Vermeylenfonds zet de kracht van taal, geletterdheid en culturele expressie in om de inclusieve samenleving te versterken. Jij vertelt in je introductiefilmpje dat taal jou ook beweegt, is dat altijd zo geweest? Esohe Weyden: “Ik ben altijd gefascineerd geweest door taal. Ik
was een boekenwurm als kind en verslond vooral romans. Met de inspiratie die ik uit romans haalde, schreef ik kleine tekstjes: gedichten. Dat voelde juister aan voor mij: puzzelen aan kleine mooie brokjes taal, stukjes poëzie, eerder dan een volledige roman schrijven. Ik heb altijd in dichtvorm gewerkt. Toen ik 16 was, leerde ik via een workshop van Yannick Moyson op school spoken word kennen. Dat was echt een eye-opener want toen bleek dat ik ook iets kon doen met die schrijfsels. Alles leek te kloppen: ik kon mijn poëzie nu ook op een podium brengen. Niemand wist dat ik schreef. Ik vertelde dat niet rond, gedichten schrijven was niet cool. Voor mij was het meer zoals een dagboek, waarin ik observaties schreef. De spoken word wereld was er één die ik nog niet kende. Maar blijkbaar stond die wereld wel open voor iets wat ik in de privacy van mijn kamer deed. Nu was ik op school altijd al een podiumbeest. Ik was zeer actief tijdens culturele activiteiten. Als er iets te doen was, was ik er gegarandeerd bij. Ik heb nooit podiumvrees gehad. Het klopte dus wel, die combinatie van dichten en performen. Die introductie heeft grote impact gehad. Ik schrijf graag, ik perform graag. Alles kwam samen, het voelde alsof ik mezelf plots kon benoemen. Ik ben dan begonnen met open mics, heb het veld wat leren kennen, heb naam gemaakt en nu maak ik er mijn beroep van.” Je bent ook nog student. Hoe komt het dat je gekozen hebt om Rechten te studeren en niet bijvoorbeeld Taal - en letterkunde, zoals je zou verwachten?
“Tijdens het middelbaar volgde ik de richting Latijn-Wetenschappen. Via het Latijn ben ik terecht gekomen bij Romeins Recht, wat ik zeer interessant vond. Ik was erg goed in wetenschappen en ook wiskunde vond ik heel fijn. Ik hou ervan te denken binnen een vast kader. Bij wiskunde zijn er regels die je moet volgen en die je kan verifiëren. Het klopt of het klopt niet. Recht gaf me dat gevoel ook. Er zijn bepaalde kaders, waarbinnen je moet denken. Je hebt tools en handvaten. Er is een stappenplan dat je bijna als een automatisme doorloopt. Ik vond het op die manier een beetje vergelijkbaar met wiskunde. Uiteraard niet zo exact, of één op één zoals in wiskunde, maar ik vond wel een bepaalde rust in regels, in die helderheid.
©Jonathan Ramael
BIO Esohe Weyden is een dichteres met een grote liefde voor spoken word. Ze is de campusdichter van Universiteit Antwerpen, waar ze tevens masterstudente rechten is. Ze presenteert verschillende literaire evenementen, waaronder ‘Mensen zeggen dingen’ in Antwerpen en Gent, en werkt ook als stadsreporter voor ATV. In 2019 werd ze verkozen tot Laureaat van de Kunst en sleepte ze een van de Cultuurprijzen voor verdienstelijke Deurnenaars in de wacht. Ze bracht haar poëzie al op de meest uiteenlopende planken, van klassieke podia als Arenberg en Vooruit tot festivals als de Gentse Feesten en Pukkelpop. In 2021 opende ze het burgerlijk defilé van de Nationale Feestdag met een gedicht en was ze een van de ambassadeurs van de Jeugdboekenmaand. In februari 2022 debuteerde ze met haar dichtbundel Tussentaal bij Uitgeverij Vrijdag.
7 STANDPUNTEN