Focus International Trade NL − No Green Deal without a Competitiveness Deal

Page 1

2024 – N° 8 DE HERTEKENING VAN DE INTERNATIONALE HANDEL P 08 NIEUWE EU-SANCTIES TEGEN RUSLAND P 21 DE WERELDHANDELSORGANISATIE: EEN INSTELLING IN CRISIS P 14
FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE

04

EDITO

GEEN GREEN DEAL ZONDER ‘COMPETITIVENESS DEAL’

08

DE HERTEKENING VAN DE INTERNATIONALE HANDEL HEADLINE

06

BUITENLANDSE HANDEL VAN BELGIË IN 2023 FACTS & FIGURES

12

BIJDRAGE VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIË

KRITIEKE GRONDSTOFFEN: GEEN SUCCESVOLLE EUROPESE STRATEGIE ZONDER INTERNATIONALE PARTNERS

ABC INTERNATIONALE HANDEL

14 DE WERELDHANDELSORGANISATIE: EEN INSTELLING IN CRISIS

INHOUD 2 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

Focus International Trade verschijnt twee keer per jaar. Twee redenen voor deze publicatie: vooreerst omdat de internationale handel cruciaal is voor onze heel open economie met zijn kleine en grote ondernemingen. Daarnaast wordt die economische werkelijkheid te vaak onderbelicht, en bovendien onvoldoende objectief bekeken, waardoor bestuurders en ondernemers er weinig greep op hebben.

17

• NAAR EEN VERBOD OP MET DWANGARBEID VERVAARDIGDE PRODUCTEN TEGEN 2027

• VERSTERKTE EUROPESE ECONOMISCHE VEILIGHEID: VIJF NIEUWE INITIATIEVEN

• CS3D: CRUCIALE UITDAGING VOOR BEDRIJVEN NIEUWS

21 NIEUWE EU-SANCTIES TEGEN RUSLAND ADVIES AAN DE EXPORTEUR

22 ACTIES VAN HET VBO EUROPA & INTERNATIONAAL

28 LEDENSECTORFEDERATIES VAN HET VBO LEDEN

29 HET COMPETENTIECENTRUM EUROPA & INTERNATIONAAL

ONS COMPETENTIECENTRUM TOT UW DIENST

3 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

GEEN GREEN DEAL ZONDER ‘COMPETITIVENESS DEAL’

Doordat België een van de meest open economieën ter wereld is, en gezien de omvang van onze binnenlandse markt, zijn onze Belgische ondernemingen de facto verbonden met de geglobaliseerde waardeketens. En dat zowel in Europa als daarbuiten. Of het nu gaat om onze exportmarkten, onze leveranciers (van onder meer grondstoffen) of de druk die onze concurrenten uitoefenen, onze situatie is internationaal en dat zal zo blijven.

Ik ben dan ook verheugd over de groeiende aandacht voor de noodzakelijke versterking van het internationale concurrentievermogen van de Belgische en Europese ondernemingen. Dat pleidooi voor een echt competitiviteitspact als aanvulling op de Green Deal stond overigens centraal in ons memorandum voor de Europese verkiezingen van 9 juni1

Ik wil graag wijzen op twee van de hefbomen uit dat noodzakelijke competitiviteitspact, waarop ook in het verslag van voormalig Italiaans premier Enrico Letta en in de conclusies van de Europese Raad van april werd gehamerd: we moeten de werking van de interne markt verbeteren en een ambitieus handelsbeleid voeren. En dat zowel wat betreft de toegang tot derde markten als voor de realisatie van een echt level playing field.

OM ONZE WELVAART EN VEILIGHEID TE BEHOUDEN

HEBBEN WE NOOD AAN EEN DELICAAT EVENWICHT TUSSEN OPENHEID, REALISME EN WAAKZAAMHEID.

© VBO FEB
EDITO 4 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024
1 In ons memorandum hebben we het over een ‘industrial deal’ of een Europees competitiviteitspact gericht op het ondersteunen van de industrie en de dienstensector.

OPENHEID, REALISME EN WAAKZAAMHEID

In een wereld die wordt gekenmerkt door verschillende handels- en geopolitieke spanningen en een half verlamde WTO moet bij het bevorderen van de internationale handel ook aandacht uitgaan naar het beschermen van onze eigen (economische) belangen. Enkele dagen na de regionale, federale en Europese verkiezingen en met een Amerikaanse presidentscampagne op kruissnelheid is mijn boodschap aan de beleidsmakers duidelijk: willen we onze welvaart en veiligheid behouden, dan hebben we nood aan een delicaat evenwicht tussen openheid, realisme en waakzaamheid.

We moeten de Europese interne markt blijven verdiepen, open blijven staan voor handels- en investeringsstromen en die diversifiëren door coalities te smeden, en daarbij rekening houden met de bijzonderheden van onze partners. Maar we moeten ons ook beschermen tegen de (nieuwe) risico's die onze economische veiligheid bedreigen.

Met het oog op die uitdagingen is het van cruciaal belang om de dialoog tussen beleidsmakers, op alle niveaus, en het bedrijfsleven te versterken. Technologische ontwikkelingen (en hun invloed op veiligheidskwesties) en de administratieve lasten die gepaard gaan met verschillende wetgevingsinitiatieven (zoals de richtlijn inzake passende zorgvuldigheid en de verordening inzake dwangarbeid) maken die dialoog belangrijker dan ooit.

Ik hoop dat de verschillende prioriteiten en strategische belangen een prominente plaats zullen innemen in de toekomstige regeerakkoorden die momenteel worden besproken, evenals in het werkprogramma van de volgende Europese Commissie.

5 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

BUITENLANDSE HANDEL VAN BELGIË IN 2023

EXPORT:

520,36 MILJARD

(-12,7% I.V.M. 2022)

TOP 3 EXPORTPRODUCTEN

IMPORT:

505,61 MILJARD

(-13,4% I.V.M. 2022)

teriaal

TOP 3 IMPORTPRODUCTEN

Chemische producten Chemische producten Minerale producten

TOP 5 KLANTEN

1. Duitsland

2. Frankrijk

3. Nederland

4. Verenigde Staten

5. Verenigd Koninkrijk

TOP 5 LEVERANCIERS

1. Nederland

2. Duitsland

3. Frankrijk

4. Verenigde Staten

5. China

producten

FACTS & FIGURES
Minerale
Vervoerma-
26,3% 24,2% 13% 17,4% 11,4% 13,2% 6 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024
Vervoerma-
teriaal

HANDEL & JOBS

1 op 3 jobs

dankzij export naar alle landen

1 op 5 jobs

dankzij export buiten de EU

EUROPEANEN EN
24
EU,
IN ONTWIKKELINGSLANDEN.
DE EU IS WERELDWIJD DE GROOTSTE EXPORTEUR EN IMPORTEUR VAN GOEDEREN EN DIENSTEN. DAT GEEFT WERK AAN 38 MILJOEN
ONDERSTEUNT
MILJOEN BANEN BUITEN DE
WAARONDER VEEL
7 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

Op het eerste gezicht lijkt internationaliseren misschien eenvoudig en aantrekkelijk, maar in de praktijk is het een handelsstrategie boordevol uitdagingen en kansen. Deze rubriek helpt u de internationale context waarin u de activiteiten van uw onderneming ontwikkelt, beter begrijpen.

DE HERTEKENING VAN DE INTERNATIONALE HANDEL

De internationale handel, gebaseerd op het principe van vrije handel, stuit vandaag de dag op de terugkeer van de interventionistische staat. Het politieke discours stelt de naoorlogse vrijhandelsconsensus ter discussie, en dat terwijl de publieke actie de handelsrelaties probeert te herschikken.

Internationaal actieve bedrijven richten zich tegenwoordig op het beheersen van de risico’s die gepaard gaan met de vele restrictieve beleidsmaatregelen van de overheden, die vooral worden ingegeven door drie nieuwe bepalende factoren: geopolitiek, techno-industriële concurrentie en duurzaamheid. Sinds 2020 zien we meer en meer van die beperkende maatregelen1. Ze hebben een directe impact op de internationale handel, verstoren waardeketens en creëren een hoge mate van onzekerheid voor economische spelers op internationale markten.

GEFRAGMENTEERDE UITWISSELINGEN

Het zogenaamde fenomeen van deglobalisering weerspiegelt zich niet in de cijfers. Het laatste rapport van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) over de toestand van de wereldhandel toont eerder een hertekening van de handel, die in hoofdzaak wordt aangedreven door de drie grote handelsblokken: de Verenigde Staten, China en de Europese Unie. De veranderingen in het politieke en regelgevende klimaat van die economieën luiden het begin van een nieuw commercieel tijdperk in2

De WTO stelt vast dat de handelsstromen geleidelijk verschuiven langs de geopolitieke breuklijnen. De handel tussen geo-economische blokken is sinds de oorlog in Oekraïne met 4 tot 6% minder toegenomen dan de handel binnen die blokken3

De recente hertekening van de handel valt vooral op in de Verenigde Staten, die hun invoer van industrieproducten uit China hebben gediversifieerd ten gunste van Vietnam en Duitsland. Het Chinese aandeel in de Amerikaanse invoer daalde van ongeveer 24% in 2017 naar 15% in 2023.

De handel van de Europese Unie met Rusland is tussen februari 2022 en september 2023 met bijna 80% teruggeschroefd. De invoer van Chinese goederen in de Europese Unie bleef intussen robuust, met een lichte stijging van 2% tussen 2017 en 2023. Duitsland lijkt een deel van de Chinese elektronica-export, die van oudsher voor de Verenigde Staten bestemd was, te hebben geabsorbeerd4 .

De Verenigde Staten, Japan, Zuid-Korea en de Europese Unie zijn samen goed voor meer dan 40% van China’s goederenhandel. Het aandeel van de opkomende economieën, die op geopolitiek vlak dichter bij de Aziatische reus staan, wordt wel steeds groter. De landen van de ASEAN, Latijns-Amerika, het Midden-Oosten en Rusland vertegenwoordigen op dit moment meer dan de helft van de handel met China.

1 WTO (2023). World Trade Report. Beschikbaar op: https://www.wto.org/english/res_e/booksp_e/wtr23_e/wtr23_e.pdf

2 WTO (2023)

3 WTO (2023)

4 McKinsey Global Institute (2024). Geopolitics and the geometry of global trade. Beschikbaar op: https://www.mckinsey.com/mgi/our-research/geopolitics-and-the-geometry-of-global-trade

HEADLINE 8 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

Daarnaast wijst de versnippering van buitenlandse investeringen, een indicator voor toekomstige handel, op een sterkere trend om geopolitiek en handel op elkaar af te stemmen. De uitwisseling van een product volgt vaak op buitenlandse directe investeringen in het betreffende land.

DE NIEUWE BEPALENDE ELEMENTEN

Economische veiligheid

Voor het concept ‘economische veiligheid’ bestaat er geen precieze definitie, maar in brede zin verwijst het naar de bescherming van de nationale veiligheid en het nationale economische potentieel ten opzichte van buitensporige commerciële afhankelijkheden. Het concept van ‘de-risking’, dat wordt voorgestaan door de G7-landen en de Europese Unie, is de praktische benadering om die economische veiligheid te garanderen. De EU-strategie, die in juni 2023 werd aangenomen, omvat verschillende risicoanalyses van handelsstromen in strategische sectoren, zoals halfgeleiders en biotechnologie. Het concept verwijst ook naar het idee, waar onder andere Frans president Emmanuel Macron achter staat, van een soeverein Europa met strategische autonomie.

Het concept van ‘de-risking’ is niet hetzelfde als ‘ontkoppeling’, de manier waarop de Verenigde Staten

China benaderen. Economische veiligheid is intussen het leidmotief van de Verenigde Staten geworden. De speech over economisch beleid van nationaal veiligheidsadviseur Jake Sullivan in april 2023 aan de Brookings Institution was een echte paradigmaverschuiving met als doel het hertekenen van de waardeketens op technologisch vlak en het versterken van de binnenlandse industriële basis5

Niet alleen westerse landen die hun buitensporige afhankelijkheden willen verminderen zetten in op economische veiligheid. In China zijn die veiligheidsoverwegingen al veel sterker verweven in de economie, zoals blijkt uit het laatste rapport van de Kamer van Koophandel van de EU in China en de China Macro Group6 .

Wereldwijd is de bezorgdheid over nationale veiligheid sinds 2008 verviervoudigd en sinds 2017 fors toegenomen. Zo zijn de beperkingen die om redenen van nationale veiligheid bij de WTO zijn aangemeld in de periode 2018-2023 meer dan verdubbeld ten opzichte van de periode 2012-20177 (zie grafiek A). Die cijfers tonen duidelijk aan dat het handelsbeleid steeds meer wordt beïnvloed door economische veiligheid.

Die nieuwe situatie heeft ook gevolgen voor individuele bedrijven. Hun businessplannen zijn meer en meer gericht op het beheersen van geopolitieke risico’s en het opbouwen van veerkracht, wat ten koste kan gaan van het verlagen van kosten, het optimaliseren van productieprocessen of het winnen van marktaandeel.

5 Remarks by National Security Advisor Jake Sullivan on Renewing American Economic Leadership at the Brookings Institution (2023). Beschikbaar op: https://www.whitehouse.gov/briefing-room/speeches-remarks

6 EU Chamber of Commerce in China and China Macro Group (2024). Riskful Thinking: Navigating the Politics of Economic Security. Beschikbaar op: https://www.europeanchamber.com.cn/en/riskful-thinking-report

7 WTO (2023)

9 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

Techno-industriële concurrentie

Naar het voorbeeld van het staatskapitalisme in China en de Amerikaanse Inflation Reduction Act kwam een wereldwijde subsidiewedloop op gang, die gepaard ging met protectionistische maatregelen om de binnenlandse industrie in stand te houden.

De NIPO-databank 8, die wordt beheerd door Global Trade Alert, schat dat er in 2023 meer dan 2.400 nieuwe ingrepen in het industriebeleid zijn aangekondigd of uitgevoerd, samen met 1.380 miljard dollar aan subsidies, waarvan 70% een verstorend effect heeft op de handel. Dat is drie keer zoveel als het aantal maatregelen dat voor de pandemie, in 2019, werd genomen. Bijna 30% van die 1.691 maatregelen met een verstorend effect moeten het concurrentievermogen, of, met andere woorden, de lokale industrie, beschermen. Slechts minder dan een kwart van de maatregelen is gericht op het beperken van de klimaatverandering.

De Verenigde Staten, China en de Europese Unie zijn verantwoordelijk voor bijna 50% van alle verstorende subsidies op handelsvlak in 20239 .

Staatssteun heeft een verstorend effect op de handelsrelaties omdat het het concurrentievermogen van lokale producenten en exporteurs kunstmatig

versterkt ten koste van buitenlandse concurrenten. De toename van het aantal tegenmaatregelen van WTO-leden in de afgelopen 10 jaar toont dat schadelijke effect ook aan10. In de praktijk zal de concurrentie tussen economische blokken via subsidies en de bescherming van hun industriële kampioenen de kosten van groene technologieën wellicht verhogen en de verspreiding ervan afremmen11 .

De negatieve effecten van industriële subsidies op de internationale handel en het daaruit voortvloeiende verlies aan efficiëntie zijn welbekend. Er is echter geen politieke wil onder de WTO-leden om onderhandelingen op te starten over een multilateraal kader dat staatssteun zou beperken.

Duurzaamheid

Klimaatverandering zet de overheid aan tot unilaterale duurzaamheidsmaatregelen. Hoewel de bedoelingen daarachter absoluut gerechtvaardigd zijn, hebben sommige van die maatregelen een negatief effect op de wereldhandel.

In de afgelopen jaren was de WTO getuige van een echte vloedgolf aan unilateraal milieubeleid (zie grafiek B). De gekozen instrumenten, bedoeld om het milieu te

8 New Industrial Policy Observatory (NIPO). Beschikbaar op: https://www.globaltradealert.org/reports/112

9 FDi Intelligence (2024). Industrial policies are mostly motivated by protectionism, not geopolitics. Beschikbaar op: https://www.fdiintelligence.com/content/news/industrial-policies-are-mostly-motivated-by-protectionism-not-geopolitics-83358

10 WTO (2023)

11 Adam Posen (2023). Re-globalizing subsidies for a sooner, fairer green future, WTO World Trade Report (2023)

10 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

beschermen en de groene transitie te versnellen, zijn grotendeels ontworpen zonder rekening te houden met de internationale handel. Een gebrek aan coördinatie van dat beleid op mondiaal niveau tast niet alleen de doeltreffendheid van de maatregelen aan, maar heeft ook gevolgen voor de handelspartners, die op hun beurt tegenmaatregelen zouden kunnen nemen12 .

Zo maken we ons onder meer zorgen over de exportbeperkingen voor kritieke mineralen door Indonesië en China, het ‘carbon border adjustment mechanism’ (CBAM), de ESPR-verordening (Ecodesign for Sustainable Products) van de Europese Unie en de Amerikaanse Inflation Reduction Act, die prohibitieve eisen stelt inzake lokale inhoud.

Het CBAM, het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens dat in april 2023 is aangenomen, legt kosten op voor de invoer van energie-intensieve producten in Europa en zal betrekking hebben op industrieën die blootstaan aan concurrentie van internationale markten. Simulaties suggereren dat die maatregel zal leiden tot een vermindering van de export van bepaalde ontwikkelingslanden naar de EU13. India, Brazilië en China staan allemaal kritisch tegenover het CBAM en vrezen dat het een discriminerend effect zal hebben op hun producten binnen de WTO.

Dergelijke koolstofheffingen en correctiemechanismen aan de grens brengen aanzienlijke nalevingskosten met zich mee voor bedrijven die in meerdere rechtsgebieden actief zijn, leiden tot een heroriëntatie van de toeleveringsketens en hebben een onevenredig grote impact op kleinere bedrijven14 .

Tot slot wordt het unilateraal opleggen van normen door de EU aan de rest van de wereld steeds meer veroordeeld door haar handelspartners. Zo leidt het bureaucratische en opdringerige karakter van de Europese ontbossingsverordening bijvoorbeeld tot een negatieve perceptie in Indonesië en Maleisië. Om die spanningen te verlichten, heeft de Europese Commissie samen met die landen een taskforce opgericht voor de uitvoering van de nieuwe wetgeving15

De toekomst van de vrijhandel

Internationaal handelsverkeer is essentieel voor sociaaleconomische vooruitgang. Het verhoogt de productiviteit en versnelt de verspreiding van technologie. De versnippering van de handelsstromen als gevolg van de drie bovengenoemde factoren (geopolitiek, techno-industriële concurrentie en duurzaamheid) zal aanzienlijke kosten voor bedrijven met zich meebrengen. In de komende jaren zullen die bedrijven hun weg moeten vinden in een onvoorspelbare internationale context, met tal van interventies door overheden met een directe impact op hun business.

In het licht van die ontwrichtende factoren roept de WTO op tot een ‘herglobalisering’: een gezamenlijke inspanning om de onderlinge banden, samenwerking en handel tussen naties te vernieuwen om een veilige, duurzame en inclusieve toekomst te garanderen.

12 WTO (2023)

13 WTO (2023)

14 WTO (2023)

15 Alan Beattie. Trade Secrets: The colonialist overtones of EU’s green trade crusade, Financial Times (25 april 2024). Beschikbaar op: https://www.ft.com/content/d6766577-7549-4d36-ab3d-c8cc6e09a407

11 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

KRITIEKE GRONDSTOFFEN:

GEEN SUCCESVOLLE

EUROPESE STRATEGIE ZONDER

INTERNATIONALE PARTNERS

Het is zoals Madonna in de jaren tachtig zong: “We are living in a material world”. En hier in Europa is het verzekeren van de toegang tot die materialen, en meer specifiek tot zogenaamde ‘kritieke grondstoffen’ (critical raw materials of CRM’s), van vitaal belang willen we onze ambitieuze klimaatdoelstellingen en digitale doelstellingen tijdig bereiken.

Voorbeelden van CRM’s zijn legio. Neem koper, dat wordt gebruikt in alle schone-energietechnologieën en voor elektrische bedrading. Of lithium, nikkel en kobalt, dat we terugvinden in de batterijen van elektrische wagens. Daarnaast zijn exotisch klinkende ‘zeldzame aardmetalen’, zoals neodymium, cruciaal voor de permanente magneten in windturbines en in de harde schijven van computers.

De mondiale vraag naar deze en andere CRM’s zal naar verwachting snel toenemen, vooral omdat schoneenergietechnologieën tijdens hun ontplooiingsfase veel grondstoffen vergen. Een belangrijke onzekerheidsfactor daarbij is de mogelijkheid van baanbrekende innovaties die de vraag naar bepaalde CRM’s doen afnemen1

Aan de aanbodzijde wordt de winning van CRM’s vaak gedomineerd door een handvol landen en/of een paar grote mijnbouwbedrijven. De raffinage van veel CRM’s is zelfs nog sterker geconcentreerd, vaak in één land –namelijk China. Dat brengt aanzienlijke risico's voor de toeleveringsketen met zich mee, waaronder de kans dat CRM’s door de producerende landen worden gebruikt om geopolitieke druk uit te oefenen. Op basis van een screening volgens criteria van economisch belang en van toeleveringsrisico’s, identificeerde de Europese Commissie 34 CRM’s. Daarvan worden 17 materialen als bijzonder ‘strategisch’ beschouwd, gezien hun relevantie voor de groene en digitale transitie of voor defensie- en ruimtevaarttoepassingen.

EUROPA VERSTERKT

CRM-STRATEGIE

Net als de andere economische blokken, voerde Europa zijn CRM-strategie op. De wet inzake kritieke grondstoffen (‘Critical Raw Materials Act’ - CRMA) werd in maart 2023 door de Commissie gelanceerd, als onderdeel van het bredere ‘Green Deal’-plan voor de industrie, en in maart 2024 in haar finale vorm aangenomen. De CRMA vertrekt vanuit capaciteitsdoelstellingen op EU-niveau voor de winning, verwerking en recyclage van strategische CRM’s tegen 2030 (zie de figuur hierbij). Europa wil die ambitieuze doelen halen door strategische projecten te selecteren waarvoor de procedures voor de afgifte van vergunningen worden gestroomlijnd en de financiering makkelijker wordt.

NOOD AAN BILATERALE

VRIJHANDELSAKKOORDEN MET AANDACHT VOOR KRITIEKE GRONDSTOFFEN.

De haalbaarheid en uiteindelijke doeltreffendheid van de CRMA blijft onduidelijk. Het zou in elk geval een enorme uitdaging zijn om de ontginning en verwerking van CRM’s naar Europa over te brengen: dat zou tijdrovend en duur zijn. Behalve door de bureaucratische procedures – die de CRMA probeert te verkorten – worden Europese mijnbouwprojecten vaak geblokkeerd door verzet op grond van sociale redenen, gezondheidsredenen en milieuredenen. Bovendien vereisen de combinatie van CRM-mijnbouw met lokale raffinage en de verdere verwerking in elke fase gespecialiseerde vaardigheden (die in Europa niet eenvoudig beschikbaar zijn) evenals grote hoeveelheden risicokapitaal voor de langere termijn. Ten slotte vormen ook de relatief hoge energiekosten in Europa een hindernis voor dergelijke energie-intensieve processen.

BIJDRAGE VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIË
12 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

Capaciteitsdoelstellingen ‘Critical Raw Materials Act’

(Percentages in termen van jaarlijks EU-verbruik van strategische CRM’s)

Minstens 10% uit Europese ontginning

Minstens 40% uit Europese verwerking

Minstens 25% uit Europese recyclag

Maximaal 65% van import van elk materiaal uit één enkel derde land

Kortom, de Europese beleidsmakers zullen het geduld moeten opbrengen en de middelen vinden die nodig zijn om een bloeiend lokaal CRM-ecosysteem tot stand te brengen. Lokale recyclage kan het Europese aanbod van CRM’s vergroten, maar vereist voldoende grote hoeveelheden van schone-energieproducten die het einde van hun levensduur bereiken, wat pas vanaf 2040 het geval zal zijn. Daarnaast zet Europa sterk in op fundamentele innovaties, om groene en digitale technologieën te ontwikkelen die minder kritieke grondstoffen gebruiken. Dat opent nieuwe perspectieven, maar uiteindelijk zullen dat soort technologieën ook over een relatief korte tijdspanne opgeschaald en uitgerold moeten worden. China bleek daarin heel sterk, denk maar aan zonnepanelen en elektrische wagens.

INTERNATIONALE SAMENWERKING

Een succesvolle Europese CRM-strategie moet internationaal zijn. Overeenkomstig haar mantra van 'open strategische autonomie' moet de EU open en coöperatief blijven zonder naïef te zijn. De EU zal de strategische partnerschapsovereenkomsten die ze momenteel met CRM-producerende landen sluit, moeten ondersteunen met aanzienlijke financiële hulp, rekening houdend met de eigen ambities en bezorgdheden van de partners. Waar mogelijk zal moeten worden gestreefd naar synergieën

met andere, gelijkgestemde CRM-importeurs om samen de financiële lasten van investeringen in meer robuuste, wereldwijde CRM-toeleveringsketens te dragen. En om gemeenschappelijke transparantienormen, milieunormen en sociale normen voor bedrijven die actief zijn in CRM’s vast te stellen.

Op de langere termijn lijkt het zinvol om uitgebreidere bilaterale vrijhandelsakkoorden met CRM-hoofdstukken te sluiten en het multilaterale kader voor geschillenbeslechting van de Wereldhandelsorganisatie te herstellen (lees ook het artikel ‘De Wereldhandelsorganisatie: een instelling in crisis’, p. 14), aangezien er waarschijnlijk nieuwe CRM-gerelateerde handelsconflicten zullen ontstaan.

Meer weten?

Lees: Kristel Buysse en Dennis Essers, ‘Critical raw materials: from dependency to open strategic autonomy?’, Nationale Bank van België, Economisch Tijdschrift, november 2023

https://www.nbb.be/en/articles/criticalraw-materials-dependency-open-strategicautonomy

1 Opkomende batterijtechnologieën, zoals natrium-ionbatterijen, hebben bijvoorbeeld het potentieel om de batterijmarkt voor elektrische voertuigen om te gooien door lithium en kobalt te vervangen door overvloedigere en minder dure materialen. Nieuwe technieken om goed presterende permanente magneten zonder neodymium of andere zeldzame aardmetalen te produceren, kunnen ook aan populariteit winnen.

SCAN QR
13 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

DE WERELDHANDELSORGANISATIE: EEN INSTELLING IN CRISIS

De Wereldhandelsorganisatie (WTO) gaat op dit moment door een crisisperiode als gevolg van de geopolitieke spanningen, de instrumentalisering van de handel, de klimaatverandering en de heropleving van disruptief industrieel beleid en zelfs schaamteloos protectionisme. Sommige lidstaten stellen nu de relevantie van de instelling in vraag, omdat ze niet meer opgewassen lijkt tegen die vele uitdagingen. Terecht?

Het is de WTO die, door haar rol als zenuwcentrum van het wereldhandelssysteem, onze bedrijven en hun partners in staat stelt om goederen en diensten uit te wisselen over de hele wereld. Zonder WTO-regels zou het mercantilisme1 de vrije handel zoals we die nu kennen, de bron van onze welvaart, verdringen.

HISTORISCH OVERZICHT

De WTO werd als volwaardige instelling geboren uit de goedkeuring van de Marrakech-akkoorden door 119 ondertekenende landen (december 1994). De organisatie werd formeel opgericht op 1 januari 1995 en heeft haar hoofdkantoor in Genève, Zwitserland. Na de algemene overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) van 1947 breidde ze haar toepassingsgebied uit tot de dienstensector met de goedkeuring van de algemene overeenkomst inzake de handel in diensten

(GATS) en tot de commerciële aspecten van intellectuele eigendom (TRIPS). Tot slot zag samen met de oprichting van de WTO ook het orgaan voor geschillenbeslechting (DSB of Dispute Settlement Body) het licht. Dat heeft tot taak geschillen tussen lidstaten over vermeende schendingen van handelsregels te beslechten.

DE WTO SAMENGEVAT

De WTO telt anno 2024 166 lidstaten2. Haar belangrijkste doel is om de handel zo soepel, voorspelbaar en vrij mogelijk te maken3. Sinds 1maart 2021 wordt de organisatie geleid door dr. Ngozi Okonjo-Iweala uit Nigeria. Ze is de eerste vrouw en de eerste Afrikaanse die de functie van directeur-generaal bekleedt. Haar mandaat loopt af op 31 augustus 2025.

1 Een economische doctrine die pleit voor de economische ontwikkeling van een natie door middel van buitenlandse handel, die wordt gezien als een ‘zero-sum game’, en door het voeren van protectionistisch beleid.

2 Oost-Timor en de Comoren zijn in 2024 lid geworden van de WTO.

3 WTO (2024). Mission statement. Beschikbaar op: www.wto.org

ABC INTERNATIONALE HANDEL 14 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

De WTO heeft drie hoofdactiviteiten4:

1. Multilaterale onderhandelingen voeren om handelsbelemmeringen te verminderen of weg te nemen.

2. WTO-handelsregels (goederen, diensten, intellectuele eigendom enz.) beheren en toepassen en geschillen tussen leden beslechten.

3. Het handelsbeleid van haar leden, inclusief bilaterale en regionale handelsovereenkomsten, monitoren en beoordelen.

De WTO-regels steunen op twee basisbeginselen:

1. De meestbegunstigingsclausule. Volgens de WTO-regels mogen lidstaten niet discrimineren tussen handelspartners. In de praktijk is het zo dat zodra een land een tariefbarrière verlaagt of een markt openstelt, het dat ook moet doen voor dezelfde producten of diensten van al zijn andere handelspartners. Er zijn uitzonderingen voor het sluiten van een vrijhandelsovereenkomst die alleen van toepassing is op goederen die binnen een groep (bv. de Europese Unie) worden verhandeld en om ontwikkelingslanden preferentiële toegang tot haar markt te verlenen.

2. De nationale behandeling. Dat principe voorziet in gelijke behandeling van buitenlanders en staatsburgers. Producten, diensten of octrooien die uit het buitenland worden geïmporteerd, moeten op dezelfde manier worden behandeld als producten, diensten of octrooien die in een land zijn verleend, zodra ze zijn toegelaten tot de binnenlandse markt.

De twee belangrijkste organen van de WTO zijn:

1. De ministeriële conferentie. De ministeriële conferentie is het hoogste besluitvormingsorgaan van de WTO. Die conferentie brengt de ministers van Handel van de aangesloten landen bijeen en komt in principe om de twee jaar bijeen. De ministeriële conferentie (zie kaderstuk, p. 16) is bevoegd om ‘besluiten over alle onder multilaterale handelsovereenkomsten vallende aangelegenheden te nemen’.

2. Het orgaan voor geschillenbeslechting (DSB). Een handelsgeschil ontstaat wanneer een WTO-lidstaat van mening is dat een andere partner de multilaterale regels niet naleeft. Het DSB waarborgt de voorspelbaarheid en onpartijdigheid in rechtszaken. Als de partijen bij het geschil na een raadplegingsproces geen overeenstemming bereiken, neemt een panel van experts de beslissing die vervolgens wordt goedgekeurd door de 166 lidstaten. De partijen bij de geschillen kunnen in theorie tegen die beslissing in beroep gaan bij de beroepsinstantie.

WTO STAAT VOOR ZES UITDAGINGEN

In de bijna 30 jaar van haar bestaan droeg de WTO bij aan de transformatie van de internationale economische relaties, maar vandaag de dag staat ze voor ongekende uitdagingen.

1. Normatieve functie

Met haar 166 leden is de organisatie niet langer in staat om multilaterale regels aan te nemen die unanimiteit vereisen, na het mislukken in 2011 van de negende onderhandelingsronde (Doha-ronde), die in 2001 begon. De sociaaleconomische verschillen tussen geïndustrialiseerde economieën, zoals de Europese Unie en de Verenigde Staten, en opkomende landen, zoals India, China, Brazilië, Indonesië en Zuid-Afrika, bemoeilijken de zoektocht naar een compromis aanzienlijk.

2. Hervormingen

Het onvermogen van de WTO om nieuwe regels op te stellen, verzwakte de instelling5. Tijdens de 12e ministeriële conferentie in juni 2022 werd een hervormingsproces gelanceerd. Dat moet de WTO-organen en de toezichthoudende functie versterken en de beroepsinstantie herzien. Een belangrijk punt in dat proces is het statuut dat moet worden toegekend aan opkomende machten, die profiteren van uitzonderingen op bepaalde verplichtingen gezien hun niveau van economische ontwikkeling. Het is vandaag de dag nauwelijks houdbaar dat een land als China, de op één na grootste economie ter wereld, zichzelf nog altijd als ontwikkelingsland bestempelt.

3. Beroepsinstantie

Sinds eind 2019 kan de WTO geen uitspraak doen over geschillen in tweede aanleg (beroep), omdat de Verenigde Staten de benoeming van ‘rechters’ in de beroepsinstantie blokkeren. Als gevolg van die systeemfout kunnen lidstaten geen definitieve beslissing over een geschil krijgen. Het systeem voor geschillenbeslechting speelt echter een cruciale rol bij het bemiddelen in handelsgeschillen en voorkomt dat landen die met elkaar in conflict liggen, elkaar illegale tegenmaatregelen (douanetarieven) opleggen die tot een handelsoorlog kunnen leiden.

4 WTO (2024). Missionstatement. Beschikbaar op: www.wto.org

5 Paul Krugman, Maurice Obstfled en Marc Melitz. Economie Internationale, 9e uitgave (2012), Pearson Education Inc.

15 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

4. Nationale veiligheid

De GATT (Ge ne ral Agree ment on Ta riffs and Trade) voorziet in een uitzondering op de verplichtingen van lidstaten om veiligheidsredenen: beslissingen die worden genomen onder het mom van nationale veiligheid worden niet onderzocht door het DSB. Het is die uitzondering die de regering-Trump in 2018 inriep om extra heffingen op te leggen op Europees staal en aluminium. In een context van concurrentie tussen grootmachten is dat soort rechtvaardiging de afgelopen jaren toegenomen en dreigt het de organisatie dus nog verder te verzwakken.

5. Industriële subsidies

De WTO is verantwoordelijk voor zogenaamde ‘specifieke’ subsidies, waarvan de toekenning beperkt is tot een bepaald bedrijf of een bepaalde bedrijfstak. Producten die van die subsidies genieten, kunnen te maken krijgen met corrigerende maatregelen (douanetarieven) wanneer ze door een ander land worden geïmporteerd. De WTO heeft geen betrekking op ‘niet-specifieke’ subsidies, die een hele sector van de economie bestrijken en verband houden met een bepaald industriebeleid. De enorme subsidies die worden toegekend aan industrieën in China, de Verenigde Staten en Europa vallen bijvoorbeeld niet rechtstreeks onder een multilaterale overeenkomst. Die staatssteun bevoordeelt de binnenlandse industrie en kan de concurrentie verstoren. In reactie daarop proberen de WTO-leden een gestructureerde dialoog over industriële subsidies op gang te brengen om een subsidiewedloop te vermijden.

6. Milieu

De EU en haar lidstaten besteden steeds meer aandacht aan het verband tussen handel en milieu. Die problematiek wordt behandeld door een speciale commissie binnen de WTO. De commissie werd in 1995 opgericht als forum voor dialoog en onderhandelt momenteel over de overeenkomst inzake milieugoederen6. Ze onderzoekt ook de effecten van milieumaatregelen op de markttoegang. De afgelopen maanden moest de Europese Commissie zich verdedigen tegen kritiek van partners, zoals India en China over Europese milieu-initiatieven die een impact hebben op de handel, zoals het CBAM en de verordening over ontbossing en duurzame producten.

DE MINISTERIËLE

CONFERENTIE, HET HOOGSTE BESLUITVORMINGSORGAAN VAN DE WTO

Het VBO woonde in februari 2024 de 13 e ministeriële conferentie van de WTO bij. Daar was het getuige van de groeiende invloed van opkomende landen, zoals India, Zuid-Afrika en Brazilië. Die landen staan, net zoals Indonesië, openlijk kritisch tegenover de unilaterale duurzaamheidsmaatregelen van de EU (zoals het Carbon Border Adjustment MechanismCBAM of de regels voor ontbossing), die ze als protectionistisch wegzetten. Meer in het algemeen weigerden ze discussies aan te gaan over het verband tussen handel en sociale rechten en eisten ze het behoud van verschillende nationale subsidies of vrijstellingen, vooral in de landbouwsector. Ze weigerden ook, tot op het laatste moment, om het moratorium te verlengen dat bedoeld was om de invoering van douanerechten op elektronische transmissies te voorkomen. Uiteindelijk werd het moratorium slechts een laatste keer verlengd, voor maximaal twee jaar.

Een andere vaststelling is dat de VS geen echte concessies deden om het orgaan voor geschillenbeslechting (DSB) te deblokkeren (cf. Infra). Het VBO is van mening dat een groot deel van de onderhandelingen meer gericht was op het handhaven van uitzonderingen of zelfs het uithollen van de regels dan op een hypothetische consolidatie van het ‘WTO-systeem’ om de handel soepeler te laten verlopen. Tot slot stond de blokkade van de VS in de DSB-kwestie in schril contrast met een over het algemeen constructieve houding van China.

6 WTO. Overeenkomsten over milieugoederen. Beschikbaar op: https://www.wto.org/english/tratop_e/envir_e/ega_e.htm

16 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

NIEUWS

Het internationale handelsnieuws brengt een stroom aan vaak cryptische en wisselvallige berichten. In deze rubriek ontcijferen we de jongste feiten en evoluties die van ver of dichtbij te maken hebben met de internationale activiteiten van onze Belgische ondernemingen.

1 NAAR EEN VERBOD OP MET

DWANGARBEID VERVAARDIGDE

PRODUCTEN TEGEN 2027

Op dinsdag 23 april 2024 keurde het Europees Parlement de verordening inzake dwangarbeid goed. Die nieuwe Europese wetgeving zal een aanzienlijke impact hebben op de activiteiten van ondernemingen en bijkomende administratieve lasten veroorzaken.

Concrete toepassing

De verordening is bedoeld om het op de markt brengen van met dwangarbeid vervaardigde producten tegen te gaan door middel van strikte traceerbaarheidsverplichtingen. De verordening heeft betrekking op alle ondernemingen en alle producten, ongeacht de sector, van zowel binnen als buiten de Europese Unie.

Bij een vermoeden van dwangarbeid stellen de bevoegde autoriteiten een onderzoek in. De betrokken ondernemingen moeten vervolgens gedetailleerde informatie verstrekken aan de autoriteiten. De Europese Commissie kan, met toestemming van de betrokken onderneming en de betrokken overheid, ook buiten Europa controles uitvoeren.

Laatste update: mei 2024

Als wordt bevestigd dat er in om het even welke schakel van de toeleveringsketen sprake is van dwangarbeid, wordt zowel het op de markt brengen als het exporteren van de betrokken producten verboden en moeten ze uit de Europese handel worden gehaald. De producten worden vervolgens weggeschonken, gerecycleerd of vernietigd.

Ondernemingen moeten hun toeleveringsketens dus evalueren en bijsturen om aan de nieuwe vereisten te voldoen.

NIEUWS
17 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

Impact op de ondernemingen

Deze verordening legt een zorgplicht op aan alle Europese ondernemingen, ongeacht hun omvang, en stelt de niet-naleving ervan strafbaar. Het verband met de nieuwe richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (CS3D) is momenteel niet eenduidig.

Tijdens hun onderzoeken houden de bevoegde autoriteiten rekening met verschillende op risico’s gebaseerde criteria, wat de administratieve impact zal verminderen:

• de omvang van de vermeende dwangarbeid;

• de hoeveelheid of het volume van de producten die op de Europese markt worden gebracht;

• het aandeel van de betrokken componenten in het eindproduct;

• en de nabijheid van gebieden met een risico op dwangarbeid.

De implementatie van de verordening zal voor ondernemingen bijkomende administratie met zich meebrengen. Om kmo’s te ondersteunen bij het naleven van de nieuwe vereisten worden specifieke hulpmiddelen, zoals een databank over de risico’s van dwangarbeid en een netwerk voor informatieuitwisseling, opgezet.

Volgende stappen

De verordening moet nu formeel worden goedgekeurd door de Raad van de EU en zal vervolgens, voor of na de zomer van 2024, worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. In de EU-lidstaten moet de regelgeving binnen drie jaar van toepassing zijn, dat wil zeggen in het tweede of derde kwartaal van 2027.

Meer details over de verordening vind je hier:

https://www.europarl.europa.eu/doceo/ document/TA-9-2024-0309_NL.html

2 VERSTERKTE EUROPESE ECONOMISCHE VEILIGHEID:

VIJF NIEUWE INITIATIEVEN

Waakzaamheid is het sleutelwoord voor de Europese Unie (EU). Op 24 januari 2024 keurde de Commissie vijf initiatieven goed om de economische veiligheid van de Unie te versterken tegen de achtergrond van toenemende geopolitieke spanningen en ingrijpende technologische veranderingen. Het VBO volgt de implementatie van dat nieuwe pakket maatregelen, dat gevolgen zal hebben voor bedrijven, nauwlettend op.

Wat is de bedoeling?

De initiatieven maken deel uit van de strategie voor economische veiligheid die de Europese Commissie in juni 2023 publiceerde. Die is erop gericht de risico’s die samenhangen met bepaalde economische stromen zoveel mogelijk te beperken, met behoud van openheid voor handel, investeringen en onderzoek. Die openheid moeten we absoluut in stand houden om onze internationale partnerschappen te diversifiëren en de goede werking van de interne markt te garanderen.

Drie grote assen: promotie, bescherming, partnerschappen

De strategie wordt uitgevoerd door de interne markt te versterken, strategische afhankelijkheden te verminderen, nieuwe regelgevende instrumenten in te voeren en de internationale samenwerking te verbeteren. Om daartoe te komen, pleit het VBO voor een proportionele aanpak, gebaseerd op een objectieve inschatting van de risico’s, waarbij op structurele manier wordt overlegd met de privésector.

De strategie wordt uitgevoerd door de interne markt te versterken, strategische afhankelijkheden te verminderen, nieuwe regelgevende instrumenten in te voeren en de internationale samenwerking te verbeteren. Om daartoe te komen, pleit het VBO voor een proportionele aanpak, gebaseerd op een objectieve inschatting van de risico’s, waarbij op structurele manier wordt overlegd met de privésector.

SCAN QR
18 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

Vijf initiatieven

Het pakket van 24 januari bevat vijf nieuwe initiatieven1:

1 Herziening van het Europees kader voor het screenen van buitenlandse investeringen (wetgevingsvoorstel);

2 Raadpleging van lidstaten en stakeholders over de potentiële risico’s van uitgaande investeringen (witboek);

3 Versterking van de Europese coördinatie van uitvoercontroles op goederen voor tweeërlei gebruik (witboek);

4 Versterking van de veiligheid op het gebied van onderzoek (wetgevingsvoorstel);

5 Steun voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van technologieën voor tweeërlei gebruik (witboek).

VIER RISICOCATEGORIEËN

De Europese Commissie identificeert vier risicocategorieën:

– de veerkracht van toeleveringsketens, waaronder energiezekerheid;

– de fysieke en cyberveiligheid van kritieke infrastructuur;

– de veiligheid van technologie en het weglekken van technologie;

– de inzet van economische afhankelijkheid als wapen of economische dwang.

Samen met de lidstaten zal de Commissie in de loop van 2024 verder onderzoek doen naar de risico’s voor kritieke toeleveringsketens. De Raad van de EU zal die risico’s vervolgens elke zes maanden opnieuw beoordelen.

1 https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/IP_24_363

VIER TECHNOLOGIEGEBIEDEN

Vier technologiegebieden met een hoog risico krijgen de komende maanden prioriteit: – geavanceerde halfgeleiders; – artificiële intelligentie; – kwantumtechnologieën; – biotechnologieën.

We mogen niet vergeten dat die technologieën voortdurend evolueren. Het opstellen van een lijst moet volgens het VBO gepaard gaan met regelmatig overleg met de privésector. Daarnaast moet de lijst regelmatig worden geüpdatet.

19 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

3 CS3D: CRUCIALE UITDAGING

VOOR BEDRIJVEN1

De Europese richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (CS3D) werd op 24 april 2024 aangenomen door het Europees Parlement en definitief bevestigd door de Raad van de EU op 24 mei 2024. De richtlijn introduceert uitgebreide due diligenceverplichtingen voor Europese en buitenlandse bedrijven binnen hun activiteitenketen. De toepassing brengt zware administratieve lasten met zich mee voor de betrokken bedrijven.

Waarover gaat het?

De CS3D legt bedrijven naargelang het aantal werknemers en de totale omzet verplichtingen op om de mogelijke negatieve effecten van hun commerciële activiteiten op zowel het milieu als de mensenrechten te beperken. Elk betrokken bedrijf zal daarom een zorgplichtsysteem moeten invoeren doorheen de hele activiteitenketen.

Bedrijven zullen dus de impact van hun directe activiteiten en die van hun dochterondernemingen en partners in de activiteitenketen moeten onderzoeken en documenteren. Er wordt specifiek rekening gehouden met uitdagingen als kinderarbeid, dwangarbeid, broeikasgasuitstoot en mensenrechtenschendingen.

Wat betekent dat voor de bedrijven?

In de huidige versie zal de richtlijn vooral invloed hebben op bedrijven met meer dan 1.000 werknemers en een totale omzet van meer dan 450 miljoen euro, en zal ze een aanzienlijk cascade-effect hebben op alle Europese en niet-Europese bedrijven die actief zijn op de EU-markt. Uiteindelijk zullen alle bedrijven, zelfs de bedrijven die niet rechtstreeks onder het huidige toepassingsgebied vallen, op een bepaald moment niet-financiële informatie moeten verstrekken aan hun klanten of financiële instellingen.

Die nieuwe verplichtingen, in combinatie met ESG-rapportage (zie CSRD) en andere EU-verordeningen, zoals het verbod op het op de markt brengen van met dwangarbeid vervaardigde producten, zullen leiden tot een aanzienlijke toename van de administratieve lasten. Het is voor de betrokken bedrijven van cruciaal belang om nu al de gevolgen van die richtlijn voor hun activiteiten in te schatten en passende actieplannen op te stellen.

Niet-naleving van de verplichtingen kan leiden tot sancties van de bevoegde nationale autoriteiten, waaronder boetes die kunnen oplopen tot 5% van de totale omzet.

HOE BEGIN JE ERAAN?

Om bedrijven te helpen met hun duurzaamheidsrapportage en hun vragen te beantwoorden, publiceerde het VBO twee e-guides. Een gids, die we opstelden in samenwerking met PwC en het IBR (Instituut van de Bedrijfsrevisoren) is bedoeld voor grote ondernemingen. De tweede gids , een samenwerking met Agoria en BDO, richt zich naar de Belgische kmo’s.

En daarna?

Met de goedkeuring door de Raad van de EU op 24 mei zal ze in de komende weken gepubliceerd worden in het Publicatieblad van de EU en treedt ze twintig dagen later in werking. Lidstaten hebben vervolgens twee jaar de tijd om de richtlijn om te zetten in nationaal recht.

De wetgeving zal in verschillende fasen worden geïmplementeerd. De eerste bedrijven, met meer dan 5.000 werknemers en een omzet van meer dan 1,5 miljard euro, zullen de nieuwe regels medio 2027 moeten toepassen.

Voor alle 27 lidstaten, waaronder België, komt het erop aan om de richtlijn getrouw om te zetten. Als dat niet gebeurt, lopen we het risico dat de interne markt verder versnippert.

1 Artikel geschreven op basis van de informatie beschikbaar op 24/5/2024

20 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

NIEUWE EU-SANCTIES TEGEN RUSLAND

De Europese Unie nam haar 12e en 13e pakket sancties tegen Rusland aan. Die maatregelen zijn gericht op sectoren van de Russische economie met een hoge toegevoegde waarde. Bovendien kunnen de Europese autoriteiten daarmee sterker optreden tegen het omzeilen van sancties.

12e SANCTIEPAKKET

De belangrijkste maatregelen in het 12e pakket (december 2023) hebben betrekking op: – een verbod op de invoer, aankoop of overdracht van diamanten uit Rusland; – de toevoeging van 29 nieuwe entiteiten aan de lijst van personen, entiteiten en organisaties die rechtstreeks steun verlenen aan het militairindustrieel complex van Rusland; – de uitbreiding van het verbod op de doorvoer van goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik die vanuit de EU via Russisch grondgebied naar derde landen worden uitgevoerd; – de implementatie van het mechanisme voor het olieprijsplafond.

Twee bepalingen verdienen extra aandacht:

1 De niet-naar-Ruslandclausule1: sinds 20 maart 2024 zijn EU-exporteurs verplicht om in hun handelsbetrekkingen met partners uit derde landen de wederuitvoer naar Rusland en de wederuitvoer voor gebruik in Rusland van bijzonder gevoelige goederen en technologieën contractueel te verbieden. De betrokken goederen zijn: verboden voorwerpen die worden gebruikt in Russische militaire systemen die op het slagveld in Oekraïne werden aangetroffen of die cruciaal zijn voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van die Russische militaire systemen, alsook luchtvaartgoederen en wapens.

In een begeleidend document van 22 februari 2024 publiceerde de Europese Commissie een modelclausule die zou voldoen aan het verbod op wederuitvoer.

2 Diensten tussen groepen2: de automatische vrijstelling voor het verlenen van diensten tussen groepen (IT, financieel, audit, technische bijstand enz.) door een Europese entiteit uit de EER3 of uit een partnerland4 voor het exclusieve gebruik van hun Russische dochterondernemingen, loopt af op

20 juni 2024. Vanaf die datum zullen de betrokken entiteiten een individuele vergunning moeten krijgen van de nationale autoriteit om diensten binnen de groep te blijven verlenen. De FOD Economie is de bevoegde autoriteit voor vergunningsaanvragen in België.

13e SANCTIEPAKKET

Op 23 februari 2024 nam de EU haar 13e pakket sancties tegen Rusland aan. Dat pakket maatregelen is bedoeld om de toegang van Rusland tot militaire technologieën verder te beperken en om nieuwe bedrijven en personen toe te voegen aan de lijst van bedrijven en personen die betrokken zijn bij de Russische oorlogsinspanningen. Het doel van die nieuwe maatregelen is om te voorkomen dat Rusland gevoelige westerse technologieën en essentiële droneonderdelen voor zijn leger in handen krijgt.

Het sanctiepakket voegt 27 Russische bedrijven en bedrijven uit derde landen toe aan de lijst van entiteiten die al in 2014 werden geviseerd, namelijk entiteiten die banden hebben met het Russische militair-industriële complex, waaronder vier bedrijven geregistreerd in China en zes bedrijven geregistreerd in respectievelijk Kazachstan, India, Servië, Thailand, Sri Lanka en Turkije5

Voor meer informatie kunt u terecht op de website van de Raad en de FOD Economie

1 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/ PDF/?uri=CELEX:02014R0833-20240224, artikel 5n (p. 70) artikel 12g (p. 85)

2 Artikel 5n, Verordening nr. 833/2014 van de Raad (EU)

3 Europese Economische Ruimte (EER): de partijen van de EER zijn Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.

4 Bijlage VIII, Verordening nr. 833/2014 van de Raad (EU): US, UK, JP, KR, CA, NZ, AU, NO en CH.

5 Verordening - 833/2014 - NL - EUR-Lex (europa.eu)

ADVIES AAN DE EXPORTEUR
SCAN QR SCAN QR
21 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

ACTIES VAN

HET VBO

Het VBO is heel actief op het gebied van economische diplomatie, zowel in het buitenland (in het kader van staatsbezoeken en economische missies) als in België. Zo stimuleert het de contacten tussen de Belgische bedrijfswereld en buitenlandse overheden en onderhoudt het nauwe banden met de diplomatieke wereld in Brussel en in het buitenland.

NOVEMBER 2023 –ONTMOETING TUSSEN DIPLOMATEN EN ONDERNEMERS

Op 10 november 2023 organiseerden het VBO en de werkgeversorganisaties UWE, Voka en Beci in het Egmontpaleis het jaarlijkse netwerkevenement voor diplomaten en ondernemers. Dat evenement, dat werd georganiseerd in het kader van de ‘diplomatieke dagen’, is dé gelegenheid om meer te weten te komen over het ondernemingsklimaat in het buitenland. René Branders, voorzitter van het VBO, wees er op het belang van internationale handel en de impact van Belgische ondernemingen op de wereldwijde groei, vooral buiten Europa.

22 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

DECEMBER 2023 – STAATSBEZOEK AAN DUITSLAND

Van 5 tot 7 december 2023 bracht het Belgische vorstenpaar een staatsbezoek aan Duitsland. Het werd daarbij vergezeld door een Belgische delegatie waar ook René Branders, voorzitter van het VBO, deel van uitmaakte. Met het oog op de huidige economische uitdagingen organiseerde het VBO ook een Belgisch-Duits

CEO-rondetafelgesprek rond concurrentievermogen, veerkracht en innovatie. De focus lag op het belang van samenwerking om gemeenschappelijke obstakels te overwinnen en van innovatie als concurrentievoordeel in een groene en digitale economie.

JANUARI 2024 – ONTMOETING MET DE AMBASSADEUR VAN LUXEMBURG

Op 12 januari 2024 ontving het VBO Jean-Louis Thill, ambassadeur van het Groothertogdom Luxemburg in België. Het doel was om de balans op te maken van de bilaterale relatie tussen onze beide landen.

23 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

JANUARI 2024 – BEZOEK VAN DE CANADESE AMBASSADEUR

Op 12 januari 2024 ontving het VBO Alain Gendron, ambassadeur van Canada in België. Die ontmoeting was de gelegenheid om het belang van de overeenkomst tussen de EU en Canada (CETA) als economische motor opnieuw te benadrukken.

FEBRUARI 2024 – VBO IN ABU

DHABI VOOR DE

13e MINISTERIËLE CONFERENTIE VAN DE WTO

Het VBO nam samen met BusinessEurope en een aantal nationale werkgeversfederaties deel aan de 13e Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Abu Dhabi. We onderstreepten er onze steun

voor multilateralisme en een internationale handelsorde op basis van rechtvaardige regels, en toonden ons tegelijk voorstander van een sterkere mondiale governance van handels- en investeringsstromen.

24 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

MAART 2024 – VBO VERWELKOMT

STAGIAIRS-DIPLOMATEN

Op 1 maart 2024 deelde het VBO zijn initiatieven en visies op een aantal nationale, Europese en internationale beleidsdomeinen met stagiairs-diplomaten van de FOD Buitenlandse Zaken. Dankzij die jaarlijkse ontmoeting met de stagiairs-diplomaten versterken we onze relatie met het Belgische diplomatieke korps.

MAART 2024 – VBO ONTVANGT

ENRICO LETTA

Voormalig Italiaans premier Enrico Letta nam op 28 maart 2024, tijdens de Raad van bestuur van het VBO, deel aan de besprekingen over de belemmeringen waarmee onze ondernemingen op de interne markt worden geconfronteerd. Zijn deelname vond plaats in het kader van de publicatie van zijn ‘High-Level Report on the future of the Single Market’.

MAART 2024 –

BUSINESSEUROPE BESPREEKT

EU-VS-RELATIES OP HET VBO

Op 13 maart 2024 kwamen de directeuren-generaal van de werkgeversfederaties die lid zijn van BusinessEurope voor hun halfjaarlijkse vergadering samen op het VBO. Pieter Timmermans, CEO van het VBO, en Mark Gitenstein, ambassadeur van de VS bij de EU, namen actief deel aan de besprekingen, met name over een aantal dossiers in verband met het huidige Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU.

25 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

APRIL 2024 – STAATSBEZOEK VAN LUXEMBURG AAN BELGIË

Van 16 tot 18 april 2024 brachten de groothertog en groothertogin van Luxemburg een staatsbezoek aan België. Op 17 april openden de koning en de groothertog in het Egmontpaleis in Brussel het Economisch Forum, dat met de steun van het VBO werd georganiseerd door de Luxemburgse Kamer van Koophandel. Pieter Timmermans, CEO van het VBO, wees op de nauwe banden tussen beide landen en het belang van het Luxemburgse bezoek voor het versterken van de economische samenwerking.

APRIL 2024 –EUROPEES LIJSTTREKKERSDEBAT

Op 18 april brachten het VBO en de technologiefederatie Agoria, met de steun van verschillende andere federaties, de lijsttrekkers en kandidaten van de verschillende Belgische partijen voor de Europese verkiezingen in juni

2024 samen voor een levendig debat over de Europese Unie en de gevolgen van haar beleid voor burgers en bedrijven.

26 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

APRIL 2024 – PLATFORM INTERNATIONAL OVER ECONOMISCHE VEILIGHEID

Op 22 april kwam het Platform International van het VBO, onder voorzitterschap van Jan Grauls, bijeen. Op de agenda: de economische veiligheid op Belgisch, Europees en internationaal niveau. Zowel leden van onze sectorfederaties, ondernemingen en andere werkgeversorganisaties, als vertegenwoordigers van de federale en regionale overheden namen aan die vergadering deel. Ze bespraken er de huidige economische risico’s en de initiatieven van de overheden om die tegen te gaan en onderzochten de mogelijke impact op de internationale handel.

27 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024

LEDEN-SECTORFEDERATIES

VAN HET VBO

Samen met zijn leden-sectorfederaties werkt het VBO hard om de belangen van onze ondernemingen die internationaal actief zijn te behartigen. En ondernemend België op de hoogte te houden van de geopolitieke dynamiek, nieuwe Europese en supranationale regelgeving, bi- en multilaterale verdragen, … die een belangrijke impact hebben op onze internationale handelsactiviteiten.

EFFECTIEVE LEDEN

BEDRIJFSGROEPERING ZANDGROEVEN

TOETREDENDE LEDEN

MEMBRES
Voucher Issuers Association
28 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

HET COMPETENTIECENTRUM EUROPA & INTERNATIONAAL

Het competentiecentrum (CC) Europa & Internationaal van het VBO verzorgt de redactionele inhoud van deze nieuwe Focus International Trade, dat eens per semester verschijnt.

HET TEAM

Olivier Joris Executive Manager

Benoit Monteyne Eerste Adviseur

Thomas Julien Adviseur

HET VBO SPEELT EEN ACTIEVE ROL IN DIVERSE FACETTEN VAN DE INTERNATIONALE HANDEL. OP ONZE AGENDA STAAN ONDER ANDERE:

• het permanent waken over de goede werking van de interne Europese markt;

• de follow-up van het Europees handelsbeleid;

• de promotie van vrijhandelsakkoorden bij ondernemingen;

• de opvolging van de handelsspanningen en hun impact;

• het beschermen van de investeringen van onze ondernemingen in het buitenland, en omgekeerd, van de buitenlandse investeringen in ons land;

• de organisatie van tal van activiteiten inzake economische diplomatie , waaronder de actieve deelname aan staatsbezoeken en economische missies.

HET COMPETENTIECENTRUM
29 | FOCUS INTERNATIONAL TRADE LENTE 2024
30 FOCUS INTERNATIONAL TRADE | LENTE 2024

FOCUS INTERNATIONAL TRADE

Semestriële uitgave van het Verbond van Belgische Ondernemingen

REDACTIE

Céline Carrabetta, Olivier Joris, Thomas Julien, Benoit Monteyne

EINDREDACTIE

Johan Van Praet, Anne Michiels

VERTALING

Vertaaldienst VBO

PUBLICATIEVERANTWOORDELIJKE

Stefan Maes

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Stefan Maes, Ravensteinstraat 4, 1000 Brussel

Publicatiedatum: 17 juni 2024

Cette publication est également disponible en français

Deze publicatie kunt u ook lezen op www.vbo.be > Publicaties

ISSN 2736-4437

Het VBO, dé stem van de ondernemingen in België, staat – via een 40-tal lidbedrijfsfederaties – voor meer dan 50.000 kleine, middelgrote en grote ondernemingen die 75% van de tewerkstelling in de private sector voor hun rekening nemen. Onze leden zorgen voor 80% van de export en creëren 2/3 van de toegevoegde waarde in ons land. Als enige overkoepelende interprofessionele werkgeversorganisatie vertegenwoordigen we ondernemingen uit de drie gewesten van ons land.

Lees onze recentste publicaties op website www.vbo.be

+50.000 kleine, middelgrote en grote ondernemingen 75%

van de tewerkstelling in de privésector

2/3

van de toegevoegde waarde

94,2% van het Belgische bbp in 2022 is afkomstig van UITVOER...

...waarvan72% naar EUROPESE LANDEN

3 gewesten

Kompas bij uitstek voor de ondernemingen in België

de stem van de ondernemingen in België JAAR +

WWW.VBO-FEB.BE 1895 2020

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.