Landgenoten Winter 2011

Page 1

land

winter 2011 | 28

Magazine voor boer & buiten

genoten

Kuilgras als varkensvoeder

Tweeling kiest voor oeroud menu

Zwarte zwanen

Economische kijk op de landbouw in 2030

dossier Voedselverliezen Van boerderij tot vuilnisbak

+ Agribex, trage wegen, aardappelmarkt, ‘Boeren planten bij boeren’ en veel meer

www.vilt.be


“Er zijn wel 30.000 tuinders en landbouwers, maar slechts 1 zoals ik.”

Samen voor uw toekomst  heeft ruim 40 jaar ervaring als adviseur in de landbouwsector. U bent in elk -kantoor dan ook verzekerd van een deskundige begeleiding inzake fiscaliteit, boekhouding, milieu- en bouwreglementering en alle belangrijke sectoraangiftes. Bovendien krijgen onze lokale kantoormedewerkers ondersteuning van een eigen centrale studiedienst. Zo kunt u in alle omstandigheden rekenen op het gespecialiseerd advies van uw -adviseurs. U bent toch ook liever zeker van uw zaak? SBB Accountants & Adviseurs: Voor info of het -kantoor in uw buurt? Bel 070/222 673 of kijk op www.sbb.be.

www.sbb.be


in dit nummer 06

land beste

16

genoten

I 14

26

06

16

Focus | voedselverliezen

2030 | Ivan Van de Cloot

Hoe houden we voedsel uit de vuilnisbak en hoe kunnen we reststromen beter benutten?

Een economische kijk op de landbouw van de toekomst: over schulden en de impact van zwarte zwanen.

14

Boer & buur | traag op

26

weg in Limburg

Achter de schermen

Op zoek naar een constructieve en effectieve aanpak voor trage wegen. Zo doen ze het in ­Hechtel-Eksel.

Wat kunnen we leren van Rendac in Denderleeuw? Ontdek alles over klachtenbehandeling, geurbestrijding en snuffelmetingen.

k was eigenlijk niet van plan om het te hebben over de nieuwe voorstellen voor het Europees landbouwbeleid. Er is immers al zoveel over gezegd en geschreven. Maar het moet mij nu toch van het hart: het ziet er niet goed uit. Vergroening is oké, maar wat met marktinstrumenten die de volatiliteit beperken en voedselvoorraden aanleggen? De aardappeltelers zijn enige schommeling in de prijs gewoon, maar wat ze nu meemaken, is du jamais vu. Guy Verrue windt er geen doekjes om: ‘momenteel is de prijs op de vrije markt nul euro’, zegt hij verderop in dit nummer. Topeconoom Ivan Van de Cloot pleit niet voor niets voor meer robuustheid in de markt. Volgens hem mag een zo belangrijk product als voedsel niet overgelaten worden aan de vrije marktwerking. Hij vergelijkt het met een brug: ingenieurs berekenen wat de zwaarste last moet zijn die de brug moet kunnen dragen en dan maken ze die drie keer zo sterk. Een filosofie die onze beleidsmakers vreemd is als het aankomt op economie of landbouw, meent hij. Volgens Van de Cloot moet niet alleen de overheid zorgen voor robuustheid. Ook elke bedrijfsleider moet maken dat zijn bedrijf tegen een stootje kan. Dat heeft de tweeling Tom en Franky goed begrepen. Net als hun grootouders al deden, voederen zijn hun varkens met kuilgras. Daarmee vangen ze twee vliegen in één klap: ze behalen goede resultaten en ze zijn veel minder afhankelijk van de sterk gestegen voederprijzen. Slim bekeken, niet? Veel leesplezier!

en verder …

4 Koetjes & kalfjes 0 12 Wordt gevolgd 18 (W)onderzoeker

Griet Lemaire Hoofdredacteur 20 Woord & wederwoord 2 Provincie 2 4 Ons bedrijf 2

18 colofon Landgenoten wordt u aangeboden door VILT. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw

informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privéorganisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever VILT-voorzitter Josse De Baerdemaeker redactie en realisatie Jansen & Janssen Customer Media, www.jaja.be redactieadres VILT vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail info@landgenoten.be hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Wim Fobelets, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Greet Riebbels, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen De Vos, Leen Guffens, Jona Lambrechts, Ine Vervaecke, Veroniek Denys, Maarten Puls, An Van Acker, Bernard Biesbrouck fotografie Filip Vanoutrive, Sofie Van Hoof, iStockphoto, de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van VILT.

3


Koetjes & kalfjes

WEBSITE IN DE KIJKER

www.watertool.be We kunnen al tractors zonder bestuurder laten rijden en planten bestendig maken tegen ziektes, maar boeren zonder water is tot op vandaag nog steeds onmogelijk. Nochtans wordt water steeds vaker een schaars goed. Heel wat landbouwbedrijven hebben geen toegang tot grondwater en soms is zelfs duur leidingwater niet voorhanden. Mogelijke alternatieven zijn dan hemelwater, oppervlaktewater of recuperatiewater. Maar die alternatieven voldoen niet al-

VAN 6 TOT 11 DECEMBER 2011 IN BRUSSELS EXPO INTERNATIONAAL SALON VOOR LANDBOUW, VEETEELT, TUIN EN GROENE ZONES

#

CIJFER

53

Dat is het percentage van de toegekende steun die wordt uitgekeerd aan investeringen met een positieve milieu-impact. In 2000 ging slechts 4,3 procent van de middelen van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds naar duurzame technieken. In 2005

DE LANDGENOTEN-QUOTE

6 DECEMBER 2011: PROFESSIONELE DAG

INFO & TICKETING : WWW.AGRIBEX.BE

OPEN ALLE DAGEN 10u > 18u

‘ Bij landbouwers leeft nog te veel de angst dat ze minder gaan verdienen wanneer ze samenwerken. Onterecht natuurlijk.’ Dirk Lips, afscheidnemend voorzitter van VILT en voorzitter van Boeren op een Kruispunt in geVILT

4 landgenoten


Vrouw als co‑beheerder tijd voor alle paramaters aan de normen. En dus moet je als landbouwer op zoek naar de geschikte waterbehandeling. De provincie West-Vlaanderen ontwikkelde een handige webtool waarmee je op basis van een wateranalyse kan kijken welke de beste behandelingstechnieken zijn. Heb je nog bijkomende vragen, dan kan je terecht bij het Kenniscentrum Water voor land- en tuinbouw. info info@watertool.be of 051 27 33 88

Om de positie van je echtgenote in de bedrijfsvoering van je landbouwbedrijf te versterken, is er een nieuwe administratieve maatregel uitgevaardigd waarbij je als vrouw consultatierechten voor de Vlaamse landbouwdatabank en beheermandaten voor het e‑loket kan krijgen. Op die manier kunnen vrouwen optreden als co-beheerder. Dat betekent ook dat de handtekening van de vrouw noodzakelijk zal zijn bij elke verandering in premierechten of quota van het bedrijf. Die aanpassing is er mede gekomen onder impuls van vrouwenorganisatie KVLV-Agra. Om de vrouwen op landbouwbedrijven in de kijker te stellen, organiseert KVLV elk jaar haar ‘Nationale Dag van de Agravrouw’. Op 28 februari kan je er opnieuw bij zijn. info www.kvlv.be, ilindemans@kvlvgroep.be of 016 24 20 12

2005

was dat al 33 procent om vandaag op 53 procent uit te komen. Dat is maar één van de cijfers die aantonen dat de Vlaamse land- en tuinbouwsector steeds meer op een duurzame leest is geschoeid. INFO www.vlaanderen.be/landbouw

33%

2000

4,3%

2010

53%

Niet te missen op Duurzame energie In hal 7 vind je een heus thema-eiland waar de productie van groene energie, energierecuperatie en – besparing centraal staat. Je kan er terecht met al je vragen over groene energie en op geregelde tijdstippen worden er ook gratis studiesessies georganiseerd. info www.agribex.be Infosessie e-loket Wist u dat verzamelaanvragen die zijn ingediend via het e-loket sneller worden behandeld en dus ook kunnen rekenen op snellere uitbetaling?

Ben je echter nog onvoldoende vertrouwd met het e-loket om er zelf mee aan de slag te gaan? Tijdens Agribex wordt een gratis infosessie gegeven op vrijdag 9 december van 9.30u tot 12u. info

www.landbouwvlaanderen.be

Symposium Landbouwkrediet ‘Welke uitdagingen voor de landbouw na 2013?’ Wat zullen de veranderingen aan het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid concreet betekenen voor de Vlaamse landbou-

Agribex wers. Prominente sprekers uit de academische, economische, landbouw- en bedrijfswereld trachten een antwoord te geven op deze vraag. Het symposium vindt plaats op vrijdag 9 december om 13u. Inschrijven is verplicht en kan nog tot 25 november. info www.landbouwkrediet.be

Agenda 2012 Net zoals tijdens de vorige editie van Agribex deelt het Beleidsdomein Landbouw en Visserij opnieuw een agenda uit met tal van praktische informatie en tips voor je administratie.

info www.vlaanderen.be/ landbouw/agenda2012 of neem een kijkje op p. 13

De stand van VILT In hal 6 vind je de stand van VILT. Kom langs en maak kennis met ons volledig aanbod aan informatie en onze media. Je kan onze belevenissen op Agribex ook volgen op Twitter en Facebook. Wie ons volgt, maakt kans op een leuk geschenkje. info www.vilt.be

5


Van boerderij

6 landgenoten


Focus

Kris Roels van AMS:

‘Of iets voedselverlies is, hangt af van welke bestemmingen je voor dat product ziet.’

voedselverliezen

tot vuilnisbak Hoe reststromen beter benutten? Uit onderzoek blijkt dat wereldwijd één derde van de voedselproductie verloren gaat. Hoog tijd om deze gigantische verspilling van energie en centen een halt toe te roepen. Hoe kunnen we reststromen uit verschillende schakels van de voedselketen beter benutten of voorkomen?

D

e Wereldvoedselorganisatie (FAO) becijferde in mei 2011 dat het wereldwijde verlies aan voedsel jaarlijks zowat 1,3 miljard ton bedraagt. Eén derde van de voedselproductie gaat dus verloren, in een tijdperk waarin de vraag rijst hoe we op onze planeet tegen 2050 9 miljard mensen kunnen voeden. Omdat een verdubbeling van de productie allesbehalve vanzelfsprekend lijkt, is het beperken van de voedselverliezen een meer dan noodzakelijke opdracht. Opmerkelijk is dat de voedselverliezen in geïndustrialiseerde landen even hoog zijn als in ontwikkelingslanden. Al ligt het zwaartepunt van de verspilling bij ons iets meer bij de eindgebruiker. In ontwikkelingslanden verlopen de oogst, opslag en verwerking minder efficiënt. Verspilling in kaart Niet alleen bij de consument, maar bij elke stap in de keten – van de boerderij tot het bord – gaat heel wat voedsel verloren. Op landbouwbedrijven blijven beschadigde gewassen achter op het veld. Er kunnen inefficiënties in het oogsten zijn, of gewassen die niet aan de producteisen voldoen. Verderop in de keten onderscheiden we

transportverliezen, sorteer-, bewaar-, behandel- en verwerkingsverliezen. Veel cijfers over de precieze omvang van die verliesposten zijn er nog niet bekend, maar rond deze tijd brengt de afdeling Monitoring en Studie (AMS) van het Departement Landbouw en Visserij een studie uit over de situatie in Vlaanderen. ‘Enkele jaren geleden schatte een Europese studie het totale voedselverlies in België op 3,6 miljoen ton per jaar’, zegt Kris Roels van AMS. ‘Belangrijk is dat het zowel om voor de mens eetbare als nieteetbare producten ging en dat verliezen op landbouwbedrijven niet mee in beschouwing werden genomen. Wij hebben die studie als vertrekpunt genomen, want voedselverlies is iets wat iedereen beroert. Het blijft echter een moeilijke oefening, waarbij je eerst moet afspreken wat je onder voedselverlies verstaat. Zijn schillen, pitten of beenderen ook voedselverlies? Het hangt ervan af welke mogelijke bestemmingen je voor die producten ziet.’ Stijgen op de waardeketting Nuttiger dan de discussie over wat nu al of niet voedselverlies is, is misschien wel een

onderscheid te maken tussen vermijdbare en onvermijdbare verliezen. Daarop kan immers ook een aanpak afgestemd worden: vermijdbare verliezen inperken door sensibilisatie en innovatie en voor de onvermijdbare voedselverliezen en reststromen op zoek gaan naar bijkomende valorisatie. ‘Heel wat land- en tuinbouwers gebruiken bepaalde reststromen nu al, maar dan vaak onder de klassieke vorm van veevoeder of bodemverbeteraar. Het is echter nuttig om voor álle reststromen even de denkoefening te maken hoe zij zo veel mogelijk meerwaarde kunnen krijgen,’ zegt Ilse Geyskens die het thema bij het Innovatiesteunpunt voor Land- en Tuinbouw opvolgt. Daarbij geldt grofweg volgende rangschikking naar afnemende waarde: toepassing voor menselijke consumptie – bijvoorbeeld via voedselbanken, bewerkbaar voor menselijke voeding, toepassing in diervoeder, grondstoffen voor onder andere de farmaceutische en chemische industrie, verwerken tot biomaterialen, verwerken tot meststof door vergisting, verwerken tot meststof door composteren, toepassing voor energieopwekking. Voor veel producten kan het dus lonen om jezelf af te vragen op welke manier je ze in een hogere categorie kunt doen terechtkomen. 7


Focus

voedselverliezen

Nieuwe bewaartechnieken zoals het verpoederen van prei kunnen de landbouw meer marktkracht geven.

Sommige reststromen krijgen in andere sectoren een nieuwe toepassing, bijvoorbeeld strobalen in de bouw.

Sectoroverstijgende interesse Het opwaarderen van nevenproducten heeft eigenlijk altijd bestaan in de landbouw. Denk maar aan het maken van confituur of vruchtensap van misvormde vruchten. De voorbije jaren startte een tuinbouwer uit Nevele ook met het vermarkten van gedroogde tomaten, in plaats van ze tegen een lage prijs als soeptomaten te verkopen. Een witloofteler uit Nijvel investeerde dan weer in een vergistingsinstallatie voor witloofwortels, waarmee hij de forcerie en een nabijgelegen drukkerij van warmte voorziet. ‘Soms staan de toepassingen los van de eigen sector, waardoor het niet altijd evident is om een afnemer te vinden voor een reststroom’, zegt Ilse. ‘Daarom proberen we bij het Innovatiesteunpunt om een netwerk aan te leggen en het aanbod aan reststromen af te stemmen op vragen uit andere sectoren. We begeleiden bedrijven in hun zoektocht naar hoogwaardige valorisatie toepassingen van reststromen.’ Onder druk van stijgende grondstofprijzen en de vraag om verduurzaming groeit volgens Ilse bij alle actoren de interesse. ‘De voedingsmiddelenindustrie kijkt met veel aandacht naar bronnen voor gezondheidsbevorderende voedingscomponenten. De chemiesector onderzoekt mogelijkheden voor bio-afbreekbare verpakkingen en plastics. In de bouwsector winnen technieken zoals strobalenbouw 8 landgenoten

Confituur maken is een van de oudste manieren om fruitoverschotten te valoriseren.

terrein. Toegegeven, het uitwisselen van reststromen zit nog in een beginfase, maar de wederzijdse belangstelling groeit. Sinds kort vindt er ook geregeld overleg plaats tussen de landbouwsector en verschillende industriële sectoren om over dit soort mogelijkheden te praten.’ Logistieke mogelijkheden? Het fundament om dergelijke samenwerking verder te kunnen uitbouwen, is het nauwkeurig in kaart brengen van welke stromen er in de verschillende schakels van de keten voor handen zijn. Waar precies in de productie, het transport, de verwerking en de afzet gaan welke stromen verloren? Niet-eetbare interessante stromen zijn bijvoorbeeld beenderen, karkassen en bepaalde organen bij dierlijke productie of aardappelschillen bij de aardappelverwerkende industrie. Voor de niet-eetbare en eetbare stromen wordt in de studie van AMS verwezen naar een Brussels onderzoek, waaruit onder meer blijkt dat kantoorkantines het meeste voedselafval produceren: liefst 12.600 ton per jaar. Op de tweede plaats staat de horeca met 11.500 ton per jaar, gevolgd door de groothandel met een geschatte 10.000 ton per jaar. In de studie keek men vooral naar horeca en distributie, en dus niet naar de verwerkende industrie, de landbouw en de consument. Uit Nederlands onderzoek weten we

Ongeveer 10 procent van de oogst zou verloren gaan tussen teler en de eerste verwerker.

daarnaast dat ongeveer 10 procent van de beschikbare oogst verloren zou gaan tussen teler en de eerste verwerker. In de verwerking en de distributie treedt tussen de 0 – in de vleessector – en de 9 procent vermijdbaar voedselverlies op. In de retail spreken we over 1,5 tot 3 procent afhankelijk van de supermarkt. In de horeca en aanverwanten vindt 6 procent verlies plaats. De Nederlandse consument kiepert tot slot ongeveer 12 procent aangekocht voedsel in de afvalbak, waarvan 8 procent vermijdbaar zou zijn. Niet al deze verliesstromen kun je echter op een eenvoudige manier ophalen. In de horeca mag er veel voedsel weggegooid worden,maar hoe zamel je de overschotten van honderden her en der verspreide horecazaken op een bruikbare en betaalbare manier in? Voor een productstroom als aardappelschillen ligt dat anders, en het is wellicht geen toeval dat een Nederlands bedrijf hiervoor een interessante toepassing in de markt heeft gezet. Het tovert schillen van aardappelfabrieken sinds kort om tot vlokken die onkruidgroei en mosvorming voorkomen. Scheve komkommers Een studie van de FAO bevat een rangschikking van hoe vaak producten in welke schakels van de voedselketen voor menselijke consumptie verloren gaan (zie ­figuur p. 10). In dat lijstje prijken de wortel- en knol-


Dringende kwestie Uit een rondvraag in opdracht van het Innova-

Koken met restjes Om consumenten minder voedsel te laten weggooi-

tiesteunpunt bij 58 Vlaamse land- en tuinbouwers blijkt dat 43 % vindt dat het sluiten van de kringlopen zeer dringend is en nog eens 43 % noemt het matig dringend.

en, verzamelde VLAM een hele reeks tips op zijn website. Onder de noemer ‘slim bekeken’ krijg je goede raad over aankopen, bewaartechnieken en de verwerking van restjes. info www.lekkervanbijons.be/tips

De geneesmiddelenindustrie kijkt aandachtig naar bronnen voor gezondheidsbevorderende voedingscomponenten.

Uit appelpulp kunnen anti-oxidantia en cholesterolverlagende stoffen worden gehaald.

gewassen bovenaan. Kris Roels van AMS: ‘Die score is zo goed als helemaal te wijten aan aardappelen die niet aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen, aldus het rapport. Hetzelfde speelt bij groenten en fruit, met de problematiek van de scheve komkommers. Die laatste zijn uitgegroeid tot een symbooldossier van te strikte Europese handelsnormen. In 2009 heeft

Om logistieke redenen blijven kromme komkommers in de praktijk ongewild.

de EU de betreffende wetgeving aangepast, maar om logistieke redenen blijven de regels in de praktijk overeind.’ Ook de onderzoeksinstellingen zoals het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) hebben het inperken van voedselverliezen hoog op de agenda staan. ILVO sleutelt momenteel aan twee projecten om reststromen te beperken: het ver-

Schillen van aardappelfabrieken zijn een logistiek goed beheersbare reststroom.

poederen van preigroen en het winnen van voedingsstoffen uit appelpulp. Consumenten dumpen vaak het groene deel van de prei in de afvalbak omdat ze de smaak niet op prijs stellen. Op hun vraag wordt daarom steeds meer alleen het wit van prei in de winkel verkocht. Grote preibedrijven spelen daarop in en verwijderen het preigroen voordat het naar de detailhandel

EU bedreigt werking voedselbanken Net nu er toenemende aandacht is voor het aanpakken van voedselverliezen, dreigt de Europese Unie de budgetten voor de werking van de voedselbanken drastisch in te perken. Wanneer de EU via de interventieregeling voedseloverschotten uit de markt haalt, worden die in de lidstaten zo veel mogelijk via caritatieve verenigingen ter beschikking gesteld aan hulpbehoevenden. Omdat er minder en minder overschotten zijn, geeft de EU geld om in de markt voedsel te kopen voor gratis bedeling. Door een uitspraak van het Europees Hof van Justitie staat die praktijk nu onder druk. Het Hof oordeelde dat het bedeelde voedsel uit de openbare opslag afkomstig moet zijn en dat het niet mag worden aangekocht. Daardoor is er ineens veel minder voedsel voor de

voedselbanken. In België verloopt de verdeling van voedseloverschotten hoofdzakelijk via de voedselbanken, die door de beslissing ongeveer de helft minder voedsel ter beschikking krijgen. Momenteel wordt nog gezocht naar een oplossing voor deze situatie waarbij bijvoorbeeld de regionale of de federale overheid een bijdrage zouden leveren. Jaarlijks verdelen de vrijwilligers van de Belgische voedselbanken zowat 12 miljoen kilogram voedsel. Door de exploitatiekosten voor het huren van gebouwen, het transport, het stockeren, etc. bedragen de werkingskosten ongeveer 10 eurocent per kilogram verdeeld voedsel. Zo goed als al deze kosten worden met privé­ giften betaald. info www.voedselbanken.be

9


Focus

voedselverliezen info Publicatie AMS ‘Verlies en verspilling in de voedselketen’ op www.vlaanderen.be/landbouw, zoek naar ‘food waste’ op www.fao.org of surf naar www.ilvo.vlaanderen.be

Geschatte voedsel­ verliezen in de voedsel­ keten in Europa & Rusland* Wortels en knollen

vertrekt. Daardoor genereren die bedrijven dagelijks wel één tot twee ton overbodig preigroen. ‘Door aan het begin van de schakel het preigroen een nieuwe bestemming te geven, verduurzamen we de reststroom’, zeggen Marc De Loose en Bart Van Droogenbroeck van de afdeling Technologie en Voeding.

BREEDEX BIJ ONS LEEFT DE PASSIE

– 68 %

Fruit en groenten

– 56 %

vlees

– 23,8 %

Oliehoudende zaden en peulvruchten

– 21 %

granen

– 21 %

melk

– 12,7 %

Preipoeder en marktmacht ILVO experimenteert met technieken om het preigroen op een goedkope manier en met maximaal behoud van voedingsstoffen te verpoederen. ‘Met dat poeder kan je instantsoepen maken en we experimenteren met preikaas, preibrood, kruidenmengsels … We overleggen ook met de voedingsindustrie om de waaier aan toepassingen te verbreden’, vertellen de twee onderzoekers. ‘Preigroen in poeder kan je bovendien makkelijker en véél langer bewaren dan het klassieke preigroen. Verpoederen moet op termijn ook mogelijk worden voor andere groenten.’ De technieken zijn nieuw voor Vlaanderen; de meeste groentepoeders komen immers uit Azië waar natuurlijke warmte benut wordt in het proces.’ Een ander project om reststromen in te dammen, is de herbestemming van appelpulp in de vruchtensapindustrie. Marc De Loose: ‘Uit metingen blijkt dat die restfractie boordevol gezonde voedingsstoffen zit, zoals anti-oxidantia en cholesterolverlagende stoffen. Samen met onderzoeksinstituut VITO inventariseren we al die stoffen. Het staat buiten kijf dat we die waardevolle stoffen op termijn kunnen recupereren om nieuwe eindtoepassingen uit te werken. Die technieken zouden we dan ook kunnen toepassen op ander fruit, zoals peren. Dat zou de deur openzetten voor nieuwe eindtoepassingen én bewaartechnieken die de landbouw meer marktkracht kunnen geven.’

Landbouw-productie Opslag en interventies na de oogsten Verwerking en ­verpakking Distributie: supermarkt en kleinhandel Consument * Studie FAO

10 landgenoten

VAN 7 TOT 9 DECEMBER 2011 IN BRUSSELS EXPO VAKBEURS VOOR DE PROFESSIONELE VEEHOUDERIJ

INFO & TICKETING : WWW.BREEDEX.BE

OPEN ALLE DAGEN 10u > 18u


Slechts één bank is zo grondig met de landbouwsector verweven.

rten a a k m o k n I 1 tegen 1 0 2 x e ib r Ag arief in t l e e d r o o v redietk w u o b d n uw La p agentscha Waarom zijn wij partner van Agribex? Omdat we als coöperatieve bank met de land- en tuinbouw verweven zijn. Logisch dus dat we deze sector met hart en ziel ondersteunen. Door te luisteren naar de 80.000 mannen en vrouwen die elke dag in de 42.000 land- en tuinbouwbedrijven van ons land het beste van zichzelf geven. En door onze dienstverlening aan hun specifieke behoeften aan te passen en bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van de Belgische land- en tuinbouw. Zo hebben we vorig jaar nog voor meer dan 450 miljoen euro in de sector geïnvesteerd. Loop bij uw bezoek aan de beurs zeker langs op onze stand in paleis 5. Er wacht u een warm onthaal. LANDBOUWKREDIET: HOOFDSPONSOR AGRIBEX 2011


Wordt gevolgd

De Vlaamse overheid draagt dit jaar ook op

Dominic, An en Tsang Tsey ontmoeten elkaar aan de faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke.

Agribex de boodschap Landbouw = ondernemer2 uit. Wij ­mochten mee op pad met de ­communicatieverantwoordelijken Dominic Hermans en Tsang Tsey Chow die de inhoud van hun beursstand vormgeven.

Straf spul: professor Pieter Cornillie verzamelt varkensembryo’s op sterk water.

Op schattenjacht voor L

12 landgenoten

andbouw = ondernemer2’, zo luidt de boodschap die de Vlaamse overheid dit jaar al op Agriflanders uitdroeg en nu opnieuw op Agribex in de kijker plaatst. ‘Bedoeling van de campagne is land- en tuinbouwers bewuster maken dat hun job meer is dan het leveren van een goed product’, zegt Dominic Hermans van de dienst Communicatie van het Departement Landbouw en Visserij. ‘Vandaag moet je ook oog hebben voor je positionering op de markt, vorming, duurzaamheid, innovatie en zoveel meer. De landbouwer moet steeds meer rekening houden met de markt en met de bijkomende eisen van de maatschappij, bijvoorbeeld rond milieu en natuur, die uiteraard een impact hebben op zijn bedrijfsvoering. Vanuit die achtergrond focust onze stand op vijf werkpunten: professionele bedrijfsvoering, kennis, duurzaamheid, arbeids-

veiligheid en kwaliteit. Daarbij houden we steeds rekening met wat er leeft in de sector, en brengen we onze boodschap op een laagdrempelige en uitnodigende manier.’ De campagne verloopt in samenwerking met alle afdelingen van het beleidsdomein Landbouw en Visserij. De dienst Communicatie speelt hierin een ondersteunende rol. Faculteit diergeneeskunde Het beleidsdomein Landbouw en Visserij wil een van de vijf thema’s, namelijk kwaliteit, onder meer toelichten aan de hand van de kwaliteitsopvolging in de erkende centra die sperma of embryo’s winnen van varkens, runderen of paarden. Vandaag gaan we met Dominic en zijn collega Tsang Tsey Chow op zoek naar materiaal om de inhoud van het thema vorm te geven. An De Praeter, ingenieur bij de afdeling Duurzame

Landbouwontwikkeling die de activiteiten van de spermacentra voor varkens opvolgt, vergezelt hen. Plaats van de afspraak is de faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke. Varkensfoetus als kunst? De eerste halte is het Museum Morfologie. Daar wacht conservator Marjan Doom ons op. Tussen de skeletten van diverse diersoorten leggen Dominic en Tsang Tsey uit waarnaar ze op zoek zijn. ‘Om onze informatie op een attractieve manier voor te stellen, willen we graag de ontwikkeling van een big voorstellen van de bevruchting tot de foetus.’ Marjan troont het gezelschap mee van de ene uitstalkast naar de andere. Passeren de revue: foetussen in alle mogelijke afmetingen, afgietsels van bloedvaten – waaronder een afgietsel van het zwellichaam van een kurkentrekker-


naam: Dominic Hermans functie: communicatieverantwoordelijke Departement Landbouw en Visserij, afdeling Organisatie en Strategisch Beleid

naam: Tsang Tsey Chow functie: communicatieverantwoordelijke Departement Landbouw en Visserij, afdeling Organisatie en Strategisch Beleid

Spitstechnologie in 3D: oohs en aahs gegarandeerd!

Marjan de conservator toont ons het Museum Morfologie met skeletten van een struisvogel, een olifant, … en een kast vol afgietsels van geslachtsorganen.

Agribex vormige berenpenis -, plastinaten van de geslachtsorganen van zeugen, … De meeste zaken staan veilig achter duimdik glas. ‘Dat is ook nodig want alle preparaten zijn bijzonder fragiel’, zegt Marjan. ‘Een zuchtje wind en de flinterdunne adertjes breken af. Onlangs hebben we nog een varkensembryo uitgeleend voor een kunstexpo’, weet Marjan. Ook op Agribex zal alles veilig moeten worden tentoongesteld en is er een verzekering nodig die eventuele schade dekt, beseft Dominic. Embryo in 3D De volgende halte is het kantoor van Pieter Cornillie, professor in de veterinaire embryologie. Op zijn rekken staat een verzameling op sterk water gezette varkensembryo’s die nauwelijks een erwt groot zijn. Even later trakteert Pieter het gezel-

schap op een stukje spitstechnologie. Op een scherm tovert hij een vergroot varkensembryo tevoorschijn in 3D. Iedereen krijgt een 3D-bril toegeschoven. De ooohs en aaahs vullen de ruimte. ‘Dat zal meer aanspreken dan een poster en een folder’, klinkt het in koor. Nog meer filmvertier: Pieter haalt een filmpje boven van een bevruchte eicel dat langzaam evolueert tot een blastocyst.

het uitwerken van de beursstand. Geen wonder dat er, van concept tot productie, maanden voorbereiding in team voorafgaat aan de realisatie van de stand. ‘Al is het verzamelen van materiaal maar een heel klein onderdeel van het werk,’ glimlacht Tsang Tsey. Het resultaat kun je van 6 tot 11 december bewonderen in Brussels Expo (Patio, P01). info www.agribex.be

Maanden werk Na de lunch staat een bezoek aan assistent-professor Alfonso Lopez Rodriguez op het programma. Hij doet onderzoek naar de kwaliteit van varkenssperma. Hier is er een luxeprobleem want het is niet evident om aan spermastalen van slechte kwaliteit te raken. Ook met dit soort details word je dus geconfronteerd bij

Gratis agenda voor 2012 op Agribex! Het beleidsdomein deelt opnieuw agenda’s uit met daarin tal van nuttige data en info voor landen tuinbouwers. Surf naar www.vlaanderen.be/ landbouw/agenda2102 en vul het formulier in. Dat formulier kun je inruilen voor een agenda op de stand van het beleidsdomein in de patio (P01). 13


Boer & buur

Waar een wil is, is een

trage weg? Meer en meer gemeenten willen oude buurtwegen nieuw leven inblazen. Maar hoe doe je dat zonder de lokale landbouwers voor de voeten te lopen? We trokken naar Hechtel-Eksel, waar het gemeentebestuur een losse en tegelijk effectieve aanpak hanteert.

D

e tijd dat het platteland het exclusieve leefen werkterrein voor land- en tuinbouwers was, is al langer voorbij. De jongste decennia zakken steeds meer recreanten af naar de boerenbuiten. Niet alleen wielertoeristen en ruiters, maar ook wandelclubs stippelen graag tochten uit op het platteland. Het Limburgse Hechtel-Eksel is een van de gemeenten die daar de jongste jaren op inspeelt door kleine, vergeten verbindingswegen opnieuw in functie te stellen. Open communicatie Veel van die verbindingswegen of trage wegen zijn oude landbouwwegels. Vaak zijn

die helemaal van de kaart geveegd of zijn ze in het beste geval overwoekerd met onkruid. Om een deel van de trage wegen te herwaarderen, is er uiteraard overleg nodig tussen landbouw en overheid. ‘In Hechtel-Eksel hanteren we daarin een losse aanpak’, vertelt milieuambtenaar Trudo Vaes. ‘We kijken naar de opportuniteiten voor de wandelaars en bespreken die dan in alle openheid met de eigenaars en landbouwers, zonder onze plannen te willen opdringen. We zijn al blij als we per jaar één of twee trage wegen in ere kunnen herstellen. We gaan dus traag te werk met onze trage wegen’, lacht Trudo Vaes. ‘Heel wat landbouwers maken er nauwelijks problemen van dat wandelaars op die wegen langs hun percelen wandelen. Meestal hoeven we zelfs geen overeenkomst op papier te zetten.’ Een van de sleutelfiguren bij het overleg in Hechtel-Eksel is Fons Vanherck, een melkveehouder die net op rust is, maar nog de vinger aan de pols van het lokale landbouwleven houdt. ‘De omgeving was

‘ Stadsmensen herontdekken wat boeren voor de regio doen.’

‘Mensen moeten de ruimte krijgen om te wandelen, maar we moeten realistisch blijven,’ aldus Fons Vanherck. 14 landgenoten

hier vroeger bezaaid met wegels’, blikt Fons terug. ‘Elk perceeltje was verbonden met een wegel. Daarnaast liep er ook van elke boerderij een wegel naar de kerk of de kapel. Op die manier ontstond in de ­jaren veertig, vijftig en zestig een echt net-


Wegwijs in trage wegen Om gemeenten een leidraad te geven voor de aanpak van trage wegen, hebben de provincie Limburg en de vzw Trage Wegen

werk aan wegels. Dat netwerk viel echter steeds meer uiteen door de toenemende mechanisering van de landbouw, percelen die werden samengevoegd door schaalvergroting, enzovoort.’ Wederzijds begrip ‘We hebben ondertussen in een werkgroep een inventarisatie gemaakt van oude wegen die in aanmerking komen voor een tweede leven’, schetst Fons. ‘Mijn rol is ook om iedereen tevreden te stellen, zowel wandelaars als landbouwers. Het overleg gaat meestal relatief vlot, er is een sterk wederzijds begrip. Ik benadruk ook altijd dat trage wegen het landbouwwerk niet onmogelijk mogen maken. Mensen moeten de ruimte krijgen om te wandelen, maar we moeten realistisch blijven. Het is niet de bedoeling dat alle vergeten landbouwwegels weer in gebruik worden genomen. Sommige wegels lopen dwars

een handboek gemaakt over het thema. ‘Wegwijs in trage wegen’ beschrijft alle processen, van planning tot uitvoering.

info over de publicatie: 011 23 74 15 of ahansen@limburg.be

over landbouwerven. Het zou absurd zijn om die ook te reactiveren.’ ‘Een van de redenen om de oude wegels weer in gebruik te nemen, is dat de gemeente wandelaars veiliger wegen wil aanbieden. Wandelclubs appreciëren onze inzet dan ook enorm’, zegt Fons. ‘De landbouwers vragen wel respect op te brengen voor de gewassen of het vee dat naast de

kom je wel eens een quad- of m ­ otorrijder tegen op zo’n trage weg die eigenlijk voor voetgangers en fietsers is heropend.’

‘ Trage wegen mogen het landbouwwerk niet onmogelijk maken.’ wegels staat. Dat lukt heel aardig, al zijn er altijd mensen met minder goede bedoelingen. Zo vinden we soms rommel langs die trage wegen. Het meest extreme voorbeeld was een compleet salon. In de fruitstreek gebeurt het dan weer geregeld dat er fruit uit de boomgaarden verdwijnt. En af en toe

Gemeentelijk onderhoud Het is ook niet de bedoeling dat de landbouwer voor het werk opdraait. ‘Een groot deel van het onderhoud gebeurt in Hechtel-Eksel door De Biehal, een sociaal tewerkstellingscentrum’, zegt milieu­ambtenaar Trudo Vaes, die eraan toevoegt dat het heropenen van trage wegen niet alleen voordelig is voor de wandelaars. ‘Ik denk bijvoorbeeld aan boeren die een hoevewinkel uitbaten en langs zo’n trage weg pijltjes kunnen plaatsen. De trage wegen vergroten ook de openheid van de landbouw. Kinderen die niet meer weten vanwaar de melk komt, zien hoe een koe eruitziet. Stadsmensen die weinig voeling met de sector hebben, herontdekken wat boeren voor de regio doen.’ 15


2030

vulkaan

robuust wereldmarkt zekerheid

‘Onze

speculatie

lokale kansen budget

Ivan Van de Cloot is een van de bekendste economische analisten van ons land. Hij is hoofdeconoom bij de denktank Itinera, die zich buigt over een betere toekomst voor België en zijn regio’s. Welk beeld schetst deze cijferaar van onze sector over twintig jaar?

H

oe ziet een succesvol landof tuinbouwbedrijf eruit in 2030? Ik wil eerst meegeven dat ik in normale economische analyses nooit over zo’n lange tijdspanne praat. Mijn antwoorden in deze rubriek zijn dus veel onzekerder dan de analyses die ik anders maak. Wat ik wel zeker kan zeggen, is dat we ons in 2030 in een ander tijdsgewricht zullen bevinden. De

16 landgenoten


economie

is overgeoptimaliseerd’ ­ omende jaren moet iedereen uitzweten k wat we in het recente verleden hebben gezaaid. Ecologisch en economisch hebben we met z’n allen een voorschot genomen op de toekomst. De mensheid heeft massaal boven zijn stand geleefd. Vandaag bevinden we ons daardoor op een vulkaan van schulden die zowat ieder moment kan uitbarsten. Wat betekent dat voor de landbouw? Zijn de schulden van onze bedrijven te groot? De situatie zal zeker ook een impact hebben op de landbouw. Om de zoveel tijd zal de vulkaan uitbarsten, wat gepaard zal gaan met een teruggrijpen naar zekerheden, naar een cultuur van soberheid. Naast deze back to basics plooien mensen, bedrijven en landen zich in moeilijke economische tijden terug op zichzelf. Of dat betekent dat de eurozone er over 20 jaar helemaal anders uitziet weet ik niet. Wie had 10 jaar geleden kunnen voorspellen dat de euro vandaag onder druk ging staan? Misschien dat er in de landbouw meer mensen met beide voeten op de grond zijn gebleven. Maar ook in de grondprijzen of in de prijs die starters investeren en op hun loopbaan moeten zien af te betalen, zie je aanwijzingen dat we ons op een schuldenberg bevinden. Hoe is de landbouwmarkt straks georganiseerd? De vulkanische situatie vraagt om een robuustere markt. De voorbije jaren stond ­alles in het teken van optimalisering, van alles zo efficiënt mogelijk doen. Het Europees landbouwbeleid werd aangepast om vooral niet marktverstorend te werken, om de vrije concurrentie te garanderen. Incidenten zoals de dioxinecrisis of ­recent de EHEC-­bacterie tonen aan dat dit niet werkt. We moeten meer gaan denken zoals een ingenieur een brug bouwt. Die re-

deneert niet dat de zwaarste vrachtwagen er nipt over moet kunnen. Hij beeldt zich in wat de grootste schok kan zijn en maakt de brug vervolgens drie keer zo sterk. Dat is een totaal andere filosofie dan hoe de voorbije ­jaren naar economie en landbouw is gekeken. Buffers en overschotten waren niet nodig. Alles moest economisch en financieel overgeoptimaliseerd worden. Hoe goed doet de Vlaamse landbouw het in 2030? Dat de tewerkstelling in de landbouw lager ligt dan vroeger, is normaal. Maar sinds de jaren ‘90 gaat ook de totale productie wat achteruit. Waarschijnlijk is de grootste sprong door productiviteitsverbeteringen achter de rug en ondervindt de sector meer concurrentie van andere economische sectoren en van goedkopere landen op de wereldmarkt. Maar je weet nooit wat er nog komt. Nieuwe technieken of marktvragen zijn niet altijd te voorspellen. In alle scenario’s gaan we uit van wat in de modellen past, maar misschien tovert de toekomst wel iets onverwachts, een zogenaamde zwarte zwaan, tevoorschijn. Dat bedoel ik ook als ik ervoor pleit om meer robuustheid in te bouwen: zorg ervoor dat je ook voorbereid bent op iets wat niet voorspelbaar is. Denk aan een gebeurtenis zoals de grootste zwarte zwaan ooit, de Tweede Wereldoorlog, een financiële of politieke crisis met bijhorende in- of uitvoerbeperkingen, een failliet van de eurozone enzovoort. Blijft er op lange termijn nog plaats voor varkenshouders in onze regio? Mocht ik het antwoord op zo specifieke ­vragen weten, dan zou ik hier niet zitten. Zowel op sectorniveau als op bedrijfsniveau moet iedereen op zoek naar manieren om robuustheid in te bouwen. Dat kan op sectorniveau zijn dat je een controlerende in-

stantie zoals het Voedselagentschap opricht. Of op bedrijfsniveau, ervoor zorgen dat je meer dan één leverancier of afnemer hebt. Of afstoten wat in andere landen goedkoper kan en inspelen op lokale kansen. Iedereen heeft de mond vol over globalisering maar niemand lijkt te zien dat die ook gepaard gaat met een toegenomen lokalisering. De wereldeconomie is op een onduurzame leest geschoeid en dat moet onvermijdelijk worden gecorrigeerd. De kans is reëel dat transport daardoor straks duurder wordt, wat import uit verre landen minder interessant maakt. Daarnaast is er de klimaatverandering die al bezig is en die tekorten aan water en grondstoffen in bepaalde delen van de wereld zal veroorzaken. Daardoor is het niet ondenkbaar dat Europa nog meer de landbouwfabriek van de wereld wordt. Blijft speculatie op landbouwproducten toegelaten? Speculatie kan stabiliserend werken. Er zijn ook structurele tendensen naar hogere grondstofprijzen maar we zien de voorbije jaren dat speculanten ook extra schommelingen kunnen veroorzaken die marktverstorend werken. Met het oog op een robuustere marktwerking lijken corrigerende mechanismen inderdaad een goed idee. Een zo belangrijk product als voedsel laten we beter niet over aan de zuivere vrijemarktwerking. Al moet je ook niet het kind met het badwater weggooien. Misschien kan voedsel een voortrekkersrol spelen in de evolutie naar een duurzamere wereldeconomie. Mocht je voor vliegtuigen geen veiligheidsvoorschriften hebben, dan zou de grootste cowboy ook het meest winst maken. Voor voedsel geldt eigenlijk hetzelfde. Al blijft de vraag hoe je landen als India of China overtuigt van onze waarden en regels. 17


W onderzoeker In deze rubriek vind je een selectie uit de talrijke onderzoeksresultaten van het Vlaams instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO).

Speuren naar mycotoxines in maïskuilvoeder ILVO heeft de schimmels in maïskuil en hun gevolgen voor de toxinevorming onderzocht. Na blootstelling van de kuil aan lucht kunnen schimmels beginnen te groeien. Penicillium roqueforti bijvoorbeeld verdraagt zelfs een zuurstofarm en extreem zuur milieu en duikt dus geregeld op in gefermenteerde maïskuil. Fusariumschimmels tasten de maïsplanten eerder op het veld aan en het zijn vooral hun toxines die in de hakselmassa terechtkomen. Mycotoxines zijn onzichtbaar, maar wel giftig. Sommige toxines kan een rund nog gedeeltelijk afbreken in de pens­maag. Algemeen is echter sprake van verminderde voederopname en productiviteit (o.a. minder melk), dalende vruchtbaarheid, verminderde immuniteit en verstoorde pens-

wonderzoeker

18 landgenoten

werking door mycotoxines. Er duiken soms meer gevallen van uierontsteking op en bepaalde mycotoxines zouden zelfs deels in de melk kunnen belanden. Els Van Pamel (ILVO): ‘Dat verschillende mycotoxines samen voorkomen en elkaars schadelijk effect kunnen versterken, maakt de zaak nog complexer. Door dit onderzoek hebben we nu methodes ter beschikking om zowel schimmels als 26 verschillende mycotoxines in maïs­kuilvoeder op te sporen.’ De boodschap voor wie maïs oogst blijft wel: beter schimmels voorkomen dan schimmelmaïs te moeten weggooien. Dat betekent o.a. oogsten bij de juiste rijpheid, alles goed aandrukken bij het inkuilen, de kuil luchtdicht afdekken en vervolgens snel genoeg (1,5 m/week) vervoederen.

Een toets voor Japanse roest Dé ziekte bij chrysanten is Japanse roest, een schimmel die internationaal op de quarantainelijst staat. Telers en vermeerderaars gebruiken vandaag schimmelwerende producten. Maar ILVO heeft samen met chrysantenveredelaars de sleutel gevonden tot een duurzamere oplossing: ingekruiste resistentie tegen alle gekende varianten van de schimmel. Mathias De Backer (ILVO): ‘We inventariseerden een wereldwijde collectie van Japanse roest, waardoor we weten dat er minstens 128 varianten kunnen bestaan. En we bepaalden welke varianten cruciaal zijn om planten te testen op volwaardige resistentie.’ Het Diagnosecentrum voor Plantenziekten van ILVO is nu zo ver dat ze van elk toekomstig chrysantenras kan bepalen of

Risicobeheer


Ontdek meer wetenschappelijk landbouwnieuws op

www.ilvo.vlaanderen.be Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek

op chrysant het bestand zal zijn tegen alle gekende varianten van Japanse roest. Een zegen voor de chrysantenveredelaars, want die kunnen hun kweekprogramma’s nu met kennis van zaken op de ziekteresistentie richten. De ontdekking is een opsteker voor de Vlaamse bolchrysantenveredeling, die meedraait met de allergrootsten ter wereld.

Wist je dat… de voedingstechnologen van ILVO samen met een chocoladefabrikant op zoek zijn naar energiebesparing tijdens het ‘concheren’ ? Dat is de belangrijkste fase in de chocoladeproductie: gedurende minstens 6 uur wordt er gekneed en gespeeld met wrijving, temperatuur en beluchting. Kan je ook met minder energie even lekkere chocolade bekomen? Jawel, dat lukt. Maar hoe precies verklappen we hier nog niet. gele mosterd, de belangrijkste groenbedekker in West-Europa, almaar slimmer wordt? De veredelaars van ILVO hebben een ras ontwikkeld dat zeer snel kiemt en toch laat bloeit. Dus geen zaden meer als kiemend onkruid tussen het volggewas. Bovendien kreeg de gele mosterd ook een resistentie tegen plantschade-

sing met ARAMIS

lijke ­aaltjes mee. kalveren vlotter overstappen van hun melkdieet naar vast voeder als ze spelt krijgen? Het kalfje zo vroeg mogelijk van de moedermelk weghalen is wel kostenbesparend, maar

Op de stand van de Vlaamse overheid op Agribex 2011 pakt ILVO uit met ARAMIS, een krachtig softwarepakket dat landbouwbedrijven kan helpen om de economische risico’s te vinden en te reduceren. Landbouwers weten al lang dat ze dagelijks ondernemingsbeslissingen moeten nemen in een risicovolle omgeving. De prijzen op de markt zijn volatiel, de oogst blijft altijd onzeker door het weer en ziektes, het overheidsbeleid verandert enzovoort. Samen met de universiteit van Hasselt stopten de economen van ILVO een grote set landbouwkundi-

ge bedrijfsgegevens in een databank. Daaraan koppelden ze een rekentool die in staat is om een bedrijf snel door te lichten en de economische pijnpunten kan blootleggen. ARAMIS, afkorting van Agrarisch Risico Analyse en Management Informatie Systeem, geeft je een ‘risico-score’, een berekening van jouw kans op een negatief resultaat. Het systeem kan ook parallen trekken met vergelijkbare resultaten. De sensitiviteitsanalyse wijst zelfs uit waar precies het grootste risico schuilt. En nog beter: wie voor grote investeringen staat, kan via ARAMIS verschillende alternatieve scenario’s testen. ARAMIS zal de komende jaren verder uitgebreid worden, en zal gratis via een online service ter beschikking komen van iedereen.

vaak ook stresserend. De eerste dagen neemt zo’n kalf maar weinig krachtvoer op. Spelt, een oude graansoort met een relatief laag eiwitgehalte, blijkt in de smaak te vallen bij wit-blauwe fokkalfjes en zelfs nog iets meer bij ­holsteinkalfjes. de landbouwsector qua ongevallen op een trieste vierde plaats staat in België? Per jaar worden er een 700-tal ongevallen aangegeven, waarvan 8 met dodelijke afloop. De grootste boosdoeners: kapotte of verdwenen cardanasbeschermingen, de foute opslag van fytoproducten en valgevaar. PreventAgri, een dienstverlening van ILVO, is dus zeer nuttig om land- en tuinbouwers te sensibiliseren. Die kunnen bij PreventAgri terecht voor een gratis en vertrouwelijke bedrijfsaudit. 19


Woord & wederwoord In deze rubriek nemen we stakeholders mee naar een land- of tuinbouwbedrijf om hen te laten kennismaken met de impact die hun beslissingen hebben voor de individuele boer of tuinder.

Wil je meer weten over de situatie op de aardappelmarkt en de rol van PinguinLutosa, neem dan zeker eens een kijkje op www.vilt.be >Duiding>Interview

Historisch laag is de prijs voor vrije aardappelen vandaag:

‘ De aardappelprijs is vandaag

nul euro’

gemiddeld 25 euro per ton. ‘En eigenlijk is het correcter om te zeggen dat de prijs nul euro is, want je raakt je aardappelen momenteel gewoon aan de straatstenen niet kwijt’, zegt teler Guy Verrue uit het WestVlaamse Heestert. Hoog tijd om Emanuel Van den Broeke, directeur van de agrarische dienst van PinguinLutosa, aan de tand te voelen.

D

e uitbundige herfstzon die bij onze aankomst boven de authentieke hoeve van Guy Verrue en Martine Depraetere schijnt, staat in schril contrast met de situatie op de aardappelmarkt. ‘Dramatisch’, noemt Guy het huidige aardappeljaar. Waar een half jaar geleden nog topprijzen van 250 euro per ton werden gerealiseerd, moet een teler zich vandaag op de vrije markt met minder dan een tiende tevreden stellen. ‘Zowel naar bewaring als naar prijszetting is het een ramp. Het bijzonder droge voorjaar en de natte en relatief koude zomer hebben niet alleen gezorgd voor topopbrengsten, maar ook voor moeilijk bewaarbare aardappelen. Ik ken collega’s die hun loods leeg ­moeten maken omdat de aardappelen niet bewaren, maar niemand die ze wil. Ze zien ze letterlijk wegrotten.’ Slechte partijen Emanuel Van den Broeke erkent het probleem. ‘De prijs wordt in de eerste plaats bepaald door het volume aan aardappelen en dat is dit jaar uitzonderlijk hoog.’ Hoe 20 landgenoten


Emanuel Van den Broeke, directeur van de agrarische dienst van PinguinLutosa, grootste aardappelverwerker van België, 700 werknemers, 750.000 ton verwerkte aardappelen op jaarbasis.

wel hij zich niet wil wagen aan prijsprognoses, is hij van mening dat een prijsstijging later op het seizoen voor een groot deel afhangt van de mate waarin slechte ­partijen uit de markt kunnen genomen worden. ‘In 1994, het jaar van de fameuze glazige aardappelen, werd zo’n 30 tot 40 procent slechte aardappelen uit de markt gehaald en toen ging de prijs wel de hoogte in. Maar eerlijk gezegd, vrees ik daar dit jaar een beetje voor’, bekent Van den Broeke. Misschien heeft een verwerker er wel voordeel bij om die lage kwaliteit van aardappelen in de markt te houden en zo de prijs te drukken? ‘Wij kopen enkel aardappelen die frietgeschikt zijn. Aardappelen van ­lagere kwaliteit worden bij ons nauwelijks aangeboden.’ Het kan merkwaardig klinken, maar PinguinLutosa krijgt vandaag naar eigen zeggen relatief weinig ­klachten over de prijs. ‘Wel krijgen we elke dag ­telefoontjes van handelaars die aardappelen willen leveren. Het enige waar zij over klagen, is dat we te weinig volume afnemen, niet dat de prijs te laag is. Meer nog, heel wat onder hen leven in de overtuiging dat de markt nog zal zakken.’ Samenwerking Dit doet bij Guy Verrue de vraag rijzen of dit nog een verantwoorde manier is om met je leveranciers om te gaan. ‘Uiteindelijk moeten we volgend jaar opnieuw samen­werken. Want zo zie ik het wel, als een samenwerking.’ Emanuel Van den Broeke benadrukt dat ook zij als afnemer geconfronteerd worden met een markt die zijn eigen gang gaat. ‘Wij moeten daarin mee, anders concurreren we onszelf uit de markt.’ Samenwerking is naar zijn mening mogelijk onder de vorm van contracten. Voor de rest komt het er vooral op aan om een goede vertrouwensrelatie op te bouwen met je afnemers. ‘Daarom heb je er best niet te veel, dan is de kans veel groter dat ze je in geval van problemen trachten te helpen’, stelt de PinguinLutosa-directeur. Iets wat Guy alleen maar kan beamen. ‘Ik werk maar met één handelaar en ik heb dit al mogen ervaren in de praktijk.’

Guy Verrue, gemengd landbouwbedrijf met vleesvarkens en diverse akkerbouwteelten: aardappelen, tarwe, suikerbieten, koolzaad, erwten, cichorei en in beperkte mate korrelmaïs en struikbonen.

Openheid troef Een heikel punt in de ogen van heel wat landbouwers is de bepaling van de kwaliteit en het tarrapercentage van een vracht. Het lijkt wel of het hier vaak willekeur troef is. ‘Bij PinguinLutosa maken we een punt van transparantie. Een landbouwer heeft bij ons altijd het recht om bij de staalname aanwezig te zijn. Meer nog, soms s­ teken

‘ Het speelt in het voordeel van de verwerkers dat sommige aardappeltelers hun kostprijs onvoldoende kennen.’ boeren zelfs een handje toe wanneer de stalen genomen worden. Ook bij de handelaars die ons beleveren, dringen wij aan op openheid naar de landbouwers. Je kan als boer dus gerust de originele weegbonnen opvragen’, reageert Van den Broeke. Al zijn er volgens hem wel collega-verwerkers die minder transparantie aan de dag leggen. Kostprijs Ook over de contractprijs van aardappelen is al veel inkt gevloeid. Vindt PinguinLutosa het normaal dat die soms onder de kost-

prijs ligt? ‘Een contractprijs is enerzijds gelinkt aan de situatie tijdens het v­ orig seizoen en anderzijds aan de verkoopprijzen die wij weten te realiseren voor onze afgewerkte producten. Maar wat is nu juist de kostprijs? Die is voor elke boer immers anders, al naargelang zijn opbrengst, afschrijvingen of de pachtprijs die hij ­betaalt voor zijn grond. Ook schaalvergroting speelt een rol’, meent Van den Broeke. Volgens Guy Verrue is het een groot probleem dat heel wat telers hun kostprijs niet of onvoldoende kennen. ‘En dat speelt dan in het voordeel van de verwerking.’ Casino Heeft het telen van aardappelen met al die onzekere factoren niet veel weg van het gokken in een casino? ‘Het is niet omdat we nu een bijzonder slecht aardappeljaar meemaken, dat er de laatste jaren geen geld is verdiend in de sector. Het areaal is niet voor niets zo sterk gegroeid en ook in bewaarloodsen is zwaar geïnvesteerd’, ­aldus Emanuel Van den Broeke. ‘Onder­ nemen zonder risico gaat nu eenmaal niet.’ Ook Guy is niet van mening dat je op b ­ asis van één catastrofaal jaar de aardappelteelt de rug mag toekeren. ‘Misschien nog één tip’, geeft Van den Broeke mee, ‘probeer altijd te verkopen in een stijgende markt. Wie steeds op de laatste wagon van de trein wil springen, loopt nogal eens de kans om die te missen. Van zodra de prijs begint te dalen, moet je beseffen dat er ­eigenlijk geen vraag meer is.’

INFO Boerenste­ buitenTV maakte een reportage over deze ontmoeting. Bekijk ze op www.vilt.be.

21


Provincie

Boeren planten bij boeren De provincie Limburg krikt met het project Boeren planten bij ­boeren het uitzicht van het agrarisch landschap op. Landbouwers kunnen bij de aanplanting van groen rekenen op finan­ciële ruggensteun, advies én een helpende hand van collega’s.

O

m het boeren makkelijker te maken hun landbouwbedrijf in het landschap in te passen, heeft de provincie Limburg het project Boeren planten bij boeren gelanceerd. Dit keer gaat het niet om erfbeplanting, maar om maatregelen in het ruimere landschap zoals de aanplanting van hagen, houtkanten en groenstroken rond de gebouwen of percelen. De deelnemende landbouwers kunnen bij de provincie rekenen op persoonlijk advies, een flinke subsidie en op de diensten van collegatuinbouwers of -landbouwers die voor de aanplantingen instaan. Doordacht groen ‘Momenteel zijn er al zestien landbouwers op de kar gesprongen,’ vertelt N ­ icole Vreys van de provinciale dienst Landbouw en Platteland. ‘Het gaat vooral om veebedrijven die uitbreiden of nieuwe constructies in het landschap realiseren. Naast een

22 landgenoten

bouwplan zijn ze dan ook verplicht om een groenplan op te stellen. Dat is niet altijd evident. Groen in een agrarisch gebied mag geen belemmering vormen voor

‘Deelnemers kunnen rekenen op advies en op een subsidie.’ de landbouwactiviteiten en tegelijk moeten de aanplantingen vaak ook dienen als een buffer voor omwonenden. Daarnaast ­betekent extra groen ook extra onderhoud voor de landbouwer. Omdat heel wat landbouwers er soms alleen voor staan of ­omdat ze niet vertrouwd zijn met deze materie, staan wij hen in eerste instantie bij met advies.’ 2 kilometer hagen ‘Daarnaast kunnen de landbouwers re-

kenen op een financiële tussenkomst: de helft van de kosten betaalt de provincie terug met een plafond van 2.500 euro’, zegt Marc Vandeput, gedeputeerde van Landbouw en Platteland. ‘In samenwerking met ­LiSRO (Limburgs Steunpunt Rurale Ontwikkeling) kunnen de deelnemers aan het project ook streekeigen groen aankopen tegen lage prijzen.’ De landbouwers kunnen de aanplantingen zelf uitvoeren. Maar omdat het plantseizoen kort is, en de landbouwers al vaak handen tekort hebben voor het runnen van hun bedrijf, kunnen ze via ­LISRO een beroep doen op collega-tuinbouwers of -landbouwers die er veel kaas van gegeten hebben. Vandaar: Boeren planten bij boeren. ‘Bij een van de deelnemers aan het project wordt straks bijvoorbeeld maar liefst twee kilometer aan hagen aangeplant’, schetst Nicole Vreys. ‘Dat heeft dus nog weinig met ‘doe-het-zelf tuinaanleg’ te maken. Daarom kunnen de d eelnemers in het kader van Agro|Aanneming een beroep doen op een collega met veel expertise in aanplantingen.’ INFO 011 23 74 48, nvreys@limburg.be, www.limburg.be/landbouw


JOHN DEERE Oplossingen voor de landbouw van vandaag en morgen

Welkom op onze stand in paleis 3

“Ik zal nooit mijn naam op een product zetten dat niet het beste bevat dat ik in mij heb.” - John Deere

Peperstraat 4A, B-3071 Erps-Kwerps Tel. : +32 (0)2 759 40 93 - Fax. : +32 (0)2 759 99 28 www.JohnDeere.be - info@cofabel.be


Ons bedrijf naam: Magda Rogiers | leeftijd: 55 jaar| hobby: tractor­ pulling (supporteren), op stap gaan met vrienden | taken: boekhouding, huishouden, kraamstal en biggen

naam: Daniël Van De Vijver | leeftijd: 59 jaar | hobby’s: tractorpulling, oldtimers, lokale voorzitter ABS | taken: KI-bereidingen, mest injecteren, herstellingen en bijspringen waar nodig

Een menu van kuil Zoals alle varkenshouders zoeken Daniël Van De Vijver en zijn gezin uit Beervelde m ­ anieren om hun productie­kosten te d ­ rukken. Hun ­strategie: zo veel mogelijk ­zelfvoorzienend zijn. Zoals in de tijd van toen s­ chotelen ze hun zeugen een ­dieet van ­kuilgras voor. ‘Waarom een t­raditie overboord gooien als de resultaten goed zijn?’

24 landgenoten

D

aniël Van De Vijver baat met zijn vrouw Magda en zijn tweelingszonen Tom en Franky een varkensbedrijf uit op een steenworp van de E17; de oudste zoon Ronny gaat uit werken. De regio rond het Oost-Vlaamse Beervelde staat bekend om zijn sierteelt en aardbeien, maar er zijn ook nog enkele grotere varkensbedrijven. ‘Ik leerde de stiel van mijn ouders’, zegt Daniël. ‘Voor hun tijd waren ze erg innovatief. Ze voederden hun zeugen alleen zelfgeteeld kuilgras en maïs. Die voederwijze


naam: Franky Van De Vijver | leeftijd: 28 jaar | hobby’s: tractorpulling, aan voertuigen ­sleutelen, lid Jong ABS | taken: grondbewerking, voeder bereiden, onderhoud materiaal

passen wij zelf ook al 40 jaar toe. Waarom zouden we ons niet laten inspireren door oude gebruiken die perfect werken én kostenbesparend zijn?’ Geen geheimen De Vlaamse varkenssector beleeft barre tijden, maar aan moed en ingesteldheid ten huize Van De Vijver is dat niet te merken. ‘Ondanks alle problemen in de varkenssector, zien we de toekomst positief tegemoet’, zegt Franky. ‘Kostenbesparing wordt straks nog crucialer om het hoofd boven water te houden. Maar we zijn er klaar voor en zetten nog sterker in op zelfvoorzienend zijn. We doen zo veel mogelijk zelf: grondbewerking, zaaien, bemesten, hakselen van gras, mengen van CCM (Corn Cob Mix: gemalen en ingekuilde korrelmaïs, nvdr.), noem maar op.’ Zelfs bouw- en verbouwwerken of herstellingen worden op het Beerveldse bedrijf eigenhandig uitgevoerd. ‘Waterleidingen, stroomvoorziening, de stalinrichting, het kent allemaal geen geheimen voor ons,’ zegt Tom. ‘Alle ingrepen voor de groepshuisvesting van zeugen die in 2013 verplicht wordt, hebben we achter de rug. Momenteel zijn we werken aan het

gras voorbereiden om zonnepanelen te installeren. Het nadeel van alles zelf te doen, is wel dat we niet veel groeimarge meer hebben. Met 1400 mestvarkens en 250 zeugen komen we nu al handen tekort. Eigenlijk is maïs dorsen het enige wat we niet zelf doen…’ Goede buikvulling Terwijl de mestvarkens een klassiek voederpatroon volgen, krijgen de 250 zeugen een combinatie van kuilgras en korrelmaïs

naam: Tom Van De Vijver | leeftijd: 28 jaar | ­hobby’s: tractorpulling, aan voertuigen sleutelen, lid Jong ABS | taken: administratief werk, grondbewerking, voederen en verhokken

(CCM) voorgeschoteld. Daniel: ‘De maïs laten we zo vroeg mogelijk dorsen en malen, doorgaans eind september. We proberen dan binnen de vier dagen de grond te frezen, te ploegen en gras te zaaien. Dat gras maaien we dan slechts één keer in mei. Eenmaal het gras weg is, planten we opnieuw maïs. Op die manier liggen onze akkers nooit braak, en zorgen we voor een perfecte nateelt.’ ‘Voor de voeding van onze zeugen hanteren we een vast programma. ’s Morgens krijgen ze maïsmeel (CCM) dat we zelf mengen. ’s Avonds geven we ze kuil-

‘ We hebben pas nog de motor van een tank in onze tractor geplaatst.’ gras met de voederbak’, gaat Franky verder. ‘Het voederen met gras is nog altijd uniek, we hebben tenminste nog niemand gehoord die het ook toepast. Nochtans werkt het perfect want gras zorgt voor een goede buikvulling en je spaart de helft krachtvoer uit.’

professionele wedstrijden. Niet alleen in eigen streek of land, maar ook in de buurlanden. We zijn al enkele keren Belgisch kampioen geweest, ook dit jaar. Als we wat verder van huis aan wedstrijden deelnemen, waken we er wel over dat een van ons vier op het bedrijf blijft. Vakantie nemen zit er bij ons nooit in.’ Foute beeldvorming Als we tot slot nog polsen hoe de Oost-­ Vlamingen aankijken tegen de biggencastratie, die vanaf 2012 onder verdoving moet gebeuren, ebt het enthousiasme in één klap weg. ‘Stoppen met de castratie van biggen is een slecht idee’, zeggen ze in koor. ‘De castratie is de jongste jaren veel diervriendelijker geworden. Vroeger wogen biggen 20 of 30 kilo bij de castratie, nu zijn ze amper drie dagen oud en gaan ze na de castratie meteen weer zuigen, alsof er niets is gebeurd. Om de biggen te verdoven, zullen we straks injecties of tabletten moeten toedienen. De media en de supermarkten hebben zich laten misleiden door verouderde filmpjes van dierenrechtenorganisaties. Alleen over de inspanningen die onze sector de voorbije jaren heeft geleverd, hoor je nooit iemand.’

Tractorpulling Op het bedrijf geldt geen vaste taakverdeling voor het dagelijkse werk. Al heeft elk gezinslid zijn eigen specialiteiten: ‘Magda doet de boekhouding en de zonen goochelen met mechanica’, zegt Daniël. ‘Dat zat er al van jongs af in. Ik weet niet of je de sport tractorpulling wat volgt?’ Tom en Franky glunderen als hun passie ter sprake komt. ‘We zijn al heel lang bezig met tractorpulling. Zopas hebben we nog de motor van een Leopardtank in onze ­wedstrijdtractor geplaatst en de pk’s verdrievoudigd.’ ‘We weten wel hoe een motor in elkaar zit’, grijnst Franky. ‘Het begon al toen we op school samen landbouwmechanisatie studeerden. Al hebben we daar niet veel geleerd. Soms kwamen er zelfs leerkrachten bij ons langs om zich bij te schaven. In de zomer zie je ons bijna elke zondag op 25


Achter de schermen In deze rubriek kijken we achter de schermen van andere bedrijven. Hoe komen zij tot oplossingen voor problemen en op welke manier spelen zij in op uitdagingen voor de toekomst? Lees en leer!

‘ Elke klacht wordt serieus genomen’

Als er één bedrijf weet wat geurhinder is, dan is het wel Rendac uit Denderleeuw. Als verwerker van kadavers van dode dieren en slachtafval kunnen er tijdens het hele productie­proces op het bedrijf kwalijke geuren ontsnappen.

R

endac investeerde de afgelopen jaren miljoenen euro’s in het inperken van de geurhinder, maar toch komen er op tijd en stond nog klachten van buurtbewoners. ‘We maken er prioriteit van om elke geurmelding grondig te onderzoeken’, stelt preventieadviseur Christophe Appelmans. In de dorpskern. Hoewel de site van Rendac gelegen is in een industriezone, ligt ze toch pal tegen de dorpskern van Denderleeuw en Affligem. ‘In de jaren ’90 moesten alle vrachtwagens nog via het dorp passeren. Nu hebben we onze

26 landgenoten

ingang langs de achterzijde van het terrein gemaakt om dat te vermijden’, vertelt Appelmans. Het is maar één van de vele hinderpunten die Rendac heeft aangepakt. Zo is er geïnvesteerd in de afdekking van de vrachtwagens en de service bij de ophaling van kadavers is verbeterd zodat de dode dieren binnen de 2 werkdagen na melding van het landbouwbedrijf weg zijn. Er wordt ook sterk op gelet dat geen enkele vrachtwagen gevuld op het fabrieksterrein blijft staan. En na het lossen, rijden de vrachtwagens meteen door naar de carwash op de site.

Wassers en filters. Het onderhoud van de installaties is een ander belangrijk aandachtspunt. ‘Elke week starten we met een grondig onderhoud en een zorgvuldige reiniging. Als er klachten komen van geurhinder, is het bijna altijd omdat er een defect is geweest’, legt de preventieadviseur uit. Binnenin de fabriek zijn alle ruimtes uitgerust met ruimteafzuiging en puntafzuiging. Die afgezogen lucht gaat eerst door een luchtwasser en nadien door biofilters. Ook de gassen die tijdens het productieproces zelf vrijkomen, worden door een gaswasser gestuurd om de hinderlijke geuren zoveel mogelijk weg te filteren. ‘Het is soms frustrerend om te moeten vaststellen dat wanneer je het ene probleem hebt opgelost, er al gauw een volgende geurbron opduikt. Maar misschien maakt dat de job ook juist zo boeiend’, zegt ­Appelmans.


bedrijf: Rendac, verwerker van kadavers van dieren en van slachtafval, onderdeel van VION Food Group | aantal werknemers: 180 medewerkers bij de vestiging in Denderleeuw | preventieadviseur: Christophe Appelmans

Snuffelmetingen. Elke dag voert Rendac interne snuffelmetingen uit, zowel op de eigen site als in de naburige gemeenten. Jaarlijks komt ook een expert langs om zo’n snuffelmeting te doen. Ondanks al die voorzorgen, krijgt het bedrijf nog klachten over geurhinder. ‘Elke klacht wordt serieus genomen en onmiddellijk behandeld, zelfs buiten de kantooruren. We proberen van de melder eerst zoveel mogelijk informatie te krijgen’ legt Christophe Appelmans de te volgen procedure uit. Op basis van die gegevens is het soms al mogelijk om onterechte klachten te filteren, bijvoorbeeld als de windrichting niet klopt. ‘Indien nodig gaan we zelf ter plaatse om de hinder vast te stellen. In deze klachtenbehandeling kruipt veel tijd en energie, maar het is wel ontzettend belangrijk’, klinkt het. Daarnaast steekt Rendac ook tijd in communicatie met de naburige gemeenten. ‘Wanneer we weten dat er hinder te ver-

wachten is, brengen we de gemeente Denderleeuw, Affligem en Liedekerke op de hoogte.’ Twee keer per jaar zit het bedrijf samen met actiecomités, de gemeenten en andere overheidsdiensten om de metingen van milieuparameters te bespreken. Inwijkelingen. Ondanks alle inspanningen ziet Rendac zich sinds 2008 geconfronteerd met een stijgend aantal klachten. ‘Die toename is bijna volledig te wijten aan één of een paar klagers. Vaak zijn het inwijkelingen. Zij komen in Denderleeuw of Affligem wonen, omdat het vastgoed hier goedkoper is, maar ze vergeten waarom dat zo is. We trachten steeds de dialoog aan te gaan met die mensen, maar vaak is het een dovemansgesprek’, beweert Appelmans. Volgens hem speelt ook het vergunningenbeleid van de overheid hen parten. ‘Elke vierkante meter wordt hier volgebouwd. Binnenkort komen er zo’n

400 sociale woningen in – zeg maar – de tuin van Rendac. Dat belooft niet veel goeds.’ Toch is het bedrijf verplaatsen geen optie. ‘Die hinder zal er wel altijd en overal zijn, net zoals bij landbouwbedrijven. Blijven werken aan de geurhinder is dus de opdracht’, besluit Appelmans.

WIN €3000 Naast bedrijfsbezoeken in het kader van ‘Achter de schermen’ tracht het Innovatiesteunpunt ook op andere manieren de innovatie in de land- en tuinbouwsector aan te moedigen. Zo organiseert het elke twee jaar de Innovatiecampagne, een wedstrijd die opmerkelijke ideeën van boeren en tuinders bekroont. Zit jij met een vernieuwend project in je hoofd of ben je er eentje aan het realiseren? Neem dan zeker deel aan de Innovatiecampagne. Er zijn mooie geldprijzen te winnen! INFO www.innovatiesteunpunt.be

27


MELKEN EN KOELEN Ons vak - Uw voorsprong

Fullwood-Packo Regio West- Oost Vlaanderen en Vl. Brabant: Contact: 0479/36.24.40 Regio Antwerpen - Limburg: Contact: 0476/65.16.55

www.fullwood-packo.be Afgiftekantoor Gent X Landgenoten 28 Tijdschrift-kwartaalblad Kwartaal 4, 2011

P509285

BelgiĂŤ-Belgique 9099 Gent X bc 10292

V.u. Josse De Baerdemaeker, p.a. VILT Koning Albert II-laan 35, 1030 Brussel


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.