Landgenoten Herfst 2012

Page 1

land

herfst 2012 | 31

Magazine voor boer & buiten

genoten

Een konijn als knuffel Melkveebedrijf start adoptieboerderij

‘ Meer droogte én meer regen’

Het landbouwklimaat in 2030

dossier

Precisielandbouw

Nieuwe attitude, nieuwe technieken + Landbouwsupermarkt, sociale bescherming van boerinnen en veel meer…

www.vilt.be


“Er zijn wel 30.000 tuinders en landbouwers, maar slechts 1 zoals ik.”

Samen voor uw toekomst  heeft ruim 40 jaar ervaring als adviseur in de landbouwsector. U bent in elk -kantoor dan ook verzekerd van een deskundige begeleiding inzake fiscaliteit, boekhouding, milieu- en bouwreglementering en alle belangrijke sectoraangiftes. Bovendien krijgen onze lokale kantoormedewerkers ondersteuning van een eigen centrale studiedienst. Zo kunt u in alle omstandigheden rekenen op het gespecialiseerd advies van uw -adviseurs. U bent toch ook liever zeker van uw zaak? SBB Accountants & Adviseurs: Voor info of het -kantoor in uw buurt? Bel 070/222 673 of kijk op www.sbb.be.

www.sbb.be


in dit nummer

land beste

genoten

06

16

14 06

22

16

Focus | Dossier precisielandbouw

2030 | Jean-Pascal van Ypersele

Een nieuwe attitude, nieuwe technieken: ook iets voor op jouw bedrijf?

Hoe ziet een klimaatkenner de toekomst van onze landen tuinbouw?

14

22

Zo spelen de zonen van melkveebedrijf Den Hamer in op de wensen van buren en hoeveklanten.

Op bezoek op de hoeve ­Ferme du Sart in Rijsel, een super­ markt die vooral producten van lokale boeren verkoopt.

Boer & buur | Een koe adopteren?

Achter de schermen | Boerensupermarkt

O

nlangs nodigden de Meetjeslandse boeren pers en politici uit om hen met eigen ogen te laten aanschouwen hoe abominabel hun velden erbij liggen. Maïspercelen brengen nauwelijks de helft op van andere jaren en soms moest er zelfs de ploeg worden ingezet. Ook de aardappelen en wortelen staan er maar triestig bij en ze worden veelal afgekeurd door de industrie. En dat allemaal omdat er in de maanden juni en juli bijna 75 procent meer regen is gevallen dan het gemiddelde van de afgelopen 25 jaar. Deze periodes van intense neerslag zijn een typisch voorbeeld van de klimaatverandering, zegt Jean-Pascal van Ypersele, de belangrijkste klimaatdeskundige van ons land. Je tegen alle weersomstandigheden indekken, kan als landbouwer helaas niet. Daarom pleit de man in dit nummer voor veerkracht. Dat kan bijvoorbeeld door gewassen te kiezen die beter bestand zijn tegen waterstress. Ook precisielandbouw waarbij gebruik gemaakt wordt van satellieten, robots, sensoren of smartphones, is een belangrijk hulpmiddel. Die toepassingen laten immers toe om met een kleinschalige precisie grootschalig te werken. Wij bundelden voor jullie een reeks voorbeelden die aantonen hoe precisielandbouw jouw bedrijfsvoering kan helpen verbeteren. Het kan je nu misschien wel als science fiction in de oren klinken, maar ik durf te wedden dat robots en satelliettoepassingen binnen afzienbare tijd ook op jouw bedrijf onmisbaar zijn. Veel leesplezier!

en verder …

04 Koetjes & kalfjes 12 Wordt gevolgd

Griet Lemaire Hoofdredacteur 18 (W)onderzoeker 20 Provincie

18 colofon Landgenoten wordt u aangeboden door VILT. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw

informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privéorganisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever VILT-voorzitter Josse De Baerdemaeker redactie en realisatie Jansen & Janssen Customer Media, www.jaja.be redactieadres VILT vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail info@landgenoten.be hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Josse De Baerdemaeker, Wim Fobelets, Wanda Verdonck, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Greet Riebbels, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Tine Lassuyt, Leen Guffens, Ine Vervaecke, An Van Acker, Bernard Biesbrouck fotografie Philip Vanoutrive, Johan Martens, iStockphoto de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van VILT.

3


Koetjes & kalfjes

DE LANDGENOTEN-QUOTE

WEBSITE IN DE KIJKER

‘ Een grondloos veebedrijf kan alleen zijn toevlucht nemen tot schaalvergroting en efficiëntieverhoging.’

ww w .varkensloket.be Vragen over biggetjes en andere varkens? Via www.varkensloket.be is de overvloed aan wetenschappelijke en praktische informatie rond varkenshouderij voortaan voor iedereen beschikbaar. In totaal zijn er nu meer dan 200 publicaties met een eenvoudige muisklik te vinden op één thematische verzamelplaats. Topics zoals bedrijfsmanagement, diergezondheid,

voeder, drinkwater, huisvesting, stalklimaat en bedrijfshygiëne worden voortdurend geactualiseerd en aangevuld. Vind je als varkenshouder, voorlichter of fabrikant toch geen antwoord op je specifieke vraag, dan wroet het Varkensloket het voor je uit!

Luc Vankrunkelsven, Wervel, meent in geVILT dat grondgebonden landbouwsystemen schokvaster zijn en meer vrijheid hebben.

INFO www.varkensloket.be, info@varkensloket.be of 09/272 26 67

Achter de schermen van het landbouw Wil jij weten wat landbouwonderzoek precies inhoudt? Drie sites van ILVO, het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, zetten hun deuren open tijdens Open Bedrijvendag op 7 oktober. Bij ILVO Dier draait alles rond onderzoek over vee en vis. Hoe kan het duurzamer, rendabeler, milieu- en diervriendelijker? ILVO Plant focust op groenten, gras en grond. Je

komt er te weten hoe onderzoekers rassen veredelen en controleren. Je kunt je buigen over schimmels, bacteriën, insecten en virussen. Of stilstaan bij machines en modellen. Daarnaast heeft ILVO een FoodPilot, een heuse pilootfabriek waar onderzoekers voeding gezonder, lekkerder en voedzamer maken. Of er wordt gewerkt aan nieuwe recepten, langere

VILT-voorzitter tot Officier gekroond Als erkenning voor zijn indrukwekkende carrière ten dienste van de land- en tuinbouwsector heeft professor Josse De Baerdemaeker het ereteken van Officier in de Leopoldsorde mogen ontvangen uit handen van minister-president Kris Peeters. Josse wordt niet alleen de vader van de precisielandbouw in Vlaanderen genoemd, hij heeft zijn academische ken 4 landgenoten

nis ook 27 jaar lang aangewend als voorzitter van veiling Brava, nu Coöbra genaamd. Sinds zijn emeritaat in oktober vorig jaar heeft hij er een nieuwe titel bij gekregen: die van voorzitter van VILT. Onze ‘gekroonde’ voorzitter zal er mee over waken dat VILT een breed publiek correct blijft informeren over het reilen en zeilen in de land- en tuinbouw.

#

CIJFER

32


BOEKENTIP

BOEKENTIP

De pure smaak van Limburg Nadat de provincie Limburg een distributienetwerk voor hoeveen streekproducten heeft opgezet onder de naam ‘Puur Limburg’, wil ze nu de consument aanzetten om die hoeve- en streekproducten dagelijks te gebruiken. Daarom heeft de provincie kok Wouter Van Hoof de opdracht gegeven om 60 gerechten te maken met Limburgse streekproducten. Het resultaat is gebundeld in het kookboek ‘De pure smaak van Limburg’. Gerechten met typische producten uit Limburg zoals asperges, kersen of stroop van Borgloon: je vindt ze allemaal terug in dit heerlijke boek.

WIN

Landgenoten mag 10 exemplaren van het kookboek ‘De pure smaak van Limburg’ weggeven. Wij bezorgen een boek aan elke tiende lezer die zijn/haar naam en adres mailt naar info@landgenoten.be.

Springlevende oudjes Een prachtig geïllustreerd verzamelwerk over alle nog bestaande rassen van boerderij- en neerhofdieren, zo kan je het boek ‘Levend Erfgoed’ het best omschrijven. ‘Net als historische gebouwen zijn het monumenten die het verdienen om bewaard en beschermd te worden’, zegt het Steunpunt Levend Erfgoed, de auteur van het boek. Die oude rassen hebben immers het grote voordeel dat ze gehard en aangepast zijn aan het klimaat van hun streek, de bodemsamenstelling en de gewassen die er groeien. Bepaalde genetische eigenschappen zoals zelfredzaamheid, ziekteresistentie of een betere vruchtbaarheid zijn bij hun ‘industriële’ soortgenoten vaak verdwenen. ‘In een nieuw model van extensieve landbouw kunnen deze eigenschappen opnieuw zeer belangrijk worden’, zegt het Steunpunt. ‘Vandaar onze ijver voor de bescherming en bewaring van deze oude rassen.’ INFO www.sle.be

onderzoek

WIN Landgenoten

houdbaarheid of een lager energieverbruik. Wil je met eigen ogen ontdekken hoe onderzoekers vandaag werken aan de landbouw en voeding van morgen? Bezoek dan zeker deze drie sites in Melle tijdens Open Bedrijvendag! INFO www.openbedrijvendag.be, communicatie@ilvo.vlaanderen.be of 09/272 2528

mag een exemplaar van het boek ‘Levend Erfgoed’ weggeven. Wie een mail stuurt naar info@landgenoten.be met zijn contactgegevens, maakt kans op dit gratis exemplaar.

Landbouw tijdens de Groote Oorlog Dat is het percentage van de regulier tewerkgestelden in de land- en tuinbouw die een vreemde nationaliteit heeft. Op vlak van seizoenarbeid maken de mensen met een vreemde nationaliteit een nog veel grotere groep uit: maar liefst 73 procent. Die allochtone seizoenarbeid is vooral te vinden in de fruitteelt. Oost-Europeanen (10%), Marokkanen (9%) en Turken (7%)

vinden het vaakst werk in de landbouw. Opvallend is dat bij mensen van Turkse origine vooral vrouwen kiezen voor een job in de land- en tuinbouw, terwijl het bij de Oost-Europeanen en de Marokkanen eerder mannen zijn. INFO

www.vlaanderen.be/ landbouw > Beleid > Beleidsvoorbereidende studies

De Vlaamse overheid en het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) werken samen aan een project rond landbouw en voeding tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ze willen achterhalen hoe de voedselproductie en –distributie was georganiseerd tijdens de oorlog, of onze bevolking voldoende te eten had en hoe er werd omgesprongen met schaarste. Met die informatie gaan ze een aantal events, tentoonstellingen of publicaties

voorbereiden voor de 100ste verjaardag van de ‘Groote Oorlog’. Intussen roept het CAG heemkundigen, professionals uit de landbouw, plattelandsgidsen en anderen op om deel te nemen aan een contactdag op vrijdag 30 november. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk mensen samen te brengen om een breed draagvlak voor het project te creëren. INFO www.cagnet.be >Projecten

5


Focus

Precisielandbouw

Van hype

tot realisme

6 landgenoten


naam: Wouter Saeys functie: professor aan de faculteit Bio‑ingenieurswetenschappen, KU Leuven

Gps-gestuurde trekkers en machines, sensoren die v ­ erschillen in gewasontwikkeling registreren, systemen die automatisch de gezondheid van dieren bewaken: wat gisteren nog science-­ fiction leek, is bij veel boeren al werkelijkheid. ‘Precisielandbouw helpt om grootschalig te (blijven) werken, maar met klein­schalige precisie.’

A

ls je vier melkkoeien hebt, kun je die van heel nabij opvolgen. Dat lukt helaas niet als je er driehonderd op stal hebt staan. De schaalvergroting dwingt je om je dieren als een homogene groep te behan­ delen, al besef je dat de verschillen ­tussen individuele koeien groot zijn. Maar stel nu even dat de melkrobot tijdens het melken automatisch allerlei gegevens over het dier meet en registreert? Dat het systeem je automatisch alarmeert als er bij één koe afwijkend gedrag wordt gemeten? Dan kun je je beperkte aandacht toch volop richten op het dier dat je aandacht het meest nodig heeft – dankzij de technologie. Geen speelgoed ‘Grootschalig boeren en tegelijk elk dier – of elk stukje van je perceel – de kleinschalige aandacht geven die het verdient: dat is de meerwaarde van precisielandbouw’, zegt professor Wouter Saeys (Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, KU Leuven). ‘De kleinschalige boer van vroeger kende zijn lapje grond door en door. Hij gaf zijn ogen en oren de kost en wist precies waar de opbrengst ­minder was of waar hij extra moest b ­ ijbemesten. Een boer met 100 hectare kan dat ­onmogelijk zo precies weten. Tenzij je zijn oren, ogen en neus technologisch ondersteunt. Daar is het de precisielandbouw om te doen. En daar hebben we nu ook de tools voor.’ In de jaren 90 was precisielandbouw een kleine hype. De informatie- en communi­ catie­ technologie (ICT) ging razendsnel

vooruit en de mogelijkheden leken on­ beperkt. ‘Onderzoekers bedachten met hun nieuwe speelgoed allerlei leuke ­snufjes’, zegt Wouter Saeys. ‘Ze vergaten zich af te vragen of die wel een meerwaarde hadden voor de boer. Je kunt van­alles meten en registreren, maar je helpt de boer niet vooruit als je twintig grafiek­lijnen op zijn pc-scherm tovert. Je moet die wirwar eerst vertalen in nuttige informatie. Daar gaat het om: de boer ondersteunen, zijn efficiëntie en comfort verhogen, hem helpen om meer kwaliteit te produceren.’ Satelliet boert mee De hype heeft intussen plaatsgemaakt voor realisme. Onderzoekers werken nauw samen met de industrie om gebruiks­ vriendelijke toepassingen te realiseren. ­Enkele e ­ rvan zijn al stevig ingeburgerd. Denk maar aan de gps-gestuurde trekkers en landbouwmachines. Die ­trekken kaarsrechte rijen en maken keurige U-bochten op de kopakker, ook ‘s nachts. Zelfs minder e ­ rvaren chauffeurs ­leveren er toch nauwkeurig werk mee af. Je kunt de rij­ paden voor de grond­bewerking, het zaaien en het oogsten perfect op elkaar ­laten aan­ sluiten. Doordat je jarenlang in d ­ ezelfde sporen rijdt, ­behoud je op de rest van de ­akker een optimale bodemstructuur. Ingeburgerd is intussen ook de sectie­ afsluiting op spuitsystemen. Met behulp van gps worden secties op de spuit automatisch uitgeschakeld op plaatsen die in een vorige werkgang al bespoten werden. Zo vermijd je overlap en werk je zuiniger, efficiënter en milieuvriendelijker.

Voor al die toepassingen is gps ­echter niet precies genoeg. Dankzij correctiesignalen (Real Time Kinematic, RTK) kun je werken met een nauwkeurigheid van 2 cm. ­Wouter Saeys: ‘De Vlaamse overheid biedt een gebiedsdekkend RTK-GPS-netwerk aan, FLEPOS. Dat is gratis. Je betaalt dus alleen de abonneekosten van je gsm-provider. Toch zijn er nog verrassend weinig Vlaamse landbouwers die van gps-aansturing gebruik­maken. Sommigen denken dat het niet geschikt is voor hun grillig gevormde percelen. Dat klopt niet: juist op zo’n perceel is het nuttig om de meest rendabele route te ­laten berekenen. De Vlaamse

‘Juist op grillige percelen is het nuttig om de meest rendabele route te laten berekenen.’ land- en tuin­bouwer is technologisch conservatiever dan de N ­ ederlandse. Dat kan snel veranderen, vooral met de smartphone. Om allerlei gegevens over rijpaden en gewassen op te volgen, hoef je niet meer naar de pc in je ­bureau te trekken. Met de smartphone kan dat voortaan ook in je stuurcabine. Segmenteren loont Precisielandbouw omvat natuurlijk veel meer dan gps alleen. Sensoren kunnen bijvoorbeeld de gewasgroei monitoren, vanuit satellieten, vliegtuigjes of vanaf de landbouwmachine zelf. Computermodellen brengen die verschillen dan in beeld. Als je de oorzaak er van kent, kun je heel p ­ recies gedoseerde, plaatsspecifieke maatregelen nemen. Wouter Saeys: ‘Ga je je druiven of appels in één keer oogsten, ook als ze niet allemaal even rijp zijn? Met s­ ensoren kun je de rijpheidsstadia meten. Je kunt dan ­beslissen om bijvoorbeeld in drie keer te oogsten. Precisielandbouw helpt je zo om het verschil te maken, om op één perceel te segmenteren en optimale kwaliteit voort te brengen.’ 7


Focus

Precisielandbouw Professor emeritus Josse De Baerdemaeker:

‘ Een slechte boer met gps en sensoren blijft een slechte boer.’

In de veehouderij zet de precisielandbouw het individuele dier weer centraal. ‘Terwijl de robot melkt, kan hij allerlei para­ meters meten’, zegt Wouter Saeys. ‘Als de koe ziek wordt, merk je dat vaak het eerst aan de melk. Bij een koe met mastitis is de elektrische geleidbaarheid van de melk bijvoorbeeld hoger. Door de samenstelling van de melk bij elke melking te ­bepalen, zou je dus ziektes in een vroeg stadium kunnen opsporen. Dat kan automatisch met behulp van sensoren en een detectieprogramma. Zo volg je de koe van nabij op zonder dat ze er last van heeft – en zonder extra werklast voor jezelf.’ Attitude en ambitie Voorlopige conclusie? Precisielandbouw is een blijvertje. ‘Technologische snufjes kunnen veel werk van de boer overnemen’, zegt Wouter Saeys. ‘Zo krijgt hij de ­handen vrij om zijn bedrijf te managen. Want de juiste beslissingen nemen, dat moet hij nog altijd zelf doen.’ ‘De nieuwe tools zijn geen wonder­middel’ vult VILT-voorzitter en p ­ rofessor emeritus Josse De Baerdemaeker (­Faculteit Bioingenieurswetenschappen, KU ­Leuven) aan. ‘Je attitude is even belangrijk als technologie om je aanpak te differentiëren. Als je niet de ambitie, het inzicht, de kennis en de kunde hebt om goede landbouwpraktijken toe te passen en werk te maken van eerlijke en duurzame productie, dan zullen technologische hulpmiddelen je niet helpen. Cru gezegd: een slechte boer met gps en sensoren blijft een slechte boer. Voor wie het wel goed doet, biedt precisielandbouw bruikbare instrumenten om het nog beter te doen.’

8 landgenoten

Precisie in de praktijk

1 Robot tussen de rozen In je sierteeltbedrijf een door een klant bestelde potroos tussen de andere potten laten oppikken en afleveren door een robot? Het is nog toekomstmuziek, maar het kan wel. Dat werd in juni van dit jaar aangetoond op het Field Robot Event, op de Floriade in Venlo. Het Field Robot Event is een internationale wedstrijd voor universiteiten, bedrijven en onderzoeksgroepen. De uitdaging: een robot ontwerpen die zelfstandig kan navigeren en taken kan uitvoeren – wieden, besproeien, ziekten monitoren enzovoort.

Op de Floriade moest de ­robot onder meer zo snel en zo precies mogelijk navigeren langs en tussen rijen rozen in potten. Daarnaast moest hij een vooraf gemerkte roos l­okaliseren, oppikken en af­leveren. De deelnemers moesten daarvoor zelf een label ontwikkelen dat de robot kon herkennen. Aan de wedstrijd namen 18 teams deel. Winnaar werd de Rosebot, ontwikkeld door studenten van de T ­ echnical ­University of Denmark. Info www.fieldrobot.nl


‘ Met een smartphone volg je alle info op zonder dat je naar je pc moet.’

2 ‘ Onmisbaar voor

grootschalige bioteelt’

In 2009 begon Damien ­Depraetere met de steun van zijn ouders zijn akker­ bouwbedrijf in Deftinge (­Lierde) om te schakelen naar de biologische teeltmethode. Op 92 hectare het ­onkruid bestrijden met handwiedwerk of klassieke mechanische onkruidbestrijding was onhaalbaar. Daarom investeerde hij – als eerste bioboer in Vlaanderen – in RTKGPS-techno­logie. Vader Guy: ‘We hebben een vast gps-systeem voor de trekker en een mobiele correctieschijfbesturing voor diverse machines. Je hebt de correctie nodig omdat de machine kan afwijken van de trekker. We zaaien en planten op RTK-GPS. De rijen worden automatisch geregistreerd op pc, zodat we later op precies dezelfde rijpaden rijden met een

afwijking van 1 à 2 cm. Zo sturen we de schoffelmachine en de wiedeg heel nauwkeurig langs de gewasrij. Onze schoffel­ machine heeft een werkbreedte van 6 meter. Als een ­machine maar 3 ­meter breed is, z­ oals de plantmachine voor knol­selder, planten we met RTK-GPS dus 2 keer 3 meter nauwkeurig naast ­elkaar. Later kunnen we dan heel precies en snel schoffelen per 6 m. Snel en e ­ fficiënt werken is in ons ­regenachtig klimaat broodnodig.’ ‘Het was een forse investering, maar als je wat grootschaliger aan bio­landbouw wilt doen, heb je geen keuze. Gelukkig teel je als bioboer geen massa­product, maar pro­ducten met een meerwaarde – het finan­cieel rendement ligt normaal een flink stuk hoger.’

3 Hoest daar een varken? Microfoons in de varkensstal registreren continu en automatisch welke ­varkens verontrustend veel hoesten, zodat de boer gericht kan ingrijpen. Dat is het principe van de varkenshoestmonitor, het eerste commer­ ciële product van SoundTalks, een spin-off van de KU Leuven en de Univer­siteit van Milaan. Oprichters Dries ­Berckmans en Wilm Decré hebben de automatische monitor ontwikkeld op ­basis van een algoritme dat het gehoest onder­scheidt van alle andere geluiden die varkens maken.

Voor varkensboeren betekent een ademhalingsziekte een zware verliespost. Met de hoestmonitor kunnen ze ademhalingsproblemen tijdig o ­ psporen. De monitor geeft aan hoeveel er wordt gehoest en of er in bepaalde delen van de stal meer wordt gehoest dan normaal. Als hij een probleem detecteert, stuurt hij een sms’je naar de boer. Die kan dan beslissen wat hem te doen staat: de veearts laten komen, de voeding aanpassen, de vaccinatie­strategie bijsturen enzovoort.

Ziektes snel opsporen en dieren indivi­ dueel ­behandelen kan op termijn ook het antibiotica­gebruik doen dalen. De hoestmonitor wordt gecommerciliseerd in samenwerking met ­ Fancom. SoundTalks werkt intussen ook aan een hoestmonitor voor koeien. Info www.soundtalks.be

9


Focus

Precisielandbouw

5 Melkkoeien

individueel opvolgen

4 ‘Mijn beste investering’ Loonwerker Peter Van Hauwaert uit Meule­ beke zaait en rooit wortelen en ponst prei. Sinds dit jaar werken zijn vier trekkers met gps-aansturing (Trimble Autopilot RTK). ‘Mijn ­beste investering ooit’, zegt hij. ‘Mijn zaai­rijen zijn mooi recht en de aansluiting t­ ussen de rijen is correct. Dat levert met minder zaad meer opbrengst op. Je kunt per hectare ook veel nauwkeuriger je rijroute plannen. Het systeem is gebruiksvriendelijk en gemakkelijk in te stellen. Eigenlijk kun je iedereen met de tractor la-

ten rijden – hij zal toch mooi werk a ­ fleveren. De gps-aansturing v­erhoogt bovendien het rijcomfort, zodat je minder snel moe wordt. Nog een niet te onderschatten voordeel: als je na een periode van wissel­ vallig weer extra veel werk moet verzetten, kun je in de schemer of zelfs in het donker ­blijven doorrijden – je werkt zo lang als je wilt en de rijen blijven keurig recht. Het ­enige nadeel is het kostenplaatje. Het blijft een serieuze i­nvestering die je als loonwerker niet kunt doorrekenen aan de klant.’

Vier maanden voordat een melkveehouder merkt dat een koe kreupel stapt, geeft ze al minder melk. Het Instituut voor ­Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) werkt daarom aan een systeem dat kreupel­ heid al heel vroeg kan opsporen – ­GAITWISE ­genoemd. Het bestaat uit een drukgevoelige mat, waar de koe twee keer per dag na het melken over stapt. Door onder meer de kracht en de snelheid en de lengte van de voor- en zij­waartse stappen te ­registreren, wordt van elke koe het individuele stappatroon bepaald. Als ze daarvan afwijkt, wordt dat gedetecteerd. Door een alarmsignaal weet de veehouder welke klauwen of poten geïnspecteerd ­moeten worden.

Het ILVO ontwikkelt ook een methode om de speen­ lengte en -diameter te meten en daar de tepelvoeringskeuze op af te stemmen. Een slechte match ­ tussen tepelvoering en speen is ­nefast voor het melken en de uiergezondheid. In een a­ luminium profiel met een opening voor de speen zit een camera die de speen in beeld brengt. De beelden worden vervolgens geanalyseerd met beeldverwerking. Nu al kunnen de speen­dimensies op een b ­ edrijf objectief worden gemeten. Op termijn zou de ­ methode ­ kunnen worden geïmplementeerd in een melkrobot, zodat voor elke ­individuele koe of kwartier uit een arsenaal automatisch de meest g ­ eschikte tepelvoering wordt geselecteerd.

6 Aardappelen met precisie Het Nederlandse aardappel­ bedrijf Van den Borne (in het Noord-­ Brabantse Reusel, net over de grens) is al sinds 2000 bezig met precisielandbouw. ­ Gps-­ gestuurde trekkers, gpsperceelopmeting, vaste ­rij­paden, sectiecontrole op spuit­machines – voor­J­acob Van den Borne ­hebben ze allang geen ­geheimen meer. Sensoren op de spuit­ machines meten de bladmassa en bepalen zo heel precies

10 landgenoten

hoeveel gewasbeschermings­ middel de aardappelplanten n ­ odig hebben. Door de opbrengst te ­meten weet hij waar de productie structureel achterblijft – bodem­bemonstering en een bodemscan reiken dan oplossingen aan. Van den B ­orne verkent ook de ­ mogelijkheden van gewas-­ sensing. Door met sensoren de lichtreflectie van het gewas te meten – vanaf de trekker, maar ook vanuit onbemande

vliegtuigjes en satellieten – kun je de gewasvariatie op een perceel precies in kaart brengen. Dat levert onder meer nuttig bijbemestingsadvies op. Van den Borne werkt nauw samen met de Universiteit ­Wageningen en andere onderzoeksinstellingen. Momenteel onderzoekt hij samen met de Universiteit Gent of de opbrengst­ potentie van grond te voor­ spellen valt met bodem­sensoren en zuurtegraadbemonstering.

Info

Op de erg ­interessante ­website van het bedrijf vind je achtergronden, foto’s en demonstratiefilmpjes: www.vanden­borne­ aardappelen.com


Een speciale gelegenheid voor ons Een speciale aanbieding voor u

UM E L I B U J G I 175-JAR ACTIE STOCK-

S I E R S I T A R * G A S U R A A N

8-Daagse reis naar de Corn Belt van de Verenigde Staten : Ontdek de amerikaanse landbouw en de unieke John Deere fabrieken in Moline en Waterloo. Bezoek de smidse in Grand Detour waar het succesverhaal van John Deere 175 jaar geleden begonnen is. * Voor elke nieuwe aankoop van een John Deere trekker, maaidorser of hakselaar vanaf 15 augustus 2012 op stock bij Cofabel en ingeschreven bij de DIV voor 20 oktober 2012. Niet van toepassing op tuinbouwtractoren en serie 5E tractoren.

Peperstraat 4A - 3071 Erps-Kwerps Tel. : 02 759 40 93 - Fax. : 02 759 99 28 - E-mail : Info@cofabel.be

JohnDeere.be

11


Wordt gevolgd

Patty bestelt voor de computerlessen elektronische leeskaarten als alternatief voor de identiteitskaart van manlief.

Volgens KVLV-Agra is de juridische en ­ sociale positie van land­bouwersvrouwen een kaas vol gaatjes. Via sensibilisering plamuurt de vrouwenorganisatie de gaatjes dicht. Een dag in het kielzog van consulente Patty De Keyzer.

In de nieuwe vormings­ brochure van KVLV-Agra staan verschillende sessies met notarissen.

Notaris beschermt V

roeg in de voormiddag. Op het KVLV-­ kantoor in Lochristi bestelt Patty De K ­ eyzer elektronische leeskaarten. ‘Die hebben we nodig voor onze computerlessen’, verduidelijkt ze. ‘Bij onze vormingsactiviteiten rond het e-loket deden we een vreemde vaststelling. Plots brachten landbouwersvrouwen hun man en/of zijn identiteitskaart mee. Agra­vrouwen wisten blijkbaar niet hoe ze zich met hun ­eigen identiteitskaart konden aan­melden. En dat terwijl ze volop meedraaien in het bedrijf.’ Registratie als partner Die situatie typeert de positie van veel meewerkende landbouwersvrouwen. 8 op 10 landbouwbedrijven zijn eenmanszaken. Het ondernemingsnummer, de vergunningen en de productierechten staan ­bijna a ­ ltijd op naam van manlief.

12 landgenoten

Dat maakt de vrouw heel kwetsbaar bij een scheiding of bij het vroegtijdig overlijden van haar partner. Meestal heeft de vrouw ook geen toegang tot informatie over het bedrijf, wat bleek toen de dames hun man meebrachten naar de vormingen rond het e ­ -loket. KVLV raadt vrouwen aan om zich te beschermen door zich als partner te laten registreren bij het Agentschap voor Landbouw en Visserij. Staan ook op

‘ Door zijsprongen in hun carrière hebben veel landbouwersvrouwen geen volwaardig pensioen.’

de KVLV-agenda: vereenvoudiging bij het verlenen van volmachten en vereenvoudiging van consultatierechten voor alles wat met het bedrijf te maken heeft. 1000 uren vorming Net voor de middag krijgt Patty de ­nieuwe vormingsbrochure in handen. T ­ evreden bladert ze erin. ‘De brochure dient als basis voor onze vrijwilligsters. In V ­ laanderen geven ze jaarlijks meer dan 1000 uur ­vorming aan vrouwen van land- en tuinbouwers’, zegt Patty De Keyzer. ‘In 2012 gaven we interactieve lessen rond de opbouw van het pensioen. Landbouwersvrouwen zijn namelijk echte kameleons. Ze passen zich aan de behoeften van het bedrijf aan. Als het bedrijf slabakt, nemen ze er een deeltijdse job bij. Wanneer er op de boerderij te veel werk is, ­laten ze hun


naam: Patty De Keyzer functie: Consulente bij KVLV-Agra

Patty en Marleen Van De Vijver overleggen over welke thema’s de lokale afdeling een debatavond zou kunnen organiseren.

Patty keuvelt met Marleen Van De Vijver: ‘Eigenlijk willen we bij vrouwen zo ver krijgen dat ze n leve hun in elke belangrijke fase bij n slope lang ner met hun part de notaris.’

Patty sluit de dag af in het gezelschap van enkele dames van de Provinciale Agraraad.

kwetsbare kameleons job vallen om bij te springen. Ook als er kinderen komen, zetten ze een stap terug. Vaak hebben ze door de zij­sprongen in hun carrière geen volwaardig pensioen opgebouwd.’ Agravrouwen worden gestimuleerd om na te denken over het effect van bepaalde beroepskeuzes op hun pensioen. Vlot bij de notaris Meteen is duidelijk dat de vormingssessies met notarissen, gepland voor 2013, inspelen op een dringende nood. Na de middag overlegt Patty telefonisch met de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. Patty De Keyzer: ‘Eigenlijk willen we onze vrouwen zover krijgen dat ze bij elke belangrijke fase in hun leven met hun partner langslopen bij de notaris. Daar kunnen ze hun huwelijkscontract steeds afstemmen

‘ Man en vrouw moeten samen vragen kunnen stellen aan een expert.’ op hun gezinssituatie, extra investeringen of een gewijzigde loopbaan. Wat gaat er naar de kinderen en wat naar de partner? Hoe zorg je er als vrouw voor dat er na een scheiding voldoende gemeenschappelijk vermogen is om verder te kunnen? Op dergelijke vragen zal de samenwerking met notarissen een antwoord bieden.’ Mannen welkom Patty sluit de dag af in het gezelschap van enkele dames van de Provinciale ­Agraraad. Omdat het einde van de bestuurstermijn in zicht is, evalueren ze bij een kop ­koffie de voorbije werking en de

knelpunten. ‘Wie vooruit wil, moet investeren. Daarvoor kloppen landbouwbedrijven aan bij de bank’, klinkt het. ‘De bank wil garanties als ze kredieten geven. Vaak bespreken man en vrouw dit snel even tussen de soep en de patatten voor ze allebei hun handtekening zetten. De gevolgen voor de vrouw en voor het hele gezin kunnen echter ingrijpend zijn als de bedrijfs­cijfers in het rood zakken… Daarom moeten we onze vrouwen bewuster maken van wat ze ­precies ondertekenen. Bovendien wordt dit best bekeken samen met het huwelijks­contract.’ En waar staan de mannen in dit verhaal? Patty De Keyzer: ‘We denken erover om de mannen mee uit te nodigen. Dan krijgen beide partners info uit eerste hand en kunnen ze beiden ­vragen stellen aan een expert.’ 13


Boer & buur ‘Bezoekers worden extra betrokken bij de landbouw.’

Een dier als Hoe kun je als melkveebedrijf inspelen op de w ­ ensen van je buren en hoeveklanten? Martijn, Arjan en Jarne Boghaert van boerderij Den Hamer uit Zaffelare doen het met een adoptieboerderij. ‘Kinderen die zelf geen dier hebben, kunnen hier een dier adopteren en komen bezoeken’.

M

elkveehoudster Tineke D’hondt vond het altijd al belangrijk om buitenstaanders bij de landbouw te betrekken. Ze steunde dan ook meteen het idee dat haar zonen Martijn (15), Arjan (13) en Jarne (11) in 2010 instuurden voor de wedstrijd ­Boerenburenplan van Cera (zie kader). Om hun adoptieboerderij uit te werken, sleepten de drie uiteindelijk 2500 euro in de wacht. Met het geld heeft Martijn zelf omheiningen gezet. Hij vormde een oud tuinhuis om tot konijnenhok en bouwde onder meer een kippenhok. Ook voor stadsmensen Het idee voor de adoptieboerderij ontstond in de kinderboerderij van Center Parcs. Daar zagen de drie Boghaertjes hoe gek kinderen waren op dieren. Zelf hebben ze genoeg dieren op hun boerderij. Dus waarom zouden ze er andere kinderen niet van laten meegenieten, in goede en kwade tijden? ‘Als ik verdrietig ben, zoek ik troost bij mijn geitje Mieke. Haar eens goed knuffelen maakt me al veel blijer­’, bevestigt Jarne. In de adoptieboerderij kunnen ook volwassenen terecht. ‘­Mensen die alleen zijn of op een appartement wonen mogen hier een dier voederen’, vult Arjan aan. ‘We hebben aan alles gedacht. Voor stadsmensen die bang zijn van p ­ ony’s, ­geiten of kippen, is het beter om een cavia of een konijntje te adopteren.’

Martijn, Arjan en Jarne Boghaert: ‘Als ik droevig ben, maakt een dier knuffelen me weer blij.’

14 landgenoten

Wandelen met geit Mieke Over het succes van hun onderneming maken de kids zich geen zorgen. ‘Onze vrienden vinden onze adoptieboerderij een te gek idee, want op verjaardagsfeestjes willen ze altijd met onze geit Mieke gaan wandelen’, lacht Jarne. ‘Intussen heeft Mieke de manieren van een hond.’ Niet alleen de geitjes, maar ook de pony’s worden een


troost

‘Onze geit Mieke heeft ondertussen de manieren van een hond.’

Jouw Boerenburenplan bekroond? succesnummer. ‘Vrienden van mijn ouders informeren al hoe ver we staan, omdat ze een adoptie-pony willen reserveren voor hun kleinkind’, aldus Martijn. Alleen bij het kiezen van de naam voor hun project laaiden de gemoederen op. De broers hadden verschillende voorstellen: Graas van de wei, K(n)oefeldieren, Koevoet of Goed bezig. Uiteindelijk viel de keuze op ‘t Sloeberke. ‘Sloeberke is de naam van onze favoriete koe’, verduidelijkt Marijn. ‘Als ze te oud is voor het melkveebedrijf komt ze naar onze kinderboerderij. En daar kijken we al naar uit.’ Kurken op de hoorns? De broers zullen aan de ‘adoptieouders’ een kleine som vragen voor de verzorging van het dier. Natuurlijk mogen adoptie­ ouders meehelpen met het voederen en de verzorging. Daarbij houden de broers wel een oogje in het zeil. Arjan: ‘Vers brood geven aan een geitje is geen goed idee. Het brood doet de buik zwellen en het dier kan daar ziek van worden. Je moet een dier ook goed vastpakken, niet bij de nek bijvoorbeeld.’ Momenteel denken de broers na over de veiligheid van hun bedrijf. ‘­Misschien moeten we kurken op de ­horens van de geiten zetten?’ oppert

J­ arne. In de toekomst plannen de jongens zelfs een drankstalletje en een picknickplek voor hun bezoekers. Melkrobot en hoeve-ijs Mama Tineke D’hondt, die ook hoeve-ijs verkoopt, ziet de kinderboerderij als een mooie kans. ‘Schoolbezoeken en familie­ feesten zetten ons bedrijf al in the ­picture. Het Sloeberke zal extra volk lokken.’ Op kijkplaatsen langs de stal zullen bezoekers kunnen zien hoe het er in een modern melkveebedrijf aan toegaat. Op aanvraag kunnen ze een rondleiding krijgen. Tineke D’hondt: ‘Ik vind het belangrijk dat bezoekers actiever betrokken worden bij landbouw. Tenslotte zijn we met voeding ­bezig. Veel mensen stellen zich vragen rond ­hygiëne. En kinderen weten bijvoorbeeld niet dat een koe gekalfd moet hebben voor ze melk geeft. Anderzijds leven we niet meer in Bokrijk. We werken mee aan testen om onze koeien zo natuurlijk mogelijk te voederen. Want gezond voedsel zorgt voor gezonde melk. Ons melkveebedrijf is ook geautomatiseerd en werkt met melkrobots. De automatisering maakt het mogelijk om een sociaal leven uit te bouwen, om educatie rond landbouw te geven en onze dieren beter te verzorgen.’

Met de wedstrijd Boerenburenplan wil de coöperatie Cera, in samenwerking met Boerenbond, de band tussen boer en buurt versterken. Ook dit jaar kun je projecten indienen en kans maken op één van de 10 cheques met 2500 euro projectsteun. De deadline voor het indienen is 1 februari 2013. info vind je op www.cera.be Ter inspiratie geven we je alvast 3 opmerkelijke ideeën uit de voorbije edities mee:

1

Een melkveebedrijf uit Loenhout dat hoeveijs produceert en verkoopt, plant een theater­ voorstelling voor kinderen. De ster van het spektakel is een koe die kan spreken nadat ze een woordenboek opat.

2

In de Romeinse pluktuin van Bona Dea en ’t Margrietje uit Vorselaar vinden bezoekers klein fruit, kruiden, snijbloemen, groenten en hoogstammige fruitbomen. Melkgeiten en kippen staan in voor de bemesting. Wie wil, kan er ook meewerken op het ritme van de seizoenen.

3

Een tuinbouwer wil zijn teelt vernieuwen. Hij sprak met zijn allochtone werknemers die in ons land vaak op zoek gaan naar groenten die in hun land van oorsprong dagelijkse kost zijn. Voortaan kan de allochtone gemeenschap bij de tuinbouwer terecht voor hun vertrouwde groenten. Info over alle projecten op www.cera.be

15


2030

‘Meer extreme

droogte en De klimaatverandering is een feit. Maar wat is de impact op onze land- en tuinbouw? En wat kan de sector doen tegen een warmer en gril­liger klimaat? Jean-Pascal van Ypersele, vicevoorzitter van het klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) en prof aan de UCL laat zijn licht schijnen op onze sector in 2030.

hittegolf

D

klimaatverandering

droogte

biogas meer neerslag

nieuwe teelten

stijgende vraag

ag professor. Kunt u zichzelf even voorstellen? ‘Ik ben klimatoloog en werk voor het IPCC. Dat is een toonaangevende internatio­nale organisatie die op een objectieve m ­ anier de wetenschappelijke kennis over klimaatverandering en de impact ervan op het ­milieu en de economie evalueert. Ik spreek hier dus op basis van wat het IPCC concludeert over de gevolgen die de klimaat­ verandering voor de landbouw heeft.’ Is het nu al echt warmer, professor? ‘Heel zeker. De gemiddelde jaarlijkse temperatuur op wereldschaal, en ook in ­België, ligt nu ongeveer 1 graad hoger dan 100 jaar geleden. Vanaf 1950 zijn de m ­ enselijke activiteit en de uitstoot van broeikas­ ­ gassen die ermee gepaard gaat de grootste oorzaken van de klimaatopwarming.’ Hoe warm zal het zijn in 2030? ‘Klimaatprognoses werken over langere periodes. Vergeleken met de gemiddelde

16 landgenoten


intense regen’ wereldtemperatuur van 1990 spreekt het IPCC voor 2100 over een stijging die ­tussen de 1,1 en 6,4 graden bedraagt. Tegen 2030 wil dat zeggen een opwarming van bijna een graad boven de wereldtemperatuur van 1990.’ Wat zijn de gevolgen van de klimaatopwarming? ‘Er zijn rechtstreekse gevolgen, zoals in de zomer van 2003. Toen stierven in Europa 50.000 mensen door hittegolven en ozonvervuiling. Ten tweede zorgt de opwarming voor meer verdamping. Daardoor ontstaat sneller droogte, maar als het r­ egent zal de hoeveelheid regen die valt binnen een b ­ epaalde tijd veel groter zijn omdat er meer waterdamp in de lucht is. We evolueren dus naar meer extreme droogtes en meer intense neerslag. Bij die neerslag moet je ook sneeuw rekenen. Opvallend is dat de hoeveelheid jaarlijkse neerslag, dus zowel ­regen als sneeuw, ongeveer gelijk blijft. De zeespiegel blijft dan weer stijgen.’ Zijn rampzalige plaatselijke stormen zoals op Pukkelpop vorig jaar het gevolg van opwarming? ‘Dat valt moeilijk te zeggen omdat de storm op Pukkelpop heel plaatselijk was. De wetenschappelijke modellen die het IPCC hanteert zijn betrouwbaar voor klimaatfenomenen die zich voordoen over een gebied van 2.500 of 10.000 vierkante kilometer. Onderzoekers startten onlangs wel een systeem op dat betrouwbaar is op een schaal van 2 kilometer. Dat kan ingezet worden voor de studie van de invloed

van klimaatverandering op lokale weer­ fenomenen. Rond tropische stormen is er wel meer duidelijkheid. Er zit veel meer energie in. De windsnelheid en de intensiteit van de stormen is groter. Je zou kunnen zeggen dat er door meer warmte ook meer energie in onze stormen zit, maar dat moet eerst nog bewezen worden.’ Biedt de klimaatverandering voordelen voor onze landbouwers? ‘Op korte termijn heeft klimaatopwarming wel een lichtjes positief effect op t­arwe

‘ De klimaatopwarming verstoort de balans tussen onkruid en gewassen.’ en maïs. Die gaan beter groeien. Maar ­vanaf een temperatuurstijging hoger dan ­ongeveer 2 graden krijg je weer n ­ egatieve ­gevolgen. Wijnbouwers kunnen in onze streken ook druiven telen die vroeger enkel in meer zuidelijke streken thuishoorden. Je hoort weleens zeggen dat meer CO2 goed is voor planten. Ze hebben ­immers CO2 nodig voor hun fotosynthese. Zo eenvoudig is het allemaal niet. Sommige ­soorten gedijen ­inderdaad beter met meer CO2. Vooral ­onkruid zou er voordeel bij hebben, wat zou betekenen dat de balans tussen gewenste en ongewenste gewassen verstoord wordt. Ook de samenstelling van sommige ­planten zou kunnen veranderen, waardoor ze bijvoorbeeld minder proteïnen bevatten en dus minder voedzaam zijn.’

Hoe kunnen onze landbouwers omgaan met klimaatverandering? ‘Drogere zomers en nattere winters lijken de tendens voor de toekomst. Irrigatie in de zomer en afvloeiing in de winter winnen dus aan belang. Toch kan een landbouwer zich niet tegen alle weersomstandigheden beschermen. Daarom wordt veerkracht belangrijk, bijvoorbeeld door te kiezen voor gewassen die bestand zijn tegen water­stress. Wereldwijd zal het klimaat ook de handel in landbouwproducten sterker beïnvloeden. Nu al heeft El Niño door de opwarming van het water van de G ­ rote ­Oceaan steeds sterkere ­ negatieve effecten op oogsten in Latijns-Amerika, Afrika, Australië en Zuidoost-Azië. Dat doet de vraag naar landbouwproducten uit onze ­streken stijgen.’ Wat kunnen onze landbouwers doen om de uitstoot van broeikasgassen terug te schroeven? ‘Zoals in elke economische sector is het belangrijk om de CO2-uitstoot te beperken door minder fossiele brandstoffen te gebruiken. Veel Zwitserse boerderijen zijn voor hun energieproductie bijvoorbeeld al overgeschakeld op biogas, dat gewonnen wordt uit onder andere koeienmest. Lachgas of N2O is een andere boos­doener. Dat zeer krachtig broeikasgas komt vrij bij ­bemesting. De negatieve effecten door de uitstoot van 1 kilogram N2O staan ­gelijk met de effecten van 300 kilogram CO2. Zo efficiënt mogelijk bemesten is dus de boodschap.’ 17


W onderzoeker In deze rubriek vind je een selectie uit de talrijke onderzoeksresultaten van het Vlaams instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO).

Geurlab Over appels en luizen die zich (niet) laten vangen In appelboomgaarden weten ze het wel: de herfst is hét seizoen voor de wollige bloedluis. ’s Zomers kun je hopen dat oorwormen, sluipwespen en lieveheersbeestjes de ondingen opvreten. In de ­lente (als er nog geen nuttige insecten zijn) mag je nog een klassiek insecticide gebruiken. Maar als de oogst nadert, heerst er een spuit­verbod en is de piek van de natuurlijke luiseters voorbij. Op ILVO dachten ze eraan om de luis ondergronds aan te pakken, want volgens een aantal wetenschappers leeft hij voor een deel van zijn cyclus onder de grond. Het idee was om aaltjes in te zetten, zogenaamde entomopathogene nema­toden (EPN’s), die gespe-

wonderzoeker

18 landgenoten

cialiseerd zijn in het opsporen en doden van insecten. Er zijn 6 soorten commercieel beschikbaar voor de geïntegreerde gewas­bescherming en die werden alle 6 uitgeprobeerd. Nick Berkvens (ILVO): ‘We kunnen nog niet spreken van een ­succes. In het lab slagen de nematoden er wel in om zo’n luis te parasiteren, maar niet om ze dodelijk te treffen. Daaren­boven is het nu onzeker of de wollige bloedluis in onze omstandigheden wel ondergronds gaat in de herfst. Samen met onze ­partner, het pcfruit (Proefcentrum Fruitteelt), wordt het nog even verder zoeken om de luizenplaag in de appelbomen de baas te kunnen.’

ILVO heeft er een laboratorium bij. Een geurlab om stalgeur te meten uit varkens- en kippenstallen. Het werkt met echte menselijke neuzen. Minstens 4 mensen (met een geselecteerde gemiddelde en stabiele neus) geven aan vanaf welk luchtmengsel (verdunning van stallucht en geurloze lucht) ze geur waarnemen. Deze verdunningen met telkens andere stalluchtconcentraties

worden heel precies en automatisch aangemaakt door een gespecialiseerd toestel, de olfactometer. Na een paar berekeningen bekomt het geurlab doorgaans een score van ergens tussen de 500 en de 17.000 Europese geureenheden per kubieke meter. Peter Demeyer (ILVO): ­ ‘ILVO is al van in de jaren 90 bezig met emissieonderzoek. In het begin ging het vooral over am-


Ontdek meer wetenschappelijk landbouwnieuws op

www.ilvo.vlaanderen.be Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek

Wist je dat…

moniak. Sinds enkele jaren onderzoeken we ook fijn stof en broeikasgassen. Dat gebeurt steeds met een dubbele bedoeling: betrouwbaar kunnen meten wat de landbouwsector uitstoot, en strategieën ontwikkelen om de uitstoot te verminderen. Logisch dat we nu uitbreiden naar geur, want ook daar is meten gelijk

aan weten. En ook daar klinkt de roep om geurhinder te beperken.’ De veehouderij wordt grootschaliger en de overheden hebben behoefte aan actuele objectieve metingen en voorspellingen. Er zijn wereldwijd maar een handvol labs die zich zo uitgesproken specialiseren in de veehouderij als het ILVO-geurlab.

Garnalen en scheepsverf Waarom verminderde de hoeveelheid Noordzeegarnaal zo drastisch vanaf de jaren 1970? Kwam dat door overbevissing? Neen. Het ­ antwoord is TBT. ­Tributyltin. Een toxische stof die vanaf de jaren ’60 in verf voor scheepsrompen en ­ boeien werd gemengd om algen­ groei te remmen. ILVO en UGent ontdekten dat TBT de hormonen­huishouding van de garnaal, en dus zijn groei, verstoort. Yves Verhaegen (ILVO Visserij/

UGent): ‘TBT kan de natuurlijke ­ hormoonverbinding in garnaal chemisch onklaar maken. ILVO toonde aan dat zelfs minieme concentraties van TBT in het zeewater al impact hadden op een 40‑tal garnalengenen.’ De toestand vandaag is opnieuw rooskleuriger. TBT is wereldwijd verboden. De TBT-concentratie sinds 1998 is zowel in garnaal als in sediment achtvoudig gedaald. De garnaalstock herstelt zich zienderogen.

spenen sterk verschillen van koe tot koe? Zelfs de spenen van één koe variëren soms sterk. Voor een betere uiergezondheid kan je twee dingen doen: selecteren op koeien met meer g ­ elijke en smallere spenen in één kudde. Of de melkmachine slimmer maken. De agrotechnici van ILVO ontwikkelden een toestel om spenen snel en objectief te meten. De volgende stap is om de tepelvoeringen van de melkmachines beter te laten passen op de spenen.

het landbouw- en visserijonderzoek in onze regio dit jaar 80 jaar bestaat? Na een paar fusies en statuutwijzigingen behoort ILVO nu bij de Vlaamse overheid, als verzelfstandigd Agentschap. De deuren van drie ILVO sites in Melle gaan wijd open tijdens de Openbedrijvendag op 7 oktober 2012. Niet te missen!

ILVO de huisvesting van konijnen uittest? Om te zien of de productieresultaten even goed zijn als je de moederdieren huisvest in zogenaamde groepsparken van 2m² in plaats van in individuele kooien van een halve m². En om te weten hoe je konijnenagressie beheerst. De sector en GAIA ondertekenden een stappenplan ter zake. Vanaf volgend jaar moet er al meer knaagmateriaal en ligcomfort zijn.

onderzoek voor de sierboom­ kwekerij internationaal dezelfde doelstellingen nastreeft? Optimale productie met minder input van water, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, impact van klimaatsverandering, aangepaste cultivars en monitoring van nieuwe ziekten en plagen: daar is iedereen mee bezig. Dat bleek op het grote ‘­Woody ­Ornamentals’ congres dat ILVO en UGent onlangs organiseerden met 160 onderzoekers uit 30 landen. 19


Provincie info op www.lekkersmetstreken.be vind je meer dan 250 hoeve- en streekproducten.

Producten met

passie Onder de noemer ‘Lekkers met streken’ promoot en ondersteunt de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid van de provincie Antwerpen lokale hoeve- en streekproducten.

© PROMinANT

D

e provincie Antwerpen heeft heel wat lekkers te bieden. Met in totaal meer dan 250 hoeve- en streekproducten is de verscheidenheid heel groot. Hoevevlees van de Wolkenhoeve uit Geel, koekjes en chocolade zoals Antwerpse handjes en de ­Gouden Carolus van brouwerij het A ­ nker uit ­Mechelen: ze worden allemaal gepromoot door de provincie. ‘Lekkers met streken’ geeft een gezicht aan de provinciale werking rond de hoeve- en streekproducten. Het label verenigt alle streken van de Antwerpse provincie: van het ­Scheldeland en de Kempen tot de kunststeden ­Antwerpen en Mechelen. Traditie en ambacht Alle producten hebben één ding gemeen: ze zijn met passie en uiterste zorg voor kwaliteit bereid. Daarbij gebruiken de producenten grondstoffen die eigen zijn aan de streek. De bereiding gebeurt veelal ter plaatse en gaat dikwijls nog terug naar de tradities van de regio. Kopers

20 landgenoten

krijgen ter plaatse meer dan een vers product met veel smaak. Mensen vinden het bijvoorbeeld plezant om hun lokale boer te ontmoeten en te weten waar hun voeding vandaan komt. Bij hem krijgen ze ook een verhaal geserveerd over de traditie en

‘ Mensen vinden het fijn om hun lokale boer te ontmoeten en te weten waar hun voeding vandaan komt.’ de verbondenheid met de streek. Zo krijgen consumenten meer waardering voor de zorg waarmee de producent omspringt met zijn product. Rol van de provincie Toch is het traditionele streekgebonden product nog te weinig gekend. Daarom

zorgt de provincie Antwerpen in samenwerking met andere partners voor promotie en ondersteuning. De provincie wil aan de noden van de ondernemers tegemoet komen. Ook wordt onderzocht hoe de producten gemakkelijker aan de man kunnen gebracht worden, zonder dat ze daarbij inboeten aan hun streekeigenheid. Rurant vzw werkt momenteel aan de opstart van een regionaal distributiesysteem om het logistieke probleem dat veel ondernemers parten speelt te verhelpen. Toerisme De provincie geeft hoeve- en streekproducten tevens een plek in een groter verhaal. Toerisme Provincie ­ Antwerpen verweeft de traditionele ­producenten bijvoorbeeld in het netwerk van fiets- en wandelknooppunten. Op picknicks kunnen de mensen proeven. Evenementen zoals PROMinANT in Geel en de Bollekes­feesten in Antwerpen-Stad focussen ook op streekgebonden producten uit onze provincie.


't zit hem in de gaten! Nazareth is een ambachtelijke, smaakvolle gatenkaas. Door de trage rijping krijgt de kaas een subtiel aroma en een zoete, nootachtige smaak die ook onze kleinste lekkerbekken kan bekoren. De rijke, donkerbruine korst onderscheidt hem en verraadt het unieke karakter van de kaas.

Zoete smaak

www.nazarethkaas.be

powered by 21


Achter de schermen In deze rubriek kijken we achter de schermen van andere bedrijven. Hoe komen zij tot oplossingen voor problemen en op welke manier spelen zij in op uitdagingen voor de toekomst? Lees en leer!

bedrijf: à la Ferme du Sart, een hoevesupermarkt in Frankrijk aantal werknemers: 20 fulltime personeelsleden zaakvoerder: Matthieu Leclercq

Een grote supermarkt met bijna uitsluitend verse ­producten waarvan meer dan de helft rechtstreeks afkomstig is van lokale land- en tuinbouwers. Het lijkt een utopie, maar het bestaat wel degelijk. Je moet er alleen de Franse grens voor oversteken.

‘ Goede relatie

I

n Rijsel kocht Matthieu Leclercq een landbouwbedrijf en startte er ‘à la Ferme du Sart’, een supermarkt die wekelijks 8.000 klanten over de vloer krijgt. Zijn droom: een keten van hoevesupermarkten in Frankrijk en België. Decathlon Het idee voor deze hoevesupermarkt haalde zaakvoerder Matthieu Leclercq in de Verenigde Staten. Als zoon van de stichter van Decathlon, een keten in sportartikelen, kreeg hij de belangstelling voor retail met de paplepel ingegeven. Tijdens een van zijn buitenlandse stages voor Decathlon kwam hij in de VS in aanraking met een grote winkel die verbonden was aan een boerderij. ‘Dat leek me een gat in de markt. Terug in Frankrijk gaf ik mezelf drie jaar de tijd om een eerste hoevesupermarkt uit de grond te stampen’, vertelt Leclercq. De geschikte locatie vond hij in Villeneuve d’ Asq, in het midden van de driehoek Lille, Roubaix en Tournai. ‘In retail is ligging het allerbelangrijkste. Daarna volgen bereikbaarheid en visibiliteit. Aan alle drie de voorwaarden is op de locatie voldaan:

22 landgenoten

1,2 miljoen beschikbare consumenten in een straal van 20 minuten, vlakbij een drukke invalsweg en duidelijk zichtbaar vanaf de hoofdwegen’, legt Matthieu Leclercq uit. Aan het landbouwbedrijf dat hij daar kon kopen, was 15 hectare grond verbonden. Het heeft even geduurd vooraleer alle vergunningen er waren, maar in 2007 kon de supermarkt met een oppervlakte van 1200 m² zijn deuren openen. Geen fundamentalisme Met vallen en opstaan bouwde Leclercq zijn hoevesupermarkt uit. ‘Aanvankelijk wilde ik alles zelf doen: de boerderij runnen en zorgen dat de supermarkt draaide. Maar dat leek te hoog gegrepen. Ze vragen allebei te veel aandacht om ze samen goed te doen. Bovendien wou ik de boerderij op dezelfde manier managen als de winkel, maar dat gaat niet. Ik heb nu twee landbouwers die gratis mogen gebruikmaken van mijn grond en in ruil garanderen ze dat de hele oogst verkocht wordt in de hoevesupermarkt.’ Dat is goed voor ongeveer twee tot drie procent van de producten in de winkelrekken. Meer dan de helft van


Matthieu Leclercq:

‘ Een landbouwbedrijf managen als een supermarkt gaat niet.’

met boer staat centraal’ de verkochte waren komt van andere boeren en kleinschalige producenten uit de nabije omgeving. Al wil Leclercq daar ook niet te ver in gaan. ‘Ik ben geen fundamentalist. Er worden ook toegevingen gedaan om de klant beter te dienen. Als die naar een andere locatie moet om bananen of ananas te kopen, dan blijft hij ook niet komen. Langs de andere kant verwachten onze klanten hier geen pot Nutella in de ­schappen.’ Grotere taart Die focus op lokale versproducten is wat ‘à la Ferme du Sart’ zo speciaal maakt. ‘Voor mij komt het er niet op aan de beste te zijn, wel om uniek te zijn. Dat maakt dat er ook niet meteen concurrenten zullen opduiken.’ De relatie met de lokale landbouwers en producenten is voor Leclercq hei-

lig. ‘De prijzen in onze supermarkt liggen hoger dan gemiddeld. Voor elk product hebben we ook maar één leverancier. We zoeken de concurrentie dus zeker niet op om een lagere prijs te kunnen bedingen bij de aankoop. Partnerschap staat centraal: creating shared value dus in plaats van creating added value. Oftewel er samen voor zorgen dat de taart groter wordt in plaats van een groter deel van de taart te willen’, zegt de Fransman. Die filosofie zorgt er ook voor dat het aantal aangeboden producten relatief beperkt is. Waar een gewone supermarkt al gauw meer dan 3000 producten in de rekken heeft liggen, zijn er dat bij la Ferme du Sart slechts een 430‑tal. Trouwe klanten De keuze voor dit concept, legt de supermarkt geen windeieren. De

omzet bedroeg het afgelopen jaar zo’n 12 miljoen euro. Het gemiddeld bestedingsbedrag per klant schommelt in de week rond de 30 euro, in het weekend loopt dat op tot 40 euro. Daarmee behoort het verkoopcijfer per vierkante meter tot de beste ter wereld. Zowat 8000 klanten krijgt ‘à la Ferme du Sart’ wekelijks op bezoek waarvan 200 nieuwe. ‘Maar om eerlijk te zijn, door zo sterk te focussen op het lokale, stoten we ook 90 procent van onze potentiële klanten af. Dat mag evenwel geen probleem opleveren, we houden nog voldoende trouwe klanten over’, legt Leclercq uit. Franchiseketen Het succes van de supermarkt laat Matthieu Leclercq dromen van een heuse franchiseketen. In december 2011 werd al een tweede vestiging in

Avelin in het Noorderdepartement van Frankrijk geopend en recent werden drie franchisecontracten met landbouwers ondertekend om een gelijkaardige winkel op te starten. Maar de stichter van ‘à la Ferme du Sart’ kijkt verder dan de eigen landsgrenzen. ‘Ook in België is er een markt voor. Voorwaarde is wel dat aan het concept niet wordt geraakt: de eigenaar, de producten en de naam van de winkel moeten lokaal zijn’, klinkt het. ‘Aan starters stel ik mijn kennis over retail volledig ter beschikking. In ruil vraag ik wel een vergoeding in de vorm van een klein percentage op de marge. Landbouwers die interesse hebben, mogen me dus steeds ­contacteren.’ INFO www.lafermedusart.fr of

developpement@o-tera.net

23


Melken enen koelen met Fullwood-Packo Melken en koelen met Fullwood-Packo Melken Melken en koelen koelen met met Fullwood-Packo Fullwood-Packo hoogste melkkwaliteit vankoe koetot totkoeltank... koeltank... hoogste melkkwaliteit van koe tot koeltank... hoogste hoogste melkkwaliteit melkkwaliteit van van koe tot koeltank...

Onsprofessioneel professioneelnetwerk netwerkstaat staatvoor vooruuklaar. klaar. Ons Ons professioneel Ons professioneel netwerk netwerk staat staat voor uvoor klaar. u klaar. Fullwood-Packo Fullwood-Packo Fullwood-Packo Fullwood-Packo RegioWestWest-&&Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderenen enVlaams-Brabant: Vlaams-Brabant: Regio Regio WestRegio & WestOost-Vlaanderen & Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant: en Vlaams-Brabant: Contact:0479/36 0479/3624244040 Contact: Contact: Contact: 0479/36 0479/36 24en 40Limburg: 24 40 Regio Antwerpen Regio Antwerpen en Limburg: Regio Antwerpen Regio0476/65 Antwerpen en16Limburg: Contact: 55en Limburg: Contact: 0476/65 16 55 Contact: Contact: 0476/65 0476/65 16 55 16 55

Project Landgenoten 2012 with bleed.indd 1 Project Landgenoten 2012 with bleed.indd 1 Project Landgenoten Project 2012 Landgenoten with bleed.indd 2012 with1 bleed.indd 1

Afgiftekantoor Gent X Landgenoten 31 Tijdschrift-kwartaalblad Kwartaal 3, 2012

P509285

9/5/2012 4:38:11 PM 9/5/2012 4:38:11 PM 9/5/2012 4:38:11 9/5/2012 PM 4:38

BelgiĂŤ-Belgique 9099 Gent X bc 10292

V.u. Josse De Baerdemaeker, p.a. VILT Koning Albert II-laan 35, 1030 Brussel


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.