Grondig 4 - 2018

Page 1

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

28 - NIEUWE BRANDSTOFFEN GETEST 10 - PERSONEEL GEZOCHT 14 - MULDER KIEST VOOR DUURZAAM 36 - TKD SPECIAL 64 - ECONOMISCHE RESULTATEN BETER 70 - CO2 AWARD

4 2018


MINIKRAAN? DEZE PRIJS KAN JE NIET WEERSTAAN!

Afgebeelde foto kan afwijken van het actiemodel.

€8/DAG

DE E18C MET MAXIMALE MOGELIJKHEDEN • Een E18C cabine model • Compleet met bak en hydraulische snelwissel • Uiterst veelzijdig voor hoveniers, gemeentes, grondwerkers, land-en tuinbouw • Even compact als groots in zijn prestatie Uit voorraad leverbaar

Bezoek ons op TKD in Almere 31/05-02/06 STAND 246

Vind uw New Holland dealer op www.newholland.com. Actie geldig tot 30 juni 2018.


Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Print Management BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn. Kosten abonnement Nederland € 90,- per jaar / Buitenland € 125,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag

REDACTIONEEL Brandstofdoping U hebt het ongetwijfeld nog op het netvlies: Lance Armstrong die de strijd tegen kanker overwon en daarna nog zeven keer de Ronde van Frankrijk won. Deze overwinningen wer­ den hem, evenals al zijn andere wielerresultaten, eind 2012 afgenomen wegens presatie­ verhogend dopinggebruik. De gebruikte middelen waren eenvoudigweg niet toegestaan of de toegestane doseringen werden overschreden. Daar moesten we aan denken bij de eindconclusie van ons dossier nieuwe brandstoffen (GTL en HVO). Die lijken op doping voor de motor. Ze zijn prestatieverhogend als het aankomt op een verlaging van de uitstoot van schadelijke gassen. Bovendien zijn ze beter afbreekbaar in het milieu, minder vervuilend binnen de motor en verlengen ze de levensduur van roetfilters flink. Dat telt als overwinningen. Helaas zijn deze brandstoffen door vele fabrikanten in onze sector nog niet officieel toegestaan voor gebruik in de motor. Ook al is het net als sommige zogenaamde dopingstoffen waarschijnlijk ongevaarlijk, het mag niet. Dat ontbreken van toestemming geeft de fabrikant kans om te duiken bij motorproblemen; hij heeft een eenvoudig handvat om de garantie af te wijzen als u die brandstoffen tankt. Dat is jammer, want de voordelen van deze brandstoffen op het gebied van emissiereductie zijn te groot om ze te negeren. Daarnaast zijn ze nog eens schoner voor de motor en de omgeving. Het levert een vervelend probleem op voor ondernemers die actief zijn in projecten waar vooruitstrevende opdrachtgevers eisen dat er bijvoorbeeld GTL wordt getankt, zoals in Den Haag op het project Rotterdamsebaan. In feite dwingen ze ondernemers tot het gebruik van doping en tot de aanschaf van machines waarvan bekend is dat ze deze brandstof mogen gebruiken. Op veel projecten is dat niet realistisch, want gedurende de uitvoering komen een groot aantal verschillende machines en opdrachtnemers in actie. Voor zij zich melden aan de GTL-pomp moeten ze feitelijk eerst het papierwerk in duiken en bij de leverancier de garantie krijgen dat tanken van deze brandstof is toegestaan. Wie buiten deze discussie wil blijven, zolang er geen algemene toestemming is voor het gebruik van deze moderne diesel, kan wellicht beter gaan voor de veilige optie: het mengen van GTL of HVO met conventionele dieselolie, zodat je binnen de kaders van de EN 590-norm blijft. Dan benut je toch beperkt de voordelen, zet je een mooie stap voor het milieu en kun je door machinefabrikanten niet worden betrapt op een te hoge dosis ‘verboden middelen’. Willen de fabrikanten van HVO en GTL een succes van hun brandstof in onze sector maken, dan zullen ze ervoor moeten zorgen dat de fabrikanten van offroadmachines het gebruik voor alle typen goedkeuren. Dan kunnen we massaal overstappen én kunnen opdrachtgevers het legaal eisen. Mits ze voor die gevraagde doping dan wel betalen...

© Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke

GRONDIG 4 2018

3


SAVE THE DATE

Ga voor sensatie! CLAAS Hooibouwdemo 2018 Kom en aanschouw de kracht, intelligentie en finesse van het volledige CLAAS programma tijdens de CLAAS Hooibouwdemo 2018.

19 JUNI Ysselsteyn

21 JUNI Zeewolde

26 JUNI Oudehorne

Limburg

Flevoland

Friesland


INHOUD 3 Redactioneel 6 In Actie: Loonbedrijf Roodenburg BV 9 Commentaar 10 Zoeken naar personeel 14 Sterk Werk: Mulder Loonbedrijf

Ondernemen met

mensen 22 24 28 36 40 42 46 48 53 53

Profileren: Elzinga Loon- en Grondverzetbedrijf BV Grondig.com GTL- en HVO-brandstoffen versus conventionele dieselolie Duurzame TKD Hybride Kobelco Vernieuwen van banden Volvo EWR170E Positieve stemming op Intermat Economie In kort bestek

Ondernemen met

62 55 56 58 59 60 64 68 70 72 74

Cumelaria CAO&ZO Kijk op de sector: RenÊ van der Steen, HZC Cumela.nl Voorzitter Toolbox: CO2-prestatieladder Omzetgroei in grondverzet Hoge risico’s op brand bij recyclingbedrijven Cumelasector werkt aan sturen op CO2 Arbeidsmarkt in balans? Bedrijvig

Ondernemen met

vaktechniek

cumela

Grondig 5 ontvangt u op vrijdag 15 juni!

GRONDIG 4 2018

5


ondernemen met

mensen

6

GRONDIG 4 2018

BEDRIJF IN ACTIE


Pure recycling Als Loonbedrijf Roodenburg in de gemeente Haarlemmermeer en omstreken onkruid aan het beheersen is, is het cirkeltje mooi rond, vindt Martijn Roodenburg. “Bij het onkruidbranden werken we met groen gas, ontstaan bij de vergisting van gft-afval. Het bijkomende handwerk met de heetwaterlans doen we met water dat is verwarmd met citrusbrandstof, een soort dieselolie die ontstaat als biogas geschikt wordt gemaakt voor levering op het aardgasnet.” Hij vindt het een prachtige complete vorm van recycling. “De consument zamelt het gft-afval in om te hergebruiken en wij gebruiken de opgewekte energie uit dat afval om hun straat onkruidvrij te maken.” Vooral het gebruik van de citrusbrandstof is bijzonder in dit verhaal. Het is namelijk voor het eerst dat de restolie die ontstaat bij het zuiveren van biogas nuttig wordt gebruikt. Basis zijn vooral de oliën die afkomstig zijn uit de citrusvruchten in het afval. “Tot nu toe moet De Meerlanden, de afvalinzamelaar in de Haarlemmermeer waarmee we samenwerken, dit net als alle andere biogasproducenten af­ voeren als afval. Er is wel geprobeerd om het elders te gebruiken, maar zowel voor de cosmetica als voor de verfindustrie bleek het niet geschikt. Dus toen kwamen ze uiteindelijk bij ons als loonwerker. Of wij geen oplossing wisten. Een vraag die natuurlijk past bij een cumelaondernemer”, lacht Roodenburg. “Wij vinden altijd wel een oplossing, toch?” Nadat duidelijk werd dat gebruik als brandstof in een trekker, shovel of graafmachine niet mogelijk was, bedacht hij een andere toepassing. “Door de lagere calorische waarde dan gewone diesel kan het niet in gewone motoren, dus moesten we iets anders bedenken. Daarbij kwamen we op de onkruidbestrijding met heet water, waarvoor we per jaar ook zeker 12.000 liter diesel gebruiken. Dat gaat met aparte branders, die in een ketel het water verwarmen naar 95 graden.” Na anderhalf jaar denken, testen en uitproberen om te komen tot de juiste afstelling van branders en pompen is het nu zover dat de branders draaien op citrusbrandstof, een naam die Roodenburg samen met De Meerlanden bedacht. “We moesten duidelijk maken dat het iets anders is dan biodiesel en zo kwamen we op deze naam. Een bijzondere brandstof, waarvan In de toekomst duizenden liters op de markt kunnen komen.” Nu alles draait, is samen met De Meerlanden een pr-campagne opgezet om te laten zien hoe beide partijen een nieuwe stap zetten in het recyclen van grondstoffen. “Zo laten we zien dat inspanningen van consumenten en bedrijfsleven leiden tot iets moois. En dat we met hun afval nu ook hun straatje schoon houden.” TEKST: Toon van der Stok FOTO'S: Rob Essenberg en Mirjam Roodenburg

GRONDIG 4 2018

7


Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als dochter van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel u werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Ons advies en onze voorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.

“Verzekeren is meer dan uitbetalen bij schade. Het begint bij risicoinschatting en schadepreventie.” Gerrit Rottiné, verzekeringsadviseur

Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade

website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60


ondernemen met

mensen

COMMENTAAR Samenwerken met Lef & Trots Hoe kunnen we als ondernemers in de agrarische sector het imago van de sector verbeteren? Dat was het thema van een Agri-Event georganiseerd door de Boeren-Box van Groningen. Een aantal van onze leden is lid van deze Boeren-Box en zij hebben mij gevraagd de cumelasector aan tafel te vertegenwoordigen. Nu heb ik zelf niet zoveel met voetbal, oftewel… eigenlijk helemaal niets. Als er echter een kans wordt gegeven om onze sector meer bekendheid te geven en in bredere zin mee te praten over hoe we het imago van de agrarische sector kunnen verbeteren, koppen we die voorzet dus maar in, om in voetbaltermen te blijven. En zo zitten we dan als CUMELA aan tafel met Henk Bleeker, Ron Jans en Tom Dekker van Team Agro NL te discussiëren over het beter voor het voetlicht brengen van de agrosector. Algehele conclusie van de discussie is dat de ondernemers in de agrosector allemaal nuchtere en hardwerkende ondernemers zijn, maar aan de andere kant ook schuchter en bescheiden zijn. We mogen best meer laten zien wat we voor de BV Nederland doen en hoe we omgaan met innovatie en duurzaamheid. Reden waarom we als cumelasector dit jaar ook voor het thema ‘Lef & Trots!’ hebben gekozen. Ook wij dragen een belangrijke steen bij aan de welvaart in Nederland. Niet alleen hebben we een belangrijke rol in de bewerking van de bodem en de teelt en oogst van voedsel, we doen nog veel meer: onze sector heeft een grote rol in de aanleg en het beheer van de infrastructuur. Of het nu gaat om het onderhouden van sloten, tochten en vaarten, het leggen of vervangen van kabels en leidingen of de aanleg of het onderhoud van voetbalvelden, golfbanen en tennisbanen. Als je onderweg bent, tel dan maar eens op hoeveel werkzaamheden door cumelabedrijven worden uitgevoerd. Dat zijn er ongemerkt toch heel wat. Daar mogen we trots op zijn!

Janneke Wijnia-Lemstra Algemeen directeur

Om die trots uit te stralen naar de buitenwereld en daarmee het imago van de sector te verbeteren, is het goed om samen te werken, niet alleen binnen CUMELA, maar ook met andere partijen. Ook op het voetbalveld moet je samenwerken om tot betere resultaten te komen. Zo heb ik als nietvoetbalkenner toch maar weer wat geleerd...

GRONDIG 4 2018

9


HOOFDARTIKEL Personeel gezocht

ondernemen met

mensen

Cumelabedrijven vinden maar moeilijk nieuwe arbeidskrachten In 2017 was er voor het eerst sinds jaren weer groei in de loonwerksector. De bedrijfsgrootte groeide, en het aantal werknemers groeide met 4,7 procent. Te danken aan meer werk en meer werkzekerheid voor de toekomst. Groei is mooi, maar het zorgt ook voor veel vacatures, die lang niet allemaal meteen kunnen worden ingevuld. Bedrijven moeten inmiddels creatief zijn om zelfs maar sollicitanten te krijgen. Op abri’s in bushaltes, op plaatselijke nieuwssites, in vaktijdschriften, in lokale huis-aan-huiskranten, zelfs op een honderd vierkante meter groot billboard langs de A15 was het te lezen: ‘Verheij Groenvoorzieningen uit Sliedrecht is op zoek naar personeel’. Het cumelabedrijf pakte dit jaar groots uit met zijn wervingscampagne. Kon het bedrijf enkele jaren geleden nog toe met een paginagrote advertentie in de krant, nu is deze inzet noodzakelijk. “Het wordt steeds lastiger om gekwalificeerd personeel te vinden, om überhaupt personeel te krijgen”, zegt verantwoordelijk leidinggevende Arie in ’t Veld. Het bedrijf heeft 125 man in dienst. “We hebben zelfs aan sommige aanbestedingen niet kunnen meedoen, omdat we de capaciteit er niet voor in huis hebben. We hebben ­gewoonweg een personeelstekort.” Het is een veelgehoorde roep in de sector. “We horen ­regelmatig van werkgevers dat ze het werk niet kunnen aanpakken, omdat ze te weinig personeel hebben”, zegt Riet Zweistra van CUMELA Nederland. “De vacatures zijn moeilijk vervulbaar. Dat betreft vooral specifieke functionarissen voor cultuurtechnisch werk. Dat was altijd al zo, maar dat lijkt toe te nemen. Vooral coördinerende functies zoals planners, en uitvoerders, specialistische 1.3calculators Aantal dienstverbanden ultimo grondverzet­ jaar

s ultimo jaar 2.155

2.147

2.183 21.572

21.490

21.795

21.865

2013

2014

2015

2016

22.897

20K

15K

2015

Vorig jaar is het aantal personeelsleden in de sector met ruim 1000 ­gestegen. Opvallend is dat ook in de crisisjaren er nauwelijks uit2016 is geweest. 2017 stroom

10 GRONDIG 4 2018 werkgevers en

10K

5K

0K 2017

machinisten en specialistische vaklieden in de grond-, wegen waterbouw zoals topgrondwerkers die kunnen uitmeten en graafwerk coördineren, zijn lastig in te vullen. Mogelijk komt dat door concurrentie met andere sectoren die ook zulke functionarissen zoeken. We horen geregeld dat bedrijven onderling tijdelijk personeel uitwisselen om het werk toch voor elkaar te krijgen.”

“Vanwege personeelstekort hebben we aanbestedingen laten lopen” Aldert van der Spek van Van der Spek Loon- en Grondwerk uit Bergschenhoek heeft zo’n vijftien man in dienst. Hijzelf is altijd op zoek naar mensen. “Het is zeker in deze tijd erg lastig om het juiste type mens met kwaliteit te vinden. Intern schuiven we al met mensen. Een trekkerchauffeur kan bij ons nu net zo goed op de kraan of als voorman aan het werk”, aldus Van der Spek. Vroeger ging nieuw personeel aantrekken ­altijd via via. “Het mooiste is als je via een medewerker iemand kunt binnenhalen, maar dat zit er momenteel ­nauwelijks meer in. Je moet echt zelf de boer op.”

Breed schieten Verheij zag dat ook in en koos voor een breed opgezette campagne. “Je kunt het beste breed schieten om zoveel ­mogelijk mensen binnen te halen”, stelt In ’t Veld. “In deze tijd moet je nu eenmaal veel inspanningen leveren om er iets uit te halen. Doe je niets, dan levert dat sowieso niets op en personeel hebben we toch echt nodig.” Daarbij heeft het bedrijf zijn kanalen wel met zorg gekozen. In de lokale kranten verscheen een acht pagina’s grote bijlage, inclusief testimonials van vaste medewerkers. “De krant heeft een oplage van 68.000 exemplaren, een groot bereik dus in een groot gebied. We hebben de verspreidingsge­ bieden uitgezocht die ons het meest interessant leken.” De advertenties in de abri’s werden geplaatst langs de route van de bus die BBL-leerlingen naar school nemen. Met het billboard langs de A15 had een collega goede ervaringen. “Het is wel heel leuk voor je naamsbekendheid om zo groot langs de snelweg te staan, maar deze manier van werven


1.2 Aantal werkgevers ultimo jaar percentueel verschil 2%

1.4 Aantal dienstverbanden ultimo jaar percentueel verschil 4,7%

1,7%

heeft ons niet gebracht van wat we ervan hadden verwacht. De respons was één sollicitant, te matig dus in verhouding 1% met de kosten”, aldus In ’t Veld. Toch is hij niet ontevreden. “We hebben nog niet alle vacatures ingevuld, maar het aan0% tal sollicitanten viel mij niet tegen. De kwaliteit hadden we soms liever wat hoger gehad, maar ja,-0,4% in deze tijden ligt de lat gewoonweg lager. Het schaap met de vijf poten is er -1% -0,9% ­momenteel niet.” -1,7% -2% Instroom versus uitstroom 2014

2015

4%

2%

1,4% 0,3%

0% -0,4%

2016

2017

De instroom groeit. Lag het aantal dienstverbanden in 2016 nog op 21.865, in 2017 groeide dat naar 22.897. Dat blijkt uit het Factsheet Loonwerk 2018, dat de ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2017 weergeeft. “Positief is dat onze sector erg stabiel is qua werkgelegenheid”, zegt Zweistra. “Ook al is het een dienstverlenende sector, dus afhankelijk van de ontwikkelingen van andere sectoren. Dat moet voor werknemers die vastigheid en baanzekerheid zoeken een aantrekkelijk gegeven zijn. Een reden om bij een werkgever in onze sector te werken en te blijven werken, is dan ook zeker die stabiliteit.” Hoewel de instroom nog altijd groter is dan de uitstroom neemt de uitstroom ook lineair toe. Er is een forse instroom van jongeren, maar die stromen na enige tijd ook weer uit. “Voor een deel zijn dat vakantiewerkers, dus dat zijn niet echte potentiële blijvers”, zegt Zweistra. “Deels zijn dat de mbo’ers, vooral die leren en werken combineren. Van hen zie je een deel na enige tijd inderdaad weer uitstromen. Uiteraard zit daar ook een deel bij dat tijdens de eerste werkperiode merkt dat het beroep echt niet iets voor hen is en die ‘verlies’ je dan. Dat zij zo. Gelukkig blijft een grote groep wel binnen de sector.”

“Je moet oppassen dat je je eigen personeel niet te kort doet” Gezien het tekort op de arbeidsmarkt is het van groot belang dat werkgevers mensen die al in dienst zijn helpen bij scholing en ontwikkeling, waardoor er ruimte ontstaat om zich te ontplooien, stelt ze. “Doorstroming en perspectief helpen om bestaande medewerkers gelukkig en duurzaam te behouden en geeft meer ruimte aan bijvoorbeeld een leerling of iemand die minder allround is om een voor hem leuke en uitdagende baan in te vullen.”

2014

2015

2016

2017

zorgen dat je je eigen medewerkers niet te kort doet. Daar moet je voor oppassen. Alleen als de kwaliteit het rechtvaardigt, is ongelijkheid in loon een optie. Bovendien moet je als werkgever je totale kosten ook in de gaten houden.” Bij Verheij springen ze daar actief op in. In ’t Veld heeft nog nooit zoveel mutaties in zijn loonadministratie doorgevoerd dan in de afgelopen twee maanden. Zo heeft hij zijn vaste medewerkers die al vijftien tot twintig jaar trouw aan het bedrijf zijn en al in hoogste schaal zitten een extra toeslag gegeven. “Ze hebben geen kans meer op een natuurlijke loonsverhoging conform de cao, maar we willen wel laten zien dat we hun inbreng meer dan waarderen, vandaar die toeslag. Het is een voorzorgsmaatregel. Het zou toch erg jammer zijn als ze naar een andere werkgever stappen omdat ze daar honderd euro meer krijgen. Dat willen wij ook wel aan hen geven.” Behalve dat medewerkers een vast contract of persoonlijke toeslagen eisen, ziet hij ook dat zzp’ers hun tarieven verhogen. “Ik hoor het in de markt en sommige tarieven zijn echt buitensporig hoog. Daar kun je gewoonweg niet mee rekenen. De zzp’ers met wie wij werken, hebben we zelf actief benaderd om ze meer te betalen. De meesten reageerden dat ze voor één of twee euro meer echt niet weg zouden gaan: ze weten wat ze aan ons hebben, ze worden goed behandeld, ze hebben leuk werk voor de langere termijn en krijgen hun geld op tijd. Dat zijn allemaal zaken die er ook toe doen. De prijs is niet alles.”

Alleen in 2014 is het aantal werknemers licht afgenomen. Vorig jaar was de groei van de werkgelegenheid bijna 5 procent.

Met een speciale krant in eenoplage van 68.000 stuks probeerde Verheij nieuwe werknemers te werven.

Onrust Van der Spek, ook provinciaal bestuurder van CUMELA, ervaart de markt momenteel als erg onrustig. “Bedrijven trekken jongens bij elkaar weg. Iedereen maakt elkaar gek. Er is praat in de keet. Concurrenten beloven gouden bergen. Ik merk dat twintigers hier gevoeliger voor zijn dan medewerkers die de veertig zijn gepasseerd. Zij hebben vaak al een referentiekader van een vorige werkgever, maar die jonge gasten niet. Het blijft lastig om hier als werkgever naar te handelen.” Zweistra beaamt dit. “Nieuw personeel gaat hogere eisen stellen en zzp’ers verhogen hun tarieven. Als werkgever is het een kunst om hiermee om te gaan. Je moet er natuurlijk voor

GRONDIG 4 2018

11


laat de procentuele verhouding van de absolute aantallen zien tussen 2016 en 2017. In figuur 7.3 en 7.5 is de duur van dienstverbanden weergegeven voor ultimo 2017 voor de sector en de benchmarksectoren.

7.3 Duur dienstverband 2017 26% 21% 20%

11%

13%

“We moeten ook kijken naar mensen met een andere cultuur en achtergrond” 1% 1%

9.4 Instroom naar leeftijd, gedurende het Meer instroom jaar 2017 50%

40%

9.2.1 % 16-17

de het

30% 25,2%

2017

en 2017

12

8,3%

10%

6,8% 6,4% 6,9% 5,8%

4,5%

+10jr

5-10jr

2-5jr

2,6% 2,7% 65+

60-64

55-59

50-54

45-49

40-44

35-39

30-34

25-29

13-19

20-24

0%

9.5 Instroom gedurende het jaar sector en De gezondste oplossing is volgens allen meer instroom. benchmarksectoren

2017

jaar Agrarisch en Groen 2017

GRONDIG 4 2018 30%

1-2jr

TEKST: Marjolein van Woerkom FOTO’S: CUMELA Communicatie

11,5%

­ UMELA wil de instroom bevorderen door onder andere meer C Leeftijd in klassen Overig samenwerking en overleg met de scholen en daarnaast de 13-19 20,8% sector bekend te maken bij leerlingen voordat ze de school1.374 1.657 20,6% 20-24 22,7% 1.110 1.263 13,8% keuze 25-29 moeten maken. Daarnaast zijn er diverse subsidiemo14,5% 646 759 17,5% 10,2% 30-34 gelijkheden ter ondersteuning van instroom en opleiding. 452 546 20,8% 7,1% 35-39 Om bestaande medewerkers te behouden en medewerkers 389 449 15,4% 6,3% 40-44 342 418 22,2% uit andere sectoren aan te trekken, is het project Mooi6,6% Vak 45-49 410 456 11,2% Man! (www.mooivakman.nl) opgezet. Verder wil de branche50-54 4,7% 289 381 31,8% 55-59 organisatie oudere werknemers ondersteunen bij het zo 3,7% lang 262 295 12,6% 2,2% 60-64 142 169 19,0% mogelijk duurzaam inzetbaar blijven, waarbij werken met 1,1% 65+ 144 179 24,3% plezier sector Totaal mogelijk moet blijven. Voor deze groep kent de 100,0% 5.560 6.572 18,2% bijvoorbeeld een seniorenregeling (80 procent werken tegen eper in op de instroom in de sector. Hier gaan we in op de verdeling van de instroom naar leeftijd. 90 procent loon). Opvallend is dat in 2017 de instroom van n het overzicht van de verdeling van instroom in 2016 (figuur 9.1) toegenomen. en 2017 (figuur 9.4), naar leeftijdscategorie. 65+’ers blijkt te zijn Oudere werknemers kunblijkbaar prima terecht in degeeft sector. laatsvind, staat in abolute cijfers voor denen periode 2013-2017 in tabel 9.2 Hierbij tabel 9.2.1 het procentuele orgaande weer. Ter vergelijking staat in tabel de benchmarksectoren, de procentuele verdeling van markt. de Van 9.5 dervanSpek ziet ook nog een andere potentiële gorieën. “We hebben als branche wellicht een te eenzijdig beeld. Kijk de verdeling van de instroom naar leeftijd gedurende 2017 grafisch weergegeven voor de benchmarktsectoren naar onze werknemers, 99 procent is Nederlands. Als je echche en groensector (figuur 9.6). ter kijkt naar groenbedrijven of de hydrauliek; daar werken ook veel mensennaar met een anderegedurende cultuur en achtergrond. 9.6 Instroom leeftijd, het tijd, gedurende het 2016

Om het werk ook voor komend seizoen te borgen, heeft In ’t Veld in november en december al uitzendkrachten in dienst genomen. “Normaal gesproken gingen we in maart pas uitzendkrachten werven, maar nu kunnen we ons dat niet meer permitteren. We moeten ze in dienst nemen om ons werk te borgen. Zo weten we in elk geval zeker dat we komend ­seizoen voldoende personeel hebben.” Hij gaat verder: “Intern kunnen we wel het één en ander ­organiseren. Een stukje onderbezetting kan nog wel. Iemand met vijf projecten krijgt er nu zes, maar dat heeft ook zijn grenzen. De rek is eruit. Onderbezetting beperkt het bedrijf in groei en ontwikkeling. Eigenlijk heb je altijd een beetje overcapaciteit nodig om fris te blijven en je bedrijf te blijven ontwikkelen.”

19,2%

20%

65+

60-64

55-59

45-49

40-44

50-54

7,4%

6,2%

De instroom in de sector is het grootst bij de groep jongere werknemers, maar ook 5,2% 4,7% op oudere leeftijd 2,6% 2,6% stromen nog steeds mensen in.

6-12mndn

+10jr

5-10jr

2-5jr

1-2jr

eeftijd

r leeftijd, gedurende

12%

0% 6-12mndn

1% 2-6mndn

1%

10%

10%

8%

1 mnd

0%

een markt, denk ik. De van oorsprong boerenzoons raken op. 22% We hebben vakmensen nodig. We moeten 20% echt gaan kijken 20% naar andere doelgroepen, willen 17% we voldoende personeel in 16% de sector houden.”

2-6mndn

10%

<1mnd

Uit de leeftijdsopbouw is te zien dat een groot aantal werknemers lang in de sector werkt.

18%

7.5 Duur dienstverband Benchmarksectoren Wij zijn 2017 het nu niet gewend in de sector, maar daar ligt wel ulitmo

1 mnd

mensen

<1mnd

ondernemen met

30,9%

Sectorplein TKD Tijdens de TKD gaat CUMELA Nederland samen met het Soma College, Soma Bedrijfsopleidingen, IPS Werkt, ­Aeres, Bouwend Nederland, Het Zwarte Corps en BMWT aandacht schenken aan de carrièremogelijkheden in de GWW-sector. Samen willen de organisaties zich sterk maken voor meer aanwas en jongeren en zijinstromers interesseren voor een baan in de sector. Hiernaast informeren ze machinisten over scholings- en doorgroei­ mogelijkheden, zodat ze blijvend in de GWW-sector hun brood kunnen verdienen. Buiten de te verkrijgen informatie kunnen bezoekers meedoen met een aantal leuke activiteiten, waarbij ze hun kennis en vaardigheden kunnen testen. Alle partijen leveren hieraan een bijdrage, dus niet alleen de technische kennis wordt op de proef gesteld, maar deelnemers kunnen ook vragen over de arbowet­geving en verplichte keuringen verwachten. Het centrale thema op de stand is ‘Leer, werk, onderneem’. Draai mee aan een duurzame GWW. Nieuwsgierig naar de stand en de informatie die u daar kunt verkrijgen? U vindt het opleidingenplein op kavel 132, direct na de entree. De TKD vindt dit jaar plaats van 31 mei tot en met 2 juni.


NIEUWE 6 SERIE RCSHIFT. SCHAKELTECHNOLOGIE MET HOOGSTE COMFORT.

6 Serie Agrotron. Nu met volautomatische comfortshift transmissie. Voor vele inzetprofielen is het bedienings- en schakelcomfort van cruciaal belang. Met de nieuwe 6 RCshift serie (6 modellen van 156 tot 226 pk) heeft DEUTZ-FAHR het schakelcomfort in deze klasse opnieuw gedefinieerd. De nieuwe volautomatische RCshift-transmissie biedt hetzelfde schakelcomfort als die van een personenwagen. Er is keuze uit drie rijstrategieĂŤn: handbediend, semi-automatisch voor veldwerkzaamheden en volautomatisch voor wegtransport. De maximale rijsnelheid wordet in ECO of SUPERECO modus bereikt bij een sterk gereduceerd motortoerental (50 km/u 1.480 omw/min). Extreem efficient zijn de nieuwe DEUTZ 6.1 Tier4 Final motoren. Extreem veilig rijdt u met de geveerde vooras en het unieke DEUTZ-FAHR remconcept. Bij het cabinecomfort kunt u kiezen tussen de Maxivision of Maxivision 2 cabine. Wanneer u snel en comfortabel schakelen wil, contacteer dan uw DEUTZ-FAHR dealer. Ontdek meer op deutz-fahr.com.

DEUTZ-FAHR een merk van


STERK WERK “Duurzaamheid moet je doen”

ondernemen met

mensen

Mulder Loonbedrijf, Groningen Over duurzaamheid moet je niet te veel praten, je moet het doen, vinden de broers Klaas en Jan Willem Mulder. Van de aanschaf van elektrische bedrijfsauto’s tot het slim benutten van bermgras werken ze eraan. “Het liefst willen we helemaal fossielvrij.”

Aan de noordkant van de stad Groningen, tussen sportcentrum Kardinge en de weilanden, ligt een uitgestrekt recreatiegebied. Bij mooi weer wemelt het hier van de hardlopers en fietsers, die er van de ruimte komen genieten. Het is de achtertuin van Mulder Loonbedrijf. Klaas Mulder neemt ons mee naar een bijzondere klus, letterlijk om de hoek. Zacht zoemend rijdt hij met zijn elektrische Renault Zoe over het fietspad, waar sommige mensen even de wenkbrauwen fronsen. “Er zitten nog geen stickers op onze auto’s. We hebben ze nog maar net”, zegt Mulder. Tussen het sportcentrum en een woonwijk stopt hij de auto. Hier wordt de laatste hand gelegd aan een natuurspeelplaats, met boomstammen, water, modder en zand, waar kinderen zich straks kunnen uitleven. Een groot bord laat zien dat Natuurmonumenten en de Postcodeloterij het financieren en dat Mulder voor de uitvoering zorgt. Een medewerker van Mulder is nog bezig met het afwerken van een houten vlonder. Verder is het zo goed als af. Morgen komt iemand van de TÜV om te kijken of het allemaal veilig genoeg is. “De laag speelzand schijnt te dik te zijn en er zitten wat boomstammen tussen waardoor kinderen met hun voeten knel zouden kunnen komen”, wijst Mulder. Hij wacht het eerst maar af. Een leuk detail: een houtkunstenaar heeft een kronkelende goot uitgekerfd over de volle lengte van een grote boomstam, waar kinderen met een handbediende pomp water door kunnen laten lopen. Dit soort bijzondere opdrachten, daar houdt Mulder van. “Ik vind het leuk om met meerdere partijen nieuwe dingen te verzinnen.” Mulder hoeft voor het meeste werk niet ver weg. De gemeente Groningen is een grote opdrachtgever. Op het gebied van duurzaamheid is Groningen ambitieus. Zo wil de gemeente dat vanaf 2025 het onderhoud aan het openbaar groen volledig fossielvrij gebeurt. En dat past de Mulders goed, want die weg zijn ze al lang en breed ingeslagen.

Meer zonnepanelen In de kantine van het bedrijf vertellen de broers waarom. “We zijn op zich helemaal niet zo voorloperig,” zegt Jan Willem Mulder, “maar het gebruik van fossiele brandstoffen is nu eenmaal eindig. We zijn met z’n allen energieverslaafd geraakt en dat is op de lange termijn niet vol te houden. Daar

14

GRONDIG 4 2018


Mulder Loonbedrijf, Groningen In de jaren negentig begonnen de broers Jan Willem (op de foto links) en Klaas Mulder als tweemansbedrijf. Inmiddels is Mulder Loonbedrijf uitgegroeid tot een volwaardig loonbedrijf met twaalf vaste medewerkers en een flexibele schil van ongeveer tien medewerkers. Het bedrijf richt zich op middelgrote klussen op het gebied van groen, grond en water en heeft als belangrijkste opdrachtgevers gemeenten, natuurorganisaties, waterschappen en particulieren. Ongeveer tachtig procent van het werk is grondverzet. Groenonderhoud, tuinaanleg, gladheidbestrijding en onderhoud aan watergangen en drainage vormen de hoofdmoot van het overige werk. De belangrijkste opdrachtgevers zijn de gemeente Groningen en de gemeente Bedum.

zullen we wat aan moeten doen. We zien het ook als een stuk rentmeesterschap; we willen de aarde zo goed mogelijk doorgeven. Ons bedrijf loopt goed, we kunnen er een goede boterham mee verdienen; dan wil je ook kijken of dingen beter kunnen.” Een belangrijke stap vinden ze het omschakelen naar elektrisch werken. In de afgelopen jaren vervingen ze hun handgereedschap met benzinemotoren zo veel mogelijk door elektrische exemplaren. Die bevallen goed. Ook het wagenpark moet eraan geloven. Voor de deur staan twee elektrische Renaults Zoe aan de laadpaal en er rijdt al een bedrijfsbusje op stroom. De techniek is er rijp voor, vinden de broers. “Hiervoor reden we een Peugeot 107 als bedrijfsauto. Ook heel zuinig natuurlijk. Ongeveer 90 procent van ons werk ligt in een straal van vijftien kilometer; dan kun je op 25 liter benzine bijna twee weken rijden. Maar elektrisch past ons beter. De uitstraling is bovendien anders. Je komt niet zó maar in een klein autootje bij je opdrachtgevers aanrijden. Met de kleine benzineauto’s hadden we nog wel eens het gevoel dat je niet helemaal serieus werd genomen. De elektrische auto’s hebben een verhaal, want we willen de stroom voor onze bedrijfswagens ook helemaal zelf gaan opwekken. We streven naar niveau 5 op de CO2-prestatieladder.”

Op het dak van het bedrijf liggen al 76 zonnepanelen. Meer kunnen ze er met hun huidige aansluiting niet leggen. “We hebben nog geen slimme meter, dus we mogen nog salderen. Dat is prettig; de meter draait terug. De opbrengst is echter niet genoeg om onze stroombehoefte af te dekken, vandaar dat we samen met een groep ondernemers aan onze weg werken aan een collectief project voor 700 zonnepanelen.” Privé heeft Jan Willem zijn balans al gesloten. Hij heeft uitgerekend dat hij met de opbrengst van de veertien panelen op zijn huis tussen de 15.000 en 20.000 kilometer per jaar kan rijden.

Duurzaam fossiel De broers willen de komende jaren blijven investeren in elektrische apparatuur. Alleen voor het echt zware werk zijn ze voorlopig nog aangewezen op fossiele brandstoffen. “Met een elektrische kettingzaag leg je geen bos om. En een zware elektrische trekker is er voorlopig ook niet. Je hebt echter al wel shoveltjes en kraantjes die acht uur aan één stuk kunnen draaien. Voor het soort werk dat wij veel doen, biedt dat prima mogelijkheden. Bovendien werk je mooi schoon en stil.”

Funderingen vrijgraven na aardbevingsschade De gaswinning in Groningen loopt als een rode draad door de geschiedenis van Mulder Loonbedrijf. Het loonbedrijf ontstond vanuit werk voor de Gasunie in de jaren zestig, toen Mulder senior werd gevraagd om graafmachines af te tanken en afrasteringen om te zetten op plekken waar leidingen werden gelegd. Momenteel komt er werk voort uit de afhandeling van de mijnbouwschade. In het epicentrum van het aardbevingsgebied, Loppersum, graven medewerkers van Mulder funderingen bloot in tuinen van particulieren. Bouwinspecteurs kunnen op die manier ook ondergrondse schade in beeld brengen. Na de inspectie worden de tuintjes weer net zo opgeleverd als ze werden aangetroffen.

GRONDIG 4 2018

15


ondernemen met

mensen

Als bedrijfsauto schafte Mulder deze winter twee elektrische Renaults Zoe aan. Ver rijden hoeven ze bijna niet; ongeveer negentig procent van het werk ligt in een straal van vijftien kilometer.

Eén van de zwaarste trekkers in de vloot van Mulder is deze 118 kW (160 pk) Massey Ferguson 7716. De Mulders doen relatief weinig zwaar werk en gebruiken liever geen zwaardere trekker dan nodig.

Wel kijken ze ook nu al kritisch naar hun zwaardere materieel. Een overbemeten trekker zul je niet gauw zien, want, stellen ze: “150 pk voor een veegmachine is nu eenmaal niet nodig.” In de schuur staan meerdere trekkers zonder voorwielaandrijving. Die draaien krap en kunnen prima een kar met een kraan trekken. “Alleen zijn we tegenwoordig een uitzondering. We vroegen laatst een offerte op voor een nieuwe trekker. Bleek dat dezelfde trekker zonder vierwielaandrijving duurder is dan met.” De trekkers en kranen van Mulder draaien op de klimaatneutrale diesel van Traxx. Het gebruik van de brandstof levert minder uitstoot op en de overige CO2 compenseert de leverancier via bosaanplant. Duurzaam dus, al blijkt dat deze keuze niet meetelt voor hun CO2prestatieladder, omdat het bos elders in de wereld wordt aangeplant. “Dat is niet anders. Op deze manier doen we in elk geval het maximaal mogelijke.” Het nieuwste project is dat ze onderzoeken of ze met een combinatie van bermgras en houtsnippers hun bedrijfspand kunnen warmstoken. Het is nog in een verkennende fase maar het idee spreekt hen heel erg aan. “Ik zit ook in de stuurgroep van een project waarin wordt bekeken of vezels uit bermhooi kunnen worden gebruikt in bouwmaterialen. Helaas is dat financieel nog niet haalbaar”, zegt Klaas Mulder.

Als sector doelen stellen

In opdracht van Natuurmonumenten maakte Mulder een natuurspeelplaats in de ‘achtertuin’ van het bedrijf, dicht bij sportcentrum Kardinge.

16

GRONDIG 4 2018

Levert al die aandacht voor duurzaamheid nu ook extra opdrachten op? Het helpt soms wel degelijk en de Mulders hopen uiteraard dat het breder in de markt wordt opgepikt. Ze helpen de gemeente Groningen bijvoorbeeld graag herinneren aan hun eigen doelen. Aan de andere kant zien ze ook wel beperkingen. “Het is net als met ISO en VCA. Dat levert je niet altijd wat op. Soms gaat het nu eenmaal om de laagste prijs.” Toch verwachten ze dat de sector sneller een omslag zal moeten gaan maken dan op dit moment gebeurt. Klaas Mulder: “We weten zeker dat fossielvrij haalbaar is. Prachtig om te zien dat bijvoorbeeld Cor Mechielsen nu met een waterstoftrekker aan de gang gaat. Natuurlijk draait zo’n ding eerst op subsidies, maar je hebt dat soort ontwikkelingen wel nodig om verder te komen. Ik vind dat CUMELA daar veel meer een voortrekkersrol in mag spelen. Stel een doel, zet een stip aan de horizon, bijvoorbeeld: in 2030 doen we een bepaald percentage van het werk fossielvrij. De transportsector doet dat ook. Dat is goed voor de uitstraling van de sector en je stimuleert doorbraken in de techniek.” TEKST: Egbert Jonkheer FOTO’S: Egbert Jonkheer, Mulder Loonbedrijf

Grondverzet is de belangrijkste activiteit van Mulder. In de komende jaren wil het bedrijf ook daarin graag met elektrische machines aan de slag.


NU OOK IN NEDERLAND!

Europa’s specialist in zadeldak hallen, stallen & loodsen • In 30 min. uw eigen ontwerp & bouwtekening • Unieke staalconstructie & ontwerpmethodiek voor de beste prijs/kwaliteit verhouding • Energie neutraal dus klaar voor de toekomst

Ontdek al uw voordelen en/of scherpe offerte op: www.conexx.nl

• • • • • •

DE EERSTE ECHTE KIPPERBAND MET

VF-TECHNOLOGIE!

ZEER HOGE FLEXING TECHNOLOGIE VOOR DE LANDBOUWTRAILER 30% MEER DRAAGVERMOGEN BIJ NOMINALE BANDENSPANNING (2.8BAR) GELIJK DRAAGVERMOGEN BIJ 30% MINDER BANDENSPANNING GERINGE BODEMVERDICHTING SUPERIEURE INRIJDINGSBESTENDIGHEID DMV STAALGORDELS GESCHIKT VOOR ‘OFF- EN ON ROAD” TOEPASSINGEN Nederland Molcon Interwheels Zwake 5 NL-4451 HH Heinkenszand

T: +31 (0) 113 56 95 00 F: +31 (0) 113 56 36 23 E: sales.nl@molconinterwheels.com

www.molconinterwheels.com

Maak van uw wiellader een motorgrader

Mekos dozerbladen: volautomatisch werkende profileer machines, voorzien van automatisering door middel van laser techniek, total station of gps. De Mekos machines zijn uniek, sterk en duurzaam, geschikt voor zand en korrelbanen. Werkbreedte tot 4 mtr.

(op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)

Partners:

Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net


ondernemen met

vaktechniek

PROFILEREN Klei en kluten Elzinga uit Uithuizermeeden legt klutenplas met slibvang aan Langs de Eems en de Dollard loopt een reeks projecten die het buitendijkse gebied ecologisch en ­economisch aantrekkelijker moeten maken. Elzinga uit Uithuizermeeden legde er onder andere een klutenplas met slibvang aan.

18

GRONDIG 4 2018


Project: slibvang/klutenplas Eems-Dollard Opdrachtgevers: Waterschap Hunze en Aa’s Aanneemsom: € 318.000,Looptijd: 1 maart tot 1 mei Werkzaamheden: aanleg van een drempelconstructie in de stroomgeul, ontgraven van een klutenplas en een slibvanger, aanleg van een vogeleiland, voorbereidingen voor de aanleg van een slibdepot.

Uitvoerder Mark Bakker: “Het is bijzonder om te zien hoe snel een kwelder na een overstroming weer droogvalt.”

Een luidruchtige groep ganzen zit op een steenworp afstand van de plek waar medewerkers van Elzinga uit Uithuizermeeden een stuk kwelder ontgraven en de vrijkomende natte klei naar de zeedijk brengen. Drie identieke combinaties van trekkers met kippers rijden over een smalle strook met rijplaten heen en weer. We staan in het EemsDollardgebied, in de kop van Groningen, in een uniek stuk natuur in de Waddenzee, waar zout en zoet water er elkaar geleidelijk ontmoeten. Dit ‘estuarium’ is ecologisch waardevol, maar wordt bedreigd door grote hoeveelheden slib die het water vertroebelen. Door jarenlang ingrijpen van de mens is er maar weinig niemandsland meer, waar de slibdeeltjes kunnen bezinken. Het troebele water levert op sommige plekken al zuurstofloze omstandigheden op, waar de natuur ernstig onder te lijden heeft. Met een omvangrijk plan wordt geprobeerd om het tij te keren, of beter gezegd: het tij meer vrij spel te geven. Langs de zeedijk tussen Eemshaven en de Duitse grens worden meerdere plekken gecreëerd waar het slib kan bezinken. Het wordt nieuwe ruimte voor zilte landbouw, kleiwinning en natuur. Tegelijkertijd worden de dijken versterkt en worden vaarroutes verdiept. Het rijk zegde onlangs tien miljoen euro toe voor de herinrichting van het gebied. Elzinga werkte de afgelopen maanden aan een plek waar natuurcompensatie plaatsvindt en waar tegelijkertijd slib mag gaan neerslaan. Deze bestaat uit een bassin van anderhalve meter diep, met in het midden een broedeiland. Het eiland is een halve hectare groot en wordt omheind met een raster, dat in de broedperiode de vos moet weren. Het eiland wordt een toevluchtsoord voor vogelsoorten, zoals de kluut. “Dit bassin wordt elk getij gevuld met slibhoudend water uit de Dollard, waarna het slib langzaam naar de bodem zakt”, laat uitvoerder Mark Bakker zien. “Als het vol is, wordt bekeken of het slib te gebruiken is om te laten rijpen tot klei.”

Overstroming Het aanleggen van de klutenplas komt in hoofdlijnen neer op het verzetten van 45.000 kuub grond op een zeer beperkte ruimte en in een korte periode. Elzinga kon niet eerder beginnen dan 1 maart, vanwege het stormseizoen, en mag niet later opleveren dan 1 juni, omdat het gaat om een beschermd broedvogelgebied. In de tussentijd moet Elzinga zien te voorkomen dat er vogels gaan broeden. “Onze inzet is van begin af aan geweest om zo snel mogelijk klaar te zijn, liefst voor 1 mei. Dat is op aanraden van de ecoloog die we in de arm hebben genomen. Na die datum houd je vogels niet meer op afstand”, zegt projectleider Folly van Dijken. Mark Bakker laat de chauffeurs de komende tijd dan ook extra uren draaien nu het droog en standvastig weer is. Begin april, in het staartje van het stormseizoen, liep het werk nog even compleet onder door een combinatie van springtij en harde wind. “Gelukkig gebeurde dat vlak voor het weekend. Toen de waarschuwing kwam, hebben we het materieel op hogere grond geparkeerd en bij laag tij zijn we meteen gaan pompen. De pomp heeft het hele weekend staan draaien. Maandag konden we weer

GRONDIG 4 2018

19


1 De vrijgegraven grond ondernemen met uit de klutenplas wordt langs de dijk in een brede strook te drogen gelegd. Hiermee wordt later op dezelfde plek een kleirijperij aangelegd.

vaktechniek

2 Met drie identieke trekkerkippercombinaties proberen de chauffeurs de laaden lostrein zo soepel mogelijk te laten draaien. Op de smalle werkstroken kunnen ze elkaar niet voorbij.

1

2

3

4

3 Om vogels, zoals deze ganzen, op afstand te houden, loopt er zeven dagen in de week een ecoloog of een medewerker van Elzinga rond op het werk. Vanaf de maand mei valt het niet mee om de vogels nog langer te weren. 4 Bij het ontgraven van de klutenplas komt ongeveer 40.000 kuub klei vrij. Het bassin zal in de wintermaanden regelmatig overstromen, waarna het achterblijvende slib er kan bezinken.

verder. Dat blijft toch bijzonder in zo’n kweldergebied. Alles is zodanig aangelegd, dat het binnen mum van tijd weer droog is.” De ecoloog en een medewerker van Elzinga lopen nu dagelijks meerdere rondes over het werkterrein om de vogels op afstand te houden, ook in het weekend.

Kleirijperij De dumperchauffeurs brengen de afgegraven grond uit de klutenplas in een vast tempo naar de zeedijk. Daar neemt een rupskraan de vrachten in ontvangst en maakt er een egale laag van ongeveer een meter dik van, zodat de klei kan drogen. Logistiek is dit een precisieklusje op de vierkante meter, want de werkstroken zijn smal. De kraanmachinisten en de drie trekkerchauffeurs met dumpers moeten goed op elkaar ingespeeld zijn. De rijstrook is smal en rond de klutenplas is er maar vijf meter speling.

20

GRONDIG 4 2018

Een medewerker met een mobiele kraan is continu in de weer om de rijplaten schoon te houden en waar nodig recht te leggen. De kweldergrond heeft in het vroege voorjaar nog niet veel draagkracht. Bij de ontvangst van de klei worden de rijplaten elke vijf meter verlegd, om veilig te kunnen terugsteken met de volle vrachten. De grond ligt in een brede strook parallel aan de zeedijk te drogen en wordt later gebruikt om een dijkkade van vijf meter hoog rond dezelfde strook aan te leggen. Dat wordt de kleirijperij, een depot dat wordt volgepompt met slib dat afkomstig is uit de nabijgelegen Breebaartpolder. In het stilstaande water zinken de slibdeeltjes naar de bodem. De bedoeling is om er uiteindelijk klei van te maken die van voldoende kwaliteit is om te gebruiken in zeeweringen. “We zijn al eerder betrokken geweest bij de aanleg van een kleirijperij. Stichting EcoShape, een samenwerking van verschillende bedrijven, brengt verloren gegane kennis over het laten rijpen van klei weer terug in het gebied.”


5 Een medewerker met een mobiele kraan is continu in de weer om de rijplaten schoon te houden en waar nodig recht te leggen. De kweldergrond heeft in het vroege voorjaar nog niet veel draagkracht.

5

6 Bij aanvang van de klus, begin april, kwam het werk door een combinatie van springtij en storm volledig onder water te staan.

6

7 Onder de naam EcoShape doet een consortium van bedrijven onderzoek naar het rijpen van slib tot klei. Daarmee verbetert de waterkwaliteit en komt klei beschikbaar voor dijkversterking. 8 Elzinga Cargo Facilities verzorgt de overslag van stortstenen in de Eemshaven. Voor de klus staan deze Sennebogen-kranen klaar.

7

8 Veel werk Klei kunnen ze in de kop van Nederland de komende jaren nog genoeg gebruiken. De gehele kustverdediging van het Groningse Nieuw Statenzijl tot aan de Afsluitdijk wordt verstevigd. Voor enkele dijkvakken in de buurt van de klutenplas is zelfs 100 kuub klei per meter dijk nodig. Die worden buitendijks verbreed. De slibdepots moeten ervoor zorgen dat niet al die klei van ver hoeft te worden aangesleept. Elzinga rondt het werk rond de Klutenplas de komende maand af. “­ Zoals het nu lijkt, kunnen we begin mei gaan afwerken: de paden herstellen, de greppels doorverbinden. En dan lijkt het weer net alsof er niets is ­gebeurd.” TEKST: Egbert Jonkheer FOTO’S Egbert Jonkheer, Elsinga

Bij de meeste projecten betrokken Langs de Groningse zijde van de Eems en de Dollard wordt een serie projecten afgewerkt die vallen onder het programma Eems-Dollard 2050. Het gaat om onder meer dijkverzwaring, natuurontwikkeling en het onttrekken van slib, waarbij overheden, bedrijven en natuurorganisaties met elkaar samenwerken. Bij veel van die projecten is Elzinga betrokken, zowel als hoofdaannemer, onderaannemer als in de verhuur. Zo legde het bedrijf bijvoorbeeld een kleirijperij aan voor Van Oord en verzorgt Elzinga Cargo Facilities de overslag van stortsteen, een specialistische klus die het bedrijf regelmatig uitvoert voor windmolenprojecten. Eén van de nieuwste opdrachten is het lossen van 600.000 kuub zand die nodig is voor de dijkverzwaring.

GRONDIG 4 2018

21


Denken in oplossingen tot 9 meter !

Tiger 190/305 BIO

Lothar 305

Bio frees Vernietigen van de grasmat zonder chemie!

Bieslook 15 6972 SG DIDAM

Overtopfrees In één keer onderwerken van de graszode Resultaat een mooi zaaibed

gerard.zweers@argi.nl 06 - 5323 6180

www.argi.nl like ons op Facebook

DELVANO veldspuiten

Gemaakt vóór en door professionals Bel ons voor de dichtstbijzijnde dealer.

NV-SA

Informeer ook naar ons ruime aanbod gebruikte veldspuiten!

Zelfrijdende, getrokken en gedragen veldspuiten

Zuidweg 13-15 • 4413 NL Krabbendijke • T 0113 - 50 26 10 I www.gebrweststrate.nl • E info@gebrweststrate.nl Verkopers: Ko Smalheer, 06 - 53 24 90 27 Arjan Weststrate, 06 - 46 32 20 64


De vooruitgang ervaren.

Bezoek ons op de

TKD 2018 31.05. – 02.06. Almere, Stand 9

De 75.000 ste mobiele graafmachine van Liebherr 60 jaar nadat de oprichter van het bedrijf het fundament legde voor een toen geheel nieuw soort machine, presenteert Liebherr vandaag zijn 75.000 ste machine op feestelijke wijze – een nieuwe A 918 Compact met Graffiti Style Writing. De innovatieve graafmachines van Liebherr staan wereldwijd voor efficiëntie, robuustheid, flexibiliteit en vermogen – het resultaat van modernste techniek gekoppeld aan tientallen jaren ervaring in de ontwikkeling en productie van bouwmachines. Een combinatie die kenmerkend is voor het succes van de onderneming. Wynmalen & Hausmann Import N.V. Ressenerbroek 7 6666 MP Heteren Tel.: +31 26 47 90 531 E-mail: info@wynmalenhausmann.nl www.facebook.com/LiebherrConstruction www.wynmalenhausmann.nl


ondernemen met

vaktechniek

GRONDIG.COM

OPNIEUW TONNEN SCHADE DOOR GPS-DIEFSTAL Afgelopen maand is er opnieuw een groot aantal GPS-systemen ontvreemd bij een cumela­ bedrijf. Het lijkt erop op dat er sprake is van georganiseerde misdaad. Volgens de twee marktleiders John Deere en Trimble gaat het om tientallen sets die sinds begin 2017 zijn ontvreemd. In Nederland loopt de schade voor de landbouw, inclusief gevolgschade, waarschijnlijk al richting de één miljoen euro. Het toenemende aantal diefstallen blijkt ook bij CUMELA Verzekeringen. Dat adviseert bedrijven om de verzekeringspolis goed na te kijken om te zien of de apparatuur is meeverzekerd. Zeker wanneer systemen later los zijn gekocht, blijken ze vaak niet op de polis voor te komen.

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

WERKLUST HOLLAND BV EXCLUSIEF IMPORTEUR LJUNGBY MASKIN Afgelopen maand is er overeenstemming bereikt tussen Ljungby Maskin en Werklust Holland BV over het exclusieve importeur­ schap voor Nederland van Ljungby Maskin door Werklust in Apeldoorn. Deze overeenkomst betekent ook dat Ljungby Maskin de huidige eigen vestiging in Almere gaat sluiten. Werklust-directeur Jaap Tempel ziet dit als een belangrijke impuls voor het nieuwe Werklust Holland in Apeldoorn. De nieuwe overeenkomst past in het groeimodel dat het bedrijf de afgelopen jaren heeft ingezet: een sterke serviceorganisatie voor de merken Werklust en Ljungby Maskin. Tempel benadrukt dat de naam Werklust blijft en dat Werklust Holland BV nieuwe stijl zich op de TKD zal presenteren.

MINI-WATERKING De nieuwe mini-Waterking heeft de bovenbouw van een tweetons machine en een diepgang van ongeveer 1,10 meter. Waterking ziet deze kleine uitvoering als de ideale oplossing voor bedrijven die veel moeten werken in smalle watergangen, vijvers en grachten. De onderwagen bestaat uit twee drijvers met een lengte van 4,00 meter, die in breedte verstelbaar zijn van 1,50 tot maximaal 2,50 meter. De drijvers zelf hebben een hoogte van 1,20 meter. In de voorgestelde versie met een Hitachi ZX 19-5Abovenwagen heeft deze een graafbereik van 5,25 meter. Hoewel de bovenwagen met 10,4 kW (14,2 pk) maar relatief weinig vermogen heeft, is dit volgens Waterking voldoende om de onderwagen aan te sturen.

advertentie

Die wil alleen maar maaien

Rondom gelaste maaibalk: robuust en levensduur gesmeerd SafeCut: maaischijfbeveiliging DuoGrip: ophanging in het zwaartepunt met dubbele parallel geleiding voor alle achtermaaiers Intensief kneuzer met op grip staande stalen klepels voor een intensieve kneuzing van het gewas

Zuid-Nederland: Ad van den Hurk 0653-241918

24

www.krone-nederland.nl

KRONE schijvenmaaiers

GRONDIG 4 2018

Noord-Nederland: Martijn van Middelkoop 0651-346841


SMALLERE JAN VEENHUIS JVSK 16.000-SEPPI-COMBINATIE

MINI-SLOOP EN SORTEERGRIJPER Kinshofer heeft de lijn sloop- en sorteergrijpers voor minigraafmachines uitgebreid met twee modellen. Bijzonder aan dit model is de compacte rotator met een lage hoogte. De kleinste van de twee nieuwelingen is de D04HPX voor machines van twee tot vier ton. Deze compacte grijper heeft sloop-sorteerschalen van 420 millimeter breed met een inhoud van 60 liter. Het gewicht is 280 kilogram. Voor de machines van drie tot zes ton is er het model D0HPX. Deze heeft sloop-sorteerschalen van 470 millimeter breed en een inhoud van 150 liter. Het gewicht is 350 kilogram. Kenmerkend van deze modellen is dat de schalen uitwisselbaar zijn en dat het eenvoudig is om bijvoorbeeld bagger-, hout- of steenschalen aan de grijper te monteren.

Inspelend op (toekomstige) regelgeving voor voortuigbreedtes op de openbare weg heeft fabrikant Jan Veenhuis zijn Seppi-combinatie nu voorzien van een zwanenhals. Hierdoor blijft de maximale voertuigbreedte binnen de 2,55 meter. De bestaande versies hadden een frameconstructie om de Seppi heen. Zoals wellicht bekend heeft fabrikant Jan Veenhuis al een aantal JVSK 16.000-kippers geleverd met een geĂŻntegreerde Seppi Midifrost Dragobosfrees. Hiervoor is standaard de twee meter brede Seppi gemonteerd om houtopslag in voornamelijk natuurgebieden te verwijderen. Deze nieuwe versie heeft als nevenvoordeel dat met de frees korter langs zijkanten kan worden gefreesd.

VERBETERD STIHL ADVANCE X TREEDRAAGSYSTEEM Stihl lanceert een verbeterde versie van het Advance X Treedraagsysteem, waarbij het systeem beter is aan te passen aan het lichaam, de lastverdeling is verbeterd en het systeem beter ventileert. Het Advance X-Tree-draagsysteem is ontworpen voor professioneel gebruik van bosmaaiers met cirkelzaagbladen in de bosbouw en bij gemeentediensten. De gebruiker kan het in de lengte verstelbare rugpand aan zijn lengte aanpassen. Bovendien past de nieuwe gordel met luchtdoorlatend materiaal zich dankzij de traploze lastverdeling tussen heupen en schouders aan het lichaam aan. Het nieuwe draagsysteem is geschikt voor de modellen FS 89 tot FS 560 (benzine) en FSA 90 (accu).

advertentie

GRONDIG 4 2018

25


ondernemen met

vaktechniek

CASE IH LEVERT TOPSOIL MAPPER VAN GEOPROSPECTORS Case IH voegt de bodemsensor Topsoil Mapper toe aan zijn productassortiment voor de besturing van werktuigen voor grondbewerking en zaaien. Met deze technologie kunnen werktuigen voor grondbewerking automatisch via Isobus worden bestuurd. Geoprospectors GmbH heeft een sensorsysteem ontwikkeld dat in staat is de relevante bodemparameters in realtime te detecteren en deze gegevens direct naar de computer van de machine voor de grondbewerking te sturen en op die ­manier de dieptegeleiding te regelen. Tot op heden werden bodemkaarten in een aparte stap ­ ­gecreëerd. De Topsoil Mapper kan voor alle gewas-, weersen bodemomstandigheden worden gebruikt.

INTRODUCTIE NIEUWE MAGNA 24R20.5 AG24 Magna Tyres Group presenteert de nieuwe Magna 24R20.5 AG24-band voor agritrucks en -trailers. De fabrikant heeft deze zeer popu­laire maat ontwikkeld op basis van de door Obo ontwikkelde Obo Transport HD. De AG24 is in de eerste plaats gemaakt voor transport op de openbare weg. De AG24 heeft een LoadSpeedindex van 178D. Hij mag 7,5 ton dragen bij een spanning van 5,9 bar en een snelheid tot 65 km/h. Bij een spanning van 2,6 bar is het draagvermogen 3850 kilo bij 50 km/h en onder voorwaarden - afhankelijk van de specifieke toepassing - kan met minder dan 2,0 bar worden gereden.

advertentie

26

GRONDIG 3 2018

KRONE BALLERINA SCOORT Hadden we vorig jaar de Pink Ribbon-balen van VisscherHolland, nu is er deze paarse ­Krone Ballerina-perswikkelcombi. Gelanceerd op - jawel - 1 april via Facebook. U raadt het al: één van de vele 1-aprilgrappen. In no time scoorde Krone ruim 30.000 hits. In dit geval is het zeker denkbaar dat er klanten zijn die zoiets willen. Dat bleek ook uit de vele reacties die Krone op Facebook kreeg. Dat er zijn die dit zien zitten, blijkt bijvoorbeeld uit een reactie als. “Afgezien van dat het 1 april is, is dit echt een coole actie om deze machines in deze speciale kleurstijl aan te bieden.” Wie weet zullen we in de praktijk dus toch nog een keer een machine in deze ‘Sonderausstattung’ tegenkomen.


Vredo Dodewaard B.V. is de komende weken “on tour” De Vredo zelfrijder VT4556 met de combinatie van een laag eigengewicht, de beste gewichtsverdeling en de vier grote aangedreven wielen, zorgen voor een unieke rijervaring en optimale prestaties in het veld. Wij bieden u de mogelijkheid om een Vredo te ervaren bij u in de buurt of op uw bedrijf!

Bel voor een afspraak met: André de Waard Tel: 06-53437311 +31 (0) 488 411 254 verkoop@vredo.com

www.vredo.com

Vredo ontwikkelt, produceert en verkoopt:

De beste in het veld MestTracs

Zodenbemesters

Snijfilters

Doorzaaimachines

l, Toolrec, Quantum ro nt co X , en em st Besturingssy ... n, Gereedschappen ke uk st el nt ka ai ra D Snelwissels, 12

LEVEN O E B E T L A A M E L L A

P STAND

31 Mei, 1 & 2 Juni Nobelhorst Almere

COMMITMENT TO

EFFICIENCY

SQ Auto Connection systeem

Snelwisselen in seconden AU

CONNECTI TO

ST

ON

Hogere flow – Meer rendement Makkelijker te servicen! Uitwisselbaar met Oilquick

E E LW R I S T

Tom van Baars +31 6 53 12 25 17 tom.vanbaars@steelwrist.com

www.steelwrist.com


ondernemen met

vaktechniek

Het antwoord is niet altijd ja GTL- en HVO-brandstoffen versus conventionele dieselolie Kunnen we GTL en HVO zonder problemen toepassen in onze motoren? De redactie van Grondig liet deze brandstoffen door een onafhankelijk laboratorium analyseren en vroeg motorenfabrikanten en specialisten wat er kan en mag. Omdat deze brandstoffen niet voldoen aan de EN 590-norm is die nog lang niet voor alle motoren vrijgegeven.

‘What’s in a tank’ was in 1980 een hit van de Nederlandse ­formatie Diesel. In de tijden dat motoren met hun relatief eenvoudige brandstofsystemen de verschillende kwaliteiten ­diesel wel verwerkten en we in onze sector heerlijk goed­ kopere rode gasolie tankten, scoorde de band er flink mee. De formatie Diesel is door velen al vergeten, evenals die ­tijden alweer lang geleden lijken na alle emissiestappen die we hebben doorlopen en de intrede van blanke dieselolie van genormeerde EN 590-kwaliteit. Met onze zeer complexe brandstofsystemen, geoptimaliseerde verbrandingsprocessen en uitlaatgasnabehandelingssystemen luistert het nu allemaal vele malen

28

GRONDIG 4 2018

nauwer. Logisch dus dat er met name vanuit de leden van de sectie Grondverzet en cultuurtechniek van ­CUMELA Nederland vragen binnenkomen of de aan populariteit winnende brandstoffen GTL en HVO zo maar kunnen worden gebruikt in ons bestaande machinepark. Voor een antwoord op die vraag,togen we eerst naar dieselspecialist Diesel Büchli in Harderwijk. Het antwoord van ­directeur en dieselspecialist Hans de Kam was helder. “Daarvoor moet je bij de fabrikanten van de machines zijn. Dieselolie die aan de EN 590-eisen voldoet, is altijd oké, maar voor dieselolie die daar niet aan voldoet - en dat geldt voor zowel HVO als GTL -


Resultaat brandstoftest De resultaten van onze brandstoftest, die we in samenwerking met AR Analyses in Duiven bij het onafhankelijk laboratorium van Veritas hebben uitgevoerd. In de tabel staan ook de normwaarden voor EN 590 en EN 15940. We hebben ons beperkt tot de belangrijkste praktische waarden. De conventionele dieselolie had duidelijk een verontreinigings- en vervuilingsprobleem, waarschijnlijk een kwestie van housekeeping.

Analyses brandstoffen Brandstof Dichtheid (kg/m3, 15 g) Viscositeit (mm²/s, 40 g) Cetaangetal (DCN) Smering (μm slijtageproef) Watergehalte (mg/kg) Stolling (grC,CFPP filter) Bacteriën (cfu/mL) Vervuiling (mg/kg) Energiewaarde MJ/kg Energiewaarde MJ/liter

Norm Dieselolie GTL/HVO EN 590 EN 15940 800-845 765-800 2,0-4,5 2,0-4,5 >51 >70 < 460 <460 < 200 <200 < -20 <-20 0 0 <24 <24 - - - -

moet je een officiële goedkeur van de machineleverancier op papier hebben. HVO en GTL hebben een eigen nieuwe norm, de EN 15940-norm. Omdat het een relatief nieuwe norm is, zal deze nog niet in de instructies zijn opgenomen. Pas als jouw leverancier een verklaring van officiële toelating geeft, ben je echt ingedekt.” (Zie kader pag 30.)

GTL en HVO GTL (Gas to Liquid) en HVO (Hydrotated Vegetable Oil) zijn twee fabrieksmatig gemaakte dieseloliën. Bij GTL wordt aardgas via een complexe bewerking omgezet in dieselolie. Shell is de grootste speler, maar er zijn meer producenten van GTL. HVO, in Nederland ook geleverd als Blauwe Diesel, is in grote ­lijnen een vergelijkbaar product. Hier wordt geen aardgas, maar plantaardig restafval (vetten, oliën en dergelijke) via een soortgelijk fabrieksmatig proces omgezet tot dieselolie. Verwar dit niet met FAME (biodiesel B100), want dit is echt een heel ander product. Het gaat hier om veresterde plantaardige oliën. De belangrijkste producent van HVO is het Finse Neste. Belangrijke leverancier van HVO in Nederland is Future Fuels in Heerenveen. Die vermarkt HVO onder de naam Blauwe Diesel, voor onze sector grotendeels als blend (20 tot 50 procent HVO, omdat het dan binnen de EN 590-norm valt. GTL wordt puur geleverd. Omdat HVO een afvalproduct is, is er bij 100 procent HVO een CO2-reductie van 89 procent op basis van WTW (Well to Wheel) en 100 procent op basis van TTW (Tank to Wheel). Bij GTL is er geen CO2-reductie. Shell heeft daar een compen­ satieprogramma voor. Beide brandstoffen verschillen weinig van samenstelling. Ten opzichte van conventionele dieselolie is de soortelijke massa lager, het cetaangetal veel hoger en bevat het nagenoeg geen zwavel, geen water, geen verontreinigingen en geen aromati-

Testresultaat Dieselolie EN 590 841,8 2,989 52,8 180 110 -19 10 ^3 (matig verh.) 31 42,86 36,08

GTL EN 15940 778,5 2,690 80,0 270 40 -22 0 2 43,56 33,91

HVO EN 15940 780,5 3,042 83,8 200 30 -27 0 8 43,45 33,91

sche stoffen. De dichtheid is het enige punt dat buiten de EN 590-norm valt. Daarom is de nieuwe norm EN 15940 opgezet. Shell en Neste geven beide aan dat ze met OEM’s om tafel hebben gezeten en dat samen met hen de EN 15940-norm is opgesteld. Deze norm is in 2016 ingegaan. In feite is dit een afgeleide norm van de EN 590-norm, met als belangrijkste verschil de lagere dichtheid en het hogere cetaangetal. Uit de tabel met testresultaten blijkt dat HVO en GTL bijna op alle punten voldoen aan de EN 590-norm, met inderdaad als uitzondering de dichtheid. De genoemde voordelen van GTL en HVO zijn groot, zoals een snellere en betere verbranding en een aanmerkelijke reductie van de uitstoot van fijnstof, roetdeeltjes, CO, NOx en HC. De uitlaatgassen stinken minder, de brandstof is minder toxisch en het geluidsniveau van de motoren daalt met één tot enkele decibels. Praktisch gezien blijven EGR-systemen zo schoner en slibben roetfilters vele malen langzamer dicht.

Eigen brandstoftest Gezien de dieselproblematiek uit het verleden en de daardoor ontstane argwaan onder leden over wat ze werkelijk tanken, hebben we eigen brandstoftest georganiseerd. Hiervoor hebben we bij cumelabedrijven conventionele EN 590-dieselolie, HVO en GTL afgetapt. Dit hebben we via AR Analyses te Duiven laten analyseren bij het onafhankelijk laboratorium van Veritas in Rotterdam. De resultaten (zie kader brandstoftest) geven een helder beeld. De GTL en HVO voldoen keurig aan de specificaties voor EN 15940. De smeerbaarheid is ook prima in orde voor beide (het getal geeft de slijtage weer; hoe lager de waarde, hoe beter). GTL en HVO bevatten in de metingen geen bacterieveront­ reiniging en geen vervuiling. De conventionele brandstof

GRONDIG 4 2018

29


ondernemen met

vaktechniek

­ evatte wel bacteriegroei en verontreinigingen. Mogelijk is b dat een kwestie van een stukje housekeeping. Je ziet dat GTL en HVO een lagere dichtheid hebben, maar verder voldoen aan de EN 590-eisen. Zelfs het hogere cetaangetal, dat niet gebruikelijk is voor conventionele dieselolie, is binnen de EN 590-norm toegestaan. Wat verder opvalt, is dat de energiewaarde per kilogram brandstof van GTL en HVO hoger is, maar per liter zes procent lager dan conventionele diesel. Dat betekent dat bij een gelijkwaardig verbrandingsrendement het brandstofverbruik bij GTL en HVO zes procent hoger is. Een hoger verbrandingsrendement zal dit percentage verlagen of mogelijk zelfs nivelleren. Nu blijkt dat de brandstoffen keurig aan de normen voldoen, blijft de belangrijkste afwijking de dichtheid. Dat noemen ­Diesel Büchli en ORM Advies ook als belangrijk aandachtspunt bij gebruik. En de vraag of dat een probleem is moeten de leveranciers beantwoorden. In de praktijk woren ook problemen genoemd met mogelijke lekkages van afdichtingen in het brandstofsysteem. In hoeverre dat speelt leest u in het kader op pagina 32.

De motorenleveranciers Rest de logische slotvraag wat er door motorenfabrikanten en machineleveranciers is vrijgegeven voor HVO en GTL (EN 15940). We verwachtten dus een simpel inkoppertje bij onze

rondgang langs diverse motorenfabrikanten en leveranciers. Dat blijkt echter toch wat genuanceerder te liggen. De kern van het verhaal bij de fabrikanten is dat de motoren zijn vrijgegeven op basis van de eigenschappen van conventionele EN 590-kwaliteit dieselbrandstof. Daarop zijn ze getest en gecertificeerd voor de emissie-eisen. Bij het tanken van brandstoffen die niet voldoen aan die criteria, ook al is het maar op een enkel punt, vervallen de fabrieksgaranties en ook het emissiecertificaat. Fabrikanten zullen de motoren dus met EN 15940-brandstof opnieuw moeten testen en laten certificeren voor de emissie-eisen. Daarnaast zullen ze moeten testen of de brandstoffen vanwege de mogelijk iets snellere en heftiger verbranding technisch voldoen. Het kan goed zijn dat dit geen probleem is, maar het moet wel af fabriek worden vrijgegeven. In grote lijnen geldt dat voor de oudere generaties machines waarmee u draait geen of maar sporadisch toestemming is voor het gebruik van EN 15940-brandstoffen. Bij de toelatingen gaat het vooral om vooroplopende truckfabrikanten. Vaak betreft het de laatste generatie onroad-Euro 5-modellen en de eerste toelatingen van Euro 6-motoren zijn er ook. In onze sector zijn de vrijgaven beperkter. Lees hierover meer in het kader ‘Vrijgaven fabrikanten op pag 32’. Motorenfabrikanten wijzen er verder op dat de vraag vaak is doorgeschoven naar de m ­ achineleveranciers. Daar moet u dus uiteindelijk zijn.

Analyse praktijktest door Peter de Caluwé, ORM Advies Er zijn de nodige kanttekeningen te plaatsen bij de nieuwe brandstoffen, vindt Peter de Caluwé van het onafhankelijke adviesbureau ORM Advies. Dit bedrijf richt zich op het geven van onafhankelijk advies bij problemen in brandstof- en smeersystemen. “Aangezien de inspuiting van brandstof wordt geregeld op basis van het volume krijg je door de lagere dichtheid circa zes procent minder vermogensontwikkeling dan verwacht. Dat is veel in de huidige motoren, waar alles precies op elkaar is afgesteld. Daar gaat het motormanagement op reageren.” Dat klinkt eenvoudig, maar kan flinke effecten hebben, waarschuwt De Caluwé. “Motoren worden namelijk heel precies ontwikkeld, bijvoorbeeld om minimaal 20.000 uur te kunnen werken bij een bepaald gevraagd vermogen en een precies gedefinieerde brandstof. Wat je nu doet, is er een brandstof met een lagere verbrandingswaarde in doen. Dat zijn zaken die je niet op de korte termijn ziet, maar op de lange termijn grote effecten kunnen hebben. Daarom is het zo belangrijk dat motorenfabrikanten aangeven of deze brandstoffen probleemloos in de motor kunnen.” Verder wijst De Caluwé op het hogere cetaangetal. “Dat betekent dat het eerder ontbrandt. Dat corrigeert wellicht voor een deel de lagere dichtheid, maar heeft ook weer invloed op de motorregeling. Eerder ontbranden past niet in een zeer precies geregelde motor, waarin alles draait om een optimale afstelling. Het is daarom ook de vraag of deze motoren het uiteindelijk beter doen”, aldus De Caluwé. Wat hij zich nog wel afvraagt, is hoe de smerende eigenschappen van HVO en GTL worden bereikt. “Daarvoor worden er waarschijnlijk additieven toegevoegd, maar wat dat voor de verbranding doet, weet je niet.”

30

GRONDIG 4 2018

Het duidelijk lagere watergehalte van de HVO en GTL laat volgens hem zien dat dit in elk geval zeer zuivere brandstoffen zijn. Een punt van aandacht is het verhoogde gehalte aan bacteriën in de gewone EN 590-­diesel. Dit verbaast De Caluwé in het geheel niet. “Wij komen vaak op bedrijven als er problemen zijn en nog steeds vinden we daar regelmatig ernstige vervuilingen. Het is iets waar bedrijven nog steeds te ­weinig aandacht voor hebben” De zes procent lagere energiewaarde van GTL en HVO bewijst volgens De Caluwé nogmaals dat het geproduceerde vermogen lager is en dat deze brandstoffen een hoger brandstofverbruik per liter geven. “Dat kan voor een klein deel worden gecompenseerd door het hogere cetaan­ getal, maar feit blijft dat er minder energie per liter is. Claimen dat dit hoger wordt door een betere verbranding dankzij toevoegingen of een andere samenstelling - geen aromaten, zwavel en dergelijke - blijft moeilijk te bewijzen.”


Slimme tussenstap Het is helder dat de nieuwe EN 15940-brandstoffen GTL en HVO prima voldoen aan de gedefinieerde waarden. Dat zien we in onze testresultaten en dat loopt ook in de pas met de geluiden uit de praktijk. In de praktijk zullen deze brandstoffen een reductie geven van de uitstoot van fijnstof en NOx, CH en CO. Dit is voor GTL ook bevestigd door TNO (zie kader TNO). Ga er maar van uit dat het in dezelfde mate geldt voor HVO. Het brandstofverbruik blijkt in de praktijk, afgaande van de ­reacties die we kregen, twee tot vijf procent hoger tot mogelijk gelijkwaardig. Harde meetresultaten hebben wij niet. De prijs per liter is hoger: zo’n € 0,10 voor GTL en tot zo’n € 0,20 per liter voor honderd procent HVO. We zien dat er vooral voor moderne truckmotoren toestemming voor het gebruik is (Euro 5 en Euro 6). In onze sector is het aantal toelatingen nog gering, maar ze zijn er al wel. Je zult dus met je leverancier voor alle machines om tafel moeten voor een handtekening onder de toezegging dat de brandstof is toegelaten. Denk niet dat het nergens om gaat. Een voorbeeld: een CUMELA-lid dat problemen met een machine had, kreeg meteen niet thuis bij zijn leverancier omdat hij EN 15940-brandstof gebruikte. De motoren- en machineleveranciers zijn aan zet om de motoren voor onze sector officieel vrij te geven voor EN 15940-brandstoffen. Daar is voor veel fabrikanten nog een weg te gaan. Een tussenstap, het mengen van conventionele diesel met een beperkt percentage HVO of GTL, is mogelijk een slimme tussenstap om voorlopig binnen de EN 590-normen te blijven en toch de voordelen van GTL en HVO deels te benutten. TEKST: Gert Vreemann en Toon van der Stok FOTO’S: CUMELA Communicatie en leveranciers

TNO-rapport emissie GTL Shell heeft aan TNO gevraagd onderzoek te verrichten naar beschikbare informatie over de mogelijke voordelen die Shell GTL biedt voor bestaande en nieuwe commer­ ciële dieselmotoren, binnenvaartschepen en mobiele ­machines in de offroadsector. Hieronder de samenvat­ ting uit het TNO 2014 R10588-rapport. • GTL zorgt voor een verlaging van alle gereguleerde verontreinigende emissies van NOx (stikstofoxide), PM (fijnstof), CO (koolstofmonoxide) en HC (kool­ waterstof). De testresultaten lieten variaties tussen de testprogramma’s zien. Dit is gezien de verschillen tussen de motoren te verwachten. • Voor relatief eenvoudige systemen als Euro 3-motoren wezen de metingen op een NOx-reductie van 5 tot 19 procent en een PM-reductie van 10 tot 34 procent. • Voor motoren met een meer geavanceerd emissie­ beperkingssysteem kunnen de relatieve variaties in NOx en PM groter zijn. Voor Euro 5-SCR-motoren ga­ ven metingen een NOx-reductie van 5 tot 37 procent en een PM-reductie tot 33 procent aan, afhankelijk van het ­motortype en de testcyclus. De relatief grote varia­ ties zijn het gevolg van het lage niveau en het feit dat emissiebeperkingssystemen, zoals de toevoeging van AdBlue, afhankelijk van het exacte systeemontwerp ver­ schillend op GTL kunnen reageren. Er is geen informatie gegeven voor Euro 6-motoren.

Diesel Büchli wijst op gevoeligheid moderne dieselsystemen Diesel Büchli in Harderwijk is een specialist op het gebied van contro­ le, revisie en montage van brandstofsystemen voor dieselmotoren, in combinatie met voertuigdiagnose, voorlichting, analyse en roetfilter­ management. Manager Hans de Kam geeft aan dat hij van Bosch en Delphi nog geen officiële verklaring binnen heeft dat HVO en GTL die voldoen aan de nieuwe EN 15940-norm zijn toegelaten voor hun brand­

stofsystemen. “Zij geven feitelijk ook niet vaak de garantie af. Dat heb­ ben ze doorgeschoven naar de motoren- of machineleveranciers.” Bij de lagere dichtheid van HVO en GTL ligt volgens De Kam één van de risico’s van de nieuwe brandstoffen. “Als dat samen met de viscositeit leidt tot een andere reactiesnelheid in de injector, een andere hoeveel­ heid, dan kun je je voorstellen dat de werkelijke hoeveelheid ingespoten brandstof niet meer klopt met de door de elektronica berekende hoe­ veelheid. Dat telt in de zeer moderne motoren, waarbij de inspuiting zeer precies is geregeld. Het kan zijn dat het motormanagement dan ingrijpt, maar dat is theoretisch, want daar hebben we geen harde ­gegevens van.” Een ander punt om op te letten, zijn in zijn ogen de smerende eigen­ schappen. “Dat zal in orde moeten zijn, want nagenoeg alle hogedruk­ pompen zijn brandstofgesmeerd. Dat is iets wat de brandstofleveran­ ciers echter met eenvoudige dopes kunnen compenseren”, aldus De Kam. Het laatste waar hij nogmaals op wil wijzen, is het belang van goe­ de housekeeping. “Dat is en blijft bij conventionele dieselolie en ook bij deze brandstoffen een belangrijk item. We krijgen nog te veel s­ chades binnen de terug te voeren zijn op nalatige housekeeping en voertuig­ onderhoud.”

GRONDIG 4 2018

31


ondernemen met

vaktechniek

Gebruikers Loon en grondverzetbedrijf Toering:

“Met GTL inspelen op toekomstige eisen en wensen” Loon- en grondverzetbedrijf Toering in Oudega is een jaar geleden volledig overgestapt op Shell GTL-brandstof. Peter Toering ziet het als een belangrijke stap om in te spelen op opkomende wensen en eisen van opdrachtgevers voor verlaging van de CO2-voetprint. Niet alleen in het grondverzet voor opdrachtgevers, maar ook voor de boeren die vanuit FrieslandCampina met dergelijke eisen te maken krijgen. Toering is het eerste jaar geen problemen tegengekomen in zijn machinepark. Hoewel GTL een hoger brandstofverbruik zou opleveren, ziet hij dat niet terug in de cijfers. Zijn ervaring is dat de prestaties en het verbruik nagenoeg gelijkwaardig zijn die aan de Shell FuelSave-dieselolie die hij voorheen gebruikte. Problemen met afdichtingen of minder

goed lopen van motoren is hij niet tegengekomen. Hij merkt dat bij een machine met een roetfilter de intervallen van het regenereren veel langer zijn en dat bij flinke vermogensbelasting machines zichtbaar minder roken en de motoren dus intern ook minder vervuild raken. Het enige wat hij merkt, is een iets trager starten bij een aantal machines. Officiële goedkeur van zijn machineleveranciers heeft hij niet op papier gekregen. Toering werkt onder andere met New Holland, Fendt, Liebherr en Takeuchi. Zuurmond, Beesd:

“Precies op maat” Midden op het erf van Zuurmond in Beesd staat sinds vorig jaar een eigen menginstallatie bij de twee dieselpompen. Daar wordt in een verhouding van één op vier een eigen brandstof gemaakt. Dat wil zeggen: een mengsel van conventionele EN 590-diesel met twintig procent HVO. Voor deze oplossing heeft Zuurmond gekozen om beter te scoren op de CO2-Prestatieladder. Helemaal omschakelen op HVO wilde Zuurmond niet, omdat dit enerzijds te kostbaar is en anderzijds omdat het bedrijf dan te maken kreeg met de onzekerheid of dit door de machinefabrikant was toegestaan. Door twintig procent HVO toe te voegen, is dat risico er niet,

Vrijgave fabrikanten Dat er eerst het één en ander moet worden onderzocht voor je GTL gaat gebruiken, zien we terug bij FPT. De woordvoerder geeft aan dat EN 15940 voor de nieuwste motoren voor onroadtoepassingen is toegelaten, maar nog niet voor offroad. Mercedes geeft het ook treffend weer: bij motoren met Euro 6, behalve de zestienlitermotor, is het toegestaan EN 15940 te gebruiken. Volvo Trucks heeft EN 15940 vrijgegeven voor alle Euro 5-motoren, zonder gewijzigde onderhoudsintervallen. Voor de Euro 6-D5- en -D8-motoren is de brandstof ook vrijgegeven. Volvo geeft aan dat de tests met de D11-, D13- en D16-motoren zo voorspoedig verlopen dat de fabrikant inschat dat dit in dit jaar nog rondkomt. DAF heeft de EN 15940 al vrijgegeven voor de Euro 3-, 4- en 5-motoren en geeft aan dat de Euro 6-krachtbronnen eraan zitten te komen. Scania is zo’n tien jaar geleden, toen de HVO- en GTL-brandstoffen opkwamen, al begonnen met de EN 15940-certificering. Hierdoor zijn de jongere Euro 5-motoren en alle Euro 6-motoren voor beide gecertificeerd. Deutz geeft aan dat bij alle Deutz-motoren zonder uitlaatgasnabehandelingsunit en alle Stage IV-motoren EN 15940 is toegelaten. John Deere geeft een volledige toelating voor de nieuwste motoren, maar niet voor oudere generaties. JCB geeft aan dat GTL en HVO zijn toegelaten, maar noemt geen series. Voor Caterpillar geldt dat zij inmiddels de motoren van de laatste generatie hebben vrijgegeven. Bij oudere motoren wordt nog onderzocht of het gebruik mogelijk is. Cat geeft in eigen documenten aan dat een minimum dichtheid van 800 gram per liter noodzakelijk is. Cat waarschuwt dat een lagere dichtheid mogelijk schade kan opleveren aan brandstofsystemen door een verminderde smerende werking. Liebherr geeft helder aan dat zolang er af-fabriek geen officiële vrijgave is de brandstof niet is toegestaan.

32

GRONDIG 4 2018

De kwestie van de krimpende pakkingen We horen over problemen met pakkingen. Het gaat om het krimpen van pakkingen bij het overschakelen op GTL of HVO. Dit speelt echter alleen bij NBR (nitrielrubber) pakkingen. NBR zwelt op in aanwezigheid van een diesel met een hoog aromaat- en/of FAME-gehalte in de dieselbrandstof zoals aanwezig in conventionele EN 590-dieselolie. De pakking krijgt daardoor een nieuwe vorm en drukt componenten iets uit elkaar. Wanneer de NBR pakking in contact komt met een laag aromatische diesel (HVO, GTL) begint de NBR pakking terug te krimpen naar de oorspronkelijke vorm, maar wanneer de oorspronkelijke vorm niet volledig wordt hersteld, kan er lekkage ontstaan. Tegenwoordig worden NBR pakkingen weinig meer gebruikt. Deze zijn veelal vervangen door exemplaren van Viton (FKM) of gehydroneerd nitrielrubber (HNBR). Deze soorten worden nu op grote schaal gebruikt en geven geen problemen.


Allgroen, Dordrecht:

“Hoge waardering in openbaar groen”

volgens KAM-coördinator Stefan de Vogel. “Met dit mengsel blijven we volgens de leverancier keurig binnen de NEN-normen voor EN 590. We hoeven dus niet bij al onze machineleveranciers na te vragen of het is toegestaan.” Sinds Zuurmond werkt met het nieuwe mengsel heeft het bedrijf nog geen problemen gehad of gemerkt dat motoren anders reageren. “De HVO moet schoner zijn, dus dat zou een positief effect moeten hebben. Daar merk je echter niets van. Het grootste voordeel behalen we bij het inschrijven. Daar scoren we veel beter dankzij de lagere CO2-milieubelasting.”

Allgroen uit Dordrecht is begin vorig jaar geheel overgeschakeld op GTL. Het bedrijf is vooral actief in het openbaar groen. Belangrijke opdrachtgevers zijn gemeenten en woningbouwverenigingen. “Die vinden het zeer positief dat we zijn overgestapt op deze milieuvriendelijke brandstof”, vertelt hoofd bedrijfsbureau Hans Stam. “Zij vinden het vooral belangrijk dat we met deze brandstof minder fijnstof en NOx uitstoten. Dat is iets wat telt in stedelijk gebied.” Problemen als gevolg van de omschakeling zijn er tot nu toe niet geweest, volgens Stam. “Sommigen vinden wel dat de trekker of kraan wat minder fel is, maar anderen zeggen zich daar niet in te herkennen. Ook in brandstofverbruik merken we niet veel verschil, al kun je dat moeilijk beoordelen, omdat we het niet per machine bijhouden”, aldus Stam. Voorlopig blijft het bedrijf daarom gewoon GTL gebruiken. “Het past toch prima bij ons imago en onze naam.”

Wat is GTL?

Wat is HVO?

Shell is de grote leverancier van GTL, maar er zijn er meer. Bij GTL wordt aardgas via een complexe bewerking omgezet in dieselolie. De achterliggende gedachte van GTL is aardgas op een zo praktisch mogelijke manier geschikt maken voor bestaande voertuigen en motoren. Voordeel is dat je gebruik kunt maken van het bestaande dieselolie-distributienet en toch de voordelen behoudt van aardgas. Door het ontbreken van aromatische bestanddelen en zwavel in combinatie met een hoger cetaangetal geeft deze verbranding een flinke reductie in de uitstoot van schadelijke gassen. Shell rubriceert dat netjes voor de verschillende Euro-klassen. Voor Euro 4 en Euro 5 geldt een emissie-reductie van PM (fijnstof) van 23 tot 38 procent, NOx van 5 tot 37 procent, CO van 8 tot 22 procent en CH van 10 tot 28 procent. Dit alles afhankelijk van het motortype en emissieniveau. Kenmerk van GTL is dat het helder is, niet stinkt, minder toxisch is en bij gebruik volgens Shell een geluidsreductie geeft van circa één tot vijf decibel, afhankelijk van het voertuigtype. Verder is het product beter en langer te bewaren dan conventionele diesel en is er geen gedoe met zomer- en winterdiesel. Een ander voordeel dat Shell claimt, is dat het af-fabriek geen biodieselcomponenten (FAME) bevat, geen verontreinigingen en ook geen water. Een CO2-reductie is niet aan de orde, maar Shell biedt u daar nu het NBS-programma voor, waarbij voor alle getankte brandstof de CO2 wordt gecompenseerd via compensatieprojecten.

HVO is in grote lijnen een vergelijkbaar product als GTL. Hier wordt geen aardgas, maar plantaardig restafval (vetten en oliën) op een vergelijkbare manier omgezet in dieselolie. De belangrijkste producent van HVO is het Finse Neste, dat een grote productielocatie heeft in Rotterdam en verder in Singapore en Finland. Voor de productie gebruikt het inmiddels ruim tien verschillende grondstoffen. HVO heeft een lagere dichtheid dan conventionele diesel en ook hier ontbreken aromatische stoffen en zwavel. Het bevat af-fabriek geen water en geen bio-oliecomponenten. Ook hier dus een schonere verbranding, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een lager geluidsniveau. HVO claimt emissiereducties van 9 procent NOx, 24 procent CO, 30 procent CH en 33 procent PM (roet) bij moderne motoren. Bij oudere motoren kunnen deze reductiewaarden verdubbelen. De fabrikant mikt met HVO uitdrukkelijk ook op CO2reductie bij gebruik, omdat dit product uit ‘restafval’ wordt gemaakt. Met pure HVO claimt de producent een CO2-reductie van 89 procent op basis van WTW (Well to Wheel) en 100 procent op basis van TTW (Tank to Wheel). In Nederland wordt HVO onder andere vermarkt door Future Fuels in Heerenveen. Dat kleurt de brandstof voor de herkenning blauw en noemt het Blauwe Diesel. Future Fuels levert die ook als blend, vaak als 20 procent bijmenging in conventionele dieselolie. De prijs is navenant lager, evenals de CO2-reductie. De 20- tot 50-procent blends voldoen wel aan de EN 590-norm en zijn dus officieel toegelaten voor alle dieselmotoren.

GRONDIG 4 2018

33


www.TKD.nl 31 mei, 1 en 2 juni 2018 Nobelhorst Almere


Ontdek het Laudis effect:

krachtig, snel en veilig!

advies Aangepast gergras in v d la g g bestrijdin Dosering: 2,25 l/ha 1,5 l/ha Timing: 2-3 blad d la b 6 3

Zeer krachtig maïsherbicide Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

• breed werkingsspectrum • gewasveilig • snelle werking • snel regenvast


ondernemen met

vaktechniek

Duurzame TKD Van 31 mei tot en met 2 juni op de Nobelhorst in Almere Ongeveer 200 exposanten zullen eind deze maand weer met een groot aantal machines en werktuigen neerstrijken op de Nobelhorst in Almere voor de 27e editie van de TKD. Speciale aandacht is er, net als in deze Grondig, voor duurzaamheid.

Net als alle voorgaande edities heeft de bezoeker ook dit jaar gratis toegang tot de beurs. Al moet je daar wel wat voor doen, want elke bezoeker moet zich registreren. Wie bij de ingang niet in de rij wil staan, doet er goed aan thuis vast het formulier in te vullen. Na verzending krijg je dan een toegangsticket gemaild. De tickets zijn te bestellen via www.tkd.nl. Arjan van den Oord, voorzitter van de TKD-organisatie, is blij dat het evenement ook dit jaar gratis kan blijven. “Dat komt omdat we dit als branche zelf organiseren voor de onderne-

mers en werknemers die met onze machines werken. Voor hen willen we een betaalbare beurs met zelfs gratis parkeren en ook betaalbare catering.” Net als andere jaren zullen ook deze TKD weer heel veel machines draaiend te zien zijn, met alle gelegenheid voor machinisten om zelf op machines te draaien. Wel zal er opnieuw veel aandacht zijn voor veiligheid, met op elke stand met draaiende machines een veiligheidscoördinator die bepaalt wie op een machine mag draaien. Net als eerdere jaren is er ook een zandbaan, waarop chauffeurs aan de slag kunnen met gronddumpers, vrachtwagens en de nodige trekkers met kippers.

Openingstijden: • Donderdag 31 mei van 10.00 uur tot 21.00 uur (toegang tot 20.00 uur) • Vrijdag 1 juni van 9.00 uur tot 18.00 uur (toegang tot 17.00 uur) • Zaterdag 2 juni van 8.00 uur tot 16.00 uur (toegang tot 15.00 uur)

Let op de volgende regels: • Onder de zestien jaar alleen toegang onder begeleiding (personen onder de zestien jaar hoeven niet geregistreerd te worden). • Huisdieren zijn niet toegestaan.

Direct bereikbaar Als het goed is, is de TKD dit jaar nog beter bereikbaard dan andere jaren. Er komt een afslag direct vanaf de A6 en langs het demoterrein is een parkeerplaats gerealiseerd voor 15.000 bezoekers. Vanaf de A27 is de tweede toegangsweg vanaf de afslag Almere-Hout. Daarna is het gewoon een kwestie van de borden volgen en doorrijden tot de parkeerplaats. TEKST & FOTO’S: Cumela Communicatie

36

GRONDIG 4 2018


CROW500-spel en -pubquiz KLO, Agentschap Telecom, Gasunie en Kadaster delen een gezamenlijk kavel op de TKD onder de noemer ‘Graafschades voorkomen we samen’. Zij willen daar de CROW500 bij de bezoekers onder de aandacht brengen, met name om te benadrukken dat de zorgplicht voor kabels en leidingen nu veel vroeger in de keten ligt. Om de aandacht te trekken, wordt er gedurende de hele dag het graafspel ‘Zorgvuldig gra-

Speciale TKD-noviteiten Steelwrist SQ Op stand nummer 12 demonstreert Steelwrist het gemak van de nieuwe SQ-snelwisselsystemen. Bij dit systeem kan de machinist vanuit zijn cabine alle hulpstukken wisselen, zoals een tiltrotator, hamer, vergruizer, schaar, zeefbak of trilblok. Dit is mogelijk dankzij het volautomatisch SQ-snelwisselsysteem, dat ook uitwisselbaar is met alle systemen die werken met de Symmetrische Standaard (S-type), vooral bekend van OilQuick. Steelwrist heeft echter wel een eigen hydraulische koppeling gemaakt, waarbij vooral de binnenkant van de koppeling is veranderd. Voordeel van dit Qplus-systeem is dat dit een hogere olieflow mogelijk maakt.

Het bedrijf heeft dit voorjaar het recht verworven om deze machines in Nederland te gaan verkopen. Het gaat om de machines van 800 tot 6000 kilo. Recent heeft Atlas deze weer aan zijn leveringspakket toegevoegd om te komen tot een complete lijn machines. Zelf rept het bedrijf over een machine waarin veel aandacht is voor het bedieningscomfort met ook veel beenruimte voor de machinist en een goed zicht op het werk.

ven’ gespeeld. Drie keer per dag wordt ook nog met zoveel mogelijk deelnemers de CROW500pubquiz gespeeld. Voor deze quiz heeft de organisatie graag vooraf een beeld van het aantal deelnemers. Zij nodigt bedrijven, opdrachtgevers, ontwerpers, netbeheerders en grondroerders uit om zich aan te melden. Aanmelden kan door een e-mail te sturen aan info@kabelenleidingoverleg.nl.

bedrijf in Nederland kan het nu zelf zijn AdBlue presenteren. De Baat laat ook graag zijn eigen Oilbooking App zien om snel brandstof te kunnen bestellen. Die kan met vierwielaangedreven tankwagens op elke locatie worden geleverd. Te zien op stand 4.

Speciale Takeuchi Verhoeven is erg trots op de speciale Takeuchi die het bedrijf op de stands 5 en 7 kan presenteren. De Takeuchi TB225 is speciaal in overleg met Verhoeven door de fabrikant ontworpen. De importeur noemt het een dikke tweetonner die de capaciteit heeft van een drietonner, maar dan wel met een eigen gewicht dat het mogelijk maakt om deze minikraan op een trailer achter een gewone auto te vervoeren, inclusief twee of drie bakken. Zeer speciaal is de onderwagen met uitschuifbaar rijwerk. De kraan kan door openingen van 1,10 meter, maar kan ook werken op 1,50 meter breed, waardoor hij tijdens het werk veel stabieler is.

Atlas-mini’s weer terug Bofram, de dealer van Atlas-autolaadkranen in Zeeland, viert op de TKD de terugkeer van de Atlas-minikranen op de Nederlandse markt.

Parijse primeurs Giant komt met een tweetal primeurs naar stand 136 die ook al op de Intermat te zien waren. Het gaat om een nieuw model wiellader, de G4500X-Tra, en de SK202D-skidsteer-lader. De G4500 is voor Giant een stap naar een groter segment, want niet eerder had de fabrikant een machine in de klasse tussen 3750 en 5200 kilo. Deze is uitgerust met een Kubota-dieselmotor met katalysator en roetfilter om te voldoen aan de Stage V-normen. Bij dit model heeft de motor een vermogen van 55 kW (75 pk). De nieuwe skidsteer is vooral aangepast op hydraulisch gebied. Hij heeft een nieuw ventielenblok en een grotere hydrauliekpomp. Heffen en kippen kunnen nu tegelijkertijd. Grotere wielmotoren zorgen ervoor dat er meer duw- en trekkracht is.

Eigen AdBlue Een stand heeft Hans de Baat eigenlijk niet nodig, want hij mag elke dag op de TKD rondrijden om de machines van diesel en AdBlue te voorzien. Toch heeft De Baat een stand waar het bedrijf de bezoekers graag ontvangt om ze te vertellen over zijn eigen AdBlue. Als eerste

GRONDIG 4 2018

37


NEDERLAND


KOM 32 MEI A.S. NAAR DE VALTRA SMARTTOUR 2018 IN WOUDENBERG

Of is uw agenda die dag al vol? Dan bent u ook op woensdag 30 mei, donderdag 31 mei of vrijdag 1 juni 2018 van harte welkom bij de internationale Valtra SmartTour 2018, om in één keer kennis te maken met alle tractoren uit het programma van Valtra. Met 3-, 4- of 6-cilindermotoren van 75 pk tot 405 pk, verschillende transmissies, vele opties en 9 verschillende kleuren is er altijd een Valtra die u past. Ontdek ook Valtra’s SmartTouch: een in de armleuning geïntegreerde, multifunctionele rijhendel in combinatie met een 9” touchscreen, met handige gebruikersprofielen voor allerlei repeterende taken. Daarmee wordt de bediening van een Valtra kinderspel en bespaart u veel tijd – waardoor het lijkt alsof uw maand plotseling een dag langer duurt …

MEI

32

Waarom zou u nog met Smart wachten? Be Smart, Touch it, now!

VALTRA SMARTTOUR 2018 LOCATIE: Recreatiegebied ‘Het Henschotermeer’ De Heygraeff 2, Woudenberg ROUTE: Rijksweg A12 - afslag 22 [Maarsbergen N226] of afslag 21 [Maarn N227]

Distributeur voor Nederland.

DATA: Woensdag 30 mei 2018 Donderdag 31 mei 2018 Vrijdag 1 juni 2018 PARKEREN: op parkeerplaats P3

10.00u - 21.00u 10.00u - 21.00u 10.00u - 18.00u


ondernemen met

vaktechniek

GEBRUIKERSERVARING

Stil en zuinig Eerste ervaringen met de Kobelco SK210Hlc-10 Hybrid

Kobelco presenteerde vorig jaar zijn SK210Hlc-10 Hybrid, een twintigtons graafmachine. Inmiddels draaien de eerste daarvan in Nederland. We vroegen de gebruikers naar hun ervaringen, maar we gaan ook in op de hybride-techniek van Kobelco. De hybride-techniek van de Kobelco omvat een aantal elementen. Het is in de eerste plaats de combinatie van diesel- en elektrische aandrijving. Daarnaast is het ook het terugwinnen van energie uit in gang gezette beweging. Voor de opslag van elektrische energie gebruikt Kobelco voor het eerst een lithium-ionaccu. De hybride-techniek is bepaald niet nieuw bij Kobelco. De SK210Hlc is een doorontwikkeling op de hybride-techniek die Kobelco al sinds 2006 op de markt heeft. Toen introduceerde het op de Intermat de SK80H, een machine die al sinds 1999 in ontwikkeling was.

Elektrisch zwenken Tijdens normaal gebruik wekt de 5,1 liter-viercilinder-dieselmotor stroom op via een aan de motor gekoppelde generator. Tijdens zwaar werk werkt deze generator als een 25 kWhulpmotor, dankzij de eerder opgewekte elektrische energie. Deze energie is opgeslagen in een zware lithium-ionaccu. Omdat Kobelco de motor op een lager toerental gebruikt, ligt het brandstofverbruik lager, zowel tijdens lichte als tijdens zware arbeid. Het brandstofverbruik wordt verder verlaagd door het gebruik van een elektrische zwenkmotor, het hoofdonderdeel van het hybride-systeem. Deze 26 kW sterke motor gebruikt

40

GRONDIG 4 2018

alleen energie uit de lithium-ionaccu. De remenergie die aan het eind van de beweging vrijkomt, wordt weer omgezet in elektriciteit en teruggeleverd aan de accu. Daarnaast gebruikt Kobelco nog enkele technieken die moeten zorgen voor een lager brandstofverbruik. Zo heeft de motor Auto Idle Stop. Dat betekent dat wanneer de veiligheidsblokkeerhendel omhoog wordt gehaald na vier seconden het motortoerental wordt verlaagd en na een minuut de motor stopt. Het is een besparingsmaatregel die in de praktijk meer bespaart dan verwacht. Een andere maatregel die Kobelco heeft genomen, is de Interflow-regeling. Hierbij gaat de uitgaande oliestroom van de hefcilinder bij het zakken van de giek naar de knikcilinder van de lepelsteel. De energie die vrijkomt bij het zakken van de giek wordt zo gebruikt voor het strekken van de lepelsteel. Eerder al heeft Kobelco het hydraulisch systeem van de graafmachine geoptimaliseerd. Dat gebeurde door leidingwerk te gebruiken met een grotere diameter, voor minder interne weerstand, door gladdere leidingen te gebruiken, evenals koppelingen met een lagere weerstand. Alle veranderingen leiden volgens Kobelco tot een brandstofbesparing van twaalf procent en een stijging van de productiviteit per liter brandstof van 14 procent.


Gebruikerservaring Bogaard Infra

Een pijltje in het display geeft aan hoe de

Importeur Kemp in De Meern leverde inmiddels een aantal hybrides af. Eén daarvan draait bij Bogaard Infra in Bergambacht. Machinist Erwin Vermeulen draait inmiddels vier weken op een klus in Kijkduin, de eerste klus voor de Kobelco. Zand uit een te bouwen parkeergarage wordt gebruikt voor het versterken van de duinenrij. Erwin: ”Ik heb hem hier nog niet zo goed kunnen testen en kan dus nog niet zo veel zeggen over het brandstofverbruik. Ik heb echter precies dezelfde machine op demo gehad. Die bleek toch een zes, zeven liter per uur minder te gebruiken dan mijn vorige kraan, ook een twintigtonner, maar dan van een ander merk en geen hybride.” Vermeulen merkt dat de pomp iets minder liters levert dan zijn vorige machine. “Dat merk je vooral als je tegelijk beweegt en rijdt. Dan merk je dat hij even sneller gaat bewegen als je stopt met rijden. Het zwenken gaat supersnel, niet normaal. Het geluid in de cabine is veel minder en het zicht is beter, vooral langs de giek. De achterkant is wel hoger, maar daar hebben we een camera, net als aan de rechterkant. De capaciteit is niet helemaal vergelijkbaar, omdat ik nu een draaikantelstuk heb, dat ik bij mijn oude kraan niet had. De demo deed zonder kantelstuk echter zeker niet onder voor de oude kraan. Het menu van de nieuwe terminal is voor iedereen goed te begrijpen. Je kunt zien of je stroom aan het accupakket onttrekt en wanneer je bijlaadt. Als het accupakket ’s morgens nog koud is, gaat het zwenken wat langzamer, maar het accupakket warmt dan automatisch op. Al met al een prima kraan.”

stroom loopt. In dit geval van de generator naar de controle-unit. Je kunt zo ook zien wanneer de machine stroom teruglevert aan de accu.

Machinist Erwin Vermeulen van Bogaard Infra is heel tevreden met zijn machine. “Het is niet normaal zo snel als de machine zwenkt.”

Ander gebruikers Henri de Haas draait voor Bart Kemp in Schalkwijk op de eerste Kobelco-hybride in Nederland. Hij heeft nu ongeveer 600 uur op de klok staan. “Hij bevalt goed”, zo is zijn conclusie. “We doen veel boswerk en werken heel veel met de derde functie, bijvoorbeeld een zaag met klem. Daar zijn we nog voor bezig om meer liters op de extra functie te krijgen, maar dat lijkt nu goed. Ik kan nu rijden en alles blijven doen. Het gebruik ligt door die derde functie natuurlijk wel wat hoger, maar als ik met de brushcutter werk, heb ik een twaalf liter diesel per uur nodig. Met zagen is dat ongeveer tien liter. Dat ligt een liter of zes lager dan met onze vorige kraan. We werken veel voor Staatsbosbeheer en dergelijke instanties en dan is een zuinige kraan met minder uitstoot wel prettig.” Joop Rodenburg Sloopwerken en Puinrecycling in BenedenLeeuwen gebruikt de Kobelco-hybride meestal bij een puinbreker. “Wat er beloofd is, maakt hij waar. Hij is zuinig. Het is een beetje afhankelijk van het werk, maar ten opzichte van een conventionele kraan gebruikt hij een drie tot vier liter per uur minder. We hebben nog een hybride van een ander merk en vergeleken daarmee ligt het verbruik op ongeveer hetzelfde niveau. Waar de mannen heel enthousiast over zijn, is het geluid. De kraan is heel stil. In capaciteit doet de kraan niet onder voor een conventionele kraan.” TEKST: Arend Jan Blomsma FOTO’S: Kemp Groep, Arend Jan Blomsma

Bij Joop Rodenburg Sloopwerken en Puinrecycling staat de machine voornamelijk bij de puinbreker. De machinisten vinden hem vooral in de cabine heerlijk stil.

Over de Kobelco SK210Hlc-10 Hybrid De Kobelco SK210Hlc-10 Hybrid is een kraan in de twintigtons klasse, met een eigen gewicht van 23.100 kilogram op 900 millimeter brede rupsen. De breedte is op deze rupsen 3,29 meter. De lengte van het rijwerk bedraagt 4,45 meter. De zwenkradius is 2,90 meter. Aan boord ligt een Hino-viercilinder-dieselmotor met een inhoud van 5,1 liter en een vermogen van 119 kW (162 pk). Het hybride-systeem heeft een lithium-ionaccu van 567 volt. De generatormotor is een driefase-AC-permanente-magneetmotor van 25 kW (34 pk) bij 1880 toeren. De zwenkmotor is van hetzelfde type, maar dan met 26 kW (35 pk) bij 3600 toeren. Het hydraulisch systeem heeft twee pompen met een variabele opbrengst van maximaal 245 liter per minuut en een tandwielpomp van 21 liter per minuut. Het geluidsniveau in de cabine bedraagt slechts 66 d(B)A.

GRONDIG 4 2018

41


ondernemen met

vaktechniek

Vernieuwen past bij maatschappelijk verantwoord ondernemen OBO verwacht groeiende markt voor het vernieuwen van banden Al meer dan zestig jaar is OBO in Hardenberg actief in het vernieuwen van banden. Na de overname door de Magna Tyre Group is er geïnvesteerd in nieuwe machines om het proces verder te verbeteren. Belangrijk, want het bedrijf verwacht dat de markt zich positief zal ontwikkelen. Banden vernieuwen past immers bij maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Op het opgeruwde karkas komt een hechtlaag. Deze wordt goed aangedrukt, zonder insluiting van luchtbelletjes.

42

GRONDIG 4 2018

Tegelijk met het opstarten van de productie van Magnabanden in Hardenberg kwam ook de nieuwe lijn van het retreaden of vernieuwen van banden door OBO weer op gang. OBO, de Overijsselse Banden Onderneming, zocht eind 2016 een nieuwe eigenaar, omdat eigenaar Herman Hutten geen opvolger had. De Magna Tyre Group nam het bedrijf uiteindelijk begin 2017 over en startte direct met een herinrichting van de fabriek. Naast machines voor de productie van banden investeerde Magna ook in nieuwe machines voor het vernieuwen van banden. Ondanks de hevige concurrentie op de markt door het aanbod van goedkope banden uit Azië ziet het bedrijf een groeiende markt voor vernieuwde of gecoverde banden. Ongeveer twee derde van de waarde van een band zit in het karkas en daardoor is het volgens OBO interessant de band van een tweede of derde leven te voorzien op het moment dat het loopvlak versleten is. Een proces waar het bedrijf inmiddels al meer dan zestig jaar ervaring in heeft. Niet alleen het loopvlak kan worden vernieuwd, ook de wang - of sidewall - kan worden vernieuwd. Op deze sidewall komt vanaf nu ook de naam OBO te staan. Wanneer alleen het loopvlak is vernieuwd, staat de naam in kleine letters op de rand van het loopvlak.

OBO gebruikt voor de vernieuwing karkassen die al een leven achter de rug hebben. Deze karkassen koopt het in van de handel. Vaker nog komt de tussenhandel met één of meerdere karkassen van klanten die hierop een nieuw loopvlak willen laten maken. Deze klanten krijgen hun eigen karkas weer terug.

Visuele inspectie karkassen Om een band te kunnen vernieuwen, moet het karkas nog wel goed zijn. Dat wordt aan het begin van het vernieuwingsproces gecontroleerd. Dat is vooral een visuele inspectie. De controleur is daarbij wel één van de belangrijkste mensen in het proces, want hij bepaalt of het karkas verder het proces in gaat. Het is vooral een kwestie van kennis en ervaring. Deze inspecteurs kennen intussen wel de kritieke punten van de verschillende merken en weten dus waarop ze moeten letten. Goedkope Chinese banden hebben over het algemeen geen karkas dat geschikt is voor vernieuwing, zo is de ervaring van de keurmeesters. OBO geeft na vernieuwing een jaar garantie op het karkas en drie jaar op de totale vernieuwing. De eerste bewerking die het karkas ondergaat, is het kaal maken en opruwen. Daarvoor staan bij OBO meerdere machines, die enigszins te vergelijken zijn met draaibanken. Eén van de nieuwe machines in de fabriek werkt helemaal zelfstandig en bovendien nog eens twee keer zo snel dan de oude machines. Als het karkas is opgeruwd, worden eventuele beschadigen gerepareerd. Vervolgens zijn er twee methodes om een nieuw profiel aan te brengen op het karkas. De eerste is koudzoolvernieuwing. Hierbij wordt het ruwe oppervlak van de band ingespoten met een hechtmiddel. Hierop komt een rubberlaag, die zo goed mogelijk wordt aangedrukt, zonder insluiting van luchtbellen. Daarop worden zorgvuldig stroken met het nieuwe profiel geplakt. Dit profiel is afkomstig van gespecialiseerde leveranciers. Nadat ook deze laag stevig is aangedrukt, gaat de band in een zak of enveloppe en wordt daarin vacuümgetrokken. Hierdoor komen de verschillende lagen zonder luchtbellen stevig op elkaar te zitten. Vervolgens gaat de band drie tot vijf uur in een oven, ook wel autoclaaf genoemd. Hierin is de druk ongeveer zes bar. Het drukverschil met de binnen-


Vernieuwen van tracks Naast het vernieuwen van banden kan OBO sinds enige tijd ook rubber tracks vernieuwen. Hierin is het bedrijf uniek. Hierbij wordt de belt kaal gemaakt op dezelfde manier waarop ook de banden van hun restprofiel worden ontdaan. Vervolgens worden er nieuwe nokken opgezet, die aan de belt worden gevulkaniseerd. Kleine beschadigingen aan de belt kunnen worden gerepareerd. OBO ziet een grote markt in dit vernieuwen, vooral voor de tracks van aardappel- en bietenrooiers en maaidorsers. De langste tracks die OBO heeft vernieuwd, hadden een lengte van meer dan tien meter. De breedte loopt uiteen van 60 tot 90 centimeter, de gangbare trackmaten. De levensduur van de vernieuwde track is ongeveer gelijk aan die van een nieuwe. De prijs van een vernieuwde track is daarentegen ongeveer zeventig procent van een nieuwe. Een derde activiteit van OBO is het verrichten van complexe reparaties aan banden. Dit kan zowel in de wang als aan het loopvlak of zelfs aan de hiel van de band zijn. Speciale manchetten in de band vangen de radiale krachten op, zodat de reparaties duurzaam zijn.

kant van de enveloppe is ongeveer twee bar. De grootste autoclaaf van OBO kan een doorsnede van ongeveer 4,50 meter aan, waardoor de grootte van de banden vaak geen belemmering vormt voor vernieuwing. Wel moet het profiel van deze grote banden leverbaar zijn.

Maatschappelijk verantwoord De tweede methode is de warmzoolvernieuwing. Dit proces is grotendeels gelijk aan de productie van de banden van Magna. OBO gebruikt dezelfde extruder voor het opbrengen van de laag rubber op het opgeruwde karkas. Daarna gaat deze band in de vulkanisatiepers, in een mal waarin hij zijn profiel krijgt. Warme vernieuwing is iets duurder. Banden vanaf een velgmaat van zeventien inch zijn geschikt om te vernieuwen. Kleiner heeft uit kostenoogpunt niet veel zin. De grootte is eigenlijk niet aan een maat gebonden. Trekkerbanden worden volgens OBO niet vaak vernieuwd. Dat

komt omdat het karkas door veelvuldig vervormen door het werken op lage spanning of door zwaar trekwerk ook aan slijtage onderhevig is. Het is dan nog maar de vraag of het karkas wel een tweede leven aan kan. Wat wel regelmatig gebeurt, is dat trekkerbanden, nieuw of gebruikt, worden voorzien van een gazonprofiel. Het prijsniveau van een vernieuwde band ligt op 70 tot 75 procent van die van de nieuwe band. Door het gebruik van een goede rubbercompound en door een bewezen vernieuwingsprocedÊ is de levensduur bijna gelijk aan die van een nieuwe band. Vooral voor bedrijven die bezig zijn met maatschappelijk verantwoord ondernemen biedt vernieuwing van banden kansen, omdat de CO2 -voetprint lager is, vernieuwen minder energie kost dan een nieuwe band en dat er minder afval is dankzij vernieuwing. TEKST & FOTO’S: Arend Jan Blomsma

Het proces van vernieuwen begint met een grondige inspectie van het karkas. Het karkas moet goed zijn.

Op de voorgrond een vernieuwde band, op de achtergrond de vulkanisatiepers waar de band net uit komt.

Dankzij deze nieuwe machine gaat het schillen en opruwen van de band sneller en zonder tussenkomst van mensen.

Tegenwoordig vernieuwt OBO ook de wangen. Op de nieuwe wang kan het de eigen naam kwijt.

GRONDIG 4 2018

43


Adverteren in Vakblad Grondig? Voor meer informatie: Lisette Kerkhof T 033 - 247 49 50 E lkerkhof@cumela.nl

Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.

Adverteren in Grondig is scoren, met hĂŠt best gewaardeerde vakblad in de cumelasector!

UW SPECIALIST IN BEWARINGEN EN LOODSEN Kistenbewaring

Bulkopslag

Hout en beton

T 073-503 25 27 F 073-503 27 04 info@steenbergen-bouw.nl

WWW.STEENBERGEN-BOUW.NL

adv grondig 2016.indd 1

Tekort?

de juiste spoorelementen op het juiste moment borium

Bortrac 150

www.agrocentrum.nl

05-01-16 10:10

zink

Zintrac 700

fosfor

Hydrophos

Neem contact op met uw adviseur of bel AgroCentrum voor meer informatie: 0167 - 563 150


: S R E P M U TREKKERB ! P O R O O V D I E H G I VEIL mpers u b r e k k e r t e d Hier rijden rs! e m e n r e d n o A L van CUME

Wij rijden nu ook met een trekkerbumper: Firma G.J. Bongers en Zonen V.O.F., Tiel Loonbedrijf Aart den Hollander BV, Hendrik Ido Ambacht Loon- en spuitbedrijf Kuenen BV, Overloon VOF Wilgenburg Loon- en Grondverzetbedrijf, Grootegast Firma van Haeren, Wehl Loonbedrijf en Kraanverhuur Ted Kasbergen, Snelrewaard Van Nieuwenhuyzen Grondwerken Verhuur en Handelsonderneming, Steenbergen Loonbedrijf van der Hulst, Zevenhoven Steinbusch B.V., Colmont-Voerendaal Derks Agra, Nijmegen Gebr. van Rijswijk v.o.f., Wijk en Aalburg Coppens Loon- en grondverzetbedrijf, Oss Spoelstra, Ameland Freda kraanverhuur, Heerhugowaard Loonbedrijf Sjoerd Nauta B.V., Grou Hobelman, Halle Loonbedrijf van Lankvelt, Veghel J.L. Rijsdijk B.V., Hendrik Ido Ambacht Loonbedrijf Lenes, Vegelinsoord Loonbedrijf Haaring, Hengelo (gld)

Tussenstand deelnemers 500 400 320

Vergroot de veiligheid, rij met een trekkerbumper. CUMELA Nederland ondersteunt de aanschaf van 500 bumpers met een vergoeding van â‚Ź 500,-.

Kijk op www.cumela.nl/ trekkerbumpers voor de deelnemende leveranciers en de spelregels en voorwaarden.

30

VEILIG

(land)bouwverkeer


ondernemen met

vaktechniek

Compacte achttientonner Nieuwe Volvo EWR170E is een eigentijdse machine Volvo introduceerde eind vorig jaar de mobiele graafmachine EWR170E, als aanvulling op het programma. Met al een EWR160E en een EWR180E daarin lijkt het misschien een overbodige aanvulling, maar Volvo ziet een duidelijke plaats voor de nieuweling.

De 170 E is een compacte uitvoering van de 180E. Maar dan wel met een viercilinder motor.

Klanten willen graag een product op maat en dan is het de kunst om je range aan machines daarop aan te passen. Het is volgens productmanager Bart Jansen van importeur SMT één van de redenen om de EWR170E aan de range van mobiele graafmachines toe te voegen. “Er kwam veel vraag van klanten uit Duitssprekende landen naar een compacte achttientons kraan. Hoewel de 160E met een zwenkradius van 2,15 meter ook al een redelijk compacte machine is, voldoet de 170E met zijn zwenkradius van 1,79 meter toch nog iets beter aan de eisen die aan een compacte kraan worden gesteld. De 180E is duidelijk een grotere en zwaardere kraan, hoewel de 170E ook al achttien ton weegt. We denken dat we de klanten in Nederland vooral kunnen bedienen voor het zwaardere reconstructiewerk, straten en rioleringen, al komt één van de eerste kranen terecht in het groenwerk en de bosbouw. Daar wordt de kleine

oversteek ook erg gewaardeerd, zo tussen de bomen. De prestaties van de 170E liggen in lijn met die van de 160E en de machines hebben ook dezelfde onderwagen.” Die prestaties dankt de 170E aan een viercilinderkrachtbron, omdat de ruimte voor een zescilinder ontbreekt. De 160E heeft wel een zescilinder. In vermogen ontlopen de motoren elkaar niet veel, alleen heeft de zescilinder een iets hoger koppel. Beide motoren zijn Volvo’s. De 4,0-liter-viercilinder heeft een netto vermogen van 110 kW (150 pk). Het is dan wel een Volvo, maar hij wordt gebouwd bij Deutz in Keulen. Het onderblok is van Deutz, maar de cilinderkop en het motormanagement zijn van Volvo. De motor is dwarsgeplaatst en dat zorgt ervoor dat er bij de giek in transportstand een uitstekend zicht naar rechts is. Dat komt de veiligheid op de weg en op het werk ten goede. Overigens is één van de opties het 360-gradenSmart View Camera-systeem, waarbij het beeld van drie camera’s wordt samengevoegd tot een soort luchtopname. Het beeld hiervan wordt naar keuze weergegeven op de terminal van de kraan of op een aparte monitor.

Geen monogiek Toen Volvo enkele jaren geleden de E-serie introduceerde, stapte het merk over van Linde- naar Rexroth-hydrauliek. Die laatste bleek een iets lager brandstofverbruik op te leveren. Volvo houdt dus ook voor deze nieuwste telg uit de E-serie vast aan de Rexroth-hydrauliek. De loadsensinghoofdpomp heeft een maximale opbrengst van 275 liter per minuut. Voor de hulpstukken is maximaal 240 liter per minuut beschikbaar. De machine heeft een verbeterde slang- en leidingvoering op de giek en de knikarm. De leidingen blijven meer binnen het profiel van de giek, waardoor de kans op beschadigingen kleiner is geworden. De kraan heeft standaard een tweedelige hoofdgiek. De monogiek werd in Europa bijna niet meer verkocht en is inmiddels dan ook van de prijslijst verdwenen. De grotere flexibiliteit van de gedeelde giek en de minder lange oversteek bij transport van de gedeelde giek zorgen ervoor dat er nauwelijks vraag meer is naar een monogiek. Een voorbeeld van de flexibiliteit is dat de machinist de knikarm boven de optionele gereedschapschuiflade kan brengen,

46

GRONDIG 4 2017


waardoor hij zware kettingen er zo in kan laten zakken. De uitschuiflade in de onderwagen kan 120 kilo gereedschap dragen. Die onderwagen heeft meer handige details. Zo zorgen de meedraaiende brede spatborden ervoor dat de machine schoner blijft. Deze spatborden staan in de optielijst, net als de trekhaak in het schuifblad. Wie voor deze optie kiest, krijgt een Rockinger-vangmuilkoppeling, een versterkt blad, een enkelwerkend ventiel en de benodigde elektrische aansluiting. Hiermee kunnen aanhangers tot acht ton worden getrokken, mits deze een oplooprem hebben. Eveneens een optie is de joystickbesturing van de wielen. Dit is mogelijk tot 20 km/u. De maximale snelheid van de kraan op de weg bedraagt overigens 35 km/u. In banden is er een ruime keuze. In Nederland worden toenemend enkelluchtbanden met trekkerprofiel verkocht in breedtes van 600, 650 of 700 millimeter. Ook dubbellucht en dubbellucht met ring behoren tot de mogelijkheden.

Ten opzichte van de EWR160E is de zwenkradius van de EWR170E 36 centimeter kleiner, hier duidelijk in beeld gebracht. Het bedieningspaneel van de machine is compact. De software van de Steelwristdraaikantelstukken is geïntegreerd in die van de kraan.

Bediening en onderhoud De cabine is bij de introductie van de E-serie slechts op details gewijzigd. Dat betreft dan vooral de lay-out van de rechter zijconsole. De console is compact gehouden en de menustructuur van de bedieningsterminal kun je met functieknoppen en de pijltjestoetsen gemakkelijk doorlopen. Zo heb je de hele machine in de hand. Op de 170E is voor het eerst de software van de Steelwrist-draaikantelstukken al geïntegreerd in de software van de kraan. De hoekmeter in het display is daarmee komen te vervallen. Volvo en Steelwrist hebben een vergaande samenwerking op dit vlak. Voor wie veel met een draaikantelstuk werkt, kan de kraan ook worden geleverd met joysticks met meer functies. Standaard kunnen deze vijf functies bedienen door middel van proportionele schakelaars. Bij het opstarten van de machine staat deze standaard in de Eco-modus. Het motortoerental is dan begrensd op 1700 toeren. Hiermee zijn de meeste werkzaamheden vlot te doen, omdat de axiaalplunjerpomp zelf bijstuurt om meer olie te geven. Met een draaiknop kan de machinist bij heel lichte werkzaamheden het toerental verder verlagen. Dit zorgt voor een lager brandstofverbruik. Ook het BSS-lastdempingssysteem draagt hieraan bij, omdat de machine hierdoor met een constantere snelheid rijdt. Het nivelleerventiel op de hefcilinder - waarbij de giek enkelwerkend zakt, zodat de motor niet hoeft te werken zorgt eveneens voor een lager brandstofverbruik. De machines is zo gebruiksvriendelijk als mogelijk gemaakt. Zo kan met de vulpomp de 200 liter grote brandstoftank vanaf de grond worden gevuld. Die pomp heeft een capaciteit van 50 liter per minuut. Ook de 25 liter grote AdBlue-tank kan vanaf de grond worden gevuld. Het regeneratie-interval van het partikelfilter bedraagt maar liefst 500 uur. De motorfilters zijn naar de zijkant gebracht, waar ze achter de grote deuren goed bereikbaar zijn. Dat geldt ook voor de radiateurs. Smeernippels zijn bij elkaar gebracht op goed bereikbare plaatsen, terwijl een automatisch smeersysteem in de optielijst is te vinden.

Met draai- en functie­ knoppen is de menu­ structuur in de terminal gemakkelijk te doorlopen en te bedienen.

Met de giek in transportpositie is er een goed zicht naar rechts, doordat het motorcompartiment niet doorloopt.

Bijdetijds compact Met de EWR170E heeft Volvo een bijdetijdse compacte kraan in de markt gezet, waar deze gezien de vraag kort na de introductie behoefte aan heeft. Volvo werkt ondertussen door aan meer opties en verbetering naar aanleiding van suggesties uit het veld. Daarbij krijgt met name de GPS-besturing van de kraan meer aandacht in de bediening. Met DigAssist kan Volvo daarbij software van Topcon en Trimble verwerken in de eigen bedieningsterminal. TEKST & FOTO’S: AREND JAN BLOMSMA

GRONDIG 4 2017

47


INTERMAT 2018 Positieve stemming

ondernemen met

vaktechniek

De goede stemming in de grondverzetmarkt had zijn effect op de Intermat, die afgelopen maand in Parijs werd gehouden. Qua machinenieuws was het echt een tussenbeurs: net te vroeg voor de machines met de nieuwe Stage V-normen die volgend jaar de markt op komen. Bij de motorenbouwers was echter wel te zien wat er straks onder de kap ligt.

De Intermat strijdt al jaren voor zijn imago als grote internationale bouwmachinebeurs. Die rol heeft de Franse beurs ook op de kalender met een eigen plaatsje naast de Bauma, volgend jaar in München, en de Conexpo, over twee jaar in Las Vegas. Het zijn de beurzen waar jaarlijks de grote ontwikkelingen te zien zijn bij de nieuwe machines. Van dat drietal blijft de Intermat voor de fabrikanten blijkbaar de minst belangrijke, want ook dit jaar ontbrak een aantal grote fabrikanten, zoals Caterpillar, Hitachi, JCB en Hyundai. Deze merken zien de Intermat toch meer als een regionale beurs en kozen dit jaar voor een andere manier om de klanten te bereiken. In de meeste gevallen gebeurt dat via een demotour. Ondanks het wegblijven van die grote namen is de beurs toch sterk internationaal. Dat was te zien aan de bezoekers, die uit alle werelddelen naar Parijs kwamen. Onder hen ook veel Nederlanders, die hier toch een groot aanbod van slimme innovaties konden vinden. De Intermat heeft daarbij het voordeel dat Frankrijk nog steeds een sterke handelsband met Afrika heeft. Voor veel bedrijven is het daardoor een poort naar dat continent. Het wegblijven van een aantal grote fabrikanten had voor de andere exposanten het voordeel dat er meer belangstelling was voor alle kleinere innovaties. In combinatie met de World of Concrete was er voor bedrijven die actief zijn in het bouwsegment namelijk veel te halen. Bij de echte grondverzetmachines is het echter wachten op de tweede helft van dit jaar,

48

GRONDIG 4 2018

wanneer de modellen voor 2019 komen met daarin de eerste Stage V-motoren, die dan verplicht worden. De motorenfabrikanten zijn er klaar voor, zo bleek op de Intermat, want op hun stands stonden de Stage V-krachtbronnen al te pronken, van groot tot klein. Onmiskenbaar gaat ook het zoeken naar de elektrisch aangedreven bouwmachines door, want zeker voor werk in de binnensteden, waar de aandacht voor emissie en fijnstof groot is, voelen aannemers de behoefte aan liefst elektrisch aangedreven machines. Dat bleek wel bij Mecalac, waar de kopers voor de nieuw gepresenteerde elektrische E 12 in de rij stonden. Het is echter nog zeker wachten tot de tweede helft van 2019 voordat die praktijkrijp is. Ondertussen zoeken ook de motorenfabrikanten naar nieuwe concepten om ook op zwaardere machines de emissie te kunnen terugdringen. Twee van hen lieten op de Intermat een denkrichting zien. Het is opvallend dat de lijn op de afgelopen Agritechnica al is ingezet. Dat maakt nu al nieuwsgierig naar 2019, wanneer in Duitsland op zowel de Bauma als de Agritechnica ongetwijfeld de volgende stappen te zien zullen zijn. Op deze pagina’s hebben we er wat opvallende zaken uitgelicht, plus een paar ontwikkelingen rond de nieuwe elektrische aandrijvingen. TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok


Primeur uit Nederland

Blauwe Venieri

Een echte première op de Intermat was de onthulling van de Pitbull, de minilader van Peecon. Een echte noviteit voor deze klasse is de pendelende achteras om de machine meer stabiliteit te geven. Twee drukcilinders op de as zorgen voor extra stabiliteit bij het draaien met een geheven last. Om het zicht op de bak te vergroten, is er een speciale giek met feitelijk twee hefarmen waar je tussendoor kunt kijken. Het gepresenteerde model is het allereerste dat is gebouwd. Als deze machine werkt, komen er nog drie bij en daarna moet begin volgend jaar de eerste kleine serie volgen.

Met een bijzondere blauwe uitvoering wist Venieri de aandacht naar een nieuw model te lokken. Vooral in het blauw heeft de verreiker een mooie uitstraling. In de nieuwe serie is een groot aantal nieuwe elektronische hulpmiddelen gemonteerd, zoals een stuursysteem dat zich aanpast aan de snelheid en dus minder gevoelig reageert bij hogere snelheden en een elektronisch gestuurde transmissie die bij hoge snelheden het motortoerental verlaagt. Ook is er automatisch balansbewaking bij een geheven last.

Red Dot voor Keestrack Er zijn afgelopen jaar veel zogenaamde Red Dotsawards, een prijs voor het ontwerp van een machine, uitgedeeld in onze sector. Keestrack ontving er één voor zijn nieuwe zeef en stond daarmee op de Intermat. Als enige uit de recyclingbranche, want andere grote leveranciers ontbraken.

Nieuwe lijn Galaxy

Innovatieprijs Manitou Manitou kreeg een innovatieprijs voor dit nieuwe stabilisatiesysteem voor de roterende verreiker. Dankzij de kruislingse bevestiging met aan het einde de cilinders is deze veel stabieler dan de traditionele uitvoering. Tijdens de Intermat vierde Manitou ook het zestigjarig bestaan met dealers en importeurs. Het bedrijf heeft een goed jaar achter de rug, met een omzetgroei van 22 procent. Manitou verwacht ook dit jaar flink verder te groeien.

Galaxy is de nieuwe naam waarmee de Alliance-groep de grondverzetmarkt wil gaan bewerken. Op de Intermat werden de eerste typen uit de nieuwe lijn radiaalbanden gepresenteerd. Kenmerken zijn een goede stabiliteit dankzij een speciaal rubbermengsel en een hoge slijtvastheid.

Opvouwgiek Een bijzonder opvouwsysteem van Kobelco voor zijn sloopgiek. Dankzij een tussenstukje kan de giek gemakkelijk worden omgezet. Bij transport op een dieplader blijft deze zo binnen de wettelijke grenzen.

GRONDIG 4 2018

49


ondernemen met

vaktechniek

Doorbraak draaikantelstukken De draaikantelstukken zijn internationaal aan een doorbraak bezig. Dat was te zien op de Intermat, want alle leveranciers waren er prominent aanwezig met een grote stand. Overal zijn ze toe aan de volgende stap: de automatische koppeling van de hydrauliek en de elektrische besturing.

Opmars Yanmar Yanmar is bezig aan een lekkere opmars, met grotere modellen voor de graafmachines en na de overname van Terex ook een serie wielladers. In Nederland betekent dit extra werk voor dealer/ importeur Geert Jan de Kok.

Mecalac E 12 De grootste primeur op de Intermat was voor Mecalac met zijn E 12. Het is de eerste machine boven de tien ton die voldoende stroom aan boord heeft om een dag te kunnen werken, al moet je dan niet het zwaarste werk doen. De E 12 moet - als hij helemaal klaar is - hetzelfde vermogen hebben als de huidige 12 MTX. Daarvoor zijn dan twee elektromotoren aan boord, die de rol van de huidige dieselmotor overnemen. Een batterijpakket met een capaciteit van 146 kWh moet dan voldoende zijn om acht uur te kunnen werken. Wel is het dan wel verstandig om de machine in de pauze gewoon aan de stekker te hangen. Dat kan nog ongeveer 20 kWh schelen. Mecalac werkt voor deze machine met een nieuw type accu’s, die de huidige lithium-ionaccu’s waarschijnlijk gaan opvolgen. Het voordeel is een grotere energieinhoud per kilogram en mogelijkheden om sneller op te laden. Met dat laden zal op de bouwplaats wel rekening moeten worden gehouden als je met deze machines gaat werken. Een 380-voltaansluiting is dan feitelijk onmisbaar om ter plaatse bij te laden of in de nacht de machine op te laden. Een langere afstand rijden is nu eenmaal zonde met deze machines. Vooral in de steden, waar deze machines in eerste instantie waarschijnlijk veel zullen worden ingezet omdat ze stil zijn en geen emissies opleveren, zal er dus flink moeten worden nagedacht over de mogelijkheden om naast de personenauto’s ook deze machines op te laden.

Spektakel bij MB De meest opvallende show op de Intermat waren de trampolinespringers op de stand van MB. Na de demo bij Komatsu wisten zij alle bezoekers direct naar hun domein te lokken voor een demo breken op locatie.

50

GRONDIG 4 2018

Mecalac zelf is nog aan het nadenken hoe het deze machines gaat aanbieden aan de klanten. Daarbij wordt nadrukkelijk gedacht aan het leasen van de machines. Niet alleen omdat de investering veel hoger is dan voor een gewone machine, maar ook omdat vooral de levensduur en kosten van de accu’s bepalend zullen zijn. Deze zullen ongetwijfeld regelmatig moeten worden vervangen om up-to-date te blijven. Bij een vorm van bijvoorbeeld operational lease houdt Mecalac daar meer grip op. Hoe het precies zal worden, zal volgend jaar wel duidelijk worden, want de bedoeling is dat de eerste machines in het tweede halfjaar van 2019 worden uitgeleverd.


Volledig elektrisch Een overtreffende trap in elektrificering was er bij Volvo. Hier is ook de hydrauliek vervangen door elektrische aandrijving, met per cilinder op de giek een kleine elektromotor die de cilinder bedient. Het systeem is nog verre van praktijkrijp, dus verwacht Volvo er pas in 2022 mee op de markt te kunnen komen.

Elektrische nieuwkomer Een nieuwe aanbieder in dit segment is Eurocomach met zijn EX 12. Deze Italiaanse fabrikant heeft een prototype met een 10,2 kWh (14 pk) sterke motor.

Hybride-aandrijving Twee motorenfabrikanten toonden op de Intermat hoe je volgens hen in de toekomst de dieselmotor kunt combineren met accu’s en een elektrische aandrijving. Deutz kiest voor een gecombineerde aandrijving, terwijl Cummins verwacht met de dieselmotor en een generator alles om te zetten in stroom met enkel een elektrische aandrijving. Eind dit jaar verwacht Deutz al de eerste systemen op de markt te hebben voor de elektrische aandrijving van machines. De fabrikant kiest daarbij nadrukkelijk voor de combinatie waarbij de elektromotor de dieselmotor ondersteunt. Dit maakt het systeem zeer flexibel, meent Deutz. De werking is vrij simpel. Naast de gewone dieselmotor is er een generator die op het moment dat er vermogen over is dat extra vermogen omzet in stroom, die wordt opgeslagen in het accupakket. Die stroom wordt gebruikt voor de gewone functies waarvoor nu ook een accu aanwezig is, maar kan ook de motor ondersteunen. De software kan bepalen wanneer en hoeveel er wordt afgetapt van de opgeslagen stroom. Het voordeel is dat de motor feitelijk nooit op piekvermogen hoeft te draaien, omdat juist dan de elektromotor gaat ondersteunen. Dat maakt het systeem vooral geschikt voor toepassingen waarbij niet vol continu op hoog vermogen wordt gewerkt. Een deel van de tijd kan zelfs geheel elektrisch worden gewerkt, als dat nodig is, bijvoorbeeld zodra een machine binnen werkt. Voor deze ontwikkeling profiteert Deutz van de overname van Torqeedo, een bouwer van elektrische motoren voor plezierjachten en zeilschepen. Qua systeem is de denkrichting van

Deutz te vergelijken met de hybride-auto’s die er nu op de markt zijn. Het voordeel is dat met een kleinere dieselmotor kan worden volstaan dan nu gebruikelijk op veel machines. Cummins toonde op de Intermat een compleet andere visie. Deze fabrikant verwacht dat de dieselmotor alleen zal worden gebruikt om een generator aan te drijven om stroom op te wekken. Die stroom gaat dan naar een accu of direct naar de elektromotor, die vervolgens een machine aandrijft. Het voordeel is volgens Cummins dat je door de grootte van de accu te variëren machines gemakkelijk kunt aanpassen aan de behoefte van de klant. Iemand die veel elektrisch wil werken, kan dan kiezen voor grotere accu’s en kan langer zonder de dieselmotor. Cummins verwacht dat machines met dit systeem vooral populair zullen worden bij bedrijven die veel in een stedelijke omgeving werken. Daar is door het toenemende aantal milieuzones behoefte aan machines die elektrisch kunnen werken. Beide fabrikanten zijn er ondanks het verschil in oplossingsrichting van overtuigd dat diesel een rol zal blijven spelen in de aandrijving van motoren voor zwaardere werktuigen. Belangrijkste argument daarvoor is de grote energie-inhoud van een liter diesel en de flexibiliteit. Op elke plaats kun je namelijk diesel brengen om energie op te wekken. Zeker in het buitengebied lopen nu eenmaal beperkt stroomkabels, zelfs voor het opladen. De komende jaren zullen we dus vooral verder moeten met hybride-oplossingen. Volgend jaar zien we ongetwijfeld meer over de denkrichting van de fabrikanten.

GRONDIG 4 2018

51


BEZOEK TROOSTWIJK

TIJDENS DE TKD STANDNUMMER 104

MENNO WESTERBRINK

ALLES HEEFT WAARDE EN WAARDE DRAAIT OM MENSEN!

“MERLO”

VEILING: Agricultural machinery KIJKDAG: op afspraak in Zaklilów (Polen) SLUITING: dinsdag 15 mei

“JOHN DEERE” 6210R

VEILING: PullPower Tractor Auction KIJKDAG: zaterdag 19 mei, tijdens Tractorpulling in De Knipe (Nederland) SLUITING: dinsdag 22 mei

GA VOOR MEER INFORMATIE NAAR:

WWW.TROOSTWIJKAUCTIONS.COM

ACCOUNTMANAGER AGRARISCHE, GROEN-, GRONDVERZET- EN GWW SECTOR +31 (0)6 83 22 51 69

“NEW HOLLAND”

VEILING: Frans Laarakker - Bollenteelt en Akkerbouw KIJKDAG: zaterdag 12 mei in Reusel (Nederland) SLUITING: dinsdag 15 mei

“DAEWOO”

VEILING: Machines Agricoles, Horticoles et materiel de Terrassement KIJKDAG: maandag 28 mei in Melreux (België) SLUITING: dinsdag 29 mei

59 WERKUREN

VEILING: Fruitteelt en metaalbewerking KIJKDAG: maandag 14 mei in Vechmaal (België) SLUITING: woensdag 16 mei

“GASPARDO” (2014)

VEILING: Agricultural equipment KIJKDAG: op afspraak in Valcelele (Roemenië) SLUITING: woensdag 30 mei


ECONOMIE

IN KORT BESTEK

GG04_economie_def ondernemen met

Grondig 4 vaktechniek Pagina 53

Bijzonderheden; standaard opmaak voor CKA CUMELA Kompas Analyse: positieve cashflow, liquiditeit onveranderd

CUMELA Kompas Analyse: positieve cashflow, liquiditeit onveranderd Cashflow en EBITDA cumelabedrijven 2016 en 2017 (euro's)

Beste Helmy, In een bestek moet ik als onderaannemer grond ontgraven en op­ laden op een vrachtauto. Het vervoer verzorgt de hoofdaannemer zelf. Het is een RAW-bestek en de hoofdaannemer heeft in de op­ dracht aangegeven dat de RAW-bepalingen van toepassing zijn. De opdrachtgever wil dat ik de ontgraving netjes onder profiel afwerk en de ontgraven grond op een vrachtauto laad. Daarvoor moet de grond een keer extra worden overgeslagen. Voor zowel het profileren als het extra overslaan van de grond wil de opdrachtgever niet betalen.

540.000 520.000 500.000 480.000 460.000 440.000 420.000 400.000

Gebruik van Standaard RAW-bepalingen

2017

2016 EBITDA

Beste aannemer,

Cashflow

Een bestek dient alle informatie te bevatten die een calculatie voor de uitvoering van een werk mogelijk maakt, dus een technisch In 2017 verbeterde de cashflow op de cumelabedrijven dankzij de positieve In 2017 verbeterde de cashflow op de cumelabedrijven dankzij de positieve bedrijfsresultaten inhoudelijke beschrijving en de bijbehorende eisen waaraan het bedrijfsresultaten gemiddeld met € 47.092,-. Deze verbetering is een gevolg gemiddeld met € 47.092,-­‐. Deze verbetering is een gevolg van toenemende afschrijvingen in moet voldoen. Niet alles kan echter in een bestek worden vancombinatie toenemende in Dcombinatie metgemiddeld een beteruit resultaat. De Dit is 2resultaat met eafschrijvingen en beter resultaat. e cashflow komt op € 372.389,-­‐. 2 opgenomen, zodat uit praktische overwegingen in een RAW-bestek cashflow gemiddeld uitDe opcashflow € 372.389,-. is 22 van deabruto procent komt van de bruto marge. is het bDit edrag dat procent uit operationele ctiviteiten beschikbaar komt De voor investeringen, aflossingen n eventuele onttrekkingen. wordt verwezen naar standaardbepalingen: de Standaard RAWmarge. cashflow is het bedrag dateuit operationele activiteiten beschikbaar Dieuwer Heins, bedrijfskundig adviseur van CUMELA Advies, legt uit: “De hogere cashflow heeft een bepalingen 2015. Deze algemeen geldende informatie maakt veel komt voor investeringen, aflossingen en eventuele onttrekkingen. positief effect op de kasstroom, maar in 2017 verbeterde de liquiditeit van de bedrijven niet. Door en voorkomt discussie tussen u en de hoofdaannemer. Ik zou Dieuwer bedrijfskundig adviseur van CUMELA Advies,en legt uit: “De hogere komt duidelijk hogere Heins, investeringen, aflossingen van langlopende schulden hogere onttrekkingen de willen dat bij onderaanneming deze afspraak vaker wordt gemaakt. cashflow heeft een positief effect op kasstroom, maar verbeterde vde mutatie werkkapitaal uit op minus € 6de 34. Het betekent dat in de 2017 liquiditeitspositie an cumelabedrijven gelijk is gvan ebleven.” Bovendien is dan ook de UAV van toepassing. liquiditeit de bedrijven niet. Door hogere investeringen, aflossingen van Een belangrijk tweede en kengetal door banken wkomt ordt gde ehanteerd, s de EBITDA. Die afkorting staat In hoofdstuk 22 (Grondwerken, algemeen), 22.01.02 Ontgraven, staat: langlopende schulden hogeredat onttrekkingen mutatieiwerkkapitaal voor Earnings Before Interest, Tax, Depreciation and Amortisation, ofwel winst voor aftrek van rente, “Onder ontgraven is tevens begrepen het onder profiel afwerken van de uit op minus € 634. Het betekent dat de liquiditeitspositie van cumelabedrijven belasting, afschrijving en afboekingen. Die wordt gebruikt om de operationele kasstroom in beeld te ontgraving, voor zover hiervoor geen afzonderlijke besteksposten zijn gelijk is gebleven. ” is nu hoe de EBITDA zich in 2017 heeft ontwikkeld. In 2017 komt de EBITDA brengen. De vraag ” Met name die laatste opmerking kom je in de Standaard Eengemiddeld belangrijk kengetal datdeze door gehanteerd, de uit tweede op € 528.870,-­‐, terwijl in 2banken 016 nog gwordt emiddeld € 487.186,-­‐ isbedroeg. Een opgenomen. stijging dus van € 4afkorting 1.684,-­‐. Eenzelfde beeld Earnings dus als de Before ontwikkeling van Tax, de cashflow. RAW-bepalingen regelmatig tegen. Het zal duidelijk zijn dat de kosten EBITDA. Die staat voor Interest, Depreciation van het afwerken in dit geval voor uw rekening zijn, omdat in het bestek and Amortisation, ofwel winst voor aftrek van rente, belasting, afschrijving Tabel 1. Cashflow cumelabedrijven 2016 en 2017 (euro’s). over het onder profiel afwerken niets is opgenomen. De Standaard en afboekingen. Die wordt gebruikt om de operationele kasstroom in beeld % van % van RAW-bepalingen zeggen niet hoe u onder profiel moet afwerken. Het te brengen. De vraag is nu hoe de EBITDA bruto zich in 2017 heeft ontwikkeld. In bruto 2017 marge onder profiel afwerken kan met de graafmachine gebeuren. Wat het 2017 komt de EBITDA gemiddeld uit op € 528.870,-, terwijl2016 deze marge in 2016 nog profiel moet zijn, moet u met uw opdrachtgever afspreken. gemiddeld € 487.186,- bedroeg. Een stijging dus van € 41.684,-. Eenzelfde Omtrent het laden geeft paragraaf 22.01.04 duidelijkheid: “Onder beeld dus als de ontwikkeling van de cashflow. Bedrijfsresultaat voor belasting* 149.474 7,1 115.846 5,8 ontgraven door middel van droog materieel wordt verstaan het door middel van droog materieel verwijderen van grond uit een grondmassa Tabel 1. Cashflow cumelabedrijven 2016 en 2017 (euro’s). en het deponeren van de verwijderde grond naast de plaats van 2017 % van bruto 2016 % van bruto ontgraving of in respectievelijk op een middel van vervoer dan wel marge marge in eigen laadruimte door middel van het middel van ontgraving.” Het Bedrijfsresultaat 149.474 7,1 115.846 5,8 zal u nu duidelijk zijn dat de kosten voor extra overslag voor rekening voor belasting* van de hoofdaannemer zijn. Hij kan er Afschrijvingen 333.326 15,8 319.862 16,0 natuurlijk ook voor kiezen om voor zijn Cashflow* 482.800 22,8 435.708 21,8 rekening met rijplaten te gaan werken en een auto naast de ontgraving te zetten. * Inclusief berekende arbeidsvergoeding niet-betaalde ondernemer

De gegevens zijn gebaseerd op de jaarrekeningen van 72 cumelabedrijven die hebben deelgenomen aan de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse over de periode 2016 en 2017. Wilt u weten hoe uw kengetallen over 2017 zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met uw bedrijvenadviseur, bel met de infolijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.

Helmy Coenen Adviseur GWW

GRONDIG 4 2018

53


ondernemen met

cumela

CUMELARIA

75 JAAR JIMMINK KOLHORN Jimmink Kolhorn BV in Barsingerhorn had op vrijdag en zaterdag 20 en 21 april twee open dagen ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum van het loonbedrijf. Er kwamen veel klanten en relaties om een kijkje te nemen. Gerard Jimmink sprak zijn dank uit aan alle medewerkers, van wie er een aantal al jarenlang op het bedrijf werken. Zo ontving Eldert de Vries, de rechterhand van Gerard, een gouden CUMELAspeld. Marcel Peerdeman, ook al dertig jaar een vaste kracht, ontving de zilveren CUMELA-speld uit handen van bestuurslid Noord-Holland Maaike Groot-Caton. De ondernemers Gerard en Leny Jimmink werden toegesproken door CUMELA-directeur Janneke Wijnia-Lemstra. Zij ontvingen vanwege het 75-jarig jubileum een beeld met de titel ‘Samen de handen ineen’ en Leny ontving van voorzitter Noord-Holland Jack van Diepen een zilveren ketting. Samen met alle medewerkers en bestuursleden van Noord-Holland en de kring Schagen werden de jubilarissen op de foto gezet.

VERLENGING SPUITLICENTIE STUDIECLUB GEFFEN EN LAND VAN CUIJK & MAASDUINEN Op 20 februari organiseerden de studieclubs Geffen en Land van Cuijk & Maasduinen gezamenlijk de jaarlijkse verlenging van de spuitlicentie. Voor deze avond waren de clubs te gast bij dealerbedrijf Gromec in Volkel. De avond werd ingevuld door Stijn Vercauteren van Lemken en Maarten van Erp van Willems Balgoij. Er waren ruim vijftig leden van beide studieclubs present, maar daarnaast ook medewerkers van de bedrijven die gewasbeschermingswerkzaamheden uitvoeren. Mede door het interactieve karakter van de presentaties was het wederom een zeer leerzame avond.

80 JAAR HUISMAN BV IN VENHUIZEN

SPELDENREGEN OP CONTACTDAG GELDERLAND De afdeling Gelderland huldigde bestuursleden en jubilarissen op de Contactdag bij Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH & Co. KG, met uiteraard aldaar een warme ontvangst en een rondleiding. Naast het jubileum werd er op de Contactdag stilgestaan bij het afscheid van twee bestuurders. Jan Kamphorst zwaaide na het bereiken van de maximale termijn van twaalf jaar af. Mark Eijbergen stelde zich na twee termijnen niet herkiesbaar en werpt zich nu volledig op zijn onderneming. Uit handen van voorzitter Maarten Dekkers ontvingen beiden een passend afscheidscadeau, een gouden speld en de oorkonde als blijk van erkenning voor hun inzet voor de sector. Tijdens de vergadering gingen alle leden akkoord met het benoemen van Herbert Hofmeijer als bestuurslid.

54

GRONDIG 4 2018

‘Doeners met planning’ was de prikkelende kop van het redactionele stuk in het Noordhollands Dagblad met bijgaande foto. Een mooi compliment bij de viering van het 80-jarig bestaan van Loon- en Aannemingsbedrijf Huisman BV te Venhuizen. In het stuk was er aandacht voor het lage verloop van het personeel. Dit jaar waren er bij elkaar wel 35 jubilarissen bij het bedrijf, variërend van vijftien tot veertig jaar in dienst. Dit had vader Jan Huisman nooit kunnen bedenken toen hij als veehouder en loonwerker in 1938 begon op de Hemmerbuurt in Hem. De laatste jaren heeft het bedrijf zich meer gespecialiseerd in moderne technieken, zowel in het grondwerk als in de wegenbouw. De tweede generatie Huismannen (Piet, Claas, Siemen en Ben) is net als de derde generatie Siemen jr. en Jelle Huisman trouw gebleven aan hun roots. Doeners met een rekbare planning.


CAO & ZO HKA-NIEUWKOOP WINT VERKIEZING ONDERNEMER VAN HET JAAR 2018 Op woensdagavond 14 maart werd HKA-Nieuwkoop door de ondernemers van Nieuwkoop gekozen tot Ondernemer van het jaar 2018. Het cumelabedrijf won in de finale, die werd gehouden bij Menken Maritiem in Ter Aar, deze competitie van Bakker & De Vos en ABS Van der Weijden. De feestelijke avond van de Verenigde Ondernemers Nieuwkoop was wederom een groot succes! Maar liefst 250 ondernemers waren aanwezig om te stemmen op één van de finalisten. De winnaar werd bekendgemaakt door loco-burgemeester Guus Elkhuizen. HKANieuwkoop heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een professionele organisatie in loonwerk en grondverzet. Vooral de verhuurtak is gegroeid door de toenemende vraag uit de markt.

VAN IERSEL NEEM COMPOSTERING GEBR. VAN VIJFEIJKEN OVER Begin april heeft Van Iersel, met zijn hoofdvestiging in Biezenmortel, officieel de groen- en grondrecyclingtak van Gebr. Van Vijfeijken in Deurne overgenomen. Van Vijfeijken heeft ervoor gekozen om de groen- en grondrecycling over te dragen en zichzelf meer te focussen op de andere takken van het bedrijf, zoals cultuurtechniek en grond-, weg- en waterwerken. Van Iersel is één van Nederlands grootste groenafvalverwerkers. Het bedrijf onderscheidt zich in de markt door heel sterk te focussen op de kwaliteit van zijn eindproducten en de juiste toepassing daarvan. Van Iersel wil met de overname zijn positie verder uitbouwen. De locatie gaat Van Iersel Deurne BV heten.

Is de P&O-scan wat voor u? CUMELA Advies heeft een P&O-scan ontwikkeld om bedrijven te ondersteunen bij het goed regelen van hun werkgeverszaken. Laatst mocht ik voor één van onze leden zo’n scan uitvoeren. Het bedrijf koos ervoor om alleen de module van de P&O-scan te doen die toetst of de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden correct worden toegepast. Denk hierbij aan de cao, arbeidswetgeving, beloning, dossiervorming en dergelijke. Het bedrijf is de afgelopen jaren hard gegroeid en inmiddels staan er twintig mensen op de loonlijst. De loonadministratie is uitbesteed. Tijdens de scan controleerde ik of de werknemers goed waren ingedeeld. Ik zag bijvoorbeeld dat een trekkerchauffeur was ingedeeld in functiegroep B, terwijl dit eigenlijk functiegroep C had moeten zijn. De trekkerchauffeur deed immers gemechaniseerd loonwerk. Zo waren er meerdere werknemers onjuist ingedeeld, iets waarvan de werkgever zich helemaal niet bewust was. Daarnaast had het bedrijf alle werknemers voor 40 uur per week op de loonlijst staan (een vast salaris voor 40 uur), maar de CAO LEO kent een werkweek van 38 uur. Werknemers zouden dus kunnen stellen dat zij minder (38 uur) hoeven te werken voor hetzelfde salaris (gebaseerd op 40 uur). Je mag namelijk niet zomaar het salaris verlagen als je de werkweek aanpast van 40 uur naar (de correcte) 38 uur per week. Bovendien kunnen de werknemers eisen dat zij de te veel gewerkte twee uren alsnog krijgen uitbetaald als overuren (dus 130 procent). Een potentiële loonvordering dus, waarvan het bedrijf zich niet bewust was. En een loonvordering kan tot maximaal vijf jaar terug worden ingesteld! En wat te denken van de vakantiedagen? De ondernemer wist niet dat elke werknemer recht heeft op 26 vakantiedagen per jaar. Hij dacht dat het er 25 waren (naast de atv-dagen). Dat is echter in de laatste cao gewijzigd. Gelukkig had het bedrijf de meeste zaken op orde. De P&O-scan heeft er echter voor gezorgd dat het bedrijf zich meer bewust is geworden van de toepassing van de cao én de risico’s (lees: kosten) die bij het niet correct toepassen horen. Juist daarom is het zo waardevol om zo nu en dan een deskundige te laten meekijken. Wilt u ook zo’n P&O-scan? Neem gerust contact op.

Chaira Klein, Juridisch medewerker Arbeidsmarkt

GRONDIG 4 2018

55


VAN BUITEN NAAR BINNEN “Een vakbond moet er niet alleen zijn als er iets mis is”

ondernemen met

cumela

In hoeverre is CUMELA bekend buiten de sector? Hoe kijken overheden naar de sector? Hoe gaan grote aannemers om met cumelabedrijven? Waarin kan de sector zichzelf nog verbeteren? Daar zoeken we in deze serie een antwoord op. Deze keer zoeken we de paradox: René van der Steen, voorzitter van Vakvereniging Het Zwarte Corps, de bond van machinegebonden personeel. Een werknemersorganisatie versus een werk­ geversorganisatie. Dat kan botsen… “Dat klopt. We hebben door de jaren heen de nodige discussies met CUMELA gehad. We zijn het niet altijd met elkaar eens, maar alles draait om een goede communicatie. Een vakbond moet er niet alleen zijn als er iets mis is, vind ik. Een ‘praatje pot’ zogezegd is juist goed, zodat je hoort wat er speelt, waardoor je vaak vooraf problemen kunt voorkomen. We hebben dan ook meerdere malen per maand contact. Dat vind ik noodzakelijk. Het is belangrijk om interesse in elkaars gebied te hebben.”

“We denken mee hoe we voldoende instroom kunnen ­behouden. We werken daarbij samen met de sociale partners en CUMELA. Zo hebben we gezamenlijk onder andere Mooi Vak Man! en Veilig Vakwerk ontwikkeld. Ook is er nu subsidie voor jongens die willen beginnen met hun studie, maar nog hun T-rijbewijs moeten behalen. Onze rol is om te zorgen dat de gelden die voor scholing zijn bedoeld ook voor scholing worden ingezet. We doen ons best, maar nog steeds is het zo dat een jongen die vandaag begint met zijn studie niet ­morgen al inzetbaar is.”

Door de open dag van een cumelabedrijf te ­bezoeken, zoals u onlangs deed, bijvoorbeeld?

Heeft die onvoldoende instroom ook niet heel erg met het imago te maken?

“Wij zeggen liever loonbedrijf, maar inderdaad, op die m ­ anier blijf je op de hoogte van de ontwikkelingen in de sector. Ik vind het belangrijk dat een bestuurder niet alleen de processen kent, maar ook op inhoud zijn bijdrage aan de discussies kan leveren. Daardoor weet ik welke voorstellen en ideeën realistisch zijn en daardoor overvraag ik niet. Ik heb zelf 25 jaar lang in diversen sectoren gewerkt. Ik voel me nog steeds onderdeel van die wereld en kan me er gemakkelijk in verplaatsen. Dat werkt verbindend.”

“Ja, dat klopt. We moeten meer laten zien hoe mooi het werk en de sector zijn. Dat betekent dat we meer naar scholen toe moeten. Niet naar het mbo, maar liever naar het vmbo. ­Studiekeuzes worden daar gemaakt. Ook hebben we ambassadeurs nodig die de sector een warm hart toedragen. ­Heimachinist bijvoorbeeld is allang geen vies en lawaaiig beroep meer. Tegenwoordig schuilt er veel meer techniek en ICT achter. Dat beeld moeten we laten zien. Ik heb zojuist ons vakblad uitgedeeld aan leerlingen van het Soma College die naar Intermat in Parijs gaan. Daar zien zij de nieuwste machines. In de bus kunnen ze dan in ons blad lezen hoe het door leden in de praktijk wordt ervaren.”

Met welke onderwerpen houdt Het Zwarte Corps zich momenteel bezig? “Opleiding en behoud van vakmanschap. Genoeg gekwalificeerd personeel behouden in de sectoren waar wij werkzaam zijn, wordt een wezenlijk probleem. Dat zal CUMELA beamen. Je ziet al dat bedrijven werknemers bij elkaar wegtrekken, zeker nu de economie weer aantrekt. Vroeger kwamen bedrijven via via wel aan voldoende en goed personeel, maar die kaartenbak is nu leeg. Bedrijven zullen nu echt zelf de markt op moeten. Het probleem zit vooral in het feit dat er in slechte tijden niet of onvoldoende wordt opgeleid. De bouw is daar een voorbeeld van. Daar zijn in relatief korte tijd te veel ontslagen gevallen en aan opleiding is niet gedaan. Nu zitten ze daar met een tekort. Werknemers die eerst vast onderdeel waren van een bedrijf en waar, toen het werk minder werd, ineens ‘houdoe’ tegen is gezegd, dat stimuleert niet om terug te komen. De uitstroom is enorm geweest en de ­instroom is zorgelijk.”

56

GRONDIG 4 2018

Wat doet Het Zwarte Corps daaraan?

Veiligheid was vorig jaar jullie jaarthema… “Veilige werkomstandigheden hebben bij ons eigenlijk altijd prioriteit. Daarin hebben we ook al het één en ander bereikt, vaak samen met sociale partners en CUMELA. Denk aan de aanrijdbumper. Alle voorschriften en maatregelen om veilig en gezond te werken, zijn ook te lezen in de arbocatalogi, alleen is het probleem dat nog te weinig werknemers dit lezen. Het is dus een hele missie om dat bij de mensen onder de aandacht en tussen de oren te krijgen. Even een vastgereden collega eruit trekken, bijvoorbeeld, lijkt makkelijk door de sleepkabel gewoon aan de bumper vast te maken, maar dat brengt veel meer risico met zich mee dan dat je die kabel vastmaakt aan het daarvoor bestemde oog. We moeten ­mensen echt meenemen om ze die risico’s te laten beseffen.”


Wie is René van der Steen?

Het Zwarte Corps heeft zich erg ingezet voor het wettelijk verplicht stellen van een gekwalificeerd ‘aanpikker’… “We zien gewoon dat er te veel ongelukken gebeuren bij het aanslaan van lasten. Een shovel of graafmachine heeft feite­ lijk maar één basisfunctie, maar we hangen er van alles aan, van graafbakken en palletvorken tot hijshaken. Daardoor is de kans op ongelukken gewoon groot. Ik heb mensen al heel wat dingen zien hijsen waarvan ik dacht: dat gaat niet lang goed. Daarom vinden we de aanwezigheid van een gekwali­ ficeerd ‘aanpikker’ belangrijk. Dat hoeft geen hoofdfunctie te zijn. Je kunt het vergelijken met een bhv’er. Iemand doet dat naast zijn eigen, feitelijke functie en kan erbij worden ge­ roepen als er iets moet worden gehesen. We hopen dat het nog wel een keer wettelijk verplicht wordt.”

Jullie onderwerpen komen erg overeen met waar CUMELA mee bezig is. Hoe bezien jullie deze ­samenwerking? “CUMELA is een gedreven partij, die staat voor de sector. Met sommige vraagstukken heeft die soms een andere mening dan wij, maar daar komen we uiteindelijk altijd wel uit. Vaak in de wandelgangen, want in een informele sfeer gaat dat makkelijker. Zo schurkt het ook nog wel eens rondom de ­cao-naleving. Denk aan zaken als werknemers die iets niet of onvoldoende betaald hebben gekregen, maar er wel voor hebben gewerkt. Of kwesties als reis- en werktijd. Krijgt een

René van der Steen komt uit de branche voort. Hij zat ooit zelf op het Soma ­College, toentertijd nog in Ede. Daarna werkte hij zo’n 25 jaar bij een bedrijf als kraanmachinist. Hij nam plaats in de OR, omdat hij zag dat sommige werk­ nemers niet voor zichzelf bij ‘de baas’ durfden op te komen. “Ik ben voor recht­ vaardigheid. Ik zeg altijd: de ‘baas’ is ook maar een gewoon mens. Hij slaapt ook, eet ook en doet gewone en dagelijkse dingen, net als jij en ik. Door die ­functiebenaming moet je je niet laten afschrikken.” Later werd Van der Steen gevraagd voor het hoofd­bestuur van Het Zwarte Corps en weer later als rayon­bestuurder. Sinds 2008 is hij voorzitter. “Ik wil iets doen voor een ander. Vroeger werkte ik met collega’s, nu voor hen, nog steeds in ­dezelfde branche. Dat vind ik fantastisch.”

werknemer voor dat uur reistijd wel betaald of niet en zo ja hoeveel? Vaak gaat het om een interpretatieverschil. CUME­ LA leest de cao-tekst zo en wij zo. Dat probeer je in alle ­redelijkheid uit te praten en in minnelijkheid op te lossen.”

Kunnen jullie wat van elkaar leren? “Ik zou voor onze collega’s in de buitendienst graag beter ­willen weten bij wie ik welke vraagstukken kan neerleggen. Voor het proces is binnen CUMELA de ene persoon verant­ woordelijk, maar voor de uitvoering een ander. Als je infor­ meel bij de juiste persoon al problemen kunt benoemen, voorkomt dat juridische kwesties. Daarnaast denk ik dat het goed is als we ons meer in elkaars situatie zouden verplaat­ sen, de werkgeverskant in de werknemerskant en andersom. Op die manier krijgen we meer begrip voor elkaars stand­ punten en leren we elkaars wereld beter kennen. Door het bezoeken van zo’n open dag of werk bijvoorbeeld.” TEKST & FOTO: Marjolein van Woerkom

GRONDIG 4 2018

57


ondernemen met

cumela

CUMELA.NL

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

VAREND MATERIEEL MOET GECERTIFICEERD Vanaf 1 januari 2019 is voor alle drijvende werktuigen en grote pleziervaartuigen een binnenvaartcertificaat verplicht. Dit geldt voor alle varende werktuigen die cumelabedrijven gebruiken, van maaiboot tot koppelponton. Om tijdig in het bezit te zijn van een certificaat is het verstandig om het werktuig vóór 1 november te laten keuren. CUMELA Nederland heeft in samenwerking met de Vereniging van Waterbouwers en Inspectie Leefomgeving en Transport bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangedrongen op een praktische vertaalslag van de Europese regelgeving. We zijn blij te kunnen melden dat we erin zijn geslaagd om voor kleine drijvende werktuigen een regeling te realiseren met lichtere eisen. Het ministerie werkt momenteel aan de juridische vertaling van deze afspraken in een nieuwe regeling. Deze worden binnenkort in de Staatscourant gepubliceerd. Certificerende instellingen zijn al wel op de hoogte van de inhoud van deze vereenvoudigde richtlijn. Binnenkort vindt u op de website een praktische checklist over de praktische details, zodat u zich goed en zorgvuldig kunt voorbereiden op de inspectie.

OOK OP CUMELA.NL

• Innovaties gezocht! Zoek mee naar het petgat in de markt • Bijeenkomsten HulpbijBrexit • Gebruikt u de CUMELA-infolijn al? • Efficiënt toolboxen organiseren? Veilig Vakwerk maakt het mogelijk! • Cumelabedrijf Van Wijlen wint Preventie Pioniersprijs • Overzichten driftreducerende technieken en driftreducerende doppen • Kostprijsberekening, handleiding en indexen 2018

ONDERHANDELINGSRESULTAAT CAO BOUW & INFRA Meer loon, meer instroom en meer veiligheid in de bouw. Op 13 april 2018 hebben partijen in de bouw een onderhandelingsakkoord bereikt over een nieuwe CAO Bouw & Infra, die moet gelden vanaf 1 april 2018 tot en met 31 december 2019. De lonen gaan per 1 augustus 2018 met 2,35 procent omhoog en per 1 juli 2019 met 3,0 procent. Het akkoord wordt nog voorgelegd aan het algemeen bestuur van Bouwend Nederland en aan de achterbannen van de betrokken vakbonden. Gaat iedereen akkoord, dan is de nieuwe CAO Bouw & Infra een feit.

HOE KOM JE ALS JONGE ONDERNEMER AAN JE FINANCIERING? Het krijgen van financiering blijkt in de praktijk uitdagend, doordat geldverstrekkers terughoudend zijn, ondernemers het hemd van het lijf vragen en strikte voorwaarden hanteren. Kan dat niet anders? Hier gaat het om in de zomereditie van de Jongerendagen op zaterdagmiddag 2 juni. De training wordt verzorgd door Bart van der Wielen van de Financieringsfabriek. We zijn te gast bij een cumelabedrijf met jonge ondernemers aan het roer: Loon- en Grondverzetbedrijf Groot Zevert in Beltrum. Joris Groot Zevert neemt de deelnemers mee door de historie en naar de toekomst van het familiebedrijf. Ben jij een jonge (toekomstig) ondernemer of bedrijfsleider tussen 18 en 36 jaar? Geef je op voor de zomereditie van de Jongerendagen via het agenda-item op de website.

58

GRONDIG 4 2018


VEELGESTELDE VRAGEN LEEST U OP CUMELA.NL

• Waaraan besteedt CUMELA mijn contributiegeld? • Ik heb net een nieuwe medewerker aangenomen, maar zie me genoodzaakt hem in de proeftijd alweer te ontslaan. Hoe handel ik dat netjes af?

• Wanneer is de AVG op mij van toepassing? • Val ik als zelfstandige onder de Arbowet? Ik wil met een mobiele graafmachine met hoogwerkerbak eraan bomen gaan snoeien.

NIEUWE VERSIE VCA-CHECKLIST Versie 2017/6.0 van de Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers (VCA) is op 2 april gepubliceerd en deze vervangt de vorige VCA-versie, 2008/5.1. Voor bedrijven met een VCA-certificaat betekent het dat ze vanaf 1 juli 2018 bij de hercertificering (afloopdatum certificaat) overgaan naar de VCA 2017/6.0. Bedrijven die een VCA-certificaat willen behalen, kunnen de komende drie maanden nog certificeren volgens de oude norm. Ons advies is echter om na te gaan of het mogelijk is om direct te certificeren voor de nieuwste norm. Neem contact op met de medewerkers van CUMELA Advies als u ondersteuning wilt bij de overgang naar de nieuwe norm.

AVG-TOOL: REGISTER VAN VERWERKINGSACTIVITEITEN Per 25 mei 2018 treedt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in werking. Daarin staat omschreven dat bedrijven die persoonsgegevens verwerken onder meer een verantwoordingsplicht hebben. De Autoriteit Persoonsgegevens is in Nederland toezichthouder. Tijdens een eventuele controle moet de verwerkingsverantwoordelijke het register van verwerkingsactiviteiten kunnen overleggen. Door middel van de AVG-tool van CUMELA Nederland kunt u aan de slag met het in beeld brengen van de verwerkingsactiviteiten van persoonsgegevens op uw bedrijf. U vindt de AVG-tool op www.cumela.nl/avg.

DAMESDAG ZEELAND & WEST-BRABANT Op de eerste zomerse dag van dit jaar, 19 april, vond de tweede editie van de Damesdag Zeeland en West-Brabant plaats, die werd georganiseerd door Emmy Damen-Vermuë en Carla Colpaart. Vijftien enthousiaste deelnemers kregen van juriste Geralde de Bunt van CUMELA Advies uitleg over de AVG. Erg interessant, omdat de meeste dames personeelsgegevens en klantgegevens verwerken. De dag werd vervolgd met een wandeling door de Brabantse Wal naar cumelabedrijf én aspergeteler De Weert. Hier volgde een rondleiding over het bedrijf, waarbij het proces vanaf de teelt tot aan de verwerking werd bekeken.

VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de voorzitters van CUMELA Nederland. Deze editie Jaap Uenk voorzitter sectie Mest­ stoffendistributie CUMELA Nederland.

Melk en mest “We moeten af van de mestdiscussie, maar ons gaan richten op voer”, zo luidde een citaat van een melkveehouder van de Commissie grondgebondenheid melkvee. Ik dacht meteen: zo’n geluid heb ik eerder gehoord als het gaat om melkkoeien. Het is nu zo’n 25 jaar geleden dat ik glanzende melkwitte stickers had laten maken om uit te delen op een rundveebeurs. Op de stickers stond een achteromkijkende koe, varkens en kip getekend, met de tekst: “Aandacht voor de melk, ook voor de mest? Kort daarna kreeg de mestbank een officiële brief van het Productschap voor Zuivel. De strekking van de brief: hoe haal je het in je hoofd om ons schone product melk te verbinden aan mest. Het Productschap verordonneerde de 10.000 stickers te vernietigen. De melkvee- en zuivelsector is allergisch voor de mestdiscussie. Het liefst wil die zich er mijlen ver van distantiëren. Toch is bij de koe de afstand tussen melk en mest maar minder dan één meter. Elke mestdiscussie is ook een voerdiscussie. Wat je er aan de voorkant van het dier niet instopt, komt er aan de achterkant niet uit. De uitdagingen worden echt niet anders door er een ander ‘naampje’ aan te plakken. Zo’n 75 procent van de geproduceerde mest in ons land is rundveemest. Van het geregistreerde mestvervoer was het afgelopen jaar 40 procent nog steeds rundveemest. Nu de zuivel de melkveestapel grondgebonden wil maken, zal dit aandeel de komende jaren slinken. Ook het afromen van fosfaatrechten bij het verhandelen ervan zal minder melkkoeien opleveren en minder rundveemest. Of daarmee de mestdiscussie in de melkveehouderij is beëindigd, is nog maar de vraag. Er loopt nog een slepende PAS-discussie (ammoniakreductie) en de klimaatmaatregelen komen eraan. Dit blijven stevige uitdagingen voor de melkveehouders, waarin omgaan met mest een grote rol speelt. Toch jammer dat ik niet één mooie sticker heb bewaard. De oproep erop blijft actueel.

Jaap Uenk Voorzitter sectie Meststoffen­ distributie

GRONDIG 4 2018

59


ondernemen met

cumela

TOOLBOX CO2-prestatieladder Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting De CO2-prestatieladder is ontstaan met het doel de CO2-uitstoot naar beneden te krijgen en de hoeveelheid

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

koolstofdioxide in de lucht te verminderen om zo de opwarming van de aarde tegen te gaan. Dat past in het duurzaamheidsdenken: goed en verantwoord omgaan met de middelen die we hebben en niets verspillen. In de cumelasector zijn werknemers verantwoordelijk voor 95 procent van de uitstoot. Jij speelt dus een cruciale rol en zonder jouw hulp is terugdringen van de CO2-uitstoot nauwelijks mogelijk!

Verstandig werken scheelt veel brandstof!

WAT MOET MIJN WERKGEVER DOEN?

WAT KAN IK DOEN?

Een werkgever moet ervoor zorgen dat hij inzicht krijgt in de uitstoot. De voornaamste uitstoot is afkomstig van dieseluitlaatgassen. Een werkgever moet beoordelen waardoor het verbruik van diesel komt. Door het bijhouden van het brandstofverbruik is het mogelijk om inzicht te krijgen. De vervolgstap is het opstellen van doelen. Hoe kan de uitstoot naar beneden? Naast het leefbaar houden van de wereld is het voordeel ook dat brandstofbesparing kosten bespaart en de kans op een werk vergroot. Houd je geen rekening met de CO2-uitstoot, dan maak je ook geen kans op een werk waarvoor opdrachtgevers dit eisen. Werkgevers kunnen oplossingen zoeken in de techniek, zoals een machine die zuinig is met brandstof. Dat is echter maar een deel. Het andere deel ligt bij zijn werknemers. Hij kan niet zonder jouw kennis en informatie.

Als werknemer weet je het best welk werk is uitgevoerd met een machine. Het brandstofverbruik is afhankelijk van het type werkzaamheden. Stel, je voert relatief licht werk uit en je ziet dat het verbruik hoog is. Dan is het erg belangrijk om te kijken waar dat aan ligt. Kun je het verschil verklaren of niet? Jouw signaalfunctie is goud waard. Dat maakt dat jouw werkgever inzicht krijgt in het verbruik. Zonder inzicht in het verbruik is er geen verbetering mogelijk. Kijk dus altijd bij de pomp hoeveel je verbruik is geweest en wees ook nauwkeurig bij het invullen van werkbonnen of informatie in de app hierover. Hoe nauwkeuriger het brandstofverbruik wordt bepaald, des te doeltreffender er maatregelen kunnen worden genomen. Het is belangrijk om samen informatie te delen en samen tot oplossingen te komen.

Alle toolboxen zijn ook digitaal te gebruiken via de Veilig Vakwerk-dienst. Ga voor meer informatie naar www.veiligvakwerk.nl.

60

GRONDIG 4 2018


Uitgaven als percentage van totale overheidsuitgaven Uitgaven als percentage van bbp

advertentie

Temperatuur De Bilt ˚C 12 11 10 8 20

9

/ euro

f F

8 7 0 '50

'55

'60

Trend

'65

'70

'75

'80

'85

Jaargemiddelde

'90

'95

'00

'05

'10

'15

Onzekerheid trend

Bron: KNMI.

a A

Broeikasgassen leggen een warme deken om de aarde, waardoor de temperatuur stijgt. Teruggekaatste zonnestralen worden ­gedeeltelijk vastgehouden.

60% procent van de

koolstofvastlegging vindt plaats in bos

TIPS EN VUISTREGELS 1. Meld afwijkingen in het verbruik altijd. 2. Vul zo nauwkeurig mogelijk het brandstofverbruik in en zorg dat je zelf ook een gevoel hebt bij dat verbruik. Probeer van tevoren het verbruik in te s­ chatten voor je het afleest. 3. Beoordeel hoe het werk het meest efficiënt kan worden uitgevoerd: a. Heb je alles wat je nodig hebt bij je? b. Ga je wel of geen rijplaten gebruiken? c. Wanneer hoeft een collega niet onnodig te wachten? d. Welke machine is het meest geschikt? En welk vermogen past het best? Het hoeft niet altijd volop. e. Welke aanrijroute zorgt voor het laagste verbruik, maar is toch veilig? ­Wanneer maak je de minste meters? f. W elke dam ga je gebruiken? 4. Denk vooruit: welke obstakels zul je tegenkomen en hoe ga je dat oplossen? 5. Welk aftakastoerental is het meest geschikt? Werk je met een machine op de aftakas en is er weinig vermogen nodig? Waarom niet op de 1000-toeren-­aftakasstand als je maar 540 toeren hoeft te maken, zodat je het motor­toerental kunt halveren? 6. Een rustig rijgedrag is het zuinigst. Daarnaast heeft het geen zin om te ­‘scheuren’ als je op de plaats van bestemming toch nog even moet wachten. Voorkom onnodig remmen, laat de combinatie uitrollen en trek rustig op. 7. Zorg voor de juiste bandenspanning. 8. Laat de motor niet onnodig draaien. 9. Denk mee over verbeterpunten in het bedrijf en deel je ideeën.

BIKKELHARD Landbouwers trotseren voortdurend nieuwe uitdagingen. Maar die werpen ook hun vruchten af. Ze zouden het voor geen goud ter wereld inruilen. Zelfs wanneer het moeilijker wordt door onvoorspelbaar weer en strengere milieuvoorschriften. Daarom blijft Alliance banden ontwikkelen die geschikt zijn voor elk terrein en alle weersomstandigheden. Meer dan 2.300 verschillende banden voor tractoren, maaidorsers, spuitmachines, karren en aanhangers. Fantastische kwaliteit aan een schappelijke prijs. En dat spreekt elke landbouwer aan. Want als het erop neerkomt, halen ze allemaal het onderste uit de kan.

KIES SLIM. KRIJG WAAR VOOR JE GELD.

Alliance Tire Europe BV

TEKST: Corina van Zoest-Meester, adviseur arbo FOTO’S: CUMELA Communicatie en KNMI

De Entree 59, 1101 BH Amsterdam-Zuidoost, Netherlands Tel: +31 (0) 20 2184 770, Fax: +31 (0) 20 2184 771 Contact: info.europe@atgtire.com, www.atgtire.com

GRONDIG 4 2018

61


Calaris , het vertrouwde middel waarmee Kees zo klaar is ®

Calaris, hét basismiddel tegen onkruiden in maïs. • Flexibel en gemakkelijk • Veilig • Snel en breedwerkend Bij gladvin gergras • Vroeg s • Lange duurwerking puit en: 2-3 blad m aïs • Hogere dosering: 1,5 l/ha

www.calariskees.nl

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, www.syngenta.nl. Syngenta biedt diverse oplossingen die telers helpen hun bedrijfsvoering verantwoord te optimaliseren. Zie www.syngenta.nl/stewardship Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.


Geld sparen – Kemper fahren

Wereldwijd de nr. 1 bij maïsbekken

Neem voor meer informatie contact op met: Fred van der Eijk | Telefoon: +31 610 93 43 53 info@kemper-stadtlohn.de

Trans-SPACE

GUN UZELF

ONGEËVENAARD COMFORT EN STABILITEIT !

Hardox bodemplaat

NEW : Trans-SPACE 9200 ! meer volume Grote banden tot 1,50 m en steeds een ideale oversteek in de stortbak bij het transport van aardappelen

W W W . L M C G E N N E P. N L

www.lmcgennep.nl Locatie: Landtech te Veghel

Corridor 9 • 5466 RB Veghel • T: 0413 - 211733

joskin.com


ondernemen met

cumela

Omzetgroei in grondverzet 55 procent van de cumelabedrijven heeft een beter resultaat Met een stijging van de omzet met 6,6 procent en een verbetering van het resultaat met 1,1 procent kunnen de cumelabedrijven terugkijken op een mooi 2017. Uit de eerste 72 aangeleverde jaarrapporten blijkt dat vooral in het grondverzet de hoeveelheid werk groeide. Opvallend is dat lang niet alle bedrijven profiteerden. Bij slechts 55 procent van de bedrijven verbeterde het resultaat.

In het grondverzet steeg de omzet gemiddeld met 12,4 procent.

64

GRONDIG 4 2018

“Net als in 2016 profiteerde de cumelasector ook in 2017 van de groeiende economie”, concludeert bedrijfskundig adviseur Dieuwer Heins. “Vooral de grondverzetbedrijven hebben hun resultaten verbeterd. De omzet van deze bedrijven steeg met maar liefst 12,4 procent. In de eerste aangeleverde cijfers zien we dat niet alleen de bedrijven in het westen van het land te maken hadden met een goed werkaanbod, maar dat ook in andere delen van het land de aantrekkende economie duidelijk merkbaar is.” De omzet bij de gemengde bedrijven en agrarische loonbedrijven is minder hard gestegen. We zien hier een stijging van respectievelijk 4,0 en 2,5 procent. André de Swart, bedrijfskundig adviseur van CUMELA Advies, zegt hierover: “Feitelijk heel logisch, want het werk in de agrarische sector is vrij constant. Gras en maïs groeien elk jaar en ook bieten moet je elk jaar rooien. Het verschil is dan een snede meer of nu bij de bieten een uitbreiding van het areaal. Wel merk je dat in tijden

dat de melkprijs goed is er bijvoorbeeld meer wordt geïnvesteerd in graslandvernieuwing.” Om een goed beeld te geven van de ontwikkelingen in 2017 is in tabel 1 de winst- en verliesrekening 2016 en 2017 weergegeven van de eerste 72 bedrijven die dit jaar hun jaarrekening over 2017 hebben aangeboden voor verwerking in CUMELA Kompas Analyse. De gemiddelde omzet van de bedrijven steeg vorig jaar van € 2.819.909,- in 2016 naar € 3.005.002,-, een stijging van gemiddeld 6,6 procent. Heins vindt het belangrijk om vooral naar de ontwikkeling van de bruto marge te kijken. “Wil je weten hoe de benutting is van eigen machines en arbeid, dan kun je het beste naar de bruto marge ­kijken. Hiervoor halen we de inkoop van hulp- en grondstoffen en inhuur van derden uit de omzet. Ook hier zien we een positief beeld. De bruto marge is met gemiddeld 5,8 procent ge­ stegen, van € 1.997.735,- in 2016 naar € 2.113.956,- in 2017. Dit is gemiddeld per bedrijf een stijging van € 116.221,-.”


Tabel 1. Winst- & verliesrekening cumelabedrijven 2016 en 2017 TOTAAL DEELNEMERS 2017

% van bruto marge

2016

% van bruto marge

Omzet

3.005.002

142,2

2.819.909

141,2

Inkoop

611.035

28,9

557.191

27,9

Werk door derden

280.012

13,2

264.982

13,3

2.113.956

100,0

1.997.735

100,0

906.328

42,9

863.734

43,2

63.986

3,1

61.135

3,1

Afschrijving

313.921

14,8

298.899

15,0

Reparatie & onderhoud

232.752

11,0

217.430

10,9

Brandstof

275.561

13,0

256.403

12,8

Verzekering

53.190

2,5

50.148

2,5

Huur machines

25.818

1,2

24.215

1,2

Overig

5.360

0,3

6.449

0,3

Totaal

906.602

42,9

853.543

42,7

Algemene kosten

73.259

3,5

73.755

3,7

Rentekosten

94.792

4,5

101.872

5,1

2.044.967

96,7

1.954.038

97,8

68.989

3,3

43.697

2,2

Bruto marge Arbeidskosten Huisvestingskosten Machinekosten

Totale kosten Bedrijfseconomisch resultaat Aantal fte Aantal deelnemers

19,2

18,8

72

72

55 procent behaalt beter resultaat Met name door de gestegen omzet is het bedrijfseconomisch resultaat gestegen van € 43.697,- in 2016 naar € 68.989,- in 2017. Het rendement in verhouding tot de bruto marge komt hiermee in 2017 uit op 3,3 procent (2,2 procent in 2016). Bij deze positieve ontwikkeling van het resultaat past een kanttekening, meent Heins. “Als je ziet dat het resultaat gemiddeld met € 25.292,- verbetert, verwacht je dat dit geldt voor het grootste deel van de bedrijven. Dit blijkt echter niet zo te zijn. Weliswaar had 55 procent een beter resultaat dan in 2016, het betekent ook dat 45 procent van de bedrijven juist te maken had met een minder goed resultaat. In de cijfers valt op dat een aantal grotere grondverzetbedrijven te maken had met een forse omzetgroei. Deze bedrijven lieten ook een flinke verbetering van het resultaat zien. Dit weegt ook door in het

Representatief voor hele groep De gemiddelde omzet aan agrarisch loonwerk ligt bij de eerste 72 deelnemers op 48,3 procent. Dit is iets hoger dan in de totale groep die de afgelopen jaren heeft deelgenomen aan de bedrijfsvergelijking. Dieuwer Heins, bedrijfskundig adviseur bij CUMELA Advies, legt uit: “In de periode 2014-2016 zijn jaarlijks de cijfers van gemiddeld 400 representatieve bedrijven verwerkt. Het gemiddelde percentage aan omzet agrarisch loonwerk lag bij deze bedrijven op 42 procent. De omzet van deze bedrijven lag gemiddeld op € 2.166.513 en er waren gemiddeld veertien fulltime arbeidskrachten aan het werk. We mogen met name concluderen dat de eerste 72 bedrijven die de cijfers over 2017 aanleverden in omvang groter zijn dan gemiddeld in de cumelasector. De ervaring van de laatste jaren leert echter dat het voorlopig resultaat dat we in mei vaststellen sterk overeenkomt met het uiteindelijke resultaat van de gehele groep.”

GRONDIG 4 2018

65


ondernemen met

cumela

sectorresultaat en verklaart mogelijk ook dat een grote groep te maken had met een (lichte) daling van het resultaat.” Ook de resultaten van de verschillende typen bedrijven laten een duidelijk verschil zien. Het bedrijfseconomisch rendement komt voor grondverzetbedrijven in 2017 uit op gemiddeld 6,9 procent. Voor gemengde en agrarische loonbedrijven is dit respectievelijk 2,2 en minus 0,3 procent. Heins benadrukt het nog eens: “Sectorbreed hebben cumelabedrijven goed gedraaid, maar anno 2018 behalen agrarische loonbedrijven nog steeds een negatief bedrijfseconomisch rendement. Er is nog werk aan de winkel voor agrarische loonbedrijven, dat moeten we niet vergeten.”

Arbeidskosten gestegen Hoewel de arbeidskosten zijn gestegen naar € 42.595,- per ­arbeidskracht zorgt de stijgende omzet voor een iets betere arbeidsbenutting. De arbeidskosten per € 100,- marge bedroegen in 2016 nog € 43,20 en daalden in 2017 naar € 42,90. Vanzelfsprekend zien we de grootste daling van de arbeidskosten bij de grondverzetbedrijven. Voor een goede benutting van arbeid is het volgens Heins belangrijk om naar de omzet en de arbeidskosten per arbeidskracht te kijken. Gemiddeld hadden de eerste 72 deelnemers 19,2 fulltime arbeidskrachten (fte) aan het werk. “In de cijfers zien we dat de arbeidskosten per fte zijn gestegen van € 45.865,in 2016 naar € 47.133,- in 2017. Dit is een stijging van 2,8 procent. De Swart wijst op de arbeidskosten, die in 2018 verder zullen stijgen. Op 1 januari 2018 liggen de bruto lonen en werkgeverslasten voor werknemers met een dienstverband langer dan een jaar en voor onbepaalde tijd 1,95 procent hoger dan op 1 januari 2017 (CAO LEO). Per 1 juli 2018 worden de bruto lonen voor de CAO LEO nog eens met 1,75 procent aangepast. Voor de CAO Bouw & Infra is recent een verhoging van de bruto lonen afgesproken van 2,35 procent op 1 augustus 2018 en van 3,0 procent in 2019. De Swart houdt voor 2018 en 2019 rekening met stijgende loonkosten. “Het blijft dus belangrijk om de arbeidsbenutting scherp in de gaten te houden.”

Hogere machinekosten Wanneer we de ontwikkeling van de machinekosten bekijken, valt op dat met name afschrijvingen, reparatie & onderhoud

en brandstofkosten zijn gestegen. Heins beaamt dit. “Enerzijds is dit een gevolg van het grotere werkaanbod en de ­gestegen omzet, anderzijds een gevolg van kostenstijgingen. Deze kostenstijgingen schetsten we al in de nieuwsbrief van eind december 2017”, aldus Heins. De kostenstijgingen bedroegen voor de afschrijvingen € 15.022,- (5,0 procent), voor reparatie & onderhoud € 15.322,- (7,0 procent) en voor brandstof € 19.158,- (7,5 procent), in totaal een bedrag van € 49.502,. In verhouding tot de bruto marge komen de machinekosten uit op € 42,90 per € 100,- bruto marge. Dit is € 0,20 hoger dan in 2016. Uiteindelijk is het dus een zeer beperkte kosten­ stijging. De netto investeringen bedroegen in 2017 gemiddeld 124 procent van de afschrijvingen, ongeveer gelijk aan 2016. Heins signaleert dat er al een aantal jaren meer wordt geïnvesteerd dan de hoogte van de afschrijvingen. “We zien dus dat de post afschrijvingen blijft oplopen. Dat komt mede doordat de vervangingswaarde van machines blijft stijgen. Een aantal leveranciers geeft aan een verdere stijging van de vervangingswaarde te verwachten. Deze kan oplopen tot ­zeker 3,5 procent in 2018. De hogere olie- en metaalprijs, kosten voor arbeid, de toenemende vraag naar nieuwe machines en nieuwe technische eisen aan machines worden genoemd als belangrijkste oorzaken. De leveranciers verwachten dat de onderhoudskosten zich op eenzelfde manier ontwikkelen”, aldus De Swart. Hij waarschuwt voor de oplopende ­dieselolieprijs. “We zien dat vooral de laatste weken de prijs flink oploopt.”

Dalende rentekosten De trend van dalende rentekosten zet zich ook in 2017 door. In 2016 bedroegen de rentekosten nog 5,1 procent van de bruto marge, maar in 2017 zijn die gedaald naar 4,5 procent. Er zijn twee redenen te noemen, volgens Heins. “Enerzijds zien we dat de betaalde rentekosten verder zijn gedaald. Dat is met name een gevolg van het feit dat financiers en fabrikanten ­lagere rentepercentages aanbieden. Anderzijds hebben we in CUMELA Kompas Analyse het rentepercentage in 2017 verlaagd naar 4,5 procent. Voor 2018 is de rekenrente verder ­verlaagd naar 4,0 procent.”

Mooie basis Wat is CUMELA Kompas Analyse? Jaarlijks leveren tussen de 400 en 450 bedrijven hun jaarresultaten aan voor de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse. Een ondernemer die de cijfers aanlevert, krijgt daarvoor een kengetallenrapportage retour waarin zijn bedrijf wordt vergeleken met het gemiddelde van vergelijkbare bedrijven in de sector. Ook wordt een vergelijking gemaakt met de best renderende bedrijven in de ­sector. André de Swart daagt ondernemers uit om mee te doen aan CUMELA Kompas Analyse, de kengetallenvergelijking van CUMELA Nederland. Heeft u de (concept)jaarrekening gereed, lever ons de gegevens dan snel aan. De rappor­ tage wordt door de bedrijvenadviseur kort toegelicht. Een uitgebreider gesprek is ­mogelijk via de bedrijfskundig adviseur van CUMELA Advies. Deelname aan CUMELA Kompas Analyse is gratis. Belangstellenden kunnen hiervoor contact opnemen via de bedrijvenadviseur, de infolijn op telefoonnum­ mer (033) 247 49 99 of door een e-mail te zenden naar kengetallen@cumela.nl.

66

GRONDIG 4 2018

Samenvattend kunnen we concluderen dat de bruto marge in 2017 bij de eerste 72 deelnemers aan CUMELA Kompas Analyse is gestegen met € 116.000,-, met name gerealiseerd in het grondverzet. Daar tegenover staan kostenstijgingen voor arbeid, afschrijvingen, reparatie & onderhoud en brandstof van in totaal € 91.000,-. Uiteindelijk blijft een bedrag van € 25.000,over, waarmee het resultaat is verbeterd. Een mooie basis voor de komende jaren, meent Heins. “Voor grondverzetbedrijven is het de uitdaging om de omzet vast te houden dan wel verder te verhogen en vooral de kosten in de hand te houden. Agrarische loonbedrijven moeten blijven werken aan een ­betere benutting van arbeid en machines, zodat een positief bedrijfseconomisch resultaat kan worden behaald. TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: CUMELA Communicatie


Alstublieft, opgeruimd staat netjes!

Tegen grassen en moeilijke breedbladige onkruiden in maïs

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.


ondernemen met

cumela

Het broeit bij recyclingbedrijven Te hoge risico’s door een groot aantal branden Het aantal branden bij recyclingbedrijven is de laatste jaren fors toegenomen. De schadelast is daardoor voor verzekeraars ­aanzienlijk groter geworden. Broei is een veel voorkomende oorzaak van de branden. Om dat te voorkomen, is het belangrijk om extra aandacht te besteden aan de opslag van het materiaal en hoe je ermee omgaat. Naar de bron kijken dus.

Om risio‘s te vermijden is het goed om kleine vakken met verkleind afval te maken.

68

GRONDIG 4 2018

Vele cumelabedrijven houden zich bezig met (deel)activiteiten die je zou kunnen scharen onder recycling, een activiteit die grotere risico’s met zich meebrengt dan veel bedrijven zich re­ aliseren. Uit cijfers uit de verzekeringsbranche blijkt namelijk dat er in 2015 en 2016 in totaal 71 branden zijn geweest bij re­ cylingbedrijven. Een relatief groot aantal als je tenopzichte van de 1300 recycling bedrijven in Nederland. Aangezien ook veel cumelabedrijven in meer of mindere mate aan recyling doen vindt Cumela Verzekeringen het belangrijk dat er meer aan­ dacht komt voor de risico’s. Om meer kennis te krijgen en be­ drijven te helpen de risico’s in kaart te brengen, heeft C ­ UMELA Verzekeringen contact gezocht met Jurjen Burghgraef, direc­ teur van Tiel & Partners, een adviesbureau voor onafhankelijke risicoanalyses en preventieadvies in onder meer de r­ ecycling. Voorkomen is tenslotte beter dan genezen.

Bron van veel problemen Alles begint volgens Burghgraef bij de opslag van het mate­ riaal, want dat is de bron van veel problemen. “Als bedrijf be­ hoor je niet alleen te weten wat voor materiaal je inzamelt, op welke manier je het verwerkt en hoe lang je het opslaat, maar ook hoe je ermee omgaat”, zegt hij. Dat betekent volgens hem zorgen voor kennis en bewustwording bij zowel het manage­ ment als de medewerker op de werkvloer. “Als die mede­ werker over materiaalkennis beschikt en begrijpt op welke wijze afval behoort te worden opgeslagen en hoe je het be­ hoort te verwerken, heb je als bedrijf al een hele stap gewon­ nen. Het gaat echter veelal juist mis als er situaties ontstaan die niet ­gebruikelijk zijn. Denk daarbij aan bijvoorbeeld meer aanvoer dan eigenlijk kan worden verwerkt of - erger nog aan helemaal geen afvoermogelijkheden. Het is juist in dat


Jurjen Burghgraef: “De branche zal moeten investeren in preventie­ maatregelen.”

soort afwijkende situaties van belang dat het bedrijf extra voorzorgsmaatregelen treft. Dit zal zeker altijd een aandachtspunt blijven. De meeste bedrijven houden hier tot op de dag van vandaag te weinig rekening mee.”

Door een te hoge schadelast wordt verzekeren steeds lastiger Lastiger te verzekeren Om noodsituaties te voorkomen, is het volgens Burghgraef belangrijk om tijdig preventieve maatregelen te nemen. “In eerste instantie natuurlijk om mens en milieu te beschermen, maar het is ook om economische redenen steeds belangrijker dat de recyclingbranche aandacht schenkt aan preventie. Voor recyclingbedrijven met een te grote schadelast of een te hoog risico wordt het namelijk steeds lastiger om zich te verzekeren”, waarschuwt hij. “De branche zal moeten investeren in preventiemaatregelen. Maatregelen die niet meteen tot meer rendement leiden, maar op termijn wel. Die investeringen zijn meestal van technische aard, maar ze kunnen ook van organisatorische aard zijn. Afvalbranden bij recyclingbedrijven ontstaan namelijk vaak buiten werktijd, als de medewerkers al naar huis zijn. Ook met dit soort situaties moet je bij de keuze van je preventiemaatregelen rekening houden.”

Preventieve maatregelen Burghgraef realiseert zich dat, hoe je het ook wendt of keert, branden bij dergelijke bedrijven bijna onvermijdbaar zijn. Hij vindt echter wel dat je door de juiste organisatorische maatregelen te treffen kunt zorgen dat de frequentie vermindert en de omvang beperkt kan blijven. “De te nemen maatregelen zullen echter per bedrijf sterk wisselend zijn en je bent daarnaast erg afhankelijk van de schommeling in personeel”, aldus Burghgraef. Als je brandgevoelige stromen verwerkt, zoals huishoudelijk afval, bedrijfsafval of afval dat is verkleind, acht hij het onvermijdelijk dat je meerdere preventieve maatregelen moet nemen, bijvoorbeeld het verkleinen van vakken door echte scheidingswanden, zoals betonblokken of betonnen scheidingswanden. “Daarnaast zul je moeten kijken wat je kunt doen om de kans op brand door broei te verkleinen.” Een ander advies om brand door broei te voorkomen, is het liefst continu monitoren van de temperatuur in de afvalberg.

“Dit signaleren kan onder meer met behulp van thermische camera’s, die registreren of de gemeten temperatuur hoger is dan de ingestelde alarmdrempel.” Wie niet naar een automatisch systeem kan of wil, moet volgens Burghgraef regelmatig de afvalhoop inspecteren of er kans is op brandgevaar. “Het allergemakkelijkste is natuurlijk met het blote oog, maar er is ook veel apparatuur voorhanden. Je kunt ook een thermische camera op de hoop richten om te kijken of er ergens sprake is van een verhoging van de temperatuur. Andere alternatieven zijn een insteeklans en CO2-, KW- of NOx-detectoren. Feitelijk hebben wij als onderzoeksinstituut voor alle recyclingbedrijven wel een passende oplossing gevonden. Het beste blijft echter een automatisch detectiesysteem op basis van thermografie.”

Menselijk handelen levert de grootste risico’s op.

Het belangrijkste is de bewustwording onder het voltallige personeel Plan van aanpak Naast een visuele inspectie zijn er overigens nog tal van maatregelen die kunnen worden genomen. Al die maatregelen worden door de medewerkers van Tiel & Partners besproken met alle direct betrokkenen nadat ze een bedrijf hebben geïnspecteerd. “Uit de door ons geadviseerde verbeterpunten volgt dan een plan van aanpak om de onderneming brandveiliger te maken. Dit plan bespreken wij altijd met alle betrokkenen, omdat iedereen binnen een organisatie zich er bewust van moet zijn wat de gevolgen kunnen zijn van een handeling. Denk daarbij aan het - vaak ondoordacht - branden, snijden of mengen van afvalmateriaal. Ook dat soort handelingen brengt risico’s met zich mee.” Het belangrijkste in dit hele verhaal, naast het hebben van de juiste kennis van de materialen en processen, is toch wel de bewustwording onder het voltallige personeel, benadrukt Burghgraef. “Met het treffen van maatregelen alleen ben je er namelijk nog niet. De meeste maatregelen zijn afhankelijk van het menselijk handelen. Daarom is het van het uiterste belang dat medewerkers zich continu bewust zijn van hun handelen en dat zij bovendien de opgestelde regels ook daadwerkelijk naleven.”

TEKST: Marcel Elferink FOTO’S: CUMELA Communicatie

GRONDIG 4 2018

69


ondernemen met

cumela

Gericht en gezamenlijk verminderen Cumelasector werkt aan sturen op CO2 Meer dan honderd bedrijven nemen momenteel deel aan het sectorinitiatief van CUMELA Nederland om gezamenlijk de CO2uitstoot te verminderen. Zij werken aan een structurele verlaging van het verbruik van dieselbrandstof op hun bedrijf. Deze zomer gaan de deelnemers in groepen werken aan de beste oplossing om binnen één bestek zoveel mogelijk CO2 te besparen. Voor de winnaars is er de ‘Sturen op CO2 Award 2018’.

In een simulator kijken deelnemers hoe ze een machine slimmer kunnen benutten.

Besparing op fossiele brandstoffen en het verminderen van CO2-uitstoot zijn wereldwijd onder de aandacht om onder meer het broeikaseffect tegen te gaan en de volksgezondheid te verbeteren. Trekkers, shovels, graafmachines bulldozers en hijskranen zijn volgens schattingen van het CBS in Nederland goed voor acht procent van de jaarlijkse uitstoot van het

CO2-prestatieladder Naast de diverse maatregelen en convenanten om de CO2-uitstoot tegen te gaan, is er een instrument ontwikkeld om structureel de CO2-uitstoot te verminderen: de norm CO2-Prestatieladder. Onze sector is ruim vertegenwoordigd onder de bedrijven die hiervoor gecertificeerd zijn. Van de ruim 700 gecertificeerde bedrijven is ruim dertien procent een cumelabedrijf.

70

GRONDIG 4 2018

broeikasgas CO2, acht procent van de hoeveelheid fijnstof die in de lucht komt en twaalf procent van de stikstofoxiden. De afgelopen jaren zijn diverse initiatieven van de grond gekomen om deze milieubelasting omlaag te krijgen. Zo is in 2016 Het Nieuwe Draaien bedacht, één van de reeks Green Deal-convenanten die bedrijfsleven, overheid en milieu­ beweging hebben gesloten om duurzame initiatieven te bevorderen. Overheden wereldwijd hebben alle aanleiding om op CO2 te sturen. De wereldbevolking stijgt de komende jaren met 25 procent en de druk op hulpbronnen en de leefbaarheid neemt in sneltreinvaart toe. Ondanks alle inspanningen, zoals het verdrag van Parijs, wordt de luchtkwaliteit door de toename van de CO2-uitstoot er (ook in Nederland) niet beter op.


Hoeveel CO2 produceert u met uw bedrijf eigenlijk?

CO2-Prestatieladder Het instrument in Nederland dat organisaties helpt bij het op structureel wijze reduceren van CO2 binnen de bedrijfsvoering is de CO2-Prestatieladder. Deze norm is oorspronkelijk in 2009 ontwikkeld door ProRail en sinds 2011 in eigendom en beheer van de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen. De CO2-Prestatieladder wordt gebruikt als CO2-managementsysteem en als aanbestedingsinstrument. Het systeem is bedoeld om de deelnemende ondernemers op praktische wijze ruimte te geven voor creativiteit en vernieuwing van hun bedrijfsvoering op het gebied van duurzaamheid. Het deelnemende bedrijf kan zich via de CO2Prestatieladder certificeren op vijf verschillende niveaus. Tot en met niveau 3 maakt een organisatie werk van de uitstoot van de eigen organisatie (en alle projecten die zij uitvoert). Vanaf niveau 4 en 5 wordt er ook werk gemaakt van de CO2uitstoot in de keten en in de sector. Deze eisen komen voort uit de vier hoofdthema’s van de norm: inzicht, reductie, structurele communicatie en actieve deelname aan initiatieven op het gebied van CO2-reductie. De meeste cumelabedrijven zijn gecertificeerd tot en met niveau 3. Bedrijven die deelnemen aan de norm CO2-Prestatieladder besparen aantoonbaar circa drie procent meer op brandstof en energie dan bedrijven die niet gecertificeerd zijn. Bovendien krijgen Bedrijven op de CO2-Prestatieladder korting bij aanbestedingen. Bedrijven die actief in maatregelen investeren, kunnen ruimschoots hun investering terugverdienen.

Actieve deelname Een belangrijke normeis aan bedrijven die gecertificeerd zijn, is dat zij deelnemen aan een sectorinitiatief. Sinds 2014 organiseert CUMELA Nederland ‘Sturen op CO2’, het sectorinitiatief voor de cumelasector. Inmiddels zijn er 107 bedrijven die hieraan deelnemen en dus gericht en gezamenlijk werken aan een verlaging van de CO2-emissie. Jaarlijks worden voor deze groep een aantal bijeenkomsten gehouden, een jaarcongres en workshops in vier regio’s. Tijdens deze workshops wordt kennis aangereikt over de ontwikkelingen rond de norm en worden de vier thema’s naar de cumelapraktijk vertaald. Een belangrijk aspect van het initiatief is het delen van onderlinge kennis en het prikkelen van de deelnemers tot meer nadenken, ideeën genereren, et cetera. Een belangrijke eis van de normbeheerder aan deelnemende leden is actieve participatie. Ook bij audits worden cumelaondernemers flink doorgezaagd over welke maatregelen zij in de praktijk binnen hun organisatie nemen en welke concrete resultaten dit oplevert in procenten reductie op CO2. Tijdens de afgelopen jaren zijn er diverse praktisch toepasbare ideeën uit de workshops van het sectorinitiatief naar voren gekomen, bijvoorbeeld het nieuwe stallen, het gebruik van de standkachel in plaats van stationair warmdraaien,

Met een simpele rekensom kunt u al een globale indruk krijgen hoeveel CO2 uw bedrijf produceert. Al zal het even zoeken zijn naar de liters diesel die worden ingekocht, de hoeveelheid benzine die in de auto’s gaat, het aantal kilowatturen stroom op de rekening en het aantal kubieke meters aardgas voor verwarming. Eventueel kunt u daar nog de hoeveelheid stroom van zonnepanelen of gas uit de biovergister van aftrekken. Het eindresultaat geeft aan hoeveel CO2 u produceert. 1 liter diesel 1 m3 aardgas 1 kWh 1 liter benzine

= 3,23 kilo CO2 = 1,89 kilo CO2 = 0,526 kilo CO2 = 2,74 kilo CO2

In Nederland wordt door het verkeer en vervoer in totaal 38 miljoen ton CO2 uitgestoten. Dit is ongeveer elf miljoen ton diesel. Volgens schattingen is ongeveer acht procent daarvan afkomstig van de machines in onze sector, het grondverzet en de landbouw. Hoeveel daarvan precies door de cumelasector wordt verbruikt, is nog niet berekend, omdat dit zeer lastig te bepalen is. Die acht procent van het totaal van het verkeer en vervoer betekent dat trekkers, shovels en kranen ongeveer drie miljoen ton CO2 uitstoten. Dat staat gelijk aan 950 miljoen liter diesel.

onderzoek naar een start-stopsysteem en een waterdicht brandstofregistratiesysteem. Tijdens de workshops van het sectorinitiatief zijn technische innovaties en de menselijke gedragscomponent onlosmakelijk met elkaar verbonden om structureel op CO2 te sturen. Of zoals een ondernemer aangaf tijdens één van de workshops: “Het gaat uiteindelijk om de rechtervoet van mijn medewerker!”

‘Sturen op CO2 Award 2018’ Om de normeis van actieve deelname te bevorderen en uitwisseling van kennis jaarrond te stimuleren, reikt CUMELA Nederland dit jaar de ‘Sturen op CO2 Award 2018’ uit. Ondernemers die deelnemen aan het sectorinitiatief vormen in groepen fictieve organisaties om in een managementgame met elkaar de strijd aan te gaan. Aan de hand van een fictief bestek worden ondernemers uitgedaagd om met elkaar op zo creatief mogelijke wijze CO2-besparende maatregelen voor dat bestek te bedenken. Het bestek wordt geheel volgens geldende spelregels via de Aanbestedingskalender onder de deelnemende bedrijven gepubliceerd. Een deskundige jury in samenwerking met het Inkoopbureau Midden-Nederland beoordeelt alle inschrijvingen. De ondernemers die met hun plan op de eerste plaats eindigen, winnen naast de award de training ‘Medewerkers sturen op CO2 en brandstofbesparing in de praktijk’. Het bestek wordt in juni gepubliceerd en tijdens het jaarcongres van ‘Sturen op CO2’ in oktober wordt de winnende groep met ondernemers bekendgemaakt.

TEKST: Lajos Bax FOTO’S: CUMELA Communicatie

GRONDIG 4 2018

71


ondernemen met

cumela

SOCIALE ZAKEN

Arbeidsmarkt in balans? Wetvoorstel transitievergoeding zorgt voor aanzienlijke loonkostenstijging Op 9 april 2018 is het wetsvoorstel ‘Arbeidsmarkt in balans’ door minister Koolmees gepubliceerd. Direct kwamen de reacties van VNO-NCW en de vakbonden naar buiten. Zij vinden het plan niets. Toch zou het beter zijn als werkgevers en werknemerspartijen elkaar zouden vinden, omdat de minister anders met zijn plannen kan doorgaan. Is het plan werkelijk zo slecht als VNO-NCW en de vakbonden zeggen? De aanleiding voor de plannen is het verschil in wetten tussen vaste en flexibele werknemers die ertoe bijdraagt dat keuzes worden gemaakt op basis van kosten en risico’s. De vraag is of er inderdaad sprake keuzes worden gemaakt op basis van kosten en risico’s. In onze sector is niet altijd sprake van jaarrond werk. Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden aangepast op het werkaanbod en niet op kosten en risico’s. Ik merk juist in de dagelijkse praktijk dat werkgevers niet weten dat de WW-premie voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd hoger is. De cao kent geen verschil in beloning of secundaire arbeidsvoorwaarden voor contracten voor bepaalde en onbepaalde tijd. De vraag is of er cao’s zijn waar dat wel speelt.

Transitievergoeding De minister is van mening dat het onderscheid tussen wel en geen recht op een transitievergoeding onrechtmatig is, omdat dit met name contracten voor bepaalde tijd treft. In de wet staat nu dat een werknemer die minimaal 24 maanden in dienst is recht heeft op een transitievergoeding. Daarom is in het wetsvoorstel opgenomen dat het recht op een transitievergoeding ontstaat vanaf dag één. Door de transitievergoeding vanaf de eerste dag toe te kennen, worden de loonkosten met 2,78 procent verhoogd. Dit in tegenstelling tot de ambitie in het regeerakkoord om de loonkosten te verlagen. Daar staat wel tegenover dat de verhoging van de transitievergoeding na tien dienstjaren komt te vervallen. Het feit dat het recht op een transitievergoeding ontstaat na 24 maanden dienstverband raakt in principe niet specifiek arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. De uitwerking wel, omdat medewerkers die alleen maar arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd krijgen geen recht op een transitievergoeding kunnen opbouwen. De vraag is of dat moet worden opgelost door de transitievergoeding dan maar toe te kennen vanaf dag één. Veel beter zou het zijn om een tweede aansluitend contract voor bepaalde tijd duurder te maken. Dan is er namelijk geen of minder relatie met het werkaanbod en lijkt het eerder op een soort verlengde proeftijd.

72

GRONDIG 4 2018

Probleem is dat de term flexwerk als containerbegrip wordt gebruikt. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende groepen werknemers. Alle voorgestelde maatregelen moeten dus voor alle werknemers gaan gelden. Daar vallen dus scholieren en studenten onder, maar ook AOW’ers en andere invallers, dus ook de buurman die naast zijn baan af en toe bij u werkt. Ook zzp’ers worden echter onder de term flexwerk geschaard. En alsof dat nog niet genoeg is, vindt het kabinet dat ook werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die overwerk verrichten flexwerkers zijn. Ook parttimers die meer werken dan is overeengekomen, worden flexwerkers genoemd. Daarmee wordt interne flex gelijkgesteld met externe flex en beide worden in het wetsvoorstel zwaar bestraft met een hogere WW-premie. Naar de mening van CUMELA Nederland kan dat niet de bedoeling zijn. Als ondernemers voor pieken in het werk geen gebruik kunnen maken van het in dienst zijnde personeel is dat een doodsteek voor ondernemend Nederland. Het wetsvoorstel geeft aan dat de sectorfondsen verdwijnen. Mogelijk zegt u dat niet veel. Menig ondernemer weet niet dat er twee werkloosheidspremies zijn: een algemene, die voor alle bedrijven in Nederland geldt, en een sectorspecifieke. Voor de cumelasector zijn twee sectorspecifieke premies van belang: de agrarische (sector 1) en de bouw (sector 3). Het is de bedoeling dat de sectorspecifieke verdwijnt. Daar heeft CUMELA geen bezwaar tegen. Het is de bedoeling dat voor alle ondernemingen dezelfde werkloosheidspremie gaat gelden, maar wel met een onderscheid tussen een premie voor dienstverbanden voor onbepaalde tijd, waarin de omvang van de te verrichten arbeid eenduidig is vastgelegd, en een premie voor overige werknemers. Wij kennen zowel in sector 1 als in sector 3 al jaren het onderscheid tussen een hoge en een lage WW-premie. Nu is dat onderscheid er voor contracten korter dan een jaar en contracten van een jaar of langer. Als echter onze vrees waarheid wordt dat contracten waarin overwerk wordt verricht worden aangeslagen voor de hoge premie, zullen er weinig contracten overblijven die in aanmerking komen voor de lage premie. Dit betekent voor onze sector een enorme loonkostenstijging!


Oproepcontracten Een ander onacceptabel onderdeel is het voorstel rond oproepcontracten. Het voorstel geeft aan dat oproepkrachten minimaal vier dagen van tevoren moeten worden opgeroepen. Als de oproep door de werkgever wordt geannuleerd (bijvoorbeeld omdat de zieke medewerker die moest worden vervangen weer beter is), heeft de oproepkracht toch recht op het loon voor de uren die hij zou gaan werken. Als de werkgever de oproepkracht een dag van tevoren oproept, kan de oproepkracht weigeren om te komen, om welke reden dan ook. Op zich is dat niet bezwaarlijk. Zo wordt in de praktijk ook met oproepkrachten omgegaan. Na een periode van twaalf maanden moet de werkgever echter in de dertiende maand de oproepkracht een aanbod doen voor een vast aantal uren. Hiermee verdwijnt dus het oproepcontract! CUMELA Nederland is hierop tegen. Niet alleen wordt er geen recht gedaan aan alle oproepkrachten die helemaal geen behoefte hebben aan een vastomlijnd kader van te werken uren, er wordt ook niet onderkend dat er werkzaamheden en omstandigheden zijn die zich niet laten plannen.

Payroll en uitzendkrachten De voorstellen rond payroll vinden hun grondslag in het erkennen van de reden van bestaan van deze contractvorm en het tegengaan van excessen. CUMELA Nederland vindt dat ook voor diverse andere contractvormen deze afwegingen moeten worden gemaakt. Het aanpakken van excessen is prima, maar daarmee de hele contractvorm onmogelijk maken, mag niet de bedoeling zijn. Als voorbeeld noem ik de oproepcontracten. Als in de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat de werknemer geen plicht heeft om aan een oproep gehoor te geven, zouden de hiervoor genoemde maatregelen niet moeten gelden. Deze zijn immers bedacht

om het exces, klaar zitten met de jas aan, tegen te gaan. Een ander voorbeeld is de uitzendarbeid. De uitzendsector gaat altijd prat op zijn allocatiefunctie op de arbeidsmarkt. Het komt echter ook voor dat uitzendkrachten jarenlang bij dezelfde opdrachtgever werkzaam zijn tegen lagere arbeidsvoorwaarden dan wanneer ze rechtstreeks bij de werkgever in dienst zouden zijn. Van een allocatiefunctie is in een dergelijk geval allang geen sprake meer. Dat zou moeten worden aangepakt, zodat het echte uitzendwerk kan blijven bestaan.

Uitbreiding ontslaggrond Uitbreiding van de ontslaggrond met een cumulatiegrond met een hoger recht op een transitievergoeding is niet gewenst. Waarom zou een werknemer bij twee halve voldragen gronden voor ontslag recht moeten hebben op een hogere vergoeding dan bij ĂŠĂŠn voldragen ontslaggrond? Andere punten in de Wet arbeid in balans zijn de uitbreiding van de ketenbepaling van twee naar drie jaar, de uitbreiding van de proeftijd bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en regelingen ter compensatie van de transitievergoeding. De vraag is of deze voor werkgevers positieve voorstellen opwegen tegen de hiervoor genoemde pijnpunten in het voorstel. De conclusie is dan ook dat we het wetsvoorstel niet omarmen. We zullen aan diverse tafels onze bezwaren kenbaar maken.

TEKST: Jacqueline Tuinenga adviseur personeelsmanagement

GRONDIG 4 2018

73


ondernemen met

cumela

BEDRIJVIG

Actualiteiten • In april hebben de leerlingen van de opleiding Groen, Grond & Infra

• Met LTO Noord is afgesproken om in Zuid-Holland gezamenlijk meer op

van het Nordwin College uit Leeuwarden zeven VOMOL-lessen georganiseerd in de provincie Friesland. • Het knelpuntenonderzoek voor landbouwverkeer in de Hoeksche Waard levert al snel resultaat op. Cumelaondernemers zijn uitgenodigd voor een constructief verkeersoverleg in de gemeente Oud-Beijerland. • CUMELA voert het komende schooljaar maar liefst zeventien VOMOLprojecten uit in de provincie Gelderland • Het Machinistenkampioenschap, de ultieme sectorpromotie, had met circa 1000 bezoekers een hoge opkomst en telde daarnaast tientallen machinistendeelnemers en diverse deelnemende scholen • Het AVG-webinar werd goed bekeken: 109 mensen keken live mee en stelden maar liefst zeventig vragen. Terugkijken kan via YouTube of de website. Leden reageerden positief: heldere informatie, een efficiënte manier, een prettige manier van informatieverstrekking, geen reistijd. • De studiebijeenkomst over de AVG van de studiekring AlblasserwaardVijfheerenlanden kende een hoge opkomst en tevreden deelnemers.

te trekken in de verkeersdossiers. • Door herverdeling van de regio’s in het team bedrijvenadviseurs ontstond de vacature voor Friesland en Groningen. Simon Broekstra heeft deze vacature inmiddels ingevuld.

NIEUWE LEDEN

De afgelopen periode hebben vier bedrijven zich ingeschreven als lid van CUMELA Nederland: • Verbruggen GWW VOLKEL • Argro BV MAASTRICHT • Loon- en verhuurbedrijf W. van Asch DRIEBERGEN • Loonbedrijf W.G. Jansen Eupe HOGE HEXEL

Wie is hier de baas? Tijdens één van mijn eerste bedrijfsbezoeken in dienst van CUMELA, nu ruim tien jaar geleden, werd de ondernemer met wie ik in gesprek was gebeld. Het was één van zijn klanten en het gesprek ging over de planning van het bietenrooien. Na uitwisseling van diverse argumenten zei de ondernemer door de telefoon: “Ja, maar volgens mij is het toch echt mijn bietenrooier, want ik heb hem betaald.” Ongeveer vijf jaar later, in 2013, werd het tanken van rode dieselbrandstof in Nederland verboden. Kort daarna had ik een gesprek met één van onze leden die is gevestigd in de buurt van de Belgische grens. Hij vertelde me enigszins beteuterd dat hij door zijn klanten werd verzocht (verplicht) om in België diesel te gaan tanken, zodat de tarieven daarop zouden kunnen worden aangepast (verlaagd). Tanken in België is aanzienlijk goedkoper, maar het kost ook tijd (geld), omdat je verder van huis moet gaan tanken, en dat past ook niet in piekperioden. De desbetreffende loonwerker was niet erg enthousiast over het voorstel, maar heeft sindsdien toch nogal wat keren in België getankt en zijn tarieven daarop gebaseerd. De laatste jaren zijn er in mijn werkgebied diverse (met name agrarische) loonbedrijven om uiteenlopende redenen gestopt. De overblijvende bedrijven krijgen meer werk aangeboden, maar kunnen dat vanwege de schaarste aan deskundig personeel niet altijd aan. Dit zorgt voor andere verhoudingen tussen onze leden en hun klanten:

74

GRONDIG 4 2018

• Er wordt kritischer naar klanten gekeken. Ik ken inmiddels al heel wat bedrijven die afscheid hebben genomen van klanten van wie ze nooit enige waardering ontvingen: de loonwerker was er altijd te laat, te duur en nooit goed genoeg. Van dit type klanten wordt in toenemende mate afscheid genomen. • Het overleg over de wijze en het tijdstip van uitvoering van de werkzaamheden neemt toe. Steeds vaker blijken klanten op eigen initiatief bereid te zijn om (ruim) van tevoren aan te geven wanneer en op welke wijze de klus zou kunnen worden geklaard. Hierdoor ontstaat ook meer begrip voor elkaar. • Steeds meer leden geven aan dat (agrarisch) loonwerk een mooi vak is, maar niet tegen elke prijs. Aan het eind van het jaar moet er iets verdiend zijn. Een kostendekkend tarief is van belang voor de ondernemer, maar net zo goed voor de klant, want ook die is niet gebaat bij het vroegtijdig afhaken van bedrijven vanwege financiële problemen. Op basis van het bovenstaande kun je concluderen dat ootmoedigheid verdwijnt en trots bij de leden verschijnt. Dat zorgt voor veel voldoening. Bij de leden, maar ook bij mezelf.

John Augustijn bedrijvenadviseur


WIJ DO(R)SSEN UIT! UITNODIGING

17 MEI 2018 DRONTEN

Bent u benieuwd naar de laatste ontwikkelingen op het gebied van John Deere maaidorsers en balenpersen? Kom dan naar ons maaidorser evenement op 17 mei 2018 in Dronten. Bekijk de W540, T660 & S700 maaidorsers en maak kennis met de L1524 & V461R balenpersen. Ontdek de laatste innovaties en updates rondom precisielandbouw en netwerk met specialisten van John Deere. Is uw interesse gewerkt? Voor meer informatie kunt u contact opnemen via email met TeluijLieke@JohnDeere.com.

NOTHING RUNS LIKE A DEERE


ONTWIKKELD VOOR RIJBEWIJS B+E Iveco 40C16 A8 3,0 L / 125 KW 8,2 T trekgewicht

Veldhuizen Semi-Dieplader bakmaat 7,30 x 2,20 mtr. oprijhoek 10° laadvermogen 6,1 T

VELDHUIZEN levert B+E opleggers voor het transport van kleine machines met een laadvermogen tot 7 ton. Voor het laden van golfbaan machines heeft VELDHUIZEN een knikkende semi-dieplader ontwikkeld met een oprijhoek van 8° en een gegroefde aluminium vloer, zodat er veilig geladen kan worden. De trekker-opleggers en oprijvrachtwagens zijn uit voorraad leverbaar. Ook kunt u gebruik maken van onze verhuurvloot van 300 trekkers en 400 opleggers.

31/5 t/m 2/6 tkd.nl

stand 61

0 stand 3.2

Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 |

www.veldhuizen.nl

| info@veldhuizen.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.