landgenoten
www.vilt.be
magazine voor boer en buiten winter 2008 | 16
Banken biechten Welke wonden slaat de crisis?
Martin Heylen
Tussen Siberië en koeienstal
DOSSIER koolstof
Hou de bodem in conditie
driemaandelijks | kwartaal 4 | Gent X | P509285
Ken je cijfers
‘Tel bewust, win euro’s’ + Azalea's en marketing, de voetafdruk van vlees, precisiebemesting, natuurbeheer en veel meer
Fla nd
er
x sE
po
Vlaamse land- en tuinbouwbeurs
Ge
nt
•8 – 11 j a n u a ri 2 0 0 9
waar fijne neuzen
zaken doen www.agriflanders.be
Organisatie: Agriflora c.v., Kortrijksesteenweg 1097 c, b-9051 Gent t 09 245 36 13 • f 09 245 36 11 • e info@agriflanders.be
3
Beste
landgenoten Wat staat er op jouw verlanglijstje voor 2009? Een hogere melkprijs, lagere veevoederkosten, betere contractprijzen, een verdere daling van de energieprijzen of liever ideale weersomstandigheden? Als ik een toverstaf had, zou ik er meteen voor zorgen. Maar de tijd dat ik in elfjes en feeën geloofde, is helaas al lang voorbij.
06
12
Dus ben ik tot het besluit gekomen dat ik jullie maar beter een heleboel kennis toewens. Vaktechnische kennis, maar ook kennis over de werking van de markt, inzichten in de behoeften van de consument, kennis over hoe je jouw producten beter kan commercialiseren,… Want Francis Bacon wist het al in de 16de eeuw: kennis is macht. En als afgelopen jaar wel één ding duidelijk is geworden, dan is het dat onze sector nood heeft aan meer marktmacht.
Resultaat: een meerprijs van maar liefst 40 procent. En dat is maar één van de voorbeelden die je in dit nummer kan vinden van hoe kennis over de consument en de markt je grote voordelen kan bezorgen. Bovendien hebben we voor jullie nog een uniek aanbod. Wie zich tijdens Agriflanders inschrijft op de gratis nieuwsbrief van de volledig vernieuwde VILT-website, maakt kans om een week lang met een nieuwe tractor te mogen rond rijden. Op de hoogte blijven van wat er reilt en zeilt in de sector en daar bovenop nog hulp bij je voorjaarswerk… Straks geloof ik toch nog in feeën en elfjes! Veel leesplezier!
Ook azaleateler Mario Naudts was de lage prijzen voor zijn producten beu. Hij gaf zijn ogen en oren goed de kost en ontwierp een uniek marketingconcept voor zijn azalea’s.
20
Griet Lemaire Hoofdredacteur
in dit nummer 06 focus koolstof Raakt onze bodem uitgeput? Het sluimerende gevaar van te lage koolstofgehaltes en wat je eraan kunt doen.
12 ondernemer van nature Van gebouwenkost tot arbeidsinkomen per koe. Herman Bens legt uit wat cijfers over je bedrijf vertellen.
20 ten huize van Een meerprijs van 40 procent voor azalea’s? De huis-, tuin- en keukengeheimen van Mario en Mieke Naudts.
22 buitenlander Na de Siberische keuterboerkes ontdekt Martin Heylen de wereld van melkcomputers en spermaselectie in Kaprijke.
en verder …
04 14 17 18 24 27
koetjes & kalfjes burenbabbel uit de provincie biechtstoel frontaal mijn gedacht
18
colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail info@landgenoten.be hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.
4
koetjes & kalfjes
Geelgors
Zuinig, zuiniger, zuinigst Dat energie geen onbelangrijke kost is op een land- of tuinbouwbedrijf kan je een understatement noemen. Steeds meer boeren en tuinders zijn op zoek naar mogelijkheden om efficiënt om te gaan met energie of naar alternatieve methodes om energie te produceren. Ook het Innovatiesteunpunt beseft dat het niet gemakkelijk is om op energievlak keuzes te maken en beslissingen te nemen, het gaat immers vaak om grote investeringen. Daarom organiseert het steunpunt de komende maanden een aantal informatiesessies over dit onderwerp. In januari vindt een reeks thema-avonden plaats over energiezuinige ventilatie op varkensbedrijven. Je maakt er kennis met het werkingsprincipe van energiezuinige ventilatoren en er wordt een economische analyse gemaakt van investeringen bij renovatie en bij nieuwbouw. Op 12 maart organiseert het Innovatiesteunpunt zijn vierde Energie-Infodag in Oostmalle. De hele dag door vinden er tal van infosessies plaats waaruit je zelf een dagprogramma kan samenstellen. Doorlopend is er ook een beurs om contacten te leggen en verdere informatie in te winnen.
zkt.
witte raaf
Ben jij die witte raaf die niet meteen steigert wanneer hij het woord 'natuur' hoort? Staat het idee om geelgorsjes te laten huizen in jouw graanranden je aan? Of je ziet het zitten om foerageergebieden aan te leggen voor de kleine zwaan? Dan heeft OostVlaanderen jou nodig. Recent richtte de provincie een landbouwnatuurfonds op dat landbouwers wil ondersteunen die via kleine aanpassingen op hun bedrijf het verschil willen maken voor de natuur. Ben jij zo iemand? Neem dan meteen contact op met de landbouwdienst van Oost-Vlaanderen.
30
info landbouw@oost-vlaanderen.be of 09 267 87 27 info www.innovatiesteunpunt.be of 016 28 61 26
'Heel wat familiebedrijven leven in de illusie dat ze een strategie hebben. Strategie heeft niets te maken met de grootste of de beste willen zijn, maar over anders of uniek zijn in je activiteiten.' Johan Lambrecht,
BON
professor aan het Studiecentrum voor Ondernemerschap van EHSAL-KUBrussel in De Tijd.
De boer op met minister Peeters
Landbouwers en administratie: het klikt!
Van stootkar tot internationaal aardappelverwerkend bedrijf, van vlas tot fietskaders,… Het zijn maar een paar staaltjes van creativiteit en ondernemerschap in de landbouw. Dat is ook Kris Peeters niet ontgaan toen hij landbouwminister werd. Eén en ander maakte zo’n indruk op de minister-president dat hij besliste er een boek over te schrijven. Benieuwd naar wat hem heeft verrast en verwonderd? WIN! Stuur je naam en adres naar info@landgenoten.be en maak kans op één van de vijf exemplaren van het boek Kris Peeters. De boer op. Of speel op zeker en geniet van een aantrekkelijke korting. Knip deze bon uit en koop het boek tijdens Agriflanders aan €15 ipv. €21,50 (in hal 1). Deze korting (+ €3 portkosten) geldt ook als je het boek via overschrijving koopt. (rekeningnum-
De papierberg op je bureau meer dan beu? Lijkt het je wel wat om in de toekomst al je overheidsaangiftes en bedrijfsgegevens eenvoudig en snel in te vullen en te beheren via de computer? Dan wordt het tijd dat je kennismaakt met het e-loket van de Vlaamse overheid. Dat helpt je bij het invullen van complexe steunaanvragen, zoals de verzamelaanvraag. Bovendien zijn er heel wat recente en historische bedrijfsgegevens (melkquotum, zoogkoeienquotum, toeslagrechten,…) eenvoudig te raadplegen. Hoe je met het computersysteem moet werken, kan je leren op donderdag 8 januari 2009 tijdens Agriflanders, de landbouwbeurs in Gent. Dan organiseert de overheid zowel in de voor-
mer 733-0240501-68 - vermeld: naam + adres + KPboek)
als de namiddag informatiesessies over het handige e-loket. info Inschrijven is verplicht en kan via www.landbouwvlaanderen.be
info www.borgerhoffenlamberigts.be
✁
0
5
Limburg beloont
creatieve geesten
Ben jij een Limburgse land- of tuinbouwer en spookt er al een tijdje een innovatief idee door je hoofd? Zet het dan snel op papier en stuur het naar de provinciale landbouwdienst. Wie weet win jij wel de innovatie-award en wordt jouw idee snel werkelijkheid. Met de wedstrijd wil de provincie Limburg voor de tweede keer op rij de creatieve ondernemersgeest van zijn land- en tuinbouwers aanwakkeren. De vernieuwende projecten moeten dit jaar passen binnen de thema’s: samenwerking, machines en water. Voor de drie beste kandidaten zijn er mooie prijzen te winnen. De eerste in de wedstrijd krijgt een projectsubsidie van 12.500 euro, nummer twee en drie krijgen respectievelijk 7.500 en 5.000 euro. Voorwaarde is wel dat je op korte termijn met het project start. Deelnemen kan tot 12 januari 2009. info www.limburg.be/landbouw of 011 23 74 47
Heilige frietjes uit Spanje Goudbruin, knapperig en Belgisch. Moet jij ook meteen aan frieten denken? Zo vanzelfsprekend is dat nochtans niet, want over het ontstaan van onze nationale trots circuleren heel wat verhalen. Wij Belgen denken maar al te graag dat wij deze lekkere aardappelbereiding hebben ontdekt. Onze zuiderburen zijn er dan weer van overtuigd dat de bakermat van de friet in Frankrijk ligt. Maar zoals altijd wanneer twee spreekwoordelijke honden vechten om een been, zou een Spaanse non de uitvinding op haar naam mogen schrijven. De heilige Teresa van Avila sneed Christus-figuurtjes uit aardappelen die ze nadien bakte in olie. De armpjes en de beentjes vielen van de figuurtjes en daarmee waren de eerste frieten geboren. Wil je meer weten over het ontstaan van gerechten en dranken? Je leest er alles over in het boek Geschiedenis op uw bord van Eric De Maerteleire. WIN! Maak kans op één van de vijf exemplaren van het boek. Stuur je naam en adres naar info@landgenoten.be met de vermelding Geschiedenis op uw bord. info www.roulartabooks.be
miljard euro. Voor dat bedrag werden er in 2007 Belgische land- en tuinbouwproducten uitgevoerd. De invoer bedroeg 26,7 miljard euro. Daarmee kent de Belgische handel in landbouwproducten een duidelijk positief handelssaldo. De landbouwsector vertegenwoordigt hiermee één vierde van het totale Belgische handelsoverschot. In de EU-ranglijst van de uitvoer van landbouwproducten bekleedt België de vierde plaats. info Agrohandelsrapport 2007, www.vlaanderen.be/landbouw
doorklikken op publicaties, 02 552 78 40
En de oscar gaat naar… Landbouw en natuur. Al decennia spelen zij een spel van aantrekken en afstoten, maar één ding is duidelijk: samen kunnen ze meer dan alleen. Dat bewijzen ook talrijke voorbeelden uit de praktijk. Tijdens de Gentse landbouwbeurs Agriflanders geven VLM en de Vlaamse landbouw- en milieuadministratie een bloemlezing uit mooie projecten die beide partijen samen hebben gerealiseerd. Het wordt een studiedag waar de hoofdrol wordt gespeeld door landbouwers en natuurbeheerders zelf: zij vertellen hun verhaal van wederzijds begrip, respect en samenwerking.
Poll Vind jij dat de Vlaamse varkenssector er zo snel mogelijk voor moet opteren om biggen te verdoven vooraleer ze te castreren?
ja
nee
63,1
36,9%
%
info De studiedag Landbouw en natuur, het klikt! vindt plaats
op zaterdag 10 januari van 10u tot 12.30u tijdens Agriflanders. Deelname is gratis, maar inschrijven is verplicht via 09 272 23 10 of thomas.premereur@lv.vlaanderen.be.
Aantal stemmen: 412 Zelf een stem uitbrengen? Elke week vind je een nieuwe poll op www.vilt.be.
6
focus koolstof
Koolstof in de bodem
Gaat de bodem bergaf? Geregeld duiken alarmerende berichten op over het koolstofgehalte van de Vlaamse akkers. Volgens Jan Bries van de Bodemkundige Dienst is er nog geen reden tot paniek, maar landbouwers moeten wel alert zijn en op tijd maatregelen nemen. Een te laag koolstofgehalte opkrikken is immers een werk van jaren.
D
e organische stoftoestand van de landbouwgrond – ook wel uitgedrukt als gehalte koolstof in de grond – bepaalt voor een groot deel de vruchtbaarheid en de bodemstructuur van de grond. Het organisch materiaal in de bodem breekt jaar na jaar af. Om het koolstofgehalte op peil te houden, moet er dus elk jaar voldoende organisch materiaal worden aangevoerd, in de vorm van oogstresten, groenbemesters, organische meststoffen of bodemverbeteraars.
Opbrengst in gevaar Geregeld verschijnen er doemberichten over het koolstofgehalte van de Vlaamse landbouwgrond, dat dramatisch aan het dalen zou zijn. Jan Bries, van de Bodemkundige Dienst, nuanceert. ‘Vanaf eind jaren negentig is er inderdaad een globale daling van het organische stofgehalte van de landbouwgronden. Steeds meer percelen komen de laatste tien jaar beneden de optimale toestand te liggen. Op een kleine 10% van de gronden is het echt zodanig laag dat er sprake
kan zijn van opbrengstverliezen.’ Het gaat dan vooral over akkers, aangezien er op blijvend grasland van nature organische stof wordt opgebouwd. De problematiek stelt zich het meest op zwaardere bodems, waar de organische stof nog extra belangrijk is onder meer voor de bewerkbaarheid van de grond en voor de erosiegevoeligheid. Dat is het geval ten oosten van Brussel, in de streek van Leuven en Tervuren, maar bijvoorbeeld ook in het zuiden van WestVlaanderen. ‘Heel wat boeren hebben daar bovendien beheersovereenkomsten lopen waarbij hun nitraatresidu niet te hoog mag zijn, zodat ze soms schrik hebben om organische stof aan te brengen. Het is zeker niet eenvoudig om het koolstofgehalte daar omhoog te halen.’
map als mede-oorzaak De daling van het koolstofgehalte heeft verschillende oorzaken. Zo wordt als gevolg van de strengere mestwetgeving al ruim een decennium minder stabiele organische stof uit dier-
7
Het geheim van een goede bodemstructuur Het koolstofgehalte is bepalend voor de conditie van een akker. Het heeft een enorme invloed op alle bodemprocessen. Voldoende organische stof bevordert de bodemstructuur, waardoor de bodem meer weerstand kan bieden tegen druk en dus minder snel verschuift. De erosiegevoeligheid en de kans op verslemping nemen af. Voorts verbetert organische stof de vochthuishouding: regenwater infiltreert sneller in de bodem en tegelijk houdt de bodem het water ook beter vast. Ook wordt de grond beter doorluchtbaar waardoor het bodemleven wordt gestimuleerd. Allemaal zaken die je teelt ten goede komen. Dat alles blijkt onder meer uit een proef die sinds 1997 wordt uitgevoerd door de Bodemkundige Dienst, met financiële steun van de provincie Vlaams-Brabant en Vlaco. Op een proefveld wordt gewone minerale bemesting (kunstmest) vergeleken met bemesting gecombineerd met toediening van 15, 30 en 45 ton gftcompost per ha, telkens om de drie jaar, om de twee jaar en elk jaar. De invloed
lijke mest aangevoerd. De recente metingen van het nitraatresidu doen daar nog een schepje bovenop. Voorts heeft het veelvuldig bekalken, omwille van te lage pH, een rol gespeeld. Bekalken bevordert immers de mineralisatie en dus de afbraak van organische stof. Ook de intensievere teeltrotaties, bijvoorbeeld van groenten, zorgen voor een intensievere afbraak van
De opbrengstverliezen door een laag koolstofgehalte zijn voorlopig vrij beperkt. de organische stof, net als monoculturen waarbij er weinig oogstresten achterblijven. Stro dat niet meer op het land achterblijft, dieper ploegen, het veranderende klimaat, het scheuren van weilanden: het heeft allemaal een negatieve invloed op de evolutie van het koolstofgehalte. Hoewel de huidige aanbreng van stabiele or-
ganische stof op veel akkerbouwpercelen niet volstaat om het koolstofgehalte op peil te houden, trekt de Bodemkundige Dienst nog niet aan de alarmbel. ‘Het merendeel van de akkers heeft momenteel nog een degelijk koolstofgehalte, en bovendien heb ik de indruk dat er de laatste jaren een kentering is. Dat neemt niet weg dat we waakzaam moeten zijn en dat elke boer het
van de gft-compost is na verloop van tijd
koolstofgehalte van zijn akkers goed in de gaten moet houden.’
zegt Jan Bries. ‘Ook blijkt de aggregaat-
duidelijk te merken in de stijgende koolstofgehaltes. En die hogere koolstofgehaltes hebben duidelijk een invloed op de bodemstructuur. ‘Door de hogere infiltratiesnelheid hebben we op de percelen met hoge koolstofgehaltes minder snel plasvorming,’ stabiliteit hoger te liggen: de bodem heeft meer weerstand tegen verslemping, bij-
Balans in evenwicht brengen
voorbeeld bij extreme neerslag. Het wa-
Op perceelsniveau moet er dus voldoende aandacht zijn voor de organische stofvoorziening: een te laag koolstofgehalte weer op peil brengen is een werk van tientallen jaren. Voorkomen is in dit geval zeker beter dan genezen. ‘Sinds een aantal jaar hebben wij de advisering omtrent het koolstofbeheer opgenomen in de standaardgrondontleding’ zegt Jan Bries. ‘Als landbouwer verneem je het koolstofgehalte van het perceel en of dat koolstofgehalte goed is of niet. Daarnaast vertellen we hoeveel organische stof er per jaar
terhoudend vermogen ligt 2 tot 3% hoger. Dat lijkt misschien niet veel, maar het is toch enkele millimeters water. Als het eens een week niet regent, heeft je gewas een à twee dagen langer vocht. We hebben de oefening gemaakt met de reële weergegevens van 1989 tot 2007: in droge jaren betekenen die enkele millimeters een verschil van drie ton aardappelen per ha, maar ook in een gemiddeld jaar ligt de opbrengst 1,7 ton hoger.’
8
focus koolstof
wordt afgebroken en hoeveel je dus op zijn minst moet compenseren. We bezorgen je ook een lijst waarop je duidelijk kunt zien hoeveel stabiele organische stof verschillende soorten oogstresten, groenbemesters, organische meststoffen en bodemverbeteraars toevoegen. Zo kun je zelf zien of met je geplande uitbating de organische stofbalans klopt en afbraak en aanvoer dus in balans zijn.’
Mix van maatregelen De afbraak van organische stof compenseren kan aan de hand van een mix van maatregelen. Oogstresten inwerken is effectief, maar ook groenbemesters opnemen in het teeltplan en organische bemesting zijn goede manieren om stabiele organische stof aan te brengen. ‘We moeten ook meer nadenken over onze teeltrotatie. Als je bijvoorbeeld zowel snijmaïs als korrelmaïs zet, doe dat dan niet altijd op dezelfde percelen. Na het dorsen van korrelmaïs blijft er immers veel meer organische stof achter.’ Op enkele jaren tijd kun je het koolstofgehalte echter niet fundamenteel doen stijgen. Zelfs met een goeie maatregelenmix blijft het een werk van lange adem, dat je beter aanvat voor de problemen voelbaar worden.
Koolstofsimulator op komst
Om landbouwers een zicht te geven op de evolutie van het koolstofgehalte op lange termijn, laat de dienst Land en Bodembescherming (Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Vlaamse overheid) een koolstofsimulator maken waarmee je de evolutie op je percelen kunt voorspellen. Het project wordt concreet uitgevoerd door de Bodemkundige Dienst en de Universiteit Gent en mee geëvalueerd door kennisgroepen van landbouwers. In de simulator voer je voor een perceel gegevens in over het huidige koolstofgehalte, de grondsoort en de historiek. Vervolgens kun je voor dat perceel teeltrotaties aanmaken zoveel je wil: rotaties van 1 tot 4 jaar, met 1 tot 3 teelten per jaar, met ingewerkte oogstresten of niet, en met de verschillende mogelijkheden qua bemesting en bodemverbeteraars. Voor elk scenario dat je zo invoert, schetst de simulator welke evolutie je kunt verwachten voor wat het koolstofgehalte betreft. De ideale manier dus om te weten te komen welk langetermijneffect je teeltrotatie heeft op het koolstofgehalte van je percelen. De simulator zal in de eerste helft van 2009 beschikbaar zijn, bij de Dienst Land en Bodembescherming van de Vlaamse overheid.
info Departement Leefmilieu, Natuur en Energie – Dienst Land en Bodembescherming, T 02 553 21 93, Land@LNE. vlaanderen.be
9
Weet je welk effect je teeltrotatie op lange termijn heeft op je gronden? Hieronder vind je een aantal simulaties van rotaties en hun effect op het koolstofgehalte voor de komende 30 jaar. 1. Monocultuur voedermaïs met drijfmesttoediening: koolstofgehalte daalt - Initieel C-gehalte: 1,1% - Grondsoort: leem - Diepte bouwvoor: 23 cm - Historiek: akkerbouw met mengmest - Rotatie: elk jaar snijmaïs met in maart 20 ton/ha vleesvarkensdrijfmest - Aanvoer door organische mest: N: 162 kg/ha; P2O5: 78 kg/ha - Besluit: met deze rotatie blijft het koolstofgehalte onder de streefzone
2. Gangbare akkerbouwrotatie (aardappelen, wintertarwe, suikerbieten, voedermaïs) zonder organische mesttoediening: koolstofgehalte daalt - Initieel C-gehalte: 1,1% - Grondsoort: zandleem - Diepte bouwvoor: 23 cm - Historiek: akkerbouw met mengmest - Rotatie: Jaar 1: aardappelen Jaar 2: wintertarwe (stro afgevoerd) Jaar 3: suikerbieten (teeltresten ingewerkt) Jaar 4: snijmaïs - Aanvoer door organische mest: N: 0 kg/ha; P2O5: 0 kg/ha - Besluit: met deze rotatie voldoet het koolstofgehalte aan de minimumvereiste, maar het blijft onder de streefzone voor een optimale gewasopbrengst
3. Gangbare akkerbouwrotatie (aardappelen, wintertarwe, suikerbieten, voedermaïs) met stalmest en groenbemester: positief effect - Initieel C-gehalte: 1,1% - Grondsoort: zandleem - Diepte bouwvoor: 23 cm - Historiek: akkerbouw met mengmest - Rotatie: Jaar 1: aardappelen met 20 ton/ha runderstalmest in maart Jaar 2: wintertarwe (stro afgevoerd) gevolgd door gele mosterd; met 20 ton/ha runderstalmest in maart Jaar 3: suikerbieten (teeltresten ingewerkt) met 20 ton/ha runderstalmest in maart Jaar 4: snijmaïs met 20 ton/ha runderstalmest in maart - Aanvoer door organische mest, elk jaar: N: 166 kg/ha; P2O5: 58 kg/ha - Besluit: met deze rotatie komt het koolstofgehalte in de streefzone voor een optimale gewasopbrengst
INFO Bodemkundige Dienst van België, Willem de Croylaan 48, 3001 Leuven T 016 31 09 22, F 016 22 42 06, e-mail info@bdb.be
10
focus koolstof
Koolstof in de praktijk De komende jaren lopen er verschillende grensoverschrijdende Interreg-projecten die aandacht hebben voor het organische stofgehalte en andere bodembedreigingen. Telkens is er ook aandacht voor de praktijk: wat kun je als landbouwer doen om je akkers op lange termijn in optimale vorm te houden?
BodemBreed: Vlaams-Brabant,
Prosensols: Oost-Vlaanderen,
Limburg, Antwerpen en Nederlands-Limburg Het project start in 2009 en loopt tot eind 2011. BodemBreed bekijkt de bodem als samenhangend complex en wil een duurzaam gebruik van de bodem stimuleren. Er wordt onder meer gewerkt rond bewerkingsmethoden, mechanisatie en de toepassing van groenbedekking.
West-Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk Prosensols is gestart op 1 september en loopt tot 31 augustus 2012. Doel van het project is de bodem te beschermen tegen degradatie. Prosensols wil in hoofdzaak de boer ondersteunen bij het opkrikken van de bodemvruchtbaarheid, door maatregelen te evalueren en te demonstreren. Het project krijgt financiële steun van de Europese Unie.
info Ine Vervaeke, Provincie Vlaams-Brabant,
info Liesbet Serlet, Provincie West-Vlaanderen,
T 016 26 72 29, e-mail ine.vervaeke@vlaamsbrabant.be
T 051 27 33 83, e-mail: liesbet.serlet@west-vlaanderen.be
Probleem
in heel Europa Een dalend koolstofgehalte is natuurlijk niet enkel een Belgisch probleem. De meeste Europese landen worstelen ermee en onder meer de klimaatverandering doet het probleem alleen nog toenemen. Europa nam het koolstofgehalte dan ook op in de mtr-randvoorwaarden: in Vlaanderen moet een landbouwer zich, afhankelijk van de bewerkte oppervlakte, laten adviseren door het koolstofgehalte van een aantal percelen te laten bepalen en evalueren. ‘Het aantal verplichte bodemstalen is
en Bodembescherming (departement Leefmilieu, Natuur en Energie). ‘Het is vooral de bedoeling om landbouwers bewust te maken van de problematiek, want wie er echt iets aan wil doen, die laat meer bodemstalen onderzoeken dan opgelegd.’ Het koolstofgehalte komt ook terug in de Europese Kaderrichtlijn Bodembescherming, die voorlopig echter nog niet is goedgekeurd. In het voorstel dat op tafel ligt, is het de bedoeling dat de lidstaten risicozones of aandachtszones gaan
verdichting, verzilting, verzuring, grondverschuiving en verontreiniging. Voor die gebieden moeten dan actieplannen worden opgesteld. ‘De landbouwers hoeven daar geen schrik voor te hebben,’ zegt Martien Swerts. ‘Er komen geen algemeen geldende normen voor heel Europa, geen minimumgehalte koolstof bijvoorbeeld. Er komen wel een aantal criteria om risicogebieden te identificeren, maar de lidstaat bepaalt zelf wanneer er actie wordt ondernomen en welke
beperkt,’ zegt Martien Swerts van de dienst Land
afbakenen voor erosie, dalend koolstofgehalte,
maatregelen er worden genomen.’
BAS Nieuwe subsidies
voor bedrijfsadvies voor alle landbouwers, veetelers en tuinders
Meer advies, minder betalen Werkt u graag met een adviseur die de polsslag van uw bedrijf aanvoelt? Zoekt u iemand die uw sector kent en vanuit zijn ervaring kan vergelijken met andere bedrijven? Wilt u goed voorbereid zijn op controles en inspecties in uw sector? Kom dan zeker eens langs in ĂŠĂŠn van onze 28 kantoren. Wij vertellen u graag meer over de tweejaarlijkse begeleiding die wij onze klanten aanbieden in het kader van het BAS. Dankzij dit nieuwe bedrijfsadviessysteem betaalt de overheid u tot 80% van onze advieskosten terug. U krijgt bovendien gratis toegang tot Agri Online, een nieuw SBB-programma dat uw bedrijfsbeheer via internet een stuk makkelijker maakt. Interesse? Bel 070/222 673 voor het SBB-kantoor in uw buurt. Meer info ook op www.sbb.be.
www.sbb.be
SBB
Partner voor bedrijvige mensen
12
ondernemer van nature
Kostprijsberekening
‘Je ont Hoeveel kost een extra koe, en wat brengt ze op? Is een hectare korrelmaïs financieel nog altijd interessanter dan grasland? ‘Als landbouwer word je meer en meer verplicht om te rekenen’, zegt melkveehouder Herman Bens uit Tongerlo. ‘Met teelttechnisch verstand alleen hou ik mijn bedrijf niet gezond.’
E
en hogere productie per koe of per hectare leidt niet automatisch tot een grotere jaaropbrengst. Jammer voor wie vooral op teelttechnisch vlak een kei is, maar voor je jaarresultaat spelen nog vele andere factoren mee.’ Herman Bens baat samen met zijn broer Marc een melkveebedrijf uit in Tongerlo en weet waarover hij spreekt. ‘Vooraleer je een teeltplan opstelt, zou je per teelt een degelijke kostprijsberekening moeten maken. Op basis daarvan kun je ook de stalactiviteit en -productiviteit in kaart brengen. Het vergt misschien even tijd om met de cijfers vertrouwd te raken, maar dat weegt zeker niet op tegen het voordeel van gericht te kunnen bijsturen.’
naam + leeftijd: Herman Bens , 40
jaar diploma: Graduaat landb ouw bedrijf (samen met broer Marc): 120 melkkoeien + jongvee, 80 ha vooral gras en maïs
Vergeten kosten De berekening is in principe eenvoudig: de opbrengst min je kosten. Vaak wordt echter vergeten om naast de facturen, ook minder zichtbare kosten als de seizoenspacht, afschrijvingen en intresten mee te rekenen. Herman bijt er na al die jaren zijn tanden niet meer op stuk. ‘In de praktijk kan ik de meeste cijfers gewoon uit mijn boekhouding halen. Sommigen vinden een
13
dekt altijd iets nieuws’ bedrijfsboekhouding extra administratie. Maar het is wel de administratie die het meest lonend is op heel je bedrijf. Ik kan het iedereen alleen maar aanraden.’ Herman en zijn broer Marc maken ook deel uit van een bedrijfskern, een groepje melkveehouders uit de wijde regio die vier keer per jaar hun cijfers met elkaar vergelijken. Ze komen dan samen bij een collega en overlopen een hele lijst parameters. De hoeveelheid geproduceerde melk, of de opbrengst van de melk. De belangrijkste onkosten zoals de gebouwenkost, de loonwerkkost per hectare, of de voederkosten per koe. En een aantal technische kengetallen zoals het eiwitgehalte van de melk, het saldo krachtvoeder per liter, of het arbeidsinkomen per koe.
Geen toverformule Vanwaar al die openheid onder collega’s? ‘Je kunt vinden dat een ander geen zaken heeft met jouw cijfers. Maar als je eens nadenkt over de voor- en de nadelen, blijkt dat je maar weinig te verliezen hebt. We zijn ook niet op zoek naar één formule die je op elk bedrijf kunt toepassen. Iedere boerderij heeft een andere bedrijfsstructuur, met andere loopafstanden, andere gronden. Voor mij is een goede boer iemand die op al die omstandigheden zo goed mogelijk inspeelt. Iemand die een goed resultaat haalt en dat kan combineren met andere zaken die hij in het leven belangrijk vindt.’ De bedrijfskern is gegroeid uit een overheidsinitiatief van de dienst die intussen tot Dienst Duurzame Landbouwontwikkeling is omgedoopt. De melkveehouders werden meer dan twintig jaar geleden samengebracht om te praten over hun bedrijfsboekhouding. Omdat ze het erg boeiend vonden om van elkaar te leren, zijn ze dat blijven doen. Het groepje bestaat overigens uit zeer uiteenlopende bedrijven. Van jong tot oud, van 60 tot 120 melkkoeien, van een erg hoge tot een eerder lage melkgift per koe.
Termijndenken Voor Herman is het vaste cijferwerk een extra stimulans om zijn bedrijf te blijven verbeteren.
Een kwalitatief slechte graskuil vertaalt zich direct in je resultaten. ‘Je wordt verplicht om jezelf te evalueren. Je moet inschatten waarom je dit jaar op bepaalde parameters minder hebt gescoord. En als je de cijfers dan ook nog in groep vergelijkt, pik je onvermijdelijk nieuwe dingen op. Na een tijd ga je ook anders denken. Onbewust ben ik het hele jaar door alert voor de parameters die we berekenen. Ik hoef de cijfers niet te zien om de tendensen te kennen. Maar dat maakt het niet minder interessant om de zaken achteraf nog eens rustig te bekijken.’ Bij momenten lijkt het wel alsof er geen melkveehouder maar een manager aan het woord is. Toch heeft Herman ook aandacht voor de teelttechnische prestaties. ‘Een kwalitatief goede graskuil blijft belangrijk voor je resultaat. Dat vertaalt zich ook onmiddellijk in je cijfers. Maar alleen daarmee kom je er niet. Wie erin slaagt om er op alle pa-
rameters – veearts, bemesting, loonwerk,… – een paar euro af te pitsen, doet een nog betere zaak. Je mag je door de jaarcijfers wel niet laten verblinden. Wie niet bekalkt, kan één jaar mooie cijfers hebben. Maar dat wreekt zich op langere termijn.’
Dure grond Vandaag moet ook Herman een moeilijke periode zien te overbruggen. ‘Alles is duurder, maar onze inkomsten zijn gedaald. Het is afwachten hoe de situatie zal evolueren. Ik heb al eens zitten rekenen om eventueel maïsstarter over te slaan, maar verder gaan we niet. Als je bijvoorbeeld een nitraatbeurt weglaat, is het verschil in opbrengst te groot. De onkosten voor grond zijn zo hoog dat we alle lopende investeringen daarin ten volle moeten benutten. Op iets langere termijn willen we ook klaar zijn voor het wegvallen van de quota. Dan wordt rekenwerk nog belangrijker. Al blijft het afwachten of het zo hard zal gaan als een tijd terug werd gedacht.’ info - Ontdek verschillende rekenmodules op www.boerenopeenkruispunt.be (> nieuws > hulpmiddelen) - Alle info over de subsidie voor bedrijfsboekhouding: www.vlaanderen.be/landbouw/bas
Verborgen rendementen 'Als je weet dat er tussen goede en slechte bedrijven inkomensverschillen zijn van 0,10 euro per liter melk, 200 euro per zeug en 20 euro per vleesvarken, dan zijn er voor gemiddelde en mindere bedrijven hopen geld te verdienen met het ontdekken van verborgen rendementen', zegt Jacky Swennen, adviseur bij SBB. 'Een bedrijf moet in normale omstandigheden eerst optimaliseren en dan groeien, niet omgekeerd'. Hulp nodig om die verborgen rendementen te ontdekken? Sinds 2007 kunnen bedrijven die een bedrijfseconomische en milieuboekhouding bijhouden tot 80 procent van de totale adviesfactuur terugbetaald krijgen. Bij dit BedrijfsAdviesSysteem (BAS) krijg je bovendien ook advies over de randvoorwaarden van MTR, milieuadviezen en adviezen rond arbeidsveiligheid. INFO www.vlaanderen.be/landbouw/BAS
14
burenbabbel
‘Rijkere E
en bermmaaier met een hydraulische arm en een zuigsysteem, die je in één minuut aan een trekker kunt koppelen. Met die praktische oplossing wil de vereniging sval collega’s tot landschapsonderhoud aanzetten. ‘Dat biedt zowel vanuit landschappelijk als landbouwtechnisch oogpunt voordelen, zegt akkerbouwer en sval-lid Steven Van Hyfte. ‘De grachten zien er mooier uit. Er groeien minder teeltbedreigende onkruiden. En we proberen het maaisel als koolstofbron voor onze percelen te gebruiken.’
Minder nitraat
Boeren die het landschap onderhouden: nieuw is het idee niet. Wel vernieuwend is het machineconcept waarmee de vereniging Samenwerking Voor Agrarisch Landschap (SVAL) de stap naar de praktijk zet. De OostVlamingen vereenvoudigden het onderhoud van taluds en passen het beter in je bedrijfsvoering in.
De vereniging sval is opgericht als uitloper van het Interreg-project Boeren Bouwen aan het Landschap (BoBoL). De vijf leden zijn landbouwers Steven Van Hyfte en Marc Huyghe uit SintLaureins, landbouwer-loonwerker Ivan Lippens, hobbylandbouwer Luc Vande Ryse en machineconstructeur Patrick Buysse. In eerste instantie hebben de vijf met veel enthousiasme en eigen middelen hun machine-idee gerealiseerd. Het voorbije jaar hebben ze de machine uitgebreid getest en demonstraties gehouden in het kader van een project voor landschapsonderhoud door boeren van de provincie Oost-Vlaanderen. Luc Vande Ryse: ‘We weten intussen dat het machineconcept werkt en dat het kansen biedt. Door geregeld te maaien en het maaisel af te voeren, wordt de flora van de taluds rijker. Nu worden de grachten nauwelijks gemaaid en als dat
15
Economie x ecologie = Eco2 Agrarisch aannemingswerk biedt bijkomende kansen voor agrarische bedrijven. Als omkadering voor boeren en tuinders die beheer- en inrichtingswerken willen uitvoeren, is op één oktober het Eco2 -project gestart. Dat is een initiatief van Boerenbond, Agro ı Aanneming, VLM en het Agentschap Natuur en Bos, met steun van Europa, de Vlaamse Gemeenschap, Rurant en lisro. Het project bestaat uit 3 deelinitiatieven: 1. de oprichting van agrobeheersgroepen, die lokale samenwerkingsverbanden tussen boeren willen opzetten 2. ondersteuning voor landbouwers die landschappelijk aannemingswerk verrichten 3. het uitwerken van een gebieds- en marktgerichte aanpak voor landschapsontwikkeling, in eerste instantie in de Gentse Kanaalzone. info www.agroaanneming.be of 016 28 64 64
Vlnr.: Marc Huyghe, Steven Van Hyfte, Luc Vande Ryse en Ivan Lippens bij de machine die ook handig is om over afsluitingen te maaien.
akkerranden, hogere opbrengst’ toch gebeurt, blijft het maaisel liggen. Dat zorgt voor extra nitraat, dat uitspoelt of de groei van onkruiden stimuleert. Wij doorbreken die cirkel door het maaisel af te zuigen en fijne snippers ervan op je perceel te gebruiken als koolstofbron. Maar eigenlijk hebben we iets meer tijd nodig om de impact van de snippers te evalueren en eventueel andere afvoeropties te testen.’
Slapende grond ‘Bij de eerste tests hebben de maaisnippers de onkruiddruk niet verhoogd’, zegt Marc Huyghe. ‘Ik blijf wel benieuwd naar het testperceel waarbij we het maaisel op één locatie hebben ingewerkt. Maar door het systeem aan te houden, moet je sowieso van keer tot keer minder bedreigende gewassen versnipperen. Wat ik ook belangrijk vind, is dat we goed kunnen inspelen op het moment. Je maait op het ogenblik dat het voor jou het best past. Net na de oogst, of net voor je maïs plant. Zo kunnen de plantjes gelijk opschieten met de flora aan de gracht.’ In een streek als het Meetjesland zorgen grachten voor heel wat onbeteelde oppervlakte. Steven: ‘Je moet telkens één meter vrijlaten en ook de schuine kant verlies je. In onze streek slorpt slapende grond op die manier gemiddeld 5 procent van de landbouwoppervlakte op. Afhankelijk van hoe groot je perceel is, wordt dat iets meer of iets minder. Vroeger werden taluds ingezet voor hooiopbrengst, maar dat past niet meer in
de moderne bedrijfsvoering. Dankzij ons concept hopen we die grond opnieuw te benutten voor landschapsbeheer of voor het leveren van koolstof of biomassa.’
Gezocht: onkostenvergoeding Aan het landschapsonderhoud hangt wel een prijskaartje vast. Om uit de kosten te komen, vraagt sval 45 euro per uur voor het gebruik van de maaier, chauffeur inbegrepen. Luc: ‘Om het risico op breuk te beperken, laten we voorlopig maar één persoon met de maaier rijden. Onze machine is
De landbouwkundige voordelen zijn moeilijk in euro’s uit te drukken. samengesteld uit occasiestukken, maar heeft toch 14.000 euro gekost. Je mag erop rekenen dat we ongeveer twee kilometer per uur afleggen, zonder obstakels. Er is één beurt nodig voor de schuine kant, één voor het rechte deel, en eventueel nog een extra ronde als sommige maaistroken breder dan de werkbreedte van 1,20 meter zijn.’ Het ecologisch beheer van de natuurlijke rand en de oevers van perceelsgrachten creëert een rijkere vegetatie en een natuurlijke omgeving voor de fauna. Voedsel en beschutting dus voor akkervogels zoals de patrijs, maar ook roofvogels varen er goed bij. De sval-leden hopen dan ook
dat er op termijn een vergoeding kan staan tegenover het onderhoud. ‘Wat we doen gaat een stuk verder dan wat de Code Goede Landbouwpraktijk of de mtr-voorwaarden voorschrijven,’ zegt Marc. ‘Als boer heb je wel het voordeel dat het maaisel een koolstofbron kan zijn en dat je door de rijkere flora meer aan natuurlijke plaagbestrijding doet. Maar dat is moeilijk in euro’s uit te drukken. Wat helemaal niet klopt in het systeem, is dat het onderhoud van de natuurlijke oevers financieel niet gewaardeerd wordt: het valt zelfs buiten de beheersovereenkomsten van vlm. Het is moeilijker en duurder dan akkerrandbeheer, maar het wordt niet vergoed…’ info www.sval.be of info@sval.be
Studiedag natuurrijk landbouwbeheer Tijdens Agriflanders organiseren de provincie Oost-Vlaanderen en VLM een studiedag over natuurrijk landbouwbeheer. Die vindt plaats op donderdag 8 januari vanaf 9u. Niet alleen zullen de gerealiseerde projecten er worden besproken, ook geplande acties en beleidsinitiatieven worden toegelicht. Eveneens wordt dieper ingegaan op het Eco²-project. INFO www.oost-vlaanderen.be/landbouw of 09 267 86 79
AGRI-FUTURE
Goed begonnen is half gewonnen.
Ondernemen in de land- en tuinbouwsector is vandaag niet meer zo vanzelfsprekend. Met “AGRI-FUTURE*” maken we het jonge en gedreven landbouwers alvast een stuk makkelijker. Want “AGRI-FUTURE” is veel meer dan een krediet alleen. Met “AGRI-FUTURE” begeleiden we jonge ondernemers bij de groei van hun bedrijf. Meer info hierover vindt u op www.landbouwkrediet.be.
De troeven van “AGRI-FUTURE” : • vijf jaar begeleiding door een gespecialiseerde ploeg ; • een financieel voorstel dat beantwoordt aan uw behoeften, zonder dossierskosten ; • een financiële tussenkomst in uw installatie- en beheerskosten ; • gratis voorfinanciering van de VLIF-rentesubsidies. * Aanbod onder voorwaarden www.landbouwkrediet.be
uit de provincie
Beter bemesten Hoe beperk je de reststikstof zonder op kwaliteit en opbrengst in te boeten? Het povlt vzw heeft samen met het pcg vzw en het pskw vzw heel wat knowhow ontwikkeld waarvan je als groente teler gebruik kunt maken. Vergeet je klassieke bemestingsschema. Ontdek de wereld van rijbemesting en compost.
E
r zijn twee goede redenen om niet langer vast te houden aan je oude bemestingsschema: het is te duur en te belastend voor het milieu. ‘Dankzij nieuwe technieken kun je met minimale bemestingsdosissen ook een hoge opbrengst en kwaliteit behalen’, zegt Franky Coopman van povlt vzw Rumbeke-Beitem. ‘In Vlaanderen beschikken we intussen over een ruime bagage om telers van vollegrondsgroenten in de praktijk bij te staan.’
Kruishoutem en het Proefstation in Sint-Katelijne Waver. Zij slagen er vandaag in om minimale dosissen op het juiste moment toe te dienen en om optimaal gebruik te maken van de gratis stikstof die door mineralisatie in de bodem vrijkomt. Aansluitend daarbij is ook een stikstofmeetnet
We spelen in op de gratis stikstof die in de bodem vrijkomt.
Duitse precisie De basis voor het nieuwe bemestingssysteem werd gelegd in Duitsland, met het kns-systeem. Dat staat voor Kulturbegleitenden Nmin Sollwerte, waarbij het opnameverloop van stikstof voor de meeste groenten in kaart werd gebracht. De voorbije jaren werd dat systeem vertaald naar de Vlaamse omstandigheden door onderzoekers van het povlt vzw in Rumbeke-Beitem, het pcg vzw in
opgericht, waarbij iedereen de resultaten van 14 referentiepercelen kan volgen op de website www.stikstofmeetnet.be. Franky Coopman: ‘Voor onze basisbemesting vertrekken we altijd van een bodemanalyse. Op basis daarvan maken we een plan op, waarbij we ook rekening houden met de gebruikte bemestingstechnieken. Wie band-, rijen- of puntbe-
mesting inzet, kan de meststoffen veel preciezer toedienen. Ook de afstelling van de bemestingsmachines verdient de nodige aandacht. Zo blijkt uit onderzoek van het ilvo dat slecht afgestelde doseerelementen verschillen van meer dan 100 kg n veroorzaken. Daarnaast geven we advies over de soorten meststoffen, ook die met nitrificatieremmer, en de inzet van groenbemesters – die trouwens ook bepaalde bodemziekten kunnen helpen bestrijden.’
Betaalbaar advies Als teler kun je bij povlt vzw, pcg vzw of pskw aankloppen voor bemestingsadvies tegen zeer gunstige prijzen. Telefonische contacten, bijvoorbeeld toelichting bij een analyseverslag, is gratis. Je kunt ook een bemestingsadviseur laten komen om je situatie op perceelsniveau te bekijken. Voor 50 euro stelt die een bemestingsplan op voor een heel jaar. Het derde pakket is een volledige doorlichting van het stikstofgebruik op je bedrijf. Voor 100 euro houdt het proefcentrum alles tegen het licht: de toestand van je bodem, de machines, de verdeling dierlijke mest-kunstmest, de mogelijkheden om nitraatresidu’s te beperken, je volledige bemestingsplan enzovoort.
INFO www.povlt.be of www.stikstofmeetnet.be franky.coopman@west-vlaanderen.be of 051 27 33 45 (regio West-Vlaanderen) luc.de.reycke@proefcentrum-kruishoutem.be of 09 381 86 80 (regio Oost-Vlaanderen) joris.de.nies@proefstation.be of 015 30 00 69 (regio Antwerpen-Limburg)
17
18
biechtstoel
Banken in crisis
Blijft de
naam: Wim V ranken , 40 jaa functie r : Verantw o landbo ordelijke uwkre dieten net No ord bij Landbouwk rediet woonp la Antwe ats: rpen
naam: 42 jaar Kindt, Patrick : functie viesgroeAd Hoofd BC, Hoofd K pen bij and- en tL van he nter uw Ce Tuinbo : laats woonp lare Roese
land
Dirk Lips: Klopt het dat jullie tijdens de crisis geen al te zware klappen kregen? Patrick Kindt: ‘KBC stond zeker niet op de eerste rij. Wij zijn een grote retailbank, wat wil zeggen dat we voor onze financiering grotendeels kunnen terugvallen op eigen deposito’s en minder afhankelijk zijn van de interbankenmarkt. Niettegenstaande onze sterke solvabiliteits- en liquiditeitspositie, drong de gewijzigde internationale omgeving ook ons nieuwe kapitaalnormen op. Toch hebben we ons relatief sterk gehouden dankzij onze regionale verankering en fijnmazig netwerk.’ Wim Vranken: ‘Het Landbouwkrediet heeft zich mooi rechtgehouden in de storm. Ook wij zijn een retailbank, die dankzij een uitgebreid kantorennet dicht bij haar klanten aanwezig is. Daarbij komt dat we niet beursgenoteerd zijn. 50% van ons kapitaal is in handen van de twee coöperatieve kassen Lanbokas en Agricaisse. Dat zorgt voor een sterke maatschappelijke verankering, terwijl het Franse Crédit Agricole voor de noodzakelijke soliditeit zorgt.’
Is het aantal kredietaanvragen sinds de bankencrisis sterk teruggelopen? WV: ‘Volgens onze gegevens niet. In de tweede jaarhelft zijn er altijd wat minder investeringen. Maar onze jaarcijfers voor 2008 zijn al 10 % hoger dan die voor 2007. En ook de voorbije jaren is er enorm geïnvesteerd in de landbouw. Wat mij betreft weegt de laagconjunctuur in de varkenssector en melkveehouderij zeker even hard door als de bankencrisis.’
19
bouw buiten schot? De bankencrisis liet dit najaar ook de Belgische financiële wereld op zijn grondvesten daveren. Hoe kwam de wereldwijde crisis aan bij de twee grootste landbouwbanken en zal dat hun kredietverlening beïnvloeden? We vroegen het aan Patrick Kindt van KBC en Wim Vranken van Landbouwkrediet.
PK: ‘Je moet de impact van de financiële crisis op de land- en tuinbouw inderdaad niet overschatten. We zien eerder dat overheidsbeleid en –regelgeving een impact hebben op het investeringsgedrag. Bijvoorbeeld als er veranderingen voor het VLIF op komst zijn of als er op Europees niveau over zaken als melkquota beslist wordt.’
Zijn jullie nu strenger in het toekennen van leningen? PK: ‘Het kredietbeleid van KBC is niet veranderd. Daar is ook geen reden voor: ons acceptatiebeleid is gebaseerd op gemiddelden van minstens drie jaar.
‘De schade bleef vrij beperkt door onze regionale verankering.’ Er is dus niemand die extra bewijzen op tafel moet leggen. Door onze kennis en traditie in de sector zijn wij vertrouwd met de exploitatiecycli en hoeven hierdoor geen aanpassingen door te voeren.’ WV: ‘Ook onze acceptatiepolitiek is niet gewijzigd. We hanteren nog altijd het principe dat er geen goede of slechte sectoren zijn, alleen goed of slecht geleide bedrijven. We maken nog altijd bij elke klant een rating op van het kredietrisico, die de basis vormt voor onze risicogerelateerde prijszetting. Net als andere banken besteden we daar nu misschien iets meer aandacht aan, maar
dat is evengoed in het voordeel van de klant. Iedereen heeft er baat bij om de rendabiliteit van een investering degelijk te onderzoeken.’
Zal het nog mogelijk zijn om met weinig middelen te investeren? WV: ‘Ook op dat vlak blijft alles zoals het was. De eigen inbreng schommelt nog altijd tussen de 10 en de 20 %. Dat verschil tussen projecten is logisch te verklaren: stel dat bij een productiegetal van 22 biggen het voersaldo 377 euro bedraagt, en bij 28 biggen 550 euro. Op basis daarvan leiden wij af hoeveel je in theorie per zeugenplaats kunt lenen. Iemand die 22 biggen haalt, zal uiteraard meer eigen inbreng nodig hebben dan iemand die er 28 haalt.’ PK: ‘Voor ons geldt hetzelfde. Ik wil er ook op wijzen dat die percentages de voorbije jaren niet veranderd zijn. Alleen de grootteorde van de investeringen is gegroeid.’
Hebben jullie voldoende bekwaam personeel dat in staat is om in te schatten wat een bedrijf, los van de ingediende papieren, waard is? PK: ‘Zeker. We hebben meer dan 100 mensen voltijds in dienst met een grote expertise in land- en tuinbouw. We blijven de specialisatie in de sector volgen, ook door nauw met de belangenverenigingen samen te werken. Onze mensen zien echt wel of de ingediende papieren kloppen. Ook onze cliënten appreciëren die aanpak, zoals ons
marktaandeel van meer dan 55% bewijst.’ WV: ‘Daarin schuilt juist ons metier. Landbouw is historisch altijd onze doelgroep geweest en onze zelfstandige agenten zijn nauw met het landbouwmilieu verweven. Dat is ook een criterium bij aanwervingen. Hoe onze bank werkt, kan iedereen leren, affiniteit met de landbouw heb je of niet.’
Jullie noemen zichzelf partner van de land- en tuinbouw. Maar blijft daar ook iets van over als een bedrijf in moeilijkheden raakt? WV: ‘Wij kennen de sector goed genoeg om te weten dat je af en toe een moeilijke periode moet overbruggen. Daarom zit er in ons Agri-future pakket voor starters een flexicheque waarmee je een dal kunt doorkomen. Juist dankzij onze vakkennis steunen wij je ook als het stormt. Als bankier is het geen kunst om een superbedrijf te herkennen, de kunst is juist om ook de blijvers eruit te halen en te blijven vertrouwen. Daarin onderscheiden wij ons van banken die geen voeling met de landen tuinbouw hebben.’ PK: ‘Dat geldt ook voor ons. Als landbouwbank zijn we voldoende vertrouwd met betalingsuitstel bij cycli. We gaan hierbij ook proactief tewerk. Onze specialisten-relatiebeheerders staan zo dicht bij het bedrijf dat in veel gevallen problemen tijdig voorkomen kunnen worden. Een eerlijke en open verstandhouding staat daarbij centraal. Onze slogan 'Praten werkt', geldt zeker als het minder goed gaat.’
Doorgaans krijg je de beste rentevoeten door de concurrentie te laten spelen. Waarom wordt trouw aan de bank niet beter beloond? PK: ‘Ik geloof niet dat je op die manier systematisch een betere rentevoet krijgt. Onze tarieven zijn van bij het begin correct en onze cliënten weten dat intussen wel. Wij willen een partner zijn voor vele jaren en dan is een tiende van een procentpunt maar een van de vele elementen, naast begeleiding, service, advies en continuïteit.’ WV: ‘Dat is bij ons niet anders. De renteafwijkingen vallen onder mijn bevoegdheid en het is zeker niet zo dat we de meeste van onze tarieven nog bijsturen. Lagere tarieven worden altijd ergens gecompenseerd: je krijgt minder begeleiding, de bank is minder soepel, enzovoort. Het lijkt mij dan ook geen goed idee om blind voor de goedkoopste oplossing te kiezen. Dat is een risico is dat ik als bedrijfsleider ook voor andere aankopen niet zou nemen.’
20
Ten huize van
Oma wordt koningin Vijf jaar geleden gaf Mario Naudts zijn azaleabedrijf een nieuwe impuls. Hij werkte samen met zijn vrouw Mieke Queen of Flowers uit, een sterk marketingconcept dat uitgaat van de pure schoonheid van de azalea. Het concept sloeg aan, de bedrijfsresultaten naam verbeterden, maar Mie + leefti ke S j egh d: ers, dipl vooral: azalea’s kwe39 ja oma ar + fu A1 p nc u toeg blic rela tie: epas tions ken werd weer een te co e bedr mmu n i nica Azal jf: tie eakw plezier. 2h ek a gla e s, 1 h rij: Voo a uit rnaa plan mste t boe ta k strat houding ken: ie en , adm mar ketin ini g
naam + l Mario eeftijd: Naudts , 44 jaa diplom r a A2 Tuin + functie: bouw bedrij f: Azalea kweke rij glas, 1 ha uitp : 2 ha lant Voorn aamst e taken teelt e : n mark eting
21
Dankzij het Queen of Flowersconcept krijgt Mario Naudts een meerprijs van 40% voor zijn azalea's.
A
ls oudste zoon van een azaleakweker startte Mario Naudts in 1986 zijn eigen bedrijf in Lochristi. De zaken gingen goed, tot de prijs kelderde. ‘In de beginjaren was de vraag groter dan het aanbod. Maar zoals dat gaat, sprongen meer en meer kwekers op de kar en raakte de markt verzadigd.’ Vijf jaar geleden – Mario was intussen getrouwd met Mieke – was er een kantelmoment. ‘Ik had er geen plezier meer in,’ zegt Mario. ‘Wij probeerden nog altijd de beste kwaliteit te leveren, maar het enige wat telde, was de prijs. Ik zag het echt niet zitten om op die manier verder te gaan.’
degelijk past in een modern interieur. Er kwam een meertalige website waar kopers inspiratie kunnen opdoen en elke azalea krijgt een hoes en een etiket mee met stijlvolle foto’s die tonen hoe een azalea mooi uitkomt in een interieur. Ook voor verzorgingstips is er aandacht. Om de azalea’s te doen opvallen op de veiling worden ze verpakt in opvallende rode dozen. ‘We wilden vooral het imago van de azalea bij de consument veranderen: als je die kunt overtuigen, volgt de handel ook. Maar verpakking is natuurlijk niet alles: in die verpakking moeten ook azalea’s van topkwaliteit zitten.’
Inspiratie in het yoghurtvak
Vrouwelijke intuïtie
Mario dacht na en gaf zijn ogen de kost. Ook zijn broer en zus die in de modebranche werken, zetten hem aan het denken. ‘Ik ben veel gaan rondkijken in tuincentra, maar bijvoorbeeld ook in de yoghurtafdeling van de supermarkt. Waarom pakken mensen dat bepaald product uit het schap? Als telers lieten we het aan de handelaar over om meerwaarde te geven aan ons product, maar dat gebeurde niet. Dus zocht ik een manier om zelf mijn product goed en zichtbaar op de markt te brengen.’ Mario bedacht het concept Queen of Flowers, om de azalea van zijn omaimago af te helpen, en om zijn eigen kwaliteitsproduct te doen opvallen in de massa. ‘De azalea is de Queen of Flowers omdat geen enkele andere plant zo lang zo veel kleur in een huiskamer binnenbrengt.’ Stap voor stap werkte Mario zijn concept uit. Daarbij staat de pure schoonheid van de azalea voorop en ontdekken kopers hoe een azalea wel
In het hele verhaal speelt ook Mieke, de vrouw van Mario, een grote rol. Mieke werkte in een bank, maar bleef een paar jaar thuis na de geboorte van tweeling Arthur en Henri acht jaar geleden. ‘Ik was eigenlijk van plan om weer halftijds te beginnen werken, toen Mario mij vroeg om in het bedrijf te stappen.’ Dat was in de periode dat de azaleateler met Queen of Flowers begon. ‘Mieke heeft mij toen echt de steun gegeven die ik nodig had. We hebben er samen veel over nagedacht en gepraat en ik vond dat ze met haar vrouwelijke intuïtie de juiste impulsen gaf, en nog altijd.’
Meerprijs van 40 procent Intussen werpt de nieuwe aanpak zijn vruchten af. Mario verkoopt het grootste deel van zijn eerste keuze nu als Queen of Flowers. Dat levert vandaag een meerprijs op van zo’n 40% in vergelijking met analoge producten. Maar het al-
lerbelangrijkste: Mario heeft weer plezier in zijn werk. ‘Het enthousiasme is weer helemaal terug. De positieve reacties die we krijgen, motiveren ons enorm. Zo heeft Floraholland ons concept op de beurs Aalsmeer Market genomineerd in de categorie toegevoegde waarde. Dat gaf een heel goed gevoel, ook omdat ons concept het haalde van een aantal marketingbureaus.’ Mario en Mieke doen immers alles zelf: van het ontwerpen van de dozen tot het ineentimmeren van hun beursstand. ‘Niemand kent ons product toch zo goed als wijzelf?’ Hoewel de afzet vlot verloopt, houden Mario en Mieke het aanbod beperkt. ‘We zouden meer kunnen afzetten of duizenden planten leveren aan een keten, maar dat doen we bewust niet. We hebben onze productie zelfs laten dalen. Ons product verkoopt juist omdat het exclusief
Als Queen of Flowers verdwijnen onze azalea’s niet in de massa. is. Eigenlijk zijn we erin geslaagd de vraag weer groter te maken dan het aanbod.’ Mario beseft dat het achteraf allemaal eenvoudig klinkt. Maar dat was het niet. ‘Het is stap voor stap gegaan, en het is nog elke dag knokken. Eigenlijk hebben we indertijd een groot risico genomen. Van de 100 concepten die starten bij Floraholland, zijn er maar een stuk of vijf die slagen. Maar ik mislukte nog liever dan niks te doen om het tij te doen keren.’
22
buitenlander
Back to the met Martin Heylen
naam + leeftijd: Jan (52), Martin e (49 Bert (26) en Dries ), (21) Matthys woonplaats: Kaprijke/Lembe ke bedrijf: 110 melkkoeien , zwartbont holstein, 1 miljoen liter quotum, 10 0 zeugen en afmesten, 75 ha land, o.a. 15 ha korre lma誰s
Zus Nele (24) en de vriendinnen van de zonen, Nele (26) en Celine (20), staan niet op de foto
: ftijd aar + lee n, 52 j naam n Heyle ti Mar ats: npla woo eklo e t s Oo ep: bero alist en r n e Jour isiemak 足telev
23
future M
artin Heylen, onder meer bekend van Man bijt Hond en Terug naar Siberië, is geboren en getogen in het Oost-Vlaamse Meetjesland. Zijn werk bracht hem tot in verre uithoeken van de wereld, maar hij woont nog altijd waar zijn wortels liggen, in Oosteeklo, deelgemeente van Assenede. ‘Ik heb wel gedacht aan verhuizen, maar het is er nooit van gekomen. Ik voel heel sterk dat ik hier vandaan kom. De geur van het Meetjesland zou ik blindelings herkennen. Dit seizoen, het vroege najaar, ruikt bijvoorbeeld heel erg goed. En dat mooie gele licht ’s avonds, het landschap dat weer open wordt nadat de maïs is afgedaan… Da’s toch prachtig.’
Een kalf genaamd Martin We ontmoeten Martin in Kaprijke, op het bedrijf van Jan, Martine, Bert en Dries Matthys. De familie Matthys boert al vele generaties en ook de twee zonen, beiden twintigers, zijn in het bedrijf gestapt. Om de overgang vlot te laten verlopen, hebben ouders en zonen een landbouwvennootschap opgericht. Daarin zit het melkvee- en mestvarkensbedrijf in Kaprijke, maar ook een tweede melkveebedrijf in Lembeke dat ze zes jaar geleden hebben overgenomen. Het is de bedoeling om op termijn een nieuwe stal te bouwen in Kaprijke en er de twee bedrijven samen te brengen. Als melkveehouder herinnert Jan Matthys zich nog heel goed één bepaalde scène uit de Siberiëreeks van Martin. ‘Het ging over een gezin dat een kalfje koesterde in hun huiskamer. Het was hun dierbaarste bezit. Als boer besef je dat het inderdaad zo is. Andere mensen niet altijd, want het eten ligt voor het grijpen in de supermarkt.’ Martin beaamt: ‘Je ziet nu niet meer waar het eten vandaan komt. In mijn jeugd zag je nog varkens in de wei. Nu zitten die allemaal weggestopt achter muren. De mensen daar zijn inderdaad nog heel erg verbonden met hun dieren. Dat
Martin Heylen – bekend van tal van Woestijnvis-programma’s – kwam op zijn omzwervingen in de Verenigde Staten, China en Siberië in contact met heel wat boeren en plattelandsbewoners. Wij namen hem voor de verandering mee naar een landbouwbedrijf vlakbij de deur.
kalfje hebben ze trouwens Martin genoemd, tot grote hilariteit van de cameraploeg.’
Tijdreiziger De tv-kijkers smulden van de China- en Siberië-reportages van Martin. En ook op hemzelf maakten de reizen een diepe indruk. ‘Vaak was het een reis naar het verleden, want vroeger was het hier niet veel anders. Mijn moeder is hier opgegroeid op zo’n klein boerderijtje, met drie koeien, twee varkens en een beetje land afgezet met houtkanten. En daar leefden gezinnen met 4 of 5 kinderen van. Gelijkaardige keuterboerkes zag ik terug in China, compleet met de beerkar en de beerlepel om menselijke mest te scheppen. In Siberië dezelfde
In China zag ik keuterboerkes zoals hier in de tijd van mijn grootmoeder. taferelen. Ook heel opvallend: ons bezoek was een echt evenement in die dorpen. Dan moesten we de hele avond vertellen. Alles wilden ze weten. Dat was hier vroeger ook het geval als er een reiziger in het dorp passeerde.’ De rondleiding op het bedrijf van de familie Matthys toont echter de landbouw zoals die vandaag wordt beoefend. En ook dat is een bron van verwondering. Dat er een machine bestaat die in één beweging de maïskorrels van de rest van de plant scheidt, gaat er bijna niet in bij Martin. En bij de uitleg over het voeder dat de koeien krijgen, verzucht hij terecht dat een boer tegenwoordig bijna een diëtist is. De koeien demonstreren intussen hoe het voederstation hen herkent aan hun halsband en hun persoonlijke, uitgebalanceerde krachtvoerrantsoen aflevert. Jan: ‘Je moet zo’n melkkoe beschouwen als een atleet die topprestaties levert. Wij helpen hen dat doen zonder dat ze ervan afzien.’
Sperma uit Canada Al snel komt ook de bijzondere passie van Jan en Bert aan bod: fokkerij. Martin is oprecht verbaasd als blijkt dat er op het hele bedrijf geen stier te bespeuren is. De familie Matthys zweert bij de Canadese holstein-genetica. Zoon Bert haalt met plezier de catalogi boven en toont hoe op basis van tientallen criteria – zoals uieraanhechting, eiwitgehalte of sterke poten – sperma van een bepaalde stier wordt besteld om, gecombineerd met de eigenschappen van de koe, een zo goed mogelijk kalf te maken. ‘Zijn er dan nog koeien die niet volmaakt zijn?’ vraagt Martin. Natuurlijk, klinkt het, want één en één geeft niet altijd twee. Het blijft nog de natuur aan het werk. Dat is geruststellend, net als het feit dat de hele familie de koeien – ook al zijn het genetische topproducten – bij naam blijkt te kennen. En deze keer heeft Martin geluk: kalveren geboren in 2008 krijgen een naam beginnend met een D…
Siberië te boek Martin Heylen heeft over zijn avonturen in Siberië ook een boek geschreven, omdat hij nog veel meer te vertellen had dan hij in zijn televisiereeks kwijt kon. Terug naar Siberië ligt nu in de boekwinkel. Geïnteresseerd in Martins avonturen? Mail dan je naam en adres naar info@landgenoten.be en maak kans op 1 van de 3 exemplaren die we weggeven.
INFO Een reportage over het bezoek van Martin Heylen aan het bedrijf van de familie Matthys is te bekijken op www.boerenstebuiten.be
24
frontaal
Veeteelt en milieu
Vlees onder vuu Is vlees eten om milieuredenen onverantwoord? Vegetarische lobbygroepen verkondigen het met veel overtuiging. Maar waarop baseren zij zich? En is hun redenering niet erg kort door de bocht?
Tobias Leenaert, coördinator Ethisch Vegetarisch Alternatief (eva) ‘De impact van vleesconsumptie op het milieu is een van de redenen waarom wij ervoor pleiten om minder vlees te eten. Uit een rapport van de Food and Agricultural Organisation (fao) van de Verenigde Naties blijkt dat de veeteelt op wereldschaal verantwoordelijk is voor 18 % van de uitstoot van broeikasgassen. Ik weet dat die cijfers niet op de Vlaamse situatie berekend zijn, maar de belangrijkste factoren spelen ook bij ons: lachgas uit mest, methaan van koeien en de co2–impact van ontbossing. Specifiek voor onze regio werd de klimaatimpact van de veeteelt onlangs trouwens bevestigd in studies van de Engelse en Nederlandse overheid. Ook ons eigen Federaal Planbureau heeft al opgemerkt dat ons huidig niveau
van vleesconsumptie volstrekt onduurzaam is.’ ‘Een kleinschalige veeteelt kan onder bepaalde omstandigheden zijn nut hebben als gebruiker van marginaal grasland of van reststromen. Maar onze huidige vleesconsumptie is van een totaal andere orde. Sinds 1800 is de oppervlakte grasland in de wereld verzesvoudigd, vooral door het kappen van bos. Elk jaar voert ons land bovendien netto meer dan een miljoen ton soja in, die perfect voor menselijke consumptie geschikt is maar nu als veevoeder wordt gebruikt. Ook deze honger naar voedergewassen legt een zeer hoge druk op het leefmilieu. In plaats van enkel producten die nergens anders voor geschikt zijn zinvol te gebruiken, is de veeteelt uitgegroeid tot
een sector die een enorm beslag legt op de natuurlijke rijkdommen en een zeer negatieve impact heeft op het leefmilieu.’
‘eva vzw stelt zich trouwens niet op als vijand van de Vlaamse land- en tuinbouw. Onze boodschap van vleesvermindering biedt zeker ook kansen voor de Vlaamse landbouwer. Wie minder vlees eet, eet meer groenten en fruit – dat liefst van Vlaamse bodem komt. Wie vegetarisch eet laat niet zomaar vlees of vis weg uit de klassieke maaltijd, maar vervangt deze door peulvruchten, granen en vleesvervangers. Op die manier is vegetarisch voedsel zelfs voor kinderen perfect gezond. Waarom zou je als innoverende land- of tuinbouwer daar niet op inspelen?’
25
uur
Eric Tollens, professor landbouw- en voedseleconomie ‘De vegetarische beweging rekent de Belgische veehouderij af op basis van een rapport dat hoofdzakelijk op de mondiale rundvleesproductie slaat. Voor varkens en kippen is er veel minder een probleem omdat die als niet-herkauwers geen penswerking hebben en dus geen methaan uitstoten. Ze eten wel graan, maar het is de impact van methaan die de cijfers in het fao-rapport de hoogte in jaagt. Methaan is als broeikasgas minstens 12 keer krachtiger dan CO2. Landbouwwetenschappers zijn op de hoogte van dat probleem en men is er al in geslaagd om de methaanuitstoot te verminderen door het dieet van runderen aan te passen. Maar het onderzoek daaromtrent heeft nog wat tijd nodig om verder te groeien.’ ‘Men wijst ook op de aanwezigheid van granen in het ruwvoeder. Maar de meeste runderen in de wereld grazen op extensief graasland. Dat is zeker zo in ontwikkelingslanden en Zuid-Amerika, dat de grootste exporteur van rundvlees is. En zelfs bij ons worden veel koeien gefokt op weiland waar je niets anders kunt telen, zoals in de Condroz en de Ardennen. Sowieso krijgen onze runderen alleen de laatste 6 tot 9 maanden, tijdens het afmesten dat traditioneel dichter bij de dichtbevolkte afzetge-
bieden gebeurt, graan of veeleer nevenproducten van graan. In het veevoeder worden trouwens ook meer en meer restproducten uit de agro-industrie verwerkt waarvoor anders geen afzet is. Ik schat dat onze koeien momenteel tijdens de afmestperiode 6 à 7 kilogram graanbijproducten voorgeschoteld krijgen per kilogram vlees. Maar de voederfabrikanten zitten zeker niet stil in hun zoektocht naar betaalbare en duurzamere grondstoffen.’ ‘Voorts geloof ik niet dat veel mensen omwille van het milieu hun eetgedrag zullen veranderen. Op mondiaal vlak zie je zelfs het tegenovergestelde. In landen als China of ook India stijgt de vleesconsumptie naarmate de welvaart toeneemt. Het klopt wel dat we in Europa uit gezondheidsoverwegingen beter iets minder rood vlees zouden eten, vooral voor de cholesterol. Maar zelfs daarmee houdt het merendeel van de consumenten niet echt rekening. Het is een gelijkaardig probleem als dat we te veel autorijden. Je kunt een aantal mensen bewustmaken, maar uiteindelijk zie ik meer in oplossingen als het proberen opslaan van CO2 of het verhogen van dijken. Ik geloof zeer sterk in meer wetenschappelijk onderzoek om de klimaatverandering tegen te gaan of de gevolgen ervan op te vangen.’
Dirk Lips, landbouwethicus/veehouder ‘Ik heb begrip voor milieukritiek op bepaalde aspecten van de vleesproductie, maar de hele sector daarop afrekenen vind ik pervers. De fao-onderzoekers vergeten dat meer dan de helft van de mondiale rundvleesproductie plaatsvindt op graasland waar niets anders geteeld kan worden. Of waar, zoals in België, om milieuredenen niets anders mag worden geteeld. In plaats daarvan focussen ze op het regenwoud dat verdwijnt voor sojaplantages. Je kunt er inderdaad voor pleiten dat onze veehouders minder soja gebruiken. En de vernieling van het regenwoud moet worden aangepakt. Maar een blinde roep tegen alle vlees lijkt mij een zeer wei-
nig efficiënte aanpak die daarbij voorbij gaat aan andere belangrijke punten.’ ‘Critici vergeten ook dat diervoeder voor een groot deel bestaat uit – overigens zeer streng gecontroleerde – restproducten uit de voedselketen zoals bietenpulp of aardappelschillen. Tegelijk houden internationale studies geen rekening met de strenge eisen die op het vlak van milieu aan Belgische veehouders worden opgelegd. Emissiearme stallen, hergebruik van regenwater, verwerkingsplicht voor mest… Eigenlijk kies je als consument dagelijks tussen hoogwaardig en streng gecontroleerd vlees of ingevoerde producten, die
ook meer voedselkilometers hebben.’ ‘Het lijkt mij een utopie – die bovendien niet noodzakelijk gezond is – om te verwachten dat iedereen vegetarisch gaat worden. Je kunt dus beter ijveren voor een duurzame veehouderij, in plaats van zonder degelijke wetenschappelijke basis vlees te verketteren. Klimaatverandering is een jonge en hippe wetenschap, maar de onderzoekers die ermee bezig zijn, beschikken over onvoldoende landbouwkennis. Ze vergeten dat de CO2–uitstoot maar één aspect van milieuvriendelijkheid is, en dat een duurzame landbouw de economische sector is met de grootste milieu- en landschapswaarde.’
mijn gedacht
Het symbool van Moskou: de Sint-Basiliuskathedraal
Russen – en zeker de opkomende middenklasse – zijn gek op snijbloemen
Zaken doen in Rusland Medio november ging VILT in het kielzog van een Vlaamse handelsdelegatie onder leiding van minister-president Peeters voor een paar dagen naar Moskou. Bedoeling was om de goede handelsrelaties tussen Rusland en Vlaanderen te bestendigen en de samenwerking op vlak van landbouwonderzoek en kennisuitwisseling te intensifiëren.
O
nmetelijk Rusland… Met een bevolking van ruim 140 miljoen inwoners is de Russische Federatie een enorme groeimarkt. Als brug tussen Europa en Azië biedt het momenteel nog goedkope en goedgeschoolde arbeidskrachten aan en ook de aanwezigheid van grondstoffen als gas en olie en de daaraan gekoppelde vrij goedkope energie leveren investeerders hoge winstmarges. Een walhalla voor buitenlandse ondernemers op zoek naar nieuwe markten, zo lijkt het wel. En dat is het ook tot op zekere hoogte. Ondanks de intentie om een pak meer zelfvoorzienend te zijn inzake voedselproductie, is de Russische markt bijvoorbeeld de enige groeiende voor export van Europees fruit. Niet alleen Dior couture en Franse champagne maar ook appels en peren vinden hun weg vlot naar de opkomende Russische middenklasse die in sneltempo vereuropeaniseert. In 2007 voerde België 43.076 ton (of voor 33,2 miljoen euro) appels uit en 113.480 ton (of voor 74,9 miljoen euro) peren. Hiermee was ons land goed voor quasi een derde van de Russische perenimport. Maar ook tomaten, wortelen en paprika’s vinden gretig hun weg naar de Russische consument. 'Dat de Vlaamse telers via hun veilingen aspecten als kwaliteit en voedselveiligheid eenduidig vermarkten met een label als Flandria,
is daar niet vreemd aan', legt Pieter Verstraete, area manager voor Moskou en Sint-Petersburg bij voedingsgigant Metro uit. Maar Rusland kent ook zijn schaduwkanten. De welig tierende corruptie die tot de diepste gelederen van de samenleving doorgedrongen is, ontging ook onze handelsdelegatie niet. Net aangekomen op de luchthaven van Moskou bleek onze afvaardiging een vijftal mensen meer te tel-
Russen doen zaken met mensen, niet met bedrijven len dan de plaatselijke autoriteiten doorgekregen hadden. Hoewel de jonge Rus die ons opwachtte geen Engels sprak, kon hij ons wel met een 'You pay, you pay' meteen duidelijk maken hoe een dergelijk euvel op Russische bodem opgelost wordt. De mythe leeft trouwens nog sterk dat buitenlandse investeerders de rijkdommen van Rusland komen plunderen. Behalve de taalbarrière (de meeste Russen spreken inderdaad nauwelijks Engels) zorgt ook de – vooral buiten Moskou – gebrekkige infrastructuur ervoor dat investeren in Rusland behoorlijk wat flexibiliteit vergt. An-
De kloof tussen arm en rijk is opvallend aanwezig in het straatbeeld
dré De Rijck, Vlaams vertegenwoordiger van FIT (Flanders Investment & Trade), in Moskou spreekt de taal van de Russen letterlijk en figuurlijk goed. 'Russen kijken de kat eerst uit de boom. Ze testen je, dus moet je als investeerder op je hoede zijn en hun vertrouwen weten te winnen'. Bovendien maalt de Russische molen tergend traag en is de regelgeving onvolledig, weinig transparant en vaak zelfs tegenstrijdig. Vooral de rechtsonzekerheid inzake eigendomsverwerving speelt de lokale landbouw en economie parten. Voeg daar nog een verouderd machinepark, de uitdagende weersomstandigheden (permafrost, temperatuurschommelingen, langdurige droogtes…) en het weinig aantrekkelijke investeringsklimaat aan toe en het is snel duidelijk dat Rusland nog wel een tijdje voedsel zal moeten importeren. Een mooi vooruitzicht voor Vlaamse investeerders die met een flinke portie voorbereiding en aanpassingsvermogen de bezwarende elementen om in Rusland te investeren absoluut kunnen uitvlakken.
Wil je meer weten over Rusland? Lees dan zeker ons uitgebreid dossier met extra fotomateriaal, overzichtelijke tabellen en artikels over de vleessector, de groenten en fruit en een special over de mooie kansen voor sierteelt: vanaf januari op www.vilt.be! Met dank aan Flanders Investment & Trade, Departement internationaal Vlaanderen, kabinet Peeters, departement Landbouw en Visserij en het NIS voor het aanleveren van het cijfer- en inhoudelijk materiaal.
27
www.vilt.be
Vanaf 8 januari volledig vernieuwde website!
ItraN W ctor e x lu
Lezen doet rijden! Kom op Agriflanders naar de stand van VILT (hal 4) en maak er kennis met onze gloednieuwe website met nog meer rubrieken, leuke weetjes en interessante dossiers. Wie zich abonneert op onze gratis nieuwsbrief, krijgt iedere dag het landbouwnieuws uit Vlaanderen en de rest van de wereld gratis in zijn mailbox. Bovendien maak je zo kans om een week lang met één van deze luxetractoren rond te rijden!
Agriflanders donderdag 8 januari tot zondag 11 januari in Flanders Expo in Gent. Fla nd
in samenwerking met:
er x sE
po
Vlaamse land- en tuinbouwbeurs
Ge
nt
•8 –1
1 ja n u
a ri 2 0 0 9
Want boeren van morgen lezen vandaag het nieuws P509285
Afgiftekantoor Gentwaar X Landgenoten 16 Tijdschrift-kwartaalblad Kwartaal 4, 2008
fijne neuzen
zaken doen www.agriflanders.be
Organisatie: Agriflora c.v., Kortrijksesteenweg 1097 c, b-9051 Gent t 09 245 36 13 • f 09 245 36 11 • e info@agriflanders.be
België-Belgique 9099 Gent X bc 10292
V.u. Dirk Lips, p.a. VILT Koning Albert II-laan 35, 1030 Brussel