Grondig 10 - 2016

Page 1

DUUR ZAAM DOOR

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

12 - KERSTTHEMA: DUURZAAM DOOR 18 - MOTOREN SCHONER, NIET ZUINIGER 48 - HITACHI ZET IN OP BETROUWBAARHEID 64 - SUBSIDIES, MIS ZE NIET 72 - GOED BESTUUR OP FAMILIEBEDRIJVEN

10 2016


NIEUW in middenvroeg 2017

Ga ook voor de maximale voederwaarde met onze nieuwe generatie 31-maïs Met een bovengemiddelde celwand- én zetmeelverteerbaarheid zorgt de 31maïsgeneratie voor de beste rantsoenbenutting. Omdat VEM wordt berekend op basis van álle verteerbare bestanddelen, wint u met de betere aanwending van de restplant sterk aan voederwaarde. Voeradviseurs rekenen met een winst van 75 VEM per kg ds die anders via de mest verloren gaat. De nieuwe 31-maïsgeneratie is verkrijgbaar in zeer vroeg, vroeg en middenvroeg.

www.LG31mais.nl

Elke keer beter, altijd de beste.


GA BLIKSEMSNEL NAAR UW DEALER

€15.000

TOT VOORDEEL OP HET VOLLEDIGE T6 & T7 GAMMA FINANCIERING

— STEEDS —

OP 3 JAAR

GARANTIE

VANAF 0%

Actie geldig tot 31/12/2016.

3 JAAR


Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Grafimedia Groep BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.

REDACTIONEEL Geregeld regelen Velen van u hebben ongetwijfeld de dienstplicht nog meegemaakt. Het voelde soms best wel zinloos, staan in een zelf met de schop gegraven gat en turen naar een vijand die er niet was. Tegelijk snapte je het nut, dat je er wel moest staan als het menens zou worden. Wat je ervan maakte, was je eigen keuze, binnen gestelde spelregels. Dat gevoel van zinloosheid zullen velen van u ook in het werk wel eens tegenkomen. Waarom moet ik nu weer aan die regel voldoen, waarom is dit niet goed genoeg meer, waarom nu weer duurzaam? Het heeft alles te maken met de omgeving waarin we werken. Daarin worden de kaders bepaald door de overheid, dezelfde overheid die ons vroeger opriep onder de wapenen. Momenteel speelt maatschappelijk en politiek het duurzaam ondernemen. Daarom is dit het thema van dit kerstnummer. Daarbij staat voorop dat u in dit spanningsveld het bedrijf gezond en financieel sterk moet houden, want ook dat ligt besloten in het woord ‘duurzaam’. Het lastige is dat juist bij duurzaamheid de spelregels ontbreken, want waar sommige zaken strak zijn geregeld, is het op andere gebieden je eigen weg kiezen. Neem de hybride graafmachines, die in Nederland redelijk worden verkocht. Natuurlijk omdat ze dieselbrandstof besparen, maar vooral omdat de MIA/Vamil-subsidie de aanschaf aantrekkelijk maakt. Voor een goed draaiend bedrijf is het een mooie manier om duurzaamheid uit te stralen. Heel strak geregeld is een stukje duurzaamheid bij motoren, met strenge normen om de uitstoot van NOx en fijnstof te beperken. Bekijk je die ontwikkelingen echter vanuit de nu sterk gevoelde behoefte om de CO2-emissie te verlagen, dan zie je dat het één het andere dwarszit. Uit het motorenverhaal in dit nummer blijkt dat we wel schonere motoren hebben gekregen, maar dat ze nauwelijks zuiniger zijn. Wie zich op het gebied van duurzaamheid wil onderscheiden, zal zelf zijn weg moeten kiezen. Neem de problemen rond bodemvruchtbaarheid. Elke ‘boer’ weet dat de huidige bemestingsregels een verschraling van de grond opleveren. Aan die regels kunt u niets doen, maar toch kunt u met bodemvriendelijke technieken het verschil maken om de grond net dat stapje beter te laten presteren. Duurzaam ondernemen is dus kijken naar wat je past om je binnen de regels te onderscheiden. Daarvoor zijn zoveel mogelijkheden. Neem de rol van het cumelabedrijf in het verkeer. We hebben inmiddels regels voor een rijbewijs en wellicht een kenteken, maar hoe je op de weg rijdt, is nog steeds een eigen keuze. Doe je het minimale binnen de regels of zorg je voor extra waarschuwingslichten, goed onderhouden aanhangers en wellicht zelfs een bumper? Als signaal dat je ook op de weg duurzaam wilt zijn. Wat overal blijft hangen, is dat het vooral gaat om het boerenverstand. Dat je met beleid de regels volgt en je eigen keuze maakt. Zodat je weet waar je naar kijkt als je in de toekomst staart. Fijne feestdagen. Geniet ervan!

Kosten abonnement Nederland € 88,- per jaar / Buitenland € 121,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

4

GRONDIG 10 2016

Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke


INHOUD 6 9 12 14 16 22 24 28 30 34 38

In Actie: Dick Klok Cultuurtechniek Commentaar Duurzaam door Duurzaam werken is meegaan in de tijd Van Stage I- naar Stage V-motoren Bodem verantwoord doorgeven Duurzame bedrijfsvoering Anderhalve hectare zonnepanelen Al 55 jaar met plezier aan het werk Bedrijfsopvolging door een medewerker Darmflora verwennen met Shredlage-menu

Ondernemen met

mensen

42 Grondig.com 46 John Deere 6230R en 6250R 48 Hitachi Stage IV-serie-6-machines 51 Economie 51 In kort bestek

Ondernemen met

vaktechniek 52 Cumelaria 53 Gekruid 54 Samenwerking en overleg leidt tot betere kwaliteit 56 Cumela.nl 57 Voorzitter 60 Toolbox: veilig lostrekken van machines 61 CAO & Zo 62 CUMELA Inspiratiedagen 2017 64 Belastingvoordelen 68 Actualiteiten sociale zaken 72 Goed bestuur op familiebedrijven 74 Bedrijvig

Ondernemen met

cumela

Grondig 1 ontvangt u vrijdag 27 januari!

GRONDIG 10 2016

5


ondernemen met

mensen

6

BEDRIJF IN ACTIE

GRONDIG 10 2016


Oostenrijks avontuur In Nederland weten boeren goed om te gaan met lastige omstandigheden. Dankzij beregenen waren de aardappelen voor de klanten door Dick Klok Cultuurtechniek in Heenvliet half oktober al gerooid. Daarop benaderde Arjo Klok fabrikant AVR met de vraag of er in België nog rooiwerk was. Daar verliep het rooiwerk minder vlot, omdat Belgen niet gewend zijn aan vooraf berekenen. AVR stelde de tegenvraag of Dick Klok met AVR samen een week lang een demotour voor AVR wilde verzorgen met de zelfrijdende AVR Puma 3 door Duitsland en Oostenrijk. Dat zagen ze in Heenvliet wel zitten. En zo trok de karavaan een week lang door Duitsland, met als laatste tweedaagse station een AVR-klant in Perschling, in de buurt van Wenen. Er wordt daar voornamelijk met tweerijige getrokken bunkerrooiers gewerkt. Daar was het door nat weer juist een lastig rooiseizoen. De Oostenrijkers zijn niet zo gewend aan natte omstandigheden en de mogelijkheden met axiaalrollenreinigers, zoals wij die hebben, gebruiken zij niet. Het werd uiteindelijk drie weken rooien voor de Oostenrijkse loonwerker om de aardappelen eruit te krijgen op wisselende gronden van zwaar in de dalen tot licht op heuvelachtig terrein. Volgens Arjo een leerzame ervaring. “Je denkt dat je kunt rooien, maar heuvelop en heuvelaf rooien kennen we niet.Het een kunst heuvel op en heuvelaf de grond even lang en lang genoeg op de rooimat te houden en de aardappelen goed in de bunker te krijgen.. Je moet na elke baan dus alles opnieuw bekijken en vanuit de cabine instellen.” Verder bleek de afvoerlogistiek ook nog niet op orde. Gebruikelijk worden de aardappelen meteen naar de centrale opslag van de verwerker gereden. De afvoer gebeurt veel per vrachtwagen, als die bij het perceel kan komen, en anders in kuubskisten. Op enkele plekken hadden boeren een eigen tussenopslag gerealiseerd. Arjo viel vooral de andere mentaliteit op. Een loonwerker die hij sprak, werkte in een straal van 75 kilometer met zijn getrokken rooiers. Als klanten bellen, kan het gerust zijn dat de loonwerker een maand tot zes weken later verschijnt, zonder tussentijds van zich te laten horen. Het gaat er daar blijkbaar relaxter aan toe dan bij ons. Uiteindelijk arriveerde de rooier na 80 hectare in Oostenrijk te hebben gerooid begin december weer in Heenvliet. Het einde van een leerzaam avontuur, dat begon met over de grenzen kijken en relaties benutten om de machine volgepland te krijgen. Het levert voor de feestdagen bovendien leuke gespreksstof op. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Dick Klok Cultuurtechniek

GRONDIG 10 2016

7


Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als onderdeel van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel uw werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Onze polisvoorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.

“Klanten ècht helpen met advies en verzekeringen, dáár gaat het om!” Dave Prins, relatiebeheerder Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade

website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60


ondernemen met

mensen

COMMENTAAR Het 2016-gevoel Het jaar 2016 is bijna ten einde. Kunt u met een goed gevoel terugkijken op het afgelopen jaar? Zijn er onderwerpen waarvan u zegt: dat gaan we in 2017 beslist anders doen? Een nieuw jaar geeft u weer die kans. Bedrijven in het agrarisch loonwerk zullen zich 2016 herinneren als het jaar met extreem weer. Door de extreme hagelbuien in Brabant zijn de gewasopbrengsten in deze regio flink achtergebleven. Een forse schade voor telers, maar ook voor cumelabedrijven door het wegvallen van werkzaamheden. Oorzaak van de extreme weersomstandigheden lijken de klimaatveranderingen. Zullen ondernemers en overheid daar in 2017 voldoende op anticiperen? 2016 heeft voor melkveehouders voor veel onzekerheden gezorgd. De enorme toename van het aantal melkkoeien leidde niet alleen tot lagere melkprijzen, maar ook tot extra regelgeving voor de fosfaatproductie. En wat te denken van prijzen in de varkenshouderijsector? De mestdistributiesector kan veel oplossingen bieden voor de mestafzet, dat is de afgelopen jaren bewezen. Samen zullen we moeten blijven werken aan betaalbare en haalbare oplossingen om deze voor ons land zo belangrijke economische pijler in stand te houden. Door het herstel van onze economie zien we dat onze wegen weer aan het dichtslibben zijn. De toenemende fileproblematiek schreeuwt om oplossingen: een verdere uitbreiding van ons wegennet, als het mogelijk is meer thuiswerken of meer aandacht voor het milieu en werkzaamheden laten uitvoeren door mensen in de regio. Kansen en oplossingen waaraan we in 2017 met elkaar gaan werken.

Hannie Zweverink, algemeen directeur CUMELA Nederland

De situatie op de geldmarkt dwingt veel pensioenfondsen tot impopulaire maatregelen. Het moeten korten van pensioenen waarvoor een leven lang is gewerkt, doet pijn bij iedereen. De huidige regeling is op termijn onhoudbaar en zal ons dwingen tot een herziening van het pensioensysteem. Harde toezeggingen zullen gaan verdwijnen om het systeem betaalbaar te houden. Gelukkig worden de maatregelen van de in 2016 ingevoerde Wet werk en zekerheid op een aantal punten opnieuw tegen het licht gehouden, bijgesteld of wordt de invoering uitgesteld. Wetswijzigingen die tot veel onzekerheden hebben geleid en die niet brengen wat het kabinet had beoogd. Zo maar een paar voorbeelden waarmee u en wij in 2016 werden geconfronteerd. Deze dossiers lopen door naar 2017, met in het vooruitzicht de verkiezingen voor de Tweede Kamer in maart. Hopelijk leidt de uitkomst van de verkiezingen tot een kabinet dat zich bewust is van het belang van een sterk midden- en kleinbedrijf. We moeten ervoor zorgen dat Nederland tot de wereldtop blijft behoren. Samen zullen we er ons in 2017 voor blijven inzetten dat ook de cumelasector daar deel van blijft uitmaken.

GRONDIG 10 2016

9


Vanaf € 109.990,- *

CLAAS TUCANO 320 − Mercedes-Benz OM 936 LA 180 kW/245 Pk − Efficiënte directe aandrijflijn − Beleef het comfort van de CLAAS Vista Cabine − Graantank 6.500 liter met boven lossende graanvijzel − CLAAS maaiborden van 3,70 m (klapbaar) vast of VARIO Prijs geldig tot 31-1-2017 − Prijs incl. standaardmaaibord C 430 en transportwagen − Prijs excl. afleveringkosten * vraag uw dealer naar de voorwaarden. Bij interesse, bezoek dan samen met ons de CLAAS fabriek (+/- 2 uur rijden vanaf de Nederlandse grens).

kampsdewild.nl


Geld sparen – Kemper fahren nt! Vroeg beslissen loo

Wereldwijd de nr. 1 bij maïsbekken

Maak nu gebruik van de voorverkoop korting: Fred van der Eijk | Telefoon: +31 610 93 43 53 info@kemper-stadtlohn.de

W W W . L M C G E N N E P. N L

Hoogveld 3 • 6598 BL Heijen • T: 0485 - 511605

ELE N O I ESS N F ctie ! O u d E o PR G pr

DAde Joskin

www.lmcgennep.nl

Van 04 t/m 09 januari 2017 Van 9 t/m 17 u.

Rue de Wergifosse 39, 4630 Soumagne - België

f Belee

www.joskin.com/events

Fabrieksbezoek • Eten en drinken • Tentoonstellingshal

tel : +32 43 77 35 45


12

GRONDIG 10 2016


Duurzaam door Waarom zou je wat aan duurzaamheid doen? Het is toch maar een modegril, die gaat over voor je er wat mee kunt verdienen. Het is vaak het stereotiepe antwoord dat we horen van veel ondernemers. Intussen zie je dat er maatschappelijk wat aan het kantelen is. Duurzamer ondernemen, duurzamer werken en duurzamer omgaan met mensen en je omgeving worden kernbegrippen. Reden voor ons om in de breedte een serie verhalen te maken die met dit thema te maken hebben. Een thema dat veel verder gaat dan het reduceren van de CO2-uitstoot. Twee recente voorbeelden. EÊn is de toespraak die Jan Terlouw onlangs hield in De Wereld Draait Door. In een emotioneel betoog gaf hij als 84-jarige aan dat hij een fijn leven heeft gehad, maar dat we er met z’n allen voor moeten zorgen dat we onze kinderen en kleinkinderen een leefbare planeet achterlaten. Een boeiend betoog, dat gezien de reacties veel mensen heeft geraakt, los van politieke kleur of gezindheid. Een ander mooi voorbeeld dichter bij onze sector zijn de tv-opnamen die zijn gemaakt bij Harrie Koonstra uit Vinkenbuurt. U vindt dat filmpje op onze Facebookpagina en enkele foto's hiernaast.. Daarin legt hij helder uit altijd een stapje verder te willen zijn. Dat hij zijn klanten met nieuwe technieken wil helpen om de grond nog beter te benutten om er zo samen voor te zorgen dat onze akkers op orde blijven. En passant zien we ook een trekkerbumper. Bijna ongemerkt een prachtig staaltje duurzaamheid, want het laat zien dat je oog hebt voor de omgeving. Ook dat is duurzaam ondernemen. Koonstra is met zijn optreden, zijn zorg voor de bodem en zijn oog voor de omgeving een voorbeeld van ondernemers die ongemerkt duurzaam bezig zijn. Feitelijk zijn het ontwikkelingen die horen bij het ondernemerschap, want het is werken aan de toekomst van het bedrijf. Zorgen dat je met nieuwe ontwikkelingen je werknemers zekerheden naar de toekomst geeft. Duurzaamheid is namelijk zoveel meer dan alleen CO2 besparen, waarmee de term vaak wordt geassocieerd. Het heeft te maken met alle aspecten van de bedrijfsvoering. Natuurlijk begint dat met het verdienmodel, want wie zijn bedrijf in stand wil houden, moet zijn bedrijfsvoering op orde hebben. Daarna komen aspecten als verantwoord handelen, gericht op het zorgvuldig omgaan met grondstoffen, met mensen en met de omgeving.

DUUR ZAAM

DOOR

De kunst is om dat vanzelfsprekend te organiseren en vooral te vertellen, want vergeten we als sector niet te vaak om te laten zien wat we doen? Dat we in de lokale gemeenschap zorgen voor werkgelegenheid. Dat we bezig zijn om de beesten van goed voer te voorzien, dat we van de sloot of berm geen rommeltje maken, maar dat we aan ecologisch beheer doen. Dat we in weer en wind bezig zijn met een nieuwe riolering of verbreding van de weg. Die trots mag je als bedrijf uitstralen en mag ook het personeel uitstralen. Dat moet en mag trots zijn op een onderneming die gewoon duurzaam doorgaat. We moeten het alleen veel meer vertellen. We hopen dat deze serie in Grondig aan de vooravond van of misschien wel tijdens de feestdagen inspiratie geeft om na te denken over de bedrijfsvoering, de toekomst en vooral hoe u duurzaam door kunt. Toon van der Stok en Gert Vreemann

GRONDIG 10 2016

13


Voorkom het Kodak-moment Duurzaam werken is meegaan met de tijd Hoe voorkom je als ondernemer dat je wordt ingehaald door de ontwikkelingen. Het is een vraag die Otto Willemsen vaak stelt aan ondernemers. “Ondernemers moeten de tijd voelen en meegaan.” Duurzaamheid is nu volgens hem zo’n thema, maar dat is meer dan groen denken. “Het is de manier waarop je als ondernemer omgaat met wensen van klanten, personeel en omgeving. Dat moet je oppakken.” Denk niet dat Otto Willemsen zo’n wereldvreemde milieugoeroe is. Zeker, er liggen zonnepanelen op zijn dak, er staat een elektrische auto en hij doet een proef met een miniwindmolen, maar in zijn achtertuin scharrelen ook de kippen. Kippen waarvan er af en toe gewoon één wordt geslacht. Met zijn kinderen die toekijken, want ook dat hoort bij het leven. Het past bij deze boerenzoon uit Varsseveld: nuchterheid, maar ook bevlogenheid. Bevlogenheid om ondernemers te laten zien dat het anders moet als je mee wilt met de tijd. “Je kunt de maatschappelijke ontwikkelingen niet ontkennen. De wereld om je heen vraagt nu eenmaal

14

GRONDIG 10 2016

om zorgvuldigheid. Zeker met het milieu, maar duurzaamheid is zoveel meer. Daar moet je als bedrijf mee omgaan, want het is ook zorgvuldig omgaan met je personeel, met je omgeving, de benadering van klanten. Waar het om gaat, is dat je de ontwikkelingen ziet en dat je die toepast waar dat mogelijk is. Je moet voorkomen dat jou hetzelfde overkomt als Kodak.” Het Kodak-moment is inmiddels een begrip in de managementwereld, voor de inmiddels wat oudere lezers direct te begrijpen. Ooit was Kodak synoniem voor kwaliteit in de fotografie, nog voordat er digitale foto’s waren. Kodak miste echter de ontwikkeling naar di-

gitale fotografie volledig. Terwijl de digitale toestellen de markt veroverden, meende het management van Kodak dat de digitale fotografie nooit de rol van de traditionele fotografie kon overnemen. De fabrikant ging voort met het ontwikkelen van gewone camera’s, betere filmrolletjes en nog sneller afdrukken. Toen Kodak inzag dat het daarmee fout zat, was het te laat. Nu is het merk verleden tijd. Willemsen gebruikt het voorbeeld om bedrijven te waarschuwen. “Het is de kunst om de ontwikkelingen van je tijd te verstaan. Dat je je bedrijf laat meebewegen met wat de tijd en de omgeving vragen. Als bedrijf moet je zien


wat er om je heen gebeurt. Wat je nu merkt, is dat de wereld andere dingen vraagt. Natuurlijk gaat dat niet overal gelijk, maar kijk naar de voorlopers. Je ziet de manier van werken veranderen. Mensen vragen niet meer om een machine, nee, klanten willen een oplossing. Ze vragen niet meer om een hakselaar, nee, ze willen een goede kuil. Geen rondje langs de watergangen, maar bij het waterschap een compleet ecologisch-systeembeheer. Daar moet je als bedrijf mee omgaan. Wat wil mijn klant en hoe vul ik dat in?”

Missie voor je bedrijf Het zijn vragen die Willemsen op het lijf geschreven zijn, want als boerenzoon kent hij de wereld van de cumelabedrijven. Het past ook bij de studies die hij deed. Eerst land-, water-, en milieubeheer, richting cultuurtechniek,

wordt geïnvesteerd in nieuw materieel. “Daarmee ben je dus altijd een voorloper. Dan is echter de vraag: wat doe je ermee? Hoe vertel je het de omgeving? Is het gewoon een nieuwe investering of past het in je bedrijfsfilosofie?” Het is voor hem de vraag of bedrijven zich dat wel zo bewust zijn. “Hoe wil je werken? Ik merk dat er heel veel zijn die vooral kostengedreven zijn, die vooral een negatief verhaal vertellen. Dat je duurder bent omdat je die investering hebt moeten doen. Terwijl je het ook anders kunt oppakken: dat je de investering hebt gedaan om schoner te kunnen werken, dat je de bodem nog minder belast, dat je minder gewasbeschermingsmiddelen nodig hebt, dat je mest beter in en op de grond krijgt. Kortom hoe verkoop je het, gericht op de waarde die je toevoegt voor de klant?”

“KLANTEN VRAGEN NIET OM EEN MACHINE, ZE WILLEN NU EEN OPLOSSING.” op Hogeschool Larenstein in Velp en daarna een universitaire studie verandermanagement in Nijmegen. Na een aantal jaren in diverse functies bij Nefit, later onderdeel van Bosch, werkt hij nu voor zichzelf als trainer en adviseur op het gebied van duurzame ontwikkelingen. Daarbij is hij nauw betrokken bij het NL Greenlabel, dat in de hovenierssector wordt gebruikt. Zijn ideeën over duurzaam ondernemen heeft hij uiteengezet in het boekje Fit voor de toekomst. Daarin laat hij zien hoe je duurzaamheid op je bedrijf kunt toepassen om een bedrijf verder te ontwikkelen, iets wat hij in de cumelasector nog weinig ziet. Misschien wel ten onrechte, concludeert hij als hij hoort over ontwikkelingen die daar wel spelen. Zoals bijna altijd trekkers en graafmachines met moderne nieuwe en schone motoren doordat er continu

Iets wat in deze tijd verder gaat dan alleen nieuwe technieken, stelt hij. “Dat past bij de manier waarop je je diensten aan de klant verkoopt. Laat hem zien dat je hem helpt om aan de duurzaamheidseisen van de melkfabriek te voldoen. Of dat je de klant een duurzame tuin verkoopt. Dat zie je nu bij de hoveniers die met het NL Greenlabel-systeem werken. Die bieden de klant een tuin aan met een milieulabel en eerlijke materialen. Dat is iets wat klanten trots aan hun buren en familie vertellen. Dan hebben ze niet meer een goedkope tuin, dan hebben ze een groene tuin waar ze trots op zijn en die hen wat waard is.” Dat goed verkopen kan je bedrijf volgens hem een enorme boost geven. Het is de kunst om te laten zien wat je doet. Niet alleen aan de omgeving, maar ook aan bijvoorbeeld

personeelsleden. “Als het goed is, begint dat met een missie voor je bedrijf. Dat je helder formuleert waar je voor staat en gaat.”

Verstaan wat de tijd vraagt Maar ook zonder dat kunnen veel cumelabedrijven hun diensten en manier van werken volgens hem veel beter in de markt zetten, want zonder dat ze het beseffen, doen ze al een heel aantal dingen goed. “Ik zie overal bedrijven met een grote loyaliteit naar hun personeel. Die echt bezig zijn om juist samen met het personeel op een goede manier het bedrijf voort te zetten. Dat is ook duurzaam. Of die nadrukkelijk betrokken zijn bij de omgeving. Die afspraken hebben over de manier van rijden, die de lokale gemeenschap sponsoren, die bezig zijn met de CO2prestatieladder.”

DUUR ZAAM

DOOR

Het is uiteindelijk de kunst om te bereiken dat duurzaamheid in het DNA van je bedrijf zit, stelt Willemsen. “Het gaat erom dat je het positief insteekt. Dat je klanten en personeel trots maakt dat ze voor je en met je werken. Geen negatief verhaal dat je iets doet omdat de overheid het weer van je vraagt, maar dat je nieuwe investeringen en werkwijzen hebt om duurzaam te werken. Een verhaal dat iedereen op verjaardagen trots vertelt als ze vragen waarom ze met je werken.” Natuurlijk, erkent hij met zijn boerennuchterheid, moet het verdienmodel kloppen. “Maar dat moet het uitgangspunt zijn bij alles wat je doet, duurzaam of niet. Het gaat er als ondernemer altijd om dat geld verdient met je handelen. Geef dus concreet handen en voeten aan duurzaamheid voor jouw bedrijf. Als ondernemer is het de kunst om te verstaan wat de tijd vraagt. Om het Kodak-moment te voorkomen.” TEKST EN FOTO: Toon van der Stok

GRONDIG 10 2016

15


Jan Veenhuis Machinefabriek B.V. Kipper opbouw

Jan Veenhuis Machinefabriek B.V. Heesweg 45 - 8102 NB RAALTE

Tel: 0572 - 363629 Fax: 0572- 362133 www.jan-veenhuis.com info@jan-veenhuis.com


! NIEUhW oud n tanki 3 4m van 1

Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.

Duport pomptankwagen PTW14 Tandem-onderstel voor minimale bodemdruk

UW SPECIALIST IN BEWARINGEN EN LOODSEN Kistenbewaring

Bulkopslag

Hout en beton

Plaatsspecifiek mest uitrijden

ISOBUS aansturing voor precisielandbouw

Hoog bedieningsgemak

T 073-503 25 27 F 073-503 27 04

Dedemsvaart

info@steenbergen-bouw.nl

T. 0523 613 493 Duport.nl

WWW.STEENBERGEN-BOUW.NL

MEKOS MACHINEBOUW BRENGT U OP VOORSPRONG!

adv grondig 2016.indd 1

05-01-16 10:10

Unieke egaliseer machines welke voor u per stuk op maat gebouwd worden van klein tot onbeperkt groot: de Mekos Kilver en de Mekos Transport Dozer voorzien van een bodemplaat met hierop een hydraulisch schuifbord.

Partners:

Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net


Veel schoner, amper zuiniger Inventarisatie ontwikkeling van trekkermotoren van Stage I tot Stage V Enorme bedragen zijn er de afgelopen twintig jaar geĂŻnvesteerd om de dieselmotoren aan de steeds strengere emissie-eisen te laten voldoen.

DUUR ZAAM

DOOR

Het eind van dat lastige traject is in zicht. Uit onze inventarisatie blijkt echter dat dieselmotoren in al die jaren amper zuiniger zijn geworden. De CO2-reductie is dus minimaal. Daar mogen de fabrikanten nu aan gaan werken. Mooi openingsbeeld uit de Agco Power-fabriek in Finland. De voormalige Valtra/Sisu-fabriek heeft in de periode dat de emissie-eisen stapsgewijs zijn gerealiseerd een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Onder de Agcovlag is de productie uitgebreid, evenals het motorenaanbod, waaronder nu zelfs een prestigieuze V12. Ook zijn alle motoren doorontwikkeld tot klaar voor de laatste stap, Stage V. Agco Power is net als andere fabrikanten klaar voor

18

GRONDIG 10 2016

die stap. Bij elke voorgaande stap werd er in persberichten door fabrikanten gerept over zuiniger. Reden voor ons om eens te onderzoeken of dat voor de trekkers klopt. Daarvoor hebben we het specifiek brandstofverbruik van een aantal min of meer vergelijkbare modellen bij elkaar gezocht. We hebben hiervoor gebruik gemaakt van de onafhankelijke testmetingen van het Duitse onderzoeksinstituut DLG (zie kader ‘Brandstofverbruik bij de DLG-

testmetingen). Daaruit blijkt dat de motoren in een vergelijkbare vermogensklasse niet zuiniger zijn geworden. De fabrieksgegevens van Deutz-motoren (kader Deutz) onderstrepen deze stelling. Fabrikanten bevestigen dat de motoren bij vollast inderdaad amper zuiniger zijn geworden, maar merken op dat het genuanceerder ligt. Reden om uit te zoeken hoe dat allemaal zit.

Enorme ontwikkeling Voor de invoering van de emissie-eisen moest een trekkermotor relatief eenvoudig en degelijk zijn. Liefst een dikke zescilinder voor gevoelsmatig meer taaiheid. Natuurlijk zuinig, maar daar lag de nadruk toen niet op. Een lang leven was belangrijker. En als hij hard trok een pluim op de uitlaat als teken van pure trekkracht. Hoe dit de afgelopen zestien jaar met de intrede van de Europese emissie-eisen is veranderd, heeft u van dichtbij meegemaakt. Konden we voor het emissietijdperk nog toe met twee kleppen per cilinder en een mechanische brandstofpomp met circa 900 bar, nu hebben we het standaard over vier kleppen per cilinder, met een uiterst geavanceerde temperatuurregeling van inlaatlucht en motorblok, een hoogwaardig, fijngevoelig commonrail-brandstofsysteem dat met 1600 bar inspuit in combinatie met dubbele of variabele turbo, elektronisch motormanagement om de parameters te bewaken en bij te sturen teneinde die enorm strenge uitlaatgasemissienormen te halen. En dan uitlaatgasregeneratie (EGR) in combinatie met uitlaatgasnabehandeling, roetfilters (DPF) en dieseloxidatiekatalysatoren (DOC) voor het roet en SCR (AdBlue) voor de NOx. Om nog maar te zwijgen over grotere koelers. Zelfs de carterventilatie wordt teruggevoerd, om maar geen spatje schadelijke gassen uit te stoten. Welke emissie-eisen er stapsgewijs zijn ingevoerd, hebben we op een rijtje gezet in de tabel.


Om de resultaten wat tastbaarder te maken: voor een 100 kW (136 pk) trekker is de uitstoot van roetdeeltjes beperkt van maximaal 79 gram per uur bij Stage I tot maximaal 0,15 gram bij Stage V.

Het dilemma Het lastige voor de motorenbouwers is dat de roetuitstoot en de NOx-uitstoot tegengesteld reageren op temperatuur. Een hetere motor geeft minder roet, maar levert weer een hogere NOx-uitstoot op. Omgekeerd geeft een koudere motor een lagere NOx-uitstoot, maar meer roet. Beide in de motor oplossen blijkt voor de laatste emissiestappen niet haalbaar. Wat je niet in de motor kunt oplossen, moet erna in de uitlaat gebeuren: het roet via een roetfilter of DOC en de NOx via een SCR-unit (AdBlue). Je ziet bij Stage IIIb en Stage IV daarom de grootste wijzigingen (zie ook het kader over Cummins). Bij de stap naar Stage IIIb zag je de motorenbouwers nog kiezen tussen twee routes. Het roet in de motor oplossen door deze (weer) heter te maken en de hogere NOx in de uitlaat met een SCRunit aanpakken. Of de NOx laag houden (koude motor) en het roet met een roetfilter/katalysator (DPF/DOC) oplossen. In uitersten gesproken zette FPT van meet af aan vooral in op de hete motor en John Deere op het roetfiltertraject om een SCR-unit (AdBlue) zo lang mogelijk buiten de deur te houden. Uiteindelijk ontkomen alle fabrikanten bij Stage V niet meer aan gecombineerde systemen. Je ziet daarbij dat we toe gaan naar gecombineerde DOC- (eventueel met DPF) en SCR-systemen (AdBlue). Fabrikanten leggen de accenten wel verschillend, dus zullen we verschillen gaan zien in percentage AdBlueverbruik, variërend van een enkele procent tot richting de tien procent. In het laatste geval is de motor weer extra heet, waardoor mogelijk ook EGR buiten de deur wordt gehouden.

Emissie-eisen Europese Unie voor offroad-dieselmotoren

motoren helemaal niet zuiniger zijn geworden. Hun weerwoord is dat de motoren wel efficiënter zijn geworden en zelfs iets zuiniger. Een belangrijke aanpassing aan de motoren is volgens de fabrikanten dat de druk boven de zuiger met ruim een derde (van circa 20 bar naar circa 30 bar) is toegenomen om een betere verbranding te krijgen, nodig voor lagere emissiewaarden. Dat geeft direct ook efficiëntiewinst. Dat samen met vier kleppen per cilinder, een hoogwaardigere brandstofsysteem, een geoptimaliseerde kopvorm en kleptiming en nauwere toleranties. Dat geeft logisch ook hogere drukken en meer wrijving, terwijl ook de aandrijving van nokkenas, brandstofpomp en waterpomp meer energie vraagt. Dat allemaal hebben de fabrikanten naar eigen zeggen weten te compenseren. Meer dan dat zelfs.

In het overzicht hebben we ons beperkt tot de waarden roet en NOx, omdat die het lastigst zijn voor de dieselmotorenbouwers. Naast NOx en roet zijn er ook parameters voor koolmonoxide en koolwaterstoffen. Verder hebben we ons beperkt tot één vermogensklasse. Voor lichtere en zwaardere klassen zijn de waarden op punten afwijkend. Ook is de bandbreedte van de klasse van 55 kW (75 pk) verruimd. In grote lijnen is de trend hetzelfde.

Klasse 75-130 kW (102-177 pk) Jaar

NOx

Roet

Stage I

1999

9,2 g/kWh

0,7 g/kWh

Stage II

2003

6,0 g/kWh

0,3 g/kWh

Stage IIIa

2007

4,0 g/kWh

0,3 g/kWh

Stage IIIb

2012

3,3 g/kWh

0,025 g/kWh

Stage IV

2014

0,4 g/kWh

0,025 g/kWh

Stage V

2020

0,4 g/kWh

0,015 g/kWh

Deutz-motoren Bij motorfabrikant Deutz vind je op de site de fabrieksopgaven van het dieselverbruik in de motor (niet aftakasgemeten) van de nu leverbare motoren, sommige ook nog in lagere emissieklassen. De 913 en 914 zijn luchtgekoelde motoren. Het laat goed zien hoe het verbruik door de jaren heen niet is verminderd. Type

Inhoud

Cilinders

Emissieklasse Vermogen

Verbruik

913

6,1 l

6

Stage II

128 kW

205 g/kWh

TCD 914

6,5 l

6

Stage IIIa

130 kW

220 g/kWh

BFM 1013

7,2 l

6

Stage II

137 kW

208 g/kWh

TCD 2013

4,8 l

4

Stage IIIa

120 kW

209 g/kWh

TCD 4,1

4,1 l

4

Stage IV/V

120 kW

208 g/kWh

Evolutie Cummins B-serie In deze tabel is goed te zien hoe de Cummins B-familie motoren zich heeft ontwikkeld. Bij elke stap is het maximale vermogen toegenomen en op het eind wordt de meeste efficiëntiewinst geboekt. Emissieklasse

Stage I

Stage II

Stage IIIa

Stage IIIb

Stage IV

Stage V

Inhoud

5,9 l

5,9 l

6,7 l

6,7 l

6,7 l

6,7 l

Brandstofsysteem

mech.

mech.

elektr.

elektr.

elektr.

elektr.

Technologie

-

-

HPCR

HPCR

HPCR

HPCR

-

-

-

EGR

EGR

-

-

-

DPF

DOC/SCR

DPF/SCR

-

-

-

-

-

start/stop

Toch zuiniger

Max. vermogen

175 pk

210 pk

275 pk

300 pk

300 pk

325 pk

Natuurlijk schoppen we bij fabrikanten tegen het zere been als we stellen dat

Brandstofverbruik

0

0

-3%

-5%

-5%

-5 tot -15%

GRONDIG 10 2016

19


Keuze voor viercilinders Een logisch neveneffect van de hogere drukken boven de zuigers is dat het maximum vermogen evenredig toeneemt. Zag je voor de intrede van de emissie-eisen amper viercilinders boven de grens van 92 kW (125 pk), nu gaan de viercilinders (motoren met ongeveer één liter inhoud per cilinder) al naar de 148 kW (200 pk) toe, zoals deze Stage V-ready Deutz TCD 4,1. De motorenfabrikanten geven aan dat de keuze door trekkerfabrikanten voor viercilinders in plaats van zescilinders vooral ook vanuit praktisch en financieel oogpunt zijn gemaakt. Immers, een viercilinder is compacter, gemakkelijker in te bouwen, heeft minder draaiende delen en minder olie en - last but not least - is goedkoper dan een zescilinder. Volgens de fabrikanten doen de prestaties niet onder voor die van een zescilinder. Sterker nog, een viercilinder met dezelfde inhoud per cilinder heeft bij dezelfde deellastbehoefte hogere drukken boven de zuigers en zal in de praktijk dus zuiniger zijn dan een zescilinder die met lagere drukken hetzelfde vermogen afgeeft. Dankzij de moderne elektronica is de motorrespons zo snel dat je weinig merkt van de kleinere motorinhoud.

DUUR ZAAM

DOOR

Fabrikanten stellen daarbij nadrukkelijk dat je je bij verbruiksmetingen niet moet beperken tot de waarden bij maximum vermogen en nominaal toerental onder volle last. Motorbouwers geven in zijn algemeenheid aan dat het brandstofverbruik bij Stage IV- en V-motoren in het optimale traject (bij deellast bij lagere toerentallen) wel degelijk is verminderd ten opzichte van oude generaties motoren. Dat betekent dat wie een dergelijke belasting en toerenbereik (rond de driekwart motortoeren en driekwart belasting) benut vijf tot tien procent brandstof

bespaart. Verder geven fabrikanten aan dat de maximum toerentallen (nominaal) door de jaren heen al iets zijn teruggebracht en dat het maximum vermogen in veel gevallen bij lagere toerentallen (circa 1800 toeren per minuut) is komen te liggen. Wie dat benut, zal zuiniger werken met de laatste generatie motoren en zuiniger zijn dan de gemeten waarden bij vollast.

Fabrikanten aan zet Je proeft uit de reacties van de motorenfabrikanten dat ze in motorefficiëntie niet veel meer winst kunnen halen.

Pierpaolo Bifalli (FPT): “Onze motoren zijn wel zuiniger geworden.” Pierpaolo Biffali, hoofd motorenwikkeling van FPT-industriemotoren, stelt dat het brandstofverbruik in de periode van Stage I tot Stage V met tien procent is teruggedrongen. Hij doelt dan op het feit dat de motor nu het maximum vermogen levert bij lagere toerentallen en dat door nieuwe technieken en hogere verbrandingsdrukken de motoren bij deellast zuiniger zijn geworden. Naast alle technieken spelen het verhogen van de drukken in de cilinder in combinatie met nieuwe cilinderkoppen met standaard vier kleppen per cilinder, een betere flow, een beter gevormde verbrandingskamer en een geoptimaliseerde zuigervorm een belangrijke rol in een betere brandstofefficiëntie. Hij geeft aan dat FPT klaar is voor het verder verlagen van het motortoerental (zoals bij de trucks), maar dat dit eerst aanpassingen vergt van de afnemers, zoals de trekkerfabrikanten.

20

GRONDIG 10 2016

De winst die er nog te pakken is, doet denken aan wat we in de truckwereld zien: naar lagere toerentallen gaan, het meer en beter benutten van het meeste efficiënte toerental en motorbelasting. Dat zien we ook al bij een aantal zelfrijders. Hier is er voor de trekkerbouwers nog een inhaalslag te maken. Niet zo’n eenvoudige, want het verlagen van het motortoerental vraagt ook om een andere gearing van de transmissie en (met name) de 1000-toerige aftakas (niet iedereen heeft eco voor en achter). Last but not least vraagt het om een flinke verzwaring van de aandrijflijn om de hogere koppels bij het lagere motortoerental aan te kunnen. Wie dat niet wil, zal een tussenbak tussen motor en de rest van de aandrijflijn moeten bouwen. Daar zit ook niemand op te wachten. Een andere weg zou in de toekomst mogelijk een soort hybrideoplossing kunnen zijn. Denk aan het uitschakelen van cilinders of ander technisch vernuft. Dat zijn de ontwikkelingen die komen als de stap naar Stage V is gezet. Dan kunnen de motorenbouwers samen met de trekkerbouwers de uitdaging aan om na het schoner maken te komen tot efficiënte totaalconcepten om de CO2uitstoot wel te beperken. En dan hebben we het nog niet gehad over lpg of de brandstofcel. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: fabrikanten Met dank aan Deutz, Cummins, FPT, Agco Power en John Deere voor de achtergrondinformatie.


Brandstofverbruikswaarden

(aftakasmetingen, bron DLG) Model Vermogen Case IH Case IH Puma 175 132 kW Case IH Puma 160 118 kW Case IH Puma 180 134 kW Case CVX 1190 129 kW Case MX 180 134 kW Case IH Magnum 7120 134 kW Deutz-Fahr/Same Deutz-Fahr 6180 P 123 kW Deutz-Fahr M625 120 kW Deutz-Fahr M640 125 kW Deutz-Fahr TTV 1160 113 kW Same Rubin 150 110 Deutz-Fahr 6.81 Agrostar 140 kW Same Titan 190 139 Same Titan 160 117 Fendt Fendt 720 136 Fendt 516 110 kW Fendt Vario 820 140 kW Fendt Vario 820 140 kW Fendt 818 132 Fendt 716 Vario 118 kW Fendt Favorit 916 125 kW John Deere 6210R 154 KW 6930 114-133 kW 7530 129 kW 7810 129 kW 6920 110 kW 7800 125 kW 4755 140 kW Massey Ferguson 7615 Dyna6 110 kW 7615 Dyna4 110 kW 7615 Dyna VT 110 kW 7490 Dyna VT 125 kW MF 8240 125 MF 3670 125 kW New Holland T6.175 103-122 kW T7.210 121-147 kW T7040 134 kW TVT170 126 kW TM165 119 kW TM160 119 kW G210 155 kW 8730 113 kW 8830 137 kW Claas/Renault Arion 650 129 kW Arion 650 129 kW Arion 640 110 kW Ares 715 115 kW 180-94 125 kW Valtra T174 129 kW N136 120 kW T182 132 kW T191 136 kW T190 140 kW 8400 118 kW 8750 140 kW Overige Schlüter Eurotrac 190 140 kW JCB Fastrac 1150 116 kW JCB Fastrac 3185 139 kW McCormick XTX 215 142 kW McCormick X 7.460 118 kW

Motor

Inhoud

Jaar

Maximaal

Nominaal

FPT FPT FPT Sisu CDC CDC

6,7 l 6,7 l 6,7 l 6,6 l 8,3 l 8,3 l

2015 2012 2008 2004 2000 1995

225 g/kWh 230 g/kWh 234 g/kWh 249 g/kWh 259 g/kWh 229 g/kWh

254 g/kWh 253 g/kWh 252 g/kWh 274 g/kWh 282 g/kWh 248 g/kWh

Deutz Deutz Deutz Deutz Same MWM Same Same

6,1 l 6,1 l 6,1 l 7,1 l 6,0 l 7,0 l 6,0 l 6,0 l

2014 2010 2009 2004 2000 1994 1994 1992

230 g/kWh 257 g/kWh 238 g/kWh 249 g/kWh 249 g/kWh 250 g/kWh 238 g/kWh 243 g/kWh

265 g/kWh 270 g/kWh 250 g/kWh 268 g/kWh 249 g/kWh 250 g/kWh 247 g/kWh 243 g/kWh

Deutz Deutz Deutz Deutz Deutz Deutz MAN

6,1 l 4,1 l 6,0 l 6,0 l 6,9 l 5,7 l 6,9 l

2016 2014 2009 2007 2003 1999 1998

225 g/kWh 230 g/kWh 243 g/kWh 225 g/kWh 222 g/kWh 218 g/kWh 220 g/kWh

252 g/kWh 253 g/kWh 253 g/kWh 233 g/kWh 237 g/kWh 232 g/kWh 238 g/kWh

DPS DPS DPS DPS DPS DPS DPS

6,8 l 6,8 l 6,8 l 8,1 l 6,8 l 7,6 l 7,6 l

2012 2010 2008 2003 2002 1994 1990

241 g/kWh 235 g/kWh 236 g/kWh 242 g/kWh 228 g/kWh 238 g/kWh 226 g/kWh

252 g/kWh 250 g/kWh 252 g/kWh 259 g/kWh 242 g/kWh 251 g/kWh 231 g/kWh

Agco Agco Agco Sisu Sisu Valmet

6,6 l 6,6 l 6,6 l 6,6 l 6,6 l 6,6 l

2014 2014 2014 2004 2000 1993

235 g/kWh 253 g/kWh 234 g/kWh 247 g/kWh 252 g/kWh 231 g/kWh

250 g/kWh 261 g/kWh 258 g/kWh 276 g/kWh 274 g/kWh 242 g/kWh

FPT FPT FPT Sisu NH NH NH Ford Ford

6,7 l 6,7 l 6,7 l 6,6 l 7,5 l 7,5 l 7,5 l 6,6 l 6,6 l

2012 2010 2008 2005 2000 1996 1995 1992 1992

235 g/kWh 230 g/kWh 236 g/kWh 241 g/kWh 262 g/kWh 238 g/kWh 225 g/kWh 276 g/kWh 263 g/kWh

265 g/kWh 254 g/kWh 270 g/kWh 272 g/kWh 274 g/kWh 260 g/kWh 243 g/kWh 276 g/kWh 263 g/kWh

DPS DPS DPS DPS MWM

6,8 l 6,8 l 6,8 l 6,8 l 6,2 l

2016 2014 2009 2002 1991

239 g/kWh 236 g/kWh 242 g/kWh 241 g/kWh 257 g/kWh

253 g/kWh 246 g/kWh 248 g/kWh 248 g/kWh 257 g/kWh

Agco Agco Sisu Sisu Sisu Valmet Valmet

7,4 l 4,9 l 7,4 l 7,4 l 7,4 l 6,6 l 7,4 l

2015 2013 2010 2007 2004 2001 1997

237 g/kWh 238 g/kWh 235 g/kWh 252 g/kWh 250 g/kWh 240 g/kWh 243 g/kWh

257 g/kWh 264 g/kWh 262 g/kWh 284 g/kWh 262 g/kWh 256 g/kWh 278 g/kWh

MAN Perkins Cummins Cummins FPT

6,9 l 6,0 l 5,9 l 5,9 l 4,5 l

1991 1998 1999 2006 2015

222 g/kWh 258 g/kWh 253 g/kWh 227 g/kWh 248 g/kWh

237 g/kWh 269 g/kWh 274 g/kWh 243 g/kWh 274 g/kWh

In het overzicht is goed te zien dat ondanks de behoorlijke spreiding er geen sprake is van grote veranderingen in het specifiek brandstofverbruik. Zeker als je bedenkt dat de laatste jaren het AdBlue-verbruik ook moet worden meegenomen. Je ziet ook dat de beste waarden bij de meeste fabrikanten voor het emissietraject gunstiger waren dan in de jaren van Stage I tot Stage III. Pas nu de hele ontwikkeling aan het eind komt, zie je dat die waarden weer in beeld komen. Dat ondersteunt de gedachte dat motorenfabrikanten in de tussenliggende periode naar een eindoplossing hebben toegewerkt.

DUUR ZAAM

DOOR Brandstofverbruikswaarden bij DLG-trekkertestmetingen Om enig inzicht te geven in de brandstofverbruikswaarden door de jaren heen hebben we in de klasse van ruwweg 120 tot 130 kW (163 tot 177 pk) per merk een aantal typen op een rij gezet. De gebruikte waarden zijn afkomstig van metingen door het Duitse testinstituut DLG. Om voldoende meetresultaten te krijgen, moesten we wat spelen met de vermogensklasse. Wat spreiding is niet zo’n probleem, omdat het om het specifiek brandstofverbruik gaat. Er is gekozen voor de middenklasse-trekkers, omdat in de hogere vermogensklassen van 221 kW (300 pk) en meer in het verleden nog geen trekkers werden getest. Naast het specifiek brandstofverbruik bij nominaal toerental (volgas, afregelgebied) is ook het specifieke verbruik bij maximaal vermogen weergegeven. Het verbruik bij maximaal vermogen geeft een beter inzicht in de efficiëntie van de motor, omdat dat dichter bij het optimum ligt, omdat je toch vaker bij dit lagere toerental zult werken en omdat je bij nominaal toerental in het ongunstiger afregelgebied zit. Bedenk wel dat het maximumvermogen door de jaren heen is verschoven naar lagere toerentallen. Bij de oudste trekkers zijn er waarbij het maximumvermogen op het nominaal toerental ligt.

GRONDIG 10 2016

21


Bodem verantwoord doorgeven Loon- en akkerbouwbedrijf Gebr. Van Bergeijk, Zuidland De bodem is een kostbaar bezit, dat we verantwoord moeten beheren om het in goede conditie te kunnen doorgeven aan volgende generaties. Vanuit dat rentmeesterschap keuzes maken, verdient bij de Gebroeders Van Bergeijk de voorkeur boven alleen in prijs en capaciteit denken. Een lastige uitdaging, waarmee ze gesteund door de ervaringen op het eigen akkerbouwbedrijf begrip en navolging oogsten.

Alsof het zo moest, waren we op een regenachtige novemberdag te gast bij Rens en Marc van Bergeijk, die samen met Jaap van Bergeijk het gelijknamige gespecialiseerde agrarisch loon- en akkerbouwbedrijf in Zuidland runnen. “Kijk, daarom liggen op het erf de suikerbieten voor levering tot en met de laatste levering in december al klaar”, wijzend op de grote hoop bieten. “In deze omstandigheden rooien wij niet. We streven ernaar dat alle bieten voor december zijn gerooid.” Dit verhaal geldt voor alle werkzaamheden die Van Bergeijk op het eigen akkerbouwbedrijf en het liefst ook voor de klanten uitvoert. “We hebben vanuit onze overtuiging de verantwoordelijkheid de bodem zo te beheren dat deze in een goede conditie overgaat op de volgende generaties. Op dat vlak is er in ons gematigde klimaat nog veel te winnen.” De Van Bergeijks geven aan dat grond niet diep uitwintert, machines te zwaar zijn en we te maken hebben met een klimaatsverandering met steeds vaker grote neerslaghoeveelheden in korte tijd en dat de bemesting - vooral de organische-stofbalans - ook beter moet.

Grenzen stellen Daarbij zijn ze het eens over een paar vaste stelregels. Als de drains lopen, komen ze niet op het land. Ze werken toe naar een maximale bandenspanning van 0,5 bar in het voorjaar en 1,0 bar in het najaar. In dit kader willen ze ook toe naar lichtere machines. “Trekkers worden veel te zwaar. We zitten nu al op negen tot elf ton. Wij willen weer terug naar zes ton maximaal in combinatie met grote banden.” Ze geven aan dat fabrikanten hier niet zo mee bezig zijn. “Voor ons betekent dat het opklossen van cabines voor grotere banden en bij banden tot de limiet gaan.” Uiteraard heeft het bedrijf wel zware machines, zoals een Big Six-bietenrooier. “Bij nattigheid kun je niet met

22

GRONDIG 10 2016


een tweefasensysteem uit de voeten”, weten ze. Met de komst van IF-bandentechniek hebben ze er net rondom nieuwe Goodyear-IF’s opgelegd. “We kunnen daarmee terug naar 1,0 bar. Daar zijn we heel blij mee.” Een volgende wens is een overlaadwagen. Rupsen zijn geen item. “We hebben angst voor het verdichten van de ondergrond vanwege het doorgeven van trillingen.” De stelregel is dat je het moet kunnen redden met banden, ook al gaat dat ten koste van de capaciteit. “We zijn die discussie al meerdere malen aangegaan. Als wij komen kilveren, is dat met een zeskuubs dozerbak en niet met een flink slag groter in combinatie met een zware rupstrekker. Die zal sneller klaar zijn en per hectare minder kosten, maar de boer krijgt daarna wel de verdichting van de ondergrond als erfenis.” Van Bergeijk wijst ook op megagrote combines

één van de pioniers op dit gebied. “Dat heeft ons veel geleerd, bijvoorbeeld dat pleksgewijze lagere opbrengsten niet alleen komen door een mindere bemestingstoestand, maar dat de structuur en de waterhuishouding zeker zo belangrijk zijn. Natte, (in het voorjaar) koudere plekken bleven achter. We hebben daarna alles geëgaliseerd en zijn fel op goed werkende drainage en behoud van een goede bodemstructuur.” Ook heeft het bedrijf zich verdiept in het vraagstuk waarom de zware gronden (tot 60 procent afslibbaar) steeds lastiger te bewerken zijn en hoe dit te ondervangen is. Van Bergeijk is een aantal jaren geleden gestopt met conventioneel ploegen en heeft de stelregel dat je niet meer onder in de bouwvoor mag rijden vanwege de verdichting van de ondergrond. “Ook al trek je het daarna grof los met een diepwoeler,

“HET GAAT EROM DAT WE DE BODEM GEZOND EN OP PEIL HOUDEN. DAT MOET DE INZET VAN DE REGELGEVING ZIJN. DAT IS HET NU NIET.” met aslasten van wel twintig ton versus zijn veel kleinere Massey Ferguson. “Natuurlijk werkt die grote op korte termijn kostenbesparend, maar als je dan na meerdere jaren structuurschade ziet, krijg je alsnog de rekening. Ook die discussie gaan we graag aan, gebaseerd op de ervaringen op het eigen akkerbouwbedrijf.” Wel altijd binnen grenzen, zo voegen de heren eraan toe. “Teelten moeten wel rendabel blijven. Dat maakt de speelruimte klein.”

Eerste meten De ontwikkeling is tientallen jaren geleden al ingezet met plaatsspecifieke opbrengstmeting op een Massey Ferguson-maaidorser. Van Bergeijk was

een deel van de structuurschade blijft.” Van Bergeijk ploegt nu alleen hooguit met een mini-bovenoverploeg tot circa vijftien centimeter diep. Dan kan de zware grond toch verweren. Op de lichtere kleigrond laten ze groenbemester tot in het voorjaar staan en gaan er dan voor het aardappelen poten met de kleinste trekker van vijf ton met 0,4 bar in de banden met de schijveneg één of twee keer over. “De granen en groenbemesters worden al vele jaren met een paraplow-woelzaaicombinatie gezaaid. Dat bevalt ons heel goed.” Bij droge omstandigheden woelen ze tot 25 centimeter diep. “Als de bouwvoor echt vochtig is, heeft het geen zin om diep door de grond te smeren.”

Bemesting moet anders De toestand van de grond en daaraan gerelateerd het bemestingsplan is ook gewijzigd. “Wij zijn al vroeg begonnen met organische mest en zijn nu zo ver dat we bij de teelten zonder gebruik van kunstmest de meststoffen fosfaat en kali beschikbaar hebben.” Als bewijs laten ze twee bodemmonsteranalyses zien van hetzelfde aardappelperceel van een aantal jaren geleden en nu. “Het organische-stofgehalte is op peil gebleven, maar de beschikbare hoeveelheid kali voor de aardappelteelt is verviervoudigd. We hoeven hier in de winter of het voorjaar geen kali te strooien. Het hele bemestingsplan heeft daar grote invloed op.” Hier ziet Van Bergeijk negatieve ontwikkelingen in de mestwetgeving. “De huidige mestruimte geeft verschraling van de grond. Het scheiden van mest zal producten opleveren die het organischestofgehalte verder verslechteren.” Zelf hebben ze een uitgekiend bemestingsplan waarbij ze zorgen dat met vloeibare mest, vaste mest en compost de organische stof en groenbemesters in de juiste verhouding in de grond komen. “Je moet ervoor zorgen dat alle soorten in de juiste verhoudingen aanwezig zijn. Wij proberen dat te verwezenlijken. Dit in combinatie met bemesting van vloeibare mest, waarbij met eventueel bijmengen van stikstofmeststoffen de juiste gehalten in één keer worden uitgereden met de sleepslang.” Allemaal maatregelen om ervoor te zorgen de grond op een verantwoorde manier te beheren en door te geven aan de volgende generatie. “Dat is een gezamenlijke verantwoording, die mag extra tijd en geld kosten.”

DUUR ZAAM

DOOR

TEKST EN FOTO: Gert Vreemann

GRONDIG 10 2016

23


Het kan zo makkelijk anders Van der Spek erkend voor Duurzame bedrijfsvoering De enige importeur in de cumelasector met een milieucertificaat is Van der Spek in Vianen. Het is duwen en trekken voor de twee gedreven bewakers en uitvoerders van het milieuprogramma. Langzaam constateren Leon Heijdra en Wendy de Juncker een kentering in het denken in het bedrijf. Het blijft echter een kwestie van lange adem. “Eén verkeerde stap en je bent zo weer drie maanden terug. Zeker in zo’n bedrijf waarin iedereen houdt van ronkende diesels.”

Het kamertje waar we het gesprek voeren, is fris als we er binnen gaan. Zo hoort het in een bedrijf waar wordt gelet op onnodig verbruik van energie, haasten Leon en Wendy zich te zeggen als de thermostaatknop naar 21 graden wordt gedraaid. “Dat was hier een paar jaar geleden nog wel anders”, lachen ze. “Toen gebeurde het in de zomer dat deze verwarming nog stond te loeien. Gewoon omdat de enige regeling een stooklijn was die was gebaseerd op de buitentemperatuur met een voeler op de verkeerde plaats.” De gewijzigde regeling van de verwarming is één van de tastbare resultaten van het project dat de beide medewerkers eind 2013 begonnen. Zeker ook uit zorg om het milieu, stelt Heijdra. “Ik kan me namelijk enorm ergeren aan verspilling. Thuis, waar ik niet uit kan staan dat mijn dochter niet even het licht uitdoet - het is maar het omzetten van een knopje - maar ook hier op de zaak.” Met instemmend geknik bevestigt Wendy de Juncker het gevoel. “Ik heb er ook zo één thuis lopen. Terwijl het zo gemakkelijk anders kan.”

Alles uitzoeken Ze begonnen aan het project omdat Heijdra bij de BMWT in een vergadering van de commissie van deskundigen hoorde over het nieuwe certificeringsproject Duurzame bedrijfsvoering. “Ik vond dat we daaraan moesten meedoen en vond daarvoor bij onze directie een gewillig oor. Dat was een mooie start, maar daarna bleek dat we werkelijk alles moesten uitzoeken.” Het verhaal van de beide aanjagers zal veel bedrijven bekend voorkomen, want waar vind je alles als je een CO2footprint wilt berekenen en op een rij wilt zetten hoe alles rond het milieu is geregeld? “Dan merk je dat dit zaken zijn waarvoor niemand verantwoordelijk is. Iedereen doet het er feitelijk een beetje bij”, constateert Heijdra. “Vroeger hadden we nog iemand die

24

GRONDIG 10 2016


als neventaak verantwoordelijk was voor gebouwen en vergunningen, maar sinds die met pensioen is gegaan, is dit een soort niemandsland. We zijn nu nog op zoek naar de laatste vergunningen om te controleren of we daar wel aan voldoen. Iedereen weet dat ze er zijn, maar waar? Zo is het ook met de verbruikscijfers. Ze zijn er wel, maar feitelijk kijkt niemand er naar.” Die geringe aandacht in het verleden past bij een bedrijf dat vooral bekend staat als ‘vooral gewoon doen’, constateert Heijdra. “We zijn toch vooral een traditioneel bedrijf dat houdt van ronkende diesels. Het kost dus moeite om wat in beweging te krijgen.” Die beweging creëren was de belangrijkste uitdaging voor Heijdra en De Juncker. “Dat is best lastig in een bedrijf dat heel veel bedrijfsprocessen heeft en waar het er vooral om gaat om machines snel weer aan het werk te hebben. Dan is er weinig aandacht voor het milieu.”

Dan blijkt 60 procent te zijn veroorzaakt door de verstookte brandstof. Het zijn de auto’s van directie, vertegenwoordigers en vooral de 25 busjes van de technische dienst die tekenen voor de grootste hoeveelheid geproduceerde CO2. Ruim dertig procent komt uit gas en verbruikte elektriciteit en tien procent is overig. Het op een rij zetten van de cijfers is vooral nuttig om te zien waar je grote slagen kunt maken, stellen Heijdra en De Juncker vast, al is dat juist bij die 60 procent van de diesel- en benzineverbruikers minder gemakkelijk dan het op het eerste oog lijkt. “We hebben iedereen een cursus zuinig rijden aangeboden, maar het blijkt moeilijk te monitoren. Het is de chauffeur die het moet doen. Vergelijken is nu eenmaal moeilijk, doordat we een zo verschillend wagenpark hebben. Niet alleen verschillende merken, maar ook bijna allemaal aparte uitvoeringen. De één heeft een verlengde wagen, de vol-

“EEN BEDRIJF VAN RONKENDE DIESELS IS BEST MOEILIJK IN BEWEGING TE KRIJGEN.” Met kritisch kijken vonden de milieuinspecteurs, zoals ze gekscherend wel worden genoemd, veel verbeterpunten. Het betekent meer afvalbakken in de werkplaats, het gescheiden inzamelen van afval en kritisch kijken naar alle handelingen. Voor de milieuwinst zijn dat kleine onderdelen, blijkt uit de analyse van het bedrijf. De grootste post is namelijk toch het gebruik van fossiele brandstoffen, goed voor 500 van de jaarlijkse productie van 800 ton CO2. “Natuurlijk zal onze bezuiniging wereldwijd niet het verschil maken, maar je moet wel ergens beginnen. En tien procent is toch een mooie besparing.”

Eigen verhaal Hoe moeilijk dat is, blijkt uit de analyse van de CO2-productie van het bedrijf.

gende een verhoogde en de derde een extra zware achteras. Allemaal factoren die invloed hebben. Je kunt dus niet simpel het aantal kilometers op één liter brandstof bepalen. Ze hebben allemaal hun eigen verhaal.” Iets anders ligt het bij de vertegenwoordigers, maar ook daar is het moeilijk te meten. “Natuurlijk maakt de rijstijl veel uit, maar de regio speelt ook een rol. Zit je veel op de snelweg met af en toe een file of rij je vooral op provinciale en binnenwegen?” Maar ook dan blijft het afhankelijk van de houding, merken ze. “Ben je bereid om wat defensief te rijden, je aan de maximumsnelheid te houden en kies je een auto met een A- of B-label.” De meeste winst was op de korte termijn uiteindelijk te halen in de

kantooromgeving, door bijvoorbeeld eens goed het gasverbruik voor de verwarming te analyseren. Het leverde een aantal vreemde waarnemingen op. Zoals gasverbruik dat op zondagochtend om elf uur plotseling sterk steeg. Zoekend naar de oorzaak kwamen ze gewoon bij de thermostaat terecht. Die bleek ooit een keer voor één zondagochtend naar elf uur te zijn gezet, iets wat nooit meer was veranderd. En natuurlijk de stooklijn, waardoor ook in de zomer de verwarming aanging. Dat maakte de stap naar thermostaatkranen wel klein, weet De Juncker nog. “Grote slagen zijn op kantoor verder niet gemaakt. “Dat had geen zin, omdat er plannen liggen om het kantoor volledig te verbouwen. Als dat doorgaat, gaan we zeker scherp kijken naar milieumaatregelen, zoals driedubbel glas, extra isolatie en wellicht zonnepanelen op het dak. Al blijft dat een economisch plaatje, want met een terugverdientijd van vijftien jaar hoef je niet aan te komen. Daarom is het wel noodzakelijk dat je er een SDE-subsidie voor kunt krijgen. Dan blijft milieuvriendelijk en duurzaam ook rendabel.”

DUUR ZAAM

DOOR

Continu aandacht nodig Voor Van der Spek heeft het label nog een beperkte meerwaarde, merken De Juncker en Heijdra. “Er zijn nog weinig bedrijven die er echt naar vragen.” Hoewel het voor bedrijven die zelf in de CO2-prestatieladder zitten wel interessant kan zijn. Daar merk je ook een duidelijk positieve waardering. Het maakt de twee gedreven duurzaamheidsaanjagers niet veel uit. “Het is voor ons belangrijk dat het doorgaat, al is het daarvoor goed dat je dan gecertificeerd bent. Dat maakt namelijk dat je er aandacht aan blijft besteden. Anders ebt het zo weg tussen de andere werkzaamheden. Dan merk je dat milieu continu aandacht nodig heeft.” TEKST & FOTO: Toon van der Stok

GRONDIG 10 2016

25


Profiteer nu van onze vroegboekkorting!

Uw extra voordeel: November: 5 % December: 4 % Januari: 3% Februari: 2%

www.agroliner.de

Symen van der Veen · NL-9219 VJ De Tike · T +31 651572523

LANDBOUWASSEN

+31(0)592 37 27 19 info@middelbos.nl www.middelbos.nl

BEZOE K ONZE WEBSH OP

Import en Groothandel

162 Adv_Landbouwassen_98x64_Grondig.indd 1

Frans Vervaet B.V. - Hoofdplaatseweg 1b - 4521PE - Biervliet - Nederland - WWW.VERVAET.NL - info@vervaet.nl - 0031 (0) 115 18 17 10

08-07-16 12:0


Genialis krijgt goud! op de officiële maïsrassenlijsten in BENELUX NEDERLANDSE RASSENLIJSTEN 2017

breng s t top kor relop pbrengs t top zetmeelo vroegrijp s tay green dresis tentie n a r b p o k e d g oe

GENIALE elmaïs r r o k e g e o r v

1

MIDDENVROEGE SNIJMAÏS

       

FAO 230

Silomaïs / Korrelmaïs / CCM / Geplette maïs / MKS Vroeg- tot middenvroeg rijp Top korrel (= zetmeel) opbrengst Als silomaïs: – Top zetmeelopbrengst – Top voederwaardeopbrengst Goede stay-green Goede oogstzekerheid Zeer goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte Goede kopbrandresistentie

Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 23 517 www.kwsbenelux.com

KORRELMAÏS

E GENIAL vroege silo maïs

FAO 230

GENIALIS

1

SEEDING THE FUTURE SINCE 1856


Geslaagd dankzij goede medewerking H. Piel Loon- en Aannemersbedrijf BV in Tweede Exloërmond realiseert zonneweide Anderhalve hectare zonnepanelen als een soort van extra oudedagsvoorziening achter de schuur, dat realiseerde Henk Piel in Tweede Exloërmond. Een mooi staaltje ondernemerschap van Henk, die inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd al heeft bereikt, maar zeker nog niet stil zit. Het ondernemersbloed blijft kriebelen.

Henk Peil blijft gewoon doorgaan met zijn composteringstak die hij elders in Tweede Exloërmond heeft ondergebracht. Leuk detail: in het kader van groene energie zorgt een windmolentje daar voor elektriciteit.

28

GRONDIG 10 2016

De lichtborden bij de oprit doen geloven dat aan het Zuiderdiep een baggerbedrijf en een groenrecyclingbedrijf actief zijn. Tegelijk zie je dat het voor die activiteiten betrekkelijk stil en leeg is. De lichten in de werkplaats branden, maar verder is er rust en getuigt niets van intense drukte. Dat klopt ook, want inmiddels is Henk Piel van het gelijknamige bedrijf met zijn 67 jaar al pensioengerechtigd. Hij heeft enkele jaren geleden al een stap teruggezet door de baggerpoot te verkopen. “Ik was het zat nog langer naar heinde en verre te trekken om werken te bezoeken”, zegt Henk. Hij geeft aan dat dit een goede tak is geweest, die hij ruim dertig jaar met plezier heeft gerund. “We kwamen overal, van hier tot Hamburg, eenvoudigweg omdat als we een vaart, tocht of kanaal weer hebben uitgebaggerd deze weer veertig jaar mee gaat. Je bent dus in principe nooit twee keer op dezelfde plek”, vertelt hij. Henk was er op het laatst wel klaar mee, mede omdat zijn fysieke toestand er door een ‘minder geslaagde’ operatie niet beter op was geworden. Dat was voor Henk echter geen reden om te stoppen. “Dat gevlieg bij het baggeren ging niet meer, maar de groenrecylingtak kan ik nog prima regelen. Dat blijf ik gewoon doen.” De eigen locatie elders in Tweede Exloërmond draait volop door en afzetmogelijkheden voor de compost zijn er ruimschoots dankzij de akkerbouwers in de regio. “Organisatorisch is dit ook goed rond te zetten. Een paar goede mannetjes op locatie en ik doe vanuit hier het regelwerk”, aldus Henk. Hij springt zelf bij als dat nodig is en maakt nog menig uur op de Merlo Multifarmer.


Boeiend traject Daar kwamen we echter niet voor. We kwamen voor zijn baanbrekende project, de zonnepanelen. Achter de loodsen heeft Henk akkerbouwgrond liggen. Daarop is afgelopen jaar een 1,5 hectare grote ‘zonneweide’ in gebruik genomen met daarop 5000 zonnepanelen. De zonneweide functioneert nu volop. Het idee begon al ruim tien jaar geleden met plannen voor een vergistingsinstallatie. Henk is hier een tijd mee bezig geweest, maar liep tegen te veel bezwaren op en kwam tot de conclusie dat deze tak van sport moeilijk rendabel te maken was. Met de opkomst van zonnepanelen rook hij nieuwe kansen en dus is hij zo’n vijf jaar geleden met dit fenomeen aan de slag gegaan. U raadt het al: om de benodigde vergunningen rond te krijgen. Dan kom je in de bekende lastige molen van kip en ei, ambtenaren, politiek spel en dergelijke tijdrovende activiteiten. Henk zette zijn tanden er toch in en kreeg het gevoel dat er mogelijkheden waren toen de wethouder liet doorschemeren dat er vanwege de weerstand tegen windmolens alterna-

tegen het omzetten van landbouwgrond in ‘zonnepanelengrond’.

Zonneweide Henk heeft de mogelijke weerstand min of meer getackeld door het zonnepanelenveld aan te vragen als ‘zonneweide.’ “Van een aantal omwonenden kreeg ik natuurlijk wel de vraag wat een zonneweide is. Dat heb ik beantwoord met een weide waarop de zon schijnt”, aldus de ondernemer. Met een glimlach daaraan toevoegend: “Dat klopt feitelijk ook.” Uiteraard wisten aangelanden wel waar het om ging, maar echt weerstand bespeurde Henk niet. De gemeente wilde graag dat er niet te hoog werd gebouwd. Dat was te realiseren. Daarna startte het vervolgtraject. Henk zag het niet zitten om zelf te investeren en alles te regelen rondom de afzet van de gewonnen energie. Dat is specialistenwerk. “Mijn uitgangspunt was om het uit te besteden aan een professionele exploitant. Dan heb je niet te doen met het regelen van stroomafzet en regelgeving, plus je hebt niet te maken met het beheer en onderhoud van het panelenpark.”

“VAN EEN AANTAL OMWONENDEN KREEG IK NATUURLIJK WEL DE VRAAG WAT EEN ZONNEWEIDE IS. DAT HEB IK BEANTWOORD MET EEN WEIDE WAAROP DE ZON SCHIJNT.” tieven nodig zijn. Na gesprekken wist de ondernemer dat een belangrijke horde, de medewerking van de lokale politiek, was genomen. Daarna volgden de bekende aanvraagprocedures van subsidie en vestigingsvergunning. Je bent zo een jaar verder. “Het was even wat gedoe, maar uiteindelijk heb ik beide toch relatief snel voor elkaar weten te krijgen”, zegt Henk. Hij geeft aan dat dit ook te danken is aan honderd procent medewerking voor de omgevingsvergunning van de gemeente. Tot dan was er in Nederland nog geen zonnepanelenweide gerealiseerd en er is zowel nationaal als internationaal wel enige weerstand

Lang hoefde hij niet te wachten op gegadigden “Toen het bekend was, wisten ze me te vinden. Ik heb kandidaten uitgenodigd voor een gesprek en ze hier allemaal aan de keukentafel gehad”, vertelt Henk. U zult begrijpen dat er dan allerhande soorten en maten op de koffie komen. “Je hebt ze snel genoeg door.” Het roomde zo snel af naar enkele serieuze kandidaten. Henks idee was dat de exploitant de grond voor een vaste lange termijn en een vaste jaarprijs zou huren en dat deze dan zelf verantwoordelijk was voor de realisatie en exploitatie van het zonnepanelenpark. Uiteindelijk bereikte

hij begin 2015 een akkoord met GroenLeven in Heerenveen voor de exploitatie van het stuk met bestemming zonnepanelen voor een vaste periode van dertig jaar. Vanwege het natte voorjaar ging de aanleg niet vanzelf, maar het lukte uiteindelijk wel. Het maaien rondom en onder de panelen was ook lastig. “Uiteindelijk hebben ze dat op orde gekregen met een aangepaste afstandsbediende Spider-cirkelmaaier”, vertelt Henk.

DUUR ZAAM

DOOR

Vervolg Dat hij dan al aardig op leeftijd begint te raken, ziet hij niet als een belemmering. Hij heeft namelijk met het zonnepark verder niets meer van doen. Hooguit hoeft hij op wens samen met GroenLeven een enkele keer rondleidingen te ondersteunen. Het park is nu in gebruik en levert de stroom rechtstreeks aan Enexis. Voor Henk Piel is het project afgerond. “Fijn dat het dankzij de medewerking van de gemeente en Groenleven zo voorspoedig gelopen is. Voor ons is het een leuke oudedagsvoorziening”, vertelt Henk. Hij geeft aan dat als het niet was gelukt er ook geen man overboord was geweest. “Dan hadden we er aardappelen op verbouwd.” Op de vraag of hij niet wil stoppen nu hij deze oudedagsvoorziening op orde heeft, begint Henk te grinniken. “Nee, het blijft toch kriebelen. Ik wil op mijn eigen schuur ook zonnepanelen hebben en iets regelen om de stroom te bufferen. En zo zijn er nog wel meer ideeën. Stil zitten is niet mijn ding.” De groenrecycling mag van hem voorlopig ook nog wel doordraaien. Henks lichaam mag dan op een zekere leeftijd zijn gekomen, maar van geest is hij niet te oud om te blijven ondernemen.

TEKST: Gert Vreemann FOTO: Heye Wubs,

GRONDIG 10 2016

29


Nog altijd weten wat er speelt Ongeveer 55 jaar geleden begon Wout van Oostrum met zijn Ferguson 35 zijn eigen loonbedrijf. Inmiddels zwaaien twee zoons er de scepter, maar Van Oostrum komt liefst nog dagelijks kijken hoe het gaat, zeker omdat er nog meerdere mensen werken die hij zelf aannam. Onder hen ook zijn eerste werknemer, die nu na 47 jaar bijna aan zijn pensioen toe is. Net als Van Oostrum gaat die ook elke dag nog met plezier naar het bedrijf.

30

GRONDIG 10 2016


“Vroeger was dit mijn slaapkamer”, lacht Van Oostrum als we met koffie aan tafel zitten. Het huis dat hij ooit zelf bouwde naast het bedrijf is nu namelijk kantoor. Met op de plaats waar hij zelf zijn eerste kantoortje had nog steeds een bureau met computer voor de oprichter van het bedrijf. Daar komt hij liefst dagelijks om te kijken hoe het gaat. Zich met de bedrijfsvoering bemoeien, doet hij niet meer of probeert hij niet meer te doen, maar wel is hij nog steeds verantwoordelijk voor de betalingen. “Dan weet je toch hoe het gaat en blijf je een beetje op de hoogte.” Ook op andere manieren volgt hij echter alles op de voet, bijvoorbeeld door elke maandag even de weekboekjes waarin alle werknemers hun uren verantwoorden door te nemen. “Dan zie ik precies wie waar bezig is en hoef ik dat ook niet te vragen, want daar wil ik me niet meer mee bemoeien. Al valt dat niet mee, vertelt zoon Wouter van Oostrum. “Regelmatig krijg ik vragen waarom ik die en die ergens naar toe heb gestuurd of waarom ik dat niet met die machine had aangepakt. Hij kan het nu eenmaal niet laten.”

Levenswerk Niet verwonderlijk, want voor Van Oostrum is dit letterlijk zijn levenswerk. Hij begon als vijftienjarige jongen met een nieuw aangeschafte trekker van zijn vader. “Daarmee ging ik in de hele polder maaien en allerhande ander werk doen. In het voorjaar ging ik bijvoorbeeld bij steeds meer boeren weideslepen en rollen, want die deden het nog met een paard. Die waren het zat om de hele dag door de polder te sjokken achter zo’n beest en dus mocht ik voor drie gulden per uur algauw overal het werk doen.” Het leverde hem al snel commentaar op van zijn broers, die omdat hij met de trekker weg was zelf nog achter het paard liepen. De oplossing kwam van de smid in het dorp, die een tweedehands Ferguson 35 te koop had. “Als ik hem kocht, zou hij hem ook nog in de nieuwe rode kleur spuiten.” De koop

ging met behulp van pa door en zo startte hij zijn eigen bedrijf. Als herinnering staat er nu weer een Ferguson in de schuur. “Die heb ik dus weer veranderd in een grijs goudbuikje”, lacht Van Oostrum. “Tijden veranderen.” Zijn ondernemingslust werd beloond, want al snel had hij moeite om het werk alleen gedaan te krijgen. Niet alleen in de landbouw, want Van Oostrum wist ook de uitvoerder die bij de A27 aan het werk was te interesseren. “Met de trekker en kipkar was ik daar hele dagen bezig”, vertelt hij. Het betekende dat in 1969 met Wout van Dronkelaar de eerste werknemer in dienst kwam, de man die nu na 47 dienstjaren nog steeds op de kraan zit. Bijzonder is dat hij geen uitzondering is, want ook het tweede personeelslid haalt op het bedrijf zijn pensioen en nummer drie rijdt nog steeds rond op de vrachtwagen. Het zijn mensen die met het bedrijf zijn meegegroeid, benadrukt Van Oostrum. “Zij gingen van het zware en vaak koude werk met de oude trekkers en getrokken graafmachines steeds een stapje omhoog, want als er wat nieuws kwam, was het logisch dat zij daarin verder gingen. Ze leerden bijna vanzelf om met de nieuwe machines te werken.” Zo werd het werk voor hen lichter en aangenamer.

jaren deed je alles samen. In de zomer maakte je lange dagen om het werk bij de boeren gedaan te krijgen, in de winter stond je met z’n allen in de werkplaats voor het onderhoud.”

Met de hand Toch was ook lichamelijk zwaar werk niet altijd een straf, herinnert Van Oostrum zich. “Ik weet nog dat ik in de eerste jaren dat ik met mijn kraantje bierbostel loste een vracht toch maar handmatig heb leeggeschept. Ik was zo koud door het wachten dat ik besloot om het gewoon met de hand te doen. Het werkte, want toen hij leeg was, was ik warm.” Het zijn herinneringen aan een tijd en manier van werken die nu met thermoondergoed, verwarmde keten en beperkte arbeidstijden verleden tijd zijn. Dat het lukt om gezond de eindstreep te halen en je op tijd een stapje terug moet doen, was voor Van Oostrum ook een les uit het verleden. “Mijn vader was 56 toen hij overleed. Als je dan zelf 56 wordt, doet dat toch wat met je. Voor mij was dat het moment dat ik met mijn zoons die al in het bedrijf zaten in maatschap ben gegaan. Ik heb ze toen tien jaar gegeven om alles af te lossen, zodat de zaak voor hen was als ik 65 werd. Dat is gelukt en sinds die tijd ben ik eruit.”

DUUR ZAAM

DOOR

FIT DE EINDSTREEP HALEN HEEFT OOK TE MAKEN MET DE WERKSFEER. Deze inmiddels oudere werknemers behoren tot een generatie die nog is opgegroeid in een tijd met veel handwerk, lawaaiige machines en lange dagen. Werkweken van meer dan 80 uur waren in de oogsttijd geen bijzonderheid. “Ons record staat volgens mij op een week van meer dan 100 uur”, herinnert Van Oostrum zich. “Dat kun je nu niet meer maken.” Dat deze mensen toch fit de eindstreep halen, is volgens hem te danken aan de werksfeer in het bedrijf. “In de begin-

Daarmee kwam voor Van Oostrum ook de tijd van loslaten en zich er niet te veel meer mee bemoeien. “Maar het is mooi dat ik elke dag nog even kan gaan kijken en dat ze me er toch ook bij betrekken. Zoals laatst, toen er twee nieuwe Ljungby-shovels waren gekocht. Toen vroegen ze me weer even mee om ze te gaan bekijken. Dan hoor je er toch nog bij.”

GRONDIG 10 2016

31


Cees van Barneveld (senior)

Wout van Dronkelaar

Veel voor elkaar over

Na 48 jaar is het mooi geweest

Eigenlijk wilde hij bij de politie, maar omdat hij daar werd afgewezen, werd het toch maar loonwerk. En nu, 40 jaar later, werkt Cees van Barneveld senior - want zijn zoon werkt inmiddels ook in het bedrijf - nog steeds voor Van Oostrum. Een lange tijd, beseft hij zelf, maar desondanks met veel plezier. “Dat is het mooie van een klein bedrijf. Je werkt met elkaar en hebt veel voor elkaar over. Je moet het altijd met je collega’s doen. Samen maak je het werk. Het mooie is ook dat de werkgever gewoon bereikbaar is. Je bent geen nummer, zoals bij grote aannemers.” Door de werksfeer en de mensen is hij ook nooit naar een ander gegaan. “Weet je, overal is wel wat, dat hoor je wel in de keet. En ook als je van werkgever verandert, het werk blijft hetzelfde. Waarom zou je dan weggaan als je het naar je zin hebt.” Van Barneveld begon als allround medewerker, maar kwam al snel op de kraan toen die binnen het bedrijf kwam. Dat werk deed hij tien jaar, tot de eerste vrachtwagen kwam. Sinds die tijd is hij vrachtwagenchauffeur - eerst op een 6x6, later op een 8x8 WS - voor alle werken die in uitvoering zijn. “Veel jongens bellen me zelf als er even wat te doen is. Dan kijk ik of het in mijn planning past of plan ik het zelf in, afhankelijk van de druk. Dat is het mooie van zo’n bedrijf waar je zelf het werk kunt regelen. Als het maar goed gebeurt.”

Midden in de polder waar hij ooit ongeveer begon als eerste werknemer van Van Oostrum is Wout van Dronkelaar nu bezig om de landbouw definitief te begraven. Het gebied, waar toen hij begon nog vele melkveehouders hun koeien weidden, wordt nu omgezet in natuur. Hij vindt het mooi werk; niet dat de landbouwgrond verdwijnt, maar wel het lekker midden in de polder bezig zijn. “Ik vind dit de mooiste klussen, gewoon midden in de natuur aan het werk. Het is rustig om je heen en je bepaalt zelf hoe het werk wordt gedaan.”

Problemen heeft hij nu wel met de manier waarop juist de overheid hem naar vervelende uren duwt bij de gladheidbestrijding. “Vroeger regelden we dat zelf. Dan keken we hier naar het weer en konden we ’s avonds om acht uur al besluiten om te gaan strooien omdat het glad zou gaan worden. Dat kan prima, want het zout blijft wel liggen. Dat mag nu niet meer. We moeten wachten tot het echt glad wordt. Meestal betekent het dat je pas om bijvoorbeeld elf uur ’s avonds op pad gaat, maar dan ben je wel tot drie uur bezig. Het gevolg is dat je hele nacht voorbij is. Als je dan namelijk om vier uur op bed ligt en je er normaal om half zes uit gaat, slaap je ook niet meer. Het heet dan milieuvriendelijk, maar ze dwingen ons tot werken op de slechte uren. Dan speelt arbo blijkbaar geen rol meer.”

DUUR ZAAM

DOOR 32

Zijn betrokkenheid bij het bedrijf blijkt ook uit zijn ergernis over de strenge boeteregeling die aan het werk wordt gekoppeld. “Wij mogen niet langer eerder beginnen, ook al weet je dat het glad wordt. Als we dan echter vijf minuten te laat klaar zijn, krijg je een boete. En dat terwijl je voor anderen aan het werk bent.”

GRONDIG 10 2016

Van Dronkelaar kwam 47 jaar geleden in dienst. Net van school kon hij bij Van Oostrum aan de slag als zijn eerste medewerker. Hij is dus letterlijk met het bedrijf meegegroeid. “De eerste kraan waar ik op begon, was een getrokken Atlas. Mijn werk is dus een stuk mooier geworden. Nu zit ik op een luxe geveerde stoel in een cabine met airco.”

ALS JE OP TIJD BEGINT, GROEI JE VANZELF MEE MET NIEUWE ONTWIKKELINGEN. De nieuwe werkzaamheden die Van Oostrum aanboorde, betekenden ook dat Van Dronkelaar zichzelf moest ontwikkelen. “Daarvoor ben ik verschillende cursussen gaan doen. Al snel heb ik bijvoorbeeld de opleiding uitzetten gericht op de aannemerij gedaan”, vertelt hij. Dit maakte dat hij vanzelf in een soort uitvoerdersrol terecht kwam, waarbij hij vanaf de kraan het werk regelde. Ook de laatste jaren heeft hij zich echter nog bijgeschoold, getuige de twee bollen die achter op de kraan staan. Ook dat was voor hem een ontwikkeling die erbij hoorde. “We zijn er op tijd mee begonnen, dan groei je er vanzelf in als er elke keer weer een stapje bij komt.” Hoewel hij het in het werk nog steeds naar zijn zin heeft, kijkt Van Dronkelaar ook wel uit naar zijn pensioen, begin volgend jaar. “Met 65 ben ik er ook wel klaar mee. Dan is het tijd voor andere zaken. Er zijn nog zoveel mooie andere dingen in het leven. Daar moet je ook van genieten.”


Agronic Multibaler

Tawi 300 Midi Fix

Bezoek onze huisshow op: Donderdag 29 december

w w w.gebrknoll.nl

info@gebrknoll.nl

0522-291377

Kverneland Optima; precies wat u zoekt! • E-DRIVE ZAAIRIJEN MET GEOCONTROL SECTIE AANSTURING • AUTOMATISCH IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE RIJEN • GEEN VERSPILLING VAN ZAAD EN KUNSTMEST • MINIMALE OVERLAP, MAXIMALE BENUTTING • 37.5, 50 EN 75 CM RIJ-AFSTAND MOGELIJK

www.kverneland.nl


Weer blij op de trekker Hoekstra slaagt in bedrijfsopvolging via werknemer Hoe zorg je dat een cumelabedrijf door kan, ook al wordt het niet in familieverband overgenomen. Door tijdig te beginnen en goede financiĂŤle adviezen konden Anne en Anneke Hoekstra vorig jaar het stokje doorgegeven aan hun werknemer Erik van der Veen en zijn partner Willeke de Hoop. Daardoor zijn de werknemers verzekerd van het voortbestaan van hun baan en kan Anne Hoekstra gewoon op afroep aan het werk. Zonder zorgen.

Anne en Anneke Hoekstra konden door tijdig te beginnen met de overname het bedrijf door werknemer Erik van der Veen en Willeke de Hoop laten overnemen.

34

GRONDIG 10 2016


Anne Hoekstra weet het nog precies. 31 juli 2015 stond het laatste geld dat gemoeid was met de bedrijfsovername op zijn rekening. Sinds da moment is Loonbedrijf Hoekstra in handen van Erik van der Veen en zijn partner Willeke de Hoop. Daarmee slaagde hij er in een goed lopend loonbedrijf ook buiten familieverband over te doen en gewoon te laten voortbestaan onder de naam waarmee zijn vader ooit begon. Het doorgeven van het stokje werd gevierd met een feest dat drie dagen duurde, met aparte avonden voor vertegenwoordigers en relaties, voor klanten, familie en vrienden en met een reunie voor medewekers en oudmedewerkers. Het markeerde een lange periode van werken aan de bedrijfsovername, want al snel hadden Anne en Anneke Hoekstra in de gaten dat geen van hun vier dochters belangstelling had voor het bedrijf. Misschien hebben ze het daar zelf ook wel naar gemaakt, beseffen ze als ze nu terugblikken. “We waren altijd met het bedrijf bezig.” Terugkijkend op die periode moet Anne Hoekstra vaak terugdenken aan een uitspraak van zijn vader. “Bij onze bedrijfsovername heeft hij wel eens gezegd spijt te hebben van zijn beslissing om een loonbedrijf te beginnen. Niet vanwege het werk, maar wel om wat we onze vrouwen aandoen. Loonwerker zijn betekent wel dat je er voor moet leven en heel veel voor moet laten. En beter wordt het nog steeds niet, want we moeten zelfs verdedigen dat we niet op zondag werken.” Voor Hoekstra was dat en het besef dat hij te vaak wakker lag van de planning de aanleiding om tijdig te beginnen met de bedrijfsopvolging. Al in 2001, toen hij nog geen vijftig jaar oud was, begon hij al met een werknemer die wel belangstelling had, maar die samenwerking liep na enkele jaren op niets uit. “Daar heb ik veel van geleerd”, herinnert Hoekstra zich nu nog. “Toen werd duidelijk dat het rendement veel beter moest. Tot die tijd was ik altijd tevreden als er maar genoeg was om van te leven en om in het bedrijf te investeren. Voor een overname bleek dat niet genoeg.

Om toch verder te kunnen, zijn we toen met het personeel in overleg gegaan. We hebben andere afspraken gemaakt over tijd voor tijd. Dat kon toen, omdat zij er ook belang bij hadden om door te gaan.” Tegelijk werden ook de tarieven verhoogd. “Tot die tijd deden we dat niet, omdat we alle klanten altijd hetzelfde wilde behandelen. Aangezien we er een paar hadden die altijd bezig waren om de prijs laag te houden, was die eigenlijk overal te laag. Toen die klanten besloten om over te stappen naar een ander werd het voor ons gemakkelijker. Dan blijkt ook hoe trouw klanten zijn, want die bleven allemaal.” Het was Anneke die aan de koffietafel met het personeel de belangstelling van Erik van der Veen wist te wekken. Ze herinnert zich nog goed hoe het ging. “We hadden in 2007 een nieuwe kraan gekocht en bij dat nieuws flapte ik eruit dat het waarschijnlijk onze laatste nieuwe kraan zou zijn. Anne wilde het gewoon tijdig geregeld hebben, want als geen ander besefte hij dat je nooit weet wat er gebeurd.” Het was ook Anne die iedereen gelijk geruststelde. “Ik heb gelijk gezegd dat we pas echt zouden stoppen als de opvolging was geregeld. En dat ze zich konden melden met een goede kandidaat. “ Dat was voor Van der Veen het signaal om het gesprek aan te gaan. Hij werkte al sinds 2001 op het bedrijf toen hij als zestienjarige een werk-leertraject in ging. “Dat werd al gauw een werktraject”, herinnert hij zich lachend. “Ik vond het leren niets. Dat was niet mijn hobby. Ik wilde liever gewoon werken.” Dat veranderde toen hij met Hoekstra serieus aan de slag ging over de mogelijke overname. Al snel waren ze aan het rekenen hoe een overname ook uit de bedrijfsvoering te financieren zou zijn. Daarbij werd ook de huisvesting betrokken. Hoekstra vond namelijk dat Van der Veen bij het bedrijf moest wonen. Zodat hij ook de echte leiding kon krijgen. Zelf gingen de eigenaren een paar honderd meter verderop wonen. Om de overname fiscaal zo gunstig mogelijk te laten verlopen, besloten

Anne en Anneke met Erik een Vennootschap onder firma te beginnen. “Dat was voor ons de eenvoudigste vorm”, weet Erik nog. Voor Anne was vooral belangrijk dat hij dit snapte, stelt hij nuchter vast. “Het is onvoorstelbaar hoeveel bedrijven zich melden als ze weten dat je in een overname zit. Allemaal komen ze met prachtige voorstellen met BV’s, VOF’s en weet ik wat voor vormen. Het klinkt allemaal mooi, maar als ik het niet begrijp, begin ik er niet aan. Ik wil gewoon een boekhouding die ik zelf begrijp, dan weet ik altijd hoe ik ervoor sta.” Twee jaar geleden besloten Erik en Anne om toch met een bekende bedirjfsadviseurs in zee te gaan. “We hebben we hem toen gevraagd om het bedrijf door te lichten om te kijken of iedereen echt aan de overname toe was.” Een heel goede beslissing, stellen ze achteraf vast. “Hij kon heel gemakkelijk met iedereen die dat wilde afzonderlijk in gesprek. Met ons, maar ook met de personeelsleden. Daardoor kwamen zaken op tafel die we zelf niet zagen.”

DUUR ZAAM

DOOR

De doorlichting was echter ook geruststellend. Het gaf Erik en Willeke het signaal om door te gaan en met de bank de overname te regelen. Sinds 1 juli 2015 en met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015 is hij daarom eigenaar en bedrijfsleider. Die niet langer in de trekker zit, maar volop in de cijfers. Anne is nu de rust zelve. "Ik adviseer iedereen die in familieverband geen opvolger heeft tijdig te beginnen met de overname. Dat geeft al in een vroeg stadium gelegenheid om meer tijd voor jezelf te maken." Nu hij weer een stap verder is, vindt hij het vooral prettig dat hij niets meer moet. Ik kan gewoon tot acht uur slapen. Alleen als Erik nog werk voor me heeft als zzp’er moet ik er nog op tijd zijn, maar dan ook liever niet voor acht uur”, lacht hij. Het plezier dat hij dan heeft in het werk bevestigt hem in de keuze die is gemaakt. “Vroeger zat ik ook graag in de trekker, maar de helft van de tijd was ik aan het bellen en organiseren. Nu is het gewoon mooi werk maken. Ik krijg geen telefoon meer en voel me in de trekker gewoon gelukkig.” TEKST EN FOTO: Toon van der Stok

GRONDIG 10 2016

35



6

5 45

Tracs

VT

“WINTERACTIE” Landbouwkipwagens

De VT4556 met Scania motor en NIR sensortechnologie ! Perfecte gewichtsverdeling......Krachtiger,stiller,zuiniger....

Zodenbemesters

....brengen de mest waar het hoort....bij de wortel! - Scherp snijden voor maximaal resultaat - Beste werkingskwaliteit in zijn klasse - Perfecte prijs-kwaliteit verhouding - Werkbreedtes van 5,20 tot 12 meter

Contacteer ons voor uw investering in het mestseizoen 2017 Zodenbemesters: Stefan Wisselink - Tel: 06-30995063 Tracs: André de Waard - Tel: 06-53437311

Jan Veenhuis Machinefabriek B.V. Heesweg 45 - 8102 NB Raalte Tel: 0572 - 363629 Fax: 0572- 362133 www.jan-veenhuis.com

+31 (0) 488 411 254 info@vredo.com www.vredo.nl

info@jan-veenhuis.com De beste in het veld

MERCEDES AROCS 8x8 WSG AROCS 44-45 WSG - 13 liter 330 KW - totaalgewicht 44 ton - laadvermogen 24 ton - draaicirkel 20 meter

Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 | www.veldhuizen.nl | info@veldhuizen.nl ArocsAdelGrondig.indd 1

6-12-2016 12:16:49


Lekker uw darmflora verwennen Drs. Ellen Snoek-Huisman (Krachtvoer Voedingsadvies) stelt Shredlage-menu voor de feestdagen samen Gezondheid staat of valt met een goede darmwerking. Dat begint met de keuze van kwaliteitsproducten in de juiste proporties. Ellen Snoek-Huisman constateert dat ons verschraalde moderne eet- en leefpatroon hier niet aan voldoet. Ze uit een krachtige noodkreet om massaal anders te gaan eten voor een fitter leven. Haar serieuze ‘Shredlage’-menu met een happy afdronk.

Het is bijna klaar, haar proefschrift over voeding bij leverziekten voor het UMC in Utrecht; Met een uitgekiende voeding voor behoud en opbouw van spiermassa, het tegengaan van vervetting en het ontlasten van de lever heeft ze opmerkelijke resultaten behaald. Ellen Snoek-Huisman, die biomedische wetenschappen studeerde aan de Universiteit Leiden, is ook eigenaresse van haar eigen praktijk Krachtvoer Voedingsadvies in Lochem. Hier helpt en begeleidt ze als voedingsdeskundige diverse klanten en van daaruit geeft ze trainingen en lezingen. “Vanuit dezelfde filosofie: met een bewust voedingspatroon mensen weer gezond en fit te krijgen door de problemen bij de bron op te lossen, dat is de inzet”, vertelt ze. Dat varieert van mensen met over- of ondergewicht tot mensen met chronische ziekten of andere ‘welvaartsafwijkingen’. Ze geeft aan dat haar onderzoeksresultaten een andere kijk op voeding geven. “Met z’n allen vervetten we, verliezen we spiermassa en verwaarlozen we onze darmen. Het roer zal echt om moeten als we gezond oud willen worden”, zegt ze. We zijn te gast bij hotel De Lochemse Berg in Lochem, dat volgens haar in de keuken al de goede weg is ingeslagen. Dit hotel kiest bewust biologische kwaliteitsproducten en put daarbij uit een eigen groentetuin.

Darmflora verstoord De link met Shredlage-maïshakselen voor een betere penswerking en vitalere, beter presterende koeien komt meteen ter sprake. “Een belangrijke voorwaarde van gezonder leven is dat uw darmflora goed op orde is. Bedenk wel dat ons darmoppervlak ongeveer een voetbalveld groot is en het zo actief is dat de darmwand zich wekelijks vernieuwt.” In de darmen zitten bacteriën die voedsel voorverteren, vitamines aanmaken en opneembaar maken en gifstoffen

38

GRONDIG 10 2016


afvoeren. “Er zijn kort gezegd goede en verkeerde bacteriën. Het is zaak om het aandeel goede bacteriën op orde te krijgen. Goed voedsel is daarin essentieel”, aldus Ellen. Ze voegt daar gedreven aan toe dat de gevolgen als het allemaal niet goed functioneert groot zijn. Wat in Nederland als goed voedingsadvies geldt, is volgens haar achterhaald. “De schijf van vijf, diëten, lightproducten, zoetstoffen, ‘gezond’ vruchtensap, calorieën tellen, ‘gezonde’ margarine, de angst voor eieren en überhaupt voor cholesterol en het letten op vet zijn zelfs schadelijk voor uw gezondheid.” Ferme taal. “Geen wonder dat de gemiddelde Nederlander inmiddels rond zijn veertigste chronisch ziek is”, klinkt het nog fermer. Ze wijst op hart- en vaatziekten, diabetes, kanker en andere chronische ziekten tot

uit de natuur, zoals bij dit hotel uit de eigen moestuin. Daar zitten veel meer noodzakelijke vitaminen en mineralen in. Voor haar kerstmenu kiest ze daarom voor ten minste 300 gram verse groente per persoon. “Die mag gestoomd zijn, maar liever niet gekookt, omdat je dan de mineralen met het kookwater weggooit”, licht ze toe. Daarvan kan al een deel in het soepje vooraf worden verwerkt. Een soep die net als vroeger is getrokken met een vleesbot. “Heel gezond, dat deden ze vroeger niet voor niets. In het vleesbot zitten allemaal belangrijke mineralen die je anders niet gemakkelijk binnen krijgt. Voeg hier soepgroente en shiitake-paddenstoelen toe en u heeft uw eigen krachtvoer gecreëerd ” Mmm, een goed begin. Begin? Nee, het voorafje moeten we niet vergeten.

gram, anders gaat het juist averechts werken. Kleine, hapklare brokjes of de lever als paté geserveerd.” Met een knipoog. “Net als bij dat hakselen van jullie.” Naast het vlees wordt een echte zuurkoolschotel geserveerd. “Zuurkool ook vers gesneden en het liefst ouderwets gefermenteerd, zodat de voedingsstoffen behouden blijven en omdat de fermentatieresiduen - melkzuurbacteriën - goed voor de darmflora zijn.”

DUUR ZAAM

DOOR

Een glas Genieten van een goed glas wijn bij de hoofdmaaltijd mag van haar. “Goede wijn is gezond, bevat nuttige stoffen en mag dan best. Maar maximaal één glas tijdens de maaltijd.” Een biertje kan ook, maar dan wel een niet gepasteuriseerd natuurbiertje. Yes!

“MODERNE CHRONISCHE ZIEKTEN ZIJN VOOR EEN DEEL TERUG TE VOEREN OP EEN VERSTOORDE DARMFLORA. HET IS ZAAK OM DAT OP ORDE TE KRIJGEN.” zelfs een sterk verhoogde kans op dementie op latere leeftijd. Het gesprek is indringend serieus van aard geworden. “Die chronische ziekten zijn allemaal leefstijl- en dus voedinggerelateerd en voor een deel terug te voeren op een verstoorde darmflora met te veel verkeerde bacteriën”, legt ze uit. Ook hier is er de directe parallel met Shredlagehakselen. Mensen zijn net dieren…

Natuurrijker Ellen vertelt dat ons reguliere voedsel sterk is verschraald. “Ons dagelijks voedsel bevat door de moderne technologie, uitputting van de bodem en de verwerking - steriliseren, verhitten en dergelijke - veel minder noodzakelijke vitamines, mineralen, voedingsstoffen, essentiële vetten en goede bacteriën. Dat is één van de redenen dat je het met een normaal eetpatroon niet redt. We lopen tekorten op en krijgen aan de andere kant veel te veel suikers binnen. Een teveel aan suikers is schadelijk voor onze gezondheid, want dat wordt direct omgezet in vetten.” Zij pleit daarom sterk voor biologische kwaliteitsingrediënten rechtstreeks

Een rondje wandelen op de Lochemse Berg voor de gezonde trek. “Heel belangrijk is het om meer te bewegen als onderdeel van het geheel. Dat is een verhaal apart, dat we altijd meenemen.”

Kleine porties Natuurlijk mag een lekker stukje vlees niet ontbreken. Anders weinig klandizie, schatten we in. Ze stelt ons gerust. “Helemaal niets mis met vlees. Eiwitten zijn noodzakelijk voor onder andere spieropbouw en onze hersenen. En ook een eitje mag gerust”, vertelt Ellen. Na het soepje volgt passend een hapje levermousse met appel. Lever omdat dat volgens haar één van de beste vleessoorten is. “Het bevat de meeste voedingsstoffen, een aanrader.” Ze kiest voor het hoofdgerecht wild. “Wild bevat minder, maar mooiere vetten”, zegt Ellen. Ander vlees mag van haar gerust: “Maar dan het liefst niet het plofvlees, maar vlees van dieren die buiten hebben kunnen bewegen en dat gevarieerd is gevoed, zodat het rijker is aan voedingsstoffen.” Daar nadrukkelijk aan toevoegend: “Vlees wel met mate, in kleine porties van zo’n 80

Als toetje wacht een merengue overgoten met gesmolten pure chocolade met bosvruchten. “Pure chocolade bevat stoffen die beschermen tegen diabetes type 2, hart- en vaatziekten en veroudering. Bosvruchten bevatten net als andere rode vruchten veel beschermende flavonoïden, die u anders niet binnenkrijgt”, aldus Ellen. Bij hotel De Lochemse Berg bent u welkom om de Shredlage-sfeer te proeven met de ingrediënten die dan beschikbaar zijn. Let wel, vol is vol. Anders moet u thuis zelf aan de slag. Fijne feestdagen en Shredlage smakelijk. TEKST EN FOTO’S: Gert Vreemann

Shredlage-vijfgangenmenu • Frisse wandeling Lochemse Berg • Bouillon van vleesbot, verse groenten en shiitakepaddenstoelen • Leverpaté op bedje van appel • Wild met ouderwets gefermenteerde zuurkoolschotel en een goed glas rode wijn • Merengue overgoten met gesmolten pure chocolade met wilde bosvruchten

GRONDIG 10 2016

39


Ken uw leaseovereenkomst! Steeds meer CUMELA-leden kiezen voor deze financieringsvorm Uw hoofdfinancier wil uw investering niet finacieren; is een leaseovereenkomst dan de juiste constructie? Wees kritisch en beoordeel de voorwaarden, maandtermijnen en rentepercentage. Let op behandelingskosten, éénmalige kosten, aanvullende kosten en contractduur. Voordelen

Nadelen

> Vaak lager rentepercentage > Ook gebruikte machines kunnen worden gefinancieerd > Leasemaatschappijen gelieerd aan fabriekanten denken beter mee > Leasemaatschappijen vragen alleen het object als zekerheid > Niet altijd is netto-financiering (na aftrek van inruil) nodig > Geld uit inruil kan gebruikt worden voor extra aflossingen of verlaging rekening courant

> Fabrikanten willen machines in de markt zetten; is uw investering uiteindelijk wel rendabel? > Gevaar van te hoge investeringen en te zware lasten liggen op de loer > De relatie met uw huisbankier kan verslechteren > Het gevaar van versnippering van belangen bestaat bij teveel aanbieders van financiering > De leasmaatschappij is geneigd om erg kort te financieren; dit kan leiden tot te hoge maandlasten

Welk bedrag wilt u financieren? Weet u welk rentepercentage u betaalt? Heeft u de financiële ruimte voor aflossingen en rente van investeringen goed in beeld? De adviseurs Bedrijf & Strategie van CUMELA Advies kunnen u hierin ondersteunen. Wilt u een beoordeling van van uw leaseovereenkomst, neem dan contact op met uw bedrijsadviseur of de infolijn (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar info@cumela.nl.

Die wil alleen maar laden

KRONE ZX opraap- en transportwagen

Nieuw: Schuine bodem = vraagt minder vermogen en 15% meer laden Van 33 tot 56 Kub DIN inhoud, met zwaar 30 tons hydr. BPW onderstel = meer laden, comfortabel snel rijden en echt dubbeldoel Enorme snijrotor met gelaste, 17 mm brede hardox meenemers en 46 messen = trekt licht zelfs bij 37 mm snijlengte (hakselkwaliteit) Extra brede EasyFlow Pick-up zonder curvebaan = 58% minder slijtdelen en 30% hoger toerental SpeedSharp automatische messenslijpinrichting voor altijd scherpe messen = minder brandstofverbruik en betere snijkwaliteit

Zuid-Nederland: Ad van den Hurk 0653-241918

Noord-Nederland: Martijn van Middelkoop 0651-346841

www.krone-nederland.nl


OPEN DAG

OPENDAG

28JAN2017

GEBR. POPPINK BV Brokmansweg 24

Reutum

Tel: 0541 - 670259

www.poppink-reutum.nl

Zondag 8 januari 10.00 - 18.00 uur

Dé vakopleiding voor de infra. Monteur | Uitvoe rder Landmeter | St raatmaker Machinist GrondWater- en Wegen , bouw (allround) Vakm an GWW Technicus mobie le werktuigen

Infra

JA! @SOMACollege |

/SOMACollege

SOMA College | Ceintuurbaan 2 | Harderwijk | www.soma-college.nl

DELVANO veldspuiten

Gemaakt vóór en door professionals Bel ons voor de dichtstbijzijnde dealer.

NV-SA

Informeer ook naar ons ruime aanbod gebruikte veldspuiten!

Zelfrijdende, getrokken en gedragen veldspuiten

Zuidweg 13-15 • Postbus 52 • 4413 ZH Krabbendijke T 0113 - 50 26 10 • F 0113 - 50 61 46 I www.gebrweststrate.nl • E info@gebrweststrate.nl Verkopers: Ko Smalheer, 06 - 53 24 90 27 Arjan Weststrate, 06 - 46 32 20 64


ondernemen met

vaktechniek

GRONDIG.COM

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

PRECISIEZAAIMACHINE VOOR MAÏS EN GRAAN

STAGE V-MOTOR VAN FPT

Voor wie beperkte arealen maïs en graan zaait, heeft Pöttinger de Aerosem Duplex-precisiezaaimachine. Bij dit model worden bij het zaaien van maïs telkens vier zaaipijpen afgesloten en opgeklapt. De zaaielementen staan op 12,5 centimeter en dan blijven er telkens twee werkend, die in deltaverband zaaien. De werkbreedte is met maximaal drie meter beperkt. Door het zaaien in twee rijen kan er wel harder worden gereden dan met een gewone maïszaaimachine. Volgens Pöttinger kun je met deze machine zeker 10 km/u rijden.

FPT is klaar voor de volgende stap in de emissie-eisen. Op de EIMA presenteerde het bedrijf de nieuwe generatie Stage V-motoren. Om aan de nieuwe normen te voldoen, zijn de motoren groter dan vier liter uitgerust met HIeSCR. Met deze nieuwe katalysator worden ook de kleine roetdeeltjes via een extra filter uit de uitlaatgassen verwijderd. Deze motoren zijn volgens FPT zonder aanpassingen in te bouwen bij machines die nu dezelfde motoren met Stage IV gebruiken.

LIEBHERR-MOTOR VOOR KRONE BIG X Voor het eerst komen er Liebherr-motoren in grote landbouwmachines. Krone monteert vanaf volgend jaar de Liebherr-V8-motoren in de Krone Big X 700- en Big X 770-hakselaars. Een belangrijke reden is volgens Krone het hoge koppel bij lage motortoerentallen en het verdubbelen van het onderhoudsinterval naar 1000 uur. De Liebherr-motoren staan in het grondverzet al jaren bekend om hun taaie karakter, met een hoog koppel bij een laag toerental. Dit past volgens Krone goed bij het PowerSplit- en ConstantPower-systeem van deze hakselaars. advertentie

PU transportslang Online bestellen: buma.com info@buma.com 0514 571826

Nog verder verbeterd

SLEEPSLANG GEEL EXTRA

Koppelingen

Deze sleepslang is voorzien van een vernieuwde inlage en is vorig seizoen al met een uitstekend resultaat ingezet bij een aantal intensieve gebruikers. Het blijkt de ultieme uitvoering voor de zwaarste omstandigheden. High end PU in combinatie met de best verkrijgbare polyester inlage en een vernieuwde open structuur van de inlage voor een maximale hechting van de materialen en maximale druk en treksterkte.

Rubber verdeelslang

Blijvend soepel Langere levensduur

Groen producten

42

GRONDIG 10 2016

Grond producten

Infra producten


HYBRIDE ZWENKT ELEKTRISCH

NIR-SENSOR OP NH-HAKSELAAR New Holland biedt komend jaar als optie een NIR-sensor aan op de hakselaars. Hiermee is het mogelijk om naast het drogestofgehalte ook de voedingswaarde te meten. De sensor komt van Dinamica Generale, een bedrijf waarmee New Holland onlangs een leveringsoverkomst heeft gesloten. Met NIR On Board meet de FR Forage Cruiser de belangrijkste gewasparameters, zoals droge stof, ruw eiwit, ruw vet, zetmeel, ruwe celstof (NDF en ADF) en anorganische stoffen met een nauwkeurigheid van plus of min twee procent.

Op een speciale vip-klantendag heeft Bia de hybride Komatsu HB365LC-3 voorgesteld. In de machine is de hydromotor voor het zwenken vervangen door een elektromotor. Hiermee is het mogelijk om in combinatie met een condensator de energie die bij het remmen wordt teruggewonnen direct te gebruiken in de volgende cyclus. Nieuw is ook een systeem om de opgeslagen elektrische energie elders in de machine te kunnen gebruiken. Het resultaat is een brandstofbesparing van 6,5 liter per uur. Om altijd voldoende stroom beschikbaar te hebben, is tussen de motor en de oliepomp een generator gebouwd. Deze levert maximaal 53 kW elektrisch vermogen.

AUTOMATISCHE BAALVULLING Kverneland introduceert op de Sima Auto Feed Control een systeem voor een automatische breedtevulling op een rondebalenpers. Niet door de trekker te sturen, maar met een naar links en rechts bewegende knikdissel. De dissel bestaat uit een systeem van twee trekstangen die met twee cilinders naar links en rechts worden bewogen. De pers krijgt zo een offset en kan de kamer links of rechts vullen. Op de pers zijn extra sensoren gemonteerd die continu de hoek van de trekstangen meten. Op het scherm kan de chauffeur dan continu zien hoe de pers achter de trekker beweegt.

CLAAS-SMALSPOOR Claas onthulde op de EIMA de nieuwe Nexos. Het zijn opnieuw bij Carraro gebouwde trekkers die iets korter zijn geworden en met de nieuwe FPT-Stage IV-motoren in combinatie met Claas Power Management circa tien procent sterker zijn geworden dan hun voorgangers. Ook zijn er meer transmissievarianten leverbaar.

advertentie

RoAd BV | Harselaarseweg 105-107 | 3771 MA Barneveld | +31 (0) 342 - 41 61 08 | info@roadbarneveld.nl

WWW.ROADBARNEVELD.COM GRONDIG 10 2016

43


advertentie

DEUTZ-FAHR BELOONT VROEGE BESLISSERS!

BANDENFABRIKANTEN IN DE PRIJZEN Twee bandenfabrikanten ontvangen op de komende Sima een gouden medaille voor de beste innovatie. Michelin voor een nieuw type band, Trelleborg voor een automatische drukaanpassing bij een veranderende belasting. De eerste gouden medaille is voor de Evo Bib van Michelin. Dit is volgens de fabrikant een twee-inéénband, speciaal ontwikkeld voor trekkers die zijn uitgerust met een luchtdrukwisselsysteem. De band heeft een doorlopende nokkenrij voor het gebruik op de weg. Dan kan de band worden opgepompt naar 2,0 bar of meer en krijgt hij de kenmerken van een ouderwetse radiaalband. In het veld, als de band is afgeblazen naar een druk tussen de 0,6 en 1,0 bar, krijgt de band de eigenschappen van de huidige diagonaalbanden. Hij plat sterk af en krijgt daardoor een lang loopoppervlak. Trelleborg wint met een variabel luchtdrukwisselsysteem. Hierbij wordt de druk in de band continu aangepast aan de belasting. Het effect is een continu gelijkblijvende footprint. Het resultaat is volgens Trelleborg een gemiddeld vijftien procent lagere belasting van de bodem.

OPVALLEND ZILVER

Nu beslissen om u te verzekeren van de nieuwste generatie dorstechniek. Grijp uw kans, bestel tot en met 30.12.2016 uw DEUTZ-FAHR maaidorser uit de C6000, C7000 of C9000 serie en maak gebruik van het DEUTZ-FAHR vroege beslisser pakket. De C6000, ontworpen voor middelgrote landbouwbedrijven die onafhankelijk oogsten willen. Nu uitgerust met nieuwe cabine voor noch meer bedieningscomfort en zekerheid. Voor maximale productiviteit en grootste veelzijdigheid: C9000 en C7000, nu met nieuwe bedieningshendel “Commanderstick” nieuwe bedieningsmonitor “Combine Control Monitor” nieuwe T4F motoren en een nieuw design.

Met de Commanderstick en de Combine Control Monitor laten alle instellingen van de maaidorser zich eenvoudig en Intuïtief uitvoeren.

44

GRONDIG 10 2016

Een elektrische klepelmaaier van Rousseau en de robottrekkers van Case en New Holland zijn drie opvallende winnaars van de zilveren medailles op de Sima. De twee andere medailles gaan naar een automatisch smeersysteem van John Deere en een variabele versnellingsbak van JCB. Vooruitlopend op de komst van trekkers met een eigen ingebouwde generator aan boord komt Rousseau met een klepelmaaier waarbij de klepelas wordt aangedreven door een elektromotor. Voor het opwekken van de benodigde stroom is er een eigen generator aan boord. Deze heeft een vermogen van 33 kW. Twee prijzen zijn er voor de robottrekkers van het CNH-concern. Daar is op deze plaats al eerder over bericht. Om de verreiker beter geschikt te maken voor het zeer gevarieerde werk dat hiermee wordt gedaan, heeft JCB een variabele transmisse gemaakt. Bij transport kan deze rijden op een gewone mechanische powershift. Voor het laden en lossen is er een hydrostaat. De vijfde medaille is voor John Deere. Dat merk presenteert een automatisch smeersysteem voor trekker en werktuig. Via de Isobussensoren wordt geregistreerd welke onderdelen worden gebruikt en wordt daar de smering op afgestemd. Deze vijf innovaties zijn te zien op de Sima, die van 26 februari tot 2 maart wordt gehouden in het Parc des Expositions in Parijs-Noord.


advertentie

REINIGEN MET POMOVER Op de Interpom was afgelopen maand de nieuwe overlaadwagen PomOver plus van Fliegl te zien. Deze kan dankzij extra reinigingscapaciteit twee keer zoveel tarra verwijderen als de eerste generatie. Er zijn nu vijf in plaats van vier rijen reinigingssterren. De reinigingsoppervlakte gaat daardoor van 1,1 naar 1,8 vierkante meter. Verder is het sterrenbed in helling regelbaar en zijn de onderlinge afstand en de snelheid van de sterrollen traploos in te stellen.

DEUTZ-FAHR BELOONT VROEGE BESLISSERS!

DUBBELE ZEEFBOX Powerscreen heeft de nieuwe Chieftain 2200 geïntroduceerd. Vernieuwend is het concept van twee zeefboxen op één machine. In totaal is daarmee zo’n 9,55 vierkante meter zeefoppervlakte beschikbaar, zodat ook bij kleine fracties grote capaciteiten te behalen zijn. De Chieftain 2200 heeft een achtkuubs bunker met een bunkerbreedte van 4,74 meter. De fijne fractie wordt afgevoerd met een 1,20 meter brede afvoerband, die een maximale afstort heeft van 5,12 meter. De midden- en overmaatfracties worden via 80 centimeter brede afvoerbanden afgevoerd. Beide storten af op 4,96 meter hoogte.

BLUE CAB New Holland toonde op de EIMA voor het eerste de nieuwe T4 FNV-serie en de TK4-modellen op rupsen. Een belangrijke vernieuwing zit hem in de nieuwe generatie Blue Cab-cabine. Deze Blue Cab 4 is uitgerust met een gepatenteerd dubbel filtersysteem (één van categorie 2 en één van categorie 4). Bij de rupsversie is een zwaardere vooras gemonteerd, waarmee in combinatie met 500 kilogram extra ballastgewicht meer tractie (bergopwaarts) mogelijk is.

MEER VOLUMETRA-MODELLEN Inspelend op het succes van zijn Volumetra-tank heeft Joskin het programma flink uitgebreid. Opvallend zijn daarbij de opties vacuüm (vacuümpomp) en vacuüm-Storm (combinatie van een vacuümpomp voor het aanzuigen en een centrifugaalpomp voor het leegblazen). De Volumetra’s zijn verkrijgbaar als tweeasser met 10.500 tot 20.000 liter en als drieasser met 18.500 tot 22.900 liter. De Volumetra-tanks hebben een zelfdragend chassis van HLEstaal, zodat met minder kilo’s dezelfde sterkte wordt bereikt.

BESTEL NU, OOGST GRATIS IN 2017* *BETALING VOOR NOVEMBER 2017.

DEUTZ-FAHR met meer dan 100 jaar dorservaring kent specifieke produkteigenschappen waardoor DEUTZ-FAHR maaidorsers tot de top behoren qua capaciteit en kwaliteit van het eindproduct. Een aantal specifieke oplossingen zijn: • Dubbelzijdige aandrijving vanaf de motor voor een eenvoudige overzichtelijke opbouw van de machine • Laag brandstofverbruik door efficiente opbouw van de aandrijving • uitwisselbare segmenten in dorskorf voor nog betere afstemming op de oogstomstandigheden • DGR nadorsen zonder belasting van de dorstrommel Dit is slechts een greep uit vele unieke produkteigenschappen van de DEUTZ-FAHR maaidorser. Laat u overtuigen en bezoek uw DEUTZ-FAHR dealer of bezoek onze website www.deutz-fahr.nl

GRONDIG 10 2016

45


6230R EN 6250R Koning lichtgewicht onthuld

ondernemen met

vaktechniek

John Deere voegt 6230R en 6250R toe aan de 6R-serie Echt een trekker voor de loonwerksector, dat is wat John Deere tijdens de onthulling van de 6230R en 6250R in het John Deere Forum in Mannheim benadrukt. Met als speerpunt een zo licht mogelijke trekker voor dit segment om bij transport sneller en in het veld bodemvriendelijker te kunnen zijn. Met 9,3 ton kaal aan de haak voor een trekker tot 221 kW (300 pk) is dat gelukt. Als de nevelen van de onthulling zijn opgetrokken, is de verbazing eerst beperkt. We zien een 6R in redelijk bekende gedaante. OkĂŠ, de linker zijstijl is teruggekeerd om de grootte van het portier op normale porties te houden, zo te zien staat hij op grotere banden en is hij uitgerust met een andere fronthef en -aftakas. We zien een iets ander cabinedak en de typeaanduiding 6250R. In de cabine valt vooral de nieuwe rijhendel op. De toon is hiermee gezet. Het is gevoelsmatig een echte 6R met vernieuwingen, in elk geval geen achtste wereldwonder op wielen, geen transporthybride-oplossing of ander revolutionair vernuft.

46

GRONDIG 10 2016

Compleet nieuw Daar denken ze bij John Deere in Mannheim genuanceerder over. Deze twee trekkers zijn compleet nieuw ontwikkeld. Ze vormen niet alleen een belangrijke uitbreiding naar boven van de 6R-serie, maar bevatten diverse noviteiten, met als belangrijkste speerpunt het lage gewicht van 9,3 ton voor een trekker van maximaal 221 kW (300 pk). Volgens de ontwikkelaars was het een huzarenstuk om dit met behoud van degelijkheid en duurzaamheid voor elkaar te krijgen. John Deere geeft aan dat hiervoor is gekozen mede omdat vanuit een Europees loonwerkerspanel nadrukkelijk is gevraagd om


een lichtgewicht voor deze klasse om zo sneller, efficiënter en bodemvriendelijker te zijn en hogere lasten te kunnen dragen, met daarbij de nadrukkelijke wens voor grote banden. De trekker staat standaard op 710/70R42-banden achter en 600/70R30-rubber voor. Vooral voor is het schoeisel dus duidelijk groter. De trekker heeft een tien centimeter langere wielbasis doordat de nieuwe ZF AutoPowr-CVT langer is geworden vanwege verzwaringen die zijn doorgevoerd om het hogere koppel aan te kunnen. De bekende 6,8-literzescilinder-PowerTech-motor (Stage IV met DOC, roetfilter en AdBlue), met zoals we dat van John Deere kennen een relatief laag AdBlue-verbruik van twee tot drie procent, heeft nu ruimere service-intervallen van 750 uur. Verder heeft de trekker een nieuwe fronthef en -aftakas met een maximaal hefvermogen van vijf ton en maximaal 114 kW (155 pk) aftakasvermogen. Een eco-aftakas voor is niet leverbaar. Achter is er wel de bekende drietoerige keuze, desgewenst met 1000 eco. Bedenk ook dat de 221 kW (300 pk) het maximum met powerboost is. Nominaal hebben we het voor beide nieuwkomers over 169 en 184 kW (230 en 250 pk).

Andere bediening In de cabine vinden we de nieuwe multirijhendel waarop we al een beetje zaten te wachten. Deze CommandPro-hendel bevat in totaal elf bedieningsknoppen, waaronder naar wens functies kunnen worden vastgelegd, afgestemd op het werk dat de chauffeur ermee doet. Dat kan machinebediening zijn, aftakas, rijden, hydrauliek, Isobus of wat je maar wenst. De be­ dieningsfuncties zijn vrij eenvoudig via de computerterminal vast te leggen en te wijzigen. Er kan op de rijhendel worden gereden met een actieve start-stop. De rangeermodus voor langzaam (0-2 km/u) aankoppelen is ook weer aanwezig. Pedaal- en rijhendelmodus zijn beide tegelijk te benutten. Je hoeft niet apart over te schakelen. Dat is fijn voor het op de voet rijden bij transport en in het veld op de rijhendel. Variable Ratio Steering is uiteraard ook aanwezig. De CVT-transmissie is zo uitgevoerd dat de 40 km/u bij 1300 toeren wordt gehaald. De top is circa 54 km/u. De nieuwkomer heeft verder een grotere loadsensing-hydrauliekpomp gekregen met een maximale opbrengst van 160 liter per minuut bij 1500 motortoeren. Verder zijn er nog tal van detailverbeteringen, variërend van een handige ruime bergplek voor een flinke gereedschapskist tot een sterkere vooras met een gewijzigd TLS-veersysteem. Daarentegen missen we een bandendrukregelsysteem. Dat zou toch mooi passen bij deze trekker. Al met al zijn deze twee zware 6R-trekkers voor John Deere Mannheim een welkome aanvulling naar boven, waarbij ze overlappen met de 7R-serie. Dan kunt u kiezen tussen de lichtgewicht uit Mannheim of de zwaardere Amerikaan. De nieuwe 6230R en 6250R gaan komend jaar in productie, maar is in december bij diverse dealers te zien.

De nieuwe rij­hendel, waar je zelf naar keuze functies onder de knoppen kunt program­meren. Je kunt z­ onder overschakelen op de hand of de voet rijden.

Eigen agrarische routeplanner Naast de nieuwe trekkers heeft John Deere weer stappen gezet op de digitale snelweg. Zo komt het merk als eerste trekkerfabrikant via MyJohnDeere.com met een eigen agrarische routeplanner. Naast de normale wegen staan hier ook veldweggetjes en andere routes die niet te vinden zijn op een normale routeplanner. Het bevat ook gegevens over doorrijhoogtebeperkingen en maximaal toelaatbare lasten op bruggen. Internationaal met wisselende chauffeurs is dit zeker een item. Voor de loonwerker is de routeplanner te combineren met het volgen van de machines in het veld en het draadloos communiceren van instructies en data met de chauffeur, waarbij John Deere de privacy van de ­gegevens waarborgt.

Pk-genoten Om te kijken hoe de nieuwe 6250R zich verhoudt met enkele pk-genoten hebben we de fabrieksopgaven van een aantal trekkers naast elkaar gezet. Met de ­wetenschap dat de John Deere 6250R een nominaal 184 kW (250 pk) trekker is die met flink boost de 221 kW (300 pk) haalt. Deze trekker valt in het overgangssegment tussen de middelzware tot ruim 250 pk-series die met boost de 300 pk net wel of niet halen en de zware 300+ pk-serie-trekkers. Hier zit vaak een gat tussen, zoals in de tabel te zien bij Claas en Massey Ferguson. Met name CNH speelde met de New Holland T7 Heavy Duty en Case IH Optum al in op dit segment. In de tabel hebben we de maximumvermogens aangehouden met powerboost. Bij de fabrieksopgaven is niet helemaal duidelijk hoe ‘kaal’ de waarden zijn. Merk John Deere John Deere Case IH Case IH Claas Claas Deutz-Fahr Fendt Fendt MF MF New Holland New Holland Valtra

Type 6250R 7270R Optum 300 Magnum 250 Axion 870 Axion 920 9.290/9.310 828 930 8727 7726 T7.315 T8.320 S294

Max. vermogen 222 kW 224 kW 230 kW 235 kW 217 kW 235 kW 217/229 kW 211 kW 224 kW 221 kW 206 kW 230 kW 235 kW 232 kW

Gewicht 9300 kg 10.820 kg 10.500 kg 11.290 kg 9330 kg 12.840 kg v.a. 10.000 kg 9520 kg 10.830 kg 10.800 kg 7.800 kg 10.500 kg 11.235 kg 10.300 kg

TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann

GRONDIG 10 2016

47


STAGE IV-SERIE-6-MACHINES In het teken van duurzaamheid

ondernemen met

vaktechniek

Hitachi lanceert nieuwe Stage IV-serie-6-machines Niet met de nieuwste snufjes, niet echt heel anders: Hitachi zet in op machines voor het pure werk, waarbij het vergroten van de betrouwbaarheid en de duurzaamheid prioriteit heeft. Dat was de rode draad tijdens de persconferentie van Hitachi bij de fabriek te Amsterdam, waar de nieuwe middelzware Zaxis-6-graafmachines en de nieuwe ZW180-6-wiellader officieel werden voorgesteld.

Makoto Yamazawa, president van Hitachi Construction Machinery Europe, verwacht dit jaar een lichte groei van de Europese afzet.

48

GRONDIG 10 2016

“India is the driving force.” Met die woorden opent Makoto Yamazawa, president van Hitachi Construction Machinery Europe, de persconferentie. India omdat dat het snelst groeiende land is met ook nog een schat aan grondstoffen. Tussen de regels door proef je dat Hitachi als wereldspeler sterk kijkt naar de bevolkingsgroei. Dan zijn China, India en Afrika de groeibriljanten. Yamazawa benadrukt echter het belang en de stabiliteit van de Europese afzetmarkt. “Europa is de afgelopen jaren een heel constante vervangingsmarkt met een constant toekomstperspectief. Daarbij is de Europese markt voor graafmachines nu aanzienlijk groter dan de Chinese markt”, aldus de Hitachi-topman. Hij geeft aan dat de afzet in China rond 2010 weliswaar booming was, met als top 111.000 rupsgraafmachines in 2009, maar dat deze markt is teruggelopen naar circa 18.000 eenheden de afgelopen jaren, terwijl de Europese afzet wel wat varieerde, maar met 40.000 eenheden in 2009 naar 37.000 afgelopen jaar veel stabieler is. Yamazawa verwacht voor China dit jaar een licht herstel. “Voor de Chinese spelers die vooral voor de thuismarkt produceren, is dat een enorme terugval. Ook andere concerns die groot hebben geïnvesteerd in China voelen nu pijn.”


Uitbreidingen Zaxis-6-graafmachines en wielladers 1 Op de TKD was de nieuwe ZX145W-6 short turn al te bewonderen. Nu is hij samen met een nieuwe ZX140W-6, ZX170W-6 en ZX190W-6 mobiele graafmachine geïntroduceerd. Ze lijken veel op de -5-machines, maar Hitachi geeft aan dat ze op meer dan honderd punten zijn verbeterd. Dat varieert van kleine afdichtingen en O-ringen tot een versterkte bovenwagen, giek en arm, maar ook een grotere bodem­ vrijheid en extra grote cilinderafdekplaten. En uiteraard zijn er nieuwe Stage IV-krachtbronnen; een nieuwe Deutz-motor met SCR, DOC en (onderhoudsvrij) roetfilter bij de 140/145W en bij de andere twee een vernieuwde Isuzu-viercilindermotor met DOC en SCR-unit. De machines zijn voorzien van een verbeterd hydraulisch systeem, al de vierde generatie van het HIOS-tweepompensysteem. Bij de 140/145W is ingezet op circa negen procent meer capaciteit in power- en eco-mode bij een nagenoeg gelijk brandstofverbruik, terwijl bij de 170W en 190W is ingezet op een gelijke capaciteit met dan tien tot vijftien procent brandstofbesparing.

Wielladers als speerpunt Yamazawa geeft aan dat Hitachi altijd sterk heeft ingezet op de rupsgraafmachines, omdat dit verreweg het grootste deel van de markt omvat. “De wiellader was in aandacht iets achtergebleven, maar dat hebben we met de -6 rechtgetrokken”, zegt hij daarover. “Wij willen dat onze wielladers dezelfde status krijgen als de graafmachines”, aldus Yamazawa. Hij geeft aan dat het dan vooral gaat om betrouwbaarheid en levensduur, om zo de cost of ownership te verlagen.“Vanuit deze filosofie zijn zowel de nieuwe reeks serie 6-graafmachines als de -6-wielladers doorontwikkeld.” Je proeft dat het Hitachi niet gaat om net zoveel mogelijk ‘andere snufjes” te hebben als de concurrentie, maar dat het merk juist inzet op betrouwbare machines om tegen een zo laag mogelijke kostprijs het werk te doen. Misschien niet spannend, maar voor Hitachi wel ingrijpend. “Bij zowel de graafmachines als de wielladers zijn alle onderdelen onderzocht en waar nodig aangepast om de betrouwbaarheid te verbeteren. Je ziet dat niet direct aan de buitenkant, maar dit vergt wel een grote inspanning van de ontwikkelingsafdeling”, legt Yamazawa uit. Vanuit dit perspectief moeten de voorgestelde nieuwe machines dus worden bekeken.

ConSite vergelijkt Verder heeft Hitachi veel energie gestopt in het door­ontwikkelen van zijn voertuigmonitoringsysteem e-Service en ConSite. Nieuw daarbij is een Alarm-rapport naar u en naar de dealer als er wat mis is of mis dreigt te gaan met de machine plus een maandelijks rapport, desgewenst op tablet of telefoon. Via ConSite geeft Hitachi niet alleen inzicht in de prestaties (zoals capaciteit, draaiuren, stilstand, power/eco-modus en brandstofverbruik), maar vergelijkt het de waarden ook met vergelijkbare machines in uw omgeving (anoniem), zodat u kunt zien hoe uw machinist en machine ten opzichte van anderen presteren. Volgens Hitachi een belangrijke tool om de efficiëntie van machines te verhogen. Hitachi Nederland ondersteunt de inzet op degelijkheid met een garantie van vijf jaar of 9000 uur op de nieuwe wiellader en de middelgrote rups- en mobiele graafmachines. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann

2

1

3

2 De nieuwe serie Zaxis-6-rupsgraafmachines bestaat uit vijf nieuwe middelgrote modellen, van de ZX130-6 tot en met de ZX210LC-6, en twee nieuwe grote graafmachines, de ZX690LCH-6 en de ZX890LCH-6. Daarnaast is de nieuwe ­ZX240LCN-6 geïntroduceerd met een smalle onderwagen (voor transport) plus de ZX135US-6- en ZX225USLC/USRLC-6-semi-binnendraaiers. Deze machines zijn op meer dan 200 punten vernieuwd c.q. verbeterd. Ze zijn allemaal uitgerust met een verbeterd Hitachi Trias-pompsysteem van de tweede generatie. De Isuzu-motoren hebben een DOC en een SCR-unit (AdBlue) om aan de Stage IV-emissie-eisen te voldoen. Voorbeelden van verbeteringen zijn UV-bestendige kunststof in de cabine, duurzamere hydraulische verbindingen, ver opengaande motorkappen en versterkte loopplaten op het platform tot details als een beter afgeschermde lagering van de sprocketwielen. Verder hebben de rupsgraafmachines een achtercamera met een groter bereik, grotere spiegels, beter zicht vanuit de cabine en een vernieuwde draaiknopbediening voor het lcd-scherm. Daarnaast zijn er standaard machinesettings toegevoegd voor het werken met een tiltrotor of kantelbak. Bij de 130/135, 160, 190 en 210 is ingezet op een gelijke capaciteit met door de efficiencyverbeteringen een brandstofbesparing in dezelfde power- of ecomodus van zes tot twaalf procent.

3 De nieuwe ZW180-6-wiellader is een volwaardige vijftientonner. Een belangrijk verschil is dat deze machine nu is uitgerust met een ZF 5/3-bak met lock-up op de tweede tot en met de vijfde versnelling. De ZW180-6 is met vijftien ton een ­tikkeltje zwaarder geworden dan zijn voorganger. Dat komt vooral doordat Hitachi de machine op punten heeft versterkt. Denk bijvoorbeeld aan een 21 procent dikkere torsiebalk tussen de hefarmen, maar ook aan een betere afscherming van de onderkant. De motor is opnieuw een Cummins QSB-6,7liter-viercilinder die met AdBlue en DOC, maar zonder roetfilter de Stage IV-eisen haalt. Deze is met zijn 136 kW (185 pk) in totaal 9 kW (12 pk) sterker dan zijn voorganger. De opbreekkracht en de kiplast zijn daardoor navenant toege­ nomen. Verder zijn er tal van kleine aanpassingen. Denk aan een ruimere cabine met meer opbergmogelijkheden, een meer naar achteren geplaatste uitlaat/­ inlaat en een meer afgeschuinde motorkap en contragewicht, een achter­camera met een groter zichtbereik, grotere spiegels, betere cabine-isolatie, beter zicht vanuit de cabine en nieuwe instelfuncties voor het paralleltandem-laadframe, zoals instelbare los- en laadhoogte-instellingen. De lcd-monitor is ook groter geworden en er is een handige linker armleuningbediening leverbaar voor het manoeuvreren. Een nieuwe functie is de eco-aanduiding om te laten zien hoe zuinig je rijdt. Het display in het dashboard is vergroot.

GRONDIG 10 2016

49


50/50 New Line

Profiteer nu van de 50/50 deal. Koop nu en betaal pas in 2017* *Informeer bij uw dealer voor meer informatie en de voorwaarden.

Werkbreedte: 10 m tot 36 m Trechterinhoud: 1.400 l tot 4.200 l Kunstmestvriendelijk roerwerk Optioneel 200 Hz weegtechniek, oprolbaar afdekkend en tot 16 secties schakelen

High Line

Werkbreedte: 15 m tot 54 m Trechterinhoud: 1.400 l tot 4.200 l Kunstmestvriendelijk roerwerk Optioneel 200 Hz weegtechniek Oprolbaar afdekkleed Mechanische of hydraulische aandrijving tot 128 secties schakelen

Dynamic Spread read

Met

ZA-V

ISOchBnUiekS te

Comfort, daadkrachtig en ISOBUS

Met

ZA-TS

ISOchBnUiekS te

De capaciteitsstrooier

tot 128 secties schakelen bij de ZA-TS Hydro

for Innovation | www.amazone.de

www.kampsdewild.nl

amz_r1_16_k083_j200x134_4c_nl.indd 1

07.12.16 09:20

• LED-SPECIALIST

• MAATWERK & ADVIES

• 24/7 BESTELLEN

• BETAALBAAR

• PROFESSIONELE KWALITEIT

• SNELLE LEVERING


ECONOMIE

ondernemen met

vaktechniek

IN KORT BESTEK Te laag of manipulatief inschrijven

CUMELA-Kompas Analyse: arbeidskosten gestegen

Beste Jan,

Arbeidskosten per bruto marge (%)

Ik heb een aanbesteding verloren doordat een collega superlaag heeft ingeschreven. Daarmee manipuleert hij toch de boel? Een aanbestedende dienst moet een te lage inschrijving toch aan de kant leggen?

50,0% 45,0% 40,0%

Beste aannemer,

35,0% 30,0% 25,0% 20,0%

Grondverzet

Gemengd 2015

Agrarisch

Cumelasector

2014

In 2015 is de arbeidsbenutting in de cumelasector iets verslechterd. Dit blijkt uit een analyse van de cijfers van 219 cumelabedrijven die in 2014 en 2015 hebben deelgenomen aan de kengetallenvergelijking CUMELAKompas Analyse. De arbeidsbenutting wordt uitgedrukt in procenten ten opzichte van de bruto marge. Dit was in 2014 gemiddeld 42,3 procent en steeg naar 43,3 procent in 2015. De stijging zien we bij zowel de gemengde bedrijven als bij de agrarische loonbedrijven. Bij de grondverzetbedrijven is dit met 0,4 procentpunt duidelijk minder. Duiken we dieper in de cijfers, dan vinden we ook de verklaring voor de hogere arbeidskosten. Gemiddeld is de bruto marge in 2015 met slechts € 11.280,- gestegen. Bedroeg de bruto marge in 2014 € 1.496.839,-, in 2015 kwam deze uit op € 1.508.120,-. In diezelfde periode stegen de arbeidskosten veel harder. Deze namen met € 20.075,- toe € 632.544,- in 2014 naar € 652.619,- vorig jaar. De iets mindere stijging van de arbeidskosten bij grondverzetbedrijven is te danken aan de stijging van de bruto marge met 1,9 procent bij deze bedrijven. Dat is aanzienlijk meer dan bij de gemengde en agrarische loonbedrijven. Hier steeg de bruto marge met respectievelijk 0,2 en 0,0 procent. Wat betreft de arbeidskosten zien we bij alle bedrijven een gelijke ontwikkeling; overal stegen de arbeidskosten gemiddeld 3,2 procent. Een deel hiervan komt uit de loonstijging van 1,7 % in 2015. Een ander deel van het toegenomen aantal arbeidskrachten per bedrijf. De conclusie is dat in 2015 de gestegen arbeidskosten niet konden worden opgevangen door omzetvergroting of andersom dat de beperkte omzetgroei kon niet worden opgevangen door een verlaging van de arbeidskosten. Een andere conclusie is; de gestegen arbeidskosten zijn onvoldoende doorberekend in het tarief. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA-Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op telefoonnummer (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.

Ik moet direct een misverstand wegnemen. In de ARW staat dat de aanbesteder bij een abnormaal lijkende inschrijving mag vragen - met nadruk op mag - om een verduidelijking van de samenstelling van de inschrijving. De aanbesteder mag een abnormale inschrijving afwijzen. Dit is echter geen verplichting, ook niet als de aanbieding beneden de kostprijs is. De mogelijkheid tot afwijzen is in de ARW uitsluitend opgenomen om de aanbesteder bescherming te bieden. Die zou immers kunnen worden geconfronteerd met een risico in de continuïteit of de kwaliteit van de dienstverlening, het werk of de levering. Dit is niet wenselijk. Als de aanbesteder het vertrouwen heeft dat de laagste inschrijver het werk kan maken zoals afgesproken, dan zal hij het hem zeker (kunnen) gunnen. Bovendien is niet snel duidelijk wat abnormaal laag is en hoe je dit kunt aantonen. Een paar jaar geleden heeft de rechter in een zaak aangegeven dat in elk geval de inschrijfsom van de nummer twee niet de maatstaf is. Van manipulatief inschrijven is sprake als de inschrijver op een zodanige wijze gebruik maakt van de puntentoekenning en wegingsfactoren dat het beoordelingssysteem niet meer werkt of als hij, zoals de rechter dat mooi zegt, “de doelstelling van het systeem miskent”. Nu kun je stellen dat in dit geval de lage prijs zodanig doorslaggevend is gebleken dat de kwaliteit van het gebodene er niet toe doet. Als er geen sprake is van een symbolisch bedrag zal de rechter echter niet snel de inschrijfsom of de eenheidsprijs inhoudelijk gaan beoordelen. Elk bedrijf heeft immers zo zijn redenen om in te schrijven zoals het dat doet. En wanneer is er sprake van dumping, als dat al een reden tot afwijzing zou kunnen zijn? Ik hoor u denken: dat wordt een grijs gebied. Klopt! Tot slot: in veel gevallen heeft de aanbesteder in het bestek een minimum kwaliteit voorgeschreven waaraan de inschrijvers door middel van EMVI een kwalitatieve plus kunnen toevoegen. Zolang de laagste inschrijver maar antwoord geeft op de EMVI-vragen, wordt het indienen van een bezwaar met de (zeer) lage prijs als argument een moeilijk begaanbare weg.

Jan van der Leij Beleidsmedewerker GWW CUMELA Nederland

GRONDIG 10 2016

51


ondernemen met

cumela

CUMELARIA

DE BAL OP DE STIP BIJ GVNA Op 3 november kwamen zo’n vijftig belangstellenden van studieclub GVNA naar het bedrijf van De Wilde Infra- en Cultuurtechniek in Vijfhuizen. Het onderwerp van deze bijeenkomst was ‘De bal op de stip leggen’. Het bedrijf van De Wilde legt onder meer sportvelden aan en doet ook het onderhoud van sportvelden. Elke dag moet het de juiste mensen en machines weer op tijd op de juiste plaats hebben, waarvoor De Wilde dagelijks spreekwoordelijk de bal op de stip legt. Deze middag en avond stonden er, naast een korte huishoudelijke vergadering, een spreker van Entreeding en een rondleiding op het bedrijf van De Wilde Infra- en Cultuurtechniek op de agenda, kortom een goed gevulde avond met een strakke planning. Na afloop van deze boeiende GVNA-bijeenkomst bleven de leden nog gezellig met elkaar napraten.

SINTERKLAAS DE WEG WIJZEN Sinterklaas de weg kwijt? Ook dat nog, nadat de zwarte pieten al kleurenblind zijn gemaakt. Gelukkig zijn er altijd cumelabedrijven die de Sint dan weer op het juiste spoor zetten. Zoals bijvoorbeeld bij de aankomst van Sinterklaas op de school in Deinum (Friesland). Vanwege veranderde wegen rondom het dorp was de Sint de weg kwijt, maar werd hij door de mascotte van Leeuwarden VrijBaan en de shovelmachinist Job Douwe Wassenaar van de firma Wassenaar gelukkig op tijd bij school gebracht.

TUINBOUWLOONWERKERS KOMEN BIJEEN Jaarlijks organiseert Tuinbouw 2020 (alle tuinbouwloonwerkers) een gezellige bijeenkomst om elkaar te ontmoeten. Steeds is een ander CUMELA-lid gastheer. Dit keer werd het programma verzorgd door Klaas Quartel BV Loon- en Transportbedrijf in ’s-Gravenzande. ’s Middags ging het gezelschap ‘bakkiefietsen’ langs drie tuinbouwbedrijven. Een orchideeën-, radijs- en tomatenkwekerij werden al fietsend aangedaan. Onderwijl verzorgde een lokale cabaretvereniging ludieke optredens. Met spons, emmertje en zeem als glazenwasser, met gietertje als verzorgster van de radijs en al tomatenstampend (met blote voeten) voor het maken van ‘tomatenjam’. Nadien werd er heerlijk gegeten en was er wederom tijd voor een lach én een goed gesprek.

DUBBEL JUBILEUM LOONBEDRIJF KLEIN ROT Een dertigjarig bedrijfsjubileum en ook nog 25 jaar getrouwd. Marcel en Truus Klein Rot in Buurse vierden het met relaties en vrienden. Klein Rot begon als gespecialiseerd loonspuiter naast het eigen veehouderijbedrijf. Dat is altijd zo gebleven, al heeft het bedrijf er wel graslandverzorging aan toegevoegd en heeft het zich ook gespecialiseerd in het spuiten van sportvelden. Eén van de meest geurrijke klussen is het spuiten van kunstgrasvelden met wasverzachter geweest. Hele schappen in de supermarkt werden leeggekocht. Bedrijvenadviseur Dieuwer Heins hield een toespraak over actuele zaken in de sector en reikte de familie Klein Rot de zilveren CUMELA-speld uit. De toekomst lijkt verzekerd, want zoon Stef staat inmiddels al te popelen.

52

GRONDIG 10 2016


GEKRUID VRIJKAARTEN WINNEN VOOR INDOOR TRACTORPULLING ZWOLLE Zoals gebruikelijk vindt het grootste ‘vuurwerk’-spektakel eind januari plaats in de IJsselhallen in Zwolle. Dan wordt daar namelijk de jaarlijkse indoor tractor pull gehouden. Op vrijdag gaan de Farmstock-klassen en op zaterdag de kanonnen van de Grand National-competitie de strijd met de sleepwagen aan. Dicht op de baan in de hal ervaar je de power letterlijk aan den lijve. De organisatie verloot vijf keer twee vrijkaarten voor de vrijdag en vijf keer twee vrijkaarten voor de zaterdag voor wie het antwoord weet op de vraag: “Welke klasse is de vrijdag toegevoegd?” Daar is wel achter te komen als u even op de nieuwsberichten van bijvoorbeeld sponsor Oliehandel.nl googelt. Wie dat antwoord geeft (stuur een e-mail naar grondig@cumela.nl) en het beste excuus verzint om daarheen te gaan, krijgt van ons kaarten toegestuurd.

WINTER TECHNO Het seizoen van open dagen en huisshows is weer in volle gang. Altijd een aanrader, er even heerlijk uit om onder het genot van even de laatste ontwikkelingen te zien en bij te praten met collega’s, klanten en leveranciers. Inter-Techno in Apeldoorn heeft voor zijn open dagen de toepasselijke naam Winter Techno. Geheel in stijl en met uiteraard de nieuwste machines, waaronder de Weycor AR250. En natuurlijk was er aandacht voor de verhuurtak 1-2-3 Machineverhuur BV, die door het Nationale Business Succes Award Instituut is uitgeroepen tot winnaar 2016 in de categorie Machineverhuur. Verder waren er de bekende ingrediënten, zoals goed eten en drinken, een machinistenbehendigheidswedstrijd en andere ludieke bijzaken. Een mooie, sfeerrijke binnenkomer van het open-dagenseizoen. Geniet volop, maar drink met mate, want u moet ook nog weer veilig naar huis.

Personeel werven Sinds mijn entree in de cumelabranche, zo’n negen jaar geleden, ben ik verantwoordelijk voor het aannemen van personeel. In die periode zijn het solliciteren en het werven van nieuwe teamleden flink veranderd. Kwamen sollicitanten vroeger een cv nog wel eens geprint brengen, omdat e-mailen maar lastig was, nu is digitaal heel gewoon. Afgelopen jaren konden we waarschijnlijk ook door de crisis redelijk gemakkelijk aan sollicitanten c.q. nieuwe teamleden komen. Er was een overschot aan mensen en er waren nog veel jongelui in opleiding die voor de crisis hun opleiding waren begonnen. Momenteel is het echter alweer zoeken naar goed opgeleide toekomstige collega’s. In het Zuiden is de instroom van graafmachinemachinisten, trekkerchauffeurs en monteurs beperkt. We zitten als bedrijf ook in een stedelijk gebied, dus moeten we creatiever zijn om mensen aan te trekken. Naast Facebook, het plaatselijke krantje en onze website ga ik nu ‘de boer’ op, zoals het bezoeken van open dagen van scholen, maar ook ga ik op ‘workdate’. Bij ons organiseert Senzer (ook wel bekend als Werkplein) in samenwerking met het UWV zulke workdates. Wij mogen ons dan presenteren aan werkzoekenden, waarna de mogelijkheid er is om op informele wijze in contact te komen en kennis te maken met deze werkzoekenden. Het is de kunst om tijdens zo’n gesprek in een korte tijd de juiste vragen te stellen en verder te luisteren en te lezen wat ze eigenlijk zeggen. Niet iedereen heeft het gewenste cv, maar sommigen hebben wel de juiste spirit. Waar de wil er is om te leren, is er een weg om te gaan werken, toch? Het lijkt erop dat we in de markt van nu steeds meer zelf moeten opleiden. Dit biedt kansen, maar geeft ook druk op onze primaire werkzaamheden. Het is dus een kwestie van zoveel mogelijk vooruit denken en anticiperen op wat komen gaat. Als je iemand extra zoekt terwijl het al druk is, ben je te laat als je die persoon nog wilt opleiden. Door zorgvuldig om te gaan met de diverse middelen en mondtot-mondreclame en bekendheid ga ik ervan uit dat we straks weer op volle sterkte zijn. We gaan ervoor. Ondertussen vind ik de verandering eigenlijk best wel leuk. Ik ontmoet nieuwe mensen en bedrijven. Daarnaast mag ik weer andere wegen bewandelen om ons team nog completer te maken. Blijf ik ook bezig…

Merel van Stipdonk-van Riel Van Stipdonk Landschapsinrichting BV

GRONDIG 10 2016

53


ondernemen met

cumela

25 JAAR LOONWERKONDERWIJS

“Alleen samenwerking en overleg leidt tot betere kwaliteit” Serie onderwijs: leren stopt nooit Wie bepaalt het lesprogramma van de opleidingen Groen, Grond & Infra? Hoe wordt de kwaliteit gewaarborgd? Wat is daarbij de invloed van de stagebedrijven? Hoe houden scholen hun kennis in stand? De realiteit is weerbarstig. Geen enkele opleiding Groen, Grond & Infra is hetzelfde. Zeker sinds dit schooljaar maakt het wel degelijk uit voor welke school de aanstaande loonwerkleerling kiest. Het ministerie van Economische Zaken, verantwoordelijk voor het lesprogramma van de opleidingen Groen, Grond & Infra, heeft het kwalificatiedossier van de opleiding geschrapt. De opleiding werd met 1300 leerlingen als te klein gezien voor een zelfstandig dossier en is sinds augustus 2016 ondergebracht in twee andere kwalificatiedossiers. Het agrarisch loonwerk valt nu onder dossier Agro, product, handel en techniek. Cultuurtechniek valt onder Groene ruimte. Dat leidt tot twee verschillende opleidingen, die nog wel steeds dezelfde naam hebben. “Organisatorisch werkt het inderdaad erg verwarrend”, zegt Dick Klop van CUMELA Nederland. “In de kern heeft het echter best veel voordelen. Voorheen zagen we dat scholen in de knoei kwamen met tijd. Om zowel voldoende aandacht aan cultuurtechniek als aan agrarisch loonwerk in een niveau 3 opleiding te geven, hadden ze eigenlijk aan drie jaar niet genoeg. Nu is er een betere focus op een vakgebied. Dat heeft ook voordelen voor de leerling. De leerling die in de cultuurtechniek wil, hoeft veel minder agrarische kennis op te doen.” Ook het feit dat een leerling basisdelen van de opleiding samen met bijvoorbeeld een akkerbouwer of een leerling natuur, water en recreatie volgt, ziet Klop als een kans. “Dat is wel zijn toekomstige klant.” Wel blijven er mogelijkheden voor specialisatie over. De helft van de opleiding is basiskennis. Daarnaast kan de leerling kiezen uit een profiel, zoals agrarisch loonwerk of groen & cultuurtechniek. Dat is 35 procent van de opleiding en de laatste vijftien procent is een keuzedeel. “In dit laatste deel kunnen we een brug slaan naar de oorspronkelijke Groen, Grond & Infra-opleiding. Hier krijgt de leerling die heeft gekozen voor cultuurtechniek de mogelijkheid om kennis op te doen in het agrarisch loonwerk of andersom. Dat komt overeen met de praktijk: de meeste cumelabedrijven hebben werkzaamheden in beide takken.”

54

GRONDIG 10 2016


Van hoofdlijn naar lesprogramma Maar wie bepaalt de inhoud van de lesstof? Heeft de praktijk daar ook zeggenschap in? “De kwalificatiedossiers worden samengesteld door de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). De schrijvers hebben contact met beleidsmedewerkers en scholen. Je kunt zo’n kwalificatiedossier zien als een bestek. De hoofdlijnen staan beschreven, maar de uitvoering nog niet”, legt Klop uit. “Daarom ben ik met ondernemers aan tafel gaan zitten met de vraag: wat willen wij dat leerlingen concreet moeten weten en kunnen, aan de hand van het dossier? Voor het agrarisch loonwerk zijn daar zes thema’s uitgerold en voor cultuurtechniek zeven.” Zo is één van de thema’s bodem, bemesting, teelt en gewas. “We hebben daarin bepaald dat de leerlingen vier grondsoorten en hun eigenschappen moeten kennen, dat ze de hoofdelementen van bemesting kennen en mestanalyses kunnen lezen en dat ze bijvoorbeeld kunnen berekenen hoeveel stikstof ze voor een bepaald perceel nodig hebben”, zegt Klop. “Bij deze gesprekken heeft ook een docent aan ­tafel gezeten om ervoor te zorgen dat onze ‘eisen’ binnen het niveau van de opleiding bleven. Ik heb ons voorstel voorgelegd aan de scholen en de docenten waren erg enthousiast. Ze krijgen nu een concrete invulling voor het les­ programma aangeboden.”

Te versnipperd Toch blijft de kwaliteit van de lesstof een groot probleem. Omdat er zoveel verschillende scholen zijn die de opleiding Groen, Grond & Infra (er zijn twaalf AOC’s met 22 locaties) op hun eigen manier aanbieden, is er sprake van versnippering. Het niveau per school wisselt enorm, omdat het vaak om kleine opleidingen gaat, die door één of twee docenten worden gerund. De ene docent is een techneut en leert zijn leerlingen alles over techniek, de ander is opgegroeid op een akkerbouwbedrijf en leert zijn leerlingen alles over gewassen. Er is geen eenduidige invulling van de opleiding.

25 jaar loonwerkonderwijs Het loonwerkonderwijs bestond vorig jaar een kwart eeuw. In die 25 jaar is er veel veranderd en nog steeds is er verandering gaande. Het onderwijs probeert daar continu op aan te sluiten, maar dat is geen eenvoudige taak. Daarnaast moet ook de moderne werkgever zijn werknemers blijven opleiden. Reden genoeg dus om aandacht te ­besteden aan de toekomst van morgen. Leren stopt nooit.

Daarnaast vindt Klop de proeven van bekwaamheid te minimaal. “De leerlingen sluiten hun opleiding af met een proeve van bekwaamheid en dat is het. Er is geen tussentijdsexamen. Dus als ze na twee jaar kunnen laten zien dat ze met een rotoreg uit de voeten kunnen, zijn ze geslaagd. Terwijl dat niks zegt over hun achtergrondkennis of overige vaardigheden. Het is dus moeilijk om een gelijke waarde aan de diploma’s toe te kennen.” Hij pleit dan ook voor een meer landelijke structuur. Zo komt er nu een landelijk examen Nederlands, maar hij zou graag ook landelijke toetsen voor bijvoorbeeld bodemkunde willen zien. Ook de proeve van bekwaamheid zou eenduidiger moeten worden beoordeeld in plaats van dat elke school zijn eigen proeve van bekwaamheid vormgeeft.

CumelaAcademie De eerste stappen daaromtrent zijn al gezet met de oprichting van de cumelaAcademie in 2012. Momenteel zijn er drie AOC’s bij aangesloten en twee scholen staan er op de nominatie. “Een school die zich cumelaAcademie wil noemen, moet aan diverse voorwaarden voldoen. Zo moet de docent minstens twee keer per jaar bij de bedrijven langs en het leerbedrijf moet inzicht hebben in de resultaten van de leerling. Dat zorgt voor een grotere betrokkenheid tussen school en ondernemers. Daarnaast zou het goed zijn als de docent elk jaar een week stage liep. Update van vakkennis heeft nu nog te weinig aandacht. Sommige docenten komen voor hun hobby wekelijks bij cumelabedrijven over de vloer en zij blijven up-to-date. Anderen komen echter alleen op de bedrijven voor een gesprekje over de leerling en kennen het vak niet van binnenuit.” Omdat elke school autonoom is, staat niet elk schoolbestuur te springen als het gaat om nieuwe verplichtingen en minder zeggenschap. Toch ziet Klop langzamerhand een kentering ontstaan. “Dat komt vooral vanuit de loonwerkdocenten zelf. Velen zijn betrokken bij het Landelijk Overleg Loonwerkdocenten (LOL) en horen de ervaringen van hun collega’s. Zij gaan met hun directie in gesprek, want zij beseffen dat als ze als opleiding in de markt willen blijven, ze toch een verbeterslag moeten gaan maken. Alleen samenwerking en overleg leiden tot een betere kwaliteit.”

TEKST: Marjolein van Woerkom FOTO: CUMELA Communicatie

GRONDIG 10 2016

55


ondernemen met

cumela

CUMELA.NL

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

NIEUWE CROW-RICHTLIJN ‘ZORGVULDIG GRONDROEREN VAN INITIATIEF- TOT GEBRUIKSFASE’ De hele keten is verantwoordelijk voor het voorkomen van graafschade. Het is een belangrijke aangepaste boodschap in de nieuwe, onlangs gepubliceerde CROW-publicatie 500 ‘Schade voor­ komen aan kabels en leidingen’. Hierin staan aangepaste gedragsregels voor alle partijen in de graafketen. U kunt deze richtlijn nu bestellen via de website van het CROW. “Het terugdringen van graafschades kun je alleen doen als alle neuzen dezelfde kant op staan. Eindelijk wordt onderkend dat het voorkomen van graafschade een verantwoordelijkheid is van de hele keten.” Het is de reactie van Wim van Mourik, voorzitter van CUMELA Nederland, op de onlangs verschenen CROWrichtlijn 500. Deze richtlijn ‘Zorgvuldig grondroeren van initiatief- tot gebruiksfase’ komt in plaats van de bekende CROW-richtlijn 250 ‘Richtlijn zorgvuldig graafproces’. De richtlijn is totaal vernieuwd. Beschreven worden de gedragsregels die van toepassing zijn op alle partijen in de graafketen: de initiatiefnemer, de opdrachtgever, de ontwerper, de hoofdaannemer en de onderaannemer. Iedereen is verantwoordelijk voor het voorkomen van graafschade. Deze richtlijn moet daarom op elk bureau in de cumelasector liggen; niet alleen in de uitvoerderskeet, maar ook bij de werkvoorbereider. De richtlijn is vanaf 1 januari 2017 van toepassing. Vanaf dan wordt er ook gehandhaafd.

VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL • Is voor het zaaien van behandeld zaaizaad een bewijs van vak­ bekwaamheid (spuitlicentie) nodig? • Wat zijn de eisen voor het werken met een werkbak aan een verreiker en welke veiligheidsmaatregelen moet ik nemen? • Welke opzegtermijn geldt bij ontslag? • Op welke manier kan ik tijdelijk meer arbeidskrachten inzetten en wat zijn de voor- en nadelen? • Hoe vaak moet ik een verklaring betalingsgedrag inleveren bij mijn opdrachtgever?

56

GRONDIG 10 2016

FOUT IN CAO-BOEKJE In artikel 27 van de CAO Landbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen van 1 mei 2016 tot en met 30 juni 2017 is helaas een fout geslopen inzake 5 mei. De juiste tekst moet zijn: 5 mei is een nationale feestdag. Deze dag is per 1 januari 2017 een normale werkdag. Vanaf deze datum is het aantal bovenwettelijke vakantiedagen met één dag uitgebreid.

CUMELA-EXCLUSIEFARTIKELEN Leden kunnen deze digitale Grondig-artikelen gratis lezen op Cumela. nl. De artikelen zijn opgemaakt als pdf, zodat u deze eenvoudig kunt downloaden en printen. • G-rekening onder de loep: effectieve manier om aansprakelijkheids­ risico’s te beperken • Proberen’ is gebakken lucht •B elasting besparen: gebruik de beschikbare regelingen goed

BOEIENDE LEDENBIJEENKOMST SECTIE GRONDVERZET EN CULTUURTECHNIEK “Risico’s leiden altijd tot hogere kosten. De vraag is wie die kosten gaat betalen. De opdrachtgever, of de aannemer, of tegenwoordig ook het ingenieursbureau.” Met deze constatering begon Bert Zijl van BK ingenieurs zijn presentatie op de ledenbijeenkomst van de sectie Grondverzet en cultuurtechniek op 23 november in IJmuiden. Bert Zijl liet twaalf soorten risico’s voorbij komen. Kern van zijn boodschap was: “Wees je bewust van de risico’s van je project, reageer proactief en zoek de ­samenwerking.” Bert Zijl was ook de commentator tijdens de boottocht naar de nieuwe zeesluis die in aanbouw is. Juist bij dergelijke grote ­projecten houdt Rijkswaterstaat de aannemer honderd procent aansprakelijk voor het ontwerp en de aanleg. Tijdens de ledenbijeenkomst werd Nico Willemsen voorgesteld als de nieuwe secretaris van de sectie. Erik van Doorn van Van Doorn-Geldermalsen gaat het sectiebestuur versterken met zijn kennis van certificaten en contracten.


VOORZITTER VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL • Is voor het zaaien van behandeld zaaizaad een bewijs van vakbekwaamheid (spuitlicentie) nodig? • Wat zijn de eisen voor het werken met een werkbak aan een verreiker en ­welke veiligheidsmaatregelen moet ik nemen? • Welke opzegtermijn geldt bij ontslag? • Op welke manier kan ik tijdelijk meer arbeidskrachten inzetten en wat zijn de voor- en nadelen? • Hoe vaak moet ik een verklaring betalingsgedrag inleveren bij mijn opdrachtgever?

EERSTE BIJEENKOMST STUDIECLUB KRING UTRECHT Op donderdag 24 november vond de eerste studieclubbijeenkomst van de kring Utrecht plaats met als thema ‘Een bedrijfsongeval met een slachtoffer, wat betekent dit voor een ondernemer?’. Een veertigtal leden van de kring werd door Peter Bredius van Stigas geïnformeerd over alle zaken die er op het pad van de ondernemer komen wanneer er binnen zijn bedrijf een ongeval plaatsvindt waarbij een slachtoffer valt en waarbij de Inspectie SZW (de vroegere Arbeidsinspectie) een onderzoek komt doen. Veel aanwezigen waren slechts zijdelings op de hoogte van de stappen die in een dergelijk onderzoek worden genomen. Jaap Veldhuizen, de voorzitter van de kring Utrecht, vertelde uit eerste hand wat zijn ervaringen zijn met de Inspectie SZW naar aanleiding van een ongeval dat afgelopen jaar op zijn bedrijf plaatsvond. Het verhaal van Jaap was ronduit indrukwekkend. Na de pauze werd door een brandweercentralist van de meldkamer in Utrecht uitgelegd hoe een melding precies in zijn werk gaat. Ook liet hij zien hoe de meldkamer meldingen kan uitpeilen om zo te bepalen waar de melder zich bevindt.

Mest en ‘big data’ Met enige vertraging verscheen onlangs voor de derde keer de jaarlijkse inventarisatie van de mestverwerkingscapaciteit in Nederland. Met een enquête als middel zijn de gegevens verzameld en geïnterpreteerd van 110 reacties, een respons van 58 procent. Velen vinden het kennelijk niet de moeite waard om te reageren. Toch niets dan lof voor de inzet van de uitvoerders en opstellers van opnieuw een interessante rapportage. Wel vraag ik mij af of enquêteren als methode bij zo’n belangrijk onderwerp nog wel het geschikte middel is om aan kennis te komen. Ik denk dat het anders kan en ook moet. De overheid verzamelt een massa aan informatie over dierlijke mest. Tot in detail moeten de mestproductie, het vervoer, de opslag en de bestemming van mest en mineralen worden verantwoord. In vergunningen staat de toegestane maximale verwerkingscapaciteit. In Client Export Mest worden de vrachten voor export aangemeld. U weet daar als geen ander alles van. Dat alles resulteert in een berg informatie waar volgens mij veel te weinig mee wordt gedaan. De overheid benut ze hoofdzakelijk voor controle en handhaving en periodiek voor een overzicht van de mesttransporten, mestexport en verplichte mestverwerking. Daar moeten we het mee doen. De datastroom is vooral eenrichtingsverkeer richting overheid. Dat moet anders. Met analyse en selectie kunnen de mestgegevens worden verwerkt. De praktijk krijgt dan kennis terug voor alle geleverde informatie. Is er al evenwicht op de mestmarkt voor fosfaat en stikstof? Hoe zit het regionaal? Wat is waar nog nodig? Antwoorden hierop uit de dataverwerking verkleinen het ondernemersrisico en maken de financiering van investeringen gemakkelijker. Aanvullend kan een enquête dan nog informatie verschaffen over op stapel staande plannen voor mestverwerking. Met slechts een fractie van de miljoenen die zijn uitgetrokken voor een verkleining van de melkveestapel moet het al mogelijk zijn om de ‘big data’ over mest te verwerken tot kennis voor de praktijk. Het lijkt mij voor volgend jaar een eerste zinvolle klus voor het in oprichting zijnde Nederlands Coördinatiecentrum Mestverwerking en -afzet (NCM).

OOK OP CUMELA.NL • Lonen CAO Bouw & Infra vanaf 1 januari 2017 • AH Vrij wint Stigas Gezond & Vitaal Werken-prijs 2016 • Ketenaansprakelijkheid voor loon bij transport en expeditie • Nieuwe CROW-publicatie voor werken in of met verontreinigde grond

Jaap Uenk Voorzitter sectie Meststoffen­ distributie

GRONDIG 10 2016

57



Wij wensen u fijne feestdagen en een gezond 2017 toe

ONTDEK HET NU ZELF: BLAUW WERKT!

Hallo, wat kunnen wij doen voor u? Netjes dat we dit vragen toch, vindt u niet? Voor ons is dit vanzelfsprekend! Bij LEMKEN neemt u als landbouwer een heel bijzondere plaats in. Wij zijn geïnteresseerd in uw mening en staan open voor suggesties en wensen! Juist daarom zijn onze landbouwmachines zoals ze nu zijn: efficiënt, veelzijdig en hoogwaardig. Overtuig uzelf! En ontdek wat veel landbouwers al lang weten: Blauw werkt!

lemken.com


ondernemen met

cumela

TOOLBOX Veilig lostrekken van machines Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

Het lostrekken van trekkers of machines brengt risico’s met zich mee. Op de gebruikte ketting of kabel kunnen extreem grote krachten komen te staan, waardoor een gevaarlijke situatie kan ontstaan. De kabel of ketting kan breken of losschieten en vervolgens omstanders of de trekkercabine raken.

Met rubberen tracks is het contactvlak met de bodem veel groter dan met normale luchtbanden.

60

GRONDIG 10 2016


CAO & ZO EERST NADENKEN Er zijn voorbeelden bekend waarbij de ketting, met de trekhaak van het voertuig dat er moest worden uitgetrokken, door de achterruit en vervolgens door de voorruit van de trekker is gegaan. Volgens de arbeidshygiënische strategie (bronaanpak) moeten gevaren aan de bron worden aan­gepakt, dus voorkom dat je vast komt te zitten. In een natte periode is dat in de praktijk niet altijd eenvoudig. Als je dan toch vast komt te zitten, is het belangrijk dat goed wordt ­nagedacht hoe de vastzittende machine op een veilige wijze kan worden losgetrokken.

TIPS EN VUISTREGELS Voorafgaand aan de werkzaamheden •V oorkom dat je vast komt te zitten! • Ga voorafgaand aan de werkzaamheden na waar de slechte plekken zich bevinden, zeker bij een onbekend perceel. •W erk met dubbellucht of brede banden. • Pas de bandenspanning aan. Een lagere druk in de banden zorgt voor minder insporing en een betere grip. • Wanneer bekend is dat het perceel nat is, gebruik dan een rupsvoertuig of een systeem van track-units. Het contactvlak met de bodem is bij het gebruik van een rupsvoertuig of track-units veel groter dan bij een normale luchtband. De wielen van een trekker of machine kunnen worden uit­gewisseld met een systeem van track-units.

Wanneer je toch vast komt te zitten •G ebruik bij voorkeur een trekstang in plaats van een ketting of kabel. • Kan er geen gebruik worden gemaakt van een trekstang, gebruik dan de juiste ketting of (nylon) kabel. • Bevestig de ketting of kabel aan bevestigingspunten die hierop berekend zijn. Raadpleeg daarvoor de gebruikshandleiding van de trekker of machine. • Ga na wat de maximale belasting van de ketting of kabel is en zorg voor een voldoende veiligheidsmarge. Hoe on­zuiverder de belasting te berekenen is, des te groter de ­veiligheidsmarge is die moet worden aangehouden voor de te gebruiken ketting of kabel. • Zorg dat de ketting of kabel voldoet aan de eisen, zoals een aantoonbare keuring, en zorg dat de maximale belasting bekend is (onder meer voorzien van een label). • Zorg dat bij het uittrekken van het voertuig de omstanders op een veilige afstand staan, zodat die niet kunnen worden geraakt door een losschietende ketting, kabel of andere delen. • Trek de ketting of kabel eerst uiterst langzaam strak. • Trek vervolgens langzaam en voorzichtig, dus niet te snel en nooit met plotselinge rukken of schokken.

TEKST: Peter Bredius, preventieadviseur en hoger v­ eiligheidskundige Stigas

Mooi Vak Coach Eind november is CUMELA samen met de vakbonden het initiatief Mooi Vak Coach gestart. En daar zijn we erg trots op. Mooi Vak Coach is een onderdeel van Mooi Vak Man!, een platform met als doel om werknemers langer en met plezier aan het werk te houden in de cumelasector. Mooi Vak Coach is, zoals de naam al zegt, een coach. Of eigenlijk: een online-coach waar werkenden terecht kunnen voor tips, adviezen en inspiratie. Een bezoekje aan deze site leert dat deze omschrijving helemaal klopt. Per leeftijdsgroep vind je gerichte informatie over bijblijven, veiligheid, gezondheid en balans. Juist die gerichte informatie per leeftijdsgroep is erg goed gekozen. Ik kan me namelijk goed voorstellen dat een 25-jarige heel andere vragen heeft dan - bijvoorbeeld - een 65-jarige. Zo lees ik bij de laatste groep dat er bijvoorbeeld nuttige informatie wordt gegeven over de seniorenregeling. Als 25-jarige is dat wellicht nog een ver-van-je-bedshow. De 25-jarige wordt via ‘Balans’ bijvoorbeeld verwezen naar de toolkit ‘Stress: vlammen zonder afbranden’. Naast nuttig leesvoer word je geïnspireerd door heldere filmpjes en prikkelende vragen. En wil je een cursus ­volgen? Een kwestie van klikken en je wordt doorgeleid naar de cursussite van CUMELA. Hoewel ik ook in deze mooie sector werk, behoor ik misschien niet direct tot de doelgroep van deze online-coach (al heb ik ook al erg nuttige dingen gelezen en kon ik het niet laten om even mee te doen aan een quiz). Juist onze mannen en vrouwen die dagelijks in de weer zijn om al het werk bij cumelabedrijven te doen, moeten beslist met enige regelmaat deze coach bezoeken. Wijs hen daar maar eens op! De coach kun je vinden via internet (www.mooivakcoach. nl), maar ook via Facebook. En heb je zelf een tip of informatie die via deze Mooi Vak Coach moet worden gedeeld? Bel of e-mail gerust!

Sander van Meer, teamleider beleidsmedewerkers

FOTO’S: Stigas

GRONDIG 10 2016

61


ondernemen met

cumela

CUMELA INSPIRATIEDAGEN 2017 Laat u inspireren Weet u nog hoe De Boer Burgum de Onderneming van het Jaar 2016 werd? De interessante bedrijfsbezoeken bij Van Donkersgoed, Elweco en de jongeren bij Van Dorresteijn? En wat te denken van alle presentaties en workshops? Op woensdag 4 en donderdag 5 januari 2017 vinden de CUMELA Inspiratiedagen weer plaats, zodat u vol energie het nieuwe jaar in kunt gaan!

De veelgehoorde opmerking na afloop van de CUMELA ­Inspiratiedagen 2016 was: “Zoiets interessants moet je écht meemaken.” En “Hier moeten nog meer ondernemers aan deelnemen.” In 2017 krijgt u deze kans! Tijdens het tweedaagse evenement organiseren we weer een interessant programma.

Bedrijfsbezoeken We starten de eerste Inspiratiedag met twee bedrijfsbezoeken. Deze bedrijven zijn gevestigd in Noord- en Zuid-Holland. Het zijn herkenbare familiebedrijven, die beide door jonge ondernemers worden gerund. Kooyman BV in De Kwakel is gespecialiseerd in de uitvoering van grondwerkzaamheden. Naast loonwerk is Kooyman ook actief in de verhuur van onbemande machines en de verkoop van sierbestrating en tuinhout aan particulieren en hoveniers. Loonbedrijf J.M. van Vliet BV in Ter Aar wordt gerund door de tweede generatie ondernemers. Van Vliet is volop actief in grondverzet en cultuurtechniek, in de agrarische dienst­ verlening en met mestdistributie.

De eerste dag wordt Kooyman BV in De Kwakel bezocht.

62

GRONDIG 10 2016

Op de bedrijven krijgen we een bijzondere kijk in hun keuken en ­natuurlijk is er tijd voor een uitgebreide rondleiding.

Een miljardste deel van een meter Nano is zo klein dat het onmogelijk is om het met het blote oog te zien, maar de mogelijkheden voor onder andere de cumelasector zijn oneindig. Professor Dave Blank, onder­ ­ zoeker op het gebied van nanotechnologie, geeft u op de eerst eerste Inspiratiedag een introductie over de toepassingen. Met praktische voorbeelden voor de cumelasector gaat u vol nieuwe inspiratie naar het diner.

Pubquiz De eerste dag wordt afgesloten met een pubquiz. In de gezellig bar in het hotel organiseert het Jongerenbestuur een spel van een klein uur waarbij plezier en gezelligheid voorop staan. In enkele quizronden komen diverse onderwerpen voorbij. Wat weet u van CUMELA Nederland? Kent u alle nieuwsfeitjes van de afgelopen periode? Hoe staat het met uw algemene kennis? Ook voor niet-quizers is de hotelbar prima geschikt voor een gezellige avond met collega’s.

Het tweede bedrijfsbezoek gaat naar Loonbedrijf J.M. van Vliet BV in Ter Aar.

Prof dr. ing. Dave H.A. Blank neemt ons mee in de wereld van de nanotechnologie.


Woudschoten

Workshops Omdat niet iedereen in dezelfde onderwerpen geïnteresseerd is, organiseren we op de tweede dag maar liefst zes workshops. In twee ronden kunt u kiezen uit verschillende onderwerpen en daar is vast iets zeer inspirerends voor u bij. U wordt uitgedaagd om eens verder te kijken dan de begane paden. Wilt u blijven ondernemen op de wijze die u nu doet of liggen er nieuwe mogelijkheden? Dit zijn de workshops: • Loonwerk is leuk! • Leidinggeven in extreme situaties • Het nieuwe investeren • Wat betekent BIM voor u als onderaannemer? • Ik heb álles in de hand! • Overname van een familiebedrijf: wat wil jij?

De Inspiratiedagen vinden plaats in Woudschoten Hotel & Conferentiecentrum in Zeist. In een mooie, bosrijke omgeving maken we gebruik van deze sfeervolle accommodatie. Wilt u uitgerust deelnemen, maak dan gebruik van het overnachtingsarrangement. Een overnachting, inclusief ontbijt, kost slechts € 74,- per kamer (inclusief toeristenbelasting). Die overnachting dient u zelf te boeken en te betalen via de website van Woudschoten: www.woudschoten.nl/overnachtingen. Vul bij direct boeken de promotiecode ‘Cumela’ in.

Tip: als u met meerdere personen komt, kunt u bij meer workshops aanwezig zijn!

Presteren onder druk Hoe neem je de een fractie van een seconde de juiste beslissing? Björn Kuipers, de beste scheidsrechter van Nederland, vertelt dat tijdens zijn interactieve presentatie over presteren onder druk. Hij toont op perfecte wijze de link tussen ondernemen en topsport, met inspirerende voorbeelden uit de praktijk van zijn eigen supermarkt en vanaf het voetbalveld. Een heel leuke en energieke afsluiting van het programma!

Ontmoeten Natuurlijk is er tijdens dit tweedaagse evenement voldoende tijd en ruimte om uw collega-ondernemers te ontmoeten onder het genot van een hapje en een drankje. TEKST: Marijke Dorresteijn BEELD: CUMELA Communicatie

Aanmelden Via www.cumela.nl/inspiratiedagen kunt u uzelf, uw partner en uw bedrijfsopvolger aanmelden. Er zijn geen kosten verbonden aan uw deelname. Graag tot ziens op 4 en 5 januari 2017!

CUMELA Jongerendagen: Leiderschap en communicatie Op woensdag 4 januari is er een speciaal programma voor jongeren. De deelnemers, bedrijfsopvolgers en leidinggevenden van 18 tot en met 35 jaar, sluiten woensdag in de loop van de middag aan bij het programma van de CUMELA Inspiratiedagen. Weet jij hoe je het beste leiding kunt geven aan jouw (toekomstige) personeelsleden? Kun jij binnen een minuut vertellen wat de kracht van jouw cumelabedrijf is? Je leert het tijdens de wintereditie van de Jongerendagen! Leiderschap en bulderende kanonnen De CUMELA Jongeren beginnen de Inspiratiedagen met een sector waarin leiderschap en bevel van nationaal belang zijn. We bezoeken het nieuwe Nationaal Militair Museum op de voormalige luchtmachtbasis Soesterberg. Hier krijgen we een rondleiding langs de beroemde collectie van de Land- en Luchtmacht. Bedrijfsovernametraject Vaarkamp De gastheer van de middag is de familie Jacobs, Vaarkamp uit Ede. Dit familiebedrijf, met ruim honderd medewerkers, is actief in onderhoudswerk en aanleg van openbaar groen. Hoe hebben drie broers dit grote en complexe bedrijf overgenomen? Erik Jacobs neemt ons mee door het zorgvuldig uitgevoerde opvolgingstraject. Werf succesvol nieuwe klanten! Ruurd Ochse, van Ochse Training en Coaching, leert ons meer over acquisitie. Het is namelijk best eng, zo’n gesprek! Hoe stap je over die drempel? Wat moet je eigenlijk met nieuwe klanten? Kun je wel een boeiend gesprek voeren?

Internationaal topscheidsrechter Björn Kuipers vertelt ons alles over presenteren onder druk.

In de mooie, bosrijke omgeving van Zeist vinden de Inspiratiedagen 2017 plaats.

Aanmelden Op cumela.nl/inspiratiedagen vind je het volledige programma en kun je jezelf aanmelden.

GRONDIG 10 2016

63


ondernemen met

cumela

FINANCIEN Belastingvoordelen MIA/Vamil, EIA en andere fiscale regelingen Voor bedrijven zijn er verschillende mogelijkheden om een extra financiële compensatie te krijgen. De bekendste regelingen in relatie tot investeringen zijn de MIA/Vamil en de EIA. We zullen hier de belangrijkste mogelijkheden voor een voordeel in beeld brengen.

Er zijn drie investeringsregelingen ter stimulering tot aanschaf van milieu- en energievriendelijke bedrijfsmiddelen. De Vamil/MIA is de meest bekende regeling en dient ter stimulering van milieubewuste investeringen. De EIA is een regeling ter stimulering van bedrijfsmiddelen die energiebesparend zijn of gebruik maken van duurzame energie. De overheid wil via beide regelingen nog niet gangbare milieuen energievriendelijke investeringen aantrekkelijk maken.

Vamil De Vamil-regeling houdt in dat van de bedrijfsmiddelen die op de milieulijst staan willekeurig mag worden afgeschreven. De Vamil biedt de mogelijkheid 75 procent van een investering op een willekeurig moment af te schrijven. Begint de code op de Milieulijst met een A, B, C of F, dan is voor dat bedrijfsmiddel willekeurige afschrijving mogelijk. Hoe snel of langzaam u afschrijft, bepaalt u dan zelf. Het is zelfs mogelijk om 75 procent van de investering al in het jaar van aanschaf af te schrijven. De overige 25 procent schrijft u wel regulier af. Kortom, het afschrijvingspatroon kan worden aangepast aan het fiscaal meest gunstige moment.

Legenda bij de Milieulijst

Vamil Alleen Vamil code begint met C

Combinatie Vamil en MIA code begint met A, B of F

MIA Alleen MIA code begint met D,E of G

MIA en Vamil zijn twee aparte regelingen met een grote overlap. Voor de meeste bedrijfsmiddelen kunt u zowel MIA- als Vamil- voordeel krijgen.

64

GRONDIG 10 2016

Uitleg letters A t/m G A = 27% MIA + 75% Vamil B = 13,5% MIA + 75% Vamil C = alleen 75% Vamil D = alleen 27% MIA E = alleen 13,5% MIA F = 36% MIA + 75% Vamil G = alleen 36% MIA

Het voordeel van de Vamil-regeling is dat u kunt sturen in de te betalen belasting en in een topjaar het belastbaar inkomen kunt afvlakken. U hoeft over het jaar dat u meer afschrijft minder inkomsten- of vennootschapsbelasting te betalen. Uiteraard valt er dan in latere jaren minder af te schrijven. In geval van toepassen van vervroegde afschrijving wordt het betalen van belasting feitelijk alleen uitgesteld. Dit houdt alleen maar een rente- en liquiditeitsvoordeel in. Dit voordeel is in het algemeen zeer beperkt (tussen de één en maximaal drie procent van de oorspronkelijke investering). Gebruikte machines komen niet in aanmerking voor de Vamil/MIA en de EIA.

MIA MIA staat voor Milieu-investeringsaftrekregeling. Dankzij de MIA kunt u profiteren van een extra aftrekmogelijkheid van de fiscale winst, boven op de andere fiscale aftrekmogelijkheden, zoals de willekeurige afschrijving. Als u een bedrijfsmiddel heeft aangeschaft waarvan de code in de Milieulijst begint met een A, B, D, E, F of G mag 13,5, 27 of 36 procent van het investeringsbedrag extra ten laste worden gebracht van de winst over het kalenderjaar waarin het bedrijfsmiddel is aangeschaft. U betaalt dan minder belasting. Dit betekent dat bij een belastingtarief van 40,4 procent (inkomstenbelasting, schijf 2) en een MIA van 13,5 procent (zonder aftopping) er een netto voordeel is van bijna 5,5 procent van de investering. Dit is meer dan volgens de Vamil, maar nog altijd vrij beperkt.

EIA De Energie-investeringsaftrek (EIA) is een fiscale regeling waarmee de overheid u ondersteunt bij investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie. Wanneer u gebruik maakt van EIA heeft u als ondernemer dubbel voordeel: uw energiekosten gaan omlaag én u betaalt minder belasting. Met EIA kunt u 58 procent van de investeringskosten van energiebesparende bedrijfsmiddelen aftrekken van de fiscale winst, boven op uw gebruikelijke afschrijving. Daardoor betaalt u minder inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Dit betekent dat bij een belastingtarief van 40,4 pro-


cent (inkomstenbelasting, schijf 2) het netto voordeel ongeveer 23,4 procent van de investering is. Dit is een regeling met een leuk fiscaal voordeel (beduidend meer dan de Vamil en de MIA). Daarnaast is er het voordeel van een brandstofbesparing. De investering in het bedrijfsmiddel moet minimaal € 2500,- bedragen.

KIA Wanneer u in een bedrijfsmiddel investeert, kunt u in aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. De bedrijfsmiddelen waarin u investeert, moeten dan wel in aanmerking komen voor investeringsaftrek. U dient een investering te hebben gedaan van tussen € 2301,- en € 311.242,. In het optimale gebied (investering tussen € 56.024,- en € 103.748,-) is de aftrek € 15.687,-. Bij het belastingtarief van 40,4 procent is dit een netto voordeel van € 6338,- (dit is 6,1 tot 11,3 procent van uw investering). Het voordeel hierbij is aanzienlijk, zonder dat er milieu- of duurzaamheidseisen aan uw machine worden gesteld. Voor de KIA hoeft een bedrijfsmiddel niet nieuw te zijn. De praktijk leert dat cumelaondernemers vaak fors of zeer beperkt investeren, waardoor niet optimaal gebruik wordt gemaakt van deze regeling. Bij een te laag of te hoog bedrag is de aftrek nihil. De KIA is juist een aantrekkelijke regeling voor kleinere ondernemingen.

Middeling Wanneer u te maken heeft met schommelende inkomsten (box 1 in de inkomstenbelasting) kan middeling uitkomst bieden. U heeft dan waarschijnlijk meer belasting betaald dan wanneer de inkomsten gelijkmatig waren geweest. Door over een periode van drie aaneengesloten kalenderjaren uit te gaan van de gemiddelde inkomsten kan middeling in een aantal gevallen leiden tot een teruggave van te veel betaalde belasting.

Herinvesteringsreserve Wanneer u een bedrijfsmiddel heeft verkocht en daarbij boekwinst heeft gerealiseerd, kunt u belastingheffing over de boekwinst uitstellen door deze te reserveren in een herinvesteringsreserve. U moet dan wel een vervangingsvoornemen hebben en houden. De herinvesteringstermijn bedraagt maximaal drie jaar na het jaar waarin u het bedrijfsmiddel heeft verkocht.

Personeel Op het gebied van personeel is er een tegemoetkoming voor de kosten die een werkgever maakt voor begeleiding. De regelingen richten zich voornamelijk op kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. De huidige regelingen voor personeel zijn de Subsidieregeling praktijkleren, regelingen voor arbeidsgehandicapte werknemers, de premiekorting voor het aannemen van oudere werknemers, de premievrijstelling bij marginale arbeid en het Scholingsfonds.

Winstgevendheid De hierboven genoemde regelingen leveren alleen voordeel op als de onderneming winstgevend is. Wanneer er (meerdere jaren) sprake is van verlies geeft extra afschrijven of een extra aftrek geen voordeel. In een jaar dat u een bepaalde regeling toepast, kunnen andere winstdrukkende maat­ regelen juist niet interessant zijn. Kortom, de Vamil/MIA en de EIA zijn interessant voor bedrijven die een goed resultaat realiseren. De KIA is interessant als er bewust tot een bepaald bedrag wordt geïnvesteerd voor bedrijven met een goede winst. Bedrijven met een (te) laag resultaat hebben minder tot geen voordeel van deze regelingen. U kunt dan beter uw tijd besteden om uw fiscaal resultaat te verhogen.

Strategisch denken Het komt maar al te vaak voor dat er onvoldoende wordt nagedacht over de hoogte van de winst en de fiscale aftrekmogelijkheden. Zo heb ik meerdere ondernemers gesproken die te weinig winst maakten (schijf 1 niet volledig benut) en die toch regelingen toepasten om de winst te drukken. Soms werd de winst zo hard gedrukt dat daardoor heffingskortingen werden misgelopen. Dit werkt dus erg nadelig. Een vaak gehoorde opmerking is dat de accountant onvoldoende met (belastingbesparende) tips komt. Het is verstandiger dat u uw strategische (fiscale) koers uitspreekt en vervolgens met deskundigen (ook van CUMELA) naar mogelijkheden zoekt. Het advies is ook om op cruciale momenten, bij bedrijfsoverdracht, reorganisaties, verkoop van onderdelen, bedrijfsbeëindiging, et cetera, alle mogelijke (fiscale) opties vooraf in kaart te laten brengen. Voor meerdere bedrijven kon hier een belastingaanslag van een bedrag met zeven cijfers worden voorkomen. Niet alleen op cruciale momenten zoals hierboven omschreven, maar ook jaarlijks rond november (als 95 procent van het werk is verricht en u goed zicht heeft van het tussentijdse resultaat) dient u een besluit te nemen over de investeringen. Bij een goed jaar kunt u wellicht die extra investering plegen, maar bij een matig of slecht jaar kunt u besluiten deze extra investering toch maar door te schuiven naar volgend jaar. Kortom, als ondernemer moet u zelf de financiële koers bepalen. In een volgend artikel willen we onder andere stil staan bij aanvullende subsidiemogelijkheden.

TEKST: André de Swart, adviseur bedrijfskundige zaken

GRONDIG 10 2016

65


Het team van vakblad Grondig wenst u prettige feestdagen en een zeer succesvol en gezond 2017!

MONDIALE VAKBEURS VOOR LANDBOUWMECHANISATIE EN VEETEELT

26 FEBRUARI t/m 02 MAART 2017

Paris Nord Villepinte - Frankrijk

Meer opbrengsten van eigen bodem

GROWING THE WORLD

Betere bodemstructuur | Betere benutting meststoffen

T S IR F N IO T A V O INN Y B

UWV HET LANDBO

AAR A K OV E R 1 0 J

GALERIJ HAL

6

ORGANISEER UW BEZOEK OP

simaonline.com

• Bestel uw gratis toegangsbadge met de code INT9X6VUB

VOLG ONS VIA Promosalons Nederland – T. 020 4620020 – E. info@promosalons.nl EXPOSIMA 70, avenue du Général de Gaulle - 92058 Paris La Défense cedex Tél. : +33 (0)1 76 77 11 11 - Fax : +33 (0)1 53 30 95 09 E-mail : sima@comexposium.com

meer dan 50 jaar ervaring

www.eversagro.nl


: S R E P M U TREKKERB ! P O R O O V D I E H G I VEIL

per: m u b r e k k e r t et een m k o o u n n e Wij rijd , zetbedrijf Derks BV Loon- en Grondver Zuidland Haps Gebr. Van Bergeijk, rijf & t t- en transportbed ondverze ze Gr er s dv er on nk Gr Do ld on ro Lo Ha e rt Geurs BV, Hengeveld Loonwerk, Nederwee ra BV, , Halle erzetbedrijf Koonst BV dv le on al Gr -H en an lm on be Lo Ho f Vinkenbuurt Brondverzetbedrij I. Baelde Loon- en gts n ka ne kbedrijf W. Huijbre erk, Groe Loon- en grondwer Cultuurtechnisch W F, BV, Zundert drijf Bouwhuis VO Landbouw- Loonbe , Hoofddorp RVR Hoofddorp BV Den Ham (Ov.) ijk r izen BV, Zoetermee van den Berg, Puifl Vermeulen Benthu Loonbedrijf Herman pluiden, Schipluiden oijen, Milheeze VOF Berkhout Schi Loonbedrijf J.M. No ug nnekom burg BV, Weteringbr VOF Van Haren, Be Loonbedrijf Rooden Boxtel , Haaksbergen Van Pinxteren BV, Loonbedrijf Te Riet werk en ren, Linde (Dr.) W.A. Reedijk Loon Loonbedrijf Van Du , Strijen Espel BV, Espel Machineverhuur BV ga rin ie W ijf dr be Loon

Tussenstand deeln

500 400 300 200

emers

100

500

65

400 300 200 100 65

VEILIG

(land)bouwverkee

r

Op veiligheid moet niet worden bezuinigd! Loonbedrijf Hendrix & Smits BV kocht in september maar liefst vijf trekkerbumpers. Annet Roelofs-Hendrix geeft aan dat het bedrijf niet wil bezuinigen op veiligheid. “Dagelijks zitten wij met een groot aantal trekkers op de weg. Door ook met een groot aantal trekkerbumpers te rijden, willen wij een positief beeld overbrengen. Niet alleen andere weggebruikers, maar ook klanten reageren positief op onze trekkerbumpers.” De trekkerbumpers van Hendrix & Smits bevorderen niet alleen de verkeersveiligheid, maar dienen ook als frontgewicht of als voorraadbak voor monsterpotten die worden gebruikt tijdens het mesttransport. Het meest tevreden is Hendrix & Smits met de goede verlichting en markering. “De ledlampen en de breedtemarkering laten in het donker goed de werkelijke breedte van onze machines zien. Je merkt dat andere weggebruikers hier goed op reageren en eerder actie ondernemen om veilig te kunnen passeren.”

Vergroot de veiligheid, rij met een trekkerbumper. CUMELA Nederland ondersteunt de aanschaf van 500 bumpers met een vergoeding van € 500,-. Kijk op www.cumela.nl/ trekkerbumpers voor de deelnemende leveranciers en de spelregels en voorwaarden.


ondernemen met

cumela

SOCIALE ZAKEN

Even bijpraten Ontwikkelingen rond de Wet DBA en andere actuele zaken Zo aan het eind van dit roerige arbeidsrechtelijke jaar is het goed om even bij te praten. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de Wet DBA? En wat staat ons allemaal te wachten in 2017? De Wet DBA verwees de VAR naar de prullenbak en zorgde voor veel onbegrip bij opdrachtgevers én opdrachtnemers. De wet was bedoeld om schijnzelfstandigheid, met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt, aan te pakken, maar had een averechts effect. Door de criteria uit het arbeidsrecht (1907) strikt toe te passen, bleken hoger opgeleide zelfstandigen veroordeeld tot een dienstverband en juist de lager opgeleide zelfstandigen door het criterium ‘vervangbaar’ juist niet. Na veel commotie, vragen van Kamerleden en brand-

68

GRONDIG 10 2016

brieven van brancheorganisaties kwam staatssecretaris Eric Wiebes op 18 november met de mededeling dat hij tot 1 januari 2018 (of zoveel later als nodig) niet zou gaan handhaven. In de tweede voortgangsrapportage over deze wet stond ook dat er een herijking van de begrippen ‘gezagsverhouding’ en ‘vrije vervanging’ zal plaatsvinden. Ten slotte gaf Wiebes aan dat echte kwaadwillenden wel zouden worden aangepakt (boetes en naheffingen). Dat leidde weer tot veel onrust. Wat zijn echte kwaadwillenden? En hoe beoordeel je


Aanbevelingen commissie Boot

dat als de begrippen daarvoor nog worden herijkt? In de ­Eerste Kamer werd Wiebes daarover onder vuur genomen. Hij gaf aan dat hij hiermee een tiental bedrijven bedoelt die bekend zijn bij de Belastingdienst. Hij wil hen kunnen be­ boeten en benoemt daarom dat voor echte kwaadwillenden het uitstel van handhaving niet geldt. Wat betekent dit voor u? In de eerste plaats past het hier om te vermelden dat de ene zzp’er de andere niet is. Er is niet één antwoord. Zoals wij vanaf het begin in de communicatie hebben aangegeven, is het van belang dat u inventariseert wie u aan het werk heeft. Onderzoek hoe ze staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en controleer of er btw bij u in ­rekening wordt gebracht. Kloppen de werkzaamheden die zij bij u doen met de inschrijving in de Kamer van Koophandel? U kunt dit eenvoudig checken door voor € 0,50 ‘In het kort’ te raadplegen. Heeft u dit nog niet gedaan, dan zou ik u willen adviseren om dit alsnog te doen. Ik ga ervan uit dat u niet behoort tot de groep ‘kwaadwillenden’ die op twee handen te tellen zijn, volgens Wiebes. Dan kunnen we dus afwachten wat de nieuwe definitie wordt voor de begrippen ‘gezagsverhouding’ en ‘vrije vervanging’. Natuurlijk zal CUMELA haar invloed hierbij aanwenden.

Commissie Boot Het is interessant hoe de commissie Boot, die haar eind­ rapport ook op 18 november publiceerde, adviseert. De commissie heeft de modelovereenkomsten beoordeeld en geeft aan dat zij de Belastingdienst soms kan volgen, maar niet altijd. De commissie concludeert dat een korte lijst met criteria zal moeten gaan bepalen of van een algemene modelovereenkomst gebruik kan worden gemaakt dan wel dat een individuele overeenkomst zal worden goedgekeurd, alsook op basis waarvan achteraf zal worden getoetst. Dat laatste is van groot belang en ontbreekt in de huidige regelgeving. De commissie geeft een opsomming van de redenen om destijds de VAR in te voeren en een vrijwarende werking te geven. Deze redenen zijn nog steeds aanwezig! Naar mijn mening zit een groot deel van het probleem in het feit dat een opdrachtgever een modelovereenkomst kan gebruiken en daarmee zekerheid heeft over het niet inhouden van loonheffing. Dat belet de opdrachtnemer echter niet om bij het UWV een uitkering aan te vragen. De regel ‘geen premie, geen uitkering’ moet naar mijn idee terugkomen in de regelgeving. Ook geeft de commissie aanbevelingen. Deze zien met name op het verrichten van persoonlijke diensten (zie kader). Staatssecretaris Wiebes heeft de laatste aanbeveling overgenomen. Voor het kerstreces zal er in de Tweede Kamer nog worden gedebatteerd over dit onderwerp.

1. De commissie geeft aan dat de criteria vooraf en achteraf zoveel mogelijk ­gelijk moeten zijn. 2. De wens van het volledig toepassen van het civiele kader moet worden ­los­gelaten (dit betekent dus niet strak vasthouden aan gezag, arbeid en loon). 3. Voor marginale werkzaamheden de keuze tussen een (fictief) dienst­verband (met verzekeringsplicht) of inhuur als zelfstandige (met uitsluiting van ­ver­zekeringsplicht) aan de partijen laten. Als voorbeeld wordt vijf uur per week of 65 uur per kwartaal genoemd. Ga je naar 260 uur per jaar, dan is de keuze­vrijheid nog groter. 4. Indicatoren voor aan- of afwezigheid van een dienstbetrekking en dus af­ dragen van loonheffing, bij een omvang van meer uren dan genoemd onder 3. a. De hoogte van het uurloon. Als dit hoger is dan gebruikelijk in de branche vormt dat een indicatie voor een onafhankelijke marktpositie. Bij een ­onafhankelijke marktpositie is er meer reden om rekening te houden met de partij-afspraak. Genoemd wordt 50 procent opslag op het bruto caoloon. b. De tijdsduur. Als een overeenkomst een bepaalde periode (zes maanden) overschrijdt, geeft dit een indicatie van een dienstbetrekking. c. De plaats van de werker ten opzichte van de organisatie waar hij te werk is gesteld. Gaat het om een functie die ook door werknemers wordt vervuld en waarbij er in feite slechts gebrek is aan menskracht, dan is dat een indicatie voor een dienstbetrekking. Dit geldt in het algemeen voor werkzaamheden die behoren tot de core business van het bedrijf. Als het gaat om specialistische werkzaamheden of werkzaamheden die door zelfstandig plegen te worden uitgeoefend, vormt dat een indicatie voor de afwezigheid van een dienstbetrekking, ook al is er sprake van bedrijfsprotocollen waaraan iedereen zich moet houden. Een heel algemene omschrijving van de te verrichten werkzaamheden is kenmerkend voor een arbeidsovereenkomst, een ge­detailleerde omschrijving past bij een opdrachtovereenkomst. Bij een gedetailleerde omschrijving past het dat de zzp’er verantwoordelijk is (ondernemersrisico draagt) voor het niet goed uitvoeren van de opdracht; een werknemer krijgt uitbetaald, los van de kwaliteit van de geleverde diensten. 5. Brancheafspraken kunnen deze indicatoren nader invullen. Als voorbeeld wordt genoemd of het in een branche belangrijk is om met eigen materialen, gereedschappen en vervoermiddelen te werken. 6. Ontkrachting van de vermoedens is mogelijk. Als de indicatoren genoemd ­onder 4 en 5 richting op een dienstbetrekking wijzen, kan het zijn dat omstandigheden worden aangevoerd waaruit toch blijkt dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. 7. Heroverweging van de algemene modelovereenkomsten, rekening houdend met de hiervoor genoemde indicatoren. Alleen bij fraude of evidente afwijking vindt een naheffing plaats, anders slechts een wijziging voor de toekomst. 8. Rechtszekerheid voor opdrachtgevers. Het zal in de praktijk mogelijk blijven dat de indicatoren een richting aangeven, maar dat toch achteraf wordt ­geoordeeld dat de situatie anders is. Als de indicatoren wijzen op een nietdienstbetrekking en toch komt vast te staan dat wel sprake is van een dienst­ betrekking, dan geldt dit alleen voor de toekomst, zodat partijen hun gedrag nog kunnen aanpassen als zij die consequentie niet willen. 9. Noodzaak beleidsbesluit. Voor het slagen van het systeem is beslissend hoe de Belastingdienst hiermee omgaat. Een beleidsbesluit is daarvoor het aan­­ ge­wezen middel. 10. Gewenningsperiode. De commissie geeft de staatssecretaris in overweging om de transitieperiode te verlengen tot 1 januari 2018.

GRONDIG 10 2016

69


ondernemen met

cumela

Lage-inkomensvoordeel

Minimumloon voor 21-jarigen

Door deze verhoging van de lonen voor jongeren wordt u als werkgever gecompenseerd door het lage-inkomensvoordeel (LIV). Deze vergoeding geldt voor elke werknemer, dus ook langdurig werklozen of mensen met een arbeidsbeperking. Door deze financiële bijdrage blijven de loonkosten laag voor werknemers die tussen 100 en 125 procent van het minimumloon (van een 23-jarige) verdienen. De Belastingdienst keert op basis van gegevens van het UWV de vergoeding over 2017 aan u in 2018 automatisch uit. U hoeft zelf geen aanvraag in te dienen.

Het wettelijk minimumloon zal worden ingevoerd vanaf 21 jaar, zodat ook 21-jarigen volwaardig meedraaien op de arbeidsmarkt. Op dit moment is het wettelijk minimumloon pas verplicht vanaf 23 jaar. Door in twee stappen de lonen te verhogen moet in 2017 het minimumloon voor 21-jarigen worden bereikt. Daarnaast wordt het minimumjeugdloon verhoogd voor achttientot twintigjarigen. Heeft u veel jeugdige medewerkers in dienst? Dan zult u meer loonkosten moeten gaan maken. Er wordt op dit moment nog onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van een wettelijk minimumuurloon, zodat onderbetaling wordt voorkomen. Op dit moment wordt het minimumloon uitgedrukt per maand, week en dag. Zodra hierover meer bekend wordt, houden we u uiteraard op de hoogte.

Voor werkgevers die gebruik willen maken van het LIV geldt: • U krijgt per jaar maximaal € 2000,- voordeel op de loonkosten per aangenomen werknemer. Dit geldt als de werknemer 38 uur per week werkt, 100 tot 110 procent van het minimumloon (van een 23-jarige) verdient én dat jaar minstens 1248 uur bij dezelfde werkgever werkt. De werknemer mag jonger zijn dan 23 jaar. • U krijgt per jaar maximaal € 1000,- voordeel op de loonkosten per aangenomen werknemer. Dit geldt als de werknemer 38 uur per week werkt, 110 tot 125 procent van het minimumloon (van een 23-jarige) verdient én dat jaar minstens 1248 uur bij dezelfde werkgever werkt. De werknemer mag jonger zijn dan 23 jaar. • Het loonkostenvoordeel wordt in verhouding (naar rato) berekend op basis van het aantal gewerkte uren per jaar.

Jongeren met arbeidsbeperking De Participatiewet en de Wet banenafspraak worden vereenvoudigd. Bedrijven kunnen straks gemakkelijker jongeren van het voortgezet onderwijs in dienst nemen volgens de banenafspraak, omdat zij zonder beoordeling van het UWV op de lijst kunnen komen in het doelgroepregister, een landelijk register waarin alle mensen staan die vallen onder de banenafspraak. Daarnaast wordt het mogelijk om een loonkostensubsidie aan te vragen voor de jongeren die u al in dienst heeft, maar die niet het minimumloon verdienen.

Extra compensatie voor hoger loon BBL De compensatie voor het hogere wettelijke minimumjeugdloon zoals hiervoor benoemd, wordt extra hoog voor werknemers die een opleidingstraject in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen. De compensatie wordt voor BBL’ers hoger, omdat het kabinet het voor werkgevers niet minder aantrekkelijk wil maken om BBL-trajecten aan te bieden. De verhoging van het minimumjeugdloon zou het voor organisaties duurder maken om BBLtrajecten aan te bieden, waardoor veel werkgevers misschien met die trajecten zouden stoppen. U heeft in de CAO LEO de keuze om ofwel het cao-loon te betalen ofwel het minimumjeugdloon. Dat laatste is door deze subsidie dus weer een aantrekkelijke optie geworden. Zie hiervoor artikel 45 lid 5. Het minimumjeugdloon gaat naar verwachting per 1 juli 2017 omhoog, maar de compensatie voor het hogere minimumjeugdloon gaat pas per 2018 in. De bedragen zijn in dat jaar wel anderhalf keer zo hoog om de periode van 1 juli 2017 tot en met 31 december 2017 te compenseren. In de tabel hieronder vindt u de compensatie per BBL’er per uur en de maximale compensatie die een werkgever voor een BBL’er per jaar kan ontvangen.

Bedragen tegemoetkoming 2018 BBL’ers

70

GRONDIG 10 2016

Leeftijd op 31 december van het afgelopen jaar

Compensatie per uur

Maximum per ­kalenderjaar

21 jaar

€ 1,58

€ 3286,40

20 jaar

€ 1,02

€ 2121,60

19 jaar

€ 0,28

€ 582,40

18 jaar

€ 0,23

€ 478,40


Wijzigingen Arbeidsomstandighedenwet Toegang tot de bedrijfsarts moet gemakkelijker worden, onder andere door het aanbieden van een second opinion aan de werknemer wanneer deze daarom vraagt. Daarom zal de Arbeidsomstandighedenwet worden aangepast. Tevens krijgt de ondernemingsraad instemmingsrecht bij de keuze en plaats van de preventiemedewerker. Een preventiemedewerker is een werknemer die door de werkgever is aangesteld om het bedrijf bij te staan op het gebied van preventie en bescherming. Het is verstandig als werkgevers alvast afspraken maken met hun bedrijfsarts en preventiemedewerkers en deze afspraken schriftelijk met elkaar vastleggen. Let op: de Inspectie SZW gaat waarschijnlijk per 1 januari 2018 handhaven op deze regelgeving. Vanaf dat moment kunnen zonder voorafgaande waarschuwing boetes worden opgelegd.

Het wettelijk minimumloon wordt vanaf 21 jaar ingevoerd, zodat ook 21-jarigen volwaardig meedraaien op de arbeidsmarkt.

Beschikking werkhervattingskas U heeft de beschikking werkhervattingskas mogelijk net ontvangen van de Belastingdienst als dit nummer van Grondig verschijnt. Het kan zijn dat er fouten zijn gemaakt in de vaststelling van de premie. Denk hierbij aan een onjuiste sectorindeling of een te hoge premie omdat het UWV fouten heeft gemaakt bij de berekening. Wij raden u aan om de beschikking, die u aan het eind van het jaar altijd krijgt, bij de geringste twijfel te laten controleren. Het kan u niet alleen volgend jaar, maar ook de komende jaren mogelijk veel geld schelen. Heeft u naar aanleiding van het bovenstaande vragen, dan kunt u contact opnemen met de Infolijn van CUMELA: (033) 247 49 99.

Loonsanctie

Transitievergoeding

De beoordeling van de re-integratietrajecten is op dit moment niet altijd even duidelijk. Soms wordt na 52 weken arbeidsongeschiktheid een tweede-spoor-reintegratietraject opgestart, om te voorkomen dat aan het einde van de loondoorbetalingsverplichting door het UWV een loonsanctie wordt opgelegd. Aan deze onduidelijkheid lijkt nu een einde te gaan komen. De overheid gaat zich inspannen om de beoordeling van re-integratietrajecten begrijpelijker en beter voorspelbaar te maken. Hiermee weet u beter wat er van u wordt verwacht en waar u aan toe bent wanneer u te maken krijgt met een zieke werknemer.

We kijken ook alvast iets verder dan 2017: per 1 januari 2018 zal het voor werkgevers waarschijnlijk mogelijk worden om een compensatie te krijgen voor de transitievergoeding die zij betalen aan werknemers die al meer dan twee jaar arbeidsongeschikt zijn en uit dienst gaan. Deze compensatie is om werkgevers tegemoet te komen als zij al twee jaar lang kosten maken voor re-integratie. Het UWV zal de compensatieregeling gaan uitvoeren. Dit betekent dat wanneer u een transitievergoeding heeft betaald aan een zieke werknemer u het bedrag terug kunt vragen. De regeling wordt namelijk ingevoerd met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015, de datum van invoering van de Wet werk en zekerheid. Om de kosten te dekken, zal wel de premie Awf (Algemeen werkloosheidsfonds) worden verhoogd. Dit is nog wel een wetsvoorstel dat momenteel bij de Raad van State ligt voor advies. Nog even voor de duidelijkheid: als u het dienstverband met wederzijds goedvinden beĂŤindigt, bent u niet verplicht om de transitievergoeding te betalen.

TEKST: Jacqueline Tuinenga,

adviseur personeelsmanagement

GRONDIG 10 2016

71


ondernemen met

cumela

GOED BESTUUR

Haal externe adviseurs binnen Goed bestuur op familiebedrijven Laat iemand meekijken. Dat was een belangrijke conclusie van de bijeenkomst ‘Goed bestuur op familie­bedrijven’ die CUMELA Nederland organiseerde met Hogeschool Windesheim. Een externe adviseur kan meepraten en meedenken over de langetermijnplannen, de interne organisatie en de rol van familieleden. Het kan op veel manieren; via managementoverleg, externe advisering, persoonlijke coaching of via een STAK, raad van commissarissen of raad van advies. Ruim zeventig ondernemers waren 27 oktober afgekomen op een bijeenkomst over goed bestuur op familiebedrijven door CUMELA Nederland en Hogeschool Windesheim in Zwolle. Dagvoorzitter Hannie Zweverink, directeur van CUMELA Neder­land, gaf de aftrap voor de bijeenkomst. Ze stelde vast dat in het MKB ruim 70 procent van alle bedrijven behoort tot de familiebedrijven. “In onze cumelasector is dat zelfs ruim 90 procent”, vertelde ze. Het is volgens haar dan ook goed om stil te staan bij de specifieke kenmerken van deze bedrijven. “Emotie speelt hier vaak een grotere rol dan bij andere bedrijfssystemen. Veel ondernemers zijn al vanaf hun geboorte feitelijk levenslang gebonden aan het familiebedrijf. Dat vraagt speciale aandacht binnen het bedrijf en de familie.”

Stichting administratiekantoor

72

van de STAK toezicht kunnen houden, zonder directe zeggenschap te hebben. André Baars is blij met de externe adviseur die is ingeschakeld sinds de oprichting van de STAK. “Het bleek dat er bepaalde competenties binnen het bedrijf ontbraken. Er moest meer aandacht komen voor financiën, lange-termijnvisie en strategie. Daarvoor hebben we nu een externe adviseur. Hij is lid van de STAK en ook vier keer per jaar aanwezig tijdens de vergaderingen”, aldus Baars. Hij merkt dat het binnenhalen van vreemde ogen een familiebedrijf duidelijk vooruit kan helpen. “Hij vult datgene aan wat binnen de familie ontbreekt. Dat werkt, zeker als er een juiste klik is met de adviseur.” Voor de andere ondernemers had Baars ook nog een duidelijke tip: “Wees eerlijk, objectief en transparant, ook als het om competenties binnen familierelaties gaat.”

De bijeenkomst startte met een interview met André Baars, directeur van Baars en Zn. BV, over het hebben van een stichting administratiekantoor (STAK). Met het inrichten van een STAK breng je een scheiding aan in zeggenschap en eigendom van een bedrijf door certificering van aandelen. Voor Baars was het belangrijkste voordeel dat aandeelhouders die uit het bedrijf gaan het vermogen in het bedrijf kunnen laten en door middel

Spiegel voorhouden

Ruim 70 ondernemers waren aanwezig bij de bijeen­ komst over goed bestuur dat werd georganiseerd door CUMELA Nederland samen met Hogeschool Windesheim.

André Baars, directeur van Baars en Zn. BV, vertelde over zijn ervaringen van het scheiden van zeggenschap en eigendom door certificaten van aandelen.

GRONDIG 10 2016

Ilse Matser, lector bij Hogeschool Windesheim in Zwolle en dochter van een ondernemer in meubelen, nam de aanwezigen mee in haar visie op goed bestuur op familiebedrijven. Dat het onderwerp de aanwezigen boeide, bleek wel uit het toenemende aantal reacties uit de zaal. Een aantal trends die ze signaleert: “De nieuwe generatie in familiebedrijven twij-


felt steeds vaker aan overname, zeker in Nederland. Vroeger was de mentaliteit anders en deed je het gewoon”, stelde ze vast. Ook noemde Matser de veranderende rol van banken. “Na de crisis is het zo dat de oude generatie meefinanciert. Verder valt het op dat de jongste generatie gemakkelijker externe hulp inschakelt en zichzelf een spiegel voorhoudt, waardoor verbetering optreedt.” Aan de hand van het drie-cirkelmodel ging ze met de zaal in gesprek over de verschillen die er in het familiebedrijf zijn als het gaat om bedrijf, eigendom en familie. Met mooie voorbeelden uit de praktijk schetste ze een beeld: “Bij hotelketen Van der Valk krijgt ieder familielid de kans in het bedrijf, ook als eigenaar, terwijl bij schoenenfabrikant Van Bommel tot voor kort het beleid was dat er slechts één familielid zeggenschap en eigendom heeft. Dit zijn zaken die van belang zijn om met elkaar over na te denken in een familiebedrijf.” “Het helpt enorm als je je in je communicatie realiseert welke pet je op hebt”, gaf Matser de deelnemers mee. “Heb je het over wat het beste is voor de ontwikkeling van je zoon of kijkt iemand juist naar hetgeen op korte termijn wenselijk is voor het bedrijf”, noemde één van de deelnemers als voorbeeld.

Raad van advies In het tweede interview van de middag nam Berrie den Ouden, mede-eigenaar en senior-adviseur van de Den Ouden Groep uit Schijndel, de zaal enthousiast en bevlogen mee met mooie verhalen over zijn ervaringen als ondernemer. “Met een jurist en fiscalist kom je ook niet altijd verder. Je hebt ook mensen nodig die op een andere manier kijken. Wat is het beste voor de organisatie van en de familie van het bedrijf?” Duidelijk werd dat de raad van advies bij Den ouden een belangrijke rol heeft gespeeld bij het opvolgingsvraagstuk. Ook den Ouden was duidelijk in zijn mening over extern advies: “Je moet soms een drempel over om hulp van buitenaf in te schakelen.” De middag werd afgesloten door Judith van Helvert, onderzoekster bij Windesheim. Haar passie voor de onderwerpen werd snel duidelijk. Tijdens haar inleiding ging zij in op de

Aan de hand van het 3 cirkel model vertelde Ilse Matser, lector bij Hogeschool Windesheim, wat de verschillen zijn in familiebedrijven als het gaat om bedrijf, eigendom en familie.

verschillen en ervaringen rondom een raad van commissarissen en een raad van advies. “Uit onderzoek is gebleken dat 80 procent van de ondernemers positief is over het hebben van een raad van advies”, zei ze. Meerdere aanwezigen konden dit beamen. “Al sinds 1963 werken wij met een raad van advies”, sprak één van de aanwezigen. “Hierin zitten de aandeelhouders, een adviseur uit de bankenwereld en de accountant. Ruim 50 jaar geleden al hadden wij behoefte om meer met elkaar in gesprek te zijn. We hadden iemand nodig die deze vergaderingen konden leiden. We komen nu nog elk kwartaal bij elkaar om onszelf de spiegel voor te houden.” Een ander voorbeeld van een raad van advies kwam van een deelneemster, waarbij ook de link wordt gelegd naar persoonlijke coaching. “Uit onderzoek blijkt dat een raad van advies ondernemers de mogelijkheid biedt om te blijven leren. Hiermee groeit het zelfvertrouwen”, sprak Van Helvert. “Hoe je dit organiseert, is afhankelijk van het bedrijf en de wensen van een ondernemer. Een raad geeft je de mogelijkheid om te klankborden, wat een eventueel gevoel van eenzaamheid verkleint. Verder moet het je horizon verbreden en dient het te inspireren.”

TEKST: Dieuwer Heins, bedrijvenadviseur BEELD: CUMELA Communicatie

Judith van Helvert, onderzoekster bij Windesheim: ‘Een raad van advies biedt de ondernemer de mogelijkheid om te blijven leren. Hiermee groeit het zelfvertrouwen.’ GRONDIG 10 2016

73


ondernemen met

cumela

BEDRIJVIG

NIEUWE LEDEN De afgelopen periode hebben acht bedrijven zich ­ingeschreven als lid van CUMELA Nederland.

• Drenth Groep Zwartemeer VOF • F. Hommes • Wim van Dijk • Aannemingsbedrijf

ZWARTEMEER HARDENBERG POELDIJK

Vermulm en Zn. • Loon- en Verhuurbedrijf Richard Vergeer

MOERKAPELLE SNELREWAARD

Activiteitenrapport • De bedrijvenadviseurs zijn samen met de provinciale besturen bezig om de jaarlijkse Contactdagen te organiseren. voorjaar komt er een VOMOL-pilot in Drenthe. Dat gebeurt in samenwerking met de provincie en de gemeente De Wolden. • In Friesland is VOMOL opgenomen in het provinciale werkplan verkeerseducatie. • De marktbijeenkomst Aanbesteding Noord-Nederland met drie noordelijke waterschappen was goed bezocht en nuttig. • Waterleiding Maatschappij Limburg controleert bij bedrijven of de terugslagkleppen in orde zijn. De bestuursleden in Zuid-Limburg hebben in het kader van beregenen een bijzonder prettige samenwerking gehad met het waterleidingbedrijf. Waterleiding Maatschappij Limburg verhuurt namelijk standpijpen voor gebruik op plekken waar geen waterputten zijn en is verder heel behulpzaam. Rijkswaterstaat hielp met verstrekken van een vergunning voor de onttrekking van oppervlaktewater. • Op 16 februari is gedeputeerde Eddy van Hijum als spreker aanwezig op de Contactdag Overijssel. Leden krijgen dan de kans om te reageren op het beleid van de provincie Overijssel.

• Volgend

Professionele hacker Stan Hegt geeft advies over ­cybercrime Brand, fraude en aansprakelijkheid worden door het MKB traditioneel gezien als de grootste bedrijfsrisico’s. Sinds kort kan dit lijstje worden aangevuld met cybercrime. Zo’n zestig procent van ondernemend Nederland heeft er al mee te maken gehad. Wanneer een geslaagde aanval resulteert in verlies van geld of cruciale informatie kan dit forse gevolgen hebben voor de continuïteit van een bedrijf. Tijdens de landelijke Vrouwendagen van CUMELA heeft ‘professioneel hacker’ Stan Hegt op een begrijpelijke manier uitgelegd hoe hackers te werk gaan én gaf hij praktische tips en trucks om het cybercrimerisico te verkleinen. Zijn lessen zijn direct in de praktijk toe te passen. “Er zijn nog veel misvattingen over cybercrime”, zegt Hegt. “De meeste ondernemers d ­ enken dat zij veilig zijn als zij een antivirusprogramma hebben en goede wachtwoorden gebruiken, maar tijdig beveiligings­updates installeren, is eigenlijk nog veel belangrijker. En je moet altijd je gezonde verstand gebruiken: geen dubieuze bijlagen openen of verkeerde websites bezoeken. Daar loop je de kans dat je computer geïnfiltreerd raakt met malware, waarmee hackers je wachtwoorden gewoon kunnen zien en je antivirussoftware o ­ mzeilen.” Gevaar. Een virusscanner alleen op uw computer is niet voldoende om uw computer te beschermen tegen hackers. Het is belangrijk dat u niet alleen een virusscanner op uw computer heeft, maar ook een beveiliging voor uw e-mail en internet. En u moet altijd de laatste updates installeren! Op deze ­manier kunt u uw bedrijf

74

GRONDIG 10 2016

Tips • Houd de computer up to date. • Investeer in goede beschermingssoftware. • Controleer of een document ­afkomstig is van een afzender die u vertrouwt? • Voorkom hergebruik van wachtwoorden. Het advies is om lange wachtwoorden te gebruiken. • Stel een wachtwoordkluis in op uw ­telefoon of computer via www.lastpass.nl. • Werken op afstand? Gebruik twee-factor-authentificatie. • Kijk of u voorkomt in een datalek op www.hacked-emails.com. • Kijk voor tips en trucs op www.veiliginternetten.nl.

en uw bedrijfs­gegevens, zoals klantenbestanden, personeelsgegevens, certificaten, financiële ­gegevens et cetera, beschermen. Hackers. De meeste aanvallers waar MKBbedrijven last van hebben, doen het simpelweg voor het geld, niet voor de leuk. Dat moeten we dus zien als een duidelijke waarschuwing. Het toont onze kwetsbaarheid aan. Hackers komen aan uw gegevens via datalekken. De hacker komt in uw pc via uw e-mail als u bijlagen opent met een macro die de beveiliging uitschakelt, drive bij download (met malware besmette websites) of malware (mala­fide softwarevirussen). De hacker kan op uw pc internet­bankieren, boekhouden en/ of ransomware plaatsen, zodat u slachtoffer wordt van cybercrime. Dit werkt echt tegen cybercrime. Een hacker kiest de weg van de minste weerstand. Wanneer u beter beschermd bent dan uw buurman heeft uw buurman de voorkeur. Irma Gottenbos, Bedrijvenadviseur


NIEUW

NOG VASTERE en BETERE

REIS MET ONS MEE NAAR DE USA Bij iedere aankoop van een BigBaler PLUS voor 31 december 2016 krijgt u een unieke trip aangeboden met een bezoek aan o.a. New York, de Amish en de New Holland fabriek in het plaatsje New Holland (Pennsylvania, USA).

BIGBALER PLUS. PERFECTE PAKVORM. 10% HOGERE PERSDICHTHEID, 100% VAN DE TIJD. + DICHTHEID 80 cm langer perskanaal voor 10% hogere persdichtheid + PRODUCTIVITEIT Perfecte balen gedurende de hele dag onder zeer diverse omstandigheden + EFFICIËNTIE IntelliCruise : uniforme pakken en maximale capaciteit door geautomatiseerde functies + DUURZAAMHEID Verzwaarde aandrijving voor veeleisende werkzaamheden TM

ONTDEK ALLE PLUSPUNTEN OP WWW.NEWHOLLAND.COM NEW HOLLAND TOP SERVICE 00800 64 111 111 24/7 ONDERSTEUNING EN INFORMATIE. Uw oproep is gratis vanaf een vaste lijn. Vraag op voorhand aan uw gsm-operator of er kosten worden aangerekend.

www.newholland.com


GEWOON HAKSELEN! BEStEL Nu EN BESpAAr Rente Vanaf 0,49%*. VRaag uw DeaLeR naaR financieRing oP Maat

Minimale kosten Bespaar door laag brandstofverbruik en lage slijtage door Duraline

Vermogen en prestaties Betere prestaties in zware omstandigheden door Prostream

Zeer duurzaam Langere levensduur door sterke componenten

* Neem voor financieringstarieven contact op met uw John Deere dealer. Hieruit ontstaan geen contractuele verplichtingen. Uitsluitend voor zakelijke klanten in Nederland. Fouten, aanvullingen, modificatie en herroeping voorbehouden. Eventuele kosten die zouden kunnen ontstaan, zijn buiten beschouwing gelaten. Alle aanbiedingen zijn onder voorbehoud van en acceptatie door John Deere Financial, ’s-Hertogenbosch.

JohnDeere.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.