Bergen Magazine 04 2019

Page 1

KLIMGESCHIEDENIS OP DE DREI ZINNEN • OVER DE RUG VAN HET ISLE OF SKYE

inspiratie voor bergwandelaars

magazine

Jaargang 13  Nr 4  september 2019  € 6,50

Zorgeloze tochten in het

VIRGENTAL Oostenrijks meest ongerepte dal

Telemark

Op zoek naar de mooiste wandeling van Noorwegen Glimmende bergen

Kristaljagers van de Mont Blanc SPECIAL

Met de Bernina Express door Graubünden WIN SCHOENEN VAN HANWAG T.W.V. € 279,95 AP


RAB LADAKH GTX JACKET Expertly balancing breathability with protection, soft GORE ® C-KNIT ™ and durable GORE-TEX ® Pro are paired to bring comfort to the most challenging of environments.

The next generation of Rab.

WWW.RAB.EQUIPMENT WINTER COLLECTION NOW AVAILABLE IN RAB-SHOP-IN-SHOPS AT KATHMANDU UTRECHT AND AMSTERDAM. RAB SHOP IN ZWERFKEI WOERDEN WILL OPEN IN OCTOBER.


BERGEN

inspiratie voor bergwandelaars

magazine

STEPS

Jaargang 13, nummer 4, september 2019 Bergen Magazine is een uitgave van Virtùmedia en verschijnt vijf keer per jaar Redactieadres Bergen Magazine Postbus 595, 3700 AN Zeist www.bergwijzer.nl Hoofdredactie Jonathan Vandevoorde Eindredactie Marcia van Bijnen Redactie Daan Couwenbergh, Noes Lautier, Frank Peters, Jan van der Straaten, Peter Strookman, Simone van Velzen, Bert Vonk, Sean Vos Verder werkten aan dit nummer mee Astrid van Amerongen, Karin Anema, Jasper ­Buiting, Robert E­ ckhardt, Martin Fickweiler, ­Jeroen Gribling, Klaartje Grol, Gijs Hardeman, Harald Pauli, Paul Petit, Adri Ulfman Vormgeving TwinMedia bv, Culemborg, Sanne Heuker Bladmanagement & advertenties Klaartje Grol, kgrol@virtumedia.nl, Telefoon +31(0)30-3072248 Marketing & samenwerkingen Anna ten Brinke, atenbrinke@virtumedia.nl Telefoon +31(0)30-6913835 Druk Veldhuis Media, Raalte Distributie Nederland: Aldipress, www.aldipress.nl België: AMP, www.ampnet.be Uitgever Nederland Virtùmedia, Pepijn Dobbelaer (pdobbelaer@virtumedia.nl) Postbus 595, 3700 AN Zeist Telefoon +31(0)30-6920677 Uitgever België Virtùmedia, Pepijn Dobbelaer PO BOX 955, 1934 EMC-Brucargo Abonnementen De prijs voor een abonnement bedraagt € 31,45 per jaar (vijf nummers). Aan een abonnement buiten Nederland of België zijn extra verzend­ kosten verbonden. Neem hierover contact op met de klantenservice. Abonnementen kunnen bij ieder nummer ingaan en worden elk jaar vernieuwd. Aanmelding kan via onze website www.bergwijzer.nl of via de klantenservice op telefoonnummer +31(0)850407400 (ook voor vragen over bezorging). Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven met vermelding ‘Bergen Magazine’ en van de oude en nieuwe adressering en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk met een termijn van minimaal 1 maand te worden doorgegeven. Contact: Uitgeverij Virtùmedia, t.a.v. Bergen Magazine, Postbus 595, NL-3700 AN Zeist. Tel. 085-0407400, e-mail: klantenservice@virtumedia.nl Lees hier hoe we met uw persoonsgegevens omgaan www.virtumedia.nl/privacy-statement © Bergen Magazine. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1873-8966.

A

fgelopen zomer was ik met mijn dochter onderweg naar een prachtig gelegen berghut om daar te overnachten. Op een terrasje halverwege zitten we naast een Nederlandse moeder met haar twee jonge kinderen. Zij heeft een petje met grote klep op, roze gympen aan en een rugzak met bloemetjesmotief van een onbestemd merk naast zich. Sportieve dame, pezig, en ze rolt haar r-en op on-Nederlandse wijze. Ik uit mijn bewondering voor het feit dat haar zoon en dochter zichzelf spontaan beginnen in te smeren. “Ja, doen ze altijd uit zichzelf. Dan krijg ik tenminste geen vette handen”, zegt ze. Ik bespeur geen ironische toon. Ik vraag waar zij logeren. “In Gerlos of zoiets.” Ze spreekt het uit op zijn Frans, Gerloo, maar wordt door zoonlief en plein public gecorrigeerd. “GérloSS, mam!” We kletsen wat over de streek, het is de eerste keer dat ze hier zijn. “En dus gaan jullie helemaal daarboven in een berghut slapen?” vraagt ze op een toon die doet vermoeden dat dit niet haar gedacht is van een fijne vakantie. “Mooie hut, nog ongeveer tweeënhalf uur omhoog”, zeg ik. “Maar dan zijn jullie er vroeg. Wat ga je daar dan vanmiddag doen?” Ik vertel dat we de tijd ervoor nemen en met onze rugzakken toch niet zo snel lopen. “En het is daarboven echt prachtig”, argumenteer ik. Hoe ver zij zelf

nog doorlopen weet ze niet, ze kennen het hier niet, maar ze moeten vanmiddag wel weer terug. Niet lang na het terras haalt het drietal ons in. “Ik ren altijd de berg op!” jubelt moeder als ze ons als een langpotige hinde voorbij stuift. “Ik zit op steps!” Verderop zijn wij het die hen op het brede grindweg weer inhalen. “Kijk!” wijst ze haar kroost naar een oud sneeuwveldje boven ons. “Dat is eeuwige sneeuw. Gaaf hè!” Ik vertel haar dat die vuile meuk over een paar weken weggesmolten zal zijn. Gletsjers overleven de zomer, die wel. Ik wijs naar de glinsterende ijsmassa boven het daleind. “Echt? Is er een verschil dan?”

“Het maakt niet uit hoe langzaam je gaat, zolang je maar niet stopt” K’oeng Foe-tse (Confucius)

We laten hen achter ons waar de weg flink steil wordt. Bij de materiaallift houden we pauze. Diep onder ons zien we het drietal stilstaan en overleggen. Wat gaan ze doen? Het conclaaf duurt minuten. “Die kinderen zullen wel niet op steps zitten”, vermoedt dochterlief. Dan komen de drie figuurtjes weer in beweging. Ze gaan richting dal. De hut is van ons.

jvandevoorde@bergenmagazine.nl @mild_adventures @jvandevo  Op een windstille dag wordt de Bergersee Hütte in het gelijknamige meertje weerspiegeld. Een prachtige plek in het Lasörlingmassief boven het Oostenrijkse Virgental. Foto: Bert Vonk. BERGEN magazine  3


IN DIT NUMMER A EM TH Foto: BertinVonk 10_bron foto

16

DE STILLE KANT VAN HET VIRGENTAL Het Virgental, aan de voet van de Hohe Tauern in Oost-Tirol, is een van de meest ongerepte valleien in de Oostenrijkse Alpen. Nooit bezweek de bevolking er voor de verleiding van het kabelbaantoerisme. Vooral het groene Lasörlingmassief is een natuurspeeltuin voor jong en oud.

16  Dwalen over de eenzame hoogten van de ­Lasörlingkam 22  De Nederlandse Von Trapps wandelen naar de Bergerkogel 27  Bergwijzer Virgental-Lasörling Met overzichtskaart op blz. 27

4  BERGEN magazine


30 DE KRISTALJAGERS VAN DE MONT BLANC In het graniet van het Mont Blancmassief liggen waardevolle kristallen verstopt. De zoektocht naar deze natuurschatten is zwaar en soms gevaarlijk. Kristaljager JeanFranck Charlet geeft een inkijkje.

37 OVER DE WOESTE HOOGTEN VAN SCHOTLAND Op het Schotse Isle of Skye zijn de ruige bergen van de Cuillin Ridge een uitdaging voor rotsklimmers. Martin Fickweiler nam de ferry naar Schotland zodra de weersvoorspellingen goed waren. Nou ja … Goed genoeg.

37

44 TELEMARK: BETTER THAN BESSEGGEN? De Besseggen geldt als de mooiste dagtocht van Noorwegen. Maar in West-Telemark, veel dichter bij huis, vond Bert Vonk twee wandelingen die niet (veel) hoeven onder te doen voor de beroemde bergrug in Jotunheimen.

30

Foto: Frédéric Eva

58

58 ZOEKTOCHT NAAR DE ­VERLOREN STAD Diep in de tropische bergen van Colombia bouwden de Tairona meer dan twee millennia geleden een stad. De trektocht ernaartoe vormt het decor van bijzondere ontmoetingen met een mysterieus indianenvolk.

63 SPECIAL – RÄTHISCHE BAHN Aan boord van de rode treintjes beleef je het Zwitserse berglandschap van Graubünden op een bijzondere manier. Onze hoofdredacteur reed tussen Chur en Tirano met de Bernina Express door een wintersprookje. En weer terug.

44

Berglicht  6

Tot op zekere hoogte  29

Dansen met de bloemen

Fritz

Actueel  8 Uitgerust  10 Uitgeprobeerd  12 Jouw foto  14

Innsbruck Trek  34 Rotsvast  50 Grosse Zinne

Boekenberg  57

Hier heb ik het over 20 jaar nog over

BERGEN magazine  5


BERGLICHT

6  BERGEN magazine


DANSEN MET DE BLOEMEN TEKST & FOTO  FRANK PETERS De Vajolettorens. Een van de meest karakteristieke bergtoppen in de Dolomieten. Slank, scherp, steil. Ze maken deel uit van het Rosengartenmassief en steken uit boven de Vajoletberghut... Althans dat denk ik, maar die hut blijkt veel lager te liggen. Als ik er aankom, zoek ik de legendarische torens, maar van een paar vriendelijke Italianen begrijp ik dat het nog een uur klauteren is naar de Rifugio Re Alberto 1º, de hut die ik eigenlijk zoek. Wie heeft dat bedacht? De pier van Scheveningen ligt toch ook niet in Katwijk aan Zee? Maar goed, in Italië kan alles. En dus klim ik met frisse tegenzin omhoog. Mooi is het wel, dat moet ik eerlijk toegeven. Helaas zijn de torens bij aankomst niet te zien. Ze zijn verborgen achter een dikke laag mist, maar misschien verandert het nog. De Vajolettorens staan immers bekend om hun schoonheid tijdens zonsondergang, maar het is juist de volgende ochtend die magisch is. Soms vertonen de torens zich in al hun grandeur om zich vervolgens weer in sluiers te verhullen. Het is een spel van aantrekken en afstoten. Dansen met de bloemen, waken voor de stekels. Welkom in de rozentuin.  n

Ù De ochtendmist omhelst de Vajolettorens.

Camera: Canon EOS 5D mark II Lens: Canon EF16-35mm f/2.8L op 20 mm Sluitertijd: 60 sec. Diafragma: f/16 ISO: 100 BERGEN magazine  7


ACTUEEL

Foto: Totalphütte

Liefhebbers van berghutten hadden te maken met enkele tegenslagen afgelopen zomer. Langs Corsica’s GR20 werd een hut helemaal door brand vernield. En in het Rätikon was de populaire Totalphütte weggevaagd door een lawine. Op Corsica brandde de Refuge d’Ortu di U Piobbu in mei helemaal uit. Deze Piobbu was de eerste etappehut voor wie de GR20 van noord naar zuid wilde lopen en ook de volgende hut, Carrozzu, is heel de zomer dicht voor reno-

Foto: Alpenverein Vorarlberg

BERGHUTTEN VERWOEST

vatiewerkzaamheden. Een uitdaging dus voor al wie de GR20 te lijf wil gaan. In het geval van de Refuge d’Ortu di U Piobbu werd meteen brandstichting vermoed en is een onderzoek ingesteld. Al enkele keren in het verleden is een hut langs de GR20 met opzet in brand gestoken. Het verplicht wandelaars om af te dalen en in hotelletjes in de vallei te overnachten, die wel varen bij de toegenomen aanloop.

Totalphütte verwoest De veelbezochte Totalphütte van de Österreichischer Alpenverein, gelegen op 2385 meter boven de Lünersee en aan de voet van de Schesaplana in het Rätikon, werd in januari door een sneeuwlawine grotendeels ver-

Alpenverein schat dat 10 tot 15 procent van de 321 DAV-hutten met een

nield. De vleugel met de slaapvertrekken was volledig ingestort. Pas in het

plaag te maken heeft van beestjes die door wandelaars van hut naar hut

late voorjaar, toen alle sneeuw gesmolten was, kon de echte schade vast-

overgedragen worden: bedwantsen. Ze reizen mee in de slaapzakken en

gesteld worden. Zo bleek dat de vleugel met de facilitaire ruimtes, die tot

rugzakken van de gasten. In juli besloot de vereniging een oproep te doen

aan het plafond gevuld waren met sneeuw, door de impact 15 centimeter

aan wandelaars om hun tassen in plastic zakken op te bergen om verdere

opgeschoven was. Men is er vlak voor de zomervakantie echter in geslaagd

verspreiding te voorkomen. De DAV benadrukt echter dat de aanwezigheid

deze ruimtes te stabiliseren voor (tijdelijk) gebruik. Om het grootste leed

van bedwantsen geen teken is van gebrekkige hygiëne. Veel hutten zijn

op te vangen, konden wandelaars in de afgelopen maanden in enkele met

van hout gebouwd, daar houden de wantsen nu eenmaal van. Het zijn de

een helikopter afgeleverde containers overnachten, waardoor er toch nog

toenemende aantallen overnachters die de beestjes naar de berg brengen.

34 bedden ter beschikking zijn. Sektion Vorarlberg heeft besloten dat er een nieuwe hut komt die naar

Magnetron

verwachting 2,5 miljoen euro gaat kosten. Het is de bedoeling dat deze in

Veel hutten durven echter niet openlijk aan hun gasten de vraag te stel-

juli 2020 al open gaat.

len. Het op 2959 meter hoogte gelegen Münchener Haus daarentegen koos het zekere voor het onzekere: wie wilde overnachten in de hut op de

Meer huttenleed

Zugspitze werd verzocht om zijn slaapzak eerst in de magnetron te doen.

Bedwantsen lijken een steeds groter probleem te worden in berghutten.

Of de wantsen hierdoor nu definitief uitgeroeid zijn op Duitslands hoogste

Het probleem is niet nieuw, maar wordt wel steeds erger. De Deutscher

berg, zal na het seizoen moeten blijken. (JV)

Bruintje en Midas Er wordt genoeg aandacht besteed aan hoe je je als

dat is voor de meeste buitenlandse Alpenbezoekers

bergwandelaar moet opstellen wanneer je een kud-

toch een ‘dingetje’. Een gemiste kans, lijkt mij.

de koeien (en zeker als ze kalfjes hebben) op je pad

Trentino daarentegen heeft verder gekeken dan de

aantreft. Maar wat nu als je een van de grote roofdie-

berenneus lang is en heeft ook een Engelse vertaling

ren als wolf en beer in de Alpen ontmoet? Hoewel die

van hun ‘berenfolder’ gemaakt. Bovendien brengt de

zelf liever de mens vermijden, zeker de wolf, en de

Italiaanse provincie jaarlijks een rapportage uit over de

kans dus gering is dat je er een tegenkomt, uitsluiten

beer, wolf en lynx. Via hun link publiceren ze zelfs een

kun je een ontmoeting niet.

kaart met waar berinnen met kleintjes zijn waargenomen, want mama beer wil je al helemaal niet tegenko-

De werkgroep Grande Carnivori van de Italiaanse alpen-

men (grandicarnivori.provincia.tn.it/Large-Carnivores-

vereniging CAI heeft een nieuwe folder uitgegeven met

Report). (MvB)

richtlijnen hoe je je moet gedragen als je grote roofdieren als wolf en beer (en schapenhond) tegenkomt. Die

   Voor downloadbare folders kijk op: bergwijzer.nl/

folder is helaas alleen in het Italiaans te verkrijgen en

nieuws/beer-in-de-alpen-wat-moet-je-doen

8  BERGEN magazine


Ú Vatnajökull. Foto: Jonathan Vandevoorde

LEERZAME VOORBEREIDING 7 SUMMITS Midden augustus moesten alpinisten Boris Textor en Jur Rademakers en fotograaf Hylke Knot hun toppoging op de Khan Tengri (7010 m) op de grens van Kazachstan en Kirgizië staken vanwege naderend slecht weer. De expeditie naar de op een na hoogste top van het Tiensjangebergte was de generale repetitie voor hun ambitieuze klimproject 7 Summits 1 Year.

Bergen op UNESCO Werelderfgoedlijst Begin juli werden enkele bijzondere bergmassieven opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De Heilige Bergen op Gran Canaria vormen samen met Risco Caído een ‘cultureel landschap’ dat zich nu Werelderfgoed mag noemen. En op IJsland haalde Nationaal Park Vatnajökull de lijst. El Teide stond al op de Werelderfgoedlijst. Vanaf dit jaar krijgt de vulkaan op Gran Canaria gezelschap van het trogloditische woningencomplex in het cultureel landschap van Risco Caído en de rondom liggende Heilige Bergen, met onder andere de Caldera de Tejeda. De beschermde site bewijst dat er voor de komst van de Spanjaarden op de Canarische eilanden al mensen in

Basiskamp op de gletsjer op 4000 m hoogte. Foto: Hylke Knot

het bergachtige gebied leefden die afstammen van de Berbers en zich minstens 1500 jaar lang in totale afzondering hebben ontwikkeld. Het nationaal park dat de enorme vulkaan Vatnajökull omvat is 1,4 mil-

Het drietal vormde de enige expeditie die nog op de Khan Tengri onderweg

joen hectare groot, zowat 14 procent van heel de oppervlakte van IJsland.

was naar kamp 2 (5400 m) toen ze vanuit het basiskamp op 21 augustus

Het gebied kent tien vulkanen, waarvan er acht onder het gletsjerijs ver-

bericht kregen dat er een storm op komst was. “Het lawinegevaar werd te

borgen liggen en de meeste actief zijn.

groot geacht”, vertelt Jur ons achteraf. “Dus besloten we de volgende dag alleen naar kamp 3 (5850 m) te gaan en daarna af te dalen naar het basis-

   www. riscocaido.grancanaria.com

kamp. We hebben genoten van het uitzicht vanuit kamp 3, met heerlijk weer bovendien.” Het plan was om de M. Pogrebetsky-route naar de top te volgen. Deze werd geopend in 1931 en geldt als de normaalroute op de zuidflank van de berg. Terugkeren was de juiste beslissing, want uiteindelijk werd zelfs het basiskamp gesloten vanwege een aankomende cycloon. Wetende dat een toppoging onmogelijk was, kijkt iedereen toch terug op een leerzame expeditie.

Voorbereiding op de 7 bergen Boris en Jur hebben het plan om volgend jaar de ‘7 summits‘, de hoogste toppen van elk continent, te beklimmen te beginnen in januari met Mount Vinson (4897 m) op Antarctica en eindigend op de Kilimanjaro (5895 m) in november. “De Khan Tengri vonden we een ideale voorbereiding om dingen te kunnen uitproberen”, aldus Jur. “Daarom hebben we ook gekozen om dit helemaal zelf te regelen.” Ze leerden hoe met de stroomvoorziening om te gaan voor de camera’s en de satelliettelefoons. Of welke maaltijden het best in de smaak vielen, en hoeveel er van alles nodig is. “Maar misschien is het belangrijkste nog wel om te leren hoe we samen het beste als team functioneren. Op die lange dagen met slecht weer was

En waar was… GIJS HARDEMAN?

het belangrijkste om het moreel hoog te houden.” De ultieme uitdaging is om die zeven toppen in één jaar te beklimmen.

Waar word je stil van, vroeg Gijs (l.) zich af toen hij bij de Aletsch­

“Dan moeten we op alles voorbereid zijn om het te halen: fysiek, mentaal,

gletsjer in Wallis, Zwitserland stond. Het antwoord op deze vraag

qua planning. logistiek en voeding.”

vindt hij heel erg simpel. “Haal de simkaart uit je telefoon. Wij deden

Voor Jur is dit een nieuwe hoofdstuk omdat hij als ondernemer een jaar

het een week lang. We werden nog stiller van de prachtige aanblik

lang zijn focus verlegt naar deze uitdaging. Voor Boris is het een jaar lang

op de gletsjer en de onzekere toekomst die dit natuurwonder staat

optrekken met één persoon een totaal andere ervaring dan zijn huidige

te wachten.”

werkzaamheden als berggids. (PP)

>>>

MEER NIEUWS EN VEEL INFORMATIE VIND JE OP BERGWIJZER.NL/MAGAZINE/2019-4

>>>

BERGEN magazine  9


UITGERUST

Redactie Daan Couwenbergh & Jasper Buiting

NATUURLIJK ONDERGOED Niets draagt lekkerder dan bamboe, hoor je wel eens beweren. Ondergoed van Bamboo Basics voelt zijdezacht aan en blijft lang fris. Maar er is meer: kleding van bamboe is ook beter voor het milieu. De productie van bamboe is namelijk waterbesparend. De gewassen hoeven niet extra besproeid te worden. Daarnaast maakt de bamboeplant zelf een antibacteriële stof aan, waardoor er geen bestrijdingsmiddelen zoals pesticides of insecticiden nodig zijn. Comfort voor jou, maar ook voor de natuur.

   Adviesprijs: € 29,95 yourbamboobasics.com

Zo warm als Alaska Vernoemd naar de uitdagende West Rib-klimroute op de berg Denali in Alaska, vertegenwoordigt de West Rib Parka een volgende stap op het gebied van warmte-isolatie. De nieuwste jas van Marmot is namelijk uitgerust met de revolutionaire WarmCube™ technologie. Deze 3D-constructie zorgt ervoor dat het dons zich aanpast aan de vorm van je lichaam, waardoor je lichaamswarmte nog beter in de jas gevangen blijft. Een extra waterdichte beschermlaag houdt regen en sneeuw buiten en voorkomt dat het dons vochtig wordt. Hierdoor houdt de West Rib Parka je zelfs onder de meest barre weersomstandigheden warm, ook bij klimtochten in de wintermaanden.

   Adviesprijs: € 650,– www.marmot.eu

ALLEMANSVRIEND De Gritstone II GTX van Hanwag is een allround wandelschoen die zich leent voor bijna elk type wandeling. Of je nu over asfalt, grind of bospaden wandelt, het bovenwerk van nubuck en polyamide biedt uitstekende ondersteuning aan je voet. Hetzelfde geldt voor de zeer goed dempende Vibram Ultragrip II-zool, die zich bovendien goed af laat rollen. De waterdichte en goed ademende Gore-Tex houdt je voeten droog en zorgt voor een aangenaam voetklimaat. Hierdoor is deze klassieke sportieveling niet alleen geschikt voor stedentrips, maar ook voor tal van activiteiten in de natuur.

   Adviesprijs: € 189,95 www.hanwag.nl

10  BERGEN magazine


Luchtige broek Fjällrävens nieuwe Vidda Pro Ventilated-broek heeft alle pluspunten van de Vidda-modellen met als toevoeging … ventilatie-openingen! Net als zijn voorgangers is deze broek gemaakt van de stevige G-1000 Eco-stof, waardoor hij tegen een flink stootje kan. Dankzij de voorgevormde knieën en de stretchstof rondom het kruis word je in je bewegingen niet belemmerd, ondanks de slankere pasvorm van dit model. Tegelijkertijd kun je het in deze broek nooit te warm krijgen: gaat de temperatuur door je activiteit omhoog, rits de ruime beenopeningen open en de buitenlucht stroomt naar binnen. Geen betere manier om af te koelen dan je lichaamswarmte te laten ontsnappen, toch?

   Adviesprijs: € 179.95 www.fjallraven.nl

Stijlvol avonturiersmes Voor bergbeklimmers en avonturiers die graag lichtgewicht op pad gaan, is er nu de stijlvolle Buck 818 Apex. Dit veelzijdige eenhandsmes heeft een lemmet van 420HC-staal en een aluminium frame met vergrendeling. Via het langwerpige duimgat kun je het mes soepel openen. Dankzij de roestvrijstalen pocketclip en de geïntegreerde karabijnhaak heb je de Apex bovendien altijd binnen handbereik. Ben je na je avontuur toe aan een verfrissend drankje, dan weet de Apex je ook een handje te helpen met de altijd handige flessenopener.

   Adviesprijs: € 55,– www.buckknives.nl

DESIGNKLASSIEKER Met de Tight Original brengt Häglofs een eerbetoon aan een klassieker van eigen huis uit de negentiger jaren. Deze allround rugzak heeft een groot en een klein vak en veel handige extra’s. De druppelvormige voor- en zijpanelen zorgen ervoor dat de rugzak een laag zwaartepunt heeft. Verder heeft de rugzak een gepolsterde heupgordel. Hij is gemaakt van water- en vuilafstotend materiaal dat fluorcarbonvrij is behandeld. De Tight Original is verkrijgbaar in vijf kleuren en maten.

   Adviesprijs: € 100,– www.haglofs.com

BERGEN magazine  11


UITGEPROBEERD

SNELLE JELLE De verwachtingen zijn hoog gespannen

dit in 3,5 minuten gebeurt. En krek, dat klopt he-

wanneer ik de branderset uitpak uit z’n

lemaal. Een indrukwekkende snelheid en nog

gepolsterde beschermzak: een lage brander

eens fluisterzacht ook. Dat laatste hoeft van mij

met ingebouwd windscherm, een

persoonlijk niet zo, want ik hoor toch liever duide-

beschermplaat voor het tere gras, twee

lijk hoe hard het vuur brandt. Het temperen van

ruime 2-liter pannen (waarvan een met een

de vlam vraagt daardoor ook enige oefening. Dan

warmteverdeler), een transparant deksel,

ook maar eens een hele pan pasta koken; kijken of

een pannengreep, een piëzo-aansteker en

afgieten makkelijk en veilig kan met de pannen-

een beschermlap.

greep en het bijgeleverde deksel. Je wilt uiteinde-

   Supersnel op kooktemperatuur • Goed ­regelbaar • Fluisterstil • Stabiel • Fraai uitgevoerde pannen met transparant deksel • Perfecte pannengreep • Zuinig met gas

lijk niet je eten uit het gras hoeven lepelen. De Volgens het labeltje aan de regelknop moet ik die

greep zet zich stevig vast aan de pan zonder de

één à twee volle slagen omdraaien om het gas te

coating te beschadigen en dat kan bovendien met

laten stromen. In de praktijk moet ik hem echter

het deksel nog op de pan. Met een klikknop kun je

drie keer omdraaien voor ik hem aan kan steken.

hem weer loskoppelen. Het deksel heeft een

Met een gewone aansteker. De piëzo-aansteker

warmtebestendig siliconen greepje en voldoende

werkt perfect bij mijn Primus ExpressSpider,

gaatjes om het kooknat goed af te voeren. Er is

maar bij de testbrander beduidend minder. En

duidelijk goed nagedacht over deze set.

goed luisteren, want dat moment komt op kou-

De geteste set van 2 liter weegt 1060 gram (exclu-

senvoetjes.

sief tankje). Er is ook een 1,3 literversie die 727

Het is klein bier in vergelijking met de pluspunten

gram weegt. Vind je dat toch wel aan het gewicht

van de branderset. De brander staat als een huis

voor in de rugzak, dan neem je slechts één pan mee.

en de pannen zelf ook, wegglijden of omkieperen

Je moet hem even doorkrijgen, maar dan heb je

is er niet bij. Heerlijk veilig. Ik breng vervolgens in

aan de PrimeTech Stove een betrouwbare en

de winderige buitenlucht 1 liter koud bergwater

complete branderset. Gewoon een ordinaire aan-

aan de kook om de claim van Primus te testen dat

steker meenemen. (MvB)

-–   Fluisterstil • Piëzoaansteker • Prijs    Adviesprijs: € 179,95 (2,3 liter) of € 159,95 (1,3 liter) www.primus.eu

INPAKKEN EN WEGWEZEN Op een camping in de Ardennen raakte ik in

vakje met rits. Je kan dus nog aardig ordenen in

gesprek over reizen met een duffel. Ik ben

deze duffel. De onderkant is gevoerd om de in-

van de rugzak. Dus toen ik de kans kreeg de

houd te beschermen.

Cargo Hauler 60 liter Duffel van Eagle Creek

Je draagt de tas aan de twee hengsels, met de

uit te proberen, deed ik dat tijdens een

schouderbanden op je rug, of (na ze samenge-

klim- en wandelreisje.

klikt te hebben) als schoudertas. Je kan de banden bovendien in de bovenklep opbergen. Het

Bij bezorging dacht ik dat dit pakketje niet het

dragen van de duffel op mijn rug voelde comfor-

juiste kon zijn, zo klein en zo licht. Maar wat blijkt,

tabel voor korte afstanden. Wat ik ook handig

je kan de duffel opvouwen tot een

   Lichtgewicht en

heel veel ruimte • ­Comfortabele schouderbanden -–   Stormflap maakt

rits openen lastiger

   Adviesprijs: € 110,–

www.EagleCreek.eu

klep. Daarmee kun je de duffel beter optillen als

en hij weegt maar 1 kilo. Ide-

ie echt vol zit. Ook heeft de tas compressieban-

aal om als extra tas mee te

den voor als je hem niet helemaal volgestouwd

nemen.

hebt. Verder geldt de No Matter What-garantie

Het materiaal is stevig en wa-

van het merk. Al met al ben ik om en zal ik de duf-

terafstotend en voor mij niet

fel van Eagle Creek veel gaan gebruiken! (KG)

onbelangrijk: het is pvc-vrij en Bluesign gecertificeerd. Rondom de grote rits zit een stormflap voor extra bescherming, maar het maakt de tas lastiger te openen. Het grote voordeel van een duffel is dat je bijna alles wat je mee wil nemen erin kwijt kan, zoals je klimspullen. Het grote compartiment kan met een net verdeeld worden. Ook zijn er twee zijvakken met een apart

12  BERGEN magazine

vond, zijn de handvatten links en rechts van de

pakketje van 34 x 27 centimeter


MOUNTAIN BOOTS HANDCRAFTED WITH PASSION

Ontdek de meest legendarische wandelroutes ter wereld

BORN IN BAVARIA – WORN AROUND THE WORLD

Verkrijgbaar voor €35,- in de (online) boekhandel en warenhuizen

WWW.HANWAG.NL

HANWAG ALVERSTONE II GTX De waarschijnlijk meest veelzijdige trekkingschoen die Hanwag ooit gemaakt heeft. Geschikt voor alpinisten met hoge ambities. Voor trekkingtochten met bepakking op veeleisend terrein. Voor iedereen die op zoek is naar een stabiele, f lexibele maar bovenal lichte trekkingschoen. Ook verkrijgbaar in een specifieke damesleest.

JOUW ADVERTENTIE HIER? BERGEN magazine

Bel of mail Klaartje Grol +31 (0)30-6933727 /kgrol@virtumedia.nl


JOUW FOTO

WINNAARS FOTOWEDSTRIJD FJÄLLRÄVEN

HIER HEB IK HET NA

20 JAAR NOG OVER … Travelling is creating memories, zegt

nende en ontroerende foto’s. Stuk voor

dat er over vele jaren nog aan deze er-

men wel eens. En of! Dat de bergen een

stuk memorabele ervaringen, maar

varingen teruggedacht wordt. Beide

plek zijn waar je onvergetelijke dingen

deze twee inzendingen vond de jury

winnaars ontvangen binnenkort een

meemaakt, blijkt wel uit alle inzendin-

bijzonder deskundig in beeld gebracht.

Keb-jack van Fjällräven ter waarde van

gen. We ontvingen een heleboel span-

We kunnen ons heel goed voorstellen

€ 299,95 elk. Proficiat!

KEVIN GRIETEN, TESSENDERLO “Die eerste vakantie samen, die eerste avond in de bergen. Eerst een hele dag regen. En net na het avondeten klaart de hemel op en dan krijgen we deze schitterende zonsondergang! Een dag om nooit te vergeten.”

14  BERGEN magazine


JEFFREY WITTER, SPIJKENISSE “Dat het gevaarlijkste van de beklimming vaak in de afdaling zit, werd op de Dent du Géant maar al te duidelijk. De planning was om de vierduizender in een lang weekend te beklimmen, eerst twee dagen acclimatiseren en op de derde dag naar de top. De beklimming zelf was op zich al een ervaring die ik nooit zal vergeten, maar de afdaling maakte het avontuur compleet. Vanaf de 4013 meter hoge berg moet je namelijk eerst 150 meter abseilen. Wat het voor ons onvergetelijk maakte was dat onze touwen een aantal keren in de knoop raakten. Doordat dit veel tijd en energie kostte, kwamen we te laat aan om de laatste lift naar het dal te nemen. Hierdoor moesten we nog een nachtje op 3200 me-

DE JURY: • J onathan Vandevoorde (hoofdredacteur) •M arcia van Bijnen (eindredacteur) •E lanwy Rockey (Fjällräven) •S ean Vos •N oes Lautier •F rank Peters •P eter Strookman

ter doorbrengen. Gelukkig had een goede vriend van ons nog twee bedden in de hut kunnen regelen. Anders hadden wij in het drooghok moeten slapen, met een tocht van dertien uur achter de kiezen, wens je dat je ergste vijand nog niet toe. Al met al een geweldige en leerzame ervaring.”

NIEUWE WEDSTRIJD

WOW! WAT EEN UITZICHT!

Geef het toe: je gaat het liefst naar de bergen niet (alleen) voor de sportieve prestatie die bergwandelen is, maar om te kunnen genieten van je beloning. Dat prachtige vergezicht als je eenmaal op die bergtop, panoramaweg of pas staat. Toch? En soms komt zo’n uitzicht onverwacht op je af en doet je naar adem snakken. Als je dat gevoel ook nog op gepas-

te wijze op de sensor vastgelegd hebt, stuur ons dan je foto en misschien win je wel een paar Alverstone II GTX bergschoenen ter waarde van € 279,95. Wij mogen dit keer twee paar van deze robuuste trekking­ schoenen voor middelzware bergtochten van ­Hanwag weggeven. De twee winnaars word­ en gepubliceerd in ons decembernummer.

Insturen kan tot uiterlijk 28 oktober op Bergwijzer.nl/ winnen. Instructies en voorwaarden vind je daar ook terug.

BERGEN magazine  15


thema DE STILLE KANT VAN HET VIRGENTAL

Dwalen over de

eenzame

We naderen de hooggelegen Neue Reichenberger Hütte.

16  BERGEN magazine


Dagenlang wandelen zonder een mens tegen te komen, met een koninklijk uitzicht op de glinsterende gletsjerstoppen van de

hoogten van de Lasörlingkam

Alpenhoofdkam. Waar vind je dat nog? Anno 2019 zijn de bergen aan drie zijden van het Virgental in OostTirol ingepalmd door het Nationaal Park Hohe Tauern. Vooral in het Lasörlinggebergte, aan de zuidkant van de vallei, heb je de bergen echt nog helemaal voor jezelf. TEKST & FOTO’S  BERT VONK

V

anaf een hoog uitzichtplatform kijken we neer op de Umbal­ fälle, een serie spectaculaire watervallen waarmee de Isel – de laatste gletsjerbeek van Oostenrijk die compleet gevrijwaard is gebleven van menselijk ingrijpen – zich met donderend geweld een weg baant door het bovenste gedeelte van het Virgental. Het is niet toevallig dat we hier zijn. Na een bezoek aan een aantal overvolle Dolomietenhutten hadden we vooral behoefte aan een rustige finale van onze bergvakantie en waar kun je die beter vinden dan in het Virgental aan de zuidkant van het Venedigermassief, waar de pioniers van het sanfter Tourismus wonen. Het is alweer bijna veertig jaar geleden dat de bewoners van dit dal ervoor kozen om hun natuur verregaand intact te laten ten behoeve van milieuvriendelijk toerisme en daarmee af te zien van grote hotels, kabelbanen en waterkrachtcentrales. Anno 2019 kunnen wandelaars er hun hart ophalen aan mooie dagwandelingen, maar vooral aan twee prachtige huttentrektochten met talloze varianten. Aan de noordzijde loopt de Venediger Höhenweg, die via een aantal hoge bergpassen langs de uitgestrekte ijsvlaktes van het Venedigermassief slingert. Wij hebben gekozen voor een vierdaagse over de Lasörling Höhenweg BERGEN magazine  17


thema DE STILLE KANT VAN HET VIRGENTAL

aan de zuidkant van het dal, een prachtige panoramaroute met uitzicht op het Venedigermassief en – op wat grotere afstand – Oostenrijks hoogste, de 3798 meter hoge Großglockner.

Vier dagen onderweg Na een late start in Bergsteigerdorf Prägraten genieten we van het eerste landschappelijke hoogtepunt van de route: het mooi aangelegde Wasserschaupfad dat ons via een aantal uitzichtsplatformen langs alle grotere en kleinere watervallen van de Umbalfälle leidt. We komen uit in een prachtig hooggelegen dal, waardoor we steeds dieper doordringen in het hart van de bergen. Als we een schaapherder met zijn kudde tegenkomen is ons geluk compleet. Het dal van de Isel dat we volgen, buigt geleidelijk naar rechts zodat nieuwe bergen in zicht komen, zoals de vergletsjerde Rötspitze op de grens met Italië. Al gauw komen we bij onze overnachtingsplaats, de Clarahütte. Vooralsnog zijn we de enige bezoekers. We worden allerhartelijkst ontvangen door waardin Kasia. Nadat we onze dorstige kelen gesmeerd hebben op het zonnige huttenterras laat ze ons de kamers zien. We zijn verrast als we onze moderne, met licht hout beklede twee­ persoonskamer zien. Van buiten lijkt het slaapgedeelte van de hut namelijk op een molshoop, want het is totaal ingegraven in de berghelling. “De renovatie van onze hut is een paar jaar geleden afgerond”, vertelt Kasia. “In totaal hebben we nu elf twee­ persoonskamers en een slaapzaal met acht matrassen. De architect heeft ervoor gekozen om het slaapgedeelte in te graven omdat de hellingen hier erg lawinegevaarlijk zijn. In 2012 is de hut compleet verwoest door een grote lawine en het heeft jaren gekost om hem weer op te bouwen.” Eigenlijk is het een wonder dat er op deze plek al bijna honderdvijftig jaar een hut staat, denken we. Samen met de nog iets oudere Johannishütte aan de noordzijde van het Virgental behoort de Clarahut tot de oudste berghutten van de Alpen. Ook over de avondmaaltijd hebben we niets dan lof. Samen met een handvol collega-wande-

laars genieten we van een verfijnde Stein­ pilzrisotto en van de gemoedelijke sfeer die in de hut hangt.

Gedenkplaat Als we de volgende ochtend een kwartiertje op onze schreden van gisteren terugkeren beseffen we dat de Lasörling Höhenweg heel geschikt is om aan het begin van een vakantie in te lopen. Gisteren een rustige start van drie uurtjes; vandaag worden het er vierenhalf. Pas morgen “geht’s richtig zur Sache”, zoals de Oostenrijkers zeggen. Dan wacht er een etappe van zesenhalf uur over drie hoge bergpassen. We steken via een ijzeren bruggetje de hier nog tamme Isel over en beklimmen daarna de steile helling van het nauw ingesneden Dabertal. We zijn rondom ingesloten door hoge gras- en rotsbergen wat een enigszins beklemmend gevoel geeft. Dat gevoel wordt niet minder als we een gedenkplaat zien voor de negenjarige Jakub Tejkl, die hier in de late herfst van 2002 door uitputting om het leven kwam. Een vader en zoon waren met een Tsjechische alpinistengroep vertrokken vanuit de Reichenberger Hütte, onze slaapplek vanavond, om een drieduizender te beklimmen. De jongen kon het tempo niet bijhouden en was met zijn vader achterop geraakt. Tijdens de afdaling werden vader en zoon verrast door een sneeuwstorm en moesten bivakkeren. De volgende dag stierf de kleine Jakub op korte afstand van een mogelijk levensreddend hutje door uitputting. Hoe hard wordt onbezonnenheid soms afgestraft. Onze sombere gedachten worden verdreven door uitbundig bloeiende vijf bladige lila bloemen die overal langs ons pad groeien. Ze lijken totaal niet op de blauwe klokjesgentiaan, een van de weinige bloemen die ik overal herken. Toch zijn het baardgentianen, een van de 1600 soorten die samen de familie van gentiaanachtigen vormen. We komen uit op een weidse hoogvlakte die aan alle kanten wordt omringd door 3000 meter hoge bergen. De verlatenheid is hier totaal. Achter ons zien we de morenenruggen van verdwenen gletsjers. Zeer opvallend is een ‘ijstong’ van marmerwit gesteente die bijna niet te onderscheiden is

We lopen over een hoogvlakte omringd door 3000 meter hoge bergen. De verlatenheid is hier totaal 18  BERGEN magazine

ÛÛ

Licht, lucht en rotsen op de Daberlenke.

Û Waar

de Isel afbuigt naar het noorden k­ rijgen we een fraai uitzicht op de imposante Rötspitze.

De uitbundig bloeiende baardgentianen groeien overal langs ons pad.

Þ


Þ Vanaf

het Wasserschaupfad kijken we op de indrukwekkende serie watervallen van de Umbalfälle.

Ú In het spoor van een kudde schapen ­lopen we richting Clarahütte. BERGEN magazine  19


thema DE STILLE KANT VAN HET VIRGENTAL

DE ZACHTE KANT VAN DE BERGEN Bijna veertig jaar geleden was het een sensatie: in een periode dat in de ­Oostenrijkse Alpen het ene na het andere gletsjerskigebied ontsloten werd, gooiden de bewoners van het Virgental het over een andere boeg. Zij lanceer­ den in hun mooie dal aan de zuidkant van het Venedigermassief het concept sanfter Tourismus. Sanft betekent ‘zacht’; hun dal moest een eldorado worden voor toeristen die dagwandelingen en huttentrektochten wilden maken in een onbedorven bergnatuur. Er werd een uitgebreid net van wandelpaden aan­gelegd en er werden nieuwe hutten gebouwd zoals de Sajathütte en de Lasörlinghütte. Sanfter Tourismus was aanvankelijk een enorm succes. Het aantal overnacht­ ingen in en rond Prägraten – het hoogstgelegen dorp in het Virgental – schoot omhoog van 80.000 per jaar in de zestiger jaren naar 200.000 in 1981. De vraag was of het sanfter Tourismus geen slachtoffer zou worden van zijn eigen succes, bijvoorbeeld met overvolle hutten. Maar het tegenovergestelde gebeurde. Na het piekjaar 1981 begon het aantal overnachtingen gestaag te dalen om in 2018 weer op precies hetzelfde niveau te belanden als vijftig-zestig jaar geleden. “Wat is daarvan de reden”, vraag ik aan burgemeester Anton Steiner van ­Prägraten. Hij vertelt me dat de enorme toestroom van vakantiegangers het ­gevolg is geweest van nieuwsgierigheid naar dit indertijd baanbrekende toeris­ meconcept. Toen het nieuwtje eraf was, bleken veel bergliefhebbers toch de voorkeur te geven aan het minder vermoeiende kabelbaanwandelen vanuit luxueuze wellnesshotels. “Dat is nou eenmaal de moderne trend”, verzucht ­Steiner. “De hellingen van ons dal zijn te steil voor skipistes. Daarom moeten wij het bijna uitsluitend van zomertoerisme hebben en kunnen we moeilijk concur­ reren tegen wintersportplaatsen zoals Kals en Matrei-in-Osttirol. Daar worden ’s zomers de kamers van wintersporthotels verhuurd tegen kostprijs.” “Maar die pech is tegelijkertijd ons geluk”, vervolgt hij. “Ons toerisme lijkt zich op het huidige niveau te stabiliseren en daardoor blijven we een rustige oase tus­ sen de drukkere berggebieden in Oost-Tirol en Salzburgerland. Bergliefhebbers die dat waarderen weten ons ook in de komende jaren wel te vinden. En wij doen

Ú van echt gletsjerijs. Door ruig terrein berei-

ken we het pasje Daberlenke. Aan de oostzijde toveren zon en wolken een prachtig patroon van licht en schaduw op de desolate hellingen. In de verte zien we nu op een kleine verhoging boven een meertje de Neue Reichenberger Hütte liggen. Hoe dichter we de hut naderen, des te strenger werkt zijn aanblik. Geen mens te zien buiten, geen terras in zicht. Huttenbaas Johann Feldner harmonieert perfect met het domein waarover hij de scepter zwaait. Zonder veel overbodige woorden wijst hij ons onze slaapplek, de rest mogen we zelf uitzoeken. Als we twee kleine glaasjes bier

er alles aan om het hen naar de zin te maken. Ook wij hebben comfortabele ­hotels met goede voorzieningen. Alleen is het bij ons wat kleinschaliger dan bij de buren. Maar wil je ons echt leren kennen dan moet je een van onze meer­ daagse huttentochten lopen”, besluit hij enthousiast. Onze mooie bergen ver­ dienen die inspanning volop!

Ù Een wolkenhoed onttrekt de top van de ­Großvenediger aan het zicht.

Op de Zopat­ nitzenalm is een mooie windroos in het blad van een picknicktafel ­gekerfd.

Ü

20  BERGEN magazine


Ù Na drie dagen eenzaamheid terug naar het dal.

De gerenoveerde Clarahütte is deels ingegraven in de berghelling om hem te beschermen tegen lawines.

ÙÙ

Kuiertochtje

bestellen kijkt hij ons spottend aan. “Ah! Zwei Kinderbier”, merkt hij op. Het is even wennen aan de wat intimiderende humor van de man, maar als je hem met gelijke munt terugbetaalt valt hij best mee.

Koninginnenetappe Toch zijn we blij als we de volgende morgen de huttendeur achter ons dichttrekken en onder een stralende zon mogen beginnen aan de koninginnenetappe van onze Höhenweg. We stappen stevig door en komen al snel aan op de eerste pas, de bijna 2800 meter hoge Rote Lenke. Hier verschijnen de gletsjerbergen aan de noordzijde van het Virgental in beeld. Het silhouet van de Großglockner herken ik wel, maar om de bergen van het Venedigermassief te kunnen benoemen moet ik als Ortsunkundige wel even de kaart raadplegen. Het is een leuke puzzel, temeer omdat de hoogste top, de 3662 meter hoge Großvenediger, een wolkenhoed op heeft. Als nunataks steken de rotstoppen Hohes Aderl en Rainerhorn hun kopje boven de omringende ijsmassa uit. De route is daarna zeer afwisselend: een stenige afdaling wordt gevolgd door de oversteek van een frisse weide met een kabbelend bergstroompje. Dan wordt het terrein weer ruiger. Bij de afdaling van de tweede pas passeren we een groot blokkenveld waar we goed moeten uitkijken om met behulp van de vrij spaarzame markeringen de makkelijkste route te vinden. Na een steil klimmetje komen we op een split-

sing: rechts gaat het over een derde pas met een lastige afdaling naar de Lasörlinghütte en links kom je uit bij een lagere etage van de Lasörling Höhenweg die via de populaire Muhs-Panoramaweg naar de Bergersee Hütte leidt. “Jij mag kiezen”, zeg ik tegen Marjorie. Eigenlijk vind ik dit de mooiste momenten in de bergen. Niet wandelen volgens een vastomlijnd plan, maar je impuls van het moment volgen: een ongepland topje beklimmen dat er aantrekkelijk uitziet of een mooi smal pad verkennen dat zich door een spectaculaire berghelling slingert. “Die Freiheit aufzubrechen wohin Ich will”, noemde Reinhold Messner dat ooit. We hebben allebei zin om onze tocht te beëindigen in een wat groenere omgeving en dus kiezen we voor de afdaling naar de Bergersee Hütte. De Großvenediger blijft prominent in beeld, maar vormt nu een mooi contrast met de voorgrond van kleine, nog groene lariksen en fraai rood-bruin verkleurde bosbessenstruiken die de komst van de herfst al aankondigen. Na een steile afdaling volgt weer een keuzemoment. Twintig minuten verderop lonkt het nog bezonde terras van de Lasnitzen Hütte. En om de Bergersee Hütte te bereiken moeten we weer tweehonderd meter omhoog. We dwingen onze inmiddels best vermoeide kuiten weer in het gareel en lopen in een rustig tempo naar de Zopatnitzenalm, waar je een prachtig uitzicht hebt op het meer dan duizend meter lagere liggende Virgental.

Op het licht dalende pad dat ons tenslotte naar de Bergersee Hütte leidt, verspert een kudde geiten met vervaarlijk uitziende horens ons de weg. Voorzichtig schuifelen we er langs. Je weet immers maar nooit. In de vriendelijke Bergersee Hütte zijn we de enige gasten en we slapen er als rozen. De afsluitende wandeling naar de idyllische Berger Alm is een kuiertochtje. Moeiteloos en steeds licht dalend bereiken we de verzameling almhutten waar we iets hopen te drinken. Jammer genoeg is alles daar gesloten. Als we op het balkon van de hoofdhut zitten te zonnebaden horen we opeens geroep. Het is de waardin die in een kabelbaanbakje vlak voor onze verbaasde ogen langs zweeft. Of we koffie willen, roept ze ons toe. We wilden eigenlijk net doorlopen maar blijven nu half uit beleefdheid half uit trek toch maar even zitten. “Ik heb ook heerlijk zelfgemaakt Holundersaft”, vertrouwt de vrouw ons toe. “Willen jullie dat proeven?” Vooruit, dat kan er ook nog wel bij. We laten onze huttentocht nog even de revue passeren. We hebben aan den lijve ondervonden wat Sanfter Turismus betekent: vier dagen puur natuur en een weldadige rust. “Ik bewonder jullie dat jullie kiezen voor deze moeilijke aanpak”, zeg ik tegen onze gastvrouw. “Het zal niet zo makkelijk zijn om op deze manier je hoofd boven water te houden.” Zij beaamt het. “Stel je voor”, opper ik tegen Marjorie. “Als ze hier nu eens een bescheiden gondelbaantje zouden maken in plaats van die materiaallift, dan zou het prachtige wandelgebied tussen Berger Alm en Lasnitzen Hütte in één klap veel beter ontsloten worden.” Even overweeg ik om onze gastvrouw deelgenoot te maken van mijn gedachtenspinsels, maar ik bedenk me. Volgens mij zijn die gastvrije maar eigenzinnige Virgentalers heel wel in staat om zelf te bepalen wat goed voor ze is.  n BERGEN magazine  21


thema DE STILLE KANT VAN HET VIRGENTAL

Voor geen kleintje vervaard. Onze ‘Von Trapp’-familie houdt de stemming er goed in bij het beklimmen van de Bergerkogel.

22  BERGEN magazine


De Nederlandse Von Trapps wandelen naar de

Bergerkogel Dat de commercialisering van de Alpen het Virgental nog niet bereikt heeft, houdt kinderen niet tegen om te genieten. De wilde natuur, meertjes en uitdagende wandeltoppen die de streek typeren zijn één grote speeltuin. Al helpt de motiverende kracht van een stempelkaart en een ijsje natuurlijk wel mee … TEKST & FOTO’S  GIJS HARDEMAN

BERGEN magazine  23


thema DE STILLE KANT VAN HET VIRGENTAL

24  BERGEN magazine


gekregen en dat ding doet wonderen. Bij voldoende stempels krijgen ze namelijk een speld of medaille. Voor een gewone hut een paar punten, een Alm is vijf en een echte Gipfel is wel tien punten. De kinderen rekenen al snel uit dat ze deze week een zilveren plak kunnen halen als ze de top van de Bergerkogel beklimmen. Dankzij de simpele stempelkaart lijkt de missie voor morgen, wanneer de route naar de 2656 meter hoge Bergerkogel op het programma staat, ineens een stuk makkelijker.

Sneeuw en ijswater

Onderweg naar de Bergersee Hütte.

P

De familielagers van de ­Bergersee Hütte.

eer heeft alpenrode konen en een zeiknat shirt. Zweetdruppels glijden van zijn neus en vallen op harde stenen en droge klei. Z’n zonnebril hangt op half zeven. De babbels zijn even verdwenen. De eeuwig vrolijke twaalfjarige van onze kindercrew (Finne van 2, Raf van 5, Map van 10, Peer van 12 en Skip van 14) is zelfs even chagrijnig. Hij worstelt zichzelf in de snikhete Oostenrijkse zon naar 2182 meter hoogte. Daar wacht een ijskoud meer ter verkoeling. Gelukkig zijn we ook bijna bij een stroompje waar de rugzakken even af kunnen, chocoladerepen voor hernieuwde energie zorgen en een kleine picknick in de schaduw zelfs weer een glimlach op zijn gezicht tovert. Na vijf minuten – bij kinderen worden de lows snel opgevolgd door de highs – worden er alweer dammetjes

gebouwd in de stroom water. Gelukkig maar, want we moeten nog wel even … “Als je dan twaalf bent en voor het eerst een berg beklimt, dan mag het ook wel even tegenzitten”, zegt z’n moeder als Peer weer vol goede moed zijn rugzak over z’n schouders gooit.

Stempels drukken “Daar gaan we weer.” Het is nog iets meer dan een half uur tot de eerste grote stop: de Berger Alm. Hier wacht een glas Holunderblütensaft en een stuk zelfgemaakte pruimentaart. Bij Peer komen de grapjes weer terug en hij geeft een koe een aanmoediging in haar eigen taal. Maar de beste motivatie voor de laatste ruk naar de Bergersee Hütte komt door een ontdekking op Dé Stempelkaart. Want elk kind heeft van het toeristenbureau in Virgen een stempelkaart

Het stuk van de Berger Alm tot aan de Bergersee Hütte meandert aan de zijkant van een berg langs bomen, maar ook diepe kloven. We steken een sneeuwtong over, sneeuw van de voorgaande winter dat is samengepakt in glijlawines. Het is nu keihard, maar iedereen probeert er een stukje af te breken. “Mag dit mee, pap?” vraagt Raf. “Er ligt vast nog meer bij de hut”, beloven wij. Die houten hut doemt een uur later op. Aan een meer waar de hoge bergen rondom weerspiegelen in het glanzende oppervlakte. Beide gezinnen krijgen een Familienzimmer met twee slaaplagen waar zeker drie mensen per laag op kunnen. We gooien de rugzakken af, de schoenen uit en als we even later in de hitte op het terras zitten, koud drankje in de hand, en de jongsten op de glijbaan spelen, vragen we plagend aan de kinderen: “Gaan jullie erin?”, zeker wetend dat niemand zo gek is om … “Ik”, roept Map en ze rent naar de kamer om haar zwemspullen te pakken. Het water is zes graden, hoorden we net van de huttenwaardin. Het kan Map niet deren. Deze dame van tien blijkt stoerder dan alle jongens en volwassenen in onze groep.

V.l.n.r.

Finne en Skip spelen in een riviertje. Onderweg naar de Bergerkogel.De stoere Map wijst de weg. Finne krijgt zijn duurste stempel. De laatste meters naar de Bergersee Hütte Een verdiende lunch bij de Lasnitzen Hütte.

BERGEN magazine  25


thema DE STILLE KANT VAN HET VIRGENTAL

Û

In het Kletterpark Grossvenediger.

Û

Þ

Rustmoment.

Þ Vlak

voor de Lasnitzen Hütte loopt een riviertje waar Raf en Finne kunnen spelen.

De volgende dag is het aan de rest van de groep de taak om te bewijzen dat ze ook stoer zijn. Want het hoogste punt van de reis staat op de planning: de Bergerkogel. We kunnen het er lang en breed over hebben, maar in vergelijking met de klim van gisteren is dit een walk in the park. In een mum van tijd staat iedereen boven op de top, kinderen in een rijtje bij het Gipfelkreuz voor een stempel. “Hoppa, tien punten. Zilver in de pocket”, roept Skip. Ze hebben de zin er goed in, want we moeten snel weer naar beneden. De ouders hebben namelijk beloofd een waterfiets te huren als de top wordt gehaald. “En een ijsje”, herinneren de kinderen ons nog even. Vroeg in de middag zijn we weer terug en de avond in de hut wordt gevuld met spel-

Langs de Panoramaweg staat dit houten klimwerk. Op de ­achtergrond de Großvenediger.

26  BERGEN magazine

letjes, fanatiek geschreeuw en Oostenrijkse zoetigheid. Buiten bliksemt en dondert het intussen door alle warmte van de afgelopen dagen.

Jodelahietie! De volgende ochtend is het weer net zo stralend als afgelopen dagen. Vandaag wacht de Muhs-Panoramaweg. “De mooiste van het gebied”, werd ons vooraf beloofd. Een prachtige route waarin je continu loopt met uitzicht op de Großvenediger en waarin een houten kunstwerk het perfecte klimtoestel blijkt voor jong én oud. De allerlaatste hut van de reis, de Lasnitzen Hütte, laat ons kennis maken met Krapfen. “Oostenrijkse platte oliebollen”, aldus een van de kids. Een koe komt op een paar meter afstand poolshoogte nemen. Het laat-

Bij de Clarahütte halen alle kids hun eerste dure stempel.

à

ste steile stuk rennen alle kids, zelfs Finne van twee, naar beneden. Van de ouders moeten ze bij elke watergoot stoppen om de snelheid onder controle te houden. Als we die avond vol energie op de camping aankomen wacht de allerlaatste Oostenrijkse ervaring. Het is Heimatabend. Raf: “Gaan wij ook naar die jodelahietie-band?” Voor we het weten zitten we keurig in rijen aan biertafels. De volwassenen zitten met een Semmel met worst voor hun neus en een halve liter bier naar de campingbaas in een lederhose te kijken. En de kinderen? Die dansen op het podium op muziek die ze nog nooit eerder hoorden. “Jodelahietie!”  n en Fot o: M

Naar de top

Onderweg van de Lasnitzen Hütte naar het dal.

ci ar

B an av

ijn


BERGWIJZER Het Virgental (Oost-Tirol), met Prägraten en Virgen als bekendste plaatsjes, wordt aan de noordzijde begrensd door het vergletsjerde Venedigermassief (Großvenediger, 3666 m) en aan de zuidkant door de Lasörling (3098 m). Er is een uitgebreid netwerk van wandelpaden en een groot aantal berghutten, die met elkaar verbonden zijn door de Venediger Höhenweg aan de noordzijde van het dal en de Lasörling Höhenweg aan de zuidzijde. Door het milde klimaat wordt Virgen soms het ‘Merano van Oost-Tirol’ genoemd. De bergen rond het Virgental maken deel uit van het Nationaal Park Hohe Tauern. VERVOER

Virgen ligt op een kleine drie uur rijden vanaf München, via Kufstein, Kitzbühel en de Felbertauerntunnel. Met de trein: ICE tot München, internationale trein naar Kitzbühel (www.obb.at). Dan met de bus naar Matrei in Osttirol en Prägraten. (www.postbus.at). BESTE PERIODE

Midden juni tot begin september en – bij goed weer – zelfs oktober, de mooiste periode. Vroeg in de zomer altijd kans op (gevaarlijke) sneeuwvelden, vooral op de passen. Grootste drukte in juli en augustus. SLAPEN

In het Virgental zijn er vele overnachtingsmogelijk­ heden, zoals hotels, pensions, vakantiewoningen, ­appartementen en boerderijen met logies. Ook zijn er twee campings. Kijk op: www.virgental.at/ unterkuenfte/unterkunft-suche/ OMHOOG

In het Virgental zijn geen kabelbanen of stoeltjes­ liften. Wel zijn er twee huttentaxi’s, vanuit Virgen naar de op 2100 m gelegen Wetterkreuzhütte (vliegende start op de Lasörling Höhenweg) en vanuit Hinterbichl naar de op 2120 m gelegen Johannishütte (vliegende start op de Venediger Höhenweg), zie: www.virgentaler-huetten.at/huettentaxi/ SLAPEN

• De kleine camping Habererhof (een van de twee in het dal) is betaalbaar en gezellig en heeft ook een

groot pension. Met de kinderen was de camping per fect want de campingbaas organiseert ook (kinder-) activiteiten in de avond (www.camping-virgental.at en www.habererhof.at). • Onder www.virgental.at/fuer-dich/huettenplan/ vind je een overzicht waarin je kunt doorklikken naar ­pagina’s van alle (alm)hutten in het gebied. Of kijk op www.virgentaler-hütten.at voor alle huttengegevens. Ook interessant: het Virgentaler Hüttenbuch: www.osttiroler-hoehenwege.at/huetten-almen/­ huettenbuch/index.php. BERGGIDSEN

Bergführerbüro Prägraten – tel. +43(0)48775464, venediger-bergführer@utanet.at GELOPEN HUTTENTOCHT (REPORTAGE BLZ. 16)

1. Parkeerplaats Ströden (1400 m) – ­Clarahütte (2030 m). Duur & hoogteverschil: 3 uur, h 630 m. Karakter: Makkelijk pad met spectaculaire uitzichten. Eerste stuk via Wasserschaupfad Umbalfälle. T2. 2. Clarahütte (2036 m) – Neue Reichenberger Hütte (2586 m) Duur & hoogteverschil: 4½ uur, h 630 m, i 75 m. Karakter: Goed pad, eerst door indrukwekkend, diep ingesneden Dabertal, later over weidse hoogvlakten via Daberlenke (2631 m). 3. Neue Reichenberger Hütte (2586 m) – ­RotLenke – Pas 2753 m – afdalen richting Lasnitzen Hütte tot ca. 2120 m – Zopatnitzenalm – Bergersee Hütte (2181 m) Duur & hoogteverschil: 6½ uur, h 750 m, i 1150 m. Karakter: Imposante hooggebergtewandeling. Eerste deel (T3) deels over blokken en puin; tweede deel (Muhs-Panoramaweg) geriefelijke hoogtewandeling met schitterend uitzicht over Venedigergroep. 4. Bergersee Hütte – Berger Alm (1840 m) – Prägraten. Duur & hoogteverschil: 3-4 uur; i 900 m. Karakter: Tot Berger Alm gemakkelijke hoogtewandelng (T2); steile afdaling naar Prägraten (T3). Beter voor de knieën is de alternatieve afdaling langs het materiaalliftje. Terug naar parkeerplaats Ströden: mooie dalwandeling (1½ – 2 uur) of bus.

MET KINDEREN

• De Clarahütte is ook als dagtocht (heen en terug) makkelijk te doen met kinderen. Het ­eerste gedeelte langs de waterval lijkt op ­traplopen en het tweede gedeelte gaat over een smal pad met links en rechts een steile helling (pas op met de kleintjes). • Bergersee Hütte als tweedaagse huttentocht (reportage blz. 22): via de Berger Alm (een mooie stop met zelfgebakken taart) in één lange dag naar de Bergersee Hütte (2182 meter), een heerlijke plek om een of twee nachten te verblijven, aan een meertje. Reken voor klim naar de Bergerkogel en terug minstens 5 uur (hi 475 m). Terug liepen we via de prachtige Muhs-Panoramaweg naar de Lasnitzen Hütte (1900 meter) waar je ook nog een nacht zou kunnen verblijven. • Kletterpark Großvenediger (www.grossvenediger-adventures.at). Uitdagend touwbanen­parcours voor kinderen (en volwassenen).

ONZE TIPS

• Voor de Lasörling Höhenweg bestaan vele varianten. Ook zeer de moeite waard: Huttentaxi Virgen – Wetterkreuzhütte – Griften (2720 m) – Zupalseehütte – Lasörlinghütte – Neue Reichenberger Hütte – Ströden. • Minstens even mooi als de Lasörling Höhenweg, maar drukker is de Venediger Höhenweg aan de noordkant van het Virgental. • Een spannende variant op de Venediger Höhenweg is de recent gebouwde “Höchste Kreuzweg der ­Alpen”: www.virgental.at/de/bergabenteuer/­ hoehenwege/kreuzweg-praegraten-a-g/ • Wie weinig tijd heeft, maar een goede conditie kan vanuit Prägraten in 1 dag de Großvenediger beklimmen en weer afdalen naar het dal: Op aanvraag nachtelijke rit met de Venedigertaxi (zie Omhoog) naar de Johannishütte en vandaar via het Defregger Haus in ongeveer 5 uur naar de top. KAARTEN

• Kompass WK 46, Matrei in Ost-Tirol-Kals am Gross Glockner, 1:50.000 • Freytag & Berndt, 123 Matrei – Defereggen – ­Virgental, 1:50.000 • Interactieve kaarten zijn te vinden op www.osttirol-nationalpark.at/virgen MEER WETEN?

• www.virgental.at – website van het regionale b­ ureau voor toerisme. • www.osttiroler-hoehenwege.at – beknopte ­beschrijving van alle Höhenwege in Osttirol inclusief Venediger Höhenweg en Lasörling ­Höhenweg.

BERGEN magazine  27


Š SchmittenhÜhebahn AG

www.alpendreams.eu

Daarom Alpendreams Deskundige Nederlandstalige persoonlijke aankoopbegeleiding met een sterk voorlichtend karakter. In alle rust begeleiden wij bij het zoeken, kopen, beheren, (ver)bouwen en evt. verhuren van uw (tweede) woning in Oostenrijk. Onze dienstverlening ter plaatse ontzorgt en brengt in bijna alle gevallen geen extra kosten met zich mee. Tot slot zijn wij als enige aanbieder in Oostenrijk Mondi Approved: een grote extra zekerheid voor u!

Tel NL: +31 (0)6 52 06 61 70 | Tel AT: +43 (0)6 991 0658 625 | Tel BE: +32 (0)9 329 55 73 www.alpendreams.eu


TOT OP ZEKERE HOOGTE

FRITZ

TEKST PETER STROOKMAN  FOTO ARCHIEF FAMILIE STROOKMAN

“F

gewoonste zaak van de wereld was. Tot we een klein heuveltje beklommen dat ons het zicht op

ritz, HIER!” schreeuwt mijn vader.

zichtbaar naar zijn zin en was al snel niet meer te

het achterland ontnam en onze Fritz even liet

Maar het is al te laat. Blaffend sprint

houden.

verdwijnen. Toen we zelf bovenkwamen, was van

de hond zijn instinct achterna. Alleen

Later die vakantie reden we naar het idyllische

de hond niet veel meer dan een klein stipje te

zijn zwartbruin wapperende oren zie ik af en toe

Lötschental. Aan het einde van het dal lag de par-

zien. Die volgde zijn jachtinstinct. De vele scha-

ergens boven de planten, grassen en rotsen

keerplaats Fafleralp, het startpunt van onze wan-

pen stoven uiteen en liepen hoog de helling op.

opduiken. Op een gegeven moment is hij echt

deltocht richting gletsjer. Ondertussen had mijn

Mijn vaders geschreeuw galmde over de alp. Mijn

weg. Het geblaf galmt in de verte na.

vader er wel vertrouwen in. Zo’n hond moet

broer en ik sprintten erachteraan. Mijn hart klop-

Vroeger ging ik als klein jongetje met mijn ouders

natuurlijk ook een keer los kunnen lopen. En hier-

te in mijn keel. Steeds hoger gingen de schapen en de hond. Wij liepen onze longen uit het lijf. De

en broer elke zomer richting de bergen van Wallis. Al op jonge leeftijd maakten we mooie tochten naar hutten. Turtmann, Moiry en Petit Mountet, we regen ze aaneen. Tot we opeens een hond kregen. Hoe moest dat verder? Het hondenboek had aangegeven dat teckels zich in de bergen net zo thuis voelen als in het platte Nederland. En thuislaten van onze nieuwste familielid zouden

Ik zie nog goed de twijfel op het gezicht van mijn moeder toen mijn vader de gele halsband afnam

paniek was groot. Even schoot door mijn hoofd dat we hem nooit meer terug zouden krijgen. Uiteindelijk wist mijn broer – na een paar minuten sprinten – hem hoog op de helling toch de halsband om de nek te leggen. Fritz was – nog geen jaar oud – uitgeput en had het af moeten leggen tegen de schapen. Fritz heeft daarna nog vele dappere tochten gemaakt en vele hutten op zijn

we ook niet doen. Als voorbereiding liepen we daarom met onze

boven waren geen andere mensen of honden. Ik

naam geschreven. Maar los in de bergen is hij

Fritz lange stukken door het Friese platteland.

zie nog goed de twijfel op het gezicht van mijn

nimmer meer geweest.  n

Eenmaal getraind, was daar ook al snel de vakan-

moeder toen mijn vader de gele halsband afnam.

tie. We liepen kabelbaanwandelingen in de buurt

Fritz nam direct eigenwijs een paar meter

van Vercorin in het Val d’Anniviers. Fritz had het

afstand, keek een beetje rond alsof loslopen de BERGEN magazine  29


ANDERS BEKEKEN

Mont Blancmassief

De kristaljagers van

de Mont Blanc 30  BERGEN magazine


Kristaljagen in het Mont Blancmassief is alleen iets voor alpinisten. De zoektocht naar de mineralen gaat meestal over steil en onstabiel terrein. Foto: Pierre Raphoz

ÙÙ

Ù Het kristalmuseum in ­ hamonix is verantwoordelijk C voor het behoud van de mooiste stukken die in het massief worden ontdekt. De collectie kristallen is erg divers en zeker een bezoekje waard! Foto: Office du Tourisme Vallée de Chamonix/S. Abrial

In de onmetelijke hoeveelheid graniet van het Mont Blancmassief liggen

Stappenplan

waardevolle kristallen verstopt. De meest prestigieuze vondst is roze

Mijn grote vraag is natuurlijk, waar, in die onmetelijke hoeveelheid gesteente, je die mineralen kunt vinden? Zonder aarzeling legt Jean-Franck de geheimen van het vak bloot.

fluoriet, maar ook het transparante rookkwarts is van exceptionele kwaliteit. De zoektocht naar deze natuurschatten is zwaar en soms gevaarlijk. Kristaljager Jean-Franck Charlet zit bomvol fascinerende verhalen. TEKST  SIMONE VAN VELZEN

“D

e meest bijzondere die ik ooit gevonden heb, is een roze fluoriet”, vertelt JeanFranck Charlet vol vuur zodra we op onze knieën in zijn woonkamer voor een glazen vitrine afgeladen met kleurrijke kristallen zitten, maar zijn grote vondst ligt er niet tussen. “We hebben het toentertijd direct aan een museum in Washington verkocht. Inmiddels is het mineraal voor 350.000 euro doorverkocht aan een privéverzamelaar. Kijk, dit is ’m”, wijst de Fransman naar een foto van het zeldzame kristal. “Mijn beste vriend René Ghilini en ik vonden het fluoriet in augustus 1985 op de noordzijde van Les Droites. De steile klim van zo’n zevenhonderd meter was geen eenvoudige klus, maar het vinden van roze fluoriet is de droom van iedere kristaljager.” In de vitrine liggen allerlei andere mineralen die de Chamoniard in ‘zijn bergen’ heeft gevonden. Tussen de vondsten liggen naast enkele kleine roze fluorietstenen, ook rode, groene en paarse exemplaren. “Niet alleen de kwaliteit van het fluoriet in onze bergen is uniek in de wereld. Ook het zeldzame soort rookkwarts dat hier te vinden is maakt

het Mont Blancmassief bijzonder”, wijst hij naar de enorme exemplaren die her en der door het huis verspreid staan.* Jean-Franck ‘plukt’ al meer dan vijftig jaar kristallen. “Ik was veertien toen mijn opa me voor de eerste keer meenam naar de Pointes des Améthystes.” Inmiddels zitten we aan een grote tafel – die uiteraard wordt versierd door een enorm brok rookkwarts. Hij duikt bladerend door een fotoalbum het verleden in. “Ik heb alles van mijn vader en opa geleerd en die hadden de kneepjes van het vak van hun voorvaders meegekregen.” Kristaljagen zit de Fransman in het bloed. Net als vele andere cristalliers is Jean-Franck berggids, geboren en getogen in Chamonix, aan de voet van de Mont Blanc waar het kristalzoeken een lange geschiedenis heeft. “In de achttiende eeuw waren het vooral boeren die zich bezighielden met het verzamelen van kristallen. De vraag ernaar, voor het verfraaien van sieraden, kroonluchters en andere snuisterijen, was groot. Later waren het vooral berggidsen die kristallen zochten. Tegenwoordig is het plukken van mineralen net als voor ons een familietraditie.”

* Jean-Franck doelt op zogenaamde gwindels (term uit het Duits), kristallen die lichtjes afgeplat en gedraaid zijn rond hun breedteas. Ze komen alleen in de Mont Blanc en in de streek van Göschenen (CH) voor.

Stap 1. Vind een kristaloven “Kristallen zijn ooit zo’n tien kilometer onder de grond gevormd. Door de orogenese van de Alpen, vind je ze nu op bergwanden in zogenaamde kristalovens. Zulke ovens bevinden zich in horizontale spleten op rotswanden, en vooral in die spleten waar de aderen in het gesteente bekleed zijn met kwarts. Door de witte kleur van het kwarts zijn de spleten gemakkelijk te herkennen, waardoor de kristalovens in het Mont Blancmassief redelijk gemakkelijk vindbaar zijn, maar het is wel terrein voor alpinisten: de ovens bevinden zich meestal in steil en onstabiel terrein.”

“Het vinden van roze fluoriet is de droom van iedere kristaljager”

Stap 2. Haal de kristallen eruit “Als je eenmaal een oven gevonden hebt, begint het echte werk. Het uithakken van de kristallen op duizenden meters hoogte is zwaar, en je werkt dikwijls met ijskoude vingers. De ovens zijn vaak bevroren, vooral in de noordflank van een berg. Om de kristallen uit het ijs te bevrijden, gebruiken we vaak gasbranders of zout, maar daar moet je heel geduldig voor zijn, want als je te snel BERGEN magazine  31


ANDERS BEKEKEN

Mont Blancmassief

“Het allermooiste aan kristaljagen is het gevoel van vrijheid”

gaat kunnen de kristallen door de plotselinge opwarming barsten. Soms is het extraheren van de kristallen zoveel werk, dat we nachtenlang op de rotswand bivakkeren.”

Stap 3. Breng de kristallen naar beneden zonder ze te beschadigen “Het meest gevaarlijke onderdeel van kristalzoeken. Het betekent urenlang abseilen en klauteren over gletsjers en los puin met een rugzak van minstens veertig kilo, volgepropt met kristallen. Zelfs als we de steile wanden en gletsjers achter ons gelaten hebben en op een wandelpad lopen, dan kan een misstap nog fataal zijn. Vandaar dat je voor de afdaling veel energie nodig hebt, én een grote concentratie. Daarom zoek je kristallen met je beste vrienden, want je neemt grote risico’s. Dat doe je alleen met mensen waarbij je je veilig voelt. Drie maten is een perfect aantal om de kristallen en het werkmateriaal naar beneden te dragen. Je wilt niet met veel meer mensen gaan, want je moet de opbrengst natuurlijk delen!” Stap 4. Ga poetsen “Eenmaal thuis moeten de kristallen worden schoongemaakt: een emmer water en dan zachtjes borstelen met een tandenborstel. Het schoonmaken is een magisch en delicaat moment, want dan kun je pas echt goed zien wat je gevonden hebt en de waarde ervan inschatten. In de winter, zodra het seizoen is afgelopen, dan gaan we naar beurzen om onze stukken te laten zien en wellicht te verkopen.” 32  BERGEN magazine

Mooiste vorm van alpinisme Waarom al die moeite en risico’s? Voor het geld? Voor het avontuur? “Voor het geld hoef je het niet te doen. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die ervan kan leven. Er is natuurlijk het avontuur, de spanning van het vinden van een echte schat, maar het allermooiste aan kristaljagen is het gevoel van vrijheid.” De ogen van de berggids glinsteren. “Kristaljagen is zonder twijfel de mooiste vorm van alpinisme. Je beweegt je vrij door de bergen, met je beste vrienden. Zonder routes, zonder de dwang dat je een top moet bereiken, vaak met nachtenlang bivakkeren. En er is geen mens. Mooier dan dat wordt het niet.” Maar zijn carrière als kristaljager gaat niet alleen over rozengeur en maneschijn, blijkt als we nog wat verder bladeren in het fotoalbum en we vergeelde krantenknipsels tegenkomen. Krantenkoppen bovenaan foto’s van Jean-Franck en zijn maten schreeuwen aantijgingen als “Les casseurs du Mont Blanc”, ofwel “De vandalen van de Mont Blanc”. In hetzelfde jaar (1985) dat Jean-Franck zijn allermooiste roze fluoriet vindt, komt hij met vier maten in de gevangenis terecht. Samen zitten ze zo’n 48 uur vast. “We hadden die dag met een helikopter enorme hoeveelheden rookkwarts naar beneden gevlogen. De aanklacht: het beschadigen van de Mont Blanc, een site classé (beschermd monument, red.).” JeanFranck lacht uitbundig als hij naar een ander krantenknipsel wijst. “Omdat we met zijn vieren waren, werden we in de media

de Daltons genoemd, naar de vier boeven uit de stripverhalen van Lucky Luke. De media wisten het lekker dramatisch te brengen.” Om te beoordelen welke schade de vier cristalliers hadden aangericht, droeg de rechter aan de gendarmerie op om ter plaatse een foto te maken. De gendarme ging op zoek, maar kon de plek niet terugvinden. “Onzichtbaar vandalisme”, lacht Jean-Franck geamuseerd. De symbolische boete voor de vier Daltons: 1 franc.

Erecode Desondanks sleepte het proces zo’n acht jaar. “Ik heb gedurende al die jaren nooit het gevoel gehad dat ik iets verkeerds had gedaan, maar het heeft ons uiteindelijk wel zo’n honderdduizend euro aan advocaten gekost! En de kristallen die de gendarme bij mijn arrestatie uit mijn huis heeft meegenomen, die heb ik ook nooit meer teruggezien.” In de loop van het proces wordt het Jean-Franck en zijn maten duidelijk dat de aanklagers niet tegen het verzamelen van kristallen zijn, maar wel tegen het gebruik van helikopters. Na afloop zijn alle partijen om de tafel gaan zitten om een een erecode op te stellen voor kristalzoekers teneinde een overmatige exploitatie van de berg te voorkomen. Kristallen zoeken mag, maar dan alleen op traditionele wijze, dus zonder helikopter en zonder explosieven. Amateur-kristalzoekers zijn verplicht zich in Chamonix op het stadhuis te melden en de erecode te ondertekenen. Bovendien is het lokale kristalmuseum verantwoordelijk voor het behoud van de mooiste stukken die in het massief worden ontdekt. Dat betekent dat elke kristaljager zijn vondsten eerst aan het museum te koop aanbiedt, pas daarna kunnen de mineralen op de


ÙÙÙ Jean-Franck met een prachtige rookkwarts, het meest voorkomende ­kristal in het Mont Blancmassief. Foto: Simone van Velzen ÙÙ

Eerst beheerst ‘plukken’ ...

Ù ... en daarna voorzichtig wassen, ­ aarbij kennis van generatie op w generatie wordt overgedragen. Foto: archief J-F Charlet

Fluoriet in het Musée des Cristaux. Het waardevolle kristal wordt ook wel de roos van Mont Blanc genoemd. Foto: Matthieu Petetin Ú

markt aangeboden worden. Of Jean-Franck tevreden is met de erecode? “Fluorieten, de meest waardevolle kristallen, zijn eerder klein, die passen gemakkelijk in je rugzak”, knipoogt hij veelbetekenend.

De nieuwe generatie Hoe de ervaren kristaljager de toekomst ziet? “Door klimaatsverandering zijn plotseling plekken toegankelijk geworden die dat vroeger niet waren. Door het terugtrekken van het ijs kunnen we tegenwoordig werken en bivakkeren op 4000 meter hoogte. Dat was tien jaar geleden nog buitengewoon uitzonderlijk. Daartegenover staat

dat de bergen ook minder stabiel zijn, want door de smeltende permafrost komt er steeds vaker rotspuin naar beneden.” Alhoewel hij al meer dan vijftig jaar kristallen plukt, is Jean-Franck niet van plan om er binnenkort mee op te houden. “En mijn zoon zet de familietraditie gewoon voort”, want de dertigjarige Jonathan Charlet is berggids en kristaljager, net als zijn vader, grootvader, overgrootvader, betovergrootvader, enz. Hoeveel nieuwe ovens zal Jonathan door het terugtrekken van het ijs nog ontdekken? En hoeveel roze fluorieten zal hij, net als de generaties voor hem, op zijn rug richting de vallei dragen?  n

BERGWIJZER Kristaljagen heeft in de vallei van Chamonix, aan de voet van de Mont Blanc, een eeuwenlange geschiedenis. Het lokale kristalmuseum is verantwoordelijk voor het behoud van de mooiste stukken die in het massief worden ontdekt en is zeker een bezoek waard. Zo ook de kristalbeurs van kristaljagers uit de streek die jaarlijks in de herfst wordt gehouden. Even indrukwekkend zijn de collecties van de jaarlijkse internationale kristalbeurs. MUSEUM

Musée des Cristaux - Espace Tairraz www.cc-valleedechamonixmontblanc.fr/­ index.php/culture/horaires-informations-­ musees.html BEURZEN

• Bourse aux minéraux et fossiles – internationale beurs met indrukwekkende collecties. Elk jaar in augustus. • Bourse des cristalliers – beurs van lokale kristaljagers. Elk jaar in november. Beide beurzen vinden plaats in congrescentrum Centre Le Majestic in Chamonix-MontBlanc MEER WETEN? Ú Wie droomt er niet van om een echte schat te ­vinden? Foto: Pierre Raphoz

www.mineralogie-chamonix.org – website van de Club de Minéralogie de Chamonix. De club bestaat uit kristaljagers, verzamelaars, geologen, mineralogen en verschillende ­wetenschappers. BERGEN magazine  33


WANDELEN

Tirol

INNSBRUCK (SHORT) TREK

Bergwandelen in de

stille achtertuin van Innsbruck

34  BERGEN magazine


Innsbruck afficheert zich graag als de hoofdstad van de Alpen. Dit betekent niet dat er in zijn directe omgeving geen mogelijkheden zijn voor echte Bergerlebnisse. In een paar minuten kom je vanuit het stadscentrum in de bergnatuur terecht. We namen de proef op de som tijdens een lang weekend voor de nieuwe meerdaagse wandelroute Innsbruck Trek. Aan natuurbeleving geen gebrek. TEKST  ADRI ULFMAN  FOTO'S  INNSBRUCK TOURISMUS

V

oor wie nog nooit op Innsbruck heeft gevlogen: Innsbruck wordt omringd door steile bergen en dat maakt de landing een belevenis op zich. Onze middagvlucht – we landen net even over drieën – zorgt ervoor dat we op ons gemak op de rustige luchthaven uitchecken en meteen de regiobus naar het nabijgelegen dorp Mutters pakken waar we Hotel Seppl als domicilie hebben gekozen. Daniela en Bernhard kennen we van eerdere bezoeken en hun hotel richt zich specifiek op gasten die graag bewust onthaasten. Normaliter trek je bij de meerdaagse wandeltochten van het ene naar het andere hotel – bagage wordt voor je vervoerd – maar omdat we op een short break zijn (twee reisdagen, twee dagen ter plaatse) hebben we gekozen voor het lopen van een aantal

dagroutes gecombineerd met enkele activiteiten en als permanente thuisbasis Vital Hotel Seppl geboekt.

Dag 1: naar de Rauschbrunnen We gebruiken onze Welcome Card (gratis openbaar vervoer en gratis of korting op liften, zwembaden en meren) voor het eerst in de bus die ons naar het centrum van Innsbruck brengt. Voor de eerste dag hebben we de zwaardere variant gekozen. De start is bij het Huis met het Gouden Dak – hét symbool van Innsbruck. Verderop lopen we langs de prachtig blauwgroene Inn. Via de Inn-promenade lopen we naar de Weiherburg-Steg, een overdekte houten brug die ons naar de overkant brengt. En dan gaat het in een parkachtige omgeving gelijk omhoog. Het geruis van de Inn laten

we achter ons en na een aantal haarspeldbochten komen we bij de entree van de Alpenzoo. Alhoewel de Alpenzoo de moeite van een tussenstop waard is, stappen we stevig door naar de hoger gelegen Hungerburg. Uiteindelijk zullen we vandaag in iets meer dan twaalf kilometer 760 meter bergop- en 640 bergafwaarts afleggen met een hoogste punt op 1142 meter. Op de Hungerburg aangekomen staan we even stil bij het fantastische panorama op de stad en op de omliggende bergen. Daarna volgen we het pad richting de Umbrüggler Alm. Het is best een stevige klim naar het op 1123 meter hoogte gelegen restaurant. Maar de inspanning wordt beloond. Op het terras genieten we niet alleen van het mooie uitzicht over de stad maar ook van de latte macchiato, een Verlängerten en de Käsekuchen. Na dit rustmoment gaan we weer op pad naar het Höttinger Bild, een kleine bedevaartkapel. De naam Hötting roept bij ons herinneringen op aan de Höttinger Hölle die hier ook in de buurt moet liggen. Deze ‘hel’ was het laatste stuk dat de wielrenners tijdens het WK in 2018 moesten afleggen, met de weergaloze Tom Dumoulin in een hoofdrol. Aangekomen bij de kapel overvalt ons een bijzonder gevoel van stilte en respect. Het genadebeeld van Maria is indrukwekkend. We nemen even de tijd om deze plek en sfeer op ons in te laten werken. Op het laatste stuk van onze route pakken we via een steil, knoestig pad nog enkele extra hoogtemeters en daarna kunnen we in het Alpengasthof Rauschbrunnen genieten van de Einkehr, de afronding en beloning van deze eerste dag. Het is hier een en al rust. De herberg wordt omringd door almweiden waarop de dieren genieten van het sappige gras en het zonnetje. En met het prachtige uitzicht op het Wipptal, de Stubaier Alpen en het centrum realiseren we ons hoe dichtbij de stad is en hoe anders het (berg-)gevoel hierboven toch al is. De Innsbruckers zijn een gezegend volkje!

Alpengasthof Rauschbrunnen: genieten van de omgeving. Foto: IT/ Christian Vorhofer

ÙÙ

Ù De Zirbenweg is als een wandeling door een botanische tuin. Foto: IT/ Christian Vorhofer BERGEN magazine  35


WANDELEN

Tirol

De Alpenzoo biedt veel leuke informatie. Foto: IT/Christian Vorhofer

INNSBRUCK TREK

Û

Mutters is een van de nabij­ gelegen Feriendörfer. Foto: IT/ Christian Vorhofer

Þ

Ü Tussen

Innsbruck en Telfs. Foto: IT/Paxti Uriz

Dag 2: Patscherkofel en Zirbenweg Vandaag pakken we een andere kant van de stadvallei. Met de nieuwe Patscherkofelbaan zweven we eerst relaxed omhoog naar het bergstation, waar het startpunt van de etappe van vandaag is gelegen. In totaal 6,3 kilometers met 289 meter stijgen en 292 meter dalen. Het hoogste punt ligt vandaag op 2245 meter. Dit wordt de dag van de prachtige uitzichten op Innsbruck en de imposante bergketens in de wijde omtrek. De eerste ‘meet’ ligt op de Viggarspitze. Langs de bergrug gaat het richting top. Het pad is steil en het terrein mag met recht alpien genoemd worden. Vlak voor de ­Viggarspitze moeten we zelfs een klein stukje klauteren. Op de top worden we echter

weer beloond met een fantastisch uitzicht op de Stubaier Alpen, het Wetterstein­ gebergte, de Zugspitze en de Nordkette. De Zirbenweg zorgt vervolgens weer voor een heel andere setting. Hier wandelen we tussen het grootste woud van alpendennen van de Alpen. Het hout van de Zirbe wordt al eeuwenlang gebruikt in huizen en talloze producten vanwege de aangename geur en de rustgevende eigenschappen die aan de houtsoort worden toegeschreven. Destijds gingen de Oostenrijkers puur op hun gevoel af, nu is het wetenschappelijk bewezen dat Zirbenholz daadwerkelijke een positieve invloed kan hebben op de mens. Onderweg maken we de envelop open die we ’s ochtends bij het ontbijt van gastvrouw Daniela hebben gekregen. Het is een voucher voor deelname aan een sessie Yoga am Berg. Wow, dat klinkt speciaal. En dus stappen we flink door om ons op tijd te kunnen melden voor deze belevenis. Totale ontspanning op de Patscherkofel, op 2200 meter hoogte! Aan het eind van de middag, terwijl de zon de daling inzet, kunnen we ons geen heerlijker afsluiting van onze short break voorstellen.  n

Langeafstandswandelroutes als de Via Alpina (van Monaco naar Triëst), Adler­ weg (dwars door Tirol) en de Jacobs­ weg doen allemaal Innsbruck aan. En de meerdaagse Sellraintaler en Kar­ wendel hoogtewandelroutes of de veeleisende Sellrainer Hüttenrunde zijn ook al langer bekende routes die bergwandelaars veel plezier bezorgen. Het is dus niet zo dat Innsbruck ineens de bergwandelaar heeft ontdekt of andersom: de bergwandelaar Inns­ bruck. De nieuwe, meerdaagse Inns­ bruck Trek voegt echter nieuwe keuzes aan het aanbod toe met een aantal bij­ zondere, eigen karakteristieken. Zo heeft elke dagetappe twee varian­ ten in moeilijkheidsgraad, kun je al dan niet gebruik maken van gecertificeerde berggidsen van de Alpinschule Inns­ bruck (ASI) en wordt je bagage elke dag naar de volgende hotelkamer vervoerd. De Innsbruck Trek combineert een ac­ tieve vakantie met zorgeloos comfort.

BERGWIJZER VERVOER

Met de auto over de Fernpas of via Kufstein. Met de trein is Innsbruck goed bereikbaar. Vliegen kan ’s zomers twee keer per week rechtstreeks met Transavia, anders via Wenen met Austrian Airlines. ONZE TIP

Alpenzoo: meer dan 100 alpen­ dieren wonen hier en zorgen voor

36  BERGEN magazine

een goed beeld van de biodiversiteit van de Alpen (www.alpenzoo.at). MEER WETEN?

• www.innsbruck.info • www.hotelseppl.at

Deze reportage kwam tot stand met ondersteuning van Innsbruck Tourismus.


Schotland

FOTOREPORTAGE

Cuillin Ridge

Over de woeste

hoogten van Schotland Toen ik afgelopen winter in een oude Engelse klimgids de Cuillin Ridge-traverse tegenkwam heb ik het gebied direct toegevoegd als weer-app-favoriet. Ik nam mijzelf voor de traverse te proberen wanneer de voorwaarden van een lege agenda en een goede weersvoorspelling zich samen zouden voordoen. Door het uitvallen van een andere reis was het afgelopen juli zo ver. TEKST & FOTO’S  MARTIN FICKWEILER

D

e Cuillin ligt op het Schotse Isle of Skye en reikt nergens hoger dan 992 meter boven zeeniveau. Door de noordelijke ligging en de invloeden van de Atlantische Oceaan is het weer echter zo veranderlijk en onstuimig, dat de omstandigheden mij aan zowel Groenland als Patagonië deden denken. Hoewel het gebied bij klimmers op het vas-

teland van Europa nauwelijks bekend is, wordt aan de andere kant van de Noordzee een beklimming van de Cuillin Ridge gezien als een van de grootste bergsportuitdagingen van Groot-Brittannië. De traverse is een klimroute van tien kilometer lengte met in totaal drieduizend meter stijgen en drieduizend meter dalen.

TIEN KILOMETER, TWEEËNTWINTIG BERGTOPPEN Daaronder twaalf munro’s, Schotse bergen boven de drieduizend voet.

Ü

BERGEN magazine  37


38  BERGEN magazine


HET INCASSEREN BEGINT De avond voordat we aan de klim beginnen overnachten we in de buurt van het startpunt. Geregeld worden we ’s nachts wakker van de regen in ons gezicht en door de wind werkt ons meegebrachte zeiltje niet voortreffelijk. Toch vertrouwen we erop dat het weer beter zal worden en bij het eerste licht gaan we van start.

 NIET TE ONDERSCHATTEN De Thearlaich Dubh kloof is een van de vier secties op de graat waar de klimmoeilijkheden oplopen tot een alpiene waardering van graad IV/V. Deze stukken zijn niet langer dan dertig meter en met mobiele zekeringen goed te beveiligen. Toch leerden we al snel dat we deze klimmetjes met een last van acht kilo op ons rug niet moesten onderschatten.

MIST EN NATTE ROTS De eerste dag worden we geconfronteerd met laaghangende wolken en natte rots. Het kost ons behoorlijk wat tijd en moeite om in deze omstandigheden de juiste route te vinden. Desalniettemin genieten we van het klauteren en balanceren. Het geeft voldoening om de eerste toppen te beklimmen en achter ons te laten. We zijn onderweg!

Ú CONCENTRATIE Het moeilijkste van deze onderneming vond ik om van het begin tot het einde bij iedere stap en klimbeweging geconcentreerd te zijn. Urenlang klimmen en afdalen in relatief eenvoudig terrein kan zorgen voor een heerlijke cadans, maar zodra de vermoeidheid toeslaat en de concentratie afneemt is een misstap gauw gemaakt. De Cuillin Ridge vergt net als iedere andere klimroute van drieduizend meter veel van een klimmer.

BERGEN magazine  39


UITGEDOOFDE VULKAAN De Cuillin is een rotsachtige arena gevormd door een uitgedoofde vulkaan die zo’n 70 miljoen jaar geleden tot uitbarsting kwam. Naar het oosten toe is de helft van de krater weg geërodeerd tot aan zeeniveau, het westelijk deel vormt nu het Cuillingebergte.

Ù GEBRUIK VAN TOUW Tijdens de twee dagen die we al klimmend en klauterend op de graat doorbrengen, maken we sporadisch gebruik van ons klimtouw. Omdat we het touw hoofdzakelijk gebruiken om mee af te dalen, en een enkele keer om de naklimmer mee te zekeren, hebben we een dun touw van 43 meter bij ons. Precies de lengte om de langste abseil mee te doen.

GRAS OM TE SLAPEN Aan het einde van de eerste dag bereiken we een minder ruig gedeelte van de graat. Bealach na Glaic Moire is een col met gras waar we een plek vinden om te slapen. Het komt weinig voor dat het in de Cuillin langer dan vierentwintig uur niet regent. Het is daarom niet moeilijk om kleine waterstroompjes te vinden om de flessen weer te vullen. Voldaan kruipen we in onze waterdichte bivakzak.

Þ

Ú TROTS OP DE DE SGURR NAN GILLEAN Na twee dagen klimmen waarin de verschillende bergtoppen in ons geheugen samenvloeien tot één herinnering geeft alleen het behalen van de Sgurr nan Gillean, de laatste top in de traverse, de voldoening zoals ik die ken. De eerdere toppen voelden eerder aan als ijkpunt of obstakel om weer verder te komen. Op de Sgurr nan Gillean voelt het alsof ik de euforie van het behalen van alle 22 toppen in één keer beleef.

40  BERGEN magazine


BERGEN magazine  41


TERUG Vanaf de weg zijn de laatste drie toppen van de Cuillin Ridge nog goed zichtbaar. De meest linkse is de Sgurr nan Gillean, het eindpunt van de traverse. Toch is ons avontuur daar nog niet voorbij. Om vanaf de Sgurr nan Gillean terug te komen in het dal moeten we eerst nog bijna negenhonderd meter afdalen en zeven kilometer lopen.

Ù VOLG DE KRASSEN Het kan lastig zijn om langs de Cuillin Ridge de juiste route te vinden. Vooral het navigeren in dichte mist is vaak een serieuze uitdaging. Op de tweede dag van onze beklimming kreeg ik oog voor de stijgijzerkrassen die alpinisten achterlieten tijdens een winterse doortocht over de graat. Ons motto ‘follow the scratches’ bleek goed te werken.

BERGWIJZER VERVOER

Vanaf IJmuiden met de nachtboot naar N ­ ewcastle (www.dfds. com). Vervolgens is het nog zo’n acht tot tien uur rijden tot aan Glenbrittle, het beste uitgangspunt voor de traverse. BESTE PERIODE

Plan een traverse van de Cuillin Ridge tussen begin mei en eind september. Zie Mountain Weather Information Service (www.mwis.org.uk) voor betrouwbare ­verwachtingen. De ­gabbro-rots waaruit de Cuillin bestaat droogt vrijwel gelijk nadat het gestopt is met ­regenen. KAART

Harvey Superwalker XT25 map of the Cuillin, 1:25.000. Met een 1:12.500 vergroting van de Cuillin Ridge. MEER WETEN?

• www.rockfax.com verkoopt een uiterst bruikbare ‘MiniGuide’ genaamd Skye Ridge. • Op www.skyeguides.co.uk vind je een pdf met Tips for Success on the Cuillin Ridge van Mike Lates.

42  BERGEN magazine


Advertorial

Beklim de Mont Blanc Met een uitgebreid voorbereidingstraject kunnen ook beginnende alpinisten veilig de hoogste berg van de Alpen beklimmen! Haalbaar doel Ook zonder eerdere ervaring op de gletsjer is het mogelijk om de Mont Blanc – met de juiste training, voorbereiding en begeleiding – te beklimmen. De Mont Blanc is de hoogste berg van de Alpen én van WestEuropa. De witte top, die vanuit Chamonix zo dichtbij lijkt, oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op velen. Heel veel mensen dromen ervan om een keer op haar top te staan. En hoewel die top zo dichtbij lijkt, is het beklimmen van de Mont Blanc bepaald geen ‘walk in the park’. Maar met de juiste voorbereiding en een flinke dosis doorzettingsvermogen is het een haalbaar doel, ook voor mensen zonder ervaring in de bergsport!

Stap voor stap Speciaal voor bergwandelaars zonder ervaring op de gletsjer heeft Mountain Network het Mont Blanc Expeditie-programma ontwikkeld, een programma waarmee afgelopen jaren honderden mensen de top hebben bereikt. Stap voor stap word je voorbereid op de beklimming. In Nederland, de

DETAILS

Reisduur: 9 dagen, waarvan 7 dagen met

Belgische Ardennen en ook in Chamonix. We informeren je over alles wat je te wachten staat en hoe je je kunt voorbereiden. We ondersteunen je bij je training en het regelen van je uitrusting. We hebben in Chamonix een lang programma zodat je goed acclimatiseert en oefent. Kortom, wij zorgen ervoor dat je er helemaal klaar voor bent als je aan je toppoging begint.

Professionele begeleiding

UIAGM berggids Reis data: Juni t/m september 2020 Begeleiding: 1 UIAGM-berggids per 2 deelnemers op de Mont Blanc, 1 UIAGM-berggids per 4 deelnemers tijdens de voorbereiding Prijs: € 2475,– Inclusief: Voorbereidingsbijeenkomst in ­Nederland Trainingsweekend Ardennen 7 dagen begeleiding van UIAGM-berggidsen 8x overnachting

Tijdens het programma in Chamonix word je begeleid door zeer ervaren UIAGM-berggidsen. De eerste dagen is er 1 gids per 4 deelnemers en tijdens de 3 dagen dat je de Mont Blanc beklimt is er 1 gids per 2 deelnemers.

8x ontbijt en avondmaaltijd

“Zeer professionele, prettige ondersteuning en begeleiding op de berg! Ze nemen goed stap voor stap met je door wat je kunt verwachten. En je kunt merken dat de mensen die bij Mountain ­Network werken de bergsport een warm hart ­toedragen.” - Daphne beoordeelt deze reis met 9/10

Meer informatie & boeken

Bergsportuitrusting: helm, gordel, pickel, stijgijzers Gebruik van touwen en karabiners Instroomniveau: Goede basisconditie, geen hoogtevrees

www.mountain-network.nl/mont-blanc

Heb je vragen? Aarzel dan niet om contact op te nemen met ­Lieke van Mountain Network via travel@­ mountain-network.nl of +31 (0)88 123 69 02

BERGEN magazine  43


WANDELEN

West-Telemark

BETTER THAN

BESSEGGEN Op zoek naar de mooiste w ­ andeling van Noorwegen

In een grijs verleden klauterden we met onze kinderen over de Besseggengrat in Jotunheimen. Tientallen jaren lang gold voor ons deze wandelklassieker onomstreden als mooiste dagtocht van Noorwegen. Maar honderden kilometers dichter bij huis, in West-Telemark, vonden wij twee wandelingen – de Roholtsfjell en de Lårdalstigen – die de vergelijking met de Besseggen best kunnen doorstaan. TEKST & FOTO’S  BERT VONK

44  BERGEN magazine

E

en golvende zee van lichtgrijze rotsplaten om ons heen. Het korrelige graniet van een oerlandschap zonder weerga knarst onder onze profielzolen. Hier en daar wijst een op de rots geschilderde rode T de weg van de minste weerstand door het steeds steiler wordende terrein. Net als Marjorie en ik ons afvragen tot waar de wrijving van onze zolen nog reikt, stuiten we op een strakgespannen touwtje dat naar een begroeide rotsgeul leidt. We halen opgelucht adem, want de weg naar de top van de ruim 1000


 Vanaf de top van de Hægefjell kijken we naar de wildernis in het westen. De 1070 m hoge Raudhelle op de achtergrond is nog terra incognita. Û

Het vakantiedorp Vrådal.

meter hoge Austre (oostelijke) Roholtsfjell is van hieruit nog maar een peulenschil. Op de top kijken we uit over het langgerekte Nisservatn, een van de grootste meren van West-Telemark. Een paar uur geleden zijn we vertrokken vanuit Vrådal, een bekend vakantiedorp aan de oever van het meer. De hellingen rond het kleine dorp zijn bezaaid met knusse houten huisjes, populaire onderkomens voor gezinsvakanties. Hoewel Vrådal op nog geen tweehonderd kilometer van Noorwegens zuidelijkste havenstad Kristiansand ligt, en daarmee

een van de gemakkelijkst bereikbare wandelgebieden van Noorwegen is, laten stoere bergwandelaars het meestal links liggen en karren door naar de hogere bergen van Jotunheimen of de Rondane. Ten onrechte vinden wij. Op onze top is het nog lang niet klaar zoals we de komende uren zullen merken. Ook de oversteek naar de tweede top van de dag, de Vestre (westelijke) Roholtsfjell is onderhoudend; op de pas tussen de zustertoppen passeren we een paar schilderachtige meertjes. In blauwe verten schemeren de hogere bergketens van Noord-Telemark. Vanaf de tweede top dalen we over een brede granietrug af in westelijke richting tot we bij een wegsplitsing komen. Onze vers aangeschafte kaart zegt naar links, maar de beschrijving van het gidsje stuurt ons naar rechts. We volgen het minuscule paadje rechtsaf en lopen ons na een half uur hopeloos vast in moerasland. Het pad is niet meer te herkennen. We keren terug op onze schreden en besluiten het linker pad te volgen. We zijn inmiddels zes uur onderweg en de afdaling naar het dorp is nog ver. Maar de omgeving blijft inspireren. De steile platen van de Roholtsfjell torenen hoog boven ons uit. Als we na een uur of acht wandelen met zere voeten in Vrådal aankomen, blijkt de enige snackbar net gesloten. Maar wat maakt het uit. We kijken elkaar aan en spreken het bijna tegelijkertijd uit: “Wat een prachtige tocht was dit! Mooier dan de Besseggen!”

On-Noors blauw We willen onze vermoeide voeten wat rust gunnen en maken daarom vandaag een tochtje naar een minder hoog uitzichtspunt: de ruim 900 meter hoge Venelifjell aan de oostkant van het Nissermeer. We kunnen vanaf het meer een eindje omhoog rijden over een onverhard weggetje. Wat een luxe! Een on-Noorse blauwe lucht, wederom prachtige vergezichten en een klein maar niet te steil paadje maken dit uitstapje tot de perfecte tijdpassering voor een ‘rustdag’. Halverwege de top passeren we een hutje met picknicktafel waar we even stil genieten van het uitzicht over de meren rondom. Op de top zien we de steile Hægefjell aan de overkant van het Nisser. Zijn wanden zien er nog gladder uit dan die van de Roholtsfjell. De berg heeft 500 meter hoge klimroutes en is een eldorado voor sportklimmers. Ook op de Hægefjell kun je mooi wandelen. Daarbij heb je de keus uit twee routes: er is de steilere vanuit het zuiden, waarbij je onderlangs de klimroutes loopt en je je kunt vergapen aan de acrobatische toeren van de rotsklimmers boven je hoofd (verrekijker mee!). Wij kiezen voor een hoogtewandeling vanuit het noorden. Vanaf Vrådal rijden we omhoog naar een op ruim 700 meter hoogte gelegen parkeerplaats. Hier start een prachtige panoramawandeling naar de top van de Hægefjell. We moeten – alweer – een niet al te steile platenbarrière overwinnen voordat we uitkomen op een golvende hoogvlakte, waarover zich BERGEN magazine  45


WANDELEN

West-Telemark

De granietplaten van de Austre Roholtsfjell-noordflank worden steeds steiler. Met regen heb je hier niks te zoeken..

Û

Ü

De Henrik Ibsen meert aan in het haventje van Lårdal.

door lage struikjes een mooi pad slingert. Op een pasje vlak onder de Hægefjell wordt het weer wat steiler en een klimmetje van tweehonderd meter geeft ons nog net het gevoel dat we een echte top beklommen hebben. We lopen naar de rand van de afgrond en zien ver beneden ons een paar klimmers die voetje voor voetje omhoog schuifelen over de gladgepolijste platen.

46  BERGEN magazine

Achtste wereldwonder Even ten noorden van Vrådal ligt het historische vakantieplaatsje Dalen. Het ligt aan het noordeinde van het bijna dertig kilometer lange Bandakmeer en is tevens het noordelijke eindpunt van het in 1892 geopende Telemark Kanal, dat vanaf Skien over een traject van 105 kilometer door middel van 18 sluizen een hoogteverschil van 72 meter

overbrugt. In het laat-negentiende-eeuwse Europa werd het kanaal beschouwd als het achtste wereldwonder. Als we het slaperige dorpje binnenrijden, valt ons meteen een enorm sprookjeskasteel op dat opgetrokken is uit okergeel gebeitste planken. De spitse daken zijn versierd met op middeleeuwse staaf kerkjes geïnspireerde drakenkoppen. Dit is het 125 jaar oude Dalen Hotel, misschien wel het mooiste historische hotel van Noorwegen. Wij nemen onze intrek in het minder prestigieuze, maar minstens zo gezellige Dalen B&B waar het Belgische echtpaar Olivier Vandenbruggen en Delphine Desmet de scepter zwaait. Olivier heeft tal van tips voor mooie tochten in de omtrek, zoals de Ravnejuvet (Ravenkloof). Dit is een spectaculaire, 350 meter diepe kloof, waar je bankbiljetten of liefdesbrieven naar beneden kunt laten dwarrelen. Je hebt dan een goede kans dat die vervolgens door de hier vaak heersende thermiek weer aan je voeten gedeponeerd worden. Of neem de schitterende wandeling naar Eidsborg, waar je de nu verlaten nederzetting Rui passeert. Ooit leefden hier de in heel Noorwegen bekende Rui-zusjes. Zij stonden model voor het karige leven dat de Noorse bergboeren tot ver in de twintigste eeuw leidden. De kleine dames (ze waren maar 1,20 meter lang) brachten hun hele


leven samen door in Rui en waren volledig zelfvoorzienend met hun paar stuks vee en grote moestuin. Maar wat heb je meer nodig als je in zo’n harmonisch landschap leeft? We kijken stil uit over het Bandakmeer, dat zich van hieruit gezien als een slang door de omringende bergen lijkt te slingeren. In Eidsborg bekijken we het in 1250 gebouwde staaf kerkje, een van de kleinste in Noorwegen en bezoeken daarna het West-Telemark Museum met zijn meer dan bezienswaardige verzameling prachtig beschilderde kisten, fraai ingelegde muziekinstrumenten en oud-Noorse klederdrachten.

Elanden spotten “Je moet vanavond elanden gaan spotten”, zegt Olivier als we terugkomen van onze wandeling. Hij laat ons op de kaart een onverharde weg zien die we in de avondschemer stapvoets moeten afrijden en wijst de plekken aan waar we gegarandeerd elanden zullen zien. Als we in het gebied aankomen speuren we de bosranden af, ik met de camera in de aanslag. We rijden het door Olivier aangegeven traject een paar keer heen en weer: helemaal niks! Teleurgesteld rijden we tegen middernacht terug naar Dalen en dan zien we opeens in een wei vlak langs de weg twee elanden die elkaar al rondjes rennend achterna zitten. De dieren gaan zo op in hun spel dat ze ons niet opmerken en we kunnen ze tot op een paar meter naderen. Opgewonden vertellen we de volgende ochtend bij het ontbijt onze ervaringen aan Olivier. “Zie je wel”, zegt hij. “Je moet soms lang op ze wachten, maar als je geduld hebt komen ze altijd.”

Op tweederde van de route kun je linksaf afdalen naar een weg en je daar door een taxi laten oppikken. Rechtdoor kom je op het moeilijkste deel van de wandeling waarlangs je kunt afdalen naar het haventje van Lårdal. Wij kiezen de laatste optie. Via een steile gruishelling met een handbreed paadje dalen we af om vervolgens aan een serie dikke touwen weer naar boven te apenkooien. De lol hiervan ontgaat ons een beetje. De wandeling had zo’n schitterende finish kunnen hebben door de route over de laatste top van de kam – de 800 meter hoge Homsnip – te leggen ...

 In het hutje onder de Venelifjell kun je in het gastenboek vertellen wat je van de tocht vindt. ß Vanaf

de Venelifjell hebben we een mooi uitzicht op het langgerekte Vråvatn. Hardangervidda 100 km. De wegwijzer op de Venelifjell laat zien hoe uitgestrekt de provincie Telemark is.

Ü

Ü Ü Op het haventerras van Dalen is het bij mooi weer goed toeven.

Better than Besseggen We hebben genoten van een paar heerlijke dagen rond Dalen, maar toch zijn we hier in de eerste plaats naartoe gekomen voor de prestigieuze Lårdalstigen, een veertien kilometer lange panoramawandeling hoog boven het Bandakmeer. “Better than Besseg­ gen”, belooft de brochure die we in het toeristenbureau van Dalen hebben meegekregen. We zijn benieuwd. Op aanraden van Olivier laten we ons per taxi naar een op 600 meter hoogte gelegen parkeerplaats aan de start van de wandeling brengen. Het smalle pad slingert zich door dennenbossen en bosbessenstruiken naar de rand van een 700 meter diepe afgrond. Diep beneden ons fonkelt het Bandakmeer in de ochtendzon. Zo lopen we een aantal uren door, soms wat verder van de rand en dan weer naar een spectaculair uitzicht over het meer of over de versteende trollen Risen en Gygri. BERGEN magazine  47


WANDELEN

West-Telemark

Ibsen Als we aankomen in het haventje van Lårdal begint het stevig te regenen en we zijn blij als we in de verte de Henrik Ibsen zien opdoemen. Dit in 1907 gebouwde schip verzorgt samen met het nog oudere zusterschip M/S Victoria een lijndienst over het Telemark Kanal. Als we na een wat mistige pleziervaart van boord gaan in Dalen breekt de zon al weer door – dit is Noorwegen – en strijken we neer op het haventerras. Even later doen we ons te goed aan een rekebrot, een boterham belegd met een berg van torenhoog opgetaste garnalen. Een mooie gelegenheid om onze recente ervaringen nog eens de revue te laten passeren. “Wat vond jij nou de mooiste”, vraag ik aan Marjorie. We zijn het met elkaar eens dat de kam van de Besseggen die twee diepblauwe meren van elkaar scheidt qua landschapsbeleving onovertroffen blijft. Maar het parcours van de Roholtsfjell met zijn heerlijke granietplaten vonden we veel interessanter en ook de tocht over de Lårdalstigen kan,

ondanks onze kritiek op het laatste stuk, de vergelijking met de concurrentie goed aan vinden we. “Maar dan reken ik de extra punten voor de leuke boottocht en ons rekebrotdiner op dit heerlijke terras aan de waterkant wel mee”, zeg ik terwijl ik de laatste garnalen wegspoel met een flinke slok WestTelemarkse Lettøl. En verdraaid, zelfs dit lichte bier smaakt niet slecht op deze mediterraan aandoende plek. n

BESCHREVEN WANDELTOCHTEN

BERGWIJZER De beschreven tochten liggen in West-Telemark rond de dorpen Vrådal en Dalen. Vrådal ligt 170 kilometer ten noorden van Kristiansand. Dalen ligt een kleine 50 kilometer ten westen van Vrådal. Typerend zijn de tientallen kilometers lange meren die worden ingesloten door tot 1000 meter hoge, steile bergen, maar je vindt er ook golvende hoogvlaktes. Uniek zijn de hoge granietwanden van Roholtsfjell en Hægefjell bij Vrådal. BESTE PERIODE

Juni t/m september. VERVOER

Vliegen naar Oslo Gardermoen of Sandefjord Torp + huurauto. Autoveer Hirtshals–Kristiansand (www.fjordline.com/ nl), of Frederikshavn–Larvik, of Kiel–Oslo. SLAPEN

• Vrådal: Straand Hotel (straand.no/?lang=en). • Dalen: Dalen B&B (www.dalenbb.com). • Zie ook: www.visittelemark.com/accomodation

48  BERGEN magazine

• Overschrijding Austre (1008 m) en Vestre (1018 m) Roholtsfjell Start- en eindpunt: Vrådal (250 m); hi 1000 m, 7-8 uur. Avontuurlijke tocht voor ervaren bergwandelaars. Tot 700 meter goede bospaden, daarboven veel granietplaten. Mijden bij regen! Sleutelpassage: beklimming van de Austre Roholtsfjell, T4, rest T2/3. Meer info verkrijgbaar bij: Jon Ingebretsen, contact via receptie Straand Hotel. • Lårdalstigen Start: Parkeerplaats aan weg Dalen–Eidsborg (550 m, bereikbaar per taxi). Eindpunt: Lårdal haven (70 m); h 500 m, i 980 m, 6-8 uur. Uitzichtsrijke kamwandeling. Deels gemakkelijke bospaden, T2, daarna smal gruispad, T3/4. • Venelifjell (905 m) Start- & eindpunt: Parkeerplaats Bendiksmyr ong. 7 km ten ZO van Vrådal (630 m) – Venelifjell (905 m) – Tjørnstøyl; hi 300 m, 4 uur. Via horizontaal pad door Venelifjell zuidflank terug naar parkeerplaats. Smalle maar goede bospaden, T2. Prachtige ver­ gezichten! Geschikt voor kinderen. • Hægefjell (1021 m)-zuidroute Start- & eindpunt: Parkeerplaats Landtaksdammen (650 m), 13 km noordelijk van Fjone; hi 370 m, 4 uur. Zelfde weg terug. Goed maar steil pad, T2/3. Op de top prachtige ­vergezichten op o.a. Nisser.

“Better than Besseggen”, belooft het r­ outebord bij de start van de Lårdalstigen. We zijn benieuwd!

Ü

ÜÜ Op de bergkam van de Lårdalstigen h­ ebben we een fantastisch uitzicht over het Bandakmeer.

• Hægefjell (1021 m)-noordroute Start- & eindpunt: Parkeerplaats (610 m) boven Vrådal Skisenter; hi 500 m, 5 uur. Zelfde route terug. Schitterende kamwandeling, T2/3. • Dalen (70 m) – Rui – Eidsborg Telemark (540 m) h470 m, 2-3 uur. Terug met taxi. Goed pad, T2, geschikt voor kinderen. ONZE TIPS

• Spectaculaire kloof Ravnejuvet bij Eidsborg. • Staafkerkje en het West-Telemark Museum in ­Eidsborg ­­(www.visittelemark.no/vest-telemark-­ museum/). • Boottocht met een van de historische schepen over het Telemark Kanal (www.telemarkcanal.com). KAARTEN

Alle beschreven wandelingen zijn gemarkeerd en ­ingetekend op onderstaande stafkaarten (verkrijgbaar bij lokale toeristenbureaus). Van de wandelingen naar Venelifjell, Hægefjell-zuidelijke route, en Dalen–­ Eidsborg zijn brochures verkrijgbaar. Een brochure van de Lårdalstigen kun je ook downloaden via www.walktelemark.com. • Turkart Vrådal 1:30.000. Voor ­omgeving Vrådal. • Turkart Tokke 1:50.000. Voor o­ mgeving Dalen.    Voor een uitgebreidere ­beschrijving zie:

Bergwijzer.nl/­magazine/2019-4


110 & 112 SLIM SELECT Onze bestsellers 110 Folding Hunter en 112 Ranger zijn nu ook verkrijgbaar in een Slim Select variant. De 110 Slim en 112 Slim modellen zijn slanker en lichter dan

de standaard varianten. Net als de klassiekers bevatten ze allemaal een thumbstud voor eenvoudig openen met de hand en een lockback vergrendelmechanisme die ervoor zorgt dat het mes niet zomaar inklapt. De roestvrijstalen draagclip op elk

mes is afneembaar en omkeerbaar zodat je het mes snel en gemakkelijk bij je kunt dragen. Dat maakt deze lijn perfect voor dagelijks gebruik. Voor meer informatie ga je naar www.buckknives.nl.

Herfst tip!

Actieve ĂŠn ontspannen vakanties in de bergen

DĂŠ reisspecialist voor Alpenvakanties Kijk op www.alpenreizen.nl of bel 010-7670097

Huttentochten Meerdaagse trails Zomervakanties Wintersportvakanties Groepsreizen op maat


ROTSVAST

Sextener Dolomieten

Grosse Zinne De noordwand die voor Italië veroverd werd

50  BERGEN magazine


Ù Drei Zinnen vanaf het Paternsattel. V.l.n.r. Kleine Zinne (2856 m), Grosse Zinne (2999 m) en Westliche Zinne (2973 m). Foto: Robert Eckhardt

Met zijn melancholieke blik doet Comici eerder denken aan een artiest dan aan een klimmer.

Ü

De Dolomieten staan bekend om hun loodrechte rotswanden. Toch zijn daar maar weinig plekken die qua steilte zó sterk op je inwerken als de overhangende noordwand van de Grosse Zinne. Klimmen met zo veel lucht onder de zolen — het was voor Dries Nijsen en mij in 1982 een nieuwe, onvergetelijke dimensie. Maar ook het onverwachte bivak in de afdaling staat onuitwisbaar in ons geheugen gegrift. TEKST  ROBERT ECKHARDT

N

og aan het einde van de jaren twintig van de vorige eeuw beschouwden velen de noordwand van de Grosse Zinne, de hoogste piek van de beroemde Drei Zinnen, als onbedwingbaar. Carl Diener schreef: “Diese senkrechte Nordabstürze der Grosse Zinne und Westliche Zinne schliessen jede Möglichkeit einer Ersteigung von diesen Seiten aus.” De eerste serieuze poging, in 1930, waarbij Hans Steger en Paula Wiesinger de onderste zestig meter van de wand beklommen, baarde dan ook groot opzien. Ze moesten omkeren, maar verklaarden de wand beklimbaar.

Emilio Comici Vanaf het moment dat Emilio Comici uit Triëst een blik op de Grosse Zinne geworpen had, werd hij bezeten door de wens een logische en elegante route door de noordwand te vinden. In de jaren dertig was klimmen voor velen een middel om een doel te bereiken, zoals aanzien, of eeuwige roem. Voor Comici was klimmen een doel op zich – hij vergeleek een nieuwe route met de schepping van een kunstwerk. BERGEN magazine  51


ROTSVAST

Sextener Dolomieten

Dries in de eerste ­moeilijke touwlengte (1982). Foto: Robert Eckhardt ÙÙ

Ù Dezelfde touwlengte in 2006. Foto: Roland van Oss.

Met zijn m ­ elancholieke blik doet Comici dan ook eerder denken aan een artiest dan aan een klimmer. Op andere foto’s is hij weer de virtuoze stilist in rots die de dood tart en voor wie het touw er niet lijkt te zijn voor de veiligheid, maar eerder als toespeling op de onzekerheid van het bestaan.* In augustus 1932 deed Comici zijn eerste poging op de Grosse Zinne. Hij kwam tot 35 meter boven het hoogste punt dat tot dan toe bereikt was. Aan een haak hing hij zijn witte zakdoek. In het boek Berge, Klettern vertelt hij waarom: “We hebben de berg van zijn meest afschrikwekkende kant, die tegelijkertijd de mooiste is, betreden en het gewaagd tot een plek door te dringen, die nog nooit door een mensenhand beroerd is.”

Giuseppe en Angelo Dimai Een jaar later, in juli 1933, bereikte Giuseppe Dimai met twee tochtgenoten een punt dat 45 meter boven Comici’s omkeerpunt lag. Daar was Giuseppe aan het eind van zijn krachten. Terug uit de wand stelde zijn broer Angelo aan Comici voor om het met z’n drieën te proberen. “Bravo Angelo. Ja, we moeten gemeenschappelijk handelen, en in de eerste plaats voor Italië en niet

voor ons eigen voordeel deze zege proberen te behalen.” ** Op 12 augustus van hetzelfde jaar veroverde Comici nog 25 nieuwe hoogtemeters. Er brak een hevig onweer los, ze moesten terug. “Maar het gordijn van water en stenen dat van de top kwam bereikte ons niet. Het ging drie of vier meter van de wand aan ons voorbij. Dat is het grote, maar ook enige voordeel voor klimmers in wanden die geheel overhangend zijn.” De volgende dag bracht de beslissing. Comici, Giuseppe en Angelo Dimai klommen in korte tijd langs de touwen die ze hadden laten hangen, naar de plek waar ze omgekeerd waren. Ongeveer vijftig meter overhangende wand moesten nog bedwongen worden, dan zouden de grootste moeilijkheden voorbij zijn. Comici gaf alles, soms kostte het uren om enkele hoogtemeters te winnen. Toen hij nog maar een kort stukje hoefde te klimmen, kreeg hij plotseling kramp. Giuseppe Dimai kon het gelukkig overnemen. Spoedig kwamen ze op het eerste vlakke stukje, na 220 overhangende meters. Daar, in het zogenaamde Italianenbivak, brachten ze de nacht door. De volgende dag bereikten ze de top.

* Comici komt in 1940 op 39-jarige leeftijd bij een abseilongeluk om het leven. ** Berge, Klettern, Emilio Comici, Pflaum Verlag, 1964

52  BERGEN magazine

FAMEUZE NOORDWANDEN De noordwand van de Grosse Zinne ­behoort tot de zes beroemdste noord­ wanden in de Alpen. De zes kregen ­bekendheid door het boek Etoiles et Tempêtes, geschreven in de jaren vijftig door de Franse klimmer Gaston Rébuf­ fat. Het zijn de noordwanden van de Grosse Zinne (2999 m, Dolomieten), Piz Badile (3308 m, Bregaglia), Matterhorn (4478 m, Wallis), Eiger (3970 m, Berner Alpen), en Petit Dru (3754 m) en Gran­ des Jorasses (4208 m) in het Mont ­Blancmassief. Door Rébuffats cultboek zijn de klassieke routes door die wan­ den (zoals de Comici op de Grosse Zin­ ne) zelfs anno 2019 nog steeds een prestigieus verzamelobject.

Kritiek Nauwelijks was het nieuws bekend dat de wand veroverd was, of van alle kanten brak heftige kritiek los. Zo stond er in het mededelingenblad van de Duitse en Oostenrijkse Alpenclub: “Die alpine Artistik ist um eine Glanznummer reicher, die Berge um ein Heiligtum ärmer geworden.” Dat laatste duidde op het artificiële klimmen en het grote aantal haken (negentig!) dat geslagen werd. Deze stijl van klimmen, waarbij haken als greep worden


Dries hoog in de eerste 220 over­ hangende meters. Foto: Robert Eckhardt

Ú

Bas van der Ploeg in de Comici (2012). Foto: Bas Visscher. ÚÚ

à

De auteur in het bivak. Foto: Dries Nijsen.

Voor Comici was klimmen een doel op zich – hij vergeleek een nieuwe route met de schepping van een kunstwerk

gebruikt en laddertjes ingezet worden, gold voor veel vertegenwoordigers van het klassieke alpinisme als onesthetisch. Ook Julius Kugy, een vriend van Comici, liet zich niet onbetuigd: “Nu is bewezen dat de noordwand van de Grosse Zinne onbeklimbaar is.” Enige jaren later logenstrafte Comici deze beweringen met een sensationele solobeklimming, deels vrij en deels zonder touw. Op 2 september 1937 begon hij om elf uur aan zijn eenzame klim. Een Oostenrijkse touwgroep zat in de laatste meters onder het Italianenbivak. Voordat ze er waren had Comici hen al ingehaald! Tot hun afgrijzen wierp hij de uitrusting, die voor de verdere beklimming niet meer nodig was, in de afgrond en klom door naar de top.

Herfst 1982 Zwijgend kijken Dries Nijsen en ik naar de ondergaande zon, die het gesteente van de Dolomietenwanden in een warm rood en geel licht zet, dat even later in zacht violet en donkergrijs overgaat. Als de kleurenpracht voorbij is, mijmeren we nog wat over de westwand van de Sass Pordoi. We waren die dag letterlijk door de Via Fedele gerend, een achthonderd meter hoge route. Ook al had ik vanwege een zware blessure het hele seizoen nog niet geklommen, de Via Fedele en de venijnige Messnerroute op de tweede Sellatoren die we daarvoor hadden gedaan, moesten als training toch voldoende zijn voor de noordwand van de Grosse Zinne, vond ik. Dries heeft zo z’n twijfels, maar zal de lastigste lengtes op kop klimmen. We kruipen laat uit onze slaapzakken. Waarom zouden we ons haasten? De rots zal nog ijskoud zijn. Het is dan ook al tien uur als we onder de wand staan. Nog nooit

heb ik zo sterk het idee gehad ónder een wand te zijn. De weerkaatsing van het heldere licht rondom ons die de wand zacht doet glanzen, kan toch een zekere afschrikwekkendheid niet wegnemen. Als ik de route door de gele overhangen en de door het druipende water zwart geworden platen in al zijn details probeer te ontleden, realiseer ik me het absurde van mijn situatie. Waarom wandel ik niet – zoals vele duizenden – alleen maar naar de voet van deze berg? Ook voor hen is die afschrikwekkendheid aantrekkelijk, maar het idee dat ze hem zouden moeten beklimmen, zou hen met angst vervullen. Moet ik als klimmer dat idee wel aantrekkelijk vinden?

Meer dan verticaal Sommige touwlengtes zijn flink volgetimmerd met haken, in andere zit er nauwelijks een. Dries blijft echter onverstoorbaar. Eén keer slaat hij vanuit een vrijwel onmogelijke positie een haak. Hij roept me bemoedigend toe: “Dit was verdraaid zwaar, veel meer dan zesdegraads.” We raken gewend aan de steilte en worden steeds enthousiaster over de verdere route. Lange overhangende spleten. Ik houd wel van die passages waarin je alleen hoger kunt klimmen door je handen en voeten in een spleet te klemmen. Maar die kosten wel kracht. Gelukkig zorgen wandjes van mooi grijs kalk voor afwisseling. Hier is de BERGEN magazine  53


ROTSVAST

Sextener Dolomieten

BERGWIJZER

Tussen mij en de puinhellingen aan de voet van de wand bevindt zich slechts lucht, 450 meter lucht klimtechniek belangrijk en kunnen we armen en schouders wat ontlasten. Daarop volgen weer nieuwe spleten: ze lijken langer en nog sterker over te hangen dan de vorige. Zo’n zes uur zijn verstreken als we bij het Italianenbivak aankomen. We moeten nu echt voortmaken, de gedachte aan een nacht in deze wand vervult ons met afgrijzen. We komen onder druk te staan en ik kom in de juiste sfeer. Vol overgave werp ik me op de volgende touwlengtes. Het is ongelofelijk serieus terrein, want haken ontbreken vrijwel overal, de rots is nat en bovendien niet altijd even betrouwbaar. Pas in de beruchte traverse naar links, door vochtige, verrotte rots, krijg ik oog voor de omgeving en realiseer me met een schok waar ik me bevind. Want veel meer dan bij het recht omhoog klimmen heb ik nu te maken met de diepte onder me. Tussen mij en de puinhellingen aan de voet van de wand bevindt zich slechts lucht, 450 meter lucht.

Onverwacht bivak Zodra we op de top aankomen verdwijnt de zon bloedrood achter de horizon. “In 1979 kwam ik hier met Joyce boven na de beklimming van de Dibonakante”, zeg ik. Dries haalt opgelucht adem: “Je kent de afdaalroute dus.”

Comiciroute op de noordwand van de Grosse Zinne (Cima Grande di Lavaredo; 2999 m). VII, continue VI en VI+ in de eerste, over­hangende 220 meter; 6 à 9 uur, hi 550 m. Slechte standplaatsen, ­onbetrouwbare haken. 1e beklimming Emilio Comici, Giuseppe en ­Angelo Dimai 12-14 ­augustus 1933.

Kleine Zinne (2856 m)

AFDALING

Via de normaalroute, abseilen of afklimmen (III), 1½ à 3 uur. OVERNACHTEN

Rifugio Auronzo, Rifugio Lavaredo, Rifugio Locatelli – Van parkeerplaats (2300 m) bij Rifugio Auronzo: 1 uur 20 min. naar de wand. Vanaf de andere hutten ca. 50 min. Elke bergwandelaar kan tot ­onder de wand komen. LEZEN

Kletterführer Dolomiten, Annette Kohler en ­ orbert Memmel, Rother Bergverlag. ISBN N 9783763330157. Standaardwerk over de honderd mooiste Dolomietenroutes in de moeilijkheidsgraad III tot VII. KAART

Tabacco Nr. 10 – Sextener Dolomiten, 1:25.000.

Ik verzeker hem dat we niet hoeven te bivakkeren: “Dan moeten we wel als de bliksem naar beneden! In een uur zijn we eraf.” De schemering duurt maar kort en geholpen door de rode verfstrepen die de route markeren dalen we snel af. Dan is het donker. We zien geen hand voor ogen meer. Na drie touwlengtes abseilen land ik op een klein plateau en zie plotseling overal gapende, duistere afgronden. Nergens zijn Ù ‘Standplaats’

in de Comici in 2006. Foto: Roland van Oss. Ü Voor

Comici lijkt het touw er alleen maar te zijn als toespeling op de onzekerheid van het bestaan.

54  BERGEN magazine

Grosse Zinne (2999 m)

ROUTE

De Comiciroute. Foto: Noes Lautier

haken of sporen van een afdaling. We besluiten ter plekke te bivakkeren en slaan een haak waaraan we ons zekeren; als we in slaap vallen zullen we in elk geval niet van het plateautje afglijden. Maar van slapen komt natuurlijk niets terecht in deze ijzige herfstnacht. Onze gezamenlijke ‘bivakuitrusting’ bestaat slechts uit Dries’ lange onderbroek, mijn trui, een isolatiematje van dertig bij veertig centimeter, de rugzak waar slechts de benen van één man in passen en twee dunne jackjes. Na een eeuwigheid bibberen vraagt Dries hoe laat het is: “Het moet zeker al tegen het morgenkrieken zijn.” Met tegenzin peuter ik m’n horloge te voorschijn: “Pas half elf ! Hoe komen we in vredesnaam de nacht door?” Rond half zes begint de hemel in het oosten te kleuren en dan doen de koudste uren van het bivak zich meedogenloos gelden, want pas veel later krijgen we de zon te zien. Hij verwarmt ons aanvankelijk nauwelijks. Het duurt nog meer dan een half uur voordat we in staat zijn om onze stramme ledematen te bewegen. In het daglicht ziet alles er ineens zo logisch uit. We ontdekken meteen de juiste afdaalroute. Daar komen we de eerste klimmers tegen die de Grosse Zinne op willen. “Waar komen jullie vandaan?” roepen ze. “We hebben net de noordwand gedaan”, antwoord ik laconiek, en dan rennen we uitgelaten de onderste puinhellingen omlaag.


The LUXURY BASECAMP with the best hikes and vie ferrate in the HEART OF THE DOLOMITES

SWIMMING

JOGGING

HIKING

RELAXING

TENNIS

CLIMBING

BIKING

Onvergetelijke reizen naar het Westen van Amerika Fotografiereis Arizona en Utah O.l.v. professionele fotograaf. I.s.m. NatureTalks. Met o.a. Bryce en Grand Canyon, Monument Valley en de Sonorawoestijn. 1-14 december 2019 € 2365 + vlucht

Wandelreis nationale parken Colorado, Utah, Arizona O.l.v. Jonathan Vandevoorde. Met o.a. Rocky Mountain N.P., Monument Valley, Bryce en Grand Canyon. 23 sept. - 11 okt. 2020. € 2545 + vlucht

Fam. Holzer · Via Mt. Elmo 10 · 39030 Sesto (BZ) · Three Peaks Dolomites Tel. +39 0474 710386 · info@berghotel.com · www.berghotel.com

www.mildadventures.org

1/4_staande_advertentie.indd 1

Reiskrant Reisinfo Reisverslagen Reisadvies

Wandelreis nationale parken Californië en Oregon O.l.v. Jonathan Vandevoorde. Met o.a. Yosemite, Redwoods, Lassen en Crater Lake N.P. 28 aug. - 13 sept. 2020 €2495 + vlucht

21-08-19 16:29

wegwijzer.be


ONTDEK BERGEN MAGAZINE

Word abonnee!

OOK LEUK ALS CADEAU!

1 JAAR VAN € 31,45 VOOR

€ 22,50 + 3 cadeaus!

WWW.BERGWIJZER.NL/ABONNEMENT

1/2_advertentie_Oostenrijk_Magazine.indd 1

02-04-19 11:10


Met medewerking van reisboekhandel de Noorderzon, Arnhem  www.denoorderzon.nl

BOEKENBERG

'ZWITSERLEVEN'

Z

witserland heeft door haar imposante landschap zeven nationale, 63 regionale en schier ontelbare lokale wandelroutes aangelegd.

De bekendste, de Via Alpina, loopt van Vaduz naar Montreux. In samenwerking met Schweizmobil.ch bracht AT Verlag onlangs de wandelgids Via Alpina (Band 1) uit. Zwitserland telt circa 2,7 miljoen wandelaars, die gemiddeld twintig wandelingen per jaar lopen. Aan ervaren wandelaars dus geen gebrek. In deze wandelgids staat dan ook geen paklijst of overzicht van EHBO-spulletjes die mee moeten. Maar wel een heldere definitie van de conditie (leicht, mittel, schwer) die verondersteld wordt bij iedere beschreven wandeling. ‘Zwaar’ bijvoorbeeld: meer dan 20 kilometer, langer dan 6 uur en meer dan 800 hoogtemeters. Overigens dient het overzicht van de gevraagde conditie niet te worden verward met de indeling naar moeilijkheidsgraad van de paden (gemarkeerd met gele ruit, wit-rood-wit en wit-blauw-wit).

HOOGMOED VOOR DE VAL

D

Bijzonder handig aan deze uitgave is de directe koppeling met het concept van Schweizmobil.ch en via die site de verdraaid handige verwijzing naar het uitgebreide netwerk van openbaar vervoer (van lift tot boot en alles er tussenin). De gids bevat geen gedetailleerde

e achterflap van de roman De grote angst in de

routebeschrijving of kaartje, maar verwijst per wandeling naar de wandelkaarten van

bergen omschrijft het verhaal als “de onverbid-

Swiss Topo (schaal 1:50.000).

delijke kroniek van een aangekondigde catastrofe”.

Desondanks is de opzet helder. Per wandeling staan de totale lengte in tijd en meters en

Veel prikkelender kun je het niet omschrijven. Met-

het hoogteprofiel vermeld. Indien van toepassing staat ook vermeld of er onderweg hotels

een vanaf het begin van deze roman van Charles-

of winkels zijn en of er openbaar vervoer voorhanden is. Wat niet in de gids genoemd wordt

Ferdinand Ramuz uit 1926, nu pas voor het eerst

is eenvoudig via een paar klikken op Schweizmobil.ch terug te vinden.

vertaald, voel je op niet mis te verstane wijze aan

Kortom, een gidsje dat niet alleen voor de ervaren Zwitserse wandelaar een goede aan-

dat er iets broeit en dat er iets vreselijks gaat

koop is. (Jeroen Gribling)

gebeuren. Omdat je als lezer brandt van verlangen om te achterhalen wat en waarom kun je het boek maar moeilijk wegleggen. De ontwikkeling van het

Via Alpina – Band 1 Guido Gisler, AT Verlag, ISBN 9783039020096, € 24,95

verhaal is spannend en laat tegelijk ruimte voor eigen interpretatie. Wat een verhaal uiteindelijk tijdloos en dus actueel maakt is het feit dat je de centrale problemen die het behandelt moeiteloos naar deze tijd kunt projecteren. Zoals de mensen in het boek de waar-

OM BIJ WEG TE DROMEN

T

he Great Hikes is een bundeling van

… ­Fascinerend hoe ieder op zijn of haar

twaalf adembenemende, internatio-

manier de trekking en de hoogtepunten

nale trektochten. Rick Merchie, onder

beleeft.

geert de mensheid nu veel te traag op de signalen

andere bekend als documentairemaker en

Een verrassend element vormen de bijzon-

van de klimaatverandering. Hebzucht wint het van

freelance redacteur, kwam voor de tot-

dere wandelexperimenten van de auteur

het verstand, of wellicht beter nog: hoogmoed

standkoming van deze uitgave op het idee

naar onder andere IJsland, Ardennen, Mont

komt voor de val.

om wandelaars te interviewen over hun

Blanc die als een rode draad door het boek

De Zwitser Ramuz werd vanwege zijn buiten-

ervaringen en belevingen. Waarom werd

heen lopen. Hij beleeft de natuur in het

gewone schrijfstijl en woordkeuze lange tijd ver-

voor deze trektocht gekozen, hoe verliep

kielzog van de echte wandelspecialist: van

guisd. De aldoor opzettelijk wisselende werk-

de voorbereiding, hoe ging de trektocht,

schrijvers tot avonturiers, van kunstenaars

woordstijden bijvoorbeeld vergen enige gewen-

welk moment is onvergetelijk, wat is de

tot fotografen. Mooie verhalen, soms ruig,

ning en zullen niet bij iedereen in de smaak vallen.

gouden tip voor de toekomstige hiker? Met

dan weer fijngevoelig.

De vertaler is hier gelukkig wel trouw gebleven aan

name de antwoorden voor de gouden tips

Trek je er graag met je rugzak op uit en

de originele stijl van de schrijver. Bijna honderd jaar

vond ik leuk om te lezen: de serene sfeer

houd je van sprekende verhalen met mooi

heeft het geduurd voordat een uitgever het aan-

van mantra’s en meditatie in combinatie

beeldmateriaal, dan voldoet The Great

durfde dit Zwitserse meesterwerk uit het Frans

met de schitterende natuur tijdens de Eve-

Hikes aan al deze verwachtingen. Het voert

naar het Nederlands te vertalen. Of de uitgever en/

rest Basecamp trek, de GR 20 op Corisca

je mee naar fascinerende plekken op deze

schuwingen van de natuur in de wind slaan, rea-

of de vertaler hierbij geïnspireerd werd door het

vooral niet als koppel

aarde waar natuur en mens elkaar verster-

succes van De acht bergen van Paolo Cognetti we-

lopen vanwege de ruzi-

ken. Het verhaalt over het waarom, de be-

ten we natuurlijk niet zeker. Maar dat maakt ook

ënde partners waarbij

leving, de onvergetelijke momenten. Het

niet uit. De vraag waarmee ik uiteindelijk het boek

emoties hoog oplie-

levert je echt een pack up your troubles in

heb dichtgeklapt is: welke juweeltjes van de bergli-

pen, neem vooral

your old kit bag and smile, smile, smile-

teratuur liggen er nog meer op stoffige boeken-

merino wandelsokken

moment. (Astrid van Amerongen)

planken te wachten op een vertaler? (Harald Pauli)

mee op de Pacific

De grote angst in de bergen Charles-Ferdinand Ramuz, Van Oorschot, ISBN 9789028290150, € 21,50

Crest Trail, acclimatiseer goed alvorensde Salkantay Trek in

The Great Hikes – 12 mythische tochten die je zeker moet maken Rik Merchie, Lannoo, ISBN 9789401449199, € 34,99

Peru te ondernemen BERGEN magazine  57


VERGEZOCHT

Sierra Nevada, Colombia

CIUDAD PERDIDA

Op zoek naar de Verloren Stad Ciudad Perdida is gebouwd op de steile hellingen van de Sierra Nevada, diep in de tropische bergen langs de Caraïbische kust van Colombia. De Tairona moeten meer dan 2500 jaar geleden de bouwmeesters geweest zijn. Maar het is het wereldbeeld van de Kogui-indianen dat vandaag de dag misschien nog meer indruk maakt. TEKST & FOTO'S  KARIN ANEMA

58  BERGEN magazine

T

wee dagen klimmen we steil omhoog over sterk uitgesleten modder- en rotspaadjes. Het is heet en windstil. Mannen drijven met harde hand hun muilezels, beladen met stalen platen, over het steile pad voort. Het staal moet naar boven om een hangbrug te maken over een van de diepe kloven die we zullen oversteken. Nadat we het


Langzaam stijgen door het tropische regenwoud.

ÙÙ

Ù

De ruïnes van Ciudad Perdida.

Coca in de mond, poporo in de hand.

Û

boerenland achter ons hebben gelaten, lopen we door het reservaat van indianengroepen, die tot de Tairona-cultuur behoren en zich hier tweeduizend jaar geleden hebben gevestigd. De zeldzame keren dat we Wiwa-indianen tegenkomen, passeren ze met gebogen hoofd en zwijgend, op crocs of laarzen. Hun schoeisel verraadt dat zij contacten met de buitenwereld hebben.

Dat geldt in veel mindere mate voor de Kogui, die hogerop wonen en die we op het eind van de tweede dag tegenkomen. Zij lopen blootvoets omdat ze dan meer contact met de aarde voelen. Zowel mannen als vrouwen dragen een witte tuniek, een schoudertas en hebben lang zwart haar. Vrouwen onderscheiden zich van mannen alleen door hun halsketting. Langs het pad ligt één dorp van ronde Kogui-hutten, opgetrokken uit klei en takken. Op elk dak van palmbladeren staan twee schoorstenen, die de bergen van de Sierra Nevada verbeelden. Twee grotere hutten zijn ceremoniehuizen, een voor vrouwen, een voor mannen. Naast de hutten verbouwen de Kogui cocaplanten voor medicinaal, spiritueel en ceremonieel gebruik. Over een paadje beweegt zich een schim, met een biggetje in haar kielzog, ieder oogcontact vermijdend. Even buiten het dorp groeien bananen-, mais-, cacao- en koffieplanten. De kleine percelen contrasteren met de immense bananenplantages aan de kust van Santa Marta beneden ons.

lianen die als gordijnen naar beneden hangen. Naast ons rijzen de bladeren van cacaobomen en boomvarens op, na elke bocht weer anders. Onder meer de Rio Buritaca stroomt bulderend langs het pad. Vele keren steken we woelige rivieren over waarbij we ons tussen de glibberige rotsblokken door manoeuvreren. Het water golft over onze lichamen en sleurt van alles mee. Jaarlijks vallen er slachtoffers. "Vroeger," zegt de gids die hier al dertig jaar komt, "deden we er twee keer zo lang over om Ciudad Perdida, de ‘Verloren Stad’, te bereiken. De diepste kloven die wij over een hangbrug van metalen platen oversteken, staken zij toen door stroomversnellingen over. Bovendien waren de paden moeilijk te traceren. Ondanks de burgeroorlog waren er ook toen al avonturiers en natuurliefhebbers die naar Ciudad Perdida wilden." ’s Avonds koelen we af in een ijskoude poel onder een waterval, die vanuit de besneeuwde bergtoppen naar beneden komt. Enorme blauwe morpho’s fladderen boven ons, kolibries zoemen rond.

Regenwoud

1200 treden

We trekken almaar dieper het regenwoud in. Het steile pad is doorploegd met dikke boomwortels, Het zonlicht schijnt achter de

De derde ochtend beginnen we in dikke mistflarden die voorbijtrekken. Het is nog aangenaam koel. Na opnieuw een BERGEN magazine  59


VERGEZOCHT

Sierra Nevada, Colombia

bergrivier doorwaad te hebben, beginnen we doornat aan twaalf honderd glibberige, bemoste traptreden, die vóór hun ontdekking in 1975 nog grotendeels overgroeid waren. In dat jaar had jager Julio César Sepúlveda een vogel geschoten die hij terugvond op een traptrede. Nieuwsgierig probeerden hij en zijn metgezel meer treden te vinden en bereikten uiteindelijk Ciudad Perdida. Daar legden ze graven bloot waarin ze prachtige gouden voorwerpen vonden. Als wij bovenaan de trappen komen, breken we uit de duisternis van het regenwoud en zien een open ruimte voor ons. Wat zullen de twee grafschenners opgewonden zijn geweest toen ze hier aankwamen! Dat gebeurde min of meer onder de neus van archeologen die naarstig naar van alles op zoek waren, maar de ultieme ontdekking misliepen. Zij hadden aan de kust al vondsten van de Tairona-cultuur gedaan en vermoedden dat de Tairona ook hoger in de bergen hadden geleefd, maar de tropische dichte begroeiing en de bergkloven

60  BERGEN magazine

bemoeilijkten hun onderzoek. Het was een bittere pil dat rovers hen voor waren. In die tijd waren er maar liefst meer dan vijfduizend schatgravers actief in ‘de groene hel’, die zo werd genoemd om het extreme isolement van de ondoordringbare begroeiing, waar het stikte van de giftige slangen. Ook na de officiële ontdekking van Ciudad Perdida werden de onderzoeksteams op de hielen gezeten door plunderaars, die hun gouden grafvondsten aan privéverzamelaars verkochten. Ik loop over bemoste stenen paadjes en kijk naar de ronde, bemoste muren, flagstoneterrassen en andere ronde overblijfselen en beklim op de steile hellingen veel treden. Ik bedenk hoe wonderlijk het is dat zo’n lastig te bereiken plek in de Sierra Nevada ooit vol mensen was. Want wat hier nu zichtbaar is, is slechts een fractie van de hele stad. Bovendien zijn er tientallen andere dorpen en steden in de omgeving die nog onderzocht worden. Steden die in de zevende eeuw voor vele duizenden

inwoners gebouwd werden en die tijdens de Spaanse verovering in de zestiende eeuw verlaten zijn. Het onderzoek en de conservering ervan is nog in volle gang, want dat was in de jaren van de burgeroorlog uiterst moeilijk.

Zwarte lijn Op een hoog punt van de verlaten stad komen we bij de hut van de spirituele Kogui-leider, de mamo, die de harmonie in de natuur moet bewaren door onder meer meditatie en ceremonies. Hij is er niet, maar een oudere vrouw neemt de honneurs waar, omringd door een roedel honden en gadegeslagen door kinderen. Tegen betaling van tweeduizend pesos (55 eurocent) knoopt ze een draadje om je pols, nors en zwijgend. Dit ultieme contrast fascineert mij; enerzijds de indianen die hun isolement hebben weten te behouden ondanks het oorlogsgeweld en de cocahandel, en anderzijds dit toneelstukje dat opgevoerd wordt, losgerukt van hun levensvisie. Deze familie leeft al twintig


V.l.n.r. Zo’n dozijn keer moet je rivieren oversteken. Twee Kogui-kinderen met een varkentje. Alle Kogui dragen dezelfde witte tuniek. De vrouw van de spirituele Koguileider, de mamo, voor hun hut. Zij ‘ontvangt’ al jarenlang z­ wijgend toeristen. Dalen over glibberige stenen.

jaar van toerisme, terwijl de gidsen de indianen juist moeten afschermen van toeristen: de Kogui willen negatieve energie en bedreigingen buiten de deur houden, zodat ze hun spirituele contact met moeder aarde kunnen behouden. Ze hanteren daarvoor de zogeheten ‘zwarte lijn’ die hun wereld en hun heilige plaatsen, zoals rivieren, bergen, en vegetatie, omgrenst. In hun holistische levensvisie zijn de Kogui hetzelfde als ‘het landschap, de bergen, de natuur en de zee.’ Hun heilige plaatsen zijn hun ogen, oren en longen. Als die vernietigd worden, zal de mensheid ten onder gaan. Het is hun plicht de harmonie te bewaren om natuurrampen te voorkomen. Ze zijn diep bezorgd dat buitenstaanders de aarde plunderen. Want wat op de ene plek gebeurt, echoot mijlenver na op een andere plek.

Poporo-paspoort Op de terugweg krijgen we de kans nog een Kogui te ontmoeten, al is het georkestreerd. Zalemaku, zijn wang bol van de cocabladeKogui-dorp. De twee schoorstenen op de daken ­verbeelden de Sierra Nevada.

ÙÙ

Veel relicten van de Verloren Stad zijn rond, zoals muren en terrassen. De paden en terrassen zijn gemaakt van flagstones. Ù

ren, vertelt over de opvoeding van hun onbedorven kinderen, die ver weg worden gehouden van verlokkingen, zoals seks, waarover de ouders hen dan ook niets vertellen. Desgevraagd krijgen ze te horen dat baby’s gevonden worden bij de rivier. Als ze zestien jaar zijn, helpt de spiritueel leider hen uit de droom: sperma en zaad, kind en vrucht zijn synoniemen, en de vrouw is de aarde. Vanaf hun zestiende zijn jongens volwassen en kauwen ze continu cocabladeren. Die blaadjes dragen ze in hun schoudertas mee om bij begroetingen een handjevol met elkaar uit te wisselen. In hun hand dragen ze een poporo, een flespompoen waarin gemalen schelpen zitten. Met een stokje vissen ze een beetje kalk eruit om in hun mond vol coca te stoppen, waarna ze het speeksel aan de poporo afvegen, waaromheen een korst ontstaat. Hoe dikker de korst, hoe meer wijsheid. Duidelijk is, dat wij, zonder het paspoort van een poporo en een tas vol cocabladeren, kansloos zijn om echt contact met de Kogui te maken. Ciudad Perdida is slechts een van de vele spirituele plekken voor de Kogui, volgens Zalemaku. Ze vinden het vreselijk dat hun voorouderlijke graven door de kolonisten geschonden zijn. Ook de archeologen, die de restanten blootleggen en conserveren, tasten de heiligheid ervan aan. De vijfde dag dalen we af naar de bewoonde wereld. De gids vertelt dat de regering, die in Ciudad Perdida booming toerisme ziet, nieuwe eisen aan gidsen stelt: ze moeten minstens twee talen spreken. Hij heeft alleen de lagere school. Hij gaat naar Engelse les, maar het leren wil op zijn 57ste niet vlotten. Morgen moet hij een paar dagen op cursus om mensen uit onstuimige rivieren te leren redden. Dat zal geen probleem zijn. Maar ondanks zijn 32 jaar ervaring is hij niet gecertificeerd. “Jammer, want ik vind het fijn om gids te zijn. Het is een rustig bestaan.” n

BERGWIJZER De Sierra Nevada is een hooggebergte aan de noordelijke kust van Colombia, met toppen van meer dan 5000 meter. Het lagere deel is tropisch regenwoud, hoger is nevelwoud en op de toppen zijn gletsjers. In de lagere delen wonen boeren en de Wiwa-indianen, in de hogere delen de zelfvoorzienende Kogui, beide afstammelingen van de Tairona. Ciudad Perdida, gebouwd op 1300 meter hoogte, dateert uit 800 voor Christus, 750 jaar vóór Machu Picchu. Voor de komst van de Spanjaarden woonden er zo’n 10.000 Tairona. Sinds het Vredesakkoord van enkele jaren geleden mogen er maximaal 150 mensen per dag naar boven. Het is een trek van 4 tot 6 dagen door regenwoud. Je loopt met je eigen rugzak, met water en kleding voor vijf dagen. Tegenwoordig is het veilig om de trek te doen. BESTE PERIODE

Droog seizoen: december t/m begin maart. Dan is het minder modderig en staat het water in de rivieren lager. In het regenseizoen staat het water al snel tot borsthoogte. In september is de trek gesloten wegens ceremonies van de Kogui. VERVOER/TOERS

Toers starten vanuit de stad Santa Marta. De 4WD’s kunnen je ook in Taganga oppikken waar tevens de ingang is van het Teyuna Archeologisch Park. Na een uur in een 4WD, start de trektocht vanuit het boerendorpje El Mamey. Er zijn vijf touroperators: Turcol, Expotur-Eco, Magic Tours, Guias y Baquianos en wiwatour.com, die alle dezelfde prijs berekenen. SLAPEN

Je slaapt in kampen, niet meer dan een afdak waaronder zo’n 80 stapelbedden met niet-zo-schone dekens en soms hangmatten. Er zijn koude douches. TIP

Neem voldoende DEET mee tegen de muggen. LEESTIP

In januari 2020 verschijnt het reisboek De wet van de stilte – reis door Colombia, Karin Anema, zie: www.karinanema.com KIJKEN

In the heart of the world (1990), BBC-documen­ taire over de levensvisie van de Kogui-indianen, die toen al waarschuwden voor de impact van de industriële samenleving. Later kwam het vervolg Aluna. Te vinden op YouTube en Vimeo. Clip over de bescherming van Ciudad Perdida: https://youtu.be/w8sxF5bTE5A

BERGEN magazine  61


Op zoek naar een

© El Eliott E iott Sch Schonfe onfeld ldd

alternatieve wintervakantie?

BESTEL NU JE TICKETS!

bever.nl/eoft 11-10-2019 AMSTERDAM 12-10-2019 NIJMEGEN 13-10-2019 LEIDEN 14-10-2019 HAARLEM 15-10-2019 ROTTERDAM 16-10-2019 EINDHOVEN 17-10-2019 ALMERE 18-10-2019 ENSCHEDE 19-10-2019 MAASTRICHT

20-10-2019 ’S-HERTOGENBOSCH 21-10-2019 ROTTERDAM 22-10-2019 ZWOLLE 24-10-2019 AMSTERDAM 25/29/30-10-2019 UTRECHT 27-10-2019 DEN HAAG 28-10-2019 GRONINGEN

Ontdek onze sneeuwschoen- en langlauftochten op www.zuiderhuis.be

PRODUCED BY


Rhätische Bahn  SPECIAL

Met de Rhätische Bahn door Graubünden Kedeng-kedeng door een wintersprookje Treinreizen is pas écht reizen, wordt wel eens gezegd. En door de ramen van Graubündens beroemde rode treinen de witte wereld van de Zwitserse Alpen voorbij zien glijden is pure onthaasting, uren achtereen. Wat niet wil zeggen dat er onderweg in de sneeuw niet van alles te beleven valt. TEKST & FOTO'S  JONATHAN VANDEVOORDE

Het beroemde Landwasserviaduct op de Albulalijn. BERGEN magazine  63


SPECIAL  Rhätische Bahn

Advertorial

N

u weet ik het zeker: er is geen aangenamere manier – na wandelen natuurlijk – om van het landschap te genieten dan vanuit een rijdende trein. Het besef daagt als ik tijdens mijn terugreis in de intercity van Chur naar Zürich langs blauwe meren glijd en de bergen langzaam zie krimpen tot heuvels. De Walensee, de Obersee, de Zürichsee … Ik kom ooit nog wel weer terug, maar dat gevoel dat ik de Alpen voor langere tijd weer achter mij moet laten maakt me elke keer weemoedig. Vooral omdat het landschap zo geleidelijk verandert, alsof de kwelling zo lang mogelijk gerekt moet worden. Iedereen kent dit gevoel, de Bergweh van de alpenreiziger. Ik heb dan ook een bijzonder mooi weekje achter de rug. Met de beroemde Rhätische Bahn doorkruiste ik Graubünden van noord naar zuid, en weer terug. Onderweg logeerde ik op bijzondere plekken en ging ik crossbladen (zie kader), sneeuwschoenwandelen en sleetje rijden – in Zwitserland een serieuze wintersport, nota bene.

Slome expres Op het spectaculaire traject tussen Bergün en Tirano, in Italië, reisde ik in een van de eersteklasse panoramawagons van de Bernina Express. Maar geef mij toch maar die krakende, piepende rode wagonnetjes, misschien wel hét symbool van Graubün-

64  BERGEN magazine

den, waar het raam van open kan en ik ­minutenlang de frisse berglucht in mijn gezicht kan voelen tot mijn ogen tranen. Zo’n trein rijdt toch zelden sneller dan 35 kilometer per uur over het beroemde Albulatraject. Ik weet dit uit eerste hand, want tussen Chur en Bergün heb ik een afspraakje met de machinist en die maakt maar al te graag een praatje. Ik mag in Chur de stuurhut in stappen en verander meteen weer in dat jongetje van tien dat bijna elke vakantiedag op het perron vlak bij hem thuis bleef zitten om naar de passerende

ÛÛ Bergün vanuit de lucht. Bovenaan in beeld: het station en Bahnmuseum. Û

Lorenz stuurt handsfree. Het kan en het mag.

Þ

De rode trein van de RhB kruipt omhoog.


Werner Stoffel laat zien hoe het wel moet.

CROSSBLADES

Ooit van crossblades gehoord? Het is een kruising van sneeuwschoenen en toerski‘s. Ik mocht ze proberen, op Brambrüesch, het kleine skigebied boven kantonhoofdstad Chur, onder begeleiding van Werner Stoffel, crossblader van het eerste uur. Op een soort sneeuwschoenen op vellen schuifel je door het bos omhoog, eenvoudi­ ger kan niet. Boven op de helling klik je de plaat met vellen los, keert die om, klikt ze weer vast en – voilà! – op de gewaxte ach­ terkantjes glij je vlot de piste af. Althans, dat is de bedoeling en zoals in elke sport geldt: oefening baart kunst. Het was al laat in de middag en ik kreeg maar één kans. Vloekend wapperde ik de helling af. Voor een beginner zijn crossblades nauwelijks te sturen, maar het is dikke pret als je dat niet erg vindt. PS: vergeet je wandelstokken niet.

   Zelf crossblades huren en (onder begeleiding) proberen op Brambrüesch? www.ais-sportschule.ch.

treinen te kijken. Lorenz heet de machinist, en zijn Zwitsers gevoel voor Pünktlichkeit wordt meteen op de proef gesteld als blijkt dat een van de deuren in een wagon niet goed sluit. “Zolang hier een rood lampje brandt, kan ik niet weg”, wijst hij naar zijn dashboard. Er wordt door het zijraam nerveus over en weer geroepen naar de conducteur en dan gaan plotseling alle lampjes uit. Vier minuten vertraging. “Dat halen we wel weer in”, lacht Lorenz, zichtbaar opgelucht. Lorenz woont in het Engadin en rijdt elke dag wel een ander rondje door Graubün-

den. In de brede valleien tussen Chur en Thusis loopt het spoor nog tamelijk vlak en rechtdoor. “Hier mag ik zowaar tachtig.” Maar voorbij Thusis is het een en al bochten en keertunnels en winnen we rap hoogte. De hellingsgraad gaat op dit stuk tot 35 promille waardoor de expres een knalrode, stalen slang wordt die hissend en sissend de berg op kruipt. De tachograaf geeft 35 kilometer per uur aan. “In de afdaling mag ik hier zelfs niet sneller dan dertig, anders wordt remmen lastig”, zegt hij met een gevoel voor understatement. Of je hier wel eens wat meemaakt wat pas-

sagiers niet zien, wil ik weten. Want het uitzicht vanuit de locomotief is weids. Ontmoetingen met dieren, vooral reeën en herten, zijn volgens Lorenz tijdens de winter bijna dagelijkse kost. Schade is er nooit, aan de trein dan. “Soms komt er wel eens eentje helemaal onder de trein terecht. Dan is het een bloederig zooitje. Nee, dan stoppen we ook niet, we kunnen er op dat moment toch niets aan doen. De vossen ruimen het wel op.” Hij toetert naar twee houthakkers die op een grintweg langs het spoor boomstammetjes aan het laden zijn. Ze zwaaien terug. “Hier ergens rechts zit een psychiatrisch centrum. Elke machinist weet dat hij op dit stuk extra moet oppassen. Zo ongeveer een BERGEN magazine  65


SPECIAL  Rhätische Bahn

66  BERGEN magazine


keer per jaar gebeurt ‘het’ wel eens, ergens op een spoor van de ‘RhB’. Gelukkig is het mij nog nooit overkomen.”

UNESCO Het hele traject van de Albulalijn loopt over enkel spoor. Op bepaalde plekken, vooral stations, zijn passeerplekken aangelegd. Op een berghelling blijft Lorenz minuten lang staan wachten op de tegenligger, die ook vertraging blijkt te hebben. Een tandradrail in het midden tussen de rails zie ik trouwens niet. “Die hebben we in Graubünden nergens nodig. Alleen bij Disentis wordt van de Glacier Express de locomotief gewisseld. Die van de Matterhorn-Gotthard Bahn zijn namelijk wel uitgerust met een tandrad, voor op de steilere stukken. Zelfs de wagons van de Glacier Express hebben zo’n systeem.” Sinds 2008 staat de 123 kilometer lange spoorlijn tussen Thusis en Tirano, de zogenaamde Albula- en Berninalijnen, op de UNESCO-Werelderfgoedlijst vanwege de ingenieuze wijze waarop het tracé, dat aan het begin van de twintigste eeuw werd aangelegd, hoogtes en obstakels overwint: met behulp van 55 tunnels, tientallen viaduc-

ten, keerlussen en krappe bochten, enkele zelfs met een straal van nog geen 45 meter. Kroon op het werk is het elegante Landwasserviaduct vlak bij Filisur waar de trein eerst 65 meter boven een kloof rijdt en dan meteen in een tunnel in een loodrechte rotswand verdwijnt. De RhB is er altijd al voor de toeristen geweest die Graubünden bezochten. Enkele rijke hoteliers, die het de – vooral Engelse – society in Davos en Sankt Moritz naar hun zin wilden maken, zochten naar middelen om de gefortuneerde clientèle naar hun luxe hotels te lokken. De feitelijke grondlegger van de RhB is de Nederlandse ondernemer Willem Jan Holsboer, eind negentiende eeuw de directeur van het Kurhaus Davos Platz. Davos was toen al een hotspot, maar had nog geen directe verbinding met het Europese spoornetwerk. Holsboer bedacht een relatief goedkope smalspooroplossing tussen het plaatsje Landquart in de Rijnvallei en de hotels in Davos. Deze lijn, die door het Prättigau loopt, werd in 1889 voltooid en was meteen een succes. Maar aan weerszijden van de Albulapas liepen de dorpen leeg, want na de bouw van

Veel passagiers gaan aan de rechterkant van de wagon staan om de ijsmassa van de Morteratschgletsjer te fotograferen Fotopauze op het station van Alp Grüm.

Ý

In de panoramawagon van de Bernina Express.

ÙÙ

De prachtige façades in B­ ergün getuigen van een rijk verleden.

ß

Ù De nacht valt over Val ­Poschiavo.

de Gotthardtunnel in 1880 ging het economisch hard achteruit met Graubünden. Alle verkeer naar Venetië dat vroeger hier passeerde, ging nu door de (snellere) ­Gotthard. Gelukkig was daar Hans Badrutt, eigenaar van het Badrutt Palace Hotel in Sankt Moritz. Grotendeels door zijn invloed is de Albulalijn gebouwd, waardoor OberEngadin sneller bereikbaar werd voor de toeristische elite.

Der Klassiker Zo’n destijds verlaten dorp is Bergün aan de voet van de Albulapas, mijn standplaats voor twee nachten. De met sgraffito gedecoreerde façades verraden een verleden van grote welvaart. Vanaf de Renaissance waren veel bewoners uit de streek in Italië en later overal in Europa als banketbakker aan het werk, tot in Stockholm en Kiev aan toe. Het verdiende geld werd naar de achtergebleven familie gestuurd, waardoor Bergün zich vandaag de dag officieel een van de ‘mooiste dorpen van Zwitserland’ mag noemen. Met de aanleg van de Albulalijn kreeg het dorp een tweede leven. Op het pittoreske dorpsplein valt het meteen op: ik zie mensen in skipak met een slee op de schouder door de straat lopen. Het skigebiedje van Bergün stelt nauwelijks iets voor, maar de zes kilometer lange afdaling per slee, ‘der Klassiker’, is wereldberoemd in Graubünden. Een kabelbaan is er niet. Tussen Bergün en Preda, het startpunt van baan, heeft de RhB ’s winters een speciale Schlittelzug op en neer rijden. Zo zit ik ’s middags opnieuw in de trein mij mentaal voor te bereiden op een huiveringwekkende afdaling op twee ijzeren latjes. Uitstappen, naar het startpunt lopen, aanleggen … En daar ga ik dan. Der Klassiker is behoorlijk verijsd, merk ik, waardoor ik loeihard ga. Verschillende keren sjees ik onder een keerviaduct van de spoorlijn door, al mijn evenwichtskills aansprekend om niet tegen een brugpijler te crashen. Daarom hebben al die anderen een helm op! Nog voor de Schlittelzug terug is, kom ik in Bergün aan. Wow, wat was dát?

Witte wereld De volgende dag tuf ik weer omhoog, zuidwaarts de hoofdkam in. Voorbij de prachtige, brede vallei van Engadin verandert het landschap snel. Ter hoogte van de Morte­ ratschgletsjer wordt het toeristische hoogtepunt, zoals alle bezienswaardigheden langs het traject, in drie talen aangekondigd. Veel passagiers gaan aan de rechterkant van de wagon staan om de ijsmassa te fotograferen. Hij is echter volledig door winterBERGEN magazine  67


SPECIAL  Rhätische Bahn

Advertorial

Ù Het Bahnmuseum bevindt zich in de voormalige spoorwegloods van Bergün.

Cafetaria van het Bahnmuseum in Bergün.

Û

ßß Ü

GEEN SPEELGOED

Bernhard Tarnutzer: Erbauer.

De modelbaan komt tot leven.

“Bernhard Tarnutzer: Erbauer”, staat op zijn

Dan mompelt hij met zichtbaar misprijzen iets

passie. Als kind was ik al gefascineerd door trei­

naamkaartje. Korte, b ­ onkige man, grijze manen,

over fabrieksmodellen van Märklin en zo, “zoals

nen en dat is altijd gebleven.”

dikke brillenglazen op zijn neus. Elke dag tussen

in het dorpsmuseum.” Hij bedoelt die andere

De detaillering van zijn mini-Albulaspoorbaan is

twee en drie onderhoudt hij zijn enorme model­

modelspoorbaan in Bergün, die toebehoort aan

ongekend, schaal ‘0 m’ volgens Tarnutzer. Ik zie

spoorbaan in het Bahnmuseum Albula, het

de Albula-treintjesclub. “Allemaal plastic.”

dat de boompjes van echte takjes gemaakt zijn

spoorwegmuseum in Bergün gewijd aan de

Tarnutzer fiedelt wat met een schroevendraaier

en bedekt met diverse soorten mos die de zijtak­

Rhätische Bahn. Tarnutzer is een nerveuze man,

onder een tafel waar een tunneltje begint. Met

ken en loof of naalden voorstellen. De rotsen in

loopt continu van de ene kant naar de andere en

zijn mobieltje licht hij zijn actie wat onhandig bij

het decor zijn van gips: “Ik heb siliconen mallen

is constant bezig om iets te testen, te repareren,

(waarom heeft die man geen hoofdlampje, denk

gemaakt op basis van echte stenen, en daarvan

aan knopjes te draaien. “Als ik er ben zet ik ’m

ik meteen). “Bezoekers leunen hier continu op”,

maak ik dan afgietsels in gips die ik beschilder.”

aan, want daar moet ik bij zijn, er gebeurt altijd

zucht Tarnutzer. “En dan raakt dit contactje tus­

Ik ben een en al bewondering. Had ik maar de

wel wat”, verklaart hij in Schwyzerdütsch. A man

sen de twee railsecties los en sputtert de loc als

tijd, en het geduld…

with a mission.

hij het tunneltje in rijdt. Hier, zie je?” Ik zie niets

Tegen half drie komen de bezoekers binnen,

De modelspoorbaan is van hem, roept hij onder

maar met twee kleine houten blokjes en vier

vooral gezinnen. In een app op zijn mobiel drukt

het geheen-en-weer, maar de ruimte wordt hem

schroeven heeft hij het euvel in een handom­

Tarnutzer op enkele knopjes. Enkele treinen be­

door het museum gratis ter beschikking gesteld.

draai opgelost. Laat ze maar leunen.

ginnen geluid te maken en lampjes flikkeren aan.

“Thuis had ik geen plek meer. Een zo’n locomo­

“Mijn modelbaan is nooit af.” Hoeveel uren zou hij

De baan komt tot leven. Kinderen worden opge­

tief kost wel zesduizend franken, weet je? Ze

er al aan gewerkt hebben? Tarnutzer wuift de

wonden. Volwassenen worden weer kind.

worden maar in heel beperkte oplage gebouwd.”

vraag weg. “Das ist nicht wichtig. Het gaat om de

68  BERGEN magazine


Foto: Wikimedia Commons

PIZZOCHERI

Dit gerecht wordt in restaurants overal in het Val Poschiavo geserveerd. Het is van oorsprong een typisch gerecht ‘voor de arme man’ uit de Italiaans sprekende delen van Zwitserland en Noord-Italië, bereid met boekweitpasta, gesmolten kaas, en groen­ ten zoals witte kool en ui. “Het is ongekend populair bij de toeristen die met de Bernina Express reizen”, weet gids Romeo Lardi. “Ik kom hier (in Albergo Cambrena aan de Ber­ ninapas, red.) twee of drie keer per week met sneeuwschoenende of toerskiënde gasten lunchen. En elke keer moet ik weer aan de pizzoccheri (lacht).”

Ý Vanaf Alp

Grüm hist en sist de trein steil naar beneden.

Ù ’s Nachts is het op Alp Grüm heel erg stil …

en morgen bij het krieken van de dag over de Pers- en Morteratschgletsjer zullen afdalen, vermoed ik.

Romeo

Bij Brusio tekent de spoorlijn een fotogenieke varkensstaart door de velden

Ú sneeuw bedekt, zoals ook de andere han-

gende gletsjers er omheen. Hogerop is de bergwereld boomloos en zonovergoten. Spierwit. Bij halte Diavolezza stap ik uit en begeef ik mij tussen een kleurrijk uitgedost skipubliek naar het kabelbaanstation, een betonnen gedrocht honderd meter verderop. Minuten later zweef ik in een enorme glazen bak van de zon zomaar een sneeuwstorm in. Ik had stilletjes gehoopt om boven op de berg bij een kraakheldere nachthemel de Melkweg te kunnen fotograferen. Niet dus. Als ik uitstap bij

Berghaus Diavolezza, snijdt een ijskoude wind door mijn kleren. Poedersneeuw loeit om het gebouw heen. De coulisse van de witte Piz Palü en Piz Bernina, Graubündens enige vierduizender, is ongetwijfeld prachtig, maar nu zitten de toppen grotendeels in zware, jagende wolken verstopt. Een thermometer buiten geeft min twee graden aan, maar het voelt arctisch koud. Op het panoramaterras houd ik het geen tien minuten vol. Daarom heerst er binnen in het grote restaurant een echte huttensfeer. De meeste bezoekers zijn toerskiërs die op krachten komen

De volgende ochtend slinger ik in de buik van de rode slang naar 2253 meter hoogte, het hoogste punt op de lijn: Ospizio Bernina. Veel reuring is hier niet. Een toerskiër nadert over het dichtgevroren Lago Bianco het perron, sjokt ongegeneerd de sporen over zonder zijn ski’s uit te trekken en lost aan de andere kant op in de witte wereld van het hooggebergte. Daar ga ik straks ook omhoog, op sneeuwschoenen. De waard doet speciaal voor mij de cafetaria open – ik ben alsnog de enige gast – en produceert een uitstekende cappuccino. Even later komt Romeo Lardi binnen, een berggids uit Poschiavo, een stadje verderop langs de lijn. Romeo heeft stokken en sneeuwschoenen voor mij meegebracht en neemt mij mee op een korte toer boven de Berninapas die vlakbij ligt. Luttele minuten van het treinstation verwijderd ben ik midden in een ongerepte, witte bergwereld terechtgekomen. Werkelijk élke plek in dit land is met het openbaar vervoer te BERGEN magazine  69


SPECIAL  Rhätische Bahn

Advertorial

BERGWIJZER VERVOER

• Swiss vliegt dagelijks 4 keer van Amsterdam en 5 keer van Brussel naar Zürich (www.swiss.com). Dan met de trein verder naar Chur (www.sbb.ch). • Sporen kan ook, vanuit Amsterdam of Utrecht en Brussel of Luik naar Basel en dan overstappen (www.nsinternational.nl en www.b-europe.com). • Informatie over de voordeelpassen van het Swiss Travel System: www.MySwitzerland.com/rail • Dienstregeling en prijzen Rhätische Bahn: www.rhb.ch (tip: op smartphone werkt de dienstregelingsapp van www.sbb.ch beter). De rit van Chur naar Tirano duurt ongeveer 4½ uur (vanaf CHF 31,50, twee keer overstappen). Met de Bernina Express (zonder overstappen) geldt een reserveringstoeslag van CHF 10 tot 16, naargelang seizoen. SLAPEN

De auteur logeerde in de volgende accommodaties: • Chur – Romantik Hotel Stern. Op loopafstand van het station en de gezellige binnenstad. ­Uitstekend restaurant (www.stern-chur.ch). • Bergün – Hotel Weisses Kreuz. Gezins­ vriendelijk. Sobere kamers, goede keuken (www.weisseskreuz.berguen.ch). • Berghaus Diavolezza – slapen op 2978 ­meter hoogte met zicht op Piz Palü en ­Bernina. Privékamers en ook Matrazenlager (www.diavolezza.ch) • Albergo Ristorante Alp Grüm. Logeren in het station met prachtig uitzicht op de Palügletsjer. Verrassend modern gerenoveerde kamers. MEER WETEN?

• www.rhb.ch • www.graubuenden.ch • www.MySwitzerland.com – toeristische informatie over Zwitserland en ook boek­ingen. Telefonisch te bereiken op: 00800 100 200 30    Voor een video van de trip zie:

bergwijzer.nl/magazine/2019-4

70  BERGEN magazine

Met gids Romeo Lardi trek ik de witte ­wereld in.

Ý

Romeo Lardi op station Ospizio Bernina (2253 m).

Û

bereiken, denk ik hardop en vol bewondering. Romeo vindt dat heel normaal. Vanavond slaap ik op Alp Grüm, een stationnetje tien minuten verder zuidwaarts dat tegelijk ook een restaurant is en een herberg. Als ik me aanmeld bij de bar is het de uitbater, Primo Semadeni, zelf die mij met een brede lach ontvangt. Ik krijg de indruk dat ik de enige gast ben in huis, en dat op een vrijdagavond. “Inderdaad”, lacht hij. “Dat is toeval. Gisteravond was het volle bak en morgenavond zitten we ook bijna vol”. Alp Grüm is ’s winters alleen op sneeuwschoenen, toerski’s of met de trein bereikbaar. Als om negen uur de laatste trein achter de berghelling verdwijnt, hoor ik hem nog minuten lang in de vele bochten onder mij over de rails schuren en schrapen, tot hij helemaal door de donkere diepte opgeslokt wordt. En dan wordt het hier, boven op de berg, ineens heel erg stil. En dit keer krijg ik tussen de wolkenflarden door wel enkele sterren te zien.

Italië, en terug Van Alp Grüm naar Tirano is nog slechts een dik uur sporen. De trein daalt tergend langzaam en steil af in het Italiaans sprekende Val Poschiavo. Onderweg stap ik uit in het stadje Poschiavo. Van hieruit waren, net als in Bergün, in de negentiende eeuw de banketbakkers naar alle windstreken uitgeweken. Elk jaar kwamen ze in de

Ù

Loeihard naar beneden op der Klassiker.

zomer terug; hun meegebrachte rijkdom investeerden ze in de prachtige zomervilla’s en palazzo’s in classicistische stijl die het stadje rijk is. Bij één voordeur hangt een bordje “House Devon”: het is wel duidelijk waar deze bakker zijn centen verdiend heeft. Ik lees dat bijna alle villa’s in Poschiavo door één en dezelfde architect zijn ontworpen, ene Giovanni Sottovia, waardoor het hele stadje op een soort miniFlorence lijkt. Het echte Italië is nu niet meer ver weg. Bij Brusio tekent de spoorlijn nog één fotogenieke varkensstaart door de velden en in Campascio, net voor de grens, rijdt de trein zelfs door de hoofdstraat waardoor het verkeer moet stoppen, zo smal is de doorgang. Terminus is Tirano, een stad in de Italiaanse provincie Sondrio. Ik zoek, net zoals de meeste treingasten, een terras op bij een van de restaurantjes rond het stationsplein, zie een palmboom en geniet van het gevoel, heel even in mediterraan Italië te zijn. Zo. Italië… Mijn cappuccino is hier goedkoper dan bij de noorderburen en ja, hij smaakt minstens even goed. Over een uurtje vertrekt mijn trein weer, terug naar Chur, en mag ik de hele rit in één teug nog een keer overdoen. En nee, dat is geen straf. Ik kijk er zelfs enorm naar uit.


VOLGEND NUMMER

Het volgende nummer van BERGEN MAGAZINE verschijnt op 6 december THEMA

EN OOK NOG Foto: Gijs Hardeman

Bivakhutten boven Val Ferret

Mijn eigen ieniemienie hutje Fletschhorn

Berg van hevige discussies Val d’Anniviers

Sporen in de maagdelijke sneeuw Basecamp Brenta-Dolomieten

DE GLETSJER OP (nu het nog kan)! Gletsjeravontuur in Karinthië Over de toppen van de Wildstrubel IJzig actief in de Aletsch Arena Meedraaien op een alpien onderzoeksstation

5 wandelroutes voor het hele gezin

NOG GEEN ABONNEE? Meld je vóór 25 november aan, dan krijg je het volgende nummer gewoon thuisgestuurd! www.bergwijzer.nl/abonnement


TRACEERBARE WOL

WARM, COMFORTABEL, DUURZAAM Mulesing-vrij en traceerbaar tot aan boerderij niveau. Voert vocht af en is bestand tegen geurtjes.

canada wool padded jacket In samenwerking met Zweedse schapen

blijf warm en droog. Het klinkt simpel, maar achter elke jas van Fjällräven zit meer dan 50 jaar outdoor ervaring, een constante drang om duurzame materialen en stoffen te ontwikkelen en compromisloze tests in het veld. Het resultaat is dat je altijd uitstekende kledingstukken kunt verwachten die elke outdoor ervaring geweldig maken. Alles minder, is gewoon geen Fjällräven. Het Canada Wool Padded Jacket is een geweldige tussenjas van zachte, gerecyclede wollen flanel en de nieuwe duurzame wollen

vulling van Fjällräven. De vulling is het resultaat van een innovatief proces dat geselecteerde overtollige wol van Zweedse schapenboerderijen combineert met biologisch af breekbare vezels uit maïszetmeel, waardoor een betrouwbaar, volledig natuurlijk isolatiemateriaal wordt geproduceerd. En een jas die je niet alleen langer bij het kampvuur laat zitten, maar dat ook op de voorwaarden van de natuur doet. Blijf warm en droog. De natuur wacht.

www.fjallraven.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.