Landgenoten Herfst 2013

Page 1

land

herfst 2013 | 35

Magazine voor boer & buiten

genoten

Geen zacht gekookt eitje

Schoonste Boerin zoekt hogere marges

Eendagsvliegen en wortelsap? Yvan Dejaegher over voeder in 2030

dossier Gezondheid Beter voorkomen dan genezen + FairTradeGemeente Rumst, Waterportaal, op pad met de VILT-redactie en veel meer‌

www.vilt.be


“Er zijn wel 30.000 tuinders en landbouwers, maar slechts 1 zoals ik.”

Samen voor uw toekomst  heeft ruim 40 jaar ervaring als adviseur in de landbouwsector. U bent in elk -kantoor dan ook verzekerd van een deskundige begeleiding inzake fiscaliteit, boekhouding, milieu- en bouwreglementering en alle belangrijke sectoraangiftes. Bovendien krijgen onze lokale kantoormedewerkers ondersteuning van een eigen centrale studiedienst. Zo kunt u in alle omstandigheden rekenen op het gespecialiseerd advies van uw -adviseurs. U bent toch ook liever zeker van uw zaak? SBB Accountants & Adviseurs: Voor info of het -kantoor in uw buurt? Bel 070/222 673 of kijk op www.sbb.be.

www.sbb.be


in dit nummer

land beste

genoten

06

14

16

22

06

Focus | Gezondheid

Laat je niet ziek maken: zo ga je slim om met verborgen risico’s als gewas­ beschermingsmiddelen, fijn stof en asbest.

14

Boer en buur | Fairtrade De gemeente Rumst steunt de boeren, hier én in het Zuiden. Ontdek hoe ze dat doet.

16

2030 | Diervoeder van de toekomst Voed jij je dieren binnenkort met insecten en soja van hier? Yvan Dejaegher denkt van wel.

22

Woord en wederwoord | Betere prijzen Schoonste boerin Ellen Vaneynde discussieert met minister Johan Vande Lanotte over een eerlijkere keten.

N

a tien jaar op de redactie van VILT bezorgt het me nog elke keer een hoera-gevoel als het lukt om een ‘grote naam’ te strikken voor een interview, iemand die op het hoogste niveau beslissingen neemt. Het levert vaak niet alleen een interessant artikel op, maar je kan de problemen van onze sector ook bij de juiste persoon aankaarten. Dat was niet anders toen minister van Economie en Consumentenzaken Johan Vande Lanotte toezegde voor een ontmoeting met onze Schoonste Boerin Ellen Vaneynde. Het is de ideale manier om de minister in kwes­ tie even te laten stilstaan bij de gevolgen van zijn beslissingen. Als je hem dan ook nog op een land­ bouwbedrijf kan brengen, dan is de missie helemaal geslaagd. De gedrevenheid en fierheid die een – in dit geval - landbouwster uitstraalt, de pertinente vragen die zij heeft, die kan je wel in woorden pro­ beren vatten, maar vaak is de realiteit zoveel beter dan duizend woorden. En als ze niet beter is, blijft ze toch beter hangen. Misschien is dat wel de reden waarom ik ervoor koos om als journalist in de landbouwsector aan de slag te gaan: die verhalen van passie en onder­ nemerschap naar boven halen, beslissingsnemers confronteren met de problemen van de sector en mensen bewust maken van het belang van land­ bouw. Maar tegelijk ook voldoende kritisch blijven en de zaken die beter kunnen in de sector duiden. Ik hoop dat ik daar dit nummer opnieuw in ben ge­ slaagd. Aan jullie om te oordelen! Veel leesplezier! Griet Lemaire Hoofdredacteur

en verder …

04 Koetjes & kalfjes 11 Provincie

2 Wordt gevolgd 1 18 (W)onderzoeker

18 colofon Landgenoten wordt u aangeboden door VILT. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw

informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privéorganisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever VILT-voorzitter Josse De Baerdemaeker redactie en realisatie Jansen & Janssen Creative Content, www.jaja.be redactieadres VILT vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail info@landgenoten.be hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Josse De Baerdemaeker, Wim Fobelets, Wanda Verdonck, Karolien Bracke, Inge Piessens, Sven Jacobs, Evelien Aerts, An Detelder, Guy Depraetere, Greet Riebbels, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Tine Lassuyt, Leen Guffens, Ine Vervaecke, An Van Acker, Nele Jacobs fotografie Philip Vanoutrive, Filip Claessens, Christophe Vander Eecken de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van VILT.

3


Koetjes & kalfjes

VEELBESPROKEN OP FACEBOOK

GOED GEVONDEN?!

Spring in ‘t veld Veldverkenners, zo heet het nieuwe project van VILT. Met een online community wil Veldverkenners consumenten en landbouwers dichter bij elkaar brengen. Op de site en op Facebook trekt Veldverkenners erop uit op het Vlaamse platteland en probeert het een antwoord te bieden op vragen van kritische consumenten: hoe milieu- en diervriendelijk zijn landbouwtechnieken? Hoe veilig en gezond is ons voedsel? Waar vind ik inspiratie voor fijne uitstapjes op de boerenbuiten? De communicatie gebeurt vooral online, maar twee keer per jaar komt er ook een informatieboekje uit op papier. INFO www.facebook.com/veldverkenners

www.veldverkenners.be

Studiedagen gras en Je gras beheren met respect voor de natuur, hoe doe je dat? Je komt het te weten op 24 september, op de derde themadag van het Vlaams Ruraal Netwerk. Op 6 november vindt de vijfde Vlaamse Fokkerijdag plaats in Leuven, met als thema duurzaam fokken. Organisatoren zijn het Depar­ tement Landbouw en Visserij en de KULeuven.

DE LANDGENOTEN-QUOTE

‘Sla landbouwondernemers niet om de oren met de term agrarisch natuurbeheer. Hun kerntaak blijft boeren, met maximale aandacht voor de natuur. Wij noemen dat liever natuurrijke landbouw.’ Didier Huygens geeft een staaltje van zorgvuldig woord­ gebruik bij het Oost-Vlaamse provinciebestuur.

4 landgenoten


Handig, zo’n aardbeipluk­robot Laten we onze aardbeien binnenkort plukken door een robot? De Japanse dr. ­Hayaschi (BRAIN en Shibuya Co. Ltd) ont­ wikkelde een stationaire aardbeiplukrobot. De aardbeien­planten worden in hun trays automatisch naar de robot gebracht, die de

vruchten plukt. Daarna kunnen de planten aan een ander station water krijgen of be­ handeld worden tegen ziektes. Dr. H ­ ayashi gaf begin september een lezing over zijn robot op het tweede aardbeiencongres van Veiling Hoogstraten. Goed gevonden!

#

duurzaam fokken INFO Themadag gras: 24/9, 10u-15u, ILVO Plant teelt en omgeving, Burgemeester Van Gansberghelaan 96, 9820 Merelbeke. Inschrijven via alexander.spriet@ lv.vlaanderen.be of T 02 552 77 64. Vlaamse Fokkerijdag: 6/11, 13u, VAC Leuven, Auditorium, Dieststepoort 6, Leuven. Programma en inschrijven: www.vlaanderen.be/landbouw/agenda.

21 CIJFER

!

Zoveel ongevallen met dodelijke afloop gebeurden in 2012 in de land- en tuinbouwsector. Dat is veel, ook in vergelijking met ande­ re Europese landen. Op initiatief van minister-president ­Peeters heeft de Vlaamse landbouwadministratie een actieplan opgesteld om het aantal arbeidsongevallen in de sector drastisch terug te dringen. Speerpunten van het actieplan zijn sensibiliseringsac­ ties, bedrijfsaudits en demonstratieprojecten. Lees er alles over in het decembernummer van Landgenoten!

TWITTERPRAAT

Boeren, boter en bezetters Wie een duik wil nemen in de geschiede­ nis van landbouw, platteland en voeding tussen 1910 en 1920, vindt een schat aan informatie in de nieuwe onderzoeksgids ‘Boeren, boter en bezetters’. De gids be­ gint met een algemene inleiding en ver­ zamelt alle relevante informatiebronnen. Het boek is het resultaat van een samen­ werking tussen het Centrum voor Agra­ rische Geschiedenis (KU Leuven) en de Vlaamse overheid, Departement Land­ bouw en Visserij.

INFO Voor 10 euro (exclusief verzendings­ kosten) kun je een exemplaar bestellen bij kristel.janssens@icag.kuleuven.be.

Landgenoten mag een exemplaar van het boek weggeven. Stuur je naam en adres naar info@landgenoten en vermeld ‘Boeren, boter en bezetters’. Wie weet ben jij de gelukkige winnaar!

Win!

Geert Noels (econoom): Van Montagu mag voor mij de Nobelprijs krijgen. Maar vragen stellen over veiligheid en ethiek van ggo’s moet kunnen. Niet onfeilbaar, net zoals kernenergie.

Kris Peeters (minister president): Vraag naar volkstuinen stijgt. Terecht, want ontmoetingsplaatsen voor gezonde voeding en actieve levensstijl. De Vlaamse regering ondersteunt dit!

5


Focus

Gezondheid

Gezond verstand, gezond licha Aan het welzijn van je dieren en gewassen denk je vaak. Maar ver­ ­ geet je ook jezelf niet? Voor één keer ­focussen we op de gezondheid van de boer en tuinder zelf. Welke gezond­ heids­risico’s zijn, los van de ook te vermijden arbeidsongevallen, aan een landbouwjob verbonden? En hoe kun je jezelf daartegen wapenen?

6 landgenoten

I

Is werken in de land- en tuinbouw onge­ zond? Neen, maar voorkomen is altijd be­ ter dan genezen. Het Belgisch Fonds voor Beroepsziekten erkent jaarlijks 10 tot 15 beroepsziekten in de agrarische sector. Dat ligt in de lijn van de cijfers voor de meeste andere sectoren. Toch wordt de landbouw als een sector met een relatief hoog gezondheidsrisico beschouwd, zoals de bouw en de industrie. Veel mogelijke beroepsziekten worden namelijk niet aan­ gegeven en verschillende ziekten openba­ ren zich pas na langere tijd. In dit artikel staan we stil bij drie vaak vergeten risicofactoren: contact met gewas­beschermingsmiddelen, contact met fijn stof en emissies, en contact met asbest.


der verstrengd. Nu moeten bijvoorbeeld ook hormoonverstorende eigenschappen en de impact op zwangere vrouwen en kin­ deren worden onderzocht. In België keurt de FOD Volksgezondheid producten goed op basis van een uitgebreid dossier van de fabrikant. Dat bevat altijd twee luiken: enerzijds toxische proeven voor alle werk­ zame stoffen, anderzijds studies naar de

‘Gewasbeschermings­middelen dringen het lichaam vooral binnen via de huid.’

aam? 1 Gewasbeschermingsmiddelen Wie correct omgaat met de huidige ge­ neratie gewasbeschermingsproducten, hoeft zich volgens professor Pieter Span­ oghe van het labo voor fytofarmacie van de UGent weinig zorgen te maken. ‘Het klopt dat in Frankrijk Parkinson erkend is als beroepsziekte omdat ze vaker voor­ komt bij landbouwers. De oorzaak zou het middel p ­ araquat (dat inmiddels niet meer erkend is, nvdr.) kunnen zijn maar wetenschappelijk is de ziekte moeilijk aan één bepaalde factor te koppelen. Ik be­ nadruk nog even dat het belangrijk is om van elk product dat vandaag erkend is, ze­ ker het etiket te lezen en de voorschrif­ ten nauwgezet te volgen binnen en bui­ ten het fytolokaal. Contact met de huid en dan in het bijzonder met de handen

vormt een veel groter risico dan het in­ ademen van gewasbeschermingsmidde­ len. Voor inademen heeft iedereen schrik en let men op. Maar de meeste gewas­ beschermingsmiddelen vervliegen niet en dringen bij contact met de huid als een zalf het lichaam binnen. De belangrijkste gegevens en gebruikersrichtlijnen staan telkens op de verpakking. Draag dus al­ tijd handschoenen!’ Insect > schimmel > plant Gewasbeschermingsmiddelen zijn van­ daag aan strengere voorwaarden onder­ worpen dan een paar decennia geleden. Pieter Spanoghe: ‘De wetgeving volgt de wetenschappelijke inzichten. In 1991 en in 2009 is het Europese wettelijk kader ver­

blootstelling per type activiteit. Men meet dan hoeveel product er pakweg tijdens een akkerbespuiting of het plukken van appels op de gebruiker terechtkomt.’ Een vuistregel om te weten hoe gevaar­ lijk een product is, is afgaan op wat het be­ strijdt. Een herbicide is doorgaans minder gevaarlijk dan een fungicide, dat op zijn beurt minder gevaarlijk is dan een insec­ ticide. Insecten staan namelijk dichter bij de mens dan schimmels of planten. Daar­ naast maakt een vloeibaar product mak­ kelijker contact met de huid dan een poe­ der of granules. ‘Minder belangrijk is of het nu gaat over een chemisch of biologisch product. Sommige door micro-organis­ men gemaakte biopesticiden of middelen die koper bevatten zijn voor de gebruiker even ongezond als gangbare producten. Wat telt, is de toxiciteit van het product. Vergelijk het met een paddenstoel die in de natuur groeit of een slangenbeet. Die zijn puur biologisch, maar ze kunnen wel dodelijk zijn.’ Gecombineerd effect Tot hiertoe zijn nauwelijks grootschalige onderzoeken uitgevoerd naar de gecom­ bineerde effecten van alle gewasbescher­ mingsmiddelen op degene die ze toepast. Pieter Spanoghe: ‘Maar binnen de Euro­ pese wetgeving verwacht ik daarmee geen grote problemen. Federaties van loonwer­ kers en landbouwers hebben ook nooit ab­ normaal veel ziekten gemeld. Binnen het 7


Focus

Gezondheid

Europese Browse-project onderzoeken wetenschappers momenteel wel de im­ pact van blootstelling op vier groepen van mensen: 1. de ‘gebruiker’, vooral bij het mengen en het spuiten 2. de ‘werknemer’, die na de bespuiting in het veld of de serre loopt 3. de voorbijganger, die sporadisch in de buurt van een behandeld veld komt 4. de omwonenden/de familieleden van de boer. Eind dit jaar zal er een impactmodel klaar zijn voor al die groepen.’ Het team van Pieter Spanoghe aan de UGent ontwikkelt in het Browse-project het model voor de ‘werknemer’ die tussen de gewassen komt en zo het behandeld ge­ was aanraakt. Hoewel er nog geen exacte gegevens bekend zijn, roept hij op om per product minstens de herbetredingstijd na de behandeling te respecteren en om zelfs na een langere periode voldoende bescher­ mende kledij en eventueel handschoenen te dragen in het veld en zeker in de serre. Ook wat je meeneemt naar huis, de zogenaamde

take-home-exposure, is een onderschatte factor om rekening mee te houden. ‘Ik denk aan het gescheiden wassen van je werkkle­ dij, maar ook aan contact tussen besmette kledij en je tractor, je schoeisel met modder uit het veld en de deurmat, enzovoort. Een­ maal de producten binnenshuis zijn, wor­ den ze veel minder snel afgebroken dan in het zonlicht in openlucht!’ Stof-, druppel- en dampdrift Om de blootstelling zo veel mogelijk te be­ perken, is het nuttig om ook rekening te houden met stof-, druppel- en dampdrift. ‘Stofdrift is de verspreiding van product via stofdeeltjes, bijvoorbeeld bij voor­ jaarswerken op een blote akker na een dro­ ge maand. Druppeldrift zijn kleine drup­ pels die door de wind verspreid worden naast het veld. Dampdrift, die bestaat uit product dat op warme dagen verdampt, kan zich net als de fijnste spuitdruppels verder verplaatsen en kan bijvoorbeeld

kinderkleren op de wasdraad van je erf bereiken. Drift wordt vermeden door reke­ ning te houden met de windsterkte en de warmste periodes van de dag. Onze boe­ ren zijn slim genoeg, al kun je ook naden­ ken over bufferzones voor buren zoals er zijn voor waterlopen. Of je zou op termijn spuitwerkzaamheden kunnen laten be­ kendmaken aan buren, hoewel dat men­ sen onnodig ongerust kan maken. Boeren zijn nu ook voorzichtig. Ze weten ook wel dat zijzelf en hun gezinsleden vaak zowel ‘gebruikers, ‘werknemers’, ‘voorbijgan­ gers’ als ‘omwonenden’ zijn en dat ze hun gezond verstand moeten gebruiken.’ INFO

www.browseproject.eu, www.fytoweb.be, www.phytofar.be, www.vlaamsparlement.be > zoek op ‘parkinson’, www.labofyto.ugent.be, www.ilvo.vlaanderen.be > publicaties > zoek op ‘drift’

2 Fijn stof en emissies Hoe is het gesteld met de kwaliteit van de binnenlucht op landbouwbedrijven en hoe kunnen we die verbeteren? Uit on­ derzoek van ILVO en UGent blijkt dat fijn stof en ammoniakgas een reële bedreiging vormen voor de gezond­ heid van landbouwers en dierenart­ sen die veel tijd in vleesvarkensstallen doorbrengen. In andere subsectoren is nog niet veel

onderzoek verricht, maar heel wat bevin­ dingen kunnen ook op andere bedrijfs­ types worden toegepast. Voor we dieper op de conclusies ingaan nog dit: we spreken over fijn stof bij stofdeeltjes die een diameter hebben van minder dan 10 micrometer (PM10). Ter vergelijking: het menselijk oog kan deeltjes vanaf 50 micrometer net waarnemen in een zonne­ straal. Hoe fijner het stof, hoe dieper het in de ­longen kan doordringen en hoe meer schade het kan aanrichten. Fijn stof (PM10) is zo klein dat het tot in de lagere luchtwe-

‘In varkensstallen werd de gezondheids­drempel voor fijn stof ruim overschreden.’ gen dringt. Fijn stof van het type PM 2,5 of PM1 komt zelfs tot in de longblaasjes. 8 landgenoten

Enkele belangrijke bevindingen op een rij: De gemeten hoeveelheden bleven on­ der de wettelijke maxima voor Belgische werkplaatsen, maar liggen een stuk bo­ ven de maxima die wetenschappers aanbevelen om de gezondheid niet te schaden. Voor ammoniak werd de wettelijke drempel in de studie niet overschre­ den. In de winterperiode kan de drem­ pel echter wel overschreden worden. De hoogste stofconcentraties werden gemeten bij het scheppen van voeder, het manueel voederen en bij bloedaf­ names. De activiteit van varkens speelt ook een grote rol voor de concentratie. Het meeste stof is afkomstig van het voeder, maar het potentieel gevaar­ lijke stof is afkomstig van uitwerpse­ len (omdat het kleiner is en delen van de celwand van bepaalde bacteriën kan bevatten).


Uit onderzoek bij 90.000 Amerikaanse boeren en hun gezin blijkt dat hartkwalen minder dan gemiddeld opduiken in de sector, maar dat een aantal kankers wel vaker voorkomt. Zie: aghealth.nih.gov/ > Findings

In Nederland zijn gehoorstoornissen de meest voorkomende agrarische beroepsziekte. In België zijn hierover geen cijfers beschikbaar. Zie: www.beroepsziekten.nl/content/landbouw > gemelde beroepsziekten (tip: zie ook > matrix gezondheidsrisico’s)

Mogelijke maatregelen tegen stof- en ammoniakblootstelling zijn: maskers, extra stalreiniging, een aangepaste stalinrichting (met meer ventilatie of andere luchtbehandelingstechnieken zoals een vernevelingssysteem – dat een halvering van het aantal PM10-deel­ tjes kan opleveren), en een aangepaste voederstrategie. Fijn stof is een bedreiging voor mens en dier. Ter info: een varken heeft 40 kg lucht per dag nodig, een mens 15. Min­ der fijn stof in de stal betekent ook ge­ zondere varkens. Tot slot nog twee Nederlandse bevin­ dingen: in stallen met pluimvee en var­ kens is de concentratie fijn stof hoger dan in rundveestallen, en als varkens zich met plantaardige olie kunnen ‘in­ vetten’, daalt de concentratie fijn stof (PM10) aanzienlijk. Ook buiten de stal kan fijn stof gezond­ heidsproblemen veroorzaken. Akkerbou­ wers komen tijdens veldwerkzaamheden vooral in aanraking met grotere stofdeel­ tjes (PM10) en beschermen zich daartegen het best met een stofvrije tractorcabine. Het aandeel van de landbouw in de totale uitstoot van PM 2,5 in Vlaanderen bedroeg volgens de recentste cijfers 19 % in 2011. In vergelijking met tien jaar voordien is de landbouwuitstoot wel met 11 % gedaald. In Vlaanderen is nog geen landbouwwet­ geving ingevoerd die specifiek op fijn stof is gericht. In Nederland kunnen provin­ cies en gemeenten sinds kort nieuwe stal­ aanvragen weigeren omwille van de lokale volksgezondheid, onder meer op basis van de fijnstofuitstoot. Daarnaast treden er bij onze Noorderburen vanaf 2014 emissie­ normen in voege voor de uitstoot van fijn stof uit stallen.

INFO

www.varkensloket.be > zoek op ‘studiedag fijn stof’, www.vemis.be, www.ilvo.vlaanderen.be > zoek op ‘fijn stof’, www.ilvo.vlaanderen.be > publicaties > zoek op ‘PigDust’, www.wageningenur.nl > zoek op ‘olienippel varkens’

3 Asbest Sinds de jaren ‘90 weten we dat contact met asbest zware ziektes veroorzaakt. In 1998 werd het materiaal verboden, maar omdat het zo populair was tot de jaren ‘80, is het nog op heel wat landbouwbe­ drijven te vinden. Als het gaat om zoge­ naamd hechtgebonden asbest (bv. voor gevel- of dakbekleding, golfplaten of ri­ oolbuizen) dat in een goede toestand verkeert, vormt het materiaal weinig ge­ vaar voor de gezondheid. Niet-hechtge­ bonden asbest (bv. leidingisolatie, vinyl­ vloerbedekking met een asbesthoudende onderlaag of spuitasbest) is wel gevaar­ lijk aangezien de vezels ingeademd kun­ nen worden. De tweede categorie asbest laat je het best door een gespecialiseerde firma verwijderen. Wil je zelf hechtgebonden asbest verwij­ deren, dan moet je volgende voorzorgs­ maatregelen in acht nemen:

Bevochtig het materiaal. Verwijder het voorzichtig, zonder het te beschadigen (ook niet bij het in de con­ tainer gooien). Zorg voor een goede verluchting. Gebruik een stofmasker type FFP3 en draag een wegwerpoverall. Reinig nadien alles zorgvuldig met wa­ ter. Gebruik zeker geen hogedrukrei­ niger omdat daarmee bijkomende as­ bestvezels van het materiaal zullen loskomen. Gebruik ook geen stofzui­ ger, want door hun beperkte diameter gaan de vezels gewoon door de filter en worden ze verder verspreid in de lucht. Sla het asbestmateriaal op in een ge­ sloten verpakking en breng het naar het containerpark. Werp je overall binnenstebuiten in de vuilbak en vermijd dat gesloten ruim­ ten zoals je auto of je huis besmet ra­ ken met de vezels.

INFO

www.ilvo-preventagri.be > zoek op ‘asbest’, www.vlaanderen.be > zoek op ‘asbest’ 9


Alleen John Deere Schrijf u in om de exclusieve Europese John Deere première te ontdekken tijdens de Werktuigendagen op 21 & 22 september te Oudenaarde. Gelieve onderstaande strook in te vullen en af te geven aan de ingang van stand 539 : ------------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam : ……………………………………………………………. Straat : ……………………………………………………….…… Gemeente : ……………………………………………………... E-mail : …………………………………………………………... www.JohnDeere.be 10 landgenoten

Voornaam : ……………………………. Nummer : ……………………………… Postcode : …………………………….. Tel. : ……………………………………..


Provincie

Oost-Vlaams Waterportaal Al een half jaar is Waterportaal de nieuwe naam voor het Kenniscentrum Water OostVlaanderen. Land- en tuinbouwers kunnen er gratis terecht met vragen over water­ zuivering en alternatieve waterbronnen. Ook een wateraudit en een oplossing op maat van je bedrijf zijn mogelijk.

H

et Waterportaal is een infoloket. ‘We ge­ ven advies aan land- en tuinbouwbedrij­ ven die bij ons komen aankloppen, ook van buiten Oost-Vlaanderen’, zegt E ­ lise Vandewoestijne, coördinator van het ­ Water­portaal. ‘Sommige vragen zijn een­ voudig, voor andere moeten we overleg­ gen met onze partners. We werken samen met het Provinciaal proefcentrum voor de groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw, het Inter­ provinciaal proefcentrum voor de aardappelteelt vzw, het Proefcentrum voor sierteelt vzw, dienst Landbouw & Platteland (Provincie Oost-Vlaanderen) en RATO vzw. Vragen beantwoorden doen we gratis.’ Wateraudit ‘Zeker nu de vergunningen voor diep grondwater aflopen, krijgen we er vaak vragen over. Als het bedrijf dat wenst, doen we een wateraudit ter plaatse. We zoeken uit of er regenwater opgevan­ gen kan worden, of er opslagmogelijkhe­ den zijn, welke waterkwaliteit nodig is als

drinkwater voor de dieren. We stellen een oplossing op maat voor en schetsen het fi­ nanciële plaatje. Die wateraudits zijn gra­ tis tot eind oktober 2013, wanneer het In­ terreg IVa-project Proeftuin KaderRichtlijn Water afloopt. Daarna zullen we een ver­ goeding vragen. De prijzen liggen nog niet

‘Er zijn veel manieren om bewust om te gaan met water. We willen onze kennis en ervaring delen.’ vast, maar leden van het proefcentrum zul­ len korting krijgen’, zegt Elise. Rietvelden en fytofilters Wie informatie zoekt over alternatieve wa­ terbronnen en waterzuivering, kan terecht op de uitgebreide site van het Waterpor­ taal. Via die site, maar ook via studieavon­

den, brochures, artikels en beurzen wil het Waterportaal zijn kennis delen met landen tuinbouwers. De drie proefcentra willen ook het goe­ de voorbeeld geven aan de sector, legt ge­ deputeerde Alexander Vercamer, voorzitter van de Oost-Vlaamse proefcentra, uit. ‘Al tien jaar hebben we er een rietveld om het huishoudelijk afvalwater te zuiveren. Verder hebben we ook een fytobak, om restwater met gewasbeschermingsmiddelen op een biologische manier af te breken. Die syste­ men vragen een investering aan de land- en tuinbouwer, daarom willen we de boeren een idee geven van wat het precies inhoudt. Regenwater gebruiken we in de serres en als irrigatiewater. Ook het drainagewater van de velden vangen we op en hergebruiken we la­ ter als irrigatiewater. Er zijn veel manieren om bewust om te gaan met water. We willen onze kennis en ervaring delen, want we zijn er tenslotte al 20 jaar mee bezig!’ MEER info: www.waterportaal.be

11


Wordt gevolgd

naam: Griet Lemaire functie: directeur VILT – hoofdredacteur Landgenoten

Nele start de dag met een screening van verschillende nieuwsbronnen.

Een dag op de redactie van VILT is zelden gelijk aan een andere. Flexibiliteit en multiinzetbaarheid zijn zowat de

n

© Hans Aelbrecht/Crela

belangrijkste eigenschappen voor een redacteur van VILT. Landgenoten volgde een dag lang de journalisten van dit kleine, maar gemotiveerde

Wim in gesprek met Vincent Van Zande, Luc Versele en Stef Mertens van Crelan na de persvoorstelling van de Landbouwvertrouwensindex op Libramont.

team.

In het spoor van de V

12 landgenoten

oor Wim begint de dag vroeg. Hij heeft een autorit van zowat twee uur voor de boeg naar het Luxemburgse Libramont. Daar wordt hij om 9.30 uur op de land­ bouwbeurs verwacht voor de persvoor­ stelling van de jaarlijkse Landbouw­ vertrouwensindex van Crelan. Er valt positief en minder positief nieuws te ra­ pen: het vertrouwen van de landbouwers stijgt lichtjes, maar tezelfdertijd meldt een groter aantal boeren liquiditeitspro­ blemen. Daarna zet Wim zich in het spoor van de genodigden voor de officiële ope­ ning van de beurs. Politieagenten aan de deur roepen herinneringen op aan de rel­ len met de melkveehouders in 2009, maar

de ceremonie wordt deze keer niet ver­ stoord. Alvorens de rit naar huis aan te vatten, bezoekt Wim de rest van de beurs. Met een paraplu in de ene hand en een foto­toestel in de andere hand neemt hij nog wat sfeerfoto’s voor de Facebook-­ pagina van VILT. Check en dubbelcheck Voor Nele en Griet start de dag wel op kantoor in Brussel. Omdat Wim vandaag op pad is, verdelen zij de taken voor het VILT-nieuws onder elkaar. Na de screening van allerhande bronnen wordt bepaald welke onderwerpen die dag behandeld zullen worden. Het gaat om een voorlo­

pige selectie, want in de loop van de dag zullen nog nieuwe berichten op de redac­ tie binnenlopen waardoor een bijsturing nodig zal zijn. Het grootste deel van de voormiddag werken Nele en Griet door aan het nieuws. Het ene artikel vergt wat meer inspanning dan het andere: soms volstaat enig herschrijfwerk, maar voor andere berichten moeten feiten ex­ tra gecheckt worden of reacties worden verzameld. Even voor de middag heeft Griet een afspraak met Michiel Van Meervenne. Hij komt langs om zijn contract te tekenen, want vanaf 1 september zal Michiel de re­ dactie van VILT versterken. Het gesprek


naam: Wim Fobelets functie: hoofdredacteur www.vilt.be

naam: Nele Jacobs functie: coördinator Veldverkenners

naam: Michiel Van Meervenne functie: redacteur VILT

In Baal ontmoet Griet minister Vande Lanotte en de Schoonste Boerin voor een interview.

Michiel komt langs om zijn contract te tekenen. Vanaf 1 september start hij als redacteur bij VILT.

Nele trekt na werktijd nog even een de velden in. Hier verkent ze maïsdoolhof.

VILT-redactie verloopt hartelijk, Michiel is immers geen vreemde bij VILT. Hij heeft Griet al een zestal maanden vervangen tijdens haar zwangerschapsverlof. Pittig gesprek Na een snelle lunch stapt Griet in de wa­ gen richting Baal. Voor Landgenoten zijn we erin geslaagd om minister van Econo­ mie en Consumentenzaken Johan Vande Lanotte te strikken voor een interview. Op het legkippenbedrijf van Schoonste Boe­ rin ­Ellen Vaneynde zal Griet hem het vuur aan de schenen leggen over ­mededinging, keten­ overleg, voedselprijzen en ande­ re heikele thema’s. Zowel de minister als

Ellen hebben zich goed voorbereid en het wordt een pittig gesprek. Nadat ook de nodige foto’s zijn genomen en de beel­ den zijn ingeblikt voor een reportage op Boerenste­buitenTV, zit de dag erop voor Griet. Zij kan de rit naar huis aanvatten en belt vanuit de wagen nog even met voorzit­ ter Josse De B ­ aerdemaeker in verband met de Raad van bestuur van volgende week. Veldverkenners In tussentijd heeft Nele zowat alle nieuws van de dag online geplaatst. Wim zal dit, wanneer hij thuiskomt van Libramont, nog aanvullen met berichten van de pers­ momenten die hij op de beurs heeft bij­

gewoond. Tussendoor heeft Nele ook nog tijd gevonden om de website en Facebook­pagina van V ­ eldverkenners up to date te houden. Veldverkenners is een nieuw project van VILT. Via fotoverslagen, weetjes, doe-tips, recepten en wedstrij­ den proberen we het grote publiek de Vlaamse landbouw en het platteland te la­ ten ontdekken. Daarvoor trekt Nele regel­ matig zelf haar laarzen aan. Ook vandaag, wanneer ze ’s avonds thuiskomt, maakt Nele nog een kort ritje naar een paar Oost-­Vlaamse velden. Ze moet nog een paar foto’s hebben voor Veldverkenners. Wat zou ze deze keer gespot hebben op het Vlaamse platteland? 13


Boer & buur ‘Boeren uit het Zuiden en boeren hier hebben dezelfde noden.’

FairTradeGemeente Rumst

Eerlijke handel

voor alle boeren In Rumst is fairtrade meer dan eerlijke chocolade en wereld­ winkelwijn: ook de lokale producten krijgen een duwtje in de rug. De trekkersgroep FairTradeGemeente kwam op het idee om een film te maken over lokale producten en producenten. Meteen goed voor een bekroning door het Boerenburenplan van Cera!

A

ls buitenstaander wisten we niet dat de land- en tuinbouwers uit de buurt zo goed bezig waren’, steekt Mikke Maerschalck van wal. Ze leidt de Wereldwinkel van ReetRumst en maakt deel uit van de trekkers­ groep FairTradeGemeente. ‘Veel mensen hebben nog altijd vooroordelen tegenover de land- en tuinbouwers. Ze denken dat ie­ dereen zomaar wat gewasbeschermings­ middelen gebruikt voor het gemak, en dat de dieren zo snel mogelijk vetgemest moe­ ten worden. Terwijl boeren hard hun best doen om veilig, gezond en duurzaam te produceren.’ Tomatenplukkers Samen met de Wereldwinkel Rumst gaat FairtradeGemeente het lokale produc­ tieproces in beeld brengen met een film. Mikke: ‘Lokale producten en producten met een fairtrade label zijn de beste keuze, dat is de boodschap van de film. We filmen onder andere in een paar supermark­ ten uit de buurt en we

14 landgenoten

kijken welke producten daar in de rekken liggen. We brengen ook een bezoekje aan producenten van tomaten, paprika’s, sla, tuinkers en melkvee. Daar volgen we een volledig productieproces, van zaadje tot winkelrek.’ ‘De land- en tuinbouw staat vandaag al ver in duurzaamheid en respect voor het milieu, dat willen we tonen. Daarom spre­ ken we ook met boeren die samen een WKK hebben geplaatst, waardoor ze energie op­ wekken en heel efficiënt benutten. Sommi­ ge landbouwers bestrijden insecten op een natuurlijke manier, door sluipwespen of lie­ veheersbeestjes in te zetten, die jagen op de boosdoeners. Ook de sociale omstan­ digheden zijn verbeterd: de arbeiders die tomaten komen plukken, werken nu met machines die hun rug ontlasten en hebben een betere arbeidsovereenkomst dan vroe­ ger. De film moet klaar zijn tegen mei 2014. Hij zal 25 minuten duren en is bedoeld voor scholen en verenigingen. We werken met vrijwilligers; de premie van 2500 euro van het Boerenburenplan van Cera is dan ook een mooi geschenk’, zegt Mikke. Plattelandsmarkt Het idee voor de film is ontstaan vanuit het

label van FairTradeGemeente. ‘Al sinds 2007 mag Rumst die titel dragen, maar het hele verhaal start al eerder’, zegt burgemeester Wendy Weckhuysen. ‘Al een tiental jaar ko­ pen we met de gemeente enkel nog fairtra­ de koffie, thee en fruitsap. Samen met de trekkersgroep FairTradeGemeente en de Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssa­ menwerking (GROS) proberen we winkels, horeca, bedrijven en organisaties te over­ tuigen om aan eerlijke handel te doen. In het gemeentelijke infoblad publiceren we ook regelmatig artikels over fairtrade. We orga­ niseren informatie-, proef- en filmavonden. De laatste jaren besteden we veel aandacht aan lokale en seizoensgebonden duurzame productie en consumptie.’


V.l.n.r. Mikke Maerschalck, Peter Bartels, Wendy Weckhuysen, Robert Wouters, Kris Mees.

Mikke Maerschalck (Wereldwinkel): ‘De samenwerking heeft veel vooroordelen uit de wereld geholpen.'

Ook Kris Mees, ambtenaar voor duur­ zaamheid en ontwikkelingssamenwerking in Rumst, is al van het begin betrokken bij het project. ‘Al vijf jaar organiseren we in september een plattelandsmarkt. Men­ sen ontdekken hoe producenten uit de buurt te werk gaan en ze kunnen er loka­ le groenten kopen. Ook de Wereldwinkel heeft er altijd een kraampje en serveert er gerechten met rijst en couscous uit het Zuiden, en tomaten en paprika’s uit de streek. Door de samenwerking en de contacten met de land- en tuinbouwers van de streek stelden we vast dat dezelf­ de noden leven bij boeren uit het Zuiden en bij de boeren hier: ze zien het belang van duurzaamheid in, maar moeten er

ook economisch aan uit kunnen. Het is dus een én-én verhaal: fairtrade voor het zuiden én aandacht voor lokale produc­ ten. Waarom zouden we ajuinen kopen uit Kenya, terwijl ze hier om de hoek op het veld liggen te rotten? Asperges invoeren uit Peru is ook zo’n absurd idee.’ Vooroordelen overwinnen Ook op de dorpsfeesten en op de fair­ trade-picknick in Boom vielen de lokale producten in de smaak. Robert Wouters, voorzitter van de Landelijke Gilde RumstVosberg: ‘De land- en tuinbouwers passen perfect in het fairtradeverhaal en ze zijn opgetogen dat mensen dat nu inzien. Want lokale producten zíjn fairtrade: ze worden

duurzaam geteeld, voldoen aan strenge normen en de werknemers werken in goe­ de arbeidsomstandigheden.’ ‘De samenwerking heeft veel vooroor­ delen uit de wereld geholpen. Buiten­ staanders zoals Mikke stonden versteld dat de land- en tuinbouw zo hard geëvo­ lueerd was. Nu is er ook meer begrip voor de veiling, bijvoorbeeld: mensen beseffen dat de veiling goed doet voor producent én voor consument. Boeren en tuinders begrijpen van hun kant nu ook beter wat fairtrade is en waar­ om het nodig is. Steeds meer consumen­ ten kopen lokale producten; met de film willen we daar nog meer mensen van over­ tuigen’, zegt Robert. 15


2030

‘Eendagsv perfecte Dat we op zoek moeten naar duur­ zame en alternatieve grondstoffen voor diervoeders, daar is iedereen het over eens. Leven onze dieren in 2030 dan op wortelsap, insecten, al­ gen, dierlijke producten en soja van bij ons? We vroegen het aan Yvan Dejaegher, directeur van BEMEFA en internationaal boegbeeld van de diervoedersector.

alternatieve eiwitstromen antibiotica

duurzaam

precisielandbouw

diervoeders insecten

gedifferentieerd

soja

ggo’s

Yvan Dejaegher 16 landgenoten


vliegen zijn

eiwitbronnen’ D

ag mijnheer Dejaegher. Kunt u zichzelf even voorstellen? ‘Ik ben directeur van BEMEFA, de Belgische federatie voor mengvoederfabrikanten, en voorzitter van het voedselveiligheidsplat­ form OVOCOM. Sinds anderhalf jaar ben ik ook voorzitter van het Feed Design Lab. In september zijn we beginnen te bouwen aan onze proeffabriek in het Nederlandse Venray. Met de modernste technologieën gaan we er bestaande eiwitstromen – zoals wortelsap – valoriseren en nieuwe stromen – denk aan insecten en algen – verken­ nen. We zoeken ook uit welk effect be­ paalde technologische processen, onder meer verhitting, hebben op de grondstof­ fen. Verder gaan we er opleidingen orga­ niseren en willen we een ‘Community for Young Feed Professionals’ uitbouwen, een netwerk van jonge nutritionisten boorde­ vol frisse en innovatieve ideeën.’ Waarin verschilt het diervoeder van 2030 van dat van vandaag? ‘Het diervoeder zal ten eerste veel meer gedifferentieerd zijn dan vandaag. De markt wil zich profileren, en daarom zul­ len we afstappen van voeder in bulk. An­ ders dan vandaag zal de consument wel bereid zijn om meer te betalen voor kwa­ liteitsvlees uit de versmarkt. Voor ver­ werkt vlees zullen we nog altijd de wet van de kostprijs ondergaan. Wie vandaag kip­ kerriesalade koopt, smeert in de helft van de gevallen Braziliaanse kip op de boter­ ham. Dat zal niet snel veranderen. Ook de samenstelling van het dier­ voeder zal helemaal anders zijn. Zelf ge­ loof ik sterk in insecten: ze zijn goed ver­ teerbaar en een fantastische eiwitbron. De eendagsvlieg, bijvoorbeeld, heeft en­ kel mest nodig, en daarvan hebben we er toch te veel. Wettelijk mogen we nu nog geen insecten voederen aan dieren,

maar het Europees Parlement wil die wet binnenkort aanpassen.’ Zullen we diermeel opnieuw als veevoeder gebruiken? ‘Ja, en daarvoor zullen we niet moeten wachten tot 2030. Dierlijke producten zijn nu eenmaal een goede voedingsbron. Bo­ vendien: als we duurzaam voeder willen produceren, moeten we dierlijke produc­ ten opnieuw toelaten. Wat moeten we an­ ders doen met de stukken van het dier die de consument niet opeet? De consument zal dat ook inzien.’ Hoe duurzaam zal ons diervoeder zijn in 2030? ‘Alles zal duurzaam zijn. België is nu koplo­ per op dat vlak, maar tegen 2030 zal ­Europa en de rest van de wereld volgen. De groot­ distributie zal daarvoor zorgen: Carrefour Brazilië en Colruyt promoten nu bijvoor­ beeld duurzame soja. De BEMEFA-leden gaan steeds meer voor maatschappelijk verantwoorde soja: geen soja uit ontbos­ te gebieden, een degelijke verloning voor de arbeiders en goede landbouwpraktijken zijn een aantal van de vereisten. In 2015 zul­ len we alleen nog maar duurzame soja aan­ kopen. Binnen vijf jaar zullen we hier ook soja kunnen telen. Uit onderzoek van het ILVO zal blijken hoe we dat het best kunnen doen. Zodra een bepaald rendement gega­ randeerd is per hectare, zullen landbou­ wers overschakelen. Maïs was 50 jaar ge­ leden ook nieuw, waarom zouden we dan geen soja kunnen telen? Het aandeel soja in het diervoeder zal ook dalen, maar het blijft een goede en belangrijke eiwitbron.’ Hoe zullen gemedicineerde diervoeders evolueren? ‘In 2030 bestaan die niet meer. Het anti­ bioticagebruik daalt nu al, en steeds meer

mensen zijn zich bewust van het risico op resistentie. In plaats van de dieren in groep te behandelen, zullen we de dieren met technieken voor precisielandbouw meer individueel benaderen. Veehouders besef­ fen vaak niet hoeveel ze nu uitgeven aan medicijnen. Eens ze dat gaan inzien, zullen ze er uit eigen beweging van afstappen.’ Welke rol zullen ggo’s spelen? ‘Dat is moeilijk te voorspellen. Europa is zich nu aan het isoleren. We moeten inder­ daad kritisch blijven tegenover ggo’s, want op dit moment controleren we alleen de factoren die we nu kennen. Aan de andere kant mogen we onze ogen niet sluiten voor de enorme voordelen van ggo’s. We moeten in elk geval ruimte laten voor onderzoek. En we moeten proberen om de discussie ratio­ neel te voeren, niet emotioneel.’ Hoe zal de relatie tussen landbouwer en voederleveranciers zijn in 2030? ‘Zeer goed. Het aantal contractuele over­ eenkomsten zal stijgen, maar dat is voor iedereen een goede zaak. Alleen zo zullen landbouwers zich kunnen beschermen te­ gen de wisselende prijzen. Mengvoeder­ fabrikanten zijn gewoon om die risico’s in te rekenen. Dankzij vaste partners kan ie­ dereen zich beter indekken.’ Hoe zal de Vlaamse veestapel evolueren tegen 2030? ‘We zullen zeker niet minder produceren. De intensieve veehouderij zal blijven, om­ dat onze streek zo goed gelegen is voor in- en uitvoer. In een straal van 500 km wonen 300 miljoen consumenten, dat is een fantastische afzetmarkt. Bovendien hebben de Vlaamse veehouders en voor­ al de varkenshouders veel knowhow. Die troef moeten we behouden, ook in de toekomst.’ 17


W onderzoeker In deze rubriek vind je een selectie uit de talrijke onderzoeksresultaten van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO).

Op naar een betere bodem voor groenteen sierteelt Hoe kun je slim en net genoeg bemesten voor kwaliteitsvolle tuinbouwpro­ ducten, zonder het grond- en oppervlaktewater aan te tasten? ILVO onder­ zocht de effecten van compost op de nutriëntendynamiek, de bodemkwaliteit en de gewasopbrengsten. ILVO produceerde meerdere soorten boerde­ rijcompost, onder meer op basis van oogstresten. In de bodem levert dat duidelijke verschillen in koolstofgehalte op, terwijl de verschillen voor het nitraatresidu beperkt bleven. Op de Europese NUTRIHORT-conferentie in september in Gent wisselen tuinbouwexperts hun recentste bevindingen uit over verschillende bodemstrategieën. Ook MAP IV beoogt trouwens een cor­ recte stikstof- en fosforbe­ mesting. Onder­zoekers focussen daarom op precisie­beheer van oogst­resten en ro­ taties met minder nutriënten­verliezen en hogere organi­ sche stofgehaltes in de bodem.

MEER INFO

www.ilvo.vlaanderen.be/ nutrihort

wonderzoeker

18 landgenoten

Er zit meer Koeien kunnen dubbel zo­ veel eiwit van sojaschroot opnemen uit hun kracht­ voeder als je dat schroot vooraf verhit of formoleert. Bij gewoon sojaschroot breken koeien het eiwit vooral af in hun pens (de eerste maag) en dan is het verloren als darmverteer­ baar eiwit (DVE). Als je het schroot verhit of behandelt met formaldehyde, krijg je complexe verbindingen. Die beschermen de soja in

Zoöplankton op het ILVO stortte zich op zoöplankton en stelde vast dat de po­ pulatie de laatste 40 jaar, sinds de laatste studies, sterk veranderd is. Vandaag telt de Noordzee meer uitheem­


Ontdek meer wetenschappelijk landbouwnieuws op

www.ilvo.vlaanderen.be

Wist je dat… in soja voor de koe de pens en zorgen ervoor dat de soja doorschuift naar de dunne darm, waar het eiwit verteerd wordt. Dat is ook nodig, want een koe moet 1100 gram DVE uit haar krachtvoeder ha­ len om dagelijks 40 li­ ter melk te produceren. Als de DVE stijgt, kan de massa sojaschroot stevig naar omlaag; goed nieuws dus voor de melkveesec­ tor en voor het milieu. Op zes praktijkbedrijven bleek

al dat het voorbehandel­ de sojaschroot even goede melk oplevert. Het nieuwe procedé jaagt de voeder­ kostprijs niet omhoog, wel integendeel. De onderzoe­ kers verwachten met het behandelde soja­schroot bo­ven­dien een lagere ex­ cretie van stikstof via de mest. Boerenbond finan­ cierde de studie en ILVO voerde ze uit, samen met PVL Bocholt, Inagro en de Hooibeekhoeve.

menu in de Noordzee se soorten, die via het ballastwater van vrachtschepen tot bij ons raakten. Het opwarmend klimaat bevoor­ deelt bepaalde soorten en heeft verreiken­ de effecten. Ook de mariene voedsel­ piramide is veranderd: de belangrijkste vis­ soorten (haring, sprot, makreel en horsmakreel) eten bijvoorbeeld maar een beperkt aantal zoöplank­ ton-soorten. Dat kan ris­ kant zijn als de versprei­ ding en het aandeel van deze planktonsoorten in de totale planktonpopu­ latie zou wijzigen. Grof­ weg zijn er twee grote groepen plankton: fyto­ plankton (dat zijn energie haalt uit fotosynthese) en zoöplankton (eencelligen, kleine diertjes en larven).

… je in de land- en tuinbouwsector elk jaar op­ nieuw bijna één kans op 8 maakt op een ongeval met lichamelijk letsel? Vlaanderen scoort daarmee een pak slechter dan de buurlanden. Dat zie je ook aan de dodelijke arbeidsongevallen: per 100.000 ar­ beidskrachten tellen wij de jongste jaren 40 doden. In Duitsland zijn er dat ‘maar’ 30, in Frankrijk 13, in Groot-Brittannië 10 en in Nederland 6. Er komt een uitgebreide campagne om boeren en tuinders bewust te maken van de risico’s op en rond hun bedrijf. Meer info op www.ilvo-preventagri.be

… antilichamen van kamelen en lama’s centraal staan in een grootscheeps onderzoek naar een betere hechting van gewasbeschermingsmiddelen? Volgens AgroSavfe hechten gewasbeschermingsmiddelen met deze antilichamen als formuleringsmiddel zich gerich­ ter, langer en regenvaster op bladeren, op zaden en op fruit. Zo kun je lagere dosissen toedienen, of de ge­ wassen minder vaak behandelen. ILVO werkt hieraan mee door de spuittechnische experimenten en regen­ simulaties uit te voeren en te evalueren.

… de ene appel de andere niet is? De ene appel­ soort kan andere gezondheidscomponenten hebben dan een andere soort. ILVO analyseerde 47 appelcul­ tivars op hun gehalte en diversiteit aan polyfenolen. In vergelijking met de gangbare commerciële rassen be­ vatten de oude hoogstamrassen veel meer choleste­ rolverlagende procyanidines. Met die hoogstamrassen kun je een functioneel sap ontwikkelen met een cho­ lesterolverlagend effect.

… het geheim van de schimmel Sclerotinia (klaver­ rot) gekraakt is door ILVO? Met 2 nieuw-ontwikkelde specifieke biotoetsen zijn bovendien 121 rassen van rode klaver vergeleken op hun natuurlijke weerbaar­ heid tegen klaverrot. Twee tetraploïde cultivars en één diploïd landras scoorden erg goed. De weten­ schappers weten nu precies hoe ze rode klaver via veredeling meer ziekteresistent kunnen maken. Rode klaver (5000 ha in Vlaanderen) is een eiwitrijk dieren­ voeder, dat tegelijk de bodemkwaliteit verbetert. ILVO veredelt rode klaver en brengt gemiddeld om de 3 jaar een nieuwe cultivar uit. 19


Woord & wederwoord

nieu verp we akkin g!

Jij de kaas... ik de gaatjes. Kaas met gaten is altijd plezier. Prille verwondering voor jong, pure nostalgie voor oud, kaas met een smaak voor de hele familie. Een zoete kaas vol pit, met een toets van noten. Origineel en traag gerijpt, laag zoutgehalte, want genieten is tijd nemen. Rood is classic, voor de bewuste fijnproever! Blauw is light, vetarm maar vol van smaak!

Zoete smaak www.nazarethkaas.be 20 landgenoten

powered by


Woord & wederwoord

Gezocht: gezonde marges Als minister van Economie en Consumentenzaken zorgde Johan Vande Lanotte al voor een revolutie op de markt van energie en mobiele telefonie. Nu de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie heeft vastgesteld dat de voedselprijzen in ons land hoger zijn dan in onze buurlanden, lijkt de minister hier­ van zijn volgende kruistocht te willen maken. Maar is de boer daar wel bij gebaat? Landgenoten nodigde de minister uit op het legkippenbedrijf van Schoonste Boerin Ellen Vaneynde en haar moeder Marja.

D

e sfeer is ondanks het mooie weer allesbe­ halve uitgelaten wanneer de minister aan­ komt. De leghennenhouders zien momen­ teel zwarte sneeuw. Een combinatie van hoge voederprijzen, zware investeringen in alternatieve houderijsystemen, een over­ aanbod en dus lage eierprijzen maakt het moeilijk om alles financieel rond te krijgen. ‘Vandaag krijg ik 4,7 eurocent voor een ei­ tje, terwijl de productiekost gemiddeld

zeven cent bedraagt’, vertelt Ellen. ‘In de winkel kan je een ei kopen voor zowat 35 cent, zeven keer zoveel dus als wat de boer ervoor krijgt.’ Vreemde vaststelling Daarmee trekt Ellen meteen de aandacht van minister Vande Lanotte. ‘Dat is een groot verschil’, beaamt hij. Op de vraag of de marges slecht verdeeld zijn in de voed­

selketen, moet hij het antwoord schul­ dig blijven. ‘Mijn diensten hebben vastge­ steld dat onze voeding niet alleen duurder is, maar dat de prijzen in Belgische super­ markten ook sneller stijgen en minder snel

‘Volledige prijs­ transparantie kan zich tegen ons keren.’ dalen dan in onze buurlanden. Het gro­ te probleem is dat we hiervoor nog geen verklaring gevonden hebben. Iedereen wijst met de vinger naar een andere scha­ kel in de keten.’ De veelgehoorde uitdruk­ king dat voeding in de winkel vandaag te goedkoop is, wil de minister meteen ont­ krachten. ‘Onderzoek heeft uitgewezen dat onze voeding tien procent duurder is dan in onze buurlanden. Maar het blijft een vreemde vaststelling dat landbouwers hun prijs niet omhoog zien gaan wanneer er in de winkel wel prijsstijgingen vast te stel­ len zijn.’ Volgens Vande Lanotte is het dus eerder een zaak om te achterhalen waar het geld blijft hangen in plaats van te ijve­ 21


Naam: Johan Vande Lanotte Functie: Minister in de federale regering voor Economie en Consumentenzaken Partij: sp.a

Naam: Ellen Vaneynde Titel: Schoonste Boerin van Vlaanderen 2013 – 2014 Bedrijf: 60.000 legkippen met overdekte buitenloop, in samenuitbating met moeder Marja Both

Ellen legt uit hoe Griekse en Italiaanse batterijeieren de situatie voor Vlaamse boeren verzieken.

ren voor hogere consumentenprijzen. ‘Het Prijzenobservatorium onderzoekt dit mo­ menteel. De marges van de distributie zijn wel al in kaart gebracht. En laat één ding duidelijk zijn: die zijn niet overdreven hoog. Opmerkelijk is wel dat grootwaren­ huizen die uitpakken met lage prijzen vaak de mooiste marges behalen.’

maar is er ook voorzichtig mee. ‘Wij zijn het gewoon om met cycli in de prijzen om te gaan, maar wanneer de goede periodes uitvergroot worden, kan die prijstrans­ parantie zich ook tegen ons keren. Daar­ om hecht ik meer waarde aan bijkomende marktcontrole vanuit Europa op vlak van naleving van de normen.’

Prijstransparantie Welke rol het Prijzenobservatorium kan spelen, werd onlangs duidelijk met de in­ voering van de rundvleesprijsindex. ‘Deze index is een rechtstreeks gevolg van het ketenoverleg, een uniek gegeven in Eu­

Batterij-ei Daarmee doelt ze op de eieren van kippen in batterijkooien die momenteel nog steeds de Europese Unie binnenkomen. ‘Wij heb­ ben zwaar moeten investeren om aan de Europese normen voor dieren­ welzijn te voldoen, maar ondertussen is er import van goedkope batterij-eieren. Ook binnen de EU houden boeren in landen als Griekenland of Italië nog steeds hun kippen in k ­ ooien of worden er meer kippen gehouden dan wet­ telijk toegelaten. Dat zorgt niet alleen voor on­eerlijke concurrentie, het houdt ook het overaanbod in stand’, klinkt Ellen boos. De minister is verwonderd om te horen dat er binnen de Europese Unie nog ­eieren uit batterij­kooien verhandeld worden. ‘Daar­ over zal ik duidelijk zijn: dit kan niet. Maar voor producten die van buiten Euro­pa ko­ men, ligt het heel wat moeilijker. Dat gaat over afspraken die gemaakt zijn binnen de Wereld­handelsorganisatie. Wat mij be­ treft, is het een echte tekort­koming dat we de invoer van producten niet kunnen stop­ pen wanneer sociale of ecologische nor­ men niet worden gerespecteerd. Wanneer een product sanitair niet in orde is of wan­

‘Supermarkten die inspelen op prijs hebben vaak betere marges.’ ropa. Wanneer de verhouding tussen de prijs van veevoeders en de verkoopprijs van runderen te veel begint te schomme­ len, dan hebben de verschillende scha­ kels in de keten afgesproken om hierover te onderhandelen. Het is de FOD Econo­ mie die deze index elke maand bekend­ maakt’, vertelt de minister aan Ellen. Kan zoiets ook in het leven worden geroepen voor andere sectoren? ‘Uiteraard, maar wij zijn afhankelijk van de sector zelf, want we hebben telkens heel concrete gege­ vens nodig die we enkel bij de betrokke­ nen kunnen vinden.’ Ellen juicht die gro­ tere aandacht voor prijstransparantie toe, 22 landgenoten

Ellen: ‘In de winkel kan je een ei kopen voor zowat 35 cent, zeven keer zoveel als wat de boer ervoor krijgt.’

neer in het land van oorsprong subsidies worden gegeven, kunnen we dit tegenhou­ den. Maar wanneer er kinder­arbeid, dieren­ leed of milieuschade aan te pas komt, dan kan dit niet. Dit is een heel fundamenteel probleem, maar binnen de Wereldhandels­ organisatie zijn het vaak de arme landen die deze uitsluitingsgronden niet willen opne­ men in de afspraken omdat zij alleen op die manier concurrentieel kunnen blijven.’ Betere marktvoorwaarden Een ander heikel punt zijn de bijkomende eisen die de distributieketens aan de pro­ ducenten opleggen. ‘Zo verplicht Colruyt al haar leveranciers om minstens een overdek­ te buitenloop voor de kippen te voorzien. En daar staat nauwelijks een cent meer tegen­ over.’, zegt moeder Marja. ‘Als kleine pro­ ducent sta je nergens tegenover de macht van de grootdistributie.’ Minister Vande ­Lanotte kan haar op dat vlak wat geruststel­ len. ‘We hebben de mede­dingingswetgeving hervormd waardoor het in de toekomst voor landbouwers gemakkelijker wordt om zich te verenigen.’ Maar hij waarschuwt ook meteen: ‘Het doel moet zijn om betere marktvoorwaarden af te dwingen. Wanneer dit systematisch leidt tot hogere consumen­ tenprijzen, zal de Mededingingsautoriteit onherroepelijk optreden.’ BOERENSTEBUITENTV

maakte een reportage over de ontmoeting tussen de minister en de Schoonste Boerin. Je kan ze bekijken op www.boerenstebuiten.be.


21 & 22 09/2013 Oudenaarde hĂŠt evenement voor lande tuinbouwer n s ĂŠn liefhebbers


De Schoonste boerin van Vlaanderen kiest voor Agrifirm, u toch ook!

Ellen Vaneynde, ambassadrice met passie! U kunt er niet om heen! Sinds haar verkiezing tot Schoonste boerin van Vlaanderen draagt Ellen Vaneynde actief bij aan het positieve imago van de landbouwsector. Agrifirm is dan ook erg trots op de jarenlange samenwerking met de familie BothVaneynde én op de manier waarop Ellen de landbouwsector vertegenwoordigt. Agrifirm levert in België kwaliteitsveevoeders en tal van andere producten en diensten aan ondernemers in de veehouderij. Het rendement van onze klanten staat daarbij centraal.Persoonlijk contact staat voorop bij Agrifirm, onze betrokken medewerkers staan dicht bij de klant. Door innovatie, betrokkenheid én focus op resultaat, bieden we kwaliteitsproducten en duurzame oplossingen voor zowel de rundvee-, geiten-, vleespluimvee-, en legpluimveesector. www.agrifirm.be

AFB ADV ELLEN AMBASSADRICE 210x235 08-13.indd 1 Afgiftekantoor Gent X

Landgenoten 35 Tijdschrift­–kwartaalblad Kwartaal 3, 2013

P509285

België-Belgique 9099 Gent X bc 10292

V.u. Josse De Baerdemaeker, p.a. VILT Koning Albert II-laan 35, 1030 Brussel

27-08-13 15:0


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.