JOUW FOCUS OP DE WERELD
# 40
SCIENCEFICTION
2018
VOORWOORD
VOORWOORD
WE ZIJN ER AL Wat vroeger sciencefiction was, is nu de werkelijkheid. We praten bijvoorbeeld al met onze computers. Betekent dit dat we al in sciencefiction tijden leven? Zelf ben ik ervan overtuigd dat wij al in de denkbeeldige periode zijn beland. Mijn opa en oma kunnen hun verwarring niet verbergen als ik aan hun keukentafel op een tablet met mijn broertje FaceTime, die op dat moment in Mallorca zit. Ze zwaaien wel naar het scherm, maar hardop tegen het apparaat spreken blijkt een brug te ver.
6
SCIENCEFICTION
8 33 ACTUALITEIT
36
6 8 38
Boeken wereldwijd Trump, de wetenschap en alles daartussen Uit met verrekijkers
DOSSIER 11 14 16 18 20 22 25
Antwerpen in tuinformatie Vlees zonder dode dieren George Orwell to the rescue: can sci-fi save the future? 20 jaar later, de voorspellingen van Gattaca Biotech: the future is now Weg met de wegwerpmentaliteit Homo universalis: over de universele mens en zijn vijanden
INTERNATIONAAL 28 30 33 36
Bagage uit Marokko Tussen ‘ver van mijn bed’ en ‘onuitgesproken dichtbij’ Met onze technieken daar levens redden Let’s talk about turkey! (not the animal)
3 SCIENCEFICTION
11
2
Veel sciencefictionfilms zijn we zelfs al voorbijgestreefd. Zoals de eerste scienceficitonfilm ooit Charcuterie Méchanique uit 1895 toont hoe een automatische machine een varken omzet in spek en worstjes. Tegenwoordig kweken we vlees in laboratoria p.14 . Of het dystopische boek Brave New World van Aldous Huxley waarin baby’s worden uitgebroed. In deze nieuwe wereld manipuleren mensen embryo’s zodat kinderen in een bepaalde klasse passen. We baren nog geen kinderen buiten het vrouwelijke lichaam, maar het artikel over Gattaca p.18 bewijst dat we steeds dichter bij de werkelijkheid van design baby’s komen. Sommigen van ons zagen al een zelfrijdende auto. Misschien lost dit project de auto epidemie op p.11. Toch had ik de sciencefiction wereld anders voorgesteld. De mensheid is opvallend zichzelf gebleven ondanks alle technologische vooruitgang. Er zitten op dit moment mensen in de vrieskou, malaria heerst nog p.33, men besnijdt vrouwen p.30 en er leven mensen zonder stromend water. Ik verwachtte dat samen met alle vooruitgang de maatschappij zichzelf ook zou ontwikkelen, maar we sjokken door zoals we altijd al deden. Later zal alles beter zijn: als de zelfrijdende auto’s de weg veroveren, als we onszelf kunnen teleporteren, als we voedsel in laboratoria kunnen kweken. We zijn al in sciencefiction beland en nu moeten we onszelf nog upgraden in plaats van onze technologie. Laten we stoppen met verwachten dat technologische vooruitgang alles voor ons op zal lossen. Bijou van der Borst, hoofdredacteur
PRESIDENT Felix Coppieters SECRETARIS Charlotte Lievens HOOFDREDACTIE Bijou van der Borst UITGEVER Verrekijkers journalism VORMGEVING Magali Godderis Malinga Godderis
REDACTIE Marloes De Bruin Christina Stabourlos Kristina Drcha Tine Rombouts Margot van den Bergen Bijou van der Borts Helena Michiels Arno Baes Merel Meersman Esmée Koeleman
Roos Philipsen Giti Friedman Aybuke Basaran EINDREDACTIE Kristina Drcha Denise Mol Lorien Verachtert
MET DE STEUN VAN
ONZE VERREKIJKERS
ONZE VERREKIJKERS
HELENA MICHIELS
MEREL MEERSMAN
ROOS PHILIPSEN
SPECIALIST VERLICHTE MAATSCHAPPIJ Christina plukt dagelijks aan de vraagtekens die zich in haar hoofd nestelen en doorratelen. Met een kritische bril kijkt ze naar onrecht, discriminatie en talrijke andere onderwerpen die haar mond doen openvallen. In haar artikels krijgen ongehoorde groepen een stem, verborgen onrechtvaardigheid een vergrootglas en de eigen leefwereld een verrekijker. Thema’s als racisme in het dagelijks leven probeert ze te duiden. Als ze niet aan vraagtekenplukken doet, tokkelt ze op de piano of eet ze een hevig besproeide aardbei met volle overgave. Naast al dat geschrijf, getokkel en gereis brengt ze haar studie sociologie stilaan tot een einde.
Kristina is een echte “informatie-geek”. Ze leert graag bij over alles wat ze interessant vindt en dat kan wel eens variëren, zelfs van dag tot dag! In de 21e eeuw staat de mens voor veel grote uitdagingen. Enerzijds groeiende ongelijkheid, klimaatverandering en milieuvervuiling, maar anderzijds zijn de mogelijkheden waar millennials over beschikken niet te onderschatten. Door de razendsnelle informatiestroom kunnen we onze ideeën verspreiden en samen aan een mooiere wereld bouwen.
Aybuke is a Turkish exchange student at University of Antwerp. Currently, she is studying towards her bachelor’s degree in Economics. Originally from Istanbul, she is always looking forward to experience other cultures and loves being an advocate of Turkish culture. She is really into sci-fi and fantasy novels, and movies. She also has a soft spot for 90s sitcoms. In her spare time, she likes to read classical English literature. As a self-proclaimed lover of languages, she hopes to fully master the Dutch language one day.
SPECIALIST TAAL
SPECIALIST KLIMAAT
SPECIALIST STAD VAN DE TOEKOMST
Helena is 18 en begonnen aan haar opleiding Toegepaste Taalkunde. Ze is gepassioneerd over alles wat raakt aan talen en geschiedenis. Een echte boekenworm, die graag een reading soundtrack op de achtergrond heeft. Voortdurend is voortdurend Helena op zoek naar nieuwe weetjes en interessante ontdekkingen om haar leergierigheid te prikkelen. De wereld blijft haar, al dan niet positief, verbazen.
Merel maakt ingewikkelde fenomenen, zoals klimaat-verandering, begrijpelijk voor de lezer. Haar kennis dankt ze aan een bachelor chemie en biochemie in Gent. Op het moment volgt ze de master milieuwetenschappen aan UA. Met bagage over deze onderwerpen hoopt zij met haar artikels iedereen een beetje wetenschapper te maken. Ook schuwt ze nooit het debat. Ondanks haar beta kwaliteiten is ze ook muzikaal.
TINE ROMBOUTS
SPECIALIST COMMUNICATIE EN PSYCHOLOGIE Tine geniet van open geesten en kritische blikken. Haar onstilbare honger naar kennis, oprechte interesse in de mens en liefde voor het woord heeft haar naar de journalistiek geleid. De mens is wat haar intrigeert, de natuur wat haar overweldigt. Inspiratie vindt ze overal. Als overtuigd veganist engageert ze zich voor een rechtvaardige wereld. Als masterstudent communicatie voedt ze haar interesses. Als persoon is ze altijd op zoek naar schoonheid.
MARGOT VAN DEN BERGEN
SPECIALIST GENDER Margot is een masterstudente Taal- en Letterkunde. Ze is geboren en getogen in Antwerpen, en zegt al sinds haar 12 jaar dat ze journaliste wil worden. Haar grote passie is Engelstalige literatuur. In haar vrije tijd vindt je haar dus meestal ergens op een bankje met een goed boek, hoewel ze zich in de koude wintermaanden ook wel eens tot Netflix-avonden laat verleiden. Verder is ze voornamelijk geïnteresseerd in alles wat te maken heeft met media, politiek en feminisme, en de overlap tussen
deze onderwerpen. Van haar hand vind je artikels over feminisme, genderdiversiteit en seksualiteit.
ARNO BAES
ESMÉE KOELEMAN
Schrijft lange brieven en laat zich ‘s avonds voorlezen. Ze heeft een on-vermurwbaar streven naar een ademrijk leven in een stad die zich steeds voller vult. Ze studeerde Filmen Theaterwetenschappen, behaalde een lerarendiploma, maar beseft nu dat ze liever bioloog was geworden. In haar vrije tijd probeert ze uit haar klimaatdepressie te klauteren door heil te zoeken bij natuur- en milieubewegingen. Sleurt haar lief overal mee naartoe.
GITI FRIEDMAN
SPECIALIST GESCHIEDENIS EN POLITIEK
SPECIALIST RECHTVAARDIGE WERELD
Arno gaat controversiële thema’s niet uit de weg en heeft vaak een zeer uitgesproken mening, dus wees gewaarschuwd! Hij is bachelorstudent Geschiedenis. Daarbovenop is hij politiek actief, momenteel op lokaal niveau. Verwacht vurige opinieartikels van zijn hand, maar ook onafhankelijkere berichtgeving wanneer nodig. Je kan hem vinden in een salon naar Parijs voorbeeld, een (politiek getinte) lezing, debat of paneldiscussie en in musea. Gedistingeerd, eclectisch en rationeel zijn de adjectieven waar hij het liefst mee geassocieerd wordt.
Levensmotto: “Hoe meer je leert, hoe meer je beseft dat je nog niets weet.”
SPECIALIST FILOSOFIE Met een bachelor in de Kunst- en Cultuur-wetenschappen op zak is Esmée bezig haar kennis uit te breiden met een tweede bachelor in de Wijsbegeerte. Haar interesses vallen onder te verdelen in de kunsten, milieuproblematiek, ethische vraagstukken en rechtvaardigheid in de breedste zin van het woord. Naast het op papier zetten van haar eigen hersenspinsels laat ze ook graag het verhaal van anderen zien door diepteinterviews.
Giti is een ambitieuze dagdromer die graag sport, musiceert en de ‘little things in life’ fotografeert. Het liefst zou ze levenslang ontdekkingsreiziger zijn, maar gelukkig komt journalist ietsje in de buurt. Thuis, tussen vrienden of bij de opleiding communicatiewetenschappen kijkt ze optimistisch naar de toekomst en streeft ze naar universele rechtvaardigheid. Als er een hindernis in de weg staat, dan loopt ze er gewoon omheen. Behalve als het op haar guilty pleasure aankomt: Italiaanse gerechten.
5 SCIENCEFICTION
SCIENCEFICTION Foto van Pablo Cepeda
CHRISTINA STABOURLOS
SPECIALIST INTERNATIONAL
Foto van Pablo Cepeda
Marloes is zeer geïnteresseerd in veiligheid en haar effecten op de maatschappij. Dankzij haar masters Global Criminology en Internationale Betrekkingen en Diplomatie kan zij deze thema’s duiden vanuit verschillende opzichten. Ze schrijft over spraakmakende strafzaken, maar ook de invloed van grootschalige misdaden over de hele wereld. Daarnaast heeft ze een interesse in bijzondere soorten misdaad zoals kunstvervalsing en voedselfraude
SPECIALIST 21STE EEUW
Foto van Pablo Cepeda
SPECIALIST VEILIGHEID EN CRIMINOLOGIE
4
AYBUKE BASARAN
Foto van Pablo Cepeda
Foto van Pablo Cepeda
MARLOES DE BRUIN KRISTINA DRCHA
ACTUALITEIT
ACTUALITEIT
RUSLAND
AUTEUR: HELENA MICHIELS ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS
CHINA 6
“Metro 2033” schetst het beeld van een wereld in puin veroorzaakt door een nucleaire oorlog die 20 jaar eerder plaatsvond. Dmitry Glukhovsky komt met een zeer origineel concept op de proppen. De enige plaats waar gewone mensen niet worden blootgesteld aan radioactiviteit, is in de metro van Moskou. Een nieuw gevaar zorgt al snel voor heel wat ophef en het lot van wat nog overblijft van de wereld ligt in handen van het hoofdpersonage genaamd Artyom.
SCIENCEFICTION
Liu Cixin schrijft met het boek “The Three Body Problem”, hét boek dat je als science fiction-fan gelezen moet hebben. Het verhaal speelt af in 1967 waar een professor in de fysica voor de ogen van zijn dochter wordt vermoord. Niet veel later wordt zijn dochter beschuldigd rebels te zijn door het werk van een milieuactiviste te promoten. Ze kan haar straf ontkomen door voor een faculteit voor defensieonderzoek te werken. Hierdoor komt ze in contact met een reeks zelfmoorden van fysici. Het spelen van een “spelletje” dat te maken heeft met het drielichamenprobleem lijkt de zelfmoorden te veroorzaken.
INDIA
COLOMBIA “Memoria por correspondencia” geschreven door en over Emma Reyes, neemt je mee naar het verre Bogota in Colombia. Emma groeit op in erbarmelijke omstandigheden. Achtergelaten door hun moeder, komt ze samen met haar zus in een klooster terecht. Het klooster biedt al onderdak aan vele andere weesmeisjes. Op haar 19e begint ze een carrière als kunstenares in Buenos Aires en Parijs. Dit wonderbaarlijke verhaal zal je meesleuren in de fantasie, hoop en moed die het kleine meisje in zich draagt. “Mathématiques congolaises” (2008) is geen recent boek, maar het is volgens mijn insider een must-read, omdat het ingaat tegen de stereotypen over Afrika. Koli Jean Bofane vertelt het verhaal van Celio Matemona. Nadat zijn vader wordt gedood in een conflict, is diens oude wiskundeboek het enige wat Celio nog van hem overhoudt. Dit boek helpt hem aan een job bij een overheidsdienst. Celio komt te weten wat deze dienst allemaal op zijn geweten heeft, waaronder de dood van één van zijn vrienden. Aan de hand van zijn wiskunde slaagt Celio erin de daders in de val te lokken.
CONGO
RWANDA
Arundhati Roy heeft met haar “The Ministry of Utmost Happiness” een absoluut pareltje ter wereld gebracht. Dit adembenemende verhaal neemt je mee op een reis door India. Je volgt het hoofdpersonage Anjum op weg van Delhi naar de bergen en valleien van Kasjmir waar verschillende mensen haar pad kruisen. Na het lezen, heb je werkelijk het gevoel in India geweest te zijn. “Petit pays” van Gaël Faye gaat over Gabriel die opgroeit in één van de buitenwijken van Burundi. Hij beleeft er vele magische momenten, maar mooie liedjes duren nooit lang. Zijn ouders besluiten te scheiden en Gabriel blijft met zijn vader en zus achter in de wijk. Maar dat is lang niet zijn enige probleem. In 1993 komen er presidentsverkiezingen en er heerst een ware burgeroorlog tussen twee stammen. Het autobiografische karakter van deze roman geeft je een perfect inzicht in hoe het er in dit land aan toeging tijdens deze gewelddadige jaren.
7 SCIENCEFICTION
BOEKEN WERELDWIJD
ACTUALITEIT
TRUMP, DE WETENSCHAP EN ALLES DAARTUSSEN Wetenschappelijk onderzoek is politiek geïnspireerd. Wetenschap zit overal. Dit doet de vraag rijzen of wetenschappers inspraak moeten krijgen in de politiek. Samen met professor Walter Weyns, socioloog en hoogleraar aan de Universiteit van Antwerpen, zoeken we een antwoord op deze vraag.
SCIENCEFICTION
8
AUTEUR: GITI FRIEDMAN ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS In de VS zwaait president Trump al twee jaar zijn scepter rond. De wereld volgt dit op de voet met een flinke dosis hoofdschudden, hilariteit en bezorgdheid. In menig metropolis, waaronder Brussel, komen activisten massaal op straat in reactie op de uitspattingen van deze president. De ‘March for Science’ is het protest tegen de beslissing van Trump om de financiering van onderzoek rond klimaatverandering terug te schroeven. “Wetenschappelijk onderzoek is politiek geïnspireerd”, horen we politici ook in eigen land zeggen. Waar halen we deze instelling - het verwerpen van wetenschap – toch vandaan? DAAR WAAR HET GELD STROOMT…
Wetenschappelijk onderzoek behoort grotendeels tot de privésector. De voedingsindustrie verricht non-stop onderzoek met de bedoeling om winst te maken.
Big boss houdt dus van big business, maar van grote commotie die de bevolking allesbehalve geruststelt iets minder. Prof. Weyns legt de vinger op de wond en wijst erop dat milieuonderzoek geen privébelang is: “Het dient ons allemaal en betekent misschien zelfs de toekomst van de mensheid. Dit moét bij uitstek gefinancierd worden door de overheid.” Het moderne, prestatiegericht systeem jaagt wetenschappers op om kennis op te doen voor vernieuwing, meer aanzien en vooral meer cash en verpulvert daardoor de pure vorm van wetenschap. Het oorspronkelijke doel was namelijk: de wereld beter begrijpen. VAN CURIOSITEIT TOT GOD SPELEN
“KENNIS HEEFT EEN VERVALDATUM.” – PROF. WALTER WEYNS Net na de middeleeuwen was wetenschap een bevoorrechte hobby. Een zoektocht naar de waarheid, iets wat de grote hoofden bezighield. Waarom een appel van de boom valt, liet de doorsnee mens koud. Daarop volgde de 16de-eeuwse aanlokkelijke escape room: wetenschappers puzzelden zich een weg uit een stilaan notoir wordende kerk en op naar wat meer zekerheid. De spectaculaire ontdekkingen in de 19de en 20ste eeuw maakten het plaatje helemaal af. Prof. Weyns neemt de atoombom als voorbeeld: “Complexe theorieën over splitsing in materie tot daaraantoe, maar als je de boel kan laten ontploffen, dan wordt het pas echt interessant.” Wetenschap werd een hot topic. Een eeuw later raken echter de negatieve effecten op de gezondheid en het milieu bekend en het vertrouwen nadert het eindpunt van de glijbaan. Conclusie?
Foto: Prof. Walter Weyns, docent aan de UA
“Kennis heeft een vervaldatum,” vindt Prof. Weyns, “We leven in het tijdperk van het postmodernisme, álles wordt in twijfel getrokken. En dan krijg je misschien het gevaarlijke fenomeen dat je wetenschappelijke kennis schouderophalend als een van de vele meningen kan beschouwen…” ALTERNATIEVE FEITEN
Gevaarlijk. Zo noemt de bezorgde bevolking het als men het hoofd in het zand steekt voor de frequente natuurrampen buiten én binnen de VS. Van hen hoeft Trump niet vol te houden dat er geen vuiltje aan de lucht hangt, terwijl de Amerikanen zwaar verontreinigde lucht inademen en de astma-cijfers alsmaar hoger komen te staan. Ook andere niet-teonderschatten risicofactoren zoals het overgrote aandeel van GGO-voedsel in combinatie met onnodige pillen voor oneindige doeleinden worden aangekaart. Kritiek moet je dus niet ver zoeken. Aan de andere kant horen we echter de nieuwe term ‘alternative facts’. Deze extreme visie is anti-wetenschap en vooral tegen de mediamacht gericht. De term werd voor het eerst gebruikt na de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president in januari 2017. De woordvoerder van Trump overdreef fors over de opkomstaantallen bij de inhuldiging. Kellyanne Conway, een proTrump activiste en adviseur, ontketende op haar beurt heel wat discussie toen ze deze betwistbare beweringen ‘alternative facts’ noemde. Alternatieve feiten zijn met andere woorden een soort van eufemisme voor het verdraaien van de werkelijkheid. Gaande van het manipuleren van cijfers en statistieken tot het regelmatig woorden als ‘fake news’ spuwen, deze verwrongen waarheden hebben altijd als doel een ander licht op een onderwerp te schetsen. Een leugentje om bestwil? Of eerder: het doel heiligt de middelen? WETENSCHAP VERSUS POLITIEK
‘Onderzoek met een politiek tintje’. Het klinkt negatief tot je de logica een kans geeft. Wetenschappers zijn ook maar mensen met subjectieve verlangens. Waarom onderzocht Newton de zwaartekracht? Waarschijnlijk omdat hij dat interessant vond.
Is er een verschil tussen exacte en sociale/politieke wetenschappen? “Jazeker,” stelt de professor, “in de praktijk zien we dat er meestal politieke of economische motieven achter sociologisch onderzoek schuilen.”
Kan je wetenschap dan neutraal noemen? “Bij onderzoek rond de kosmos denkt men eerder dat er geen politiek speelt, maar eigenlijk is het Apollo-project tijdens de koude oorlog niet voor niets tot stand gekomen.
Ook de atoombom was zo politiek als het maar zijn kon. Wetenschap die neutraal is, in die zin dat er geen drijfveer aan ten gronde ligt, bestaat natuurlijk niet.” Waar je wel op moet letten is dat de methode zo objectief en zuiver mogelijk blijft. Niet op z’n Stalins, waar de genetica zo goed als ontkend werd om tot communistische conclusies te kunnen komen. In november dit jaar kwamen de tussentijdse verkiezingen aanwippen in het land waar rood en blauw op erg gespannen voet staan. In de aanloop naar 6 november ontstond er een vervolg op de ‘March for Science’ beweging. De nieuwe boodschap luidde: ‘Vote for Science!’
“Wetenschappers weten de waarheid en moeten inspraak krijgen in politieke beslissingen”, dat is het geluid dat we soms in klimaatkringen horen. Prof. Weyns: “Maar daarmee zet je de democratie eigenlijk tussen haakjes. Beslissingen op basis van onderzoek worden altijd via tussenstappen van politieke instellingen gemaakt.” Gelukkig maar! We zijn in het verleden onder het juk van één bepalende machtsfactor gekropen. Laat ons van de wetenschap niet de nieuwe religie maken.
9 SCIENCEFICTION
ACTUALITEIT
DOSSIER
ANTWERPEN IN TUINFORMATIE
DOSSIER SCIENCEFICTION Ontdek in ons sciencefiction dossier hoe ver we al staan met technologische ontwikkelingen. Tine beet zich vast in de wondere wereld van kweekvlees. Laatst nog in het nieuws: genetisch gemodificeerde baby’s, Marloes vertelt je er alles over. Margot toont ons de link tussen sciencefiction literatuur en het nu. Roos onderzoekt of een autovrije stad toekomstmuziek is. Zou onze wereld meer ontwikkeld zijn wanneer we evenveel talenten hadden als Leonardo Da Vinci? Kristina buigt zich over deze vraag. Tot slot spreekt Esmée met UA professor Karine Van Doorsselaer over de toekomst van ecologische productontwikkeling.
AUTEUR: ROOS PHILIPSEN ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS Aan de schoolpoort in de Verbondstraat staat bij de laatste bel een rij auto’s te wachten tot hun jonge passagiers de auto in springen. Bij valavond wordt de straat aan beide kanten gevuld met geparkeerde vehikels. Ook de omliggende straten houden angstvallig hun gestationeerde wagens dicht bij elkaar. Hoe zou de straat eruitzien met groen in plaats van blik?
De parkeerdruk in een stad ligt hoog. In Antwerpen kan je als eigenaar een parkeervergunning aanvragen om een jaar lang kosteloos je auto te stallen in je bewonerszone. Daarna kan je ieder jaar een verlenging aanvragen, zolang je een auto bezit. Een parkeerplaats zo dicht mogelijk bij de deur lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Straten behoren tot de openbare ruimte en parkeerplaatsen nemen heel wat van die ruimte in beslag.
DOSSIER
DOSSIER
Steeds meer steden werken aan een autoluwe stad. Parijs wil tegen 2020 het aantal fietsstroken in de stad verdubbelen en doorgaand verkeer in bepaalde wijken verbieden. Om het fijnstofniveau naar beneden te krikken, zullen drukke verkeerspunten enkel nog toegankelijk zijn voor elektrische auto’s. Hierdoor vermindert de directe uitstoot van fijnstof en CO₂, waardoor de knooppunten niet langer gevaarlijk vervuilend zijn.
SCIENCEFICTION
12
Mexico City plant om twee miljoen auto’s van de baan te krijgen. Om het smogniveau te verlagen, voerde de stad een aantal jaren geleden een maatregel in om een dag per week wagens met een even nummerplaat en op een andere dag wagens met een oneven nummerplaat toe te laten.
Bogotá besloot in 1974 om auto’s te weren uit de stad. De Colombiaanse hoofdstad kampt nog steeds met de grootste luchtvervuiling van Zuid-Amerika en heeft alle initiatieven om autoverkeer te doen minderen broodnodig. Elke zon- en feestdag tussen 7:00u en 14:00u wordt er meer dan 120 kilometer wegdek afgesloten. Die autoluwe dag heeft de naam Ciclovía en het is de dag waarop skaters, renners en fietsers vrij spel krijgen op de hoofdwegen. Daarnaast maakt Bogotá ook werk van een fietsnetwerk. Sinds het netwerk werd uitgebouwd, is het fietsverkeer in de stad vervijfdubbeld. San Fransisco wil haar drukste straat autovrij maken en in de plaats fietslanen aanleggen. In Brussel gebeurde enkele jaren geleden hetzelfde met de Anspachlaan die van belangrijke verkeersader naar voetgangerszone ging. Een straat autovrij maken, gaat niet over een nacht ijs. Plannen worden voorgelegd, bewoners worden ingelicht en protest wordt geuit.
Kopenhagen is al jaren één van de meest duurzame steden. De helft van de bevolking fietst elke dag naar het werk en minder dan 30 procent van de inwoners bezit een wagen. Het fietsnetwerk is het beste van de wereld, maar dat weerhoudt Kopenhagen er niet van te blijven kijken naar verbeteringen. Om het nemen van de fiets voor langere afstanden aan te moedigen, investeerde de stad in superhighways.
Deze fietspaden zijn nagenoeg hindernisvrij, waardoor je snel hoge snelheden haalt en de afstand in korte tijd kan overbruggen.
Kan de lage emissiezone meteen de prullenbak in? Bekijk het eerder als een eerste stap in een ontwikkelend verhaal.
Helsinki verwacht, net als Oslo, de komende 20 jaar een aanzienlijke toename van inwoners. Meer inwoners betekent meer verplaatsingen en beide steden anticiperen hierop door meer belang te hechten aan fietsstroken. De voorsteden krijgen voldoende grote wandelgebieden om te verhinderen dat al het verkeer daarheen opschuift. Oslo gaat een stap verder en plukt parkeerplaatsen weg. De vrijgekomen ruimte biedt plaats voor culturele evenementen , speelgebied, ludieke zit- en ligbanken en bijkomende fietsparking. De stad bekijkt ook andere invullingen en overweegt onder andere de aanleg van een biertuin. Het doel is om autobestuurders af te raden de stad in te rijden en hen het gevoel te geven dat ze de stad vluchtig bezoeken.
Een eerste stap in een geleidelijke overgang is het transformeren van parkeerplaatsen tot publieke ruimte. Het concept van parklets kwam overwaaien uit San Fransisco, waar steeds vaker bedrijven, gemeenschapsorganisaties, scholen en bewoners de handen uit de mouwen steken en de ruimte van twee parkeerplaatsen innemen. Al gerealiseerde invullingen zijn een plantenoase, een buurtterras, een ontspannende plaats om te lezen of een minibibliotheek. Ook in Gent werd de afgelopen jaren geëxperimenteerd met het concept, waar het de naam leefstraat meekreeg. In de ene leefstraat was de beschikbare ruimte beperkt tot een stuk van de straat, in andere leefstraten kon de volledige lengte van de straat benut worden. De nieuwe straatinrichting had twee of drie maanden de kans om tot bloei te komen en daarna verdween de leefstraat weer. De projecten vonden plaats in verschillende straten in Gent met als opzet de straat terug te geven aan haar bewoners. Sommige straten kregen een glijbaan, andere een meterslange picknicktafel en kunstgras kreeg een pertinente rol om de straten tijdelijk groen te maken. Het langetermijndoel bestond eruit in verschillende buurten te kijken of er mogelijkheden zijn om in de toekomst meer en permanente leefstraatprojecten op poten te zetten.
In Hamburg is het moeilijker om de auto kwijt te kunnen. De stad werkt aan een groen netwerk dat autovrije straten met parken en speelterreinen verbindt, zodat voetgangers en fietsers zich veilig van de ene naar de andere groene plaats kunnen begeven. Meer groen vangt ook overvloedig regenwater beter op en biedt nieuwe mogelijkheden om te wandelen, te zwemmen of te picknicken in het midden van de stad. Hierdoor daalt de nood om de auto te nemen voor recreatiedoeleinden buiten de stad.
In Pontevedra is het lang zoeken naar een auto. In de Italiaanse stad legt 70% van de inwoners hun verplaatsingen te voet af. Het stadje begon net als Oslo met het systematisch wegnemen van parkeerplaatsen. Alle bovengrondse parkeerplaatsen werden verwijderd en in de plaats kwam een grote ondergrondse parking aan de stadsrand. Verkeerslichten werden geruild voor ronde punten en de autovrije zone breidde zich uit van het centrum naar de hele stad. In de buitenwijken geldt een snelheidslimiet van 30km/h om ook daar de bewegingsvrijheid van de auto in te perken. Sinds de ban kreeg Pontevedra er 12.000 nieuwe inwoners bij, wat de stad tot een realistisch voorbeeld voor groeiende steden als Oslo en Helsinki maakt. Doorgaand verkeer in het stadscentrum is verboden, waardoor de luchtkwaliteit de laatste jaren met 61% verbeterde.
Ook Antwerpen levert inspanningen om luchtvervuiling tegen te gaan. De lage emissiezone werd in 2017 ingevoerd om de schadelijke hoeveelheid roet en fijn stof terug te dringen. Enkel voertuigen die voldoen aan een aantal voorwaarden kunnen de stad binnenrijden. Voertuigen die meer roet uitstoten dan de vastgestelde bovengrens krijgen een boete. Anderhalf jaar later wijzen donkerrode meetresultaten nog steeds op een problematische luchtkwaliteit.
LEEFSTRAAT
TUINSTRAAT
Een project met een blijvende insteek is de tuinstraat. De Lange Ridderstraat in Antwerpen heeft sinds september plantenbakken die de doorgang voor auto’s versmallen. Als eerste straat in Antwerpen heeft ze het streefdoel om maximaal te vergroenen en te verblauwen. Vergroening komt niet enkel tot stand door plantenbakken op de straat, maar ook door gevelplanten die in de hoogte groeien en planten die van de ene gevel naar de gevel aan de overkant voor een groene overkapping zorgen. Een straat verblauwen doe je dan weer door waterstromen te integreren in het straatbeeld. Regenwater spoelt bij verharde wegen meteen het riool in wat bij hevige regenval voor overlast en ondergelopen kelders kan zorgen. Grote vijvers en kleine rivieren op verschillende plaatsen middenin de stad kunnen regenwater opvangen en verkoeling bieden op warme dagen. In het midden van de Lange Ridderstraat kronkelt een blauw geschilderde lijn die een waterstroom voorstelt. De lijn werd geschilderd in afwachting tot de smalle rivier er in de toekomst kan komen. Het regenwater kan hierin worden opgevangen en naar de plantenbakken geleid, zodat een plotse hevige regenval minder overlast geeft.
Elke tuinstraat heeft haar eigen projectteam met een projectleider, ontwerper, ingenieur en communicatiemedewerker. Naast het vaste team komt elk project tot stand in samenwerking met de buurtbewoners die tijdens bijeenkomsten hun bekommernissen en ideeën uiten. Het is belangrijk dat hun meningen worden opgenomen in het voorstel en de uitvoering van de tuinstraat. Na de realisatie is het aan de buurtbewoners om een verdeling op te stellen wie welke rol van onderhoud op zich kan nemen. Als er vraag naar is, kunnen enkele van de plantenbakken als moestuin ingericht worden.In een zonnige straat kunnen fruitstruiken floreren, in een schaduwrijke straat doen bepaalde schaduwminnende klimplanten het uitstekend. Zo wordt elke tuinstraat op maat van de straat en haar bewoners ingericht. De Lange Ridderstraat was voorheen al een woonerf, waar voetgangers de volledige breedte van de weg kunnen gebruiken en de maximumsnelheid op 20 km/h ligt. Die omstandigheden vormden een ideale basis om te evolueren naar een tuinstraat. Voorlopig worden er tuinstraten gerealiseerd in Antwerpen, Berchem, Borgerhout, Deurne en Wilrijk. De bedoeling is dat er steeds verkeer mogelijk blijft en dat hulpdiensten ongestoord ter plaatse kunnen snellen. Met de focus op maximale inspanningen om hittestress en wateroverlast tegen te gaan, worden tuinstraten voorgesteld als proefontwerp om klimaatwijzigingen zo optimaal mogelijk op te vangen. Een tuinstraat heeft meer voordelen dan klimaatopvang. Naast het verminderen van autoverkeer, verhoogt een tuinstraat de sociale interactie en het buitenleven van een buurt. Buurtbewoners kunnen een engagement opnemen om de tuinstraat in ere te houden en krijgen een veilige straat die zowel voor kinderen als voor volwassenen een belevenis vormt. VERBONDSTRAAT
We kunnen op heel wat andere manieren omgaan met onze straten dan de standaard indeling van voetpad - parkeerplaats - rijweg. De Verbondstraat waar platanen al wortelen aan beide kanten, zou in de toekomst ook een tuinstraat kunnen zijn. Kinderen in overvloed om de straat door te rennen en genoeg plaats om zowel moestuinen, gevelslingers en een waterstroom te herbergen. Misschien is er zelfs vraag naar een biertuin in het midden van de straat, waar bewoners van omringende straten elkaar kunnen treffen op weg van of naar het werk. Alvast aangenamer dan een reeks wagens voor de deur.
Waar al die geparkeerde auto’s dan heen moeten? Naar (nieuwe) ondergrondse parkings aan de stadsrand van waaruit Antwerpenaren met de fiets, een step of een deelsysteem tot aan de deur kunnen bollen.
13 SCIENCEFICTION
WERELDWIJD OP DE LANGE BAAN
DOSSIER
DOSSIER
14
AUTEUR: TINE ROMBOUTS ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS
SCIENCEFICTION
Het is intussen alom bekend: de impact van vlees is groot. Vlees put onze hulpbronnen uit, is wreed voor de dieren, draagt bij aan de klimaatverandering, veroorzaakt voedselveiligheids- en volksgezondheidsproblemen en stoot volgens de Verenigde Naties meer broeikasgassen uit dan de hele transportsector samen. De huidige intensieve veehouderij kan dus niet blijven bestaan. Maar wat is het alternatief?
Het antwoord op deze vraag ligt mogelijk bij ‘kweekvlees’, of de Engelstalige variant van deze term: ‘clean meat’. Zoals het woord al suggereert, is er een manier om vlees te kweken zonder leed aan dieren te veroorzaken.Dat kan door een aantal stamcellen te ontnemen van het dier, deze te isoleren en vervolgens bijna oneindig te laten vermenigvuldigen. Een paar cellen kunnen zo uitgroeien tot maar liefst tien ton vlees. In de praktijk betekent dit dat je kip kan eten, terwijl deze kip voor je neus in het gras rondhuppelt.
’S WERELDS EERSTE KWEEKVLEESBURGER Om deze ontwikkeling te schetsen, moeten we terugspoelen naar 2013, toen Mark Post, Nederlandse wetenschapper, debuteerde met kweekvlees tijdens een publieke proeverij in Riverside Studios in West-London. Het idee broedde al langer onder wetenschappers (zo wordt Willem Eelen, ook Nederlands wetenschapper, beschouwd als geestelijke vader van kweekvlees), maar Post bewees dat het ook werkelijk werkte. Hij demonstreerde als eerste kweekvlees aan het brede publiek in de vorm van een doodgewone hamburger.
In diezelfde periode rommelde het ook in de Verenigde Staten. In Silicon Valley, San Francisco, het baken voor innovatie en ondernemerschap, bleken enkele biostartups al aan de ontwikkeling van kweekvlees te werken. Drie jaar na Post’s debuut, in 2016, presenteerde Memphis Meats zo de eerste kweekvleesgehaktbal. In 2017 demonstreerden ze hun eerste gerechten op basis van kip en eend. Ook JUST, Inc. maakte ondertussen bekend dat ze al een jaar aan de ontwikkeling van kweekvlees werkten.
PRODUCT VAN DE BIOTECHNOLOGIE Hoe deze innovatieve bedrijven van stamcel tot kweekvlees komen, is een andere vraag. Daarvoor moeten we ons verplaatsen naar de biotechnologie waar kweekvlees al jaren onder wetenschappers bekend is. De eerste stap in het kweekvleesproces is de stamcel, dewelke zonder leed van een dier kan worden ontnomen. De volgende stap is het vermenigvuldigen van deze stamcellen tot vlees door de toevoeging van nutriënten (voedingsstoffen) zoals suikers, zouten en eiwitten. De cellen groeien zo uit tot een product dat qua vorm, smaak en textuur op traditioneel vlees lijkt. Het vlees krijgt dan de unieke smaak die wij gewoon zijn. VLEES ZONDER LEED
Het klinkt allemaal vergezocht, maar de reden ligt voor de hand. De veehouderij is namelijk een grote boosdoener van heel wat problemen waarmee mens, dier en planeet vandaag kampen. De veehouderij gaat gepaard met dierenleed, klimaatverandering, uitputting van hulpbronnen en veiligheids- en gezondheidsrisico’s. Dieren worden vervoerd onder inhumane transportomstandigheden en vervolgens verminkt in industriële slachthuizen. Koeien en schapen stoten grote hoeveelheden methaangas uit, waardoor ze in grote mate bijdragen aan het broeikaseffect. De veehouderij verbruikt enorme hoeveelheden graan, water en land om hun dieren te voorzien. Vleesproducenten maken gebruik van antibiotica, groeihormonen en pesticiden om tegemoet te komen aan de alsmaar stijgende vraag naar vlees.
Kweekvlees is daarentegen een pak minder schadelijk voor het milieu. De biostartups schatten dat de productie van kweekvlees minstens vijftig, maar wellicht negentig procent minder milieubelastend zal zijn dan de traditionele manier van vlees produceren. Het plaatje lijkt te kloppen: je hebt het dier, het leed, het graan, het water en het land niet nodig. Je hebt enkel een cel nodig. Bovendien beschouwen deze ondernemers kweekvlees niet als vleesvervanger, maar als vlees. De verschillen zouden miniem zijn en volgens sommigen zelfs onbestaande. De consument lijkt dus op niets in te hoeven boeten: hij krijgt al het goede, zonder al het slechte. Of dit allemaal klopt, valt uiteraard af te wachten. Het is ook een ijzeren wet dat massaproductie en -consumptie gepaard gaan met uitbuiting. Als deze ontwikkeling zich voortzet, zal de toekomst uitwijzen wat de effecten zijn van de productie van kweekvlees op grote schaal. Vanuit de dierenrechtenhoek is er bovendien ook een ethisch bezwaar. Zij beargumenteren dat kweekvlees onze houding tegenover dieren niet zal veranderen. Dieren zijn volgens hen geen consumptiemiddel voor de mens, en kweekvlees houdt dit beeld wel in stand. UITDAGINGEN
Op dit moment is bijna alles al eens gekweekt. Van rundsvlees, eend, vis, lever, foie gras, chorizo tot zelfs vis. Maar de kweekvleesindustrie staat nog voor drie grote uitdagingen:
Ten eerste de consumenten. Alle argumenten wijzen één richting uit, maar eerst zullen de consumenten overtuigd moeten worden. Het verhaal klinkt rooskleurig, maar het vertrouwen van consumenten kan soms moeilijk te winnen zijn. Aan de basis van deze innovatie ligt namelijk ons vermogen en onze bereidheid om onze perceptie over voeding te veranderen. Het is een eeuwenoude traditie die plots in vraag komt te staan, wat voor gewoontebeesten niet makkelijk te verteren valt. Bovendien gaat je maag ook niet bepaald grommen van de term kweekvlees.
De vraag is dus hoe je dat uitlegt en nog belangrijker, hoe je vervolgens het product aan de man brengt. Ten tweede de technische obstakels. Om kweekvlees intrede te laten maken op de markt, zal eerst de productiekost moeten verlagen. Enkel zo zal kweekvlees kunnen concurreren met traditioneel vlees. Daarbij is het prijskaartje van de nutriënten die nodig zijn om de stamcellen te doen groeien momenteel nog hoog.
Ten derde de overheidsregulering. Zonder steun van de overheid zal er helaas helemaal niets gebeuren. Nederland heeft de introductie van kweekvlees alvast geweigerd. De vraag is nu waar het eerste stukje kweekvlees over de toonbank zal rollen. De biostartups zoeken gericht naar mogelijke landen om hun product te lanceren. Zo is JUST, Inc. verwikkeld in onderhandelingen met vlees- en voedselbedrijven in de rest van Europa, maar ook Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië staan al in hun vizier. Verder is het ook afwachten hoe de traditionele vleesindustrie zal reageren. Zullen boeren omschakelen naar het produceren van kweekvlees? Of zullen er samenwerkingen tot stand komen? Zal traditioneel vlees een luxeproduct worden? Of betekent deze innovatie het einde der tijden voor vleesboeren? Daarenboven zijn de boeren allesbehalve happig op de term ‘clean meat’, want dat suggereert dat conventioneel vlees vuil zou zijn. Ook Mark Post vindt dit label maar niets. “En er is geen vertaling voor het Nederlands, Frans of Duits”, voegde hij daaraan toe. EIND 2018
In tegenstelling tot de verwachtingen van Mark Post, die de commerciële intrede van kweekvlees enkele decennia toeschreef, voorspellen de biostartups dat het eerste kweekvlees eind dit jaar de verkoop zal ingaan. Terwijl de geruchten de ronde doen, is één ding zeker: vlees en dode dieren zijn niet langer onlosmakelijk met elkaar verbonden. De kans is dus reëel dat we in 2019 schijnbaar schaamteloos vlees zullen kunnen eten.
15 SCIENCEFICTION
VLEES ZONDER DODE DIEREN DE OPKOMST VAN KWEEKVLEES
Logisch dat steeds meer studies wijzen op de gevaren van vlees. Zo publiceerde het International Agency for Research on Cancer (IARC) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 2015 dat het eten van bewerkt vlees zoals charcuterie kankerverwekkend is, en de consumptie van rood vlees waarschijnlijk kankerverwekkend. De resultaten zijn gebaseerd op 800 studies over het verband tussen kanker en vleesconsumptie en bevestigen de aanbevelingen van onderzoekers en dokters om niet te veel vlees te eten. Bovendien is de productie van vlees de afgelopen vijftig jaar vervijfvoudigd. Het is een ijzeren wet dat in alle landen waar de economie groeit, de productie en consumptie van vlees toeneemt. Voor enkele innovatieve ondernemers waren dat genoeg redenen om tot actie over te gaan.
DOSSIER
DOSSIER
GEORGE ORWELL TO THE RESCUE: CAN SCI-FI SAVE THE FUTURE? 16
AUTEUR: MARGOT VAN DEN BERGEN ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS
SCIENCEFICTION
Science fiction is as popular as ever. We can find examples everywhere, from Westworld to the latest Avengers movie. At the same time, sci-fi classics such as 1984 are garnering attention again. What does this say about our society, and can we learn from science fiction?
At the start of 2017, less than a week after the inauguration of Donald Trump, various news outlets reported that George Orwell’s 1984 had suddenly jumped to the top of the bestsellers list. A coincidence? Journalists and publishers didn’t seem to think so. Something about the dystopian world of 1984 apparently reminded readers of Trump’s railing against fake news. But 1984 is not the only dystopian story that has made its way into the popular culture again. If you’ve been keeping up with current TV series, you might have caught an episode or two of The Man in the High Castle or The Handmaid’s Tale, adaptations of Philip K. Dick and Margaret Atwood’s popular novels. And if you’re anything like me, you’ve eagerly devoured the new seasons of Westworld and Black Mirror this year. So what exactly is it about science fiction that speaks to us? Why do we revisit these stories, and can we learn anything from them? THE BLACK MIRROR OF SOCIETY
Here’s a question for you. What did you think of when you read the words science-fiction? Was it a bug-eyed alien? Spock raising an eyebrow, or Neo dodging a bullet? Or did your eyes stray to the dark screen of your phone? All of these can appear in sci-fi. After all, the genre covers a lot of ground and contains many different subgenres.
What the previously mentioned examples revolve around, is a question of ‘what if?’. We call this speculative fiction–stories that speculate about possibilities. Alternate worlds and planets, technologies, other species… nothing is too odd. Sci-fi presents us with an alternative to our current world and asks us to imagine this prospect. What would you do if you could travel back in time? All this, of course, makes it a powerful vehicle for
social criticism. The alternative world in sci-fi can be a utopian ideal or a dystopian landscape, and both can be used to criticize our current reality. Think of Star Trek, where we find ourselves in a future where most prejudice has been eliminated. Sure, our crew occasionally has to deal with an evil alien or two, but the universe at its core is an optimistic one, especially when we consider the year in which it was created: 1966, two years before Martin Luther King would be assassinated for his vocal support for rights for African Americans. There is a clear divide between the cheerfully racially diverse team of the USS Enterprise and the state of American politics in the 1960s. It’s not all fun and games, though. While Star Trek makes us reflect on society by presenting a better future, shows like Black Mirror try to achieve the same thing by doing the exact opposite. Have you ever wondered if technology is going too far? Probably, and it’s exactly those fears the writers of the show play with. A dating service that accurately predicts your soulmate based on a series of pre-determined relationships sounds like a potentially good idea, until it doesn’t. With technological progress advancing more quickly every day, Black Mirror is quite literally a mirror of what happens when we cross ethical boundaries. “Did you ever stop to wonder about your actions?” Newly-conscious android host Dolores asks human visitors of the Westworld park. “The price you’d have to pay if there was a reckoning? That reckoning is here.” Thus the central fear of Westworld is our own technology becoming sentient and taking over. A chilling prospect, and one that’s haunted us for decades. The current HBO show is after all a remake of a 1973 movie, which begs the question—do we ever learn?
BASTARDES AND BIG BROTHER, PROPHETS OF SCI-FI If we base ourselves on current pop culture science-fiction, the answer to the question if we ever learn would be a tentative no. Dystopias are everywhere right now, on the silver screen and in bookstores. Black Mirror and Westworld may be warnings against new technologies, but politics also finds its mirrors in sci-fi.
In 1949, English author George Orwell created the dystopian world of 1984. All of us have likely heard of Big Brother – if only because of the popular reality TV show – but in the book, Big Brother is a mysterious concept behind the authoritarian Party that governs future Britain. Through themes of mass surveillance and censorship, Orwell tried to warn his readers for politics of nationalism and totalitarianism.
Ironically, early last year, Kellyanne Conway, counselor to US President Donald Trump, used a phrase that reminded quite a few people of Orwell’s dystopian world; “alternative facts”. Conway was ridiculed by many for defending Press Secretary Sean Spicer’s false statement about the amount of attendants at Trump’s inauguration. But the similarities to Orwell didn’t go unnoticed, and sales of 1984 spiked. It wasn’t the only time literary dystopias were linked to current politics. Across the US, women could be seen marching in the familiar white caps and red robes of The Handmaid’s Tale, carrying signs with ‘Nolite te bastardes carborundorum’ or ‘Don’t let the bastards grind you down’, a key phrase in the book by Margaret Atwood that signifies the revolution of women against their oppressors.
Not only are dystopias a hot topic, they seem to have the potential to be eerily accurate predictions of our future. But maybe it doesn’t have to be all bad. CLI-FI SAVES THE WORLD
So far, we’ve discussed why we like science-fiction and what it can teach us. But can these books, movies and TV shows actually change the world? In this respect there is a new, rising genre in the world of science fiction called cli-fi. It stands for climate fiction: books about the dangers of climate change. Cli-fi can be utopian, but more often than not it’s dystopian, presenting ways in which the world will change if we do not act now against global warming. Margaret Atwood has written a couple with her MaddAddam trilogy, in which humanity has to deal with a global pandemic. Another famous example is Cormac McCarthy’s The Road. If you prefer movies, try Snowpiercer, about a world in which climate change has ravaged the earth and all human life is contained on one single train. Black Mirror, 1984, cli-fi… they’re not just entertainment. More often than not, the creators have a clear aim—to make people aware of social or political issue that they deem dangerous. If enough people watch the world in Snowpiercer become an icy wasteland as a result of climate change, we might think twice about our lifestyles.
In that sense, science fiction is all about hope. Hope that we can still change the course of history, hope that fiction can bring this awareness, and most of all, hope that sci-fi can save the world.
DOSSIER
20 JAAR LATER, DE VOORSPELLINGEN VAN GATTACA SCIENCEFICTION
18
Gattaca, een Amerikaanse sciencefictionfilm uit 1997, waar alles draait om DNA-profiling. Van voor de geboorte kan je met die techniek feilloos voorspellen wat je potentieel zal zijn: je sterktes, maar ook vooral je zwaktes, allemaal bepaald door DNA. Gesteld wordt dat Gattaca een voorspellende waarde heeft over wat er in de genetica allemaal mogelijk is. Hoeveel van deze destijds futuristische voorspelling blijkt 20 jaar later daadwerkelijk mogelijk te zijn, en welke opties zijn er op dit moment wettelijk toegestaan?
AUTEUR: MARLOES DE BRUIN ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS DE PLOT IN EEN NOTENDOP Voor wie de film nog niet gezien heeft, een kleine samenvatting. Dankzij wetenschappelijke ontwikkelingen is het mogelijk om van tevoren de meest typerende eigenschappen van je kinderen te bepalen. De film begint met de scene waarin een koppel kunnen kiezen tussen twee gezonde jongens of meisjes, met de voorkeuren van haarkleur, oogkleur en huidskleur. Allerlei soorten ziektes en aanleg voor verslavingen zijn er al uitgefilterd. Hoewel de ouders zich afvragen of ze niet iets aan het toeval kunnen overlaten, stelt de dokter vast dat er al genoeg imperfectie in het leven zit ingebouwd.
De hoofdpersoon, Vincent, is een liefdesbaby waar geen gebruik is gemaakt van genetische manipulatie. In zijn DNA is een ernstige hartkwaal zichtbaar, waardoor zijn droom om ooit een ruimteschip te besturen onbereikbaar is. Uiteindelijk komt hij in contact met Jerome, een jongen met perfecte genen en een dwarslaesie, die daardoor verlamd is geraakt. Vincent neemt de identiteit over van Jerome, om zo alsnog het ruimteprogramma Gattaca Corporation binnen te komen. Jerome geeft Vincent allerlei lichaamsmaterialen en hartfilmpjes om zo door alle testen heen te komen. Uiteindelijk laten de jongens een steek vallen en ontdekt men (bijna) de ware identiteit van Jerome.
GENETISCH BOUWPAKKET VOOR BEGINNERS De naam van de film Gattaca is gevormd door de vier verschillende nucleotiden die gezamenlijk DNA/genetische eigenschappen kunnen vormen. In deze film wordt een toekomst voorgesteld waarin de perfecte mens wordt gecreëerd. Bijgevolg zie je dan de gewone baby als een blokkade voor de verdere evolutie van de mensheid. De film benadrukt de voorspelbaarheid van erfelijke aandoeningen. In de huidige samenleving maakt de genetica dit deels al waar. Want waar de voorspelbaarheid van aandoeningen begint, daar ligt de maakbaarheid van menselijke eigenschappen in het verlengde van. Na 20 jaar lijkt het tijd om te zien in hoeverre we richting een Gattaca-samenleving evolueren. In de realiteit blijkt het analyseren van DNA van het embryo inderdaad voor een groot deel mogelijk. Het proces is theoretisch vrij simpel. Genealogen/ Genetici(?) testen het DNA en speuren door het DNA-profiel naar de specifieke genen voor een bepaalde haarkleur en oogkleur. Om dit te kunnen doen, moet je natuurlijk exact weten welk gen zorgt voor welke uitkomst. Momenteel is het nog niet mogelijk om te zien wat de aanleg is voor gewicht, of de verwachte lengte. Wetenschappers schatten dat deze genen over een aantal jaar wel bekend zijn. IS ALLES AL MOGELIJK?
Je moet niet denken dat het gemakkelijk is om zo een paar eitjes te scannen op een aantal genen en dit aan te passen. Het hele genoom scannen is een complete scan van het (mogelijke) DNA. Er wordt gebruik gemaakt van de CRISPR-technologie. Dat maakt het mogelijk om genen stil te leggen en te repareren. Ook kan je zo DNA weghalen en later aangepast toevoegen. Deze gentherapie wordt gebruikt als behandeling om erfelijke aandoeningen te genezen. Er zijn wereldwijd nog maar een aantal gevallen waar dit succesvol is. Er is echter wel veel commotie geweest over de in vitroexperimenten waarbij in 2015 gelukt is om slecht werkende genen te vervangen door goedwerkende in menselijke embryo’s. Deze technieken kunnen zich namelijk verder ontwikkelen waardoor zogenoemde ‘designerbaby’s’ mogelijk worden.
In de film is het even normaal om, voorafgaand aan een date, zijn/haar DNA te scannen als ware het een Facebookprofiel check. Jouw DNA laten scannen door bedrijven (GenebyGene, DNA Ancestry) is nu al mogelijk is als je er een aantal honderd euro voor neertelt. De markt voor het scannen van DNA ontwikkeld zich snel. Er bestaan zelfs plannen om in de toekomst allerlei apps te maken voor het bijhouden van de ontwikkelingen van je genen. Maar zitten we daar met z’n allen op te wachten? Het betekent namelijk dat de geneticus niet alleen het antwoord op een specifiek gestelde vraag krijgt, maar ook alle mogelijke genetische afwijkingen die een mens heeft. Want het hebben van een gen, hoeft niet meteen te betekenen dat je de daadwerkelijke ziekte zal ontwikkelen. Ook andersom geldt: een enkel gen is meestal de oorzaak niet, maar ook andere genen en omgevingsfactoren beïnvloeden of je uiteindelijk een bepaalde aandoening krijgt. EUGENETISCH BELEID
Volgens Gattaca zullen alleen de perfecte mensen zich verder ontwikkelen. Ook in een aantal landen bestaat er nog een eugenetisch beleid. In China moeten vrouwen zich sinds 1994 al verplicht laten testen op serieuze genetische ziekten. Wie positief test, mag slechts trouwen na een sterilisatie.
Vele andere landen werken op vrijwillige basis met een screeningsbeleid. Zo bestaat er de niet-invasieve prenatale test voor zwangere vrouwen die de foetus test op het Downsyndroom, Edwards syndroom en het Patau syndroom. Deze syndromen worden veroorzaakt door een extra chromosoom. Baby’s met een Edwards of Patau syndroom overlijden voor het eerste levensjaar. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van genetische testen wanneer er een verhoogde kans is op erfelijke ziektes.
Op dit moment geldt in de meeste Europese landen een verbod op de toepassing van aanpassingen bij menselijke embryo’s. Er is een toenemende druk door patiëntengroepen om dit verbod te herzien en bepaalde uitzonderingen toe te laten, om zo nieuwe behandelingen te ontwikkelen.
Er zijn verschillende argumenten tegen deze genetische modificatie. Ten eerste is het principe van het aanpassen van embryo’s in strijd met het respect voor menselijke waardigheid. Het is voor een deel van de bevolking onaanvaardbaar dat er in zulke mate ingegrepen wordt in de natuur. Ten tweede is er nog onvoldoende bekend over negatieve gevolgen en risico’s. Ten derde wordt er gesteld dat als er nu in embryo’s wordt ingegrepen, je bewust bepaalde kenmerken meegeeft aan de volgende generaties. Ouders kunnen daardoor onomkeerbare keuzes maken. Ten slotte stellen sociale wetenschappers en diverse ngo’s dat de verschillen tussen de mensen zal vergroten, omdat de technologie niet voor iedereen toegankelijk is. Ook in de medische wereld zijn de meningen nog verdeeld. Het is duidelijk dat de Gattaca-technologie veel wetenschappelijke, juridische en vooral ethische implicaties heeft. Op korte termijn staat de vraag centraal of we de mogelijkheden voor onderzoek met menselijke embryo’s kunnen uitbreiden. Op lange termijn moeten we beslissen of het verbod opgeheven moet worden en op welke voorwaarden het klinisch gebruik wenselijk is. De maatschappelijke boodschap van de film Gattaca is er een om in het achterhoofd te houden. Willen we leven in een samenleving waarbij de privacy wordt doorgeknipt en ouders designerbaby’s laat shoppen in de “gen-winkel” om er de beste eigenschappen uit te halen voor hun kind? Dat is iets waar we misschien niet heen willen als samenleving. Een mens is namelijk meer dan een stel ideale genen.
19 SCIENCEFICTION
DOSSIER
DOSSIER
BIOTECH: THE FUTURE IS NOW Biotechnologie, kortweg biotech, is voor velen een nogal abstract begrip. Het is een wetenschapstak die enorm snel groeit en veel toepassingsmogelijkheden van onschatbare waarde biedt. Denk maar aan vaccins, kankertherapie, betere methodes om ziektes op te sporen, het beschermen van gewassen, biobrandstof, hernieuwbare energie, recyclage van plastic en kweekvlees.
SCIENCEFICTION
20
TEKST: MEREL MEERSMAN ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS Om er even een definitie op te plakken: biotechnologie manipuleert de biologische eigenschappen van organismen voor specifieke doeleinden. Zo kan een insuline-producerende gist of bacterie zodanig gemanipuleerd worden dat hij meer insuline aanmaakt. Dit wordt dan een genetisch gemodificeerd organisme (GMO) genoemd. De geproduceerde insuline kan diabetici, die zelf geen insuline kunnen aanmaken, helpen om toch normaal te functioneren. Voordat deze toepassing werd ontwikkeld, waren diabetici afhankelijk van insuline uit de pancreas van varkens. Niet alleen kan nu veel meer insuline worden geïsoleerd, gisten en bacteriën zijn ook een heel stuk onderhoudsvriendelijker. Vandaag is zo al 20% van de medicatie ontwikkeld met behulp van biotechnologie, en dat percentage stijgt alleen maar. DE OPKOMST VAN BIOTECHNOLOGIE
Biotechnologie is geen nieuwe wetenschap. Al duizenden jaren kweken boeren planten en dieren zodat ze grotere vruchten dragen, meer vitaminen bevatten, lekkerder smaken en meer melk produceren. Dit wordt ook wel domesticeren genoemd. Dit soort biotechnologie is gebaseerd op gelukstreffers.
Bij planten werd dit oorspronkelijk gedaan door de zaden van de beste planten verder te gebruiken, en later door gerichte kruising en selectie. Zo zaten bananen oorspronkelijk vol met grote, taaie zaden. De zaadjes van bananen met iets meer vruchtvlees werden gebruikt om een nieuwe plant te kweken. Na vele generaties zijn de zaden zo klein geworden dat ze de voortplanting van de plant zelfs niet meer kunnen verzorgen. Planten kunnen ook geselecteerd worden op andere eigenschappen: sappigheid, minder doorns of stekels, opbrengst, grootte van de vrucht, kleur en smaak.
Bij dieren gebeurt de selectie eerder op volgzaamheid, kracht (bijvoorbeeld boerenpaarden), jachtinstinct en productie van eieren, melk, vlees en wol. Dit kan door een ervoor de zorgen dat een ongehoorzaam dier zich niet kan voortplanten. Dankzij het domesticeren van dieren en planten, kon de mens evolueren van jager-verzamelaar naar een sedentair bestaan in dorpjes en later steden. Ook voor de productie van voedingsmiddelen zoals kaas, brood, bier en wijn wordt al sinds oudsher gebruik gemaakt van biotechnologie.
Weetje: Oorspronkelijk kwamen wortels voor in allerlei kleuren: wit, rood, paars, geel en groen Dat we de wortel nu kennen als een oranje groente, komt door de Nederlanders. Zij waren de voornaamste kwekers van wortels en selecteerden op kleur, bij wijze van ode aan hun koning, Willem van Oranje. BIOTECHNOLOGIE VANDAAG
Tegenwoordig gaan biotechnologen een stuk geavanceerder te werk. Door in het DNA van bacteriën, gisten, schimmels en planten- of dierencellen in te grijpen, passen we hun eigenschappen aan. Deze techniek wordt genetisch modificeren genoemd. Met behulp van kleine moleculen (enzymen) kan DNA geknipt en geplakt worden op specifieke plaatsen. Op die manier kunnen we DNA toevoegen of verwijderen en de eigenschappen van een cel aanpassen, fouten verwijderen en de cel zelfs nieuwe kenmerken geven. De belangrijkste ontdekking is het CRISPR/Cas systeem. Wanneer bacteriën een virusaanval overleven, beschermen ze zichzelf tegen volgende aanvallen van dat virus. Dit doen bacteriën door een deel van het virus-DNA op een specifieke plek (CRISPR) in hun eigen DNA in te bouwen. Wanneer het virus nog eens binnendringt, zorgt een molecule (Cas) ervoor dat het virus-DNA herkend en geknipt wordt. Dit systeem werkt heel nauwkeurig en kan bovendien heel makkelijk geprogrammeerd worden. Het systeem kan in andere cellen worden ingebracht en daar eender welk stukje DNA modificeren. Dit is een heel gemakkelijke en goedkope manier om DNA te modificeren.
Hoewel dit allemaal erg veelbelovend klinkt, hebben GMO’s niet meteen een positief imago. Neem nu een tomaat die genetisch gemodificeerd is om zelf een molecule te produceren dat toxisch is voor insecten.
Geen last meer van insectenplagen dus, maar dan rijst de vraag: hoe schadelijk is het eten van zo’n gemodificeerde tomaat voor ons? Na wetenschappelijk onderzoek bleek er geen sprake van gevaar voor mensen. Voor ieder organisme zijn andere stoffen giftig. Iedereen weet dat honden geen chocolade mogen eten, terwijl het eten van wat chocolade voor mensen geen risico inhoudt. Onwetendheid is hier vaak het grote probleem. Onderzoek naar de langetermijn effecten op mens en dier is natuurlijk noodzakelijk, maar de voordelen wegen op tegen de nadelen. Zo kunnen GM-planten de opbrengst van landbouw verhogen, ervoor zorgen dat minder herbiciden en pesticiden nodig zijn en meer CO2 uit de lucht halen. In een wereld met een steeds groeiende populatie, is dit meer dan welkom natuurlijk.
HET ETHISCHE ASPECT VAN MODIFICEREN Bij het gebruik van het eerder besproken CRIPSR/ Cas systeem in de cellen van een organisme, wordt de modificatie niet overgedragen naar de volgende generatie. Wanneer we daarentegen CRISPR/Cas gebruiken in eicellen of spermatozoa (reproductieve cellen), zal de modificatie wel aan volgende generaties worden doorgegeven. Dit betekent dat, op termijn, de hele menselijke genenpool gemodificeerd zal zijn. Stel dat je deze techniek kan gebruiken om je kind Alzheimer of een hartafwijking te besparen? Is het dan ethisch verantwoord om je kind deze ziekte te besparen, of is het onethisch om je kind te modificeren? Waar ligt de grens en wie mag beslissen over waar de grens ligt? Een beter immuunsysteem? Een hoger IQ? Goede ogen? Lengte? Geslacht? Haaren oogkleur? Fysieke bouw? Muzikaal talent? Als alle afwijkingen vermeden kunnen worden, hoe tolerant zullen we dan nog zijn tegenover mensen met een beperking, hoe klein die ook is?
21 SCIENCEFICTION
DOSSIER
DOSSIER
DOSSIER
VERANTWOORDELIJKHEIDSGEVOEL
SCIENCEFICTION
22
Hoe verander je de wegwerpcultuur in een maatschappij waarin iedereen koopverslaafd is? We consumeren de wereld naar de knoppen en als we daar niet gauw iets aan veranderen, zal het steeds lastiger worden om op aarde te blijven leven. Een gesprek met Prof. dr. ir. Karine van Doorsselaer legt de vinger op de zere plek. Ze werkt mee als expert binnen de Europese Commissie aan het project ‘A European Strategy for Plastics in a Circular Economy’. Maar de industrie is niet altijd even blij met wat ze te vertellen heeft. “Ik ben de stem van diegene die geen stem hebben: de missionaris van de flora en de fauna.”
TEKST: ESMÉE KOELEMAN ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS Al van kinds af aan heeft Karine van Doorsselaer respect voor de natuur. Ze studeerde af in de scheikunde als industrieel ingenieur, gespecialiseerd in kunststoffen. Hierna behaalde ze een bijzondere licentie en een doctoraat in de Menselijke Ecologie. Sinds 1995 is Van Doorsselaer werkzaam binnen de opleiding Productontwikkeling aan de Universiteit Antwerpen. Vandaag is ze hoofddocente Materialenleer en Ecodesign. Wacht eens even… ecodesign? Zijn dat niet van die hippe boomstronkkrukjes en bamboebekers? Het is niet raar als je daaraan denkt bij het horen van het woord, maar het antwoord is glashard ‘nee’. Het is een groot misverstand om ecodesign te zien als het knutselen met ecologische materialen om esthetische producten te ontwikkelen. De professor legt uit dat ze door deze misverstanden liever spreekt over ‘milieuvriendelijk ontwerpen’. In die zin is het dus een stuk minder artistiek dan je in eerste instantie zou denken. Ecodesign is ten eerste vooral gericht op het ontwikkelen van producten waarbij de milieu-impact minimaal is.
Daarnaast moet de nadruk gelegd worden op technisch uitstekende, economisch betaalbare en consumentgerichte producten.
De ontwerper houdt zich dus bezig met levenscyclusdenken. In elke ontwikkelingsfase stelt hij zich de vraag: “Hoe kunnen we de keten sluiten?”. Dat is het uitgangspunt van de circulaire economie: producten die hergebruikt, refurbished of gerecycleerd kunnen worden. Het is dus de taak van de ecodesigner om producten te ontwikkelen die perfect passen binnen de circulaire economie: een zero waste economy. DE WEGWERPCULTUUR
Het belang van een circulaire economie, en daarmee ecodesign, wordt volgens van Doorsselaer steeds evidenter: “Er is iets cruciaal mis met de manier waarop en de hoeveelheid waarmee we vandaag produceren en consumeren. Het leidt onder meer tot de uitputting van fossiele brandstoffen, het broeikaseffect, welvaartziektes en de plastic soep.” Het milieu eist verandering, iets waar wij allemaal baat bij hebben. Het gaat immers om de lucht die iedereen inademt, het water dat iedereen drinkt, en de wereld waar iedereen op leeft. In de overgang naar duurzaam consumeren en produceren is niet één groep verantwoordelijk. Het zijn zowel de industrie als de consument én de overheid die de wegwerpcultuur aan de kant kunnen zetten.
“HET MILIEU EIST VERANDERING, IETS WAAR WIJ ALLEMAAL BAAT BIJ HEBBEN.”
De wegwerpcultuur is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog die een dieptepunt veroorzaakte in de Europese economie. Door het Marshallplan vond er een economische wederopbouw plaats die West-Europa een boost gaf.
DE KRACHT VAN DE CONSUMENT
Toch kan je niet alleen de industrie verantwoordelijk houden voor de schade die is aangericht aan het milieu. Want zolang de consument blijft kopen, blijft de industrie produceren. “Het probleem is dat we nu eenmaal in een materialistische wereld leven. We hebben het idee dat onze identiteit verbonden is met de kleding die we dragen, de smartphone die we gebruiken en de auto waarin we rijden. Ik hoop dat we dat idee in de loop der tijd kunnen verbreken”, vertelt Karine van Doorsselaer. Ze drukt dan ook op het hart om de oppervlakkigheid van de consument kwijt te raken, de wegwerpmentaliteit uit het hoofd te zetten en te stoppen met het shoppen voor een kortstondig geluksgevoel. De boodschap van Karine aan de consument is om zich kritisch en bewust te maken van zijn macht. “Op het moment dat je besluit een product – omwille van de milieu-impact – niet meer aan te schaffen, is het gedaan met die prulketens als Action en Zeeman.” Het probleem met deze ketens is niet alleen dat ze ontzettend veel en ontzettend goedkope producten in de schappen hebben liggen, maar ook dat deze producten vol zitten met giftige chemicaliën. Deze chemicaliën zijn in Europa verboden, maar vinden vanuit het Oosten toch hun weg naar onze markt. “Met het aanschaffen van deze goedkope prul vergiftigt de consument dus zichzelf.”
Producten zijn volgens Karine van Doorsselaer de wortel die de industrie voor de neus van de consument houdt. “Stop met elke twee jaar een nieuwe smartphone te kopen. Wees kritisch en stel jezelf de vraag: heb ik dit écht nodig? Heb ik echt deze 10 miljard megapixelcamera nodig?” Toch geeft Van Doorsselaer toe dat onder andere smartphones vlak na de garantiedatum vervallen. Toeval? Om dat uit te zoeken is het meldpunt ‘Te rap kapot’ in het leven geroepen door een consumentenorganisatie. Hieruit is gebleken dat een bepaald type wasmachine van Miele te snel stuk ging. Er werd actie ondernomen richting de fabrikant en de consumenten kregen een vergoeding. “Het is een voorbeeld van wat voor invloed consumenten kunnen uitoefenen, wanneer zij zich voordoen als waakhond”, legt Karine van Doorsselaer uit. Haar advies is om te investeren in goede, degelijke producten. Ondanks dat je bij de aanschaf ervan meer geld kwijt bent, kost het je uiteindelijk minder, omdat je er langer mee kan doen.
MILIEU IS GEEN POLITIEK Hoewel de consument vanuit haar koopgedrag sturing kan geven aan de economie, kan de politiek ook een belangrijke rol spelen in het creëren van een duurzamere economie. Een belangrijk punt voor Van Doorsselaer is dat politici geen moed hebben om veranderingen in gang te zetten. “Aan het einde van de rit worden deze populisten afgerekend op hun beslissingen, waardoor zij geen drastische beslissingen durven te nemen in die vier jaar.” Van Doorsselaer is daarbij van mening dat milieu losgetrokken moet worden van de politiek, omdat het uiteindelijk een maatschappelijk belang is: ons algemeen welzijn. “De overheid moet niet de marionet zijn van de economie en niet geleid worden door populistische politiekers.”
“GELD REGEERT, MAAR OP EEN VERKEERDE MANIER.”
Volgens de professor wint milieu binnen de politiek geen terrein, omdat de economie altijd hogerop gesteld wordt. “Politici zijn ervan overtuigd dat investeringen in het milieu economisch niets opleveren, maar dat zien ze verkeerd. Een circulaire economie helpt de huidige economie juist vooruit. Als we namelijk stoppen met al die giftige stoffen toe te staan, worden er minder mensen ziek. Het is de wereld op zijn kop om mensen eerst ziek te maken en vervolgens geld te geven om ze beter te maken. Stop dan gewoon met het produceren van die stoffen.”
Foto: Prof. dr. ir. Karine van Doorsselaer , docent aan de UA
23 SCIENCEFICTION
WEG MET DE WEGWERPMENTALITEIT EEN LANGE WEG NAAR BEWUSTWORDING EN
De industrie zorgde voor een nieuwe manier van consumeren door producten te maken die snel kapot gaan. Dat leidde tot volop consumeren en daarmee volop produceren, met alle actuele gevolgen van dien.
DOSSIER
DOSSIER
DE FINANCIËLE TRIGGER
SCIENCEFICTION
24
Het verbod op wegwerpplastic is een stap in de goede richting, maar het zet geen zoden aan de dijk. Volgens Karine van Doorsselaer zal, om echt een beweging in gang te zetten, de milieu-impact van alle producten moeten worden uitgedrukt in economische waarde. “Geld regeert, maar op een verkeerde manier. Wanneer we belasting zouden heffen op producten die schadelijk zijn voor dier, mens en milieu, op producten die niet herbruikbaar of recyclebaar zijn, op fossiele grondstoffen zoals aardolie en op transport met vervuilende containerschepen, dán gaat er wel wat veranderen.”
Daarnaast oppert ze om de prijs van kraanwater te verhogen, omdat de huidige kosten van water zo laag zijn dat het bijna uitnodigt tot verspilling. Ze is van mening dat mensen zich bewuster worden van het waterverbruik wanneer de prijs iets omhoog gaat,
maar het wel betaalbaar blijft voor iedereen. We weten ondertussen dat zowel de kritische consument als de emotionele consument sturing kunnen geven aan de huidige stand van zaken. Maar je hebt ook nog de egoïstische consument die het niet kan schelen. Deze moet je sturen met financiële triggers. PRODUCTEN ALS SERVICE
Als de consument kritischer wordt en de overheid moediger, komen we al een heel eind. Nu is het de beurt aan de industrie om zich aan te passen. “Producten moeten een service worden en eigendom blijven van de fabrikant. Alleen zo kan je ervoor zorgen dat er degelijke, duurzame en lokale producten geproduceerd worden. Wanneer je een lamp koopt en deze stuk gaat, blijft de fabrikant verantwoordelijk voor de defecten. De lamp moet voor de consument kosteloos worden gerepareerd. Je betaalt immers voor de service ‘licht’ en niet voor het product. Aan het eind van de rit komt de lamp weer teug bij de fabrikant die er baat bij zal hebben dat de lamp is geproduceerd met herbruikbare en duurzame materialen. Zo kan de service weer opnieuw aan iemand anders verkocht worden: een product service system.”
Ze sluit af met de ‘Ladder van Lansink’ om duidelijk te maken welke soort producten met oog op afvalvermindering het beste zijn. Neem als voorbeeld de verpakking: de beste is verpakkingsvrij (preventie), dan hergebruik, recyclen en verbranden (storten is niet meer toegestaan).
HOMO UNIVERSALIS: OVER DE UNIVERSELE MENS EN ZIJN VIJANDEN Leonardo Da Vinci – de alleskunner uit Italië. Hij was architect, uitvinder, anatomist, schilder en veel meer. Waarom bestaan er zo weinig exemplaren van zijn genialiteit in onze tijd? Want is het moeite waard om iets te kunnen waarmee je geen brood kunt verdienen? Wie weet schuilt er wel in ieder van ons een universele mens.
TEKST: KRISTINA DRCHA ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS Een mens wordt geboren en gaat in de meeste postindustriële landen tot aan zijn volwassenheid naar school. Daar leert hij allerlei zaken zoals schrijven, lezen, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis en noem maar op. We moeten een beetje alleskunners worden. Maar als we verder studeren, gebeurt eigenlijk net het omgekeerde. We worden klaargestoomd tot specialisten in een bepaald vakgebied. Van alles een beetje kunnen werkt niet meer en biedt geen meerwaarde. En goed worden in veel verschillende dingen kan gewoonweg niet. Daar hebben we het namelijk met z’n allen “te druk” voor. Een beroemde quote uit het Life Little Instruction Book van H. Jackson Brown Jr. luidt als volgt: “Zeg niet dat je niet genoeg tijd hebt. Je hebt precies evenveel uren in een dag als Hellen Keller, Pasteur, Michelangelo, Moeder Theresa, Leonardo da Vinci, Thomas Jefferson en Albert Einstein.” Het gaat dus maar om één ding: het optimaal gebruiken van de tijd die je hebt. En het lijkt erop dat we deze gave met z’n allen een beetje kwijt zijn geraakt. WAAR ZIJN DE ALLESWETERS?
Als we het hebben over iemand als Leonardo da Vinci duikt meteen een interessante term op: de Latijnse homo universalis of de Engelse polymath.
Meer bepaald gaat het om iemand die in veel verschillende disciplines ontwikkeld is en tegelijk schrijver, wetenschapper, kunstenaar en geleerde kan zijn.
Meteen valt het op dat in de huidige samenleving dit ideaal niet echt waargemaakt kan worden. Sterker nog: men streeft het zelfs niet na om hem waar te maken. Dit kunnen we gemakkelijk nagaan door een simpele vraag te beantwoorden over de mensen waar we zo naar opkijken. Een vraag als “hoe goed kan Angelina Jolie piano spelen?” of “hoeveel talen spreekt Bill Gates?” laat meteen zien dat onze wereld er niet op gericht is om alles uit de mens
“JE HEBT PRECIES EVENVEEL UREN IN EEN DAG ALS HELLEN KELLER, PASTEUR, MICHELANGELO, MOEDER THERESA, LEONARDO DA VINCI, THOMAS JEFFERSON EN ALBERT EINSTEIN.”
naar boven te halen. Het enige wat wij lijken op te pikken en in onze wereldvisie op te nemen, is vaak te reduceren tot een vraag naar hoe we “succesvol” kunnen worden. Dit veronderstelt zaken als materiële rijkdom, populariteit, vrijheid om te doen wat je wilt en - als er genoeg over is - misschien ook nog liefdadigheid. De sterren waar we tegenwoordig zo naar opkijken komen uit Hollywood of staan op de Forbes-lijst. Maar zijn ze het evenzeer waard om in de geschiedenisboeken te verschijnen?
25 SCIENCEFICTION
Er is nu op Europees niveau genoeg moed verzameld om te beslissen om (een deel van het) wegwerpplastic te verbieden. De beelden van de plastic soep hebben bijgedragen aan het ontstaan van de ‘emotionele consument’ die deze beweging heeft veroorzaakt. Karine van Doorsselaer is tevreden met deze beslissing, hoewel ze vraagtekens plaatst bij de uitkomst van het onderzoek. “Hoeveel wattenstaafjes zie jij gewoonlijk op het strand liggen?”, vraagt ze zich af. “Goed”, gaat ze verder, “het is alleszins een begin: weg met de wegwerpmaatschappij.”
DOSSIER HET HEEFT TOCH GEEN ZIN?
SCIENCEFICTION
26
Als we verder stilstaan bij het ontbreken van polymaths in onze maatschappij, valt het op dat er ook geen motivatie is om er een te worden. Het is niet het ontbreken van interesses of intellect wat ons weerhoudt. Je wordt namelijk enkel betaald als je ergens bijzonder goed in bent. Dit betekent dat als je geen specialist bent in een bepaald vak, je er meestal ook weinig zinnigs over zal kunnen vertellen. Waarom zou je dan iets nieuws leren als je er toch geen beroep van kan maken omdat er anderen zijn die het veel beter kunnen? Bovendien zal de HR Manager vreemd opkijken als hij veel verschillende functies en opleidingen op je CV ziet staan. Zo komen we tot de conclusie dat het vrij nutteloos is om al je talenten te ontwikkelen. Je kan je maar beter focussen op die talenten waar op de markt genoeg vraag naar is. Bovendien zal je tijd – eens je die fulltime baan bemachtigt – slechts beperkt zijn. WE WETEN TE VEEL OVER TE WEINIG
Een probleem dat als gevolg van het vraag-en aanbodspel naar voren komt, is dat we specialisten worden binnen een bepaalde specialistengroep. Een niche binnen een niche waar we nieuwe klanten mee kunnen aantrekken, omdat er altijd mensen op zoek zullen zijn naar dat specifieke stukje informatie. Dat is waar de huidige marketingtrends zich op richten en waar we naar streven als ondernemers om onze concurrentie te verslaan. Kunnen we daar ook echt gelukkig van worden? Zulke vragen hoeven we niet pas te stellen tijdens onze midlife crisis. We zouden ze best vanaf de eerste stappen op een bepaald carrièrepad beantwoorden. DE ROL VAN POLYMATHS IN DE MAATSCHAPPIJ
Is het dan nodig om meer polymaths te kweken? Als we auteur Michael Simmons mogen geloven alvast wel. In zijn bijdrage voor The Mission Podcasts claimt hij zelfs dat mensen die “teveel interesses hebben” zelfs meer kans maken op succes. Hij verwijst daarbij naar de opvallende tegenstelling tussen: • De maatschappij die ons ervan weerhoudt een generalist te worden die over allerlei onderwerpen een behoorlijk wat weet, en • De realiteit waar de meest invloedrijke mensen generalisten zijn.
Volgens Simmons gaan polymaths in tegen het mainstream advies en verwerven ze een unieke combinatie van kennis en vaardigheden in veel uitlopende vakgebieden.
Vervolgens integreren ze die in hun wereldvisie, waarna ze voor de grootste doorbraken kunnen zorgen en zelfs nieuwe vakgebieden tot stand brengen waar geen of weinig concurrentie in bestaat. Als we daarentegen specialisatie als het enige werkzame pad aanvaarden, lopen we veel innovatie mis en staren we ons vaak enkel blind op de bomen in plaats van het hele bos te zien. Keith Sawyer in zijn “Polymaths No More?” stelt hierbij twee mogelijke oplossingen voor. Je kan werken in teams met verschillende specialisaties, zodat je elkaar aanvult. Of je ontwikkelt je volgens het T-model, waar je nog steeds specialist bent – de verticale balk van de T-, maar nog steeds over uitgebreide kennis beschikt in andere vakgebieden – de horizontale balk GOED BEGONNEN IS HALF GEWONNEN
Op school is het zo dat we voor elk vak moeten slagen, onafhankelijk of we er later in verder willen specialiseren of niet. Hier zit al voor een stuk een generalistische benadering achter, die later evenwel omschakelt naar die van specialisatie. Dit is een cruciaal moment waarop het duidelijk wordt dat we niet alles kunnen doen en ons moeten beperken tot datgene wat ons het meeste aanspreekt. De lagere en middelbare school dienen dus als een introductie tot enkele van de bestaande vakgebieden waarop we ons later toeleggen. Wat school echter nog altijd niet biedt is een verwerven benadering waar emotionele en spirituele behoeften van de mens centraal staan. Intellectuele kennis is dan slechts een middel om de gewenste doelen te behalen en verandering van specialisatie blijft perfect mogelijk. Waar moeten we op letten als we ons willen ontpoppen als homo universalis? • Aandacht voor de onderliggende waarden van de samenwerking in plaats van concurrentie en zelfredzaamheid,
• Duurzaamheid in plaats van exploitatie, en
• Begrip en inlevingsvermogen voor wie uit de band springt in plaats van sanctie en straf.
Dit zouden al stappen in de goede richting zijn. Als we hier meer inzicht in hadden, zouden we misschien allemaal polymaths worden met een eigen pakketje aan skills die bij ons passen. Ook zouden we niet bang meer zijn voor verandering en concurrentie. Tot het zover is, lijkt een samenleving van mensen zoals Leonardo da Vinci niets meer dan sciencefiction.
INTERNATIONAAL SCIENCEFICTION
INTERNATIONAAL
INTERNATIONAAL
BAGAGE UIT MAROKKO
SCIENCEFICTION
28
Marokko en Algerije verkeren al meerdere jaren in een soort van ‘Koude Oorlog’ met elkaar vanwege het conflict over de Westelijke Sahara. Bijgevolg is deze grens ook gesloten en kent de regio rond Oujda veel smokkel, omdat men niet legaal het andere land kan betreden. Wat zijn jullie opvattingen over deze grens en wat zou er volgens jullie gebeuren als deze grens terug opengesteld zou worden?
Juanita: Ik ben overtuigd dat indien de grens terug open zou worden gemaakt dit voordelig zou zijn voor beide landen. Samenwerking tussen landen leidt namelijk tot meer economische groei en meer bewegingsvrijheid voor de mensen zelf. Aan de andere kant zou dit wel nadelig zijn voor de smokkelaars die door de oliesmokkel en dergelijke nu hun brood verdienen. Arno: Een land met volledig gesloten grenzen is nooit de oplossing. Afhankelijk van de situatie kan men al dan niet grenscontroles organiseren, maar een volledig dichte grens beperkt enerzijds de vrijheid van de mensen in de regio en zorgt en anderzijds voor dat deze regio zich niet ten volle kan ontwikkelen. Nu ziet men een gelijka ardige situatie aan de Berlijnse Muur in de jaren ’60. Families die op enkele kilometers van elkaar wonen kunnen elkaar niet meer zien, spreken of ontmoeten. Indien de grens terug opengesteld zou worden, en elk land beslist zelf hoe ze dit organiseren, zou dit naar mijn mening de economie ten goede komen, die nu al jaren slabakt, en is dit het meest humane om te doen.
Foto van Arno baes
Juanita: Ik vind dat dit beeld op zich wel wat nuance verdiend. In beide gezinnen waar ik aanwezig was op het platteland herkende ik dit beeld totaal niet. Afgaand op de eerste week, want de tweede week zat ik namelijk in het gezin van een weduwe waar dus bijgevolg geen man meer aanwezig is, had ik totaal niet het gevoel dat er een ‘neerbuigende’ houding werd aangenomen. Op een gegeven moment verdween de moeder zelfs gedurende een halve dag alleen, en niemand had daar schijnbaar enig probleem mee. Aan de andere kant weet ik ook dat deze ervaring niet alleszeggend is. Anderen die mee op reis waren, hebben dit gevoel dan weer wel ervaren. Ik denk vooral dat dit afhangt van gezin tot gezin zonder onderscheid te maken in welstand of sociale klasse. Arno: Ik denk dat er zeker geconstateerd kan worden dat er een fundamenteel verschil is tussen de rol van de vrouw in beide werelddelen. Dit is op zich geen probleem, want ik ben van mening dat men zich mag emanciperen, maar zich niet noodzakelijk moet emanciperen. Waar het schoentje vooral wringt is dat veel vrouwen die kans nog niet krijgen, zeker niet in ruraal gebied dat moeite heeft mee te groeien met dezelfde snelheid als de rest van het land. Een soortgelijke behandeling als in het Westen zit er naar mijn idee ook nog lang niet aan te komen. Daarvoor is de Marokkaanse, en in verlenging Noord-Afrikaanse/ Arabische, maatschappij nog teveel gestoeld op traditie en religie. Er zijn zeker gezinnen die meer georiënteerd zijn naar het Westers model, net zoals er ook veel gezinnen zijn die nog zeer traditioneel zijn. Ik denk dat de sociale stand, omgeving en inkomen hier weleens een rol in zouden kunnen spelen, maar ik beschik niet over cijfermateriaal of genoeg bevindingen om hier gegronde uitspraken over te doen, dus voorlopig blijft het hier op een vermoeden
Als afsluiter zou ik ook nog even willen polsen naar de meningen op het vlak van dienstplicht vermits jullie de laatste week gespendeerd hebben bij ex-militairen en dit ook in België een thema is dat steeds meer besproken wordt.
Ook het onderwijs, zeker op het platteland, laat vaak nog te wensen over. Er is slechts beperkte infrastructuur, weinig leerkrachten en niet zelden gaat men slechts enkele jaren naar school. Zijn er manieren om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren of is het zo slecht nog niet?
Juanita: Cru gezegd is er geen kwaliteit van onderwijs. Ze werken niet per geboortejaar, maar per niveau. Ik snap niet hoe dat men lessen kan volgen met mensen die verscheidene jaren jonger of ouder zijn. Ook zijn er te weinig leerlingen en leerkrachten waardoor het onderwijs als een gevolg daarvan beperkt is. Arno: Ik denk niet dat een systeem gebaseerd op niveaus in plaats van geboortejaren noodzakelijk iets slechts is indien goed uitgevoerd. Het probleem hier is echter dat de uitvoering ten wensen overlaat. Maar ook dit hangt samen met andere factoren. Vaak is er een gebrek aan geld om de kinderen een goede opleiding te bieden en woont men te afgelegen om de kinderen elke dag op school te krijgen, zelfs al ligt die relatief gezien in de buurt. Laat staan dat de kinderen elke dag naar een middelbare school in de stad zouden moeten gaan of nog later naar de universiteit te sturen. Aan de geografie kan men niets veranderen, hetgeen echter niet betekent dat er geen andere stappen ondernomen zouden kunnen worden. Een lokaal of internationaal gedragen steunfonds om kinderen op internaat in de stad te krijgen voor middelbare studies of later voor universitaire studies zou zeker niet misplaatst zijn, maar ook lokale initiatieven zoals leren via internet zouden kunnen helpen. Dit heeft dan ook wel alleen maar effect op de mensen die bereik hebben.
Arno: In zijn exacte vorm ben ik hier absoluut geen voorstander van. Waar ik me wel in kan vinden is het belang van het aanleren van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit hoeft echter niet in de vorm van dienstplicht. Ik ben dus eerder een voorstander van maatschappelijke dienstplicht eerder dan enkel en alleen een militaire dienstplicht. Ook met de quasi onbestaande regelgeving en procedures rond dubbele nationaliteit vind ik dit op dit moment nog niet aangewezen. Dit werpt te veel vragen op en brengt onzekerheden en potentiele veiligheidsrisico’s met zich mee. Eerst moet er concreet over deze regelgeving nagedacht worden want in het geval van dubbele nationaliteit kan men de vraag stellen in welk land de dienstplicht voldaan wordt en in welk land de loyaliteit ligt, mochten beiden ooit tegenover elkaar in een conflict staan. Juanita: Een verplichte legerdienst voor zowel mannen als vrouwen vind ik oneerlijk. Ik vind het ook moeilijk hier iets over te zeggen omdat ik het zelf niet ken of weet hoe het is. Maar ik denk wel dat het helpt bij de ontwikkeling van de persoon op het vlak van conditie, stiptheid en discipline. Ook in het geval van oorlog kan men dan terugvallen op een getraind reservistenkorps in plaats van ongetrainde burgers als het zover zou komen dat men opgeroepen wordt.
Al de info over USOS en hun exposures kan nagelezen worden op hun website www.usos.be. Zij organiseren jaarlijks 2 inleefreizen in de zomer gericht op het globale Zuiden. Ook organiseren zij verschillende activiteiten doorheen het jaar met het oog op onderzoek en culturele uitwisseling.
29 SCIENCEFICTION
TEKST: ARNO BAES ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS
De Marokkaanse cultuur wordt vaak ook afgeschilderd als een machocultuur waarin de rol van de vrouw verre van te vergelijken is met die in het Westen. Is dit zo of valt er na jullie maand in Marokko toch een genuanceerder beeld te schetsen over de rol van de vrouw?
Foto van Arno baes
Deze zomer is Arno op ‘exposure’ vertrokken naar Marokko met USOS. Samen met Juanita Kamali, die ook mee ging, kijkt hij nu terug naar deze ervaring en beantwoorden ze enkele vragen die deze reis niet heeft kunnen beantwoorden of heeft opgeworpen.
INTERNATIONAAL
INTERNATIONAAL
TUSSEN ‘VER VAN MIJN BED’ EN ‘ONUITGESPROKEN DICHTBIJ’ SCIENCEFICTION
30
TEKST: CHRISTINA STABOURLOS ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS Ondanks mijn overtuiging dat elke vrouw haar unieke zelf zou moeten omarmen en haar eigen ambities zou moeten nastreven, besef ik dat dat niet altijd even gemakkelijk is. In elke gemeenschap leven er sociale verwachtingen, gaande van genderrolverwachtingen tot schoonheidsidealen. In gedisciplineerde samenlevingen, bijvoorbeeld, kan overgewicht gelijk staan aan laksheid of een gebrek aan doorzettingsvermogen. In andere samenlevingen wordt overgewicht net gezien als een teken van materiële rijkdom of vruchtbaarheid. Alhoewel we in België meer en meer vrouwen zien in alle maten en beroepen, heersen er nog wat onderhuidse wrijvingen. Denk maar aan je bekritiseerde tante die vanwege haar carrièrekeuze er minder kan zijn voor haar kroost. Verder dan het schuldgevoel van je tante zal echter het niet komen. Anders gesteld is haar ‘afwijkend’ gedrag, om het even dramatisch te verwoorden, relatief onschadelijk. Een vrouw die zich niet laat besnijden in bepaalde culturen, kan daar verregaande sociale gevolgen van ondervinden zoals stigmatisering en verstoting van het publieke gebeuren. Paradoxaal brengt vrouwenbesnijding onherroepelijke fysieke en psychologische schade met zich mee. Met andere woorden is vrouwenbesnijdenis een voorwaarde om sociaal lijden te vermijden, maar kan het tegelijk fysiek en mentaal lijden teweegbrengen.
Een kanttekening is nodig vooraleer we dieper ingaan op het onderwerp, namelijk de positie waaruit deze tekst geschreven is. Een studente met Europese roots kan maar moeilijk iemand anders verhaal vertellen. Kolonisten rechtvaardigden destijds hun koloniale wanpraktijken door andere samenlevingen te bestempelen als barbaars, onbeschaafd, onwetend. Die koloniale visie zindert soms nog na in de manier waarop we communiceren
over culturen die compleet verschillen van onze zogenaamde verlichte cultuur. GAMS België vzw zegt hierover: “Het hanteren van een neokoloniale visie zal vaker als gevolg hebben dat alle vrouwen met een donkere huidskleur, ten onrechte en zonder het onderwerp te bespreken, beschouwd zouden worden als slachtoffer van vrouwelijke genitale verminking.” Vrouwelijke genitale verminking komt voor in verschillende landen in de wereld, binnen verschillende gemeenschappen, op verschillende manieren en om verschillende motieven.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) omschrijft VGV als elke ingreep die leidt tot een gedeeltelijke of volledige verwijdering van de externe geslachtsorganen van de vrouw of elke andere verwonding van de vrouwelijke geslachtsorganen toegebracht om niet-medische redenen. Van het Aziatisch tot het Amerikaans contitent, van verwijdering van de clitoris tot het dichtnaaien van de grote en/of kleine schaamlippen. Maar ook andere ingrepen om niet-medische redenen zoals piercen of verkleinen van de schaamlippen. Ik hoor het je denken; “Piercen of je schaamlippen verkleinen is toch slechts een plastische ingreep? Een ingreep waar je voor kiest.” Sociale verwachtingen, normen en schoonheidsidealen hebben in de ene cultuur verregaandere gevolgen dan in de andere. Denk aan de vrouw die haar schaamlippen laat verkleinen omdat ze dat mooier of wenselijker acht in haar seksualiteit. In sommige landen daarentegen is een besneden vagina de voorwaarde om als volwaardige vrouw deel te nemen aan het publieke leven. “Een vrouw die niet werd besneden, wordt ‘bilakoro mousso’ genoemd. Dit betekent dat ze altijd behandeld zal worden als een klein meisje en nooit als volwassen vrouw, zelfs wanneer ze al op leeftijd is.”, zegt een Malinese man in het kader van het onderzoek Men Speak Out. Waar het eerste voorbeeld eerder een persoonlijke aangelegenheid is, is dat niet het geval met vrouwenbesnijdenis. Vrouwenbesnijdenis maakt volgens GAMS België vzw “deel uit van een complex geheel van rituele en sociale constructies die vormgeven aan het rollenpatroon en aan het statuut van mannen en vrouwen”.
31 SCIENCEFICTION
Vrouwelijke genitale verminking is een moeilijk onderwerp. Wie er niet mee in aanraking komt, heeft er vaak een foutief beeld over. Wie zich daarentegen bevindt in een cultuur waar de praktijk gangbaar is, kan er moeilijk over spreken. Onze kijk op de ideale vrouw helpt het verhaal te vertellen achter praktijk.
INTERNATIONAAL
INTERNATIONAAL
SCIENCEFICTION
32
De wereldkaart laat zien waar vrouwelijke genitale verminking zich voordoet in de wereld. Daar zie je dat het geen Afrikaanse praktijk is, maar ook niet per se een Islamitische praktijk. Tot midden 20ste eeuw werd in Europa en de Verenigde Staten clitoridectomie uitgevoerd om geestelijke ziektebeelden te behandelen bij hysterische of depressieve vrouwen. In sommige gemeenschappen waar vrouwenbesnijdenis prevalent is, gaat men uit van een gelijkaardige visie. Het belang dat men hecht aan traditie of het type kennis dat men prefereert kan de praktijk in stand houden. Waar we in België eerder belang hechten aan wetenschappelijke kennis, kan ergens anders de wijsheid van ouderen primeren. De motieven om vrouwen te besnijden hebben te maken met uiteenlopende visies over vrouwen en hun seksualiteit en gedrag. Zowel in Islamitische groepen als Christelijke groepen komt vrouwenbesnijdenis voor.
Vrouwelijke genitale verminking doet zich echter meestal voor in schrijnende omstandigheden waarbij jonge meisjes onder dwang en zonder verdoving besneden worden door een zogenaamde besnijdster. Medicalisering van de praktijk in vooral Aziatische landen daarentegen kan evengoed trauma’s achterlaten. Pijn bij het plassen, seks of tijdens de menstruatie zijn slechts enkele neveneffecten.
De sociale druk die ouders dwingt hun dochters te laten besnijden, kan de besneden vrouw bestempelen als slachtoffer. De verminking zou echter niet gelijk mogen staan aan de identiteit van de vrouw. Halimatou Barry vindt dat deze vrouwen te vaak in de rol van slachtoffer worden gezet; “Onze rol als activistes en professionals, zowel bij GAMS België als in ons land van herkomst, wordt minder belicht. Dit lijkt minder interessant te zijn voor de media.”
MET ONZE TECHNIEKEN DAAR LEVENS REDDEN
Zolang de verminking tegen de wil van de vrouw is, spreken we van vrouwonvriendelijk geweld. Een vorm van geweld dat idealiter vermeden wordt. In de culturen waar vrouwenbesnijdenis voorkomt, is het vaak zo dat men niet spreekt met andere vrouwen en al zeker niet met het andere geslacht. Migratiestromen brengen Westerse gynaecologen en hulpverleners steeds vaker in contact met besneden vrouwen. Hoe kan men iets betekenen voor besneden vrouwen of jonge meisjes die besneden kunnen worden? Er zijn verschillende manieren om op een respectvolle manier te polsen in welke mate een persoon betrokken is bij de praktijk. Je kan bijvoorbeeld het gesprek starten door een wereldkaart te tonen en te vragen als de persoon in kwestie weet dat vrouwenbesnijdenis in vele landen voorkomt. Je kan een anekdote vertellen of verwijzen naar een getuigenis. Verschillende websites kunnen je alvast op weg helpen. www.intact-association. org of Gams.be zijn slechts enkele voorbeelden.
De vagina blijkt in de meeste culturen omhuld te zijn door een zekere mysterieuze sluier. Dat zorgt ervoor dat bepaalde praktijken zich voordoen. Maar deze zijn daarom niet minder ernstig dan de praktijken die de vrouw dwingen om te voldoen aan bepaalde sociale verwachtingen. Zoals je allicht gemerkt hebt, dient het onderwerp constant genuanceerd te worden. Het ene motief is het andere niet, de ene cultuur is de andere niet, het ene gevolg is het andere niet. De besneden vrouw is slachtoffer van vrouwelijke genitale verminking, maar dat definieert niet haar volledige persoon. Ze is nog zoveel meer. De sluier oplichten en het dialoog starten kan van belang zijn voor deze vrouwen. In een geglobaliseerde wereld wordt de wereld telkens kleiner en kleiner. Zo kan je zien dat wat ver van je bed lijkt, wellicht dichterbij is dan je denkt. En hetgeen dat zo onuitgesproken dichtbij is, vanop een afstand bekeken kan worden.
33 SCIENCEFICTION
Als ouders ervoor kiezen om hun dochter te laten besnijden, is dit eerder een rationele keuze. Haar besnijden stelt haar in staat om normaal te kunnen deelnemen aan het publieke leven zonder stigmatisering. Ook al kan dat betekenen dat de dochter fysieke complicaties ondervindt of voor het leven getekend is.
“Tropische ziektes kunnen we overwinnen als we daar genoeg effort in steken”. Myrthe Pareyn is vastberaden en vliegt in januari weer naar Ethiopië voor haar PhD-project. Verrekijkers ontmoette haar op de campus Drie Eiken achter een bureau, maar ze wil weer zo snel mogelijk het veld in.
TEKST:BIJOU VAN DER BORST ILLUSTRATIE: MALINGA GODDERIS Elke dag na het werk belt ze op de fiets naar Ethiopië. Even kletsen over hoe het gaat. “Hoeveel zandvliegen heb je gevangen? Kun je de data eens sturen? Dan kijk ik er even naar.” Afgelopen zomer was Myrthe Pareyn in Ethiopië om haar PhD-project op te zetten. Regelmatig reist ze terug om nieuwe projecten op te zetten in het kader van haar PhD. Nu gaat het werk in Afrika door terwijl zij hier aan de UA haar gegevens analyseert. De onderzoekster bestudeert de ecologie van de Leishmania, een infectieziekte die veroorzaakt wordt door ééncellige parasieten die voor wonden in het gezicht van mensen zorgt.
In haar PhD beantwoordt ze de vragen: welke zandvlieg soorten kunnen de parasiet overdragen en wat is hun gedrag en ecologie? Waar komen de infectiehaarden voor in Ethiopië? Welke dieren kunnen mogelijks een bron van infectie zijn? Met de verzamelde data stelt ze adviezen op voor de overheid in de hoop dat zij kunnen investeren in controle van de parasiet. Tot nu toe bestrijden mensen de infecties zelf. “Met brandend ijzer, dat werkt op zich wel goed”, zegt Myrthe neutraal. Wat? “Ja, een ijzer in het vuur en dan op de wonden branden. Zo gaat de parasiet dood, maar het
INTERNATIONAAL
INTERNATIONAAL laat geen mooi resultaat achter. “Er is nog weinig onderzoek gedaan. Simpelweg omdat je er niet dood aan gaat”. Ferm wijst ze naar een foto van een jongen met een wond op zijn gezicht. “Hij is wel voor de rest van zijn leven verminkt. In het dorp weten mensen niet hoe de ziekte zich verspreidt dus zijn ze bang voor besmetting.” Ze kijkt omhoog langs je heen wanneer ze vertelt, zoals alleen mensen kunnen die dromen van een betere wereld waar ze zelf een steentje aan willen bijdragen.
SCIENCEFICTION
34
Tropische ziekten zijn Myrthe’s passie. Haar hartstocht werd aangewakkerd door cijfers. Professor tropische ziekte, Louis Maes vertelde ooit dat 80% van de medicatie gaat naar maar 20% van de mensen die het nodig hebben, “de rijken”. “Toen dacht ik oké dit is wat ik wil doen. Ik wil graag wel iets bijdragen aan die grote groep die veel te weinig aandacht krijgt. Ik ben ervan overtuigd dat je die ziektes kan bestrijden en mogelijks misschien zelfs kan uitroeien, als er voldoende in geïnvesteerd zou worden.” Er verschijnt een glimlach op haar gezicht. Je ziet haar denken: jij vindt dit misschien optimistisch klinken, maar ik zie het al voor me. Door naar het buitenland af te reizen hoopt ze een verschil te maken. “Dat vind ik zo goed aan de projecten waar VLIR-UOS aan bijdraagt: ze kijken altijd of de plannen waar studenten mee komen ook een longterm-effect hebben.” De stichting VLIRUOS steunt samenwerkingen tussen universiteiten en hogescholen in zowel Vlaanderen als het Zuiden en gaat op zoek naar innovatieve oplossingen voor globale maar ook lokale uitdagingen. VLIR-UOS support het PhD-project van Myrthe in het kader van de VLADOC beurs. Het mes snijdt aan twee kanten, volgens Myrthe. “Academici vergaren meer kennis, zoals in dit geval over tropische ziekten. Vervolgens kan de overheid daar met onze resultaten de situatie voor haar bevolking verbeteren.”
De onderzoekster vindt het ongelooflijk jammer dat er niet meer van deze beurzen worden uitgegeven. Ze noemt het belang van de samenwerking tussen Noord en Zuid. “Wij trekken naar het zuiden met al onze technische snufjes waar zij van mee kunnen genieten en wij leren daar hoe het nu in de praktijk werkt met de ziektes die we anders enkel in labo’s bestuderen. Die complementariteit ziet Myrthe als juist een sterkte. “ Anders blijven wij hier in het labo ons focussen op technieken die ze in het veld niet kennen, terwijl zij daar levens proberen te redden, wat niet altijd lukt omdat ze niet de juiste technieken kennen.” VELDWERKERS
Niet enkel getroffenen krijgen kansen op een beter leven. Op de universiteit Arba Minch University ging Myrthe op zoek naar harde werkers die een centje willen bijverdienen. Niet alle jongeren krijgen de kan om door te studeren, maar met haar
aanbevelingsbrieven kunnen ze tonen waaraan ze hebben meegewerkt en krijgen ze eerder een kans. De jongens met wie ze elke dag belt houden nu haar project draaiende wanneer ze niet in Ethiopië is. De veldwerkers krijgen ook kansen die eerder niet voor het oprapen lagen. Twee van hen zijn afgelopen zomer zes weken hier in het labo op de campus geweest om technieken te leren.
“Maar andersom zou ik het niet redden zonder die Ethiopische gasten in het veld.” De jongens maken voor haar het eerste contact met de lokale bevolking. “Ik weet niet wat ze tegen die mensen zeggen, maar het werkt wel”, grijnst Myrthe. “Soms werken we wel veertien uur per dag, inefficiënt, maar tussendoor maken we zoveel plezier. Ze nemen twee uur middagpauze en gaan nog een koffietje drinken met vrienden of familie. Ow, en daarna dammen ze een potje. En dan gaan ze wel weer werken. Het heeft geen nut om die mensen te pushen, ik kan hun manier van leven wel appreciëren.” Ze scrollt door de Powerpoint die ze gebruikt wanneer ze presentaties geeft aan studenten die zich interesseren voor een buitenlandse stage. Bij een foto van een man slapend in een hangmat stopt de muisaanwijzer. “Dit toont wel echt de mentaliteit daar. Ik vroeg aan hem of hij iets voor me kon doen. En die zegt ijskoud: ‘I am busy, maybe after one hour’. En ze liggen dan gewoon in een hangmat”, lacht ze. “Dan denk ik oké, dit is voor hen ook belangrijke tijd. Ze aan het werk zetten werkt averechts. Het is hun levensstijl. Als er iemand tegen jou komt zeggen van hé - werk een beetje langzamer dan doe wij dat ook niet.” CULTUURSHOCK THUIS
Aan deze levensstijl kan Myrthe voor die paar maanden per jaar ook wel wennen. Tegen alle verwachtingen in heeft zij juist een cultuurshock wanneer ze weer thuis in België is. “De eerste twee weken dat ik hier terug ben denk ik: take me back! Dan ben ik een beetje sip. Ik haal zoveel zelfvoldoening uit het werk daar. Het heeft echt wel iets daar, zonder internet. Soms werkt de stroom niet. Dan zitten we ’s avonds buiten met kaarsjes rustig te praten.”
Je zou bijna zeggen dat Myrthe twee verschillende levens leidt. “Dat is ook een beetje zo. Daar ben ik nog vrijer. Hier ga je niet zomaar op je werk in de gang staan dansen en dollen. Daar mag alles, niets moet.” De combinatie maakt werken in twee verschillende landen zo leuk. Daar in het veld host ze de hele dag op een scooter rond in de buitenlandlucht. Hier in België kruipt ze weer in het labo of achter de computer, maar dan komen de resultaten van haar onderzoek in Ethiopië naar boven. “Maar na een tijdje ga ik ook wel weer genieten van de analyses de uit de computer rollen, want dan komt je werk samen.”
De onderzoekster heeft haar plek in Ethiopië duidelijk gevonden, maar dat ging niet vanzelf. “De eerste weken hier waren eenzaam, omdat ik nog niemand kende en weinig contact met België had.” Haar aankomst is daar een goed voorbeeld van. “Wij komen u halen op de luchthaven, hadden ze gezegd. Ik kwam daar aan: niemand. En mijn telefoon werkte niet. Slik. Dus ik ging daar op een stoepje zitten. Ik ging maar gewoon wachten, ze zeiden dat ze zouden komen. Als je daar als blanke persoon op een stoepje zit, komt iedereen rondom je staan: ‘Ow miss can I bring you to the paradise? Can I bring you to your hotel?’” Waar ben ik aan begonnen, dacht ze. “Ik zat daar al een uur en ik wist ook niet wat ik moest doen of waar ik naartoe moest. Na twee uur op het stoepje kwamen ze dan toch. “Dat is Ethiopische tijd.” Op dat moment even slikken, maar je went eraan. Dat was de eerste horde, maar er volgde er nog meer. Wie in een ontwikkelingsland een project opstart moet van niets iets leren maken, verklapt Myrthe ons. Het werkt daar niet zoals hier. De eerste dag op haar kantoor in van Arba Minch University trok Myrthe de kast open. “Ik dacht hoe? Het is helemaal leeg! De simpelste dingen waren er niet, zoals een maatbeker. “Hoe weeg ik dan een halve liter af? Dus ik pakte er een plastic water flesje bij. Oké dit is de helft. Je moet creatief zijn met wat je hebt. Alleen je boontjes doppen de eerste keer is lastig. Zorgen voor een goede begeleider of prof is daarom belangrijk, maar dit is anders dan een medestudent. Zorg dat je prof een goed netwerk heeft daar. “Anders ben je heel de tijd dingen aan het uitvinden die iemand met ervaring je gewoon kan vertellen. Daarnaast heb je in het begin echt iemand nodig, omdat je geen idee hebt waar je bent beland. Het is het allemaal waard volgens de onderzoekster. Een reis naar het buitenland is waardevol voor je carrière. “Ik had sowieso nooit gestaan waar ik nu sta als ik niet was vertrokken
voor mijn masterthesis.” Behalve het feit dat het goed staat op je cv, noemt Myrthe ook de extra ervaring als pluspunt. Als een werkgever ziet dat je al twee maanden op eigen benen hebt gestaan in het buitenland, durft hij je waarschijnlijk sneller in te zetten voor projecten. REISTIPS
Myrthe zit vol met reistips voor wie ook de wereld buiten Europa wil verkennen. De belangrijkste: ga niet met twee. “Je opent je beter naar de lokale mensen wanneer je alleen bent. Daar zijn met een andere Vlaming is fijn. Je kunt ’s avonds luchten in je eigen taal, maar je blijft altijd met twee. Ik zag dat gebeuren met studenten van een andere universiteit: die kwamen samen en maakten daar geen vrienden.” Ze vindt alleen reizen een unieke ervaring. “Het is hard in het begin, maar je leert er veel meer van.”
Wat ook altijd van pas kan komen is een basiskennis van de lokale taal. “Als ik in hun taal kan zeggen: ‘En nu is het genoeg geweest!’ Of ‘Oprotten!’, dan hebben ze wel door dat ik beter bekend ben in het land dan de gebruikelijke blanke en luisteren ze meestal wel. Niet alleen boze woordjes kunnen van pas komen. Ook de joviale woordjes kunnen helpen om gemakkelijker contact te maken. Zoals: hee alles goed? Of, amaai je ziet er goed uit!” Na al die maanden samenwerken beschouwen Myrthe en de lokale mensen elkaar als vrienden. Ze brengt dit jaar samen met hen de Kerst door. Ze draagt altijd een aandenken aan haar tweede leven bij zich. Ze toont het kettinkje om haar hals met een houten hangertje. Het lijkt op de vorm van een blaadje, maar het wordt in Afrika beschouwd als een christelijk kruisje. “Soms stuur ik selfies naar hen om te laten zien wat ik aan het doen ben. Dan zien ze het hangertje. Dat vinden ze heel leuk. ‘Jij bent echt graag bij ons hé’, zeggen ze dan.”
INTERNATIONAAL
INTERNATIONAAL
LET’S TALK ABOUT TURKEY! (NOT THE ANIMAL) SCIENCEFICTION
36
When I arrived in Belgium as a Turkish exchange student, I had prepared myself for a bunch of different questions about my country. I will try to explain some of the misconceptions about my country to the readers. But I should say I can mostly speak about the Western parts of Turkey because sadly my knowledge of the Central and Eastern Turkey is only limited with the news.
TEKST: AYBUKE BASARAN ILLUSTRATIE: MAGALI GODDERIS Historically, Turkey has always been an interesting country. With lands spread across both Europe and Asia, it has been a hotspot for many civilizations throughout history. Even though many people consider Turkey to be Middle East, long time ago it was the home of one of the most powerful European empires of all time: Byzantine (Eastern Roman) Empire. Byzantine Empire had Constantinople (today’s Istanbul) as its capital and it remained in power for almost a thousand years. It all came to an end when Mehmed the Conqueror of Ottoman Empire conquered Constantinople. From then on, Constantinople became officially part of Ottoman Empire and its name became Istanbul. It went on for almost 500 years before Ottoman Empire was ended by Mustafa Kemal Ataturk and he became the founder of new Republic of Turkey. Even though Istanbul is not the official capital of Turkey, it is considered the most important city because of its ties to industry and culture.
Since I knew Belgium received many Turkish immigrants in the 70s, I was aware that Belgians had kind of a biased opinion about Turkish people and culture. Speaking of culture, Turkey is truly a melting pot of many different cultures. Once you travel from the West to the East, you would be surprised at the change. It is like the country knew it can never be fully European or Asian, so it decided to be a mix of everything. Turkish immigrants in Europe were young and able-bodied man who mostly came from low income families in Central and Eastern Turkey since they were meant to provide man power in fast aging Europe. This resulted in immigrants coming from very similar backgrounds geographically and religiously. That naturally created many misconceptions.
1. TURKEY IS AN ISLAMIC STATE Fact: Turkey is a secular country where the government has no business meddling with people’s religious beliefs. While certain parts of Turkey are definitely more religious than the others, and the population is 95% Muslim according to different surveys, increasing number of current youngsters in Turkey identify as nonreligious or atheists. Almost like any other issue in Turkey, people are more liberal in the Western region of the country. I am originally from a city called Izmir in the West which always politically liberal, so I have more friends who are nonreligious than religious, but I know that is not the case in all of the country. There are also Jewish and Orthodox Catholic neighborhoods in Turkey. 2. WE RIDE CAMELS TO WORK
As much fun as that would be, this one simply is not true. It comes from the belief that the Turkish live in a desert, so it makes sense ride camels in the desert, right? No, we do not live in a desert because we do not have any deserts in Turkey. We mostly live in apartment buildings in the cities because of the dense population. Especially in Istanbul, there are few houses where upper class live. They are usually located outside of city center. In the recent years, skyscrapers have been built especially in Istanbul for both residential and commercial purposes. And we drive cars or use public transport to go to work. Boring, I know. 3. WOMEN ARE NOT PEOPLE
Women and men are equal according to law. But just like many countries in the world, it can be harder for women to be perceived as equal to men in a society. It again depends on where you are from and your family structure. Eastern region tends to be more traditional and gives women traditional roles in the family. This means the father decides who his daughter going to marry and once she gets married she does cooking, washing, cleaning and takes care of the children while the man works and provides for his family. This belief system hurts both men and women. But it is starting to die with many women opting to get higher education. Educated women work for themselves and do not live with the expectation of finding a suitable husband. But if they find someone to spend their lives with, they expect those men to share the
responsibilities of home. There is not a job a woman legally cannot perform. Currently, most workplaces in the cities have women to men ratio of 50:50. When Republic of Turkey was founded, Ataturk spent a lot of time developing new ways for women to be more involved in social life. Historically, women in Turkey gained rights to vote and take part in elections way before some other European countries (before Belgium!). Indeed, the president of Turkey between the years of 1993 and 1996 was a woman! 4. WE HAVE NEVER SEEN SNOW
Again, not true. Since we do not live in a desert, we have different types of climates through the country. Black Sea region (Northern Turkey) gets a lot of rain and therefore is full of forests and green all year round. Aegean (where my city is located!) and Mediterranean regions have warm winters and hot summers. Luckily, they are coastal cities with many award-winning beaches. Friends I made here are not surprised when I say I do not know how to ski because they think Turkey has hot weather all the time and does not ever have snow. While it rarely snows in my hometown, the Eastern region gets very heavy snow during winter. For the people there, skiing is as easy as walking. 5. OUR CUISINE IS NOT DIVERSE
Now, let’s talk about food! I know many people who assume Turkish people only eat foods similar to kebab. Kebab actually belongs to only two cities in Turkey and they are called Adana and Urfa. This means the other 79 cities in Turkey must eat something else. The cuisine that you are accustomed to again depends on where you are from. Many people already know kebab, kunefe, Turkish delight and baklava. But some foods are more region based than the others. Black Sea region eats anchovies and I know that they even put anchovies in baklava sometimes, even though I have never tasted it myself therefore cannot vouch for it. Aegean region displays the basic characteristics of Mediterranean (especially Greek) cuisine where we have a lot of vegetables and herbs. We mostly use olive oil when cooking. If you decide to visit Turkey, you can be sure to find many delicious foods. It does not matter if you are a meat-eater or vegan, you will find some specialty for yourself. I should probably leave it at that before I get ahead of myself. I just wanted to tell you about my country, maybe I am a bit homesick. If you want to know more, you can always research yourself. And if you ever decide to visit Turkey, find me!
UIT MET VERREKIJKERS
FRANCIS ALŸS: CHILDREN’S INTELLIGENT TREES GAMES 6 JANUARI 2019
AN INCONVENIENT SEQUEL 11 DECEMBER 2018
SCIENCEFICTION
38
DECEMBER MINUTEN VOOR MENSENRECHTEN IN 2018 10 DECEMBER 2018 Op de 70ste verjaardag van de UVRM (Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens), wellicht de belangrijkste internationale verklaring van de voorbije eeuw, komt de wereld samen in Marrakech (Marokko) om de Global Compact for Migration te ondertekenen. Of België mee in het bootje zal varen is nog onduidelijk, maar MO*magazine nodigt op 10 december alvast 10 sprekers uit om 10 maal 10 minuten mensenrechten in een actuele context te bespreken. Een krachtig evenement op een belangrijke dag. De Roma Turnhoutsebaan 286 2140 Borgerhout
Samen met Global Change Ecology Centre organiseert de Universiteit van Antwerpen een gratis filmvoorstelling: “An Inconvenient Sequel: Truth to Power”. Al Gore, voormalig vicepresident van de VS en democraat, wil met zijn documentaire van 94 minuten het klimaatbewustzijn in de wereld aanwakkeren. Na zijn eerste klimaatfilm “An inconvenient truth” van meer dan tien jaar geleden zet Al Gore beelden van verwoestende weersverschijnselen op het scherm om te laten zien waar het met de aarde heen is gegaan. Toch gelooft hij erin en inspireert hij de ambitieuzen onder ons om samen de klimaatmonster op aarde te overwinnen. UAntwerpen, Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1 2610 Wilrijk
HUMO’S COMEDY CUP FINALE 12 DECEMBER 2018 Op zoek naar wat entertainment? Op deze tweejaarlijkse moppenwedstrijd is een gezellige sfeer gegarandeerd. Standupcomedians uit het hele land wagen zich het podium op en hopen in de voetsporen te treden van o.a. Jens Dendoncker en Bart Cannaerts. Op de finale van Humo’s Comedy Cup 2018 strijden de 3 beste grappenmakers tegen elkaar voor de prestigieuze prijs! Arenbergschouwburg, Arenbergstraat 28 2000 Antwerpen
JANUARI ANTWERPSE OORLOGSVERHALEN UIT WW2 5 JANUARI 2019 Minder dan een eeuw geleden waren de donkere oorlogsjaren niets anders dan de onwrikbare werkelijkheid in de straten van Antwerpen. Jij krijgt de kans om terug te reizen in de tijd en even een vleugje te proeven van het levende oorlogsgevoel in de jaren 40. Op een winterse zaterdagnamiddag hoor je al wandelend waargebeurde verhalen van Lily en Marleen en tegelijkertijd van zovele andere Antwerpenaren. Een stadswandeling om nooit te vergeten! Zoo Antwerpen Koningin Astridplein 26 2000 Antwerpen
Kinderen van over de hele wereld hebben iets gemeen: Ze spelen spelletjes, alleen of in gezelschap. Francis Alÿs, een Antwerpse kunstenaar die in Mexico Stad zijn brood verdient, biedt een rondleiding doorheen de wondere wereld van kinderspelletjes. In filmfragmenten die vanaf 1999 werden opgenomen, krijg je te zien hoe verschillende culturen elk hun eigen inbreng hebben in het leven van kinderen. Dit is een sentimentele en verrijkende ‘video serie’ waar tradities blijven voortbestaan door de ziel van vermaak en plezier in o.a. Mexico, Venezuela, België, Marokko, Irak en Nepal.
Kanal – Centre Pompidou Akenkaai 1000 Brussel
THE DEATH OF STALIN 29 JANUARI 2019 Een gezellige filmavond in De Roma brengt je in een flits terug naar het hart van de Russische onderdrukkingsjaren. De periode na de dood van de grote leider Joseph Stalin draait uit in een spannende machtsstrijd. Het lijkt alsof iedereen wel iets te verbergen heeft en vooral zijn eigen vacht probeert te redden in dit malafide regime. Het meesterwerk van Armando Iannucci schrikt er niet van af om de top van de Sovjet Unie in hilariteit uit te beelden. Comedie en drama in een historische context, wat kan er beter zijn? De Roma Turnhoutsebaan 286 2140 Borgerhout
22 JANUARI 2019
Wist jij dat bomen ook met elkaar communiceren? En dat de mens veel kan leren van deze prachtige en mysterieuze organismen? Mens en maatschappij is relatief en kan altijd bijgeschaafd worden. “Intelligent Trees” is een verbazingwekkende documentaire, gebracht door de Duitse boswachter Peter Wohlleben en de Canadese wetenschapster Suzanne Simard. Ze leren je met een heel andere blik naar de levende bomen te kijken en inspireren natuurliefhebbers om de toekomst van onze bossen te verdedigen en beschermen. De Roma Turnhoutsebaan 286 2140 Borgerhout
FEBRUARI LIVE IN NERDLAND: DNA 6 FEBRUARI 2019 Ben je geboeid door alles wat de wetenschap vandaag de dag allemaal kan? Sta je versteld van de mogelijkheden voor het wijzigen van DNA? Zelfs als dat niet het geval is, kan je je laten meesleuren door de bevindingen van enthousiaste en gepassioneerde Lieven Scheire. Met zijn ervaring als standup comedian en zijn simpele, maar boeiende manier van experimenteren hoef je niet bang te zijn dat je er niets van verstaat en maak je ook kennis op over alles wat met DNA en zijn toekomst te maken heeft. 6 februari wordt een avond vol fysica, biologie, interressante weetjes en uiteraard een flinke portie entertainment! Arenbergschouwburg Arenbergstraat 28 2000 Antwerpen
REFUGEES FOR REFUGEES 16 FEBRUARI 2019 Fanatiekeling van klassieke muziek én een hart voor diverse culturen? Kom dan zeker op 16 februari naar onze hoofdstad Brussel! Op dit concert staan individuen met een migratieachtergrond achter unieke muziekinstrumenten. Vanuit Syrië, Irak, Afghanistan Tibet en Pakistan zijn ze in België aangekomen als vluchteling en bekleden ze nu het podium om de eigenheid van hun traditionele muziek te laten zien. Dit is de plaats waar harmonie en diversiteit letterlijk en figuurlijk samensmelten. Ancienne Belgique Anspachlaan 110 1000 Brussel
HERBOREN: HIER KOMT EEN NIEUWE BELG 20 FEBRUARI 2019 Kom op woensdagavond naar Merksem voor een lezing met Majd Khalifeh, een staatloze Palestijn die via Damascus als vluchteling in ons land terechtkwam. Nu is hij onderzoeksjournalist en documentairemaker bij de VRT en tegelijkertijd spreker en auteur. Maar de overgang van één cultuur en taal naar een andere, die 14 jaar geleden begon, bracht op zijn minst uitdagingen met zich mee. Majd vertelt in “Herboren” hoe hij net als een pasgeborene alles opnieuw moest leren en als nieuwe Belg het leven herstartte. Een boeiend en leerrijk verhaal voor zowel nieuwe als gewoon oudere Belgen. Cultuurcentrum Merksem Nieuwdreef 135 2170 Merksem
39 SCIENCEFICTION
UIT MET VERREKIJKERS