SPECIAL: UITGEVEN IN EIGEN BEHEER
Jaargang 25, nummer 5 oktober 2021, € 7,49 schrijvenonline.org
magazine De scase in s bu es van bers lf e s pub
Crashcourse literaire non-fictie met Joris van Casteren Schrijftips van Vonne van der Meer
ª Zo krijg je jouw boek in de boekhandel ª Diversiteit in fictie: hoe doe je dat? ª Exact formuleren en andere stijltips
Hoe vind je de verteltoon die past bij jouw verhaal?
Topauteur Adriaan van Dis:
‘Zet de sluizen van je geest open’ BP
Schrijven Magazine | 1
Voordeel voor abonnees! Goed nieuws: als abonnee van Schrijven Magazine profiteer je vanaf nu van korting op onze schrijfcursussen én op manuscriptbeoordeling. Wil je je vaardigheden aanscherpen? Onze schrijfcursussen zijn er voor beginners en gevorderden, je krijgt inspirerende opdrachten en leerzame feedback van ervaren en professionele docenten. schrijvenonline.org/academie Is je manuscript af, maar wil je graag dat een professionele redacteur er goed naar kijkt? Dan kies je voor onze manuscriptbeoordeling. schrijvenonline.org/manuscript
magazine
Nog geen abonnee? schrijvenonline.org/abonnement Schrijven Magazine | 1
Inhoud 61
12
10 De specialist Adriaan van Dis over associatie – Vivian de Gier en Marc Brester 24 Crashcourse literaire non-fictie Joris van Casteren 32 Debutant Vincent Merjenberg Ricardo Jupijn 61 Schrijftips van Vonne van der Meer – Marlène Lunter
Thema Uitgeven in eigen beheer 16 Trends in eigen beheer – Maarten Dessing 19 Portretten selfpubbers – Natasja Bijl 22 De boekhandelaar en eigen beheer – Nanouk Kromhout van der Meer
En verder 12 Basisopleiding creatief schrijven (7) Toon – Kathy Mathys 28 Brievenboek over schrijven, liefde en leven – Mireille Geus en Anna van Praag 34 Serie: wat doet een redacteur (8) Woordkeuze - Peter de Rijk 37 Alice – literair katern 43 Workshop Schrijven over de natuur – Kathy Mathys
22 10 ‘Je moet je durven overgeven aan dat wat je ten diepste denkt te kunnen en willen’
32
Columns 7 Jowi Schmitz 27 Lex Jansen 31 Mabel Nummerdor
In ieder nummer 5 Redactioneel 6 Vooraf 8 Stijl – Kathy Mathys 9 Van Dale-taaltips 54 Tekstuur jeugdliteratuur – Mireille Geus 56 Tekstuur proza – Yke Schotanus 58 Dichter bij het werk van Wout Waanders - Henry Sepers
58 05 2021 Schrijven Magazine | 3
5
redenen om te kiezen voor manuscriptbeoordeling
van Schrijven Magazine
1 2 3 4 5
Je manuscript wordt beoordeeld door professionele redacteuren die jarenlange ervaring hebben met auteursbegeleiding en uitgeverijen. Je wordt niet alleen een betere schrijver, je ontdekt ook wat de kansen zijn van je manuscript. Is het – na wat kleine aanpassingen – al goed genoeg om op te sturen naar een uitgeverij? Of is er een herschrijfronde nodig? In een persoonlijk adviesgesprek kun je uitgebreider ingaan op de schriftelijke beoordeling van je manuscript. Wij beoordelen manuscripten in alle denkbare genres. Van kinderboek of Young adult tot literaire roman of verhalenbundel. En van thriller of chicklit tot dichtbundel. Ook onvoltooide manuscripten worden beoordeeld.
Boek nu!
schrijvenonline.org/manuscriptbeoordeling Schrijven Magazine | 1
Redactioneel Nathan Sid ontmoet de vrouw met de sleutel
I
n dit nummer laten we twee grijze eminenties aan het woord over schrijven. Adriaan van Dis en Vonne van der Meer. Meer ervaring op schrijfgebied van twee levende schrijvers kun je bijna niet bij elkaar krijgen. Opgeteld ruim honderd jaar schrijfervaring. Als je hun oeuvres naast elkaar legt, ontbreekt er bijna niets. Verhalenbundels, romans, een coming-of-ageroman, een dystopische roman, een thriller, toneelteksten, novellen, et cetera. Alles hebben ze geschreven. Voor ons als lezers is het interessant om te kijken welke schrijfadviezen ze geven. Waar leggen ze de nadruk op? En: waarin verschillen ze?
Ondergeschikt
Vrije associatie foto robert verheij
Meer ervaring op schrijfgebied van twee levende schrijvers kun je bijna niet bij elkaar krijgen.
Vonne van der Meer vindt dat je als schrijver vooral dienstbaar bent aan je verhaal. Ze zegt: ‘Maak jezelf ondergeschikt aan het verhaal. Als je eenmaal in grote lijnen een idee hebt, luister dan naar je verhaal en personages. Stop er niets in wat jij zo nodig kwijt wil. Denk bij elke scène: past dit in het verhaal?’ Vooral het zinnetje ‘stop er niets in wat jij zo nodig kwijt wil’ maakt haar advies heel concreet en toepasbaar. Kijk in je eigen manuscript naar passages die meer over jou als schrijver en als mens zeggen dan over de personages in je verhaal. En schrap die dan.
Adriaan van Dis heeft het in De specialist over associatie en hoe belangrijk dat is voor elke schrijver. Vrije associatie was iets wat hij lang niet durfde. Rede en academische normen hielden het tegen. Dat heeft
Van Dis van zich afgeschud. Hij zegt: ‘Je moet je durven overgeven aan dat wat je ten diepste denkt te kunnen en willen, namelijk de sluizen openzetten en gevoelens laten spreken. Ik heb moeten leren om niet geleerd te willen zijn, en me er niet voor te schamen dat woorden soms rijmen. Mijn associatievermogen was er al vanaf het begin, maar is met durf verder gegroeid en ontwikkeld.’
Haaks Twee totaal verschillende schrijfadviezen. Het belang om je als schrijver te voegen naar je verhaal, bij Vonne van der Meer, versus het belang van het onderbewuste, de vrijheid om te associëren bij Adriaan van Dis. Ik denk dat beide adviezen niet zo haaks op elkaar staan als het misschien lijkt. De associatie bij Van Dis lijkt me vooral iets tijdens de vroege schrijffasen, als het gaat om flow en creativiteit. De eigen wetten van het verhaal waar Van der Meer het over heeft, zijn vooral van toepassing op de latere fasen, als je de basis hebt en je die moet bewerken tot een geheel, tot een echt goed verhaal.
Frank Noë Hoofdredacteur Schrijven Magazine frank@schrijvenonline.org
Trend in uitgeven in eigen beheer: de verkoop gaat beter dan ooit. (Pagina 16)
05 2021 Schrijven Magazine | 5
VOORAF
CAROLINA TRUJILLO
Schrijftips van de redactie Hoe maak je een goede metafoor? DOOR MAAIKE GUNSING
Metaforen kunnen een prachtige manier zijn om beeldspraak in je verhaal te brengen en de lezer te grijpen. Toch is dit voor veel schrijvers een uitdaging, want je slaat net zo snel de plank mis. Hoe pak je dat nu aan, zo’n metafoor bedenken?
Tip 1: Weet welke elementen een goede metafoor maken Om een goede metafoor te schrijven, moet je natuurlijk eerst weten welke elementen een metafoor veranderen in een goede metafoor. We zetten de aandachtspunten op een rij:
• Wees origineel. Dit is meteen ook het belangrijkste punt. ‘Haar zo wit als sneeuw’ is cliché en weinig lezers zullen achteraf zeggen dat dit de beste metafoor in het verhaal was. • De lezer wordt geprikkeld. Een metafoor is pas echt geslaagd als deze de zintuigen van de lezer op een of andere manier prikkelt. Dat kan door een metafoor te gebruiken die dicht bij de belevingswereld van de gemiddelde lezer staat. Kortom: herkenbaarheid is belangrijk. Bijvoorbeeld: ‘Troosten was toen nog als inparkeren, het is meten en weten en toch schat je het vaak te krap in.’ – Marieke Lucas Rijneveld in Kalfsvlies.
De rest van de tips lezen? https://tinyurl.com/metafoor-schrijven
6 | Schrijven Magazine 05 2021
• Het past bij de belevingswereld van het personage. Het is leuk als de metafoor werkt voor de lezer, maar vraag je ook af of het personage deze metafoor zou gebruiken. Een metafoor over inparkeren werkt niet als je personage nog geen rijbewijs heeft of je verhaal zich afspeelt in een middeleeuwse setting. • Maak het niet te ingewikkeld. Als de lezer de metafoor drie keer moet lezen om het te snappen, dan sla je de plank mis. Dat is ook het geval wanneer de metafoor niet klopt omdat het een ander gevoel bij de lezer opwekt dan jij zou willen.
Column Jowi Schmitz
Waarom films en series kijken zo nuttig is voor schrijvers DOOR LOTTE PETERSEN
Dat het belangrijk is om veel te lezen, daar zullen de meeste schrijvers het over eens zijn. Maar ook door series en films te kijken, steek je veel nuttige kennis op. Wat precies? Dat ga ik in dit artikel bespreken. Jouw Netflixavondjes en bioscoopbezoeken worden straks één grote leerschool! Schrijf krachtige scènes Eén manier waarop films en series mij hebben geholpen met schrijven, is door mij te leren wanneer ik mocht stoppen. Toen ik mijn debuutroman aan het schrijven was, had ik namelijk de neiging om te volledig te willen zijn. Ik wilde bij wijze van spreken niet alleen het bezoekje aan het restaurant, maar ook de wandeling naar huis, het uittrekken van de jassen en het tandenpoetsen voor bedtijd beschrijven. Door de scène even voor mij te zien als een filmscène, kon ik dit gemakkelijker loslaten. Series en films bestaan eigenlijk ook maar uit losse, korte fragmenten. Ze zijn op zo’n manier samengevoegd dat het geheel coherent lijkt. Elke scène heeft een bepaalde functie en climax. Wanneer deze is volbracht, hoeven er niet ook nog tanden gepoetst te worden. Niet-chronologische vertellingen De meeste series en films zijn niet (volledig) chronologisch. De maker gebruikt flashbacks, flashforwards, ellipsen (tijdsprongen), tempowisselingen en andere verteltechnieken. Sta eens stil bij de functie en het effect van zo’n wisseling in tijd. Leer je iets nieuws over een personage? Krijg je achtergrondinformatie, die je later nodig hebt? Wordt er een spanningsboog gecreëerd of juist afgerond? Daarnaast is het ook leerzaam om te kijken hoe bepaalde scènes aan elkaar gekoppeld worden. Hebben ze een gemeenschappelijk thema? Is er een object of handeling die in beide scènes centraal staat?
Knappe kever Naast mijn hoofd kruipt een kever. Een knappe, met goud en groen schild. Er komt een hond aanstuiven, even wil ik wegduiken, maar de hond wil mij niet. Hij wil de kever. Hij blaft kort en vooral hard, zo vlak naast mijn oor. De hond begint aan de kever te snuffelen. De kever gaat op zijn achterpoten staan en blijkbaar snapt de hond niet hoe groot hij zelf is - of de kever staat nu keihard te vloeken en ik versta hem niet - in ieder geval rent de hond piepend weg. Ik leg mijn hoofd weer op mijn tas die als kussen dient, heel dief-veilig. Diep ademhalen. Ook mijn tenen ontspannen. Leegte in mijn hoofd om een nieuw verhaal toe te laten. Want ik ga liefdevol schrijfinspiratie afdwingen. Normaal ontstaan mijn verhalen onderweg, maar aangezien ik niet meer zo vaak onderweg ben leek me een grasveldje ook een prima startpunt. Dan ben ik ‘inwendig onderweg’ - best zen eigenlijk. Iemand zei dat laatst tegen me: dat ik wat meer rust moet toelaten in mijn leven. Nou, daar ben ik nu dus keihard mee bezig. Diep in. Diep uit. Ik ben in wezen geen buitenmens. Ik ben, als ik heel eerlijk ben, een beetje bang voor dat gekriebel, voor al die onzichtbare beestjes die zich in mijn kleren nestelen en straks, als een onzichtbaar legertje, nog mee naar binnen gaan ook. Het enige wat ik lekker vind aan grasveld is de geur. Er is een olijfolie die zo ruikt. Er was ooit een winkel waar ze die verkochten. Alleen dan moest je je oude flessen weer inleveren en die vergat ik altijd. Toen ik negen lege flessen op een verwijtend rijtje in mijn keuken had staan, ben ik gestopt met die olie. Zou de winkel er nog zijn? Focus Jowi. Diep in. Diep uit. Een verhaal over olijfolie. Over kriebelbeestjes. Ik kan niet meer goed stilliggen. Dat vind ik dus stom van zen, dat je in die rust, in je eigen gedachten, je eigen zeurpieterige, viezige kantjes ontdekt. En over vies gesproken, behalve die grasgeur ruik ik nog iets anders. ‘Kom schat,’ roept de eigenaar naar zijn hond. Ik ga overeind zitten. Het schrift is wat verkreukeld door mijn hoofd. Mijn pen is op het gras gerold. Ernaast ligt de kever op zijn rug een beetje heen en weer te schudden. Van het lachen waarschijnlijk. Jowi Schmitz is schrijfster en schrijfdocente bij de Schrijversacademie.
De rest van de tips lezen? https://tinyurl.com/Films-series
05 2021 Schrijven Magazine | 7
STIJL
De kracht van meer Schrijf ik te veel, te weinig of genoeg? Het is een vraag waar veel schrijvers mee worstelen. De vorige aflevering van deze rubriek ging over de kracht van minder. Nu kijken we naar manieren om je tekst sterker te maken door meer te zeggen. Door Kathy Mathys
8 | Schrijven Magazine 05 2021
2
Gedachten weergeven
Hieronder geef ik enkele voorbeelden:
1
Sfeer oproepen
In haar roman Herinneringen aan de toekomst beschrijft Siri Hustvedt het New York van de jaren 1970. Ze doet dit uitgebreid, met veel details over onafhankelijke boekhandels waar beginnende dichters hun werk voorlezen, over de restaurants en het licht in de straten. De beschrijving van de flat van de hoofdpersoon is zo levendig dat je je in de kamer waant. Ja, er valt iets te zeggen voor dat ene mees-
ANDRÉ LØYNING
In Writing Wild. Women Poets, Ramblers and Mavericks Who Shape How We See the Natural World schrijft Kathryn Aalto over het werk van Diane Ackerman. Aalto heeft een discussie met een vriend die zijn neus ophaalt voor Ackermans boeken. Hij vindt ze weelderig, te overdadig. Aalto antwoordt dat dit net de reden is waarom ze de schrijfster zo graag leest. Ook ik ben een Ackerman-fan. Ik hou van haar uitgebreide zintuiglijke beschrijvingen. Geen wonder dat Ackerman, schrijfster van non-fictie en poëzie, een boek schreef over de zintuigen, Reis door het rijk der zinnen. Ik hou van proza met zinnelijke details, met lange gedachtegangen en minutieuze landschapsbeschrijvingen. Extreem kaal proza is niet echt aan mij besteed. Ook wanneer je niet verknocht bent aan weelderige taal kan het handig zijn om af en toe meer te schrijven in plaats van minder.
terlijke detail dat een plek laat oplichten, maar soms heb je meer nodig, wil je niet met enkel je teen maar met je hele lijf worden ondergedompeld. Ook het werk van Karl Ove Knausgard vormt een goed voorbeeld van maximalistisch proza (het omgekeerde van minimalisme).
Onlangs had ik met mijn schoonmoeder, een fervent lezer, een gesprek over de weergave van gedachten in romans en verhalen. Ik vertelde dat ik graag de gedachtegangen van personages lees, omdat je die enkel in geschreven verhalen vindt. Film is bij uitstek een visueel medium. Mijn schoonmoeder hield dan weer van verhalen waarin gedachten grotendeels onzichtbaar blijven voor de lezer. Denk bijvoorbeeld aan de boeken van Cormac McCarthy. Daarin registreert de schrijver de buitenkant van de dingen. En het dient gezegd: dit past uitstekend bij zijn verhalen over echte doeners, rangers en cowboys. Wil jij de innerlijke conflicten en overwegingen van je personage laten zien? Toon dan hun gedachtegangen.
3
Plotlijnen
Karl Ove Knausgard
Sommige verhalen hebben voldoende aan een
enkele plotlijn. Andere worden sterker met een tweede of derde. Ik denk bijvoorbeeld aan Een stralende toekomst van Rebecca Makkai. Die roman speelt zich af in het Chicago van de jaren 1980 en gaat over de aidsepidemie onder homoseksuelen. Makkai maakt van hoofdpersonage Yale een kunstkenner. Hij verdiept zich in het Parijs van de vroege twintigste eeuw. Heel subtiel toont ze parallellen en verschillen tussen de vrije geesten in Chicago en die in Parijs. Plotlijnen kunnen een echo van elkaar vormen maar ze kunnen elkaar ook tegenspreken, verschillend uitpakken. De roman die ik momenteel aan het schrijven ben, gaat over twee zoektochten. Bij de ene wordt het mysterie opgelost, bij de andere blijft het intact.
4
Deuren en ramen
Je hebt romans die de deuren openzetten naar andere boeken, naar muziek of naar kunst. Ik hou van boeken die de deuren en ramen naar de wereld wijd open laten staan. Zo leerde ik via het werk van Ali Smith stille films kennen die ik nog niet had gezien, via dat van Joke Hermsen klassieke muziek. Let wel, sleur er niet zomaar van alles bij om je boek gewicht te geven. Kies voor kunstverwijzingen (of ande-
VAN DALE-TAALTIPS Welke taalkwestie wil jij in deze rubriek behandeld zien? Mail je vraag naar: redactie@schrijvenonline.org
re wereldse verwijzingen) die iets vertellen over de personages of over de thematiek.
Kathy Mathys is schrijfster, literair journalist en docent creatief schrijven. www.kathymathys.nl
OEFENINGEN 1 Neem een oud verhaalfragment dat jij hebt geschreven. Herschrijf het nu op een maximalistische manier. Je geeft dus meer details, beschrijft elk onderdeel van een handeling. Of neem een boek uit de kast van een auteur die sober schrijft. Herschrijf op maximalistische wijze. 2 Ga op zoek naar een foto van een je onbekend persoon. Bekijk de foto aandachtig. Wat denkt deze persoon? Ga nu freewriten en beschrijf de innerlijke gedachtestromen van je personage. 3 Wat wil dit personage? Ga erover schrijven in de vorm van een freewrite. Kijk of je manieren vindt om de grotere wereld (die van de kunst, de politiek…) binnen te halen in je verhaal. Misschien is er een bepaald muziekstuk waar je personage altijd naar luistert. Of is hij of zij politiek geëngageerd.
Onvervalst Engels, Frans of Duits? Hans de Groot is redacteur en corrigeert voor literaire uitgeverijen manuscripten. Wat komt hij zoal tegen? Deze keer: leenwoorden.
Dat het Nederlands veel woorden leent uit andere talen is een bekend verschijnsel. In vroegere tijden (tot en met de negentiende eeuw) waren het vaak Franse woorden die we overnamen. Omdat die woorden al wat langer in onze taal gebruikt worden, zijn ze regelmatig aangepast. Zo heeft het woord courant zich ontwikkeld tot krant. Er zijn vast veel mensen die daarin niet meer het oorspronkelijke Franse woord herkennen. Dat is natuurlijk nog wel zo bij een uitdrukking als coûte que coûte, ingewikkeld om te schrijven, maar gelukkig hebben we ook de Nederlandse variant koste wat het kost. Tegenwoordig lenen we vooral woorden uit het Engels.
in je Frans gebruikt, krijg je vragende blikken. Franstaligen noemen dit kledingstuk namelijk veston. Hetzelfde bij de smoking, overduidelijk een Engels woord. Toch zien ze het branden als je in je Engels hiermee een kledingstuk aanduidt. Engelsen hebben het over een dinner jacket en Amerikanen over een tuxedo.
Veel leenwoorden zijn nog heel duidelijk herkenbaar als leenwoord en dan zou je kunnen denken dat je dat woord moeiteloos kunt gebruiken in de taal waaruit het woord geleend is. Maar pas op! Dat is lang niet altijd het geval. Zo is het woord colbert alleen al door de uitspraak herkenbaar als een Frans woord. Het is bovendien genoemd naar de Franse staatsman Jean-Baptiste Colbert (1619–1683). Maar: als je dit woord
Het grappigste geval is de uitdrukking: dat komt niet (of: nicht) im Frage. Dat klinkt toch als unverfroren Duits. Toch zal geen Duitser dat zeggen, want Frage is een vrouwelijk woord, dat absoluut niet met im kan worden gecombineerd (dan was het in der Frage geweest). Duitsers zeggen: das kommt nicht in Frage (of: infrage). Maar ja, Nederlanders vinden im Frage waarschijnlijk veel Duitser klinken!
Nog een paar valkuilen: out of the box denken "(Engels: outside the box) beamer "(Engels: data/video projector) pico bello "(fantasie-Italiaanse vertaling van piekfijn) logé "(Frans: hôte)
05 2021 Schrijven Magazine | 9
DE SPECIALIST
‘A
ssociatie draait om ritme. Zeg ik “nacht”, dan komt meteen het woord “verwacht”. Schrijf ik “verwacht”, dan volgt daarop in mijn hoofd “wandeling” en loop ik ineens in het donker. Een woord of zin zet mijn hoofd in beweging en roept van alles op: een klank, een kinderlied, een oude melodie, een geur van vroeger. Vervolgens tuimelen allerlei beelden en klanken over elkaar heen.
Zonder associatie zou ik niet kunnen schrijven. Als schrijver ben je eigenlijk als een oude radio waarbij er via een wiebelzender gedachten en beelden tot je komen. Je moet je durven overgeven aan dat wat je ten diepste denkt te kunnen en willen, namelijk de sluizen openzetten en gevoelens laten spreken. In het begin durfde ik dat niet, omdat ik drempels ervoer van ernst en academie.
Ik heb moeten leren om niet geleerd te willen zijn, en me er niet voor te schamen dat woorden soms rijmen. Mijn associatievermogen was er al vanaf het begin, maar is met durf verder gegroeid en ontwikkeld. Een beroemd voorbeeld van associatie in de literatuur is natuurlijk de madeleine in À la recherche du temps perdu van Marcel Proust, waarin het eten van dat koekje de herinneringen van de hoofdpersoon prikkelt. Hoewel ik zijn romans toen nog niet had gelezen, beschreef ik zo’n Proust-ervaring in mijn eerste boek, Nathan Sid: ik proef frambozen en dat geeft een enorme
10 | Schrijven Magazine 05 2021
Het oeuvre van schrijver Adriaan van Dis (1946) omvat bijna alle literaire genres, van proza tot verhalen en van essays tot tone el. Hij debuteerde in 1983 met de novelle Nath an Sid. Hierna volgden nog tal van bekende rom ans en novellen, zoals Indische duinen (199 4), Tikkop (2010) en Ik kom terug (2014). Ook werd hij bekend door zijn literaire tv-progra mma Hier is… Adriaan van Dis. Zijn meest rece nte boek, Klifi, verscheen dit jaar. Dit najaar komt de nieuwe bundel Vijf vrolijke verhalen uit. In november is een nieuwe uitgave van zijn verhalenbundel De wandelaar (2007) de centrale titel in de CPNB-campagne Ned erland Leest. Bezoekers van de bibliotheek krijg en het boek gratis mee.
Bij het schrijven van een boek komen duizend en een dingen kijken, van sterke personages neerzetten tot een goede grap maken. In de serie De specialist gaan schrijvers tot in detail in op een aspect waarin zij uitblinken.
‘Als schrijver moet je de sluizen van je geest openzetten’ Schrijver ADRIAAN VAN DIS (74) over associatie Door Vivian de Gier en Marc Brester
schok; het doet me denken aan de geur van mijn Indische tantes, die zoet roken, prachtige lippen hadden en zwart ondergoed droegen. Iedereen maakt weleens zoiets mee: je loopt ergens, ruikt iets en die geur katapulteert je terug in de tijd. Op dit moment werk ik aan een verhaal dat zich afspeelt in het dorp van mijn jeugd, Bergen aan Zee, dat ik Vlagduin noem. Als ik de stoomtram laat rijden, ruik ik meteen de geur van het kleine perron van vroeger. Mijn kleuterschool zat in de wachtkamer, dus wij zagen de tram komen en gaan. De dagjesmensen, de zomermensen, de badgasten. En dan zag je de eerste klasse, de tweede klasse, de derde klasse, en voel ik plotseling weer dat houten ribbelbankje in de plooien van m’n kont. En weet ik weer hoe ik met mijn vader naar Alkmaar ging, hij in de eerste klasse en ik in de derde klasse, want anders trok de rook zo in z’n kleren en twee kaartjes eerste klasse waren te duur. Zo kom ik door
woorden als “eerste klasse”, “tweede klasse” en “derde klasse” uit bij een klassensamenleving. De arme mensen in het dorp, de rijke mensen, de adel. Dat er dan misschien geen derde klasse bestond, dat kan me niks bommen. Bij schrijven gaan de deuren van de leugenfabriek open, dus niet alles hoeft waar te zijn of te kloppen, als de tekst maar begrijpelijk is en je zinnen klank en ritme hebben. Bordewijk was daarin echt een voorbeeld voor mij; hij had een prachtig, strak ritme. Hij schreef vaak in de trein, en soms denk ik dat ik de cadans van de trein in zijn proza hoor.
Associëren is de verbeelding de vrije loop laten, maar tegelijk vergt dat een grote mate van concentratie, om er niet in te verzuipen. Je moet de baas blijven over de tekst. Wel komen er soms te veel associaties en is de logica zoek. Dan streep ik weer het nodige door – niets dankbaarders dan de prullenbak. Ik lees alles twee, drie, vier keer hardop. Zo hoor ik waar mijn zinnen nog struikelen. Hardop lezen is ongelooflijk belangrijk, weet ik van Gustave Flaubert, die dat bijna schreeuwend deed. Wat ik ook van Flaubert heb geleerd, vooral van zijn Leerschool der Liefde, is hoe je goed over een bepaalde tijd in de geschiedenis kunt schrijven. Bijvoorbeeld door
een kastelein die achter de tap glazen staat te wassen naar buiten te laten kijken en dan ziet hij een opstand op straat. Hij beschrijft de geschiedenis altijd door de ogen van gewone mensen en daardoor wordt het nooit belerend.
Wat ik het leuke vind van schrijven is dat je al associërend soms op terreinen komt die je nog nooit eerder hebt bezocht. Dan vraag je jezelf af: wat gebeurt er als ik deze deur opendoe? Laat ik me verleiden, blijf ik rechtdoor lopen, komt er verlokking of afgrijzen? In Dubbelliefde laat ik mezelf om half drie ’s nachts dansen met een vrouw met hoge jukbeenderen en ga met haar mee naar huis. Ik beschrijf allerlei schunnigheden die ik nooit heb meegemaakt. Als ik die scène ergens voorlas, bij voorkeur in een keurige bibliotheek, zag ik het permanent van menig lezeres instorten. Waar de grens ligt in hoe ver ik kan gaan met associëren bepalen de kritische stemmen in mijn hoofd. Zo maakt de nachtredacteur me ’s nachts om drie uur wakker om te zeggen: dit zinnetje is niet goed, dat is niet logisch, en dan maak ik aantekeningen. Ook is er een zeurpiet, die kritische vragen stelt: “Wat bedoel je hiermee?” Of: “Wat stel je je weer aan, dit is veel te ijdel, weg ermee.” Maar eerst moeten die innerlijke stemmen hun mond houden en moet ik me overgeven aan wat er in mij kolkt.’
05 2021 Schrijven Magazine | 11
MARC BRESTER
DE SPECIALIST
BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (7)
Hoe klinkt je verhaal? In de basisopleiding creatief schrijven komen de belangrijkste aspecten van het schrijven aan bod. Deze nieuwe reeks maakt een dure schrijfopleiding overbodig. In de zevende les leert Kathy Mathys je over de verteltoon.
12 | Schrijven Magazine 05 2021
BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (7)
Opwarming
formationele’ stemmen kon gebruiken, maar hoe zat het met mijn eigen stem? Waar kon ik die vinden en wilde ik dat wel? Ik was niet zeker of ik er klaar voor was om mijn blik naar binnen te richten. In bepaalde opzichten joeg het me angst aan.’
Welkom bij deze basisopleiding creatief schrijven. In de loop van de komende maanden zullen we aandacht besteden aan de technische kneepjes van het vak. Wie geen schrijfervaring heeft, kan gewoon meedoen, maar ook voor ervaren schrijvers vormen deze lessen een fijne opfrisser. We beginnen met twee korte oefeningen: De eerste is een vrije bewerking van een oefening uit Pat Schneiders boek Writing Alone and With Others. Sluit je ogen en haal je een deur voor de geest die je kent uit je verleden. Het kan een deur zijn die je een enkele keer hebt gezien of een deur die je talloze keren hebt geopend, zoals die van je slaapkamer, dat maakt niet uit. Hou je ogen gesloten. Stap door de deur en kijk wat je ziet. Open nu je ogen en ga freewriten. Voel je niet verplicht om in de ik-persoon te schrijven of om je aan de autobiografische feiten te houden. Stel je nu voor dat iemand anders dezelfde deur opent. Misschien iemand die je kent, maar het mag ook iemand zijn die aan je verbeelding is ontsproten. Zorg ervoor dat deze persoon anders is dan jij (andere leeftijd, sekse…). Schrijf nu vanuit deze persoon over wat er gebeurt wanneer hij/zij de deur opent.
Op zoek naar je stem De opwarmingsoefeningen lieten je eenzelfde locatie beschrijven door de ogen van twee verschillende personages. Herlees je fragmenten. Hoe klinkt de verteller in de ene tekst en hoe in de andere? Verrast? Boos? Nieuwsgierig? Blij? Onverschillig? Nog iets anders? Wellicht verschilt de verteltoon van je twee fragmenten. Jan Brokken omschrijft de (vertel)toon van een tekst als ‘het karakteristieke, het geluid dat je uit duizenden herkent’. In De wil en de weg stelt hij dat romans
en verhalen allemaal over dezelfde grote thema’s gaan: liefde, eenzaamheid, dood, geluk. Waar het om gaat, is de manier waarop een schrijver die thema’s vormgeeft. Daarbij speelt de verteltoon een grote rol: ‘De toon kan luchtig zijn. De toon kan ernstig zijn. De toon kan raillerend zijn. Voornaam. Afstandelijk. Spottend. Ordinair. Studentikoos. Archaïsch. Melancholiek. Warm. Koud. Bitter. Snerpend. Snijdend.’ De rest van zijn essay Zoute viskoekjes, allemaal zoet en zalig, allemaal zoet en fijn gaat over de zoektocht naar je eigen toon. Het komt er volgens Brokken vooral op aan je meest innerlijke stem te laten weerklinken. Vaak is die eigenzinniger dan de stem die je laat klinken in de interactie met anderen. Iedereen voert gesprekken met zichzelf, over verlangens, dromen, angsten. Als schrijver dien je die stem in je hoofd te gebruiken. Verder is het belangrijk dat je vertelstem naturel klinkt, dat ze bij je past. Wanneer je hip en eigentijds probeert te klinken, enkel omdat je denkt dat dit zo hoort, krijg je geforceerd proza. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. In The Joy of Mindful Writing: Notes to inspire creative awareness schrijft Joy Kenward over haar begindagen als schrijver: ‘Ik droomde van succes, had ambitie zonder focus. Ik wist hoe ik ‘cynische’, ‘vrouwelijke’, ‘feministische’ en ‘trans-
Aanvaard dat de zoektocht naar je stem een proces is waarbij je op weerstand botst. Verder is het ook belangrijk om te beseffen dat je meer dan één stem hebt. Daarover gaat de volgende oefening.
Schrijven in verschillende toonsoorten In haar essay Speaking in Different Tongues, Different Tones schrijft dichter en leraar Julia Casterton dat we allemaal meerdere stemmen hebben. Misschien zijn we met ons kind moederlijk en juist bazig met onze partner. Je kan zelfs in het bijzijn van eenzelfde persoon meerdere stemmen laten horen, de ene keer begripvol, de andere keer ongeduldig.
OEFENING 1 Iedereen heeft dus meerdere gezichten. Daar hoort telkens een andere stem bij. Welke stemmen heb jij? Een strenge? Een verleidelijke? Een moederlijke? Som je stemmen op en plaats er een situatie bij waarin je die stem gebruikt. Beginnende schrijvers vinden het gegeven ‘verteltoon’ of ‘stem’ vaak abstract. Ze vragen zich af: is dit hetzelfde als stijl? Nee. Het woord ‘stijl’ gebruiken we voor alle technische keuzes die een schrijver maakt. De stem is het resultaat van al die keuzes. Of zoals schrijfdocent Hardy Griffin het zo mooi formuleerde: ‘Als de stem de fluwelen jurk is, dan vormen de stof, de draden, de knopen en dergelijke samen de stijl.’ Sowieso zou ik me als beginnend schrijver niet al te druk maken over de vraag hoe mijn verteltoon of stem is. Ga maar gewoon schrijven, die toon komt van>
05 2021 Schrijven Magazine | 13
BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (7)
zelf. Bovendien heb je schrijvers die je uit duizenden herkent omdat ze altijd hetzelfde klinken, maar je hebt er ook die zichzelf met elk boek heruitvinden. Dat zijn de kameleons, elk van hun werken klinkt anders. Het is daarom handig om niet te spreken over de toon van een schrijver, wel over de toon van een tekst of verhaal. Immers, als een schrijver gedebuteerd heeft met een lyrische, melancholische roman, is hij niet verplicht om zijn volgende boek eender te laten klinken. Het is ook heel goed mogelijk dat je binnen een boek meerdere toonsoorten aanslaat. Lees maar even deze openingszinnen uit Het boek van alle angsten van Emy Koopman: Je vroeg me hoe het eindigt; zo dus: met stilte. Het eindigt met stilte. De stilte van de koele meren waar geen mens meer in zal zwemmen. De stilte van oceaanbodems, zo donker dat de vissen zijn uitgegroeid tot monster – als niemand naar je kijkt, niemand van je schrikt, kan je zo lelijk worden als je maar wilt. De stilte van een woestijn waar het zand dat wordt rondgeblazen geen oog meer vindt om in te stranden. Hoe zou je de toon omschrijven? Lees nu een passage uit dezelfde roman uit het tweede hoofdstuk: Hij grijpt naar zijn sportbroek, steekt een been door een pijp, de stof glijdt over haartjes, een prettig prikkelend gevoel. Niet treuzelen; broek aan, gymschoenen aan en weg. Als hij nu de gymzaal binnengaat, is hij veilig, relatief veilig; buutvrij. Hij zet zijn voet op het bankje en legt nog een laatste knoop in zijn veters, om te voorkomen dat hij er straks over kan struikelen. Hoe zou je deze toon omschrijven?
14 | Schrijven Magazine 05 2021
Elke nieuwe tekst heeft zijn eigen verteltoon nodig. Het ene verhaal vraagt om een milde toon, het andere om een woeste.
In het eerste stuk klinkt Koopman lyrisch, in de tweede is de toon gejaagder, meer rechttoe rechtaan. Die gejaagde toon ontstaat door de opsomming van snelle handelingen. Dit past bij een hoofdstuk over een tienerjongen die helemaal in de actiemodus zit. Het eerste hoofdstuk wordt verteld door een oudere vrouw, een rasechte verhalenverteller.
OEFENING 2 In deze oefening gaan we verschillende stemmen uitproberen. Het kan zijn dat je dingen oefent die je niet gemakkelijk afgaan, die geforceerd aanvoelen. Dat hoort erbij. Zie het als een oefening en besef dat je je tijdens het schrijven best oncomfortabel mag voelen.
• Beschrijf een moment uit je leven waarop je een nieuwe start maakte. Misschien verhuisde je, begon je met een nieuwe baan, sloot je een vriendschapsrelatie af. Je kan het ook klein houden: voor het eerst naar een yogales, voor het eerst met de trein. Beschrijf het op jouw manier, zonder je om de toon te bekommeren. Laat je naturelle stem klinken. • Herschrijf nu je fragment op twee manieren. Kies uit de volgende mogelijkheden: dreigend, als het begin van een thriller/melancholisch/als een romantische komedie/woedend. Hoe verander je de toon? Door te spelen met de woordkeuze, door dingen weg te laten of toe te voegen, door te spelen met het tempo.
BASISOPLEIDING CREATIEF SCHRIJVEN (7)
hem is er een spectrum aan stemmen met aan de ene kant een uiterst informele stem, aan de andere een uiterst formele. Zijn observaties zijn boeiend, al is hij de eerste om te erkennen dat zijn spectrum niet allesomvattend is en dat er veel andere soorten stemmen bestaan.
EINDOEFENING
OEFENING 3 Laten we even aandacht besteden aan dat tempo en meerbepaald aan de relatie tussen verteltoon en ritme. Lees onderstaand fragment uit In de zon kijken van Anne Provoost. Let vooral op het ritme. Is het snel of traag? Ik mag het huis niet in, ook al bloeden mijn benen. Ik besef het voor ik de vlonder heb bereikt. Het stoppelveld heb ik doorkruist. Mijn sokken heb ik zo hoog opgetrokken als ik kan, maar ze zijn van dun katoen, en algauw zitten mijn schenen onder de schrammen. Ik stop niet om ernaar te kijken. Mijn aandacht is bij het huis, bij de gestaltes die roerloos op de veranda staan. Best snel, toch? Herschrijf nu het fragment en zorg ervoor dat het ritme trager wordt. Hoe weet je of het trager wordt? Lees je tekst hardop. Lees dan het bovenstaande stuk hardop. Merk je een verschil? Langere zinnen vertragen de tekst. Ook langere woorden en langere klanken hebben een vertragend effect. Vergelijk bijvoorbeeld de uitspraak van de korte ‘a’ in ‘kat’ en de lange ‘a’ in ‘vazen’. ‘Kat’ kun je sneller zeggen dan ‘vazen’. Ook de hoeveelheid details die je geeft
bepalen het tempo van een tekst. Weid je meer uit en geef je meer details, dan vertraagt het tempo.
Telkens weer je toon vinden
Voor deze oefening ga je op zoek naar twee afbeeldingen van mensen die kunnen dienen als personages. Ze mogen samen op de foto staan, maar het mogen ook twee aparte afbeeldingen zijn die niets met elkaar te maken hebben.
Stel: je wil een verhaal schrijven over iets wat gebeurd is in je kindertijd. Je gaat natuurlijk niet zitten om een lijstje te maken met mogelijke toonsoorten waaruit je als schrijver kan kiezen. Nee, je gaat gewoon uitproberen. Of je je er nu bewust van bent of niet, je bent op zoek naar de juiste toon voor je tekst. Niet voor niets vraagt de schrijver nadat hij een stuk heeft voorgelezen: hoe vind je het? Hoe klinkt het? Misschien is het troostend voor jou om te beseffen dat er niet zoiets is als een definitieve verteltoon. Je wilt toch niet voor eeuwig in hetzelfde register zingen? Je wilt toch geen karikatuur worden van jezelf? Elke nieuwe tekst heeft zijn eigen verteltoon nodig en het is goed om als schrijver wendbaar te zijn en mee te bewegen met de omstandigheden. Het ene verhaal vraagt om een milde toon, het andere om een woeste.
• Maak een lijstje van de mogelijke relaties die kunnen bestaan tussen deze personages (zussen, vrienden…). • Maak nu een lijstje van mogelijke gebeurtenissen waarbij beide personages betrokken waren. Kies de interessantste. Beschrijf de gebeurtenis zo gedetailleerd mogelijk. • Nu ga je de gebeurtenis beschrijven vanuit het ene personage en vervolgens vanuit het andere personage. Het ene personage heeft een positief gevoel bij de gebeurtenis, het andere niet. Kijk wat er gebeurt met de verteltoon wanneer je overschakelt van het ene naar het andere personage. Je kan deze oefening doen met een ik-verteller, maar ook met een derde persoon. • Lees je tekst nadien voor en vraag aan de luisteraar hoe de tekst klinkt.
Voor wie zich meer wil verdiepen in het begrip ‘verteltoon’ raad ik Hardy Griffins essay Voice: The Sound of a Story aan (in het boek Gotham Writers’ Workshop: Writing Fiction). Volgens
Kathy Mathys is schrijfster, literair journalist en docent creatief schrijven. www.kathymathys.nl
05 2021 Schrijven Magazine | 15
SELFPUBLISHING
EEN JAAR NA DE PIEK
SELFPUBBEN in tijden van corona
In het tweede coronajaar is het bij dienstverleners voor zelfpublicerende schrijvers weer business as usual. Maar wel op grotere schaal dan voor de pandemie. Ook de verkoop van hun uitgaven gaat beter dan ooit. Door Maarten Dessing
O
nstuimige tijden beleefden dienstverleners voor zelfpublicerende schrijvers vorig jaar. Toen de coronacrisis in maart uitbrak, voelden bedrijven als Pumbo, Boekengilde, Brave New Books, Mybestseller en Boekscout zich onzeker over de toekomst. Eventjes maar, want al snel kregen ze het drukker dan ooit tevoren. De lockdown verleidde duizenden schrijvers eindelijk hun boek af te maken - of eraan te beginnen. Iedereen wist hen te vinden. ‘Het is eigenlijk té druk,’ vertelde Yordy Spoor van Pumbo in de zomer van
16 | Schrijven Magazine 05 2021
2020 aan Schrijven Magazine - normaal de rustigste tijd van het jaar. ‘We hebben twee mensen moeten aannemen. En dan nog is het moeilijk om zo goed bereikbaar te zijn als we willen zijn. Je kan ons normaal benaderen via telefoon, mail, WhatsApp, chat enzovoort, maar we hebben dingen uit moeten zetten omdat we het niet aan kunnen.’ Hoe is dat een jaar later? Je zou zeggen dat het werk nog steeds niet bij te benen is. De lockdown van 2021 was een stuk heftiger. Vanaf half december waren ook winkels bijna een half jaar gesloten. Er gold maandenlang een
avondklok. En dát er geschreven werd, bleek uit de aandacht die de media besteedden aan de drukte bij reguliere uitgeverijen. Zelfs het literaire agentschap Sebes & Bisseling kon de manuscriptenstroom niet meer aan. Uitgever Daphne de Heer van Lebowski (van onder andere Susan Smit en Roxane van Iperen) zei bijvoorbeeld medio april in EenVandaag: ‘Iedere week krijgen we halve bossen opgestuurd. De toestroom is enorm.’ En Paul Sebes van het gelijknamige agentschap vertelde: ‘Normaal krijgen we zo’n duizend manuscripten per jaar. Nu zitten we er echt flink overheen. Soms krijgen we er wel vier tot vijf per uur.’
Eigen beheer
Toch klinkt bij de dienstverleners voor zelfpublicerende schrijvers een ander
geluid. ‘Er is dit jaar geen piek geweest,’ zegt Ivo Haank van Brave New Books onomwonden. ‘We zitten terug op het niveau van twee jaar geleden. Niet wat betreft omzet of aantal klanten, hoor, maar wat betreft groeitempo. De lijn omhoog nam vorig jaar - vooral in april en mei - een enorme vlucht, maar stijgt nu weer even snel als daarvoor.’ Iets soortgelijks zeggen ook Yordy Spoor van Pumbo en Erwin de Haan van Boekscout. Beide bedrijven zitten terug op hun normale groeicurve. ‘Vorig jaar was er een piek, omdat mensen die al langer het verlangen koesterden om te schrijven en hun werk uit te geven, het realiseren van die droom naar voren haalden,’ vertelt Spoor. ‘Door corona hadden ze er opeens de tijd voor. Maar dat effect was na de eerste lockdown uitgewerkt.’ De bedrijven groeien daarom weer alleen vanwege de reden waarom ze al jaren groeien: steeds meer mensen ontdekken het bestaan van bedrijven die hen kunnen helpen bij het uitgeven van hun geesteskind. En dat wordt gecombineerd met de almaar toenemende acceptatie van uitgeven in eigen beheer. Ook 2021 scoorden selfpubbers weer bestsellers om dat te onderstrepen - zoals Nederland heeft Alles van Bas Smit en Nicolette van Dam. ‘Als corona dit jaar al invloed heeft gehad,’ zegt De Haan, ‘zit dat in het beleid van traditionele uitgeverijen.
‘Omdat de markt nog lang niet verzadigd is, heb ik alle vertrouwen in de toekomst.’
Die zijn zich nog meer gaan beperken tot boeken van BN’ers of van bewezen succesauteurs. Ze durfden nog minder risico te nemen met debutanten. Zeker toen boekwinkels dicht moesten, waar traditionele uitgevers het van moeten hebben. Maar het effect daarvan is niet zo heel groot. Het is een versterking van een tendens die al langer zichtbaar was.’
Thema
Groeicurve
SELFPUBLISHING
Camping Alles is, kortom, business as usual, klinkt het van alle kanten. Het beste bewijs daarvoor is misschien wel dat de zomer, zoals dat in alle jaren vóór 2020 het geval was, opnieuw de minst drukke periode is. ‘Iedereen zit gewoon op de camping in Frankrijk. En daar schrijf je misschien wel, maar werk je niet aan publicatie van je boek,’ zegt Ivo Haank van Brave New Books. ‘Ik kan nu ook zelf op vakantie,’ zegt Spoor vanuit Griekenland. Geen van de voor dit verhaal gesproken bedrijven doet iets wezenlijk anders dan voor de coronacrisis. De dienstverlening is weer op orde. De marketinginspanningen zijn weer op niveau. Wél opereren de bedrijven op een grotere schaal. Bij Pumbo zijn nóg drie mensen aangenomen. Daarmee groeide het van tien naar vijftien medewerkers. Boekscout nam ‘maar liefst vier mensen aan’, zegt De Haan - op een totaal van twintig medewerkers. Daarmee kunnen ze voorlopig voort. Spoor had wel gevreesd voor een dip nadat alle aspirant-schrijvers als het ware na de eerste lockdown versneld aan publiceren waren toegekomen. Maar die is uitgebleven. ‘Veel mensen dachten wel tegelijk: nú ga ik schrijven. Maar ze zijn natuurlijk niet allemaal tegelijk klaar. En dus zoeken ze in plukjes naar begeleiding. Omdat de markt nog lang niet verzadigd is, heb ik alle vertrouwen in de toekomst.’ Of is toch een dip aanstaande? Haank ervaart dat Brave New Books vaker boeken uitgeeft van mensen die >
05 2021 Schrijven Magazine | 17
SELFPUBLISHING
‘Schrijvers gaan heel creatief om met wat wél kan.’ maar één boek in zich hebben. ‘Ze hebben de droom om eens in hun leven een boek uit te geven. Als dat is gelukt, hoeven ze niet zo nodig een tweede boek te schrijven. Vaak zijn dat romans en autobiografieën.’ Aan de andere kant is de omzetgroei verzekerd door de groeiende inzet van auteurs voor hun boek. ‘Er zijn dit jaar twee keer zo veel redactiediensten afgenomen.’
Concurrentie Prettig voor Spoor, Haank en De Haan is ook dat de combinatie van een plotselinge piek van 2020 én van ondernemers die noodgedwongen nieuwe markten moesten zoeken, niet tot een vloed aan nieuwe toetreders heeft geleid. Wie gericht het nieuws volgt, is weleens een bericht tegengekomen. Van het Vlaamse Stokstaart. Of van het platform ‘Wij zijn de boekmakers’. Maar serieuze impact hebben die vooralsnog niet. Of je moet aan Het Boekenschap denken. Dat bedrijf bestaat weliswaar al sinds 2009, maar begon in de hausse van 2020 wél opnieuw. ‘Toen corona uitbrak hadden we net fors geïnvesteerd, juist omdat het zo goed ging,’ zegt eigenaar Maarten Beernink. ‘Maar toen in maart vorig jaar opeens de vraag wegviel en de toekomst onzeker was, had ik niet genoeg vet op de botten. Toen heb ik faillissement moeten aanvragen.’ Maar Beernink wist óók hoe gunstig de omstandigheden zijn om in deze markt actief te zijn. ‘Er is ook ruimte voor verschillende bedrijven. Sommige zetten in op kwantiteit bijvoorbeeld. Ik op kwaliteit, met veel persoonlijke aan-
18 | Schrijven Magazine 05 2021
dacht voor auteurs. Daar onderscheid ik me echt mee.’ Hij maakte daarom zo snel mogelijk een doorstart. Niet meer met zeven werknemers, maar als eenmanszaak met een hechte groep vaste freelancers om zo de kosten flexibel te houden. Na de herlancering liep het niet metéén storm bij Het Boekenschap. ‘Het kan zijn dat mensen vanwege het faillissement in het begin aarzelden. Ik vertelde ook vaak zelf actief hoe de vork in de steel zat.’ Maar zo’n driekwart jaar later kan Beernink niet anders dan concluderen dat het aanbod aan werk uitstekend is. ‘Er zijn zoveel mensen die, soms na drie jaar of langer, klaar zijn met hun boek en zich dan oriënteren op de markt.’ Wel wil hij binnenkort een impuls geven aan de toeloop van klanten. ‘Ik heb in 2015 het boek Verdienen met uitgeven gemaakt. Ik was toen een van de eersten die klanten zo tips gaf. Nu doen veel meer mensen dat, via hun websites. Ik ga daar een heruitgave van maken, onder een andere titel: Je eigen boek schrijven en uitgeven - met nog meer nadruk op selfpublishing. Ik mik op publicatie in het najaar van 2022.’
Afzet Een jaar geleden klaagden de dienstverleners voor zelfpublicerende schrijvers ook over de afgenomen afzet per titel. Boekpresentaties konden niet doorgaan. Er waren daarom geen auteurs die op zulke bijeenkomsten in één keer tientallen tot honderden exemplaren aan de aanwezigen wisten te verkopen.
Maar ook dat heeft zich hersteld. Niet, zoals toen gedacht, door alsnog evenementen te organiseren. Nee, dankzij de lockdown. ‘De afzet gaat juist beter dan voor corona,’ zegt De Haan van Boekscout. ‘Mensen zijn - voor alles - online hun spullen gaan kopen. Ook boeken. Voor de grote namen maakt dat niet uit. Die kopen lezers toch wel. Maar voor onze uitgaven maakt dat groot verschil. In de boekhandel vindt men onze boeken niet zo snel. Online wel. Zeker als zo iemand gericht naar een bepaalde niche op zoek is.’ Spoor beaamt deze redenering. Het effect werd nog versterkt omdat reguliere uitgevers tijdens de lockdown veel titels uitstelden. Zijn Pumbo ondervond toen minder concurrentie uit die hoek. ‘Er zijn nog steeds wel minder boekpresentaties. Maar schrijvers gaan heel creatief om met wat wél kan. Want we leveren steeds grotere oplages af. Onze klanten zien geen reden om daar voorzichtig mee om te gaan.’
Eigen beheer
SELFPUBLISHING
Thema
Wat levert uitgeven in eigen beheer je op? DE BUSINESSCASE VAN DRIE SELFPUBBERS
Een boek in eigen beheer uitbrengen: is dat lucratief of juist niet? Deze schrijvers zijn eerlijk over geld en alle kosten die om die hoek komen kijken als je op eigen houtje een kwalitatief goed boek op de markt wil brengen! Door Natasja Bijl
‘Mijn boek kreeg een nieuw jasje’ Filip Bastien bracht in 2017 zijn debuutroman Winteruren in eigen beheer uit. Na het winnen van een Indie award kwam het boek onder de aan-
dacht van verschillende uitgevers en werd het via Hamley Books voor een tweede keer uitgegeven. ‘Winteruren beslaat een mensenleven en is sterk geïnspireerd op het leven van mijn grootvader, die in 1915 werd geboren en tijdens de Tweede Wereldoorlog een aanslag op een trein wilde plegen, wat totaal mislukte. Dit falen heeft hij zijn verdere leven met zich meegedragen. Grootvader schaamde zich ervoor. Ik heb de man nooit gekend en moest het hebben van tegenstrijdige verhalen die de ronde doen in de familie. Ik heb een eerste draft gemaakt van mijn verhaal en daarna twee schrijfcoaches in de arm genomen, met als gevolg een mooi debuut waarin meerdere tijdslijnen zijn
verwerkt. Om mijn boek te kunnen verwezenlijken, heb ik zelf een cover ontworpen en twee redacteurs (een Vlaamse en een Nederlandse) door de tekst laten gaan. De redactie kostte me tweemaal 300 euro. De opmaak was een investering van 50 euro. Ik heb 670 boeken in eigen beheer laten drukken, met als inkoopprijs 3,30 euro (soft cover). Een honderdtal heb ik weggegeven als recensiemateriaal. De verkoopprijs van het boek (eerste uitgave in eigen beheer) bedroeg 20 euro. Van deze uitgave heb ik in totaal zo’n 5000 euro netto overgehouden en dan reken ik de schrijfcoaching niet mee. Voor de verkoop boorde ik verschillende kanalen aan, onder andere door recensenten uit te nodigen over mijn boek te schrijven. Zo stond ik opeens op de longlist en daarna de shortlist voor de Indie awards. Toen ik die won, kwam Hamley Books om de hoek kijken. Het boek kreeg een update met een nieuwe cover en een fraaier binnenwerk. Mijn verwachtingen waren hooggespannen, gezien de beloftes van de uitgeverij. Helaas zijn zij er niet in geslaagd nieuwe markten aan te boren en werden er nauwelijks meer boeken verkocht. Misschien heeft corona er iets mee te maken, maar het was best een teleurstelling. Ik heb ondertussen een nieuw manuscript klaar en ben met een thriller bezig. Voor samenwerking met een uitgeverij ben ik te porren, maar dan wel met een uitgever die connecties heeft bij klassieke media en niet enkel scoort via sociale media. Anders kan ik het net zo goed zelf doen.’ >
05 2021 Schrijven Magazine | 19
SELFPUBLISHING
Eigen beheer
‘Voor de verkoop boorde ik verschillende kanalen aan, onder andere door recensenten uit te nodigen over mijn boek te schrijven.’
‘Ik heb een verhaal te vertellen’ Jolien van der Geugten bracht in mei 2021 haar prentenboek Joris en de tijger uit. In dit boek beleeft Joris een fantastisch avontuur en ontmoet hij onderweg veel dieren die allemaal een andere soort en kleur huid hebben. Joris vertelt op zijn beurt over zijn huidaandoening ichthyosis en dat hij er daarom anders uitziet. ‘Mijn zoon heeft een vorm van ichthyosis. Op een gegeven moment zocht ik vergeefs naar een prentenboek met een krachtig en positief verhaal over iemand met een ander soort huid. Zo kwam ik op het idee om dit boek zelf te schrijven, voor zowel lotgenoten van mijn kind, als voor hun vriendjes en de kinderen in hun klas, die door een dergelijk verhaal beter gaan begrijpen wat een huidaandoening is en waarom iemand veel velletjes heeft en zich bijvoorbeeld altijd met een bepaalde crème moet insmeren. Ik wist al vrij vroeg in het proces dat ik het boek zelf wilde uitbrengen en alles in eigen beheer wilde doen; dat past bij mijn eigengereide karakter. Bij een prentenboek
20 | Schrijven Magazine 05 2021
is de illustrator een grote kostenpost. Dat loopt wel in de duizenden euro’s. Ik heb die investering zelf gemaakt, maar heb wel sponsors gezocht. De fabrikant van zalven voor ichthyosis heeft bijvoorbeeld een bijdrage gedaan, net als de patiëntenvereniging. Alle beetjes helpen. De drukkosten per boek liggen best hoog, wat logisch is bij fullcolour en een hardcover. Ik betaal voor het drukken ruim 8 euro per boek, de verkoopprijs is 15,95 euro. Hoe hoger de oplage, des te lager de stukprijs. Ik heb er nu 700 laten drukken. Verder heb ik
een kleurplaat laten maken ter promotie van het boek. De kosten hiervan zijn 150 euro, maar er zijn ook andere uitgaven die alles bij elkaar toch aardig oplopen. Denk aan tekstredactie, een vormgever, een domeinnaam registreren, je website aanpassen zodat je boeken verkocht kunnen worden, een ISBN-nummer aanvragen… Het boek is nu drie maanden oud en de teller staat op 300 verkochte exemplaren. Als ik alle boeken verkoop, zijn in ieder geval de gemaakte kosten gedekt. Op dit moment werk ik aan een luisterboek en aan een Engelstalige versie. Als dat lukt, wordt het financieel aantrekkelijker, al is het me nooit om het geld te doen geweest. Ik wilde een verhaal vertellen!’
SELFPUBLISHING
© KR
ISTEL VA
N HERPT
Thema
wier kinderwens onvervuld blijft, en hun naasten. Ook bevat het mijn persoonlijke verhaal over de weg die ik heb afgelegd. Ik wist wat ik wilde. Mijn boek, dat een zwaar thema behelst, moest in ieder geval kleurig zijn en foto’s bevatten, niet digitaal geprint worden en de kwaliteit uitstralen die ik als therapeut gewend ben te leveren. Kinderloosheid draag je een leven lang met je mee; vandaar dat ik zo aan kwaliteit hang. Dit boek moet over tien jaar nog steeds niet uit elkaar vallen. Ik heb een redacteur ingehuurd. Eén redactieronde is overigens niet genoeg: er is een groot verschil tussen redactie op taal- en schrijffouten en op inhoud, waarbij bijvoorbeeld ook op logisch redeneren wordt gelet. Bovendien heb ik de samenwerking met een vormgever gezocht. Met z’n drietjes vormden we een hecht team. Al met al heb ik een investering van 25.000 euro gedaan. Mijn eerste druk betreft duizend boeken, die ik voor 42,50 euro verkoop. Dit is inclusief verzendkosten en 22 instructievideo’s.
‘Dit boek kan jaren meegaan’ Simone Sinjorgo lanceerde in mei 2020 haar boek Onvervulde kinderwens - verborgen lichamelijke impact en bracht het in eigen beheer uit. Hiermee koos ze heel duidelijk voor de vrijheid een boek te maken zoals zij het voor ogen had. ‘Mijn debuut, dat qua genre thuishoort in de hoek van ‘mens en therapie’, is een zeer compleet handboek geworden, met tips en oefeningen voor stellen
Hiervan houd ik 6 euro per verkocht boek over. Het was de bedoeling dat ik tal van lezingen zou geven, maar corona gooide flink roet in het eten, waardoor ik het qua verkoop en naamsbekendheid over een andere boeg moest gooien. Wat ik nu doe is online webinars en workshops geven en me gaandeweg steeds meer als expert profileren. Daar helpt een boek zeker bij. Verder adverteer ik viermaal per jaar in Freya Magazine, een kostenpost van in totaal 500 euro. Ik heb nu 325 exemplaren verkocht. De meeste boeken verkoop ik via mond-tot-mondreclame en in mijn praktijk.’
‘Wat ik nu doe is online webinars en workshops geven en me gaandeweg steeds meer als expert profileren. Daar helpt een boek zeker bij.’ 05 2021 Schrijven Magazine | 21
Eigen beheer
SELFPUBLISHING
Jouw boek in de boekhandel? Tips van de boekhandelaar
Je eigen boek in de boekwinkel: het is de droom van vrijwel iedere schrijver. Helaas bereikt een groot aantal schrijvers die droom niet zo gemakkelijk. Om je boek in een boekhandel te krijgen, is meer nodig dan een verhaal met kwaliteit. Boekhandelaar Hilde de Rore verzorgt voor bijna iedere auteur die dat wil een plaats in haar boekhandel. Door Nanouk Kromhout
I
n 2014 begon Hilde de Rore zelf als schrijver, onder het pseudoniem Ilyo Hansen. Ze gaf uit middels de printing-on-demandformule, daarna in eigen beheer en vervolgens bij een betaaluitgeverij. Ze weet dus uit eerste hand hoe lastig het kan zijn om je werk in een boekhandel te krijgen. Omdat De Rore ervaring had met verkoop, ging ze met een stapel boeken op pad. Door deze persoonlijke aanpak kon ze bij een aantal Standaard Boekhandels terecht. De onafhankelijke boekhandelaar was echter moeilijker te bereiken. Toen ze twee jaar geleden boekhandel ’t Oneindige Verhaal in Sint-Niklaas overnam, voelde het voor haar als een missie om onbekende auteurs te helpen. ‘Ik zeg eigenlijk ja tegen iedere auteur die vraagt om zijn boek hier te mogen neerleggen,’ zegt De Rore. Ze werkt volgens de consignatieformule. Worden de boeken binnen de zes maanden niet ver-
22 | Schrijven Magazine 05 2021
kocht, dan gaan ze gewoon terug naar de auteur. Wat wel is verkocht, wordt afgerekend of bijbesteld. De Rore is wel voorzichtig met het aanbevelen van boeken. ‘Het moet oprecht en objectief blijven. Ik zal niet een boek aanbevelen enkel om de auteur te helpen.’ Ze werkt wel graag samen met auteurs voor signeersessies en maakt een Facebook-post van ieder nieuw boek.
Waarom wil de boekhandel mijn boek niet? ‘Wij hebben in de winkel een mooie, commerciële plaats voor de boeken van onbekende auteurs, toch worden ze vaak niet verkocht. Dit hoeft niet met de kwaliteit te maken te hebben. Auteurs zonder naamsbekendheid verkopen nu eenmaal niet vaak,’ legt De Rore uit. Als je in eigen beheer uitgeeft, verkoop je de boeken aan bekenden meestal zelf. De geïnteresseerden hebben het boek dus al en hoeven niet
meer naar de boekhandel. Daarnaast weten mensen meestal al wat ze willen als ze een boekhandel binnenlopen, en kijken ze vooral naar bestsellers of boeken waarover ze een recensie hebben gelezen. Dit zijn meestal geen zelfgepubliceerde boeken. Die krijgen helaas weinig aandacht in de pers. Het boek dat niet verkoopt vult dan een commerciële plek die beter benut kan worden. ‘En dan blijf je als boekhandel met de voorraad zitten.’ Grote uitgeverijen bieden meestal recht van retour. Dat betekent dat een groot aantal boeken dat bijvoorbeeld wordt aangekocht voor een lezing, signeersessie of boekvoorstelling wordt teruggenomen en terugbetaald. Deze service is er vaak niet bij een POD-uitgeverij of een boek dat in eigen beheer is gepubliceerd. Voor de boekhandelaar is de stap dan al een stuk groter om het boek in de winkel te leggen of de auteur uit te nodigen voor een signeersessie. De
SELFPUBLISHING
2
Zoek persoonlijk contact
Rore: ‘Dat laatste is iets waar ik wel graag voor opensta, omdat het in de meeste gevallen werkt. Vooral op termijn.’
Tips om jouw boek in de boekhandel te verkopen
1
Kies voor naamsbekendheid in plaats van geld
Aan publiceren in eigen beheer zitten niet geringe kosten verbonden. Daarom is het verleidelijk zelf je boeken te verkopen, zo verdien je er namelijk meer aan. De Rore adviseert om een
In De Rores ervaring werkt het het beste om zelf naar de boekhandel toe te gaan of ze te bellen. ‘Je kunt ook een leesexemplaar van je boek opsturen, maar de kans is groot dat de winkelier het naast zich neerlegt omwille van tijdsgebrek,’ weet ze uit ervaring als boekhandelaar. Als iemand je persoonlijk benadert, ben je eerder geneigd om ja te zeggen. Wanneer je toch besluit een leesexemplaar te sturen, is het slim dat op te volgen met een telefoontje. Een leesexemplaar kan voordeel bieden: als het boek bevalt, is de verkoper geneigd om het aan klanten aan te raden.
3
Regel een signeersessie
‘Wees assertief en vraag aan de boekhandel of je daar een signeersessie mag houden. Als dit mag, zit dan vooral niet aan je tafel, maar spreek mensen aan.’ Dat klinkt misschien eng, maar probeer het toch te doen. Volgens De Rore hoef je niet bang te zijn. ‘Mensen kijken sowieso naar je op als je zegt dat je schrijver bent.’
4
Zorg voor boekenleggers Een boekenlegger is een mooie
‘Het loont om je te richten op naamsbekendheid in plaats van geld.’
manier om een signeersessie aan te pakken. Zorg dat je flyers hebt over je boek en bied die aan de mensen aan. Zo kunnen ze vrijblijvend naar het boek vragen en kan jij spontaan vertellen. Ook als ze besluiten het niet te kopen, kennen ze nu je naam. ‘Bekijk het positief. Misschien leidt het contact tot een leuk gesprek en soms kopen mensen dan zelfs je boek omdat ze je sympathiek vinden.’
Thema
TOMMY VAEREWIJCK
keuze te maken: naamsbekendheid of winst. ‘Het loont om je te richten op naamsbekendheid in plaats van geld. Als je mensen doorstuurt naar de boekhandel, verkopen zij exemplaren en zullen ze eerder geneigd zijn om je volgende boek ook in de winkel te leggen.’ Wel moet je daar het budget voor over hebben.
5
Probeer het lokaal
Vaak verkopen boeken van lokale schrijvers beter, merkt De Rore. Dit komt vooral doordat de auteur dan vrienden en kennissen doorstuurt naar de boekhandel. Boekhandels nemen eerder lokale schrijvers aan, omdat ze uit ervaring weten dat die boeken beter verkopen. ‘Vraag naar de mogelijkheid om een boekvoorstelling te organiseren waarop je al je contacten uitnodigt. Het klinkt misschien cliché, maar commercialiteit werkt.’
6
Zet sociale media in
Om lezers bewust te maken van het bestaan van je boek kun je sociale media gebruiken. Als je reclame maakt via sociale media kun je mensen de boeken rechtstreeks bij jou laten bestellen, maar je kan ze ook doorverwijzen naar de boekhandel. Zorg ervoor dat je de boekhandel vermeldt in je post en vraag de boekhandelaar deze post te delen.
7
Passie voor het vak
‘Schrijven is een manier van leven,’ vindt De Rore. ‘Het is meer dan een hobby, het is een passie. Als zelf-publicerend auteur is het hard werken. Er gaat veel tijd zitten in contacten leggen en signeersessies houden. Maar als dat ervoor zorgt dat jij je passie kan blijven doen, is dat het waard. En jouw boek in de boekhandel krijgen is met de juiste aanpak niet onmogelijk. Het is de kers op de taart!’
05 2021 Schrijven Magazine | 23
LITERAIRE NON-FICTIE
n e e s l a g i d ou v n e Zo e l uppekunst waterdrDe
van het waargebeurde
Literaire non-fictie is populair. Joris van Casteren is een van de grote namen van het genre. Hij vertelt wat er allemaal komt kijken bij het schrijven van een non-fictieverhaal.
I
n de zomer van 2005 dreef ter hoogte van het Overijsselse plaatsje Wijhe een linkeronderbeen in de IJssel, gehuld in een chocoladebruine Nike-sok. Het been werd gesignaleerd door een visser, hij haalde geschrokken zijn lijn in, fietste naar huis en belde de politie.
Ik hoorde er in het najaar van 2005 van, toen ik naar Opsporing Verzocht keek, een televisieprogramma dat me destijds wel vaker inspireerde en op goede ideeën bracht. Een agent verscheen in beeld, hij wandelde over de dijk bij Wijhe en merkte op dat het een raadsel was waar het been vandaan kwam. Er wordt wel vaker een lichaamsdeel gevonden, maar meestal treffen de hulpdiensten dan ergens in de buurt ook andere lichaamsdelen aan, zodat al vrij snel duidelijk is of van moord, suïcide dan wel een tragisch ongeval sprake
24 | Schrijven Magazine 05 2021
is. In dit geval was dat niet zo, het been was helemaal alleen. De agent, die verder over geen enkel aanknopingspunt beschikte, sloot - als ik het me goed herinner - af met een onbedoeld komische oproep: ‘Kent u iemand in uw omgeving die een been mist, of heeft u anderszins aanwijzingen die deze zaak kunnen oplossen, neem dan contact op met de politie.’
Pure poëzie Gewoonlijk denk ik uitgebreid na alvorens te besluiten of een onderwerp geschikt genoeg is om er een heel boek aan te wijden, in dit geval wist ik direct dat ik beet had en niet meer zou gaan loslaten. Want ga maar na: wat daar in de zomer van 2005 gebeurde was feitelijk pure poëzie, een hogere vorm van kunst en nog waargebeurd ook. Niet alleen om-
dat de eigenaar van het been nog in leven kon zijn, maar vooral ook omdat dit been, dat voelde ik toen al aan, alles in de war zou gaan schoppen. Het was immers technisch gesproken geen lijk, wat bij de vondst van een romp of een hoofd wel het geval zou zijn geweest. Tegelijkertijd was het ook geen zelfstandig individu. Het zou bewaard moeten worden, maar hoe precies? Wie was er nu de baas over? Hoe kreeg dit ledemaat het voor elkaar om zo te eindigen? Op mysterieuze wijze gescheiden van de misschien nog levende rest, die nooit zou worden gevonden (dat wist ik toen uiteraard nog niet). Dat been hoorde er niet te zijn, stak een spaak in het wiel van de maatschappelijke orde. Een fictieschrijver zou met dit gegeven aan het fantaseren gaan, het vanuit de leunstoel omliegen tot een roman, zoals Eddy du Perron dat noemde. Wat die
LITERAIRE NON-FICTIE
© SA CH
A DE BOER
waargebeurde tevoorschijn te bikken. Dat klinkt eenvoudig en dat is het uiteraard niet. Het been in de IJssel verscheen pas in 2013, acht jaar na de vondst. Aan mijn manier van schrijven komt dus veel geduld te pas, maar dan heb je ook echt wat. Soms gaat het overigens ook sneller. Aan mijn een na laatste boek, Moeders lichaam (2019), over Piet van der Molen uit het Zuid-Limburgse dorpje Oirsbeek, die zijn overleden moeder in huis besluit te houden, heb ik drie jaar gedaan.
schrijver ook zou gaan verzinnen, het zou wat mij betreft de moeite niet waard zijn, kon nooit wedijveren met de esthetische kracht van de werkelijkheid zelf. Alleen: afgezien van de eigenaar, kon niemand weten wat er werkelijk gebeurd was. Dat enige, echte verhaal zou ik gaan ontrafelen. Sommige gebeurtenissen beschikken van zichzelf over een poëtische kracht, daarmee vergeleken is de menselijke verbeelding een lachertje, dat is de reden waarom ik altijd literaire non-fictie ben blijven schrijven. Dit been was voor mij een kunstvoorwerp, het stak volmaakt gebeeldhouwd uit een ruw blok marmer (de werkelijkheid) en ik hoefde slechts à la Michelangelo met de beitel op pad te gaan om de rest van het
Bezoekjes Hoe gaat Joris van Casteren te werk? Welnu: hij begint met het afleggen van bezoekjes. Aan Wijhe, aan Oirsbeek, aan Lelystad (de stad van het gelijknamige boek dat ik in 2008 publiceerde), aan Nijmegen (waar mijn in 2017 verschenen literaire reconstructie Een botsing op het spoor zich afspeelt) of aan de vele steden in Europa, Amerika en Rusland die voor Mensen op Mars (2016) op het programma stonden. Zo’n eerste bezoek is belangrijk, ik voel me dan zoals Truman Capote zich voel-
de toen hij voor het eerst in Holcomb arriveerde: alsof je op de set belandt van een te regisseren film. De acteurs zijn er al, ze weten alleen nog niet dat ze acteurs zijn. Deze acteurs zijn bewoners, normale mensen. Ik kies ze uit omdat ze grappig zijn, omdat ze rad van tong zijn, omdat ze naar mijn idee iets representeren, omdat ik via hen een stapje dichter bij de oplossing van het raadsel kom. Ik loop rond met een notitieblok van Moleskine en een vulpotlood (vulpotloden lekken niet). Ik bel bij mensen aan of begin op straat tegen ze te praten, nog nooit heeft iemand me weggestuurd of een gesprek geweigerd. Er is veel eenzaamheid in de wereld (in mijn laatste boek, Eenzaamheid, leest u daar meer over) en vaak zijn mensen juist erg blij dat een vreemde hen iets vraagt. Zeker als er iets raars is gebeurd, zoals een been dat aanspoelt of een dorpsgenoot die zijn dode moeder à la Norman Bates in Psycho in huis verstopt. De gesprekken met al die mensen neem ik op, om ze thuis uit te werken en met nieuwe vragen voor een tweede keer terug te keren. Ik verdiep me altijd in streekliteratuur en berichtgeving uit historische kranten, om de locatie beter te kunnen begrijpen. Heel vaak hangt er iets in de lucht in die plaatsen, het is geen toeval dat juist daar zoiets buitenissigs gebeurt. Op zeker moment is mijn reservoir vol, dan weet ik genoeg. De mensen - per boek spreek ik er een stuk of vijftig -
Wat daar in de zomer van 2005 gebeurde was feitelijk pure poëzie, een hogere vorm van kunst en nog waargebeurd ook.
05 2021 Schrijven Magazine | 25
LITERAIRE NON-FICTIE
Dat begin is de druppel die de oceaan van de rest van het boek in zich herbergt: het grote vloeit uit het kleine voort, niet andersom.
n e e s l a r e d l Zo he plinter berkehout s beginnen dan antwoorden te geven die ik zelf al ken. Het liefst begin ik dan meteen met schrijven, maar soms, zoals in het geval van Piet van der Molen, ben ik in afwachting van een gebeurtenis het betrof de rechtszaak tegen hem - waar ik geen invloed op heb. Hoe dan ook: vroeg of laat heb ik alle bouwstenen verzameld en kan ik gaan creëren op papier. In mijn computer bevinden zich dan tientallen bestanden met de letterlijke verslagen van alle gesprekken, de samenvattingen en conclusies van het grootscheepse literatuuronderzoek.
Sober hok Om zo ongestoord mogelijk te kunnen werken, probeer ik ergens in Nederland, België of Duitsland voor enkele maanden een schrijversresidentie te vinden, wat lastig is omdat die vrijwel allemaal zijn wegbezuinigd. Zo’n schrijversresidentie, vaak niet meer dan een sober hok, is geen overbodige luxe: ik werk daar drie keer zo hard als thuis, waar de neiging tot het zoeken van afleiding, door te gaan stofzuigen bijvoorbeeld, altijd op de loer ligt. Ik lees alle bestanden nogmaals door en denk dan na over het juiste begin. Een goed begin is alles: je sleurt er, als je het tenminste goed doet, de lezer het verhaal mee in. Het verhaal dient in dat begin een stuwende kracht te ontwikkelen waarmee het zichzelf tot aan het slothoofd-
26 | Schrijven Magazine 05 2021
stuk moet zien te redden. Dat begin is de druppel die de oceaan van de rest van het boek in zich herbergt: het grote vloeit uit het kleine voort, niet andersom. Het schrijven is een uiterst precies werkje. Ik ben in 2000 gedebuteerd als dichter, met de bundel Grote atomen, en heb een voorkeur voor zuivere, schoongewassen taal. Geen clichématige woorden en uitdrukkingen, die komen er bij mij niet in. Auto’s ‘draaien’ bij mij niet een parkeerplaats op, je zult niemand ‘fris en fruitig’ horen zeggen, een vrouw is in mijn boeken nooit ‘een pittige tante’, er worden geen ‘piketpaaltjes’ geslagen, niemand ‘trekt de kar’. De taal is bij mij ‘Zo eenvoudig als een waterdruppel, / zo helder als een splinter berkehout,’ zoals Hans Faverey dichtte in het prachtige Springvossen (2000). Afgezien van dit gevecht om de juiste woorden, speelt zich in mijn hoofd een veldslag af tussen de verschillende verhaallijnen. Doorgaans zijn er drie te onderscheiden: het heden met mijzelf als ik-persoon (de lezer kijkt mee over de schouder en leeft in de tegenwoordige tijd actief mee, wat extra vaart aan het verhaal geeft), het verleden waarin de te reconstrueren gebeurtenis zich afspeelt en tot slot een dieper verleden
waarin de overige lotgevallen een plek kunnen vinden. De drie verhaallijnen wisselen in het eevoudigste geval per hoofdstuk maar raken elkaar ook regelmatig binnen de hoofdstukken zelf, wat tot hoofdbrekens kan leiden. Het mooiste is als ze tegen het einde van het boek alle drie samenkomen en met elkaar verknoopt raken. De Opsporing Verzocht-aflevering over het IJsselbeen leverde geen bruikbare tips op, er meldden zich slechts enkele winkeliers die vertelden dat chocoladebruine Nike-sokken op meerdere plaatsen te koop waren. Als u wilt weten hoe het verderging zult u het boek moeten lezen. Ik kan nog melden, ter opvoering van de spanning, dat het been in Düsseldorf van de rest van het lichaam werd gescheiden en dat het nog altijd, op de begraafplaats van Den Nul (in Wijhe was geen plaats meer) in een kinderkistje ligt begraven.
Joris van Casteren (Rotterdam, 1976) is een auteur van literaire non-fictie, met Lelystad (2008), Het been in de IJssel (2013) en Moeders lichaam (2019) als bekendste werken. Zijn boeken werden genomineerd voor verschillende literaire prijzen, waaronder de Ako Literatuur Prijs en de Bob den Uylprijs. In 2005 won hij De Gouden Pen. Hij is coördinator van de stichting De Eenzame Uitvaart, die overledenen zonder familie of sociaal netwerk een bijzonder saluut brengt met een persoonlijk gedicht.
Column
Lex Jansen was 12,5 jaar uitgever van De Arbeiderspers. In 2014 startte hij zijn eigen bedrijf: www.magonia.nl.
Waar komen verhalen vandaan? Voor een werkbespreking ging ik naar het huis van Michael Godefroid, een jonge schrijver. Bij binnenkomst galmden de strijkkwartetten van Robert Schumann zo hard door de kamer dat ik me niet verstaanbaar kon maken. Toen we eenmaal aan Michaels werktafel zaten, vertelde hij me dat zijn verhaal af was. Het moest alleen nog geschreven worden. Vragend keek ik hem aan. Door over de componist van de strijkkwartetten te beginnen, leek hij het gesprek een andere richting op te willen sturen. ‘Van Schumann is een vreemde uitspraak bekend gebleven, waar ik al een paar dagen op loop te kauwen.’ Hij liet me een correspondentiekaartje zien waarop de volgende zin stond: Um zu komponieren, braucht man sich nur an eine Melodie zu errinnern die noch niemandem eingefallen ist. In het hoofd van Michael ging deze bewering over zijn eigen plan om een roman te schrijven. Het verhaal is er al, hij moet het zich alleen nog herinneren. De uitspraak op het kaartje intrigeerde niet alleen Michael, maar ook mij. Er lijkt gesuggereerd te worden dat de melodie al bestaat voordat hij in een compositie verwerkt wordt. Een goede componist, zo lijkt Schumann te willen zeggen, is in staat zich zo’n melodie te herinneren. Wanneer is een compositie een muziekstuk, wanneer is een verhaal een roman of een novelle? Op het moment dat een auteur begint te schrijven is letterlijk nog alles moge-
lijk. Dat verhaal in zijn hoofd, dát wordt het helemaal! Maar al na een paar pagina’s staat de naam van de hoofdfiguur vast, heeft hij reeds bepaalde karaktertrekken meegekregen. De loop van de gebeurtenissen heeft de auteur dan al niet meer volledig in de hand. Schrijven is keuzes maken en iedere keuze vermindert het aantal mogelijkheden voor het vervolg. Ineens lijkt dat complete verhaal in het hoofd eerder een vage droom dan een literaire werkelijkheid. In Vaslav van Arthur Japin zouden twee stemmen het verhaal vertellen. Peter, de bediende van Vaslav Nijinsky, en Diagilev, oprichter van de Ballets Russes. Toch zijn het drie stemmen geworden. Romola, de echtgenote van de danser eiste haar ruimte op. Met Michael heb ik nog maanden gewerkt. Sommige figuren zijn uit zijn verhaal verdwenen, terwijl andere een grotere rol opeisten dan hen oorspronkelijk was toebedeeld. Het perspectief is inmiddels gewisseld. Niet langer is zijn broer Boris het belangrijkste personage. De dochter van de fabrikant waar deze Boris voor werkte, heeft die rol overgenomen. Ook de titel van het boek lijkt niet meer op wat er oorspronkelijk op de eerste pagina van het manuscript was getypt. Hoeveel verhalen en melodieën er ook mogen bestaan - zelfs ongezien, of ongehoord - ze hebben altijd een schrijver of componist nodig om vaste vorm te krijgen.
Ontdek de schrijver in jezelf. magazine Schrijvenonline.org/abonnement 05 2021 Schrijven Magazine | 27
VOORPUBLICATIE
In juni 2020, middenin de coronapandemie, correspondeerden schrijvers Mireille Geus en Anna van Praag vanuit Jan Wolkers’ oude tuinhuis op volkstuincomplex Amstelglorie in Amsterdam over leven, dood, schrijven en liefde. Het resulteerde in het ontwapenend eerlijke brievenboek Liefdeswerk, waaruit we een aantal fragmenten voorpubliceren.
Talent Onzekerheid is volgens mij het kompas van talent. Dat je dingen niet zeker weet, dat je twijfelt, want daardoor wil je zoeken. Zelfs zoeken naar antwoorden op niet-gestelde vragen. Het gaat er
28 | Schrijven Magazine 05 2021
volgens mij niet om dat je het weet, maar dat je wendbaar bent, ruimte in je hoofd kunt maken. Dat je bereid bent om te kijken hoe iets zit, hoe jij erbij zit. En wat dat te maken heeft met het verhaal dat je onder handen hebt. Als je
daarbij hartstocht en discipline optelt, dan kom je ergens. - MG, 5 juni
Renée Ik had afgelopen weekend de afsluiting van een specialisatie, studenten die
FLORENCE TONK
Schrijven en huilen met elkaar
VOORPUBLICATIE
kinderboekenschrijver willen worden. Het hadden er acht moeten zijn, maar het waren er slechts zeven. Mijn meest talentvolle leerling, Renée, ontbrak. Ik begeleid haar al jaren, er school een prachtig young-adultboek in haar, wat ze als jong meisje had geschreven en wat haar bij herlezing zelf ontroerde. Dat wilde ze herschrijven met de kennis van nu, samen met mij. Twee maanden geleden werd ze ziek, ze belandde zelfs in het ziekenhuis. Vandaaruit bleef ze contact zoeken, soms schreef haar man namens haar. Ze klampte zich vast aan haar boek en het verlangen verder te schrijven, ‘hopelijk nog deze zomer’. Ik maakte me niet echt zorgen, dacht serieus: als iemand zo’n belangrijk boek te schrijven heeft, dan moet dat gewoon nog, dan krijg je een Goddelijke vrijbrief. Het tegendeel gebeurde. Ineens was er dat berichtje: Renée was overleden, het was toch nog heel snel gegaan. Dus daar zat ik afgelopen zaterdag met ontredderde studenten voor dat idiote Zoom, te schrijven en te huilen met elkaar. - AvP, 8 juni
Wat staat er op het spel? Eén vraag van jou blijf ik maar herhalen - ook inmiddels tegen mijn eigen studenten: wat staat er op het spel? ‘Dat vind ik altijd een onmogelijke vraag,’ zei mijn vriendin Mylou, ze kwam in deze brieven al eerder voorbij. Ikzelf vind het eerder een spannende vraag, maar ik merk dat ik er ook in vastloop af en toe. Wat staat er op het spel? Kun je dat uitleggen, bijvoorbeeld in relatie tot een boek dat al af is? Wat staat er op het spel in Madame Jeannette?
me denken aan mijn vader die na elke boekpresentatie enthousiast tegen mij zegt: ‘Nu ben je misschien toe aan een echt boek.’ Dan bedoelt hij dus voor volwassenen. - AvP, 9 juni
Levensonderhoud Mensen denken altijd dat schrijvers hun geld verdienen met de verkoop van hun boeken. Dat is allang niet meer zo. Omdat diezelfde mensen denken dat we graag over ons werk praten of graag schrijven, menen ze zich te kunnen permitteren geen budget te hebben voor hun wensen. (…) Jouw werkelijkheid is: de boeken die je ondertussen aan het schrijven en herschrijven bent, hetgeen je eigenlijke werk is. In combinatie met je gezin en je relatie onderhouden is dat meer dan genoeg, maar ondertussen moet je financieel je hoofd boven water houden. Zeker in deze coronatijden geen sinecure. Over het algemeen geen bliss en glamour, soms de genade van de flow.’ - MG, 11 juni Wij hebben geen backlist meer, onze boeken worden niet bewaard maar vernietigd als ze te lang niet worden verkocht en dan is te lang: een jaar, misschien anderhalf jaar. Ze gaan de ramsj in of worden echt door een versnipperaar gehaald. Ik heb er lang niets positiefs aan kunnen ontdekken, maar uiteindelijk bedacht dat mijn beste werk nog geschreven moet worden. En dat dat wat langer mag blijven. Doordat we geen backlist hebben, zijn we altijd zo goed als ons laatste boek. Je blijft altijd beginner. - MG, 5 juni
Show, don’t tell Laatst stelde ik die vraag aan een kinderboekenstudent van mij. ‘Wat staat er op het spel voor jou?’ ‘Moet ik dat echt allemaal bedenken?’ vroeg ze. ‘Het is toch maar een kinderboek?’ Ik ging haar nog net niet slaan. Het doet
Vandaag werk gelezen van iemand die ik coach en ik kwam daarin tegen dat ze emoties te plat beschreef, daarom ben ik er denk ik vol van. Ik zie het trouwens ook veel gebeuren bij onze collega’s, zinnen die echt pijn doen aan mijn ogen. ‘“Nu ophouden, domme ezel,” brulde Evert, hij had er echt meer dan genoeg van en wilde dat Marko
Waar de stukken eerder nog eenkennig tegen elkaar leunden, staan ze opeens stevig naast elkaar.
meteen ophield.’ Afschuwelijk! Bij dit onderwerp is het beroemde schrijfadagium show, don’t tell, wel heel erg van toepassing. - MG, 12 juni Hoe meer ik lesgeef, hoe meer ik denk: als er al een geheim schuilt in het schrijverschap of een vaardigheid die bepaalt of je wel of niet kunt schrijven, dan is dat dus show, don’t tell. In dat kader zag ik net een schrijfopdracht van een student binnenkomen die een mooi voorbeeld is van tell, don’t show, ik deel even één zin uit haar epistel met je, dan begrijp je dat ik nu echt even koffie nodig heb, komt ie: ‘We vrijen en neuken heftig.’ Wolkers is er niks bij. - AvP. 15 juni
Publicatie Natuurlijk, op een gegeven moment gaat je boek de wereld in en vormt iedereen zich er een mening over, soms heel anders dan wat je zelf bedoelde. Maar dat is goed, dan is de navelstreng doorgesneden en staat het boek op eigen hoefjes - los van zo’n horrorrecensie natuurlijk, dat blijft een klap in je gezicht. Het punt is, in deze fase is het boek nog veel te dicht op mijn huid. Het is niet voor niks dat bijna niemand het nog mag lezen, het is te vers.
05 2021 Schrijven Magazine | 29
VOORPUBLICATIE
Doordat we geen backlist hebben, zijn we altijd zo goed als ons laatste boek.
Anna van Praag schrijft jeugdromans en kinderboeken, de laatste jaren vooral bij uitgeverij Lemniscaat. Daarnaast is ze werkzaam als journalist en columnist voor onder andere LINDA. en Het Parool. Ze is gespecialiseerd in storytelling. Haar weblog is al vijftien jaar een begrip en bereikt iedere drie dagen duizenden lezers.
© AM STELG
LORIE
schrijft wat bij, je maakt wat zaken exact, je vult wat aan en laat wat zinnen dansen en opeens in die tweede versie zie je dat alles samenkomt, bij elkaar hoort. Waar de stukken eerder nog eenkennig tegen elkaar leunden, staan ze opeens stevig naast elkaar. - MG, 23 juni
Mireille Geus is schrijver en schrijfcoach, in Schrijven Magazine heeft ze een vaste rubriek waarin ze jeugdliteratuur bespreekt, ze schrijft boeken voor kinderen en volwassenen. Ze won de Gouden Griffel voor het kinderboek Big. Haar werk is uitgegeven in tien landen. www.mireillegeus.nl www.schrijfcoach.biz
Dus ik begin gewoon weer op pagina 1. En ik begin vandaag, al schrijf ik maar tien zinnen. Jaren geleden, op wereldreis, was er iemand die een beeldschone hut had gebouwd om in te wonen, nog net niet van luciferhoutjes maar het zag er wel bijna zo uit, heel precies en petieterig, alles klopte tot in het extreme. Ik stond ernaar te kijken samen met een andere reizigster, een oude wijze vrouw. Net toen ik iets wilde zeggen als ‘Waar begin je aan, wat een ongelooflijk en zinloos werk is dit’, zei die oude vrouw vrolijk en bewonderend: ‘Wat een labour of love’. Zo’n moment dat je blik op de wereld een beetje verschuift. Is niet eigenlijk het hele leven een labour of love? AvP, 23 juni
Herschrijven
Soms schrijf je de interactie tussen de twee echtelieden op, dat zijn de beste stukken. Maak dat veel groter, schrijf over hun relatie, over jouw relatie, en het is alleen boeiend als er frictie is, maak die groot, drijf het op de spits. MG, 24 juni
Er zijn oneindig veel grijstinten en die zijn niet saai, die vormen de schakeringen van het proces, de nuance, de verschuiving. Zoals de verschuiving van de eerste versie van een boek naar de tweede altijd traag gaat, je schrapt wat, je
Ook dacht ik: voor ons schrijvers mag het wel. Sterker nog, het is ons vak. Een beeld, een gedachte, een situatie bevriezen in de tijd. Het stof laten neerdalen, vormgeven. Dat is het scheppen.
Een cake stort je ook niet meteen als hij uit de oven komt, die moet eerst in de vorm afkoelen. - AvP, 22 juni
30 | Schrijven Magazine 05 2021
En dat volgt op het vernietigen. Altijd! - AvP, 25 juni
Moeders Misschien was ik geen schrijfster geworden als mijn moeder nog had geleefd, want dat was dan niet nodig: de angel, het zwarte gat, de noodzaak was er niet. Ook al wilde ik het worden vanaf dat ik kon lezen. (…) Omdat mijn moeder doodging aan kanker toen ik negen was, sta ik ook anders dan jij in de huidige pandemie. Ik heb te jong geleerd om me over te geven aan iets dat groter is dan ik. Dat doe ik en ik probeer me verder zo goed mogelijk te redden (…) Mijn moeder is er niet meer, ze is al heel lang dood en toch is ze elke dag bij me, omdat ik haar dochter ben, omdat ik nog altijd de dreun van haar verlies ervaar, omdat ik het gemis nooit heb kunnen invullen, omdat ik van haar hou en ik dat niet kan zeggen tegen haar, geen enkele dag al bijna vijftig jaar, alleen maar tegen mezelf. Dus als je naar je moeder toe gaat, zeg het tegen haar, koester je moment. En laten we niet stoppen met schrijven! - MG, 12 juni Eén ding wil ik nog schrijven: dat ik aan het tafeltje zat bij tHuis aan de Amstel, met een koude fles rosé voor me en twee glazen. Dat je niet kwam, heel lang niet kwam, en toen belde je me. Het laatste stukje van het leven van je moeder was begonnen. ‘Ik blijf bij haar.’ Natuurlijk bleef je bij haar. MG, 25 juni
Column
Mabel Nummerdor (46), voorheen Miss Marketing, verlaat haar vertrouwde commerciële wereld en wordt schrijver.
Maar nu ik hier toch onder schrijvers ben, mag ik heel even mijn beklag doen over hetgeen me tegenvalt aan het onafgebroken typen? Sinds ik schrijf, kan ik niet meer lezen. Ieder boek waarin ik hoop te verdwijnen, iedere column waar ik normaliter smakelijk om kan lachen, grijp ik tegenwoordig direct bij de enkels en keer ik ondersteboven om te zien wat het van waarde bij zich draagt. Metaforen die als rinkelende munten uit de zakken rollen, een geniepige bijzin die op straat valt. Gretig raap ik alles op. Het lief en leed van de hoofdpersonen kunnen me niet boeien, toch blijf ik eindeloos hangen in
een hoofdstuk. Na het lezen van vijf matige zinnen, vind ik dat ik ze zelf moet herschrijven en na vijf prachtexemplaren, vind ik dat ik ze moet overtypen in de hoop dat de magie aan mijn vingers blijft kleven. Ik ben een hobby kwijt en een obsessie rijker. In de week dat ik Mano Bouzamour lees, word het al snel ‘fuck dit’, ‘broer dat’. En nadat ik De dag waarop ik mijn naam veranderde heb verslonden, vergrijp ik me doorlopend aan de aanvoegende wijs. Na een maand kan ik twee hele hoofdstukken weggooien, want alles wat ik produceer komt me steeds zo bekend voor dat ik het wel onbewust gejat moet hebben. Er blijft wel degelijk iets plakken, alleen is het geen magie. En dat witte ranke stoeltje, dat is ook lang niet zo betoverend als op het plaatje. Het maakt niet alleen permanente afdrukken in mijn groeiende schrijversderrière, ook permanente rugklachten liggen op de loer. De week daarop duw ik een oerlelijke ergonomische bureaustoel over het gras richting de boom en laat ik me al wandelend voorlezen. Het is net als iedere andere nieuwe baan, toch wel even wennen.
© DE BBY H
Ik hoorde Elizabeth Gilbert in mijn oortjes zeggen dat het volslagen zinloos is om je te verliezen in de mythe van een getergde schrijver; je hebt er immers zelf voor gekozen. Vandaar dat ik louter positieve berichten op Instagram plaats. Dat zijn vooral gefilterde plaatjes van mijn nieuwe werkplek: een oude houten tafel, met een rank frans terrasstoeltje onder een uit de kluiten gewassen kastanjeboom die majestueus regeert over de verwilderde tuin van een vakantiehuisje in de buurt. Ik plaats er aanmatigende teksten bij over de jaloersmakende eenvoud van het schrijversbestaan. Dat er af en toe een witte kwikstaart op mijn schouder kakt, neem ik voor lief. Geen martelaar, een bofkont eerder.
EILKER
Het stoeltje
Literair agent, boekmarketeer, redactie, copywriter Meer informatie of een offerte? Laat het ons weten via htinorcenti@hotmail.com of 06-46590516. www.ht-c-communicatie.nl
Schrijven Magazine | 31
MELANIE MARSMAN
DE DEBUTANT
VINCENT MERJENBERG
‘Stiekem wilde ik vooral zelf schrijven’ Een mysterieus verhaal met kronkelende verhaallijnen, onheilspellende vondsten van ritueel begraven lichamen en dat allemaal in een afbrokkelende grensstad die alle kleur uit het leven van zijn bewoners zuigt. Nee, De grijzen, de eerste roman van Vincent Merjenberg, is geen typisch debuut. De schrijver vertelt ons hoe hij in zijn tuinhuisje in Amsterdam-West zo’n spannend en met vlagen surrealistisch verhaal op papier zette. Door Ricardo Jupijn
32 | Schrijven Magazine 05 2021
DE DEBUTANT Debutanten staan het dichtst bij de grote groep aspirant-schrijvers. Ze hebben net de stap gemaakt en worden gepubliceerd. Wat is het verhaal achter hun debuut? Waar hebben ze mee geworsteld? Wat voor tips hebben ze?
‘I
k belandde in de literatuur via mijn studie Nederlands en een stage bij uitgeverij Atlas Contact. Later kon ik daar aan de slag als publiciteitsmedewerker en begeleidde ik allerlei auteurs uit binnen- en buitenland. Dat was een drukke, dynamische en erg leuke tijd, alleen wilde ik na een jaar of acht wel eens iets anders. Stiekem wilde ik vooral zelf schrijven, dat durfde ik alleen nog niet uit te spreken tegen mezelf. Behalve wat pedante dingen in mijn studententijd had ik ook nog nooit iets serieus geschreven. Plus: ik had geen idee hoe ik dat praktisch en financieel moest regelen. Maar ik wilde schrijven. Ik wilde een boek schrijven.’
Hangen en wurgen ‘Het voordeel van het werken met zoveel auteurs, was in ieder geval dat ik niet zoveel hoefde te verwachten van het romantische schrijversbeeld. Al vrij snel had ik door dat de meesten er met hangen en wurgen een tekst uitpersen en dat het vooral een kwestie is van blijven zitten. Ondertussen had ik wat geld gespaard, afspraken met mijn vrouw gemaakt over hoe we het zouden doen en gaf ik mezelf een jaar de tijd. Dus ja: daar zat ik dan, op mijn eerste maandagochtend… Als eerste wilde ik een aantal ideetjes uitwerken in korte verhalen. Zelf houd ik erg van Zuid-Amerikaanse literatuur en dan met name van de magisch-realistische schrijvers. Dat type schrijven vind ik zelf het interessantst, om de grenzen op te zoeken. Het kan zo vreemd zijn als je wil, daar hou ik van. Net als abstracte schilderijen, daar kun je van alles in zien en je kunt ze op allerlei manieren interpreteren. Gelukkig werd een aantal verhalen in literaire tijdschriften geplaatst en begon het te rollen toen ze die voorbij zagen komen bij Atlas Contact. Een redacteur daar stimuleerde mij om meer te schrijven en contact te
houden. Zo begon het hele proces ineens langer dan een jaar te duren.’ ‘Inhoudelijk heb ik mijn redacteur Sander Blom de eerste twee jaar eigenlijk niets gestuurd, maar we spraken wel af als ik vastliep. Al zo vaak heeft hij zo’n hoopje ellende voor zich gehad. Allerlei beginnende schrijvers die zich afvragen waarom ze in hemelsnaam aan een boek zijn begonnen. Het was een stukje begrip en ergens was het fijn als hij vertelde over de eerste stappen van latere Librisprijs-winnaars. Die gevoelens horen er kennelijk bij. Maar de grootste hulp kwam op een moment waarop ik vastzat in het plot en hij zei: “Daar moet je mee ophouden. Nu moet je gewoon gaan tikken, je handen bewegen en veel tekst schrijven.” Dat was een doorbraak. Ik typ namelijk vaak pas als ik een goede zin in mijn hoofd heb en precies weet hoe de verhaallijnen lopen. Dat schiet alleen voor geen meter op. Het verhaal neemt je vanzelf bij de hand als je simpelweg door blijft schrijven. Natuurlijk heb je schrijvers die alles kunnen met een toetsenbord, maar zo eentje ben ik niet. Als ik het die kant op wil hebben, dan gaat het altijd de andere kant op. Inmiddels begin ik een beetje aan het idee te wennen dat het allemaal aanrommelen blijft.’
Blijven zitten ‘Waar ik vooral blij van word, is het gevoel dat ik de komende jaren weer lekker met een nieuw boek bezig ben. Ik verlies alleen veel tijd aan het nadenken over waarom ik de dingen doe zoals ik ze doe. Waarom wil ik het eigenlijk maken, wie zit er op dit boek te wachten en is het überhaupt niet veel te decadent om hier te zitten schrijven? Het zijn legitieme vragen, maar het heeft niet zoveel nut om daarover na te denken. Of dat nu makkelijker gaat na het debuteren? Nee, helemaal niet. Al
‘Mijn absolute schrijftip? Spreek een aantal uren met jezelf af en blijf zitten.’
weet ik nu in ieder geval dat ik het kan. Dat heb ik wel geleerd, om meer lef te hebben en niet zo voorzichtig te zijn. En dat speelt zich dan allemaal af in een huisje dat ik hier in de tuin heb gebouwd. Dat werkt uitstekend: ’s ochtends verdwijn ik daarin en een paar uur later kom ik er weer uit. Er staat een zakelijk bureau met een printer, dat is genoeg. Zo houd ik het huiselijke gescheiden van het schrijven en daarmee allerlei afleidingen. Dat is altijd de vraag: hoe blijf ik zitten? De regels die ik voor mijzelf heb opgesteld zijn vrij simpel: iedere doordeweekse ochtend minimaal vier uur werken. Dat klinkt misschien weinig. Hoe moeilijk kan het zijn? Maar nog steeds lukt het mij niet altijd. Zeker als ik niet helemaal weet wat ik wil, dan vind ik het lastig. Mijn absolute schrijftip? Spreek een aantal uren met jezelf af en blijf zitten. Wat je absoluut niet moet doen? Tja. Weglopen.’
Vincent Merjenberg (1983) studeerde Nederlands in Groningen en werkte als publiciteitsmedewerker bij Atlas Contact. Dezelfde uitgeverij waar in april 2021 zijn debuutroman De grijzen verscheen. Een verhaal over het kwaad en de dingen waartoe de mens onder bepaalde omstandigheden in staat is.
05 2021 Schrijven Magazine | 33
WAT DOET EEN REDACTEUR? (8)
Wat doet een redacteur en hoe kijkt hij of zij aan tegen manuscripten van beginnende schrijvers? In deze serie geeft Peter de Rijk, zelf al meer dan 25 jaar redacteur, onder meer bij uitgeverij In de Knipscheer, tips en advies. In deze aflevering: stijl.
Te veel
V
eel beginnende schrijvers schrijven te veel. Maar wat is te veel en hoe voorkom je dat? Goethe bedoelde met zijn beroemd geworden zinssnede ‘in de beperking toont zich pas de meester’ dat de schrijver zichzelf bewust een beperking oplegt. Door je te beperken kom je tot de essentie, het wezenlijke. Waar moet je op letten om te voorkomen dat je pagina’s met ‘gebabbel’ vult? Laten we beginnen met onnodige bijvoeglijke naamwoorden. Als iets storend is, zijn het deze totaal overbodige toevoegingen aan zelfstandige naamwoorden.
34 | Schrijven Magazine 05 2021
Het overbodige bijvoeglijke naamwoord Wat je allereerst in de gaten moet houden is de hoeveelheid. Check in jouw manuscript eens hoe vaak je bijvoeglijke naamwoorden gebruikt en vooral welke er nu werkelijk toe doen. Zijn het eigenlijk nietszeggende woorden als groene, houten of grote, dan kun je gaan schrappen. Nog beter is het om te kijken of je de bijvoeglijke naamwoorden totaal overbodig kunt maken door een goed gekozen zelfstandig naam-
woord. Stel het gaat over een imposante kerel en je beschreef hem als een zware grote man, liggen de omschrijvingen gigant, reus, geweldenaar of een boom van een kerel dan niet meer voor de hand? Flaubert, de schrijver van Madame Bovary, was heel concreet wat betreft het kiezen van het meest treffende woord. ‘Wat je ook wil zeggen, er is slechts één woord om het uit te drukken.’ Een werkwoord zorgde, volgens hem, voor beweging, het bijvoeglijk naamwoord voor de kwalificatie er-
WAT DOET EEN REDACTEUR? (8)
van. Een benadering van wat je wilde zeggen was dus nooit genoeg. Het mag duidelijk zijn dat Flaubert dagenlang aan een zin kon sleutelen totdat de woorden precies waren zoals hij dat voor ogen had. Heel veel oninteressante bijvoeglijke naamwoorden kun je schrappen zonder dat jouw verhaal eronder lijdt. Je kunt jouw schrijven echter verrijken door voor het juiste woord te kiezen. Wanneer iets vanzelf spreekt, kun je het achterwege laten. Sleutels zijn van ijzer, eikenhout is zwaar. Het vermelden van deze informatie is overbodig. Vergeet daarbij de connotatie niet. Het ene woord kun je nu eenmaal niet vervangen door dat wat het woordenboek aangeeft. Gebruik daarom alleen de woorden waarvan je zeker bent dat je weet wat ze betekenen. Dokter of arts gaan door voor synoniemen, toch zal je haar of hem in een gesprek slechts met arts aanspreken. Mooi is een interessant woord. In een dialoog kun je het personages laten zeggen. In een beschrijving verwacht ik eerder een uitleg waarom iets of iemand mooi is. Op dat moment spreekt de schrijver. In een dialoog is het een van de karakters en die weten soms niet beter.
Het juiste woord Door vaker in woordenboeken synoniemen op te zoeken, je te verdiepen in jargon of meer oplettend het werk van andere auteurs te lezen, zal jouw woordenschat langzaam maar zeker groter worden. Probeer altijd alert te zijn zodra iemand opvalt door origineel taalgebruik. Je kunt beter ‘lenen’ van een ander dan zwak formuleren. Vermijd, als het even kan, op dit moment populaire woorden of typisch hedendaagse. Niets wordt zo snel ouderwets als dat. Alleen wanneer de roman onze tijd nadrukkelijk wil belichten, kun je daarvoor kiezen.
Dialoog of beschrijving? De balans tussen dialogen en beschrijvingen bepaalt voor een groot deel of het lezen van het boek als prettig wordt ervaren. Volledig dicht geschreven pagina’s komen de lezer hermetisch voor en schrikken vaak af. Een dialoog zorgt voor lucht, het gevoel dat het
Vermijd op dit moment populaire of typisch hedendaagse woorden.
lekker wegleest. Toch kom ik regelmatig manuscripten tegen waar datgene wat besproken wordt in beschrijvingen wordt weergegeven. ‘Verstopte dialogen’ tonen slechts één kant van het verhaal. Jammer, een dialoog geeft tenslotte de mogelijkheid vragen te stellen en te beantwoorden. Het is veel natuurlijker om informatie op die manier aan de lezer door te geven.
Metaforen Weinig schrijvers is het gegeven iets op een echt originele wijze te omschrijven. De Tsjechische schrijver Bohumil Hrabal was er een meester in. Neem regels als: ‘Hij had piepkleine oortjes die als bij een bijtgraag paard plat
tegen zijn hoofd gedrukt waren.’ Of: ‘Hij was zo groot en had zulke brede schouders dat het meteen schemerdonker werd in de slagerij.’ Het gaat om nauwgezet observeren en soms om uitvergroten. Veel zeggen met weinig woorden. Denk daarbij liefst out of the box. Dus als een vrouw in haar winkel met een opgeschorte rok staat, beschrijf je haar alsof ze bezig is door een beek te waden. Of wat te denken van de regel: ‘Bij meneer Krause kringelde de sigarettenrook omhoog en splitste zich onder zijn kin in tweeën, als de stethoscoop van een arts.’ De creatieve beschrijving zorgt ervoor dat je de rook als het ware ziet bewegen, je ziet die omhoogkomen, wijken en vervolgens de vorm aannemen die de schrijver voor ogen had. Meesterlijk vond ik ook: ‘Op de toonbank glinsterde een zilveren kassa als de maquette van een stuwdam.’ Door veel te lezen ga je beter schrijven. Vanzelfsprekend moet je daarbij niet alleen consumeren, maar kritisch blijven. Zo leer je van het werk van anderen.
De verborgen metafoor Probeer iedere vorm van uitleggen te voorkomen. Je mag best iets van jouw lezers verwachten. Ga nooit op de hurken zitten en schrijf het verhaal zo dat alles wat je duidelijk wil maken loepzuiver in de tekst staat. Ga altijd uit van een intelligente lezer. Uitleg of herhaling van informatie zijn dus overbodig. Een uitstekend voorbeeld daarvan is Het oog van de kraanvogel, de laatste roman van Peter WJ Brouwer. Zoals het een goed schrijver betaamt, voelde hij aan welk thema aandacht behoefde. Zonder ook maar ergens in de roman het begrip LHBTIQ+ te gebruiken, schrijft hij erover. Of
05 2021 Schrijven Magazine | 35
WAT DOET EEN REDACTEUR? (8)
Als iets storend is, zijn het deze toevoegingen aan zelfstandige naamwoorden die totaal overbodig zijn.
beter gezegd, hij geeft aandacht aan mensen die met hun identiteit worstelen en vooral welke problemen opdoemen zodra ze die durven te uiten. Op het eerste oog gaat de roman over een vriendschap in de jaren tachtig. Marcus, het hoofdpersonage, maakt tijdens zijn studie aan het conservatorium kennis met Arthur. Al snel zien ze elkaar vaker, ondanks het nogal opdringerige gedrag van Arthur. Ze worden zo vaak samen gezien dat andere studenten hen als stel beschouwen, iets wat volledig aan de naïeve Marcus voorbijgaat. Die weet niet wat hij aan moet met zijn bewondering voor zijn vriend en de steeds verder gaande intimiteiten die hij zich veroorlooft. Carlijn lijkt daarbij de makkelijkste oplossing en al snel ontstaat er met haar een verhouding. Tegelijkertijd weet hij zich geen raad met zijn gevoelens voor Arthur. Peter Brouwer gebruikt een truc die ik ‘de verborgen metafoor’ zou willen
36 | Schrijven Magazine 05 2021
noemen. Hij toont de gevoelens van Marcus voor zijn vriend door hem naar zijn broek te laten kijken: ‘Hij droeg een ruimvallend hemd en een witte bandplooibroek die glansde in de lage zon. Marcus kon zijn ogen niet afhouden van de plooien, het spannen van de stof om de heupen.’ Marcus moet wat met die gevoelens en besluit de volgende dag de stad in te gaan. ‘Hij zocht een bandplooibroek die alweer uit de mode was.’ Uiteindelijk slaagt hij. ‘In een rek verderop zag hij hem hangen, stralend wit en met een brede band ter hoogte van zijn heupen.’ Dat het aantrekken van de broek zekere erotische effecten bewerkstelligt, wordt al snel duidelijk. ‘De broek was te kort en voelde toch goed aan op zijn heupen en in zijn kruis, het katoen was stug en warm.’ Eenmaal thuis lijkt de jongeman zichzelf toe te spreken. ‘Hevig transpirerend hing hij de broek op een hangertje in zijn kast. Het is oké, zei hij tegen zichzelf, oké.’ De broek blijft vervolgens een rol in de roman spelen. Zo hangt Marcus hem uit zicht als Carlijn op bezoek komt. De relatie met haar groeit uit tot meer, ze trouwen en wanneer jaren later Carlijn hun kind naar bed brengt, bekijkt Marcus zichzelf in de weerspiegeling van een donkere ruit. ‘Ergens in een doos lag de bandplooibroek geduldig op hem te wachten. Dat beeld wrong met de prille stem in de kamer naast hem.’ Voorbeeldig gekozen is het woord ‘geduldig’. Het doet denken aan zijn vriend Arthur die met veel geduld en met alles wat hij in huis had, zichzelf en zijn vriendschap had aange-
boden. Helaas voor hem zonder enig resultaat. Wanneer de broek voor de zoveelste keer in het boek opduikt schrijft de auteur: ‘Zijn bandplooibroek opzoeken, die hij in een diepe kast had weggehangen.’ Opnieuw heel precies geformuleerd. Het diepe lijkt weer te geven dat het in zijn herinnering is weggezakt, terwijl Marcus zelf ‘in de kast is gebleven’. Waar Arthur op voorzichtige wijze voor zijn geaardheid uitkwam, weet Marcus geen helderheid voor zichzelf te bewerkstelligen. Hij komt niet tot kiezen, wat de nodige gevolgen heeft voor zijn relaties. Peter Brouwer zou echter geen schrijver van kaliber zijn als hij niet tot de een na laatste pagina wachtte om zijn laatste kaart, wat betreft de bandplooibroek, uit te spelen. ‘Ergens achter zijn ogen werd een andere film afgespeeld. Een hemd, zonlicht, aders en spieren die als smalle kabels onder de behaarde huid liepen, gespannen.’ In zijn stoutste fantasieën lijkt datgene waar hij een leven lang bang voor was waarheid te worden.
EEN KATERN VAN
magazine
PLATFORM VOOR SCHRIJFTALENT ALICE VERSCHIJNT ZES KEER PER JAAR
De kracht van
Op het forum van Schrijven Online geeft een schrijfcoach elke week een schrijfopdracht. (schrijvenonline.org/forum/themaforums/wekelijkse-schrijfopdracht). Het zijn vaak ogenschijnlijk eenvoudige schrijfopdrachten waarmee bezoekers enthousiast in de pen klimmen. Ze plaatsen hun uitwerking op het forum en krijgen feedback van andere bezoekers en van de schrijfcoach. Dat kan over van alles gaan. Interpunctie, opbouw, spelfouten, maar ook ontroering. Wat opvalt is hoe raak de feedback vaak is. Schrijvers maken elkaar beter op dat deel van het forum. In deze editie van Alice plaatsen we verhalen die zijn geschreven voor de wekelijkse schrijfopdracht en die door de feedback van andere schrijvers beter zijn geworden. Er is geen surrogaat voor feedback. Of dat nu komt van een redacteur, een recensent, of collega-schrijvers: beter schrijven begint bij feedback. Iedereen is uitgenodigd om ook mee te doen aan de wekelijkse schrijfopdracht.
05 2021 Schrijven Magazine | 37
GA JIJ DE UITDAGING AAN? STUUR JE ALLERBESTE VERHAAL OF GEDICHT(EN) IN VIA WWW.SCHRIJVENONLINE.ORG/ALICE
ADEM HALEN EEN HUIS HEEFT LEVEN NODIG EN DAT BRACHT ZIJ. ‘Jeetje, je kunt wel zien waar jij je geld in gestoken hebt zeg. Dat is niet zomaar een zwembad!’ zei ze toen ik haar voor het eerst rondleidde. Zij was het bewijs dat geld gemak brengt, maar geen geluk. Door haar vond ik de liefde terug, die ik beetje bij beetje verloren was in mijn streven om een zo groot mogelijk fortuin te verwerven. Ze lapte de inrichting van de binnenhuisarchitect aan haar laars en gaf kleur aan alles waar zij zich bevond. Vanaf het toilet, via de kamers tot aan mijn hart. ‘Hier, kijk,’ zei ze en hield een opgeblazen roze plastic flamingo omhoog.
38 | Schrijven Magazine 05 2021
Het beest was zo strak opgeblazen dat de druk rimpels dreef in het oppervlak op de plekken waar de verschillende plastic onderdelen aan elkaar gehecht waren. Zelf voelde ik me rimpelloos gehecht aan haar. Ze hijgde nog na van de inspanning. Pas in mijn herinnering viel het op. Met een uitbundige zwier wierp ze het beest in het water. Het badpak stond haar prachtig. ‘Nu moet je even helpen.’ Ze vouwde twee felgele opblaasbare drijfstoelen uit. ‘Eén voor jou en één voor mij.’ Ik was veel eerder klaar dan zij en dook met stoel en al in het water. Snel kroop ik in het gele gevaarte. ‘Hier,’ zei ze. Ze pauzeerde even om op adem te komen. ‘Doe dit om de ring van de flamingo. Dan wordt het een tafeltje.’
EEN KATERN VAN
magazine
HADEKE IS HET PSEUDONIEM VAN HENK DE KLERCK (1967). HIJ PLAATST GEDICHTEN EN KORTE VERHALEN OP HADEKE.WORDPRESS.COM EN BIJ DE WEKELIJKSE SCHRIJFOPDRACHT OP HET FORUM VAN SCHRIJVEN ONLINE. IN VERSCHILLENDE (WEDSTRIJD)BUNDELS EN TIJDSCHRIFTEN ZIJN VERHALEN EN GEDICHTEN VAN HEM OPGENOMEN. DAARNAAST SIERT EEN GEDICHT VAN ZIJN HAND EEN MUUR IN AMERSFOORT.
Zo dobberden we even later voor uren op het water. De flamingo met zijn fier opgeheven kop als een drijvende bediende die de glazen en de fles wijn op zijn rug voor ons binnen handbereik hield. Het leek eeuwig te kunnen duren. Ik zie de lege stoelen drijven. De flamingo ligt aan de rand van het zwembad. Zijn snavel hangt in het water. De rimpels zijn weg en overgegaan in gleuven, door de langzaam afgenomen druk. Behoedzaam til ik hem op. Druppels water vallen op mijn nette schoenen en trekken in donkere vlekken weg in de stof van mijn zwarte broek. Ik open met mijn tanden het strakgesloten ventiel en voel hoe haar adem langs mijn lippen stroomt. Ik vul er mijn longen mee. Terwijl de flamingo leegloopt, zuig ik haar laatste ademteugen naar binnen. Zowel ik als de flamingo laten onze kop steeds verder hangen. Er was niets tegen te doen. Zo snel. Het afscheid was zwaar en mooi tegelijkertijd. Ik adem diep in en blaas met grote halen haar leven weer in het lege plastic omhulsel.
DE RIVIER EN DE FLAMINGO
UITGENODIGD DOOR EEN VRIENDELIJK, kabbelend beekje dobbert een roze flamingo op het rimpelige water. De rotsen in het water bewegen hem voort als een bal in een flipperkast. De zon brandt in zijn nek en op zijn ringvormige lijf. Vanaf de waterkant proberen kinderen hem met een stok dichterbij te halen, zonder succes. De flamingo is aan zijn reis begonnen. Meanderend beweegt de dorstige stroom zich met zijn reisgezel door het dorre, gele landschap. De zon heeft hier vrij spel. Koeien aan de oever kijken vreemd op naar het roze geval met dito uitsteeksel. Een enkeling loeit ter begroeting, een andere doet van schrik een stap terug. De flamingo dobbert verder op de golven van zijn gastheer. Een kudde schapenwolken schuift voor de zon. De hitte wordt minder, aangenamer. ‘Een verademing,’ klinkt het langs de kant. ‘Kijk, een roze flamingo,’ roept een jongen. Hij stapt door het water en mist de roze voorbijganger op een haar na.
05 2021 Schrijven Magazine | 39
Uitgegroeid tot rivier vervolgt het water zijn loop. De wolken stapelen zich op en de eerste druppels vallen. Het roze plastic koelt langzaam af. Nog altijd staat zijn hals rechtop in de wind. De rivier voedt zich met de vallende regendruppels en zijn kracht neemt toe. De roze flamingo drijft met hem mee, omgeven door een gordijn van regen. De omvang van de rivier blijft toenemen, hij is hongerig naar meer en wil niet in toom gehouden worden. Grenzen vervagen. Mensen slepen met man en macht zandzakken naar de zwakste plekken, de rivier lacht erom. Waar hij een opening vindt, neemt hij zijn kans waar. Oppermachtig neemt hij bezit van het landschap. Zijn kracht is grenzeloos. Angstige kreten vanaf de
daken deren hem niet. Meedogenloos sleept hij alles mee wat op zijn pad komt. Bulderend laat hij een spoor van vernieling achter en danst tussen de gebouwen. De flamingo swingt met hem mee, zijn roze lijf in schril contrast met de vieze, bruine modderstroom. Na een wilde tocht komt de rivier tot rust, uitgestrekt en tevreden. Hij liet zien wie baas is en laat een onuitwisbare indruk achter. Zijn vreugde is van korte duur. De aarde neemt hem op en langzaam wordt het stil. De roze flamingo heeft een rustplaats gevonden in een boom met uitzicht op de ravage, zijn hals hangt slap. Twee kraaien strijken naast hem neer, waarschijnlijk jaloers op zijn roze kleur. De interesse verdwijnt snel; hij is niet eetbaar.
YVONNE KAPTEIJNS (1965) IS IN HET DAGELIJKS LEVEN DIALYSEVERPLEEGKUNDIGE. NAAST HAAR WERK VINDT ZE ONTSPANNING EN UITDAGING IN HET SCHRIJVEN VAN KORTE VERHALEN. WEKELIJKS KIJKT ZE UIT NAAR DE SCHRIJFOPDRACHT OP SCHRIJVEN ONLINE EN GEEFT DAAR ONDER HET PSEUDONIEM FIEF HAAR INVULLING AAN. EÉN VAN DIE OPDRACHTEN (# 290, MAART 2020) LEIDDE TOT EEN SAMENWERKING MET FORUMLID TON BADHEMD. BINNENKORT WORDT HUN MANUSCRIPT JOOP EN ARIE UITGEGEVEN.
EEN LEUK GEZINNETJE MIJN MEEUWEN ZIJN WERELDBEROEMD! Sinds ze onlangs met enorm succes in Hitchcocks nieuwe film The Birds optraden, zijn het echte sterren. Het was lang en keihard trainen, maar dat hadden we er graag voor over, mijn meeuwen en ik. Meeuwen zijn veel gemakkelijker in de omgang dan mensen. Ze zijn simpel en eerlijk. Als iets ze niet aanstaat laten ze dat duidelijk weten, ze doen alles voor een lekker hapje en ze houden van een lolletje. Dat is alles wat je over meeuwen hoeft te weten. Van het geld dat we met de film verdienden heb ik een strandhuisje gekocht. Vorige week is in het grote huis naast mij een nieuw gezin neergestreken, twee ouders met een kleuter en een ouder jongetje. Ik ben er inmiddels achter dat de jongste, een stil, tenger jochie, Freddy heet en de oudste, een branieschopper met een grote mond, Donnie.
40 | Schrijven Magazine 05 2021
EEN KATERN VAN
Gisteren was het weer raak. Freddy had met zijn emmertje geduldig een zandkasteeltje gebouwd en even later kwam Donnie brullend aangerend om het met de grond gelijk te maken. Het allerirritantste was zijn triomfantelijke geschreeuw. “Ik ben lekker groter! Ik ben lekker de baas!” Kleine Freddy zette het op een huilen, waarna Pa met een rood hoofd kwam aangebeend en hem een ferme tik gaf. “Hou je kop. Jongens huilen niet.” Ik zat te trillen van verontwaardiging. Wat zijn dat voor mensen, dat ze pestgedrag belonen? Waarom zijn ze niet liever voor een stil kleutertje? Freddy kan er niks aan doen dat hij kleiner is en in zichzelf gekeerd. Het was alsof ik mezelf op die leeftijd terugzag, doodverlegen en gekleineerd door mijn grote broers, die het hilarisch vonden om mijn jampotjes met slakken en insecten kapot te smijten of mijn boeken in de plee te gooien. God, wat hadden die klootzakken een lol. Ik moet iets doen, maar ik ben te timide, nee, te laf, om de ouders aan te spreken. En waarom zouden ze zich iets van mij aantrekken? Dus heb ik iets anders bedacht. Freddy is weer zoet met zijn emmertje bezig, Donnie zit al te loeren tot het zandkasteel af
is en ik sta op een afstandje met vier meeuwen in de aanslag. Donnie kan niet langer meer afwachten en staat met een valse grijns op. ‘Aanvallen,’ zeg ik zachtjes tegen mijn meeuwen. In kolonne vliegen ze op Donnie af die nog niks in de gaten heeft. Maar als hij vlak bij zijn broertje is, zijn ineens ook de vogels vlakbij. Verbaasd kijkt hij op. Melville schiet rakelings over zijn hoofd, Dickinson gaat pal voor zijn gezicht vliegen, Wharton krijst als een bezetene en Fennimore pikt hem in de rug. Niet hard, maar Donnie duikt in elkaar. De vogels blijven om hem heen vliegen en schijnaanvallen uitvoeren, precies zoals ik ze geleerd heb, totdat Donnie keihard jankend het huis in vlucht. Freddy kijkt hem verrast na. Ik beloon de meeuwen glimlachend met een extra lekker visje. Misschien dat Donnie hier iets van leert en toch nog een goed mens wordt.
ANNA VAN GELDEREN (63) IS VAN OORSPRONG ANGLIST, MAAR VERDIENT DE KOST ALS JURIST. ZE DOET SINDS 2020 WEL EENS MEE AAN SCHRIJFWEDSTRIJDEN EN DAAR ZIJN INMIDDELS VIER PUBLICATIES IN VERHALENBUNDELS UIT VOORTGEKOMEN. VERDER IS ZE VERZOT OP ENGELSTALIGE LITERATUUR.
05 2021 Schrijven Magazine | 41
ALICE IS EEN PLATFORM VOOR SCHRIJFTALENT. VOOR ELKE EDITIE KUN JE EEN VERHAAL INSTUREN VIA WWW.SCHRIJVENONLINE.ORG/ALICE. UIT HET AANBOD SELECTEREN WE DE MEEST ORIGINELE VERHALEN.
Ultra korte verhalen
OVER SCHRIJVEN KARMA ‘Strepen? Schat, je weet dat jij dat niet kunt hebben. Hang maar terug.’ Ze bewondert haar eigen keuze. ‘Leuk hè? Wil je even kijken of dat streepje van jou er nog is in maatje 38? Thanks sweety.’ Met de lunch schudt ze haar hoofd als ik de ‘kroketten op brood’ suggereer. De salade die ik uiteindelijk bestel is droog en fantasieloos. Net als haar verhaal over haar hardloopgroepje: ‘Eentje heeft het tempo van een olifant. Ook de omvang trouwens’, grinnikt ze. Er zit spinazie tussen haar tanden. Twee weken later breekt ze haar enkel. Ze komt acht kilo aan. Laura van der Linde
42 | Schrijven Magazine 05 2021
Het liefst schrijf ik met krijt op lei. Ik speel met letters die woorden, die zinnen worden. Ik kras klinkers die hetzelfde klinken als medeklinkers terwijl ze worden opgetekend. Na het schrijven wordt het stil. Eenmaal geschreven zinnen praten zwijgend. De wisser is mijn bondgenoot. Met een paar vlugge halen keren verhalen terug tot stof. Ze vergaan tot vale krijtvegen, tot echo’s die alsnog indruk proberen te maken omdat ze nu eenmaal weerklank vinden in de tempel van mijn gedachten. Theo Stepper
WORKSHOP
De kleur van oude sneeuw
lijkt het alsof iedereen de natuur heeft (her)ontdekt. We trekken eropuit om te wandelen, kopen massaal vogelgidsen en gaan zwemmen in natuurwater. Hoog tijd dus voor een workshop ‘Schrijven over de natuur’. We schrijven een gedicht, een autobiografisch stuk en een fictiefragment. Voor de Schrijversacademie gaf ik al enkele keren een workshop rond dit thema. Onze standplaats was het Amsterdamse Vondelpark. Je hoeft niet naar afgelegen bergtoppen te reizen om de natuur met aandacht tot je te nemen, was de achterliggende gedachte. Ook voor deze workshop hoef je niet ver te reizen.
OEFENING 1
De natuur is een inspirerende plek om de kunst van het aandachtig kijken te beoefenen, vindt Kathy Mathys. In deze workshop leert ze je te schrijven over de natuur.
One tree is like another tree, but not too much. One tulip is like the next tulip, but not altogether. Met deze woorden begint Mary Olivers essay Upstream over aandachtig kijken. De laatste woorden van datzelfde essay zijn voor mij een richtingwijzer geworden: ‘Attention is the beginning of devotion.’ Zonder aandacht kan er geen sprake zijn van liefde of toewijding. Wij schrijvers weten dat we onze aandachtsspier moeten trainen, elke dag opnieuw. De blauwe zakdoek waarmee een moeder de snoet van haar kind
schoonveegt, de prei die uit een fietstas steekt: we nemen deze beelden tot ons en bewaren ze voor later. Immers, voor goede teksten heb je sterke details nodig. De natuur is een uitstekende plek om details te vergaren. Zelfs als we geen natuurschrijvers zijn, kunnen we niet zonder natuurobservaties. De mens maakt nu eenmaal deel uit van de natuur, wat ze in Aziatische culturen heel goed beseffen. Het idee dat mens en natuur gescheiden zijn, is een typisch westerse opvatting. Sinds het coronavirus is uitgebroken,
In Mindfulness and the Natural World schrijft Claire Thompson: ‘Alle planten, dieren en mineralen vormen samen de natuur. Ze maken geen onderscheid tussen elkaar. Ze bestaan simpelweg samen. Wij zijn net zo. We maken deel uit van de natuur. Toch lijkt ons bewustzijn een onderscheid te maken tussen mens en natuur.’ Hoe vaak wandelen we met volle aandacht voor onze omgeving, zonder dat we in beslag worden genomen door onze hersenspinsels, zonder te beseffen dat we deel uitmaken van het schouwspel dat ons omringt? In deze oefening maak je een vertrouwde wandeling en noteer je je observaties. Wandel telkens met een andere bril op. Bij de eerste wandeling let je op geuren, bij de tweede op kleuren. Bij de derde heb je aandacht voor planten en dieren. Lieke Marsman schreef in haar gedicht Wandeling: Kruipertjes en rabarberplanten in het park naast het treinstation zijn geen bereklauw en ook geen netels. Misschien vind je het, net als ik, niet makkelijk om planten te benoemen. Je kan een app gebruiken zoals iNaturalist of PictureThis om ze te identificeren.
05 2021 Schrijven Magazine | 43
WORKSHOP
Ook een ouderwetse plantengids kan hulp bieden. Beantwoord na elk van je drie wandelingen de vragen die bij de wandeling horen. Wandeling 1 • Welke geuren neem je waar? Beschrijf ze zo precies mogelijk. Kun je de bron van de geur lokaliseren? Noteer ze. • Welke gedachten roepen de geuren op? • Welke emoties roepen ze op? • Schrijf nu in meer detail over de gedachten en emoties. Wandeling 2 • Welke kleuren neem je waar? Noteer de kleuren en het ding/natuurfenomeen of -artefact dat deze kleur heeft. • Welke kleur zie je het vaakst tijdens je wandeling? Welke associaties heb je bij deze kleur? Noteer ze. • Kies nu drie associaties uit en verbindt ze tot een korte prozatekst of
44 | Schrijven Magazine 05 2021
gebruik de associaties voor een eenvoudig gedicht. Wandeling 3 • Welke dieren en planten kom je tegen? • Maken de dieren, planten of bomen een geluid? Welk geluid? • Beschrijf nu een herinnering aan een lievelingsdier uit je kindertijd. Beschrijf het dier zo zintuiglijk mogelijk. Dit lijstje kan je op weg helpen: ik ruik ik zie ik hoor ik voel (de textuur van het dier) ik proef (optioneel)
OEFENING 2 Ik lees graag natuurschrijvers als Mary Oliver, Annie Dillard, Nan Shepherd of Diane Ackerman. Wat deze auteurs gemeen hebben, is dat ze niet enkel weetjes overbrengen, maar echte verhalen vertellen. Daarin treden ze zelf
aan. Ook gaan deze auteurs op zoek naar een beeldende taal. Het is geen toeval dat de vier hierboven genoemde schrijvers ook dichter zijn. Een citaat uit De levende berg van Nan Shepherd. Ze beschrijft een hert: Overigens zijn hun vachten in de winter en vroege lente grijzig, de kleur van oude sneeuw, bleke heide en jeneverbes en steen. Ook al heb je deze herten nooit waargenomen, toch zie je ze voor je, al is het maar als een grijze schim. We kennen allemaal de kleur van oude sneeuw. • Kijk nog even terug naar je notities bij wandeling 3 waarin je een lievelingsdier uit je kindertijd hebt beschreven. Zijn die beschrijvingen beeldend genoeg? Vul ze eventueel aan met meer beelden.
CARO DIJKMAN
Voor goede teksten heb je sterke details nodig.
WORKSHOP
• Schrijf nu een lijstgedicht dat begint met deze eerste regel: Mijn (hond/kat/kanarie): Of kies een andere eerste regel als dat beter uitkomt. Daaronder maak je dan een lijst van beelden, geluiden, texturen waarmee je het dier oproept. Je maakt een portret met woorden. Voor elk aspect neem je een nieuwe versregel. Lijstgedichten rijmen meestal niet. Hun naam dekt de lading. Het volledige gedicht vormt een lijst. Soms heb je een krachtige eindregel.
OEFENING 3 Bij kinderen roept het allerkleinste wezen - een mier, een mug - bewondering en verwondering op. Wij betreuren het dat we die kinderlijke blik ergens onderweg zijn verloren. Toch kun je jezelf trainen om met de ogen van een kind te kijken. Dat proberen we in deze oefening. In Buitenpost. Reizen naar de uiteinden van de wereld schrijft Dan Richards: Als kind was ik in de ban van het bekkenbeen van een ijsbeer, in de werkkamer van mijn vader. Annie, mijn moeder, vertelde me dat het donker was en hard regende toen mijn vader een maand voor mijn geboorte terugkeerde van zijn laatste expeditie naar de Noordpool. (…) Het (bekkenbeen) bleek bij het optillen altijd zwaarder dan ik verwachtte. Ik vond het betoverend; er liep een welhaast gevederde reeks toppen over het heiligbeen en het stuitje, en in de gebroken uiteinden van de uitwaaierende heupen was een brosse binnenkant te zien. • Probeer je nu een moment van verwondering uit je kindertijd voor de geest te halen. Het hoeft niet iets spectaculairs te zijn zoals het bekkenbeen van een ijsbeer. Het kan om iets kleins gaan, de vorm van een
bloemblad, het jagen van de wolken door de lucht. Maak een lijst met momenten van natuurverwondering uit je kinderjaren. • Kies nu een van die momenten uit en ga erover freewriten vanuit het kind dat je was. Probeer al schrijvend op zoek te gaan naar de verwondering die je ooit voelde. • Is het je gelukt om het gevoel van verwondering op te roepen? Probeer het vast te houden voor de volgende stap. Je gaat nu op reis naar je tuin, balkon of vensterbank. Hou het klein en dichtbij, zoals Evelien De Vlieger in Caravandagen. Reis naar het einde van de tuin. Daarin observeert ze onder meer zweefvliegen: ‘Ik zie ze zelfs spelen met elkaar, als ninja’s glijden ze door elkaars vluchtroutes, om telkens met speelse, hoekige schijnbewegingen van koers te veranderen.’ • Observeer een vlieg, een plukje gras, een herfstblad. • Schrijf vervolgens een prozafragment waarin je het moment van verwondering uit je kindertijd verbindt met het hedendaagse moment van verwondering. Hoe je dit doet, kies je zelf. Zorg ervoor dat de twee momenten worden opgenomen in de tekst.
OEFENING 4 In deze oefening zetten we de stap van autobiografie naar fictie. • Ga op het internet of in een boek/ magazine op zoek naar een foto van een landschap waarop geen mensen te zien zijn. Je kiest zelf of je voor een wild stuk natuur gaat of voor een landschap waarin de mens zijn sporen heeft achtergelaten. Ook een foto van een stadstuin of park is dus geschikt. • Stel je nu een personage voor dat het landschap betreedt. Wat voor iemand is het? Past dit personage in het landschap of juist niet? Welk weer is het? Welk seizoen? Welk moment van de
Toch kun je jezelf trainen om met de ogen van een kind te kijken.
dag? Hoe valt het licht? Welk effect heeft het landschap op je personage? Schrijf erover! • Schrijf een fictiefragment waarin je personage dit landschap betreedt. Laat doorschemeren welk effect het landschap op het personage heeft. Zorg ervoor dat je door middel van beeldende details het landschap oproept voor de lezer. Suggereer ook wat het personage doet in dit landschap. Dit stuk kan het begin zijn van een kort verhaal.
BONUSOEFENING • Maak een lijst van beroepen waarvoor je de natuur intrekt. Van paardenfluisteraar tot poolreiziger: ga maar brainstormen! • Kies nu een van de beroepen uit, het liefst een beroep dat je intrigeert. Misschien wil je er meer over weten of heb je er stiekem altijd van gedroomd om dit beroep uit te oefenen. • Schrijf een fragment waarin je personage te zien is op het werkveld. Er doet zich een crisissituatie voor. Ga eerst schrijven vanuit je verbeelding. Kijk vervolgens over welke aspecten van dit beroep je meer dient te lezen.
Kathy Mathys is schrijfster, literair journalist en docent creatief schrijven. www.kathymathys.nl
05 2021 Schrijven Magazine | 45
Selfpublishing special
Als jij je boek uitgeeft in eigen beheer, heb je veel meer keuze dan wanneer je de traditionele weg bewandelt. Je kan alle touwtjes in handen houden of onderdelen van het uitgeefproces aan de professional overlaten. Gelukkig is er voor elke mogelijke vorm een self publishing-platform. Een aantal van deze bedrijven stellen zich aan je voor! 46 | Schrijven Magazine
Commercieel katern
Hoe corona het uitgeven in eigen beheer een boost heeft gegeven – in gesprek met Peter Hendriks, eigenaar van BoekenGilde Wat is volgens jullie de grootste verandering sinds corona? ‘In eerste instantie zagen we vooral een grote stijging qua contact- en offerte-aanvragen. Ook deden al snel meer auteurs mee aan onze webinars en online workshops. We dachten toen: het zal wel komen doordat een groep mensen meer tijd heeft en misschien ook wel wat meer geld. Maar de groei was niet alleen kwantitatief. Het begon ons ook op te vallen dat deze auteurs bewuster kiezen voor selfpublishing.’
Waarom kozen auteurs voor selfpublishing in plaats van uitgeven via een uitgeverij? ‘We horen vanuit onze opdrachtgevers dat ze grip willen op het proces. Ze willen zelf bepalen op welke manier het boek wordt uitgegeven. Met name inhoudelijk gezien willen ze geen concessies doen. Ook willen ze een eerlijker verdeling qua opbrengsten. Het begint tegen te staan dat de auteur praktisch onderaan staat qua verdiensten. Steeds meer auteurs weten zelf direct in contact te komen met hun doelgroep en boeken dan ook mooie verkoopresultaten. Dé bevestiging dat zelf uitgeven lucratief is!’
Wat doen jullie om de auteur te helpen bij het uitgeven van een boek? ‘Bij BoekenGilde begeleiden we auteurs bij het uitgeven van een boek in eigen beheer; van tekstredactie en vormgeving, tot drukwerk, distributie en marketing. Tot voor kort was onze ambitie om te laten zien dat boeken die in eigen beheer worden uitgegeven, kunnen concurreren met boeken die via de uitgeverij worden uitgegeven. Maar dat tij is gekeerd. We “kijken niet meer af”, maar ontwikkelen diensten en producten die selfpublishers helpen bij het bereiken van hun uitgeefdoelen. Zo hebben we een verkoopdashboard, dat de auteur helpt om te meten of marketingacties effect hebben. Ook bieden we mogelijkheden om online het bereik als auteur te vergroten. Al deze tools ondersteunen we met persoonlijke begeleiding. Zodat jij als auteur al jouw vragen kunt stellen en soms ook je onzekerheden kwijt kunt. Want om zelf uit te geven, heb je één ding nodig: lef!’
‘Nog een leuk weetje: we hebben onze eigen huisstijl een andere look and feel gegeven. Kijk je mee?’
www.boekengilde.nl
Commercieel katern
JIJ focust op het schrijven & wij doen de rest LIANNE DEKKER
Cor de Graag en Liselore van der Zweth
Het platform “Wij zijn de boekmakers” van het bedrijf Maak een Boek helpt auteurs met het op de markt brengen van een boek zonder dat daarbij een uitgever betrokken is. De auteur schrijft het boek zelf, maar kan wel rekenen op een professioneel team met een redacteur, een projectleider, een vormgever, een fotograaf, een PR-strateeg en een drukker om te faciliteren bij het realiseren van zijn of haar droom: het uitbrengen van een boek. Mag je jezelf wel een auteur noemen als je niet behoort tot de happy few die uitgenodigd wordt voor het boekenbal? Wie bepaalt hoe goed je bent als schrijver? Wie bepaalt of jouw content in boekvorm gedeeld mag worden met de wereld? Wie bepaalt hoe jouw droom – het publiceren van jouw verhaal – in de markt gezet wordt? Wie bepaalt of jouw droom überhaupt werkelijkheid wordt? Jij bent de enige die dit kan en moet bepalen. Jouw content is het waard om te delen met de wereld.
Het schrijven en publiceren van jouw boek moet een feest zijn en de aandacht voor jouw boek in de media moet de kers op de taart zijn en de verkoop van jouw boek een boost geven. Echter, voor het de drukkerij verlaat, zijn er veel zaken die tijd, energie en vooral de juiste aandacht vragen. Er komt meer kijken bij het uitgeven van een boek dan de meeste mensen zich realiseren. Dat ‘meer’ doen wij voor jou, zodat jij je kunt focussen op het schrijven. Ons motto is niet voor niets: “Jij focust op het schrijven en wij doen de rest’’.
www.wijzijndeboekmakers.nl
Maak een Boek (opgericht door Cor de Graag en Liselore van der Zweth) faciliteert, samen met een team van professionals, zowel ervaren als startende auteurs van A tot Z bij het realiseren van hun boek. Er zijn veel ondernemers en particulieren die een boekenkast kunnen vullen met hun kennis en ervaringen. Jouw boek helpt je om jezelf op de kaart te zetten als autoriteit op jouw gebied. Zelf heeft Cor als auteur mogen ervaren dat het op de markt brengen van een boek een zeer krachtig marketinginstrument is. Als ervaringsdeskundige weet hij hoe het is om een boek in eigen beheer uit te geven. Zijn eerste boek heeft hij zonder uitgever op de markt gebracht, terwijl hij hier geen ervaring in had. Bij elk facet van het realiseren van zijn droom heeft hij zichzelf moeten stretchen en opnieuw uit moeten vinden. De hobbels die hij heeft moeten overwinnen, willen De Boekmakers jou besparen. We gunnen jou 100 procent schrijfplezier!
Meer informatie www.wijzijndeboekmakers.nl info@wijzijndeboekmakers.nl 06 40 87 77 92
Commercieel katern
Is gratis uitgeven dan echt gratis?
Toch wel! Geloof het maar. Bij Uitgeverij Het Punt is het wel degelijk mogelijk. Waarom zelf investeren in je boek, als je het ook kan lanceren zonder zelf een euro uit te geven?
voor de weergave op onze website. Een auteur is een auteur op welke manier je ook instapt. Ook de verzending en verkoop gebeurt op exact dezelfde manier via de verkoopkanalen van de Uitgeverij. We vragen namelijk ook een ISBN aan waardoor je boek dus makkelijk bestelbaar is in het hele land.
Bij Uitgeverij Het Punt zijn we van mening dat sommige boeken gewoon gelezen moeten worden. Het is zonde als een oerdegelijk manuscript niet uitgegeven wordt door een gebrek aan tijd of financiële middelen. Zit er dan een addertje onder het extra groene gras? Absoluut niet.
Waar zit het verschil dan wel?
Wij bieden 2 manieren van uitgeven aan: met en zonder investering van de auteur Bij het uitgeven met investering wordt je namelijk gevraagd een aantal boeken af te nemen voor eigen verkoop. Je gaat hier dus ook gedeeltelijk zelf aan de slag om je boek aan de man te brengen. In ruil daarvoor kan je jouw boeken wel aankopen aan een verminderde kostprijs. Zo kan je zelf ook winst maken op de verkoop van je boeken. Wanneer je ervoor kiest om je boek ‘gratis uit te geven’ hoef je zelf geen eigen boeken af te nemen. Er is dus geen investering nodig. Wij verkopen dan jouw boek via onze website en daar bovenop krijg jij per 5 verkochte boeken één exemplaar van je eigen uitgave gratis.
Wel bij het gratis uitgeven zal je bijvoorbeeld een digitaal proefboek ontvangen in plaats van een fysiek. Zo zal je ook volledig autonoom mogen beslissen over de inhoud en cover van je boek. Terwijl je bij onze andere vorm van uitgeven hier vaak een compromis moet sluiten met de Uitgeverij.
En dat addertje? Er zit dus echt geen addertje onder het gras. Doordat wij zelf de winkelprijs van het boek bepalen en jij als auteur boeken aankoopt aan winkelprijs wordt het ook voor ons een rendabel project.
Meer informatie www.uitgeverijhetpunt.be/uitgeven
Wat is er nog belangrijk om te weten? Als je boek gratis wordt uitgegeven dan krijg je net dezelfde afwerkingskwaliteit die je van ons gewoon bent. We maken helemaal geen onderscheid. Dit geldt ook
www.uitgeverijhetpunt.be/uitgeven
Commercieel katern
House of Stories: Het nieuwe Uitgeven met publicatie garantie. Met House of Stories komt je boek er gegarandeerd en je krijgt ook nog eens prima royalty’s en de beste begeleiding. Je hoeft niet meer maanden te wachten op een afwijzing, maar je kunt direct beginnen. Welkom bij www.houseofstories.nl
HOE GAAT HET IN ZIJN WERK? DIT IS ONS 12 STAPPENPLAN: 1. Een vaste begeleider Als we starten krijg je direct je eigen begeleider. Samen maken jullie een planning en hij of zij is je vaste aanspreekpunt van A tot Z.
2. Hulp bij het schrijven Als je manuscript nog niet klaar is, helpen we je bij het schrijven. We denken onder andere met je mee over het plot, de personages en het verhaal. Als je manuscript al klaar is gaan we direct naar stap 3
House of Stories staat voor het nieuwe uitgeven. Wij garanderen namelijk dat we jouw boek publiceren en je ook al het werk uit handen nemen. Jij schrijft en wij doen de rest. Wij gaan veel verder dan alleen je boek drukken zoals bij een zelf uitgeefplatform. We hebben een 12 stappenplan waarbij we je vanaf het begin coachen bij het schrijven ook nemen we verder alles uit handen zoals het redigeren, ontwerpen, drukken, uitgeven en we zorgen voor alle promotie. Dit zijn pas de eerste paar stappen, we gaan veel verder.
We zijn dus geen zelf uitgeefplatform, waar je veel of zelfs alles zelf moet doen en uiteindelijk flink voor extra service moet betalen. We zijn ook geen standaard uitgever die enkel een beperkt aantal boeken per jaar kan en wil uitgeven. Uitgevers waar de royalty’s scherp of soms gewoon laag zijn. Wij zijn anders, House of Stories staat voor het nieuwe uitgeven!
3. Professioneel redactieteam De kwaliteit van je boek is heel erg belangrijk. We kunnen duizenden boeken verkopen maar als het vol staat met spelfouten of niet lekker leest, dan gaat het mis. Jouw boek krijgt bij ons dus minimaal twee redactieronden en gaat ook naar een persklaarmaker en een corrector. Hierdoor zit je verhaal straks perfect in elkaar en is ook de spelling en grammatica goed op orde.
4. We toetsen je boek bij proeflezers Voordat we je boek gaan publiceren laten we een selecte groep onafhan-
Vrijblijvend aanmelden kan via www.houseofstories.nl
Commercieel katern
uitgeven, met publicatie garantie! kelijke proeflezers jouw boek beoordelen. Hier kunnen we van leren en we hebben direct de eerste reviews voor op of in je boek. Zo weten we of je boek goed aansluit bij de doelgroep en hebben we leuke reviews voor promotie.
5. De beste vormgevers gaan voor je aan de slag Hoe het boek eruitziet bepaald in grote mate of het goed gaat verkopen. Je cover en flaptekst moeten daarom aantrekkelijk zijn en goed aansluiten bij je verhaal en de doelgroep. Wij regelen dit voor je, uiteraard in overleg.
6. Het drukwerk Samen kiezen we het papier dat het best past bij jouw boek aansluit. Voor persoonlijke verhalen heb je namelijk een aantal opties. Maar geen zorgen, wij weten precies wat we moeten kiezen.
7. We verkopen je boek via 2500+ (online) winkels Als wij je boek gaan uitgeven dan is je boek beschikbaar in alle denkbare (online) winkels in Nederland en België, zoals ook op Bol.com en Amazon.nl.
8. Je eigen auteurs website Wij regelen een professionele website voor je, geen standaard website, nee een persoonlijke website die past bij je verhaal. Als je wilt krijg je zelfs je eigen domeinnaam.
9. Promotie van je boek Ook als je boek klaar is en in de winkels ligt dan gaan wij verder. We beheren je boek op social media, doen de promotie, we sturen persberichten naar de passende media
en zijn jouw eigen persvoorlichter. In overleg regelen we ook boekpresentaties en voorleesdagen.
10. Wij maken een auteurs video of podcast Wij brengen de mens achter het verhaal naar voren. We kunnen kiezen voor een video, maar een podcast (als je anoniem) wilt blijven kan natuurlijk ook. Maar het natuurlijk niet, alleen als je dat wilt.
11. Een eigen community Wij vinden het belangrijk dat je in contact bent met je lezers. Je hebt een persoonlijk verhaal geschreven en mensen willen daar graag op reageren. Wij plaatsen, als je dat wilt, een community module op je website.
12. Boekingen voor lezingen, workshop etc Mensen die persoonlijke verhalen schrijven worden vaak uitgenodigd om een presentatie te geven of om een workshop te organiseren voor lotgenoten. Wij zorgen ervoor dat mensen jou kunnen boeken via jouw of onze website. Ook regelen we de organisatie en de facturatie voor je. Samen bespreken we wat jij wilt.
Het nieuwe uitgeven begint bij House of Stories Uitgeven met publicatie garantie en een uitgebreid 12 stappenplan Jij schrijft en wij doen de rest!
House of Stories De uitgever met publicatie garantie
Vrijblijvend aanmelden kan via www.houseofstories.nl
Commercieel katern
Ieder manuscript wordt door ons inhoudelijk beoordeeld - ja, eigenlijk eindigt dat nooit. We werken met de modernste grafische programma’s, leveren je boek in een professionele vorm af bij de drukker en hoeven door moderne techniek geen voorraad aan te houden. Dit is niet alleen prettig maar ook nog eens goed voor het milieu!
Feest! Wij bestaan 15 jaar
Herken je deze situatie? Je stuurt je manuscript in bij een uitgever en vervolgens krijg je nooit meer een reactie of er volgt een afwijzing. Wat de reden ook is, dit wil je niet meemaken. Hierdoor vinden veel mooie en goede manuscripten hun weg niet naar de lezer. Bij Boekscout willen we iedere auteur (gevestigd of beginnend) de kans geven om zijn of haar boek professioneel uit te laten geven. Dankzij ons concept kunnen we relevante boeken uitgeven, ook voor een kleinere markt. Er is geen genre dat we de afgelopen jaren niet hebben uitgegeven.
Verbaas ons met jouw manuscript, we lezen het graag Wij willen jou als beginnend auteur of gevestigde naam uitdagen om je manuscript voor te leggen. Vaak worden wij verrast door de kwaliteit van de manuscripten die we binnenkrijgen. Zowel bij de volwassenen als bij de jeugd. Dus twijfel niet
en stuur ons je manuscript. Je krijgt altijd een constructieve reactie met een open vizier.
Wanneer wij je boek willen uitgeven, dan doen wij dat kosteloos Wanneer wij je boek willen uitgeven, dragen wij de volledige financiële verantwoordelijkheid om het boek op de markt te brengen. Daardoor heb je jouw boek in je bezit zonder dat je één cent hebt hoeven betalen. Wij houden het in het verdere proces ook eenvoudig. Geen ingewikkelde instructies die je eerst moet volgen. We nemen je stap voor stap mee.
Uitgeven doen we samen met jou Wij werken al jaren samen met auteurs om hun boek op een professionele en verantwoorde manier te realiseren. Wij gaan deskundig met je boek om. Dat begint al bij het doornemen en beoordelen van je manuscript, en het eindigt met
Wij zijn in 2006 opgericht, omdat we vinden dat iedere auteur een kans verdient zijn boek uit te geven. Onze expertise moet de kroon zetten op al het werk dat jij er in lange tijd hebt ingestopt. Met onze jarenlange ervaring weten wij wat we wel moeten doen, en wat zeker niet. Wij hebben er iedere dag plezier in om deze schrijversdromen waar te maken. PS Blijf je liever de baas over je eigen boek, dan kun je bij ons via onze eigen beheer-tak (BoekXpress) je boek op de markt brengen.
Praktische informatie Auteurs bij Boekscout worden persoonlijk begeleid en uitgenodigd voor een van de wekelijkse webinar of auteursbijeenkomst om kennis te maken. Aan de hand daarvan gaan we in gesprek. Uitgeverij Boekscout Telefoon: 035 - 60 37 937 Info: manuscript@boekscout.nl www.boekscout.nl
Stuur ons je manuscript en je krijgt altijd een constructieve reactie
Commercieel katern
Pumbo.nl, een (bijna) acroniem voor Publiceer Mijn Boek, heeft sinds de oprichting in 2008 al vele auteurs, bedrijven en instellingen mogen helpen bij het zelf uitgeven van boeken. En dat doen we nog steeds met heel veel plezier. Het zelf uitgeven heeft sinds onze oprichting een flinke vlucht genomen. En dat is logisch, want waarom wachten op een uitgeverij als je alles zelf kunt verzorgen. Dat de kwaliteit van zelf gepubliceerde boeken onderdoet voor die van boeken van een uitgeverij is een van de grootste misverstanden bij het zelf uitgeven. Dit heb je namelijk volledig zelf in de hand. De boeken die bij een uitgeverij binnenkomen, zijn ook niet meteen perfect; ook daar wordt aan gesleuteld door redacteurs en vormgevers. Voor zelf uitgegeven boeken is dat niet anders. Als je de hulp van professionals inschakelt, kun je hetzelfde resultaat bereiken. Pumbo.nl is uniek omdat we echt alle opties bieden binnen het traject van drukken, distributie en marketing. Niet alleen is onze website een bron van informatie en inspiratie, onze diensten
Selfpublishing – mede mogelijk gemaakt door Pumbo.nl sluiten er ook op aan. Niets moet maar alles kan, het een sluit het ander nooit uit. Zo werken we nooit met contracten, ben je nooit verplicht om het drukwerk of distributie bij ons af te nemen en hoef je ook geen extra commissie af te staan. Je kiest zelf welke zaken voor jouw persoonlijke situatie belangrijk zijn. En daarin adviseren we je altijd uitgebreid én kosteloos. Onze belofte aan jou is dat iedereen bij ons dezelfde aandacht krijgt en dus altijd op eerlijk advies kan rekenen. Of
‘Oog voor detail, eerlijk feedback geven en durven af te wijken van standaardprocessen’
je nu 1 of 1000 boeken wilt drukken en uitgeven. Een bestseller beloven we je niet – wel 100% inzet, support en de juiste tools om jouw boek eenvoudig en professioneel uit te kunnen geven.
Wat is het mooiste compliment wat je ooit kreeg van een debutant?
We kunnen gelukkig putten uit vele complimenten en eigenlijk is elk compliment even mooi, want dat is waar we elke dag hard voor werken. Oog voor detail, eerlijk feedback geven en durven af te wijken van standaardprocessen. Dat is wat onze klanten waarderen en juist vaak onverwachts positief door worden verrast. Pumbo.nl BV Jelle Zijlstraweg 192 1689 ZX Zwaag 0229-700228 vragen@pumbo.nl www.pumbo.nl/contact
Tekstuur Kidlit In deze rubriek bespreekt Mireille Geus een tekstfragment of kort verhaal voor kinderen.
TEKST
Sterretjes ‘Kijk eens wat ik heb?’ 1 zegt Pip. Ze laat een doosje zien. ‘Wat is dat?’,2 vraagt Mees. ‘Dit zijn sterretjes, zegt papa.’ ‘Mag ik eens kijken?’ Voorzichtig geeft Pip hem het doosje.3 ‘Zitten hier echte sterretjes in?’ Mees rammelt voorzichtig met het doosje. Pip pakt het doosje weer terug: ‘Hoor je wel, er zitten echt sterretjes in.’4 ‘Durf jij er een sterretje uit te halen, Pip?’ ‘Durf jij, Mees?’ ‘Nee.’ ‘Ik ook niet.’ Pip en Mees gaan op de bank zitten. Samen kijken ze naar het doosje. 5 ‘Zouden alle sterren in het doosje zitten?’ Mees schrikt: ‘Dan is de maan vannacht helemaal alleen! Wat gemeen van jouw papa!’ ‘Mijn papa is helemaal niet gemeen!’6 Mama komt binnen. ‘Wat is er aan de hand? En wat hebben jullie daar?’ ‘Papa heeft me een doosje vol sterretjes gegeven. En nou is de maan vannacht alleen. Mees vindt het gemeen van papa dat hij de sterretjes heeft gevangen.’ Mama lacht: ‘Geef mij het doosje eens.
AUTEUR Els Hofman is 55 jaar en al dertig jaar aalkleuterjuf. Regelmatig verzint ze verh te deze pt hoo tjes voor haar kleuters. Ze n erva eren kind r mee t publiceren zoda kunnen genieten. Om haar schrijfvaareen digheden te ontwikkelen, volgde zij ie. dem saca opleiding aan de Schrijver
54 | Schrijven Magazine 05 2021
FEEDBACK
Dan zal ik jullie laten zien wat voor sterretjes er in het doosje zitten.’ Dat willen ze zien! Pip geeft het doosje aan mama. Voorzichtig doet zij het doosje open. In het doosje zien ze geen sterretjes maar zwarte stokjes. ‘Er zitten helemaal geen sterretjes in!’ roept Pip boos. Mama pakt een doosje lucifers. Zij haalt er een lucifer uit en steekt hem aan. Voorzichtig houdt zij het vlammetje bij het puntje van het zwarte stokje. Even gloeit het stokje en ineens vliegen er sterren van het stokje af. Verbaasd kijken Mees en Pip naar het stokje waar mama zomaar sterretjes uit tovert. Ineens zijn de sterretjes weg en heeft mama alleen nog een stokje in haar hand. ‘Hij is kapot!’ roept Mees verschrikt. ‘Nee hoor, hij is gewoon opgebrand, er zitten geen sterretjes meer in dit stokje. In elk stokje zitten maar een paar sterretjes,’ stelt mama hem gerust. ‘Zijn dit echte sterren?’ vraagt Pip. ‘Nee hoor, dit zijn feeststerretjes. De echte sterren staan nog gewoon aan de hemel. Kijk eens, Mees, jij mag ook een paar stokjes met sterretjes mee naar huis nemen. Dan hebben jullie vanavond met Oud en Nieuw thuis ook sterretjes.’ Voorzichtig pakt Mees de drie stokjes aan. ‘s Avonds als het donker is, mogen ze allebei een stokje met sterretjes vasthouden, omdat het Oud en Nieuw is. En de echte sterren? Die staan gelukkig gewoon naast de maan aan de hemel.
1
Dat kan korter. Bijvoorbeeld: ‘Kijk,’ zegt Pip en laat een doosje zien.
2
Het lijkt logischer dat Mees wil weten wat erin zit, in plaats van wat het is.
3
Dat Pip het kostbare doosje aan Mees geeft vind ik niet geloofwaardig voor kleuters.
4
Verkeerde suggestie lijkt me, sterren zijn toch niet te herkennen aan hun geluid?
5 6
Laag tempo hier.
Het gaat nu over de vraag of de vader gemeen is, terwijl het volgens mij moet gaan over dat de maan alleen is.
‘‘
Dit is goed vanuit het gedachtegoed van een jong kind verzonnen.
HET COMMENTAAR
Wat is het?
Sterretjes is een kort verhaal voor kleuters. Het is leuk om een keer een afgerond geheel te kunnen bespreken in deze rubriek. Dit verhaal gaat over Pip en Mees, ze bekijken samen een doosje en vragen zich dingen af en praten erover, uiteindelijk komt moeder erbij, die duiding geeft.
Wat vind ik er al goed aan? De tekst is gebaseerd op een idee, of beter: een misverstand, twee kinderen bekijken een doosje waarin volgens Pip sterretjes zitten. Meteen wordt door Mees de conclusie getrokken dat het om echte sterren gaat en dat de maan dan alleen is. Dit is goed vanuit het gedachtegoed van een jong kind verzonnen. Het heeft een kinderperspectief. Voor de meelezende volwassene is het ook leuk. Die begrijpt meteen wat voor sterretjes het zijn en kan genieten van het misverstand. Er zitten veel dialogen in de tekst en dat is voor het bedienen van het jonge lezerspubliek een goede keuze. Beschrijvingen en metaforen zijn aan deze doelgroep vanzelfsprekend minder besteed.
Wat vind ik voor verbetering vatbaar? De kwaliteit van de dialogen mag hoger worden. Het gaat net wat te langzaam,
is iets te voorspelbaar en te netjes om als een geloofwaardig gesprek tussen zulke jonge kinderen door te gaan. Er mogen meer associaties inzitten, ze kunnen door elkaar praten, zinnen niet afmaken, iets verkeerd uitspreken. Natuurlijk moet je spreektaal stileren in proza, maar in dit geval zijn de dialogen niet spits genoeg, niet scherp en te netjes.
Mireille Geus is schrijfdocent en -coach, en ook auteur van prijswinnende kinder- en jeugdboeken. Voor Big (2005) kreeg ze een Gouden Griffel en Naar Wolf (2007) werd bekroond met de Vlag & Wimpel 2008.
Meedoen?
Ik heb geen idee hoe de kinderen eruitzien, geen idee waar ze zijn, of ze zitten of staan, en waar. Pas laat in de tekst staat er dat ze op de bank gaan zitten, maar of het binnen of buiten is, is onhelder. Hierdoor is er weinig houvast. Zeker voor jonge kinderen is het moeilijk om een beeld te maken van de situatie. Het vraagt te veel van hun voorstellingsvermogen.
Blind audition
Jammer is dat je de moeder alles laat oplossen. In verhalen voor kinderen probeer je de kinderen de macht te geven, zelf dingen te laten uitvinden en uitzoeken. In alle andere situaties zijn ze afhankelijk van volwassenen en hun inzichten, maar in de verhalen voor hen, zijn ze ‘aan de macht’.
Wil jij opgaan voor een ‘blind audition’, stuur dan je fragment van maximaal 400 woorden en een kort ‘schrijf-cv’ naar tekstuur@schrijvenonline.org, dan stuurt de redactie je bijdrage door naar Mireille (zonder jouw cv).
Welke vragen heb ik nog? Hoe zou dit verhaal eruitzien als je de kinderen zelf laat uitvinden wat voor sterretjes het zijn? Zonder dat het kinderen op gevaarlijke ideeën brengt?
Zelf een kinder- of jeugdverhaal geschreven, waarover je de deskundige mening van Mireille Geus wilt weten? In elk nummer bespreekt zij een tekstfragment of kort verhaal voor kinderen. Zij weet niet wie degene is van wie ze iets leest; deze informatie is uitsluitend bij Schrijven Magazine bekend.
Je manuscript laten beoordelen? www.schrijvenonline.org/ www.schrijvenonline.org/ manuscriptbeoordeling Cursus Kinderboeken schrijven? www.schrijvenonline.org/academie www.schrijvenonline.org/academie
05 2021 Schrijven Magazine | 55
Tekstuur Proza In deze rubriek bespreekt Yke Schotanus een kort verhaal of prozafragment.
TEKST
FEEDBACK
1 2
pakjesbus
Territoriumdrift Met een verse handtekening op zak liep de in oranje gehulde bode van PostNL terug naar zijn pakjes bus 1. Ik schreed blij, een pakket rijker, de woonkamer binnen. 2 Mijn chronisch nieuwsgierige partner vroeg, een tikkie irritatie in haar stem wegdrukkend, 3 ‘Wat heb je nu weer besteld via Marktplaats?’ 2 Enthousiast meldde ik; ‘De remedie voor een stijve nek’, waar ik door artrose nogal last van heb 4. ‘By the way, geen tweedehandsje via Marktplaats’.5 2 ‘Nou wat is het dan, een orthopedische halskraag of zo?’. ‘Absoluut niet. Dit is een drie-dimensionaal 6 bewegende TV beugel’. 7 5 Het woord TV Beugel 7 was de trigger voor acuut verhoogde bloeddruk. Ik zag het gewoon gebeuren.8 2 ‘O nee, echt niet, ik wil in onze woonkamer geen scherm aan de muur geplakt. Onze Samsung blijft gewoon op zijn subtiele designpootjes op het unieke antieke kastje staan. Ja heus. Stuur maar terug die rommel’.5 9 De discussie was geopend dus moest ik op mijn hoede zijn. Gelijk van repliek dienen was een probate aanpak die slechts werkte wanneer ik die tactisch verpakte. Rustig blijven, dacht ik terwijl ik met de baard van een sleutel de verpakkingstape doormidden sneed. 2 “10 Natuurlijk schat, ons modern kijkscherm blijft gewoon op zijn glimmende pootjes boven op het betoverende kastje uit vervlogen dagen staan, in de kamer waar jij de scepter zwaait.9 Enigszins stoïcijns kijkend sloot ik af met: ‘ik zou niet anders durven’.11 5 Na deze volzin haalde ik diep adem. 2 Vrouwlief die met haar handen in de zij van een afstand de situatie inschatte blikte heel argwanend. Haar grote ogen die eerst uitpuilden, waarschijnlijk door de bloeddruk, waren tot spleetjes verworden. Met schuin hoofd en vragende blik bleef ze seconden roerloos staan. De volgende vraag werd gelanceerd: ‘Mis ik iets? Waarvoor dient dat onding dan?’ 2 ‘Voor in de slaapkamer. Daar hang ik de oude tv middels deze beugel hoog aan de muur. Ideaal om vanuit de rugligging TV 7 te kijken voordat we gaan slapen’.5 Ik had nog niet gewonnen want plots leek het alsof ze haar woonkamerdomein uitbreidde naar de slaapkamer. Naar het plafond starend zei ze onvervalst 12 ‘een TV-beugel 7 op de slaapkamer te maf voor woorden’. ‘Eg nie’, 13 diende ik haar van repliek. ‘Omdat mijn voeten nu voor het beeld staan kan ik liggend totaal geen ondertiteling lezen. Daarnaast creëer ik een nekhernia in die positie, boven op mijn toch al chronische stijve nek. Als ik nog snel een documentaire of het laatste nieuws absorbeer, ben jij al in dromenland. Deze beugel is gewoon zalvend voor lijf, ledematen en vooral mijn nek’. Ze draaide zich zuchtend om en beende weg. Ze knauwde nog wat woorden maar kon ze niet verstaan. Ik kon amper de overwinningskreet “yessss” 10, onderdrukken. Twee dagen later genoot ik van de positie van mijn nek en het TV scherm 7. De discussie was een stille dood gestorven en mijn slaapkamer TV 7 hing. Naast me hoorde ik deze keer geen diepe ademhalingen. AUTEUR Nee ik had een medekijkster die plots de legendarische vraag stelde: ‘Zullen elijks een Willem Breuls schrijft sinds 1987 wek onKE. N we een grotere TV 7 kopen?’ JUU DED NON naam de er column ond (nee Dieu de Vrouwen, het zijn ondoorgrondelijke dedjuuke staat voor de vloek Non lend wezens. Nondedjuu 13!!! van God) en ook voor een kleurig/opval d). ebie taalg e urgs Limb vlinderdasje (in het erd in blice gepu lang jaar 32 werd Zijn column Door urg. imb huis-aan-huisbladen in Midden-L deze es editi 1500 bezuinigingen moest hij na ent schrijft publicatielijn stoppen. Vanaf dat mom 56 | Schrijven Magazine 05 2021 . blog een s hij wekelijk
als er een nieuwe spreker aan het woord komt, of beschreven wordt voordat deze aan het woord komt: nieuwe alinea.
3
met ‘wegdrukkend’ wordt het te veel en lijkt het of ‘in’ de richting van het wegdrukken aangeeft.
4
de gesproken zin loop grammaticaal door in een opmerking aan de lezer, dat gaat zo niet; en de puntkomma voor de gesproken zin moet een dubbele punt zijn.
5 6 7 8 9
de punt binnen de aanhalingstekens
driedimensionaal
tv-beugel (en verderop: tv, en tv-scherm) ‘verhoogde bloeddruk’ gebeurt niet en kun je dus ook niet zien gebeuren.
spreekbeurt duurt te lang; de spreker neemt zeker ergens een pauze, of verandert van toon; onderbreek de spreektekst daar even voor een beschrijving van een handeling van de spreker, dan maakt de lezer die schakel ook.
10 11
enkele aanhalingstekens, ook enkele aanhalingstekens sluiten
het kastje blijft staan, maar ‘ik’ zou niet anders durven; dat kan niet; ‘blijft’ moet ‘laat ik’ zijn.
12 13
dit woord begrijp ik hier niet
de officiële spelling is: nondedju
‘‘
‘Breuls varieert prachtig in de omschrijvingen van dit designmeubelstuk.’
HET COMMENTAAR
Territoriumdrift is een leuke anekdote met een geestige clou, een cabareteske scène uit een op het oog niet zo heel goed huwelijk. Het roept bij mij althans nogal wat vragen op dat je zonder medeweten van je partner meubelstukken bestelt en dan verbaasd bent dat de ander onaangenaam verrast is, of op zijn minst aan het idee moet wennen. En waarom niet meteen gezegd dat het ding voor de slaapkamer bedoeld is? Zijn partner weet toch wel van de nekklachten, mag ik hopen? Is dit gedrag hyperonhandig, botweg narcistisch, of allemaal tactiek? In het laatste geval is het dan wel goed om de lezer duidelijk te maken dat de hele missie kansloos was geweest als een en ander van tevoren besproken was, en ook nog als meteen duidelijk was geweest dat de beugel voor de slaapkamer bedoeld was. Nu komt de ik-figuur wel erg horkerig over, wat maakt dat ik het bijna jammer vind dat hij zijn zin krijgt, terwijl hij gewoon gelijk heeft dat hij iets aan zijn nekklachten wil doen. Wellicht had ik minder vragen gehad als ik de hele tekst had gelezen. Breuls schrijft dat hij deze column flink heeft moeten inkorten om ervoor te zorgen dat hij in deze rubriek past. En dan is hij eigenlijk nog te lang. Dat Breuls een ervaren columnist is, is te zien aan zijn aandacht voor dialoog, formulering, detail en clou. Toch kan het nog puntiger, vind ik. Neem de eerste zin. Dat beeld van die oranje PostNL-bezorger, tevreden met zijn handtekening, op weg naar zijn pakjesbus, dat is zonder meer
treffend. Toch is de zin net niet goed. Ik heb moeite met ‘de in oranje gehulde bode van PostNL’. Dat is te gezocht. Een bode is geen postbode, en dus is een bode van PostNL ook geen pakketbezorger. Daarbij komt dat het allemaal een beetje dubbelop voelt. ‘Met een verse handtekening op zak liep de in oranje gehulde pakketbezorger terug naar zijn bus’, zou ook volstaan. Ik geef toe, zelf heb ik hierboven ook ‘oranje PostNL-bezorger’ geschreven, waarmee ik ook én de bedrijfskleur én de bedrijfsnaam noem, maar in die formulering voegt de merknaam andere informatie toe, en komt zij nog eens als overbodige extra informatie achteraf. Een twijfelpunt vind ik de omschrijvingen van de plek waar de huiskamer-tv staat en moet blijven staan. Breuls varieert prachtig in de omschrijvingen van dit designmeubelstuk, maar doet dat wel binnen de dialoog. Dat maakt die uitspraken tegelijkertijd onnatuurlijker en karakteristieker. Ik geloof uiteindelijk wel dat deze mensen die omschrijvingen zo gebruiken. De tweede is ook echt een reactie op de eerste, maar daar moet dan wel wat context bij. Hoe staan ze erbij, welke toon slaan ze aan. En wanneer schakelen ze weer over op een andere toon?
Yke Schotanus is schrijfdocent, redacteur en schrijver. Gedichten van hem verschenen onder andere in Tzum, De zingende zaag en De Tweede Ronde. In de Schrijfbibliotheek verscheen in 2007 zijn schrijfboek Song- en liedteksten schrijven.
Meedoen? Audition Een verhaal geschreven waarover je de deskundige mening van Yke Schotanus wilt weten? In elk nummer bespreekt Yke een kort verhaal of prozafragment. Wil je meedoen, stuur dan je verhaal(fragment) van maximaal 400 woorden en een kort ‘schrijfcv’ naar: tekstuur@schrijvenonline.org, dan stuurt de redactie je bijdrage door naar Yke.
05 2021 Schrijven Magazine | 57
DICHTER BIJ HET WERK In ‘Dichter bij het werk’ interviewt dichter Henry Sepers dichters over hun werk, of een specifiek deel daarvan.
‘Poëzie kan ook een pretpark zijn’ Wout Waanders (1989) won met zijn debuut Parkplan de C. Buddingh’-prijs 2021. Waanders was stadsdichter van Nijmegen, publiceerde onder meer in Hollands Maandblad en Das Magazin en trad op tijdens festivals zoals Zwarte Cross, het Wintertuinfestival en Lowlands. In 2014 won hij Write Now! ’s-Hertogenbosch en in 2015 nam hij deel aan het Slow Writing Lab, het talentontwikkelingsprogramma van het Nederlands Letterenfonds. Door Henry Sepers
Wie waren je voorbeelden? ‘We hadden vroeger thuis een boekje van Ivo de Wijs. Dat ging de hele familie rond. Mijn eerste kennismaking met teksten die er uitzagen als gedichten. Ik dacht: omdat het rijmt mag het bestaan. Ik wilde zoiets ook maken. Later begon ik me te interesseren voor het werk van Wim T. Schippers. Bij het samenstellen van de bundel heb ik alle afleveringen van Ronflonflon afgeluisterd. Het absurde erin sprak me aan.’
Bij deze namen denk je niet meteen aan het woord dichter. ‘Nee. Misschien hou ik niet zo van de ‘deftige’ poëzie. Ik wilde ook per se een bundel die niet alleen uit teksten bestaat. Vandaar de tekeningen. Ik vroeg me zelfs lange tijd af of ik wel een bundel wilde. Ik had het beeld voor me van zo’n typisch Van Oorschot-bundeltje. Beetje grijzige omslag, met keurig op elke rechter- en linkerpagina een gedicht. Ik had daar moeite mee. Die gedichten die zo naast elkaar geplaatst worden gaan ongemerkt een verbinding met elkaar aan voor mij als lezer. Als in het rechtergedicht een Anna voorkomt, en in het linker een ‘ze’, dan denk ik al gauw: dat gaat ook over Anna.’
Je brengt je poëzie ook op het podium, samen met anderen in een ‘literaire boyband’. ‘Ja. We zijn met z’n vijven en schrijven allemaal. Ieder brengt
58 | Schrijven Magazine 05 2021
z’n teksten op z’n eigen manier. We vroegen ons af: wat zou er gebeuren als je met meerdere mensen je gedichten brengt? En hoe kun je dat synchroniseren met bewegingen? Overigens zijn de antwoorden op die vraag heel verschillend. Het ene ‘nummer’ brengen we heel expressief, het andere wat meer ingetogen. Er wordt weleens gezegd dat je je gedichten heel droog moet brengen. Als je dat niet doet, dring je de luisteraar je eigen interpretatie op. Ik denk dan: so what? Het idee van de autonome poëzie, los van de lezer, vind ik wat achterhaald. Wij gebruiken eerder de gebaren en bewegingen van jongens in een boyband dan die van spoken-word-dichters. Wat ik op het podium doe is voor mij net zo belangrijk als de gedichten zoals die in de bundel staan. Ik vind alleen een tekst op papier heel leeg. Als mensen mijn gedichten lezen, zou ik eigenlijk altijd naast ze willen zitten. Ze de gedichten willen influisteren. Er moet iets extra’s bij. Vandaar die tekeningen. Met die tekeningen zit ik toch een beetje naast de lezer. En doordat er telkens op de linkerpagina een tekening staat, heb ik niet het probleem dat ik eerder schetste, van die ongemerkt interfererende teksten.’
De flap van de bundel is een uitklapbare plattegrond van een pretpark. Naast elk gedicht staat de uitsnede van dat deel van het park dat betrekking heeft op het gedicht. Waar
DICHTER BIJ HET WERK
Literaire boyband: Wout Waanders (rechts), Jelko Arts, Laurens van de Linde, Martin Rombouts en Koen Frijns
komt die fascinatie voor attractieparken vandaan?
SM
AN
‘Die stamt al uit mijn vroege jeugd. We gingen hooguit een keer per jaar naar zo’n park, bijvoorbeeld naar de Efteling. Dat betekent dat ik de andere keren in mijn fantasie moest beleven. Als we op vakantie waren, verzamelde ik bij de plaatselijke VVV folders van attractieparken. Ik kon daarboven wegdromen. En ik begon zelf attractieparken te ontwerpen. Ik vond het AR EM NI A geweldig om te verdwijnen in die andere L E M © wereld. Tevens vond ik in die parken ook zaken uit mijn eigen werkelijkheid terug. Als ik aan een klas van de basisschool lesgaf over de zeven wereldwonderen, vond ik dat terug in pretparken. Ook in poëzie zoek ik die andere wereld. Daarom horen ze bij elkaar: de tekeningen en de gedichten.’
Is het leven een attractiepark? ‘Ja, in zekere zin wel. Spanning is voor beide bepalend. In zo’n park zoek je spanning. Nieuwe mogelijkheden. Hetzelfde heb je bij gebeurtenissen in je leven. Als je het met iemand uitmaakt, is dat natuurlijk naar, maar het zet wel iets in beweging, het opent deuren naar nieuwe mogelijkheden. Vaak denken lezers dat ik het cynisch bedoel, met die attractieparken. Dat is niet zo. Het is eerder commentaar op een cynische levenshouding. Bij mij brengen die parken iets teweeg. Net als de poëzie waarvan ik hou. Poëzie kan ook een pretpark zijn. Ik lees graag gedichten die op een speelse manier spanning oproepen.’
Hoe ben je bij je uitgeverij, De Harmonie, terechtgekomen? ‘Ik heb gesprekken gehad op verschillende andere uitgeverijen. Daar hadden ze allemaal duidelijke ideeën over wat ze met mijn poëzie wilden. Maar ik had daar zelf al duidelijke opvattingen over. Bij De Harmonie stonden ze open voor de experimentele vorm die ik voor mijn bundel wilde. Maartje Smits, die ik ken van ArtEZ Hogeschool, heeft me met hen in contact gebracht. Ze heeft zelf ook een bijzonder vormgegeven bundel gepubliceerd, Hoe ik een bos begon in mijn badkamer. Ik wilde dat de bundel eruit zou zien als zo’n Falk-gids. Door de smalle vorm gaf dat wel wat problemen. Sommige gedichten waaierden nogal breed uit. De regels pasten niet meer op de pagina. Dat gaf nog een heel gepuzzel, samen met de vormgever. Maar we zijn er goed uitgekomen.’
Team Langzaam liepen we achter de gids aan de grot in. Zijn olielamp rolde door de gang. We waren een bal van vuur en hoop. Iedereen hield het idee vast dat we jou snel zouden vinden: op je hurken ergens in een hoek, niet ver van het hoofdpad. Iedereen gaf die gedachte aan elkaar door, als een soort touw, we lieten ons eraan afzakken. Later knielden we bij stenen omdat ze op je leken. Het touw werd rafelig dun, het sneed in onze handen, maar bleef. > Nog steeds komen we je af en toe tegen tijdens avondwandelingen in een park, in een voortuin, op je hurken niet ver van het hoofdpad, dan stellen we je gerust, kloppen we even op je rug, beloven je,
zodra het ochtend is, komen we bij je terug, om te zien wat je bent geworden, wat voor struik, wat voor plant, wie je wordt wanneer het daglicht je vindt.
In het gedicht Team komt geen naam voor. ‘Nee. Ik doe het natuurlijk niet altijd. En dit gedicht gaat tenslotte over een heel team.’
Natuurlijk. Laten we eens wat dieper ingaan op dit gedicht. Je begint met een grot en een gids. ‘Ja, de gids leidt je natuurlijk ook het gedicht binnen. Het is een gewone mededeling. Langzaam liepen we achter de gids aan de grot in. Dat doe ik vaak. Met gewone, bijna zakelijke mededelingen trek ik de lezer het gedicht binnen, waarna er altijd ontsporingen plaatsvinden, raadsels ontstaan.’
‘Zijn olielamp rolde door de gang. We waren een bal van vuur en hoop.’ ‘Het licht in een grot heeft iets van een bal. Het is rond, krijgt de vorm van de koepel die een grot is. In dat ‘bal’ zit ook iets van het ballen van je vuist. Je kunt je vuist ballen als je ergens heel erg op hoopt. Tegelijkertijd wil je iets vasthouden. Dat staat dan ook in de regel erna: ‘Iedereen hield het idee vast dat we jou snel zouden vinden.’’
Ik betrap mezelf erop dat ik denk dat die ‘jou’ een vrouw is, een meisje. ‘Dat denken veel mensen. Maar het staat er niet. Ik heb zelf ook niet per se aan een bepaalde sekse gedacht toen ik het
05 2021 Schrijven Magazine | 59
DICHTER BIJ HET WERK
gedicht schreef. Ik was op zoek naar het gevoel van dingen kwijtraken en weer terug proberen te vinden. Ik ben zelf vaak dingen kwijt. Dan komt een heel proces op gang. Zo van: waar zijn mijn sleutels. O, ze zitten natuurlijk in de binnenzak van mijn spijkerjasje. Ja, daar moeten ze wel zijn. Je bent ervan overtuigd dat ze daar zijn. Maar dat hoeft natuurlijk helemaal niet. En als ze daar niet zijn, brokkelt de hoop af dat je ze ooit nog vindt. Dat gebeurt ook in het gedicht: het Team denkt dat de ‘je’ ‘ergens in een hoek, niet ver van het hoofdpad’ zit. ‘Iedereen gaf die gedachte aan elkaar door, als een soort touw.’ Dat gebeurt vaak. Waar is iemand? Waar is iets? O ja, daar en daar natuurlijk. Iedereen is er op een gegeven moment van overtuigd waar iets of iemand zich bevindt. Er zijn allerlei stadia in het zoeken en dat geef ik weer.’
‘We lieten ons eraan afzakken.’ ‘Ja, ze laten zich aan het touw van hoop afzakken in de grot. Als bergbeklimmers.’
Het touw werd rafelig en dun,/ het sneed in onze handen, maar bleef. ‘Dat is natuurlijk de hoop die rafelig en dun wordt. Over dat ‘maar bleef’ heb ik lang nagedacht. In eerdere versies stond dat er niet, maar ik vond de toevoeging nodig. Het moest duidelijk zijn dat de lijn niet helemaal brak. Ik had ook kunnen schrijven ‘maar brak niet af’, maar dat past weer niet bij hoop. Daar kwam bij dat ik een dergelijke formulering al eens in een ander gedicht had gebruikt.’
Later knielden we bij stenen/ omdat ze op je leken
Er staat: ‘Nog steeds komen we je af en toe tegen’. Nog steeds? De gezochte persoon was toch nog niet gevonden? ‘De ‘je’ is gevonden in de stenen die ‘op je leken’. De zoektocht naar een persoon gaat in meer stadia dan de zoektocht naar spulletjes, dingen. Een persoon kun je ook herkennen in iets of in iemand anders. Het heeft me altijd geïntrigeerd wat er gebeurt als je iets kwijt bent.’
Je eindigt met een prachtige regel. ‘Wie je wordt wanneer het daglicht je vindt’. ‘Met deze regel ben ik het langst bezig geweest. Eerst stond er: ‘wie je wordt wanneer het daglicht over je heen is gerold’, maar twee metaforen in één zin vond ik een beetje te veel van het goede. Dat ‘vinden’ is genoeg.’
Tenslotte: je bent ook schrijfcoach. Heb je nog een tip voor beginnende schrijvers en dichters? ‘De grootste valkuil is dat je alles alleen wil doen. Je zit stil op je zolderkamertje te schrijven, laat niemand iets lezen want je wilt het creatieve proces niet verstoren, en op een dag besluit je je meesterwerk stiekem naar een uitgeverij op te sturen. En dan hoop je natuurlijk dat ze daar diep onder de indruk zijn. Zo werkt het natuurlijk niet. Zoek contact met andere mensen die schrijven. Laat je werk lezen, praat over wat je schrijft. Ik zit zelf in de Boyband met vier andere schrijvers. Praten over je werk helpt je verder, houdt je een spiegel voor, brengt je op nieuwe ideeën. Het is de manier om erachter te komen waarover jij het wilt hebben. Zolang je dat nog niet weet, maak je jezelf afhankelijk van de media, van andere schrijvers, en vind je nooit je eigen stem.’
‘Ik vind het wel een lieve handeling, knielen. Ik heb in het basisonderwijs gewerkt en daar knielde ik vaak. Je stelt je op www.woutwaanders.nl gelijke hoogte met iemand. De ‘gezochte’ in het gedicht moet dan ook wel een geliefd persoon zijn. Hij of zij krijgt tenslotte een heel team achter De bundel heeft de vorm gekregen van zich aan.’ een reisgids van Falk en bevat een uitklapbare plattegrond van een attractiepark, die door de dichter zelf is getekend. Naast elk gedicht staat de uitsnede van dat deel van de plattegrond waarop het gedicht betrekking heeft. Je kunt de bundel op verschillende manieren lezen. Van voor naar achter, maar ook bijvoorbeeld op thema (kinderattracties, familieattracties, voor sensatiezoekers, horeca & shops).
60 | Schrijven Magazine 05 2021
#schrijftips ‘Maak jezelf ondergeschikt aan je personages’ Door Marlene Lunter
1
Bevraag je ideeën ‘Ideeën krijg ik door ontmoetingen en situaties. Als ik iemand ontmoet die een interessant beroep heeft, bestook ik hem met vragen. Als ik een idee bespeur, stel ik er mezelf vragen over. Toen mijn man in Brussel werkte, dacht ik: wat is het stil in huis, wat zou het fijn zijn als iemand me komt instoppen en voorlezen. Daarover ging ik doordenken. Dat werd het beroep van een nieuw personage: voorlezer/instopper. Waarom doet ze het? Zo ontstond De vrouw met de sleutel.’
2
Maak jezelf ondergeschikt aan het verhaal ‘Als je eenmaal in grote lijnen een idee hebt, luister dan naar je verhaal en personages. Stop er niets in wat jij zo nodig kwijt wil. Denk bij elke scène: past dit in het verhaal? Denk bij elke handeling: zou het personage dit wel doen? Of zeggen? Dring ze niets op, want dan wordt het geforceerd.’
3
Maak research onderdeel van het schrijfproces ‘Doe zo snel mogelijk research. Als je het achteraf doet, worden het ‘weetjes’ of je ontdekt iets waardoor je verhaal niet meer klopt. Tijdens het schrijven van Naar Lillehammer heb ik een mortuarium bezocht en een rechercheur gesproken. Opzoeken op internet voldoet niet, dan kun je niet specifiek genoeg zijn.’
4
Schrijf elk manuscript twee keer met de hand ‘Tegenwoordig schrijven veel mensen op de computer. Dat gaat sneller en beter, zeggen ze. Zo kunnen ze hun gedachten bijhouden. Ik denk dat het langzame tempo van schrijven met de hand juist goed is voor je tekst. Je kunt tegelijk de woordenstroom in je hoofd volgen én nadenken. Ik schrijf op de rechterpagina van een schrift. Links noteer ik gedachten die ik later nog wil uitwerken. Het
overschrijven van de eerste versie is een goede test. Als ik me erbij verveel, zal de lezer zich ook vervelen. Als het als strafwerk voelt, is het ook een straf om het te lezen. De versie die ik uittyp, voelt als een beloning: kijk, nu staat het op het scherm.’ 52) begon Vonne van der Meer (19 reld. rwe ate the haar carrière in de Lees jezelf voor bij het ere and der Ze regisseerde on ‘De uitgeprinte versie lees ik aan mezelf eelton f zel f ree RO Theater en sch voor. Modewoorden vallen dan meteen in ze e erd ute deb stukken. In 1985 el op. Vermijd die, behalve als jouw personage evo deg ona lim boekvorm met Het zo spreekt. Luister naar het ritme van je ien dsd Sin en. en andere verhal zinnen. Varieer je genoeg in woordvolgorde? e twee verschijnt er ongeveer elk Gebruik je niet te snel achter elkaar hetzelfde de t Me ek. jaar een nieuw bo woord? Heb je je helder uitgedrukt? Heb je elt, spe d lan trilogie die op Vlie niet te mooi willen schrijven ten koste van de en oot ndb avo Eilandgasten, De betekenis? Hoe zit het met clichés? Houd te gro ze eg kre Laatste seizoen, vooral vol met dat voorlezen. Denk niet te snel: delen e twe ste eer bekendheid. De het zit wel goed.’ r jaa ig Vor tv. r zijn verfilmd voo arin wa er mm eha Lill verscheen Naar kt stri ver uw vro een Nederlandse XX 2021 Schrijven Magazine een | 61 raakt in de problemen van . uee stit Nigeriaanse pro
5
ANNALEEN LOUWES
Vonne van der Meer
Colofon
Volgend nummer sch rijveno nli ne. org /vo lge nd-
num me r
schrijvenonline.org Nummer 5, oktober 2021, jaargang 25 ISSN 1874-7272 Schrijven Magazine is een uitgave van Virtùmedia Uitgever Pepijn Dobbelaer Hoofdredactie Frank Noë Eindredactie Wilke Martens Fotografie cover Marc Brester Aan deze uitgave werken mee Dries Arnolds, Marc Brester, Natasja Bijl, Maarten Dessing, Vivian de Gier, Mireille Geus, Hans de Groot, Maaike Gunsing, Lex Jansen, Ricardo Jupijn, Nanouk Kromhout van der Meer, Marlène Lunter, Kathy Mathys, Mabel Nummerdor, Peter de Rijk, Jowi Schmitz, Yke Schotanus, Henry Sepers, Carolina Trujillo. Redactieadres Schrijven Magazine Postbus 595, 3700 AN Zeist, tijdschrift@schrijvenonline.org KLANTENSERVICE Abonnee worden of een cadeauabonnement weggeven? schrijvenonline.org/abonnement Adreswijziging doorgeven? Virtùmedia, t.a.v. Schrijven Magazine, Postbus 595, 3700 AN Zeist, Nederland E-mail: klantenservice@virtumedia.nl Telefoon NL: 085 0407400 Telefoon BE: 0031 85 0407400 Adverteren? Paul Revier, previer@virtumedia.nl, 030-2027426 Marketing David Veldman, dveldman@virtumedia.nl Webredactie Maaike Gunsing Productie Bastian Vos Traffic Sanne van Veen, traffic@virtumedia.nl, 030 2027335 Vormgeving Twin Media bv, Culemborg twinmediabv.nl Druk Veldhuis Media, Raalte Distributie Betapress Uitgever België Virtùmedia, Pepijn Dobbelaer, Georges Ottenbourgsstraat 4/201, 3500 Hasselt Abonnementsprijzen en -voorwaarden Schrijven Magazine is een vakblad voor schrijvers dat 6 keer per jaar verschijnt. Jaarabonnement Nederland & België: € 47,20, bij machtiging: € 42,75. Studententarief Nederland & België: € 32,95, bij machtiging: € 28,50. Jaarabonnement buiten Nederland & België: € 58,95, bij machtiging: € 54,50. Opzegging dient schriftelijk te geschieden bij de klantenservice (zie boven), uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Adreswijzigingen graag schriftelijk doorgeven aan de klantenservice (zie boven) met vermelding van het oude en het nieuwe adres en het nieuwe telefoonnummer. Copyright 2021 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Door het opnemen van advertenties doet de redactie van Schrijven Magazine c.q. de uitgever geen aanbeveling van de daarin vermelde diensten of producten. De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden op copyright te voldoen. Wie toch aanspraak meent te maken op copyright wordt verzocht schriftelijk contact op te nemen. Uw gegevens nemen wij op in een bestand om uitvoering te geven aan de abonnementsovereenkomst. Uw gegevens worden niet verstrekt aan derden, tenzij dat nodig is voor het uitvoeren van de abonnementsovereenkomst De gegevens kunnen worden gebruikt voor analyses en om te informeren over activiteiten en aanbiedingen van Schrijven Magazine. Heeft u hier bezwaar tegen, stuur dan een brief naar de klantenservice (zie boven).
62 | Schrijven Magazine 05 2021
Waar zitten uitgevers en literair agenten op te wachten? We maken een rondgang langs bekende en minder bekende uitgevers en literair agenten met de simpele vraag: naar wat voor manuscripten of auteurs ben je op zoek? Schrijven Magazine sprak Griet Op de Beeck en vroeg haar naar haar ultieme schrijfadvies. En verder: • Schrijven Magazine ging mediteren, deed yoga en dompelde zich onder in allerlei cursussen waarbij schrijven en leven worden verbonden. • Als je een boek uitbrengt, ben je kwetsbaar. Helemaal als het een familieverhaal is. Hoe reageert de buitenwereld? ‘Waarom hang je de vuile was buiten?’ Thérèse Major gaat op zoek naar manieren om daar als auteur mee om te gaan.
MÉÉR VOOR SCHRIJVERS SCHRIJVENONLINE.ORG
Iedere week een schrijftip?
De voordelen van Plus?
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief!
6 x per jaar een digitaal magazine!
schrijvenonline.org/nieuwsbrief
schrijvenonline.org/plus
Geen schrijfwedstrijd meer missen?
Schrijfboeken bestellen?
Volg ons op Facebook!
Boordevol tips en advies!
facebook.com/SchrijvenMagazine
schrijvenonline.org/webshop
Schrijfcursus?
Moleskines?
Zeer intensief. En betaalbaar!
Nergens goedkoper!
schrijvenonline.org/academie
schrijvenonline.org/moleskine
Manuscriptbeoordeling?
Iemand jarig?
Professionele, ervaren redacteuren!
Geef Schrijven Magazine cadeau!
schrijvenonline.org/manuscriptbeoordeling
schrijvenonline.org/cadeau
Op zoek naar een uitgever die de stap samen met u durft te wagen?
JOUW ADVERTENTIE HIER?
uitgeverijrheia.nl
Neem dan contact op met Paul Revier T 06 53 17 19 41 | E previer@virtumedia.nl
schrijvenonline.org
Elk boek heeft een verhaal
J A H
N T
www.nachtwind.nl
www.advaitvanhulzen.nl advaitvanhulzen@gmail.com
DDJ Omslag 04-10.indd 1
Jaap Voigt
Lao Zi
Uit het Chinees vertaald & toegelicht door
Dit Requiem vertelt over de jaren dat Roos bij ons in ons gezin was. Zij stierf toen ze net veertien was geworden, na een strijd van negen jaar met hersentumoren. Na de beschrijving van haar korte leven bij ons gaat het verhaal verder met een verkenning van ‘het onbereikbaar land ginds aan de overzijde’, over mijn contact met Roos na haar dood, met vragen als: ‘Waartoe zijn wij op aarde?’
We kunnen het mysterie van het leven nooit ten volle begrijpen. We kunnen het wel bezingen. Om het zo steeds meer ten volle te beleven. Om onszelf te verbinden met dat mysterie, met de wereld en met de mensen om ons heen. 1. Welkom (piano) [1:41] 2. Ohm [7:11] 3. Namaste [4:52] 4. Niente mi manca [4:15] 5. Nam Myoho Renge Kyo [12:07] 6. Als alles duister is [8:08] 7. Gospodi Pomiloej [4:34] 8. Ya Fattah [5:43] 9. Om Mani Pemme Hum [5:13] 10. Noyana [10:33] 11. Irish Blessing [1:10] 12. Amen [6:56]
Noyana Mantrazingen met Jan Kortie
789081 319607
Jaap Voigt
9
Advait van Hulzen Die mij werd weggenomen is mij nu zo nabij een r equ i em
Het achtvoudige pad e e n s c h o l i n g s w e g v o o r t h e r a p e u t e n, o p v o e d e r s, v e r p l e e g k u n d i g e n e n v e r z o r g e n d e n
d a o d e ji n g Lao Zi
Zijn jaren aan de Universiteit van Amsterdam, bij de classici en de filosofen, gaven hem een ongeneeslijke liefde voor Plato en Aristoteles. De I Tjing en de Tarot ontmoette hij rond zijn veertigste jaar. Zij zijn leermeesters in het leven geworden, in een doorgaand gesprek. In dezelfde periode ontstond een blijvende verbinding met de antroposofie van Rudolf Steiner. Zijn perspectief op de mensheidsontwikkeling is voor de auteur een ijkpunt in onze chaotische overgangstijd. Op een meer existentieel niveau put hij uit andere bronnen, zoals de Christus, om zijn onvoorwaardelijke liefde, en de Boeddha, om zijn diepe stilte en onthechting. Uit Zen, wegens zijn directe weg en zijn humor, en Tao, wegens zijn verwijzing naar het onbenoembare. Uit de Chassidische vertellingen, om hun nederigheid en vuur, en uit de Bhagavad Gita en de Upanishaden, om hun zuivere eenheid. Een boek kan een ontmoeting zijn tussen lezer en auteur. Wie door dit boek belangstelling voor zijn werk heeft gekregen, of een ervaring als lotgenoot wil delen, mag contact www.jaapvoigt.nl opnemen met de auteur.
Joop van Dam
dao de jing
Advait van Hulzen heeft een consultancypraktijk met I Tjing, Tarot,als Het duizenden jaren oude wijsheidsJaap Voigt (1941) is afgestudeerd en gesprekstherapie als boek Dao De Jing biedt radicale enastrologie geoloog. Later werd hij organisatieheldere inzichten, en is rijk aan eeuwigadviseur, Van therapeut leraar.(onder Hij was instrumenten. zijnenhand heidswaarden. Het is geschreven in medeoprichter van het itip, thans de naamSchool Joop voor vanLeven Hulzen) verscheen een concreet poëtische stijl die van alle en Werk. Nu geeft o.a. De beeldende I Tjing, een eigentijdse tijden is en die daardoor ook antwoord hij les in kleine doorgaande groepen, biedt op de vragen van deze tijd. vertaling. en voert hij individuele gesprekken met Een centraal thema is het afstemmen mensen. Zijn opleiding tot therapeut op de inspiratiebron en op het proces Hij wordt sinds 1970 geïnspireerd hij aan het itip,vanSchool voor van inspiratie tot vormgeving in ontving de door de basisboeken het Daoïsme: wereld. Een tweede actueel thema de Dao De Jing, de I Tjing en kunst van Leven en Werk, met Hans enDeHanneke betreft het tot stand komen van een het oorlogvoeren. Sinds een aantal jaren Korteweg en Jaap Voigt. Als astroloog staat hij in de traditie gemeenschap en wat daar voor nodig is. bestudeert hij de Chinese Innerlijke van Robert Hand en Karen Hamaker. leermeesters in Alchemie,Zijn en houdt hij zich intensief bezig met Oud-Indiase geschriften. meditatie zijn Elleke van Kraalingen endePieter Hiemstra. Hij verblijft daarvoor veel in India.
Totale speelduur 72:24
www.jankortie.nl
Die ochtend waren we snel klaar met het spelletje ‘ik weet ik weet wat jij niet weet’, en even wegdoezelend had ik Roos dood in mijn armen. Het was niet eens onaangenaam, ook dood wilde ik haar wel in mijn armen houden. Ze was nog warm. Toen ze koud werd, legde ik haar te rusten. Pas later op de dag begon het beeld te drukken. Toen Eleonora ernaar vroeg, barstte ik in tranen uit. Eleonora troostte mij heel lief en gewoon. Roos kwam en gaf mij een glas water. Op haar vraag zei ik alleen iets over een nare droom. Over de dood praten, daar was zij pas later aan toe. ‘En nu is Roos overgegaan en heeft de strijd achter zich gelaten. Haar ziel is vrij van het lichaam dat niet meer kon. In deze vrijheid straalt haar ziel alle liefde en licht terug naar ons. Deze liefde en dit licht zijn soms voelbaar, als wij haar vreugde voelen in ons hart. Of gewoon op een ondoordacht moment waarop ze ineens merkbaar aanwezig is. De rollen zijn nu omgedraaid. Roos is vrij en helpt ons nu verder te gaan.’ (Mijn vriend Henk bij de uitvaart.) Ik was met Roos in het Huis van Heling. Roos was daar helder, stralend en compleet. Zij zei: ‘Het plan van mijn ziel is onvoorwaardelijke liefde, en jullie licht brengen. Dat weet je al. Besef dat dit de echte realiteit is, niet ziekte en dood.’
Noyana
Mantrazingen met Jan Kortie
04-10-11 14:03
Manuscript klaar? Laat het stijlvol vormgeven, drukken én binden onder een dak Ook in kleine oplage www.janniedegroot.nl
eigen_advertenties_jouw_advertentie_hier.indd 2