Grondig 1 - 2018

Page 1

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

20 - THEMA: SLIM ONDERHOUD 10 - HOOGTEPUNTEN INSPIRATIEDAGEN 32 - SPECIAL MAÏSRASSEN 52 - VERKEERSPLANNEN NIET MAKEN VANUIT OPEL CORSA 64 - WERKEN AAN EERLIJKE MESTKETEN

1 2018


ONS ONVOORSPELBARE GROEISEIZOEN...

...VRAAGT OM DE MEEST OOGSTZEKERE MAÏS

Profiteer ook van de ruwvoerzekerheid van LG 31-maïs en loop geen onnodige teeltrisico’s • Sterk en vitaal gewas • Vroege afrijping • Speciaal veredeld in en voor Nederland • Meer info op lg31mais.nl

Elke keer beter, altijd de beste.

Nu leverbaar met biostimulerende STARCOVER TSSV2-COATING voor een optimale benutting van fosfaat én sporenelementen


Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Print Management BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.

REDACTIONEEL Terug naar de basis Wie zichzelf wel eens terugziet op een filmpje of foto van een inspanning als voetballen, schaatsen of skiën schrikt nog wel eens. Zelfs die prachtige curves die je in de diepe sneeuw maakt, zien er dan toch meer uit als skiën voor beginners dan als de vloeiende bewegingen van de prof die je denkt te zijn. Het filmpje laat precies zien waar nog veel aan de techniek kan worden geschaafd. Jammer dat je dat moment meestal maar één keer per jaar meemaakt, want met één keer verse sneeuw in de vakantie mag je al blij zijn. Het is een herinnering die boven komt bij het lezen van het verhaal over precisielandbouw in dit nummer. Nu je opbrengstkaartjes en dronebeelden met een vingerknip tevoorschijn tovert, lijkt plaatsspecifiek werken dichtbij. Wil je zoiets goed doen, dan moet je echter eerst diep in de achtergronden duiken. Of om in ski-termen te blijven: eerst flink trainen. Beter is om eerst nog eens aan de basistechniek te werken. Wie de kaartjes goed bestudeert, kan namelijk vaak zonder specialistische apparatuur meteen aan de slag om dingen te verbeteren. De groepen die Herman Krebbers begeleidde, kwamen tot verrassende conclusies. Niet alleen verschillen in de bodem leiden tot afwijkingen in het gewas, ook machines laten zichtbare sporen na in de gewasopbrengsten. Krebbers noemt twee voorbeelden waarbij de afstelling van een machine de oorzaak was van achterblijvende groei. Natuurlijk, er waren ook oorzaken die uit de bodem kwamen, maar wat het direct liet zien, was waar de mens in de fout was gegaan. Door achterblijvend onderhoud, een verkeerde afstelling of gewoon een slechte bodembewerking. Als loonwerker levert het je belangrijke informatie op, al is het misschien niet wat je had gedacht, omdat je meende het zo goed voor elkaar te hebben. De dronebeelden laten zien waar het mis is gegaan. Iets wat je normaal niet ziet, want zelfs op een hakselaar overzie je dit soort zaken niet. Alleen daarom al is het interessant om een keer een paar percelen in kaart te brengen, bijvoorbeeld om te zien of de afstelling van de zaaimachine of spuit wel zo goed is als je dacht. Met een investering van een paar honderd euro kun je een extra kwaliteitscheck doen op je werk. Daar moet je ook niet te lang mee wachten, want het kan maar één keer per jaar. Het is net als bij het skiën terug naar de basis. Pas als die goed is, kun je namelijk gaan werken aan de finetuning en aan echte precisielandbouw. En kun je als een echte professional vanuit een degelijke basis samen met de klant werken aan optimalisering van de opbrengsten. Net zoals wij de komende maand blijven oefenen om dat diepsneeuwskiën nu echt onder de knie te krijgen.

Kosten abonnement Nederland € 89,- per jaar / Buitenland € 124,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke

GRONDIG 1 2018

3


Vanaf 0,0% rente* Incl. luchtberemming

Wij zijn klaar voor de toekomst! Voldoet u al aan de nieuwe wetgeving? Met de nieuwe CLAAS modellen, standaard incl. luchtberemming, bent u klaar voor de toekomst. Vraag bij uw CLAAS dealer naar de financieringsmogelijkheden en opties.

ARION 410 -16V / 16A Quadrishift -PANORAMIC-Cabine optioneel -67 KW / 90 Pk.

v.a. € 46.750,-

ARION 510 -24V / 24A Hexashift -4-punts Cabinevering -Load-Sensing -92 KW / 125 Pk.

v.a. € 59.750,-

ARION 610 -24V / 24A Hexashift -4-punts Cabinevering -Load-Sensing -107 KW / 145 Pk.

v.a. € 68.750,-

Kamps de Wild Edisonstraat 10 6902 PK Zevenaar info@kampsdewild.nl

Bovenstaande prijzen zijn exclusief afleveringskosten en btw. Actieprijzen geldig zolang de voorraad strekt tot uiterlijk 30 april 2018. Vermogens zijn aangegeven volgens max. vermogen (ECE R 120), komt overeen met ISO TR 14396. Inclusief 1 jaar fabrieksgarantie en daaropvolgend 2 jaar CLAAS Xtra-Care. *Vraag uw CLAAS dealer voor meer informatie m.b.t. de financieringsmogelijkheden en opties. Drukfouten onder voorbehoud.


INHOUD 3 6 9 10 16 20

Redactioneel In Actie: Loon- en Grondverzetbedrijf Van de Klundert Commentaar CUMELA Inspiratiedagen Vent & Visie: Alidus Hidding, VIB consulting Sterk Werk: Loonbedrijf Schimmel Overberg

Ondernemen met

mensen 24 28 32 36 40 42 46 49 49

Profileren: loon- en grondverzetbedrijf Markusse Grondig.com Leren van dronebeelden MaĂŻsvaria Automatisch smeersysteem snel terugverdiend Smeermiddelen van Ditoil Euro 6-bouwvoertuigen van Mercedes-Benz Economie In kort bestek

Ondernemen met

vaktechniek 50 51 52 54 55 56 57 58 60 63 64 66

Cumelaria Gekruid Kijk op de sector: Niels Bosch, Royal HaskoningDHV Cumela.nl Voorzitter Toolbox: arbocatalogus Adviespraktijk Resultaten cumelabedrijven Gebruik de indexering Actualiteiten sectie Agrarisch Loonwerk Plan van aanpak mestfraude Bedrijvig

Ondernemen met

cumela

Grondig 2 ontvangt u vrijdag 3 maart!

GRONDIG 1 2018

5


ondernemen met

mensen

6

GRONDIG 1 2018

BEDRIJF IN ACTIE


Eerste Tatra-6x6-agrotruck Voor chauffeur René de Groen van Loon- en Grondverzetbedrijf Van de Klundert in Oud-Vossemeer veranderde zijn werkplek dit jaar flink. Sinds 2 januari rijdt hij op een Tatra Phoenix-agrotruck, de eerste 6x6 in Nederland. Het is één van de noviteiten van Berkers Techniek, want dit jaar komt het bedrijf ook nog met een 8x8 en een 10x10 in snelverkeeruitvoering met een GVW van 46 en 50 ton. Vooral het zicht is voor de chauffeur even wennen. ”Op de trekker zit je mooi in het midden en heb je een goed zicht om je heen. Het went wel snel, want een truck is toch net iets comfortabeler om in te rijden.” De keuze voor een agrotruck is een zeer bewuste, stelt Albert van de Klundert. ”Het agrarisch werk wordt elk jaar minder en daarom doen we steeds meer in het grondverzet. Daar heb je niet voor elk werk per se een trekker nodig. Dan zit er veel op dat je bijna nooit gebruikt”, zegt hij. Als alternatief besloot hij naar een vrachtwagen te kijken en kwam toen uit bij de Tatra. “Tatra heeft een onafhankelijke wielophanging en dat sprak me wel aan”, zegt de ondernemer. Hij startte met een proefrit met een 8x8, maar die vond hij te groot. “Zo kwamen we bij de 6x6 terecht”, legt hij uit. Berkers Techniek in Deurne zag het wel zitten om hem terug te bouwen naar een T5-voertuig en heeft de snelheid teruggebracht tot 65 km/u. “We doen ook veel wegverbredingswerk en nu kan ik er een dieplader achter hangen en zo alles in één keer meenemen.” Of de truck in het terrein net zo sterk is als een trekker-kippercombinatie heeft hij nog niet kunnen testen. “Daar ben ik niet zo bang voor. De truck heeft aandrijving op alle wielen en door de centrale framebalk met onafhankelijke wielophanging hebben alle wielen altijd contact met de bodem.” De eerste week heeft Van de Klundert hem ook een dag getest op brandstofverbruik en daar kwam de Tatra als beste uit. “Het verschil met onze zuinigste trekker was echter niet heel groot. Met andere trekkers was er wel een flink verschil”, vertelt hij. De truck is ook veel sneller dan de trekkers. “Onze sterkste trekker heeft 230 pk en deze truck het dubbele, dus dan mag hij ook wel wat meer trekken”, zegt Van de Klundert. Ook in het kippen is de truck veel sneller. Vergeleken met een trekker en kipper ligt de investering ongeveer op hetzelfde niveau. Toch verwacht hij er wel voordeel mee te halen. Deze combinatie heeft minder banden en deze zijn goedkoper. Bij een gelijke levensduur bespaar je dan toch op de kosten. Bij de klanten krijgt hij tot nu toe een positieve respons. “Ze willen graag dat we hiermee komen.” TEKST EN FOTO’S: Arend Jan Blomsma

GRONDIG 1 2018

7


Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als dochter van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel u werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Ons advies en onze voorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.

“Ik vind het belangrijk om naast het bedrijf ook de ondernemer te kennen. Pas dan kun je het verschil maken.” Peter de Wit, verzekeringsadviseur

Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade

website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60


ondernemen met

mensen

COMMENTAAR Met lef en trots naar (h)erkenning Bescheidenheid siert de mens, maar bescheidenheid kan ook behoorlijk hinderen. Voorzitter Wim van Mourik memoreerde het tijdens de Inspiratiedagen. Onze omgeving en zelfs klanten zien een ‘boer’ op elke trekker, een ‘bouwer’ in bedrijven in grondverzet en infra, denken bij vrachtwagens aan een ‘transportbedrijf’ en menen dat groenonderhoud wordt uitgevoerd door de ‘gemeente’. Mooi niet! Het zijn vaak de cumelabedrijven die voor hun klanten aan het werk zijn. Maar hoe kunnen mensen onze bedrijven herkennen? Is zo’n CUMELA-bord naast de deur wel genoeg? Leden, bestuursleden en ook wij worden wel eens geconfronteerd met een gemeentebestuurder of opdrachtgever die onze cumelasector onvoldoende kent, terwijl we in Nijkerk toch ons best doen om de cumelasector te profileren als innovatief, deskundig en professioneel. Dat zijn we namelijk. Die profilering heeft ook bijgedragen aan herkenning van de bedrijven in groen-, grond- en infra, die een wezenlijke bijdrage leveren aan de BV Nederland. We doen ertoe! We zitten in allerlei overlegstructuren en er wordt naar ons geluisterd, omdat we verstand van zaken hebben. Kijk naar het feit dat we een stabiele sector zijn van voornamelijk familiebedrijven die in hun strategie continuïteit ver boven winstmaximalisatie zetten. Dat leidt onder andere tot een stabiele arbeidsmarkt. Ook in de afgelopen crisis hadden we aldoor ruim 30.000 medewerkers in dienst. Durft u als sectorbedrijf trots te zijn? Trots dat u lef toont door te investeren in het opleiden en binnenhalen van vakkundige medewerkers en moderne machines. Door aan hoognodige nieuwe medewerkers te vertellen dat ze in deze sector de volgende crisis waarschijnlijk wel overleven, terwijl ze in ‘de bouw’ worden weggesaneerd? Durven we onszelf te vermarkten naar opdrachtgevers en niet via onze machines? Te verklaren dat wij de juiste partij zijn? Dat wij bodemkennis hebben? Dat wij innovatieve oplossingen bedenken voor gecompliceerde klussen? Dat wij doorakkeren totdat het werk is gedaan? Dat wij - juist in eigen regio - een naam hoog willen houden? Dat wij als bedrijf in groen, grond en infra van nature investeren in duurzaamheid, omdat de aarde - ons werkveld - ons lief is? Durft u dat? Ik stel u de vragen en hoop op uw reacties, want om noodzakelijke stappen te maken naar een betere herkenning en erkenning van onze sector zullen ook de ondernemers beter zichtbaar moeten worden als sectorbedrijven, bijvoorbeeld door gebruik van het CUMELA-beeldmerk of door het vermelden van ‘groen-, grond- en infrabedrijf’ in uw naamvoering. Wilt u daaraan meewerken? Wat heeft u van ons nodig? Andere ideeën? Uw reacties zijn van harte welkom op mpouwels@cumela.nl.

Michiel Pouwels Directeur belangenbehartiging CUMELA Nederland

P.S. Dank aan alle leden en alle anderen die de afgelopen editie van de Inspiratiedagen tot een groot succes hebben gemaakt. Fijn dat u er allemaal bij was en van de dagen hebt genoten.

GRONDIG 1 2018

9


ondernemen met

mensen

HOOFDARTIKEL Laat je zien! Twee dagen Lef & Trots Ze wenst ons een toekomst vol lef en trots. Op donderdag 11 januari nam Hannie Zweverink in congrescentrum De Reehorst in Ede afscheid van haar CUMELA en de leden en relaties van haar. Lef en trots moeten we meer durven uitstralen, was haar boodschap aan het eind van de jaarlijkse Inspiratiedagen. als sector. Daar kunnen we trots op zijn. Willen we ijzersterk op weg naar de dag van morgen, dan moeten we lef tonen en laten zien dat we een heel interessante sector zijn.”

Redder in crisistijd

De CUMELA Inspiratiedagen 380 bezoekers 3 bedrijven 2000 koppen koffie 5 sprekers 1 pubquiz 1200 glazen bier 6 workshops

10

GRONDIG 1 2018

De presentatrice van de middag, Anita Witzier, moest aan een volle zaal met ruim driehonderd cumelaondernemers en relaties van CUMELA Nederland met schaamte bekennen dat ze nooit van de sector had gehoord. “Het is van de zotte dat ik niet weet wat CUMELA is”, zegt ze. Ze heeft zich er echter in verdiept. “De sector schept de randvoorwaarden waar de rest van Nederland op kan bouwen. Daar mag de sector zeker trots op zijn.” Haar punt laat meteen zien waar de uitdaging ligt voor de sector: uit de anonimiteit komen. “Daar ligt een taak voor ons”, beaamt ook voorzitter Wim van Mourik tijdens zijn speech. “Het publiek ziet een boer op een trekker, een bouwer op een kraan, een transporteur op een vrachtwagen, maar dat het een loonwerker is die het grootste deel van dit werk uitvoert, is onbekend. Hoe gaan we ons laten zien? Pas als mensen ons gaan herkennen, zullen ze ons ook gaan erkennen.” De toehoorders zijn zich daar wel degelijk van bewust. De behoefte aan bekendheid, zeker met het oog op de toekomst, is groot. Nieuwe medewerkers zijn nu al lastig te vinden, laat staan straks. “We moeten laten zien hoe interessant het is om in onze sector te werken”, stelt Van Mourik. “De bijzondere klussen die we doen, de diversiteit aan machines die we gebruiken: we doen er toe

Dat het merendeel van de sector uit familiebedrijven bestaat (98 procent) komt daarbij goed van pas, stelt Anita van Gils, lector Familiebedrijven aan hogeschool Windesheim in Zwolle. Zij gaf een inkijkje in haar lectoraat. Het bleek dat wij als sector van haar bevindingen nog heel wat kunnen leren en haar praatje zorgde voor een punt van herkenning. “Familiebedrijven laten werknemers niet zomaar los”, legt ze uit. “Ze bouwen iets op voor de lange termijn, voor de volgende generatie en proberen daarom altijd naar oplossingen te zoeken. Werknemers nemen daarbij een belangrijke plek in.” Uit onderzoek blijkt dat familiebedrijven een sterke identiteit uitstralen, weet Van Gils. “Ze zijn gemotiveerd om net dat extraatje te doen, ze zorgen voor een beter werkklimaat. Familiebedrijven zijn beter door de crisis gekomen dan andere bedrijven. Ze zijn gefocust op excellentie: ze willen het goed doen, zijn bezorgd om hun klanten en willen het beste voor hun medewerkers. Het is toch mooi als je in zo’n sector mag werken”, aldus Van Gils. Voor de toehorende cumelaondernemer een feest van herkenning. Wat echter ook typerend is voor familiebedrijven - en dus ook voor cumelabedrijven - is dat ze bescheiden zijn, stelt ze. “Ze treden niet zomaar op de voorgrond, terwijl ze innovatief en vaak de redder in crisistijd zijn. Dat mag best meer voor het voetlicht komen.”

Het fundament Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW, onderstreept dat. “De cumelasector maakt dingen mogelijk voor andere sectoren in Nederland. Zij staan aan de basis, leggen het fundament. Ze zorgen voor werkverschaffing, servicen de agrarische sector en de bouw, onderhouden het platteland. Mijn


Namens de leden richtte Wiel Mestrom op zijn bekende manier het woord tot Hannie. Hij bedankte haar voor de mooie en praktische manier waarop ze altijd voor de regiobesturen en leden klaar stond. Natuurlijk in dialect als tonprater.

ervaring is dat het midden- en kleinbedrijf het meest creatief is. Door deze bedrijven kan Nederland de koppositie die het in de wereld heeft versterken”, aldus de Boer. Hij ziet volop kansen voor de sector. “Er zit een langere periode van economische groei aan te komen. Dat zorgt voor omzetkansen, maar de krapte op de arbeidsmarkt zal toenemen. Het is dus van belang dat de sector zich laat zien.” Niet alleen voor de cumelabedrijven, ook voor CUMELA Nederland zelf ligt daar een uitdaging. “We moeten lef tonen om uit die anonimiteit te komen”, geeft Zweverink haar opvolgers mee in haar laatste woorden als afzwaaiend directeur. “We zijn een speler van formaat in de topsectoren van Nederland. Dus luister naar de leden, zorg dat je er voor hen bent, bied een luisterend oor.” Communicatie is cruciaal, net zoals in een familiebedrijf, redeneert ze. “Heb het lef om te laten zien wat je doet en wees daar trots op. Dat geldt zowel voor onze brancheorganisatie als voor de leden.” De Middag van Lef & Trots was de afsluiting van de jaarlijkse Inspiratiedagen. Het basiskamp daarvoor was dit keer De Reehorst in Ede. Ruim 300 ondernemers en jonge ondernemers uit de sector kwamen daar naar toe om samen met collega’s ideeën op te doen, eens achter de schutting te kijken bij een collega en bijgespijkerd te worden in diverse workshops. Op deze pagina’s een korte impressie van de verschillende programmaonderdelen en de belangrijkste boodschappen uit de workshops. Als inspiratie voor de editie van volgend jaar. Dan hoopt de organisatie nog meer ondernemers te begroeten. TEKST: Marjolein van Woerkom, Toon van der Stok, medewerkers CUMELA Nederland FOTO’S: Artvideo, Toon van der Stok

Het doel van de inspiratiedagen werd mooi verwoord met een spreuk op de muur in één van de vergaderzalen. Alles draait om kennis.

Workshops Lef & Trots, het kleinere cumelabedrijf Je hoeft niet groot te zijn om een goede boterham te verdienen, is het credo van spreker André de Swart van CUMELA Nederland. Kleine bedrijven - officieel bedrijven met een omzet van minder dan drie ton - zijn essentieel voor de maatschappij. Ze leveren maatwerk en zijn persoonlijk aanspreekbaar. “CUMELA gaat graag met hen in gesprek,” benadrukt De Swart, “maar vaak hebben de ondernemers geen tijd.” Een gemiste kans, vindt hij. “Gun jezelf tijd voor goede adviezen.” De zaal is overvol. Hij heeft zijn publiek getrokken door het woord ‘subsidie’ in de aankondiging te zetten, maar eigenlijk wil hij het hebben over de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). “Dit kan ondernemers aan het eind van het jaar een netto korting opleveren van tien procent op een resultaat van € 56.000,-. Dat is toch een week of vijf werken.” Interessanter dan de Vamil, stelt hij. “Die subsidieregeling is alleen geldig op de nieuwste modellen, terwijl KIA ook geldt bij aanschaf van gebruikt materieel. De Vamil levert ten hoogste drie procent korting op.” Administratie is vaak een ‘hoofdpijnklus’ voor de kleine ondernemer, dus haal daarvoor de kennis in huis, stelt hij. “Dat kan een accountant zijn, maar zorg er wel voor dat hij inderdaad kennis van zaken heeft en niet letterlijk doet wat jij zegt”, zegt De Swart. Hij heeft de ervaring dat dat niet goed uitpakt. “En mocht je er niet uitkomen, vraag dan je vrouw.” Kleine bedrijven kunnen kwetsbaar zijn, maar De Swart stelt dat je dat ook kunt zien als een kans. “Toon lef en laat je zien. Ga een samenwerking aan, zodat grotere klussen kunnen worden opgepakt. Heb je het te druk? Durf afscheid te nemen van lastige klanten. Doe iets bijzonders, dat levert meer waardering en meer uurloon op”, aldus De Swart. Hij ziet kansen voor het kleine bedrijf. “De economie trekt aan. Er ontstaat een arbeidsmarktkrapte. Met jouw kennis en kunde kun je daar mooi op inspringen.”

Stedin neemt voortouw

De toespraak van Wiel Mestrom werd omlijst met de traditionele vaandelzwaaiers. Een feestelijk beeld tijdens de receptie.

Bij de netbeheerders wordt hard gewerkt aan de implementatie van de nieuwe richtlijn zorgvuldig graven. Hierin heeft Stedin het voortouw. Dat werkt nu aan een nieuw informatiesysteem om bij gepland graafwerk vooraf leidingen te lokaliseren en helder aan de opdrachtgever te presenteren. Als dit klaar is, moet het model ook worden uitgerold naar andere netbeheerders. Tijdens de Inspiratiedagen liet Jan Koopman van Stedin zien hoe groot het belang ook voor de netbeheerder is om het aantal graafschades te verminderen. Ondanks alle maatregelen krijgt Stedin nog gemiddeld 7,6 meldingen van schade per dag. Dat lijkt veel, maar afgezet tegen het aantal meldingen dat Stedin per dag krijgt, valt het nog mee. Dagelijks komen er namelijk ruim 600 aanvragen voor informatie binnen.

GRONDIG 1 2018

11


Een loonstrook is niet altijd juist

ondernemen met

mensen

De theaterzaal van De Reehorst stroomde bijna vol voor de middag van Lef en Trots om afscheid te nemen van Hannie Zweverink als directeur van CUMELA Nederland.

De invoering van de nieuwe CROW 500-richtlijn was voor Stedin aanleiding om de aanpak te veranderen. Intern door medewerkers te scholen en vrij te maken voor de informatievoorziening, maar ook gericht op de buitenwereld door bijvoorbeeld het maken van informatiebladen. Deze zijn op de website van Stedin te zien. Voor allerhande werkzaamheden wordt aangegeven welke maatregelen moeten worden genomen en waarmee je rekening moet houden. Deze informatiebladen zijn nu al te vinden op www.stedin.nl/wion. De bedoeling is dat de andere netbeheerders zoals Liander en Enexis, deze aanpak op korte termijn gaan overnemen.

LEV: Lees En Vraag In een uitpuilende zaal ging het over een andere vorm van LEV, noodzakelijk om bij het aannemen van werk de risico’s te verminderen en de opbrengsten te maximaliseren. De eerste boodschap was van Nico Willemsen, secretaris van de

Vanaf de bank presenteerde Anita Witzier de middag van Lef en Trots. Met verbazing dat ze de sector helemaal niet kende.

12

GRONDIG 1 2018

sectie Grondverzet en cultuurtechniek. Hij nam de ruim 120 aanwezigen mee in de wereld van de indexering. Afspraken die vaak in bestekken worden gemaakt en waarvan je kunt profiteren. Op zijn vraag wie er gebruik van maakten, gingen echter maar een beperkt aantal vingers omhoog. Toch liggen daar mogelijkheden, gaf hij aan. “Het zijn afspraken die gemaakt zijn, dus lees dat bestek en profiteer daarvan. Zoek op welke index er geldt en verklaar die van toepassing”, aldus Willemsen. Hij gaf echter ook een lesje. “Vraag bij een bestek welke percentages er gelden voor arbeid en brandstof. Vaak komt dat niet overeen met de werkelijkheid. Dan staat er zestig procent voor arbeid en vijf procent voor brandstof, terwijl dat veel meer richting veertig en vijftien procent gaat. Vraag daarnaar en verwerk dat in een inschrijving.” (Meer over indexering op pagina 60 en 61.) Een tweede reden om bestekken en aannemingsvoorwaarden goed te lezen, gaf Herman Arissen van CUMELA Verzekeringen. Hij liet een aantal afspraken zien die hij tegenkwam in werkvoorwaarden. Voorwaarden die de risico’s vooral bij de aannemer van het werk neerleggen. Iets wat je niet moet accepteren, stelde hij. “Vraag de voorwaarden daarom altijd op en ga ze lezen. En accepteer niet wat er in staat, maar ga in overleg.” Het stuitte wel op verzet van de zaal. “Maar dan kan ik niet meer aan het werk”, klonk het. Herkenbaar, stelde Arissen. “Maar wil je wel aan het werk als alle risico’s bij jou komen. Dan moeten ze je wel heel goed betalen.” Hij adviseerde de bedrijven om te vragen naar de werkvoorwaarden als je een opdracht krijgt, maar deze ook zelf toe te passen. “Voor onze sector zijn de CUMELAvoorwaarden speciaal opgesteld. Gebruik die dus, want daarmee beperk je de risico’s.” De belangrijkste boodschap van deze workshop was daarom om LEV in je oren te knopen. Lees En Vraag en markeer je eigen positie.

Onjuiste werkuren per week, onjuiste beloning, foutief percentage vakantietoeslag. In een loonstrook blijken - onbedoeld - zomaar fouten te kunnen sluipen. Dat liet Marie-José Lamers zien tijdens haar workshop in een goed gevulde zaal. Tegelijk bood ze ook de oplossing: de door CUMELA Advies ontwikkelde PO-scan. Deze scan ontdekt regelmatig fouten in loonstroken. Het is zelfs niet uitzonderlijk dat de werkgever door een PO-scan vele euro’s kan besparen, was haar ervaring. “De PO-scan is bedoeld om een bedrijf door te lichten op het gebied van de primaire arbeidsvoorwaarden, zoals beschreven in de cao, en optioneel ook secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals werknemerstevredenheid en veiligheid”, aldus Lamers. Uit reacties van het publiek bleek maar al te goed dat de gemiddelde cumelaondernemer zich erg bewust is van het belang van een PO-scan. Ook de CAO-LEO kwam aan bod en Lamers had daarbij goed nieuws. Een langgekoesterde wens om meer flexibiliteit in de cao te krijgen, is eindelijk vervuld; het is beter mogelijk om de arbeidsfilm aan te passen aan het werkaanbod. Daarnaast vertelde Lamers met welk percentage de lonen worden geïndexeerd en welke regelingen er zijn getroffen rondom ketenbepaling en de oudere werknemer.

Gewasbescherming & maatschappij Sommige toehoorders in deze workshop hadden niet eerder van Nefyto gehoord. Dat is niet gek, want de brancheorganisatie voor producenten van gewasbeschermingsmiddelen heeft de maatschappij niet op haar hand. “Gewasbescherming is helaas de tegenstander van de maatschappij, maar ons voedsel is nog nooit zo veilig geweest als nu”, stelt voorzitter Carlos Nijenhuis. “Er is veel gaande in de branche. Zo worden er in Europa steeds meer actieve stoffen toegelaten die op biologische wijze zijn ontwikkeld. Daarnaast gaat het om de afweging tussen gevaar en risico. Gewasbeschermingsmiddelen zijn gevaarlijk, maar een kratje bier kan ook gevaarlijk zijn. Tenzij je het toepast volgens het etiket.” Daarnaast ziet hij een positieve tendens nu de betrokken sectoren de ambitie hebben uitgesproken om zich meer te richten op duurzaamheid en IPM (integrated pest management). Daarin zijn al resultaten geboekt. Zo is bij gewasbescherming in open teelten de milieubelasting op het oppervlaktewater en de bodem al aanzienlijk afgenomen.


Trots op Nederlandse landbouw

Taante oftewel Jetty Mathurin, zorgde niet alleen voor het komisch intermezzo, maar mocht ook afscheid nemen van Hannie. En benoemde haar gelijk tot bestuurslid van de Stichting Taante Bemoeit zich.

Er ligt ook een rol voor de cumelaondernemer, stelt hij. “Precisielandbouw is de toekomst. Door meer te meten en deze data te analyseren, krijgen we een advies, waardoor we gewasbeschermingsmiddelen specifieker en meer plaatsgebonden kunnen toepassen. De loonwerker heeft hier een voortrekkersrol in. Een individuele boer zal minder gauw investeren in deze technologie, maar bij een cumelabedrijf kan deze investering vaak eerder uit.” Daarnaast zal een cumelabedrijf meer moeten uitleggen, stelt hij. “Een loonwerker die ’s avonds zijn percelen naast een basisschool bespuit, doet dat niet stiekem, maar omdat hij het risico voor de kinderen die overdag aanwezig zijn wil minimaliseren.” Toch lijkt deze sector ook nog wat afwachtend. Slechts een klein deel van de aanwezigen heeft een emissiescan laten uitvoeren. “Dat is stap één”, zegt Nijenhuis. De volgende stap is wellicht aan de brancheorganisatie zelf om dat te stimuleren.

In een lunch-intermezzo gaf Jan Huitema als lid van de VVD-afvaardiging in het Europees Parlement een inkijkje in zijn rol als volksvertegenwoordiger in Brussel. Hij vertelde bewust te hebben gekozen voor een plekje in de landbouwcommissie van het parlement, omdat de landbouw van groot belang is voor Nederland. “Ik ben daar heel gelukkig met Phil Hogan als Eurocommissaris voor landbouw. Hij zit namelijk op onze lijn, dat we niet blind moeten subsidieren, maar randvoorwaarden moeten bepalen. Het is dan aan de lidstaten en de ondernemers hoe ze daaraan voldoen om voor een subsidie in aanmerking te komen. We willen geen opgelegde regels, want daarmee verstoor je de markt.” Gevraagd naar toekomstige zaken om rekening mee te houden bij plannen en investeringen had hij een helder verhaal. “De komende jaren draait het om biodiversiteit, circulair, meer met minder - gewasbescherming - en aandacht voor de bodem. Dat is in in Brussel, dus daar zal veel aandacht voor zijn. Dat zal ook in het nieuwe beleid tot uiting komen. Het is dus goed om daar nu al over na te denken.” Huitema stelde nadrukkelijk dat ook loonwerkers in de toekomst mee moeten kunnen doen om de doelstellingen die voor de Europese landbouw gelden te verwezenlijken. “Door doelstellingen te formuleren, geven we de Nederlandse landbouw ook weer de kans om te profiteren van de aanwezige kennis. Dat is iets waar we in Brussel altijd trots op zijn: de creativiteit van de Nederlandse landbouw om telkens weer een oplossing voor een probleem te vinden. Daarin speelt ook de loonwerksector een belangrijke rol. Mede dankzij de cumelaondernemers is de Nederlandse landbouw het Silicon Valley voor de agrarische sector.”

Loon- en grondverzetbedrijf W. Rossen, Ravenstein De familie Rossen stelde haar deuren open voor de CUMELA-leden op aandringen van zoon Tom Rossen. Met zichtbaar plezier vertelde eigenaar Wichard Rossen over de oorsprong en ontwikkeling van zijn bedrijf vanaf 1992 tot nu. Dat hij daarbij de nodige uitdagingen heeft gehad, moge duidelijk zijn. Het bedrijf, dat een aantal keren uit zijn jasje is gegroeid, is sinds een aantal jaren op een compleet nieuwe locatie neergestreken. Ook had Rossen veel waardering voor de samenwerking met zijn directe collega’s in de omgeving. Wichard vertelde over het lef dat nodig was om het bedrijf groot te maken en de trots die hij voelt voor zijn familie, zijn medewerkers en zijn klanten.

Wim van Mourik constateerde dat de buitenwereld een boer op een trekker ziet, een bouwer op een kraan, een transporteur op een vrachtwagen, maar realiseert zich niet dat het een loonwerker is die daar aan het werk is.

GRONDIG 1 2018

13


ondernemen met

vaktechniek mensen

Holding Gebr. Van Esch BV Cromvoirt Van Esch is een groot familiebedrijf met meerdere takken en vanuit meerdere locaties in Brabant. Tijdens de bedrijfspresentatie liet de familie Van Esch de veelzijdigheid van haar bedrijf zien. Het bedrijf met de wortels in het bermonderhoud is inmiddels een heel veelzijdige onderneming met de nadruk op groen, grond en infra. Van Esch stopt veel energie in het maatschappelijk verantwoord ondernemen en is trots op zijn plaats in de maatschappij. Dit uit zich bijvoorbeeld doordat het bedrijf is benoemd als ‘Brabants Beste’ , dit zijn voorbeeld-MKB-bedrijven in Brabant die hierin vooroplopen.

Jongeren onder de indruk Wat toch wel de meeste indruk maakte op de jonge cumelaondernemers tijdens hun aparte jongerenprogramma was de rondleiding over het bedrijf van Jos Scholman in Nieuwegein. De machines, de werkplaats, het keuringsstation, de wasstraat en de opslag van alle onderdelen: het was indrukwekkend om een bedrijf van een dergelijk kaliber van binnenuit te zien. Met ‘gas erop’ waren de deelnemers aan de Jongerendagen die ochtend naar het Utrechtse aannemingsbedrijf in infra, sport en groen getogen. Ze werden welkom geheten door zoon Robert Scholman, die samen met zijn broer Jos jr. deel uitmaakt van de directie. De jongeren kregen een introductievideo te zien van de verschillende werkzaamheden van het bedrijf. Die film sloeg meteen de spijker op zijn kop: lef en trots was wat Scholman tot hier had gebracht. Het bedrijf is trots op het werk dat het doet en door lef te tonen, kan het stappen maken. Zo heeft het bedrijf zich recentelijk ontwikkeld op het gebied van asfaltering. “Het is belangrijk om alles, maar dan ook echt alles in eigen hand te houden”, liet Robert weten. “Vanuit deze gedachte blijft het bedrijf in ontwikkeling.” Jos Scholman zelf kwam de jonge garde ook nog toespreken. Hij wilde de jongeren meegeven dat zij nooit moeten opgeven. “Ook als niet alles je is gegund of je met een tegenslag wordt geconfronteerd, moet je doorzetten. Heb lef”, zei de ondernemer, die ruim veertig jaar geleden vanuit een eenmanszaak in loonwerk en machineverhuur begon en dat heeft weten uit te bouwen tot een aannemingsbedrijf met ruim 200 medewerkers.

Jurgen kreeg al op jonge leeftijd kans om mee te draaien in het familiebedrijf. Zijn opa was daarin de trigger, die hem al jong betrok bij het loonbedrijf. De jongeren vonden het mooi om te horen dat Jurgen als jonge ondernemer zijn eerste onzekerheden heeft overwonnen en veel initiatief neemt in samenwerking en ontwikkelingen van het bedrijf. Met zijn initiatief om meer uit de grond te halen en het oprichten van Groeikracht BV zijn er ogen geopend. Voor de toekomst ziet Jurgen dan ook dat de adviesrol met betrekking tot de grond steeds zwaarder zal gaan wegen in het loonwerk. “De agrariërs verwachten dat de loonwerker alles weet van de grond en hoe deze optimaal te benutten”, liet hij zijn jonge toehoorders weten. Barbara Zonderland triggerde haar publiek met de vraag ‘Wie is er nu al ondernemer?’ Voor een groep met zoveel jonge mensen ging er een ongewoon aantal vingers de lucht in. Vervolgens werden de jongeren opgedeeld in groepen van zes. Elke groep werd gevraagd om vijf kenmerken van een ondernemer te benoemen en deze op te schrijven op een sheet. Door de discussie die daardoor ontstond, motiveerde ze de jonge groep om hun huidige pad te evalueren en na te denken over hun positie in de toekomst. Dat Jos Scholman niet alleen een mooi verhaal heeft, maar dat dat ook daadwerkelijk zo is en dat hij nog steeds erg betrokken is bij zijn bedrijf en werknemers, werd nog eens extra benadrukt toen de groep hem tegen het lijf liep in de loods. Hij kwam even peilen hoe de dag verliep. Met dank aan Jos Scholman voor het openstellen van het bedrijf.

Grote indruk maakten de hallen waar al het werkmaterieel bij Scholman staat opgeslagen.

Presentatie De groep werd na de introductie in tweeën gedeeld. De ene groep werd rondgeleid door Jos junior en Robert. De andere groep werd verrast met een presentatie van Jurgen Westerveld van loonbedrijf Westerveld uit Breedenbroek en met een interactieve presentatie over het ondernemersassessment van Barbara Zonderland.

14

GRONDIG 1 2018

Bij Scholman ging de jongeren ook in groepjes in gesprek over hoe je een betere ondernemer kunt worden.


VALTRA ZOEKT DEALER ACCOUNT MANAGER DIE TEGEN EEN STOOTJE KAN

Kijk voor meer informatie op www.heiwegen.nl of solliciteer direct via Heiwegen Consultancy Anne-Martine van Kerkhof (+31 6 5361 6040).


ondernemen met

mensen

VENT & VISIE

Veehouders zullen de komende jaren veel meer aandacht gaan besteden aan de ruwvoerproductie. Om kosten te besparen, maar ook om te voldoen aan de maatschappelijke trend van veel meer lokaal geproduceerd voedsel. Dit stelt onafhankelijk voeradviseur Alidus Hidding van VIB consulting.

Niet kopen, zelf produceren Voerspecialist Alidus Hidding, VIB consulting Spreken met Hidding is spreken met een bevlogen ondernemer, maar dan wel als adviseur van ondernemers. Al dertig jaar gaat hij namelijk de boer op om veehouders te helpen met het samenstellen van het rantsoen. Niet als vertegenwoordiger van de veevoederindustrie, maar als onafhankelijk adviseur. “Ons doel is heel helder: wij adviseren de boer om zijn productie te optimaliseren en vooral om zijn voerkosten te verlagen. En daar betaalt hij voor.” Zorgen dat een bedrijf veel beter gaat draaien, betekent inmiddels veel meer dan alleen kijken naar het rantsoen en het inkopen van krachtvoer, legt Hidding uit. “Om goed te kunnen adviseren, moet je alle processen kennen. Niet alleen die van het verwerken van voer tot melk in de koe, maar ook de processen in de bodem en de processen in de plant voor de productie van ruwvoer. Ook moet je de processen bij de boer, zijn adviseurs en de loonwerker kennen. Alleen als je dat allemaal doorgrondt, kun je komen tot een optimale advisering.” Hidding merkt dat met name de hele ruwvoederwinning steeds belangrijker wordt. Niet omdat er een tekort is, maar juist omdat veel bedrijven al een paar jaar meer dan genoeg ruwvoer hebben. “Toen voor de derogatie de verplichting kwam om meer gras in het bouwplan op te nemen, was er de angst dat er te weinig voer kwam. Toen begon iedereen over de noodzaak om twee ton meer droge stof per hectare te oogsten voor zowel gras als maïs. Dat heeft effect gehad.” Die verandering maakt dat ook zijn advisering breder moet worden. “Toen het ruwvoer krap was, waren we vooral bezig met het berekenen van het juiste rantsoen; kijken hoe je met de beschikbare gras- en maïskuil een zo goed mogelijk rantsoen kon samenstellen. Voor ons is het met zo min mogelijk kosten tot een optimale melkproductie komen. We helpen de veehouders daarbij om zo scherp mogelijk in te kopen. Dat kan doordat wij adviseren over de samenstelling van het krachtvoer en de klant met die wensen naar een fabriek kan gaan om te vragen voor welke prijs die dat kan leveren. Daar zit voor veel bedrijven de winst. Als we er namelijk in slagen om de voerkosten per kilogram melk met één cent te verlagen, gaat het op een bedrijf van één miljoen kilogram melk al om 10.000 euro.” Nu de ruwvoerhopen groeien, moet de advisering scherper, heeft Hidding vastgesteld. “Voorheen keken we vooral naar het voer en de voederwinning. Nu gaan we ook naar de bodem kijken, omdat dit de basis is voor de teelt van een goed gewas. We willen de boer helpen meer uit zijn grond te halen.”

16

GRONDIG 1 2018

Daarmee wil het bedrijf inspelen op nieuwe ontwikkelingen. “We komen uit een consumptiemaatschappij, waarin het gewoon is om datgene wat je mist te kopen. Dat is echter aan het veranderen. Niet alleen omdat de maatschappij dat vraagt, maar ook omdat boeren steeds scherper moeten worden op hun kostprijs, want verspilling accepteren we niet meer.” Mede door maatschappelijke veranderingen verwacht Hidding dat boeren veel meer aandacht aan hun ruwvoerproductie moeten besteden. “Je ziet dat de import en het gebruik van soja steeds meer onder vuur komen te liggen. Dat betekent minder eiwit via het krachtvoer en meer gebruiken dat je zelf kunt produceren.”

“We hebben nu wel veel aandacht voor het eiwit in de eerste snede, maar zijn de structuur vergeten” Door die noodzaak om meer zelf te produceren, zal de aandacht voor de ruwvoerproductie blijven toenemen, verwacht hij. Van het zorgen voor een gezonde bodem en een goede grondbewerking tot de bemesting en de juiste keuze van het maaimoment. “We zijn de laatste jaren namelijk doorgeschoten. We hebben nu wel veel aandacht voor het eiwit in de eerste snede, maar zijn de structuur vergeten. Het gevolg is dat bedrijven nu van alles bijvoeren om toch maar structuur in het rantsoen te krijgen. Terwijl je dat ook met gras kunt oogsten, als je maar geduld hebt. We moeten af van het idee dat we te laat zijn als er aren in het gras komen. Dit betekent niet dat het gras al volop bloeit, maar wel dat de aar in aanleg al aanwezig is. Dat is geen probleem, als je daar in het voorjaar maar rekening mee houdt. Als je gras wat langer laat groeien, kun je voldoende voederwaarde halen en veel eiwit, mits je daar in het voorjaar via een hogere bemesting maar rekening mee houdt. Niet langer uitgaan van een eerste snede van drie ton droge stof, maar ga maar naar vierenhalf of vijf ton. Het gras in de eerste snede veroudert veel minder snel dan twintig jaar geleden. Wil je echter eiwit, dan moet je bij de eerste ronde meer bemesten. Dan zorg je voor voldoende stikstof om ook in dat oudere gras voldoende ruw eiwit te krijgen.” Het is een voorbeeld van een proces dat je als loonwerker ook moet kennen, stelt Hidding. “Bij het bemesten moet je niet uitgaan van de standaard, maar met de boer overleggen wat zijn doel is. Daarvoor moet je een plan maken en daar


moet je aan vasthouden, ook als het begin mei mooi weer is en er wat regen dreigt. Wil een veehouder later maaien, dan moet hij vasthouden aan dat plan. Probeer samen met hem te voorkomen dat hij door de stress toch overstag gaat, want dan kom je niet verder. Als je doet wat je deed, krijg je namelijk wat je kreeg en zet je nooit stappen.” Hidding verwacht dat de veehouders zo de komende jaren steeds meer het heft in handen zullen nemen. “De moderne veehouder wordt veel meer ondernemer. Die gaat ook zelf als inkoper de markt op om zijn voer te kopen, maar moet ook zorgen dat hij veel meer zelfvoorzienend wordt. Om dat te bereiken, zal hij alle onderdelen moeten optimaliseren. Ook de opslag van het voer en de manier waarop je weer uitkuilt. Met goed vastgereden en misschien wel extra kuilen waar je zowel de eerste als de tweede snee over elkaar kuilt. Boeren moeten daarin zelf baas zijn. Niet klagen dat de loonwerker niet goed vastgereden heeft, maar daar zelf in beslissen. Zij bepalen wat er gebeurt, maar moeten wel de consequenties zien. Bij een goede kwaliteit hoort namelijk ook een goede prijs.”

“We moeten af van veehouders die nog bergen gras hebben liggen als ze al weer aan de eerste snee toe zijn”

Alidus Hidding (53) is medevennoot van VIB consulting. Dit is een onafhankelijk adviesbureau, gevestigd in Assen, dat veehouders internationaal adviseert over hun bedrijfsvoering. Bij het bureau werken in totaal twintig mensen in onder andere Nederland, België, Duitsland, Roemenië en Canada. Het bedrijf heeft momenteel ongeveer 200 klanten.

Als boeren er in slagen om voldoende goed gras in te kuilen, zal dat de komende jaren ook invloed hebben op de maïsteelt, voorspelt Hidding. “We moeten af van veehouders die nog bergen gras hebben liggen als ze al weer aan de eerste snee toe zijn. Dat betekent dat ze hun eigen gras niet voldoende hebben benut en te veel voer hebben bijgekocht. Wij adviseren boeren om in september te kijken hoe de ruwvoerpositie is. Ligt er dan voldoende gras, dan moet je de maïs veel meer als krachtvoervervanger inzetten, dus als het mogelijk is oogsten als CCM of MKS. Kan dat niet, dan zou je de maïs hoger kunnen hakselen, al is het effect hiervan veel geringer dan bij CCM of MKS.” Op de teelt van maïs hoeft dat niet veel invloed te hebben, stelt Hidding. “Het voordeel van maïs is dat je eigenlijk op het laatste moment nog kunt beslissen. Alle rassen hebben namelijk een hoog kolfaandeel om voldoende voederwaarde te halen. Natuurlijk is dat bij korrelmaïsrassen of rassen voor CCM of MKS iets hoger, maar het verschil is niet groot. Het is belangrijker om op het juiste moment de keuze te maken. Heb je weinig voer door bijvoorbeeld een slecht groeiseizoen, dan haksel je de hele plant. Is er genoeg, dan maak je een andere keuze. Natuurlijk is dat lastig voor de loonwerker, maar wie meegaat, sluit wel aan bij de wensen en belangen van zijn klanten.” Voor zowel boer als loonwerker is het volgens Hidding de kunst om ontwikkelingen tijdig op te pakken. Het gaat om het vertalen van wensen van de maatschappij naar je onderneming. “De succesvolle bedrijven zijn niet de sterkste of slimste ondernemers, maar de bedrijven die zich het best weten aan te passen aan de tijdgeest. En het maakt niet uit of je veehouder, bakker, slager of loonwerker bent. Als je de signalen maar ziet en die oppakt.” TEKST: Toon van der Stok FOTO: VIB consulting

GRONDIG 1 2018

17


www.TKD.nl 31 mei, 1 en 2 juni 2018 Nobelhorst Almere


Ontdek het Laudis effect:

krachtig, snel en veilig!

advies Aangepast gergras in v d la g g bestrijdin Dosering: 2,25 l/ha 1,5 l/ha Timing: 2-3 blad d la b 6 3

Zeer krachtig maïsherbicide Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

• breed werkingsspectrum • gewasveilig • snelle werking • snel regenvast


STERK WERK “Zelf repareren loont”

ondernemen met

mensen

Loonbedrijf Schimmel Overberg BV, Overberg Onderhoud en reparaties aan machines doen ze bij Schimmel Overberg zo veel mogelijk zelf. Deels uit liefhebberij, maar het levert ook wat op, meent Albert Schimmel. “De ervaring uit het veld neem je mee de werkplaats in, en andersom.”

Op het erf van Schimmel Overberg klinkt het geluid van een hogedrukspuit. Eén van de opraapwagens van het bedrijf wordt grondig onder handen genomen. Hij moet van top tot teen schoon, maar dan ook echt schoon. De medewerker met de lans in zijn handen is al twee dagen bezig met de machine. Als hij klaar is, volgt een inspectie in de werkplaats en wordt hij van voor tot achter nagekeken om in het nieuwe seizoen weer probleemloos te kunnen draaien. “Anderen verklaren ons misschien voor gek dat we er zoveel tijd in stoppen, maar ik ben daar altijd al heel secuur in geweest”, zegt Albert Schimmel. “Dat zit er nu eenmaal in.” Schimmel begon zijn onderneming in 1993 vanuit het niets en die groeide aanvankelijk vooral in het grondverzet. Daar

20

GRONDIG 1 2018

was volop werk in. Na verloop van tijd verschoof het accent echter steeds meer in de richting van het agrarische werk, want die kant wilde hij het liefste op. Omdat enkele collega’s in de buurt hun agrarische activiteiten staakten, kon het bedrijf op een natuurlijke manier doorgroeien naar zijn huidige omvang, met tien vaste medewerkers en een vaste clientèle melkveehouders in de omgeving. In de aansturing is het een echt familiebedrijf. Alberts vrouw Wilma handelt op kantoor de administratieve kant af. Albert zit in verschillende rollen, van planner tot chauffeur en tot voor kort ook de aansturing in de werkplaats. Ondanks de relatief kleine omvang vindt hij een professioneel gerunde werkplaats namelijk van groot belang.


Schimmel Overberg BV loonbedrijf en grondwerken Albert en Wilma Schimmel runnen samen het gelijknamige loonbedrijf in Overberg, op de Utrechtse Heuvelrug. Het bedrijf is actief in agrarisch loonwerk en de aannemerij, met een omzetverhouding van ongeveer 75/25. Het agrarisch werk bestaat vooral uit de voederwinning en het uitrijden van mest voor melkveehouders in de omgeving. Daarvoor staan een hakselaar met silagewagens, drie opraapwagens en twee zoden­ bemesters klaar en een scala aan grondbewerkings- en zaaimachines. Buiten het agrarische werk heeft Schimmel een brede groep opdrachtgevers, van aannemers en Staatsbosbeheer tot waterschappen en gemeenten. Ook rioleringswerk zit in het pakket. Het bedrijf heeft tien vaste medewerkers in dienst en doet in het hoogseizoen een beroep op enkele zzp’ers. Dit jaar viert Schimmel Overberg zijn 25-jarig jubileum.

Man in de werkplaats Twee jaar geleden kwam er een nieuwe medewerker in dienst, die de coördinerende rol in de werkplaats heeft overgenomen. Schimmel is blij dat de situatie uitpakt zoals hij had gehoopt. “Hij is technisch beter onderlegd dan ik. In principe zorgt elke chauffeur voor het onderhoud aan zijn eigen machine, maar er moet ook iemand zijn die het overzicht in de werkplaats bewaart, het eerste aanspreekpunt is en de voorraden op peil houdt. Dat was eerst ik, nu is dat Floris.” Een werkplaatschef is Floris niet, want daarvoor heeft het bedrijf niet de omvang. Dat is ook niet de bedoeling. In het groeiseizoen is hij de vaste chauffeur op de maïszaaimachine en op de hakselaar. Buiten deze piekperiodes staat hij vooral in de werkplaats. Juist die combinatie van werkzaamheden vindt Schimmel zo belangrijk. “Hij weet precies wat de sterke en zwakke punten van een machine zijn en neemt die ervaring mee het veld in. Het scheelt stilstandtijd als je een probleem snel kunt lokaliseren en je komt minder snel voor verrassingen te staan. Sommige onderdelen liggen bij wijze van spreken al klaar, omdat je de pijnpunten van de machines kent. Andersom neem je de ervaringen uit het veld mee terug naar de werkplaats. Je kunt dingen soms net even slimmer doen als je in je achterhoofd weet hoe de machine wordt gebruikt.” Voor Floris zelf speelt de afwisseling van het werk een

belangrijke rol. “In de wintermaanden ben ik graag in de werkplaats, maar tijdens de pieken in de veldperiode draai ik het liefst buiten mee. Juist die combinatie maakt het aantrekkelijk”, zegt hij.

Wielaandrijving Liefde voor techniek is in de loonwerkbranche natuurlijk niet vreemd, maar je hebt die in verschillende gradaties. “We kunnen wel over andere dingen praten hoor, maar de gesprekken gaan vaak over techniek. Zelf dingen aanpassen en optimaliseren is voor ons ook een stukje arbeidsvreugde”, zegt Schimmel. “Met kleine ingrepen kun je de kwaliteit van het werk of de productiviteit soms flink verbeteren. Daar discussiëren we veel over en daar hebben we veel plezier in, zeker als het later ook uitpakt zoals je had gehoopt.” De mooiste projecten vindt Schimmel aanpassingen die er echt toe doen, zoals de wielaandrijving die ze bouwden onder enkele maïswagens. Afgelopen najaar waren die geen overbodige luxe om de oogst toch nog netjes van het land te krijgen. Ook relatief kleine ingrepen kunnen echter belangrijk zijn, zoals een extra opstapje dat een machine net even wat gebruiksvriendelijk en veiliger maakt. Een ongeschreven regel op het bedrijf is dat er op veiligheid niet wordt bezuinigd. Zo zijn alle wagens al voorzien van goede luchtremmen.

Investeren in de veehouder Als je je als kwaliteitsloonwerker wilt positioneren, moet je met de klant kunnen meedenken. Daarom volgde Albert Schimmel afgelopen jaar, samen met één van zijn vaste medewerkers, de cursus ‘Partner in Ruwvoer’ van CUMELA. “We hebben de informatie echt opgezógen. Ik wil een serieuze gesprekspartner zijn voor onze klanten, om ze zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, maar ook om te kunnen inschatten wat er allemaal op ons afkomt, want we kunnen als klein bedrijf niet overal in investeren. Dan is het belangrijk dat je de juiste keuzes maakt. In overleg met de klanten bekijken we bijvoorbeeld hoe we het best kunnen inspelen op nieuwe wet- en regelgeving, zoals de verplichte rijenbemesting in maïs.

GRONDIG 1 2018

21


ondernemen met

mensen

Naast het agra­ risch loonwerk doet het bedrijf ook nog veel in kleinere grond­ verzetklussen, zoals het aanleggen van verhardingen.

In de groene omgeving van Overberg doet het bedrijf veel onderhouds­ werk voor verschillende overheids­ instanties.

22

GRONDIG 1 2018

Schimmel doet niet alleen veel onderhoud zelf, in de werkplaats worden ook aanpassingen aan machines gemaakt of zelfs eigen machines gebouwd.

Kosten lager

Amerikaanse toestanden

Schimmel vermoedt dat hij ook goedkoper uit is door zoveel mogelijk reparaties in eigen beheer uit te voeren. In CUMELA Kompas Analyse, waarin de bedrijfsgegevens worden geanalyseerd en met elkaar worden vergeleken, scoorden het bedrijf in het afgelopen seizoen opvallend gunstig op onderhoud. Jarenlang schommelde de verhouding tussen de onderhoudskosten en de bruto marge rond de twaalf procent. Afgelopen jaar was dat ineens de helft; het jaar waarin ze voor het eerst met een vaste man in de werkplaats werkten. “Ik wil daar absoluut nog geen conclusies aan verbinden, want het is maar één jaar,” relativeert Schimmel, “maar het zet me wel aan het denken.” Het is lastig om precies de vinger te krijgen achter dit soort cijfers, want het kan ook een jaarinvloed zijn. Zowel de bruto marge als de kosten fluctueren nu eenmaal. Zo heeft Schimmel afgelopen jaar bijvoorbeeld weinig in banden hoeven te investeren. “Ik ben wel benieuwd hoe dit cijfer zich de komende jaren gaat ontwikkelen. We kwamen wel duidelijk minder vaak bij de dealer en dat scheelt natuurlijk in de kosten. Aan de andere kant investeren we zelf in extra werkplaatsuren, al zijn dat ook uren die je nodig hebt om je personeel jaarrond voldoende werk te kunnen bieden.”

De relatie met de lokale dealer is er voor Schimmel niet minder belangrijk door geworden. Sterker nog, een goede dealer is een belangrijke voorwaarde om veel zelf te doen, vindt Schimmel. “De relatie is heel plezierig; de dealer staat ons met raad en daad bij. Als we een storingsmelding hebben waar we niet uitkomen, maken we een foto van de foutcode en appen we die door. Meestal krijgen we dan gelijk bericht terug en kunnen we het euvel negen van de tien keer zelf oplossen. Bij storingen in de software ligt dat anders. Zodra er een laptop aan te pas moet komen, haken wij af en schakelen we de dealer in. En ook in drukke tijden doen we daar een extra beroep op.” Bang voor ‘Amerikaanse toestanden’, waarbij trekker­ fabrikanten hun klanten verbieden om zelf aan de trekker te sleutelen, is Schimmel niet. “Over garanties wordt niet moeilijk gedaan. Bovendien gebruiken we zoveel mogelijk originele onderdelen. Het is ook een kwestie van vertrouwen, denk ik. Laten we hopen dat het hier niet zover komt.”

TEKST: Egbert Jonkheer FOTO’S: Egbert Jonkheer, Schimmel


Zijn opbrengst meer dan goud waard.

MEGUSTO

FAO 220

Vroege silomaïs / Vroege korrelmaïs / Vroege CCM / Geplette maïs / MKS Vroegrijp Top korrel (=zetmeel) opbrengst Als silomaïs: - Top zetmeelopbrengst - Top voederwaardeopbrengst - Top voederwaardeconcentratie  Goede stay-green  Goede oogstzekerheid  Zeer goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte

   

Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 30 003 www.kwsbenelux.com

SEEDING THE FUTURE SINCE 1856


ondernemen met

vaktechniek

PROFILEREN Eindeloze klus Project Meeuwenduinen, loon- en grondverzetbedrijf Markusse Een mooier werk zullen ze niet gauw meer krijgen, denken ze bij Markusse uit ’s-Heer Abtskerke. Afgelopen jaar mocht het bedrijf een duingebied van 260 hectare met ruige begroeiing helemaal leeg maken. Eindeloos mooi, maar ook eindeloos in uitvoering. Meter voor meter moest het terrein namelijk met een knijperbak worden schoongemaakt.

24

GRONDIG 1 2018


Project: Meeuwenduinen Opdrachtgever: provincie Zeeland en Natuurmonumenten Directie en toezicht: Eelenwoude Aanneemsom: € 600.000,Financiering: PAS-gelden voor compensatie van N-depositie Werkzaamheden: een duingebied van 250 hectare helemaal kaal maken, deels door alleen bovengronds de begroeiing te verwijderen, deels inclusief het frezen van de wortelzone. Daarnaast moest er zestig hectare bos worden gekapt en moesten alle stobben worden gefreesd. Het gehele gebied is een archeologisch monument en moest telkens worden onderzocht. Jan Willem de Jonge is niet alleen uitvoerder, maar ook degene die de inschrijving uitrekent en de contacten onderhoudt met de partners.

Gokken was het, vertelt Jan Willem de Jonge, projectleider en uitvoerder bij Markusse, als hij terugkijkt op het moment dat het bedrijf moest inschrijven voor het project Meeuwenduinen. “We zijn nog nooit ergens zo vaak wezen kijken en hebben zo lang zitten rekenen en discussiëren voor we inschreven”, vertelt hij. Het kwam door de grote onzekerheid over het werk en het terrein van de Meeuwenduinen, een overwoekerd duingebied op de kop van Schouwen-Duivenland, tussen Burgh Haamstede en Renesse. Via een vaste partner, Romers uit Zwijndrecht (onderdeel van KWS), kreeg Markusse eind 2016 het verzoek om mee te schrijven op dit project. Het ging daarbij om het verwijderen van duindoorn en Amerikaanse vogelkers van een oppervlak van 190 hectare. Daarnaast moest een bosgebied van ongeveer 60 hectare worden afgezaagd en moesten alle stobben worden verwijderd.

Onoverzichtelijk Een klus die op het eerste gezicht eenvoudig klinkt, maar door de schaal en de inrichting van het terrein was het dat niet. Niet alleen was het door de ruige en ondoordringbare begroeiing nauwelijks mogelijk het terrein vooraf in kaart te brengen, door de duinen - die wel tot een hoogte van twintig meter reiken - was het ook onoverzichtelijk. Slechts vanaf een paar paden kon het gebied enigszins worden bekeken. “Dat was ook de reden dat we zo vaak zijn gaan kijken”, vertelt De Jonge. “We wilden het werk graag hebben, maar het was zo moeilijk om te bepalen hoe je het werk zou kunnen uitvoeren en hoe lang je dus bezig zou zijn. Normaal zijn we er bij een inschrijving snel uit en kunnen we snel knopen doorhakken, maar hiervoor hebben we echt avonden zitten discussiëren hoe we dit moesten inschatten.” Op de tekening van het werk was het gebied ingedeeld in ruim vijftig vakken. Per vak was daarbij bepaald wat er moest gebeuren. Zo waren er vakken waar alleen het struweel afgeknepen hoefde te worden en verwijderd, terwijl op andere plaatsen de bovengrond ook moest worden gefreesd. Per vak was dan weer een werkdiepte bepaald. Aan de rand van het terrein langs de kust moest daarnaast ook nog een deel van de hoogste duinen worden weggegraven. Net als het andere graafwerk is dit deel van het werk door Romers uitgevoerd. Op twee plaatsen werden windgaten gemaakt, zodat er na afloop van het werk weer een actief verstuivingsgebied zou ontstaan. “We zien nu al dat dit werkt,” vertelt De Jonge, “want inmiddels is de bodem al zeker dertig centimeter uitgesleten.”

Broedseizoen Uiteindelijk bleken Romers en Markusse de meest voordelige inschrijvers, wat betekende dat ze het werk begin 2017 konden starten. De uitvoering moest daarbij in twee gedeelten, omdat er in het broedseizoen niet mocht worden gewerkt. “Dat zou je ook niet willen,” lacht De Jonge. “Dan maakt het gebied namelijk zijn naam waar. Er broeden duizenden meeuwen in het gebied en die kunnen flink agressief zijn.”

GRONDIG 1 2018

25


1 Door de relatief hoge ondernemen met duinen was het gebied erg onoverzichtelijk en was GPS noodzakelijk om de juiste positie te bepalen.

vaktechniek

2 Met een speciaal rupsvoertuig is in de herfst de eerste hergroei geklepeld en weer opgezogen. 3 Het gebied is nog nooit bereden door zware machines. Daarom mocht ­Markusse alleen met licht materiaal het gebied in.

1

2

4 Het restmateriaal is versnipperd en de geplagde bovenlaag is afgevoerd naar akkerbouwers rondom Burgh Haamstede. Zij hebben het gebruikt om de toplaag van de zware zeekleigrond lichter te maken.

3 De eerste week van januari vorig jaar werd er gestart aan een schier eindeloze klus. “Ik heb groot ontzag voor de machinisten die dit werk hebben gedaan”, prijst De Jonge zijn collega’s. “Meter voor meter hebben zij met een knijperbak zestig hectare schoongemaakt. Moet je voorstellen dat je er staat, je ziet geen einde, alleen maar een duingebied en overal begroeiing. Per dag doe je dan niet meer dan 2000 tot 3000 vierkante meter.” Het was echter meer dan dat, want doordat de duinen tot de top moesten worden afgeknipt, was het werken onder moeilijke en vooral steile hoeken. “Ik ben blij dat ik niet op die machine hoefde te zitten. Het was namelijk ongelooflijk hoe ze er soms bij stonden.”

Speciale beperkingen Veel gemak was er bij het werk van het digitale karteringssysteem Arc Gis, dat de provincie gebruikt. Op basis van

26

GRONDIG 1 2018

4 Google Maps zijn op deze app de verschillende kavels ingekleurd. Alle machinisten in het gebied hadden daarom een telefoon of tablet in de machine om te kunnen zien in welk vak ze aan het werk waren. Daarmee konden ze precies per vak zien wat de opdracht was. Belangrijk daarbij was dat ze het gebied zo min mogelijk zouden verstoren. Het hele duingebied is namelijk nog in oorspronkelijke staat en nooit door zwaardere machines bereden. Wel golden er speciale beperkingen. Omdat het hele gebied ook een archeologisch monument was, moest er telkens wanneer een gebied werd bewerkt weer onderzoek plaatsvinden. “Dit is het grootste archeologische monument van Nederland, dus iedereen stond steeds op scherp. Gevonden is er echter niets.” Markusse kocht speciaal voor het verwijderen van de boomstobben in het gekapte bos een stobbenboor die het hout direct verzamelt. Deze kun je dan direct in een kipper leegdraaien en het hout afvoeren. “Daar hebben we nu in stede-


5

6

5 Met een speciaal rupsvoertuig is in het najaar een deel van het gebied geklepeld en is het maaisel direct afgevoerd. De klepelmaaier heeft een speciale uitvoering, zodat het maaisel direct in een opvangbak wordt geworpen. Dit voorkomt op­ zuigen van beestjes als het maaisel van de grond wordt verwijderd. 6 In totaal is 30.000 kubieke meter materiaal uit het gebied afgevoerd. Hout en houtsnip­ pers zijn ­gebruikt als brandstof in een biomassacentrale. Het geshredderde materiaal is afge­ voerd naar verschil­ lende composteer­ bedrijven. 7 Meter voor meter moest de machinist het gebied kaal ­maken met de ­knijperbak. Gemid­ deld lag zijn dag­ productie op 2000 tot 3000 vierkante meter per dag.

7 lijk gebied ook veel profijt van, want gemeenten vinden dit een mooie oplossing, omdat je nooit last hebt van rondvliegend hout.”

worden gehouden, maar deze zomer zullen die grazers er nog niet zijn. “Dus een mooie kans dat we weer aan het werk kunnen. Dat zou mooi zijn, want het is een prachtig gebied om in te werken.”

Prachtig gebied Uiteindelijk bleek het mogelijk de klus precies in de periode die ervoor stond te klaren. Na de eerste fase, van 1 januari tot 1 maart, werd vanaf 1 augustus het tweede deel uitgevoerd. Al kwam er toen al weer extra werk omdat op het gedeelte waar alleen de bovengrondse delen waren verwijderd al weer dertig centimeter hoog struweel stond. Voor het verwijderen daarvan bleek een eerder aangeschaft rupsvoertuig zeer geschikt. De inzet daarvan was noodzakelijk omdat er geen sporen in het terrein mochten komen, omdat het gebied nog nooit door zware machines is bereden. Ook komend jaar hoopt Markusse hier nog mee het gebied in te kunnen. Op termijn moet het gebied door begrazing kort

TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Markusse

Overzicht uitgevoerde werkzaamheden door Markusse • Totale werkgebied inclusief beschermzone’s 250 HA • Verwijderen tak en tophout van een eerdere velling 1.300 are • Verwijderen dennenbos 100 are • Verwijderen Duindoorn 5.900 are • Verwijderen Prunus 1.450 are • Verwijderen stobben van eerdere vellingen 7.500 stuks • Maaien met rupsmaaier 5.800 are

GRONDIG 1 2018

27


ondernemen met

vaktechniek

GRONDIG.COM

NIEUWE GENERATIE HITACHI ZW 150

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

in combinatie met de aangepaste hydrostatische transmissie moet het brandstofverbruik van de machine aanzienlijk lager liggen. Hitachi noemt een besparing van negentien procent tijdens het rijden en zes procent bij het laden.

KENNIS OVER GEWASBESCHERMING Hitachi heeft een nieuw model van de ZW 150-wiellader uitgebracht. Deze heeft een Stage IV-motor, een aangepaste transmissie en drie soorten hefframes. Voor gebruik in de landbouw en de recycling zijn speciale voorzieningen mogelijk. De ZW 150-6 is de opvolger van de ZW 150-5. Basis is de nieuwe motor met een extra nabehandeling van de uitlaatgassen met behulp van een dieseloxidatiekatalysator en de toevoeging van AdBlue. Ook is er een extra geluidsdemper om de machine stiller te maken. Dankzij de nieuwe motor

onderbouwing. De online-factchecker is te vinden op www.gbmfactchecker.nl.

BEWEEGBARE CABINE OP MAGNI Magni heeft een beweegbare cabine ontwikkeld voor zijn roterende verreikers. De nieuwe cabine is als optie beschikbaar voor de Magni

Wie meer wil weten over gewas­beschermings­ middelen en vooral feiten wil en geen fabels, kan vanaf deze week terecht op de site GBM FactChecker. Het is een platform waarop wordt uitgelegd hoe middelen werken en hoe misverstanden zijn weg te nemen. De site is een initiatief van Nefyto, de organisatie waarin leveranciers van gewasbeschermingsmiddelen zich hebben verenigd. De organisatie merkt dat er in het veld en in het nieuws veel misverstanden zijn rond gewasbeschermingsmiddelen. Wie daarmee te maken heeft en graag zijn klanten of omgeving goed voorlicht, kan nu op deze site terecht voor de juiste informatie en eventueel wetenschappelijke advertentie

Gedreven door: grondbewerking

Vakkennis

Correcte Service PNEUMATIC PRECISION SEED DRILLS

precisie zaaitechniek

Snelle onderdelenvoorziening

haakarm systemen

Oplossingsgerichtheid

Chr. Willemsen GmbH

Loyaliteit

ccm molens

Bieslook 15 6942 SG DIDAM

28

GRONDIG 1 2018

gerard.zweers@argi.nl 06-53236180

www.argi.nl


RTH-serie voor alle modellen vanaf de RTH6.26 tot de RTH6.46 SH. De cabine wordt met een parallellogramframe hydraulisch maximaal 1,50 meter omhoog gebracht. Tegelijk is het mogelijk om de cabine veertien graden te laten kantelen. Bij volledig geheven cabine bevinden de ogen van de machinist zich 4,50 meter boven de grond. Ongeacht de positie van de cabine blijft het mogelijk alle functies van de verreiker te benutten. Zelf verplaatsen van de machine is mogelijk.

DUIZENDSTE FENDT 1000 Net voor de kerst rolde in de Fendt-fabriek in Marktoberdorf de duizendste Fendt 1000 Vario van de band. Het betekent dat deze trekker in ruim vijftien maanden goed is voor ongeveer vijf

procent van de totale trekkerproductie van het merk. Het duizendste exemplaar staat inmiddels op de boot naar Canada. De helft van de duizend verkochte trekkers gaat naar Canada en Amerika. Ruim 300 daarvan zijn als Challenger verkocht via het Caterpillar-dealernetwerk. De overige 500 zijn vooral in Europa verkocht.

SPECIALE GROTE JOSKIN-AARDAPPELKIPPER

STEELWRIST KOMT MET HANDIGE VEGERS

Joskin speelt met deze nieuwe Trans Space 9200 in op de vraag naar een speciale groot-volumekipper voor het transport van aardappelen. De kipper combineert dankzij een lagere linkerkant een grote inhoud met toch een zo laag mogelijke valhoogte. De kipper heeft zonder opzetschotten en zonder kop een netto inhoud van 30,8 kubieke meter. Het voorschot, het rechterschot en de losklep zijn 1,50 meter hoog. Het linkerschot is grotendeels 25 centimeter lager om zo de storthoogte te beperken. Met een hydraulisch opzetschot van 25 centimeter is deze hoogte te vergroten tot 1,50 meter rondom. Met (optioneel) extra grote hydraulische opzetschotten is de hoogte van het linkerschot met 50 centimeter te vergroten. Samen met hydraulische opzetschotten van 25

Na het werk even de veger aanpikken aan de tiltrotator van de mobiele graafmachine om schoon werk op te leveren of wat kabel- en leidingwerk schoon te vegen, lastige goten, randen en dergelijke te ontdoen van grond of ongerechtigheid. Op die praktijkvraag speelt Steelwrist in met een nieuwe lijn veeghulpstukken. In februari komen ze officieel op de markt. Er zijn drie werkbreedtes (1,00, 1,50 en 2,00 meter), allemaal met dubbele directe aandrijving via hydromotoren. Er zijn twee varianten leverbaar: ĂŠĂŠn met de traditionele ronde borstel (BeeLine) en een cartridgeversie om de borstels snel te kunnen verwisselen. Er zijn diverse hulpstukken om de bezems passend te krijgen op diverse snelwisselsystemen. advertentie

Koppelingen Koppelingen OnlineOnline bestellen: bestellen: buma.com buma.com info@buma.com info@buma.com 0514 0514 571826 571826

SLEEPSLEEPENEN TRANSPORTSLANG TRANSPORTSLANG Bezoek Bezoek onzeonze webshop webshop voorvoor een uitgebreid een uitgebreid overzicht overzicht van koppelingen van koppelingen en en andere andere toebehoren. toebehoren.

Slangbrug Slangbrug

Groen Groen producten producten

Grond Grond producten producten

InfraInfra producten producten

GRONDIG 1 2018

29


centimeter voor de andere zijden is de bak zo te vergroten tot rondom 1,75 meter hoogte, goed voor 36,2 kuub netto inhoud.

MEER ALLIANCE VF-BANDEN Vorig jaar hebben we in Grondig nummer 2 het eerste prototype van de Alliance VF Flotationkipperbanden beschreven. Destijds claimde het merk met de maat VF 650/65R26.5 als eerste een dergelijke kipperband met VF-karkastechnologie aan te bieden. Alliance heeft inmiddels het

aanbod flink vergroot. Er zijn nu zes maten Alliance Premium 389VF-banden leverbaar: VF 560/60R22.5, VF 600/55R26.5, VF 650/55R26.5, VF 710/50R26.5, VF 750/45R26.5 en VF 750/60R30.5. Bovendien zijn er twee maten in ontwikkeling: de VF 650/60R26.5 en de VF 800/60R32. Zoals gemeld claimt Alliance dat de nieuwe Flotation VF-banden bij dezelfde belasting met circa dertig procent minder luchtdruk toe kunnen dan conventionele banden in dezelfde maat.

WÜRTH-GROEP NEEMT LIQUI MOLY OVER Een opmerkelijke overname door de Würthgroep. Onlangs heeft die olie-, smeermiddelenen additievenspecialist Liqui Moly uit het Duitse Ulm ingelijfd. Liqui Moly-eigenaar Ernst Prost wil zo via een sterk familiebedrijf de toekomst garanderen. Behalve de wisseling van eigenaar verandert er niets. Liqui Moly blijft een zelfstandige onderneming binnen de Würthgroep en Ernst Prost blijft bedrijfsleider. Sedert de oprichting in 1957 ontwikkelt en produceert Liqui Moly uitsluitend in Duitsland. Het bedrijf is daar

marktleider op het gebied van additieven. Liqui Moly verkoopt zijn producten in meer dan 120 landen, waaronder Nederland, en realiseerde in 2016 een recordomzet van 489 miljoen euro.

MAGNA, MADE IN HOLLAND Magna Tyres, een relatief jonge Nederlandse banden­leverancier, is deze week gestart met de eigen bandenproductie. In Hardenberg is bij Obo een fabriek ingericht en daar rolde deze week feestelijk de eerste band van de band. Het Nederlandse Magna Tyres, met het hoofdkantoor in Waalwijk, produceerde zijn banden tot nu toe in Azië, maar het was een grote wens van Magna Tyres om ook in Nederland te gaan produceren. Eind 2016 nam de Magna Tyres Group bandenvernieuwer Obo in Hardenberg over. In elf maanden

advertentie

NIEUW

Van informatie naar optimale bedrijfsveiligheid

Binnenkort beschikbaar in de stores

De juiste toolboxen en werkplekinspecties uitzetten afhankelijk van individu, functie, project of werkgebied is met de dienst Veilig Vakwerk zeer eenvoudig en voldoet aan de arbowetgeving en VCA-eisen.

Functionaliteiten Digitale toolbox / Digitale werkplekinspectie Monitoring dashboard / Automatisch archief Rapportage / Standaarddocumenten

Direct toepasbaar, overal beschikbaar Betere informatie, interactief communiceren Directe terugkoppeling middels kennisvragen Naslagwerk, alles digitaal inzichtelijk

In samenwerking met CUMELA Nederland en bedrijven uit deze sector

veiligvakwerk.nl

30

GRONDIG 1 2018


tijd heeft het de fabriek van Obo zo ingericht dat er ook banden kunnen worden geproduceerd. Voorlopig zijn er drie maten, de 26.5R25 M-Terrain- en de 29.5R25 MA02-grondverzetbanden en de 24R20.5 AG24-(landbouw)transportband.

SIGMACERT EN BMWT-KEUR GELIJK Vanaf 1 februari geldt er een wederzijdse erkenning van het Nederlandse BMWT-Keur en het Belgische Sigma Cert. Dit betekent dat machines uit Nederland en België die onder deze keurmerken zijn gekeurd in beide landen mogen werken zonder dat ze opnieuw hoeven te worden gekeurd. Bedrijven die een machine afwisselend in België en Nederland inzetten, worden op deze manier verlost van onnodige (extra) kosten en tijdverlies van een keuring. De wederzijdse erkenning heeft betrekking op die machines die onder beide kwaliteitssystemen worden gekeurd. Het gaat dan om heftrucks, tractiebatterijen en -laders, graafmachines, wielladers, verreikers en betonpompen.

NIEUWE COMPACTE BOBCAT-VERREIKER De nieuwe compacte verreiker TL30.70 van Bobcat heeft een maximaal hefvermogen van drie ton en een maximale hefhoogte van bijna zeven meter. Hij is vooral bedoeld voor het werk in een omgeving waar de ruimte beperkt is. Hij is verkrijgbaar met een 55 kW (75 pk) Stage IIIb-motor zonder SCR en

AdBlue of met een 75 kW (100 pk) Stage IV-motor met SCR en AdBlue. De TL30.70 leverbaar is met cabine in een lage positie voor een hoogte van 2,10 meter of in een hoge positie. De TL30.70 heeft net als alle Bobcat-verreikers een hydrostatische transmissie. De automatische transmissie past het koppel en het toerental van de motor automatisch aan het gevraagde vermogen aan. Standaard is er een kruipfunctie.

AMAZONE: DUBBEL STROOIEN Amazone heeft zijn kunstmest­strooier aangepast voor gebruik in de fronthef. Dit geeft de mogelijkheid om in één werkgang twee soorten kunstmest te strooien, waarbij de strooiers afzonderlijk zijn afgestemd op de gebruikte kunstmest. Speciaal voor het gebruik in de fronthef heeft Amazone de bediening van de kunstmeststrooier aangepast. Daardoor wordt de hele besturing automatisch omgekeerd uitgevoerd. Met deze software blijft het ook mogelijk om het kant-, grens- en greppelstrooien te blijven gebruiken. Ook het optimale schakelpunt voor SwitchPoint voor Section Control wordt in spiegelbeeld ingesteld. Amazone levert voor transport een eigen verlichtingsset met witte breedtelichten en extra koplampen.

advertentie

WWW.VICON.NL

“Mijn collega’s die werken met een normale pers/wikkelcombinatie zijn jaloers” Vicon FastBale - de enige echte non-stop perswikkelcombinatie •

Compactste perswikkelcombinatie op de markt

Non-stop persen bespaart 15-18 seconden per baal

Geïntegreerde baalkeerder - eenvoudig per klant uitwisselbaar

Echte silagepers - std 25 messen en 800mm rotor

GRONDIG 1 2018

31


LEREN VAN DRONEBEELDEN Terug naar de basis

ondernemen met

vaktechniek

Precisielandbouw gaat al snel over plaatsspecifieke toepassingen, maar wie die techniek zinvol wil gebruiken, heeft kennis van het perceel nodig. “Zet eerst een stap terug en kijk wat je kunt leren van een paar simpele dronebeelden”, betoogt Herman Krebbers. “Juist die beelden laten zien wat er eerder fout ging. Voor je plaatsspecifiek gaat werken, moet de basis goed zijn.”

“Je moet mensen eerst prikkelen. Daarna kun je samen verder de diepte in.”

Strooiers, spuitmachines, mestapparatuur: steeds meer machines worden voorbereid op plaatsspecifiek werken. Zonder goede data en een deskundige agronomische blik is de waarde van al die prachtige techniek beperkt. Het is één van de redenen waarom precisielandbouw de hoge verwachtingen nog niet waarmaakt en waarom de ontwikkelingen lijken te stagneren, meent Herman Krebbers, precisielandbouwspecialist bij Delphy. “Het is ook niet eenvoudig. Daarom moet je bij het begin beginnen. Een opbrengstkaart maken en printen kan een mooi begin zijn, maar daar moet je vervolgens wel iets mee doen. Daar kunnen loonwerkers denk ik meer in betekenen, vooral door te laten zien hoe klanten met die data aan de slag kunnen gaan.” De kleine groep boeren die voorop loopt met precisielandbouw trekt hun collega’s niet automatisch mee. De kunst is volgens Krebbers om de nieuwsgierigheid van de groep volgers te prikkelen, want alleen dan gaat het balletje rollen. “Ik begeleid verschillende groepen boeren die samen perceelsinformatie analyseren en hun boerenverstand daar op loslaten. Vaak leidt dat tot relatief simpele verbeteringen, zoals het beter afstellen van een machine. Ook dat is precisielandbouw, of eigenlijk smart farming. Juist zaken die zichtbaar resultaat leveren, maken nieuwsgierig naar meer.”

Zwiepende bomen Krebbers noemt twee recente voorbeelden die dat onderstrepen. Zo begeleidde hij vorig jaar een groep akkerbouwers in

Flevoland die percelen wintertarwe in kaart lieten brengen met biomassametingen. Ook legden ze stikstoftrappen aan. Op het blote oog leken de polderpercelen mooi egaal, maar na bestudering van de opnames bleken zich toch behoorlijke groeiverschillen binnen de percelen af te tekenen. “Als je een opname bekijkt, zie je vaak eerst de grote afwijkende plekken, zoals spuitsporen, kopakkers en plekken waar de grondslag anders is. Toen we verder inzoomden, bleek er echter een vlekkerig patroon over het hele perceel zichtbaar, met vrij grote groeiverschillen over kleine afstanden. Die konden we niet meteen verklaren. Wel zag je, als je goed keek in het gewas, de patronen in het veld terug.” Om de verschillen in biomassa te kunnen kwantificeren, heeft Krebbers planten afgemaaid en aren geoogst. Dat leverde opbrengstverschillen op tussen de negen en negentien procent. Ook bij de oogst waren deze verschillen er nog: pleksgewijs varieerden de opbrengsten van 9200 tot 10.500 kilogram per hectare. De oorzaak bleek te liggen in zwiepende bewegingen van de spuitbomen tijdens het toedienen van de vloeibare stikstofmeststof. “Enkele akkerbouwers hebben later zelfs nog met de auto naast de spuit gereden om het met eigen ogen te kunnen zien. Door oneffenheden in het land, maar vooral ook door hele kleine stuurcorrecties van de GPS-automaat wordt de voor- en achterwaartse beweging van de bomen continu versterkt en dat veroorzaakte een flink verschil in bemesting. Hier leerden we dat het zaak is om de stuurautomaat minder agressief af te stellen. Ook bij het spuiten tegen onkruid en ziektes kan die aanpassing een groot verschil maken, want ook daar leiden boombewegingen tot onder- en overdosering. Voor de deelnemers was dat echt een eyeopener.”

Zones en patronen Dan het andere voorbeeld. Met een groep leerlingen van de loonwerkopleiding aan Landstede MBO in Zwolle nam Krebbers afgelopen jaar een perceel maïs onder de loep. Op verschillende momenten in het groeiseizoen werden voor dit doel perceelsopnamen gemaakt vanuit de lucht. Gewone foto’s in hoge resolutie, maar ook biomassascans, die een maat zijn voor de hoeveelheid bladmassa. Om vervolgens na te gaan: wat zie ik nou eigenlijk? Krebbers dook samen met de leerlingen en hun docent Bastiaan Dorgelo stapje voor stapje in de beeldlagen. “Wat je van een afstand mooi ziet, zijn de verschillende afwijkende zo-

32

GRONDIG 1 2018


Leerlingen van Landstede MBO vergelijken biomassascans met hun eigen waarnemingen in een perceel maïs.

nes in een perceel. Vaak zijn dat grote plekken met ronde vormen, die afwijken door bijvoorbeeld verschil in hoogteligging of bodemsamenstelling. Via een app op de telefoon, waarbij je je eigen locatie op de kaart ziet, kun je zo’n plek vervolgens in het veld gaan opzoeken.” Met behulp van een grondboor brachten de leerlingen ter plekke de opbouw van het bodemprofiel in kaart. Op die manier konden ze met eigen ogen zien dat op perceelsdelen waar de bouwvoor dunner was de groei van de maïs wat achterbleef. Ook perceelsdelen waar wat meer onkruid groeide, waren duidelijk te herkennen op de kaart met de vegetatie-index. Door verder in te zoomen op de kaart, liet Krebbers zien dat je vanuit de lucht nog meer verschillen kunt waarnemen. “Je zag duidelijk terugkerende, strakke patronen. Dat wijst vaak op verschillen die te maken hebben met bewerkingen. In dit geval bleek elke achtste rij wat af te wijken in de groei. “Als je heel goed keek, zag je dat met het blote oog ook.” In dit geval konden de leerlingen alleen maar gissen naar de oorzaak. Het bleek te gaan om een afwijkende afgifte van één van de kouters van de rijenbemester. “Op die manier kan het dus ook een mooi controlemiddel zijn voor je eigen werk”, zegt Krebbers.

Verschillen in groei door structuurschade zijn behalve op biomassakaarten ook in het veld zichtbaar.

Drone- en vliegtuigbeelden zijn daar wat Krebbers betreft het vertrekpunt voor. De drempel daarvoor is steeds lager geworden. “Voor € 10,- tot € 15,- per hectare heb je tegenwoordig al hoge-resolutiebeelden waar je echt wat mee kunt, al heb je wel van meerdere momenten een beeld nodig om er wat mee te kunnen. De loonwerksector speelt daar met Dronewerkers natuurlijk zelf al een belangrijke rol in. Laat het echter niet bij het leveren van data. Het is net als bij de opbrengstmetingen. Als je een opbrengstkaartje bij iemand achterlaat, betekent het niet dat hij je de volgende dag opbelt. Ook al laat je duidelijk zien dat hij veertien ton droge stof aan maïs oogst, terwijl het gebiedsgemiddelde op zestien ton zit. Begin bij het begin en laat zien waar verbeterpunten liggen. Je moet mensen eerst prikkelen. Daarna kun je samen verder de diepte in.” TEKST: Egbert Jonkheer FOTO'S: Herman Krebbers, Egbert Jonkheer

Hoge-resolutiebeelden laten niet alleen globale verschillen zien, maar door in te zoomen zijn ook patronen te herkennen, zoals verkeerd afgestelde apparatuur.

Opnames maken Wat kan een loonwerker hiermee richting de klant? Die kan zeggen: “Je apparatuur was niet in orde.” Krebbers ziet dat anders. “Je laat zien aan die veehouder dat je met hem meedenkt en dat je bezig bent om een zo goed mogelijk resultaat voor hem te behalen. Voor hetzelfde geld is er wat misgegaan met de zaaibedbereiding die de klant heeft uitgevoerd. En in dit specifieke geval is er nog bijbemest op basis van de metingen. Het is het resultaat dat telt. Je wilt het samen elk jaar beter doen. Praat daarom met die klant over de inhoud.”

Naast duidelijk zichtbare stikstoftrappen (de vierkante blokken rechts) valt op de scan van dit perceel wintertarwe een vlekkerig patroon op. Zwiepende spuitbomen, tijdens het spuiten van vloeibare meststoffen, blijken de oorzaak.

GRONDIG 1 2018

33


Vredo Zodenbemesters

Brengen de mest waar het hoort....bij de wortel! •Laag eigen gewicht & sterke constructie •Onderhoudsarm •Voldoet aan de strenge mestwetgeving •Perfecte prijs-kwaliteitverhouding •Werkbreedtes van 5,20 tot 12 meter •Gegarandeerde werkingskwaliteit

Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.

Vredo Doorzaaiers

Voor het zaaien van kwaliteitsgras Een hogere opbrengst is niet alleen maar het uitgangspunt van goed graslandmanagement. Het verhogen van de voederwaardes van het gras ( VEM & DVE )is net zo belangrijk. Duur krachtvoer wordt aangeschaft omdat, gras kwalitatief tekort schiet. Bedrijven welke hun koeien kunnen voeren met eigen kwaliteitsgras, scoren bedrijfseconomisch beter.

UW SPECIALIST IN BEWARINGEN EN LOODSEN Kistenbewaring

Bulkopslag

Hout en beton

T 073-503 25 27

+31 (0) 488 411 254 - info@vredo.com - www.vredo.nl

F 073-503 27 04

Vredo ontwikkelt, produceert en verkoopt:

info@steenbergen-bouw.nl De beste in het veld

WWW.STEENBERGEN-BOUW.NL

MestTracs

Zodenbemesters

Snijfilters

Doorzaaimachines

Maak van uw wiellader een motorgrader

adv grondig 2016.indd 1

05-01-16 10:10

Mekos dozerbladen: volautomatisch werkende profileer machines, voorzien van automatisering door middel van laser techniek, total station of gps. De Mekos machines zijn uniek, sterk en duurzaam, geschikt voor zand en korrelbanen. Werkbreedte tot 4 mtr.

(op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)

Partners:

Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net


OPTIMALE OPBRENGST BEGINT BIJ EEN BETERE WATERHUISHOUDING Wilt u meer regen in korte tijd afvoeren of infiltreren? i-Grade™ is de ideale manier om uw land nauwkeurig te kilveren of te egaliseren. Anders dan kwetsbare lasersystemen werkt dit robuuste RTK-systeem betrouwbaar bij slecht zicht en ruwe weersomstandigheden, zelfs ’s nachts. Til de functionaliteit van uw John Deere i-Grade™ controller nu naar een hoger niveau met T3RRA Cutta™. Met T3RRA Cutta™ en T3RRA Design™ kunt u tijdens het kilveren de actuele hoogte kaart van het perceel bekijken in 3D op uw computer of in de cabine, en als de omstandigheden daarom vragen is het mogelijk “on the go” aanpassingen te maken aan het reeds gemaakte design. T3RRA Cutta™ is exclusief beschikbaar via uw officiële John Deere Dealer. Voor meer informatie: www.johndeere.nl of www.t3rra.nl.

NOTHING RUNS LIKE A DEERE


MAISVARIA Coating voor maïszaad

ondernemen met

vaktechniek

Dit jaar start Limagrain met de verkoop van organisch gecoat maïszaad. In de Starcover-coating zitten natuurlijke plantpolymeren en micro-organismen die de groei en de mineralenopname bevorderen. Uit proeven blijkt vooral de haarwortelontwikkeling van de wortels beter. Het resultaat: een meeropbrengst aan droge stof, VEM en zetmeel.

Maïs in het belangrijke jeugdgroeistadium.

36

GRONDIG 1 2018

Nu de rijenbemesting met fosfaat op derogatiebedrijven bij maïs helemaal aan banden is gelegd, is het zoeken naar alternatieven om de begingroei van de maïs te stimuleren. Limagrain denkt deze gevonden te hebben in een zaadcoating die direct bij het kiemen de groei bevordert. Het positieve resultaat wordt bereikt door verschillende stappen in het proces. De eerste is de toevoeging in de coating van een biologische groeiverbeteraar. Deze vormt eerst onder invloed van vocht een stevige laag om het zaad. Door de extra weerstand wordt de wortelgroei direct bij het kiemen gestimuleerd. Resultaat is een veel fijner wortelstelsel. Het tweede effect wordt behaald door de wortelknobbelbacteriën die in de coating zitten. Deze komen in het milieu rond het zaadje en gaan in symbiose op de wortels leven. Deze bacteriën scheiden het enzym fytase af, dat bekend is vanwege het vrijmaken van gebonden fosfaat, iets wat al tientallen jaren in het veevoer wordt gebruikt. Nu is het dus mogelijk om dit enzym in te zetten om fosfaat in de bodem

vrij te maken. Het resultaat is vooral in de beginontwikkeling goed te zien. Planten vanuit behandeld zaad ontwikkelen zich beduidend sneller en zijn dertig dagen na opkomst veel groter. Niet alleen boven de grond, maar ook onder de grond, waar je een duidelijk groter wortelstelsel ziet (zie foto’s). Deze voorsprong blijft en levert een duidelijke meeropbrengst.

Positief effect Om het effect aan te tonen, heeft Limagrain in een groot aantal Europese landen veldproeven gedaan. In Nederland zijn nu twee jaar op rij praktijkproeven aangelegd. Hieruit kwam een duidelijk positief effect naar voren. Zowel de drogestofopbrengst als de zetmeelopbrengst was duidelijk hoger: vorig jaar 4,5 procent meer droge stof en 3,5 procent meer zetmeel over verschillende proeven. Een jaar eerder was dit zelfs nog iets beter, vertelt Jan Roothaert, productmanager voedergewassen bij Limagrain. “Deze verschillen zijn in elk geval groter dan veel verschillen tussen de rassen op de ras-


Limagrain: houd rekening met het weer Een les die uit het vorig teeltjaar kan worden getrokken, is dat het belangrijk is om verder te kijken dan alleen de rassenlijstcijfers voor opbrengst of voederwaarde, stelt Limagrain. Vooral de najaarsstorm, die in heel Nederland schade gaf, bewees volgens Jan Roothaert de noodzaak om ook naar zaken als stevigheid en zomerlegering te kijken. “Natuurlijk, bij extreme wind zijn zelfs de sterkste rassen niet gevrijwaard, maar als je een ras kiest waarvan de stevigheid onder Nederlandse omstandigheden is onderzocht, bouw je wel zekerheid in. Stevigheid is ook echt een raskenmerk en daarom selecteren we daar nadrukkelijk op.” Wat volgens hem ook een belangrijke rol speelt, is dat Limagrain-rassen in Nederland zijn ontwikkeld en gekweekt. “Wij hebben hier onze proefvelden en testen alles onder Nederlandse omstandigheden. Rassen in ontwikkeling die tijdens de eerste testjaren onvoldoende stevig zijn, worden direct uit het kweekprogramma genomen.” Komend jaar verwacht Limagrain veel van de nieuw toegelaten LG 31.226. Deze komt naast de LG 31.211 en 31.218, die al twee jaar de best verkochte rassen van Limagrain zijn. Het nieuwe ras scoort vooral met een hogere VEMopbrengst. Deze is bijvoorbeeld vier punten hoger dan de LG 31.211. Dit is vooral te danken aan een hogere drogestofopbrengst. Het zetmeelgehalte is juist iets lager. Naast deze (zeer) vroege rassen heeft Limagrain in middenvroeg LG 31.235 nieuw op de rassenlijst met de hoogste score voor voederwaarde. Roothaert: “Met de aanbevelende rassenlijst kan dus iedereen een ras kiezen dat past bij zijn situatie, van zeer vroeg tot middenvroeg én korrelmaïs. Onze LG 31.211 geeft al vroeg een hoge korrelopbrengst. Telers van dit ras kunnen dus op het laatste moment nog kiezen of ze snijmaïs maken of toch MKS of CCM.”

senlijst.” Dit jaar zal de proef opnieuw plaatsvinden en hoopt Limagrain het effect definitief aan te tonen. Naast het onderzoek in Nederland heeft afgelopen jaar ook de Universiteit van Gent onderzoek gedaan naar de effecten. Daarbij werd gekeken naar het telen van maïs met Starcover, zonder Starcover en zonder Starcover, maar met twintig kilogram startfosfor in de rij. Er werd bij Starcover een duidelijk betere jeugdgroei waargenomen, die leidde tot een 21,5 procent zwaardere en vijftien procent langere plant. Hier werd in een officiële proef op twee proefpercelen en in vier herhalingen een duidelijke meeropbrengst van 6,2 procent gehaald.

Na een week of vier is het verschil in wortelontwikkeling goed te zien tussen planten uit wel of niet gecoat zaad.

Beperkt beschikbaar De meeropbrengst is zodanig dat deze de investering in de coating in elk geval ruim goed maakt. Bij een 4,5 procent hogere opbrengst is dit ongeveer 700 kilo droge stof of ongeveer twee ton verse maïs. Bij een prijs van € 40,- tot € 50,- per ton is dit een meeropbrengst van € 80,- tot € 100,- per hectare. Roothaert verwacht dat dit in een moeilijk groeiseizoen nog beter zal zijn. “Vorig jaar kreeg de maïs precies op tijd regen en kwam het nog goed. Als het droog was gebleven, was de meeropbrengst echter groter geweest, want de maïs met Starcover stond er aan het eind van de droge periode veel beter voor.” Tegenover de extra opbrengst staat uiteraard een meerprijs voor het zaad. Per zak vraagt Limagrain voor het gecoate zaad € 10,- meer. Per hectare is dat dus € 18,- tot € 20,- per hectare, afhankelijk van de zaaidichtheid. Voor komend jaar heeft Li-

In een laboratorium­ opstelling is te zien dat er ondergronds meer en langere wortels zijn gevormd.

magrain voor ongeveer 5000 tot 6000 hectare gecoat zaad beschikbaar. Dit is beperkt omdat deze coating ook elders in Europa wordt aangeboden en met een speciale machine wordt aangebracht. Daar is er nog maar één van en die staat in Frankrijk. Dit is een speciaal procedé, waarbij de coating met beide werkzame stoffen in verschillende lagen wordt aangebracht. Op het zaaien heeft de coating geen invloed. Deze is zo dun dat de afstelling van de zaaimachine niet hoeft te worden aangepast. Komend jaar is de coating alleen beschikbaar in combinatie met Mesurol en alleen voor de rassen LG Ambition, LG 31.211, LG 31.218, LG 31.235 en LG Stacey. TEKST: Toon van der Stok FOTO’S : Toon van der Stok, Limagrain

GRONDIG 1 2018

37


ondernemen met

vaktechniek

KWS: met maïs je kostprijs beïnvloeden Meer dan ooit zal maïs de komende jaren in de vorm van CCM of MKS een krachtvoervervanger worden, verwacht Jan Bakker van KWS. Als grootste leverancier van maïszaden in de Benelux voorspelt hij dat de komende jaren de korrelopbrengst en dus zetmeelproductie van de maïs nog belangrijker zal worden. “De meeste telers hebben de maïs in het rantsoen als aanvulling op gras. Nu de meeste veehouders al drie jaar meer dan genoeg gras in de kuil hebben, moet je nog meer aandacht besteden aan de reden waarom je maïs teelt, namelijk als vervanger van krachtvoer. Maïs haalt zijn voederwaarde uit de korrel, die zelfs een hogere voederwaarde heeft dan krachtvoer. Stengel en blad zijn veel minder belangrijk en hebben zelfs minder voederwaarde dan een gewone graskuil. Volgens Bakker halen hoogproductieve koeien hier alleen nog de paar procent eiwit en de suiker of de resulterende vluchtige vetzuren uit.” Veehouders die hun rendement willen verbeteren, moeten volgens Bakker de maïs nog veel meer inzetten als vervanger van krachtvoer. “De kostprijs zal de komende jaren steeds belangrijker worden voor veehouders. Nu ze door het fosfaatreductieplan weer gebonden zijn aan een maximum aantal dieren gaat de kostprijs nog meer het rendement bepalen. Aangezien er feitelijk maar twee stromen zijn waarmee ze die via de aankoop kunnen sturen, zal de (ruw)voerteelt steeds belangrijker worden. Via kunstmest kunnen ze werken aan een optimale opbrengst, dus die stroom heb je nodig. De andere stroom is het krachtvoer. Daar is veel te winnen door te zorgen dat je zelf via de maïs krachtvoer teelt. Dat kan door er CCM of MKS van te maken of in te kuilen als geplette maïs. Wie dat doet, kan onmiddellijk de rekening van de voerleverancier verlagen en werkt aan zijn kostprijs.”

Geen voordeel van mengsel Het gebruik van rassenmengsels heeft in de maïsteelt geen positieve invloed op de opbrengst. Dit blijkt uit een tweejarig onderzoek dat Wageningen UR heeft gedaan in opdracht van ForFarmers. In de proef waarbij vijf mengsels zijn onderzocht, bleken deze geen hogere opbrengst te geven dan het beste in het mengsel aanwezige ras. Het onderzoek werd uitgevoerd in vier herhalingen op een perceel zandgrond. Dat onderschrijft de stelling van de leveranciers van maïszaad dat de mengsels geen invloed hebben op de productie. Jan Roothaert van Limagrain vindt dat ook logisch. “Als je een enkelvoudig ras kiest, kun je altijd het best beschikbare product nemen. In een mengsel zitten altijd ook rassen die minder zijn. Daarom zul je ook nooit hogere opbrengsten halen, omdat je voor een deel mindere rassen hebt. Dat wordt niet goedgemaakt doordat je ze gemengd zaait.” advertentie

...de meest geavanceerde premium dieselbrandstof!

Voor loonwerkers is het meer dan belangrijk om daar ook in mee te denken, vindt Bakker. “De komende jaren zullen we weer slechte melkprijzen krijgen. Alleen degene met een scherpe kostprijs maximaal € 0,10 per kilogram melk aan totale voerkosten - overleeft dan. Voor een loonwerker ook belangrijk, want alleen klanten met een lage kostprijs kunnen ook dan de rekening nog betalen.” Bakker houdt daarom vast aan zijn advies dat je bij de keus van een maïsras vooral moet kijken naar de korrelopbrengst. “Daar zit de voederwaarde van de maïs en daarom wordt daarop veredeld door KWS.” Het is te zien aan de Nederlandse rassenlijst, waar KWS het segment van de rassen voor korrelmaïs en MKS/CCM domineert. Dat deze rassen ook prima geschikt zijn als snijmaïs blijkt volgens Bakker wel uit de opname van twee van deze rassen op zowel de lijst voor korrelmaïs als voor snijmaïs. Genialis stond vorig jaar al op beide lijsten en Benedictio is daar dit jaar bij gekomen. “Rassen dus waar je als veehouder altijd de juiste keuze mee kunt maken.”

Kies voor een lager brandstofverbruik of meer vermogen Beter voor het milieu en directe omgeving -10% CO2, -12% NOx, -20% fijnstof en -37% roet Voorkomt motor- en tankproblemen T. 088 400 3400 • info@gulf.nl

38

GRONDIG 8 2017

www.gulf.nl


Calaris , het vertrouwde middel waarmee Kees zo klaar is ®

Calaris, hét basismiddel tegen onkruiden in maïs. • Flexibel en gemakkelijk • Veilig • Snel en breedwerkend Bij gladvin gergras • Vroeg s • Lange duurwerking puit en: 2-3 blad m aïs • Hogere dosering: 1,5 l/ha

www.calariskees.nl

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, www.syngenta.nl. Syngenta biedt diverse oplossingen die telers helpen hun bedrijfsvoering verantwoord te optimaliseren. Zie www.syngenta.nl/stewardship Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.


SLIM ONDERHOUD Smeergeld

ondernemen met

vaktechniek

Automatisch smeersysteem snel terugverdiend Kan een automatisch smeersysteem uit? Met die vraag gingen we op bezoek bij Rob de Jongh en Jos van der Stelt van Groeneveld Lubrication Solutions. Die investering kost geen geld, het levert zelfs geld op, zo toont hun rekentool aan.

Intern accountmanager Jos van der Stelt (links) en marketeer Rob de Jongh van Groeneveld Lubrication Solutions.

Eén systeem voor trekker en werktuig Groeneveld biedt verschillende automatische smeersystemen aan. EcoPlus is een relatief eenvoudig en compact systeem voor kleinere machines. Het is een progressief systeem, waarbij in de verdeelblokken de plunjers is serie staan geschakeld. Het vet duwt daarin verdeelplunjers weg. Zo gaat het vet naar het smeerpunt, maar ontstaat er ook ruimte om zo de volgende plunjer te kunnen bedienen. De diameter en slag van de plunjers bepalen de hoeveelheid vet naar een smeerpunt. Wanneer een plunjer is geblokkeerd, bijvoorbeeld doordat het smeerpunt verstopt zit of er een leidingbreuk is, krijgen ook de volgende punten van dat blok geen vet. Voor grotere en complexe machines heeft Groeneveld de Twin. Dit is een tweeleiding-parallelsysteem, waarbij de verdeelblokken zijn voorzien van doseurs. Er zijn meerdere maten doseurs, waarmee exact de juiste hoeveelheid vet per smeerpunt kan worden toegediend. Met dit systeem zijn tot wel 200 smeerpunten op één installatie van vet te voorzien. Het is eenvoudig te wijzigen of uit te breiden. Het is mogelijk een Twin-installatie op de trekker te zetten en door middel van een snelkoppeling daarop een getrokken machine aan te sluiten. Het Twin-systeem werkt met een lage druk en kan grote leidinglengtes aan. Bij een progressief systeem wordt de druk bij lange leidingen te hoog, met het risico dat het vet gaat schiften. Dat probleem speelt niet bij de Twin, waarbij de smeerpunten parallel zijn geschakeld. Als er een smeerpunt is geblokkeerd, krijgt de rest nog gewoon vet. Het betekent wel dat de smeerpunten van tijd tot tijd visueel moeten worden gecontroleerd.

40

GRONDIG 1 2018

Groeneveld is in Nederland en ook internationaal marktleider op het gebied van automatische smeersystemen. Andere bekendere systemen zijn Beka-Max en Lincoln. Rob de Jongh is marketeer Benelux en Duitsland bij Groeneveld Lubrication Solutions in Gorinchem en Jos van der Stelt is daar intern accountmanager. Samen weten ze wel hoe een ondernemer kan vaststellen of een automatisch smeersysteem interessant is. “We proberen eerst helder te krijgen welk probleem de ondernemer wil oplossen met een automatisch smeersysteem”, vertelt Van der Stelt. “Aan de hand daarvan gaan we op zoek naar een zo goed mogelijk passende oplossing. We hebben meerdere mogelijkheden en vinden zo altijd de best passende oplossing.” Over het nut van goed smeren heeft niemand twijfels. Het beperkt de slijtage, het voorkomt al te grote warmteontwikkeling en het reduceert het geluid. De voordelen om het smeren te automatiseren, zijn legio. Zeker met machines in de loonwerksector wordt in korte tijd heel intensief gewerkt. Het reguliere onderhoud dreigt er soms bij in te schieten of vormt een extra belasting. Stilstand dreigt door bijvoorbeeld lagerschade als gevolg van ‘vergeten’ onderhoud, weet De Jongh. “Dat kan voorkomen in drukke tijden, zeker bij slecht bereikbare smeerpunten. In een automatisch smeersysteem worden die gewoon altijd meegenomen.” Er zijn echter meer voordelen, stellen de beide specialisten. Volgens hen is het smeren beter, omdat de delen tijdens het smeren draaien. “Vet volgt de weg van de minste weerstand en bij een lager komt in stilstand geen vet op de plek waar de wrijving het grootst is, omdat daar de druk het hoogst is. Terwijl daar het vet dus juist het meest nodig is.” Uit ervaring weten ze dat bij handmatig smeren driekwart van het vet binnen het eerste draaiuur uit de pennen en bussen verdwijnt. Daar zit ook het voordeel van een automatisch smeersysteem, omdat dit met regelmatige tussenpozen kleine, exact afgemeten hoeveelheden afgeeft terwijl de machine draait. Het automatisch smeersysteem zoals Groeneveld dat levert, is een compleet gesloten systeem. Zand en andere verontreinigingen krijgen daardoor geen kans, stelt De Jongh. “Zeker in het loonwerk draaien de machines vaak in een niet al te schone omgeving. Even met een doekje de vetnippel schoonmaken, is niet altijd voldoende. Er komt dan toch zand mee naar binnen en dat gaat werken als schuurpapier. En met een hogedrukreiniger blaas je ook vuil en water de lagers in, met slijtage als gevolg.”


Variabele kosten automatisch smeersysteem Vat smeervet

€ 877,-

Smeerinterval

30 minuten

Inhoud vat

180 kg

Vetgebruik per ronde

7,28

Prijs per kg

€ 4,87

Grootte vetpot

3,64

Benodigde tijd voor vullen

10 minuten

Variabele kosten handmatig smeren

Het Groeneveld Twin-smeersysteem is een tweeleidingparallelsysteem. Het reservoir is er in verschillende groottes.

Patroon smeervet

€ 3,-

Smeerinterval

40 uur

Inhoud patroon

400 gram

Tijd voor één ronde smeren

45 minuten

Prijs per kilogram

€ 7,50

Extra gebruik t.o.v. automatisch smeren

1,5

Gebruikte tarieven Kosten manuur machinist

€ 30,-

Extra slijtage en vervanging

€ 5000,-

Kosten machine en man

€ 75,-

Levensduur handmatig gesmeerde onderdelen

5000 uur

Stilstand machine voor reparatie

24 uur

Prijs automatisch smeersys- € 3500,teem Montagekosten

€ 1500,

Kostprijsberekening automatisch smeersysteem

Een verdeelblok van de Twin met doseurs en een druksensor. Deze detecteert een drukverlies als de hoofdleiding geblokkeerd raakt.

Korte terugverdientijd Een tweede argument voor automatisch smeren is volgens Van der Stelt dat goed gesmeerde lagers, pennen en bussen veel langer meegaan. “Dit kan wel twee of drie keer zo lang zijn. Dit drukt de onderhoudskosten, terwijl ook de kans op stilstand tijdens het werk kleiner wordt. Daarbij gaat een goed onderhouden machine langer mee of heeft die een hogere restwaarde.” Om de voordelen van een automatisch smeersysteem te kunnen berekenen, heeft Groeneveld een rekentool ontwikkeld waarmee het bedrijf inzichtelijk kan maken wat een automatisch smeersysteem kost en wat het opbrengt. Als illustratie is met deze rekentool het voordeel van een automatisch smeersysteem voor een graafmachine doorgerekend. Uitgangspunt is dat deze machine 1500 uur per jaar draait. De kraan heeft dertig smeerpunten, die volgens het boekje elke veertig uur van vet moeten worden voorzien. De kosten van het vet en de kosten van de manuren die nodig zijn voor het smeren worden meegerekend. Verder smeert de machinist op locatie en uiteraard kan de tijd die hij daarmee bezig is niet bij de klant in rekening worden gebracht. De manuren zijn meegenomen voor € 30,- per uur en het tarief van de kraan is € 75,- per uur. De kosten voor het automatisch smeersysteem zijn € 3500,-, de kosten van de opbouw € 1500,-. Dat wordt in zeven jaar afgeschreven. Behalve minder tijd voor het smeren is er gerekend met minder slijtage aan bijvoorbeeld pennen en bussen. Uit ervaring stellen ze dat deze nu drie keer zo lang meegaan vergeleken met de situatie van handmatig smeren.

Vet Onderhoud Kosten tijd om te smeren Stilstand door onderhoudstijd Verlies door reparatie Stilstand door bijvullen Stilstand in het werk Afschrijving smeersysteem Totale kosten

Handmatig € 246,€ 214,€ 844,€ 2109,€ 540,-

Automatisch € 106,€ 71,€ 0,€ 0,€ 180,€ 38,€ 94,€ 714,-

€ 3953,-

€ 1203,-

Jaarlijkse besparing Return on investment Terugverdientijd

€ 2750,385% 21,85 maanden

Voorbeeldberekening van de terugverdientijd van een automatisch smeersysteem voor een kraan. Gebaseerd op 1500 uren per jaar, 30 smeerpunten en een afschrijving in 7 jaar.

In deze berekening komen de jaarkosten van handmatig smeren uit op € 3953,- en van smeren met een automatisch smeersysteem op € 1203,-. Per jaar is dat een besparing van € 2750,- en in de zeven jaar waarin de kraan wordt afgeschreven € 19.248,-. De return on investment bedraagt over de gehele levensduur 385 procent, met een terugverdientijd van ongeveer 22 maanden. Niet inbegrepen in deze berekening is de mogelijk hogere restwaarde. “Van dealers horen we nogal eens dat de restwaarde van machines hoger is als ze een automatisch smeersysteem hebben”, stelt De Jongh. “Ook heb je nog de ongeplande stilstand door gebrekkig smeren. Het werkelijke voordeel is dus in de praktijk waarschijnlijk nog iets groter en de terugverdientijd nog korter.” TEKST: Arend Jan Blomsma FOTO’S : Groeneveld, Blomsma

GRONDIG 1 2018

41


SLIM ONDERHOUD Het Blauwe Vet

ondernemen met

vaktechniek

Alternatief smeert lang en goed Smeren kost geld. Goed smeren levert geld op. Dat is vrij vertaald wel ongeveer de boodschap van de Brabantse leverancier van smeermiddelen Ditoil. Dit is de leverancier van Grease 1712 EP2. Dit is een blauw vet of, zoals het bedrijf zelf zegt, Hét Blauwe Vet.

f­abrikanten zeep, in veel gevallen op basis van lithium. Dit hecht zich goed aan metalen, maar lost op in water en is minder stabiel bij hogere temperaturen. Ditoil gebruikt geen lithiumzepen, maar polyurea als verdikker. Dit geeft water, zuren en zouten veel minder kans de smerende werking van het vet te beïnvloeden dan lithium. Hierdoor blijft het vet langer ­stabiel en blijft de smerende werking van het vet intact. Omdat de drager intact blijft, houdt ook de smeerfilm op het te smeren oppervlak langer stand.

Goede hechting

DOp beurzen trekt Ditoil de aandacht met demonstraties waarmee het de kwaliteit en de smerende werking van het vet duidelijk wil laten zien. De kwaliteit van het vet is volgens ­Ditoil zo goed dat waar met ander vet één keer per dag moet worden gesmeerd, dat met Ditoil nog maar één keer per week hoeft. Het heeft bovendien een beter smerende werking, waardoor er minder slijtage optreedt. Die goede eigenschappen en hoge kwaliteit dankt het vet aan een andere samenstelling dan de traditionele vetten. Vetten zijn samengesteld uit olie, een verdikkingsmiddel en additieven. Bij deze additieven kunnen we denken aan anticorrosiemiddelen en antioxidanten. Deze laatste zorgen ervoor dat de basisolie van het vet langer in stand blijft. Als verdikkingsmiddel gebruiken de

Over Ditoil Ditoil is een klein bedrijf, zeker in vergelijking met de grote oliemaatschappijen, maar ook in verhouding tot andere leveranciers van smeermiddelen. Het be­ staat sinds 2011 en richt zich helemaal op smeermiddelen, waarbij wrijvings­ reductie en duurzaamheid kernpunten zijn. Er werken bij het bedrijf achttien mensen. Behalve Grease 1712 EP2 levert het ook een vet voor de voedings­ middelenindustrie, Food Grade Grease 0701. Verder levert het een additief dat compatibel is met alle oliën en een kruipolie onder de naam Sprayman. Het be­ drijf is gevestigd in Veldhoven. De smeermiddelen worden elders geproduceerd, naar de specificaties van Ditoil. Meer informatie: www.ditoil.nl.

42

GRONDIG 1 2018

Voor vet gelden verschillende viscositeitsklassen, die de mate van vloeibaarheid aangeven. De indeling is opgesteld door het Amerikaanse National Lubricating Grease Institute en de klassen worden dan ook aangeduid als NLGI-klassen. Hoe ­lager het getal, hoe dunner het vet. Klasse 00 is bijna vloeibaar en dus niet geschikt voor het smeren van lagers. Klasse 2 is dat wel en het Ditoil-vet valt in deze klasse. De meeste vetten hebben een classificatie EP, wat wil zeggen dat er additieven in zitten die de eigenschappen van de smeerfilm verbeteren. Het hecht zich daardoor beter aan metaal en de belastbaarheid van de smeerfilm is groter. Grease 1712 heeft de classificatie EP2, wat wil zeggen dat het vet nog beter bestand is tegen hoge drukken, hoge temperaturen en langdurige belasting. Het vet is goed geschikt voor het gebruik in automatische smeersystemen. De viscositeit van het vet verandert in het ­traject tussen min 35 en plus 165 graden Celsius nauwelijks. Het Ditoil-vet heeft ook nog eens de eigenschap dat het niet hard wordt. Dat vergroot de geschiktheid voor automatische smeersystemen, doordat leidingen niet verstopt raken.


Dirk van der Bruggen, Van der Bruggen Grondverzet

“Alleen vet bijvullen tijdens servicebeurten”

Het vet kan in kleine hoeveelheden worden gebruikt, van­ege de goede hechting en de zeer langzame afbraak. Alles wat je ziet smeert niet, zo is de mening van de mensen van Ditoil. Als je het hoort kraken, is het op de plaats van bestemming. Vet heeft de neiging te gaan splitsen onder een druk van o ­ ngeveer 300 bar, maar dit gebeurt bij het vet van Ditoil pas onder een nog hogere druk.

“Via verschillende monteurs hoorden we van de goede ervaringen met het blauwe vet van Ditoil. We zijn ons er in gaan verdiepen en hebben het in één machine geprobeerd. Nu zijn sinds ongeveer anderhalf jaar al onze machines - en dat zijn er bijna vijftig - voorzien van dit vet.” Aan het woord is Dirk van der Bruggen, verantwoordelijk voor het onderhoud van het machinepark van Van der Bruggen Grondverzet in het Noord-Brabantse Den Dungen. “Smeren is voor ons erg belangrijk en we hebben al onze machines voorzien van een automatisch smeersysteem. Het blauwe vet wordt niet hard en vormt geen korst in het reservoir van de smeerautomaat. We kunnen het dus altijd bijvullen en hoeven het niet helemaal leeg te maken. Dat is heel praktisch bij het onderhoud. We zijn minder vet gaan gebruiken door de smeertijd van de smeerautomaat terug te brengen. We kunnen nu in de meeste gevallen het smeersysteem bijvullen tijdens de reguliere servicebeurten. Dat doen we vrijwel altijd in het veld. We hebben een 180-litervat met vet in de servicebus en pompen het van daaruit in het smeersysteem. We hebben de smeerintervallen niet aangepast, maar misschien zou dat ook nog kunnen. De levensduur van machines wordt langer en de onderhoudskosten nemen af, doordat pennen en bussen langer meegaan. We gebruiken op de kranen veel onderwaterkoppelingen en die vragen een goede smering. Die krijgen ze met Ditoil en ik denk dat we daardoor minder stilstand hebben.”

Het is een andere aanblik, het blauwe vet van Ditoil in vergelijking met de traditionele vetten op lithiumbasis Ditoil trekt op beurzen de aandacht met een demonstratie waarmee het de lange standduur van het vet aantoont. Vermenging van vetsoorten is niet goed. Daarom deze waarschuwing op het automatische smeersysteem bij Van der Bruggen. De vetspuit blijft belangrijk. Ook daarin moet echter het goede vet ­worden gebruikt.

Sjoerd van Gunst, Loonbedrijf Sj. van Gunst

“We zijn gebrand op goed smeren” Sjoerd van Gunst en zijn zoon Jacob Sjoerd runnen een bedrijf in agrarische dienstverlening in het Friese Hallum. Zij zagen op de Noord-Nederlandse Landbouwbeurs in Leeuwarden een demonstratie van Ditoil en zagen wel wat in het blauwe vet. Na een bezoek van een vertegenwoordiger en een proefperiode zijn ze overgestapt. Dat is nu bijna drie jaar geleden en ze zijn nog steeds enthousiast. Sjoerd: “We gebruiken minder vet. We zouden misschien ook minder vaak kunnen smeren, maar we smeren liever een keer vaker met weinig vet. We gebruiken de smeerbeurt ook voor de inspectie van de machines. Daar zijn we gebrand op. We willen in het seizoen niet stilstaan met een machine. We kregen van het mechanisatiebedrijf dan ook te horen dat ze maar zelden een machine zagen met zo weinig speling toen we een voorlader inruilden. Dat komt door het goede onderhoud. Zo beuren we ook wat meer bij inruil.” Jacob Sjoerd: “De vetnippels trekken minder stof aan. Dat zien we heel goed op onze pers en op de balenbundelaar. Die werken altijd in het stof, maar de vetnippels blijven schoner. En we zien dat nog duidelijker op de kettingen van deze machines. Die spuiten we in met de Sprayman-olie. De rolbezem werkt ook altijd in de rommel en daar is goed smeren ook heel belangrijk.”

Dat goed smeren geld oplevert, zit volgens Ditoil in het punt dat de machines dankzij het goede smeerwerk lagere onderhoudskosten, minder stilstand, minder slijtage en dus een ­hogere restwaarde hebben. Het is natuurlijk mooi dat een bedrijf van zijn eigen product zegt dat het goed is. Liever zouden we dat staven met onafhankelijk onderzoek. Ditoil heeft wel vergelijkingstests van TNO, maar mag de resultaten daarvan niet commercieel ­gebruiken. Inmiddels loopt er bij een onafhankelijk Duits testinstituut wel een onderzoek, waardoor binnen afzienbare tijd objectieve vergelijkingscijfers beschikbaar komen. Daar hebben we nu nog niet veel aan en daarom zijn we bij enkele gebruikers van het vet in de cumelasector te rade gegaan. ­Behalve deze klanten zijn ook gerenommeerde bedrijven als KLM, VDL en ASML klant bij Ditoil. TEKST: Arend Jan Blomsma FOTO’S: Ditoil, Blomsma

GRONDIG 1 2018

43


Gebruikte azobe damwandplanken: 6 cm dik, +/- 4,60 lang, met mes en groef. Zo goed als nieuw! Gordingen en palen gezaagd uit gebruikte planken, diverse afmetingen.

Huiser Cultuurtechniek & Houthandel, Warmond Tel. 06-22373412 - info@huiserwarmond.nl - www.huiserwarmond.nl

Meer opbrengsten van eigen bodem Evers Grass Profi

T 0546 644866

www.eversagro.nl

Tetrax 2

TONNEN VOORDELEN !

4 wielen op een rij

joskin.com


Ontdek De nieuwe koers voor onkruidbestrijding in mais • Zeer brede werking tegen grassen en breedbladige onkruiden in mais • Ideale basis voor iedere tankmix • Uniek tegen kamille en zwaluwtong, nevenwerking tegen haagwinde • Ingebouwd resistentiemanagement

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.


NIEUWE OFFROADVOERTUIGEN Mercedes-Benz terug in het terrein

ondernemen met

vaktechniek

Tot en met de Euro 5-vrachtwagens had Mercedes-Benz een sterke positie in de zware bouwvoertuigen. Daarna gaf het merk die positie prijs, maar sinds vorig jaar heeft het de weg terug weer gevonden. Met hulp van onder meer Veldhuizen BV. Mercedes-Benz Op het bouwvoertuig-event in Bergschenhoek zal de 6x2-containercombinatie een primeur zijn. De voorwagen heeft nu meer reserve in laad­ vermogen.

Tot 2011 had Mercedes-Benz een ijzersterke positie op de markt van bouwvoertuigen in Nederland, met een marktaandeel van maar liefst 40 procent. Vooral de vijfassers waren populair. Mercedes-Benz bouwt met sterke voorassen en ook de tussenbak staat goed bekend. Toen kwam echter de overgang van Euro 5 naar Euro 6 en haakte Mercedes-Benz af. Het ­systeem voor de reiniging van de uitlaatgassen neemt bij Mercedes-Benz veel plaats in en dat zou de vijfassers te lang en te weinig wendbaar maken. Omdat het bij de Duitse fabrikant bij deze vijfassige bouwvoertuigen niet om heel grote aantallen gaat, haakte die destijds af in dit segment.

Vorig jaar maakte Mercedes-Benz echter een comeback. Het bedrijf heeft daarbij zelfs weer een speciaal voor de Nederlandse markt ontwikkelde vijfasser in het programma. Dit is er één met 49 ton GVW, met luchtvering en een naloopas. Een deel van het succes in Nederland is mede te danken aan de ombouwtrucks van Veldhuizen in Groenekan. Dat past de asconfiguraties aan, waardoor populaire trucks als de 10x8 en de 10x4 met mechanische besturing en bladvering weer gewild zijn bij ondernemers. Die roemden tot 2011 deze trucks om hun lage onderhoudskosten en lage brandstofverbruikscijfers. Door de wijze van ombouw door Veldhuizen blijven de onderhoudskosten en de brandstofkosten laag, omdat

Bouwvoertuig-event in Bergschenhoek Om belangstellenden de trucks zelf te kunnen laten ervaren, organiseert ­ ­ Mercedes-Benz-dealer Rogam op 9 en 10 februari een groot bouwvoertuig-event. Op de locatie in Bergschenhoek zijn verschillende voertuigen in diverse configuraties aanwezig. Bezoekers kunnen de voertuigen op een twaalf kilo­meter lang parcours op de openbare weg rijden, maar ze kunnen ook een offroadparcours afleggen. Dat kan zowel leeg als vol. Er is een shovel aanwezig om de auto’s te laden en met de aanwezige aslast-weeginstallatie kan de gewichtsverdeling worden gecontroleerd. Het event vindt plaats aan de Bergweg Zuid 102 in Bergschenhoek, op vrijdag 9 februari van 13.00 tot 22.00 uur en op zaterdag 10 februari van 7.00 tot 18.00 uur.

46

GRONDIG 1 2018


­Mer­cedes-­Benz erin is geslaagd ook bij de Euro 6-motoren het verbruik laag te houden. Veldhuizen is nu de vaste ombouwer van Mercedes-Benz in Nederland. Omdat het Duitse merk ook geen wide-spread-asstellen meer bouwt, heeft Veldhuizen die ook in zijn pakket. Naast Mercedes-Benz bouwt Veldhuizen ook nog steeds andere merken om.

10x8 met 50 ton GVW Eén van de populairste ombouwtrucks van Veldhuizen is de 10x8, met een GVW van 50 ton. Daarvoor gebruikt het bedrijf een standaard 37-tons Acros in 8x8-uitvoering. De eerste aanpassing is het vergroten van de afstand tussen de voorste ­assen tot 180,5 centimeter. Dit vergroot de toelaatbare aslast tot twee keer 11,5 ton. Dan komt er een tussenas onder met een maximaal toelaatbare aslast van acht ton. De starre, ­mechanisch geveerde achterassen blijven. Deze zijn leverbaar als dertien-, zestien- of achttientons assen. Veel gebruikers ­kiezen voor de dertientons assen met een achttientons veerpakket, voor extra stabiliteit bij het kippen. De assen hebben geen elektronica en vragen weinig onderhoud. De besturing is mechanisch via een stangenstelsel vanaf de voorste as. Standaard beschikken de trucks over een verzwaarde stuurpomp, die deze besturing aan kan. De besturing van de tussenas wordt ondersteund door een hydraulische cilinder. Dit is een originele Mercedes-Benz-cilinder, die van de voorste as is afgenomen. Door het ontbreken van sensoren, zoals stuurhoeksensoren, zijn de assen weinig storingsgevoelig. Vanwege de afwezigheid van elektronica op het onderstel is de verwachting dat deze auto’s ook een hoge exportwaarde houden. Een nieuwe ombouw is de Actros-6x2-bakwagen-aanhangercombinatie. Probleem hierbij was altijd de ongelijkmatige gewichtsverdeling tussen voorwagen en aanhanger. Daardoor is de voorwagen, met een eigen gewicht van dertien ton en een containergewicht van ongeveer zeventien ton, altijd overbe­ laden, terwijl de aanhanger nog reserve heeft. Door de ­achteras van de voorwagen op 181 centimeter te zetten, krijgt die een toelaatbaar gewicht van 31,5 ton. Zo ontstaat er een reserve van twee ton voor de voorwagen. Deze optie is vooral interessant voor bedrijven in de groenrecycling en voor ­bedrijven in het transport van vaste mest.

Mercedes-Benz Moedermaatschappij Daimler maakte eind 2017 bekend een goed jaar te draaien met de trucks. Het totaal aantal geproduceerde trucks steeg volgens voorlopige cijfers van 415.000 naar 465.000 units. Die groei kwam voor een groot deel uit Noord-Amerika, met de merken Freightliner en Western Star. In Europa bedroeg de groei van Mercedes-Benz-trucks ongeveer drie procent, tot 73.000 geproduceerde vrachtwagens. In Duitsland heeft het merk met de bouwvoer­ tuigen een marktaandeel van 40 procent, het streven is 50 procent. In de bouwvoertuigen gebruikt Mercedes-Benz vooral de OM470- en OM471motoren. Bij de overgang naar Euro 6 werd de inspuitdruk van deze motoren verhoogd tot 2700 bar. Samen met een nieuwe, zelf ontwikkelde asymmetrische turbo zorgt dit voor een zuiniger motor. De OM470 heeft een cilinderinhoud van 10,7 liter en een maximaal vermogen van 335 kW (455 pk). De OM471 levert maximaal 390 kW (530 pk). De motoren geven hun maximale koppel, respectievelijk 2200 en 2600 Nm, al af bij 1100 motortoeren. Na de motoren heeft ook de aandrijflijn een update gekregen. Kern van de ­nieuwe aandrijving is de PowerShift 3-transmissie. Deze kreeg een geoptimaliseerd oliecircuit en gladdere tandwielen en heeft daarmee minder interne weerstand. Dankzij de nieuwe motoren en de nieuwe aandrijflijn is de OM470 vijf procent zuiniger geworden en de OM471 zelfs zes procent.

[De ombouw van Veldhuizen is ­volledig mechanisch gestuurd en is hierdoor weinig storingsgevoelig. De bladvering is goedkoper en onderhoudsvriendelijker dan pneuma­ tische vering.

TEKST: Arend Jan Blomsma FOTO’S: Veldhuizen, Blomsma

Het uitlaatsysteem van de Euro 6-­motoren vraagt veel inbouwruimte, wat ten koste gaat van de vijfde as.

Met de door Veldhuizen omgebouwde 10x8 doet Mercedes-Benz weer volledig mee in het segment van de zware bouwvoertuigen.

De eigen 10x4-vijfasser van Mercedes-Benz heeft een naloopas en pneumatische vering.

GRONDIG 1 2018

47


NIEUWE 6 SERIE RCSHIFT. SCHAKELTECHNOLOGIE MET HOOGSTE COMFORT.

6 Serie Agrotron. Nu met volautomatische comfortshift transmissie. Voor vele inzetprofielen is het bedienings- en schakelcomfort van cruciaal belang. Met de nieuwe 6 RCshift serie (6 modellen van 156 tot 226 pk) heeft DEUTZ-FAHR het schakelcomfort in deze klasse opnieuw gedefinieerd. De nieuwe volautomatische RCshift-transmissie biedt hetzelfde schakelcomfort als die van een personenwagen. Er is keuze uit drie rijstrategieĂŤn: handbediend, semi-automatisch voor veldwerkzaamheden en volautomatisch voor wegtransport. De maximale rijsnelheid wordet in ECO of SUPERECO modus bereikt bij een sterk gereduceerd motortoerental (50 km/u 1.480 omw/min). Extreem efficient zijn de nieuwe DEUTZ 6.1 Tier4 Final motoren. Extreem veilig rijdt u met de geveerde vooras en het unieke DEUTZ-FAHR remconcept. Bij het cabinecomfort kunt u kiezen tussen de Maxivision of Maxivision 2 cabine. Wanneer u snel en comfortabel schakelen wil, contacteer dan uw DEUTZ-FAHR dealer. Ontdek meer op deutz-fahr.com.

DEUTZ-FAHR een merk van


GG01_Economie_def Grondig 1met ondernemen Pagina 49 Opmaak: Standaard voor CKA

vaktechniek

ECONOMIE

CUMELA Kompas Analyse: hoge solvabiliteit, lage rente CUM ELA Kom pas Analyse: hoge solvabiliteit, Solvabiliteit 60,0% 50,0% 40,0% 30,0%

IN KORT BESTEK lage rente

Gebruik van de Standaard RAW Bepalingen Beste Helmy, In een bestek moet ik als onderaannemer grond ontgraven en opladen op een vrachtauto. Het vervoer verzorgt de hoofdaannemer zelf. Het is een RAW-bestek en de hoofdaannemer heeft in de opdracht aangegeven dat de Standaard RAW Bepalingen van toepassing zijn. De opdrachtgever wil dat ik de ontgraving netjes onder profiel afwerk en de ontgraven grond op een vrachtauto laad. Daarvoor moet de grond een keer extra worden overgeslagen. Voor zowel het profileren als het extra overslaan van de grond wil de opdrachtgever niet betalen.

20,0% 10,0%

Beste aannemer,

Een bestek dient alle informatie te bevatten die een calculatie voor de uitvoering van een werk mogelijk maken, dus een technisch inhouBedrijven met hoge rente Bedrijven met een lage Gemiddeld delijke beschrijving en de bijbehorende eisen waaraan het resultaat rente moet voldoen. Niet alles kan echter in een bestek worden opgenomen, reden waarom uit praktische overwegingen in een RAW-bestek wordt verwezen naar standaardbepalingen: de Standaard RAW BepaEen opmerkelijk beeld in deze grafiek. Het rentepercentage dat veel bedrijven Een opmerkelijk beeld in deze grafiek. Het rentepercentage dat veel bedrijven betalen, blijkt sterk afhankelijk van devan solvabiliteit. Dat is logisch, een omdat lingen Deze algemeen geldende informatie maakt veel duidelijk betalen, blijkt sterk afhankelijk de solvabiliteit. Dat omdat is logisch, een2015. hoge hoge solvabiliteit over het algemeen ook betekent dat het risico voor de en voorkomt discussie tussen u en de hoofdaannemer. solvabiliteit over het algemeen ook betekent dat het risico voor de geldverstrekker geldverstrekker klein is. De geeft solvabiliteit geeft de verhouding hetvermogen Ik zouten willen dat bij onderaanneming deze afspraak vaker wordt geklein is. De solvabiliteit de verhouding weer vanweer het van eigen eigen vermogen ten opzichte van de totale balanswaarde. Voor financiers ligt maakt. Bovendien is dan ook de UAV van toepassing. opzichte van de totale balanswaarde. Voor financiers ligt de norm op een solvabiliteit de norm op een solvabiliteit van minimaal dertig procent. In hoofdstuk 22 (Grondwerken, algemeen), 22.01.02 Ontgraven, staat: van minimaal dertig procent. Bedrijfskundig adviseur Dieuwer Heins raadt bedrijven dan ook aan om “Onder ontgraven is tevens begrepen het onder profiel afwerken van Bedrijfskundig adviseur Dieuwer Heins raadt bedrijven dan ook aan om hiermee hiermee rekening te houden. de portemonnee hetgunstig gunstig om om te te werken de ontgraving, rekening te houden. “Voor“Voor de portemonnee is is het aan een voor zover hiervoor geen afzonderlijke besteksposten werken aan een hogere solvabiliteit. Mede als gevolg van de economische zijn opgenomen. ” Met name die laatste opmerking kom je in de Stanhogere solvabiliteit. Mede als gevolg van de economische crisis is de focus van crisis is de focus van banken hier nog meer op komen te liggen. Een hoge daard regelmatig banken hier nog meer op komen te liggen. Een hoge eigenvermogenspositie betekenttegen. Het zal duidelijk zijn dat de kosten van het eigenvermogenspositie betekent duidelijk minder risico voor de financier en afwerken in dit geval voor uw rekening zijn, omdat in het bestek over duidelijk minder risico voor de financier en dus hanteert hij een lager dus hanteert hij een lager rentepercentage.” het onder profiel afwerken niets is opgenomen. De Standaard zegt rentepercentage.” niet hoe u onder profiel moet afwerken. Het onder profiel afwerken In een eerdere aflevering van deze rubriek gaven we al aan dat de verschillen in de In een eerdere aflevering van deze rubriek gaven we al aan dat de verschillen kan met de graafmachine gebeuren. Wat het profiel moet zijn, moet u gehanteerde rente groot kunnen zijn. Heins: “Bedrijven met een laag in de gehanteerde rente groot kunnen zijn. Heins: “Bedrijven met een laag met uw opdrachtgever afspreken. rentepercentage betalen ongeveer 3,0 procent, terwijl een gemiddeld cumelabedrijf rentepercentage betalen ongeveer 3,0 procent, terwijl een gemiddeld Omtrent het laden geeft paragraaf 22.01.04 duidelijkheid: “Onder ontwerkt tegen 4,2 procent rente. Bedrijven met een hoog rentepercentage over cumelabedrijf werkt tegen 4,2 procent rente. Bedrijven met een hoog graven door middel van droog materieel wordt verstaan het door midlanglopende schulden en de rekening courant komen zelfs uit op 5,3 procent.” rentepercentage over langlopende schulden en de rekening courant komen del van droog materieel verwijderen van grond uit een grondmassa en Omdat banken niet vanzelf de rente aanpassen aan de bedrijfssituatie raadt Heins de zelfs uit op 5,3 procent.” het deponeren van de verwijderde grond naast de plaats van ontgrabedrijven aan om zelf eens naar deze getallen te kijken. “Naast de solvabiliteit moet Omdat banken niet vanzelf de rente aanpassen aan de bedrijfssituatie raadt ving of in respectievelijk op een middel van vervoer dan wel in eigen je dan ook het rendement meenemen. Samen kan dat een behoorlijk drukkende Heins de bedrijven aan om zelf eens naar deze getallen te kijken. “Naast de laadruimte door middel van het middel van ontgraving.” Het zal u nu invloed opmoet het rentetarief hebben. Bedenk wel dat het kan bij dat heteen hoogste duidelijk en het zijn laagste solvabiliteit je dan ook het rendement meenemen. Samen dat de kosten voor extra overslag voor rekening van de rentetarief op een gemiddeld bedrijf al om een bedrag van meer dan € 20.000 kan zijn. Hij kan er natuurlijk ook voor kiezen om voor zijn behoorlijk drukkende invloed op het rentetarief hebben. Bedenk wel dat het hoofdaannemer gaan. Voldoende om eensrentetarief in de cijfers tegemiddeld duiken als je een hoog hebt, bij het hoogste en het laagste op een bedrijf al om een rentetarief rekening met rijplaten te gaan werken en terwijl bijvoorbeeld het rendement of de solvabiliteit goed is.” bedrag van meer dan € 20.000 kan gaan. Voldoende om eens in de cijfers te een auto naast de ontgraving te zetten. duiken als je een hoog rentetarief hebt, terwijl bijvoorbeeld het rendement of de solvabiliteit goed is.” De gegevens in deze grafiek zijn gebaseerd op 232 goed vergelijkbare bedrijven die de jaarrekening 2016 aanleverden voor CUMELA Kompas Analyse. Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan deze kengetallenvergelijking. Neem hiervoor contact op met één van de bedrijfskundig adviseurs, uw bedrijvenadviseur, de infolijn op tel. (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar Helmy Coenen kengetallen@cumela.nl. Adviseur GWW 0,0%

GRONDIG 1 2018

49


ondernemen met

cumela

CUMELARIA

FEEST BIJ LOONBEDRIJF BRUYNEN BV Op het grote feest ter ere van het vijftigjarig jubileum van Jos Bruynen werd de verandering van Loonbedrijf Bruynen en Zonen BV te Maasbree naar Loonbedrijf Bruynen BV bekendgemaakt. Ruim 55 jaar geleden richtte Pierre Bruynen zijn bedrijf op. Vijf jaar later begon zoon Jos mee te werken. In 1975 gingen ook de zonen Jos en broer Herman mee het bedrijf in en werd de naam veranderd in Loonbedrijf Bruynen en Zonen BV. In 1992

besloot Herman uit het bedrijf te stappen. In 2012 stapte dochter Marjo in. Na enkele jaren besloten Marjo en partner Antoine Emonts als derde generatie de grote stap te nemen. Reden voor een groot feest, waarin Jos met zijn vijftigjarig jubileum centraal stond. Er waren mooie woorden voor Jos van John Jenniskens, voorzitter van CUMELA Limburg, en uiteraard een passende gouden speld en hangertje als waardering.

POLITIE OP WERKBEZOEK

Op verzoek van politie (Erik Bouman, Eenheid Oost-Brabant Team Verkeer) en Waterschap Aa en Maas (Ton van Uden en Kees Peters) is tijdens een studieclubbijeenkomst op 14 december voorlichting gegeven over de regelgeving rondom (land)bouwverkeer en regels rondom beken en sloten. Op het bedrijf van Loonbedrijf Kuunders in Deurne waren er veertig mensen vanuit studieclub ZuidoostBrabant aanwezig om zich opnieuw bewust te worden van alle regels. Tijdens de rondleiding gaf de politie bij de machines aan wat er kon

worden verbeterd als het gaat om afmetingen en ontheffingen, bebording en markeringen, scherpe delen, veiligheid et cetera. De maaikorf voorzien van een afscherming of vervoeren op een aanhanger? De afgeknotte driehoek, voor de omstanders aangeeft dat ze te maken hebben met langzaam verkeer, ontbreekt ook wel eens. Zo kwamen tal van onderwerpen ter sprake. Het was al met al een nuttige en gezellige bijeenkomst, waarop volop werd genetwerkt.

EERSTE ETAPPEZEGE VOOR TON VAN GENUGTEN Het winnen van een etappe in de Dakarrally stond nog op de bucketlist van Ton van Genugten, eigenaar van cumelabedrijf Tontrans BV in Best en bekend coureur van het truckrallyteam De Rooy. In de zevende etappe van deze Dakar Rally kwam de wens uit. Een mooie mijlpaal. De proef over overwegend snelle, maar modderige rallypaden in de 369 kilometer lange etappe van La Paz naar Uyuni lag Van Genugten met zijn Iveco goed. In de

modder voelt hij zich in zijn element, zo bleek voorgaande jaren al. “Er stond overal veel water, maar het laatste stuk was het meer gravel en bochten. De laatste 150 kilometer ben ik plankgas naar de finish gereden”, aldus Van Genugten. Daar was het nog even wachten op de andere trucks om zekerheid te hebben. Daarna even tijd voor het overwinningsgevoel en dan snel klaarmaken voor de volgende zware etappe.

UITNODIGING VIJFTIGJARIG JUBILEUM W. HOUBRAKEN Een ervaren bedrijf blijft groeien door vooruitstrevende technologie. Daar wil Loonbedrijf, transport, grondwerken en mestdistributie W. Houbraken geïnteresseerden en collega-cumelabedrijven graag kennis mee laten maken bij de viering van het vijftigjarig jubileum op zaterdag 24 en zondag 25 februari. Alle geïnteresseerden zijn van harte welkom op de open dagen van 10.00 tot 17.00 uur aan de Bredasedijk 51a in Bergeijk. Het uitgebreide machinepark wordt tentoongesteld

50

GRONDIG 1 2018

en verder laat Houbraken u deze dag graag de techniek van duurzame mestverwerking zien met het oog op zijn toekomstvisie. Denk bijvoorbeeld aan een nieuwe vijfwielige Vervaet-zelfrijder met twintigkuubs tank en een bemester van 9,40 meter, GPS en plaatsspecifieke bemesting. Verder heeft Houbraken een veertien meter sproeiboom voor het verspreiden van Betacal Flow en Calhix Flow met GPS en ­sectieafsluiters. En natuurlijk is er nog de n ­ ieuwe achtrijige maïszaaimachine met rij­ uitschakeling.


EK MICROPULLING BIJ VAN HAL Veel belangstelling en veel geluid. Een treffende omschrijving van Loonbedrijf Van Hal uit Voorst (Gendringen) voor het daar gehouden EK Micropulling, begin november. Van Hal stelde een deel van één van de werktuigenloodsen ter beschikking. In een wei werd een parkeerplaats ingericht om de vele bezoekers uit binnen- en buitenland te ontvangen. Voor het bedrijf was het een prima gelegenheid klanten en kennissen te trakteren op een heel andere techniek dan de zware diesels waarmee Van Hal de werkzaamheden uitvoert. In totaal kwamen zo’n 150 deelnemers in verschillende klassen aan de start. Het evenement mocht zich verheugen in een grote belangstelling. De organisatie toonde zich na afloop zeer tevreden over de gastvrijheid van Van Hal, de locatie en het verloop van de dag.

GEKRUID Goede voornemens Na alle uitspattingen van de decembermaand zijn we weer in januari terecht gekomen. Voor mij voelt januari na de gezellige decembermaand altijd erg saai en gewoontjes aan, zeker na de drukte van december met relatiebezoeken over en weer, kerstpakketten uitdelen tijdens de kerstborrel en het vieren van de feestdagen met eigen familie en vrienden. Kortom, veel bezoekjes en dierbare momenten. Na carbidschieten, vuurwerk knallen en nog oliebollen met champagne tijdens de nieuwjaarsborrel ben je dan ineens beland in januari, de meest ontnuchterende maand van het jaar. Vaak beginnen we deze maand met goede voornemens. Zelf heb ik er voor dit jaar ook weer een paar bedacht, zoals meer bewegen. Niet dat ik met plannen rondloop om naar de sportschool te gaan. Tot op heden heb ik al meerdere pogingen gedaan, maar die lopen helaas meestal na een paar weken weer ten einde. Ik voel mij tussen die zwetende spierbundels niet fijn. Nee, daar trap ik deze keer niet weer in. En die handige apparaten die je op tv ziet, werken bij ons in de praktijk meestal ook net even anders. Nee, deze keer ga ik gewoon meer wandelen, ik pak vaker de fiets in plaats van de auto en ga gewoon thuis wat rekken en strekken. Dan moet het ook echt goed komen. Deze keer moet en zal ik het echt volhouden. Misschien dan toch maar de al vaak besproken hond in huis halen? Dan moeten we er echt dagelijks op uit voor onze wandeling, weer of geen weer, zin of geen zin. Kan ik er ook gelijk mijn tweede goede voornemen mee combineren: iets meer tijd nemen voor andere dingen dan werken en het bedrijf. Ook dat staat al een aantal jaren op mijn verlanglijstje van januari, maar dit blijkt toch altijd weer lastiger dan gedacht. Omdat dit tot op heden nog niet is gelukt, wil dat echter nog niet zeggen dat het niet kan. We gaan er dit jaar gewoon weer voor! Ik ben vast niet de enige die worstelt met al deze goede voornemens. Ik wens u allemaal veel succes met uw eigen uitdaging. Maak er een mooi en uitdagend jaar van.

advertentie

isc utter D

CrossC

Tempo

chine

zaaima

Hydraulische gewichtsoverdrachtregeling per row-unit ● Zwevende kluitenruimers ● Variabel stopwiel ● Variabele sluitwielen ●

Gretha Toering Toering Loon- en Grondverzetbedrijf

GRONDIG 1 2018

51


VAN BUITEN NAAR BINNEN “Wegbeheerders redeneren te veel vanuit een Opel Corsa”

ondernemen met

cumela

Niels Bosch, Royal HaskoningDHV In hoeverre is CUMELA bekend buiten de sector? Hoe kijken overheden naar de sector? Hoe gaan grote aannemers om met ­cumelabedrijven? Waarin kan de sector zichzelf nog verbeteren? Daar zoeken we in deze serie een antwoord op. Deze keer het woord aan Niels Bosch, verkeerskundige bij adviesbureau Royal HaskoningDHV.

Op welke manier bent u betrokken bij de cumela­ sector? “Wij houden ons bezig met allerlei verkeerskundige projecten door het hele land. Landbouwverkeer speelt daarbij een behoorlijk grote rol. Zo zijn we betrokken geweest bij het T-rijbewijs, we doen meetproeven voor diverse provincies, we organiseren informatiedagen over landbouwverkeer en we hebben voor de RDW een toetsingskader opgesteld voor de toelating van brede voertuigen. We kijken naar de processen en de inhoud, brengen partijen bij elkaar en dragen oplossingen aan. We zitten veel rond de tafel met wegbeheerders en brancheorganisaties, zoals CUMELA Nederland.”

Landbouwverkeer is al jaren een heet hangijzer. Hoe kijkt u daarnaar? “Het is een lastig onderwerp, omdat het om kleine aantallen gaat, maar wel infrastructurele aanpassingen vraagt die veel geld kosten. Landbouwverkeer is daardoor niet prijsefficiënt. Het gaat misschien maar om één tot anderhalf procent van het totale verkeer. Daardoor kun je het bagatelliseren, maar is het ook lastiger om financiën los te krijgen. Daarnaast is het onderwerp te veel onderbelicht. Ik merk dat er weinig kennis is bij wegbeheerders. Een wegbeheerder die onder aan een helling een passeerhaven wil aanleggen, kent de situatie van de loonwerker niet. De wegbeheerder richt de weg nog te veel in vanuit een Opel Corsa, niet vanuit een landbouwvoertuig. Dat levert knelpunten op. Zo bestaat er software om rijcurves te testen. Die is echter alleen ontwikkeld voor auto’s en vrachtwagens, niet voor landbouwverkeer. Wegmeubilair als verkeersborden en bomen kunnen daardoor in de praktijk verkeerd worden geplaatst. Samen met CUMELA ontwikkelen we nu een versie waarin landbouwverkeer wel wordt meegenomen. Landbouwverkeer is zeker niet afdoende als bureaustudie.”

Waartoe leidt die weinige kennis nog meer? “Discussies worden nog te veel op basis van meningen gevoerd in plaats van op feiten. Zo zeggen automobilisten vaak dat ze ‘kilometers’ achter een trekker hebben gehangen, maar uit

52

GRONDIG 1 2018

diverse metingen blijkt dat het om enkele honderden meters gaat. Of een wegbeheerder denkt dat landbouwverkeer voor veel vertraging zorgt op een 80-kilometerweg, maar dan blijkt de verliestijd slechts enkele minuten of seconden te zijn. Wij proberen de feiten te achterhalen. Zo hebben we vorig jaar in samenwerking met het Kadaster een methode ontwikkeld die de verkeersstromen tussen de woning van de boer en zijn percelen in kaart brengt. Hierdoor krijgen we een indicatie van de belasting van de wegen in de omgeving. Het is een indicatie, want bouw- en loonwerkverkeer worden er niet in meegenomen, maar het levert wel een mooi vertrekpunt op voor een discussie. Het maakt nogal een verschil of je het over tien of honderd trekkers hebt.”

Hebben loonwerkers het dan altijd bij het juiste eind? “Boeren en loonwerkers weten doorgaans heel goed waar de gevaarlijke verkeerspunten zich bevinden, maar ook zij hebben niet altijd een realistisch beeld. Zo geven velen aan dat ze niet in de spits rijden, maar uit meetresultaten op diverse wegen blijkt dat zij dat op die wegen wel degelijk doen. Het beeld van landbouwverkeer is dus aan beide kanten niet altijd juist.”

Waar ligt het spanningsveld? “Alles draait om verkeersveiligheid. Niemand wil land­ bouw­ voertuigen hebben. Op 80-kilometerwegen mogen ze niet sinds in de jaren negentig het programma Duurzaam Veilig in het leven is geroepen, maar op 60-kilometerwegen zijn ze ook niet altijd gewenst. Daar hebben we te maken met fietsers, snelheidsremmende maatregelen, woningen et cetera. Dus waar gaan we heen met onze grote machines? Wegbeheerders zeggen wel eens gekscherend dat die bietenrooier dan maar op een dieplader moet, maar er zit wel een kern van waarheid in. Het zijn immers werktuigen die worden gedoogd op de openbare weg, omdat ze maar een beperkte afstand afleggen. Een speed pedelec (een snelle elektrische fiets; red.) heeft een kenteken en moet op de rijbaan rijden, terwijl een landbouwvoertuig ongekentekend is en vaak naar het fietspad wordt verwezen.


Eigenlijk is het absurd hoe het landbouwverkeer momenteel is geregeld.”

Valt dat te doorbreken? “Het gaat om samenwerken en met elkaar in discussie gaan. We moeten niet alles zwart-wit bekijken, maar per locatie naar een oplossing zoeken. De N270 bij Venray, bijvoorbeeld, kende gedeeltelijk een geslotenverklaring voor landbouwverkeer. De provincie Limburg wilde in eerste instantie een parallelbaan aanleggen. Wij hebben met camera’s onderzoek gedaan en het bleek dat het aantal landbouwvoertuigen kleiner was dan gedacht en dat de vertraging secondenwerk betrof. De noodzaak voor een parallelbaan was daarmee van de baan en een deel van de geslotenverklaring is zelfs opgeheven, waardoor de doorstroming op deze weg juist is verbeterd.”

Zijn aanpassingen aan de infrastructuur vol­ doende? “Nee, ik denk juist dat we ook moeten kijken naar de intrinsieke veiligheid van een voertuig. CUMELA is daar al mee bezig. Denk aan de trekkerbumper, waarvoor ze een subsidieregeling heeft opengesteld. Het is goed dat zo’n initiatief vanuit de sector komt. Dat laat zien dat ze volwassen is en een realistisch beeld heeft van de knelpunten en oplossingen. Het is een lange weg, want het kost veel geld, maar het is een pad waarmee CUMELA verder moet, denk ik. Intrinsieke veiligheid is het allerbeste.”

Er wordt ook al jarenlang discussie gevoerd over een kentekenregistratie… “Ik denk dat kentekening een grote bijdrage kan leveren. Hierdoor kan de snelheid van landbouwvoertuigen omhoog en kunnen dus meer wegen worden opengesteld voor deze categorie. Nu zijn trekkers moeilijk te traceren, waardoor handhaving en onderzoek moeilijk uit te voeren zijn. Met kentekening krijgen we beter zicht op de voertuigen en hun routing, waardoor we veel gerichtere maatregelen kunnen treffen om de verkeersveiligheid te waarborgen.”

CUMELA Nederland pleit voor kenteken­ registratie. LTO daarentegen is tegen… Wie is Niels Bosch? Van huis uit is hij planoloog, maar sinds Niels Bosch in 2000 bij advies- en ingenieursbureau DHV kwam te ­werken, dat in 2012 fuseerde met Royal Haskoning, is hij verkeers­kundig adviseur. Zijn eerste contact met het landbouwverkeer was in zijn eigen dorp, net boven Maastricht. De versmalling van de weg door de dorpskern was door de uitvoerder te smal ingemeten, waardoor de plaatselijke loonwerker niet meer over deze weg kon, terwijl hij er wel ontheffing voor had gekregen. Sindsdien is Niels Bosch veelal betrokken bij verkeerskundige projecten inzake landbouwverkeer, zoals de nulmeting voor de kentekening en snelheidsverhoging van het landbouwverkeer, het toetsingskader voor breed landbouwverkeer en het K ­ waliteitsnet Landbouwverkeer voor de provincie Limburg.

“Daar ligt denk ik een grote uitdaging. Deze agrarische partijen zouden met één mond moeten spreken. Nu discussiëren ze onderling, terwijl ze als één front naar de wegbeheerder zouden moeten stappen. Ik snap dat boeren niet zitten te wachten op kentekening, want dat brengt extra kosten met zich mee, maar voor mij is mijn auto ook een werktuig en daar moet ik ook voor betalen. Kentekening zal ervoor zorgen dat het landbouwverkeer status krijgt en als een volwaardige weggebruiker zal worden gezien. Een wegbeheerder zal jouw werktuig daardoor niet zomaar van de weg kunnen weren. Dus wil je als een volwaardige voertuigencategorie worden gezien of wil je blijven rommelen in de marge? Als je dat laatste wilt, moet je niet gek opkijken dat je ook zo wordt behandeld.” TEKST: Marjolein van Woerkom FOTO: Royal HaskoningDHV

GRONDIG 1 2018

53


ondernemen met

cumela

CUMELA.NL

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

FABRIKANTEN MOETEN VOLDOEN AAN NIEUWE VOERTUIGEISEN Op 1 januari 2018 is de Europese Verordening 167/2013 van kracht geworden. Hierin staan de eisen waaraan nieuwe landbouwtrekkers en nieuwe landbouwaanhangwagens en getrokken werktuigen moeten voldoen. Een Europese verordening moet je zien als een Europese wet; deze wordt in alle lidstaten op de ingangsdatum van kracht. Fabrikanten en leveranciers van landbouwvoertuigen moeten daarom vanaf 1 januari 2018 aan deze verordening voldoen. Een belangrijke nieuwe eis is dat landbouwaanhangwagens en getrokken werktuigen die zwaarder zijn dan acht ton vanaf 1 januari 2018 moeten zijn voorzien van een tweeleiding-remsysteem. Dit mag zowel een druklucht- als een hydraulisch remsysteem zijn. Inmiddels zijn er diverse fabrikanten van landbouwaanhangwagens en getrokken werktuigen die zich uit het oogpunt van hun productaansprakelijkheid gedwongen zien om aan de nieuwe eisen te voldoen. Dit gaat zelfs zo ver dat getrokken landbouwvoertuigen die nog in de

productiepijplijn zitten alsnog voor aflevering in 2018 worden voorzien van een tweeleiding-drukluchtremsysteem en niet meer van een eenleiding-hydrauliekremsysteem zoals oorspronkelijk is afgesproken. Dit doen fabrikanten met het oog op hun aansprakelijkheid, voor als er in de toekomst onverhoopt een ongeval gebeurt met hun aanhangwagen of werktuig. Bij ernstige ongevallen wordt er door de politie gekeken of het voertuig wel voldoet aan de wettelijke eisen. Fabrikanten die in 2018 nog aanhangwagens met een eenleiding-hydrauliekremsysteem afleveren terwijl dat een tweeleidingsysteem had moeten zijn, hebben dan wat uit te leggen. Een bijkomend probleem dat hierdoor ontstaat, is dat veel landbouwtrekkers niet geschikt zijn voor een tweeleiding-remsysteem. Eigenaren zullen hun trekkers moeten aanpassen om te zorgen dat de voertuigcombinaties ook daadwerkelijk kunnen remmen. Dit vergt algauw een extra investering van enkele duizenden euro’s per trekker.

NU KENTEKEN VOOR (LAND)BOUWVOERTUIGEN

VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL

Draal niet langer, maar voer nu een kenteken in voor trekkers en andere voertuigen met beperkte snelheid. Met die boodschap kwamen op donderdag 14 december acht verschillende organisaties met een aantal trekkers en een mobiele graafmachine naar De Tweede Kamer. Zij boden de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat een petitie aan met het verzoek om snel over te gaan tot invoering van een kenteken. Naast de acht partijen die de petitie aanboden, zijn er nog veertig andere organisaties die dit verzoek ondersteunen. De organisaties vroegen de Tweede Kamer minister Cora van Nieuwenhuizen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat te steunen bij haar voornemen om een kenteken in te voeren. Kentekening van alle (land)bouwvoertuigen is noodzakelijk voor: • registratie en toelating tot de weg; • borging van de voertuigveiligheid; • snelheidsverhoging naar 40 km/u voor toegang tot veiliger landbouwroutes; • effectieve handhaving; • één loket voor landbouwontheffingen; • invoering van apk voor snelle trekkers. Helaas reageerde de minister niet direct, maar plaatste ze de toehoorders en bedrijven weer in de wachtkamer met de mededeling dat ze een eigen wetsvoorstel gaat voorbereiden.

• Voor welke cao geldt dat ik vakantietoeslag moet betalen over overuren? • Mag ik buiten het uitrijseizoen mest transporteren op basis van de boer-boervoorwaarden?

• Hoe kan ik de Regionale Afzetovereenkomst gebruiken voor de mestverwerkingsplicht?

• Hoe belangrijk is het bestemmingsplan voor mijn bedrijf? • Hoe vraag ik de subsidie voor het T-rijbewijs aan?

GEWIJZIGDE BTW-REGELING Per 1 januari 2018 is de btw-regelgeving op een aantal onderdelen gewijzigd. Zo is de landbouwregeling vervallen. Ook is het lage tarief (6 procent) voor dienstverlening aan deze ondernemers afgeschaft. Alle dienstverlening aan agrarische ondernemers dient vanaf 1 januari 2018 tegen 21 procent btw te worden gefactureerd. Het lage btw-tarief blijft alleen op de levering van veel agrarische producten van toepassing. Het gaat om producten die behoren tot de eerste levensbehoeften, waaronder ook zaaizaden. Het btw-percentage voor transacties rond mestdistributie is in alle voorkomende gevallen 21 procent.

OOK OP CUMELA.NL

• Premies 2018 Belastingdienst, Colland en BPL • Nadere toelichting berekening loon BBL • Een zzp’er inzetten als vrachtwagenchauffeur • Nieuw Landelijk AfvalbeheerPlan (LAP3) vastgesteld • Grip op jezelf en je bedrijf door CUMELA-Ondernemersspiegel • Toolboxmeetings door Waterschap Aa en Maas

54

GRONDIG 1 2018


VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de voorzitters van CUMELA Nederland. Deze editie Jan Vrij, voorzitter sectie Grondveret en Cultuurtechniek CUMELA Nederland.

VOSSEBELD WINT GEZOND EN VITAAL WERKEN PRIJS Cumelabedrijf Vossebeld Cultuur- & Civiele Techniek heeft de Stigas Gezond & Vitaal Werken Prijs 2017 gewonnen. ‘’Vossebeld investeert al langere tijd radicaal in zijn oudere medewerkers: allemaal hebben ze inmiddels het niveau van een mbo-dagopleiding. Dat is ontzettend bijzonder, want zo’n investering zie je niet vaak. Met een diploma op zak hebben deze mensen bovendien een betere arbeidsmarktpositie. Bij dit bedrijf wisselen oudere en jongere medewerkers hun kennis en ervaring over en weer uit. Deze aanpak zorgt er ook voor dat medewerkers elkaar beter leren kennen en gaan waarderen en dat de ouderen fysiek wat meer worden gespaard”, aldus het oordeel van de jury.

WERKBEZOEK VAN GEMEENTE WOERDEN Op donderdag 7 december hebben wethouder Ten Hagen, de heren Van der Lee en Bouwman (beleidsadviseurs verkeer) en de heer Pijnacker (wegbeheer) van de gemeente Woerden een werkbezoek afgelegd bij cumelabedrijf Van Schaik Grondverzet en een fruitteeltbedrijf. CUMELA Nederland heeft dit werkbezoek samen met LTO Noord afdeling Woerden georganiseerd. De gemeentelijke verkeersvisie, het standpunt van de gemeente betreffende landbouwverkeer over provinciale wegen, de veiligheid, de moddercampagnes en het VOMOL-project werden besproken. De intentie is uitgesproken om dit werkbezoek een jaarlijks vervolg te geven.

Personeel is aan het ­zoeken, maar wij ook In mijn ‘kersttoespraak’ geef ik altijd een update van het personeelsbestand. Afgelopen jaar was het best een hele lijst. Zo zijn er zes medewerkers vertrokken en gaat er nog één in januari weg. Van deze zeven zijn er vier op ons initiatief vertrokken. Van de drie die zelf ontslag namen, snap ik hun beslissing wel. We hebben regelmatig met hen gesproken over hun functioneren en daarin kwam ook hun ‘ontevredenheid’ aan bod. We gaan echter niet de bedrijfsvoering van ons bedrijf aanpassen omdat een medewerker niet ‘lekker in zijn vel zit’. Hierin probeer ik altijd wel duidelijk te zijn. Veel belangrijker is dat er negen fulltime medewerkers bij zijn gekomen en nog één gaat bijkomen. Daarnaast zijn er nog vier stage-, vakantie- en zaterdagmedewerkers bij gekomen. In mijn toespraak noemde ik ze ook ons aankomend talent. Waarom zijn deze mensen bij ons komen werken? Van de fulltime medewerkers zijn er zes zijinstromers die het bij hun oude werkgever en/of in hun oude sector niet naar hun zin hadden. Twee van hen zaten in een faillissement of een reorganisatie en twee anderen kwamen bij een concullega vandaan. Juist deze laatste twee zijn gekomen via een advertentie. De rest kwam via kennissen of familie die al bij ons of bij onze opdrachtgevers werkt. Ook via een opdrachtgever (een gemeente) werd ons personeelsbestand uitgebreid. Die had iemand in dienst die graag de overstap zou willen maken naar het bedrijfsleven en dacht dat hij wel bij ons zou passen. De gemeente heeft hiervoor zelfs een ‘stage’ voorgesteld bij ons. Voor het aankomend talent is het eigenlijk hetzelfde: ze zijn allemaal gekomen via vrienden die al bij ons werken. Kortom, voor ons is het dus heel duidelijk dat de uitstraling van je bedrijf wel degelijk bijdraagt aan het vinden van voldoende personeel. We moeten echter wel blijven zoeken naar alternatieven en dan het liefst buiten onze sector. Zo hebben we begin januari de eerste ontmoeting met asielzoekers op een ‘banenmarkt’. Ik ben me er van bewust dat we hier niet de allround machinist gaan vinden voor onze nieuwe kraan, maar ik denk wel dat er mensen tussen zitten die bij ons een plek kunnen vinden. Wij zijn dan ook wel in de gelukkige omstandigheid dat we werk hebben waarin ze het kunnen proberen.

Jan Vrij Voorzitter sectie Grondverzet en Cultuurtechniek

GRONDIG 1 2018

55


ondernemen met

cumela

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

TOOLBOX Arbocatalogus: veilig werken in de cumelasector Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting Wil je meer weten over hoe je veilig kunt werken? Leer welke bescherming nodig is of leer welke onveilige situaties veel voorkomen en hoe je het wel veilig kunt doen. Op www.agroarbo.nl is te lezen hoe jij jouw werk veilig kunt uitvoeren. Dit is de arbocatalogus van de cumelasector. In duidelijke taal wordt verteld wat er in de Arbowet staat en wat dat dan concreet betekent voor jouw werkzaamheden als trekkerchauffeur, machinist, enzovoort.

WWW.AGROARBO.NL: DATABANK VOOR VEILIG WERKEN Voor veel mensen is de Arbowet niet duidelijk. Moeilijk geformuleerde zinnen zorgen ervoor dat de gemiddelde Nederlander niet veel zin heeft om de hele tekst door te lezen. Daarnaast worden onderwerpen heel algemeen behandeld. Bijvoorbeeld: iemand mag geen gezondheidsschade oplopen door zijn werk. Het is dan niet duidelijk wat dat dan concreet betekent in de dagelijkse praktijk. Daarom is besloten tot de ontwikkeling van de arbocatalogus. Hier is in goed leesbaar Nederlands te vinden hoe je ervoor zorgt dat je gezond blijft en niet ziek wordt van je werk. En het mooie is dat het is toegespitst op jouw werk.

HOE KOM JE BIJ DE JUISTE INFORMATIE? 1. Ga naar www.agroarbo.nl. 2. S crol naar beneden en klik op mechanisch loonwerk.

56

GRONDIG 1 2018


ADVIESPRAKTIJK 3. Kies het werk uit dat voor jou interessant is en klik erop.

4. Bij elk onderwerp is de checklist voor de dagelijkse praktijk terug te vinden. Lees deze goed door en beoordeel of dat overeenkomt met hoe jij je werk uitvoert.

5. De checklist voor de dagelijkse praktijk is geschreven voor werknemers. De overige tekst geeft aan wat een werkgever moet regelen om veilig te kunnen werken. Zijn situaties onveilig? Of heb je niet de juiste materialen? Bespreek dat dan met je werkgever. 6. Mis je onderwerpen of weet jij een veiliger manier van werken dan in de arbocatalogus staat? Neem dan contact op met Stigas via peter. bredius@stigas.nl. Als jouw manier veiliger is, wordt die besproken in de klankbordgroep Arbocatalogus. Als de klankbordgroep akkoord gaat, zal de Inspectie SZW (de vroegere Arbeidsinspectie) beoordelen of zij deze werkwijze ook veilig vindt. Als de Inspectie SZW ook akkoord gaat, wordt jouw idee opgenomen in de arbocatalogus! Het resultaat is maatwerk voor de sector.

Vakantieplanning Sommige werkgevers kiezen ervoor om in het jaar een tijdje dicht te gaan (bedrijfssluiting). Maar mag dat eigenlijk wel? In de wet staat namelijk dat de werkgever moet instemmen met de wensen van zijn werknemer. Je kunt dus niet eenzijdig bepalen wanneer werknemers met vakantie gaan. Er zijn echter uitzonderingen. Als een vakantie van een medewerker problemen oplevert in de bedrijfsvoering hoef je niet akkoord te gaan. Ook als er in de cao is geregeld dat er een collectieve vakantieperiode is, hoef je als werkgever geen rekening te houden met specifieke vakantiewensen. In de CAO LEO is dat maar beperkt geregeld; je mag als werkgever twee vakantiedagen aanwijzen. Je kunt de bedrijfssluiting ook regelen in een bedrijfsreglement of arbeidsovereenkomst. Dat je dit soort zaken goed moet vastleggen, illustreer ik aan de hand van een voorbeeld. Een medewerker had een drietal jaren bij een sauna gewerkt. De sauna was in de zomerperiode drie weken gesloten. Toen de medewerker ontslag nam, eiste hij nog een uitbetaling van openstaande vakantiedagen met een totaalbedrag van € 5000,-. De medewerker stelde dat hij nooit akkoord was gegaan met het opnemen van vakantiedagen tijdens de bedrijfssluiting. In deze zaak was er niets in de cao of een reglement vastgelegd. In de arbeidsovereenkomst was opgenomen dat “de vakantie door de werkgever wordt vastgesteld en dat de werkgever over het vaststellen van de vakantiedagen tijdig overleg met de werknemer moet voeren.” Er werd echter niets genoemd over het verplicht opnemen van vakantie tijdens de bedrijfssluiting. De rechter besloot in deze zaak dat er met de medewerker had moeten worden overlegd over de verplichte opname van vakantiedagen. Dit was nooit gebeurd. Wel had hij al die jaren van die vakantiedagen genoten en had hij er nooit over geklaagd. Het was dan ook nu pas dat de werkgever hiermee werd geconfronteerd. De werkgever had dit niet goed geregeld. De rechter besloot echter dat het onterecht was dat de werknemer de verplichte bedrijfsvakantie niet als opname van vakantiedagen bestempelde. Dat hij dit pas aan het einde van zijn dienstverband had benoemd en al die jaren wel lekker van zijn vakantie had genoten, stond haaks op zijn eis. Die werd dan ook niet ingewilligd!

Sander van Meer TEKST: Corina van Zoest-Meester, adviseur arbo

Teamleider CUMELA Advies

GRONDIG 1 2018

57


ondernemen met

cumela

Inzet machines bepaalt rendement Bruto marge en machinekosten per fte spelen een hoofdrol Goed draaiende agrarische loonbedrijven behalen een bedrijfseconomisch resultaat van ruim acht procent. Dit terwijl een gemiddeld agrarisch loonbedrijf niet verder komt dan een resultaat van minus 0,4 procent. Waar komen de verschillen vandaan en hoe maak je de stap naar een goede winst? Door de resultaten van bedrijven uit te drukken in omzet en kosten per fulltime arbeidskracht (fte) zijn bedrijven te vergelijken. Voor een ondernemer is hiermee eenvoudig te bepalen waar het bedrijf staat. Een gemiddeld cumelabedrijf behaalt per medewerker ruim € 150.000,- aan omzet en aan bruto marge realiseert het een omzet van ruim € 105.000,-. De vraag is hoe de kengetallen zijn bij agrarische loonbedrijven, gemengde bedrijven en grondverzet- en cultuurtechnische bedrijven. Deze vraag beantwoorden we via een aantal artikelen die de komende maanden in Grondig verschijnen. In dit artikel gaan we in op de kengetallen per fte van agrarische loonbedrijven. In de tabel is de winst- en verliesrekening weergegeven van een agrarisch loonbedrijf met een gemiddeld, laag en hoog rendement. Hierbij zijn de bedragen per fulltime arbeidskracht weergegeven. Ook is het percentage van de bruto marge weergegeven. Bij een gemiddeld agrarisch loonbedrijf zijn - de ondernemers meegerekend - 9,9 fte werkzaam. Bedrijven met een lager rendement zijn gemiddeld genomen kleiner, namelijk 6,8 fte. Bedrijven met een hoog rendement hebben

Ook een resultaat van € 10.000 per werknemer? Wilt u weten waar u staat met uw onderneming en wat in uw organisatie de mogelijkheden zijn om het rendement verder te verbeteren? Ga dan in gesprek met één van de adviseurs bedrijfskundige zaken. Zij kunnen u laten zien dat er soms meer mogelijk is dan u had gedacht. Ad Karelse André de Swart Dieuwer Heins

akarelse@cumela.nl 06-52867239 adswart@cumela.nl 06-29066008 dheins@cumela.nl 06-25044413

De adviseurs van Bedrijf, Strategie en Certificering hebben een overzicht gemaakt van een aantal tips ter verbetering van de bruto marge en machinekosten per fte. Heeft u interesse in het overzicht, stuur dan een e-mail naar kengetallen@cumela.nl. We zorgen er dan voor dat u het overzicht zo snel mogelijk ontvangt.

58

GRONDIG 1 2018

9,5 fte aan het werk. Hiermee zijn agrarische loonbedrijven gemiddeld kleiner dan grondverzetbedrijven en gemengde bedrijven.

Kengetallen per fte Door agrarische loonbedrijven wordt gemiddeld een omzet behaald van € 162.290,- per fte. Wanneer we hier de inkoop van hulp- en grondstoffen en werk door derden van aftrekken, blijft een bruto marge over van € 120.460,-. Dit is hoger dan gemiddeld in de sector, wat komt door een hoger aandeel machinekosten in het tarief. De grootste kostenposten zijn uiteraard de arbeids- en machinekosten. De gemiddelde arbeidskosten bedragen € 45.168,per fte, terwijl de machinekosten € 58.999,- per fte zijn. Deze machinekosten zijn bijna € 15.000,- per fte hoger dan gemiddeld in de cumelasector. Agrarische loonbedrijven behalen gemiddeld een bedrijfseconomische winst van minus € 469,- per fulltime arbeidskracht. Het rendement is minus 0,4 procent van de bruto marge, lager dan gemiddeld in de sector (1,4 procent). Winst- en verliesrekening van agrarische loonbedrijven met een gemiddeld, laag en hoog rendement, uitgedrukt in euro’s per fte en in percentage van de bruto marge. (Zie tabel)

Hoog of laag rendement Wat zijn de verschillen tussen bedrijven met een hoog en een laag rendement? Wanneer we de tabel bekijken, valt net als bij de grondverzetbedrijven op dat er weinig verschil zit in de arbeidskosten per fte. Evenals bij de grondverzetbedrijven zien we bij de agrarische loonbedrijven dat het verschil in resultaat zit in de hoogte van de bruto marge per fte. Daarnaast zien we een verschil in de machinekosten per fte. Dit is duidelijk anders dan bij de grondverzetbedrijven. Daar lagen de machinekosten per fte voor hoog en laag renderende bedrijven vrijwel gelijk. Allereerst de bruto marge per fte. Deze is bij de hoog renderende bedrijven bijna € 4000,- hoger dan bij een gemiddeld agrarisch loonbedrijf en zelfs bijna € 9000,- hoger dan bij de laag renderende bedrijven. Weliswaar zijn de verschillen kleiner dan bij de grondverzetbedrijven, maar toch zijn de ver-


Gemiddeld

Laag

Hoog

Omzet Inkoop hulpstoffen Werk derden

162.290 32.832 8.998

134,7% 27,3% 7,5%

162.719 41.158 6.198

141,0% 35,7% 5,4%

150.272 19.433 6.590

120,9% 15,6% 5,3%

Bruto marge

120.460

100,0%

115.363

100,0%

124.250

100,0%

Arbeidskosten

45.168

37,5%

43.958

38,1%

44.285

35,6%

Machinekosten Afschrijving Reparatie Brandstof Verzekering Huur Overige kosten

21.101 14.359 18.163 3.006 2.118 254

17,5% 11,9% 15,1% 2,5% 1,8% 0,2%

24.443 15.353 19.074 3.494 2.365 198

21,2% 13,3% 16,5% 3,0% 2,1% 0,2%

19.293 13.724 16.792 2.663 1.807 173

15,5% 11,0% 13,5% 2,1% 1,5% 0,1%

Totaal

58.999

49,0%

64.928

56,3%

54.452

43,8%

Totale arbeids- en machinekosten

104.167

86,5%

108.886

94,4%

98.737

79,5%

Huisvestingskosten Algemene kosten Rentekosten

4.212 4.723 7.827

3,5% 3,9% 6,5%

4.704 5.780 9.420

4,1% 5,0% 8,2%

3.888 4.490 7.090

3,1% 3,6% 5,7%

Bedrijfseconomisch resultaat

-469

-0,4%

-13.427

-11,6%

10.045

8,1%

Aantal fte

9,9

schillen fors. Ga maar na, bij gemiddeld tien arbeidskrachten komt dit neer op € 90.000,- meer aan bruto marge voor een hoog renderend bedrijf. Een nog groter verschil maken de machinekosten. Bij bedrijven met het hoogste rendement liggen deze ruim € 10.000,lager in vergelijking met agrarische loonbedrijven met een laag resultaat. Ook ten opzichte van een gemiddeld agrarisch loonbedrijf is het verschil nog aanzienlijk: ruim € 4500,- in het voordeel van hoog renderende bedrijven.

Lagere machinekosten Duiken we dieper in de cijfers, dan blijkt dat agrarische loonbedrijven met een hoog resultaat op alle fronten van de machinekosten beter scoren dan hun collega’s. Een aantal zaken valt op. Allereerst hebben deze goed draaiende bedrijven zowel lagere afschrijvingen als lagere kosten voor onderhoud en reparatie. Bedrijfskundig adviseur Ad Karelse heeft wel een verklaring. “De lagere afschrijvingen zijn vooral het gevolg van een goede machinebenutting. Het betekent dat de meeste machines goed rendabel zijn en er geen overcapaciteit is. We zien dit ook terug in de verhouding van de bruto marge tot de boekwaarde. Deze ligt bij de hoog renderende bedrijven op factor 1,3, terwijl dit bij de laag renderende bedrijven op factor 0,9 ligt. Ook de lage rentekosten bij de bedrijven met een hoog rendement wijzen op een goede machinebenutting. Het betekent dat met name machines waarvan de benutting onder de maat is langer meegaan. Dat ook de kosten voor reparatie en onderhoud juist bij deze bedrijven lager zijn, laat zien dat deze bedrijven goed georganiseerd zijn. Er wordt goed en kostenbewust onderhoud gepleegd.” Een tweede aspect dat opvalt, zijn de lagere brandstofkosten, ondanks fors meer omzet. Voor bedrijfskundig adviseur Ad Karelse zijn hiervoor meerdere redenen te noemen. “De belangrijkste is misschien wel het tarief. Wanneer het tarief goed

6,8

9,5

Uitgangspunten De gegevens zijn afkomstig uit de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse. Het gaat om gegevens van bedrijven uit de jaarrekening over 2015. Op moment van schrijven gaat het om totaal 375 bedrijven, waarvan 117 agrarische loonbedrijven.

is, zijn de brandstofkosten in verhouding ook laag. We zien dit terug in de brandstofkosten per bruto marge. Deze bedragen bij de hoog renderende bedrijven 13,5 procent, terwijl laag renderende bedrijven niet verder komen dan 16,5 procent. Een andere factor die een rol speelt, is dat de werknemers zich meer bewust zijn van brandstofverbruik. Dit geldt voor de chauffeurs, maar ook voor de planning. Door een strakke planning is de transporttijd beperkt. Dit scheelt naast onproductieve uren ook in het brandstofverbruik”, aldus Karelse. Tot slot zijn ook de verzekeringskosten en kosten van huur van machines duidelijk het laagst bij de bedrijven die een hoog resultaat behalen. Ook dit heeft ermee te maken dat het machinepark goed is afgestemd op de hoeveelheid werk die er is.

Meer winst per werknemer De conclusie die we mogen trekken, is dat hoog renderende agrarische loonbedrijven per arbeidskracht meer omzet en juist lagere machinekosten realiseren. Per saldo resulteert dit in bijna € 10.000,- meer winst per werknemer. Bij een bruto marge van meer dan € 124.000,- en arbeids- en machinekosten van € 99.000,- per fte heeft u als agrarisch loonbedrijf een uitstekend rendement van € 10.000,- per werknemer.

TEKST: Dieuwer Heins, adviseur bedrijfskundige zaken

GRONDIG 1 2018

59


ondernemen met

cumela

Gebruik de indexering Risicoregeling met terugwerkende kracht of een indexeringsregeling voor de toekomst? Rondom de jaarwisseling is het tijd voor de berekening van nieuwe tarieven. Daarbij is er een verschil tussen aangenomen werk en werk binnen een raamovereenkomst. De aard en duur en het eventuele contract dat daaraan ten grondslag ligt, bepalen namelijk wat mogelijk is. Indexering is vaak de basis van de prijsaanpassing. Voor de losse verhuur is het natuurlijk de eigen kostprijsberekening.

Bij aanbestedingen is het gebruikelijk dat in het bestek wordt bepaald van welke eventuele indexering sprake is. Vooral wanneer het een meerjarig contract betreft, zoals bij onderhoudswerkzaamheden, of als er een mogelijkheid tot verlenging bestaat, worden hierover afspraken vastgelegd. Het verdient aandacht hier vooraf goed en kritisch naar te kijken. Bent u het niet eens met de voorgestelde indexeringsregeling, stel daar dan bij de nota van inlichtingen vragen over. Een veel voorkomend misverstand is dat men voor de jaarlijkse indexering gebruik wil maken van de Risicoregeling GWW. Die is daar echter niet voor bedoeld. Wel is er een goed alternatief, de CBS-GWW-index. De werkwijze hiervoor staat beschreven in de RAW 2015.

Risicoregeling GWW Er zijn meerdere verrekeningsmogelijkheden waarnaar in een contract kan worden verwezen. Betreft het een RAW-

60

GRONDIG 1 2018

bestek, dan is in beginsel de Risicoregeling GWW 1995 van kracht, tenzij deze specifiek wordt uitgesloten. Helaas gebeurt dat nog te vaak. Deze regeling is sinds 1995 van kracht en speciaal in het leven geroepen voor de onderdelen waarvoor door prijsfluctuaties een hoog risico geldt. Hiermee wordt het financiële risico voor opdrachtgever én opdrachtnemer zo klein mogelijk gehouden, vooral omdat er ook veel leveranties in zitten die de kostprijs sterk kunnen beïnvloeden. Deze indexcijfers, vastgesteld door de Raadscommissie Risico­ regeling GWW, worden maandelijks gepubliceerd in de Cobouw. Via CROW is een abonnement op de indexen te krijgen. Er worden drie groepen met indexen onderscheiden: loonkosten, brandstof (gasolie/elektriciteit) en bouwstofgroepen (tabel 1). De Risicoregeling GWW 1995 is dus een indexering die uitgaat van een prijsaanpassing met terugwerkende kracht (tabel 2).


Loonkosten- en brandstofaandeel Voor zover dat in het bestek is aangegeven, zal voor zowel loonkosten, brandstofgroepen als bouwstofgroepen een aparte berekening moeten worden gemaakt voor elke ­termijn. De manier van verrekening wordt uitgelegd in de RAW 2015, paragraaf 04.01. Loonkosten en brandstofkosten worden vooraf meestal op een vast percentage van de aanneemsom vastgesteld. Als in het bestek voor deze kostengroepen niet de juiste percentages worden gehanteerd, kan dat u bij indexering al snel veel geld kosten. Deze twee belangrijke kostengroepen kennen in percentage van de aanneemsom in de cumelasector een flinke spreiding. Daarom is het van belang in deze fase de samenstelling van uw kostprijs goed te kennen en dit in de onderhandelingen of bij de nota van inlichtingen aan uw opdrachtgever te motiveren. Het te verrekenen bedrag wordt bepaald aan de hand van de indexwaarde op de dag van de aanbesteding en de indexwaarde of -waarden die in de periode van de termijn van toepassing waren. Belangrijk om te weten, is dat brandstof en bitumen al vanaf de eerste dag verrekenbaar zijn en loonkosten en overige bouwstoffen pas één jaar na de aanbestedings­ ­ datum.

CBS GWW-index Sinds de publicatie van de RAW-versie 2015 is het mogelijk gebruik te maken van de indexeringsregeling gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In beginsel zijn deze vooral bedoeld voor raamovereenkomsten, maar met enkele kleine tekstuele aanpassingen zijn ze ook bruikbaar voor een RAW-bestek. Vooral omdat er steeds meer langdurige onderhoudsbestekken op de markt komen, kan dat relevant zijn. Voor de cumelasector kan gebruik worden gemaakt van het CBS-prijsindexcijfer voor het gebied ‘Grondweg- en waterbouw (GWW)’. Dit is onderverdeeld in acht deelgebieden (tabel 3). De indexcijfers die CBS publiceert, zijn openbaar toegankelijk op https://opendata.cbs.nl. Zoek hier op ‘prijzen’. Het CBS maakt onderscheid tussen consumentenprijzen, producentenprijzen en dienstenprijzen. De CBS-index GWW vindt u onder ‘producentenprijzen’. Deze indexeringsregeling gaat ervan uit dat alle prijzen per eenheid (of een deel daarvan) periodiek worden aangepast. Deze index wordt eens per kwartaal gepubliceerd. Op het moment dat u per 1 januari uw prijs wilt aanpassen, kan dat uitsluitend op basis van de dan gepubliceerde index van oktober van het voorgaande jaar. Of, omslachtiger, met terugwerkende kracht omstreeks maart zodra de index van januari is gepubliceerd. Deze indexering is dus bedoeld voor de toekomst (tabel 4).

Nota van inlichtingen De definitie van de nota van inlichtingen luidt: “het moment bij uitstek om uw vragen te stellen en goed onderbouwde ­suggesties te doen voor een correcte indexeringsregeling.” Hulp nodig? Vraag het CUMELA Nederland.

cetera tussen deze activiteiten zullen variëren. Daarom komt het incidenteel ook voor dat er wordt verwezen naar de voor onze sector vrij ongebruikelijke Consumentenprijsindex (CPI). Ook deze is te vinden op de website van het CBS. De CPI wordt niet samengesteld op basis van de kostenontwikke­lingen die horen bij de werken en diensten die de cumela­sector doorgaans levert. Als een opdrachtgever van deze index gebruik wil gaan maken, is het verstandig u af te vragen of deze voldoende past bij uw werkzaamheden. Als er in een al overeengekomen contract naar deze index wordt verwezen, heeft u zich hieraan te houden.

CUMELA-kostprijsberekening Jaarlijks publiceert CUMELA Nederland haar eigen kostprijsberekeningsmodule en maandelijks de ontwikkeling van de brandstofprijzen. Dit zijn handige hulpmiddelen om de kostenontwikkelingen in beeld te krijgen. Zo weten we dat in 2017 de bruto lonen voor de CAO LEO met 0,75 procent stegen en dat diezelfde lonen in de periode van 1 januari 2018 tot en met 1 januari 2019 met 4,25 procent zullen stijgen. De brandstofindex van CUMELA Nederland wijst uit dat de dieselprijs in 2017 bijna het gehele jaar boven de dieselprijs van 2016 lag. Per maand varieert dit enigszins, maar over geheel 2017 lag de brandstofprijs gemiddeld 7,6 cent hoger dan in 2016. Hiermee zijn brandstofkosten volgens de index van CUMELA Nederland 8,0 procent hoger. Later dit jaar zullen we ook meer kunnen zeggen over hoe zich de andere kostencomponenten hebben ontwikkeld, zoals huisvesting, afschrijvingen, reparatie en onderhoud, verzekeringen, huur, rente, overige machinekosten en algemene kosten. Voor een gemiddeld cumelabedrijf bedragen deze kosten 46,3 procent van de totale kostprijs. De bedrijfskundig adviseurs van CUMELA Advies helpen u desgewenst graag bij het bepalen van uw bedrijfseigen kostenontwikkelingen.

Websites CROW kennisplatform: www.crow.nl Centraal Bureau voor de Statistiek: www.cbs.nl

Consumentenprijsindex Vooralsnog heeft het CBS naast GWW geen indexcijfers beschikbaar voor andere aanverwante cumela-activiteiten die voorkomen in de RAW, zoals aanleg en onderhoud in het groen of bijvoorbeeld gladheidbestrijding. De ontwikkeling en verhouding van loonkosten, brandstof, machinekosten et

TEKST: Nico Willemsen FOTO: CUMELA Communicatie

GRONDIG 1 2018

61


NU OOK IN NEDERLAND! Europa’s specialist in zadeldak hallen, stallen & loodsen • Binnen 30 minuten uw eigen specifieke ontwerp incl. bouwtekeningen • Unieke staalconstructie & ontwerpmethodiek voor de beste prijs/kwaliteit verhouding • Energie neutraal dus klaar voor de toekomst

Voor meer informatie en /of scherpe offerte bezoek www.conexx.nl

SZB Profi

88%

100%

72%

Bij gelijke werkdiepte tot 28% meer mestvolume per sleuf.

• Snel zodeherstel • Lagere emissie, meer mineralen, meer grasopbrengst • Meer opbrengst voor u en uw klant www.slootsmid.nl

• ISOBUS FRONTTANK VOOR VLOEIBAREOF VASTE KUNSTMEST TOEPASSING • GEEN VERSPILLING VAN ZAAD EN KUNSTMEST

• E-DRIVE ZAAIRIJEN MET GEOCONTROL SECTIE AANSTURING • AUTOMATISCH IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE RIJEN • 37.5, 50 OF 75CM RIJ-AFSTAND IS MOGELIJK

WHEN FARMING MEANS BUSINESS kverneland.nl

Kverneland Optima precies wat u zoekt!


ACTUALITEITEN AGRARISCH LOONWERK ZUIVELSECTOR WIL DIESELVERBRUIK LOONWERKERS WETEN Het afgelopen halfjaar is er meerdere malen overleg geweest tussen de sectie en de zuivelsector (Duurzaam Zuivel, NZO). Die wil veehouders stimuleren om maatregelen te treffen om de emissie van broeikasgassen en het energiegebruik terug te dringen. Daartoe zou zij graag het dieselverbruik door de loonwerker per afzonderlijke veehouder willen weten. De gemiddelde klimaatafdruk (CO2-footprint) van een kilogram melk bedraagt 1,22 kilo CO2-equivalenten. Daarvan wordt 0,06 kilo veroorzaakt door dieselgebruik door boer en loonwerker. De sectie heeft de volgende insteek gekozen: het individueel doorgeven van het dieselverbruik per boer is te bewerkelijk en leidt tot forse administratieve lasten. Bovendien leidt het reduceren van het dieselverbruik met twintig procent door boer en loonwerker maar tot een verlaging van de footprint met 0,01 kg CO2-equivalenten. De sectie erkent het belang van het zuinig omgaan met energie en ziet ook in dat de zuivelindustrie met een lage CO2-voetafdruk haar zuivelproducten beter in de markt kan zetten. Resultaat is dat veehouders voorlopig richting hun melkafnemers een gemiddelde waarde voor het dieselverbruik door loonwerkers kunnen doorgeven. Binnen de sectie leeft de verwachting dat analoog aan het grondverzet en de cultuurtechniek (CO2-prestatieladder) ook in andere kolommen (aardappelen en bieten) broeikasgassen en energie een thema gaan worden.

NIEUWE BESTUURDERS In december zijn tijdens de ledenbijeenkomst de volgende bestuurders verwelkomd: Louis Claessens uit Heino, Twan Gubbels uit Broekland en Frans Ploegmakers uit De Rips. De sectie heeft officieel afscheid genomen van Rik Leijzer uit Azewijn en Cor Mechielsen uit Oldehove. Ze zijn bedankt voor al hun inspanningen die zij als bestuurslid hebben gedaan voor de sector.

ONDERNEMEN MET

CUMELA

NIEUWE ‘SPUITLICENTIE’ VOOR ADVISEURS De overheid heeft het bedrijfsleven, na enige jaren stilte op de radar, laten weten dat zij per januari 2019 een bewijs van vakbekwaamheid wil gaan invoeren voor adviseurs van gewasbeschermingsmiddelen. Het bewijs is bedoeld voor alle personen die adviseren over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Zij moeten aantonen dat ze hun kennis bijhouden om aan groepen voorlichting te mogen geven. De sectie Agrarisch Loonwerk heeft de insteek gekozen dat dit nieuwe bewijs niet nodig is voor personen die middelen toepassen bij derden. Dit uitgangspunt is vooralsnog gehonoreerd. Alleen voor personen die werken bij een VKL-G-gecertificeerd bedrijf dient nog een oplossing te worden gevonden. De sectie vindt dat ook voor hen dit bewijs niet nodig is, omdat ze werken onder een CDG-gecertificeerd bedrijf en omdat ze geen groepsadvies geven over de toepassing van middelen.

HYGIËNECODE AARDAPPELMOEHEID De aardappelketen (LTO/NAV, handelshuizen, NAK, NAO en NVWA) wil naast de vrijwillige hygiëneregeling voor ringrot een aparte regeling ontwerpen om verspreiding van aardappelmoeheid tegen te gaan. Dit om rassenontwikkelaars de tijd te geven om nieuwe rassen te ontwikkelen die minder gevoelig zijn voor aardappelmoeheid. De sectie Agrarisch Loonwerk van CUMELA Nederland vindt dat het schoonspuiten van machines niet als standaardmaatregel moet gaan gelden. Resultaat van het overleg met de keten is dat ‘leegdraaien’ en zoveel mogelijk bezemschoon het uitgangspunt zijn. Alle betrokkenen realiseren zich dat dit bij een paar grondsoorten (klei en leem) al lastig uit te voeren is. De sectie vindt dat het noodzakelijk is dat telers melden of er bijzonderheden (aanwezigheid van ziekten) zijn op hun percelen.

PROBLEMEN MET GPSCORRECTIESIGNAAL MELDEN De inzet van een GPS-correctiesignaal via het mobiele netwerk is gemeengoed aan het worden. Ons bereikten signalen vanuit leden dat in een aantal gebieden het signaal wegvalt of er geen verbinding kan worden gemaakt. De overheid schrijft meer en meer toepassing van GPS voor ter verantwoording van werkzaamheden. Het moet dan wel werken! Graag vernemen we van u of u deze hinder ondervindt. Vermeld daarbij de volgende informatie: • Een korte omschrijving van het gebied. • Bijzonderheden over het wegvallen van het signaal (bijvoorbeeld tijdens het werken langs bosranden, alleen bij het correctiesignaal, niet bij GSM). Meld dit via msteinbusch@cumela.nl. Alvast dank voor uw melding.

TEKST: Maurice Steinbusch, Secretaris agrarisch loonwerk

GRONDIG 1 2018

63


PLAN VAN AANPAK MESTFRAUDE Samen werken in een eerlijke keten

ondernemen met

cumela

Natuurlijk is niet iedere mesttransporteur of boer een mestfraudeur. Juist daarom hebben LTO, POV, CUMELA Nederland, TLN en de Rabobank samen een plan gemaakt voor een eerlijke keten. Uiteindelijk doel is om ervoor te zorgen dat elke schakel in de mestketen slechts mest mag afnemen van of afvoeren naar ondernemers die ook deelnemen aan de geborgde keten. Er komt zo een gecertificeerde mestketen, waarbij frauderende bedrijven buitenspel komen te staan.

Alle schakels van de keten, inclusief afnemende akkerbouwers, moeten op termijn worden gecertificeerd.

Het plan ‘Samen werken in een eerlijke keten’ is op 19 december aan minister Schouten aangeboden en is door haar op 20 december 2017 naar de Tweede en Eerste Kamer gestuurd. In de begeleidende brief geeft ze aan waardering te hebben voor het plan en de samenwerking die er tussen de partijen is ontstaan. Wel geeft ze aan de uitvoering en implementatie strak te zullen volgen en de sectorpartijen daarvoor elke drie maanden te willen spreken. “Onder druk is er nu uitstekend samengewerkt in de mestketen”, vertelt Jaap Uenk, voorzitter van de sectie Meststoffendistributie van CUMELA Nederland. “We markeren dit moment als een kantelpunt, in meerdere opzichten. Het is zaak dat iedereen in de mestketen meedoet, zodat we eindelijk een gelijk en eerlijk speelveld in de mestmarkt krijgen. Ook het milieu en het imago van onze sector zijn hiermee gediend.” Het plan bevat twaalf verschillende acties, waarvan we er hier een aantal de revue laten passeren.

Integriteitsstatuut CUMELA Nederland gaat een integriteitsstatuut opstellen. In dit statuut leggen we vast dat bestuurders en medewerkers

64

GRONDIG 1 2018

van CUMELA integer handelen. Ook wordt daarin opgenomen wat wij onder integer handelen verstaan. Het gaat dan om zaken als het voorkomen van belangenverstrengeling, je houden aan wet- en regelgeving, zorgvuldig omgaan met persoonlijke of gevoelige informatie, afspraken en verplichtingen nakomen, anderen op basis van je positie en deskundigheid informeren over de risico’s die zij lopen en het intern melden van vermoedens of bewijs van opzettelijk overtreden van regels.

Gedragscode voor ondernemers De verschillende brancheorganisaties stellen gedragscodes voor hun deel van de sector op. In de gedragscode leggen we het gewenste gedrag vast. Alle ondernemers uit de mestketen worden geacht deze gedragscode te ondertekenen. Met het ondertekenen verbinden zij zich voor hun eigen handelen, het handelen van hun medewerkers en andere personen die werkzaam zijn op het bedrijf aan de beschreven gedragsregels. Ook stellen ondernemers op basis van de gedragscode eisen aan andere schakels in de keten. Ondernemers die de gedragscode niet willen ondertekenen, zullen daarop door de brancheorganisaties worden aangesproken.


Gedragsinterventies Er is een cultuuromslag in de mestketen nodig, van ‘rommelen mag’ naar ‘rommelen is fout!’ Het gedrag en de houding van ondernemers moet daarom veranderen. Dat gaat niet zomaar. Daarom geeft CUMELA Nederland het bureau Duwtje de opdracht om daarvoor een aanpak te ontwikkelen. Op basis van de analyse van mogelijkheden, normen, motivatie en weerstanden zal een set van in te zetten gedragsinterventies worden ontwikkeld. Deze zullen vervolgens worden gebruikt in een communicatiecampagne en andere zaken.

Mestscan De mestregels zijn complex geworden. Ook de minister erkent dit. Een fout met het risico op boetes is daarom snel gemaakt. De Mestscan is een instrument dat u helpt bewust te worden van mogelijke foutjes die in de mestadministratie zijn geslopen. CUMELA Advies biedt deze (betaalde) dienst aan en wij stimuleren u om hier gebruik van te maken. Uit de eerste Mestscans die zijn afgenomen, is gebleken dat het uitvoeren van de Mestscan zeer nuttig is.

Bandbreedtes mineralengehaltes in dierlijke mest Samen met LTO, POV en TLN zullen we, geholpen door een aantal deskundigen, een lijst maken met bandbreedtes van de verschillende mestsoorten. Deze lijst is een hulpmiddel bij het beoordelen van monsteruitslagen en geeft ondernemers houvast om elkaar aan te spreken op monsteruitslagen die buiten de bandbreedtes vallen. Afhankelijk van ervaringen in de praktijk zal de lijst ook worden aangepast.

Ontwikkelen en invoeren van een certificatiesysteem Het ontwikkelen van een certificeringssysteem voor de hele mestketen is het omvangrijkste actiepunt uit het plan. De certificering is geen doel op zich, maar is vooral een instrument dat ten dienste moet staan van de gedragsverandering. Het certificaat moet het onafhankelijk bewijs vormen dat het gedrag van bedrijven conform de wet- en regelgeving en de juiste normen en waarden is. Samen met TLN zullen we een systeem opzetten voor de borging van processen en massabalansen bij intermediairs en mestverwerkers. Bij de ontwikkeling van het systeem zullen we samenwerken met één of meer groepen van ondernemers uit de sector om ervoor te zorgen dat het systeem past binnen een goede werkwijze van de sector en ook daadwerkelijk fraude kan voorkomen. Duidelijk is al wel dat in het systeem de volgende zaken moeten worden opgenomen: • T ransparante en deugdelijke mineralenadministratie op het bedrijf. • T racking & tracing van transporten. •D igitalisering van informatiestromen. •G aranties over de juistheid van informatie op de VDM’s. •M estanalyses vallen binnen de bandbreedtes of er is bewijs voor de juistheid. Niet alleen leden van CUMELA en TLN moeten deelnemen aan dit systeem. Alle ondernemingen die willen deelnemen aan de mestketen zullen zich moeten laten certificeren en moe-

ten conform de eisen van het systeem werken. Om ervoor te zorgen dat iedereen ook meedoet, zal in de systemen bij zowel de veehouderij, de intermediaire sector, de behandelaars, de verwerkers als de afnemers van de mest worden bepaald dat alleen mest mag worden geleverd aan of afgenomen van gecertificeerde partners. Ook zal in het systeem worden ingebouwd dat geschorste of uitgesloten bedrijven niet via sluiproutes eenvoudig kunnen terugkeren in het systeem.

Gegevensinvoer in mestsoftware CUMELA en TLN gaan in gesprek met de leveranciers van de mestsoftware bij mestvervoerders. Op dit moment is het veelal mogelijk om niet-realistische gegevens in te voeren. Je kunt hierbij denken aan extreme gehaltes van mestsoorten, mestcodes die niet corresponderen met de werkelijk afgevoerde mestsoorten, enzovoort. Wij willen dat de leveranciers van deze mestsoftware ‘checks and balances’ inbouwen. We zullen een werkgroep vormen vanuit de sector, de wetenschap en IT-experts om deze ‘checks and balances’ te ontwikkelen. Het voordeel hiervan is dat het ook aanzienlijk moeilijker wordt om foute informatie in te voeren, waardoor er in de administratieve verantwoording ook een kwaliteitsslag wordt gemaakt.

Digitalisering van administratieve stromen CUMELA en TLN werken samen met het ministerie aan een volledig digitale administratieve afhandeling van mesttransporten. De voordelen hiervan zijn dat slordigheden worden voorkomen, er geen sprake meer kan zijn van onleesbare informatie, de informatie sneller kan worden verwerkt en er minder administratie op papier hoeft te worden opgeslagen. We denken hierbij aan het werken met een digitale mestbon/ vrachtbrief, waarbij gegevens al tijdens of kort na het transport vastliggen in een geautomatiseerd systeem. Ook zoeken we naar mogelijkheden om met een elektronische vrachtbrief te voldoen aan vereisten vanuit de regelgeving op het gebied van geborgde tracking en tracing.

Andere sectoren De andere (deel)sectoren zullen vergelijkbare acties gaan ondernemen. Samen vormen al deze afzonderlijke acties puzzelstukjes die op elkaar aansluiten en op elkaar inhaken tot een totaaloplossing. De maatregelen zullen er samen voor zorgen dat bedrijven uit de grote groep goedwillenden elkaar vinden en op kortere termijn aan de juiste zijde van de scheidslijn transparant blijven of gaan opereren.

Doel realiseren Brancheorganisaties, maar ook ondernemers, moeten in de toekomst sámenwerken en samen wérken in een eerlijke keten. Eerlijk, zodat er een gelijk speelveld is, dat we transparant verantwoorden, zowel naar overheid als naar de maatschappij. Keten, omdat we dit alleen met elkaar in ketenverband kunnen bereiken. CUMELA Nederland maakt zich hier graag sterk voor en zal de komende twee jaar hard werken aan het realiseren van dit doel.

TEKST: Hans Verkerk, Secretaris meststoffendistributie Foto: CUMELA Communicatie

GRONDIG 1 2018

65


ondernemen met

cumela

BEDRIJVIG

Actualiteiten • Maandag 15 januari is de bedrijvenadviseur in Gelderland gestart met een keukentafelgesprek met vijf leden. “Hoe gebeurt het plannen bij andere bedrijven?” Deelnemers praatten openhartig over planninguitdagingen. De tips en ervaringen van leden werden gedeeld. • Tussen de Brabantse dorpen Loosbroek en Vorstenbosch komt een proef om landbouw- en fietsverkeer uit elkaar te houden. Trekkers blijven voortaan zoveel mogelijk van de Kampweg af en krijgen ruim baan op de Berkvenseweg, die iets verderop ligt. Deze oplossing is ontstaan mede door inzet van CUMELA Nederland.

In 2017 heeft het team bedrijvenadviseurs:

• meer dan 1300 relatiebezoeken afgelegd; • ruim 4400 vragen via de infolijn afgehandeld; • bijna 900 leden op contactdagen ontvangen; • meer dan 1100 leden ontmoet op studieclubavonden; • gesprekken gevoerd over kengetallen, bedrijfsopvolging,

Agenda contactdagen 26 2 7 7 10 21 23 17 7

januari februari februari februari februari februari februari maart juni

Overijssel Friesland Groningen Gelderland Noord-Holland Flevoland Drenthe Zuid-Holland Utrecht

investeringen, nachtmerries, dromen en de toekomst;

• zich ingezet voor landbouwverkeer, beter onderwijs en samenwerking in de sector;

• meer jongeren uitgedaagd deel te nemen aan bijeenkomsten.

NIEUWE LEDEN

De afgelopen periode hebben drie bedrijven zich ingeschreven als lid van CUMELA Nederland. • Wilgehof Machineverhuur OUDEWATER • Peter Nooijen Grondwerken LIESSEL • Agroloon BV KAMPEN

Niet zeggen, wel voelen en zien Afgelopen Inspiratiedagen heb ik weer met velen van u mogen spreken. Gesprekken van uiteenlopende aard, over de kinderen, het bedrijf, de machines en vooral ook over familie. Er zijn 387.850 bedrijven in Nederland (zzp’ers niet meegerekend, situatie per 1 januari 2016, CBS 2017) en 71 procent hiervan is een familiebedrijf. In de cumelasector is dit percentage nog hoger. Velen van u hebben een familiebedrijf, met een broer, zus, oom, uw partner of uw kinderen. Twee van de gesprekken tijdens de Inspiratiedagen gingen over de verschillen tussen broers, van verschillende bedrijven. De ene broer werkt met passie in de operatie, kent zijn klanten en medewerkers en weet hoe de opdrachten het best kunnen worden uitgevoerd. Hij ziet direct hoe de klus kan worden aangepakt. De ander is sterk in het nemen van beslissingen. Hij is het aanspreekpunt

66

GRONDIG 1 2018

voor de financier en de accountant en verantwoordelijk voor het strategische plan. Een mooie combinatie. Een krachtige combinatie ook. Toch ontbreekt er nog iets. Zij zijn al meer dan vijftig jaar broers en vergeten dat alles wat niet wordt uitgesproken wel wordt gevoeld en gezien. Wij, mensen, zijn in staat niet alleen het positieve te voelen, maar zeker ook de negatieve signalen. En juist datgene wat niet wordt uitgesproken in negatieve zin doet pijn, veel pijn. Dat gaat knellen. Spreek het uit, benoem het. De ander kwets je namelijk meer door het niet te benoemen. Heb het lef en spreek uit wat u dwars zit. Hulp hierbij nodig? Raadpleeg uw bedrijvenadviseur. Erna Berends Teamleider bedrijvenadviseurs


9 & 10 FEBRUARI

13.00 - 22.00u

7.00 - 17.00u

6x2 • 6x4 • 6x6 • 8x2 • 8x4 • 8x8 • 10 x4 • 10 x8

ROGAM

BOUWVOERTUIGEN

EVENT

eldienst Bezoek met de pend ts de montage-werkplaa van HYVA!

- Bergschenhoek Schiebroekseweg 22

ROGAM Bouwvoertuigenevent Op het ROGAM bouwvoertuigenevent kan je eens lekker ruiken aan de techniek van de Mercedes-Benz bouwvoertuigen. MAXIMAAL LAADVERMOGEN | KLEINE DRAAICIRKELS | MINIMAAL ONDERHOUD

Je kan de “Off-Road” schakelstand proberen in een speciaal aangelegde zandbaan. Ook kan je proefrijden op een 12 km lang parcours.

MET 21 VERSCHILLENDE CONFIGURATIES!

BERGWEG ZUID 102 BERGSCHENHOEK

WWW.ROGAMBOUWVOERTUIGENEVENT.NL

PARTNERS:


KUHN VOEDERWINNING www.rth.nl

FC 1030 TRIPLE MAAIER OPTIDISC; Voor een lange levensduur van uw machine. LIFT-CONTROL; Maximale bescherming van de zode en gewas. FLEX PROTECT; De afscherming die tegen een stootje kan. PROTECT DRIVE; Veilig werken zonder oponthoud. TRIPLE 5; Voor extra lange dagen met scherpe messen. Reesink Technische Handel B.V. Woudhuizermark 79, NL-7325 AC Apeldoorn T +31 (0)575 59 94 69 E info@rth.reesink.nl W rth.nl

Bel of mail voor een passend advies met één van onze specialisten, zij staan u graag te woord.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.