landgenoten
www.vilt.be
magazine voor boer en buiten herfst 2009 | 19
Samen vruchten plukken
driemaandelijks | kwartaal 3 | Gent X | P509285
van een bloeiend bedrijf
DOSSIER Groen licht voor waterbeheer
blauwe diensten?
Kris Peeters blijft landbouwminister: ‘Crisis aanpakken, maar ook opportuniteiten zien’
Johan Heldenbergh Stadsmus tussen vleeskoeien
+ Haal meer uit je personeel, produceren voor binnen- of buitenland?, Geert Noels, streekproducten en veel meer
Kies voor een adviseur die uw sector kent! Boekhouding | Fiscaliteit | Vennootschappen | Milieuadvies | Agro Bouwadvies | Bedrijfseconomisch advies
Samen maken wij uw toekomst SBB begeleidt vandaag al meer dan 10.000 landbouwers, tuinders en veetelers op het vlak van boekhouding, fiscaliteit, vennootschappen, milieu- en bedrijfseconomische reglementering. In elk van de 28 SBB-kantoren vindt u adviseurs die, net als u, specialisten zijn in hun vak. Zij waarborgen u een deskundige en betaalbare begeleiding en bouwen samen met u aan de toekomst van uw bedrijf. Meer info over onze diensten vindt u op www.sbb.be of in het SBB-kantoor in uw buurt.
www.sbb.be SBB
Partner voor bedrijvige mensen
3
Beste
landgenoten 06
12
Heb je het ook gezien in De Standaard enkele weken geleden? Paginagroot was ze, de advertentie van Delhaize. ‘Lokale producten, daar kiezen we voor!’, stond er in grote letters. Spontaan kwamen er herinneringen bij me boven van een zoektocht naar een stuk Belgische kip in de supermarktrekken tijdens mijn studententijd. Met de lekkere zelfgekweekte kippetjes van mijn moeder en de horrorverhalen over Braziliaanse plofkippen in mijn achterhoofd speurde ik elk etiket af naar een teken van herkenning. Tevergeefs... Ontgoocheld vertrok ik dan maar met een kip waarop het etiket Produit de France prijkte. Van die chauvinistische Fransen kunnen we nog wat leren, leek me.
distributiesector een geweten te krijgen? Of is het uit puur opportunisme omdat men inziet dat de kwaliteitsvolle Belgische producten een manier zijn om zich van de concurrentie te onderscheiden? In elk geval is het resultaat hetzelfde en dat is wat telt! Zou minister Peeters dan toch gelijk hebben toen hij ons zei dat elke crisis zijn opportuniteiten heeft? Veel leesplezier! Griet Lemaire Hoofdredacteur
En nu lijken de jarenlange onderhandelingen van de landbouworganisaties en vlam met de distributiesector eindelijk hun vruchten af te werpen. Eerst een akkoord over de promotie van Belgische producten, daarna een overeenkomst over een melktoeslag. Begint de
22 in dit nummer 06 focus waterbeheer Van bekkenbeheerplan tot oeverzone. Welke uitdagingen en kansen biedt integraal waterbeheer voor jouw bedrijf?
12 ondernemer van nature Marja Van Dessel legt uit hoe ze met 50 personeelsleden 1 team vormt, dat betere resultaten haalt.
16 biechtstoel Kris Peeters over de aanpak van de crisis, export, Europa en het risicobeheer op de Vlaamse bedrijven.
18 burenbabbel Het landbouwlandschap door de ogen van Vlaams bouwmeester Marcel Smets: ‘Misschien moeten we sommige stallen wel ingraven.’
en verder …
04 10 15 20 22 24 27
koetjes & kalfjes gewikt en gewogen uit de provincie ten huize van buitenlander frontaal mijn gedacht
20
colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail info@landgenoten.be hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.
4
koetjes & kalfjes
Groetjes uit het Pajottenland eGlooiende heuvels, schitterende verg es,… hoev ants vierk zichten, prachtige Om Het Pajottenland heeft het allemaal. van p scha land tse Pajo het waardevolle is en, stell te r kijke de vroeger en nu in al teria dma beel oud men op zoek naar en, derij schil rten, tkaa als foto’s, pren het kalenders, kaarten en filmpjes van moes, hoev lijke erke landschap en opm ter lens en woningen. Wie de trotse bezit bij ht terec kan , riaal is van dergelijk mate enis. hied Gesc e risch het Centrum Agra
wil Maar er is meer! In een tweede fase es en hoev oude van g evin omg de men den andere landelijke gebouwen inkle En ten. men psele scha land e klein met en stell incie prov de als pa Euro l zowe het om ing hikk besc ter geld wat heel n. landbouwlandschap in ere te herstelle
Sterk staaltje Op 26 en 27 september is Oudenaarde opnieuw het decor van de 29ste editie van de Werktuigendagen. Een heleboel grote en minder grote landbouwmachines zullen er
info www.cagnet.be, 016 32 35 42, sarah.luyten@cagnet.be
‘ Twee jonge boeren die samen zestig uur in de week moeten bijklussen om rond te komen en iedereen vindt dat normaal. Ik noem dat redelijk alarmerend.’ Riccy Focke van Boeren op een Kruispunt in Humo
3
Mega Mindy
Goesting in Vlaand
Dat Mega Mindy geen vliegtuig en ook geen vogel is, weet iedere fan van deze Vlaamse heldin. Maar wist je dat je ze tegenwoordig op Vlaamse velden groeit? Een aantal boomkwekerijen, verenigd in best-select, ontwikkelde nog maar net een nieuwe hortensia die de naam Hydrangea Mega Mindy draagt. De tuinplant heeft grote bloeikegels die sterk roze-rood verkleuren in de herfst, de kleur van de outfit van Mega Mindy. BEST-select bereikte een overeenkomst met Studio 100
Over onze bieren is al heel wat inkt gevloeid. Maar ook de rijke Vlaamse streekgastronomie kan best wat meer aandacht gebruiken. Dat beseften ook vlam en het Centrum Agrarische Geschiedenis. Zij staken hun koppen bij elkaar met als resultaat een gloednieuw boek. Goesting in Vlaanderen neemt je mee op een culinaire reis door onze contreien: van de appelteelt in Haspengouw tot de hoppescheuten in de regio van Poperinge. De geschiedenis van meer dan 40 typisch Vlaamse producten wordt belicht, samen met hun gebruik in de keuken en op de feesttafel. Het boek bevat bovendien ook heel wat recepten en leuke weetjes. Eens gelezen hebben de termen biefstukkensocialisme, Brusselse
bloeit op Vlaamse velden voor het gebruik van de naam van het kinderidool. Samen steunen ze ook het goede doel, want van elke verkochte plant zal een deeltje van de opbrengst worden afgestaan aan de werking van het KinderKankerFonds. Het was Free Souffriau alias Mega Mindy die de plant kwam dopen tijdens een officiële plechtigheid.
info www.bestselect.be
WIN! Landgenoten mag 3 exemplaren van Goesting in Vlaanderen weggeven. Stuur je naam en adres naar info@landgenoten.be en wie weet ben jij wel de gelukkige winnaar.
5
van techniek hun kunnen demonstreren. Er gaat heel wat aandacht naar technieken uit de autowereld zoals gps-sturing en zuinig brandstofgebruik. Een absolute primeur is een zelfrijdende mestinjecteur die aangedreven wordt met vario transmissie. Deze machine werd nog op geen enkele andere demonstratie getoond. Ook het aantal tuinbouwdemonstraties breidt uit. Naast de meest moderne machines zal je op het 120 hectare grote terrein ook heel wat oldtimertractoren terugvinden. Zij nemen er zelfs deel aan het nationaal ploegkampioenschap voor oldtimers.
320 info www.werktuigendagen.be
eren
kiekenfretters, hommelpap, Zottegemse pareibuiken en brood der armen geen geheimen meer voor je! info
www.davidsfonds.be
Big brother
waakt over je velden In Limburg is een proefproject gestart met satellietbeelden. Landbouwers die zich inschrijven, krijgen de komende twee jaar gratis gewasinformatie uit de ruimte. Met Europees, Vlaams en provinciaal geld heeft Limburg de rechten op speciale satellietbeelden en bijhorende verwerkte informatie gekocht. Zo kan je als landbouwer zien hoe de biomassaproductie van je gewas evolueert, of er voldoende vocht en stikstof aanwezig is voor een optimale groei en of de groei homogeen verloopt over het hele perceel. Tevens is er een opbrengstbepaling voor granen, aardappelen en suikerbieten. Je kan de hulp inroepen van collega telers
In 2008 waren er 320 erkende zorgboerderijen in Vlaanderen actief. Dat is het stijging van maar liefst 55% tegenover het jaar voordien, toen er 207 zorgboerderijen aangesloten waren bij het Steunpunt Groene Zorg.
of van adviseurs om de informatie over je gewas te interpreteren en om te zetten in mogelijk zeer plaatsgerichte teeltmaatregelen. Al 160 boeren stapten in het project, goed voor een totaal van 4.500 hectare. Geïnteresseerde Limburgse boeren kunnen nog tot 31 oktober deelnemen. Volgend jaar volgt er een nieuwe inschrijvingsronde. info www.mijnakker.be, 011 23 74 41, wrutten@
limburg.be of bekijk de reportage mijnakker.be op www.boerenstebuiten.be
Daarnaast zijn er nog eens 79 niet-erkende zorgboeren. De erkende boerderijen vingen in totaal 387 zorgvragers op. Toch moesten nog heel wat zorgvragers teleurgesteld worden, want het Steunpunt kreeg maar liefst
645 aanvragen voor opvang. In totaal kende de Vlaamse overheid in 2008 een steunbedrag van 692.610 euro ter beschikking voor groene zorg. info www.groenezorg.be
Gratis
gewasbeschermingsadvies Moet jij ook telkens externe hulp inroepen voor advies over gewasbescherming? In een praktische brochure heeft het proefcentrum van Beitem (povlt) de belangrijkste vijanden van gewassen beknopt beschreven en een passende bestrijding erbij geformuleerd. Het boekje heeft zeker niet tot doel het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te promoten. Integendeel, het wil de land- en tuinbouw aanzetten om een evenwicht na te streven tussen kwantiteit – de opbrengst dus – en kwaliteit. Ook milieuzorg speelt bij verschillende toepassingen een belangrijke rol. Je kan de brochure ‘Vijanden van gewassen en hun beheersing’ gratis aanvragen bij het povlt. Zo heb je altijd
het advies van een schare specialisten bij de hand! info www.povlt.be, 051 27 32 00,
povlt.onthaal@west-vlaanderen.be
6
focus waterbeheer
Het integraal waterbeleid en de waterbeheerplannen worden steeds concreter op het terrein. De overstromingsgebieden en oeverzones worden door de landbouw met argusogen gevolgd, maar – zo benadrukt de Vlaamse landbouwadministratie – er liggen in het waterbeleid ook heel wat kansen. In elk geval is water een factor om mee rekening te houden.
Integraal waterbeleid
Bent u er klaar voor? I n januari 2009 keurde de Vlaamse Regering voor heel Vlaanderen de bekken- en deelbekkenbeheerplannen definitief goed, met uitzondering van de West-Vlaamse deelbekkenbeheerplannen waarover nog een openbaar onderzoek plaatsvindt. Die plannen bevatten een hele reeks acties rond waterbeheer die de komende jaren lokaal worden uitgevoerd en een impact kunnen hebben op het terrein. Meest in het oog springend voor de landbouwsector – omdat ze een ruimtelijke impact hebben op de land- en tuinbouw– is de afbakening van 13 extra overstromingsgebieden en 2 oeverzones langs waterlopen. De beheerplannen bevatten echter ook allerlei zaken zoals erosiemaatregelen, projecten om waterlopen in hun natuurlijke staat te herstellen, maatregelen voor de scheepvaart maar ook een verscherpt vergunningenbeleid met betrekking tot het grondwater, of maatregelen rond waterkwaliteit enzovoort. Sommige maatregelen zijn nieuw, andere bestonden al langer.
Tijdig alternatieven zoeken
Elke landbouwer of tuinder zal de komende tijd nog meer dan nu al het geval is met de waterproblematiek in al zijn facetten geconfronteerd worden. Door het waterbeleid, maar ook door de problemen die opduiken, zoals overstromingen, verzilting of watertekorten. Joke Charles (afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, Departement Landbouw en Visserij): ‘Landbouwers hebben er alle belang bij om voorbereid te zijn. Zo ondervinden landbouwers in West- en Oost-Vlaanderen al enige tijd de gevolgen van de daling van het grondwater. De grondwaterlichamen Sokkel en Landeniaan zijn er in een heel slechte toestand. Om daar iets aan te doen is in de stroomgebiedbeheerplannen onder meer opgenomen dat de vergunningen vanaf nu worden gebaseerd op de draagkracht van het systeem. Men zal dus minder water mogen oppompen. Maar in de praktijk is er soms gewoon al geen water meer, en bovendien daalt de kwali-
teit ervan. Alternatieven zijn dus meer dan nodig, en dat zal de komende jaren voor meer en meer aspecten van het watergebruik gelden. De sector heeft zelf alle belang bij een rationeel en duurzaam watergebruik.’
Impact op land- en tuinbouw De Vlaamse landbouwadministratie waakt er mee over dat die zoektocht naar alternatieven en naar een duurzaam waterbeheer op een voor de landbouw redelijke en haalbare manier gebeurt. Joke Charles en Karen Demeulemeester van de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling doen dat op Vlaams niveau, hun collega’s van de afdeling Landbouw- en Visserijbeleid volgen de Europese ontwikkelingen op. Karen Demeulemeester: ‘Wij bekijken in verschillende werkgroepen en commissies alle voorstellen door een landbouwbril: zijn er zaken die in tegenspraak zijn met het landbouwbeleid, zijn er gevolgen voor de landbouwers, is de landbouw-
7
Achtergrond Liesbeth Hiele, Karen Demeulemeester en Joke Charles van het departement Landbouw en Visserij waken over de landbouwaspecten van het integraal waterbeleid.
sector wel de juiste sector om een bepaald probleem op te lossen of bieden maatregelen in de andere sectoren een efficiëntere oplossing, zijn er bepaalde kansen, zijn er knelpunten en welke oplossingen kunnen we voorstellen. Het is onze rol de partners te doen inzien dat sommige dingen een enorme impact hebben op de land- en
tuinbouw. Zo pleiten we er bijvoorbeeld voor om de looptijd van vergunningen niet fel in te korten, aangezien landbouwers meer dan ooit rechtszekerheid nodig hebben. We streven mee naar een
moet realistisch en haalbaar zijn. En daarbij geven we de voorkeur aan stimuleren en sensibiliseren in plaats van dingen op te leggen.’ Een nieuw instrument dat onder impuls van de Vlaamse landbouwadministratie ingang vond, is het landbouweffectenrapport of ler, naar analogie met het milieueffectrapport (mer). Karen Demeulemeester: ‘Als er plannen zijn met een ruimtelijke impact op landbouwgrond, dan voeren wij eerst een landbouwgevoeligheidsanalyse uit. Dat gebeurt aan de hand van de beschikbare administratieve gegevens.’ Een tweede stap is een ler. Dat is nog geen verplichting, maar het is wel de bedoeling dat dit in de toekomst, zeker bij grote projecten, verplicht wordt. Een ler gaat tot in detail na wat de gevolgen van een bepaald scenario zouden zijn voor de betrokken landbouwbedrijven. Daarbij worden ook de landbouwers bevraagd. Meestal is het de
duurzaam waterbeheer en duurzaam watergebruik in de Vlaamse land- en tuinbouw, maar het
Vlaamse Landmaatschappij (vlm) die het ler opmaakt. De waarde van de grond en het belang
De sector heeft zelf alle belang bij rationeel en duurzaam watergebruik
In het kader van het integraal waterbeleid is Vlaanderen opgedeeld in 11 bekkens, die op hun beurt zijn opgedeeld in 103 deelbekkens. Om het waterbeleid concreet gestalte te geven is voor elk van die (deel)bekkens een waterbeheerplan opgemaakt en goedgekeurd. De acties uit die bekkenbeheerplannen en de deelbekkenbeheerplannen worden tot 2013 uitgevoerd. Het gaat onder meer om acties om de toestand van het oppervlaktewater te verbeteren, de watervoorraden duurzaam te beheren, wateroverlast aan te pakken enzovoort. Overkoepelend zijn voor Vlaanderen twee stroomgebiedbeheerplannen opgesteld (voor Schelde en Maas) met meer algemene maatregelen die gelden voor een groter gebied. Die plannen zitten in de laatste fase voor definitieve goedkeuring. De Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (ciw) is het overlegplatform waarin alle betrokken overheden in Vlaanderen zijn vertegenwoordigd. De ciw staat in voor de voorbereiding, planning, controle en opvolging van het integraal waterbeleid. Het Departement Landbouw en Visserij vertegenwoordigt – met een raadgevend statuut – de landbouwstem in de ciw. Aan de basis van dit alles liggen de Europese Kaderrichtlijn Water (2000) en het Vlaamse Decreet Integraal Waterbeleid (2003). info www.ciwvlaanderen.be www.volvanwater.be
8
ervan voor het bedrijf worden in kaart gebracht, aan de hand van bodemkwaliteit, juridische status, afstand tot de bedrijfszetel enzovoort. Op die manier kunnen plannen worden verfijnd of aangepast, of kan een flankerend maatregelenpakket (eventueel met financiële vergoedingen of grondenruil) worden samengesteld op maat van en in samenspraak met de betrokken landbouwer.
Vergoedingen
Blauwe diensten? Na natuurbeheer en groene zorg is waterbeheer een volgende maatschappelijke functie waarin de land- en tuinbouwsector een rol kan spelen door, tegen betaling, bepaalde diensten uit te voeren. Je kunt heel wat voorbeelden bedenken: grachten en waterlopen helpen onderhouden, op een stuk grond het water ophouden om een lager gelegen dorpskern droog te helpen houden enzovoort. Ook samenwerkingen met drinkwaterproducenten, producenten van mineraalwater, brouwers of industriële bedrijven behoren tot de mogelijkheden De afdeling Monitoring en Studie van het
Departement Landbouw en Visserij publiceerde recent een studie waarin die blauwe diensten onder de loep worden genomen. Wat zijn blauwe diensten en hoe kunnen ze in Vlaanderen worden toegepast? De studie bevat ook een reeks inspirerende voorbeelden uit het buitenland. Zeker het lezen waard! info Je vindt de brochure Blauwe diensten door de Vlaamse land- en tuinbouw op: www.vlaanderen.be/landbouw onder Documentatie > Publicaties > Beleidsvoorbereidende studies Je kunt ze ook bestellen bij de afdeling Monitoring en Studie, T 02 552 78 20, ams@vlaanderen.be
Als er landbouwgrond wordt ingenomen, dan gaat de overheid momenteel over tot onteigening of roept zij haar recht van voorkoop in. In het decreet Integraal Waterbeleid werden echter ook de aankoopplicht en vergoedingsplicht opgenomen. Joke Charles: ‘In juli is het uitvoeringsbesluit daarover verschenen. Het bepaalt dat landbouwers die gronden hebben in overstromingsgebieden en oeverzones, de initiatiefnemer onder bepaalde voorwaarden kunnen verplichten tot aankoop van de gronden. Ook gebruikers van percelen gelegen in overstromingsgebieden kunnen financieel gecompenseerd worden. Hiervoor hebben we binnen de ciw (zie kader p.7 Achtergrond) een billijke vergoedingsmethodiek uitgewerkt, afgestemd op de verschillende teelten en bedrijfstypes.’
Inspraak en informatie Hoe kun je nu als landbouwer weten wat je te
focus waterbeheer
wachten staat in het kader van het integraal waterbeleid? Kor Van Hoof (Vlaamse Milieumaatschappij): ‘De plannen komen natuurlijk niet uit de lucht gevallen. Er zijn openbare onderzoeken geweest waarbij iedereen de voorstellen kon raadplegen en opmerkingen formuleren. Er is ook ruim overlegd met alle sectoren, en dus ook met vertegenwoordigers uit de landbouwsector. Voorts zijn concrete projecten op het terrein, en zeker inrichtingsmaatregelen, gebonden aan een hele procedure. Er moeten vergunningen worden gevraagd en openbare onderzoeken worden gedaan. Zoiets gaat zeker niet ongemerkt voorbij. En je kunt acties terugvinden op de online kaarten van het geoloket (zie Info hieronder).’
terbeleid biedt immers ook veel kansen voor landbouwers. Sommige bedrijven hebben nu al grote inspanningen geleverd, denk maar aan de gesloten watercirculatiesystemen in de glastuinbouw. Rationeel omspringen met water is immers ook economisch voordelig, en bovendien zijn er nog nieuwe inkomsten denkbaar. Nu al zijn er boeren die oeverzones beheren of hun vee een dijk laten begrazen. In zogenaamde blauwe diensten (zie kader p.8) liggen zeker opportuniteiten voor ondernemers.’
info • www.bekkenwerking.be: Ligt je perceel in een overstromingsgebied of oeverzone? Welke acties zijn er gepland volgens het geoloket?, enz. • Joke Charles: T 02 552 79 18, joke.charles@lv.vlaanderen.be • Karen Demeulemeester: T 02 552 79 06, karen.demeulemeester@lv.vlaanderen.be • Liesbeth Hiele: T 02 552 79 54, liesbeth.hiele@lv.vlaanderen.be • Jeroen Mercy, medewerker waterbeleid Vlaamse Provincies: T 02 508 13 22, jeroen.mercy@vlaamseprovincies.be • Waterloket VMM: T 053 72 64 45, info@vmm.be, www.waterloketvlaanderen.be • Kenniscentrum Water (Kruishoutem): T 09 381 86 86 erwin.de.rocker@proefcentrum-kruishoutem.be • Kenniscentrum Water voor Land- en Tuinbouw (Rumbeke-Beitem): T 051 27 33 88, dominique.huits@west-vlaanderen.be
De praktijk: 4 projecten uit het Demerbekken
Kansen en goede praktijken
1. Bij rioleringsprojecten wordt voortaan 3. In Zuid-Limburg werden gewasbeschermings-
Intussen werkt de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling aan een code goede landbouwpraktijken water en zetten verschillende organisaties en praktijkcentra projecten rond water op. Er zijn onder meer demonstratieprojecten, er is de vlif-steun en er is het Waterloket Vlaanderen waar iedereen terechtkan. ‘Elke landbouwer moet nadenken over duurzaam en zuinig omgaan met water,’ zegt Karen Demeulemeester, ‘en wij willen de mogelijkheden aanreiken om dat te doen. Integraal wa-
binnen de bekkenstructuren de impact van de ontwerpen op de landbouw nagegaan en wordt gekeken naar mogelijke koppelingen met anti-erosiemaatregelen.
2. In Herk-de-Stad zoekt het bekkensecre tariaat een oplossing voor een overstort ter hoogte van de Vroente waarvan zowel een aanpalend landbouwbedrijf als een natuurgebied hinder ondervinden.
middelen in het oppervlaktewater aangetroffen. Om dat te verbeteren, worden in het Demerbekken met verschillende partners pilootprojecten opgestart die landbouwers moeten informeren en sensibiliseren.
4. De Watering van Sint-Truiden voert samen met de landbouwsector een actief beleid voor de aanleg van poelen of grasstroken op plaatsen waar die de erosieproblematiek kunnen verzachten.
9
10
gewikt en gewogen Melkveevoorlichter & waterspecialist
‘Spelverdeler
tussen onderzoek en praktijk’
Hoe raakt een voorlichter melkvee ook gespecialiseerd in de waterproblematiek?
gezocht medewerker die de Vlaamse melkveehouders informeert over de diverse aspecten van de bedrijfsvoering én over duurzaam watergebruik gevonden Ivan Ryckaert (52), voorlichter melkvee binnen de entiteit Vorming en Voorlichting van de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, Departement Landbouw en Visserij, ivan. ryckaert@lv.vlaanderen.be, T 050 20 76 90 info De brochures Water op het landbouwbedrijf en Afvalwaterproblematiek op melkveebedrijven kun je bestellen bij het Departement Landbouw en Visserij, Carine Van Eeckhoudt, T 02 558 79 01, carine. vaneeckhoudt@lv.vlaanderen.be
ren om zuinig met water om te springen, afvalw ater te zuiveren, water te her gebruiken, hemelwate r af te koppelen en waar mo gelijk te gebruiken, enz ovoort.’
‘Ik werk al vijftien jaa r als voorlichter voor de melkveesector bij het ministe rie van Landbouw en Vis ser ij, vroeger federaal, nu op Vlaams niveau. In de jare n 90 zag ik de waterproble matiek opdoemen. De eer ste problemen met het diepe grondwater in We stVlaanderen doken op. De nitraatproblematiek werd actueel, net als het afv alwatervraagstuk. Bij me lkveehouders was dat bij uitstek acuut, aan gez ien zij een vrij groot water verbruik hebben en gee n eenvoudige uitweg had den voor hun afvalwate r. In 1998 hebben we voor het eerst in alle provin cies een reeks studiedagen gehouden over water op het landbouwbedrijf, met als onderwerpen onder me er de nitraatproblematiek , zuiniger en efficiënte r gebruik van water, afvalw aterzuivering enzovo ort. Toen hebben we ook twe e brochures gepublice erd: Water op het landbouw bedrijf en Afvalwaterpr oblematiek op melkveeb edrijven. In 2004 heb ben we in samenwerking me t het Vlaamse waterlok et opnieuw een reeks stu diedagen gehouden, gek oppeld aan bedrijfsbezoe ken. De afgelopen jare n zijn ook de brochures herwe rkt en geactualiseerd.’
Hebt u in verband me t die waterproblematiek ee n evolutie gezien in de sector?
‘De landbouwers zijn zich veel meer bewust van de problematiek. Maar de problemen worden ook steeds meer voelbaar. Denk maar aan het dal ende grondwaterpeil. Daard oor is ook de sector zelf steeds meer naar oploss ingen gaan zoeken: ma nie-
U bent ook betrokken bij het integraal waterbe leid?
‘In twee werkgroepen van de Coördinatiecom missie Integraal Waterbeleid (ciw), met name de we rkgroep rationeel watergeb ruik en de werkgroep wa terzuivering , vertegenw oordig ik het Departem ent Landbouw en Visserij. Ambtenaren uit andere domeinen kennen niet alti jd de problematiek van de landbouw en staan nie t altijd stil bij de gevolg en die een bepaalde maatrege l kan hebben op een lan dof tuinbouwbedrijf. Da t probeer ik dan duidel ijk te maken.’
Hoe ziet u de rol van ee
n voorlichter?
‘Als voorlichter sta je tussen het onderzoek en de praktijk en geef je info rmatie door, in de twe e richtingen. Neem bijvoor beeld de demonstratiep rojecten. Elk jaar doet het Departement Landbo uw en Visserij een oproep waarbij organisaties ron d bepaalde thema’s dem onstratieprojecten kun nen indienen. Bij projecten die met water te maken hebben, zit ik meestal in de stuurgroep. Zo blij f ik op de hoogte van wat er geb eurt in het project en kan ik die info doorgeven op het terrein. Tegelij k krijg ik ook informatie vanuit het veld. In demonstra tieprojecten worden imm ers heel concrete oploss ingen gezocht. Zo is er een heel interessant pro ject van het Kenniscentru m Water waarbij alterna tieven worden gezocht voo r het diepe grondwate r in West-Vlaanderen. Een landbouwbedrijf in Dik smuide heeft zo zijn eigen kle inschalige drinkwaterpr oductiecentrum gerealise erd waarbij het water van een nabijgelegen polder waterloop wordt gebruik t.’
12
ondernemer van nature Een team voor tomaten
‘Respect
is een sleutelbegrip’ Op het tomatenbedrijf van Leo en Marja Verdonck-Van Dessel ontfermt Marja zich over het personeelsbeleid. Bijna dagelijks krijgt ze kandidaat-werkkrachten over de vloer. De kunst is om daar een team van te maken.
M
arja en Leo baten sinds midden jaren 80 in Broechem een tomatenbedrijf uit. In 2005 openden ze in Vremde een nieuwe serre van 4,7 ha. In één klap groeide het personeelsbestand aan tot zo’n vijftig personeelsleden in het hoogseizoen. Naast autochtone Belgen werken er mensen uit alle windstreken: Belgen met Marokkaanse roots, Roemenen, Ghanezen, Portugezen, Thailanders, Nepalezen en een Tibetaan. Bij de vier bedrijfsleiders is er een Roemeen en een Argentijn met Italiaanse roots.
het niet ongeveer moet zijn, maar dat het juist moet zijn.’ Moeite om personeel te vinden, heeft Marja niet. ‘We zitten vlakbij Antwerpen. Elke week staan hier tien tot vijftien mensen aan de deur.’
Respect en regels
Nieuwelingen beginnen altijd met een plukkaart. Als dat goed meevalt, krijgen ze na hun 65 dagen een contract van bepaalde duur. Iedereen begint beneden, met oogsten en bladsnijden. De bovengroep doet het moeilijker werk: de planten ronddraaien, dieven uitdoen en de trossen snoeien. ‘Het duurt weken om dat onder de knie te krijgen en maanden om een goed tempo te ontwikkelen.’
Hoe slaagt Marja Van Dessel erin om van die diverse groep een team te maken? ‘Respect is voor mij een sleutelbegrip en dat probeer ik de mensen ook bij te brengen, in alle opzichten. Ze moeten afstand houden van elkaar, ook in woorden. Ze mogen niet overdrijven met grapjes, want juist dat leidt tot misverstanden. Ik spreek de mensen aan op hun gedrag, op hygiëne, op het gebruik van de accommodatie en de keuken, het afval dat ze achterlaten enzovoort. Dat heeft ook zijn weerslag op het werk: een medewerker weet dat
Als het moet, leggen we het nog altijd met handen, ogen en gebaren uit
Niet oordelen Marja vindt het belangrijk om zelf tussen de mensen te blijven staan, maar communiceren is niet
altijd even eenvoudig. ‘Ik probeer Nederlands en wat Engels als voertaal te gebruiken. Twee jaar geleden, toen onze ploeg vaste vormen begon aan te nemen, kregen onze mensen via Edu-plus drie keer per week Nederlandse les. Dat was heel nuttig. Maar als het moet, leggen we het nog altijd uit met handen, ogen, gebaren.’ Informatie visueel voorstellen, is ook een oplossing. Zo hangen er in het bedrijf posters met foto’s van ziekten en plagen. En de teamgeest wordt in de refter uitgebeeld door een grote puzzel met foto’s van iedereen. Als personeelsverantwoordelijke probeert Marja zich zo goed mogelijk te informeren. ‘Ook in de managementcursus die ik heb gevolgd, kwam personeelsbeleid aan bod. Het belangrijkste dat ik uit de praktijk heb geleerd, is niet te oordelen. Als ik naar een land met een andere cultuur ga, zondig ik ook tegen de regels. Iemand die zijn land, zijn familie achterlaat, doet dat ook niet zomaar. Als die mensen hier dan werk zoeken, is dat een teken dat ze hun verantwoordelijkheid willen opnemen. Ik probeer de mensen op weg te helpen. Als ik dan een evolutie zie, weet ik dat we ergens kunnen komen.’
naam
Marja Van Dessel
leeftijd 46 jaar
diploma
A1 psychiatrisch verpleegster
bedrijf
4,7 ha pruimtros足 tomaten, 1,7 ha Intense (ook wel de droge tomaat genoemd)
locatie
Broechem / Vremde
14
ondernemer van nature
Onze medewerkers weten dat het niet ongeveer, maar juist moet zijn
Een moeilijk moment Marja kan in de omgang met het personeel ook terugvallen op de bedrijfsleiders. ‘Samen bekijken we wie welke taken aankan. Dat vraagt wat feeling, maar ook goeie communicatie tussen de bedrijfsleiders. Wat de ene niet uitgelegd krijgt, lukt de ander soms wel.’ Enkele personeelsleden hebben ook een opleiding tot heftruckchauffeur gevolgd. ‘Zo heeft Atta, een Ghanees, zich onmisbaar gemaakt bij de organisatie van het transport.’ Nog een belangrijk aspect, vindt Marja, is de mensen motiveren. ‘Ook als het goed is, moet je het zeggen. Iedereen heeft bij ons ook zijn eigen rijen, waar ze elke week terugkomen. Zo genieten ze van hun eigen werk. Mensen leggen ook hun naam op hun kar, zodat we kunnen zien hoe ze gewerkt hebben. Je moet zeggen waar het beter kan, maar tegelijk complimenten geven voor wat goed gaat.’ De rendabiliteit van je bedrijf staat of valt met de medewerkers, vindt Marja. ‘Maar tegelijk ben je als werkgever ook verantwoordelijk voor het inkomen van al die gezinnen. In september moeten we beslissen wie mag blijven in de winter, en dat is echt een moeilijk moment. Sommigen zou ik liever niet laten gaan, maar dikwijls zien we die wel terugkomen in april.’
Boetseer zelf je team Enkele tips rond personeelsbeleid, uit de brochure ‘Een duurzaam personeelsbeleid voeren, hoe doe je dat?’ van het Innovatiesteunpunt: • Ken je eigen sterke en zwakke punten. Je hebt zelfkennis nodig om aan anderen leiding te geven. • Besef dat je uit fouten veel kunt leren. Bespreek met je medewerker(s) hoe een fout in de toekomst kan worden vermeden. • Wees niet bang om iemand aan te werven en om opdrachten te delegeren. • Heb geduld en humor in de omgang met je personeel. Soms is het een beetje als kinderen opvoeden. • Draag respect en vertrouwen tussen werkgever en werknemer hoog in het vaandel. • Wees overtuigd van je visie en probeer die met overtuiging over te brengen. • Controle is niet uit den boze, maar wordt juist gewaardeerd. Personeel waardeert echter ook een schouderklopje.
• Streef niet naar perfectie, maar naar verbetering. Kleine verbeteringen leiden op de duur tot een mooi resultaat. • Laat ruimte voor rustperiodes. Als je een tijdje veel van je personeel hebt gevraagd, doe dan in de rustiger periode even geen controles. • Luister naar je personeel. Als ze iets signaleren in het gewas, schenk daar dan aandacht aan. • Stel een diversiteitsplan op: je bedrijf heeft er baat bij. Begin met eenvoudige dingen zoals een onthaalbrochure voor nieuwe medewerkers of een doorlichting van je personeelssituatie. • Blijf je medewerkers motiveren. • Ben je zelf liever bezig met de productie, zoek dan iemand anders die het personeelsbeleid kan doen.
info Bestel de brochure via info@innovatiesteunpunt.be
uit de provincie
Meer en meer consumenten zijn gevoelig voor kwaliteitsproducten waarachter een authentiek verhaal schuilgaat. Om die verhalen – en de bijhorende producten – bekender te maken, zet de provincie Vlaams-Brabant haar streekproducten graag in de kijker.
Lekkere labels uit Vlaams-Brabant
O
pdat kostbare streekproducten niet zouden verdwijnen, zijn de voorbije jaren verschillende labels in het leven geroepen. De bekendste zijn drie Europese labels en een Vlaams label streekproduct.be. Daarnaast kent de vzw Streekproducten VlaamsBrabants een eigen label toe: dat van Straffe Streek Product. Voor de Europese erkenningen gelden de strengste criteria, waardoor slechts een handvol Vlaamse producten ervoor in aanmerking komen, zoals de Vlaams-Brabantse tafeldruif, de Lambikbieren, de Geraardsbergse mattentaarten en het Brussels grondwitloof.
Van streekproduct.be tot BOB en BGA
93 Vlaamse producten toegekend, waarvan er 23 uit Vlaams-Brabant afkomstig zijn. ‘Hiermee is Vlaams-Brabant de koploper in Vlaanderen’, zegt Monique Swinnen, gedeputeerde voor landbouw. ‘Wij mogen dan ook fier zijn op ons gastronomisch erfgoed.’ Nadat de vzw De Sterredruif een dossier had ingediend, verkreeg de Vlaams-Brabantse tafeldruif in de zomer van 2008 het Europese la-
Meer en meer consumenten zijn gevoelig voor producten met een authentiek verhaal
Voor het label streekproduct.be verzorgt vlam zowel de toekenning als de promotie naar de consument. Wil een product in aanmerking komen, dan moet het onder meer aan twee cruciale voorwaarden voldoen: het product moet in de streek van oorsprong worden geproduceerd, en het moet een langdurige of een historische bekendheid genieten. Een ander verschil met de Europese labels is dat het niet alleen in groepsverband
bel Beschermde Oorsprongsbenaming (bob). De Vlaams-Brabantse tafeldruif staat voor traditionele druivenrassen, geteeld in de druivenstreek en in verwarmde serres. Kort na de erkenning van de tafeldruif sleepte ook het Brussels grondwitloof een Europese erkenning van Beschermde Geo-
maar ook individueel kan worden aangevraagd. Tot hiertoe werd het label streekproduct.be aan
grafische Aanduiding (bga) in de wacht. Hiervoor komt alleen witloof in aanmerking dat is geteeld
in de regio Brussel-Mechelen-Leuven, dat afkomstig is van zaadvaste telerselecties en waarvan de forcerie in grond en bedekt met grond gebeurt.
Picknicktips Aansluitend bij de aandacht die de provincie aan labels besteedt, zette de vzw Streekproducten in Vlaams-Brabant ook een seizoenscampagne op waarbij elk seizoen andere streekproducten in de kijker worden gezet. Een bekend voorbeeld zijn de wijnen van Paul Vleminckx, die dit voorjaar op het prestigieuze Concours Mondial een Great Gold Medal voor zijn schuimwijn Chardonnay Meerdael ontving. Maar in de brochures van de dienst land- en tuinbouw staan nog veel meer tips: van een bezoek aan een van de lokale wijnbouwers, tot informatie over de labels en recepten. Tot slot worden in de folder 'Picknick een hoeve' fiets- en wandeltochten gecombineerd met een heerlijke picknick op de boerderij op basis van hoeve- en streekproducten.
info www.vlaamsbrabant.be/landbouw www.straffestreek.be www.streekproduct.be
15
16
biechtstoel
‘ Elke crisis
Minister-president Kris Peeters stond er bij de regeringsvorming op om zijn landbouwbeleid ook de komende vijf jaar voort te kunnen zetten. vilt-voorzitter Dirk Lips sprak met hem over de aanpak van de crisis, assertiviteit op exportgebied, Europa en het risicobeheer op de Vlaamse bedrijven.
naam
Kris Peeters
leeftijd 47 jaar
woonplaats Puurs
functie
Minister-president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid
biechtstoel
17
heeft zijn opportuniteiten’ Dirk Lips: Was het een bewuste keuze om bij de regeringsvorming de landbouwportefeuille te behouden?
in te zetten. Dat is voor de melkveesector beter gelukt dan voor de varkenssector.
Kris Peeters: Ja, dat stond zelfs niet ter discussie. De land- en tuinbouw is een heel boeiende sector die voor heel wat uitdagingen staat. Bovendien wil ik ons beleid van de afgelopen vijf jaar verderzetten. Het is overigens ook belangrijk voor de landbouw dat de bevoegdheden van leefmilieu en natuur in goede handen zijn, bij minister Joke Schauvliege.
Ziet u naast de crisis nog andere belangrijke dossiers de komende jaren?
Wat zijn voor u de prioriteiten en klemtonen voor de komende vijf jaar? De aanpak van de crisis is een eerste belangrijk punt. We hebben een herstelplan voor de landbouwsector geformuleerd, dat we nu verder uitvoeren. We moeten echter ook de opportuniteiten van deze crisis zien en nog beter aan de consument communiceren dat onze land- en tuinbouw zeer kwalitatieve producten aflevert, die wel een bepaalde prijs hebben. Tegelijk moet er op de export worden gewerkt, onder meer door vlam. Ik denk dat we dat vlak assertiever kunnen zijn. Als minister bevoegd voor buitenlandse handel kan ik daar ook op wegen. We merken overigens uit de vlif-dossiers dat er in deze moeilijke tijden toch nog wordt geïnvesteerd. Ik blijf dus zeker geloven in de Vlaamse land- en tuinbouw.
Wat kan Vlaanderen zelf doen om de crisis in de sector aan te pakken? Een wereldwijde crisis los je natuurlijk niet alleen op Vlaams niveau op. Met ons herstelplan voor de landbouw doen we binnen onze bevoegdheden echter wel alles wat we kunnen. Ik heb het dan over overbruggingskredieten, uitstel van aflossingen, herschikking van kredieten enzovoort. Die maatregelen helpen de liquiditeitsproblemen van de bedrijven op te vangen. We zullen ook de toeslagrechten een tweetal maanden vroeger uitbetalen dan andere jaren. Voorts zullen we de middelen die Europa vanaf 2010 ter beschikking stelt in het kader van het Programma voor Plattelandsontwikkeling (pdpoii) maximaal in de landbouw investeren. Op Europees niveau hebben we er ook voor gepleit de nog bestaande marktinstrumenten, zoals tijdelijke opslag en interventie, weer maximaal
In deze legislatuur zal het Europese landbouwbeleid worden hervormd. Daarbij moet er oog blijven voor onze bedrijven die veelal nog op familiale leest zijn geschoeid. Ook de heropstart van de wto-onderhandelingen is belangrijk. Er zijn immers heel wat problemen. Zo hebben wij hoge kwaliteitsstandaarden en milieu- en diervriendelijke productiemethoden, maar door de kostprijs daarvan is concurreren op de wereldmarkt soms moeilijk. Denk maar aan de chloorkippen uit de Verenigde Staten. Dergelijke situaties moeten we aankaarten. Het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in de tweede helft van 2010 biedt kansen op dat vlak.
Op het vlak van export kunnen we assertiever zijn De melkveesector bereikte onlangs een overeenkomst met de distributie voor een tijdelijke melktoeslag. Wat met de andere subsectoren? Bestaan er binnen het mededingingsbeleid manieren om tot betere prijzen te komen? Ik was tijdens die vergadering zelf wat verwonderd dat de distributie instemde met een toeslag specifiek voor melk. Nadien komt natuurlijk dezelfde vraag uit andere sectoren, zoals de varkenssector en de tuinbouw. Het is wel een heel interessante nieuwe stap van de distributiesector, maar er moet een evaluatie komen. Fundamenteel moeten we gaan naar een eerlijke prijs voor de landbouwproducten, maar wel via de marktmechanismen, om problemen rond mededinging te vermijden.
In de sector klinkt steeds meer de vraag naar prijstransparantie. Kan het beleid daar een rol spelen? Prijsvorming is een federale materie. Het prijzenobservatorium heeft al een aantal studies rond prijstransparantie in de keten uitgevoerd. Op
Vlaams niveau brengt de landbouwadministratie momenteel in kaart hoe de prijzen worden gevormd bij de producenten: hoe komen de wekelijkse prijzen tot stand, welke parameters worden er in rekening gebracht, wie is daarbij betrokken enzovoort. Op basis van die analyse kunnen we verder discussiëren met de sector.
Landbouwers werken met steeds grotere kapitalen, terwijl er heel veel onvoorspelbare factoren zijn. Hoe ver staat het met de ideeën rond risicobeheer? Een landbouwer is in mijn ogen een ondernemer in het kwadraat. Hij neemt nog meer risico’s dan een gewone ondernemer, door zijn specifieke producten, het weer, de markt die plots in elkaar kan storten. Een koe kun je niet tijdelijk technisch werkloos maken. Europa heeft een nieuwe dynamiek in gang gezet om die risico’s beter af te lijnen en te verzekeren. In mei 2008 hebben we met de betrokken sectoren in Vlaanderen een rondetafel gehouden, en onder meer de systemen in andere landen vergeleken. Nu is het aan de verzekeringsmaatschappijen om producten te ontwikkelen. Hoe sneller, hoe beter, want tegen 2010 worden de uitkeringen van het rampenfonds daaraan gekoppeld.
Voor de uitbreiding van de Antwerpse haven wordt vruchtbare landbouwgrond opgegeven. Zijn er geen andere opties, zoals de haven van Zeebrugge uitbreiden richting zee? Achter dergelijke beslissingen zit een heel proces van strategische planning. De afwegingen worden zorgvuldig gemaakt, maar ik weet dat dat erg gevoelig ligt en dat de boeren, zeker in het verleden, het gevoel hebben dat zij elke keer achteruit moeten, voor de industrie, de havens, de natuur. Ik denk wel dat er in de procedure stappen zijn gezet om de landbouw echt een stem te geven.
Hebt u tot slot nog een wens voor onze boeren? Zelf heb ik heel veel respect voor de landbouw. Ik kan dan ook alleen maar wensen dat elke Vlaming respect heeft voor wat de landbouwers presteren en voor de producten die ze produceren.
18
burenbabbel
Boerenlandschap
door architecturale bril Als Vlaams bouwmeester waakt Marcel Smets over de kwaliteit van de architectuur en ons landschap. Hoe schat hij de bijdrage van de land- en tuinbouw aan onze landelijke omgeving in? En welke visie heeft hij op uitdagingen als het inplanten van loodsen of windturbines in een landbouwomgeving?
S
tadsbewoners zoeken meer dan ooit rust en ontspanning op de boerenbuiten. Landbouwers beseffen dat en spelen daar alsmaar beter op in. Tegelijk zet zich in de sector een schaalvergroting – volgens Marcel Smets industrialisering – door. ‘Daardoor verwacht ik dat de spanning tussen landschapsbehoud en het inplanten van nieuwe bedrijfselementen de komende jaren zal toenemen. Het lijkt me dan ook raadzaam om na te denken over hoe we die wensen aan elkaar koppelen. De twee sluiten elkaar zeker niet uit. In het verzoenen van dergelijke ambities schuilt juist het vakmanschap van een goede ontwerper.’
19
Dragers van het landschap Als grootste bewaarder van de open ruimte levert de landbouw een zeer waardevolle bijdrage aan onze maatschappij, benadrukt Marcel. ‘Op mijn wandeltochten geniet ik vaak van de ongerepte landschappen die je dankzij de landbouw nog in ons land vindt. Toch erger ik me ook, bijvoorbeeld als een idyllisch uitzicht door een silo wordt verpest. Of als ik een van die loodsen tegenkom die totaal niet aan het landschap zijn aangepast. Wat ik ook jammer vind, is dat er onder impuls van het Europese beleid zo veel houtkanten zijn verdwenen, maar op dat vlak is er gelukkig al heel wat verbeterd.’ Om de kwaliteit van het landbouwlandschap in stand te houden, is de bouwmeester vragende partij om samen met de sector een landschapsplan op te stellen. ‘Ik geloof niet in het opleggen van regeltjes in bepaalde gebieden. Maar de landbouw heeft zelf baat bij een globaal kader. Als je bepaalt welke structurele elementen ons landschap vormgeven, dan kun je proberen die te bewaren en kun je de ruimte daartussen vrijer invullen. Ik denk aan een soort groot raamwerk gevormd door landschapselementen zoals hellingen, houtkanten of afwateringssystemen. Binnen dat kader kun je doen wat je wil: de afwisseling tussen grote en kleine percelen of tussen teelten brengt het landschap juist tot leven.’
Agro-industrie en schaamgroen Marcel slaat en zalft verder: ‘De boer is tegelijk de beste beschermer en de grootste bedreiging voor het landschap. Honderd jaar geleden vonden schilders boerderijtaferelen pittoresk. Vandaag legt niemand nog een modern bedrijf op doek vast. Eigenlijk moet de sector dringend voor zijn moderniteit uitkomen. Als ik een varkensstal zie, vraag ik me af wat dat nog met landbouw te maken heeft. Past zo’n grijze loods niet beter op een industrieterrein? Mogelijk moeten we naar een onderscheid tussen grondgebonden landbouw en agro-industrie. Dat lijkt extreem, maar er zijn ook veel tussenliggende gradaties mogelijk.’ Simpelweg alle stallen achter een bomenrij verstoppen, zoals vaak bij erfbeplanting gebeurt, vindt de bouwmeester geen oplossing. ‘Je kunt bestaande fouten opsmukken, maar ik ben geen fan van schaamgroen. Er zijn voldoende andere mogelijkheden om met respect voor de omgeving te bouwen. Ik denk aan het deels ingraven van een gebouw om met de helling mee te werken, of een stal gewoon anders ontwerpen. Binnen het
Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (ipo) hebben wij meegewerkt aan een project waarbij jonge architecten de grote bouwconstructeurs helpen om bedrijfsgebouwen aan de landschappelijke context aan te passen, zonder dat ze minder functioneel of duurder worden. In die aanpak geloof ik zeer sterk, ook omdat de industrie zich bereid toonde om in alle openheid mee te denken.’
alle begrip voor dat het niet leuk is als je bedrijfsvoering wordt bemoeilijkt door een bescherming als onroerend erfgoed. Maar dat mag ons er niet van weerhouden om ons verleden vakkundig te conserveren, zonder de toekomstige ontwikkeling te beletten. Dat is een spanningsveld dat geval per geval bekeken moet worden. Maar bescherming impliceert ook subsidies die nuttig zouden moeten kunnen worden ingezet.’
Agrarisch erfgoed Ook voor het inplanten van windturbines roept Marcel op om zeer voorzichtig tewerk te gaan. ‘Mijn hart bloedt bij de gedachte aan één windturbine per perceel. In industriële landschappen ligt dat anders, maar in open landbouwgebied vind ik dat je turbines op oordeelkundig gekozen
De boer is tegelijk de grootste bedreiging en de beste beschermer voor het landschap plaatsen moet groeperen. Dat kan zelfs op een heuvelrug, als het maar doordacht gedaan is.’ Een ander moeilijk evenwicht is dat tussen het bewaren van erfgoed en het aanpassen aan het hedendaagse leven. ‘Dat is een probleem dat niet alleen in de agrarische sector bestaat. Ik heb er
Gratis advies? Hoewel de Vlaamse bouwmeester binnen zijn opdracht alleen voor overheidsprojecten advies verleent (zie kader), gelooft Marcel dat zijn team ook voor landbouwers een rol kan spelen. ‘Misschien is het wel zinvol om, bijvoorbeeld met de vlm of provinciebesturen een cel op te richten waar geïnteresseerde boeren advies kunnen vragen over hun ingrepen aan het landschap. De Vlaamse bouwmeester wil immers bij bouwheren, en dus ook bij landbouwers, een architectuurreflex aankweken. Dat is een bewustwording van het feit dat iedere beslissing een ruimtelijke of architecturale impact heeft. Op basis van concrete projecten moeten we het overleg tussen de diverse belanghebbenden stimuleren. Het is mijn heilige overtuiging dat je veel meer bereikt door met alle partijen correcte doelstellingen te definiëren en een ontwerper in te schakelen, dan door iedere speler op zijn eigen terrein te laten doen wat hij wil, zelfs binnen een regelgevend kader.’
naam
Marcel Smets
diploma
Architect en stedenbouwkundige
functie
Vlaams bouwmeester? Sinds 1999 waakt het team van de Vlaamse bouwmeester over de kwaliteit van de publieke architectuur, de openbare ruimte, landschappen en infrastructuur in Vlaanderen. De cel ontwikkelt een algemene visie voor het beleid ter zake en geeft advies bij overheidsprojecten die een ruimtelijke verande-
Vlaams Bouw meester sinds 2005
ring beogen. Op vraag van de overheden helpt de bouwmeester bij het hele proces: van het formuleren van de projectambities tot het aanstellen van geschikte ontwerpers om die de plannen te laten uitvoeren. info www.vlaams-bouwmeester.be
20
naam
Ludo Lousbergh
diploma
regentaat land- en tuinbouw
leeftijd 51 jaar
hobby’s
bestuur veiling, studiekring fruit, proeftuinwerkgroep en andere verenigingen
taken
snoeien, sproeien, uitdunnen, sorteren, plukken, aan- en verkoop
‘Ons bestaan moet je beleven’ naam
Annick Moonen
diploma
kandidatuur theologie, hogere fruitleergangen
leeftijd 37 jaar
hobby’s
klassieke zang (sopraan)
taken
snoeien, sproeien, uitdunnen, sorteren, plukken, aan- en verkoop, administratie
Ze wonen in het hart van de Katarakt-streek en kregen de liefde voor het vak met de fruitpap ingelepeld. Ludo en Annick Lousbergh-Moonen uit Sint-Truiden over de aangename realiteit achter de tv-serie. ‘De voldoening van het snoeiwerk, het naar je hand zetten van een boom, die zie je niet op tv.’
ten huize van
M
et het najaar en de pluk komt voor Ludo en Annick Lousbergh-Moonen de drukste periode van het jaar eraan. Al beklemtoont het koppel meteen dat ze ook daarvoor en daarna voldoende om handen hebben. ‘Het is een hardnekkig misverstand dat het buiten de pluk rustig is op een fruitbedrijf,’ zegt Annick. ‘De pluk is de periode dat er op ons bedrijf het meeste mensen aan de slag zijn. Maar wijzelf zitten het hele jaar door niet stil.’
samen met Ludo’s vader op het snoeien. In de periode daarna rijden we vooral met de sproeikar en sorteren we met een tiental seizoensarbeiders het fruit uit de koelcellen. Vanaf eind juni verdubbelt ons team tot twintig medewerkers om scheuten te trekken, vruchten uit te dunnen en te zomer snoeien. In augustus groeit die groep tot dertig à veertig mensen voor de pluk. En als afsluiting van het seizoen komt daar om de zoveel tijd nog het
Veel kilo’s oogsten is één ding, ze op het juiste moment verkopen is minstens even belangrijk
Risico’s spreiden Ludo en Annick groeiden allebei op in de fruitteelt en namen in 1993 het bedrijf van Ludo’s ouders over. Vandaag baten ze twaalf hectare met zes appelrassen – jonagoldmutanten, boskoop, elstar, pinova, gala must, golden reinders – en acht hectare conférenceperen uit, naast twaalf are kersen als hobbyproject. ‘Dat is historisch gegroeid’, legt Ludo uit. ‘Mijn ouders teelden begin jaren negentig zoals de meesten in die tijd maar één appelras: de jonagold. Maar in 1996 viel die oogst enorm tegen, net nadat wij in koelcellen hadden geïnvesteerd. Daarna zijn we op andere rassen overgestapt om de risico’s beter te spreiden. Onze ambitie is een stabiel bedrijf uitbouwen waarvan we goed kunnen leven. Het heeft geen zin om op korte termijn veel te willen verdienen, want dan loop je ook het risico om veel ineens te verliezen.’ In het hardfruit kun je de jaarlijkse werkzaamheden volgens Annick in vier à vijf periodes indelen. ‘Van december tot maart concentreren we ons
aanplanten van nieuwe bomen bij. Ook rijden we het hele jaar door naar de veiling. Veel kilo’s oogsten is één ding, ze op het juiste moment verkopen is minstens even belangrijk.’
Twee tractoren Sinds jaar en dag doen Ludo en Annick een beroep op een vast team van Belgische huisvrouwen, gepensioneerden, pwa’ers en studenten. Ludo: ‘Het is toch makkelijker als je vlot kunt communiceren. En anders dan bij Polen die op je bedrijf logeren, voelen wij geen druk om hen ook in slechte pluk omstandigheden aan het werk te zetten. Zolang we
Appeldegustaties in de supermarkt Ook dit jaar laat vlam de consument kennismaken met de lekkerste appelsoorten ‘van bij ons’. Het promotieagentschap organiseert degustaties van de variëteiten belgica, jonagold, jonagored, kanzi, rubens, golden delicious, greenstar en pinova. De campagne startte in september en loopt tot eind januari in de winkels van Carrefour, Super GB, Colruyt, Delhaize, Makro en Mestdagh. info www.vlam.be
mensen vinden, wil ik op deze manier doorgaan. Onze ploeg is ook zeer betrouwbaar, al valt er af en toe wel iemand af. Eigenlijk zijn dat dan voor onszelf de drukste periodes, als er op een slecht moment personeel uitvalt. De rest kun je incalculeren.’ De taken zijn bij Ludo en Annick zeer evenwichtig verdeeld: ze doen gewoon alles samen. ‘Op veel bedrijven sorteert de vrouw en doet de man het buitenwerk’, zegt Annick. ‘Wij hebben twee tractoren, twee sproeimachines en we verdelen het binnenwerk. Ik ben geboren in het fruit en ik wil geen andere job. Ik heb nog aanbiedingen gekregen, maar ik doe dit te graag. Ons werk is afwisselend, je ziet de resultaten, en we leven echt met de seizoenen mee. Zelfs toen we vorig jaar in Zuid-Afrika op reis waren, gingen wij fruit bekijken. Het meest hou ik van het snoeiwerk. Door je creativiteit en vakmanschap kun je een boom echt naar je hand zetten.’
Beter dan op tv ‘De voldoening die dat geeft, die zag je niet in Katarakt’, glimlacht Ludo. ‘Als je tien uur in je boomgaard werkt, levert dat geen pakkende tv op. Maar de indrukken die je opdoet en het gevoel achteraf zijn een geweldige ervaring. Ons bestaan moet je beleven.’ Ludo en Annick stellen hun bedrijf wel open voor Katarakt-rondleidingen, maar globaal genomen blijken ze niet bijster tevreden over de serie. ‘Het verhaal was veel te negatief. Het leek alsof de Belgische fruitteelt moeite heeft om te overleven, terwijl dit een bloeiende sector is. Het was wel boeiend om te zien wiens sproeimachine of wiens loods in beeld kwam. En de serie is natuurlijk goed voor het bloesemtoerisme.’ Hoewel de appelprijzen de afgelopen jaren iets minder waren, geloven Ludo en Annick rotsvast in de toekomst. Ludo: ‘Nog niet zo lang geleden hadden we ook een paar erg goede jaren. We telen een gezond en lekker kwaliteitsproduct dat goed in de markt ligt. Daar zal ook in de toekomst vraag naar zijn. We voelen uiteraard de concurrentie uit OostEuropa. En dit jaar kwam daarbij de instorting van de koopkracht in Rusland, een belangrijke afzetmarkt, en de impact van de crisis op een aantal exporteurs. Maar op langere termijn herstelt de markt zich wel. De inhaalbeweging die de Oostbloklanden met Europese steun maken, blijft niet duren. Ook in Polen beginnen de lonen al te stijgen.’
21
22
buitenlander
Johan Heldenbergh
Nonkel Breejen
bewondert
Hij is een stadsmens maar woont al tien jaar op het platteland. Acteur Johan Heldenbergh bezoekt het gemengd bedrijf van Jozef De Clercq uit Smetlede, op een paar kilometer van zijn huis en van de filmset waar hij een van de hoofdrollen in ‘De helaasheid der dingen’ vertolkte.
D
e naam Johan Heldenbergh liet wel een belletje rinkelen bij Jozef De Clercq uit Smetlede toen we hem voor onze reportage contacteerden. ‘Ik weet dat hij hier in de buurt woont. Maar ik weet niet of ik hem zou herkennen’, klonk het. Als de acteur in kwestie – bekend van onder meer Ons geluk, Aanrijding in Moscou, Jes en binnenkort De helaasheid der dingen – op de boerderij arriveert, blijkt Jozefs spontane opmerking terecht. ‘Maar ik ken jou ook niet,’ breekt Johan het ijs. ‘En jij weet waarschijnlijk meer over film dan dat ik van landbouw ken.’
Prijzen en administratie Het gaat er meteen gemoedelijk aan toe op het Oost-Vlaams witloof- en vleesveebedrijf. Jozef legt uit dat hij samen met zijn zoon Michael en zijn vriend Johan een bedrijf met 250 vleeskoeien en het jaar rond witloof uitbaat. ‘Met wortels die we zelf telen en daarna forceren in hydrocultuur.’ Al snel brengt hij ook de slechte landbouwprijzen ter sprake. ‘Ik werk aan alles graag, als het maar lonend is. Vandaag was het redelijk op de
veiling, maar er zijn periodes geweest dat we de beste kwaliteit van ons witloof voor 40 eurocent moesten afgeven. Terwijl mijn kostprijs globaal genomen ongeveer 75 eurocent per kilogram is.’ Johan Heldenbergh knikt begripvol. ‘Van acteren word je ook niet rijk, maar ik heb alle respect voor de boeren die op straat komen. Je zou voor je producten toch minstens de kostprijs moeten krijgen. Ik heb ooit eens een varkenshouderij bezocht en sindsdien heb ik een ongelooflijke bewondering voor wat landbouwers dag in dag
Je zou toch minstens de kostprijs voor je product moeten krijgen uit presteren. Hoe jullie noodgedwongen omgaan met prijzenschommelingen, paperassen en nieuwe wetgeving. Maar als het een troost mag zijn, ook in de theaterwereld zorgen nieuwe regeltjes meer en meer voor administratieve rompslomp.’
Gespierde vleeskoeien Tijdens de rondleiding blijkt dat Johan wel het onderscheid grondwitloof en hydrocultuur kent, maar dat hij geen flauw idee heeft hoe witloof wordt geproduceerd. ‘Lijkt dat niet op de teelt van asperges? Sorry, ik ben een echte stadsmens. Ik ben opgegroeid in de Gentse deelgemeente Ledeberg, een van de dichtstbevolkte gebieden van België. Op vraag van mijn vrouw Joke (Devynck, bekend van o.a. Flikken) zijn we tien jaar geleden naar het platteland verhuisd. Ik weet nog dat ik de eerste nachten niet kon slapen van de stilte. Maar ik hou van koken en ik leer graag bij over mijn ingrediënten en hoe die worden geproduceerd.’ Nadat Johan de cyclus van ingetafelde witloofwortel tot kropje heeft ontdekt, trekken we naar de koeienstal. Jozef vertelt over de passie van zijn zoon voor prijskampen en keuringen en wijst zijn gast op het verschil tussen een melkkoe en een gespierde vleesstier. De kolossen van amper een paar maanden oud in het stro maken een diepe indruk op Johan, die herinneringen uit zijn
23
fokstieren
gratis naar De helaasheid der dingen ksa-tijd begint op te diepen. ‘Ik vond het fantastisch om met de jeugdbeweging op een hooizolder te slapen. Ooit hebben we, als stadjongens, zelfs eens helpen trekken om een kalfje ter wereld te brengen. Maar dat was blijkbaar nog voor keizersnedes de standaard werden.’
Op 6 oktober gaat de film ‘De helaasheid der dingen’ in première. Het verhaal is gebaseerd op de gelijknamige roman van Dimitri Verhulst. Daarin slaagt een jongetje dat met zijn baldadige vader en diens broers bij zijn oma inwoont, er geleidelijk in om zich uit dat
win filmtickets!
Groen compromis Via keizersnedes en kunstmatige inseminatie leidt ons gesprek naar dierenwelzijn en milieu-eisen. Johan: ‘Natuurlijk ben ik daar gevoelig voor. Ik heb mijn hele leven groen gestemd. Ik besef dat het niet altijd evident is, maar ik ben ervan overtuigd dat we een compromis moeten kunnen vinden tussen het groene gedachtegoed en de realiteit. Zoals ik daarnet al zei, veranderingen moeten doorgevoerd worden met respect voor de praktijk. Ik ben geen Gaia-mens, daarvoor eet ik te graag. Ik zal een lekkere biefstuk niet laten liggen. Ik eet ook graag foie gras, al doe ik dat maar één keer per jaar uit medeleven met die ganzen. Dat is inderdaad wat schizofreen. En misschien heb je wel een beweging als Gaia nodig om iets te veranderen.
milieu los te maken. Johan Heldenbergh speelt een van de hoofdrollen in de film: de rol van nonkel Breejen. Wil je de film ontdekken? Mail dan je naam en adres naar info@landgenoten.be en maak kans op 2 van de 10 gratis filmtickets die we weggeven.
Maar ik denk dat je als boer toch ook voor de diervriendelijkste of milieuvriendelijkste manier kiest als de overheid dat indien nodig stimuleert?’ Jozef knikt gelaten. ‘Een boer gaat de dieren waarmee hij zijn geld verdient toch niet mishandelen? Wat ik jammer vind, is dat er almaar meer geëist wordt van de landbouw zonder dat er iets tegenover staat. Vroeger was je als boer een werkmens, nu moet je ook boekhouder, verkoper en bedrijfsleider zijn. Mijn zoon doet, naast het fokken, het afmesten en het bijhorende veldwerk, ook de meeste papieren. Ik doe enkel het witloof en de mestbank- en oppervlakteaangifte.
Maar het is niet evident meer. We zouden graag volgend jaar onze stal uitbreiden – de vergunning is zelfs al toegekend. Alleen is dat in de huidige financiële situatie niet evident.’ Waarna hij besluit: ‘Ik denk niet dat we momenteel aan nieuwe verplichtingen moeten denken: vandaag is de eerste taak van de politiek ervoor zorgen dat onze landbouw leefbaar blijft.’
info BoerenstebuitenTV maakte een reportage over het bezoek van Johan Heldenbergh aan het bedrijf van Jozef De Clercq. Bekijk ze op www.vilt.be.
24
frontaal
Produceren
voor binnen-
De Belgische export van land- en tuinbouwproducten overtreft sinds jaar en dag de import ervan. Toch lijkt een aantal producten op de internationale markt alsmaar zwaardere concurrentie te ondervinden. Moeten we ons in de toekomst meer en meer op de lokale en/of Europese markten richten?
Ludo Willems, directeur Promotiedienst vlam ‘Het is een gegeven dat België, ook op het vlak van land- en tuinbouw, een exporterend land is. Dat is bepalend voor de werking van vlam: voor een aantal sectoren zoals onder meer vlees, groenten en fruit is exportpromotie en -ondersteuning cruciaal. Op vraag van de sectoren en de Vlaamse overheid gaan we onze exportondersteuning uitbreiden en vooral het prospecteren van nieuwe markten systematischer aanpakken. Nog dit jaar starten we met de uitbouw van een kenniscentrum voor de export. Het is belangrijk om een degelijke kennis van potentiële exportmarkten te verwerven vooraleer we daadwerkelijk op nieuwe markten aan de slag gaan.’ ‘Voor de prospectie van nieuwe markten willen we in de eerste plaats samenwerken met de mensen van Flanders Investment and Trade (fit). Deze overheidsdienst beschikt over de nodige knowhow en is in meer dan 80 landen vertegenwoordigd. Die kennis en ervaring willen we nog meer voor de land- en tuinbouw benutten. Het is niet alleen de bedoeling om de export te laten groeien, maar ook om te komen tot een grotere diversificatie. Onder meer de varkens- of perensector zouden wat minder afhankelijk mogen worden van één markt. Het ziet ernaar uit dat we onze blik vooral op de meer nabijgelegen marken in Oost-Europa moeten richten. Maar om concrete uitspraken te doen, is het nog te vroeg. We willen eerst de markten screenen, pas daarna maken we een actieplan op met concrete acties voor 2010.’
Piet Vanthemsche, voorzitter Boerenbond ‘Ik denk dat we ons op alle markten moeten blijven richten. De Vlaamse land- en tuinbouw kan alleen maar zijn wat hij is dankzij export. We hebben een aantal sectoren – varkens, braadkippen, melk, groenten en fruit – die zonder buitenlandse afzet tot bijna de helft zouden verschrompelen. Het grootste deel van onze export is gericht op de zeer welvarende West-Europese thuismarkt, binnen een straal van 300 à 400 km. Op de tweede plaats komt Midden-Europa, met landen als Polen en Tsjechië, maar ook Oekraïne en Rusland. Pas op de derde plaats richten we ons ook op de wereldmarkt. Dat laatste lijkt mij niet prioritair, maar het lijkt me ook geen goed idee om daarmee te stoppen.’ ‘Onze landbouw produceert vandaag niet voor, maar in de wereldmarkt. Onze boeren leveren ongeveer 80 % van wat onze supermarkten aan verse producten verkopen. Onder druk van de wto staan, soms tot onze spijt, onze markten open voor voedsel zoals Braziliaans kippenvlees dat in totaal andere omstandigheden is geproduceerd. Intussen
moeten we die situatie ondergaan en dat zal jammer genoeg ook in de toekomst zo zijn. Een aantal sectoren, zoals de zuivelmarkt, ondervindt vandaag de druk van de wereldmarkt. We proberen daar op verschillende niveaus iets aan te doen. Tijdens het overleg bleek alvast dat een te grote prijsvolatiliteit zowel voor de boer, de distributie als voor de consument een slechte zaak is. Er zijn dus zeker mogelijkheden.’ ‘Een cruciale factor voor de komende jaren wordt de ontwikkeling van het Europese beleid na 2013. Op de eerste plaats speelt daarbij de vraag hoe dat eruit zal zien. Komen er inderdaad systemen die, ondanks het vrijemarktprincipe van de wto, de markten voor landbouwproducten stabieler maken? Boerenbond is alvast tevreden met wat daarover in het Vlaams regeerakkoord staat, maar de lidstaten moeten samen tot een consensus komen. Op de tweede plaats speelt ook de vraag welk budget er voor het Europese beleid zal worden vrijgemaakt. Want zonder centen is het moeilijk om een doortastende aanpak uit te werken.’
25
of buitenland?
Wim Merckx, medewerker vzw Voedselteams ‘Wij geloven sterk in productie voor de directe omgeving. Zowat 2000 gezinnen maken intussen gebruik van onze vzw om in groep voeding aan te kopen bij lokale producenten. Een van de drijfveren daarvoor is dat je op die manier de landbouwmarkt in derdewereldlanden minder verstoort. Maar het is ook een manier om bij ons een duurzamere landbouw te realiseren. Wij vinden dat je als boer een redelijke en gegarandeerde prijs moet krijgen voor je arbeid en je investeringsrisico. Tot hiertoe worden streekproducten als een kleine nichemarkt beschouwd, maar wij denken dat er een groot potentieel voor is. Ook de Franse regering beseft dat: dit voorjaar lanceerde ze een veelbelovend plan voor de uitbouw van de korte keten. Wij zijn zeer benieuwd naar de impact daarvan en hopen dat zoiets binnenkort ook in Vlaanderen kan.’
Hendrik Vandamme, voorzitter ABS ‘Onze land- en tuinbouw moet vooral voor de eigen markt produceren om een degelijk inkomen te vergaren. De beste strategie is produceren op maat van de in Europa gevraagde kwaliteit en diversifiëren. Momenteel merken we, zelfs los van de economische crisis, hoe de wereldmarkt gekenmerkt wordt door lage, verlieslatende, prijzen. Alleen om de zoveel jaar, als er zoals in 2007 uitzonderlijke schaarste is, zijn de prijzen redelijk. Wie dat risico wil nemen, mag. Maar er zouden mechanismen moeten zijn waardoor die keuze de prijs op de binnenlandse markt niet beïnvloedt.’ ‘Een van de uitdagingen voor de komende jaren wordt overleg met lokale verwerkers, zodat we gericht kunnen produceren wat zij nodig hebben.
Ik denk bijvoorbeeld aan een hespenfabrikant die varkensvlees uit Denemarken invoert omdat onze varkensrassen niet geschikt zijn voor zijn machines. Ook op het vlak van prijsvorming zijn er een aantal punten die dringend moeten verbeteren. Denk maar aan hoe de varkensprijzen in café La Tourelle worden gemanipuleerd. Belangrijk is ook dat Fedis in het zuivelakkoord heeft ingestemd met het principe dat de boer voor zijn kostprijs moet worden vergoed.’ ‘Het klopt dat Europa en de wto streng toezien op de mededinging en op het verbod op prijsafspraken, maar dat betekent niet dat we er niet kunnen toe komen dat iedere schakel uit de voedselketen zijn deeltje van de koek krijgt. De
Europese leidinggevenden moeten er zich bewust van worden dat de Europese landbouwsector zonder enige vorm van afscherming van de eigen markt een speelbal van de wereldmarkt wordt. Dat kan zeker onze Vlaamse landbouw niet aan, onze kostenstructuur is daarvoor veel te hoog. Bij de Europese hervormingen en het beleid na 2013 moeten we erover waken dat er voldoende buffers blijven voor de landbouwprijzen. Bij de wto-onderhandelingen is landbouw al genoeg als pasmunt voor andere sectoren gebruikt. Het wordt hoog tijd om die vergissing recht te zetten en chauvinistischer te worden. Tenzij men het niet erg vindt dat onze regio op den duur alle voedsel moet invoeren.’
26
mijn gedacht
‘Kiezen voor het goe is geen vrijblijvende Geert Noels is één van de bekendste macro- economen van ons land. Hij is ook auteur van de bestseller ‘Econoshock’.
D
e wereldeconomie is de jongste tijd door elkaar geschud als nooit tevoren. De laatste omwenteling van die omvang was de industriële revolutie, zo’n 200 jaar geleden. In mijn boek beschrijf ik zes gebeurtenissen die samen een perfecte schok of een econoshock hebben veroorzaakt. Die zal iedereen op deze wereld raken, zowel economisch, maatschappelijk als financieel. Ons economisch systeem zal zich op korte tijd fundamenteel moeten aanpassen. Niet aanpassen zal synoniem zijn met welvaartsverlies.
Demografische schok. De wereldbevolking zal tegen 2050 aangroeien tot zo’n 10 miljard. Het staat vast dat de aarde de verscheidenheid en overvloed aan voedsel die wij hier in het westen kennen, niet voor alle 10 miljard bewoners zal kunnen verzekeren. Een grondige verandering van onze gewoonten dringt zich dus op. Daarnaast kunnen we ook zien dat de wereldbevolking vergrijst. In 2050 zal 36% van de Europese bevolking ouder zijn dan zestig. Wanneer er niets verandert, zal dat een enorme last op de jonge en actieve bevolking leggen en sociale spanningen zijn niet uit te sluiten. Een belangrijke subschok is obesitas. Deze welvaartsziekte is mee gestimuleerd door de kunstmatig lage energieprijs en de erg lage voedselprijzen uit het verleden. Obesitas heeft zware economische implicaties. Een dikker wordende, minder fitte bevolking is minder productief en zorgt voor een bijkomende last op de uitgaven voor de gezondheidszorg. Een mogelijke oplossing bestaat erin een soort vettaks op te leggen en vestigingswetten voor (voedings)bedrijven
eerder strenger te maken dan te versoepelen. Verstedelijking is een andere subschok met verstrekkende economische gevolgen. Sinds 2006 leeft meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. Een paar gevolgen daarvan: stedelingen verbruiken meer calorieën en eten gevarieerder met meer vlees en ook de energieconsumptie in de steden neemt toe.
Oosterse schok. China is op korte termijn uitgegroeid tot een belangrijke economische macht en dat komt vooral omdat de VS het land daartoe de economische wapens heeft aangereikt: een lage rente waardoor de Chinese staat een investeringsboom heeft kunnen financieren, de modernste technologiefabrieken en een gegarandeerde afname van producten door een schuldverslaafde Amerikaanse consument. Europa moet leren uit deze Amerikaanse vergissingen. Het is een kortetermijnstrategie om alleen maar omwille van het
Biobrandstoffen zijn de meest groene vergissing van deze eeuw kostenvoordeel de productie naar China te verhuizen. Daarmee geven we zomaar economische macht uit handen. Zeker het streven naar steeds lagere prijzen voor de consument - wat ik de walmartisering van de economie noem - is geen vrijblijvende keuze. Op korte termijn is het makkelijk en verleidelijk, maar op de lange termijn is het
welvaartsvernietigend en heeft het economische, ecologische en sociale gevolgen die niet te onderschatten zijn. Ook het gebrek aan waardering van maaksectoren zal ons parten spelen. De geschiedenis toont overvloedig aan dat de economische macht van een land groeit met zijn knowhow, en vooral met zijn know how to create. Als we die vaardigheid verder blijven verliezen, dan kiezen we voor afhankelijkheid. Alles begint met prioriteiten stellen. Wat willen we: een lage prijs, een goede kwaliteit, geluk…? Wanneer je alle productie centraliseert in China en vervolgens een belastend logistiek netwerk uitbouwt om al die producten in de winkelrekken te krijgen, kun je dat moeilijk een neutrale keuze noemen. En ze is al evenmin sociaal, economisch of ecologisch.
ICT-schok. Dit is de schok met de meeste maturiteit, maar hij zal nog decennialang nazinderen. Informatie- en communicatietechnologieën zoals internet, mobiele telefonie en andere toepassingen kennen een razendsnelle verspreiding en veranderen onze manier van leven en werken definitief.
Energieschok. De economie begint en eindigt met energie. Helaas is onze belangrijkste energiebron, olie, aan het opdrogen. En dus stijgen de olieprijzen. Voor het eerst in 200 jaar zullen we van energiedrager moeten veranderen. Mirakeloplossingen zijn er niet, wel heel wat alternatieve energiebronnen die kans maken om een deel van de oplossing te worden. De belangrijkste bron van alternatieve energie op middellange termijn is
mijn gedacht
dkoopste keuze’ energie-efficiëntie. Rationeler energiegebruik en minder verspilling treffen niemand, maar ook hier zal de prijs wellicht de sterkste regelgever zijn. Ik geloof ook niet in de toekomst van biobrandstoffen. Boeren, groenen en politici zagen in biofuels een gouden kans. Maar de gevolgen voor het milieu worden schromelijk onderschat, net zoals de invloed op de landbouwprijzen. Dat groene jongens biobrandstoffen hebben aangemoedigd, is waarschijnlijk de meest groene vergissing van de eeuw. Wereldwijde honger of vernietiging van bossen is geen duurzame oplossing voor de energieschok, en evenmin voor de opwarming van de aarde. Maar ik geloof wel in andere hernieuwbare energieën, zoals een combinatie van geothermische energie, massale uitbreiding van zonneenergie, offshorewindparken, getijdenenergie en allerlei andere innovaties.
Financiële schok. Wat zich momenteel afspeelt, is geen kredietcrisis, maar een crisis van het totale financiële systeem. Nooit eerder werden zoveel banken getroffen en nooit eerder had een crisis een wereldwijde impact. Dat komt doordat de financiële veiligheidsvoorzieningen in de loop der jaren één na één verwijderd werden. Dit was alleen mogelijk omdat de centrale banken hun basisrol vergaten. Financiële risico’s werden mooi verpakt en doorgeschoven naar andere sectoren. De gevolgen zijn niet te overzien. Hoewel de financiële schok een eerste hoogtepunt bereikte in september 2008, zullen er nog nieuwe schokken volgen. Tot een duurzamer financieel systeem ontstaat. Maar het financiële systeem waarnaar we evolueren, lijkt verrassend veel op het oude.
Groene schok. Het is een gelukkig toeval dat deze schok samenvalt met de energieschok, want de dure olieprijzen zijn waarschijnlijk een grotere stimulans dan het Kyotoprotocol om de opwarming van de aarde te stoppen. De klimaatverandering is het gevolg van de energie-intensieve manier waarop we sinds de industriële revolutie produceren. Een belangrijk probleem is dat bedrijven in de huidige globaliseringsgolf de milieukosten onvoldoende doorrekenen. Het enige waar ze wel rekening mee houden, is het optimaliseren van de productie. Als ondernemingen de milieukosten en de daarmee verbonden transportkosten wel meetelden, zouden velen hun productie opnieuw verhuizen naar het Westen. Maar het is nog niet te laat om de opwarming van de aarde te keren. Het is zowel economisch als sociaal haalbaar. De oplossing zal gedeeltelijk van bedrijven en de overheid moeten komen, maar ook de consument zal een veel groenere instelling moeten aannemen. Wellicht zal de overheid hiervoor economische impulsen moeten geven. Maar meer nog dan de industrie, zullen vooral land- en bosbouw een belangrijke rol moeten spelen in het reddingsplan van onze planeet. Besluit. Deze periode zal wellicht een eigen naam krijgen. Misschien hebben we het straks over het tijdperk van de globale herbalancering. Maar ik tip voorlopig op duurzaamheidsrevolutie: de wereldeconomie evolueert naar een evenwichtiger vorm van economische groei en vooruitgang, na het tijdperk van groei tegen elke prijs. info www.econoshock.be
5 tips om de econoshock te overleven: 1. Besef waar je voor staat. Maak een analyse van de trends die onmiskenbaar op je afkomen. 2. Maak een sterkte-zwakteanalyse van jezelf of je bedrijf tegenover elk van de zes schokken. 3. Werk een plan uit om de meest kritische punten te verbeteren. 4. Investeer je opgebouwde welvaart of rijkdom in uw eigen talenten of bedrijf. Wie niet durft te investeren in zijn eigen talent, wordt afhankelijk. Een bedrijf dat niet langer investeert, krimpt, wordt overgenomen of verdwijnt. 5. Geef nooit op. Als de anderen goedkoper zijn, zorg dan dat je meer kwaliteit biedt. Als de concurrentie hevig is, wees dan slimmer en ga korter bij de klant staan. Er is altijd een niche die de grootste spelers niet kunnen invullen. We kunnen veel automatiseren, maar niet de creativiteit, de inventiviteit en de ziel.
27
P509285
Afgiftekantoor Gent X Landgenoten 19 Tijdschrift-kwartaalblad Kwartaal 3, 2009
BelgiĂŤ-Belgique 9099 Gent X bc 10292
V.u. Dirk Lips, p.a. Vilt Koning Albert II-laan 35, 1030 Brussel