vakblad voor specialisten in groen, grond en infra
10 - MESTVERWERKING OP KEERPUNT 28 - VOLVO WINT DUURTEST VRACHTWAGENS 32 - NIRS KOMT (MAAR IS ER NOG NIET) 42 - PLOEGER PRIMEUR 46 - EERSTE METERS VERVAET Q 616
9 2016
HYUNDAI Minigraafmachinelijn: Hyundai R16-9 Hyundai R25Z-9AK Hyundai R35Z-9 Hyundai R55-9A
1.7 ton 2.6 ton 3.5 ton 5.5 ton
€ 18.500,00 € 24.750,00 € 30.800,00 € 44.900,00
Compleet uitgevoerd met: Eurosteel hydraulische snelwissel Extra hydraulische functie Eén Eurosteel opschoonbak Vanaf R35Z-9 slangbreukbeveiliging en airco 1 jaar of 1.500 uur garantie Zeer scherpe leasetarieven
Investeer in een Hyundai en draai ook, net als inmiddels vele van uw collega’s, tegen de laagste kostprijs per uur. Vraag ook onze dealers naar de mogelijkheden
www.vanderspek.nl www.vanderspek.nl
SNELWEG NAAR SERVICE EN SUPPORT
CLAAS AXION tractoren van 215 tot 416 Pk
CLAAS JAGUAR met AUTO FILL
CLAAS CARGOS van 30 tot 50 m3 inhoud
DE PROFESSIONAL VOOR UW OOGST! Uw oogst in veilige handen met de CLAAS JAGUAR, CARGOS combiwagens en de AXION tractoren.
kampsdewild.nl
Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Grafimedia Groep BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.
REDACTIONEEL Vrachtwagens volgen U kent hem vast, die reclame over die jongens in een oude sportieve bak die worden aangehouden door oom agent. In plaats van tegenstribbelen bij het horen van de geconstateerde snelheid volgt een stellig “Echt nie!”, met daarachter trots hun hogere snelheidswaarneming. Verleden tijd, want nu heb je de navigatie, waarop je de exacte snelheid kunt aflezen. Je weet dus precies hoeveel de teller afwijkt. Verstoppen en mooie kroegpraatjes zijn er niet meer bij. Als je rondloopt op de IAA-bedrijfswagenbeurs in Hannover verbaas je je hoeveel verder deze sector is dan de landbouw- en grondverzetsector. De vergelijkingstest in dit nummer is daarvan een mooi voorbeeld. De fleetowners registreren en weten alles. Fabrikanten staan op scherp om de truck probleemloos te laten rijden. In de nu gepubliceerde test zie je dat terug. De posten voor stilstand en reparatie zijn laag. En om de brandstofkosten binnen de perken te houden, worden chauffeurs streng gebrieft. Met strenge regels ten aanzien van maximumsnelheid en inhalen. Vertaal dat eens naar onze sector. Oké, bij ons rukken voertuigvolgsystemen en telematica op, maar gebruiken we de mogelijkheden, kennen we de getallen goed? Heeft u echt zicht op alle kosten en de gedragingen van de chauffeurs en machinisten? Weet u waar uw merk staat ten opzichte van andere merken? Of verstoppen we ons achter het bekende argument dat de omstandigheden zo bepalend zijn. Natuurlijk een kraan die volop vette klei omslaat, geeft een ander prijskaartje dan één die wat poetst op lichte zandgrond. En het verbruik en de slijtage van een bietenrooier zijn in een nat jaar anders dan in dit droge najaar. Toch kunnen we leren van de vrachtwagensector. Allereerst door de mogelijkheden die er nu al zijn te gebruiken om vast te stellen hoeveel uur de machine nu werkelijk draait en hoe de machinist zijn werk doet. Gecombineerd met brandstofverbruik, onderhoud en stilstand geeft dat werkelijk zicht op de kostprijs van de machine. Nog een stap verder is als cumelabedrijven data uniform registreren en bundelen, zoals de vrachtwagensector doet. Dan kunnen we een platform ontwikkelen waar gavere en rottere appels naar voren komen. Wij voorspellen dat de verschillen veel groter zullen zijn dan in de vrachtwagensector. Zo’n platform zal ook een sterke reactie van de fabrikanten en importeurs geven, om te zorgen dat ze de volgende keer beter staan in de rangorde. De tijd van verstoppen is dan definitief voorbij. CUMELA zou daarvoor een prima platform kunnen zijn: naast Kompas-Analyse ook Machine-Analyse. Dat begint met goede cijfers om de machineprestaties te meten. Net zoals we dankzij de navigatie nu ook onze snelheid echt kunnen vergelijken en niet door afwijkende snelheidsklokjes voor de gek worden gehouden.
Kosten abonnement Nederland € 88,- per jaar / Buitenland € 121,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.
4
GRONDIG 9 2016
Maand 2014 Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke
INHOUD 6 In Actie: Seko Boomverzorging 9 Commentaar 10 Mestverwerking 12 Mestintermediairs zijn geen saneerders 16 Sterk Werk: Orgamebo
Ondernemen met
mensen 22 Profileren: Landschapsinrichting Van Stipdonk BV 26 Grondig.com 28 Praktijktest Euro 6-trucks 32 NIRS komt (maar is er nog niet) 42 Passend bij Ploeger 46 Vervaet Q616 50 Nieuwe Claas Jaguar 900 54 EfficiĂŤnt werken met MaaiApp 57 Economie 57 In kort bestek
Ondernemen met
vaktechniek 37 58 59 60 62 63 64 66 70 71 72 74
CUMELA Inspiratiedagen 2017 Cumelaria Gekruid De loonwerkleerling aan het woord Cumela.nl Voorzitter Commissie Sociale Zaken Toolbox: kolomboormachine Riscoanalyse en risicobeheersing in GWW Adviespraktijk WGA-eigenrisicodragerschap Bedrijvig
Ondernemen met
cumela
Grondig 10 ontvangt u vrijdag 16 december!
GRONDIG 9 2016
5
ondernemen met
mensen
6
GRONDIG 9 2016
BEDRIJF IN ACTIE
Zichtbaar scoren Je kunt iets uitleggen, maar er is niets beters dan het te laten zien in de praktijk. Onder dat motto organiseerde Seko Boomverzorging Raalte eind oktober een demodag met onder andere zijn nieuwe Woodcracker C350-velkop. Een ferme jongen, die bomen met een diameter tot 35 centimeter aan kan. Seko ziet naast het gecontroleerd vellen van bomen ook goede mogelijkheden voor het verwijderen van hout in heidegebieden, dus werden ook opdrachtgevers en potentiële opdrachtgevers voor dit werk uitgenodigd. Met als gevolg dat het bedrijf twee weken later vol in actie is op een circa acht hectare groot natuurgebied om voornamelijk berken en dennen te verwijderen op de stukken die weer worden teruggezet naar heide. Je ziet daar duidelijk de voordelen van deze toepassing voor dit werk. De velkop snijdt de bomen vlak boven de grond af, zodat je geen stobben overhoudt. Dat is prettig voor latere bewerkingen, zoals het uitrijden van het hout en eventueel bosfrezen. Seko geeft aan dat deze methode van werken beter bevalt dan met een harvester of de motorzaag. Dan zaag je altijd hoger af om de ketting te sparen. Dankzij de verzamelfunctie kun je flink doorwerken voordat je in porties gericht aflegt voor de uitrijwagen. Ook pakt de Woodcracker gerust kleine bosjes in één keer. Vaste machinist Binnert Heijer pakt lange bomen in twee keer, om ze meteen op lengte te hebben voor de uitrijwagen. Het hout naar de zijkant rijden doet hij niet. Dat geeft te veel bewegingen in het veld met de rupskraan en kost te veel tijd. Binnert vindt het prettig dat de velkop net uit het midden zit, zodat je beter zicht hebt op het werk zelf. Het onderhoud valt hem mee. Hooguit moet hij af en toe de bramen van het mes wegslijpen. Hij heeft de bediening voor het verzamelen met de standaard voetpedaalbediening wel omgezet naar de joysticks van de rupskraan. De achttientons Atlas kan deze klus gemakkelijk aan. Binnert geeft aan met deze combinatie ook al circa veertig centimeter dikke en 25 meter hoge populieren bij hoogspanningsleidingen succesvol gecontroleerd te hebben verwijderd. De medewerkers genieten van deze klus in de vrije natuur. Binnert werkt gestaag door en je ziet dat dit vele malen sneller gaat dan de handmatige oplossing. Kleine boompjes slaat hij over. Die pakt collega Alexander Brummer met de motorzaag. Schoon opleveren is bij Seko echt schoon. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann
GRONDIG 9 2016
7
Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als dochter van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel u werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Ons advies en onze voorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.
“Verzekeren is meer dan uitbetalen bij schade. Het begint bij risicoinschatting en schadepreventie.” Gerrit Rottiné, verzekeringsadviseur
Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade
website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60
ondernemen met
mensen
COMMENTAAR Goed bestuur! “Het is een hele opgave om in ons familiebedrijf de rollen van mijn vader en mij te scheiden. Ik als aandeelhouder én huidig bestuurder, hij als aandeelhouder, oud-bestuurder én adviseur. We verschillen regelmatig. Bovendien is hij mijn vader… We moeten van elkaar goed weten welke pet we op hebben.” Het bovenstaande schetst een probleem dat je juist bij familiebedrijven aantreft. Nu had het bedrijfskundig hbo-onderwijs jarenlang een herkenningsprobleem met familiebedrijven, omdat daar werd gedacht dat studenten voornamelijk bij multinationals aan de slag gingen. Het merendeel wordt echter klaargestoomd voor opvolging binnen een familiebedrijf. “Voor ons reden om daar steviger op in te zetten”, vertelde lector familiebedrijven Ilse Matser van het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven (LEF) en lector op Hogeschool Windesheim. Zij en haar collega Judith van Helvert waren de lectoren bij de bijeenkomst ‘Goed bestuur’ die CUMELA Nederland recent organiseerde voor ruim vijftig cumelabedrijven. “Als eigenaar en directeur zijn verenigd in één persoon is een bedrijf gemakkelijker te runnen”, vertelde Matser. “Binnen familiebedrijven zijn er echter vaak meer eigenaren. En omdat ze in- en uitstromen en het eigendom van het bedrijf niet altijd volledig bij de directie ligt, wordt het dynamischer als zaken niet goed zijn afgesproken”, aldus Matser. In de bijeenkomst in Zwolle kwamen diverse onderwerpen voorbij, ingeleid door interviews met cumelaondernemers. Vervolgens ging het over het maken van afspraken in familie-overleg of zelfs met het opstellen van een familiestatuut, maar ook over het STAK (Stichting Administratiekantoor), de raad van commissarissen en een raad van advies en de vergadering van aandeelhouders. Elk orgaan heeft immers zijn eigen functie en zijn plussen en minnen.
Michiel Pouwels Directeur belangenbehartiging CUMELA Nederland
De belangrijkste les: stel samen spelregels vast voordat je het spel gaat spelen. Begin met een goed gesprek. Samen ‘wat als’-scenario’s bedenken en hoe je dat dan opgelost wilt zien. Als individu, maar ook als familieleden. Laat alle vragen aan bod komen, bijvoorbeeld: kunnen alle familieleden toetreden? Als aandeelhouder of vanaf een bepaalde positie? En de partners? Huwelijkse voorwaarden? Moeten bestuurders worden getest op competenties? Hoe gaan we om met winst, met pensioenleeftijd, conflicten? Wat vinden wij als familie belangrijk. De bedoeling van een goed gesprek of de aanzet tot een familiestatuut is niet om meteen compleet te zijn, wel om belangrijke zaken te bespreken. Niet op alle vragen kwamen antwoorden, maar er werd veel besproken en gedeeld. Voor de meeste deelnemers smaakte het naar meer. Wilt u ook een keer deelnemen aan bijeenkomsten over dit onderwerp? Of andere onderwerpen? Mail uw reactie gerust naar mpouwels@cumela.nl.
GRONDIG 9 2016
9
HOOFDARTIKEL Keerpunt in mestmarkt
ondernemen met
mensen
Mestverwerking overstijgt overschot Mestverwerking is al tientallen jaren het toverwoord om de problemen met het mestoverschot van de Nederlandse veehouderij op te lossen. Langzaam neemt de capaciteit ook toe. Het is noodzakelijk om ook in verre markten de mest tot waarde te maken. Uit de meest recente inventarisatie blijkt dat een keerpunt in de verwerking is bereikt. De capaciteit is nu groter dan het overschot. Al jaren kent Nederland een streng mestbeleid. Het dwingt veehouders om te verantwoorden waar hun mest is gebleven. Daarvoor zijn al verschillende systemen gebruikt, van een periode met Minas tot nu een geavanceerd systeem met automatische plaatsbepaling om vast te stellen waar de mest heen gaat. Voor de binnenlandse markt zijn meststromen daarmee compleet vastgelegd en blijkt dat inmiddels op heel veel akkerbouwbedrijven mest maximaal wordt ingezet. Daarmee wordt de binnenlandse plaatsingsruimte grotendeels gevuld, natuurlijk gestimuleerd door een bijdrage voor de ontvanger van de mest. Wat niet in het binnenland kan worden geplaatst, is het zogenaamde mestoverschot. Het is de mest die via export of verwerking van de Nederlandse markt moet. In de eerste jaren dat de ruimte in Nederland door regelgeving werd beperkt, ging veel mest nog gewoon als drijfmest de grens over. Het afgelopen jaar was dat nog 13,1 miljoen kilogram fosfaat. Veelal gaat dit naar aanliggende akkerbouwgebieden in Duitsland, België en Noord-Frankrijk. Omdat vervoer van water erg duur is, ontstonden er al snel installaties om de mest in te dikken, om die zo als stapelbare en gehygiëniseerde mest te kunnen vervoeren. Daarmee werd een nieuwe markt aangeboord, want deze stapelbare mest was verder te vervoeren, omdat de kosten per kubieke meter drijfmest zo beperkt blijven. Afgelopen jaar ging zo 31,1 miljoen kilogram fosfaat de grens over.
Aanbod en vraag In die buitenlandse afzet gelden volgens Hans Verkerk, secretaris van de sectie Meststoffendistributie van CUMELA Nederland, gewoon de economische wetten van vraag en aanbod. “Maar in deze markt is het helaas omgekeerd. Doordat het aanbod de binnenlandse vraag overtreft, moeten aanbieders betalen om ervan af te komen. De prijs wordt daarbij bepaald door de laatste kilogram die moet worden geplaatst. Dat is nu de stapelbare mest die naar de regio tussen Berlijn en Dresden gaat. Daar vandaan kun je terugrekenen naar de Nederlandse aanbieder. Dus kosten transport, kosten mest verwerken en dan ophalen van de veehouder. Dat sommetje bepaalt wat de prijs per af te voeren kubieke meter mest is. Omgekeerd bepaalt dit wat de Nederlandse
10
GRONDIG 9 2016
akkerbouw toe krijgt. Dat sommetje is feitelijk nog simpeler. Bekend is wat de aanbieder van de laatste kubieke meter moet betalen, dat is dan de prijs in de markt. Van die prijs ontvangt de intermediair zijn vergoeding en wat overblijft is de bijdrage voor de akkerbouwer. Wie dichtbij woont, krijgt meer dan degene waarvoor langer moet worden gereden”, aldus Verkerk. Die hoge bijdrage is mede de reden dat de verwerkingscapaciteit stijgt. “De bijdrage die de veehouders betalen, maakt het voor ondernemers nu financieel interessant om in verwerking te investeren.”
Ongezonde situatie Hoewel de verwerkingscapaciteit groeit, blijft het een ongezonde situatie dat de mestmarkt wordt bepaald door de kosten voor het afzetten van de mest, stelt Matthé Vermeulen, mede-eigenaar van Dofco, een bedrijf dat is gespecialiseerd in de afzet van mestkorrels. “Want door de nood om mest af te zetten, wordt er veel te weinig geluisterd naar de afnemer. Feitelijk zijn de meesten alleen maar bezig om de mest kwijt te raken. Geld is dan het smeermiddel.” Vermeulen, die ook voorzitter is van het Comité van Graanhandelaren, constateert dat dit de mestmarkt enorm hindert. “Afnemers stellen nu geen enkele eis aan het product, want ze krijgen geld toe. Als het dan maar aan de normen voldoet, is het oké. Het is echter een situatie waarin het nooit lukt om de mest tot waarde te maken.” Het effect daarvan ziet hij in de afzetmarkten die hij met Dofco kan bedienen. “Wij moeten de mest al op bijna 1000 kilometer afzetten om werkelijk de prijs te kunnen krijgen die de mest waard is. Tot 100 kilometer ontvangen de afnemers namelijk geld toe bij gewone drijfmest en in de regio van 100 tot 700 kilometer geldt dat voor de bewerkte stapelbare mest. Pas na die 700 kilometer komt er een gebied waar je mest weer kunt verkopen. Daarom is het zo belangrijk dat de veehouderijsector zorgt dat er voldoende verwerking is. Als je voldoende mest tot waarde brengt, haal je de druk van de markt.”
Meer verwerking Of het lukt om de druk van de mestmarkt te halen, zal de komende jaren duidelijk worden, stelt Verkerk. “In de onlangs gehouden enquête naar de beschikbare verwerkingscapaci-
Figuur 1: Aandeel bedrijven dat een mest bewerkingsproces toepast bij operationele installaties en geplande installaties of uitbreidingen.
Mestverwerkingsinstallaties Ruim veertig procent van de installaties voor mestverwerking is eigendom van loonbedrijven en/of intermediairs. Circa een derde is in eigendom van veehouders en circa een kwart heeft een andere eigendomssituatie. Dit blijkt uit de jaarlijkse inventarisatie mestverwerkingscapaciteit, uitgevoerd door Bureau MestAfzet en het Projectbureau Lokale Mestverwerking in opdracht van CUMELA Nederland, LTO Nederland en het ministerie van Economische Zaken. De technieken die veel gebruikt worden, zijn centrifuge, hygiënisering, co- vergisting, drogen en biothermisch drogen (composteren). Bij de nog te bouwen initiatieven zien we vaak de combinatie van zeefbandpers met omgekeerde osmose, maar ook een sterke groei van hygiëniseren en drogen.
teit blijkt dat we nu al meer verwerkingscapaciteit hebben dan er aan overschotmest op de markt is. Afgelopen jaar kwamen we op een verwerkingscapaciteit van 46,6 miljoen kilogram fosfaat, inclusief de export van onbewerkte mest (zie tabel 1; red.) Dat is dus al ruim zes miljoen kilogram meer dan volgens de berekening van de commissie van deskundigen voor 2017 nodig is (zie tabel 2; red.) Al past daar wel de kanttekening bij dat een deel van deze ruimte zeker wordt ingepikt door de groei van de melkveehouderij.” Een bewijs voor zijn stelling dat er meer verwerking en export zijn dan overschot vindt hij in de recent verzamelde gegevens. Daarvoor telt hij de hoeveelheid export (verantwoord op VDM’s richting RVO), de verbranding van mest en de aanvoer van mest bij korrelfabrikanten bij elkaar op. “Het geraamde overschot is 48,6 miljoen kilogram fosfaat en dat is bijna gelijk aan de verwachte totale export van 46,6 miljoen kilogram fosfaat.” Die extra verwerking is wel nodig ook, stelt hij. “We gebruiken in de landbouw nu eenmaal ook nog fosfaat via compost en via kunstmest. Dat gaat ook nog van de binnenlandse plaatsingsruimte af. Het geeft echter wel aan dat we het overschot prima kwijt kunnen.”
Groeiende verwerking De enige onzekere factor in dit verhaal is nu nog de extra hoeveelheid mest die op de markt komt door de groei van de melkveehouderij. Omdat die in 2015 al een forse overschrijding veroorzaakte, verwacht hij niet dat deze productie nog ver zal toenemen. “Mede door de slechte melkprijs is daar nu toch een kentering in gekomen. Een geluk voor de veehouders is volgens hem de nog groeiende verwerkings-
Tabel 1. Mestverwerkingscapaciteit in 2015 in miljoen kg P2O5 (BMA, 2016). Mestverwerking
Totaal
Export bewerkte mest (inclusief verbrande kippenmest)
31,1
Export onbehandelde mest
13,1
Export champost
2,4
Totaal verwerkte mest + export onbewerkte mest (= mestverwerkingscapaciteit)
46,6
Verwachte groei in 2016
4,8
Tabel 2. Fosfaatgebruiksruimte, mestproductie, bedrijfsoverschot en verwerkingsopgave 2017 per regio. Basisvariant, dat wil zeggen mestacceptatiegraden van 100 procent in alle regio’s Onderwerp
Oost
Zuid
Overig
Nederland
Fosfaatgebruiksruimte, gecorrigeerd voor mestimport
23,5
16,2
92,8
132,4
Mestproductie, miljoen kg fosfaat*
44,0
53,0
82,5
179,5
Bedrijfsoverschot, miljoen kg fosfaat
24,3
41,3
25,2
90,9
Totale opgave mestverwerking, miljoen kg fosfaat
13,5
24,9
2,5
40,8
* De mestproductie is berekend met de WUM-excretiecijfers van 2014 omdat ten tijde van de berekeningen de WUM-excretiecijfers voor 2015 nog niet bekend waren. Uit recente CBS-cijfers blijkt dat de mestproductie in 2015 circa vijf procent hoger was dan hier aangegeven. (Bron: Advies Mestverwerkingspercentages 2017, Commissie Deskundigen Meststoffenwet)
GRONDIG 9 2016
11
ondernemen met
mensen
Spreiding over het land Circa twee derde van de respondenten op de inventarisatie naar de mestverwerkingscapaciteit heeft een operationele mestverwerkingsinstallatie. Bijna 95 procent van de installaties is een vaste installatie. Van de geïnventariseerde mestverwerkingscapaciteit bevindt circa 50 procent zich in het gebied Overig, 45 procent in concentratiegebied Zuid en vijf procent in concentratiegebied Oost. In figuur 2 is de regionale spreiding weergegeven.
capaciteit. “Alleen al voor dit jaar groeit de verwerkingscapaciteit volgens de recente inventarisatie met 4,8 miljoen kilogram fosfaat. En ook voor de jaren daarna staan er in elk geval bij onze leden initiatieven op stapel.” Verkerk is daarmee optimistisch over de omslag die in de markt aanstaande is. “Gezien de derogatieproblematiek is te verwachten dat de veestapel niet verder groeit. Dat betekent dat we nu in een situatie zijn dat we meer mest kunnen verwerken dan er overschotmest is. Daarmee komt de Nederlandse veehouderij nu in een situatie dat alle mest te plaatsen is.” Gunstig voor de veehouderij is ook de groei van de verwerking van mest richting hoogwaardige producten. Dit jaar nam de productie van gecomposteerde mest en mestkorrels al toe met respectievelijk 1,1 en 1,2 miljoen kilogram. Komend jaar verwachten nieuwe initiatieven en uitbreidingen van bestaande verwerkers een toename van respectievelijk 5,5 en 9,3 miljoen kilogram fosfaat toenemen. Opvallend is dat deze verwerking vooral plaatsvindt op gespecialiseerde bedrijven die al ingedikte of gedroogde mest als grondstof gebruiken.
Gebruik promoten Het is een trend die kan helpen om meer mest in landen als Polen en Hongarije af te zetten, stelt Vermeulen. “Daar zijn akkerbouw- en tuinbouwgebieden die al jaren geen organische-stofbemesting hebben gezien. Die grond is enorm dankbaar voor onze mestproducten. Alleen: je moet het wel eerst laten zien. Dat is het probleem waar wij als exporteurs nu tegenaan lopen. Feitelijk moet je de mensen daar via goede proeven laten zien hoe waardevol onze mestproducten zijn. Vroeger kon je daar via de productschappen nog wel geld voor vinden, maar nu die verdwenen zijn, is er geen enkele organisatie meer die namens de veehouderij dit wil financieren of opzetten. En als exporteurs zijn we te klein. Het zou goed zijn als de veehouderij daar nu geld voor vrij maakte. Beter dan investeren in eigen fabrieken zonder goede afzet, dat doen de ondernemers wel. Ze kunnen beter zorgen voor een collectieve campagne om de waarde van mest te bewijzen. Als je dat doet, komt de vraag vanzelf. En kun je mest echt verwaarden in plaats van afzetten met geld toe bij de akkerbouw.”
TEKST: Toon van der Stok
12
GRONDIG 9 2016
Figuur 2: Operationele en in ontwikkeling zijnde mestverwerkingslocaties
Lange sleutel Online bestellen: buma.com info@buma.com 0514 571826
Nieuw in het assortiment!
SLEEPSLANG GEEL EXTRA De ultieme uitvoering voor de zwaarste omstandigheden. High end PU in combinatie met de best verkrijgbare polyester inlage. Vernieuwde open structuur van de inlage voor een maximale hechting van de materialen. Maximale druk en treksterkte, bewezen in de praktijk.
Slangbrug
Groen producten
Grond producten
Infra producten
NAJAARS-ACTIE 2016 en u n p o o K n! 6 maande
s over aanden a p l a a t e m b ooptijd 60 L
0 Rente 2,5
%
Informeer bij uw dealer naar de exacte voorwaarden of neem rechtstreeks contact op met Veenhuis Machines BV: Noord Nederland: Jan Wolbers 06 – 52 588 429 jwolbers@veenhuis.com Zuid Nederland: Edwin Baaijens 06 – 21 223 404 ebaaijens@veenhuis.com
OPINIE Geschiedenis herhaalt zich
ondernemen met
mensen
Mestintermediairs zijn geen saneerders Wie de geschiedenis van het Nederlandse mestdossier in Brussel kent, weet dat je er niet op kunt vertrouwen dat het wel goed komt. Toch heeft Nederland zich bij het dossier over de fosfaatrechten opnieuw laten verrassen. Met mogelijk dramatische gevolgen voor de veehouderij, zo voorspelt Jaap Uenk, voorzitter van de sectie Meststoffendistributie. Hij vreest dat de zwartepiet onterecht weer bij de mestintermediairs terecht komt.
Om de gedachtegang van Brussel goed te kunnen inschatten, ga ik een kwart eeuw terug, naar maart 1992. Toen werd in Brussel de ‘Steunregeling ten behoeve van een milieu-hygiënisch verantwoorde afzet van mestoverschotten’ ingediend. Het veehouderijbedrijfsleven wilde gezamenlijk twintig mestverwerkingsfabrieken (1990-1994) realiseren om te komen tot zes miljoen ton mestverwerking. Het voorstel was om via het Landbouwschap een bestemmingsheffing mest in te voeren voor overschotbedrijven in de concentratiegebieden. Alle bedrijven die meer mest produceerden dan 125 kilogram fosfaat per hectare (!) zouden daaraan moeten meebetalen. De besteding van de opbrengst zou gaan lopen via de Stichting Landelijke Mestbank. Deze organisatie moest op commerciële contractbasis mestfabrieken voorzien van mest en financiële steun. Op deze manier moesten de operationele en financiële risico’s in de beginjaren beperkt blijven. Daarna moesten de mestfabrieken zelfstandig draaiende bedrijven zijn, die zichzelf konden redden met ophaaltarieven (ook toen al) en de verkoop van de eindproducten.
Het kan met minder fosfaat in het voer, maar dan moeten de voeradviseurs daar wel serieus werk van maken. Besteding bestemmingsheffing Ook toen haalde het voorstel het niet. Brussel wees het af als ongeoorloofde staatssteun. Een bestemmingsheffing opleggen was geen probleem, maar de besteding ervan wel. Brussel bood in maart 1992 in de beschikking Nederland nog wel ruimte om tot uiterlijk 1995 via deze methode mestverwerking op gang te helpen. Het Landbouwschap zag het toen echter al niet meer zitten. Het betekende het einde van een gestuurde mestmarkt. Vanaf dat moment was de mestmarkt een vrij domein met alleen nog spelregels over een maximaal gebruik van de mest, regels voor emissiearme mestaanwending en beperking van de uitrijperioden. Sinds die tijd worden de prijs en de stemming op de mestmarkt bepaald door het mestaanbod, de beschikbare vraag naar mest en uiteraard het weer. De destijds beoogde grootschalige mestfabrieken zijn er door onvoldoende perspectief niet meer gekomen.
14
GRONDIG 9 2016
De situatie van 25 jaar geleden lijkt zich nu te herhalen nu de Europese Commissie niet accepteert dat Nederland op 1 januari 2017 fosfaatrechten invoert, bedoeld om via dwingende maatregelen binnen één jaar terug te zijn op het fosfaatproductieplafond van 172,9 miljoen kilogram voor de gehele veestapel in Nederland. Dat is noodzakelijk omdat alleen met het respecteren van dit plafond de kans bestaat dat in de nieuwe onderhandelingen over het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn voor de periode 2018-2021 de derogatie kan worden veiliggesteld. De af wijzing van de regeling maakt eens te meer duidelijk dat Nederland met het mestdossier echt onder het vergrootglas ligt in Brussel.
Inkrimpen voor derogatie Eerst de ‘positieve kant’, als het toch nog lukt een derogatie te krijgen. Om dat te realiseren, zal de melkveestapel in elk geval moeten inkrimpen om de productie te laten dalen met 7,2 miljoen kilogram fosfaat. Een deel kan door minder fosfaat in het voer, maar dan zullen ook de veevoederfabrieken in hun advisering daar serieus werk van moeten maken. Onvermijdelijk is echter dat het aantal melkkoeien daalt. Wanneer de melkveehouderij dit redt, zal de mestproductie met ruim vijf miljoen ton dalen. Mest die dan niet meer op de mestmarkt komt, waardoor de druk in elk geval afneemt. Blijft in dat geval de derogatie, dan is er minder (verplichte) verwerkingscapaciteit nodig en ook de behoefte aan VVO’s daalt. Het resultaat zal dan zijn dat de mestmarkt in rustiger vaarwater komt, met wellicht ook dalende prijzen.
Mestmarkt onvoorspelbaar Hoe anders en feitelijk onvoorspelbaar wordt de mestmarkt zonder derogatie vanaf 2018. Allereerst omdat het uitstel van fosfaatrechten de veehouderij het komend jaar vrij spel geeft. De vraag is of we anticiperend gedrag krijgen, waarbij veehouders toch nog een jaar gas geven en nog meer melk en vooral mest gaan produceren. Dan is het dweilen met de kraan open. Tenzij de overheid of de zuivelindustrie ingrijpt. Natuurlijk is het onzeker wat de melkveehouders zullen doen, maar ik acht de kans groot dat we het plafond komend jaar weer gaan overschrijden. Grote kans dat het gevolg is dat Nederland daardoor de derogatie geheel of gedeeltelijk verliest. Hoewel effecten moeilijk zijn te voorspellen, durf ik wel een scenario te schetsen. Verliest Nederland de derogatie geheel, dan verdwijnt op de huidige derogatiebedrijven mestafzetruimte voor zo’n 56 miljoen kilogram stikstof. Bij gemid-
deld vier kilogram stikstof per ton is dit ruim veertien miljoen ton rundveedrijfmest. Mest die er extra bij komt op de mestmarkt. Een enorme hoeveelheid voor wie bedenkt dat in 2014 nog 8,2 miljoen ton rundveemest van de bedrijven is afgevoerd. Zelfs bij een gelijkblijvende veestapel neemt het bedrijfsoverschot aan rundveemest dus zeer sterk toe. Terwijl iedereen weet dat afgelopen jaar en ook dit jaar het aantal koeien nog flink is gestegen. Mocht de derogatie verdwijnen, dan zal ook de huidige regeling met VVO’s drastisch moeten worden aangepast. Met het vervallen van de derogatie zal namelijk veel extra mest op de markt komen, terwijl het fosfaatoverschot op de melkveebedrijven niet groter wordt. De derogatie zorgt namelijk alleen voor extra stikstof die van het bedrijf moet. Het gevolg is nog meer mest op de markt, die de varkensmest verder verdringt. De melkveehouders zullen echter geen extra VVO’s hoeven te kopen, omdat deze zijn gebaseerd op het huidige stelsel van verplichte mestverwerking op basis van fosfaat. Dit stelsel werkt echter alleen als er vraag naar is. Verdwijnt die, omdat de mest toch van het bedrijf gaat, dan verdwijnt de mogelijkheid voor varkens- en pluimveehouders om hiermee de mestverwerking te bekostigen. Het gevolg zal zijn nog hogere kosten, want ook nu al bepalen deze bijdragen de mestverwerking.
scheiding. Door het laten dalen van het stikstofniveau in de mest kan wellicht de hoeveelheid rundveemest die op eigen bedrijf kan worden aangewend gelijk blijven. Het voorkomt dat de mestafvoerkosten als gevolg van deze mestbewerking - op bedrijfsniveau - verder stijgen. Daar tegenover staan dan wel extra bewerkingskosten en ook nog kosten voor extra kunstmeststikstof om op niveau te blijven bemesten. Werkelijk een krankzinnige situatie, maar waarschijnlijk de enige oplossing voor veehouders om via bewerking de mestkosten te minimaliseren. Nu al is echter te voorspellen dat het op korte termijn niet zal lukken om op zo’n grote schaal ‘stikstofarme mest’ te produceren. Gelukkig heeft de praktijk wel bewezen dat vooral intermediairs er sinds de invoering van de verplichte mestverwerking in 2014 in slagen om voldoende verwerkingscapaciteit te realiseren, ook al is die gebaseerd op fosfaat. De sterk groeiende export van fosfaatrijke mest vanaf 2014 is hiervan het voorbeeld.
Meer verre markten
Vrij verhandelbaar
De extra mest zal dus moeten worden afgezet op verre markten, want in Nederland is de afzetruimte feitelijk nihil. Het betekent dat er extra verwerkingscapaciteit moet komen om deze mest geschikt te maken voor export. Het is echter een utopie om te denken dat dit in 2018 kan zijn gerealiseerd. De varkenshouders zullen daarom de grote verliezers zijn als de derogatie wegvalt. De rundveemest zal de varkensmest verder verdringen van de binnenlandse mestmarkt. Het gevolg is onplaatsbare varkensmest en ongetwijfeld nog verder oplopende kosten door het grotere aanbod. Natuurlijk zijn er technische oplossingen mogelijk om mest te krijgen met minder stikstof. Denk aan het beluchten of strippen van ruwe drijfmest of van de dunne fractie na mest-
In dit verband kan wellicht de in voorbereiding zijnde nieuwe EU Meststoffenverordening (circulaire economie) over een paar jaar mogelijk perspectief bieden. Nieuwe meststoffen uit dierlijke mest of digestaat met een CE-label worden dan vrij verhandelbaar binnen de EU en kunnen eindelijk het juk van het etiket ‘dierlijke mest’ afwerpen. Het is een route die ook wordt geschetst in het recent verschenen SER-rapport ‘Versnelling duurzame veehouderij’. Ook daarin wordt gesproken over mest als grondstof voor nieuwe producten. Alleen de gekozen route met een verplicht systeem van afzet van overschotmest, zoals Nijpels voorstelt, via één centraal orgaan is opmerkelijk. Zo’n 25 jaar geleden was deze ‘huisvuilvariant’ als oplossing voor het mestoverschot het
De mestinter mediairs zorgen er nog steeds voor dat alle mest wordt geplaatst, maar dat moet tegen hoge kosten.
De kans is groot dat Nederland dit en volgend jaar het fosfaatplafond weer overschrijdt.
GRONDIG 9 2016
15
ondernemen met
mensen
schrikbeeld van de veehouderij. Vreemd dat een dergelijke maatregel nu noodzakelijk wordt geacht, want gezien de huidige kosten voor mestafzet is er een forse bijdrage van mestleveranciers voor potentiĂŤle mestverwerkers. De bijdrage zou dus geen belemmering meer hoeven te zijn voor mestverwerkers. Ondanks die hoge kosten voor het ophalen van de mest herhaalt zich nu echter de geschiedenis en is er nu kennelijk wel een breed draagvlak in de veehouderij en de agribusiness voor dit model. Zij presenteren hun advies als een wenkend perspectief en een grote sprong voorwaarts. Een oplossing voor de grote onzekerheid die vandaag speelt bij veehouders en op de mestmarkt is het echter zeker niet. Sterker, het remt initiatiefnemers die nu bezig willen met mestverwerking. Zij passen niet in het geschetste toekomstbeeld en moeten dus maar afwachten hoe en tegen welke voorwaarden ze straks mest krijgen. Terwijl ze nu zekerheid willen.
Met de huidige prijzen voor het ophalen van mest zou verwerken geen probleem moeten zijn. Dat er geen initiatieven zijn is een signaal. Grote sanering
Jaap Uenk vindt de hoge kosten voor mestafzet te wijten aan beleidsmakers die telkens met andere oplossingen komen voor het mestprobleem en de melkveehouderij die groeit zonder zorg voor mestafzetruimte.
16
GRONDIG 9 2016
Door de grote druk op de mestmarkt is de ‘survival of the fittest’ in de veehouderij allang begonnen, met als resultaat een grote sanering. Ongewild en onterecht spelen de mestintermediairs, die de mest ophalen, daarbij een rol, want zij doen niet anders als het zoeken naar plaatsingsruimte voor Nederlandse mest. Het grote aanbod en de voorwaarden die afnemers stellen, bepalen de prijs. Nu veehouders die ongelimiteerd meer mest produceren en beleidsmakers die de markt op zijn kop willen zetten de onzekerheid laten toenemen, dreigen intermediairs en andere initiatiefnemers een pas op de plaats te maken. De gevolgen zijn minder investeringen in verwerking en een nog grotere druk op de markt. Het resultaat laat zich raden: nog meer stijgende afzetkosten. Ik pas er echter voor om me dat als vertegenwoordiger van de intermediairs in mijn schoenen te laten schuiven. De sanering van de veehouderij is niet het gevolg van kosten die zij doorberekenen. Het zijn de beleidsmakers en de veehouders zelf die het probleem veroorzaken. Zij zullen dan ook de zwartepiet toegeschoven moeten krijgen.
TEKST: Jaap Uenk FOTO: CUMELA Communicatie Jaap Uenk is voorzitter van de sectie meststoffendistributie van CUMELA Nederland
EERSTE 3 MAANDEN HELEMAAL GRATIS*
MAXXUM
MEER VOOR UW GELD
SPECIALE VOORWAARDEN OP DE LAATSTE TIER 4A MODELLEN, ZOLANG DE VOORRAAD STREKT
BESPAAR TOT WEL € 5.750,-**
MAXIMAAL VOORDEEL OP DE MAXXUM * U betaalt 3 maanden geen leasetermijnen, deze nemen wij voor onze rekening. Enkel geldig op Maxxum en Farmall U Pro Tier 4A en financiering met CNH Capital. Actie geldig tot en met 25 december 2016 of zolang de voorraad strekt. ** Bedrag is afhankelijk van model, uitvoering en leasetermijn.
www.caseih.com CASE-IH
VOOR WIE MEER VERWACHT.
Maak van uw wiellader een motorgrader
Mekos dozerbladen: volautomatisch werkende profileer machines, voorzien van automatisering door middel van laser techniek, total station of gps. De Mekos machines zijn uniek, sterk en duurzaam, geschikt voor zand en korrelbanen. Werkbreedte tot 4 mtr.
(op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)
Partners:
Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net
STERK WERK Mest op maat voor de vergister
ondernemen met
mensen
Orgamebo, Kapel-Avezaath Met mest op maat voor vergisters en akkerbouw bedient Orgamebo een bijzondere markt. Ingedikte en gehygiëniseerde mest gaat namelijk van Nederland naar Duitse vergisters. Dagelijks rijden er vijftien tot twintig auto’s met vaste mest vanaf het eigen bedrijf of rechtstreeks van een leverancier naar de afnemers. Het geheim van het bedrijf: continuïteit en kwaliteit. Niets wijst er rijdend op het viaduct over A15 en Betuwelijn op dat hier vlak achter een bedrijf ligt dat jaarlijks ruim 120.000 ton vaste mest naar Duitsland transporteert. Er zijn geen vrachtauto’s en geen hopen dampende mest te zien. Het enige wat bij aankomst beweegt, is een JCB-shovel die in een schuur bezig is om een aantal soorten mest te mengen. “Zo hoort het ook”, lacht eigenaar Willem Bos van Orgamebo even later in de tot kantoor omgebouwde varkensschuur. “Het gaat hier om een grote omloopsnelheid. Het liefst heb ik dat de mest direct vers vanaf de mestscheider bij ons wordt gelost en dat na hygiënisatie het product zo snel en vers mogelijk bij de klant wordt gelost.”
18
GRONDIG 9 2016
De rust komt echter ook doordat lang niet alle mest die hij naar Duitsland transporteert via Kapel-Avezaath gaat. “Vooral een deel van de pluimveemest gaat rechtstreeks naar onze afnemers in Duitsland. Daarnaast hebben we samen met onze partner in Duitsland ook nog Orgamebo GmbH in Duitsland, waar we ook Duitse mest inkopen en daar weer afzetten.”
Afzet bepalend Het bedrijf van Bos is nog relatief jong. Pas in 2011 begon hij na wat ander handelswerk met de afzet van mest. Bewust koos hij daarbij voor concentratie op de afzet. “Ik vind dat het
Orgamebo BV Oorspronkelijk was op het terrein waar Orgamebo is gevestigd het varkens- en melkveehouderijbedrijf van de vader van eigenaar Willem Bos. In 2002 nam hij het bedrijf over, maar hij kwam er al snel achter dat boeren niet zijn ding was. Als ondernemer van zijn melkveebedrijf in het voormalige Oost-Duitsland raakte hij in 2008 in de fouragehandel verzeild en zag hij ook kansen in de mesthandel. In 2011 besloot hij zich daar volledig op te gaan toeleggen met het leveren van mestproducten op maat voor vergistingsinstallaties. Hij begon eerst met een aantal vaste charters en met één eigen vrachtwagencombinatie. Inmiddels is dat aantal gegroeid naar twaalf stuks. Op kantoor werken naast Bos nog twee vaste medewerkers en springt zijn vrouw bij voor de administratie.
aan de achterkant van de keten goed in orde moet zijn. Als je bestaansrecht wilt hebben, moet je dat leveren wat de klant wil, op het moment dat de klant het wil. Het belangrijkste in deze wereld zijn kwaliteit, betrouwbaarheid en continuïteit. Je hebt er niets aan om een klant een partij mest te verkopen als je je daarna nooit meer laat zien. Wij willen vaste en duurzame relaties, waarmee we het liefst het jaar rond zaken doen.” Op basis van zijn afzet gaat Bos daarna op zoek naar de juiste grondstoffen om zijn klant van het afgesproken product te kunnen voorzien. “Dat kost in de huidige markt weinig moeite, want het aanbod is groot genoeg, al moeten we ook nu nog wel eens sturen. Momenteel zijn bijvoorbeeld alle putten van de melkveehouders leeg, dus kunnen we heel moeilijk aan ingedikte rundveemeest komen. Dat is wel lastig, want dat heb je soms wel nodig om het gewenste mengsel te kunnen maken.”
Rechtstreeks inkopen De meeste mest koopt Bos in Nederland rechtstreeks in bij bedrijven die zelf stapelbare mest produceren of via intermediairs. Door de centrale ligging van de locatie wordt er
vanuit geheel Nederland aangevoerd; deels via vaste afspraken, deels op basis van de vraag en wat hij aangeboden krijgt. Angst dat hij dan niet aan de wensen van zijn afnemers kan voldoen, heeft hij niet. “Ik heb liever een tekort aan de voorkant waarbij ik moeite moet doen voor de inkoop dan dat ik een plekje moet zoeken voor de mest waarvoor ik een afnameverplichting heb. In vijf jaar tijd heeft Orgamebo een flinke markt opgebouwd in Duitsland. Hoofdmoot is de mest die naar de vergisters gaat, maar er is ook een redelijke afzet naar de akkerbouw. Ongeveer een zesde deel van de mest die hij exporteert, komt nu bij de Duitse akkerbouwers terecht. “Dat is wel veel meer seizoenswerk, want het meeste gaat in de zomer net voor de koolzaad en wintertarwe. Een klein deel doen we in het voorjaar”, aldus Bos. Hoewel deze markt niet zijn prioriteit heeft, kijkt hij wel naar mogelijkheden om deze verder uit te breiden. “Met name voor deze markt willen we ook meer mest op maat gaan composteren. Bij die bedrijven draait het veel meer om de gehalten aan fosfaat, stikstof en kali en om organische stof. Het laatste is wel belangrijk, maar de afnemers willen vooral een product dat kunstmest
Meststoffen op maat De specialiteit van Orgamebo zijn de meststoffen op maat voor de vergistingsinstallaties. Het betekent dat hij allerlei combinaties levert van ingedikte gemengde varkens-, pluimvee- en rund veemest. Om voldoende energiewaarde te houden, wordt de mest zo vers mogelijk getransporteerd. Verkoop vindt voor een deel plaats op basis van de gasproductie per ton product. Daarvoor worden wekelijks monsters van mengsels genomen om te kijken hoeveel kubieke meter gas één ton product zal produceren. Vooral dit laatste kenmerk is belangrijk bij het samenstellen van de mengsels. Bij de inkoop van ingedikte mest is vooral kwaliteit belangrijk voor Bos. Leveranciers moeten in elk geval een schone opslag voor de dikke fractie hebben, dus zonder stenen en andere rommel. “Daarnaast willen we mest met eerlijke gehalten, want alleen daarmee kunnen we ook onze afnemers een betrouwbaar product leveren.”
GRONDIG 9 2016
19
Een deel van de mest wordt ook in het buitenland geladen en daar weer naar vaste afnemers getransporteerd.
In de schuur is een speciale verzamelplaats, waar per auto alle monsters en papieren worden verzameld. Aan het eind van de week krijgt iedereen in principe een planning voor de gehele komende week.
v ervangt. In die markt kunnen we een droger product kwijt en dat betekent lagere transportkosten of de mogelijkheid om verder weg te gaan voor dezelfde prijs.” Het uitbreidingsplan van het bedrijf met vier extra composteringstunnels is daarin een strategische keuze, geeft Bos aan. “Wij zien mogelijkheden voor het afzetten van een droger product. We zijn daarom ook aan het onderzoeken hoe we mest verder kunnen verwerken en opwaarderen. Op die manier kunnen we waarschijnlijk ook weer wat verder met onze mest.”
Vervoer in eigen hand Het bedrijf is ook de plaats waar nagenoeg alle chauffeurs zich aan het eind van de week verzamelen. Dan is het terrein soms bijna te klein om iedereen een plekje te geven, zeker nu ook afgelopen jaar de eigen vloot vrachtwagens weer met vier stuks is gegroeid naar twaalf. Het grote eigen wagenpark hoort ook bij de filosofie van Bos. “In alles staat de klant centraal en daarom wil ik alles zoveel mogelijk in eigen hand hebben. Dan kan ik niet alleen heldere afspraken met de afnemer maken, maar kan ik ook harde afspraken voor het transport maken.” Om alles zo efficiënt mogelijk te kunnen organiseren, werkt Bos volgens strakke lijnen. Het betekent dat alle bestellingen voor de volgende week op donderdag binnen moeten zijn. Dat geeft de mogelijkheid om op vrijdag de planning te maken, vertelt de gedreven ondernemer. “Op vrijdag maken we dan voor elke combinatie een complete weekplanning. Die krijgt iedereen op vrijdag mee, inclusief alle bonnen, mestzakken en andere zaken die nodig zijn. Met iedereen maken we ook afspraken over rijtijden. Zo gaan verschillende chauffeurs ’s nachts weg om de files zoveel mogelijk te mijden. Anderen vertrekken juist aan het eind van de ochtend om na de file te rijden. Ook proberen we zoveel mogelijk aan de wensen van de chauffeur tegemoet te komen. De één rijdt nu eenmaal liever veel grote afstanden, terwijl de andere het fijn vindt om veel laad- en losadressen te hebben. Via die planning proberen we de beschikbare rijtijd in het rij tijdenbesluit zoveel mogelijk te benutten, want alleen op die manier kunnen we de kosten in de hand houden.” TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Toon van der Stok, Orgamebo
20
GRONDIG 9 2016
Vanuit de compostering gaat de mest direct in het vak voor verzending. Doel van Willem Bos is de mest zo kort mogelijk op het bedrijf te hebben.
Bos rijdt inmiddels met twaalf eigen auto’s en heeft daarnaast een aantal vaste charters. Die zijn allemaal uitgerust met dezelfde apparatuur.
EXACTA & GPS Exacta graslandbemester
De Exacta zodenbemester heeft zich volop bewezen op grasland en in de vroege voorjaarsbemesting in granen. De machine kenmerkt zich door het Hydrocare bodemdrukregeling systeem, waarbij over de volledige werkbreedte alle elementen individueel de bodem volgen. Naast de bestaande werkbreedte’s van 8.00, 8.70 en 9.40 meter is de Exacta ook in 12.30 meter leverbaar.
^ Gangbare bemester ^ Exacta GPS-bemester Vooral op kopakkers en gerende percelen wordt door dit systeem een exacte mestgift zonder overlap gewaarborgd.
Exacta met GPS, precisiebemester • Nauwkeurig, volautomatisch systeem • Efficiënter bemesten • Precieze mestafgifte op elke plaats • Brandstofbesparend • Sectieafsluiting middels RTK • In de praktijk bewezen kwaliteit!
Schuitemaker Machines B.V. | Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - Holland Tel.: +31 (0)548 - 51 41 25 | sales@sr-schuitemaker.nl www.sr-schuitemaker.nl
RoAd BV | Harselaarseweg 105-107 | 3771 MA Barneveld | +31 (0) 342 - 41 61 08 | info@roadbarneveld.nl
WWW.ROADBARNEVELD.COM
ondernemen met
vaktechniek
PROFILEREN
Omgeving ontlasten Aanleg ecologische verbindingszone Goorloop Noord, Helmond
Het werk binnenhalen door de aanbesteding goed te doorgronden en punten scoren op onderdelen die voor de gemeente Helmond zwaar wegen. Dankzij gerichte maatregelen om de omgeving en de omwonenden zoveel mogelijk te ontlasten en wegen en bodem te sparen, haalde Van Stipdonk Landschapsinrichting in Geldrop het project ecologische verbindingszone Goorloop Noord binnen.
22
GRONDIG 9 2016
Project: Opdrachtgever: Aanneemsom: Looptijd: Uitvoerende partij: Werkzaamheden:
ecologische verbindingszone Goorloop Noord. gemeente Helmond plafondbedrag € 170.000,augustus 2016 tot en met december 2016 Van Stipdonk Landschapsinrichting BV, Geldrop beekherstel met smaller ondieper zomerprofiel en meanderende, flauwe taluds. Ontgraven teeltlagen voor natuurherstel, aanleg van poelen, natte (schraal)graslanden. struweel en ruigte en bosjes. Waterwerken, waaronder waterremmende voorzieningen.
”Wij zien steeds vaker aanbestedingen onder EMVI. Dat geeft ons de kans om het verschil te maken met goede oplossingen tegen een redelijke aanneemsom. Dit project, waarin het beperken van hinder voor omwonenden en passanten zwaar weegt, is daarvan een goed voorbeeld.”
De Goorloop is een relatief klein beekje dat ontspringt in het natuurgebied Sang en Goorkens bij Mierlo. Het loopt dan deels door Helmond en stoomt verder langs Stiphout richting Aarle-Rixtel, om bij Boerdonk uit te monden in de Aa. Het is zoals zoveel beekjes in de vorige eeuw sterk gekanaliseerd, met rechte stukken en steile taluds. De stoomsnelheid is laag, met een slechte waterkwaliteit als gevolg. Het ligt bovendien in een laaggelegen gebied met naast voornamelijk zandgronden ook veenplekken en poelen. Het vormt wel onderdeel van de ecologische hoofdzone en wordt als zodanig met steun van de provincie Noord-Brabant aangepakt. De eerste delen, Goorloop Zuid en Midden, zijn klaar. Deze aanbesteding betreft het traject Goorloop Noord vanaf Helmond tot aan het Wilhelminakanaal. Om de stroomsnelheid te verhogen, wordt de zomerbodem versmald en ondieper gemaakt. Er worden remmende maatregelen genomen om het water bij grote droogte beter vast te houden en er wordt meer waterberging gecreëerd. Verder wordt de beek op een aantal plekken eenzijdig verbreed met een flauw oplopend talud dat begint vanaf het basispeil. In het aangrenzende natuurgebied worden enkele (dichtgeslibde) poelen volgens de RAVON-richtlijnen hersteld, worden er bosjes ingeplant en worden natte (schraal)graslanden, struweel en ruigtes aangelegd. Het waterschap eiste een handhaving van het waterpeil met het oog op de afvoerfunctie. De gemeente Helmond wilde in combinatie daarmee extra waterberging creëren voor hemelwaterafvoer. Op zich een bekend draaiboek voor dergelijke projecten en voor bedrijven als Van Stipdonk gesneden koek.
Drukke groene long De Goorloop maakt ook onderdeel uit van de stedelijke groenstructuur van Helmond en is belangrijk als drager voor het park Goorloop Noord. In het park worden ook stedelijke groenfuncties aangelegd, zoals recreatieve routes en bijbehorende voorzieningen, hondenuitlaatvoorzieningen en speelplekken voor kinderen. Verder is het een groene long tussen Stiphout en Helmond, met een belangrijke oversteekfunctie voor fietsers, met name voor schoolgaande jongeren die dagelijks pendelen. Het wegennet is er beperkt tot smalle wegen en zandpaden. Vaak lopen die dood in het oorspronkelijke kleinschalige agrarische gebied, waarbij de meeste uitvalswegen de bebouwde kom doorkruisen. De gemeente Helmond weet dat gespecialiseerde bedrijven wel raad weten met het uitvoeren van het werk. In de aanbesteding bij drie gespecialiseerde bedrijven is de uitvoering vrij globaal beschreven, samen met de overige eisen. Daarbij werd vermeld dat via een EMVI-inschrijving met een aanbestedingsplafond het beste plan zou winnen. Calculator Paul Swinkels, verantwoordelijk voor de aanbesteding, is daar helder in. “Op dergelijke EMVI-projecten is het zaak voor de belangrijkste criteria goede oplossingen te bieden. Wij zijn rondgetrokken en toen was ons snel duidelijk dat het grootste knelpunt zat in de afvoer van grond en hout”, vertelt hij. Hij laat zien dat je zonder alternatieve oplossingen vaak door de bebouwde kom moet. In het bestek stond dat alle af te graven
GRONDIG 9 2016
23
1 Het verschil zit hem ondernemen met in details, zoals het aanbrengen van boombeschermers en het plaatsen van spiegels bij nieuw aangelegde inritten.
vaktechniek
2 Vaste machinist Mark heeft aan een paar piketpaaltje genoeg om de beek of in dit geval een zijtak weer mooi natuurlijk te laten meanderen. 3 Een vlekje op de werkkaart, een volledig dichtgeslibde poel, wordt door de mensen van Van Stipdonk omgetoverd tot een mooie natuurlijke poel.
1
2
4 Het zit wel eens mee, zoals hier het ophogen van aangrenzende percelen in plaats van het afvoeren van grond. Wel even netjes ingezaaid voor de agrariër natuurlijk.
3 grond naar het gemeentedepot van Helmond moest worden gereden, tenzij de uitvoerende partij in overleg andere bestemmingen zou vinden.
Alternatieve routes Het veldje waar we dan bij staan, is hiervan een sprekend voorbeeld. Het ligt pal achter een woonwijk en aan de andere kant loopt het drukke fietspad, waarover de schooljeugd dagelijks pendelt. Alleen op dat stuk gaat het bij het verwijderen van de teeltlaag al over zo’n 1500 kuub, goed voor 150 voertuigbewegingen door de bebouwde kom. En daar komt dan nog het afgraven van een poel, het profileren en meanderend aanleggen van de Goorloop met waterberging plus het afvoeren van behoorlijk wat kubieke meters kaphout bij. “Wij hebben als oplossing een noodbrug aangedragen met grote duikers voor voldoende doorlaat, zodat we het drukke fietspad niet hoeven te kruisen of gebruiken en zo via een parallelweggetje aan de andere kant van de Goorloop de bebouwde kom omzeilen richting een grotere doorgaande weg.” Ook is op een andere veenplek voorgesteld om de grond eerst een paar keer met de graafmachine om te slaan om die zo op een goed bereikbare plek aan de zijkant van dat projectdeel te laden. Verder zijn inritten verlegd en routes aangedragen om de bebouwde kom te omzeilen. “Hier zit de
24
GRONDIG 9 2016
4 kern van ons verhaal. Niet in het werk zelf, maar door een uitgekiend plan van aanpak de afvoer van grond en hout zodanig regelen dat de overlast voor omwonenden en fietsers minimaal is”, vertelt Paul. Hij geeft aan dat zaken als de CO2-prestatieladder en materieel met de laatste emissieeisen niet zijn genoemd. “We kunnen niet beoordelen in hoeverre onze CO2-prestatieladder heeft meegeteld, maar het zal altijd wat doen.” Daarbij heeft Van Stipdonk ook nog als troef een landbouwvrachtwagen met extra grote banden. “Deze keuze moesten we wel uitleggen, omdat de eerste reactie was dat we met een erg grote machine aankwamen. Onze twintigkuubs Terberg op brede 26,5-inchbanden is extra bodemvriendelijk en compacter dan een trekker met drieasser. Daar waar de draagkracht van de bodem slecht is en de wegen kwetsbaar zijn, staan we sterker.” Verder zijn er natuurlijk nog bekende factoren als het beschermen van bestaande bomen en het plaatsen van spiegels voor goed zicht bij inritten. Op basis van het plan van aanpak - met name het beperken van overlast - heeft Van Stipdonk het project binnengehaald.
Half jaar De werkzaamheden zijn gestart in augustus. Dankzij het meewerkende weer is half oktober al een flink deel gereed. Van Stipdonk is achteraan
5 Eén van de troeven is deze Terberg8x8-landbouw vrachtwagen met brede 26,5-inchbanden. Het scheelt rijpaden leggen en spaart smalle wegen en dito zandpaden.
5
6 Fietspaden, zoals hier het drukke fietspad waarop de jeugd dagelijks pendelt tussen Stipdonk en Helmond, worden gemeden, ook al ligt het pal naast het af te graven deel.
6
7 Het deel waar de brug moet komen, met daarnaast de rustige afvoerweg om de woonwijk te ontlasten.
7
8 begonnen, omdat dat één van de eisen was. Het weer was een grote meevaller en ook kon het bedrijf op een deel de grond kwijt op een aangrenzend perceel. “De agrariër wilde een aangrenzend perceel graag opgehoogd hebben en de gemeente Helmond stemde daarmee in. Wij kregen als eis dat we het netjes ingezaaid moesten afleveren”, aldus Paul. Dat is klaar en dat scheelt Van Stipdonk een flinke post afvoeren. Een ritje naar het depot is ongeveer een uur rijden. De medewerkers zijn tijdens ons bezoek bezig met het lastige stuk met de nog aan te leggen brug. Het meeste hout is gekapt, de eerste poel is weer uitgegraven en een kleine zijtak van de Goorloop wordt in profiel gelegd en de afrastering weggenomen in voorbereiding op het grote werk. Vaste machinist Mark Tijssen heeft aan een paar piketpaaltjes genoeg om de zijtak strak in meanderend profiel te leggen. Hij laat de werktekening zien. Daarop staan alleen summier de hoofdlijnen aangegeven. De rest moet op eigen inzicht en kunde. “We werken niet op GPS, de werktekeningen geven de hoofdlijnen aan. Dat is voor ons ook voldoende om te weten wat de opdrachtgevers verlangen”, zegt Paul daarover. Hij geeft aan dat de eigen uitvoerder wel elke dag even aankomt om de voortgang te monitoren en in overleg eventuele problemen en knelpunten die ontstaan tijdens de uitvoering op te lossen. “Dat blijft nodig, ook al hebben we medewerkers
8 Onderdeel van het project was de kap van veel hout. Van Stipdonk verwerkt dit grotendeels zelf op het eigen Biomassacentrum Geldrop en levert zelf ook houtchips aan de gemeente Eindhoven.
die de verantwoordelijkheid prima zelf kunnen dragen.” Ons bezoek was tijdens de eerste regenperiode. De ondergrond zat nog niet vol, maar de bovengrond was na hevige regenval extra papperig. Je ziet dan in het veld meteen de voordelen van de Terberg met brede banden. “Voor een standaard zandkipper moet je dan rijplaten leggen.”
Waterwerken als laatste Als de Goorloop in profiel ligt en volgens de eisen natuurlijk meandert, volgt nog de laatste troef van Van Stipdonk bij dit project: het aanbrengen van de waterbarrières. In het bestek was dat bedacht met opgestapelde houtstammen. Omdat Van Stipdonk de kans dat deze bij hevige regenval toch (deels) wegspoelen reëel achtte, heeft het bedrijf een oplossing bedacht met palen in de grond met daarop gemonteerde boomstammen. Dat kunstje mag vlak voor oplevering worden uitgevoerd. Een mooie afsluiting van een project in de spreekwoordelijke achtertuin en een goed voorbeeld dat het beperken van overlast voor de omwonenden in bestekken steeds vaker zwaar weegt. TEKST: GERT VREEMANN FOTO’S: VREEMANN, VAN STIPDONK
GRONDIG 9 2016
25
ondernemen met
vaktechniek
GRONDIG.COM
JCB VIERT 25 JAAR FASTRAC MET NIEUW TOPMODEL Met een terugblik op 25 jaar eigenzinnige trekkers bouwen en een spetterende presentatie lanceerde JCB onlangs de nieuwe Fastrac. Die heeft een schonere motor met meer vermogen, een nieuwe cabine en een volledig hydraulisch stuursysteem, maar nog steeds een cabine in het midden en voor- en achterasvering. De 8290 en 8330 hebben respectievelijk een 206 en 256 kW (280 en 348 pk) Agco Power-motor in combinatie met een CVT-bak van Agco (Fendt). Bijzonder is de volledig hydraulische stuurinrichting met een dubbel hydraulisch circuit in plaats van mechanisch om ook te voldoen aan de hogere veiligheidseisen bij snelheden boven de 40 km/u.
14,5-TONS DOOSAN MET 90 CENTIMETER BREDE PLATEN
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
VOEDERBIETEN IN SLURVEN Een probleem bij het optimaal benutten van voederbieten is het inkuilen daarvan. Als alternatief heeft een veehouder 350 ton voederbieten gesnipperd en in een folieslurf laten persen met de Feedtuber van Loonbedrijf De Weper uit Oosterwolde. Met deze nieuwe Feedtuber worden de bieten onder hoge druk in de slurf geperst, waardoor het materiaal snel stabiliseert. Daardoor zijn de conserveringsverliezen veel minder dan in een mengkuil en hoeven de voederbieten niet te vroeg (gelijktijdig met de maïs) te worden geoogst.
UITVOERING MOBIELE CAT-GRAAFMACHINES VOOR 2017 Caterpillar voert voor 2017 vernieuwingen door aan de mobiele graafmachines M314F tot en met M322F en de twee overslagkranen. Denk onder andere aan een systeem om de motorsnelheid aan te passen aan de rijsnelheid, een geïntegreerd draaikantelstuk, extra functies (vrij programmeerbaar op de twee joysticks of op het linker pedaal), een aanhangerpakket voor vervoer van klepel- of maaiunits, een schakelaar om de oliestroom vast te zetten op een constant toerental, een schakelaar voor het vergrendelen van het snelwisselsysteem en in de cabine een monitor waarop tegelijkertijd twee camerabeelden te zien zijn.
In de markt is er specifiek behoefte aan een 14,5-tons rupskraan met 90 centimeter brede platen. Doosan levert die niet af-fabriek. Anema in Arum heeft daarom 90 centimeter brede rupsplaten gemonteerd. Die zijn voorzien van gebogen einden, waardoor ze ondanks hun formaat toch kunnen worden toegepast. Om een juiste geleiding te krijgen, zijn door Anema twee bovenrollen gemonteerd. Anema heeft bij de zwaardere rupskanen tot 30 ton al meerdere machines afgeleverd met platen volgens dit gebogen concept.
KANT-EN-KLARE DRAINAGE Met de Drenotube brengt importeur Hake een kant-en-klare drainagepijp op de markt. Deze is volledig gemaakt van gerecycled materiaal en is opgebouwd uit een dubbelwandige drainagepijp met daaromheen kunststof grindkorrels, ingewikkeld in een waterdoorlatende PE-folie. Het voordeel van het Drenotubesysteem is dat in één handeling een compleet drainagepakket kan worden gelegd. Dat betekent drainagebuis, grindpakket en afscherming.
26
GRONDIG 9 2016
LIEBHERR R 920 De nieuwe Liebherr R 920-compact is nu leverbaar. De machine steekt aan de achterzijde maximaal 1,85 meter uit ten opzichte van het draaipunt. Dat is nog iets buiten de rupsen. Door het kortere contragewicht heeft de machine afhankelijk van de uitvoering een werkcapaciteit van tussen de 19 en 21 ton. Onder de kap ligt een 100 kW (136 pk) sterke Stage IV-Liebherr-motor.
IMANTS 40SX-SERIE VOOR DIEPER SPITWERK
advertentie
Imants BV lanceert de 40SX-serie spitmachines. Deze machines zijn bestemd voor het iets dieper dan de bouwvoor spitten om de storende lagen te verbreken. De 40SXserie spit tot circa 45 centimeter diepte. De 40SX is verkrijgbaar met werkbreedtes van 1,50 tot 2,50 meter. Afhankelijk van de werkbreedte is de machine uitgevoerd met een lichte of een zwaardere aandrijflijn. Binnenkort heeft Imants een demomachine voor geĂŻnteresseerden.
SAES INTRODUCEERT NIEUWE RANGE PALENKRAKERS Saes International introduceert een nieuwe range palenkrakers. Ze worden als HSP-serie op de markt gebracht en sluiten aan op het bestaande programma van Saes International. De kraakbekken worden aangestuurd door vier synchroon werkende cilinders, die gelijktijdig bewegen. De kraakbekken zijn verwisselbaar en in verschillende uitvoeringen leverbaar, afhankelijk van de positie van de betonstaven in de te kraken prefab-paal.
SIM Holland B.V. Trapezium 250 3364 DL SLIEDRECHT T: 078-641 80 00 info@sim-holland.nl www.simholland.nl
Sterk in beweging
Specialisten in mesttechniek, watertechniek en landbouwmachines Voor meer informatie staan onze specialisten graag voor uw klaar
GRIMME TOONT DOORONTWIKKELINGEN OP BEET EUROPE Op Beet Europe in Frankrijk heeft Grimme veel doorontwikkelingen voorgesteld. Onder andere sterkere Stage IV-Mercedes-Benz-motoren voor de Maxtron- en Rexor-serie, nieuwe rooischaren en het ErgoDrive-bedieningsconcept. Grimme toonde ook de nieuwe rooischaarvariant. Alle cabines zijn uitgevoerd met het nieuwe ErgoDrive-bedieningsconcept. Twee CCI 100-terminals met hoge resolutie zijn eveneens geĂŻntegreerd. De Rexor 630 en de Maxtron 620 worden uitgevoerd met het nieuwe digitale ProCamvideobewakingssysteem met rondom zicht. Voor verdere ontlasting van de chauffeur kan de Rexor-serie worden voorzien van Speedtronicdoorvoerregeling. Beide Rexor-modellen hebben nu een verlengde losband met een extra, automatisch nasturend knikdeel.
BERNER INDUCTIE HEATER Berner in Landgraaf introduceert de Inductie Heater. Deze verhit met behulp van inductie een vastzittende moer, bout, nippel of lager. Bij inductieverhitting wordt uitsluitend het buitenste constructiedeel verwarmd, dit in tegenstelling tot verwarming met een gasbrander. De Inductie Heater verhit het ijzer snel tot 300 of zelfs 600 graden Celsius. De Heater wordt geleverd met drie spiralen in metrische maten, waaronder een flexibele wikkelspiraal van 1,10 meter lang.
Adverteren in de volgende uitgave (16 december) van Vakblad Grondig? Reserveren is mogelijk t/m 5 december Voor meer informatie: Lisette Kerkhof T 033 - 247 49 50 E lkerkhof@cumela.nl
vakblad voor specialisten in groen, grond en infra
16-04 Stopper Grondig 1-8S.indd 1
GRONDIG 9 2016 3-11-2016
27
10:15:12
AKTUELL-FEHRENKร TTER-TRUCKTEST Volvo wint duurtest
ondernemen met
vaktechniek
Op de IAA-bedrijfswagenbeurs in Hannover stond buiten bij de Volvo-stand prikkelend deze FH-truck, de winnaar van een praktijktest waarbij in 30 maanden 320.000 kilometer werd afgelegd. Die test werd uitgevoerd door transporteur Fehrenkรถtter in samenwerking met het magazine Trans Aktuell. Fehrenkรถtter testte met zeven merken Euro 6-trucks, waarbij de uitslag een goed inzicht geeft in de invloed van de verschillende variabelen op de kostprijs.
28
GRONDIG 9 2016
Elke cent telt in bij internationaal opererende transport bedrijven. Zo ook bij transporteur Fehrenkötter uit het Duitse Ladbergen, in onze sector een bekende internationale transporteur van agrarische machines. Het is één van de specialismen van Fehrenkötter. Gekwalificeerde chauffeurs voor het transport van agrarische machines zijn bij dit bedrijf een voorwaarde en daarop valt dus niet te besparen. Deze chauffeurs zijn getraind in het laden en vastzetten van agrarische machines, waarbij met regelmaat sprake is van internationaal exceptioneel vervoer vanwege de afmetingen. De trucks zijn speciaal uitgerust voor dit werk. Elke truck heeft drie assen, een grote cabine, een stand-airco, een FVGopbouw en een aanhangwagen met twee assen. De brandstoftanks zijn waar nodig aangepast om veel diesel brandstof te kunnen meenemen. De chauffeurs zijn naar verluidt goed geïnstrueerd op verantwoord rijden. En dus telt bij Fehrenkötter vooral elke cent die de vrachtwagen kost.
Euro 6-trucks Om dat uit te zoeken voor de (toen) nieuwe generatie Euro 6-trucks is 30 maanden geleden een duurtest gestart, waarbij door Fehrenkötter van alle grote merken een truck in de klasse van 331 kW (450 pk) is aangeschaft. Samen met de redactie van Trans Aktuell en Dekra zijn deze trucks dertig maanden gevolgd, werden alle kosten bijgehouden en werden na afloop de trucks op de actuele restwaarde geschat. Hierbij is gekeken naar de actuele marktprijzen voor trucks met de gerealiseerde kilometerstand van rond de 320.000 kilometer, dus geen theoretische cataloguswaarde of afschrijving in procenten. Voor deze restwaardebepaling is ook gekozen omdat de trucks na de tweeënhalf jaar inzet niet meer als zodanig nieuw te koop waren. Fehrenkötter zelf rijdt normaal gesproken vijf tot zeven jaar met een truck. Voor alle trucks (trekkers) werd totaal nog circa € 32.000,uitgegeven om ze op maat uit te rusten. De trucks hadden vaste chauffeurs, die weten waarmee ze bezig zijn. De resultaten ziet u in de tabel samengevat, waarbij we niet alle kostenposten hebben uitgesplitst.
Opmerking fabrikanten De fabrikanten hebben uiteraard mogen reageren op de testresultaten. We hebben enkele van de belangrijkste opmerkingen geselecteerd. Mercedes heeft als kritiek dat er met vaste truck-trailercombinaties is gereden en dat de ladingen ook kunnen verschillen. Daardoor zal de vergelijking nooit optimaal zijn. Verder wijst Mercedes op de te korte testduur, omdat in de regel langer met trucks wordt gereden en het merk een beter resultaat claimt in afschrijving en reparatie- en servicekosten. Iveco had graag exact gelijk afgestelde tempomatafstellingen. Ook had het Italiaanse merk graag gelijke voorschriften gehad voor de standairco op het dak. Iveco geeft aan aanvankelijk de laagste serviceen werkplaatskosten te hebben gehad en dat er op het laatst nog een extra kostenpost is geweest die volgens het merk terug te voeren was op externe ombouwkosten. Iveco heeft ook twijfels over de totale Dekra-restwaardebepaling. MAN is niet gelukkig met de keus voor een 324 kW (440 pk) truck (de lichtste in de test). Het merk had liever zijn 353 kW (480 pk) variant geleverd, omdat dat model ook past bij zijn eigen aanbeveling bij deze inzet. MAN wijst er met nadruk op dat er met het daarna gelanceerde EfficientCruise tot zes procent brandstof te besparen is en dat inmiddels de intervallen zijn opgerekt zijn naar 140.000 kilometer of achttien maanden. Renault toont zich onaangenaam verrast over de verbruikswaarden, omdat die volgens de Fransen niet overeenkomen met de ervaringen van andere gebruikers. Scania is niet blij met de uitkomsten en geeft aan dat het niet past bij de ervaringen van gebruikers. Scania had liever meegedaan met de nieuwe 301 kW (410 pk) motor, die toen nog niet leverbaar was, en geeft aan dat de resultaten van de nieuwe 301 kW (410 pk) en 331 kW (450 pk) SCR-only trucks veel beter zijn, wat volgens het Zweedse merk ook al is aangetoond in andere onafhankelijke tests.
Afschrijving tikt door Bij de bepaling van de restwaarde is de eigen opbouw weggelaten. De afschrijving in procenten verschilde met 46,8 procent voor de Mercedes-Benz Actros tot 55,7 procent voor de Scania behoorlijk. Hier is het beter naar het absolute bedrag te kijken. De Iveco heeft de laagste restwaarde, maar ook de laagste aanschafwaarde. Bij deze truck schrijf je het minst af, op korte afstand gevolgd door de Volvo, die in aanschaf en restwaarde nagenoeg evenveel boven de waardes van de Iveco ligt. De restwaarde van de Scania is niet de laagste, maar deze truck is in aanschaf flink duurder.
De zeven test kandidaten bij Fehrenkötter, geladen met machines.
GRONDIG 9 2016
29
ondernemen met
vaktechniek
Het testteam heeft even gerekend aan de verschillen en stelde vast dat als de Mercedes-Benz in aanschaf even duur was geweest als de Volvo, de Mercedes had gewonnen. De Iveco zou met een iets betere restwaarde twee plaatsen zijn gestegen in het klassement. Pure theorie, maar het geeft wel aan dat de afschrijving een behoorlijke kostenpost is en dat de verschillen klein zijn.
Maandagskind Hoe groot de invloed van de tweede grote kostenpost, reparatie en uitval van de trucks, is, zien we vooral bij Scania. Deze truck had relatief hoge werkplaats- en uitvalkosten. Fehrenkötter rekent circa € 1000,- kosten voor een dag stilstand. In totaal vier dagen en vijf uur was de Scania niet inzetbaar, met daarbij een flinke kostenpost van ruim € 5500,- voor service en werkplaats. In de volksmond wordt zo’n truck een maandagskind genoemd. Dit was vooraf voor het merk Scania zeker niet ingeschat. Navraag leerde dat het waarschijnlijk zit in de 331 kW (450 pk) motor met uitlaat gasregeneratie. Van aanvang af aan had deze een niet te verklaren hoog olieverbruik, dat door Scania pas na een jaar was opgelost. Daarbij had hij ook nog een brandstofverbruik dat aanzienlijk hoger lag dan dat van de concurrentie. Dat weet de markt blijkbaar ook en daarom is de restwaarde lager dan bij Scania gebruikelijk is. Dat verklaart meteen de laagste plek op de ranglijst. Scania had natuurlijk graag deze truck omgewisseld voor de nieuwer SCR-only versie, die volgens Trans Aktuell in de markt wel bekend is als zuinig. Van het begin af aan is echter aangegeven dat er tijdens deze test niet mocht worden gewisseld, ook al had Fehrenkötter zich dan wat geld kunnen besparen. MAN had geen bijzondere (afwijkende) reparaties, maar scoorde toch hoog in servicekosten, doordat de onderhoudsintervallen korter zijn. Dat kostte een extra serviceronde. Iveco scoorde aanvankelijk laag in onderhoudskosten, maar na zijn tweede grote onderhoudsbeurt en enkele reparaties op het eind kwam de Italiaan toch nog op hoge werkplaatskosten.
Ook graag gewisseld Renault en MAN hadden achteraf net als Scania graag hun trucks gewisseld. De Renault T440 had een achteras overbrenging van 1 op 2,64. Deze noteerde in combinatie met de 324 kW (440 pk) 12,8-litermotor met afstand de slechtste brandstofverbruikswaarden. De 32,6 liter per 100 km is 3,6 liter meer dan concernbroer Volvo. De Volvo FH was uitgerust met een overbrenging van 1:2,5 in combinatie met 345 kW (469 pk) onder de kap. Daarmee was het de truck met het meeste vermogen. Renault had na de eerste testresultaten graag de overbrenging aangepast en de motor iets meer vermogen gegeven. In het verlengde hiervan speelt dit in
30
GRONDIG 9 2016
mindere mate ook bij MAN. Testvoorwaarde was 331 kW (450 pk) met 15 kW (20 pk) als maximale afwijking. MAN leverde daarom de 324 kW (440 pk) versie. Op zich prima, maar de fabrikant had liever de 353 kW (480 pk) variant geleverd. Ook had MAN bij het begin van de test de EfficientCruise nog niet in het programma. Een dergelijk systeem zorgt al snel voor een besparing van zo’n drie procent aan brandstof, toch één liter op honderd kilometer.
Invloed op brandstof Het brandstofverbruik is uiteraard een zwaar thema. Het is de grootste kostenpost in de tabel. De deelnemers wijzen met nadruk op de aangebrachte stand-airco-units op de cabines van de testtrucks. Volvo had die niet, omdat de unit hier niet op het cabinedak kon worden aangebracht. Wat de invloed hiervan precies op het brandstofverbruik is, konden de testers niet vaststellen, maar op grond van de claims van de andere merken is hier door Trans Aktuell een correctie van drie procent doorgevoerd voor de met dakairco uitgeruste trucks. Voor de MAN komt daar voor een satellietontvanger nog twee procent bij. Wat rekenwerk leerde dat deze zaken een zodanig geringe invloed hebben dat de rangorde hetzelfde blijft. Mercedes wees met nadruk op de invloed van de testduur op de kostprijs. In de relatief korte 320.000 kilometer en tweeënhalf jaar komen de voordelen van kwaliteit, levensduur en stabiele restwaarde ten opzichte van de hogere aanschafprijs voor Mercedes minder goed naar voren dan in de praktijk bij langere inzet. Hierbij moet worden opgemerkt dat de Mercedes in het tweede deel wel te maken had met een kapotte accu en problemen met de turbo.
Aangename verrassing Op het punt van uitval was de DAF de aangename verrassing voor het testteam. Het was namelijk de truck met de minste stilstand. Slecht één keer (vijfenhalf uur) had Fehrenkötter te maken met uitval van de Eindhovense truck. Daarbij was het ook het merk met de laagste service- en reparatiekosten. Een iets lagere restwaarde en een iets hoger verbruik ten opzichte van Volvo maakten net het verschil. Volvo won in het totaalplaatje, ook al is het niet de goedkoopste truck in aanschaf. In restwaarde moest hij de Mercedes en in serviceen werkplaatskosten de DAF voor zich dulden. Wellicht is in een volgende opname de rangorde anders. Inmiddels hebben de merken al diverse veranderingen doorgevoerd en heeft Scania onlangs een compleet nieuwe truck gelanceerd. Het is en blijft een momentopname, die wel een heel mooi overzicht geeft in de werkelijke kosten van een truck. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Trans Aktuell, bron: Trans Aktuell 19/2016
Resultaten praktijktest Fehrenkötter heeft voor de totale total cost of ownership vaste gelijke bedragen aangehouden voor posten als belasting, verzekering, reinigen, communicatiekosten en banden. De aanschafprijs is inclusief eigen opbouw. De opbouw is voor alle trucks een gelijk bedrag (circa € 32.000,-) en de afschrijving van 50 procent van de opbouw is ook gelijk. Een uitvaldag is doorberekend op € 1000,-. Er is gerekend met 245 dagen effectieve inzet voor alle trucks. De dieselprijs is gerekend op € 0,959 per liter, AdBlue op € 0,25 per liter. Voor de post totale brandstofkosten zijn de kosten van dieselolie en AdBlue opgeteld. De totale kosten zijn op basis van de eigen berekening van Fehrenkötter en Dekra voor de eigen specifieke inzet.
Merk Type
Volvo FH460
DAF XF 460
Mercedes-Benz Actros 2545
Iveco Stralis Hi-Way
MAN TGX 24.440
Renault T 440
Scania R450
Vermogen
345 kW/469 pk
340 kW/460 pk
330 kW/449 pk
338 kW/460 pk
324 kW/440 pk
323 kW/440 pk
331 kW/450 pk
Gewicht combinatie
18.960 kg
18.860 kg
18.760 kg
18.460 kg
19.040 kg
18.800 kg
18.680 kg
Aanschafprijs
€ 128.885,-
€ 128.385,-
€ 135.924,-
€ 119.685,-
€ 129.885,-
€ 126.385,-
€ 141.285,-
Restwaarde
€ 66.834,-
€ 65.734,-
€ 71.434,-
€ 57.734,-
€ 64.134,-
€ 62.934,-
€ 64.534,-
Afschrijving
€ 62.051,-
€ 62.651,-
€ 64.419,-
€ 61.951,-
€ 65.751,-
€ 63.451,-
€ 76.751,-
Verbruik diesel per 100 km
28,93 liter
30,47 liter
30,24 liter
31,57 liter
31,60 liter
32,57 liter
31,92 liter
Verbruik AdBlue per 100 km
2,16 liter
1,36 liter
0,89 liter
2,30 liter
0,95 liter
2,06 liter
1,19 liter
Brandstofkosten totaal 320.000 km
€ 90.508,-
€ 94.595,-
€ 93.514,-
€ 98.723,-
€ 97.734,-
€ 101.600,-
€ 98.909,-
Reparatie
€ 2600,-
€ 2480,-
€ 2711,-
€ 4268,-
€ 3042,-
€ 3331,-
€ 5512,-
Uitval
1 dag + 8 uur
5,5 uur
1 dag + 7 uur
1 dag + 3 uur
1 dag
2 dagen
Vaste kosten 30 maanden
€ 58.138,-
€ 57.090,-
€ 59.511,-
€ 57.193,-
€ 59.146,-
€ 58.865,-
€ 68.623,-
Variabele kosten 30 maanden
€ 138.014,-
€ 142.280,-
€ 142.349,-
€ 147.846,-
€ 147.532,-
€ 150.535,-
€ 156.676,-
Totale kosten (TCO) 30 maanden
€ 196.152,-
€ 199.370,-
€ 201.860,-
€ 205.039,-
€ 206.678,-
€ 209.400,-
€ 225.299,-
4 dagen + 5 uur
GRONDIG 9 2016
31
NIRS NIRS komt (maar is er nog niet)
ondernemen met
vaktechniek
Nauwkeurigheid van systemen moet nog worden verbeterd NIRS lijkt het toverwoord bij het uitbrengen en transport van mest. Deze analyse maakt het mogelijk te werken met de exacte samenstelling van de mest. De verwachtingen voor het komend seizoen zijn hooggespannen, maar er zijn nog wel wat pijnpuntjes. Zo moet de nauwkeurigheid groter.
Door de steeds strenger wordende regels voor het aanvoeren van mineralen is het zaak om de aanwezige of aangevoerde mineralen op een landbouwbedrijf zo efficiĂŤnt mogelijk te gebruiken, dus precies de hoeveelheid die nodig is op exact de plaats waar het nodig is. Loonwerkers gebruiken weliswaar steeds meer GPS bij het uitrijden van dierlijke mest, maar dat is vooral voor het recht rijden en het optimaal gebruiken van de werkbreedte van de bemester. In beperkte mate gebruiken ze taakkaarten om plaatsspecifiek het gewenste aantal kuubs mest toe te dienen. Een veehouder of akkerbouwer is echter niet zozeer gebaat bij een exacte toediening van het aantal kuubs mest. Hij wil vooral een juiste toediening van het aantal kilogrammen mineralen als voedingsstoffen voor zijn gewassen. Daarbij gaat het vooral om stikstof, fosfaat en in mindere mate kali. En mocht de boer niet precies weten wat de plaatsspecifieke behoefte is van het gewas, dan wil hij vooral een gelijkmatige
32
GRONDIG 9 2016
toediening van de mineralen, in de verwachting daarmee bij de oogst ook een gelijkmatig gewas te kunnen oogsten. Om mineralen nauwkeurig toe te kunnen dienen, is het in de eerste plaats nodig de precieze samenstelling van de mest te weten. Dat kan met nabij-infraroodspectrografie (NIRS). Een NIRS-sensor stuurt lichtgolven met een golflengte die voor het menselijk oog niet zichtbaar is, in het nabijinfraroodspectrum, door de mest. De mest absorbeert een deel van dit licht. De golflengte en de hoeveelheid van het licht dat door de meststroom heen komt, wordt opgevangen en vergeleken met eerder gedane waarnemingen waarvan bekend is wat de samenstelling van de mest is. Dit zijn de ijklijnen of referenties. Juist deze kalibratie van het systeem is cruciaal. Daarvoor is het nodig talloze monsters te analyseren, zodat er voor alle soorten mest betrouwbare ijklijnen komen. Daar zit nu nog het grootste probleem voor grootschalige invoering op de markt.
John Deere en Veenhuis voorop John Deere gebruikt voor de mestanalyse dezelfde sensor die het ook op de hakselaar gebruikt voor de drogestofbepaling. In theorie zou met deze HarvestLab-sensor ook de voederwaarde kunnen worden bepaald, maar door gebrek aan goede ijklijnen is dit onvoldoende betrouwbaar en daardoor nog steeds niet op de markt. In de mest zijn inmiddels wel goede ijklijnen beschikbaar. De sensoren maakt John Deere niet zelf, maar de technologie om de gegevens van de sensoren te verwerken, ontwikkelt het merk wel grotendeels zelf. In Nederland werkt John Deere nauw samen met Vervaet en samen zijn zij zover dat zij al een zestal machines in Nederland hebben draaien. De eerste draaien met alleen een plaatsspecifieke registratie van stikstof, fosfaat en kali die is uitgebracht. Het was dit jaar nog niet mogelijk om op basis van de inhoud de dosering aan te sturen. Dit is vooral een kwestie van het ontwikkelen van de juiste software. De laatste systemen die Vervaet afgelopen seizoen uitleverde, hadden wel de mogelijkheid om de dosering aan te passen. Eén daarvan draait bij Loonbedrijf Van Eijck in Alphen. Dat geeft aan dat de nauwkeurigheid nog wel omhoog moet. Het systeem werkt ook nog niet in combinatie met sectieafsluiting, maar John Deere belooft dat dit in 2017 wel zal werken. Het systeem is goed in staat de ingestelde hoeveelheid stikstof of fosfaat toe te dienen, aldus Simon van Eijck. Zonder GPS vraagt NIRS bij Vervaet een investering van tussen € 25.000,- en € 30.000,-. Veenhuis is op AgroTechniek Holland onderscheiden voor Nutrient Flow. Dit systeem is in de handel, maar heeft alleen nog als prototype voor de registratie van nutriënten bij Loonbedrijf Jansen in Wijhe gedraaid. Dat bedrijf ervoer de betrouwbaarheid aanvankelijk als onvoldoende, maar die is in de loop van het seizoen sterk verbeterd. Het systeem draait bij Jansen op een Vervaet-driewieler met een Müller Elektronik-terminal. Veenhuis doet zelf een proef bij CWV Emmen om te kijken hoe groot de praktische toepasbaarheid is en wat het verdienmodel moet zijn. Afgelopen jaar werkte CWV Emmen alleen nog maar met een registratie van de uitgebrachte meststoffen. Volgend jaar komt daar een dosering op basis van stikstof of fosfaat bij en in de loop van het seizoen ook de bijmenging van een nutriënt in vloeibare vorm. De ervaringen van CWV Emmen van afgelopen jaar gaven aan dat er per tank niet veel variatie in de samenstelling van de mest zit, maar dat er ook bij een goed gemixte put een heel verschil kan zitten tussen de eerste uitgereden tanks en de laatste, vooral in fosfaatgehalte. Veenhuis betrekt de sensor bij het Duitse Polytec. Importeur daarvan is B&N ProScan en dat bedrijf zorgt ook voor de ijklijnen. De opbouw op de machine en de integratie binnen het regelsysteem heeft Veenhuis in eigen hand. De fabrikant
koos ervoor de NIRS-analyse te koppelen aan Isobus. AEF heeft inmiddels de NIRS-definitie in een Isobus-protocol ondergebracht. Op AgroTechniek Holland toonde Veenhuis ook een mobiel NIRS-station. De fabrikant rekent voor een NIRS-systeem zonder GPS € 29.000,-.
Systemen in de pijplijn Naast Vervaet en Veenhuis heeft een aantal fabrikanten systemen in het buitenland in een laatste testfase of zelfs al operationeel. Dat laatste is het geval bij Zunhammer, sinds 2005 één van de voorlopers op het gebied van mestanalyse met NIRS. Omdat Zunhammer de elektronische aansturing van de bemesters zelf ontwikkelt, kan het de gegevens van de Tec 5-sensor van M-U-T GmbH relatief eenvoudig in de aansturing integreren. De Nederlandse Zunhammerimporteur Rosier Greidanus had afgelopen seizoen wel een
Analyse op transport Niet alleen bij het uitrijden is de realtime-analyse met NIRS een goed hulpmiddel. Ook bij het transport is het van belang om te weten wat de werkelijke samenstelling van de mest is. Op die manier hebben zowel producent als afnemer een goed beeld van de mest die het bedrijf verlaat of op komt. Bij het aanwenden kunnen deze cijfers worden gebruikt en dat is betrouwbaarder dan zoals gewoonlijk een aantal kuubs mest uitrijden en daar achteraf de gehalten van horen. Het biedt ook de mogelijkheid om meer mest toe te dienen. Nu wordt vaak een veilige marge aangehouden om niet boven de norm te komen. Voor mesttransporteurs is analyse met NIRS een welkome ontwikkeling, zeker als daarmee het arbeidsintensieve monsteren kan vervallen, inclusief alle papieren rompslomp die daar aan vast zit. Door de mest continu te analyseren, ontstaat bovendien een betrouwbaarder beeld dan via vijf tot zeven deelmonstertjes per vracht, is de overtuiging van de fabrikanten. Dan moeten natuurlijk wel de ijklijnen kloppen. De overheid (RVO) heeft samen met onder meer Veenhuis, Eijkelkamp en Van Vlastuin (VMA) een pilotproject opgezet om te zien of de NIRS-methode dezelfde resultaten geeft als de traditionele werkwijze. De uitvoering door de genoemde fabrikanten is inmiddels achter de rug, de rapportage door de universiteit van Wageningen wordt binnenkort verwacht. Afhankelijk daarvan moet er een vervolgonderzoektraject worden opgestart of moet de wetgeving worden aangepast. Zowel in het transport als bij het uitrijden lijkt een conclusie dat de betrouwbaarheid van het systeem nauw samenhangt met de beschikbaarheid van voldoende ijklijnen. Voor rund- en varkensmest lijkt dat redelijk goed te zijn, maar bij andere mestsoorten en digestaat is verbetering nodig. Daarom is het noodzakelijk dat er ook komend seizoen meer ervaring wordt opgedaan en getest. Daarmee stijgt niet alleen het kennisniveau van loonwerkers, boeren en fabrikanten, maar ook de betrouwbaarheid van de systemen.
GRONDIG 9 2016
33
ondernemen met
vaktechniek
Kaweco heeft een NIRS-sensor geplaatst op een nieuwe tank van Van Hal in Voorst. Deze was afgelopen seizoen nog niet operationeel.
Handmatig monsteren SIM Holland komt met een eenvoudige handheld NIRS sensor, waarmee je snel van een monster de nutriënten gehaltes kunt bepalen. Daartoe neem je een monster van de mest, doet dat in een plastic potje en scant dat met de sensor. De uitkomst stuur je via blue tooth en een app op je telefoon naar de cloud. Daar wordt de uitkomst vergeleken met de ijklijnen, waarna de gehalten aan drogestof, stikstof, fosfaat en kali binnen een halve minuut bekend zijn. Voor een akkerbouwer of mest handelaar is dit een snelle beoordeling van de mest die hij uitrijdt of aflevert. Uiteraard staat of valt dit wel met de betrouwbaarheid van de monstername. De uitkomst wordt gekoppeld aan een uniek nummer en eventueel aan de gps-gegevens van de plaats van monstername. SIM Holland heeft het apparaat getest en geeft aan een nauwkeurigheid te hebben met een afwijking kleiner dan 8 procent. SIM blijft nog testen tot januari en hoopt daarmee de nauwkeurigheid verder te vergroten. Het apparaat kost €3.500 en daarbij komt een jaarabonnement van €720 voor de cloudservice.
aantal aanvragen, maar de klanten waren terughoudend met investeren, ook vanwege de situatie in de landbouw. Het bedrijf heeft wel een mobiele sensor als demo in Nederland draaien. Deze wordt nu ook gebruikt om de Duitse ijklijnen aan te vullen met Nederlandse gegevens van Nederlandse mest. Voor komend seizoen meldt Greidanus wel weer een grote belangstelling, maar tot daadwerkelijke investeringen heeft dat nog niet geleid. Kamps de Wild maakt ook gebruik van de technologie en kennis van Zunhammer via M-U-T GmbH, de leverancier van de sensoren. Het stapt daardoor in op de markt met een groot aantal jaren ervaring van Zunhammer en M-U-T. Kamps de Wild werkt nauw samen Eijkelkamp. Kamps de Wild doet het uitrijden, Eijkelkamp het transport. Van Hal in Voorst heeft een 30-kuubs Kaweco-tank uitgerust met een NIRS-sensor, maar dat systeem was afgelopen seizoen nog niet operationeel. Kamps de Wild heeft zelf een Double Twin-demotank en doet daarmee komende winter verder ervaring op, vooral voor het verzamelen van referenties (ijklijnen). Daarnaast kunnen komend seizoen vijf nieuwe klanten met het systeem draaien. Zij zullen hiervoor ongeveer € 35.000,- moeten investeren, exclusief GPS. Kamps de Wild gebruikt een terminal van Müller Elektronik. Daarin verschilt het enigszins van Zunhammer, dat met CCI draait. De eigen software zorgt voor het aansturen van een bypassklep, waarmee de dosering wordt geregeld.
Diverse leveranciers John Deere ontwikkelde zijn systeem niet alleen samen met Vervaet, maar ook met tankenbouwer Fliegl. Deze fabrikant test het systeem uit in thuisland Duitsland, maar nog niet in Nederland. Ook tankenbouwer Joskin heeft inmiddels aangekondigd zijn tanken uit te kunnen rusten met het systeem van John Deere. Kotte gebruikte aanvankelijk ook het systeem van John Deere, maar is inmiddels vanwege zakelijke
34
GRONDIG 9 2016
Zunhammer is inmiddels toe aan VanControl 2.0, zoals de fabrikant het zelf noemt. Het bedrijf is één van de pioniers op het gebied van NIRS.
Pionier aan het woord
Het beeldscherm van een John Deere-terminal tijdens een demonstratie van het systeem. Hier wordt gevraagd 80 kilo stikstof te geven en maximaal 20 kilo fosfaat per hectare. De gegeven hoeveelheden liggen daar met respectievelijk 81 en 19,8 kilo heel dicht in de buurt.
redenen overgestapt op de M-U-T-sensor (Zunhammer). Ook van Kotte draaien in Nederland nog geen NIRS-systemen. Schuitemaker werkt eveneens aan mestanalyse met NIRS, na zijn testen met gewasanalyse met NIRS. De fabrikant gebruikt in wezen dezelfde sensor van Dinamica Generale als op de opraapwagen. Deze meet in de mest wel in een ander spectrum. Er draait één prototype in de mest, maar of en wanneer Schuitemaker hiermee op de markt komt, is op dit moment nog niet bekend.
TEKST: Arend Jan Blomsma FOTO’S: Arend Jan Blomsma, fabrikanten, CUMELA Communicatie
Eén van de pioniers op dit gebied is loonbedrijf Brasser en Van de Sluis in het Zeeuwse Zuidzande. Dat was de eerste in Nederland en werkt al vier jaar met een John Deere-Vervaet-systeem op zijn Roelama-sleepslang. Mede-eigenaar Corné den Hamer liep al heel snel tegen een probleem aan: “Niemand heeft nog nagedacht over het logistieke probleem. Bij goed gemixte mest uit een opslag zijn de vrachten redelijk constant, maar anders wisselt de samenstelling nogal. Als je uitrijdt op kilogrammen stikstof, kom je op het eind van het perceel vrachtwagens te kort, of je hebt vrachtwagens over als je de dosering aanpast.” Een andere reden waarom hij nog gewoon op kuubs rijdt, is omdat het systeem de snelheid van de trekker of de pomp nog niet kan aansturen. “Via GPS registreren we nu alleen de werkelijke gehalten in de mest die we uitbrengen. Daar kunnen we kaartjes van uitdraaien, maar nog niet alle klanten zijn bereid om daarvoor te betalen.” Hij constateert wel dat je in het gewas de plekken goed terug kunt zien waar het kaartje aangeeft dat je rijkere mest hebt uitgebracht.” Een probleem waar Brasser en Van der Sluis nogal eens tegen aanloopt, is het wegvallen van het GPS-signaal. “Nu kunnen we nog handmatig door, maar dat wordt als je echt moet registreren straks ook nog een bottleneck.” Een ander probleem vindt Den Hamer dat je aan gebruik van het systeem nog geen rechten kunt ontlenen. “Monsters blijven dus nodig. Daardoor zien we wel dat de nauwkeurigheid van het systeem in de loop der jaren enorm is verbeterd, maar de kalibratie van het systeem is nog lang niet af.”
Veenhuis gaat verder met de proef bij CWV Emmen. Komend jaar wordt de dosering op stikstof of fosfaat actief en kunnen nutriënten worden bijgemengd.
GRONDIG 9 2016
35
Goed tot uw recht komen! Een vraag, een geschil of behoefte aan een goed gesprek over juridische zaken? Zoekt u een adviseur die zaken pragmatisch en helder aanpakt en ook in groen, grond en infra thuis is? Dan bent u bij ons aan het goede adres. > Ondernemingsrecht > Huurrecht > Algemene voorwaarden > Contractenrecht > Faillissementen > Mediation
Meer informatie Neem voor meer informatie rechtstreeks contact op met Kim van Rouwendaal via telefoonnummer (033) 247 49 40 of kvrouwendaal@cumela.nl
Oprijvrachtwagens van 7 tot 27 ton oprij LF 16-68 laadvloerhoogte 84 cm laadvermogen 10,3 T
Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 | www.veldhuizen.eu | info@veldhuizen.eu OprijLF Langendoen Grondig.indd 1
1-11-2016 12:31:42
CUMELA Inspiratiedagen 4 en 5 januari 2017 - Zeist
Meld u nu aan via
cumela.nl/inspiratiedagen
Dit moet u beslist meemaken! Start 2017 meteen met een stevige dosis inspiratie om ook komend jaar vol plezier te ondernemen. Meld u aan voor de derde editie van de CUMELA Inspiratiedagen! Waarom? In deze twee dagen bezoeken we twee interessante cu melabedrijven. U kijkt in hun keuken, luistert naar inspirerende sprekers en neemt deel aan interessante workshops waar u cht iets aan heeft in uw bedrijf. Veel deelnemers aan eerdere edities van de CUMELA Inspiratiedagen zeggen: Je gaat opgeladen naar huis, met goede ideen. Dat willen wij niet missen!
Kortom: meld u aan, want inspiratie maakt u sterker!
Wintereditie Jongerendagen: Leiderschap en communicatie
Dinsdag 4 januari 2017 9.00-09.30 uur: 10.00-16.00 uur:
Ontvangst in Woudschoten hotel & confe-
rentiecentrum in Zeist.
Bedrijfsbezoeken Loonbedrijf J.M. van Vliet in Ter Aar en Kooyman in De Kwakel.
De jongeren bezoeken Nationaal Militair 17.00-18.00 uur:
Museum te Soesterberg en Vaarkamp in Ede Dave Blank, Chief Scientific Ambassador
en hoogleraar aan de Universiteit Twente, neemt ons mee in de inspirerende wereld
18.00-00.00 uur:
van de nanotechnologie
Diner en gezellige avond met pubquiz
Woensdag 5 januari 2017 9.30-12.30 uur:
Workshops
13.30-13.45 uur:
Nieuwjaarsspeech Wim van Mourik, voorzitter
13.45-15.00 uur
Bjrn Kuipers, scheidsrechter en supermarktei-
15.00-16.00 uur
van CUMELA Nederland
genaar, spreekt over presteren onder druk Nieuwjaarsreceptie
Tijdens de Inspiratiedagen vinden ook de Jongerendagen plaats, bestemd voor jonge ondernemers, bedrijfsopvolgers of bedrijfsleiders (van 18 tot en met 35 jaar). In de komende editie staan leiderschap en communicatie centraal bij het bezoek aan het Nationaal Militair Museum in Soesterberg en bij het bedrijfsbezoek aan de firma Vaarkamp in Ede. Dit familiebedrijf realiseert de aanleg van en beheert projecten in de buitenruimte. We horen bij Vaarkamp hoe de overname naar de volgende generatie is verlopen. Ook leren we meer over acquisitie. Hoe werf je nieuwe klanten? Hoe overtuig je ze? Op de tweede dag organiseert het Jongerenbestuur twee workshops.
Presteren onder druk, Bjrn Kuipers Niet alleen de statistieken en het fluiten van internationale toernooien spreken voor zich. Bjrn Kuipers is gewoonweg de beste scheidsrechter van Nederland! Naast zijn functie als scheidsrechter is Kuipers eigenaar van een supermarkt in Oldenzaal. Tijdens zijn interactieve presentatie vertelt hij over het presteren onder druk, over omgaan met tegenslagen en over het leiden van een team. In zijn presentatie biedt hij een bijzondere inkijk in de wereld van topscheidsrechters. Bovendien toont hij op perfecte wijze de link tussen ondernemen en topsport, met voorbeelden uit de praktijk van zijn eigen supermarkt.
38
GRONDIG - Mei 2014
Workshops... Loonwerk is leuk! In de hectiek van het zomerseizoen gedragen sommige klanten zich niet altijd even hoffelijk. Hoe reageer je op iemand die onredelijke eisen stelt of zich onfatsoenlijk gedraagt? Wat zeg je? Wat doe je? Hoe houd je loonwerk leuk? Voor jezelf. En je medewerkers. In deze interactieve workshop reiken we u middelen aan om zulke gesprekken voortaan beter en prettiger te laten verlopen. Verzorgd door Lajos Bax, adviseur ondernemingscommunicatie van CUMELA Advies.
Het nieuwe investeren Kapitaal is er genoeg, maar het aantrekken van kapitaal is een kunst. Alles draait om de financierbaarheid. Wat als een bank of een financieringsmaatschappij geen mogelijkheden ziet in uw plannen en u toch wilt investeren? Heeft u al eens gehoord van cofinanciering? Hierbij worden financieringen vanuit verschillende bronnen gestapeld. U kunt zelfs uw hele aanvraag uitbesteden. Verzorgd door Ruilof van Putten, directeur bedrijfsfinancieringen NLInvesteert.
Leidinggeven in extreme situaties Edwin Goos, een ervaren conflict- en crisisbeheerser, geeft u een kijkje in zijn keuken als handhaver. U hoort hoe hij leiding geeft in zijn dagelijkse werkzaamheden, maar ook hoe hij dit deed tijdens en in de aanloop naar een groot internationaal congres met wereldleiders. Hoe stuurt u uw teams aan? Zijn er parallellen te ontdekken met de cumelasector? Verzorgd door Edwin Goos, hoofd Conflict- en Crisisbeheersing Politie Oost-Nederland.
Wat betekent BIM voor u als onderaannemer? BIM is een werkmethodiek waarbij in een driedimensionaal Bouw Informatie Model (BIM) integraal wordt samengewerkt door diverse partijen in de bouwsector. BIM is gebaseerd op n model (database), waarin alle gegevens van de betrokken partijen worden verwerkt. Veel cumelaondernemers krijgen als onderaannemer binnenkort met BIM te maken. Weet u al hoe het werkt? Verzorgd door Dik Spekkink van Spekkink C&R advies- en onderzoeksbureau voor de bouw.
Ik heb lles in de hand! In uw bedrijf loopt alles op rolletjes. Opdrachtgevers klagen nooit, het ziekteverzuim is laag, het materieel is in topconditie en de medewerkers maken geen schades. Maar heeft u echt alles in de hand? Ondernemen is een uitdaging in het nemen van risicos. Adviseurs van CUMELA Verzekeringen gaan in deze workshop het gesprek met u aan. U krijgt een duidelijk beeld over hoe u verantwoord met uw risicos kunt omgaan! Verzorgd door Herman Arissen en Marcel Elferink van CUMELA Verzekeringen.
Overname van een familiebedrijf: Wat wil jij? Spreken bedrijfsoverdragers en -overnamekandidaten wensen en verwachtingen duidelijk naar elkaar uit? Heb je aan een half woord genoeg om de bedrijfsoverdracht goed af te ronden? U wordt meegenomen in het overnametraject en u hoort voorbeelden van geslaagde- en minder geslaagde overnametrajecten. Leer van eerdere overnames zodat uw overname soepel verloopt. Zorg dat u bedrijf generatieproof is! Deze workshop wordt georganiseerd voor zowel junior als senior! Verzorgd door Bert Rietman, directeur bij organisatieadviesbureau Facet-o.
GRONDIG - Mei 2014
39
Nano nu!, Dave Blank Prof dr. ing. Dave H.A. Blank is onderzoeker op het gebied van nanotechnologie. Nanotechnologie is de techniek die het mogelijk maakt te werken met deeltjes ter grootte van nanometers (een miljardste deel van een meter). Met nano kun je schadelijke bacterin doden, of heel nauwkeurig medicijnen doseren op de juiste plaats in het lichaam. Nu al beschikken gewassen over een (nano)sensor waarmee de plant zelf aangeeft waar behoefte aan is: extra groeistoffen of water... Net als kunstmest strooit u straks sensoren ter grootte van een zandkorrel over het land, die vervolgens doorgeven hoe het met de bodem is gesteld. Dit belooft een zeer bijzondere inleiding te worden, zeker nu nanotechnologie sterk in de belangstelling staat door de toekenning van de Nobelprijs aan een collega van Dave Blank.
Op excursie... Kooyman BV, De Kwakel (N-H) Het familiebedrijf is ruim veertig jaar geleden opgericht door Henk Kooijman en inmiddels overgenomen door zijn kinderen, Guus en Annemarie. Het bedrijf, met een terreinoppervlakte van 4,5 hectare, is gespecialiseerd in de uitvoering van grondwerkzaamheden. Dankzij een uitgebreid machinepark is het familiebedrijf in staat om elke klus op iedere locatie uit te voeren. Naast loonwerk is Kooyman B.V. ook actief in de verhuur van onbemande machines en verkoop van sierbestrating en tuinhout. Meer informatie: www.kooymanbv.nl.
Loonbedrijf J.M. van Vliet BV, Ter Aar (Z-H) Robbert-Jan van Vliet, ondernemer van de tweede generatie, runt dit prachtige familiebedrijf. J.M. van Vliet in Ter Aar is actief in grondverzet en cultuurtechniek, in de agrarische dienstverlening en met mestdistributie. Dit cumelabedrijf heeft zich ontwikkeld tot partner van gemeenten, waterschappen, provincie, agrarirs en aannemers. Hard werken en het bieden van slimme, flexibele oplossingen resulteren in tevreden opdrachtgevers. Meer informatie: www.loonbedrijfvanvliet.nl.
Praktische info... De CUMELA Inspiratiedagen vinden plaats in Woudschoten Hotel & Conferentiecentrum in Zeist. In een mooie, bosrijke omgeving maken we gebruik van de sfeervolle accommodatie. Woudschoten is een inspirerende locatie voor deze bijeenkomst, met 140 comfortabele kamers. Uitgerust deelnemen? Maak gebruik van het overnachtingsarrangement. Een overnachting, inclusief ontbijt, kost slechts € 74,- per kamer (inclusief toeristenbelasting). Die overnachting dient u zelf te boeken via de website van Woudschoten (www.woudschoten. nl/overnachtingen). Vul bij direct boeken de promotiecode cumela in. Aanmelden voor de Inspiratiedagen of de Jongerendagen? Ga meteen naar www.cumela.nl/inspiratiedagen voor nog meer informatie en om u aan te melden. Graag tot ziens op 4 en 5 januari 2017!
40
GRONDIG - Mei 2014
Adresgegevens Woudschoten Hotel & Conferentiecentrum Woudenbergseweg 54 3707 HX Zeist T (0343) 49 24 92 E info@woudschoten.nl W www.woudschoten.nl
Informeer bij uw FELLA dealer naar onze aantrekkelijke voorkoop- en financieringsmogelijkheden.
Maaien, schudden, harken. FELLA. Uw grasoogstspecialist. www.fella.nl
Distributeur voor Nederland.
NIEUWE DRIEWIELER Passend bij Ploeger
ondernemen met
vaktechniek
Ruim twee jaar na het vertrek van Challenger van de markt voor bemestingsmachines komt er een opvolger voor de daar gebouwde driewieler. Het Nederlandse Ploeger, vooral bekend van speciale oogstmachines, stapt in die markt. Dorus van Esch en Niels Havermans leggen uit waarom dit product bij Ploeger past en lichten een tipje van de (ontwerp)sluier op. Echt veel de publiciteit zoeken doet Ploeger niet. Desondanks kennen veel cumelaondernemers het bedrijf ongetwijfeld van de bonenplukkers, erwtendorsers of aardappelrooiers. Machines voor gespecialiseerde bedrijven die Ploeger allemaal kennen, betoogt Niels Havermans. Hij is binnen het bedrijf directeur verkoop en marketing en weet precies waar zijn klanten zitten, in binnen- en buitenland. Nu Ploeger een stap zet in de markt voor bemestingsmachines zullen steeds meer ondernemers ermee te maken krijgen. Hoewel een zelfrijder nog steeds bijzonder blijft, is de markt namelijk wat groter dan die voor de heel speciale machines.
Verkoop je er daar maar één of twee per land per jaar, voor de mest ligt dat wat anders. Daar is een relatief grote binnenlandse markt, maar is zeker ook in de omliggende Europese landen vraag naar dit soort voertuigen, weet Dorus van Esch. Hij kent deze markt op zijn duimpje, want jarenlang was hij bij Challenger verantwoordelijk voor de verkoop van de TerraGators in binnen- en buitenland. Hij hoefde dan ook niet lang na te denken toen Ploeger hem benaderde om mee te gaan werken aan de bouw en het ontwerp van een eigen voertuig voor mest- en kunstmesttoediening. Naast hem kwamen nog een aantal mensen over die oorspronkelijk voor Challenger aan het werk waren.
Eerste contouren In de fabriek in Roosendaal zijn de eerste contouren van de machine te zien op het speciale werkstation waar de eerste driewieler in elkaar wordt gezet. Details willen Havermans en Van Esch nog niet kwijt, maar de uitgangspunten zijn voor iedereen die de Ploeger-machines kent niet verrassend. Als motor is gekozen voor een Scania. Daarmee sluit de fabrikant aan bij de stap die een paar jaar geleden is gezet om voor alle machines over te schakelen van Deutz naar Scania en voor een aantal machines FPT. Havermans: “Dat was een zeer bewuste keuze, omdat Scania in het segment van de 500 pk motoren een veel sterkere positie heeft.” Uit een eerste rondgang die Van Esch langs de huidige Terra Gator-gebruikers heeft gemaakt en waarbij ook gebruikers van andere merken zijn ondervraagd, conclu deerde het bedrijf dat de mechanische transmissie moet blijven. “De gebruikers loven de trekkracht, de efficiëntie en de betrouw baarheid van een mechanische aandrijving, dus was het voor ons geen vraag wat we zouden kiezen”, zegt hij. Over welke bak erin ligt, doen ze ook niet geheimzinnig. “In deze vermogensklasse heb je feitelijk maar één aanbieder waarmee we zaken kunnen doen. Daar komt gewoon een CVT van ZF in.” Denk daar nog een Claas-cabine bij en de basis van de machine is duidelijk. Daarachter komt namelijk een wisselbare opbouw die voor drijfmest zal bestaan uit een kunststof tank en een roestvrijstalen tank voor vinasse zoals bekend van de TerraGator, uiteraard wel met een eigen ontwerp passend bij de nieuwe uitvoering. Voor bijvoorbeeld het strooien van vaste mest is gekozen voor een combinatie met een Tebbe-strooier, ook een bekend concept.
42
GRONDIG 9 2016
Robuust en simpel De eigen Ploeger-filosofie zal te vinden zijn in de uitvoering en aansturing van de machine. “Daar gaan we voor robuust en simpel, want dat is ook wat we horen van de klanten”, vertelt Van Esch. “Je merkt dat er behoefte is aan een machine die gewoon gemakkelijk in te stellen is, zonder al te veel poespas. Natuurlijk wel met GPS en een automatische dosering, maar ingewikkelder dan dat willen we het niet maken, want het gaat nog steeds om mest die gewoon zo snel en nauwkeurig mogelijk moet worden uitgereden.” In die besturing zal ook nadrukkelijk de Ploeger-component te vinden zijn, volgens Havermans. “De hele software ontwikkelen we in eigen huis. Daar hebben we het voordeel van de schaalgrootte van de hele Ploeger Oxbo Group. We hebben veel kennis in huis en dus voldoende mensen om te waarborgen dat we snel problemen kunnen oplossen en nieuwe ontwikkelingen kunnen toepassen.”
Dorus van Esch (links) en Niels Havermans willen een machine in de markt zetten die robuust en simpel is.
“Ons voordeel is dat we ook in het buitenland een sterke serviceorganisatie hebben.” De eenvoud zal niet alleen in de bediening te zien zijn. “Dat zul je straks in alles terugzien”, benadrukt Van Esch. “We willen een machine waar je voor dagelijks en regulier onderhoud gemakkelijk overal bij kunt en waarbij we het gewicht zo goed mogelijk over alle drie de wielen hebben verdeeld.”
Sterke serviceorganisatie Een machine die makkelijk te onderhouden is en eventueel te repareren, is een gedachte die past bij de filosofie van Ploeger, stelt Havermans. “Onze machines gaan naar bedrijven die vaak zelf een monteur hebben of voldoende kennis om klein onderhoud te doen, maar dan moet je het hen wel gemakkelijk maken”, stelt hij. Wat het bedrijf volgens hem zeker in het buitenland onderscheidend maakt, is de aanwezigheid van een sterke serviceorganisatie. “Bij specia listische machines moet je snel kunnen reageren, want zeker bij de machines voor de conservenindustrie mag je niet lang stil staan. In de grotere Europese landen hebben we daarvoor eigen servicemonteurs, maar ook hier op de fabriek hebben we altijd mensen paraat. Die kunnen eventueel met het juiste onderdeel in de auto of op het vliegtuig stappen om snel te kunnen repareren. Ook midden in het mestseizoen kunnen we dus overal in Europa een snelle service bieden. Daarom is dit een product dat past bij Ploeger.” Voor de verkoop richt Ploeger zich vooral op het buitenland, vertelt Havermans. “In Nederland is de markt verzadigd, al zullen we daar ook wel klanten vinden in de vervangingsmarkt, maar vooral in het buitenland is er nog veel vraag. Daar rijden nu nog veel TerraGators, waarvoor we een alternatief willen bieden. Een voordeel vindt hij het dat ze in het buitenland direct kunnen aansluiten op de bestaande organisatie. We hebben al mensen in de markt die de potentiële klanten kennen. Maar andersom kennen de potentiële klanten ook Ploeger, PMC, Oxbo of één van onze andere merken. Voor de verkopers is het daarom gemakkelijker binnenkomen. Belangrijk, want
directe verkoop vanaf de fabriek hoort bij deze machines.“ Wat voor Ploeger mede een rol speelde bij de beslissing om een mestvoertuig te gaan maken, is de mogelijkheid om in de fabriek een relatief rustige periode te vullen. Bij de huidige machines ligt het zwaartepunt van de productie op de voorjaarsmaanden. Na de zomer is het relatief rustig, wat ook in deze maanden blijkt in de fabriek. Er wordt veel voorbereid, maar er staan nauwelijks machines in de afbouw. Havermans: “Een mestzelfrijder past daar dus perfect in. We kunnen dan in het najaar een serie machines bouwen en meer mensen vast aan het werk houden.” Over het aantal dat dan moet worden gebouwd, willen ze nog geen uitspraak doen. “Eerst dit jaar met een drietal machines proefdraaien. Daar kunnen de eerste potentiële klanten dan mee kennismaken. Lukt dat allemaal, dan moeten we volgend jaar de eerste nulserie bouwen. Maar eerst maar eens kijken hoe het werkt.” TEKST & FOTO: Toon van der Stok ILLUSTRATIE: Ploeger
Ploeger Oxbo Group De Ploeger Oxbo Group is een Nederlands bedrijf dat is ontstaan door een fusie met het Amerikaanse Oxbo. Daarmee werd voor de overname al intensief samengewerkt. Oxbo is net als Ploeger gespecialiseerd in oogstmachines voor bijzondere teelten, zoals groenten, maar ook zaadmaïs, bessen, koffie en druiven. Het bedrijf heeft een omzet van 180 miljoen euro en op verschillende plaatsen productielocaties. In Nederland staat de fabriek in Roosendaal. Daar worden ongeveer vijftig speciale machines per jaar gebouwd. In totaal werken bij het bedrijf 700 mensen, verspreid over veertig landen. Kenmerk van de machines is dat ze lang op een bedrijf blijven. Tienduizend draaiuren in tien tot twaalf jaar is heel normaal.
GRONDIG 9 2016
43
DEUTZ-FAHR BELOONT VROEGE BESLISSERS!
Frontgewicht
Aanrijdbeveiliging
Rubber schuif
Opbergkist
INFO@JOCHEMSEN-MACHINES.NL Tel: 06-28743167
WWW.JOCHEMSEN-MACHINES.NL
Nu beslissen om u te verzekeren van de nieuwste generatie dorstechniek. Grijp uw kans, bestel tot en met 30.12.2016 uw DEUTZ-FAHR maaidorser uit de C6000, C7000 of C9000 serie en maak gebruik van het DEUTZ-FAHR vroege beslisser pakket. De C6000, ontworpen voor middelgrote landbouwbedrijven die onafhankelijk oogsten willen. Nu uitgerust met nieuwe cabine voor noch meer bedieningscomfort en zekerheid. Voor maximale productiviteit en grootste veelzijdigheid: C9000 en C7000, nu met nieuwe bedieningshendel “Commanderstick” nieuwe bedieningsmonitor “Combine Control Monitor” nieuwe T4F motoren en een nieuw design.
Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.
UW SPECIALIST IN BEWARINGEN EN LOODSEN Kistenbewaring
Bulkopslag
Hout en beton
T 073-503 25 27
Met de Commanderstick en de Combine Control Monitor laten alle instellingen van de maaidorser zich eenvoudig en Intuïtief uitvoeren.
F 073-503 27 04 info@steenbergen-bouw.nl
WWW.STEENBERGEN-BOUW.NL
adv grondig 2016.indd 1
05-01-16 10:10
6
5 45
Tracs
VT
DEUTZ-FAHR BELOONT VROEGE BESLISSERS!
De VT4556 met Scania motor en NIR sensortechnologie ! Perfecte gewichtsverdeling......Krachtiger,stiller,zuiniger....
Zodenbemesters
....brengen de mest waar het hoort....bij de wortel! - Scherp snijden voor maximaal resultaat - Beste werkingskwaliteit in zijn klasse - Perfecte prijs-kwaliteit verhouding - Werkbreedtes van 5,20 tot 12 meter
Contacteer ons voor uw investering in het mestseizoen 2017 Zodenbemesters: Stefan Wisselink - Tel: 06-30995063 Tracs: André de Waard - Tel: 06-53437311
+31 (0) 488 411 254 info@vredo.com www.vredo.nl
BESTEL NU, OOGST GRATIS IN 2017* De beste in het veld
*BETALING VOOR NOVEMBER 2017.
Schakel om naar vol vermogen
AFSCHUIF-STALMESTSPREIDER ADS 120
INNOVATIEF EN EFFICIËNT Optimale strooikwaliteit en beperkte slijtage dank zij het afschuifsysteem
t Zo spaar ig d u o v u een ld e g n tijd e
DEUTZ-FAHR met meer dan 100 jaar dorservaring kent specifieke produkteigenschappen waardoor DEUTZ-FAHR maaidorsers tot de top behoren qua capaciteit en kwaliteit van het eindproduct. Een aantal specifieke oplossingen zijn: • Dubbelzijdige aandrijving vanaf de motor voor een eenvoudige overzichtelijke opbouw van de machine • Laag brandstofverbruik door efficiente opbouw van de aandrijving • uitwisselbare segmenten in dorskorf voor nog betere afstemming op de oogstomstandigheden • DGR nadorsen zonder belasting van de dorstrommel Dit is slechts een greep uit vele unieke produkteigenschappen van de DEUTZ-FAHR maaidorser. Laat u overtuigen en bezoek uw DEUTZ-FAHR dealer of bezoek onze website www.deutz-fahr.nl
✆ : +32 477 504 236 ludopauwels@skynet.be
www.fliegl.com
VERVAET Q616 MAAKT EERSTE METERS Kort draaien
ondernemen met
vaktechniek
Groter óf slimmer en efficiënter, dat was de vraag voor Vervaet bij de ontwikkeling van een nieuwe generatie bietenrooiers. Als reactie op de groeiende weerstand die Vervaet voelt tegen al maar grotere rooiers viel de keuze op een nieuw model met een betere gewichtsverdeling, grotere banden en zelfs een iets kleinere bunker. Een economisch alternatief met extra capaciteit. De eerste meters van een machine met een unieke korte draaicirkel. Na 24 jaar was de Vervaet-bietenrooier toe aan een update. Niet omdat het oude model gedateerd was, maar wel om tegemoet te komen aan nieuwe inzichten, stelt Robin Vervaet vast. “Veel klanten vroegen zich echt af of het nodig was. Onze 617 ziet er nog verre van gedateerd uit en ook technisch konden we aan alle wensen voldoen, maar op een gegeven moment moet je een nieuwe stap zetten en dat konden we nu doen bij de overstap naar een nieuwe generatie motoren.” Op de tweede dag dat de nieuwe machine in het veld is om te rooien blijkt het ontwerpproces geslaagd. Dat kan ook niet anders nu de hele rooiunit feitelijk gelijk is gebleven. Wel kan de klant ook op dit model helemaal zelf kiezen hoe hij de rooiunit wil uitrusten, dus met drie verschillende typen ontbladeraars en twee rooisystemen, met gewone rooischaren of met oppelwielen. Het past bij de modulaire bouw die Vervaet heeft gekozen voor de rooier. Per type kan dan worden gekozen welk rooisysteem en welke reinigingsunit erop komen.
Grote velddemonstratie Wie kennis wil maken met de nieuwe Q616 en Q621 kan op 29 november terecht in Biervliet. Daar zullen de beide nieuwe machines acht hectare bieten rooien. Tegelijk is er een demo met een aantal nieuwe John Deere-machines. In de fabriek kan iedereen een blik werpen op de veertig nieuwe trikes die daar in aanbouw zijn.
46
GRONDIG 9 2016
Modulaire opbouw De eerste rooier is uitgerust met drie reinigingszonnen achter de rooiunit en twee transportzonnen. Dat is min of meer de standaarduitvoering. Voor de allerlichtste grond is er ook nog een uitvoering met één reinigingszon en een transportband. Voor meer reinigingscapaciteit met drie zonnen zijn deze wel twintig centimeter breder dan die van de 617. Het modulaire van het ontwerp blijkt uit de manier waarop een extra reinigingszon of een axiaalrollenbed kan worden ingebouwd. Deze extra stap zorgt er namelijk voor dat de bieten precies andersom op de opvoerelevator komen. In dat geval kan deze van rechtsomdraaiend omgekeerd worden ingebouwd.
Door de wieluitslag van 70 graden kan de machine bijna om zijn voorwielen draaien.
De bieten gaan dan linksom en komen zo boven in de bunker. Voor de ophanging van de extra zonnen of axiaalrollen zijn alle bevestigingspunten standaard aanwezig. De grootste verandering in de uitvoering is de motor, die nu helemaal achter de wielen ligt, daarmee fungerend als contragewicht voor de rooiunit. In combinatie met de dieseltank van 1000 liter die onder de motor is gemonteerd, zorgt dit voor een nagenoeg gelijke gewichtsverdeling. Leeg rust ongeveer 45 procent van het gewicht op de achteras en 55 procent op de vooras. Hoe dat bij een volle bunker is, moet nog worden vastgesteld. Theoretisch zou het bij de gekozen bunkervorm gelijk moeten blijven, maar theorie en praktijk gaan niet altijd gelijk op. Dankzij het naar achteren verplaatsen van de motor en het naar voren brengen van de elevator is tussen motor en elevator ruimte ontstaan voor het bij elkaar plaatsen van de achterwielen. Deze zijn bevestigd aan een draaikrans, waardoor de machine zeer kort kan draaien. De binnencirkel is in deze uitvoering 2,40 meter. Dat biedt de mogelijkheid om heen en
De achterwielen hangen in een centraal geplaatste draaikrans. De wielen kunnen met een as ook uit elkaar worden geplaatst.
weer te rooien en daarbij zonder steken voor de volgende rij te draaien. Dat lukt door aan het eind van de rij net even naar buiten te sturen, waarna een gewoon kopeind breed genoeg is om de machine direct weer voor de volgende rij te manoeuvreren. Doordat de maximale wieluitslag van het achterwiel ongeveer 70 graden is, blijft ook het binnenste voorwiel net meedraaien in de bocht. Om heen en weer te kunnen rooien, is ook de sideshift aangepast, zodat deze nu naar zowel links als rechts dertig centimeter zoekend is.
Lage bodemdruk Ondanks het bij elkaar plaatsen van de wielen blijft de machine mooi stabiel in het veld. De enige keer dat je merkt dat er achter maar één steunpunt is, is bij het transport naar de hoop. Ga je in dat geval door een gat, dan merk je dat de machine wat wil overhellen. Wie liever wat stabieler staat, kan er ook voor kiezen om de wielen achter wat verder uit elkaar te zetten. In dat geval ben je wel het voordeel van deze constructie kwijt dat de bodem over de hele breedte maar één keer wordt bereden. Met aan de voorzijde 800-banden en achter een 900-serie sluiten de sporen precies op elkaar aan. Bij de 1050-banden waarmee deze rooier is uitgerust, is er sprake van een kleine overlap. Dan blijft alleen een smal strookje tussen de beide achterwielen onbereden. Bij het ontwerp is ook gedacht aan de mogelijkheid om rupsen te gebruiken. Op wens kunnen de voorwielen dan ook worden vervangen door rupsen. Met de gebruikte 900/60R38-banden voor en 1000/55R32-exemplaren achter is een lage bodemdruk haalbaar. Voor kan de druk terug naar 1,4 bar en achter is zelfs 1,0 bar mogelijk.
GRONDIG 9 2016
47
ondernemen met
vaktechniek
Twee uitvoeringen Naast de Q616 komt er straks ook een Q621. Deze heeft een vijf ton grotere bunker door het opbouwen van opklapbare zijrekken op de bunker van de Q616. Verder is deze machine gelijk aan de kleinere basismachine. Voor het vergroten van de mogelijkheden bij het lossen heeft de machine een langere losband, die ook dieper kan lossen. De mogelijkheden worden nog vergroot doordat de machine ongeveer twaalf graden kan kantelen over de draaikrans waarin de assen hangen. Deze optie is aangebracht voor gebruik in heuvelachtig gebied, maar kan tijdens het gewone werk worden gebruikt om de machine extra laag of hoog te laten lossen. Het vlakstellen in heuvelachtig terrein gaat via een automatische vlakstelregeling. De Q616 is voorzien van een 342 kW (465 pk) DAF-Paccar-motor, die met 1100 toeren kan worden gereden. De Q621 heeft dezelfde motor, maar dan met een vermogen van 375 kW (510 pk).
Via een vijzel worden de bieten verdeeld. Als het achterste deel vol is, verandert automatisch de draairichting.
Natuurlijk is heen en weer rooien - wat in de testuitvoering mogelijk is - niet op elk perceel een optie, want lossen kun je nog steeds maar aan één kant. Voor korte percelen of percelen met een lage opbrengst werkt het echter wel prestatieverhogend. Wie dan op één van de twee gangen rijdend kan lossen, kan bijna non-stop rooien. Een belangrijke reden voor Vervaet om de rooier in de basisuitvoering niet met een grotere bunker uit te rusten, is het beperken van de bodemdruk. “We merken dat er in het veld steeds meer weerstand komt tegen die heel grote rooiers. Niet alleen in Nederland, maar ook in Duitsland, Frankrijk en Engeland merk je dat boeren daar steeds meer vragen bij stellen. Natuurlijk, als de capaciteit groter wordt, is dat gunstig. Het is echter de vraag hoeveel je opschiet met een bunker die een paar ton groter is, zeker als je toch met een kipper gaat rijden om de bieten op de hoop te brengen.” Met een relatief kleine rooier en een beperkte bunker verwacht Vervaet ook een beter economisch plaatje. “Deze rooier blijft in de basisuitvoering in de buurt van een bruto prijs van € 430.000,-. Dat past bij veel loonbedrijven die een relatief klein areaal hebben. Ze hoeven op deze machine wat minder af te schrijven, omdat de machine ook tweedehands nog gewild is. Die kan doordat hij minder uren is gebruikt technisch ook na bijvoorbeeld tien jaar op een loonbedrijf nog een groot aantal jaren mee. Die heeft dus nog waarde voor een akkerbouwer die zelf wil rooien. Bij de grote machines, zoals de drieassers van Ropa en dergelijke, is dat veel moeilijker. Die zijn technisch aan hun eind en niemand zit op zo’n gevaarte te wachten. Je moet dus veel meer afschrijven en dan is het maar de vraag of je ondanks een hogere capaciteit zoveel goedkoper uit bent.”
Slim concept De eerste reacties op AgroTechniek Holland en de eerste ervaringen in het veld bevestigen het gevoel dat Vervaet hiermee weer een sterke troef in handen heeft: een machine
48
GRONDIG 9 2016
De automatische vlakstelling is ook handmatig te bedienen. Dan kan die worden gebruikt om de valhoogte te beperken of juist nog hoger op de hoop te kunnen lossen.
die relatief licht en wendbaar is en past in een tendens naar meer aandacht voor bodem en bodemdruk. Alles staat of valt echter met de kipper of overlaadcombinatie die je ernaast het veld in stuurt. Staat die combinatie op goede banden, dan is dit een mooie aanvulling. Dan heeft Vervaet een slim concept om voor elke klant een bodemvriendelijk alternatief samen te stellen. TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok
Buurtweg 42 ∙ 6971 KM Oeken tel. 0575 476 555 www.hissink-oeken.nl
DELVANO veldspuiten
Gemaakt vóór en door professionals Bel ons voor de dichtstbijzijnde dealer.
NV-SA
Informeer ook naar ons ruime aanbod gebruikte veldspuiten!
Zelfrijdende, getrokken en gedragen veldspuiten
Zuidweg 13-15 • Postbus 52 • 4413 ZH Krabbendijke T 0113 - 50 26 10 • F 0113 - 50 61 46 I www.gebrweststrate.nl • E info@gebrweststrate.nl Verkopers: Ko Smalheer, 06 - 53 24 90 27 Arjan Weststrate, 06 - 46 32 20 64
CLAAS Jaguar 900 krijgt betere broer
ondernemen met
vaktechniek
Nieuwe Claas Jaguar 900 en Corio-maïsplukker voorgesteld op Claas Experience Days Zo op het oog een bekende Claas-hakselaar, maar wie de machine van dichterbij bestudeert, ziet dat Claas bij de nieuwe 900 belangrijke vernieuwingen heeft doorgevoerd. Datzelfde geldt voor de nieuwe Corio-maïsplukker. We mochten de nieuwkomers in de praktijk ervaren.
Gastbedrijf van de Claas Experience Days 2016 is Agrarunternehmen Barnstad, dat een slecht maïsjaar achter de rug heeft. Het bedrijf, dat is gevestigd in de buurt van Leipzig, zit sowieso al in de droogste streek van Duitsland, met gemiddeld zo’n 500 millimeter regen per jaar. Dit jaar was extra droog en dus is bij dit bedrijf veel maïs verdroogd en al vroeg noodrijp geworden. Het was zoeken geblazen om nog een perceel achter de hand te houden dat begin oktober nog redelijk te hakselen zou zijn. Er was keuze, want het ruim 6300 hectare grote bedrijf heeft circa 1500 hectare maïs, waarvan 670 hectare korrelmaïs. De maïs was inderdaad nog redelijk en - als contrast - regende het tijdens ons bezoek. De nieuwe Jaguar 980 stond klaar. Zo op het eerste gezicht een vertrouwde machine, maar voor Claas is het een geheel nieuwe 900-serie die naast de huidige 900-serie komt en waarvoor een nieuwe productielijn is opgezet: dezelfde typeaanduiding, dezelfde vermogens, maar op punten toch anders.
50
GRONDIG 9 2016
Automatiek In de cabine is het als vanouds starten en gaan. Dan zie je de eerste noviteit: de machine heeft nu een volledig automatische Auto Fill. Een camera op de pijp scant voortdurend de contouren van de silagewagen en vult die automatisch af. Dat gebeurt ook bij het openen van het perceel. Verder hakselt de hakselaars als vanouds in dit toch redelijk constante perceel. Op het kopeind valt het motortoerental nu automatisch terug naar stationair bij (automatisch) gelijkblijvende rijsnelheid. Dat heeft te maken met de nieuwe vooras. Deze is nu uitgerust met een sperdifferentieel met automatiek (inschakelen bij slip en uitschakelen boven 15 km/u en bij scherp draaien). De as heeft een nieuwe dubbele axiaalpomp, zodat het snelheidsbereik in de eerste versnelling tot 22 km/u doorloopt. Dit grotere snelheidsbereik maakt het ook mogelijk 40 km/u te rijden met een laag motortoerental (1200 toeren per minuut). Ten slotte is de as uitgerust met een automatische handrem.
Bij Autofill scant de sensor de hele silagewagen en vult deze automatisch af. Bij het openen van het perceel werkt dit ook.
Het voorzetstuk wordt nu hydraulisch aangedreven, met als voordeel dat je de snelheid afhankelijk van de omstandigheden van de pickup of maïsbek kunt bijregelen. De invoersnelheid past zich automatisch aan bij het veranderen van de snijlengte. Claas levert desgewenst een mechanische aandrijving (bijvoorbeeld voor wie met de Multidisk werkt) en ook een hybride variant. In dat geval zijn zowel de hydraulische als de mechanisch aandrijving op de machine aanwezig en kan afhankelijk van het voorzetstuk worden gekozen voor een hydraulische of mechanische aandrijving. De laatste grote wijziging zit hem in het stellen van het tegenmes en de trommelbodem. Het tegenmes wordt nu hydraulisch vergrendeld, omdat dat eenvoudiger en sneller gaat. Verder is de instelling van de trommelbodem nu gekoppeld aan de stand van het tegenmes. Bij het opstellen van het tegenmes beweegt de trommelbodem automatisch mee, zodat dat niet apart hoeft te worden nagesteld.
Keuzes maken
De nieuwe 900 heeft een hydraulische vergrendeling van het tegenmes gekregen en bij het opstellen van het tegenmes stelt de hakseltrommelbodem automatisch ook op.
Uiteraard hebben we ook even doorgepraat over Shredlage, dat bij dit bedrijf niet wordt toegepast. Volgens Claas is dat passend voor het beeld in Duitsland. Loonbedrijven zijn wat terughoudend omdat de meeste boeren er nog niet extra voor willen betalen. Zoals u wellicht weet, is in Nederland al wel gescoord met de Shredlage-techniek. Claas benadrukt dat het nu nadrukkelijk drie methoden naast elkaar verkoopt: de bekende traditionele kneusrollen, de nieuwe Multicrop Cracker Max en Shredlage. In Nederland is het nu conventioneel óf Shredlage. Claas geeft aan dat volgens proeven met de Multicrop Cracker betere kneusresultaten worden bereikt en dat door de extra snijwerking grover kan worden gehakseld voor hetzelfde eindresultaat. Waar nu fijn op vijf millimeter wordt gehakseld kan met de Multicrop Cracker Max op zeven millimeter worden gehakseld. Claas benadrukt wel de kwaliteitswinst met Shredlage, vooral door de beter (acht keer) gekraakte korrels en het ontbreken van hele stengelstukken, al zijn die toch grover. Ook zorgt het materiaal voor een betere penswerking. Goed aanrijden is bij Shredlage wel een thema.
Extra aandacht voor het kuilwerk met de Xerion, hier op z’n Amerikaans als troef. Claas claimt door in één keer opschuiven en in hondengang rijden betere verdichtingsresultaten dan met een trekker of wiellader.
De maïs werd met Claas Cargos 700-silagewagens naar de kuilhoop gereden. Deze zijn nu leverbaar in Comfort-uitvoering met Isobus-besturing, zodat alle functies gemakkelijker te bedienen zijn. Kenmerkend is de geperforeerde voorwand voor beter zicht en de Staja-dissel. Voor ons is dat wat minder actueel, omdat we in Nederland ook de Kaweco-wagens hebben. Op de kuilhoop draaide een Xerion met Amerikaanse maïsschuif. Flink aan de maat en deze mist ten opzichte van bijvoorbeeld een Holaras de verstelbare zijdeuren om mooier af te werken. Claas scoort in Duitsland heel goed met Xerions op de kuilhoop, mede doordat ze in hondengang kunnen rijden. Een groot voordeel om de kanten van de kuil goed aan te rijden, in dit geval op z’n Amerikaans met dubbele montering. Dat zul je vanwege de breedte bij ons en bij onze oosterburen zelden zien. Claas benadrukt dat de verdichtingsgraad volgens onafhankelijke testen beter is dan bij een trekker of een wiellader. Dat komt mede doordat de inhoud van de silagewagen in één keer kan worden opgeschoven, zodat er meer aanrijdtijd is op de kuilhoop. Claas adviseert bij Shredlage-hakselen in dunnere lagen op te schuiven voor een betere verdichting. Dat advies is mede ingegeven doordat uit onderzoeken blijkt dat het gros van de kuilen onvoldoende wordt vastgereden.
GRONDIG 9 2016
51
ondernemen met
vaktechniek
Claas ontwikkelde deze nieuwe Coriokolvenplukkers. Door de afgeronde vorm, de oplopende onderkant en vlakkere hoek worden de stengels later beroerd.
Handig is de nieuwe span inrichting: met de hendel ontgrendelen, even stellen tot het markeringspunt en weer opspannen.
Maïsdorsen
Claas stelde de Cargos 700-silagewagens voor met comfortpakket, waar per knopdruk alle functies via een Isobus-terminal kunnen worden bediend. Troef van de wagen is de doorzichtige voorwand. Dit exemplaar was uitgerust met geïntegreerde weging en afdekkleppen.
Daarna stonden de Lexions klaar met de nieuwe generatie Corio-maïsplukkers. Claas heeft de maïsplukkers behoorlijk aangepakt. Die staan vlakker (zeventien graden), zodat kolven bij het eventueel vallen minder naar voren springen. De neusdelen zijn zachter en gebogen gevormd, zodat de stengels minder, hoger en later worden aangeraakt. Hiermee worden de maïsplanten minder beroerd, maar eveneens later, zodat loszittende kolven ook later vallen. De nieuwkomer is ook beter geschikt voor gelegerde maïs. Verder zijn er desgewenst conische snijwalsen leverbaar. Die hebben als voordeel dat ze eerst de grove stengeldelen fijner en later de dunnere uiteinden grover snijden. Ook is er een snelspan inrichting gekomen op de invoerkettingen: een kwestie van met een hendel ontspannen, opstellen met een stelring tot het merkteken en weer aantrekken; een paar minuten werk en supersimpel. In deels gelegerde maïs zijn we even meegereden. Je ziet dat je dan toch een compromis zoekt tussen wat steiler zetten om met de punten onder de gelegerde maïs te kunnen komen - met de kans dat er toch wat kolven naar voren springen - en de vlakkere positie. Wat rest is het gevoel dat we velen van u deze dag ook hadden gegund. Al het nieuws lekker in de praktijk aan het werk en dan meteen in de keuken kijken van zo’n groot gemengd bedrijf. Met als toetje even kijken bij een maïsmolen die er even 120 ton korrelmaïs per uur doorjaagt.
TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann
In deze streek wordt relatief veel maïs gedorst. Hier wordt een partij gemalen en meteen ingekuild. Indrukwekkend als zo’n molen met een 515 kW (700 pk) Caterpillar-motor er even 120 ton per uur doorjaagt. Op de kuil een trekker en een PistenBully voor het verwerken en aanrijden.
Nieuwe trekkerautomatiek Bij (najaars)grondbewerking of bij de oogst zijn het uitheffen en het moment van draaien niet van zo danig belangrijk dat je daar GPS-gestuurde automatiek voor nodig hebt. Het kiezen van de ideale volgende werkgang is vaak wel handig. Daarop inspelend introduceert Claas Turn In. Daarbij wordt de trekker auto matisch naar het meest efficiënte volgende spoor geleid. Eerst moet je uitdraaien tot minimaal 120 graden, want bij minder werkt het niet. Als je de functie dan op de kopakker activeert, kiest hij zelf de ideale volgende werkgang. Op het scherm zie je waar je heen wordt geleid en kun je dus ingrijpen. Het systeem kijkt daarbij naar de actuele snelheid, de wieluitslag en het werktuig. Claas demonstreerde ook de nieuwe aansturing van alle Isobus-functies via de S10-terminal. Een nieuwe functie is ook Section Control, een automatische sectieschakeling bij overlapping van eerdere arbeidsgangen. Verder is er een uitbreiding van Task Management, waarbij nu ook de trekkerbestuurder op de terminal taakkaarten kan aanpassen.
52
GRONDIG 9 2016
Frans Vervaet B.V. - Hoofdplaatseweg 1b - 4521PE - Biervliet - Nederland - WWW.VERVAET.NL - info@vervaet.nl - 0031 (0) 115 18 17 10
Online bestellen: buma.com info@buma.com 0514 571826
Nieuw in het assortiment!
PHYTOBAC Met de Phytobac kunt u reststromen gewasbeschermingsmiddelen op een verantwoorde manier verwerken zonder schade aan het oppervlaktewater of de bodem toe te brengen. Kijk voor meer informatie op buma.com/phytobac
Groen producten
Grond producten
Infra producten
MAAIAPP De verdwenen voorman
ondernemen met
vaktechniek
MaaiApp maakt het werk efficiënter Maaien voor een waterschap, voor een gemeente, voor een natuurbeheerorganisatie en voor particulieren, het zijn werkzaamheden die elk een eigen karakter hebben. Alle stellen ze hun eigen eisen aan het bijhouden van het geleverde werk. Twee bedrijven op de Zuid-Hollandse eilanden gebruiken inmiddels twee jaar de MaaiApp, die alles gewoon vastlegt. Per jaar onderhouden Dick Klok Cultuurtechniek en Aannemersbedrijf P. Vis uit Heenvliet ruim 900 kilometer maaivakken. Een enorme klus, waarbij werknemers niet alleen telkens nieuwe opdrachten krijgen, maar voor sommige opdrachtgevers ook nauwkeurig moeten bijhouden waar
ze zijn geweest. Om het werk efficiënt uit te voeren, heeft uitvoerder Johnny van der Loos van Dick Klok het hele beheergebied ingedeeld in uit te voeren werkzaamheden door verschillende ploegen. Tot vorig jaar werden kilometers maaivakken ingetekend op een papieren kaart en ging elke ploeg met zo’n grote, ingekleurde kaart op pad. De voorman verdeelde het werk en reed het gebied rond om te zien hoe het werk verliep. Voor Van der Loos was dat lastig, want pas aan het eind van de dag, wanneer de mensen uit het veld terug waren, kon hij de status van het werk van elke ploeg doornemen. “Daar was je wel een aantal uren zoet mee”, vertelt hij. “Op vrijdag werden de kaarten van de ploegen handmatig overgetekend in een verzameld kaartbeeld. Dan doe je dubbel werk en het is foutgevoelig. Pas als je dat had gedaan, had je het overzicht. Dan pas kon ik opnieuw gaan plannen. Tussentijds kon je nauwelijks monitoren en bijsturen, met als gevolg dat er stukken werden vergeten of dat bijvoorbeeld het slootvuil niet werd opgeruimd.”
Nieuwe werkwijze Sinds vorig jaar is de werkwijze drastisch veranderd. Na een periode van testen en wikken en wegen besloten de bedrijven aan het werk te gaan met de MaaiApp van Nieuwland. Daarin kunnen alle bestekken worden opgenomen vanaf het GISbestand, waarbij medewerkers met een tablet gelijk al het werk kunnen vastleggen. Het betekent voor de werknemers dat ze de ingeplande werkzaamheden op een kaart op een tablet mee krijgen. In de MaaiApp kan elke ploeg de geplande en de uitgevoerde regels van de desbetreffende maaironde inzien. Het voordeel is volgens Van der Loos dat je niet afhankelijk bent van medewerkers met een goede gebiedskennis. “Nu ligt het werk veel minder stil door ziekte of vakantie. Als een medewerker nu is ingelogd, kan hij op de kaart heel eenvoudig het geplande werk vinden.” Zijn collega Nico Rodenburg, ICT’er bij het bedrijf, moest eerst wel wat weerstand overwinnen om het systeem in te voeren. “Veel medewerkers waren vooraf erg sceptisch, maar na een instructie van een halve dag over de werking van de MaaiApp veranderde dat snel. De meesten liepen er zo mee weg en zelfs onze ‘digibeten’, die weinig van nieuwe techniek moeten hebben, waren vrijwel meteen enthousiast”, aldus Rodenburg.
54
GRONDIG 9 2016
Voordelen MaaiApp voor aannemers • Planning en regels op een kaart: de ploegen zien wat er moet gebeuren. • Betere onderlinge communicatie over het werk. • Eenvoudige aansturing van de maaiploegen, dagelijkse monitoring. • Vastleggen van gebiedskennis. • Herberekening en verbetering na elke maaironde. • Inzichtelijke controle en rapportage. • Snellere facturatie.
Voordelen MaaiApp voor opdrachtgevers • Inzicht in voortgang. • Bijsturen op basis van meldingen van belemmeringen en schade. • Hoge betrouwbaarheid. • Grote kostenbesparing op kaartproductie en controle door het leveren van een digitaal bestek met geografische aanduidingen.
Hij vindt het mooi te merken dat medewerkers in de praktijk meteen nieuwe slimme toepassingen gaan bedenken. “De MaaiApp werd al snel een communicatiemiddel tussen de ploegen. Ik zie opmerkingen voorbij gaan als: ‘Let op, de grote kraan kan hier niet, de kleine wel!’ De gebiedskennis wordt zo steeds groter en die kennis wordt onderling gedeeld. Een groot voordeel, want 900 kilometer aan maaivakken kun je nooit handmatig bijhouden. En dan nog: wie zoekt alles terug? Nu kun je er zo bij.”
Alles in beeld Voor de planning van het werk krijgt Rodenburg van waterschap Hollandse Delta de maaivakken digitaal op kaart aangeleverd (in een GIS-bestand). In WebGIS Publisher, een kaarttoepassing op internet, tekent hij zelf ook de ‘boerensloten’ in. Zo kunnen ook de werkzaamheden in opdracht van particulieren en agrariërs in het systeem meedraaien. Wanneer een opdracht is ingepland, zien de medewerkers van de maaiploegen op hun tablet het ingeplande werk en kunnen ze na afloop registreren wat ze hebben gedaan. Deze gegevens lopen automatisch binnen in de kaartregistratie van WebGIS Publisher. Daarmee heeft Van der Loos aan het eind van de dag direct een goed overzicht van de voortgang van het werk. De app wordt inmiddels ook veelvuldig gebruikt voor de onderlinge communicatie tussen de ploegen. Bij beide bedrijven loopt de handmaaiploeg als eerste de maaivakken af. Die fungeert dus als een soort verkenners. De meeste meldingen zijn dan ook van hun hand. Eén van die verkenners is Jessy Vogelenzang. Hij gaat als medewerker van de handploeg als eerste het veld in om rondom objecten als bomen, verkeersborden en lantaarnpalen de eerste strook schoon te maaien. “We zien dan bijvoorbeeld een beschermde orchidee in de berm of een vogelnest langs de waterkant. Dat melden we in de app door op de locatie een stip met een opmerking en een foto te plaatsen. Collega’s die de volgende dag met een trekker de vlakken gaan maaien, kunnen daar dan rekening mee houden. Ook een schade of belemmering melden we direct op de kaart.” Het voordeel hiervan is tweeledig. De bescherming van flora en fauna is goed geregeld en het voorkomt hoge boetes als een overtreding wordt vastgesteld. Ook op een andere
manier merkt Vogelenzang voordelen van het systeem. “Als er overhangende takken zijn of een andere belemmering voor de uitvoering van het werk kan ik nu direct met de opdrachtgever communiceren of hij wil dat ik het probleem oplos. Dat leidt soms tot betaald meerwerk en vaak tot een snellere oplossing van het probleem. Een ander groot voordeel is dat de functie van voorman, die eigenlijk alleen met het verkennen bezig was, is vervallen. Dat doet iedereen nu zelf. Daardoor hebben we een echte meewerkend voorman. Dat scheelt ons zeker drie tot zes uur per dag op een ploeg van zes mensen.”
Oplevering gemakkelijker Dankzij de app is ook de oplevering van het werk een stuk gemakkelijker. Zodra Van der Loos een deel heeft nagelopen en goedgekeurd, kan hij dit digitaal aanmelden als ‘Uitgevoerd’. De toezichthouder ontvangt dan een kaart met de ingediende maaivakken. Na controle kan hij de status veranderen in ‘Akkoord’ of ‘Niet akkoord’. Tegelijk met het overzicht van het uitgevoerde werk krijgt de toezichthouder ook een inspectiekaart met meldingen en foto’s van de gerapporteerde belemmeringen. “Door het tussentijds melden van knelpunten is er veel minder discussie over de uitvoering en is er veel sneller een akkoord”, zegt Van der Loos. “Dit betekent dat een factuur ook veel sneller kan worden verstuurd en afgehandeld.” Na twee jaar met de app te hebben gewerkt, heerst er bij Klok en Vis tevredenheid over het resultaat. Hoewel er de eerste twee jaar flink is geïnvesteerd, circa 15.000 euro per jaar, zien ze dat de efficiëntie in het werk is verbeterd, dat er tijd wordt bespaard en dat de kosten lager zijn. Volgens van der Loos is dat ruimschoots voldoende om de investering in apps en tablets goed te maken. “De komende jaren zijn de kosten nog aanzienlijk lager omdat we dan alleen abonnementskosten hebben. Ook al kun je het nooit precies meten, we weten zeker dat we flink aan arbeid besparen. En alles is veel beter op orde. Dat geeft ook bij een opdrachtgever vertrouwen.”
TEKST & FOTO’S: Emil Roes
GRONDIG 9 2016
55
ondernemen met
vaktechniek
ECONOMIE NEW HOLLAND KOOPT KONGSKILDE Al lange tijd is bekend dat New Holland op zoek is naar uitbreiding van zijn leveringspakket met grondbewerkings- en hooibouwwerktuigen. Met de vorige maand aankondigde overname van Kongskilde heeft het merk eindelijk zijn doel gerealiseerd. Wel blijft Kongskilde voorlopig ook onder eigen naam in de markt. Moedermaatschappij CNH neemt Kongskilde over van het Deense DLG. Daar stond dit bedrijf al langer in de etalage, omdat Kongskilde er ondanks verschillende herstructureringen niet in slaagde om goede, zwarte getallen te schrijven. Voor New Holland betekent dit dat de allang sluimerende ambitie om ook werktuigen aan het productenpakket toe te voegen eindelijk kan worden waargemaakt. Kongskilde is vooral bekend als producent van grondbewerkingswerktuigen en zaaimachines, maar met JF is er ook een leverancier van hooibouwmachines in huis. Daarmee past deze overname in het streven van New Holland om een
full-liner te worden op het gebied van landbouwmachines. In de toelichting op de overname verklaarde New Hollanddirecteur Carlo Lambro dat de machines van Kongskilde langzaam aan het productenpakket van New Holland zullen worden toegevoegd. “Daarmee hebben we de mogelijkheid om de machines en werktuigen van Kongskilde op een veel bredere markt aan te bieden.” In de markten waarin Kongskilde nu al aanwezig is, zal voor bestaande klanten niet veel veranderen, stelt Lambro. “Het huidige importeurs- en dealernetwerk blijft gewoon in stand om bestaande en nieuwe klanten te voorzien van service, onderdelen en nieuwe machines”, vertelt hij. Door de machines ook via het New Holland-netwerk te gaan verkopen, wil het bedrijf Kongskilde verder laten groeien, zodat het niet alleen nieuwe machines kan blijven ontwikkelen, maar ook een positief resultaat toevoegt aan CNH.
advertentie
n! e n n tie n e l o e Toord garan
• SCHIJVENAFSTAND 18,75 cm • WERKBREEDTES 6,75 / 7,50 / 8,25 m
v aar 3j
SOLODISC XXL
NIEUW
8,25 m
www.joskin.com
Cobra & Multi-Action
Nieuw Volumetra : model ‘‘Vacuum’’
Profiteer nu van onze vroegboekkorting!
tel: +32 43 77 35 45
Uw extra voordeel: November: December: Januari: Februari:
5% 4% 3% 2%
Symen van der Veen · NL-9219 VJ De Tike · T +31 651572523
56
GRONDIG 8 2016
www.agroliner.de
CUMELA-KOMPAS ANALYSE: INVESTERINGEN BIJ GEMENGDE BEDRIJVEN FORS GESTEGEN
IN KORT BESTEK Risico-analyse Beste Jan, Ik heb een grondverzetproject in uitvoering waarbij teelaarde voor een deel moet worden afgegraven en vervoerd. We verzuipen echter en maken daardoor aanzienlijk meer kosten. De directie wil echter van geen bijbetaling weten.
Beste aannemer,
De bruto marge en de boekwaarde van de machines van gemengde bedrijven zijn de afgelopen drie jaar flink gestegen. In de jaren ervoor zagen we juist een dalende trend. Door de forse investeringen in de afgelopen twee jaar ligt de boekwaarde van de machines inmiddels op € 1.410.114,- per bedrijf. Dit is alweer hoger dan in 2011, toen de vorige piek (€ 1.367.135,-) werd bereikt. Een stijging van in totaal 3,1 procent. De stijging van de boekwaarde is een gevolg van de fors gestegen investeringen door deze bedrijven. Lagen deze in 2013 nog op € 206.000,-, in 2015 was dit gemiddeld al € 359.000,-. In diezelfde periode is de bruto marge met 4,5 procent nog wat meer gestegen. De bruto marge bedroeg in 2011 € 1.870.703,- en in 2015 komt deze uit op € 1.954.046,-. De ontwikkeling van de bruto marge van gemengde bedrijven blijft wel enigszins achter bij die van de grondverzetbedrijven en agrarische loonbedrijven (groei respectievelijk 9,2 en 10,3 procent, zie Grondig 7 en 8). Uit contacten met deze bedrijven concludeert adviseur Dieuwer Heins dat de gemengde bedrijven de afgelopen jaren waarschijnlijk wat kritischer zijn geweest bij het aannemen van werk en zich hebben geconcentreerd op werkzaamheden die rendement opleveren. In de tabel is de verhouding van de bruto marge ten opzichte van de boekwaarde weergegeven. Deze ligt gemiddeld op 1,4 en is stabiel. De verhouding bruto marge/boekwaarde ligt tussen die van de grondverzetbedrijven (1,8) en agrarische loonbedrijven (1,2). In de tabel zijn tevens de investeringen weergegeven. Daaruit blijkt dat deze sterk gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van de bruto marge.
Bruto marge in verhouding tot de boekwaarde machines 2011
2012
2013
2014
2015
Investeringen
284.873
274.858
206.597
268.878
359.076
Bruto marge per boekwaarde
1,37
1,35
1,44
1,48
1,39
De gegevens zijn gebaseerd op de jaarcijfers van 41 gemengde bedrijven die over de periode 2011-2015 hebben deelgenomen aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Ruim een derde van de jaarcijfers 2015 is op het moment van schrijven verwerkt. Het gaat hier dus om voorlopige cijfers. Komende periode zullen van meer bedrijven de cijfers worden verwerkt. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn via (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.
Nog bedankt voor het toezenden van het bestek. Dit maakt voor mij veel duidelijk. In ons werk komen we regelmatig onvoorziene omstandigheden tegen die leiden tot meer kosten. De UAV besteedt daaraan aandacht in paragraaf 47 en zegt ook iets hoe opdrachtgever en opdrachtnemer in die situaties met elkaar moeten omgaan. Ik citeer: “1. Onder kostenverhogende omstandigheden worden in deze paragraaf verstaan omstandigheden die van dien aard zijn dat bij het tot stand komen van de overeenkomst geen rekening behoefde te worden gehouden met de kans dat zij zich zouden voordoen, die de aannemer niet kunnen worden toegerekend en die de kosten van het werk aanzienlijk verhogen. 2. Indien kostenverhogende omstandigheden als bedoeld in het eerste lid intreden, heeft de aannemer aanspraak op bijbetaling.” Het moet dus gaan om kosten die de kosten van het werk aanzienlijk verhogen. In de beoordeling van die kosten houdt de rechter overigens ook altijd rekening met het feit dat het aannemen van werk risico’s met zich meebrengt. Het gaat hier om kostenverhogende omstandigheden waarvan u vooraf geen weet had of kon hebben. Het weer is blijkbaar een dergelijke omstandigheid en de opdrachtgever heeft die willen uitsluiten; het bestek zegt nadrukkelijk dat stagnatiekosten, meerkosten of andere kosten die te wijten zijn aan de weersomstandigheden geen reden zijn voor bijbetaling. Had u dan rekening met het weer moeten houden bij uw calculatie. Ja, alleen al door die uitsluiting. Bovendien staat in het bestek op diverse plaatsen dat rupsdumpers zijn toegestaan; ook die opmerking had tot nadenken moeten leiden. U had daarover vragen kunnen stellen. In het bestek staat een bodemprofiel van het hoger gelegen ontgravingsgedeelte. Daaruit kunt u niet aflezen dat in de lager gelegen delen leem voorkomt in het profiel; de oorzaak van de door u ondervonden wateroverlast. Een bestek hoort volledig te zijn. Mogelijk ligt daar nog een puntje voor overleg met de directie. Hoofdoorzaak blijft echter dat u bij de bepaling van de uitvoeringswijze en de calculatie niet echt een analyse hebt gemaakt van de risico’s van het werk. U had dan voor dit werk zeker een andere werkwijze toegepast óf bewust een risico genomen.
Jan van der Leij Beleidsmedewerker GWW CUMELA Nederland
GRONDIG 9 2016
57
ondernemen met
cumela
CUMELARIA
VIJFTIGJARIG JUBILEUM JENNISKENS IN HORST “Een goed eindresultaat is Jenniskens’ belangrijkste streven. Kleine verschillen in afwerking leveren grote positieve verschillen in resultaat. En daar mag je af en toe best een beetje eigengereid in zijn, toch, John?” Een veelzeggende zin van CUMELA-directeur Michiel Pouwels tijdens het vijftigjarig jubileum van Jenniskens. Vader Thei begon op zestienjarige leeftijd met een tweewielige frees bij een grote groentekweker. Met toestemming van echtgenote Toos werd vervolgens het bedrijf gestart. Nu staat zoon John samen met Lizette al jaren aan het roer van het bedrijf, dat zich heeft ontwikkeld tot een specialist in tuinbouwloonwerk, grondverzet, aanleg van containervelden en cultuurtechniek. Op het jubileum kregen Thei en John de gouden CUMELA-speld, echtgenotes Toos en Lizette de gouden hanger en zus Erica de zilveren hanger vanwege haar 25-jarig jubileum. Deze foto is volgens ons veelzeggend voor de waardering die Jenniskens geniet.
A. MOLENAAR VIERT 75 JAAR OP NIEUWE BEDRIJFSLOCATIE De neven André en Marc Molenaar zijn de derde generatie in het bedrijf A. Molenaar en de drie zoons van de eerste, René, Arno en Peter, al de vierde. Samen met een trouwe groep medewerkers runnen zij een hoveniers- en aannemersbedrijf en een loswal voor zand en grond in Bergambacht. Op vrijdag 14 oktober vierden zij het 75-jarig bestaan en de opening van een grote nieuwe bedrijfslocatie. Bedrijvenadviseur Nico Willemsen sprak hen toe en uit handen van twee collega’s, Wiebe Vollmüller en Martijn Roodenburg (bestuursleden GVZHN), ontvingen de vijf heren een gouden CUMELA-speld en hun partners een mooie bos bloemen. De openingshandeling bestond passend uit de onthulling van een portret van de grondlegger, Adam Molenaar.
JUBILARISSEN BIJ NIEK KONIJN IN WIJDEWORMER Zaterdag 8 oktober was het topfeest bij loon- en verhuurbedrijf Niek Konijn in Wijdewormer. Op deze avond vierden drie medewerkers hun 25-jarig jubileum. Remco Jongeneel (op de foto rechts) begon ooit als kraanmachinist, maar doet nu al vele jaren de planning. Kees Vleeshakker (midden) is al die tijd machinist geweest en Johan Bruinsma, die verantwoordelijk is voor de administratie binnen het bedrijf. Volgend jaar volgen er weer twee 25-jarige dienstverbanden. Dit jaar was er ook een twaalfenhalfjarig jubileum en ook dat zal er volgend jaar weer zijn. Niek Konijn vindt het een goed t eken dat er veel langjarige dienstverbanden binnen het bedrijf zijn.
ZILVER VOOR POPPINK IN CASE RODEO Op de jaarlijkse Case Rodeo Operators Challenge in het Case Customer Centre in Parijs wist Nederland de status als topland in universele machinebeheersing niet te verzilveren. De titel ging naar het Deense team, terwijl een Franse machinist overall-winnaar werd. Toch wisten de Nederlandse machinisten Peter Bart Poppink, Peter Slaghekke en Herbert Wolf onder begeleiding van Frank Wilmink (Schmidt Bouwmachines) te scoren. Peter Bart werd met de Case CX210D-rupsgraafmachine tweede op het onderdeel Cherokee Crawler. Volgend jaar weer op voor goud!
58
GRONDIG 9 2016
GEKRUID FEESTELIJKE OPENING NIEUW BEDRIJFSPAND FA. JONGENEEL Op 16 september openden René en Marieke Meerkerk samen met hun jongens op feestelijke wijze hun nieuwe bedrijfspand in Bleskensgraaf. Dat is modern en ruim ingericht en past bij de ontwikkelingen binnen het bedrijf. Van rioleringen ontstoppen en reinigen, met een camera inspecteren, met nevel onderzoeken, aanleggen en repareren tot het onderhouden of renoveren van grote en kleine pompgemalen en be sturingen hiervan, Fa. Jongeneel BV heeft er een jarenlange ervaring in opgebouwd. Ook voormalig eigenaar Gerrit en zijn vrouw Anne Jongeneel, de naamgevers van het bedrijf, liepen trots rond.
JUBILARISSENDAG BIJ VAN OOSTRUM WESTBROEK, Op zaterdag 24 september 2016 werden bij Van Oostrum Westbroek BV de jubilarissen in het zonnetje gezet. Met maar liefst negen personen (eenmaal 40 jaar, eenmaal 35 jaar, driemaal 25 jaar en viermaal twaalfenhalf jaar) was dat een bijzondere gebeurtenis. Om kwart over acht ‘s ochtends vertrokken de jubilarissen met hun collega’s en partners naar Rotterdam voor een bezoek aan de Maasvlakte 2. Daarna vertrok het gezelschap naar Klimpark Fun Forest in het Kralingse Bos om de middag actief door te brengen. Terug in Wesbroek werden de jubilarissen toegesproken door de heer W. van Oostrum en ontvingen de 25-jarige jubilarissen een zilveren CUMELA-speld en de 40-jarige jubilaris een gouden CUMELA-speld. Voor de partners was er een prachtige bos bloemen. Als afsluiting van deze gezellige dag liet het koude en warme buffet zich goed smaken. Een prachtige dag, waarbij ook deze groepsfoto van de jubilarissen hoort.
Women only Dit jaar kan ik weer gewoon naar de Vrouwendagen, die trouwens al zijn geweest als dit in het blad verschijnt. Voor mij is het na twee jaar weer terug naar de oude formule. In 2015 kon ik er door een verbouwing thuis namelijk niet bij zijn en in 2014 werden de Vrouwendagen gehouden in combinatie met de Inspiratiedagen. Een experiment dat gelukkig bij één jaar bleef, want de combinatie was niet gelukkig. Veel vrouwen misten toch het speciale van deze dagen: women only! Dus is de agenda begin november weer leeggeruimd voor twee dagen Ermelo, iets waar ik sinds de eerste keer eigenlijk altijd naar uitkijk. Het is een soort feest der herkenning, want laten we eerlijk zijn: we werken allemaal in een bijzondere branche. Daar gebeuren dan ook altijd de meest bijzondere dingen, waarvan het leuk en stimulerend is om ze met elkaar te delen. Hoewel de basis van de dagen een aantal interessante en actuele workshops is, blijft er voldoende ruimte om ongedwongen met elkaar te kunnen praten, te netwerken en te ontspannen. Op deze manier komen vele zaken aan het licht. Van: “O, is dat bij jullie ook zo, pfff… ik dacht dat dat alleen bij ons zo ging.” Natuurlijk zijn er veel erg grappige dingen, maar er is soms ook veel emotie en dan kunnen de tranen rijkelijk vloeien. Daarbij hoort ook de afspraak die vertrouwen en openheid geeft: alles blijft hier! We gaan dus niet thuis met manlief met naam en toenaam bespreken wat er overal aan de hand is. Voor mij is dat erg waardevol: een luisterend en begrijpend oor van onze collega’s, vrouwen die zaken direct herkennen omdat ze in hetzelfde schuitje zitten. Dat geeft saamhorigheid. Nu kan ik best eens een jaar overslaan. Het ene jaar spreekt het thema je bijvoorbeeld meer aan dan het andere jaar. Toch blijft het mooi om regelmatig met deze groep vrouwen bijeen te komen, zeker omdat je weet dat er veel tijd aan het programma is besteed. Wij, vrouwen, zijn namelijk erg kritisch. Voor we twee dagen ergens naar toe te gaan, moet er een goede invulling van het programma zijn. Dat dit lukt, is een compliment voor de organisatie. Daarom heb ik er ook jaar na jaar zin in om naar dit speciale women onlyevenement te gaan.
Gretha Toering Toering Grond- en Verzetbedrijf
GRONDIG 9 2016
59
25 JAAR LOONWERKONDERWIJS De leerling aan het woord
ondernemen met
cumela
Leren stopt nooit AOC’s, ROC’s, vakscholen en hbo’s bieden opleidingen aan in agrarisch loonwerk, cultuurtechnische werk en grondverzet. Eén van de bekendste vakscholen is het SOMA College in Harderwijk, dat is gespecialiseerd in grondverzet. Het hbo leidt op tot een managementfunctie. Daarnaast is er op veel opleidingen nog de keuze uit BBL of BOL. Het is aan de leerlingen wat ze willen. Waar ligt hun ambitie, in welk werk voelen zij zich thuis en wat vinden zij eigenlijk van hun opleiding?
Naam: Leeftijd: Opleiding: School: Leerbedrijf: Leerjaar:
Marije van Beurden 20 Agrotechniek en Management Aeres Hogeschool, Dronten Diverse stagebedrijven 3
“Vrouwen hebben een meerwaarde voor de sector” “Ik wilde eerst de opleiding voor verloskundige gaan volgen, omdat ik dacht dat vrouwen niet zouden passen in de loonwerkerswereld, maar toen ik werd uitgeloot, besloot ik toch mijn hart te volgen. Mijn vader heeft een loonbedrijf en ik heb het werk van jongs af aan altijd met plezier gedaan. Nu ik bezig ben met de opleiding zie ik in dat juist vrouwen een meerwaarde voor de sector kunnen betekenen. We hebben een andere kijk op dingen, ik denk dat we wat consequenter zijn dan mannen. Met mijn vader heb ik zo nu en dan discussies, maar vaak komen daar verrassende oplossingen uit. Ik zit hier op kamers, dat maakt de opleiding extra leuk. Het is een kleine school, waar iedereen elkaar kent. Dat vind ik fijn. Deze opleiding bestaat voor tachtig procent uit bedrijfskunde en twintig procent uit praktijk. Toch sluiten onze opdrachten op school altijd goed aan bij de praktijk, waardoor je hetgeen je op school leert vrijwel direct kunt toepassen in de praktijk. Dat is de kracht van onze school. Ik denk wel dat ik een voorsprong heb op sommige klasgenoten, vooral in het praktijkgericht denken, omdat ik zelf van een loonbedrijf kom. Wellicht dat ik hierna nog ga doorstuderen voor docent. Als loonwerker moet je altijd werken. Dat vind ik niet vervelend, maar later wil ik wel kinderen en dat wordt lastig als je 24/7 klaar moet staan voor je klanten. Dan is het fijn als ik iets achter de hand heb.”
60
GRONDIG 9 2016
Naam: Leeftijd: Opleiding: School: Leerbedrijf: Leerjaar:
Luuk Bolder 20 Loonwerk AOC Oost Doetinchem Gebr. Van Huet, Duiven 4, niveau 4
“Ik wil later meer kunnen dan een gemiddelde werknemer op een bedrijf” “Thuis hebben we altijd koeien en varkens gehad, dus ik had al ervaring met het boerenleven, maar zelf had ik toch altijd meer met machines dan met dieren. Het was dus voor mij al snel duidelijk dat ik de opleiding Loonwerk wilde doen. Dat ik voor het AOC Oost heb gekozen, was vooral omdat die school het dichtst bij huis was. Ik ben eerst begonnen met niveau 3. Dat duurt drie jaar. Daar heb ik veel machine- en plantenkennis opgedaan. Praktijk en theorie vond ik goed op elkaar aansluiten. In de winter liepen we twee dagen in de week stage en de andere drie dagen zaten we op school. In de zomer was dat andersom. Dat was prettig, want in de zomer is er natuurlijk meer te doen op een bedrijf dan in de winter. Ook vielen de blokstages altijd in het voorjaar, waardoor er altijd genoeg te doen was als we in die periode op het bedrijf kwamen. Ik denk dat ook de stagebedrijven daar erg tevreden over zijn. Ik heb ervoor gekozen om er nog een jaar erbij te doen en ben nu op niveau 4 bezig. Dat gaat veel meer over plannen en aansturen. Je leert onder andere begrotingen maken. Het is moeilijker, maar ik wil graag meer leren, zodat ik later meer kan dan een gemiddelde werknemer op een bedrijf. Mijn stagebedrijf Gebr. Van Huet, waar ik al vanaf mijn tweede leerjaar stage loop, geeft me de kans om te groeien. Nu ik aan niveau 4 ben begonnen, mag ik in de winter op kantoor meedraaien, zodat ik ook leer hoe dat in de praktijk werkt.”
Naam: Leeftijd: Opleiding: School: Leerbedrijf: Leerjaar:
Jesper Ernsten 18 Machinist, BOL SOMA College, Harderwijk Buijtenhuis Nijkerk B.V. 3
“Doorleren geeft me in de toekomst meer kansen” “Ik ga vier dagen in de week naar school en één dag loop ik stage. Voor deze BOL-constructie heb ik specifiek gekozen. Hoewel deze vorm inderdaad meer theorie is en ik eigenlijk meer een praktijkman ben, vind ik het grote voordeel dat deze BOLopleiding me breder opleidt. De BBL-opleiding is erg op één machine gericht, terwijl ik nu leer werken met zowel graafmachines als shovels en bulldozers. Theorie betekent trouwens niet alleen wiskunde, Nederlands en Engels, maar we hebben ook vakken als elektrotechniek, machine- en motorenkennis, hydrauliek et cetera. Van huis uit heb ik dit vak niet echt meegekregen, al werkte ik vanaf mijn elfde wel bij een boer en reed ik veel op trekkers. Werken met graafmachines heb ik toch altijd het allermooist gevonden. Dat ik niet veel ervaring had, maakte het eerste jaar wel lastig. Ik wist wel hoe ik de machines moest besturen, maar echt strak en vlak werken, dat moest ik echt nog leren. Nu zit ik in het derde jaar en ben bijna klaar. In februari start ik met een half jaar stage en dan is mijn opleiding afgerond. Ik wil wel doorstromen naar Uitvoerder. Dat kost me één jaar extra, maar dat geeft me in de toekomst wel meer kansen. Hoewel ik het me nu nog niet kan voorstellen, maar stel dat ik erover een aantal jaar geen plezier meer in heb, dan kan ik nog altijd als uitvoerder aan de slag. Die kennis heb ik dan in elk geval ook.”
25 jaar loonwerkonderwijs Het loonwerkonderwijs bestond vorig jaar een kwart eeuw. In die 25 jaar is er veel veranderd en nog steeds is er verandering gaande. Het onderwijs probeert daar continu op aan te sluiten, maar dat is geen eenvoudige taak. Daarnaast moet ook de moderne werkgever zijn werknemers blijven opleiden. Reden genoeg dus om aandacht te besteden aan de toekomst van morgen. Leren stopt nooit.
Naam: Leeftijd: Opleiding: School: Leerbedrijf: Leerjaar:
Nick Koster 18 Groen, Grond & Infra, BBL Wellant College, Houten Van Vliet Waarder B.V. 3, niveau 3
“Het gaat me puur om dat papiertje” “Vóór mijn opleiding werkte ik al bij een loonwerker en het liefst was ik na mijn vmbo-opleiding ook meteen fulltime aan het werk gegaan, maar ik vind het toch belangrijk om een diploma te hebben. Vandaar dat ik deze BBL-opleiding doe. De opleiding stelt wel als eis dat je eerst een stagebedrijf vindt, voordat je met de opleiding start. Bij BOL is dat niet zo. Dat was wel lastig. Ik heb veel sollicitaties de deur uit gedaan voordat ik mijn huidige stagebedrijf vond. Ik koos deze opleiding vooral om het grond & infra-aspect, maar in de realiteit blijkt de nadruk op school toch vooral in het groen, het agrarische, te liggen. Dat vind ik wel jammer. De theorie gaat voornamelijk over agrarische zaken, terwijl ik ook graag vakken over kranen en andere machines zou willen hebben. De praktijk moet je echt bij het bedrijf leren, dus ik ben wel blij dat ik bij een bedrijf werk waar ik in het grondverzet kan werken. Ik doe vooral veel werk als trekkerchauffeur. Dat vind ik het leukst. Wat wel een pluspunt is, is dat ik mijn hele opleiding bij hetzelfde bedrijf mag blijven werken. Je kunt natuurlijk stellen dat je dan meer ervaring op doet at als je bij verschillende bedrijven stage loopt, maar door bij één bedrijf te blijven, kan ik wel doorgroeien. Omdat ze bij Van Vliet Waarder weten wat ze aan me hebben, vertrouwen ze me en laten ze me mijn eigen ding doen. Daarnaast bouw je een band op met de rest van het personeel. Dat vind ik ook erg belangrijk. Ik zit nu in mijn laatste jaar. Ik hoop dat ik daarna bij mijn stagebedrijf kan blijven werken. Doorleren doe ik niet. Zoals gezegd: het gaat me puur om dat papiertje.”
TEKST: Marjolein van Woerkom FOTO’S: Leerlingen
GRONDIG 9 2016
61
ondernemen met
cumela
CUMELA.NL
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
EERSTE DERTIG TREKKERBUMPERS GESUBSIDIEERD!
OOK OP CUMELA.NL
Sinds de start van de trekkerbumper-campagne op 6 september zijn al tientallen subsidieverzoeken ingediend. De aanvragen van de eerste negentien bedrijven zijn inmiddels goedgekeurd. Elf van die bedrijven hadden een aanvraag ingediend voor twee bumpers, waardoor er nu dertig bumpers zijn gefinancierd. CUMELA verwacht op korte termijn nog meer bumpers te subsidiëren. Projectleider Thijs Veneklaas Slots: “Dagelijks krijgen we vragen over onze campagne en komen er subsidieaanvragen binnen. Er is nog genoeg ruimte binnen onze subsidiepot voor meer aanvragen, dus uw aanvraag zie ik ook graag tegemoet!” Wilt u meer weten over de campagne of wilt u weten hoe u in aan merking komt voor de bijdrage van € 500,- per bumper? Ga naar www.cumela.nl/trekkerbumpers.
• Code 95: maak een vijfjaarsplanning! • Belangrijke stap in totstandkoming Omgevingswet • Rijden met losgestorte lading • Informatie over pensioen in eigen beheer • Marktontmoeting noordelijke waterschappen en CUMELA Nederland • Aanleveren jaarrekening 2015 voor de kengetallenvergelijking kan nog!
WIJZIGING OVERBRUGGINGSREGELING CAO LEO Werkgevers met overbruggingscontracten moeten sinds een wetswijziging op overbruggingsdagen 100 procent loon betalen, maar het Overbruggingsfonds compenseert. De wetswijziging waarin dit is bepaald, is nu doorgevoerd in de nieuwe CAO LEO, geldend sinds 1 mei 2016. Als gevolg van de wetswijziging en daardoor verplichte cao-aanpassing zullen uw loonkosten stijgen. Om dit op te vangen, compenseert het Overbruggingsfonds u door de subsidie voor te declareren overbruggingsdagen te verhogen vanaf winterseizoen 2016-2017 (overbruggingsdagen vanaf 15 november 2016).
WET DBA NOG NIET VAN TAFEL
VOORTGANG WETSVOORSTEL KENTEKENPLICHT (LAND)BOUWVOERTUIGEN De Tweede Kamer gaat pas in november in debat met minister Schultz van Haegen over het wetsvoorstel kentekenplicht. De invoering van de kentekenplicht op 1 januari 2017 is daardoor praktisch niet meer haalbaar. Na behandeling en stemming in de Tweede Kamer moet immers ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel nog behandelen en erover stemmen. Mogelijk is de eerst mogelijke invoeringsdatum 1 april 2017. Uitstel van invoering van de kentekenplicht betekent wel dat de conversieperiode voor de bestaande (land)bouwvoertuigen korter wordt. Duidelijk is ook dat LTO Nederland onverkort voorstander is van de invoering van de kentekenplicht voor alle (land)bouwvoertuigen.
CAO BOEKJE Leden van CUMELA Nederland ontvangen bij deze editie van Vakblad Grondig het nieuwe cao boekje. De looptijd van de cao is van 1 mei 2016 tot en met 30 juni 2017. De tekst is ook opgenomen op de website www.caoloonwerk.nl.
62
GRONDIG 8 2016
Het lot van de Wet DBA, waarmee op 1 mei 2016 een einde kwam aan de VAR voor het werken met zzp’ers, lijkt in handen te komen van een evaluatiecommissie onder leiding van de Leidse arbeidsrechtskundige Gerrard Boot. Dinsdag 4 oktober 2016 heeft de Tweede Kamer gestemd over maar liefst vijftien moties die na het debat een week eerder waren ingediend. Zeven moties zijn aangenomen. De moties die bedoeld waren om weeffouten uit de wet te halen, zijn verworpen. Eind december volgt een nieuw debat. De regering moet duidelijk maken en zekerheid verschaffen dat elke opdrachtgever en zelfstandige die volgens een goedgekeurde modelovereenkomst werken gevrijwaard blijven van naheffingen. Daarnaast is nu afgesproken dat na de transitieperiode (tot 1 mei 2017) stapsgewijs met de handhaving wordt gestart. Sinds medio oktober is een speciaal meldpunt geopend: www.meldpuntdba.nl. We raden u aan om uw ongenoegen over deze wet en de praktische problemen waar u tegenaan loopt te melden.
CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN Leden kunnen deze digitale Grondig-artikelen gratis lezen op Cumela. nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt downloaden en printen. • Nieuwe BRL Groenkeur gaat verder dan ISO9001: de belangrijkste wijzigingen op een rij • Certificering drijvende werktuigen en pontons • Onderhoud zonder ongelukken • Gespreid incasseren: ‘klantenbinding?’ • Help, ik wil van mijn telefonieabonnement af!
VOORZITTER Inspiratie Ik was vorige week op een bijeenkomst genaamd Familiebedrijven en goed bestuur op een inspirerende plek en wel op een HBO school ingeleid door twee inspirerende personen.
DAMESDAG NOORD-HOLLAND Twintig dames kwamen op 6 oktober naar Fluwels Tulpenland in Sint Maartenszee voor de Damesdag in Noord-Holland. ’s Morgens gaf Marlies Kamps van Stigas een workshop met de naam ‘Vlammen zonder afbranden’. Als cumelaondernemer of als partner van een cumelaondernemer, komt er van alles op ondernemersvrouwen af. Aan de orde kwam wat energie kost en wat energie vraagt en er was een interactieve quiz via de smartphone van de deelnemers. Na de lunch ging het gezelschap naar het loonbedrijf van de familie Hoogland, waar het eerst een rondleiding kreeg. Aansluitend vond de workshop ‘Panne zonder mannen’ plaats. Er is goed geoefend op de onderdelen olie peilen, autolampje vervangen, zekeringen vervangen, ruitenwisservloeistof bijvullen en ook het vervangen van een autoband. Na afloop werd er nog gezellig na gepraat over de geslaagde dag in de kantine van Loonbedrijf Hoogland.
VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL • Moet van auto’s die niet mee naar huis worden genomen een rittenregistratie worden bijgehouden? •W aarom krijg ik een looncontrole van Colland? • Moeten bedrijven die muziek aanbieden in bedrijfsruimtes vergoedingen betalen aan Sena of Buma/Stemra? •H eeft een werknemer recht op ouderschapsverlof? • Kan ik een wanbetaler verplichten tot het betalen van een rentepercentage over het factuurbedrag?
Op de inhoud zal ik niet verder ingaan aangezien er anderen over schrijven, al valt dit me zwaar, want het was me toch interessant!! Waar ik het met name over wilde hebben is het feit dat ik drie maanden na de vakantie weer enorm in de werkmodus was gezakt en het me opviel dat ik genoot van de omgeving, de mensen om mij heen en de openhartigheid waarmee ervaringen gedeeld werden. Ook de inleiders wisten de deelnemers goed te triggeren en bij de les te houden. Kortom het was inspirerend, met nieuwe ideeën en inzichten naar huis en dat voelt goed. En u voelt hem al aankomen natuurlijk, ik ben u aan het opwarmen voor de uitnodiging van de Inspiratiedagen 2017 die in de allereerste week van het nieuwe jaar gehouden gaan worden. Op 4 en 5 Januari op een nieuwe locatie. In die eerste week houden de grote opdrachtgevers waarschijnlijk nog een beetje vakantie en kunt u zich wellicht twee dagen vrijmaken om inspiratie op te doen. Het beloofd deze keer weer bijzonder te worden met twee geweldige bedrijfsbezoeken, meerdere interessante workshops en spraakmakende gastsprekers. En om even een tipje van de sluier op te lichten willen we u meenemen in de wereld van de nanotechnologie. De toepassingen hiervan groeien enorm en ook de cumelasector kan hiermee in de toekomst zijn voordeel doen. Alleen hiervoor zou u al moeten komen, maar ook andere onderwerpen zullen u zeker interesseren en natuurlijk is er weer tijd om met uw collega’s bij te praten en van elkaar te leren. Het programma is in samenspraak met het jongerenbestuur opgesteld en zodoende voor iedere doelgroep interessant. Daarmee hopen we ook iedere groep te bereiken en over te halen om naar het midden van het land af te reizen om inspiratie op te komen doen en uw netwerk te vergroten. De economie trekt weer aan, er komt weer meer werk op ons af en om in de toekomst uitdagingen en vernieuwingen het hoofd te bieden willen wij u graag inspireren en opladen. Ik verwacht u allen !!
GRATIS TOOLBOXVOORLICHTING Stigas organiseert in samenwerking met CUMELA Nederland gratis veiligheidsvoorlichtingsbijeenkomsten op het cumelabedrijf. In totaal worden er vijftig gratis voorlichtingsbijeenkomsten weggegeven. Dit jaar kunt u kiezen tussen de onderwerpen. ‘Voorkomen van beroepsziekten’ en ‘Veilig werken op hoogte’. Aanmelden is mogelijk via de Stigas Service Desk, telefoon (085) 044 07 00 of door een e-mail te sturen naar peter.bredius@stigas.nl. Om gratis deel te nemen aan de voorlichtingsbijeenkomsten is het een voorwaarde dat u de CAO LEO toepast en premie afdraagt aan Colland. De voorlichtingsbijeen komsten worden vanuit de Colland-afdrachten gefinancierd.
Wim van Mourik Voorzitter CUMELA Nederland
GRONDIG 8 2016
63
ondernemen met
cumela
COMMISSIE SOCIALE ZAKEN VAN BINNENUIT
Basis voor onderhandelingen Ze vormen de eerste contactpersonen uit de sector bij bijvoorbeeld de cao-onderhandelingen: de leden van de Commissie Sociale Zaken van CUMELA Nederland. Ze spelen een belangrijke rol in het hele arbeidsmarktbeleid. Niet alleen door het bespreken achteraf, maar ook door zelf actief mee te denken over nieuwe voorstellen. Een reportage van achter de vergadertafel. Wat bij binnenkomst direct opvalt, is het hoge percentage vrouwen dat deze commissie bemenst. Natuurlijk, op veel bedrijven zijn de hele administratie en ook de personeelsaangelegenheden een vrouwenzaak. Uiteindelijk gaat het hier, ook al heet het sociale zaken, echter niet om de zachte kant van de bedrijfsvoering. Sterker nog: het gaat over centen en procenten. In deze commissie van CUMELA Nederland worden namelijk voorstellen voor nieuwe punten in de cao- onderhandelingen besproken en wordt tussentijds en bij afronding van de onderhandelingen meegedacht met de delegatieleden. Dan gaat het over keiharde procenten die direct invloed hebben op de kostprijs van elk bedrijf.
Verkeerde dingen zeggen Het harde is te merken als er wordt teruggekeken op de laatst afgesloten cao. Dan blijkt hoe ook na de onderhandelingen zaken nog hoog kunnen zitten. Wanneer het arbeidstijdenmodel en de discussie met de bonden aan bod komen, reageert Jacqueline Tuinenga als beleidsmedewerker sociale zaken afgemeten. “Daarover moet je mij niet laten spreken, want dan ga ik verkeerde dingen zeggen.” Onderwerp is het rapport dat daarover is opgesteld en dat als uitgangspunt moet dienen bij een volgende onderhandelingsronde. Ook in de deze zomer afgesloten cao is het aan bod geweest. Er is een uitvoerig rapport over de voor- en nadelen gemaakt, maar - en dat bepaalt de reactie van Tuinenga - hoewel een onafhankelijk bureau het onderzoek deed, morrelen de bonden aan de uitgangspunten. Het is voer voor een korte discussie tussen de aanwezigen over de noodzaak van een nieuw model. Al snel blijkt dat de meesten al slim gebruik maken van de huidige regels. Zoals Dammie van der Poel opmerkt: “Als er een probleem met
64
GRONDIG 9 2016
uren is, kun je het ook met de huidige cao-bepalingen oplossen. Dan is er voldoende ruimte om zaken creatief en flexibel in te vullen”, aldus de ondernemer. Toch hamert voorzitter Sander van Meer van CUMELA Nederland op een statement. “Problemen moeten we in beeld krijgen, zodat we via de onderhandelingen een oplossing kunnen presenteren.”
Reistijdvergoeding Op verzoek van Merel van Stipdonk, ook één van de commissieleden, wordt stilgestaan bij een bepaling in de cao die gaat vervallen. Het betreft de mogelijkheid om bij reistijdvergoeding af te wijken van de regels. Op haar vraag of anderen daar gebruik van maken, gaat een enkele vinger de lucht in. Het leidt tot een discussie of je er nu wel of niet gebruik van moet maken en of dit wel rechtsgeldig is. Het leidt al snel tot de mijmeringen van Sander, zoals hij ze zelf aanduidt. Staand voor het bord legt hij daarna uit hoe het volgens hem zit. Dan komt ook zijn achtergrond als advocaat boven, want met het wetboek in de hand komt hij bij de Wet op de cao. Hij legt uit wanneer bepalingen in een cao nietig zijn en maakt daarbij onderscheid tussen een standaard-cao en een minimum-cao. Vervolgens toetst hij de vervallen bepaling over de reistijdenvergoeding aan deze wetgeving. De commissie besluit dat het laten vervallen van deze bepaling een acceptabele keuze is geweest. Wel overweegt de commissie dat het goed zou zijn om leden er nog een keer op te wijzen dat zij hun afwijkingen moeten melden. Dit zal gebeuren door een column in Grondig, zo wordt besloten.
Wijziging opzegtermijn Zo komen nog meer onderwerpen uit de cao-onderhandelingen aan bod die nu in uitvoering zijn, zoals de wijziging van de opzegtermijn bij tijdelijke contracten of het aanne-
men van werknemers via de Participatiewet. Het maakt dat de aanwezigen niet alleen goed op de hoogte zijn, ze vormen ook de achterban waarop Van Meer en Tuinenga tijdens onderhandelingen een beroep kunnen doen. Nadrukkelijk geven ze aan niet in afspraken te stappen die op verzoek van de bonden zijn opgenomen. “Vroeger namen we dat nogal eens op ons als onderdeel van de afspraak”, vertelt Van Meer. “Nu zeggen we: we stemmen in met het verzoek van de bonden, maar ze zullen het zelf moeten uitvoeren. Een voorbeeld is de wens van de bonden om een pilot te doen met scholingsvouchers. “Het uitvoeren van een pilot is prima, maar het is aan de bonden om duidelijk te maken wat het doel is van een pilot, hoe zo’n pilot eruit moet zien en dat vorm te geven.”
Er moeten geen aparte potjes voor werknemers komen. Ze moeten worden gestimuleerd om na te denken over hun toekomst en over welke opleiding nodig is. Brainstorm scholing Een belangrijk deel van de vergadering is na behandeling van de vaste punten ingeruimd voor een brainstorm. Sinds enkele vergaderingen is dat een vast onderdeel, waarbij de ver tegenwoordigers van de sector gezamenlijk in een kleiner groepje nadenken over zaken waaraan de bedrijfstak behoefte heeft. Deze keer is scholing het onderwerp, ook vanuit de gedachte dat in het nieuwe beleid een leven lang leren centraal staat. Een punt waarvoor in de cao ook afspraken zijn gemaakt en zullen worden gemaakt. Na een adequate indeling in drie groepen zoekt elke groep een eigen plekje om over het onderwerp scholing te discussiëren. Dan blijkt ook hoe breed je scholing kunt nemen, want terwijl de ene groep spreekt over het onderwijs op de AOC’s en de aansluiting op de praktijk is een andere bezig met hoe je personeelsleden motiveert om naar cursussen te gaan. Wat opvalt, is dat iedereen het eens is met de gedachte dat er geen potje per werknemer moet komen waarover hij de beschikking krijgt, want waarschuwt Dammie van der Poel: “Als er potjes komen, is er nog geen stimulans om aan de slag te gaan. Medewerkers moeten het gevoel hebben dat het voor hen noodzakelijk is om aan scholing te doen. Ik waarschuw ze wel eens: over tien jaar is door automatisering op veel plaatsen geen machinist meer nodig. Maar daar heeft nog niemand over nagedacht.” Gezamenlijk is de conclusie getrokken dat het goed is dat er geld beschikbaar komt, maar dat het tegelijkertijd aan de
Leden Commissie Sociale Zaken Wie vragen heeft of zaken die heeft die hij graag op tafel wil hebben bij de commissie kan altijd contact opnemen met één van de leden. Ook via de bedrijvenadviseur kunnen zaken direct bij de commissie op tafel worden gevraagd. De volgendevergadering van de commissie is 2 maart 2017 .
Bedrijf Contactpersoon Van Lokven BV Gebr. Van der Poel BV Berdi BV Van Kessel Sport en Cultuurtechniek BV Loonbedrijf Veldman BV Firma G.J. Bongers en Zonen VOF Loon- en grondverzetbedrijf Gebr. Hartenhof BV Van Berkel BV Loon- en Aannemersbedrijf Nagtegaal Loonbedrijf Roodenburg BV Landschapsinrichting van Stipdonk BV Fa. Grefelman S. Vogelzang & Zn. BV
Marie-José van Lokven-van Schaijk Dammie van der Poel Dirk Bernhard Francien de Wit Fiona Veldman-Stoop Harry van Ginkel Marga Hartenhof-Tienkamp Ilse Tiebosch-Roefs Klaas Nagtegaal Mirjam van der Nagel-Roodenburg Merel van Stipdonk-van Riel Renate Grefelman Sjoerd Vogelzang
werknemer is om daar gebruik van te maken. Bij navraag blijkt alleen Francien de Wit op haar bedrijf een echt scholingsplan te hebben. “We maken daar serieus gebruik van om mensen te laten nadenken over hun toekomst. ‘Wat wil je?’ en ‘Hoe wil je dat bereiken?’ zijn vragen die we veel stellen. Daarmee hoop je ze te prikkelen om van gewoon machinist toch voorman of zelfs uitvoerder te worden.” Het slot is zoals bij elke vergadering voor de rondvraag. Daar scoort Ilse Tiebosch met haar vraag over werktijden die feitelijk weer aansluit bij het arbeidstijdenmodel. Haar probleem is een werknemer die 36 uur werkt, maar dan niet in vijf, maar in vier dagen van negen uur. “Het betekent feitelijk dat hij volgens de regels per dag 1,4 overuur maakt, die je ook moet uitbetalen, terwijl dat niet de bedoeling van de afspraak is. Het is wel te regelen, maar het geeft vooral administratieve lasten. Dat moet flexibeler.” Het zijn kwesties die vanuit de praktijk laten zien hoe afspraken toch net anders uitpakken dan bedoeld en gedacht. Voor de commissieleden is het voordeel dat ze direct toegang hebben tot kennis. Dat maakt het voor hen tot een nuttige ochtend. En de sector profiteert, want de praktijkproblemen komen direct op de onderhandelingstafel.
TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok
GRONDIG 9 2016
65
ondernemen met
cumela
TOOLBOX Voorkom ongevallen met de kolomboormachine Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting
Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl
Een kolomboormachine is een vast opgestelde boormachine waarmee je nauwkeurig door hout of metaal kunt boren. Werken met de kolomboormachine brengt echter wel risico’s met zich mee.
RISICO’S Het werken met een kolomboor brengt een aantal risico’s met zich mee. • In aanraking komen met de draaiende boor • Meegetrokken worden. • Rondvliegende deeltjes die in de ogen en het gezicht terechtkomen. Kolomboormachines die vanaf 1995 zijn gefabriceerd, moeten een CE-markering hebben en een Nederlandstalige gebruiksaanwijzing.
Deze kolomboren hebben geen beschermkap, maar gebruik altijd een beschermkap!
66
GRONDIG 9 2016
TIPS EN VUISTREGELS
Gebruik geen handschoenen als je werkt met een kolomboor. De kans is aanwezig dat deze worden meegetrokken door de machine.
AANDACHTSPUNTEN Om veilig te kunnen werken met een kolomboor zijn de volgende drie aandachtspunten van belang: 1. Er moet een afschermkap zijn gemonteerd die de boorkop en de boor (gereedschap) volledig afschermt. Hierbij zijn er twee mogelijkheden: - Een vaste kap (een kap die niet kan worden opengeklapt) waarbij geen schakelmogelijkheid aanwezig hoeft te zijn. - Een dynamische kap (oftewel een kap die kan worden opengeklapt) waarbij een onderbrekingsschakelaar moet zijn geplaatst. De afschermkap moet vastzitten aan de kolomboormachine en kunnen worden ingesteld op het gereedschap dat je wilt inspannen in de boorspil. Als de boorspil en het ingespannen gereedschap in de bovenste positie staan, moet de afschermkap zowel de voorkant als de zijkanten van de boorspil en het gereedschap afschermen. Als de afschermkap wordt geopend, moet de beweging automatisch stoppen. Als de afschermkap wordt gesloten, mag de boormachine niet automatisch opstarten (nulspanningsschakelaar).
• Je mag de kolomboormachine alleen gebruiken, instellen en onderhouden als je de werking en de risico’s ervan kent. • Als er twijfel is aan de veiligheid of de geschiktheid van de kolomboormachine, begin dan niet met werken en waarschuw je leidinggevende. • Controleer of de kolomboor verankerd is in de vloer of op een stabiele ondergrond staat. • Zorg ervoor dat de werkruimte rondom de kolomboormachine schoon is en vrij van obstakels. • Gebruik een kolomboormachine alleen waarvoor deze is bedoeld. • Zet het werkstuk goed vast. • Zorg ervoor dat je de afschermkap altijd op de juiste hoogte instelt als er met de kolomboormachine wordt gewerkt. • Controleer of er een noodstop aanwezig is, die duidelijk herkenbaar en goed bereikbaar moet zijn. • De kolomboor moet jaarlijks worden gekeurd, onder andere een keuring volgens NEN 3140. Controleer de datum van keuring. De keuringssticker moet zichtbaar zijn op de kolomboormachine. • Zorg voor een gelijkmatige, niet te abrupte of te snelle verplaatsing van de boorkop. • Zorg voor een scherpe boor. • Gebruik bij het verzinken van een gat het laagste toerental en bij het centerboren een hoog toerental. • Omdat spanen kunnen wegschieten, is het dragen van een veiligheidsbril verplicht. • Vermijd elke vorm van overbelasting van de kolomboormachine. • Verwijder boorsel en krullen niet met de hand van de draaiende kolomboor. • Breng geen koelmiddel aan met een borsteltje of penseel, want dan kunnen de haartjes door de boor worden gegrepen, zodat gevaar op letsel bestaat. • Gebruik geen handschoenen. Deze vergroten de kans om te worden meegetrokken door de kolomboor. • Draag nauw om het lichaam sluitende, gesloten kleding, dus geen losse kleding, lange haren, ringen en kettingen. • Zet de kolomboor altijd stil bij het doorschuiven of wisselen van het te boren materiaal. • Gebruik de kolomboormachine nooit als uw concentratie is verminderd door ziekte, oververmoeidheid, alcohol of medicijnen. • Verricht geen handelingen aan een draaiende boor!
2. Er moet een noodstopschakelaar zijn (alleen verplicht bij een vermogen van 500 watt of hoger). 3. De V-snaarkap moet afsluitbaar zijn en zijn uitgevoerd met een onderbrekingsschakelaar.
TEKST: Peter Bredius, preventieadviseur en hoger veiligheidskundige Stigas FOTO’S: Stigas
GRONDIG 9 2016
67
Open Huis bij Duport in Dedemsvaart Vrijdag 2 december van 10.00 tot 22.00 uur Zaterdag 3 december van 10.00 tot 16.00 uur
Duport BV Archimedesstraat 9 7701 SG Dedemsvaart www.duport.nl Be l Rij eef h e on n t et z ze e e ma st z lf! ch elf ine s
Op en ka nieu ing nto w orp an d
W W W . L M C G E N N E P. N L
Hoogveld 3 • 6598 BL Heijen • T: 0485 - 511605
Int ro nie duct ma uw ie ch e ine s
www.lmcgennep.nl
: S R E P M U B R E K K E R T ! P O R O O V D I E H G I VEIL
500 400
mper: u b r e k k e r t n met ee k o o u n n e d ij Wij r Agr. Loon- en Grondverzetbedrijf M.M. Langenhuizen, Nistelrode Blom Verkeersschool, Etten-Leur Cintégro, Ens Fa. Grefelman, Luttenberg Gert Davelaar Grondwerken en Landschapsonderhoud, Zwartebroek H. Kuijpers BV, Son Hulter BV, Anerveen Loon- en grondverzetbedrijf J. Ruizendaal, Naarden Loon- en Verhuurbedrijf Kort Valthe, Valthe
Loonbedrijf Fa. van Staveren, Nieuw Vennep Loonbedrijf Hendrix & Smits BV, Castenray Loonbedrijf J. en M. ten Hove, Kamperveen Loonbedrijf VOF A.J. Looman & Zn., Zelhem Meilof BV, Hoogersmilde Roelofs Lemelerveld BV, Lemelerveld Snoeijen Agro BV, Maarheeze
Tussenstand deeln
300 200
emers
100
500 400 300 200 100
30
30
VEILIG
(land)bouwverkee
r
Somers VOF, Vorstenbosch Van Buuren opleidingen, Ermelo Volker BV, De Lutte
Met een trekkerbumper ben ik beter zichtbaar op de weg “Zichtbaarheid, zowel op als langs de weg, is de reden geweest om investeren in een trekkerbumper”, aldus Gert Davelaar van Gert Davelaar Grondwerken en Landschapsonderhoud in Zwartebroek. Nadat hij over de praktijkproef van CUMELA Nederland had gelezen, besloot hij om
Vergroot de veiligheid, rij met een
een trekkerbumper te kopen. Hiermee was hij de eerste deelnemer aan de
trekkerbumper. CUMELA Nederland ondersteunt de aanschaf van 500 bumpers met een
Trekkerbumper-campagne. Andere weggebruikers reageren goed op zijn trekkerbumper. “Waar bestuurders van auto’s voorheen maar twee lampen zagen, die dicht bij elkaar stonden, merken ze nu vroegtijdig dat er groot materieel aan komt en wijken ze op tijd uit om me de ruimte te geven. De breedtemarkering en de contourverlichting doen hun werk!” Hinder van de bumper ondervindt Davelaar nauwelijks. “Het kleine beetje ruimte dat je als chauffeur meer nodig hebt om te draaien, weegt niet op tegen alle voordelen die je op de weg ondervindt.”
vergoeding van € 500,-. Kijk op www.cumela.nl/ trekkerbumpers voor de deelnemende leveranciers, spelregels en voorwaarden.
ondernemen met
cumela
Zeven procent van de kosten zijn onnodig Risicoanalyse en risicobeheersing bij het aannemen van GWW-werken Ongeveer zeven procent van alle kosten in een gemiddeld GWW-project zijn faalkosten: uitgaven voor inefficiënt werken, een eindproduct dat niet voldoet aan de afgesproken kwaliteitseisen of zaken die moeten worden hersteld of vervangen. Veel van die kosten zijn te wijten aan een onvolledige of slechte voorbereiding. CUMELA Nederland wil daar wat aan doen met een nieuwe themabijeenkomst.
Natuurlijk is het als aannemer gemakkelijk wijzen met het vingertje naar de kwaliteit van de bestekken; die zijn slecht voorbereid. Ingenieursbureaus leveren steeds vaker een product met een zesje in plaats van een goed doordacht ontwerp en bestekken zijn met minimale inspanningen in elkaar gezet. En ja, is dan het excuus van aannemers, dan word je in de uitvoering geconfronteerd met extra kosten, bijvoorbeeld door stagnatie door ontbrekende vergunningen of extra afvoerkosten door niet gesignaleerde bodemverontreinigingen.
De oorzaak van die matige bestekken ligt deels in de zware concurrentie in de advieswereld. Wat dat betreft hebben die bedrijven met hetzelfde te maken als de aannemers: kwaliteit kan door de adviesbureaus wel worden geleverd, maar die moet dan wel worden betaald c.q. beloond. Ook heeft het te maken met het wegebben van inhoudelijke kennis bij de opdrachtgevende partij. Daar is de uitvraag naar een adviesbureau vaak al onder de maat. Natuurlijk, perfecte ontwerpen en bestekken bestaan niet, maar veel opdrachtgevers zijn ook te angstig om samenwerking te zoeken. In plaats daarvan kiezen ze voor concurrentie op prijs. Het gevolg is dat organisaties die werk aannemen, van het maken van een bestek tot de uitvoering daarvan, het zoeken in meerwerk om toch nog wat te kunnen verdienen. Door het gebrek aan kennis ontbreekt bij opdrachtgevers ook steeds vaker het inzicht om tijdens de uitvoering te anticiperen op veranderende omstandigheden en ontbreekt ook de kennis om het eindproduct te beoordelen.
Slecht bezig Treft de aannemerij dan geen blaam? Toch wel. Een bestek hoort een volledige beschrijving te geven van wat moet worden gemaakt en het moet alle informatie bevatten om het werk te kunnen maken. Hoe kun je als aannemer voor een werk een werkmethode bepalen en een calculatie maken als je constateert dat niet geheel duidelijk is wat je moet maken of als noodzakelijke informatie ontbreekt. Je bent bijvoorbeeld slecht bezig als je niet constateert dat de noodzakelijke bodemgegevens ontbreken en je pas in de uitvoering tot de conclusie komt dat je moet werken met rupsdumpers in plaats van met de gecalculeerde gewone dumpers. Ook merken de adviseurs bij CUMELA Nederland dat veel te weinig gebruik wordt gemaakt van de ruimte om vragen te stellen in het aanbestedingsproces om daarmee onduidelijkheden weg te nemen. Bijkomend voordeel van het stellen van vragen stellen, is dat alle inschrijvers gelijk aan de streep staan
70
GRONDIG 9 2016
Themabijeenkomst ‘Risico’s herkennen en beheersen’ Op 23 november houdt de sectie Grondverzet en cultuur techniek een themabijeenkomst in IJmuiden. Hier wordt de nieuwe, grote zeesluis van 70 meter breed, 500 meter lang, en 18 meter diep gebouwd. Het aannemersconsortium OpenIJ moet de nieuwe sluis in 2019 opleveren. U kunt voorafgaand aan de bijeenkomst op excursie naar dit indrukwekkende bouwproject. Eén van de sprekers tijdens de theambijeenkomst 'Risico's herkennen en beheersen' is Bert Zijl, directeur van BK Ingenieurs. Het doel van de themabijeenkomst is u als lid bewust te maken van het zorgvuldig omgaan met risico’s. Met het vroegtijdig onderkennen van risico’s en vervolgens het treffen van maatregelen om deze risico’s te beheersen, kun je veel onnodige kosten voorkomen. Aan de hand van praktijkvoorbeelden wordt duidelijk dat vooraf een roze bril dragen achteraf vaak heel erg duur blijkt. Risicobeheersing moet in de genen van het bedrijf gaan zitten en dus in de hele organisatie gemeengoed worden. U kunt zich als lid opgeven voor deze boeiende themabijeenkomst via het agenda-item op de website van CUMELA Nederland.
en de roze bril wel thuis kunnen laten. Iedereen beseft dan dat dure rupsdumpers nodig zijn en moet daar ook op inschrijven.
Risicobeoordeling Bij de voorbereiding van een inschrijving hoort een gedegen analyse van de risico’s. Wat is het risico, wat is de kans dat het optreedt en hoeveel afbreuk levert het op? De analyse betreft het hele project op zich, maar het is verstandig om ook meer gedetailleerd door het hele ontwerp te gaan. Hoe zit het met de bestekposten, de voorwaarden, de gebiedsinformatie, enzovoort? Sommige risico’s kun je soms ook pas benoemen na een terreinbezoek. Daarom hoort dit feitelijk bij elke inschrijving. Dan kun je zien of het kippertransport wel over die weg kan, wat er gebeurt als het weer omslaat, wat voor een imagoschade je oploopt als de aanwonenden zich tegen je keren. Na deze analyse ga je bepalen hoe je wilt omgaan met de gesignaleerde risico’s. Je kiest het juiste materieel, de goede werkmethoden en de passende communicatie op het werk. Je kunt ook besluiten het risico te nemen, maar dat doe je dan ook bewust. Voor de uitvoering is het verstandig nogmaals een analyse te maken van de bedreigingen. Voor een deel heb je die al in kaart gebracht bij de inschrijving, maar omstandigheden kunnen zijn gewijzigd en de planning kan ook nieuwe inzichten geven. Soms is vooronderzoek nodig; denk aan kabels en leidingen. Een goede werkvoorbereiding met bewuste keuzes in maatregelen zorgt ervoor dat onnodige kosten in de uitvoering worden voorkomen en dat het werk ongestoord en zonder ad-hoc-maat regelen kan worden uitgevoerd. Met als resultaat lagere faal kosten en hopelijk een hogere winst.
TEKST: Jan van der Leij, secretaris sectie Grondverzet en cultuurtechnie FOTO: CUMELA Communicatie
ADVIESPRAKTIJK info@ikleesdezemailnooit.nl Goedemorgen, topondernemer. U leest altijd nauwgezet uw e-mail, volgt de berichten uit de CUMELAnieuwsbrieven op de voet en uw telefoonverkeer wordt uiterst professioneel afgehandeld. Mooi werk! Alert zijn en oog en oor hebben voor alle signalen die uw klanten, prospects of branchevereniging kunnen afgeven, leveren u een voorsprong op ten opzichte van uw concurrenten. Tijdens een leergang Markt en Klant hebben mijn collega Helmy Coenen en ik de telefonische bereikbaarheid van alle deelnemers getest. Elk bedrijf werd door ons gebeld en vervolgens vroeg mijn collega of ik naar de desbetreffende medewerker die bij ons op de cursus zat. Zes bedrijven namen op met een erg lokaal uitspreken van de bedrijfsnaam (namelijk onverstaanbaar), vier namen amicaal op met hun voornaam. Drie vriendelijke respondenten gaven aan dat ík helemaal verkeerd zat en een ander nummer moest hebben. Het hoogtepunt van ons onderzoek was dat drie van de vijftien deelnemende bedrijven de telefoon helemaal niet opnamen! Zij hebben blijkbaar werk genoeg. Hoopvol, uw concurrentiepositie wordt steeds beter na dit laatste nieuws. Gelukkig hebben bijna alle bedrijven - naast een efficiënte en klantvriendelijke telefoonafhandeling - ook allemaal e-mail, net als uw bedrijf. Veel werken er met info@hunbedrijfsnaam.nl. Weer hoeft u zich geen zorgen te maken, want bij u hebben alle medewerkers die met een computer werken een persoonlijk e-mailadres. Zoveel mogelijk werken zij vanuit dit persoonlijke account om te voorkomen dat uw bedrijf belangrijke informatie mist. Uw algemene e-mail die op info@uwbedrijfsnaam.nl binnenkomt, wordt door één of twee vaste medewerkers minstens vier keer daags nagekeken en doorgestuurd naar degene die in uw bedrijf het desbetreffende onderwerp beheert en die er zo snel mogelijk op reageert. Bij veel cumelabedrijven werkt het heel anders, gelukkig voor u. Ruim twintig procent van alle e-mail naar een algemeen adres als info@loonbedrijfergensinnederland.nl verdwijnt in een grote digitale vuilnisbak. Er wordt niet op gereageerd. Als organisator van honderden bijeenkomsten in het land om CUMELA-leden op een hoger plan te krijgen, zijn wij nog steeds verbaasd dat het blijkbaar zo goed gaat met onze aangesloten leden.
Pssssst, niet verder vertellen, hoor… De inhoud van deze column blijft lekker onder ons. Laat de anderen maar eens een training doen om hun kwaliteit van communicatie te verbeteren. Wij gaan lekker verder met het leukste beroep van Nederland: cumela ondernemer.
Lajos Bax, adviseur ondernemingscommunicatie
GRONDIG 9 2016
71
ondernemen met
cumela
VERZEKERINGEN Verder kijken dan alleen de prijs Cumelasector kiest massaal voor WGA-eigenrisicodragerschap De stofwolken inzake het WGA-advies 2017 zijn nog niet neergedaald, maar toch is er nu al één conclusie te trekken. Veel cumelabedrijven die op dit moment al WGA-eigenrisicodrager zijn, kiezen ervoor om dit ook in de toekomst te blijven. Deze bedrijven kijken verder dan alleen de prijs. De bedrijven die voor het WGA-eigenrisicodragerschap kiezen, willen niet afhankelijk zijn van het UWV en willen zelf grip houden op het langdurige verzuim en de arbeidsongeschiktheid van hun medewerkers. Zij kiezen dus voor handhaving van hun verzekering met de bijbehorende ondersteuning: persoonlijk advies rond het personeel, kosten, ziekte, schadelastbeheersing, voorkomen van WGA-instroom, advies over wet- en regelgeving et cetera. Als je puur naar de prijs kijkt, zou je in veel gevallen namelijk moeten terugkeren naar het UWV. Dat een aantal bedrijven hiervoor ook kiest, is begrijpelijk, wel met de consequentie dat je daar dan meteen ook drie jaar ‘vast’ zit.
Premieontwikkeling Hoe de premies zich na 2017 gaan ontwikkelen, is zowel bij het UWV als bij de verzekeraars onzeker. Naar onze inschatting zitten de verzekeraars momenteel met hun actuarieel onderbouwde premies aan de hoge (veilige) kant. De afgelopen jaren zijn er forse verliezen geleden op de WGA- eigenrisicodragerverzekeringen, dus zijn er veiligheidsmarges ingebouwd.
Voor de toekomstige premieontwikkeling is de schadelast beheersing van groot belang. Keerpunt, één van de partners van CUMELA Verzekeringen, blijkt hier succesvol in. Zie kader voor de resultaten van de aanpak door Keerpunt.
Beschikking werkhervattingskas 2017 Eind november ontvangen alle bedrijven de nieuwe beschikking werkhervattingskas. In deze beschikking worden de premies ZW en WGA voor het nieuwe jaar aangekondigd. Voor eigenrisicodragers staat de premie WGA op nul. Voor bedrijven die aangesloten zijn bij het UWV staat hier de nieuwe te betalen premie. Controleer deze beschikking goed, want wij constateren dat hier veel fouten worden gemaakt. Voor de juiste handelswijze zie kader Werkhervattingskas.
Verkoop van het bedrijf Bij verkoop van een bedrijf worden de historisch WGA-lasten ook toegerekend aan het overnemende bedrijf. Dit kan betekenen dat het overnemende bedrijf ineens met onverwacht hogere financiële lasten wordt geconfronteerd. Belangrijk is dus om grip te houden op de ZW/WGA-lasten.
Beschikking Werkhervattingskas Aan het einde van het jaar ontvangt uw organisatie de beschikking Werkhervattingskas voor 2017 van de Belastingdienst. Het is belangrijk dat u die goed controleert, want in de praktijk blijken er nog wel eens fouten in te zitten. Als er iets niet blijkt te kloppen, moet u bovendien op tijd bezwaar maken: uw bezwaarschrift moet binnen zes weken na dagtekening van de beschikking bij de Belastingdienst binnen zijn. Bent u te laat, dan neemt de Belastingdienst uw bezwaar niet meer in behandeling. Op de beschikking staan vanaf dit jaar nog maar twee onderdelen: het WGA -(gecombineerd vast en flex) en ZW-premiepercentage. Verder wordt er voor de middelgrote en grote bedrijven in de specificatie door middel van ingewikkelde berekeningen uw gedifferentieerde premiepercentage berekend. Dit is onder meer afhankelijk van de sector waarin uw onderneming is ingedeeld, van de hoogte van uw loonsom, maar met name ook van de aan uw onderneming toegerekende schadelast. Dit is het totale bedrag aan ZW- en WGA-uitkeringen dat aan (oud)werknemers van uw onderneming is uitbetaald. Om dit bedrag te kunnen controleren, kunt u bij UWV opvragen om welke werknemers het precies gaat. Voor de premiestelling in 2017 zijn dit de werknemers die in 2015 een ZW- of een WGA-uitkering hebben ontvangen. Er wordt dus altijd twee jaar teruggekeken (T-2).
72
GRONDIG 9 2016
TEKST: Marcel Elferink, verzekeringsadviseur
GRONDIG 9 2016
73
ondernemen met
cumela
BEDRIJVIG
NIEUWE LEDEN De afgelopen periode hebben acht bedrijven zich ingeschreven als lid van CUMELA Nederland.
• Mest- en Maïshandel Zandman • Dunnewind Grond- en Sloopwerken b.v.
EERZE OMMEN
• Janssen Beatrixhaven Maastricht BV MAASTRICHT • Aarnink & Ooms EMMELOORD • Loon- en Klusbedrijf J. de Wit UBBENA • MVB Beesel BEESEL • Gewasverzorging Jo Bouwens VINKEL • Richard Kroes Agrarische Dienst ZEEWOLDE
Activiteitenrapport • CUMELA Nederland heeft een zienswijze ingediend om de wegbeheerder ervan te doordringen dat de Hummeloseweg in Keppel (Gelderland) ook tijdens de spits moet worden opengehouden. • De gemeente Montferland houdt de Oude Doetinchemseweg open voor landbouwverkeer, behalve in de ochtend. Namens een aantal leden heeft CUMELA Nederland een beroepschrift opgesteld om de bestuursrechter te overtuigen ook deze route tijdens de venstertijden open te houden • CUMELA Nederland en LTO Noord gaan samen met de provincie Friesland en een aantal Friese gemeenten werken aan een nieuw modderprotocol. Dat zou vanaf 2017 in werking kunnen treden. • Het team bedrijvenadviseurs heeft een training Oplossingsgericht werken gevolgd. Heeft u een uitdaging als ondernemer, leg het voor aan uw bedrijvenadviseur. Hij of zij weet er wel raad mee. • We zijn door de verkeersgedeputeerde van de provincie Zeeland, de heer Harry van der Maas, uitgenodigd om deel te nemen aan een bestuurlijk overleg. Eén van de onderwerpen is het al dan niet openstellen van de Zeelandbrug en de stormvloedkering voor landbouwverkeer. Het overleg vindt dit najaar plaats. • Namens aannemer Civiele Technieken De Boer van het groot onderhoud IJsselbrug in Doesburg: leden, bedankt voor jullie begrip en medewerking. De ingrijpende renovatie duurde ruim een jaar. Mede door het wederzijdse begrip en een goede samenwerking tussen wegbeheerder, leden en aannemer is de overlast beperkt gehouden. Landbouwverkeer kon tijdens een belangrijk deel van de renovatie gebruik maken van een doeltreffende, zelf bedienbare verkeersregelinstallatie om de brug te passeren.
Proberen, gebakken lucht? “Ja, ik probeer aan het eind van de week te betalen”, zegt uw klant. Hoe vaak hoort u dit? Wat doet u dan? Accepteert u het? Wat accepteert u dan eigenlijk? Welke afspraak is er gemaakt? Uw klant kan hiermee alle kanten op. Hij kan wel, maar ook niet betalen. De afspraak die hij met u heeft gemaakt, is dat elke uitkomst goed is. Want als hij niet betaalt, is het goed, omdat hij kan zeggen dat hij het wel heeft geprobeerd. Dat is vast niet wat u, als ondernemer, wilt. U wilt klanten met wie u op een goede manier in contact blijft, ook als het gaat over betalingsgedrag. Pak het anders aan. Ga bij de klant aan of bel en stel de volgende vragen: “Er staat nog een bedrag open, klopt dat? Ik bel om hier afspraken over te maken en te checken of we over hetzelfde bedrag spreken. Welk bedrag hebben jullie van ons openstaan? En vertel, wat is er aan de hand?” De klant vertelt welk bedrag er open staat en wat de reden is en komt waarschijnlijk met: “Ik probeer het zo snel mogelijk over te maken of ik probeer het deze maand over te maken. Neem dan als ondernemer het heft in
74
GRONDIG 9 2016
handen. Laat de klant zelf met een concreet betalingsvoorstel komen. Laat hem eigenaar worden van zijn betalingsbedrag. Zeg bijvoorbeeld: “Wat is er mogelijk in deze situatie of wat kan ik precies verwachten?” U nodigt de klant uit om zelf met een oplossing te komen die past bij zijn situatie en waarvan u kunt beoordelen of dit ook bij u past. En u kunt hem een tegenvoorstel doen als zijn voorstel u niet past. Deze aanpak maakt dat u samen zoekt naar een oplossing. Dat lukt in de meeste gevallen. Bedank de klant voor de oplossing en bevestig de afspraak per e-mail. Als u het zo aanpakt, hoeft de klant niets meer te proberen en stuurt u op positief betalingsgedrag. Proberen? Schrap het woord, het is gebakken lucht. Maak een keuze en zeg: “Ik geloof erin en ga ervoor.”
Erna Berends-Dijk, teamleider bedrijvenadviseurs
Alliance Tire Europe BV: De Entree 59
1101 EE Amsterdam – The Netherlands • Tel: +31 (0) 20 2184 770 • Fax: +31 (0) 20 2184 771 • Contact: info.europe@atgtire.com • www.atgtire.com
BESCHEIDEN
Het maakt niet uit hoeveel land of dieren een veehouder bezit, ze zullen er nooit over opscheppen. Een veehouder blijft bescheiden. Maar die bescheidenheid is onlosmakelijk verbonden met trots. Trots over hun producten. Precies daarom investeren ze in het beste materialen. Alliance biedt de allerbeste banden aan. Meer dan 2.300 verschillende banden voor tractoren, maaidorsers, spuitmachines, karren en aanhangers. Fantastische kwaliteit voor een schappelijke prijs. En dat spreekt elke veehouder aan. Want niemand zegt nee tegen een goed koopje. BETTER VALUE. SMARTER CHOICE.
BESlIS NU!
OOGSTEN IN RECORDTIJD
EN pAk UW VOORDEEl
+ + +
+
GROOTSTE EFFECTIEVE SCHEIDINGSOppERVlAk
+
GROOTSTE ZEVENkAST
GROOTSTE lOSCApACITEIT IN ZIJN klASSE
RUpSBANDEN EN 40kM/H
CONNECTED COMBINE
NIEUW: MAAIDORSERS VAN DE T-SERIE 2017 De nieuwe T-serie biedt niet alleen tot 15% meer prestatie vergeleken met zijn voorganger. Het concurreert tevens met kleine en middelgrote hybride maaidorsers! En beter nog: De prestatie komt samen met een uitstekende brandstofefficiëntie en kwaliteit van stro en graan. Dit is allemaal te danken aan het grote effectieve scheiding - en zevenkastoppervlak en de unieke gewasstroom. De T560 biedt 6-schudderprestatie in een compact formaat van 3,30 m dat tot 40 km/u snel voortbeweegt op rupsbanden! De nieuwe T-serie: Eenvoudig schudder 2.0!
4.0 3.5
4.0 m²
2.5 2.0
2.5 m² 1.9 m²
1.5 1.0 0.5 0
John Deere Concurrent 1** T-Series 6 schudder*
Concurrent 2***
Claas Lexion 670
3.0 * www.deere.com ** www.newholland.com
ACTIEVE SCHEIDINGSOppERVlAkTE in m²
Vraag uw dealer voor informatie over de voorkoopkorting en de financieringsvoorwaarden.
* De financieringsactie is geldig t/m 31 december 2016 voor nieuw te bestellen maaidorsers. Vraag uw dealer naar alle voorwaarden en condities. De financieringsinformatie is vrijblijvend, hieruit ontstaan geen contractuele verplichtingen. Uitsluitend voor zakelijke klanten in Nederland. Fouten, aanvullingen, modificatie en herroeping voorbehouden. Eventuele kosten die zouden kunnen ontstaan, zijn buiten beschouwing gelaten. Alle aanbiedingen zijn onder voorbehoud van acceptatie door John Deere Financial, ‘s-Hertogenbosch. John Deere Financial is een handelsnaam van BNP Paribas Leasing Solutions N.V.
Financiering vanaf
0,49%* JohnDeere.nl