Stadswerk
MAGAZINE VOOR PROFESSIONALS OP HET GEBIED VAN DE LEEFOMGEVING
01| 2019
E XTRA SPECIAL
ONKRUID- EN IJDING ONGEDIERTEBESTR
Data, monitors en benchmarks Sensoren in 08 park Madestein
Digitale monitor 14 Groningen
26
Warmtenet Leiden
30
Beheer doet er toe!
organisatie beleid & beheer geld & kwaliteit
Cyber Adviseurs voor buitenruimte maakt zichtbaar hoe uw organisatie ervoor staat en ondersteunt met glasheldere instrumenten. Benieuwd hoe? Bel (0172) 63 17 20 of mail naar info@cyber-adviseurs.nl
16P_185x120_adv
www.cyber-adviseurs.nl
adv_cyber_stadswerk_100x143.indd 1
14-03-12 12:01
HÉT TOONAANGEVENDE EVENEMENT VOOR DE NATIONALE WATERBRANCHE
19, 20 & 21 MAART 2019 #2b3990
#05a5d8
EVENEMENTENHAL GORINCHEM #2b3990 80%
#2b3990 60%
#2b3990 40%
#5cb3de
#87c2e5
#aed3ec
#2b3990 20%
#0082be
GRATIS TICKET MET CODE 71957219 #d5e6f4
#006838
#0071b9
#594a42
#2a5698
#0199d6
#231f20
WWW.AQUA-VAKBEURS.NL TWITTER.COM/AQUA_RIO_EH
AQUA_210x297_adv_Basis 2019.indd 16
22/01/2019 11:28
INHOUD 17 SPECIAL ONKRUID- EN
t
ONGEDIERTEBESTRIJDING
HEMA DATA, MONITORS EN T BENCHMARKS
• ‘Liever bestrijden met gereedschapskist dan met gif’ • Nu echt eens milieuvriendelijk en
06
efficiënt aan de slag?
Doen we het goed?
• Seizoens- of totaaloplossing?
Van de bestuurstafel - Gerdo van Grootheest
08
Infrarood in het groen
10
Benchmark geeft inzicht
13
Leren van Max Verstappen
14
Milieu, gezondheid en leefbaarheid in beeld
• Ziet u ook zoveelJapanse duizendknoop en berenklauw woekeren?
Monitoring in Haags Landschapspark Madestein Pim Quist en Jeroen Drabbe
Inzicht, vergelijken en leren met benchmark voor beheer openbare ruimte - Marc de Jong
Column - Marc de Jong
Provincie Groningen zet digitale monitor en ‘lucht-app’ in - Michiel G.J. Smit
ARTIKELEN 26
Warmtenet als katalysator van duurzame energie Woningcorporaties en VvE’s geven impuls aan duurzame warmte in Leiden Lynsey Dubbeld
29
De Kleine Zeemeerman Van de straat - Gert-Jan Hospers
30
Beheer doet er toe! NVRD en Stadswerk starten project om belang van beheer aan te tonen Anneloes Voorberg
31
Over kruitdampen en groene vooruitzichten Column - Bas Boonstra
26
32
Integraal rekenen aan een klimaatadaptieve leefomgeving Model 3Di brengt alle stedelijke waterdomeinen samen Jordie Netten en Jelle Buma
36
Britse bomen Stadswerk Internationaal - Ronald Loch
37
Stedelijkheden Stadswerk-columns van Gert-Jan Hospers gebundeld
EN VERDER 36
04 Nieuws et cetera 38 Stadswerk.nieuws
01/2019 Stadswerk magazine 3
NIEUWS
Zwolle en ROVA starten proef tegen eikenprocessierups De gemeente Zwolle is samen met ROVA, dat
De eikenprocessierups zorgt in Nederland
actief is rond afvalbeheer en beheer van de
van half mei tot augustus voor ongemak.
openbare ruimte, een proef gestart tegen de
Na contact met de brandharen kan men
eikenprocessierups. Met de proef willen de
klachten als jeuk, huiduitslag en irritatie
partijen de rupsen bestrijden met behulp van
aan de ogen of luchtwegen krijgen. ‘We zijn
hun natuurlijke vijanden: koolmeesjes en
als gemeente steeds op zoek naar duurza-
pimpelmeesjes. Om de meesjes op de goede
me oplossingen voor het beheer van het
plek te krijgen, zijn veertig nestkasten opge-
groen en de buitenruimte’, aldus wethouder
hangen aan de eiken aan de Zwartewateral-
William Dogger. ‘Zo zorgen we ervoor dat
lee, tussen de Mozartlaan en de Rijnlaan. Om
de openbare ruimte in Zwolle niet alleen
de start van de proef te markeren, plaatste
schoon en veilig is, maar ook aantrekkelijk
Wethouder William Dogger de eerste nest-
voor dieren en planten.’
kast aan een boom aan de Zwartewaterallee.
Bron: www.zwolle.nl
NL Greenlabel en IPC Groene Ruimte slaan handen ineen NL Greenlabel en opleidingsinstituut IPC Groene Ruimte zijn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. Deze werd 9
Gemeente Zutphen aansprakelijk voor letsel door vallende tak
januari jongstleden officieel bekrachtigd met de ondertekening
De gemeente Zutphen is aansprakelijk voor het ernstige letsel dat
van de overeenkomst door Lodewijk Hoekstra (founder van NL
een toerist in de zomer van 2015 opliep toen een grote tak van een
Greenlabel) en Erik Poelman (directeur IPC Groene Ruimte).
kastanjeboom op haar viel. De gemeente moet de schade die zij lijdt door het ongeluk betalen, oordeelde de rechtbank in Zutphen
NL Greenlabel helpt bedrijven, overheden en consumenten om
onlangs.
duurzame ambities meetbaar te maken en daadwerkelijk te komen tot een aantoonbaar gezonde woon-, werk- en leefom-
De vrouw wilde op 16 juli 2015 een boottocht maken in Zutphen. De
geving, waarbij het groen/de natuur en de mens centraal staan.
kastanjeboom staat bij de opstaplocatie van de toeristische fluis-
Als opleidingsinstituut in de groene sector voorziet IPC profes-
terboot. Een van de hoofdtakken brak af en kwam op de vrouw en
sionals in deze sector van kennis en vaardigheden door oplei-
vijf anderen terecht. De vrouw raakte ernstig gewond. In februari
dingen en trainingen. De samenwerking biedt NL Greenlabel
van dat jaar had een deskundige de gemeente al geadviseerd om
een extra platform om zijn kennis over te dragen en te vertalen
verder onderzoek te doen, de kastanje was in 2012 al een ‘risico-
naar praktische handvatten
boom’ genoemd. Ook de coördinator van de fluisterboot had de
en tools waarmee professio-
gemeente al gewaarschuwd voor de slechte staat van de boom.
nals direct aan de slag kunnen. Door de samenwerking
De gemeente heeft de plicht om de bomen op haar grondgebied te
kan IPC Groene Ruimte ge-
onderhouden en de conditie ervan te controleren. Volgens de recht-
bruikmaken van de kennis die
bank is de gemeente tekortgeschoten in haar zorgplicht, omdat al
NL Greenlabel in huis heeft en
tijden bekend was dat de conditie van die kastanjeboom matig was
deze vertalen naar praktische
en de boom kwalen had, waaronder de kastanjebloedingsziekte.
opleidingen en trainingen.
4 Stadswerk magazine 01/2019
Smart Traffic van Sweco wint prijs Ingenieursadviesbureau Sweco heeft op 16 januari de Infratech Innovatieprijs Cobouw Publieksprijs in ontvangst genomen voor Smart Traffic. Waar andere systemen individuele voertuigen pas herkennen wanneer deze over een lus in de weg rijden, combineert Smart Traffic data vanuit GPS-systemen, lussen in de weg en camera’s. Daarmee berekent het systeem de meest optimale doorstroming en past de aansturing van de verkeerslichten hier op aan. In september 2018 werd het eerste systeem in Helmond in gebruik genomen. In het Special magazine Smart Cities uit 2017 van Stadswerk is over Smart Traffic een artikel gepubliceerd. Dit kunt u lezen op www.stadswerk.nl/Themasenprojecten/socialreturn/ smartcities/default.aspx.
Energietransitie versnellen met hulp van de Omgevingswet Hoe kunnen de instrumenten van de Omgevingswet gemeenten helpen bij het bereiken van de eigen klimaat- en energiedoelstellingen? Dit is de vraag die centraal staat in het kennis- en leertraject van Platform31 dat begin 2019 van start gaat. Er is plek voor acht gemeentelijke pilots, die onder begeleiding aan de slag gaan met deze vraag. Andere geïnteresseerden kunnen in een tweede ring meedenken en meeleren. Aanmelden kan tot en met 11 februari bij Platform31. Bron: www.vng.nl
Bron: www.sweco.nl
Den Haag wint MKB INFRA AanbestedingsAward
Staatssecretaris IenW opent eerste circulaire viaduct Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van
De MKB INFRA Aanbe-
Veldhoven heeft onlangs het eerste betonnen circulaire viaduct
stedingsAward 2019 is
van Nederland geopend. Het viaduct nabij Kampen is een initia-
gewonnen door de ge-
tief van Rijkswaterstaat, aanne-
meente Den Haag. De
mer Van Hattum en Blankevoort
jury constateert dat het
(VolkerWessels) en prefab-bou-
MKB in Den Haag eerlij-
wer Consolis Spanbeton.
ke kansen krijgt en werkt met een zorgvuldig uit-
Het dek van het circulaire viaduct
gewerkt en deugdelijk aanbestedingsbeleid. Het motto van de op-
bestaat uit veertig betonnen
drachtgever is ‘de markt zijn we samen’. Ook worden nieuwe ontwik-
elementen en kan volledig en
kelingen in de aanbestedingsmarkt, zoals de handreiking
ongeschonden worden gede-
tenderkosten meteen opgepakt. Het inkoopbeleid van de gemeente
monteerd, verplaatst en op een
Den Haag is niet alleen professioneel en up to date, maar ademt
nieuwe locatie herbouwd. Waar
ook de Marktvisie, aldus het juryrapport.
reguliere viaducten na dertig tot vijftig jaar worden gesloopt, is
Juryvoorzitter Rene Fronik roemde namens MKB INFRA op 17 janu-
de levensduur van het circulair
ari jongstleden tijdens Infratech uitvoerig de kwaliteiten van de drie
viaduct met 200 jaar ongeveer zes
finalisten. Maar in een ‘close-finish’ versloeg Den Haag de andere
keer zo lang. Bij het innovatieve ontwerp van het viaduct
genomineerden: de gemeenten Almere en Raalte. MKB INFRA prijst
zijn diverse circulaire principes toegepast. Bijzonder is bijvoor-
zich gelukkig met het grote aantal kandidaten dat door haar leden
beeld dat de elementen als ‘LEGO-blokjes’ in elkaar grijpen met
voor de award werd voorgedragen. Dat laat zien dat gemeenten oog
nokken, dat de voorspanningskabels niet zijn ingestort en dat de
hebben voor de kwaliteiten en het belang van de MKB-bedrijven
tussen de betonnen elementen gebruikte voegen weer kunnen
voor de lokale samenleving.
loslaten. Dit alles draagt bij aan hoogwaardig hergebruik.
01/2019 Stadswerk magazine 5
t COLOFON
VAN DE BESTUURSTAFEL TEKST GERDO VAN GROOTHEEST Voorzitter Vereniging Stadswerk Nederland
Stadwerk magazine wordt tien keer per jaar uitgegeven door de Vereniging Stadswerk Nederland, de beroepsvereniging voor professionals die werkzaam zijn in de fysieke leefomgeving, in samenwerking met Virtùmedia. Stadswerk is aangesloten bij IFME (International Federation Municipal Engineers) WUPA (World Urban Parks Association) Secretariaat Vereniging Stadswerk Nederland Bezoekadres Kantorencomplex Bouwstede Galvanistraat 1 6716 AE Ede (Gelderland) Postadres Postbus 416 6710 BK Ede T 0318 69 27 21 F 0318 43 76 53 E info@stadswerk.nl www.stadswerk.nl Leden ontvangen het tijdschrift gratis. Aanmeldingen, wijzigingen en opzeggingen van het lidmaatschap dienen schriftelijk te geschieden bij het secretariaat van de vereniging. Redactie Stadswerk magazine Michiel Smit, hoofdredacteur (michiel.smit@stadswerk.nl) Philip Fokker (Product & Materiaal) Marc de Jong (Antea Group) Marika Kerstens (gemeente Waddinxveen) Louise Kok (Stadswerk) Pim Quist (gemeente Den Haag) Gert Visser (Movares) Uitgever Virtùmedia Pepijn Dobbelaer Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 06 77 E pdobbelaer@virtumedia.nl Losse abonnementen Deze kunnen schriftelijk tot uiterlijk 30 november van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch een jaar velengd. Abonnementsprijs €92,50 ex. btw. Losse nummers € 9,25 Basisontwerp en vormgeving Twin Media bv Druk Veldhuis Media, Raalte Advertenties Virtùmedia Albert van Kuijk en Rob van der Linden Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 0677 F 030 691 3312 E avankuijk@virtumedia.nl rvanderlinden@virtumedia.nl www.virtumedia.nl Coverfoto (foto: Antea Group) © Copyright 2018 Niets uit deze uitgave mag woden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 0927-7641
Doen we het goed?
D
ag in dag uit zetten we ons in om de openbare ruimte tot een aangename en goed functionerende plek te maken. Tal van innovaties helpen ons om dat steeds beter te doen en de euro’s steeds effectiever te besteden. Denk bijvoorbeeld aan slimme verkeerslichten en samenwerkingsmodellen om overlast bij werkzaamheden te minimaliseren. We hopen dat de keuzes die we daarbij maken de juiste zijn. Maar als professionals willen we meer dan alleen hopen; we willen het ook weten. We kunnen de stormachtige ontwikkeling van datamanagement inzetten om een steeds realistischer beeld van onze prestaties te krijgen en erop te sturen. Zo zien we dat de gemeente Den Haag sensoren inzet om het gebruik van park Madestein in beeld te brengen. Uiteraard is privacy hierbij een belangrijk aspect, maar omdat de sensoren alleen hitte meten, kunnen er op geen enkele manier persoonsgegevens aan de data worden gekoppeld. Met de gegevens kan de gemeente het park zo inrichten dat het nog beter voldoet aan de wensen van de parkgebruikers.
Soms is het ook goed om prestaties in de openbare ruimte te vergelijken met die van andere gemeenten. Daarvoor hebben Antea Group en CROW in opdracht van de G4 (later aangevuld met Arnhem en Eindhoven) een benchmark voor het beheer van de openbare ruimte ontworpen. Soms vraagt dat aanpassingen in de reeds bestaande beoordelingssystematiek, maar de deelnemers vinden de voordelen van vergelijking zo groot dat ze de aanpassingen graag doen. De benchmark is als open source inmiddels voor alle gemeenten te gebruiken. Ook de provincie Groningen wil graag open en eerlijk kunnen zien wat het effect van haar beleid is. Ze zet daarvoor digitale milieumonitors in en ontwikkelde een ‘lucht-app’ om goed met bewoners en bedrijven over de resultaten te kunnen communiceren. En door de inrichting van de monitors goed te doordenken en partijen van tevoren te raadplegen, kunnen gemeenten en andere overheden hier ook op inhaken, zodat de gecombineerde beelden steeds meer overeenkomen met de werkelijkheid zoals die door de burger wordt ervaren. Vereniging Stadswerk volgt de ontwikkelingen rond datamanagement op de voet en stimuleert deze ook. Dit themanummer vormt hieraan een bijdrage, en ook met ons jaarthema ‘Connectiviteit’ is dit aspect goed verankerd in onze activiteiten. Want net als u willen we graag up-to-date zijn en dankbaar gebruik maken van de mogelijkheden die nieuwe technieken en inzichten ons bieden.
ADVERTORIAL
In 2019 eindelijk eens milieuvriendelijk en efficiënt aan de slag met onkruid?
C
hemievrije onkruidbestrijding is standaard geworden in de gemeentelijke sector. Maar heeft niet elke gemeente ook het hogere doel om de uitstoot van roet en stikstofoxiden te minimaliseren? In de politiek en pers wordt er veel over gesproken en geschreven. Glyfosaat mag niet meer, vele andere middelen ook niet, en straks word je ook voor het gebruik van diesel bestraft. Hoe combineer je zoiets nu in een verstandig en efficiënt onkruidbeheersplan? Vooral met betrekking tot de huidige eis van gereduceerde uitstoot niveaus en wellicht ook toekomstige diesel rijverboden, is het in feite niet langer gerechtvaardigd om in stedelijk gebied onkruid te bestrijden met behulp van een diesel aangedreven brander Het is bewezen (bron: studie Wageningen/Gent/Kopenhagen) dat bestrijding met heet water effectiever is dan andere niet-chemische methoden, maar er zijn op veel gebieden nog mogelijkheden voor optimalisatie. Wat te denken van bijvoorbeeld van het gebruik van LPG gas om water te verwarmen? De nieuwe BioMant-ONE/TWO van Mantis is naast diesel, ook met een gasbrander te verkrijgen, en dit alles heel stil aangedreven met accupakket. Daarmee is ook het stikstofoxide probleem voor een groot deel opgelost en behoort roetuitstoot en overmatig machine lawaai tot verleden tijd. Hiermee kan men dus echt milieubewust aan de slag!
En niet alleen het milieu plukt hier de vruchten van maar ook voor werknemers, opdrachtgevers en bewoners in de buurt van te behandelen gebieden zijn de voordelen evident ten opzichte van conventionele, door diesel aangedreven machines: • • • •
Tot 70% lagere uitstoot van stikstofoxide Geen roetuitstoot Bijna tot nul gereduceerd lawaai niveau LPG is in gebruik veel goedkoper dan diesel
Met de BioMant-ONE-LPG biedt Mantis dus een toekomstgerichte, milieuvriendelijke oplossing. Mantis biedt met de nieuwe 2019 modellen heel veel op- en aanbouw mogelijkheden op werktuigdragers, aanhangers en (pick-up) trucks. Voor kleinere objecten is het z.g. Compact model verder door-ontwikkeld en nu ook beschikbaar in vele op- en aanbouw varianten. Naast heet water, biedt Mantis ook nog andere oplossingen voor uw onkruidproblemen. Voor meer informatie: https://www.mantis-ulv. com/nl/onkruidbestrijding
Monitoring in Haags Landschapspark Madestein
Infrarood in het groen Flessenpaal met sensor in Madestein.
Gebruikers komen steeds vaker centraal te staan bij ontwikkelingen en investeringen in de buitenruimte. Maar naast autotellingen en bezoekers in winkelstraten weten we nog bar weinig van het daadwerkelijk gebruik van de buitenruimte. Gemeente Den Haag meet vanaf dit najaar de aantallen bezoekers van het park Madestein.
D
e gemeente wil meer te weten komen over het gebruik van het park Madestein in een snel veranderende omgeving. Madestein is een van de parken aan de rand van de stad. In de omgeving van Madestein gebeurt veel, zoals nieuwbouw in de wijk Vroondaal. Landschapspark Madestein is in 1969 aangelegd. Het is een park met diverse recreatieve routes en een grote recreatieplas, die ingeklemd wordt tussen Vroondaal en Vroondaal Zuid. Deze nieuwe woonwijken worden gebouwd op voormalig kassenterrein aan de rand van Den Haag.
Metingen met sensoren Vanaf eind 2018 meten sensoren de bewegingen in het park. Zo kijkt de gemeente welke paden het meeste gebruikt worden en op welke plekken de meeste bezoekers komen. De komende jaren worden de metingen gecontinueerd om goed inzicht te krijgen in het gebruik van Madestein. Door te meten krijgt de gemeente betrouwbare cijfers over het daadwerkelijk gebruik van routes en bezoek van diverse locaties in het park. Gedrag van bezoekers wordt in kaart gebracht en gekoppeld aan invloeden zoals weersomstandigheden, seizoenen en evenementen. 8 Stadswerk magazine 01/2019
TEKST PIM QUIST, Gemeente Den Haag, JEROEN DRABBE, AbelLeisure
Met dertien infraroodsensoren worden op evenzoveel plekken de bewegingen van bezoekers in Landschapspark Madestein gemeten. Met deze slimme techniek, ontwikkeld door AbelLeisure, kunnen eenvoudig gebruikers op wandelpaden, fietspaden en ruiterpaden worden gemeten. Flessenpalen, zoals ook in gebruik voor de standaard bebording, worden voorzien van een draadloze infraroodsensor die beweging detecteert. Elke sensor genereert data over het aantal bewegingen, het moment van detectie en de duur van het bezoek.
Geen camera’s Gemeente Den Haag en AbelLeisure benadrukken dat de bewegingssensoren geen camera’s zijn. Naast het registreren van de beweging wordt verder niets vastgelegd van de bezoekers zelf: geen herleidbare of privacygevoelige informatie die indruist tegen de AVG of ethiek. De sensoren registreren uitsluitend beweging met behulp van warmte en meten zo de aanwezigheid en verblijfsduur van een persoon in het meetveld van de sensor. De verkregen data worden via een radiosignaal verzonden naar een centrale server. De ingezette innovatieve techniek maakt gebruik van het LoRa-netwerk. LoRaWAN (Long Range Wide Area Network) is een telecommunicatienetwerk waarbij data over lange afstand van en naar draadloze sensoren kunnen worden verstuurd. Deze toepassing past in de opkomst van Internet of Things (IoT), waarbij apparaten gekoppeld worden aan internet om gegevens te kunnen uitwisselen. AbelLeisure heeft inmiddels al ruime ervaring met het gebruik van de sensoren en het transporteren van data via het LoRa-netwerk. Momenteel wordt al op meer dan 350 locaties in Nederland gebruik gemaakt van het systeem, met gemeenten, provincies en recreatieschappen als opdrachtgever.
Zoektocht In Den Haag is de methodiek nieuw en onderdeel van enerzijds de zoektocht naar het goed kunnen meten van het gebruik van de (groene) buitenruimte en anderzijds om ervaring op te kunnen doen met nieuwe vormen van technologie die bruikbaar ingezet kunnen worden voor de stad. De geregistreerde data kunnen geraadpleegd worden in een online monitor
Close-up van een infraroodsensor.
van waaruit de gegevens op verschillende manieren gepresenteerd kunnen worden in tabellen of grafieken. Exporteren van de ruwe data voor gebruik in andere programma’s of dashboards is ook mogelijk. Met kennis over het gebruik van Madestein kan de gemeente de inrichting en het beheer van het park beter afstemmen op de wandelaars, fietsers en overige recreanten. De toename van bewoning rondom het park zal het gebruik ervan intensiveren. Dit vraagt een andere inrichting en programmering van de diverse gebruiksfuncties, zoals wandelen, fietsen, zwemmen, zonnebaden en uitlaten van de hond. Door de continue monitoring wil de gemeente deze veranderingen inzichtelijk maken. Zo kan zij onderbouwde keuzes maken voor de toekomstige inrichting en programmering.
WEBSITES www.abelleisure.nl www.denhaag.nl
01/2019 Stadswerk magazine 9
Inzicht, vergelijken en leren met benchmark voor beheer openbare ruimte
Benchmark geeft inzicht
CROW en zes grote gemeenten ontwikkelden een benchmarksystematiek voor beheer. Deelnemers geven aan dat benchmarken bijdraagt aan het ‘in control’ zijn. Het geeft bovendien inzicht in kwaliteit, kosten en prestaties van de assets, als basis voor vergelijking met de buren.
‘H
oe is de kwaliteit van het centrum en wat zijn onze kosten in verhouding tot soortgelijke gemeenten? Vergelijk onze prestaties op een eenduidige manier.’ Dat was de kern van de opdracht die de directeuren van de G4-gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, later aangevuld met Arnhem en Eindhoven aan hun organisaties gaven. De directeuren wilden meer inzicht in hun beheerprestaties en een goede vergelijking: ‘appels met appels’.
10 Stadswerk magazine 01/2019
CROW werd gevraagd om dit proces te begeleiden en daarbij een landelijke CROW-systematiek te ontwikkelen. Zodat álle gemeenten in Nederland zich op een eenduidige, uniforme en standaardwijze met elkaar kunnen benchmarken. Deze benchmarksystematiek is nu beschikbaar als kennismodule op de CROW website. Antea Group was betrokken bij dit proces en verzorgt een eigen benchmark.
Een benchmark bijeenkomst van de G4. (foto: Antea Group)
TEKST MARC DE JONG, Antea Group en redactie Stadswerk magazine
CROW BENCHMARKSYSTEMATIEK De CROW benchmarksystematiek richt zich op prestaties van verharding, groen en schoon. De systematiek omvat een standaardset aan arealen, beeldmeetlatten en kostenparameters, op drie verschillende abstractieniveaus. De uitvoeringskosten van verschillende assetclusters worden afzonderlijk van beleid en voorbereiding in beeld gebracht. De benchmarksystematiek is in een online CROW kennismodule te raadplegen.
gemeenten. Dat plaatst jouw eigen prestaties in perspectief, waarna je kan leren van anderen. CROW vindt dat benchmarken hoort bij professioneel beheer; het is een essentieel onderdeel van de assetmanagement-fase ‘Monitoren & Analyseren’. Daarom heeft CROW een benchmarksystematiek gepubliceerd, zodat elke gemeente kwaliteit, kosten en arealen op dezelfde wijze kan registreren. De beheerprestaties worden hierdoor landelijk vergelijkbaar. Zo wordt benchmarking steeds nuttiger en leerzamer.’
Basis op orde: inzicht in de assets Lerende organisatie en professioneel beheer Nicole Borkens, afdelingsmanager bij Stadsbeheer in Rotterdam vertelt over de samenwerking met CROW en de G4: ‘We willen een lerende organisatie zijn en ons kunnen vergelijken met andere (grote) gemeenten: waar staan we en lopen we tegen dezelfde problemen aan? Dat vereist eenzelfde basis, met gelijke uitgangspunten, definities en begrippenkader. Zodat we geen appels met peren vergelijken. Ons doel is om samen op te trekken, zodat we het wiel niet vaker hoeven uit te vinden. Daarom zijn we samen met andere grote gemeenten, CROW en uitvoerders van benchmarks om de tafel gaan zitten.’ Deze samenwerking heeft geleid tot een CROW-publicatie voor een eenduidige benchmarksystematiek. Gelijktijdig met het ontwikkelen van de systematiek is ook een daadwerkelijke benchmark uitgevoerd met de grote gemeenten. ‘Een benchmark is voor gemeenten een prachtig instrument om zich te verbeteren’, stelt Harro Verhoeven van CROW. ‘Met benchmarken maak je je eigen prestaties inzichtelijk en kom je hierover in gesprek met collega-beheerders en andere
‘Wij werken volgens de principes van assetmanagement,’ vervolgt Borkens. ‘We willen een goed inzicht in onze assets, de kapitaalgoederen in de openbare ruimte: wat beheren we, met welke kwaliteit, tegen welke kosten? Assetmanagement betekent ook transparant zijn in de keuzes die we maken. Het gaat immers om overheidsgelden en het is van belang om deze goed te kunnen verantwoorden. Benchmarken helpt ons bij deze transparantie en verantwoording.’ Een benchmark helpt bij de ‘basis op orde’ krijgen van professioneel beheer: dat begint met weten wat je hebt en wat je opgaven zijn. Van basale zaken als het aantal vierkante meter per inwoner, tot de kwaliteit en euro’s per inwoner die besteed worden aan beheer, onderhoud en vervanging. De kosten per inwoner zijn voor bestuurders een relevante indicator voor de lastendruk.’ Peter de Visser, hoofd Stadsbeheer in Zoetermeer, vertelt: ‘Kijken en vergelijken is voor het management en de vakman erg nuttig. Een benchmark draagt bij aan een lerende organisatie. Voor mij is dat vooral zichtbaar in de voorfase, bij het op orde krijgen van de informatie over de assets. Je krijgt dan meer
Overzicht van de dashboards van de benchmark.
01/2019 Stadswerk magazine 11
BEWONER BEST TEVREDEN En de burger, waar we het voor doen? Die is best tevreden:
BENCHMARK BEHEER OPENBARE RUIMTE
de leefbaarheid in de woonomgeving scoort een 7,5 volgens
Antea Group werkte, samen met NVRD (schoon)
de Veiligheidsmonitor. Over de kwaliteit van wegen, groen en
en Wageningen Universiteit (groen), mee aan de
verlichting is ruim twee derde van de Nederlanders tevreden.
CROW benchmarksystematiek. Antea Group
De waardering van bewoners komt hiermee overeen met
verzorgt een landelijke Benchmark BOR (Beheer
ambitie ‘B’ in de woonomgeving van de meeste gemeenten.
Openbare Ruimte) voor alle kapitaalgoederen in de openbare ruimte. De benchmark omvat ambities van meer dan honderd gemeenten, BGT-arealen (Basisregistratie Grootschalige
inzicht in de assets waar je voor verantwoordelijk bent en de prestaties die je realiseert. Dat levert bewoners betere kwaliteit voor hun belastinggeld.’ Bram Brouwers, hoofd Beheer en Realisatie in Landerd sluit zich daar bij aan: ‘Ik gebruik de benchmark om te toetsen in hoeverre mijn beheerders snel de benodigde gegevens kunnen aanleveren. Heb je inzicht in alle gegevens en budgetten die voor jouw beheertaak van belang zijn? Die cijfers wil ik klaar hebben liggen voordat het bestuur erom vraagt. Dan kan ik gericht bijsturen en snel antwoorden’.
Gesprek belangrijker dan de cijfers ‘De benchmark heeft ons veel gebracht,’ vertelt Nicole Borkens. ‘Dat begon al bij het opschoonproces van onze beheerdata bij de eerste levering. Ons gemeentebestuur wilde aansluiting bij de landelijke standaard voor beeldkwaliteit. Daarom zijn we overgestapt van onze ‘eigen’ Rotterdamse productnormering (onze eigen beeldmeetlatten) naar de landelijke standaard beeldkwaliteit. Dat was een flinke stap, we meten nu op een andere manier en meer in detail, maar het wordt nu bij Stadsbeheer breed omarmd. De hiervoor benodigde basisgegevens kunnen we blijvend leveren en daardoor hebben we nu sturingsinformatie op verschillende niveaus.’ ‘Het vergelijken van de cijfers was toch spannend,’ vervolgt Borkens. ‘We merken dat openheid en ver-
WEBSITES www.anteagroup.nl/nl/diensten/ benchmark-openbare-ruimte/beheerprestaties-verbeteren www.crow.nl/thema-s/management-openbare-ruimte/ kosten,-baten-en-benchmarking/benchmarksystematiek
12 Stadswerk magazine 01/2019
Topografie) en CBS-budgetten van bijna alle 380 gemeenten. Een ‘Benchmark Light’ geeft gemeenten daarmee snel inzicht, met nauwelijks inspanning. Actieve deelnemers kunnen hun arealen, ambities, kosten en prestaties in detail vergelijken met gemeenten naar keuze. Een trendrapportage is kosteloos beschikbaar.
trouwen bij alle deelnemers belangrijk is, zodat er een veilige leeromgeving ontstaat.’ En de uitkomsten? ‘Er is echt een netwerk ontstaan tussen vakgenoten voor kennisuitwisseling van beleidsprogramma’s, tot beheer en praktische uitvoering. De benchmarkcijfers helpen om vanuit een gelijksoortige uitgangspositie in gesprek te gaan over de gemaakte keuzes, achtergronden rond assets, of organisatie en werkwijzen. Daardoor kun je veel van elkaar leren. De cijfers zijn natuurlijk interessant, maar het gesprek erover is voor ons vele malen belangrijker dan de cijfers zelf.’
Heel Holland benchmarkt De CROW benchmarksystematiek staat inmiddels en is beschikbaar voor alle gemeenten. Om goed te kunnen benchmarken, zijn gegevens van een zo groot mogelijk groep nodig zodat je kunt vergelijken met gemeenten met dezelfde kenmerken. Gemeenten meten hun prestaties af aan de eigen doelen. Goed is een relatief begrip, een vergelijking met anderen helpt om te relativeren en je positie te bepalen. Harro Verhoeven van CROW roept gemeenten op te gaan benchmarken: ‘Ik adviseer elke gemeente mee te doen aan benchmarks voor schoon, groen of verhardingen die gebruik maken van de CROW-benchmarksystematiek!’
COLUMN TEKST MARC DE JONG, Antea Group en redactie Stadswerk magazine
Leren van Max Verstappen Ja, ook ik kijk de laatste tijd regelmatig naar de prestaties van Max Verstappen in de Formule 1. Rondetijden, bandentypen en bijbehorende pitstopstrategieën vliegen je om de oren. De Formule 1 is bij uitstek een sport waarin ontzettend veel data verzameld worden en waarin teams heel goed inzicht hebben in hun eigen prestaties én die van de ander. Een sport waarin meteen geanticipeerd wordt op de acties van de concurrent en waar het zinvol betekenis geven aan de bulk aan data bepalend kan zijn voor winst of verlies. Ook in de wereld van de openbare ruimte wordt snel geanticipeerd. Een paar jaar geleden had nog niemand van een bio-based brug gehoord en nu is dat al heel gewoon. Smart city, big data, IMBOR, vervangings opgave en klimaatadaptatie zijn zomaar enkele zaken waar de moderne beheerder rekening mee moet houden. Een professionele beheerorganisatie móet leren en zich blijven ontwikkelen om toekomst bestendig te zijn. Leren doe je door je eigen situatie helder in beeld te brengen en door je eigen prestaties te vergelijken met die van anderen. Leren door je te verwonderen over de verschillen (of juist de overeenkomsten), leren door vragen te stellen, door op zoek te gaan naar ‘best practices’ of - misschien nog wel beter - ‘best questions’. Maar vooral ook door de wil om jezelf, de organisatie en de werkprocessen te verbeteren. Daarom roep ik gemeenten op om mee te doen met benchmarks. Benchmarken is essentieel voor de beheerder die toekomstgericht bezig wil zijn. Natuurlijk gaat de vergelijking met Max Verstappen en zijn Formule 1-wereld niet altijd op voor de openbare ruimte. In ons werkveld is het geen race, het gaat niet om winnen en het is niet zo’n apenrots waar er maar één in het stoeltje kan zitten. Maar er zijn meer overeenkomsten dan op het eerste gezicht lijkt: naast de al genoemde noodzaak tot verbeteren, gaat het in onze we-
reld ook om grote bedragen voor investering en onderhoud, speelt de kwaliteit van het asfalt een rol, kijken er dagelijks miljoenen mensen naar het resultaat van ons werk en is teamwork van groot belang om de machinerie draaiend te houden.
Ook in onze wereld is teamwork van groot belang om de machinerie draaiend te houden Om terug te keren naar de Formule1: Max kijkt tijdens de race met zijn team naar het optimale moment van een pitstop. En vooraf maken ze een bandenkeuze: welke snelheid kun je hiermee maken, welke ‘race-pace’ en wat verwacht je van de prestaties van de ander. ‘Onze’ Max is blijkbaar bovengemiddeld goed in het verlengen van de levensduur van zijn banden. Daarmee heeft hij niet de beste of de duurste auto, maar doet hij toch mee in de top van het klassement. Daar kun je van leren. Stap ook in in het nieuwe benchmarkseizoen. Er zijn nog stoeltjes vrij voor de komende benchmarkronde. En in tegenstelling tot de Formule 1, wint bij bench marken iedereen die meedoet en bereid is om te delen, te leren en verbeteren. Deze column is een bewerking van een blog van Marc de Jong dat is te vinden op www.crow.nl/blog/oktober-2018/ wat-de-beheerder-openbare-ruimte-kan-leren-van-max.
Website: www.anteagroup.nl/benchmarkbor
01/2019 Stadswerk magazine 13
Provincie Groningen zet digitale monitor en ‘lucht-app’ in
Milieu, gezondheid en leefbaarheid in beeld Wat doet geuroverlast met de gezondheid en leefbaarheid van omwonenden? En hoe kun je dat als bevoegd gezag beïnvloeden? Met de digitale milieumonitor en de ‘lucht-app’ heeft de Provincie Groningen geavanceerde en doeltreffende instrumenten in handen voor dit soort vragen. In de geest van de Omgevingswet en bovendien een bruikbare kapstok voor gemeenten.
I
n Delfzijl en het Eemshavengebied zit het op twee na grootste chemiecluster van Nederland (na Rotterdam en Terneuzen). Dat geeft onvermijdelijk milieuoverlast voor de omgeving. Het is dan ook niet meer dan logisch dat in de omgevingsvisie van de Provincie Groningen de wens wordt geuit om hier meer greep op te krijgen. Menno Apperlo geeft hier als programmamanager bij de provincie invulling aan. ‘Om goed zicht te krijgen op de gevolgen van milieuoverlast voor de omgeving en de effecten van ons beleid hebben we een digitale milieumonitor ontwikkeld. Daarnaast hebben we voor bewoners en bedrijven rondom het bedrijventerrein Oosterhorn in Delfzijl een zogeheten “lucht-app” ontwikkeld. Zij kunnen daarin aangeven welke geuroverlast waar en wanneer wordt ervaren en waar het vandaan komt.’
Milieu en gezondheid verbinden De digitale milieumonitor onderscheidt een aantal thema’s, zoals geur, geluid en lucht. ‘Er zijn hierbij ook gezondheidsindicatoren in het geding; we hanteren hiervoor de zogeheten GES-scores’ 1, zegt Jet Tolsma. Zij is als projectleider milieubeleid bij de provincie 14 Stadswerk magazine 01/2019
betrokken bij de ontwikkeling van de monitor. ‘GESscores zijn gemaakt in opdracht van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Infrastructuur en Waterstaat als kwantitatieve methodiek om lokale gezondheidseffecten van stedelijke ontwikkelingsprojecten zichtbaar te maken. Ze variëren van “zeer goed” (0) tot “onvoldoende” (6) en “zeer onvoldoende” (8). We kunnen deze scores koppelen aan milieuonderwerpen waar we als provincie voor aan de lat staan en kijken welke invloed ons beleid daarop heeft. Daarmee hebben we een heel interessant instrument in handen om effectief milieubeleid te voeren.’ In Delfzijl en het Eemsmondgebied wordt de monitor gebruikt om te volgen of de milieuruimte gewaarborgd blijft en of het provinciale beleid werkt: doet de
Kaartbeeld uit de monitor, toegepast op Delfzijl en omgeving.
TEKST MICHIEL G.J. SMIT, Redactie Stadswerk magazine
Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta, Groningen Seaports , de GGD en de Natuur en Milieufederatie. Met deze partijen hebben we in kaart gebracht welke belangen er zijn, hoe die samenhangen en hoe we dat in de app laten terugkomen. Zo bleek dat bewoners niet alleen behoefte hebben aan een kaart met gegevens, maar ook een meetnet met palen waar ze zelf de informatie uit af kunnen lezen. Dat meetnet is nu gerealiseerd.’
Directe link met eigen beleid Luchtfoto van het terrein van ESD in Farmsum (bij Delfzijl), een belangrijke veroorzaker van geuroverlast in het gebied. (foto: lubrafil.nl)
provincie de goede dingen en doet ze dit goed? Apperlo: ‘In dit gebied speelt geurhinder een relatief grote rol. Dat heeft alles te maken met het chemische cluster dat daar zit. Met name één bedrijf, ESD, is verantwoordelijk voor een groot deel van de geuroverlast. We kunnen mede dankzij de monitor goed laten zien hoeveel “geurruimte” er is voor een verantwoord gezondheidsniveau, hoeveel daarvan aan ESD vergund is en wat gedaan zou kunnen worden om het terug te dringen. Met de monitor in de hand kunnen we samen op zoek gaan naar de beste oplossingen. Die hebben bovendien meer draagvlak omdat iedereen kan zien aan welke knoppen we kunnen draaien en wat de afwegingen daarbij zijn.’
Lucht-app Aanvullend op de monitor is voor Delfzijl en omgeving een ‘lucht-app’ ontwikkeld. De bedoeling van de app is om te achterhalen waar en wanneer geuroverlast wordt ervaren, om wat voor stof het gaat, wat de oorzaak is en hoe lang het gaat duren. Door die uitwisseling van informatie wordt de ervaren overlast minder; het helpt als je weet wat het is, waar het vandaan komt en hoe lang het gaat duren. Er is momenteel een pilot gaande waar vier bedrijven op industriegebied Oosterhorn (inclusief ESD) en veertig bewoners aan meedoen. Wendy Veenstra is als projectleider betrokken bij de ontwikkeling van de app. ‘Om te zorgen dat de app door iedereen gedragen wordt, is deze gezamenlijk ontwikkeld met onder meer bewoners, bedrijven,
Volgens Apperlo zit de grootste winst van de milieumonitor en de lucht-app erin dat de link met het eigen beleid direct wordt gelegd. ‘Veel monitors zeggen niets over de oorzaak van de optredende effecten. Wij proberen echt onze provinciale rol onder de loep te nemen, of dat nou goed uitpakt of niet. We willen ook graag dat andere partijen met ons meekijken en -denken, geheel in de geest van de Omgevingswet. Het is daarbij belangrijk dat je het in het begin eens wordt over de te hanteren meetmethodieken. Anders lopen toekomstige gesprekken daar telkens op vast. Het vergroot bovendien de kans dat andere partijen zoals gemeenten hun instrumenten erop aan laten sluiten. Dat is belangrijk want hoe meer partijen zich aansluiten, hoe meer het beeld overeenkomt met wat burgers concreet ervaren, of de provincie hier nu voor aan de lat staat of een andere partij.’
De lucht-app, bedoeld om communicatie tussen bewoners, bedrijven en provincie te bevorderen.
Noot 1.
Zie bijvoorbeeld www.infomil.nl/onderwerpen/geluid/ thema/gebiedsontwikkeling/instrumenten/ es voor meer informatie over de GES-score.
WEBSITES destaatvangroningen.nl/milieumonitor.html (deze link is naar verwachting vanaf eind eerste kwartaal 2019 beschikbaar)
01/2019 Stadswerk magazine 15
DE NIEUWE MANIER OM ONKRUID TE BESTRIJDEN. Wij ontwikkelen & produceren in Duitsland
ater 500
ADLER He
ADLER Heater 1000/1400
ie rstel W-Ser
Verbaasd dat uw advertentie hier niet staat?
Onkruidbo
ADLER
Infrarood Technologie
100% Chemie vrij
+ 31 6 24764353 · j.withag@adler-arbeitsmaschinen.nl www.adler-arbeitsmaschinen.nl
UNTMANAGER NEEM CONTACT OP MET UW ACCO OF 22 - AVANKUIJK@VIRTUMEDIA.NL ALBERT VAN KUIJK - 030 – 69338 - RVANDERLINDEN@VIRTUMEDIA.NL 95 30312 – 030 N LINDE DER ROB VAN
ADV_SWM_adverteren.indd 35
prijsvraag Brood & Spelen 1e prijs inzending Sterboeren
tlulandschapsarchitecten.nl
24-01-19 10:24
FOTOGRAFIE: FOUGHT70
SPECIAL
Onkruid- en ongediertebestrijding Allereerst de beste wensen voor 2019! Ook in het komende jaar zullen wij u proberen te verrassen met bijzondere projecten die in de openbare ruimte in de Nederlandse gemeenten plaatsvinden. In de eerste special van dit jaar hebben wij besloten om ongediertebestrijding als thema toe te voegen aan de bestrijding van onkruid. Dit heeft geresulteerd in het stuk van B2 Blue Pest Control, waarin u leest hoe u, zonder het gebruik van pesticiden, de strijd aan kunt gaan met ongedierte. Verder is Stadswerk altijd een van de voorvechters geweest van het bestrijden van onkruid zonder chemische middelen, zoals u als lid van de vereniging weet.
Het bestrijden van onkruid met heet water heeft sinds het verbod van chemische bestrijdingsmiddelen in de openbare ruimte een grote vlucht genomen. Een aantal van de aanbieders van deze methode hebben wij dan ook aan het woord gelaten in deze special.Zo werkt Meclean met een machine die multi-inzetbaar is, wat de terugverdientijd van de machine ten goede komt. Bij Mantis wordt de roetuitstoot en het overmatige machine lawaai van de bestrijdingsmachine aangepakt door een stil accupakket en LPG als brandstof. En Empas vertelt ons over de methode om invasieve exoten (zoals de berenklauw en Japanse duizendknoop) te bestrijden. 01/2019 Stadswerk magazine 17
SPECIAL TEKST PHILIP FOKKER, redactie Stadswerk Magazine
‘Liever bestrijden
met gereedschapskist dan met gif’
Situatie Meer en Vaart vóór.
B
ij ongediertebestrijding denken veel mensen aan het uitzetten van vallen en het verspreiden van gif. Voor de mensen van B2 Blue Pest Control zijn dit echter noodoplossingen. Ongedierte kan namelijk ook op veel andere, (milieu-)vriendelijkere manieren worden bestreden.
Bundelen van krachten Mark de Vries is manager van B2 Blue Pest Control, een samenwerking van de Zuid-Hollandse bedrijven B2Cleaning en de Blue Groep. Met vijfentwintig jaar ervaring in het vak, waarvan een groot deel bij de grootste landelijke ongediertebestrijder, vertelt De Vries met plezier over zijn ervaringen met grote opdrachtgevers, zoals verschillende gemeenten in Nederland. De Vries: ‘Door krachten te bundelen met de Blue Groep, wordt de kennis van onze ongediertebestrijding tak verbreed en daarmee ook ons serviceapparaat. Onze klanten, waaronder gemeenten, attractieparken, golfbanen en woningbouwverenigingen, profiteren daarvan.’
18 Stadswerk magazine 01/2019
Situatie Meer en Vaart ná.
Bestrijden zonder gif In veel gevallen kan ongedierte bestreden worden zonder naar giftige preparaten te grijpen, De Vries: ‘Ik bestrijd liever met de gereedschapskist dan met gif. Daarmee bedoel ik dat overlast vaak kan worden bestreden als je de primaire levensbehoeften van het ongedierte ontregelt. Als de verhouding tussen huisvesting, voeding, vocht en temperatuur in balans is, vaart ongedierte hier wel bij. Verstoor je echter een van deze pijlers, dan plant het ongedierte zich niet meer voort en verdwijnt in veel gevallen de overlast. Dit principe noemen we Integrated Pest Management (IPM). Zo kun je bijvoorbeeld voedselbronnen ontnemen door betere vuilnisbakken te plaatsen, de temperatuur aanpassen door beter in een ruimte te ventileren, luchtvochtigheid beter reguleren en effectieve wering aanbrengen. Allemaal zaken die wij samen met klanten bijhouden in een digitaal logboek en waardoor het gebruik van gif overbodig wordt gemaakt.’
Rattenprobleem ondermeer vergroot door gemeentebeleid Het bezuinigen op groenbeheer tijdens de crisis in combinatie met het ‘teruggeven’ van verantwoordelijkheden aan de burgers zijn een prima voedingsbodem gebleken voor het floreren van de rattenpopulatie. In Amsterdam is men om deze reden het project Stop de Rat begonnen (www.stopderat.nl), een educatief programma voor bewoners, want het rattenprobleem hangt samen met menselijk gedrag. De Vries: ‘Doordat gemeenten de bosschages in hun wijken lieten verwilderen tijdens de crisis, creëerden men onbedoeld kraamkamers voor ratten. Die bosschages bieden hen bescherming tegen natuurlijke vijanden, zoals vogels en vossen. In de gemeente Rijswijk (Zuid-Holland) zijn wij gevraagd om samen met ondernemers en bewoners, die met hun klachten bij de gemeente aanklopten, de rattenplaag in bepaalde wijken aan te pakken. En dat is goed gelukt, vooral omdat de gemeente inzette op samenwerking tussen verschillende partijen. Naar mijn mening is dat van groot belang voor het succesvol verlopen van ongediertebestrijding.’
Rattenhol onder bossage. In de val...
Knaag schade.
Samenwerking een must Volgens De Vries is ongediertebestrijding vooral een hands on aangelegenheid: ‘Adviseren is natuurlijk één ding. Maar in de praktijk moet je toch ook de mensen leveren en er, door samenwerking, voor zorgen dat niet alleen de plannen goed worden uitgevoerd maar ook dat afspraken voor het voorkomen van nieuwe plagen worden nagekomen. Het is echt zinloos voor een bestrijder om aan de slag te gaan als de omgeving niet meewerkt.’ Een praktijkvoorbeeld van goede samenwerking is een project in de Amsterdamse wijk Meer en Vaart, De Vries: ‘Hier had een kinderopvang last van ratten. Maar de beestjes hielden kwartier op het aangrenzende terrein, in een bosschages naast het politiebureau. Ik heb toen duidelijk gemaakt dat als de buren de bosschages niet zouden snoeien, ik niet eens een offerte durfde aan te bieden, omdat dat in mijn ogen dweilen met de kraan open zou zijn geweest.’ Zelf nemen de mensen van B2 Blue Pest Control ook een actieve houding aan als het gaat om de aanpak van een plaag. De Vries: ‘Je moet het gebied goed in de gaten houden. Als je besluit toch rattenkisten te plaatsen, dan moeten die wel verzwaard worden, zodat kinderen er niet bij kunnen. Maar er zijn ook rattenkisten die leeg blijven, die moeten worden verplaatst.’ Kortom, door het gebruik van Integrated Pest Management wordt vooraf een zorgvuldige afweging gemaakt van alle beschikbare bestrijdingstechnieken. Na een rapportage worden passende maatregelen getroffen en waar mogelijk samenwerkingsafspraken gemaakt met de omgeving. Met deze werkwijze bestrijdt u als gemeente niet alleen ongedierte. U ontmoedigt ook de verdere groei van plaagdierpopulaties en houdt interventies (vooral die met pesticiden) op een ecologisch verantwoord niveau. Daarnaast minimaliseert u met de B2 Blue Pest Control methode ook de risico’s voor de menselijke gezondheid en het milieu. Meer info: https://bluegroep.nl/facilitair/ pestcontrol/plaagdierbestrijding 01/2019 Stadswerk magazine 19
ADVERTORIAL
Snel onkruid verwijderen op bestratingen door slimme innovatie
‘W
ij blijven altijd aan het innoveren op het gebied van onkruidbestrijding op bestrating’, vertelt Richard Helmhout van Mixfillplus uit Leek. Doordat de machinebouwer ook een eigen afdeling groenbeheer heeft, is kunnen ze niet alleen machines voor anderen ontwikkelen en produceren, maar gebruiken ze deze ook zelf in de praktijk. Bijvoorbeeld de HS2400 (High speed) Hydraulisch aangedreven onkruidborstel.
Voordelen: • Door de borstelbreedte ben je in staat snel grote oppervlaktes bestratingen te borstelen. Hierbij kan je denken aan voetpaden, parkeerplaatsen, winkelcentra en bedrijfsterreinen. • De onkruidborstelmachine heeft een borstelbreedte van 1,2 meter (is gelijk aan vier stoeptegels) en kan hydraulisch uitgeklapt worden naar een borstelbreedte van maar liefst 2,4 meter. • Uniek onder de onkruidborstels: deze machine is volledig beschermd tegen opspattende steentjes die mogelijk passerende voetgangers of auto’s kunnen raken. • De onkruidborstel zit ca. 30-40 centimeter dichterbij de machine, wat minder belasting op de vooras van de machine geeft. • Doordat de twee of vier onkruidborstels steeds één kant op draaien, wordt het onkruid naar één kant toe geborsteld. Daardoor kan een veegmachine het makkelijk opzuigen.
Nadelen: • Het borstelen van onkruid in hoekjes of bij betonranden is lastig. • Deze machine is minder geschikt voor slordig onderhouden of slordig gelegde bestratingen.
Technische gegevens: • Benodigde liters hydrauliek: ca 30-35 ltr/min • Werkdruk hydrauliek bij borstelbreedte 1200 mm= 60-80 bar • Werkdruk hydrauliek bij borstelbreedte 2400 mm=120-160 bar • Rijsnelheid: 2-4 km/uur
Slijtage: • De onkruidborstels die worden gebruikt zijn na één à anderhalve dag versleten. Dit is echter sterk afhankelijk van de ruwheid van de bestrating en of er met nat of droog weer geborsteld wordt. • De onkruidborstels zijn gemaakt van mangaanstaal en zijn makkelijk te verwisselen met vier M8 bouten. Voor meer informatie: www.mixfillplus.com
Nu echt eens milieuvriendelijk en efficiënt aan de slag?
C
hemievrije onkruidbestrijding is standaard geworden in de gemeentelijke sector. Maar heeft niet elke gemeente ook het doel om, onder andere, de uitstoot van roet en stikstofoxide te minimaliseren?
Onkruidbeheersplan In de politiek en in de pers wordt er veel over gesproken; glyfosaat mag niet meer, vele andere middelen ook niet, en straks wordt men ook voor het gebruik van diesel beboet. Hoe combineer je zoiets nu in een verstandig en efficiënt onkruidbeheersplan? Het is bewezen dat bestrijding met heet water effectiever is dan andere niet-chemische methoden, maar er zijn op veel gebieden nog mogelijkheden voor optimalisatie.
Stikstofoxideprobleem Een van die optimalisaties is bijvoorbeeld het gebruik van LPG om water te verwarmen. De nieuwe BioMantONE van Mantis is naast diesel, ook met een gasbrander te verkrijgen, en dit alles aangedreven met een stil accupakket. Daarmee is ook het stikstofoxideprobleem voor een groot deel opgelost en behoort roetuitstoot
en overmatig machinelawaai tot het verleden. Hiermee kunt u dus echt milieubewust aan de slag. En niet alleen het milieu heeft hier voordelen van, ook uw werknemers, opdrachtgevers en bewoners in de buurt van de behandelde gebieden zien de pluspunten ten opzichte van de conventionele door diesel aangedreven machines, zoals tot 70 procent lagere uitstoot van stikstofoxide, geen roetuitstoot, minder lawaai en het feit dat LPG in gebruik goedkoper is dan diesel. Vooral met betrekking tot toenemende CO2-niveaus en wellicht toekomstige rijverboden voor dieselvoertuigen, is het niet langer gerechtvaardigd om in steden onkruid te bestrijden met behulp van een diesel aangedreven brander. Vooral daar biedt de BioMantONE-LPG een toekomstgerichte, milieuvriendelijke oplossing. Meer informatie: www.mantis-ulv.com/nl/ onkruidbestrijding 01/2019 Stadswerk magazine 21
SPECIAL
Seizoens- of totaaloplossing?
Z
odra het binnenkort weer groeizaam lenteweer wordt, begint ook de onkruidbeheersing. Chemische onkruidbestrijding op verharde oppervlakken is sinds 2016 aan banden gelegd, dus is men voor de onkruidbeheersing in de openbare ruimte aangewezen op alternatieve methoden
Thermoshock Eén van de thermische methoden is heetwateronkruidbestrijding. Door heet water over het onkruidplantje te vloeien (thermoshock) barst de celstructuur. Om van deze schade te herstellen, moet het onkruidplantje uit zijn reserves putten. Na gemiddeld drie tot vier behandelingen is het plantje volledig uitgeput. Heetwateronkruidbestrijding is een bewezen effectieve alternatieve methode, er wordt ondermeer op behandeltijd bespaard, dus tevens op de kosten.
Investering in techniek Niet-chemische alternatieven vergen wel een investering in techniek. Het is dan bedrijfstechnisch erg interessant om een machine te hebben die niet alleen voor milieuvriendelijke onkruidbeheersing op zoveel mogelijk plaatsen inzetbaar is, maar een nog veel bredere inzetbaarheid heeft. Dan is één en dezelfde machine niet alleen tijdens het onkruidbeheersingsseizoen in te zetten maar ook daarbuiten voor andere reinigingswerkzaamheden in de openbare ruimte. Inzetbaarheid in zowel groen als grijs gebied geeft dan het hoogste rendement: je kunt dan met één machine niet alleen werken met heetwateronkruidbestrijding maar bijvoorbeeld ook graffiti verwijderen, historische gevels reinigen zonder impact op de vaak kwetsbare ondergrond, kauwgom weghalen, geur bestrijden, riolen ontstoppen, wegbelijning verwijderen, schoonmaken na calamiteiten en nog veel meer. Met investering in de juiste technieken zijn ook deze werkzaamheden zonder chemie uit te voeren, zonder in te moeten
22 Stadswerk magazine 01/2019
leveren op het eindresultaat. Bovendien zijn deze klussen niet gebonden aan het onkruidseizoen en heb je een machine die het hele jaar door inzetbaar is.
Terugverdientijd Diezelfde ‘brede inzetbaarheid’ is ook interessant voor bijvoorbeeld hoveniersbedrijven. Met één machine wordt het dan mogelijk om een breder palet aan diensten aan te bieden buiten het onkruidseizoen om. Dit is niet alleen interessant voor de terugverdientijd van de machine, maar kan voor bedrijven ook het verschil maken in aantal opdrachten. Meer info: www.meclean.eu/totaaloplossing
ADVERTORIAL
Waterkracht: de naam zegt alles
N
a hun sporen verdiend te hebben in de hogedrukreinigingstechniek, vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw, ontwikkelt Waterkracht zich rond de jaren negentig ook tot producent van machines voor onkruidbestrijding door middel van heet water
Specialist in heet water bestrijding Algemeen directeur Hans Gilbers vertelt met hoorbaar plezier over de ontwikkeling van zijn bedrijf: ‘In de beginjaren was Waterkracht vooral een bekende naam als het om hogedrukreiniging ging, die wij aanvankelijk in de landbouwsector verkochten. Ergens begin jaren negentig werden wij echter benaderd door de firma Jongerius, gespecialiseerd in gladheidbestrijding. Zij zochten business in de zomermaanden en vroegen ons om hulp.’ Dit resulteerde in de eerste machines die Waterkracht ontwikkelde voor het bestrijden van onkruid met heet water, Gilbers: ‘De afgelopen jaren, zeker na het verbod op glyfosaat, hebben alternatieve manieren van onkruidbestrijding een grote vlucht genomen. Maar in de jaren negentig waren er al gemeenten, waterschappen en bedrijven die een extra investering wilden doen om bestrijding met gif terug te dringen.’
Waarom met Waterkracht in zee? Inmiddels levert Waterkracht machines aan dealers door heel Europa. Waar moet je als gemeente en groenaannemer op letten bij de keuze voor onkruidbestrijding? Gilbers: ‘Budgetten in zogenaamd grijs- en groenbeheer zijn in veel gemeenten nog gescheiden van elkaar. Doordat er geen gif meer gebruikt mag worden door gemeenten, voorzie ik dat onkruidverwijdering een grotere kostenpost gaat worden. Door de budgetten voor groen en grijs meer te integreren, kan voordeel behaald worden met het besparen op overlappende werkzaamheden. Wij werken al een aantal jaar aan de ontwikkeling van onze Vision methode, waarbij de machine door middel van camera’s verschillende typen onkruid kan herkennen. Uit testen blijkt dat de besparing op diesel en heet water met deze methode aanzienlijk is. De Vision methode wordt dan ook verder geperfectioneerd in 2019. Waterkracht heeft een aanzienlijke Europese subsidie gekregen voor het doorontwikkelen ervan en daar zijn ook partners voor nodig, Gilbers: ‘Wij gaan natuurlijk graag met gemeenten in gesprek om te kijken of de Vision methode ook voor hen gunstige besparingen kan opleveren!’ Meer info: www.waterkracht.nl 01/2019 Stadswerk magazine 23
SPECIAL
Ziet u ook zoveel Japanse duizendknoop en berenklauw woekeren?
D
e Japanse duizendknoop en de berenklauw zijn de nachtmerrie van iedereen in het openbare groen. Deze invasieve soorten hebben extreem sterke wortels. Samen met zijn sterke groeikracht zorgen deze planten voor veel problematiek voor Nederlandse provincies, gemeenten en waterschappen. De invasieve soorten zorgen ervoor dat Nederlandse plantsoorten worden verdrongen.
Invasieve exoten injecteren met kokend water Daarnaast ontstaat er vaak schade aan de omgeving; de Japanse duizendknoop brengt bijvoorbeeld schade aan gebouwen en wegen aan. Daarom is het de hoogste tijd om invasieve soorten te bestrijden. Maar hoe pak je dit probleem nou het effectiefst aan? Empas is sinds 1999 specialist in machines en tools voor onkruidbestrijding met heet water. De fabrikant ontwikkelde in samenwerking met verschillende groenbedrijven, onder andere Cleanfixx uit Ederveen, priklansen om de berenklauw en de Japanse duizendknoop te bestrijden. Met de nieuwe tools wordt er kokend water in het wortelstelsel van de plant geïnjecteerd. Daarnaast wordt de bodem daaromheen ook behandeld. Door het injecteren van heet water in het
wortelstelsel en de bodem eromheen krijgt de plant een fikse klap. Hierdoor barst de celstructuur. Door deze arbeidsintensieve klus meerdere malen te herhalen wordt bijvoorbeeld de Japanse duizendknoop drastisch teruggedrongen. Voor de bestrijding van de berenklauw is een bovengrondse behandeling in combinatie met een ondergrondse behandeling noodzakelijk. Dit betekent eerst ondergronds bestrijden met de heetwaterinjectie methode en vervolgens bovengronds kokend water over de plant laten vloeien. Deze aanpak heeft gegarandeerd succes bij de berenklauw.
De oplossing voor gemeenten, provincies en waterschappen Gemeenten, provincies en waterschappen zijn geïnteresseerd in deze nieuwe inzet van de heetwatertechniek. Verschillende grote groenbedrijven zijn met de priklansen van Empas aan het werk en testen ze in het gehele land. De methode voor het bestrijden van onkruid met kokend water heeft zich de afgelopen jaren bewezen. Nu is er ook hoop voor de aanpak van de overlast door invasieve exoten zoals de duizendknoop en de berenklauw. Door het effectief toepassen van de heetwatertechniek wordt aan het woekeren van deze invasieve exoten paal en perk gesteld. Meer info: www.empas.nl/nl/oplossingen/ onkruid-beheren-met-heetwater
24 Stadswerk magazine 01/2019
MULTIFUNCTIONELE ONKRUIDBESTRIJDERS OP HEETWATERTECHNOLOGIE
#Clean GREEN! ...fo r a c l e a n e r a n d gre e n e r wo rl d
KOUD- & HEETWATERHOGEDRUKREINIGERS
STOF/WATERZUIGERS
VEEGMACHINES
SCHROBMACHINES
ONKRUIDBESTRIJDERS DiBO Nederland BV Industrieweg 7, 4181 CA Waardenburg T +31 (0)418 65 21 44 • F +31 (0)418 65 16 05 sales@dibo.nl • www.dibo.com
www.dibo.com
Woningcorporaties en VvE’s geven impuls aan duurzame warmte in Leiden
Warmtenet als katalysator van duurzame energie De eigenaren van twaalf flats in Leiden hebben gezamenlijk afgesproken om de komende vijftien jaar gebruik te maken van stadsverwarming. Daarbij is scherp gekeken naar de kosten en de milieuprestaties van het warmtenet. De gasloze warmte-oplossing levert een bijdrage aan de gemeentelijke duurzaamheidsambities.
I
n het voorjaar van 2018 zetten woningcorporatie Portaal, studentenhuisvester DUWO, zes Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) en Nuon Warmte tijdens een feestelijke bijeenkomst een symbolische handtekening onder een bijzonder contract. De ondertekenaars leggen voor vijftien jaar afspraken vast over de levering van warmte aan twaalf flatgebouwen in de Hoge Mors, de Lage Mors en de Slaaghwijk in Leiden die zijn aangesloten op stadsverwarming. ‘Het grootste deel van de warmte die aan de twaalf flats wordt geleverd, is afkomstig van een energie centrale van E.on aan de Langegracht in Leiden. Deze warmtelevering wordt eind 2019 beëindigd. Maar Nuon, die het warmtenet beheert, blijft daarna wel warmte leveren: daarvoor wordt een koppel leiding aangelegd tussen een afvalverbrandings installatie in de Rotterdamse haven en de Leidse binnenstad’, vertelt Erwin Manssen, relatiemanager van Nuon Warmte.
26 Stadswerk magazine 01/2019
Bijdrage aan duurzaamheid in Leiden Het vooruitzicht van de Rotterdamse leiding was in 2015 voor een aantal VvE’s en woningcorporatie Portaal aanleiding om over de toekomstige warmtevoorziening na te denken. Alle betrokkenen wilden graag stadsverwarming blijven gebruiken, omdat deze aansluiting al operationeel was. Bovendien is het warmtenet milieuvriendelijk. Met de centrale aan de Langegracht was al een CO2-reductie van ruim 40 procent ten opzichte van gasgestookte HR-ketels gerealiseerd. Wanneer het Leidse net wordt aangesloten op de restwarmte van Rotterdam, ligt een CO2-reductie tot wel 80 procent in het verschiet. Om die reden haakte ook studentenhuisvester DUWO aan. Met de aansluiting op stadsverwarming leveren de twaalf flats een bijdrage aan de duurzaamheidsambitie van de gemeente Leiden. Die streeft ernaar dat in 2050 geen aardgas meer wordt gebruikt om woningen en andere gebouwen te verwarmen. ‘In de gesprekken
TEKST LYNSEY DUBBELD, Leene Communicatie
over het nieuwe warmtecontract was duurzaamheid heel belangrijk’, bevestigt Manssen. ‘De eis van de afnemers was een opwekrendement van minimaal 175 procent in 2023.’ Het opwekrendement geeft het milieurendement van een warmteoplossing aan: hoe hoger het percentage, hoe beter de duurzaamheid. Gemiddeld ligt het opwekrendement van een traditionele gasgestookte CV-ketel onder de 100 procent. Ook over de prijs zijn afspraken gemaakt. Manssen: ‘Voor Nuon is het prettig om met meerdere partijen tegelijkertijd afspraken te maken die zekerheid bieden voor een lange periode. Daarom hebben we gunstige tarieven kunnen aanbieden.’ De totale warmterekening van ieder flatgebouw gaat naar beneden. Dit gaan huurders en bewoners ook in hun maandelijkse nota terug zien. Om welk bedrag het precies gaat, is afhankelijk van het persoonlijke warmteverbruik.
Gezamenlijke voorkeur Bijzonder aan de nieuwe warmtecontracten is de totstandkoming ervan. De VvE’s, corporatie en verhuurder trokken samen op. Zij spraken gezamenlijk de voorkeur uit om op stadsverwarming te blijven en met Nuon de mogelijkheden te bespreken. Ze maakten samen een programma van randvoorwaarden, zorgden met elkaar voor mandaat van de woningeigenaren, en stelden uit hun midden een onderhandelingsteam samen. Hierdoor hadden de partijen een goede onderhandelingspositie.
Jeroen Roos van Infinity Energy Solutions begeleidde als onafhankelijk adviseur het onderhandelingstraject. ‘Ik heb Portaal, DUWO en de VvE-besturen geadviseerd om een bijeenkomst te beleggen om een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen. Als je met verschillende partijen samen optrekt, sta je sterker. Nog even los van het feit dat VvE’s zelf onvoldoende kennis van warmte in huis hadden. Door samen te werken, konden ze gezamenlijk gebruik maken van ingehuurde kennis.’ Kees Oomen, directeur organisatie en public affairs van Stichting VvE Belang, de belangenbehartiger voor appartementseigenaren en VvE’s, was niet betrokken bij de situatie in Leiden, maar kent vergelijkbare processen in andere steden. Bij VvE Belang zijn ruim 10.000 VvE’s aangesloten die gezamenlijk ongeveer 300.000 appartementseigenaren vertegenwoordigen. ‘Bij een langlopend warmtecontract spelen grote belangen en het is de vraag of elke VvE wel voldoende is toegerust om onderhandelingen te voeren met een groot energiebedrijf. Een onafhankelijke adviseur als bemiddelaar is een goed idee, maar brengt natuurlijk wel kosten mee.’
Alternatieven voor gas ‘Een belangrijk punt bij het tot stand komen van de gezamenlijke aanpak was: wat is het alternatief?’, blikt Roos terug. ‘Niet alle VvE’s zitten even goed bij kas en dan lijkt een - althans in aanschaf - goedkope gasketel
Energiecentrale van E.on aan de Langegracht in Leiden. Eind 2019 stopt de warmtelevering. (foto: Sia Windig)
01/2019 Stadswerk magazine 27
Werking van een warmtenet. (bron: www.milieucentraal.nl)
een aantrekkelijke optie. Uiteindelijk hebben we iedereen ervan weten te overtuigen dat het enige goede alternatief voor stadswarmte een gasabsorptiewarmtepomp zou zijn. Dat scheelt dertig procent op het gasverbruik ten opzichte van een conventionele gasketel. Maar de st adsverwarming van Nuon bleek goedkoper.’ Roos benadrukt dat daarbij goed is gekeken naar verschillende alternatieven voor een bestaande warmteaansluiting. ‘Ik adviseer altijd: vergelijk de aanbieding van het warmtebedrijf met de kosten van alternatieven. Dat moet je doen op basis van total cost of ownership, zodat je een jaarbedrag krijgt waarin alles zit. Anders ga je appels met peren vergelijken.’ Toch is er bij veel bewoners in Leiden in eerste instantie weerstand tegen stadswarmte, signaleert Roos. ‘Als je je langdurig aan een warmtebedrijf verbindt, heb je geen keuzevrijheid. Dat ligt gevoelig. Daarom moest er voor de corporaties en de VvE’s echt iets tegenover staan: de prijs en duurzaamheid.’
WEBSITES www.infinitus.nl www.leenecommunicatie.nl www.nuon.nl www.vvebelang.nl
28 Stadswerk magazine 01/2019
Oomen ziet het onbehagen over het gebrek aan keuzevrijheid bij stadsverwarming ook bij andere VvE’s. Wel is er inmiddels meer keuze in de bedrijven die VvE’s helpen bij het meten en factureren van warmteverbruik in appartementencomplexen. Bij collectieve stadsverwarming in wooncomplexen zijn warmte(kostenverdeel)meters geïnstalleerd, die het individuele verbruik meten. ‘Die berekening is specialistisch werk dat voor de gemiddelde consument behoorlijk ondoorgrondelijk is. Vroeger waren er maar twee bedrijven om VvE’s hierbij de ondersteunen. Nu zijn er al meer partijen in de markt en hebben VvE’s dus wat meer keuze. Dat leidt al tot prijs- en productdifferentiatie. Er zijn bijvoorbeeld mogelijkheden om meters te kopen in plaats van te leasen.’
Gemeenten aan zet Oomen voorspelt dat steeds meer VvE’s en gebouweigenaren met warmtenetten te maken gaan krijgen. Dat roept niet alleen vraagstukken op zoals in Leiden, waar bewoners al over een aansluiting beschikten. De overgang van gasgestookte cv-ketels naar aardgasloos wonen is nog veel ingewikkelder, aldus Oomen. ‘In de bestaande bouw is nog niet veel ervaring met gasloos wonen. We zien een voorzichtige beweging richting all electric Maar de echt grote uitdaging gaat nog komen, als wijken grootschalig van het gas af gaan.’ VvE’s zijn volgens Oomen pas aan zet als de transitieplannen van gemeenten klaar zijn. Totdat het zover is - in 2021 - kunnen experimenten met aardgasloze wijken helpen om ervaring op te doen over de verschillende mogelijkheden. ‘De gemiddelde krantenlezer hoort elke dag wel over iets nieuws: groen gas uit afvalwaterzuivering, geothermie, aquathermie, waterstof... Voor VvE’s is keuzevrijheid heel belangrijk, maar de meeste benaderen het onderwerp toch vooral erg praktisch: hoe gaan we het realiseren? Het warmtenet biedt dan de meeste zekerheid en continuïteit.’
BRON: DENOBILI, WIKIMEDIA COMMONS CC-BY-SA-4.0
VAN DE STRAAT
De Kleine Zeemeerman W
ie Kopenhagen zegt, zegt De Kleine Zeemeermin. Het bronzen beeld in de haven van de Deense hoofdstad is een ware publiekstrekker. Dag in, dag uit verdringen toeristen elkaar om de 1,25 meter lange zeenimf op de gevoelige plaat vast te leggen. Wat Kopenhagen kan, moeten wij ook kunnen, moeten ze in het naburige Helsingør hebben gedacht. De stad heeft ook een haven, ja zelfs een ‘cultuurhaven’: naast Kasteel Kronborg vind je er een scheepvaartmuseum en hippe bibliotheek annex concertzaal. Maar hoe kom je op het netvlies? Om toeristen te trekken, heeft Helsingør een mannelijke versie van de Kleine Zeemeermin laten maken: Han (Deens voor ‘hij’). Het roestvrijstalen beeld heeft vergelijkbare afmetingen en staat sinds 2012 aan de havenkade.
(zo’n 400.00 euro), terwijl kunstkenners het beeld als ‘banaal’ afdeden. Maar de makers van Han, het kunstenaarsduo Elmgreen & Dragset, zijn wel gewend aan kritiek. Volgens hen schuilt er achter de zeemeerman een diepere betekenis. Gesitueerd op een afgelegen plek aan de havenkade staat de sculptuur voor de eenzaamheid van individuen in onze hedendaagse maatschappij - te midden van vele anderen zijn we toch alleen. En ook al lijkt Han net zoals zijn beroemde zus wezenloos over het water te kijken, één keer per uur knippert hij dankzij een hydraulisch mechanisme met zijn ogen. Het is een subtiele knipoog van het kleine Helsingør naar het grote Kopenhagen.
TEKST GERT-JAN HOSPERS, Stichting Stad en Regio
Vanaf het begin is De Kleine Zeemeerman omstreden. Inwoners hadden moeite met de hoge kosten
www.stad-en-regio.nl | hospers@stad-en-regio.nl
01/2019 Stadswerk magazine 29
TEKST ANNELOES VOORBERG, Vereniging Stadswerk Nederland
NVRD en Stadswerk starten project om belang van beheer aan te tonen
Beheer doet er toe!
Bij dit nummer van Stadswerk magazine vindt u een brochure met de titel ‘Beheer doet er toe!’. Met het publiceren van deze infographic geven we vanuit de NVRD en Stadswerk het startschot voor een gezamenlijk project om het belang van beheer aan te tonen. Een kleine vooruitblik.
D
e openbare ruimte vormt de basis voor het openbare leven. Het is de plek waar mensen elkaar ontmoeten, naar hun werk gaan, spelen, sporten en ontspannen. De openbare ruimte verbindt. Het ontwikkelen en beheren ervan is dan ook een van de belangrijkste taken voor gemeenten. Het belang wordt nog groter als we het beheer van de openbare ruimte zien als middel om andere maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Het overgrote deel van de openbare ruimte is al ingericht en moet ‘slechts’ beheerd worden. Maar juist door slim te beheren, met oog voor bredere maatschappelijke uitdagingen, is veel toegevoegde waarde te behalen. Wij onderscheiden de volgende maatschappelijke uitdagingen: energietransitie, klimaatadaptatie, veiligheid, participatie en zelfbeheer, biodiversiteit, circulaire economie, gezondheid, verstedelijking en krimp, mobiliteit en toegankelijkheid en inclusieve samenleving. Bij (op)nieuw in te richten openbare ruimte is het goed deze uitdagingen in samenhang te bekijken en het beheer al op voorhand een belangrijke positie te geven.
Praatplaat WEBSITES www.nvrd.nl www.stadswerk.nl
30 Stadswerk magazine 01/2019
Om het belang en de waarde van beheer aan te tonen en om beheerder de tools te geven hiermee aan de slag
te gaan, starten de NVRD en Stadswerk samen dit project ‘Beheer doet er toe!’. De infographic in de brochure is een belangrijk onderdeel hiervan. Deze is bedoeld als ‘praatplaat’ die beheerders onder de arm mee kunnen nemen om het gesprek aan te gaan met collega’s van andere afdelingen (zoals ontwerpers, sociaal domein en duurzaamheid) en met externe partijen (zoals ontwikkelaars en uitvoerende diensten). Ook is de infographic te gebruiken als communicatiemiddel vanuit de gemeente richting haar inwoners. Door het mee te sturen met zowel GRAM als Stadswerk Magazine komt het terecht bij veel gemeenten, reinigingsbedrijven en andere professionals in de fysieke leefomgeving en is het direct te gebruiken. In 2019 organiseren we één of meerdere bijeenkomsten over dit onderwerp en publiceren we een reeks artikelen waarbij een aantal maatschappelijke thema’s wordt uitgediept. Mocht u hiervoor input willen leveren, neem dan gerust contact op!
COLUMN TEKST BAS BOONSTRA,Antea Group en Bestuurslid Stadswerk
Over kruitdampen en groene vooruitzichten Oud en nieuw in Nederland, het is een fenomeen waarover ik me blijf verbazen. Ik denk dan natuurlijk aan de vonkenregen die over Scheveningen woei… Maar net zo goed aan het vuurwerk en de vreugdevuurtjes die in tientallen dorpen en steden voor schade zorgden. Gesmolten asfalt, beschadigde putdeksels. Of de prullenbakken bij mij in de wijk: ze kwamen niet allemaal ongeschonden uit de strijd. In de grote steden loopt de jaarwisselingsschade in de tonnen, landelijk in de miljoenen. In het buitenland kijken ze onderhand vol verwondering naar ons ‘volksfeest’. ‘In Nederland is het geoorloofd om één dag per jaar massaal vernielingen aan de openbare ruimte te plegen waarop ze het hele jaar door zo zuinig zijn’. Dit geeft stof tot nadenken. Hoe kunnen we dit in de toekomst voorkomen? Een vuurwerkverbod, meer reguleren…? Aan de andere kant: we willen niet alleen zuinig zijn op de publieke ruimte en haar burgers, maar ook op onze tradities. Het is een vraagstuk waarin we ons alvast kunnen vastbijten. En het is hiermee zeker niet het enige. Nu de kruitdampen en vonkenregens zijn opgetrokken, strekt er zich voor de beheerder een enerverend en gaaf jaar uit. Energietransitie, klimaatopgave, circulariteit, de gezonde leefomgeving: thema’s die invloed hebben op de inrichting van de openbare ruimte. Beheer zal de komende jaren niet alleen gaan over het schoon, heel en veilig houden van onze openbare ruimte; over prullenbakken, riolering of groenonderhoud. Beheerders worden steeds meer uitgedaagd om toekomstgericht en strategisch te denken. Hoe zetten we de openbare ruimte in om wateroverlast te voorkomen of hittestress te lijf te gaan? Of hoe kijken we tegen nieuwe fietspaden aan in een wereld waarin zelfs fietspaden smart en circulair kunnen zijn?
De beheerder heeft de kennis in huis om dit soort vragen te beantwoorden. Dit wordt steeds meer onderkend. Zo zie ik ontwikkelaars al te rade gaan bij beheerafdelingen om mee te denken over plannen en initiatieven. Het initiatief van gemeenten, bedrijfsleven en onderwijs om een leerstoel ‘Managing Public Space’ in het leven te roepen, onderstreept eveneens de waarde die wordt toegekend aan beheer. Ook dit helpt om ons vakgebied uit z’n schulp te krijgen.
Beheerders worden steeds meer uitgedaagd om toekomstgericht en strategisch te denken Tot slot waag ik me graag aan een voorspelling (reken me er aan het einde van dit jaar gerust op af): groen wordt het sleutelwoord. Ooit was groen dé sluitpost bij de inrichting van de openbare ruimte: ‘Alles is af, we hebben alleen nog wat boompjes te planten.’ Maar de waarde van groen groeit, zeker in steden. Horizontaal én verticaal: groen zorgt voor betere luchtkwaliteit, minder hittestress, meer opvangcapaciteit en hogere belevingswaarde. Geen sluitpost, maar een waardevolle multiplier. Stadslandbouw, stadsparken, gevelgroen, daktuinen: onze openbare ruimte wordt de komende jaren groener dan ooit. Zeker in deze grijze januarimaand is dat een heerlijk vooruitzicht.
01/2019 Stadswerk magazine 31
Model 3Di brengt alle stedelijke waterdomeinen samen
In de stedelijke gebieden van Nederland neemt de ruimtelijke druk toe. Het aandeel verhard oppervlak wordt groter en hevige neerslag komt steeds vaker voor. Hierdoor treedt wateroverlast steeds vaker op, terwijl de acceptatie daarvan afneemt.
W
aterproblemen in stedelijk gebied hebben een duidelijke relatie met bodem, ondergrond en grondwater.1 De effecten van maatregelen die momenteel genomen worden om wateroverlast in stedelijk gebied tegen te gaan, zijn niet altijd duidelijk. Om waterproblemen te voorkomen, groeit de vraag naar effectieve, integraal afgewogen maatregelen, gebaseerd op systeemkennis van alle waterdomeinen en kennis van de onderlinge interacties. Bovendien vraagt actief beheer van de stedelijke leefomgeving om een driedimensionale blik op de gehele ruimtelijke ordening. Hierbinnen valt ook integraal waterbeleid, waarin de domeinen
32 Stadswerk magazine 01/2019
WAT IS 3DI WATERBEHEER? 3Di is een modelinstrumentarium dat gebruikt wordt om riolering, oppervlaktewater en stroming over het maaiveld te simuleren als gevolg van neerslag of dijkdoorbraken. Het omvat 2D-componenten als neerslag-afvoer, wind, oppervlaktestroming, en 1D-elementen zoals stroming door waterlopen en riolering. Door de uitbreiding van 3Di met grondwater, zijn alle stedelijke waterdomeinen integraal opgenomen in één instrumentarium.
FOTO: MICHIEL G.J. SMIT
Integraal rekenen aan een klimaatadaptieve leefomgeving
TEKST ORDIE NETTEN, Nelen & Schuurmans JELLE BUMA, Deltares
oppervlaktewater, grondwater, riolering en hemelwater onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Dit artikel beschrijft de flinke stap die recent is gezet en die gemeenten de mogelijkheid biedt ook op technisch vlak een driedimensionale blik te hebben.
‘Modelling down under' In 2016 is vanuit het convenant Bodem en Ondergrond van het Kennis- en Innovatieprogramma Bodem en Ondergrond (KIBO) het project ‘Modeling Down Under - “Serious simulations” van de klimaatadaptieve stad’ gestart. Dit project was een samenwerking tussen Deltares en Nelen & Schuurmans. Het doel van dit project was het verbinden van watersysteemkennis in het stedelijk gebied - bovengronds én ondergronds - om een integrale benadering van wateroverlast mogelijk te maken. Met het onderzoeksbudget is het modelinstrumentarium 3Di Waterbeheer uitgebreid met grondwater. Hierdoor kan de (grond)watersysteemkennis op een laagdrempelige en heldere manier toegankelijk worden gemaakt voor de expert (bijvoorbeeld de hydroloog) en de niet-expert (bijvoorbeeld een beleidsmaker, bestuurder of bewoner).
Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van Prinseneiland, met daarbij de resultaten van een nietstationaire berekening met een simulatieperiode van één jaar. Op verschillende locaties op het eiland zijn de modelresultaten van deze periode vergeleken met de beschikbare meetgegevens. Aan de hand van deze vergelijking zijn diverse verbeteringen doorgevoerd in het model en zijn aanbevelingen gedaan voor verdere doorontwikkeling van het modelinstrumentarium 3Di.
Aansluiten bij de werkelijkheid De doelstelling en het resultaat van het project waren oriënterend en fundamenteel van karakter. Om het eindproduct aan te laten sluiten bij de werkelijkheid van de beoogde eindgebruikers en het maatschappelijke doel te borgen, zijn de gemeente Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht actief betrokken gedurende het traject. In overleg met de klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers vanuit de vier genoemde gemeenten is een werksessie georganiseerd. Tijdens deze werksessie is verkend of en hoe het met grondwater uitge-
In tegenstelling tot de ‘klassieke’ grondwatermodellen is bij 3Di bewust gekozen voor beperking tot het bovenste (freatische) grondwater. Het gaat namelijk niet zozeer om het simuleren van het grondwatersysteem op zichzelf, maar om de interactie met andere waterdomeinen in de stedelijke omgeving (hemelwater, water op straat, oppervlaktewater en riolering). Daarom wordt verwacht dat gecombineerd gebruik van 3Di Grondwater en ‘klassieke’ grondwatermodellen meerwaarde zal opleveren. Met de technische uitbreiding van 3Di met een grondwatercomponent zijn parameters toegevoegd om de interactie tussen de bovengrond en het grondwater in stedelijk gebied te simuleren. Om deze te testen in de praktijk is een case study uitgevoerd in het testgebied Prinseneiland in Amsterdam (zie Figuur 1). Op dit eiland in het centrum van Amsterdam zijn hoogfrequente metingen van grondwaterstanden en afvoeren van de (gemengde) riolering beschikbaar. Deze metingen zijn gebruikt om het modelinstrumentarium te verbeteren.
Figuur 1. Studiegebied Prinsen eiland in Amsterdam
01/2019 Stadswerk magazine 33
Figuur 2. Dwarsdoorsnede van Prinseneiland met grondwaterstanden op verschillende tijdstappen. Het ‘golfje’ rechts is een gevolg van een verschoven visualisatie.
breide modelinstrumentarium 3Di ondersteunend en dus van toegevoegde waarde kan zijn bij gebiedsprocessen met meerdere stakeholders. Als casus is een gebiedsontwikkeling in de Rotterdamse wijk Bospolder geselecteerd waar woningcorporatie Havensteder de initiatiefnemer van is. Andere deelnemers aan de werksessie waren de landschapsarchitect, de stedenbouwkundige, adviseurs stedelijk water van de gemeente Rotterdam, vertegenwoordigers uit de klankbordgroep en het projectteam. Aan de hand van een aantal vragen (zie voorbeeld in Figuur 3) is een rondetafelgesprek gevoerd om duidelijker te krijgen hoe 3Di van toegevoegde waarde kan zijn voor planvorming en communicatie rond stedelijk waterbeheer. Hieruit kwam naar voren dat het belangrijk is om de inhoud ‘simpel’ te houden voor de doelgroep die doorgaans weinig kennis van water heeft, zoals een woningcorporatie of bewoners. Het tonen van de referentiesituatie en de effecten van een ontwerpsituatie is meestal voldoende.
geschikte locaties voor afkoppelen met lokale infiltratie (vasthouden), locaties voor waterberging (bergen) of het toepassen van drainage-, infiltratie- en transportriolering. We zijn er nog niet. Het projectteam heeft de behoefte om het instrument verder te testen voor andere gebieden. Op het Prinseneiland is de bodemschematisatie eenvoudig: een ophooglaag waarin het freatische grondwater zich bevindt en direct daaronder de geohydrologische basis in de vorm van slecht doorlatende klei- en veenlagen. Complexere bodemschematisaties doen zich voor in delen van Nederland waar het ondiepe grondwatersysteem in direct contact staat met een dieper grondwatersysteem. Mocht u interesse hebben om hier in de vorm van een pilot aan mee te doen, dan kunt u contact opnemen met de auteurs.
Noot 1.
Deltares (2012) - Schades door watertekorten en overschotten in stedelijk gebied.
Hoe nu verder? Met dit project is een stap gezet naar een integrale benadering van wateroverlast in stedelijk gebied. Met de uitbreiding van grondwater is 3Di een instrumentarium geworden dat ook ingezet kan worden op vraagstukken in stedelijk gebied waar de ondergrond een bijdrage kan leveren aan het verminderen van hemelwateroverlast. Denk hierbij aan het bepalen van
WEBSITES www.3di.nu www.deltares.nl www.nelen-schuurmans.nl
34 Stadswerk magazine 01/2019
Figuur 3 De vraag ‘Veroorzaakt de maatregel (wijziging) van de gebiedsontwikkeling (grond-)wateroverlast bij het woonblok of tuin’ is door de meeste deelnemers aan de werksessie Bospolder beoordeeld als een vraag die veel wordt gesteld binnen hun organisaties.
Stadswerk is hĂŠt magazine voor professionals op het gebied van de leefomgeving. Houdt u zich bezig met ontwikkeling, inrichting of beheer van de openbare ruimte? Dan is Stadswerk
magazine uw lijfblad.
W.STADSWERKMAGAZINE.NL NEEM NU EEN ABONNEMENT: WW
DeOpenbareruimte.nu zoekt u! Deel uw expertise in een blog, of tip de redactie over nieuwe projecten: www.deopenbareruimte.nu/contact
TEKST RONALD LOCH, Gemeente Rotterdam
Stadswerk Internationaal
Britse bomen Ronald Loch, Adviseur Bomen Stadsbeheer bij Stadswerk-lid gemeente Rotterdam, maakte een studiereis om bomen te bestuderen in het Verenigd Koninkrijk. We kunnen leren van het gevoel en respect waarmee ze daar met bomen omgaan!
N
aar bijzondere bomen hoef je niet lang te zoeken in Engeland. Na aankomst was al binnen tien minuten de eerste bijzondere boom te bewonderen. De rest van de middag hebben we ons vergaapt aan de ene na de andere gigant. Onder andere ceders, eiken en tamme kastanjebomen met een omvang waar wij hier in Nederland alleen van kunnen dromen. De tweede dag bezochten wij een landgoed waar na diverse stormen de bomen zijn blijven liggen. Interessant en inspirerend om te zien hoe de natuur zich kan herstellen. Een omgevallen linde had een volledig bosschage op en rond de omgevallen stam ontwikkeld. Dag drie passeerden wij wederom diverse forse, individuele bomen en bijzondere laanstructuren. Met als uitsmijter een eik met een stamdiameter van vier meter op een particulier terrein. Een adembenemend geheel, met een leeftijd van zo'n 600 jaar, waarvan je stil wordt als je ernaast staat. In vergelijking met ‘onze’ bomen hebben de bomen in Engeland meer ruimte en wordt er met veel gevoel en respect mee omgegaan. De ruimte rond de bomen geeft ook de mogelijkheid rondom de kronen hekken te plaatsen, zodat (dode) takken zonder gevaar kunnen uitbreken. Deze ervaring en bijzondere voorbeelden hebben voor mijn werk ook weer nieuwe ideeën opgeleverd. Die kunnen bijvoorbeeld van nut zijn bij het ontwikkelen van meer circulaire parken in de stad.
36 Stadswerk magazine 01/2019
Stadswerk-columns van Gert-Jan Hospers gebundeld
Stedelijkheden Gert-Jan Hospers, onder meer actief voor Stichting Stad en Regio en de Radboud Universiteit, schreef van 2015 tot 2018 een reeks columns voor Stadswerk magazine. Die zijn nu gebundeld in het boekje ‘Stedelijkheden: stukjes over de stad’. We reflecteren met hem op de columns en welke boodschappen ze bevatten voor de openbare ruimte.
Is er een rode draad te ontwaren in de reeks? De meeste columns sluiten aan bij het werk van de bekende urbanisten Jane Jacobs en Jan Gehl. Zij pleiten ervoor de menselijke maat centraal te stellen en de stad te benaderen ‘op ooghoogte en met 5 kilometer per uur’. Als je op die manier naar de stedelijke omgeving kijkt, zie je hoe belangrijk ogenschijnlijke details zijn, zoals afvalbakken, fietsenrekken en openbaar groen.
Wat zou je, de columns indachtig, willen mee geven aan professionals in de openbare ruimte?
Hoe kwam je tot de keuze van je onderwerpen? Door goed om me heen te kijken als ik ergens ben, of het nu gaat om een stadswijk, winkelstraat of station. Want dat is het mooie van ons vak: je komt het overal tegen. Zo ligt er vlakbij mijn huis een ‘olifantenpaadje’. Omdat ik meer over dat fenomeen wilde weten, ging ik erover lezen en schreef er een stukje over. Een column schrijven is een mooie manier om wat nieuws bij te leren.
Ik wil ze vooral een hart onder de riem steken: het zijn niet de strategen op het stadhuis maar de beheerders van de openbare ruimte die ervoor zorgen dat een stad er mooi bijligt. Verder hoop ik dat mijn columns aan het denken zetten. Mijn boodschap: wees kritisch op hypes en vergeet nooit de mensenmaat. Of zoals Shakespeare het al zo mooi zei: ‘Wat is een stad zonder de mensen?’ Ga naar www.stad-en-regio.nl/boekje-stedelijkheden voor meer informatie over het boekje ‘Stedelijkheden’.
01/2019 Stadswerk magazine 37
STADSWERK.NIEUWS
schap? Kijkt u dan op onze site of bel met Louise Kok: 0318-682721.
(BRON: WWW.URGENDA.NL)
Jan van Zanen (voorzitter VNG) neemt eerste exemplaar i-Tree Nederland in ontvangst Een unieke samenwerking tussen gemeenten, bedrijfsleven en kennisinstituten heeft geleid tot i-Tree Nederland. Het is een praktisch instrument
Future Green City:
vergezichten. Ontwikkeling en
voor alle Nederlandse gemeenten om
innovatie en inspiratie
innovatie richting de Future Green
beleid en beheer rondom bomen te
City staan daarbij steeds centraal.
ondersteunen. i-Tree is een van oor-
in festivalsfeer!
sprong Amerikaans (open source) Specifieke accenten
softwareprogramma dat op een objec-
Op 3 april aanstaande organiseren
Young professionals
tieve en wetenschappelijke wijze de
Stadswerk en VHG het Future Green
Alle leden van VHG en Stadswerk
jaarlijkse en toekomstige opbrengsten
City Pop-up festival. De lobby van
hebben gratis toegang tot het Pop-up
van bomen in beeld brengt. Op 14
de Expo in Haarlemmermeer wordt
festival. Voor de Young professionals
februari aanstaande vindt in Utrecht
voor de gelegenheid omgetoverd tot
zorgen we voor specifieke accenten in
de officiële lancering van i-Tree Neder-
een festivalterrein waar foodtrucks,
het programma. Hierover hebben we
land plaats tijdens een mini-symposi-
espressobars en een rondlopende
contact met Young professionals van
um. Onze voorzitter Gerdo van Groot-
band voor de nodige reuring zorgen.
diverse ingenieurs- en adviesbureaus.
heest overhandigt dan het eerste
Het festivalterrein is geopend van 11
exemplaar aan Jan van Zanen, voorzit-
Kennismarkt, lezingen en Smalltalk
uur ’s morgens tot en met 9 uur ’s
ter van de VNG. We nodigen u van
Op het festivalterrein is een
avonds en u kunt op ieder moment
harte uit hierbij aanwezig te zijn. U
kennismarkt, waar vijftig
van de dag (gratis) eten en drinken bij
kunt zich aanmelden via de website
kennisorganisaties en ondernemers
de foodtrucks. Doordat we diverse
van VHG: www.vhg.org.
u verder op weg helpen richting
lezingen en presentaties meerdere
de Future Green City. De grote
keren aanbieden, haalt u het meeste
thema’s, zoals klimaatadaptatie,
uit uw dag! Meer informatie en het
de energietransitie en groen,
inschrijfformulier vindt u op
Grootheest genomineerd
komen ruimschoots aan bod, maar
www.futuregreencity.nl.
als beste bestuurder
ook voor thema’s als mobiliteit en gezondheid kunt u op de kennismarkt terecht voor informatie en inspiratie. In theaterwagens zijn
Gemeente Medemblik nieuw Stadswerklid
Voorzitter Gerdo van
kleine gemeente Onze nieuwe voorzitter Gerdo van Grootheest is door Binnenlands Be-
kwalitatief hoogwaardige lezingen en presentaties te volgen. Het festival
Trots kunnen we berichten dat de
stuur genomineerd voor de beste
mikt daarbij niet op één of twee
gemeente Medemblik in de eerste
bestuurder van een kleine gemeente
zogenaamde ‘headliners’, maar biedt
week van januari lid is geworden van
in Nederland. Hij wordt door zijn col-
een breed palet aan perspectieven,
onze vereniging. Wilt u meer informa-
lega’s omschreven als 'De meest po-
succesverhalen uit de praktijk en
tie over de voordelen van het lidmaat-
pulaire persoon van onze stad'. Hij was
38 Stadswerk magazine 01/2019
STADSWERK.NIEUWS
eerder wethouder in Maastricht en is
deze bijeenkomst krijgt u niet alleen
betrokken bij de organisatie. De data
sinds juni 2017 burgemeester van
antwoorden op deze vragen, maar
voor 2019 zijn bekend. Op 16 en 17
Culemborg. Collega-bestuurders zien
kunt u ook uitgebreid ervaringen en
mei 2019 belooft het in Apeldoorn
hem als iemand die heeft geïnvesteerd
kennis met elkaar uitwisselen. Deze
een prachtig event te worden, waarbij
in de kennismaking met inwoners en
middag is in het bijzonder interessant
we de Klimkampioenschappen en
een duidelijke toekomstvisie heeft op
voor beleidsmakers en -medewerkers
de Boominfodag nadrukkelijk aan
de positie van Culemborg in de regio.
van provincies, waterschappen en
elkaar verbinden. Ook de gemeente
Ook de wijze waarop hij zich heeft
gemeenten. Meer informatie en het
Apeldoorn is actief betrokken.
ingezet om twee Oekraïense broertjes
aanmeldformulier vindt u op
Meer informatie vindt u op
die in Culemborg woonden, in Neder-
www.stadswerk.nl/agenda.
www.boominfodag.nl.
land te laten blijven, is niet onopgemerkt gebleven. Uiteindelijk viel één van zijn twee medekandidaten, Joris
Data Boominfodag bekend
terswijk, de eervolle uitverkiezing ten
Zoals eerder bericht nemen
deel. Neemt niet weg dat we Gerdo
Stadswerk en VHG per 1 januari 2019
graag feliciteren met zijn eervolle
de organisatie van de Boominfodag
nominatie!
over. De beide verenigingen zetten
(BRON: WWW.DEZWARTEHOND.NL)
Bengevoord, burgemeester van Win-
het als hoogwaardig tweedaags evenement voort en willen het bereik vergroten. Bijvoorbeeld door het betrekken van de nieuwe leerstoel Urban Forestry van de TU Delft. JanWillem de Groot blijft nauw
AGENDA 12|02 Energietransitie en de impact van de infrastructuur Bijeenkomst Regionale energiestrategie: van hoe? naar Zo! Stadswerk Regio Noord organiseert op 28 februari in het gebouw van de Energy Academy in Groningen de bijeenkomst Regionale energiestrategie: van hoe? naar Zo! Hoe geef je de
Een middag door Bouwend Nederland, Stadswerk en NL Ingenieurs op een urgent thema, met interessante workshops en ruimte om te netwerken. Groningen
14|02 Lancering i-Tree Nederland
Bomen zijn niet alleen mooi maar ze leveren ook veel op. Om deze waarde voor onze leefomgeving in beeld te brengen, is i-Tree Nederland ontwikkeld. Daarmee ondersteunt i-Tree Nederland beleid en beheer rondom bomen. Op 14 februari wordt i-Tree Nederland officieel gelanceerd. Utrecht
28|02 Regionale energie strategie: van hoe? naar zo! Bijeenkomst van regio Noord over de energietransitie in de Energy Academy Building. Groningen
energietransitie samen gestalte? Wat komt er op alle betrokken partijen af? Zijn er al gemeenten die meer licht op
Bekijk de meest actuele agenda op www.stadswerk.nl/agenda of volg ons op Twitter en/of LinkedIn voor het laatste nieuws.
de transitie kunnen schijnen? Tijdens
01/2019 Stadswerk magazine 39
STICHTING OPENBARE VERLICHTING NEDERLAND BUNDELT KRACHTEN. OVLNL geeft impulsen, denkt mee en deelt. Om de sector openbare verlichting verder te laten ontwikkelen en in de spotlights te houden.
OVERHEDEN
MARKTPARTIJEN
NETWERK
NETWERK
NETWERK
‘SMART LIGHTING’
‘EVENEMENTEN’
‘MAATSCHAPPIJ’
NETWERK
NETWERK
‘LICHT EN OMGEVING’
‘KENNIS’
Een organisatie van en voor de openbare verlichting. Die midden in de samenleving staat, gevoel heeft voor ontwikkelingen en veranderingen, daarop anticipeert en ontwikkelingen initieert. Brengt overheid, ondernemers, onderwijs, onderzoek en omgeving samen.
Meedoen? Schrijf in op www.ovlnl.nl Hét Openbare Verlichting Kennisplatform van Nederland Alle vragen beantwoord BIBLIOTHEEK
OVL MONITOR
HANDBOEK OPENBARE
VISIE
VERLICHTING
OVL 2030