Archeologie magazine Special Rotterdamse Baan

Page 1

SPECIAL

ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG Een archeologische goudmijn TRACÉ EN TECHNIEK

Infrastructureel megaproject toegelicht

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK

Imposante vondsten uit Romeinse tijd en Middeleeuwen

DIGITALE TECHNIEKEN

‘Archeologie van de toekomst is snel en visueel supergaaf’


ROTTERDAMSEBAAN  INHOUD

SPECIAL

4

11

8 In deze special 3 Ten geleide 4 De Rotterdamsebaan Op 1 juli 2020 moet hij opengaan voor het verkeer: de Rotterdamse­ baan. De nieuwe weg die knoop­ punt Ypenburg vanuit het zuiden verbindt met de Centrumring van Den Haag. Een technisch hoogstandje en niet te vergeten: een archeologische goudmijn die prachtige vondsten opleverde.

8 Archeologisch onderzoek De afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag doet al jaren archeologisch onderzoek op de plaats waar de Rotterdamsebaan wordt aangelegd. Vooral het begin- en eindpunt van de tunnel hebben daarbij hun aandacht: in de Vlietzone nabij het familiepark Drievliet en op de Binckhorstlaan.

2

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

11 Interessante ­vondsten In totaal werden ruim v ­ ierduizend sporen aangetroffen die afgezien van een paar honderd recente verstoringen alle dateren uit de Romeinse tijd en de Late ­Middeleeuwen. Waaronder ook een heuse zilverschat!

17 Digitale technieken Digitale techniek wordt steeds belangrijker, óók in de a ­ rcheologie. Toepassing van nieuwe technieken kan het wetenschappelijke werk niet alleen sneller, goedkoper en nauwkeuriger maken, maar ook inzichtelijker. Archeoloog Robert van de Mijle Meijer gaat nog een stapje verder: ‘het wordt gewoon ook leuker’.

17 Colofon UITGAVE Gemeente Den Haag in samen­werking met Archeologie Magazine www.archeologieonline.nl REDACTIE Lou Lichtenberg, hoofdredacteur Archeologie Magazine Ineke Geraerdts, eindredactie Archeologie Magazine MET BIJDRAGEN VAN: Lou Lichtenberg, Esdor van Elten, gemeente Den Haag afdeling Archeologie en projectorganisatie Rotterdamsebaan ACCOUNTMANAGEMENT Klaartje Grol kgrol@virtumedia.nl VORMGEVING Twinmedia BV, Simon van Kessel DRUK Veldhuis Media B.V. , Raalte MEER WETEN? www.rotterdamsebaan.nl www.denhaag.nl/archeologie


ARCHEOLOGIE  ROTTERDAMSEBAAN

SPECIAL

mogelijkheid om het onderzoek goed in te vlechten in de complexe projectstructuur en voorkom je eventuele verrassingen tijdens de uitvoering.

Vondsten

Ten geleide

D

e Rotterdamsebaan is voor de stad Den Haag een mooi project. Enerzijds maakt het de toegang tot de stad makkelijker als je met de auto komt en anderzijds biedt het voor onze archeologen een kans bij uitstek weer meer info te vergaren over de landschaps- en bewoningsgeschiedenis van ons gebied. Bij de Rotterdamsebaan is een groot deel van de tunnel geboord. Daardoor konden we alleen het begin- en eindpunt onderzoeken. Archeologen van de gemeente Den Haag hebben onderzoek gedaan in de Vlietzone, in de buurt van familiepark Drievliet, en op de Binckhorstlaan waar de tunnel weer boven komt. De vondsten liegen er niet om: prachtige overblijfselen uit de Romeinse tijd en de Late Middeleeuwen.

Wethouder Van Asten in actie. (FOTO: JURRIAAN BROBBEL)

En nu

Onderzoek Archeologie is al vanaf het prille begin in het project Rotterdamsebaan meegenomen. Al bij de eerste plannen in 2005 was duidelijk dat het tracé van de weg en de tunnel door een goed geconserveerd archeologisch landschap zou lopen. Sinds 2010 doen Haagse archeologen onderzoek op de plaats waar de nieuwe weg wordt aangelegd. Door zo vroeg mogelijk in het project te stappen heb je de

In de afgelopen jaren is veel nieuwe informatie over het verleden naar boven gekomen. Heel belangrijk is de nabijheid van de enige Romeinse stad in het westen van Nederland: Forum Hadriani. Deze stad werd rond 122 door keizer Hadrianus gesticht. Het onderzoek in de Vlietzone heeft duidelijk gemaakt wat er in de directe omgeving van die stad gebeurde. Dit leverde tienduizenden vondsten op, variërend van aardewerk en steen tot metalen voorwerpen en botresten. Tijdens het onderzoek stuitte één van de archeologen met de metaaldetector bovendien op een grote klomp roest in een geverfde Romeinse beker. Bij het schoonmaken van de vondst bleek de klomp roest een zilverschat met 107 munten, zes armbanden en een broche te zijn! In een aantal greppels werden bovendien honderden complete Romeinse dakpannen gevonden die vermoedelijk wijzen op een stenen gebouw ter plaatse. Aan het eind van de 13e eeuw is er weer volop activiteit in het gebied. In die periode werd het gebied opnieuw ontgonnen en zijn tenminste drie omgrachte huizen gebouwd. Aan de Binckhorstkant zijn vooral resten uit de veertiende eeuw en later gevonden, die een relatie hebben met het kasteel de ­Binckhorst dat nog steeds in deze wijk te bewonderen is.

Archeo­logisch ­onderzoek ­leverde tienduizenden vondsten op

Veel archeologische informatie kunt u met eigen ogen aanschouwen in het Trefpunt, het informatiecentrum van de Rotterdamsebaan. Op dit moment wordt al dat onderzoek uitgewerkt. Ik verwacht nog boeiende ­publicaties, mooie tentoonstellingen en allerlei Virtual-Reality en 3D-toepassingen van de archeologen en een prachtige tunnel natuurlijk! Robert van Asten, wethouder Mobiliteit, ­Cultuur en Strategie van de gemeente Den Haag SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

3


ROTTERDAMSEBAAN  TRACÉ EN TECHNIEK

Tekst: Gemeente Den Haag, projectorganisatie Rotterdamsebaan en Esdor van Elten Overige foto’s: Jurriaan Brobbel

Megaproject is technisch hoogstandje SPECIAL

De Rotterdamsebaan Op 1 juli 2020 moet hij opengaan voor het verkeer: de Rotterdamsebaan. De nieuwe weg die knooppunt Ypenburg vanuit het zuiden verbindt met de Centrumring van Den Haag. Een technisch hoogstandje en niet te vergeten: een archeologische goudmijn die prachtige vondsten opleverde. In deze special besteden we aandacht aan doel, opzet en vondsten van het archeologisch onderzoek, waarbij ook nieuwe (digitale) veldtechnieken zijn toegepast. Maar eerst staan we hier stil bij de doelstelling en inhoud van dit infrastructureel megaproject. Overzicht wegennet Den Haag met tracé van de Rotterdamsebaan.

4

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

L

ia Bos-Van Aalst is senior communicatieadviseur bij de Rotterdamsebaan. Met een team van vier mensen verzorgt zij alle communicatie rondom het megaproject. ‘We zorgen voor de informatievoorziening naar met name bewoners en ondernemers in Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg die op de een of andere manier te maken hebben met de Rotterdamsebaan. In samenwerking met de aannemer houden we onze omgeving zo goed mogelijk op de hoogte van alle werkzaamheden en eventuele hinder die er kan ontstaan. Daarnaast bestaat een belangrijk deel van ons werk uit publieksvoorlichting. Er is veel belangstelling voor dit project, zowel voor de technische kant als voor het archeologisch onderzoek dat gedaan is. Ons bezoekerscentrum, het Trefpunt Rotterdamsebaan, heeft inmiddels al ruim 12.000 bezoekers mogen verwelkomen’. De Rotterdamsebaan is in totaal vier kilometer lang, waarvan 1,6 kilometer ondergronds loopt. ‘De nieuwe weg verbindt de snelwegen A4 en A13 vanaf het knooppunt Ypenburg met de Haagse Centrumring met elkaar. Hierdoor zal het verkeer van en naar de snelwegen zich meer verdelen en wordt de druk op de Utrechtsebaan minder’, legt Lia uit. ‘Wie straks vanuit het zuiden komt; Rotterdam, Delft, Westland – en in Den Haag moet zijn, buigt eerder af en kan direct doorrijden naar de Centrumring’. In de toekomst kan het verkeer vanaf knooppunt Ypenburg de Rotterdamsebaan oprijden. Vanaf daar loopt de weg onder het knooppunt door richting de Vlietzone. Bij het parkeerterrein van familiepark Drievliet verdwijnt de weg onder de grond. In de Binckhorst komt de Rotterdamsebaan weer boven de grond en sluit aan op de Binckhorstlaan en de Mercuriusweg.


TRACÉ EN TECHNIEK  ROTTERDAMSEBAAN

SPECIAL

De Rotterdamsebaan is begroot op 640 miljoen euro. De helft daarvan wordt betaald door het Rijk, de andere helft komt voor rekening van de Metropoolregio en de gemeente Den Haag. Ook Rijkswaterstaat en het Hoogheemraadschap Delfland zijn partners in het project. Het bouwproces is in handen van de Combinatie Rotterdamsebaan, die bestaat uit BAM en VolkerWessels.

Voorbereidend werk In 2013 werd begonnen met de voorbereidende werkzaamheden. ‘Dan moet je denken aan het verleggen van leidingen en kabels, maar ook het aanpassen van wegen, met name in de Binckhorst’. In die vroege fase van het project kwamen de Haagse archeologen ook al ‘aan boord’ bij het project. ‘Vaak komen de archeologen er in zo’n project pas later bij. Doordat ze hier al heel vroeg aan tafel schoven, konden hun werkzaamheden veel beter worden gepland’, vertelt Lia. ‘Op grond van de archeologische verwachtingskaart werd al aangenomen dat hier veel te vinden zou zijn. De werkelijke vondsten hebben die verwachtingen overtroffen. Door goed overleg en door de tijdige start was er ruimte voor de archeologen om uitgebreid veldonderzoek te doen zonder dat de planning van de aanleg van de Rotterdamsebaan in het geding kwam’.

Tunnel Verreweg het meest besproken onderdeel van het project is de tunnel, die de naam Victory Boogie Woogietunnel krijgt, naar het allerlaatste schilderij dat Piet Mondriaan maakte. Een originele naam voor een tunnel. ‘Dat is een initiatief van het Gemeentemuseum Den Haag’, vertelt Lia. ‘De Victory Boogie Woogie is wereldberoemd en een ode aan de dynamische stad. Een betere naam voor de nieuwe entree van Den Haag is haast niet denkbaar. Het staat voor het internationale karakter van Den Haag’. De tunnel bestaat uit twee tunnelbuizen. Begin 2018 werd met het boren van de eerste buis begonnen en in juli was deze klaar. De aanleg van de tweede tunnelbuis is inmiddels vergevorderd. ‘Dat gaat echt

in een razend tempo’, aldus Lia. ‘Het boren van een tunnel gaat 24 uur per dag, 7 dagen per week door. Gemiddeld legt een boor­ machine zo’n tien tot vijftien meter af in een etmaal. Dit zagen we ook bij het boren van de eerste tunnelbuis. Maar met de ervaring van het boren van de eerste buis op zak en verbeteringen in het logistieke proces weet de aannemer nu met regelmaat 28 á 30 meter tunnel te bouwen in een etmaal’. De geboorde tunnel start ter hoogte van familiepark Drievliet in Den Haag en

Rotterdamsebaan - impressie tunnelingang en omgeving zijde Vlietzone. De tunnelboormachine.

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

5


ROTTERDAMSEBAAN  TRACÉ EN TECHNIEK

SPECIAL

verzakkingen op dan kan het boorproces bijgesteld worden. Hierdoor wordt het risico op schade aan gebouwen in de buurt van de Victory Boogie Woogietunnel zoveel mogelijk beperkt. ‘Uit de monitoring blijkt dat er nauwelijks verzakkingen zijn geweest tijdens het boren van de eerste tunnelbuis. Ook bij de tweede tunnelbuis zien we terug dat er heel beheerst geboord wordt en er slechts enkele millimeters zakking is.’

TBM

De tunnelboormachine wordt opgebouwd. Plaatsen tunnelring werk op de boormachine. (FOTO: FRANK JANSEN)

INFO Meer informatie over de Rotterdamsebaan is te vinden op www.rotterdamsebaan.nl.

6

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

loopt vervolgens onder de Westvlietweg, de archeologische vindplaats Forum Hadriani, Voorburg-West en de Binckhorsthaven door. In de Binckhorst komt de Rotterdamsebaan weer boven de grond bij de Zonweg. Het diepste punt van de tunnel ligt vlakbij Forum Hadriani, op 33 meter onder NAP. Het boren van de tunnel heeft invloed op de bovengrond. Die invloed wordt gedurende het boorproces zorgvuldig gemonitord. Dat gebeurt met automatische landmeetapparatuur. Deze apparatuur meet elk uur de positie van honderden meetpunten op gebouwen langs het boortracé, maar ook op wegen en open land dat gekruist wordt. Deze metingen worden gedaan om de invloed van het boren op de omgeving te bewaken. Treden er in de ondergrond

De tunnel wordt geboord door een tunnelboormachine (TBM). Met een lengte van 80 meter en een doorsnede van 11,3 meter is de TBM een fabriek op zich. Want niet alleen bóórt de machine de tunnel, zij bouwt hem ook: Dat gaat in stappen van 2 meter. Als de TBM zich 2 meter vooruit geboord heeft, is er ruimte ontstaan om een deel van de tunnelwand te bouwen. De tunnel wordt opgebouwd uit tunnelringen van elk 2 meter. Zodra een tunnelbuis klaar is, begint de afwerking. Er wordt een zogenoemde kabelkoker in elke tunnelbuis aangelegd. Een manshoge mini-tunnel waarin alle kabels en leidingen komen voor de technische installaties in de tunnel. Vervolgens wordt de tunnel tot circa 3 meter aangevuld met zandcement, zodat een stevige ondergrond ontstaat voor de weg in de tunnel. Ook worden de twee tunnelbuizen met 6 dwarsverbindingen met elkaar verbonden. Deze dwarsverbindingen functioneren later als vluchtwegen. Normaal gesproken wordt voor iedere tunnel een TBM gebouwd, afgestemd op het formaat van de tunnel en de ondergrond waarin geboord moet worden. Maar voor de Victory Boogie Woogietunnel kon de TBM die eerder bij de aanleg van de Sluiskiltunnel in Zeeland werd gebruikt, ingezet worden. ‘De Combinatie Rotterdamsebaan kon doordat de specificaties van beide tunnels overeenkwamen de TBM opnieuw gebruiken. Uiteraard na een volledige revisie. Gekscherend wordt de TBM wel een ‘tweedehandsje’ genoemd’.


TRACÉ EN TECHNIEK  ROTTERDAMSEBAAN

Grote infrastructurele projecten als de Rotterdamsebaan mogen op warme belangstelling van het publiek rekenen. In de publieksvoorlichting, met name via social media, wordt veel aandacht besteedt aan uitleg over de bouw van de Rotterdamsebaan en de mensen die aan de nieuwe weg werken. Dat zie je ook terug in het Trefpunt Rotterdamsebaan, gelegen in de Binckhorst. Hier komen bezoekers niet allen meer te weten over de Rotterdamsebaan zelf, maar ook over bijvoorbeeld de gebruikte boortechniek. In het Trefpunt hebben het archeologisch onderzoek en de vondsten die gedaan zijn in het tracé van de Rotterdamsebaan, een belangrijke plek: ‘Er is uitgebreide informatie over de meest bijzondere vondsten die gedaan zijn. En natuurlijk zijn er ook vondsten te zien’, aldus Lia. ‘De afgelopen twee jaar hebben we samen met de collega’s van de Haagse afdeling Archeologie gewerkt aan een moderne en toegankelijke manier om te vertellen over het archeologisch onderzoek bij de Rotterdamsebaan. Het resultaat daarvan is een virtueel archeologisch museum, waarin niet alleen de vondsten, maar ook het opgravingsgebied zelf, dus de hele context van de vondsten, te bekijken is. Dit kan je doen achter een groot scherm, maar ook met een virtual­realitybril op. Dan wordt

SPECIAL

Trefpunt

In de tunnel van de ­Rotterdamsebaan.

In het Trefpunt Rotterdamsebaan - archeologie met VRbril.

het wel heel erg leuk en makkelijk om meer te weten te komen over archeologie. Met name de VR-bril is een groot succes, vooral bij de jongere bezoekers’. Voor Lia en haar team is de archeologie een soort van kers op de communicatietaart: ‘De archeologie geeft het project extra glans. Niet alleen omdat er heel bijzondere vondsten zijn gedaan, waardoor we veel meer te weten komen over de geschiedenis van het gebied. Maar ook omdat we samen met de Haagse archeologen nieuwe manieren van v­ oorlichting kunnen neerzetten, met de virtual reality als bijzonder mooie ­uitkomst’.

Zichtbaar erfgoed Ook nadat de Rotterdamsebaan voltooid is, zal de belangstelling voor de archeologie niet verdwijnen, verwacht Lia. ‘We zijn aan het nadenken over een overzichtstentoonstelling van de vondsten, als in 2020 de Rotterdamsebaan klaar is. En we gaan ervoor zorgen dat het archeologisch erfgoed straks zichtbaar blijft, door een kunstwerk te realiseren dat refereert aan de bijzondere vondsten. Het plan is om vanaf dat kunstwerk een verbinding te maken met Forum Hadriani, bijvoorbeeld met een fiets- of wandelroute.’ SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

7


ROTTERDAMSEBAAN  ARCHEOLOGISCHE OPGRAVINGEN

Tekst: Lou Lichtenberg | foto’s: afdeling Archeologie gemeente Den Haag

Ter inleiding SPECIAL

Archeologisch onderzoek Rotterdamsebaan

De afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag doet al jaren archeologisch onderzoek op de plaats waar de Rotterdamsebaan wordt aangelegd. Vooral het begin- en eindpunt van de tunnel hebben daarbij hun aandacht: in de Vlietzone nabij het familiepark Drievliet en op de Binckhorstlaan. We staken hierover ons licht op bij enkele bij het project betrokken archeologen van deze afdeling.

C

Corien Bakker, hoofd afdeling Archeologie (en Natuur- en ­Milieueducatie) van de gemeente Den Haag.

8

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

orien Bakker, hoofd afdeling Archeologie (en Natuur- en Milieu­educatie) van de gemeente Den Haag, twijfelt geen moment. ‘Dit is een van de grootste projecten waarbij ik in mijn loopbaan werd betrokken. Toen ik hier 23 jaar geleden kwam, viel ik met mijn neus meteen in de boter. Onze afdeling was op dat moment volop bezig met het grote opgravingsproject Ockenburg, een belangrijke Romeinse vindplaats. In die Haagse wijk bevond zich twee millennia geleden een Romeinse nederzetting met een klein fort waar Romeinse militairen waren gehuisvest. Er werden grote hoeveelheden vondsten gedaan die in veel gevallen ook militair van aard waren. Daarbij werden eveneens de stoffelijke resten van een paar paarden aangetroffen. Nog zo’n groot project was het Wateringse Veld, waar al sinds de steentijd mensen hebben gewoond. We brachten hier resten uit

de prehistorie, de Romeinse tijd en de Late Middeleeuwen aan het licht. Heel bijzonder was daarbij de vondst van vier Romeinse mijlpalen, waaraan ter plekke nog replica’s herinneren. En de Uithofslaan zou ik ook als een groots project willen aanduiden. Daar troffen we resten uit de midden-ijzertijd – ongeveer 400 v.Chr. – aan, sporen van bewoning en boerenerven uit de Romeinse tijd, alsmede fundamenten, afvalkuilen en waterputten van een laatmiddeleeuwse boerderij, behorend bij het cisterciënzerinnenklooster Leeuwenhorst. Tot deze grootse projecten reken ik nu zeker ook het project van de Rotterdamsebaan’.

Ritssluiting Ze noemt voor deze conclusie een aantal redenen. ‘Allereerst is het uiteraard een technisch en organisatorisch hoogstandje, zo’n tracé met een bijna twee kilometer lange boortunnel die onder Voorburg-West doorloopt. Daarmee gaat de Rotterdamsebaan door het gebied waar zich in de Romeinse tijd Forum Hadriani bevond. Met het aanleggen van zo’n tunnel wordt als het ware een ritssluiting door een gebied getrokken. Dat is voor ons als archeologen heel interessant. De boortunnel wordt op grote diepte aangelegd, maar bij het begin- en het eindpunt van de tunnel kan zich wel degelijk archeologisch materiaal bevinden. Daarom hebben wij ons onderzoek gericht op die twee plaatsen, te weten bij de ene toegang in de Vlietzone, in de buurt van familiepark Drievliet, en de andere op de Binckhorstlaan. Met indrukwekkende resultaten, niet alleen in de vorm van talrijke overblijfselen


SPECIAL uit de Romeinse en laatmiddeleeuwse ­perioden, maar ook belangrijke nieuwe historische informatie van deze regio!’

Onderzoeken ‘In de Vlietzone omvatte het onderzoeksterrein zo’n 27 hectaren en op de Binckhorstlaan ging het om een terrein van ongeveer 1800 m2’, voegt Everhard Bulten, hoofd Uitvoering en Onderzoek, hieraan toe. ‘Archeologie was al vanaf het prille begin in het project Rotterdamsebaan een belangrijke factor waarmee rekening werd gehouden. Het werd in 2005 reeds onderkend dat het tracé van de weg en de tunnel door een archeologisch landschap zouden gaan lopen. In 2009 begonnen we het onderzoek met een inventarisatie, bureauonderzoek en booronderzoeken. Een jaar later gingen we proefsleuven graven. Het eigenlijke fulltime veldwerk, te onderscheiden in een tiental deelprojecten, ging in 2014 van start en duurde tot 2016. Daarna werd het veldwerk nog parttime voortgezet, tot december 2018, dan verwachten we de laatste restjes te hebben onderzocht. Daarna beperkt het

onderzoek zich nog tot het verder uitwerken van de resultaten’. In het volgende onderdeel van deze special worden de (deel)onderzoeken, de resultaten en de vondsten nader toegelicht.

Digitale middelen ‘Wat het project Rotterdamsebaan ook zo bijzonder en boeiend maakt zijn de digitale middelen die we bij de opgravingen hebben kunnen inzetten’, vertelt Bakker verder. ‘We zijn daar al aardig ver mee. Allereerst zijn het de drones die verfijnder en digitaal fotomateriaal kunnen aanleveren en die prachtige informatieve aanvullingen geven op de tekeningen die bij de opgravingen worden gemaakt. Als je die drones vergelijkt met wat we bij vroegere opgravingen aan mogelijkheden beschikbaar hadden om opnamen van bovenaf te maken, dan maken we nu toch een geweldige vooruitgang mee. Vroeger zaten we vaak met ladders en vliegers of vanuit de bak van een graafmachine of fototoren wat te haspelen om overzichtsfoto’s van opgravingsterreinen te maken, met alle risico’s van dien’.

Actiefoto gemaakt met een drone: overzicht van het archeo­ logisch onderzoek in de Vliet­zone, met rechts op de achtergrond het familiepark Drievliet. Dronefoto: overzicht van de opgravingen in de sector Binckhorstlaan.

Archeoloog Robert van der Mijle Meijer aan het werk met een drone bij de opgravingen. (FOTO: JURRIAAN BROBBEL)

De archeologische ploeg bij de opgravingen in de Vlietzone. In het midden: Peter Stokkel, projectleider.

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

9


SPECIAL

‘Voorafgaand aan het veldwerk was besloten om bij dit onderzoek nieuwe (digitale) veldtechnieken meer systematisch toe te passen’, voegt projectleider Peter Stokkel hieraan toe. ‘Van de drones hebben we veelvuldig en consequent gebruikgemaakt waardoor van alle opgravingsvlakken gedetailleerde luchtfoto’s beschikbaar zijn. Deze foto’s zijn in een computerprogramma aan elkaar geplakt. Ook is een groot aantal opgravingscontexten 3D vastgelegd door middel van fotogrammetrie. Door een groot aantal foto’s te maken van één object kun je in een speciaal computerprogramma het object driedimensionaal opbouwen. Zo is dat object voor altijd ’virtueel’ behouden. Een groot aantal van deze objecten en contexten is in een virtueel museum te bekijken in het Trefpunt, het informatiecentrum van de Rotterdamsebaan. Dat geldt ook voor de presentatie van de opgravingsresultaten en de rest van de digitale resultaten van het onderzoek. Je kan zelfs met een virtual reality-bril op over de opgraving lopen, vondsten bekijken in het virtuele museum en door een Romeins huis heen wandelen’.

Dakpannen ‘Wat ook groots is aan dit project is de grote hoeveelheid Romeinse dakpannen die we in de Vlietzone aantroffen’, vervolgt Corien Bakker. ‘In het weiland naast familiepark Drievliet, niet ver van een eerdere Rijswijkse vindplaats, kwamen ongeveer driehonderd complete Romeinse dakpannen aan het licht. Nooit eerder is zo’n enorme hoeveelheid van dit bouwmateriaal gevonden. Op één van de dakpannen heeft iemand, toen deze nog nat was, “NIIMO” geschreven, lees Nemo, vertaald “niemand”. Of dit de naam van de maker was of dat het aangaf dat deze partij dakpannen door niemand vooraf besteld was, zullen we nooit weten’. ‘Alle gevonden dakpannen hebben ongeveer dezelfde afmetingen’, voegt Peter Stokkel

10

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

toe. ‘Wat betekent dat je er een passend dak van kunt maken en dat wijst weer op een netjes afgebroken pannendak. Het lijkt er dan ook op, dat er bij die vindplaatsen een gebouw heeft gestaan met een monumentale uitstraling. Want voor zover bekend kregen alleen de belangrijkste gebouwen in de Romeinse tijd zo’n dakbedekking. Misschien stond hier een villa, een tempel of een grote herberg. Alle dakpannen zijn inmiddels verzameld en opgeslagen en worden nog nader onderzocht’.

Archeologie-vitrines in het ­Trefpunt Rotterdamsebaan. (FOTO: FRANK JANSEN)

Wethouder Van Asten krijgt uitleg van Ties (vrijwilligster en houtspecialist bij de afdeling Archeologie) over een zeldzame klomp van elzenhout uit de late 14e eeuw die bij de Binckhorstlaan werd gevonden. Tijdens het schoon­maken van de klomp bleek deze nog puntgaaf te zijn.

Verdere vondsten Meer dan tien Romeinse boerderijen en één gebouw van vakwerk met een pannendak zijn opgegraven. Er zijn tienduizenden vondsten gedaan uit deze periode. ‘Naast de dakpannen gaat het om allerlei vondsten van verschillende materialen variërend van aardewerk, metaal, leer, hout tot dierlijk en menselijk bot’, signaleert Everhard Bulten. ‘En een ware zilverschat van onder meer zilveren munten en armbanden. Waarom die schat is verborgen, blijft nog een mysterie. De uitwerking van het onderzoek waarmee we inmiddels zijn begonnen kan hopelijk ook dat mysterie ontrafelen’. ‘Na de Romeinse tijd was het terrein in de Vlietzone ongeveer duizend jaar onbewoond’, vervolgt hij. ‘In de 13e eeuw hebben boeren drie grote erven ontgonnen en voor akkerbouw en veeteelt ingericht, waarvan allerlei vondsten getuigen. Ook kwamen aan de Binckhorstkant van de tunnel overblijfselen uit de late 14e eeuw aan het licht. Hier werden eveneens onder meer de bewoningsresten van een boerderij uit de nieuwe tijd blootgelegd’. ‘We hebben ons werk als archeologen vooral kunnen realiseren mede dankzij de goede samenwerking met de opdrachtgever, de projectorganisatie Rotterdamsebaan’, besluit Peter Stokkel. ‘Dat mag best ook wel eens gezegd worden’.

De vondst van de Romeinse dakpannen.


Teksten: afdeling Archeologie gemeente Den Haag (Andjelko Pavlovic, projectleider opgravingen Binckhorstlaan en Peter Stokkel, projectleider opgravingen Vlietzone) en Lou Lichtenberg

ROTTERDAMSEBAAN   ARCHEOLOGISCHE OPGRAVINGEN

Resultaten archeologisch onderzoek nader beschouwd SPECIAL

Interessante vondsten bij aanleg Rotterdamsebaan

Zoals in deze special al werd aangestipt, werd het archeologische onderzoek bij de aanleg van de ­Rotterdamsebaan in de periode 2009-2018 ­uitgevoerd. Er werd op twee plaatsen ­onderzoek gedaan, te weten op een kleinere locatie bij de ingang van de tunnel op de Binckhorstlaan en op een g­ rotere locatie bij de ­tunnelingang in de Vlietzone, in de buurt van ­familiepark Drievliet. Deze twee onderzoekslocaties worden hier ­achtereenvolgens besproken.

O

m de plangebieden van de Binckhorstlaan en de Vlietzone in kaart te brengen werd in 2009 allereerst een bureauonderzoek uitgevoerd door de afdeling Archeologie. In 2010 gingen de Haagse archeologen in de plangebieden aan het werk met een boor- en proefsleuvencampagne. Op basis van de resultaten van die vooronderzoeken werd besloten tot vlakdekkende archeologische opgravingen in de periode 2014-2018.

De locatie Binckhorstlaan Onderzoeksfasen Dit plangebied ligt op het (voormalig) kasteelterrein van kasteel De Binckhorst, waar in ieder geval vanaf de 17e eeuw een boerderij heeft gestaan. Om vast te stellen wat er

van het boerderijcomplex in de grond behouden is gebleven en wat de begrenzing en archeologische waarde daarvan is, werd in 2014 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Resten van een bijgebouw van het kasteel werden daarbij onderzocht en een deel van het plangebied is vervolgens opgegraven. Die opgraving vond plaats in de periode 10 januari tot 7 februari 2017.

Kasteel de Binckhorst in 1727. (COLLECTIE EN FOTO: HAAGS GEMEENTEARCHIEF)

Drone-opname van het ­opgravingsgebied ­Binckhorstlaan, met links in het midden het ­kasteel De Binckhorst.

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

11


ROTTERDAMSEBAAN  ARCHEOLOGISCHE OPGRAVINGEN

SPECIAL

Resultaten veldwerk

Context Het plangebied is op een smalle strandwal gelegen, behorend tot het brede complex van de strandwal van Rijswijk-Voorburg-Leidschendam. Op deze strandwal is in theorie bewoning mogelijk vanaf het moment van ontstaan in het neolithicum. Het terrein van kasteel De Binckhorst dat in het plangebied ligt, staat op de nationale Archeologische Monumentenkaart (AMK) aangegeven als een terrein van hoge archeologische waarde. De eerste vermelding van het kasteel dateert uit 1308. Op een kaart uit 1638 is een boerderijgebouw aangegeven. Op een kaart uit 1712 en op diverse militaire topografische kaarten zijn er tot 1924 drie gebouwen te onderscheiden, een hoofdgebouw en twee bijgebouwen. Een kadastraal plan uit begin 19e eeuw laat drie bijgebouwen van redelijke omvang zien. Ongeveer 1 km ten zuidoosten van het plangebied bevinden zich de resten van de Romeinse stad Forum Hadriani. Rondom deze stad liepen diverse wegen, waarvan de aanwezigheid met zekerheid is aangetoond in het Wateringse Veld en op diverse andere locaties in Den Haag. Het is goed mogelijk dat er vanuit Forum Hadriani een weg heeft gelopen naar de Romeinse vindplaats aan de Scheveningseweg, waar resten van een vicus zijn gevonden met onder andere vondsten die wijzen op metaalbewerking en geassocieerd worden met militaire aanwezigheid. Bovendien zijn in de nabijheid van het plangebied eerder Romeinse scherven aangetroffen. Deze scherven kunnen met de aanwezigheid van een Romeinse weg tussen Forum Hadriani en de vindplaats aan de Scheveningseweg te maken hebben. De Binckhorstlaan, waaraan het kasteel De Binckhorst werd gebouwd, zou een voortzetting of opvolger kunnen zijn van de hierboven genoemde Romeinse weg.

12

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

Het opgravingsgebied Binckhorstlaan in detail, begin 2017.

Andjelko Pavlovic, projectleider opgravingen Binckhorstlaan.

Opgraving Binckhorstlaan januari 2017, dwarsdoorsnede van een laatmiddeleeuwse gracht.

Bij de start van de opgravingen werd verwacht dat er muurwerk, funderingen en andere aan het boerenbedrijf gerelateerde zaken aangetroffen zouden worden uit de 17e eeuw of eerder. Van het hoofdgebouw van de boerderij werden geen sporen gevonden, terwijl er van de bijgebouwen alleen sporen uit de late 18e- 19e eeuw aan het licht kwamen. Van eerdere fasen werden geen sporen aangetroffen. De sporen van het hoofdgebouw van de boerderij bevinden zich waarschijnlijk ten zuidwesten van het onderzoeksgebied. Wat de relatie tussen het boerderijcomplex en het kasteel precies is geweest, is uit het onderzoek niet duidelijk geworden aangezien daarbij alleen 18e-19eeeuwse sporen van het boerderijcomplex zijn aangetroffen. Mogelijk was de boerderij in deze periode niet meer gerelateerd aan het kasteel. Ook van een Romeinse weg of een voorloper van de Binckhorstlaan zijn geen sporen aan het licht gekomen. De gevonden sporen betreffen voornamelijk palen en kuilen. Daarnaast werden waterputten, gierputten, beerputten, een sloot en een gracht aangetroffen. De gracht is het oudste spoor dat van noordwest naar zuidoost loopt en afbuigt in de richting van het kasteel De Binckhorst. Op basis van gevonden aardewerk werd de gracht gedateerd uit de late 14e eeuw en deze was mogelijk tot aan het einde van de 17e eeuw in gebruik. Het


ROTTERDAMSEBAAN ARCHEOLOGISCHE OPGRAVINGEN

SPECIAL

merendeel van de overige sporen kan voorlopig in de nieuwe tijd gedateerd worden.

De locatie Vlietzone Onderzoeksfasen Het plangebied van de Vlietzone omvat terreinen nabij het familiepark Drievliet, de golfbaan Leeuwenberg en het Molenslootpad. In de afgelopen decennia is veel onderzoek gedaan door andere partijen rondom en binnen dit plangebied, die echter niet volledig zijn uitgewerkt. De grootste daarvan is het onderzoek dat op de golfbaan Leeuwenbergh heeft plaatsgevonden, uitgevoerd door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (tegenwoordig RCE). In dit onderzoek werd een aantal aaneengeschakelde inheems Romeinse erven blootgelegd, verbonden met een doorlopende greppel in een oude kreek. Verder is er op en ten zuiden van het plangebied eerder onderzoek gedaan door de gemeente Rijswijk. Vanaf 2014 tot december 2018 volgden in het plangebied diverse archeologische onderzoeken. Daarin kunnen tien opgravingsprojecten worden onderscheiden. Op een aantal plekken volgden aanvullende onderzoeken. Aan de noordoostzijde van het plangebied zijn de proefsleuven tot ongeveer 3,5 m onder maaiveld verdiept om een eventueel neolithisch niveau te onderzoeken (dat overigens niet is aangetroffen). Daarbij zijn vaak aanvullende

Deel van de opgravingen van de Vlietzone.

boringen gezet om lokaal een beter beeld te krijgen van de bodemopbouw.

Context

Dronefoto met overzicht van de locatie Vlietzone.

De bodemopbouw is over het hele terrein opvallend uniform. Op ongeveer -3,30 m NAP ligt de top van het duin/strandzand. In en op het zand, dat behoort tot de laag van Voorburg/Ypenburg/Rijswijk, is in theorie neolithische bewoning mogelijk. Met boringen en proefsleuven is echter aangetoond dat dit op de onderzoekslocatie niet het geval is. Deze afzettingen lagen hier namelijk te laag en waren daarom te nat om menselijke activiteiten mogelijk te maken. De landschapsinrichting is vanaf de Romeinse tijd (vanaf de tweede helft van de 2e eeuw) tot op heden gelijk gebleven. In de Romeinse tijd werd in de 1e eeuw na Christus het terrein voor het eerst ontgonnen. Ze gebruikten een hoge kwelderwal als locatie voor hun huizen. De huisplaatsen werden individueel omgreppeld en met elkaar verbonden met een lange lineaire greppel. In de 4e eeuw wordt het terrein verlaten en pas aan het eind van de 13e eeuw zijn er weer activiteiten binnen het plangebied. Er werden drie grote erven ingericht die flink omgracht waren. Ergens in de 15e eeuw is de bewoning afgebroken en werden de grachten gedempt. Hierna wordt het terrein niet meer bewoond maar blijven de sloten en de (deels dichtgegooide) grachten nog steeds in gebruik. Nadat de nederzetting verlaten was, is de Hoge Broekpolder door molens bemaald.

Resultaten veldwerk: Romeinse sporen In totaal werden ruim vierduizend sporen aangetroffen die afgezien van een paar honderd recente verstoringen alle dateren uit de Romeinse tijd en de Late Middeleeuwen. Een groot deel van de archeologische SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

13


SPECIAL

sporen dateren uit de Romeinse tijd. Vanaf de 1e tot en met de 4e eeuw maakte het plangebied deel uit van een Romeinse bewoningsas die de hogere kwelderwal volgde. Op basis van de nu al beschikbare gegevens kunnen de grove contouren van de Romeinse bewoning geschetst worden. De vroegste sporen op het plangebied worden gevormd door een lange kaarsrechte greppel met aan weerszijden drie ovale (vermoedelijke) huisgreppels. De greppel volgt min of meer de kwelderwal en verbindt de verschillende huisplaatsen met

Uitsnede van luchtfoto’s van de opgravingen Vlietzone. Opgravingen Vlietzone in 2014.

ROMEINSE ZILVERSCHAT Bij het aanleggen van een vlak voor het archeologisch onderzoek stuitte de metaaldetector op een grote klomp roest in een geverfde Romeinse beker. De conservator van de afdeling Archeologie maakte de vondst schoon. Al snel bleek het een zilverschat te zijn. In totaal zijn 107 denarii (munten), 6 armbanden, een

14

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

grote verzilverde fibula (mantelspeld) en de restanten van een ketting in de beker gestopt. Waarom de schat is verborgen, blijft nog een mysterie. Zijn de waardevolle spullen verstopt tegen rovers of moet dit meer als een ritueel offer aan de goden gezien worden? De Romeinse zilverschat in volle glorie.

elkaar. Een 2e-eeuwse verkaveling deelt het terrein op in stroken die vervolgens met dwarsgreppels met elkaar worden verbonden. De stroken staan haaks op het kanaal van Corbulo, dat ter hoogte van Forum Hadriani gelijkloopt met de Vliet. Opvallend is dat de huidige verkaveling nog steeds deze oriëntatie heeft. Deze 2e-eeuwse verkaveling verdeelt het plangebied in verschillende erven die samen zones vormen. De eerste zone, het westelijke deel van het onderzoeksgebied, wordt in deze fase gekenmerkt door 13 (mogelijke) inheemse huisplattegronden, wat bijgebouwen, veel greppels met verschillende oriëntaties en veel rijke vondsten waaronder een zilveren ring met opschrift: ‘Amo te Vita’ en een zilverschat die verborgen was in een geverfde beker (zie kaders). Aan de oostzijde van het plangebied lagen zes huizen in twee rijen van drie tegenover elkaar aan weerszijden van een Romeinse greppel. Ten zuiden van de zes huizen bevond zich een greppeltje waarin fragmenten Romeins beton zijn aangetroffen. Dit zou een aanwijzing kunnen zijn voor Romeinse steenbouw hier. Daarnaast is aan de zuidhoek van het terrein een vierkant omgreppeld terreintje van 20m bij 20m gevonden. Mogelijk betreft dit een grote opslagplaats. De tweede zone, het oostelijke deel van het plangebied, wordt gedomineerd door twee parallel lopende greppels waarin ongeveer 350 grote dakpanfragmenten zijn aangetroffen waarvan 210 complete dakpannen (zie kader). Deze greppels vormen, samen met de greppel die in de jaren ‘90 door de gemeente Rijswijk is opgegraven, drie kanten van een erf. In deze zuidelijke greppel zijn ook 40 dakpannen aangetroffen. De noordelijke erfgreppel is


in de Late Middeleeuwen opnieuw opengegraven en daardoor volledig verstoord. Deze vier greppels vormen de begrenzing van een 70m bij 60m groot erf. Naast de dakpannen lagen ook grote stukken natuursteen, Romeins beton en stukjes pleister dat beschilderd is met rode verf. Al deze sporen en vondsten duiden op de aanwezigheid van een (deels) versteend gebouw. Het terrein waar deze bebouwing vermoed wordt was ook in de Late Middeleeuwen een populaire vestigingsplaats. De Romeinse gebouwsporen zijn daardoor helaas grotendeels weggegraven. De gevonden grote hoeveelheid dakpannen was ruim voldoende voor een relatief klein dak. Dit betekent dat een deel van de pannen weg is of dat alleen een klein deel van het dak met pannen bedekt was.

Resultaten veldwerk: ­laatmiddeleeuwse sporen Omdat men zowel in de Romeinse tijd als in de Late Middeleeuwen op de hoge kwelderwal ging wonen zijn veel Romeinse sporen in de Middeleeuwen verspit. Zeker de brede grachten hebben veel Romeinse contexten verstoord. De laatmiddeleeuwse bewoning begint (op basis van een grove aardewerkscan) rond het einde van de 13e eeuw. Veruit het meeste materiaal is echter afkomstig uit de 14e eeuw. De vondst van slechts enkele scherven uit de 15e eeuw duidt erop dat de nederzettingen in die eeuw verlaten zijn. De laatmiddeleeuwse resten liggen overal in het plangebied. Wederom is de hoge rug uitgekozen om de gebouwen neer te zetten en enkele Romeinse verkavelingsgreppels worden opnieuw opengemaakt om het land te ontwateren. Ook worden nieuwe sloten gegraven, soms zijn deze zo breed dat ze zelfs grachten genoemd mogen worden. In totaal zijn drie grote laatmiddeleeuwse erven onderscheiden, alle omringd door water en ook de bijgebouwen zijn apart omgracht. In de sloten/grachten zijn grote hoeveelheden vondsten gedaan waaronder enorme hoeveelheden kloostermoppen. De meeste laatmiddeleeuwse vondsten

SPECIAL

ROTTERDAMSEBAAN ARCHEOLOGISCHE OPGRAVINGEN

zijn afkomstig uit de grachten. Een groot aantal vondsten onderstreept het agrarische karakter van de vindplaats, zoals een ijzeren ploegschaar, een ijzeren zeis en grote hoeveelheden verkoolde granen. En verder ook dierbegravingen. Dat er veeteelt bedreven werd, is hiermee ook bevestigd. In de grachten zijn in totaal drie fuiken of resten daarvan aangetroffen. Tenslotte is in de grachten ook een aantal vrijwel complete fruitbomen gevonden. Vele vondsten hebben betrekking op het reilen en zeilen van het middeleeuwse huishouden. Het meeste aardewerk bijvoorbeeld betreft tafel-, drinkof kookgerei. Tussen het aardewerk bevindt zich ook een grote cluster van vuurdovers die allemaal op min of meer dezelfde plek in de gracht zijn gegooid. Andere vondsten die het dagelijks leven illustreren zijn leren

Vlietzone, het bergen van de Romeinse dakpannen.

PELGRIMSINSIGNES Bij de Rotterdamsebaan zijn veel pelgrimsinsignes gevonden. Dit waren kleine speldjes die men in de Late Middeleeuwen op kleding droeg. Pelgrims kochten ze bij bedevaartsoorden en daardoor waren de insignes bij thuiskomst een souvenir en statussymbool.

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

15


SPECIAL

Een bijzondere en leuke vondst in de Vlietzone: drie visfuiken in de gracht. Dat de van twijgen gevlochten fuiken goed functioneerden, blijkt uit de vissenbotjes die in de fuik teruggevonden zijn. Een 14e-eeuwse veldfles opgegraven in een van de grachten in de Vlietzone. Na een grondige schoonmaak bleek deze verzilverd te zijn. Dergelijke vondsten zijn zeldzaam en verzilverde exemplaren zijn nog nooit gevonden. Het geeft aan dat de bewoner van dit erf veel geld te besteden had. Zelfs een deel van de leren riem waar de fles aan hing is teruggevonden. Op een aantal plaatsen is te zien dat men destijds kleine gaatjes in de veldfles heeft gerepareerd.

schoenen, houten trippen, een houten klomp en een puntgave houten kam. Een grote en bijzondere vondst­categorie vormen de pelgrimsinsignes. Een groot aantal van deze speldjes is teruggevonden en voor het buitengebied is dit vrij zeldzaam. Vondsten tonen ook aan dat de bewoners van dit terrein rijk waren. Er is geld gevonden, zelfs een gouden munt, een verzilverde veldfles, een zegelstempel en diverse sieraden. Verder veel paardentuig zoals stijgbeugels en bitten, objecten die tot in deze periode alleen door de adel werden gebruikt. Daarnaast is een netjes begraven en beslagen relatief groot paard teruggevonden. Dit in tegenstelling tot de tientallen andere

dierbegravingen die in een kuil of greppel gedumpt waren.

Uitwerking Thans is het archeologisch onderzoek bij de aanleg van de Rotterdamsebaan in de uitwerkingsfase beland. Daarbij worden vondsten, monsters en sporen beoordeeld op hun mogelijke bijdragen aan het beantwoorden van vragen die bij of na het onderzoek zijn gerezen. Op basis van deze beoordeling wordt besloten welke grondsporen, vondsten en monsters worden uitgewerkt. De resultaten van dit alles zullen worden verwerkt in een eindrapportage.

ROMEINSE DAKPANNEN In de zomer van 1997 werd tijdens de aanleg van bedrijventerrein Hoornwijck in Rijswijk een bijzondere vondst gedaan: ruim 40 Romeinse dakpannen. Dit was sensationeel omdat zoiets nooit eerder was gevonden. Maar dat beeld is met de opgravingen in het tracé van de Rotterdamsebaan veranderd. In juni 2015 vonden de archeologen van de gemeente Den Haag namelijk in het weiland naast familiepark Drievliet een vergelijkbare verzameling Romeinse dakpannen, niet ver van de Rijswijkse vindplaats. Het gaat om twee soorten: platte dakpannen (tegulae) en halfronde (imbrices). De platte dakpannen werden tegen elkaar aan gelegd. De halfronde werden gebruikt om de ruimte ertussen te bedekken. Zo ontstond een waterdicht dak. Op deze manier worden in landen rond de Middellandse zee ook nu nog de daken bedekt.

16

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

Op een van de dakpannen heeft iemand, toen de dakpan nog nat was, NIIMO geschreven (lees Nemo, vertaald ‘niemand’). Of dit de naam van de maker was of dat het aangaf dat deze partij dakpannen door niemand vooraf besteld was, is niet te achterhalen. De gevonden dakpannen waren vermoedelijk voldoende voor een dak van ongeveer 22,5m2. Een standaard inheems Romeinse boerderij kan het gewicht van zo’n dak niet dragen zonder extra verstevigende maatregelen. Een pannendak impliceert dus een speciale bouw, vaak wordt gedacht aan steenbouw. De resten (veelal hergebruikt) bouwmateriaal ondersteunen deze hypothese. De Romeinse dakpannen op hun vondstlocatie. (FOTO’S: JURRIAAN BROBBEL)


Tekst: Esdor van Elten | foto’s: afdeling Archeologie gemeente Den Haag

ROTTERDAMSEBAAN   DIGITALE TECHNIEKEN

‘De archeologie van de toekomst is snel en visueel supergaaf’ SPECIAL

Digitale technieken bij archeologie Rotterdamsebaan

Digitale techniek wordt steeds belangrijker, óók in de archeologie. Toepassing van nieuwe technieken kan het wetenschappelijke werk niet alleen sneller, goedkoper en nauwkeuriger maken, maar ook inzichtelijker. Archeoloog Robert van de Mijle Meijer gaat nog een stapje verder: ‘het wordt gewoon ook leuker’.

R

obert van der Mijle Meijer is archeoloog in dienst van de gemeente Den Haag. Hij was betrokken bij alle opgravingen die tot dusver op en rond de Rotterdamsebaan zijn gedaan. ‘We hadden als Haagse archeologen het geluk dat we al snel bij het project werden betrokken. Vooraf waren er hoge verwachtingen, want we wisten op grond van eerdere vondsten in het gebied dat er “‘wel wat moest zitten”’. Zelfs de resultaten uit de eerste proefsleuven overtroffen onze verwachtingen. De Rotterdamsebaan heeft zich ontpopt tot een fantastisch archeologisch project dat niet alleen onze kennis van de geschiedenis van dit gebied heeft vergroot, maar ons ook de mogelijkheid bood om die op nieuwe manieren aan het publiek te presenteren.’

Gamificatie Robert is namelijk niet alleen archeoloog, maar ook virtual-reality-specialist. Hij bedenkt en bouwt spellen waarin hij de harde wetenschap combineert met spel. Gamificatie wordt dat genoemd: het aanwenden van speltechnieken in een niet-spelcontext, zoals Wikipedia het formuleert. Simulators, trainingsprogramma’s; gamificatie kent vele toepassingen. Maar in de archeologie is het nog relatief nieuw. ‘Ik

begon ermee voor de fun’, vertelt Robert. ‘Maar na verloop van tijd ging ik beseffen dat je hier meer mee kunt. Ik ging allerlei digitale onderzoeksresultaten samenvoegen in een game engine’. Het resultaat is een aantrekkelijke, spannende maar ook waarheidsgetrouwe presentatie van archeologische vindplaatsen en artefacten. Het virtuele museum in het Trefpunt Rotterdamsebaan, het informatiecentrum van het project in de Binckhorst, is van zijn hand. Ook maakte hij met dezelfde techniek een veiligheidsinstructie voor op het werkveld. ‘De toepassingen zijn eindeloos. Ik heb een app gemaakt bij een publieksboekje van één van onze opgravingen waarbij ik augmented reality (AR) toepaste. Als je je telefoon op

Archeoloog Robert van der Mijle Meijer met de drone bij de opgravingen.

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

17


ROTTERDAMSEBAAN  DIGITALE TECHNIEKEN

SPECIAL

Drones

een object in het boekje richtte rees uit de app een 3D-model op dat je aan alle kanten en in detail kunt bekijken. Dat is het mooie van dit soort techniek: je kunt het laten zien zoals het echt is, in ongelooflijk detail, en, net zo belangrijk, in context’. Dat geldt ook voor de opgravingen bij de Rotterdamsebaan. Met digitale techniek laat Robert je over het opgravingsveld lopen, objecten ‘vinden’ en bekijken, met daarbij de benodigde uitleg. En passant laat hij daarbij ook iets zien over het dagelijks werk van de archeoloog.

18

De drone bij de opgravingen Rotterdamsebaan. ‘Tegenwoordig worden a­ rcheologische sporen snel en nauwkeurig digitaal vastgelegd met een “robotic total station”. Er komt geen meetlint meer aan te pas’. (FOTO: JURRIAAN BROBBEL)

In het archeologisch onderzoek wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van drones die digitale foto’s maken. Robert stond in Nederland aan de wieg van deze toepassing. De afdeling Archeologie van Den Haag was in 2012 de eerste die een drone gebruikte bij een opgraving. Luchtfotografie is natuurlijk vaker gebruikt in de archeologie, maar met drones kun je dit gemakkelijker en vaker toepassen. ‘Het grootste voordeel van het gebruik van drones is dat je een groot gebied nauwkeurig in kaart kan brengen. Bij de Rotterdamsebaan hebben we drones systematisch ingezet. We maken vlakfoto’s en geo-refereren (koppelen aan coördinaten) die nog dezelfde dag. En dat deden we iedere dag. Al die foto’s kun je samenvoegen tot één grote foto van het hele opgravingsgebied tot op een halve centimeter nauwkeurig. Als je dan vervolgens de luchtfoto’s combineert met de digitale tekeningen van je robotic total station krijg je een nauwkeurig overzicht van alle sporen. Dat levert soms verrassende nieuwe inzichten op. Zo kunnen zaken die je op de grond gemist hebt, je vanuit de lucht wèl opvallen. En ook hier weer: je ziet de dingen in context, in samenhang’. Bij collega-archeologen wekte deze inzet van drones bij de Rotterdamsebaan veel interesse op: ‘Archeologen uit heel Nederland, maar ook daarbuiten, zijn geïnteresseerd in deze toepassing. Ik denk dat dit in de toekomst gemeengoed wordt. Het is eenvoudig, het is goedkoop en heel effectief.’

Meten

Fotogrammetrie

Een spel of virtueel museum is een prachtig eindproduct, maar om daar te komen heb je de juiste middelen nodig. Krachtige computers, maar vooral: digitale data. De laatste twintig jaar is het gebruik van digitale middelen bij archeologisch onderzoek enorm toegenomen. Stonden de archeologen een aantal jaren geleden nog over een tekentafel gebogen, tegenwoordig worden archeologische sporen snel en nauwkeurig digitaal vastgelegd met een “robotic total station”. ‘Er komt geen meetlint meer aan te pas’.

Een andere digitale techniek die Robert gebruikt is fotogrammetrie. Daarmee kun je prachtige 3D-beelden maken van immobiele objecten, maar ook van landschappen. De 3D-foto van een Romeins strijdros dat bij de opgravingen op de Rotterdamsebaan werd aangetroffen, is een mooi voorbeeld. ‘Fotogrammetrie maakt gebruik van gewone 2D-foto’s’, legt Robert uit. ‘Foto’s die je bij wijze van spreken al met je mobieltje kunt maken. Daarna voer je de foto’s in, in een speciaal programma die alles omzet in een

SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG


SPECIAL

puntenwolk. Vervolgens kan de computer die puntenwolk omzetten in een 3D-beeld. De wetenschappelijk waarde van de beelden die je hiermee kunt creëren is groot, denkt Robert. ‘Je onderzoeksresultaten worden veel toegankelijker. Je kunt het later terugkijken. En ook anderen kunnen het precies zo bekijken als degene die het oorspronkelijk aangetroffen heeft en tot in detail inzoomen. Dat is vooral bij kwetsbare vondsten heel nuttig. Fuiken bijvoorbeeld, die zijn vrijwel niet schadeloos op te graven, maar door deze techniek kun je het toch van dichtbij en alle kanten bestuderen.’

Digitale reconstructie Makkelijker toegankelijk, nauwkeuriger en beter in context te plaatsen. De wetenschappelijke waarde van het toepassen van digitale technieken is groot. Maar Robert ziet dus ook grote meerwaarde voor het aantrekkelijk presenteren van archeologische vondsten en projecten. ‘Je kunt zaken zichtbaar, bijna tastbaar maken. Met een virtual reality­bril sta je er letterlijk middenin en de beelden worden met het jaar levensechter. Je kunt er bovendien ook allerlei spelletjes en uitdagingen instoppen, zodat het niet alleen leerzaam is, maar vooral ook leuk.’ Een virtueel museum is wat Robert betreft dan ook pas een begin. Je kunt natuurlijk het landschap laten zien, en het opgravingsveld. Maar waarom niet nog een stap verder? Een echte reconstructie?’ In een aantal van zijn “spelletjes” past hij dat al toe: ‘dat begint met de plattegrond van een boerderij. Dan zie je de palen oprijzen en vervolgens verschijnt een reconstructie van de boerderij zelf, waar je dan weer omheen en doorheen kunt lopen’. Dat soort virtuele reconstructies zijn niet altijd even eenvoudig: ‘Het moet wel wetenschappelijk onderbouwd zijn. Ik kan niet zomaar iets verzinnen. Als ik huizen reconstrueer, dan moet

dat gedaan worden op basis van daadwerkelijk gevonden paalsporen en hun exacte locatie. Er kunnen geen palen bij verzonnen of verplaatst worden’.

Stand-stills van het virtual reality museum en de vr-bril in het Trefpunt.

Keuzes maken Eigenlijk heeft dit soort virtuele reconstructie dus wel iets weg van experimentele archeologie. Robert ziet ook wel parallellen: ‘In Vlaardingen (Stichting Federatie Broekpolder) zijn ze op dit moment bezig met het nabouwen van oude boerderijen op basis van opgravingsgegevens. Toen ik met de bouwmeester praatte viel het ons op dat hij tegen vergelijkbare problemen aanloopt. Je reconstrueert iets en dat dwingt je tot keuzes. Zodra je iets gemaakt hebt, gaan mensen vragen waarom je het zó gemaakt hebt. Dat geeft stof tot discussie’. Veel archeologische vondsten zijn natuurlijk ook incompleet. Daar moet je gaan interpreteren. ‘Het mooie van virtual reality is dat je dan ook kunt laten zien wat echt gevonden is, en wat interpretatie of aanname is’. Robert verwacht dat digitale technieken steeds belangrijker gaan worden bij het onderzoek, maar vooral ook bij het presenteren daarvan aan het publiek: ‘De archeologie van de toekomst moet snel en visueel supergaaf zijn’.

Digitale technieken worden steeds belangrijker bij onderzoek en bij presentatie SPECIAL ROTTERDAMSEBAAN DEN HAAG

19


Trefpunt Rotterdamsebaan Het Trefpunt in de Binckhorst is de plek waar u algemene informatie krijgt over het project Rotterdamsebaan. U vindt er: • informatie over de aanleg van de Rotterdamsebaan • informatie over het boren van de tunnel • een maquette met het hele tunneltracé op een luchtfoto • informatie over de benodigde aanpassingen van de ­wegenstructuur in de Binckhorst • informatie over de veranderingen in de Vlietzone • een virtual reality van de Rotterdamsebaan • enkele archeologische vondsten en bijbehorende ­informatie

• een virtueel archeologisch museum • kinderen kunnen onder begeleiding proefjes doen Het Trefpunt Rotterdamsebaan is gevestigd aan de Binckhorstlaan 340 in Den Haag. Het informatiecentrum is van woensdag tot en met vrijdag geopend van 12.00 uur tot 17.00 uur. En op zaterdag van 12.00 uur tot 16.00 uur. Ook is het mogelijk het Trefpunt met een groep te bezoeken (maximaal 25 personen). U kunt hiervoor een afspraak maken door een e-mail te sturen naar rotterdamsebaan@denhaag.nl

Gemeente Den Haag - www.rotterdamsebaan.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.