land Magazine voor boer & buiten
herfst 2011 | 27
Themanummer:
duurzaamheid
genoten
‘Vlees van hier’ gefileerd
Een dag op pad met 2 VLAM-medewerkers
Biogas voor eigen gebruik
Het melkveebedrijf van Mathieu en Inge Hendrickx-Lapage
dossier Word jij ook
klimaatmanager?
+ Fauna-akkers voor bijen, ggo-aardappelen, regional branding en veel meer
www.vilt.be
“Er zijn wel 30.000 tuinders en landbouwers, maar slechts 1 zoals ik.”
Samen voor uw toekomst heeft ruim 40 jaar ervaring als adviseur in de landbouwsector. U bent in elk -kantoor dan ook verzekerd van een deskundige begeleiding inzake fiscaliteit, boekhouding, milieu- en bouwreglementering en alle belangrijke sectoraangiftes. Bovendien krijgen onze lokale kantoormedewerkers ondersteuning van een eigen centrale studiedienst. Zo kunt u in alle omstandigheden rekenen op het gespecialiseerd advies van uw -adviseurs. U bent toch ook liever zeker van uw zaak? SBB Accountants & Adviseurs: Voor info of het -kantoor in uw buurt? Bel 070/222 673 of kijk op www.sbb.be.
www.sbb.be 2 landgenoten
in dit nummer 20
land beste
T
12
24
06 20
06 Focus | klimaat
Woord & wederwoord
Welke kansen biedt de strijd tegen de opwarming van de aarde voor de land- en tuinbouw?
Dit keer vlogen de aardappelen niet in het rond: Esmeralda Borgo van BioForum bezoekt het ggo-proefveld met VIB-topman René Custers.
16 2030 | Mac van Dinther Nederlands journalist Mac van Dinther onderzocht hoe ons eten vandaag wordt geproduceerd en projecteert zijn bevindingen naar 2030.
24 Biogas op kleine schaal Hoe Mathieu en Inge HendrickxLapage uit Herzele hun melkveebedrijf ‘klimaatneutraal’ maakten.
genoten
ien jaar is het al geleden dat Joris Relaes, Dirk Reheul en Erik Mathijs een vooruitstrevende nota schreven over de toekomst van de landbouw. Die toekomst, zo luidde het, moest in het teken staan van duurzaamheid, zowel economisch, ecologisch als sociaal. Eerst wat aarzelend, maar nadien voluit zijn jullie mee gestapt in dat verhaal. Na tien jaar is de balans positief: de beheerovereenkomsten zijn een succes, onze sector telt al ruim 500 zorgboerderijen en ook op vlak van landschapsonderhoud en educatie hebben we de boot niet gemist. Dat bewijzen ook de mooie voorbeelden die we in dit themanummer verzameld hebben. Mathieu Hendrickx liet een kleinschalige biogasinstallatie op zijn bedrijf bouwen en mag zich nu de eerste klimaatneutrale boer van Vlaanderen noemen. En in de Voorkempen leggen landbouwers, jagers, imkers en natuurliefhebbers samen bloemenakkers aan om een antwoord te bieden op de dalende bijenpopulatie. Ik denk dat we terecht fier mogen zijn op de verwezenlijkingen van onze sector, maar aan de andere kant moeten we ons ook de vraag durven stellen of de slinger intussen niet te ver is doorgeslagen. Zijn we de economische duurzaamheid niet te veel uit het oog verloren? Anno 2011 staat de leefbaarheid van heel wat landbouwbedrijven meer dan ooit onder druk. Moeten we onszelf, beleid, burgers en de rest van de voedingsketen niet wakker schudden? Want om het met de woorden van Pinguin-topman Herwig Dejonghe te zeggen: “Duurzaamheid kan alleen blijven duren als het ook geld opbrengt”. Veel leesplezier!
en verder …
14
4 Koetjes & kalfjes 0 12 Wordt gevolgd 18 (W)onderzoeker
22 Provincie 6 Achter de schermen 2
Griet Lemaire Hoofdredacteur
colofon Landgenoten wordt u aangeboden door VILT. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw
informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privéorganisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever VILT-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Customer Media, www.jaja.be redactieadres VILT vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail info@landgenoten.be hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Wim Fobelets, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Greet Riebbels, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen De Vos, Leen Guffens, Jona Lambrechts, Ine Vervaecke, Veroniek Denys, Maarten Puls, An Van Acker, Bernard Biesbrouck fotografie Filip Vanoutrive, iStockphoto, Vilda de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van VILT.
3
Koetjes & kalfjes
Bio-ondernemers, verenigt u! Jonge ondernemers richten een moderne bio-fastfoodketen op met producten van Vlaamse bioboeren, een supermarktketen neemt een speciaal gamma van omschakelproducten op in haar assortiment of biokaasproducenten ondersteunen de export van hun producten door een gezamenlijke logistiek. Het zijn maar enkele voorbeelden die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de markt in de biologische landbouw- en voedingssector. Omdat de Vlaamse biomarkt nog steeds achterop hinkt, belooft ‘Bio zoekt keten’ tot 10.000 euro financiering voor projecten die bio meer kansen geven in Vlaanderen. Een project indienen, kan nog tot 10 oktober.
Gezocht: talent op het platteland De verkiezing van Manager van het jaar, Ondernemer van het jaar en hun vrouwelijke varianten bestaan al langer dan vandaag. Maar ook op het platteland is heel wat vrouwelijk talent actief! Dat willen KVLV, Cera en de Vlaamse overheid in de kijker zetten met de wedstrijd ‘Talent op het platteland’. Ben jij een vrouw vol passie? Woon je op het platteland en heb je oog voor je omgeving? Ben je bovendien fier op je talent? Of ken je iemand in je omgeving die perfect aan deze beschrijving voldoet? Dan moet je zeker deelnemen! Drie vrouwen die hun talenten op het platteland inzetten, maken immers kans op een waardevolle prijs ter waarde van 2000 euro.
INFO www.biozoektketen.be INFO www.talentophetplatteland.be
Werktuigen op hun best Op 24 en 25 september is Oudenaarde voor de 30ste keer gaststad voor de Werktuigendagen. Grote en kleine landbouwmachines en tractoren tonen er hun kunnen aan duizenden bezoekers. Dit jaar staat alles in het teken van duurzaam bodemgebruik. Een minimale maar effectieve bodembewerking is immers essentieel voor een levensvatbare, duurzame landbouw. Daarnaast is er ook aandacht voor halfgedragen werktuigen, GPS-toepassingen, bandendruk, enz. Een veeprijskamp, een varkenstentoonstelling en ruim 300 oldtimers zorgen ervoor dat er voor ieder wat wils is. DE LANDGENOTEN-QUOTE
‘ All pigs are equal, but some are cheaper than others.’ Guy Van Den Broek, landbouwjournalist van De Tijd, in een opiniestuk in de krant naar aanleiding van de malaise in de varkenssector.
4 landgenoten
INFO www.werktuigendagen.be
Slipgevaar! Nu de oogsttijd is aangebroken, wordt het weer druk op de wegen van en naar velden en landbouwbedrijven. Deze zomer nog hebben we meermaals mogen ervaren dat er bij regenweer al gauw heel wat modder op de weg komt. En dat zorgt voor slipgevaar. Wanneer modder een ongeval veroorzaakt, dan kan zowel de landbouwer als de gemeente aansprakelijk worden gesteld. Vandaar het belang om vervuilde wegen zo snel mogelijk te reinigen en de nodige signalisatie te plaatsen. Onderstaande website bevat tal van tips en informatie over hoe je dit het best aanpakt. INFO www.modderopdeweg.be
Gids op eigen land Ook bezeten van ons Vlaamse platteland? Dan is de opleiding plattelandsgids van KVLV en Toerisme Vlaanderen misschien wel iets voor jou. Gedurende twee jaar krijg je een professionele opleiding over landbouw en platteland. Zo kom je onder meer te weten hoe landbouw en voeding zich historisch hebben ontwikkeld in onze streken en er is ook aandacht voor recreatie, streekgastronomie en lokaal
BOEKENTIP
De mooiste dorpen van België Het gras en de groene overkant, je kent de uitdrukking waarschijnlijk wel. Ook in ons land gaat dat op. Waarom naar het buitenland trekken als hier nog zoveel onontdekt moois te vinden is? Zo telt ons land tal van idyllische dorpjes waar we vaak het bestaan niet van afweten of waar we nog nooit bij de charme ervan hebben stilgestaan. In het boek ‘De mooiste dorpen van België’ leer je in een notendop de geschiedenis van de 50 mooiste dorpen van ons land kennen. Je maakt er kennis met het bruinste café, het oudste huis of het meest authentieke winkeltje en ook tal van andere niet te missen bezienswaardigheden komen uitgebreid in beeld. Inspiratie genoeg voor tal van leuke uitstapjes in eigen land!
WIN!
Het boek ‘De mooiste dorpen van België’ van Santina en Johan De Meester is uitgegeven bij Lannoo. Wij geven één exemplaar van het boek weg. Stuur je naam en adres met vermelding ‘De mooiste dorpen van België’ naar info@landgenoten.be.
#
erfgoed. Daar bovenop worden je ook communicatie- en verteltechnieken bijgebracht. Na afloop van de opleiding ben jij dan de ideale persoon om je passie voor het Vlaamse platteland over te brengen. INFO KVLV, 016 24 20 11 of jhocks@groepkvlv.be (cursussen: Diest vanaf september 2011, Gent vanaf februari 2012)
CIJFER
2686
Dat is het aantal scholen dat tot nu toe deelneemt aan Tutti Frutti, de Europese schoolfruitactie. De opzet is simpel: scholen die een fruitabonnement van minstens zes euro per leerling per schooljaar afsluiten, krijgen vier euro terugbetaald door Europa. Op die manier wil de Europese Commissie niet alleen de markten stabiliseren, maar ook producten van eigen bodem en een gezond voedingspatroon promoten. Hoewel ons land al één van de beste leerlingen van de klas is, zoekt de landbouwadministratie nog steeds klassen die mee willen doen. Misschien een ideetje voor de school van jouw kinderen of kleinkinderen? INFO www.fruit-op-school.be 5
Focus
Word jij ook
klimaatm Hoe kun je als land- of tuinbouwer inspelen op de maatschappelijke vraag naar klimaat足neutrale oplossingen en er zelf ook beter van worden? Welke technieken kunnen win-winsituaties opleveren voor zowel de landbouw als het klimaat?
W
etenschappers zijn het erover eens: de opwarming van de aarde valt echt niet meer te ontkennen. Ook in Vlaanderen voelen we vandaag al gevolgen van het broeikaseffect. Cijfers van het KMI voor de afgelopen 30 jaar laten extremere weersomstandigheden zien, zoals meer winterneerslag, grotere zomerdroogte en hogere temperaturen. Vlaams klimaatexpert Patrick Willems van de KULeuven berekende dat de Belgische winters tijdens de komende 100 jaar 60 procent natter en de zomers 70 procent droger kunnen worden. In zijn rapport waarschuwt hij voor de maatschappelijke gevolgen op het vlak van landbouw, biodiversiteit, overstromingen, grondwater en scheepvaart. Kruispunt van domeinen Internationale experts hanteren voor de aanpak van de klimaatverandering een
6 landgenoten
anager? 3-sporenbeleid. Als eerste pijler geldt het voorkomen van uitstoot. De tweede pijler is het verlichten van de schadelijke effecten. De derde zet in op het aanpassen aan de nieuwe situatie. ‘Die 3 sporen zijn zeker ook nuttig voor de land- en tuinbouw, die een belangrijke rol speelt in het klimaatverhaal,’ zegt Anne Gobin, projectmanager ‘agri-environment & climate change’ bij het VITO. ‘Daarmee verwijs ik deels naar de uitstoot van de sector. Maar de landbouw is vooral ook een beheerder van de koolstofcyclus en leverancier van andere diensten aan de maatschappij. De sector investeert bijvoorbeeld mee in de biodiversiteit die ons ecosysteem beter bestand maakt tegen klimaatverandering. Ik verwacht dat landbouw de komende jaren nog meer door vragen uit andere beleidsdomeinen zal worden beïnvloed.’
Het klimaatverhaal biedt kansen om bijkomende maatschappelijke diensten uit te bouwen. Maar de land- en tuinbouw zal ook in zijn basisactiviteit van voedselproductie elementen moeten bijsturen. Klimaatexpert Patrick Willems voorziet voor zowat
‘ De landbouw zal meer vragen uit andere beleidsdomeinen krijgen.’ alle plantaardige sectoren oogstverliezen, behalve voor de winter- en voorjaarsteelten. De verwachte temperatuurstijging en neerslagtekorten zullen bij de huidige teelten tot een lagere opbrengst leiden, terwijl de verhoogde CO2-concentraties een licht
positief effect hebben. De dierlijke sector moet dan weer met drogere lucht, meer hittestress en een lagere voederopname afrekenen. Bij een ongewijzigde bedrijfsvoering zou dat volgens Willems’ cijfers een licht verminderd productieresultaat veroorzaken, van 9 procent voor schapen, 8 procent voor runderen, 6 procent voor varkens en 3 procent voor pluimvee. Oogstverliezen opvangen De afdeling Monitoring en Studie stelde in een beleidsvoorbereidende studie 22 maatregelen voor om de Vlaamse land- en tuinbouw aan een veranderend klimaat aan te passen. Voor de dierlijke sector gaat het om ingrepen zoals staldaken isoleren of om het selecteren op hitteresistente rassen. De plantaardige sector krijgt tips zoals het aanpassen van oogstdata, het overschakelen op andere bodembewerking of het 7
Focus Uit onderzoek van de KULeuven blijkt dat Belgische winters 60 % natter, zomers 70 % droger kunnen worden.
Vraag een koolstofsimulator aan: T 1700 of land@lne.vlaanderen.be
1982
2010
22,7 %
akkerland
35,1 %
32,0 %
weiland
50,4 %
Het aantal landbouwgronden met een te laag koolstofgehalte (%).
uitbouwen van irrigatie. In het kader hiernaast vind je de volledige lijst uit de studie. Maar het klimaatverhaal eindigt uiteraard niet bij dit pakket maatregelen. ‘De grootste uitdaging ligt er momenteel in om technieken te vinden die het klimaat sparen en tegelijk voordeel opleveren voor de sector’, zegt Anne Gobin. De VITO-medewerkster gelooft vooral in het potentieel van de landbouw om koolstof op te slaan en daardoor de uitstoot van broeikasversterkende koolstofver-
‘ Tegen 2030 zou 1/4 van de grondstoffen uit biomaterialen bestaan.’
Volgens Anne Gobin van het VITO
bindingen te beperken. ‘Hiermee verwijs ik deels naar opslag in de geteelde planten, maar voornamelijk ook in de bodem. Een van de opties die ik onderzoek, is het opzetten van een koolstofmarkt naar het voorbeeld van de CO2-rechten. Maar een politieke consensus hierover lijkt nog veraf. Op korte termijn lijken de mogelijkheden van landbouwpraktijken die de koolstofopslag waarborgen me belangrijker. Zowel het klimaat als de landbouwbedrijven hebben daar baat bij.’ Zoals de kaart hiernaast aangeeft, gaat het koolstofgehalte of de organische stoftoestand, – die voor een groot deel de vruchtbaarheid en bodemstructuur bepaalt – er in Vlaanderen al een aantal jaar op achteruit.
zal de landbouw meer en meer met vragen uit andere domeinen worden geconfronteerd.
8 landgenoten
Biochar en andere opties Zowel op het veld als bij onderzoekers bestaat er door de klimaatverandering
een hernieuwde aandacht voor praktijken als gereduceerde bodembewerking, groenbedekkers, graslandbeheer en composteren. Daarnaast worden innovatieve technieken en producten zoals biochar verder ontwikkeld. Biochar ontstaat bij het omzetten van biomassaresten naar bio-energie. Verwacht werd dat het de bodemvruchtbaarheid zou verhogen en koolstof langdurig in de bodem zou opslaan, maar de impact op Vlaamse bodems valt tegen. Momenteel onderzoekt ILVO biochar op mogelijke toxicologische effecten en wettelijke obstakels.
22 Hoe kan de Vlaamse landen tuinbouw zich het best aanpassen aan een veranderend klimaat? De afdeling Monistoring en Studie onderzocht het en stelde volgende lijst van 22 adapatatiemaatregelen voor:
Ook de teelt van koolzaad krijgt door het klimaatverhaal een extra impuls. Het areaal koolzaad in Vlaanderen mag dan de voorbije jaren tot 450 hectare gezakt zijn, Inagro of het vroegere POVLT-Beitem boekte in 2010-2011 mooie economische resultaten. De teelt en de verwerking – met mobiele koolzaadpers en koolzaadkoeken als veevoeder – liepen vlot. Wil je vooraf berekenen wat koolzaad, grasland of een andere teelt betekent voor het koolstofgehalte van je percelen? Dat kan, met de koolstofsimulator die het departement LNE heeft laten ontwikkelen (zie contactgegevens linksboven).
Je voert het huidige koolstofgehalte van je perceel, de grondsoort en de historiek in. Klik, en de gratis software schetst de impact van verschillende opties: rotaties van 1 tot 4 jaar, met 1 tot 3 teelten per jaar, met ingewerkte oogstresten of niet, met verschillende mogelijkheden qua bemesting en bodemverbeteraars, enzovoort. Hennep en bermmaaisel Naast koolstof zijn er nog andere hoofdrolspelers in het klimaatverhaal. Bij een duurzame productie hoort ook het inperken van de stikstof-, methaan- en ozonuit-
stoot. Een filosofie als cradle-to-cradle, letterlijk van wieg tot wieg, wil producten ontwerpen zonder afval te genereren. Hierbij streef je naar schonere grondstoffen en het hergebruik van alle neven- en restproducten. De verwerkende industrie kijkt meer en meer naar natuurlijke grondstoffen als hout, gras, kokos, vlas, hennep, katoen, stro, riet, schapenwol en pluimen. In het kader van een Interregproject deed Inagro de voorbije maanden heel wat ervaring op met natuurlijke vezels uit vlas en hennep. Wist je trouwens dat er in Frankrijk al zo’n 10.000 hectare hennep wordt geteeld? Inagro biedt telers
adaptatiemogelijkheden Voor de dierlijke sector: 1. het voorzien van voldoende schaduw, 2. je staldak isoleren en het voorzien van een reflectie-coating, 3. de ventilatie van de stal optimaliseren, 4. de stal uitrusten met koelingstechnieken, 5. aanpassingen doorvoeren aan de rantsoensamenstelling, 6. aanpassingen doorvoeren aan de drinkwatervoorziening, 7. het selecteren van hittetolerante dierenrassen, 8. het voorkomen en bestrijden van dierziekten.
Voor de plantaardige productiesector: 9. het aanpassen van plant- en oogstdata, 10. het veranderen van gewas of cultivar, 11. het ontwikkelen van nieuwe cultivars (variëteiten), 12. het telen van gewassen voor biomassaproductie, 13. waterconserverende en gereduceerde bodembewerking, 14. irrigatie en drainage, 15. het bestrijden van onkruiden, plantenziekten en –plagen.
Voor de andere diensten: 16. wateropslag op het landbouwbedrijf, 17. het bewaken van de residu’s en emissies van nutriënten en pesticiden, 18. het aanwenden van meer agrarische biodiversiteit, 19. landschapszorg, 20. het vastleggen en vermijden van de uitstoot van broeikasgassen, 21. het scheppen van een kader voor agrotoerisme en recreatie, 22. het plaatsen van stormresistente windturbines voor energie.
9
Focus De universiteit van Stanford onderzocht de impact van de klimaat verandering op de wereldwijde landbouwproductie van de afgelopen 30 jaar (zie: bit.ly/klimaatrapport ).
technische ondersteuning aan en bemiddelt met de lokale verwerkende industrie voor de afzet. Aansluitend bij de cradle-to-cradlefilosofie onderzocht de afdeling Monitoring en Studie vorig jaar de mogelijkheden van een biobased economie. Volgens de onderzoekers maken biomaterialen momenteel 8 à 10 procent uit van de totale grondstoffenmarkt in de EU, met een groeiverwachting tot 25 procent tegen 2030 in een land als Nederland. Naast de al bekende mogelijkheden voor bio-energie via vergisting, WKK en biobrandstoffen, verwachten de onderzoekers veel van de ontwikkeling van bioverpakkingen en biochemicaliën uit nevenproducten van de biobrandstoffenproductie. De groeikansen hiervoor schuilen overigens niet alleen in hightech onderzoek. Ook het opzetten van logistieke samenwerkingsverbanden is een belangrijk element, zo blijkt uit verschillende projecten in Vlaanderen waarbij sinds kort bermmaaisel wordt gezuiverd om het tot vergistingsmateriaal op te waarderen. Alternatieve eiwitbronnen Tot slot is ook het vervangen van vlees door andere eiwitbronnen een piste die de klimaatverandering kan afremmen. Wetenschappers zijn de berekeningswijze voor de ecologische voetafdruk van vlees nog verder aan het verfijnen, na kritiek dat zowel huisvesting en voederpatroon van de dieren, als de voedingswaarde en uitstoot van de vegetarische alternatieven nauwelijks in rekening werden gebracht. Op dit ogenblik is soja nog de meest gebruikte vleesvervanger, maar specialisten verwachten de komende jaren een overstap naar Europese eiwitten, uit peulvruchten zoals erwten en lupine of reststromen van de biobased economie. Op nog langere termijn zouden ook kweekvlees, algen en wieren, en insecten zoals meelwormen volgens de onderzoekers eiwit kunnen leveren. Tenminste, als ook de consument aan dat idee kan wennen…
10 landgenoten
Nuttige websites www.kuleuven.be/hydr/cci/reports/LNE-klimaat-PWillems.pdf, www.ilvo.vlaanderen.be > zoeken (biochar), www.inagro.be > zoeken (vezelhennep), www.restaurantvandetoekomst.wur.nl > media > alternatieve eiwitten, www.vito.be > zoeken (klimaat en landgebruik)
Over de grens
‘ Nu al minder graan door klimaat’ Wat wordt de impact van de klimaatverandering op de wereldvoedselmarkt en de graanprijs? Zullen oogstverliezen in het ene land worden gecompenseerd door winsten in een ander gebied? Om dat te weten te komen, onderzocht de universiteit van Stanford welke impact de klimaatverandering de afgelopen 30 jaar al op de landbouwproductie had. Wat blijkt? Zonder de effecten van de klimaatverandering zou er in die periode wereldwijd 5,5 procent meer maïs geproduceerd zijn en bijna 4 procent meer graan. De onderzoekers onderzochten de gegevens over de productie van maïs, graan, rijst en soja. Hiermee heeft hun onderzoek betrekking op 75 procent van alle calorieën die de wereldbevolking tussen 1980 en 2008 opnam. Een van de conclusies is dat vooral de stijgende temperaturen de landbouwproductie
beïnvloeden. De factor regenval speelde in de meeste landen veel minder, tenminste zolang er nog watervoorraden beschikbaar zijn. Bovendien werkten de onderzoekers met gemiddelden per seizoen, wat de impact van extreme regen in combinatie met droogte minimaliseert. Interessant om weten is alleszins dat de grootste verliezen voor de graanproductie werden opgetekend in Rusland, India en Frankrijk. Voor maïs doen China en Brazilië de slechtste zaak. Bij soja en rijst blijken de effecten van de klimaatverandering volgens het model niet significant. Ook niet onbelangrijk: de onderzoekers houden de afgeremde landbouwproductie verantwoordelijk voor een wereldwijde prijsstijging met 20 procent. Tellen ze het positieve effect van extra CO2 voor de gewasgroei mee, dan komen ze op een klimaatgerelateerde prijsstijging van 5 procent gedurende de afgelopen 30 jaar. Blijft de vraag welke prijs we de komende 30 jaar krijgen…
“Mijn Brugge Kaas? Oud Brugge. Gewoon het lekkerst op de boterham.” Welke Brugge Kaas u ook kiest, u geniet van traditie en superieure kwaliteit. Want wie de smaak te pakken heeft, krijgt zin in meer.
HERMAN VERBORGH IS MEESTER-KAASMAKER BIJ BRUGGE KAAS SINDS 1979
Ieder zijn Smaak. ONTDEK UW BRUGGE KAAS OP WWW.BRUGGEKAAS.BE
Wordt gevolgd
Je hebt ze misschien al gezien, de nieuwe printadvertenties van VLAM, met de slogan ‘Vlees van hier? Met plezier! Veilig, voedzaam en verantwoord’. Sofie Bombeeck en 10.00 uur: De mensen van het reclamebureau komen hun voorstellen voor de campagne toelichten.
Jürgen Flamand zorgen ervoor dat de campagne tot stand komt en verspreid wordt via radio, kranten en tijdschriften. 8.30 uur: Jürgen is op weg naar zijn kantoor in het Ellipsgebo uw in Brussel.
11.07 uur: Volgens Sofie en Jürgen moeten de woordkeuze en de stilistische uitw erking in het ontwerp bijgestu urd worden.
VLAM voor duur W
12 landgenoten
e ontmoeten Sofie en Jürgen op hun kantoor in Brussel bij het begin van een goedgevulde werkdag. Sofie: ‘We leggen momenteel de laatste hand aan een nieuwe campagne, die in september van start gaat. Ze zal draaien rond drie grote kernthema’s: de plaats van vlees in een gezonde en evenwichtige voeding, de voedselveiligheid van vlees, en de verduurzaming van de vleessector.’ ‘De jongste jaren komt vlees vaak in een negatief daglicht’, vult Jürgen aan. ‘Het zou slecht zijn voor de gezondheid, een negatieve impact hebben op het milieu en het zou dieronvriendelijk geproduceerd worden. Cijfers en rapporten over de wereldwijde vleesindustrie worden op één grote hoop gesmeten, waardoor consumenten zich nog moeilijk een genuanceerd
beeld kunnen vormen. Met de campagne willen we hen geruststellen dat vlees dat bij ons gekweekt is wél voedzaam en veilig is en dat de Belgische vleessector aan het verduurzamen is. Die aanpak is redelijk nieuw. In het verleden probeerden we met onze campagnes vooral de afzet van een product te verhogen, terwijl deze eerder informatief en imagogericht is.’ Voorstellen van het reclamebureau Voor de uitwerking van de advertenties, radiospot en website heeft VLAM de hulp van een reclamebureau ingeroepen. Vandaag stellen de reclamemakers nieuwe schetsen en ideeën voor. Volgens Sofie en Jürgen moeten nog enkele details in het ontwerp bijgestuurd worden, zoals de woord-
keuze en de stilistische uitwerking van de slogan van de campagne. Het reclamebureau belooft die aanpassingen snel uit te voeren, zodat de fotoshoots voor de advertenties en de opnames voor de radiospot
‘Met onze informatieve campagne rond duurzaam vlees slaat VLAM een nieuwe weg in’ kunnen plaatsvinden. Er worden ook afspraken gemaakt over de foto’s: ‘We willen de focus sterk leggen op kwaliteit in plaats van op kwantiteit,’ zegt Sofie. ‘Het vlees moet in een evenwichtige en gezonde voedingscontext gepresenteerd worden. Geen gigan-
naam: Jürgen Flamand functie: Adjunct-Productmanager Vlees bij VLAM, het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing
naam: Sofie Bombeeck functie: Productmanager Vlees bij VLAM, het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing
15.00 uur: Jürgen en Sofie stellen de campag ne voor aan de sectorgroep met afgevaardigden uit de sector.
12.20 uur: Sofie en Jürgen eten een hapje in het bedrijfsrestaurant.
13.05 uur: Sofie loopt even langs bij haar zoontje in de vakantieopvang voor het overheidspersoneel.
zaam vlees tische lappen dus, en ook voldoende groenten. In plaats van het vleesverbruik op zich te stimuleren, moedigen we consumenten aan om beter vlees te kopen. Vlees van bij ons, met een kwaliteitsgarantie.’ Hallo, met de mediacentrale? Na de lunch werken Jürgen en Sofie het inhoudelijke luik van de campagne verder uit. Jürgen: ‘Op de website www.vleesvanhier. be willen we de consument correcte en neutrale achtergrondinformatie over de vlees-productie bieden. Momenteel zijn we bezig met het schrijven van de teksten. Alles wat op de website verschijnt, moet wetenschappelijk correct zijn. We toetsen de inhoud dan ook steeds af bij mensen uit de sector en bij wetenschappelijke
experten.’ Terwijl Jürgen op zijn toetsenbord tokkelt, belt Sofie met haar contactpersoon bij de mediacentrale. Hier werken specialisten die uitdokteren op welke radiozenders en in welke tijdschriften of kranten de advertenties het best verschijnen om het gewenste doelpubliek te bereiken. Een paar minuten later ontvangt Sofie een aangepast overzicht in haar mailbox van welke media op welke momenten de campagne zullen opnemen. Vergaderen met de sectorgroep Om iets voor drie verlaten de twee VLAMmedewerkers hun bureau voor een vergadering van de sectorgroep. ‘Hierin zitten vertegenwoordigers van alle takken van de vleesindustrie, van de landbouworganisaties
de nieuwe term ‘flexivoor’ Een beeld uit de campagne die moet verduidelijken.
tot inkopers van de distributie,’ zegt Sofie. ‘Met de sectorgroep bepalen we de grote lijnen van onze communicatie. Het idee voor deze campagne kwam twee jaar geleden trouwens van de sector zelf, met de opkomst van het concept Donderdag Veggiedag. Men vond dat we een antwoord moesten geven op de antivlees-communicatie. Niet door er een welles-nietesspelletje van te maken, maar door op een positieve, open en neutrale manier over vlees te communiceren.’ De leden van de sectorgroep krijgen de eerste voorstellen en de opmerkingen van Sofie en Jürgen te zien en blijken tevreden over de huidige stand van zaken. Jürgen: ‘Oef, de timing van de campagne blijft op schema. Hopelijk geldt dat ook voor de trein naar huis…’ 13
Boer & buur naam: Jiri Vitt functie: akkerbouwer
Akkerranden redden Wereldwijd dreigt er een bestuivingscrisis door de dalende bijenpopulatie. Hoog tijd voor actie, dacht ook het Regionaal Landschap de
H
Voorkempen (RLV). De vzw bracht jagers, natuur liefhebbers, imkers en landbouwers samen om de mogelijkheden te bekijken. Met resultaat: in totaal zullen dit jaar langs 126 hectare landbouwgrond fauna-akkers worden ingezaaid.
Jiri Vitt zaaide langs 45 hectare een mengsel van akkerkruiden, -bloemen, -grassen, en oude landbouwgewassen in. 14 landgenoten
et begon met bijen, maar ook andere diersoorten en de lokale biodiversiteit varen er wel bij. ‘Naar aanleiding van de tanende bijenpopulatie zijn we in het kader van een draagvlakverbredingsproject met landbouwers, jagers, natuurbeheerders en mensen uit de recreatieve sector rond de tafel gaan zitten’, zegt Thomas Impens, medewerker natuur en landschap bij het RLV. ‘De samenwerking met de jagers lijkt misschien onverwacht, maar ook zij spelen een belangrijke rol in het landschapsbeheer. Via hen kwamen we op het idee om akkers en akkerranden in te zaaien met een mengsel van akkerkruiden, -bloemen, -grassen, en oude landbouwgewassen. Het idee was geboren, voor de uitvoering krijgen we financiële steun van de provincie Antwerpen en van de Vlaamse overheid.’ Gratis voedsel voor dieren Vorig jaar werden er in samenwerking met de wildbeheereenheden langs 60 hectaren fauna-akkers ingezaaid. In 2011 zal in de Voorkempen en de aangrenzende regio’s 126 hectaren landbouwgrond tijdelijk worden gebruikt als fauna-akker. Akkerbouwer Jiri Vitt uit Wuustwezel is een van de betrokken landbouwers. Langsheen zijn 45 hectare grond zaaide hij ongeveer 250 m2 met het zaaimengel in. ‘Voor mij is het een manier om braakliggend land en akkerranden of hoekjes die ik minder kan benutten op een betere manier te gebruiken. Het RLV stelt het mengsel gratis ter beschikking. En door afwisseling te brengen in de gewas-
naam: Thomas Impens bedrijf: medewerker Regionaal Landschap de Voorkempen
bijen sen, verbetert de structuur van de bodem. Hoewel het RLV-project geen vergoeding voorziet, loont het soms ook om andere stukken tijdelijk als fauna-akker in te zaaien. In sommige gevallen kun je namelijk voor een fauna-akker ook een beheersovereenkomst met de Vlaamse Landmaatschappij afsluiten.’ Zowel Jiri als Thomas zijn alvast enthousiast over het effect van de fauna-akkers. ‘Je ziet er opmerkelijk veel insecten, vogels en kleine zoogdieren. Bijen vinden er nectar en stuifmeel, hazen en konijnen eten
‘Door afwisseling te brengen in de gewassen, verbetert de structuur van de bodem.’ van de bladeren van kolen, en vogels doen zich dan weer tegoed aan de vele insecten’, zegt Thomas. Jiri laat enthousiast een strook grond zien tussen twee maïsakkers in, waar een bonte mengeling van akkerbloemen, grassen, kruiden en oude landbouwgewassen zoals boekweit groeit. ‘Hier kan ik toch niet bij met mijn machines, en je ziet dat de maïs aan de rand van de akkers al minder hoog staat vanwege de schaduw van deze bomen. In plaats van de plek te laten braakliggen, heb ik er dankzij het project iets nuttigs mee gedaan. En ik ben vrij om er volgend jaar iets anders mee te doen, mocht ik dat willen.’
Behoud van mestrechten en subsidies De vzw Regionaal Landschap de Voorkempen houdt de instap in het project bewust laagdrempelig. ‘We sluiten geen beheerovereenkomsten af met landbouwers, alleen een onderling contract dat geen enkele invloed heeft op subsidies die ze krijgen, of op hun mestrechten,’ verzekert Thomas Impens. ‘Het plantgoed krijgen ze gratis, in ruil daarvoor vragen we enkel om een korte evaluatie in te vullen. Zo krijgen wij een beter zicht op de resultaten en kunnen we het project verder verfijnen.’ ‘Aan het contract is geen enkele verplichting verbonden, en na de winter ploeg je de fauna-akker gewoon om, zodat je er opnieuw opbrengstgewassen op kunt telen. De oude begroeiing doet dan dienst als groenbemesting’ zegt Jiri. ‘Zo’n fauna-akker vraagt bovendien nauwelijks onderhoud. Het is juist de bedoeling dat er ook natuurlijke akkerkruiden kunnen groeien. Alleen distels moet je uiteraard wel bestrijden.’ Draagvlak vergroten Er zijn nu ook afspraken met Natuurpunt om het fauna-akkerproject te monitoren en te evalueren. Die resultaten moeten uitwijzen hoe het project kan worden uitgebreid, bijvoorbeeld door er andere landchapselementen zoals poelen in te betrekken. ‘We gaan ook samenzitten met de Boerenbond om te bekijken welke vragen er zijn vanuit de landbouwsector,’ verklaart Thomas Impens. ‘Maar het belangrijkste is voorlopig dat we een bijdrage kunnen leveren aan de bijen en de andere fauna in de streek.’ 15
2030
Kwaliteitsprodu versus bulktee Hoe ziet de toekomst van de land- en tuinbouw eruit? In deze rubriek vragen we het telkens aan een prominente opiniemaker. Deze keer trekken we naar Nederland voor een gesprek met Mac van Dinther, culinair journalist bij de Volkskrant. Met ‘Ons eten’ schreef hij een boek over de manier waarop ons voedsel geproduceerd wordt.
W
elke rol speelt de land- en tuinbouw in de maatschappij van 2030? Onze voedselvoorziening blijft belangrijk, maar ik vermoed dat we een soort twee deling zullen krijgen. Enerzijds met producten van hoge kwaliteit – zoals mooi vlees en biologisch fruit – maar anderzijds zal het bulkvoedsel – zoals industrieel gekweekt varkensvlees en serreplanten – nog meer toenemen. Voor welke producten in de Vlaamse en Nederlandse landbouw ziet u de mooiste toekomstkansen? Voor hoogwaardige producten. De grond in dit deel van Europa wordt te duur om aan grootschalige landbouw te doen. De ruimte hier is al schaars, dus waarom ze volbouwen met lelijke stallen en serres. Volgens mij verhuist de grootschalige productie op termijn naar landen als Polen, China en India, waar er veel meer ruimte is. Landbouw hing vroeger af van waarvoor de ondergrond geschikt was, maar voor veel producten is vruchtbare grond niet eens meer nodig. Kippenkwekerijen of serres kan je vandaag net zo goed in industriegebied zetten. Waarmee moeten boeren die vandaag investeren rekening houden? Ze moeten vooral goed nadenken over
16 landgenoten
welke kant ze uit willen. Gaan ze voor een intensivering van goedkope producten, of willen ze van nicheproducten hun handelsmerk maken? Ik heb gemerkt dat bioboeren uit de Flevopolder de afgelopen jaren een beter rendement haalden dan hun collega’s die aan intensieve teelt doen. Waarom? Bij intensieve teelt zijn de winstmarges heel afhankelijk van de vraag die er op dat moment naar een bepaald product is, terwijl bioboeren doorgaans
‘ Voor veel producten is vruchtbare grond niet eens meer nodig.’ flexibeler zijn en hun aanbod gemakkelijker kunnen aanpassen aan de vraag van de consument. Ze weten beter voor wie ze produceren. Merkt een bioboer dat pompoenen populair worden, dan kan hij gemakkelijker een stuk grond vrijmaken om pompoenen te telen. Momenteel zie je in Nederland steeds meer boeren die ook succesvol aan natuurbeheer doen. Anderen combineren hun gewone productie met een zorgboerderij, of staan in voor het beheer van slootkanten, waarvoor ze geld krijgen van de overheid. Als je wat handig
en creatief bent, kan je als boer zeker je inkomstenbronnen diversifiëren. Maar het moet je natuurlijk liggen. Wat wordt de impact van nieuwe technologieën? Er staan ons heel wat ontwikkelingen te wachten. Men zal vlees kunnen kweken uit stamcellen, en plantaardige producten die op vlees lijken zullen een opmars maken. Die vleesvervangers zullen dan gebruikt worden in kant-en-klare gerechten zoals ravioli of lasagne. Ik denk dat ggo’s aan belang zullen winnen, of alleszins de natuurlijkere modificatietechnieken die op minder weerstand stoten. Ook voor ‘veeflats’ zie ik een toekomst. Dat zijn veebedrijven die bestaan uit meerdere verdiepingen en waarin dieren zowel gekweekt, gevoederd, geslacht als verwerkt worden. Het voordeel van dit systeem is dat je weinig grondoppervlakte nodig hebt en dat je het eender waar kan toepassen. Het is bulkteelt zoals die momenteel al bestaat, maar dan nog geavanceerder. Zullen de voedselprijzen verder stijgen? Dat denk ik wel. De wereldbevolking groeit aan, de levensstandaard stijgt in veel landen, biobrandstoffen moeten met voedsel
cten lt?
Vraag van de consument
Polen, China en India
Diversifiëren
Stamcellen
Veeflat Hummer
Biobrandstoffen
concurreren… Ik heb vernomen dat agrarische beleggingsfondsen tegenwoordig een goede investering zouden zijn. Dat zegt genoeg, niet? Wat zou voor u een ideaal toekomstscenario zijn? Dat de consument zich meer bewust wordt van wat hij eet, en een prijs wil betalen voor kwaliteit. Het zou boeren meer mogelijkheden geven om te investeren in een duurzamer landbouwmodel. Er moet een sterkere band komen tussen de mens die het product eet en de boer die het product verbouwt. Daarom moeten boeren zich meer bezighouden met de consument, zich afvragen voor wie ze producten willen telen. Maar als we enkel hoogwaardige producten willen eten, dan leggen we ook beslag op onze natuurlijke hulpbronnen. We kunnen niet anders dan een stapje terugzetten en minder vlees beginnen te eten. Nu al wordt 70 procent van onze landbouwoppervlakte ingenomen voor veeteelt en veevoeder. De FAO verwacht dat de vraag naar vlees tegen 2050 verdubbeld zal zijn. Ik beschouw vlees eten steeds vaker als met een Hummer rijden: niet echt nodig en nefast voor het milieu. Hoewel ik het zelf graag eet, schrap ik steeds vaker worsten en steaks van het menu.
win Ons eten, de waarheid achter het bord Waar haalt Unox de tomaten voor zijn soep? Hoe heeft het stoofvlees op ons bord geleefd? Culinair journalist Mac van Dinther dook in de wereld achter onze dagelijkse maaltijd en schreef het neer in een hoogst interessant boek. Landgenoten-lezers die ‘Ons eten’ online bestellen krijgen 20% korting, € 28 i.p.v. € 35. Surf naar http://shop.minestrone.be/landgenoten, tik uw actiecode in: landgenoten en maak ook kans op 1 van de 15 duotickets voor de Boekenbeurs. Mac van Dinther debatteert en signeert er op 5 november 2011.
17
W onderzoeker In deze rubriek vind je een selectie uit de talrijke onderzoeksresultaten van het Vlaams instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO).
Wel vlinderen, niet (langer) woe
Eerst even proberen… in de testfabriek 3800 ondernemingen maken in Vlaanderen het eten klaar. Agrovoedingsbedrijven, die graag ook af en toe eens een nieuw product of proces lanceren. ILVO heeft voor hen, en voor consumentenorganisaties, studenten en andere doelgroepen een heuse pilootfabriek ingericht. Tientallen semi-industriële toestellen zijn er aangekocht om te experimenteren met zuivel, vlees, groenten, fruit, droge voeding, chocolade, bereide maaltijden... Zelfs petfood en (natuurlijke) cosmeticaproducten kunnen er van de band rollen. ‘Via Flanders’ FOOD en IWT hebben we hier 5 miljoen euro kunnen investeren en binnenkort (her)openen we officieel’, zegt voedingstechnoloog en ma-
wonderzoeker
18 landgenoten
nager Katleen Coudijzer van ILVO. ‘Vroeger was dit gebouw vooral gekend om zijn kaasexpertise. Maar onze specialisten en machines zijn nu veel multifunctioneler. Een sapproducent, een patémaker, een groenteverwerker, een koksschool, een ijsfabrikant, een olieperser… allemaal kunnen ze in Melle terecht om een nieuw idee of procedé uit te testen, tot het genoeg op punt staat om het in productie te steken. Wetenschappelijke kennis kan eigenlijk niet dichter als dit komen bij de praktische markttoepassing. En Vlaanderen blijft er zijn culinaire toppositie mee verdedigen.’ INFO www.foodpilot.be
Een maand geleden, vlak voor de nationale vlinderteldag, werd de nieuwe sierplant Buddleja 'Argus' boven de doopvont gehouden: een vlinderstruik die niet meer woekert als een gek. Liefhebbers van siertuinen kennen de vlinderstruik zeker: prachtige bloempluimen, doorlevend, niet veeleisend, aantrekker van massa’s vlinders. Maar wel erg invasief! ILVO begon 8 jaar geleden met een slim veredelingsproject om een steriele (niet-zaaddragende) cultivar te ontwikkelen. Bij zo’n veredelingsproces komt nogal wat precisie en techniek kijken. Katrijn van Laere van ILVO: ‘Bij de moederplant (B.davidii) haalden we de meeldraden weg om zelfbestuiving te voorkomen. Het stuifmeel van de vaderplant (B. lindleyana) brachten we
Ontdek meer wetenschappelijk landbouwnieuws op
www.ilvo.vlaanderen.be Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek
Wist je dat…
keren
Windmolenparken op zee een positief effect op vissen en schaaldieren kunnen hebben? Ze vormen een soort artificieel rif dat
op de stamper van de moederplant met een penceel. Maar omdat vader en moeder een verschillend aantal chromosomen per cel telden, zouden de resulterende vruchten zeker aborteren voordat ze rijp waren. En dus redden we de embryo’s door ze vroegtijdig te oogsten en ze in vitro – op een kunstmatige speciaal samengestelde voedingsbodem – te laten ontwikkelen.’ Het resultaat is een soort kruising die zelf alleen nog met stek te vermeerderen is. Dat is wat verschillende bestselect-siertelers nu volop aan het doen zijn. Ze hopen dat de Buddleja met deze nieuwe variant afraakt van zijn reputatie als woekeraar. De nieuwe Buddleja bestaat in wit ('Argus White') en paars ('Argus Velvet'). De vlinders vinden hem alvast aantrekkelijk!
extra voedsel oplevert. ILVO – Visserij voert verder onderzoek uit in het gebied rond de Thornton- en Blighbank. De windturbines hebben de stromingen gewijzigd, en de molens genereren geluiden, trillingen en elektromagnetische velden. Maar omdat er in het gebied niet meer mag gevist worden, blijken soorten zoals Noordzeekrab, blauwe kreeft, garnaal, zeebaars, kabeljauw en wijting er een veilige leefomgeving te vinden. Heel wat groentetelers geïntegreerde gewasbescherming gebruiken? De spuitmachines voor chemische bestrijdingsmiddelen zijn hier echter niet voor aangepast. Intussen kennen wetenschappers wel de precieze soorten aaltjes die een natuurlijke vijand zijn van insecten die de groenteteelt teisteren. Maar die aaltjes in de juiste dosis op locatie krijgen, vraagt nog een lange weg.
Zijn de legbatterijen voor kippen bijna weg? In 2012, dus over enkele maanden, laat Europa geen klassieke batterij kooien meer toe voor legkippen. Om het dierenwelzijn te verbeteren moeten de eierproducenten hun kippenstallen anders gaan inrichten. De onderzoeksgroep ‘dierenwelzijn’ van ILVO volgt de om schakeling op de voet. Wat blijkt? In vergelijking met hun Europese collega-kippenhouders zijn de Vlamingen eerder trage leerlingen. Tot vorig jaar zat nog twee derde van alle legkippen in batterijkooien. Frank Tuyttens van ILVO: ‘De meeste legkippen zullen terechtkomen in voliè res. Dat zijn hokken voor heel grote groepen hennen. Zij krijgen nesten en voeder- en watervoorziening ter
beschikking op verschillende etages.’ De andere alterna tieve systemen zijn verrijkte kooien (de kip heeft een zitstok, scharrelruimte en legnest) en de zogenaamde kleinvolières (ruimere varianten van de verrijkte kooi). Grondhuisvesting kan ook: dan laat je de dieren allemaal samen rondlopen in een stal zonder meerdere etages in de hoogte. ‘Uit onze enquêtes leren we dat de kippenboeren eerder sceptisch denken over de alternatieve systemen. Ze vrezen meer werklast, lagere productiviteit en een hogere druk op de diergezondheid. Tegelijk blijkt uit enquêtes dat wie wel al alternatieven voor de batterijkooien gebruikt, daar vrij positief over is.’
Een doctoraat bij ILVO-agrotechniek legde bloot welke aanpassingen er nog aan de machines moeten gebeuren. Plattelandsregio’s tastbare voordelen kunnen halen uit een duidelijke streekidentiteit? Door hierop in te zetten, kunnen inwoners, landbouwers, lokale organisaties en toerisme in één en dezelfde richting werken. De afdeling Landbouw en Maatschappij van ILVO ondersteunt een aantal Vlaamse regio’s (Westhoek, Vlaamse Ardennen…) om hun streekidentiteit te definiëren en te versterken. Klauwproblemen bij koeien en bij varkens detecteren voor het dier begint te manken, beter is voor het dier(enwelzijn) en de portemonnee van de veehouder? Bij ILVO ontwikkelen en testen ze machines en bijbehorende computerpro gramma’s om poot- en klauwproblemen op te sporen. Het idee is om de zeug of de koe over een loopband of weegschalen te laten stappen. De computer berekent vervolgens of er iets scheelt. 19
Woord & wederwoord In deze rubriek nemen we stakeholders mee naar een land- of tuinbouwbedrijf om hen te laten kennismaken met de impact die hun beslissingen hebben voor de individuele boer of tuinder.
Ggo’s versus agroDe poging tot vernieling van het ggo-aardappelveld in Wetteren op een zonnige zondagnamiddag in mei was voorpaginanieuws. Opvallende aanwezige toen: BioForum. Net voor de aardappelen gerooid werden, bracht Landgenoten Esmeralda Borgo van BioForum en René Custers van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) samen voor een openhartig gesprek.
B
20 landgenoten
ij aankomst op het proefveld helpt Esmeralda Borgo meteen een misverstand uit de wereld. ‘Blijkbaar leeft de perceptie dat BioForum heeft deelgenomen aan de vernieling van het veld, maar niets is minder waar. Wij hebben meermaals te kennen gegeven dat wij het verloop van de actie betreuren. Formeel heeft onze deelname zich beperkt tot het debat dat aan de manifestatie vooraf ging.’ René Custers is blij dat te horen, want hij geeft toe dat tijdens en vlak na de bestorming van het veld dit idee ook bij hem leefde. BioForum is naar eigen zeggen wel geschrokken van de vergaande criminalisering van de actie en het feit dat de gevolgen voor sommige deelnemers ‘disproportionele vormen aannemen’. Field Liberation Movement Borgo betreurt eigenlijk heel de hetze rond het ggo-proefveld. ‘Alsof er de laatste tijd niets anders op onze agenda heeft gestaan.’ De organisatie zou veel liever haar ideeën rond agro-ecologie onder de aandacht brengen. ‘Het belang van diversiteit en bodemvruchtbaarheid wordt nog veel te vaak onderschat. Waarom gebeurt er nauwelijks onderzoek naar teeltrotatie, variatie in rassen of de impact van organische mest, compost en schimmels op de bodem? Dit lijkt ons veel relevan-
ter dan het dure ggo-onderzoek.’ René Custers geeft ook aan dat de aandacht voor de veldproef hem overrompeld heeft. ‘Het jaar voordien was er nauwelijks animo rond de proef met ggo-maïs. Nu kregen we plots te maken met de Field Liberation Movement (FLM), waar tot dan nog niemand van gehoord had.’ Hij benadrukt dat het verhaal veel te gepolariseerd is gebracht. ‘Voor mij is het een ‘én-én-verhaal’. De kennis die wij hier op doen, kan ook gebruikt worden in de conventionele en zelfs de biolandbouw. Bovendien geloof ik erin dat deze types van landbouw perfect naast elkaar kunnen bestaan en moeten we het aan de boer overlaten om al dan niet voor een bepaald systeem te kiezen.’ Gewaseigen genen Op het streng bewaakte terrein staan nog een aantal planten frisgroen, andere zijn verdord en van de rest blijft nauwelijks nog iets over. ‘Ondanks de vernielingen kunnen we toch spreken van een geslaagd wetenschappelijk experiment. We zien duidelijk resistentie optreden tegen de aardappelplaag (phytophthora) en er zijn ook gradaties in resistentie waar te nemen’, legt Custers uit. De 26 ggo-lijnen die hier getest werden, kregen resistentiegenen van wilde aardappelvarianten uit de Andes toe-
gediend, gewaseigen genen dus. Mogen we dit dan een versnelde variant van klassieke veredeling noemen? ‘In zekere zin wel. Want de plant die je resistent hebt gemaakt via genetische modificatie is ongelooflijk vergelijkbaar met de plant die resistent gemaakt is via de klassieke weg. Alleen de techniek die je hebt gebruikt om het resistentiegen te introduceren verschilt. Nu is er kritiek op het feit dat je bij genetische modificatie niet van tevoren weet waar het resistentiegen in het DNA van de plant landt, maar bij kruisingsveredeling is dat evenmin zo. In beide gevallen zorgt een geoefend veredelaarsoog voor het elimineren van planten met ongewenste eigenschappen’, stelt Custers. Is het relevant om onderscheid te maken tussen gewasvreemde en gewaseigen genen in GGO’s? ’Je kan je inderdaad afvragen of de Europese wetgeving rond ggo’s op dat punt niet moet worden herbekeken. Waarom ingewikkelde veldproeven eisen om bijvoorbeeld te kijken naar effecten op insecten, terwijl je van de ingebrachte eigenschap daarop überhaupt geen effecten verwacht?” Esmeralda Borgo is het daar niet mee eens. ‘Er bestaat een Nederlandse studie die aantoont dat de risico’s voor beide vormen van ggo’s gelijkaardig zijn. Wij zijn dus absoluut gekant tegen een onderscheid.’ Flexibele schimmel De milieu-impact van deze ggo-aardappelen zou nochtans drastisch verminderd kunnen worden omdat landbouwers 10 tot 15 spuitbeurten per seizoen uitsparen. Dat vindt Borgo een gemakkelijk excuus. ‘Phytophthora is maar één van de mogelijke bedreigingen van de aardappel. Bovendien is het ook een heel flexibele schimmel die zich zeer gemakkelijk aanpast aan ver-
René Custers, bioveiligheidsverantwoordelijke bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie:
‘Ons wetenschappelijk experiment is geslaagd.’
Esmeralda Borgo, beleidsmedewerker bij BioForum:
‘Wij vrezen dat op lange termijn de aardappelziekte resistentie ontwikkelt tegen de ggo-variant’
ecologie anderende omstandigheden. Wij vrezen dat op lange termijn de aardappelziekte toch weer de resistentie van de ggo-aardappelen zal doorbreken. BioForum pleit om die reden voor teeltrotatie en rasvariatie in plaats van grootschalige monoculturen.’ Resistentiemanagement is volgens Custers een belangrijk aandachtspunt voor biotechnologen. ‘Ik geloof heel sterk in de aanpak van de Nederlandse universiteit van Wageningen: maak meerdere rassen met daarin verschillende combinaties van resistentiegenen. Wissel die slim af in tijd en plaats. Combineer met een heel klein beetje spuiten en gebruik de ggo-techniek om meervoudige in de rassen te introduceren, iets wat erg moeilijk te realiseren is met ver edeling. Zo’n strategie leidt echt tot een heel duurzame resistentie.’
Ook voor de gewone boer?
re veredelaars ermee aan de slag kun-
Bij tegenstanders van ggo’s zit ook de vrees voor de toenemende macht van multinationals diep. ‘Ik begrijp die vrees zeker’, reageert Custers. ‘De zware toelatingseisen zorgen ervoor dat enkel zeer grote bedrijven de ontwikkeling en het hele testproces erna gefinancierd krijgen. Vandaar ook mijn pleidooi om de procedures eerder te versoepelen dan strenger te maken. Al wil ik wel opmerken dat in deze proef kansen schuilen. De ggo-aardappellijnen die wij testen zijn allemaal eigendom van de universiteit van Wageningen. Die heeft zichzelf tot doel gesteld om de aardappelen bij de kleinere veredelingsbedrijven onder te brengen. Daarnaast zouden ze met niet-exclusieve licenties willen werken zodat meerde-
nen.’ Bij BioForum vinden ze dat er vooral te weinig aandacht is voor de boer zelf. ‘Landbouwkundig onderzoek is één facet, maar we moeten ook naar het sociale en economische verhaal kijken. Waarom hebben beleid en onderzoek niet meer aandacht voor manieren waarop het inkomen van land- en tuinbouwers kan verhoogd worden’, vraagt Borgo zich af. Ondanks het protest wordt de proef volgend jaar herhaald. Op ggo-aardappelen op Vlaamse akkers is het nog wel even wachten. René Custers verwacht niet dat de commercialisering van deze aardappelen de eerste vijf jaar aan de orde is. Enkel de Fortuna-aardappel van BASF, die ook in Wetteren getest werd, zou al tegen 2014-2015 op de markt kunnen komen.
INFO Boerenste buitenTV maakte een reportage over deze ontmoeting. Bekijk ze op www.vilt.be. 21
Provincie
Een streek benaderen als merk creëert een dynamiek die ook voor de land- en tuinbouw kansen biedt. De verschillende troeven van een regio versterken elkaar en verhogen de aantrekkingskracht van alle sectoren. Om die reden zetten ze in Vlaams-Brabant in op twee merken: het Pajottenland en het Hageland.
Streekidentiteit als troef
E
én plus één is soms meer dan twee. De landbouw, de vastgoedsector, het toerisme, de waterleveranciers en alle andere actoren op het platteland hebben er baat bij om hun streek samen in de kijker te zetten. In marketingjargon heet dat regional branding, het ontwikkelen van een streekidentiteit en die gebruiken voor regionale en plattelandsontwikkeling. Op die manier komen lokale samenwerking en partnerschappen tot stand over de sectoren heen, wat de verschillende waardeketens op het platteland versterkt. Proef het Hageland De Europese Commissie gelooft sterk in deze aanpak en stimuleert die via verschillende programma’s zoals het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). De provincie Vlaams-Brabant zet middelen uit dit fonds momenteel in om voor twee regio’s, het Hageland en het Pajottenland, een streekidentiteit uit te bouwen. Plattelandsondernemers uit die
22 landgenoten
regio’s kunnen voortaan onder een overkoepelende merknaam campagne voeren. Voor het Hageland is een nieuw beeldmerk gelanceerd (zie boven) dat verwijst naar typisch Hagelandse elementen. Aan de linkerkant van de baseline ‘Proef het Hageland’ staan jonge en dyna mische symbolen die verwijzen naar festivals, bieren en DNA als referentie naar de innovatieve voedingsproductie. Aan de rechterkant van het beeldmerk staan symbolen die traditie, rust en geschiedenis uitstralen, zoals een wijnglas, cultureel erfgoed en de fruitteelt. Lekkers uit het Pajottenland Ook voor het Pajottenland is een nieuw logo gelanceerd, met als slogan ‘Lekkers uit het Pajottenland’. De vzw Pajottenland+ wil met dit project de krachtige waarden van de regio’s Pajottenland en Zennevallei naar de plattelandseconomie vertalen. Uit onderzoek blijkt dat 8 op de 10 Vlamingen de streek al kent. Het Pajottenland geldt
als ‘goed-gevoel-streek’ bij uitstek. Ze wordt geassocieerd met glooiende heuvels en vergezichten, culturele trekpleisters, ambachtelijke streekproducten, eindeloze weiden en akkers, rustige dorpskernen en kronkelende paadjes.
‘ Een merknaam kan de dynamiek van de lokale plattelandseconomie versterken.’ In eerste instantie zet de provincie voornamelijk in op het campagne voeren onder één overkoepelende merknaam. Op termijn is het ook de bedoeling om een structureel regionaal netwerk uit te bouwen, samenwerkingsverbanden op te zetten en op die manier de dynamiek van de plattelandseconomie in de regio’s te verstevigen.
RE PREMIE in BELGIË
JOHN DEERE 6R-evolutie EN 7R-evolutie Op de WTD in OUDENAARDE – 24 & 25 september Kom de NIEUWE JD tractoren ZELF ontdekken, ZELF rijden, ZELF testen, - Méér dan 100 INNOVATIES op de : • Tractoren 6R en 7R (170 pk tot 280 pk) • Nieuwe 962i veldspuiten • Ronde balenpersen serie 900 • Maaidorsers W,T en S-serie • GPS oplossingen WERVELENDE SHOW van deze JOHN DEERE INNOVATIES op zaterdag om 14 u. en zondag om 15 u.
REGISTREER u via www.JohnDeere.be en we zorgen voor een zitplaats op de tribune. (reservatie volgens volgorde van inschrijvingen).
Peperstraat 4A - 3071 Erps-Kwerps Tel. : 02 759 40 93 - Fax. : 02 759 99 28 E-mail : Info@cofabel.be
Ons bedrijf naam: Mathieu Hendrickx | leeftijd: 35 hobby’s: Fietsen (vooral koersfiets) taken: melkvee en de akkers
Mathieu Hendrickx en Inge Lapage runnen een ‘klimaatneutraal’ melkveebedrijf in de Vlaamse Ardennen. Sinds dit voorjaar levert een kleinschalige biogasinstallatie voldoende energie voor het melkvee en de bed and breakfast die ze op hun vierkantshoeve uitbaten.
Spitstechnologie
spaart arbeid én klimaat
M
24 landgenoten
elkvee houden én op reis gaan, voor Mathieu Hendrickx en Inge Lapage sluit het een het ander niet uit. Als we hen opzoeken in Herzele zijn ze net terug van een vakantie in Frankrijk met hun twee kinderen Ella (4) en Jolan (6). ‘Af en toe moet je tijd maken voor je gezin,’ vindt Inge. ‘Ook al is dat niet evident. Naast ons melkveebedrijf hebben we een bed and breakfast (B&B), en we hadden toch wel wat aanvragen gekregen voor de voorbije periode.’ Voor het melkveebedrijf maakt het minder verschil. Een volautomatische melkrobot zorgt ervoor dat het vee gemolken wordt. ‘Ik kan alles van op een afstand volgen op
de computer. Mocht er iets mis zijn met een van de koeien, dan verwittig ik iemand om een kijkje te gaan nemen. Met mijn iPhone kan ik van overal in de gaten houden wat er in de stal gebeurt,’ lacht hij. Koeien en toeristen Inge en Mathieu hebben een 60-tal melkkoeien, die helemaal onder de verantwoordelijkheid vallen van Mathieu. ‘Inge zorgt wel voor de jonge kalfjes, maar ik zorg voor het melkvee en de akkers. We hebben ongeveer 70 hectaren landbouwgrond, waarvan 23 hectaren gras en 10 hectaren maïs. Verder telen we ook tar-
we en suikerbieten. In juni hadden we voor het eerst een stagiaire uit Nederland op bezoek. Een ervaring die zeker voor herhaling vatbaar is. Zij heeft de hele maand de zorg voor de kalfjes op zich genomen.’ Inge houdt zich fulltime bezig met de administratie van het bedrijf en met hun B&B De Bronne. ‘Er zijn twee kamers met vier bedden en twee kamers met vijf bedden, ze hebben allemaal een verdieping. Dat is ideaal voor gezinnen met kinderen die in het voor- of het najaar een weekendje weg willen. In die periodes zijn alle 18 bedden meestal volzet en maken wij onze winst voor het hele jaar. Ik heb er mijn han-
naam: Inge Lapage | leeftijd: 34 hobby’s: knutselen: foto-albums, handgeschept papier maken. Tuinieren: moestuin en siertuin. | taken: administratie, B&B, kalfjes
den aan vol: ik bak zelf het brood voor het ontbijt, maak de bedden op en zorg ervoor dat alles proper blijft.’ B&B als investering Het gebouw waar nu de B&B huist, was vijf jaar geleden nog een stal in verval. Maar in plaats van het gebouw plat te gooien, besloten Inge en Mathieu om erin te investeren. ‘We konden het gebouw renoveren met subsidies van het Vlaams landbouw investeringsfonds (VLIF). Die kreeg je als je wilde starten met hoevetoerisme, ondertussen werden die subsidies afgeschaft. En zo kon Inge voltijds in ons bedrijf komen werken: voordien werkte ze voltijds als laborante.’ Inge bleef dan wel thuis om de B&B uit te baten, de inkomsten ziet het koppel eerder als een aanvulling op hun ba sisinkomen. ‘De eerste drie jaar draai je break-even, pas vanaf het vierde jaar begin je iets te verdienen,’ berekent Inge. De investering in de renovatie hebben ze nog lang niet terugverdiend, maar daar ziet
Mathieu geen graten in. ‘Een investering in vastgoed is nooit verloren,’ zegt hij. Biogas voor eigen gebruik In het begin van dit jaar deden Mathieu en Inge nog een slimme investering. Ze namen een kleine biogasinstallatie in gebruik waarmee ze zelf groene elektriciteit en warm water produceren voor hun bedrijf. Door de energiekosten die ze zo besparen, zullen ze de installatie binnen 5 jaar al terugverdiend hebben. Toch liep de aankoop niet van een leien dakje en moest het koppel het zonder lening stellen. ‘We waren de eersten die een kleinschalige biogasinstallatie in gebruik namen,’ vertelt Mathieu. ‘De banken hadden er dus geen ervaring mee en weigerden een lening toe te kennen. Sinds februari zijn er nu toch al een achttal verkocht, dus ik vermoed dat de banken wel zullen bijdraaien.’ De installatie voorziet het bedrijf het hele jaar door van energie en warm water, alleen met de verwerking van de mest van het melkvee. Jaarlijks wordt er zo’n 2.000 ton mest omgezet in 64.000 kWh groene ener-
gie. ‘Al wordt de mest niet echt verwerkt,’ legt Mathieu uit. ‘In feite vindt er een herwaardering plaats: het koolstofgehalte wordt gehalveerd. Maar daarna gebruik ik het restproduct om mijn akkers te bemesten.’ Stal op de groei De afschaffing van de melkquota in 2015 zien Inge en Mathieu als een kans om hun bedrijf verder uit te breiden. Tegen dan zouden ze het aantal melkkoeien graag zien aangroeien tot 150, al willen ze niet overhaast tewerk gaan. ‘We hebben pas
‘ De kleinschalige biogasinstallatie zal zich in 5 jaar terugverdienen.’ nog een tweede melkstal gezet, in principe hebben we dus plaats voor 150 koeien. In de toekomst zouden we daarom een tweede melkrobot willen aanschaffen, zodat we een groter volume aankunnen. Maar dat zien we wel als het zover is, we wachten het graag een beetje af.’
25
Achter de schermen In deze rubriek kijken we achter de schermen van andere bedrijven. Hoe komen zij tot oplossingen voor problemen en op welke manier spelen zij in op uitdagingen voor de toekomst? Lees en leer!
‘Afval Afval bestaat niet bij diepvriesgroenteproducent Pinguin. Geen enkel stukje van een wortel, boon of erwt gaat bij het bedrijf verloren. Duurzaamheid is dan ook één van de pijlers waarop de strategie van Pinguin is gebaseerd. ‘Maar’, waarschuwt gedelegeerd bestuurder Herwig Dejonghe, ‘het economische mag daarbij niet uit het oog worden verloren. Die duurzaamheid moet immers kunnen blijven duren.’
G
roei door overnames. Als telg van de familie Dejonghe die in 1965 met het invriezen van groenten startte in Westrozebeke, staat Herwig Dejonghe vandaag aan het hoofd van PinguinLutosa. De groep is ontstaan nadat Pinguin in 2007 resoluut voor groei koos. Naast twee Britse concurrenten in diepvriesgroenten nam het toen ook aardappelverwerker Lutosa uit Leuze-enHainaut over. Dit jaar dikte het aantal productievestigingen aan tot 17 door de overname van d’ Aucy Frozen Foods, de Franse specialist in diepvriesgroenten. Dit voorjaar werd ook conservenspecialist Scana Noliko uit Bree binnengehaald. Met productievestigingen in België, Frankrijk, Polen, Hongarije en het Verenigd Koninkrijk beheerst Pinguin samen met streekgenoot Ardo de Europese diepvriesgroentemarkt. De boer moet mee. Twee krachten determineren de werking van Pinguin. Enerzijds bepaalt de natuur wanneer groenten geoogst en bijgevolg verwerkt kunnen worden, anderzijds determineert de verkoop het verpakkingsritme. Flexibiliteit is
26 landgenoten
bedrijf: Pinguin, producent van diepvriesgroenten en bereide maaltijden, onderdeel van PinguinLutosa Food Group | aantal werknemers: 260 vaste medewerkers bij Pinguin Langemark en Westrozebeke plus interimkrachten tijdens het seizoen | leiding: Herwig Dejonghe, gedelegeerd bestuurder van PinguinLutosa (samen met Hein Deprez) en divisiehoofd groenten.
bestaat niet’ een noodzaak want het bedrijf wil klanten zo efficiënt en kostenbewust mogelijk het ganse jaar voorzien van kwaliteitsvolle producten. ‘Zonder landbouwers en zonder grondstoffen zijn we niets’, klinkt het. Al geldt het omgekeerde ook en is Dejonghe ervan overtuigd dat landbouwbedrijven groter en moderner moeten worden opdat de verwerkende industrie in West-Vlaanderen verankerd blijft. ‘Vroeger waren de talrijke kleine boeren die in weer en wind vochten om hun groenten van het land te krijgen, de sterkte van deze streek. Meer grootschalige landbouw maakt echter de toekomst uit omdat diepvriesbedrijven op hun beurt groter worden en hun aanvoer moeten verzekeren.’ Handel vs. voedingsindustrie. De diepvriesgroentemarkt is erg concurrentieel. Het aanbod is vaak groot zodat een aankoper van een supermarkt op zoek gaat naar de laagste prijs. Dejonghe noemt het een illusie dat een grote speler als Pinguin een goede prijs zou kunnen afdwingen bij de handel. Slechts wanneer er krapte is op de markt, kan een verwerker verkoopprijzen realiseren die het voor zichzelf en de telers toelaten om reserves op te bouwen. Al gelooft hij dat een correcte, op de kostprijs gebaseerde, groenteprijs realistischer wordt wanneer de kleine spelers in de diepvriesgroente-industrie verdwijnen. ‘In sectoren met een gering aantal grote spelers is de marktsituatie dikwijls gezonder. Op dat vlak kan de voedingssector beter eens een voorbeeld nemen aan de prijsvorming in de energiemarkten .’ Meer output met minder input. Duurzaamheid blijkt geen nauw afgelijnd concept bij Pinguin, maar een streven dat alom aanwezig is: van de teler die nega-
tieve effecten op het milieu vermijdt, de werknemer die alert is voor verspilling, tot het directiecomité dat beslist dat het bedrijf zuinig moet omgaan met energie, water en verpakkingsmateriaal. Omwille van efficiëntie en CO2-reductie vertrouwt Pinguin de opslag en het transport van afgewerkte producten toe aan Partner Logistics Europe. In 2010 hebben de productie-eenheden in West-Vlaanderen de
‘ Duurzaamheid moet geld opbrengen.’ stap gezet om te rapporteren en audits te ondergaan inzake duurzaamheid door deel te nemen aan het Charter Duurzaam Ondernemen. ‘Duurzaamheid moet ook blijven duren’, benadrukt Dejonghe, ‘daarmee bedoel ik dat het geld moet opbrengen of minstens het bedrijf niet uit de markt mag prijzen.’ Als een toepassing voor meer output kan zorgen met minder input, dan beantwoordt het aan die eis. Afval bestaat niet. Spreek niet van afval bij Pinguin. ‘Wij zien alles als nevenof reststromen.’ Wat niet de juiste afme tingen heeft, wordt benut als soep of puree. Erwtenpeulen en resten van onder meer bonen, wortelen en knolgewassen worden als veevoeder of bodemverbeteraar opgewaardeerd. In het Limburgse Bree werkt conservenproducent Scana Noliko aan het valoriseren van groenteresten als stabiele biomassa voor vergisting. Wie in de supermarkt enkel rechte wortelen ziet, hoeft geen verspilling te vrezen, maar weet nu dat de kromme exemplaren als wortelschijfjes ingevroren worden. Industriële schil- en kooktechnieken zijn overigens veel zuiniger dan de bereidingswijzen die
mensen er in de keuken op na houden. Een ander voordeel van diepvriesgroenten is dat ze minstens twee jaar houdbaar zijn zodat bij de consument veel minder voedsel in de vuilnisbak verdwijnt. Duurzaamheid als slogan. In alle stilte duurzaam produceren, is er vandaag niet meer bij. ‘Klanten vragen zelf welke maatregelen we treffen. Een multinational als Unilever verlangt van zijn leveranciers nieuwe initiatieven op het vlak van duurzaamheid om mee te pronken op de verpakking.’ Belangrijk is dat duurzaamheid breed genoeg bekeken wordt. De balans maakt Dejonghe pas op nadat het eindproduct zijn bestemming heeft bereikt. Op die manier kan een evenwicht worden gezocht tussen water- en energieverbruik, transportkilometers en andere productiekosten. ‘Er bestaat geen betere plek voor een diepvriesgroenteproducent dan België, waar alle grondstofstromen goedkoop samenkomen. En gelukkig maar dat we dat geografisch voordeel hebben, want veel activiteiten zouden hier anders niet interessant zijn door de loonkosten die vijf maal hoger liggen dan in Polen.’
Het Innovatiesteunpunt voor land- en tuinbouw gaat geregeld achter de schermen van andere bedrijven kijken. Volgende bedrijven staan op het programma voor de komende maanden: 04/10 bezoek Univeg – St.-Katelijne-Waver 11/10 bezoek Ter Beke – Waarloos 22/11 bezoek Deceuninck – Hooglede-Gits Wie er wil bij zijn, kan zich inschrijven via www.innovatiesteunpunt.be 27
niet te missen voor land- e tuinbouwersn ĂŠn liefhebbers
30ste Internationale
Werktuigendagen
Oudenaarde 24 & 25 september 2011 www.werktuigendagen.be
Afgiftekantoor Gent X Landgenoten 27 Tijdschrift-kwartaalblad Kwartaal 3, 2011
LandgenotenB210xH239.indd 1
P509285
BelgiĂŤ-Belgique 9099 Gent X bc 10292
1/09/11 15:18
V.u. Dirk Lips, p.a. VILT Koning Albert II-laan 35, 1030 Brussel