Grondig 6 - 2016

Page 1

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

23 - WIELLADERS OP DE KUIL 10 - PRATEN OVER BODEMKWALITEIT 14 - OPINIE KENTEKENING 60 - AANSPRAKELIJKHEID BIJ GRAAFSCHADE 36 - KRONE PREMOS PERST 54 - TOEPASSELIJKHEID ALGEMENE VOORWAARDEN

6 2016


GRATIS ZAAIMACHINE* BIJ JE HAVERA-GRASZAADAANKOOP Ga je binnenkort grasland inzaaien of doorzaaien? Dan ontvang je tot 1 oktober a.s. bij elke volle pallet Havera-graszaad gratis de nieuwste Vredo in miniatuur. Ga naar www.grasactie.nl en doe mee! LG Havera is gras mét inhoud waarmee je melkveehouders direct plussen in kVEM en kDVE. Daardoor kunnen ze tot wel 1,4 liter méér melken per koe per dag, dat hebben voerspecialisten van Schothorst Feed Research aangetoond. * Siku-schaalmodel 1:32

www.grasactie.nl

verkrijgbaar in 7 samenstellingen


Uitstekende

productiviteit

Zaxis-6. Geen compromis Uitstekende productiviteit zonder in te leveren op efficiĂŤntie. Met 25% meer tractie levert de ZW310-6 snellere laadcycli in standaard werkmodus. Daarnaast biedt Hitachi diverse oplossingen voor o.a. financiering, verlengde garantie, service- en onderhoudscontracten. Vraag uw lokale vertegenwoordiger naar de mogelijkheden. ZW-6: ontworpen en ontwikkeld voor uw behoeften. Hitachi Construction Machinery (Europe) NV www.hitachicm.nl domestic@hcme.com Souvereinstraat 20 4903 RH Oosterhout T: +31 (0)162 484 310


Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Grafimedia Groep BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.

REDACTIONEEL Waardevast talent Het is fenomenaal wat Max Verstappen op dit moment doet in de Formule 1. Natuurlijk heeft hij nu goed materiaal, dat helpt behoorlijk, maar toch. Als je hoort hoe hij het doet, weet je dat hij dat extra gevoel - of zoals u wilt talent - heeft om het verschil te maken. Talent waarop u ook let als u stagiairs op uw bedrijf heeft. Vaak zie je al heel snel of ‘het erin zit’. Voor dit nummer stuurden we een oproep rond over de beste combinatie op de kuil. De rode lijn in de reacties was helder. De factor machinist is verreweg nummer één. Als die goed is, kun je met vrijwel elke combinatie een goede kuil aanleggen. Dat geldt voor veel werkzaamheden. Het echte verschil wordt gemaakt door uw personeel. Tegelijk hoor je dat er steeds minder van dat soort jongens bereid zijn elke keer bij nacht en ontij en in de weekeinden uit te rukken om de klus te klaren. Ze willen ook wel eens een keer thuis zijn of naar een zomerfeest, barbecue of concert. Over het algemeen loopt het nog wel los. De jongens in onze sector hebben iets met het werk, hebben verantwoordelijkheidsgevoel en hebben er wat voor over. De boerenstand, van oudsher de kweekvijver van jongens met talent en het bijbehorende verantwoordelijkheidsgevoel, wordt echter dunner. Bovendien neemt het aandeel ‘alleen verstand van mobieltjes en computers’ ook hier toe. Dat soort kan hooguit een fictieve kuil op de computer aanleggen. Dan is het mooi om te zien dat er in onze sector tegelijk heel wat mensen hun ‘hele leven lang’ het cumelabedrijf trouw blijven. In de rubriek Cumelaria staan ook dit keer weer een paar jubilarissen. Dat zijn gouden mensen, waar we trots op kunnen zijn. Daarvan zijn er gelukkig nog heel wat en het geeft aan dat de meeste bedrijven goed met hun personeel omgaan. Het is echter zaak om te blijven investeren in die goede mensen. Niet alleen in werving, maar vooral om daarna in veranderende tijden een dusdanige balans te houden dat de mensen het werk graag blijven doen. Het kan zijn dat u dan toch oplossingen moet gaan creëren om de mensen niet ‘elk weekeinde’ lastig te vallen met het grassen. Dan is het goed eens openlijk met de jongen te praten over de overuren, om samen een bevredigende oplossing te zoeken voor alle partijen. En boeren uitleggen dat ze niet altijd voor een dubbeltje op de eerste zaterdagavondrang kunnen zitten. Wie investeert in het vasthouden van jong talent zal de Verstappens op de kuil behouden. Mensen met wie u het verschil maakt. Daar hoort dan net als bij Max uiteraard ook goed en passend materieel bij, maar dat kunt u gewoon kopen.

Kosten abonnement Nederland € 88,- per jaar / Buitenland € 121,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

4

GRONDIG 6 2016

Maand 2014 Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke


INHOUD 6 In Actie: Loonbedrijf Sonnemans 9 Commentaar 10 Bodem: laveren tussen tegenstrijdige belangen 14 Sleutel kenteken ligt bij LTO 16 Sterk Werk: Weco De Hondsrug, Borger

Ondernemen met

mensen 20 Grondig.com 23 Wielladers: overzicht dertien- tot veertientons machines 28 Wielladers: machinist maakt de kuil 32 Weycor AR 250e 34 Twee nieuwe series Deutz-Fahr 36 Krone Premos perst stro tot pallets 38 Noviteiten Lemken in de praktijk 40 Economie 41 In kort bestek

Ondernemen met

vaktechniek 44 Cumelaria 45 Gekruid 46 Provinciaal bestuur: slot 48 Cumela.nl 49 Voorzitter 50 Toolbox: Blijf zitten! 52 Sleepslangbemesten 54 Toepasselijkheid van algemene voorwaarden 56 Hoe selecteer je een nieuwe werknemer? 60 Afwijkende ligging en graafschade toch betalen 64 Wet op privacy wint 66 Bedrijvig

Ondernemen met

cumela

Grondig 7 ontvangt u vrijdag 2 september!

GRONDIG 6 2016

5


ondernemen met

mensen

6

GRONDIG 6 2016

BEDRIJF IN ACTIE


Werken aan herstel Op 11 juli is een kwart van het maïsareaal nog niet gespoten. Ook deze middag niet, want Pieter Sonnemans uit SomerenHeide spuit met zijn nieuwe Agrifac Condor vloeibare mest om de mais ‘een aspirientje’ te geven als onderdeel van het reddingsplan. Alle aandacht is bij de treurig staande maïs. “De slechte stukken schoffelen we om de grond te beluchten en de stukken met heftige onkruidbezetting om het onkruid de eerste tik te geven. Op sommige stukken stonk de grond gewoon, zo dichtgeslagen was die”, aldus Sonnemans. Daarna wil hij bij het resterende areaal de gebruikelijke onkruidbestrijding uitvoeren. “Voor de plekken waar de maïs redelijk staat, zal dat een onderbladbespuiting worden, anders krijg de maïs weer een klap.” Het schoffelen en spuiten heeft door hevig regenval een maand stilgelegen. Op plekken waar het water niet weg kon, omdat het waterbeheer op diverse punten tekortschoot, heeft het water wel een week tussen de rijen gestaan. Sommige lage plekken hebben zelfs een paar dagen onder water gestaan. “Toen we dachten het ergste gehad te hebben, kwam die zware hagelbui met hagelstenen als tennisballen”, vertelt Sonnemans. Hij schat dat in zijn regio 75 procent van de maïs dermate is getroffen dat het niet meer goed kan komen. Hij geeft aan dat dit eveneens voor andere gewassen geldt. “De klap voor de boeren is enorm. De schade aan daken van stallen wordt niet gedekt door de verzekeraars. Daar komt dan nog een flinke staart van veel minder ruwvoer achteraan.” Het eigen loonbedrijf lag ook midden in de hagelbui. “Wij zijn goed verzekerd, maar toch, 52 uur was er al nodig om alles te cleanen. Het is nog niet duidelijk of het gedeukte golfwanddak van de nieuwe loods door de verzekering wordt gedekt. De daken van de oude schuren moeten nog worden vernieuwd, maar het werk gaat nu voor. Sonnemans is nu vooral bezig met de toekomst. “We vrezen het ergste voor het oogstseizoen. De boeren hebben al zeker een snede voorjaarsgras gemist. Als het zo doorgaat, is rond de 75 procent van het maïsareaal straks zogenaamde ‘racemaïs’. Dat zal een flinke omzetdaling geven. En dan moet je hopen dat de boeren niet in liquiditeitsproblemen komen door de extra kosten die er moeten worden gemaakt”, aldus Sonnemans. ‘Nee’ verkopen wil Sonnemans niet . “Je kunt de klanten er niet mee laten zitten. Daarom doen we nu samen met de boeren onze uiterste best deze maïs zo goed mogelijk te laten herstellen. Hopelijk zien de beleidsmakers ook in dat hier de afgelopen maand een ramp heeft plaatsgevonden. We hopen dit nooit meer mee te maken.” TEKST & FOTO’S: GERT VREEMANN

GRONDIG 6 2016

7


Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als onderdeel van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel uw werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Onze polisvoorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.

“Op elke vraag hebben wij een passend antwoord!” Raymond Puntman, relatiebeheerder Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade

website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60


ondernemen met

mensen

COMMENTAAR Waterhuishouding Nog niet vaak heeft het weer zoveel emoties op gang gebracht als in de afgelopen maanden. De extreme regenval, gevolgd door centimeters grote hagelstenen, heeft een enorme schade veroorzaakt. Schade aan gewassen, gebouwen en materieel die voor rekening komt van de ondernemer of zijn verzekeraar. De overheid geeft niet thuis, omdat deze risico’s verzekerbaar zijn, zegt de staatssecretaris. Er is geen sprake van een nationale ramp. De impact voor bedrijven is enorm. Deze extreme situatie roept de vraag op of we hiermee vaker zullen worden geconfronteerd en of we preventieve maatregelen kunnen nemen. De opwarming van de aarde lijkt een gegeven, met als gevolg een toenemend aantal extreem droge en natte perioden. Als dat is wat ons te wachten staat, zullen we daarop moeten anticiperen. We zien ook dat het stedelijk gebied ‘vertegelt’, of met andere woorden: er wordt steeds meer bestrating aangelegd. Maar hoeveel aandacht is er in het landelijk gebied voor een goede waterhuishouding? Bezuinigingen bij de waterschappen hebben geleid tot minder frequent maaien van sloten en uit onderzoek blijkt dat veel sloten nu een feitelijk profiel hebben dat kleiner is dan oorspronkelijk bij de aanleg. De staatssecretaris heeft aangegeven dat een werkgroep een brede discussie gaat starten over hoe we een uitgekiend regionaal waterbeheer kunnen implementeren. Hierbij zullen overheid, waterschappen en bedrijfsleven samen optrekken.

Hannie Zweverink, algemeen directeur CUMELA Nederland

Een geïntegreerde aanpak, waarin zowel het stedelijk, landelijk als regionaal gebied worden betrokken, is een must. Naast deze aanpak kunnen ook individuele ondernemers zelf maatregelen nemen. In mijn omgeving, waar ook veel water is gevallen, zie ik grote verschillen in de maïsvelden en bij overige gewassen. Er zijn delen van percelen die nu nog steeds blank staan. Daartegenover zie ik op aangrenzende percelen gewassen gezond en droog in het veld staan. Kan het ontbreken van een goede bodemstructuur hiervan de oorzaak zijn? Cumelabedrijven hebben de kennis en de middelen in huis om de bodemstructuur te verbeteren. Als met behulp van nieuwe technieken zoals drones verschillen snel en duidelijk vanuit de lucht in beeld worden gebracht, heeft u concrete informatie om met uw klanten in gesprek te gaan. Hopelijk zullen de gewassen zich nog enigszins herstellen, maar daarvoor moeten we de komende maanden afwachten. Daar kan nu niet veel meer aan worden gedaan. Voor de komende jaren kan een goede bodemstructuur in combinatie met een goede waterhuishouding de schade echter flink beperken. Een gesprek hierover met uw klanten kan winst opleveren voor alle partijen.

GRONDIG 6 2016

9


HOOFDARTIKEL Bodem sluitstuk

ondernemen met

mensen

Laveren tussen tegenstrijdige belangen De aandacht voor de bodem is tegenwoordig groot. De loonwerker met zijn zware en grote machines zit dan al snel in het verdachtenbankje. Maar hoe kun je daarin als loonwerker en akkerbouwer een compromis vinden. Binnen H-WodKa proberen boeren en loonwerkers samen alternatieven te vinden. In een tweegesprek praten akkerbouwer Leon Noordam en loonwerker Huibert Breure over problemen en oplossingen om de bodem te ontzien. De rooimachine die voor de foto naar buiten wordt gereden, is onmiskenbaar de meest passende achtergrond voor dit tweegesprek over belasting van de bodem. Als er namelijk één gewas is waarvoor de loonwerker vaker en met grotere machines in het veld komt, zijn dat wel de aardappelen. Huibert Breure uit Klaaswaal ziet dat in zijn eigen bedrijfsvoering. “In 2005 rooiden we nog maar 100 hectare aardappelen. Nu zijn dat er 750 en staan er drie rooiers in de schuur.” Aanleiding voor het gesprek is de toenemende zorg om verdichting van de ondergrond als gevolg van de grotere en zwaardere machines waarmee wordt gewerkt. Een probleem dat ook de deelnemers aan H-WodKa, een groep akkerbouwers uit de Hoekse Waard, constateerden. In dit project werken akkerbouwers en loonwerkers samen om nieuwe, innovatieve technieken in te zetten voor een rendabele akkerbouw. Die zoektocht heeft afgelopen voorjaar geresulteerd in een nieuw project waarin de bodem centraal wordt gesteld. Dat gaat echter verder dan veel andere projecten, stelt akkerbouwer Leon Noordam. “Je ziet dat ze in andere projecten vooral één aspect bekijken, dus óf de organische-stofvoorziening óf de belasting door zware machines. Wij denken veel meer binnen het systeem waarbinnen we werken. Dat betekent dat we kijken naar de capaciteit, de vraag hoe we de producten van het land halen en hoe we de bodem draagkrachtiger kunnen maken.”

Waarin merken jullie dat met name zware machines een groter probleem zijn gaan vormen? Noordam: “We merken het vooral in de granen. Daar zie je het terug als je aan het rommelen bent geweest. Een voorbeeld is het verschil tussen een perceel waar we vorig jaar onder slechte omstandigheden met een overlaadwagen bieten hebben gerooid en een vergelijkbaar stuk waar we knolselderij hebben gerooid met gewone kippers. Dat zie je nu terug, terwijl we van die overlaadwagen nauwelijks ­sporen zien. Wat bij de problemen met verdichting ook een rol speelt, is dat we nu in drie van de vier jaren met grote machines het veld in gaan. Vroeger had je één keer in de vier jaar bieten. Nu heb je de aardappelen en nog de uien of in ons gebied knolselderij.”

10

GRONDIG 6 2016

Breure: “Het heeft natuurlijk ook alles te maken met de ­mogelijkheden die je nu hebt. Zelfs bij aardappelen merk je dat het ‘gaat niet, kan niet’ is verdwenen. Het gevolg is ­echter dat je nu werkt onder omstandigheden die je niet moet willen.”

Is dat niet het probleem van de akkerbouwers: dat ze steeds meer en steeds later willen om de laatste kilo te halen of om bijvoorbeeld afdekken van bieten in de winter te voorkomen? Noordam: “Dat lijkt misschien zo, maar akkerbouw is ook topsport geworden. Voor een succesvol bedrijf moet je tot het randje gaan. De opbrengsten moeten top zijn, maar ook de kwaliteit. Vooral bij de aardappelen is dat lastig, want je moet een goed onderwatergewicht hebben. Je kunt dan wel zeggen ‘ga eerder rooien’, maar we weten nu al, zeker gezien de hoeveelheid water die is gevallen, dat we het gewenste onderwatergewicht dit jaar pas na half september bereiken. Met de tien rooibare dagen die je nodig hebt, weet je dan al dat het oktober wordt voor je klaar bent. Dat is echter wel iets waarmee we rekening houden. Met de vierrijer van Breure weten we dat je negen hectare per dag kunt rooien. Wij zullen dus nooit meer dan 90 tot 100 hectare aardappelen zetten, die dan pas geschikt zijn voor bewaring. Willen we meer aardappels telen, dan zullen we bijvoorbeeld voor vroegere rassen kiezen, die we eerder kunnen rooien.” Breure: “Het is goed dat akkerbouwers dit soort dingen ­beseffen. Wat dat aangaat, is Novifarm wel een bijzonder bedrijf, omdat het zich realiseert dat het de goede momenten moeten pakken. Daar zie je de relatie ook veranderen. We zijn daar veel meer een partner die ervoor zorgt dat de oogst goed in de schuur komt.”

Verwachten jullie dat het uitbesteden van rooien door zal blijven gaan? Noordam: “We doen het zelf en om ons heen zien we die tendens ook. Het kan ook niet anders, want het is anders niet te organiseren. In de oogstperiode komen we al mensen te kort, omdat je eigenlijk al tijdens de oogst wilt ploegen en zaaien. We hebben dus niet de mensen om ook nog een oogsttrein


aan de gang te houden. Voor ons is het ook niet rendabel om erin te investeren. Willen wij een rooier rendabel maken, dan moeten we er negen of tien jaar mee doen, maar zit je na vijf jaar met een verouderde machine. De loonwerker kan dat wel en dus werk je altijd met modern materieel.” Breure: “Capaciteit is voor ons niet het probleem, het benutten veel meer. Dan is het ook mooi dat bedrijven als Novifarm met je meedenken. Dat ziet het belang van goede dagen benutten en vindt het zonde als er dan een rooier in de schuur staat. Novifarm is dus ook bereid om een tandje bij te schakelen om ook de tweede rooier in te zetten als wij geen andere klanten hebben.” Dan komt het gesprek op de consequentie die deze keuze voor de loonwerker en een hoge capaciteit heeft voor de bodem. Het dilemma waar vooral vervangen van menskracht door nog grotere trekkers en kippers leidt tot de aanslag op de bodem. Een ontwikkeling waar ook Noordam alle begrip voor heeft, maar waar hij wel wil nadenken over andere systemen om schadelijke effecten zoveel mogelijk te voorkomen. Noordam: “Daarom denken we binnen het hele systeem en kijken niet alleen naar de machines. Zo stellen we voor om veel intensiever te gaan draineren. Nu liggen de pijpen vaak op twaalf meter, dat moet misschien wel naar zes meter. Dat past weer bij onze visie op het verbeteren van de vochtvoorziening in droge tijden. Wat ons betreft ga je dan irrigeren via de drainage. Daar hebben we ook contact over met de waterschappen, maar dat verlangt ook daar nog een heel andere denkwijze. Een vergelijkbaar probleem hebben we rond de groenbemesting. We doen het graag, maar de regelgeving past niet geheel bij onze bedrijfsvoering. Op onze gronden wil je liefst in oktober het land geploegd hebben. Een groenbemester moet echter tien weken staan om voor het landbouwbeleid mee te tellen. Dan zou je die dus eind juli moeten zaaien. Die mogelijkheid is er met name op zware gronden niet.”

Het resultaat is dus dat ook jullie sterk de aandacht op banden en bandendruk leggen… Noordam: “Nee, we zijn ook met de andere zaken bezig, maar dit pak je het gemakkelijkste aan. Wij zien dat ook niet als tegenstrijdige belangen. We beseffen wel dat we misschien met de hele schaalvergroting en meer doen met minder mensen wat doorgeslagen zijn. Daarom kijken we nu wat we daar aan kunnen doen, maar dat is echt een gezamenlijke zoektocht.”

Huibert Breure: “Het ‘gaat niet, kan niet’ is verdwenen.” Breure: “Lastig is dan dat er feitelijk heel weinig kennis is. We weten allemaal dat we met een lage druk moeten werken en liefst ook lage belasting. Niemand weet echter wat dan een goede oplossing is. Is dat bijvoorbeeld een overlaadwagen op heel brede banden of kun je beter werken met de overlaadcombinatie die we afgelopen najaar hebben ingezet, een trekker met daarachter een drieassige overlaadwagen. Die staat dan wel op een lage bandenspanning, maar je rijdt wel vijf keer door hetzelfde spoor.”

Alles vierkant met Gaos Om percelen zo efficiënt mogelijk te bewerken, wordt in de Hoekse Waard ­gewerkt met het softwareprogramma Gaos. Hierbij worden percelen vooraf zo ingedeeld dat er zo min mogelijk slecht bewerkbare hoeken overblijven. Geren worden zoveel mogelijk in de akkerrand gelegd en ook op de kopeinden wordt vooraf bepaald of het economisch is om iets in te zaaien of te planten. Binnen het systeem richt Novifarm het perceel vooraf helemaal in. Dat betekent intekenen van de spuitsporen en op basis daarvan gewassen zaaien of poten. Doel is om de spuitsporen elk jaar op dezelfde plaats te houden en de strook waar bodemverdichting door spuiten kan voorkomen zo klein mogelijk. Een prachtig systeem, vindt ook Breure, want zodra hij op het perceel is, kan het werk beginnen.”

GRONDIG 6 2016

11


ondernemen met

mensen

Wie zijn Leon Noordam en Huibert Breure? Heeft de proef die jullie afgelopen najaar met een Hawe-overlaadwagen of een Gilleszelfrijder niets opgeleverd? Breure: “Zeker wel, maar precies het tegenovergestelde van wat we hadden verwacht. We dachten met de Gilles-overlaad­ wagen met een eigen gewicht van zeven ton en een relatief kleine bunker het beste resultaat te halen. Die stond echter stil, terwijl de New Holland T7 met Hawe-overlaadwagen doorreed. Dan zie je dat gewichtsverdeling dus alles bepaalt. De Gilles kreeg namelijk problemen omdat de losband achterop zit. Alle gewicht komt dus op de achteras en die zakte weg.” Noordam: “Voor ons was de overlaadwagen een uitkomst en we zagen ook direct de voordelen. Niet alleen in het veld, maar ook omdat we de scheiding tussen weg en veld konden maken. Dus geen vervuiling meer en de mogelijkheid om overal met de juiste druk te rijden. Alleen is het jammer dat je merkt dat veel akkerbouwers toch zelf willen blijven rijden. Daarmee wordt het wel moeilijk om een systeem rendabel te maken.”

Noordam: “Capaciteit blijft altijd voorop staan, want dat bepaalt ons inkomen.” Is dat een reden om definitief op een overlaadsysteem over te stappen? Noordam: “We zouden het graag willen, maar zien ook nog te veel tekortkomingen. Zo zou je bij aardappelen een aparte afvoer moeten hebben om de valhoogte te beperken. We zijn wel aan het kijken naar een soort stortbak die je op het kopeind zou kunnen plaatsen, maar daarvoor moeten we eerst een fabrikant zien te interesseren. Daar hopen we juist binnen ons project echter mogelijkheden te vinden. In de bieten hopen we in elk geval verder te gaan.” Breure: “Als onze klanten het willen, schaffen we er graag één aan, we hebben daarom de Hawe ook nog een seizoen ter beschikking. Het probleem is echter dat klanten zodra het land goed is toch weer zelf gaan rijden. Het gevolg is dan dat wij de overlaadwagen niet rendabel kunnen maken. Dat blijft de kwestie bij dit thema: wie gaat ervoor betalen?”

Bij een proef bleek de overlaad­ wagen van Hawe nauwelijks sporen te geven.

12

GRONDIG 6 2016

Leon Noordam is één van de vennoten die gezamenlijk akkerbouwbedrijf Novifarm in Numansdorp besturen. In dit bedrijf is de grond van vijf akkerbouwers samen­ gebracht. In totaal beheert het bedrijf nu 750 hectare. ­Bijzonder is dat het bedrijf als één geheel wordt gerund en de directie de beslissingen neemt. Huibert Breure runt samen met zijn twee broers Loon­ bedrijf Breure in Klaaswaal. Het bedrijf heeft acht vaste medewerkers en richt zich vooral op landbouwloonwerk. Het werkgebied ligt vooral in de Hoekse Waard.

De conclusie is dus dat we een probleem signaleren, maar niet bereid zijn om te betalen. Met een verdichte bodem als eindresultaat… Noordam: “Het blijft balanceren, maar we zijn ervan overtuigd dat we door op alle drie de genoemde gebieden maatregelen te nemen wel problemen kunnen ondervangen. Dus zorgen voor een goede ontwatering, zorgen voor meer organische stof en streven naar maximaal één bar en tien ton per as als we het veld in te gaan. Capaciteit zal echter altijd voorop blijven staan, want de gewassen bepalen onze opbrengst. Breure: “We merken dat bij de akkerbouw het besef er zeker komt dat meer factoren een rol spelen, dus meer aandacht voor ontwatering en organische stof. Uiteindelijk draait echter alles om capaciteit. Nog steeds geldt namelijk: hoe minder mensen, hoe goedkoper. Misschien dat het ooit gaat veranderen als we met zelfrijdende voertuigjes kunnen werken, maar voorlopig is er veel te winnen als we alle mooie dagen kunnen benutten. We kunnen immers de fabrikanten wel de schuld geven, maar uiteindelijk is de capaciteit steeds belangrijker. Zolang dat niet verandert, blijven we met dit dilemma zitten.”

TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Toon van der Stok, Loonbedrijf Breure


Bij Anema Arum graaft u verder! De complete nieuwe -5 serie Doosan grondverzetmachines vindt u bij Anema Arum in het assortiment. Waaronder het nieuwe model DX165W-5 compact en de DL200-5 met hydrostatische aandrijving, ideaal inzetbaar zijn voor ‘groots’ werken binnen een beperkte werkomgeving. De DX165W-5 en DL200-5 zijn onverslaanbaar in hun klasse wat betreft stabiliteit en hijscapaciteit, extreem nauwkeurig, sterk en soepel. De machines zijn ontworpen als de conventionele types in dezelfde machineklasse, met de schoonste motoren en een laag brandstofverbruik, zonder DPF.

www.anemabv.nl

De nieuwe -5 serie Doosan machines zijn het meest renderend voor uw bedrijf. ‘DOOSAN’ reeds meer dan 40 jaar fabrikant in grondverzetmachines.

of bel voor meer informatie +31 (0)517 641 329 Machinehandel Anema & Zn. B.V. Baarderbuorren 3, 8822 WR Arum

VisscherHolland

• adv Anema Arum 200x134 Grondig.indd 1

11-07-16 15:50

kleurt het landschap roze

VisscherHolland komt in actie voor Pink Ribbon. Met de verkoop van ons opvallende roze wikkelfolie dragen wij een steentje bij in het onderzoek naar borstkanker. En dat is helaas nog altijd hard nodig. Voor iedere verkochte rol roze wikkelfolie doneren wij een bedrag aan de Stichting Pink Ribbon. Kleur samen met ons het landschap roze en steun Pink Ribbon!

www.visscherholland.nl


OPINIE Sleutel kentekening ligt bij LTO

ondernemen met

mensen

Zonder kenteken geen maximumsnelheid van 40 km/u Eindelijk leek de kogel door de kerk. Het wetsvoorstel voor het invoeren van kentekens voor (land)bouwvoertuigen lag klaar. Tot tijdens het wetgevingsoverleg CDA en VVD zich opnieuw tegen het kenteken keerden. Houden zij vol, dan komt er geen kenteken, maar ook geen hogere snelheid. Het is nu aan de landbouw (LTO Nederland) om bij deze partijen het kenteken te regelen. Twee- tot driehonderd euro, dat zullen voor de meeste agrarische bedrijven de maximale kosten zijn bij de invoering van een kenteken. De kosten zijn namelijk maar € 30,- per voertuig. Toch grijpen de VVD, CDA en SGP deze reden aan om zich tegen het kentekenvoorstel van minister Schultz van Haegen te keren. Op maandag 27 juni, tijdens de behandeling van het wetsvoorstel kentekenplicht (land)bouwvoertuigen, gaven deze partijen aan alleen kentekens te willen voor landbouwtrekkers die harder kunnen rijden dan 40 km/h. Dit is een heel kleine groep van 5000 tot 7500 landbouwtrekkers. De SGP wil smalspoortrekkers die smaller zijn dan 1,30 meter uitzonderen van de kentekenplicht. Het kenteken is voor de minister echter een voorwaarde om de maximumsnelheid te verhogen van 25 naar 40 km/u. Voertuigcombinaties mogen alleen 40 km/u rijden als wordt aangetoond dat de aanhangwagen is voorzien van remmen. Zonder kenteken is de snelheidsverhoging van de baan, waardoor grote en zware (land)bouwvoertuigen in de bebouwde kom en tussen de fietsen blijven rijden. Met het dwarsbomen van het kenteken belemmeren deze partijen de mogelijkheid om het landbouwverkeer eindelijk een goede plek op de weg te geven. Het kenteken maakt de (land)bouwvoertuigen identificeerbaar en herkenbaar en geeft deze daardoor een duidelijke status. Alleen met een kenteken kan het landbouwverkeer ook in de toekomst toegang tot de doorgaande weg houden. CUMELA Nederland vindt daarom dat de voordelen van het kenteken gemakkelijk opwegen tegen de kosten van € 30,- per kenteken.

Legaal 40 km/u rijden De huidige praktijksnelheden lijken een vanzelfsprekendheid, maar zijn formeel niet toegestaan. Wanneer loonbedrijven tijdens de maïscampagne netjes 25 km/u moeten rijden omdat er wordt gehandhaafd, is er een extra silagewagen nodig om de transportcapaciteit op peil te houden. Dat kost al snel € 120,- per uur. En dan nog even rekenen: een bekeuring voor 15 km/u te hard rijden met een landbouwvoertuig kost € 125,-. Voor dat geld kun je dus vier landbouwvoertuigen van een kenteken voorzien. Jaarlijks worden ondernemers beboet voor snelheidsovertredingen. Omgerekend kun je dus voor één snelheidsboete vier (land)

14

GRONDIG 6 2016

bouwvoertuigen kentekenen. De snelheidsverhoging is dan ook van groot belang voor alle gebruikers van (land)bouwvoertuigen. Zonder kenteken blijft de maximumsnelheid 25 km/u.

Veilige routes landbouwverkeer Het klinkt paradoxaal; verhoging van de maximumsnelheid draagt bij aan de verkeersveiligheid. De snelheidsverhoging naar 40 km/u maakt het voor wegbeheerders gemakkelijker om (land)bouwvoertuigen toe te laten op wegen die daarvoor nu nog zijn gesloten. In de bebouwde kom heeft het landbouwverkeer niets te zoeken en wordt het als gevaarlijk en hinderlijk ervaren. Zonder kenteken krijgt het landbouwverkeer geen veiliger en snellere routes. Het landbouwverkeer zal dan nog steeds over de ventweg vol met fietsers moeten rijden.

Centrale ontheffingverlening Voertuigen die de wettelijke afmetingen of massa’s overschrijden, mogen alleen met een ontheffing van de wegbeheerder op de openbare weg rijden. Voor zestig procent van de gemeenten kan bij de RDW een zogenaamde landbouwontheffing voor voertuigen tot 3,50 meter worden aangevraagd. Met de kentekening komt er één centraal loket met een landelijk dekkend netwerk voor ontheffingsplichtige (land)bouwvoertuigen. De ontheffingen zijn voertuiggebonden en daarvoor is het kenteken een voorwaarde. Zonder kenteken geen centraal ontheffingensysteem voor (land)bouwvoertuigen.

Eigendom ligt vast Bij de kentekenaanvraag wordt het voertuig niet alleen geregistreerd, maar vindt er ook tenaamstelling plaats. Hiermee krijgt het landbouwvoertuig of de grondverzetmachine een formele eigenaar. Als het terugvindpercentage van gestolen werkmaterieel met kenteken gelijk is aan dat van vrachtwagens (46 procent in 2015), gaat het om 11,5 miljoen euro aan materieel dat straks aan de rechtmatige eigenaar kan worden teruggegeven. Met een kenteken is iemand aantoonbaar eigenaar van een (land)bouwvoertuig en dat maakt diefstal minder eenvoudig.


Veilige nieuwe voertuigen

Klemmend beroep

Als alle nieuw verkochte (land)bouwvoertuigen vanaf 2017 met een kenteken worden afgeleverd, krijgt de koper de zekerheid dat de voertuigveiligheid in orde is en dat het voertuig voldoet aan de eisen voor het rijden op de openbare weg. Sinds jaar en dag is er in Nederland sprake van ongecontroleerde toelating van (land)bouwvoertuigen tot de weg. Daarmee draagt het kenteken direct bij aan veiliger nieuwe (land)bouwvoertuigen.

Het is tijd dat LTO Nederland en de politiek hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en zich ook onomwonden achter het wetsvoorstel van minister Schultz van Haegen scharen. De politieke sleutel van het kentekendossier is in handen van LTO Nederland. Wij doen hierbij dan ook een klemmend beroep op het bestuur van LTO Nederland om nu, net als in de brandbrief van alle andere betrokken ondernemersorganisaties die in juni werd verstuurd, bij CDA, VVD en SGP aan te dringen op kentekenplicht voor alle (land) bouwvoertuigen op de weg. Er moet een helder signaal komen naar de politiek. In Boerderij Vandaag van 1 juli 2016 hebben CUMELA Nederland en Fedecom deze oproep aan LTO Nederland onderstreept.

Kenteken de norm Op grond van het Verdrag voor het wegverkeer van Wenen uit 1968 dienen alle motorvoertuigen te zijn ingeschreven en te zijn voorzien van een kenteken. Met de invoering van kentekenplicht van (land)bouwvoertuigen sluit Nederland aan bij de Europese standaard om alle voertuigen te registreren en te kentekenen.

Geen motorrijtuigenbelasting Een veelgehoorde opmerking is dat met het kenteken straks ook motorrijtuigenbelasting (mrb) wordt ingevoerd. Dat is niet geval; in het wetsvoorstel wordt de mrb-wetgeving zodanig aangepast dat er geen mrb voor (land)bouwvoertuigen wordt ingevoerd. Dat kan pas worden teruggedraaid als een meerderheid in de politiek daarmee instemt. CUMELA Nederland is er dan ook van overtuigd dat de kentekening bijdraagt aan een veiliger, efficiënter en beter imago van het landbouwverkeer. De terughoudendheid van CDA, VVD en SGP zien wij als een bedreiging voor goed ondernemen in de land- en tuinbouw en de grondverzetsector. Het is ons inziens de taak van de politiek om ook haar maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen wat betreft de verkeersveiligheid.

Zonder kenteken komt er geen verhoging van de maximumsnelheid naar 40 km/u

Niet invoeren van landbouwkentekens betekent kiezen voor stilstand. Wel kiezen voor kentekens is vooruitgang voor ondernemers. LTO Nederland dient ervoor te zorgen dat huidige ondernemers en hun bedrijfsopvolgers door het kenteken aantoonbaar veilige (land)bouwvoertuigen kunnen aanschaffen en goede en veilige toegang tot de openbare weg veiligstellen. Zorg ervoor dat jonge ondernemers en bedrijfsopvolgers klaar staan voor de toekomst wat betreft veilige (land)bouwvoertuigen en goede toegang tot de openbare weg. Laat deze dreigende ‘Trexit’ straks niet dezelfde kater geven die Engeland nu heeft na de ‘Brexit’.

TEKST: Hero Dijkema, beleidsadviseur (land)bouwverkeer en vervoer FOTO’S: Toon van der Stok

GRONDIG 6 2016

15


ondernemen met

mensen

STERK WERK

Eenheid in de lijn Weco De Hondsrug, Borger Twee vrijwel identieke hakselploegen met allebei een Volvo L70 met OCE-vork om bij de klanten dezelfde kwaliteit te leveren. Het is één van de uitkomsten uit de dubbele klankbordstrategie van Weco De Hondsrug. Netwerken en klankborden vormen de rode draad in de bedrijfsvoering, om zo voorop te lopen zonder voor de muziek uit te gaan.

De vaste machinist op de L70G-shovel grinnikt. “Wat krap hier, ik kan de OCE niet volop benutten, maar opgeklapt lukt het ook prima”, klinkt het. Hij toont zich zeer tevreden over de vork. ”Je kunt het gras er vlot en goed schuddend mee tegen de kuil op verdelen, ook in deze nauwe sleufsilo”, vertelt hij. Wel flink gas voor voldoende kracht aan wielen en in het laadframe. Even contact met de hakselaar om het tempo op elkaar af te stemmen. Vervolgens neemt hij de tijd om het vrij natte gras aan te rijden. De silagewagen staat dan al even te wachten. Hij wordt er niet onrustig van. “Dit moet goed, dat weet de rest van de hakselploeg ook”, zegt de machinist.

16

GRONDIG 5 2016

Gelijke behandeling Bert Roosjen, bedrijfsleider van Weco De Hondsrug, wijst naar een andere kuil even verderop. “Kijk, daar ligt een grotere hoop van de eerste snede. Daar was wel ruimte om de capaciteit van de wiellader maximaal te benutten”, vertelt hij. Hij geeft aan dat het sterk verschilt, ook al groeien de bedrijven flink. Hier liggen de percelen vlakbij de boerderij en dan blijft de Volvo het niet voor. Er zijn echter ook andere gevallen. In elk geval is een shovel voor hem een must bij de hakselaar. “Een shovel verzet meer werk dan een trekker. Daarom kiezen we voor de shovel bij de hakselaar”, vertelt de bedrijfsleider. Over een hoger brandstof-


Coöperatie Weco De Hondsrug u.a. Het bedrijf is voortgekomen uit de fusie van de coöperatieve werktuigenverenigingen Weco en De Hondsrug. In 2013 werd het honderdjarig jubileum gevierd. Bert Roosjen is de bedrijfsleider. De kern van de werkzaamheden is agrarisch (circa 85 procent), ongeveer gelijkmatig verdeeld over de akkerbouw- en de veehouderijsector. Het overige werk omvat grondverzet en wat groen- en bermbeheer, vooral onder eigen klanten. Het bedrijf heeft vijftien vaste medewerkers en huurt in pieken extra personeel in. Het bedrijf is VCA*- en VKL*-gecertificeerd. Meer informatie: www. wecodehondsrug.nl.

verbruik maakt hij zich geen zorgen. “Dat valt reuze mee. De Volvo’s verbruiken per uur ongeveer tien liter. Een trekker zal daar iets onder zitten, maar verzet in dat tijdsbestek ook minder werk”, aldus Roosjen. Hij heeft wel een trekker op de kuil bij de snijwagen. “Op wens van onze klanten hebben we ook een rotorsnijwagen. Dat gaat prima in combinatie met de trekker, dus daar hebben we geen wiellader nodig.” Voor hem is het belangrijker dat hij twee gelijkwaardige hakseltreinen heeft. “In principe kun je toe met één grote hakselaar en het bijspringen van een tweede, kleinere hakselaar met silagewagens. We hebben ervaren dat veel klanten toch ‘de eerste combinatie’ willen. Als de tweede hakselploeg uit ouder, kleiner materieel bestaat, geeft dat toch het gevoel dat je tweede bent”, zegt Roosjen. De veertientons L70’s zijn voor hem zwaar genoeg. “Bij een Volvo L90 heb je bij boeren met kleine maïskuilen kans dat je die uit elkaar drijft. Dat kleine beetje winst ten opzichte van de L70’s weegt niet op tegen die bezwaren. Wij willen overal en in alle omstandigheden goed werk afleveren.”

Klankborden Klankborden vervult daarin een belangrijke rol. Bert Roosjen vindt dit een belangrijk onderdeel; niet alleen met de vijf bestuursleden, maar ook met de klanten. Hij is zelf erg tevreden over het dubbele klankborden. “Elk maand zitten we om tafel met het bestuur, een boerenbestuur met evenwichtige verdeling naar werkzaamheden in akkerbouw en veehouderij. Dat houdt je scherp en wakker.” Daarnaast is er het klankborden met de boeren zelf om dat wat is besproken te toetsen en de ontwikkelingen te volgen. “Erg waardevol, die gesprekken, daar trekken we ook tijd voor uit”, zegt Roosjen. Hij bezoekt de klanten elk jaar om de werkzaamheden te evalueren en wensen door te spreken. “We laten ons daarin niet verleiden tot eenzijdige ‘te hoog tarief’-discussies. Wij werken markconform met het oog op de continuïteit van het bedrijf. Daaraan doen we geen concessies en dat weten onze klanten”, zegt de bedrijfsleider. Hij geeft aan dat de klanten in deze streek redelijk trouw zijn als je het werk goed en voor een marktconform tarief doet. Belangrijker voor hem zijn de uitkomsten van de gesprekken.

Daar is bijvoorbeeld uitgekomen dat kuilkwaliteit verreweg nummer één is. “Reden voor ons om twee volwaardige hakseltreinen te hebben met allebei die nieuwe OCE-vork. Daar komt echter ook uit dat klanten de loonwerker nog niet echt actief inschakelen voor de KringloopWijzer”, aldus Roosjen. Hij geeft aan dat hij hiervoor bijeenkomsten heeft gevolgd, maar hierop nog niet groot inzet zolang de klanten dit niet oppakken. Hij heeft al wel een silagewagen uitgerust met een weeginrichting. “Degenen die het oppakken, kunnen we nu bedienen, maar dat is iets anders dan alle silagewagens uitrusten met een weeginrichting. Ik had aanvankelijk verwacht dat boeren dit sneller zouden oppakken.”

In balans Roosjen geeft aan dat het altijd om de balans gaat. “Je moet niet te progressief en ook niet te defensief zijn. Als je voelt dat ontwikkelingen waarmee de klant nog niet rekent doorzetten, moet je door durven zetten, ook richting bestuur. Anderzijds moet je niet te ver voor de muziek uitlopen. Het gaat in onze sector altijd om grote investeringen.”

Plaatsspecifiek kalkstrooien Weco De Hondsrug heeft als één van de weinige loonwerkers in Nederland een kalkstrooier met plaatsspecifieke dosering. De regelunit is op de eigen Bredal-strooier gebouwd. Weco De Hondsrug werkt bij deze dienst samen met Agrifirm en de Veris-bodemscanner. Deze ontwikkeling heeft een jaar aanlooptijd gehad, maar nu draait het prima. De belangstelling is groot en de combinatie heeft dit voorjaar een aantal weken vrijwel continu gedraaid door heel Drenthe. Roosjen zit hiervoor in een netwerkgroep van cumelabedrijven met onder meer de drone-loonwerker Christel Thijssen en Us Bilang, dat het compoststrooien verzorgt.

GRONDIG 6 2016

17


ondernemen met

mensen

1 Weco De Hondsrug werkt met Volvo L70-shovels met OCEvork. De machinisten regelen ook het aanvoertempo van de beide Claas-hakselaars. 2 Akkerbouw is ook een sterke tak van het bedrijf. Hiervoor draait onder andere deze Grimme-bietenrooier.

1

2

3

Als leergeldvoorbeelden noemt hij gehele-plantsilage en maïskolvenschroot. ”Die leken beide levensvatbaar, maar ze vielen net zo snel weg als ze opkwamen. Dan heb je wel machines in de berging die zich nog niet hebben terugverdiend en die dan uiteindelijk voor te weinig geld weggaan”, legt Roosjen uit. Hij geeft aan dat dit nu speelt voor het shredlage-hakselen. “Erg in, er wordt veel over gepraat. Onze tweede Claas-hakselaar schiet goed op, dus dan is het zaak de juiste beslissing te nemen. Of het echt gaat doorzetten, is nog de vraag. Nu nog even de rem erop houden en komend jaar goed klankborden om de juiste beslissingen te nemen.” Weco De Hondsrug draait met twee Claas-hakselaars. “We hebben al wel een drogestofmeter op één van die machines zitten. Dat kost de wereld niet, maar er wordt ook nog amper naar gevraagd”, vertelt hij. Een ander voorbeeld is het gehaltegestuurd specifiek bemesten. “Prachtig, zo’n NIR-sensor op de Vervaet met actieve regeling, maar ook dat moet wel praktijkrijp zijn en de boeren moeten ernaar vragen. Wij denken dat de boeren in graslandbeheer nog wel een sprong kunnen en moeten maken. Zolang ze dat niet doen, moet je geduld hebben. De NIR op de Vervaet is ook een goed voorbeeld van een ontwikkeling waarin je

18

GRONDIG 6 2016

3 Grondverzet betreft vooral diensten onder de bestaande klantenkring, maar ook andere klussen worden gerust aangepakt.

goed moet klankborden met klanten en collega’s. Ik kan nu nog geen helder antwoord geven. We hebben ons huiswerk daarvoor nog niet af.” Dat het ook wel ‘ja’ kan zijn bij nieuwe ontwikkelingen om voorop te willen lopen, is te zien aan het plaatsspecifiek uitrijden van kalk met de Bredal-strooier (zie kader). “Hier proefden we onder onze akkerbouwklanten wel voldoende potentieel om dit tot een succes te maken.”

Netwerken Intussen werken de mannen het gras ongestoord aan de hoop en gaan de zaken op het bedrijf ook gewoon door. “Onze mensen zijn erop ingericht dat ik tijd neem om te netwerken. Tijd die nodig is om de juiste beslissingen te nemen voor het bedrijf. Onze mensen zijn zelfstandig genoeg om operationele zaken zelf te regelen. En als er wat is, bellen ze.” En dus kan hij de volgende dag gerust naar de RuwvoerRonde in Amen, waar hij met Limagrain staat. Ook al staan er veel hectares voor beide hakselaars ingepland. TEKST:: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Weco De Hondsrug.


Maak van uw wiellader een motorgrader

Mekos dozerbladen: volautomatisch werkende profileer machines, voorzien van automatisering door middel van laser techniek, total station of gps. De Mekos machines zijn uniek, sterk en duurzaam, geschikt voor zand en korrelbanen. Werkbreedte tot 4 mtr.

(op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)

Partners:

Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net

Die wil alleen maar persen

www.krone-nederland.nl

KRONE Rundballenpressen

Robuuste NovoGrip elevator met dwarsstaven die de baal altijd ronddraaien = perst onder alle omstandigheden ! Robuuste NovoGrip elevator met powerband = de hoogste perskracht en baaldichtheid X-treme pers wikkelcombinatie met snelle baalovergave naar de wikkelaar met de zwaartekracht = tijdwinst De zware X-treme uitvoering voor extra capaciteit onder de zwaarste omstandigheden Foliebinding voor alle Comprima rondebalenpersen

Zuid-Nederland: Ad van den Hurk 0653-241918

Noord-Nederland: Martijn van Middelkoop 0651-346841


ondernemen met

vaktechniek

GRONDIG.COM

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

MERCEDES-MOTOREN VRIJGEGEVEN VOOR ALTERNATIEVE BRANDSTOFFEN Mercedes-Benz heeft de nieuwe generatie motoren vrijgegeven voor het gebruik van alternatieve brandstoffen als HVO (hydrotreated vegetable oil), BTL (biomass to liquid), GTL (gas to liquid) en CTL (coal to liquid). De nieuwste generaties van de OM 470 (cilinderinhoud 10,7 liter), de OM 471 (cilinderinhoud 12,8 liter) en de kleinere OM 934- en OM 936-motoren zijn vanaf nu beschikbaar voor alternatieve brandstoffen zoals beschreven in de prEN 15940-norm. Omdat de eigenschappen van de nieuwe brandstoffen vergelijkbaar zijn met die van de huidige fossiele dieselbrandstof zijn er geen verdere aanpassingen aan de motoren of randapparatuur nodig. De Mercedes-Benz-fabrieksgarantie op deze motoren blijft onveranderd, net als het onderhoud en de reparatieprocedures.

SPECIALE ROTAR RVB 2000 S De Rotar RVB-schudbak is bekend, maar Rotor zit niet stil. Bij de nieuwste variant zijn een aantal opties aangebracht om de onderhoudskosten te drukken. Denk aan centrale vetsmering met één smeerpunt en een verwisselbaar voorzetmes aan de inloop van de bak. Daarnaast zijn de spijlen van de schudbak opgelast met een speciale hardoplas. De schudbak heeft een mesbreedte van 2,65 meter, een eigen gewicht van 1950 kilogram en een inhoud van twee kubieke meter.

OBO TYRES EXCLUSIEF DISTRIBUTEUR MAGNA-LANDBOUWBANDENLIJN Kort na de lancering van de nieuwe landbouwbandenlijn voor landbouwtrekkers door Magna Tyres uit Waalwijk maakte OBO Tyres bekend dat het exclusief distributeur voor de Benelux van Magna is geworden. De nieuwe radiale trekkerband van Magna Tyres is beschikbaar in 21 maten, verdeeld over de sectiehoogtes 85, 70 en 65 en voor een maximum snelheid tot 40 of 50 km/u.

20

GRONDIG 6 2016

VEENHUIS: PILOTPROJECT NIR-MESTANALYSE SUCCESVOL AFGEROND Sinds 2015 neemt Veenhuis deel aan het pilotproject van RVO waarin wordt onderzocht of analysetechniek op basis van NIR (nabij infrarood) een alternatief voor de verplichte laboratoriumanalyse kan zijn. Inmiddels heeft Veenhuis, in samenwerking met BNNP en met medewerking van TonTrans BV, de vereiste aantallen mestmonsters en NIR-scans van de verschillende mestcodes succesvol aangeleverd aan Wageningen University en Researchcenter. Die laatste zal zich nu gaan buigen over de resultaten en een advies uitbrengen aan RVO over het vervolg van het onderzoek en over de beoogde accreditatie van deze techniek als alternatief voor de laboratoriumanalyse. Veenhuis hoopt op een spoedig verloop van de resterende fases van het onderzoek en de verlening van de accreditatie. Naast deze toepassing bij mesttransporten werkt Veenhuis ook aan andere toepassingen van de NIR-analysetechniek. Zo wordt deze ook toegepast voor het plaatsspecifiek precisiedoseren op basis van de gehalten aan stikstof, fosfaat en kali bij het uitrijden van mest. Hiervoor heeft Veenhuis haar Nutriflow-systeem ontwikkeld.

STIHL PRESENTEERT NIEUWE MAAIKOPPEN EN BETER MAAIDRAAD Stihl presenteert een nieuwe generatie maaikoppen voor professioneel gebruik. De S AutoCut 36-2, 46-2 en 56-2 zijn zo uitgevoerd dat met een extra lage maaihoogte kan worden gemaaid. Kwestie van even de ondergrond aantikken met de maaikop en de lengte van de maaidraad past zich automatisch aan. Verder zijn er nu dikkere maai­ draden leverbaar, waaronder de nieuwe, extra sterke en elastische CF3 Pro. De koppen zijn geschikt voor maaidraden met een diameter van maximaal 3,3 millimeter. Hiermee kan worden gemaaid tot 42 millimeter hoogte. Het aanvullen van de maaidraad kan nu zonder gebruik van gereedschap. De nieuwe Stihl CF3 Pro-maaidraad bestaat uit drie lagen polyamidecombinaties, waar­ van er één is versterkt met koolstofvezelpartikels. Dat maakt de draad slijtvaster en elastischer. Het nieuwe draadprofiel zorgt voor betere maaiprestaties en reduceert de gebruikelijke fluittonen.


ZF PRESENTEERT INTELLIGENTE TREKKER ZF presenteert een speciale innovatietrekker om te laten zien hoe veilig, comfortabel en efficiënt een trekker kan worden gemaakt. De transmissiespecialist gebruikt hiervoor technieken die al worden toegepast bij auto’s, bestelwagens en trucks. De innovatietrekker is hiervoor uitgerust met camera’s en ZF’s Terra+-generator. ZF koppelt dit aan het autonome Driver Assist System (DAS). Het betreft een netwerk van sensoren, intelligente elektronica en mechatronics die de trekker autonoom laten ‘kijken, denken en doen’. Via camera’s aan het cabinedak en aan de motorkap kan de trekker zien en zo zelf de trekhaak van de aanhanger detecteren en er naar toe sturen. Hij kan levende wezens en obstakels detecteren en zo ongelukken en schade voorkomen en kan via camera’s op de aanhanger naadloos inparkeren. De chauffeur kan de beelden op de tablet zien en kan de trekker daarmee ook buiten de cabine besturen. ZF zet bewust ook in op de Terra+-generator in combinatie met speciale elektrische wielmotoren voor aanhangers die extra power (tot 60 kW) geven als het nodig is.

STAGE V BIJNA EEN FEIT Het Europees Parlement heeft deze week ingestemd met nieuwe emissie-eisen voor landbouwwerktuigen en grondverzetmachines. Vanaf 2019 zullen de eerste machines volgens het voorstel moeten voldoen aan de Stage V-eisen. Door de nieuwe eisen zal de hoeveelheid NOx en het aantal roetdeeltjes in de uitlaatgassen van offroadmotoren nog verder moeten worden teruggedrongen. Daarmee is de laatste stap in het hele traject van het schoner maken van motoren een feit. In de nieuwe regeling, waarvan de details binnenkort bekend worden gemaakt, krijgen ook de zwaardere motoren die nu nog zijn vrijgesteld te maken met emissie-eisen.

CUMELABEDRIJF LORIER ONTWERPT BANDENDRUKWISSELSYSTEEM Bram Lorier van het gelijknamige cumelabedrijf in Arnemuiden ontwikkelde een eigen bandendrukwisselsysteem, waarmee hij dankzij luchtketels in de velgen in drie tot vier seconden de spanning met één bar kan opvoeren. Hij heeft zijn vinding gepatenteerd en het eerste prototype werkend. Praktijkrijp maken, fabriceren en vermarkten zijn de volgende stappen die hij wil nemen, eventueel met partners. De basis van zijn bandendrukwisselsysteem is een luchtketel van ongeveer 80 liter die aan de buitenkant van de velg wordt gemonteerd. Voor het verhogen van veld- (0,8 bar) naar transportspanning (1,8 bar) zit er een 30 millimeter dikke leiding tussen luchtketel en trekkerband.

Een duivelse hakselaar Op 1 juli, de dag waarop Belgen op het EK voetbal aantraden tegen Wales, organiseerde New Hol­ land in de fabriek in Zedel­ gem voor de medewerkers en ‘gans België’ een lu­ dieke actie om de supporters op te warmen voor de kwartfinalewedstrijd van die avond tegen Wales. De medewerkers mochten die dag in Rode Duivels­outfit aantreden en er werd een hakselaar in speciale Rode Duivels­outfit gepimpt, waarmee de medewerkers zich konden laten portretteren. Achteraf was het een voorbode van een voor de Duivels onaangename voetbalavond.

FLINGK SILAGE ROTORVORK XXL VOOR TREKKERS Naast de Silage Eater heeft Gebr. Reintjes in Veulen samen met Flingk voor zware trekkers met omkeerinrichting deze speciale Flingk Silage Rotorvork XXL ontwikkeld. De Silage Rotorvork bestaat uit een combinatie van een rotorkopeg en een vork en heeft als basis een Maschio Dominator DM 3000-rotorkopeg met twaalf rotors met speciale tanden voor het verdelen. De vork heeft negen hardox tanden met een hart-op-hart-afstand van 360 millimeter. Hij heeft een extra grote kiphoek en is leverbaar met dichte maïsplaat. Voor breder werken zijn er hydraulisch uitklapbare deuren leverbaar tot een werkbreedte van vijf meter. Deze zijn ook goed geschikt voor het beter opzetten van de kanten. De Silage Rotorvork XXL weegt circa 1850 kilogram en vraagt 147 kW (200 pk) aan de aftakas.

SAMENWERKING JOHN DEERE EN GERINGHOFF Geringhoff gaat voorzetstukken leveren aan John Deere, zo is onlangs bekend gemaakt. De maïsbekken van deze Duitse fabrikant zullen de huidige voorzetstukken van de 600C-serie van John Deere vervangen. Met de maïsvoorzetstukken van Geringhoff wil John Deere inspelen op de groeiende hoeveelheid maïs die ook in Europa met de combine wordt geoogst. Door te kiezen voor Geringhoff krijgt John Deere de beschikking over de technische expertise van de fabrikant. Voorlopig geldt deze overeenkomst alleen voor Europa, Noord-Afrika en het Nabije en MiddenOosten.

GRONDIG 6 2016

21


Industriebanden & Landbouwbanden

Landbouwassen

NIEUW

ON-VOOR-STEL-BAAR

VOLVO CONSTRUCTION EQUIPMENT

Onvoorstelbaar groot is ons assortiment aanhangeronderdelen en banden voor Landbouw, Tuin & Park, Quad en Industrie. Door dat enorme assortiment hebben wij altijd voor u het beste, het snelst leverbare en het meest prijsvriendelijke artikel in huis. Vandaag besteld, is morgen in huis.

+31(0)592 37 27 19 info@middelbos.nl www.middelbos.nl

BEZOE K ONZE WEBSH OP

Import en Groothandel

162 Adv_On-voor-stel-baar_98x64_Grondig.indd 1

Volvo L70H Limited Edition Kuiken bestaat dit jaar 70 jaar en dat vieren we met de Volvo L70H Limited Edition Actie! Profiteer nu van onze uitstekende financiering vanaf 0.70%. Volvo L70H Technische Specificaties: • Stage 4 motor • Michelin XHA banden • CDC joystickbesturing • Turbo II voorfilter • Led werklampen • Luchtgeveerde bestuurdersstoel • Achteruitkijkspiegels elektrisch verwarmd en verstelbaar • Snelwissel • Puinvork

CWV Barlo BV is actief op het gebied van agrarisch loonwerk, grondverzet, cultuurtechnisch werk, drainage en landbouwmechanisatie. CWV Barlo BV is een modern bedrijf met gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers en een goed geoutilleerd machinepark. Werkzaamheden voeren wij met zorg uit.

Ter versterking van ons managementteam zijn we op zoek naar een:

Bedrijfsleider m/v Uw functie is bedrijfsleider terwijl een deel van uw werkzaamheden zal bestaan uit het adviseren van onze agrarische klanten inzake, voederwinning en grondbewerking. U dient over kennis van de agrarische sector te beschikken, verkregen door opleiding en/of ervaring. Uit hoofde van uw functie geeft u leiding aan het managementteam en legt u verantwoording af aan het bestuur.

Voor meer informatie over de Volvo 70H Limited Edition en deze actie, neem vrijblijvend contact met ons op.

Daarnaast bestaat uw werk uit: - Plannen ontwikkelen en beleid opstellen. - Klanten werven en contacten onderhouden. - Het bewaken van de financiële administratie conform jaarplannen.

+31 (0)527 63 65 00 info@kuiken.nl www.kuiken.nl

Het betreft een fulltime dienstverband. Wij bieden u een leidinggevende, uitdagende en afwisselende functie. Meer informatie over ons bedrijf kunt u vinden op onze website: www.cwvbarlo.nl Nadere informatie kunt u inwinnen bij de heer J. Schoot Uiterkamp, telefoon: 06 54922412. Bent u de enthousiaste en verbindende persoonlijkheid waarnaar wij op zoek zijn, stuur dan uw sollicitatie met cv naar: CWV Barlo B.V. J.C. Frenken-Sonderlo (secretaris) Neethweg 6, 7122 RB Aalten Email: frenken.sonderlo@gmail.com

08-07-16 12:0


WIELLADERS Kanonnen op de kuil

ondernemen met

vaktechniek

Overzicht dertien- tot veertientons wielladers voor het inkuilwerk Meer vermogen kunnen we op de kuil wel gebruiken om de hakselaar en de moderne rotorsnijwagens voor te blijven en goed werk af te leveren. Zo’n machine is liefst niet te groot, maar wel sterk en efficiënt in de aandrijflijn. Omdat wielladers primair zijn ontworpen voor het pure grondwerk wordt de spoeling dan dun. We wachten eigenlijk nog altijd op een sterke CVT. Natuurlijk hebben fabrikanten de wiellader primair in gewicht, vermogen en prestaties voor het grondverzet gemaakt. Uiteraard is die zo ontworpen dat je de grondhoop in kunt rijden zonder dat de motor smoort. Daar is de ZF Ergopowerschakelbak met koppelomvormer voor ontwikkeld en ook de hydrostaten zijn met het inchpedaal zo gemaakt. Als het moet, kunnen ze bergen verzetten. Ze zijn echt wel sterk. De kracht aan het laadframe, de uitkiphoogte en het kantelmoment zijn in de klasse tot circa 13,5 ton allemaal redelijk vergelijkbaar: rond de tien ton uitbreekkracht, een even groot kipmoment, een bakpenhoogtebereik van circa vier meter en een redelijk vergelijkbare krachtbron onder de kap van rond de 129 kW (175 pk). Dat vermogen is krap voor een cumelabedrijf dat de wiellader inzet voor het inkuilen van gras en maïs. Als er voor of tegen de hoop wordt gelost en de 40 kuub liefst zo snel mogelijk tegen de bult op moet worden verdeeld, kun je meer vermogen gebruiken en liefst een directe, efficiënte aandrijflijn om

niet continu voluit te hoeven blazen. Ten opzichte van onze trekkers van tien tot dertien ton met 184 kW (250 pk) en meer met een efficiënte CVT-transmissie, die volgehangen ook in deze gewichtsklasse kunnen uitkomen, is het vermogen bescheiden.

Gewoon zwaarder Het antwoord lijkt eenvoudig. Dan koop je toch een sterkere, zwaardere wiellader. Dat gebeurt ook al. Als we de Volvo L-serie als norm nemen, dan is de markt opgeschoven van de L60 naar de circa 13,5-tons L70 nu. Er draaien echter ook al L90’s op de kuil en er zijn er ook al die een L110 inzetten. Ook bij andere merken hoor je dergelijke geluiden. Was bijvoorbeeld bij Case de 621 de norm, nu wordt de ruim veertientons 721F steeds meer verkocht en incidenteel de 821F. Hitachi komt standaard als er veel vermogen gevraagd wordt met de 14,5-tons ZW180 op de proppen. Er zijn ook al bedrijven die met het oogpunt ‘alleen geschikt op de kuil’ een gebruikte zwaardere wiellader

GRONDIG 6 2016

23


ondernemen met

die zwaardere wiellader, maar eigenlijk wil je voor het gewicht dan ook wat meer power onder de kap. Of je kiest bewust voor meer massa om beter te verdichten en accepteert relatief weinig capaciteitswinst en een wat hoger verbruik.

vaktechniek

Doorontwikkelingen

Broekens demonstreert in het Noorden bewust met deze lichtere W 130 C-wiellader, omdat veel loonwerkers vanwege universele inzet en bodemvriendelijk werken de voorkeur geven aan een wat lichtere wiellader.

hebben gekocht. Het aantal draaiuren voor puur op de kuil, zeg maar 600 tot 800, is voor menigeen te beperkt om nieuw te kopen. In gebieden met laagdrachtige gronden en op bedrijven waar de shovel ook andere werkzaamheden doet, wordt voor lichter gekozen. Een heel zware machine kan smalle kuilen uit elkaar duwen of wringen en is vanwege de grotere omvang ook niet altijd handig en efficiënt. En relativerend: de gewichts-vermogensverhouding is vergelijkbaar met die van de zwaardere jongens. Meer vermogen, maar je moet ook meer massa meenemen en als hij op bredere, hogere banden staat, is de druk per vierkante centimeter niet groter en de winst dus beperkt. In feite weer hetzelfde vraagstuk. Prima,

De AZ 150 van Ahlmann weegt circa elf ton, maar kan zich vanwege het altijd recht kunnen rijden en een betere gewichtsverdeling in combinatie met zwenken nog goed meten met zwaardere machines.

24

GRONDIG 6 2016

Natuurlijk is er al wel één en ander gaande. ZF biedt tegenwoordig aan fabrikanten de Ergopower-transmissies ook aan met lock-up op de koppelomvormer, zodat deze op slot zit. Dan heb je ineens een heel efficiënte aandrijflijn, vaak in de tweede tot de vijfde gang. Dus niet in de eerste versnelling, waarin je werkt als je zwaar tegen de kuilhoop op moet werken. Niet alle fabrikanten met schakelbak leveren de lock-upversie. JCB, Case, New Holland en Ljungby voeren die wel. Ook zie je meer hydrostaten op de markt verschijnen. De nieuwste generatie hydrostatische transmissies zijn volgens de fabrikanten efficiënt en sterk. Ze hebben als voordeel dat je de motor in het lagere, zuiniger toerental kunt houden en vanaf 0 km/u traploos kunt werken en met het inchpedaal het vermogen kunt verdelen tussen trekkracht en laden, sturen en verdelen, mits er voldoende vermogensreserve is. Vaak moet dat tegen de hoop op ook bij hydrostaten toch volgas, omdat je alle pk’s nodig hebt. Het vermogen is bij deze merken immers ook beperkt tot circa 129 kW (175 pk). Liebherr is al jaren bekend om zijn hydrostatische aandrijving. Venieri voert die ook al lang en nu profileren Caterpillar en Komatsu zich ook nadrukkelijk met hydrostaten. Hitachi voert die tot deze klasse. Weycor (Atlas) komt daar komend seizoen bij. Als nadeel wordt genoemd dat de hydrostaten minder geschikt zouden zijn voor zwaar sneltransport. Daar scoort volgens leveranciers die beide kunnen leveren een schakelbak met lock-up weer beter. Liebherr heeft dit voorjaar met de X-powermodellen een serieuze stap voorwaarts gezet door een echte CVT aan te bieden voor deze range zware wielladers vanaf 18 ton. Snel doortrekken naar beneden die techniek, lijkt ons.

Case levert steeds meer de ruim veertientons 721F mede vanwege de vijfbak met lock-up en de mogelijkheid desgewenst bijna 50 km/u te rijden met gereduceerd motortoerental.


Relativerende opmerkingen Bij het optekenen van het verhaal zijn veel opmerkingen gemaakt ter overweging. De opvallendste puntsgewijs. - Als er over de kuil wordt gelost, scheelt dat verdeeltijd en benodigd vermogen, omdat je veel minder bergopwaarts moet. Dan voldoen de huidige twaalftot veertientons machines prima. - Met een elftons machine op smallere banden zul je vanwege gelijke druk per vierkante centimeter net zo goed verdichten als met een zwaar kanon op bredere sloffen. - Bredere agribanden kunnen een kleinere diameter hebben. Dat gaat (in gras te veel) ten koste van de bodemvrijheid. - Dubbele montering zit vrijwel altijd voorop vanwege zicht en gemak. Verreweg het grootste gewicht drukt echter op de achteras. Bij zware wielladers en kans op uiteendrukken of -trekken hier ook dubbele montering toepassen en deze dan iets smaller zetten om niet tegen wanden aan te rijden.

- Met extra gewichten voorop of werken met een vork die het gewas optilt, is door een betere gewichtsverdeling aan tractie en verdichtingsdruk te winnen. - Wie de keten afstemt op de capaciteit van de wiellader is dik tevreden over de huidige generatie wielladers. - De moderne koppelomvormers zijn efficiĂŤnter en pakken al beter op bij circa 1400 tot 1600 motortoeren. Met beleid in de eerste versnelling bergopwaarts verdelen en in de tweede met laag motortoerental aanrijden scheelt flink in brandstofverbruik. Moderne wielladers in deze klasse kunnen een verbruik van rond de twaalf tot veertien liter per uur scoren, afhankelijk van de zwaarte en over of tegen de bult lossen. Als de machinist hier ver boven zit, is het tijd voor een gesprek over Het Nieuwe Draaien. - Met een flinke verdeler, wokkel, speciale bakken en vorken is het verdelen te versnellen en te verbeteren. - Met de boer moet u het gesprek aangaan over de opslag en de mogelijk remmende werking om zo de keten te optimaliseren.

- Meer vermogen geeft meer kans op doorslippen en weer lostrekken. Hier staat tegenover dat als je sneller rijdt het koppel aan de wielen niet groter is.

Caterpillar levert de speciale 926M Agri op landbouwschoeisel en iets meer power in de eerste en hoogste hydrostaatgroepen. Nederland kiest meer voor de gewone 926M of 930M.

Ljungby levert al jaren krachtpatsers, waarvan de L9 en L13 populair in onze sector zijn. De laatste is zelfs leverbaar met 221 kW (300 pk) Sisu-7,4-literkrachtbron.

GRONDIG 6 2016

25


ondernemen met

vaktechniek

Ro-Ad Barneveld demonstreert met deze Venieri. Dit merk werkt al jaren succesvol met hydrostatische aandrijving.

Wel meer vermogen Ljungby Maskin steekt de nek wel uit. Naast de ‘normale’ L13 met 169 kW (230 pk) Sisu en lock-up op de vijfbak levert de fabrikant deze machine desgewenst ook met 221 kW (300 pk) sterke SIsu-7,4-liter-krachtbron in combinatie met bijbehorende zwaardere ZF-vijfbak met lock-up en dito assen. Dat is dus in deze klasse de machine om in redelijk compacte vorm flink bergopwaarts te sleuren. En als het lichter gaat, kun je aangenaam met een lager motortoerental werken. Blijft staan dat we nog steeds wachten op die wiellader die in deze klasse met zo’n 184 kW (250 pk) en meer en CVT-aandrijving echt het verschil maakt. Zeg maar het vermogen van de JCB 435 S Agri of de Ljungby L13 in combinatie met de CVT transmissie techniek van de zware X Power Liebherr range. Een mooi statement om over te discussiëren.

In vermogen is er ook iets gebeurd. Inspelend op de agrimarkt heeft Caterpillar de 926 M Agri, waarbij in de eerste en hoogste groep iets meer power wordt gegeven. Die vermogenswinst is echter beperkt en blijft onder de 147 kW (200 pk). Je kunt dan ook kiezen voor de iets zwaardere 300 M met een vergelijkbaar vermogen in alle versnellingen en toch iets hogere laadprestaties. Dat gebeurt ook. JCB heeft met de ruim veertientons 435 S Agri wel een echt sterkere speciale agri-uitvoering ontwikkeld, uitgevoerd met zesbak, 169 kW (230 pk) motor en lock-up op alle versnellingen. Hiermee scoort het merk flink voor agrarische inzet in ons omringende landen. Van beide merken staat de agri-versie standaard op landbouwbanden. Dat willen veel cumelabedrijven niet, omdat ze ook in het grondverzet actief zijn, en dus scoren deze agri-versies bij ons minder dan hun grondverzetbroers. Weycor gaat komend seizoen als eerste in deze klasse met een hydrostaat ook over de 147 kW (200 pk).

26

TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: fabrikanten

Merk

Caterpillar

Case

Doosan

Hitachi

Hyundai

JCB

Komatsu

Liebherr

Ljungby

Type

930M

721F

DL220-5

ZW180

HL940

427

WA 270-7

L538

L13

Gewicht (circa)

13,8 ton

14,2 ton

13,5 ton

14,5 ton

13,1 ton

13,7 ton

12,7 ton

13,5 ton

13,5 ton

Motor

Caterpillar

NEF

Doosan

Cummins

Cummins

Cummins

Komatsu

Deutz

Sisu

Cilinders/inhoud

6/7,0 l

6/6,7 l

6/5,9 l

6/6,7 l

4/4,7 l

6/6,7 l

6/9,7 l

4/4,5 l

6/6,6 l

Vermogen

122 kW/164 pk

145 kW/195 pk

119 kW/160 pk

129 kW/173 pk

118 kW/158 pk

133 kW/179 pk

115 kW/153 pk

112 kW/153 pk

170 kW/231 pk

Emissienorm

Stage IV

Stage IV

Stage IV

Stage IIIb

Stage IV

Stage IV

Stage IIIb

Stage IIIb

Stage IV

Roetfilter/AdBlue

ja/ja

nee/ja

nee/ja

DOC/nee

nee/ja

nee/ja

ja/nee

nee/ja

nee/ja

Transmissie

hydrostaat

powershift

powershift

powershift

powershift

powershift

hydrostaat

hydrostaat

powershift

Versnelling/groep (v/a)

4

5/3

4/3

5/3

4/3

5/3

4/4

3/3

5/3

Lock-up

n.v.t.

ja 2-5

nee

nee

nee

ja 2-5

n.v.t.

n.v.t.

ja 2-5

1e versn./groep

1-13 km/u

7 km/u

7 km/u

6 km/u

6,9 km/u

6,8 km/u

1-13 km/u

0-6 km/u

8 km/u

Max snelheid

40 km/u

40 km/u

39 km/u

39 km/u

40 km/u

40 km/u

38 km/u

40 km/u

48 km/u

Opbreekkracht

11,5 ton

14,2 ton

9,6 ton

11,0 ton

11,2 ton

12,3 ton

12,7 ton

11,0 ton

11,0 ton

Kiplast recht

10,1 ton

12,5 ton

10,1 ton

12,0 ton

10,0 ton

10,7 ton

10,1 ton

10,7 ton

9,3 ton

Kiphoogte bakpen

4,00 m

4,00 m

3,90 m

4,30 m

3,80 m

3,90 m

4,00 m

3,90 m

4,20 m

Hydrauliek

190 l/min.

260 l/min.

155 l/min.

210 l/min.

149 l/min.

126 l/min.

150 l/min.

170 l/min.

304 l/min.

Werkdruk

250 bar

224 bar

250 bar

275 bar

280 bar

250 bar

210 bar

350 bar

240 bar

Cabinegeluid

68 dB(A)

70 dB(A)

71 dB(A)

g.o.

68 dB(A)

68 dB(A)

69 dB(A)

69 dB(A)

69 dB(A)

GRONDIG 6 2016


Overzicht wielladers Bij het overzicht is vertrokken vanaf de 13,5tons Volvo L70 als norm. In de tabellen is bij de gewichten en laadprestaties gekeken naar bakken van 2,4 tot 2,5 kuub zonder snelwissel. In de praktijk zullen machines met snelwissel vaak zwaarder zijn. Niet alle merken leveren een circa dertien- tot veertientons machine. Er zitten er dus tussen die niet boven of onder deze klasse vallen. U weet de leveranciers te vinden om de passende machine samen te stellen.

Caterpillar Caterpillar zet in deze klasse in op de veertientons 930M. Wie iets lichter wil, komt op de vrijwel identieke dertientons 926M uit. De gewone 926 M heeft 114 kW (153 pk). Daarnaast is er nog de speciale 926M AG-agri-uitvoering met landbouwbanden en extra power in de eerste en vierde groep. Deze heeft nagenoeg dezelfde afmetingen als de gewone 926M, maar heeft in zijn één en zijn vier hetzelfde vermogen als de 930M. Een overweging kan zijn de AG-variant op grondverzetbanden te bestellen.

Doosan De nieuwe Doosan DL220-5 staat voor 12,5 ton in de folder. In de praktijk met bak weegt deze machine rond de 13,5 ton. Deze Stage IV-opvolger van de DL200-3 wordt dus ingezet in deze klasse. De DL250-3 (Stage IIIb) is de zwaardere variant in deze klasse. Deze 128 kW (172 pk) machine met roetfilter is met twaalf ton opbreekkracht, elf ton kantelmoment en een gewicht van 14,4 ton flink groter, maar nog niet in Stage IV leverbaar. De opvolger zal waarschijnlijk zonder roetfilter worden geleverd.

Hitachi Hitachi heeft in deze klasse geen model. Het is kiezen tussen de 12,4-tons ZW150-5 of de zwaardere 14,5-tons ZW180-5. De ZW150-5 is het zwaarste model in de lichter serie. Deze heeft een 115 kW (154 pk) sterke viercilinder in combinatie met een vierbak met hydrostaat. De ZW180-5 heeft een ZF-5/3-powershiftbak en een 129 kW (173 pk) Cummins-zescilinder. Deze voert Hitachi meestal in deze klasse.

121 kW (165 pk) sterke L546 , is met 14,3 ton zwaarder. De kleinere broer, de L538, is exact dezelfde machine, maar is iets lichter en heeft iets minder vermogen. Deze valt nu precies in dit segment. Veel L542-gebruikers waarschijnlijk kiezen voor de L546. Liebherr kiest voor de helemaal achterin dwars geplaatste viercilinderkrachtbron, omdat daardoor met een relatief compacte machine de gewenste laadprestaties worden gerealiseerd.

Ljungby Ljungby Maskin is een eigenzinnige fabrikant, die bewust kiest voor oversized. Ten opzichte van andere merken zitten er een zwaardere motor en transmissie en assen van een zwaardere serie in een lichtere machine. De L13 is zelfs leverbaar met een 221 kW (300 pk) Sisu-7,4-litermotor met bijpassende transmissie en assen. Hij heeft als enige een geveerde cabine en 45 graden knikuitslag.

New Holland

Case

Hyundai

Case voert in deze klasse de krap dertientons 621F met ZF Ergopower-4/3-bak zonder lockup als zwaarste model in de lichtere klasse en de 14,2-tons 721F als lichtste model van de zwaardere range wielladers. De 721F heeft een ZF Ergopower-5/5-bak met lock-up op de tweede tot en met de vijfde versnelling. Deze is net een maat groter voor de dertien- tot veertientons klasse.

Hyundai valt met de nieuwe Stage IV-HL940 net in deze gewichtsklasse. Dit is een machine met een pittige viercilinderkrachtbron. De grotere broer, de HL955 met 149 kW (200 pk) Cumminszescilinder, is met ruim vijftien ton een flinke slag groter en zwaarder.

New Holland verkoopt via zijn AG-dealers ook de New Holland-wielladers, waaronder de W130C en de W170C. Dit zijn in basis dezelfde machines als de Case 621F en 721F. Bij Case hebben we de 721F genomen. Daarom pakken we bij de New Holland de lichtere W130 C als evenknie van de Case 621F. Dit is een slag lichtere machine die net onder de dertien- tot veertientons klasse valt.

JCB

Venieri

Naast de in de tabel staande 427 is er de speciale 435S Agri-uitvoering met 172 (230 pk) Cummins in combinatie met zware ZF-6/3-bak met lockup op alle versnellingen, extra zware assen voor het hoge motorvermogen en landbouwbanden. Deze machine is rechtstreeks afgeleid van de 427, maar weegt vanwege de zwaardere aandrijfcomponenten 14,4 ton.

Venieri is al weer enige tijd bij Ro-Ad. De importeur is bezig de Venieri te promoten op de kuil. Mede vanwege de Bosch-hydrostaatbak en de compacte bouw ziet het bedrijf kansen. Venieri werkt al jaren met hydrostatische aandrijving.

New Holland

Venieri

Volvo

Weycor

W130

C 13.63B

L70

AR 250e

12,7 ton

13,7 ton

13,5 ton

13,8 ton

NEF

Deutz

Deutz

Deutz

6/6,7 l

6/6,1 l

6/5,7 l

6/6,1 l

121 kW/162 pk 129 kW/175 pk

127 kW/173 pk

160 kW/218 pk

Stage IV

Stage IIIb

Stage IV

Stage IV

nee/ja

ja/nee

ja/ja

ja/ja

powershift

hydrostaat

powershift

hydrostaat

4/3

3/3

4/4

2/2

nee

n.v.t.

nee

n.v.t.

7 km/u

8 km/u

8 km/u

0-14 km/u

39 km/u

40 km/u

46 km/u

40 km/u

9,4 ton

12,0 ton

9,9 ton

11,9 ton

10,3 ton

10,8 ton

9,8 ton

10,0 ton

3,80 m

4,00 m

3,90 m

3,90 m

171 l/min.

175 l/min.

154 l/min.

190 l/min.

227 bar

280 bar

260 bar

280 bar

70 dB(A)

68 dB(A)

68 dB(A)

69 dB(A)

Komatsu De WA270/7 is officieel een 13,1-tons machine. Met standaard bak zonder snelwissel zit hij niet onder de dertien ton. Dit is wel de machine die wordt gevoerd in dit segment. De groter broer, de 320/7, is met zestien ton een flinke slag groter en zwaarder.

Liebherr Tot nu was de 13,4-tons L542 met Stage IIIbmotor de machine. De Stage IV-opvolger, de

Volvo Volvo heeft naast de standaard L70 nu een speciale landbouwuitvoering met extra’s als breedteverlichting voor dubbele montering. De koppelomvormer pakt nu vroeger op en is er een pedaalbegrenzing om machinisten zuiniger te laten werken.

Weycor Weycor is nieuw in dit segment. Naast de elders in dit nummer beschreven AR 250e komt er ook een 12,5-tons AR 200e met 115 kW (156 pk) sterke motor. Beide machine worden volgend seizoen verwacht.

GRONDIG 6 2016

27


GEBRUIKERS WIELLADERS De machinist maakt de kuil

ondernemen met

vaktechniek

Wielladers voor op de kuil De machinist maakt de kuil en daar heb je ook een wiellader voor nodig. Dat is de rode lijn in de vele reacties op onze oproep voor de beste combinatie voor op de kuil. De machinist is echt factor nummer één. Verder is met alle wielladers in elke grootte een prima kuil aan te leggen. Voor meer capaciteit is succesvol geïnvesteerd in verdelers voorop en in streken waar de ondergrond en de omstandigheden bij de klanten het toelaten in zwaardere machines. Een korte bloemlezing uit de vele reacties.

Loonbedrijf A.J. Looman & Zn, Zelhem Beter een trekker

Loonbedrijf Mol, Heerhugowaard Met rol bikkelharde kuilen Loonbedrijf Mol heeft een Werklust WG35E op de kuil met een verdeler met verdichtingswals. Deze is gebouwd in ­samenspraak met fabrikant Kemp en is volgens Mol een ­prima machine voor het verdelen en verdichten. Vanaf dag één dat het bedrijf met een prototype aan het werk ging, waren de klanten zeer tevreden, met name over de verdichting. De huidige rol waarmee Mol nu werkt, heeft een kleinere diameter en zit wat korter op de shovel. De ervaring is dat met deze rol een hoge capaciteit, rustiger werken en een goede verdichting mogelijk zijn. Meetpunten voor de verdichting zijn de ervaringen van klanten. Die geven aan dat de olie van de trekker warm moet zijn, anders krijgen ze de kuil niet gesneden. Een andere klant snijdt met een kuilvoersnijder met de tractor op stationair toerental, omdat anders de kuilvoersnijder niet heel blijft. Ook was er een boer die drie (gebruikte) kuilvoersnijders versleet binnen veertien dagen, omdat de kuilen zo goed was verdicht.

28

GRONDIG 6 2016

Loonbedrijf A.J. Looman & Zn werkt met een John Deere 7820 met een 5000 kilogram fronthef, waar een Holaras-­ maïsschaaf in hangt..Achter hangt een drie ton zware Kempkuilwals met gewelfde r­ ingen. Deze is uitschuifbaar tot 4,10 meter, waardoor deze tot buiten de banden van de trekker komt. De gewelfde ringen zorgen voor extra piekbelastingen in de kuil. In het gras hangt de 3000 kilogram zware wals in de fronthef. In de hefinrichting aan de achterzijde hangt dan een Holaras-kuilverdeler. De gehele combinatie weegt zowel in het gras als in de maïs zestien ton. De voordelen van deze trekkercombinatie op de kuil ten opzichte van een wiellader: het brandstofverbruik is met zeven à acht liter per uur lager, omdat de trekker maar 1200 motortoeren hoeft te maken om de kuil aan te rijden en te verdelen. Als er droog gras wordt ingekuild op een kuilplaat zonder wanden is het vaak moeilijk om de kanten goed aan te rijden. Vaak dijen de kanten uit of zakken die zelfs uit. Dit gebeurt met de kuilwals niet, doordat het gras tussen de ringen ook tegen elkaar wordt gedrukt. Doordat een trekker grote wielen heeft, drukt deze op de kuil, een shovel daarentegen knijpt in de kuil. Het gras naast de banden weer omhoog en zit volgens Looman niet vast.


Gebr. Boer, Anloo Een oudje doet het ook nog best De Werklust-wiellader is een oudje uit 1998 met circa 13.000 uur op de teller, die het nog goed doet. Hij is voorzien van dubbele montering rondom om goed en netjes de kanten vast te kunnen rijden. Enkele wielen achter zorgen volgens Boer vaak voor te hoge piekdrukken, wat een nadelig effect kan hebben op de kant. Het bedrijf compenseert dit door in dunne lagen te werken, om daarna prima aan te drukken. Door zijn niet te hoge totaalgewicht van circa dertien ton kunnen er ook prima pakken mee worden geladen en andere werkzaamheden mee worden uitgevoerd. De VDW-kuilverdeler heeft het voordeel dat hij het product loswerkt. Hierdoor komt het mooi los in een laag te zitten. Door de grote kracht van deze kuilverdeler is hij ook in staat om het product in de lengte van de kuil te verdelen. Dankzij diezelfde kracht heeft hij ook een grote capaciteit. Door de schuinverstelling kun je de kanten goed opzetten en het vullen van de hoeken van de kuil is ook een stuk gemakkelijker. Bij Boer beschouwen ze het goed zetten van de kant van de kuil als net zo belangrijk als het vastrijden.

Loon en grondverzetbedrijf Olminkhof, Neede Hydrostaat doet het prima “Het verhaal over onze Komatsu WA270-7 in Grondig 5 van 2015 kun je zo weer plaatsen”, luidde de spontane reactie van Loon- en grondverzetbedrijf Olminkhof in Neede. Dat heeft nu ruim een seizoen met de combinatie gedraaid en is er uitermate tevreden over. Met zijn traploos instelbare rijsnelheid kun je de kuilverdeler en de shovel perfect op elkaar afstemmen zonder de hele tijd bij te remmen. De grote bodemvrijheid en een hoge achterkant zijn volgens Olminkhof super voor het opzetten van de kuil. Het zicht en een stille cabine zijn erg prettig werken. Het brandstofverbruik ligt volgens Olminkhof met de Holaras-verdeler op circa elf à twaalf liter per uur. Het bedrijf lost indien mogelijk op de kuil.

Volkerink Heino, Heino Naast de wiellader ook zware trekker met rol Verreweg het belangrijkste bij Volkerink Heino is de machinist. Gras aanrijden gebeurt met een trekker of wiellader. De trekker heeft dubbele montage, een Holaras-rol voorop en een Holaras-verdeler achter. Hiermee kun je volgens Volkerink Heino vooral kleinere kuilen bij een opraapwagen mooi aanrijden, ook tussen de wielen van de trekker. Bij de hakselaar zet het bedrijf meestal een wiellader met Beck-verdeler in. Die is iets zwaarder en heeft daardoor iets meer capaciteit. De keus voor trekker of wiellader is afhankelijk van de grootte van de kuil en de voorkeur van de klant, maar voor het resultaat maakt het niets uit, als de man op de aanrijdcombinatie maar vakkundig is. Maïs aanrijden gebeurt met een trekker met een sneeuwschuif en sleepraam. De trekker is voorzien van dubbele montering, waarbij alle banden zijn gevuld met water voor extra gewicht. Hierdoor doet de trekker qua gewicht niet onder voor de shovel. Dat trucje met water in de banden kun je niet door het jaar heen doen, omdat het vullen en leeglaten te veel tijd kost. Walsen in de wagens voor mooier verdelen op de kuil helpen volgens dit cumelabedrijf ook veel.

GRONDIG 6 2016

29


ondernemen met

vaktechniek

Gebr. Reintjes, Veulen Eigen Silage Eater als troef Gebr. Reintjes in Veulen werkt met een Volvo L90G in combinatie met de Silage Eater. Het bedrijf denkt dat het merk laadschop niet zo veel uitmaakt; het grote verschil wordt gemaakt door de machinist en de bak/vork aan de laadschop. Reintjes heeft de Silage Eater, die het bedrijf samen met machinebouwer Flingk heeft ontwikkeld en op de markt brengt. Het voordeel is volgens Reintjes de combinatie van loaderbak, grasvork en maïsschuif in één. Het scheppen met de bak geeft extra druk op de voorbanden, voor meer duwkracht en extra verdichting. De Silage Eater is voorzien van hydraulische deuren om extra materiaal te verplaatsen. Met de deuren kan tussen de sleufsilo de silage naar buiten worden geploegd en boven de muren naar binnen om de randen vaster te krijgen. Reintjes werkt met cultuurwielen in gras als dubbele montering en brede banden in de maïs. Het bedrijf zou graag een laadschop met variabele transmissie zien.

Loonbedrijf Kuenen, Overloon Zwaarder voor betere verdichting Loonbedrijf Kuenen heeft bewust gekozen voor een zwaardere, in totaal 21 ton wegende Volvo L110 om hiermee een betere verdichting te realiseren dan met lichtere wielladers. Kuenen kan in het werkgebied goed uit de voeten met deze machine, omdat er steeds meer grotere kuilen en sleufsilo’s aanwezig zijn. Daar waar nog kleinere kuilen zijn, is het een kwestie van iets meer manoeuvreren en voor de voet afwerken. Zo is dit prima te ondervangen. Het grotere gewicht vormt geen belemmering, omdat de wiellader ook op grotere 23,5-inch-banden staat. Doorslippen is niet aan de orde. Er is op grotere kuilen capaciteitswinst ten opzichte van lichtere machines, maar het gaat Kuenen vooral om de hogere verdichting. Het brandstofverbruik per uur is wat hoger, maar daar staan dan hogere prestaties tegenover. De riek is van Matt Nielen in Boxmeer en wordt zowel in het gras als in de maïs gebruikt. In de maïs worden daarin stalen platen gemonteerd.

Loonbedrijf Jimmink Kolhorn, ­Kolhorn Rustiger werken Loonbedrijf Jimmink Kolhorn heeft een nieuwe Caterpillar 300M met een hydrostaatbak aangeschaft en een Holaras-kuilverdeler met vork. Daarvoor werkte Jimmink met een wiellader met een koppelomvormer en een schakelbak in combinatie met de normale tandenbek. Jimmink vindt het werken met een verdeler een vooruitgang, omdat je er nauwkeurig op maat materiaal naar buiten kunt draaien om de kanten goed op te zetten. De Caterpillar met hydrostaat bevalt goed. Je kunt heel fijn het aantal liters hydrauliekolie voor de verdeler vastleggen, zodat deze altijd het goede toerental draait. Hetzelfde geldt voor de rijsnelheid op de kuil. Met deze instellingen kun je rustig werken met een aangenaam en zuiniger lager motortoerental. Jimmink is ook goed te spreken over het lagere geluidsniveau, niet alleen in de cabine, maar vooral ook voor de omgeving. Het brandstofverbruik vindt Jimmink een lastig item, omdat dat prestatieafhankelijk is. De Cat is met rond de veertien liter per uur aanmerkelijk zuiniger dan zijn voorganger met koppelomvormer en schakelbak, maar volgens Jimmink moet je dat altijd in relatie zien met de hoge capaciteit.

30

GRONDIG 6 2016


Loonbedrijf R. de Bruijn, Steenbergen Ljungby heeft over Loonbedrijf R. de Bruijn in Steenbergen werkt met een Ljungby L13 op de kuil. Het bedrijf is zeer tevreden over de trekkracht van deze machine. Deze versie is uitgerust met een 202 kW (275 pk) Mercedes-motor. Door zijn hoge vermogen heeft de machine over, zodat hij niet voluit hoeft te blazen. Je kunt in de meeste omstandigheden tegen de kuilhoop op rond de 1800 motortoeren aanhouden. Er wordt meestal in de eerste versnelling gewerkt en soms bij het aanrijden op de hoop in de tweede. In nat gras is het even oppassen: niet te veel vermogen afgeven, want anders kunnen de wielen doorslippen. Bij het gebruik van de sper speelt dit minder. De Bruijn geeft aan dat de Ljungby dit voorjaar op graskuilen op een brandstofverbruik van 12,1 liter per uur zit. Er wordt wisselend ingekuild, maar daar waar mogelijk wordt hoog tegen of op de kuil gelost.

Loonbedrijf Groesbeek, Groesbeek OCE-vork geeft meerwaarde Loonbedrijf Groesbeek heeft geïnvesteerd in een OCE-vork voor zijn New Holland W170B. De vork geeft zowel in maïs als in gras voordelen, omdat je steeds vaker gras naar boven moet brengen. Volgens Groesbeek rijdt de vaste machinist met de New Holland W170B en brede OCE-vork de vracht maïs zeer snel uit elkaar en heeft hij dan nog ruim tijd om aan te rijden. Belangrijk voordeel van de vork hierbij is de breedte. Ook in het gras geeft de vork voordeel, vooral bij het omhoog werken van het gras, omdat je het gras oppakt en zo minder duwkracht nodig hebt en tegelijk meer druk op de vooras brengt. Loonbedrijf Groesbeek is erg trots op een mooi filmpje van het bedrijf op YouTube. Zie: www.youtube.com/ watch?v=W6Y9nEMjS0A. De moeite van het bekijken zeker waard. Het heet: Fastest silage ever [TIMELAPSE] J430 Folding Fork.

Loon- en Verhuurbedrijf Kempen BV, Nieuwkoop Machinist voor zeventig procent bepalend Kempen BV draait met deze Volvo L70H met kuilverdeler, voorzien van zijborden om de kanten goed op te zetten, en een grasvork om hoekpunten beter op te zetten en de kuil af te werken. De machine weegt met kuilverdeler en dubbele montering circa 16,5 ton. Volgens Kempen een perfecte combinatie om lasagnekuilen te maken in samenwerking met opraap- en silagewagens die het gras op de kuil brengen en niet ervoor. Kempen focust op de totale combinatie, waarbij de machinist die de boerentaal spreekt en weet wat een klant van hem verwacht zeventig procent van het succes bepaalt en de machine dertig procent. Dat samen met de combinatie van factoren die kwaliteit en capaciteit bepalen: is de combinatie op de kuil afgestemd op de aanvoercapaciteit, de omstandigheden bij de agrarische klant (erfindeling, breedte sleufsilo’s, kavelindeling en perceelsgrootte) en uiteraard de planning van de werkzaamheden.

GRONDIG 6 2016

31


EERSTE INDRUK NIEUWE WEYCOR AR 250E Krachtpakket met gevoel rijden

ondernemen met

vaktechniek

Atlas Weyhausen presenteerde op de Bauma de nieuwe XXL-serie wielladers, met als topmodel deze veertientons Weycor AR 250e. Wij kregen de kans om een testmachine te rijden. Het gevoel is helder: een krachtige, compacte machine waarmee je met een goed gevoel in twee voeten het verschil kunt maken in het grondverzet, de overslag en op de kuil. De toon is meteen gezet als we worden ontvangen op de fabriek van Atlas Weyhausen in het Duitse Wildeshausen. Geen gelikte ontvangst met een glamour seat en een blitse film met een goed uitziende pr-dame die niet echt van de hoed en de rand weet. Ook geen speciaal opgepoetste machine en geen afgebakende presentatie waarin we alleen mogen zien wat de fabrikant wil. We krijgen een hartelijke ontvangt zoals elke klant en beginnen zonder schroom en zonder geheimen. We gaan daarna met hoofdontwikkelaar Arthur Gabriel naar de zandput om een testmachine te proeven. Even vooraf: Atlas Weyhausen is wielladerspecialist in het compacte segment tot circa tien ton. Inspelend op de wens naar zwaardere wielladers door de dealers is al in 2006 de Weycor XXL-serie geïnitieerd. Op de Bauma werd de 13,8-tons AR 250e gepresenteerd. Daar komt nog een 12,4-tons AR 200e bij.

32

GRONDIG 6 2016

Compact Aangekomen in de zandput zie je meteen dat de machine relatief compact is gebouwd, met een brede cabine. De achterpartij heeft een wespentaille en loopt sterk af. De voorruit is heel breed, met ver doorlopend glas naar onderen en naar boven. In de cabine ervaar je een zee van ruimte. Naast de stoel met armleuningbediening is er links en rechts plek voor een (euro-)koelbox. Inderdaad bovengemiddeld goed zicht op de bak, zowel onder als geheven. De dashboardconsole is smal en het stuurwiel is met een voetpedaal in te stellen. Je kunt vrij kort achter de ‘kont’ kijken en vrij goed langs de motorkap. Dat is toch even fijner dan via een camera kijken. Die is er overigens wel. Hoofdontwikkelaar Arthur Gabriel is die middag zelf aan het testen. “Als ontwikkelaar wil ik zelf alles ervaren. Dan weet je waar je het over hebt en heb je gevoel bij de opmerkingen”,


vertelt hij. Hij verontschuldigd zich voor het prototype. De cabine zit vol met meters en niet alles is aangesloten. “In grote lijnen is dit de machine die we gaan bouwen. We zijn die nu aan het finetunen”, zegt hij. Even later gaat hij volgas de zandmuur in en laat hij gedreven zien wat de machine kan. In kracht, in uitstorthoogte, in snelheid en steil bergop met een volle driekuubs bak.

Dubbel pedaal We ervaren dat het kenmerkende van deze machine hem zit in het (voor Atlas-machinisten) bekende dubbele pedaal: het pure inchpedaal links en het gaspedaal rechts. Dit in combinatie met een Bosch-hydrostaatbak met twee groepen (014 en 0-40 km/u) en automatisch onder last overschakelend, een aparte loadsensingpomp voor het laadframe en een voor deze klasse krachtige 160 kW (216 pk) 6,1-liter-Deutzkrachtbron die klaar is voor Stage V. Je regelt het vermogen in feite met het gaspedaal. Met het inchpedaal regel je de rijsnelheid en de kracht aan de wielen. Daarmee kun je spelend met vermogen (gas) en rijkracht/snelheid zonder slip en zonder verliezen het vermogen lastafhankelijk doseren. Tegen de kuil op wat meer gas, omdat het vermogen dan aan de wielen én aan het laadframe nodig is. Bij licht werk, zoals aanrijden op de kuil, met een laag motortoerental en met het rechter inchpedaal de rijsnelheid en het koppel aan de wielen afstemmen op de ondergrond. Atlas heeft bewust geen gecombineerd inch- en rempdaal. De discussie schakelbak met koppelomvormer versus hydrostaat wil Gabriel niet eens voeren. “Dat is al een gelopen koers met de nieuwste generatie traploze hydrostaatbakken”, zegt hij. Hij denkt liever een stap verder. “Op de kuil en voor zwaar sneltransport, zoals in Scandinavië met 50 km/u over grote afstanden, zou een CVT nog mooier zijn, maar daar hangt dan ook een hoger kostenplaatje aan. Wij sluiten het voor de toekomst niet uit.” Over het kuilen is Gabriel ook helder. “Dat kan bij 1600 motortoeren, ook tegen de hoop op. De motor heeft genoeg over en het laadframe ook”, vertelt hij. Atlas geeft circa twaalf ton trekkracht aan de wielen op en circa tien ton hefkracht gestrekt. Het motortoerental is elektronisch te begrenzen of vast te leggen en eenvoudig oproepbaar op de armleuning. Ook de rijsnelheid kan worden geprogrammeerd. Ook zijn er vier prijsstrategieën. De joystick met omkeerschakeling aan de armleuning is eenvoudig en ligt lekker in de hand. We hebben ook nog even Atlas Weyhausens standaard aanwezige ‘return to dig’ uitgeprobeerd. Na het lossen alleen zakken activeren en de bak gaat automatisch naar waterpasvlakstand. Je kunt je dan concentreren op het rijden.

Klaar voor Stage V We maken even een rondje om de machine. Die beschikt over Z-kinematiek. De knikhoek is 40 graden, met een aan de onderkant goed beschermde aandrijfas. De assen hebben natte lamellenremmen en voor en achter een honderd-

De AR 250e heeft armleuningbediening met een eenvoudige rijhendel met een schakelaar voor de rijrichting. Met de draaiknop zijn rijsnelheden en toerentallen in te stellen.

Achterin ligt een Deutz-krachtbron (klaar voor Stage V) met AdBlue en roetfilter. Deze units zijn voor onder de motorkap weggewerkt om een sterk aflopende achterkant te creëren.

procent-sperdifferentieel. De motor is de nieuwe Deutz-6,1liter-Stage IV-krachtbron die al klaar is voor Stage V, dus met roetfilter en DOC-SCR-unit. “Wij hadden liever ook geen roetfilter, maar voor Stage V moet iedereen er toch aan”, zegt Gabriel. Hij geeft aan dat uit tests blijkt dat deze machine onder zware duurinzet tegen de twaalf liter per uur verbruikt. Op de kuil verwacht hij op basis van testervaringen op rond de acht liter per uur uit te kunnen komen. “Daarom zit er deze zuinige overbemeten Deutz in. Die kun je vrijwel altijd op zijn zuinigste toerental rijden, rond de 1600 toeren”, aldus de technicus. Atlas heeft de uitlaatgasbehandelingsunits net achter de cabine boven de motor geplaatst en de koelerunit boven ‘geknikt” om de aflopende achterpartij te creëren. Atlas heeft hier een krachtpatser neergezet die, als je het rijden op het dubbele voetpedaal kent, ook op de kuil een flinke partij kan meeblazen. U moet nog wel even geduld hebben. De eerste voorseriemodellen komen dit najaar. Daarna gaat het volgend jaar ‘los’. De première voor Nederland zal op de Inter-Techno-dagen in december zijn. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann

GRONDIG 6 2016

33


DEUTZ-FAHR Doorschakelen

ondernemen met

vaktechniek

Deutz-Fahr presenteert twee nieuwe series Terwijl verschillende fabrikanten als gevolg van de crisis nog maar mondjesmaat vernieuwingen presenteren, lijkt Deutz-Fahr onverminderd door te schakelen. Begin deze maand werden de nieuwe 6- en 7-serie gepresenteerd. Vol vernieuwingen en nu al gereed voor productie. Niets verminderen of uitstellen van vernieuwingen. Bij DeutzFahr gaan ze gewoon door met de uitvoering van hun tienjarenplan. Wel met stagnerende aantallen die uit de fabriek komen, maar met nog steeds prima zwarte cijfers. Dat is te danken aan investeringen die de afgelopen jaren zijn gedaan in twee sterk groeiende markten. Zowel in Turkije als in C ­ hina heeft Deutz-Fahr een sterke lokale vestiging en die zorgt ­ervoor dat het bedrijf profiteert van de groeiende markt voor de middelgrote trekkers in deze landen. Zo groeide in Turkije de afzet van trekkers tussen 2011 en 2016 van 50.000 naar 70.000. Nog een stapje groter is de groei in China, een markt die goed is voor 300.000 trekkers. Ook daar groeit het ­middensegment, waarin Deutz-Fahr een ruim aanbod heeft.

Veel varianten Het ruime aanbod is één van de kenmerken van de huidige productlijn. Het modellenaanbod gaat niet alleen van klein naar groot, maar er is ook veel variatie in uitvoering. Neem de nieuwe 6-serie. Die is nu al goed voor zes modellen, maar dan ook nog in drie uitvoeringen. De range begint bij de 6155 en loopt door tot de 6215. Allemaal zijn ze voorzien van een nieuwe Deutz-zescilindermotor met een inhoud van 6,1 liter. Die is opgebouwd met het hele scala aan voorzieningen om de uitstoot van CO2 en NOx te beperken, dus ook met uitlaatgasregeneratie, al gaat dat maar om kleine hoeveelheden. Volgens salesmanager Maarten van der Ven blijft de hoeveelheid uitlaatgas die teruggaat beperkt tot twintig ­procent. “De exacte hoeveelheid wordt continu geregeld via het motormanagement. Daarbij wordt telkens gekeken naar de optimale prestaties. Dat is ook de reden dat de hoeveelheid AdBlue die wordt gebruikt is beperkt. Deze ligt bij normaal gebruik rond de drie procent. De laatste stap in de reiniging is het dieselpartikelfilter. Dit is een roetfilter dat door de trekker automatisch wordt geregenereerd wanneer die langere tijd op hoog vermogen werkt. Haalt de trekker dit niet in het dagelijks werk, dan vindt na ongeveer 500 uur automatisch een reiniging plaats door de motor even op vol vermogen te laten draaien. De verwachting is nu dat na ongeveer 6000 uur het filter wel moet worden vervangen of gereinigd.”

Nieuwe RC-shift Achter de motor kan de klant kiezen voor drie typen versnellingsbakken. De eenvoudigste is een gewone mechanische bak, met bijna ouderwetse poken en veel mechanisch te bedienen functies. De opbouw van de bak is wel nieuw. Zat in de vorige serie nog een bak met zes versnellingen met vier powershifttrappen, nu is er een bak met vijf versnellingen en zes powershiftstappen. De veeleisende gebruiker heeft er dus zes versnellingstrappen bij gekregen. Die extra stappen worden dankbaar gebruikt in de nieuwe RC-shift-modellen. Deze trekkers hebben een gerobotiseerde versnellingsbak. Dat wil zeggen dat de computersoftware bepaalt wanneer er wordt geschakeld en naar welke groep. Met een draaiknop kan de gebruiker daarbij kiezen hoe hij wil rijden; van Eco, waarbij al bij 1400 motortoeren wordt doorgeschakeld, tot

34

GRONDIG 6 2016


De voorkant Het koelpakket is nu volledig aluminium en kan eenvoudig worden

heeft een opval­

opengeklapt om het schoon te maken. Boven het koelpakket ligt nu

lende, naar binnen

het luchtfilter.

­lopende vorm.

aan de andere kant, de stand Power, waarbij het schakelen pas bij 1800 toeren plaatsvindt. Bij het rijden in het veld merk je al snel dat het juist instellen een kwestie is van ervaring opdoen. Sta je volledig in de stand Eco, dan probeert de computer wel een stap in het opschakelen over te slaan, maar verloopt het schakelen tussen de versnellingen wat horkerig. Sta je volledig in de Power-modus, dan is het weer net omgekeerd. Dan trekt de trekker voor het gevoel te ver door, maar is het schakelen s­ oepeler doordat er veel vermogen over is om snel weer aan te g ­ rijpen. Het is dus zoeken naar een stand in het midden. De nieuwe transmissie is volgens Van der Ven vooral prettig in het transport, omdat je dan net als bij de TTV niet meer hoeft te schakelen. Bij een zware last kun je op hoog ver­ mogen opschakelen, terwijl je leeg soepeler kunt rijden. In het veld met de graankipper blijkt dat inderdaad goed te werken. In een cadans alsof je zelf schakelt door gas terug te nemen, loopt de trekker door de versnellingen.

Groot aantal keuzes Wie daar niets meer mee te maken wil hebben, kan uiteraard ook kiezen voor de TTV, die bij Deutz-Fahr al vanaf de 59 kW (80 pk) trekkers van de 5-serie beschikbaar is. Dat blijkt ook bij deze testritten weer de overtreffende trap. Of het nu gaat om grondbewerking of transport, het blijft de meest comfortabele manier van rijden. Dat is ook terug te zien in de verkoopstatistieken. Boven de 184 kW (250 pk) zijn de verkochte trekkers nagenoeg allemaal voorzien van een CVT. Rondom de achttien nieuwe basisuitvoeringen van de 6-­serie creëert Deutz-Fahr nog een groot aantal keuzes voor de klant. Dat maakt dat er volgens Van der Ven niet meer zoiets is als een basisuitvoering waarvoor je een prijs kunt opgeven. “Elke uitvoering heeft een basisuitrusting, maar als klant kun je alles afstemmen op je wensen, dus allemaal elektronisch geregelde loadsensing- ventielen of alles mechanisch of iets er tussenin, gewone halogeenlampen of alles led. Waarbij het bijvoorbeeld ook mogelijk is om een RC-shift te bestellen met mechanische ventielen. Wie dus een RC-shift wil voor

het transportwerk kan dat combineren met een summiere hydraulische uitrusting. Dat is iets wat bij andere fabrikanten vaak niet kan. Met in volledige led-uitrusting een enorme 40.000 lumen aan licht rond de trekker. Zo is het ook met de aftakas, de cabine-uitrusting enzovoort. Daarbij is een TTV standaard anders opgebouwd dan een trekker met RC-shift. Daarom kun je ook niet aangeven wat het prijsverschil is tussen de drie bakken. Het enige wat we kunnen zeggen, is dat de prijs voor de nieuwe RC tussen die van de basisvariant en de TTV in zal zitten.” Zeer opvallend is het design van de nieuwe trekker. Daarin trekt Deutz-Fahr de lijn door die al met de 9-serie is ingezet, herkenbaar aan de neus met een V-profiel en mooi in de vorm uitgesneden luchtinlaat. Het is weer een ontwerp van de Italiaanse ontwerper Giugiaro. Onder de kap ligt nu het luchtfilter, dat bij de linker voorstijl verdwenen is. Met de nieuwe 6- en 7-serie bevestigt Deutz-Fahr dat het blijft doorschakelen om zijn positie in de markt te versterken. Het zijn modellen met een eigen gezicht en met voor elk wat wils. Met zeker voor bedrijven die graag mechanisch blijven rijden en veel in het transport zitten met de RC-uitvoering een mooi alternatief voor het schakelen. In deze recessietijd in de landbouwindustrie laat de fabrikant zien dat de ontwikkelingen doorgaan en bevestigt hij zo zijn drive om zijn marktpositie te verbeteren. TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

Nieuwe motoren en cabine voor 7-serie Ten opzichte van de 6-serie zijn de vernieuwingen in de 7-serie iets minder rigoureus. Naast de vernieuwde Stage IV-motor en de nieuwe MaxiVision-cabine bestaat ook hier de mogelijkheid om de nieuwe voorasvering en fronthef te kiezen. Daarnaast zijn de mogelijkheden op het gebied van de hydrauliek vergroot. Ook is er het geheel ver­ nieuwde elektronicaplatform voor de 6- en 7-serie, met standaard voorbereiding op GPS en een nieuwe en grotere monitor. De serie bestaat voorlopig uit twee modellen van 169 en 184 kW (230 en 250 pk).

GRONDIG 6 2016

35


KRONE PRESENTEERT PREMOS Stro steeds compacter

ondernemen met

vaktechniek

Krone heeft inmiddels een naam op het gebied van stropersen. Met de HDP-persen wist de fabrikant al veel meer stro in een kubieke meter te persen. De overtreffende trap is de nieuwe Premos, die stro tot pellets perst. Hij is bedoeld om de groeiende hoeveelheid stro die over grote afstand wordt vervoerd nog economischer te kunnen transporteren. “De afgelopen jaren is sprake van een sterk stijgende behoefte aan stro; in de landbouw als strooisel in de stallen of toevoeging aan het ruwvoer vanwege de structuur, buiten de landbouw als bron voor alternatieve energie. Als gevolg van deze laatste toepassing wordt er ook steeds meer stro geoogst, vertelt Heiner Brüning van Krone. “Met de wereldwijde jaarlijkse stroproductie zou zelfs 2,5 procent van de totale energiebehoefte kunnen worden gedekt.” Als gevolg van het grote potentieel van stro constateert Brüning ook een steeds bredere markt voor stroproducten. “Naast het gewone stro van graangewassen zien we nu ook dat stro van tomaten, maïs en suikerriet in toenemende mate wordt geperst en geoogst”, vertelt hij. Alleen al in Duitsland is volgens hem nog een potentieel van 25 miljoen ton stro dat niet wordt geoogst. “Volgens onze berekeningen zou nog zeker acht tot dertien miljoen ton kunnen worden geoogst”, aldus Brüning. De situatie in andere Europese landen is volgens hem vergelijkbaar, want ook daar zou nog veel meer stro kunnen worden geoogst.

36

GRONDIG 6 2016

Eén van de redenen dat stro nog relatief weinig wordt gebruikt voor energieopwekking is volgens Brüning het relatief grote volume voor een kleine massa. De transportkosten lopen dus snel op. Voor Krone was dat één van de redenen om in 2006 de eerste HDP-grote-balenpers te presenteren. Daarmee werd het mogelijk om dertig procent meer stro in een baal te persen. Een succesproduct, want de afzet steeg de afgelopen jaren snel en inmiddels is één op de tien wereldwijd verkochte persen een Krone HDP. Met de komst van de HDP-II kreeg dit segment een nieuwe stimulans met de mogelijkheid om sneller te kunnen persen en de dichtheid met nog eens tien procent te vergroten. Vooral dankzij deze grotere dichtheid stijgt de afstand waarover het stro wordt getransporteerd; niet alleen van akkerbouw- naar veehouderijgebieden, maar ook naar verbrandingsinstallaties. Dat heeft alles te maken met de dichtheid, want ten opzichte van een gewone vierkante baal zit in een HDP-baal al dertig procent meer stro. Tegelijkertijd heeft Krone vastgesteld dat in sommige gebieden het stro in


vaste installaties tot pellets wordt geperst om het nog economischer te kunnen vervoeren en om het in te kunnen zetten in de vele pelletkachels die met name op het platteland in opkomst zijn. Daarin kunnen houtpellets worden gebruikt, maar afhankelijk van die prijs zijn ook stropellets een alternatief. Met die ontwikkeling in het achthoofd is Krone begonnen met het ontwerp van de Premos, de mobiele pelleteermachine die al op het veld het stro tot pellets kan persen. Hij is bedacht om nog een stap verder te gaan in het verdichten van het stro. In eerste instantie werd dat stro vooral als brandstof gezien, maar gaandeweg de ontwikkeling bleken er ook mogelijkheden voor bijvoorbeeld strooisel of als toevoeging aan het ruwvoer voor koeien of als afleiding in varkensstallen. De stap in verdichting die met de Premos wordt gezet, is enorm. De dichtheid gaat van 200 tot 220 kilogram per kubieke meter in de HDP naar 600 tot 700 kilogram per kubieke meter bij de Premos. Als gevolg daarvan dalen de kosten voor opslag en transport enorm. In verbrandingswaarde en inhoud per kubieke meter zijn deze pellets volledig vergelijkbaar met bijvoorbeeld houtpellets. Het zijn producten die nu ook in Nederland al worden gebruikt. Met de Premos heeft Krone een alternatief voor de huidige pelleteerinstallaties die al voor stro worden gebruikt. In de meeste gevallen gaat het om stationaire installaties. Nadeel van dit systeem is dat er veel transport nodig is en dat de capaciteit beperkt is. Volgens Krone is de afstand gemiddeld 40 kilometer vanaf de opslag en is de capaciteit maximaal twee ton per uur. Het alternatief is een min of meer mobiele installatie op een trailer. Nadeel is dat de capaciteit met één ton per uur nog lager is en dat er op het bedrijf een zware stroomaansluiting nodig is. De nu gepresenteerde Premos is ten opzichte van deze systemen een enorme vooruitgang. Met een capaciteit van vijf

ton per uur geeft deze minimaal een verdubbeling van de capaciteit. Hij heeft als voordeel dat het stro op het veld of in de opslag bij het veld kan worden verwerkt. Hoewel de machine geschikt is om op het veld stro direct te verwerken, zal het meeste stro namelijk vooral op locatie worden geperst. Omdat het aantal velddagen nu eenmaal beperkt is - Krone schat maximaal 21 tot 28 per jaar - is de pers ook voorzien van een zij-invoer voor vierkante balen. Loonwerkers met een pers kunnen dan feitelijk het hele jaar door persen. Natuurlijk kost dat de nodige energie. Met een trekker van ongeveer 294 kW (400 pk) ervoor gaat Krone uit van een brandstofverbruik van 100 liter per uur. Dat komt overeen met vier procent van de verbrandingswaarde van de vijf ton pellets die in een uur worden geproduceerd. Extra winst wordt daarna gehaald omdat de hoeveelheid transport veel minder is. Een verschil is ook dat bij de huidige stationaire installaties het stro moet worden voorverkleind, iets wat met de Premos niet nodig is. Met de Premos heeft Krone daarmee de overtreffende trap van stroverdichting bereikt. In het veld, maar wat voor de rentabiliteit veel belangrijker is: met jaarrond mogelijke inzet. Voor loonwerkers kan het een interessante machine zijn als de markt voor pellets zich blijft ontwikkelen. Dat er behoefte is aan verdere stroverwerking blijkt wel uit de belangstelling. Al bij de eerste presentatie afgelopen najaar op de Agritechnica meldden zich volgens Krone 480 belangstellenden. Als de machine praktijkrijp is, zal deze dus een vliegende start kunnen krijgen. Voor het zover is, zullen de komende jaren eerst nog tonnen stro door de pers moeten gaan, om zeker te weten dat de pers doet wat hij belooft: stro zo compact mogelijk transporteerbaar maken. TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

Werking Premos Het principe van de Premos is vrij simpel. Op een onderstel wordt een stro-invoer gemaakt die het stro naar twee persrollen brengt. Het stro komt tussen twee matrijsrollen en wordt daar in de gaten geperst. De druk hierbij loopt op tot ongeveer 2000 bar. Tijdens de eerste officiële première tijdens een persbijeenkomst in Hongarije moet de machine in lucernestro zijn kunnen laten zien. Een uitdaging, omdat luzernestro nog wat taaier is dan gewoon tarwe- of gerstestro. De eerste meters van de machine zijn tergend langzaam, omdat de machine eerst op temperatuur moet komen. Pas als de matrijsrollen een temperatuur van rond de 80 graden bereiken, gaat het stro gemakkelijker door de gaten heen. Die temperatuur krijgen ze vanzelf door de enorme druk van 2000 bar die tussen de rollen ontstaat. Het duurt echter maximaal een uur voordat de rollen geheel op temperatuur zijn.

De pellets zijn flink dikker dan bijvoorbeeld krachtvoerbrokken.

Na ongeveer twintig minuten gaat de snelheid al omhoog en begint er een mooie stroom pellets uit de pers te komen. Deze pellets worden gezeefd, waarna het restproduct terug gaat in de invoer. De pellets worden verzameld in de bunker, die ongeveer de productie van één uur kan bevatten. Dan is er ongeveer vijf ton product geperst. Voor een goede werking moet het stro tijdens het persen een maximale vochtigheid van vijftien procent hebben. Te droog is echter ook niet goed. In dat geval moet er een klein beetje water of melasse over het stro worden gesproeid om dat goed door de pers te laten gaan. Voor de aandrijving is wel een flinke trekker nodig, want 257 tot 294 kW (350 tot 400 pk) is noodzakelijk om de maximale capaciteit te halen.

Het stro wordt tussen twee matrijzen doorgeperst en via de gaten tot pellets gevormd.

GRONDIG 6 2016

37


AGRITECHNICA-NOVITEITEN IN DE PRAKTIJK Lemken steeds slimmer

ondernemen met

vaktechniek

Lemken laat graag zien dat wat het bedrijf als noviteit presenteert ook rijp is voor de praktijk. Tijdens een persbijeenkomst in Hongarije kwamen alle noviteiten van de afgelopen Agritechnica in het veld, van nieuwe zaaimachine tot slimme ploeg. Op deze pagina’s een overzicht. Opvallend is dat Lemken nog steeds volop vernieuwingen aan de ploeg blijft presenteren. Het bewijst volgens Hans Hoogland, productmanager in Nederland, dat ploegen zijn positie blijft behouden. “Ondanks alle pleidooien voor minimale grondbewerking zie je toch op allerlei plaatsen het ploegen terugkomen, omdat er problemen zijn met verdichting en ziekten en onkruid. Dan blijkt ploegen nog steeds de mooiste oplossing.” Lemken blijft om die reden ook ruim investeren in productvernieuwing bij de ploegen, net als bij bijvoorbeeld de zaaimachines, de spuiten en de andere grondbewerkingswerktuigen. De komende jaren mag vooral bij de zaaimachines en spuiten nog een groot aantal productvernieuwingen worden verwacht, kondigde topman Anthony van der Ley aan. “Het zijn de marktsegmenten waarin wij nog een relatief klein marktaandeel hebben. We zullen daar de komende jaren dus extra investeren in productvernieuwing. Als familiebedrijf blijven we namelijk geloven in investeren in innovatie om onze klanten te helpen bij een betere bedrijfsvoering.” Een belangrijke nieuwe machine waarmee Lemken de komende jaren op de markt komt, is de maïszaaimachine, met als bijzonder kenmerk het deltazaaisysteem. Ook bij de gewone zaaimachines presenteerde Lemken een opvallende vernieuwing. Niet langer is er het nokkenrad om het zaad te

Vernieuwde Solitair Met een nieuwe generatie van de Solitairzaaimachines wil Lemken ook hier een ster­ kere positie opbouwen. Een tweetal unieke kenmerken zijn de doseerunit en het rijpaden­ systeem. Dit laatste is even geniaal als simpel. Het geheim zijn verschillende verdeelschijven in de verdeelunit boven de zaaikouters. In het verdeelhuis zijn daarvoor twee verdeelschijven bevestigd. Bij het zaaien van een spuitspoor wordt daarbij hydraulisch de tweede schijf voor de verdeelopeningen gebracht. Daarbij worden niet alleen twee of vier gaten afgeslo­ ten, maar is de verdeelring zo gemaakt dat er nog steeds een gelijke verdeling van de ope­ ningen is. Dat wordt bereikt door een aantal kanalen enigszins schuin te laten lopen. De verdeling per opening blijft dus gelijk.

38

GRONDIG 6 2016

Om te voorkomen dat er bij het zaaien van een spoor extra zaad in de andere rijen komt, wordt elektronisch ook de dosering verlaagd. Dit is mogelijk dankzij het nieuwe doseersys­ teem onder de zaadtank. Niet langer maakt Lemken gebruik van een nokkenrad, maar is een geheel nieuw systeem ontwikkeld. Hierbij

valt het zaad naar beneden op een ronddraai­ ende pilon. Deze heeft in hoogte verstelbare meenemers waarmee voor elk type zaad een perfecte instelling mogelijk is. De combina­ tie van de draaisnelheid van de pilon en de uitstroomopening bepaalt de dosering. Dat maakt het mogelijk om bij het zaaien van spuitsporen de dosering te verlagen. Voor het overige is de Solitair vooral gebouwd op ba­ sis van bekende Lemken-technieken. Hij heeft ook de nodige vernieuwingen, zoals de nieuwe ventilator, die aanzienlijk stiller is geworden en veel minder olie vraagt. In het verdeelhuis heeft Lemken een dubbele ring, die hydraulisch te verstellen is. Door verde­ ling van de gaten is ook bij een rijspoor een egale verdeling te bereiken.


verdelen, maar is er een valtrechter die al roterend zorgt voor een exacte verdeling. Het systeem is geschikt voor bruine bonen tot koolzaad. Twee machines die bewijzen dat het Lemken menens is bij zijn doelstellingen. Een aantal vernieuwingen lichten we er hier uit.

Deltazaaien standaard bij Azurit Komend jaar zal de nulserie van de Lemken Azurit-maïszaaimachine met een eigen deltazaaisysteem op de markt komen. Dankzij deze nieuwe technologie krijgen de planten zeventig procent meer groeiruimte. Het nu door Lemken ontwikkelde systeem is feitelijk een vervolg op een eerder al in Nederland geprobeerd deltazaaisysteem waarbij twee rijen maïsplanten kort naast elkaar worden gezaaid. Lemken heeft dit nu opnieuw ontwikkeld door vanuit één zaaihuis twee rijen te zaaien. Hierin zit ook het grote verschil met het vroegere deltazaaien. Daarbij waren twee zaaielementen nodig. Bij het nieuwe systeem lopen de twee zaaischijven gesynchroniseerd in hetzelfde zaaihuis, maar wel precies een halve lengte achter elkaar. De planten komen daarmee precies in het ideale driehoeksverband te staan, waarbij er tussen de rijen een afstand is van 12.5 centimeter. Hierdoor neemt de afstand tussen twee planten toe van ongeveer dertien naar bijna twintig centimeter. Resultaat is dat de wortels meer ruimte hebben voor het opnemen van voedingsstoffen voor ze concurrentie krijgen van de buurplant. Proeven uit het verleden laten zien dat hiermee een kleine meeropbrengst wordt bereikt. Die ziet Lemken ook, maar de fabrikant heeft pas van twee jaar proeven en is dus voorzichtig met het geven van cijfers. Drie tot vijf procent is nu echter de tendens. De nieuwe zaaimachine is verder vooral gebouwd met bekende Lemken-techniek, zoals het dubbele schijfkouter dat voor de zaaielementen loopt voor de toediening van kunstmest. Extra voordeel is dat de kunstmest tussen de twee deltazaairijen in komt te liggen, zodat er een betere kunstmestbenutting kan ontstaan. Lemken verwacht dat dit met de huidige strengere kunstmestnormen een stimulans kan geven aan de ontwikkeling van de plant. Na het kunstmestkouter volgt een element uit de drukwalsen dat de grond weer dicht drukt en een nog vlakker zaaibed maakt. Bijkomend voordeel is dat hierdoor de zaaielementen

Vega breder Bij de spuitmachines komt Lemken steeds beter in de buurt van de wensen van de Nederlandse markt. Inmid­ dels is deze leverbaar met spuitbomen van dertig meter. Kenmerkend van de Vega is de keuze voor knikdisselbestu­ ring. Het draaipunt is daarbij net als bij een wiellader precies Door het knikpunt precies tussen twee assen te tussen de twee assen gebracht. leggen, is de spoorvolging perfect. De dissel is hydraulisch geveerd met de mogelijkheid om via de veercilinder de machine achter elke trekker pre­ cies horizontaal te zetten. Dankzij een tank met een grote inhoud onderin is deze ondanks de disselbesturing stabiel. Dankzij een slimme tankopbouw en compacte plaatsing van pompen en kleppen is de hoeveelheid restvloeistof vol­ gens Lemken altijd minimaal.

nog rustiger lopen, zeker bij de hoge snelheden van 12 tot 18 km/u die mogelijk zijn. Achter de zaaipijp is een extra aandrukrol die voorkomt dat het zaad gaat rollen en dat in de vaste grond drukt. Bijzonder is ook de mogelijkheid om in de spuitsporen de binnenste twee rijen af te sluiten. Daardoor ontstaat ruimte voor wielen van 85 centimeter. Bij het zaaien van een spuitspoor gaan de twee buitenste zaaischijven twee keer zo hard draaien, zodat er toch exact het goede aantal planten in de rij staat. Zeer herkenbaar voor Lemken-klanten zijn ook de zaadtank en de aanvoer van het zaad naar het zaaihuis. Een sensor in de kleine zaaiunit geeft een signaal naar de centrale tank zodra het niveau daalt. Een vijzel onder de voorraadtank zorgt er dan voor dat er weer een nieuwe hoeveelheid zaad naar het zaaielement gaat. Voor de aanvoer van kunstmest heeft Lemken een nieuwe fronttank ontwikkeld. Na de testen van dit voorjaar is de zaaimachine nu volgens Lemken zover uitontwikkeld dat het tijd is voor een nulserie. Deze zal komend voorjaar op de markt komen. TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

Verticale zijdruk Een probleem bij de huidige brede ploegen en trekkers op brede ban­ den is volgens Lemken het verlopen van het trekpunt. Dit ligt door de brede banden niet meer in het midden, maar naar rechts verschoven. Om dat te corrigeren, heeft Lemken nu een extra hydraulische cilinder ingebouwd tussen driepuntsbok en basisframe van de halfgedragen ploeg. Deze werkt in feite vergelijkbaar als de topdrukcilinder bij veel aanhangers. Door de cilinder uit te schuiven wordt de treklijn versteld en komt die weer midden onder de trekker te liggen. Het resultaat is min­ der scheeftrekken en daardoor een besparing op het brandstofverbruik. Dit OptiLine-systeem is vanaf dit seizoen leverbaar op de halfgedragen Diamant-wentelploegen. Verticaal werkende cilinder zorgt voor zijwaartse verstelling van de treklijn.

GRONDIG 6 2016

39


ECONOMIE Eijva gaat professioneel ­verhuren

ondernemen met

vaktechniek

Van verhuur van machines met personeel naar verhuur van losse machines lijkt een kleine stap. Toch gebeurt het in de sector nauwelijks. Eijva uit Nijkerkerveen ziet echter kansen voor de specialistische machines. Daarom is het bedrijf dit voorjaar een eigen machineverhuurtak gestart.

Alle machines in de verhuur zijn alleen met ‘A28 Rental’ bestickerd.

Hoe maak je de bijzondere machines rendabel? Een bekend probleem voor veel bedrijven. Eijva in Nijkerkerveen liep daar ook regelmatig tegenaan. Iedereen in de omgeving wist dat het bedrijf speciale houtverkleiners, zeven of trilplaten had, maar lang niet iedereen wilde die inhuren. “Het enige wat we

veel verhuurden, waren trilplaten, shovels en minigravers tot zeven ton, omdat we dat samen met de dealer deden”, vertelt Mark Eijbergen. “De rest kwam wel eens ter sprake, maar voor een rupskraan met lange giek stap je toch niet gauw naar een collega. Laat staan voor een trekker of andere machines.” Om die situatie te doorbreken, besloot Eijva een paar jaar geleden actief aan de slag te gaan met de verhuur. “We zijn toen collega’s gaan informeren dat ze de speciale machines die wij hebben kunnen huren. Voor ons een mogelijkheid om de machines rendabeler te maken en voor hen een prima tijdelijke oplossing. Iedereen loopt er namelijk tegenaan dat je wel tijdelijk werk hebt voor een machine, maar daarna moet je het vaak maar afwachten.” De afgelopen jaren merkten eigenaren Mark Eijbergen en Sander van Valkenhoef een toenemende belangstelling voor hun machines, maar gelijk ook de nodige terughoudendheid. “Huren bij collega’s doen veel loon- en grondverzetbedrijven niet graag. Als ze met eigen machines op een project draaien, willen ze liever geen machine van een collega erbij. Om dat te veranderen, is het verhuurbedrijf nu met een eigen naam als een zelfstandig onderdeel aan Eijva toegevoegd. “Alles wat we nu verhuren, valt onder de nieuwe verhuurtak A28 Rental. Dat past mooi in onze eigen structuur, waarbij alle machines in een aparte besloten vennootschap zijn ondergebracht.” In de verhuurafdeling zijn nu al een aantal specialistische machines samengebracht, zoals long-reach-kranen, zeefmachines en roterende rupsdumpers. Recent is daaraan een Bergmann-rupsdumper toegevoegd, waarmee het bedrijf al vanaf dag één volop aan het draaien is. Eijva verwacht vooral te kunnen scoren door te werken met ruime openingstijden. “Als bedrijf zijn we al gewend dat de poort van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat open is. Dat past dus prima bij verhuur, waar vaak op het laatste moment nog een beslissing wordt genomen. Daar voegen we nog onze eigen werkplaats en storingsdienst en de haal- en breng­service aan toe. Met de verhuurtak hoopt Eijva te profiteren van het toe­ nemend kostenbewustzijn in de sector. “Je merkt dat bedrijven niet meer zo gemakkelijk een machine kopen, omdat ze die vaak maar voor een paar maanden nodig hebben. Zeker bij specialistisch werk wordt daar tegenwoordig veel meer over nagedacht.” Meer informatie: www.A28rental.nl De Bergmann-rupsdumper is sinds de start van de verhuur vaak in gebruik.

40

GRONDIG 6 2016


IN KORT BESTEK

CUMELA-KOMPAS ANALYSE: DEBITEURENTERMIJN LOOPT OP Debiteurentermijn op 31 december (dgn.) 65,0 60,0

Beste Jan,

55,0

Ik heb meegedaan aan een meervoudige onderhandse aan­ besteding. In de gunningsbrief wordt aangegeven dat ik het werk niet gegund krijg en waarom. Ik lees echter niet dat mij tijd wordt gegund om bezwaar te maken. Wat kan ik doen, want ik ben het niet eens met de gunning.

50,0 45,0 40,0 35,0 30,0

Bezwaar maken bij ­onderhandse gunning

Agrarisch

Gemengd 2015

Grondverzet 2014

Cumelasector

2013

Een regelmatig terugkerend onderwerp in gesprekken met ondernemers in de cumelasector is het betalingsgedrag van klanten. De vraag is nu wat we hiervan terugzien in de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. En wat blijkt? De debiteurentermijn van cumelabedrijven is in 2015 gemiddeld met ruim vier dagen opgelopen naar gemiddeld 53 dagen. Het betekent dat gemiddeld nog € 320.000,- te vorderen is. De stijging zien we bij de grondverzetbedrijven, gemengde bedrijven en agrarische loonbedrijven. Bij de agrarische loonbedrijven is de stijging van de debiteurenstand fors. Stond er gemiddeld op 31 december 2014 nog € 142.000,- aan niet betaalde facturen open, in een jaar tijd is dit opgelopen naar ruim € 180.000,-. Een stijging van ruim 27 procent ten opzichte van 2014. Een nuancering die kan worden gemaakt, is dat de debiteurentermijn in 2014 lager lag dan in het jaar ervoor. Er zijn twee redenen te bedenken voor de opgelopen debiteurentermijn. Door ontwikkelingen in de agrarische sector, denk onder meer aan de melkprijs en het rendement in de varkenshouderij, is de ruimte bij klanten om te kunnen betalen teruggelopen. Ten tweede was het oogstseizoen 2015 laat in het jaar, waardoor ook rekeningen later zijn verstuurd. Dit heeft invloed op de debiteurentermijn op 31 december. Het gaat hier immers om een momentopname. Natuurlijk is dit een zorgelijke ontwikkeling, maar gekeken naar de andere sectoren hebben juist de agrarische loonbedrijven nog relatief weinig te klagen. In de grondverzetsector is de termijn ook verder opgelopen en bedraagt die inmiddels bijna 64 dagen. Bij deze bedrijven staat al gemiddeld € 415.000,- uit bij de klanten. Daarmee wordt zelfs de toch al lange betalingstermijn van 60 dagen die hier vaak geldt overschreden. De enorme bedragen die uitstaan, bewijzen nog eens de noodzaak om wekelijks te facturen of maandelijkse automatische incasso af te spreken en een strak debiteurenbeleid te voeren. Dit kan onder meer door regelmatig betalingsherinneringen en aanmaningen te verzenden, rentenota’s op te stellen en bij handel vooraf betaling af te spreken. Tot slot is het verstandig om voorafgaand aan het werk na te gaan wie de klant is en hoe het is gesteld met het betalingsgedrag. Voorkomen is beter dan genezen! Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallen­ vergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op telefoonnummer (033) 247 49 99) of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.

Beste aannemer, Het ARW 2012 en ook het ARW 2016 kent bij de meervoudig onderhandse procedure geen opschortende termijn (Alcatel-periode of standstill-termijn). Ik las van iemand die dat een gemiste kans vindt. Ik ben dat met hem eens. Immers, ook bij onderhandse aanbestedingen moeten inschrijvers iets kunnen doen als de opdracht ten onrechte niet aan hen wordt gegund. Overigens zien we dat er wel regelmatig een opschortende termijn wordt toegepast bij de onderhandse procedure. Dat is dan vaak een kortere termijn dan de twintig dagen zoals we die kennen van de openbare procedures. Daar is wat voor te zeggen als de onderhandse aanbesteding bewust is gekozen om zijn kortere procedure (minimaal 21 dagen). Vanuit het ARW is het dus niet verplicht om een opschortende termijn te hanteren, maar vanuit de jurisprudentie zien we wel een trend in die richting. De Bredase voorzieningenrechter oordeelde namelijk dat ook bij een meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure inschrijvers rechtsbescherming moeten genieten tegen de gunningsbeslissing. Een aanbestedende dienst dient namelijk het transparantie- en gelijkheidsbeginsel en het fair-playbeginsel (een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur) in acht te nemen. De verliezende inschrijver heeft dus de mogelijkheid zijn visie op de gunningsbeslissing door de rechter te laten beoordelen. Als die mogelijkheid om bezwaar te maken hem bij de gunning niet wordt geboden en de zaak wordt aan de rechter voorgelegd, loopt een aanbestedende dienst de kans dat hij de overeenkomst met de gegunde partij alsnog moet opzeggen en hij de echte winnaar moet contracteren. Met alle gevolgen van dien dus. Uit het vonnis lijkt wel te volgen dat als er een mate van spoed bij de uitvoering van de opdracht is, er wel direct tot definitieve gunning zou mogen worden overgegaan. Staat in de aanbestedingsdocumenten dat er geen Alcatel-termijn wordt gehanteerd, maak dan bezwaar. En in uw geval: ook al staat geen ­Alcatel-termijn in het gunningsdocument, dan geldt deze op grond van het fair-playbeginsel toch. Neem wel zo snel mogelijk contact op met een advocaat om te voorkomen dat de (niet-genoemde) Alcatel-termijn door stilzitten verloopt!

Jan van der Leij Beleidsmedewerker GWW CUMELA Nederland

GRONDIG 6 2016

41


9 SERIE. KLAAR VOOR AKTIE.

Hoe groen moet een techniek docent zijn? Kijk op onze site werkenbijwellant.nl

Duurzaam ontwikkelen doe je bij

Ter overname aangeboden:

Middelgroot loonbedrijf Meer rijcomfort Meer capaciteit. Meer DEUTZ-FAHR Met de 9-serie heeft DEUTZ-FAHR een zeer intelligente tractor ontwikkeld in het zware vermogensbereik die het zware werk aanmerkelijk verlicht en daarmee extreem versnelt. De MaxiVision II cabine biedt het hoogste werken bedieningscomfort en het beste zicht rondom. Maximale trekkracht met minimaal brandstofverbruik met de Deutz 7,8 l. 6-cilinder motor in combinatie met de efficiënte continue variabele transmissie TTV. Met 12.000 kg hefvermogen achter en 5.000 kg voor, kunt u elke denkbare werktuigcombinatie aan. Elk.....

ADV_Deutz_Serie_9_Trasporto_98x270_NL.indd 1

Zuidwest Nederland

Akkerbouw en veeteelt activiteiten

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Lucas Meertens

09/05/16 13:40


®

Bekijk het complete aanbod en bestel op www.prodina.nl

slijtdelen | hydrauliek | machines

9 SERIE. KLAAR VOOR AKTIE.

Oosterwijzend 50 | 1616 LD Hoogkarspel 0228 562982 | www.prodina.nl | info@prodina.nl

… enkel onderdeel van de 9-serie is zeer innovatief en één van de beste op de markt verkrijgbaar. Perfect afgestemd en verpakt in Giugiaro Design heeft DEUTZ-FAHR met de 9-serie 3 modellen in het topvermogen segment waarmee u eenvoudig de beste resultaten kunt bereiken. Voor meer informatie kunt u kontakt opnemen met uw DEUTZ-FAHR dealer of bezoek onze website www.deutz-fahr.com

ADV_Deutz_Serie_9_Lavoro_98x270_NL.indd 1

09/05/16 13:41


ondernemen met

cumela

CUMELARIA

MESTCOMBINATIES GEZOCHT VOOR LANGSTE RIJ TRUCKS De Femke Foundation, een ANBI-stichting die zich geheel belangeloos inzet voor kinderen met een onbekend of zeldzaam ziektebeeld, organiseert op 10 september aanstaande een wereldrecordpoging met de langste rij trucks ter wereld. De stichting streeft ernaar om minimaal 500 trucks bij elkaar te brengen op militair oefenterrein De Vlasakkers in Amersfoort. Berkhof BV zet zich ook in voor dit initiatief. Het bedrijf roept collega’s op om met zoveel mogelijk mestopleggers mee te doen om zo onze sector te promoten en een officieus record van de langste mestopleggerkolonne te realiseren. Andere trucks uit de sector zijn ook welkom. Info: www.thelargestparadeoftrucks.nl

GEWELDIGE BRUILOFT VAN MAUD EN JOHNNY VAN POL UIT MARIAHOOP Op 11 juni trad Johnny van Pol in het huwelijk met zijn Maud. De wettelijke ceremonie kon vanwege het droge weer gelukkig buiten op het terrein van het bedrijf, tussen de machines, worden gehouden. Daarna ging een stoet met onder ander een trike, trekkers, hakselaars met huifkarren et cetera op weg naar de kerk, met voorop natuurlijk Maud en Johnny op een bank die was bevestigd aan een maaidorser. Tijdens de feestavond bij Loonbedrijf John van Pol in Maria-Hoop werd een spetterend vuurwerk afgestoken, een complete verrassing voor het bruidspaar!

DEN OUDEN GROEP OPENT NIEUWE GROENLOCATIE KREEKRAK De nieuwe groenlocatie Kreekrak van de Den Ouden Groep is op donderdag 9 juni officieel geopend door Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland en voormalig CDA-leider. Daarnaast gaf de heer Philip Smits, voorzitter van de BVOR, een korte toespraak over verwaarding van organische reststromen in de circulaire economie. De nieuwe groenlocatie ligt naast de Kreekrak-sluizen in Rilland (bij Bergen op Zoom). Bedrijven kunnen op deze locatie alle vrijkomende groene reststromen aanleveren. Deze locatie heeft Den Ouden geopend om de transportafstanden te verkleinen voor de regio Zeeland. Aansluitend aan het officiële gedeelte kon het bedrijfsleven kennismaken met de verschillen producten en diensten voor de infra- en agrarische sector door middel van demonstraties en een betonexcursie.

STURRIS LOONWERK VOF IN RUURLO VIJFTIG JAAR Tweede pinksterdag is een mooie dag om het jubileum van Sturris Loonwerk in Ruurlo te vieren. Rudie Sturris kwam op zijn vijftiende jaar als knecht in dienst bij Schulenbarg. Hij vond er ook zijn levenspartner Reinie Schulenbarg. Zij namen in 1966 het loonbedrijf over. De geschiedenis herhaalde zich met Paul Arink en dochter Wilma Sturris. Naast het oorspronkelijke agrarisch loonwerk heeft het bedrijf al in een vroeg stadium zijn activiteiten uitgebreid met straatwerk, grond- en sloopwerk. Ook beschikt het over een milieustraat. Beide generaties ondernemers ontvingen uit handen van Ina Freriks de gouden onderscheidingen. Ook ontving medewerker Gerco Stokkink van Paul Arink de officiële ­zilveren speld voor zijn 25-jarig dienstverband.

44

GRONDIG 6 2016


GEKRUID BERT OUWELTJES EERVOL MET PENSIOEN Op zaterdag 7 mei vierde loon- en aannemingsbedrijf Jan Hes uit Castricum het afscheidsfeest van medewerker Bert Ouweltjes. Na een dienstverband van 45 jaar gaat hij genieten van zijn pensioen. Bert is begonnen met het werken op de trekker en kraan, toen nog zonder cabine. Het werken op projecten met de deskundigheid en het perfectionisme van Bert zorgde volgens Hes voor het ultieme resultaat. Hij heeft zijn collega’s meegenomen in zijn kennis en ervaring. Jan Hes senior mocht tijdens het afscheidsfeest de gouden speld opspelden. Het team van Jan Hes bedankte Bert voor de mooie jaren en vooral de fijne samenwerking en wenste hem heel veel geluk.

Schatkist Onderdeel van ons personeelsuitje dit jaar was een portofoondropping. Gewoon in Geldrop, om de CO2-uitstoot te verminderen. Samenwerking en communicatie waren bij deze activiteit erg belangrijk. We startten met twee groepen te voet, elk vanaf een ander punt. Elke groep kreeg de routekaart van de andere groep mee. Door middel van portofoons moesten de groepen elkaar aanwijzingen geven en de weg wijzen. Tijdens de gehele route hebben we elkaars vragen opgelost. De getallen die uit de antwoorden kwamen, werden aan het eind opgeteld en daarmee konden we het slot van de ‘schatkist’ open maken. Tenminste, dat hoopten wij. Wij hebben elkaar de route prima kunnen uitleggen, maar grappig genoeg niet door de straatnamen te noemen of “Tweede straat links” te zeggen, maar door elkaar te vertellen “Daar hebben we dit gemaaid” of ‘Daar is dat aangelegd”. De vragen beantwoorden was toch wel iets anders. Hoe leg je wat je op een foto ziet uit aan een ander? Je ziet bijvoorbeeld een paaltje bij een lantaarnpaal waarop een routenummer staat. Voor het gemak noem je dat een ANWB-paaltje ofwel een paddenstoel. Maar hoe voorkom je dat de paddenstoel die er vlak tegenover staat over het hoofd wordt gezien. Dus ja, dan krijg je een verkeerd nummer doorgegeven.

25-JARIG JUBILEUM AGRA SERVICE NABUURS Zaterdag 2 juli stond bij Agra Service Nabuurs in Overloon in het teken van het 25-jarig bedrijfsjubileum. Dit werd gevierd met een open dag op de locatie aan de Vlakdijk. Tevens werd er stilgestaan bij het 25-jarig huwelijk van Wilma en Hans Nabuurs. Onder het genot van een hapje en een drankje werden de activiteiten en de vrachtwagens van het bedrijf aan de geïnteresseerden getoond. Vanuit CUMELA werd bij deze gelegenheid stilgestaan in de vorm van een huldiging door bedrijvenadviseur Wilco Emons en het bestuur van de studieclub Cuijk en Maasduinen met de zilveren CUMELA-speld voor Wilma, Hans en bedrijfsopvolger Wouter.

Met een portofoon kan er maar één tegelijk zenden ofwel praten, dus de term ‘over’ is dan wel handig om een seintje te geven dat de ander mag praten en je moet de knop natuurlijk goed ingedrukt houden of juist niet, anders krijg je van die halve gesprekken. Een geintje uithalen is dan ook wel heel verleidelijk. Bijvoorbeeld een liedje dat je op je mobiel hoort via de portofoon ‘zenden’ en af en toe zeggen “Er zijn nog twee wachtenden voor u” en “Er is nog één wachtende voor u”. Lachen dus. En gelukkig kregen we toch de goede code van de schatkist. Die leidde naar de traditionele afsluitende barbecue, vlak bij het bedrijf. Om nog wat bij te kletsen en elkaar weer een beetje beter kennen. Voldoende voor een geslaagde dag met ook nog minder CO2-uitstoot. Super toch?

Merel van Stipdonk-van Riel Van Stipdonk Landschapsinrichting BV

GRONDIG 6 2016

45


ondernemen met

cumela

PROVINCIAAL BESTUUR: SLOT

Behalve het dagelijks bestuur kent CUMELA ook haar provinciale besturen, bestaande uit gedreven cumelaondernemers. Toch weten leden nog niet altijd de weg naar deze besturen te vinden. Vandaar deze serie. De provinciale besturen per provincie uitgelicht.

“We hebben de provinciale besturen hard nodig” Dat provinciale besturen een aanzienlijke bijdrage leveren aan de sector en aan het bestaansrecht van CUMELA Nederland lijkt na deze twaalfdelige serie geen vraag meer. Toch is het ook nuttig om de brancheorganisatie zelf aan het woord te laten. Hoe kijkt zij aan tegen regionale belangenbehartiging? Welke stappen zijn al gemaakt? Wat staat er op de planning?

Twaalf provincies, twaalf verschillende verhalen, maar ook met veel overeenkomsten. Landbouwverkeer is in elke provincie een heet hangijzer. Nog niet overal lijkt de overheid te beseffen hoeveel invloed trekkers en landbouwmachines op hun infrastructuur hebben, en andersom. Zo stond de gedeputeerde van Noord-Holland, Jaap de Bond, raar te kijken toen hij de nieuwe Claas 870 in het oude schuurtje van Loonbedrijf De West in Westbeemster zag. De hakselaar paste er maar net in. Dat landbouwmachines zo groot waren, daar had hij nog niet zo bij stilgestaan. Ook scholing is een veel besproken onderwerp in de provinciale besturen. In Groningen zijn al grote stappen gemaakt. Door samenwerking tussen verschillende cumelaondernemers en AOC Terra ontstond in deze provincie de eerste cumelaAcademie. Een verdienste van onder andere het provinciale CUMELAbestuur. Dat provinciale besturen een grote rol spelen bij de belangenbehartiging van de sector, lijdt dan ook geen twijfel. “We hebben onze provinciale besturen hard nodig”, stellen directeur belangenbehartiging Michiel Pouwels en teamleider bedrijven-

46

GRONDIG 6 2016

adviseurs Erna Berends-Dijk van CUMELA Nederland. “Zonder deze besturen vindt er geen structurele regionale belangenbehartiging plaats en dat is juist dé methodiek om zaken voor elkaar te krijgen bij de overheid”, stelt Berends-Dijk. “Zeker nu de wet- en regelgeving grotendeels vanuit Brussel ontstaat en steeds vaker op het bord van de provincie wordt neergelegd.” “Ter ondersteuning van het secretariaat in Nijkerk is het absoluut belangrijk dat we goede informatiebronnen in de regio hebben”, voegt Pouwels eraan toe. “Zodat we tijdig weten wat er speelt.”

Nieuwe weg Om een grotere betrokkenheid in de regio te realiseren, is ­CUMELA in 2014 een nieuwe weg ingeslagen. Provinciale besturen krijgen sindsdien meer ondersteuning vanuit Nijkerk. Over twee jaar wil CUMELA haar regionale belangenbehartiging in alle provincies in uitvoering hebben. Met alle bestuurders zijn vier onderwerpen gedefinieerd die in elke provincie spelen: landbouwverkeer, ruimtelijke ordening, aanbesteding en scholing. Onderwerpen op het gebied van agrarisch loonwerk,


meststoffendistributie en grondverzet en cultuurtechniek worden immers landelijk behandeld, door de sectiebesturen. Elk provinciaal bestuur richt zich dus op deze vier onderwerpen, waarbij wordt gezocht naar netwerken om bij aan te sluiten, naar andere partijen in de provincie met dezelfde belangen en naar kennisbronnen over deze onderwerpen. “We merken dat bestuurders graag willen verbeteren en onbewust al volop bezig zijn met regionale belangenbehartiging, maar soms nog koudwatervrees hebben”, zegt Berends-Dijk. “Vooral de vraag ‘hoe?’ vinden ze soms nog moeilijk te beantwoorden. Hoe krijg ik de gedeputeerde op het bedrijf? Hoe leg ik contacten met het waterschap?” In een aantal provincies, waaronder Gelderland, zijn de eerste stappen al duidelijk gemaakt. De bestuurders daar hebben allemaal een portefeuille toebedeeld gekregen en dat bevordert het enthousiasme. Gelders bestuurslid Ina Freriks zei eerder: “Sinds het bestuur met profielen en portefeuilles is gaan werken, voel ik me nuttiger. Je weet beter waar je je op moet focussen en dat geeft een meer betrokken gevoel.” Het bestuur van provincie Utrecht kijkt al verder en is al bezig om andere provinciale CUMELA-leden te benaderen, die al ergens ‘in zitten’, in het waterschap of bij de regionale afdeling van de Kamer van Koophandel bijvoorbeeld. “Zij kunnen dan zonder veel extra moeite ons helpen om de dossiers te volgen die voor onze branche van belang zijn”, zei voorzitter Jaap ­Veldhuizen. “Op die manier krijgen we meer een signalerende functie.”

Sectorprofilering Daarbij is sectorprofilering ook een belangrijk onderdeel. Veel besturen lopen aan tegen het feit dat andere partijen de loonwerksector te weinig kennen of juist in negatieve zin. Voorzitter Eric van Aken van Noord-Brabant gaf een passend voorbeeld. “De gemeenten en onze provincie kennen alleen het beeld van die giertank in het achtuurjournaal. Dat is natuurlijk totaal niet realistisch.” Ook CUMELA stelt dat daar nog een wereld te winnen valt en dat kan alleen met inzet van de besturen. “Als we ons beter laten zien en beter leren vertellen wat we doen, maken we stappen voorwaarts”, stelt Pouwels. “Veel ondernemers zijn nog te veel georiënteerd op hun materieel en minder op hun marketing.” Niet alleen wát we doen, maar vooral ook waaróm we het doen, is belangrijk. Welk effect heeft ons werk voor onze opdrachtgevers en hun achterban, stelt hij. “Als bestuurder en dus woordvoerder van de sector moet je een vertaalslag kunnen maken naar de provincie en je omgeving. Je rooit bieten, niet alleen omdat het je werk is, maar zodat we suiker in onze thee kunnen doen. We schonen sloten, zodat inwoners in een gebied droge voeten houden. Als je ons maatschappelijk belang voor je omgeving weet uit te leggen, worden we als sector meer gewaardeerd en wordt onze noodzakelijkheid duidelijk.” Zuid-Holland, het crisiscentrum van Nederland, zoals voorzitter André Baars het noemt, is een provincie waar het bestuur

ook zoekt naar oplossingen. “We zouden onze successen meer moeten vieren”, stelde hij. “Daardoor worden we zichtbaar. We mogen trots zijn op onze sector en best vaker op de voorgrond treden”, aldus Baars. Ook dat is een manier van sectorprofilering.

Betrokken Met regionale belangenbehartiging krijgt het provinciale bestuur een vernieuwde rol, die beter past in deze tijd met snellere communicatie en korte lijnen. Ondernemers zijn ook meer gewend om zelf in de bres te springen als veranderingen ook hun bedrijf raken. In zo’n geval is het als landelijke belangenbehartiger goed om regionaal beter aangesloten te zijn en om problemen te voorkomen voordat ze ontstaan. “Als een ondernemer ons bijvoorbeeld tipt over een provinciale weg die wordt afgesloten, vragen wij hem om met ons mee te gaan naar de gemeente of provincie, samen met een bestuurder of onze bedrijvenadviseur”, geeft Pouwels als voorbeeld. “Hij kent immers het probleem, hij kent de omgeving en is direct betrokken. Op die manier krijgen we ook jonge ondernemers enthousiast om zich niet alleen op het eigen bedrijf, maar ook voor de sector in te zetten. Vanuit Nijkerk kunnen we gewoonweg niet alle ontwikkelingen volgen en meteen oplossen. Daarbij moet regionale belangenbehartiging al onze leden helpen.” Het Limburgs bestuur zet zich daar al extra voor in. Door een viertal bijeenkomsten per jaar te organiseren, waaronder de algemene ledenvergadering, hoopt het bestuur op meer binding onderling. Oud-voorzitter Wiel Mestrom en zijn opvolger John Jenniskens stelden: “Tijdens de jaarvergadering stimuleren we mensen rond te gaan en niet op één plek te blijven zitten. Daardoor komen ze meer met anderen in contact. Zaken doen wordt daardoor ook weer gemakkelijker.” Overijssel heeft daarom het bestuur zo samengesteld dat er altijd ergens in de regio een aanspreekpunt is voor leden. ‘Samen kunnen we meer bereiken’ is daarbij het motto. Dat ‘samen’ is ook waar CUMELA Nederland op focust. “We willen dit samen doen. We staan naast onze leden, dus we willen de besturen helpen zich te ontwikkelen. Belangenbehartiging zit in ons DNA”, aldus Pouwels. “Het ideale plaatje is dat een bestuur als team opereert”, zegt Berends-Dijk. “Daardoor groei je als bestuurder en als ondernemer.” Pouwels ziet kansen. “Denk aan de provinciale verkiezingen. Organiseer als bestuur met ondernemers in de regio een ­ ­OMOL-dag over veiliger landbouwverkeer. Of nodig gedeputeerden en ambtenaren uit voor een kennismakingsbezoek. Maak daar het belang van de sector zichtbaar: we zijn een grote werkgever in de provincie, we zorgen voor werkgelegenheid op het platteland en onze bedrijven bieden slimme oplossingen voor bewoners en bedrijven in de regio. Nodig de pers ook uit en voor je het weet, stapt de gedeputeerde bij jouw bedrijf uit de auto. We staan aan de vooravond van hoe het zou kunnen.” TEKST: Marjolein van Woerkom FOTO: CUMELA Nederland

GRONDIG 6 2016

47


ondernemen met

cumela

CUMELA.NL

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

CONTACTDAG UTRECHT Op vrijdag 10 juni werd op het bedrijf van de familie Buijtenhuis in Nijkerk de Contactdag Utrecht georganiseerd. Onderwerp van deze avond was het veelbesproken verdwijnen van de VAR. Jacqueline Tuinenga van CUMELA Nederland gaf uitgebreid uitleg over de wet zoals die er nu ligt en wat de gevolgen zijn voor onze sector. Tijdens de jaarvergadering nam Bart Kemp van Kemp Schalkwijk plaats in het bestuur van Utrecht. Hij zal zijn kennis op het gebied van mest inbrengen. Verder werd besloten de contributie met ingang van komend jaar te verhogen naar € 20,-. De avond werd afgesloten met een heerlijke en goed verzorgde barbecue en een rondleiding over het bedrijf.

MIDDAG LANDBOUWVERKEER NOORD-BRABANT

CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN

CUMELA Nederland organiseerde in samenwerking met het team verkeer van de politie uit Vught op 23 juni een bijeenkomst bij loonbedrijf Jennissen in Den Dungen. Doel van deze bijeenkomst was om als cumelasector in gesprek te komen met politie, wegbeheerders, overheden en dergelijke over de regelgeving met betrekking tot landbouwvoertuigen. Er waren veertig aanwezigen, onder meer van het CBR, de provincie Noord-Brabant, AOC Boxtel, Stigas, de politie-opleidingen, het bestuur van CUMELA Nederland Brabant en een groot aantal geïnteresseerden van de politie. In een ontspannen sfeer werd er uitgebreid van gedachten gewisseld over alle actuele z­ aken die er in de sector spelen op het gebied van verkeer. Vanuit alle partijen werd de middag als zeer leerzaam ervaren en iets wat zeker landelijk een vervolg zou moeten krijgen.

Leden kunnen deze digitale Grondig-artikelen gratis lezen op Cumela.nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt down­ loaden en printen. • Aandeel lease groeit (deel 2) • Werknemer met privéproblemen? De invloed op de werkvloer • Work hard, play hard, rest hard • Een juiste bandenspanning levert niet alleen geld op • Herziening Aanbestedingswet. ARW 2012 en Gids Proportionaliteit ook ­aangepast

OOK OP CUMELA.NL • Presentatie ‘In de war zonder VAR?’ • CAO-LEO-lonen per 1 juli 2016 • Code 95: nog maar twee maanden voor afronden nascholing • Toelating glyfosaat verlengd, verbod op verhardingen blijft van kracht • Tervisielegging nieuwe CROW-richtlijn zorgvuldig grondroeren • Herziening Aanbestedingswet per 1 juli 2016 • Internetconsultatieronde Omgevingswet • Brief fiscus over eigenrisicodragerschap WGA

48

GRONDIG 6 2016

SUCCESSEN NAAR AANLEIDING VAN KENNISMIDDAG LANDBOUWVERKEER De kennismiddag landbouwverkeer voor wegbeheerders in de provincies Overijssel en Gelderland heeft al snel tastbaar resultaat opgeleverd. Het meest concrete succes is de brug bij Eefde. Er gaat een voorstel naar de wegbeheerder om landbouwverkeer met een gewicht van 30 of 35 ton in plaats van 25 ton toe te laten. “Andere positieve ontwikkelingen zien we in het feit dat bestuursleden worden betrokken bij de aanpassingen aan de N35”, aldus bedrijvenadviseurs Gerwin Otten en Dieuwer Heins. “Ook praten we mee in oplossingen voor het landbouwverkeer in de gemeente Enschede.” De kennismiddag werd georganiseerd door ROV Oost-Nederland, Royal ­HaskoningDHV en CUMELA Nederland. “Als er in andere provincies interesse is om eenzelfde soort dag te organiseren, ligt het draaiboek klaar”, biedt ­Marco Wigbers van ROV Oost-Nederland andere ROV’s in Nederland aan. Het Regionaal Orgaan voor de Verkeersveiligheid is regisseur, aanjager en partner in verkeersveiligheid.

VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL • Ben ik verplicht om mee te doen met SecureFeed? • Keuring, controle en onderhoud van een vloeistofdichte voorziening of vloer, hoe werkt dat? • Aansprakelijk of niet? • Tellen overuren mee voor de opbouw van het pensioen? • Een bedrijfsongeval: en wat nu?


VOORZITTER SUBSIDIE VOOR VERBETERING WATERKWALITEIT IN FLEVOLAND, ZEELAND & ZUID-HOLLAND Voor de verbetering van de waterkwaliteit en waterkwantiteit in Flevoland, Zeeland en Zuid-Holland kan subsidie worden aangevraagd. Het betreft een subsidie voor maatregelen waarbij de inzet van een cumelabedrijf vaak noodzakelijk is. Wellicht voor u een kans om met behulp van dit bericht bij een opdrachtgever aan tafel te komen. Subsidie kan worden aangevraagd voor een verminderde emissie van ­nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen richting het oppervlaktewater en voor efficiënter gebruik van middelen en maatregelen die zijn gericht op het herstel van de natuurlijke hydrologie en morfologie.

NOODWEER TIJDENS BESTUURSVERGADERING LIMBURG Op 23 juni, tijdens de bestuursvergadering van CUMELA Limburg in Geijsteren, brak het noodweer los. Het onderwerp wateroverlast in Zuidoost-Nederland was zojuist besproken. Het onweer met de enorme hagelstenen (supercellen) was zo hevig dat de vergadering werd stilgelegd. Later bleek dat de ravage enorm was. De daken waren net gatenkaas en vele dakpannen waren gesneuveld. Naast de wateroverlast in de gewassen hebben de cumelabedrijven nu ook zorgen over hun gebouwen en de situatie van hun klanten.

SPECIALE INFORMATIEBIJEENKOMST ZUIDOOST-NEDERLAND Veel vragen, bezorgdheid, maar ook een zekere nuchterheid. Dat is het beeld dat blijft hangen na de informatiebijeenkomst van 5 juli in Zuidoost-Nederland naar aanleiding van het noodweer en de wateroverlast in deze regio. Op deze avond werd de actuele stand van zaken besproken en werd er besproken welke acties de 65 aanwezige personen nog meer van hun brancheorganisatie verwachten. Tijdens de avond is informatie verstrekt over de Wet tegemoetkoming schade, de omgang met asbest in de mest in de mestkelder, werktijdverkorting, de afwikkeling van schade door de verzekering en de gevolgen voor de financiering. Op Cumela.nl is het speciale dossier ‘Noodweer Zuidoost-Nederland’ aangemaakt, waarin alle infor­ matie is gebundeld.

WERKTIJDVERKORTING MOGELIJK VOOR CUMELABEDRIJVEN Als er minder werk is, kunt u de werktijd van uw werknemers verkorten. U moet hiervoor een vergunning aanvragen bij het ministerie van Sociale ­aken en Werkgelegenheid. Werktijdverkorting kan alleen in buitengewone omstandigheden. Het ministerie heeft de regeling opengesteld voor bedrijven in de land- en tuinbouw in de provincies Noord-Brabant en Limburg. Ondervindt u dus last van de regenval, vraag dan een vergunning aan.

De grootste steen maak je zelf Onlangs was ik op een open dag bij een vuilverwerkingsbedrijf bij ons in de buurt. Ik stond met de eigenaar te praten over de marktontwikkelingen en het veranderen van de relaties met je opdrachtgever. En dan bedoel ik overheidsgerelateerde opdrachtgevers en hoofdaannemers. In dat gesprek zei ik dat er opdrachtgevers zijn die ‘zeuren’. Hij zei toen: “De grootste steen maak je zelf.” Een paar dagen later zat ik daar nog eens over na te denken en hij heeft eigenlijk wel gelijk. De opdrachtgevers verleggen vaak het risico zo veel mogelijk naar de opdrachtnemer, en wij, cumelabedrijven, nemen vaak het risico klakkeloos over, soms zonder het zelf te weten. Zo af en toen - het lijkt tegenwoordig wel meer dan vroeger - ontstaat er uit die risico’s een discussie, soms over het werk en soms over de betaling daarvan. In die discussie vind ik vaak dat wij gelijk hebben en wij proberen daar ook wel eens de opdrachtgever van te overtuigen, soms ook nog eens per e-mail. Maar of dat nou ook altijd de beste oplossing is? Ik betwijfel het. Vaak is een persoonlijk gesprek met diezelfde opdrachtgever een betere oplossing. In een gesprek kun je beter uitleggen wat je bedoelt, zonder dat het dan gelijk zwart op wit staat. In een gesprek kun je ook je emotie beter verwoorden, net als de opdrachtgever dat met zijn emoties kan. Vaak maak je dan geen steen, maar een kans. Een gesprek kost wel meer tijd, maar is veel effectiever. Hetzelfde kan ook voorkomen in een functioneringsgesprek met je medewerker. Hierin ben je ook wel eens geneigd om je medewerker te vertellen wat het beste is, volgens jou. We weten allemaal dat we het zo niet moeten doen, maar ongemerkt gebeurt het wel eens een keer. Althans, mij overkomt het wel eens dat ik een opmerking maak die ik beter niet had kunnen maken. Hiermee maak ik een steen, terwijl als je een open gesprek aangaat je samen iets kunt bereiken.

Jan Vrij Voorzitter sectie Grondverzet en cultuurtechnische werken CUMELA Nederland FOTO: Mark David

GRONDIG 6 2016

49


ondernemen met

cumela

TOOLBOX Blijf zitten! Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

50

GRONDIG 6 2016

“Zitten is het nieuwe roken�, kopten de nieuwsberichten nog niet zo lang geleden. Het is niet gezond voor een lichaam om veel uren achter elkaar te zitten. Toch is het is sommige situaties echt verstandig om juist te blijven zitten.

UIT EEN RIJDENDE TREKKER STAPPEN

VERTI-DRAIN

Als een trekker stapvoets rijdt en dat ook nog eens doet op GPS maakt het voor de trekker niet uit dat je uitstapt. Even kijken of de werkzaamheden wel goed gaan of een snelle controle of de storing echt is opgeheven. Voor jezelf is uitstappen minder verstanding. Bij het in- en uitstappen kun je struikelen of je verstappen en vervolgens door je eigen trekker worden overreden. Die kans is niet groot, maar de gevolgen zijn dat wel.

Onlangs is iemand dodelijk verongelukt doordat hij onder zijn eigen rijdende trekker terecht kwam. Wat de precieze oorzaak is geweest is, is niet bekend en wordt onderzocht door de Inspectie SZW. De betrokken werknemer was met een Verti-Drain een sportveld aan het bewerken. Bij deze werkzaamheden gebeurt het regelmatig dat de bestuurder onder het rijden uitstapt om onder meer de diepte en het aantal gaten te controleren. Daarna stapt hij weer in de


CAO & ZO Slaap lekker

rijdende trekker. Vaak gaat het goed, maar uit gesprekken weten wij dat velen die dit op dezelfde manier hebben gedaan ook wel eens net goed weg zijn gekomen. Een ander ongeval is van langer geleden. Een werknemer was op een voetbalveld bezig met een Verti-Drain. De dag ervoor had hij de machine gemaakt. Volgens hem rammelde er nog wat bij de aftakas. Hij stapte uit om te kijken en kwam daarbij onder de Verti-Drain terecht. Hij kon er net voor de pennen weer onder vandaan komen. Gelukkig was het ongeval niet dodelijk en kwam hij ervan af met een ziekenhuisopname van een week en acht weken herstel.

WAAROM UIT DE TREKKER STAPPEN? Er zijn diverse redenen om uit een stapvoets rijdende trekker te stappen. De belangrijkste daarvan is tijdwinst: even snel de werkzaamheden controleren, even snel wat afstellen enzovoort. Bovendien: je doet het al jaren en het is nog nooit fout gegaan, want het gaat toch langzaam. Het zijn begrijpelijke argumenten, maar het is de vraag of je zo’n risico moet nemen. Hoe erg is het om toch de trekker uit te stappen en rustig te controleren of alles in orde is? Er kan natuurlijk altijd iets misgaan waarop je niet had gerekend en je kunt als je bent uitgestapt niet meer bij de noodstop! Met andere woorden: geen enkel argument is goed genoeg om uit een rijdende trekker te stappen!

TIPS EN VUISTREGELS • Stap nooit uit een rijdende trekker. • Denk niet: dit doe ik al jaren zo en het is nooit mis gegaan.

Misschien heb je wel altijd wel geluk gehad. • Als je iets hoort wat niet klopt, zet dan de trekker stil. Het laten doorrijden van de trekker levert nauwelijks tijdsbesparing op en zorgt alleen maar voor meer gevaar. • Zet bij een storing de machine stil en wacht tot draaiende delen zijn uitgedraaid. • Draag je gordel bij kantel- of botsgevaar. Bij een ongeval kun je ook onder je eigen trekker terecht komen. • Zorg dat je altijd bij de noodstop kunt.

Als gevolg van de Wet werk en zekerheid moet een werkgever (meestal) een transitievergoeding betalen aan een medewerker die niet vrijwillig uit dienst gaat. Dit geldt ook als een arbeidsovereenkomst na 104 weken ziekte wordt beëindigd. Dit voelt voor veel werkgevers onrechtvaardig. Een methode om hier onderuit te komen, is het slapend houden van arbeidsovereenkomsten. Kantonrechters hebben deze constructie goedgekeurd, omdat werkgevers niet kunnen worden verplicht het dienstverband te beëindigen. Werknemers krijgen dan ook nul op het rekest bij de kantonrechter. In een recent arrest van het hof in Arnhem wordt de lijn die al is uitgezet door kantonrechters bevestigd. In de desbetreffende zaak ging het om een werknemer die na twee jaar ziekte een eindafrekening had ontvangen waarop een einddatum was vermeld. Deze einddatum stond tevens op de jaaropgave vermeld. De werknemer stelde zich daarom op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst door de werkgever was opgezegd in strijd met de daarvoor geldende regels. Hij wilde daarom een transitievergoeding en nog wat extra. De kantonrechter wees de vorderingen van de werknemer af. Hij vond dat het enkel vermelden van een einddatum op de eindafrekening niet inhoudt dat de arbeidsovereenkomst door de werkgever is opgezegd. De werknemer stelde hoger beroep in en verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een transitievergoeding. Net als de kantonrechter oordeelde ook het hof dat het enkel toezenden van een salarisstrook met daarop vermeld een ‘datum uit dienst’ niet kan worden opgevat als een opzegging van de arbeidsovereenkomst. Dat de werkgever die intentie had, is bovendien ook nergens uit gebleken. Het verzoek tot ontbinding achtte het hof daarentegen toewijsbaar nu de werknemer kennelijk niet meer voor de werkgever werkzaam wilde zijn. Gelet op het arrest van het hof en de uitspraken van kantonrechters lijken werknemersverzoeken tot ontbinding teneinde een transitievergoeding te verkrijgen weinig kans van slagen te hebben. Maar als een werknemer weg wil, kan dat.

Sander van Meer, TEKST: Corina van Zoest-Meester, adviseur arbo FOTO’S: CUMELA Communicatie

Teamleider Arbeidsmarkt

GRONDIG 6 2016

51


SLEEPSLANGBEMESTEN Eerste werkgang een uitdaging

ondernemen met

cumela

Sleepslangbemesten wordt steeds populairder, omdat deze methode grote voordelen met zich meebrengt. Er zijn echter ook nadelen. Zo moet in de eerste werkgang de bemester soms worden gelift, omdat de aanvoerslang in de weg ligt. Hierdoor voldoet het werkresultaat niet meer aan de wettelijke eisen.

Het bemesten van zowel grasland als bouwland vindt steeds meer plaats met slangaanvoer van mest. Deze methode heeft grote voordelen, omdat er minder gewicht over het perceel hoeft en de mest veelal wordt verdund, waardoor de benutting van de aanwezig stikstof stijgt. Ook de logistieke scheiding tussen werk op het perceel en de aanvoer van mest is aantrekkelijk. Het gebruik van de sleepslangmethode (ook wel navelstrengmethode genoemd) heeft echter ook nadelen. De methode is namelijk niet zo eenvoudig te gebruiken op kleinere percelen en over een al klaarliggend zaaibed of ingezaaid perceel. Een laatste nadeel is nog dat

52

GRONDIG 6 2016

tijdens het bemesten de aanvoerslang in de weg kan liggen, waardoor het lastig is om over het hele perceel het juiste (emissiearme) werkresultaat te halen. Over het werken met de slangaanvoer is onlangs gesproken met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Hierbij gaat het vooral over de eisen die aan het emissiearm aanwenden worden gesteld, waarbij uiteraard het voorgeschreven werkresultaat bepalend is. Emissiearm aanwenden houdt in dat op het gehele perceel de mest in strookjes op de bodem (op grasland op klei- en veengrond) of in sleufjes in de bodem (op grasland op zand- en lรถssgrond


Werkbezoek Haagse ambtenaren Op het punt van het emissiearm bemesten heeft enkele weken geleden ook een werkbezoek van enkele ambtenaren van het ministerie van Economische Zaken plaatsgevonden. Gastheer voor de werkbezoek was een bestuurslid van de sectie Meststof­ fendistributie, Joop van Leijsen. Eén van de onderwerpen die tijdens het werkbezoek aan de orde kwam, was het emissiearm bemesten onder moeilijke omstandigheden. Het gaat hierbij dan om situaties waarbij de bovenlaag van het perceel zo hard is dat de bemester er niet meer goed in kan snijden en situaties waar­ bij de draagkracht van de grond niet goed is, waardoor de hoge trekkracht leidt tot versmering en spoorvorming. We hebben aandacht gevraagd voor deze problematiek en be­ grip voor de gevolgen dat het bemestingsresultaat niet altijd voldoet aan het vereiste werkresultaat van de regelgeving. Afge­ sproken is om hierover in de toekomst verder door te praten en te kijken of hiervoor een oplossing kan worden gevonden. Dit betekent echter niet dat er op dit moment een gedoogsituatie is voor dergelijke situaties. U bent nog altijd degene die bepaalt of u gaat uitrijden als de omstandigheden zo zijn dat u niet aan de wettelijke eisen kunt voldoen. De NVWA zal wel optreden wan­ neer zij dit constateert.

en op bouwland) wordt gebracht. De NVWA geeft aan dat het ‘recht’ oversteken van een aanvoerslang die haaks op de rijrichting ligt wordt geaccepteerd als de rest van het perceel het juiste werkresultaat heeft. De NVWA geeft echter aan dat het liften van een deel van de bemester over de (hele of halve) lengte van het perceel tijdens de eerste werkgang niet acceptabel is als deze niet is afgesloten en de mest dus niet emissiearm wordt aangewend. Ook als de slang diagonaal over het perceel wordt gelegd ontstaat een situatie die de NVWA niet accepteert. In dit laatste geval moet immers de slang in elke werkgang worden overgestoken, waarbij de bemester over een grotere lengte gelift moet blijven.

Oplossingen gezocht Wij zijn op zoek naar eenvoudige en praktisch toepasbare methoden om de slang (ook nadat de slang gevuld en op druk is) in de bemestingsvrije zone neer te leggen. Eén bekende methode hiervoor is de Rotomax-mesthaspel van Veenhuis, die de slang steeds af- en oprolt (zie foto). In een innovatieve sector als de onze zijn er echter vast meer oplossingen bedacht of te bedenken. Graag ontvan­ gen we bericht over uw oplossing. Stuur uw reactie naar:­ hverkerk@cumela.nl.

Hierdoor is het bemestingsresultaat op een te groot deel van het perceel niet meer volgens de eisen van de regelgeving.

De uitdaging De afgelopen jaren zijn diverse bedrijven beboet op het liften van een deel van de bemester bij de eerste werkgang. Hoewel CUMELA Nederland ondernemers ondersteunt bij het verweer tegen deze boetes is het duidelijk dat de werkwijze wel moet worden aangepast. Het is dus noodzaak om te zoeken naar mogelijkheden om de slang zo dicht mogelijk tegen de rand van het perceel te leggen. Aan de rand van het perceel is er langs sloten een bemestingsvrije zone. Voor grasland is dit 25 centimeter vanaf de insteek, op bouwland is dit afhankelijk van het geteelde gewas: voor maïs is dit 50 centimeter, voor granen is dit 25 centimeter. Naar verwachting zal deze bemestingsvrije zone met ingang van 1 januari 2017 voor al deze gewassen op 50 centimeter vanaf de insteek worden vastgesteld. Dit geeft in de toekomst al meer ruimte om de slang neer te leggen. De uitdaging is dus om de slang in deze bemestingsvrije zone neer te leggen.

TEKST & FOTO’S: Hans Verkerk,

secretaris sectie meststoffendistributie

GRONDIG 6 2016

53


ondernemen met

cumela

Neem geen risico Toepasselijkheid van algemene voorwaarden Veel ondernemingen binnen de cumelasector hanteren de CUMELA-voorwaarden bij het sluiten van een overeenkomst. Uit de praktijk komt naar voren dat veel ondernemers moeilijkheden ondervinden bij het van toepassing verklaren daarvan. Dus hoe werkt dat nu eigenlijk, het van toepassing verklaren van deze voorwaarden? En hoe zorg je er voor dat die achteraf niet worden vernietigd? Onlangs bevond een cumelabedrijf zich in een vervelende voorwaardenkwestie. Het bedrijf had een mooie klus binnengehaald en dacht juist te handelen door op de factuur te vermelden dat de CUMELA-voorwaarden van toepassing waren. Op een gegeven moment ontstond er echter een serieus conflict tussen het bedrijf en de opdrachtgever. Het cumelabedrijf dacht zich in een sterke positie te bevinden en verwees naar de CUMELA-voorwaarden, want die waren op de factuur van toepassing verklaard. Daar maakte het bedrijf echter een dure fout.

Van toepassing verklaren De voornaamste reden om CUMELA-voorwaarden te hanteren, is standaardisering. Over een groot deel van de door u gewenste afspraken wilt u niet bij elke overeenkomst opnieuw (her)

Ook bij werk op afroep is het goed om een offerte op te stellen waarin wordt verwezen naar de afspraken en de CUMELAvoorwaarden.

54

GRONDIG 6 2016

onderhandelen. In algemene voorwaarden kunt u algemene zaken regelen, zoals betalingstermijnen, levertijden, garantiebepalingen en uitsluiting van aansprakelijkheid. Volgens de wet zijn deze voorwaarden van toepassing nadat uw offerte (het aanbod) - waarin wordt verwezen naar de algemene voorwaarden - door de wederpartij wordt aanvaard. Er is dus sprake van aanbod en aanvaarding van de algemene voorwaarden. Noodzakelijk is dat de offerte specifiek aangeeft dat de CUMELA-voorwaarden van toepassing zijn. Een verwijzing naar ‘de algemene voorwaarden’ is derhalve onvoldoende. Eveneens onvoldoende is een enkele toezending van deze voorwaarden zonder dat daar in de offerte al naar is verwezen. Let er dus op dat in uw offerte duidelijk wordt verwezen naar de CUMELAvoorwaarden!


Battle of forms: tegenstrijdige voorwaarden Er bestaat een goede mogelijkheid dat uw wederpartij andere voor­waarden dan de CUMELA-voorwaarden van toepassing wil laten zijn. Er is dan sprake van een zogenaamde battle of forms. Welke voorwaarden zijn in zo’n geval dan leidend? Op basis van de wet wordt in dat geval de ‘first shot rule’ gehanteerd. Deze regel houdt in dat de voorwaarden die als eerste van toepassing zijn verklaard gelden, tenzij de wederpartij in zijn reactie op het aanbod c.q. de offerte de CUMELA-voorwaarden met naam en toenaam uitdrukkelijk van de hand wijst en zijn eigen set voorwaarden van toepassing verklaart (artikel 6:225, lid 3, BW). Worden de CUMELA-voorwaarden niet van de hand gewezen, dan blijven die gewoon van toepassing.

Werk op afroep Uit de praktijk blijkt dat binnen de cumelasector veel diensten op ‘afroep’ plaatsvinden door middel van een simpel telefoontje. Vaak wordt er dan geen offerte opgesteld. Kortom, er staat simpelweg niets op papier en er is slechts sprake van een mondelinge overeenkomst. Hoewel een mondelinge overeenkomst rechtsgeldig is, is het in conflictsituaties moeilijk te bewijzen wat er binnen die overeenkomst aan werk is afgesproken en tegen welke prijzen en voorwaarden. Een duidelijke tendens is dat er steeds vaker conflicten voortkomen uit mondelinge overeenkomsten. Uw opdrachtgever wil niet betalen, u bent vervolgens niet in staat te bewijzen wat er is afgesproken en dat u het werk volgens afspraak heeft uitgevoerd en uiteindelijk staat u met lege handen. Hetzelfde geldt dan dus voor de CUMELA-voorwaarden. Kunt u bewijzen dat die van toepassing waren verklaard op de mondelinge overeenkomst? Waarschijnlijk niet. Hoe gebruikelijk het binnen de cumelasector ook mag zijn om werk op afroep te verrichten zonder dat een offerte wordt opgesteld, deze ‘werkwijze’ is in de huidige tijd allerminst aan te raden. Mijn advies zou zijn altijd een offerte op te stellen waarin wordt verwezen naar de gemaakte afspraken én de CUMELA-voorwaarden. Laat deze ondertekenen door uw opdrachtgever.

De informatieplicht Algemene voorwaarden worden dus vrij snel onderdeel van de tussen contractpartijen gesloten overeenkomst. Uw opdrachtgever heeft echter de mogelijkheid om de CUMELA-voorwaarden of een bepaling daaruit te vernietigen als hij niet de redelijke mogelijkheid heeft gehad van die voorwaarden kennis te nemen, óf wanneer een beding uit de voorwaarden onder de gegeven omstandigheden onredelijk bezwarend is (artikel 6:233 BW). In het hiernavolgende zal ik mij beperken tot de eerste mogelijkheid. In beginsel geldt dat u als gebruiker van de CUMELA-voorwaarde de wederpartij (zijnde een particulier of klein bedrijf met minder dan vijftig werknemers) de redelijke mogelijkheid moet hebben geboden van deze voorwaarden kennis te laten nemen, oftewel de informatieplicht. Aan de informatieplicht is in elk geval voldaan wanneer de CUMELA-voorwaarden vóór of tijdens het sluiten van de overeenkomst letterlijk aan de wederpartij ter hand zijn gesteld. Let op: hieraan is dus allerminst voldaan wanneer u de wederpartij een factuur stuurt waar op de achterzijde deze voorwaarden staan gedrukt! Mocht ter hand stellen echt niet mogelijk zijn, dan moet de gebruiker vóór het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij kenbaar maken waar de voorwaarden ter inzage liggen. Bovendien moet worden medegedeeld dat die op verzoek worden toegezonden.

Naar de rechter Een grote onderneming (verplichte openbaarmaking van de jaarre­ kening of meer dan vijftig werknemers) kan geen beroep doen op de vernietigingsgronden. Een grote onderneming zal zich tot een rechter moeten wenden met het verzoek een beding in de CUMELA-voor­ waarden buiten toepassing te verklaren.

Binnen de cumelasector wordt vaak herhaaldelijk (loon)werk verricht voor dezelfde opdrachtgever. In situaties waarin u met uw wederpartij regelmatig soortgelijke overeenkomsten sluit, is niet vereist dat de CUMELA-voorwaarden telkens opnieuw ter hand worden gesteld. Het is dan voldoende om deze op de te sluiten overeenkomst van toepassing te verklaren door daarnaar te verwijzen in uw offerte, zonder deze elke keer opnieuw ter hand te stellen. Om te voorkomen dat discussie ontstaat over de vraag of de voorwaarden ooit ter hand zijn gesteld of dat er al dan niet sprake is van zo’n ‘vaste relatie’ is het echter aan te raden om ook in deze gevallen uw algemene voorwaarden steeds ter hand te stellen. Het is steeds vanzelfsprekender dat overeenkomsten tot stand komen via de elektronische weg. In dat geval kan de gebruiker de CUMELA-voorwaarden via de elektronische weg aan de wederpartij sturen. Zeer van belang is hierbij dat de wederpartij de mogelijkheid heeft de voorwaarden op te slaan, zodat hij die op een later moment nogmaals kan bekijken. Tip: stuur de wederpartij een pdf-bestand van de voorwaarden als bijlage bij de offerte waarin u daarnaar verwijst.

Verwijzen naar de website? Dankzij de Europese Dienstenrichtlijn zijn de regels inzake de terhandstelling van voorwaarden met ingang van 1 januari 2012 opnieuw gewijzigd. De hoofdregel bij gebruik van voorwaarden is dat de voorwaarden voor het sluiten van de overeenkomst van toepassing moeten worden verklaard en uiterlijk bij het sluiten van de overeenkomst ter hand moeten worden gesteld. Met de inwerkingtreding van de Dienstenrichtlijn is deze laatste eis echter minder streng. Gebruikers van de CUMELA-voorwaarden mogen, in plaats van door feitelijke terhandstelling, die ter beschikking stellen door deze gemakkelijk elektronisch toegankelijk te hebben op een door de dienstverrichter medegedeeld webadres (artikel 6:230c BW). Betekent dit nu dat het voor cumelabedrijven verstandig is om voortaan de CUMELA-voorwaarden niet langer op papier of via een pdf-bestand aan de klant te versturen en slechts te verwijzen naar de website? Vanwege de relatieve onbekendheid met deze nieuwe regeling is dit (nog) niet met zekerheid te stellen. Bovendien is nog onduidelijk op welke ondernemingen deze nieuwe wetgeving nu eigenlijk toepasselijk is. Dit zal per geval moeten worden bekeken. Het wachten is op gerechtelijke uitspraken die meer duidelijkheid moeten geven omtrent de inhoudelijke werking van deze regeling. Voor nu raad ik u aan de CUMELA-voorwaarden vóór het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij te verzenden door middel van het toesturen van een pdf-bestand als bijlage bij de offerte. Vergeet in de offerte dan ook zeker niet naar de bijgevoegde voorwaarden te verwijzen. Op deze manier kunt u altijd bewijzen dát en op welk tijdstip u de CUMELAvoorwaarden aan de wederpartij heeft verzonden.

TEKST: Kim van Rouwendaal, adviseur juridische zaken FOTO: CUMELA Communicatie

GRONDIG 6 2016

55


SOCIALE ZAKEN Blijf kritisch

ondernemen met

cumela

Hoe selecteer ik een nieuwe werknemer? De Nederlandse economie groeit gestaag en dit leidt tot meer spanning op de arbeidsmarkt. Ook de bedrijven in de cumela­ sector merken dat het lastiger wordt om een geschikte ervaren werknemer te vinden. Hoe zorgt u dat u als werkgever voldoende kritisch blijft en grip houdt op het proces van werving en selectie? “Werkgever zoekt een werknemer met ruime ervaring met de mobiele kraan en het uitzetten van werk. Hij moet in het bezit zijn van een vrachtwagenrijbewijs om het eigen materieel te kunnen vervoeren. Verder moet hij het niet erg vinden om in de piektijden mee te draaien in het agrarisch loonwerk om kuilho­ pen aan te rijden. Hij schrijft geen uurtje te veel en verzorgt zijn machine optimaal. Hij belt of appt niet onder werktijd, zodat hij veilig deelneemt aan het verkeer, en ligt goed bij zijn collega’s.”

Misschien bent u al als werkgever al helemaal tevreden als een werknemer enkele van de bovengenoemde kenmerken bezit. Het draait hierbij niet alleen om vakkennis en de vaardigheden. De werkmentaliteit en persoonlijke ken­ merken van een werknemer zijn even belangrijk. Waar dient een werkgever op te letten tijdens het sollicitatiegesprek en ­welke eigenschappen zijn belangrijk bij een kandidaat. We hebben er tien op een rijtje gezet.

1. Beloftes nakomen Wat een werknemer belooft, moet hij in de eerste plaats nakomen. Een goede werknemer is dan ook gewend om de daad bij het woord te voegen. Als dat niet gebeurt, is de kans groot dat anderen hem voortdurend achter de broek moeten zitten en moeten controleren of hij zijn werk wel heeft gedaan. Deze kenmerken zijn ook zichtbaar in de selectie­ procedure. Komt de sollicitant op tijd op het gesprek en komt hij zijn afspraken na?

2. Communicatief sterk Een goede werknemer is communicatief sterk. Dit betekent niet dat hij véél het woord voert, maar de vaardigheden heeft om goed te kunnen luisteren en zowel mondeling als schriftelijk duidelijk zijn punt kan maken. Dat is belangrijk, omdat de kans op arbeidsconflicten in het bedrijf minder groot is als werknemers op de juiste manier communiceren.

3. Fijn in de omgang Simpele omgangsvormen maken een wereld van verschil. Dan gaat het om een prettige houding naar anderen, bijvoorbeeld door het groeten van collega’s en het tonen van oprechte interesse. Daarnaast laat iemand met goede omgangsvormen het niet na om mensen te bedanken waar dat op zijn plaats is. Stelt de werknemer zich netjes voor en kijkt hij de mensen aan? Geeft hij een hand bij het weggaan? ­Kleine details van een sollicitant aan het begin en aan het eind van een gesprek kunnen het verschil maken.

4. Enthousiaste houding Enthousiasme slaat makkelijk over op anderen. Een werknemer die zijn werk met bevlogenheid doet, zorgt voor een

56

GRONDIG 6 2016


Stijging van aantal vacatures Hoewel de economie herstelt, stijgt het aantal vacatures (nog) niet spectaculair. In 2016 is het verwachte aantal vacatures 866.000. In 2017 wordt gerekend op 871.000. Het aantal van 1,1 miljoen vacatures in 2007 en 2008 komt daarmee niet in zicht. De reden is dat de arbeidsmarkt sinds 2007 sterk is veranderd: de economische groei is veel lager, de pensioenleeftijd is verhoogd, mensen werken langer door en daarnaast is het aantal zzp’ers in verhouding sterk gegroeid.

positieve sfeer op de werkvloer. De kans is groot dat zijn collega’s hierdoor geïnspireerd raken. Een werknemer met een enthousiaste houding is dan ook een aanwinst voor uw bedrijf. Enthousiasme bij een sollicitant merk je doordat hij praktische voorbeelden omschrijft, waaruit blijkt dat hij het werk met passie doet. Geef de sollicitant de ruimte om voorbeelden te benoemen waar hij trots op is.

5. Samenwerking Samenwerking is de sleutel tot succes. Als een werknemer van tijd tot tijd klaarstaat om anderen te helpen, heeft u te maken met een waardevolle arbeidskracht. Hij gaat dan niet alleen voor zijn eigen succes, maar helpt daarnaast het gehele bedrijf vooruit door collega’s een helpende hand te ­bieden. Merkt u tijdens het gesprek dat het gaat om een ‘eenpitter’, bekijk dan kritisch of hij binnen uw team past.

6. Rechtdoorzee Het is niet altijd eenvoudig om te zeggen waar het op staat. Toch heeft u meer aan een werknemer die dat kan. Als belangrijke dingen namelijk niet worden uitgesproken, blijven die op de achtergrond spelen en kunnen ze uitgroeien tot grotere problemen. Goede werknemers zijn dan ook rechtdoorzee. De kunst is natuurlijk om het over te brengen ­zonder anderen te kwetsen.

7. Weet van aanpakken Voor goede resultaten moet je vaak hard werken. Dat vraagt om werknemers die weten van aanpakken. Zij starten zonder moeite aan een nieuwe taak en hoeven niet constant orders te krijgen. En in plaats van af te dwalen of stil te staan, kiezen ze ervoor om de belangrijkste zaken in een korte tijd af te vinken. Laat een sollicitant een paar dagen meedraaien om te kijken of hij inzicht heeft in het werk en voortvarend te werk gaat.

8. Ondernemende instelling Ondernemen is kansen pakken. Een goede werknemer snapt dit en voelt zich niet ongemakkelijk als hij zijn comfortzone moet verlaten. Hij heeft daarbij de ambitie om het bedrijf vooruit te helpen en is bereid om verantwoorde risico’s te nemen. Dat kan alleen met een ondernemende instelling. Merkt u dat de sollicitant meedenkt met het bedrijf en geïnteresseerd is in de toekomstplannen? Grote kans dat hij ­tijdens de werkuitvoering de signalen in de markt oppikt en die aan zijn werkgever doorspeelt.

9. Leert van fouten Elke werknemer maakt wel eens fouten. Toch wil je brokken op de werkvloer zo veel mogelijk voorkomen. Goede werknemers zoeken uit zichzelf naar de oorzaak van fouten en trekken hier lessen uit. Doordat zij leren van fouten, zijn zij in staat om uw bedrijf in kleine stapjes te verbeteren. Vraag aan de sollicitant of hij een lastige situatie heeft meegemaakt in zijn werk en hoe hij dit heeft opgelost?

10. Bestand tegen veranderingen Wanneer een bedrijf groeit, doen zich de nodige veranderingen voor. Zo is het mogelijk dat de inhoud van het werk verandert en taken en verantwoordelijkheden anders komen te liggen. Werknemers die bestand zijn tegen veranderingen, weten zich aan te passen aan deze omstandigheden. Gebruik het sollicitatiegesprek om inzicht krijgen in het arbeids­ verleden van de sollicitant. Met welke reden is hij op zoek naar een andere baan?

Twijfels? De titel van dit artikel heet niet voor niets ‘Blijf kritisch’. Bij disfunctioneren of een arbeidsconflict horen wij vaker van een ondernemer dat hij eigenlijk op voorhand wist dat de samenwerking met een werknemer zou mislukken. Niet aan beginnen dus, is het antwoord. Maar wat te doen als u voor een opdracht extra mankracht nodig heeft en de gewenste kandidaat zich niet aandient? Het werk moet gebeuren en dan kan het voorkomen dat u met een werknemer in zee gaat over wie op voorhand twijfels zijn. Neem in elk geval de tijd en de rust om een nieuwe werknemer te introduceren en het werk goed uit leggen en wees duidelijk (wat verwacht u wel en niet van de werknemer). Dit geeft partijen vertrouwen over en weer en zorgt voor een goede start. Bouw de nodige flexibiliteit in door middel van een arbeids­ overeenkomst van een half jaar of een jaar. Bij een arbeidsovereenkomst van méér dan zes maanden geldt een proeftijd en gebruik deze periode om te onderzoeken of de werknemer past binnen de bedrijfscultuur en beschikt over de juiste vaardigheden en de juiste werkmentaliteit. O ­ verigens bestaan er géén goede of slechte werknemers. Op elk potje past een dekseltje en dat is in een werkgever-werknemer­ relatie niet anders.

TEKST: Marie-José Lamers, adviseur personeelsmanagement FOTO: CUMELA Communicatie

GRONDIG 6 2016

57


ATH_Adv_Cumela-Grondig_200x270mm.indd 1

17-05-16 17:10


“Rendement verhogen?” “Mijn medewerkers doen waar ze zelf zin in hebben!”

ADVIES

in c ia li s t e n Vo o r s p e , g r o n d e n in f r a groen Voor het behalen van een hoog rendement van uw bedrijf is goed functioneren van uw organisatie van doorslaggevend belang. Naast inzicht in uw kengetallen is grip hebben op uw mensen van groot belang. De bedrijfskundig adviseurs van CUMELA Advies helpen u graag om uw rendement te verbeteren door de kosten te reduceren en uw inkomsten te verhogen. CUMELA Advies kan u ondersteunen op de onderdelen: > Kengetallenvergelijking; CUMELA Kompas Analyse (gratis voor leden) > Coaching van management voor meer grip op organisatie en medewerkers > Financiële check-up > Rendementsverbetering > Liquiditeitsbegroting analyseren > Financieringsaanvragen opstellen > Ondernemingsplannen ontwikkelen > Of volg de training: “Sturen op kengetallen” Meer informatie Zoekt u advies op maat voor een beter rendement? Bel voor een afspraak met uw bedrijvenadviseur of de CUMELA Infolijn: 033 – 247 49 99. Mailen kan ook: infolijn@cumela.nl.

Aardappeldemodag 2016 Woensdag 31 augustus PPO Westmaas

Nieuw dit jaar: • Holland Process Paviljoen • Een complete aardappelverpakkingslijn • Pendeldienst elke 3 minuten

Mediapartners

Sponsors


ondernemen met

cumela

Afwijkende ligging en toch betalen Onverwachte ondergrondse netten en aansprakelijkheid bij graafschade Bijna dagelijks worden medewerkers van CUMELA Verzekeringen geconfronteerd met schades aan kabels en leidingen of vragen daarover. Ondanks Klic-meldingen en voorsteken blijven kabels en leidingen namelijk onverwacht opduiken. Hoe zit het ook alweer met de regels en hoe voorkom je een claim?

U heeft een klus aangenomen om een sloot te verbreden en te verdiepen. Zoals u gewend bent en verplicht bent, heeft u een graafmelding gedaan. U ontvangt al snel daarna de digitale tekeningen van de netbeheerders die ter plaatse een belang hebben. In de bodem van de bestaande sloot ligt een aantal kabels en leidingen en die weet u terug te vinden. Nadat uw machinist net is begonnen met zijn graafwerkzaamheden heeft hij een kabel aan zijn bak hangen. U pakt de tekeningen erbij en daaruit blijkt dat deze kabel een meter van de sloot vandaan zou moeten liggen, waar u nog lang niet aan het werk was. Moet u de ontstane schade vergoeden? U vindt wellicht van niet, maar het antwoord op die vraag is lastiger dan in eerste instantie lijkt. Netbeheerders hebben de verantwoordelijkheid om volledige en betrouwbare informatie aan te leveren over de (horizontale) liggingsgegevens van hun kabels en leidingen op de aangegeven graaflocatie. De nauwkeurigheid is wettelijk bepaald op een marge van maximaal één meter naar beide kanten van de theoretische ligging. In beginsel moet een grondroerder kunnen vertrouwen op de juistheid van de verstrekte gegevens binnen de gegeven marge. Als het net niet op de tekening staat aangegeven of meer dan één meter van de aangegeven ligging ligt, kan de netbeheerder in beginsel schade aan zijn ondergrondse netten niet verhalen op de veroorzaker. Een schade blijft ook voor eigen rekening van de netbeheerder als de tekeningen (nog) niet zijn aangepast na het aanleggen of verleggen van een kabel of leiding. Pas als de netbeheerder kan aantonen dat de grondroerder op de hoogte was of had moeten zijn van het aanleggen of verleggen, kan dit anders komen te liggen.

Afwijkende ligging aantonen De bewijslast voor een afwijkende ligging rust op diegene die de schade heeft veroorzaakt, dus op u als grondroerder of feitelijk graver. In de praktijk is het lastig om een afwijkende ligging aan te tonen, met name als u wilt bewijzen dat de ligging van een net meer dan één meter afwijkt van de verstrekte tekeningen. Het beste is als de afwijkende ligging door de herstellend monteur wordt vermeld op zijn schadeformulier. U bent echter lang niet altijd ter plaatse als deze

60

GRONDIG 6 2016

monteur komt. Als u er wel bij bent, is het maar de vraag of de monteur u laat meewerken aan het invullen van het schadeformulier. Meestal heeft u dus geen invloed en de praktijk leert dat een afwijkende ligging lang niet altijd wordt vermeld op het schadeformulier van een netbeheerder of dat later toch discussie ontstaat. U moet dus zelf zoveel mogelijk bewijsmateriaal verzamelen, het liefst zo snel mogelijk en ter plaatse. Dat begint met het maken van foto’s, het liefst ondersteund door een vorm van (geijkte) GPS-meting. Daarnaast kunnen verklaringen van de machinist, de grondwerker en de uitvoerder dienen als bewijsmateriaal. Probeer dit zoveel mogelijk vast te leggen op het graafincidentenformulier, dat door ieder van hen kan worden ondertekend. Anders kan het later alsnog. Uiteraard zult u ook met behulp van de ontvangen Klic-tekeningen moeten aantonen wat de theoretische ligging van het beschadigde net is of dat dit niet staat aangegeven. In meerdere gevallen heeft CUMELA Verzekeringen samengewerkt met TerraCarta BV, dat met technieken als grondradar, radiodetectie en fysiek opsporen de daadwerkelijke ligging van kabels en leidingen vastlegt. De rapporten van TerraCarta BV hebben inmiddels hun waarde bewezen en worden ook door netbeheerders geaccepteerd.

Betalen of niet? Stel dat u erin bent geslaagd om de afwijkende ligging overtuigend aan te tonen en ook de netbeheerder erkent dat. Betekent dat per definitie dat een schade dan niet meer voor uw rekening komt? Dat is helaas niet het geval, zo leert de praktijk. Daar zijn een aantal redenen voor te noemen. Om te beginnen dienen uw tekeningen volledig te zijn. De aanvraag moet ten minste drie en ten hoogste twintig werkdagen voor aanvang van de graafwerkzaamheden zijn gedaan. Het aangegeven polygoon is van groot belang. U moet controleren of de ontvangen tekeningen volledig zijn en anders moet u contact opnemen met de netbeheerder. Regelmatig wordt een afwijkende ligging geclaimd, maar dan blijken deze voorbereidingen niet goed te zijn gegaan. U dient de daadwerkelijke ligging van alle op de Klic-tekeningen aangegeven kabels en leidingen vast te stellen voordat


Praktijkvoorbeeld 1 Er moest een duiker onder een weg worden verwij­ derd. Volgens de tekening lag dwars op de duiker en onder het hart van de weg een middenspan­ ningskabel. De grondroerder besloot om in de berm het uiteinde van de duiker te ondergraven. Door het ondergraven zou de duiker aan de onder­ kant ruimte krijgen en op een veilige manier kun­ nen worden weggehaald, ervan uitgaand dat de

kabel over de duiker heen zou liggen. Bij de eerste graafbewegingen werd de kabel echter al geraakt. In dit geval kon worden aangetoond dat er sprake was van een afwijkende ligging van ongeveer twee meter. Als de tekening juist was geweest, was voor een andere aanpak gekozen en was door middel van het graven van proefsleuven en voorsteken de kabel gemakkelijk gevonden. Toch kon aansprakelijkheid niet worden afgehouden.

u begint met de graafwerkzaamheden. Bovendien gaat het dan niet enkel om de netten binnen het gebied waarin wordt gegraven, maar ook om een strook van 1,50 meter buiten de uiterste insteek van dit gebied. In de praktijk komt het regelmatig voor dat het polygoon te klein is gemaakt bij de graafmelding of dat de genoemde strook niet wordt aangehouden. Dan is het dus niet mogelijk om verweer te voeren in verband met een afwijkende ligging. Als een aangegeven net niet binnen de aangegeven marges wordt gevonden, is dat geen vrijbrief om te gaan graven. Doet u dat wel, dan wordt u aansprakelijk gehouden voor de ontstane schade. In die gevallen moet u eerst buiten de marges verder zoeken. Als ook dat geen resultaat oplevert, moet u contact opnemen met de netbeheerder. De netbeheerder moet ter plaatse komen om het net op te sporen en/of aan te

De kabel lag binnen het gebied waarin moest worden gegraven en dus had deze kabel van te­ voren moeten worden opgezocht. In dat geval was de kabel niet gevonden binnen de marge van één meter. Door verder te zoeken of door de netbeheerder in te schakelen, had de schade dan kunnen worden voorkomen. Het beste had dit al in de voorbereidende fase kunnen gebeuren om tijdverlies en ergernis te voorkomen.

wijzen. In de praktijk werkt niet elke netbeheerder even goed en snel mee, om het maar voorzichtig uit te drukken, maar ook dat kan u niet vrijpleiten. Overigens kunt u niet afgaan op de mededelingen van een willekeurige medewerker van de netbeheerder. Bij de verstrekte tekeningen worden de gegevens van een contactpersoon vermeld. Met deze medewerker moet u contact opnemen en diens aanwijzingen kunt u opvolgen. Het is verstandig om hetgeen besproken is per e-mail te bevestigen aan de contactpersoon, zodat het als bewijs kan dienen. De ligging van netten kan afwijken van hetgeen te verwachten valt, zowel in hoogte als zijwaarts. Dat betekent dat u tussen de proefsleuven door moet (blijven) controleren of de ligging niet gaat afwijken door voor te (laten) steken door een grondwerker of door gebruik te maken van detectieap-

GRONDIG 6 2016

61


ondernemen met

cumela

Praktijkvoorbeeld 2 In dit geval was er sprake van een dubbele afwijkende ligging. De mantelbuis lag een behoorlijk aantal meters zijwaarts ten op­ zichte van de tekening. Waar de kabel de mantelbuis verliet, liep de kabel echter niet rechtdoor (zoals getekend stond en ook te verwachten viel), maar was wederom sprake van een afwijking van een aantal meters, waarschijnlijk als gevolg van een omleiding bij een jaren eerder uitgevoerde reparatie. De eerste afwijking werd opge­ merkt en opgespoord door het graven van proefsleuven, maar de tweede afwijking (begrijpelijkerwijs) niet meer. De schade is dan ook afgehouden.

paratuur. Wanneer u dit nalaat en op enig moment de marge van één meter buiten de theoretische ligging wordt bereikt, kunt u zich niet beroepen op de afwijkende ligging. U zult de schade moeten betalen. Ten slotte mag u niet blind afgaan op de tekening. Blijf goed om u heen kijken en gebruik uw gezond verstand. Alles wat u ziet en hoort, zult u moeten meenemen in uw afwegingen om al dan niet (verder) te graven.

Meldingsplicht Elke afwijkende ligging moet door de grondroerder onder wiens verantwoordelijkheid of leiding de graafwerkzaamheden worden verricht worden gemeld aan het Kadaster, ongeacht of er sprake is van schade of niet. In de praktijk gebeurt dit nog steeds lang niet altijd. Toch zijn er voldoende goede redenen om dit toch te doen. Zo is het melden van een afwijkende ligging een wettelijke verplichting. Agentschap Telecom kan in geval van overtreding (forse) boetes opleggen aan de grondroerder. Daarnaast kan door een melding het kaartmateriaal van de netbeheerders worden verbeterd om graafschades in de toekomst te voorkomen. Ten slotte kan uw (bewijs)positie sterker zijn als een schade is ontstaan aan kabels of leidingen. De informatie die u aanlevert aan het Ka-

Praktijkvoorbeeld 3 Tijdens graafwerkzaamheden werd een waterleiding aangetroffen op een diepte van één meter, die op geen enkele tekening stond aangegeven. De gravende partij traceerde de waterleiding door het graven van proefsleuven en door voor te ste­ ken. Toch werd de waterleiding geraakt, toen deze bij een gebouw scherp omhoog kwam en op twintig centimeter (on)diepte bleek te liggen. De netbeheerder koos er niet voor om een schuldvraagdiscussie te voeren, maar zag af van zijn schade­ claim. Lang niet alle netbeheerders nemen op deze manier hun verantwoordelijk­ heid, maar het helpt zeker om gravende partijen te motiveren om graafschade te voorkomen.

daster kan eveneens worden gebruikt om verweer te voeren tegen een schadeclaim van een netbeheerder.

En nu? Er wordt veel verwacht van de grondroerder of feitelijk graver om schade te voorkomen, zo blijkt uit de dagelijkse schadepraktijk en uit uitspraken van rechters. Mogelijk valt dit (mede) te verklaren uit het feit dat het achteraf altijd gemakkelijk praten is en er altijd wel iets kan worden gevonden wat de schadeveroorzaker anders of beter had kunnen doen. Laat dat ons er niet van weerhouden om zowel de netbeheerder te blijven aanspreken op zijn informatieplicht via het Kadaster als ons uiterste best te doen om schadeclaims in geval van een afwijkende ligging af te houden. In elk geval zult u ons daarbij aan uw kant vinden en staat het u altijd vrij om advies te vragen via de medewerkers van CUMELA.

Uitspraak van een rechter Over de verticale ligging van netten is niets vastgelegd in de Wion of enige andere wet. In een uitspraak uit 2011 heeft de Haarlemse rechtbank aangegeven dat het aan­ houden van een marge van 1,50 meter ten opzichte van de door de netbeheerder aangegeven diepteligging voldoen­ de is om aan te nemen dat de baggeraar zorgvuldig heeft gehandeld. De omstandigheden van het geval waren hier echter bepalend en bovendien zouden andere rechters een andere uitspraak kunnen doen.

TEKST & FOTO’S: Herman Arissen,

schadebehandelaar CUMELA Verzekeringen

62

GRONDIG 6 2016


W W W . L M C G E N N E P. N L

Hoogveld 3 • 6598 BL Heijen • T: 0485 - 511605

www.lmcgennep.nl

Hooi en stro persen? Kijk gelijk op nieuws bij:

www.techno-air.com

0 t C15 k B r 2 eC 6500/2 ie p e Bbod op T garant

aan

kleuren

0€

r 3 jaa

Trans-CAP

www.joskin.com Graanschuif

Groot doorkijkvenster

beschikbaar met of zonder gedwongen stuuras

Uw banner op grondig.com?

Voor meer informatie: Lisette Kerkhof T 033 - 247 49 50 | E lkerkhof@cumela.nl

tel : +32 43 77 35 45


ondernemen met

cumela

Wet op de privacy wint Ga zorgvuldig om met persoonsgegevens (deel 2) De Wet bescherming persoonsgegevens is van kracht sinds 2001. Op 10 februari 2015 heeft de Tweede Kamer de Wet meldplicht datalekken en de uitbreiding bestuurlijke boetebevoegdheid College bescherming persoonsgegevens (nu Autoriteit Persoonsgegevens) aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 mei 2015 aangenomen. In de pers is er weinig aandacht geweest voor deze wetswijziging. Als er al over werd geschreven, betrof dat alleen de meldplicht datalekken. In dit artikel leest u de antwoorden op de vier meest gestelde vragen.

1. Wat mag ik als werkgever doen met het iden­ titeitsbewijs van mijn werknemer? U bent als werkgever wettelijk verplicht om een kopie of scan van het identiteitsbewijs (geldig op de datum van indienst­ treding) van uw medewerkers op te nemen in de loonadmini­ stratie. Deze kopie moet u bewaren, ook al is het identiteits­ bewijs inmiddels niet meer geldig. U maakt een kopie of scan op het moment dat een werknemer bij u in dienst komt. Zo kunt u later aantonen dat hij zich goed heeft gelegitimeerd en dat hij legaal in Nederland is. Ook bent u verplicht de kopie voorhanden te hebben bij controles op de werkvloer, bijvoorbeeld door de Inspectie SZW of de Belastingdienst. Als u VCAgecertificeerd bent, zult u te allen tijde een geldige kopie van het identiteitsbewijs moeten kunnen tonen.

Een kopie maakt u van de bladzijden met informatie, zoals de persoonlijkheidskenmerken, handtekening, stempels en kinderen. Uit de kopie moeten de aard en het nummer van het identiteitsbewijs blijken. De kopie moet u ten minste vijf jaar bewaren na het einde van het kalenderjaar waarin de arbeidsovereenkomst is beëindigd. Verloopt het identiteitsbewijs van een werknemer terwijl hij nog bij u in dienst is, dan hoeft u niets te doen. U hoeft de werknemer niet om een nieuw geldig identiteitsbewijs te vragen en daarvan een kopie te maken (wel als u dit voor uw VCA-certificaat nodig heeft). Van werknemers van buiten de Europese Economische Regio (EER) moet u wel altijd een kopie van een geldig identiteitsbewijs in het personeelsdossier bewaren.

2. Wat mag de inlener of aannemer voor wie ik werk met een identiteitsbewijs van mijn werk­ nemer doen? Uw werknemer is in dienst van u (de uitlener of onderaannemer), maar hij werkt bij een andere werkgever (de inlener of aannemer), bijvoorbeeld als gedetacheerde (dit geldt ook voor uitzendkrachten en payrollers). Als de inlener of aan­nemer het risico van aansprakelijkheid wil beperken, moet deze bij de Belastingdienst de identiteit van de werknemer kunnen aantonen. Daarvoor moet de inlener of aannemer diens originele identiteitsbewijs controleren (zonder het te kopiëren of te scannen). Ook moet hij een aantal persoonsgegevens van zijn identiteitsbewijs overnemen, waaronder het burgerservicenummer (BSN). De inlener of aannemer voert de controle uit en neemt de gegevens over op het moment dat de werknemer de (aanneem)overeenkomst gaat uitvoeren. Hij mag géén kopie of scan van het identiteitsbewijs van uw werknemer maken.

Meer op Cumela.nl In mei verscheen het eerste artikel over de Wet op de ­privacy. Dat hebben we geüpdatet en vindt u op cumela.nl.

64

GRONDIG 6 2016


De inlener of aannemer moet daarnaast nog een aantal gegevens vastleggen: een specificatie van de gewerkte uren per werknemer, naam, adres en woonplaatsgegevens, geboortedatum, BSN, nationaliteit, soort identiteitsbewijs (inclusief nummer en geldigheidsduur) en naam, adres en woonplaatsgegevens van de onderaannemer. Indien van toepassing mag ook de aanwezigheid van een A1-verklaring, verblijfsvergunning of tewerkstellingsvergunning (inclusief nummer en geldigheidsduur) worden vastgelegd. Het overnemen van de meest relevante gegevens uit de ­originele identiteitsbewijzen volstaat. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens mag de opdrachtgever daarom geen kopie van het identiteitsbewijs vragen. Een rijbewijs kan niet worden gebruikt om de identiteit vast te stellen, omdat de nationaliteit daarop niet is vermeld. Deze gegevens moeten zijn vastgelegd op het moment dat de werknemer de aanneem­overeenkomst gaat uitvoeren, dus niet achteraf met een mandagenregister. De Belastingdienst adviseerde voorheen aan inleners en aan­ nemers om een kopie van het identiteitsbewijs van de werk­ nemer in de administratie te bewaren. Dit was voor de toepassing van de zogeheten keten- en inlenersaansprakelijkheid. Daarvoor is het kopiëren van het identiteitsbewijs echter niet noodzakelijk. Daarom mag de inlener of aannemer géén kopie of scan van het identiteitsbewijs maken. Ook mag de uitlener of onderaannemer géén kopie van het identiteitsbewijs van de werknemer aan de opdrachtgever verstrekken. Het BSN van de werknemer aan de opdrachtgever doorgeven, mag ook niet. Gaat het echter om een ingeleende werknemer van buiten de EER, dan is de uitlener of onderaannemer wél verplicht een kopie van een geldig identiteitsbewijs aan de opdrachtgever te geven.

3. Wat mag ik als inlener of aannemer doen met het identiteitsbewijs van ingeleende werknemers van buiten de EER? Huurt u als inlener of aannemer een werknemer in die niet de nationaliteit heeft van één van de landen van de EER, zoals een uitzendkracht, gedetacheerde of payroller? Dan krijgt u van de werkgever (de uitlener) een kopie of scan van het identiteitsbewijs van deze ingeleende werknemer. De uitlener is dit verplicht op grond van de Wet arbeid vreemdelingen. Vervolgens voert u de volgende stappen uit: • U stelt de identiteit van de ingeleende werknemer vast aan de hand van zijn originele identiteitsbewijs. • U vergelijkt het identiteitsbewijs met de kopie of scan die u van de uitlener ontvangt. • U neemt de kopie of scan van het identiteitsbewijs op in uw administratie. • U bewaart de kopie of scan ten minste vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de (aanneem)overeenkomst van de ingeleende werknemer is beëindigd.

4. Wat mag er met een identiteitsbewijs van een werknemer als hij op een bouwplaats komt? Wat er mag met een identiteitsbewijs, hangt af van de situatie. Komt iemand als leverancier of bezoeker op de bouwplaats of gaat hij er werken? Voor toegangscontroles en/of bezoekersregistratie kan het noodzakelijk zijn dat de beveiliger bij de ­ingang van de bouwplaats een beperkt aantal gegevens vastlegt, zoals het soort identiteitsbewijs (bijvoorbeeld paspoort of identiteitskaart) en het nummer hiervan. Komt de werknemer als leverancier? Dan kan de beveiliger ook de naam noteren van het bedrijf waarvoor hij als chauffeur werkt en het kenteken van de vrachtwagen. De beveiliger mag géén kopie of scan maken van het identiteitsbewijs als de werknemer als leverancier of bezoeker op de bouwplaats komt. Komt iemand op een bouwplaats werken, dan mag de organisatie gegevens overnemen van het identiteitsbewijs en soms een kopie of scan maken. Wat er precies mag, hangt ervan af of hij op de bouwplaats komt werken als: • werknemer (de werkgever mag een kopie maken van het identiteitsbewijs); • ingeleende werknemer of werknemer van een onderaan­ nemer (de organisatie mag het identiteitsbewijs controleren en daarvan gegevens overnemen, maar geen kopie maken); • ingeleende werknemer van buiten de EER (de opdrachtgever krijgt een kopie van het identiteitsbewijs via de uitlener); • zzp’er of freelancer (de opdrachtgever mag geen gegevens overnemen en ook geen kopie maken van het identiteits­ bewijs). Als een opdrachtgever vooraf om een identiteitsbewijs van werknemers vraagt in verband met de toegang (bijvoorbeeld op een terrein van Defensie) dient u te vragen op grond van welke wettelijke bepaling hij u dit vraagt. Alleen als er een wettelijke grondslag is, mag u een kopie en/of het BSN verstrekken.

Veelgestelde vragen Dit artikel bevat vier van de zeventien veelgestelde vragen over de Wet op de ­privacy. Het volledige artikel leest u op 29 juli in de digitale nieuwsbrief van Grondig.

TEKST: Jacqueline Tuinenga, adviseur personeelsmanagement FOTO: CUMELA Communicatie

GRONDIG 6 2016

65


ondernemen met

cumela

BEDRIJVIG Activiteitenrapport

NIEUWE LEDEN

De afgelopen periode hebben vier bedrijven zich ingeschreven als lid van CUMELA Nederland.

• Loonwerker Ton van Amerongen • Jaca Dienstverlening • Amjo VOF Agrarisch Loon- en Verhuurbedrijf • Den Boer Grondwerken

Santpoort-Zuid Almelo

• In Friesland is men in een vergevorderd stadium met betrekking tot de invulling van praktijkonderwijs voor loonwerkleerlingen.

Streefkerk Dongen

• De actie ‘Modder op de weg’ van de gemeente Oss is een mooie samenwerking met politie, ZLTO, gemeente en CUMELA Nederland. • Er is contact met AOC Boxtel voor verder overleg over loon­ werkleerlingen. • SGP en ChristenUnie Utrecht opteren voor landbouwverkeer op de provinciale weg. • West-Brabant gaat een logistiek landbouwnetwerk opzetten • Zaterdag 6 juni vond de masterclass voor jongeren plaats, met als thema ‘Ondernemen is topsport, leer omgaan met werkdruk’. Een kneiter van een thema, een topper van een gastbedrijf. Ruim 40 deelnemers waren te gast bij Jimmink Kolhorn. Marlies Kamps van Stigas gaf een praktische training in het signaleren en voorkomen van stressklachten. Gerard Jimmink inspireerde de jonge ondernemers en vertelde openhartig over zijn ondernemersloopbaan. Naast het kennisdeel werden in het informele deel veel contacten gelegd tussen jonge ondernemers. Conclusie: een masterclass is een goed concept voor jongeren om zich te laten bijspijkeren en van elkaar te leren.

De klus samen klaren

66

Tijdens één van mijn bedrijfsbezoeken van dit voorjaar vertelde de ondernemer dat hij afscheid had genomen van een moeilijke klant, want “er was niet mee te overleggen en het respect was ver te zoeken”. Vanwege het bijzonder verlopen voorjaar en de daaropvolgende pieken in de agrarische werkzaamheden was het voor heel veel cumelabedrijven een grote uitdaging om al het werk af te krijgen. Met de meeste klanten valt er dan best te overleggen over het inplannen van de werkzaamheden. Soms kan er wat worden geschoven of iets uitgesteld tot een rustiger tijdstip. Een enkele klant heeft aan ‘meedenken’ echter geen boodschap: als het niet gaat zoals de klant het wil, stapt hij wel naar een andere loonwerker. Dit levert aan de telefoon dan niet zelden een verhitte discussie op en dat leidt dus in een enkel geval in het beëindigen van de relatie. Hoe gaat u hiermee om? Geeft u deze veeleisende klanten dan uiteindelijk hun zin of houdt u voet bij stuk? U heeft immers ook een bedrijf te runnen?

de schone taak om hem toch tevreden te houden, zonder uw bedrijfsvoering in problemen te brengen. U gaat immers ook geen dingen beloven die u niet waar kunt maken! Kun je als ondernemer dit soort zaken voorkomen voordat ze zich voordoen? Het is in elk geval een herkenbaar dilemma voor veel cumelaondernemers: hoe ver ga je om de klanten hun zin te geven? En wat als ze naar een andere loonwerker overstappen? Kun je die omzet missen? Een slimme ondernemer gaat hierover met zijn veeleisende klanten in gesprek (het liefst voordat het is geëscaleerd). Ga in gesprek met uw klant. Spreek duidelijk af met elkaar hoe u omgaat met uw werkzaamheden en wat u verwacht van uw klant om de planning zo efficiënt mogelijk te maken en wat de klant van u mag verwachten. Een proactieve houding van uw kant kan vervelende situaties voorkomen als het erom spant. Uiteindelijk heeft zowel u als uw klant een gemeenschappelijk belang: de klus moet worden geklaard!

Bij dit soort uitbarstingen draait het meestal om communicatie. De klant heeft een bepaalde verwachting die niet uitkomt en hij probeert u dan te bewegen om zijn zin te krijgen. Aan u

Gerben Zijlstra, bedrijvenadviseur

GRONDIG 6 2016


BETTER VALUE. SMARTER CHOICE.

RADIAAL BANDEN VOOR MODERNE TRACTOREN

BETTER VALUE.SMARTER CHOICE. Ontworpen voor iedere denkbare toepassing, voert Alliance’s toonaangevend assortiment het veld aan op het gebied van landbouwbanden. Alliance heeft tractorbanden voor veel verschillende soorten machines. FarmPRO II- en FarmPRO 70-banden zijn premium R-1W-banden voor moderne landbouwtractoren. Ze leveren uitstekende tractie en zijn uistekend zelfreinigend zodat de productiviteit in het veld hoog is. Met de nokoverlap in de middellijn zorgen ze ervoor dat de tractor stabiel op de weg ligt en dus soepel over harde oppervlakken rijdt. Het 365 Agristar assortiment daarentegen bestaat uit banden met geringe hoogte-breedteverhouding, zowel voor de voor- als de achteras van tractoren met motoren met vele PK’s. Uitstekende tractie, zelfreiniging, grote stabiliteit en prima wegprestaties zijn de kenmerken van dit soort banden. Door de radiale tractorbanden van Alliance krijgt de slimme boer meer waar voor zijn geld.

SPROEIMACHINE / 4WD Tractor SPUITMACHINE

FarmPRO II Alliance Tire Europe BV: De Entree 59

FarmPRO 70

MFWA

OOGSTMACHINE

365

1101 BH Amsterdam Zuidoost - The Netherlands. Tel: +31 (0) 20 2184 770 • Fax: +31 (0) 20 2184 771 Contact: info.europe@atgtire.com • www.atgtire.com


CAT 926M WIELLADER

COMFORTABEL EN EFFICIËNT In de Cat 926M wiellader geniet u de hele dag van comfort. Neem plaats in de nieuwste wiellader uit de M-serie en geniet van de automatische temperatuurregeling, het lage geluidsniveau, uitstekend zicht rondom en ultralichte joystick die met u meebeweegt op een luchtgeveerde, verwarmde stoel. De grote en ruime werkomgeving van de machinist maakt dit de meest comfortabele plek op het werkterrein. ▪

EXTREEM LAAG GELUIDSNIVEAU (VOLGAS 1600 TOEREN PM)

MEER CAPACITEIT MET GEPATENTEERDE PERFORMANCE LAADBAK VOOR SNEL LADEN

HYSTATTM RIJAANDRIJVING, VOLLEDIG TRAPLOOS VARIËREN MET RIJSNELHEID

GEOPTIMALISEERDE Z-BAR (HOGE UITBREEKKRACHT EN PARALLEL LIFT)

EXCLUSIEVE RIDE CONTROL

Interesse in een demonstratie met de Cat 926M wiellader? Bel Rino Wink, 06 - 22 958 492 of mail rino.wink@pon-cat.com www.pon-cat.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.