december 2015 # 33 | jaargang IX | www.verrekijkers.org
IN N TE U R CO NA MET RN TIO ER NA L
DOSSIER: VLUCHTELINGEN VLUCHTELING ZIJN STOPT NIET AAN DE GRENS | STRAIGHTENING OUT THE FACTS: WHO ARE REFUGEES? | IN HET SPOOR VAN DE VLUCHTELING | EN OOK: INTERVIEW MET DIMITRI LEUE | DE ANTWERPENAAR |
BESTE LEZER “De wereld lijkt de laatste tijd steeds meer op zijn kop te staan. De conflicten in Syrië, bomaanslagen onder andere in Parijs en Beiroet, de stoom van tienduizenden vluchtelingen die een veilige plek zoeken in Europa. Dit hebben we op de redactie van Verrekijkers ook allemaal niet kunnen negeren. Daarom krijgen vluchtelingen een ereplekje in deze uitgave. In ons dossier spreken we een jongeman die nu drie jaar in België woont, we leggen uit wat een vluchteling nou eigenlijk is en we brachten een bezoek aan een vluchtelingenkamp in Brussel. Daarnaast richten we ons ook op wat mooiere dingen in België, namelijk mensen die iets goeds proberen te doen. In onze nieuwe rubriek De Antwerpenaar kijken we naar mensen uit eigen stad die zich inzetten voor anderen, deze keer jongeren. Ook spreken we Dimitri Leue en Kamal Kharmach in twee exclusieve interviews over hoe zij op hun eigen manier mensen en de wereld helpen. Er is veel stof tot nadenken in deze nieuwe uitgave, dus maak voor jezelf een lekkere Chai Latte, ons nieuwe Recept met Respect, en zak diep weg in de zetel. Veel leesplezier!
12
Lizet Van de Kamp
8 WIL JE REAGEREN OP EEN ARTIKEL, ADVERTEREN OF GRAAG EEN ABONNEMENT NEMEN (10 EURO VOOR ÉÉN JAARGANG)? STUUR GERUST EEN MAIL NAAR INFO@VERREKIJKERS.ORG.
WWW.VERREKIJKERS.ORG WWW.FACEBOOK.COM/VERREKIJKERS
15
28
30
26
2
22 8
22 VASTE RUBRIEKEN
DOSSIER
04 06 08 20 22 26 28 30
12 15 18
HOOFDREDACTIE: Lizet Van de Kamp UITGEVER Verrekijkers vzw REDACTIE: Naomi Vandenbroeck, Maaike Cornelissen, Isabelle Gheldolf, Lili Meijer, Flore Debruyne, Arno Van Rensbergen, Jorge Vanstreels, AnneKatrien Frans, Ana Gabriela Cruz
De wereld anders bekeken Organisatie in de kijker Exclusief interview: Dimitri Leue Recept met respect De Antwerpenaar Avontuur Oeganda Exclusief interview: Kamal Kharmach Boekverslag
EINDREDACTIE: Tomas Ooms, Denise Mol, Lorien Verachtert LAY-OUT: Karen Devroe, Malou De Jonghe, Morgane Rummens FOTOGRAFIE: Alexey Shlyk, Lili Meijer, Sophie Nuytten
4
How and who are refugees In het spoor van de vluchteling Vluchteling zijn stopt niet aan de grens
BOEKHOUDING: Felix Coppieters PRESIDENT Charlotte Lievens
MET DE STEUN VAN
Gedrukt op papier met ecolabel
vzw
DE WERELD ANDERS BEKEKEN TEKST: LILI MEIJER & FLORE DEBRUYNE Het dagdagelijkse nieuws is meestal doorspekt met negatieve berichten. Maar is het ook zo ellendig in de wereld als het journaal ons doet geloven? Verrekijkers brengt wat nuance aan.
INDONESIË Indonesië heeft een plan opgesteld dat belooft om tegen 2030 ongeveer 29 procent van de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. Het land is namelijk één van de grootste uitstoters van de wereld, waarvan aanzienlijk deel is te wijten aan ontbossing. Het land heeft dus dringend een ander milieubeleid nodig. Het plan is nog niet geconcretiseerd, maar het is al wel een stap in de goede richting.
UNIVERSAL SPECTACLES Universal Spectacles of U-specs zijn brillen die in sterkte verstelbaar zijn door middel van een wieltje. Er is daarbij geen dure deskundige nodig en men kan de sterkte te allen tijde wijzigen. Dit is heel handig als het zicht verslechtert of verbetert of als men zijn bril uitleent aan een ander. De bril is niet duurder dan drie euro en daarom bijzonder geschikt voor ontwikkelingslanden. Hij wordt geproduceerd in ontwikkelingslanden zelf en zo worden er banen gecreëerd en wordt duurzame bedrijvigheid ontwikkeld.
THE SHOE THAT GROWS Een schoen die vijf jaar meegaat en zelfs meegroeit. Het lijkt onwerkelijk, maar dat is precies wat Kenton Lee uit Kenia heeft ontworpen. Zijn speciale sandalen voor mensen in ontwikkelingslanden kosten maar tien euro en groeien vijf jaar mee met je voeten. Door middel van drukknoppen kan iedereen ze aan zijn eigen voet aanpassen en er jaren lang plezier van hebben.
COLOMBIA De vredesonderhandelingen tussen Colombia en de FARC, de linkse rebellen, hebben een belangrijke doorbraak bereikt. Al meer dan 50 jaar heerst er in het land een burgeroorlog. Maar nu lijkt een einde aan deze oorlog dichterbij dan ooit. De onderhandelingen tussen de twee partijen duren reeds drie jaar en verliepen zeer moeizaam. Zo werden de onderhandelingen al eens opgeschort na de ontvoering van een legergeneraal in 2014. Er werden reeds akkoorden gesloten over de verdeling van het land, de politieke participatie en de illegale drugshandel. Maar de weg naar een afspraak rond de juridische regeling verliep niet van een leien dakje. In september 2015 bereikten de strijdende partijen eindelijk een akkoord. Zo zullen de slachtoffers van de burgeroorlog een schadevergoeding krijgen, de rebellen die politieke misdaden gepleegd hebben krijgen amnestie en voor de andere misdaden zal een speciaal tribunaal opgericht worden. De twee partijen hopen een definitieve deal te bereiken tegen 23 maart 2016.
5 DE WERELD ANDERS BEKEKEN
NIGERIA De terreur waarmee Boko Haram om zich heen slaat lijkt het enige nieuws te zijn dat we te horen krijgen over Nigeria. De beweging, hoe erg deze ook is, is alleen in het Noordwesten van het land actief. Dat het met de rest van het land op economisch vlak hartstikke goed gaat, krijgen we nooit te horen. Nigeria doet het zelfs zo goed dat ze op plaats 26 staan van de wereldeconomieĂŤn. Toekomstperspectieven voor het land geven aan dat 30 miljoen mensen aan armoede zouden kunnen ontkomen. Het enige wat nu nog moet gebeuren is dat de corruptie moet verdwijnen en het beleid verandert moet worden. Als Nigeria namelijk blijft doorgroeien aan dit tempo, zal het land en haar inwoners sterker in hun schoenen staan en het hoofd kunnen bieden aan Boko Haram.
ORGANISATIE IN DE KIJKER
CORRUPTIEVRIJ WEESHUIS: HET KAN! TEKST: LILI MEIJER
ORGANISATIE IN DE KIJKER
6
“Nepal: een walhalla van fraude, corruptie, kindermisbruik en voluntourisme (een fenomeen waarbij het land vrijwilligerswerk kunstmatig in stand houdt om toeristen te trekken)”, aldus Next Generation Nepal.” Dat ontdekte ook Jurgen Conings tijdens een stage elf jaar geleden, waarna hij samen met zijn broers en zussen een eigen organisatie oprichtte genaamd Art for Education. Daar stond Jurgen Conings plots met 46 Nepalese kinderen uit een opgedoekt weeshuis in Kathmandu. Nadat hij het weeshuis succesvol voor het gerecht gesleept had, stonden de vrijgekomen kinderen ineens op straat. Zelf een opvangcentrum oprichten was zijn enige uitweg. Dit opvangcentrum groeide uit tot de organisatie Art for Education. Deze NGO heeft zich als het ware opgesplitst in twee aparte organisaties. Aan de ene kant houdt Action for Childright zich bezig met onderzoek naar en aanklachten tegen corrupte weeshuizen. Aan de andere kant is er Art for Education dat de kinderen opvangt die uit de corrupte weeshuizen zijn vrijgekomen. De keuze om deze organisaties gescheiden te houden, is om de kinderen niet de dupe te laten worden van eventuele mislukkingen aan de kant van Action for Childright. Zo merkte Conings dat er nogal wat tegenwerking vanuit de officiële instanties in Nepal is, omdat zij veel geld verdienen aan voluntourisme. Als het een keer zou mislopen met een aanklacht, worden Art for Education en de kinderen die daaronder vallen daar niet bij betrokken.
Door de enorme corruptie worden veel kinderen uit kleine dorpen bij hun ouders weggehaald om weeshuizen te vullen en zo rijke, veelal buitenlandse vrijwilligers aan te trekken. De kinderen die vrijkomen wanneer zulke organisaties door de mand vallen, moeten uiteraard opgevangen worden. En daar zorgt Art for Education voor. Hun doel? Kinderen van weeshuizen uit Kathmandu en omstreken herenigen met hun familie. De organisatie probeert de kinderen bij familie of vrienden te plaatsen en bekostigt vervolgens hun scholing. De kinderen die niet bij hun familie terecht kunnen, plaatsen ze in internaten en in de weekenden en vakanties kunnen deze kinderen terecht in het opvangcentrum van Art for Education. Art for Education hecht belang aan de individuele ontwikkeling van hun kinderen. Elke wees wordt opgevolgd tot hij of zij sterk genoeg is om op eigen benen te staan en aan de loopbaan te beginnen, zelfs al is dat pas als de persoon de volwassenheidsgrens gepasseerd is. Tevens wordt het programma aangepast aan de competenties van het kind en daar
worden geen beperkingen aan opgelegd. Als een kind bijvoorbeeld hoge punten scoort op school en alles in huis heeft om te gaan studeren, dan wordt dat geregeld, ongeacht de kosten.
Het opvangcentrum is inmiddels uitgegroeid tot een organisatie die honderd kinderen onderhoudt. Hier in België staan Jurgen en zijn familie aan het hoofd, maar in Nepal hebben onder andere vroegere opvangkinderen van Art for Education de dagelijkse leiding. Met de aardbeving die op 25 april plaatsvond, is er een nieuwe tak aan de organisatie ontsproten. Eén van de ‘ex-wezen’, Manoj genaamd, heeft een hospitaaltje opgericht om de slachtoffers bij te staan en medische hulp te bieden. Dankzij Art for Education kreeg hij namelijk de mogelijkheid om te studeren. Daardoor kan hij nu zelf een helpende hand bieden.
Hoe komt de organisatie dan aan hun broodnodige fondsen? De naam zegt het gedeeltelijk al: kunst voor scholing. Er worden kunstwerken en producten van Nepalese makelij naar België gebracht en hier verkocht. Een deel van de winst gaat naar de lokale makers van de spullen en de rest gaat naar de kinderen. De kunst en producten uit Nepal worden verkocht op markten en evenementen waarbij de organisatie hulp krijgt van vrijwilligers. Daarnaast zijn er ook vrijwillige bijdragen en kan men een mete- of petekindje aannemen. Het minimumbedrag hiervoor is tien euro en de rest wordt aangevuld door Art for Education. Momenteel zijn alle bijdragen welkom, want door de aardbeving komen ze geld tekort om het opvangcentrum weer op te bouwen en is zodoende de grond letterlijk weggezakt onder deze nobele organisatie. •
WIJ ZOEKEN JOU! MARKETING & COMMUNICATIE MANAGER Heb jij het in je om een naam groot te maken? Verrekijkers zoekt een verantwoordelijke voor zijn marketing. Start leuke campagnes op, ontwerp een plan om ons doelpubliek aan te spreken & meer. WEBREDACTEUR Je onderhoudt en breidt het sociaal media platform verder uit. Je hebt een vlotte pen in het Nederlands en haalt spelfouten uit de teksten. Je schrijft duidelijke en correcte inhoud voor de website en sociale media van Verrekijkers. Je zorgt samen met je collega’s voor de algemene online zichtbaarheid van Verrekijkers. Je houdt de actualiteit nauwgezet in de gaten en linkt deze actualiteitsberichten met onze publicaties via een Facebook post. Je denkt creatief mee over online advertentiemogelijkheden die de naambekendheid van Verrekijkers verhogen.
INTERESSE? STUUR EEN MAILTJE NAAR INFO@VERREKIJKERS.ORG EN WE BEKIJKEN OF JIJ DE GESCHIKTE PERSOON BENT VOOR DEZE LEERRIJKE ERVARING.
“IK HEB EEN STEEN VERLEGD” Dimitri Leue in een exclusief interview over globale ecologie en oermythes voor vluchtelingen
EXCLUSIEF INTERVIEW
8
TEKST: NAOMI VANDENBROECK BEELD: KOEN BROOS
Acteur, auteur en theatermaker Dimitri Leue schuwt het aankaarten van de milieuproblematiek in zijn werk niet. Met Don Kyoto (2008) trok hij op de fiets door het land, waarmee hij de energie voor zijn ecologische voorstelling voorzag. In zijn herschrijving van Cervantes’ vecht Don Kyoto vóór windmolens en tegen energieverspilling. Met Tegen de Lamp (2009) ging Leue nog een stapje verder en maakte samen met o.a. Low Impact Man een voorstelling waarvan zowel de kostuums, het decor en het transport als de inhoud groen was. De mensheid vernietigt langzamerhand Moeder Aarde. Dat is altijd al zo geweest en is iets wat Leue wakker houdt. In de kindervoorstelling DODO klein of ei zonder land (2011) vertelt Leue vanuit het standpunt van de dodo het tragische verhaal van diens afslachting. Hetzelfde verhaal wordt iets gruwelijker afgeschilderd in DODO groot of land zonder ei (2011), de variant voor de mama’s en de papa’s. Ook De zaak van de dieren tegen de mensen (2014) was een pleidooi voor een eco-bewuste samenleving dat zowel jong en oud aan het denken zette. Maak je daar onderscheid in, Als er in een hele zaal al vier menhoe je een verhaal vertelt aan sen anders beginnen denken, vind kinderen en volwassenen? ik de voorstelling al geslaagd. Dat Bij kinderen moet je het lichter weet je natuurlijk nooit onmiddelhouden, of toch zeker aan de lijk, maar horen dat iemand zegt oppervlakte. Als je hen meteen “dankzij dat theaterstuk wilde ik zware thema’s inlepelt dan haken ook echt een verschil maken en ze af. Bij volwassenen ligt dat an- iets doen voor het milieu” is een ders, daar gebruik je lichtheid als van de grootste complimenten. het ware als kruid om de zwaarte beter te laten smaken. Of zoals Maar je voelt hoe dan ook de Mary Poppins zong; “A spoonful nood om effectief verandering of sugar helps the medicine go in de wereld te brengen? down.” Als je niets te vertellen hebt, blijf dan alstublieft weg van TV of Denk je dat je vaak echt mentheater. Zoals ik het zie vertel je sen verandert met je voorstel- altijd vanuit je eigen standpunt. lingen? En vind je dat belangEn dan zijn er twee bronnen. rijk? Ofwel vertrek je vanuit je privé-
leven, je gevoelens –thema’s zoals liefdesverdriet of dementie. Ofwel vertrek je van het mondiale, van datgeen wat je ‘s nachts wakker houdt. En ja, als die twee samengroeien, dat is waar de magie gebeurt! De crossmediale voorstelling W@ = D@, die ik samen met Pieter (Embrechts, nvdr.) en Kristof (Leue, Dimitri’s broer, nvdr.) maakte, is daar een goed voorbeeld van. We reisden graag naar andere landen, maar vonden vooral diversiteit erg belangrijk. We voelden allemaal diezelfde nood om dat diversiteitsverhaal te vertellen en dat is cruciaal. Je moet ook altijd eerlijk zijn tegen jezelf: vind ik dat gewoon cool, of is het echt iets dat me raakt, iets waar ik verandering in wil brengen? Er zijn wel meerdere acteurs, Emma Watson bijvoorbeeld, die hun idealen nastreven door in de politiek te gaan. Zou jij ooit het medium theater verlaten om een verschil te maken? Neen, omdat ik daar niet getraind genoeg voor ben. Ik vind wat Wouter Deprez doet heel knap, maar ben er zeker van dat er veel studie aan voorafgegaan is. Een bakker bakt brood, een schrijver schrijft, een theatermaker maakt theater. Dat zie ik als mijn taak en dat kan ik goed. Er zijn anderen die beter debatteren dan ik dat kan. Kristof Calvo, die zit op zijn plaats! Heel wat politici van Groen overigens; Wouter Van Bellingen, Meyrem Almaci, ze kunnen geen woord fout zeggen. Het enige dat ik me kan bedenken waarvoor ik mijn job zou opgeven is om voor Ondernemers Zonder Grenzen te werken… Al zou ik niet goed weten wat ik ervoor zou kunnen doen. Eigenlijk zou je Ondernemers Zonder Grenzen moeten interviewen! Werner (Van Peer, oprichter van OZG, nvdr.), dát is een held, een inspirerend mens. Hij werkt bij de Green Wall, een organisatie die
al tien jaar bestaat en als voornaamste doel heeft de verwoestijning van de Sahara tegen te gaan. Ze planten bomen en halen het grondwater naar boven waardoor dorpen kunnen leven van hun eigen groentekweek. De formule is heel simpel: ze planten een bos voor de lokale bevolking op voorwaarde dat die de gelijkheid van mannen en vrouwen implementeert en het eerste geld dat erdoor binnenstroomt gebruikt wordt voor het oprichten van een school in het dorp. Het is echt een geniaal project en ik ben er dan ook met trots de peter van! De lijst voordelen is ellenlang. De levenskwaliteit stijgt enorm, het is goed tegen terrorisme (terroristen die jonge soldaten vroegen in ruil voor voedsel worden nu gewoon weggestuurd), het is goed voor Afrika en voor de hele wereld wat zuurstof betreft. Natuurlijk helpt het de situatie in Syrië niet maar je moet ergens beginnen… Toch daalt het aantal vluchtelingen uit die regio ook enorm omdat mensen er niet weg hoeven te gaan.
Voorlopig hou je het dan toch bij theater maken. Ik doe wat ik kan. Om het met de mooie woorden van Bram Vermeulen te zeggen; “Ik heb een steen verlegd, in een rivier op aarde. Het water gaat er anders dan voorheen.” En veel steentjes kunnen echt het parcours van het water veranderen! Welke steen weegt voor jou het meest? Of, met andere woorden, welke problematiek vind je het belangrijkste om in kaart te brengen? Dan zeg ik zonder twijfel: het milieu! Als het met de wereld niet goed gaat kan het met de rest toch ook niet goed gaan. De vleesindustrie is nog steeds de grootste bron van CO2: beter een vegetariër in een hummer – of in een Volkswagen, dan een vleeseter op de fiets! Nu, ik ben op zich niet tegen auto’s, zo’n handig
middel, maar waarom op olie?! Ik vind dat zo schandalig! Waarom niet op waterstof! Of zoals bij Jommeke op gas!
IK DENK DAT ALS IEDEREEN MEER INLEVINGSVERMOGEN HAD, VEEL PROBLEMEN IN DE WERELD SNEL OPGELOST ZOUDEN GERAKEN
DOSSIER: HELDEN VAN BELGIË
10
Er is zo veel geld dat men in ecologie zou kunnen investeren, maar dat gaat eerder naar oorlogen en verkenningen op Mars. Als ze dat geld in ecologie zouden investeren zou de ellende zo opgelost kunnen zijn. Het is een beetje als een bom in je huis hebben maar die niet zoeken.
Maak je daar onderscheid in, hoe je een verhaal vertelt aan kinderen en volwassenen? Toen ik Tegen de Lamp maakte vroeg ik een aantal mensen wat ze zouden wensen als ze één wens mochten doen en er zeker van zouden zijn dat die zou uitkomen. Er is één wens, die van Frank Vander Linden (leadzanger van De Mens, nvdr.), die me is bijgebleven omdat ik ze krachtig vond: “Ik wens dat iedereen één dag per maand één dag lang iemand anders is”.
wat over vertellen? Wanneer vluchtelingen onderweg zijn is het belangrijkste dat ze hun primaire behoeftes kunnen vervullen: eten, drinken, een dak boven hun hoofd. Eens ze ergens aankomen en die levensnoodzakelijke dingen hebben, komen de secundaire behoeften, zoals intellectuele stimulatie. Echter is er een taal- en cultuurbarrière die het hen bemoeilijkt. Daarom vertrek ik vanuit de oermythes: het idee dat overal ter wereld dezelfde verhalen worden verteld. Een universeel verhaal kan je vertellen zonder taal en dat is wat ik wil doen.
Ik vind het geweldig dat ik zo mijn leerlingen in contact kan brengen met de wereld. Zoals ik eerder al zei zijn er mijns inziens twee bronnen van inspiratie. Tijdens hun opleiding draait alles rond het ego van de studenten – wat ze voelen en beleven. Ze mogen echter nooit vergeten dat theater maatschappelijk is, en dat leer je niet door enkel Shakespeare en Lucifer te spelen. Door met hen naar de wereld, de Het komt erop neer dat iedereen op die manier veel meer empathie maatschappij te gaan moeten ze wel nadenken over wat ze daarbij zou voelen. Ik denk dat als ievoelen. En dan versmelten beide dereen meer inlevingsvermogen bronnen: het samenbrengen van had, veel problemen in de wereld het ego en de wereld is in feite snel opgelost zouden geraken. genoeg, dan hoef ik zelfs geen les Wie weet wie je die ene dag in meer te geven! • de maand bent? Dan word je misschien wakker als een homoseksueel, een vluchteling, een bedelaar in Indië, of een Afrikaan op een plek waar de invloed van de opwarming van de aarde al heel voelbaar is. En idealiter is er dan een systeem dat je angsten nagaat, waardoor je één keer per maand net datgene wordt wat je het meeste vreest. Een homofoob die voor een dag homoseksueel is zal er de dag nadien wel een NIEUWSGIERIG NAAR WAT DIMITRI LEUE NOG ander idee op nahouden. MEER TE VERTELLEN HEEFT? LEES DAN ZIJN
Je doceert ook aan het conservatorium. In het voorjaar ga je met je studenten een voorstelling maken voor vluchtelingen. Kan je daar al
BOEK ‘DON KYOTO’, TE KOOP VOOR €9,95
WIL JIJ OOK EEN STEEN VERLEGGEN? PLANT SAMEN MET ONDERNEMERS ZONDER GRENZEN EEN BOOM OP WWW.OZG.BE!
DOSSIER: VLUCHTELINGEN IN BELGIË Gezien de huidige omstandigheden kunnen we niets anders dan het in dit nummer hebben over vluchtelingen in België. Verrekijkers zal eerst verduidelijken wie er nu gezien kan worden als vluchteling in het artikel ‘Straightening out the facts: Who are refugees?’. Daarna kom je via een fotoreportage meer te weten over hoe het is om als vluchteling in België te zijn. We sluiten het dossier af met een getuigenis in ‘Vluchteling zijn stopt niet aan de grens’. “
Straightening out the facts:
WHO ARE REFUGEES?
TEKST: ANA GABRIELA CRUZ BEELD: JOSH ZAKARY
DOSSIER: HELDEN VAN BELGIË
12 WHO IS A REFUGEE? Shortly after World War II (WWII), the world was reeling from the effects of violence and the conflict. In light of this tragedy, the United Nations High Commissioner for Refugees Agency (UNHCR) decided to regularize help for refugees in 1951 and have a legal document to help all those that were displaced because of the different wars around the world. This document was signed by 148 countries and became the Convention and Protocol relating to the Status of Refugees. It is until now, the fundamental legal document that protects refugees. It states what their rights are, as well as the legal obligations of governments around the world.
‘MORE THAN 70 YEARS AGO, MANY EUROPEANS HAD TO LEAVE EVERYTHING BEHIND, NOWADAYS THE REFUGEE CRISIS IS TRIGGERED BY THE SAME REASONS…’
According to the Convention (1951), a refugee is someone who has left their country because of: “[…]well- founded fear of being persecuted for reasons of race, religion, nationality, membership of a particular social group or political opinion, […], and is unable or, owing to such fear, is unwilling to return to it” (p.14).
BACK WHEN EUROPEANS WERE ON THE RUN According to the UNHCR, during WWII it is estimated that around 50 million Europeans became refugees. That number excludes the refugees from the previous war. To give an example of what occurred in some countries: just in World War I it is estimated that around 250.000 Belgian refugees left predominantly to England. Many other European families decided to embark for a much further away destination. The famous Red Star Line Cruise departed from Antwerp with millions of Europeans on board to United States also known as ‘the land of freedom’ at that time. The BBC reports that the United States had accepted more than 400.000 refugees of European descent by 1959. Both wars destroyed Europe in many ways: infrastructure, hospitals or schools and cities completely demolished and abandoned. To make things better, the Americans initiated the Marshall Plan, which consisted in giving $17 billion or €15,5 billion (around $160/€145,4 billion in present value) to the European governments to help rebuild what the World Wars had destroyed. With this background in mind, let us fast-forward to the current refugee crisis. A very similar situation that is occurring now. Thousands of refugees from
3,8 MILLION 2,5 MILLION
1,1 MILLION
659.395
616.142
516.562 410.787
SYRIA
AFGHANISTAN
SOMALIA
around the world are fleeing their countries because of war. However, rather than running away from Europe, they are looking to settle in Europe. More than 70 years ago, war and violence forced people to abandon everything they had in search for a better, peaceful and safer life somewhere else. These are exactly the same causes for today’s crisis. For many citizens coming from countries in trouble like Syria, Iran, Afghanistan, South Sudan, Somalia, Nigeria and Eritrea, the European continent has become the region that represents opportunity. The striking difference between what happened in the 40’s and now, is the governments’ response. Back in those days, no country closed their borders, no one politicized the immigration flows, and integrating with new cultures was not portrayed as something possibly dangerous. MYTHS AND FACTS OF THE CURRENT REFUGEE CRISIS Because of the misconceptions about this refugee crisis, certain political measures are being taken, which really should be discussed and debated before they’re passed without opposition. For instance, the idea of containing people as a possible solution is definitely not the way to go. Tightening the borders will not stop boats from sinking, people from drowning or smugglers to look for day jobs. In
SUDAN
SOUTH SUDAN
CONGO
fact, Mallet (2015) accurately describes that “Movement is one of the most fundamental forces, compulsions even, of humanity. We can make it as difficult, expensive and violent as we like for people to get from a to b, but the drive and determination underpinning many migration journeys is something to be reckoned with.” Running away from a country where kidnapping, torture, aerial attacks or shootings occurs on daily basis
‘BACK IN THOSE DAYS, NO COUNTRY CLOSED THEIR BORDERS, NO ONE POLITICIZED THE IMMIGRATION FLOWS, AND INTEGRATING WITH NEW CULTURES WAS NOT PORTRAYED AS SOMETHING POSSIBLY DANGEROUS.’
will not stop the willingness to do whatever it takes to make it to a country where you are almost certain this will not happen. Who wouldn’t take that chance? The next big myth is that it is impossible for European countries to possibly cope with this massive influx of refugees in their social system. It is estimated that in 2015 so far a total 600.000 asylum seekers and refugees have entered the European Union area. This is barely 0,012% of the 500 million population. The richest continent in the world based on their GDP (IMF, 2013) has definitely the
C.A.R
369.904
IRAQ
330.526
315.759
ERITREA PAKISTAN
capacity to integrate all these new residents into the labor market, whereas other countries cannot. Lebanon for instance, is home for 1,2 million Syrian refugees with a total population of 4,5 million. This massive migration flow does represent a problem. A country whose poor infrastructure and social system, who is not even able to cope with their own population, now deals with a 26% increase of residents in a very short amount of time. It is certainly a very different case for countries like Germany, France, Belgium and the Scandinavian region. Stereotypes regarding the level of education still stigmatize the acceptance of refugees in society. An example of this, is the case of the dad with his son in hand who was kicked by a Hungarian reporter earlier this year. He was running away from the police while the reporter deliberately made them fall. The case brought a lot of attention to the media. What few people know is that this man, Osama al-Abd al-Mohsen, also known as Osama al-Ghadab, was a former football coach for the Premier League team of Al Fotuwa Syria SC. He had a life, a job and a career, but none of this matters in a war. These families face no other choice than to leave everything behind, all in the hopes of finding a safer place to live. This is just one of thousands of examples. Facing the hard reality
that there are no opportunities in their homeland, they embark on a life-threatening journey because freedom and peace have become a luxury. WHAT ARE THEIR PROSPECTS? The process of getting asylum is long and slow. Plenty of paperwork, a new language to learn, a new country to adapt to, new everything! There is definitely an adjusting period that once it is overcome, opportunities in regard to work and education are endless. Take the case of Albert Einstein: a German refugee who found himself an enemy of the Nazi regime. He was forced to run away to the United States, where he later became a resident scholar in the prestigious University of Princeton. Or Sigmund Freud, the father of psychoanalysis with a similar case. He fled to the UK, where he was able to work freely on his psychological theories. More contemporaneous examples are celebrities like Rita Ora, daughter of highly educated Albanian refugees. Her family fled because of persecution of
ethnic Albanians in the early 90’s. In 1991 her parents asked for asylum in London. The education and possibilities her new country gave her, allowed Ora to pursue a career in the entertainment industry. There are many others stories, like the singers MIKA or Gloria Estefan. The recent Reese Witherspoon Movie “A Good Lie” portrays the road to success of Kenyan refugees in the United States. But most importantly, is what they all have in common. They all share the same reasons for leaving, same desire to have a better life, and most importantly: achieving great results by having done so.
OVERCOMING STEREOTYPES The current refugee crisis is being handled unfairly. A continent who once faced the same violent and conflictive scenario is turning its back on thousands of people who are desperately looking for peace. Coming to richer countries like Europe (or any other country, for that matter) means refugees get to have an education, work, and most importantly peace. Which hopefully, in time, will lead to them having a higher quality of life. Why should
anybody be denied this? Are we not all migrants in a way? Living in one city, but looking for jobs in another one, because the opportunities are better elsewhere. Studying at a foreign university, because of a better degree, the opportunity to learn a new language or to expand your network of friends. Isn’t the dream of many Europeans to migrate to even more prosperous countries like Australia or Canada? We cannot dehumanize this crisis to numbers and stereotypes. Every single person has their own story… What would you do if it happened to you? •
FOR MORE INFORMATION AND STORIES OF REFUGEES GO TO: HTTPS://WWW. FACEBOOK.COM/UNHCR BIBLIOGRAPHY: MULLET (2015) “MIGRATION CRISIS: CONTAINING PEOPLE IS NOT THE ANSWER.” OVERSEAS DEVELOPMENT INSTITUTE. HTTP://WWW.ODI.ORG/COMMENT/9901MIGRATION-REFUGEE-CRISIS-EUROPECONTAINING-PEOPLE-NOT-ANSWER
IN HET SPOOR VAN DE VLUCHTELING TEKST & BEELD: JORGE VANSTREELS Verrekijkers trekt naar één van de geïmproviseerde tentenkampen in Brussel. Daar spreken we met mensen uit het Midden-Oosten die ontheemd zijn door het geweld dat terreurgroep IS in de regio verspreidt. Ze getuigen over de onhoudbare toestand in hun thuisland en de onzekerheid in het ‘veilige’ Europa.
DOSSIER: HELDEN VAN BELGIË
16
lid van een Special Operations team in Irak. “Ik vocht in Falluja mee tegen ISIS,” vertrouwt hij ons stilletjes toe. “We waren bang voor die groep. Vooral door hun zelfmoordaanslagen. De terroristen kwamen zich voor onze ogen opblazen.” Haydar wendt zich af terwijl hij de flashback beleeft. Je kan op zijn gezicht aflezen dat hij de meest gruwelijke beelden weer voor zich ziet. Haydar toont op zijn smartphone een certificaat van het Amerikaanse leger. Dat kondigt in ronkende woorden aan dat Haydar voor de training geslaagd is. Hij wordt bedankt om zich dapper voor zijn land in te zetten. Tot op heden gijzelt ISIS het noorden van Irak.
In grote groepen trekken ze via Athene de grens over naar Macedonië, om te voet of per trein NON-STOP via Servië naar Hongarije door te In een groene tent met daarop reizen. De mensen willen veilige gekribbeld ‘Volunteers’ kan je landen bereiken zoals Duitsland, Nastasha vinden. Ze bemant de Zweden of het Verenigd Koninkinfopost voor vrijwilligers en rijk. Tegen het einde van augustus straalt vastberadenheid uit te had deze Europese toevloed dramidden van alle drukte. In het matische proporties aangenomen: kamp zijn bijna honderd vrijwilin Munich alleen al kwamen per ligers actief: van koks tot dokters weekend tussen 5.000 en 10.000 en spelbegeleiders, muzikanten en vluchtelingen aan, die zich van advocaten. “De meeste onder hen daaruit verder verspreidden over draaien shifts non-stop,’ vertelt ze. Europa. “De leiding is al weken bezig met de organisatie zonder hulp van de regering. Ze zijn op.” SPECIAL OPERATIONS Via Frankfurt kwamen ook een duizendtal vluchtelingen in BrusBRUTALE POLITIE sel aan, waar medio augustus in “Ik kom uit Mosul,” antwoordt een het park achter het Noordstation jonge kerel onze ‘waarvandaan’ een tentenkamp verrees. Surreavraag. Mosul, het noordelijkste listisch om naast de hippe glazen puntje van Irak, werd in juni 2014 hoogbouw van Brussel in een bestormd door ISIS. Het vormde vluchtelingenkamp te belanden. hun eerste grote overwinning en Sinds eind augustus krioelt het een trofee die ze niet meer loslaer van bedrijvigheid: vrijwilligers ten. De bevolking leeft er gegijzeld zijn druk in de weer met opvang. net als vroeger in Afghanistan onHouten paletten bedekken de pader het Talibanregime. Vrouwen den van het park tegen de regen. mogen enkel op straat volledig be“Where are you from?” is de meest dekt. Ondenkbaar voor de burgers gangbare vraag aan die we aan van een metropool die tot een vluchtelingen vragen. Haydar, een jaar geleden even vrij leefde als in 30-jarige man, hurkt zich voor zijn Istanbul. Deze jongeman vluchtte tent neer. Zijn verblijf staat aan de samen met zijn familie via Turrand van het voetbalveld dat het kije. “Ik zou graag in België willen middelpunt van het kamp vormt. blijven,” zegt hij met een glimlach Enkele jaren geleden trainde het wanneer we naar zijn einddoel Amerikaanse leger Haydar tot vragen. “Het leven is hier goed en
de politie is vriendelijk.” De meeste vluchtelingen in dit Brusselse kamp zijn het erover eens dat het ergste deel van hun tocht door Servië en Hongarije was. Daar was de politie het brutaalst. Samen met enkele andere volwassenen volgt de man uit Mosul geduldig een les Frans van een vrijwilliger. Ze werken aan hun toekomst in België.
NIET IEDEREEN MAG BLIJVEN In de drukke gangen van het Brusselse Noordstation ontmoeten we een Iraakse man met zijn vader. Ze staren verdwaald naar het scherm met vertrekuren. De romeinse tekens begrijpen ze niet. De vader heeft een pasje waarop het adres van een opvangcentrum in Luik geschreven staat. “Zijn er hier jobs voor irrigatie-ingenieurs?” vraagt hij hoopvol in het Engels. De man werkte tijdens het regime van Saddam Hussein aan de irrigatiewerken in het zuiden van het land, waar de Tigris en de Eufraat vloeien. De man wil in Europa werken, maar de kans dat hij zal mogen blijven is miniem. Als je niet kan aantonen dat je een gegronde vrees hebt tot individuele vervolging, kom je niet in aanmerking voor bescherming, volgens de Conventie van Genève. Het gros van de Syrische vluchtelingen zal dit statuut wel krijgen. De situatie in dat land is door de burgeroorlog zo erbarmelijk, dat ze niet teruggestuurd kunnen worden zonder het schenden van de mensenrechten. Voor andere nationaliteiten ligt dit beduidend moeilijker. De crisis woedt verder. De dagen worden korter en de temperatuur zakt onder het vriespunt. Met de winter in aantocht, zullen veel vluchtelingen kou lijden en ziek worden. En toch wijst niets erop dat het aantal vluchtelingen richting Europa zal dalen. •
17 DOSSIER: HELDEN VAN BELGIË
Een reis van 3000 kilometer scheidt Turkije’s westelijke kust van Brussel. Voor de meeste vluchtelingen begint deze tocht met een nachtelijke oversteek op de Middellandse Zee. Meteen een linke start: in de hoge golven kapseizen de rubberen boten snel. De internationale reddingsboten die ‘s nachts patrouilleren, zijn vaak onderbemand. Ze kunnen niet iedereen redden. De vluchtelingen die het toch overleven, komen aan op het Griekse eiland Lesbos. Daar zijn afgelopen zomer soms duizenden vluchtelingen per nacht gestrand. De meeste van hen komen uit Syrië.
VLUCHTELING ZIJN STOPT NIET AAN DE GRENS TEKST: ISABELLE GHELDOLF BEELD: SOPHIE NUYTTEN
Ali Abdi werd negentien jaar geleden geboren in Mogadishu, Somalië. Een land dat al meer dan dertig jaar ontwricht is door een burgeroorlog. Drie jaar geleden vluchtte hij met zijn familie naar België. Ali deelt zijn ervaringen als vluchteling tijdens voordrachten om meer begrip op te wekken voor de asielzoekers in België: “Om de wereld te verbeteren, heb je geen toestemming nodig.” VERDWAALDE KOGEL Ali is zes jaar oud en helpt zijn moeder met het ontbijt. Op straat in Mogadishu is het stil. Het lijkt een vredevolle dag te worden. Een schot weerklinkt. Een kogel boort zich door het dak van Ali’s huis en eindigt in het been van zijn moeder, Nadifa*. Heel zijn jeugd zal Ali dagelijks geconfronteerd worden met geweerschoten, overvliegende gevechtsvliegtuigen, verkrachtingen en geweld. REGELS NOCH WETTEN In Somalië woedt sinds 1986 een burgeroorlog tussen de verschillende stammen. Tot op heden is er nog steeds geen stabiele regering gevormd. Nadifa probeert Ali en zijn broers en zussen een zo normaal mogelijk leven te geven. “Het is makkelijker om een wapen te kopen dan een kleurboek in Mogadishu,” vertelt Ali. “Maar mijn familie gelooft niet in wa-
pens, ze geloven in boeken.” Toen Ali acht jaar oud was, veranderde de burgeroorlog. “Voordien kon je relatief veilig leven in de hoofdstad, als je de juiste mensen kende of genoeg geld had om de politie om te kopen. Maar de kansen om een goed leven te hebben waren praktisch onbestaand.” De islamitische terroristische organisatie Al-Shabaab (‘De Jeugd’ in het Arabisch) ontstond in 2006. De groep wil de rust in Somalië doen weerkeren door een Islamitische staat op te richten. “Ze kwamen naar mijn moeder en zeiden dat zodra haar zonen dertien jaar waren, ze moesten meevechten met de organisatie. Dat was voor haar de druppel. Ze had geen andere keuze dan te vluchten. Er zijn geen regels of wetten in Somalië. De politie helpt je niet.” De dag brak aan om te vluchten. Er was geen tijd om na te den-
HET IS GEMAKKELIJKER OM EEN WAPEN TE KOPEN DAN EEN KLEURBOEK IN SOMALIË:
MEESTE KANSEN VIND JE IN EUROPA In de Ethiopische hoofdstad vind je de Belgische ambassade. Nadifa startte met het proces om de vlucht naar België mogelijk te maken. “Ik had nog nooit gehoord van België, totdat mijn moeder zei dat we naar daar gingen verhuizen. In Ethiopië was het relatief veilig, maar corruptie en kinderarbeid behoort daar tot de dagelijkse realiteit,” verklaart Ali. “Soms hoor ik de opmerking dat mensen niet begrijpen waarom vluchtelingen niet in de buurlanden van broeihaarden willen blijven, zoals Turkije en Ethiopië. Maar een moeder wil altijd het beste voor haar kinderen. Ze wilde ons de meest veilige toekomst geven met de meeste kansen. Die vind je in Europa.” Nadifa maakte van haar hart een steen en liet haar kinderen voor twee jaar alleen in Ethiopië. “Ze reisde alleen met mijn jongste broertje, Ashkir*, naar België om daar alles in orde te maken voor onze aankomst. Ze werkte, spaarde geld van haar uitkering en leefde op water en brood. Elke avond huilde ze omdat ze ons miste.” Na twee jaar had Nadifa genoeg geld om haar familie over te laten komen naar België en ze onder te brengen in een piepklein
appartement. “Het was enorm moeilijk om een woonst te vinden. Niemand wilde zijn eigendom aan ons verhuren.” Het eerste wat ze deed was de kinderen in een school inschrijven.
NOOD BREEKT WET “Ik was enorm dankbaar om in België te zijn. Er is hier niets kapotgeschoten en alles is in orde. Maar al gauw ontdekte ik dat achter die façade veel onbegrip schuilt. Je voelt dat je niet welkom bent omdat je er anders uit ziet. Ik zeg hallo tegen mensen en niemand reageert. Het is moeilijk om je te integreren als de helft van de bevolking de nieuwkomers niet verwelkomt.” Toen Ali zeventien jaar oud was, begon hij met zijn vrienden de daklozen in Antwerpen-Centraal te helpen. “Ik sprak toen nog geen goed Nederlands, dus was het moeilijk om liefdadigheidsorganisaties te vinden die mensen helpen. Dus nam ik zelf initiatief. Ik ging samen met mijn vrienden daklozen koffie en thee brengen. Om de wereld te verbeteren, heb je geen toestemming nodig.” Hij kreeg toen de opmerking dat het vreemd was dat hij als vluchteling mensen hier ging helpen. Dat hield Ali niet tegen. “Ik wilde bewijzen dat het niet uitmaakt wie je bent of waar je vandaan komt om mensen te helpen. Het maakt ook niet uit of de daklozen Belgen, Afrikanen of Arabieren waren. Als iemand in nood is, heeft die hulp nodig, punt.” Ali is met onderdrukking opgegroeid. Hij heeft verkrachting en dood gezien. “Ik heb mijn neven en nichten moeten begraven. Ik had als tiener veel kunnen drinken en feesten, maar dat wou ik niet. Ik wil iemand zijn die zijn verhaal deelt met mensen.” Een jaar geleden begon Ali ook te werken, maar nog steeds stoot hij op veel onbegrip. “Je stopt niet met vluchteling te zijn als je aankomt in België. De
problemen gaan door, maar nu op een georganiseerde manier. Alles is hier veilig en in orde, maar ik beschouw het niet als een thuis. Ik heb nu een jaar gewerkt als dakwerker, omdat ik een bijdrage wil leveren aan dit land en belastingen wil betalen. Vervolgens lees ik in de krant dat buitenlanders de jobs innemen van Belgen. En als ik niet werk, ben ik een profiteur. Ik kan dus niets goed doen.”
NIET BANG ZIJN VOOR VLUCHTELINGEN Ali nam steeds meer deel aan protestbewegingen zoals Antwerp For Palestine. “Ik vond dat ik iets moest doen, maar het moet geweldloos zijn. Ik ben vredelievend. Ik wil niet meer negatieve energie geven aan de wereld.” Op verschillende manifestaties zag Ali de partijvoorzitter van de PVDA Peter Mertens. “Hij was de eerste Belgische politici die mij thuis liet voelen. Hij komt naar de protesten met zijn fiets. Dat vind ik fantastisch. Ik besloot om lid te worden van PVDA om mijn politieke kennis uit te breiden.” Tegenwoordig spreekt Ali op voordrachten over zijn ervaringen als vluchteling en zijn kijk op de wereld. “Ik sprak ook op het evenement Manifesta in Bredene over de vluchtelingen. Maar ik spreek dagelijks iedereen aan over mijn ervaring als vluchteling.” Wat Ali wil bereiken is dat mensen meer begrip opbrengen voor mensen die noodgedwongen hun land verlaten: “Wees niet bang van vluchtelingen. Ze zijn niet gevaarlijk. Iedereen wil een beter leven. Het enige wat ons samen kan brengen, is liefde en zorg. Als we liefde en zorg tonen voor elkaar, kan niemand je pijn doen. Geloof mij, dat kan het hart veroveren van elk mens.” •
*OM DE PRIVACY TE BESCHERMEN ZIJN DE NAMEN IN DIT ARTIKEL FICTIEF.
19 DOSSIER: HELDEN VAN BELGIË
ken over wat Ali meenam. “Mijn moeder, broers en zussen vertrokken te voet richting Ethiopië. Mijn vader bleef achter in Somalië. We hadden niets. Ik raakte iedereen kwijt. Het was ieder voor zich. We moesten de stand van de zon volgen om de weg te vinden. Het duurde twintig dagen vooraleer we elkaar terugvonden.” Uiteindelijk kwamen ze terecht in Addis Abeba, Ethiopië.
RECEPT MET RESPECT
20
RECEPT MET RESPECT
21
De Antwerpenaar
DE ANTWERPENAAR
22
JONGERENORGANISATIES IN ANTWERPEN TEKST: ARNO VAN RENSBERGEN BEELD: MILOU VERSTAPPEN, DENNIS DE RAEYMAEKERS Met de nieuwe rubriek ‘De Antwerpenaar’ kijkt Verrekijkers naar weldoeners uit eigen stad. We namen een kijkje bij organisaties die zich inzetten voor anderen, meer bepaald jongeren, die nood hebben aan richting in het leven. Een recent onderzoek van het ‘Brussel Agentschap Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen’ definieert armoede breder dan simpelweg geen geld hebben. Vaak hebben jongeren ook minder mogelijkheden in de vrije tijd en krijgen ze moeilijkheden en spanningen in persoonlijke relaties en hun directe omgeving. Verrekijkers is op bezoek gegaan bij verenigingen die deze mogelijkheden wel bieden, namelijk kunstZ en Habbekrats, om eens te horen hoe zij dit zien. “IS HET EEN THEATERVOORSTELLING, OF EEN VOETBALMATCH?” In de warrige straten van hartje Borgerhout, met een stoffige atelier als inkom, kan je kunstZ terugvinden. “Kunstz is een kunstorganisatie die acteurs en podiumkunstenaars van diverse origine ondersteunt en begeleidt richting theatersector”, vertelt Eline Van Hoye, coordinator van de organisatie. “We organiseren zelf projecten en voorstellingen met nieuwkomers in België. Daarnaast bieden we ook ondersteuning voor jonge artiesten van diverse origine om een eigen voorstelling
te ontwikkelen. Tenslotte streven we naar een verdere intensieve samenwerking met de acteurs, om hen een houvast te bieden. Mensen hebben nood aan een constante opleiding en we vonden geen aansluiting bij deeltijds kunstonderwijs of bestaande professionele theateropleidingen. Beiden zijn niet aangepast aan anderstaligen, dus we begonnen een eigen deeltijdse theateropleiding in 2011.” “Het publiek bij onze voorstellingen is altijd heel divers met een enorme dynamiek. Je kan de verschillende culturen in de zaal echt voelen. Met een première in
“HET IS NIET OMDAT JE EEN HABBEKRATS HEBT, DAT JE NIET VEEL KUNT DOEN.” Aan de andere kant van Antwerpen, in de woonwijken van Sint-Andries, bevindt zich de jeugdwerking Habbekrats. Dries Boeye, jeugdmedewerker, loopt door het gebouw terwijl hij ravot met de vele jongens die hem bespringen. “Wij bieden een warm nest aan jongeren die het moeilijker hebben. Het is moeilijk om deze (groep) jongeren te omschrijven, welke term je er ook op plakt, of het nu kansarm, of economisch arm is. Het zijn jongeren die extra hulp nodig hebben, een duwtje in de rug. Wij hebben over heel Vlaanderen tien huizen waar ze terecht kunnen. De jongeren worden hier begeleid, en als begeleider word je al snel een vertrouwenspersoon. Onze activiteiten gaan van uitstapjes, tot muziek maken, of voetballen op pleintjes in de buurt. Jongeren kunnen zelf met ideeën voor activiteiten komen. Daarnaast organiseren we elk weekend en elke vakantie activiteiten en kampen.” Volgend jaar wordt het 25-jarige bestaan van Habbekrats gevierd, het geesteskind en levenswerk van Chris Van Lysebetten. Oorspronkelijk had Chris chemie gestudeerd aan de universiteit, maar hij rolde daarna in de jeugdwerking. In Hamme woonde een jongetje dat veel problemen had thuis. Hij ontmoette meer
en meer jongeren en vervolgens is hij in Gent verdergegaan. Het eerste jeugdhuis was boven een bloemenwinkel, nu tellen ze 2000 leden over heel Vlaanderen. Formele afspraken en formulieren invullen, daar heeft Habbekrats geen oren naar. Voor de jongeren die op de moment zelf hulp nodig hebben, willen ze paraat staan. Ze hebben de gsm-nummers van de begeleiders waar ze hen op kunnen bereiken. “Op de duur word je als begeleider een grote broer of zus. We gaan hier bij Habbekrats voor een totaalaanpak: dit kan gaan van huiswerkbegeleiding tot opvang bij ruzie thuis,” zegt Dries.
“Er hing zeven jaren geleden een vijandelijke sfeer. Er is veel kapot gegaan, gestolen en gevochten met begeleiders. Nu is de sfeer positief. Vaak, als jongeren hier net komen zijn ze nogal vijandig tegen ons en laten ze eerst hun stekels zien, maar daar moet je door zien. Het plein in het gebouw noemt ‘het heldenplein’, omdat we in elke jongere de held zien, het beste in de jongere. Het is niet omdat je een habbekrats hebt, dat je niet veel kunt doen. De oudere jongeren zorgen mee voor de jongsten, ze doen ook veel onnozel maar als het er echt op aankomt helpen ze ons. Ze zien elkaar veel op straat, op zondag hangen ze buiten rond. Hierbinnen kunnen ze dat verder zetten, en blijven ze van straat. Oudere mensen uit de buurt worden door jongeren van WELA (deeltijds beroepsonderwijs nvdr.) bediend van eten. Zo komt er een constructieve conversatie tussen jongeren en ouderen. Dit is een huis voor de jongeren, waar er naar hen geluisterd wordt, waar ze terecht kunnen met problemen maar waar geen oordelen vallen. Dat vertaalt zich naar wie ze zijn, hoe ze zich gedragen. Maar ook naar de buurt hierrond, het werkt preventief.” De jongeren komen meestal naar Habbekrats met een vriend of vriendin. De organisatie doet ook
plaatselijk werk, de jeugdwerkers gaan voetballen op het pleintje in de buurt en daar eens rondhoren. Habbekrats werkt met 5 professionele werkkrachten en ontvangen subsidies van de stad om werking draaiende te houden. De werking van elk Habbekrats-huis is echter steeds anders, van stad tot stad. Meerdere keren per jaar komen de verschillende filialen samen in vormingskampen, in de bovenste bol van het Atomium of in de frisse lucht van de Ardennen. Twee Habbekratsers, Mahmood en Ditmar, ontmoetten elkaar vorig jaar op één van deze kampen. “Eerst konden we elkaar niet uitstaan” zegt Mahmood. “Maar al snel zijn we beste vrienden geworden”, vult Ditmar aan. “Habbekrats heeft ons beiden ondersteund om met onze persoonlijke problemen om te gaan. Vroeger was ik heel agressief, Habbekrats heeft hier doorheen de jaren heel veel bij geholpen. Ik heb veel respect gekregen van iedereen toen ik hier voor het eerst binnenstapte. Dit is iets dat ik later door wil geven aan andere jongeren.” Dit wordt door Ditmar beaamd. “Met Habbekrats komen we op de mooiste plekken, en bouwen we tegelijk aan vriendschappen”. Een recente studie van Ugent stelt dat jongeren heel wat uit dergelijke werking halen, zolang het ‘plezant’ blijft en niets in een al te strak kader wordt gegoten. Het is belangrijk om te luisteren naar de vraag van de jongeren en te vertrekken vanuit hun persoonlijke leefwereld. Habbekrats lijkt hier zich al jaren sterk op te baseren. “De vereiste van al onze projecten is dat de jongeren bijleren en dat iedereen kan meedoen, zodat je een hecht en goed groepsgevoel creëert.” zegt Dries. “De kampen zijn heel vormend en variëren van heel laagdrempelige projecten tot ook meer afgewerkte projecten. De basisidee is dat elke jongere kan binnenkomen en met een goed gevoel naar huis kan.”
23 DE ANTWERPENAAR
het theater ‘Molière’ in de Matongé-wijk in Brussel werd er geroepen en geapplaudisseerd tijdens de voorstelling al was het een voetbalmatch. Dit weerspiegelt de spanning wat men moet verstaan onder gedragscodes van een voorstelling. In andere landen wordt theater op straat gespeeld, waar mensen kunnen doen en laten wat ze willen. Bij onze voorstellingen is de spanning in de zaal is altijd te voelen. Ambiance mag zeker!”
“SAMENWERKEN, THEMA’S VAN JONGEREN NAAR BUITEN BRENGEN. HET IS MEER DAN EEN SOCIALE MIX BEREIKEN.” Wanneer het gaat over de samenwerking met andere organisaties, komen kunstZ en Habbekrats, hoewel in theorie zeer verschillende organisaties, in essentie samen. “Enerzijds zijn er heel veel mensen en organisaties die Habbekrats helpen, anderzijds hebben we heel hard onze eigen unieke identiteit. We hebben nog geen andere organisatie in Vlaanderen gezien die er in slaagt om samen te werken met iedereen, zowel de stad als de privé”, zegt Dries. “ Onderzoekster Tineke Van de Walle, auteur van het boek ‘Jeugdwerk en Sociale Uitsluiting’, bekrachtigt de afwezigheid van samenwerking tussen organisaties. Ook zij ziet kansen in een verhaal waar zowel het doelgroepspecifiek als het inclusief jeugdwerk elkaar op het terrein aanvullen. Dit kan gebeuren door alternatieve ontmoetingsmogelijkheden te organiseren buiten de dagelijkse werking. “Inclusief werken is nagaan wat je kunt doen buiten je eigen dage-
lijkse werking. Samenwerken, thema’s van jongeren naar buiten brengen, het is meer dan een sociale mix bereiken. Zo’n samenwerking ontstaat niet zomaar: er is voldoende draagvlak voor nodig in de verschillende organisaties en nood aan een gemeenschappelijk doel. Je moet elkaar leren kennen, om te weten waar ieder voor staat. De samenwerkende organisaties moeten ook op een gelijk niveau staan. Dit vooral op vlak van middelen als mondigheid, assertiviteit, kennis en macht om een bepaalde situatie te definiëren. Wat wel duidelijk is, is dat geen enkele organisatie op z’n eentje deze knoop kan ontwarren.” Dit wordt volmondig beaamd door Eline van KunstZ. “Mensen met andere roots, en zeker jongeren, zijn nog steeds ondervertegenwoordigd op de planken. Het idee dat mensen die hier net aangekomen zijn, met een theateropleiding in hun thuisland, naadloos aansluiting zouden kunnen vinden bij een theatergezelschap leek voor sommigen naïef. Zelfs na zes jaar kunstZ ondervinden we dat de voornaamste drempels nog steeds de taalbarrière en een hoge kwa-
liteitsnorm zijn. Ook het Vlaams theater, dat sterk geënt is op eigen literatuur en canon, zorgt ervoor dat inhouden moeilijk op elkaar kunnen inspelen.”
“Er zijn best veel jongeren van de tweede en derde generatie die echt bezig willen zijn met acteren, kunst en theater. Ze vinden geen aansluiting bij het brave, schoolse systeem van de kunstacademies. Daarnaast hebben deze jongeren weinig voorbeelden. Wij proberen bij hen langs te gaan en met hen te praten. Binnen het jongerenproject oefenen wij ook op acteren in film dat hen meer lijkt aan te spreken. Er is nog steeds dat imago van oubollig theater. Gedichten van de canon zeggen de jongeren weinig. Het Vlaams theater is daarnaast best conservatief, de Vlaamse golf als het vernieuwende theater is dan ook al van de jaren ‘80 geleden. De nood aan vernieuwing is hoog, er zijn verschillende mechanismen die de theaterwereld hermetisch gesloten houden. Theatergezelschappen met nieuwe voorstellingen kiezen dezelfde bekende acteurs en deze krijgen bijgevolg de meeste kansen. Een onzekere variabele als een onbe-
18 spelers van kunstZ tijdens voorstelling op het ENTER-festival
kende anderstalige acteur is wankel. En dit moet veranderen, zeker naar de jongere generaties toe.”
Deze tendens kan nog verder getrokken worden volgens een onderzoek van de Vlaamse Overheid naar netwerken tussen jeugdwerk en gezinnen in armoede. In de jeugdsector lijkt er bijna geen gedragen visie te leven over hoe een divers jeugdwerklandschap er zou moeten uitzien, welke rollen de verschillende partners daarin kunnen of moeten opnemen en welke verbindingen er kunnen bestaan tussen de diverse organisaties in dat landschap en tussen de kinderen en jongeren die van dat aanbod gebruik maken. Dit gebrek aan een gedragen consensus zorgt voor de huidige status-quo in de jeugdwerksector en verklaart waarom het aanbod niet groeit in verhouding tot de toenemende noden en vragen van kansarmen. ‘HET LAATSTE DAT WE WILLEN DOEN IS ZEGGEN ‘HET GAAT NIET, WE ZITTEN VOL’ Verder zijn er nog de knelpunten van organisaties die zich inzetten voor kansarmen of sociale integratie. De grootste moeilijkheden
zijn frustraties over het werkingsbudget, de instanties die voor dat budget zorgen en de voorwaarden en eisen die hieraan gekoppeld worden, zowel bij de coördinatoren als bij de beroepskrachten. Ook een ontoereikendheid aan beroepskrachten en de hoeveelheid materiaal zijn knelpunten.
De tekorten bij Habbekrats lijken eerder een geografische beperking. “Eén op drie jongeren in Antwerpen groeit op in armoede. Nog veel buurten hebben nodig wat wij bieden. Er kan nog veel verbeteren. Jongeren die tot hier komen, die we veel zien. Dat is allemaal goed en wel. Maar als je het breed bekijkt, zijn er in de andere buurten en buitenwijken veel grotere concentraties. We kunnen veel jongeren en kinderen met problemen thuis niet bereiken. Er is één ‘huis’ per stad en meestal in het centrum. In Antwerpen willen we nu vooral de jongeren binnen de leien bereiken, maar het doel is om meer jongeren naar hier te krijgen. Vooral door middel van pleintjeswerking. We kunnen zeker in Antwerpen nog wat bereiken.”
KunstZ wordt geconfronteerd met meer directe tekorten. “Dit jaar zijn er binnen de academie een verdubbeling aan inschrijvingen, maar deze trend is moeilijk vol te houden met weinig subsidies. Het laatste dat we willen doen is zeggen tegen nieuwe geïnteresseerden dat het niet gaat of dat we vol zitten. Jongeren gaan moeilijker om met afwijzing en veel nieuwkomers zitten in een wachttijd. Maar als we niet meer middelen krijgen, zal dit helaas vaker voorvallen. We hebben al goede resultaten geboekt, bijvoorbeeld een jongen waarvan we dachten dat we hem kwijt waren en dan in een keer stond hij er weer. Een jongeman van 27 die na één jaar vloeiend Nederlands sprak, door tegelijk lessen te volgen en een theateropleiding bij kunstZ, daar doen we het voor. Wij zijn geen sociaal assistenten. We willen onze artiesten zeker bijstaan maar kunnen niet altijd volledig helpen. Bij ons is het heel concreet, het draait om één doel: theater maken. En dit helpt de mensen ook: ze komen naar hier voor één ding, dat ze de rest kunnen vergeten.“ •
Ondernemen in de Parel van Afrika:
AVONTUUR OEGANDA ORGANISATIE IN DE KIJKER
26
TEKST: ANNE-KATRIEN FRANS
“Eén van de grote problemen voor ontwikkelingslanden vandaag is dat alle toegevoegde waarde op hun grondstoffen buiten de grenzen wordt toegevoegd,” leggen jonge ondernemers Geert Serneels, Christophe Vercarre en Sam Van Dyck uit. Op 14 september 2015 richtte dit trio samen de NGO Lake Victoria Chocolate op. Een project in Oeganda gebouwd op de overtuiging dat lokale economische ontwikkeling via toegevoegde waarde en enthousiast ondernemerschap de sleutels zijn in de strijd tegen armoede. DE BESTE CHOCOLADE VAN AFRIKA “We willen de beste chocolade produceren die Afrika te bieden heeft”, steekt het drietal meteen van wal. “Uiteraard is dat niet de enige vereiste, we willen deze chocolade vervaardigen op de meest duurzame en ecologische manier mogelijk.” De redenering is volgens hen eenvoudig. Telkens je de chocolade van Lake Victoria Chocolate zult proeven, schrijf je mee aan een verhaal van sociaal ondernemerschap en lokale waardecreatie. Veel mooie woorden maar makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe zet je die theorie om in de praktijk? “We willen het klassieke concept van ontwikkelingssamenwerking verbreden”, antwoorden de ondernemers zonder omwegen. “Een gemeenschap daadwerkelijk slaagkracht geven op lange termijn, kan enkel vanuit een gefundeerde lokale economische ontwikkeling. Die economische ontwikkeling is enkel duurzaam als er verder wordt gekeken dan het huidige businessmodel van grondstoffenleverancier.” Volgens
de zelfverklaarde CEO’s staan ontwikkelingslanden immers nog te vaak helemaal onderaan de productieketen. Landbouwproducten zoals rietsuiker en cacao worden in die landen geoogst, maar het eindproduct wordt uiteindelijk in de industriële landen vervaardigd. Als je enkel landbouwproducten aanlevert, voeg je weinig waarde toe aan de rest van het productieproces. Op die manier trekken de boeren steeds aan het kortste eind. Dit euvel willen Sam, Geert en Christophe verhelpen. Met de oprichting van Lake Victoria Chocolate nemen ze de proef op de som. HET SPROOKJE VAN OEGANDA Waarom is de keuze eigenlijk op Oeganda gevallen? Sam geeft een verrassend antwoord. “Daar hebben we al een netwerk.” De jonge visionairs nemen niet zo maar een wilde gok: ze hebben al een heus marktonderzoek achter de kiezen. Samen met NGO Humasol hebben ze hier reeds een jaar geleden hun eerste samenwerking opgezet. Met een technische opleiding op zak installeerden ze zonnepanelen om
het lokale ziekenhuis van energie te voorzien.
“Ons cacaoverhaal is toen begonnen,” laat Geert een tikkeltje nostalgisch weten. “Naast het installeren van zonnepanelen en waterpompen ontdekten we het landbouwpotentieel van dit wonderlijke gebied. Het Grote Merengebied is immers één van de vruchtbaarste landbouwgebieden dicht bij de bron van de Nijl. We leerden er een boel interessante mensen kennen, waaronder de lokale cacaoboer Nimrod.”Het verhaal van de ontmoeting klinkt bijna als een sprookje: Sam had voor Nimrod een geschenkje mee: ‘echte Belgische chocolade’. De boer Nimrod proefde hier een stukje van en was als bij toverslag verkocht om een deel van zijn land te gebruiken om cacao op te verbouwen. Een voor de hand liggende vraag: Waarom chocolade? “Chocolade heeft een groot economische potentieel. Voor een bedrijf, duurzaam of niet, is dat belangrijk”, licht Geert toe. “Maar ik hecht er ook een emotionele waarde aan”, vervolgt hij. Geert heeft eerder in zijn carrière een tijdje in een chocoladefabriek gewerkt. Het idee is vanaf toen zijn eigen leven gaan leiden. “Het is geen grap als je op onze website leest dat we echt gepassioneerd zijn door chocolade,” vertelt hij.
DE EERSTE FASE: LAKE VICTORIA CHOCOLATE Intussen zijn ze een jaar verder en is de officiële oprichting van de NGO Lake Victoria Chocolate sinds september een feit. Hun website staat live en de sociale media groeien. Het cacaoproject krijgt steeds meer reële vorm. In het oostelijke en zuidelijke gebied van de Parel van Afrika, in de plaatsjes Tororo en Mayuge wachten er vandaag al een driehonderdtal cacaoplantjes om uit te groeien tot volwassen cacaobomen. “Dat is slechts de eerste fase van het project”, vertelt Christophe enthousi-
ast. De ambitieuze ondernemers, inmiddels hardwerkende mensen wiens studentendagen voorbij zijn, namen afgelopen oktober hun resterende vakantiedagen op en trokken richting Oeganda. “We hebben er in samenwerking met enkele lokale boeren prospectie gedaan van vijf verschillende gebieden waar we cacao kunnen telen: Masindi, Tororo, Mount Elgon, Bundibudgyo en Mayuge. Daarnaast zijn we effectief al begonnen met de opstart van twee plantages in Mayuge en Tororo. We zijn hierin ook financieel gesteund door een crowdfunding campagne via onze website en sociale mediakanalen”, vervolgen ze trots. De organisatie van Lake Victoria Chocolate heeft zich in korte tijd gestaag uitgebouwd tot een heel team van vrijwilligers. “Dit project is gedragen door mensen voor mensen. We zijn ervan overtuigd dat we echt kunnen bijdragen aan een duurzame economische groei in Oeganda, door strategisch te investeren in de cacaolandbouw-en industrie.” De bedoeling is nu om de komende drie jaar het project te evalueren en regelmatig ter plaatse polshoogte te nemen.
ONDERNEMERSCHAP IN DE STRIJD TEGEN ARMOEDE “We rekenen op een termijn van vier tot vijf jaar om onze eerste cacao-oogst te verwerken,” zo luidt althans het plan. Ondertussen zijn de ondernemers van zin om naast een uitbreiding van cacaoplantages ook langzaamaan te investeren in zogenaamde ‘processing facilities’. Op termijn zullen ze naast mankracht immers ook machines nodig hebben. De kern van het proces moet wel ambachtelijk blijven vindt het trio: “We willen onze chocolade artisanaal bereiden. Een belangrijk aspect voor de toegevoegde waarde vinden wij de zogenaamde ‘single origin’ oftewel chocolade van Oeganda, voor Oeganda. De Afrikaanse bodem moet het
kloppend hart worden van onze chocoladerepen.” Het drietal wil zich tenslotte onderscheiden van klassieke ontwikkelingssamenwerking door zich niet enkel als een NGO maar ook als een bedrijf met sociaal oogmerk te profileren. Een atypische houding. Ze gaan er prat op dat duurzame economische ontwikkeling vertrekt vanuit lokaal ondernemerschap. “We zien het grootser dan het louter maken van chocolade”, vertelt Geert. “We willen dus niet enkel de beste chocolade maken op het Afrikaanse continent, we willen onze chocolade-liefhebbers een totale beleving aanbieden. Als we de cacaoplantage als bedrijf helemaal op punt hebben, willen we dus ook een verblijf bouwen aan de plantage. Op die manier kunnen toeristen en chocolade-liefhebbers allerhande kennismaken met onze formule. We kunnen dat concept dan misschien zelfs uitbreiden tot workshops. Lokaal ondernemerschap wordt dan gekoppeld aan een duurzame en ecologische vorm van toerisme.”
Ik stel de vraag of het dan geen verhaal wordt waarin ook winst een belangrijke rol speelt. Christophe schudt met zijn hoofd. “Winst maken is slechts één aspect van een bedrijf. Door vanuit lokaal ondernemerschap te vertrekken willen we deze twee hand in hand laten gaan.” Sam vult aan: “De sociale component blijft een belangrijk onderdeel van ons chocoladeverhaal. Naast het uitbreiden van de cacaoplantages tot een volwaardige productie, willen we mee investeren in het sociale weefsel van de lokale gemeenschap zoals in een ziekenhuis of een school. We bouwen immers niet enkel een bedrijf, maar we bouwen samen aan een samenleving”, vat hij dit cacaoavontuur in schoonheid samen. •
MEER WETEN OVER DE TOEKOMST VAN LAKE VICTORIA CHOCOLATE? NEEM EEN KIJKJE OP WWW.LAKEVICTORIACHOCOLATE.COM
Kamal Kharmach doet mensen
EXCLUSIEF INTERVIEW
28
LACHEN OM DE WERELD TE VERBETEREN TEKST: ISABELLE GHELDOLF BEELD: ALEXEY SHLYK Kamal Kharmach speelt de zalen plat in Vlaanderen. Hij kaart maatschappelijke problemen aan in zijn stand-upcomedy-acts. Op die manier probeert hij de onrechtvaardigheid in de Belgische samenleving aan te pakken. Van een gebrek aan ambitie kun je hem niet beschuldigen: “Niemand kan me van een podium wegrukken, desnoods richt ik het zelf op.” Ik ontmoet Kamal Kharmach (24) in het Zuiderpershuis in Antwerpen. Het ruime gebouw ligt er ‘s avonds verlaten bij. Achterin de galerij vinden wij Kamals kantoor. Kamal Kharmach is een bezige bij. Tot voor kort was hij directeur van het Vlaams-Marokkaans culturenhuis Daarkom. Nu focust hij zich op zijn comedycarrière. “Ik heb net een filmopname achter de rug van de nieuwe film van Nic Balthazar, Say Something Funny, die volgend jaar in de zalen komt. Daarnaast neem ik deel aan de TV-quiz De Slimste Mens Ter Wereld. Ik bereid ook een theaterstuk voor, gericht op niet-Nederlandstalige nieuwkomers,” zegt Kharmach.
BETAALD OM MENING TE DELEN Maar het is zijn controversiële comedy waarmee Kamal zich op de kaart heeft gezet. In 2014 bereikte hij de finale van Humo’s Comedy Cup. De Standaard schreef toen dat hij de enige was die de ‘politiek-maatschappelijke toer durfde op te gaan’. “Sinds mijn vijftiende doe ik jeugdwerk en sociaal werk. Ik heb vaders in armoede begeleid. Ik zag kinderen die cognitief de universiteit aankunnen, maar door o.a. taalbarrières er niet geraken. Zoveel talent zou niet verspild mogen worden.” Eerst probeerde Kharmach zijn maatschappijkritisch ei kwijt te raken in opiniestukken die gepubliceerd werden door het jongerenpersagentschap Stampmedia. Al gauw merkte hij dat comedy een betere manier is om problemen zoals de negatieve beeldvorming van Marokkaanse Belgen aan te pakken. “Als je opiniestukken schrijft, spreek je alleen mensen aan die uitgesproken voor of tegen je mening zijn, maar de grote grijze massa bereik je zo niet. Sinds ik comedy doe, treed ik in heel Vlaanderen op en betalen mensen om mijn mening te horen op voorwaarde dat ze grappig is.” KOMEDIE STEEKT HARDER Voor de komiek is zijn stiel de uitgelezen manier om gevoelige problemen aan te kaarten. ”Desiderius Erasmus was een renaissanceschrijver die Lof Der Zotheid heeft geschreven. Hij leefde in een heel corrupte tijd. Het was toen niet evident om kritiek te uiten. Erasmus trok zijn commentaar in het absurde, zodat hij niet meer serieus werd genomen door de machthebbers. Uiteindelijk is hij de enige die kritiek heeft gegeven op dat corrupte systeem.” Dit fenomeen ziet Kamal ook in The Daily Show. “Door grappen te maken, wordt kritiek niet altijd als een grote bedreiging beschouwd. Maar vanuit die underdogpositie kunnen ze harder steken. De beste comedy is voor mij dat je de boodschap pas beseft na afloop
van het programma. Dan begin je er echt over na te denken.” Toch beschouwt Kamal zich niet als een activist. “Ik ben een comedian die vertelt wat mij dwarszit. Echte activisten gaan door weer en wind. Ik speel een kleine rol in een groter geheel van politiek en journalistiek. Voor mij is het verschil tussen comedians en journalisten dat die laatste gebonden zijn aan een keurslijf. Ze moeten objectief zijn en mogen niet zomaar alles zeggen of schrijven. Als maatschappijkritische comedian kan ik commentaar geven op de samenleving. Omdat de kritiek grappig is, kunnen mensen het relativeren en beter verteren.”
HOE GROTER DE LES, HOE GRAPPIGER De negatieve beeldvorming waar de Belgische Marokkanen mee kampen, ligt Kamal nauw aan het hart. “Veel mensen hebben nog nooit een Marokkaan op tv gezien zonder een negatieve context.” Hij gelooft dat wanneer er meer mensen uit de Belgische-Marokkaanse gemeenschap op tv komen met hun passie, de positieve beeldvorming zal volgen. “Adil El Arbi is een goed voorbeeld. Ik hoop dat het referentiekader van het gros van de Belgen verandert door hem op tv te zien. Wanneer ze een Marokkaan tegenkomen op straat zullen ze misschien niet meteen aan die bevolkingsgroep in een negatief daglicht denken, maar aan Adil als toffe gast in de Slimste Mens. Voor mij is bijvoorbeeld de Nederlandse rapper Ali B daarin geslaagd met zijn optreden tijdens de troonwisseling in 2013. Een Marokkaanse rapper die optreedt tijdens het grootste Nederlandse feest. Dat is prachtig. Het wordt hoog tijd dat dit de norm wordt in België.” Kamal wil bijdragen aan de positieve beeldvorming van de bevolkingsgroep. Het is een grote verantwoordelijkheid die de komiek aan zichzelf opdraagt, want dat betekent dat hij niet zo maar alles kan doen en laten. “Soms denk ik dat wij de eerste generatie zijn die een pad moeten vereffenen, zodat
de mensen na ons gewoon hun ding kunnen doen. Ik ben bereid om die verantwoordelijkheid op mij te nemen. Hoe groter je les is, hoe grappiger je moet zijn. Dat is als komiek je ruilmiddel met het publiek.”
“IK BEN VAN DIK NAAR MAROKKAAN GEGAAN”
Het brengen van deze thema’s is voor Kamal een manier om zaken voor zichzelf en anderen te verwerken. “Ik heb altijd overgewicht gehad. Vorig jaar in oktober heb ik een maagverkleining laten doen. Persoonlijk heb ik meer onzekerheid ervaren vanuit mijn obesitas dan mijn etnische achtergrond. Sommige zeggen dat je van dik naar dun gaat, maar ik ben van dik naar Marokkaan gegaan,” grapt Kamal. “Nu kan ik beter over mijn emoties en mijn verleden praten, omdat ik een platform heb. Door zulke zaken naar mij toe te trekken, hoop ik dat andere mensen die dingen juist kunnen loslaten.”
Kamal is ervan overtuigd dat een grote rol voor hem is weggelegd: “Ik werk heel hard om op een dag de persoon te zijn waarvan jonge mensen, los van kleur, kunnen zeggen dat ze trots op zijn. Als je van twee kanten zaken kan relativeren, kom je sneller bij elkaar. Ik hoop dat ik daartoe kan bijdragen.” Op dit moment is Kamal in een stroomversnelling terecht gekomen. Hij wordt aangekondigd als BV in wording. “Ik wil niet beroemd worden, maar wel bekend. Het enige waar ik vat op heb, is of ik hard werk. Comedy is sport. Je moet heel hard trainen om ergens te komen waar je iets kan betekenen.” Kamal wordt ook benaderd voor een heleboel verschillende projecten, maar laat zich niet afleiden. “Comedy blijft mijn paradepaardje. Niemand kan me van een podium wegrukken. Desnoods richt ik het zelf op.” •
Tine Hens’ nieuwe boek:
HET KLEIN VERZET TEKST: FLORE DEBRUYNE BEELD: LILI MEIJER Regeringen bieden amper alternatieven voor het huidige economisch stelsel en geven burgerinitiatieven niet de ademruimte die ze nodig hebben om te floreren. In de ogen van The Powers That Be staat groei los van streven naar meer geluk en welzijn. Groei behelst voor hen enkel de consument die zijn geld laat rollen voor kunstmatig opgewekte, exotische verlangens. Tine Hens reisde door Europa om te zien hoe het anders kan. Zij sprak met burgers die het kleinschalig socialer proberen aan te pakken. Een vogelvlucht van deze internationale ‘ontdekkingsreis’ is nu te lezen in Hens’ nieuwe boek Het Klein Verzet.
Enkele oudere heren die een eindje verderop schaakten, werden uitgenodigd om in het pand te komen schuilen, wanneer regen hun schaakpartij verstoorde. Ook konden ze een handje helpen als ze daar zin in hadden. Maar zoals in elk sprookje maakte de antagonist een einde aan het bruisende initiatief. Amper drie dagen konden de enthousiaste vrijwilligers hun steentje bijdragen, voordat de politie de boeken door de ramen gooide en het gebouw afzette met prikkeldraad. Allemaal omdat de onschuldige ontmoeting niet als het ‘goede’ type ondernemen werd beschouwd door de regering. Een besparende regering waar amper 57% van de bevolking voor naar het stemhokje was afgezakt, omdat men het vertrouwen al lang verloren had. Een dakloze zag nog de kans om het opnieuw leegstaande gebouw te gebruiken als slaapplaats en kroop elke avond over het prikkeldraad om daar rustig en beschut te overnachten. Voor de algehele veiligheid metselde de politie het gebouw dicht en zo had de dakloze wederom geen dak boven zijn hoofd.
Sinds wanneer is het wenselijker om een gebouw te laten verkommeren, dan dat er mensen elkaar ontmoeten en het hen een gevoel geeft dat ze iets nuttig doen voor de maatschappij?
“GEWOON DE ANGST OM TE MISLUKKEN OPZIJ SCHUIVEN EN DOEN!”
Waar is het misgelopen dat we gevechtsvliegtuigen aankopen in tijden van crisis, maar dan wel gaan besparen op vlak van onderwijs, de ontwikkeling van de toekomst? Tine Hens drukt ons met de neus op de feiten in haar boek Het Klein Verzet en geeft de lezer tegelijk de moed om opnieuw te durven dromen van een andere toekomst in plaats van zich vast te bijten in de aanbidding van het realisme. Gewoon de angst om te mislukken opzij schuiven en doen! Bepaalde ideeën zullen mislukken, maar het zal niet voor niets geweest zijn. Burgerinitiatieven springen als paddenstoelen uit de grond en zullen zo een alternatieve levenssfeer vormen. Mensen die beslissen om hun eigen markt op te richten, terwijl ze te horen krijgen: “Hier zit de markt niet op te wachten”. Een markt waar kopen samen gaat met praten en niet één waar mensen in alle anonimiteit hun boodschappenlijstje aflopen om vervolgens ongeduldig aan de rij van de ‘foute’ kassa staan te wachten. In de utopie, een woord waar Tine Hens geen naïviteit in ziet, staan de ontmoeting en samenwerking centraal. Anonimiteit en concurrentie worden terug naar de achtergrond geschoven.
Om deze ontmoeting en samenwerking te laten primeren, is een nieuw politiek bewustzijn nodig: het besef dat wij de economie zijn en wij die economie
ook kunnen veranderen. Zo beschrijft Hens in haar boek het verhaal van Denemarken, één van de koplopers van duurzame energie in Europa. Daar heeft men nooit voor kernenergie gekozen dankzij een protest van de burgers die de voordelen van kernenergie niet inzagen. De autoritaire instanties hebben geluisterd naar het volk en kozen voor een alternatief. Men begon windmolens te bouwen en keek hiervoor naar de technologie van de oude molens op akkers.
De Deense windindustrie heeft zich momenteel ontwikkeld tot één van de grootste ter wereld. Landen zoals Nederland en België, die kernenergie wel een kans gaven, hebben het momenteel moeilijker om naar duurzame energie over te stappen en de burgers hebben minder grip op hun energie. Denemarken is een goed voorbeeld van de democratisering van de economie, een economie waar het volk actief nadenkt en participeert. Een bewijs dat het volk wel degelijk kan samenwerken om van onderuit iets te laten groeien tot een betere vorm van economie. Het volk start het debat. Politici beslissen vervolgens of ze mee op de trein springen of niet. De antagonist in hun sprookje is verslagen. Nu is het aan de rest van Europa om de overige sprookjes een goed einde te geven. •
NIEUWSGIERIG NAAR ANDERE BURGERINITIATIEVEN EN DE BEVINDINGEN VAN TINE HENS HIEROVER? LEES DAN ZEKER HAAR BOEK ‘HET KLEIN VERZET’, TE KOOP VOOR 20 EURO BIJ O.A. FNAC
31 BOEKVERSLAG
Aan de rand van de stad Porto in Portugal staat een oude dichtgemetselde barak. Vroeger was dit een uitgestrekt plattelandsgebied, maar het groen is ingeruild voor de hedendaagse grijze infrastructuur: leegstaande gebouwen en een bijna onbereden snelweg. De barak was in een ver verleden een kinderbibliotheek. Twee jaar geleden namen enkele enthousiaste inwoners dit leegstaande gebouw onder handen met het doel om deze plaats om te toveren tot de vrolijke ontmoetingsplaats van weleer. Buurtbewoners werden aangespoord om ongebruikte boeken te doneren en mochten voor de schappelijke prijs van een glimlach ook boeken uitlenen.
OB64272
certified PDF
20% KORTING VOOR STUDENTEN BESTEL NU EEN JAARABONNEMENT OP MO*MAGAZINE
MO
Q
M O N D I A A L
M A G A Z I N E
0
77 7 / "% Â? ,% Â? %52 .4% / +7! 24!! ,5)4 '!6 %
Q
"% " %. %. ./ /+ +2 2)) o ove ve ve err Afr A friika fr ika en en Eu Eu
rop ropa Ñ TTTI TT TIP TIP TI P:: voo vo oor E Eur Eu uro rop opa pa o off voor B voo vo Bus usiine ne ess ssss Eur Euro rop ope pe? p e?? Ñ JJŽr Žr™ ™ ™m me e,, de de Afr Affr A friik ika ikaa ika kaaaans nse n se g gid ids id van Che va van Che Gue Gueva evara va varaa Ñ Am Am me errika erik ika kaa aaan ansse ans eb bo bos osssen en iin nE Eur uro rop op o ope pese pes se ove ove ens ns
SLECHTS
Oceanen
â‚Ź16
de goud van de 21stemijnen eeu
i.p.v. â‚Ź 20 VOOR 4 NUMMERS
4 maal per jaar lees je in MO*magazine straffe reportages, spraakmakende interviews en boeiende dossiers over onze snel veranderende wereld. Een must om op de hoogte te blijven van thema’s als duurzaamheid, internationale politiek, klimaatverandering en migratie. Als student betaal je slechts ₏16 i.p.v. ₏20 voor 1 jaar MO*magazine in je brievenbus.
BESTEL NU VIA WWW.MO.BE/STUDENT
OB64272_adMO_verrek.indd 1
03/11/15 11:53