrijf en ziet mogelijkheden om te groeien en zich te wapenen voor de toekomst. Daarom zou er ook een ketenregisseur moeten komen die ervoor gaat zorgen dat er voldoende mest uit de markt verdwijnt om niet door het plafond te schieten.” De redding voor de melkveehouderij zal volgens Uenk moeten komen van de varkenshouders. “Daar moet de mestverwerking van de grond komen om ruimte te creëren”, zegt hij. Die ruimte is te realiseren door vooral vleesvarkensmest te gaan verwerken. Door de hoge fosfaatgehalten in deze mest geeft extra verwerking snel ruimte. Elke ton vleesvarkensdrijfmest staat namelijk gelijk aan minstens twee ton runderdrijfmest die kan worden uitgereden. Het grote probleem waar de melkveehouderij en de varkenshouderij nu mee te maken hebben, is het nauwelijks van de grond komen van initiatieven voor grootschalige verwerking van mest. “Ook hier zie je dat het individu afwacht, terwijl je dit alleen voor elkaar krijgt als je het collectief oppakt. De markt wordt ook telkens weer afgeremd doordat bedrijven het hoofd op hol wordt gebracht door bedrijven en personen die in de markt komen met projecten die veel minder zouden kosten. Ze hebben daarvoor geen bewijs en geen methode die werkt, maar zetten wel de boel op slot. Want wie sluit er nu een overeenkomst af voor € 18,- per ton als anderen roepen dat het voor de helft kan.”
Mestregisseur Om uit deze impasse te komen, stelt Uenk voor om een mestregisseur te benoemen. “Deze man of instantie moet zorgen dat er hoe dan ook verwerkingscapaciteit komt. “Vanuit de varkenshouderij is dit noodzakelijk, anders wordt die weg-
gedrukt op de mestmarkt. De sector heeft het al moeilijk en dreigt nu nog verder onder druk te komen. Als de mestmarkt als gevolg van de uitbreidingen in de melkveehouderij door het plafond gaat, zitten de mestvarkenshouders met de vingers tussen de deur.” Het probleem dat Uenk nu ziet ontstaan, is dat ook de melkveehouderij aan het pionieren is geslagen met mestverwerking. “De keten wil absoluut het schone imago dat melk heeft behouden. Maar in plaats van zelf het wiel van de mestverwerking weer uit te vinden, is het beter voor de gehele veehouderijsector als er gezamenlijk wordt gezocht naar een doelmatige en doeltreffende aanpak die de veehouderij in totaliteit het minste kost. Daar heeft ook de cumelasector baat bij, omdat een gezonde veehouderijsector ook voor ons goed is. Daarom moet er iemand komen die de verantwoordelijkheid neemt om alle partijen in de mestketen bij elkaar te brengen.” De oplossing voor het mestprobleem zit volgens Uenk wel op een goede manier opgesloten in het huidige systeem. “Met de vervangende mestverwerkingsovereenkomsten kunnen de melkveehouders de varkenshouders wel helpen. Varkenshouders kunnen op die manier een goede vergoeding krijgen voor mest die ze boven de wettelijke verplichting verwerken. De kunst is nu om dat aan de gang te krijgen. Melkveehouders die uitbreiden of willen uitbreiden, zullen zich moeten realiseren dat daar ook op de mestmarkt ruimte voor moeten komen. Een regisseur zou dat kunnen sturen en bevorderen. Doen we dat niet, dan weten we zeker dat de mestmarkt in de kortste keren volstroomt en we bij de volgende derogatieronde nog meer uit te leggen hebben.”
Door de stijgende melkproductie kunnen steeds meer veehouders niet meer alle mest op eigen land kwijt.
TEKST EN FOTO: Toon van der Stok
GRONDIG - Juni 2014
11
Zwaar en licht tegelijk? Ja, dat is mogelijk met de nieuwe TM1000 High Power banden van Trelleborg. Deze banden beschikken over een extra breed contactoppervlak, waardoor de bodemdruk nog verder wordt verminderd, zodat uw productiviteit en de gewasopbrengsten stijgen. Bovendien rollen de banden zo gemakkelijk, dat het brandstofverbruik en de uitstoot omlaag gaan, om zo een bijdrage te leveren aan een duurzame productie. www.trelleborg.com/wheelsystems/nl
WINSTGEVENDE VREDO GRASLANDVERZORGING Het bemesten van uw grasland is niet alleen een kwestie van de grootste capaciteit en hoogste snelheid! Ook de kwaliteit van het bemesten van uw grasland is bepalend. De Vredo zodenbemester snijdt op een vernuftige wijze en zonder verdichting de zode open. De mest wordt bij alle bodemomstandigheden op de juiste diepte egaal ingebracht, waar het hoort - bij de wortel! Hierdoor worden de mineralen maximaal benut. Resultaat: maximale grasgroei, gelijkmatig groeibeeld en g茅茅n mest op het gras. Na
V贸贸r
dag 1
Na
dag 3
Na
dag 6
Na
dag 10
Na
dag 18
Vredo is een zelfstandig familiebedrijf dat hoogwaardige producten ontwerpt, produceert en verkoopt welke een hoge toegevoegde waarde hebben voor de agrarische en groene sector. +31 (0) 488 411 254
Oudenhof 14 4191 NW Geldermalsen 0345-58 50 50 verkoop@wimvanbreda.nl
verkoop@vredo.nl
www.vredo.com
Specialist in machines voor weg-, berm- en slootonderhoud
www.wimvanbreda.nl
ondernemen met
mensen
ONDERNEMERSLESSEN
“Functioneringsgesprekken hou ik niet!” Johan Mostert, Nijkerkerveen Al op achttienjarige leeftijd had Johan Mostert zijn eigen bedrijfje. Als alternatief voor school, want daar had hij geen zin meer in. Nu is hij mededirecteur van een onderneming met 45 man personeel en zit hij weer regelmatig in de schoolbanken. “Dat doe ik nu met plezier omdat ik weet waarvoor ik bezig ben”, zegt hij. Zijn bedrijf is bekend om de mestdistributie, maar doet veel meer, tot aan het op een natuurlijke wijze behandelen van voedingsmiddelen.
LES 1
LES 2
Als je de markt kent, weet je wat de behoefte is
Als je de klant goed behandelt, komt hij altijd terug
“Sinds vorig jaar hebben we onze eigen behandelingsinstallatie voor voedingsmiddelen.. Meestal zijn dat biologische producten die uit verre landen komen, waar dan nog torren, kevers of andere insecten in zitten. Die mogen alleen op een natuurlijke manier worden bestreden en dat doen we door middel van CO2. Daarvoor hebben we twee grote tanks waarin we pallets met voedingsmiddelen plaatsen, waarna deze worden volgepompt met CO2. Na een bepaalde periode, die afhankelijk is van het type product, kun je die er weer uithalen en zijn de nog aanwezige insecten en ongedierte afgedood. We hebben zelfs al eens twee ratten onder in de tank gevonden, terwijl die bij het inladen niet werden opgemerkt.” “We zijn daaraan begonnen omdat we zagen dat er mogelijkheden waren. Als transporteur reden we voor verschillende klanten naar Duitsland omdat daar de enige installatie uit de omgeving was. Dat betekende een enorme logistieke kostenpost, waarbij we merkten dat het steeds moeilijker werd, omdat de installatie vol zat. Toen we dat in de gaten kregen, zijn we gaan nadenken over de mogelijkheid om het zelf te doen. Omdat we al veel van deze voedingsmiddelen reden, hadden we ook de juiste contacten. Dat maakte het mogelijk om zo’n investering te doen. Je kent de markt en weet waar behoefte aan is. Dat merkten we ook, want nog voor we officieel draaiden, hadden we de eerste vraag liggen van een importeur die met een acuut probleem zat. Met heel veel kunst en vliegwerk hebben we dat gered. Maar daarmee was onze naam ook gevestigd. Inmiddels krijgen we overal klanten vandaan, terwijl we nog niet eens aan het maken van folders of een website zijn toegekomen.”
14
GRONDIG - Juni 2014
“Voor ons zijn activiteiten zoals het ontsmetten belangrijk, omdat het een bredere basis onder het bedrijf geeft. We doen al jaren transportwerk voor derden met tautliners (stukgoed; red.), maar dat was alleen gewoon transportwerk. Nu we ook producten behandelen, hebben we daar een mooie activiteit aan toegevoegd. Iedereen mag hier met zijn spullen naar toe komen, maar je merkt algauw dat klanten dan ook het vervoer aan ons uitbesteden. Op die manier kom je dus gemakkelijk ergens binnen.” “De klant vindt het belangrijk om veel in één hand te leggen. Daarmee kun je jezelf ook onderscheiden. Voor transport kunnen ze overal terecht. Wij regelen bij de voedingsmiddelen alles voor de klant. Van het lossen van zeecontainers tot het ompakken op pallets, het nemen van monsters, het opmaken van de vrachtbrieven en de op- of overslag van de goederen. Op die manier komen ze graag bij je terug en heb je ook geen discussie over de prijs. De klanten weten onze tarieven. Als klanten dan maar netjes worden behandeld, komen ze wel bij je terug. Voor ons is het ook een mooie vorm van risicospreiding, want onze auto’s en chauffeurs kunnen we op verschillende terreinen inzetten.”
LES 3 Als je je werk goed doet, komt groei vanzelf “Mest is nog steeds het belangrijkste binnen ons bedrijf. Dagelijks hebben we daarvoor zo’n twintig eigen auto’s op de weg en daarin zijn we nog steeds groeiende. Niet omdat we dat als doel hebben, maar je merkt gewoon dat als je je werk goed doet, de groei vanzelf komt. Als we meer
werk krijgen, schakelen we eerst collega’s in door werk uit te besteden. Voor ons is het belangrijk dat we onze eigen mensen altijd of zoveel mogelijk aan het werk hebben. Om niet helemaal van het mestseizoen afhankelijk te zijn, vervoeren we ook andere producten, zoals compost, slib, biomassa en veevoedergrondstoffen. Door die combinatie kunnen we onze chauffeurs en auto’s zo efficiënt mogelijk inzetten en zo op de laagst mogelijke kostprijs komen. Dat is ook één van de belangrijkste zaken waar we in het bedrijf op sturen.”
LES 4 We willen maandelijks weten wat onze positie is “Onze administratie is zo ingericht dat we elke maand een overzicht kunnen maken. Dat gaat heel ver, want daarin rekenen we alles mee. Feitelijk maken we elke maand een soort jaaroverzicht met daarin de financiële positie van ons bedrijf: de positie van debiteuren en crediteuren en winst en verlies van elk onderdeel. Daarvoor worden van al onze bedrijfsonderdelen de afzonderlijke resultaten bekeken. Dat betekent dat we van elk bedrijfsonderdeel, zoals drijfmest, vaste meststoffen, stukgoed, CO2-behandeling en veevoedergrondstoffentransport, berekenen wat de resultaten zijn. Bij de drijfmest nemen we dan bijvoorbeeld ook de nog te maken kosten mee. Dus als we mest in de silo rijden en daar een opbrengst voor boeken, nemen we ook al de verplichtingen op, zoals de kosten voor het uitrijden en het bedrag dat we aan de akkerbouwer moeten betalen. Op die manier reken je jezelf ook nooit rijk.” “Ik moet er niet meer aan denken dat ik net als veel bedrijven
pas een half jaar na het afsluiten van mijn boekjaar cijfers zou hebben. Dan ben je veel te laat om nog te kunnen bijsturen. Nu zien we elke maand hoe we ervoor staan en kunnen we eventueel maatregelen nemen als dat nodig is.”
LES 5 Belangrijk is dat je uitlegt en voorrekent waarom je een bepaalde prijs nodig hebt “Natuurlijk heb ik ook wel eens discussie met klanten dat ze het te duur vinden. Dan laat ik ze zien dat ze daar veel aan kunnen doen voor een scherpere prijs. Bijvoorbeeld zorgen dat de laad- en lostijd korter is, de kwaliteit van het product te verbeteren en te zorgen dat we altijd een volle vracht kunnen laden. En ik reken ze gewoon voor wat het kost. Laatst had ik ook zo’n discussie bij een klant in de Achterhoek. Deze mest moest van de omgeving van Winterswijk naar de omgeving van Winschoten. Dat is ongeveer drie tot drieënhalf uur rijden heen en drie tot drieënhalf uur terug. Daar komt bij één uur laden en lossen. Dan ben je dus tussen de zeven en acht uur verder en heb je één vracht mest vervoerd. Vervolgens vraag ik hem wat een auto met oplegger en chauffeur per uur mag kosten. € 65,- à € 70,-per uur is dan niets. Dan zit je dus al gauw rond de € 485,- per vracht oftewel € 13,50 per ton. Daar komt dan nog de vergoeding voor opslag, administratie en uitrijkosten bij. Terwijl de klant dacht dat transport naar het noorden van het land rond de € 6,- à € 6,50 per ton moest kosten.” “Ik maak afspraken voor bedragen waar ik het voor ophaal en die kom ik altijd na. Als we een afspraak maken, zeur ik daar nooit meer over, ook al moet ik het daarna met verlies afzet-
GRONDIG - Juni 2014
15
Johan Mostert Sinds 2010 is Johan Mostert directeur en samen met zijn broer André mede-eigenaar van handels- en transportbedrijf Mostert & Van de Weg in Nijkerkerveen. Naast het transport van mest doet het bedrijf ook het vervoer van vaste mest, veevoedergrondstoffen en inmiddels ook andere voedingsmiddelen. Dit gebeurt met dertig eigen auto’s met mestopleggers, walking floors, containerwagens, huifopleggers en kipopleggers. In 2013 werd hij ook mede-eigenaar van het loonbedrijf BMWW Agriservice. Sinds vorig jaar heeft het bedrijf ook een installatie om voedingsmiddelen te kunnen behandelen met behulp van CO2. Hiervoor is het bedrijf HACCP- en Skal-gecertificeerd.
ten. Door die houding hebben we een vaste relatie met klanten. Natuurlijk gaat er wel eens eentje weg, maar daarvoor zit ik wekelijks ook een paar dagen op de weg om nieuwe klanten te winnen.” “Het probleem waar we nu voor staan, is dat bedrijven geen meerjarige afspraken willen maken. Veehouders leggen zich niet voor tien tot twaalf jaar vast voor verwerking. Ze denken altijd dat het later goedkoper wordt. Daarom zullen wij geen grote investeringen in mestverwerking doen, maar op kleinere schaal, zodat we voor onze klanten wel een oplossing hebben, maar zonder langdurige contracten. Dan beperk je de risico’s.”
LES 6 Bij mest is geen overschot, we moeten het alleen steeds verder vervoeren “We merken wel dat de druk op de mestmarkt toeneemt, want hoewel we een mooi voorjaar hadden, krijg ik nu al telefoontjes om mest op te halen. Er zit nu volgens mij veel meer dan in andere jaren. Het betekent dat we nu al veel meer op afstand moeten gaan rijden. Wij merken nu al dat de druk op de markt toeneemt door de rundveedrijfmest. Dat is mest die je gemakkelijk op korte afstand afzet, omdat veel akkerbouwers die mest graag ontvangen door de betere gehalten en de extra organische stof. Het gevolg is dat we vooral de varkensmest verder weg moeten brengen en daarvoor extra moet worden betaald. Maar dat is iets wat we de laatste jaren in de mestmarkt al hebben gezien. Bij elke aanscherping van de normen of toename van de hoeveelheid moet je verder gaan om de mest kwijt te raken. Daarom is er ook nog steeds geen overschot, omdat je het steeds verder weg kunt brengen, al betekent dat wel dat de prijs hoger wordt. Zo is het ook met het buitenland. Als het hier te duur wordt, is het interessant om het te verwerken en kunnen we het daar afzetten. Want behoefte aan mest is er altijd.”
16
GRONDIG - Juni 2014
LES 7 Ik doe geen functioneringsgesprekken. Als er wat is kunnen ze altijd bij me terecht “Het belangrijkste bij klanten is dat je afspraken nakomt. Dat is ook de les die medewerkers meekrijgen. Zorg dat je doet wat afgesproken is. Daar helpen we ze op kantoor ook bij, want wij hebben alle auto’s uitgerust met een boordcomputer die direct in verbinding staat met onze planners. Op kantoor geeft dat een hoop rust. Vóór die investering hoorde ik de planners alleen maar bellen om te overleggen over tijden, files en andere tegenvallers. Nu zien ze alles op een scherm en kunnen ze niet alleen meekijken, maar ook heel gemakkelijk boodschappen oversturen, zonder dat je een chauffeur steeds hoeft te storen. Vanaf kantoor kunnen we veehouders nu ook direct informeren over verwachte laad- en lostijden.” “Een groot voordeel voor het bedrijf is dat alles vastligt. We hebben nooit meer discussies over tijden met klanten of personeel. Dat geeft rust voor de medewerkers, omdat ze precies weten waar ze aan toe zijn. De planning kan heel veel met de chauffeurs afhandelen. Dat past in het bedrijf, want we geven mensen graag eigen verantwoordelijkheid. Dat waar je verantwoordelijk voor bent, moet je goed doen. Dat is ook de sfeer die in het bedrijf heerst. Mensen weten wat er wordt verwacht en spreken elkaar daar ook op aan. Op die manier houd je de boel scherp en corrigeren ze elkaar. Ik heb daar ook weinig mee te maken, alleen als er apartigheid is doe ik het zelf. Functioneringsgesprekken houden we hier ook niet. Ik wil niet alles opsparen tot één moment in het jaar. Als er wat is, dan kunnen ze altijd bij me terecht en anders spreek ik ze wel aan. Het is net als met de cijfers, ik wil elk moment de vinger aan de pols hebben. Als bedrijf moet je het namelijk met z’n allen doen. Je bent zo sterk als de zwakste schakel. Daarom kan iedereen altijd terecht met ideeën en beslissen we gezamenlijk. Alleen zo komen we verder vooruit.” TEKST EN FOTO’S: Toon van der Stok
VERVAET De maatstaf in mestinjectie
Sinds 1990
Waarin wij ons onderscheiden:
Frans Vervaet B.V. | Biervliet | Nederland | www.vervaet.nl | Tel.: +31 (0) 115 181710 | info@vervaet.nl
Onderhoud aan olieafscheiders volgens het Activiteitenbesluit Halfjaarlijkse laagdiktemeting olie-water-slib Ledigen en reinigen van olieafscheiders en zandvangers Vijfjaarlijks onderhoud volgens NEN-EN 858-2 Verzorgen van alle vereiste rapportages en begeleidingsbrieven Verzorgen capaciteitsberekening van de olieafscheider Reparatie, onderhoud en vervanging van olieafscheiders Eigen verwerkingsinstallatie voor alle ingenomen afvalstoffen Teeuwissen is KIWA gecertificeerd voor onderhoud aan olieafscheiders Bestevaer 50, 1271 ZA Huizen Tel. 035 - 525 23 19 Fax 035 - 524 09 82 Mercuriusweg 39, 3771 NC Barneveld Tel. 0342 - 425 678 Fax 0342 - 425 677
www.teeuwissen.com
ondernemen met
mensen
VENT EN VISIE
Nog maar drie jaar bestaat de Kringloopwijzer. Op termijn moet het systeem ruimte geven om bij efficiënte boeren meer mest op eigen land te kunnen uitrijden. Frans Aarts, één van de grondleggers van de Kringloopwijzer, adviseert loonwerkers het voortouw te nemen om de prestaties op het veld te verbeteren. “Zij moeten de grond- en gewasspecialist van de veehouder worden.”
“ De loonwerker moet zich ontwikkelen als teeltadviseur” Frans Aarts, onderzoeker melkveehouderijsystemen Wageningen University & Research De veehouderij staat de komende jaren voor een enorme uitdaging en de loonwerker kan daarin een grote rol spelen. Dat is de overtuiging van Frans Aarts, onderzoeker op Wageningen University & Research en al jaren verbonden aan het project Koeien & Kansen. Een spin-off daarvan is de Kringloopwijzer. Nog maar drie jaar geleden is dit systeem geïntroduceerd om op melkveehouderijbedrijven te komen tot een beter inzicht in de mineralenstroom (zie ook het artikel op pagina 28 en 29). Mensen die al wat langer in de sector rondlopen, zal de overeenkomst met het vroegere Minas niet ontgaan. “Dat klopt, maar Minas was in opzet ook een prachtig systeem. Toen onder druk van de belangengroepen de politiek zich er ook mee ging bemoeien en niet op basis van wetenschappelijke feiten, maar op wensen van de sector berekeningen ging aanpassen, ging het fout. Fosfaatkunstmest werd uit de berekeningen weggelaten en de diercorrectie als aftrekpost verhoogd. De ambtenaren in Brussel zijn namelijk niet gek. Die weten heel goed hoe het werkt en of iets wetenschappelijk verantwoord is.” Aarts waarschuwt daarom op voorhand al belangengroepen en andere partijen die denken dat met slimmigheidjes wat te winnen is om dat niet met dit systeem te doen. “Waar we nu mee werken, is volledig wetenschappelijk verantwoord. Op de Koeien & Kansen-bedrijven hebben we de mineralenstromen heel nauwkeurig in beeld gebracht. Daar hebben we elke maand een meetweek, waar we alles registreren: opbrengst van het grasland, hoeveelheid voer voor het voerhek en productie. Op basis daarvan kunnen we voor een bedrijf heel precies vaststellen hoe efficiënt er wordt gewerkt.” Over het nieuwe systeem heeft Aarts regelmatig contact met de ambtenaren in Brussel. “Daar worden dit soort initiatieven echt toegejuicht, want daar zitten zeer deskundige en goed geïnformeerde ambtenaren. Die zijn juist enthousiast over systemen waarbij je per bedrijf kijkt naar de mineralenstroom. Daar is ook zeker bereidheid om de bemestingsnormen aan te passen aan de prestaties van een bedrijf. Dan moet je daar als bedrijfsleven echter wel serieus mee omgaan en het systeem niet aanpassen aan de gewenste uitkomsten, maar vertrouwen op wetenschappelijke proefresultaten.” Het perspectief dat hij daarmee schetst, is aanlokkelijk voor veel veebedrijven. Het beloont de ondernemers die erin slagen om uit het voer dat
18
GRONDIG - Juni 2014
ze zelf laten groeien en uit wat ze aankopen veel melk te produceren. Wie dat goed voor elkaar heeft, zal in eerste instantie meer kunstmest mogen gebruiken, voorspelt Aarts, “Maar op termijn zal dat ook gelden voor mest. Zeker als we het systeem goed borgen.” Juist om zaken goed te borgen, komt ook het wegen van de opbrengst in beeld, stelt Aarts. “Als we per perceel bepalen hoeveel gras of maïs eraf komt, weet je eindelijk hoe goed je het doet. Al is goed misschien niet het juiste woord nu we in Nederland op veel graspercelen nog steeds niet meer dan tien ton droge stof per hectare produceren. Schrikbarend als je bedenkt dat we in de akkerbouw al tien ton suiker per hectare weten te produceren.”
“Ambtenaren in Brussel weten heel goed hoe wij met regels omgaan.” Het illustreert volgens Aarts de geringe aandacht die er de afgelopen jaren is geweest voor de productie van voedergewassen. “Terwijl we in de akkerbouw sinds de jaren zeventig een verdubbeling van de opbrengst zien, is die vooral op grasland gelijk gebleven. Toen spraken ze van tien ton per hectare en dat doen we nog steeds.” In die nieuwe aandacht voor grasland moeten cumelabedrijven een grote rol spelen, vindt Aarts. “De veehouders hebben de loonwerkers hard nodig om die extra productie te halen. Als sector kun je daarmee werken om uit de prijzenslag te komen. Volgens de mensen van Koeien & Kansen en andere deskundigen moet het mogelijk zijn om de graslandproductie tot 2020 met minimaal vijftien procent te verhogen. Dat zou ook voor de maïs moeten kunnen, want ook daar zitten we nog lang niet op het maximaal haalbare.” Vijftien procent betekent gemiddeld twee procent per jaar. Een uitdaging die volgens Aarts haalbaar moet zijn. Zelfs met de nog wat scherpere bemestingsnormen moet dat kunnen, stelt hij. “We hebben natuurlijk de afgelopen jaren al wel een slag gemaakt, want we zijn van 450 kilogram stikstof uit kunstmest per hectare al gezakt naar 170 kilogram. Zonder productieverlies, dus dat laat zien dat we vooral de dierlijke mest veel efficiënter zijn gaan inzetten. Maar om de productie nu
verder te verhogen, is kennis en kunde nodig. Loonwerkers hebben die of moeten die ontwikkelen. De machines hebben ze al en veel van het werk wordt ook door hen gedaan. De uitdaging in de komende jaren is om daar ook een stuk teelt bij te nemen.” Wat op korte termijn volgens Aarts belangrijk is, is om in beeld te brengen hoe de productie per perceel is. “Uit metingen blijkt dat sommige percelen nu acht ton gras per jaar opleveren, terwijl een naburig perceel tot het dubbele komt. Natuurlijk zie je dat wel op de hakselaar, maar op de kuil wordt veel verdoezeld. Door te gaan meten en dat per perceel te registreren, kun je met de boer in gesprek over mogelijkheden om dat te verbeteren. Maak afspraken dat je gaat proberen om dat te verhogen en probeer je daar ook financieel van te profiteren?”
“Op grasland is de productie nog net zo hoog als in 1970. In de akkerbouw is die verdubbeld.” Aarts adviseert loonwerkers om zich de komende jaren nog nadrukkelijker met de bemesting bezig te gaan houden. “Bedrijven zijn al verplicht om een bemestingsplan te maken, maar dat is nu vaak een standaardformulier, terwijl daar veel meer mee te doen is. In plaats van op alle percelen even veel mest per hectare zou je veel meer naar de bodemanalyses moeten kijken en daar je bemestingsplan op aanpassen. Bijvoorbeeld door op een perceel met een lage fosfaattoestand extra drijfmest te brengen en wat minder kunstmest. Op een perceel met een hoge fosfaattoestand kun je dan wat minder drijfmest doen en wat meer kunstmest. Binnen Koeien & Kansen werken we al aan een geautomatiseerd systeem om per perceel de gegevens van het grondonderzoek in te lezen. Op de digitale kaart zie je dan precies wat er moet gebeuren, bijvoorbeeld een bekalking, extra kali of zuinig met fosfaat. Als je dat als loonwerker op je neemt, heb je gelijk een basis om in de winter in gesprek te gaan. Je maakt een plan en gaat samen met de veehouder werken aan hoge en efficiënte producties. Aarts hoopt echt dat loonwerkers zich daarin verdiepen. “Als je het goed doet, kun je veel eer van je werk krijgen, maar dan moet je net wat meer willen dan alleen het gras goed in de kuil krijgen. Dan moet je je als loonwerker wel willen ontwikkelen als teeltadviseur. Dat zou passen bij de fanatiekelingen die de landbouw nu al plagen; mensen die nauwelijks naar tijd kijken en altijd doorwerken om het beter voor elkaar te krijgen. Dat zie je bij onderzoekers, bij adviseurs, maar ook bij loonwerkers. Buitenstaanders staan daar met open mond naar te kijken. Maar dan moet je als loonwerker niet alleen naar de machines kijken. Dan moet je de veehouder ook helpen om zijn prestaties op het veld te verbeteren. Daar zit de rol en de winst van de loonwerker in de Kringloopwijzer.” TEKST & FOTO: Toon van der Stok
GRONDIG - Juni 2014
19
ondernemen met
mensen
STERK WERK
Efficiëntieslag voor loonwerker en boer Peter Ziel Agrarische Dienstverlening, De Groeve Peter Ziel Agrarische Dienstverlening is de eerste gebruiker van de Schuitemaker met Agrometius-GPS-sectieafsluiters op de nieuwe Exacta-bemester. Ziel werkt met een 22,5-kuubs Robusta-tank met tandem-schuifas. Zijn ervaringen zijn helder: capaciteitswinst en tien procent meer mest beschikbaar voor de boer plus alle andere sterke troeven van de combinatie. Precies drie minuten tijd hebben we om in de stal bij de boer te kijken, want dan is de 22,5-kuubs tank al weer vol dankzij een turbovuller in combinatie met een negenkuubs verdringerpomp. Enkele seconden later zijn we alweer op weg naar het circa 500 meter verderop gelegen perceel. Uitklappen en luttele seconden later rijden we met 23 km/u over het 600 meter lange perceel grasland. De bemester wordt over de volle breedte benut, omdat hier geen geren zijn en het
20
GRONDIG - Juni 2014
perceel nog dichtgereden moet worden. Peter Ziel rijdt zelf. “Ik had altijd een vacuümpomp vanwege weinig onderhoud en de snelle laadtijd. Toch zijn we overgestapt op een verdringerpomp, omdat er werd gezegd dat dit rustiger gaat en mooier doseert. Dat blijkt zo te zijn”, concludeert Peter. Hij voegt eraan toe dat hij vooral in kosten denkt. “Dat valt me ook mee. Bij de vacuümpomp geef ik op jaarbasis circa € 1000,- uit aan olie. Bij deze reken ik op € 1500,- voor een setje
Peter Ziel Agrarische Dienstverlening Peter Ziel runt het agrarische loonbedrijf in zijn eentje. De werkzaamheden omvatten maaien, bemesten en oogsten bij veehouders en bemesten bij akkerbouwers. Peter zit zelf op de trekker en zit circa 3000 uur per jaar op de trekker alias kantoor en verwerkt in zijn eentje op jaarbasis circa 70.000 kuub mest. Voor het mesttransport werkt hij samen met andere bedrijven. In pieken huurt hij zzp’ers in. Ziel heeft zelf ook nog grasen maïsland en handelt in fourage. Een eigen website heeft hij niet. Hij moet het hebben van mond-tot-mondreclame.
blokken per jaar.” De machine is voorzien van een Vredo-voorsnijkast en heeft na de pomp overal achtduims leidingen. In één omgang is de tank leeg, op de klok in ongeveer drie minuten. “Hier kan ik de capaciteit benutten, omdat ik de mest vlakbij uit de put haal. Bij aanvoer met vrachtwagens kom ik met deze combinatie mooi uit op drie vrachtwagens”, aldus Ziel. Hij geeft aan dat hij voor de akkerbouw het zo probeert te plannen dat hij ’s morgen vroeg eerst uit een mestbassin ter plekke kan rijden en als de vrachtwagens er zijn dan deels de vrachtwagens benut en deels het mestbassin verder leeg rijdt. “Dan haal je maximale capaciteit. Hier kan dat, omdat er in de regio veel opslagcapaciteit is.”
Precies rond In dit geval komt het met de gift van 22 kuub per hectare precies uit. Hier komen we op het eerste voordeel van GPSsectieafsluiting. “Als de boer op dit perceel 25 kuub per hectare wil uitrijden, sluit ik de buitenste twee secties af, zodat ik precies uitkom. Dat geeft een behoorlijke efficiëntiewinst”, vertelt Peter. Hij legt uit dat dit voor hem ook in de akkerbouw met de bouwlandbemester speelt. “Daarom hebben we samen met mechanisatiebedrijf Timmer & Timmerman Mechanisatie in Gieten dezelfde afsluiters op de tanden van de Evers-bouwlandinjecteur gezet. Ik kan nu per tand in- en uitschakelen om goed uit te komen en heb een betere start en stop.” De tweede winst zit hem in het precies afwerken van de per-
celen. “Zonder GPS-afsluiters rij je bij gerende percelen en op de kopeinden altijd iets te ver door om er zeker van te zijn dat alles is bemest. Veeboeren zijn daar nog niet zo kritisch op, maar akkerbouwers wel. Ik reken ze het effect voor. Wij hebben dit voorjaar vastgesteld dat je per perceel gemiddeld tien procent mestgift bespaart met GPS-sectieafsluiting. Die tien procent kan de boer mooi benutten voor de laatste snede of de groenbemester. Tel uit je winst.”
Capaciteitsmonster In no time rijdt Peter het perceel dicht. Toch even op de computer gekeken. Die ochtend heeft Peter in vijfenhalf uur 600 kuub mest uitgereden. De Fendt 924 heeft onder goede omstandigheden op harde zandgrond (1,8 bar in de bemesterbanden) 152 liter dieselolie verbruikt, wat neerkomt op 0,25 liter per kuub. “Ik heb de zelfrijderverkopers hier ook wel gehad. Dan zeg ik altijd: ‘Rij maar even mee. Als je een hogere capaciteit kunt draaien bij een lager verbruik gaan we in gesprek.’ Daar is het altijd bij gebleven. Sneller gaat niet, want ik zit al boven de 20 km/u. Bij het vullen en transporteren zie ik ook geen kans om tijd te winnen en ik heb wel netto 22,5 kuub bij me”, zegt hij. Een slag bredere bemester wil Ziel niet, omdat deze in drie delen (snel) in- en uitklapt en onder vier meter hoge viaducten door kan. De aangedreven schuifas geeft ook efficiëntiewinst. “Uitschuiven - 80 centimeter - doen we altijd. Op het uitgeschoven deel zie je geen mest glinsteren, bij de ingetrokken as wel. Bij bouwlandbemesting kun je per kant desgewenst een
GRONDIG - Juni 2014
21
Plaatsspecifiek Peter Ziel gebruikt de individuele sectieafsluiters nu puur voor het precies bemesten van de percelen, maar hij is al bezig met de volgende stap. Op het scherm laat hij de hoogteverschillen zien van het perceel waar we nu zijn. Hij kan op basis van hoogte plaatsspecifiek bemesten. Het programma is daarop voorbereid. De boeren moeten daarvoor de gegevens op stick aanleveren. Dat kan op basis van opbrengstmetingen of monsteranalyses. Peter: “Zover zijn we nu nog niet, maar ik verwacht dat dit zeker in de akkerbouw zal komen en op termijn ook bij veehouders, omdat er een ruwvoertekort aan het ontstaan is.”
wiel intrekken als je tanden uitschakelt”, legt Peter uit. Hij geeft aan dat uitgeschoven de insporing op bouwland ongeveer de helft is van het rijden in tandemopstelling. De combinatie heeft een Krude-luchtdrukwisselsysteem. “In bouwland rijden we bij de trekker en bij de bemester op 0,8 bar. Dat doet geen zelfrijder”, aldus Peter. Bij het zodenbemesten houdt hij 1,2 tot 1,4 bar aan om het transport te kunnen doen zonder lucht bij te hoeven pompen. “Akkerbouwers zien ook dat ik maar tien centimeter inspoor en dat heeft mij al extra klandizie opgeleverd, misschien nog wel meer dan het GPSprecisiebemesten.” Peter geeft aan dat hij de hulpaandrijving op natte grond niet wil missen. “Bij bouwland geeft de extra as genoeg tractie om niet vast te komen zitten. De tijdwinst die je op dergelijke percelen boekt, is vele malen groter dan de meerprijs. Ik zet de hulpaandrijving alleen aan als het nodig is. Op natte stukken heb ik vastzittende zelfrijders vlotgetrokken zonder zelf vast te komen zitten.”
Snel inruilen Technische mankementen heeft Peter niet gehad met de combinatie. “De bemester en de tank hebben beide een eigen automatisch smeersysteem. Eenmaal per week vullen is alles. Je hebt er eigenlijk geen werk aan. Verder ruilen we hier machines snel in om problemen voor te zijn. Normaal gesproken is dat na drie jaar”, vertelt Peter. “De ervaring met de Schuitemaker-bemester is dat de schijven die drie jaar onderhoudsvrij doorkomen. Ook voor de tank voorzie ik geen problemen.” Rekenkundig zit het volgens Ziel ook wel goed. “Dankzij het lage brandstofverbruik per kuub - € 0,30 - en de hoge capaciteit, dus lage arbeidskosten per kuub, kan deze combinatie concurrerend werken. Met het inruilen na drie jaar is de kans op storingen en andere tegenvallers nihil. Bovendien gebruik ik de Fendt ook voor andere werkzaamheden.” Met deze woorden is Peter alweer weg. Time flies when you’re busy. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann
Automatische sectieafsluiting benut Ziel voor het afwerken, maar ook om altijd goed uit te komen. Het scheelt gemiddeld tien procent mest, mest die nu te benutten is voor latere snedes. De nieuwe Schuitemaker Exactabemester levert tot 23 km/u goed werk. Ziel schrijft in principe in drie jaar af om vrijwel storingsvrij te kunnen draaien. De bemester heeft een eigen automatisch smeersysteem.
Geen breedtebeperkingen of hoogtebeperkingen bij viaducten, dat is belangrijk. De aangedreven schuifas geeft Ziel extra efficiëntie bij bouwlandbemesting en zorgt voor minder insporing.
GRONDIG - Juni 2014
23
11 & 12 JULI ’14 VRIJDAG 18.00 UUR
ZATERDAG 15.00 UUR
TRUCK EN TRACTOR PULLING STRAND NULDE PUTTEN
G E N E R AT O R E N C O M P R E S S O R E N L I C H T M A S T E N
WWW.BEACHPULL.NL
ondernemen met
vaktechniek
PROFILEREN
Verantwoord efficiĂŤnter Sportveldenonderhoud Almere ondergebracht in een geĂŻntegreerde contractvorm De gemeente Almere heeft als een van de eerste het sportveldenonderhoud aanbesteed onder een UAVGC-contract. Berdi Sport & Groen en C.S.O.Ceelen Sport Onderhoud hebben een deel van de aanbesteding verworven. We keken mee bij S.C buitenboys wat er anders gaat en wat de consequenties zijn.
24
GRONDIG - Juni 2014
Project: sportveldenonderhoud Almere Opdrachtgever: gemeente Almere Looptijd: drie jaar met kans op verlenging Directie: gemeente Almere, Sportbedrijf Almere Uitvoerder: Berdi Sport & Groen, Nagele, en C.S.O. Ceelen Sport Onderhoud, Zeewolde Werkzaamheden: onderhoud zeven sportterreinen en playgrounds gemeente Almere
Rienk Bernard (links) voert samen met William Schokker de regie. Goede monitoring en de resultaten vastleggen en bespreken met de medewerkers vereist bij deze aanbesteding veel aandacht van hen.
Een bespeelbaar uitziend veld is geen garantie dat het goed zit. Dat bleek onder andere enkele jaren geleden uit een beoordeling van 38 sportvelden in twintig gemeenten door IPC Groene Ruimte. De bespeelbaarheid was gemiddeld genomen in orde, maar de kwaliteit van de grasmat was meestal onder de maat: minder dan vijftig procent sportveldgrassen, een veel te hoog aandeel straatgras en verdichte en storende lagen in de ondergrond. Een op het eerste gezicht mooie, goed bespeelbare grasmat is dus geen garantie voor een goede afloop. Dergelijke sportvelden worden op twintig punten beoordeeld en dan hebben we het nog niet over de (toestand) van alles er omheen, zoals randen, hagen, borden, hekken, verhardingen, struiken en bomen.
Almere Normaal gesproken heeft de gemeente zelf de regie. Sportveldbeheerders nemen waar en sturen werkzaamheden aan, al dan niet via vrijwilligers, eigen mensen of bedrijven. Almere heeft dat doorbroken door het sportveldenonderhoud onder UAV GCvoorwaarden aan te besteden. Hierbij is de aannemende partij geheel verantwoordelijk voor het eindresultaat en doet diezelfde partij ook de monitoring. Volgens Rienk Bernhard van Berdi betekent dat een belangrijke stap voorwaarts in de kwaliteit van het sportveldenbeheer. “Wij kunnen onze kennis en vaardigheden nu optimaal inzetten en de zaken naar eigen inzicht plannen. Daar worden alle partijen beter van”, zegt Bernhard. Bang voor mindere kwaliteit is hij niet. Integendeel. “Het is onze eer te na om het niet goed te doen, en als je het ‘te gemakkelijk’ zou willen, word je daar direct mee geconfronteerd”, aldus Bernhard. Berdi neemt het natuurlijke deel voor zijn rekening, partner C.S.O. is verantwoordelijk voor de kunstgrasvelden.
GRONDIG - Juni 2014
25
1. Monitoring van velden en complexen doet Berdi met de iPad. De resultaten en de voorgenomen acties worden direct doorgeseind naar alle betrokkenen. 2. De Fieldtopmaker freest anderhalve centimeter diep, zodat de zoden van de goede grassen blijven zitten, maar straatgras wordt afgevoerd. Dat kost al een dag. 3. Niet alles hoeft Berdi zelf te doen. De afgefreesde toplaag wordt op een parkeerplaats afgezet. De gemeente regelt zelf de afvoer naar een composteerder.
1
2
4. Na de Fieldtopmaker het perceel bezanden. Daarma nog slepen, doorzaaien en de doelgebieden uitvlakken en herstellen. Een klus van vier werkdagen
3 Vooraf in kaart Nadat Berdi en C.S.O. hadden ingeschreven, hebben ze in samenspraak met het sportbedrijf Almere alle complexen intensief geïnspecteerd. “Drie dagen hebben we nodig gehad om alles inzichtelijk in kaart te brengen. Dat hebben we daarna op de gestelde doelen in het bestek gelegd”, vertelt Bernhard. Hij geeft aan dat de gemeente zo meteen een blauwdruk heeft van de toestand van de velden, plus de wetenschap dat de aannemende partij de velden weer op orde gaat brengen. “Daar zit een groot winstpunt voor de gemeente. Zij legt die verantwoordelijkheid geheel bij ons neer. Zelfs het monitoren ligt bij ons. De gemeente kan nu toe met af en toe steekproefsgewijs monitoren. Dat betekent een grote ontzorging.” Bernhard geeft aan dat één van de conclusies tijdens het inventariseren was dat het wetraveld van SC Buitenboys aan een grondige opknapbeurt toe was. “Dat heeft consequenties gehad voor de periode tot aan de zomer. Wij hebben ons hier beperkt tot regulier onderhoud en herstelwerk. Intensieve klussen als beluchten, bezanden, doorzaaien en extra bemestingen hebben we zo mogelijk nagelaten, omdat de grasmat toch zou worden opgeknapt.”
26
GRONDIG - Juni 2014
4 Tijdens ons bezoek staat die opknapbeurt op het programma. De Fieldtopmaker freest de zode anderhalve centimeter diep af. Zo wordt het straatgras afgevoerd en wordt het microprofiel weer egaal. Vervolgens wordt het veld bezand, gesleept en doorgezaaid. Aandachtspunt bij dit veld is ook het penaltygebied, dat door jarenlang aanvullen van de gaten veel te hoog is komen te liggen. “Het hele doelgebied moeten we uitvlakken en opnieuw inzaaien. Daarbij voegen we zeoliet toe om de ondergrond in het doelgebied stabieler te maken, zodat we in het seizoen minder hoeven te herstellen.”
Vaker monitoren Het zelf monitoren is een belangrijk onderdeel van de nieuwe werkwijze. Rienk Bernhard en William Schokker, samen de regie voerend over dit project, fotograferen met de iPad alle calamiteiten en leggen dat via de GPS-coördinaten vast. Daarnaast werken ze de vragenlijsten af. Tijdens ons bezoek worden de andere velden meteen geïnspecteerd op de vaste criteria, zoals vocht, onkruidbezetting en gewasstand. “Vanwege de groeizame omstandigheden gaan we eerder maaien dan
5. Partner C.S.O neemt het kunstgrasonderhoud voor zijn rekening, zoals hier diepte reiniging met de Verti-Top. C.S O heeft 450 kunstgrasvelden in onderhoud. 6. Vochtmeting tijdens een monitoringsronde. Je ziet behoorlijke verschillen binnen een complex. Vaak zijn die terug te voeren op een verschillende toestand van de ondergrond. 7. Naast de velden is er ook het nodige te doen, zoals bijvoorbeeld de grasgroei onder reclameborden. In dit geval niet-chemische onkruidbeheersing op verharding.
5
8. Ogen voor en achter heeft Berdi nu nodig nodig. Bijvoorbeeld zo’n gat in een omheining wordt ook gemeld, inclusief een actieplan.
6
7
gepland. We plannen dit nu direct in”, vertelt Bernhard. Samen met de beoordeling en het bijbehorende projectkwaliteitsplan wordt dit meteen gemeld. “Dit maakt de monitoring transparant voor alle betrokkenen. De opdrachtgever kan direct de verenigingen inlichten over wat er speelt en wat we gaan doen en ook de gemeente is op de hoogte, zodat ze bij eventuele klachten of constateringen via de eigen controlemonitoring meteen online kan checken of er actie nodig is of dat wij al actie hebben ingepland.” Deze snelle aanpak is volgens Schokker een belangrijk winstpunt van deze vorm van aanbesteding. “Als we iets vaststellen, is er meteen actie. Het loopt niet meer via verschillende schijven”, legt hij uit. Dit soort zaken speelt ook bij vandalisme aan beplanting, hekwerk, borden en dergelijke of bij ernstige schade aan velden vanwege (te) natte omstandigheden. “Een beheerder zal een veld eerder afkeuren dan de sporters. Dat is niet aan ons. Overmatige schade aan een veld vanwege te natte speelomstandigheden repareren is echter wel onze taak. Extra monitoringsrondes na dergelijke weekeinden zijn dan een must. Dat hadden we in het verleden niet.”
8 Efficiëntieslag Als je daar dan nog de variabele seizoens- en weersinvloeden bij optelt, laat het zich raden dat het aannemen van sportveldonderhoud onder CG-voorwaarden tamelijk lastig is. Denk bijvoorbeeld aan het dit jaar een maand eerder beginnen met maaien. De totale aaneemsom ligt vast. Berdi zit daar niet over in. “Je hebt in een seizoen altijd afwijkingen , maar over een heel jaar gerekend valt dat normaal gesproken wel mee. Afwijkingen die buiten het bestek vallen zijn uiteraard meerprijs. Wij zien juist voordelen. Wij kunnen veel efficiënter werkzaamheden inplannen, de routing optimaliseren en werkzaamheden optimaliseren om een zo goed mogelijk eindresultaat te bereiken met een zo duurzaam mogelijk veld. We hebben dat nu geheel in eigen hand.” Bang over het eindresultaat hoef je niet te zijn. “Er is bijna geen werk te bedenken dat zo onder het vergrootglas ligt dan sportveldbeheer. Het is onze eer te na dat de verliezers kunnen zeggen dat het aan het veld lag.” TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Berdi, C.S.O.
GRONDIG - Juni 2014
27
ondernemen met
vaktechniek
UITLEG KRINGLOOPWIJZER
Inzicht in verliezen In de veehouderij is de Kringloopwijzer bezig aan een snelle opmars. De kans is groot dat de meeste bedrijven er al volgend jaar mee moeten gaan werken, omdat de melkverwerkers dat eisen. Het vestigt nog meer de aandacht op de prestaties van de veehouders. Voor loonwerkers is het vooral belangrijk dat de opbrengst per hectare bekend wordt
De Kringloopwijzer zoals deze nu wordt uitgewerkt, is enigszins te vergelijken met de Minas-balans van vroeger. Op bedrijfsniveau wordt er gekeken hoeveel mineralen er het bedrijf in gaan en hoeveel er weer worden afgevoerd. Het verschil is dat dit systeem veel vollediger is en bijvoorbeeld ook kijkt naar ammoniakemissie en meststoffen die achterblijven in de bodem. In de Kringloopwijzer wordt per bedrijf berekend hoe op vijf verschillende deelgebieden de benutting van stikstof en fosfaat is. Het bedrijfseigen cijfer kan dan worden vergeleken met de cijfers van bijvoorbeeld een studiegroep of een landelijk of regionaal gemiddelde. Om de prestaties te verbeteren, wordt vaak ook een vergelijking gemaakt met de 25 procent beste bedrijven. In de illustratie is voor stikstof de kringloop en bijbehorende verliezen weergegeven. Een vergelijkbare figuur is te maken voor fosfaat. De hier gegeven getallen zijn de huidige gemiddelden over Nederland.
Benuttingspercentages In de kringloopwijzer worden de volgende vijf verschillende benuttingspercentages berekend. 1. Benutting van het bedrijf. Dit getal geeft de omzetting van aanvoer van voer en meststoffen (inclusief die van klaver en depositie) in de afvoer van melk en vlees. Het niet benutte deel is het overschot op de bedrijfsbalans. Gemiddeld ligt dit cijfer in Nederland rond de 35 procent bij stikstof en inmiddels op 101 bij fosfaat.
28
GRONDIG - Juni 2014
2. Benutting van de veestapel. Dit getal wordt bepaald door de hoeveelheid voer die een koe krijgt, krachtvoer en ruwvoer, te vergelijken met de hoeveelheid die wordt omgezet in melk en vlees. Dat wat niet wordt benut, is de excretie zoals die nu wordt bepaald. Gemiddeld ligt dit getal voor stikstof rond de 28,5 procent. Bij fosfaat is dit [[[…]]]. 3. Benutting van de mest. Dit is de omzetting van de berekende excretie, de fosfaat en stikstof die in de mest verdwijnt, in benutbare meststof voor het gewas (stikstoftotaal in de berekeningen). Het niet benutte deel zijn ammoniakverliezen in de stal en de opslag, de verliezen bij het uitrijden van de mest en wat bij beweiding verloren gaat. Hier is er een hoge gemiddelde benutting van rond de 79 procent voor stikstof en van 100 voor fosfaat. 4. Benutting van de bodem. Dit getal weerspiegelt de omzetting van de aangevoerde stikstof, inclusief die uit klaver en depositie en vanuit gewasresten naar het bruto gewas op het veld. Gemiddeld komt dit op 60 procent voor stikstof en ligt dit rond de 100 voor fosfaat. Dat wat niet wordt benut, is het overschot op de bodem. Op sommige gronden gaat hierdoor het nitraat richting grondwater. 5. Benutting van het gewas. De laatste stap in de kringloop is de omzetting van vers voer in opneembaar voer. Verliezen hier komen van bijvoorbeeld beweidingsverliezen en verlies bij het maaien, oogsten en inkuilen. Gemiddeld ligt de benutting op 90 procent van de stikstof en op 95 voor fosfaat. De verliezen hier zijn klein, maar zijn bijvoorbeeld bij het inkuilen nog wel te verkleinen.
Gemiddelde van Kringloopwijzer over 2009-2011 Stikstofbenutting (%)
38 procent benutting Op basis van deze uitgangspunten is de afgelopen jaren op de Koeien & Kansen-bedrijven gekeken naar de benutting van stikstof en fosfaat. Gemiddeld blijkt in Nederland dan 38 procent van de beschikbare stikstof benut te worden. Dit betekent dat van het aangevoerde voer, meststoffen en de stikstofleverantie door klaver en depositie 38 procent is omgezet in melk en vlees. Het betekent dat er per bedrijf een stikstofoverschot is van 201 kilogram per hectare. 62 kilogram verdwijnt als ammoniak, de overige 139 kilogram verdwijnt in de bodem. Dit bodemoverschot kan als nitraat verloren gaan naar het grondwater, verdwijnen naar de lucht als lachgas of zich ophopen in de bodem. Voor fosfaat is de bedrijfsbenutting in de periode 2009-2011 inmiddels opgelopen naar 112 procent. Dit betekent dat op het bedrijf inmiddels meer fosfaat wordt afgevoerd dan er via kunstmest en voer binnenkomt. Op perceelsniveau is het tekort nog beperkt. Berekend is dat er één kilogram fosfaat per hectare minder wordt aangevoerd dan afgevoerd. De verschillen zijn echter fors, want op de bedrijven met de hoogste benutting is het tekort inmiddels 39 kilogram per hectare. Daar staat tegenover dat op bedrijven die weinig voer van het land halen er nog een overschot is van 22 kilogram per hectare. Fosfaat kent relatief geringe verliezen, omdat het in de kringloop alleen in de bodem kan verdwijnen. Door de huidige strenge bemestingsnormen is de fosfaatbalans op de meeste bedrijven in evenwicht. Al deze getallen bieden de bedrijven de mogelijkheid om de benutting van mineralen te verbeteren. De overschotten van de vier bedrijfscomponenten (vee, mest, bodem en gewas) laten zien waar de zwakke schakels in de kringloop zitten. De bodem is de belangrijkste component waarop bedrijven moeten sturen, want ongeveer zeventig procent van het stikstofbedrijfsoverschot ontstaat bij de teelt van gewassen. De hoogte van het overschot wordt sterk bepaald door de bemesting en de opbrengst van de gewassen. Hier liggen de kansen van loonwerkers door samen met de veehouder te werken aan betere resultaten. Een sterke verbetering wordt bereikt door de opbrengst van de gewassen te verhogen. Andersom kun je dit ook verbeteren door scherper of beter te bemesten, waardoor er minder verloren gaat (zie het artikel over het afstellen van bemesters). Het is daarom belangrijk om samen met de veehouder te werken aan een goed bemestingsmanagement en goed bodembeheer om tot een optimale productie te komen. Want met elke ton gras wordt ook stikstof afgevoerd. Het verschil tussen de beste en slechtste bedrijven, dat uiteenloopt van 54 tot 200 kilogram, laat zien dat er veel te winnen is. Daar biedt de Kringloopwijzer dus ook de loonwerker volop kansen. TEKST & FOTO: Toon van der Stok
Fosfaatbenutting (%)
Gemiddeld
Minimum
Maximum
Gemiddeld
Minimum
Maximum
Bedrijf
38
33
45
Vee
26
23
29
112
67
303
33
26
40
Mest
81
72
86
100
100
100
Bodem
66
Gewas
90
58
81
101
81
143
86
99
91
87
101
Overschot in kg N en P per ha Stikstof (kg/ha)
Fosfaat (kg/ha)
Gemiddeld Minimum Maximum Gemiddeld Minimum Maximum Bedrijfsoverschot
201
97
290
- ammoniak
62
41
104
- bodem
139
54
200
-1
-39
22
-1
-39
22
Waarvan:
VEESTAPEL 28,3%
GEWAS 89,4%
35,1%
MEST 79,1%
In het overzicht is te zien hoe efficiënt in de verschillende stappen van een bedrijf de mineralen worden benut.
BODEM 60,4%
Denken in kilogrammen in plaats van kubieke meters Op verschillende plaatsen in het land lopen inmiddels Kringloopwijzer-projecten. Alleen al For Farmers heeft meer dan twintig studiegroepen die hiermee actief zijn. Op een voorlichtingsavond dit voorjaar werden ook de loonwerkbedrijven uit het gebied bijgepraat. Johan Temmink liet daar zien hoe krap de bemesting is geworden en hoe je als loonwerker kunt werken aan een bemesting op maat. Bij fosfaat is dat nodig om alleen al tot een evenwichtsbemesting te komen, bij stikstof gaat het om de benutting. Hij adviseerde de aanwezige loonwerkers om nadrukkelijk te gaan werken aan andere systemen. Dat betekent bij de bemesting kijken hoeveel kilogrammen mineralen je op een perceel nodig hebt om de gewenste opbrengst te kunnen halen. Het denken in kubieke meters per hectare is dan taboe. Om klanten bewust te maken van opbrengsten gaf hij de loonwerkers ook de overweging mee om na te denken over weegsystemen. “Daarmee laat je zien wat je van een hectare haalt.”
Dit artikel is mede gebaseerd op twee bijdragen van Gerjan Hilhorst en Jouke Oenema van Wageningen University aan het project Koeien & Kansen. Meer over de Kringloopwijzer op www.koeienenkansen.nl.
GRONDIG - Juni 2014
29
ondernemen met
vaktechniek
GEBRUIKERSERVARING
Op weg naar totale communicatie Praktijkervaringen Kringloopwijzer: Boschloo Gorssel en Volkerink Heino Weegplaten kunnen, maar zijn niet zo handig. Weeginstallaties op wagens kosten veel geld en je zit altijd met de noodzakelijke meting van gehalten. Dat zagen we bij Boschloo en Volkerink Heino in de praktijk. Herman Krebbers, begeleider en initiatiefnemer van het praktijknetwerk opbrengstmeting van DLV Plant, geeft aan dat we naar een totale registratie en communicatie toe moeten. Treffender voor de praktijk kon het niet zijn tijdens ons bezoek aan Volkerink Heino. De mobiele weegbrug lag nog aan de kant, omdat alleen het laatste perceel hoefde te worden gemeten. Met de eerste onweerswolken aan de lucht en een opraapwagen bij de boer om het gras toch die avond weg te krijgen in plaats van de (geplande) volgende ochtend stond alles op scherp. Gevraagd om (bij licht) te wegen om te kijken hoe dat gaat. Je proefde wat weerzin, omdat er haast was. De weeginstallatie werd uitgelegd en aangesloten en de weging gedaan; een kwestie van vanuit de trekker met de afstandsbediening de weging activeren en er stapvoets (circa 2 km/u) overheen rijden. Per as krijg je een groen licht op het scherm ten teken dat de weging succesvol is gedaan en je ziet continu de totaalsom. Het gaat relatief vlot, maar het kost wel extra tijd, mede ook omdat voor exact wegen je volgens de loonwerker altijd ook de lege wagen moet wegen. Het aantal kilogrammen achtergebleven gras in de opraapwagen verschilt namelijk. De metingen worden automatisch op volgorde opgeslagen.
Volkerink: met mobiele platen Louis Claessens van Loonbedrijf Volkerink Heino, participant in het praktijknetwerk, heeft samen met een viertal klanten ‘Loonwerker maakt boer kringloopwijzer opgezet. Hij is helder over de keuze voor de mobiele weegplaten. “Met circa € 8000,- is dat nu de goedkoopste oplossing. De weegplaten kunnen met een auto goed worden vervoerd en het scheelt mij vele malen hogere investeringen in weegsystemen op opraap- en silagewagens”, aldus Claessens. Hij geeft aan dat hij het dan nog wel praktischer wil hebben. De platen zijn zwaar en moeten precies worden gelegd. Hij wil toe naar een setje dat je ineens van de aanhanger af kunt pakken en goed kunt neerzetten. Of nog liever dat de hakselploeg deze zelf kan meenemen. “Als de platen goed in de routing liggen, is het prima te doen en dan is deze methode sneller dan stilstaan met een opraap- of silagewagen met onboard-weging.” Claessens voorziet wel dat bij (veel) meer deelname er een
30
GRONDIG - Juni 2014
mannetje extra nodig is om de platen telkens te verkassen en het weegsysteem op te stellen. Ook zullen de metingen dan moeten worden gearchiveerd per klant. “Het is nu allemaal opgeslagen en overdraagbaar via de usb-stick, maar de exacte percelen ga je bij grote deelname niet allemaal onthouden.” De weegbrug weegt volgens hem voldoende nauwkeurig. Claessens is benieuwd naar de levensduur van het systeem. “De ondergrond is niet altijd vlak en de platen krijgen het flink voor hun kiezen. Zoals het er nu uitziet, is het systeem degelijk genoeg om ook los te gaan verhuren aan klanten die zelf inkuilen. Je moet dan denken aan € 200,- per keer.” Louis Claessens stelt vast dat de opbrengstmeting van de Claas-hakselaar in maïs heel precies is. “Dan hebben we geen weging nodig. Bovendien kan via Claas Telematics alles automatisch plaatsspecifiek worden vastgesteld”, vertelt hij. “In gras werkt de sensor vanwege onregelmatige gewasinvoer op de hakselaar niet. In maïs haal je één procent nauwkeurigheid, in gras honderd procent afwijking.”
Meten met weegplaten bespaart investeringen in systemen op opraap- en silagewagens, is nauwkeurig en gaat bij een goede routing relatief snel. Het vergt een vlakke ondergrond en ze moeten met verstand worden gelegd. Onboard-weging heeft als voordeel dat je zelf je moment van stilstaan kunt kiezen. Er kan plaatsspecifiek worden geregistreerd. Nadeel is dat alle wagens het systeem moeten hebben.
Boschloo: onboard wegen Bij Loonbedrijf Boschloo, dat voor het tweede seizoen meedoet aan het project, is er even wat meer rust bij de kuil. De aanvoer met silage- en opraapwagens is groter dan de capaciteit op de kuil en dus is er meer tijd om de mobiele weegbrug van DLV Plant te nemen, waar stagiairs druk bezig zijn met het wegen en monsteren. Eén van de combinaties is een Pöttinger-opraapwagen met een hydraulisch onderstel met weeginrichting. Het wegen werkt via drukopnemers in het onderstel en de dissel. Hiervoor wordt een nauwkeurigheid opgegeven van één à twee procent. Een kwestie van even stilstaan op vlakke (redelijk waterpas) ondergrond. De wagen stelt zich automatisch in lengterichting waterpas en het gewicht verschijnt op de monitor in de trekker. De weging komt goed overeen met de waarde op de weegbrug. In dit geval is dat 6150 kilogram. Boschloo: “Onze ervaring is dat het hydraulisch weegsysteem van de Pöttinger goed werkt.” Boschloo heeft ook met een Kaweco-demowagen van Holvo Lettele met Agri Load-weegsysteem op een mechanisch onderstel gereden. “Dat was nog een prototype. In het begin waren er wel afwijkingen, maar later ging het beter”, zegt Boschloo. Hij geeft aan dat het wegen op opraap- en silagewagens niet alleen een kwestie is van waterpas meten. “Je merkt dat asymmetrisch laden bij rondgaand hakselen de waarden beïnvloedt”, zegt hij. Boschloo heeft vooralsnog een enkele Pöttinger-opraapwagen met het weegsysteem. “De meerprijs is fors, omdat je een hydraulisch onderstel moet kopen. Aangezien we geen hydraulisch onderstel nodig hebben, zien we meer in goedkopere weegsystemen op mechanische onderstellen.”
Communicatie als knelpunt Herman Krebbers (DLV Plant), initiatiefnemer en begeleider
van het onderdeel opbrengstweging in het praktijknetwerk in Nederland, bevestigt bovenstaande ervaringen. Krebbers. “Naast het aantal kilogrammen en het drogestofgehalte zullen ook de overige gehalten moeten worden bepaald”, zegt hij. Krebbers geeft aan dat een goede communicatie van systemen dan van wezenlijk belang wordt. “Nu gaat het om enkele participerende deelnemers. Als boeren massaal gaan meedoen, zullen we toe moeten naar communicatiesystemen waarbij de opbrengst- en gehaltemetingen plaatsspecifiek direct worden doorgeseind naar loonwerker en boeren.” Krebbers geeft aan dat met dergelijke systemen vanuit de biomaïsindustrie uit Duitsland al veel techniek en kennis beschikbaar is. “Het moet dan allemaal wel communiceren met elkaar. Daar is nog een weg te gaan”, stelt hij vast. Krebbers geeft aan dat weegsystemen geen beperking vormen. “Binnen een gewenste meetnauwkeurigheid van één tot twee procent voldoen weegsystemen op mechanische en hydraulische onderstellen en mobiele weegplaten volgens onze ervaringen goed.” Het meten van het drogestofgehalte kan volgens hem aan de boer worden overgelaten. “Beter is het dat we naar sensoren toe gaan die alles meten en direct communiceren”, zegt Krebbers. Hij benadrukt het belang van het vaststellen van de gehalten net voor of tijdens het maaien. “Ik heb al proeven gezien waarbij er tijdens het maaien een monster wordt genomen
GRONDIG - Juni 2014
31
ondernemen met
vaktechniek
GEBRUIKERSERVARING
Gehalten bepalen moet Bij Boschloo zijn studenten aanwezig die per vracht een grasmonster verzamelen voor de drogestofgehaltebepaling en er gaat een monster naar Oosterbeek voor de bepaling van de gehalten. Ook Volkerink laat één monster per veld analyseren bij Blgg. De desbetreffende klant van Loonbedrijf Boschloo toont een print met diverse wegingen en de bijbehorende gehalten. “Hier twee percelen met beide rond de 37 procent droge stof. Aangezien op het perceel met de lagere opbrengst het ruw-eiwitgehalte veel hoger is, ligt de opbrengst van ruw eiwit per hectare bijna gelijk. Drogestofgehaltemeting en gewicht alleen is niet voldoende.” Hij monstert voor en na het inkuilen om ook die verliezen inzichtelijk te krijgen. “Nodig om te bewijzen dat de afvoer van meststoffen groter is dan op basis van bij het openen van de kuil vastgestelde waarden.” De drogestofgehaltebepaling doet hij nu ook zelf met de ‘magnetronmethode’. “Dat gaat best als je het met verstand doet. De waarden komen voldoende overeen met de Oosterbeek-waarden.” Hij neemt nu van elke perceel direct na het maaien grasmonsters en stuurt die naar Oosterbeek voor de gehalten. Een service die de loonwerker ook zou kunnen gaan bieden.
Rondje fabrikanten: veel gaande Geschikte weegsystemen op hydraulische onderstellen zijn alom verkrijgbaar voor meerprijzen vanaf € 2000,- à € 3000,- tot circa € 7000,-. Vaak komt daar dan nog een meerprijs bij voor printers en opslag bij. Hydraulische onderstellen zijn geen algemeen goed in Nederland en fors duurder dan mechanisch geveerde onderstellen. Op mechanische onderstellen is het aanbod aan weegsystemen beperkt. Agri Load van Nijhuis Engineering heeft nu wel een universeel systeem leverbaar dat met rekstroken werkt en voor circa € 3850,- (zie Grondig.com) te koop is. Schuitemaker heeft een eigen systeem dat met weegpennen op vijftig kilogram nauwkeurig meet. Duport is bezig met een eigen systeem op de Pöttinger-opraapwagen met mechanisch geveerd onderstel en wil deze bovendien voorzien van een sensor om het drogestofgehalte te bepalen. Duport gaat dit jaar proefdraaien. Meer informatie daarover op Grondig.com. Een aantal fabrikanten geeft aan bezig te zijn met sensortechnieken om op hakselaars, persen en opraapwagens betrouwbare gehaltemetingen in gras te realiseren, vaak in combinatie met voertuigvolgsystemen. Zij geven aan ermee naar buiten te komen als het klaar is. Een presentatie op de komende Agritechnica wordt door veel fabrikanten als doel gesteld.
waarbij de gehaltes met een sensor worden bepaald. Dan pak je het aan de voorkant. Dergelijke metingen tijdens het maaien zullen waarschijnlijk betrouwbaardere metingen geven dan monsters nemen bij het inkuilen. Probeer daar maar eens uniform representatieve plukken gras te monsteren.” Ook wijst Krebbers op de komst van nieuwe sensoren. “Er zijn sensoren in beproeving die het beter moeten gaan doen in gras. Het zou mooi zijn als deze techniek uniform beschikbaar komt op hakselaars, persen en opraapwagens. Dan kunnen we toe naar het per perceel direct plaatsspecifiek bepalen van gehalten en gewichten. Ik hoop en verwacht dat op de komende Agritechnica veel van dergelijke technieken worden gelanceerd”, aldus Krebbers. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann Uiteindelijk gaat het de boer erom per perceel inzichtelijk te krijgen hoeveel kilogrammen en met welke gehaltes er precies worden ingekuild. Dat red je niet met alleen wegen.
32
GRONDIG - Juni 2014
Aardappeldemodag 2014
De ontmoetingsplaats vanteelt debepaalt Aardappelsector 20 augustus 2014 Thema : ’Schone de toekomst’ Westmaas - 20 augustus 2014 Thema: ‘Schone teelt bepaalt de toekomst’ Sponsors
Organisatoren
Mediapartners
Beurscatalogus Aardappelwereld magazine redactie@aardappelwereld.nl
tel. +31(0)70-3589331 www.aardappelwereld.nl
Groeneweg 3 3273 LP Westmaas • Telefoon: + 31(0)186 - 57 99 30 • www.aardappeldemodag.nl • info@aardappeldemodag.nl
AMAZONE grondbewerking AMAZONE is de uitvinder van het Cost Cutting Concept. Dit concept gaat uit van een conserverende grondbewerking, waarbij het bodemleven zoveel mogelijk met rust gelaten wordt. Meerjarige proeven hebben wetenschappelijk bewezen, dat de opbrengsten zeker niet lager zijn dan bij conventionele bewerkingsmethoden, maar dat de input aan energie (brandstof), arbeid en machinekosten veel lager is. Dat betekent dat de akkerbouwer aan de kostenzijde behoorlijk bespaart, zonder concessies te doen aan de hoogte en de kwaliteit van de oogst.
kampsdewild.nl
589317 c - KdW adv Amazone grondbewerking Grondig.indd 1
10-04-14 12:40
ondernemen met
vaktechniek
STUDIEDAG AFSTELLEN BEMESTER
Ammoniakverliezen beperken De komende jaren is één van de uitdagingen bij de bemesting het beter benutten van de stikstof. Belangrijk daarin is het verminderen van de ammoniakemissie. Niet alleen vanwege de milieuproblemen, maar vooral om de aanwezige stikstof niet kwijt te raken. Hoe dat kan met een sleepvoetbemester was onderwerp van een studiedag over het goed afstellen van bemesters.
Bij veel bemesters bleek het vooral lastig om achter de wielen de mest goed tussen het gras te krijgen. Bij verschillende bemesters was het strookje daar duidelijk breder dan vijf centimeter.
34
GRONDIG - Juni 2014
De afgelopen jaren is door allerlei maatregelen bij het bemesten het verlies aan stikstof door de emissie van ammoniak al fors afgenomen. Door het gebruik van sleepvoet- en zodenbemesters verdwijnt ten opzichte van 1990 jaarlijks in totaal 200 miljoen kilogram stikstof minder uit het systeem, zo vertelde Hans Verkerk, secretaris van de sectie Meststoffendistributie van CUMELA Nederland, tijdens de bijeenkomst. “Natuurlijk is het belangrijk dat daardoor de milieubelasting afneemt, maar veel belangrijker is dat we deze 200 miljoen kilogram stikstof nu kunnen benutten voor de groei van gras en maïs”, aldus Verkerk. Hij riep daarom alle boeren en loonwerkers die aanwezig waren bij de praktijktraining van sleepvoetbemesters in Langerak (Z.H.) op om hier aandacht aan te blijven besteden. “De komende jaren zullen we in de veehouderij nog meer worden afgerekend op verliezen van stikstof en fosfaat. Daarom is het juist belangrijk om hier veel aandacht aan te besteden.”
Betere benutting De vraag hoe je die benutting van de stikstof in de mest kunt verbe-
teren, was de aanleiding voor deze studiedag. ’s Ochtends kregen de aanwezigen naast het overzicht van de effecten van maatregelen door Hans Verkerk een inleiding van Frank Lensink van het Veenweiden Innovatiecentrum over technieken om te komen tot een betere stikstofbenutting. “We kijken dan hoofdzakelijk naar twee verliesstromen”, vertelde Lensink. “Van alle stikstof die verloren gaat, verdwijnt 35 procent in de stal. Bij het uitrijden is dit nog wat meer, want daar ontstaat bijna de helft van het verlies. De overige stikstof die verdwijnt, is toe te schrijven aan bijvoorbeeld verliezen bij het beweiden en bij het toedienen van kunstmest.” In de stal blijkt het beperken van verliezen niet eenvoudig. Bij nieuwbouw kan een emissiearme vloer zorgen voor een beperking van de verliezen, bij bestaande stallen is weinig mogelijk, stelt Lensink. “Er zijn wel mogelijkheden met bijvoorbeeld aanzuren of het toevoegen van koolstof, maar juist dat is lastig in een mestkelder. Je moet dan mixen en wat toevoegen, maar dan zit je nog met de hoeken waar de mest niet goed wordt gemixt.” Het aanpakken van de verliezen bij het uitrijden is daarom één van de weinige mogelijkheden om de emissie verder te verminderen. “Al is ook daar de grootste slag al gemaakt door de stap van ketsplaat naar de verschillende injectiesystemen.” Om de verliezen verder te beperken, zijn er verschillende mogelijkheden. Sommige houden vooral verband met het weer en kunnen dus beperkt worden ingezet, zeker wanneer het om loonwerk gaat. Mogelijkheden zijn uitrijden bij donker weer, tijdens regen of onder koele omstandigheden bij weinig wind. Alternatieven zijn het injecteren, het uitrijden in stroken, het verdunnen van mest en het zogenaamde sealen. Dit laatste is een nieuwe methode die wordt onderzocht en waarbij op de mest een laagje zuur wordt gesproeid om de ammoniak te binden. “We zien daarvoor vooral mogelijkheden op zandgrond, omdat daar veel mest wordt geïnjecteerd en dit hier goed bij past.” Op veen verwacht Lensink vooral mogelijkheden van het verdunnen van mest. “Dat kan door het inregenen in één werkgang, maar vooral bij de aanvoer met slangen. Uit proeven met een verdunning van één op één zagen we bij de sleepvoet al een vermindering van de emissie met veertig procent. Hoe dat is met een verdunning van één op twee onderzoeken we nu nog.” Omdat de toekomst voor het veenweidegebied bij de sleepvoetbemester lijkt te liggen, werd deze studiedag met betrekking tot de afstelling van dit type bemester georganiseerd. Om het logistiek in elkaar te laten passen, werd er niet met sleepslangen gewerkt, maar gewoon met tanks. Daar bleek al dat de afstelling veel verschil kan maken bij het al dan niet netjes uitrijden. TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok
Hoewel sommige boeren nog wat huiverig zijn voor het licht insnijden was duidelijk te zien dat je met het snijden tot een diepte van één à twee centimeter de mest veel beter tussen het gras krijgt. Ook de vorm van de toevoer van de mest naar het voetje van belang. Door deze wat langer te maken en verder naar achteren te brengen, is het uitstromen gelijkmatiger en krijg je minder floppen.
Elke bezoeker kreeg bij zijn eigen type bemester uitleg over de afstelling. Bij Joskin werd geadviseerd goed te letten op de hydrauliek. De hydromotor van de snijrotor is geschikt voor 40 tot 50 liter olie per minuut. De With kwam met als noviteit een kap gemonteerd over de bemester Daaronder is een gewone spuitboom gebouwd, die water over de mest sproeit om de ammoniakemissie. te verminderen. Of dat zo is, zal worden gemeten.
GRONDIG - Juni 2014
35
ondernemen met
vaktechniek
GRONDIG.COM
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
450 PK SCANIA-MOTOR MET ALLEEN SCR
KRONE DEMONSTREERT NIEUWE MACHINES
“Het is bewezen dat het brandstofverbruik daalt door de toepassing van alleen SCR-technologie voor de nabehandeling van uitlaatgassen, terwijl er ook nog wat gewicht wordt bespaard.” Deze scherpe opmerking van Joel Granath, hoofd productmanagement van Scania Trucks, bij de presentatie van de nieuwe 331 kW (450 pk) sterke Scania DC13-vrachtwagenmotor geeft de trend aan die zowel onroad als offroad is ingezet. Scania koos voor alleen SCR om deze Euro 6-motor zo eenvoudig en zuinig mogelijk te maken.
Krone demonstreerde in Lievelde de nieuwste machines voor 2014. Naast het vele nieuws dat al op de Agritechnica te zien was, waren er ook enkele verrassingen. Zo zagen we een nieuwe Big Pack 870-pers voor een kleinere balenmaat en een nieuwe Swadro-hark met speciale gebogen tanden die het gewas als het ware iets optillen om de versmering te minimaliseren en zonder het afnemen van tandarmen onder een transporthoogte van vier meter blijft. Verder was er een nieuwe EasyCut 870-triple-vlindermaaier met de nieuwe maaibalken.
Advertentie
KRAANVERHUUR, GRONDVERZET EN RECYCLING
Maai - of onderhoudsboten te huur G.M. Damsteegt heeft nu de ideale machines voor het snel en efficiënt maaien en opschonen van alle voorkomende watergangen De ‘conver’ maaiboten zijn uitgerust met een taludmaaier voor het maaien van het droge profiel van de watergang, een T-frontmaaier voor het maaien van het natte profiel en een opduwframe voor het opruimen van gemaaide vegetatie, snoeihout of andere obstakels. Alle werktuigen zijn met een snel koppelsysteem eenvoudig te wisselen. Voor dit snel koppelsysteem is inmiddels ook een connector ontwikkeld waarmee de boot in een handomdraai dienst kan doen als duwboot voor het transporteren van pontons of beunbakken. U ziet het, MULTIFUNCTIONEEL, bel voor meer informatie naar
Westeinde 46 • 2969 BM • Oud-Alblas • Tel 0184 69 27 67 • Fax 0184 69 21 40 E-mail info@gmdamsteegt.nl
www.gmdamsteegt.nl
36
GRONDIG - Juni 2014
BRIDGESTONE LANCEERT TOPBAND Op Reifen Essen presenteerde Bridgestone de nieuwe VTTractor-trekkerband voor het topsegment zware trekkers. Bridgestone claimt hiermee een 26 procent grotere voetprint dan die van de concurrenten Trelleborg en Michelin, wat resulteert in meer trekkracht en minder slip en dus een lager brandstofverbruik. Bridgestone baseert deze uitspraken op veldtests uitgevoerd door het Duitse onderzoeksinstituut DLG. Bridgestone lanceert de nieuwkomer alleen onder de merknaam Bridgestone.
MULTIONE-STRATENREINIGER Fabrikant MultiOne lanceert voor de eigen knikladers de MultiOne-stratenreiniger. Het betreft hier een compacte hogedrukreinigingsunit om kleinere, nauwere straten, parkeerplaatsen en pleinen te reinigen. De unit bestaat uit naar wens een 300of 600-liter-watertank, waarmee in combinatie met een hogedrukreinigingsunit twintig minuten effectief te reinigen is bij een druk van 150 bar. De spuitunit werkt over de volle breedte naar beneden, maar kan 90 graden worden gedraaid om randen te reinigen en naar wens iets stekend worden gezet om ernstige vervuiling te verwijderen.
Advertentie
WIKKELFOLIE nu in SLEEVE VERPAKKING
Bekijk het filmpje op
www.buma.com/ sleeveverpakking of scan de QR code
wikkelfolie
Nijemirdum
|
Tel.: 0514 - 57 18 26
|
www.buma.com
|
info@buma.com
GRONDIG - Juni 2014
37
Retengo Plus
NIEUW Meer zetmeel Betere kolfvulling Effectief tegen vele schimmels
De juiste chemie voor gezonde maïs BASF Nederland B.V., Divisie Agro, Postbus 1019, 6801 MC Arnhem. Telefoon (026) 371 72 71, www.agro.basf.nl Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
ondernemen met
mensen
ACHTERGROND
“Er is ons om gevraagd” Elf vragen over de Multi Tool Trac aan initiator Paul van Ham Paul van Ham werd in zijn advieswerk voor akkerbouwers getriggerd met de vraag naar een specifieke trac voor de beddenteelt. Hij pakte dat op en ontwikkelde de afgelopen vier jaar samen met een aantal partners en zeven grote akkerbouwbedrijven vanaf een blanco vel papier de Multi Tool Trac. Achterliggende gedachte was een toenemende aandacht voor bodemstructuur en energiebesparing. Hij ziet ook kansen voor cumelabedrijven. In de werkplaats van Wissels Techniek in het Gelderse Hengelo staan twee Multi Tool Tracs in aanbouw. De ene is net gedemonteerd na de presentatie op de Hannover Messe en de andere wordt opgebouwd voor de eerste klant, een grote akkerbouwer in Zeeland. Binnenkort hoopt Paul van Ham, directeur van de onderneming Multi Tool Trac en initiator van dit project, samen met de partners Machinefabriek Boessenkool en Wissels Techniek de eerste machine echt ‘op de benen’ te hebben staan. Multi Tool Trac BV is een partner van de Osse Equipment Manufacturing Group. Niet zomaar een voorbijganger dus. Deze groep ziet de in aanbouw zijnde Multi Tool Tracs niet als eindstation, maar als begin van een project dat - zoals de naam al aangeeft nog ‘multi’ kanten op kan. Pauls antwoorden bieden kansen voor cumelabedrijven.
Hoe kwam u op het idee voor de Multi Tool Trac?
Paul van Ham bespeurde de behoefte, vond partners en ontwikkelde met hen de Multi Tool Trac.
40
GRONDIG - Juni 2014
“Dat ontstond in een gesprek met een akkerbouwer tijdens mijn werk als organisatieadviseur. De desbetreffende akkerbouwer werkte met standaardtrekkers op verbrede assen en met een omgebouwde WKM-werktuigendrager, maar die voldeed met zijn tweewielbesturing en starre assen niet meer en werd oud. Hij gaf aan ‘wel eens te filosoferen over een volwaardige opvolger met volledig GPS, vierwielbesturing en een verstelbare spoorbreedte voor drie-meter-beddenteelt. Later kwam daar de vraag bij van bij voorkeur een elektrische hybride-aandrijving om de energie van
de eigen windmolen te benutten. Zo is het balletje aan het rollen gekomen.” Waarom heeft u het als organisatieadviseur opgepikt. Dat is toch een heel ander vak? “Klopt, maar ik ben in Wageningen als landbouwtechnicus opgeleid. Na mijn studie ben ik via beleid en onderzoek in het advieswerk terecht gekomen. Ik inventariseer, organiseer en verbind. Zo is de Multi Tool Trac ook ontstaan. Aan Wageningen University ben afgestudeerd op bodemdrukken en bodemverdichting en de invloed daarvan op gewassen. Ik ben ervan overtuigd dat het niet berijden van de bodem gewasopbrengststijgingen van vijf tot tien procent kan geven, zeker als ook bij het oogsten het niet berijden in acht wordt genomen. Daar zitten de oorsprong, de kracht en het economische bestaansrecht van dit initiatief.”
Kunt u dat voorrekenen? “Geef mij uw teeltplan en ik reken u voor wat het effect is. Een enkel getal is er niet te geven. Denk bij bijvoorbeeld spinazie eens aan de meerwaarde van een honderd procent vlak bed dat met deze machine via 3D-GPS perfect op hoogte wordt gezaaid en geoogst. En als een grond minder is verdicht, hoef je ook minder te bemesten, zodat er ook minder nitraat in de spinazie zit. De akkerbouwers die de Multi Tool Trac hebben gekocht, hebben dat doorgerekend. Het laat zich raden dat zij niet alleen in grove groenten, maar ook in de conservenen fijne groenten zitten.”
Is de Multi Tool Trac zo ontstaan? “Ja, in de gesprekken met zeven akkerbouwers die wat zagen in het project is het concept ontstaan. Bij zeven deelnemers krijg je een evenwichtiger bundeling van ideeën. Daarvoor worden nu de eerste twee machines op maat gebouwd. Die verschillen al in uitvoering en dat is zeker niet het einde. Het is meer een vertrekpunt om op voort te bouwen bij de volgende Multi Tool Tracs. Zo zouden we ook met cumelaondernemers om tafel kunnen om hun wensen te bespreken en te bundelen.”
U bent geen trekkerspecialist. Is dat een beperking? “Soms wel, dan moet ik op zoek naar wat voor anderen bekend is. Ik moet de ideeën elders halen en bundelen vanuit een blanco script. Dat is ook wat ik heb gedaan. Je inventariseert wensen, brengt ze bij elkaar en zoekt bijpassende partners die dit kunnen realiseren, zonder met de gewoonten uit het verleden of de eigen landbouwsector te kijken. Die componenten en halffabricaten komen hier bij Wissels Techniek bij elkaar.”
Heeft deze methode van werken vernieuwingen opgebracht? “Elektrische wielmotoren worden in de landbouw nog niet
Techniek Multi Tool Trac De Multi Tool Trac is een vierwielbestuurde zelfrijdende werktuigendrager die primair is ontwikkeld voor de drie-meter-beddenteelt. Er is gekozen voor dieselelektrische aandrijving via vier gekoelde wielmotoren van elk 22 kW (piek 44 kW) in combinatie met een aandrijfaggregaat met een 140 kW (190 pk) Steyrzescilinderdiesel en een 30 Ah-accupakket. De machine heeft drie aftakas-/ hefunits. De aftakassen worden elektrisch aangedreven. De traploze spoorbreedteverstelling via schuifassen heeft een bereik van 2,25 tot 3,25 meter. De wielbasis is 5,50 meter en de bodemvrijheid bedraagt 80 centimeter onder de assen. Daarmee is de machine geschikt voor tussenaanbouw, met als voordeel een betere gewichtsverdeling en de mogelijkheid drie verschillende bewerkingen in één werkgang te combineren. De Claas-cabine is traploos verstelbaar op het frame. De machine krijgt standaard SGB-RTK-GPS. Het geheel is Canbusaangestuurd. Meer informatie: www.multitooltrac.com.
toegepast, afgezien van het prototype van de Rigitrac dat eerder op de Agritechnica heeft gestaan. Het voordeel van dit dieselaggregaat in combinatie met elektrische wielmotoren is dat die onderhoudsarm zijn en dat dankzij het hybrideeffect - met een batterijpakket - je toe kunt met een lichtere dieselmotor. We hadden het ook hydraulisch kunnen doen, maar elektrisch is sterker, heeft vanaf nul kilometer per uur het maximale koppel, reageert sneller, heeft een veel hoger rendement en je kunt per wiel de tractie meten en regelen. Dit concept past bovendien in het benutten van wind- en zonne-energie. Die wielmotoren zijn nu op de markt beschikbaar. In de speurtocht naar een lichte krachtbron om het aggregaat aan te drijven, kwamen we uit op een compacte, ultralichte - 250 kilogram - en hoogtoerige 3,4-literSteyr-dieselmotor.”
Is die alternatieve energiebenutting een item? “Wij verwachten vanwege het verlagen van vergoedingen voor het terugleveren van energie aan het net op termijn een sterk groeiende belangstelling voor het kunnen gebruiken
GRONDIG - Juni 2014
41
ondernemen met
mensen
ACHTERGROND van wind- en zonne-energie. Met name in Duitsland is dit een hot item. Het past ook in de wens van steeds meer bedrijven om in de keten een lagere CO2-voetprint te eisen.”
Het is geen vast concept? Kenmerkend zijn deze individuele elektrische wielmotoren, die continu 22 kW en een piekvermogen van 44 kW leveren.
“Nee, uitvoering en specificaties zijn op wens. In eerste instantie is de Multi Tool Trac ontwikkeld voor de drie-meterbeddenteelt in de akkerbouw, maar we zitten daar niet aan vast. Wie meer power wil of een sterker aandrijfaggregaat om bijvoorbeeld ook werktuigen elektrisch aan te drijven, kan dat krijgen. Wie een groter accupakket wil, omdat hij of zij zelf zonnepanelen of een windmolen heeft staan, dat kan ook. Wie starre assen wil, hoger wil of de cabine op een vaste plek wil, ook dat kan allemaal.”
Zijn er nog knelpunten en wensen?
De Multi Tool Trac heeft zware schuifassen van eigen fabricaat met een gezamenlijk schuifbereik van een meter.
“We zitten met breedtebeperkingen op de weg. Als de eis van maximaal 2,55 meter buitenwerks van kracht wordt, zullen we de schuifassen vijf centimeter moeten inkorten. Ook is de werktuigendrager met een kleine tien ton toch nog flink zwaar. Het kan zijn dat we toch nog een luchtdrukwisselsysteem opbouwen. Ook denken we erover na om bijpassende werktuigen voor de beddenteelt te laten ontwikkelen voor de complete teelt en oogst, zoals een opbouwspuit of oogstunit en misschien wel meerfase-oogstsystemen. Voor oogstmachines is vijf ton laadvermogen krap. Gedachten zijn iets in de vorm van ‘aanhangers’ met aandrijving, eventueel in combinatie met een kortere aandrijfaggregaat-unit. Maar dat zijn nog ideeën en schetsen. We zijn net onderweg.”
Het concept is bedacht door akkerbouwers, maar zit er ook wat in voor cumelabedrijven? De Multi Tool Trac krijgt drie driepunts aftakas-/hefunits. De aftakassen worden ook elektrisch aangedreven.
“Daar kunnen ondernemers het best zelf het antwoord op geven. Wij denken dat energiezuiniger, CO2-gunstiger elektrische aandrijving en bodemvriendelijker oplossingen kansen bieden in de land- en bosbouw en in de groensector. Het is aan de ondernemers om zelf hierover vanaf een blanco papier na te denken. We gaan daarna graag in gesprek. Dat is onze werkwijze.”
En het prijskaartje?
Henk Wissels van het gelijknamige bedrijf in het Gelderse Hengelo gaat de Multi Tool Tracs bouwen. De eerste twee zijn in productie.
42
GRONDIG - Juni 2014
“Open vraag. U zult begrijpen dat er geen vaste prijs aan dit custom-built concept te hangen is. Ik zeg gekscherend wel eens dat hij ‘ruwweg het dubbele van een dikke Fendt zal gaan kosten’, maar daar heeft u niets aan. De producten zijn niet te vergelijken. U kunt de Multi Tool Trac net zo gemakkelijk vergelijken met een zelfrijdende oogstmachine. Het gaat om het probleem dat u ermee wilt oplossen en de meerwaarde die u creëert voor uw bedrijf en uw klanten. De Multi Tool Trac is geen starre trekker. Het is een dynamisch concept, waarmee we de eerste stappen hebben gezet en waarvan we de eerste twee custom-built machines nu bouwen.”
Altijd al eens een kijkje willen nemen? Zondag 6 juli houden wij open dag. U bent van harte welkom van 10.00 uur tot 17.00 uur, om onze nieuwe locatie te bezichtigen. Cor en Mariet Hendrix - Vervoort Math en Petra Hendrix - Seijkens
Loonbedrijf Hendrix & Smits BV - Lollebeekweg 30A - 5811 AL Castenray
Wettelijke arbo-keuring… BMWT-Keur altijd deskundigheid …met de BMWTDe wettelijke Arbo-keuringsplicht vereist periodieke keuringen door deskundige, onafhankelijke keurmeesters die minimaal 1x per jaar plaatsvinden. Deskundigheid impliceert o.a. expertise van specifieke merken, fabriekstrainingen, de beschikking over actuele manuals en merkgerelateerde meetapparatuur.
De onafhankelijkheid wordt gewaarborgd door steekproefsgewijs toezicht door derden en de mogelijkheid van een second opinion. Dankzij het BMWT-Keur zijn al uw Arbo-veiligheidseisen op deze wijze volledig verzekerd. Meer weten, kijk op www.bmwt.nl
BMWT-KEUR
www.bmwt.nl
Ketelweg 26 3356 LE Papendrecht tel. 078 - 641 80 00 fax 078 - 641 80 80 mail: info@sim-holland.nl info: www.simholland.nl
Sterk in beweging
SIM Holland specialist in mesttechniek Pompen, scheiders en mixers voor loonbedrijven
Sterk werk - Pöttinger opraapwagens
Pöttinger hooibouwmachines
Pöttinger grondbewerking
Meer sterk werk? Oordeel zelf!
www.duport.nl
ondernemen met
vaktechniek
BEURSVERSLAG
TKD succesvol in Almere Voor het eerst in het zwervende bestaan van de afgelopen vijf edities lijkt de TKD-organisatie nu een goed tentoonstellingsterrein te hebben gevonden. Zowel standhouders als bezoekers reageerden positief op het bouwterrein in Almere. Dit keer waren er ook de nodige noviteiten en was er weer volop gelegenheid om te graven.
Op de nieuwe locatie registreerde de TKD-organisatie 14.700 bezoekers. Het werkelijke bezoekersaantal ligt volgens beursmanager Paul Uilenbroek flink hoger, omdat kinderen, standhouders en standbemanning dit jaar niet zijn geregistreerd en anders wel werden meegeteld. Hoewel het bezoekersaantal wellicht iets lager is dan twee jaar geleden zijn de standhouders en de bezoekers tevreden over de beurs, constateert Uilenbroek. “De eerste twee dagen hadden we veel beslissers op de beurs en iedereen was tevreden over de bereikbaarheid van de nieuwe locatie.”
Kuddegedrag bij parkeren Een probleem op zaterdag was wel het kuddegedrag van de
44
GRONDIG - Juni 2014
bezoekers. Nadat een aantal mensen op de toegangsweg in de berm hadden geparkeerd, volgden velen het voorbeeld, waardoor er tot aan de Vogelweg werd geparkeerd. Met als gevolg dat bezoekers veel verder moesten lopen dan wanneer ze gewoon verder waren gereden naar het parkeerterrein. Als het aan Uilenbroek en de rest van de beursorganisatie ligt, wordt de volgende TKD over twee jaar weer in Almere gehouden. “Tenzij de woningmarkt explodeert, zal dat geen probleem zijn, want ook de gemeente Almere is zeer tevreden. Ook voor bezoekers was het perfect, want het terrein ligt niet alleen centraal in Nederland, het was ook in vijf minuten bereikbaar vanaf de snelweg.”
Diefstalgerucht Tijdens de TKD ging het gerucht rond dat er na de eerste dag 1000 liter diesel was gestolen vanaf het terrein. Dit bleek niet waar te zijn. De diesel was twee weken eerder gestolen tijdens de inrichting van het terrein. Zelfs een hek en een afgesloten container waren namelijk niet voldoende om de dieven tegen te houden. Om bij de brandstof te kunnen komen, werd met een snijbrander het toegangshek opengesneden, waarna de container hetzelfde lot onderging. In de container werd daarna ook de afsluiting van de tank met een snijbrander verwijderd, waarna er 1000 liter diesel werd overgetankt. Deze diefstal bewijst de noodzaak om aandacht te besteden aan dit probleem, vindt CUMELA Nederland. In de ontbijtsessie die op vrijdagochtend werd georganiseerd en die werd bezocht door ruim 120 leden, werd aandacht voor dit probleem gevraagd naar aanleiding van een enquête onder de leden. Daaruit blijkt dat er elk jaar meer brandstof wordt gestolen. Dit jaar gaat dat al naar de 900.000 liter. In twee jaar tijd hebben ook meer dan 600 bedrijven hiermee te maken gehad. Toch is de diefstal van diesel niet de grootste schadepost voor de sector, zo bleek uit de presentatie van Herman Arissen van CUMELA Ver-
zekeringen op de TKD. “Diefstal van machines en met name rijplaten vormt een nog veel grotere schadepost voor bedrijven. In totaal hebben de bedrijven per jaar te maken met een schade van zeker vijf miljoen euro door het ontvreemden van goederen”, aldus Arissen. Schade die volgens hem nauwelijks te verzekeren is. “Alleen ontvreemding van machines kun je tegen een redelijke prijs verzekeren. Diesel en bijvoorbeeld uitrustingsstukken en rijplaten zijn gewoon niet te verzekeren. Het zou wel kunnen, maar de premie staat dan in geen verhouding meer tot de aanschafwaarde. Als je daar wat aan wilt doen, is het nemen van antidiefstalmaatregelen de enige optie.”
MOOI VAK MAN SCOORT De organisatie van Mooi Vak Man, een initiatief om mensen langer in de sector aan het werk te houden, was ook op de TKD actief. Bezoekers konden deelnemen aan de PK Profs, een behendigheidswedstrijd waarbij de deelnemers met een minikraan vijf boomstammetjes op de juiste manier op elkaar moesten zetten. De winnaar van elk dagdeel kreeg een prachtige miniatuur. De snelste deelnemer van de TKD wist de opdracht in 49 seconden te voltooien. Een tweede activiteit op de beurs was de PK Check. Hier konden de deelnemers hun eigen ‘motortje’ testen. Bloeddruk, BMI, vetpercentage en ogen werden gecontroleerd. De verpleegkundige die dit verzorgde, gaf de deelnemers na afloop een degelijk advies mee. Misschien toch iets meer aan lichaamsbeweging gaan doen of toch maar naar de opticien voor een leesbril?
KRACHTTOER VAN MECALATC
RECHTSTREEKS NAAR TKD
Eén van de opvallendste krachttoeren werd geleverd in de stand van Ahlmann. Daar stond een Mecalac met een geheel nieuw geconstrueerde giek. Op eigen initiatief werd deze machine 715 gedoopt, om het verschil met de bekende 714 duidelijk te maken. Om de uitzonderlijke kracht van de driedelige graafarm van deze machine te demonstreren, werd af en toe een zestons Mecalac 6MCR in de kettingen gehangen. Om te laten zien dat de Mecalac meer is dan een standaard graafmachine en de gebruiker veel meer mogelijkheden geeft.
Rechtstreeks van de introductie voor de internationale pers kwam deze Yanmar SV26 naar Almere. Via de nieuwe distributeur Geert-Jan de Kok wil Yanmar op de Nederlandse markt een prominentere rol gaan spelen. Deze 2,6-tons machine is de eerste van een nieuwe generatie met grotere cabine en meer hydraulisch vermogen.
GRONDIG - Juni 2014
45
VOLVO MET AJK-SCHUIFBAK
ENGCOMCOMPACTOR
Volvo imponeerde niet alleen met een serie primeurs voor de Europese markt bij de grondverzetmachines, zoals de nieuwe wielladers en graafmachine. Er was ook de serie splinternieuwe FMXoffroad-vrachtwagens, waaronder deze FMX 10x4 met imposante AJK-schuifbak.
In de zandbak had cumelabedrijf Verschaik de taak om de compleet vernieuwde Engcom-compactor te demonstreren: deze is compacter, 45 graden kantelbaar, sterker en heeft beter weggewerkte slangen en de hydromotor in het zicht.
VEEL ONDERRIJBEVEILIGINGEN In de zandbak was er dit jaar weer volop vertier, al leek door de ligging achter de stands de belangstelling minder dan andere jaren. Op de baan troffen we Beco-, VGM- en Jan Veenhuis-kippers, allemaal gedemonstreerd door cumelabedrijven en meestal was de trekker ook uitgerust met een onderrijbeveiliging. EĂŠn daarvan was deze nieuwe Tractorbumper.
HOOBY EGALISEERT ZONDER GPS Een technologisch hoogstandje was te zien bij Hobelman. Dat bedrijf heeft de bediening van de bak zover geautomatiseerd dat je kunt egaliseren zonder GPS. Een kwestie van op de juiste hoogte zetten en een knopje aantikken en de machine werkt geheel automatisch vlak af. Het werkt alleen op vlak terrein.
ZUIGUNIT VAN NIMATECH Kersvers bij Nimatech is deze compacte BSB Tinbin-grondzuigcombinatie voor mobiele graafmachines vanaf veertien ton. De hele zuigunit wordt via de snelwissel aan de giek gehangen en kan daarna snel worden ingezet zodra een kabel in het zicht komt.
46
GRONDIG - Juni 2014
EIGEN ONTWIKKELING SCHEER Scheer Machines heeft een eigen aanbouwstuk ontwikkeld voor het splijten of frezen van stobben. Deze aanbouwstukken zijn eenvoudig uitwisselbaar, zodat ter plaatse telkens voor de beste oplossing kan worden gekozen.
DIGPILOT OOK OP KILVERBAK Heel veel aandacht was er op de beurs voor het werken op GPS. DigPilot heeft de draadloze units voor op de graafmachine uitwisselbaar gemaakt voor verschillende toepassingen, zoals een kilverbak. Dat is een kwestie van aanklikken, activeren en gaan.
KAWECO DOUBLE TWIN
kampsdewild.nl
Vele banden maken licht werk, dat is het motto van de KAWECO DOUBLE TWIN Shift. De 4 wielen van het onderstel lopen naast elkaar en maken daarbij ruimte voor het spoor van de tractor. Zo ontstaat één aaneengesloten spoor, waarbij de bodem slechts één keer bereden wordt. De DOUBLE TWIN Shift combineert het draagvermogen van een tandemasser met de wendbaarheid van een enkelasser. De PRO-JECT graslandbemesten is dankzij de unieke rubberlagers nagenoeg onderhoudsvrij. De RADIUM silagewagen is niet meer weg te denken bij de hakselaar. Dankzij de conische bak lost hij altijd, ook na langere transportafstanden. De THORIUM dubbeldoelwagen, herbergt alle eigenschappen van de RADIUM en combineert die met een efficiënt invoeraggregaat. Wist u dat KAWECO ook een perfecte dumper bouwt?
589317 e - KdW adv KAWECO Double Twin Grondig.indd 1
10-04-14 13:52
CUMELA Verzekeringen kent als geen ander de wereld van agrarisch loonwerk, grondverzet, infra- en cultuurtechnische werken. Doorgewinterd in de praktijk, wijs door schade en schande en uitstekend op de hoogte van wetgeving en modern risicomanagement. Daarom is CUMELA Verzekeringen bij uitstek in staat om verzekeringen te ontwikkelen voor u en uw onderneming, uw mensen, middelen en materieel. Meer weten? Bel (0)33 247 49 60 of mail naar verzekeringen@cumela.nl. www.cumelaverzekeringen.nl
li st en in Vo or sp ec ia d en in fr a gr oe n , gr on
CUMELA Verzekeringen. Al uw belangen goed verzekerd!
CUMELA Verzekeringen feliciteert Loonbedrijf Wieringa Espel met de nieuwe bietenrooier! Deze machine is perfect verzekerd met de CUMELA Compleet Polis!”
ondernemen met
vaktechniek
VOLVO STAGE IV
Vinvormige markering Vlak voor de TKD introduceerde Volvo speciaal voor de Benelux-vakpers de nieuwe serie machines met Stage IV-motoren. Nu nog alleen in de grote modellen, maar dat wat te zien is, komt volgend jaar ook in de kleinere, in de cumelasector populairdere klasse. Een opvallende uiterlijk kenmerk van de nieuwe machines is het vinvormige element om de uitlaatpijp.
De V vormige uitlaat is een kenmerk van de nieuwe Stage IV machines van Volvo.
48
Al enkele jaren toont Volvo regelmatig studiemodellen. Wie nu de nieuwe machines ziet, kan daarvan wel wat herkennen. Opvallend is vooral de vinvormige ombouw om de uitlaatpijp. Die is bedoeld om venturiwerking te creëren om de uitlaatgastemperatuur laag te houden en dus ook om te voldoen aan één van de Volvo-kernwaarden, veiligheid. Milieuvriendelijk zijn de motoren vooral doordat ze voldoen aan de Stage IV-emissie-eisen. waardoor de uitstoot van roet en NOx bijna tot nul wordt gereduceerd. Om die normen te halen, moet er onder de motorkap wel wat gebeuren. Bij Volvo betekent dit op de grote machines het hele pakket met EGR, SCR en een roetfilter. In de nieuwe generatie moet dus iedereen aan de AdBlue. Volvo heeft er bewust voor gekozen om ook de gekoelde EGR te handhaven en de werking van de motor nog efficiënter te maken. Volgens Volvo-motorenspecialisten is hiervoor gekozen om de motor beter te kunnen regelen. “Met de gekoelde uitlaatgasregeneratie kunnen we heel precies de inlaatlucht afstemmen op het gevraagde vermogen. Doordat we het systeem hebben aangepast en nu nog maar eenmaal per 500 uur hoeven te regenereren in plaatst van
GRONDIG - Juni 2014
eenmaal per acht uur, zoals nu bij de Stage IIIb-motoren het geval is, werkt het veel prettiger. Mede daardoor kunnen we op deze vernieuwde machines het brandstofverbruik met vijf tot zeven procent verlagen.”
Wielladers Om al die onderdelen een plaats te geven, is de kap van de wielladers iets verhoogd en verbreed. Bij de nieuwe L110H tot en met L250H is dat geen probleem, maar hoe dat bij de kleinere machines uitpakt, is afwachten. De toevoeging van de hele nabehandelunit voor de uitlaatgassen betekent dat de lay-out van het motorcompartiment is veranderd. De hele nabehandelunit voor de uitlaatgassen is feitelijk schuin boven de motor geplaatst. De verschillende radiatoren voor olie, lucht en motorkoeling staan achter op de machine. Aan de linkerzijde zijn alle filters en andere onderhoudspunten geconcentreerd. Tegelijk met de vernieuwingen onder de motorkap is ook in de cabine een aantal zaken aangepast. De nieuwe generatie krijgt op het dashboard een aangepast scherm met wat extra controle-units, zoals die van de AdBlue-tank.
Bediening onveranderd Gebleven is de bediening met drie verschillende joysticks. Volvo houdt gewoon vast aan aparte hendels voor heffen en kippen. Dat heeft als voordeel dat je korte slagen met de hendels maakt en met het bekende snel aanhalen de geheugenfunctie kunt activeren. Voor het instellen van die functies zijn er op de rechterstijl tuimelschakelaars waarmee je de functie snel kunt instellen, zoals de bakvlakstand of return-to-dig-functie. Om deze in te stellen, zet je de bak in de gewenste stand en door de bijbehorende knop op de zijstijl drie seconden in te drukken, is dit vast te leggen. Voor wie met een joystick wil sturen, heeft Volvo op de linkerarmleuning een apart pookje. Door deze naar links en rechts te bewegen, kun je sturen. Het systeem is gevoelig, maar als je eenmaal gewend bent, is het een prettig en bovenal ergonomisch alternatief. Het stuurwiel laten verdwijnen, is geen optie voor Volvo. Dat blijft mede vanwege de veiligheid altijd aanwezig en maakt het mogelijk te kiezen voor dat wat je het prettigst vindt. De bediening is zo gemaakt dat zodra je het grijpt, de besturing overschakelt. Het stuurwiel heeft veiligheidshalve altijd voorrang op de CDC-besturing. Wil je met de joystick sturen, dan moet je deze met een drukknopje bewust inschakelen.
Lager motortoerental Voor het overige is de machine niet ingrijpend gewijzigd. Frame en hefarmen zijn gelijk gebleven. In de cabine is het geluidsniveau nog iets verlaagd. Dit is te danken aan het beschikbaar komen van het maximum vermogen bij een lager toerental (1300 toeren per minuut bij de D13J-motor) en het maximum koppel dat vrijkomt bij slechts 900 toeren (bij de D13J-motor). Ook is het minimum motortoerental met 100 toeren verlaagd. Dit moet in combinatie met de nieuwe motoren een verlaging van het brandstofverbruik met vijf procent geven. Ook bij het laden van de bak is er nauwelijks sprake van extra lawaai in de cabine. Zelfs als je door de ecostand heentrapt, blijft de machine stil. Hoewel het gemakkelijk lijkt voor een machinist om de ecostand te omzeilen, merkt de instructeur dat dit niet vaak gebeurt. “Machinisten zijn van nature toch lui, al is dat misschien niet het goede woord, maar ze werken het liefst zo relaxed mogelijk. Dus als ze bij het intrappen van het pedaal meer weerstand krijgen, is dat vaak voldoende reden om het niet te doen. Een mooi en simpel hulpmiddel.” Optioneel zijn de L110H- en L120H-wielladers uit te rusten met de OptiShift-transmissie. Deze heeft een automatisch remsysteem bij het omkeren van de rijrichting. Bij dit systeem grijpen de bedrijfsremmen bij een rijrichtingwisseling kort aan om de machine af te remmen. Zonder deze voorziening wordt alleen op de koppelomvormer geremd, wat langer duurt en dus uiteindelijk meer brandstof kost. Tevens wordt de bak nu minder zwaar belast. Daarnaast hoort ook een lock-up tot de basisvoorziening van de OptiShift-transmissie. Deze overbrugt de koppelomvormer en zorgt ervoor dat er een honderd procent verbinding is tussen motor en transmissie, wat de aandrijflijn efficiënter
maakt. Inmiddels zijn de machines uit deze serie al leverbaar in Nederland en draaien de eerste bij verschillende bedrijven. Nu loopt de serie door tot de L250H. Begin volgend jaar volgen de modellen uit de in Nederland populaire serie van L60 tot L90. TEKST EN FOTO’S: Toon van der Stok
Op de rechterzijstijl zijn de tuimelschakelaars geplaatst waarmee verschillende bakstanden eenvoudig in te stellen zijn door de knop drie seconden vast te houden.
Vanaf de bestuurdersstoel lijkt er weinig veranderd. Wel is het dashboard opnieuw vormgegeven, met ruimte voor de AdBlue-controleunit.
Op de linker zijleuning is een aparte unit leverbaar om de machine te besturen, inclusief omkeerschakelaar.
Bij de graafmachines zijn alle modellen vanaf de 370 voorzien van nieuwe motoren. Daarover kon u al lezen in Grondig 3. Opvallend zijn de verhoogde motorkap en natuurlijk de kenmerkende uitlaat.
GRONDIG - Juni 2014
49
ondernemen met
vaktechniek
VOLVO
Vernieuwde knikdumpers Bij de knikdumpers heeft Volvo de complete serie voorzien van de nieuwe motoren. Dat betekent ook hier dat een aantal componenten een andere plaats heeft gekregen. Alle hydraulische zaken zijn nu achter de cabine geplaatst. De vrijkomende plek is nu ingenomen door de nabehandelunit voor de uitlaatgassen. Opvallend is de verplaatsing van de vulopening voor de brandstof. Zowel voor de AdBlue als voor de dieselolie zit deze nu voor op de machine. De A25G en A30G zijn voorzien van een nieuwe D11J-motor, die met alleen een SCR-unit uit de voeten kan. De A35G en A40G zijn uitgerust met een roetfilter en een SCR-unit.
Zelfs op deze helling van ruim 35 procent is een stop geen probleem met de nieuwe aandrijflijn.
Andere aanpassingen aan de machine zijn de standaard natte schijfremmen, Automatic Traction Control met de mogelijkheid om zelf de sperren te schakelen, opvallend oranje gekleurde handgrepen en de mogelijkheid om een weegsysteem te monteren. Dit was al mogelijk op de volledig geveerde modellen, maar kan nu ook op de andere. Een mooi element is het stoplicht boven de cabine. Dit licht staat op groen als de lading nog onder het maximum zit en gaat op oranje als deze tussen de 90 en 110 procent van het maximum zit. Rood betekent te zwaar beladen.
Een soort stoplicht geeft aan of de bak maximaal beladen is.
De nabehandelunit Voor het reinigen van de uitlaatgassen heeft Volvo een aparte unit gemaakt. Deze bestaat uit drie delen, te weten de dieseloxidatiekatalysator, het roetfilter en de SCR-module (Selective Catalyst Reduction). In de dieseloxidatiekatalysator wordt het roet al gedeeltelijk ‘ontleed’ door een oxidatieproces en hierbij omgezet in de stoffen HC en CO. Grote hoeveelheden NO en NOx worden aangemaakt om het overige roet in het roetfilter te laten verbranden. Het roetfilter regenereert continu en dit wordt passieve regeneratie genoemd. Het roetfilter dient eenmaal per 500 uur grondig te worden gereinigd, ook wel ‘reset-regeneratie’ genoemd. Het roetfilter wordt dan helemaal schoongebrand en dit is actieve regeneratie. Dit gebeurt bij de D6J- en D8J-motor door onder meer de inspuiting te veranderen en meer schone en koele lucht toe te voegen. De verbrandingstemperatuur loopt hierdoor op en al het roet in het roetfilter wordt verbrand. Bij de D13J-motor gebeurt dit door na de uitlaat extra brandstof in de uitlaatgassen te injecteren. Dit gaat over tot ontbranding en zorgt ervoor dat de temperatuur oploopt tot boven de 600 graden, voldoende om het roetfilter schoon te branden. Voor de SCR-unit wordt AdBlue aan de uitlaatgassen toegevoegd en deze doet in de SCR-unit zijn werk om de NOx-uitstoot te verlagen. De NOx en NH3 (ammonium) worden gemixt en in de katalysator vindt een reactie plaats waarin N2 en H2O (waterdamp) worden gevormd. Tot slot is er nog een speciale ASC-katalysator (Ammonia Slip Catalyst) die de ammonium omzet in N2 en waterdamp.
50
GRONDIG - Juni 2014
Het systeem van nabehandeling heeft een andere werking gekregen. Dat hoeft nu niet langer elke acht uren schoongebrand te worden. Wel is het noodzakelijk om het filter na 4500 uur te vervangen. Om de kosten in de hand te houden, heeft Volvo een eigen hergebruiksysteem opgezet. Bij een servicebeurt wordt daarbij de complete unit vervangen door een nieuw of schoongemaakt filter. Deze omwisseling kost ongeveer € 500,-. Het is ook mogelijk de eigen installatie te laten reinigen, maar dit kost minimaal een vergelijkbaar bedrag en heeft tot gevolg dat de machine enkele dagen stil moet staan. Volvo heeft inmiddels drie jaar ervaring met het systeem en merkt dat dit goed werkt.
Wat dekken we eigenlijk niet? De CUMELA Compleet-machinepolis Wij verzekeren al uw werkmateriaal goed en betaalbaar. Ook als schade ontstaat tijdens graafwerkzaamheden bieden wij een zeer complete dekking:
! E I T C A S ORJAAR
in heel West-Europa
O het gebruik V ongeacht
ING T R O K E JK E LisIverzekerd K K directeN schade enEgevolgschade R T ING AA K K E D E en zonder R B E TE RD V EKLIC-clausule DEN
RWA A R O O V E D AA U meldt en wijA schade voorRu. Snel, deskundig en zonder gezeur. A Gde N V R regelen CUMELA Verzekeringen kent als geen ander de wereld van agrarisch loonwerk, grondverzet, infra- en cultuurtechnische werken. Doorgewinterd in de praktijk, wijs door schade en schande en uitstekend op de hoogte van wetgeving en modern risicomanagement. Daarom is CUMELA Verzekeringen bij uitstek in staat om verzekeringen te ontwikkelen voor u en uw onderneming, uw mensen, middelen en materieel.
Vraag onze adviseurs naar de CUMELA Compleet-machinepolis. Want voor hetzelfde geld bent u gewoon beter verzekerd bij CUMELA Verzekeringen.
Meer weten? Bel (0)33 247 49 60 of mail naar verzekeringen@cumela.nl. www.cumelaverzekeringen.nl
CUMELA Verzekeringen. Al uw belangen goed verzekerd!
CUMELA Verzekeringen: de beste keuze!
VERZEKERINGEN BV
sten in i l a i c e p n infra e Vo o r s d n o r groen, g Bezoekadres: Nijverheidsstraat 13 te Nijkerk E-mail verzekeringen@cumela.nl Website www.cumelaverzekeringen.nl AFM vergunningsnummer 12004236
Correspondentieadres: Postbus 1156 3860 BD Nijkerk Tel. (033) 247 49 60 Fax (033) 247 49 61
ondernemen met
vaktechniek
VEENHUIS SEPPI-M CHOPPER
Glad werk We ontdekten dat er bij Evax een Veenhuis-Seppi M-choppercombinatie klaar stond voor een Belgische klant, dus reden we daarheen voor een eerste kennismaking. Het bleek niet de eerste klant voor deze machine te zijn, maar het verhaal is er niet minder om. Bij het plaggen van heide en lichte houtopstanden maakt deze machine in ĂŠĂŠn werkgang glad werk. De problematiek is op zich wel bekend. Heide plaggen, het liefst kort, en alle organisch materiaal afvoeren om de bodem zo schraal mogelijk te houden, is wat opdrachtgevers graag willen. In toenemende mate komt daar het opschonen van oude bosgebieden en het verwijderen van bosopslag op verschraalde gronden bij. Fabrikant Seppi M heeft daar de Seppi M Frost Drago voor. Dit is een chopper met een twee meter brede klepelas met om en om gemonteerde beitels om hout te chippen en klepels om groen materiaal als een klepelmaaier te verwerken. Normaal gesproken wordt die machine als bosbouwklepelaar achter in de hef gemonteerd, waarbij het geklepelde materiaal blijft liggen. De machine is echter ook met een afvoerband met blaaspijp leverbaar. In combinatie met de luchtstroom die door de klepels ontstaat, wordt daarmee al het geklepelde product in een aangekoppelde aanhangwagen geblazen. Seppi M claimt hierin uniek te zijn.
52
GRONDIG - Juni 2014
Compacter Wat speurwerk nadien leverde op dat Van Stipdonk Landschapsinrichting in Geldrop als eerste in Nederland met de machine heeft gewerkt. Een aanhangwagen erachter en je gaat het natuurterrein in. Dat kan, maar een beperking is dat de wagen dan toch wat ver achter de klepelaar hangt. Daardoor is het lastig om deze tot achterin vol te blazen. Daarnaast moet je bij het draaien erg oppassen om bij hoge zijwanden van de kipper de pijp heel te houden of niet deels naast de wagen te blazen. Bovendien wil je in natuurterreinen een zo compact mogelijke combinatie om beter te kunnen manoeuvreren. Van Stipdonk bedacht zo deze combinatie en liet die door Jan Veenhuis bouwen. De Beijer Bladel in Hapert en bosbouwbedrijf Vandervelden in het Belgische Hamont-Achel kwamen deze combinatie op het spoor. De combinatie voor Vandervelden stond bij mechanisatiebedrijf Evax in Duizel klaar voor aflevering. Demonstreren in het veld
ging niet vanwege het broedseizoen, maar een proefbaantje trekken wilde Vandervelden zelf ook wel.
In een subframe Jan Veenhuis heeft als vertrekpunt een JVSK 16000-silagekipper gekozen. Aan de voorkant is hier een apart subframe met dissel aangeschroefd, dat desgewenst in zijn geheel kan worden afgenomen. In dit subframe is de Seppi M-unit in een driepuntsophanging bevestigd. Twee cilinders met stikstofaccumulatoren kunnen de Seppi M uitheffen of bodemvolgend laten werken. Twee sleufgaten in de draagarmen zorgen voor de nodige pendeling. Van de Seppi M is de trekbalk verwijderd, omdat die geen nut meer heeft. Verder is de machine geheel origineel gelaten, mede met het oog op inruil op termijn. De machine zit zo dicht mogelijk op de kipperbak om deze tot achterin te kunnen vullen. De bovenkant van de kipper is voorzien van een afdekking van geperforeerde staalplaat. Verder is de achterste as uitgevoerd als naloopas, met een extra besturingsfunctie om achteruit te kunnen sturen of in te grijpen als er een obstakel moet worden omzeild. Daarvoor zou eigenlijk ook de eerste as gestuurd moeten zijn. Exact trekkervolgend zou het mooist zijn. Dat kost echter extra geld en vraagt om een extra opnemer aan de dissel. Volgens Veenhuis is die desgewenst leverbaar.
natuurgebieden met een beperkte manoeuvreerruimte nog een kortere versie te ontwikkelen, met een honderd procent trekkerspoorvolgend meesturend onderstel. Mogelijkheden genoeg om op door te praten met Hissink in Oeken en Jan Veenhuis in Raalte. De geestelijk vader van deze combinatie, Van Stipdonk Landschapsinrichting, werkt inmiddels twee seizoenen naar volle tevredenheid met de combinatie. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann
De Seppi M hangt via de driepuntsophanging pendelend in een apart subframe, dat aan het bestaande Jan Veenhuis-kipperframe is bevestigd.
Even blazen Op een veldje wordt even wat groenbemester bewerkt. Je ziet dat de machine dergelijk groen als een echte klepelmaaier schoon afmaait. De afvoerband spuwt het met grond en al moeiteloos in de kipper. In houtopstanden gaat het niet veel anders. Tot 5 km/u kun je dan heide plaggen en houtopstanden tot vijftien centimeter dikte wegklepelen. Dikke stobben vreet hij, als je met beleid rijdt, compleet op. De beitels zijn erop berekend. Het product, of het nu vers of oud hout is, groen of stobben, wordt allemaal zo verkleind dat het rechtstreeks geschikt is voor compostering. Concreet kun je met deze machine dus alle soorten natuurterreinen in één werkgang schoonscheren zonder noemenswaardig materiaal achter te laten. Ook houtopstanden kan hij tot de grond toe wegscheren. Er is al een coniferenveld tot op de bodem mee kaalgeschoren. Daarna kon de frees erin en was het perceel klaar voor de maïsteelt.
De Seppi M heeft vaste messen en klepelmessen. Dit heeft als voordeel dat natuurgebieden letterlijk kunnen worden kaalgeschoren.
Verderop Drie van deze combinaties heeft Jan Veenhuis nu gebouwd. Eén ervan gaat naar de internationale Seppi M-dag in Italië om daar de mogelijkheden te demonstreren. Deze kan een aftakasvermogen tot 132 kW (180 pk) aan. Seppi M bouwt echter een breed scala klepelmaaiers en bosfrezen, van groot tot klein, met aftakasvermogens tot 368 kW (500 pk). De versies met transportband blijven beperkt tot deze en een kleiner model voor boomgaarden. U kunt echter raden dat andere combinaties ook denkbaar zijn. Misschien is er voor
De kipper is zo kort mogelijk op de pijp gebouwd om hem ook achterin te kunnen vullen. Voor het kippen moet de blaaspijp even worden opgetrokken.
GRONDIG - Juni 2014
53
ondernemen met
vaktechniek
ECONOMIE
Krone investeert Met de nodige trots toonde Krone de pers onlangs de gloednieuwe productielijn voor de Big X-hakselaar, die begin dit jaar in gebruik is genomen. Het bedrijf investeerde ruim tien miljoen euro in de nieuwe productielijn, die in totaal 265 meter lang en 27 meter breed is. De nieuwe productielijn is zo opgezet dat van weerszijden de deelfabricages worden gedaan met elk een eigen tussencontrole. Op het eind heeft Krone een geheel nieuw teststation geplaatst, waarin de hakselaar volledig automatisch wordt getest voor alle praktijkomstandigheden. Zo’n test neemt vier uur per hakselaar in beslag. Krone gaat er in zijn expansiedrift van uit dat de productie van hakselaars de komende jaren zal verdubbelen van 300 naar 600 hakselaars per jaar. Het bedrijf baseert dit op de grote marktpotentie van de afgelopen najaar gelanceerde ‘kleinere’ Big X 480 en 580. Deze twee nieuwe modellen vallen in het segment waarin de grootste aantallen hakselaars worden afgezet. In een wereldmarkt die in totaal 24002500 hakselaars groot is, is de beoogde groei desondanks gerust ambitieus te noemen. De investeringen in de nieuwe productielijn zijn een onderdeel van het actieplan MBK 2015. Daarin staat hoe Krone een duurzame herstructurering van de productieprocessen in de machinefabriek gaat vormgeven. In het afgelopen jaar is naast de nieuwe fabriekshal voor de Big X ook een nieuw opleidings-
NOG GEEN CAO-ONDERHANDELINGEN Verder dan het indienen van wensenlijstjes is het overleg over een nieuwe cao voor de cumelasector nog niet gekomen. Nadat de bonden kennis hadden genomen van de door de werkgevers ingebrachte punten besloten zij het geplande overleg af te zeggen om zich te kunnen beraden over de voorstellen. Van werkgeverszijde was gevraagd om te praten over meer flexibiliteit bij de inzet van uren van het personeel, voorzieningen om ouderen langer aan het werk te houden en aandacht voor de opleiding. Werknemers wilden vooral spreken over inkomensverbetering, werkzekerheid en medezeggenschap. Hoewel de huidige cao per 1 juli afloopt, zal het nog wel even duren voor er een nieuwe overeenkomst is. Eerst zullen de werknemers weer een afspraak moeten willen plannen.
54
GRONDIG - Juni 2014
centrum gebouwd. Er wordt op dit moment volop gewerkt aan een nieuw technologiecentrum. De Krone-groep heeft vorig jaar een omzet geboekt van bijna 1,5 miljard euro. In vergelijking met het boekjaar 2012-2013 is dat een stijging van zeven procent. Van de totale omzet is dertig procent behaald in Duitsland. Volgens de fabrikant blijft de belangrijkste omzetbron de sector opleggers. Die sector is goed voor een omzet van 925 miljoen euro. Ten opzichte van een jaar eerder is dat een stijging van vijf procent. Vorig jaar zijn er 35.000 opleggers geproduceerd. De omzet van de Krone-landbouwmachines heeft een record bereikt: 564 miljoen euro. Een jaar eerder was dat 512 miljoen. In de fabriek in het Duitse Spelle zijn in een jaar 25.000 machines geproduceerd. 29 procent daarvan blijft in Duitsland, 21 procent gaat naar Centraal-Europa, drie procent wordt afgezet op de Scandinavische markt, zeventien procent wordt geëxporteerd naar Oost-Europa en dertig procent gaat naar overzeese markten als Australië, Japan, Amerika, Nieuw-Zeeland en China.
SENAAT AKKOORD MET AANGEPASTE PENSIOENOPBOUW Afgelopen maand zijn de plannen voor een aangepaste pensioenwetgeving ook goedgekeurd door de Eerste Kamer. Het betekent dat het opbouwpercentage daalt naar maximaal 1,85 procent. Bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw is dit nu nog 1,95 procent. Het betekent dat er vanaf 1 januari 2015 minder pensioen wordt opgebouwd. Het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw beraadt zich nu wat dit voor gevolgen heeft voor de huidige deelnemers. In de praktijk zal dit betekenen dat het moeilijker wordt om het vastgestelde pensioendoel te halen. Op de korte termijn heeft het voor de werknemer als voordeel dat hij een iets hoger netto loon krijgt, omdat de pensioenafdracht daalt. Het kabinet hoopt dat hierdoor de bestedingen toenemen, wat een positief effect heeft op de economie.
IN KORT BESTEK Beste Jan,
CUMELA-KOMPAS ANALYSE: HOGE MACHINEKOSTEN BIJ KLEINE BEDRIJVEN Het lijkt logisch: hoe kleiner het bedrijf, hoe hoger de machinekosten, zoals te zien is in deze grafiek. Toch is het iets om over na te denken. De vraag is namelijk of je als klein bedrijf dan niet te veel machines hebt om voldoende rendabel te kunnen draaien. Opvallend is dat de bedrijven met een bruto marge van € 370.000,- tot € 840.000,- nog iets hogere machinekosten hebben. Dit blijkt vooral te worden veroorzaakt door iets hogere brandstof- en onderhoudskosten. Deze bedrijven hebben door relatief hoge machinekosten wel de laagste arbeidskosten per euro bruto marge. De kleinere bedrijven blijken duidelijk moeite te hebben om de beschikbare arbeid en machines goed in te zetten. Uit de achterliggende cijfers blijkt dat zij ook de laagste omzet per werknemer halen. Naarmate bedrijven groter zijn, zien we dat zowel de huisvestingskosten, de algemene kosten als de rentekosten per euro bruto marge lager liggen. Dit draagt mede bij aan het betere rendement van grotere bedrijven. Deze bedrijven hebben in de kostenverdeling ook een betere verhouding tussen machine- en personeelskosten. Het geeft aan dat in de opbouw van de kostprijs de investeringen in materieel een kleinere rol spelen. Hier zijn de arbeidskosten de grootste kostenfactor in de bedrijfsvoering en dat betekent dat sturen op het zo goed mogelijk inzetten van de beschikbare arbeid direct een beter resultaat geeft. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn, tel. (033) 247 49 99, of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.
ARBEIDS- EN MACHINEKOSTEN PER BEDRIJFSGROOTTE Arbeids-‐ en machinekosten per bedrijfsgrooFe Percentage t.o.v. bruto marge
55,0% 50,0% 45,0%
Arbeidskosten
40,0%
Machinekosten
Ik heb een cultuurtechnisch werk gegund gekregen dat voor 1 maart klaar moet zijn. Door een procedurefout heeft de opdrachtgever het werk moeten opschorten, waardoor het werk op z’n vroegst na 15 juli kan worden hervat. Ik heb de bewaakte bouwplaats al ingericht, hout aangevoerd en een platenbaan aangelegd. Doordat het werk vertraagt, lijd ik schade en zijn er bijkomende kosten.
Beste aannemer, Stagnatie of uitstel van de werkzaamheden komt met regelmaat voor. De opdrachtgever is op grond van paragraaf 14, lid 1, van de UAV gerechtigd om een werk (tijdelijk) te schorsen. De UAV regelt in diezelfde paragraaf hoe opdrachtgever en opdrachtnemer met elkaar omgaan met betrekking tot de uitbetaling van reeds uitgevoerd werk, leveranties en eventuele bijkomende kosten. Als daarnaast vertragingsschade optreedt, moet u zo spoedig mogelijk de opdrachtgever schriftelijk in kennis stellen; verzuim kan leiden tot afwijzing van die kosten. U hebt daarbij de verplichting alles in het werk te stellen om de schade te beperken; u dient daarin “voortvarend te handelen”. Moet u daarvoor in overleg kosten maken, dan worden die vergoed. Denk in uw geval aan het in stand houden van de platenbaan en de bewaakte bouwplaats. Op basis van jurisprudentie staat onomwonden vast dat u recht heeft op schadevergoeding bij vertraging door toedoen van de opdrachtgever. Uitgangspunt is dat de aannemer aard en omvang van door hem geleden schade dient te bewijzen. Arbiters en rechters achten bij het bepalen van de schade de begroting van de aannemer, de planning, de weekrapporten, de bouwverslagen en specifieke documenten als stortbonnen en begeleidingsformulieren van groot belang. Ook nu weer blijkt hoe belangrijk het is dat projecten administratief op orde zijn. Voor vergoeding komen in aanmerking winstderving, gederfde dekking algemene kosten, bouwplaatskosten, stilstandkosten van personeel en materieel, inefficiëntie, leegloopuren, acceleratiekosten, extra loonkosten, extra reis- en verblijfkosten, extra opruimwerkzaamheden, demobilisatiekosten, extra kosten van de bankgarantie en de CAR-verzekering en afspraken met leveranciers en onderaannemers. Vaak wordt gevolgschade en/of de invloed op andere werken vergeten. Ook een ander jaargetijde waarin de werkzaamheden alsnog worden uitgevoerd, kan van invloed zijn. Vertragingsschade moet zo goed mogelijk en zo gespecificeerd mogelijk aannemelijk worden gemaakt. Daarbij past het niet staartkosten als percentage op te voeren; ook die zult u hard moeten maken. Neem in uw opbouw redelijkheid en billijkheid mee en zorg voor een gedegen onderbouwing.
35,0% 30,0%
0 370.000
370.000 840.000
840.000 1.330.000
Omzet
1.330.000 2.855.000
Jan van der Leij Beleidsmedewerker GWW CUMELA Nederland
GRONDIG - Juni 2014
55
ondernemen met
cumela
CUMELARIA
PASSEND AFSCHEID VAN WIM HOPMANS Begin mei 2014 namen de collega-bestuursleden van de afdeling Noord-Holland op gepaste wijze afscheid van bestuurslid Wim Hopmans. Tijdens een diner in restaurant La Mère Anne in Oudendijk werd Wim bedankt voor zijn ruim negen jaren inzet en betrokkenheid bij het bestuur van Noord-Holland. Hij heeft samen met andere bestuursleden de contactdag in Noord-Holland op de kaart gezet. Tevens staat bij Wim het algemeen belang van de loonwerksector hoog in het vaandel en dit draagt hij ook uit in de regio. In de periode 2010-2013 hebben Wim en zijn vrouw Nel het bedrijf overgedragen aan hun opvolger Ramon Veldboer. Wim Hopmans blijft actief in de regio, onder meer op het gebied van scholing en verkeerszaken. Op de contactdag van Noord-Holland in het stadion van Volendam werd er door CUMELA-directielid Michiel Pouwels ook stilgestaan bij het afscheid van Wim Hopmans.
BEDRIJFSOVERNAME BIJ GVNA
AMATECHNICA IN DE ROOS
Een kleine veertig belangstellenden kwamen op woensdagavond 4 juni 2014 naar het bedrijf van collega en bestuurslid Herman Wouters in Zuidoostbeemster. Het onderwerp van deze bijeenkomst van studieclub GVNA was bedrijfsovername en werd ingeleid door het verhaal van Herman Wouters, die vertelde over zijn overname van het bedrijf van Gerard de Goede. Vervolgens vertelde Gerard de Goede zijn kant van het verhaal. Voor de ene persoon is dat een proces van loslaten en voor de jongere generatie is het een proces van profileren in het bedrijf en in de markt. Vervolgens gaf Erna Berends van CUMELA een presentatie over euro’s en emoties, waarbij familiebedrijven en het overnemen ervan centraal stonden. Daarna kwamen een aantal valkuilen aan de orde, samen te vatten in communicatie, verschillende verwachtingen en loslaten. Spontaan vertelde een aantal van de aanwezige personen over hun situatie en het traject van bedrijfsovername. Na de bijeenkomst was er voldoende stof tot napraten en daar maakten de aanwezigen dankbaar gebruik van.
In stijl kwamen de amazones te paard en de gelijknamige machines aan trekkers gehangen op voor het tweejaarlijkse evenement bij fabrikant Amazone in Hasbergen Gaste. Amatechnica is een mix van velddemo’s, presentaties van langjarige veldonderzoeken, nieuwe machines in de praktijk en natuurlijk vermaak, netwerken en een afsluitend feest. Dit jaar was er veel belangstelling voor Amazones nieuwe Cayron-ploeg, die voor velen het eerst de grond in ging. Meer beelden en informatie op Grondig.com
GALAGAAF! Natuurlijk verschenen er de prachtigste Bentleys, Rollsen en ander historisch mobiel ijzer voor de afsluitende gala-avond. Sophie en Minke verschenen dankzij loonwerker Ron de Wit uit Haastrecht echter op ongekend hoog niveau. Met een knipoog naar de leraren die wel eens vraagtekens zetten of het ooit goed zal komen met deze losbollen. Ja dus, want juist zij kregen alom groots applaus voor deze originele presentatie. Leukere galafoto’s? Mail ze naar grondig@cumela.nl. Benieuwd wie dit niveau gaat ‘overtreffen.’
56
GRONDIG - Juni 2014
GEKRUID WIJ WERKEN GRONDIG Op de TKD troffen we de eerste ‘Wij werken Grondig.com’stickers aan: bij grondverzetbedrijf Dunnink te Staphorst op het portier, bij Loon- en verhuurbedrijf Out op het contragewicht en op de mast van het Leica 3D-besturingssysteem en bij Vink bij de Hammel-voorbreker en zeefcombinatie op de container met eindproduct. Voor ons een aanleiding voor de actie. Wie plakt onze sticker ‘Wij werken Grondig.com’ op de meest verrassende, uitdagende, mooie, opvallende en passende plek? Met als inzet een reportage op uw bedrijf als u de mooiste foto instuurt. Sticker kwijt, of wilt u er een paar extra? Even een mailtje naar grondig@cumela.nl.
TKD-PROMOTIE Geen folders uitdelen op de TKD? Zelfs geen plek om te staan? Is te regelen als je slim bent. En dus stond er op de route naar de TKD groots de 8x8-offroad-Ginaf van Job Rikken uit Rutten. En als klap op de vuurpijl had deze cumelaondernemer de auto’s op het parkeerterrein geflyerd. Daar zal niet iedereen blij mee zijn, maar als het een paar goede contacten oplevert, heb je de buit wel mooi binnen.
Lest best Dit is denk ik wel het moeilijkste stukje in al die veertien jaar dat ik voor dit blad schreef. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het is mijn laatste column. Het begon in de zomer van 2000, toen ik een stukje schreef over het gebruik van de portofoon in ons bedrijf. Vervolgens passeerden alle jaargetijden, van zaaien tot oogsten, met te veel zon, langdurige regen en storm en sneeuw tijdens de feestdagen. Ook onze kinderen waren dikwijls een dankbaar onderwerp van gesprek en zo nu en dan ook de perikelen rond het personeel. En dan vooral de lange dagen die we maakten en de korte nachten die erop volgden. Eén en ander werd geregeld opgesmukt met gebeurtenissen of uitspraken van (vaak leuke, soms lastige) klanten, zowel boeren, burgers als buitenlui. Meestal kostte het mij geen hoofdbrekens om weer een verhaaltje te schrijven. Er was altijd wel wat. Dat was ook steeds mijn drive om te schrijven. “Zolang er hier genoeg gebeurt, blijf ik wel schrijven“, zei ik, en dat lukte gewoon. Een enkele keer gebeurde er zo veel tegelijk dat ik ‘op voorraad schreef’, maar ook al te vaak stuurde ik op de valreep nog een stukje. Grappig om te vermelden is misschien wel dat ik de eerste columns gewoon met pen en papier schreef en via tante Pos verzond of per fax verstuurde (wat ook nog wel eens mis ging, omdat twee vellen papier elkaar onbedoeld overlapten). Ik schrijf ze nog steeds in het klad op papier, dan gaan ze naar de censuurcommissie en vervolgens per computer naar Nijkerk, piece of cake. Dat heeft wel weer tot gevolg dat ik aardig wat ruimte inneem met ‘mijn documenten’ in het postvak en bij de opgeslagen documenten. Inmiddels heb ik alles uitgeprint en in een map gedaan, zodat ik toch nog eens even terug kan kijken op veertien jaar gekruide schrijfsels. “Afscheid nemen is met zachte vingers wat voorbij is dichtdoen en verpakken in de goede gedachten der herinnering.” Dat doe ik bij dezen. Ik bedank u allemaal voor alles, dat u mijn stukjes altijd las. Ik dank ook voor alle leuke reacties die ik in de loop der jaren van iedereen heb gekregen. Het heeft me wel eens verrast om te zien wie er allemaal Grondig leest. Wie weet ontmoeten we elkaar wel eens ergens. Ik wens degene die mij opvolgt veel succes. Voor de laatste keer mijn hartelijke groeten en vooral: het ga u allen goed!
Heleen van der Vegt, Loonbedrijf Van der Vegt, Mariënheem
GRONDIG - Juni 2014
57
Zandlaan 29, 6717 LN Ede T 088 020 6400 E info@ptcplus.com www.ptcplus.com
Trainerstalent gezocht!
Wij zoeken
Allround tAgrraraiscihne Teecrhnsiek en Mobiele Techniek ie en de ambitie om PTC+ heeft een rijke histor groeien als marktleider (inter)nationaal door te de ngen en opleidingen in op het gebied van traini ati chniek. Meer inform e agri-techniek en koudete : www.ptcplus.com vind je op onze website
Ben jij enthousiast en toe aan een nieuwe uitdaging?
Reageer direct!
Ben jij aan een professionele uitdaging toe? dbouwmechanisatie Ben je werkzaam in de lan heb je HBO werk- en of grondverzet-sector en je unicatief vaardig en vind denkniveau? Ben jij comm ’s sionele sfeer met collega het leuk om in een profes Ben van klanten in te vullen? constante kennisbehoefte je in n van deelnemers en ben + jij vaardig in het motivere C te coachen? Dan biedt PT staat goed te luisteren en elen carrière verder te ontwikk bijzondere kansen om je
Allround trainer rs met HBO werk- en PTC+ is op zoek naar traine ere iseerd zijn in één of meerd denkniveau die gespecial en: van de volgende vakgebied • Hydrauliek • Elektrotechniek • GPS • Spuiten
Ben jij onze nieuwe Allround trainer? Stuur dan een brief naar PTC+, t.a.v. Sylvia Diekema, Postbus 32, 6710 BA Ede of mail naar S.Diekema@ptcplus.com. Een assessment kan deel uitmaken van de selectieprocedure.
Bekijk de volledige vacature op onze website: www.ptcplus.com
www.recyclingmachines.nl Hout- & afvalrecyclage * Compostdraaiers * Trommelzeven * Zeef,- & breekmachines VAN BEMMEL machineimport
Lorentzlaan 14 3401MX Ijsselstein
TEL +31 (0) 30 6868100
info@vanbemmel.com
DE MAAIARM SPECIALIST voor maaiarmen van 2 tot 8 m Standaard telescopische arm en MAGNUM 64 PK pomp op de MAROLIN MT 150 S
Voor meer info:
Buurtweg 42 6971 KM Oeken tel. 0575 476555 www.hissink-oeken.nl
MAROLIN armklepelmaaier met speciale hydraulische armverstelling naar voren
Mej oew gres zo! Professionele hydraulische armklepelmaaier met telescopische arm en 90° rotatiebereik voor reinigen van sloten, maaien van heggen, struiken en gras.
ondernemen met
cumela
CUMELA.NL
BOETES FRAUDE ARBEIDS- EN RUSTTIJDEN VRACHTVERKEER VERHOOGD
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
AANZEGTERMIJN UITGESTELD
De boetes voor het sjoemelen met de tachograaf in het vrachtverkeer zijn sinds 31 mei jongstleden fors verhoogd. De Inspectie Leefomgeving en Transport gaat manipulatie van de tachograaf fors bestraffen. Door met de tachograaf te frauderen, wordt er gemanipuleerd met de arbeids- en rusttijden. Werkgevers die hun werknemers de arbeids- en rusttijden laten overtreden, kunnen rekenen op een boete van € 4400,-. Voor de chauffeur die als werknemer werkt, is de boete verhoogd naar € 1500,-. De aanscherping van het sanctiebeleid moet bedrijven en chauffeurs stimuleren tot een correcte registratie van de arbeids- en rusttijden.
De Eerste Kamer heeft op 3 juni uitgebreid gedebatteerd over het wetsvoorstel van de Wet werk en zekerheid. De minister heeft aangegeven de voorgestelde wijzigingen voor de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die beoogd waren voor invoering per 1 juli aanstaande, te zullen uitstellen. Die wijzigingen zullen, als de Kamer met het wetsvoorstel instemt, niet eerder ingaan dan per 1 januari 2015. De Eerste Kamer stemt op 10 juni 2014 over het wetsvoorstel. Het betreft de voorstellen: • Geen proeftijd meer mogelijk voor arbeidsovereenkomsten van zes maanden of korter. • Aanzegtermijn, de arbeidsovereenkomst van zes maanden of langer opzeggen. • Geen concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. • Geen arbeid, geen loon geldt per ketting van arbeidsovereenkomsten.
WERKEN BIJ HET SPOOR: DIGITAAL VEILIGHEIDSPASPOORT IS VERPLICHT
NIEUWE ARBOCATALOGUS: WERKEN OP OF AAN HET WATER
Iedereen die in opdracht van ProRail werkzaamheden verricht in de gevarenzone A, nabijheidszone B of op een bouwplaats, dient sinds 1 mei 2014 in het bezit te zijn van een Digitaal Veiligheidspaspoort. Op www.digitaal-veiligheidspaspoort.nl vindt u alles wat u hierover moet weten.
In de nieuwe arbocatalogus Werken op of aan het water vindt u praktische tips en adviezen om veilig en gezond te werken op of aan het water. Als u controle krijgt van de Inspectie SZW beoordeelt zij of u werkt volgens de adviezen die hierin staan beschreven. U vindt deze arbocatalogus op www. agroarbo.nl.
IN MEMORIAM WILLY KUSTERS Op zaterdag 31 mei overleed Willy Kusters, nog maar 48 jaar oud. Hij is bijna 22 jaar werkzaam geweest bij CUMELA Nederland. De collega’s bij de organisatie herinneren hem als een fijne en meelevende collega, maar bovenal als een deskundig specialist voor cumelabedrijven. Als een medewerker die kritische vragen durfde te stellen, maar er door zijn rust en het vermogen om met mensen om te gaan altijd een goed gesprek van wist te maken. Willy trad niet snel op de voorgrond, maar hij was er wel altijd bij. Een stille werker, goed voorbereid, met een open oor luisterend en altijd met het belang van de cumelasector en de cumelabedrijven voor ogen. In de jaren waarin hij voor de organisatie werkte, begeleidde hij vele bedrijven bij het opzetten van managementsystemen. Bij Willy was dat geen boek dat uit de kast werd getrokken, maar maatwerk dat paste bij het bedrijf. De laatste jaren was hij vooral actief bij de begeleiding van bedrijfsoverdrachten en werkte hij als managementcoach voor bedrijven die hun bedrijfsvoering wilden verbeteren. Willy Kusters was er bedreven in, had er het geduld en de overredingskracht voor en hij voelde en toonde zich betrokken bij de ondernemers en hun keuzes. Veel bedrijven gaven er na zijn overlijden ook blijk van gewaardeerd te hebben hoe hij hen ondersteunde bij het verbeteren van de bedrijfsprestaties en bij het verbeteren van de kwaliteit van ondernemers en medewerkers. In zijn werk was Willy Kusters een voorbeeld voor de bedrijven die hij begeleidde. Altijd goed gedocumenteerd en precies in het nakomen en vastleggen van afspraken. Slechts weinig collega’s zullen bij het nakijken van de computer over de stand van zaken zo’n helder beeld geven van gemaakte afspraken en uitgevoerde werkzaamheden als Willy Kusters. Dat nakijken was nodig nadat Willy in het weekend van 18 mei onwel was geworden bij het hardlopen. Natuurlijk voor zijn eigen gezondheid, maar in dit geval in het kader van een sponsorloop. Hoewel er artsen vlak achter hem liepen en de ambulance snel ter plaatse was, mocht de reanimatie uiteindelijk niet baten. Na twee weken van onzekerheid kwam op de avond van zaterdag 31 mei een einde aan zijn leven als gevolg van opgelopen hersenbeschadigingen.
60
GRONDIG - Juni 2014
VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de sectievoorzitters van CUMELA Nederland. Deze maand Jaap Uenk, voorzitter van de sectie Meststoffendistributie.
OOK OP CUMELAT.NL • Filmverslag: praktijktraining Bemesten is Vakwerk. • Promotiefilm: rijenbemesting met drijfmest in maïs. • Pas op voor giftige gassen uit graskuilen. • Pootgoedsector voert hygiëneprotocol Ringrot in. • Annie Schreijer en Jan Huitema met voorkeurstemmen gekozen in Europees Parlement. • Per direct (tijdelijk) verbod op het gebruik van metam-natrium (Monam). • Wie biedt grasonderzaai bij maïsteelt aan?
CUMELA EXCLUSIEFARTIKELEN Deze digitale Grondig-artikelen lezen leden gratis op Cumela.nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt downloaden en printen. • Janssen is de naam! Met een goed communicatie- en marketingplan zet u uw bedrijf op de kaart. • Hoe presteert uw bedrijf? Stel prestatie-indicatoren op om de organisatie juist aan te sturen. • Kan een zieke medewerker op vakantie? De wet inzake vakantiedagen is twee jaar geleden gewijzigd. • Voorkomen van graafschade is in ieders belang. Liander Schadepreventie helpt grondroerders.
VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL •H oe dienen de feestdagen in mei 2014 beloond te worden? • Moet een aanhanger achter een voertuig met GV-kenteken ook een kentekenplaat hebben? • Hoe hard mag ik met een aanhangwagen met witte kentekenplaat in Duitsland rijden? • Mijn bedrijf is gecertificeerd en daarvoor hebben wij een handboek samengesteld. Nu hoor ik dat er ook een webbased handboek bestaat. Wat is dat?
Gezocht met spoed: een mestregisseur De discussie over nut en noodzaak van mestverwerking is gevoerd. De overheid helpt met verplichte mestverwerking en ook bij locaties en vergunningen is ze aan zet. Aan de andere kant dendert dezelfde overheid door met beperkingen voor de veehouderij. Het bedrijfsleven moet nu echt aan de slag met mestverwerking. Naast meer melkkoeien steeg in 2013 ook het fosforgehalte in het krachtvoer. De fosfaatproductie van melkvee steeg in 2013 met vijf miljoen kilogram. De melkveehouderij zit nog maar drie miljoen kilogram onder het afgesproken plafond van 84 miljoen, terwijl het melkquotum er nog niet eens af is. De urgentie is nog niet algemeen doorgedrongen. Veehouders investeren niet graag als het alleen maar geld kost. Ook zich binden aan een langjarig contract met kosten is zo’n drempel. Wachten op goedkoper is dan de strategie. Meldt zich zo’n initiatief in de markt, dan verlamt dit de bestaande initiatieven. Deze krijgen dan niet voldoende mest gecontracteerd. Of zo’n goedkoper lijkend initiatief op realisme is gebaseerd, doet er kennelijk niet toe. Wie zorgt voor de oplossing van deze ‘gijzeling’? Natuurlijk zijn de veehouders zelf verantwoordelijk voor het bedrijfsoverschot, maar alleen krijgen ze de mestverwerking ook niet van de grond. En wat als die opnieuw niet van de grond komt? De risico’s om te investeren worden al maar groter en er ontstaat een negatieve spiraal. De cumelasector heeft belang bij een sterke en gezonde veehouderijsector. Er is snel een mestregisseur nodig. Die moet ervoor zorgen dat in Nederland de bodemvruchtbaarheid op peil kan blijven en dat tegelijkertijd het landelijk mestoverschot verantwoord wordt verwerkt. Wie biedt zich aan: LTO/NVV, veevoersector, Rabobank, NZO? Of moet de intermediair het (blijven) doen?
NIEUWE LEDEN De afgelopen periode hebben zich vijf nieuwe leden ingeschreven bij CUMELA Nederland. • Vrenken Loonbedrijf Roggel • R. Vossebeld Handelsonderneming Beemte Broekland • De heer R.P.M. Koole Hulst • Agro Service K.W. Brand Dordrecht • Loonbedrijf D. Bakker Wieringerwerf
Jaap Uenk, Voorzitter sectie Meststoffendistributie
GRONDIG - Juni 2014
61
ondernemen met
cumela
SOCIALE ZAKEN
“Het gaat om de balans” Hoe houd je je werk leuk? Hoe motiveer je werknemers? Hoe houd je ze gezond? Hoe voorkom je uitval? En, ook heel belangrijk: hoe bewaar je als ondernemer zelf de balans tussen werk en privé? Wat blijkt? Werkplezier en humor op de werkvloer zijn onontbeerlijk.
match ik dat? Je hebt zelf invloed op die balans.” Keuzes maken begint al bij de vorm van het bedrijf. Kies je voor een bedrijf met veel of weinig personeel? Doe je het agrarisch werk eruit om op zaterdagen en avonden meer rust te hebben of geeft dat werk je juist energie? Delegeer je zaken wel of niet? “Het is van groot belang om je bewust te zijn van je energieslurpers en energiegevers. Als je je daar bewust van bent, kun je er iets aan veranderen.” Ze geeft een voorbeeld. “Problemen met personeel zijn lastige situaties en als je er niks aan doet, blijft het in je hoofd rondmalen en slurpt het dus energie. Het beste is om direct op de desbetreffende werknemer af te stappen en te vertellen wat je dwarszit. Begin daarbij niet met een oordeel, maar begin je zin met ‘ik zie dit’ of ‘ik bemerk dat’. Als de werknemer daar geen antwoord op heeft, dan is het klaar en heb jij je best gedaan. Het is dan de keuze aan jezelf om er niet over te blijven malen. Durf dus dingen los te laten, stel prioriteiten en geniet van de dingen die goed gaan. Volle dagen zijn goed, maar stress is slecht.”
Werkvermogen Werkplezier houd je ook door het personeel betrokken te houden. Mooie momenten vieren is een mogelijkheid. Ook al is dat voor de gezondheid soms weer wat minder.
Tijdsdruk, een planning die plotseling verandert, conflictsituaties op de werkvloer, ontevreden klanten. In het dagelijks werk komen we heel wat zogeheten energieslurpers tegen, die het werkplezier naar beneden halen. Hoe houd je je werk dan toch leuk? Bianca Brouwers, trainster bij Stigas, heeft het antwoord: “Het gaat om de balans. Energieslurpers kom je tegen in je werk, maar het is daarbij belangrijk dat er ook energiegevers tegenover staan. Denk aan sporten, aandacht kunnen geven aan het gezin, dingen voor jezelf kunnen doen. Die balans is het belangrijkst om je werk leuk te houden.” Maar hoe houd je die balans? Je kunt om drie uur ’s middags wel zeggen “Ik stop ermee en ga wat leuks voor mezelf doen”, maar dan blijft het werk liggen. “Je moet keuzes durven maken”, stelt Brouwers. “Wat vind ik wel leuk en wat niet en hoe
62
GRONDIG - Juni 2014
Vaak als het op het bedrijf goed gaat, is er te weinig tijd over voor privé. Keuzes maken is moeilijk, geeft Brouwers toe. “Als op een machine een lampje gaat branden dat er iets mis is, doen we daar iets aan. Als onze eigen energie op is, doen we niets en gaan we door. Maar ook dan moet je actie ondernemen. Alles draait om je werkvermogen, de mate waarin je lichamelijk en geestelijk in staat bent om arbeid te verrichten.” Stigas ontwikkelde de WerkVermogensMonitor. Dit is een vragenlijst op basis waarvan het werkvermogen wordt bepaald. De uitkomst laat zien welke onderdelen binnen werk en privé de balans kunnen verstoren en hoe deze zijn te beïnvloeden. “Het is een voorspeller van verzuim, arbeidsongeschiktheid, vroegpensioen en verminderde productiviteit”, legt Brouwers uit. “Daarbij gaan we uit van BRAVO: Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding en Ontspanning. Het zijn allemaal zaken die invloed hebben op het werkvermogen.” Daarbij draait het niet alleen om de werkgever. Ook de werknemer wordt hierin meegenomen. Hoe houd je je personeel gezond, hoe zorg je ervoor dat de medewerker plezier houdt
in zijn werk? “Het is een goed gespreksinstrument tussen werkgever en werknemer. Behalve dat de werkgever zaken kan signaleren op individueel niveau wordt de medewerker meer bewust van zijn werkvermogen en werkplezier.”
Humor Om werkplezier te behouden, is humor op de werkvloer ook een belangrijke factor. “Humor houdt je op de been en daardoor kun je beter met stress omgaan”, stelt Martha Jong van Jobtraining. “Stress mag, maar moet wel worden afgewisseld met humorpauzes. We zouden meer geintjes uit moeten halen en vaker complimenten uitdelen. Ieder mens heeft behoefte aan waardering.” Ze somt op: “Humor vermindert boosheid, verzacht leed, relativeert de ernst van de situatie, zorgt voor een beter geheugen, is goed voor de teambuilding en dus goed voor de sfeer. Is een ideale collega niet iemand met humor? Iemand die prettig in de omgang is en zichzelf iets minder serieus neemt? We zouden vaker humor in werksituaties moeten gebruiken”, stelt ze. “Het schept verbinding. Denk aan een goed nieuwsmuur. Beplak een muur waar iedereen ’s ochtends langs loopt met leuke nieuwtjes. Iedereen gaat geheid lachend aan de slag. Plezier leidt tot gezondere medewerkers.”
De organisatie van een open dag kan een positief gevoel en trots geven over het eigen bedrijf.
Humor op de werkvloer • Richt een geheime humorclub op, die kleine dingen onderneemt om andere werknemers te verrassen. • Start een vergadering met anekdotes. • Haal een afdelingsplant in huis en geef hem een naam. • Deel ijsjes uit tijdens een verhitte meeting. • Geef elke dag een compliment. • Deel successen: koop bijvoorbeeld een grappige deurmat en laat degene erop springen die een succesje heeft behaald. • Deel stickers uit aan collega’s die goed hebben gepresteerd. • Maak een goed-nieuwsmuur.
TEKST: Marjolein van Woerkom FOTO: Cumela Communicatie
Advertentie
Ongeëvenaarde prestaties in alle werkomstandigheden!
Laadbak uit Hardox 450 staal Trans-KTP Hoge kipstabiliteit van 9 tot 27T Soepelheid en wendbaarheid op alle terreinen
Trans-SPACE
Groot trekgemak Conische monocoque laadbak Stevigheid en betrouwbaarheid
Tel: 0032 43 77 35 45 www.joskin.com
3 JAAR
GARANTIE
GRONDIG - Juni 2014
63
ondernemen met
cumela
SOCIALE ZAKEN
“Geweldig om je kinderen te zien opgroeien” ‘Gewoon’ doorwerken (deel 3) In Grondig wordt in drie afleveringen aandacht besteed aan het onderwerp levensfasebewust personeelsbeleid onder de titel ‘gewoon’ doorwerken. In sommige situaties is ‘gewoon’ namelijk niet altijd gewoon en vergt het van zowel werkgever als werknemer de nodige creativiteit en inspanning om te zoeken naar de juiste samenwerking. Peter van Santen (36 jaar) is al ruim tien jaar werkzaam bij Gebr. Van der Poel in Oud Ade, in het Groene Hart van ZuidHolland. Het bedrijf van Dammie van der Poel heeft ruim dertig werknemers in dienst en is gespecialiseerd in agrarisch loonwerk, grondverzet, baggerwerk en aanleg en onderhoud van beschoeiingen. Peter is bij Gebr. Van der Poel in dienst gekomen met een handicap. Bij zijn vorige werkgever heeft Peter in 1998 een bedrijfsongeval gehad, waarbij hij door beknelling zijn linkerarm is kwijtgeraakt. Zijn passie voor het agrarisch loonwerk heeft hij behouden. “Peter is één van mijn beste trekkerchauffeurs en hij kan zeer behendig
64
GRONDIG - Juni 2014
met zijn handicap omgaan”, vertelt Dammie van der Poel. “Hij rijdt een tractor met automaat. Sommige zaken gaan natuurlijk langzamer, zoals het verwisselen van de folierollen van de balenpers”, aldus de ondernemer. “Uiteindelijk heb ik mijzelf een aantal trucs aangeleerd om diverse klussen te kunnen klaren”, verklaart Peter. “Het gaat prima zo.”
Vierdaagse werkweek Na de geboorte van zijn dochter in 2006 legde Peter bij zijn werkgever de vraag neer of hij vier dagen per week kon werken. Zijn vrouw Judith heeft een goede baan in de zorgsector en wilde de opvoeding en zorg voor de kinderen graag samen verdelen. Aan de ene kant vond Peter het wel spannend hoe Dammie zou reageren, maar in zijn ogen zou het ‘moeten’ lukken. “Ik stond niet meteen te juichen en heb gezegd dat ik er enkele dagen over moest nadenken”, vertelt Dammie. Peter is een waardevolle kracht voor het bedrijf. Een simpelweg ‘nee’ zou kunnen betekenen dat Peter op zoek zou gaan naar een andere baan of mogelijk met tegenzin vijf
dagen per week zou komen werken. Samen met de planner heeft Dammie de mogelijkheden bekeken, want uiteindelijk moet de planner het werk goed georganiseerd krijgen. De werkweek van Peter bestaat nu uit 36 uur, verdeeld over vier dagen van negen uur. Als er minder uren op een werkdag worden gemaakt, wordt dit weer verrekend met eventuele overuren. Op elke dinsdag heeft Peter vrij en neemt hij de zorg voor de kinderen op zich. “Gelukkig stelt Peter zich flexibel op”, stelt Dammie vast. “Vooral in het zaai- en oogstseizoen kunnen we op hem rekenen en is hij bereid om langere dagen en op zaterdag te werken. Als we op zijn vrije dag echt omhoog zitten, probeert hij toch te komen en dan zorgt zijn schoonmoeder voor de kinderen. Fijn dat dit op deze wijze wordt opgelost.”
langere periode schouwwerkzaamheden met een maaiboot uitgevoerd.” In het begin was Dammie een beetje bang voor precedentwerking, want als er één schaap over de dam is, volgen er meer. Toeval of niet, maar intussen werken er meerdere collega’s vier dagen per week. Een werknemer van 63 jaar maakt gebruik van de seniorenregeling en een voorman beschoeiingen van 52 jaar heeft ook gekozen voor een vierdaagse werkweek, want er is meer dan werken alleen. “Uiteindelijk draagt het bij aan een positieve werksfeer binnen ons bedrijf”, zegt Dammie. “Het wordt gewaardeerd dat je als werkgever meedenkt.” TEKST & FOTO’S: Marie-José Lamers
Papadag Peter is vader van drie kinderen: Loek (13), Tess (7) en Daan (5). “In dit werk ben je vaak vroeg van huis en laat terug en dan kan het voorkomen dat je door de week de kinderen helemaal niet ziet”, zegt Peter. Hij vindt het super om de kinderen van baby af aan te zien opgroeien en zou het erg jammer hebben gevonden als hij deze fase had moeten missen. Hij haalt de kinderen tussen de middag van school en gezamenlijk eten ze een boterham. Dit brengt veel rust in de thuissituatie. “Om zes uur staat het avondeten klaar, zodat iedereen aan tafel kan als mijn vrouw Judith terug komt van haar werk.” Nu de kinderen iets groter zijn en naar school gaan, heeft Peter meer tijd gekregen om ook andere zaken aan te pakken op zijn vrije dag. Op het moment is Peter druk bezig met een verbouwing. Verder zorgt Peter dat de administratie op orde is en kan hij op deze dag belangrijke afspraken inplannen zonder vrij te hoeven vragen. De collega’s zijn er inmiddels aan gewend dat Peter er op dinsdag niet is. Peter woont nog geen tien minuten van het bedrijf vandaan en komt zijn collega’s wel eens tegen op zijn vrije dag. Dan wordt er over en weer wel eens een grap gemaakt. Peter: “Ik krijg eerder een opmerking van mijn collega’s als ik wél aan het werk ben op mijn vrije dag. ‘Wat doe jíj nu hier?’, krijg ik dan te horen.”
Goede vervanging Op de vraag of een vierdaagse werkweek alleen haalbaar is bij de grotere cumelaondernemers haalt Dammie zijn schouders op. “Je moet goede afspraken met elkaar maken en natuurlijk met je opdrachtgevers. Om een vierdaagse werkweek te kunnen laten slagen, is een goede vervanging cruciaal, of dit nu een collega is of een zzp’er. Wanneer ze het vak goed beheersen, maakt onze opdrachtgevers dit niet veel uit. Je ziet dat Peter op een maandag zorgt dat het werk zoveel mogelijk af is, zodat de volgende dag een collega of een zzp’er het gemakkelijker kan overnemen. Peter wordt ook ingepland op zelfstandige opdrachten, die hij binnen een bepaalde periode moet afronden. Zo heeft Peter voor een
Mooi Vak Man is een initiatief van de vier sociale partners in de cumelasector: CUMELA Nederland, Vakvereniging Het Zwarte Corps, CNV Vakmensen en FNV Bondgenoten. Mooi Vak Man is ontwikkeld met als doel werknemers en werkgevers in de cumelasector zo lang mogelijk met plezier en gezond aan het werk te houden. Het bevorderen van een goede communicatie tussen werkgever en werknemer over thema’s als veilig werken, langer gezond en met plezier blijven werken, scholing en ontwikkeling en een goede balans tussen werk en privé is een voorwaarde om als sector succesvol te blijven. Zo gaan werknemers zichzelf verantwoordelijk voelen om gezond aan het werk te blijven en zullen werkgevers dit stimuleren en hun personeelsbeleid daarop afstemmen. Kijk voor meer informatie op www.mooivakman.nl en blijf op de hoogte door Mooi Vak Man te ‘liken’ op Facebook. Heeft u ook een bijzondere werknemer in dienst met hart voor de zaak, laat dit ons weten. info@cumela.nl. Want goede voorbeelden in de cumelasector horen wij graag.
GRONDIG - Juni 2014
65
ondernemen met
cumela
EISEN MESTVERWERKING
Van mest tot exportwaardig product Vanaf het begin van dit jaar is de verplichte mestverwerking een feit. Het exporteren van mest of mestproducten is daarin de belangrijkste route, naast het verbranden van mest en het produceren van mestkorrels. Iedereen die zich bezig wil gaan houden met mestverwerking krijgt te maken met dezelfde vragen: hoe maak ik mest exportwaardig en hoe kan ik dat aantonen? Op het exportwaardig maken van mest is de Europese Verordening Dierlijke Bijproducten van toepassing.
per gram) en salmonella moet afwezig zijn in 25 gram product. Het doel van de behandeling van mest is het afdoden van ziekteverwekkers. In een erkende mestbehandelingsinstallatie gelden daarom procesvoorwaarden voor de verhitting van het product. De standaard-procesvoorwaarden die de verordening voorschrijft, bestaan uit verhitting gedurende minimaal 60 minuten aaneengesloten op minimaal 70 graden Celsius.
Verwerkingsmethoden
De Europese Verordening Dierlijke Bijproducten stelt strenge eisen aan het grensoverschrijdend transport van mest en de behandeling van dierlijke bijproducten (waaronder mest) die daarvoor nodig is. Mest is door deze verordening namelijk geclassificeerd als categorie 2-materiaal, een product met een hoog risico op de verspreiding van (dier)ziekten. Daarom moet de meeste mest eerst in een installatie worden behandeld om een exportwaardig product te verkrijgen.
Microbiologische eisen Om in aanmerking te komen voor een erkenning dient het product regelmatig te worden gecontroleerd op de aanwezigheid van ziekteverwekkende micro-organismen. Hierbij moeten minimaal eens per kwartaal vijf representatieve monsters worden genomen tijdens of onmiddellijk na de verwerking. De micro-organismen E. coli of Enterococaceae mogen er maar in zeer lage hoeveelheden in voorkomen (minder dan 1000 kve
66
GRONDIG - Juni 2014
Er is in Nederland al een behoorlijke verwerkingscapaciteit gerealiseerd, waarbij het product met verschillende procesvoorwaarden de vereiste hygiënisatie ondergaat. Een verhittingsstap (al dan niet tijdens het proces) is cruciaal om voldoende afdoding van ziekteverwekkers te bewerkstelligen. De standaard procesvoorwaarde (minimaal één uur op 70 graden Celsius) wordt frequent toegepast in aparte pasteurisatietanks in combinatie met co-vergisting en soms ook bij verschillende droogtechnieken (banddrogers, schijvendrogers en schroefdrogers). Er zijn echter situaties waarin de standaard procesvoorwaarden minder goed passen. Daarvoor kunnen allerlei praktische redenen zijn, bijvoorbeeld vanuit bedrijfstechnische, economische of praktische overwegingen. Zo blijft bij composteren en vergisten de temperatuur vaak lager dan 70 graden Celsius en bij erg hoge temperaturen tijdens het composteren komt meer ammoniak vrij. Soms zit het product veel korter in een installatie (droger, verhittingsvijzel), maar kan eenvoudig een hogere temperatuur worden toegepast. Vaak is het dus interessanter om een verwerkingsinstallatie op basis van alternatieve procesvoorwaarden van tijd en temperatuur te bedrijven. Dat is toegestaan. In dat geval moet een zogenaamde procesvalidatie aantonen dat de microbiologische risico’s ook afdoende worden geëlimineerd.
Procesvalidatie Een procesvalidatie bestaat uit twee onderdelen: een reductieonderzoek en de implementatie van een plan voor risico-evaluatie en beheersing (HACCP-handboek). Tijdens het reductie-
onderzoek wordt de afdoding van ziekteverwekkers onderzocht. De verordening stelt hier de eis dat de afdodingscapaciteit dermate hoog is dat minimaal een vermindering met een factor 100.000 van de Enterococcus faecalis plaatsvindt en een vermindering met een factor 1000 van hittebestendige virussen. In een HACCP-handboek worden het proces en de mogelijke risico’s beschreven. Daarin wordt ook een volledig controleprogramma opgenomen voor de bewaking van kritische procesparameters bij het gebruik van de installatie. Zo worden bijvoorbeeld eisen gesteld aan temperatuursensoren en aan de manier waarop de verblijftijd wordt gegarandeerd (bijvoorbeeld de stand van de aanvoer- en afvoerkleppen bij een vergister). Een procesvalidatie hoeft maar eenmalig uitgevoerd te worden, tenzij het proces dermate verandert dat de Nederlandse Voedselen Warenautoriteit vindt dat de risico’s opnieuw moeten worden beoordeeld en bestaande bewakingsprocedures niet meer voldoen. Een gevalideerd proces geeft de exploitant van de installatie meer ruimte om de hygiënisatiefase zo te kiezen dat dit het beste past bij zijn proces. Thermofiele (na)vergisters kunnen bij een temperatuur van 50 tot 55 graden Celsius al een afdoende microbiologische reductie genereren binnen een hanteerbare verblijftijd. Hetzelfde geldt voor drooginstallaties, trommel- en tunnelcomposteerinstallaties. Het is vaak interessant om ook bestaande pasteurisatie-units te laten valideren, waarbij bedrijfsmatig gunstiger procesparameters kunnen worden gehanteerd (bijvoorbeeld wat langer bij een lagere temperatuur). Er zijn in Nederland en Vlaanderen al tientallen installaties op deze manier erkend. Bij continu bedreven processen, zoals warmtevijzels, drogers, propstroomvergisters en composteertrommels, zal met een verblijftijdonderzoek tevens aantoonbaar moeten worden gemaakt dat het materiaal ook gegarandeerd gedurende de gespecificeerde periode de temperatuurbehandeling ondergaat. Hiervoor kan een gestandaardiseerd traceronderzoek worden toegepast, waarbij de minimale verblijftijd van een deeltje in het proces wordt bepaald.
1. Belangrijkste erkenningseisen voor exportwaardig maken van mest • Een HACCP-achtige methode invoeren. Als Critical Control Point (CCP) wordt de tijd-temperatuurcombinatie 60 minuten en 70 graden Celsius of de tijd-temperatuurcombinatie uit het reductieonderzoek als uitgangspunt opgenomen (voor composteringsprocessen moet een volledig HACCP-systeem worden ingevoerd). • De installatie is uitgerust met apparatuur die temperatuur als functie van de tijd meet. • De apparatuur die de temperatuur als functie van de tijd meet, kan de resultaten permanent registreren. • De installatie is voorzien van een adequaat veiligheidssysteem, dat voorkomt dat dierlijke bijproducten onvoldoende worden verhit. • Adequate voorzieningen voor het reinigen en ontsmetten van de voertuigen en recipiënten waarin onbehandelde dierlijke bijproducten worden vervoerd. • De dierlijke bijproducten moeten voor de behandeling adequaat worden opgeslagen. • De aangevoerde dierlijke bijproducten moeten zo spoedig mogelijk worden verwerkt. • Er moeten systematisch preventieve maatregelen tegen vogels, knaagdieren, insecten en ander ongedierte worden getroffen. Hiervoor moet een gedocumenteerd bestrijdingsprogramma worden opgesteld. • Voor alle delen van ruimten worden reinigingsprocedures gedocumenteerd en vastgelegd. Voor het reinigen moeten geschikte hulpmiddelen en schoonmaakmiddelen worden verstrekt. • Controle op hygiëne omvat regelmatige inspectie van de omgeving en de toestellen. De inspectieschema’s en resultaten moeten worden gedocumenteerd. • Installaties en toestellen moeten goed worden onderhouden en meetapparatuur moet regelmatig worden geijkt. • Hanteren en opslaan van verwerkte product moeten zo gebeuren dat herbesmetting uitgesloten is.
Gevalideerde installaties Er bestaan verschillende technieken om mest exportwaardig te maken. Dit kan door vergisten, composteren, drogen, verhitten of door een combinatie daarvan, waarbij verschillende hygiënisatietemperaturen en -tijden worden aangehouden. De temperaturen variëren meestal van 50 tot 85 graden Celsius, resulterend in verschillende minimale verblijftijden. In kader 2 staan enkele voorbeelden van gevalideerde mestverwerkingsprocessen, waarbij het onderzoek een bepaalde tijd-temperatuurcombinatie opleverde. De uitkomst is echter steeds afhankelijk van de toegepaste techniek, de input en andere omstandigheden. Voor meer informatie over procesvalidatie kunt u terecht op www.beleidsplanning.nl (ga naar ’Validatie vergisting & compostering’). TEKST: Hans Verkerk FOTO’S: Dirk de Wit
2. Voorbeelden van gevalideerde installaties • Batchgewijs bedreven hygiënisatietanks (bijvoorbeeld vijftien kubieke meter) opgesteld na de co-vergistingsreactor: minimale verblijftijd van iets minder dan twee uur bij 60 graden Celsius. • Thermofiel bedreven navergister (53 graden Celsius) opgesteld na twee parallel geschakelde mesofiele voorvergisters: minimale verblijftijd in de navergister circa vijf uur. • Composteertrommel (bijvoorbeeld Beddingmaster-type): sterk afhankelijk van de capaciteit van de trommel, minimaal vijf uur bij 60 graden Celsius. • Composteertunnel: minimaal een periode van twaalf uur bij 60 graden Celsius. • Drogers: de verblijftijd is sterk afhankelijk van de temperatuur. Dit varieert van enkele uren tot enkele minuten binnen het temperatuurbereik van 55 tot 85 graden Celsius.
GRONDIG - Juni 2014
67
ondernemen met
cumela
TOOLBOX
Gewasbeschermingsmiddelen Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl
Eigenlijk kunnen we niet zonder gewasbeschermingsmiddelen. We willen met z’n allen immers constant kwalitatief goede en betaalbare groenten, fruit en siergewassen. En ook de onkruidbestrijding doen we liever niet met de hand. Zorgvuldig handelen bij het werken met gewasbeschermingsmiddelen is echter wel van het grootste belang, want anders ontstaan er gezondheidsklachten en milieuproblemen.
RISICO’S
Corina van Zoest-Meester Adviseur arbo
Blootstelling aan het middel moet altijd worden voorkomen. Vooral de huid moet goed beschermd zijn, omdat de middelen gemakkelijk via de huid kunnen binnendringen. Ook het inademen van de nevel of damp moet worden voorkomen. Blootstelling komt voor bij: • doseren, mengen en laden en toepassen; • contact met behandelde gewassen, machinedelen en beschermingsmiddelen die gewasbeschermingsmiddelen bevatten.
68
GRONDIG - Juni 2014
VOLGORDE BESCHERMENDE KLEDING AANTREKKEN 1. K unststof (vloeistofdichte) overall (bij voorkeur een wegwerpexemplaar). 2. Capuchon. 3. Handen wassen en gereinigde handschoenen aan (manchetten in de mouwen van de overall). Verontreinigde handschoenen bieden geen bescherming! 4. Rubberen laarzen (controleer die eerst op scheurtjes en verontreiniging aan de binnenkant). 5. Adembescherming (controleer of het masker goed afsluit, gebruik het juiste filter en schrijf de datum van ingebruikname erop). 6. Oogbescherming, bij voorkeur een volgelaatsmasker.
VOLGORDE KLEDING UITTREKKEN
AANMAKEN SPUITVLOEISTOF
1. W assen (water en zeep) van de laarzen, handschoenen en overall (nog niet uittrekken). 2. Doe de oogbescherming of het masker af en verwijder de filter(s). 3. Maak het masker schoon met water en zeep en droog het op een warme plaats (later in een afsluitbare emmer doen). 4. B erg het filter luchtdicht op. 5. D oe de capuchon af en trek de overall en de laarzen uit. 6. Doe als laatste de handschoenen uit. Was de handen met water en zeep en neem een douche. 7. Bewaar beschermende kleding in een aparte kast (niet in de cabine of bij gewone werkkleding).
• Realiseer je dat je bij het aanmaken van de spuitvloeistof met een geconcentreerde stof werkt. Vermijd dus altijd aanraking en inademen! • Draag bij het aanmaken van de spuitvloeistof de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen. Zie hiervoor het etiket. • Ga bij het aanmaken van de vloeistof uit de wind staan. • Maak niet meer middel aan dan noodzakelijk. • Laat je tijdens het aanmaken niet afleiden door anderen of door je telefoon. • Zorg voor een oogdouche of oogspoelfles in de nabijheid van de aanmaakplaats. • Zet de middelen terug waar ze stonden en ruim lege verpakkingen op volgens de aanwijzingen op het etiket.
OMWONENDEN Bespreek samen of het verstandig is om de omgeving van tevoren in te lichten. Denk daarbij aan de geuroverlast en druppeldrift. Het is begrijpelijk dat omwonenden zich zorgen maken over de middelen die in hun buurt worden gespoten. Als ze vragen hebben, luister dan goed en beantwoord deze rustig en beleefd en met openheid. Kom je er niet uit, geef dan het nummer van je werkgever. Is je overall nat geworden met spuitnevel? Trek dan een andere overall aan.
TIPS EN VUISTREGELS • Werk alleen met gewasbeschermingsmiddelen als je in het bezit bent van een spuitlicentie. Als je alleen met Moncereen Droogontsmetter werkt, is de voorlichting over Moncereen ook voldoende. •B egin met het lezen van het etiket. • Vervang filters tijdig. E-, K-, en B-filters zijn slechts eenmalig bruikbaar. Een A-filter moet na maximaal acht gebruiksuren of één maand worden vervangen. • Pas het werk aan aan de weersomstandigheden en houd de weersverwachting in de gaten (in verband met drift). • Zorg dat de spuitdoppen niet hoger dan 50 centimeter boven de kale grond of het gewas hangen (dit geldt in de buurt van oppervlaktewater). • Wees alert bij storingen, raak verontreinigde machineonderdelen niet met blote handen aan. • E et, drink of rook niet tijdens deze werkzaamheden. • Is je overall nat geworden met spuitnevel? Trek dan een andere aan. • Reinig de spuit zo dat het afvalwater niet in het oppervlaktewater of het riool terecht komt. • Schakel je over op een ander middel? Reinig de spuit dan grondig!
Was de handen met water en zeep en neem een douche nadat je de werkzaamheden met Gewasbeschermingsmiddelen hebt afgerond.
Meer weten? www.cumela.nl: Agrarisch loonwerk, dossier Gewasbescherming. www.agroarbo.nl: Arbocatalogus mechanisch loonwerk. Tips en adviezen voor werknemer en werkgever. www.toolboxwater.nl: Voorkomen van emissie van gewasbeschermingsmiddelen. www.cumela.nl: De campagne ‘Gewasbescherming en omwonenden’.
GRONDIG - Juni 2014
69
ondernemen met
cumela
SLIM INZETTEN TABLET
Handige hulpjes U bent druk aan het werk en het regent telefoontjes met opdrachten of aanvragen. Dan is het niet raar dat u en uw opdrachtgever aan het eind van de dag niet meer precies weten wat er is afgesproken. Dit is onwenselijk en dus is het belangrijk om uw afspraken goed vast te leggen. De tablet of smartphone is daarvoor een passende oplossing. Is dit het ei van Columbus voor kleine en grote ondernemers?
Het is al vaak gezegd: een belangrijk middel om vervelende discussies te voorkomen, is om de afspraken goed vast te leggen en te bevestigen. En precies hier schort het weleens aan. Logisch, want u bent al druk genoeg, laat staan dat u tijd kunt vinden om allerlei offertes op te stellen en naar klanten te sturen. Dat kan dus beter en sneller. Een oplossing kan zijn het gebruik van een smartphone of tablet om afspraken vast te leggen. Door gebruik te maken van vooraf opgestelde modelteksten voor offertes, bevestigingen et cetera is een afspraak ook snel vast te leggen. Door aan de tablet een abonnement te koppelen van het 3G-, 4G netwerk is het mogelijk om afspraken direct te mailen. Van tijdverlies is dus geen sprake meer.
Hoe was het ook alweer?
Begrippenlijst Tablet snelle computer met touchscreen. Smartphone telefoon met mogelijkheden van de tablet. 3G of 4G datanetwerk waarover via telefoon of tablet data kan worden uitgewisseld. Hyperlink directe verwijzing in de tekst naar een ander document, website of iets dergelijks. Cloud server op afstand die via tablet of computer kan worden aangeroepen om informatie op te vragen of te delen. App applicatie, programma waarmee kan worden gewerkt. Appstore online-‘winkel’ van Apple voor de iPad en iPhone waar u apps kunt vinden en downloaden (zowel gratis als betaalde apps). Google Play idem, maar dan voor tablets en smartphones van de meeste andere merken.
70
GRONDIG - Juni 2014
Met de tablet of smartphone is het mogelijk om ter plaatse foto’s te maken om de huidige situatie goed vast te leggen en samen met uw opdrachtgever het werk op te nemen. Verzamel de noodzakelijke informatie en leg deze vast in een gestandaardiseerde checklist. Door deze structuur toe te passen, kunt u nooit meer belangrijke informatie missen. Deze lijst, die u kunt aanvullen met hoeveelheden en dergelijke, is de basis voor uw offerte. Door de standaardtekst te kopiëren in een e-mailbericht en aan te vullen met de gemaakte afspraken, prijzen en hoeveelheden heeft u een snelle manier gevonden om à la minute te offreren. Ook tijdens de uitvoering van de werkzaamheden heeft u echter voordeel van de tablet of smartphone. Eventueel meer- of minderwerk, de gewerkte uren, de hoeveelheden et cetera kunt u snel communiceren met uw opdrachtgever.
Link naar werkvoorwaarden meesturen In een ‘split second’ mailt u vanaf de tablet een standaardbevestigingsmail of een aanbieding met prijs en omschrijving van het project naar uw klant. In de praktijk word dit nog al eens vergeten, waardoor er bij problemen vervelende discussies met uw klanten ontstaan. Dit kunt u op eenvoudige wijze voorkomen door in uw e-mail in te stellen dat er bij elke uitgaande mail een link naar de CUMELAwerkvoorwaarden zal worden toegevoegd. Uiteraard kunt de CUMELA-voorwaarden ook als bijlage meesturen, maar
Tablet voor iedereen Waarom zou u eigenlijk een tablet of smartphone willen? De tablet is de afgelopen periode steeds betaalbaarder geworden en bezig aan een flinke opmars. Veel sectoren hebben de handzame tablet omarmd. Op scholen, in verzorgingstehuizen, bij politiediensten, de werkplaats of in de cabine van de kraan zie je hem steeds meer. De tablet met zijn snelle opstarttijd, grote touchscreen en desgewenst voorzien van allerlei
slimme apps is handiger dan de ‘trage’ computer en laptop. En dat is logisch, want de tablet is een goed instrument om informatie snel te delen of op te zoeken. En wat dacht u van de immer actuele digitale agenda. U voorkomt dat er dubbele afspraken worden gemaakt. Voorwaarde is wel dat u een 3Gof 4G- data-abonnement afsluit, zodat u overal verbinding hebt met internet.
Tablet versus smartphone De gebruiksvriendelijkheid van de tablet is door zijn grotere scherm groter dan die van een smartphone. De smartphone is compacter, maar laat zich door zijn kleinere scherm lastiger bedienen. Zeker als er teksten moeten worden ingevoerd, is dit lastig. Een laptop is te groot om dagelijks mee te nemen en start traag op. Wel is het gemakkelijker om tek-
dan zal het dataverbruik binnen uw abonnement stijgen. Denk bij uw uitgaande mail aan de verwijzing dat op uw overeenkomsten en aanbiedingen de CUMELA-werkvoorwaarden van toepassing zijn. Hoe u dit doet, leest u in het artikel van de week in de digitale nieuwsbrief Grondig.com op vrijdag 20 juni.
Werken in de cloud Uw tablet beschikt net als de desktopcomputer thuis over interne opslagcapaciteit. Afhankelijk van type en model kunt u die zelfs uitbreiden. De tablet komt beter tot zijn recht als u al uw belangrijke gegevens, zoals offertes, opdrachtbevestigingen en dergelijke, op een goed beveiligde externe server opslaat. Niet alleen u, maar ook uw collega op kantoor kan deze informatie dan namelijk opvragen. De kosten voor deze cloudservices vallen in de praktijk mee. Voorbeelden van cloudservices zijn onder meer iCloud, Dropbox en OneNote.
Planning en voorbereiding op uw facturatie Voordat de werkzaamheden beginnen, kijkt u in uw agenda wanneer u beschikbaar bent. Door de agenda te koppelen met bijvoorbeeld uw Outlook-agenda zien ze thuis of op kantoor ook welke afspraken er zijn gemaakt. Doordat u op deze manier met één agenda werkt, is deze altijd actueel en kan er nooit meer een dubbele afspraak worden ingepland door uzelf of door de mensen thuis of op kantoor. In het agenda-item kunt u aanvullende informatie kwijt. Meer- en minderwerk kunt u tijdens de uitvoering van de werkzaamheden gelijk vastleggen in bijvoorbeeld de agenda. Deze
sten te typen op de laptop dan op een tablet of smartphone. Korte aanvullingen maken op bestaande teksten op de tablet levert daarentegen geen problemen op. De toepasbaarheid van de smartphone en die van de tablet is nagenoeg identiek. Grote verschil: met de tablet kan doorgaans niet worden gebeld en deze is groter van formaat.
gegevens kunt u dan eenvoudig terugvinden bij het opstellen van de factuur.
Standaardteksten gebruiken In de standaard-app Notitieblok kunt u eenvoudig standaardteksten opstellen en opslaan. U kunt deze, nadat u deze hebt aangemaakt in uw notitieblok, eenvoudig meerdere keren gebruiken. Standaardteksten voor het bevestigen van een afspraak tot het opnemen van werk en een afspraakbevestiging kunt u eenvoudig kopiëren uit het artikel van de week dat deze week in de digitale nieuwsbrief van Grondig.com verschijnt. Daarin nog een aantal aanvullingen op dit artikel.
Interessant Vastleggen van belangrijke gegevens, snel informatie opzoeken en het bevestigen van gemaakte afspraken is voor alle bedrijven noodzakelijk. Daarmee wordt voorkomen dat er achteraf discussies ontstaan met uw opdrachtgevers. Het maakt niet uit of een bedrijf groot of klein is, voor velen is een tablet interessant. Wel is er een verschil in gebruik. Grote bedrijven zullen de tablet zien als perfect middel om de planning te communiceren of om de gewerkte uren te registreren. Kleine bedrijven met meewerkende eigenaar of de zzp’er zijn juist gebaat bij een goede en centrale opslag van de gemaakte afspraken. Zij hebben immers geen bedrijfsbureau achter de hand. TEKST EN FOTO: Gerwin Otten
GRONDIG - Juni 2014
71
Vraagbaak GWW en aanbestedingen Uw CUMELA-Adviseur voor groen, grond en infra helpt u goed op weg Op zoek naar een deskundige die u ondersteunt bij een aanbesteding, een conflict tijdens uitvoering of bij de eindafrekening bij oplevering? Of naar goede begeleiding bij een Plan van Aanpak of CO2-certificaat?
Uw CUMELA-adviseur groen, grond en infra helpt en begeleidt bij: > Terugdringen faalkosten > Conflictbemiddeling bij aanbestedingen > Grondroerdersregeling en KLiCviewer > Ondersteuning bij inschrijving > Certificering CO2 en footprint
Meer informatie Neem contact op met ing. Helmy Coenen via telefoonnummer (033) 247 49 40 of hcoenen@cumela.nl. Hij helpt u graag goed op weg.
The Power of Green KRONE Comprima Krachtige ronde balenpersen voor professioneel gebruik Robuuste NovoGrip elevator met dwarsstaven die de baal altijd ronddraaien, hoogste perskracht en baaldichtheid Leverbaar als pers-wikkelcombinatie met snelle wikkelaar om de geperste balen direct te wikkelen De zware X-treme uitvoering voor maximale capaciteit onder de zwaarste omstandigheden
Maschinenfabrik Bernard KRONE GmbH Voor Noord-Nederland Martijn van Middelkoop 0651 346841
Voor Zuid-Nederland Ad vd Hurk 0653 241918
RECHT(T)ERZIJDE
Consequenties mestfraude zijn groot! Eind januari hebben we in een nieuwsbrief van de sectie Meststoffendistributie naar de leden gereageerd op allerlei berichten over mestfraude. Wij hebben toen beargumenteerd waarom wij ervan overtuigd zijn dat er zaken mis zijn in de mestmarkt. Het gaat daarbij onder andere om het verhogen van de gehaltes in monsters van vaste mest en het vervoeren van alleen losse AGR/GPS-koffers, maar ook over het exporteren van iets heel anders dan mest. Ook vanuit de achterban komen er veel signalen, waarbij vooral initiatiefnemers van mestverwerking en mestbehandeling aangeven dat zij bijna geen voet aan de grond krijgen bij het contracteren van overschotmest. Het grootste deel van deze signalen komt uit Zuidoost-Nederland. De overheid is sinds het afgelopen jaar bezig om de handhaving op deze zaken te intensiveren. Tips en aanwijzingen worden consequenter nagetrokken en de eerste duidelijke resultaten hiervan zullen binnenkort naar buiten komen. Ook is men bezig om via de Bibob-procedure enkele intermediaire ondernemingen aan te pakken en hen de registratie als intermediair te ontnemen. Bij de handhaving in deze zaken wordt niet alleen het intermediaire bedrijf, maar ook de veehouder(s), de eventuele medewerkers die erbij betrokken zijn en ook de chauffeurs van de betrokken voertuigen van de intermediair op de overtredingen aangesproken. Daarmee kunnen naast de betrokken bedrijven ook de bestuurders en medewerkers van de bedrijven worden gestraft. De strafbaarstelling in de Meststoffenwet geldt niet alleen voor degene die de feitelijke overtreding pleegt, maar ook voor allen die hierbij betrokken zijn, ervan weten of hadden kunnen weten en die er niets tegen hebben gedaan. Wij roepen u op de regels na te leven, niet alleen om het milieu niet te verzieken, maar ook om zo het vertrouwen bij de afnemers (met name in het buitenland) te behouden en te zorgen voor een eerlijke concurrentie. TEKST: Hans Verkerk
Er zijn hardnekkige signalen dat vooral bij het scheiden van mest soms sprake is van fraude.
Frauderende bestuurders aan banden gelegd? Voor een ondernemer is haast niets frustrerender dan te worden geconfronteerd met een faillissement van een klant die enige tijd later weer vrolijk aan het ondernemen is. Deze ergernis is nog groter als er sprake is van faillissementsfraude. Helaas voorziet de huidige wetgeving nauwelijks in mogelijkheden om dit tegen te gaan. Al enige tijd geleden heeft minister Opstelten van Veiligheid en Justitie daarom een wet voorgesteld die tot doel heeft om frauderende bestuurders beter en strenger te kunnen aanpakken. Het wetsvoorstel beoogt een bestuursverbod op te leggen aan frauderende bestuurders en is onderdeel van bredere plannen om het faillissementsrecht te herzien en faillissementsfraude effectiever te bestrijden. Door de beoogde wet wordt het voor rechters mogelijk om frauderende bestuurders, op verzoek van het Openbaar Ministerie, te verbieden om gedurende een periode van maximaal vijf jaar een rechtspersoon te besturen. Het bestuursverbod geldt straks voor formeel benoemde bestuurders, maar kan ook worden opgelegd aan personen die het feitelijk beleid van een failliete rechtspersoon hebben bepaald zonder dat ze ‘formeel’ bestuurder waren. Het geldt tevens voor bestuurders van alle rechtspersonen. Om te kunnen spreken van fraude zoals bedoeld in het wetsvoorstel moet komen vast te staan dat een bestuurder zijn taak tijdens of in de drie jaren voorafgaand aan het faillissement kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en bovendien aan hem of haar kan worden verweten. Het wetsvoorstel geeft voorbeelden waarin in elk geval sprake is van onbehoorlijk bestuur. Ik noem er enkele: • Als de bestuurder aansprakelijk is omdat hij niet heeft voldaan aan wettelijke vereisten, zoals het niet of ondeugdelijk voeren van een boekhouding of niet tijdig deponeren van de jaarrekening. • Als de bestuurder benadelende rechtshandelingen heeft verricht in het zicht van faillissement. • Als de bestuurder in de drie jaar voorafgaand aan het faillissement van de rechtspersoon, hetzij als bestuurder, hetzij als natuurlijk persoon handelend in uitoefening van een beroep of bedrijf, tweemaal betrokken is geweest bij een eerder faillissement; • Als aan de bestuurder of de rechtspersoon in verband met de Algemene wet inzake rijksbelastingen een bestuurlijke boete is opgelegd. De ministerraad is inmiddels akkoord met het wetsvoorstel en ook het advies van de Raad van State is ontvangen. Het wetsvoorstel is nu in behandeling bij de Tweede Kamer.
Sander van Meer Advocaat CUMELA Advies
GRONDIG - Juni 2014
73
uitsmijter
Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden
Poortwachtergarantie Enige tijd geleden werd ik gebeld door mevrouw Graafsma van Loonbedrijf De Cumelaar. Een collega van haar had van het UWV een enorme boete van € 30.000,- gekregen omdat deze ondernemer niet voldoende had gedaan aan het re-integreren van een langdurig zieke medewerker. Mevrouw Graafsma heeft zelf ook een langdurige zieke medewerker en vroeg zich af of zij wel voldoende deed aan re-integratie. Ik vertelde dat het belangrijk is om de Wet verbetering poortwachter stap voor stap te volgen. Er moet voortdurend worden getoetst wat de mogelijkheden van de werknemer zijn binnen het eigen bedrijf en eventueel in een later stadium ook buiten het bedrijf. Hiervoor is een goede arbodienst of goed re-integratiebedrijf onmisbaar. Daarnaast heb ik haar geadviseerd om na te gaan bij haar verzuimverzekeraar of een poortwachtergarantie onderdeel is van de verzekering. Dit houdt in dat als alle aanwijzingen van de arbodienst en verzuimverzekeraar worden opgevolgd, de verzekeraar zo’n boete van het UWV overneemt. Mevrouw Graafsma belde later terug dat haar verzekering inderdaad een poortwachtergarantie heeft. Daarbij voegde ze toe dat het inzetten van interventies voor honderd procent worden vergoed, zoals bemiddeling naar ander werk of het inzetten van rugtrainingen. Het al dan niet bieden van een poortwachtergarantie of het (gedeeltelijk) vergoeden van interventies verschilt per verzekeraar. Dit kan al gauw duizenden euro’s schelen! Een goed moment om uw verzuimpolis weer eens tegen het licht te houden.
Sergio Petrone Medewerker inkomensverzekeringen CUMELA Verzekeringen
Advies van Peter Bredius, veiligheidskundige Stigas: Er is een bedieningssysteem op de markt dat drukverlies in het hydraulisch systeem en kabelbreuk signaleert en de machinist waarschuwt. De restdruk is dan voldoende hoog om het uitrustingsstuk volledig vergrendeld te houden. Ik adviseer om zo’n extra veiligheidssysteem op een graafmachine te laten monteren. Hiermee wordt het gevaar geëlimineerd.
74
GRONDIG - Juni 2014
Trilblok valt uit snelwisselsysteem Tijdens het hijsen van beschoeiingsmaterialen met een graafmachine met trilblok viel dat trilblok dat tijdens het hijsen naar achteren hing - uit het snelwisselsysteem en kwam terecht op een werknemer. Die verloor daarbij het leven. De toedracht van het bedrijfsongeval is onbekend. Wel is duidelijk dat het hydraulisch systeem op de één of andere manier olie heeft toegevoerd, waardoor het snelwisselsysteem werd ontgrendeld. Leer van dit ongeval en volg onderstaande tips op bij het monteren van een trilblok aan een snelwisselsysteem. • De graafmachine moet zijn voorzien van een tweehandenbediening, zodat het snelwisselsysteem nooit per ongeluk in werking kan worden gezet. • Controleer voor aanvang van de werkzaamheden de juiste werking van de tweehandenbediening. De vasthoud-bedieningsschakelaar mag niet vast zitten! Als deze knop ingedrukt staat en het pedaal wordt ook ingedrukt, wordt het snelwisselsysteem in werking gezet. • Zet afsluitkranen na het aankoppelen op de giek direct dicht. Hiermee voorkomt u dat in gekoppelde stand olie wordt toegevoerd. Bij het aansluiten van het trilblok moeten de hydrauliekslangen ook worden aangekoppeld en dus is het een kleine moeite om de afsluitkranen van het snelwis selsysteem dicht te zetten. • Gebruik alleen een originele adapterplaat. • Controleer voor aanvang van de werkzaamheden de vergrendeling door een complete arbeidscyclus uit te voeren. Dit wordt gedaan door het snelwisselsysteem volledig voorover en achterover te kantelen. • Controleer of de borst van de veer-assen geheel tegen de spie aanliggen en of de bouten op het juiste aanhaalmoment zijn vastgezet. Wanneer dit niet het geval is, is het uitrustingsstuk onvoldoende vergrendeld aan het snelwisselsysteem. • Controleer dagelijks of de spiebouten goed vast zitten.
LANDBOUW EN GEAVANCEERDE TECHNOLOGIE. Tractoren, maaidorsers, verreikers en werktuigen.
DEUTZ-FAHR, de kracht om altijd naar de toekomst te kijken. DEUTZ-FAHR ontwerpt haar tractoren naar de uitdagingen van morgen. Deze filosofie stelt de fabrikant in staat om een volledig assortiment aan te bieden met een eigentijdse stijl, een hoog niveau van comfort en het toepassen van krachtige motoren met innovatieve technologie. Gecombineerd met geavanceerde GPS spoorgeleidingsystemen en lage bedrijfskosten maakt DEUTZ-FAHR de perfecte partner om de winstgevenheid van uw bedrijf te verhogen. DEUTZ-FAHR realiseert op dit moment een nieuwe productiefaciliteit die zal voldoen aan hoge veiligheidseisen, efficiĂŤntie en respect voor het milieu. Verder zal het zijn uitgerust met een testterrein, trainingsfaciliteiten, een museum en een showroom: dit is DEUTZ-FAHR land.
Het gebruik van originele koel- en smeermiddelen wordt aanbevolen. DEUTZ-FAHR LUBRICANTS
DEUTZ-FAHR is een merk van deutz-fahr.com
Gouwe ouwe
'S WERELDS MEEST SUCCESVOLLE BALENPERSEN De Lely Welger AP hogedrukpersen leveren al ruim 55 jaar de hoogste capaciteit en betrouwbaarheid. De kettingloze aandrijving en automatische beveiligingen bieden de grootst mogelijke capaciteit voor het maken van strak gevormde balen. Neemt u nog risico voor de stro oogst van dit jaar? Interesse? Kijk voor een dealer in de buurt op www.lely.com of mail naar nederland@lely.com
HARVEST RESULTS. www.lely.com
innovators in agriculture