vakblad voor specialisten in groen, grond en infra
26 - AGROPRO MAAKT SECTOR SOFTWARE 10 - VOORZICHTIG MET DE GROND 36 - BERKERS BOUWT AGROTRUCK 42 - WEGEN OP DE AARDAPPEL- EN BIETENROOIER
6 2015
Voederwaardeanalyse op de vierkante meter.
Op elke m grasland plussen in voederwaarde! 2
Gras mテゥt inhoud, waarmee je direct plust in kVEM en kDVE. Dat is LG Havera. Het eerste gras van Nederland met Animal Nutrition-voederwaardegarantie, geselecteerd op belangrijke melkdrijvende parameters zoals eiwitten, suikers en verteerbare celwanden. LG Havera zie je terug in je productiecijfers; na weidevernieuwing kun je met dit smakelijke, malse gras tot wel 1,4 liter per koe per dag meer melken. Dat hebben voederspecialisten van Schothorst Feed Research aangetoond!
HAVERA HAVERA HAVERA HAVERA HAVERA HAVERA HAVERA
1 2 3 4 5 6 7
HOOGPRODUCTIEF ROTATIE DOORZAAI HOOGPRODUCTIEF EFFICIテ起T MAAILAND STRUCTUUR
Melkdrijvend Kortdurend Doorzaaien Melkdrijvend Grasklaver Maaien Structuur
hoogproductief
Kies je Havera-graslandmengsel op www.graslandadvies.nl en vind de dealer bij jou in de buurt.
7250 TTV: € 7.380/JAAR ZUINIGER DAN HET GEMIDDELDE.
7250 TTV g/kWh U bespaart of
264 AR 6.200 l/JA AAR
7.380”/PER J
te ten opzichemiddelde van het g
Profi tractortest 09/2014: Te mooi om waar te zijn? Met 243 g/kWh bij nominaal toerental en slechts 229 g/kWh bij maximaal vermogen speelt de 7250 TTV in zijn klasse aan de top, en overtreft de concurrentie, zelfs wanneer men de 20 g/kWh AdBlue optelt bij deze cijfers. Nog beter vergaat het de testkandidaat bij de PowerMix: 264 g/kWh (+ 24,2 g/kWh AdBlue). Dit is een zeer goed resultaat, en meer dan 10% minder dan het gemiddelde test resultaat van alle eerder geteste tractoren. En tijdens transport? Ook hier presteert de 7250 TTV zeer goed. Bij 40 km/u is het brandstofverbruik 514 g/kWh, meer dan 12% zuiniger dan het gemiddelde van alle kandidaten. Zelfs met 50 km/u is het verschil nog 3% gunstiger dan het gemiddelde. De Profi DLG PowerMix test van 09/2014 laat zien dat met 264 g/kWh de 7250 TTV 30 g/kWh efficienter dan gemiddeld (294 g/ kWh) is. U bespaart 6.2 l/u. Met een dieselprijs van bijvoorbeeld € 1,19 betekend dit € 7,38 per uur. Bij 1.000 uur per jaar bespaart u € 7.380 of € 73.800,- in 10 jaar!
deutz-fahr.com Het gebruik van originele koel- en smeermiddelen wordt aanbevolen.
DEUTZ-FAHR LUBRICANTS DEUTZ-FAHR is een merk van
Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Grafimedia Groep BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.
REDACTIONEEL Digitaal knopen Als werknemer heb je het maar gemakkelijk. Maandelijks komt het geld op de rekening. Wat er uitgaat, is dankzij pinbetalingen ook lekker gemakkelijk. Precies zie je wat er bij de plaatselijke middenstand is uitgegeven en hoeveel er in dat leuke weekend aan muntjes is opgegaan. En dankzij de bank kun je het tegenwoordig per uitgavenpost ook nog op een rijtje zetten. Lekker gemakkelijk in vergelijking met u als cumelaondernemer. Elke dag is het weer zorgen dat voor al het mooie werk een factuur de deur uitgaat. En uitzoeken voor wie die jongens allemaal aan het werk waren en welke paardenboer er ook al weer tussendoor kwam. Natuurlijk, als het goed is, staat het allemaal op de urenbriefjes van de jongens, maar ook bij hen is het laat geworden en was het toch weer vroeg dag. Om al die uren en dan ook nog liters gewasbeschermingsmiddelen of zakken zaaizaad op de rekening te krijgen, is dan een hele kunst. Om dat probleem aan te pakken, zijn er al veel ideeën uitgewerkt, meestal met als resultaat veel papierwerk en vooral nog veel inspanningen om uit te vinden wat er nu precies wordt bedoeld met die krabbels op het briefje. Van al die ellende wilden Coen van Kuijk en Gerwin Peters als jonge eigenaren van een loonbedrijf af en dus wilden ze het digitaal. Ondanks alle ontwikkelingen was een passende oplossing niet te vinden. Ze besloten zelf te investeren in een goede, passende oplossing. Een keer geen uitgave voor een nieuwe machine, maar geld voor software om daarmee een betere boterham te verdienen. In dit nummer presenteren we het resultaat. Volgens ons is het een programma dat past bij het moderne cumelabedrijf. Met een mooie planningsmodule op de thuiscomputer en vooral een slim gebruik van de smartphone, met een app die de medewerkers precies laat weten wat er van hen wordt verwacht. De volgende dag staat het allemaal klaar om te factureren, zodat ook op het bedrijf het geld een stuk gemakkelijker binnenkomt. Het signaal dat John Deere in dit nummer afgeeft, past daarbij. Het gaat erom alles digitaal goed aan elkaar te knopen. Alles! Niet alleen groen-geel. Het kost even wat inspanning, maar het oogstplezier zal groot zijn. Wij wensen u alvast een onbezorgde oogsttijd toe, waarbij de rekeningen ‘als vanzelf’ de deur uitgaan en uw echtgenote met blijdschap tijdens het controleren van de boekhouding vaststelt dat het geld correct en sneller binnenkomt. Terwijl wij door onze wederhelften worden aangesproken op niet afgesproken uitgaven die we alweer vergeten waren...
Kosten abonnement Nederland € 86,- per jaar / Buitenland € 121,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.
4
GRONDIG 6 2015
Maand 2014 Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke
INHOUD 06 In Actie: Den Ouden Groep 09 Commentaar 10 Voorzichtig met de bodem 14 Vent & Visie: Chris Voets, New Holland Nederland 18 Sterk werk: Aannemings- en verhuurbedrijf Spithorst
Ondernemen met
mensen 22 Profileren: C.A. Nobel & Zoon 26 AgroPro-ICT-oplossing 31 Grondig.com 32 Case IH-drone 36 8x8-agritruck van Berkers Techniek 38 John Deere FarmSight 40 Nieuwe machines van Doppstadt 42 Probotiq-weegtechniek op rooiers 44 NIRS-sensor bij mesttransport 45 CAO & Zo 46 Deutz-Fahr-maaidorsers vernieuwd 48 AMTeK: keuren met vertrouwen
50 Economie 51 In kort bestek 52 Cumelaria 53 Gekruid 54 Provinciaal bestuur: Gelderland 56 Wat als een mestmonster is afgekeurd 58 Cumela.nl 59 Voorzitter 60 Toolbox: Veilig werken met de heftruck 62 Resultaten arbeidsmarktonderzoek Colland 2014 64 Payrolling 66 Bedrijvig
Grondig 7 ontvangt u vrijdag 28 augustus!
Ondernemen met
vaktechniek
Ondernemen met
cumela
GRONDIG 6 2015
5
ondernemen met
mensen
6
GRONDIG 6 2015
BEDRIJF IN ACTIE
Tussendoor schuiven Hoe kun je bij het infrawerk nog duurzamer aan de slag? Dat was het thema van een praktijknetwerkdag die de Den Ouden-groep afgelopen maand organiseerde. Ongeveer honderd vertegenwoordigers van aannemers, gemeenten en ingenieursbureaus kwamen naar Schijndel om daar kennis te maken met de oplossingen die het bedrijf in petto heeft voor duurzamer werken. Imposant is vooral de Slipform Paver, waarmee betonverhardingen tot tien meter breed in één werkgang kunnen worden aangelegd. Duurzaam omdat beton lang meegaat en ook weer gemakkelijk kan worden gerecycled. En op een betonnen pad of weg groeit in elk geval geen onkruid meer en is er dus geen onkruidbestrijding meer nodig. Maar belangrijker is natuurlijk de mogelijkheid om granulaatbeton in te zetten, beton waarin in plaats van grind bijvoorbeeld gerecyled beton kan worden gebruikt zodat er wordt bespaard op grondstoffen. Den Ouden heeft ook de mogelijkheid om tijdens het storten lijnconstructies aan te brengen voor een fraaier beeld. Een ander onderwerp waaraan volop aandacht werd geschonken, was de groeiplaatsverbetering van bomen door het gebruik van speciale granulaten en speciale constructies om bomen ook in verstedelijkt gebied een langer leven te geven. Daarvoor gebruikt Den Ouden de sandwich-constructie of boombunker om schade te voorkomen. Met speciale boomkratten zorgt het bedrijf voor een goede drukverdeling onder de bestrating en ruimte voor de wortels om zich te ontwikkelen zonder dat de bestrating omhoog wordt gedrukt. Tijdens de dag konden de bezoekers zien hoe alle granulaten die Den Ouden levert worden geproduceerd. Natuurlijk was er ook aandacht voor het bijzondere deel van Den Ouden, de apparatuur om explosieven op te sporen. Het dochterbedrijf Bodac heeft daarvoor een speciale stelling waarmee het zowel op een slappe veenbodem als in het water tot een diepte van achttien meter oude explosieven kan opsporen. Uiteraard kan op beter draagkrachtige gronden ook ondieper worden gewerkt, omdat de explosieven daarin veel minder ver wegzakken. Het voordeel van deze techniek is dat de bodemstructuur intact blijft. Het is dus mogelijk de bodem te onderzoeken zonder dat er grond hoeft te worden verplaatst. Aan het eind van de dag begon het echte netwerken met een hapje en een drankje voor de bezoekers. Het leverde vele geanimeerde discussies op over duurzaamheid en de noodzaak van recyclen, maar vooral veel uitwisseling van kennis. Al met al wel een mooie reclame voor de mogelijkheden die Den Ouden en vooral de cumelasector heeft om duurzaam te werken. TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Den Ouden-groep
GRONDIG 6 2015
7
Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als dochter van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel u werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Ons advies en onze voorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.
“Geen onderneming is hetzelfde, dus is verzekeringsadvies altijd maatwerk.” Lars Flaton, verzekeringsadviseur
Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade
website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60
ondernemen met
mensen
COMMENTAAR Ochi De Grieken hebben met grote meerderheid ‘nee’ gezegd tegen het Brusselse dictaat om de economie te hervormen. Het werd door de nee-stemmers gevierd met een groot feest, waarbij om de terugkeer van de drachme werd geroepen. Was het maar zo simpel dat door het veranderen van de munteenheid de problemen worden opgelost. Helaas, zolang de uitgaven de inkomsten structureel overtreffen, blijft het vroeg of laat fout gaan. Of het nu om landen of om ondernemingen gaat. Feitelijk krijgen de Grieken te maken met hetzelfde beleid als waar onze sector de afgelopen jaren bij financieringsinstellingen mee te maken heeft. Waren vroeger zekerheden voldoende om leningen te verstrekken, sinds de financiële crisis zijn de criteria aangescherpt. Terecht kreeg ook de Griekse overheid de opdracht de economie te hervormen om binnen het toegestane begrotingstekort te blijven. Het zijn Europese en dus ook onze belastinggelden die worden opgesoupeerd door de Griekse overheid om hun te luxe uitgavenpatroon te kunnen handhaven, dus hebben wij recht van spreken.
Hannie Zweverink, algemeen directeur CUMELA Nederland
Door het uitblijven van succesvolle maatregelen heeft Brussel de kaders voor de te nemen maatregelen scherp ingekleurd. Daartegen komt de Griekse bevolking in opstand. Zij is van mening dat er andere zaken nodig zijn, zoals een betere belastingmoraal. Die weerstand is te begrijpen, want stel dat u al geruime tijd uw financiële verplichtingen naar uw bank niet nakomt. Uw bank eist dat u flink in uw kosten snijdt en u kiest voor een verlaging van de salarissen van uw medewerkers. Uw medewerkers zien echter dat er bij uw investeringsbeleid ook wel vraagtekens zijn te plaatsen. Dan is het begrijpelijk dat uw medewerkers ‘ochi’ zeggen tegen salarisverlaging. Zij moeten hetzelfde blijven presteren voor minder loon, terwijl de werkelijke oorzaak - verkeerd geplande investeringen niet wordt aangepakt. Als u in het gesprek met uw bank over uw financiële problemen dan ook nog een arrogante houding aanneemt en u beticht de bank van chantage, dan wordt het lastig onderhandelen. Wuift u vragen van de bank om een bedrijfsplan weg als onzin, dan weet u dat het geduld van die bank op raakt. Natuurlijk heeft u het recht om een eigen visie op het ondernemen te hebben en om uw eigen keuzes te maken. De financier zal echter alleen akkoord gaan als het resultaat betekent dat u tijdig aan uw financiële verplichtingen kunt voldoen. Daarom is het bij financiële problemen - of het nu om de Griekse economie gaat of om uw relatie met de bank - kansrijker om het Amerikaanse gezegde ‘let’s go to the balcony’ toe te passen en vervolgens constructief in overleg te gaan. Provocerend nee blijven zeggen, heeft nog nooit tot een oplossing geleid.
GRONDIG 6 2015
9
HOOFDARTIKEL Voorzichtig met de grond
ondernemen met
mensen
Lage bemestingsnormen en hoge lasten geven druk op de bodem
Het gaat slecht met de Nederlandse bodem, stellen onderzoekers. Hoewel de opbrengsten nog toenemen, neemt de bodemvruchtbaarheid af en lijkt de ondergrond te verdichten. Het betekent dat extra zorg voor de ondergrond nodig is, door aandacht voor de bemesting en kijken naar de bodem. Daarvoor is voorzichtigheid bij de bewerking noodzakelijk. Met schop en al staat bodemkundige Everhard van Essen van Aequator Groen & Ruimte bij een kuil op een graslandperceel in de Flevopolder. Om hem heen staan een tiental loonwerkers die op deze veldbodemkundebijeenkomst, georganiseerd door CUMELA Nederland, bij loonbedrijf Van Dun in Rutten zijn afgekomen. Van Essen wijst naar de bodemlagen en de koperkleurige plekken die er tussen zitten: roest in de bovengrond. “Dat betekent dat de bouwvoor verzadigd is geweest met water. Gemiddeld genomen staat het grondwater vaak te hoog in de bodem, waardoor ijzer wordt aangevoerd. Dit oxideert als er weer lucht in de grond komt als het grondwater zakt.” De hoge grondwaterstand is ook te zien aan het feit dat er al kwelwater in de anderhalve meter diepe kuil staat. De bodemkundige legt zijn meetlat erlangs. Het grondwater blijkt op 70 centimeter te staan. “Dat is hoog voor in een droge periode op dit soort grond. Voor een gebied als dit zou 1,20 meter beter zijn. Het zou kunnen dat de drainage niet goed werkt, maar ik merk ook dat er te snel en te vaak wordt gegrepen naar beregening. We zouden vaker eerst in de bodem moeten kijken voordat we actie ondernemen.”
10
GRONDIG 6 2015
De bodem is dit jaar een veelbesproken onderwerp. De Verenigde Naties hebben 2015 uitgeroepen tot Jaar van de Bodem. Van Essen is daar blij mee: “Bewustwording is nodig. Het is volgens mij niet te ontkennen dat het slecht gaat met de Nederlandse bodem. De bodemstructuur verdicht, het bodemleven wordt minder, gewassen wortelen slecht door storende lagen en de fysieke bodemvruchtbaarheid neemt af.” Maurice Steinbusch van de sectie Agrarisch loonwerk van CUMELA Nederland merkt ook dat de belangstelling voor de bodem bij veel partijen in de keten aan het toenemen is, ook in de cumelasector. “Bodem is meer dan stikstof, fosfaat, kali en berijdbaarheid, een goede ontwikkeling dus”, aldus Steinbusch. Hij plaatst wel kanttekeningen bij de geluiden die de laatste tijd tegelmatig te horen zijn dat de bodem zo verdicht. “Dat uit zich nog niet in dalende hectareopbrengsten. Bijvoorbeeld bij de bieten haalden we afgelopen jaar nog recordopbrengsten. De algehele trend is nog steeds naar boven. Alleen bij tarwe zien we een afvlakking, maar dat komt vooral doordat we niet meer stikstof mogen geven.”
Zo’n vijftig procent verdicht Het organische-stofgehalte speelt een grote rol in de discussie. Vanuit het veld klinken veelal verhalen dat dat gehalte daalt. Dat is ook de beleving van Henk Bousema uit Zeijerveld (zie kader). Als eigenaar van loonbedrijf Zeijerveld en als akkerbouwer woelt hij regelmatig in de bodem. Hij ziet de bodemvruchtbaarheid op de Drentse zandgronden achteruit gaan. “De bodem verslechtert vooral door een gebrek aan organische stof en meststoffen. De mestwetgeving is aan banden gelegd, maar zandgronden kunnen echt niet zonder kunstmest. Er gaan nu meer nutriënten de grond uit dan er met de bemesting worden aangevoerd.” De oorzaken voor de achteruitgang van de bodemstructuur zijn niet eenduidig. Van Essen denkt dat de fysieke bodemvruchtbaarheid (bodemstructuur) vooral achteruit gaat door intensief landgebruik en steeds zwaarder wordende machines. “Zware machines verdichten de grond, waardoor deze slechter lucht- en waterdoorlatend wordt. Dat betekent dat wortels moeilijker bij dieper aanwezig vocht en meststoffen komen. Dat kan leiden tot lagere opbrengsten en meer oogstrisico’s, bijvoorbeeld door droogte. Toch lijkt het te gemakkelijk om naar de steeds zwaarder wordende machines te wijzen, vindt Steinbusch. “Vaak wordt gewezen op de zware machines die we als sector inzetten, maar machines worden niet meer zwaarder. Daarnaast worden er veel investeringen gedaan om de bodemdruk juist te verminderen. Denk aan bredere banden, spreidassen en drukwisselsystemen. Belangrijk is dat veel bedrijven dat ook doen voor het transportmaterieel. Daarbij is het zeker niet onbelangrijk te beseffen dat onze sector voor een aantal gewassen deel uitmaakt van een keten waarin de aansturing van het veldwerk door de verwerker plaatsvindt.” Als machinefabrikant probeert Vervaet te doen wat mogelijk is. “Zo zoeken we altijd naar de betere band. Voor ons is dat een band die onder lagere druk kan rijden”, vertelt directeur Robin Vervaet. “Als een band 5000 kilogram kan dragen bij een spanning van 1,2 in plaats van 1,8 bar is dat een flinke verbetering voor de bodem. Machines mogen dan wel zwaarder worden, maar dat betekent niet altijd meer belastend voor de bodem. Zo zijn we van een driewielige mestinjecteur naar een vijfwielige gegaan. Die heeft een grotere tank en meer capaciteit, maar omdat de last over vijf wielen in plaats van drie wordt verdeeld, gaat de bodemdruk niet omhoog.”
Bodem versus portemonnee Toch is meer aandacht voor de bodem noodzakelijk, willen volgende generaties ook nog van die bodem kunnen profiteren. “We plegen roofbouw op onze gronden”, stelt loonwerker Kees van Dun (zie kader). “We halen nog wel hoge opbrengsten, maar door het strenge mineralenbeleid stoppen we er te weinig meer in. De bodemvruchtbaarheid holt achteruit. Binnen tien jaar moet er een andere oplossing komen. Gewassen groeien niet vanzelf.”
Van Essen ziet zware machines als één van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van de bodemvruchtbaarheid.
Het is niet voor niets dat CUMELA Nederland diverse veldbodemkundebijeenkomsten organiseert (zie kader). “We merken dat leden en hun klanten nog te weinig kennis van de bodem hebben”, zegt Jan van der Leij van CUMELA. “Als je aan het rooien bent en het gaat erg regenen, zou je eigenlijk moeten stoppen om de bodem te sparen, maar dat is niet altijd mogelijk. De klant wil zijn gewas van het land en de loonwerker heeft meer klanten die om zijn machines staan te springen”, zegt Van der Leij. Daarmee legt hij meteen de vinger op de zere plek, want in hoeverre kiezen we voor de bodem als het gaat om onze portemonnee? “Zolang de klant niet bereid is meer te betalen voor een hectare zal er niets veranderen”, stelt Robin Vervaet. “Wij maken wat de markt vraagt en die markt vraagt om steeds grotere machines met meer capaciteit. Dat is ook logisch, want de kosten van personeel, brandstof en onderhoud stijgen al maar. Dan kun je wel een machine inzetten die twintig tot dertig procent minder capaciteit heeft en dus lichter is, maar daarmee gaat je kostprijs ook twintig tot dertig procent omhoog. Dus het klinkt idyllisch om met lichtere machines te gaan rijden, maar kostprijstechnisch kan dat gewoonweg niet uit. Onze klanten zijn zich dus wel bewust van die bodem, maar er is geen alternatief als het bijvoorbeeld om bunkerrooiers gaat.”
Kom kennismaken met veldbodemkunde In augustus vinden nog drie bijeenkomsten ‘Kennismaken met veldbodemkunde’ plaats: •V eenweidegebieden in Zuid-Holland en Utrecht op donderdag 6 augustus 2015 •H et gebied Twente/Achterhoek op donderdag 13 augustus 2015 • De ontginningsgebieden in Oost-Brabant en Limburg op woensdag 26 augustus 2015 De bijeenkomsten starten om 17.00 uur met een broodje en een korte introductie en daarna gaan de deelnemers het veld in om in de bodem te kijken. U kunt kosteloos deelnemen in uw regio door u aan te melden via de agenda op www.cumela.nl.
GRONDIG 6 2015
11
ondernemen met
mensen
HOOFDARTIKEL
Kees van Dun, Rutten: “We plegen roofbouw op onze gronden”
Elk jaar bewerkt loonbedrijf Van Dun uit Rutten in de Noordoostpolder zo’n 7500 tot 10.000 hectare akkerbouw-, bloembollen- en grasland. Eigenaar Kees van Dun is al dertig jaar loonwerker in de Flevopolder, die bekend staat om zijn vruchtbare bodem. “In de jaren tachtig reikten de opbrengsten tot in de hemel. Er zaten genoeg mineralen in de bodem om elk soort gewas rendabel te telen. De bodemvoorraad leek onuitputtelijk.” Hij constateert dat de bodem niet meer hetzelfde is als dertig jaar geleden. “We halen nog wel hoge opbrengsten, maar door het strenge mineralenbeleid stoppen we er te weinig meer in. De bodemvruchtbaarheid holt achteruit. Binnen tien jaar moet er een andere oplossing komen. Gewassen groeien niet vanzelf.” Gaan we voor de bodem of kiezen we voor onze portemonnee? Dat is ook de spagaat waar Van Dun in zit. “Graan brengt bijvoorbeeld in verhouding weinig op, maar deze teelt verbetert wel de bodemstructuur. De grondprijzen hebben ook heel veel invloed. Momenteel liggen die tussen de € 80.000,- en € 100.000,- per hectare. Laag salderende gewassen, zoals conserven, leveren gewoonweg te weinig rendement op.” Als loonwerker probeert hij de bodem te ontzien. “Een goede bandenkeus en bandenspanning zijn erg belangrijk. Zo rijden we al veel met rupsbanden om de druk op de bodem beter te verdelen en ons streven is met minder dan één bar - één kilogram per vierkante centimeter - het land op te gaan, maar we kunnen natuurlijk niet meer terug in capaciteit. Die grote bunkerrooiers hebben we nu eenmaal nodig.” Hij merkt wel dat het bewustzijn onder collega’s en klanten toeneemt. “Er wordt meer stro ondergeploegd en er wordt meer graan geteeld. Dat is een eerste stap. Nu de politiek nog. Ook politici moeten beseffen dat gewassen niet vanzelf doorgroeien. Mineralen blijven noodzakelijk.”
Henk Bousema, Zeijerveld: “Loonwerker moet trendsetter zijn” Henk Bousema uit Zeijerveld ziet de bodemvruchtbaarheid op de Drentse zandgronden achteruit gaan. De Drentse gronden kennen behalve veel natuurgebieden ook grote enclaves vee- en akkerbouwgronden, bestaande uit zand, leem en veen. Van oorsprong is het ontgonnen heide, waar nu onder andere fabrieksaardappelen, suikerbieten, maïs en lelies op worden geteeld. “Zware bouwplannen zijn hier gemeengoed. Zo werden fabrieksaardappelen één op twee verbouwd, nu één op drie of één op vier. Door de zandgronden hebben we minder opbrengst dan op kleigrond. Daardoor is de teelt van granen, die goed zou zijn voor de bodem, ook niet erg rendabel. Als we zeven ton gerst van een hectare halen, is dat goed”, aldus Bousema. De grondprijzen liggen gemiddeld op € 50.000,- per hectare. Omdat hij als akkerbouwer losse gronden huurt, kan hij daar niet veel aan bodemverbetering doen, maar als loonwerker des te meer. Zo heeft hij de woelpoot aangepast met een zwaardere aandrukrol, waardoor de poten niet dieper dan de verdichte laag trekken. Ook rijdt hij liever op hoge banden op bouwland, zodat ze langer doorrollen. Daarnaast zijn zijn machines uitgerust met een drukwisselsysteem, al laat die techniek nog wat te wensen over. “We zitten veel op de weg en om telkens de bandenspanning van 2,0 bar op de weg naar 0,8 bar op het land te brengen, is soms een probleem.” Naast maatregelen om de bodemdruk te verbeteren, werkt Bousema ook aan mogelijkheden om meer plaatsspecifiek te registreren en te bemesten. Helaas is de techniek nog niet klaar. “Wel doen we al veel in grondverbetering, zoals egaliseren en draineren.” In dat adviseren ligt ook de rol van de loonwerker, meent hij. “De loonwerker heeft een zeer belangrijke rol als het om die bodem gaat. Wij moeten geen trendvolgers zijn, maar trendsetters. We leven van de bodem. Daar moeten we zuinig op zijn.”
Meer kijken in de grond Van Essen stelt dat het roer om moet, maar ook hij ziet geen eenduidige oplossing. “Terug naar die eenrijige bietenrooier kunnen we niet, maar we moeten wel veel meer gaan kijken in die grond. De bodem is de basis van ons bestaan. Er zijn al veel koplopers, maar het is nu de tijd dat het peloton ook gaat meebewegen om die bodem te ontzien.” Steinbusch pleit voor meer overleg en discussie. “Agrariërs proberen begrijpelijkerwijs zoveel mogelijk groeidagen mee te pakken. Dit leidt
12
GRONDIG 6 2015
er toe dat het oogstmoment niet altijd het meest gunstige is. Hier is zeker verbetering mogelijk door dit in de keten te bespreken of tussen opdrachtgever en loonwerker.”
TEKST: Marjolein van Woerkom FOTO’S: Marjolein van Woerkom, CUMELA Communicatie
Binnenkort nieuwe ISO-normen 9001 en 14001 Bent u er al klaar voor? Eind september 2015 worden de nieuwe ISO-normen 9001 en 14001 gepubliceerd De meest opvallende verschillen tussen de huidige (2008) en de nieuwe (2015) versie zijn: > > > > > >
Opzet volgens de HLS (High Level Structure), welke goed aansluit bij het huidige IMS-handboek die CUMELA Advies aanbiedt Meer aandacht voor begrijpen van de eisen/verwachtingen van alle belanghebbenden (stakeholders) Risicogericht denken als basis voor het managementsysteem Bredere kijk op risicomanagement en omgaan met kansen Meer nadruk op leiderschap en betrokkenheid van het topmanagement Minder verplichte documenten en registraties
Informatie? Wilt u meer weten over de inhoud van de nieuwe normen, de begeleidingsmogelijkheden of de overgangsregeling? Bel CUMELA Advies (033) 247 49 40 of stuur een e-mail: advies@cumela.nl
RoAd BV | Harselaarseweg 105-107 | 3771 MA Barneveld | +31 (0) 342 - 41 61 08 | info@roadbarneveld.nl
WWW.ROADBARNEVELD.COM
ondernemen met
mensen
VENT EN VISIE
Sinds kort worden New Holland Construction-machines verkocht via de New Holland-dealers. Volgens Chris Voets, CBU-manager van New Holland Nederland, draagt dat bij aan sterkere dealerbedrijven, die de klant van dichtbij goede machines, service en financieringsmogelijkheden kunnen bieden. Dat pakket is volgens hem doorslaggevend voor de continuïteit van cumelabedrijven.
“Sterke service dichtbij doorslaggevend” Chris Voets, CBU-manager New Holland Nederland “Onze dealers hebben het geweten, die wat ongenuanceerde mededelingen in de pers dat CNH helemaal stopt met de New Holland Construction Equipment-lijn. Dat is namelijk niet zo”, zegt Chris Voets, CBU-manager bij New Holland Nederland. Hij reageert vrij fel, omdat diezelfde pers de presentatie van de speciale agrarische lijn grondverzetmachines afgelopen winter onvoldoende heeft opgepikt. “Het aanbieden van een complete range grondverzetmachines voor onze klanten in het agrarische en groensegment is een belangrijke stap voor ons”, zegt hij. Voets voegt daaraan toe dat New Holland Agricultural hierin bewuste keuzes heeft gemaakt. “New Holland heeft gekeken naar de behoefte van deze specifieke klantgroep Europa-wijd en dan moet je in eerste instantie denken aan boerenbedrijven. Daarvoor is er in heel Europa een inventarisatie gemaakt en daar zijn vijf productgroepen uit gekomen. Daar gaan we nu vol mee aan de slag via ons New Holland-dealernetwerk.” Het gaat daarbij om een serie minigraafmachines, compacte wielladers, schrankladers, laadgraafmachines en zwaardere wielladers tot zeventien ton. “Bijna elke boer heeft tegenwoordig een compacte wiellader of verreiker draaien. De zwaardere wielladers zijn voor internationaal grootschalige landbouwbedrijven en loonbedrijven op de kuil”, aldus Voets. Hij voegt eraan toe dat je de nieuwe verreikers van de vierde generatie wel bij deze groep mag rekenen. De constructiemachines blijven geel. Voets benadrukt dat ook de groensector met dit programma nadrukkelijk in beeld is. “Daarom is de minigraafmachine ook opgenomen”, vertelt hij. Hij geeft toe dat hij voor Nederland liever een mobiele graafmachine had gehad dan een graaflaadcombi, maar relativeert dat omdat in de meeste andere landen de graaflaadcombi populairder is. Voets benadrukt dat New Holland Agricultural dit avontuur samen met CNH heeft opgepakt omdat het via de bestaande Europese dealers extra kansen ziet. “Wij hebben in Nederland met vijf hoofddealers en 61 verkooppunten het verkoop- en servicenetwerk met de grootste dekking van heel Nederland. Daar kan geen specifieke leverancier in de grondverzetsector tegenop. Onze dealers kennen de wensen van agrariërs en loonwerkers en snappen dat als er een shovel stilvalt op de kuil, ook in het weekeinde, er direct actie moet worden ondernomen. Daar maken wij een belangrijk verschil met andere merken en daarom is deze uitbreiding kansrijk”, stelt Voets. Hij zegt dat daarbij ook speelt dat de meeste loonbedrijven de New Holland-dealers goed kennen en dat de stap om dan ook een minigraafmachine of wiellader te kopen niet groot is. “Natuurlijk kunnen ze bij andere merken terecht, maar als onze producten goed zijn, ze kunnen rekenen op de service van
14
GRONDIG 6 2015
onze dealers in de buurt plus kunnen profiteren van onze financieringsmogelijkheden, hebben we voor de ondernemer echt sterke argumenten”, zegt Voets. Hij voegt daaraan toe dat de gemiddelde prijs van service lager is dan gangbaar is in de grondverzetsector. “Onze dealers zitten gemiddeld dichter bij de klant en de werkplaatstarieven liggen in de agrarische sector gemiddeld lager dan in de grondverzet-sector.” Dat New Holland de zware grondverzetmachines heeft laten vallen, ziet hij niet direct als een probleem. “Natuurlijk is het wel jammer voor ons, omdat dit segment in Nederland heel goed past bij onze loonwerkklanten, maar ook daarin onderscheidt Nederland zich van de ons omringende landen. Dan kom je op het pure grondverzet terecht. Een zware 40-tons graafmachine, een zware drieassige gelede dumper of een zware overslagwiellader is een andere discipline dan de maximaal zeventientons wiellader die we nu voeren. Op dat heel zware materieel zijn de meeste dealers van ons ook niet ingericht. We moeten ons concentreren op wat bij ons past. Dat maakt het kansrijker.” Voets geeft aan dat er voor de implementatie wel degelijk keuzes zijn gemaakt. “Ook hier hebben we in Nederland al jaren een gezonde dealersituatie met hoofd- en subdealers en met gespecialiseerde dealers voor productgroepen. Die lijn trekken we nu door voor dit pakket constructiemachines. Daarom hebben wij nu vijf gespecialiseerde CE-dealers aangesteld: Broekens in Gorredijk, Voets in Hazerswoude, Twentrac in Holten, ZHE in Maasdam en Slecoma in Boekel. Die gaan weer samenwerken met de regionale dealers. Deze gespecialiseerde dealers zijn ook voorraadhouders van materieel en onderdelen.”
“Het toevoegen van New Holland Construction machines maakt onze dealers sterker.” Er zit volgens Voets nog een tweede belangrijke kant aan deze stap. “Bedenk wel dat gehele bedrijfstak onder druk staat, zeker nu de prijzen flink laag zijn, en dat voor loonbedrijven de omzet in het grondverzet ook flink is teruggelopen. We hebben elkaar nodig en de loonwerkers hebben baat bij sterke dealers, die goede service leveren en een tandje bijschakelen als het echt nodig is.” Voets vertelt dat de tendens in Europa een teruggang in omzet voor agrarische dealers vanwege de schaalvergroting. Die omzetdaling kan dealers zwakker maken. “Kijk maar eens om je heen wat er op dit moment in dealer-
land gebeurt. Veel bedrijven hebben het echt moeilijk vanwege opgeschaalde harde eisen van fabrikanten in combinatie met de terugloop van de omzet vanwege de markpositie en de schaalvergroting. Dat wringt.” Deze CE-tak erbij ziet hij als een prima middel om de omzet op peil te houden en de bedrijven zo niet te verzwakken. Voets stelt vast dat New Holland Benelux nu de vruchten plukt van eerder genomen stappen. “Al in 1990, na de samenvoeging van Fiat en Ford, hebben we het dealernet aangepast. Daardoor staan onze dealers nu sterker”, concludeert hij. Hij voegt eraan toe dat de keuze om de dealers zelfstandig te laten ook in het voordeel van New Holland speelt. “Dat zijn zelfstandige familiebedrijven die hard werken voor hun boterham en die van oudsher een sterke band met de klanten hebben. Daar zit meer rek en wilskracht in dan in overgenomen bedrijven. Dat willen we graag zo houden.”
“Wij hebben een gezonde dealerstructuur, maar zullen moeten doorgroeien in de schaalvergroting.” Voets geeft aan dat New Holland echter wel degelijk doorgaat. “Ook New Holland toetst kritisch grootte, service en daadkracht van de dealers. Daarom is er vorig jaar een kwaliteitsprogramma geïntroduceerd om het level van de dealer op te krikken via certificering. De eerste dealers hebben in het eerste jaar al het eerste level gehaald en wij willen met de grote dealers zeker doorgroeien naar het derde en hoogste level.” Volgens Voets zitten in het kwaliteitsprogramma zaken als efficiëntie, servicegraad, snelheid van afhandelen van klachten en dergelijke. “Wij denken dat onze gespecialiseerde dealers kunnen concurreren met de beste bedrijven uit de pure grondverzetsector. Doordat we een gering aantal hoofddealers hebben aangesteld, hebben ze voldoende omzet om de service goed op te zetten en er eventueel een aparte servicebus op te zetten. Met onze hoge dekkingsgraad, onze financieringsmogelijkheden en onze relatie met de klanten bieden we meerwaarde. Dat pakket is voor de continuïteit van cumelabedrijven belangrijker dan enkel het product zelf. Maar ook daar durven we de strijd best aan. Bekijk onze nieuwe compactlader maar eens, onze nieuwe mini’s en onze agri-wiellader met lock-up”, aldus Voets. Of het bij deze selectie blijft, weet hij niet. “Het is een dynamisch proces. New Holland Agricultural start met dit pakket en als er vanuit de dealerorganisaties Europa-wijd om uitbreiding wordt gevraagd met voldoende potentie, dan zal die er komen. Daar ga ik nu niet over speculeren. Ik nodig de loonwerkers liever uit om onze gespecialiseerde dealers te bezoeken om de machines te bekijken en vooral om ook de voorwaarden en service ook goed door te nemen.”
TEKST & FOTO: Gert Vreemann
GRONDIG 6 2015
15
Groen, grond en infra producten sleufsilo’s
PVC buizen
keerwanden
PVC buizen en hulpstukken
betonplaten
tweewegkolk o.a. geschikt voor het voorterrein
schoon water
vuil water
open water
duogoot
perssap duogoot
keerwand
betonplaat
betonplaat
keerwand
modulair systeem voor gescheiden en ap afvoer van hemelwater en perssap Afm.1995 x 500 x 350 mm
Nijemirdum Nij
|
Tel.: 0514 - 57 18 26
|
www.buma.com
|
info@buma.com
Mekos 3D leveler: 3-Dimensionaal profileren van zand en korrelbanen met een total station.
Mekos levelers: Volautomatisch werkende machine’ s, ook met traploos instelbare ronding. Voorzien van automatisering door middel van laser techniek, total station of gps. De Mekos machines zijn uniek, sterk en duurzaam, geschikt voor zand en korrelbanen. (op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)
Partners:
Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net
STERK WERK Oplossingen aandragen
ondernemen met
mensen
Aannemings- en verhuurbedrijf Spithorst, Schildwolde Meedenken met de opdrachtgever om passende oplossingen te bedenken voor lastige klussen is wat Spithorst in Schildwolde in de genen zit. Dat zien we terug in de werken die het bedrijf mag uitvoeren. Nieuwe beschoeiing zetten aan het Slochterdiep is daarvan een sprekend voorbeeld. We gingen op bezoek en zagen ook wat de impact van de gaswinning is voor het bedrijf. Om maar met de deur in huis te vallen: door de gaswinning is de bodem in de omgeving van Slochteren, waar ook het bedrijf van Spithorst is gevestigd, behoorlijk gedaald. Willie Spithorst schat zeker dertig centimeter. Precies weet je dat niet, omdat het heel geleidelijk gaat, behalve als er te veel gas in een korte periode wordt gewonnen. “Vanaf 2012 zijn we hier getuige van geweest, bekijk alleen de gebouwen maar”, zegt Spithorst. Het heeft wel tot gevolg dat - samen met de effecten van klimaatverandering - de waterhuishouding in dat gebied moet worden aangepast. Het project Slochterdiep, waar we voor komen, is daar een onderdeel van. Om de komende decennia de waterhuishouding te kunnen waarborgen, moeten dijken worden opgehoogd en aangepast. Dat kan alleen als de beschoeiing word vernieuwd. De huidige beschoeiing kan de hogere dijken niet houden. Een lastige klus, waarbij Arcadis in het voortraject Spithorst heeft betrokken om een kansrijk plan te kunnen indienen bij de opdrachtgever, Waterschap Hunze en Aa’s.
18
GRONDIG 6 2015
Verrassingen Over een lengte van vier kilometer aan één stuk, van de in totaal twaalf kilometer, moeten de beschoeiingsplanken mooi recht de grond in worden getrild. Keurig aanliggend, en langs de nog resterende oude beschoeiing van palen en planken die al ruim twintig jaar in de wal zit. Je weet niet hoe de palen van de oude beschoeiing onder de grond zitten; of ze scheefgezakt staan of niet. Tel daarbij nog de verschillende grondlagen, met harde, fijnzandige, lastig doordringbare lagen met mogelijke boomwortels of andere ongerechtigheden in het traject en je weet vrijwel zeker dat de oude beschoeiing niet eenvoudig in haar geheel te verwijderen is. Bovendien is er de wetenschap dat als je bij het aanbrengen van de nieuwe beschoeiing eenmaal uit koers raakt, dit bijna niet te herstellen is. Deze klus vraagt vooraf om goede oplossingen, met uiteraard een zo goedkoop mogelijke en efficiënte werkwijze.
Aannemings- en verhuurbedrijf Spithorst, Schildwolde Willie en Annita Spithorst runnen samen met zoon Jack en diens partner José het gespecialiseerde aannemings- en verhuurbedrijf, dat is voortgekomen uit een landbouwloonbedrijf. Willie is in 1976 onder de vleugels van zijn vader begonnen met sloten reinigen. In 1979 werd de eerste mobiele graafmachine aangeschaft, waarmee de grondverzetactiviteiten zijn opgestart. In 1984 is er afscheid genomen van een deel van het agrarisch werk. Het bedrijf telt nu twaalf vaste medewerkers en er worden regelmatig losse krachten bij ingehuurd. Spithorst verricht de meeste diensten in onderaanneming voor grote opdrachtgevers, maar neemt ook zelf werken aan. Vaak zijn dat gespecialiseerde werken, die vragen om buitengewone oplossingen. Het bedrijf is VCA*- en ISO 9001-gecertificeerd. Meer informatie www. spithorst.nl.
Het gaat bij inschrijving tenslotte ook altijd om de bekende knikkers. Spithorst beet zich vast in de materie, bedacht een oplossing en een werkbaar plan, zodat Arcadis kon inschrijven met een duurzaam plan (veertig jaar garantie geëist) tegen een scherpe prijs. Mede vanwege het plan kreeg Arcadis de klus gegund en kon die het project vervolgens aanbesteden in onderaanneming. “Het lastige van het meedenken in het voortraject voor een goed plan is dat je er dan ook een beetje van uitgaat dat de klus je daarna ook wordt gegund. Dat is tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend”, zegt Spithorst. “Door ons enthousiasme zijn we in het verleden ook wel eens tegen de bekende muur gelopen. Dan ben je even terug bij af”, vertelt hij daarover Hij geeft aan dat hij geen concessies doet aan prijs en kwaliteit. “Dan houden we de rug recht. Meedenken in goede oplossingen en deze ook compromisloos realiseren, is ons uithangbord. Daar hoort een passend tarief bij.”
Geoliede trein Als we ter plekke zijn, is de drie man sterke ploeg druk bezig beschoeiing te zetten. Een geoliede trein, waarbij je in één oogopslag ziet wat Willie Spithorst bedoelt met een ‘passende oplossing’. De oude beschoeiing blijft zitten. De nieuwe wordt minimaal dertig centimeter uit de huidige beschoeiing in het water tot vijftien centimeter onder het waterpeil gezet. Daarvoor heeft Spithorst een speciaal heiraam ontwikkeld om de beschoeiingsplanken zo diep en strak mogelijk aan te brengen. Verder zaagt hij de planken, die standaard zijn voorzien van een zoeker, nog wat bij. “Ja, dan heb je wel extra mankracht nodig voor het zagen, maar dan weten we zeker dat de planken stevig in elkaar en recht de grond in gaan.” Zoon Jack zit zelf op de kraan. Hij concentreert zich op de pre-
cisie, het op afstand bedienbare heiraam, en neemt de tijd als de planken worden gezaagd. “Het moet goed”, zegt hij. Daarna worden vijf planken, in dit geval met een lengte van vier meter, met behulp van een speciale klem ingespannen, vervolgens opgespannen in het heiraam en als een ‘brede deur’ de grond ingetrild. Er zitten ook gedeelten met vijf meter lange planken bij. “Als die hun eigen weg gaan zoeken, ben je de sigaar.” Spithorst geeft aan dat hij ook strijd heeft moeten leveren om de vijf centimeter dikke planken te kunnen handhaven. “Rekenkundig zou een dikte van vier centimeter het ook kunnen houden, maar onze opdrachtgever moet wel die veertig jaar garanderen, dus daar willen wij achter kunnen staan. Wij weten uit de praktijk dat je dan écht die ene extra centimeter nodig bent. Wij hebben hier dus geen concessies gedaan aan prijs en kwaliteit.”
Andere projecten Spithorst geeft aan dat hij met opdrachtgevers veel energie stopt in het voorbereiden van de klussen. “Als het nodig is, ga ik meerdere malen om tafel met de klant. Of ik neem ze mee naar de locatie waar het werk wordt uitgevoerd en leg uit waarom bepaalde oplossingen het beste zijn”, zegt de ondernemer. Een mooi voorbeeld is het aanbrengen van enkele duikers in de verdubbeling van de N33, waar hij meerdere grote klussen heeft uitgevoerd. ”We zijn vooraf met de opdrachtgever om tafel gegaan om de fundering van de duikers door te spreken; hoe krijg je de meeste stabiliteit op langere termijn, wat moet je daarvoor gebruiken, en hoe krijg je de duikers naadloos aaneengesloten? Ook hebben we gesproken over alternatieven om de toepassing van dure bronbemaling te minimaliseren.”
GRONDIG 6 2015
19
Speciale oplossingen en werkwijzen ontwikkelen, zoals hier het opspannen en inspannen van meerdere beschoeiingplanken tegelijk, is de troef van Schiphorst.
Zestigjarig jubileum Dit jaar viert het bedrijf zijn zestigjarig jubileum. Op 10 juli werd een open dag georganiseerd op het bedrijf, dat in een prachtig monumentaal pand is gevestigd. Het hele pand is enkele jaren geleden grondig gerenoveerd en opgeknapt. Je ziet dan ook de keerzijde van de huidige gaswinning. Overal in het huis en de schuren zitten scheuren. Spithorst: “Dat doet zeer, temeer omdat je weet dat bij een acceptabele gaswinning de bodem geleidelijk aan daalt en daardoor aardbevingen minder vaak voorkomen. Maar zoals wij vaak zeggen op z’n Grunnings: ‘Kop d’r veur hol’n’.”
Dankzij een goede voorbereiding en extra aandacht voor de fundatie kon deze duiker met de hoogwerker extra nauwkeurig worden geplaatst.
Spithorst geeft aan dat dergelijke oplossingen in het voortraject even iets meer kosten, maar uiteindelijk qua kosten gunstiger uitpakken en de duurzaamheid verzekeren. “Als bij het plaatsen de enorme betonnen duikers in een paar uur naadloos precies gesteld staan, geeft dat veel voldoening. Ook bij de werknemers, want zij maken uiteindelijk het werk.” Spithorst geeft ook nog een sprekend voorbeeld van een rioolaanpassing waarbij een pompgemaal naast een schuur stond en het riool onder de schuur liep. Hij wist een oplossing aan te dragen waarbij er niet vlakbij of onder de schuur hoefde te worden gegraven. Dat scheelde enorm in de kosten en de kans dat de schuur zou verzakken, was ook van de baan. Teruggekomen is Spithorst alweer bezig om de zaken te regelen voor de volgende dag. Een nieuwe vracht beschoeiingshout wordt geladen, een bak moet nog even worden opgelast. “Je moet er bovenop zitten. Hoe goed de oplossingen ook zijn, het blijft hard werken voor een scherpe prijs. Dan moet ook nog het werk als een geoliede trein doorgaan. En dat kan alleen als je medewerkers er net zo over denken.”
Bij goed werk hoort goed materiaal, zoals bijvoorbeeld deze nieuwe Liebherr 926, actief op een klus voor leidingwerk in Eext.
20
GRONDIG 6 2015
TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Spithorst
ZET JE SCHRAP VOOR DE LANCERING VAN DE CONSTRUCTION COMPACT LINE!
COMPACTE WIELLADER. WIELLADER. MINI GRAAFMACHINE. SCHRANKLADER. GRAAFLAADCOMBINATIE. VERREIKERS. VOORTAAN TE VINDEN BIJ UW VERTROUWDE NEW HOLLAND DEALER.
DRAGON KING 22
Adv_LightConstruction_200x134_NL.indd 1
22mm profieldiepte
Verhoogde Tractie
8/07/15 14:03
Verhoogde stabiliteit en comfort
T. +31 (0) 113 56 95 00 Molcon Interwheels Zwake 5 F. +31 (0) 113 56 36 23 4451 HH Heinkenszand E. sales.nl@molconinterwheels.com www.molconinterwheels.com
ondernemen met
vaktechniek
PROFILEREN
Een Nobel gebaar C.A. Nobel & Zoon, Oudenhoorn Er zijn ook klussen waarbij je veel mensen een plezier doet zonder dat je daar zelf op dat moment veel inspanningen voor hoeft te leveren. De familie Nobel stak haar nek uit door op verzoek de Nobel Arena aan te leggen. Dit jaar werd daar alweer voor de tiende keer het tractor pulling-spektakel georganiseerd. Met dank aan de familie Nobel voor het beschikbaar stellen van het terrein en... alle overige diensten.
22
GRONDIG 6 2015
Project exploitatie Nobel Arena Oudenhoorn Opdrachtgever Stichting Tractor Pulling Oudenhoorn Aanneemsom sponsoring en goodwill Looptijd zestien jaar en meer Uitvoerende partij Fa. C.A. Nobel Oudenhoorn in samenwerking met Stichting Tractor Pulling Oudenhoorn en vele vrijwilligers Werkzaamheden beschikbaar bestellen terrein, onderhoud baan, beschikbaar stellen materieel en verlenen van diensten voor, tijdens en na de wedstrijd, stalling en opslag materieel.
Henk Nobel ziet de tractor pull in Oudenhoorn in de eigen Nobel Arena als een dagje uit. Hij bemoeit zich niet met de organisatie. Daar zijn op die dag anderen voor.
Als je aankomt voor de tractor pullingwedstrijd in Oudenhoorn, achter het erf van loonbedrijf Nobel, zie je al dat dit evenement speciaal is. Speciaal omdat je over het erf van Nobel moet en vooral vanwege de gemoedelijke, open sfeer die het uitstraalt. Geen gestress, geen te strakke draaiboeken, maar vooral open en hartelijk. Natuurlijk zijn er de bekende regels, veiligheidsmaatregelen en dergelijke, maar het geheel komt toch ‘losjes’ over. Dat komt mede omdat dat past bij Henk Nobel. Hij is samen met Farm Frites één van de hoofdsponsors van het evenement. “Ik kan er financieel gezien veel beter aardappelen verbouwen, maar dit is gewoon leuk”, zegt Henk. Hij grinnikt van oor tot oor als hij net zijn Grimme-rooier bij de ingang van de Arena op de juiste plek dirigeert. “Klap de losband maar zover mogelijk boven de Farm Frites-wagen. Dat vinden ze leuk.” We leven dan een paar uur voor aanvang van de wedstrijd. De organisator van het evenement, Stichting Tractor Pulling Oudenhoorn (STPO), is dan druk bezig. Voorzitter Jan Kamies doet net een ronde met politie en brandweer om de puntjes op de i te zetten. Henk niet. “Voor mij is dit een dagje genieten. Ik bemoei me niet met de organisatie”, zegt hij. Een eigen vip-tent heeft hij niet. “Wil ik ook niet. Ik wil gewoon tussen het volk, mijn klanten en kennissen lopen. De vip-tent is voor Farm Frites. Daar ga ik zeker ook even aan.”
Wel en geen werk Dit klinkt alsof Nobel geen inspanningen hoeft te leveren en toch de omgeving en de sport al tien jaar een grote dienst bewijst. “De stichting regelt alles”, vertelt Henk. “Ik bemoei me er niet mee. Dat kan ook niet, omdat we ons bedrijf runnen. Ik kan niet zomaar een flink aantal mensen en materieel vrijmaken voor dit evenement.” Maar ‘stiekem’ heeft hij er toch wel werk aan. Op de baan draait zijn kanariegele New Holland voor de wals, zijn waterwagen staat er ook, evenals een extra shovel standby om te kunnen slepen. In de grootpakpers zit nog het bewijs dat hij dit perceel net in de baal heeft geslagen. Een aantal van zijn medewerkers zitten bij de stichting en doen hun werk als vrijwilliger. “Als ze wat nodig hebben, dan weten ze waar het in de schuur staat. Ze redden zich wel.” Jan Kamies geeft aan dat Nobel wel degelijk een grote bijdrage levert aan het evenement. “We zijn het jaar rond bezig met dit evenement. Daar
GRONDIG 6 2015
23
1 Tractor pulling is een dagje uit voor jong en oud. Waarbij oud hier blijkbaar heel goed jong weet te besturen. Sommige mensen zit het besturen blijkbaar in de genen. 2 De hele dag optreden met de kanariegele New Holland voor eigen publiek. Zo rijdt Nobel zich zonder mee te doen de hele dag in the picture en noteert hij menig full pull. 3 Vertier voor iedereen, dus ook een traptrekkertrekwedstrijd voor de kleintjes. Een belangrijke investering in de toekomst. Ook dat levert de nodige blije gezichten op.
1
2
4 Het gaat natuurlijk vooral om gezellig een mooie avond beleven. De ruime plek met hoge tafels tussen de baan en de tribunes blijkt een prima vondst.
3
horen dan ook baanonderhoud en opslag bij. We hebben een flink deel van een schuur van Nobel permanent in gebruik voor opslag. Als er wat moet worden geregeld rondom de baan, dan doet Nobel dat voor ons. We kunnen zijn materieel gebruiken en als hij het niet heeft, regelt hij het voor ons. Onderschat niet hoeveel tijd daar toch in zit. Zijn expertise en inzet zijn onmisbaar voor zo’n evenement.”
Langetermijnplan Stichting Tractor Pulling Oudenhoorn bestaat nu zestien jaar. Destijds is samen met de familie Nobel de Nobel Arena aangelegd. Toen was dat nog niet zo spannend, omdat er nog een veehouderijbedrijf bij was gevestigd. In het grasland was dat vrij eenvoudig te realiseren. “Een kwestie van de baan vrijhouden en de rest van het terrein als grasland gebruiken”, zegt Henk. Toen is de baan uitgegraven, voorzien van een onderlaag plus speciale klei om te voldoen aan de hoge eisen van de Nederlandse Truck en Tractor pulling Organisatie (NTTO).
24
GRONDIG 6 2015
4
Daarna is de baan continu bijgehouden. “Nobel zorgt dat de baan onkruidvrij en goed in profiel blijft. Indien nodig wordt hij aangevuld met geschikte klei”, aldus de voorzitter. Ook is het terrein vanwege de eisen van de NTTO gegroeid naar nu in totaal vijf hectare. Jan Kamies. “De crème de la crème van de Grand National komt hier, aangevuld met de beste farmstockklassen en trucks. Eén baan is voor de Grand National en de andere baan voor de andere klassen. Dat is een zeer professioneel gebeuren geworden, waar we als stichting het jaar rond mee bezig zijn.” Op de website is te zien dat er meer dan honderd begunstigers en sponsors zijn. In totaal komen er ruim 4000 bezoekers op het evenement af. Naast het geweld op de baan is er ook aan de kinderen gedacht. “Daar komt het één en ander bij kijken om dit met vrijwilligers in goede banen te leiden. We zijn alleen al met een vrijwilligersploeg anderhalve week bezig met de opbouw en een week met afbouwen.”
5 De echte sfeer is er natuurlijk ’s avonds als na negenen het grote geweld losbarst en in de avondschemering een bijzondere sfeer ontstaat. 6 Dagelijks concurrenten, maar op zo’n wedstrijd als cumelacollega’s broederlijk naast elkaar in het demopark en samen hand- en spandiensten verrichten.
5
6
De Nobel Arena wordt daarnaast ook eens in de twee jaar gebruikt voor de boerentrekkertrek, georganiseerd door de plattelandsjeugd van Voorne-Putten. Dit is uiteraard kleinschaliger van aard en meer regiogebonden, maar daarom niet minder gezellig. Dit evenement staat geheel los van de NTTO-wedstrijd. Ook voor deze wedstrijd stelt Nobel de baan en diensten ter beschikking. “Strikt genomen is dat puur gescheiden, maar het gaat hier om dezelfde dienst als voor de NTTO-wedstrijd. Meewerken aan een stukje plezier en beleving voor de directe omgeving.”
Samen optrekken Nobel geeft aan dat hij op beide evenementen samen optrekt met collega-cumelabedrijven. “We doen het met z’n allen”, zegt hij. Op de baan zien we bijvoorbeeld trekkers van Dick Klok uit Heenvliet draaien en er hangen prominent vlaggen van Minekus, die na afloop met de maaizuigcombinatie het terrein ontdeed van zwerfafval. De firma
7
8
7 Als gastheer mocht Nobel zijn Grimme pontificaal bij de ingang plaatsen, samen met medesponsor Farm Frites. Mooi één-tweetje en natuurlijk graag gedaan. 8 Wat het publiek niet ziet, is dat Nobel maar liefst vijf hectare terrein beschikbaar stelt en dat er samen met vrijwilligers vele, vele uren worden gestopt in de organisatie en de op- en afbouw.
Poldervaart stelt ook machines beschikbaar en helpt altijd mee bij de voorbereidingen van de baan. Henk Nobel wijst ons op de verschillende combinaties van hem en van de collega’s die prominent staan opgesteld. Hij besluit veelzeggend. “Op zo’n dag trek je als collega’s samen op en spreek je in een ontspannen setting met relaties en klanten. Mooi om daar een bijdrage aan te leveren.” En dat merken we ’s avonds. Als tegen elf uur de laatste pullers over de baan denderen, is het nog altijd volle bak. De tribunes en de grote ruimte tussen tribunes en baan met de ‘bier’-tafels is veelzeggend ‘goed gevuld’. Volgend jaar zeker weer.
TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: STPO, Vreemann
GRONDIG 6 2015
25
ondernemen met
vaktechniek
AGROPRO MAAKT ICT OPLOSSING
Omdat de bestaande ICT-oplossingen voor planning en digitale werkbon niet aan hun eisen voldeden, sloegen Coen van Kuijk en Gerwin Peters de handen ineen voor een nieuwe eigen oplossing. In Harry Schot, eigenaar van AgroPro, vonden ze een automatiseerder die wilde luisteren. Gezamenlijk ontwierpen ze een ICT-oplossing die past bij de planning en digitale werkbon van een cumelabedrijf.
Samen perfectioneren In de weekplanning hebben verschillende groepen werkzaamheden eigen kleuren.
Elke week komen Coen van Kuijk en planner Joost Hoevenaars van Transport- en Loonbedrijf Van Kuijk uit Helvoirt, Gerwin en Dianne Peters van het gelijknamige loonbedrijf uit Odiliapeel en Harry Schot en Arnout de Mooij van AgroPro al sinds het begin van het jaar samen om de voortgang van hun project te bespreken. Een enorme tijdsinvestering voor alle partijen, maar met resultaat, stellen de twee opdrachtgevers vast. “Wij hebben nu een systeem dat past bij een loonbedrijf en alle werkzaamheden die erbij horen”, zeggen ze. Het programma is momenteel nog niet helemaal klaar, maar toch werken de bedrijven er al met alle plezier mee. Sterker nog: de medewerkers zijn nu al bijna boos als de opdracht niet
via de app binnenkomt, vertelt Gerwin Peters. “Soms, als het druk is, verval ik in de oude gewoonte om ze snel even toe te roepen wat ze moeten doen, maar dan zijn ze verontwaardigd en vragen mij om het gewoon via de app te doen.” Die snelle acceptatie bewijst volgens Peters dat wat AgroPro heeft gebouwd helemaal past bij het moderne loonbedrijf.
Werknemers willen nu al hun opdrachten via de app Een gedachte die Coen van Kuijk helemaal deelt. Hij is degene die het initiatief nam om gezamenlijk een nieuw planningspakket met automatische urenregistratie te laten ontwikkelen. “Uit de werkzaamheden die de mensen van AgroPro voor ons mesttransportbedrijf hadden gedaan, wist ik dat ze niet alleen in staat zijn om iets te ontwikkelen, maar vooral dat ze kunnen luisteren en begrijpen wat je wilt.”
Agenda Werken met het programma begint bij het aannemen van opdrachten. Bij het contact met de klant kan de planner in één oogopslag zien of er nog voldoende capaciteit is. Zo ja, dan kan hij direct vastleggen welke werkzaamheden er moeten worden uitgevoerd, waar die plaatsvinden, welke extra eisen er zijn en bijvoorbeeld ook nog bijzonderheden als minimaal één meter uit de kant beginnen met bemesten. Gaat het over gecombineerde werkzaamheden, zoals hakselen, dan kan aan één order een combinatie van machines zoals hakselaar, silagewagens en een shovel worden gekoppeld.
26
GRONDIG 6 2015
Planbord Is deze opdracht ingevoerd, dan verschijnt deze als ongepland op het planbord. Vervolgens kunnen de benodigde machines en werknemers aan de opdracht worden gekoppeld. De planner kan vervolgens de werkzaamheden eenvoudig inplannen door opdrachten aan te klikken en te verslepen. Het mooie is dat dan direct alle daaraan gekoppelde werkzaamheden worden meegesleept. De hele hakseltrein kan zo worden ingepland. Naarmate de dag verstrijkt, past het planbord zich automatisch aan op basis van de terugkoppeling die de chauffeurs via de app geven. Zo kan de planner eenvoudig zien of er in de loop van de middag problemen ontstaan doordat bijvoorbeeld een chauffeur nog aan het maaien is. Wanneer dat het geval is, heeft de planner alle mogelijkheden om bijvoorbeeld een andere chauffeur toe te wijzen. Die flexibiliteit is wat Peters het meest waardeert. “We kunnen op elk moment van de dag wat aanpassen of weer schuiven met de werkzaamheden.”
aankoppelen of reistijd naar de klant te registreren. De volgende stap is dan de aanvang van de werkzaamheden, waarbij tussendoor pauzes flexibel kunnen worden ingevuld. Zo is er ook een afronding van de werkzaamheden voor terugreis of afkoppelen en aftanken. Op een dag kunnen zo alle zaken precies worden geboekt, waarbij er ruimte is om gebruikte producten zoals zaaizaad of gewasbeschermingsmiddelen direct vast te leggen. Aan het eind van de dag heeft de werknemer zo een complete uren- en werkzaamhedenverantwoording, die dan met één druk op de knop naar kantoor wordt verstuurd. Daar kan de planner aan het eind van de dag of het begin van de volgende dag alles langs lopen en accorderen. Is dat gebeurd, dan is het werk direct klaar voor facturatie.
Digitale werkbon Na het inplannen is de volgende stap het aanmaken en versturen van de digitale werkbonnen. Door een druk op de knop wordt de werkbon naar de app op de smartphone van de werknemer gestuurd. Wanneer er een nieuwe opdracht is, krijgt de werknemer automatisch een melding. Normaal kan aan het eind van de dag de planning voor de volgende dag worden doorgestuurd, maar op de dag is op elk moment een update mogelijk, bijvoorbeeld als er bij een paardenboer tussendoor nog een paar pakkenhooi moeten worden geperst. Wat de werknemer op de telefoon te zien krijgt, is een complete beschrijving van het werk en de plaats waar dat moet plaatsvinden. Hij ziet: mest uitrijden bij veehouder Teunissen, 30 hectare, percelen achter de weg en één meter uit de sloot beginnen. Ook krijgt hij contactgegevens, zodat er op elk moment contact met de klant kan worden opgenomen. Als het werk maar een deel van de dag beslaat, ziet de werknemer ook direct wat er nog meer is gepland. Bewust is er daarbij voor gekozen om geen aanvangstijd van het volgende werk mee te sturen, vertelt Schot. “De bedrijven wilden niet dat een werknemer wordt opgejaagd of juist de tijd neemt. Hun gedachte is dat ze vanaf kantoor de planning bewaken en eventueel klanten informeren.”
Digitale dagstaat Voor de werknemer is de telefoon gelijk zijn digitale urenbriefje. Dat begint in de ochtend als hij het tijdstip van de aanvang van zijn werkzaamheden invoert. Dat kan direct, maar ook altijd achteraf. “Een bewuste vrijheid,” stelt Schot, “want het moet niet zo zijn dat een werknemer hij iets vergeet een probleem heeft.” De planning begint altijd met voorbereiding op de werkzaamheden om ook tijd voor bijvoorbeeld
Per werknemer komt er bij het afsluiten een overzicht van de verrichte werkzaamheden en vastgelegde bijzonderheden.
AgroPro AgroPro is een dochterbedrijf van Sprint ICT. Bij dit Eindhovense bedrijf werken momenteel acht mensen, Het bedrijf is ooit begonnen met het maken van een planningsysteem voor touringcarondernemingen. “Qua planning zijn die sterk vergelijkbaar met loonbedrijven”, aldus eigenaar Schot. Daarna volgden verschillende andere opdrachtgevers, tot Schot in contact kwam met Van Kuijk. “Daarmee zijn we in de mestdistributie beland en hebben we een compleet programma gemaakt waarmee alle mesttransporten nu helemaal vastliggen.” Het programma van AgroPro is gemaakt voor het plannen van de dagelijks werkzaamheden op loon- en grondverzetbedrijven en is een zogenaamd cloudprogramma. Daarvoor heeft AgroPro eigen servers bij een datacentrum waarop bedrijven inloggen en hun gegevens vastleggen. Hierdoor hoeft de klant niet meer te investeren in eigen apparatuur en bijbehorend systeembeheer. Een ander voordeel hiervan is dat elke update telkens in het programma wordt verwerkt en iedereen altijd met de nieuwste versie werkt. Voor bedrijven is er daarnaast de zekerheid dat alle gegevens altijd vastliggen. Meer informatie: www.agropro.nl.
GRONDIG 6 2015
27
ondernemen met
vaktechniek
Coen van Kuijk, Helvoirt: “Rust is het allerbelangrijkste” De echte ervaringsdeskundige in het werken met AgroPro is Coen van Kuijk. De eerste klus waar het bedrijf vijf jaar geleden mee startte, was de automatisering van de administratie van de mestdistributie. “Een heel arbeidsintensieve klus, want we hadden enorm veel contact. Daar zagen we het verschil met andere bedrijven. De mensen van AgroPro luisteren naar het probleem en komen met een oplossing die past bij de praktijk van ons type bedrijven.” Inmiddels draait het programma ruim drie jaar en is het mede de basis van het succes van zijn bedrijf, stelt Van Kuijk. “We zijn in een paar jaar gegroeid van 600.000 ton naar het dubbele. Als we dit pakket niet hadden gehad, was dat nooit mogelijk geweest zonder uitbreiding van de planning en nog veel meer papierwerk.”
Facturatie
Overzicht per werknemer van de geplande werkzaamheden.
In de snelle verwerking en goede registratie zien Van Kuijk en Peters een duidelijk voordeel van het systeem. “Aangezien alle gewerkte uren en gebruikte producten bekend zijn, kan de administratie veel eenvoudiger een duidelijk gespecificeerde factuur opstellen. Dit voorkomt discussie met de klant en leidt veelal tot een snellere betaling van de factuur. Daar eindigt ook de plannings- en registratiemodule, legt Schot uit. “Alles wat daarna gebeurt, hoort bij een gewoon administratiepakket zoals duizenden bedrijven buiten de cumelasector dat hebben. Daar kunnen wij ook niet tegenaan ontwikkelen, want zij hebben duizenden klanten die de kosten delen. Bij Van Kuijk en Peters werken we daarom nu met Twinfield, omdat dit een goede koppeling naar de ac-
Het allerbelangrijkste van dit soort investeringen is volgens Van Kuijk dat het rust geeft. “Dat geldt niet alleen voor de mensen op de planning, die zeker weten dat alles goed is vastgelegd. Het werkt ook zo bij de mensen in het veld. Die weten op elk moment precies wat er wordt verwacht en ze weten ook precies wat wij van hen verwachten. Dat geeft hen ook de verantwoordelijkheid om het goed te doen.” Maar ook als ondernemer geeft het hem rust, merkt Van Kuijk. “Ik weet nu gewoon dat de administratie op orde is en dat alles vastligt. Ik kan nu per werknemer of per machine uitdraaien hoeveel uur ze maken, waar gaten zitten en misschien wel het allerbelangrijkste: ik kan precies zien wat ik verdien met mijn werkzaamheden. Niet op het eind van het jaar als ik zie wat er onder aan de streep staat, maar op elk moment van de dag. Daarmee heb ik de managementinformatie die ik nodig heb om mijn bedrijf te runnen.”
countant geeft, maar je zou ook met Afas of AccountView of welk ander algemeen administratiepakket dan ook kunnen werken.”
Managementinformatie Het ontbreken van mogelijkheden om de gegevens van deze planningsmodule te koppelen aan bestaande software voor de cumelasector betekent dat beide bedrijven afscheid nemen of al hebben genomen van hun eerdere softwareleverancier. “Dat is jammer, want daarin zitten een heleboel gegevens, maar dat bedrijf kon niet aan onze wensen voldoen en had ook niet de mogelijkheid om dat op korte termijn te realiseren. Dan moet je op een gegeven moment een stap zetten en een andere weg inslaan”, stelt een nuchtere Van
We willen een goed programma dat rust brengt in het bedrijf Kuijk. “Dat is even wennen voor de mensen op kantoor, maar we hebben nu een administratiepakket dat beter aansluit bij onze accountant, want die kon niets met onze vorige software en ik heb nu veel meer managementinformatie.”
Samen sterker Wat de kosten van het pakket precies zullen worden, is nu nog niet duidelijk. Daarvoor moet er een afweging worden gemaakt tussen een bedrag dat bij aanschaf moet worden betaald en het bedrag dat daarna per maand of jaar nodig is voor het onderhoud. Dit laatste zal dan weer afhankelijk
28
GRONDIG 6 2015
Gerwin Peters, Odiliapeel: “Alles ligt nu vast” Hoewel het de bedoeling was dat bij Peters eerst maar enkele chauffeurs met het nieuwe systeem zouden gaan werken, gingen direct alle werknemers ermee aan de slag. Het enthousiasme was direct zo groot dat Gerwin Peters dat wel aandurfde. “Sommigen hadden nog geen smartphone en moesten daar aan wennen, maar het werken met AgroPro is geen enkel probleem.” Na het invoeren van de planning is Peters nu bezig met het verwerken van de urenregistratie. Hij merkt daarbij nu al dat het hem vele uren tijdwinst gaat opleveren. “Ik krijg alles veel completer aangeleverd. Daardoor hoef ik veel minder terug te zoeken wat iemand precies heeft gedaan en welke
gewasbeschermingsmiddelen er bijvoorbeeld zijn gebruikt. Bij elkaar denk ik dat ik de helft minder tijd op kantoor zit.” Peters waardeert ook de mogelijkheid om op de achtergrond tarieven precies vast te leggen. Bij elke opdracht kan ik precies kiezen of ik het standaardtarief gebruik of bijvoorbeeld een bepaald afwijkend tarief. Zo kan ik ook een combinatietarief van uren en hectares zonder problemen verwerken.” Lachend stelt hij vast dat hij nu eindelijk een oplossing heeft voor zijn grote probleem. “Mijn hoofd is soms te klein. Dan heb je zoveel dingen aan je hoofd dat je zaken gaat vergeten. Door alles gelijk in te voeren, heb je daar geen last meer van en zie je later ook alles terug. Dat betekent inzicht in de cijfers en ruimte om te sturen.”
zijn van het aantal werknemers dat werkt met de smartphone. Ook over die prijsstelling vindt nu nog een open discussie tussen de bedrijven plaats. “Belangrijk,” volgens Van Kuijk, “maar geld is niet het belangrijkste. Wat we willen is een goed programma dat rust brengt in het bedrijf. Daarmee voorkomen we fouten en kunnen we verder groeien. Dan hebben we echter ook een partner nodig die verder kan, dus ook daar moeten we samen uitkomen. Daar hebben wij en ook alle nieuwe klanten belang bij.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok
Regelmatig schuiven Gerwin Peters (l) en Harry Schot om de computer om te kijken hoe wijzigingen uitpakken.
Dit ziet de chauffeur als hij met zijn werk is begonnen.
GRONDIG 6 2015
29
ondernemen met
vaktechniek
GRONDIG.COM
SCHUITEMAKER RAPIDE OP 30.5-INCH-BANDEN
Afgelopen donderdag is bij Loonbedrijf De Weer in Bornerbroek de eerste Schuitemaker Rapide op 30.5-inch-banden afgeleverd. De wagen is uitgevoerd met rubber in de maat 800/45R30.5 en is voorzien van elektro-hydraulische besturing in combinatie met hydraulisch geveerde assen. Ondanks de hoge banden is de bakafmeting nagenoeg gelijk gebleven.
DEMOPARK EISENACH: ROBERINE IS BACK Onder de leus ‘Roberine is back’ toonde de Dutch Power Company de vorig jaar als Votex gepresenteerde zelfrijdende M3-klepelmaaier voor groenonderhoud. De fabrikant heeft de naam Roberine teruggekocht van John Deere. De Roberine M3 heeft klepelmaaiers waarmee met 13 km/u in openbaar groen kan worden gewerkt en die langer gras prima aan kunnen.
NIEUWE AGRIBUMPER A.S. Pol in Bruntinge heeft een nieuwe Agribumper ontworpen. In feite is het een frontgewicht dat ook als trekkerbumper fungeert. De bumper is via twee bouten aan de aan de fronthef gemonteerde houders gemonteerd. De unit zelf bevat vele verstelgaten om zo compact mogelijk en zonder beperkingen op de stuuruitslag aan verschillende trekkers te kunnen worden gemonteerd.
30
GRONDIG 6 2015
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
ECO CENTRAAL OP WACKER NEUSON DEMODAG Nieuwsgierig stapten verschillende bezoekers van de Wacker Neuson demodagen op het Bouw en Infrapark in Harderwijk op de elektrische shovel. En bijna allemaal maken ze dezelfde fout, de contactsleutel verder doordraaien om de motor te starten. Dat er grote belangstelling is voor deze machines blijkt wel uit de eerste verkoopaantallen. Terwijl de productie pas eind maart is opgestart zijn er nu al meer dan 100 van deze WL20e verkocht.
ZETOR CRYSTAL-ZESCILINDER OFFICIEEL GEPRESENTEERD Zetor introduceerde deze geheel nieuwe Crystal met Deutz-zescilindermotoren. In eerste instantie gaat het om twee modellen met 106 en 120 kW (144 en 163 pk). Achter de motor zit een 30/30-schakelbak met een drietraps powershift en een onder belasting schakelbare omkeer. Opvallend is de extra lange wielbasis van 2,84 meter. Zetor monteert als optie een geveerde vooras met individuele wielophanging. De eerste modellen worden uitgeleverd.
JACOBSEN: GPS-SPUITEN MET TRUCKSTER OP GOLFTERREIN Selectief spuiten met tien sectieafsluiters, automatisch door GPS aangestuurd. Pols toonde het op de nieuwe 18,2 kW (24,8 pk) sterke Jacobsen Truckster XD, een 1,65 meter breed 1,6-tons vrachtwagentje voor load-en-carrywerk op golfterreinen. De Truckster XD met 5V/1A-schakelbak in combinatie met een hoog-laag heeft een grote oprijhoek, een extra zwaar uitgevoerd frame en een relatief grote kipbak.
VOLVO TRUCKS: MAPEI TEST CHAUFFEURSLEVEN Volvo Trucks komt opnieuw met een originele marketingstunt, dit keer via reality-tv met zangeres Mapei. Tijdens een negendaagse roadtrip door Europa neemt zij onder andere een nieuwe muziekvideo op. Een Volvo FH-truck vol met rekwisieten biedt hulp. Het resultaat wordt getoond in de tv-serie ‘Reality Road’, met onder meer een spectaculaire stunt in Berlijn op twee wielen.
PFANZELT K- TRAC K-Trac heet deze nieuwe Pfanzelt-werktuigendrager, die is uitgerust met een opvallende tweezitscabine met het stuur en de draaibare bestuurderstoel aan de rechterkant en met zeer ruim zicht. De vierwielgestuurde KTrac heeft een 133 of 174 kW (181 of 237 pk) Deutz-krachtbron in combinatie met een ZF S-matic-variobak en is geschikt voor opbouw van bijvoorbeeld bermmaaicombinaties en sneeuwcombi’s.
NIEUWE VOTEX DEXTRA-MAAIARM De lijn compacte Votex-maaiarmen wordt naar boven uitgebreid met de Votex Dextra. Die is ontworpen voor gebruikers die een maaiarm in de trekkerhef willen. De maaiarm is hiervoor voorzien van een eigen hydraulisch circuit. Het benodigde aftakasvermogen is minimaal 44 kW (60 pk). De Dextra wordt leverbaar als M49 (bereik 4,90 meter), M54 (bereik 5,40 meter) en M54T (met telescooparm).
VEERTIG JAAR IVECO; FOTO’S GEVRAAGD
Iveco viert zijn veertigste verjaardag. Een groot deel van de feestelijkheden zal plaatsvinden op de speciale website www.iveco40.com. Deze website is de ontmoetingsplaats voor liefhebbers die hier hun verhalen in foto- of videoformaat met iedereen kunnen delen. Elke week zal de beste foto worden toegevoegd aan een virtueel boek dat is gewijd aan deze bijzondere verjaardag. U kunt ook insturen. advertentie
The Power of Green KRONE ZX Nieuw: Schuine bodem = vraagt minder vermogen en 15% meer laden Van 33 tot 53 Kub DIN inhoud, met zwaar 30 tons hydr. BPW onderstel = meer laden, comfortabel snel rijden en echt dubbeldoel Enorme snijrotor met gelaste, 17 mm brede meenemers en 46 messen = trekt licht zelfs bij 37 mm snijlengte (hakselkwaliteit) Extra brede EasyFlow pick-up zonder curvebaan = 58% minder slijtdelen en 30% hoger toerental
Maschinenfabrik Bernard KRONE GmbH Voor Noord-Nederland Martijn van Middelkoop 0651 346841
Voor Zuid-Nederland Ad vd Hurk 0653 241918
GRONDIG 6 2015
31
ondernemen met
vaktechniek
CASE DRONE
Grenzeloze mogelijkheden binnen grenzen CNH lanceert onbemand luchtvaarttoestel Waarom moeilijk doen als je data van percelen eenvoudig kunt vergaren door er overheen te vliegen en ze te scannen. CNH heeft dit fenomeen opgepakt en gaat het als complete dienst wereldwijd vermarkten via de Case IH/Steyr- en New Hollanddealernetwerken. De potentie: de complete veld- en gewasanalyse vanuit de lucht met de bijbehorende praktijkvertaalslag. Eigenlijk is het heel gemakkelijk: via Google Maps selecteer je één of meerdere percelen en laadt dat in het onbemande luchtvaartoestel, officieel UAV (Unmanned Aerial Vehicle) geheten. U hoeft u hiervoor niet apart te abonneren op een RTK- of GPS-netwerk. Activeren in het veld, vliegtuigje ‘de lucht in gooien’ en dat vliegtuigje stijgt zonder verdere aansturing op naar circa veertig meter hoogte. Daar cirkelt het een keer rond om de weersomstandigheden te scannen, vooral de windrichting en de windsnelheid. Daarna kiest het zelfstandig zijn eigen vliegroute op een vooraf ingestelde hoogte om het hele perceel te scannen. In de regel gebeurt dat exact met de wind mee of tegen de wind in om camera-afwijkingen te vermijden. Met circa 50 km/u vliegt het geheel zelfstandig zijn route en kan het in een uur tijd op een hoogte van 100 meter circa 400 hectare scannen en filmen. U hoeft niets aan te sturen of op te geven, want het vliegtuigje doet dat geheel autonoom. Het landt daarna automatisch op dezelfde plek of op
32
GRONDIG 6 2015
een vooraf door u aangegeven plek. De vergaarde data (lees: het fotomateriaal) laadt u in of seint het over naar uw thuiscomputer. Het vliegtuig is de Precision Hawk, zoals al bekend vanuit Canada en Amerika. Daar heeft CNH bewust voor gekozen. Precision Hawk heeft een UAV ontwikkeld om verschillende camera’s te dragen, ook camera’s die zijn ontwikkeld door derden, mits deze passen aan de ophangpunten en niet zwaarder zijn dan de maximale payload van één kilogram.
App-store Daarna begint het echte werk pas, want u hebt dan ongeveer 30 GB aan pixels die vertaald moeten worden naar bruikbare data. Juist daar slaat CNH zijn slag. Precision Hawk heeft verschillende samenwerkingen met erkende agrarische universiteiten opgezet om de metingen om te zetten in bruikbare data. U hoeft de gegevens dus niet zelf te vertalen in praktijkwaarden. Die universitei-
ten zitten niet alleen aan de overkant van de plas. Ook in Europa zijn er samenwerkingsverbanden, zoals met de universiteit van Nijmegen. Precision Hawk heeft daarvoor een app-store ontwikkeld waarnaar je de verzamelde informatie kunt uploaden. Daarna geef je aan wat voor informatie je terug zou willen ontvangen en de computers van Precision Hawk zullen binnen 24 uur de gevraagde informatie klaar zetten. Per e-mail wordt u geïnformeerd dat de informatie klaar staat, waarna u na te hebben ingelogd alles kunt downloaden. Concreet zul je als loonwerker wel iemand vrij moeten maken die dit proces kan en wil beheren. Adviezen voor de teelt en de gewassen geeft het systeem natuurlijk niet. Het gaat puur om het doorgeven van de verkregen metingen en data. Wat u of uw klant ermee doet, is niet aan Precision Hawk en ook niet aan Case IH en New Holland.
De camera’s fotograferen de percelen met hoge precisie in hoge resolutie. De verkregen data wordt omgezet in bruikbare meetwaarden. Hiervoor is een omvangrijke app-store beschikbaar.
Hier een voorbeeld van een 3Dfoto om zo de opbrengst te kunnen bepalen. Samen met gehaltemetingen vormt dat een prima basis voor exacte opbrengstbepaling.
Breed scala gegevens De camera’s fotograferen de percelen in 2D en 3D. Dat maakt het mogelijk zaken te herkennen en opbrengsten te bepalen. Aan kleuren zijn gewassen te herkennen, toestanden te herkennen, aantallen planten te tellen, onkruiden te herkennen, maar ook ziekten en plagen, afwijkingen in de groei, vochttoestand en de totale massa van het gewas. Zo kan samen met de 3D-hoogtebeelden de opbrengst worden bepaald. U zult begrijpen dat hiervoor de nodige research is gedaan en dat het nog nodig is om de juiste vertaalslag te maken. Daar zit de clou van de app-store van de Precision Hawk. Om een voorbeeld te geven: als de opbrengst van een gewas op een perceel aan de hand van kilogrammen graan van vorig jaar bekend is, kan er een directe vertaalslag worden gemaakt naar het nieuwe beeldbestand en kunnen er zo opbrengsten worden berekend. Voor een grasperceel kun je dan dus redelijkerwijs berekenen hoeveel vers product er van het perceel komt, dit koppelen aan een drogestofmeting en een NIRscan en je weet exact wat er in de kuil of het pak gaat. Je kunt de boer een advies geven over plaatsspecifiek beregenen, veldbewerking, spuiten et cetera of hem informeren over hoeveel ton maïs, gras, graan of bieten er op zijn veld staat, waar mindere plekken zijn, waar ziektehaarden zitten en hoeveel straatgras of kweek, paardenbloemen of wat dan ook er in een perceel staat. Inmiddels is er al een omvangrijke app-store beschikbaar. Zaken als drogestofbepaling en een NIR-scan zijn zelfs al ver in ontwikkeling en er wordt al gefluisterd over een bodemverdichtingsanalyse.
Het jaar erop beslis je zelf of je het onbeperkte gebruik van de app-store verlengt (per jaar) of dat je je beperkt tot een selectief aantal te gebruiken apps. Ook is het mogelijk nieuwe parameters te verkrijgen via het ontwikkelingscentrum. Het is immers een on-the-go-project, met vele open einden. Met voor de precisielandbouw en de KringloopWijzer volop kansen. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: CNH
Binnenkort demo Tijdens de Case IH/Steyr-dagen is dit vliegtuigje voor het eerst getoond. Het was kersvers binnen en vliegen ging niet, omdat de toestemming en Nederlandse goedkeuring nog niet binnen waren. CNH Industrial gaat in de derde week van juli in de omgeving van Kempen in Duitsland een demo organiseren voor echte geïnteresseerden. Het vliegtuigje is al voor Duitsland goedgekeurd, een goedkeuring voor Nederland zal snel volgen. U kunt u aanmelden via uw eigen New Holland- of Case/Steyr-dealer. Het eerstvolgende evenement waar de Precision Hawk zal worden getoond, is Potato Europe.
Compleet pakket Je moet dan natuurlijk wel dat vliegtuigje kopen bij de geautoriseerde New Holland- en Case/Steyr-dealer. De prijs zal richting de € 32.000,- gaan, afhankelijk van de dollarkoers. Het gaat echter niet alleen om het vliegtuig. Je moet een vliegbrevet hebben, een vergunning om te mogen vliegen, een goedgekeurd toestel en de verzekering goed regelen. De aanschaf is inclusief een cursus voor het behalen van het benodigde vliegbrevet, een verzekering tegen schade aan vliegtuig en meetapparatuur en een jaar onbeperkt gebruik van de app-store. Toestemming om te mogen vliegen moet u aanvragen via uw gemeente. U moet zich als bedrijf zelf verzekeren tegen risico’s aan derden, zoals landen op de SUV van de buurman of het aanvliegen van de buurvrouw.
GRONDIG 6 2015
33
SIM Holland B.V. Trapezium 250 3364 DL SLIEDRECHT T: 078-641 80 00 info@sim-holland.nl www.simholland.nl
Sterk in beweging
Baggerpompen voor agrarisch baggerwerk en weg- en waterbouw DODA Idra baggerpompen in hardox uitvoering Dragflow baggerpompen elektrisch en hydraulisch Veneroni groot volume pompen voor afwatering
LEN E I W 4 IJ! OP 1 R Tetrax2
www.joskin.com Nu ook leverbaar met verdringen pompen In 10700 L, 13000 L, 14000 L en NIEUW: 16000L Met 650/65R38, 650/65R42 banden
Tel: +32 43 77 35 45
Wilt u uw machines online verkopen ? Dan is TROOSTWIJK VEILINGEN B.V. úw partner. Wij organiseren online veilingen voor een (inter)nationaal publiek. Met kantoren door heel Europa en een uitgebreide database bereiken wij de koper(s) voor uw machines !
Wilt u de waarde weten van uw machines ? Bij TROOSTWIJK WAARDERING & ADVIES B.V. kunt u terecht voor een professionele taxatie door een Beëdigd RegisterTaxateur. Voor een persoonlijk advies kunt u contact opnemen met onze specialist Stef Hooijman 06 53 54 16 31 e-mail: s.hooijman@twa.nl Troostwijk is hét grootste industriële online veilinghuis van Europa en draagt haar klanten al meer dan 80 jaar op handen !
www.TroostwijkAuctions.com Caesar 2500-serie (14 t.)
Caesar, de multifunctionele krachtpatser!
Caesar 1500-serie (10 t.)
140 en 175pk John Deere motoren, hydraulische en mechanische aandrijving, grote trekkracht, tot 40% brandstofbesparing, grote banden, lage bodemdruk, compact, hoge hydraulische capaciteit, hoge rijsnelheid.
Berm- en slootonderhoud, landschapsonderhoud, bosbouw en grondverzet
w w w. w e l l i n k c a e s a r. n l De Stenenmaat 15, 7071 ED, Ulft (Gld), Tel. 0315-695470
eid veiligh iteit kwal aa m duurz en ndig desku uwbaar betro
veilig werken in het grondverzet
www.bmwt.nl
BMWT-Verenigingslogo
ondernemen met
vaktechniek
Sterke basis Berkers Techniek in zee met Tatra voor eigen agritruck Berkers Techniek in Deurne is in gesprek gegaan met Tatra om op basis van de nieuwe Phoenix-8x8-bouwtruck een eigen variant te bouwen. Berkers koos voor Tatra omdat het onderstel in de basis al goed is en het merk de motoren en de cabine bij DAF betrekt. Het eerste exemplaar wordt binnenkort opgebouwd en daarna gaat Berkers vol los met de 8x8-agritruck. De verhalen gingen al enige tijd, maar er kwam maar niets uit de werkplaats van Berkers BLW in Deurne rollen. Frank Berkers en participant Johannes Ballast verontschuldigen zich. “Wij zijn twee jaar met Tatra in gesprek geweest en moesten eerst groen licht hebben vanuit de fabriek voor onze plannen. Dat kregen we pas nadat Tatra de Euro 6 klaar had. Dat was afgelopen winter. Daarna is het plan in een stroomversnelling gekomen en hebben we met Tatra een overeenkomst dat we de truck op maat en volgens onze specificaties aangeleverd krijgen”, vertelt Berkers. Dat ‘truck’ moet je iets genuanceerder zien: motor, cabine en frame met een op maat geplaatste asconfiguratie, zodat Berkers daarna de truck zonder grote ingrepen en aanpassingen verder kan opbouwen zoals hij dat wil. Daar zit de clou van het verhaal. Berkers: “We hebben de markt goed verkend. Er is van alles te koop, maar je ziet tegelijk dat je voor landbouwinzet te veel moet aanpassen en te veel concessies moet doen. Tatra heeft een speciaal onderstel dat is gebouwd voor grondverzet, agro, mijnbouw, het leger en dergelijke. Dat heeft zich bewezen en is zo gebouwd dat we bijna niets hoeven te veranderen. In feite hoeven we
36
GRONDIG 6 2015
enkel de asopstelling naar eigen wens aan te passen”, aldus Berkers. Die aanpassing zat hem in de achterste as. Bij Tatra is deze standaard als dicht op elkaar niet gestuurde tandem geplaatst. Berkers wilde voor de gewichtsverdeling grotere banden, een grotere asafstand en de laatste as per se gestuurd hebben. “Daarvoor moest Tatra op maat bouwen en goedkeuring geven op ons ontwerp voor de besturing van die achterste as. Dat is nu allemaal rond.”
De voordelen Dat brengt ons op de argumentatie waarom Berkers voor dit Tatra-onderstel kiest. De kern is een modulair opgebouwde centrale bus waaraan de asophangingen met daarin een haakse overbrenging zijn gemonteerd. Het differentieel zit (per as) voor die overbrenging. Het voordeel van deze keuze is dat je in feite een doorlopende starre middenas hebt waarin de aandrijving honderd procent gesloten in oliebad is aangebracht en waaraan alle wielen op dezelfde manier vrij scharnierend zijn opgehangen met individuele luchtvering. Je hebt geen starre assen, geen breed frame, geen vrijliggende aandrijfassen, geen beperkingen van framebreedte en echt honderd procent 8x8-aandrijving. “Daarbij heeft Tatra ook standaard de assen voorbereid op een luchtdrukwisselsysteem van binnenuit”, vertelt Berkers. “Zelfs dit hoeven we niet op te bouwen en we hoeven niet buitenlangs”, legt hij uit. Ook wijst hij op de standaard aanwezige directe motorPTO. “Daar zetten we standaard een dikke 300 liter en 350 bar
De Tatra’s hebben standaard DAF-componenten, zoals de cabine en de Paccar-motor. De transmissie is een ZF 16/2-schakelbak of een ZF AS-Tronic-offroad- of Allison-automaat.
leverende loadsensingpomp op om bijvoorbeeld een flinke mestopbouw te kunnen aandrijven”, vertelt Berkers. Ook kan Tatra het chassis lager houden omdat het geen rekening hoeft te houden met asuitslag. “Dat scheelt toch weer wat opbouwhoogte.” Deel twee is net zo belangrijk. Tatra betrekt de cabine en de motor met transmissie bij DAF, zoals de Eindhovense fabrikant deze ook inbouwt. “Je weet dat dit goed is en dat de onderdelen en kennis ‘om de hoek’ liggen”, zegt Berkers. Je kunt de truck met handgeschakelde ZF-16/2-bak krijgen, maar hij verwacht dat de meesten zullen kiezen voor de bekende ZF 16/2-AS-Tronic-bak in de variant die in de bouwmachines wordt toegepast of de Allison-fullpowershiftbak voor wie echt onder last wil schakelen.
Eerste 8x8 Berkers gaat in eerste instantie voor de 8x8 met aangepaste asopstelling, zoals in de computeranimatie is voorgesteld, dus met achterasbesturing, maar ook standaard met luchtdrukwisselsysteem en pneumatische wielophanging van leverancier VSE (Veenendaal). Verder krijgt de truck standaard de bekende Michelin-24R20.5XS-banden. Berkers geeft echter aan dat bijvoorbeeld de nieuwe 650/65R26.5-Mitas Agriterra’s er ook op kunnen. “Een voordeel van deze echte 8x8 is dat alle naven identiek zijn en dat bij deze maten de velgen mooi in het midden afsteunen. Daar hoeven we niets voor aan te passen.” Verder gaat Berkers de truck standaard begrenzen op 60 km/u. “Theoretisch hoeft dat voor T5-toelating niet, maar
De asophanging met de centrale middenbuis en de scharnierende individuele wielophanging met de dubbele haakse overbrenging en het differentieel voor de klok, zoals Tatra die al jarenlang succesvol toepast.
sneller brengt weinig voor agrarisch transport, kost banden en brandstof en we willen de landbouwtruck niet in diskrediet brengen ten opzichte van gekentekend wegtransport.” Berkers kiest voor de variant met 294 kW (400 pk). “338 kW ofwel 460 pk kunnen we ook aanbieden, maar volgens ons is dat niet echt nodig voor de meeste Nederlandse toepassingen.”
Direct aan de slag De eerste truck zal deze maand arriveren en is al verkocht. Berkers gaat deze truck in de zomer met oppikhaak klaarmaken voor de klant. De machine zal daarna de oogstperiode in gaan. Frank en Johannes zijn helder over het vervolg. Ze gaan www.agritruck.com oprichten. Beide heren geven aan dat de opbouw puur een klantkwestie is. “Wij gaan zelf geen silageopbouw bouwen als er al genoeg goede varianten beschikbaar zijn. Wij zorgen dan voor twistlocks, een afzetsysteem, een oppikhaak of wat de klant maar wil”, zegt Berkers. De mestopbouw heeft Berkers natuurlijk wel klaar, inclusief bouwlandbemester. “Als de klant kiest voor een andere opbouw zorgen wij dat de vrachtwagen op maat wordt aangeboden.” En de prijs? “Die moeten we nog nacalculeren, maar zal richting de € 225.000,- gaan. Dan heb je wel de compleet voor de landbouw klaargemaakte agritruck met alles erop en eraan en die in het veld langer doorgaat dan een trekker met silagewagen en veel zuiniger is. Tel uit je winst.” TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Berkers Techniek
GRONDIG 6 2015
37
ondernemen met
vaktechniek
Alles aan elkaar linken John Deere presenteert Agritechnica-nieuws John Deere timmert met FarmSight Precision Farming allang aan de weg. Tijdens de persconferentie bleek dat de Europese ‘Amerikanen’ meer en meer de weg van samenwerking met anderen in de sector op gaan om letterlijk alle data aan elkaar te kunnen knopen voor een totale digitale snelweg. John Deere ziet de toekomst van de landbouwmechanisatie sterk doorontwikkelen naar een samenwerking tussen de verschillende spelers. De fabrikant is van oordeel dat we de informatie die we via de machines kunnen inzamelen, zoals opbrengst- en kwaliteitsmetingen, beter kunnen gaan gebruiken om machines aan te sturen. Deere wil echter nog verder gaan: als we al deze informatie van alle mogelijke bronnen hebben, kunnen we ze ook met elkaar linken tot één werkbaar geheel. Dat geheel werd onder de noemer FarmSight gebracht en bestaat uit drie modules: Connected Machines, Connected Operators en Connected Fields. Het wordt aangeboden in abonnementsvorm bij de aankoop van een trekker, maaidorser of zelfrijdende spuit. In de heel nabije toekomst kunnen klanten het ook op oudere machines en voor toepassing op andere merken krijgen. De technologie voor al deze toepassingen is ondergebracht in het John Deere European Technology Innovation Center in het Duitse Kaiserslautern.
Connected Machines Met Connected Machines kunnen vanaf de trekker of machine gegevens voor verdere analyse en machine-optimalisatie worden verzameld en waarschuwingen worden verstuurd, maar ook heel gedetailleerde informatie zoals de spuitdruk bij een veldspuit, de toegepaste dosis, de totaal bewerkte oppervlakte en het actueel niveau van de tank realtime worden doorgege-
ven. De dealer en de klant van achter zijn thuiscomputer kunnen online alle gegevens van de machine opvragen en bekijken. Op deze manier kan de dealer een technische storing op afstand oplossen, uiteraard met de goedkeuring van de bestuurder. Via een online-toepassing - of in de nabije toekomst een app voor tablets of smartphones - kunnen alle technische gegevens die nodig zijn voor facturatie tijdens het werk automatisch worden ingezameld. De loonwerker kan zijn klant dan voorzien van de nodige en correcte informatie en met dezelfde gegevens de factuur maken. Bijkomend zal aan dit systeem een soort navigatiesysteem worden gekoppeld dat de chauffeur aanwijst hoe hij het beste naar een perceel rijdt en langs welke kant hij het perceel oprijdt. Als hij deel uitmaakt van bijvoorbeeld een hakselploeg kan hij tevens zien waar de andere collega’s aan het werk zijn. Bovendien is het systeem uitgerust met een buienradar, zodat op deze wijze het werk nog beter kan worden gepland. Alles gebeurt online, zonder dat de chauffeur er veel bij moet nadenken.
Connected Fields Het hart van Connected Fields is een elektronische landkaart met de percelen erop. De gebruiker kan nieuwe perceelsgrenzen aangeven in het systeem en alle velden zijn zichtbaar en toegankelijk met enkele muisklikken. Alle gegevens, zoals gewijzigde perceelsgrenzen, kunnen online worden doorgestuurd naar een machine of via een usb-stick worden ingeladen. De historie van de gegevens van al de activiteiten op het veld wordt netjes bijgehouden en kan te allen tijde worden geraadpleegd. ‘Hoeveel spuitmiddel is er drie jaar geleden op perceel A gebruikt?’ is een vraag waarop je via deze tool makkelijk een antwoord kunt krijgen. Ook de gegevens van de NIRS-sensor van de hakselaar (HarvestLab, waarbij de stikstof-, fosfaat- en kaliumwaardes en het drogestofgehalte zeventien keer per seconde worden gemeten, kunnen worden toegevoegd. Al deze gegevens kunnen dan ook in een perceelsmap worden gezet. In de praktijk kan het tussenstuk met de NIRS-sensorunit nu op elke gangbare drijfmesttank worden gebouwd. John Deere geeft duidelijk gas met de elektronische datasnelweg. In het kort hiernaast de belangrijkste machinevernieuwingen samengevat.
TEKST EN FOTO’S: Peter Menten
38
GRONDIG 6 2015
Bij de W- en T series combines zijn de diameters en snelheden van de verschillende trommels aangepast voor grotere prestaties, vooral in groener stro. Het afscheidingsoppervlak en het zeefoppervlak zijn vergroot. Er kan een speciale slaglijst of booster-bar in de gewasstroom worden gezet voor agressiever dorsen. De T-serie is leverbaar met rupsen op de vooras.
De NIRS-sensor van John Deere, die we kennen van HarvestLab op de hakselaar, is nu als unit ook op te bouwen op zelfrijdende en getrokken mestcombinaties. Vervaet heeft al de nodige ervaring opgedaan met deze techniek.
In het Franse Arc-lès-Gray zit de Europese hooibouwafdeling van John Deere. Deze jongens deden goed huiswerk met deze nieuwe triplemaaier met kneuzer met een maximale werkbreedte van 9,90 meter. De maaieenheden kunnen hydraulisch van 30 tot 50 centimeter worden versteld.
John Deere heeft de 6R- en 6M-series vernieuwd. In grote lijnen zit de verandering in de nieuwe Stage IV-motoren die zijn uitgerust met een dieselpartikelfilter en AdBlue. De 6R heeft een nieuwe armleuning met daarin geĂŻntegreerd de terminal en de bedieningsknoppen van de airco.
Voor de rondebalenpersen met variabele kamer van de 800- en 900-serie is er het nieuwe B-Wrap-folie. Deze voorziet de balen van een extra bescherming. De folie bestaat uit een soort membraan dat in de ene richting lucht doorlaat en in de andere richting vocht afsluit.
De highspeed-1725 NT-precisiezaaimachines hebben nu een ronddraaiende riem met borstel die het zaad uit de tank opneemt en het in het zaaikouter aflegt. De stroomvoorziening voor de elektrisch aangedreven zaaielementen is geregeld met een op de aftakas aangesloten generator.
GRONDIG 6 2015
39
ondernemen met
vaktechniek
Indrukwekkend informatief Doppstadt viert vijftigjarig jubileum groots met veel nieuws Doppstadt vierde in het Duitse Calbe onlangs zijn vijftigjarig jubileum met de Doppstadt Expo 2015. De gespecialiseerde recyclingmachinefabrikant pakte groots uit met veel noviteiten en lichtte een tipje van de sluier op van wat komen gaat. Doppstadt benadrukte dat snelle flexibiliteit het sleutelwoord voor de toekomst is. Voor de toekomst werkt Doppstadt aan oplossingen om reststromen te reinigen. Toch mooi als je dan op het demoterrein vrij prominent de Buffel DW 3060 K van cumelabedrijf Fuhler in Emmen ziet draaien. Een bekend innoverend bedrijf, dat in de jarenlange samenwerking met Doppstadt al diverse nuttige oplossingen heeft ontwikkeld. Het is typerend voor de manier waarop Doppstadt wil opereren. Doppstadt, ooit als loonbedrijf begonnen, heeft zich in vijftig jaar doorontwikkeld tot een gespecialiseerde recyclingmachinefabrikant met meerdere vestigingen en in totaal 700 medewerkers, actief in veertig landen. Intussen is de derde generatie (Ferdinand Doppstadt) toegetreden tot het management. Uit alle landen waren klanten en vertegenwoordigers aanwezig op de Doppstadt Expo. Die kende verschillende onderdelen, zoals een fabrieksbezichtiging, vakinhoudelijke voordrachten, machinedemo’s op het demoterrein en natuurlijk ’s avonds in een sfeerrijke ambiance lekker eten en genieten van topacrobatiek. Dat paste bij wat Ferdinand Doppstadt benadrukte. “Wij willen tot de grootste full-liners in de recyclingbranche blijven behoren”, zei hij. Hij liet doorschemeren dat dit topacrobatiek vergt van zijn ontwikkelaars, fabricage en verkoopteam. “Wij zijn als loonbedrijf dicht bij de praktijk begonnen en weten dat alleen compromisloze maatoplossingen tellen”, aldus Doppstadt. Hij gaf aan dat deze houding ondanks de grootte doorslaggevend blijft. “De markt vraagt om steeds
40
GRONDIG 6 2015
betere en compromisloze oplossingen op maat. Oplossingen die niet alleen van eersteklas fabricaat zijn, ecologisch verantwoord en rendabel te maken, maar die ook flexibel in te zetten zijn en gemakkelijk en snel aanpasbaar zijn voor verschillende klussen. En dan moeten de machines ook nog zo zijn uitgevoerd dat ze naadloos aansluiten in de totale verwerkingsketen.” Doppstadt ziet in die snelle flexibiliteit van de machines een sleutelrol weggelegd. Hij gaf aan dat je ook als grote fabrikant daarvoor voortdurend dicht bij de klant moet blijven staan. In dergelijke maatoplossingen ziet Doppstadt de grootste uitdaging voor de toekomst. En dus was het niet verrassend dat de Duitse fabrikant tijdens de Expo veel noviteiten toonde die pasten in die flexibiliteitsgedachte. Denk bijvoorbeeld aan Quick Change-rotorwisse en het Dopp Lock-tandensnelwisselsysteem. Voor de toekomst kondigde Doppstadt aan dat het verwacht dat lastige reststromen in de toekomst via strengere regelgeving zullen moeten worden gereinigd. Daarop inspelend werkt het volop aan wasapparatuur die dit mogelijk maakt. Een belangrijke ontwikkeling om in de gaten te houden. Meer foto’s van het evenement op Grondig.com. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Doppstadt
Voor 2017 gepland is de nieuwe 30-tons sneldraaiende Grinder DG met Volvo Penta-motor. Deze machine is volgens het modulebouwsysteem gebouwd. Er zijn drie verschillende invoersystemen en vier verschillende rotorvarianten (hakrotor, slagtrommel, vaste trommel M- of S-grootte) die via het snelwisselsysteem Quick Change worden gewisseld. De machine wordt zo uitgevoerd dat de verschillende fracties op maat kunnen worden bereikt, van grof tot fijn.
Net klaar voor de Expo was de nieuwe DW met een nieuw rotorsysteem. Deze doorontwikkeling van de Buffel-klasse is uit te rusten met vier rotors en met vier verschillende tanden, die via een snelwisselsysteem kunnen worden verwisseld. Daarbij heeft Doppstadt ook nog een nieuwe Limiter-naverkleiner ontwikkeld, zodat dezelfde fijne fractie kan worden gedraaid als met sneldraaiers. De DW 2060 Powerflap heeft een automatisch aangestuurde extra grote invoer voor meer capaciteit.
De Rhino heeft een volledig nieuwe aandrijving met een 450 kW elektromotor en een 4,5 ton zware tandwielkast. Volgens Doppstadt een ongekend capaciteitsmonster. De Rhino werkt met een enkele rotor en een hydraulisch instelbare tegenkam. Lassen aan de enkele drie meter lange en 80 centimeter dikke rotor is dankzij het nieuwe Dopp Lock-snelwisselsysteem niet meer nodig. De snelwisseltanden kunnen in een dag van maat XL tot M worden gewisseld.
De fabrikant heef bij de SM zeven verbeteringen doorgevoerd, die worden aangeduid met Plus. De invoertrechter is bij SM 620 A vergroot van 5,0 naar 7,3 kuub. De afvoerbanden zijn verlengd om hoger en verder te lossen. De machine kan nu op transport met een opgebouwde steenvanger en schudzeef. Verder is er een nieuwe automatische proportionele materiaaltoevoerregeling en zijn er zwaardere Stage IV-motoren gemonteerd, die met een zuiniger lager motortoerental draaien.
Inspelend op een goede stationaire unit op het verwerkende bedrijf zelf biedt Doppstadt de DH 910 nu ook als stationaire unit aan. Die is nu uitgerust met een 565 kW (770 pk) Volvo Penta-motor en is daarmee goed voor een chipcapaciteit van meer dan 400 kuub per uur. Als prototype toonde Doppstadt de vrachtwagenunit DH 812 LD met dwarsinvoer op een Mercedes-vrachtwagen met Paflinger-invoerkraan. Er is ook een 812-variant die geschikt is voor trekkers van 221 kW (300 pk).
Natuurlijk zijn er ook belangrijke doorontwikkelingen, zoals deze AK 560 Bio Power. Die is gebaseerd op bestaande AK-componenten met ge誰ntegreerde nieuwe componenten, zoals meer massa buiten aan voor meer slagkracht bij gelijke trommelmassa, nieuwe Long Live-prallplaat, nieuwe multicontroller met een groter display. En, niet onbelangrijk, minder elektronische componenten aan de machine en een nieuwe zuiniger MTU-Stage IV-motor zonder roetfilter.
GRONDIG 6 2015
41
ondernemen met
vaktechniek
Wegen tijdens het rooien Direct zicht op verschillen in opbrengst De witte vlek in de opbrengstmetingen bij akkerbouwproducten waren de rooivruchten. Dankzij de nieuwe technologie van Probotiq lijkt daar nu ook een oplossing voor te zijn. Het bedrijf heeft een eigen systeem op de markt gebracht om bij aardappelen, bieten of uien de verschillen in opbrengst per vierkante meter te kunnen bepalen. Het was de monitor die nog ontbrak in de cabine van de aardappel-, bieten- of uienrooier: het scherm waarop de machinist kan zien hoeveel product er door zijn machine gaat. Binnenkort kan het rijtje monitors echter worden uitgebreid met de ontbrekende schakel. Na een jaar proefdraaien presenteert Probotiq uit Andelst de oplossing voor deze machines. Het is het eindresultaat van een doorontwikkeling van een idee dat bij digitale pionier Jacob van den Borne ontstond. Deze teler, die alles over zijn grond en gewassen wil weten, ontwikkelde een systeem om op de rooier de opbrengst te meten, maar kwam niet tot een goed eindresultaat. De eerste systemen voor de opbrengstmeting zijn gebouwd op een AVR, maar voor elk merk is een set beschikbaar.
42
GRONDIG 6 2015
Dat werkende systeem kwam er wel nadat de mannen van Probotiq zich hierover hadden gebogen. Onder leiding van directeur Vincent Achten begon het bedrijf deels opnieuw en wist het uiteindelijk een werkend systeem te bedenken. De echte gewichtsbepaling vindt daarbij plaats in de afvoer-
band die het dichtst bij de bunker of de losband van een wagenrooier zit. Voor deze plek is volgens productmanager Ralf Kroonen gekozen omdat de invloed van tarra hier het kleinst is. “Met zogenaamde weegcellen slagen we erin om daar een nauwkeurige meting van de hoeveelheid passerend product te doen. Dat combineren we met de snelheid van de verschillende rooibanden of rooizonnen in de machine en zo kunnen we de weging, die pas plaatsvindt op het einde van de reiniging, terugrekenen naar de werkelijke plaats waar is gerooid.” De plaats op de rooimachine waar wordt gemeten, is vooral belangrijk om zo min mogelijk tarra te meten. Dat is namelijk een probleem dat een exacte opbrengstbepaling feitelijk altijd onmogelijk maakt. “De vraag is ook of dat wel het allerbelangrijkste is”, stelt Kroonen. “Veel belangrijker is het om verschillen binnen het perceel te bepalen. Dat is de informatie waarmee je als bedrijf wat kunt gaan doen. Dat wordt ook
Het weegsysteem werkt voorlopig met een eigen scherm. Het wordt dus nog voller in de cabine. Er wordt gewerkt aan een Isobus-koppeling.
Het belangrijkste in de hele weegset is de weegcel in de looprol, die in elke rooier is in te bouwen.
niet beïnvloed door tarra, omdat je ervan uit kunt gaan dat dat overal ongeveer gelijk is.” Natuurlijk zijn er ook bodemomstandigheden die de hoeveelheid tarra bepalen, zoals organische stof, pH-waarde en kalkvoorziening, maar de verwachting is dat dit niet tot zodanig grote afwijkingen leidt dat dit verschillen in opbrengst zou camoufleren. Waar het echt om gaat, benadrukt Kroonen, is dat je nu de mogelijkheid krijgt om van bijna alle gewassen die op een akkerbouwbedrijf worden geteeld de opbrengstkaarten over elkaar te leggen. “Dat geeft veel betere mogelijkheden om te analyseren waar verschillen vandaan komen. Vooral bij een herhalend patroon kun je ervan uitgaan dat het een bodemprobleem is en niet bijvoorbeeld een gevolg is van andere teeltmaatregelen, zoals bemesting.” Kroonen verwacht dat het nieuwe systeem een flinke impuls kan zijn voor het werken met data in de akkerbouw. “We krijgen nu veel meer variabelen in beeld en dat betekent dat je veel meer afgewogen beslissingen kunt nemen, zeker als je dit ook combineert met gewassensoren. Dan kun je in het seizoen nog bijsturen. Ook voor de loonwerker die daarop inspeelt, geeft dit mogelijkheden. Met een sensor kun je bijvoorbeeld aanbieden om de bemesting aan te passen aan de behoefte. Of bij het spuiten meer of minder bladmeststoffen toe te dienen. Ook zou je op basis van de bodem- en opbrengstgegevens veel meer plaatsspecifieke bemesting kunnen aanbieden.”
Wat de mensen van Probotiq en zusterbedrijf Nagel in elk geval opvalt, is dat mensen die eenmaal investeren in GPS en het verwerken van gegevens steeds verder willen. “We merken dat bedrijven die hier eenmaal mee bezig zijn elk jaar een stap willen zetten. Daarmee blijven ze ook bij met hun klanten.”
TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Toon van der Stok, Probotiq
YieldmasterPro relatief goedkoop Het YieldmasterPro-systeem dat Probotiq heeft ontwikkeld, is toe te passen op alle rooimachines. Basis zijn twee weegcellen met rol die in plaats van bestaande rollen van een afvoerband worden geplaatst. Deze bepalen de hoeveelheid product die over de band gaat. Tweede onderdeel is een GPS-sensor die de plaats en de rijsnelheid bepaalt. Het derde is de software waarin op basis van de snelheid waarmee het product door de rooier gaat wordt bepaald op welke plaats het gemeten product uit de grond is gekomen. Doordat het systeem relatief eenvoudig is, blijft het ook betaalbaar. Volgens Kroonen is het mogelijk voor € 8500,- een complete set in te bouwen bij de eindgebruiker. Dat is inclusief GPS-ontvanger. De verzamelde gegevens worden in een universeel csv-bestandsformaat opgeslagen en kunnen via een usb-stick naar een computer worden overgebracht. Probotiq heeft ervoor gekozen om het YieldMasterPro-systeem merkonafhankelijk te verkopen. Inmiddels zijn er ook af-fabriek kits leverbaar voor enkele modellen van AVR en Grimme, maar in principe is het op elk merk leverbaar.
Agfiniti verwerkt alles Voor het verwerken van de gegevens van de opbrengstmeting heeft Probotiq met het pakket van Ag Leader een eigen software-oplossing in huis via zusterbedrijf Nagel. Het AgFiniti-pakket hiervoor is een systeem dat eenvoudig de gegevens van alle opbrengstmetingen kan verwerken. Daarvoor is het pakket voorzien van extra omleesprogramma’s die het mogelijk maken gegevens van alle aanbieders van opbrengstmetingen eenvoudig in te lezen. Daarom werkt het systeem ook in de cloud, zodat het bij wijzigingen van systemen snel kan worden aangepast. Ook is het
mogelijk om klanten bijvoorbeeld toegang te geven tot een deel van de verzamelde gegevens. Aan het AgFiniti-pakket is een groot aantal managementtoepassingen te koppelen, zoals machinebeheer en het automatisch registreren van gegevens. Zo kun je achteraf bekijken of werknemers zich hebben gehouden aan werkafspraken, zoals het niet harder rijden dan 7 km/u tijdens het rooien. Opvallend is dat het systeem relatief goedkoop is door het gebruik van cloud-software met een kleine vergoeding per maand.
GRONDIG 6 2015
43
ondernemen met
vaktechniek
Mestmeting vooraf met NIRS sensor D-TEC klaar voor praktijktest Het moment dat bij het laden van mest of bij het uitrijden gebruik kan worden gemaakt van een NIRS-sensor om de gehalten van de mest te meten, komt steeds dichterbij. Afgelopen maand toonde D-TEC twee werkende systemen die het mogelijk maken de inhoud van een vracht direct op de smartphone weer te geven.
Aan het eind van het laden van de vracht krijgt de chauffeur op de smartphone direct een overzicht van de gehalten in de vracht.
Niet langer meer gokken hoeveel stikstof of fosfaat er in een vracht zit of bij het uitrijden het land op gaat, maar direct meten wat de gehalten zijn. Al enkele jaren tonen fabrikanten van NIRS-systemen dit als ideaalbeeld om ook met dierlijke mest veel preciezer te kunnen werken. Onder andere John Deere en Zunhammer scoorden daar twee jaar geleden al mee op de Agritechnica en kregen een medaille voor een belangrijke vernieuwing. Maar hoewel we al twee jaar verder zijn, zijn de systemen nog steeds de testfase niet gepasseerd.
van een bepaalde stof, zoals stikstof, fosfaat of kali, aanwezig is. Om tot een nauwkeurige meting te komen, is het nodig om veel monsters te nemen, waarbij deze zowel in het laboratorium als met de sensor worden onderzocht. “Op die manier bouw je een bestand op met een groot aantal waarden die later kunnen worden gebruikt om op basis van de meting met de NIRS-sensor tot een zo betrouwbaar mogelijk resultaat te komen”, legt directeur Gerrit van Vlastuin van D-TEC uit. “Het is te vergelijken met persoonsherkenning op foto’s. De computer zoekt op basis van bepaalde kenmerken uit welk gezicht bij de gevonden waarden hoort. Zo werkt het ook met een ijklijn. Daarin sla je heel veel gegevens op, zodat je een database krijgt waaruit je telkens op basis van de waarde die je vindt kunt vaststellen hoeveel fosfaat, stikstof of kali er in een monster zit. Een extra probleem is dan ook nog dat we automatisch moeten kunnen vaststellen om welke soort mest het gaat. Dus of het iemand met kroeshaar of juist steile haren is.”
Veel monsters
44
GRONDIG 6 2015
Veel monsters
Het probleem waarmee alle fabrikanten van de apparatuur nu worstelen, is het verkrijgen van voldoende monsters om te komen tot een goede ijklijn. Voor John Deere was dit de reden om een samenwerking aan te gaan met D-TEC, omdat dat bedrijf (vroeger als VMA) als leverancier van monsterapparatuur meer mogelijkheden heeft om veel monsters te nemen. Om dit te realiseren, is D-TEC vorig jaar begonnen met het ontwerp van eigen apparatuur om met NIRS-sensoren de gehalten te meten. Daarvoor zijn zeven verschillende systemen op tanktrailers gebouwd, die sinds eind vorig jaar continu op de weg zijn. De eerste systemen hebben daardoor al meer dan duizend monsters genomen en beginnen volgens Van Vlastuin de gewenste nauwkeurigheid te benaderen. “Wij schatten dat de afwijking bij stikstof nu op maximaal vijftien procent zit en bij fosfaat op twintig procent. Door de toename van het aantal monsters zal die maximum afwijking nog vijf procent kunnen dalen, maar verder kom je waarschijnlijk niet.”
Dat de systemen nog steeds niet verder zijn, heeft alles te maken met de techniek waarop een NIRS-sensor is gebaseerd. Die werkt met een systeem waarbij de mate van weerkaatsing van licht van een bepaalde golflengte aangeeft hoeveel
Hoewel dat op het oog onnauwkeurig lijkt, is dat toch een enorme verbetering, stelt Van Vlastuin. “Nu weten we helemaal niets en moeten we maar afwachten of er bijvoorbeeld
Het opbouwen van de sensor is relatief eenvoudig, omdat het om een kleine unit gaat, die simpel op één van de pijpen is op te bouwen.
CAO & ZO Gids voor alle leeftijden Een ruime meerderheid in de Eerste Kamer stemde op 2 juni 2015 in met het voorstel van staatssecretaris Klijnsma om de AOW-leeftijd versneld te verhogen. Die gaat vanaf 2016 naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Als gevolg hiervan zullen nog meer werknemers de komende jaren pas vanaf 67 jaar een AOW-uitkering krijgen. De verwachting is dat werknemers dan ook niet eerder willen stoppen met werken dan vanaf de AOW-leeftijd. Maar is iedereen wel in staat om deze leeftijd werkend en productief te halen? Dat zal de komende jaren een uitdaging worden voor zowel werknemers als werkgevers.
drie of vijf kilogram fosfaat in een kuub varkensmest zit en weet je pas achteraf wat je hebt uitgereden. Met dit systeem weet je het direct en weet je dat als de meter 3,5 kilogram fosfaat aangeeft het of 0,7 meer of 0,7 kilogram minder kan zijn, maar dat je wel in de buurt zit. Doordat we continu meten, worden fouten ook afgevlakt.”
Eerste indicatie De transporteurs die nu met het systeem proefdraaien, gebruiken de gegevens om bij het laden een indruk te hebben van de inhoud van de vracht. Ze kunnen de afnemer direct bij het lossen al een indicatie geven van de hoeveelheid fosfaat en stikstof die wordt aangevoerd. “Het geeft de mogelijkheid om de bestemming nog te wijzigen als bij het laden bijvoorbeeld blijkt dat er veel fosfaat in zit.” Op termijn hoopt Van Vlastuin met het systeem ook een alternatief te hebben voor het huidige systeem waarbij potjes en zakjes naar het laboratorium gaan. “Daarvoor moeten we echter eerst duidelijk maken dat dit minstens zo nauwkeurig is als de huidige methode. In plaats van vijf monsters neem je dan met de NIRS-sensor duizenden monsters per vracht. Volgens ons moet dit leiden tot een minimaal gelijkwaardig resultaat als nu met vijf deelmonsters uit een vracht.” Ook zal dan duidelijk moeten zijn of de afwijkingen waarmee VMA bij de NIRS-sensor te maken heeft kleiner zijn dan de verschillen die in de laboratoria voorkomen. Het bewijs voor die nauwkeurigheid ziet Van Vlastuin in monsters die worden genomen bij het laden en lossen. “In de praktijk zien we dan nauwelijks verschillen.” Naast het bewijzen van de betrouwbaarheid van de techniek is er dan ook nog de wetgeving. Een proces dat vaak ook jaren in beslag kan nemen. Het zal dus nog wel enkele jaren voor NIRS echt als alternatief voor de huidige monsterapparatuur kan dienen. Tot die tijd geeft het investeren van ongeveer 30.000 euro in een betrouwbaardere mestgift de mogelijkheid om ruimte op akkerbouwbedrijven veel beter te benutten. De besparing die dat oplevert, moet deze investering ook rendabel kunnen maken, veronderstelt Van Vlastuin. TEKST: Toon van der Stok FOTO’S:D-TEC
Willen we voorkomen dat we in onze laatste werkjaren struikelend en met moeite de eindstreep halen of juist net niet halen, dan zullen we allemaal ons hele werkzame leven aandacht moeten besteden aan gezondheid, fitheid, scholing, balans tussen werk en privé en levens- en werkvreugde. Ook werkgevers gaat dit aan. Niet alleen om zelf een gezonde, fitte en gelukkige ondernemer te blijven, maar ook om werknemers hierbij te helpen, zodat ze zich optimaal voor uw bedrijf kunnen blijven inzetten. Dat kan bijvoorbeeld door aandacht te besteden aan zaken die samenhangen met de leeftijd van de werknemers. Jonge werknemers willen veel werken, maar besteden ze ook wel aandacht aan verbreding van hun kennis en ontwikkeling van hun vakmanschap? Vakvolwassen werknemers hebben te maken met wisselende behoeften op het gebied van geld, ambitie, vrije tijd, gezin enzovoorts, vaak afhankelijk van hun thuissituatie op dat moment. Aandacht voor ontwikkeling, verantwoordelijkheid en mogelijkheden om werk en privé te combineren, zijn hier de sleutels tot succes. Oudere werknemers kunnen worden ondersteund door bijvoorbeeld een seniorenregeling of eerder geheel of gedeeltelijk met pensioen gaan. U kunt eventuele problemen niet altijd oplossen, maar zie uzelf als een gids. Hoor de mensen aan, geef uw mening of advies en wijs op eventuele ondersteunende mogelijkheden (instanties, folders en websites, regelingen enzovoorts). En als u dan achteraf merkt dat het succes heeft gehad, geeft u dat weer extra werkvreugde en daardoor een steuntje in de rug om het zelf ook goed vol te houden tot uw 67e. Snijdt het mes toch aan twee kanten!
Riet Zweistra Adviseur personeelsmanagement CUMELA Nederland
GRONDIG 6 2015
45
DEUTZ COMBINES Vernieuwing compleet
ondernemen met
vaktechniek
Deutz-Fahr past maaidorser-serie aan In drie jaar tijd heeft Deutz-Fahr zijn complete lijn van drie verschillende series maaidorsers vernieuwd. Daarmee moet stap voor stap de positie in deze markt worden verbeterd. Niet met hightech-machines, maar met degelijke, betrouwbare combines met een goede kwaliteit en een aantrekkelijke prijs. In de fabriek in het Kroatische Zapanja lopen er inmiddels 400 per jaar van de band.
In de schaduw van de grote fabrikanten is Same Deutz-Fahr al enkele jaren bezig zijn positie in de markt te verstevigen. In Lauingen, waar de productie van de grote trekkers plaatsvindt, wordt inmiddels hard gewerkt aan de bouw van een nieuwe fabriek en een eigen Deutz Arena, een plek waar klanten de historie kunnen ervaren, maar waar ze ook kunnen testrijden. De fabriek wordt ook meer dan een nieuwe blokkendoos, want de familie Carozza, die nog altijd eigenaar van het bedrijf is, wil wel dat het mooi is. Daarmee onderscheidt het bedrijf zich van de beursgenoteerde bedrijven, waarvoor een nieuwe fabriek vooral zo goedkoop en efficiënt mogelijk moet zijn.
Opvallende aankoop In Kroatië heeft Deutz-Fahr al zijn eigen fabriek voor de bouw van combines sinds 2005, toen het Duro Dakovic overnam. Dat was destijds een opvallende aankoop, want eerder had het bedrijf een deel van de machines en productietekeningen van oude modellen aan de Kroatische onderneming ver-
46
GRONDIG 6 2015
kocht op het moment dat het zelf de bouw van combines bij Dronningborg onderbracht. Sinds de overname is er al 25 miljoen geïnvesteerd in de vernieuwing van de productie. Dat begon met onder andere de bouw van een lakstraat waarin alle onderdelen voor de montage elektroforetisch een grondlaklaag krijgen. Door dit proces heeft elke onderdeel tot in de binnenkant een gelijkmatige en keiharde laklaag. Het is een proces dat ook bij alle autofabrikanten wordt gebruikt om de kans op roesten te minimaliseren. Na de aanpassing van de productie is drie jaar geleden gestart met het vernieuwen van de drie series. Afgelopen maand werd deze afgerond met de presentatie van de C6000-serie, de kleinste uit de reeks. Kenmerkend is dat ze allemaal een eigen gezicht hebben gekregen, met een moderne belijning op de beplating en een eigen luxe cabine. Die cabine is op alle drie de series terug te vinden en is uiteraard voorzien van airconditioning en voldoende ventilatieopeningen. Dit soort voorzieningen is essentieel, vindt verkoop- en marketingmanager Andrea Ugatti van Deutz-Fahr. “Je merkt dat op
elke nieuwe machine het comfort voor de bestuurder beter moet zijn. Daarom hebben we daar extra aandacht aan besteed. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om als optie een ingebouwde koelbox te bestellen, die ook buiten de cabine op 220 volt koel kan worden gehouden.
Dezelfde dorsunit Opvallend is ook dat in de hele lijn wordt gewerkt met dezelfde dorsunit. Van het grootste model tot en met de kleinste hebben ze allemaal dezelfde dorstrommel met afnemer of als extra een tweede dorsrotor. Alle modellen werken daarna met vijf of zes schudders. In de C6000serie zijn dat er vijf die gesloten tegen elkaar aan liggen. Zaad dat uit het stro wordt geslagen, kan hier alleen via de schudder teruglopen. In de C7000 en C9000 liggen de schudders los van elkaar en kunnen de korrels ook onder de schudders terugvallen op de zeefplaten. Het verschil is vooral te zien in de capaciteit. De grotere machines kunnen meer graan verwerken en kunnen daardoor meer hectares per uur aan. Andere verschillen tussen de series zijn te vinden in de bediening van verschillende onderdelen. Daarin is de C6000 duidelijk de boerenmachine voor bedrijven die hun eigen graan willen dorsen. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de handbediening van de afstand van de korf tot de dorstrommel en de instelling van ventilatieopeningen. Bij de grotere machines gebeurt dit met een elektrisch aangedreven spindel, die uiteraard vanuit de cabine is te bedienen. De C6000 onderscheidt zich wel weer met de nieuwe bedieningshendel waarin alle belangrijke functies zijn ondergebracht, zoals rijsnelheid, hoogte van het maaibord en in- en
uitklappen van de lospijp. Ook is er een stopknop om indien nodig een noodstop te kunnen maken, waarbij de invoer direct wordt uitgeschakeld. Deze hendel zal de komende jaren ook op de C7000- en C9000serie komen. Dit is een update die gelijk met de aanpassing van de motoren zal worden gedaan, stelt Ugatti. “Dan brengen we alle machines weer op hetzelfde niveau.”
Verliesmeter Uiteraard is in de machines ook de nodige elektronica te vinden, zoals een verliesmeter en een elektrische regeling van verschillende functies. Verwacht echter nog geen automatische snelheidsregeling of automatische maximalisatie van de capaciteit zoals Claas en John Deere aanbieden. “De komende jaren zullen we daar nog zeker een stap in maken”, erkent Wilko Jilissen van de Nederlandse Deutz-Fahr-organisatie. “Maar voorlopig zijn we blij met deze nieuwe series, waar we ook weer klanten voor vinden. Voor ons is belangrijk dat we een degelijke machine hebben voor een aantrekkelijke prijs.” Dat vertaalt zich ook in de verkoopresultaten. Na vorig jaar tien machines verwacht Jilissen ook dit jaar in de Benelux zeker tien machines te verkopen. In een markt van ongeveer 120 en dit jaar misschien nog heel wat minder een mooi resultaat. Het laat volgens Jilissen zien dat er zeker een markt is voor deze moderne en in elk geval degelijk gebouwde machines. “Voldoende om onze positie verder te versterken.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok
De nieuwe bedieningshendel op de C6000 combineert alle belangrijke functies. Ook zijn er twee vrije functies.
Sinds dit jaar is het ook mogelijk om onder de C9000-serie een rupsonderstel te bestellen.
Een belangrijke vernieuwing is het zelfreinigende luchtfilter
Bij het lossen is er een capaciteit van 75 liter per minuut.
GRONDIG 6 2015
47
AMTeK Keuren met vertrouwen
ondernemen met
vaktechniek
Begeleiden in plaats van inspecteren bij AMTeK Hoe zorg je dat ook eigen veiligheidskeuringen van materieel zo plaatsvinden dat dit meer is dan een wassen neus? Als bedrijf wil je dat goed doen, maar hoe zorg je dat de desbetreffende monteur het ook goed doet? Aboma gebruikt hiervoor het AMTeK-systeem, waarbij begeleiders/inspecteurs van Aboma één keer per jaar meekijken met de keurmeester, zodat werkgever en werknemers erop kunnen vertrouwen dat veilig ook echt veilig is. Als we even meekijken bij het keuren van de hijsjib aan de nieuwe Volvo-shovel blijkt direct hoe goed de relatie is tussen Gerben van der Scheer, monteur bij Van Werven in Oldebroek, en Mario Rovers, programmamanager AMTeK bij Aboma. Al direct is er discussie over het ontbreken van het achteruitrijsignaal van een voorbijrijdende shovel. Wanneer moet dat nu wel en wanneer niet? Precies weten beide heren het niet en dus wordt het gewoon opgezocht. Dan blijkt er ook geen eenduidige regel te zijn. Het is afhankelijk van bouwjaar en uitvoering of het wel of niet aanwezig moet zijn.
Open discussie Bij de inspectie van de AMTeK keuring gaat het vooral om het geven van feed back bij het keuren.
48
GRONDIG 6 2015
Die open discussie is volgens Rovers precies het verschil tussen een systeem waarbij steekproefsgewijs keuringen worden gecontroleerd en het AMTeK-systeem, dat monteurs in relatief korte tijd opleidt als keurmeester, waarna vanuit Aboma jaarlijks begeleiding plaatsvindt en bedrijven altijd met vragen terecht
kunnen. “Wij geloven namelijk niet in een systeem waarbij je op grond van een onaangekondigd bezoek gaat controleren of iemand het goed doet. Dan krijg je het keuren om het keuren, waarbij je alleen tijdens de zogenaamde ‘steekproef’ je best doet om keurig volgens de regels te werken. Je geeft echter alle gelegenheid om de rest van het jaar aan te rommelen.” In het rondetafelgesprek over de AMTeK-keurmethode (zie kader) bij Van Werven aan de vergadertafel geeft Aboma-directeur Harry Hertsenberg aan dat juist niet te willen. “Wij vinden het belangrijk dat een veiligheidskeuring ook inhoud heeft. Dat bedrijven erop kunnen vertrouwen dat het goed wordt gedaan”, aldus Hertsenberg. Voor Van Werven was dat een belangrijke reden om over te stappen, vertelt Cor van Werven. “Voorheen deden we ook keuringen in samenwerking met een mechanisatiebedrijf en werd er een mooi keuringsrapport opgemaakt, maar meer dan dat was het niet. We waren afhankelijk van de
monteur, die naar eigen inzicht keurde. Natuurlijk heb je er vertrouwen in, maar na een opleiding gebeurt er niets meer mee. De bevestiging en de vraagbaak ontbreken.” Het is een verschil dat monteur Gerben van der Scheer onmiddellijk beaamt. “Door de opleiding weet je veel beter waarom sommige dingen juist belangrijk zijn. Je hebt meer inzicht waarom iets op een bepaalde manier wordt gekeurd en je bouwt kennis op waarop je kunt terugvallen. We hebben een naslagwerk en tijdens de keuringsbegeleiding kun je zaken waarover je twijfelt of waar je vragen over hebt nog een keer overleggen.”
Jaarlijks bezoek essentieel “Dat jaarlijkse bezoek is essentieel”, vult programmamanager Mario Rovers onmiddellijk aan. “Wij willen de monteurs echt begeleiden en helpen in hun werk. We lopen jaarlijks met een keuring mee en zien dat vooral als een begeleiding of nascholing on the job. Dat moet geen keuring van de keuring worden, want dan is de monteur alleen maar bezig om volgens de regels te werken om een goede beoordeling te krijgen. Wij gaan ervan uit dat de keurmeester zijn werk goed wil doen en willen hem daarin bijstaan. We praten dus liever over de keuring en willen juist een vraagbaak zijn. Het moet hem vertrouwen geven dat hij zijn werk goed doet en dat hij ook naar zijn werkgever kan blijven verdedigen waarom hij een reparatie of vervanging noodzakelijk acht.” Het is een systeem dat past bij Van Werven, stelt Cor van Werven. “Wij hebben de laatste jaren een slag gemaakt waarbij kwaliteit belangrijk is. En, niet onbelangrijk”, lacht hij, “het is als je alles bekijkt nog goedkoper ook, maar dat is bijkomend. Wat we belangrijk vinden, is dat we zeker weten dat het keuren goed gebeurt en dat we dit bij onze opdrachtgevers kunnen aantonen. Die waarderen het AMTeK-systeem om de basis die er onder ligt. Wat voor ons belangrijk is, is dat we de monteurs die keuren een opleiding kunnen geven en dat we een aanspreekpunt hebben om dit op niveau te houden”, aldus Van Werven. Volgens directeur Harry Hertsenberg ligt daar de meerwaarde van het systeem. ”Wij leveren vertrouwen achter de keuring. De monteur weet dat wat hij doet in orde is en heeft een basis om op terug te vallen. Krijgt een monteur discussie over een afkeurpunt, dan kan hij op onze deskundigheid terugvallen en zijn afkeurpunt onderbouwd toelichten.” Al is dat iets dat volgens Van Werven niet voor mag komen. “Hoe serieus neem je als bedrijf je werknemers als je ze gaat opdragen om machines of werktuigen die niet in orde zijn toch goed te keuren?” Het instemmende geknik van de monteur laat zien dat hij dit deelt. “Op die manier wil ik niet werken”, klinkt het. Hij is dan ook blij met de deelname aan het AMTeK-systeem. “Het is nu meer dan een handtekening, waarbij je afvraagt wat dat waard is. Nu heb ik meer kennis en weet ik dat het goed is, zodat iedereen erop kan vertrouwen dat goed ook echt goed is.” TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok
AMTeK-keuring Het keuren binnen het AMTeK-systeem gaat uit van technische basiskennis, opleiding en begeleiding. Een keurmeester die volgens AMTeK (Aboma Management Technische Keuringen) gaat keuren, krijgt eerst een tweedaagse opleiding. Deze bestaat uit één dag theorie en één dag praktijk over de keuring. Tijdens deze opleidingsdagen wordt voor de module die de monteur volgt precies uitgelegd hoe de keuring in elkaar zit en waarom zaken op een bepaalde manier worden gekeurd. Tijdens de praktijkdag gaat de AMTeK-docent samen met de monteur een aantal keuringen doen om vooral in de praktijk alle punten te bespreken. Na deze twee dagen mag een keurmeester onder AMTeK machines keuren en valt dit bijvoorbeeld binnen het ISO 9001-certificaat. Na de opleiding is er elk jaar een keuringsbegeleiding, waarbij de begeleider/inspecteur van Aboma meeloopt tijdens een AMTeK-keuring. Deze is vooral bedoeld om onduidelijkheden of vragen die gedurende het jaar ontstaan weg te werken. Het helpt de keurmeester om zijn kennis op peil te houden of uit te breiden.
Het gehele AMTeK-programma is getoetst door het Scholingsfonds bouwnijverheid en is hierdoor subsidieerbaar.
Aan tafel bij Van Werven over het AMTeK-keuringssysteem. Van links naar rechts Mario Rovers, Gerben van der Scheer, Harry Hertsenberg en Cor van Werven.
GRONDIG 6 2015
49
ECONOMIE Kuiken in Belgische handen
ondernemen met
vaktechniek
De Belgische SMT Group neemt Kuiken over, zo is afgelopen maand bekend gemaakt. SMT is een privaat Belgisch bedrijf dat in 26 landen in Afrika opereert als dealer en importeur van Volvo-graafmachines, Volvo-trucks en Volvo Penta-motoren. Details en bijzonderheden over de overname zijn niet bekend gemaakt. Met de overname van Kuiken door SMT komt er voor het bedrijf een eind aan een lange periode van onzekerheid en financiële problemen door verschillende buitenlandse avonturen. De afgelopen jaren heeft Kuiken al fors gesaneerd om het bedrijf weer voldoende winstgevend te maken. Noodzakelijk omdat door de teruglopende verkoopaantallen een aanpassing van de organisatie nodig was, stelt directeur Rob van Hove van Kuiken. “Maar ook de steeds grotere onderhoudsintervallen maken dat we in de serviceorganisatie naar een andere opzet moesten. Dat hebben we gedaan door een aantal vestigingen te sluiten en door monteurs direct ‘s nachts aan huis te beleveren. Dat scheelt enorm in de kosten”, aldus Van Hove. Volgens hem is de overname door SMT geen gedwongen overname. “Sterker, de eigenaar van SMT heeft fors met onze aandeelhouders, ABN-Amro en de familie Kuiken, moeten onderhandelen om dit voor elkaar te krijgen.” SMT is gevestigd in België en is de exclusieve distributeur van Volvo Con-
struction Equipment, Volvo Trucks en Volvo Penta in 26 landen in Noord-, Centraal-, en West-Afrika. In deze landen heeft het bedrijf 22 Sales & Service-vestigingen. Kuiken, bestaande uit Kuiken Nederland en dochterbedrijf VCM in België, heeft zijn hoofdkantoor in Nederland en is in de Benelux een toonaangevende full-service-distributeur van Volvo Construction Equipment, Sennebogen (kranen en overslag- en recyclingmachines), Sandvik (brekers en zeefinstallaties) en Sany (havenmachines). Van Hove is blij dat met SMT weer een familiebedrijf met een sterke focus op zijn klanten en een strategie gericht op de lange termijn met een degelijke financiële positie aan het roer van de onderneming komt. “Onze bedrijven vullen elkaar uitstekend aan, gezien het feit dat er geen sprake is van overlappende activiteiten. Wij zijn ervan overtuigd dat dit zal bijdragen aan groei in zowel Europa als Afrika. Voor ons is belangrijk dat SMT heeft aangegeven de organisatie niet te willen veranderen en vooral te willen profiteren van de kennis op het gebied van service en onderhoud.”
advertentie
DE NIEUWE HYDRO TRIKE Vervaet; De Standaard in Mestinjectietechniek
Since 1974
Frans Vervaet B.V. | Biervliet | Nederland | www.vervaet.nl | Tel.: +31 (0) 115 481710 | info@vervaet.nl
50
GRONDIG 6 2015
IN KORT BESTEK CUMELA-KOMPAS ANALYSE: LAGE MACHINEKOSTEN GEVEN BETER RESULTAAT
Beste Jan,
Machinekosten en rendement per bruto marge
De aanbestedende dienst verlangt van mij dat ik bij de inschrijving een bereidheidverklaring van de bank voeg. Wat is het verschil met een bankgarantie? De dienst vraagt tien procent, maar is dat niet overdreven; weet ze wel wat dat voor mijn bedrijf betekent?
40 30
Rendement
20 10 0 -10
10
20
30
40
50
60
70
80
-20 -30 -40
Zekerheidstelling
% machinekosten per bruto marge Cumelabedrijf (deelnemer Kompas Analyse)
Bedrijven waar de machinekosten minder dan 45 procent van de bruto marge uitmaken, hebben waarschijnlijk een positief rendement. Dit blijkt uit het overzicht dat is gemaakt op basis van de gegevens van CUMELA-Kompas Analyse. Het effect van de machinekosten blijkt nog duidelijker als we kijken naar de groep van 33 procent van de bedrijven met de laagste machinekosten per bruto marge (gemiddeld 33,6 procent). Zij behalen een gemiddeld rendement van 3,6 procent per bruto marge. Andersom: 33 procent van de bedrijven met de hoogste machinekosten (56 procent van de bruto marge) hebben een rendement van minus 3,9 procent. Dit laat zien dat bedrijven met een relatief klein machinepark het beste presteren. Het is echter niet zo dat alleen verkleining van het machinepark helpt om het rendement te verbeteren. In de groep met hoge machinekosten zitten veel agrarische loonbedrijven. Hier zijn de machinekosten vaak hoog, omdat deze relatief maar een korte tijd inzetbaar zijn. Het bewijst wel weer dat juist bij deze groep de tarieven of de omzetten per machine te laag zijn. Verbetering is ook mogelijk door de machinekosten te verlagen. Die bestaan uit afschrijvingen, reparatie en onderhoud, brandstof, verzekeringen, huur en overige machinekosten. Hierop is het investeringsbeleid duidelijk van invloed. Het betekent investeren voor er grote onderhoudskosten zijn, maar niet te snel na aanschaf, omdat dit hoge afschrijvingslasten geeft. In de praktijk blijkt dat een nieuw machinepark niet altijd zorgt voor lage onderhouds- en reparatiekosten. Hier zullen op de werkvloer bewuste keuzes moeten worden gemaakt. Wat doe ik aan onderhoud? Wie doet dit? Wie bepaalt de werkzaamheden en inkoop van onderdelen en werkzaamheden? Waar koop ik in? Wanneer vervang ik een machine? Strak bewaken van de kosten is ook hier een belangrijke factor. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op (033) 247 49 99) of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.
Beste aannemer, Met een zekerheidstelling - meestal een bankgarantie, maar dit kan ook een verklaring van een waarborgfonds zijn - wordt de opdrachtgever beschermd tegen de gevolgen van het niet voltooien van het aangenomen werk. Regel is dat na de aanbesteding, doch voorafgaand aan de gunning, de door u genoemde bereidheidverklaring van een borginstelling tot het verlenen van een zekerheidstelling moet worden afgegeven. Pas na de gunning dient op naam van de opdrachtgever een zekerheidstelling te worden afgegeven. Een zekerheidstelling, soms zelfs een bereidverklaring, legt een beslag op de liquiditeit van een onderneming. De bank zal namelijk een zekerheid willen hebben en bevriest een tegoed ter grootte van de bankgarantie of verlaagt de kredietlimiet met het bedrag. Bovendien zitten er voor de inschrijvers hoge kosten aan het verkrijgen van een dergelijke zekerheidstelling. Deze kosten lopen door zolang de garantie nog niet is beëindigd. Eén tot twee procent op jaarbasis als jaarprovisie is bij een financieel gezond bedrijf normaal. Vanwege die kosten geeft de Gids Proportionaliteit aan dat slechts een zekerheidstelling kan worden bedongen als dat voor de uitvoering van de concrete opdracht strikt noodzakelijk is. Als proportioneel wordt maximaal vijf procent van de opdrachtwaarde aangemerkt. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan (mits deugdelijk gemotiveerd) van deze richtlijn worden afgeweken; een maaibestek is niet zo’n geval. Dubbele zekerheidstellingen (bijvoorbeeld een bankgarantie en een inhouding van betalingen) zijn vanzelfsprekend helemaal niet proportioneel. De hoogte van de zekerheidstelling zou volgens ons moeten kunnen worden afgebouwd als een substantieel deel van de opdracht is afgerond. Laat een zekerheidstelling ook niet langer lopen dan nodig; die belemmert immers uw financiële armslag. Met de Aanbestedingswet is er een uniforme eigen verklaring ingevoerd die als doel heeft dat u bij de inschrijving juist geen documenten hoeft bij te voegen. In uw geval is het daarom verstandig dat u bezwaar maakt tegen het feit dat u al bij de inschrijving de bereidheidverklaring moet inleveren. Omdat tien procent in dit geval echt disproportioneel is, kunt u ook daartegen bezwaar maken.
Jan van der Leij Beleidsmedewerker GWW
GRONDIG 6 2015
51
ondernemen met
cumela
CUMELARIA
GRONDIG GEBROUWEN
VERVAET SCOORT
Sommige medewerkers van CUMELA Nederland houden er leuke hobby’s op na. Zo is onze eigen redacteur Gert Vreemann sinds enige tijd gegrepen door het bierbrouwvirus. En zoals alles doet hij dat dan grondig. Om nu eens niet zelf te testen, maar anderen zijn brouwsels te laten proeven, deed hij mee aan de brouwwedstrijd van het Twents bierbrouwersgilde, die in samenwerking met Grolsch werd georganiseerd. Alle 45 deelnemers kregen vooraf dezelfde ingrediënten; drie soorten mout en twee soorten hop. Daarvan moesten ze een eigen bier brouwen, dat daarna door de brouwmeesters van Grolsch werd gekeurd. Met een prachtige tweede plaats troefde Gert vele hobby- en beroepsmatige brouwers af. Met grote waardering van de meesterbrouwers zelf, want zij vonden de prijswinnaars er met kop en schouders bovenuit steken. Jammer voor de liefhebbers is dat er maar een half kratje werd geproduceerd… Loonwerkers hebben massaal de presentatie van de nieuwe Vervaet Hydro Trike bezocht. Zo heeft studieclub Zuidoost-Brabant op eigen initiatief een bus naar de dag van Vervaet op 12 juni geregeld. Het was volgens de deelnemers erg gezellig in de volle hal, met daarin vele collega’s. Ze prezen de mooie, leerzame introductiefilm, de goede organisatie en natuurlijk de barbecue met het bier. Ook werden natuurlijk de onderlinge contracten onderhouden. De studieclub was ’s morgens vroeg mooi op tijd terug (half vier), want uiteraard moest er op de terugweg nog even worden gegeten. Sommigen krijgen er ook nooit genoeg van.
“PAPA EN MAMA GAAN ERVOOR” Dit was de kreet op de trouwkaart van Frans Ploegmakers en Ans de Bie van de Ploegmakers Groep uit De Rips. Hun dochtertje Zoë kondigde vol trots aan dat haar papa en mama naar het gemeentehuis zouden gaan. Zij had de familienaam al gekregen en mama kreeg hem nu ook voor de rest van haar leven. Tezamen met hun dochtertje kwamen Frans en Ans op 20 juni naar het gemeentehuis in Gemert met deze mooie Ford FW-60. Het bruidspaar werd met een erehaag door familie en vrienden in en uit het gemeentehuis geleid. Na een receptie en een echte Brabantse feestavond in Natuurpoort Nederheide in Milheeze kunnen ze terugkijken op een heel mooie dag.
BIJZONDERE INTERNATIONAL VOOR DE SLEEPWAGEN Het trekkertrekseizoen is volop gaande. Soms kom je heel bijzondere exemplaren tegen die de strijd aanbinden met de sleepwagen, zoals deze International-bulldozer van loonbedrijf Van Vliet uit Waarder op de trekkertrekwedstrijd in Haastrecht. Van Vliet wilde als Internationalverzamelaar dit bijzondere exemplaar wel een keer voor de sleepwagen zetten. En u raadt het al: mede dankzij de enorme grip reed deze Inter zonder problemen naar de full pull. Dat is letterlijk genieten geblazen voor deelnemer en publiek.
52
GRONDIG 6 2015
GEKRUID BAKS GROEP VIERT ZESTIGJARIG BESTAAN Deze prachtige colonne was onderdeel van het zestigjarig jubileum van de Baks Groep in Borculo. In 1955 startte Antoon Baks in Borculo als melkrijder. Hij had echter al snel door dat hij van melkrijden alleen niet kon leven. Hij besloot een knollenplukmachine te kopen en hiermee waren de eerste loonwerkactiviteiten een feit. In 1995 deed Antoon Baks een stapje terug en werd het bedrijf overgedragen aan zijn twee zoons André en Wim en aan zijn schoonzoon Tonny Winkelhorst. Tonny kreeg de algehele leiding en vanaf dat moment heeft het bedrijf een behoorlijke groei doorgemaakt. Nu, zestig jaar na oprichting, bestaat de Baks Groep uit zes bedrijven en werken er in totaal ruim honderd medewerkers.
LIMBURGS CUMELABEDRIJVEN-WEEKEINDE Vier Limburgse cumelabedrijven organiseerden in maart 2015 een eigen CUMELA-weekend. Cor en Mariet Hendrix uit Castenray, Ton Kleuskens en Gini Caris uit Nederweert, Jan en Ria Peters uit Swalmen plus Dré en Jeanne Hesen uit Kessel gingen samen naar Maastricht, waar ze op bezoek gingen bij bestuurslid John Hoedemakers in Ulestraten. En daar kun je prima zijn, want naast het loonbedrijf runt John een eigen café in Maastricht. Gezien de sfeer een aanrader voor andere studieclubs. In Maastricht kun je blijkbaar prima stappen en daar tappen ze ook prima bieren.
De laatste keer Aan alles komt een einde... Dit is mijn laatste column. Jammer, maar het is niet anders. Ik moet prioriteiten stellen. Ik heb een best pittige tijd achter de rug, waar ik nu ook gewoon nog middenin zit. Mijn gezondheid laat me in de steek en ben druk met opgroeiende kids die op allerlei clubjes zitten. Zakelijk gezien streven we onze ambities na, wat betekent dat ik meer uren in mijn werk steek. Dat geeft veel voldoening, maar gaat ook ten koste van andere dingen. En dat is wel eens jammer, want naast moeder, vrouw van en medewerker ben ik ook nog gewoon Marjan: dochter, zus en vriendin. Daar wil ik vanaf nu meer tijd aan besteden, dus ik heb mijn bezigheden doorgenomen en gekeken naar wat ik zal gaan skippen. Met een paar dingen ga ik stoppen. Stoppen ja, want minderen voelt niet goed. Het is all the way of helemaal niet. Dit is dus mijn laatste column. Ik heb het vijf jaar gedaan, met heel veel plezier, en de onderwerpen zijn eigenlijk nog niet op. Het was leuk jullie een kijkje te geven in ons leven. Het schrijven over bepaalde onderwerpen zette mij aan het denken en ik hoopte dat de boodschap bij een enkeling van jullie ook binnenkwam. De reacties die ik kreeg, gaven me energie. Het skippen van enkele bezigheden geeft me echter ook een gevoel van opluchting. Ik ga na de bouwvak wekelijks één of misschien wel twee grote kruisen in mijn agenda zetten. Deze avonden ga ik op mijn manier invullen: met tijd voor mezelf, maar ik ga ook een CO2handboek maken en me verdiepen in het schrijven van EMVIplannen. Ik blijf dus schrijven, al zal het niet meer in Grondig zijn. Ik heb er veel zin in en weet zeker dat mij dit voldoening zal geven! Bedankt voor de afgelopen jaren, het was geweldig en spannend en het voelde soms alsof ik met ‘onze’ club getrouwd was. Tot ziens bij weer een leuke CUMELA-bijeenkomst (daar heb ik me de laatste tijd ook niet echt meer laten zien, dus is dat ook een puntje om op te pakken). Ik hoop dat uw dromen uitkomen en het ga u goed!
Marjan Straver, Straver & Zn., IJsselstein
GRONDIG 6 2015
53
ondernemen met
cumela
PROVINCIAAL BESTUUR: GELDERLAND
Behalve het dagelijks bestuur kent CUMELA ook haar provinciale besturen, bestaande uit gedreven cumelaondernemers. Toch weten leden nog niet altijd de weg naar deze besturen te vinden, vandaar deze serie. De provinciale besturen per provincie uitgelicht.
“Van waarnemende naar acterende rol” De loonwerksector in de grootste provincie van Nederland, Gelderland, blinkt uit in zijn diversiteit: van veehouderij via bloembollen tot grondverzet. Het zevenkoppige bestuur bestaat uit eenzelfde diversiteit, maar dat komt het algemeen belang alleen maar ten goede.
Het aanleggen van een landbouwsluis bij Varsseveld en het opheffen van de geslotenverklaring op dat stuk weg is een verdienste van bestuurslid Ina Freriks. Zij heeft veel tijd en energie gestoken in overleg met provincie en gemeenten om ze te laten inzien dat een machine van vijftig ton die op dezelfde parallelweg rijdt als fietsers niet bijdraagt aan duurzaam veilig verkeer. “De provincie Gelderland is nogal star als het gaat om landbouwverkeer”, zegt voorzitter Wim van Mourik. “Maar omdat Ina met haar bedrijf in die regio zit, praat ze gemakkelijker met de bestuurders daar. Ik denk dat een beleidsmedewerker van CUMELA minder succes zou hebben gehad.” Regionaliteit is bij een grote provincie als Gelderland van belang. “De loonwerksector is zo divers”, zegt Harry van Ginkel. “In het noorden zitten veel bedrijven die puur zijn gericht op de agrarische sector, bij mij in de Betuwe zit veel akkerbouw, maar er zijn ook veel gemengde bedrijven of juist heel gespecialiseerde loonbedrijven. In de ene hoek gaat de samen-
54
GRONDIG 6 2015
werking heel goed, in de andere is er venijn”, legt hij uit. Juist daarom is het van belang dat er onder de bestuursleden een geografische spreiding is. “Het is goed om te weten wat er in elke hoek van de provincie speelt. Alleen dan kunnen we opkomen voor de belangen van onze leden”, zegt Van Mourik. “Al moet een bestuurslid kwalitatief gezien natuurlijk wel toegevoegde waarde hebben.”
Portefeuilles Van Mourik is sinds 2005 provinciaal voorzitter. “Ik heb vooral ‘ja’ gezegd omdat ik mijn horizon wilde verbreden. Als je alleen maar op je eigen bedrijf zit, zit je toch in een klein wereldje”, legt hij uit. Het heeft ook voordelen voor het eigen bedrijf. “Je hoort zaken eerder en daar kun je op inspelen. Ik vind het goed om in je leven, naast je eigen belang, ook iets voor het algemeen belang te doen.” Freriks twijfelde in eerste instantie toen ze in 2007 werd gevraagd. “Wat kan ik toevoegen, dacht ik eerst. Ik kom niet
Cumelabedrijven in Gelderland De afdeling Gelderland heeft 290 leden. Vijftien procent van de leden van CUMELA Nederland is gevestigd in Gelderland. De gemiddelde omzet per bedrijf in Gelderland is € 2.061.000,-. Dit is vier procent meer dan het landelijke gemiddelde.
dagelijks in het land, heb geen verstand van techniek. Ik wist niet goed wat er van mij werd verwacht”, aldus Freriks. Sinds het bestuur met profielen en portefeuilles is gaan werken, voelt ze zich nuttiger. “We hebben nu allemaal een rol toebedeeld gekregen en je weet beter waar je je op moet focussen. Tijdens de jaarlijkse contactdag zitten we ook niet meer tussen het publiek, maar vooraan en elk bestuurslid houdt een praatje over zijn of haar portefeuille. Dat geeft een meer betrokken gevoel. Wij zijn nu eenmaal wel de ogen en oren van Nijkerk”, stelt Freriks vast. Maarten Dekkers voegt eraan toe: “Bestuurslid zijn met een portefeuille geeft meer betrokken gevoel, een clubgevoel. Je hoort bij de familie.”
Acterende rol Landelijke informatie delen met de leden en signalen vanuit de leden doorgeven aan Nijkerk is een belangrijke taak van het bestuur. Zo merkt Mark Eibergen dat agrariërs nu de melkprijzen laag zijn opeens andere loonwerkers inschakelen om te kunnen rekken met betalingen. Of dat het op relatie zaken doen steeds lastiger wordt nu gemeenten alles aanbesteden via digitale platforms. Bij het Gelderse bestuur wordt de rol als doorgeefluik langzamerhand echter actiever ingevuld. “Hier in de gemeente Apeldoorn werd er bijvoorbeeld een slootbestek van € 60.000,- uitgeschreven, waarbij VCA én ISO 9001 werden gevraagd”, vertelt Van Mourik. “Door die laatste eis zet je als gemeente kleine, plaatselijke bedrijven buitenspel. Ik ben met een beleidsadviseur naar de gemeente gegaan en heb dat aangekaart. De reactie van de gemeenteambtenaren was verrassend. Ze waren blij met ons weerwoord, want zij volgden gewoon de regels en dachten dat ze het goed deden, maar hadden geen benul van de consequenties.”
Het bestuur kan dus bijdragen aan een oplossing, stelt hij. “Van een waarnemende rol gaan we langzaam naar een acterende rol. Daarbij is het van belang aan te sluiten bij overleggen van onder andere overheden en waterschappen.” Zo zit het bestuur sinds kort bij VNO-NCW aan tafel en is Dekkers onlangs nog bij een bijeenkomst geweest van de RDW. “Dat was superinteressant”, stelt hij. “Hierdoor laten we onszelf zien als sector en kunnen we beter opkomen voor onze belangen. Zeker wat landbouwverkeer betreft, is er nog een lange weg te gaan.”
Tijdens de Contactdag 2015 gingen de leden van de afdeling Gelderland naar het politieke epicentrum van Nederland, namelijk het Binnenhof.
De jaarlijkse ledenvergadering moet daarbij voor verbintenis zorgen. “Het is logisch dat we niet alle individuele problemen kunnen oplossen, want sommige zaken wil je niet met collega’s delen”, stelt Van Ginkel. “Maar leden zouden ons vaker kunnen aanspreken. Daardoor zal onze functie als doorgeefluik alleen maar verbeteren.” TEKST & FOTO: Marjolein van Woerkom
Bestuursleden Wim van Mourik Jan Kamphorst Mark Eibergen Harry van Ginkel Wim van den Hurk Maarten Dekkers Ina Freriks
Van Mourik Grondverzet BV, Lieren Fa. Kamphorst, Ermelo EIJVA BV, Nijkerkerveen firma G.J. Bongers & Zn. VOF, Tiel W.M.A. van den Hurk, Horssen loonbedrijf Dekkers VOF, Maasbommel Gebr. Freriks VOF, Heelweg
Kabels en leidingen (voorzitter) Grondverzet/aannemerij en regio Veluwe Agrarisch loonwerk en regio Nijkerk Personeel/cao, commissie sociale zaken en regio Betuwe Mest en regio Betuwe Verkeer en regio Betuwe Scholing en regio Achterhoek
GRONDIG 6 2015
55
ondernemen met
cumela
Mestmonsters gewogen en te licht bevonden
Wat te doen als monsters zijn afgekeurd De afgelopen maanden is er zeer veel onrust geweest rond het afkeuren van mestmonsters. Waarom zijn monsters zo belangrijk? Waarom moet een monster een bepaald gewicht hebben? En wat kunt u uw klanten meegeven als monsters zijn afgekeurd en een forfaitaire waarde is toegekend? Een veelgehoorde opmerking was de afgelopen tijd: waarom stoppen we niet met bemonsteren en vervoeren we alle mest op basis van forfaitaire waarden? Zowel leverancier als afnemer weet dan vooraf waar hij aan toe is, einde van alle discussie. Maar zo simpel is de zaak natuurlijk niet. In de jaren negentig van de vorige eeuw hadden we een forfaitair systeem en ook toen waren er klachten, vooral van varkens- en pluimveehouders die meer mest moesten afvoeren dan ze produceerden. Daarnaast was de acceptatie van mest door de akkerbouwer veel lager dan nu, omdat onduidelijk was hoeveel mineralen de mest nu echt bevatte. Ook met het zicht op de huidige krappe gebruiksnormen voor de bemesting van gewassen is het van groot belang voor een landbouwer om precies te weten hoeveel mineralen de mest bevat. De huidige ontwikkeling naar precisiebemesting in de landbouw kan niet zonder nauwkeurig inzicht in de gehalten van de aangevoerde mest.
56
GRONDIG 6 2015
Geen goede maat Sector en overheid hebben een gezamenlijk belang om het gebruik van forfaitaire waarden zoveel mogelijk uit te sluiten. Forfaitaire waarden zijn immers vrijwel nooit een goede maat voor de mineralengehalten in de af- of aangevoerde mest. Dit heeft voor de verschillende deelsectoren de volgende gevolgen en problemen: • Veehouders voeren met forfaitaire gerekende mest meer of juist minder mineralen af dan in werkelijkheid. Vooral als de forfaits lager zijn dan de echte waarden in de mest leidt dit tot problemen, omdat ze een gat in hun mineralenboekhouding krijgen. Alle mest is afgevoerd, maar op papier moet er nog meer worden afgevoerd, of de benodigde mest is afgevoerd, maar er is te weinig mest over voor de eigen grond. • Intermediairs krijgen vooral gaten in hun mineralenboekhouding als ze mest in opslag nemen. Er ontstaan dan verschillen tussen de H1-staat en de werkelijke inhoud van geregistreerde opslagen.
Ook de voorspelbaarheid van de gehalten van de gemengde mest in de opslag wordt hierdoor slechter. De intermediair krijgt daardoor problemen met zijn verantwoordingsplicht en heeft ook te maken met boze veehouders en akkerbouwers. • Akkerbouwers bestellen bij de intermediair mest met gewenste gehalten. Door afgekeurde monsters krijgen zij geen gemeten waarden, waardoor zij niet weten in hoeverre zij nog moeten bijbemesten om tot de gewenste kwaliteit van het gewas te komen. De acceptatie van dierlijke mest wordt hierdoor lager, met gevolgen voor de plaatsbaarheid van het mestoverschot. Als de forfaits hoger zijn dan de verwachte gehalten van de geleverde mest kan dit ook tot overschrijding van de gebruiksnormen en bijbehorende boetes leiden. • Co-vergisters voeren digestaat af waarin ook mestcodes (bijvoorbeeld 116, overige meststoffen) voorkomen waar geen forfaits voor zijn. Onduidelijk is welke forfaitaire waarde dan door RVO wordt toegekend. • Laboratoria moeten veel extra handwerk verrichten om de afgekeurde monsters op een andere manier door de administratie te leiden. Daarnaast krijgen zij klagende intermediairs en veehouders aan de lijn, terwijl zij gedwongen zijn het beleid van de overheid uit te voeren. • De overheid mist steeds meer inzicht in mineralenstromen. In de handhaving vinden er vervelende gesprekken plaats met veehouders en landbouwers die worden beboet op basis van situaties waarop zij geen invloed hebben gehad. Tevens vermindert de kracht van de handhaving doordat bij forfaitaire waarden rekening moet worden gehouden met een veel grotere onnauwkeurigheid van de berekeningen.
Gewicht mestmonster Het laboratorium heeft maar een vingerhoedje met mest nodig voor de analyse. Waarom is het behalen van een gewicht van 650 of 500 gram bij een mestmonster dan zo belangrijk? Er is in het laboratorium een redelijke hoeveelheid mest in het monster nodig om dit vlak voor het maken van het analysemonster zeer goed te mengen. Hiervoor wordt een soort staafmixer met een heel hoge draaisnelheid gebruikt. Alleen door zeer goede menging (en het versnijden van de vaste deeltjes) kan een goede analyse worden gemaakt. In de aanloop naar Minas (Mineralen Aangiftesysteem; 19982005) is het bemonsteren en analyseren van mest ontwikkeld. Er heeft toen wetenschappelijk onderzoek plaatsgevonden naar de manier waarop je nauwkeurig de mineraleninhoud van een vracht mest kunt bepalen. In het kader van dit onderzoek is geautomatiseerde bemonsteringsapparatuur ontwikkeld die verdeeld over de vracht vijf maal een hapje mest uit de laadstroom neemt. Hiervan is wetenschappelijk aangetoond dat het
monster dan een goede afspiegeling is van de gehalten van de hele vracht. Op dit systeem is ook een typegoedkeuring van de WUR verkregen. Overigens is zowel bij de ontwikkeling als bij de typegoedkeuring nooit een principieel punt gemaakt van de 650 gram per monster. Tijdens de testen kwamen ook lagere gewichten voor. Een intermediair heeft - afgezien van goed onderhoud - geen invloed op het functioneren van het monsterapparaat. Dit moet ook zo blijven: onafhankelijke monstername is hiermee geborgd. Monsters die minder wegen dan 650 gram worden - uitgaande van goed onderhoud van het monsterapparaat - niet veroorzaakt door de apparatuur, maar door het product. Inmiddels heeft het ministerie bepaald dat monsters drijfmest minimaal 500 gram moeten wegen, conform de NEN-norm die de laboratoria moeten hanteren bij het analyseren van de monsters. TEKST: Hans Verkerk FOTO’S: CUMELA communicatie, BLGG AgroXpertus
Hoe om te gaan met afgekeurde monsters Voor de leverancier en de afnemer van de mest kunnen de forfaitaire waarden grote gevolgen hebben. In veel gevallen zijn deze waarden namelijk helemaal geen goede afspiegeling van de werkelijke mineraleninhoud van de mest (die zou blijken bij analyse van het monster). Geadviseerd wordt om in plaats van de forfaitaire waarden dan ook een gemiddelde van eerdere wel geanalyseerde vrachten of de waarden van de analyse ‘voor eigen oriëntatie’ in de mineralenboekhouding op te nemen. Bij de berekening van de naleving van de gebruiksnormen zal RVO uitgaan van de forfaitaire waarden. Als dit zou leiden tot het opleggen van een boete kunnen de partijen zich verweren met het gemiddelde van eerdere vrachten of de analyseuitslagen die voor eigen oriëntatie toch zijn gemaakt. Eventueel kan het nodig zijn om een boete tot bij de rechter aan te vechten. De ervaring leert dat een rechter rekening houdt met de onnauwkeurigheid die in de forfaitaire gehalten zit. Uit processen in het verleden blijkt dat de rechter hierbij rekent met een onnauwkeurigheid van meer dan vijftig procent van de forfaitaire waarden, in het voordeel van het beboete bedrijf. De gevolgen van het forfaitair afhandelen van vrachten mest zijn voor leverancier en afnemer veel kleiner dan op het eerste gezicht lijkt. Zowel in de bezwaar- als in de beroepsfase tegen een eventuele boete zal rekening moeten worden gehouden met het feit dat forfaits behoorlijk onnauwkeurig zijn. Het risico dat toepassing van de forfaits zal leiden tot een onherroepelijke boete is daarmee erg klein.
GRONDIG 6 2015
57
ondernemen met
cumela
CUMELA.NL
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
VAKDAG LANDBOUWVERKEER DRENTHE Op 2 juni vond bij werktuigencoöperatie Weco de Hondsrug in Borger de vakdag landbouwverkeer plaats. Deze praktische vakdag werd georganiseerd door CUMELA Nederland en het provinciaal Verkeer- en Vervoerberaad van de provincie Drenthe. Aanwezig waren ongeveer dertig ambtenaren verkeer en vervoer van alle Drentse gemeenten, van de provincie Drenthe en andere partijen die met landbouwverkeer te maken hebben. Hero Dijkema, beleidsadviseur verkeer en vervoer CUMELA Nederland, gaf een presentatie over de nieuwe wetgeving rond (land) bouwverkeer, zoals het T-rijbewijs, de kentekening en de snelheidsverhoging naar 40 km/h. Klaas Zwaagstra van politie Noord-Nederland hield een presentatie over de ervaringen uit de praktijk en de handhaving. Aan het einde van de dag hebben alle deelnemers de diverse (land)bouwvoertuigen bekeken. Bert Roosjen van Weco verzorgde een interessante rondleiding langs de diverse machines. Dat een dergelijke bijeenkomst zinvol is, blijkt wel uit de diverse vervolgafspraken die zijn gepland met politieke bestuurders over het (land)bouwverkeer.
VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL
VRAAG NU SUBSIDIE PRAKTIJKLEREN AAN
• Een hoofdaannemer laat tijdelijk zijn mensen één uur per dag langer werken. Hoe regel ik dat met mijn medewerkers? • Wanneer geldt de ketenaansprakelijkheidsregeling? • Wat is het verschil tussen een zzp’er en een eenmanszaak? • Ik heb een tuinrenovatieklus waarop we zes procent btw op de arbeidskosten mogen hanteren. Het werk eindigt na 1 juli. Mogen we voor het hele werk zes procent hanteren? • Wij laten de CUMELA-voorwaarden achter op ons briefpapier drukken. Moeten we die zelf deponeren bij de rechtbank?
Voor het goed en zorgvuldig begeleiden van een BBL’er is er een tegemoetkoming voor de gemaakte kosten in de vorm van de subsidieregeling Praktijkleren. De subsidie wordt berekend over het aantal weken dat een BBL’er bij het bedrijf de beroepspraktijkvorming (BPV) heeft gevolgd. Bij een volledig schooljaar (40 weken) is de maximale subsidie € 2700,-. Als er meer aanvragen zijn dan begroot, wordt de subsidie verdeeld over de aanvragen.
STAPPENPLANNEN WERKEN IN BELGIË, DUITSLAND EN EUROPA Hoewel de meeste landen net als Nederland lid zijn van de Europese Unie doet u er verstandig aan om niet ‘zomaar’ de grens over steken. Elk EU-land mag bepaalde regelgeving zelf invullen. Daarom heeft CUMELA Nederland voor haar leden drie praktische stappenplannen samengesteld; specifiek voor Duitsland en België en voor de overige landen in Europa is er het stappenplan ‘Werken in Europa’. In de stappenplannen wordt dit en meer stap voor stap uitgelegd. Alle stappen zijn voorzien van praktische informatie en adressen. Het komt nogal eens voor dat u een klus aangeboden krijgt waarmee u op korte termijn moet beginnen. Houd rekening met aanvraagtermijnen bij de verschillende procedures. Bereid u goed voor!
BEKIJK CAO LEO DIGITAAL Enige tijd geleden zijn de cao-onderhandelingen afgerond en zijn werkgevers en werknemers tot een akkoord gekomen. De volledige tekst van de CAO LEO vindt u online. Bekijk de nieuwe tekst van deze cao op www.caoloonwerk.nl.
58
GRONDIG 6 2015
VLAMMEN ZONDER AFBRANDEN Onze mentaliteit is: niet zeuren maar doorgaan. Totdat doorgaan echt niet meer gaat. En dan sta je weer met beide voeten op de grond. Stigas en CUMELA Nederland hebben speciaal voor ondernemers in de cumelasector een toolkit stress ‘Vlammen zonder afbranden’ ontwikkeld met praktische tips en informatie.
VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de sectievoorzitters van CUMELA Nederland. Deze maand Teake de Boer, voorzitter van de sectie Cultuurtechnische werken en grondverzet.
CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN Deze digitale Grondig-artikelen lezen leden gratis op Cumela. nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt downloaden en printen. • Het blijft opletten. Werken met gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen langs greppels en sloten Een foutje is ongemerkt zo maar gemaakt. Het kan leiden tot een opgelegde boete en een korting op de uitbetaalde toeslagrechten van de klant. • Wat is de inlenersbeloning? Regelgeving rond beloning voor uitzendkrachten aangepast Uitzendbureaus zijn sinds kort verplicht om vanaf dag één de inlenersbeloning toe te passen. • Alle drijvende werktuigen certificaatplichtig. Huidige Binnenvaartwet verruimd Alle drijvende werktuigen die na 1 juli 2009 zijn gebouwd, moeten worden gecertificeerd en voldoen aan de nieuwe eisen en overgangsbepalingen. • Onderschat het belang van functioneringsgesprekken niet. Incompany-bedrijfsscholing helpt bij het voeren van gesprekken. Bij het werken met personeel wordt het belang van ‘praten en schrijven’ steeds groter. Oorzaak hiervan is de gewijzigde wetgeving, die bewijs van u als werkgever vraagt wanneer u afscheid wilt nemen van een medewerker. • Arbeidsongeschikt en toch werken? Steeds vaker krijgen we bij CUMELA de vraag of van een werknemer mag worden gevraagd dat hij, ondanks zijn arbeidsongeschiktheid, werkzaamheden binnen het bedrijf verricht.
OOK OP CUMELA.NL • Rijbewijsplicht (land)bouwvoertuigen vanaf 1 juli 2015 • Bekijk CAO LEO digitaal • Veranderingen in nieuwe ISO 9001:2015-norm • Veranderingen in ISO 14001:2015 • Geen doorbetaalde schooldag meer voor een BBL’er
De nieuwe werkelijkheid Na zeven magere crisisjaren gloort er weer een sprankje hoop. Niet dat dit zich nu al vertaalt in een dikke orderportefeuille, maar toch vertoont de economie duidelijke tekenen van herstel. Al krijgt die natuurlijk ook een duidelijke stimulans door stijgende woningverkopen, iets waar wij als sector niet veel aan hebben. Dan moeten er eerst weer nieuwe projecten in uitvoering worden genomen. Wel is het, nu de crisis naar een einde loopt, tijd om de balans van de afgelopen jaren op te maken. Volgens mij wordt het nooit meer als voor de crisis. De grote aannemers moeten, aangezet door de overheid, naar een ander verdienmodel, waarbij ze zelf het ontwerp en de planning van een opdracht voor hun rekening moeten nemen. Omvangrijke, moeilijk in te schatten projecten, zoals de verbreding van de A15 bij Rotterdam en de tunnel in de A2 in Maastricht, hebben een aantal van hen aan de rand van de afgrond gebracht. Dat moet ook voor de opdrachtgevers een signaal zijn dat dit geen betrouwbare basis is om werk aan te besteden. De tijd van afwachten welke oplossing de aannemer aandraagt en dan de laagste het werk gunnen, past niet bij dit soort klussen. In mijn overtuiging horen het ontwerp en de vergunningen op het bordje van de opdrachtgever te liggen. Voor ons als civiele aannemers is het dan de uitdaging om met respect voor de omgeving en het milieu het werk voor een redelijke prijs te maken. Het is aan ons als aannemers om onze kennis en kracht te benutten en te komen tot een goede en misschien slimme manier van uitvoeren van het werk, omdat hier onze specialiteit ligt. Mijn volle overtuiging is dat we sterker uit de crisis komen als we ons realiseren waar onze kracht en kunde liggen, maar dan moeten we snel uit onze comfortzone komen en weer betere prijzen voor ons werk afdwingen. We merken nu al dat leveranciers een paar procent omhoog zijn gegaan met hun prijzen en ik merk regelmatig dat de zzp’er nadrukkelijk om zich heen kijkt waar het meest te verdienen is. Daarom is het nu tijd om te zorgen dat onze tarieven in verhouding staan tot de kosten, zodat ook wij uit de crisis komen en aan het werk kunnen met een gezonde bedrijfsvoering.
OVERZICHT OPLEIDERS T-RIJBEWIJS Op Cumela.nl vindt u het actuele overzicht met alle opleiders voor het T-rijbewijs die een overeenkomst met het CBR hebben voor theorie- en praktijkexamens, een overeenkomst hebben voor praktijkexamens op locatie of een voertuig dat is geschouwd en goedgekeurd als examenvoertuig voor het T-rijbewijs. Momenteel zijn er 31 opleiders. De verwachting is dat er de komende tijd nog meer opleiders bij komen.
Teake de Boer Voorzitter sectie Cultuurtechnische werken en grondverzet CUMELA Nederland
GRONDIG 6 2015
59
ondernemen met
cumela
TOOLBOX Veilig werken met de heftruck Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting
Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl
De heftruck is op veel cumelabedrijven een zeer handig arbeidsmiddel, waar elke medewerker zo even op springt. Even een vrachtauto lossen, even wat verplaatsen, hij is handig bij het wisselen van wielen et cetera. Helaas blijkt de heftruck vaak ook het gevaarlijkste arbeidsmiddel op het bedrijf, want er gebeuren veel ongevallen mee.
ONGEVALLEN VOORKOMEN Vaak is bij deze ongevallen sprake van ernstig letsel of overlijden. Dit blijkt uit de vele ongevalsmeldingen die bij de Inspectie SZW binnenkomen. Het gaat om een paar honderd ongevallen per jaar, waarvan een deel met dodelijke afloop. Iets wat we moeten voorkomen, maar hoe? De meeste ongevallen met heftrucks ontstaan door het gebrek aan ervaring of door het niet goed kunnen inschatten van de gevaren. Na het lezen van deze toolbox is het de bedoeling dat je op de hoogte bent van de meest voorkomende oorzaken van ongevallen, zodat jij ongevallen kunt voorkomen.
MEEST VOORKOMENDE OORZAKEN De meest voorkomende oorzaken van ongevallen die gebeuren met de heftruck zijn: • Kantelen van de heftruck door: - het rijden met een niet stabiele, niet goed gepositioneerde of te zware last op de vorken; - het rijden met een hooggeheven last. Houd de last altijd zo dicht mogelijk bij de grond en ga pas (stilstaand) heffen op de plaats waar de last moet worden ‘afgelegd’ of afgeleverd.
60
GRONDIG 6 2015
• Aanrijden van personen door: - het vooruit (in plaats van achteruit) rijden met een last die het zicht belemmert; - het niet geven van geluidssignalen bij het naderen van onoverzichtelijke situaties; - het rijden met onverantwoord hoge snelheid (bijvoorbeeld in situaties waar voetgangers gevaar lopen of in bochten). • Letsel aan de voeten door: - het niet dragen van veiligheidsschoenen. Bijna de helft van alle ongevallen met heftrucks heeft voetletsel tot gevolg. Het grootste deel daarvan is een gevolg van het overrijden van de voet en tenen. Het komt ook regelmatig voor dat de heftruckbestuurder zelf voetletsel oploopt door de eigen heftruck, bijvoorbeeld bij het verlaten van de bestuurdersplaats terwijl de heftruck nog niet tot stilstand is gekomen. Het dragen van veiligheidsschoenen is dan ook van groot belang om voetletsel te voorkomen of te beperken.
•
Ernstig letsel door: - het rijden met niet vergrendelde vorken; - het laten meerijden van een ander; - het met de vorken heffen van personen (zonder gebruikmaking van een daarvoor specifiek ingerichte en solide bevestigde werkbak); - het rijden zonder gebruikmaking van een veiligheidsgordel; - het werken met dieselheftrucks in afgesloten ruimten, met daardoor de kans dat je koolstofmonoxidevergiftiging oploopt en daaraan overlijdt. Koolstofmonoxide is een zeer gevaarlijk gas, vooral omdat het niet waar te nemen is zonder koolstofmonoxidemelder. Gebruik in binnenruimten geen dieselheftruck. Wanneer dit niet anders kan, moet je ervoor zorgen dat je altijd werkt in een voldoende geventileerde ruimte. Daarnaast moeten alle dieselaangedreven machines in binnenruimtes zijn voorzien van een goedgekeurd roetfilter. Controleer dan ook regelmatig de werking; - het laden en installeren van de accu van de elektrische heftruck. Bij het opladen van de accu’s kan het explosieve knalgas vrijkomen. • Zorg dat de acculaadruimte goed geventileerd is en voorkom vonkvorming. • Plaats de lader minimaal op 0,80 meter afstand van de batterij. • Controleer voor het laden het vloeistofniveau. • Dek de accupolen af (ook bij het installeren), ter voorkoming van kortsluiting. • Schakel eerst het laadapparaat uit alvorens de laadleidingen los te nemen • Maak de verbinding tussen minpool en acculader als eerste los en als laatste vast. Denk dus niet altijd dat het snel moet, maar neem de tijd voor veiligheid! Dat is immers het allerbelangrijkste.
TIPS EN VUISTREGELS Je zult als werknemer maatregelen moeten nemen om zo veilig mogelijk te werken met de heftruck. Hier volgen enkele tips. • Controleer voor gebruik de heftruck en meld gebreken bij je leidinggevende. De heftruck moet minimaal zijn voorzien van een werkende claxon, een veiligheidskooi, een veiligheidsgordel en informatie over de maximale werklast in kilogrammen, de eigen massa in kilogrammen en de fabrikant, het type en het bouwjaar van de heftruck. • Draag altijd veiligheidsschoeisel. • Leg geen losse spullen op de heftruck of in de cabine. • Rij rustig en pas het rijtempo aan naar de omstandigheden op de werkplek. Bij een snelle, korte bocht kan een kleine oneffenheid in de bodem de heftruck al laten kantelen. • Hef of vervoer beslist geen personen op de vorken of in een bijvoorbeeld een kist. Maak minimaal gebruik van een werkbak voorzien van een hekwerk van minimaal 1,10 meter hoog dat over de vorken wordt geschoven en aan het vorkenbord wordt bevestigd, zodat deze er niet af kan schuiven.
Werk altijd op een verharde ondergrond..
Lees voor het gebruik altijd het lastdiagram van de heftruck.
• Laat niemand meerijden op de heftruck zonder dat deze daarvoor specifiek is ingericht. • Hef geen last die zwaarder is dan de aangegeven draaglast. Wat de maximale draaglast is, staat vermeld op de capaciteitsplaat (lastdiagram) die op de heftruck aanwezig moet zijn. Zorg er dan ook voor dat je deze kunt lezen en begrijpen. Begrijp je het niet? Vraag dan aan je leidinggevende wat er staat! • Een big bag of andere last die aan de vork hangt, beïnvloedt de stabiliteit van de heftruck zeer negatief. Werk hier alleen mee op een vlakke, harde ondergrond. • Houd te allen tijde de last zo laag mogelijk en hef, zak of neig de last niet tijdens het rijden. • Beperkt een last het zicht bij het vooruitrijden? Rijd dan altijd achteruit. Pas in elk geval altijd je snelheid aan in ruimten waar anderen lopen of in overzichtelijke bochten. Geef geluidssignalen bij het naderen van onoverzichtelijke situaties. • Gebruik de veiligheidsgordel om beknelling te voorkomen bij kantelen. Probeer in elk geval nooit van de heftruck te springen als deze dreigt te kantelen. Blijf zitten op je stoel, houd je benen binnenboord en houd het stuur stevig vast. Kom je onder de heftruck wanneer hij kantelt, dan zal dit veelal leiden tot de dood! • Spring nooit van een rijdende heftruck. Wacht tot de heftruck stil staat, zet de heftruck op de handrem, parkeer de heftruck met de vorken in de laagste stand en iets voorover (zodat anderen er niet over struikelen) en verwijder de contactsleutel als je geen toezicht op de heftruck kunt houden.
TEKST: Richard Wolting, Adviseur managementsystemen
GRONDIG 6 2015
61
RESULTATEN ARBEIDSMARKTONDERZOEK
ondernemen met
cumela
Veel vast werk Ruim vier van de vijf werknemers in de cumelasector zijn in vaste dienst. Dit blijkt uit het arbeidsmarktonderzoek dat vorig jaar is verricht door Colland. Opvallend is ook dat het aantal werknemers nog iets stijgt, terwijl dit in andere groene sectoren daalt. Binnen Colland maakt de cumelasector met 2208 aangesloten bedrijven inmiddels veertien procent van het totaal uit. Dit maakt de cumelasector één van de grootste werkgevers binnen de groene en agrarische sectoren. In de tabel is te zien dat de economische crisis de sector maar beperkt heeft geraakt. De afgelopen acht jaar is het aantal bedrijven nauwelijks gedaald en datzelfde geldt voor het aantal werknemers. Wel is sinds 2008 sprake van een licht dalende trend. Dit is vooral een gevolg van een lichte krimp bij de gemengde en grondverzetbedrijven. Uit verschillende onderzoeken van de laatste jaren is al gebleken dat agrarische loonbedrijven minder gevoelig zijn voor de effecten van de crisis. Opvallend is dat in 2013 alweer een kentering optrad en dat de instroom van nieuw personeel iets groter was dan de uitstroom. Het aantal werknemers nam weer met 0,1 procent toe. Een heel verschil met de andere sectoren binnen Colland, waar de uitstroom gemiddeld 1,8 procent bedroeg. Het laat zien dat er daadwerkelijk een verschil is tussen de cumelasector en de andere aangesloten sectoren. Dit blijkt ook als de totale uitstroom vanuit Colland wordt bekeken. Afgelopen jaar was de totale uitstroom 21.500 werknemers. Daar stonden 18.000 mensen tegenover die afgelopen jaar in één van de Colland-sectoren aan de slag gingen. Die uitstroom lijkt zeker in de cumelasector een probleem, want elf procent van de werkgevers gaf aan te maken te hebben met moeilijk vervulbare vacatures. Ook daarin onderscheidt de sector zich, want daar-
mee is het aantal bedrijven dat hiermee te maken heeft maar liefst negentien procent groter dan in andere sectoren.
Vaste contracten Uit het arbeidsmarktonderzoek blijkt dat binnen de cumelasector een opvallend hoog aandeel medewerkers in vaste dienst is. Bij maar liefst 84 procent van alle contracten is sprake van een vast dienstverband, zoals uit de grafiek blijkt. Dat is veel meer dan in andere sectoren. Onder extern personeel vallen in dit onderzoek uitzendkrachten, freelancers, collegiale inleen, payrollmedewerkers en andere inleenkrachten. Stagiairs en meewerkende familieleden tellen niet mee. De cijfers geven aan dat in de cumelasector minder dan in ander sectoren gebruik wordt gemaakt van uitzendkrachten en extern personeel. De nieuwe Wet werk en zekerheid, die gericht is op het bieden van zo veel mogelijk zekerheid op het gebied van arbeid, lijkt dus niet nodig voor de cumelasector. De meeste werknemers zijn in dienst bij bedrijven in Zuid-Holland en Noord-Brabant. Het kleinste aantal werknemers dat in de cumelasector werkzaam is, is te vinden in Flevoland en Groningen. TEKST: Kim Gerritsen, stagiaire afdeling communicatie Actor
Jaap Bosma (CNV Vakmensen): “Mensen zijn gewend flexibel te werken” Als afdelingsbestuurder is Jaap Bosma binnen CNV vakmensen al bijna 25 jaar de vertegenwoordiger van werkenden in de cumelasector. Hij zit niet alleen aan tafel bij de cao-onderhandelingen, maar is bijvoorbeeld ook betrokken bij het overleg met scholen en AOC’s (waarop je specifieke opleidingen kunt volgen in de groene sector). Belangrijk vindt hij het om goed te kijken hoe de behoeften onder de werkgevers te koppelen zijn aan de mogelijkheden van scholen. “Ons gezamenlijke doel is de cumelaAcademie toekomstige werknemers af te laten leveren die de vraag vanuit de werkgeversmarkt zo goed mogelijk bedienen.”
Wat is de connectie tussen het CNV en CUMELA Nederland? “Wij zijn beide belangenbehartiger; we spreken ar-
62
GRONDIG 6 2015
beidsvoorwaarden voor werknemers af met CUMELA Nederland. Daarbinnen heeft zowel CNV als CUMELA Nederland een eigen visie op de arbeidsmarkt. Het gaat hier om vraagstukken rond scholing en arbeidsomstandigheden, maar ook om het behoud en ontwikkelen van kennis en kunde.”
Wat valt u op in het arbeidsmarktonderzoek 2014? “Dat het aantal uitzendkrachten en extern personeel in de cumelasector lager is dan in andere groene en agrarische sectoren. Het is ook te verklaren doordat in deze sector de combinatie mens en machine een grotere rol vervult dan in de andere sectoren. Hierdoor is er minder ruimte voor uitzendwerk, want je wilt wel personeel op je machine dat het klappen van de zweep kent, de machine onder controle heeft en de verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaat kent. Maar ook de cultuur speelt een rol in het grote aantal vaste krachten.”
COLLAND 2014 Het onderzoek
Aantal bedrijven en werknemers in de sector
In 2014 heeft Colland Arbeidsmarkt in samenwerking met Aequor een onderzoek uitgevoerd binnen de agrarische en groene sector. Met het onderzoek onder ruim 3000 bedrijven is inzicht verkregen in het ondernemingsklimaat en de arbeidsmarkt. In dit artikel zijn de resultaten van de cumelasector er uitgelicht. De cijfers laten zien wat het huidige ondernemingsklimaat is en wat ondernemers verwachten voor de toekomst. De resultaten zijn voor zowel overheden en beroepsonderwijs als bedrijven en werknemers interessant. Meer resultaten zijn terug te vinden op de website van Colland Arbeidsmarkt, www.collandarbeidsmarkt.nl. Hier vindt u naast het rapport een dashboard met een grafische weergave van de resultaten en overzichten per subsector. Wanneer u vragen heeft over het onderzoek kunt u contact opnemen met Christ Essens van het Colland-bestuursbureau op telefoonnummer 06-22562996.
Het aandeel werknemers naar dienstverband binnen de cumelasector 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Aandeel extern personeel ten opzichte van intern personeel
Aandeel bedrijven met uitzendkrachten Loonwerk
Aandeel kosten uitzendwerk t.o.v. de totale loonsom
Aandeel werknemers met vast dienstverband
Colland
Aantal bedrijven en werknemers in de sector Loonwerk ultimo jaar Aantal bedrijven
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2256
2275
2345
2353
2295
2251
2213
2208
0,8%
3,1%
0,3%
-2,5%
-1,9%
-1,7%
-0,2%
21.082
22.430
22.298
22.222
21.979
21.626
21.572
3,7%
6,4%
-0,6%
-0,3%
-1,1%
-1,6%
-0,2%
Ontwikkeling in procenten Aantal dienstverbanden
20.326
Ontwikkeling in procenten
Wat bedoelt u precies met cultuur? “De cultuur binnen de cumelasector is doorgaans no-nonsense. Het is naast denken vooral een kwestie van doen. Mensen hebben een verbondenheid met de agrarische sector, waardoor er geen sprake is van een zogenaamde negen-tot-vijfmentaliteit. Werknemers zijn bereid langer te werken wanneer dat nodig is. Ze zijn ook gewend aan flexibel werken, omdat je afhankelijk bent van weersomstandigheden. Hier moet je je op kunnen aanpassen.”
Ziet u de groei van de sector bij voorbaat als iets positiefs? “Natuurlijk is het een goed teken dat de cumelasector iets groeit, maar daar spelen verschillende factoren in mee. Andere sectoren zijn zoals gezegd afhankelijker van uitzendkrachten. Die uitzendkrachten staan niet geregistreerd, wat vertekenend kan zijn voor het onderzoeksresultaat.”
Wat betekenen de resultaten voor de cumelasector? “Er zijn enorme veranderingen op het gebied van technologie, wat in de cumelasector van belang is door het machinegebonden werk. Machines
worden bovendien steeds groter, slimmer en complexer. Nu al zie je trekkers rond rijden zonder een bestuurder erin. Je ziet een verschuiving van handwerk naar machinewerk.”
Wat kan de werkgever precies met de onderzoeksresultaten? “Werknemers zouden zich bewuster moeten zijn van de gevolgen die de ontwikkelingen hebben op hun baan. Daar kan de werkgever een rol in vervullen. Zowel werkgever als werknemer zou zich voortdurend moeten afvragen: waar staan we over vijf jaar? Is mijn baan dan verdwenen of ben ik zodanig meegegroeid in de ontwikkelingen dat ik nog steeds werkzaamheden kan uitvoeren? Werkgevers dienen hun koers uit te stippelen met de ontwikkelingen in het achterhoofd. Duidelijk moet zijn wat het doel is, hoeveel werknemers hij over een tijd nog nodig zal hebben en wat de ontwikkeling van deze werknemers is op het gebied van werkdruk, machines en kennis. Werkgevers doen er goed aan om hun werknemers mee te nemen in de ontwikkelingen die zij als ondernemer en onderneming meemaken.”
GRONDIG 6 2015
63
11 X VRAAG EN ANTWOORD Payrolling
ondernemen met
cumela
Vanaf 30 maart 2015 is een payrollbedrijf verplicht om vanaf de eerste dag de inlenersbeloning toe te passen. Dit betekent onder meer dat het cao-loon dat van toepassing is bij het inleenbedrijf moet worden gevolgd. Maar wat is payrolling eigenlijk en welke voor- en nadelen heeft dit voor een werkgever en werknemer? Wij hebben voor u de belangrijkste vragen en antwoorden op het gebied van payrolling op een rijtje gezet.
1. Wat is payrolling? Het woord ‘payroll’ wordt vaak verschillend geïnterpreteerd. Met payroll wordt bedoeld dat een payrollbedrijf het werkgeverschap overneemt van zijn klanten. Het gaat dus om het totale werkgeverschap en niet alleen om de loonadministratie. De werknemers komen in dienst van het payrollbedrijf en het inleenbedrijf leent vervolgens het personeel in. Het payrollbedrijf betaalt de salarissen, de loonheffingen, stuurt de loonstroken en jaaropgaven en draagt meestal het ziekterisico.
Let op: pensioenopbouw valt niet onder loon en overige vergoedingen. Het is daarmee niet verplicht om de opbouw van het inleenbedrijf te volgen. Werkgevers in de uitzend-, payroll- en/ of detacheringsbranche zijn in de meeste gevallen verplicht aangesloten bij de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). Het kan echter wel zijn dat payrollkrachten onder de pensioenregeling van het inleenbedrijf vallen - en dus niet onder de StiPP - wanneer de inleners-cao dit bepaalt.
2. Wat is het verschil tussen payrolling en uitzenden?
5. Bouwen payrollkrachten altijd pensioen op?
Wettelijk gezien bestaat er geen verschil tussen payrolling en uitzenden. In de praktijk wordt er echter wel onderscheid gemaakt. Het belangrijkste verschil met uitzenden is dat de werving en selectie van de werknemer bij payrolling plaatsvindt door het inleenbedrijf. Het inleenbedrijf selecteert dus de werknemer waarmee het wil werken en verzoekt het payrollbedrijf vervolgens om deze werknemer in dienst te nemen.
3. Vallen de payrollkrachten ook onder een cao? De meeste payrollbedrijven zijn aangesloten bij de NBBU-cao of de ABU-cao of hebben een eigen (payroll-)cao. De lonen en eventuele toeslagen zijn conform de cao van het inleenbedrijf (zie vraag 4).
4. Wat is een inlenersbeloning? Vanaf 30 maart 2015 is een payrollbedrijf - net als uitzend- en detacheringsbureaus - verplicht om vanaf de eerste dag de inlenersbeloning toe te passen. Daaronder wordt verstaan de bij het inleenbedrijf geldende of wettelijk verplichte beloningsregeling of cao. Payrollkrachten die onder de inlenersbeloning vallen, hebben dus dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij het inleenbedrijf. De volgende aspecten vallen onder de inlenersbeloning: • Het bruto loon conform de schaal waarin de werknemer is ingedeeld. • Atv-dagen. • Pauzetijden. • Toeslagen voor overwerk en onregelmatige uren. • Initiële loonsverhogingen. • Onkostenvergoedingen. • Periodieken.
64
GRONDIG 6 2015
Nee, in de eerste 26 weken bouwt een payrollkracht géén pensioen op. Werknemers (minimaal 21 jaar oud) vallen na 26 weken onder de basisregeling van de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). Na 78 werkweken komt een deelnemer in aanmerking voor de plusregeling. In sommige gevallen neemt een werknemer direct deel aan de plusregeling. Door de lage premies (2015: basisregeling premie 2,6 procent, plusregeling premie 12,0 procent) is de opbouw van het pensioen mager te noemen in vergelijking met de pensioenopbouw binnen bedrijfstakpensioenfondsen zoals BPL.
6. Wie houdt functionerings- en beoordelingsgesprekken met de payrollkrachten? Formeel gezien is het payrollbedrijf de werkgever, maar het inleenbedrijf is en blijft verantwoordelijk voor wat er op de werkvloer gebeurt. Het advies is dan ook dat het inleenbedrijf de functionerings- en beoordelingsgesprekken met de payrollkrachten blijft voeren en de gesprekken inhoudelijk vastlegt. Het inleenbedrijf is namelijk ook de enige die kan bepalen hoe iemand functioneert binnen het bedrijf.
7. Kan ik voorkomen dat een werknemer voor onbepaalde tijd in dienst komt door hem zes maanden onder te brengen bij een payrollbedrijf en daarna weer in dienst te nemen? Nee, hiermee kunt u niet voorkomen dat de werknemer bij u in vaste dienst komt. Er is immers sprake van opvolgend werkgeverschap (zie vraag 8). Zo is het mogelijk dat door opvolgend werkgeverschap de werknemer bij het payrollbedrijf voor onbepaalde tijd in dienst komt. Deze werkgeversrisico’s zullen door het payrollbedrijf worden afgedekt door middel van een hoger inleentarief.
8. Wat is opvolgend werkgeverschap? Opvolgend werkgeverschap is een wettelijke term die van toepassing is als een werknemer die al langer bij een bepaald bedrijf werkt vervolgens via een andere werkgever in dezelfde functie bij hetzelfde bedrijf doorwerkt. De nieuwe ‘opvolgend’ werkgever is verplicht om rekening te houden met de eerder gewerkte periodes en contracten van de werknemer bij de keuze van het contract dat hij de werknemer aanbiedt. Voorbeeld: het kan voorkomen dat een werknemer eerst enige tijd via een payrollbedrijf ergens werkt en vervolgens in directe dienst komt van het inleenbedrijf. Er dient hierbij rekening te worden gehouden met de duur en het aantal contracten van de inleenperiode. Dat betekent dat het inleenbedrijf zich goed moet laten informeren door het payrollbedrijf.
9. Wat zijn de belangrijkste voordelen van payrolling? • Wegnemen administratieve lasten en kosten (salarisstroken en jaaropgave). • Verzorging van aangiftes aan UWV en Belastingdienst, pensioen- en aanverwante verzekeringen is uitbesteed aan het payrollbedrijf. • Géén verzuimverzekering en arbodienst nodig (beoordeel de onderliggende voorwaarden bij het payrollbedrijf aandachtig). • Personeelskosten per uur transparant en inzichtelijk. • Arbeidsvoorwaarden en betaalfrequentie in overleg met payrollbedrijf. • Minimale leegloopuren. • Géén opzegtermijn, tenzij schriftelijk anders overeengekomen.
10. Wat zijn de belangrijkste nadelen van payrolling?
• U betaalt voor de diensten van het payrollbedrijf. De kosten worden dus hoger. • De band met uw personeel kan veranderen door de overstap naar payrolling. U loopt het risico dat werknemers door deze manier van betalen meer afstand tot uw bedrijf voelen en minder waardering ervaren. • De secundaire arbeidsvoorwaarden voor werknemers zijn minder goed. Aandachtspunt is met name de lagere pensioenopbouw bij StiPP.
• De aansprakelijkheid voor de afdracht van loonbelasting en premies sociale verzekeringen blijft aanwezig in het kader van de Wet ketenaansprakelijkheid.
11. Past payrolling binnen de cumelasector? De cumelasector wordt gekenmerkt door pieken en dalen in het werk. Het behouden van flexibiliteit is van wezenlijk belang om te kunnen inspelen op met name de seizoensinvloeden. Door de Wet werk en zekerheid wordt het voor ondernemers in de cumelasector lastiger om deze ‘flexibele schil’ aan werknemers te behouden zonder dat deze op termijn overgaan in dienstverbanden voor onbepaalde tijd. Mogelijkheden uit de cao, zoals arbeidstijdverschuiving en tijd voor tijd, kunnen een oplossing zijn om deze flexibiliteit te behouden. Tevens onderzoekt CUMELA gezamenlijk met de werknemersbonden of een flexibeler inzet van medewerkers via een jaarurenmodel tot de mogelijkheden behoort. In bepaalde situaties kan payrolling voor u als ondernemer uitkomst bieden. U dient er echter rekening mee te houden dat payrollbedrijven ook gehouden zijn aan de nieuwe wetgeving, zoals het betalen van een transitievergoeding. Dit zal worden doorberekend door middel van een hoger inleentarief. Kijk in de digitale nieuwsbrief van Grondig.com voor meer vragen en antwoorden over de transitievergoeding. Heeft u vragen of wilt u advies over dit onderwerp, dan kunt u altijd contact opnemen met de adviseurs van Arbeidsmarkt.
TEKST: Marie-José Lamers, adviseur personeelsmanagement FOTO: CUMELA Communicatie
GRONDIG 6 2015
65
ondernemen met
cumela
BEDRIJVIG
Contactdag Utrecht
NIEUWE LEDEN De afgelopen periode hebben zich acht nieuwe
Op donderdag 25 juni vond de Contactdag Utrecht plaats bij het grondverzetbedrijf van de familie Van Schaik in Harmelen. De dag vormde een mooie mix van passie voor het vak, een inhoudelijk verhaal over bedrijfsovername en een goed ingevulde ledenvergadering. Peter van Schaik vertelde over hoe de bedrijfsovername voor hem, zijn vrouw en zijn ouders is verlopen, maar ook over zijn liefde voor het merk Caterpillar en de drie Europese titels die hij tijdens de machinistenwedstrijden op het Caterpillardemonstratie centrum in Malaga behaalde. De heer Robert Gall, fiscalist, vertelde over zijn kijk op het begeleidingstraject tijdens een bedrijfsovername. En natuurlijk vond de ledenvergadering plaats. De geslaagde dag, met dank aan familie Van Schaik, werd afgesloten met een goed verzorgde barbecue.
leden ingeschreven bij CUMELA Nederland. • Zuidema Groenvoorzieningen BV Slootdorp • Sanders Meststoffen BV Hulsel • Guus Smit Grondwerken en Groenservice Vollenhove • Loon- en grondwerkbedrijf J. Elenbaas BV Poortvliet • Dunnink Grondverzet Staphorst • T.J. Vossebeld Elst • Prima Equipment BV Hardenberg • DaVi BV Midwoud
Geen ja en geen nee Eén van de taken van de bedrijvenadviseurs is het bemensen van de CUMELA-infolijn. Daar blijkt nog wel eens dat niet alle vragen eenduidig te beantwoorden zijn. Ik zal u twee voorbeelden geven. Een vrouwelijke ondernemer belt. Een medewerker vraagt of hij gebruik kan maken van zorgverlof. Zijn kind is behoorlijk ziek en dat vergt thuis de nodige verzorging én spanning. We spreken de situatie goed door. In hoeverre is de medewerker degene die de zorg moet verlenen? Ik geef aan dat de medewerker er niet zonder meer van uit kan gaan dat u dit als werkgever ‘wel even regelt’. Het is uw verantwoordelijkheid om de verlofregeling te gebruiken waarvoor deze is bedoeld. De medewerker heeft zelf ook een verantwoordelijkheid. Wat hebben hij en zijn vrouw zelf al gedaan om zorg te regelen? We bespreken het dilemma dat kan ontstaan en hoe je als werkgever op zo’n moment onder het vergrootglas ligt. Enerzijds wilt u de medewerker natuurlijk helpen. Anderzijds moet u het verlof volgens de regels toepassen. Dat kan betekenen dat u hem moet meedelen dat hij geen recht op zorgverlof heeft. En dat is best een lastige taak.
66
GRONDIG 6 2015
Een andere kwestie: een ondernemer heeft het verzoek gekregen om op verschillende plaatsen in de stad kleine partijen zand op te ruimen. De opdracht spreekt hem om meerdere redenen wel aan, maar hij vindt de regels rond het transport en toepassen van grond nogal lastig. Hij belt daarom met de vraag onder welke voorwaarden hij dit werk kan doen. Na wat zoekwerk bel ik hem er later op de dag over terug. En eigenlijk blijkt dat de regels maken dat deze klus niet zo interessant meer is dan die eerst leek. Zo zeer zelfs dat ons lid gaat twijfelen of hij de klus nog wel moet aannemen. Zo maar twee voorbeelden van vragen die niet simpel met ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden zijn. Maar dat is wel onze rol: u van een antwoord voorzien, waardoor u weet waar u staat. Twijfelt u over een kwestie? Loopt u ergens tegen aan waarvan u denkt: wat moet ik hiermee? Bel met de CUMELA-infolijn. We hebben de wijsheid niet in pacht, maar we denken graag met u mee en helpen u graag verder. Theo Felten bedrijvenadviseur binnendienst
Kraanverhuur, Grondverzet en Recycling
G.M. Damsteegt B.V. Westeinde 46 2969 BM Oud-Alblas Tel. 0184 69 27 67 info@gmdamsteegt.nl
t s i l a i c e p s r u u h r e v De Voor de recycling van al uw materialen neemt u contact op met G.M. Damsteegt B.V. Wij hebben de complete lijn om uw afvalmateriaal om te zetten in duurzame reststoffen.
www.gmdamsteegt.nl
‘Verzekerd van een goede boterham’
k, akke Han Veenin
rb ou wer te De vente r
, ak kerb Han Veenink
ou wer te D eve nter
‘Vooral bij tarwe-op-tarwe teelt op lichte gronden vormt de gevreesde bodemschimmelziekte Tarwehalmdoder een reëel risico. Hierbij kan de opbrengst tot tientallen procenten teruglopen. Dankzij een zaadbehandeling met Latitude ben ik verzekerd van een gezonde teelt. Op mijn perceel oogt de met Latitude behandelde tarwe vitaler: ik tel meer aren ten opzichte van niet behandeld zaaizaad. Het gewas staat er goed, als één homogeen blok, bij. Ook de beworteling is beter. De basis voor een goede opbrengst én boterham voor ons bedrijf.’
Latitude : opbrengstverzekering tegen Tarwehalmdoder ®
Tel. 0800 023 41 65 • klantenservice@monsanto.com Latitude® is een gedeponeerd handelsmerk van Monsanto. Toelatingsnummer 13379N, 125 g/l silthiofam. Volg bij toepassing de gebruiksaanwijzing op het etiket.