Verrekijkers 30

Page 1

L NA + TIO R A E RN RN TE O IN C

maart 2015 # 30 | jaargang IX | www.verrekijkers.org

VERREKIJKERS jouw focus op de wereld!

De man die alle landen ter wereld zag

GUNNAR GARFORS

DOSSIER: ONDERNEMEN IN HET ZUIDEN ONDERNEMERS VOOR ONDERNEMERS | KINDVRIENDELIJK ONDERWIJS IN INDIA | BILL & MELINDA GATES FOUNDATION | RWANDA, 20 JAAR NA DE GENOCIDE | INVESTEER IN DOMINICA |


VOORWOORD

BESTE LEZER We hebben altijd geleerd dat het schenken van aalmoezen een deugd is. In dezelfde lijn liggen vrijwilligerswerk en ontwikkelingssamenwerking, weliswaar elk op een andere schaalgrootte. Het is altijd leuk om iemand te helpen. Maar laten we eens kijken naar de andere kant van de medaille, naar de mensen die we helpen. Worden zij hier wel beter van? Neem Madagaskar bijvoorbeeld: dit land werd niet alleen geteisterd door de pest, maar kreeg daarnaast ook nog te maken met droogte. Hierdoor mislukten de lokale oogsten. Een 200.000 tal gezinnen zaten zonder voedsel. Bij zulke natuurrampen is noodhulp uiteraard gerechtvaardigd. Maar wat gebeurt er na deze ramp en de hiermee gepaard gaande hulp? De storm is misschien even gaan liggen, maar dit wil nog niet zeggen dat het onweer voorbij is. Je hebt de oorsprong van het probleem nog niet opgelost. Hoe komt het dat de pestepidemie er in de eerste plaats was? En hoe komt het dat dit land de droogte niet op eigen benen kon dragen? Zou het niet beter zijn dat Madagaskar zelf voor een oplossing kan zorgen? En werkt langdurige hulpverlening op basis van geldgiften deze emancipatie niet tegen? Het nieuwe dossier, ‘Ondernemen in het Zuiden’, handelt over deze kwesties. Zou het geen betere oplossing zijn om de know-how aan de plaatselijke bevolking aan te leren om zulke gebeurtenissen op te vangen, zodat ze zelfstandiger worden? Verrekijkers wilt graag een positieve blik werpen op maatschappijen die volgens sommige westerse media falen. Wat is er gaande in Rwanda, 20 jaar na de genocide? Het is één van de snelst groeiende economieën van Afrika en heeft één van de hoogste percentages vrouwenvertegenwoordigers in het parlement ter wereld. Statistisch gezien doet Rwanda het beter dan veel westerse landen op vlak van vrouwenemancipatie. Het land ontplooit zich via een zelfstandige, ondernemende geest. Hier is samenwerking, dus afhankelijkheid, van groot belang, maar het land kan zichzelf verder regeren en ontwikkelen. In dit nummer staat self-empowerment centraal. Onderschat de kracht van samenwerking niet en emancipeer jezelf. Charlotte Lievens

WIL JE REAGEREN OP EEN ARTIKEL, ADVERTEREN OF GRAAG EEN ABONNEMENT NEMEN (10 EURO VOOR ÉÉN JAARGANG)? STUUR GERUST EEN MAIL NAAR INFO@VERREKIJKERS.ORG.

WWW.VERREKIJKERS.ORG WWW.FACEBOOK.COM/VERREKIJKERS 2 ― Verrekijkers

18 20


Tekst: Charlotte Lievens

14

12

22

06 NEDERLANDS

05

04 05 06 10 12 14 16 28 30 31 34

HOOFDREDACTIE: Charlotte Lievens UITGEVER: Janus Verrelst REDACTIE: Saskia Rademaker, Syren Korthouwer, Jill Lamberts, Diede Verbart , Naomi Vandenbroeck, Samantha Koelewijn, Maaike Cornelissen, Lizet Van de Kamp, Isabelle Gheldolf, Félicie Crijns,

34

INTERNATIONAL

Wist je dat? + Wereld.com Ondernemers voor Ondernemers Partnerproject van UNICEF Antwerpen Bill & Melinda Gates Foundation Interview Gunnar Garfors Rwanda, 20 jaar na de genocide Investeer in Dominica Reeks: Millenium doelen Recept met respect De Afrikaanse fabel van de haat Cultuuragenda

Sigrun Küchler, Eline Poels, Laila Hamja, Gaby Cruz en Pedro Inchauste EINDREDACTIE: Felix Coppieters, Tomas Ooms, Lorien Verachtert LAY-OUT: Karen Devroe, Tess Claes, Minke Stijns WEBREDACTIE: Tomas Ooms

16 30 18 20 22 26 28

AIESEC The 'real' dark side of cocaine The BRICS The student's voice Tram 83 - Fiston Mwanza Mujila

BOEKHOUDING: Felix Coppieters MET DANK AAN: Professor Gyssels Kathleen

MET DE STEUN VAN

Gedrukt op papier met ecolabel vzw

Verrekijkers ― 3


WIST JE DAT? + WERELD.COM

WERELD

The ocean Cleanup

Tekst: Samantha Koelewijn

M O .C

WIST JE DAT? Een verpakking van een ijsje, een lekke opblaasbal, of een verdwaalde teenslipper. Na een dagje strand belanden veel van deze zaken niet bij het vuilnis maar worden achtergelaten op het strand. Totdat een zucht wind ervoor zorgt dat het in de oceaan belandt. Uit nieuw onderzoek blijkt dat er elk jaar 8 miljoen ton aan plastic afval in de oceaan verdwijnt. Acht miljoen ton is gelijk aan het vinden van vijftien supermarktzakken gevuld met plastic voor elke meter kustlijn. En dit aantal neemt alleen maar toe. Een schrikbarend gegeven.

Al sinds de jaren ‘70 is bekend dat er een enorme hoeveelheid afval in de oceaan belandt. De afgelopen 40 jaar is er echter nog geen onderzoek geweest naar de herkomst en daadwerkelijke hoeveelheid hiervan. Onderzoekers van de Universiteit van Georgia bekeken het globale probleem. Om vast te stellen hoeveel plastic er in de oceaan verdween werd een complexe berekening gemaakt. Er werd een model ontwikkeld waarbij afvalstromen werden geanalyseerd. Tevens keken ze naar gegevens over

4 ― Verrekijkers

de populatie en de economie van 192 kustlanden. Ze berekende het totaal geproduceerd afval per persoon per jaar, hoeveel van dit afval plastic is en hoeveel er uiteindelijk in de oceaan belandt. Het gemiddelde betrof 8 miljoen ton.

Waar het plastic heen gaat, is nog de vraag. Een gedeelte blijft drijven en vormt eilanden midden in de oceaan. Het merendeel zinkt of valt uiteen in kleine stukjes. Het afval wordt blootgesteld aan zout water, zon en stromingen. Hierdoor ontstaan er giftige stoffen. Dit kan enorme schade berokkenen voor vissen en andere oceaanbewoners. Het opruimen is bijna een onmogelijke taak.

De 20-jarige Boyan Slat heeft hierop echter iets gevonden. Hij is uitvinder van The Ocean Cleanup, waarmee plastic uit de oceaan kan worden gehaald. Door drijvende armen in de vorm van een V te plaatsen wordt het plastic bij elkaar gedreven. Vervolgens kunnen tankers het ophalen. Slat heeft voor zijn idee de VN-milieuprijs gekregen. Wellicht kunnen we door innovatieve ideeën, betere afvalpreventie en afvalverwerking de toename van plastic in de oceaan beperken. w

BRAZILIË De Braziliaanse overheid probeerde Tinder te gebruiken om hun burgers te waarschuwen voor de gevaren van onbeschermde seks. Op de populaire dating-app werden vijf verschillende profielen gecreëerd. In deze profielen stond dat de personen op zoek waren naar condoom vrije seks. Wanneer men aangaf interesse te hebben, verscheen er echter een waarschuwingsboodschap over aids door het Braziliaanse Ministerie van Gezondheid. Tinder zelf waardeerde de campagne niet. Deze werd geïnterpreteerd als een verdoken advertentie. De profielen zullen dan ook verwijderd worden. Bron: De Volkskrant

ZWITSERLAND Eind maart wordt de grootste deeltjesversneller ter wereld, de Large Hadron Collider, weer opgestart. De afgelopen twee jaar heeft de deeltjesversneller in Genève stil gestaan voor verbetering en modernisering. Wetenschappers hopen door de deeltjesversneller Gluino te vinden. Gluino, ook wel Susy genoemd, is een supersymmetrisch deeltje dat meer inzicht kan geven in de mysteries rond donkere materie in het heelal. Bron: BBC News


DOSSIER: ONDERNEMEN IN HET ZUIDEN

Tekst: Lizet van de Kamp

organisatie in de kijker

ONDERNEMERS VOOR ONDERNEMERS De organisatie Ondernemers voor ondernemers zet zich in om de relaties tussen ondernemers en bedrijven in België en het Zuiden te verbeteren. Centraal staat de gedachte dat mensen de wil en de kracht hebben om zich te ontplooien. De logica hierachter is, wanneer bedrijven en ondernemingen zich sociaal en economisch ontwikkelen, ze niet alleen welvaart voor zichzelf creëren, maar ook voor de samenleving waarin ze opereren. De missie van Ondernemers voor ondernemers is het stimuleren van duurzame economische groei in ontwikkelingslanden. In 2000 werd de organisatie, gesitueerd in Leuven, opgericht door Fons Verplaetse, de vroegere gouverneur van de Nationale Bank en Frans Bourgios, professor emeritus aan Economische Hogeschool Sint-Aloysius. Ondernemers voor ondernemers is een vereniging zonder winstoogmerk. De ondernemingen die deel uitmaken van deze organisatie

zijn door de overheid erkende ngo’s en particuliere bedrijven.

ONDERNEMERS VOOR BURUNDI

Ondernemers voor ondernemers is ervan overtuigd dat een land vooruit te helpen is door winst te creëren, banen te scheppen en te innoveren. Een voorbeeld van een project is Geef inwoners Isale Burundi water en voedsel. Dat project streeft naar de verbetering van gezondheid en voedselzekerheid door de toegang tot hygiëne en sanitatie en het beheer van natuurlijke hulpbronnen in de gemeente Isale in Burundi, één van de armste landen ter wereld. Isale heeft een hoge bevolkingsdichtheid: met 665 inwoners per vierkante kilometer één van de hoogste in Afrika. De werkloosheid in de gemeente is zeer hoog en de sociale ongelijkheid

is enorm. Slechts iets meer dan de helft van de inwoners heeft toegang tot veilig drinkwater en een derde tot basissanitatie. Ondernemers voor ondernemers wil tegen 2016 voor 11.000 personen de toegang tot drinkwater verbeteren en voor 3.500 personen de toegang tot sanitatie, de voedselzekerheid van 500 kwetsbare vrouwen veilig stellen en de landbouwgronden en watervoorraden voor 1.000 personen, vooral vrouwen, beschermen. Om dit project te realiseren werkt Ondernemers voor ondernemers samen met een lokale partner die verantwoordelijk is voor de coördinatie en de uitvoering, de gemeente Isale en verschillende gedecentraliseerde technische diensten. w

MEER WETEN?

www.ondernemersvoorondernemers.be Verrekijkers ― 5


DOSSIER: ONDERNEMEN IN HET ZUIDEN UNICEF Antwerpen is sinds kort  partner van Verrekijkers Magazine. Een perfecte gelegenheid voor Verrekijkers om UNICEF’s project in India in de kijker te zetten.

6 ― Verrekijkers


Tekst: Diede Verbart— Foto's: Jeannine Goudman

KINDVRIENDELIJK ONDERWIJS IN INDIA

EEN MEGAPROJECT VAN UNICEF Nergens ter wereld zijn er meer kinderen dan in India. Momenteel telt het land er ruim 447 miljoen en jaarlijks komen daar nog zo’n 27 miljoen baby’s bij. Door armoede en kinderarbeid stoppen er nog steeds miljoenen kinderen vroegtijdig met school. UNICEF probeert daar door een proces van duurzame ontwikkeling verandering in te brengen. Het is een grote uitdaging voor medewerkers. Het jaar 2010 was een mijlpaal in de Indische geschiedenis. Een nieuwe wet maakte basisonderwijs verplicht en gratis. Het opende de deuren naar kennis, alfabetisering en socialisatie. Wat het Westen al jaren als vanzelfsprekend beschouwt, is bij de Indische overheid pas sinds enkele jaren tot het verstand gekomen: onderwijs is van essentieel belang om het land te ontwikkelen en armoede te bestrijden. Sinds de invoering van de wet heeft India grote stappen gezet. Bijna 190 miljoen kinderen, tussen 6 en 14 jaar, kunnen voortaan genieten van gratis basisonderwijs.

Verrekijkers ― 7


DOSSIER: ONDERNEMEN IN HET ZUIDEN

Door armoede en kinderarbeid verlaten nog steeds miljoenen kinderen de schoolbanken.

NATIONALE WETGEVING VAN INDIA De ingevoerde wet bevat extra voorzieningen voor uitgesloten, extreem arme, gehandicapte, werkende of migrantenkinderen. Tevens moet de wet de kwaliteit van het onderwijs verbeteren.

UNICEF heeft niet alleen een aandeel in de totstandkoming van deze wet, maar ook in het ondersteunen van de deelstaten om de nieuwe wetgeving uit te voeren. In een nationaal programma legt UNICEF de nadruk op aanwerving, het leerproces en de noodzakelijke pedagogische hervormingen. Daarbij is het opleiden van betrouwbare en kindvriendelijke leraren van enorm groot belang. UNICEF lijkt voor één van de grootste uitdagingen in zijn geschiedenis te staan door deze wet in de praktijk door heel India te willen doorvoeren. Het land is heel groot en de bewustwording van onderwijs tergend langzaam. Bovendien is er weinig geld om alle facetten van de wet in heel India door de voeren. De infrastructuur, de 8 ― Verrekijkers

Om leerlingen in de schoolbanken te houden is maatschappelijke betrokkenheid zeer belangrijk.

leerkrachten en de leerprogramma’s schieten tekort.

UNICEF

UNICEF werkt in India volgens de zogenaamde inclusieve aanpak. Het accent van de acties ligt op de betrokkenheid van de dorpen. De hulporganisatie ontwikkelt strategieën om alle betrokkenen mee te krijgen. Het accent van het project ligt op de engagement van gezinnen en gemeenschappen.

DE AFSTAND In India is voor de afstand naar school

een nationale norm van 1,5 kilometer afgesproken. In de praktijk moeten de kinderen vaak 6 kilometer of zelfs langer lopen om op school te komen, wat ver is. Bovendien kan het in India erg warm zijn en zijn de wegen vaak onverhard.

Om het voor deze plattelandkinderen toch mogelijk te maken om naar school te gaan, werkt UNICEF samen met verschillende instanties om de scholen dichter bij de kinderen brengen. UNICEF engageert plaatselijke autoriteiten om het aantal schoolinschrijvingen te

verhogen. Ook tracht de organisatie het aantal vroegtijdige schoolverlaters verder terug te dringen. Door de extreme armoede in India is dit niet altijd even makkelijk. Jaarlijks verlaten er nog 8 miljoen kinderen vroegtijdig de schoolbanken, zonder deze af te ronden. De belangrijkste reden daarvoor is armoede.

KINDERARBEID

De belangrijkste doelstelling van UNICEF en zijn partners is werken aan een beschermde omgeving waarin kinderen kunnen opgroeien en zich ontwikkelen met al hun basisrechten. Helaas zijn er in India 28 miljoen kinderen die hier niet van kunnen genieten. In plaats van dagelijks naar school te gaan, worden ze ingezet in de landbouw. Kinderen zijn makkelijke werkkrachten. Ze klagen niet, werken lang (soms wel langer dan 12 uur) en ze krijgen (bijna) niets betaald. Bovendien kunnen ze nergens naartoe met hun klachten. Er worden naar schatting 414.000 kinderen uitgebuit op de Indische katoenvelden. Kinderarbeid ontstaat ook uit slechte


Tekst: Diede Verbart— Foto's: Jeannine Goudman

Het opleiden van betrouwbare en kindvriendelijke leraren is van enorm groot belang.

sociale economische omstandigheden en een gebrek aan basisonderwijs. Voor de ouders betekent werkende kinderen een extra bron van inkomsten, die ze vaak gebruiken om hun schulden af te betalen. UNICEF onderzoekt wat mensen kwetsbaar maakt. Om zo te weten te komen hoe je grote groepen mensen kunt sensibiliseren om kinderen uit het arbeidscircuit te halen. In 17 deelstaten bestaat er nu een wet over de kinderbescherming. Ieder kind heeft recht op bescherming tegen arbeid en economische uitbuiting. Positief is dat de juridische en politieke kaders steeds strenger worden.

INDISCH KASTENSYSTEEM

Officieel is het archaïsche kastensysteem verboden, maar het is nog steeds van grote invloed op het dagelijks leven van Indiërs. De verschillen tussen rijk en arm zijn nog enorm groot. Onderzoek toont aan dat sommige kasten en stammen in India op alle onderwijsniveaus achterblijven. Er bestaat nog veel ongelijkheid in de klas. Van de overheid in India mag je andere kasten niet als minderwaardig beschouwen, maar toch gebeurt dit nog. UNICEF

UNICEF probeert de Indische bevolking te overtuigen dat je respect moet hebben voor kinderen uit andere kasten.

probeert de hele Indische bevolking te overtuigen dat je respect moet hebben voor kinderen uit andere kasten.

Door middel van toneelstukjes worden mensen bewustgemaakt van wat er kan en wat er niet kan. Zo wordt er huiselijk geweld, dronkenschap aan de kaak gesteld.

KINDVRIENDELIJK SCHOLEN

In sommige staten in India is er slechts één leerkracht voor zestig leerlingen van verschillende niveaus. UNICEF tracht kindvriendelijke scholen te integreren in het Indische onderwijssysteem. UNICEF leidt elk jaar 66 duizend leraren op, maar zelfs dat is nog niet genoeg. Daarom worden de klassen opgedeeld, zodat iedereen op zijn eigen tempo en niveau de lessen kan volgen. De leerlingen die overdag moeten werken, kunnen later hun lessen inhalen. Op die manier zorgt UNICEF ervoor dat iedereen van goed onderwijs kan genieten.

KLEUTERSCHOLEN

UNICEF richt tevens kleuterscholen op, zodat kinderen basisvaardighe-

den aanleren en zo beter mee kunnen draaien op de basisschool. Ook worden alle scholen voorzien van voldoende didactisch materiaal. Om leerlingen in de schoolbanken te houden is maatschappelijke betrokkenheid zeer belangrijk. UNICEF bevordert programma’s voor het beheer van schoolcentra door de lokale gemeenschap. Tevens worden ouders van leerlingen nauw betrokken bij het onderwijs om ze te laten beseffen dat school ontzettend belangrijk.

Onderwijs is de sleutel naar ontwikkeling en vooruitgang en door de nieuwe wetgeving in 2010 heeft India al enorme stappen gezet. Dankzij de hulp van UNICEF gaan miljoenen kinderen in India inmiddels naar school. De kindvriendelijke school biedt de Indische kinderen een veilige en stabiele plek om zichzelf te ontplooien. Ook de komende jaren blijft UNICEF zich daarvoor inzitten. w

MEER WETEN?

http://www.unicef.be

Verrekijkers ― 9


DOSSIER: ONDERNEMEN IN HET ZUIDEN

NIET MEER PRODUCEREN, MAAR EEN ANDER VOEDSELBELEID INTRODUCEREN! seeds donated by

D

e wereld heeft honger. Verschillende actoren zoals milieuactivisten of agro-multinationals stellen oplossingen voor om het voedselprobleem in ontwikkelingslanden aan te pakken. Het debat wordt vaak herleid tot de keuze tussen grootschalige of kleinschalige landbouw. Maar zal de honger van de mens gestild worden door de voedselproductie te verhogen? Sommige agro-ecologisten stellen dat er genoeg voedsel is om de wereld te voeden, maar dat het voedsel de mensen gewoonweg niet bereikt.

Elke ochtend word ik wakker, zet ik me aan een rijkelijk gevulde tafel en eet ik mijn buikje rond. Dat beeld staat in schril contrast met een groot deel van de wereld die honger lijdt. Ontwikkelingslanden worstelen nog steeds om hun bevolking behoorlijk te kunnen voeden. 98 % van alle ondervoede mensen woont in Sub-Sahara Afrika en Azië en twee derde daarvan komt uit landen zoals Bangladesh, Congo en India stelt een rapport van de VN 10 ― Verrekijkers

voedsel- en landbouworganisatie. Voedselproblemen houden de mens wakker sinds het begin van de mensheid. De bezorgdheid over voedselzekerheid bereikte een hoogtepunt aan het begin van de 19e eeuw. Thomas Malthus, een Britste econoom, stelde toen dat de groeiende populatie onmogelijk gevoed zou kunnen worden door de beschikbare landbouwgrond. De grootste kritiek op zijn werk is dat hij geen rekening hield met het vernuft van de mens. Dat blijkt uit de vooruitgang die later plaatsvond. In de 19de eeuw slaagden wetenschappers erin om het kweken van nieuwe plantensoorten te optimaliseren en pesticide en kunstmest te ontwikkelen. Die veranderingen verbanden hongersnood tot het verleden in geïndustrialiseerde samenlevingen.

DE GROENE REVOLUTIE

Deze vooruitgang was amper aanwezig in Latijns-Amerika en Azië. De koloniale machten investeerden niet in het voedselsysteem van deze landen. Na de onafhankelijkheid in de jaren zestig groeide hun bevolking aan in een hoog tempo en zo werd deze periode getekend door hongersnood zoals in India in 1966. Om de honger te bestrijden in ontwikkelingslanden nam o.a. de Roc-

fig. 1 kefeller foundation het voortouw om internationaal landbouwonderzoek op te stellen. Ze zetten voornamelijk onderzoek op poten naar rijst en tarwe, de twee belangrijkste voedselgewassen in ontwikkelingslanden. Onderzoekers slaagden er bijvoorbeeld in om de voedselopbrengst te verhogen door variëteiten te kweken die meer opbrengen, kunstmest en andere chemische producten te gebruiken en irrigatie toe te passen. De nieuwe methoden zorgden ervoor dat in de regio’s enorm veel voedsel geproduceerd werd. Een heuse ‘Groene Revolutie’ vond plaats. Het inkomen van de boeren steeg, wat de economie van de landen ten goede kwam. In India bijvoorbeeld, leefden in het midden van de jaren zestig meer dan de helft van de rurale bevolking onder de armoedegrens. Na de Groene Revolutie daalde dat cijfer tot 1993 tot een derde stelt het onderzoeksrapport Green Revolution: curse or blessing van


Tekst: Isabelle Gheldolf

het International Food Policy Research Institute. Maar de Groene Revolutie bracht een heleboel problemen met zich mee. Inkomensongelijkheid en absolute armoede vergrootten. Het milieu lijdt nog steeds sterk onder de landbouwmethodes die de revolutie promootte: het excessief gebruik van mest en pesticides vervuilt waterwegen, vergiftigt landbouwers, doodt insecten en wildleven. De biodiversiteit in landbouw is sterk afgenomen, omdat er nu slechts enkele graansoorten verbouwd worden.

DE VOEDSELPRODUCTIE DOEN STIJGEN?

Er zijn duidelijk voor- en nadelen van de Groene revolutie. Maar vandaag kan voedselzekerheid nog steeds niet worden gegarandeerd in regio’s zoals Sub-Sahara Afrika waar eigenlijk geen landbouwrevolutie heeft plaatsgevonden. Wat voor beleid moet genomen worden om gemeenschappen te voeden en ze weerbaar te maken tegen de uitdagingen die het milieu en het klimaat stellen? De meeste belanghebbenden in het debat stellen voor om de productie te verhogen door middel van klein- of grootschalige landbouw. Een bepleiter van kleinschalige landbouw is milieuactiviste Vandana Shiva. Ze werkt al meer dan 22 jaar aan de biologische landbouwbeweging in India via haar organisatie Navdanya Trust. Shiva spreekt over de hele wereld over het verband tussen duurzame landbouw, klimaatsverandering en de verlichting van armoede. In een interview met Worldwatch India zegt Shiva dat lokale boerderijen meer voedsel produceren dan grote industriële boerderijen omdat de boeren meer aandacht geven aan de grond en de planten. Ze telen een variëteit aan gewassen en gebruiken geen chemische pesticiden of meststoffen. Op die manier worden insecten, dieren en planten niet bedreigd. Grootschalige landbouw aan de

andere kant haalt zijn voordeel uit het feit dat ze op grote schaal produceert waardoor de overschotten op de (wereld) markt verkocht kunnen worden. Ook is er een belangrijk sociaal aspect. Als er geïnvesteerd wordt in grootschalige landbouw in een regio haalt de omwonende bevolking, door middel van fig. 3 de provisie van publieke goederen, daar voordeel uit. Het onderzoeksrapport Who will feed te world? van Oxfam beschrijft een investeringsproject in de rubber-, cacao- en koffieproductie in de Democratische Republiek Congo dat ervoor zorgt dat de boeren en de mensen uit de buurt toegang krijgen tot een hospitaal met 230 bedden, zuiver water, elektriciteit en lagere en middelbare scholen.

DE MEEST ELEMENTAIRE TAAK VAN EEN VOEDSELSYSTEEM

Het rapport van Oxfam besluit dat een combinatie van klein- en grootschalige landbouw het beste model voor de toekomst is. Andere wetenschappers stellen dat we ons niet eens zorgen moeten maken om de voedselopbrengst te verhogen. Volgens hen moeten we eerst de politieke problemen die voorkomen dat voedsel de mensen bereikt aanpak-

fig. 2

Illustratie: Karen Devroe

ken. Eric Holt-Giménez is een agro-ecologist en politiek econoom. In een lezing aan de universiteit van Amsterdam in 2013 legde hij uit dat er al decennialang genoeg te eten is voor iedereen: de voedselproductie stijgt jaarlijks namelijk met 12% per capita. Maar tegelijkertijd neemt de honger en ondervoeding toe. Dat komt enerzijds doordat het meeste voedsel naar auto’s gaat als biobrandstof of verwerkt wordt tot voeder voor dieren in industriële slachterijen. Anderzijds zijn mensen te arm om eten te kopen, omdat er woekerprijzen heersen. Dat heeft geleid tot voedselrellen zoals in 2008 in Haïti. Opvallend was dat de kwade, hongerige massa niet storm liep op de voedselbevoorradingsruimte, die door de VS werd opgericht, maar op de regeringsgebouwen. Ze wilden de eerste minister afzetten. Ook de Arabische Lente is gestart door een voedselrel: de straathandelaar die zichzelf in brand stak in Tunesië verkocht groenten en fruit. Die mensen hebben een politiek doel, namelijk rebelleren tegen het huidige voedselsysteem dat zijn meest elementaire taak niet kan vervullen: het voedsel tot bij de mensen brengen. Amartya Sen, die onder ander de nobelprijs voor economie kreeg, toont aan dat hongersnood niet veroorzaakt wordt door een voedseltekort, maar door armoede. Een nieuwe literatuurstudie suggereert dat die op zijn beurt bestrijd kan worden door landbouw te verbeteren. Dat betekent dat het debat rond voedselzekerheid geen of-of verhaal, maar een en-verhaal is. Wanneer voorstanders van klein- en grootschalige landbouw en politieke hervorming hun krachten bundelen, zal hun gemeenschappelijk doel van de honger in de wereld te stillen sneller bereikt worden. w

Verrekijkers ― 11


EXCLUSIEF INTERVIEW: GUNNAR GARFORS

De man die alle landen ter wereld zag

GUNNAR GARFORS Alles begon in 1979. De Noorse Gunnar Garfors was vier jaar oud. Zijn vader werkte op een cruiseschip en nam voor zijn kinderen verhalen op casettebandjes van over de hele wereld op. Zo kon Gunnar's vader zijn zoon meenemen over de hele wereld en ontdekte Gunnar zijn fascinatie voor onze planeet. 34 jaar later, in 2013, zette Gunnar voet op het laatste land ter wereld waar hij nog niet was geweest. Hij werd de jongste reiziger die alle landen ter wereld als hobby bezocht. 12 ― Verrekijkers

Net terug van skiën in Iran en op doorreis naar Groot-Brittanië, sprak Gunnar Garfors voor Verrekijkers op de Universiteit Antwerpen over zijn reizen. Verhalen over die keer in Turkmenistan waar zijn dronken reisleider in zijn tent kroop om daar verder te slapen, over een bloedrijke Iraanse vrouw die met hem wilde trouwen en over die keer dat hij in Somalië bij de burgemeester mocht slapen, en de viceburgemeester toen ergens anders een bed moest zoeken.


Tekst: Lizet van de Kamp

8 mei 2013. Je kwam aan in land nummer 198, hoe voelde je je toen? Het was ongelooflijk. We kwamen aan in Kaapverdië en ik had kippenvel. Ik had nooit verwacht dat de dag echt zou komen. We kwamen aan op het vliegveld, met mijn familie en vrienden, en het voelde onwerkelijk. Het voelde tegelijkertijd ook als een soort einde. Maar toch zal er altijd wel een nieuw land komen, misschien bijvoorbeeld wel een Midden-Korea. Tot die tijd geniet ik ervan om de meeste landen opnieuw te bezoeken. Hoeveel heb je eigenlijk van die landen gezien? Ik heb ook veel van die landen gezien. Ik heb bijvoorbeeld in zes landen gewoond, maar toch ben ik in een paar landen maar één tot drie dagen geweest, al wilde ik dat dit er minder waren. Ik werk voltijds, dus ik reis deeltijds. Ik heb wel elk land als toerist gezien. Wanneer ik bijvoorbeeld voor een conferentie in een land ben, zorg ik ervoor dat ik het weekend ervoor en erna kan reizen op die plek. Ik denk dan: ik ben er nu toch, de vlucht is betaald, dat is voor mij ook goedkoper.”

Wat hebben jouw reizen je over de wereld geleerd? Dat de wereld klein is. Binnen twee of drie vluchten ben je overal. Dat vind ik fascinerend. Ook heb ik geleerd dat we in een bubbel leven. Veel mensen, bijvoorbeeld in Noorwegen, denken dat alles om die eigen bubbel heen draait. Ik denk dat ik iets nederiger ben geworden door mijn reizen. Er zijn mensen die het veel moeilijker hebben dan wij, maar die toch veel meer lachen. Ze zien er in ieder geval gelukkiger uit. Wat ben je, een journalist of hobbyreiziger? Ik heb journalistiek gestudeerd, maar ben uiteindelijk niet als journalist gaan werken. Tegenwoordig doe ik wel weer meer journalistiek werk, zoals een item over skiën in Iran. Je kunt het goed combineren, maar je moet wel je hoofd resetten. In plaats van alleen maar lol maken tijdens het reizen, moet je ook werken. En wanneer je nieuwe mensen ontmoet kun je niet zomaar vrienden met ze worden. Ze zijn

nu potentiële bronnen. Je moet wat meer sinister zijn. Maar aan de andere kant kun je ze wel helpen en een licht schijnen op hun problemen.”

Welk land heeft je het meest verrast? “Noord-Korea heeft me ontzettend verrast. Ik heb me goed ingelezen voordat ik erheen ging, maar toch was het nóg erger dan ik dacht. De omstandigheden waarin mensen leven zijn echt verschrikkelijk. Je mag er als toerist ook niet zonder gids rondlopen. Het is ons echter toch gelukt om een stukje Pyongyang alleen te verkennen, door te gaan joggen. De kettingrokende gids en chauffeur konden ons niet bijhouden, en na een paar keer mochten we alleen joggen. Ik zag veel militairen, pingpongende mensen en overvolle, slechte bussen. Heb je tips voor toekomstige journalisten? Ja, ga niet journalistiek studeren. Misschien een cursus of een bachelor, maar geen master. Theorieën over journalistiek is niet iets wat je wil leren, want daar heb je in de praktijk niks aan. Specialiseer je in de richting waarover je verhalen wil vertellen. Dan zal je de beste journalist zijn in jouw vakgebied. En als je een goede communicator bent, krijg je die baan wel. En heb je tips voor reizigers? Lach en wees positief en open. Begin klein. Het gaat allemaal om de ervaring. Je kunt ook naar een buurland reizen, die kunnen je nog het meest verbazen. Je denkt dat het hetzelfde is, maar we lunchen allemaal anders en gaan allemaal anders naar vergaderingen. - Probeer ook zoveel mogelijk lokaal te reizen. Neem de lokale bus of de boot, praat met vreemden en vraag hen om advies. Ik heb een hekel aan reisgidsen. Als je die volgt, zal je in cirkels achter de rest van de wereld aanlopen en reizen recycleren. Probeer mensen te vinden die op die plek wonen, zij weten waar je naartoe moet. Plan daarnaast ook niet teveel. Wanneer je alles plant, verlies je zoveel mogelijkheden. Het zal nooit helemaal gaan zoals je voor ogen had. - Laat nooit zien dat je verdwaald bent, dan wordt je als zwak gezien. Je linkerhand is in veel landen een taboe en let goed op wanneer je je schoenen wel of

niet aan moet houden. En zolang je Engels spreekt, zit je goed. Zelfs als het lijkt alsof niemand in de buurt Engels kan, er zal altijd een jongen of meisje van vijftien jaar aan komen rennen om voor je te vertalen. Geef niet aan bedelaars. Dan steun je het systeem. Ouders halen hun kinderen uit school en verminken die zelfs soms. Geef liever aan lokale ondernemingen die weten wie steun nodig heeft en wie niet.”

Wanneer voel jij je thuis? Ik heb een goedkoop flatje in Oslo, waar ik ongeveer de helft van het jaar ben. Het stelt niet heel veel voor, veel spullen heb ik niet. Ik spendeer al mijn geld aan reizen. Mijn echte thuis is nog steeds het huis waar mijn moeder woont. Maar eigenlijk voel ik me wel thuis waar mijn koffer is. Ik reis alleen met handbagage en ik pas me makkelijk aan. Ik voel me echt thuis wanneer ik volledig relaxed ben. Thuis moet je ook nieuwe dingen kunnen ontdekken, ook al is het maar de nieuwe garagedeur van de buren. Je bent thuis wanneer je een rondje gaat wandelen en weer hele kleine nieuwe dingen ziet. Denk je dat je ooit de behoefte zal hebben om te settelen? Ik heb geen vrouw of kinderen en soms denk wel ik dat ik graag wil settelen. Maar dan ben ik twee weken thuis en dan denk ik: nee, toch niet. Daar ben ik te rusteloos voor. Ik ben de oudste thuis en heb veel voor mijn broertjes en zusjes gezorgd en gekookt. Dat heeft me ook wel gevaccineerd tegen die hele kinderwens, denk ik. Het moet toch gevraagd worden: wat zijn je favoriete landen? Ik vind Madagaskar fantastisch. Wetenschappers zeggen zelfs dat Madagaskar het achtste continent is, omdat 90 procent van de flora en fauna nergens anders ter wereld voorkomt. Japan is ook een aanrader, omdat het een mooi contrast heeft tussen het moderne en het klassieke. Verder: IJsland, Ierland, Argentinië, Chili, Dominica - niet het Dominicaanse Republiek, en de stan’landen Afghanistan, Kazakhstan, Pakistan, Turkmenistan, Oezbekistan, Kyrgyzstan en Tajikistan. w

Verrekijkers ― 13


DOSSIER: ONDERNEMEN IN HET ZUIDEN

RWANDA

20 JAAR NA DE GENOCIDE

I

n 1994 bereikten de spanningen tussen de Hutu’s en Tutsi’s hun hoogtepunt. Wat volgde was een volkerenmoord die honderdduizenden het leven kostte. De voorbije twintig jaar is Rwanda echter als een feniks uit zijn as herrezen en gaat het beter dan ooit. We vroegen enkele Rwandese burgers naar hun leven zoals het is vandaag.

Op 6 april 1994 werd het vliegtuig van president Habyarimana, een Hutu, uit de lucht geschoten. Meteen wezen Hutu-extremisten met de vinger naar de Rwandan Patriotic Front (RPF), een rebellen-organisatie van geëmigreerde Tutsi’s. Ze spoorden de bevolking aan om alle Tutsi’s uit te roeien. De premier en andere politieke leiders werden vermoord. In de honderd dagen die volgden vielen er 800.000 doden, voornamelijk Tutsi’s en gematigde Hutu’s. De burgeroorlog en genocide eindigde pas wanneer de RPF het Hutu-regime kon omverwerpen en president Kagame de leiding overnam. “Vòòr de kolonisatie van Rwanda kwamen de woorden ‘Hutu, Tutsi en Twa’ niet overeen met etnische groepen maar met sociale klassen,” zegt Erika (30 jaar). Zij woont momenteel in Brussel. “Men kon van Twa naar Hutu naar Tutsi gaan door werk of rijkdom. Tijdens de kolonisatie veranderde alles en missionarissen stelden fysieke en sociale verschillen vast waardoor er verdeeldheid kwam tussen Hutu's en Tutsi's. Dat leidde uiteindelijk tot de genociden van 1959 en 1994. Vandaag zorgt de Rwandese

14 ― Verrekijkers

regering ervoor dat deze spanningen verdwijnen door een "verzoeningsbeleid” te voeren. Er werd onlangs een Ndumunyarwanda-beleid (ik ben Rwandees) ingevoerd, die de Rwandese identiteit vooropstelt. Alles wordt gedaan zodat geen enkele groep zich superieur voelt aan een ander.” De genocide bracht ook grote schade toe aan de Rwandese economie. Het bruto nationaal product daalde met meer dan 40% dat jaar waardoor vele mensen in de armoede belandden. “Dat kwam doordat er na de genocide veel eenoudergezinnen ontstonden met een vrouw aan het hoofd. Deze vrouwen waren vaak onvoldoende opgeleid en velen hadden nog nooit gewerkt. Om niet te spreken van de vele weeskinderen, overlevenden met grote psychologische problemen, enzovoort,” aldus Erika.

GROTE GENDERGELIJKHEID

De voorbije twintig jaar heeft Rwanda echter grote vooruitgang geboekt. Rwanda is één van de snelstgroeiende economieën van Afrika en de armoede neemt jaarlijks af. In vijf jaar tijd is het aantal inwoners dat onder de armoedegrens leeft gedaald van 57% naar 45%. “De regering heeft snel gehandeld en een manier gevon-

den om het land opnieuw in te richten. Ze hebben zich gericht op het versterken van de capaciteiten van vrouwen dankzij verschillende programma’s. Rwanda is één van de landen met het grootste aantal vrouwen in het parlement ter wereld. Ze vertegenwoordigen er meer dan 50% van de functies. Zowel mannen als vrouwen werken zij aan zij voor hun familie en hun land,” zegt Erika. Marie-Paule (35 jaar), die in de hoofdstad van Rwanda woont, beaamt dit: “Mannen en vrouwen zijn gelijk aan elkaar en hebben dezelfde rechten. Vrouwen bezetten een groot deel van de posities in de overheid en de bedoeling is om dat nog te doen stijgen. Meisjes gaan nu ook naar school in plaats van thuis te blijven en te helpen in het huishouden.”

JONGE ONDERNEMERS GRIJPEN DE MACHT

Het is moeilijk om betrouwbare werkloosheidscijfers te vinden over Rwanda. We vroegen Erika en MariePaule naar hun ervaring met werkloosheid. “De meerderheid van de mensen die afgestudeerd zijn van de universiteit heeft geen job. Jonge mensen worden hier aangemoedigd om zelfstandige ondernemer te worden. Toen


Tekst: Sigrun Küchler - Foto's: Betty Krenek , Eric Kabera, Amanda & Kevin White

ik aan het solliciteren was, merkte ik dat veel mensen werkloos zijn, maar er waren er ook die solliciteerden zelfs als ze een job hadden. Zij wilden van job veranderen,” zegt Marie-Paule. Ook Erika haalt het belang van jonge ondernemers aan: “Jongeren maken het grootste deel van de Rwandese bevolking uit en de regering ziet de jeugd als hun belangrijkste troef. Daarom maken ze het onderwijs beter en bieden ze een groot aantal beurzen aan zodat studenten zich in het buitenland intellectueel kunnen ontwikkelen. Wanneer deze jonge mensen terugkeren, hebben de meesten gegarandeerd een baan of creëren ze hun eigen banen door het ondernemerschap. In Rwanda is er een echte geest van vechtlust en constructieve concurrentie. Iedereen wil slagen en ze zijn niet bang om hun handen vuil te maken.”

GRATIS BASISOPLEIDING

De eerste negen jaar van scholing in Rwanda is kosteloos. “Het aantal kinderen die naar het secundaire ging nam meer en meer af door het schoolgeld. De jongens en meisjes die hun studies niet konden verderzetten, trokken naar de steden om een job te zoeken en dat zorgde onder andere voor kindermisbruik. De regering van Rwanda introduceerde toen negen jaar basisopleiding zodat alle leerlingen

verder konden studeren en dit was een groot succes,” aldus Marie-Paule. Sinds deze maatregel ging de geletterdheid van de bevolking er sterk op vooruit. 71% van de bevolking boven de vijftien jaar kon lezen en schrijven in 2009. “Doordat het gratis is heeft iedereen toegang tot het primair en secundair onderwijs, maar daar stopt het niet. Dankzij de toename van beurzen en de hulp aan universiteiten en technische hogenscholen, zoals de Nationale Universiteit van Rwanda en Kigali Independent University, hebben velen nu ook toegang tot het hoger onderwijs,” zegt Erika.

GEZONDHEIDSVERZEKERING VOOR IEDEREEN

Op de vraag of zij een gezondheidsverzekering heeft, antwoordt MariePaule: “Ik ben verzekerd bij mijn werkgever, maar mensen zonder een job gebruiken ‘mutuelles de santé’. Het is verplicht. Iedereen geeft zijn bijdrage; 5000 RWF (€6,4) per persoon voor de derde categorie, 3000 RWF (€3,8) per persoon voor de tweede categorie en nul voor de eerste categorie, de armste klasse. De gezondheidszorg is erg kwaliteitsvol. Medische verzor-

ging is gratis, men moet alleen een klein percentage (remgeld) betalen voor verleende diensten.” Dankzij alle verbeteringen in het gezondheidssysteem is Rwanda goed op weg om de vierde en vijfde Millenniumdoelstellingen te verwezenlijken. Erika ziet de toekomst positief in. “Er is vooruitgang geboekt in het terugdringen van kindersterfte, de strijd tegen malaria, HIV en vooral in de toegang tot gezondheidsverzekering. Ongeveer 90% van de bevolking is al ingeschreven. De regering probeert de gezondheidszorg ook te decentraliseren zodat er meer gezondheidscentra komen in de gebieden waar de behoeften van de bevolking het grootst zijn. Ze ontvangt wel aanzienlijke internationale hulp die haar in staat stelt om de kwaliteit van de zorg te verbeteren met beter opgeleide artsen, adequate medische apparatuur, enzoverder. Er is dus nog een weg te gaan op het gebied van gezondheid maar het zal zeker lukken, want we hebben een weloverwogen en vastberaden regering.” w

MEER WETEN?

www.ambarwanda.be www.rdb.rw

Verrekijkers ― 15


DOSSIER: ONDERNEMEN IN HET ZUIDEN INVESTEREN IN EEN EXOTISCHE NATIONALITEIT.

HET ‘CITIZENSHIP BY INVESTMENT’ PROGRAMMA VAN DOMINICA Een nationaliteit verkrijg je alleen door in een land geboren te zijn of door aan bepaalde voorwaarden te voldoen, zoals voor langere tijd in een land wonen. Tenminste, dat zou je denken. Het is ook mogelijk en tegenwoordig steeds gebruikelijker om een bepaalde nationaliteit te kopen, vooral onder rijken op onze aarde. Een aantal landen ter wereld, waaronder Dominica, bieden namelijk de mogelijkheid om een paspoort te verkrijgen in ruil voor een kapitaalinvestering in het land. Verrekijkers verdiept zich in deze ‘citizenship by investment’ programma’s.

‘Citizenship by investment’, ofwel staatsburgerschap door investeren, is een vorm van economisch burgerschap waarbij het mogelijk is om staatsburgerschap te verkrijgen door in een land te investeren. In sommige landen is staatsburgerschap dus te koop. Per land zijn er wel grote verschillenqua procedures. Soms kan je door te investeren onmiddellijk de nationaliteit verkrijgen, terwijl in andere landen ingewikkeldere routes naar het staatsburgerschap leiden. Zo bieden sommige landen, zoals Portugal, ‘golden visas’ aan. Dat zijn verblijfsvergunningen die op lange termijn leiden tot hetstaatsburgerschap. In Dominica is het daarentegen mogelijk om door een investering direct de Dominicaanse nationaliteit te verkrijgen Dominica, een klein eilandje in het Carabisch gebied, heeft één van de oudste ‘citizenship by investment’ programma’s ter wereld. In 1993 werd het systeem opgestart en het is nog altijd in werking. Het burgerschap kan je er op twee manieren verkrijgen: een investering in het staatsfonds of een investering in vastgoed. Dominica genereert op deze manier inkomsten waardoor het land zich verder kan ont16 ― Verrekijkers

wikkelen, want door de ligging en de grootte van het eiland is het voor Dominica lastig om op andere manieren investeringskapitaal aan te trekken. Het is aantrekkelijk voor landen om

DOMINICA GENEREERT INKOMSTEN VOOR ONTWIKKELING

een ‘citizenship by investment’ programma aan te bieden, omdat investeerders geld steken in nieuwe bedrijven, huizen kopen en hiermee banen creëren voor de lokale bevolking. Landen profiteren dan ook het meest als de investeerders door het ‘citizenship by investment’ programma verplicht worden om zich er te vestigen. Om een Dominicaans staatsburger te worden is het niet nodig om in Dominica te wonen, maar toch geniet het land van de inkomsten. Zo wordt het geld ingezet om publieke projecten te bekostigen, zoals het bouwen en onderhouden van scholen en ziekenhuizen. Ook wordt het geld geïnvesteerd in de private

sector, zoals de landbouw, het toerisme en de ICT. Om het staatsburgerschap van Dominica te verkrijgen, hoeven de investeerders relatief weinig te doen. Het belangrijkste is dat ze met een ‘authorised agent’ in zee gaan. Dat is een organisatie met een vergunning van de Dominicaanse overheid die optreedt in naam van de aanvragers van het burgerschap. Als de aanvraag eenmaal ingediend is, duurt het ongeveer 8 tot 12 weken voordat deze verwerkt is. Soms moet er ook nog een interview plaatsvinden en duurt het langer

DE INVESTERING

In feite investeer je in één of meerdere nationaliteiten, maar de praktijk vergt veel van je portefeuille. Op Dominica tel je voor de goedkoopste optie, investeren in het staatsfonds, zo’n USD 100.000 neer plus minstens USD 7.500 aan toeslagen. Investeren in vastgoed kost USD 200.000 plus minstens USD 50.000 aan toeslagen. Daarom trekken de ‘citizenship by investment’ programma’s vooral rijken aan. De meeste van deze investeerders komen uit opkomende economieën, zoals China, Rusland en landen uit het Midden-Oosten. Niet goedkoop dus,


Tekst: Maaike Cornelissen

zo’n investering, maar voor sommigen blijkbaar interessant. Het bezitten van extra nationaliteiten biedt investeerders een aantal voordelen. Zo hebben investeerders uit ‘zwakke’ landen op deze manier een toevluchtsoord achter de hand in stabielere landen. Ook kunnen investeerders door extra nationaliteiten aan te schaffen makkelijker toegang verkrijgen tot Europese landen, de Verenigde Staten, Canada en Australië. Zo kan je met een Dominicaans paspoort reizen naar meer dan 50 landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Singapore, Hong Kong en Ierland, zonder een visum aan te moeten schaffen. In het Verenigd Koninkrijk hebben Dominicanen bovendien bepaalde privileges, omdat Dominica tot het Gemenebest van Naties behoort. Hiertoe behoren voornamelijk voormalige kolonieën van het Verenigd Koninkrijk. Verder is het interessant om een Dominicaans staatsburger te worden, omdat het geen vereiste is om in Dominica te wonen voordat of nadat het staatsburgerschap wordt verleend. Tegelijkertijd ben je wel een volledig Dominicaans staatsburger die elk moment het recht heeft te wonen in te werken in Dominica. Ook mag je een dubbele nationaliteit hebben. Het laatste is niet in alle landen even vanzelfsprekend en het kan dus zo zijn dat je je oorspronkelijke nationaliteit op moet geven.

KRITIEK

Alhoewel een ‘citizenship by investment’ programma gunstig kan zijn voor een land zitten er ook nadelen aan verbonden. Landen moeten niet bekend maken wie door middel van zo’n programma in het land investeert en dus een staatsburger van dat land wordt. Een punt van kritiek hierop is dat landen investeerders, die bijvoorbeeld hun rijkdom verkregen door corruptie, illegale activiteiten of belastingontduiking, een veilige haven bieden. Verder bieden de investeerders geen

structurele voordelen aan het land waarin ze investeren. Ze profiteren van de rechtstaat, goede educatiemogelijkheden en robuuste kapitaalmarkten, maar dragen na hun eenmalige investering weinig meer bij aan de vooruitgang van het land. Het laatste is zeker aan de orde als de investeerders niet verplicht worden zich in het land te vestigen, zoals in Dominica het geval is. Ook binnen de Europese Unie speelt dit onderwerp. Begin 2014 gaf Viviane Reding, destijds vice-voorzitter van de Europese Commissie, in een toespraak in het Europees Parlement in Straatsburg aan dat staatsburgerschap niet te koop zou moeten zijn. Rijken die investeren in een EU-lidstaat en hierdoor het staatsburgerschap van één land verkrijgen worden feitelijk het EU-burgerschap toegekend en de rechten die daarmee samenhangen. Zo hebben deze investeerders dan onder andere het recht om te reizen, te wonen en te werken in elk EU-land. Dus, volgens Viviane Reding, kunnen beslissingen over het toekennen van een nationaliteit niet zomaar door één EU-lidstaat genomen worden ten opzichte van andere lidstaten en de EU als geheel. Ondanks deze discussies

ALGEMEEN OFFICIËLE LANDSTAAL: ENGELS HOOFDSTAD: ROSEAU

RELIGIE OVERIG (5%) PROTESTANTS (15%) ROOMS-KATHOLIEK (80%)

INWONERS X 73.293 (IN 2013)

lopen de ‘citzenship by investment’ programma’s op Dominica en in sommige Europese landen, zoals Malta, nog steeds door. Onder druk van de EU scherpte Malta de procedures aan. Hoe de programma’s zich in de toekomst ontwikkelen moeten we afwachten, maar voorlopig kunnen investeerders en de landen met deze programma’s nog volop van elkaar profiteren. w

Verrekijkers ― 17


THE INTERNATIONAL CORNER

AIESEC THE LEADERS OF TOMORROW AIESEC IS ONE OF THE LARGEST STUDENT RUN ORGANIZATION IN THE WORLD. IT WAS FOUNDED IN 1948 WITH THE IDEA IN MIND TO PROMOTE INTERNATIONAL EXCHANGES. 67 YEARS LATER, THE ORGANIZATION IS STILL ALIVE AND KICKING.

T

he main aim of the organization today is to promote leadership experience among students, but also to promote diversity. These goals are met through a series of exchanges. Students from across the world go to different countries and work there, either with companies or with other organizations. Since AIESEC is present in 125 countries, this offers a wide range of countries from which exchange students can choose. Additionally the interns can choose from a wide range of different projects (teaching, raising awareness of different diseases are just a few of the many examples) seeing as the organization is now very diversified. 18 ― Verrekijkers

LEADERSHIP EXPERIENCE The members of AIESEC, who often refer to themselves as AIESECers, are entirely responsible for the organization of the exchanges thereby providing them with major leadership experience. While working for AIESEC, the members learn how to become excellent time managers since they have to juggle the passionate work that they do in AIESEC with their studies. They have the opportunity to gain insight into the corporate world given that they are the one who have to deal with the different companies in which the interns will work. AIESEC is basically divided into two main departments : incoming exchange and outgoing exchange (though they also have a finance department, a communication department, an external relations department among others, that are crucial to the good functioning of any organization). The former organizes all the projects and internship opportunities and look for interns from abroad who want to participate

in these projects. The latter helps local students find internship opportunities abroad and often helps them with all the procedures that are necessary.

AIESEC

University of Antwerp AIESEC has been present in Antwerp for over 50 years. In fact, Belgium is one of the founding countries of the organization. In 2004 after the merger that formed the University of Antwerp, AIESEC UFSIA(University Faculties Saint Ignatius Antwerp) and AIESEC RUCA(State University Centre Antwerp) merged to form AIESEC UA.

CULTURAL DIVERSITY

AIESEC UA is a very diversified organization, with lots of international students. According to the vice-president of their communication department, Timo Verbrugghe, this helps in bringing different insights and encourage the students into going on exchanges. The companies they work with are also, for the most part, international companies providing once again the experience of cultural diversity to all


Tekst: Laila Hamja — Foto's: AIESEC Universiteit Antwerpen

participants. Trainees come to local committee meeting to share their experience so as to promote cultural diversity among the students. They also encourage their members and interns to go to international conferences, organized by AIESEC, so as to be able to mingle with foreigners even more. During these international conferences, there can be as many as 100 different nationalities and thus really gives the participants the opportunity to experience an international environment.

Though AIESEC UA now tries to focus more on exchanges, it still focuses a lot on tracking the growth of its members. AIESEC is not just about exchanges, it is most importantly about providing leadership experience to youngsters. As the AIESEC motto says, it is about “empowering young people for peace and fulfillment of humankind's potential”. w

More info about AIESEC The history of AIESEC

• Belgium was one of the founding countries of AIESEC, together with Denmark, Finland, France, The Netherlands, Norway and Sweden. • Two former Belgian AIESECers became President of AIESEC international. Dirk Ketele in 1982-83 and Robbe van den Wyngaert in 1983-84 • Nelson Mandela wrote an endorsement letter for AIESEC where he said "I commend AIESEC's continuing efforts to develop the future business leadership of our countries."

• AIESEC University of Antwerp was created in 1956. • It has currently 100 members • AIESEC UA’s partners: Alcatel-Lucent, Intris, VGD Statoil and Slick among others. • If you are interested in joining AIESEC or in going on internship, you can visit AIESEC UA’S webpage www.aiesecua.be or their facebook page www.facebook.com/ua.aiesec

Verrekijkers ― 19


THE INTERNATIONAL CORNER The harmful effects of cocaine in the society and environment. The supply side story.

THE ‘REAL’ DARK SIDE OF COCAINE Most people know about the harms that drug consumption, especially cocaine or other hard drugs, have over the society, destroying lives and tearing families apart. This side of the picture is best known. In many schools students are taught not to consume hard drugs because of the effects these can have over their lives and families. However, not too much attention is given to the effects cocaine can have over the lives, families and societies of the people who are involved in the production of this drug. According to the UNODC (United Nations Office on Drugs and Crime), all of the world’s cocaine is produced in three countries, Colombia, Peru, and Bolivia, and even though cocaine is also consumed there, virtually all of the production is exported to North America and Europe, where 90% of world cocaine is consumed. The reason for such a strange distribution is simple: high demand and high prices. However, the harmful effects of this drug are bigger in the countries producing it than in the countries consuming it. The base of cocaine is the coca leaf. However, the coca leaf in its natural state is not a drug. Coca is a leaf that has been consumed by some South American indigenous groups for many centuries. In countries like Bolivia, coca consumption is normal among 20 ― Verrekijkers

many layers of society and some of its derived products, such as coca tea is even more popular. Though, coca is legal in Bolivia, coca crops are much bigger than the needs of the traditional consumption and legal demand, the surplus of the production is diverted into cocaine production.

Many peasants in Bolivia, Peru and Colombia grow coca because they do not have another alternative to sustain their families. It is possible to harvest coca three or four times a year and there is a high demand for the product. The size of coca crops, which is bigger than what is needed for traditional consumption, have a negative impact on the environment. The first negative impact is deforestation. According to the UNODC, deforestation due to coca cultivation has reached close to 700,000- hectares since the

1970s. Another impact of coca leaf crops is soil erosion, which reduces land productivity and contributes with the pollution of adjacent watercourses. Coca can be harvested up to 4 times a year, which results in the intensive use of the soil. Furthermore, coca grows in a highly humid, mountainous area of the subtropical forest located between 500 and 2000 meters above sea level, which is the most fragile region of the jungle. The fourth negative impact, directly related to cocaine production, is water contamination. To produce cocaine, several toxic chemicals are needed to extract the cocaine alkaloids from the coca leaf. Among such chemicals, we can find kerosene, sulfuric acid, quick lime, carbide and even toilet paper. All the factories/laboratories that manufacture cocaine are located in the middle of the jungle and have very poor infrastructure. Needless to say that they do not have an adequate waste disposals and therefore all these chemicals are dumped into the rivers. For a production of 6,400 tons of cocaine paste in 1986, 57 million liters of kerosene, 32 million liters of sulfuric acid, 16,000 tons of quick lime and 16,000 tons of toilet paper were dumped into the rivers that year, according to UNODC. Another way of contamination comes from coca leaf eradication.


Tekst: Pedro Inchauste

The governments of Bolivia[1], Colombia and Peru, under the direct influence and help of the U.S government, believe that the main way to fight drugs trafficking is to completely eradicate coca crops. As a result, the armies ofthese countries, with the help of the U.S military, have undertaken a war with coca leaf growers in order to eradicate coca during the last decades. Eradication is undertaken by two means: one is to physically rip off coca bushes, which means that the army has to go into the field, which has cost many peasants their lives. The other mean is by air fumigation. The problem is that air fumigation does not discriminate between coca crops and others crops (e.g. papaya, banana, yucca, etc.).The chemical instantly kills everything it touches, resulting in the loss of many others crops along with the coca leaf. Along with the environmental aspects, cocaine production also have many

negatives effects on the society. As stated before, eradication has cost the lives of hundreds of peasants. The way of fighting drugs trafficking has forced the armies of Bolivia, Colombia and Peru to fight its own citizens, which has left a deep scar in society. However, the main problem is the violence that drug trafficking has created. Drug production is always associated with weapons, violence and murder. The most serious case is Mexico. Even though it is not a producing country, it is the place from which most of the cocaine enters the U.S. In the last years the north of Mexico, due to the presence of drug cartels, has become one of the most dangerous regions of the world, where murders happen every day and where children learn to react in

case of a gunfight in school. However, violence related to drugs is not only a Mexican problem, this a problem of all the countries involved in the chain of production. In my country, Bolivia, the presence of the Mexicans and Colombians drug cartels have increased over the past few years, nowadays, gunfights and murders are becoming more and more common. This reality is very well represented in Rachel Seifert wining award documentary Cocaine Unwrapped, which shows the crude reality of this world. Cocaine is a business where very few people win, and where millions suffer and get impoverished. w

[1]: Since 2006 these methods of eradication are no longer practiced in Bolivia. The reason is the accession to power of President Evo Morales, who is the leader of the union of coca leaf growers.

Verrekijkers ― 21


THE INTERNATIONAL CORNER: BRICS

THE BRICS

DOES LIVING IN A FAST GROWING ECONOMY MEAN FREEDOM TO DO BUSINESS? BRICS is the acronym used to refer to the five major emerging economies in the world: Brazil, Russia, India, China and South Africa. They are all classified as developing countries with a high process of industrialization, but more interestingly they are known for the speed on which they have achieved their countries’ growth. In return, their growth has turned them into political leaders of their regions and increased their power in world politics.

22 ― Verrekijkers


Tekst: Ana Gabriela Cruz — Illustrations: Minke Stijns — Photo: Agence France-Presse/Getty Images

DOING BUSINESS IN THE MOST PROMISING ECONOMIES The American economist Jim O’Neill came up with the abbreviation BRICs in 2001. His objective was to emphasize the trend seen in these five countries. It was originally formulated as BRICs using the “s” for plural. But in 2010 came the integration of South Africa, although highly disputed, many voted for the inclusion of a country from the African continent. The main argument was that one of the biggest providers of raw material and natural resources could not be overlooked. Since then, the term started being used as it mostly used now: BRICS. These five economies have all grown rapidly taking their national status to an unexpected level of political and economic power that is rearranging the dynamics in the international world.

to their story, one being their performance in economic freedom, and secondly how they represent an interesting power group in international politics.

THE BRICS HAVE TWO INTERESTING SIDES TO THEIR STORY: 1. THEIR PERFORMANCE IN ECONOMIC FREEDOM 2. THEY REPRESENT AN INTERESTING POWER GROUP IN INTERNATIONAL POLITICS.

WHAT IS ECONOMIC FREEDOM?

All eyes and expectations are on them, from starting a business or investing, to encourage taking the leadership of their regions. With this in mind, the BRICS have two interesting sides

Typically, economic freedom is composed of three main elements: free trade, free markets and private property rights. According to some philosophic economic currents, the higher the economic freedom of a country, the faster the country will develop. These currents (neoliberalism, capitalism, etc.) encourage any country to embrace these ideas resulting in a better economic performance. The Index of Economic Freedom (IEF) intends to assess 178 countries based on these main ideas, and ranks them according to the degree of freedom in their country.

Russia

China India

Brazil South Africa

Verrekijkers ― 23


THE INTERNATIONAL CORNER: BRICS

PREDICTED TOP ECONOMIES IN 2030 - 2050

BRIC

1. 2. 3. 4. 5. U.S.A. ... ...

40. Belgium

24 ― Verrekijkers

THESE COUNTRIES ARE STILL STRUGGLING WITH CATCHING UP WITH THE FREEDOM STANDARDS THAT OTHER DEVELOPED COUNTRIES HAVE. complete five procedures, taking a total of 19 days to start up a company. Contrastingly, you only need four procedures in Russia, but it will take you around 200 days to have a business running there. Somewhere in the middle, is the Chinese example where to launch a firm it will take you 11 pro-

$

cedures and one month of your time. For India and Brazil, the long processes that have to take place before you can have a functioning business are the main issue. These examples show that the BRICS are still struggling in catching up with the standards of freedom that other developed countries achieved in the past. When the BRICS are compared to other countries like Singapore or Belgium, where it should only take you 3 days to have everything in order, the BRICS countries still have a lot to work on. As a result, when it comes to setting up a new business, bureaucracy seems to be the common enemy in the five countries.

LET’S TALK POLITICS

The BRICS have gradually strengthened their identity. They have embraced their label and have started acting as an important political group. They have been meeting yearly since 2009, and in their last meeting in Fortaleza, Brazil, in 2014, they finally agreed on creating a New Development Bank. This bank will be the first institution created by southern countries that intends to be an alter-

FACTS 20% {

Want to know where your country ranks? Go to www.heritage.org/index

$ $

The IEF scores the countries in four major categories: rule of law, limited government, regulatory efficiency and open markets. All five countries seem to struggle in the same two subjects: corruption and property rights. Corruption is a wide spread disease and certainly affects the capacity of any country to attract business or to encourage starting one. Additionally, property rights are an issue. If these are not respected the probability of investment will be reduced. No businessman wants to buy an office or design a new brand without having the certainty that the government will and cannot take it away from him on arbitrary bases. So, these low levels of freedom are caused by weak systems of

transparency and a fragile rule of law. In return, many economic activities are affected by the lack of efficiency of their governmental institutions. What is also interesting is to look at the practical matters of setting up a business in these countries. For instance, in South Africa one has to

ROW WORLD'S TOTAL GDP

Among those countries are the BRICS. However, surprisingly enough, they are considered to be mostly unfree, with the exception of South Africa which is moderately free. The countries are ranked as follows: South Africa is in the 72nd position, followed by Brazil in the 118th place, India in the 128th, China in the 139th and finally Russia in the 143rd.


Tekst: Ana Gabriela Cruz — Illustrations: Minke Stijns — Photo: Agence France-Presse/Getty Images

native to the economic institutions already available for funding, specifically speaking of the International Monetary Fund (IMF) and the World Bank (WB). The BRICS have stressed the importance of having an institution from the south, for the south. The IMF and the WB are dominated by European and North American politics. The New Development Bank (NDB) is the first institution created within developing countries. In terms of politics, the creation of the NDB is huge, because it gives a voice to the current frustrations of many developing countries in terms of the unbalanced political power. The economic growth and importance of BRICS countries has enabled them to create a significant institution which only demonstrates the capacity and willingness these countries have. The NDB will start operating this year in Shanghai, with very high expectations of what it could become. In the last decade, the BRICS countries have achieved rapid economic growth, increased their political power and embraced their identity as a group. Although they still struggle with

THEY REPRESENT

18%

OF THE WORLD ECONOMY

18%

OF THE WORLD ECONOMY

THEY REPRESENT

economic freedom, as explained above, they are shedding a light on some new alternatives for cooperation and business. Thinking that the United States or the European institutions will continue to control most of the economic institutions and transactions might soon be a thing of the past. In fact, the portal Economic Watch

THEY HAVE STRESSED THE IMPORTANCE OF HAVING AN INSTITUTION FROM THE SOUTH, FOR THE SOUTH.

ensures that by working together the BRICS countries can define the future economic order between them. China could dominate in manufactured goods, India in services, and Russia, South Africa and Brazil in raw material supplies, which gives an ideal combination for trade and business.

POLITICAL FREEDOM OVER ECONOMIC FREEDOM The BRICS are certainly a group to keep an eye on. Although economic freedom is not at its best, as the IEF scores reveal especially in the rule of law and regulatory efficiency sections, these setbacks and weaknesses can be certainly improved over time. In other words, although these promising economies are not based on the principals of economic freedom, they do bring up to discussion another type of liberty, the political one. They are igniting the South-South cooperation model, where there is a staggering reduction in the involvement of European and American politics in the development of a country. It is these developing countries, who are widening political power to southern nations. Their ultimate goal is to provide independence from the West to all developing countries, and on that subject they are certainly on track. w

EXPECTED YEARLY GROW

4–5% 4–5%

WITH 3 BILLION CITIZENS, IT'S ABOUT

40% 40%

YEARLY GROW EXPECTED OF THE WORLD POPULATION ― 25 WITH 3 BILLION CITIZENS, IT'S Verrekijkers ABOUT


THE INTERNATIONAL CORNER: THE STUDENT'S VOICE The Student's voice

A FILIPINO IN BELGIUM 12

million Filipinos live abroad, creating a large diaspora across the world. 3067 Filipinos are registered as living in Belgium according to the Belgian National Institute of Statistics while the Commission on Filipinos Overseas (CFO) estimated that more 10 000 Filipinos live in Belgium. Amongst them is April, a master’s student from the University of Antwerp who has agreed to share his view of his native land with us. April is from Quezon City, one of the most well-known cities of the Philippines. He has been studying in Belgium for 8 years now. Being Filipino

Made up of 7107 small islands, The Philippines is a little piece of paradise. Famous for its nice beaches, its amazing rice terraces and worldwide impressive volcanoes, this country situated in the Far East is a little gem.

The Philippines, named after King Philip II of Spain, is a sovereign island country. It is one of the most densely populated countries in the world with about 100 million people living on 300 000 km2. The Philippines was a Spanish colony for some 300 years before being taken over by the United States in 1902. In 1946 it was finally recognized as an independent country.

26 ― Verrekijkers

What are your three favourite things about your country? The food, Christmas, the musicality of Filipinos.” Consisting of Austronesian cuisine mixed with influences from Spanish, Malay, Chinese and American cuisine, amongst others, Filipino cuisine is very diverse.

What do you think about the development of The Philippines? It’ll take a while because of corruption in government. There's rampant and systemic corruption at all levels ofgovernment. And Filipinos still tend to vote on the basis of personality and personal appeal, with the result that the same names and families are in power. In what fields do you feel like your country could improve? Governance, education, agriculture. Basic education leaves much to be desired in the Philippines. Public schools still have a reputation of not

being up to par. There are many colleges and universities but only a few of them are of quality. Most of the country consists of rural areas. People tend to go to the cities to find work, but if agriculture is given attention, perhaps people will stay put in their areas and will work to develop them. What can you tell us about the economy of the country? Do you think the government is using the country’s resources in the best way? We know that the country is a big exporter of coconuts, in fact the biggest in the world, but what about the rest of the economy? I think it’s still the case that the economy is kept afloat by remittances from Filipinos working abroad (OFWs or Overseas Filipino Workers). We need more local industries, I guess, and less corruption. There are many Filipinos in Belgium. Would you say there


Tekst: Laila Hamja — Foto's: Chris Nener, Glorius Gaduang, Deortiz

Three must-sees in The Philippines 1. Boracay

is a Filipino diaspora in Belgium? If yes, how do you feel about it? Yes, there are Filipinos everywhere. It’s like a fact of life. (My Dad also worked in Saudi Arabia for a long time to support us.) People leave their home country, because they want a better future for their families and themselves. They have nothing in the Philippines and they know their chances of becoming successful there are slim. So I completely understand why they go abroad. Why they chose Belgium, on the other hand, is not so self-evident. Most people go to the US. But I guess each person has a story to tell. After so many years living abroad, how do you feel about your identity as a Filipino? That I’m Filipino has become clearer to me here. There might be a lot of things that are wrong in the Philippines and maybe it’s unfortunate that I’m here and not there to help out. But I’m proud to be Filipino. It has become clearer to me that I come from this background and yet, at the same time, I’ve also been educated in Western traditions. I come from a background which is different from the other students, being a Filipino coming from a developing country and former colony, but also as a Catholic. w

2. Mayon Volcano

3. The rice terraces

Verrekijkers ― 27


REEKS: MILLENNIUMDOELEN

8 MILLENNIUMDOELSTELLINGEN

2015

DEEL 2 VAN ONZE REEKS

DOEL

De milleniumdoelstellingen zijn onderverdeeld in acht doelstellingen, die in 2015 moeten worden behaald. De voortgang van de doelen wordt gemeten ten opzichte van de situatie in 1990. Door de hoeveelheid aan informatie heeft Verrekijkers besloten om steeds twee doelstellingen te belichten.

5

1^ q

1@ 1#

HET VERBETEREN VAN GEZONDHEID VAN MOEDERS

2008

Vrouwen hebben in Jamaica q, Maleisië w, Sri Lanka e, Thailand r en Tunesië t veel vaker toegang tot verloskundige hulp. Deze is in de afgelopen tien jaar enorm verbeterd door betere scholing van verloskundigen en betere ondersteuning tijdens de zwangerschap van de vrouw. Dit alles heeft er mede door geleid dat de moedersterfte in deze landen flink is gedaald. In Zuid-Azië y worden veel moeders na de bevalling geconfronteerd met een fistel (een ontsteking in de lichaamsholte of in de klier, red.) . Door een eenvoudige operatie kan dit verholpen worden. Niet iedereen heeft het geld om dit te doen. De UNFPA (Unites Nations Population Fund, red.) helpt vrouwen van dit pijnlijke probleem af te komen, door de operatie te bekostigen.

28 ― Verrekijkers

2010

Het Ministerie van Volksgezondheid en Bevolking in Egypte u heeft de toegang tot neonatale zorg vergroot. Door moederschaphuizen te bouwen op het platteland. In deze huizen worden voor, tijdens en na de bevalling de moeders goed in de gaten gehouden. DIt leidt tot minder sterfgevallen en gezondere baby's.

De UNFPA ondersteund mobiele klinieken opgezet in Pakistan i. Sinds het begin in 2005 hebben er al bijna 850.000 patiënten een bezoek gebracht aan deze klinieken. Vrouwen kunnen er terecht voor prenatale consultaties, post-miskraam complicaties en het uitvoeren van een keizersnede. De mobiele klinieken zijn erin geslaagd om verloskundigen op te leiden en zo de zwangere vrouwen extra te ondersteunen.

2013

In Rwanda o is een speciaal sms-systeemin het leven geroepen; 1! RapidSMS. Via de sms krijgen vrouwen informatie over de zwangerschap en kunnen ze zich abonneren op een speciale noodoproep als hun bevalling niet goed verloopt. Via dit sms-systeem kunnen vrouwen snel en vakkundig advies krijgen tijdens hun zwangerschap. UNICEF ondersteunt dit sms-systeem. Om verdere vooruitgang te boeken in het terugdringen van moedersterfte worden er in Bangladesh 1) 3000 verloskundigen terug naar school gestuurd. Hier leren ze nieuwe technieken om te gebruiken tijdens bevallingen en wisselen ze ervaringen uit. Om zo de moedersterfte nog verder terug te dringen.


Tekst: Syren Korthouwer

SLAAGT DE WERELD IN 2015? HET VERREKIJKERS-RAPPORT 1( 1$ 1* 1& t u

i y 2!

1) r

2)

DOEL

2@

6

e o

2# w

HET BESTRIJDEN VAN HIV/AIDS, MALARIA EN ANDERE ZIEKTEN

2008

Van 2005 tot 2007 is het aantal HIV-positieve zwangere vrouwen, die doormiddel van medicijnen voorkomen dat haar kind ook besmet raakt, met 33% gestegen. In dezelfde periode is het aantal kinderen met HIV gedaald van 410.000 naar 370.000. In verschillende landen, zoals Argentinië 1!, de Bahama's 1@, Barbados 1#, Wit-Rusland 1$, Botswana 1%, Cuba 1^, Georgië 1&, Moldavië 1*, Rusland 1( en Thailand r is het doel om 75% van de HIV-positieve vrouwen het medicijn toe te dienen en zo te voorkomen dat ze de ziekte overdraagt aan haar kind.

2010

Bijna 200 miljoen muskietennetten zijn door bedrijven geleverd aan verschillende Afrikaanse landen tussen 2007 en 2009. De netten beschermen de populatie in Afrika 2) tegen malaria.

2$ 1%

Tuberculose doodt per jaar ongeveer 330.000 mensen in India 2!. Sinds de oprichting van het Revised National Tuberculosis Control Programme, in 1997, zijn er al elf miljoen mensen genezen van Tuberculose. In 2004 lanceerde het ministerie van Togo 2@ een volksgezondheidcampagne. Immunisatie tegen mazelen en polio was gecombineerd met het uitdelen van gratis muskietennetten, vitamine A-supplementen en parasiet medicatie. In 2008 waren 71 procent van de huishoudens geholpen bij de behandeling van parasieten, om ziektes te voorkomen.

2013

Cambodja 2# heeft een van de hoogste tuberculosecijfers in de wereld. Met steun van het World Health Organization (WHO) en internationale

partners werd er in de afgelopen 20 jaar hard gewerkt aan een succesvol nationaal tbczorg en controle programma, dat ook heeft geprofiteerd van economische ontwikkelingen en primaire gezondheidszorg. Volgens een nieuw onderzoek is er een afname van 45% van mensen die ziek zijn met Tuberculose.

Het ministerie van Volksgezondheid in Zambia 2$ heeft samen met UNDP een project opgezet om 400.000 HIV/aids behandelingen gratis uit te voeren. Tijdens deze behandelingen worden gratis medicijnen uitgedeeld en wordt er informatie gegeven over het leven met HIV/aids. Om verspreiding te voorkomen. w

Verrekijkers ― 29


RECEPT MET RESPECT

JE EIGEN HUIS-TUIN-ENKEUKEN-BOM De wereld lijkt wel in brand te staan; OostOekraïne, ISIS, Charlie Hebdo. Je zou bijna verlangen naar de komkommertijd. Om je te beschermen tegen dit geweld schrijft Verrekijkers deze editie een nieuw recept voor. Eentje die niet geschikt is om op te eten, maar waarmee je jezelf kan verdedigen. Je moet nu eenmaal je mannetje kunnen staan. Vandaag maken we een heuse huis-tuin-en-keuken-bom. Je kunt uit protest met een spandoek met rijmende slogan de straat op, je kop in het zand steken, verhuizen naar een onbewoond tropisch eiland en daar de storm uitzitten. Of het heft in eigen handen nemen, met eigen veiligheidsmaatregelen. Kruist een terrorist jouw pad? Geen probleem. Vraag hem even om te wachten, zoek de dichtstbijzijnde keuken op en geef hem een koekje van eigen deeg.

Tekst; Lizet van de Kamp - Illustraties: Karen Devroe BENODIGDHEDEN

£ zilverpapier £ kraantjes water

£ lege fles (1,5 of 2 L) £ wc-ontstopper (korrels)

WERKWIJZE

30 cl

tot waterrand

x5

BOEM!!

INGREDIËNTEN

Een lege fles van anderhalve of twee liter, kraanwater, wc-ontstopper (het liefst in de vorm van korrels) en zilverpapier.

ANDERE MOGELIJKE BESCHERMING

BEREIDING

Vul de lege fles met ongeveer dertig centiliter water en giet daarna de wc-ontstopper erbij. Als je korrels gebruikt, zorg er dan voor dat ze niet boven het water uitkomen. Neem het zilverpapier en rol hiermee kleine staafjes die je in de fles kan steken. Steek vijf van die staafjes in de fles en draai de dop toe. Schud even met de fles en zorg dat je daarna voldoende afstand neemt (minstens een paar meter). Kijk toe hoe de fles uit elkaar knalt. Let op: deze ‘veiligheidsmaatregel’ voer je uit op je eigen verantwoordelijkheid.

VERSIER EEN VERGIET MET PLANTEN EN TAKJES OM ZO GECAMOUFLEERD TE KUNNEN RONDLOPEN.

BEVESTIG MET TOUW VERSCHILLENDE EIERDOZEN AAN ELKAAR EN MAAK JE EIGEN KOGELVRIJE VEST. MET 2 TOUWTJES KAN JE schouderbandjes MAKEN.

30 ― Verrekijkers


RECENSIE: BOEK

Tekst: Najomi Smets - Foto:Hermarce Triay

DE AFRIKAANSE FABEL VAN DE HAAT

LE SANGLOT DE L’HOMME NOIR/ THE BLACK MAN’S SOB – ALAIN MABANCKOU In Le Sanglot de l’homme noir gidst Mabanckou zijn lezers via twaalf essays langs belangrijke momenten in zijn leven: van jeugdherinneringen in zijn geboorteland Congo-Brazzaville, via een ongemakkelijke ontmoeting in een Parijse fitness naar diepgaande filosofie in het vliegtuig richting Amerika. Doorheen deze trip probeert de schrijver meer duiding te geven aan het begrip ‘zwarte identiteit’.

QUOTE

“Because beyond the skin, it is their tears that unite them. I do not question the suffering they went through and some blacks are still suffering. I challenge the tendency to erect these sufferings as signs of identity. I was born in Congo Brazzaville, I studied in France, I am now teaching in California. I’m black, with a French passport and a green card. Who am I? I would be pressed hard to tell. But I refuse to be defined by the tears and resentment.”

Alain Mabanckou groeit op in een arme familie in Congo-Brazzavile. Op zijn tweeëntwintigste krijgt hij de kans om zijn studies rechten verder te zetten in het voor vele Afrikanen mythische Frankrijk. Hij focust zich meer op schrijven en groeit uit tot één van de belangrijkste postkoloniale Afrikaanse auteurs. Momenteel woont hij in de Verenigde Staten waar hij Franstalige literatuur doceert aan de Universiteit van Californië (UCLA). In Le Sanglot de l’homme noir beweert Mabanckou dat kleurlingen zich al te makkelijk laten definiëren door tranen en haat. Ze wijten de ellende van hun continent aan het contact met Europa. Dit betekent dat ze bij elke tegenslag die ze meemaken, zeggen dat het de fout is van de blanken. Zij zijn immers degenen die hen gekolonialiseerd hebben en dus de vrede en rust hebben

verstoord. Mabanckou neemt hier radicaal afstand van. In zijn eerste essay, gericht aan zijn zoon Boris, waarschuwt Mabanckou hem voor deze vorm van identificatie. In plaats van zich telkens weer te laten verblinden door tranen en haat, roept Mabanckou op om het heft terug in eigen handen te nemen en zich te richten op de toekomst. Wat vaak vergeten wordt is dat Afrika voor de kolonisatie geen paradijs was. Er bestond niet alleen slavernij en kolonisatie door Arabieren, maar ook tussen de stammen onderling. Mabanckou erkent dit onderdeel van hun geschiedenis, maar in de Afrikaanse cultuur wordt dit nog vaak vergeten en genegeerd. Dit zou immers betekenen dat zij zelf ook een aandeel hebben in hun ongeluk en dat ze samen met het Westen op de beklaagdenbank zetelen.

Mabanckou schuwt geen controverse. Niet alle zwarten krijgen de kansen die hij heeft gehad. Het probleem schuilt niet alleen in de denkwijze en de wil van sommige Afrikanen, maar vooral in het gebrek aan mogelijkheden en de vaak erbarmelijke politieke situatie. Toch geeft Le Sanglot de l’homme Noir een interessante kijk op de postkoloniale houding van zwarten en loont het de moeite om te lezen voor iedereen die meer inzicht wilt krijgen in dit fenomeen. w Verrekijkers ― 31


REVIEW: BOOK

3 8 M A TR

ILA WANZA MUJ BY FISTON M Fiston Mwanza Mujila was born in Lubumbashi, province of Katanga, in the Democratic Republic of Congo in 1981. He completed his secondary and university studies there before fleeing his country in 2007. He now lives in Graz in Austria where he is completing a PhD in Italic languages. He was awarded the ‘Médaille d’Or’ in the ‘VIe Jeux de la Francophonie’ held in Lebanon. His work echoes the political turbulence after independence and its consequences on everyday life in the Congo.

32 ― Verrekijkers


Tekst: Winfried van Gool - Foto: Philippe Matsas

QUOTE

"In my texts, I often practice the accumulation. I always wanted to be a saxophonist but it was not possible because in my region there was not a single jazz bar, not a single music school, not a single saxophone. Then I found myself alone with my words. When I write, I work with the words as notes, as if it was a partition. The writing is a way of saying the world. A text is polyphonic, there are several directions, several messages."

The bustle of his native Lubumbashi is what inspired Congolese author Fiston Mwanza Mujila in his first novel Tram 83. It is in a bar with the same name that musicians, alcoholics, prostitutes, criminals, aimless students and one unsuccessful author meet. This lively establishment is situated in an African city, capital of an autonomous province, that bears the marks and scars of past colonialism and of present day civil war. Westerners, mostly owners of the local mines and often ironically referred to as ‘tourists with a lucrative objective’, frequent the place too. Then there are the unfortunate and unruly ‘miners/diggers’ who often die when mine shafts collapse. Tram 83 is at the centre of both the city and the novel. Through this bar that doubles as nightclub, theatre, brothel, restaurant and abattoir where dogs are cruelly slaughtered before their meat is served to patrons, Mwanza Mujila deals with the theme of globalisation. The city in which all these events occur is called ‘Ville-Pays’ (City-State). It is described as the smallest capital in the world. A war for ‘freedom’ is fought there under the sway of a dissident general. The only law is the law of the jungle with the strong crushing the weak in a fierce battle of natural selection. At least, relations are clear as there is a continuous confrontation between characters. All this is not very much unlike a prize fight taking place in a boxing ring. The only prize here though is survival. All characters suffer without exception but Mwanza Mujila is no pessimist. His absorbing novel is a homage to the strength of the Congolese people that have lived through decades of war and have faced unimaginable misery. Clearly, this novel refers to today’s DRC but events also apply to other African countries as it

The Garden of Earthly Delights by Jeroen Bosch

describes corruption and social injustice. A very grim picture is drawn. Still, there is room for humour. One of the prostitutes for example, insists on foreplay telling her visitor that it is similar to democracy: ‘If you don’t caress me first, I’ll call in the Americans.’

The two main characters in this mixed bag are at loggerheads: Lucien, the unsuccessful and uninspired author, and Requiem, also known as Hitler, Obama, Marshal, Guide and G7, to mention only a few as the list of these nicknames covers an entire page in the book. Their confrontation is symbolic for two different attempts to deal with everyday life. Both are extremists. Requiem is certain that literature cannot change the world and that, whatever may happen, his death is inevitable. His sole objective is to live life to the full, whereas Lucien attempts to adopt the lifestyle of a Parisian author which is, of course, impossible in Africa.

The crowd in ‘Ville-Pays’ is reminiscent of that in The Garden of Earthly Delights by Dutch painter Jeroen Bosch. Similar to this 15th-century painting, Tram 83 shows a postlapsarian world centred around nightly delights such as sex, drugs, alcohol and easy money made through blackmail, corruption and trade in contrabands. Tram 83 documents the effects of globalisation in postcolonial Africa. Perhaps the novel exaggerates but it is certainly without ambiguity. Chaos reigns, corruption is rife, human life is without value. This is paradise transformed into hell on earth. w Tram 83 by Fiston Mwanza Mujila verkrijgbaar bij Métailié uitgeverij vanaf s16

Verrekijkers ― 33


CULTUURAGENDA

CULTUURAGENDA

34 ― Verrekijkers

La Traversée

Tentoonstelling 20.02.15 – 07.06.15 0 / 3 / 6 / 8 euro

De Franse documentairemaker Mathieu Pernot analyseert met zijn foto’s onze hedendaagse maatschappij: migratie, sociale huisvesting en ontheemding lopen als een rode draad door zijn oeuvre. Hierbij roept hij een realiteit op die steeds onderhevig is aan verandering, vandaar ook de titel: niets is statig in deze ‘Overtocht’. De tentoonstelling presenteert een selectie van de verschillende series die Pernot in de voorbije twintig jaar maakte en ademt een fragiele, nomadische sfeer uit. FOTOMUSEUM Waalsekaai 47, 2000 Antwerpen www.fotomuseum.be

Op de vlucht voor het klimaat Documentaire en debat 31.03.2015, 20u30 5 euro

Miljoenen mensen verlaten noodgedwongen hun leefomgeving als gevolg van klimaatproblemen. Dat fenomeen dreigt de komende decennia alleen maar toe te nemen. Natuurrampen zoals orkanen en overstromingen zijn belangrijke oorzaken. Maar veel meer mensen ontvluchten hun regio omwille van sluipende veranderingen in het leefmilieu: stijging van het zeeniveau, toenemende droogte en woestijnvorming, het verlies aan biodiversiteit. In tegenstelling tot politieke vluchtelingen hebben deze klimaatvluchtelingen nog altijd geen recht op internationale bescherming. Na de documentaire volgt een debat met Nicole de Moor (UGent), Judith Sargentini (Europees Parlementslid voor GroenLinks) en Samuel Lietaer, (beleidsmedewerker klimaat bij 11.11.11) als sprekers. DE ROMA Turnhoutsebaan 286, Borgerhout www.deroma.be/zuidcafe


Tekst: Naomi Vandenbroeck — Foto's: Bassekou Kouyate and Ngoni ba

Eye on Palestine: Cinema Palestine Film 21.04.2015, 19u30 3 / 5 euro

Canadese filmmaker Tim Schwab exploreert in deze documentaire het leven en werk van enkele generaties Palestijnse filmmakers. Deze interesse in minderheidsgroepen komt steeds terug in zijn werk. In Cinema Palestine brengt Schwab de opkomst en de ontwikkeling van de Palestijnse cinema als apart domein in kaart. Schwab onderzoekt hoe verschillende Palestijnse cineasten ondanks de praktische hindernissen hun land in beelden vatten. Zij slagen erin films te produceren die ingaan tegen dualistische representaties en gekoppeld zijn aan complexe narratieven van Palestijnse identiteit. De documentaire bestaat uit gesprekken met toonaangevende cineasten, cruciale scènes uit hun werk en hedendaagse herwerkingen van deze scènes door Schwab en de cineasten in kwestie die ons tonen welke veranderingen het land heeft doorgemaakt.

Bassekou Kouyate & Ngoni Ba Muziek 15.05.2015, 20u30 14 / 16 euro

De Malinese Bassekou Kouyaté is een fenomeen op de ngoni, een oerbanjo die hij elektrisch versterkt en vaak vervormt met een wahwah-pedaal. Met mooie melodieën, onverwachte ritmes en verrassende breaks blijft Bassekou boeien. Bassekou is onafscheidelijk van zijn band Ngoni Ba, bestaande uit zijn vrouw Amy Sacko en andere familieleden. De groep heeft met Jama Ko hun derde album uit. De plaat namen ze op in de Malinese hoofdstad Bamako toen er een verbod op muziek afgekondigd was door de extremisten en de geweerschoten aan de rand van de stad te horen waren. Ze werkten onverstoord het album af en zo ontstond het beste album van 2013 – volgens World Music Chart Europe.

Othello

Theater 29 + 30.05.2015, 20u30 6 / 12 / 16 / 20 euro Iraakse theatermaker Hassan Kayoon gebruikt het verhaal van Othello om de geschiedenis van Irak te vertellen. De vele structurele overeenkomsten tussen de protagonisten in het verhaal van Othello en het verhaal van Irak, zette Hassan aan om met gekende fictie een voorstelling te maken over de geschiedenis van zijn land. Hij maakt hierbij gebruik van vele experimentele technieken en een rijke beeldtaal. MONTY KULTUURFAKTORIJ Montignystraat 3,2018 Antwerpen www.monty.be

DE ROMA Turnhoutsebaan 286, Borgerhout www.deroma.be

CINEMA ZUID Waalsekaai 47, 2000 Antwerpen www.cinemazuid.be

Verrekijkers ― 35


36 ― Verrekijkers


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.