september 2014 # 28 | jaargang IX | www.verrekijkers.org
VERREKIJKERS jouw focus op de wereld! DEEL 1 VAN ONZE NIEUWE REEKS
MILLENNIUMDOELSTELLINGEN
SLAAGT DE WERELD IN 2015? HET VERREKIJKERS-RAPPORT
ARABISCHE LIEFDE
CH EC K
N EW !
OU TT HE EN GL IS H
CO LU MN
Kan interculturele liefde de wereld verbeteren?
INHOUDSTAFEL 4 NIEUWE REEKS: MILLENNIUMDOELEN
MILLENNIUMDOELSTELLINGEN: SLAAGT DE WERELD IN 2015? HET VERREKIJKERS RAPPORT
8 INTERVIEW
ARABISCHE LIEFDE
13 ORGANISATIE IN DE KIJKER
KOFFIEKLAP
15 OOK GETEST OP STUDENTEN
NAOMI GAAT KRINGEN
16 DE WERELD ANDERS BEKEKEN
SERVIË KOPJE ONDER
19 REISCOLUMN
- OOST, WEST ALLEBEI BEST!
20 FOTOREPORTAGE CONGO
IMPRESSIE VAN EEN IMMERSIE
23 OOGGETUIGE
EEN VROUW IN INDIA: TO BE OR NOT TO BE
26 DOSSIER: MILLENNIUMDOELEN
ALS JE DOOR DE BOMEN HET BOS NIET MEER ZIET
29 RECEPT MET RESPECT
BANANENBEIGNETS
30 DOSSIER: MILLENNIUMDOELEN
MET 11.11.11 NAAR DE FILIPPIJNEN
32 THE INTERNATIONAL CORNER
FROM THE PARADISE ISLAND TO THE EUROPEAN CITY
34 CULTUURAGENDA
Maandag 3 november 2014 Universiteit Antwerpen, R124 Rodestraat 14, 2000 Antwerpen Vertoning om 19u30
manier licht Majd probeert op een unieke wereld. che bis Ara de te scheppen in avond! che bis Ara een aar Kom en erv
2 ― Verrekijkers
Tekst: Charlotte Lievens
GOEDE VOORNEMENS Elk begin start met goede voornemens. De VNlidstaten begonnen dan ook met de Millennium Development Goals bij de aanvang van het tweede millennium. Hun doel: de armoede in de wereld halveren tegen 2015. Maar hoe begin je hieraan? Op welke manier bereik je miljarden mensen over de hele wereld om hun dagelijkse leven te verbeteren? We zijn nu in de tweede helft van het jaar 2014. De tijd dringt en alle doelen zijn zeker nog niet bereikt. Verrekijkers Magazine neemt deze situatie onder de loep: welke landen zullen de Millenniumdoelen halen en welke niet? Via studenten uit het Antwerpse krijgen we een idee hoe het er in landen zoals India en Nicaragua aan toegaat. Ook het hoofd van
UNICEF Antwerpen ging naar de Filippijnen om projecten ter plaatsen op te volgen. Hiertegenover laat Arabische Liefde de andere kant van conflictlanden zien: mensen zouden bijna vergeten dat er liefde bestaat in moeilijke tijden. Kortom Verrekijkers Magazine is net als jij alweer klaar voor een nieuw academiejaar met goede voornemens. Verrekijkers presenteert je graag porties over onze huidige globalisering als lekkere pauze tussen het studeren. Laat je leiden door je curiositeit en leer bij. Leven is leren!
WIL JE REAGEREN OP EEN ARTIKEL, ADVERTEREN OF GRAAG EEN ABONNEMENT NEMEN (10 EURO VOOR ÉÉN JAARGANG)? STUUR GERUST EEN MAIL NAAR INFO@VERREKIJKERS.ORG.
WWW.VERREKIJKERS.ORG WWW.FACEBOOK.COM/VERREKIJKERS WIJ ZOEKEN ENTHOUSIASTE FOTOGRAFEN!
WIJ ZOEKEN CREATIEVE ILLUSTRATOREN!
Ken je het verschil tussen 300 dpi en 72 dpi? Heb je oog voor detail en compositie? Wil je graag op reportage om portretten te maken? Dan ben jij onze fotograaf!
Maak je leuke tekeningen of grappige cartoons? Druk je je liever uit in beelden dan in tekst? Of vind je het een uitdaging om complexere materie te illustreren? Heb je er altijd al van gedroomd om een infographic te maken? Dan willen wij bij Verrekijkers Magazine graag met je samenwerken.
Bij Verrekijkers Magazine kom je te weten hoe een echt tijdschrift tot stand komt. Afspraken maken, deadlines respecteren, omgaan met kritiek en correcties… Je kan bij ons ongedwongen ervaring opdoen. Bovendien wordt je werk vier keer per jaar professioneel gedrukt en gelezen en bekeken door de studenten en professoren van de UA. HOOFDREDACTIE: Charlotte Lievens REDACTIE: Diede Verbart, Eliane Maes, Josefien Voets, Julie De Meester, Laila Hamja, Laura Claessens, Lenie Hollants, Naomi Vandenbroeck, Petia Minnebach, Saskia Rademaker,
Syren Korthouwer EINDREDACTIE: Janus Verrelst, Lorien Verachtert, Tomas Ooms LAY-OUT: Christophe Clarijs, Wouter Moons BOEKHOUDING: Felix Coppieters
Stuur een mailtje naar info@verrekijkers.org en gaan we gaan voor een beter Verrekijkers Magazine én een boeiende en unieke leerervaring.
WEBMASTER: Tomas Ooms VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Janus Verrelst
MET DE STEUN VAN:
vzw
Gedrukt op papier met ecolabel.
Verrekijkers ― 3
NIEUWE REEKS: MILLENNIUMDOELEN
D
e millenniumdoelstellingen, ook wel United Nations Millennium Development Goals (UNMDG) genoemd, richten zich op het uitbannen van wereldwijde armoede. In september 2000 werden door regeringsleiders van 189 landen de United Nation Millennium Declaration ondertekend. Daarmee verbonden zij zich aan het behalen van de doelstellingen. De millenniumdoelstellingen zijn onderverdeeld in 8 doelen, die in
2015 moeten worden behaald. We zijn nu halverwege 2014, dus Verrekijkers Magazine onderzoekt! De voortgang van de doelen wordt gemeten ten opzichte van de situatie in 1990. Aan de hand van grafieken en een wereldkaart wordt beter in beeld gebracht welke landen er goed op weg zijn de millenniumdoelen in 2015 te halen. Iedere twee jaar publiceert de Verenigde Naties een rapport met daarin de voortgang van de millenniumdoelstellingen. Daarin
8 MILLENNIUMDOELSTELLINGEN 1 HET UITBANNEN VAN EXTREME ARMOEDE EN HONGER HET BEREIKEN VAN EEN UNIVERSELE BASISEDUCATIE Verrekijkers #29
Gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen Kindersterfte tegengaan Verrekijkers #30
Het tegengaan van moedersterfte Het uitbannen van hiv/aids, malaria en andere ziekten Verrekijkers #31
De bescherming van een duurzaam leefmilieu Het ontwikkelen van een wereldwijde samenwerking voor ontwikkeling 4 ― Verrekijkers
DOEL
IN DIT NUMMER
HET UITBANNEN VAN EXTREME ARMOEDE EN HONGER
Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft, daalde van 1,8 miljard in 1990 naar 1,4 miljard in 2005. In dezelfde periode daalde het percentage mensen dat leeft onder de absolute armoedegrens van 1,25 dollar per dag van 41,7 procent naar 25,7 procent. Wanneer de daling van de armoede in dit tempo doorgaat, dan wordt het millenniumdoel voor het halveren van armoede in 2015 behaald.
De vooruitgang is echter ongelijk verdeeld over de regio’s. In Azië daalde de armoede sterk, van 56 procent in 1990 naar 18 procent in 2005. Dit is grotendeels te danken aan de snelle economische groei in China, waar 475 miljoen mensen uit de armoede zijn geraakt. In andere regio’s daalde het aantal armen langzamer. Vooral in Afrika en sommige landen in Azië wordt het halen van dit millenniumdoel moeilijk, ondermeer door de stijgende kosten van voedsel en energie. In de meeste onderontwikkelde regio’s steeg het absolute aantal armen extreem. In Afrika nam het aantal mensen dat leeft onder de armoedegrens toe met 100 miljoen. India bracht weliswaar het
armoedepercentage terug van 51 naar 42 procent, maar door de groei van de bevolking steeg het aantal armen tussen 1990 en 2005 toch met 20 miljoen. Wanneer deze trend doorgaat, dan zullen in 2015 nog altijd 1 miljard mensen in extreme armoede leven, ondanks de sterke relatieve daling. In 2007 had 77 procent van de mannen en 49 procent van de vrouwen in ontwikkelingslanden betaald werk. Voor miljoenen mensen zijn de inkomsten uit werk minder dan 1 dollar per dag. Zij behoren tot de “werkende armen”. In Afrika valt meer dan de helft van de werkers in deze categorie.
Tussen 1990 en 2006 is er een matige vooruitgang geboekt in het bestrijden van honger. Het aantal ondervoede kinderen daalde van 33 naar 26 procent. De vooruitgang staat echter onder druk door de wereldwijde stijging van voedselprijzen. De armen worden het meest door deze prijsstijging getroffen. Zowel in Afrika als Azië is het aantal ondervoede kinderen op het platteland veel hoger dan in de stedelijke gebieden. w
Tekst: Syren Korthouwer
worden alle doelstellingen besproken en worden de feiten weergegeven. De projecten die hebben gewerkt worden belicht, maar ook wordt er gekeken naar projecten die nog extra aandacht verdienen om ze te doen slagen. Door de hoeveelheid aan informatie heeft Verrekijkers Magazine besloten om steeds twee doelstellingen te behandelen. We beginnen met de eerste twee doelstellingen.
SLAAGT DE WERELD IN 2015? HET VERREKIJKERS-RAPPORT DOEL
2
HET BEREIKEN VAN EEN UNIVERSELE BASISEDUCATIE
In ontwikkelingslanden gaat 88 procent van de kinderen naar school. In 1991 was dat nog 80 procent. Het aantal kinderen dat niet naar school gaat, daalde van 103 miljoen in 1999 tot 73 miljoen in 2006. Politieke wil van overheden en gerichte steun van donoren droegen bij aan dit succes.
In Afrika is het percentage schoolgaande kinderen het laagste, met 71 procent. Dat betekent dat 38 miljoen kinderen in deze regio niet naar school gaan. Sinds het begin van deze eeuw stijgt de instroom echter sterk. In Zuid-Azië gaan 18 miljoen kinderen niet naar school. Voornamelijk kinderen uit de armste huishoudens blijven thuis.
KWALITEIT ONDERWIJS ONDER DRUK
Het bereiken van universele basiseducatie houdt meer in dan het vergroten van de instroom in het onderwijs. Ook de kwaliteit van de lessen is van belang, evenals het voltooien van de basisschool. Het aantal kinderen in ontwikkelingslanden dat de basisschool afmaakt, steeg van 79 procent in 1999 naar 85 procent in 2006. In veel ontwikkelingslanden, zowel in Afrika als in Azië, staat de kwaliteit van het onderwijs onder druk, door de snel voller wordende klassen. Slechts 54 procent van de kinderen in ontwikkelingslanden bezoekt de middelbare school. In Afrika is dat slechts een kwart van de kinderen. w
EN IN BELGIË? Ook in België wordt aandacht geschonken aan sommige millenniumdoelstellingen, zoals het kwijtschelden van de schuld die de armste ontwikkelingslanden met België hebben en het besteden van meer geld aan degelijke ontwikkelingssamenwerking.
Zo wordt er samengewerkt met hulporganisaties zoals, Oxfam en UNICEF. Het geheel wordt gecoördineerd door de Noord-Zuidkoepel 11.11.11. Deze coalitie startte in 2005, tegelijkertijd met de wereldwijde white bandcampaign ‘make poverty history!’. Diverse ngo’s voerden hiervoor campagnes. In het eerste jaar lag de nadruk op informatie en het bewerken van de publieke opinie onder meer door witte armbanden te verdelen. Op politiek gebied zetten de ngo’s de Belgische regering onder druk om de campagne te ondersteunen en/of concrete maatregelen te treffen. Zo vroegen aan de Belgische regering om een verzoekschrift over de millenniumdoelen te ondertekenen. Aan het einde van dat jaar besloten deze ngo’s om de volgende tien jaar samen te blijven werken, specifiek rond deze millenniumdoelen. De daarop volgende jaren werd de aandacht gevestigd op specifiekere thema’s, zoals armoede, honger en onderwijs.
KRITIEK
Kritiek op de millenniumdoelen is niet geheel ongebruikelijk. Het eerste kritiekpunt is dat regeringsleiders afspraken maakten, maar er zijn geen juridische consequenties verbonden aan het niet nakomen ervan. Wanneer de doelen niet worden behaald, heeft dat voor geen enkele regeringsleider gevolgen.
Een ander kritiekpunt is dat de doelen te ambitieus zouden zijn. Het is onwaarschijnlijk dat de doelen voor 2015 worden behaald. De VN heeft bovendien wel vaker doelen gesteld voor het uitbannen van honger en het vergroten van schoolbezoek, en ook daar kwam weinig van terecht. Wanneer ook de Millenniumdoelen niet worden gehaald, dan kan dat leiden tot teleurstelling en cynisme bij het publiek, en het vertrouwen in nieuwe ontwikkelingsplannen ondermijnen. Een derde kritiekpunt is dat de millenniumdoelen verkeerd zouden zijn gekozen. De nadruk ligt op concrete problemen, en de millenniumdoelen zouden de illusie wekken dat de armoede met technocratische middelen kan worden opgelost. De millenniumdoelen zouden te weinig oog hebben voor onderliggende factoren die armoede veroorzaken of in stand houden, zoals sociale ongelijkheid, mensenrechtenschendingen, de klimaatcrisis, oneerlijke handel en conflicten. w Verrekijkers ― 5
NIEUWE REEKS: MILLENNIUMDOELEN
8 MILLENNIUMDOELSTELLINGEN De Verenigde Naties (VN) publiceerde in 2008, 2010 en 2013 rapporten over de stand van zaken. Verrekijkers Magazine zocht uit welke landen al goed op schema liggen om de millenniumdoelen in 2015 te halen.
DOEL
1
HET UITBANNEN VAN EXTREME ARMOEDE EN HONGER
2008 In Malawi zijn ze de afgelopen twee jaar bezig geweest met het ontwikkelen van meststoffen. De productiviteit van de landbouw is gegroeid waardoor boeren nu zelfs kunnen exporteren na tientallen jaren van hongersnood. Met behulp van het National Input Subsidy Programme kon het verbouwen van maïs met 2 miljoen ton laten stijgen. Het programma is vooral gericht op het ondersteunen van boeren om meer inkomen te vergaren met de productie van maïs.
Door een kruising van Aziatische en Afrikaanse rijst te ontwikkelen kan er meer dan 200% meer rijst worden verbouwd. Ook het exporteren van rijst zal vele miljoenen euro’s besparen. Dit project is opgericht door het African Rice Centre met ondersteuning van het VN Development Programme en Japan. Het exporteren van de rijst heeft voedselzekerheid en betere voeding naar Ivoorkust w, de Democratische Republiek Congo e, Guinee r, Kenia t, Mali y, Nigeria u, de Republiek Congo i, Togo o en Oeganda a gebracht, waar veel boeren nu in staat zijn om genoeg rijst te produceren 6 ― Verrekijkers
om hun gezin te voeden en de rest te verkopen.
2010
Door te investeren in onderzoek naar de productie van landbouw in Vietnam s is de honger in Vietnam van 28% in 1991 tot 13% in 2006 gedaald. Kinderen met ondergewicht is meer dan gehalveerd. Van 45% in 1994 naar 20% in 2006. Door innovatieve financieringsregelingen in Nigeria u werden dankzij het National Special Programme Nigeria for Food Security de landbouwopbrengsten en de inkomens van boeren verdubbeld. Boeren konden leningen kopen die moesten worden terugbetaald na de oogst.
In Bangladesh d, zal 107 miljoen dollar worden uitgekeerd in de vorm van Agricultural Input Assistance Cards, gericht op arme huishoudens. Door het Werkgelegenheidprogramma Jefes y Jefas de Hogar konden een paar maanden naar de oprichting in 2002, twee miljoen werknemers aan het werk. Dit droeg bij aan een snelle ver-
mindering van de armoede in Argentinië f. Van 9,9 % in 2002 naar 4,5 % in 2005.
2013
Het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) en andere VNagentschappen hebben samen met de regering van Spanje 16 centra’s opgericht in Bosnië en Herzegovina g. Deze centra’s bieden begeleiding aan werkloze jongeren om hen te helpen aan een baan. De centra’s waar meer dan 6.800 jongeren worden begeleid heeft in de eerste 14 maanden van zijn bestaan al bijna 1800 jongeren aan een baan geholpen.
De inkomens van 915 boeren in 15 dorpen in het district Krakor in Cambodja h, meestal vrouwen, steeg van $0,47 naar $1,40 per dag. Dit werd bereikt door de Food and Agriculture Organization. Ze gaven les in geletterdheid, genderaspecten, gezondheid en voeding. Deelnemers verbeterde de voedselzekerheid en genereerde inkomsten door het verhogen van de productie, de verbetering van de kwaliteit en marketing. w
f
Tekst: Syren Korthouwer
SLAAGT DE WERELD IN 2015? HET VERREKIJKERS-RAPPORT
g
d y u w l o
s h
k i
2008 In Burundi j, de Democratische Republiek Congo e, Ethiopië k, Ghana l, Kenia t, Malawi q, Mozambique 1, Nepal 2, Tanzania 2 en Oeganda hebben de openbare scholen het betalen van schoolgeld afgeschaft. Dit heeft geleid tot een stijging van inschrijvingen. Door deze regeling veranderde er veel in deze landen. Zo werd in Ghana l, samen met de regering, een overeenkomst afgesloten. Hierdoor gingen in 2004 4,2 miljoen kinderen naar school. In 2005 waren dat er al 5,4 miljoen. In Kenia t gingen in 2003 1,2 miljoen extra leerlingen naar school. In 2004 was het aantal gestegen naar 7,2 miljoen, waarvan 84% in de basisschoolleeftijd. De stijging van de inschrijving heeft ook enorme uitdagingen met zich meegebracht voor de landen: het leverde voldoende schoolgebouwen en leerkrachten.
a t e j
2
DOEL
r
HET BEREIKEN VAN EEN UNIVERSELE BASISEDUCATIE
2010
Door een investering in schoolgebouwen in Nepal 2, wonen nu meer dan 90% van de studenten binnen een straal van 30 minuten van een school. Daarnaast is Tanzania 2 begonnen met een ambitieus programma. Van 2002 tot 2006 zijn er 54.000 klaslokalen bijgebouwd en werden er 18.000 extra leerkrachten ingehuurd.
In Mongolië 2 zijn zogenaamde ‘tent scholen’ geïntroduceerd. Zo kunnen kinderen worden bereikt die anders geen regelmatige toegang zouden hebben tot basisonderwijs. Zo’n honderd
mobiele scholen verstrekken educatieve diensten in 21 provincies.
2013
Sinds 2004 heeft Abriendo Oportunidades meer dan 4.000 meisjes van 45 Maya-gemeenschappen in Guatemala 2 kunnen bereiken. Het project zorgt voor het verbeteren van de kansen van de meisjes, die vaak worden geconfronteerd met een toekomst van beperkte scholing en een vroeg huwelijk. Het gevoel van eigenwaarde wordt de meisjes bijgebracht. Een opleiding is een belangrijke factor om de cyclus van armoede te doorbreken. w
Verrekijkers ― 7
INTERVIEW
ARABISCHE LIEFDE Een zoektocht naar vrede via interculturele relaties
Arabische Liefde is een boek en een documentairereeks op Canvas. Twee vrienden gaan op avontuur in de Arabische wereld en vertellen hoe mensen er daten. Hier stopt het echter niet, ze gaan verder: “Wij willen met ons boek en onze documentaire ook een andere kant van de Arabische wereld laten zien. Je zou bijna vergeten dat mensen verliefd worden tijdens moeilijke oorlogstijden.” Majd is journalist bij de VRT en studeerde voordien Arabistiek en Islamkunde aan de KU Leuven. Een jaar geleden was hij nog staatloos (zie de documentaire Stateless, red). Hij is geboren in Dubai, groeide op in de Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit, Syrië, Jordanië, Tunesië en Libië. In 1948 vluchtten zijn grootouders uit het voormalige Palestina vanwege oorlog bij de oprichting van Israël. Vorig jaar kreeg hij de Belgische nationaliteit. Zijn vriend en collega Senne is een Belg, studeerde regie aan het Rits en heeft zijn eigen productiehuis Earth in Motion. Tijdens de opnames van hun documentaire neemt Majd de rol van wingman op zich om een Arabische
8 ― Verrekijkers
liefde te vinden voor single Senne. Deze invalshoek laat toe om eens wat anders te vertellen dan verhalen over bommen, mensenrechtenschendingen en oorlog. We hebben het hier over liefde, een universeel menselijk gegeven. ‘Voor ik Majd kende, was de Arabische wereld vreemd voor mij, ook al zijn er veel Arabische mensen in België. Via hem is die wereld opengegaan en eigenlijk zijn wij een gemixt koppel. Dit gegeven hebben we doorgetrokken naar een romantische setting, wat de oorsprong van Arabische Liefde is,’ aldus Senne wiens naam “één jaar” in het Arabisch betekent en een meisjesnaam is in Tunesië.
Tekst: Charlotte Lievens — Foto's: Majd Khalifeh en Senne Dehandschutter
In de Arabische wereld flirt je met de intentie om te trouwen, het is geen spel. Senne, ervoer jij hierdoor meer druk?
Senne: De stap naar trouwen is inderdaad sneller gezet, maar het verschilt van land tot land. Libanon is veel liberaler dan Qatar bijvoorbeeld. Al is samenwonen of seks voor het huwelijk niet aanvaard, zelfs niet in de meest progressieve culturen. Het gebeurt wel, maar het is taboe. In Tunesië kwam dit duidelijk aan het licht. In Europa mag je meerdere relaties hebben, terwijl het in Tunesië moeilijker ligt. Daar draagt een extra relatie bij tot een negatiever sociaal beeld. Daarom is het niet eerlijk om een relatie met iemand te beginnen als je niet helemaal zeker bent. Kortom, je moet wel zeker zijn van jouw stuk, anders doe je het meisje echt pijn. Majd: In Arabische Liefde zie je ons in vijf verschillende landen, vijf verschillende culturen.
cultuur niet van uitgaan dat het een vriend/vriendinrelatie of seksrelatie wordt. Je weet vanaf het begin dat het na een bepaalde periode op een huwelijk uitdraait. In het geheim zijn er wel talrijke relaties. Senne, heb jij uiteindelijk jou Arabische liefde gevonden?
Senne: Dat mag ik niet zeggen!
Wat zouden jullie willen toevoegen aan de algemene kennis van de modale Vlaming over de Arabische wereld?
Senne: Twee zaken: er is geen eenduidige Arabische cultuur, je hebt een waaier aan culturen, zo is de Arabische cultuur bijvoorbeeld meer dan de Marokkaanse cultuur. Ten tweede zijn er veel clichés op het vlak van religie en vrouwenrechten, die naar mijn mening wel een basis hebben van de waarheid, maar veel complexer en minder zwartwit zijn dan ze in het Westen vaak denken. Het is inderdaad wel zo dat je
"KAN INTERCULTURELE LIEFDE DE WERELDPROBLEMEN OPLOSSEN?"
Arabische Liefde (€ 19.95) is verschenen bij Uitgeverij Van Halewyck. Senne en Majd stellen hun boek voor op het auteurspodium van de Boekenbeurs in Antwerp Expo op zondag 9 november. Save the date!
In Qatar, een land uit de Arabische Golf, mag een meisje geen relatie hebben, in extreme gevallen mogen meisjes zelfs niet spreken met een man in het openbaar. De vrouw krijgt wel aanbiedingen van single mannen. Meestal ziet eerst de moeder of de man geschikt is voor het meisje. Dan krijgt de aanbidder een date thuis, vaak één keer, om de kans te krijgen het meisje te zien of te spreken. Hierna wordt beslist of ze gaan trouwen. Je mag wel na de eerste ontmoeting zeggen dat je niet met die persoon wil trouwen. Hiertegenover heb je Tunesië waar de meisjes wel daten voor ze aan een relatie beginnen. Senne werd in Tunis ook meer aangesproken op straat dan in andere landen. Als je dan uiteindelijk toch de stap neemt om met een meisje te praten, zelfs in het liberalere Tunesië, dan mag je er in deze
als man niet altijd en overal met vrouwen mag praten. Het is uiteraard even wennen wanneer je als Europeaan in contact komt met de Arabische wereld, aangezien je in een compleet verschillende omgeving terechtkomt. Je hebt cultuurrelativisme nodig om door verschillende werelden te trekken. Majd: Je mag ook de Arabische en de islamitische wereld niet verwarren.
Senne: Deze verwarring kom je wel vaker tegen bij ons. Zo heb ik eens een interview gedaan met een journalist die vroeg: ‘Moest je nu een besneden vrouw tegenkomen, zou je er dan mee willen…?’ Waarop ik antwoorden dat het niets met de Arabische cultuur te maken heeft. Dat gebeurt in moslimgemeenschappen in Afrika, niet in de Arabische wereld.
Verrekijkers ― 9
INTERVIEW
Senne: Het oorspronkelijk etnische idee van de Arabier komt uit de Golf. Eerst verspreidden een aantal Arabische stammen uit Jemen zich over heel de Golf. Na de opkomst van de islam zijn de afstammelingen van deze stammen ook door het Midden-Oosten en Noord-Afrika getrokken en hebben het islamitisch geloof geïntroduceerd tijdens hun reizen. Het is eigenlijk dankzij deze Arabische stammen dat de islam is verspreid over heel de Arabische wereld. Dit idee is echter een oud gegeven. Ondertussen is een Arabier iemand die in een Arabisch land is opgegroeid. Je hebt tegenwoordig tweeëntwintig Arabische landen. Al
deze landen van de Arabische wereld hebben één element gemeenschappelijk: bijna alle inwoners hebben Arabisch als moedertaal. Ondertussen is de term “Arabier” dus meer een cultureel gegeven dan een etniciteit. Zo is bijvoorbeeld een Berber uit Marokko oorspronkelijk geen Arabier terwijl hij wel opgroeide in een Arabisch land. Hij spreekt Berbers, geen Arabisch. Anderzijds heb je Soedan, een Arabisch land met een Afrikaanse bevolking, het lans is dus niet Arabisch geworden door een etnische oorsprong. Majd: Je voelt aan dat de taal belangrijk is, maar sinds de jaren vijftig is de politiek ook belangrijk. Je hebt sinds 1945 de Arabisch Liga die altijd naar de eenheid van de Arabieren heeft gestreefd onder de Arabische landen. De grenzen tussen de meeste Arabische landen zijn ontstaan na de Tweede Wereldoorlog. Voor de Eerste Wereldoorlog controleerde het Ottomaanse rijk het grootste deel van de Arabische wereld. Hieronder vallen landen zoals
Vijf verschillende landen, vijf verschillende culturen in vijf afleveringen.
PALESTINA
DE ARABISCHE WERELD
Majd: Het verschil tussen de islamitische en Arabische wereld is een moeilijk gegeven! Islam is een religie, terwijl Arabisch zijn een nationaal gegeven is of in sommige gevallen een etniciteit. Niet iedere Arabier is een moslim en niet elke moslim is een Arabier. Denk maar aan moslims in India of Indonesië.
Syrië, Libanon en Jordanië. Het zijn landen waarvan de grens getekend werd na de Eerste Wereldoorlog, wat een politieke visie is. Cultureel gezien is een Arabier iemand die Arabisch spreekt. De meeste “echte Arabieren”, die verbonden zijn aan een stam, leven nu nog altijd in de Golf (Jemen, Qatar, Saoedi-Arabië,… ). Volkeren zoals Koerden zijn bijvoorbeeld geen Arabieren. Deze volkeren spreken overigens geen Arabisch als moedertaal. Het is soms zelfs beledigend voor een Koerd om er Arabier tegen te zeggen. De Koerden streven ook al jaren voor onafhankelijkheid, zij hebben nu al een kleine autonomie in Irak met een eigen parlement, president en regering. Majd, hoe is het voor u om geregeld met Arabische clichés geconfronteerd te worden?
Majd: Clichés bestaan in iedere cultuur. Wij, als Arabieren, hebben ook clichés over Europeanen en westerlingen in het algemeen. Maar als clichés in serieuze kranten of reportages naar
Tweeëntwintig Arabische landen
Algerije, Bahrein, Comoren, Egypte, Djibouti, Irak,Jemen, Jordanië, Koeweit, Libanon, Libië, Marokko, Mauritanië, Oman, Palestina, Qatar, Saoedi-Arabië, Soedan, Somalië, Syrië, Tunesië en de Verenigde Arabische Emiraten
Politieke organisatie
De Arabische Liga coördineert de politiek, de economie en de sociale programma’s van alle leden.
Religie
Mozaïek van religies, met de meerderheid moslims
Taal
Het Arabisch is de bindende factor
QATAR
10 ― Verrekijkers
Tekst: Charlotte Lievens — Foto's: Majd Khalifeh en Senne Dehandschutter
boven worden gehaald, dan benader ik die wel kritisch. Een voorbeeld hiervan is dat “alle meisjes met een boerka onderdrukt zijn.” Dit is een cliché dat in veel gevallen kan kloppen, maar in andere gevallen niet.
Senne: Het is een kwestie van normbesef. Het is waar dat ik mij minder relaxed voel met de positie van de vrouw in de Golf. De vrouw vraagt daar bijvoorbeeld de toestemming van de man op talrijke vlakken. Anderzijds wil dat niet zeggen dat alle vrouwen zich ongelukkig voelen onder een boerka. Veel vrouwen dragen er één uit culturele overwegingen, niet per se uit een religieuze overtuiging. We hebben meerdere vrouwen ontmoet tijdens onze reis die zich goed voelde met een afhankelijkere positie tegenover mannen. Ik geloofde hun werkelijk. Toch vind ik het naar mijn wereldbeeld niet leuk. Het heeft allemaal met je afkomst te maken. Laat ik het volgende voorbeeld geven: stel je voor dat er ergens een samenleving bestaat waar het
normaal is dat vrouwen wijdbeens op een billboard langs de kant van de weg een clitorisring aanprijzen. Dit choqueert ons, al hebben we geen enkele rationele reden om te zeggen dat het niet zou mogen. Terwijl een decolleté tot aan de tepel bij ons wel mag. Het heeft allemaal te maken met de wereld waarin je bent opgegroeid. Zo vinden mensen in de Golf een bikini of kort rokje totaal fout. Dit is niet het hele verhaal natuurlijk, maar een stuk dat vaak ontbreekt wanneer je naar clichés kijkt zoals “Arabische vrouwen zijn allemaal onderdrukt.” Het normbesef tegenover elementen zoals boerka’s ontbreekt bij ons, omdat we in een andere wereld zijn opgegroeid. Majd: Trouwens, sinds wanneer is een bikini altijd aanvaard geweest in Europa?
Senne: Inderdaad, de eerste bikinimodellen waren strippers. Ze vonden geen andere vrouwen die zich wilde laten zien in zulke kledij. Het is pas
sinds de jaren zeventig dat bikini’s aanvaard zijn.
Majd: Hoeveel Vlamingen weten dat er succesvolle managers en bedrijfsleidsters in boerka bestaan? Ik heb een jaar gewerkt met zo’n manager in Koeweit. Haar naam is Sarah. Zij is een uitstekende manager die alle meetings leidt en presentaties geeft in boerka. Ik heb haar gezicht nooit gezien en ik weet nog altijd niet hoe zij eruit ziet. Desondanks ken ik haar persoonlijkheid wel: welke zaken haar gelukkig en boos maken, haar gevoel voor humor, etc. Zulke voorbeelden komen bij ons weinig of niet aanbod. Je moet gewoon de dingen binnen de context van de maatschappij lezen. Het is niet altijd de religie die zaken oplegt, het is soms ook de maatschappij en de cultuur. Senne: In de Golf dragen alle vrouwen een zwart lang kleed en de mannen een wit lang kleed. Dit is een cultureel aspect. De religie verplicht de meisjes niet om een zwarte abaya te dragen.
LIBANON
Turkije
Libanon
Tunisië
Irak
Iran
QATAR
Palestina Israël Koeweit Libië
Egypte
Bahrein Qatar Saudi Arabia
V.A.E. Oman
Verrekijkers ― 11 Yemen
RUBRIEKTITEL: Tekst: TEASER Voornaam Achternaam — Foto's: Voornaam Achternaam Wilt u meer weten over de Islamitische weag reld? Kom zeker op maand van 3 november mee genieten n onze de wijsheid en verhalen va h! 19u30 gastspreker Majd Khalife in de Rodestraat 14, Gebouw R – Lokaal 214, Universiteit Antwerpen.
Majd: Veel regels in de golf hebben te maken met het Wahabisme, een extreem fundamentalistische interpretatie van de islam. Jullie maken een documentaire over liefde, toch zijn jullie niet ongevoelig voor de plaatselijke conflicten, was dit de bedoeling?
Majd: Als iemand van Palestijnse origine heb ik vooraf een afspraak met Senne gemaakt: we gaan niet alle politieke reportages over Palestina opnieuw maken, maar we gaan met de mensen spreken en het dagelijkse leven weergeven, ook al zijn deze mensen onder bezetting. We negeren de politieke toestand niet, dat kan je ook niet aangezien die in het dagelijkse leven doordringt. Je kan de muren en de soldaten gewoonweg niet negeren.
Senne: Palestina is het enige land waar Majd in het begin geen informatie over vertelt, dat is al genoeg gedaan en het is te ingewikkeld. Ons statement was om de mensen te laten spreken en niet het conflict. Majd: Wat wel opviel tijdens onze reis door Palestina, waar we veel bij mensen thuis zijn geweest en spraken over 12 ― Verrekijkers
“ONS STATEMENT: DE MENSEN LATEN SPREKEN, NIET HET CONFLICT." liefde en relaties, is dat we altijd terug op de politieke toestand kwamen. Een Palestijnse papa vertelde ons bijvoorbeeld dat zijn drie kinderen geboren zijn terwijl hij in de Israëlitische gevangenis zat.
Senne: We stelde ook de vraag of de ouders het zouden aanvaarden als hun dochter, een christelijk Palestijns meisje, met een jood thuiskomt. Dit bleek totaal onmogelijk te zijn omwille van de bloedgeschiedenis tussen de twee volkeren. We wilden gewoon de mensen aanspreken op hun eigen leven en toch kwamen we altijd weer de politiek tegen. We zitten dan ook met de derde generatie die in het conflict zit.
Majd: Ik spreek nu als gewone mens, niet als journalist: ik vond het wel echt plezant om de Palestijnen verliefd, gelukkig en dansend te laten zien op tv.
Wat vinden jullie van de Belgische berichtgeving over de Arabische wereld?
Majd: Ik kijk niet alleen naar Belgische media, maar ook naar Arabische en Israëlitische media. Wat ik hieruit kan afleiden is dat de vrijheid van onderzoeksjournalistiek hier op de VRT veel beter is, niemand gaat zeggen wat ik moet schrijven. Hierdoor is de berichtgeving bij ons, naar mijn mening, veel objectiever dan bijvoorbeeld gekleurde Israëlitische of Arabische mediabronnen. Wat we hier berichten is niet zoals bij Al Jazeera of CNN. Denken jullie dat Palestina ooit onafhankelijk zal worden?
Majd: Ik ben geen waarzegger, maar ik heb wel een wens. Ik zou graag één staat willen met gelijke rechten voor iedereen en die niet gedefinieerd wordt door religie.
Senne: Ik zie ook gewoon geen andere oplossing. De Westbank is zo doorzeefd met Israëlitische nederzettingen. Die mensen gaan dat nooit opgeven, want ondertussen zijn er kinderen geboren en opgegroeid. Dus ik denk dat één staat de enige oplossing is. w
IN DE KIJKER: KOFFIEKLAP
Tekst: Saskia Rademaker — Foto's: Iduna Loing
Koffieklap is een hippe koffiebar in het centrum van Antwerpen die vrouwen in moeilijke situaties een kans geeft om werkervaring op te doen. Daarnaast pleiten ze ook voor eerlijke producten die ze zo veel mogelijk lokaal proberen te verkrijgen.
KOFFIEKLAP GAAT VOOR PRODUCTEN, EERLIJKE KOFFIE EN KANSEN! Omdat Verrekijkers en Koffieklap vzw veel gedeelde interesses hebben, zijn we met hen een samenwerking aangegaan. Zo is deze toffe koffiebar de nieuwe vergaderruimte van Verrekijkers, waardoor de redactie onder het genot van een eerlijke kop koffie kan brainstormen. Een goed moment om Nathalie Luyckx, medeoprichtster van Koffieklap, het hemd van het lijf te vragen waar deze vzw zich voor inzet: waarom is dit concept uniek en wat leren de vrouwen zoal?
KOFFIEBAR EN VZW IN ÉÉN
Koffieklap is in de eerste plaats een nieuwe koffiebar die afgelopen december zijn deuren opende. Onze visie is om een koffiebar te zijn met producten van hoge kwaliteit. Onze slogan is: eerlijke koffie, eerlijke kansen. Dit doelt enerzijds op het gebruik van producten die op een eerlijke manier geproduceerd zijn en anderzijds op de kans die wij vrouwen bieden om werkervaring op te doen. Koffie is ons hoofdproduct, maar daarnaast kan je bij ons ook terecht voor lunch, taarten en gebak. Alles wat wij gebruiken is fair trade: van de koffie tot de producten in de keuken. We proberen ook samen te werken met lokale producenten om zoveel mogelijk eerlijke, natuurlijke producten te kunnen gebruiken. We blijven zoeken naar het evenwicht om kwalitatief en lekker te zijn en tegelijkertijd toch eerlijk.
Naast een koffiebar is Koffieklap een vzw die zich richt op een doelgroep van vrouwen die uit een moeilijke situatie komen zoals uitbuiting, langdurig alleenstaand zijn of werkloosheid. Zij kunnen bij Koffieklap onbetaald werkervaring opdoen, omdat het voor hen door hun achtergrond vaak moeilijk is om zelf een job te vinden. We komen met hen in contact via Cherut, een organisatie die hulpverlening biedt aan mensen in het prostitutiemilieu. Zij vangen vrouwen op uit Antwerpen, Gent en Brussel. De vrouwen die bij ons komen, leren we werken in de keuken, de bediening, achter de bar en ze krijgen een barista cursus om zo de perfecte koffie te kunnen maken. We moedigen ze hierbij aan om creatief te zijn: het is leuk om deze vrouwen bijvoorbeeld te vragen een soep uit hun thuisland te maken. We willen hen de ruimte geven om te gaan ontdekken wat hun talenten zijn en om hun cultuur trouw te blijven. Tegelijkertijd krijgen de vrouwen via Cherut een taalcursus en job coaching aangeboden. Wij proberen hen te omringen met alles wat zij nodig hebben: zowel administratieve hulp, taal, praktische hulp als werkervaring. Hier in Koffieklap richten wij ons echter vooral op coaching en werkervaring. Na drie maanden is het de bedoeling dat ze genoeg ervaring hebben opgebouwd bij Koffieklap om een nieuwe, betaalde job te vinden. Dat kan in de horeca zijn, maar ook elders.
Verrekijkers ― 13
Tekst: Saskia Rademaker — Foto's: Iduna Loing
“WE WILLEN LATEN ZIEN DAT WE MÉÉR ZIJN DAN DE ZOVEELSTE KOFFIEBAR.” een job gevonden hebben nadat ze hier 3 maanden hebben gewerkt. We vinden dit een heel mooi resultaat! Op dit moment werken er drie vrouwen bij Koffieklap. Dit lijkt misschien niet veel, maar het is zeer intensief om ze te begeleiden en we willen elk van hen de aandacht geven die ze nodig hebben.
Wie leidt de vrouwen op tot professionele barista’s en koks?
We hebben twee soorten vrijwilligers: enerzijds degenen die in het werkervaringsproject zitten en de vrouwen daadwerkelijk opleiden en anderzijds vrijwilligers zoals studenten. Zij helpen een handje in de koffiebar of geven workshops. In totaal zijn er nu 8 vrijwilligers. Wie heeft het concept van Koffieklap vzw bedacht?
De organisaties Cherut en Oasis zijn op het idee gekomen van de koffiebar. Zij werken beiden met dames in moeilijke situaties zoals uitbuiting en prostitutie. Deze organisaties zagen een noodzaak voor een plek waar werkervaring kan worden opgedaan, als startblok naar een betaalde job. September vorig jaar ben ik erin gestapt als vrijwilliger. Er moest veel worden gedaan aan de locatie. Het was helemaal zwart omdat het voorheen een Heavy Metal café was. Bijna alle meubels zijn tweedehands, maar we hebben ons best gedaan het zo sfeervol mogelijk te maken. We proberen een ontmoetingsplek te creëren waar mensen zich thuis voelen. Zo worden er creatieve workshops gegeven: vrijwilligers (of bezoekers) die zelf creatief zijn, kunnen een workshop geven om gsm-hoesjes, sieraden en dergelijke te maken. We verkopen deze creaties vervolgens in de koffiebar zelf. 14 ― Verrekijkers
Ik ben zelf van oorsprong fysiotherapeut en werkte in de farmaceutische wereld. Na een tijd raakte ik verveeld van het computerwerk en toen heb ik besloten iets anders te gaan doen. Pas sinds kort werk ik als vaste kracht. Het is de bedoeling dat we blijven groeien, door bijvoorbeeld ook 's avonds open te zijn. Nu zitten we echt in de beginfase dus het moet nog allemaal opgestart worden. We proberen er steeds meer iets leuks van te maken, door bijvoorbeeld die creatieve workshops te geven en in september zullen we beginnen met high tea's.
EEN NIEUWE WERELD
Wat vinden de vrouwen ervan?
Ze zijn heel enthousiast! Vaak hebben ze na het achterlaten van hun oude milieu niks omhanden, dan is het fijn dat ze hier kunnen werken. Het is op vrijwillige grond, maar dan hebben ze in ieder geval een doel om op te staan en ze leren er veel van. Hun werkervaring bij Koffieklap is een goede basis om verder te zoeken naar een job. Wat heeft Koffieklap sinds de opening kunnen betekenen?
We zijn gestart in januari en we hebben tot nu toe vier vrouwen die echt
Tot slot: wat gaat de samenwerking met Verrekijkers inhouden?
Ik ben heel blij dat we gaan samenwerken, we hebben ongeveer dezelfde visie. Verrekijkers kan hier in de koffiebar vergaderen, we zullen op de hoogte blijven van elkaars activiteiten en wederzijds reclame maken. En hopelijk kan de redactie hier mensen ontmoeten en op die manier weer nieuwe relaties aangaan. De magazines van Verrekijkers komen hier te liggen en op de website zullen we ook een plekje maken voor Verrekijkers. We blijven groeien, dus we zijn altijd op zoek naar: vrijwilligers die we een professionele barista training kunnen aanbieden, gasten, mensen die goed zijn met social media en bijvoorbeeld een nieuwsbrief kunnen schrijven. Er zijn veel ideeën maar soms komen we mensen te kort om het uit te voeren. w Openingsuren Koffieklap 8:30 – 17:30 van di t/m vr 10:00 – 18:00 op zaterdag
Wil je graag als vrijwilliger aan de slag bij deze toffe koffiebar? Neem dan contact op met Nathalie: +32 (0) 476 84 30 88
OOK GETEST OP STUDENTEN
Tekst & Foto: Naomi Vandenbroeck
Reporter Naomi gaat met 5 euro naar de Kringwinkel
KRINGEN, HIPPER ZIJN DAN DE HYPE Op een snikhete zomerdag wandel ik de Kringwinkel op de St-Jorispoort binnen. Met woorden als keileuk, glimlach, geven, respect, en milieuvriendelijk verwelkomt deze vintage tempel me. Spannend. Wie weet waarmee ik straks naar buiten wandel! Kringen is een manier om bewust niet mee te doen aan een wereld waarin consumptie centraal staat. Door gebruikte zaken naar een kringwinkel te brengen verlaag je de afvalberg en verleng je de levensduur van perfect bruikbare items. Kringen is niet duur, wel duurzaam! Niet enkel de koopwaar, maar ook de inkleding van de Kringwinkel getuigt van recyclage. Zo hangen er lampen en staan er krukjes gemaakt van en versierd met strips, landkaarten en krantenpapier. Mooie touch! Het gelijkvloers huist meubilair. Aangezien €5 me weinig lijkt om een nieuwe living mee aan te schaffen, begeef ik me naar de eerste verdieping. Hier vind ik allerlei keukengerei alsook de nodige kitsch. Tevens verkrijgbaar: speelgoed en gezelschapspelen. Hier vind ik dan ook mijn eerste koop: the Crazy Dog Game. Een grappig spelletje waarbij je telkens het juiste achterste met de juiste snoet moet verbinden, en dat voor slechts €0.25. Mijn tweede aanwinst tref ik in het boekenrek op de tweede verdieping aan. Naast strips, biografieën, stationsromans, boeken betreffende baby’s, koken, relaties en tuinieren, vind ik ook enkele pareltjes der Nederlandstalige literatuur. Zo val ik op Hubert Lampo’s De komst van Joachim Stiller. Deze Antwerpse klassieker kost me hier een luttele €0.30. De Kringwinkels muziekcollectie bestaat voornamelijk uit verzamelcd’s van lang vervlogen tijden. Toch vind ik tussen de gedateerde hitparades het nostalgische album
KRINGEN IS EINDELOOS. KRINGEN IS SNUISTEREN. KRINGEN IS MILIEUVRIENDELIJK. KRINGEN IS HIP. KRINGEN IS BOVENAL KEILEUK.
Survivor van Destiny’s Child, een live cd van Lauryn Hill en een Best Of Nat King Cole. Ik ben het meest benieuwd naar Lauryns soulstem. Dat wordt, met €3, dan ook mijn duurste aankoop. Tijdens mijn bezoek zie ik jong en oud: kringen is leeftijdsloos. Sommigen zijn erg doelgericht, terwijl anderen hun tijd nemen om rustig elk detail uit te pluizen. Ikzelf behoor eerder tot de tweede groep; een pronkstuk vinden vergt nu eenmaal moeite en tijd! En zo vertrek ik 40 minuten later als trotse eigenaar van drie pronkstukjes en als trotse deelnemer aan het geven van tweede kansen. Dat is uiteindelijk wat kringen is: nieuw leven blazen in oude spullen. Tweedehands, tweede kans. w Verrekijkers ― 15
DE WERELD ANDERS BEKEKEN: SERVIË
In mei werden Servië, Kroatië en Bosnië geteisterd door grote wateroverlast. Aanhoudende regen en slechte kanalisering zorgden voor verschrikkelijke overstromingen die duizenden slachtoffers maakten. De menselijke en materiële schade liep hoog op. Gelukkig konden velen rekenen op de solidariteit van hun medeburgers. Een maand na de ramp praat ik met de Servische studenten Radmila en Mina over hoe zij de noodsituatie in de hoofdstad Belgrado beleefden. Mijn eerste dag in Belgrado neemt de Servische Radmila Dimetrijević me mee naar een prachtig meer, waarlangs kleine zandstrandjes zijn aangelegd. Het is juli en volop zomer: mensen zoeken verfrissing in het water, doen een dutje op de strandstoelen of drinken een cocktail. Slavische zomerdeuntjes, knappe strandwachters en vele ijsjesverkopers zorgen voor de ultieme vakantiesfeer. Dit is eerlijk gezegd niet wat ik verwacht had in een land dat een dikke maand geleden geteisterd werd door de zwaarste overstromingen ooit gemeten. De sfeer in de stad lijkt zelfs veel vrolijker en gemoedelijker dan toen ik hier de laatste keer in de winter was. ‘Oh kom op, wie wordt er nu niet blij van de zon?’ lacht Radmila.
ALLES KWIJT
In mei was de vrolijkheid echter ver te zoeken. De regen kwam letterlijk gepaard met een donderslag bij heldere hemel: van de ene dag op de andere veranderde de aanhoudende regenval van een vervelend weertje tot een levensgevaarlijk perikel. In een recordtijd stond een derde van het land onder water. Op drie dagen tijd viel er 16 ― Verrekijkers
evenveel neerslag als er gemiddeld op drie maanden valt in Servië.
De hoofdstad Belgrado bleef grotendeels gespaard, maar vele dorpen en steden rondom de hoofdstad kwam volledig onder water te staan. Dit leverde hallucinante beelden op van ronddobberende auto’s en van bomen waarvan enkel het topje van de kruin te zien is. Velden, auto’s, dieren, schuren en uiteindelijk zelfs complete huizen spoelden helemaal weg. De situatie was het allerergst in Obrenovac, een deelgemeente van Belgrado waar veertien mensen om het leven kwamen tijdens de overstromingen. Het waterpeil steeg er tot acht meter hoogte en reikte op sommige plaatsen zelfs tot de tweede verdiepingen van de huizen. Al wat in de getroffen gebieden nog niet vernield was door het water zelf, kwam iets later ten val door de vele grondverzakkingen die door de waterovervloed tot stand kwamen. In totaal werden zo’n 2,5 miljoen mensen rechtstreeks getroffen door de overstromingen en meer dan een miljoen mensen moesten hun huis verlaten. Deze mensen waren plots-
klaps al hun bezittingen kwijt. Radmila vertelt: ‘Een groot deel van de mensen die geëvacueerd werden en in opvangcentra in Belgrado terechtkwamen, waren heel doorsnee mensen zoals jij en ik. Niet bijzonder arm en niet gewend om afhankelijk te zijn van de liefdadigheid van onbekenden. Om dan plots zelfs geen tweede onderbroek meer te bezitten… Ik kan me niet eens voorstellen wat dat doet met een mens.’
UNIVERSITEIT WORDT OPVANGCENTRUM De volgende dag spreek ik af met studentes Radmila en Mina Žerađanin in Shake’n’shake, een van de hippe bars op de rivier Sava. Met een drankje in de hand maken we het ons gemakkelijk op het terras van de drijvende bar. Mooi opgemaakte Servische meisjes trekken foto’s van elkaar terwijl jongens op jetski’s voorbij scheuren en de aandacht proberen te trekken. De hemel is stralend blauw en vanuit de comfortable zetels heb je een prachtig uitzicht op de hele stad en het fort Kalamegdan aan de overkant van de Sava. Voordat Mina begint te vertellen over de overstromingen, kan ik me nauwelijks voorstellen dat het precies deze rivier is die nauwelijks een maand geleden zoveel schade heeft veroorzaakt. Mina: ‘Ik studeer aan de Faculty of Security Studies waar ook legermanagers in opleiding les hebben. Tijdens de overstromingen gingen de meeste van mijn mannelijke medestudenten ter plekke in de getroffen gebieden helpen bij het evacueeren van mensen. De meisjes bleven hier om de slachtoffers op te vangen en bij te staan. Onze faculteit werd omgetoverd in een opvangscentrum. Net zoals mijn vriendinnen ben ik een week lang bijna vierentwintig uur per dag op de
Tekst: Petia Minnebach — Foto's: Djordje Boskovic
‘Van de ene dag op de andere veranderde de aanhoudende regenval van een vervelend weertje tot een levensgevaarlijk perikel. In een recordtijd stond een derde van het land onder water.’
facuteit aanwezig geweest. Ik ging enkel naar huis om te douchen en propere kleren aan te trekken. De faculteit bood onderdak aan zo'n tweehonderdtal mensen die al hun bezittingen kwijt waren. Mijn medestudenten en ik zorgden voor de verdeling van de goederen die we van verenigingen en particulieren kregen. In de eerste plaats was dat voedsel en water, maar ook kleren en speelgoed. We
speelden met de kinderen en probeerden hun aandacht een beetje af te leiden van de precaire situatie waarin hun families zich bevonden. Toen er een klein meisje jarig was, vierden we met z'n allen haar verjaardag en gaven we het kind cadeautjes die we ingezameld hadden.’ Net zoals Mina’s faculteit, veranderden ook veel andere scholen en
KORTE GESCHIEDENIS VAN SERVIË In 1945 wordt Joegoslavië een socialistische federale republiek met aan het hoofd Josip Broz Tito. Het gaat hier niet om communisme zoals het Russische prototype, maar wel een door Tito ingerichte specifieke vorm van socialisme. In 1980 overlijdt Tito, wat een einde maakt aan het dictatoriale bewind en het begin aankondigt van etnische spanningen. De jaren ’90 worden bepaald door de Joegoslavische oorlogen: gewapende conflicten en burgeroorlogen die leiden tot het uiteenvallen van de republiek. Slovenië en Kroatië zijn de eerste twee landen die onafhankelijk worden in 1991. De jaren daarna volgen ook Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië en Macedonië. In 2008 scheidt Kosovo zich als laatste af van Servië en roept zichzelf uit tot onafhankelijke staat. Servië en 29 andere landen erkennen de onafhankelijkheid tot op vandaag niet.
sportcentra in Belgrado tijdelijk in geïmproviseerde opvangcentra. Veel mensen gaven zich op als vrijwilliger en staken een handje toe waar ze maar konden. Ook was er nood aan mensen die een luisterend oor kwamen bieden: er waren niet genoeg professionele psychologen om alle slachtoffers bij te staan, maar wie net zijn hele huis onder water had zien lopen had er vaak nood aan om zijn verhaal te kunnen doen. Een studente die liever anoniem blijft vertelt: ‘Ik heb enorm veel respect voor de mensen die de slachtoffers mentale steun boden. Ikzelf raakte al zo ontregeld door de nieuwsberichten op televisie dat ik wist dat ik het niet aankon om persoonlijke verhalen aan te horen. Ik zou nadien zelf jaren therapie nodig hebben om die verhalen te kunnen verwerken, denk ik. In plaats daarvan ben ik gaan helpen bij een geldinzamelactie in het stadscentrum.’
SERVISCHE SOLIDARITEIT Er is veel kritiek gekomen op hoe de overheid de organisatie van de hulpverlening aanpakte, maar ter compensatie van deze nalatigheid van de staat, kwamen de burgers zelf in actie. Veel jongens en mannen gingen het leger helpen bij de evacuaties van de overstroomde gebieden en ook in de stad ontstond er een ongeziene sfeer van broederlijkheid en solidariteit. Niet alleen op Mina’s faculteit staken de studenten de handen uit de mouwen, in heel Belgrado (de stad zelf bleef grotendeels gespaard) lieten de inwoners zich van hun meest humane kant zien. Het aantal spontane hulpacties zijn ontelbaar. Radmila: ‘De eerste twee of drie dagen van overstromingen besteedden de internationale media nauwelijks
Verrekijkers ― 17
RUBRIEKTITEL: TEASER
‘Om plots zelfs geen tweede onderbroek meer te bezitten… Ik kan me niet eens voorstellen wat dat doet met een mens.’
aandacht aan de situatie in Servië. De bevolking besefte meteen dat ons land, dat toch al in crisis verkeerde, het niet op z'n eentje zou redden en dat het van levensbelang was meer ruchtbaarheid te creëren. Het was in de eerste plaats via sociale media zoals Facebook en Twitter dat Serviërs hun buitenlandse vrienden en kennisen informeerden en Europa redelijk snel ingelicht werd over de rampzalige regen die de rivieren deed overstromen. Vanaf dat moment konden we ook op internationale steun rekenen.’ Uiteraard bleef de Servische bevolking niet bij de pakken zitten en zette ze zelf alles op alles om geld in te zamelen voor de slachtoffers. Radmila: ‘De solidariteit die plots tot stand kwam in Belgrado was gigantisch. De plotse sfeer van samenhorigheid benadrukte nog meer de paniek die door het land trok. Taxi's brachten vrijwilligers gratis naar de getroffen gebieden. Ook drinkbaar water moest constant aangevoerd worden. Mensen boden zich spontaan aan op snel gecreëerde internetfora om personen en goederen te vervoeren van en naar de overstroomde delen. Restaurants maakten in hun keukens dagelijks grote 18 ― Verrekijkers
hoeveelheden voedsel klaar voor de geëvacueerde mensen. Ook werden er allerlei acties georganiseerd om geld in te zamelen, waarmee dan levensmiddelen aangekocht werden. Zo verkochten studenten van de kunstacademie al hun kunstwerkjes. Met het koor waarin ik zing verzamelden we meer dan driehonderd euro door op straat liedjes te zingen: mensen waren vrijgeviger dan ik me ooit had voorgesteld.’
HULP UIT ONVERWACHTE HOEK Wanneer ik door Belgrado wandel, zie ik tussen de historische gebouwen en moderne street art overal het nummer 1003 opduiken. Het is het nummer waarnaar je nog steeds kan sms’en om zo een kleine financiële bijdrage te leveren. Ook vanuit het buiteland kon je tijdens de overstromingen sms’en of geld storten op bijzondere bankrekeningen. Als sceptische Belg stel ik mij natuurlijk de vraag over hoeveel van het geld werkelijk bij de slachtoffers geraakt. Ik krijg gemengde reacties op mijn twijfels. Sommigen zijn ervan overtuigd dat zelfs de corrupte Servische overheid “niet zo gemeen kan zijn” dat ze in zulke
levensbedreigende situaties geld zou achterhalen. Anderen verwijzen vol vertrouwen naar de Europese Unie die zich moeit in de controle van het geld. Nog anderen trekken hun wenkbrauwen echter veelbetekenend op: ‘Ken je dit spreekwoord al? Corruptie bestaat overal, en zeker in Servië’.
HET NOODNUMMER “1003” Ook van haar buurlanden kreeg Servië veel steun. Montenegro, Rusland en verrassend genoeg Kroatië waren bij de eersten om mankracht en geld te sturen. Serviërs en Kroaten hebben sinds de laatste burgeroorlog in de jaren negentig een bijzonder moeilijke relatie. Dat net Kroatië bij de eersten is om Servië hulp aan te bieden wordt door beide partijen met veel enthousiasme benadrukt en herhaald. Iedereen lijkt vol goede hoop te zijn dat dit een stap in de richting van betere betrekkingen tussen beide laden is.
WAT NU?
Servië heeft het in de jaren negentig zwaar te verduren gehad. Na gruwelijke burgeroorlogen, moeizame onafhankelijkheidsverklaringen en economische crisissen, leek het
Foto: Igor Prusac
Balkanland stilaan eindelijk een beetje rust te vinden. Het land was bezig oplossingen te zoeken voor de Kosovoproblematiek en de vereisten van de Europese Unie in te willigen met oog op toetreding tot de EU, toen het land in mei plots getroffen werd door zware overstromingen. Meteen werd duidelijk dat de noodtoestand zware gevolgen zou hebben voor zowel de getroffen burgers, als voor het fragiele land zelf.
Er is nu grote bezorgdheid om de landbouwproducten: niet alleen de oogst van dit jaar is in grote delen van het land helemaal vernietigd, door de overstromingen is grond en water ook op lange termijn vervuild geraakt. De kans op infectieziektes zou “verzevenvoudigd” zijn (de cijfers lopen nogal uiteen). De precieze gevolgen worden nog steeds onderzocht. Voorlopig worden er bijvoorbeeld tomaten ingevoerd uit Nederland, terwijl het eigenlijk omgekeerd zou moeten zijn.
Ook zijn er nu, in juli, nog steeds slachtoffers in opvangcentra. Het gaat hier om mensen die alles kwijt zijn en geen familie hebben waar ze op kunnen terugvallen. Voorlopig worden ze geholpen met de donaties die blijven binnensijpelen, maar het is onzeker wat er met hen moet gebeuren. Ze hebben geen huis om naar terug te keren en hebben in veel gevallen geen spaargeld of verzekeringen om op terug te vallen. Het grootste deel van de mensen die hun woning kwijt zijn, hebben ondertussen wel onderdak gevonden. De typische Balkan cultuur waarin familie en gastvrijheid zo belangrijk zijn, heeft hier zeker toe bijgedragen. Zelden laat een inwoner van de Balkan zijn familie op straat staan. ‘Ach, we hebben de burgeroorlog overleefd – dit zullen we ook wel weer te boven komen’ hoor ik mensen meermaals zeggen over de huidige situatie. Ik hoop oprecht dat het waar is en dat Servië een toekomst vol voorspoed tegemoed gaat. w
COLUMN
Tekst & Foto: Jill Lamberts
- OOST, WEST ALLEBEI BEST! Jill Lamberts, aangenaam. Een tikkeltje nieuwsgierig en zwaar reislustig schrijf ik voor Verrekijkers Magazine reiscolumns. Verhalen waarmee ik jou, mijn lezer wil inspireren, motiveren en mee wil laten voeren in wereldwijde avonturen.
‘IK ZIT AL DRIE JAAR op de bank’ dat is wat een ongemotiveerde jongeman van 25 jaar, op de zetel aan mijn bureau, tegen mij zei. Vanaf het moment dat ons gesprek ten einde raakte en hij zijn weg vanuit het uitzendbureau naar buiten vervolgde, brak bij mij voor een fractie van een seconde het angstzweet uit. Want net voor zijn bezoek, had ik mijn manager laten weten dat mijn contract niet verlengd hoefde te worden. In een klap was ook ik, net zo werkloos als de jongeman, die al drie jaar op de bank zit. Een enkel ticket Australië was snel geboekt. ‘Jij bepaalt je eigen regie’ vertelde mijn ambitieuze opa me laatst en hij heeft gelijk. Langs de andere kant weet ik niet of mijn keuze om mijn contract niet te laten verlengen de juiste was. Want in tijden waarin de banen niet voor het oprapen liggen, is dat nogal een risico. Maar goed, laten we dat maar even terzijde. Zoals de schrijver Thomas Blondeau schreef: ‘Je kunt iets, maar durft nog te weinig. Wanneer je meer gaat durven, word je goed.’ Al snel verving het inzicht dat het tijd werd om persoonlijke dromen na te jagen mijn eerdere angstzweet. Al een aantal jaren heb ik een gezonde verslaving voor reizen. Keer op keer zet dat mijn zintuigen op scherp. Het horen, zien, proeven en ruiken van nieuwe culturen maakt mij nieuwsgierig. Eerdere reizen voerde me, alleen of samen naar onder andere Thailand, Laos, Cambodja, India en Nepal. Voor het vertrek van een reis denk je aan het visum, de inentingen, de verzekeringen. Maar als de dag van vertrek voor de deur staat, is het een ander verhaal, je moet toegeven aan totale onthechting van thuis. Een van de grootste uitdaging, die dan op je te wachten staat, is je basis te halen uit een volgeladen versleten backpack. Het enige wat dan echt van waarde blijft is je paspoort en de daarbij horende vrijheid. Eenmaal op het vliegveld greep verdriet en euforie me bij de lurven. Het echte besef van vertrek kreeg ik bij het opstijgen wanneer ik door het raam keek: Want aan het landschap en de auto's die onder mij tevoorschijn schoten, zag ik hoever ik al van thuis was. Oost west - allebei best! Ben jij benieuwd naar de avonturen die worden beleefd en de verhalen die daarover worden geschreven. Like dan mijn facebook pagina: In.Dialoog en blijf wekelijks op de hoogte van wereldwijde avonturen en dialogen.
Verrekijkers ― 19
FOTOREPORTAGE: CONGO
IMPRESSIE VAN EEN IMMERSIE Met USOS op inleefreis naar Congo
In de botanische tuin van Kisantu vangen we een eerste glimp op van de machtige Congostroom.
N
a een intensief voorbereidingstraject waren we er alle negen helemaal klaar voor. Een maand lang zouden wij deel gaan uitmaken van een gezin in de grootste stad van één van Afrika’s meest omstreden landen. Maar bij aankomst in Kinshasa bleek al gauw dat weinig ons echt had kunnen voorbereiden op het ritme en de intensiteit van het leven in Congo .
Wat bedoeld was als blootstelling werd een volwaardige onderdompeling: niet zozeer in de uitzichtloze humanitaire rampspoed waarvoor Congo bij ons berucht is, maar des te zeer in menselijke verhalen van levensvreugde, broederschap, en onuitputtelijke hoop. Een impressie. w 20 ― Verrekijkers
Mijn gastgezin voor de komende maand. V.l.n.r.: Papa Blaise, mijn gastzus Skeint, broertje Dave, Maman Ada en gastbroer Snaider.
Tekst & Foto's: Josefien Voets
Op de suikerrietplantage. Krachtige vrouwen bewerken het veld.
Masina, één van de armste en dichtstbevolkte delen van Kinshasa. Ik ben de mundele (blanke) van Quartier Trois. In onze straat – die ook fungeert als vuilnisbak – voel ik mij meer dan welkom.
En route! Dit vrachtje houtskool gaat richting grote stad.
Irène en Judith (met zoontje Junior) runnen een winkeltje. Droge koekjes, zakjes poedermelk, losse lucifers en één stuk zeep voor lichaam, huis en afwas: het zijn onze dagelijkse behoeften.
Verrekijkers ― 21
FOTOREPORTAGE: CONGO Huize Richard. De hoop op beter steeds nabij.
Tekst & Foto's: Josefien Voets Stuk voor stuk worden we bevraagd over onze ervaringen in Kinshasa. Live on air!
De straten van Kinshasa zijn druk in het kwadraat, en foto’s maken is geen sinecure. Aftandse Volkswagenbusjes omvatten het openbaar transport waar mogelijk, terwijl motortaxi’s de zandstraten voor hun rekening nemen.
22 ― Verrekijkers
RUBRIEKTITEL: TEASER
Tekst: Voornaam Achternaam — Foto's: Voornaam Achternaam
Een vrouw in India:
TO BE OR NOT TO BE?
‘To call woman the weaker sex is a libel; it is man's injustice to woman. If by strength is meant brute strength, then, indeed, is woman less brute than man. If by strength is meant moral power, then woman is immeasurably man's superior. Has she not greater intuition, is she not more self-sacrificing, has she not greater powers of endurance, has she not greater courage? Without her, man could not be. If nonviolence is the law of our being, the future is with woman. Who can make a more effective appeal to the heart than woman?’ — Mahatma Ghandi. Het siert Ghandi eens te meer dat hij, geboren in een man dominated country als India, tot dit vrouwvriendelijk inzicht kwam. Hoewel India haar vrouwonvriendelijke huid langzaamaan begint af te pellen, is het een huid die moeilijk loslaat en nog steeds in verschillende regio’s, veelal op het platteland, aan het dagelijkse leven vastkleeft. In afgelegen gebieden blijft het een veelvoorkomende gedachte dat
vrouwen tot doel hebben te trouwen en daarom geen nood hebben aan educatie. In grote steden is de positie van vrouwen meestal stabieler, maar ze blijft niet vanzelfsprekend. Het mag uit het voorgaande blijken dat arme Indiase vrouwen en hun baby’s een kwetsbare groep vormen. Ik trok een maand naar India als medisch, maar vooral sociaal vrijwilliger en werkte daar in het IIMC, Institute for
Indian Mother and Child. Deze groep probeert moeders en kinderen vooruit te helpen. Dit proberen ze te realiseren aan de hand van verschillende projecten: sommigen zijn medisch, maar het accent ligt vooral op educatie en ontwikkeling. Dr. Sujit Brahmochary, oprichter en directeur van het IIMC, beschrijft zijn missie als volgt, als het gaat over de rechten van de Indiase vrouwen: ‘Some freedoms are not the end of struggle, after climbing one high hill, we can find there are many more hills to climb.’
HET LEED VAN DE GAUDI Over de situatie van vrouwen in India valt veel te zeggen. Belangrijk is om te onthouden dat het geen eenduidig verhaal is. Hieronder vertel ik een paar
Verrekijkers ― 23
OOGGETUIGE: INDIA verhalen die andere vrijwilligers en mij persoonlijk erg deden schrikken, maar er bestaan ook verhalen van hoop. Daar probeer ik dit artikel mee af te sluiten. Het verhaal van disrespect voor vrouwen begint met het huwelijk. Als een vrouw trouwt, moet ze immers een bruidsschat, de zogenaamde Gaudi, schenken aan de familie van de bruidegom. Zo’n bruidsschat vraagt in vele gevallen meerdere aderlatingen van de armere families. Ze kan uit verschillende dingen bestaan: land, juwelen, geld, saris (Indiase vrouwenkledij),… Barnali, verantwoordelijk voor de pijler educatie in het IIMC project, vertelt dat arme families soms zelf de vrouw proberen vermoorden om de vervloekte Gaudi niet te hoeven betalen. Ze proberen het dan op zelfmoord te doen lijken of wijten het aan een ongeluk bij het koken. De vrouwen die het kunnen navertellen blijven dikwijls hun hele leven getekend met brandwonden. Bij wet mag een meisje trouwen vanaf 18j, een jongen moet 21 zijn. Maar zoals vaak werkt deze wet beter op papier dan in praktijk. Nog steeds worden 14-jarige meisjes uitgehuwelijkt door hun familie. De meisjes die we in het ziekenhuis zien rondlopen lijken ook zo verdomd jong en als je dan de leeftijd nagaat, kom je herhaaldelijk op 17 à 19 jaar uit.
BEVALLING, BABY’S EN BORSTVOEDING: EEN MOEIZAME BBB WORKOUT.
Een tweede belangrijke gebeurtenis is het krijgen van een kind. ‘Nobody wants a female child’, zegt Barnali. Dat is nogal zwart-wit uitgedrukt, maar het is vaak waar: in vele families wil men onder geen enkele beding een meisje. In de ziekenhuizen die we bezoeken, zien we bordjes hangen als deze: ‘sex determination of foetus is punishable under PNDT act. Not done here’ (geslacht van de foetus mag niet prenataal bepaald worden).
Toen de echo zijn intrede deed in India, steeg ook het aantal vrouwelijke 24 ― Verrekijkers
abortussen spectaculair. Eens de zwangere vrouwen het geslacht van hun ongeboren kindje wisten, vroegen ze veelvuldig (al dan niet op eigen initiatief of door de familie gedwongen) een clandestiene abortus aan bepaalde dokters, die daar ongetwijfeld dik gevulde kluizen vol met roepies mee verdienden. Resultaat: geen moeder in India mag nog voor de geboorte weten of ze al dan niet een jongetje of meisje zal krijgen. Maar ook na de geboorte kan een meisje het hard te verduren krijgen. Vrouwen weigeren regelmatig hun borstvoeding te “verspillen” aan een vrouwelijke baby. Al het goede voedsel wordt bewaard voor de mannelijke nakomelingen. Kleine meisjes zijn dan ook vaker ondervoed dan jongetjes van dezelfde leeftijd.
Het laatste dat Barnali ons toelichtte, ging over de aanrandingen waar India beschaamd onder gebukt gaat... Als het overdag al gebeurde dat je per toeval
toch eens alleen in de metro stond of over straat liep, kon je er niet omheen: je werd aangekeken, nagestaard en soms werd er iets naar je geroepen. Je ziet Indiase vrouwen ook niet gemakkelijk alleen. De verhalen over de aanrandingen die Barnali ons probeerde te vertellen, gingen echter ver over het randje van mijn verbeelding heen.
Het bekendste verhaal, dat ook bij ons tot in de kranten doorsijpelde, is dat van de Delhi gang rape in 2012. Op een avond namen een meisje en haar vriend de bus terug naar huis. Al snel realiseerden ze zich dat de bus in de verkeerde richting begon te rijden. In de bus zaten zes mannen en een bestuurder. De bestuurder vergrendelde de deur en sloeg de jongen bewusteloos. Daarna verkrachtten ze het meisje één voor één. Ze martelden haar en gooiden daarna het bebloede koppel op straat. De man kreeg later zijn bewustzijn terug, maar voor het meisje
Tekst & Foto's: Lenie Hollants
IN VELE FAMILIES WIL MEN GÉÉN MEISJE. GEEN ENKELE MOEDER IN INDIA MAG NOG VOOR DE GEBOORTE WETEN OF HAAR KIND EEN JONGEN OF MEISJE IS. om nog maar een voet op straat te zetten (niet doen! India is een te mooi land om niet buiten te komen. Bovendien ben je in groep meestal echt wel veilig. Bovenstaande verhalen zouden niet mogen gebeuren, maar zijn nu ook weer niet de norm). De toestand verschilt heel erg per regio: in het zuiden van India is de positie van de vrouw veel beter. Het probleem stelt zich vooral in de oostelijke Bengalen, Kasjmir en Rajasthan.
HELPENDE HAND kwam alle hulp te laat: zij overleed dertien dagen later ondanks de beste medische hulp in Singapore. Deze zaak zette heel India in beweging. Hoe was het mogelijk dat dit kon gebeuren?! Zat het disrespect voor vrouwen hier voor iets tussen? Volgens Barnali wel. ‘A lot of Indian man still consider woman as their playing thing’, beweert ze. De vier volwassen mannen kregen de doodstraf. Een van de twee bruutste aanvallers was echter minderjarig. Hij werd uiteindelijk veroordeeld tot drie jaar cel. Er rees veel protest tegen deze laatste uitspraak: velen menen dat na deze zwakke straf voor de zeventienjarige aanrander het seksueel geweld in India onverminderd zal doorgaan. Barnali heeft zoveel verschrikkelijke verhalen te vertellen; haar gezichtsexpressie verraadt hoe zwaar de verhalen op haar schouders wegen. Na deze verhalen zou je als – al dan niet westerse – vrouw schrik krijgen
Het is in de Bengalen, meer bepaald in en rond Kolkata, dat het IIMC probeert met vernieuwende strategieën de arme Indiase vrouwen een hand te reiken. Het project heeft verschillende pijlers: een kleinere medische (kleine kliniekjes) en een zeer belangrijke over onderwijs en educatie (46% van de Indiase bevolking is immers nog steeds ongeletterd). Ze richten scholen op, onderhouden deze en proberen uit te breiden indien mogelijk. Ze ondersteunen de armste kinderen financieel met het ‘student sponsorship program’. Ook educatie van arme vrouwen wordt hoog in het vaandel gedragen: met het ‘health promotion project’ & ‘microcredit & savings program’ proberen ze de positie van de vrouwen in de dorpssamenleving te bevorderen door van hen een plaatselijke gezondheidswerker te maken of voor hen economisch verantwoorde investeringen mogelijk te maken. Zo hebben ze meerdere projecten, en deze zijn nodig. Ondanks de ontwikkeling die gestaag haar opgang
maakt, wordt minder dan 8% van de parlementaire zitjes ingenomen door vrouwen, zijn meer dan 2 van de 3 kinderen die geen educatie krijgen meisjes en 1 op 20000 getrouwde vrouwen wordt aangezet tot zelfmoord door hun man of krijgt vreselijke brandwonden na op het nippertje ontkomen te zijn aan de zoveelste poging tot ‘homicide’. Maar het is niet altijd kommer en kwel. Zo hoorde ik van Sabana, een intelligente patiënte uit de indoor kliniek (de indoor is het hoofdcentrum van het IIMC, waar de patiënten echt verblijven, meerdere dagen tot weken. Itt de outdoor clinics, waar de patiënten op eigen initiatief naartoe gaan en daar ambulant behandeld worden.) van het IIMC, een hoopgevend verhaal. Sabana was, van de mensen op het platteland die ik tegenkwam, ongetwijfeld degene die het beste Engels sprak. Ze moest eveneens in een gearrangeerd huwelijksbootje stappen, maar haar man prees haar intelligentie en goede kennis van het Engels en stemde meteen in met haar plan om rechten te gaan studeren. Ze start volgend jaar. Ik geloof stellig dat er meer van zulke verhalen zijn. In het IIMC word je natuurlijk meer geconfronteerd met de verhalen waar het misloopt waardoor je met medische gevolgen te maken krijgt. Vandaar dat ik mij ervoor hoed om een al te negatieve bril op te zetten. Het is moeilijk om op grote schaal te zien hoeveel vrouwen lijden onder hun situatie te wijten aan onrechtmatige behandeling, dus hoe hierin realist zijn? Ik verkies de optimist en laat de tijd zijn hoopvol werk doen. Als ik buiten de luchthaven samen met mijn Deense vrienden afscheid neem van India, is het alsof de zonsondergang nog nooit zo mooi zijn stralen heeft verloren. Ik geloof in de dag dat ze op dezelfde manier terug de lucht in rijst en de Indiase vrouwen de toekomst gunt die ze verdienen. w Meer weten? www.iimcmissioncal.org of lees het uitgebreide artikel online www.verrekijkers.org
Verrekijkers ― 25
DOSSIER: MILLENNIUMDOELEN
ALS JE DOOR DE BOMEN HET BOS NIET MEER ZIET
Studente milieuwetenschappen doet onderzoek in Nicaragua
Het is 6 uur ’s morgens. Ik sta onder de cacaobomen mijn waterfles te vullen aan de tuinslang, met een stuk katoen over de opening als geïmproviseerde filter. Zo maak ik me klaar voor een dag thesisonderzoek in Bilampi, een arme rurale gemeenschap in het binnenland van Nicaragua. Ik onderzocht er hoe de bewoners de aanwezige natuurlijke rijkdommen gebruiken en beheren. Daarvoor dompelde ik me gedurende vijf weken onder in het dagelijkse leven van mijn gastfamilie en de andere bewoners van de gemeenschap. Ik ervoer dat hun omgang met het water, de bomen en de grond om hen heen cruciaal is voor hun welzijn. Zij zijn, net zoals veel arme gemeenschappen in ontwikkelingslanden, sterk afhankelijk van natuurlijke rijkdommen en dus kwetsbaarder voor klimaatverandering. Bilampi is daarmee geen uitzondering in Nicaragua, het tweede armste land van Latijns-Amerika, want 63% van de plattelandsbevolking leeft er onder de armoedegrens. Dat is een te hoog cijfer, zeker in het licht van de Millenniumdoelen die ambiëren om tegen 2015 wereldwijd armoede drastisch te verminderen. Voor Verrekijkers geef ik een anekdotische stand van zaken over de Millenniumdoelen in Bilampi. Aangezien milieu de invalshoek van mijn thesisonderzoek is, komt de doelstelling ‘milieuduurzaamheid’ als eerste uitgebreid aan bod. 26 ― Verrekijkers
DOELSTELLING 7: zorgen voor een duurzaam leefmilieu
AARDSCHOK In het diepgroene tropisch regenwoud op de berg Cerro Musún, in het midden van het land, ontspringen talrijke zoetwaterbronnen, waaronder de rivier Bilampi. Aangetrokken door deze overvloed aan natuurlijke rijkdommen hebben vanaf eind jaren 1970 meer en meer boeren zich op de berghelling en de rivieroevers gevestigd. Bomen werden omgehakt om plaats te maken voor akkers en weiden, het hout gebruikt voor huizen en omheiningen. In 1991 kreeg de nog beboste top van de Cerro Musún de status van beschermd natuurreservaat, terwijl de omliggende heuvels steeds kaler worden. De combinatie van een kwetsbaar gemaakte bodem, hevige regen en een aardschok veroorzaakten in 2004 ernstige aardverschuivingen in het hele gebied. Het staat in de mensen hun geheugen gegrift hoe eeuwenoude bomen en grote rotsblokken werden meegesleurd in de kolkende rivier. Door deze ramp verscheen het gebied rond Bilampi op de kaart van (internationale) ontwikkelingsorganisaties. Zo werd onder andere een waterkrachtcentrale gebouwd op de rivier, die Bilampi en omliggende gemeenschappen sinds 2007 van elektriciteit voorziet.
Tekst & Foto's: Laura Claessens
Laura Claessens poseert met enkele locals in het tropisch regenwoud van Nicaragua
BOMEN DOEN HET WATER LEVEN Ontbossing is nefast voor de watervoorziening en daardoor ook voor de bewoners zelf en de waterkrachtcentrale. Immers, bomen zijn cruciaal om regenwater in de grond te helpen infiltreren en om grondwater naar de oppervlakte te brengen. Om de elektriciteitsproductie op lange termijn te garanderen, financiert het United Nations Development Programme in het kader van de Millenniumdoelen een herbebossingsproject. Door veelvuldige bezoeken van de Nicaraguaanse projectverantwoordelijke, die bovendien hun zakken vol zaden en plantgereedschap doneerde, hebben de boeren die op de rivieroevers wonen de afgelopen jaren heel wat bomen aangeplant. Het resultaat springt meteen in het oog bij het binnenrijden van Bilampi: een dikke groene slang slingert zich doorheen het landschap. Al vraag ik mij met een klein hartje af hoe lang deze bomen overeind zullen blijven, wanneer de geldkraan wordt dichtgedraaid.
GRENZEN VERLEGGEN
De boeren waar ik mee sprak, zijn zich bewust van het belang van bomen, maar daar tegenover staat het feit dat ze hun gezin moeten voeden. Op de vraag waarom ze dan voor elke boom die ze omhakken geen nieuwe planten, kreeg ik verschillende reacties die te herleiden zijn tot eenzelfde levensstrategie: als de grond niet meer rendeert,
verkopen we en verhuizen we naar een nieuw stuk grond. Deze voortdurende migratie draagt er in belangrijke mate tot bij dat jaarlijks 70000 hectare tropisch regenwoud verdwijnt in Nicaragua. Doordat de grond niet erg geschikt is voor landbouw, geraakt deze snel uitgeput. De ontbossing bedreigt eveneens de Cerro Musún. De stad en het milieuministerie schuiven al jaren de hete aardappel heen en weer over wie het reservaat moet omheinen. Intussen eigenen de bewoners zich steeds meer van het ecologisch kostbare gebied toe, waardoor bedreigde plant- en diersoorten zoals orchideeën, poema’s, luiaards en miereneters beetje bij beetje in het nauw gedreven worden op de top van de berg. De bewoners zelf hechten weinig waarde aan hun wilde buren, zij moeten uit hun buurt blijven, tenzij zij een potentieel maal vormen. Ik zal niet snel de draaikolk van emoties vergeten toen een lieve Nicaraguaanse familie mij langs de betoverende watervallen van de rivier gidste en zomaar – voor de fun – een prachtige grote hagedis van de rots stenigde. Hoewel het belang van biodiversiteit voor ontwikkeling expliciet in de lijst met millenniumdoelen staat, botste ik dus op een heel andere perceptie in Bilampi.
WATER IS LEVEN
De link tussen toegang tot water en ontwikkeling is daarentegen wel kristalhelder. Bijna alle boeren die verspreid
Verrekijkers ― 27
DOSSIER: MILLENNIUMDOELEN op de heuvels wonen, hebben het geluk dat uit hun grond minstens één waterbron opborrelt waarmee ze zich van drinkbaar water kunnen voorzien. De bewoners die op een perceel in de “hoofdstraat” wonen, voornamelijk de armste families, waren tot voor kort echter aangewezen op een publieke kraan voor drinkwater en de rivier als bad- en wasplaats. Hoewel de dagelijkse lange wachtrij in eerste instantie onderlinge spanningen veroorzaakte, bracht deze gezamenlijke nood hun uiteindelijk samen. De gemeenschap kaartte het probleem aan bij het stadsbestuur, waarna de bewoners een watersysteem aanlegden ondersteund door organisatie Agua Para La Vida. Sinds eind 2013 stroomt gefilterd water van een waterbron hoger op de berghelling tot in elk huis van de hoofdstraat, zijn er minder kinderen met parasieten of diarree en werden ingenieuze latrines geïnstalleerd met een gesloten septische tank om grondwaterverontreiniging te voorkomen.
Als onderdeel van dit project kregen de leerlingen twee praktische toepassingen van elementair milieubewustzijn aangeleerd: afval opruimen en sorteren, wat doorgaans niemand doet in Bilampi. Het schoolgebouw werd wel door de overheid gebouwd, maar er zijn weinig middelen beschikbaar voor het dagelijks functioneren. Daardoor moeten zowel de leraar als zijn leerlingen veel waardevolle lestijd investeren in geldinzamelingsacties voor schoolmateriaal.
DOELSTELLING 3: gelijkwaardigheid tussen man en vrouw
JONGE MOEDERS
‘We eten elke maaltijd iets anders: 's morgens rijst met bonen, 's middags bonen met rijst, en 's avonds gallo pinto,’ is een vaak gehoorde grap. Samen met huisgemaakte maïstortilla’s en cuajada (verse kaas) vormt dit het basismenu. Drie keer per dag welteverstaan. Mijn gastmama is wel zo creatief om er iedere keer net een andere touch aan te geven, met bijvoorbeeld een bakbanaan, maniok, eitje, avocado of tomaat en af en toe een stukje vlees. De leraar vertelt me echter dat verschillende families te arm zijn om hun kinderen drie maaltijden per dag te geven. De overheid verdeelt daarom basisingrediënten onder de scholen, zodat die tijdens de pauze een ontbijt kunnen aanbieden. Tenminste, als de kookmoeders komen opdagen.
De doorstroming naar de middelbare school is niet vanzelfsprekend, omwille van de hogere kosten en de grotere afstand tot de school. Zwanger worden op jonge leeftijd is een andere reden waarom meisjes hun middelbaar niet afmaken. Vijftien jaar is geen uitzondering in Bilampi. Ik heb meermaals meegemaakt dat een meisje het ouderlijk huis verlaat om onder vaders wil en wet uit te geraken, om dan vervolgens onder de plak van haar vriendje terecht te komen. Zo worden meisjes al vroeg “moeder aan de haard”. Of de vader zijn verantwoordelijkheid opneemt, is een andere kwestie. Ik zag veel gebroken en nieuw samengestelde gezinnen. Een alleenstaande vrouw heeft het moeilijk: financieel, qua veiligheid en om gerespecteerd te worden. Het feit dat ik alleen in Nicaragua was (bovendien al 24 jaar, ongehuwd en kinderloos) leverde standaard gefronste wenkbrauwen op bij mijn gesprekspartner en regelmatig opdringerige aandacht van mannen. In Nicaragua heerst een sterk rollenpatroon en een mannencultuur, hoewel het gezag van de vrouwen binnenshuis niet mag worden onderschat. Jammer genoeg zijn de vele uren aan het houtvuur in de keuken dan weer nefast voor ogen en longen.
SORTEREN OP SCHOOL
VERMENIGVULDIGT U
DOELSTELLING 1: extreme armoede en honger uitbannen
RIJST, BONEN EN MAÏS
DOELSTELLING 2: universele basiseducatie
Maar ook de schoolkinderen zijn niet altijd op appel en dat baart de leraar meer zorgen. Ze worden niet aangemoedigd door hun ouders, omdat deze zelf nooit naar school gingen of ze zijn genoodzaakt thuis te helpen in het huishouden of op het veld. Wanneer ik een voormiddag mee les ga volgen op de lagere school zijn de leerlingen razend enthousiast, verlegen en vooral nieuwsgierig door de aanwezigheid van la gringa. De leraar weet gelukkig de aandacht van deze energieke bende erbij te houden door educatieve spelletjes, toneel en tekenen in zijn lessen te integreren. Ik ben verwonderd door deze dynamische aanpak, die ook tot buiten het klaslokaal strekt. Recent werden er in samenwerking met de Zwitserse organisatie COSUDE toiletten, lavabo’s en vuilbakken geïnstalleerd. 28 ― Verrekijkers
DOELSTELLING 4: het tegengaan van moedersterfte
Daarnaast is er nog die andere vader die toekijkt: God. In Bilampi vertaalt zich dat in een sterke aanwezigheid van de evangelische kerk. Die promoot alvast geen condoomgebruik en de school evenmin. De dag dat ik de les bijwoonde ging het net over soa’s en hiv/aids. De beste en enige beschermingsmethode die uit de doeken werd gedaan: onthouding tot je een vaste partner hebt om een gezin mee te stichten. Seksuele opvoeding maakt alleszins deel uit van het onderwijsprogramma en ook de gezondheidszorg verbetert. Met enige regelmaat houdt een mobiele medische eenheid halt in een naburige gemeenschap en vrouwen gaan naar het ziekenhuis om te bevallen. Dat laatste is te bereiken via een twee uur durende hobbelige rit in een overvolle bus. Daarom wordt voor ziekte en prenatale
Tekst & Foto's: Laura Claessens
RECEPT MET RESPECT Tekst: Eliane Maes
BANANENBEIGNETS Uit de Centraal-Afrikaanse republiek Corruptie, fraude, geweld, conflicten en burgeroorlogen. De laatste maanden krijgen we een weinig rooskleurig beeld van de Centraal-Afrikaanse Republiek voorgeschoteld. Een snelle uitweg is nog niet in zicht, de besprekingen over een mogelijke vrede lopen moeilijk. Om toch een positieve noot uit deze regio te laten klinken, koos Verrekijkers Magazine voor een plaatselijke lekkernij: bananenbeignets. Deze delicatesse zorgt voor een vredige smulpartij!
Ingrediënten voor een 12-tal porties:
begeleiding vaak beroep gedaan op de plaatselijke kruidenvrouw, die met steun van een gezondheidsorganisatie, een opleiding volgde tot gecertificeerde vroedvrouw.
DE FRUITBOOM
Ik heb me vaak overweldigd gevoeld wanneer – weer maar eens – iets wat ik vanzelfsprekend vond, op de helling werd gezet door een gesprek of observatie. Ondanks de vele bedenkingen die mijn verhaal doorrijgen, ben ik er rotsvast van overtuigd dat een symbiose tussen de mens en onze natuurlijke omgeving mogelijk en noodzakelijk is voor ons eigen welzijn en ontwikkeling. Laat die ontwikkeling dan wel gebaseerd zijn op samenwerking. Enerzijds ondervond ik de neveneffecten van ontwikkelingshulp. Ik kreeg sterk de indruk dat de bewoners van de wilde westerse weldoeners beginnen te verwachten dat zij hen uit de put zullen trekken, in plaats van dat ze zullen leren hoe er op eigen kracht uit te klimmen. Anderzijds sterkt bijvoorbeeld de aanpak van Agua Para La Vida mijn geloof dat door een langdurige en intensieve samenwerking ter plaatse op basis van een doordachte en integrale benadering een echte fruitboom wordt geplant. Dan kunnen de mensen op termijn zelf de vruchten oogsten in plaats van de snoepjes te grabbelen die bepaalde ontwikkelingsorganisaties er tot nu toe rondstrooiden. Dat kan een blijvend verschil maken in de statistieken van de Millenniumdoelen. w
3 bananen 130g zelfrijzende bloem 2 eetlepels suiker 1 ei 1 snuifje zout frituurolie
Bereiding: Meng het ei, het zout en 1el suiker in een grote kom. Doe er de bloem bij en roer alles tot een vaste deeg. Meng het deeg met 100ml water. Doe de bananen uit hun schil en snij ze in stukjes. Strooi er de rest van de suiker op. Meng ze in het deeg en frituur ze 2 tot 3 minuten op 175° C. Dit kan je zowel doen in een pan als in een friteuse. Duw de beignets niet volledig in het vet, het is de bedoeling dat ze blijven drijven.
Haal ze eruit en genieten maar!
Verrekijkers ― 29
DOSSIER: MILLENNIUMDOELEN
MET 11.11.11 NAAR DE FILIPPIJNEN In het buurtsecretariaat bij Permeke sprak ik met Jeannine Goudman, een actieve vrouw die begaan is met de wereld. De afgelopen twintig jaar bezocht ze samen met haar man tal van projecten in ontwikkelingslanden. In maart 2014 gingen ze met een partnerreis van 11.11.11 naar de Filippijnen, aangezien het land in 2013 werd getroffen door één van de zwaarste stormen ooit, de tyfoon Haiyan. Daarbij raakten 673 duizend mensen dakloos en zijn duizenden mensen omgekomen. Ter plaatsen, troffen ze de meest schrijnende situaties aan. Zo waren er duizenden straatkinderen die zonder een dak boven hun hoofd op het strand sliepen.
Jeannine en haar man zijn al dertien jaar actief bij UNICEF Antwerpen, zij als voorzitter en hij als penningmeester. Daarbij verzorgt Jeannine, in het kader van UNICEF, gastlessen op scholen over kinderrechten in ontwikkelingslanden. Daarnaast reizen ze op eigen initiatief de hele wereld rond om de projecten van hulporganisaties te bekijken. Zo zijn ze recent in ZuidAfrika, Zimbabwe, Nicaragua en Peru geweest.
FILIPPIJNEN: 7107 EILANDEN Waar schrok je het meeste van tijdens jouw verblijf?
We zijn ontzettend geschrokken van de vele straatkinderen die in de hoofdstad Manilla rondliepen. Je hoort natuurlijk verhalen dat er talrijke mensen dak30 ― Verrekijkers
loos zijn, maar wat we daar aantroffen was echt verschrikkelijk. In Manilla zagen we meisjes van 15 jaar op straat rondzwerven met een kind onder hun arm. Ook de jongens hebben het moeilijk, vele proberen op jonge leeftijd als pooier hun geld te verdienen. Kinderprostitutie is een enorm groot probleem in Manilla. Als je deze situatie bijvoorbeeld met India vergelijkt, waar ook veel jonge stoepbewoners zijn, wonen de meeste kinderen toch nog bij hun ouders. Weliswaar in schamele hutjes van wegwerpmateriaal, maar ze zijn bij hun familie. Dat was op de Filippijnen vaak niet het geval. Hoe reageren de vereningingen en hulpverleners op deze situatie?
Verenigingen opperen dat ze de straat-
kinderen wel opvang en scholing aanbieden. Maar daartegenover voorzien ze hun niet van voorbehoedsmiddelen. Dit komt omdat sommige verenigingen worden gesteund door de katholieke overheid, die absoluut niet gediend zijn van geboortebeperking. Dat is natuurlijk wel een beetje tegenstrijdig, aangezien je op lange termijn geen oplossing biedt. Op welke manier is UNICEF actief in de Filippijnen?
UNICEF België levert bijvoorbeeld vaccins. Zo is België verantwoordelijk voor het maken van 3 miljoen vaccins per jaar. Die worden dan via partnerorganisaties onder de bevolking verspreid. Desondanks kan UNICEF niet overal fysiek aanwezig zijn. Daarom
Tekst: Diede Verbart — Foto: Jeannine Goudman
onderdrukt, waardoor er al veel slachtoffers gevallen zijn. De boeren leven al jaren in extreme armoede. Ze hebben een klein lapje grond om eten te verbouwen, maar dat is niet genoeg om met het hele gezin te voeden. Naar school gaan zit er ook niet in voor de kinderen. Deze mensen hebben echt niets om voor te leven. Hulporganisatie Focus on Global South is hier actief bezig om ervoor te zorgen dat de boeren weer krijgen waar ze recht op hebben. Wat bedoel je met extreme armoede?
Families leven hier in piepkleine huisjes, waar amper iedereen inpast. Buiten de grote steden is alles nog heel primitief. Je treft dorpen in de Filippijnen zonder elektriciteit, soms zelfs geen waterleidingen of toilet. Je vindt ook verscheidene gemeenschappen in de jungle die bijna onbereikbaar zijn. Hierdoor is het moeilijk om in zulke plekken armoede te bestrijden. Toch kwamen we heel veel scholen tegen, al waren dat soms eenvoudige bamboehutjes.
MILLENNIUMDOELEN
Hoe haalbaar zijn de millenniumdoelstellingen?
proberen we vlot samen te werken met andere verenigingen.
LANDHERVORMING
We bezochten ook een project rond de herverdeling van landbouwgrond. Zo hebt je in de buurt van Manilla een groot landgoed genaamd Hacienda Luisita. Het stuk grond behoort nu toe aan de familie van de president. Oorspronkelijk was het landgoed vroeger van de boeren. Sinds het toegeëigend is door de familie Cojuangco-aquino, pachten de boeren kleine stukken grond om suiker te verbouwen. Men is al veertig jaar bezig om het land te herverdelen aan de arme boeren via een slepende rechtszaak. De boeren komen hierdoor regelmatig in opstand, maar ze worden dan hardhandig
We hebben met eigen ogen kunnen zien dat heel wat doelstellingen al half of voor een groot deel verwezenlijkt zijn. De vele hulporganisaties leveren goed werk. Zo hebben we kunnen zien dat er veel meer kinderen naar school gaan. De kindersterfte is aanzienlijk gedaald en een aantal ziektes zijn volledig uitgeroeid. Er is veel vooruitgang, maar volledig haalbaar zijn de millenniumdoelstellingen natuurlijk nooit geweest. Er is te weinig goede wil bij de overheden en daarnaast zijn ze te veel bezig met oorlog voeren.
Wat was jouw grootste drijfveer om zo veel verschillende projecten te bezoeken?
Allereerst de belangstelling voor de derde wereld. Die mensen hebben evenveel recht om het goed te hebben als wij. Maar ook boosheid naar de politiek. Er wordt veel te weinig
“ER IS VEEL VOORUITGANG, MAAR VOLLEDIG HAALBAAR ZIJN DE MILLENNIUMDOELSTELLINGEN NATUURLIJK NOOIT GEWEEST.” gedaan om druk uit te oefenen op de politiek en machthebbers van ontwikkelingslanden. Ze moeten nu eindelijk eens voor hun eigen land gaan zorgen! Hoe is het mogelijk dat er op sommige plekken zo een grote upper-class is, maar evengoed zo veel arme mensen. Ze hebben de klassenmaatschappij afgeschaft, maar in werkelijkheid blijft die duren. Daarnaast willen we ook kijken of ons geld nuttig wordt besteed bij die projecten. Wij kunnen uit eigen ervaring zeggen dat zeker 80 procent van het geld goed terecht komt!
DE TOEKOMST
Welke projecten of welke landen willen jullie nog bezoeken?
We hebben voorlopig geen plannen en bekijken dat per jaar. Het bezoek aan de Filippijnen was emotioneel en fysiek erg zwaar. Het was daar altijd boven de 35 graden met een luchtvochtigheid van boven de 90 procent. Wellicht bezoeken we volgend jaar een keer geen derde wereldland, maar een natuurpark in de Verenigde Staten.
Verrekijkers en Unicef Antwerpen gaan samenwerken, hoe gaat die samenwerking eruit zien?
We gaan samen subsidies aanvragen, UNICEF Antwerpen voor haar projecten in het zuiden en Verrekijkers voor het tijdschrift. Verrekijkers zal dan regelmatig een artikel over UNICEF schrijven om de mensen hier op de hoogte te brengen van onze activiteiten in het Zuiden. w
Verrekijkers ― 31
COLUMN: THE INTERNATIONAL CORNER International students
FROM THE PARADISE ISLAND TO THE EUROPEAN CITY Laila, from Mauritius, tells Verrekijkers Magazine about her adventures as a foreign student living in Antwerp. Come back every issue to hear the voices of the international students of Antwerp. I came to Antwerp about a year ago. After a bachelor of 3 years in history and English in my native country, Mauritius, I decided that it was time to discover some other country, some other way of life and see the world. While I was making this life changing decision, 4 other students, who would end up being my classmates, were making the same decision; to come to Antwerp. This is how Ida, Tania, April, Rebecca and I met. We all left our comfort zone and decided to study at the University of Antwerp. I always wanted to experience life in a foreign country. Experiencing the diversity, meeting new people, learning a new language, these all seemed like very interesting projects to me. So in the third year of my bachelor, I started looking for possible destinations where I could get a master in English. Belgium was, from the beginning, part of my top 3 since it offers masters that are affordable and still of a good quality. So after about 4 months of research, I applied for the Masters of Linguistics and Literature at the University of Antwerp. Taking the leap, getting in that plane and flying 8000km from my home was not an easy thing. I remember starting to cry in the plane when I saw through the window the last glimpse of my country; because I realised at that precise moment that I was going far away and that I could not just run back even if I would want to.
THE FOREIGN STUDENTS
32 ― Verrekijkers
I quickly realised though that I was not the only one from a faraway country. In fact as many as 13% of the student body are internationals. Of course, the majority of them do not have to travel for 13 hours by plane to go home but it was reassuring to know that I was not the only one.
Tekst & Foto's: Laila Hamja
But enough about me, let us hear about some other voices too. One of the first internationals that I met was Tania, from Russia.
‘I am a freelance translator; two years ago I decided to get another degree in linguistics ("Master after Master" at VUB) and moved to Brussels from St. Petersburg, Russia. It was not so much a career development goal as it was me trying to appease my curiosity about multilingual brain performance. After VUB I was determined to fill the gaps in my knowledge of literature, so I continued my studies at UA.’ For Tania, the choice of Belgium was also greatly encouraged by the concern for budget. Torn between the possibility of studying in The U.K or in Belgium, Belgium won since it ‘could boast moderate living costs and great location, very affordable and high quality education’. But affordability are not the only reason to move to Belgium. Rebecca from Italy fell in love with Antwerp during an earlier visit. Ida from The Netherlands was also attracted by the atmosphere of the city.
LONG ROAD TO THE STUDENT RESIDENCE PERMIT But this idyllic picture also has its small flaws. When it comes to the administrative procedures, many of the students have complaints. It seems like it is quite easy for European students to go through the procedures done but when it comes to those from outside the European Union, Tania confides in us that for her it was ‘a bit of a nightmare.’ She adds that ‘Taking IELTS exam and preparing documents for admission was the easiest part, but applying for a student visa was definitely one of the worst administrative procedures I have ever been through: medical check-ups and blood tests, multiple proofs of financial sufficiency, certificate of a good conduct, travelling to Moscow for an interview in the
Belgian embassy... Russian bureaucracy multiplied by the Belgian one is an outrage!’ ‘I would say it took me around 6 months to get back into the swing of things and to set my life up and running’. Nevertheless when asked if she would do it all over again if she had to, the answer is yes. It seems that in spite of the administrative nightmare, it is still worth it. My experience of the administrative procedures was pretty similar. Those done in Mauritius were relative easy. But when it came to getting my student residence permit, it got much harder. All in all, I waited 8 months even though the average procedure was said to last a maximum of 3 months. I was the first student in my student house to apply for it and the
SOME TIPS FOR INTERNATIONAL STUDENTS: • Learn Dutch • Be open and make friends. Get in touch with the people in your class and mix with the locals. • Take advantage of the readily accessible culture in Europe. Travel and get lost in the cities you visit. Get a culture cheque booklet. Take a Belgian cooking class. Learn more about comic books. • Do not lose your temper with the Belgian bureaucracy. • Watch out for overpriced rooms. You can get tricked more easily if you are an international student, particularly if you do not speak Dutch. So be careful. • Always bring an umbrella. • Take a tram that goes all the way from France to The Netherlands along the Belgian coastline. • Try out the beers and the fries with beef stew. • Have a stroll on the docks.
last to get it. It was June already and I was done with my 1st year. But like Tania if I had to do it all over again I would even though it did cast a gloomy atmosphere over my general personal experience. The administrative procedures for the European students seem to be much easier though. Rebecca from Italy got her residence permit very quickly and so did Ida from The Netherlands. So people, if you are not from the European Union, my advice to you would be to brace yourselves, and start early, as early as possible. Do not give up and keep tracking your own procedures too. The Belgian administration might be a little bit of a hard nut to crack but when it comes to the Belgians themselves, international students seem not to have too many difficulties interacting with them. April confided to us that Belgians are not unfriendly, just some reserved. Ida echoed April’s comment pointing out that ‘Belgians are very friendly but also quite closed’. There are, according to Tania, countless events in Antwerp that would help international students get more intergrated. Rebecca also reminded us that though Belgian students do not seem to be much interested in international students, they cannot be wholly blamed for it. It is hard to speak in English constantly when it is not your native tongue. I quite agree with her since I can remember countless episodes of me and my friends in Mauritius having a hard time speaking continuously in English. We involuntarily switched back to the native tongue, not to be mean but just because it came naturally. To sum up, you have to make the effort to approach Belgian students, but they do not bite. Diversity and integration are crucial. It sounds a bit like a paradox, but it is really important, so do not give up on being yourself while trying to understand and appreciate the other person and his culture. w
Verrekijkers ― 33
CULTUURAGENDA
UIT MET VERREKIJKERS SEPTEMBER AHILAN RATNAMOHAN & STAR BOY COLLECTIVE • THEATER • 26/09/2014, 20:30 – 16, 12, 10 en 6 euro
Illegaal legaal worden! Schijnhuwelijk, paspoortwissel, adoptie, valse contracten, een sugar mamma of een internetrelatie. Krijg nu uw statuut van asielzoeker, een 6-maanden kaart, 5-jaren kaart of zelfs de Belgische nationaliteit! Star Boy Productions wil met zijn zwarte humor en satire een antwoord bieden op migratieproblematiek en – kritiek. Junior, Aloys en Lateef introduceren u tot de wereld van gelukszoekers, bureaucratie en hoe die te omzeilen. Door de jonge regisseur Ahilan Ratnamohan, die in 2007 zijn debuut maakte en in 2013 scoorde met Michael Essien I Want to Play as You, ook in samenwerking met Star Boy Collective.
Monty Kultuurfaktorij Montignystraat 3, 2018 Antwerpen www.monty.be
OKTOBER THE AMBASSADOR • VERREKIJKERS DOCUMENTAIRE • 1/10/2014, 19u00 – gratis
Verrekijkers Magazine presenteert The Ambassador. Kom te weten hoe het überhaupt mogelijk is dat een Deense journalist een Liberiaanse ambassadeur in de Centraal-Afrikaanse Republiek is en er handelt in diamanten.
34 ― Verrekijkers
Universiteit Antwerpen Gebouw R – Lokaal 12 Rodestraat 14, 2000 Antwerpen
OMAR • FILM • 01/10/2014, 20u30 – 5 euro
Een verhaal over twee geliefden die letterlijk en figuurlijk gescheiden worden door conflict. Omar, een jonge verzetsstrijder uit Palestina, waagt telkens opnieuw de levensgevaarlijke klim over de scheidingsmuur om bij Nadia te zijn. Maar de dilemma’s die daarbij komen kijken zijn minder makkelijk te overwinnen. Van regisseur Hany Abu-Assad, die met Paradise Now (2005) al zijn strepen eerder verdiende en zijn grip op de materie bewees.
De Roma Borgerhout www.deroma.be
MANDELA: LONG WALK TO FREEDOM • FILM • 07/10/2014, 14u – 5 euro
Deze film, gebaseerd op de autobiografie met dezelfde naam, tracht een eerlijk en demystificerend portret te geven van Nelson Mandela: vanaf zijn jeugd, doorheen zijn tijd als advocaat en vrijheidsstrijder tot aan zijn presidentschap.
De Roma Borgerhout www.deroma.be
RUDI VRANCKX: HET GEZICHT VAN DE OORLOG • LEZING • 9/10/2014, 20u – 10 euro
Deze lezing door journalist en documentairemaker Rudi Vranckx gaat niet alleen over oorlogsverslaggeving, maar behandelt ook portretten van bijzondere mensen in de oorlog die met hun daden de geschiedenis mee bepaalden. Van actualiteit tot verhalen uit zijn eigen docureeksen: Vranckx schetst in deze lezing een gedetailleerd en meeslepend beeld van journalisme in oorlogstijd.
KdG Hogeschool, Campus GroenplaatWoensdag 1 okto Reserveren: gezinsbond.brabo@telenet.be Vertoning om
undercover als Een Deense journalist gaat r de Centraalnaa eur sad bas Liberiaanse am roeft eigenhandig Afrikaanse Republiek en bep iamanten. edd blo de handel van
Tekst: Julie De Meester
EXCLUSIEVE EVENEMENTEN, SPEEL MEE & WIN TICKETS! 7 DAGEN SOCIALE FILM • FILM • 3/10 tot 11/10/2014 – 4/3 euro
Filmhuis Klappei organiseert dit jaar opnieuw 7 dagen vol recente films die een hele reeks sociale thema’s aanpakken en de toeschouwer daarbij niet ongeroerd laten. Thema’s als rouwverwerking, bejaardenrelaties en armoede passeren de revue. Klappei neemt daarmee een toonaangevende positie in binnen het sociaal-culturele veld. Het programma komt binnenkort online.
Filmhuis Klappei Klappeistraat 2 www.klappei.be
ORQUESTA BUENA VISTA SOCIAL CLUB®: ADIOS TOUR • MUZIEK • 17/10/2014, 20u30 – 34/32 euro
De laatste tour van het Cubaanse collectief, dat ondertussen al 16 jaar in verschillende constellaties de wereld rondgaat en een echte bigband geworden is. Deze keer spelen zowel muzikanten mee uit het originele, ober 2014 Universiteit Antwerpen, R012 award-winnende LiveAntwerpen From Buena m 19u Rodestraat 14, 2000
Vista- album, als ook latere aanvullingen. De Roma prijst het concert aan als “staand + dansend”, dus bereid je maar voor op een feestje in Cubaanse stijl! Feat. Omara Portuondo, Guajiro Mirabal, Barbarito Torres, Jesus “Aguaje” Ramos. De Roma Borgerhout www.deroma.be
NOVEMBER ARABISCHE AVOND • VERREKIJKERS LEZING • 3/11/2014, 19u30 – gratis
Verrekijkers Magazine presenteert een avond over de Arabische wereld in gesprek met Majd Khalifeh, comaker van het boek en gelijknamige documentairereeks op Canvas Arabische Liefde. Majd probeert op een unieke manier licht te scheppen in de Arabische wereld. Kom en ervaar een Arabische avond. Op het einde is er ruimte voor vragen, zo ontdek je alles wat je wilde weten over de Arabische wereld. As-salamu alaykum!
Universiteit Antwerpen Gebouw R – Lokaal 214 Rodestraat 14, 2000 Antwerpen
KENNIS IS MACHT 2 • DEBAT • 6/11/2014, 20u00 – VVK 5 euro + 2 euro voor een gesprek met savant
Monty verzamelt 60 topspecialisten en ervaringsdeskundigen uit de wetenschappen, politiek, economie, kunsten, sport... met parate kennis van zaken. Zij hebben hun leven gewijd aan hun
ene missie, en u gaat er de vruchten van plukken. De eerste versie van Kennis Is Macht op 7 april 2011 haalde het VRT nieuws. Nu is er de tweede editie. Daarbij is Kennis is Macht 2 interactief: u stelt een vraag en krijgt meteen een antwoord van een mens in vlees en bloed. Dat lokt een nieuwe vraag uit, een nieuw antwoord en misschien ook een discussie.
LIKE Verrekijkers Magazine op Facebook en WIN 5 DUO TICKETS voor Kennis is Macht 2! Like onze Facebook pagina, laat een leuk berichtje achter op onze wall met de hashtag “#KennisIsMacht”, en maak kans op een vrijkaartje! Wij antwoorden op de berichtjes van de gelukkigen. Met dank aan Monty Kultuurfaktorij.
Monty Kultuurfaktorij Montignystraat 3, 2018 Antwerpen www.monty.be
BACKUP BUTEMBO • FILM • 18/11/2014, 20u30 – 5 euro
Een documentaire van Elien Spillebeen en Martijn D’Haene, over het leven in Butembo, een stad in de oostelijke regio van Congo die al 15 jaar lang beheerst wordt door gewelddadige conflicten. De focus ligt op een aantal sterke en actieve vrouwen die een poging doen om hun lot in eigen handen te nemen en die het risico dat daarmee gepaard gaat moeten aanvaarden.
De Roma Borgerhout www.deroma.be
Verrekijkers ― 35